Troonstraat 125, 1050 Brussel Tel. 02 507 88 77 - E-mail:
[email protected] – www.gezinsbond.be/gezinspolitiek
Juni 2011
De Vlaamse zorgverzekering en thuiswonende ouderen Standpunt van de Gezinsbond 1. Probleemstelling Uit de cijfers van de ingediende aanvragen voor de Vlaamse Zorgverzekering in het jaar 2004 en 2005 blijkt dat in de leeftijdscategorie van 90-plussers telkenmale verschillende aanvragen worden afgewezen. 2004 12.211 aanvragen (zie bijlage 1) 11.722 aanvaard/489 geweigerd 5.145 aanvragen van thuiswonenden 4.664 goedgekeurd (90,65 %)/481 geweigerd (9,35 %) 7.066 aanvragen van bewoners residentiële voorziening automatische toekenning (100 %) (uitzondering 8 weigeringen) 2005 7.714 aanvragen (zie bijlage 2) 7.350 aanvaard/364 geweigerd 4.703 aanvragen van thuiswonende 4.340 goedgekeurd (92,28 %)/363 aanvragen geweigerd (7,72 %) 3.011 aanvragen van bewoners residentiële voorziening automatische toekenning (100 %) (uitzondering 1 weigering) Conclusie 2004 en 2005 844 90-plussers werden geweigerd in de zorgverzekering. Zij kregen dus geen vergoeding. Cijfers voor de volgende jaren worden jammer genoeg niet meer per leeftijdscategorie ter beschikking gesteld. Maar we mogen er redelijkerwijs van uitgaan dat deze cijfers ongeveer dezelfde zullen zijn en er bijgevolg jaarlijks een 400-tal hoogbejaarden worden geweigerd. De Grootouders- en Seniorenactie (GOSA) van de Gezinsbond trekt aan de alarmbel. Het lijkt vrij onrechtvaardig dat een 90-plusser die nog zelfstandig thuis woont en zijn/haar plan trekt geen tussenkomst van de zorgverzekering krijgt, terwijl elke oudere die opgenomen wordt in een woonzorgcentrum de premie van de zorgverzekering automatisch toegekend krijgt. Hoe komt het dat een 90-plusser die nog thuis woont vaak niet in aanmerking komt voor een tussenkomst van de zorgverzekering? En hoe kunnen we ervoor zorgen dat meer 90+ die thuis wonen en zorgbehoevend zijn dergelijke tussenkomst bekomen?
De Vlaamse zorgverzekering en thuiswonende ouderen, Gezinsbond, 2011 - 1
2. Wat is de Vlaamse zorgverzekering? De Vlaamse zorgverzekering biedt een tegemoetkoming in de kosten voor nietmedische zorg. Het systeem van de Vlaamse zorgverzekering valt uiteen in twee delen: de aansluiting bij een zorgkas en de betaling van de jaarlijkse bijdrage vanaf de leeftijd van 26 jaar; het bekomen van een uitkering voor thuiszorg of residentiële zorg als men zorgbehoevend is. De Vlaamse zorgverzekering is gestart op 1 oktober 2001. Zeer zwaar zorgbehoevenden, die thuis verzorgd worden, kunnen een aanvraag bij hun zorgkas indienen om een gedeeltelijke terugbetaling of vergoeding te verkrijgen voor niet-medische hulp. Sinds 1 juli 2002 is er een uitbreiding naar de residentiële sector, namelijk de woonzorgcentra, rust- en verzorgingstehuizen en psychiatrische verzorgingstehuizen. We mogen dus zeggen dat de opzet van de zorgverzekering bijna vanaf de start dubbel is geweest. Ze komt zowel tussen voor zorgbehoevenden die in een residentiële voorziening verblijven als voor zorgbehoevenden in een thuissituatie en voor alle leeftijdsgroepen van 0 tot >100 jaar.
