hink stap sprong [sociaal] jaarverslag 2006
1
2
h i n k s ta p s p r o n g
Sociaal Jaarverslag 2006
Organisatie De vanaf 2003 ingezette organisatieontwikkeling verloopt volgens plan en blijkt succesvol. De KSU heeft zich in de afgelopen jaren op velerlei gebied steeds meer ontwikkeld tot een professionele organisatie. Het zogenaamde cirkeldenken (de communicatie van de bottom naar de top en vice versa) verloopt al beter; diverse evaluaties wijzen dit uit. In 2006 heeft het bestuur, op basis van een uitvoerig rapport van de centrale directie en een onder alle medewerkers gehouden enquête, het besluit genomen om de organisatieontwikkeling naar de volgende fase (derde) te brengen. De belangrijkste (organisatorische) besluiten van de derde fase zijn: De centrale directie blijft bestaan uit twee leden: een voorzitter en een lid. Het lid centrale directie richt zich met name op de inhoud en is te kenschetsen als een directeur Onderwijs, Zorg, Kwaliteit en Innovatie; De huidige operationele activiteiten van de voorzitter van de centrale directie - waaronder het aansturen van het kantoor (staf en secretariaat) - worden ondergebracht in een nieuwe functie: de manager bedrijfsvoering. Deze manager bedrijfsvoering houdt zich ook bezig met de gehele planning en control; Het aantal clusters wordt teruggebracht van vier naar drie; De bestuursstructuur wordt binnen een tweetal jaren omgebogen van bestuur en centrale directie naar respectievelijk een Raad van Toezicht en een College van Bestuur; Een beperkte uitbreiding van de ondersteuning.
• • • • •
Met deze derde fase in de organisatieontwikkeling wordt bevorderd dat: Er een impuls gegeven wordt aan de inhoudelijke ontwikkelingen op school- en stichtingsniveau; De clusterdirecteuren nog meer toegerust worden om effectief te kunnen aansturen (operationeel, verbeteren en vernieuwen); De bedrijfsvoering geoptimaliseerd wordt en dat er nog meer managementinformatie beschikbaar komt; De kwetsbare posities binnen de organisatie worden afgedekt; De ingezette koers ‘van centraal naar decentraal’ succesvol kan worden vervolgd; De communicatie tussen bestuur en management en het werkveld wordt bevorderd.
• • • • • •
We zijn de fase van hink-stap voorbij en hebben een flinke sprong vooruit gemaakt! Jan van der Klis, januari 2007
3
Identiteit In 2006 is Identiteit een van de speerpunten uit het Strategisch Beleidsplan. Om die reden is Identiteit ook een van de onderwerpen op de studiedag voor schoolleiders en clusterdirecteuren van januari 2006. In groepen en plenair wordt o.a. gesproken over: het belang van vieringen in de context van de traditie, het aanbod religieuze vorming op school, aandacht geven aan andere geloven/overtuigingen, handelen/werken vanuit de brede katholieke gedachte: respect voor elkaar en openstaan/accepteren van ieder mens Miniconferentie Identiteit Op woensdag 15 november 2006 vindt in het KSU-huis een Miniconferentie rond Identiteit plaats. Een tiental KSU-schoolleiders, de voorzitter Centrale Directie, de clusterdirecteuren en enkele stafleden zijn hierbij aanwezig. In zijn openingswoord geeft Jan van der Klis aan wat het doel van de conferentie is: een nieuwe impuls geven aan het denken over en omgaan met Identiteit binnen onze scholen. Daarna bekijken de aanwezigen gezamenlijk de door de NKSR uitgebrachte dvd “Inspiratie maakt verschil”. Na een korte nabespreking komt onze identiteitsbegeleider Piet van Hest aan het woord. Onder de titel ‘Inspirerend landschap’ laat hij aan de hand van praktische voorbeelden zien hoe onze scholen vorm geven aan de levensbeschouwelijke ontwikkeling van kinderen. Andere good practice ervaringen worden ons verteld door de heer Hilhorst, lid college van bestuur SKO Delta, Stichting voor katholiek en protestants christelijk primair onderwijs te Arnhem. In 2006 heeft de KSU een start gemaakt met een inventarisatie- en zelfevaluatieproject rond ‘identiteit’. Daarbij worden de schoolgidsen van alle KSU-scholen bestudeerd, en worden op alle scholen interviews afgenomen met directieleden en/of teamleden. Doel van het onderzoek is, dat het bestuur een beeld krijgt van bestaande praktijk, ideeën en vragen op scholen, dat scholen aan het denken worden gezet over identiteit en levensbeschouwing, en dat er aanknopingspunten en ideeën ontstaan voor gezamenlijk beleid.
Leerlingenaantal Het totaal van de leerlingenaantallen van de KSU-scholen in de afgelopen drie jaren, gemeten op de teldatum 1 oktober, laat een constante groei zien.
4
hi n k st a p s p ro n g
Sociaal Jaarverslag 2006
Interview met
Marion Scholman
Marion is schoolleider van de St. Dominicusschool. Zij kwam van de Achtbaan, waar zij vier jaar werkzaam was als respectievelijk leerkracht, IB-er en directieondersteuner. Daarvoor werkte zij vier jaar als leerkracht en intern begeleider bij Stichting OOG. inspiratie “Als schoolleider haal ik mijn inspiratie vooral uit de samenwerking met de omgeving; met name met de leerkrachten en de ouders. Een belangrijke taak is de leerkrachten ondersteunen in hun onderwijs. Het invoeren van coöperatief onderwijs was een speerpunt voor de school de afgelopen twee schooljaren. Leerkrachten vinden het leuk, zeggen dat ze staan te popelen om daarmee aan de slag te gaan. Je ziet de kinderen genieten van deze vorm van onderwijs; meer interactie en dynamiek. Kinderen blijken meer betrokken en actiever, dat is toch fantastisch! Daarnaast heeft de leerlingenzorg altijd mijn aandacht. Ik vind het heel belangrijk dat de kinderen de juiste begeleiding krijgen en gevolgd worden, dat er goed samenspel is tussen leerkracht, intern begeleider, ouders. Vorig jaar hebben wij de organisatie van de leerlingenzorg omgegooid. De taken en verantwoordelijkheden hebben we veranderd en de afspraken opnieuw op papier gezet. duo-baan Dat de KSU de mogelijkheid heeft gegeven voor een baan als duo-schoolleider is voor mij perfect. Duo-schoolleiderschap vraagt om de juiste afstemming en duidelijke afspra-
ken. We hebben een strikte verdeling van de schooltaken gemaakt. Het voordeel van twee schoolleiders op een school is dat je de kwaliteiten van elkaar bewust kunt inzetten. Grote zaken, zoals bijvoorbeeld het coöperatief leren, pakken we samen op. De organisatie van de leerlingbegeleiding is meer mijn pakket. trots Werk en privé kan ik goed combineren. Dat weet je niet van tevoren. Ik heb een goede balans weten te vinden. Het parttime werken en de fijne samenwerking met mijn collega zijn daaraan debet. Ik heb een goed gevoel bij het grote jubileumfeest van vorig jaar. Fijn dat je deel uit mag maken van de rijke historie van de school.
toekomst Ik zoek altijd uitdagingen, iets constructiefs, iets nieuws. Op dit moment zijn dat de onderwijsvernieuwing en de zorgbegeleiding. Ik ben een bouwer. Het is goed om na een aantal jaren iets anders te doen, een nieuwe uitdaging geeft me energie. Ik heb nu Magistrum afgerond en daar ben ik blij om. In de toekomst wil ik me wat breder gaan ontwikkelen. Heb me vandaag kandidaat gesteld voor de medezeggenschapsraad van de dorpsschool waar mijn kinderen op zitten. Het lijkt me leuk om actief te zijn op de school van mijn kinderen. Maar gezien het grote aantal kandidaten is het afwachten of ik gekozen wordt als ‘import’ in Montfoort.”
