Gedeputeerde Staten
STATENNOTITIE
Aan de leden van Provinciale Staten
HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Herijking Sociaal-economisch beleid ‘Maak het in Gelderland’ 2007-2011 HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH
Beknopte samenvatting Statennotitie: Uw Staten hebben gevraagd om het sociaal-economisch beleid tegen het licht te houden: is het beleid uit ‘Maak het in Gelderland 2007-2011’ nog wel adequaat voor de nieuwe economische situatie? In 2009 is de Gelderse economie getroffen door de wereldwijde recessie. Het Gelders bedrijfsleven had en heeft het nog steeds moeilijk. De investeringsbereidheid in en van het bedrijfsleven nam af en dit heeft negatieve gevolgen voor werkgelegenheid en werkloosheid. Uw vraag om een herijking hebben wij vertaald in de volgende herijkingsvragen: 1) Gelet op de huidige economische situatie: Doen we de goede dingen? En bereiken we de beoogde resultaten? 2) Welke kansen/bedreigingen en nieuwe economische ontwikkelingen liggen er voor in Gelderland en in Oost-Nederland? 3) In hoeverre geven de (nieuwe) economische omstandigheden en de veranderende bestuurlijke context nationaal en regionaal aanleiding om de huidige sociaal-economische doelstellingen en het bijbehorende instrumentarium te continueren, te wijzigen en/of anders te prioriteren? In deze statennotitie geven wij voor het sociaal-economisch beleid antwoord op de eerste twee vragen. Wij trekken nu geen conclusies of aanbevelingen op basis van de ontvangen adviezen en de waargenomen autonome economische ontwikkelingen. Wij willen eerst de discussie en besluitvorming over het bezuinigingsvoorstel in het kader van de voorjaarsnota in uw Staten op 30 juni a.s. afwachten. Daarna zullen we de visie op de kerntaken van de provincie, inclusief de financiële mogelijkheden, verbinden aan de aangedragen externe advisering voor het sociaaleconomisch beleidsveld. Dit derde deel van de Herijking Sociaal-economisch beleid, het ‘vooruitkijken’ naar 2015, staat gepland voor najaar 2010. Er is in deze statennotitie dan ook geen sprake van nieuw beleid. De essentie van ‘Maak het in Gelderland’ 2007-2011 is het leveren van een maximale en duurzame bijdrage aan de economische structuurversterking in Gelderland om daarmee de concurrentiekracht te verhogen en zo ook voor de toekomst de werkgelegenheid en welvaart voor de Gelderse burger veilig te stellen. Als rode draad in het beleidsplan is de Lissabonagenda gekozen, met een focus op onze kennis- en innovatiepositie. In ‘Maak het in Gelderland’ staat de samenhang in beleid centraal. Alleen door middel van integraal beleid en uitvoering, op het vlak van ruimte, wonen, cultuur, sociaal, verkeer en vervoer, milieu en waterhuishouding is een aantrekkelijke en sterke concurrentiepositie te realiseren en te behouden. In de periode 2007-2009 heeft de provincie Gelderland in het kader van het sociaal-economische beleid € 78 miljoen geïnvesteerd (meer dan de helft van deze investering bestond uit incidentele gelden). Het ging daarbij om deelname aan projecten met een totale investeringssom van naar schatting € 530 miljoen. Alleen al de daarmee verbonden éénmalige werkgelegenheidseffecten worden geraamd op 6.300 fulltime arbeidsplaatsen voor de duur van één jaar.
Inlichtingen bij mw. J.S. Kosters, tel. (026) 359 93 11 e-mailadres:
[email protected]
Gemiddeld over een lange periode verloopt de economische groei in Gelderland overeenkomstig de Nederlandse ontwikkeling. In de rangorde van provincies bevindt Gelderland zich daarmee in de middenmoot. Gelderland heeft het in de afgelopen periode van hoogconjunctuur (2006-2008) goed gedaan en behoorde tot de selecte groep Nederlandse provincies met een bovengemiddelde economische groei, een lage werkloosheid en een relatief snelle banengroei. De werkgelegenheidsontwikkeling april 2008 - april 2009 is volgens de meest recente meting (LISA) daarentegen in Gelderland achter gebleven bij Nederland (respectievelijk -0,6% vs 0,3%). De resultaten en de ontvangen adviezen en externe consultatie laten zien dat het provinciaal sociaal-economisch beleid, ondanks de economische recessie, op koers ligt qua uitvoering. Stakeholders dragen aan dat de provincie pro-actief anticipeert op de economische ontwikkelingen. De provincie wordt door de Gelderse regio’s zeer gewaardeerd in haar rol als partner. De economische uitdaging voor de toekomst ligt in een marktgericht innovatiebeleid zowel voor de innovatieclusters Food Valley (Wageningen), Health Valley (Nijmegen) en Technologie Platform in Twente samenwerkend in Triangle, als voor het MKB. De economische uitdagingen zien wij mede in het licht van duurzaamheid (planet-people-profit). Dit geldt zowel voor ons innovatiebeleid (o.a. biobased economy), ondersteuning startende ondernemers, duurzame inrichting bedrijfsomgeving als een aantrekkelijke omgeving voor recreatie en toerisme. Het is van belang dat de overheid daaraan bijdraagt en daarvoor de voorwaarden schept. Uit alle adviezen blijkt dat een bepalende faal / succesfactor in het innovatiebeleid de mate is waarin de regionale overheid betrokken is bij de innovatieclusters en daarin gedurende een langere periode consequent beleid voert. Er zijn zowel door experts als door betrokken kennisinstellingen en bedrijfsleven, voor het kennis- en innovatiebeleid, nieuwe economische perspectieven geschetst, zoals de Med Tech Highway. Biobased economy wordt door experts gezien als een leidend economisch principe voor de innovatieclusters. De analyse toont aan dat het van belang is dat de overheid bijdraagt aan de regionale kenniseconomie en daarvoor duurzame randvoorwaarden schept, o.a. door middel van een aantrekkelijke en duurzame bedrijfsomgeving en fysieke en digitale bereikbaarheid (glasvezel). Ook de (her)ontwikkeling van hoogwaardige campuslocaties met ruimte voor nieuwe spin-off bedrijven, inclusief fysieke faciliteiten (laboratoria) en begeleiding maakt Gelderland onderscheidend voor andere regio’s. De vrijetijdseconomie is een sector die in toenemende mate werkgelegenheid creëert voor Gelderland. Vorig jaar hebben we een toename gezien van het aantal vakanties in Gelderland; dit willen we ook op de langere termijn blijven vasthouden. ===== Aan de leden van Provinciale Staten 2011 is het laatste uitvoeringsjaar van het sociaal-economisch beleidsplan ‘Maak het in Gelderland’. Er zijn goede resultaten geboekt. Tegelijkertijd is in 2009 ook de Gelderse economie getroffen door de wereldwijde recessie. Het Gelders bedrijfsleven had en heeft het nog steeds moeilijk. De investeringsbereidheid in en van het bedrijfsleven nam af en dit had negatieve gevolgen voor werkgelegenheid en werkloosheid. Uw Staten hebben daarom een flink aantal maatregelen genomen om de gevolgen van de recessie te verzachten en bedrijven op de been te helpen en te houden. Inmiddels lijkt het er erop dat de recessie op zijn retour is maar het herstel is nog broos. Door de kredietcrisis en economische recessie heeft de economie een trendbreuk laten zien, die deels conjunctureel van aard is maar ook veranderingen met zich mee brengt voor de economische structuur in Gelderland. In deze herijking informeren we u daarover. Herijking Sociaal-economisch beleid
2
Naar aanleiding van de recessie hebben uw Staten gevraagd om het sociaal-economisch beleid tegen het licht te houden: is het beleid uit ‘Maak het in Gelderland 2007-2011’ nog wel adequaat voor de nieuwe economische situatie? De vraag om een herijking hebben wij vertaald in de onderstaande herijkingsvragen: 1. Gelet op de huidige economische situatie: Doen we de goede dingen? En bereiken we de beoogde resultaten? Terugkijken 2. Welke kansen/bedreigingen liggen er voor in Gelderland en in Oost-Nederland (zowel beleidsinhoudelijke, economische ontwikkelingen, uitvoering, instrumenteel)? IJken 3. In hoeverre geven de (nieuwe) economische omstandigheden en de veranderende bestuurlijke context nationaal en regionaal aanleiding om de huidige sociaal-economische doelstellingen en het bijbehorende instrumentarium te continueren, te wijzigen en/of anders te prioriteren? Vooruitkijken Wij hebben deze herijkingsvragen in 3 stappen ingedeeld, namelijk ‘terugkijken, ijken en vooruitkijken’. In deze statennotitie geven wij voor het Sociaal-economisch beleid antwoord op de eerste twee vragen. Wij gaan nu geen conclusies of aanbevelingen trekken op basis van de ontvangen adviezen en de waargenomen autonome economische ontwikkelingen. Wij willen eerst de discussie en besluitvorming over de bezuinigingen in het kader van de voorjaarsnota in uw Staten op 30 juni a.s. afwachten. Daarna zullen we de visie op de kerntaken van de provincie, inclusief de financiële mogelijkheden, verbinden met de aangedragen externe advisering voor het sociaal-economisch beleidsveld. Dit derde deel van de Herijking Sociaal-economisch beleid, het ‘vooruitkijken’ naar 2015, staat gepland voor najaar 2010. Er is in deze statennotitie dus geen sprake van nieuw beleid. De essentie van ‘Maak het in Gelderland’ 2007-2011 is het leveren van een maximale en duurzame bijdrage aan de economische structuurversterking in Gelderland om daarmee de concurrentiekracht te verhogen en daarmee ook voor de toekomst de werkgelegenheid en welvaart voor de Gelderse burger veilig te stellen. Als rode draad in het beleidsplan is de Lissabonagenda gekozen, met een focus op onze kennis- en innovatiepositie. In ‘Maak het in Gelderland’ staat de samenhang in beleid centraal. Alleen door middel van integraal beleid en uitvoering, op het vlak van ruimte, wonen, cultuur, sociaal, verkeer en vervoer, milieu en waterhuishouding is een aantrekkelijke en sterke concurrentiepositie te realiseren en te behouden. In de periode 2007-2009 heeft de provincie Gelderland in het kader van het sociaal-economische beleid € 78 miljoen geïnvesteerd (meer dan de helft van deze investering bestond uit incidentele gelden). Het ging daarbij om deelname aan projecten met een totale investeringssom van naar schatting € 530 miljoen. De daarmee verbonden éénmalige werkgelegenheidseffecten worden 1 geraamd op 6.300 fulltime arbeidsplaatsen voor de duur van één jaar. De resultaten en de ontvangen adviezen en externe consultatie laten zien dat het provinciaal sociaal-economisch beleid, ondanks de economische recessie, op koers ligt qua uitvoering. Stakeholders dragen aan dat de provincie pro-actief anticipeert op de economische ontwikkelingen. De economische uitdaging voor de toekomst ligt in een marktgericht innovatiebeleid zowel voor de innovatieclusters Food Valley (Wageningen), Health Valley (Nijmegen) en Technologie Platform in Twente samenwerkend in Triangle, als voor het MKB. De economische uitdagingen zien wij mede in het licht van duurzaamheid (planet-people-profit). Dit geldt zowel voor ons innovatiebeleid (o.a. bio-based economy), ondersteuning startende ondernemers, duurzame inrichting bedrijfsomgeving als een aantrekkelijke omgeving voor recreatie en toerisme. Het is van belang dat de overheid daaraan bijdraagt en daarvoor de voorwaarden schept. De provincie wordt door de Gelderse regio’s zeer gewaardeerd in haar rol als partner. Aanpak herijking Om de herijkingsvragen te beantwoorden hebben we gesprekken gevoerd met diverse partners zoals gemeenten, bedrijfsleven, kennisinstellingen, regio’s en andere intermediaire organisaties. 1
Onderzoekmemorandum, Bestedingsimpuls EZ-beleid 2007-2009, Bureau Economisch Onderzoek provincie Gelderland.
