Historie van Whiplash. Eerste openbaring. In 1928 was er een orthopedisch chirurg welke op een meeting van medisch specialisten in Chicago een acht tal gevallen ter spraken bracht, om de aanwezige leden van de medische raad te vragen wat er in Gods naam was gebeurd met deze gewonde personen. Later kreeg hij enorm spijt dat hij het bij hen onder de aandacht had gebracht onder de naam "Whiplash letsel" omdat het ten negatieve gebruikt werd. Hij heeft nooit de naam "Whiplash Letsel" openlijk benoemd, desondanks verspreide deze zich over het land en werd een dagelijks gebruikte benaming welke uiteindelijk overgenomen werd door elke leek, de overheid en de psycholoog.
Eerste waarnemingen. Nu denkt iedereen dat "Whiplash letsel" ten onrechte in 1928 voor het eerst bekend werd. Maar men gaat daar dan voorbij aan het feit dat Whiplash letsel al véél eerder ontdekt was, maar niet als zijnde een volksziekte maar als een beroepsziekte genaamd Railway Spine ! In 1866 geeft Erichsen lezingen over Railway Spine als een blessure en publiceerde zijn beroemde tekst in het volgende jaar. Erichsen was een Britse chirurg, geboren in Copenhagen en afkomstig van een wel gesitueerde familie. Hij is opgeleid tot chirurg aan het University College in London, welke als eerste in opdracht een vergaand onderzoek naar de toename van meldingen van klachten nadat in 1871 door de Prussian Railway een vergoeding was ingesteld voor opgelopen letsel tijdens werkongevallen, zo maakte Regler in 1879 bekend. Erichsen had zijn onderzoeken echter niet alleen tot de spoorwegen beperkt maar onderzocht ook andere gevallen waar spraken was van beschadiging van het zenuwstelsel en publiceerde dat in 1864
Verdere verloop. Erichsen was van mening dat kleine verwondingen van het hoofd en de wervelkolom kan leiden tot ernstige invaliditeit als gevolg van 'moleculaire disarrangement' of bloedarmoede van het ruggenmerg. Hij werd beschouwd als een gezaghebbende figuur in de tijd en zijn tekst en andere publicaties werden vaak aangehaald in de rechtbank. In 1882 publiceerde hij in “Concussion of the Spine”: Zenuw Shock en andere onbekende verwondingen van het zenuwstelsel in de klinische en medisch-juridische aspecten . Erichsen en andere artsen waren van mening dat de klachten in de wervelkolom waren te wijten aan de te hoge snelheid (ongeveer 30 mph) van de treinen en dat het menselijk lichaam niet kan omgaan met snelheden zo snel als dat. Vanwege de statuur van Erichsen publicaties, werd de toestand van Railway Spine vaak aangeduid als 'Erichsen’s Disease (aandoening)'.
Later in 1886 publiceert Erichsen zijn theorie van de spinale hersenschudding als de oorzaak van “Railway Spine”, maar het ontbreekt aan bewijs om zijn theorie te ondersteunen. Strümpell komt in 1888 met de verklaring dat Railway Spine gezien moet worden als een traumatische neurose in plaats van een lichamelijk letsel. Traumatische neurose vervangt Railway spine als de diagnostische term in de periode van 1900 tot 1930.
Stilte. Een behoorlijke tijd viel er stilte rond het whiplash verhaal tót in 1890 Breuer en Freud de term "traumatische neurose" als een voorbeeld van conversie hysterie. Hun visie was dat het opgelopen psychisch trauma (hersenschudding), door werkte op het zenuwstelsel, welke vervolgens daar door abnormale overgevoeligheid veroorzaakt. Deze zenuw dislocatie leid tot een vorm van verhoogde beïnvloedbaarheid welke kan leiden tot een omzetting van affectieve excitatie in een disfunctionele toestand van het zenuwstelsel. De pijn en andere somatische symptomen werden beschouwd als het gevolg van het mechanisme. Zij veronderstelde dat de pijn als zenuwpijn gezien moet worden en in concept als 'hallucinatie' van de pijn zou zijn, die het gevolg is van de reactie van de geest om levendige ideeën boven abnormale prikkelbaar pijnbanen stelt. Hun werk (de vraag) of dit hyperexciteerbare toestand psychisch was in de natuur of een onderliggende fysieke toestand van het zenuwstelsel, bleef onopgelost .
