1
Details van het voorstel en voorstel voor standpunt BioForum: Producenten Groepscertificering Vandaag moet elke individuele biologische marktdeelnemer onder biocontrole staan. Het voorstel van de Commissie voorziet dat groepen landbouwers die ieder een bedrijf hebben dat kleiner is dan 5 ha, levensmiddelen of diervoeders produceert en deze eventueel ook verwerkt, in een systeem van groepscertificering zouden kunnen stappen. De groep moet dan een systeem voor interne controle opstellen. Indien één van de deelnemers niet voldoet aan de voorwaarden van het interne systeem kan de hele groep gedecertificeerd worden (de individuele deelnemer brengt dan de integriteit van het geheel in gevaar). Het voorstel van de Commissie bevat enkel het voorstel, de technische uitwerking is nog niet bekend. BioForum schaart zich achter dit voorstel. Wel moet gewaakt worden over de concrete uitwerking ervan. Zo is de afbakening op basis van de oppervlakte niet zinvol. Ook dient een gezamenlijk kwaliteitzorgsysteem te worden opgezet en moet er gezamenlijk gecommercialiseerd worden. De groep zou in haar totaliteit moeten worden opgevolgd door één controleorganisatie. Parallelle productie Vandaag is parallelle productie bij duidelijk verschillende activiteiten toegestaan. Je mag bijvoorbeeld (onder voorwaarden) op hetzelfde bedrijf biowortelen en gangbare prei telen, biorundvee naast gangbare varkens houden of plantaardige productie biologisch doen en dierlijke productie gangbaar. De Commissie stelt nu voor om parallelle productie niet langer toe te staan. Het volledige landbouwbedrijf moet omschakelen naar bio. Dit geldt enkel voor landbouwbedrijven (niet voor verwerking of verkoop). Parallelle productie voor dezelfde gewassen of diersoorten is vandaag niet toegestaan, tenzij in bepaalde uitzonderlijke gevallen (meerjarige teelten met omschakelingsplan, voor landbouwkundig onderzoek op opleidingen, voor de productie van zaaizaad, vegetatief teeltmateriaal en plantgoed of voor grasland dat uitsluitend voor begrazing wordt gebruikt). Ook deze uitzonderingen zouden wegvallen. BioForum is geen voorstander van het afschaffen van de mogelijkheid voor parallelle productie bij verschillende gewassen of diersoorten en pleit ook voor het behoud van de uitzonderingen bij dezelfde gewassen of diersoorten. Vandaag is dit mogelijk en het werkt goed. Er is een grotere opvolging door de controleorganisaties (die risico-‐gebaseerd werken). Uitsluiten van parallelle productie zal ertoe leiden dat bedrijven gaan splitsen, waardoor de extra garantie op controle (zoals die er vandaag is) zal wegvallen. Deels bio – deels omschakeling zou wel nog kunnen volgens de voorstellen mits het om andere soorten (dieren) of variëteiten (planten) gaat.