3
We hebben diverse onderzoeken laten uitvoeren en een aantal workshops met experts georganiseerd.2 Voor het innovatiebeleid hebben we dat in Oost-Nederland verband gedaan. Omdat we vooral het innovatiebeleid grondig tegen het licht wilden houden, hebben we voor dit onderwerp aan een aantal experts (René Buck, Peter Nijkamp, Frans van Vught, Andre Oosterlinck) een opdracht verstrekt. In het eerste en tweede kwartaal van 2010 zijn er met alle Gelderse regio’s gesprekken gevoerd over het vigerend sociaal-economisch beleid. Ook het project Regioverkenningen 2040 heeft inspiratie geboden voor de regionale economische ontwikkelingen op de lange termijn. Voor Gelderland is er een Provinciale Economische Verkenning 2015 uitgevoerd met daarin de te verwachte regionale economische ontwikkelingen (zie hierna paragraaf 1 en bijlage 2). De ontvangen adviezen en rapporten zijn op te vragen via www.gelderland.nl/herijkingeconomie, voor commissieleden Mobiliteit en Economische Zaken zijn papieren exemplaren van de bijlagen beschikbaar via de griffie. Opzet statennotitie In de volgende paragraaf van deze statennotitie geven wij allereerst een algemene korte beschouwing over de economische dynamiek in Gelderland en een vooruitblik op middenlange termijn tot 2015. In de paragrafen daarna gaan we in op de vier actielijnen van ‘Maak het in Gelderland’: Innovatie; Ruim baan voor ondernemen (regionaal arbeidsmarktbeleid, startersbeleid); Fysieke Bedrijfsomgeving; Vrijetijdseconomie. Per actielijn beschrijven we kort de stand van zaken van de uitvoering van het beleid (‘Doen we de goede dingen’?). De Resultaats- en beleidsverantwoording per actielijn voor 2007-2009 is uitgebreider in de bijlage 1 opgenomen. Daarna geven wij een analyse weer op basis van de ingewonnen adviezen (‘Welke kansen en bedreigingen, nieuwe ontwikkelingen’?). 1. Beschouwing: Op weg naar een sterke Gelderse economie 2009: Kredietcrisis en economische recessie Nederland is volgens de gangbare definitie al weer twee kwartalen uit de recessie. In het eerste kwartaal van 2009 verslechterde het economische klimaat zeer sterk, maar in de daaropvolgende drie kwartalen werd de situatie geleidelijk minder negatief. Ook afgemeten aan het ondernemersoordeel lag het dieptepunt van de recessie in Nederland in het eerste halfjaar. In Gelderland was al in het tweede kwartaal een verbetering zichtbaar. Na een betrekkelijk korte periode van banengroei ten tijde van de afgelopen hoogconjunctuur is de Gelderse werkgelegenheid in 2009 als gevolg van de Kredietcrisis gedaald met een half procent. De sombere werkloosheidsverwachtingen voor 2009 zijn maar ten dele uitgekomen. Het aantal vacatures is gedurende de gehele recessieperiode behoorlijk op peil gebleven.
2
Stec Groep, Notitie Uitvoeringskracht werklocaties provincie Gelderland (april 2010) Science Works, Expert Studie naar het innovatiebeleid (mei 2010) EIM, Innovatiekracht van het MKB in Gelderland. Herijking instrumentarium 2010 (mei 2010) De Buck, Clusters en Campussen in Oost-Nederland, deelrapport Gelderland (mei 2010) WUR, J.Sanders, E.v.Seventer, J.Sluijsmans, Biobased economy, ontwikkelingen en kansen voor de Gelderse economie (mei 2010)
4
Het aantal gedwongen ontslagen is beperkt door de deeltijd-ww en de consequenties voor de ZZP-ers. De aanwas van de beroepsbevolking stagneerde omdat grote groepen potentiële schoolverlaters kiezen voor een vervolgopleiding. Daarnaast vertraagde de instroom van herintreders omdat deze zich niet zo kansrijk wanen. Daardoor is de werkloosheid in 2009 minder hard gestegen dan gevreesd. 2010-2015: Economische verkenning Gemiddeld over een lange periode verloopt de economische groei in Gelderland overeenkomstig de Nederlandse ontwikkeling. In de rangorde van provincies bevindt Gelderland zich daarmee in de middenmoot. Gelderland heeft het in de afgelopen periode van hoogconjunctuur (2006-2008) goed gedaan en behoorde tot de selecte groep Nederlandse provincies met een bovengemiddelde economische groei, een lage werkloosheid en een relatief snelle banengroei. Maar ook in het recessiejaar 2009 steken een aantal Gelderse ontwikkelingen relatief gunstig af. Zo was de werkloosheid na Zeeland de laagste van Nederland (4,3% tegen 5,2% gemiddeld in Nederland). De werkgelegenheidsontwikkeling april 2008 - april 2009 is volgens de meest recente meting (LISA) daarentegen in Gelderland achter gebleven bij Nederland (respectievelijk -0,6% vs 0,3%). Het Nederlandse economisch beeld begin 2010 verkeert nog steeds in de fase van laagconjunctuur. Alle conjunctuurindicatoren presteren onder hun langjarig gemiddelde. Wel toont de ontwikkeling in vergelijking met eind 2009 enkele verbeteringen. De waarde van de orderontvangst in de industrie is voor de vierde maand op rij iets toegenomen en de afname van de productie is sterk teruggelopen. Het producenten- en consumentenvertrouwen stijgt en de consumptieve bestedingen nemen weer langzaam toe. Wereldwijd zijn er ook tekenen van herstel. De financiële markten zijn enigszins tot rust gekomen, de wereldhandel stijgt weer en in tal van landen is er sprake van hernieuwde economische groei. Volgens de jongste prognoses van het CPB groeit de relevante wereldhandel in 2010 en 2011 met in totaal 13%. Daarmee wordt de ongekend grote terugval uit 2009 geheel goedgemaakt en nemen de Nederlandse uitvoermogelijkheden weer fors toe. De economische groei in Gelderland zal volgens de prognoses van ons Bureau Economisch Onderzoek uitkomen op respectievelijk 1¼% en 1¾%. Voorts wordt verwacht dat de werkgelegenheid in 2010 – als nasleep van de recessie in 2009 – verder zal dalen met 1½% en dat de werkloosheid doorgroeit naar 6¼% van de beroepsbevolking. Voor de periode 2011-2015 wordt verwacht dat de Gelderse werkgelegenheid een bescheiden groei vertoont van ¾% per jaar. De aanwas van de beroepsbevolking zal in deze periode vrijwel stil vallen. Deze terugval hangt voor een deel samen met de lagere economische groei. De geringe banengroei in de komende jaren zal naar verwachting een drukkend effect hebben op de neiging om te participeren op de arbeidsmarkt. Daarnaast speelt de afvlakking van de bevolkingsgroei en de vergrijzing - sterker dan in Nederland - een rol. Doordat de beroepsbevolking in de periode 2011-2015 nog nauwelijks groeit, zal de werkloosheid ondanks de geringe werkgelegenheidsgroei gestaag dalen. De geraamde groei is echter niet hoog genoeg om de werkloosheidsstijging uit 2009 en 2010 geheel teniet te doen zodat de werkloosheid 3 in 2015 op 4½% uitkomt (dit was 3½% in 2008).
3 Nadere verkenning van de werkgelegenheidsontwikkeling, Bruto Binnenlands Product, werkloosheid en beroepsbevolking voor de periode 2010-2015 is opgenomen in de bijlage 2 Provinciale Economische Verkenning 2015.
5
2. Innovatiebeleid Doelstellingen uit ‘Maak het in Gelderland’ Verzilveren van kennis en innovatiepositie. Triangle continueren en in een hogere versnelling - investeren in integrale gebiedsontwikkeling van de Valleys om topregio’s te krijgen met een uitstekend woon-werk-leefklimaat Versterken van innovatievermogen MKBbreed Ondersteuning van de volgende opbloeiende regionale clusters: - Energie- en Milieutechnologie - Biomassa agroketens/biobased economy - Maakindustrie/technologie - Mode Arnhem 2a. Doen we de goede dingen? Stand van zaken uitvoering innovatiebeleid Gelderland werkt voor een belangrijk deel van haar innovatiebeleid samen met Overijssel als landsdeel Oost Nederland. De samenwerking rond Triangle (de clusters Food Valley, Health Valley en Technologie/Innovatie Platform Twente) is daarin het ‘best practice’ voorbeeld en heeft de laatste jaren veel concrete resultaten opgeleverd (zie ook bijlagen 1, 5 en 7). ‘De gezonde mens’ is gekozen als verbindend thema waarbinnen de clusters health, food en technology elkaar kunnen versterken. Gelderland heeft ook een generiek beleid voor innovatie van het MKBedrijf. Daarnaast onderscheidt Gelderland nog regionale veelbelovende innovatieclusters, namelijk Energie- en Milieutechnologie, Maakindustrie in de Achterhoek, Mode in Arnhem en biobased economy. In bijlage 1 zijn de resultaten van het bovenstaande innovatiebeleid opgenomen en is een beleidsverantwoording van deze actielijn opgenomen. Als antwoord op de herijkingsvraag over bereikte resultaten is het volgende citaat illustratief: “Zonder universiteit en het bedrijfsleven heeft het geen enkele zin, zonder de provincie was het er nooit van gekomen.” (voorzitter Food Valley, Theo Meijer).