Personeel Integraal personeelsbeleid De IPB - routekaart is ook in 2006 gevolgd. Naast de reeds in 2005 vastgestelde KSU-bekwaamheidseisen zijn op veel scholen ook de schoolbekwaamheidseisen geformuleerd en vastgesteld. In het kader van de gesprekkencyclus worden nieuwe formats aangeleverd voor de functionerings- en beoordelingsgesprekken voor de diverse functies binnen de organisatie. De daarbij behorende persoonlijke competenties uit de Wet BIO worden hierin opgenomen. Ook de prestatie-indicatoren op het gebied van IPB voor de jaren 2006 t/m 2008 worden verder geformuleerd en vastgesteld. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden (TVB-s) worden op management- en schoolniveau verder uitgewerkt. Voor een aantal niet-normfuncties binnen de KSU worden functieomschrijvingen gemaakt en gewaardeerd (FUWA’s). Op studiedagen en studiemomenten voor schoolleiders komen de volgende onderwerpen aan bod: - Levensloop en pensioen (presentatie ABP) (januari 2006) - Ziekteverzuim/ Triagemodel arbodienst/ wijzigingen Wet Poortwachter (maart 2006) - Competentieontwikkeling (mei 2006) Verzuimgegevens
schooljaar 2001-2002 2002-2003 2003-2004 2004-2005 2005-2006
verzuimpercentage 8,2 8,3 7,29 7,65 6,39
verzuimfrequentie 1,59 1,55 1,23 1,32 1,4
De dalende trend ten aanzien van het ziekteverzuim zet zich in het basisonderwijs voort, zowel landelijk als bij de KSU. In 2006 was het streven bij de KSU erop gericht om minimaal het landelijk gemiddelde te evenaren; dit is gelukt! Landelijk ligt het verzuimpercentage in 2005 op 6,46% (OP 5,89% en OOP 9,01% met de verhouding OP : OOP = 4,5 : 1). De KSU heeft een verzuimpercentage van 6,39 voor het schooljaar 2005-2006. In bovenstaand staatje zien we in 2006 een daling van 1,26 in het verzuimpercentage; de frequentie heeft echter een hele lichte stijging van 0,08. Dit laatste zal dan ook voor 2007 een aandachtspunt blijven. Oorzaken van de daling in het verzuimpercentage liggen in de aanscherping van de sturing door de clusterdirecteuren en de P&O-functionaris op de rol van de schoolleider, het verhogen van de (telefonische) contactfrequentie schoolleider/bedrijfsarts en de keuze voor het triagemodel in het contract met de arbodienst, waarbij in de eerste vijf weken van verzuim er meer verantwoordelijkheid is gelegd bij de schoolleider. Het streven voor 2007 is: minimaal onder het landelijk gemiddelde te blijven en te komen onder de 6%, en de frequentie terug te brengen naar maximaal 1,25. Leeftijdscategorie
Man-vrouw verhouding
6
hi n k st a p s p ro n g
leeftijdscategorie 15-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55+ jaar Totaal Jaar 2002-2003 2003-2004 2004-2005 2005-2006
2003 60 171 122 128 72 553
2004 34 161 115 125 93 528 man 122 101 98 96
2005 52 177 115 128 80 552
2006 37 192 111 123 86 549 vrouw 442 419 454 453
Sociaal Jaarverslag 2006
Abdel is al vanaf 1998 als OOP-er werkzaam op de Johannesschool. Hij is opgeleid als OALT-leerkracht, maar heeft niet in die hoedanigheid lesgegeven. In zijn vaderland Marokko behaalde hij, vóórdat hij naar Nederland kwam, het universitair diploma Arabische Taal en Letteren. Abdel heeft een goed contact met zowel de autochtone als de allochtone ouders van de leerlingen. Hij is vaak intermediair tussen school en allochtone ouders, omdat hij de emoties van die groep ouders goed kan begrijpen. Voor informatie of bij bijzondere zaken richten ouders zich in principe eerst tot de groepsleerkracht. Die vragen Abdel regelmatig om hen als tolk te willen ondersteunen, omat hij de boodschap goed kan uitleggen
Abdel Maatalla
trots Een aantal kinderen dat op school binnenkomt, kan nauwelijks Nederlands spreken. Abdel is er heel trots op dat ze uiteindelijk de Nederlandse taal op behoorlijk niveau beheersen, en zich goed in het Nederlands kunnen uitdrukken. Hij is blij de cursus VVE gevolgd te hebben. Dankzij die cursus is er een andere aanpak gekomen in het werken met kinderen. Hij werkt nu met kleine groepjes leerlingen rond de VVE-thema’s. toekomst De droom van Abdel is ontwikkelingsgerichte vervolgstappen te kunnen zetten om zich in de toekomst mogelijk te kunnen kwalificeren als klassenassistent, schoolassistent, onderwijsassistent en wellicht als remediale hulpverlener. Hij hoopt nog jaren op de Johannesschool te kunnen blijven werken.
Interviews met
Daan
Daan zit in groep 7 van de Dominicusschool. Op de vraag ‘Wat vind je leuk op school?’ noemt hij als eerste gymnastiek. “Slagbal in het park of toestellen in de zaal van de gymleraar. We gymmen in de gymzaal bij de buurschool, tweemaal per week.” Ook noemt hij ‘Kom op voor jezelf ’. ”Dat doen we in twee groepen, jongens en meisjes apart. We praten over allerlei zaken. We leren ook een beetje zelfverdediging.” Van de schoolvakken noemt hij rekenen, tekenen en handvaardigheid. “Ik kan wel aardig goed tekenen.” Op de vraag “Waar ben je heel goed in?” noemt Daan als eerste gitaar spelen. Hij heeft les, zowel ‘populair’ als ‘Spaans’. Vervolgens vertelt hij over hardlopen en hockey.
lig, grappig, zet ons goed aan het werk. Heeft al heel lang groep 7. Wat wij stom vinden, maakt zij nog leuk. Zij zorgt dat we alle toetsen heel goed maken. Juf Loes heeft aan het begin van het jaar een dochtertje gekregen. In 2006 bestond onze school vijftig jaar. Het was een groot feest. We zijn naar de Efteling geweest. De hele week waren er leuke dingen, onder andere een musical, eigen teksten op de muziek van Grease. Ook was er een leuke spelletjesdag.
Hij wil later graag gymnastiekleraar worden. Hij heeft het er al met zijn gymleraar over gehad, net als met zijn neef, die de SIOS doet. 2006 Voor Daan was 2006 een mooi jaar. “We zijn met 32 kinderen in de groep. Iets meer meisjes dan jongens. Juf Annet is heel gezel-
toekomst Daan weet nog niet naar welke school voor Voortgezet Onderwijs hij zal gaan, “al hoor ik van mijn broer dat het op het Boni heel leuk is.”
Personeel (na-)scholing De opleiding Gespecialiseerd Leraar wordt in juni 2006 door 7 medewerkers (waarvan er 6 op SBO Sint Maarten werken) met succes afgerond. Ook de opleidingen tot remedial teacher, intern begeleider en bouwcoördinator worden door een aantal medewerkers gestart, vervolgd of met succes afgesloten. RT-ers en IB-ers volgen netwerkbijeenkomsten. Op schoolniveau is er volop deelgenomen aan individuele en teambrede trainingen. In januari 2006 hebben 3 schoolleiders hun opleiding Doorstroomtraject Schoolleider bij Magistrum met succes afgerond; 1 schoolleider volgt in 2006 deze vervolgopleiding en 2 schoolleiders starten met deze opleiding. Daarnaast volgen 8 medewerkers de opleiding Kweekvijver Schoolleider (diploma januari 2007) en starten 3 medewerkers deze opleiding. Clusterdirecteuren en schoolleiders nemen deel aan intervisie, stichtingsbrede studiedagen en studiemomenten. In 2006 volgen 39 medewerkers de basiscursus BHV (bedrijfshulpverlening) en 57 medewerkers de herhalingscursus. Daarnaast worden bijeenkomsten georganiseerd voor de interne contactpersonen klachtenregeling. PIM / vacatures De jaarlijks terugkerende Personeels Informatie Markt vindt plaats op 31 maart op de Johannesschool en trekt veel belangstellenden. Veel vacatures waren er echter niet omdat in de stad Utrecht en dus ook bij de KSU de onderwijsarbeidsmarkt in 2006 stabiel c.q. verzadigd is. Veel afgestudeerde Pabostudenten kunnen helaas geen baan vinden in het PO. De invulling van vacatures schoolleider is echter wel een zorg. Er ontstonden 4 vacatures schoolleider, te weten op basisschool De Spits, de Ariënsschool, SBO Sint Maarten en de Montessorischool Witte Vrouwen. Twee vacatures zijn ingevuld (1 intern/ 1 extern) en twee staan op 31 december 2006 open. Klachtenregeling In het jaar 2006 is het werk van externe vertrouwenspersoon verricht door mevrouw drs. J.M. Janmaat en de heer H.R.A.L. Klein Kranenberg van Eduniek. In 2006 is er zes maal een beroep gedaan op de externe vertrouwenspersonen. Vijf maal inzake informatie en advies en éénmaal aangaande klachtafhandeling.. Deze adviezen zijn telefonisch afgehandeld. Er is geen klacht geweest die met hulp van de externe vertrouwenspersoon is ingediend bij de landelijke klachtencommissie. Ook hebben de externe vertrouwenspersonen niemand geadviseerd een klacht in te dienen bij de politie, c.q. het openbaar ministerie. In maart en in oktober 2006 zijn er twee contactmiddagen geweest voor scholing en informatieoverdracht. Concierges Na de stopzetting van de ID-banen-subsidie door de Gemeente Utrecht in 2005, leent de KSU in 2006, met gebruikmaking van subsidiegelden van de Gemeente Utrecht (deels dekkend), op diverse scholen met succes, conciërges in dienst van Wijkwerkbedrijven (WWBU), in.
