rode zaal grote podia
Blindman [sax] + [drums] Whiplash do 4 okt 2012
2012-2013 Nieuw Vlaams & internationaal Blindman [sax] + [drums] Whiplash do 4 okt 2012 ISCM World Music Days za 3 & zo 4 nov 2012 Emanon Ensemble olv. Raf De Keninck wo 28 nov 2012 Koninklijk Concertgebouworkest olv. Otto Tausk za 15 dec 2012 Spectra Ensemble olv. Filip Rathé Palimpsest wo 16 jan 2013 Champ d’Action Labo #4 za 23 feb 2013 Guido De Neve & Jan Michiels wo 22 mei 2013 Reigakusha gagaku Ensemble & Ictus olv. Georges-Elie Octors Music with silent aitake’s do 20 juni 2013
inleiding Maarten Beirens / 19.15 uur / blauwe foyer begin 20.00 uur einde omstreeks 21.15 uur er is geen pauze teksten programmaboekje Maarten Beirens coördinatie programmaboekje deSingel
Blindman [drums] Tom De Cock Yves Goemaere Hannes Nieuwlaet Ruben Cooman
Blindman [sax] Koen Maas sopraansax Roeland Vanhoorne altsax Piet Rebel tenorsax Raf Minten baritonsax
Whiplash Riccardo Nova (°1960) Ottetto (wereldcreatie) Frederik Neyrinck (°1985) Gestalt IV (wereldcreatie) Mayke Nas (°1972) Behind The Scenes (wereldcreatie)
reageer & win
gelieve uw GSM uit te schakelen
Wim Henderickx (°1962) Fireworks (wereldcreatie)
De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze.
Eric Sleichim (°1958) Round About (wereldcreatie)
Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen. Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 > www.tklavervier.be Grand café deSingel open alle dagen 9 > 24 uur informatie en reserveren +32 (0)3 237 71 00 www.grandcafedesingel.be drankjes / hapjes / snacks / uitgebreid tafelen
(volgorde onder voorbehoud)
© Evy Ottermans
Whiplash In de klassieke muziek bestaat er een bijzonder groot repertoire voor dezelfde vertrouwde ‘gevestigde’ instrumenten, die al eeuwenlang hun plek in het symfonieorkest (strijkers, houtblazers, koperblazers) of in het solorepertoire (de onvermijdelijke piano) hebben verworven. Dat die instrumenten een grote historische evolutie doormaakten en bijvoorbeeld een moderne viool op heel wat punten verschilt van een barokexemplaar, lijkt daarbij van ondergeschikt belang. Het bewijs is dat zelfs hedendaagse muzikanten er weinig graten in zien om pakweg Bach op piano of Mozart op moderne dwarsfluit te spelen. (Al heeft de historische uitvoeringspraktijk sinds halverwege de 20ste eeuw wat dat betreft wel een grote invloed gehad op het zoeken naar ‘authentieke’ instrumenten en is een historisch ‘correct’ instrumentarium zeker voor oude muziek meer regel dan uitzondering geworden.) Maar afgezien van de geleidelijke technische evolutie van de vertrouwde instrumenten (de introductie van kleppen voor houtblazers, bijvoorbeeld), is er in het klassieke repertoire sinds de 18de eeuw relatief weinig belangstelling om echt nieuwe muziekinstrumenten een vaste plek te geven – door ze mee op te nemen in het symfonieorkest of door er een substantieel repertoire van solostukken voor te componeren. Het maakt dat de echt nieuwe instrumenten die in de loop van de 19de en 20ste eeuw geïntroduceerd worden, vooral hun bloei beleven buiten de klassieke genres: de saxofoon in de jazz, de elektrische gitaar in de rock en de percussie in zowat alles wat niet klassiek is. Hedendaagse componisten – en dan zeker de meer experimenteel gerichte onder hen – zoeken natuurlijk graag ongewone klanken op en uiteraard kunnen instrumenten die geen eeuwen klassieke traditie (en dus ook al dan niet bewuste associaties) met zich meedragen voor hen een heel bruikbaar element bieden. Maar dat soort van vernieuwende klankcombinaties (een trio van accordeon, basklarinet en elektrische gitaar, bijvoorbeeld) vindt vaker zijn weg naar kamermuziek en gespecialiseerde ensembles dan naar klassieke ‘mainstream’ – zoals het symfonieorkest. Uiteraard zijn er voorbeelden van een saxofoon die in een symfonieorkest opduikt (Maurice Ravels ‘Bolero’ of Béla Bartóks ‘De Houten Prins’, om maar twee werken uit het begin van vorige eeuw te noemen, bijvoorbeeld), maar al bij al blijft dat vrij beperkt. Het aanbod van percussie-instrumenten uitbreiden is dan wél een trend in hedendaagse orkestmuziek, maar ook daar blijkt het vaak om een ‘coloristisch’ effect te gaan en worden percussie-instrumenten maar zelden als zelfstandige, laat staan dominante elementen gebruikt. Een baanbrekend werk als Edgard Varèses ‘Ionisation’ (1931) dat uitsluitend voor percussie-instrumenten (en