Pluspunten (uitvoering) innovatiebeleid
-Sterke innovatieclusters in Oost-Nederland, met een sterke score van meer dan 65 gehonoreerde projecten in het kader van Pieken in de Delta Oost Nederland -Synergie/intensivering van de samenwerking in Triangle. De afgelopen jaren zijn veel projecten op gebied van voeding en gezondheid ontwikkeld, ook onder het etiket van ‘De Gezonde Mens’ -Integrale gebiedsontwikkeling: Food Valley Ambitie 2020 -Succes Achterhoeks Centrum voor Technologie (van en voor ondernemers) is voorbeeld voor andere gestarte Regionale Centra voor Technologie (RCT) -RCT’s vormen brug tussen kennisinstellingen/MKBedrijfsleven -72% van MKBedrijven is positief over provinciale MKBprojecten -EMTcluster sterk verbonden aan het (grotere) bedrijfsleven -Er zijn meer hoogwaardige biobased toepassingen ontwikkeld en deze zijn breder inzetbaar
2b.
Welke kansen en bedreigingen, nieuwe ontwikkelingen zijn er voor innovatiebeleid? Zoals al aangegeven hebben wij voor innovatiebeleid een aantal externe adviezen gevraagd. In het onderstaande schetsen wij de verbeterpunten, (autonome) kansen, bedreigingen die ons zijn aangedragen door de adviseurs.
6
Uit alle adviezen blijkt dat een bepalende faal / succesfactor in de successen van het innovatiebeleid de mate is waarin de regionale overheid betrokken is bij de innovatieclusters en daarin gedurende een langere periode consequent beleid voert. Ook hierin ligt voor Gelderland in 2010 e.v. een grote uitdaging. De provincie brengt onderzoek, onderwijs, ondernemers en overheden bij elkaar. De provincie stimuleert dat de nieuwste technologieën en kennis worden toegepast in producten en dienstverlening van bedrijven. Breuken in het innovatiebeleid en een terugtrekkende regionale overheid zullen doelstellingen in het huidige beleid in de toekomst grotendeels onbereikbaar maken en gedane investeringen voor een deel teniet doen. Voortgaande innovatie van het bedrijfsleven wordt in elke Europese regio gezien als de drager van het economisch beleid. Dat gold vóór de kredietcrisis en daaropvolgende recessie, maar in nog hogere mate in de lange herstelperiode die we nu tegemoet gaan. Zowel Den Haag als Brussel erkennen dat en trekken daaruit hun consequenties in hun beleid. De Rijksoverheid bij de inrichting van haar toekomstig ruimtelijke economisch beleid (Pieken in de Delta), Brussel bij haar visie ‘Europa 2020’. Sinds medio 2009 is er intensief overleg met het Ministerie van Economische Zaken over de toekomst van het Pieken in de Deltaprogramma /PIDON-programma na 2010. Deze is, vanwege de te verwachte rijksbezuinigingen, allerminst zeker. De beleidskeuze voor Food Valley, Health Valley in Triangleverband en de opkomende clusters EMT, biobased economy, maakindustrie en mode wordt door de Gelderse regio’s en ontvangen adviezen onderschreven. Daarbij worden in de regio’s wel de kanttekeningen geplaatst dat er ook voldoende ondersteuning moet zijn voor innovaties in het MKBedrijf (via de Regionale Centra voor Technologie), en voor het mogelijk maken van ‘proeftuinen’ voor bijvoorbeeld biobased economy en toepassingen vanuit Food Valley. Het investeren in provinciebreed glasvezel in Gelderland, bij voorkeur in Oost-Nederlandsverband, wordt aangedragen als een economische en maatschappelijke investering met een zeer hoge spin-off. Concrete ervaringsgegevens daarvoor zijn er vanuit de regio Stedendriehoek (m.n. Deventer als ‘verglaasde’ stad) en vanuit eerdere projecten in ons beleid voor vraagbundeling glasvezel/breedband. Kennisvalorisatie: kennis, kunde en kassa Onderzoeken en nieuwe economische ontwikkelingen geven aan dat de productiefactor kennis centraal staat in de nieuwe economie en de daarmee verbonden grootheid ‘productiviteit’. De productiviteit moet omhoog en het voortdurend ontwikkelen van nieuwe kennis is daarvoor onontbeerlijk. Experts geven de bedreiging weer dat kennis niet vanzelf ‘stroomt’ van kennisinstellingen naar de markt via het bedrijfsleven: kennisvalorisatie is in veel Europese lidstaten hèt knelpunt in de innovatie.4 Er worden veel kennisintensieve producten ontwikkeld, maar de slag naar productie en geld verdienen met de nieuwe producten/dienstverlening wordt lang niet altijd goed gemaakt. Dat geldt voor Nederland, en zeker ook voor Gelderland en vooral voor het MKBedrijf. In het ontvangen advies van onder andere Oosterlinck (bijlage 5) wordt in overweging gegeven om als decentrale overheid de rol te nemen om kennisinstellingen en bedrijfsleven met elkaar in contact te brengen en prikkels te geven met m.b.v. stimuleringsmaatregelen gekoppeld aan concrete resultaten voor kennisvalorisatie (het zogenaamde ‘Leuvens model). De (overheids)investeringen voor innovatiebeleid worden gekoppeld worden aan de kennisvalorisatie/economische opbrengst (zoals aantal spin offs, het werkgelegenheidseffect, aantal waardevolle patenten, opbrengsten octrooien e.d.). Daarmee kunnen ook nieuwe financieringsmogelijkheden ontstaan voor de Valleys. Een andere verbetersuggestie van Science Works/Oosterlinck is de versterking van de kennisvalorisatie binnen kennisinstellingen. Er moet in een kennisinstelling sprake zijn van een cultuur waarin valorisatie gelijkwaardig is aan andere kerntaken (onderwijs en onderzoek).
4
Versterking van kennisvalorisatie is een nationaal verbeterpunt bij innovatie. Zie ook: Van voornemens naar voorsprong. Kenis moet circuleren. Voorstel voor een Nederlandse valorisatieagenda (Innovatieplatform mei 2009)
7
De aandacht en het organiseren van kennisvalorisatie moet worden verankerd op topniveau in de organisatie van de desbetreffende kennisinstelling. Samenwerking tussen specialisten m.b.t. kennisvalorisatie en tussen de verschillende kennisinstellingen in Oost-Nederland is noodzakelijk om te zorgen dat het bedrijfsleven in Gelderland voldoende profiteert van de nieuwste onderzoeken en technologie in Oost-Nederlandse kennisinstellingen. Het rijk gaat naar verwachting vóór de zomer nog een landelijk ’Programma Valorisatie’ formuleren waarvoor al in 2008 en 2009 beleidsmatig de basis is gelegd en waarvan Gelderse kennisinstellingen, bedrijfsleven en Oost-Nederlandse innovatieclusters zullen kunnen profiteren. Triangle Met het oog op de mondiale trends en de consequenties van de economische recessie is de noodzaak, door de geraadpleegde experts, geconstateerd om de ambities voor Triangle te continueren. Verbindend element van alle activiteiten binnen Triangle is het concept ‘de Gezonde Mens’ (voedsel, gezondheid, technologie). De adviezen die wij hebben ontvangen voor de Gelderse economie geven aan dat we de vele initiatieven en projecten die in Triangle gericht zijn op de ‘de gezonde mens’ meer met elkaar kunnen verbinden. Het gaat hier om een sterkere verbinding van de 3 clusters in ons huidig innovatiebeleid; hoe kunnen we innovatie-initiatieven en projecten en de spelers in dit veld nog meer met elkaar verbinden. En ook: hoe kunnen we de resultaten beter ‘vermarkten’ buiten de provincie en zo ook nieuwe stakeholders voor Triangle aantrekken? Een ander adviespunt is een programmatische aanpak te ontwikkelen voor een maatschappelijke innovatieagenda gezondheid. Dit haakt in op het maatschappelijke zorgvraagstuk en de noodzakelijke innovatie. De zorgsector (cure, care, welness, zorgverzekeraars e.a.) is een economische factor van betekenis in Gelderland. Zorg en technologie worden in de praktijk steeds meer aan elkaar verbonden. Het advies voor het ontwikkelen van een maatschappelijke innovatieagenda gezondheid beoogt beleidsaspecten, die voorheen los van elkaar stonden, in één economisch programma integraal aan te pakken. Het gaat om drie pijlers: innovatie (producten, diensten, sturings- en managementmethoden), zorg (cure, care, voedingstechnologie en voedingsveiligheid, basistechnologie) en arbeidsmarkt (inclusief aansluiting onderwijsarbeidsmarkt). Door de integrale benadering en de sterke uitgangspositie ten aanzien van de zorgmarkt (vele grote stakeholders binnen de Oost-Nederlandse grenzen, waaronder grote verzekeraars, zorgorganisaties, universiteiten, technologiebedrijven), kunnen binnen Triangle concrete innovatieve oplossingen voor de grote problemen in de zorg worden gegenereerd. Food Valley Food Valley heeft inmiddels een internationale status op het gebied van toegepast onderzoek (Wageningen UR, NIZO en TIFN) en grote (inter)nationale uitstraling als innovatiecluster. Uit de advisering en gesprekken blijkt dat er sprake is van een sterke ‘branding’ van het merk Food Valley en breed gedragen regionale ambities 2020. Voor de uitvoering van de Ambitieschets 2020 is een sterke regionale samenwerking noodzakelijk inclusief de daarbij horende bestuurskracht. Verbeterpunten zijn nog de (inter)nationale acquisitie van bedrijven van buiten Gelderland. Voor zowel het innovatiecluster Food als de regio is er nog onvoldoende uitvoeringskracht voor het aantrekken en behouden van R&D intensieve (grote) bedrijven uit binnen- en buitenland. Food Valley zou zich kunnen versterken door zich ook op biobased producten te richten. Ook voor Food Valley wordt ons een sterker accent op kennisvalorisatie aanbevolen.5 Er worden veel kennisintensieve producten ontwikkeld, maar de slag naar productie en het geld verdienen met de nieuwe producten en diensten wordt lang niet altijd goed gemaakt.
