Vergadering van het Raadsledenoverleg Hoeksche Waard
Datum en tijd: 12 december 2012, 20.00 uur Locatie: SVHW-kantoor, grote zaal Agenda 1. Opening en vaststellen agenda 2. Vaststellen verslag d.d. 19 september 2012 3. Spreekrecht burgers 4. Rondvraag 5. Ingekomen stukken: -Burap SOHW 2012; -Brief aan raden van stuurgroep Evaluatie Regionale Samenwerking -Groslijst agendavoorraad ROHW -Openbare besluitenlijsten DB SOHW d.d. 19 juni, 16 augustus en 19 september 2012 6. Vergaderdata ROHW in 2013 Ter vaststelling de volgende data: 20 maart 2013 22 mei 2013 18 september 2013 18 december 2013 Het regionale vergaderschema 2013 is ter informatie bijgevoegd. 7. Regionale woningbouwprogrammering De regionaal portefeuillehouder, de heer J. van Buuren is ter vergadering aanwezig en wil het ROHW een aantal discussie- en vraagpunten voorleggen. Zie hiervoor het bijgaande memo (met bijlagen). 8. Herijking uitgiftebeleid bedrijventerreinen Hoeksche Waard De bestuurlijke trekker van dit project, de heer A.J. Moerkerke wil het ROHW een tweetal stellingen voorleggen (zie bijlage). De door het pfo Economie vastgestelde projectopdracht is eveneens bijgevoegd. 9. Sluiting De griffier,
De voorzitter,
drs. M.J.W. Tobeas
mr. drs. A.J. Borgdorff
RAADSLEDENOVERLEG HOEKSCHE WAARD Verslag van de vergadering van het Raadsledenoverleg Hoeksche Waard van 19 september 2012 in de grote zaal van het kantoor van de SVHW in Klaaswaal. Aanwezig
De heer A. Borgdorff (voorzitter), de heer M.J.W. Tobeas (griffier), de heer W. de Jonge (BINT, Oud-Beijerland), de heer A.W.H. Bothoff (Gemeentebelangen Korendijk, Korendijk), de heer P.D. van Loo (CDA, Binnenmaas), de heer C. aan de Wiel (GroenLinks, Korendijk), de heer J.F. Oosterkamp (Strijens Belang, Strijen), mevrouw J. Pepels (GroenLinks, Binnenmaas), de heer L.P. Kerpel (D66, Binnenmaas), de heer A. van der Linden (SGP, Korendijk), de heer A. Steenbergen (CDA, Strijen), de heer J. Stelpstra (PvdA, Korendijk), mevrouw M. den Tuinder-van Meteren (D66, Cromstrijen), mevrouw M.C.M. Boorsma-Ruitenberg (VVD, Korendijk), de heer R.S. Heij (VVD, Cromstrijen), de heer P. Boogaard (CDA, Korendijk), de heer E.J. Wijdeveld (VVD, Binnenmaas), de heer J.A.M. Nieland (GBBM, Binnenmaas), de heer J. Oudeman (SGP, Cromstrijen), de heer A. Overwater (VVD, Strijen), de heer Tamerius (Cromstrijen ’98, Cromstrijen), raadsleden
Mede aanwezig
mevrouw R. Melissant, de heer A. Geuze (Bureau West8), de heer Van Zuylen, de heer De Graaf (Goudappel/Coffeng), de heer G.J. Metselaar (secretaris SOHW)
Verslag
Mevrouw I.C. Wendt (Notuleerservice Nederland)
1. Opening en vaststelling agenda De voorzitter opent de vergadering om 20.00 uur en heet de aanwezigen welkom, in het bijzonder de gasten op de publieke tribune en de heer Van der Linden die de taak van de heer De Vos heeft overgenomen. Mededelingen - De heer Van ’t Hof is afwezig door gezondheidsklachten. Besloten wordt om hem namens het raadsledenoverleg een bloemetje te sturen. - De heren Van der Wulp, De Leng en Tuinder zijn met kennisgeving afwezig. De heer Stokman wordt vervangen door mevrouw Den Tuinder, de heer Polderdijk wordt vervangen door de heer Tamerius. De heer Hoek en mevrouw Verbaas zijn wegens ziekte verhinderd. - Een aantal leden uit Oud-Beijerland is zonder kennisgeving afwezig. Vaststelling agenda Twee burgers hebben zich aangemeld om gebruik te maken van het spreekrecht. Zij zullen inspreken voor agendapunt 7 en 8. De agenda wordt met deze aanvullingen vastgesteld. 2. Vaststellen verslag d.d. 23 mei 2012 De heer Oosterkamp merkt op dat zijn naam op pagina 5 fout gespeld is. Het verslag wordt met deze opmerking vastgesteld. Naar aanleiding van De heer Van Loo vraagt of in het verslag weer kan worden opgenomen of een lid namens zijn gemeente of namens zijn fractie spreekt. Afgesproken wordt dat dit in het verslag wordt opgenomen als de sprekers dit vermelden.