8
hi n k st a p s p ro n g
Sociaal Jaarverslag 2006
Interview met
Rob Berkhout
In februari 1995 werd Rob Berkhout benoemd tot Hoofd van de Technische Dienst van de KSU en volgde in die functie Joop van Rijn op. Rob werd indertijd door een bestuurslid op de vacature gewezen. Lang daarvoor is Rob zijn loopbaan begonnen als ‘all round medewerker’ bij een aannemersbedrijf. Daarna werd hij technisch medewerker op een grote technische school in Utrecht. Naast het onderhoud van de gebouwen, behoorde vooral het onderhoud van de technische installaties en de machines tot zijn werkzaamheden. Rob heeft tien jaar op die Technische School gewerkt en maakte vervolgens de overstap naar de KSU. inspiratie Rob is er heel trots op, dat de schoolgebouwen van de KSU er goed bij staan. “Je bent dagelijks bezig met de twintig gebouwen die in ons beheer zijn. De werkzaamheden bestaan uit planmatig onderhoud, klachtenonderhoud en het herstellen van vandalismeschade. Deze schade wordt gaandeweg minder, onder andere doordat er hekken om
de scholen geplaatst zijn en ook omdat enkele wijken gesaneerd worden. Nieuwbouw trekt vaak een andere populatie dan de oorspronkelijke. Onder klachten kun je van alles verstaan. Onze technische dienst is breed inzetbaar. Dat is ook onze kracht. We zorgen dat het voor elkaar komt.” De technische dienst heeft drie medewerkers. Naast Rob werken Peter en William op de scholen en zijn daar bekende gezichten. “Maar weinig scholenstichtingen hebben een eigen complete dienst zoals wij. Soms werken we ook bij derden. Zo is herstel van vandalismeschade voor rekening van de gemeente. Dat geldt ook voor bepaalde aanpassingen in schoolgebouwen.”
trots “Van een medewerker van DMO-onderwijshuisvesting kregen we een groot compliment voor de onderhoudsstaat van onze gebouwen. Dat komt door onze planmatige aanpak, door de kwaliteit van de onderhoudswerkzaamheden en door onze grote betrokkenheid: het zijn ‘onze’ gebouwen en we doen het zélf. We hebben daardoor méér hart voor de zaak dan externe onderhoudsfirma’s zullen hebben.” toekomst “In het Masterplan is nieuwbouw van clusterscholen opgenomen, die in beheer komen bij de gemeente. Daardoor zal ons werk mogelijk afnemen, of veranderen. Daar zullen we op moeten inspelen. Er is een stukje werkuitbreiding met het periodiek (vier keer per jaar) inspecteren van alle speeltoestellen bij onze schoolgebouwen. De dienst gaat verder professionaliseren. Daarom zijn er bij de KSU drie scholingsmomenten per jaar. Zo was er de opleiding inspectie speeltoestellen. Komend jaar onder andere BHV, werken op hoogte en de opfriscursus speeltoestellen. Aanscherping van de regels over bijvoorbeeld lichtinval, ventilatie en met name brandweervoorschriften, brengen doorlopend extra werkzaamheden met zich mee. Het is afwisselend werk en dat maakt het leuk. De TD is een ‘eigen bedrijfje’ binnen de KSU, met zijn lusten en zijn lasten. Rob is stafmedewerker en zal in de nabije toekomst deel uitmaken van het stafoverleg, de intervisie en de stafdagen.
Innovatie/Nieuw leren Alle scholen van de KSU hebben de opdracht om invulling te geven aan wat in het strategisch beleidsplan staat: in 2008 zijn op alle scholen elementen van Het Nieuwe Leren (HNL) ingevoerd. In het voorjaar van 2006 worden 20 van de 22 locaties bezocht voor een uitgebreid gesprek met de schoolleider over de stand van zaken met betrekking tot HNL. Daaruit blijkt dat op 90% van de scholen hard gewerkt wordt aan de invoering van (elementen van) HNL. De mate waarin, verschilt per school. K O B I E
Kijkt en overlegt Ontdekkend bezig zijn Beheerst. De uitvoering staat Inzet. Er wordt meer gedaan dan wat was afgesproken Echte implementatie, toepassing in verschillende situaties (Indeling in fases volgens Kris Verbeeck< KPC)
Op de vraag wat er nodig is om verder te komen, geven veel scholen als antwoord: vergroten van de didactische kwaliteiten en meer kennis van leerlijnen bij de leerkrachten. Het ‘niet durven loslaten’ van leerkrachten, wordt door veel schoolleiders als belangrijkste belemmering voor de ontwikkeling van HNL gezien. Tientallen voorbeelden van ‘good practice’ worden genoemd, o.a.: keuzemiddagen, kieskasten, zelfstandig werken in diverse groepen, diverse structuren van coöperatief leren, effectieve instructie m.b.v. de instructietafel, werken in hoeken, flexibele leer- en werkplekken, werken op kleedjes (= mijn domein) / in tweetallen / in verschillende kringen, wisselende start van de dag. Op de studiedag in mei worden de uitkomsten gepresenteerd en besproken. September 2006 organiseert de KSU in samenwerking met Hogeschool Domstad een miniconferentie over HNL. Doel van de conferentie is tweeledig: schoolleiders en PABO-docenten laten elkaar zien welke bijdrage hun organisatie levert aan de invulling en verbetering van HNL en onderzoeken of de samenwerking van de afgelopen jaren een meerwaarde heeft gehad. Hoewel alle aanwezigen onderkennen dat ‘de student’ een gezamenlijk belang is, moeten we jammer genoeg constateren dat de resultaten van het project laten zien dat de vorm van de samenwerking onvoldoende aansluit bij de behoeften van de medewerkers in beide organisaties. Naar aanleiding van de conferentie wordt dan ook besloten dat Domstad en KSU in twee gescheiden trajecten verdergaan met het vormgeven aan HNL. De KSU start met Present, het KSU-netwerk voor HNL. Dit netwerk kan gezien worden als een ‘leergroep’ die gezamenlijk HNL vormgeeft, daarbij gebruikmakend van expertise binnen en buiten de KSU. Deelnemers aan deze leergroep zijn schoolleiders die bezig zijn met het invoeren van deze onderwijsvernieuwing binnen hun school. Binnen het netwerk kunnen zij informatie en good practice uitwisselen, zorgen delen en nieuwe inzichten verkrijgen voor de implementatie van HNL; leren door, van en met elkaar en vooral heel praktisch bezig zijn. Tijdens de studiedag van oktober bespreken de schoolleiders, aan de hand van het spel ‘Zoeken in Scenario’s’, de actuele situatie op hun school met betrekking tot HNL. Later vullen zij het inventarisatieschema in, waarbij zij kunnen aangeven welk scenario op dit moment bij hun school past en naar welk scenario ze willen toewerken. Opvallend is dat vrijwel alle scholen aangeven dat zij, voor bijna alle onderdelen, toewerken naar een volgend scenario, dus naar een nieuwe stap in de ontwikkeling van HNL! De eerste bijeenkomst van het netwerk ‘Present’, waarvoor alle schoolleiders worden uitgenodigd, vindt plaats in december. Aan de deelnemers wordt gevraagd drie dingen/ voorwerpen/materialen mee te brengen(een op het gebied van taal, een voor rekenen en een voor wereldoriëntatie) waarmee kinderen op een ‘andere dan de bekende manier’ iets kunnen leren.