5
Versterking van kennisvalorisatie is een nationaal verbeterpunt bij innovatie. Zie ook: Van voornemens naar voorsprong. Kenis moet circuleren. Voorstel voor een Nederlandse valorisatieagenda (Innovatieplatform mei 2009)
8
Health Valley De vraag naar betere en meer specifieke gezondheidszorg zal (wereldwijd) de komende jaren alleen maar toenemen. Zorg wordt steeds meer gekoppeld aan technologie. De transitie in de zorg en de technologische toepassingen is reeds enige jaren al ingezet. Om deze vraag aan te kunnen is enerzijds meer aandacht nodig voor preventie en een gezonde manier van leven. Anderzijds ligt het antwoord op deze vraag ook in nieuwe geneesmiddelen, behandelmethoden en vroegtijdige diagnostisering waardoor patiënten sneller, beter en tegen lagere kosten behandeld kunnen worden. Voor de periode 2010-2015 is geconstateerd dat er binnen Health Valley een noodzaak is om meer focus aan te brengen. Er zijn veel en brede initiatieven in de afgelopen periode ontstaan6. Meer focus moet er toe leiden dat binnen Health Valley zo een beperkt aantal internationaal onderscheidende speerpunten en innovatieclusters versneld tot verdere wasdom kunnen komen en dat Health Valley op die manier zowel intern als extern een duidelijker profiel krijgt. Experts dragen aan dat voor Health Valley sterker kan worden ingezet op de (technologische) speerpunten7, om daarmee ook de economische factor van de zorgsector te versterken. Om Health Valley een extra impuls te geven wordt een verdere koppeling van de domeinen Health enerzijds en Technologie anderzijds gezien als een belangrijk middel en kans. Deze koppeling is al sterk aanwezig tussen Enschede en Nijmegen en kan versterkt worden door deze door te trekken naar Groningen en via Oss naar Eindhoven. Deze verbindingsas bundelt alle noodzakelijke kennis, kunde en ondernemingskracht die nodig zijn om in de health-sector schaalsprongen te maken in innovatie en nieuwe bedrijvigheid. Dit heeft geresulteerd in het concept van de “Med Tech Highway” dat met veel succes is gepresenteerd tijdens het Health Valley congres in Nijmegen (17 maart jl.). Het gaat hierbij om een combinatie van kennis van het menselijk lichaam, competentie in medische zorg en revalidatie, kracht in ontwikkeling en vermarkting van hoogtechnologische instrumenten ten behoeve van medische zorg en farmaceutische ontwikkeling. Van de strategie ‘Med Tech Highway’ maken bedrijven als Philips Medical en Siemens Medical deel uit, evenals samenwerkingsverbanden met het UMC en Universiteit Groningen, TU-Twente, Brainport Eindhoven en de medische clusters in Leuven, Aken en Munster. De invulling en impact van het nieuwe concept Med Tech Highway zal door zowel kennisinstellingen, bedrijfsleven als de overheid moet worden vormgegeven. Deze verbinding van innovatieclusters is inmiddels ook uit de nationale analyses in het kader van Pieken in de Delta 2 gebleken.
6
De Buck, Ontwikkeling van Campussen in Gelderland (april 2010), bijlage 7 Science Works, Expert Studie naar het innovatiebeleid (april 2010), bijlage 5 Care&Cure Robotics, Moleculaire diagnostiek/toepassingen/farma en Zorg op afstand, advies BCI
7
9
Integrale gebiedsontwikkeling In het ontvangen advies van Buck Consultants International (BCI) over cluster- en campusontwikkeling in Gelderland wordt een goede campus als essentiële voorwaarde gezien in de internationale concurrentiestrijd om R&Dcentra en kenniswerkers. Een campus wordt gedefinieerd als een natuurlijk en aantrekkelijk kristallisatiepunt voor open innovatie, publiek-private R&D samenwerkingsmogelijkheden met een directe koppeling naar het bedrijfsleven. In het advies worden drie campussen van importantie onderscheiden in Gelderland, namelijk Food Valley (meerdere kernen in Wageningen, Ede en Barneveld), Health Valley (Nijmegen Heyendaal RU + UMCN) en Novio Tech Campus/Semiconductors (Nijmegen). In het advies wordt voor deze campussen (en clusters) geadviseerd om de aankomende 10 jaar te investeren in campusontwikkeling en/of integrale gebiedsontwikkeling als het gaat om creëren van ruimte, faciliteiten en huisvestingsmogelijkheden (zoals Innolabs in kennisinstellingen, Incubators/Multitenant en (laboratoria op) Science parks). Een bepalend uitgangspunt voor de aankomende jaren daarbij is ‘connectivity’ (synergie tussen innovatieclusters, fysieke en digitale bereikbaarheid en het bestaan van informele kennisnetwerken). Investeren in clusters en campusontwikkeling is logischerwijs gekoppeld aan een pro-actief en gecoördineerd acquisitiebeleid. De advisering sluit aan bij ons innovatiebeleid en visie op integrale gebiedsontwikkeling en acquisitie. Voor Food Valley ligt de vraag voor operationalisatie en implementatie van de FoodValley Ambitieschets 2020 voor. Voor Health Valley is er (nog) geen dergelijke visie voorhanden, en is ons geadviseerd om een integrale gebiedsvisie te entameren.
10
MKBinnovatie: In 2010 is onderzocht in hoeverre de MKBprojecten en instrumenten aansluiten bij de directe 8 stakeholders en het MKBedrijfsleven . Daarbij zijn de effecten van deelname in de verschillende fase van het innovatieproces onderzocht (initiatie, besluitvorming en implementatie). Bij de MKBedrijven die deelnamen aan provinciale MKBprojecten/instrumenten neemt het aantal bedrijven met nieuwe ideeën voor innovaties sterker toe (een groei van 13% t.o.v. 2008) dan bij bedrijven die niet meededen, zijn er meer nieuwe netwerkcontacten aangegaan, is er een toename waarneembaar bij bedrijven die actief aan de slag zijn met ontwikkeling/introductie van nieuwe producten of diensten. Meer bedrijven (46% ten opzichte van 2008) hebben een continue aandacht voor innovatie. Het aandeel medewerkers dat betrokken is bij innovaties is 14% toegenomen bij bedrijven die gebruik hebben gemaakt van het MKBinstrumentarium. Bij ondernemers die gebruik hebben gemaakt van het MKB-instrumentarium heeft 76% van het aantal bedrijven nieuwe producten/diensten en/of productie/leveringsmethoden op de markt gebracht. Als knelpunt wordt aangedragen het vinden van financiering. Ondernemers geven aan dat het vinden van financiering voor innovaties nu moeilijker is dan in 2008. In het EIMadvies zijn verbetersuggesties aangedragen voor het project GELDerland voor innovaties (ondersteuning en/of borgstelling bij kredietverlening voor bedrijfsinnovaties). Uit de rapportage van EIM blijkt dat de gekozen mix in Gelderland resultaat oplevert en er nadrukkelijke behoefte is aan continuering van het bestaande MKBinnovatiebeleid. Bij MKBedrijven is er ook een nadrukkelijke behoefte aan een structurele en consistente inzet van de decentrale overheden voor innovatie. Opkomende clusters - Energie- en Milieu Technologie (EMT) Uit de adviezen en gesprekken in de regio’s is naar voren gekomen dat het accent de afgelopen tijd vooral gelegen heeft op het ondersteunen van het organiserend vermogen en de klimaat- en energieaspecten van het onderdeel EMT en Biobased economy. Het economisch rendement van innovaties van de clusters EMT en biobased economy is nog onderbelicht gebleven in de afgelopen periode. Voor EMT gaat het vooral om een doorontwikkeling. De economische kansen voor EMT kunnen nog beter benut worden vanuit het principe ‘kennis, kunde en kassa’. Naar verwachting zijn de EMTprojecten, EMTradar en EMTInnovatiemotor belangrijke aanjagers voor nieuwe bedrijvigheid en toepassingen in de markt. Uit de adviezen komt ook naar voren dat binnen het EMTcluster nieuwe bedrijvigheid kan worden gestimuleerd door realisatie van verdere faciliteiten zoals een EMT-incubator9, maar ook door het betrekken van de maakindustrie (werk maken van duurzame en innovatieve energietoepassingen in b.v de bouw en metalectro). Vergroening van de economie kan ook nieuwe economische bedrijvigheid en werkgelegenheid opleveren. Voor EMT ligt nu de focus op de ontwikkeling van een economisch innovatieprogramma via de lijnen van Stichting kiEMT (kennis en innovatie in Energie- en MilieuTechnologie), het netwerk van EMT-gerelateerde bedrijven, overheden en kennisinstellingen. Experts dragen aan dat het EMTkennispotentieel en de EMTkennisvalorisatie verder versterkt kan worden (combinatie ook mogelijk met de HAN en universiteiten). - Biobased economy 10 Biobased economy zal naar verwachting een leidend economisch principe worden. Bij Biobased economy staat hoogwaardige productie van chemicaliën, vezels en brandstof op basis van plantaardige producten centraal. In een biobased economy vormt biomassa de basis voor de grondstoffen- en energiebehoefte, waardoor de uitstoot van CO2 sterk kan verminderen.