Verslag vergadering Raadsledenplatform Hoeksche Waard d.d. 19 september 2012
1
3. Spreekrecht burgers De heer Kolf van de Kamer van Koophandel Hollandsche Eilanden en Waarden zal voorafgaand aan agendapunt 7 inspreken en de heer Pijl namens Comité Molendijk Veilig zal voorafgaand aan agendapunt 8 inspreken. 4. Rondvraag De heer Stelpstra vraagt namens Korendijk aandacht voor de regionalisering van de brandweer. Een groot aantal raadsleden was twee weken geleden bij de presentatie over de gevolgen van de regionalisering aanwezig. Er is nogal wat kritiek op het proces, met name op de kostenstijging en –verdeling. Er was weinig ruimte voor discussie tijdens de bijeenkomst. Op de vraag of er wel een kosten-batenanalyse voor de bestedingen aan de brandweer is gemaakt, werd niet ingegaan. De komende tijd wordt niet gekeken naar het gewenste ambitieniveau: het niveau staat al vast met de bijbehorende hoge kosten. In Korendijk is zijn motie aangenomen waarin wordt aangedrongen op forse bezuinigingen op de regionale brandweer. In Binnenmaas is een soortgelijke motie aangenomen. Namens de fracties van Korendijk roept hij de overige gemeenteraden op om de moties van Korendijk en Binnenmaas te bekijken en te overwegen deze over te nemen. Op deze manier zendt de Hoeksche Waard een krachtig signaal richting de Veiligheidsregio. De heer Van Loo zegt dat het CDA in Binnenmaas het initiatief heeft genomen voor een soortgelijke motie die unaniem is aangenomen. In de motie wordt gevraagd om de bezuinigingen veel eerder te laten ingaan dan 2017, liefst al in 2013. Het is belangrijk dat de raden aan hun vertegenwoordiger in het bestuur van de Veiligheidsregio meegeven om stemming te vragen over de begroting. De heer Heij zegt namens Cromstrijen dat het college bij het opstellen van de meerjarenbegroting van 2012 al een brief heeft gestuurd aan de Veiligheidsregio waarin wordt gevraagd om 10% taakstellend te bezuinigen. Cromstrijen heeft dus al aan de vraag voldaan maar ondersteunt het initiatief van harte. De heer De Jonge zegt namens Oud-Beijerland dat in zijn raad het onderwerp ook is besproken. Je moet een kosten-batenanalyse maken op het niveau van de kwaliteit van de brandweerzorg. Oud-Beijerland heeft gekozen voor kwaliteit en heeft hier geld voor over. De heer Steenbergen zegt namens Strijen dat ook deze gemeente midden in de discussie zit over het kostenniveau. Men moet niet alleen spreken over de kosten maar ook over het gewenste kwaliteitsniveau. Misschien kost het nu wel heel veel en kan het een tandje minder. De heer Van der Linden stelt dat de VNG een discussie voert met minister Opstelten over de verlenging van aanrijdtijden naar vijftien minuten en dat de minister dit niet wil. Dit is reden tot zorg want kortere aanrijdtijden leiden tot hogere kosten. De voorzitter stelt dat het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio nu via de gemeenteraden aan zet is. Een flink aantal gemeenten geeft aan dat de Veiligheidsregio zich ervan bewust moet zijn dat budgetten niet onbeperkt zijn. Als de burgemeesters vanuit dit standpunt input willen leveren in het algemeen bestuur, kan men dit zo goed mogelijk oppakken. Uiteindelijk is de Veiligheidsregio echter een gemeenschappelijke regeling met negentien gemeenten, en moet overeenstemming worden gevonden over de financiën. Men moet het samen doen. De heer Stelpstra is blij met de reacties van de gemeenten. 5. Ingekomen stukken
Verslag vergadering Raadsledenplatform Hoeksche Waard d.d. 19 september 2012
2