3. Wanneer word je als zorgbehoevend beschouwd? Er is een onderscheid tussen mensen die in een residentiële zorgvoorziening worden opgevangen en zij die thuis verblijven. Wanneer je in een residentiële zorgvoorziening verblijft Sinds 1 januari 2004 komen alle bewoners van een erkende residentiële voorziening in aanmerking, ongeacht hun leeftijd. De zorgbehoevendheid wordt bewezen aan de hand van een verblijfsattest dat afgeleverd wordt door de residentiële voorziening waar je verblijft of door het ziekenfonds waarbij je aangesloten bent. De aanvraag voor residentiële zorg kan pas worden ingediend bij de zorgkas als de zorgbehoevende effectief in de residentiële voorziening verblijft. Wanneer je nog thuis woont Je wordt als zwaar zorgbehoevend beschouwd als je lijdt aan een langdurig en ernstig verminderd zelfzorgvermogen. Dat kan bewezen worden aan de hand van een attest dat opgesteld is op basis van een reeds bestaande indicatiestelling of, wat mantel- en thuiszorg betreft, aan de hand van een nieuwe indicatiestelling door een gemachtigde indicatiesteller. Indien je niet over een bestaande indicatiestelling en bijhorend attest beschikt, dan moet je als zorgbehoevende een beroep op een gemachtigd indicatiesteller. In Vlaanderen kun je daarvoor terecht bij de diensten voor gezinszorg, de OCMW’s en de Centra voor Algemeen Welzijnswerk die verbonden zijn met de ziekenfondsen. Zij zijn gemachtigd om met behulp van de BEL-schaal de zorgbehoevende een score te geven. De zorgbehoevende moet minstens 35 punten op de BEL-schaal scoren om in aanmerking te komen voor de zorgverzekering. De belangrijkste reden, waarom ouderen die nog thuis wonen worden geweigerd, ligt hier. Bij het opmaken van de indicatiestelling, scoren ze onvoldoende op de BEL-schaal. (zie bijlage) Blijkbaar zien heel wat ouderen die nog zelfstandig wonen zichzelf niet als zwaar zorgbehoevend of ontkennen ze, uit schrik voor een plaatsing in een rusthuis, dat ze steeds moeilijker hun plan kunnen trekken. Ze doen zich beter voor dan ze eigenlijk zijn en roepen steeds meer de hulp en ondersteuning van familie in om thuis te kunnen blijven. De angst voor een plaatsing is echter totaal onterecht want ook in thuiszorgsituaties komt de zorgverzekering met een zorgpremie tussen. Een verplichte verhuis naar een rusthuis is niet de bedoeling! De Vlaamse zorgverzekering en thuiswonende ouderen, Gezinsbond, 2011 - 2
Wanneer het over zorgbehoevendheid en een verminderd zelfzorgvermogen gaat in thuissituaties bevraagt de BEL-schaal een waaier van huishoudelijke, lichamelijke en sociale activiteiten van het dagelijks leven en aspecten van de geestelijke gezondheid. Ouderen moeten zich eigenlijk de volgende vragen stellen: kan ik het onderhoud en alle klusjes in huis nog zelf doen of komt er een poetshulp of een handige buurman langs?, hoe zit het met de was en de strijk, helpen de kinderen hiermee?, hoe zit het met de boodschappen?, de buurtwinkel is vlakbij, maar de supermarkt?, warme maaltijden worden die aan huis gebracht of kook ik nog alle dagen zelf?, durf ik nog alleen in het bad?, lukt het nog met die kleine knoopjes van een blouse,? ben ik nog vlot te been of heb ik uit veiligheidsoverwegingen toch gekozen om mijn bed beneden te zetten?, komt er nog regelmatig volk over de vloer?, zet ik nog gemakkelijk een stapje in de wereld?, durf ik het openbaar vervoer nog te gebruiken?, lukt het om alle betalingen op tijd en stond te regelen en alle papieren in orde te houden?, voel ik me vaak alleen en maakt dat me triest?, heb ik schrik om alleen thuis te zijn?… Bovenstaande vragen zijn concrete voorbeelden van wat in de BEL-schaal wordt bevraagd en het zijn deze vragen die bepalen of je al dan niet zorgbehoevend bent en recht hebt op een tussenkomst voor je niet-medische kosten. Deze vragen komen uit een flyer (zie bijlage) die door de Studiedienst samen met Gosa gemaakt is om te weten of mensen de mogelijkheden van de zorgverzekering kennen. We willen peilen naar hun positieve en negatieve ervaringen ermee. Het is immers nodig om ouderen hier meer bewust te maken van de mogelijkheden van de zorgverzekering en te gaan sensibiliseren erover bij deze doelgroep en hun familie. Deze flyer zal verschijnen in de Bond, verspreid worden via de nieuwsflash van de Studiedienst en via de educatieven van SCW. Door alle reacties te bundelen hopen we een sterk dossier te hebben in oktober wanneer de Zorgverzekering 10 jaar bestaat.