sirenes!) is geschreven, toonde alvast welke rijke mogelijkheden er langs deze ‘alternatieve’ paden te vinden zijn. Die situatie zorgt ervoor dat de twee instrumentenfamilies die in dit concert centraal staan – de saxofoons en de percussie-instrumenten – een wat aparte positie hebben: de muzikale outsiders die hier in gloednieuwe muziek volop revanche kunnen nemen en hun veelzijdigheid, klankrijkdom en muzikale intensiteit ongeremd en in heel verscheiden vormen aan bod kunnen laten komen. In dit programma is het vooral het exploreren van de nieuwe mogelijkheden – de opwinding en de vervreemding van nieuwe klanken, combinaties, speeltechnieken en ook theatrale implicaties – die centraal staan. Die ambitie ligt trouwens aan de bron van het oprichten van Blindman in 1987. Oorspronkelijk was Blindman enkel een saxofoonkwartet, opgericht door Eric Sleichim met als doel de techniek en het repertoire voor de saxofoon open te breken. Niet het repertoire voor die vier saxofoons interesseerde hem zozeer (er bestond heel wat klassiek – vooral Frans – repertoire voor saxofoonkwartet waarvan de wufte, semi-humoristische esthetiek Eric Sleichim zacht gezegd allerminst bekoorde), maar wel het verlangen om radicaal de grenzen van de klank en van de performance af te tasten. Ook al zijn er gaandeweg conventionelere hedendaagse en oude (Bach, renaissance-polyfonie, Buxtehude, Mozart) werken in het Blindman-repertoire opgenomen, toch is die basismissie onveranderd gebleven. Het experimentele, het conceptuele, het multi-disciplinaire, het theatrale, het aftasten van grenzen en het opzoeken van verrijkende creatieve ontmoetingen: het zijn allemaal zaken die tot op heden de kern vormen van de activiteiten van Blindman, ook wanneer dat saxofoonkwartet is uitgegroeid tot een collectief van vier kwartetten: saxofoonkwartet, percussiekwartet, vocaal kwartet en strijkkwartet. Een uitbreiding die begonnen is als een pedagogisch project, maar gaandeweg uitgegroeid is tot een structurele verankering. Hoewel al die kwartetten ook hun eigen repertoire en activiteiten hebben, schept het collectief ook de mogelijkheid om programma’s met meerdere kwartetten op te zetten. In dit geval is dat de scherpe combinatie van de saxen en het percussiekwartet in nieuwe werken - allemaal wereldcreaties - van Eric Sleichim, Mayke Nas, Riccardo Nova, Frederik Neyrinck en Wim Henderickx. Allemaal zoeken deze componisten op één of andere manier vernieuwende impulsen op en bewandelen ze met een uitgekiende combinatie van in-
strumenten en muzikaal basismateriaal verrassende en ongewone paden. Dat kan gaan van het consequent exploreren van microtonale intervallen (Nova), alternatieve speeltechnieken (Neyrinck), aansluiten bij de snedige, recht-voor-de-raap speelstijl die Blindman graag opzoekt (Henderickx) tot het betrekken van de theatrale en visuele dimensie van de concertervaring (Nas en Sleichim) – ook dat is een aspect dat in de artistieke missie van het collectief steeds een bevoorrechte plaats heeft ingenomen. De twee kwartetten worden in een aantal werken (Henderickx, Nova, Sleichim) bovendien aangevuld met elektronica, wat uiteraard de verscheidenheid aan klankmateriaal vergroot en de ruimtelijke dimensie (speakers die rondom het publiek staan opgesteld geven een