8
Bijlage 6, rapport EIM Een incubator is een broedplaats (zowel qua huisvesting als begeleiding) voor ondernemers en ondernemingen, die tot doel heeft om veelal jonge startende bedrijven te ondersteunen om een gezonde, goed draaiende onderneming te worden. 10 WUR, J.Sanders, E.v.Seventer, J.Sluijsmans, Biobased economy, ontwikkelingen en kansen voor de Gelderse economie (mei 2010) 9
11
De combinatie van Triangle, en expliciet Food Valley, en een gevarieerde agrarische sector en bedrijfsleven maakt van Gelderland een potentiële Biobased topregio. Veel kennis ligt al op de plank bij kennisinstellingen. Experts geven aan dat het een kwestie is van verbinden van bedrijven onderling en verbinden met specialisten om tot economisch rendement te komen. In het ontvangen advies voor biobased economy van de Wageningen UR wordt aangegeven dat Food Valley haar positie kan versterken door zich ook op biobased producten te richten. We richten ons nu voor biobased ook op het stimuleren/ontwikkelen van biobased toepassingen in de innovatieclusters EMT, maakindustrie en mode. Voor biobased economy blijkt de vraag naar biomassa (nog) een beperkende factor te zijn. We zetten inmiddels al sterker in op het stimuleren van de vraagkant. Steun aan Algae-parc (kennis11 instituut binnen Wageningen UR) en Topell is een voorbeeld hiervan. Andere voorbeelden zijn de algenproductie bij de Veluwse Afval Recycling (VAR) en een haalbaarheidsstudie, waarin onderzocht wordt of het rendabel is om eendenkroos te kweken voor de vervanging van soja in veevoer. Door middel van steun aan bedrijven en kennisinstellingen kunnen hoogwaardige toepassingen worden ontwikkeld en toegepast in de farma, food (mens), feed (dier), fibre (vezels) en fuels (brandstoffen). Dit geeft volop kansen voor nieuwe bedrijvigheid, werkgelegenheid en duurzame investeringen. Voor Biobased economy geldt dat de start is gemaakt, maar het economisch rendement nog moet komen. Terwijl daar juist ook kansen liggen voor Gelderland op de lange termijn (richting 2040). Nationaal is de verwachting dat door in te zetten op kansrijke focusgebieden de directe economische bijdrage kan stijgen van € 2 miljard naar € 8 tot 13 miljard p.j. in 2020. En door in te zetten op duurzame hernieuwbare energie kunnen we onze (internationale) concurrentiepositie verstevigen. Het stimuleren van hernieuwbare energie innovatie moet vooral op lokaal en/of re12 gionaal niveau plaatsvinden. Er wordt veel geïnvesteerd in onderzoek, maar er moeten ook producten ontwikkeld worden voor de markt. - Maakindustrie 13 In de adviezen en gevoerde regiogesprekken wordt het belang van behoud en innovatie in het Gelderse MKBbedrijf benadrukt. De Gelderse bouwnijverheid en maakindustrie hebben (gelet op de sectoren bouw, metalectro en andere industriële activiteiten) in 2009 klappen moeten opvangen van de economische recessie14. De investeringsbereidheid in en van het bedrijfsleven nam af en dit had negatieve gevolgen voor werkgelegenheid en werkloosheid. Het Gelders actieplan recessie heeft daar op in gespeeld door middel van extra investeringen en kredietmogelijkheden via PPM Oost. Een vraag is nog in hoeverre een extra inspanning nodig is voor de Maakindustrie in Gelderland voor de grotere, meer unieke, MKBedrijven met een spinoff naar het kleine MKB. - Mode Het opkomende cluster Mode in Arnhem (met als kern de Modeacademie) werkt op basis van succesvolle activiteiten van de laatste jaren (waaronder de Mode Biënnales en Modekwartier) aan erkenning in de Europese markt. Met de stakeholders wordt gewerkt aan een visie en een werkplan voor de komende jaren. Op basis van een dergelijk strategisch innovatieprogramma Mode zullen nadere afspraken gemaakt worden over de provinciale ondersteuning, waarbij uitgangspunt is dat alle stakeholders zullen moeten bijdragen.
Open, toekomstvast, provinciedekkend glasvezelnetwerk als nieuwe economische drager Als belangrijke economische drager en onderdeel van een concurrerende en innovatieve fysieke bedrijfsomgeving in Gelderland wordt het versneld aanleggen van een open, provinciedekkend en toekomstvast glasvezelnetwerk gezien.
11
Topell Nederland BV is een torrefactiefabriek die zich wel vestigen in Gelderland. Dankzij een zeer nieuwe techniek slaagt het bedrijf erin "biokolen" te produceren. 12 Nederland krijgt nieuwe energie voor welvaart en welzijn in de 21e eeuw. Een partijoverstijgend voorstel voor een Deltaplan Nieuwe Energie. 13 EIM 14 Provinciale Economische Verkenning 2015
12
Onderzoekers en stakeholders in Gelderland geven allen aan dat voor de toekomstige positie van het Gelders vestigingsklimaat van groot belang is om een optimale digitale infrastructuur te hebben. Deze lijn wordt in algemene zin voor alle regio’s onderschreven door de Europese Unie, rijksoverheid en het OESO. Wij hebben de afgelopen periode ondersteuning geleverd bij projecten gericht op vraagbundeling voor bedrijventerreinen voor breedband/glasvezel. Voor de strategische herijkingsvraag die voorligt voor innovatiebeleid is een beknopte analyse gemaakt op basis van de ontvangen adviezen voor het innovatiebeleid. Zie onderstaande tabel:
Innovatiebeleid: Verbeterpunten (uitvoering) beleid
-Inzetten van co-financieringsmiddelen voor beschikbare Europese innovatiebudget (EFRO, prioriteit 1) -Uitvoeringsvermogen realiseren voor Food Valley ambitie 2020 -Food, EMT en biobased economy bieden meer economische potentie; accent leggen op vermarkting en kennisvalorisatie -Health: verbinding zorg en technologie, meer focus realiseren m.b.v. speerpunten innovatie -Verbeterpunten uitvoeren GELDerland voor innovaties (zie EIMrapportage) -Meer bekendheid bij MKB genereren over MKBInnovatieinstrumenten -Meer regie en verbinding tussen de 3 Triangle clusters, waardoor projecten en economische ontwikkelingen elkaar versterken, bijvoorbeeld in een programmaontwikkeling ‘De Gezonde Mens’/maatschappelijke gezondheid.
Externe/Autonome kansen
-Noodzaak voor structurele inzet decentrale overheden voor innovatiebeleid -Benodigde bestuurskracht bij uitvoering Food Valley Ambitie 2020 -Versterken vestigingsklimaat o.a. met glasvezel -Verbinding HealthValley met andere clusters (medische technologie, farmaceutica) bottom up > Med Tech Highway -Investeren in integrale gebiedsontwikkeling bij clusters, mogelijkheden voor campusversterking (incubators, science park, fysieke en digitale bereikbaarheid) -Behoefte aan voorzieningen voor incubators voor EMT -Keteninnovatie mogelijkheden verkennen voor Maakindustrie grote unieke bedrijven en relatie met klein MKB -Behoefte aan gemeenschappelijke inzet regio, provincie, rijk voor (inter)nationale acquisitie nieuwe bedrijvigheid specifiek voor clusters
Externe/autonome bedreigingen
-Meer (gerichte) inzet nodig voor kennisvalorisatie -Eventueel wegvallen inzet rijksoverheid bij innovatiebeleid of zeer specifieke nationale ‘pieken’ -Onvoldoende kredietfaciliteiten voor (MKB)bedrijfsleven voor innovaties
3. Ruim baan voor ondernemen Binnen de actielijn Ruim baan voor ondernemen heeft het accent gelegen op het startersbeleid en het (regionale) arbeidsmarktbeleid. De Economische missies naar China zijn gecontinueerd en geëvalueerd.
13
De economische missies hebben -zo blijkt uit de recente evaluatie- direct en sterk bijgedragen aan de werkgelegenheid in Gelderland. In Gelderland zijn er in deze coalitieperiode –via Oost NV- 32 nieuwe bedrijven van buiten Gelderland gevestigd in 2007-2009. Wij hebben en blijven 15 ons inspannen voor het verminderen van de regeldruk. 3a.
Startersbeleid
Doelstellingen uit ‘Maak het in Gelderland’ Meer en betere starters 80 nieuwe technostarters in Food en HealthValley Doen we de goede dingen? Stand van zaken uitvoering startersbeleid Het startersbeleid in Gelderland verloopt succesvol. Er is in toenemende mate draagvlak voor het stimuleren van ondernemersvaardigheden bij gemeenten (45 nemen deel), 650 deelnemers 16 aan IkStartSmart. Uit de periodieke voortgangsrapportage van IkStartSmart (ISS) , en gesprekken met de Gelderse regio’s en experts op workshop startersbeleidbijeenkomst (bijlage 10) blijkt dat startende ondernemers die de IkStartSmart begeleiding hebben doorlopen meer kans hebben op een succesvolle onderneming. Tevens zijn in samenwerking met de stadsbanken microkredieten via ISS beschikbaar gekomen om startende ondernemers extra kredietfaciliteiten te verlenen, die in deze economische recessie niet meer bij andere banken terecht kunnen. Pluspunten uitvoering startersbeleid
-Investeren in coaching en ondernemersvaardigheden loont, waarbij de ruimte voor maatwerk voorop staat -Bijna alle Gelderse gemeenten nemen deel aan Ik Start Smart (ISS). Er staat een (bijna) provinciedekkende efficiënte ondersteuning voor startende ondernemers voor alle economische sectoren -Startende ondernemers die deelnemen aan ISS hebben meer kans op succesvolle onderneming
Welke kansen en bedreigingen, nieuwe ontwikkelingen zijn er voor startersbeleid? Gelderland heeft de aankomende jaren nieuwe bedrijvigheid en nieuwe ondernemers hard nodig om de economie weer op gang te krijgen. Zowel voor de innovatieclusters als voor het generieke MKB zal ondernemerszin en mogelijkheden voor ondernemen moeten worden gestimuleerd. In de adviezen die wij ontvangen hebben komen als ankerpunten naar voren: - het (blijven) ondersteunen en coachen van startende ondernemers voor het generieke MKB; - de integratie van ondernemerszin/-vaardigheden in het onderwijs; - het ondersteunen van voorzieningen voor Technostarters, bijvoorbeeld in de vorm van Incubators17 met specifieke technische faciliteiten (zoals laboratoria) op de zogenaamde campussen in de innovatieclusters en in algemene zin via bedrijfsverzamelgebouwen met extra faciliteiten voor startende ondernemers.