4. Intergenerationele en intragenerationele solidariteit1 Het criterium om een tussenkomst te krijgen van de zorgverzekering is de zorgbehoevendheid of zorgnood en niet de leeftijd. Vanaf 26 jaar moet elke Vlaming een bijdrage betalen. De zorgverzekering is dus een solidair systeem, inter- en intragenerationeel. Iedereen vanaf 26 betaalt mee en iedereen van 0 tot 100+ kan er beroep op doen indien er een zorgnood is. Een bepaalde groep zomaar de tussenkomst toekennen en de tussenkomst loskoppelen van de zorgnood strookt niet met de opzet van de zorgverzekering en zou de intergenerationele solidariteit op de helling kunnen zetten. Het feit dat bewoners van de woonzorgcentra wel een automatische toekenning krijgen van de zorgverzekering wanneer zij een verblijfsattest kunnen voorleggen, kan ons inziens niet als discriminatie van de thuiswonende ouderen worden bestempeld. Het feit dat ze in een woonzorgcentrum wonen, bewijst immers impliciet dat ze zorg door iemand anders nodig hebben, zorg die thuis niet meer voorhanden is. Dat mensen die geen familie hebben, vaak voorrang krijgen om in een woonzorgcentrum te gaan wonen, is een bewijs dat familie om je heen inderdaad vaak zorgt voor een minder acute zorgsituatie. Dit kunnen we beschouwen als een mooi voorbeeld van intragenerationele solidariteit. Ouderen met een familie en een sociaal netwerk om zich heen zijn geen prioritaire doelgroep voor een opname in een woonzorgcentrum. Omwille van de budgettaire uitdaging waarvoor we binnen de zorgsector staan legt Vlaanderen bovendien steeds meer de nadruk op het feit dat zorg die geboden wordt, moet afgestemd zijn op wat effectief nodig is. In de nota maatschappelijk verant-
1
Intergenerationele solidariteit betekent solidariteit tussen generaties. Dit geldt bv. voor de pensioenen. De ‘jongeren’ die de pensioensgerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt en bijgevolg (nog steeds kunnen) werken, staan een deel van hun loon af om de pensioenen te betalen van de ouderen die niet meer actief (kunnen) zijn. Intragenerationele solidariteit wil zeggen dat binnen een generatie mensen bijdragen storten die worden uitgekeerd aan mensen van dezelfde generatie, die recht hebben op bijkomende financiële middelen. De Vlaamse zorgverzekering en thuiswonende ouderen, Gezinsbond, 2011 - 3
woorde zorg uitgewerkt binnen de Strategische AdviesRaad Welzijn, Gezondheid en Gezin, wordt ook duidelijk gewezen op de relevantie van zorg. Maatschappelijk verantwoorde zorg- en hulpverlening moet de toets doorstaan van de 5 uitgangspunten: relevantie, rechtvaardigheid, toegankelijkheid, kwaliteit en doelmatigheid. Elk van deze uitgangspunten is even belangrijk. Omwille van bovenstaande redenen kiezen we dus niet voor een automatische toekenning van de tussenkomst van de zorgverzekering voor ouderen die nog thuis wonen. Toch zijn we er van overtuigd dat mensen die thuis kunnen blijven wonen omdat ze omringd worden door familie die informele hulp biedt, vaak uit onwetendheid geen zorgpremie aanvragen terwijl ze er wel degelijk omwille van het verminderde zelfzorgvermogen, recht op hebben.
5. Keuzevrijheid en zelfbeschikkingsrecht Een belangrijke vaststelling die we niet over het hoofd mogen zien, is dat de overgrote meerderheid van de ouderen, ook hoogbejaarden, thuis blijven wonen. Vaak is dit ook hun wens. Ze willen zo lang als mogelijk in hun eigen vertrouwde omgeving en buurt blijven, omringd door hun familie en buren. Mensen willen zelf bepalen hoe ze hun leven leiden. De meeste ouderen verkiezen om zo lang als mogelijk thuis in hun eigen woonst te blijven. Zij kiezen voor thuis- en mantelzorg en willen het liefst zelfstandig leven. Dit wordt ook maatschappelijk erkend, want het woonzorgdecreet werd eveneens uitgewerkt op basis van de visie dat ouderen zo lang als mogelijk en steeds meer de regie van hun eigen leven in handen willen houden. Door de samenwerking tussen thuiszorg en residentiële zorg te versterken, wil de overheid ook veel meer aan een zorgcontinuüm werken. Het aantal plaatsen in residentiële settings is dus sowieso beperkt en dikwijls zijn er wachtlijsten. Maar omdat ouderen, ook hoogbejaarden zichzelf niet altijd als zorgbehoevend zien of willen zien, schrijven zij zich heel vaak bewust niet in op dergelijke wachtlijst. Wanneer hulp van familie en vrienden niet meer voldoende is of niet meer voor handen is in de thuissituatie, is er vaak geen residentiële plaats beschikbaar en blijft men noodgedwongen thuis. Een aanvraag doen bij de zorgverzekering mag op dat ogenblik zeker niet vergeten worden!