surround-effect) nauwkeuriger erbij kan betrekken. In ‘Ottetto’ vertrekt Riccardo Nova van een opdeling van het octaaf in minuscule intervallen (kleiner dan de halve toon die het kleinste interval is dat op de piano kan worden gespeeld). Er bestaat een traditie om met dat soort van microtonale intervallen te werken die vooral in de Amerikaanse experimentele muziek vanaf Harry Partch een hoge vlucht nam, maar natuurlijk is het gebruik van zulke kleine intervallen ook wijd verspreid in niet-westerse muziek, bijvoorbeeld in het Midden-Oosten en in India. De invloeden van beiden – de microtonale traditie en in het bijzonder de muziek van India, die Nova intensief bestudeerde, - vormen voor hem het uitgangspunt. Als componist deelt Nova hier het systeem met Partch (en vele van diens volgelingen zoals Ben Johnston) om de microtonale intervallen te baseren op de boventoonreeks en dan vooral die boventonen die (subtiel of minder subtiel) afwijken van de dichtstbijzijnde ‘getemperde’ toonhoogte. Zo spelen in ‘Ottetto’ de 13de, 17de en 19de boventoon een belangrijke rol. Nova leidt daaruit een toonladder af waarin er niet 12 (zoals gebruikelijk), maar wel liefst 99 toonhoogten binnen het octaaf worden onderverdeeld. Het concept van toonhoogte-organisatie mag dan wel heel beredeneerd zijn, de inhoud van de muziek is, aldus Nova, in de eerste plaats spiritueel en verbonden met het idee van ademhalen en dus ook een meditatief gegeven – denk maar aan Yoga. De ‘ademhaling’ van het stuk is voortdurend aanwezig in de ritmische structuur, waar een regelmatig metrum en periodische cycli van onregelmatige lengte steeds met elkaar gecombineerd worden. Ook die cyclische ritmiek is een compositieprincipe dat op zeer gesofisticeerde wijze in de Indiase muziek aanwezig is. De uitgebreide live elektronica bevatten ook op voorhand opgenomen saxofoon-melodieën, waarmee de textuur van dit octet verder wordt uitgebreid. Mayke Nas heeft in haar werk wel vaker veel aandacht geschonken aan theatrale aspecten. De wil om de uitvoerder méér te laten zijn dan enkel een muzikant die braafjes de noten die in de partituur staan speelt, maar
veeleer een performer die zijn présence op het podium op meer vlakken kan uitspelen, sluit nauw aan bij de bekommernis van Blindman om muziek nooit louter muziek te laten zijn, maar ook de visuele en fysieke factoren er nauw bij te betrekken. Voor ‘Behind the Scenes’ vond ze haar inspiratie in twee speelfilms – ‘West Side Story’ en ‘Groundhog Day’, wat ze echter op twee zeer uiteenlopende manieren muzikaal uitwerkt. In het eerste deel is het ensemble verdeeld tussen twee slagwerkers (op een vaste plek op het podium) en de vier saxofoons, die in vijf stadia steeds dichter bij de slagwerkers naderen, als een zorgvuldig gechoreografeerde confrontatie tussen de ‘Jets’ en de ‘Sharks’. De muziek bouwt percussieve saxofoonklanken in en geeft zeer nauwkeurig aan hoe de saxofonisten tegelijk met hun voet de maat moeten meetikken – muzikale ‘streetwise cool’ die op een visuele climax afstevent. Het tweede deel toont twee muzikanten die perfect synchroon een selectie van teksten en gebaren imiteren van het personage dat door Bill Murray wordt vertolkt in ‘Groundhog Day’. Frederik Neyrinck werkt in ‘Gestalt IV’ vooral op de alternatieve speeltechnieken en de rijke variëteit aan klanken die deze combinatie van 8 muzikanten te bieden heeft. Door de muzikanten te verdelen in vier groepen, waarvan er drie op het podium staan en één als ‘schaduw’ achter of zelfs boven het publiek moet plaatsnemen, creëert hij een ruimtelijke spreiding, waarbij de muzikale relaties tussen die groepen voortdurend verschuiven. Hoewel Neyrinck een breed arsenaal aan alternatieve speeltechnieken voorschrijft (in de saxen bijvoorbeeld onder meer multiphonics, ‘breath tones’ en slap tongues), is zijn muziek