Freud school. De "Freud" school voor psychoannalise was op haar hoogtepunt aan het eind van de 18e eeuw en begin van de 19e eeuw. Deze invloedrijke school ge-herkwalificeerd hysterie als psychoneurose. In hun paradigma, zintuiglijke symptomen zoals pijn of overgevoeligheid en motorische stoornissen, zoals krampen, spasmen en contracturen waren de kenmerken van deze 'conversie hysterie'. In het begin van de twintigste eeuw, is een dergelijke chronische post-traumatische pijn aan de wervelkolom in het spoor wervelkolom meestal gediagnosticeerd als een traumatische neurose. De diagnoses werden meestal ondergebracht bij ofwel neurasthenie of hysterie. Door het begin van de twintigste eeuw de diagnose van "Railway Spine" werd zelden vermaakt als een specifieke entiteit. Neurasthenie betekent 'gebrek aan daadkracht' en werd een populaire diagnostische entiteit. Het begrip zenuwkracht en reflex werd gebruikt om het verband tussen lichamelijke dysfunctie en mentale processen te verklaren. Men veronderstelde dat de onderliggende pathofysiologie verband hield met gebrek in kwaliteit of verslechtering in de kwaliteit van het zenuwweefsel, vandaar de uitputting van de patiënt en de morbide sensaties en verschijnselen die daarop volgde. Charcot oordeel dat de toestand van de zenuwen na spoorwegongevallen gewoon een uiting van hysterie was en het gevolg zou zijn van 'psycho-nerveuze commotie'.
Invloed 1e wereldoorlog. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd een whiplash mechanisme letsel erkend in testpiloten van de Amerikaanse marine. McIntyre merkte na de Eerste Wereldoorlog op, dat de marine hun vliegtuigen
van de dekken van slagschepen en kruisers lanceerde middels de katapult-methode. De werking/gevolgen hier van zijn nu goed begrepen, maar, in die dagen was de piloot niet goed beschermd. Dankzij de gewelddadige kracht van het af schieten en de daar bij vrij komende krachten de cervicale wervelkolom was groot genoeg om een black-out van enkele seconden te veroorzaken en er hebben zich dan ook ongevallen voorgedaan die ongetwijfeld het gevolg waren van het whiplash effect.
Vroege 20e eeuw Hoewel af en toe meldingen van nekletsel ten gevolgen van auto-ongevallen ontstonden in de vroege twintigste eeuw, ware autofabrikanten niet snel om de onderlinge relatie te erkennen en hoofdsteunen werden dan ook niet standaard geplaats totdat de jaren 1960. Marshall in 1919 meldde de eerste gevallen van nekletsel ten gevolgen van milde of lage impact auto-ongevallen en merkte op dat er sprake was van een 'normale cervicale wervelkolom Xrays bij de gewonde patiënten.' Marshall adviseerde behandeling met orthopedische ondersteuning, manipulatie, oefeningen en fysiotherapie. Andere mogelijke remedies waar onder elektriciteit, vochtige warmte en stralingswarmte.
