Jaargang 13 · N° 1 · Lente 2014 ISSN 2033-7639
In deze editie:
Reprografie
Het standpunt van Reprobel
1
Wetgeving, rechtspraak en commentaar
2
Technologie 4 Nieuws uit de sector
Het standpunt van Reprobel
6
Een nieuwe lente, maar zonder een nieuw geluid. Ondanks de inspanningen van de bevoegde minister Vande Lanotte, zijn Kabinet en de federale administratie Economie is er ook in de vorige legislatuur (vóór de federale verkiezingen van 25 mei 2014) geen nieuw Koninklijk Besluit op de reprografie tot stand gekomen, al heeft het weinig gescheeld. Dat KB moet niet alleen de reprografieregeling actualiseren – wat recent met de thuiskopie wél is gebeurd - het dient ook de onderliggende wetgeving van eind 2012 in werking te doen treden. Die wetgeving breidt de reprografieregeling uit tot prints (door een ‘evenredige vergoeding’ op dit type reproducties) en printers (door een ‘forfaitaire vergoeding’ op dit type apparaten). Vandaag staat de Belgische reprografieregeling nog steeds op gespannen voet met het Europese recht en met een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie van medio 2013, vermits ze nog steeds beperkt is tot fotokopieën en tot apparaten waarmee die fotokopieën kunnen worden gemaakt. En dat terwijl de deadline voor omzetting van de Europese Richtlijn 2001/29 inmiddels al meer dan elf jaar (!) is verstreken. Dit dossier moet dus prioritair op de tafel van de nieuwe minister van Economie belanden, zodat de rechthebbenden – auteurs en uitgevers – eindelijk krijgen waarop ze recht hebben.
Colofon 7 Reprobel in cijfers
8
De laatste tien jaar is het aantal fotokopieën van auteursrechtelijk beschermde werken lichtjes gegroeid (van 1,7 miljard per jaar in 2002 tot 1,9 miljard per jaar in 2013). Daarbovenop worden op jaarbasis ook meer dan 2,5 miljard prints van beschermd werk gemaakt, die tot nu onvergoed zijn gebleven. Bovendien wordt meer dan een derde van de reproducties van beschermd werk in de thuisomgeving genomen. De Belgische wetgeving op reprografie en de bijhorende vergoeding blijven echter blind voor die dubbele evolutie, met een miljoenenverlies voor auteurs en uitgevers tot gevolg. Die situatie is niet langer houdbaar en doet ernstig tekort aan de tienduizenden auteurs en de honderden uitgevers, die via creatie en (re)productie van creatieve content, een belangrijke motor van de kenniseconomie zijn. Dit verlies wordt nog vergroot doordat het bestaande reprografiesysteem massaal wordt misbruikt door een deel van de importeurs van reproductietoestellen, die systematisch toestellen in de laagste snelheidscategorie blijven aangeven en dus enkel de laagste vergoeding afdragen, op dit ogenblik ongeveer 5 EUR per toestel. Deze wanpraktijk leidt niet alleen tot rechtsonzekerheid en een massa gederfde inkomsten voor de rechthebbenden maar dwingt Reprobel ook tot lange en dure rechtszaken. Ook de eerlijke concurrentie tussen de importeurs van apparaten onderling wordt grondig verstoord. Het is dus de hoogste tijd voor een nieuw KB op de reprografie dat een afdoend antwoord biedt op de praktijk van reproducties van beschermde werken op papier en dat een passende en toereikende vergoeding voorziet om het economisch nadeel dat auteurs en uitgevers lijden door het fotokopiëren en uitprinten van hun werken te compenseren. In de nieuwe legislatuur is een voorlopige oplossing onaanvaardbaar: de situatie moet ten gronde en op korte termijn worden uitgeklaard en afgerond. Een KB dat rechtszekerheid, gebruiksgemak en billijke tarieven voor de eindgebruikers biedt, maar ook een globale enveloppe die het nadeel voor de rechthebbenden volledig vergoedt, zodat België eindelijk aan zijn Europeesrechtelijke resultaatsverbintenis voldoet. Reprobel doet dan ook een dringende oproep aan de politieke beleidsmakers in dit land, en in het bijzonder aan de bevoegde minister, om de blinde vlek van de reprografie in het domein van het auteursrecht ongedaan te maken. Een land dat zijn kenniseconomie ernstig neemt en dat beweert in te zetten op creatie en innovatie, kan auteurs en uitgevers niet blijven(d) in de kou laten staan. Een nieuw KB op de reprografie moet dan ook bovenaan het prioriteitenlijstje van de nieuwe minister van Economie staan.