eerder ingetogen te noemen, met veel zachte tot zeer zachte passages waar luide uitbarstingen regelmatig een flinke energiestoot geven. Wim Henderickx schreef ‘Fireworks’ met de stijl en het karakter van Blindman in het achterhoofd: de scherpe slagvaardigheid die de componist graag vergelijkt met rock ‘n’ roll. De percussie-opstelling bevestigt die rock-associatie heel sterk: vier quasi-identieke drumstellen (met wat extraatjes) en bovendien de percussionisten die heel vaak samen in unisono spelen: een groove die in viervoud weerklinkt en daardoor des te overrompelender is. Enkele elektronische effecten dienen om de klank wat bij te kleuren, maar mogen eventueel ook weggelaten worden. Het werk bestaat uit drie delen en een korte epiloog. Deel 1 (‘Explosions’) bevat heftige muzikale gestes waarbij de saxen en percussionisten af en toe een soort vraag-en-antwoordspelletje houden. Deel 2 (‘In the Mood’) houdt de saxofoons meer samen in een akkoordische schriftuur en biedt een wat langzamer tempo na de heftigheid van het begin. Deel 3 (‘Dance!’) jaagt het tempo weer de hoogte in met jachtige melodielijnen in de saxofoons en pittige ritmes van de percussionisten, die afwisselen tussen vier
tamboerijnen en de volle power van de vier drumstellen. Een korte – langzame – epiloog refereert daarna nog even aan de statische akkoorden van het tweede deel. Het bespelen van de ruimte, zoals dat bij Frederik Neyrinck gebeurt, is op een totaal andere manier ook de inzet van het nieuwe werk van Blindmanoprichter Eric Sleichim. In ‘Round About’ omringt hij het publiek letterlijk met verschillende prikkels, een hoog gehalte aan informatie, waar de luisteraar als het ware zelf zijn weg in moet zoeken door al luisterend te kiezen waar wel of niet aandacht aan te besteden. Of, in de woorden van de componist: “In ‘Round About’ wordt de waarneming op verschillende fronten gesolliciteerd. Verschillende acties komen in concurrentie met elkaar. Waaraan geeft men voorrang; laat men zich wegglijden in de schoonheid van een tonale samenzang, probeert men de tekst te volgen die fragmentarisch vanuit verschillende hoeken weerklinkt, wil men zich concentreren op de klank van materie in ontbinding of nog proberen te ontcijferen wat een aantal individuen in de ruimte beweegt? Vanuit een eigen achtergrond maakt ieder associaties, geeft betekenissen, stoort zich, laaft zich en distilleert vanuit het omringende zijn of haar eigen verhaal.”
© Evy Ottermans
Blindman In 1988 richt Eric Sleichim Blindman op, een saxofoonkwartet met een traditionele bezetting dat nieuwe speeltechnieken ontwikkelt en het repertoire voor het instrument gevoelig uitbreidt door het gedurig aftasten van de grenzen met andere disciplines. Vanaf het begin organiseert het kwartet masterclasses en workshops voor jonge musici. De wens voor een meer structurele samenwerking tussen kwartetten van verschillende generaties, resulteerde in de oprichting van een collectief van 4 kwartetten. 20 jaar podiumervaring van het oorspronkelijke kwartet – Blindman [sax] – wordt gedeeld met 3 jonge kwartetten: Blindman [drums], Blindman [vox] en Blindman [strings]. De Blindman-kwartetten treden alleen op en in verschillende combinaties en formaties. Tezamen treden ze voor het eerst aan in de ‘Kwadratuurtriptiek’ waarvan de verschillende delen zijn opgevoerd in deSingel Antwerpen (B), Concertgebouw Brugge (B), Kaaitheater Brussel (B), C-Mine Genk (B) Mousonturm Frankfurt (D), Le Lieu Unique Nantes (F), Muziekgebouw aan ‘t Ij Amsterdam (NL). Rond de wisseling naar de 21ste eeuw focust Eric Sleichim op oude muziek in zijn zoektocht naar onontgonnen mogelijkheden voor de saxofoon. In 1999 arrangeert hij koraalpartita’s van Bach voor saxofoonkwartet. ‘Blindman plays Bach’ wordt een instant succes. Andere programma’s met oude muziek volgen, vaak in