DE HISTORIE VAN DE KERK
Onze kerk is gebouwd in 1821 zoals u boven de deur van de hoofdingang kunt zien. De kerkelijke gemeente bestaat echter al veel langer. Als een van de eerste predikanten wordt in 1537 Everardus Walter genoemd. Echter op de naamlijst van predikanten van onze gemeente staat als eerste predikant ds Anselmus Gemertanus. Hij was hier predikant van 1609-1637. Van 1600 tot 1799 kerkte men in de oude middeleeuwse rooms katholieke kerk. In 1800 kochten de katholieke gelovigen de kerk met pastorie en kerkhof terug van de Hervormden. De kerk was slecht onderhouden en bestond nog slechts uit de toren en het koor. De protestantse gelovigen zaten nu zonder kerk en waren in de winter voor de kerkdiensten aangewezen op een kamer, en in de zomer op een schuur. Daar kwam nog bij dat de predikant, ds. Pieter van Laren (1817-1822), geen woning meer had en nu gedwongen was een woning aan de overzijde van de Waal, op minstens twee uur gaans van Beuningen, te betrekken. Dat betekende dat bij slecht weer de gelovigen het zonder kerkdiensten moesten doen en de kinderen geen catechisatie ontvingen. De grote afstand die de predikant moest afleggen zorgde nogal eens voor problemen, zoals blijkt uit onderstaande tekst uit het correspondentieboek van de gemeente Beuningen. Het is een klacht van de Hervormde Gemeente BeuningenEwijk over haar predikant, en is gedateerd 8 februari 1821. “Zondag den 14den kwam de Predikant als naar gewoonte te laat” en iets verder: “Zondag den 28e en Zondag den 4de dezer beklom Dominé van Laren eerst om elf uren den Predikstoel, hetwelk voor een buitengemeente, een zeer ongeschikte tijd is, zijnde de meeste menschen gewoon om, om 12uren het middagmaal te houden, en wonen veeleder zelve verre van de Kerk verwijderd”. Een verzoek om een financiële bijdrage voor de bouw van een pastorie en lokaal voor de eredienst bij de Directeur-Generaal voor de zaken der Hervormde kerk, werd afgewezen. Maar met een eigen bijdrage van de destijds 130 gemeenteleden, en met financiële steun van Hervormde gemeenten uit geheel Nederland kon in 1821 toch een kerk en pastorie gebouwd worden. Een aantal jaren hiervoor, in 1805, hadden de gereformeerden een zaalkerkje gebouwd aan de Hoge Straat in Winssen, tegenwoordig de Notaris Stephanus Roesstraat.
Hervormde kerk van Winssen
De Gereformeerde gemeente had ds. Carlier, samen met de koster-schoolmeester Ludolf van Beem, gemachtigd tot de bouw hiervan. De bouwkosten waren, evenals die van de kerk van Beuningen, betaald uit liefdegiften van Nederlandse protestanten.
Oorspronkelijk waren Beuningen en Winssen beide zelfstandige gemeentes. De gemeente Winssen telde in 1821 60 zielen. In 1966 zijn de beide gemeenten samengevoegd tot één kerkelijke gemeente: Beuningen-Winssen, zoals u ziet op de stempel. De kerk in Winssen wordt nog een aantal keren per jaar gebruikt zoals in de zomer en in de advents- en lijdenstijd. HET KERKGEBOUW De oorspronkelijke kerk in Beuningen was een zaalkerk, gebouwd met pastorie op een T-vormig grondplan. Het vermoeden bestaat dat de kerk gebouwd is op de fundamenten van een oude T-boerderij. Een model dat in Gelderland veel voorkomt. Dan zou het voorhuis, de dwarsbalk van de T, de pastorie zijn en het achterhuis de deel met de stal, vormde dan de kerk.
Deze vorm is in de loop der jaren al enigszins veranderd, maar nu de kerkzaal door de aanbouw van de zijbeuken verbreed is, is de T-vorm nog meer verloren is gegaan
De hoofdingang bestaat uit een fraai gemetselde bakstenen rondboogpoort met een hoofdgestel van natuursteen. Boven deze poort bevindt zich een oculusvenster met een ijzeren zespatracering. De hoofdingang wordt sinds 1974 alleen gebruikt bij bijzondere gelegenheden zoals bij huwelijks- diensten en begrafenissen. De dagelijkse ingang is door de deur naar de ontmoetingsruimte.