Benoît Proot en Kurt Van Damme, Algemene directie van Reprobel
2
Het standpunt van Reprobel
Wetgeving, rechtspraak en commentaar
Digitale onderwijsuitzondering
Thuiskopieregeling dekt alleen kopieën uit een legale bron, zegt het Europese Hof
Naast de reprografie ligt nog een ander belangrijk dossier op de minister van Economie te wachten. Sinds 1998 bestaat al een uitzondering op het auteursrecht die de digitale kopie van beschermde werken voor onderwijsdoeleinden toelaat. In 2005 werd een nog ruimere uitzondering ingevoerd die de digitale mededeling van die werken toelaat via beschermde netwerken van scholen, hogescholen en universiteiten. Het is medio 2014 echter nog steeds wachten op een vergoedingsregeling voor auteurs en uitgevers voor die uitzonderingen, terwijl de Auteurswet duidelijk in een verplichte compensatie voorziet. De verwachting is reëel dat deze digitale handelingen op massale schaal plaatsvinden in het onderwijs en voor wetenschappelijk onderzoek, zodat het economisch nadeel voor auteurs en uitgevers ook in dit domein in de miljoenen euro’s per jaar loopt.
In een arrest van 10 april 2014, in de zaak ACI Adam v. Stichting de Thuiskopie e.a. (C-435/12), oordeelde het Hof van Justitie van de Europese Unie dat de thuiskopieregeling alleen kopieën uit een ‘geoorloofde’ (dus legale) bron kan dekken en vergoeden. Het Hof overwoog met name dat in een stelsel dat geen onderscheid maakt tussen kopieën uit een geoorloofde bron en kopieën uit ongeoorloofde bron “de veroorzaakte schade, en dus het bedrag van de billijke compensatie die aan de ontvangers is verschuldigd, immers (wordt) berekend op grondslag van de aan auteurs toegebrachte schade, zowel veroorzaakt door reproducties voor privégebruik die zijn vervaardigd uit een geoorloofde bron, als veroorzaakt door reproducties die zijn vervaardigd uit een ongeoorloofde bron. Het aldus berekende bedrag wordt vervolgens uiteindelijk doorberekend in de prijs die de gebruikers van beschermd materiaal betalen op het moment waarop aan hen installaties, apparaten en dragers ter beschikking worden gesteld waarmee privékopieën kunnen worden vervaardigd. Alle gebruikers die dergelijke installaties, apparaten en dragers verwerven, worden dus indirect bestraft aangezien zij – doordat zij de lasten dragen van een vergoeding die wordt vastgesteld zonder dat er rekening mee is gehouden of de bron waaruit dergelijke reproducties zijn vervaardigd, al
VEWA, de beheersvennootschap die meer dan 4.000 educatieve en wetenschappelijke auteurs vertegenwoordigt, heeft eerder al in het dossier van het openbaar leenrecht de kat de bel aangebonden. Op haar aansturen heeft het Hof van Justitie van de EU de Belgische leenrechtregeling naar de prullenbak verwezen en kwam er eind 2012 een nieuw KB op het openbaar leenrecht, waarbij de betalingsvrijstelling voor educatieve en wetenschappelijke bibliotheken wel behouden bleef. De ernstige vertraging in het dossier van de digitale onderwijsuitzondering is, als tweede in de rij, dan ook onaanvaardbaar in een land dat er zich nochtans op beroept hoog te scoren in de PISA-rangschikkingen. Een beschaafd land en een kenniseconomie die naam waardig, moet ervoor zorgen dat auteurs en uitgevers van (overigens hoogwaardige) educatieve en wetenschappelijke content, afdoende worden vergoed voor het fotokopiëren, het afprinten, het digitaal kopiëren en het delen van hun werken. Op de nieuwe minister wacht dus de moeilijke maar dankbare taak om via een geïntegreerde, redelijke en billijke aanpak, twee belangrijke hangende dossiers (reprografie en digitale onderwijsuitzondering) zonder verder dralen op te lossen, met oog voor de bredere maatschappelijke context maar steeds met de billijke compensatie van de rechthebbende auteurs en uitgevers als eerste uitgangspunt. Dat is niet eens een politieke eis, maar een juridische verplichting ...
