Historie van de NVFL Deze teksten stonden in het jubileumjaar 2007 in Oedeminus; Judith Zuurmond (toenmalig redactielid) maakte deze compilatie. Om het historisch overzicht 'compleet' te maken tot 2010, is het verhaal van Judith is aangevuld door de webredactie. 1997-1999 Hoe het begon… In 1993 werd de cursus “ Therapeutische Lymfedrainage en Oedeemtherapie” door de SWSF, tegenwoordig NPI, gegeven. Na afloop waren we met een aantal mensen zo enthousiast, dat we een soort vervolg hierop wilden. Hoe en wat precies was nog niet zo duidelijk; we spraken elkaar zeer informeel in het Van der Valk motel in Breukelen. We organiseerden in maart 1994 een terugkomdag in het AZU (tegenwoordig UMCU), grotendeels in te vullen door de deelnemers. Daar werd al gesproken over het oprichten van een vereniging, maar dat was nog een beetje te vroeg. In oktober van datzelfde jaar volgde een themadag in de Hogeschool Midden Nederland, met sprekers en 115 deelnemers. Het vervolg… Tot nu toe noemden we onszelf “werkgroep vereniging in oprichting “ maar geleidelijk kwamen er wat veranderingen. We kregen een meer officiële naam: Initiatiefgroep Lymfdrainage en Oedeemtherapie, kortweg IGLO. Ook het vrijblijvende karakter van de vergaderingen verdween; van de stationsrestauratie op Utrecht CS verhuisden we naar het statige Centraal Bureau Fysiotherapie in Amersfoort. Er werd een organisatieplan opgesteld met taakomschrijvingen en ontwerpbeleidsplannen. De vergaderfrequentie lag hoog: eens per twee weken. Een en ander resulteerde in een congres in juni 1995 in het AZU met als sprekers mensen van naam en 120 deelnemers. In die tijd werden ook zeer veel contacten gelegd met specialisten en instanties zoals IKMN (Intergraal Kankerinstituur Midden Nederland) en het KNGF, vooral geïnitieerd door de toenmalige voorzitter. Vanaf dit moment is gestaag toegewerkt naar een heuse vereniging, op te richten via een notaris. Op zijn advies werd eerst de Stichting Lymfologie opgericht. Het doel van de stichting was het oprichten van een vereniging en het organiseren van congressen. De Stichting Lymfologie zou later naast de NVFL blijven bestaan. En toen... Na heel veel werk door het bestuur in spé werd op 4 oktober 1997, tijdens het congres “Vernieuwing in diagnostiek en behandeling van de oedeempatiënt”, de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie binnen de Lymfologie opgericht, de NVFL. De hoeveelheid werk is hierna niet minder geworden: algemene ledenbijeenkomsten, algemene ledenvergaderingen, het volgende congres in oktober 1998, etcetera, etcetera. De structuur van de vereniging is een zogeheten linking-pin constructie, waarbij de voorzitters van de diverse commissies gelijktijdig lid zijn van het algemeen bestuur. Op het moment van oprichting waren er vier commissies: wetenschap, registratie (nu accreditatie), regio en PR. De tweede linking-pin constructie komt terug in de relatie regiovertegenwoordigers- leden. Het voordeel van deze gekozen structuur is een directe verbinding. De linking-pin kan zowel bottom-up als top-down functioneren, terwijl onderling de crosscommunicatie gewaarborgd is. De voorzitter op moment van oprichting was Wouter Hoelen. De andere leden van het dagelijks bestuur waren: Marieke Schinkelshoek, secretaris en Jo Anne Stringer, penningmeester. De regiocommissie bestond uit 11 leden (er waren 11 regio’s) en 1 voorzitter. De doelstellingen toen: 1 werkafspraken binnen de regiocommissie