Whiplash ! Het eerste gebruik van de term 'whiplash' was door Crowe in 1928 op een symposium van de westerse Orthopedische Vereniging in San Francisco. Crowe maakt melding van acht gevallen van nek letsel als gevolg van auto-ongevallen. Hij gebruikte de term whiplash als een beschrijving voor de beweging welke de oorzaak zou zijn van een zweep-achtig effect, te vergelijken met het klappen van een zweep. Het symposium van 1928 werd niet gepubliceerd en het eerste gebruik van de term whiplash, was in de pers in 1945 door Davis. In zijn artikel van 1945, verklaarde hij 'beginnen met het feit dat de grote meerderheid van de verwondingen van de cervicale wervelkolom zijn in de aard van een whiplash, en de betekenis van de term whiplash als hyperflexie gevolgd door spontane extensor terugslag te aanvaarden, het karakter van een grote verscheidenheid aan verwondingen van dit deel van de wervelkolom wordt begrijpelijk. ' De term whiplash werd alom aangenomen en verscheen in de 4e editie van de tekst, Het beheer van fracturen, ontwrichtingen en verstuikingen door Key en Conwell in 1946. Een sectie is geschreven door Davis, waarin hij stelde dat de meerderheid van deze verwondingen veroorzaakt werden door frontale botsingen bij auto-ongevallen. LET WEL; HOE kan het dat de meerderheid aan specialisten en behandelaren nóg steeds durven te beweren dat whiplashletsel ALLEEN bij frontale ongevallen kan ontstaan terwijl in 1946 al gesproken word van "meerderheid", dus niet "alle". (dit even ter zijde)
Verwarring. In 1953 word door Gay en Abbott geconstateerd dat het grootste aantal letsels ontstonden door een kop-staartbotsing. Aanvankelijk werd het mechanisme van de whiplash door een aanrijding onterecht toegeschreven aan acute buiging ten gevolgd van een verrekking (uitrekking). Zij wees
hierbij naar een reeks van 50 patiënten die 'karakteristiek" voldeden, echter deze patiënten waren meer gehandicapte en bleven langer gehandicapten dan verwacht, gezien het milde karakter van het ongeval.'
In 1955 rapporteerde Severy een serie aanrijdingen van achteren met behulp van poppen en het gebruik van high-speed fotografie. Hij identificeerde zo exact mogelijk de opeenvolging van blessures in whiplash als hyperextensie van de nek, gevolgd door buiging. Hij bestudeerde de op papier waar genomen resultaten, 'in tegenstelling tot de meeste types van botsingen, resulteert de aanrijding vaak in lichte schade auto met grote lichaam letsel. Ook in tegenstelling tot de meeste schadeveroorzakende ongevallen, is er over het algemeen geen zichtbaar teken van letsel bij het van achter aangereden slachtoffer.
In 1943 proberen Smith en Solomon in een gezamenlijke publicatie om de kwestie van compensatie op te lossen voor traumatische neurose.
Huidige ontwikkelingen. (niet geheel onbesproken zie www.lotgenotenwijzer.nl/ontstaan.htm ) Hoewel in de twintigste eeuw een groter begrip van de whiplash-mechanisme is ontstaan , blijft omstreden. In een follow-up studie van 144 patiënten die naar een ziekenhuis afdeling spoedeisende hulp kwamen, deed 81% een beroep op compensatie. Whiplash worden vaak gediagnosticeerd met de incidentie van verzekeringsclaims voor whiplash ongeveer 1 per duizend inwoners per jaar. Echter niet alle personen die betrokken zijn bij auto-ongevallen ontwikkelen symptomen en degenen die daar wel mee te maken krijgen, daar herstellen de meeste alsnog van. Na een acuut letsel is ongeveer 80% binnen 12 maanden hersteld. Van langdurigere patiënten , is ongeveer vijf procent daadwerkelijk zwaar getroffen en het is deze groep patiënten die een uitdagende behandeling nodig hebben.