2 Dit is ook een onnodige verstrenging ten opzichte van de situatie van vandaag en zal omschakeling in de toekomst bemoeilijken. Omschakeling met terugwerkende kracht Vandaag is omschakeling met terugwerkende kracht mogelijk. Europa laat toe dat de lidstaten daar regels voor bepalen. Vlaanderen heeft die mogelijkheid voorzien voor gronden waar bepaalde beheersovereenkomsten gelden, of voor gronden waarvoor je kan bewijzen dat er drie jaar geen schadelijke producten zijn gebruikt. Ook kan de omschakeling van serres ingekort worden tot 3 maanden als je kan bewijzen dat de grond ten minste 3 jaar is afgedekt geweest met een vloeistofdichte afdekking.De Europese Commissie stelt voor om die mogelijkheid af te schaffen, met uitzondering van grond die braak ligt. BioForum zal pleiten voor het behoud van deze mogelijkheid onder de voorwaarden zoals vandaag door de Europese Verordening is voorzien. Wel hebben we bedenkingen bij de Vlaamse interpretatie bij kasteelt (tot 3 maand beperken mits afgedekte bodem). Biologisch uitgangsmateriaal (plantaardig) In principe dient gebruik te worden gemaakt van biologisch uitgangsmateriaal, maar als dit niet op de markt beschikbaar is, kan toelating worden verkregen voor gebruik van gangbaar uitgangsmateriaal. Dit geldt zowel voor zaaizaad als voor vegetatief uitgangsmateriaal. In het voorstel van de Commissie zou op termijn enkel nog biologische uitgangsmateriaal, of uitgangsmateriaal afkomstig van een productie-‐eenheid in omschakeling gebruikt mogenworden. Gangbaar uitgangsmateriaal zou enkel gebruikt mogen worden als het gerechtvaardigd is voor gebruik in onderzoek, voor tests in kleinschalige veldproeven of voor de instandhouding van het ras. Voor dit alles stelt de Commissie voor om een overgangstermijn tot 2021 te hanteren. Het is niet duidelijk hoe je op de markt moet herkennen of uitgangsmateriaal afkomstig is van een bedrijf in omschakeling. Vandaag zijn de inspanningen in de verschillende lidstaten om te zorgen voor een voldoende aanbod aan biologisch uitgangsmateriaal wisselend. In Vlaanderen wordt momenteel gewerkt aan een wetgeving om – na advies van een expertgroep bestaande uit alle belanghebbenden – het gebruik van biologisch zaadgoed voor bepaalde gewassen verplicht te maken (in principe geen ontheffing voor gangbaar meer mogelijk). Bio mag niet lijden onder het gegeven dat bepaald zaad niet in biovorm beschikbaar is op de markt. Bovendien moet men erover waken dat er voldoende agrobiodiversiteit is in bio. Anderzijds moet ook actie ondernomen worden om ervoor te zorgen dat de markt ook effectief biologisch zaaizaad ter beschikking
3 stelt. BioForum is van mening dat er nog veel vooruitgang nodig is wat betreft het gebruik van biologisch zaaizaad. Het model dat Vlaanderen binnenkort (na goedkeuring MB) invoert, zou in alle lidstaten toegepast moeten kunnen worden. Financiële middelen zijn nodig om dit goed te kunnen implementeren. Voeders in omschakeling Bedrijven mogen vandaag 20% van het gras afkomstig van hun blijvend grasland, voedergewassen of eiwithoudende gewassen van het eigen bedrijf in het eerste jaar van de omschakeling voeren aan de eigen dieren. De Europese Commissie stelt voor om dit percentage te laten zakken tot 15%. Bedrijven mogen vandaag tot max. 30% tweedejaars omschakelvoer voederen aan de biologische gehouden dieren. Als het van het eigen bedrijf afkomstig is, mag het zelfs 100% zijn. De Commissie stelt voor om de 30% te laten zakken tot max. 20%. De 100% regel voor tweedejaars omschakelvoer van het eigen bedrijf blijft gelijk. De Commissie schept (nog) geen duidelijkheid omtrent hoe die tweedejaars omschakelvoeders op de markt moeten herkend worden. Omschakelingsbedrijven moeten voeders in omschakeling kunnen voederen aan hun eigen dieren. Meer nog, de percentages zouden zelfs omhoog moeten. En bovendien moet uitwisseling tussen biobedrijven gestimuleerd worden. Binnenbrengen van gangbare dieren Momenteel is het mogelijk om gangbare dieren binnen te brengen voor de fokkerij (onder voorwaarden). Ook kunnen gangbare kuikens (voor leg-‐ en vleeskippen) van max. 3 dagen ingebracht worden. In het voorstel van de Commissie zouden voor de fokkerij bestemde dieren nog tot 31/12/21 gangbaar kunnen worden ingebracht. Een permanente uitzondering zou worden voorzien voor de aanvoer van gangbare dieren voor het fokken van bedreigde rassen (Commissie moet later nog regels bepalen hiervoor). Aanvoer van gangbare kuikens zou vanaf de invoering van de nieuwe regelgeving niet meer mogelijk zijn. BioForum gaat niet akkoord met dit voorstel en vreest voor monopolievorming. Ook lopen we het risico dat er onvoldoende diversiteit zal zijn in de bloedlijnen. Gangbaar eiwithoudend voer voor niet-‐herbivoren Momenteel is voorzien dat, tot en met 2014, 5% gangbaar eiwithoudend voer aan varkens en kippen mag gevoerd worden.