6. Zorgverzekering is geen aanvullende pensioen maar verzekering De huidige 90-plussers behoren tot de generatie met de laagste pensioenen, niemand zal dat ontkennen. Het armoederisico is bij hen 1 op 5. Ze hebben het vaak zeer moeilijk om de eindjes aan elkaar vast te knopen. In onze Focus op Thuiszorg2 schrijft professor Jozef Pacolet in zijn artikel ‘De kostprijs van de thuisgezondheidszorg”: “Deze premie in de thuiszorg komt bij een doelgroep terecht die zelfs zonder de kosten voor thuiszorg reeds bestaansonzeker is (meer dan 30 % hebben een inkomen lager dan de armoededrempel). De niet-medische kosten duwt dit percentage van personen onder de armoedegrens op tot meer dan 50%. De tegemoetkoming van 125 euro3 per maand voor niet-medische kosten, tilt deze groep opnieuw boven de armoedegrens. 125 euro is voor lage inkomens een belangrijk bedrag om hen uit de gevarenzone van de armoedegrens te houden. Wat de premie niet kan, is het oorspronkelijke armoedeniveau remediëren. Dat is vooral een kwestie van adequate inkomens en pensioenen.” Met andere woorden, de premie van de zorgverzekering zorgt er inderdaad voor dat een groep mensen met een verhoogde zorgnood niet onder de armoedegrens terechtkomen. Ouderen die deze zorgbehoefte niet hebben moeten vaak verder met hun laag pensioentje. In individuele gevallen kan het dus uitermate interessant zijn om te bekijken 2 3
Focus op thuiszorg. Opgevangen in eigen kring., p. 77, Gezinsbond, december 2008. Huidig bedrag: 130 euro. De Vlaamse zorgverzekering en thuiswonende ouderen, Gezinsbond, 2011 - 4
of je recht hebt op een tussenkomst van de zorgverzekering. Maar willen we armoede bij ouderen effectief bestrijden dan moeten we zorgen voor adequate en voldoende hoge pensioenen.
7. Zorgverzekering is de facto ontoereikend om de mantelzorger te vergoeden Het is duidelijk dat ouderen en zeker hoogbejaarden slechts thuis kunnen blijven wonen wanneer ze goed omringd zijn door familie, vrienden en buren. Het sociale vangnet van ouderen moet immers voldoende groot zijn. Vaak is mantelzorg een noodzaak om thuiszorg mogelijk te maken. De uitkering in het kader van de zorgverzekering, ook uitkering voor thuiszorg genoemd, wordt uitbetaald aan de zorgbehoevende als een tussenkomst in zijn niet-medische kosten. Bij de opstart van de zorgverzekering was het alvast de bedoeling dat deze premie ook kon gebruikt worden om de informele mantelzorger deels te vergoeden. In de realiteit zien we echter dat de premie vaak is opgesoupeerd door andere niet-medische kosten (uren gezinszorg bvb) en blijft er voor de mantelzorger niets meer over. De uitkering van zorgverzekering gaat immers rechtstreeks naar de zorgbehoevende en niet naar de mantelzorger als vergoeding voor de zorgarbeid die hij of zij geleverd heeft. De naam uitkering voor thuiszorg slaat enkel op het feit dat het iemand is die nog thuis woont die de premie krijgt en niet iemand in een residentiële voorziening. Gezien de oorspronkelijk opzet van de zorgverzekering zou het nochtans passend zijn om informele mantelzorgers via de zorgverzekering voor een deeltje te vergoeden. De premie van de zorgverzekering is hiervoor echter de facto ontoereikend. Het blijft dus een noodzaak om los van de Vlaamse zorgverzekering te pleiten voor een vergoeding voor de mantelzorger of voor een vergoeding van de zorgarbeid die iemand levert. De Gezinsbond blijft ijveren voor een betere erkenning en honorering van de zorgarbeid. Wij vragen een sociaal statuut voor de mantelzorger met pensioen-, werkloosheidsrechten en ziekteverzekering.