Quebec Task Force
In 1995, openbaarde de Quebec Task Force (QTF) een werkdefinitie en criteria voor whiplash en whiplash-geassocieerde aandoeningen (WAD), die whiplash en het beheer ervan geherdefinieerd. De taskforce werd gesponsord door de Societe de l'assurance automobile du Quebec, de openbare autoverzekeraar in Quebec, Canada. Whiplash werd gedefinieerd als 'een acceleratie-deceleratie mechanisme van de energie overgedragen aan de nek die kunnen voortvloeien uit een aanrijding van de achterkant of een aanrijding van opzij, voornamelijk in motorvoertuigen botsingen, maar ook van duikongevallen, en van andere ongelukken.' De energieoverdracht kan leiden tot bot of zacht weefsel (soft tissue) letsel (whiplash), wat weer kan leiden tot een grote reeks klinische manifestaties
(whiplash geassocieerde aandoeningen - WAD). Whiplashpatiënten zijn ook ingedeeld op basis van de ernst van de klachten en symptomen. De QTF - WAD classificatiesysteem bestaat uit vijf niveaus: WAD-0 = geen pijn in de nek klachten, geen lichamelijke tekenen WAD-1 = nekpijn klachten, alleen stijfheid of gevoeligheid, geen andere lichamelijke tekenen WAD-2 = nek klachten en aandoeningen van het bewegingsapparaat tekenen (verminderde bereik van de beweging en punt tederheid) WAD-3 = nekklachten en neurologische symptomen (zwakte, zintuiglijke en reflex veranderingen) WAD-4 = nekklachten met breuk en / of dislocatie.
Uit studie's wereldwijd bleek opmerkelijk genoeg dat Whiplash ongevallen vrij uniform voorkomen, tussen 70-200 per 100.000 inwoners. De meest voorkomende symptomen presenteren na motorvoertuig botsing van dit type zijn nekpijn (88-100%) en hoofdpijn (54-66%). Andere vaak gemelde symptomen zijn onder meer pijn in de schouder, arm pijn, gevoelloosheid en paresthesie, visuele en auditieve klachten en duizeligheid.
Whiplash mechanisme. Experimentele studies op dieren en menselijke kadavers hebben een verscheidenheid aan verwondingen van het bewegingsapparaat onthuld. Deze variëren van scheuring in spier- en ligament tot kleine micro-breuken of groter fracturen van wervel. Radiologische studies geven echter aan dat fracturen zeldzaam als gevolg van ongecompliceerde whiplash zijn . Uitgebreid onderzoek heeft geleid tot een focus op de zygapophyseal (facet) verbindingen in de productie van pijn en dysfunctie bij whiplash. Experimenten met gezonde vrijwilligers hebben aangetoond dat een botsing van achter, de onderste halswervel een verschuiving ondergaan maar zonder dat dit tot een eenduidige conclusie leid. Deze beweging zorgt ervoor dat de wervels eerder van elkaar komen en de zygapophyseal gewrichten nader beïnvloeden. Het letsels ten gevolge van deze kracht zijn waarschijnlijk scheuring in de anterieure annulus fibrosis en fracturen of kneuzingen van de zygapophyseal gewrichten. Dergelijke letsels zijn aangetoond in post-mortem studies van slachtoffers van motorvoertuig crashes. Het blokkeren van de sensorische zenuwen die deze gewrichten innerveren heeft consequent een reductie van symptomen in 50% van de patiënten met chronische whiplash pijn. De segmenten die het meest worden getroffen zijn de C5 / 6 en C2 / 3. Bij patiënten met chronische hoofdpijn als dominante klacht na whiplash, kan de bron van de pijn worden herleid tot / 3 zygapophyseal verbindingen C2 in de meeste gevallen.
Hoewel zygapophyseal gewrichtspijn wordt beschouwd als de basis van de chronische nekpijn na whiplash zijn, kan niet middels klinisch of medische beeldvorming gediagnosticeerd worden. De diagnose berust op beeldvorming geleid diagnostische blokken van een gewricht of de mediale
zenuw tak. Bij patiënten die reageren op de blokken met plaatselijke verdoving en hydrocortison, kan meer permanente controle van de pijn worden bereikt met percutane radiofrequente neurotomy.