2 eenheid van beleid binnen de regio’s 3 duidelijke communicatie tussen de commissie en het bestuur 4 toename kennis/vaardigheden van de leden 5 toename naamsbekendheid van de NVFL op regionaal niveau. De wetenschapscommissie bestond uit 2 leden: Tom Zee en Ruud Wagenaar. De registratiecommissie bestond uit 2 personen: Baukje Boersma en Johan Eskens. Doel van deze commissie: het nader gestalte geven van het registratiebeleid en het opzetten van een registratiesysteem. Dat gebeurde door eerst de statuten en het huishoudelijk reglement aan te passen. Vervolgens ging de commissie de diverse scholingen op gebied van lymfdrainage vergelijken en beoordelen en een registratiewijze van relevante nascholing en symposia bepalen. De PRcommissie bestond uit 6 leden (voorzitter Coby Hoogendoorn) en werd in het begin ondersteund door een professioneel PR- bureau. Doelstelling: profilering van de nieuwe vereniging. Hulpmiddelen hierbij: NVFL- flitsen (nieuwsbrief 4x per jaar), imagofolder ontwerpen, verenigingsblad Oedeminus en het samenstellen van een presentatiepakket en verzorgen van informatiemateriaal ter ondersteuning van gesprekken met derden over wie we zijn als NVFL en wat we doen. Per 1-8-1998 bestond de NVFL uit 268 leden. Op 1-9-1999 waren er al 316 leden. Het tarief… In het eerste jaar van het bestaan van de NVFL is er een enquête gehouden onder de leden (in de periode september 1998 - december 1998). Hieruit bleek dat de gemiddelde oedeembehandeling ongeveer 40 minuten duurt. Vaak was dit zelfs nog te weinig tijd. Ook bleek dat er locale afspraken gemaakt werden tussen fysiotherapeuten en zorgverzekeraars om het tarief op te trekken. Dit zou problemen kunnen gaan geven in verband met een collectief maximum tarief dat door het COTG vastgesteld was. De NVFL is daarom met de VVF om de tafel gaan zitten om de problematiek ter sprake te brengen. De VVF was op dat moment de enige gesprekspartner van het COTG. Er is een speciale commissie ingesteld om de tariefproblematiek te gaan bespreken, de COTG- commissie genoemd, bestaande uit Ruud Wagenaar en Mireille Lauret. Er zijn gesprekken geweest met COTG, Ministerie van WVC en Zorgverzekeraars Nederland. Met positief resultaat. Aanpassing in de vorm van het tarief MT en kinderfysiotherapie werd voorgesteld: declareren van 1,5 zitting per patiënt per dag. In de ALV van 13 maart 1999 werd dit voorstel geagendeerd. Het voorstel werd aangenomen, met de vermelding dat dit een eerste stap is op weg naar een daadwerkelijke tariefsaanpassing. 1999-2001 Het jaar 1999 stond in het teken van kwaliteitsbeleid en de tariefaanpassing van de MLDbehandeling. De registratiecommissie was bezig met het concept accreditatiemodel. Dit model is noodzakelijk als kwaliteitsbewaking van ons handelen. De taak van de regiocommissie voor dat jaar: vakinhoudelijke activiteit ontwerpen voor de regio’s: verschillende methodes van bandageren, bespreken oedeemprotocol en accreditatiemodel. De PR- commissie meldde: de imagofolder is klaar, het presentatiepakket is nog in de maak. De commissie wetenschap heeft zijn definitieve vorm nog niet echt gevonden. Er is behoefte aan een adviesraad. De benaderde specialisten (deskundigen op het gebied van lymfologie) hebben enthousiast gereageerd. De raad zal belast worden met het geven van adviezen op het gebied van een wetenschappelijk beleid voor de NVFL, samenwerking met meerdere disciplines en het beantwoorden van vragen die in de loop van het jaar aan de commissie wetenschap worden voorgelegd. In dit jaar is de NVFL gevraagd om deel te nemen aan de werkgroep CBO-richtlijn lymfoedeem. In oktober 1999 is deze werkgroep voor het eerst bij elkaar geweest. In het jaar 2000 kreeg Oedeminus haar definitieve “gezicht” dat tot en met 2006 gehandhaafd werd. Het blad kreeg ook een duidelijker indeling en vakinhoudelijke artikelen werden uitgebreider.