8. De indicatiestelling bij de zorgverzekering Het al dan niet ontvangen van de zorgpremie in het kader van de Vlaamse zorgverzekering is afhankelijke van de zorgnood of de mate waarin het zelfzorgvermogen van de betrokkene ontoereikend is. Dit is een goede zaak. De budgettaire uitdagingen binnen de zorgsector maken het noodzakelijk dat de zorg die geboden wordt afgestemd moet zijn op wat effectief nodig is. Om je zorgnood te laten bepalen moet je nu een beroep doen op een gemachtigd indicatiesteller die je kunt vinden bij diensten voor gezinszorg, de OCMW’s en de Centra voor Algemeen Welzijnswerk die verbonden zijn met de ziekenfondsen. Er zijn dus verschillende instanties waarop beroep je beroep kan doen en wegen die je kan bewandelen om uiteindelijk de zorgpremie te verkrijgen. Dit maakt het voor gebruikers onduidelijk en leidt vaak tot shopgedrag van de zorgvrager. Omdat ook de indicatiestelling en de zorgverstrekking niet steeds strikt gescheiden zijn leidt dit ook tot klantenbinding bij zorgverstrekkers. Er is binnen de Vlaamse Zorgverzekering behoefte aan een multidisciplinair en onafhankelijke overheidsinstantie die garandeert dat de zorgnood voor iedereen op een adequate wijze wordt bepaald en indicatiestellingen voor iedereen gelijk verlopen.
De Vlaamse zorgverzekering en thuiswonende ouderen, Gezinsbond, 2011 - 5
9. Voorstellen ter verbetering Naar aanleiding van de 10de verjaardag van de Vlaamse Zorgverzekering in oktober, doet de Gezinsbond een aantal voorstellen tot verbetering. 1. Betere en automatische sensibilisatie van 90-plussers In 2004 en 2005 werden respectievelijk 481 en 363 90-plussers geweigerd voor een tussenkomst in de zorgverzekering. Spijtig genoeg hebben we geen cijfers over de andere jaren, maar laat ons er vanuit gaan dat er jaarlijks een 450 personen van de leeftijdscategorie 90+ worden geweigerd. Deze groep heeft duidelijk nood aan een betere voorbereiding en inzicht in hoe een indicatiestelling verloopt. Zij moeten beter geïnformeerd worden hierover. We stellen vast dat de groep geweigerde personen slechts een fractie is van de groep 90-plussers die helemaal geen aanvraag doen. Kijken we hiervoor naar de bevolkingscijfers van 2008, dan zien we dat er 33.614 90-plussers waren in het Vlaams Gewest. We vergelijken deze met het aantal lopende dossiers van 90plussers bij de Vlaamse zorgverzekering in 2009, namelijk 24.491. Hieruit blijkt dat ongeveer 3 op 4 van de 90-plussers een tussenkomst aanvragen bij de Vlaamse Zorgverzekering, maar ook 1 op 4 of 9.123 thuiswonende 90-plussers ontvangen niets, maar vragen ook niets aan. In de huidige situatie zien we dat een grote groep 90-plussers, die thuis wonen en waarvan men mag vermoeden dat ze niet over voldoende zelfzorgvermogen beschikken om thuis te blijven wonen zonder ondersteuning, toch als onvoldoende zorgbehoevend worden beschouwd om een uitkering te ontvangen. Daarom vraagt de Gezinsbond dat de Vlaamse overheid elke zorgkas verplicht om jaarlijks de 90-plussers onder hun leden, die nog geen tussenkomst van de zorgverzekering ontvangen, bij de oproep tot betaling van de bijdrage voor de zorgverzekering, op de mogelijkheid te wijzen om een indicatiestelling te laten uitvoeren die hen het recht kan geven op een uitkering in het kader van de zorgverzekering. De indicatiestelling wordt op vraag van de aangeslotene gratis uitgevoerd. In deze sensibilisatie kan de Grootouders- en Seniorenactie van de Gezinsbond een belangrijke rol spelen. Zij kunnen immers hun achterban in zijn geheel of de specifieke doelgroep van 90-plussers bewust maken van de mogelijkheden van de Vlaamse zorgverzekering en gericht hierover gaan informeren en mensen toe leiden naar indicatiestellers. Mensen moeten weten hoe een indicatiestelling verloopt en zicht hebben op de concrete inschaling aan de hand van de BEL-schaal. 2. Een onafhankelijk overheidsinstelling doet de indicatiestelling Het feit dat de tussenkomst van de Vlaamse zorgverzekering afhankelijk is van de zorgnood of de mate waarin zelfzorgvermogen ontoereikend is, is een goede zaak en moet worden behouden. Want zoals eerder gezegd maken de budgettaire uitdagingen binnen de zorgsector het noodzakelijk dat de zorg die geboden wordt afgestemd moet zijn op wat effectief nodig is. De Gezinsbond vraagt daarom garanties dat de zorgnood voor iedereen, ongeacht zijn leeftijd, die beroep doet op de Vlaamse Zorgverzekering op een adequate wijze wordt bepaald. Daarom vraagt de Gezinsbond dat de Vlaamse overheid een orgaan voor indicatiestelling opricht, dat onafhankelijk van de zorgverstrekkers functioneert.