Startersbeleid: Verbeterpunten (uitvoering) beleid
-Versterken maatwerk bij startersbeleid, m.n. bij individuele begeleiding ondernemers (niet in procesmatige aanpak of andersoortige
15
Zo kan het ook... en beter! Veranderagenda. Taskforce deregulering provincie Gelderland (dec. 2008) IkStart Smart richt zich op coaching, training, netwerken en toegang tot financiering voor kansrijke startende ondernemers. Ook niet kansrijke starters worden geïdentificeerd. De Kamers van Koophandel voeren het project uit (www.ikstartsmart.nl) 17 Een incubator is een broedplaats (zowel qua huisvesting als begeleiding) voor ondernemers en ondernemingen, die tot doel heeft om veelal jonge startende bedrijven te ondersteunen om een gezonde, goed draaiende onderneming te worden. 16
14
startersprojecten) -(Nog) Meer bekendheid genereren voor ondersteuning starters bij starters zelf en gemeenten Externe/Autonome kansen
Externe/autonome bedreigingen
-Nog onvoldoende aandacht/ruimte voor ‘startende ondernemers’ die reeds 2-5 jaar aan de slag zijn, eventueel tegen bekostiging van ondernemers zelf Gemeenten zichtbaarder positioneren bij ondersteuning startende ondernemers -Nog onvoldoende aandacht voor ondernemersvaardigheden in het MBO
3b. Regionaal arbeidsmarktbeleid Doelstellingen uit ‘Maak het in Gelderland’ Minder knelpunten in de regionale afstemming vraag en aanbod arbeidsmarkt POA’s opzetten in Gelderse regio’s Arbeidsmarktinformatie Doen we de goede dingen? Stand van zaken uitvoering arbeidsmarktbeleid Eén van de grote uitdagingen voor de (kennis)economie is dat bedrijven, onderwijs en overheden samen zorgen dat geïnvesteerd wordt in de juiste kennis en vaardigheden. Belangrijkste speerpunten in het huidige Gelderse arbeidsmarktprogramma 2007-2011 zijn het stimuleren en ondersteunen van de Platforms Onderwijs Arbeidsmarkt in elke regio, het opzetten en uitvoeren van een regionaal arbeidsmarktprogramma en het realiseren van adequate arbeidsmarktinformatie. Pluspunten uitvoering arbeidsmarktbeleid
-Organiserend vermogen in de regio’s voor regionaal arbeidsmarktbeleid toegenomen (o.a. Platforms Onderwijs Arbeidsmarkt) -Inzicht in vraag-aanbod op de arbeidsmarkt en werkgelegenheidsontwikkeling (zowel provinciaal als regionaal) -Regionale arbeidsmarktprogramma’s zijn met name gericht op stimuleren van: arbeidsparticipatie, aanpak voortijdig schoolverlaten en aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt
Welke kansen en bedreigingen, nieuwe ontwikkelingen zijn er voor arbeidsmarktbeleid? Er komen dominante grote arbeidsmarktopgaven in de zorgsector (Health Valley) en ook de food/technologiesector (Food Valley). Ondanks de werkloosheidscijfers is er op dit moment een tekort aan voldoende gekwalificeerd personeel in deze sectoren en de instroom bij de opleidingen blijft ook achter bij de te verwachte vraag. Zonder acties van alle betrokken regionale partijen zoals gemeenten, UWV, werkgevers en opleidingsinstituten kan het personeelstekort een remmende werking krijgen op het realiseren van onze economische ambities. Door experts is aangedragen dat voor deze arbeidsmarktvraagstukken extra incentives nodig zijn. Bovenstaande partijen leggen niet automatisch, vanuit hun primaire taakopvatting, het accent op de opgaven voor de regionale kenniseconomie en de noodzakelijke sociale innovatie18 (vernieuwing van werkprocessen in bedrijven).
18 Sociale innovatie: vernieuwing van de wijze waarop het werk in ondernemingen is georganiseerd, en wel op een zodanige wijze dat zowel arbeidsproductiviteit als kwaliteit van de arbeid daarmee gebaat zijn.
15
Eind 2009 heeft SERGelderland in haar advies ‘Oost-Nederland aan de slag’ aan de provincies Gelderland en Overijssel aangegeven dat de regionale platforms in Gelderland en Overijssel, die met provinciale ondersteuning zijn opgezet, hun bestaansrecht hebben bewezen en het regionale arbeidsmarktbeleid bijdraagt aan het functioneren van de regionale economie. Op basis van de adviezen en gesprekken met de regio’s kan de volgende analyse worden gemaakt: Arbeidsmarktbeleid: Verbeterpunten (uitvoering) beleid
-Arbeidsmarktvraagstukken onvoldoende gekoppeld aan opgaven regionale kenniseconomie (zorgsector en technologie, maakindustrie) -Te weinig aandacht voor sociale innovatie
Externe/Autonome kansen
-Incentive van buiten de regio nodig om gemeenten overheid, ondernemers en onderwijs tot samenwerking te (ver)leiden voor aanpak regionale arbeidsmarktproblemen (onvoldoende aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt, en o.a. tekorten in de zorg, en techniek) en daarbij ook vooruit te kijken -Zorgsector maakt een transitie door naar andere beroepscompetenties (o.a. meer technologie in de zorg)
Externe/autonome bedreigingen
-Er is nog steeds een tekort aan voldoende gekwalificeerd personeel (zorg en techniek) en instroom bij opleidingen blijft achter bij vraag. -Omvang beroepsbevolking neemt af, terwijl -naar verwachting- de werkgelegenheidsgroei positief bijtrekt (zie ook bijlage 2 PEV).
4. Fysieke Bedrijfsomgeving In de actielijn Fysieke bedrijfsomgeving heeft het accent gelegen op de planning en programmering van nieuwe bedrijventerreinen en de revitalisering/herstructureringsopgaven. Integrale gebiedsontwikkeling is opgezet voor Food Valley, in de Food Valley ambitieschets 2020 en het concept werklandschappen middels pilots in de provincie. Doelstellingen uit ‘Maak het in Gelderland’ Intensivering revitalisering van bedrijventerreinen Continuering IZI en bedrijfsverplaatsingsbeleid Afronding glasvezelstrategie Inzetten parkmanagement voor duurzame energie en mobiliteitsmanagement Integrale gebiedsontwikkeling 4a. Doen we de goede dingen? Stand van zaken uitvoering fysieke bedrijfsomgeving: In de huidige bestuursperiode is in Gelderland ruim 1150ha aan bedrijventerreinen geherstructureerd. Hiermee is de collegedoelstelling van 1100 ha ruimschoots bereikt. De aanpak van herstructurering heeft landelijk een belangrijke impuls gekregen door de taskforce van Noordanus. In Gelderland is dit vertaald in een Gelderse aanpak voor herstructurering zoals beschreven in de statennotitie “Slimmer sturen, sneller schakelen”. In december 2009 heeft het IPO samen met het Rijk en de VNG het convenant Bedrijventerreinen ondertekend. Hierbij is de provincie aangewezen als systeemverantwoordelijke die moet toezien op een verantwoorde planning en programmering van bedrijventerreinen. De toepassing van de SERladder is vastgelegd in het ontwerp Algemene Maatregel van Bestuur Ruimte (AMvB-Ruimte). Provincies zijn verplicht deze vast te leggen in hun verordening. Het Rijk, het IPO en de VNG hebben in het convenant bedrijventerreinen afgesproken dat ze de SER-ladder als uitgangspunt hanteren.
16
Onze aanpak van de herstructureringsopgave gaat uit van het zo goed mogelijk faciliteren van waardeontwikkeling van bedrijfskavels door middel van de toepassing van de zogenaamde grondwaardekubus19. Om dit soort mogelijkheden te verkennen en processen hiervoor in gang te zetten wordt het A-team Herstructurering ingezet. Pluspunten uitvoering beleid fysieke bedrijfsomgeving
-Al ruim 1.150 hectare bedrijventerrein gerevitaliseerd of in uitvoering -Gelderse aanpak bedrijventerreinen vastgesteld en goed doordacht -Procesregisseurs herstructurering („A-team”) aanwezig -Lange samenwerking met en in de regio’s in heel Gelderland (100% dekking) -Grondwaardekubus: vastgoedbenadering; -Innovaties: regionaal bedrijventerreinen H2O en West-Achterhoek -Nieuwe herstructureringsopgave in beeld -EPO’s in alle regio’s vastgesteld
4b.
Welke kansen en bedreigingen, nieuwe ontwikkelingen zijn er voor fysieke bedrijfsomgeving? Een belangrijke nieuwe uitwerking van het Convenant Bedrijventerreinen Rijk/IPO/VNG is het Provinciaal Herstructurerings Programma 2010-2013 (PHP). Dit PHP is in 2010 door het ministerie VROM ambtelijk goedgekeurd. Uit de opgave van gemeenten blijkt dat de Gelderse herstruc20 tureringsopgave t/m 2013 circa 1162 ha bedraagt . Voor de dekking van het PHP t/m 2013 heeft het Rijk een bedrag van € 12,6 mln ter beschikking gesteld. In juni wordt de Structuurvisie ‘Bedrijventerreinen en werklocaties’ ter goedkeuring aan PS aangeboden. De (ontwerp) Structuurvisie rust op twee belangrijke pijlers, namelijk meer grip op de planning en regionale programmering van bedrijventerreinen en het verbeteren van de kwaliteit van bestaande en nieuwe locaties. De vraag in het kader van de herijking sociaal-economisch beleid is welke majeure revitaliseringsopgaven voor de toekomstige periode voor Gelderland worden opgepakt, inclusief de koppeling tussen ‘oude’ en nieuwe bedrijventerreinen. Consultatie bij gemeenten, regio’s en stakeholders leveren in het kort de volgende inzichten op: Fysieke bedrijfsomgeving: Verbeterpunten (uitvoering) beleid
-Gelderse Aanpak Bedrijventerreinen beter bekend maken -Formuleren targets of concrete streefbeelden in afstemming met de regio. Strakkere regionale programmering -Meer sturing op vastgoedwaarde (inzet grondwaardekubus gemeenten) -Meer koppelingen leggen met innovatiebeleid, duurzame inrichting bedrijventerreinen en toepassing andere functies (wonen, werken, zorg, leren etc.) op bedrijventerreinen -Provincie en gemeenten betrekken ondernemers / gebruikers meer bij herstructurering
Externe/Autonome kansen
-Structuurvisie ‘Bedrijventerreinen en werklocaties’: gebruik maken van sturingsinstrumenten -Koppeling tussen beleid fysieke bedrijfsomgeving en innovatie (campusontwikkeling, incubators etc.)
19
De grondwaardekubus verbeeldt de maximaal 6 levenscycli die een bedrijfskavel kan doorlopen. Hij is gebaseerd op de grondwaardetheorie, die zegt dat de grondwaarde wordt bepaald door de toegevoegde waarde die de functie genereert die erop is gevestigd, en op de alledaagse praktijk van de bedrijvendynamiek. Zie ook: PS 2007-022414. 20 Voor de periode 2013-2020 hebben gemeenten nog voor 600 ha bedrijventerrein plannen voor herstructurering.