Prof. Dr. Roger Blanpain, Voorzitter VEWA
3
dan niet geoorloofd is – noodzakelijkerwijze meebetalen aan de compensatie van de schade die wordt veroorzaakt door uit een ongeoorloofde bron vervaardigde reproducties voor privégebruik die niet zijn toegestaan door richtlijn 2001/29, en aldus worden gedwongen om aanzienlijke extra kosten voor hun rekening te nemen teneinde privékopieën te kunnen vervaardigen die vallen onder de in artikel 5, lid 2, sub b, van deze richtlijn voorziene uitzondering.” Het is vooralsnog onduidelijk wat de positie van het HJEU over illegale reproducties – reproducties die worden gemaakt buiten het toepassingsgebied van een wettelijke uitzondering – is, maar uitsluitsel daarover zal worden gegeven in het arrest in de zaak Reprobel v. HP, dat eind 2014, begin 2015 te verwachten is.
Nederlandse staat door Hoge Raad veroordeeld voor te beperkte thuiskopieregeling In een arrest van de Hoge Raad der Nederlanden (te vergelijken met het Belgische Hof van Cassatie) van 7 maart 2014, werd een eerder arrest van het Gerechtshof in Den Haag van 27 maart 2012 bevestigd waarin de Nederlandse overheid – op verzoek van de Stichting Norma werd veroordeeld omdat ze de thuiskopieregeling ten onrechte niet heeft uitgebreid tot digitale audiospelers en videorecorders en ze alleen heeft beperkt tot cd’s en dvd’s. De Hoge Raad overwoog met name: “Uitgaande van de hiervoor in 4.3.1 weergegeven juiste rechtsopvatting over het doel van de regeling, heeft het hof zonder schending van enige rechtsregel kunnen oordelen dat, indien de heffingen waaruit de billijke compensatie wordt gefinancierd volledig op één of twee (in betekenis afnemende) dragers rusten en in het geheel niet op andere (in belang toenemende) dragers, niet kan worden gesproken van een coherent stelsel, nu in dat geval zonder goede reden – en dus op willekeurige wijze – de lasten eenzijdig worden gelegd op de gebruikers van cd’s en dvd’s. In het oordeel van het hof ligt besloten dat bovendien niet kan worden aangenomen dat de bestaande heffingen, waarvan de opbrengst door de zojuist geschetste ontwikkelingen en de bevriezing van de tarieven gestaag afneemt, nog steeds tot een billijke compensatie leiden. Het betoog van de Staat, dat in licenties reeds een vergoeding voor privékopieën kan zijn begrepen, leidt niet tot een ander oordeel. Gebruikers worden geacht alle functies van digitale audiospelers en digitale videorecorders te gebruiken. Daarom moet ervan worden uitgegaan dat gebruikers hun apparaten niet slechts gebruiken voor privékopieën ter zake waarvan zij een licentie hebben verkregen, maar dat zij hun apparaten mede gebruiken voor andere privékopieën.” Ook deze laatste overweging van de Hoge Raad is belangwekkend, omdat het argument van de gelicentieerde kopieën ook in het reprografiedossier opduikt.
Europese Richtlijn Collectief Rechtenbeheer gepubliceerd De nieuwe Europese Richtlijn op het collectief beheer van auteursrechten werd op 4 en 20 februari 2014 goedgekeurd door respectievelijk het Europese Parlement en de Europese Raad. De Richtlijn verscheen, als Richtlijn 2014/26/EU van 26 februari 2014, op 20 maart 2004 in
het Publicatieblad van de EU. De lidstaten hebben tot 10 april 2016 om hun nationale recht in overeenstemming met de Richtlijn – die onder meer inzet op een verhoogde transparantie - te brengen. In België werden in 2009 al nieuwe bepalingen in de Auteurswet ingevoerd die een dergelijk effect moeten sorteren. Het ter tafel liggende Wetboek van Economisch Recht (Boek XI, zie hieronder) gaat nog een stap verder in die richting.