Besluitenlijst DB SOHW d.d. 24 mei 2012 De besluitenlijst DB SOHW wordt voor kennisgeving aangenomen. Overleg SOHW met het maatschappelijk middenveld De voorzitter geeft aan dat de vorige keer uitgebreid is ingegaan op het maatschappelijk middenveld. Vanuit het overleg tussen bestuurders en het maatschappelijk middenveld worden twee lijnen zichtbaar. De eerste is dat meer serieuze interactie zou moeten plaatsvinden tussen belanghebbenden uit het maatschappelijk middenveld en de portefeuillehoudersoverleggen Economie, Samenleving, Ruimtelijke Ordening en Veiligheid. Dat is nieuw ten opzichte van het verleden toen het overleg algemener van aard was. De tweede lijn is de afspraak om integraal en overkoepelend contact te onderhouden. Dit is meer gericht op het proces: hoe gaan we in het proces met elkaar om? Deze twee lijnen bieden perspectief voor de effectiviteit van het SOHW. De wil tot samenwerking is bij beide partijen aanwezig. 6. Groslijst agendavoorraad ROHW Intergemeentelijke samenwerking De voorzitter zegt dat de stuurgroep actief is, bestaande uit de vijf burgemeesters met een netwerk van griffiers en gemeentesecretarissen. Op 5 oktober komen zij bij elkaar om de evaluatie van de intergemeentelijke samenwerking te bespreken. Een tweede stuurgroep houdt zich bezig met de ontwikkeling van ambtelijke samenwerking. Vandaag is in het dagelijks bestuur SOHW besloten dat ook het SOHW zelf een evaluatie zal uitvoeren. Dat is beloofd aan de raden in de gemeenschappelijke regeling. De evaluatie zal voor het ROHW worden geagendeerd. 7. Sociaaleconomische visie Hoeksche Waard De heer Kolf spreekt in namens de Kamer van Koophandel Hollandsche Eilanden en Waarden. Hij stelt dat de sociaaleconomische visie in tegenstelling tot eerdere visies meer aandacht geeft aan de economische bedrijvigheid in de Hoeksche Waard. De visie biedt kansen. Het lokaal gevestigd bedrijfsleven zorgt voor een solide basis van de lokale economie. Daar begint immers de toegevoegdewaardecyclus: wordt er minder of geen geld verdiend, dan zijn er ook minder leuke dingen voor de mensen mogelijk. Tot de economie behoort ook de vrijetijdseconomie. Die zou maar voor een bescheiden surplus zorgen. Voor de hand liggende kansen worden weliswaar benut, maar als de Hoeksche Waard aantrekkelijk wil worden voor recreatie en toerisme, zal er meer moeten gebeuren. Gezocht moet worden naar een trekker die mensen buiten de Hoeksche Waard voldoende aanspreekt. Wat maakt de Hoeksche Waard interessant voor bezoekers? Wandelaars, fietsers, bezoekers van Tiengemeten worden verwelkomd, maar op bescheiden schaal. Het is geen stevige economische drager. Watersport zou door intensieve samenwerking verder ontwikkeld kunnen worden. Door de ruime aanwezigheid van vaarwater is wel afstemming met omliggende gemeenten nodig. Hoe zien buitenstaanders de Hoeksche Waard? Men noemt: platteland, landbouw, rust, groen. Dat zou de kracht van het gebied kunnen zijn: de agrarische sector kan de Hoeksche Waard nadrukkelijker op de kaart zetten. Deze sector is niet alleen kenmerkend voor de Hoeksche Waard maar ook professioneel en innovatief. Ze heeft potentie in zich, zeker in samenwerking met de voedselverwerkende industrie kunnen interessante mogelijkheden worden gevonden. Daarnaast is er sprake van krimp. Om leefbaar te blijven is samenwerking tussen gemeenten noodzakelijk. Er moeten moeilijke keuzes worden gemaakt. Het SOHW heeft al een aantal zaken overgenomen maar ook afzonderlijke gemeenteraden moeten over de gemeentegrenzen heen kijken. De omgeving biedt kansen: het ligt dicht bij bedrijvig Nederland, dicht bij de Rotterdamse haven. Van de grote investeringen in de Tweede