10
hi n k st a p s p ro n g
Sociaal Jaarverslag 2006
Ingeborg is de intern begeleider van de Paulusschool. In 1997 maakte ze, als Pabostagiaire bij de kleuters, kennis met de school. In haar derde studiejaar liep ze stage in groep 3 en ook haar vierdejaarsstage deed ze met succes op de Paulus. Eenmaal geslaagd werd ze aangesteld als groepsleerkracht. Maar haar ambities liggen hoger. Ze doet de opleiding tot remedial teacher met als stageplaats de Paulus. Als haar voorganger weggaat, is het vanzelfsprekend dat Ingeborg ‘in the picture’ is als mogelijke opvolger. Zij wordt de nieuwe intern begeleider en volgt in de avonduren de ib-studie. “Het is best zwaar om werk, privé én studie te combineren. Dan heb je extra speelruimte nodig, ook op school.” Inmiddels is dit haar derde jaar als intern begeleider.
Ingeborg van der Veen
inspiratie Ingeborg haalt haar inspiratie vooral uit de kinderen en uit het werken met de collega’s. “Ik probeer steeds alles een stapje beter te krijgen.” Op woensdag, donderdag en vrijdag is ze ib-er. Op maandag en dinsdag is zij de groepsleerkracht van groep 5. “Die combinatie is heel leuk en goed te doen. Ik zou niet voor het één of het ander willen
Interviews met
trots Ik ben het meest trots als het me lukt om de mens en het werk te koppelen. Als leerkrachten onder mijn leiding tot hun recht komen, groeien en goede kwaliteit kunnen leveren.
trots Twee groepen werden noodgedwongen samengevoegd tot een heel grote groep van 37 leerlingen. Het was een uitdaging om tot een goede aanpak te komen en om een goede communicatie te realiseren met toch wel ‘steigerende’ ouders. Het is een heel leuke groep geworden en ook de resultaten zijn goed. Er is veel in geïnvesteerd en ook waren er extra maatregelen om de kans van slagen te vergroten. Er waren veel extra contacten met de ouders. Tijdens de ouderavond aan het eind van het schooljaar bleek het de ouders 100% meegevallen te zijn. De kinderen zelf waren trots: “Wij zijn de grootste groep en hebben de meeste vrienden en vriendinnetjes om uit te kiezen.” “Dit is overigens geen aanbeveling om zulke grote groepen te creëren!” toekomst Ingeborg wil wel weer een studie gaan doen. Waarschijnlijk gerelateerd aan onderwijs.
Lex de Goeij
Lex is sinds augustus 2002 schoolleider van de Johannesschool in Overvecht. Daarvoor was hij aanvankelijk leerkracht en later leerkracht met managementtaken op basisschool De Spits in Lunetten. inspiratie Ontmoetingen met mensen zijn voor Lex een grote inspiratiebron. “Soms omdat mensen mij wat te bieden hebben en soms omdat ik bij hen vind waarnaar ik op zoek ben. Dat geldt zowel voor persoonlijke als voor zakelijke dingen. Dat loopt door elkaar heen. Ik raak net zo geïnspireerd door iemand die heel goed kan sleutelen aan een oude auto als door iemand die heel goed is in klassenmanagement. Ik houd er namelijk van dat de zaken goed lopen en dat kan een auto, fiets of school zijn. Daarnaast raak ik gemotiveerd als ik anderen vervolgens kan inspireren.
kiezen. De kinderen, daar doe je het uiteindelijk allemaal voor. Wat betreft de onderwijsresultaten is het niveau van de school heel goed, net als de sfeer. Ik ga dan ook met plezier naar school.”
toekomstplannen & ontwikkelingen Ik voer gesprekken met allerlei personen o.a. clusterdirecteuren, supervisors, collegaschoolleiders om het kwaliteitsniveau van de school nog verder te verhogen. Wil mijn eigen vaardigheden die daarvoor nodig zijn verder ontwikkelen en hoop daar de Johannesschool nog lange tijd mee te kunnen dienen.
Huisvesting In het jaar 2006 staat ‘huisvesting’ vooral in het teken van toekomstplannen, verbouwen en brandveiligheid. Het masterplan primair onderwijs is een plan voor aanpak van achterstallig onderhoud van de Utrechtse scholen. Dit plan is op 7 december 2006 door de raad vastgesteld. Ook KSU-scholen worden daarin genoemd. Totaal is een bedrag van € 122 miljoen gereserveerd voor aanpak van de Utrechtse schoolgebouwen voor primair onderwijs. Daarin is ook de onderwijskundige vernieuwing meegenomen alsmede de gymvoorzieningen van scholen. Al met al een prima resultaat na een intensieve samenwerking tussen schoolbesturen en gemeente. De KSU heeft in de voorbereidende sessies een behoorlijk woordje meegesproken. Hoewel tijdens de debatten tussen schoolbesturen en gemeente het accent vooral lag op de wijk Overvecht - niet ten onrechte overigens - focust de KSU haar aandacht op Hoograven. Twee van onze scholen, de Ariënsschool en de St. Jan de Doper, kunnen naar verwachting dan ook binnen enkele jaren een nieuw gebouw tegemoet zien. In 2006 is ook verder gewerkt aan het gebouw ‘Hart van Noord’ waarvan de Zeven Gavenschool deel uitmaakt. Eind 2006 is het gebouw in gebruik genomen. Het complex is, zoals wethouder Rinda den Besten het noemde, een ‘pareltje’ in de wijk. Met de nodige spanning wat betreft de financiering is in 2006 de renovatie, uitbreiding en herschikking van onze basisschool ‘De Spits’ van start gegaan. Ook hier wordt volop samengewerkt met de twee andere schoolbesturen in het Lunettencomplex. De KSU is ‘bouwheer’ voor het gehele gebouw en in die zin voortrekker in het proces Masterplan. Vol verwachting ziet de KSU de resultaten van alle inspanning tegemoet. De St. Dominicusschool in Oog in Al en de Marcusschool, locatie Mattheus in Overvecht hebben in 2006 de nodige voorzieningen op huisvestingsgebied kunnen realiseren. De St. Dominicus heeft een ingrijpende toiletverbouwing achter de rug, met een prachtig resultaat waar de school erg blij mee is. De Marcusschool, locatie Mattheus heeft een geweldige speelplaats kunnen realiseren. Ook zijn er toiletten verbouwd en twee semi-permanente lokalen bijgebouwd. De Notenboom in Utrecht-Oost heeft een mooi speellokaal bij kunnen bouwen en parkeergelegenheid naast de school kunnen realiseren. Intern is het gebouw helemaal opgeknapt. De klimatologische problemen in de kinderclusters in Leidsche Rijn hebben in de zomer van 2006 geleid tot veel commotie en klachten bij leerlingen, leerkrachten en ouders. Nadat ook de media gewag maakten van deze zorgelijke toestand is op bestuurlijk niveau door de wethouder toegezegd de problemen te zullen verhelpen. Hoewel de KSU blij is met de gebouwen van de kinderclusters in Leidsche Rijn is er ook zorg en scepsis ten aanzien van afwerkingsniveau en onderlinge communicatie. Op ‘De Pijlstaart’ is een pilot van start gegaan waarbij er in één lokaal een plafondairco is aangebracht. Gedurende minstens één jaar zullen de resultaten van het gebruik van deze airco worden gemeten. Aan de hand van de resultaten kunnen ook andere KSU-scholen, indien zij daarvoor geld willen reserveren, gebruik maken van de opgedane ervaring op dit gebied.