4 Het voorstel van de Commissie komt daar niet meer op terug. Een geleidelijke en in tijd gefaseerde vermindering is meer aanwezen. Ingrepen bij dieren Ingrepen zoals het aanbrengen van rubberbanden aan de staarten van schapen, couperen van staarten, knippen van tanden, snavelkappen en onthoornen mogen niet routinematig worden toegepast. Er kan wel ontheffing verleend worden wanneer de veiligheid in het gedrang komt of wanneer deze ingrepen gericht zijn op de verbetering van de gezondheid, het welzijn of de hygiëne van de dieren. Het nieuwe voorstel van de Commissie stelt dat het verminken van dieren -‐ wat leidt tot stress, schade, ziekte of lijden -‐ verboden is. Wel stelt men dat bij het uitvoeren van “operaties” het dier zo weinig mogelijk pijn mag lijden, en dat het enkel mag gebeuren bij een optimale leeftijd en door gekwalificeerd personeel. Fysieke castratie zou ook nog worden toegestaan, ook op voorwaarde dat het dier de optimale leeftijd heeft, met anesthesie of analgesie en door gekwalificeerd personeel uitgevoerd. BioForum pleit voor het behoud van deze mogelijkheden, op voorwaarde dat deze echt noodzakelijk zijn voor de veiligheid en het welzijn van het dier. Aanbinden van herbivoren Vandaag is het aanbinden van vee in kleine bedrijven – onder voorwaarden -‐ toegestaan. Lidstaten definiëren wat een “klein bedrijf” is, en daar zitten verschillen tussen. In Vlaanderen is een klein bedrijf gedefinieerd als een bedrijf met minder dan 50 aanbindplaatsen. Aanbinden zou – volgens het voorstel van de Commissie -‐ enkel nog worden toegestaan voor individuele dieren, op voorwaarde dat dit maar voor een beperkte periode is (omwille van veterinaire redenen). De overheid zou nog kunnen toestemming geven geven voor aanbinden in het geval van “micro-‐ ondernemingen”. Het is niet duidelijk wat wordt verstaan onder een micro-‐onderneming. Regionaliteit Diervoeders voor herbivoren moeten voor ten minste 60% van het eigen bedrijf of uit de regio komen. Voor niet-‐herbivoren is dit 20%. Er is geen definitie van “regio”. Vlaanderen definieert “regio” als “Europa”. De Commissie stelt voor om dit percentage voor herbivoren op te trekken tot 90%, en voor niet-‐herbivoren tot 20%, maar heeft nog steeds geen voorstel van definitie voor “regio”.
5 BioForum kan zich vinden in dit voorstel, op voorwaarde dat regio gedefinieerd wordt als Europa. Winkelpunten Vandaag laat Europa toe dat lidstaten marktdeelnemers die producten direct aan de eindconsument of eindgebruiker verkopen, vrijstellen van de biocontrole. Vlaanderen heeft beslist om de verkooppunten die onverpakte bioproducten aanbieden toch onder controle te plaatsen, omdat het risico bestaat op vermenging en fraude. In de praktijk voldoen momenteel 30% van de biowinkels aan deze wetgeving die in 2008 is ingevoerd, andere winkels staan nog niet onder controle, maar krijgen hiervoor geen sanctie. Nu stelt de Europese Commissie voor om iedereen, ook wie rechtstreeks aan de eindverbruiker verkoopt, verplicht onder biocontrole te plaatsen. Nog voor Europa met het nieuwe voorstel kwam, werkte de Vlaamse overheid aan een wijziging van de Vlaamse wetgeving, waarbij deze verplichting wordt aangehouden (en een vrijstelling bij kleine hoeveelheden onverpakte producten zelfs wegvalt). Daarbij is het dan wel de bedoeling om de handhaving bij de winkelpunten die wel onder controle moeten komen, te versterken. BioForum vindt het positief dat verkooppunten in heel Europa onder biocontrole zouden komen, wel met die nuance dat het gaat om winkels die onverpakte bio-‐producten aanbieden, dit om vermenging bio/gangbaar te voorkomen. Verwerking Concreet zouden er voor verwerkers een aantal zaken veranderen: Declasseringslimiet pesticidersidus Bij aanwezigheid van pesticidenresidu’s in een product zullen de controlerende autoriteiten of controleorganismen een onderzoek starten naar de mogelijke oorzaak van de contaminatie. Er zou eveneens een limiet worden opgesteld voor de aanwezigheid van bepaalde pesticidenresidu’s in biologische producten. Boven deze grens zouden de producten gedeclasseerd worden. Het risico bestaat dat met deze benadering de focus bij afgewerkte producten verschuift naar de afwezigheid van pesticiden, terwijl het biologisch productiesysteem meer inhoudt dan alleen het beperkte gebruik van pesticiden. Het voordeel aan deze regeling is dat er bij een contaminatie gemakkelijk actie ondernomen kan worden, en dat er uniforme regelgeving is rond residu’s door heel Europa. Binnen de Vlaamse wetgeving bestaat er al een declasseringslimiet, en wordt deze al enkele jaren toegepast.