17
-Mogelijkheden voor versterking economische positie Rivierenland voor verwerking goederenvervoer, watergebonden bedrijvigheid (ontwikkeling A15-corridor) -Nog geen aandacht voor het ‘nieuwe werken’ (o.a. thuiswerken, 24uurseconomie, andere combinaties van wonen, werken, onderwijs en zorg) Externe/autonome bedreigingen
-Overcapaciteit kantorenmarkt -Kennisniveau over bedrijventerreinen is versnipperd en wisselend. Provincie/Oost NV kan rol vervullen bij uitdragen aanwezige kennis
Een nadere toelichting hierop, o.a. op basis van het STECadvies: -Strakkere regionale programmering Belangrijke doelstelling van het nationale convenant bedrijventerreinen en de Structuurvisie bedrijventerreinen is een meer regionale planning en programmering van bedrijventerreinenlocaties. De bedrijventerreinenmarkt is regionaal en gemeenten moeten daarin regionaal samenwerken. De rol van de provincie is om hiervoor duidelijke kaders (TM-scenario, regionale vraagaanbod confrontatie, afspraken over gezamenlijke planning en kwaliteiten) te stellen en regio’s hierop aan te spreken. Uit het advies van STECgroep blijkt dat Gelderland voor professionele vastgoedontwikkelaars en beheerders vaak onaantrekkelijk is door de concurrentie op grondprijzen en veelal ruime programmering op nieuwe terreinen. Wij willen voorkomen dat er een overaanbod van (monofunctionele) terreinen ontstaat, terwijl elders bestaande terreinen verloederen (zie ook Gelderse aanpak bedrijventerreinen). Hierbij kiezen wij voor regionale programmering met een gecombineerde aanpak van verouderde terreinen en uitleg van nieuwe terreinen, zowel in hectaren als geld (voorbeeld West-Achterhoek). Op basis van de landelijke afspraken in het Convenant bedrijventerreinen gaan wij, als bestuurlijk regisseur voor bedrijventerreinen, in partnerschap met de regio’s concrete afspraken maken over de regionale planning, programmering en herstructurering van bedrijventerreinen (inclusief financiële investeringsparagraaf) en werklocaties. Daarvoor is in de Structuurvisie bedrijventerreinen een nota van uitgangspunten en onderwerpen opgenomen die instructie geeft aan de nieuwe gezamenlijke regionale afspraken tussen regio, gemeenten en provincie. -Formuleer duidelijke doelen Gemeenten vinden het nu nog te onduidelijk wanneer wij tevreden zijn over hun prestaties. ‘Wanneer doen we het goed’ geven zij aan. Daarvoor is het belangrijk dat de Structuurvisie ‘Bedrijventerreinen en werklocaties’ een helder beleidskader geeft. En vervolgens dat bij de regionale uitwerking van dit beleid bestuurlijke afspraken gemaakt worden tussen de samenwerkende gemeenten in de regio en de provincie. Voornemen is dat deze afspraken worden vastgelegd in een ‘regionaal programma bedrijventerreinen’, die tweezijdig bestuurlijk worden vastgesteld. -Betrek de markt bij de uitvoering van de herstructureringsopgave. De komende jaren (tot en met 2013) moet er nog 1162 ha worden aangepakt. Wij gaan daarbij door het hanteren van de grondwaardekubus21 van een sterke betrokkenheid van lokale ondernemers en marktpartijen. Dat lukt alleen wanneer er in elke regio een marktconforme planningsen programmeringssystematiek wordt gehanteerd. -Maak beter gebruik van de sturingsinstrumenten Geld blijft altijd een belangrijke prikkel om partijen in beweging te krijgen. Hiervoor moeten duidelijke voorwaarden aan subsidies worden verbonden. Dit geldt voor ruimteclaims. Ontwikkelingen worden alleen toegestaan mits aan voorwaarden wordt voldaan. Dit betekent ook dat er daadwerkelijk plannen zullen worden tegengehouden die niet voldoen aan de uitgangspunten van de ‘Gelderse aanpak bedrijventerreinen’. Beloning kan worden gevonden in het koppelen van andere beleidsvelden en investeringstrajecten op het gebied van infrastructuur of woningbouw. 21 De grondwaardekubus verbeeldt de maximaal 6 levenscycli die een bedrijfskavel kan doorlopen. Hij is gebaseerd op de grondwaardetheorie, die zegt dat de grondwaarde wordt bepaald door de toegevoegde waarde die de functie genereert die erop is gevestigd, en op de alledaagse praktijk van de bedrijvendynamiek. Zie ook: PS 2007-022414.
18
-Zorg voor een kwaliteitsimpuls en duurzame inrichting bedrijventerreinen Regio’s moeten zich beraden op de vraag welke locaties met welke economische en ruimtelijke kwaliteiten zich op welke plek het best tot hun recht komen. Om de markt goed te faciliteren is belangrijk dat elke regio beschikt over verschillende locaties. Partijen adviseren ons om duurzaamheid als kwaliteitsdrager bij de inrichting van bedrijventerreinen op te nemen in de verdere afspraken met de regio’s (vergroening en duurzaam beheer terreinen). Daarmee kunnen grootschalige (en dure) herstructureringsprojecten op termijn van sterk verouderde bedrijventerreinen mogelijk voorkomen, als er meer wordt geïnvesteerd in het op peil houden van de openbare ruimte in en rond bedrijventerreinen. Via subsidies en begeleiding kan dit meer dan nu worden bereikt -Leg link met innovatie Een essentiële voorwaarde voor de vestiging van R&D-centra en kenniswerkers zijn campussen. De aandacht en uitvoering van het beleid richt zich tot nu toe te weinig op het faciliteren en ondersteunen van dit type ontwikkelingen. Werklocaties zijn er in steeds meer verschillende verschijningsvormen en voor het behoud van hoogwaardige kenniswerkers is een sterke regionale industrie en goede locaties noodzakelijk waarin open innovatie tussen bedrijven, en kennisinstellingen nog meer dan nu in Gelderland kan plaatsvinden. -Kantoren zijn een economische factor Wij zijn geadviseerd door Gelderse gemeenten en SERGelderland om te anticiperen op de overcapaciteit in de kantorenmarkt. Recentelijk is in het ontwerp van de AMvB-Ruimte opgenomen dat de SER-ladder tevens toegepast dient te worden voor kantoren. In de Structuurvisie ‘bedrijventerreinen en werklocaties’ wordt de toepassing van de SER-ladder voor kantoren als doelstelling van beleid overgenomen. De economische crisis is niet de oorzaak van de leegstand in de kantorenmarkt, deze leegstand was grotendeels al voor de crisis aanwezig. De leegstand is structureel van aard. Gemeenten kijken bij de planning van kantoren vaak niet verder dan de gemeentegrens, waardoor de kantorenmarkt (die grotendeels ook een regionale markt is) kampt met overcapaciteit en leegstand. Een andere belangrijke trend bij kantoren is dat de behoefte aan kantoorruimte (door flexwerken, thuiswerken en de toename van informele werkplekken) de komende jaren afneemt. -Logistiek/watergebonden bedrijvigheid Rivierenland In de Gebiedsagenda Oost-Nederland/MIRT is de A15-corridor (inclusief Waal en Betuweroute), die de Rotterdamse haven verbindt met het Duitse achterland opgenomen als verbinding van cruciaal economisch belang. In het programma Waalweelde wordt ook gekeken naar de mogelijkheden om de watergebonden bedrijvigheid en containeroverslag te versterken. De verwachting is dat het goederenvervoer over de weg het komende decennium fors gaat toenemen, wat zal leiden tot verdere congestie op onder meer de A15 en nadelige effecten heeft op milieu en klimaat. Er lijken goede mogelijkheden te zijn voor een modalshift van weg naar water en spoor, waardoor de problemen van congestie, milieu en klimaat kunnen worden beperkt, maar bovendien biedt dit nieuwe economische kansen voor de regio. De regio Rivierenland heeft op eigen 22 initiatief de kansen en bedreigingen voor natte bedrijvigheid onderzocht , met onder andere als conclusie dat ‘..multimodaliteit, stimulering van vervoer over water, een (bestuurlijke) keuze is waarbij provincie, regio en gemeenten een eigen rol vervullen. Het belang van bereikbaarheid van de regio Rivierenland en de aard van de maatregelen die nodig zijn om bereikbaarheid te handhaven, overstijgt het belang van de regio zelf. Hier ligt (ook) een duidelijke rol voor de landelijke en met name de provinciale overheid’. De regio heeft in een bestuurlijke overleg Economische zaken in het najaar 2009 aan de provincie gevraagd om een regierol op te pakken als het gaat om het verkennen van de economische kansen voor Rivierenland voor goederenvervoer en verwerking containerstromen uit mainport Rotterdam. Wij gaan de economische potentie voor A15corridor, conform afspraken Gebiedsagenda Oost-Nederland, verkennen.
22
Rapportage K+V, in opdracht van STER Rivierenland, Quick scan natte bedrijventerreinen Rivierenland (september 2009)
19
Binnen het kader van het MIRT, samen met rijk (V&W, EZ, LNV en VROM) en de regio’s Rivierenland en Stadsregio Arnhem-Nijmegen willen wij de mogelijkheden van een modal shift en de economisch-ruimtelijke vertaling daarvan nader onderzoeken. Deze verkenning kan een bouwsteen vormen voor de nieuwe periode voor het sociaal-economisch beleid en de uitwerking van de Structuurvisie ‘Bedrijventerreinen en werklocaties’ en programma Waalweelde. 5. Vrijetijdseconomie In de actielijn Vrijetijdseconomie heeft het accent gelegen op de marketing en promotie van de Gelderse toeristische regio’s, de doorontwikkeling van een complementaire toeristische organisatiestructuur, stimuleren van routenetwerken, Groei en Krimp op de Veluwe en het stimuleren van innovatie in de sector. Vanwege de recente start van het Uitvoeringsprogramma Vrijetijdseconomie 2009-2012 ‘Groeten uit Gelderland’ en de daarvoor gemaakte SWOT-analyse van de vrijetijdseconomie in Gelderland heeft er nu geen beleidsevaluatie plaatsgevonden. Wel schetsen we in het onderstaande de impact van de economische recessie voor de vrijetijdseconomie. Doelstellingen uit het uitvoeringsprogramma ‘Groeten uit Gelderland’ 2009-2012, met onder andere als nieuw element de regionale beeldverhalen: Gebiedsgerichte aanpak; de regio centraal Ondernemen in Gelderland Basisinfrastructuur en -voorzieningen Marketing en promotie ICT en vrije tijd 5a. Doen we de goede dingen? Stand van zaken vrijetijdseconomie In totaal werken in Gelderland in 2009 55.300 personen in de vrijetijdssector. In 2009 had 5,7% van alle banen in Gelderland te maken met de vrijetijdseconomie. De werkgelegenheid is in het verleden in de vrijetijdssector harder gegroeid dan de totale werkgelegenheid. Het aantal banen in de vrijetijdssector is in de periode 2005-2009 gemiddeld met 2,1% per jaar toegenomen in Gelderland. De totale werkgelegenheid groeide in de provincie gemiddeld met 1,6% per jaar. T.o.v. 2008 is overigens het afgelopen jaar de werkgelegenheid zowel in de vrijetijdseconomie als bij het totaal van de Gelderse werkgelegenheid licht gedaald (-0,6% versus -0,7%). De bestedingen van vrijetijdsactiviteiten ondernomen in Gelderland bedragen in 2008-2009 bijna 2,5 miljard euro. Het betreft alle (dag) recreatieve activiteiten die worden ondernomen buiten de eigen woning (uitstapjes) waarbij men minimaal een uur van huis is. In 2008-2009 werden in Gelderland ruim 158 miljoen recreatieve activiteiten buitenshuis ondernomen. Gelderland neemt met een marktaandeel van 11,5% hierbij de vierde plek in van alle provincies voor wat betreft het totale aantal vrijetijdsactiviteiten in Nederland. 23 In Gelderland is het aantal toeristische vakanties in 2009 met 5,3 % gestegen t.o.v. 2008 . Landelijk is er een stijging te zien van 2,2 %. Mede verklaring voor de groei is het relatief mooie zomerweer en de economische crisis die er toe leidde dat Nederlanders de vakantie wat dichter bij huis zijn gaan vieren. In 2009 werden bijna 2,3 miljoen toeristische vakanties doorgebracht in Gelderland. Als we de vakanties op vaste standplaatsen meerekenen bedraagt het totaal aantal binnenlandse vakanties in Gelderland ruim 3 miljoen. De Veluwe is nog steeds nummer twee in de lijst van toeristische bestemmingen, achter de Noordzeebadplaatsen. De totale bestedingen aan binnenlandse toeristische vakanties namen in Gelderland met 9% toe tot 392 miljoen euro; nationaal bedroeg de toename van de bestedingen bijna 4% tot een niveau van 2,5 miljard euro. Gelderland beschikt over prachtig landschap en natuur, die ook aantrekkelijk zijn voor de toerist. Aan de andere kant beperkt de aanwezigheid van de natuur ook de mogelijkheden voor ondernemers.