Verslag vergadering Raadsledenplatform Hoeksche Waard d.d. 19 september 2012
3
Maasvlakte heeft Hoeksche Waard echter weinig geprofiteerd. Dat is onbegrijpelijk en onaanvaardbaar. Het vestigingsbeleid zou beter afgestemd moeten worden op de dynamiek van ondernemingen. Hun afzetgebied is overal en moet gestimuleerd worden. Bestemmingsplannen mogen geen obstakel vormen voor groei. Ondernemers zijn ook niet gebaat bij lange processen: zij kunnen geen tientallen jaren vooruit plannen. Inspreker vraagt de leden om hun bevoegdheden aan te wenden. De visie biedt kansen op meer werkgelegenheid, als de gemeente in staat is om met de regio mee te ontwikkelen; er zijn kansen op meer vrijetijdseconomie als er inspanningen verricht worden om de kracht van het eiland beter te benutten. In de zoektocht naar een gezonder en stabieler leefomgeving is de Kamer van Koophandel desgewenst een partner. Mevrouw Pepels vraagt of het betoog mag worden samengevat als oproep tot een gemeentelijke fusie. De heer Kolf noemt het een redelijke constatering. De heer Flieringa legt uit dat het voorstel uit twee delen bestaat: de sociaaleconomische visie die door de raden moet worden vastgesteld en het uitvoeringsprogramma waarvoor nu een eerste aanzet is gemaakt. Voor het uitvoeringsprogramma worden de raadsleden vanaf de kaderstelling meegenomen in het proces. In het tweede deel van de presentatie zal hij de leden meenemen naar een korte discussie over het uitvoeringsplan, overigens zonder de intentie om vanavond al tot definitieve conclusies te komen. Men krijgt tijdens het traject nog ruimschoots de gelegenheid om – samen met het maatschappelijk middenveld – input te leveren en in debat te gaan met elkaar. Hij dankt de heer Kolf voor zijn betoog; het is fijn dat de Kamer van Koophandel zijn visie toont op de sociaaleconomische visie. De heer Roobol (programmamanager SOHW) legt uit dat de sociaaleconomische visie een project is binnen het programma Economie. Aanleiding tot het opstellen van de visie was de Structuurvisie Hoeksche Waard en het Uitvoeringsprogramma 2010-2014. De sociaaleconomische visie moet richting geven aan de regio en de vijf gemeenten om te bepalen waar zij hun economisch beleid op moeten richten. Tijdens het proces bleek dat er heel veel wensen waren voor ontwikkelingen die men in de visie wilde betrekken. Daarom heeft het lang geduurd voordat de Stec Groep met de visie aan de slag kon. Aanpak Stec Groep De Stec Groep heeft veel gegevens over vraag en aanbod verzameld en geanalyseerd. Geconstateerd werd dat het aanbod in de Hoeksche Waard groter is dan de vraag. De ruimtelijke structuur van de Hoeksche Waard is in beeld gebracht, er is gekeken naar het type bedrijvigheid dat in de regio is vertegenwoordigd en in welk gebied het ligt. De Hoeksche Waard ligt op de as Rotterdam-Antwerpen, dicht bij veel economische grootheden maar tegelijkertijd zijn de economische activiteiten heel kleinschalig. Er zijn vooral veel ondernemingen die een duidelijke binding hebben met de dorpen waarin ze gevestigd zijn en die ook zorgen voor de vitaliteit van die dorpen. De Stec Groep heeft sessies met gemeentelijke ambtenaren georganiseerd, telefonische interviews met sleutelpersonen gehouden en in de Hoeksche Waard bijeenkomsten belegd met politiek, bestuurders, maatschappelijk middenveld en ondernemers. De centrale vraag was steeds: waar liggen kansen voor de Hoeksche Waard? Conclusies De conclusies zijn misschien voor de hand liggend, maar zullen in het uitvoeringsplan verder geconcretiseerd worden.