Telex De wereld van het (collectieve) auteursrecht werd de laatste maanden overspoeld door belangwekkende Europese en nationale ontwikkelingen. Een kleine greep uit het ruime aanbod +++ In een arrest van 27 februari 2014, in de zaak C-351/12 met de wat moeilijk bekkende naam Ochranný svaz autorský pro práva k dílům hudebním o.s. (OSA) v Léčebné lázně Mariánské Lázně, oordeelde het HJEU dat een territoriaal monopolie van beheersvennootschappen naar geldend recht compatibel is met de vrijheid van dienstverlening, zij onder voorbehoud van misbruik van dominante positie bij de tariefbepaling +++ Nog in februari 2014 oordeelde het HJEU, in de zaak Svensson, dat hyperlinken naar content die al vrij op het internet beschikbaar is, toegelaten is, omdat daarmee geen nieuw publiek wordt aangeboord +++ Het eerder moeizaam tot stand gekomen rapport van Europees parlementslid Françoise Castex werd op 27 febuari 2004 dan toch goedgekeurd door het Europese Parlement. Het rapport beperkt zich finaal echter tot de thuiskopie, en handelt dus niet over de reprografie. Het is juridisch ook niet bindend. +++ Tot 5 maart 2014 konden stakeholders reageren op de publieke consultatie van de Europese Commissie over de herziening van de Europese auteursrechtelijke regels, die in december 2013 werden geïnitieerd. Ze blijken dat ook massaal te hebben gedaan. De stroom aan antwoorden moeten uiteindelijk uitmonden in een witboek tegen de zomer van 2014 +++ Over naar België. Op het ogenblik van afsluiting van de redactie van dit Bulletin lag Boek XI van het nieuwe Wetboek van Economisch Recht ter stemming in het federale parlement. Dat Wetboek heeft in hoofdzaak een codificatiedoel, maar de bepalingen inzake het statuut van en de controle op beheersvennootschappen werden andermaal aangescherpt. Onder meer een marktregulator voor beheersvennootschappen wordt in het vooruitzicht gesteld +++ En dan nog een reeks rapporten en studies om één en ander wat breder te kaderen +++ Op 16 december 2013 verscheen, op vraag van de Europese Commissie, een lijvig onderzoeksrapport van het Belgische advocatenkantoor De Wolf & Partners over de toepassing van de Richtlijn 2001/29 (die tot doel heeft het auteursrecht af te stemmen op de digitale wereld) +++ Nog in december 2013 verscheen een onderzoeksrapport van het Max Planck-instituut (gemandateerd door WIPO) over auteursrecht en mededingingsrecht +++ En een maand later verscheen een rapport van de Europese Commissie over auteursrechtelijke contractmodellen, waaraan ook het CRIDS in Namen heeft meegewerkt.
4
Technologie TECHNOLOGIE
3D-printers: hype of de volgende industriële revolutie? Je kunt tegenwoordig haast geen krant meer openslaan of je leest wel iets over 3D-printen. Is dit de zoveelste hype is die snel weer overwaait, of een nieuwe industriële revolutie die de manier waarop we dingen (re)produceren en kopen revolutionair zal veranderen? Alles begint met een digitaal ontwerp van wat je wilt printen in 3D. Dit ontwerp kan op twee manieren worden gemaakt: met specifieke design software (denk aan AutoCAD, Rhinoceros of SolidWorks) of met een 3D-scanner. De 3D-printer print het ontwerp vervolgens laagje per laagje af. Voor het printen zelf zijn er in essentie drie basistechnologieën beschikbaar: snel stollende gesmolten of semivloeibare materialen, fotopolymeren die stollen wanneer ze worden blootgesteld aan een laser- of andere lichtbron, en een techniek op basis van verlijmd of samengesmolten poeder. 3D-printen was in de opstartfase gericht op professioneel gebruik. Denk aan prototypes en preproductie, maar evengoed aan mallen en gietvormen. Zelfs levend weefsel kan tegenwoordig al worden geprint in 3D. Intussen zijn er ook (relatief) betaalbare toestellen voor thuisgebruik op de markt. Onder meer HP overweegt toestellen voor particuliere gebruikers op de markt te brengen. Het marktbureau IDC voorspelt een verdrievoudiging van de markt van 3D-printers over de volgende vijf jaar. Voorlopig is deze deelmarkt echter nog zaak voor de early adaptors: om een echt massaproduct te worden zou de kostprijs onder de 500 EUR moeten zakken, en dat is niet voor morgen. De eerste 3D-printingshops, de copyshops van de nieuwe generatie zeg maar, bieden zich al aan. Dat 3D-printing meerdere intellectueelrechtelijke vragen doet rijzen, is al even duidelijk. Dan gaat het niet alleen over merkenrecht en patentrecht, maar evengoed over auteursrecht, zowel wat het ontwerp als de reproductie betreft. En wie reproductie zegt, komt al snel op het terrein van de reprografie en de thuiskopie. 3D-printing zal dus zeker op de radar van beleidsmakers en beheersvennootschappen verschijnen. Of het fenomeen een lange toekomst is weggelegd en of het een hype of een revolutie is, is nog geen uitgemaakte zaak. Maar 3D-printen negeren, kan alvast niet langer.