Voorzitter Wouter Hoelen beëindigde zijn voorzitterschap begin 2000. Ad interim voorzitter werd Johan Eskens. Hij werd in de ALV van november 2000 gekozen tot voorzitter. Per 1 januari 2000 is het accreditatiemodel in werking getreden: een 5-jaarlijkse registratie. In 5 jaar moet ieder lid 220 accreditatiepunten halen. De accreditatiecommissie moet dan nog alle nascholing, cursussen en congressen gaan honoreren. De commissie bestaat dan uit Mireille Lauret-Roemers, Jos van Dijk-Scheeper en Attila Ferenczy. Op vrijdag 31 maart en zaterdag1 april 2000 werd het congres getiteld ‘Lymfoedeem, een specialisatie’ gehouden. Dit congres werd georganiseerd door de Stichting Lymfologie. Voor het eerst werden er patients-clinics gehouden op de avond van 31 maart. De NVFL was in dit jaar verder bezig met meedenken in het ontwerpen van een CBO- richtlijn lymfoedeem. De NVFL nam ook deel aan de werkgroep behandeling van het mammacarcinoom. Deze werkgroep had als doel te komen tot een evidence based richtlijn voor de behandeling van mammacarcinoom. De NVFL en het KNGF hadden zitting in de subwerkgroep “Follow up” en richtten zich met name op de postoperatieve complicaties na okselklierdissectie en de complicaties die relevant zijn voor de fysiotherapeut en de vroegdiagnostiek van lymfoedeem. Aan het eind van het jaar 2000 is de NVFL gestart met het traject om een BI van het KNGF te worden. Hiervoor moeten de statuten en het huishoudelijk reglement aangepast en er moet overlegd worden over het register en het accreditatiemodel. Het tarief oedeemtherapie zal met ingang van 1 januari 2001 van kracht zijn mits de behandelaar ingeschreven is in het kwaliteitsregister. In 2001 leggen Marieke Schinkelshoek en Jo Anne Stringer hun functies als respectievelijk secretaris en penningmeester neer. Tijdens de ALV van 10 februari worden zij uitgeroepen tot ereleden van de NVFL. Medio 2001 zullen Mireille Lauret en Adrie Nieuwenhuijsen deze taken gaan vervullen. De PRcommissie heeft dit jaar als doel om naamsbekendheid bij onze verwijzers te creëren. Hans Jolink is op dat moment voorzitter. De NVFL stand zal op diverse beurzen en congressen aanwezig zijn. Het PR materiaal in de vorm van een presentatiepakket en imagofolders is voor de leden inmiddels beschikbaar. Door middel van een enquête onder de NVFL leden werd geïnventariseerd hoe Oedeminus gewaardeerd wordt en wat mogelijke verbeteringen kunnen zijn. Er bleek vooral behoefte aan meer wetenschappelijke en vakinhoudelijke artikelen. Verder veel positieve reacties. De accreditatiecommissie heeft het accreditatiemodel beschreven en gepubliceerd in Oedeminus. Ook de punten voor de diverse activiteiten zijn nu bekend. In de regio’s was het thema dit jaar: Methodisch handelen binnen de lymfologie. Op 1 juli 2001 gaat het zittingentarief omhoog met fl.1,55. Voor een oedeembehandeling mag nu fl.63,35 in rekening gebracht worden. Na 4 jaar stopt mevrouw Zee met haar ondersteuning van de NVFL in de vorm van het telefonisch beantwoorden van vragen van informatiezoekenden. Omdat de vragen steeds specialistischer van aard werden, is het tijd voor een andere aanpak. De website zal deze vorm van informatieverstrekking overnemen. Mevrouw Zee is nu lid van verdienste van de NVFL. Op 17-11 vindt de ALV plaats, alwaar gestemd moet worden over het toetreden van de NVFL als BI van het KNGF, ingaande januari 2002. De stemming is positief en op 28 november 2001 is de NVFL officieel een BI van het KNGF geworden. Petra Delnoy en Betty Besselink werken aan het functieprofiel. Inmiddels heeft de NVFL 500 leden. 