samenwerking met gespecialiseerde ensembles zoals het Huelgas Ensemble (2003 en 2010) en Collegium Vocale Gent (2006). In 2012 gaat Sleichim de uitdaging aan om oude muziek te arrangeren voor het hele Blindman-collectief (saxen, zangers, strijkers en percussionisten op turntables): ‘Cross Talks’ is een hommage aan de Vlaamse polyfonist Adriaan Willaert. Op vraag van het Festival Oude Muziek Utrecht presenteert Blindman [sax] arrangementen van orgelvariaties van 2 barokke meesters in ’32 Foot/Sweelinck-Bach’ (2012). Een deel van dit programma wordt ook voorgesteld op de Musikfestspiele Sanssouci in Potsdam. Eric Sleichim en Blindman verwerven internationale faam met hun multidisciplinaire benadering. Van bij de start krijgen ze opdrachten vanuit de theater- en danswereld, ontwikkelen multimedia-voorstellingen en voorzien verschillende stille films van live muziek. Daarnaast worden ze ook vaak gevraagd om programma’s op maat van speciale gelegenheden te creëren. Bij de opening van het MAS (Museum aan de Stroom) in Antwerpen presenteren ze ‘The Raft of the Medusa’ (2010). Sinds 2007 toert Blindman [drums] met ‘Romeinse Tragedies’, een productie van Toneelgroep Amsterdam met een score van Eric Sleichim (o.a. Festival d’Avignon, Holland Festival, Wiener Festwochen, Barbican Center London, Festival TransAmericques Montréal, BAM Next Wave Festival New York,…). Ook met Toneelgroep Amsterdam treden Blindman [strings] aan in Ivo van Hove’s ‘Teorema’, met muziek van Eric Sleichim in de Ruhrtriennale (2009), de Stadsschouwburg Amsterdam en op het Lincoln Theater Festival, New
York (2010). In ‘Totem’ voeren Blindman [drums] + [strings] stukken van Eric Sleichim en de Britse componist en DJ Matt Wright uit op 8 turntables terwijl de Nederlandse videaste Olga Mink het geheel voorziet van live video. Blindman [sax] + [vox] presenteren samen met Cristina Zavalloni Eric Sleichims opera/performance ‘Utopia :: 47 – a very last Passion’ dat in première gaat op het Holland Festival in 2011 en vervolgens een tournee door Vlaanderen maakt. In de herfst van 2012 presenteren Blindman [sax] + [drums] ‘Whiplash’ waarvoor het ensemble speciaal nieuw werk besteld heeft bij Mayke Nas, Riccardo Nova, Wim Henderickx, Frederik Neyrinck en Eric Sleichim. Dit programma wordt ook voorgesteld tijdens de ISCM World Music Days 2012. www.blindman.be Blindman [sax] Blindman werd in 1988 opgericht door saxofonist en componist Eric Sleichim. Sinds 2008 deelt het saxofoonkwartet 20 jaar podiumervaring met de jonge kwartetten Blindman [drums], Blindman [strings] en Blindman [vox] waardoor een kruisbestuiving tussen 2 generaties en vier kwartetten mogelijk wordt gemaakt. De Blindman-kwartetten treden alleen op en in verschillende combinaties en formaties. Tezamen treden ze voor het eerst aan in de ‘Kwadratuur-triptiek’ waarvan de verschillende delen zijn opgevoerd in deSingel Antwerpen (B), Concertgebouw Brugge (B), Kaaitheater Brussel (B), C-Mine Genk (B) Mousonturm Frankfurt (D), Le Lieu Unique Nantes (F) en het Muziekgebouw aan ‘t Ij Amsterdam (NL). Eric Sleichim en Blindman verwerven internationale faam met hun multidisciplinaire benadering. Van bij de start krijgen ze opdrachten vanuit de theater- en danswereld, ontwikkelen multimediale voorstellingen en voorzien verschillende stille films van live muziek. Sleichim schrijft een originele score voor het saxofoonkwartet als begeleiding bij Buster Keatons ‘Steamboat Bill jr’ (1996) en Kurutta Ippeji’s ‘A Page of Madness’ (1993). Blindman [sax] + [vox] presenteren samen met Cristina Zavalloni Eric Sleichims opera/performance ‘Utopia :: 47 – a very last Passion’ dat in première gaat op het Holland Festival en vervolgens een tournee door Vlaanderen maakt (2011). In de herfst van 2012 presenteren Blindman [sax] + [drums] ‘Whiplash’ waarvoor het ensemble speciaal