Dominique Alleman, Reprobel
5
E-lending: ontwikkelingen in Vlaanderen In Vlaanderen start nog voor de zomervakantie een experiment in 215 openbare bibliotheken voor het ontlenen van e-boeken. Vermits digitaal lenen onder het exclusieve auteursrecht valt, waren afspraken met de rechthebbenden noodzakelijk. Na moeizame onderhandelingen met de uitgeverijen - knelpunten: risico op piraterij, geen tweede maal lage leenrechtvergoeding zoals voor papieren boeken, eigen nog te ontwikkelen exploitatiekansen niet hypothekeren werd uiteindelijk een lijst van een 400-tal veelal backlisttitels vrijgemaakt voor de test. Bibnet dat optrad namens de bibliotheken, garandeert (en vergoedt) een minimaal aantal ontleningen en verdeelt dit engagement over de deelnemende bibliotheken. Het ingeschreven bibliotheeklid zal aan de balie een voucher moeten aankopen van 5 euro waarmee hij/zij drie e-boeken kan downloaden van een centrale server; na de ontleentermijn wordt het leesbestand automatisch verwijderd. Dragers kunnen smartphones en tablets zijn, maar (vreemd genoeg) geen e-readers. Vergoeding door de lezer dus per ontlening en niet gratis zoals voor papieren boeken daar betaalt de Vlaamse Gemeenschap collectief de leenrechtvergoeding (netto 32 eurocent per ontlening - 70/30 verdeeld tussen auteur en uitgeverij). Over de verdeling van de vergoeding voor het digitaal ontlenen wordt nog onderhandeld tussen auteurs en uitgeverijen. De eis van Apple om de transactie te laten verlopen via de Apple-store heeft in de allerlaatste fase de start vertraagd.
Carlo Van Baelen, deAuteurs
woordigde rechthebbenden vergoed worden voor het gebruik van hun werken (o.a. muziek en videoclips) op YouTube in de landen in Europa, Midden-Oosten, Afrika en Azië waar deze speler actief is. Dankzij de overeenkomst wordt muzikaal talent op deze zeer populaire website ondersteund.
Martine Loos, SABAM
Spotify voor boeken In augustus 2013 kondigden Weekbladpersgroep en Lannoo/Meulenhoff, twee grote uitgeverijconcerns op de Nederlandstalige markt die samen meer dan 35 imprints vertegenwoordigen, aan samen een streamingdienst op abonnementsbasis voor digitale boeken te gaan opzetten vergelijkbaar met Spotify en Netflix. Vermits de uitgeverijen ook van plan zijn de dienst open te stellen voor andere uitgevers, heeft de Nederlandse Mededingingsautoriteit zijn toestemming gegeven. Het Spaanse 24symbols en het Duitse Skoobe zijn soortgelijke initiatieven. Het is de bedoeling dat duizenden populaire titels op het moment van verschijnen in de onlinedienst beschikbaar zullen zijn. Juist de top 60 zal goed vertegenwoordigd zijn om de dienst interessant te maken voor het grote (lees)publiek, aldus de projectleider. Auteurs krijgen een hogere vergoeding naarmate hun boeken langer en meer gelezen worden. De initiatiefnemers hopen zowel piraterij tegen te gaan als een nieuwe lezersmarkt aan te boren.