2002-medio 2004 De NVFL startte het jaar 2002 als BI van het KNGF. Deze overgang kostte helaas wel leden; dit had te maken met het feit dat de NVFL- leden nu ook KNGF- leden (moesten) zijn. Er waren op dat moment diverse vacatures voor het voorzitterschap van de commissies PR, Regio en Wetenschap. Door de status van BI zou de commissie wetenschap de komende jaren het gezicht van de NVFL gaan bepalen. In de voorjaars- ALV werden het jaarplan en het meerjarenplan gepresenteerd. Ook werd de
regionale indeling herzien. Het algemeen bestuur is nu hetzelfde als het dagelijks bestuur. Door de aansluiting bij het KNGF maken we sindsdien ook deel uit van het CBI (college van beroepsinhoudelijke verenigingen). Ook horen we bij het BOCK (=BeleidsOrgaan Centraal Kwaliteitsregister) en doen we mee aan het overleg betreffende een master-bachelor opleiding. Er moet een scholingscommissie gevormd worden die het BOCK adviseert in het traject van de deskundigheidsbevordering. Leden moeten zichzelf aanmelden bij het KNGF om in het oedeemaantekeningenregister opgenomen te worden en zodoende 1,5 x het tarief te kunnen declareren. De registratiecommissie is druk bezig met het beschrijven van het functieprofiel en wordt daarbij ondersteund door de accreditatiecommissie. Dit functieprofiel is nodig omdat we een BI zijn. Voor fysiotherapie bestaat een beroepsprofiel; in het functieprofiel wordt beschreven wat afwijkt van het beroepsprofiel. Door middel van een enquête wordt de mening van leden verzameld over ‘het terrein van ons als gespecialiseerde beroepsgroep’. Niet alleen qua kennis maar ook in verband met het kostenplaatje. Voor het eerst wordt de term FLOT (fysio-lymf-oedeem-therapeut) gebruikt. De verwachting is dat over een jaar het definitieve functieprofiel klaar zal zijn. Op PR-gebied werd het presentatiepakket voor de leden beschikbaar gesteld en werd de imagofolder geheel herzien en in een nieuw jasje gestoken. Op 5 april 2002 werd de CBO- richtlijn ‘lymfoedeem’ in conceptvorm gepresenteerd. In het najaar van dat jaar zou de definitieve versie gepubliceerd worden. Na vijf jaar heeft Oedeminus een eerste themanummer: Zwangerschap (Oedeminus 5-3). Ook in dit nummer de eerste referatenrubriek i.s.m. Sylvia van den Heuvel van het NPI. Op 2 november 2002 heeft de NVFL een eigen congresdag onder de koepel van het KNGF congres. De titel luidt: Bewegingsvrijheid van de oedeempatiënt. Tijdens dit congres presenteerde Marieke Schinkelshoek de CBO- richtlijn lymfoedeem. Op de ALV van 16 november werd onder meer beslist over het aanpassen van het huishoudelijk reglement. Omdat we een BI zijn, kunnen alleen fysiotherapeuten lid zijn van de NVFL. Dat moest duidelijker worden beschreven. Het contributiebedrag moet omhoog omdat het geen volledig vrijwilligerswerk meer kan blijven door de hoeveelheid werk die er verzet moet worden door bestuur en commissieleden. De vacatures voor de diverse commissievoorzitters (regiovertegenwoordigers, PR en wetenschap) werden gelukkig weer ingevuld en diverse leden meldden zich aan om deel te nemen in de commissies. Ook vinden er wijzigingen plaats in de redactie van Oedeminus en