Op het dak van de kerk liggen oud-Hollandse pannen met op de nok een rechthoekig houten dakruiter met een kleine spits met daar bovenop de haan. Waarschijnlijk hebben de kerk en de pastorie rond 1932 een grote onderhoudsbeurt gehad waarbij het vierzijdig open dakruitertje is geplaatst.
DE PASTORIE EN DE CONSISTORIE De pastorie die gelijktijdig gebouwd werd, vormde één geheel met het kerkgebouw. Door een tussendeur kon men van de pastorie in de kerkzaal komen, maar met de verbouwing is deze deur verdwenen.
De pastorie wordt nu beneden gebruikt als vergaderruimte, en tevens voor kindernevendienst en jongerenactiviteiten. De ruimtes op de bovenverdieping zijn verbouwd tot appartement en zijn verhuurd.
Op bovenstaande foto ziet u links naast de kerk, de consistoriekamer zoals die in 1904 gebouwd is.
In 1974 werd de consistorie uit 1904 afgebroken en vervangen door een ontmoetingscentrum.
In 2000 werd met de verbouw van de kerk, ook het ontmoetingscentrum uitgebreid.
Als we de kerkzaal binnenkomen, zien we in de muur tegenover de ingang drie glas-in-loodramen. De oorspronkelijk gietijzeren ramen werden in 1932 vervangen door deze glas-in-lood panelen. Onder het raam met de zaaier bevond zich vroeger de domineesbank waar de donimeesvrouw met de kinderen placht te zitten.
Op dit raam zien we de gelijkenis van de zaaier: het zaaien van het Evangelie, in en buiten de kerk.
Hier zien we de Protestantse kerk van Beuningen. Op de achtergrond de boerderij “Het Rolland” uit 1811 van de familie Van Welij aan de Hogewaldstraat.
Rechts zien we het raam met de barmhartige Samaritaan. Het laat de zorg voor onze naaste zien waartoe Christus ons oproept.
Het middelste raam is in 1932 geschonken door de toenmalige gemeenteleden ter gelegenheid van het 40-jarig jubileum van de heer J.D. Van Welij als kerkvoogd. In de ontmoetingsruimte hangt een toelichting over de inhoud van dit raam. Bij de toelichting van het middelste vak, dat waar de kerk op staat, lezen we:
Onder de grote ramen zijn in het jaar 2000 drie kleine glas-in-lood-ramen gemaakt. De symbolen hierop vindt u weer terug in de ramen aan de linkerkant van de kerkzaal, die hieronder zijn afgebeeld.
De symbolen op het eerste raam, de driehoek en het klaverblad, symboliseren de Drie-eenheid.
Het kruis op het tweede raam wijst op Christus en Zijn overwinning over zonde en dood.
Het derde raam verwijst naar de Heilige Geest met de de duif en de tong van vuur.
Deze ramen zijn in de dertiger jaren door de gemeenteleden geschonken. Onder de glas-in-loodramen staan in de zijbeuken de banken uit de oude kerkzaal. In 1965 zijn deze banken in plaats gekomen van de toenmalige vaste bankenblokken.
Na de verbouwing in 2000 zijn de banken in de zijbeuken en onder de orgelgalerij geplaatst en zijn er in het midden stoelen gekomen. Hierdoor is de opstelling wat flexibeler.
HET LITURGISCH CENTRUM Behalve de nieuwe stoelen is er nog meer nieuw meubilair in de kerk gekomen zoals het doopvont, de lessenaar en de kandelaar voor de paaskaars. Al het nieuwe meubilair, behalve de stoelen, is ontworpen door Pim van Dijk Designs uit Zutphen. Rechts van de preekstoel hangt een wandkleed. Dit kleed is in 2007 gekocht met geld dat werd ontvangen uit een erfenis. Het is gemaakt bij de firma Slabbinck bij hun atelier in België. Op dit wandkleed zijn de verschijningen van Jezus aan de discipelen na Zijn opstanding afgebeeld.