Sabam en Youtube sluiten een nieuwe digitale licentieovereenkomst Na de primeur van haar licentieovereenkomst met Google Play heeft SABAM een tweede keer een multiterritoriale overeenkomst gesloten voor het online gebruik van haar repertoire. De nieuwe overeenkomst die SABAM voor de videostreamingdienst YouTube heeft afgesloten, biedt Google een licentie voor het online gebruik van het SABAMrepertoire buiten de Belgische landsgrenzen. Voortaan kunnen de door SABAM vertegen-
Carlo Van Baelen, deAuteurs
6
Nieuws uit de sector
Frankfurter Buchmesse: Vlaanderen en Nederland gastland in 2016 23 jaar na de eerste gezamenlijke presentatie zullen Vlaanderen en Nederland opnieuw centrale gast zijn op de internationale rechtenbeurs voor boeken in Frankfurt. Uitgeverijen en auteurs zullen aan de dagelijkse stroom van meer dan 100.000 professionele bezoekers hun producten kunnen presenteren voor vertaling, coproducties en verspreiding. Gekaderd binnen een ruimere focus van Vlaanderen en Nederland als economische ruimte, historisch en maatschappelijk, artistiek en toeristisch. Het gastlandschap waaiert uit over heel Duitsland in de vorm van auteurslezingen, tentoonstellingen, theatervoorstellingen en dans. De regie en coördinatie is in handen van de Letterenfondsen van beide landen. Het budget van ruim 6 miljoen euro wordt 50/50 ingebracht door beide landen en bundelt naast middelen uit de privésector ook overheidssubsidies uit cultuur, economie, buitenlandse handel en toerisme.
License2Publish: een nieuwe naam voor Reprocopy License2Publish is de nieuwe naam van Reprocopy, de beheersvennootschap van de Vlaamse krantenuitgevers. Reprocopy werd in 2000 door de Vlaamse krantenuitgevers opgericht om licenties te innen, beheren en verdelen en om het hergebruik door derden van krantenartikels te controleren. Samen met de nieuwe naam wordt eveneens het nieuwe logo en de nieuwe website (www.license2publish.be) bekend gemaakt. De focus van License2Publish lag de eerste jaren vooral op de inning en de verdeling van de vergoedingen die verschuldigd zijn voor de uitoefening van alle rechten die betrekking hebben op wettelijke licenties, meer in het bijzonder de reprografie. License2Publish doet echter meer dan alleen dit, zij is het aanspreekpunt voor het afsluiten van licenties voor het digitaal hergebruik van krantenartikels. License2Publish monitort ook actief het internet op zoek naar krantenartikels die zonder licentie worden gereproduceerd.
Etats généraux des médias d’information (Federatie Wallonië-Brussel) Vier jaar. Zo lang duurde het voor de Etats généraux des médias d’information (EGMI) van het parlement van de Federatie Wallonië-Brussel klaar was. Het was dan ook geen eenvoudige
opgave: de media (gedrukt, audiovisueel en digitaal) voorbereiden op de uitdagingen van morgen, en tegelijk de moeilijkheden oplijsten waarmee ze worden geconfronteerd. Tientallen spelers uit de sector (uitgevers, vakverenigingen, informatie- en communicatiedeskundigen enz.) werkten rond drie centrale thema’s: ‘actoren, markten en strategieën’, ‘statuut en opleiding van journalisten’ en ‘vrije meningsuiting’. Op basis van deze thema’s werden aanbevelingen uitgewerkt voor de politiek. Nu is het afwachten of die zullen leiden tot concrete maatregelen. De publicatie ‘Les Etats généraux des médias d’information au Parlement de la Fédération Wallonie-Bruxelles’ kan gratis worden gedownload op de website http://egmedia.pcf.be/.
Staten-Generaal van de Media Op 17 februari 2014 vond de derde Staten-Generaal van de Media plaats, waar op voorzet van minister Lieten het thema samenwerking tussen de verschillende mediabedrijven centraal stond. Allereerst stond er een kopstukkendebat over het mediaecosysteem en mediaconsolidatie in Vlaanderen op de agenda. Daarna vonden er vier parallelle panelsessies plaats over (i) werken aan talent, (ii) convergentie in de audiovisuele media, (iii) digitale (r)evolutie in de nieuwsmedia en (iv) naar een nieuw radiolandschap. Het verslag is beschikbaar op de website van het Beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport en Media (http://www.cjsm.vlaanderen.be/ media/evenementen/statengeneraalmedia/). Tijdens de Staten-Generaal werd eveneens de Media App gelanceerd. Dit is een eenmalige digitale nieuwspublicatie waarin door journalisten en medewerkers uit de Vlaamse mediasector bericht wordt over de toekomst van de media (http://www.demediaapp.be/).