12
hi n k st a p s p ro n g
Sociaal Jaarverslag 2006
Huisvesting Dat ook de constructie van een schoolgebouw voor problemen kan zorgen, blijkt wel op De Kameleon, locatie Villa Nova. Door constructiefouten laten tegels aan de wand los en door gebruik van verkeerd materiaal tussen wanden en stalen balken ontstaan soms hachelijke situaties vanwege vallend cement en steen. De voorgenomen bouw van een VVE-lokaal bij de Johannesschool in Overvecht wordt met belangstelling tegemoet gezien. Vertragende factor is het bestemmingsplan waardoor een artikel 19-procedure moest worden gevolgd. Daardoor is realisatie van het VVE-lokaal pas veel later mogelijk dan verwacht. De akoestiek in een aantal lokalen in de Montessorischool aan het Schoolplein in Utrecht-Oost was slecht. Na een akoestisch onderzoek dat diverse aanbevelingen opleverde, is de gemeente Utrecht bereid gevonden de kosten voor akoestiekverbetering voor haar rekening te nemen. Voor het overige zijn ook de andere schoolgebouwen niet achtergebleven. De daar getroffen maatregelen zijn echter minder ingrijpend geweest. Een winstpunt is dat de meeste scholen, door het verkrijgen van hekwerken om de school, in verminderde mate last hebben van vandalisme. Het antivandalismebeleid van de gemeente Utrecht werpt duidelijk haar vruchten af. Al met al heeft de KSU weinig te klagen over de kwaliteit van haar schoolgebouwen. Het energieverbruik van de scholen en het binnenmilieu (ook wel de luchtkwaliteit) in onze schoolgebouwen baren wel zorgen. Het zal één van de speerpunten voor de komende jaren zijn om, in samenspraak met andere schoolbesturen, gemeente en rijksoverheid, ook daar verbeteringen te realiseren. De KSU heeft daartoe het initiatief genomen. Datzelfde geldt voor aanpak van graffiti en het onderhoud van speeltoestellen op voor publiek toegankelijke schoolterreinen. Op initiatief van de KSU wordt bekeken hoe tot een gemeenschappelijke aanpak kan worden gekomen. Veiligheid De brandveiligheid van de schoolgebouwen heeft nauwe relatie met huisvesting. Een – terechte – verplichting in de wet is dat elk schoolgebouw moet voldoen aan de eisen die de Brandweer stelt om een gebruiksvergunning te verkrijgen. Daarbij is het lastig dat de kosten - die enorm oplopen - veelal door het schoolbestuur zelf moeten worden opgebracht. Het resultaat is echter wel een gebouw dat geen onnodige risico’s loopt in geval van calamiteiten zoals brand. En gelukkig is brand de KSU in 2006 bespaard gebleven, maar onze collega-schoolbesturen hebben in 2006 drie keer te maken gehad met brand in de school. Veiligheid van de school vertaalde zich ook in scherpere controle op cv-installaties en elektrische installaties. Ook daar is sprake van strenge wettelijke eisen en voorschriften die helaas niet zonder financiële gevolgen blijven voor de scholen. De veiligheid van speeltoestellen is eveneens een speerpunt dat in 2006 bijzondere aandacht kreeg. De Voedsel- en Warenautoriteit (voorheen de Keuringsdienst van Waren) ziet streng toe op de veiligheid van speeltoestellen. Ook hier weer terecht, maar ook hier weer met de kritische kanttekening dat de kosten om aan die wettelijke verplichting te voldoen, door het schoolbestuur moeten worden betaald.
13
Pr en communicatie De afdeling PR en Communicatie draagt in 2006 op verschillende manieren bij aan een goede informatievoorziening over de KSU. Er zijn drie publicaties KSU-breed uitgebracht. Alle drie bevatten ze inhoudelijke en actuele informatie van en óver de KSU. In jaargang 2006 van KSU-breed wordt meer ruimte bestemd voor persoonlijke inspirerende bijdragen van medewerkers van de KSU. De achterzijde van het periodiek wordt gewijd aan informatie van en over de actie ‘Utrecht voor Atjeh’. Er wordt een themaflyer gemaakt over deze actie, bestemd voor relaties, bedrijven, organisaties en fondsen die in beeld zijn als mogelijke sponsor. In 2006 verschijnt het jaarverslag 2005, een kleurrijk en fraai uitgegeven document, waarin - naast een beperkt zakelijk deel - veel medewerkers van de KSU aan het woord komen. De vaste jaarlijkse activiteiten zoals de nieuwjaarsbijeenkomst, het volleybaltoernooi, de traktatie op de eerste schooldag en de teambuildingsdag voor het totale management worden voor de eerste keer uitgebreid met aandacht voor de ‘dag van de leraar’. Op RTV-Utrecht wordt op steeds wisselende weekdagen een reclamespot in beeld gebracht, waarin zeven KSU-scholen met foto en websitevermelding in de spotlights staan. Het betreft scholen met een groeiopdracht voor wat betreft het leerlingenaantal. De interne huisstijl voor alle correspondentie van het KSU-huis wordt nader gespecificeerd en vastgelegd. Conform het strategisch beleidsplan wordt een evaluatieproces over pr en communicatie voorbereid. Verdere uitwerking zal plaatsvinden in 2007.
ICT 2006 In 2006 lag de aandacht voornamelijk op de verdere implementatie van Qlict als netwerkbeheerder voor de KSU scholen. Aan het eind van het jaar is ruim driekwart van de scholen overgegaan van Edulan naar Qlict. In 2007 zullen de laatste scholen ook overgaan naar de nieuwe netwerkbeheerder zodat een grote stap binnen het ICT beleidsplan van de KSU kan worden afgesloten. Aangezien het contract met Telfort begin 2007 zou aflopen, werd er tevens een onderzoek gedaan naar het gebruik van mobiele telefonie binnen de KSU. Uiteindelijk is met Vodafone als nieuwe mobiele aanbieder een contract afgesloten dat begin 2007 wordt geëffectueerd. Het KSU-kantoor kreeg in 2006 ongewenst bezoek, waarbij een zestal computers, beeldschermen en een beamer werden ontvreemd. Gelukkig konden op korte termijn nieuwe pc’s worden geleverd zodat na enkele dagen iedereen ook weer digitaal aan de slag kon. Er werden vier ICT - bijeenkomsten georganiseerd. Deze bijeenkomsten hadden als doel uitwisseling van informatie tussen de ICT - coördinatoren onderling; daarbij werd voornamelijk gesproken over de didactische mogelijkheden van ICT binnen de KSU. Tevens vond er een evaluatie plaats van Qlict waarbij eventuele problemen centraal konden worden besproken.
14
hi n k st a p s p ro n g
Sociaal Jaarverslag 2006
Interview met
Maria Brackenie
Maria is sinds 1 april 2004 schoolleider van basisschool De Pijlstaart. Haar onderwijsloopbaan is veelzijdig. Zij begon als leerkracht op een ZMLK-school in Nunspeet en werkte daarna twee jaar op een LOM-school in Tiel. Daarna kwam ze naar Utrecht en werd groepsleerkracht op de buitenlandse afdeling van basisschool De Wegwijzer, de opvangschool voor Marokkaanse kinderen. Na opheffing van De Wegwijzer ging Maria aan de slag bij het SAC (Utrechtse voorloper van Eduniek), waar zij meewerkte aan het schrijven van een methode Nederlandse Taal voor allochtone kinderen. Tot de overstap naar de KSU was zij afdelingsmanager bij het ROC Midden Nederland.