Op het onderstel van het oude doopvont ligt tegenwoordig de Statenbijbel. De Statenbijbel dateert uit 1660 en is uitgegeven in Amsterdam bij de “Weduwe wijlen Paula Aersz van Ravesteyn”. In 2004 is de Bijbel voorzien van een nieuwe leren band, zijn de gescheurde bladen hersteld en zijn er voor en achter nieuwe inlegvellen toegevoegd. Op de oude avondmaalstafel die in gebruik was tot het jaar 2000 stonden twee zilveren kandelaars Daartussen lag de Statenbijbel. Aan de linkerkant van de tafel stond het avondmaalszilver en aan de rechterkant de doopschaal. De avondmaalstafel, de Statenbijbel en de twee kandelaars zijn op 3-8-1947 geschonken door mevouw M.J. De Geus Smelt, weduwe van ds. G.J. de Geus die van 1936 tot 1940 predikant was in Beuningen. Het geld voor de avondmaalstafel kwam uit de opbrengst van het boekje “Gaande in gehoorzaamheid”. Het is een korte levensschets van ds G.J. De Geus, geschreven door zijn echtgenote. Ze schrijft daarin: In 1936 werd mijn man beroepen in Beuningen in het land van Maas en Waal, bij Nijmegen. Drie weken voor de intrede in Beuningen, trouwden we in de kerk in Zeist. In den trouwbijbel schreef de plaatselijke predikant: “En Hij zond hen voor Zijn aangezicht twee aan twee”. Zoo begonnen wij ons leven in de pastorie. Het was een oude groote pastorie en het kleine kerkje was er tegenaan gebouwd. Met groote liefde en offerzin had de kleine gemeente van Beuningen (265 zielen!) het kerkje gerestaureerd. Mijn man zei: “Alleen de avondmaalstafel ontbreekt. We moeten er een vaste tafel in maken. ”Maar het geld ontbrak. Tot het laatst toe heeft mijn man gehoopt, deze tafel te kunnen laten maken. De teekeningen lagen reeds in zijn bureau. Maar het was een te groot geschenk voor hem alleen, en de gemeente had reeds zo veel te betalen.”
Wat ben ik dankbaar, dat ik door deze levensschets te schrij-
ven, mag meewerken aan de vervulling van deze wensch! Op 12 februari 1940 nam ds. De Geus afscheid van de gemeente in Beuningen en vertrok hij naar Almelo. In 1942 overleed hij in Dachau. Na de verbouwing is deze tafel verplaatst naar de ontmoetingsruimte en wordt nu gebruikt om informatiemateriaal op uit te stallen.
In de kerk staat nu een nieuwe, kleinere tafel, die onder meer gebruikt wordt bij de viering van het Avondmaal. Op de tafel staat het avondmaalsstel.
Maar behalve dat, hebben we nog een beker. Deze beker stamt volgens de inscriptie aan de onderkant uit het jaar 1754. Op de voorkant van de beker staat: ”Kerk van Beuningen”.
De preekstoel is net zo oud als de kerk. Dat weten we omdat boven de preekstoel op ca. 5 meter hoogte bij de verbouwing onder de pleisterlaag een met potlood geschreven tekst is gevonden. De tekst luidt:
”Hendrik Linsen en Gerrit-Jan Stültenberg hebben deze preekstoel opgestelt in het jaar 1822 den 22 meij.” Wie Hendrik Linsen en Gerrit-Jan Stültenberg waren is niet bekend. Misschien waren het meubelmakers of sjouwers van de werkplaats waar de empire preekstoel werd gemaakt. HET ORGEL Dit orgel is in de plaats gekomen van het oude, dat vermoedelijk dateerde uit de eerste helft van de 19e eeuw. Men zegt dat (het oude) orgel uit de oude katholieke kerk van Neerbosch afkomstig was en door orgelbouwer Gradussen uit Winssen werd gebouwd. Het nieuwe orgel is een “Van Dam” orgel. Op advies van de kerkvoogdij besloot de kerkenraad in december 2000 dit orgel eerst nog te laten uitbreiden met een tweede klavier met 3 stemmen. In september 2001 is het orgel in de kerk gemonteerd.
Op 29 september 2001 is dit orgel officieel in gebruik genomen met een orgelbespeling door onze vaste organist Jaap van Doorn.