Het huis van de Auteurs en CELLEN Tijdens het eerste kwartaal van 2014 heeft het Huis van de Auteurs zich achter een aangepast en geoptimaliseerd boekenbeleid geschaard. Ter gelegenheid van de Foire du Livre wijdde de organisatie zijn nieuwsbrief Dazibao aan het ‘urbanisme van het boek’, zoals Tanguy Habrand (ULg), de schrijver van het hoofdartikel van deze editie, het verwoordde. “Het boekensysteem”, schrijft deze medewerker van Les Impressions Nouvelles, “is als een stad, met eigen lanen en musea, wijken en rotondes. Er bestaan steden die tot het verleden behoren, spooksteden waar geen mens meer komt. Een doeltreffend boekenbeleid is vanuit stedenbouwkundig oogpunt cruciaal om een dergelijke leegloop tegen te gaan.” Daarom pleit het Huis van de Auteurs in Dazibao 10 voor een actief en ambitieus boekenbeleid gebaseerd op een verhoging van het letterenbudget, een transparant systeem voor de toekenning van beurzen en subsidies en bijzondere aandacht voor de bevordering van de letteren - vooral
7
op internationaal vlak - maar bovenal de implementatie van een professioneel overlegplatform. Het zijn eisen die duidelijk weerklank vinden op het Conseil du Livre, waarvan Frédéric Young voorzitter is. In zijn ‘Priorités 2014-2018’ stelt deze Raad de oprichting voor van een Centre de la Lecture, du Livre et de l’Edition Numérique (CELLEN), naar het voorbeeld van het Franse Centre National du Livre (CNL) of het CCAV (Centre du Cinéma et de l’Audiovisuel). De belangrijkste missie van CELLEN zou erin bestaan de nieuwe Franse Gemeenschapsregering te helpen bij het uittekenen van de krijtlijnen van een algemeen beleid rond lezen, boeken en digitale publicaties om deze sector te ontwikkelen binnen de Federatie Wallonië-Brussel, met onder meer specifieke doelstellingen op het vlak van onderwijs en opleiding. Voor wie Dazibao 10 wil downloaden > www.sacd-scam.be > Alle nieuws.
PILEn: nieuwe partnerschappen en opleidingen PILEn, het ‘Partenariat Interprofessionnel du Livre et de l’Édition numérique’, is een overleg- en actieplatform dat uitgaat van het Huis van de Auteurs, de Espace Livres et Création, de Association des Éditeurs belges en het Syndicat des Libraires francophones de Belgique. PILEn krijgt steun van de Federatie Wallonië-Brussel en organiseert regelmatig themasessies en opleidingen voor alle belanghebbenden in de boekensector om het hoofd te bieden aan de uitdagingen van de digitalisering. Dit jaar worden een aantal nieuwe opleidingen gelanceerd rond de toegang tot Europese financiering, sociale netwerken van lezers, het opzetten van een bewakingssysteem, een gecombineerd papieren en digitaal aanbod, crowdfunding, de uitgave van educatieve digitale projecten enz. PILEn is enkele maanden geleden ook een vruchtbare samenwerking aangegaan met het Centre régional des Lettres et du Livre du Nord Pas-de-Calais, de Association des Éditeurs du Nord et du Pas-de-Calais en met Plaine Images/ Imaginarium. In dat kader vinden op 22 mei in Tourcoing de tweede Rencontres de l’édition numérique plaats met als thema ‘creatie’. Meer informatie over de ontmoeting op 22 mei of over de nieuwe opleidingsmogelijkheden
van PILEn vindt u op de website futursdulivre.be. U ontdekt er tevens actuele bijdragen over boeken en digitale publicaties, en een selectie van de meest recente artikels die onze krachtige zoekmachine voor u heeft verzameld. U kan ook contact opnemen met Morgane Batoz-Herges,
[email protected], +32 (2) 290 08 07, die steeds tot uw dienst staat voor verdere inlichtingen.