6 BioForum blijft voorstander van een declasseringslimiet als middel om het goed functioneren van een biologisch productiesysteem na te gaan. Concreet kan er door BioForum een case worden voorbereid om de impact van een declasseringslimiet in België na te gaan. Er zou een positieve lijst van niet-‐biologische ingrediënten worden opgesteld. Enkel deze producten zouden in hun niet biologische vorm gebruikt mogen worden. De optie om een tijdelijke uitzondering aan te vragen via ADLO zou vervallen. BioForum staat achter een transparante wetgeving die de verwerkers een bepaalde flexibiliteit toelaat in hun productie. Toch blijven tijdelijke uitzonderingen voor bepaalde ingrediënten noodzakelijk voor verwerkers om een continue productie te kunnen garanderen, en tekorten in de markt op te vangen. De verplichting om non-‐EU te vermelden op de verpakking van een bioproduct zou pas van toepassing zijn als er 5% van de ingrediënten van non-‐EU landbouw aanwezig zijn in het eindproduct (t.o.v. 2% vroeger). BioForum Vlaanderen ziet de meerwaarde van deze wijziging niet in en pleit voor flexibiliteit in de aanvoerketen van verwerkers. Aanpassingen van etiketten kost geld, en kan vaak niet op korte termijn gebeuren. BioForum vraagt daarom om deze aanduiding te schrappen. De nieuwe wetgeving zou verwerkers verplichten om de milieu-‐impact van de werking van hun bedrijf in te schatten volgens een bepaalde methodologie. Momenteel wordt de methodologie van het EMAS-‐systeem (Eco-‐Management and Audit Sceme) voorgesteld als verplichte methode om de milieu-‐impact van een voedingsbedrijf in kaart te brengen. BioForum is van mening dat er tijdens de productie van biologische producten aandacht moet zijn voor de milieu-‐impact en dat verwerkers de nodige inspanningen moeten leveren om deze impact zo klein mogelijk te houden. Een uniform systeem voor het in kaart brengen van deze impact is noodzakelijk, zolang dit systeem niet te zwaar weegt op kleine bedrijven en producenten. Een verdere studie van het EMAS-‐systeem is noodzakelijk om te kijken welke implicaties dit zou hebben voor de sector. In het voorstel moeten buitenlandse producenten voldoen aan de Europese wetgeving (compliance). Dit is een verschuiving t.o.v. de huidige situatie waarbij producenten die door erkende controleorganismen gecontroleerd worden, hun goederen kunnen afzetten op de Europese markt (equivalence). Enkel indien er billaterale akkoorden worden afgesloten tussen twee landen (zoals met de VS en Canada), wordt het product dat voldoet aan de wetgeving van dit derde land ook automatisch erkend als biologisch in ons land. BioForum stelt zich vragen bij deze aanpak, omdat het voor veel producenten in derde landen niet haalbaar is om aan Europese normen te voldoen, mits deze niet zijn afgestemd op de lokale productieomstandigheden. Europese verwerkers zijn zeer afhankelijk van import van buiten de EU, en van landen waar nog geen akkoorden mee zijn gesloten.