staat er een nieuwe webmaster op. Tijdens de ALV werd een “ledenbord” gepresenteerd, dat voor belangstellenden te bestellen was. Voorzitter Johan Eskens legt zijn functie per 1 januari 2003 neer en wordt opgevolgd door Jan Berkelmans. Het jaarthema 2003 voor de regio’s is ’de CBO- richtlijn lymfoedeem’. Er is een profileringsbrief ontworpen en verspreid onder de leden. De bedoeling is om nog meer bekendheid te geven aan het bestaan van de NVFL aan verwijzers en andere disciplines. Het aantekeningenregister van het KNGF en het NVFL- kwaliteitsregister moeten worden samengevoegd. Dat wordt nog een hele klus omdat er nog veel onduidelijkheid is. Een werkgroep moet gaan onderzoeken hoe de beide registers samengevoegd kunnen worden met behoud van de kwaliteitsaspecten en regiobijeenkomsten van de NVFL. Het nieuwe register kan pas op het moment van herregistratie ingaan; dat is 1 januari 2005. Sinds 24 mei 2003 is er weer een volledig algemeen bestuur: Jan Berkelmans als voorzitter, de nieuwe PR- voorzitter is Jo Anne van Yperen, de nieuwe voorzitter Wetenschapscommissie is Janine Hidding. Beide commissies zijn inmiddels weer voltallig. Het jaarplan 2003 is vastgesteld. Op 8 november 2003 vond het KNGF-NVFL congres plaats. De titel luidde: bewegingsarmoede voorbij. De naamsverandering van FLOT naar oedeemfysiotherapeut is in de ALV van 22 november beslist. Dit was nodig omdat de naam FLOT wel erg lang is en door het woord Lymfoedeem een beperking aangeeft van soorten oedemen die wij kunnen behandelen. De overgang 2003 –2004 stond bol van spanning over de vergoedingen fysiotherapie en of fysiotherapie in het basispakket zou blijven. Wij weten allemaal de afloop! In de ALV van 15 mei werd een nieuwe voorzitter regiovoorzitters gekozen. Na deze ALV vond de eerste NVFL- studiedag plaats.
Onderwerp: Hoofd-halskanker. Het ochtendprogramma was voor iedereen toegankelijk, de middag was gereserveerd voor workshops en kon alleen door leden bijgewoond worden die zich aangemeld hadden. Het themanummer van Oedeminus was dat jaar dan ook ‘Hoofd-hals kanker nader bekeken’ (Oedeminus 7-3). medio 2004-2007 2004 was het jaar dat er veel te doen is geweest over de vrije marktwerking. Daarom werd een werkgroep productomschrijving oedeemfysiotherapie opgericht om een productomschrijving oedeemtherapie te formuleren. Verder was er veel te doen over de verwetenschappelijking van het vak. De NVFL was in 2004 bezig om tot meer samenwerking met andere BI’s te komen en uiteindelijk tot een wetenschappelijke vereniging. Belangrijk was ook om het functieprofiel up to date te houden en dit uit te werken tot een beroepscompetentieprofiel. Hier hield een speciale commissie/werkgroep zich mee bezig. De accreditatielijst van de NVFL kwam te vervallen en werd omgezet in een aantekenregister oedeem. Het KNGF- congres 2004: hierbij had de NVFL een eigen dag met de titel ‘oedeemtherapie en de toekomst, ver weg of dichtbij’. Tijdens het congres werd een BLR (bijzondere ledenraadpleging) gehouden in verband met een motie van wantrouwen tegen het KNGF. 58% steunde het KNGf, 42% was het eens met het voorstel van VOTE (weet u het nog?) . De NVFL is in 2004 lid geworden van de NvvO (=de Nederlandse.Vereniging.Voor Oncologie. Deze vereniging is een netwerk van medisch\specialistische en paramedisch specialistische verenigingen met als aandachtsgebied de oncologie. De NVFL verdiepte zich in mogelijkheden om samen met VGZ iets te bedenken voor het aanmeten van TEK. Eind 2004 werd Oedematek