jaar hebben we veel contact gezocht met de wijkbewoners, onder andere door middel van veel kijk- en inloopmomenten. Ook de inspanningen van de initiatiefgroep Samen Wijs, jonge Nederlandse ouderstellen die hun kinderen op de Pijlstaart willen plaatsen, hebben mede tot goede resultaten geleid. Er zijn speelochtenden op school voor kinderen van 0 – 4 jaar, waarbij de ouders onderling kunnen kennismaken en de kinderen elkaar en de school leren kennen. Ook hielden we debatavonden. Dit alles resulteerde in zes nieuwe inschrijvingen en dat is voor onze school met kleine groepen geweldig; zeker als het de komende jaren zo doorgaat! Ik ben net als het team en de zittende ouders heel enthousiast,
inspiratie “In 2006 hebben we flink geïnvesteerd in het veranderen van de beeldvorming over de school. De wijkbewoners kenden de Pijlstaart te weinig, waardoor er een niet reëel beeld over de school bestond. Veel ouders gingen voor het onderwijs aan hun kinderen de wijk uit. In de afgelopen drie
trots We zijn bewust op zoek gegaan naar elementen van nieuw leren die voor onze kinderen goed werken. Zo wordt er op sommige dagdelen groepsoverstijgend gewerkt. We proberen kinderen meer autonomie te geven, onder andere door het werken met weektaken met
echte leerlingenkeuzes. Daarnaast zijn er individuele leerlijnen uitgezet. En dan is er de Kieskast, gevuld met leerwerk, op samenwerking gerichte spellen en creatieve opdachten. In de nieuwe werkwijze is er meer communicatie tussen leerkrachten. Er wordt breed gekeken, er is aandacht voor de hele schoolloopbaan van het kind. toekomst Ik zou het heel prettig vinden als de school in 2011 qua populatie een gemengde school is. Het is een soort opdracht voor mezelf in overleg met de clusterdirecteur. Na vijf jaar wil ik naast mijn werk graag weer toekomen aan een studie. Ik heb al veel studies gedaan. Beschik over alle horecapapieren, ben gediplomeerd sportmasseur, ben Master of Education, deed de opleiding voor Speciaal Onderwijs en heb het diploma van de Academie voor Expressie door Woord en Gebaar. Denk voor de toekomst wel eens aan een opleiding filmregie.”
Kwaliteitszorg De KSU verstaat onder kwaliteit de mate waarin een school erin slaagt haar doelen naar tevredenheid van zichzelf, de overheid, de professionals en de afnemers te bereiken. Een kwaliteitszorgsysteem is in dit verband een handig hulpmiddel. Vandaar dat de KSU werkt aan de ontwikkeling van een kwaliteitszorgsysteem. De kwaliteitszorg van de school is afgestemd op dit bestuursbrede kwaliteitszorgsysteem. Instrumenten Bij de uitwerking van het kwaliteitszorgmodel bleek dat er een onderscheid te maken is tussen cijfermatige en procesmatige kwaliteitsaspecten. Cijfermatige kwaliteitsaspecten zijn kengetallen die onder meer de samenstelling van de leerlingenpopulatie, van het personeelsbestand en de leerlingprestaties in beeld brengen. Procesmatige kwaliteitsaspecten zijn niet weer te geven in een kengetal en betreffen alle andere aspecten van kwaliteit zoals bijvoorbeeld het beleidsvoerend vermogen, het onderwijsleerproces en de leerlingenzorg. Voor beide soorten kwaliteitsaspecten zijn passende instrumenten gezocht om de kwaliteit ervan in beeld te brengen. Voor de cijfermatige kwaliteitsaspecten wordt gebruik gemaakt van het Cito-leerlingvolgsysteem en de in gebruik zijnde administratiesystemen voor de school-, personele- en financiële administratie. Voor de instrumentatie van de procesmatige kwaliteitsaspecten wordt gebruik gemaakt van de Kwaliteitsmeter primair onderwijs van Van Beekveld & Terpstra. Dit integraal kwaliteitszorginstrument bestaat uit meerdere onderdelen: kwaliteitsmatrix voor directie en intern begeleider; vragenlijst zelfevaluatie leerkrachten; vragenlijst waardering ouders;. vragenlijst waardering leerlingen; vragenlijst waardering personeel. Alle onderdelen uit de Kwaliteitsmeter zijn (of worden) volledig op maat gemaakt voor de KSU.
• • • • •
Cyclisch proces Al eerder zijn de KSU-scholen gestart met de implementatie van het kwaliteitszorgsysteem. Zij zijn begonnen met de zelfevaluatie voor leerkrachten. In 2006 hebben de scholen het waarderingsonderzoek onder ouders uitgevoerd en hebben de directies en de intern begeleiders de kwaliteitsmatrix ingevuld. Later volgen de waarderingsonderzoeken voor leerlingen en personeel. In 2006 is hard gewerkt aan het uittesten, aanpassen en verbeteren van de verschillende vragenlijsten. Tijdens verschillende bijeenkomsten met schoolleiders en clusterdirecteuren is gediscussieerd en informatie uitgewisseld over (onderdelen van) het systeem. Na rijp beraad is besloten om over te stappen op de webbased versie van de Kwaliteitsmeter. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat het kwaliteitszorgtraject niet stopt nadat de hierboven beschreven onderdelen van het instrument éénmaal zijn afgenomen. Het is een blijvend cyclisch proces: in de verdere toekomst zullen de metingen periodiek herhaald worden door de scholen. Hierdoor krijgen zij zicht op ontwikkelingen in de tijd en kunnen ze zien of verbeteracties op basis van de eerste metingen succesvol zijn geweest. Idealiter beperkt de kwaliteitszorgcyclus zich niet tot metingen door de school zelf. De ideaaltypische meerjarige cyclus van de KSU is: - zelfevaluatie door scholen voor zich, binnen de clusters en door het CMT als geheel; - collegiale visitatie op school- en stichtingsniveau ter validering; - proportioneel (aanvullend) toezicht door de Inspectie in de afgesproken periode op school- en stichtingsniveau.
16
hi n k st a p s p ro n g
Sociaal Jaarverslag 2006
Interviews met
Salsabil
Salsabil is negen jaar en zit in groep vijf van de Johannesschool. “Ik vind het leuk op deze school. We krijgen goed les en we doen vaak leuke dingen, zoals computeren en spelletjes die je zelf mag uitzoeken. Juf Laura, onze juf, krijgt een baby. Enkele van de leukste vakken zijn taal en rekenen. Ik ben heel goed in dansen, dat komt van mijn naam (Salsa). In Marokko is het leuk om te dansen bij feesten en bruiloften. Ook op school kan ik soms dansen, bij bepaalde opdrachten. hobbies Ik ben op school bezig met een werkstuk over dieren. Ik haal veel informatie van internet. Op school en ook thuis, vanaf dezelfde website. Ik heb thuis twee vissen. Geen andere dieren, omdat ik in een flat woon. Ik ga af en toe naar Dierenpark Amersfoort. Ik vind paarden en dolfijnen de leukste dieren. Ik heb nog nooit op een paard gereden. Ik moet eerst mijn zwemdiploma’s halen. ‘A’ en ‘B’ heb ik al. Ik speel graag buiten, maar dat is wel wat lastig, omdat de omgeving van onze flat niet zo geschikt is als speelterrein. “In 1980 ben ik gestart met mijn werkzaamheden in het basisonderwijs en heb vervolgens alle taken en functies binnen de basisschool gedaan; leerkracht, intern begeleider, remedial teacher, bouwcoördinator en schoolleider. Al bijna vijf jaar ben ik staffunctionaris bij de KSU, belast met de begeleiding van het onderwijzend personeel. Ik heb het hier prima naar mijn zin! inspiratie Mijn studies (pedagogiek, schoolleider en school-video-interactie-begeleiding) en veel cursussen hebben mij verrijkt en aangezet tot vernieuwing en verandering in mijn werk. De meeste inspiratie krijg ik nu door het aanwezig zijn in de groep bij tientallen leerkrachten in alle KSU-scholen. Velen zijn bevlogen, creatief en hebben veel oog voor de kinderen. Dat geldt zeker voor de startersgroep van dit schooljaar. Het is geweldig om op deze manier deel uit te maken van het werken “aan de basis” en een soort doorgeefluik te zijn voor alle goede dingen die leerkrachten, starters en ervaren mensen, met kinderen doen.
toekomst Ik wil later graag schrijfster worden. Ik had vorig jaar al AVI 9+. Jip en Janneke zijn mijn favoriete boeken. Ben al bezig met mijn eerste boek. Het wordt wel een dik boek. Het gaat over elf dieren.”