REPROBEL BULLETIN is de nieuwsbrief van REPROBEL en verschijnt twee keer per jaar. U kunt zich gratis abonneren via www.reprobel.be of door een bericht te sturen naar
[email protected]. Hoofdredactie: Kurt Van Damme Redactiecomité: Dominique Alleman, Axel Beelen, Joy de Looz-Corswarem, Renaud Homez, Marie-Michèle Montée, Bart Tureluren, Carlo Van Baelen, Evi Werkers en Fréderic Young Gesigneerde bijdragen drukken de zienswijze van de betreffende auteur uit. Concept en lay-out: Canada (www.canada-gent.be) Redactieadres: Reprobel, Informatie & Communicatie, de Meeûssquare 23/3, B-1000 Brussel,
[email protected]. Verantwoordelijke uitgever: Benoît Proot. REPROBEL BULLETIN, le bulletin d’information de REPROBEL, existe également en français. Reprobel is lid van de Unie van de Periodieke Pers.
Reprobel in cijfers
12.646.187 9.976.019
Totaal Forfaitaire vergoeding (toestellen)
0
2010
2011
Evenredige vergoeding (fotokopieën)
1.809.574 1.034.473
1.606.515 629.160
1.659.280 402.694
10.000.000
Openbaar leenrecht Buitenlandse rechten
2012
2013
22.246.271
22.875.430
21.683.411
22.086.105
22.202.150
21.701.103
25.000.000
23.260.031
TABEL 2 : Bedragen ter beschikking gesteld door Reprobel (aan haar beheersvennootschappen en andere begunstigden), 2010-2013 (in euro)
20.000.000
15.000.000
10.000.000 Totaal
0
2010
2011
402.694
629.159
5.000.000 501.047
De hoofdindustrieën van het auteursrecht en de naburige rechten genereerden, volgens de Partners in Marketing studie van november 2013, samen 3% van het aantal banen in België en 2,6% van het Belgische bruto binnenlands product. Het aandeel van de Belgische auteurs en uitgevers in deze cijfers is substantieel. Het economische belang van deze innovatieve industrie, op het snijpunt van creativiteit en economie, is dan ook niet te onderschatten. En natuurlijk is er naast die economische bijdrage nog de belangrijke bijdrage aan cultuur, kennis, nieuwe IT-ontwikkelingen, onderwijs en wetenschap.
12.318.313 10.334.592
15.000.000
13.411.489 10.385.150
20.000.000
578.160
In totaal betaalde Reprobel sedert 1998 al meer dan 263 miljoen EURO uit aan Belgische auteurs en uitgevers: 253,7 miljoen aan reprografievergoedigen waarvan 5,7 miljoen afkomstig uit het buitenland, en iets meer dan 10 miljoen aan leenrechtvergoedingen.
25.468.266
25.000.000
5.000.000
De vergoedingen die Belgische auteurs en uitgevers (via de leden-beheersvennootschappen) van Reprobel ontvangen, bedragen voor een gemiddelde auteur al snel 500 tot 1.500 EUR op jaarbasis, en aan 25 uitgeverijen wordt meer dan 100.000 EUR per jaar uitgekeerd. De Reprobel-vergoedingen zijn geen belasting of taks: ze zijn een collectieve licentievergoeding als compensatie voor een belangrijk economisch nadeel.
26.032.315
24.714.879
24.964.124
30.000.000
1.747.219 501.047
Reprobel keert via zijn leden-beheersvennootschappen elk jaar vergoedingen uit aan honderden uitgevers (van boeken, kranten, tijdschriften en partituren) en aan meer dan 10.000 Belgische auteurs, in de breedste zin van het woord: auteurs van literaire werken, informatieve en educatieve, wetenschappelijke en professionele werken, journalisten, vertalers, illustratoren, striptekenaars, fotografen, scenaristen, ... En via inmiddels 35 wederkerigheidsovereenkomsten met buitenlandse beheersvennootschappen komen daar nog eens tienduizenden buitenlandse uitgevers en honderdduizenden buitenlandse auteurs bij.
TABEL 1: Inningen 2010 t.e.m. 2013 (in euro)
12.486.763 10.229.095
Reprobel inde in 2013 25,5 miljoen EUR uit de reprografie en het openbaar leenrecht. Na aftrek van 13,7% werkingskosten en van de aangelegde reserves werd dit bedrag ter beschikking gesteld van de beheersvennootschappen van auteurs en uitgevers die lid zijn van Reprobel, voor verdere verdeling onder individuele auteurs en uitgevers.
23.838.191
8
2012
België Buitenlandse rechten
2013
TABEL 3: Percentage werkingskosten Reprobel t.o.v. de opbrengsten 2010
2011
2012
2013
11,66%
12,54%
13,75%
13,70%