i.o. gepresenteerd tijdens de ALV. Door een landelijk netwerk zou Oedematek sterk kunnen staan naar grote fabrikanten en dus grootschalig en met kortingen inkopen. Op deze manier kan de oedeemfysiotherapeut zelfstandig compressiezorg leveren. Om de belangstelling onder de NVFL- leden te peilen werd een enquêteformulier via e-mail verspreid en eind 2005 zijn de eerste oedeemfysiotherapeuten gestart met de cursus kousen aanmeten. De naam Oedematek werd overigens later gewijzigd in Fysiotek. Het beleidsplan voor 2005 had de volgende onderwerpen: Implementeren van wetenschappelijke ontwikkelingen in de lymfologie binnen de oedeemfysiotherapeutische behandeling, stimuleren van wetenschappelijk onderzoek in de praktijk. ontwikkelen van een richtlijn Behandeling Lymfoedeem, stimuleren van kennis en kunde van de NVFL en haar leden (nascholing, Beroepscompetentieprofiel), profileren van de NVFL, integreren van oncologische fysiotherapie en ondersteuning bij het ontwikkelen van producten. De regio’s zijn aan de slag gegaan met de CBO- richtlijn lymfoedeem en de kritieken zijn verzameld. Conclusie: er is gebrek aan voldoende wetenschappelijke onderbouwing waardoor persoonlijke ervaring in de praktijk soms botst met de richtlijn. De aandacht voor wetenschappelijk onderzoek is dus niet voor niets. Per 1 januari 2005 hield de SWL (Stichting Werkgroep Lymfoedeem) op te bestaan. De NVFL heeft regelmatig workshops verzorgd tijdens de info/contactdagen die de SWL organiseerde. Een deel van de stand van de SWL is overgedragen aan de PR- commissie van de NVFL en wordt nog steeds gebruikt. Mireille Lauret begon aan haar tweede bestuurstermijn als secretaris. In 2005 was er veel onduidelijkheid over de tarieven en vergoedingen. Het was een overgangsjaar naar het nieuwe stelsel in 2006. De voorjaars- ALV van dat jaar werd voor het eerst op een avond gehouden op verzoek van vele leden. Op 28 en 29 oktober werd het KNGF- congres gehouden. De NVFL organiseerde samen met de NVMT op zaterdag 29 oktober een dag: Specialiseren doe je samen .Het onderwerp was: ’Oncologie van het hoofd-hals gebied: de chirurgische behandeling, morbiditeit, gevolgen van radiotherapie, pijnsyndromen in hoofd-halsgebied, schouderklachten na halsklierdissectie’. Daarnaast werd een casus besproken: oedeemtherapie in de praktijk. Veel NVFL- leden hadden moeite om alle accreditatiepunten over te schrijven naar het KNGF. De accreditatiecommissie heeft het er maar druk mee gehad. De nieuwe periode loopt van 2005 tot 2010, voor het algemeen register zijn 120 punten nodig en voor het oedeemregister 20 punten.
Het themanummer van Oedeminus ging in 2005 over palliatieve zorg. De PR- commissie heeft nieuwe patiëntenfolders en specialistenfolders gemaakt en eind 2005 werden deze onder de leden verspreid. De najaars ALV- werd wederom op een avond gehouden. Adrie Nieuwenhuijsen werd herkozen als penningmeester. Het jaarplan 2006 werd gepresenteerd door Mireille. Aandacht ging vooral uit naar kwaliteit, profilering, scholing, marktwerking en productontwikkeling. Na het officiële gedeelte werd een lezing gehouden over marketing en PR, die erg in de smaak viel. Op 1-10-2005 had de NVFL 628 leden. De NVFL was met de stand aanwezig tijdens de walk for women in Utrecht op 1 oktober de start van de borstkankermaand Het WCF (wetenschappelijk college fysiotherapie) werd benoemd. Voor de NVFL betekende dit dat er meer ondersteuning mogelijk is voor wetenschappelijk onderzoek. Per 1 januari 2006 werd het verplichte IOF