nieuw werk bestelt bij Mayke Nas, Riccardo Nova, Wim Henderickx, Frederik Neyrinck en Eric Sleichim. Dit programma wordt ook voorgesteld tijdens de World Music Days 2012. Rond de wisseling naar de 21ste eeuw focust Eric Sleichim op oude muziek in zijn zoektocht naar onontgonnen mogelijkheden voor de saxofoon. In 1999 arrangeert hij koraalpartita’s van Bach voor saxofoonkwartet. ‘Blindman plays Bach’ wordt een instant succes. Andere programma’s met oude muziek volgen, vaak in samenwerking met gespecialiseerde ensembles zoals het Huelgas Ensemble (2003 en 2010) en Collegium Vocale Gent (2006). In 2012 gaat Sleichim de uitdaging aan
om oude muziek te arrangeren voor het hele Blindman-collectief (saxen, zangers, strijkers en percussionisten op turntables): ‘Cross Talks’ is een hommage aan de Vlaamse polyfonist Adriaan Willaert. Op vraag van het Festival Oude Muziek Utrecht presenteert Blindman [sax] arrangementen van orgelvariaties van 2 barokke meester in ’32 FOOT/SweelinckBach’ (2012). Een deel van dit programma wordt ook voorgesteld op de Musikfestspiele Sanssouci Potsdam in juni 2012. De internationale release van een nieuwe cd ’32 FOOT/Sweelinck-Bach’ is gepland voor het voorjaar 2013. Blindman [drums] In 2008 maakt Blindman [drums] deel uit van het spectaculaire verjaardagsconcert 20×20 ofte ‘Kwadratur #1/Globus’ waaraan alle Blindman-kwartetten meewerkten en dat meteen het eerste deel vormt van een Kwadratur-tritpiek waarvan ‘#2/Transfo’ en’ #3/Cube’ respectievelijk in 2010 en 2012 volgen. Eric Sleichim en Blindman verwerven internationale faam met hun multidisciplinaire benadering. Van bij de start krijgen ze opdrachten vanuit de theater- en danswereld, ontwikkelen multimedia-voorstellingen en voorzien verschillende stille films van live muziek. Daarnaast worden ze ook vaak gevraagd om programma’s op maat van speciale gelegenheden te creëren. Bij de opening van het MAS (Museum aan de Stroom) in Antwerpen presenteerden de vier Blindman-kwartetten het locatieproject ‘The Raft of the Medusa’. (2010) Sinds 2007 toert Blindman [drums] met ‘Romeinse Tragedies’, een productie van Toneelgroep Amsterdam met een score van Eric Sleichim (o.a. Festival d’Avignon, Holland Festival, Wiener Festwochen, Barbican London, Festival TransAmericques Montréal, BAM Next Wave Festival). In 2009 gaat ‘Secrets of a Soul’ in première, een live score van Eric Sleichim als begeleiding bij de stille film ‘Geheimnisse einer Seele’ van G.W. Pabst (deSingel – Antwerpen, Flagey – Brussel, Konzerthaus – Wenen– Philharmonie Luxemburg, Grand Theatre Groningen). In ‘Totem’ (2011) voeren Blindman [drums] + [strings] stukken van Eric Sleichim en de Britse componist en dj Matt Wright uit op 8 turntables terwijl de Nederlandse videaste Olga Mink het geheel voorziet van live video. In het voorjaar 2012 presenteren Blindman [drums] hun nieuwe programma ‘Full Ride’, waarin oneigenlijke voorwerpen zoals schoolborden en remschijven worden aangewend als klankmateriaal.
binnenkort in deSingel nieuw vlaams & internationaal
ISCM World Music Days 2012 za 3 & zo 4 nov 2012
© Kurt Ralske
za 3 nov 2012 17 uur / witte zaal E-XXI olv. Filip Rathé 18.15 uur / podium rode zaal ChampdAction Solo’s 20 uur / blauwe zaal Spectra Ensemble olv. Filip Rathé 21.30 uur / muziekstudio John Eckhardt 22 uur / artiestenfoyer afterparty
zo 4 nov 2012 18 uur / theaterstudio Hermes Ensemble olv. Wim Henderickx & Marco Angius / vj Kurt ralske 20 uur / blauwe zaal Aquarius olv. Marc Michael De Smet dagtickets € 22 basis € 18 -25/65+ € 8 -19 jaar tweedaagse festivalpas € 30 basis € 25 -25/65+
architectuur theater dans muziek
www.desingel.Be
t +32 (0)3 248 28 28 dEsguinlEi 25 / b-2018 antWErpEn
Word fan van dEsingEl op faCeBook
desingel is een kunstinstelling van de vlaamse gemeenschap en geniet de steun van hoofdsponsor
mediasponsors