23
Continu Vakantie Onderzoek (2009)
20
Het project Groei en Krimp heeft tot doel, rekening houdend met de eisen voor natuur en landschap, kwaliteitsverbetering van de verblijfsrecreatie mogelijk te maken. Duurzame (verblijfs)recreatie in de natuur en in aantrekkelijke stedelijke gebieden past ook in de behoefte en beleving van de huidige toerist. Kwaliteitsimpulsen en innovatie in de toeristische sector moet ook tot stand komen via de beeldverhalen die in ontwikkeling zijn. Op de Veluwe is in 2009 gestart met het opzetten van een beeldverhaal. Met de beeldverhalen ontwikkelen regionale overheden en marktpartijen een gewenst toeristisch toekomstbeeld voor de regio. Deze geeft richting aan de toeristisch-recreatieve ontwikkeling van de regio en aan productontwikkeling door ondernemers. In maart 2010 is een eerste concept beeldverhaal Veluwe gepresenteerd. In de andere Gelderse toeristische regio’s, Achterhoek, Rivierenland, Arnhem-Nijmegen, gaan we ook aan de slag met de beeldverhalen, waarbij per regio een passende aanpak wordt gekozen. 5b.
Welke kansen en bedreigingen, nieuwe ontwikkelingen zijn er voor de vrijetijdseconomie? Uit cijfers, analyse en consultatie met de regio’s blijkt dat er draagvlak is bij het bedrijfsleven, Recron, RGV en lokale overheden voor de uitvoering van het beleid voor vrijetijdseconomie. Fietsknooppunten, bruine bebording, marketing en promotie, regionale toeristische projecten (o.a. via de regiocontracten) zijn zichtbaar in de Gelderse regio’s en leveren positieve economische effecten. Aandachtspunten van het bedrijfsleven en regio’s zijn de integrale uitvoering van het vrijetijdseconomiebeleid (o.a. combinatie economie, natuur, landschap en cultuur). De toerist 24 van nu kiest voor authentieke, innovatieve producten of belevingen. Ten behoeve van de uitvoering van het vrijetijdseconomiebeleid wordt ons geadviseerd om te blijven investeren in een aantrekkelijk landschap, het stimuleren van routes en meer gericht het stimuleren van innovatie in het bedrijfsleven en marketing en promotie. Vooral de mogelijkheden voor het realiseren van kwaliteitsimpulsen en innovaties in recreatieve bedrijven wordt als knelpunt ervaren. Het gaat daarbij zowel om de financiële (on)mogelijkheden die er zijn voor bedrijven om investeringen te kunnen doen, als de initiële kosten voor een bedrijf om uitbreiding of functieverandering mogelijk te maken op de desbetreffende locatie met betrekking tot bv. vergunningen. Daarbij worden ook de administratieve lasten genoemd voor het bedrijfsleven. Uit eerdere reacties vanuit het bedrijfsleven blijkt dat de ruimtelijke beperkingen een grens stellen aan de mogelijkheden tot kwaliteitsverbetering. SERGelderland adviseert ons om de ruimtelijke beperkingen (in het Streekplan) die er nu zijn voor recreatiewoningen los te laten om de gewenste innovatie die voor de vrijetijdseconomie gewenst is mogelijk te maken. 6. Tot slot. Gelderse economie 2015: focus op de regionale ontwikkelingen Naar verwachting zal de Gelderse economie in 2015 weer de consequenties van de economische recessie te boven zijn. Echter, dit gaat niet zonder de structurele inzet van vele partijen. Zoals uit het voorgaande blijkt is een continue investering in de regionale kenniseconomie van alle economische stakeholders noodzakelijk om de bedrijvigheid en werkgelegenheid te behouden en te stimuleren. De nadrukkelijkere koppeling die gelegd kan worden tussen innovatiebeleid, de regionale arbeidsmarkt, de fysieke bedrijfsomgeving en het vestigingsklimaat heeft ook een positief effect op de toekomst van andere maatschappelijke thema’s, zoals andere economische dragers op het platteland, aanpak krimp (beroeps)bevolking en toenemende vraag naar zorg. De beoogde inzet voor revitalisering van bedrijventerreinen draagt bij aan de doelstellingen voor een zorgvuldig ruimtegebruik. Een goede inpassing en herstructurering van bedrijventerreinen wordt mogelijk gemaakt doordat in de Structuurvisie ‘Bedrijventerreinen en werklocaties’ criteria zijn genoemd over duurzame inrichting van bedrijventerreinen. Daarnaast is er sprake van een wederkerige relatie tussen (vrijetijds- en creatieve) economie en cultuur.
24
Voorbeeld is de hotelsuite in een voormalig DDRregeringsvliegtuig in Teuge.
21
Het vestigingsklimaat kan gunstig worden beïnvloed door de aanwezigheid van hoogwaardige culturele voorzieningen en een aantrekkelijk landschap om in te recreëren. De vrijetijdseconomie is een sector die in toenemende mate werkgelegenheid creëert voor Gelderland. Het zijn –in de globaliserende economie- steeds meer de regionale omstandigheden die het verschil maken in de kwaliteit van het ondernemersklimaat en het regionale vestigingsklimaat. Essentieel hierbij zijn een goede fysieke en digitale bereikbaarheid, een innovatieve en internationaal georiënteerde werkomgeving, beschikbaarheid van een glasvezelnetwerk in de gehele provincie, beschikbaarheid van kwalitatief hoogwaardige bedrijventerreinen en werklocaties, een aantrekkelijk woonklimaat, maar ook een goed bij de behoeften van het bedrijfsleven aansluitende arbeidsmarkt. 7. Vervolgstap Zoals gezegd willen wij eerst de discussie en besluitvorming afronden met betrekking tot de bezuinigingsvoorstellen die in uw Staten op 30 juni a.s. plaatsvindt. Daarna willen we de visie op de kerntaken van de provincie, inclusief de financiële randvoorwaarden verbinden aan de bovengenoemde externe advisering en economische ontwikkelingen voor het sociaal-economisch beleidsveld. Het derde deel van de Herijking Sociaal-economisch beleid, het `vooruitkijken' naar 2015, staat gepland voor najaar 2010. Wij vernemen graag uw mening over deze statennotitie ‘Herijking Sociaal-economisch beleid’ en verzoeken u hieromtrent in de Commissie Mobiliteit en Economische Zaken overleg te voeren.
Arnhem, 25 mei 2010 - zaaknr.2010-008712 Gedeputeerde Staten van Gelderland J.J.W. Esmeijer - Plv. Commissaris van de Koningin drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris
+++++
22
Bijlagen: 1. Monitor resultaten en beleid Sociaal-economisch beleid 2007-2009 2. Provinciale Economische Verkenning 2010-2015. Bouwsteen voor de herijking van het Sociaal Economische Beleid (maart 2010) 3. Diverse ingewonnen adviezen (ook online raadpleegbaar op 4. www.gelderland.nl/herijkingeconomie): 5. Stec Groep, Notitie Uitvoeringskracht werklocaties provincie Gelderland (april 2010) 6. Science Works, Expert Studie naar het innovatiebeleid (april 2010) 7. EIM, Innovatiekracht van het MKB in Gelderland. Herijking instrumentarium 2010 (mei 2010) 8. De Buck, Clusters en Campussen in Oost-Nederland, deelrapport Gelderland (mei 2010) 9. SER Gelderland/Overijssel, Oost-Nederland aan de slag. Advies arbeidsmarktbeleid (december 2009) 10. SER Gelderland, Advies herijking sociaal-economisch beleid (april 2010) 11. Verslag Workshop Startersbeleid 10 maart 2010 12. Integraal verslag regiogesprekken Sociaal-economisch overleggen 1e/2e kwartaal 2010 13. WUR, J.Sanders, E.v.Seventer, J.Sluijsmans, Biobased economy, ontwikkelingen en kansen voor de Gelderse economie (mei 2010) Afkortingenlijst: ACT AMVB CPBEMT EPO FV HBO ISS IZI LISA MBO MKB MIRT PHP PIDON POA PPM RGV RCT R&D TIFN TM UMCN WUR ZZP
Achterhoeks Centrum voor Technologie Algemene Maatregel van Bestuur Centraal Plan Bureau Energie- en Milieutechnologie Economisch Programmerings- en Ontwikkelingsdocument bedrijventerreinen Food Valley Hoger Beroepsonderwijs Ik Start Smart Inpassing Zware Industrie Landelijk Informatiesysteem Arbeidsmarkt Middelbaar Beroepsonderwijs Midden en Kleinbedrijf Meerjarig Investeringskader Ruimte en Transport Provinciaal Herstructurerings Programma 2010-2013 Pieken in de Delta Oost-Nederland Platform Onderwijs Arbeidsmarkt Provinciale Participatie Maatschappij Oost-Nederland Recreatie Gemeenschap Veluwe Regionale Centra voor Technologie Research & Development Top Institute Food and Nutrition Transitional Market (zie ook provinciale publicatie ‘Hedenmorgen 2040’) Universitair Medisch Centrum Nijmegen Wageningen UR Zelfstandige Zonder Personeel
23