afgeschaft. De regioavonden van de NVFL bleven bestaan. Daar zijn nog steeds per avond 2 studiepunten mee te verdienen. Er bleek na het opheffen van de SWL toch nog wel behoefte aan een patiëntenvereniging. Per 1 januari 2006 is NLNet opgericht, waarin de NVFL een ondersteunende rol speelde en nog speelt. Het is een vereniging voor patiënten met lymfoedeem en lipoedeem en een ontmoetingsplek voor professionals. In het voorjaar organiseerde de NVFL een herhalingscursus compressietherapie en bandageren gegeven door Tom Zee en Tineke Stutterheim. De bedoeling was om deze cursussen in de diverse regio’s aan te bieden. Vanaf maart 2006 werd de nieuwe website actief. De lay-out is mooier en de navigatiemogelijkheid werd verbeterd. Kortom: een mooi visitekaartje. Het BCP (beroepscompetentieprofiel) werd verder uitgewerkt in 2006. Dit was nodig om een basis te vormen voor de professional master opleiding en om richting te geven aan beroepsontwikkeling. Het BCP werd in de voorjaars- ALV toegelicht. Er was vanuit de leden nogal wat onduidelijkheid over het Master-Bachelor traject en over het verschil tussen een aantekenregister en een verbijzondering-register en men was bang voor de positie van de gewone oedeemfysiotherapeut in de toekomst. Er is veel over gediscussieerd en uiteindelijk werd het BCP aangenomen via een stemming. Mireille werd herkozen als secretaris en er waren nog wat wijzigingen in commissies die goedgekeurd moesten worden. Het ledental in mei was 708. In klankbordbijeenkomsten van bestuur met NVFL leden is veel gepraat over kwaliteit en productontwikkeling. Er werd een jubileumcongrescommissie opgericht. De data 20 en 21 april 2007 werden vastgelegd. Het inmiddels traditionele themanummer van Oedeminus (september) ging over huid- en wondverzorging. Op 11 november 2006 vond het eerste symposium van NL-Net plaats, waarbij de NVFL nauw betrokken was. Titel: Lymf- en lipoedeem, een zoektocht naar antwoorden. De NVFL had dat jaar geen speciale dag tijdens het KNGF- congres (dat ook op 11 november plaatsvond), omdat in 2007 het grote jubileumcongres gehouden zou worden. De najaars- ALV was weer eens op een zaterdagochtend, ditmaal met een voordracht door dr.Schingale over zijn ervaringen met het behandelen van oedeempatienten in zijn klinieken in Duitsland. In oktober 2006 was het aantal leden 735. Het jaarplan voor 2007 werd tijdens deze ALV gepresenteerd. De focus lag op de toekomst: ontwikkelen van een nieuwe opleiding Oedeemfysiotherapie, stimuleren van naamsbekendheid van oedeemfysiotherapie regionaal en lokaal. De vernieuwde regionale PR- kits werden tijdens de ledenvergadering uitgedeeld aan de regiovoorzitters. Het begin van 2007 stond in het teken van het jubileumcongres. Het is een geslaagd congres geworden. In Oedeminus nr. 2 van dit jaar is het uitgebreide verslag te lezen, opgetekend door de redactie. Dit verhaal is nu aangekomen in het heden. Door het maken van dit historische overzicht ben ik tot het besef gekomen dat er in 10 jaar tijd heel wat tot stand gekomen is. Diep respect voor allen die zich ingezet hebben voor de NVFL en de oedeemtherapie. Ik kan alleen maar hopen en wensen dat het enthousiasme nooit zal stoppen en dat er volop leden mee blijven helpen om de NVFL op deze hoogte te houden. Dus toch nog een oproep aan alle leden die nog niet actief zijn: meld je aan voor een project van een van de commissies. Als iedereen een steentje bijdraagt, kan er verder gebouwd worden aan de toekomst van ons vak en de NVFL.