trots Ik ben vooral trots op de aandacht die er binnen de KSU is, voor de kwaliteiten van mensen en voor de ontwikkeling daarvan. Ook vind ik het goed dat enkele scholen radicaal het roer durven om te gooien, om zó beter onderwijs voor de kinderen tot stand te brengen. Hierdoor ontstaat er meer ruimte voor de ontwikkeling en de basisbehoeften van ieder kind (en iedere leerkracht?!): de behoefte aan relatie met andere mensen, zich competent te voelen en (tot op zekere hoogte) autonoom te mogen zijn en zélf keuzes te mogen maken. toekomst Ik zal mij zeker blijven ontwikkelen door opleidingen/cursussen te doen, gericht op de begeleiding van leerkrachten. Human Dynamics is in dit kader voor mij een volgende stap. Maar het mooiste is, dat ik mij zeker ook kan ontwikkelen door al die geïnspireerde leerkrachten aan het werk te zien met de aan hen toevertrouwde kinderen. Het is een moeilijk, zeer verantwoordelijk, maar prachtig vak.” Ton Slinger, begeleider onderwijzend personeel
Ton Slinger
Financiën Lumpsum Kalenderjaar 2006 is voor financiën in het basisonderwijs een bijzonder jaar, omdat dit het eerste jaar is waarin scholen effectief te maken krijgen met lumpsumfinanciering vanuit de overheid. In 2005 is er wel een voorbereiding geweest op administratief gebied, en is bekeken wat nodig is ter voorbereiding op lumpsum financiering, maar vanaf 1 augustus 2006 zijn de scholen wat personeel betreft daadwerkelijk via de lumpsumsystematiek gefinancierd. Voor de Katholieke Scholenstichting Utrecht betekende dat een grondige voorbereiding van het Centraal Management (Centrale Directie en clusterdirecteuren) in 2005, en nadrukkelijke voorbereidingen met de schoolleiders in 2006. In 2006 is met de schoolleiders gesproken over de financiële administratie wat betreft personeel, het bestuursformatieplan, de financiële administratie materieel in relatie tot het administratiekantoor. Voor alle scholen is bepaald dat er minstens 1 (school)bankrekening moet zijn en dat er maximaal 3 rekeningen per school mogen zijn. Personeel De gewijzigde lumpsumfinanciering geeft meer vrijheid, maar ook meer verantwoordelijkheid voor de afzonderlijke scholen. niet in het minst omdat het grootste deel van het budget van de stichting bestemd wordt voor personeel. Uitgaven naar rato onderdeel: personeel-leermiddelen-huisvesting-overige exploitatie 25 mlj. € 22.007.766,18 € 987.615,98 € 1.854.584,93 € 1.605.405,92
personeel Leermiddelen Huisvesting Overige exploitatie
In plaats van financiering met declaratie achteraf, is er vooraf een budget bekend. Dat budget voor personeel bevat dan wel een aantal componenten (BapO gelden, premies vervangingsfonds, vergoedingen) die voorheen apart te declareren waren. aangezien die op basis van gemiddelde loonkosten uitgekeerd worden, en er ook gewerkt wordt met een gemiddelde personeelslast, is het mogelijk dat een individuele school tekort komt, dan wel overhoudt. Binnen de Katholieke Scholenstichting Utrecht is er voor gekozen die verantwoordelijkheid te delen. Hiervoor wordt gewerkt met een bestuursformatieplan met FpE (FormatieplaatsEenheden). Scholen kunnen hierdoor het aantal personeelsleden inzetten waar zij recht op hebben op basis van de bekostiging, zonder rekening te hoeven houden met bijzondere situaties.
18
H I n K S Ta p S p R O n g
Sociaal Jaarverslag 2006
Financiën Administratief In overleg met Dyade is eind 2006 de financiële begroting 2007 in een aangepaste jas gestopt. nieuw zijn de financiële stromen van ouderraden en overblijfgelden die nu apart in beeld gebracht moeten worden. Ook nieuw is de noodzaak tot het maken van een voorziening voor BapO. Voor het bestuursformatieplan en het Budget voor PersoneelsBeleid zijn financiële plannen geformuleerd die richting kunnen geven aan een goede financiële administratie. De nieuwe eisen aan de indeling van de financiële administratie heeft ‘kengetallen’ opgeleverd waarop schoolbesturen met elkaar vergeleken kunnen worden. Solvabiliteit Hiermee wordt de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen aangegeven. Is de stichting helemaal afhankelijk van anderen, of kan ze ook zelf plannen maken ? Eigen vermogen
Vreemd vermogen 59,76 %
2004
3,7
45,6 %
2006 2006
6,49
64,2 %
2005
2004
pilotscholen 54 %
Rentabiliteit Wordt bepaald door de som van het resultaat uit de gewone bedrijfsvoering te delen door de totale baten. Komt de stichting uit met de gelden die ze beschikbaar heeft? 2004 2005 2006 2006
Liquiditeit Hiermee wordt de verhouding aangegeven tussen de liquide middelen, vorderingen en voorraden enerzijds en de kortlopende schulden anderzijds. Heeft de stichting voldoende geld om in de komende tijd haar rekeningen te betalen ?
1,61% 0,5% 0,1 % 1 % pilotscholen
2005
2,4 2006
2,4 2006 pilotscholen
Weerstandsvermogen Kunnen risico’s opgevangen worden? In 2004 niet aangegeven.
2005
22%
2006
16,7% 2006 19% pilotscholen
Uitgaven onderhoud De KSU heeft goed onderhouden gebouwen. Jaarlijks wordt een onderhoudsbegroting opgesteld en in 2006 zijn weer aangepaste meerjarenbegrotingen opgesteld. naast de eigen budgetten voor onderhoud, is het ook mogelijk om jaarlijks een aanvraag te doen voor een bijdrage in het onderhoud van scholen bij de gemeente. Uitgaven onderhoud eigen voorzieningen en uitgaven onderhoud uit gemeentegelden Uitgaven uit eigen voorzieningen: 2003
€ 296.994,-
2004 € 272.138,2005 2006
€ 295.156,€ 401.816,-
Uitgaven uit gemeentegelden € 915.722,-
€ 605.895,€ 1.075.224,€ 1.625.028,-
In 2006 is uit de gemeentegelden een groot aandeel van de bouw van een speellokaal bij ‘de notenboom’ en de ingrijpende aanpassing/uitbreiding van basisschool de Spits bekostigd. De Spits zit in een complex met drie scholen en daarin heeft de KSU de verantwoording op zich genomen om - in overleg met de gemeente en de twee andere schoolbesturen - als ‘bouwheer’ op te treden. Bij de Mattheusschool is een semi-permanente uitbreiding gerealiseerd.
19
Samenwerkingsverband WSNS RK/AB In 2006 is gewerkt aan het behalen van diverse doelstellingen. Deze staan verwoord in de zorgplannen 20052006 en 2006-2007. Kengetallen 2006: Aantal leerlingen basisscholen op 1 oktober 2006 Aantal leerlingen SBO op 1 oktober 2006 Aantal leerlingen SWV op 1 oktober 2006 2% leerlingen SWV op 1 oktober 2006 Aantal leerlingen SBO op peildatum 1 maart 2006
8532 208 8740 175 224
De zorg voor kinderen met een specifieke onderwijsbehoefte is groter geworden. Het deelnamepercentage aan het speciaal basisonderwijs (SBO) is lager dan het landelijk gemiddelde. Door de verantwoordelijkheid voor verwijzing naar het SBO terug te leggen bij de basisschool is het deelnamepercentage aan het SBO gedaald. Percentages 1 oktober 2006: leerlingen SBO minus leerlingen inkomend grensverkeer minus leerlingen inkomend plus leerlingen uitgaand grensverkeer
2,38% 1,49% 1,95%
RK/AB scholen doen steeds vaker een beroep op het zorgplatform (ZPF): Totaal aantal behandelde dossiers 76 Waarvan verzoeken om advies t.b.v. de PCL 36 (eigen SWV: 31) *Waarvan verzoeken advies/hulp aan het ZPF 40 Aantal dossiers dat eerder in 2004-2005 werd behandeld Aantal dossiers dat in 2005-2006 nieuw werd ontvangen
20 56
Aantal dossiers dat in 2005-2006 werd afgerond Aantal dossiers dat in 2006-2007 wordt voortgezet
58 18
*Centrale problematiek bij de 40 verzoeken om advies/hulp: gedragsproblemen leerproblemen leerproblemen met sociaal-emotionele problemen zwakke intelligentie sociaal-emotionele problemen
17 9 6 5 3
Thema’s In het Zorgplan 2007 – 2011 wordt teruggekeken op de ondernomen activiteiten en de behaalde resultaten. Daarin staan ook de uitwerkingen van de thema’s, waaronder:
• Relatie WSNS, Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid en Jeugdbeleid • De kwaliteit van de (bovenschoolse) zorg in het SWV middels het Zelfevaluatiekader (ZEK) • Stedelijke samenwerking tussen de samenwerkingsverbanden RK/AB, PC SWV Utrecht/Westbroek en Openbaar SWV • Speciaal Basisonderwijs (SBO) als expertisecentrum
20
hi n k st a p s p ro n g
Sociaal Jaarverslag 2006
Interview met
Karin Koopman heeft als pedagoog en gezondheidszorgpsycholoog een ruime ervaring in onderwijsbegeleiding. Zij vulde een opleiding in Antwerpen in de systeemtheorie aan met een opleiding in systemisch werk bij het Bert Hellinger instituut. Ze werkt als trainer op het gebied van management, communicatie en samenwerking. Sinds 1996 is ze geregistreerd bij de landelijke beroepsvereniging van supervisoren en heeft onder de naam Kwintessens haar eigen praktijk opgericht voor coaching, supervisie en training.