Behandeling. Routine behandeling van cervicale letsels omvat rust, analgetische en anti-inflammatoire geneesmiddelen. Soms spierverslappers en het gebruik van een halskraag aanbevolen. Er zijn weinig prospectieve studies conservatieve wijzen van behandeling bij deze aandoening. Algemeen vroege mobilisatie van de hals met gebruikmaking van het Maitland methode, gevolgd door hals spieroefeningen kan met betere resultaten geassocieerd worden dan het gebruik van cervicale kraag voor langere intervallen en rust. Fysiotherapie en zygapophyseal gewrichtsmobilisatie worden vaak gebruikt, maar een recente studie had geen extra voordeel van cervicale tractie getoond.
Behandeling voor de posttraumatische hoofdpijn kan analgetica en niet-steroïdale antiinflammatoire geneesmiddelen omvatten. Patiënten kunnen gevoeliger zijn voor hoofdpijn bij overmatig gebruik van pijnstilling en voorzichtigheid moet worden betracht met alle pijnstillende middelen, maar vooral codeïne-bevattende verbindingen. Tricyclische antidepressiva worden vaak gebruikt voor chronische spanningshoofdpijn in verband met de whiplash aandoening. Psychische nood is ook gebruikelijk na een whiplash en is secundair aan de chronische pijn. De opvatting dat de chronische pijn in de nek het gevolg is van een schadevergoeding neurose of malingering voor financieel gewin is uitgedaagd door de vele gepubliceerde studies en reviews. Niettemin kan de stress tijdens het proces worden verminderd door het adviseren en het aanbieden van een passende behandeling door de behandelend arts.
Risico vermindering auto branch. De focus van de preventie van whiplash heeft zich toegespitst op auto-ontwerp van de zitting en het gebruik van hoofdsteunen (al is de naam hoofdsteunen eigenlijk een beetje ongelukkig gekozen). Helaas is het schade verminderend effecten van hoofdsteunen erg bescheiden geweest, ongeveer 510%. Verbeteringen in het ontwerp van autostoelen met een betere energie-absorptie kan extra voordelen bieden. Sommige fabrikanten hebben actieve apparaten in hun producten geïmplementeerd welke een grotere bescherming tegen whiplash zouden moeten bewerkstelligen. Of deze toepassingen daadwerkelijk een aanzienlijke vermindering van het risico bieden, is onduidelijk gezien het tegenstrijdig bewijs uit verschillende studies. In tests uitgevoerd door het Zweedse National Road Administration mbt bescherming tegen whiplash door deze apparaten gaf geen garantie tegen schade, terwijl een aparte studie gerapporteerd in het Journal of Trauma vond dat actieve hoofdsteun het risico op nekletsel met 75% verminderde bij aanrijdingen van achteren.
SLOT: De geschiedenis van whiplash toont aan dat er weinig andere letsels zo veel discussie oproept als het hele whiplash gebeuren. Er is een lange discussie over de fysieke of psychologische basis van deze aandoening en zijn voorloper, Railway Spine geweest. De achtergrond van een proces is in veel gevallen erg omstreden. Plausibele verklaringen afgeleid van onderzoek benadrukken des ondanks de rol van zygapophyseal gewrichten in de generatie van chronische pijn, en whiplash heeft zich ontwikkeld als een erkende letsel, voornamelijk in auto-ongevallen welke aangepakt zou kunnen worden met de juiste behandelingen, volgens Quebec Task Force. Ondanks dat hun rapportage als “leidend” gezien en gevolgd word, is daar wel de nodige kritiek op te leveren, wat geheel niet verwonderlijk is, aangezien zij gesponsord zijn destijds met verzekeringsgelden.
Correspondentie aan Dr Don Todman Brisbane Clinic 79 Wickham Tce Brisbane QLD, 4000, AUSTRALIË
Auteur Informatie DH Todman, MA FRACP FRCP Consultant Neuroloog, School of Medicine, University of Queensland Vertaling en publicatie www.lotgenotenwijzer.nl Copyrighted; Lotgenotenwijzer NL