2007-2010 Jolanda Dekker neemt per 2007 de eindredactie van Oedeminus over van Gerdy Haket die voorzitter van de PR- commissie wordt. Oedeminus krijgt een nieuw uiterlijk en wordt voortaan in fullcolor uitgegeven. Mireille Lauret begint aan haar tweede bestuurstermijn als secretaris. Vanaf 2008 wordt op een aantal gebieden steeds meer ondersteuning gegeven aan de specialistenverenigingen (de nieuwe naam voor de BI's) door het KNGF. We krijgen een verenigingsadviseur (eerst Josette Driessen, toen Jos Veldhoven en vanaf 2009 Wilma Hooijman) die onze directe ingang vormt bij het KNGF; dat maakt de lijnen in veel gevallen korter. Er komt een nieuwe specialisatie voor fysiotherapeuten: oncologiefysiotherapie. De eerste lichting studeert af op ... en er wordt een werkgroep van oncologiefysiotherapeuten gevormd. Omdat veel oedeempatiënten een oncologische achtergrond hebben en er veel raakvlakken zijn tussen de oedeemfysiotherapie en de oncologiefysiotherapie wordt na een lang voortraject in overleg met het KNGF besloten dat de oncologiefysiotherapeuten hun officiële plek binnen de NVFL gaan krijgen. Op 1 juli 2009 is dat een feit met de vorming van de commissie oncologie. Theo Ruitenbeek wordt de eerste voorzitter van deze commissie. Tevens neemt hij plaats in het Algemeen Bestuur dat dus nu uit 7 leden bestaat. Tijd dus ook om een BCP oncologiefysiotherapie op te stellen. Opnieuw veel werk, maar ook dit lukt! In september 2009 mogen we het 1000e NVFL- lid verwelkomen; alweer een mijlpaal. In 2009 blijkt ook dat de hernieuwing van de statuten uit 2003 niet rechtsgeldig is omdat deze nooit bij een notaris gepasseerd zijn. Dat betekent veel werk om alles weer in orde te krijgen. 2009-2010 is ook een periode dat veel actieve NVFL-ers hun functie neerleggen na jarenlange inzet. Het valt niet altijd mee om de nog niet actief participerende leden enthousiast te krijgen voor bestuurlijke taken maar gelukkig lukt het over het algemeen uiteindelijk wel om opvolging te vinden. Naast een heleboel andere belangrijke zaken worden in 2010 veel nieuwe NVFL- materialen ontwikkeld. Zo wordt het groot Lymfoedeemboek vertaald uit het Engels door Adrie Nieuwenhuijsen (jarenlang penningmeester NVFL) en Els Brouwer van NLNet, er wordt een nieuwe serie van vier NVFL- folders gepresenteerd om de oedeemfysiotherapie en oncologiefysiotherapie zowel bij patiënten als bij zorgverleners onder de aandacht te brengen en op de valreep komt een nieuwe NVFL- powerpointpresentatie beschikbaar om leden te ondersteunen bij lezingen voor patiënten. Toekomst Ook in het komend jaar 2011 zullen weer enkele belangrijke personele wijzigingen plaatsvinden. Voorzitter Jan Berkelmans gaat de hamer overdragen, Janine Hidding van de commissie WAS heeft haar dubbele bestuurstermijn erop zitten en Jolanda Dekker draagt de eindredactie van Oedeminus over aan Nanda Christis. Langzamerhand zal er ook weer toegewerkt gaan worden naar (de viering van) het derde lustrum van de NVFL in 2012. Ik ben benieuwd waar we dan staan met de oedeemfysiotherapie en oncologiefysiotherapie… Hoeveel leden zal de NVFL dan tellen en welk deel daarvan is oncologiefysiotherapeut? Hoe staat het met het Mastertraject? Dat van de oncologiefysiotherapie is in september 2010 van start gegaan, maar wat zal van een Master Oedeem nog realiseerbaar blijken? Wat is er nodig om het aantekeningregister oedeem om te vormen tot een volwaardig specialisatie en gaat dat gebeuren? Wat… Hoe… En… Zo veel vragen… we zullen het weten in 2012! maart 2011