intervisie “Bij intervisie is inbreng van de schoolleiders van belang. Vaak beginnen we met een rondje over actuele zaken, over wat schoolleiders hebben meegemaakt, waar ze trots op zijn. Er is volop aandacht voor persoonlijke- en schoolleiderskwaliteiten. De intervisiebijeenkomsten zijn inspirerend. In gezamenlijkheid kijken naar werkproblemen, komen tot oplossingen en reflecteren over je eigen rol daarin zijn daarbij essentieel.”
De kwintessens is de aanduiding voor dat waar het in wezen om gaat, het wezenlijke van een zaak of gebeurtenis, de kern van de zaak, het hart, het niet-materiële.
inspiratie “Het inspireert me als ik zie dat mensen op de plek komen die het best bij hen past, waar ze het best tot hun recht komen.”
KSU Karin begeleidt de intervisiegroepen van de KSU en coacht een aantal schoolleiders. Af en toe wordt zij nadrukkelijk betrokken bij een KSU-school, wanneer daar een specifieke vraag is, bijvoorbeeld over communicatie of samenwerking.
toekomst “Op dit moment ben ik bezig met de driejarige opleiding psychodramaregisseur. Ik hoop dat mijn werk daarmee nog levendiger wordt. Ik ben dus altijd bezig met nieuwe uitdagingen.”
Karin Koopman
trots “Ik ben er trots op, dat ‘het opstellen’ van vragen van schoolleiders en leraren meer plek heeft gekregen. Er zijn workshops mee gedaan. Mensen zijn geïnteresseerd, willen er mee doorgaan. Ben er ook trots op, dat we met elkaar (schoolleiders en begeleider) hebben bereikt dat intervisie een meerwaarde heeft, dat het zin heeft binnen de KSU. Goed dat het KSU-management binnenkort naar Antwerpen gaat om met systeemdenken in aanraking te komen. Op het moment dat je je eigen plek bewust inneemt, heeft dat invloed op het geheel.”
de GMR In 2007 treedt de Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS) in werking. Hierdoor én omdat de slagvaardigheid van de GMR verbeterd moet worden, is in 2006 een ‘total make-over’ van de GMR van start gegaan, die moet leiden tot een geheel vernieuwde GMR in augustus 2007. Zoals gebruikelijk bij dit soort grote aanpassingen ging ‘tijdens de verbouwing de verkoop gewoon door’; dat wil zeggen: de GMR besprak en accepteerde onder de strakke leiding van onze technisch voorzitter, Wim Hommels, een reeks van zeer gevarieerde stukken en notities, waaronder de exploitatiebegroting KSU 2006, het BPB-beleidsplan 2006, het herziene mobiliteitsbeleid, het TSO-beleid, het Zorgplan WSNS 2006-2007, functiebeschrijvingen stafmedewerkers, de procedure schorsing en verwijdering, het Bestuursformatieplan 2006-2007 en nog veel meer. Tegelijkertijd is een groep GMR-vrijwilligers een aantal avonden bijeen geweest om onder begeleiding van Annemieke Schoemaker van de OCNV, een voorstel te maken voor de nieuwe GMR. In hoofdlijnen komt dit voorstel erop neer dat er een veel kleinere GMR van 10 leden komt, die vaker vergadert, goed met de achterban communiceert en goed gefaciliteerd wordt. Er wordt geïnvesteerd in opleidingen om te zorgen dat de leden over de nodige deskundigheid beschikken. De kosten die verbonden zijn aan zo’n GMR zijn samengevat in een begroting, die is goedgekeurd door de centrale directie. Voorstel en begroting zijn aan de voltallige GMR voorgelegd. Na raadpleging van de achterban is het voorstel - met enkele wijzigingen - door de GMR aangenomen in de vergadering van 28 november. Thea, Rita, Sanne, Wim, Hedi, Marianne, Anja, Peter, Annemieke, bedankt voor jullie inspanningen. Het komende halfjaar moet er nog veel werk verzet worden zodat de GMR in nieuwe vorm en bezetting in augustus van start kan gaan, maar het fundament is gelegd. Tenslotte nog een woord van dank voor de geweldige ondersteuning van het KSU-secretariaat, dat ook in 2006 weer onvermoeibaar stukken heeft verspreid, agenda’s opgesteld en notulen gemaakt.
KSU voor Atjeh 2006 In de loop van 2006 is het project “Actie voor Azië” steeds concreter geworden. Zo heeft de werkgroep in het voorjaar besloten dat de invulling plaats zou gaan vinden in Atjeh, Indonesië. De titel werd vanaf dat moment dan ook: “KSU voor Atjeh”. In mei ging een delegatie onder leiding van Minister Van der Hoeven naar Atjeh om daar het poppen- en dagboekenproject van Cathy Spierenburg (Z@pp) te starten. Vanuit de KSU werd zij vergezeld door algemeen directeur Jan van der Klis en de voorzitter van het schoolbestuur Peter Verleg. Het werkbezoek van minister Van der Hoeven en Cathy Spierenburg aan groep acht van de Johannesschool was het startmoment voor het dagboekenproject op de KSU-scholen. Naar aanleiding van de reis werd door de werkgroep besloten, dat de KSU in samenwerking met Hogeschool Domstad workshops zou gaan verzorgen op door de tsunami getroffen scholen. Eind juni werd een coördinator aangesteld: André de Hamer. In juli werden de leerkrachtdeelnemers voor de eerste workshopreis geselecteerd. Na de zomer werden studenten en opleidingsdocenten van Hogeschool Domstad geselecteerd. Om deze eerste workshopreis goed voor te bereiden is André de Hamer samen met Jan van der Klis in september naar het gebied afgereisd. Hun doel was: een goede lokale partner vinden en een behoeftepeiling uitvoeren op scholen. De lokale partner werd gevonden in Education International Oxfam. Uit de behoeftepeiling bleek dat de workshops gehouden zouden moeten worden rondom een viertal thema’s binnen het veld van de sociaa- emotionele ontwikkeling van kinderen. Deze thema’s zijn: bewegingsonderwijs, drama, rekenspellen en muziek. In de resterende maanden van 2006 heeft het eerste workshopteam, bestaande uit acht KSU-leerkrachten, twee Domstaddocenten en zes Domstadstudenten, de eerste workshopreis voorbereid. Aanvankelijk zou deze eerste reis in november plaatsvinden, maar vanwege lokale verkiezingen in die periode werd, op advies van de Nederlandse ambassade in Jakarta, de reis uitgesteld tot week 9 en 10 van 2007.
22
hi n k st a p s p ro n g
Sociaal Jaarverslag 2006
Minister van der Hoeven bezoekt de Johannesschool
Colofon Het ‘sociaal jaarverslag 2006’ is een uitgave van de KSU en verschijnt in een oplage van 1000 exemplaren. redactie Mieke Vinkenburg, Linda van Lent, Marianne Kemps, Hans de Brouwer foto’s André de Hamer, Jan van der Klis, Hans de Brouwer druk
Drukkerij Kerckebosch, Zeist
KSU Postbus 9001 3506 GA Utrecht www.ksu-utrecht.nl
KSU Katholieke Scholenstichting Utrecht Postbus 9001 3506 GA Utrecht www.ksu-utrecht.nl