De Vlaamse zorgverzekering en thuiswonende ouderen, Gezinsbond, 2011 - 6
Bijlage 1 http://www.zorg-en-gezondheid.be/Cijfers/Vlaamse-zorgverzekering/Aanvragentenlastennemingen/
2004 1. Aanvragen per leeftijdscategorie
leeftijd
geweigerd
90-94 95-99 >= 100
goedgekeurd
404 81 4
% leeftijdscategorie t.o.v. totaal aanvragen
totaal
9.142 2.317 263
9.546 2.398 267
% weigering
10,21 2,56 0,29
4,23 3,38 1,50
In 2004 deden 12.211 90-plussers een aanvraag tot tussenkomst van de Vlaamse zorgverzekering. 11.722 aanvragen werden aanvaard, 489 werden geweigerd. 2. Aanvragen per leeftijdscategorie uitgesplitst naar type zorgvorm
90-94 95-99 >= 100
400 77 4
3.604 938 122
4.004 1.015 126
9,99 7,59 3,17
4 4 0
5.538 1.379 141
5.542 1.383 141
% weigering
Totaal
Goedgeke urd
Geweigerd
residentiële zorg % Weigering
Totaal
Goedgeke urd
leeftijd
Geweigerd
mantel- en thuiszorg
0,07 0,29 0,00
Van deze 12.211 aanvragen kwamen er in 2004 5.145 van thuiswonende 90plussers 4.664 aanvragen goedgekeurd (90,65 %) 481 aanvragen geweigerd (9,35 %) 7.066 van de 90-plussers wonend in een residentiele voorziening: automatische toekenning (100 %) (uitzondering 8 weigeringen?) Kostprijs geweigerde aanvragen (gerekend aan huidige tegemoetkoming van 130 euro/per maand. 489 X (130x12) = 489 X 1.560 = 762.840 euro
De Vlaamse zorgverzekering en thuiswonende ouderen, Gezinsbond, 2011 - 7
2005 1. Aanvragen per leeftijdscategorie
leeftijd
geweigerd goedgekeurd
90-94 95-99 >= 100
318 42 4
% leeftijdscategorie t.o.v. totaal aanvragen
totaal
5.847 1.352 151
6.165 1.394 155
% weigering
7,78 1,76 0,20
5,16 3,01 2,58
In 2005 deden 7.714 90-plussers een aanvraag tot tussenkomst van de zorgverzekering. 7.350 aanvragen werden aanvaard, 364 werden geweigerd. 2. Aanvragen per leeftijdscategorie uitgesplitst naar type zorgvorm
90-94 95-99 >= 100
317 42 4
3489 768 83
3.806 810 87
8,33 5,19 4,60
1 0 0
2358 584 68
2.359 584 68
% weigering
Totaal
Geweigerd
Goedgekeurd
residentiële zorg % weigering
Totaal
Goedgekeurd
leeftijd
Geweigerd
mantel- en thuiszorg
0,04 0,00 0,00
Van deze 7.714 aanvragen kwamen er in 2005 4.703 van thuiswonende 90plussers 4.340 aanvragen goedgekeurd (92,28 %) 363 aanvragen geweigerd (7,72 %) 3.011 van de 90-plussers wonend in een residentiele voorziening: automatische toekenning (100 %) (uitzondering 1 weigering) Kostprijs geweigerde aanvragen (gerekend aan huidige tegemoetkoming van 130 euro/per maand 364 X (130x12) = 364 X 1.560 = 567.840 euro
De Vlaamse zorgverzekering en thuiswonende ouderen, Gezinsbond, 2011 - 8
Bijlage 2
De Vlaamse zorgverzekering en thuiswonende ouderen, Gezinsbond, 2011 - 9