Verslag vergadering Raadsledenplatform Hoeksche Waard d.d. 19 september 2012
4
-
-
-
-
Zet in op zaken die goed beïnvloedbaar zijn en maak duidelijke keuzes, bijvoorbeeld voor werklocaties. Waar ontwikkel je bedrijvigheid, welke ruimte bied je aan bedrijven? Bedrijventerreinen vullen zich niet meer vanzelf: wat zijn de wensen van bedrijven, waar willen ze zich vestigen? Zorg voor goede infrastructuur, zowel op recreatief gebied als van en naar werklocaties. Zorg voor intensieve samenwerking en goede afstemming tussen gemeenten. Zorg dat ze niet elkaars concurrenten worden, maar creëer een gezamenlijk regionaal belang, met ondernemers, de Kamer van Koophandel en andere betrokken partijen binnen en buiten de Hoeksche Waard. Groot denken met kleine stappen. Gemeenten moeten duidelijk streven naar een sociaaleconomisch aantrekkelijk gebied voor lange termijn. Dit kan in kleine stappen bereikt worden. Voorbeelden van kortetermijnstappen staan in het uitvoeringsprogramma. Maak keuzes waarvoor je wilt gaan en focus op kansrijke sectoren. Zoek synergie, bijvoorbeeld door recreatie te koppelen aan zorgeconomie en wellness.
Speerpunten en acties De heer Flieringa zegt dat een aantal zaken uit de presentatie ook al door de Kamer van Koophandel is genoemd. Dat is niet verwonderlijk, want de sociaaleconomische visie is tot stand gekomen na uitvoerig overleg met bedrijfsleven en de Kamer van Koophandel. Er zijn twaalf acties gekoppeld aan de speerpunten. 1.
Actualiseren van visie werklocaties met als doel het behouden en creëren van aantrekkelijke toekomstgerichte werklocaties. 2. Gewijzigde marktvraag vraagt om herijking van uitgangspunten. 3. Slim omgaan met leegstand van kantoren en bedrijfsruimten. 4. Afspraken maken over beheer en herstructurering van bestaande werklocaties zodat ze langzamer verouderen en langer aan de marktvraag blijven voldoen. 5. Inzetten op structurele en langdurige promotie van de Hoeksche Waard. 6. Creëren van kansen voor recreatief verblijf en mogelijkheden voor watersport. 7. Inventariseren van kansen in de zorgsector en deze vertalen in businesscase. 8. Stimuleren van kansen in de ontwikkeling van de bio-economie. 9. Inzet op verbreding van kwaliteit in aanbod van detailhandel. 10. Beleid opstellen dat het mogelijk maakt om voorzieningen te concentreren om mogelijke krimp op te vangen. 11. Actieve lobby voor dependances van hogeronderwijsinstellingen, bijvoorbeeld agrarisch onderwijs. 12. Jongeren in de regio houden door een beter woning- en onderwijsaanbod. De sociaaleconomische visie wordt door het pfo Economie vastgesteld en ligt nu bij de gemeenteraden voor. Daarna wordt gezamenlijk een uitvoeringsprogramma opgesteld. De actiepunten zijn een eerste aanzet hiertoe. Door een discussie te voeren op basis van een aantal stellingen zou de heer Flieringa inzicht willen krijgen in de gewenste prioritering van de acties. Dit zal in het pfo Economie worden besproken, waarna het pfo een conceptuitvoeringsprogramma met bijbehorende prioritering zal uitwerken. De heer Nieland merkt op dat bij de doelstelling van de Hoeksche Waard staat: met respect inpassen van sociaaleconomische activiteiten voor de status Nationaal Landschap. Er moet goed op worden gelet dat nieuwe ontwikkelingen consistent zijn met andere teksten, zoals de structuurvisie. Eerder is vastgesteld dat ruimtelijke ontwikkelingen het landschap moeten versterken. Dat is iets anders dan ‘respect hebben voor’. De heer Flieringa antwoordt dat de visie is opgesteld door de Stec Groep en dat dit een constatering van hen is. Hij is het eens met de heer Nieland dat de teksten in diverse beleidsstukken consistent moeten zijn.
Verslag vergadering Raadsledenplatform Hoeksche Waard d.d. 19 september 2012
5
De heer Wijdeveld mist een speerpunt, namelijk het opnemen van dergelijke visies in structuurplannen en ruimtelijkeordeningsplannen met als eerste actiepunt het opheffen van de provincie die hier als hindermacht opereert. De heer Flieringa antwoordt dat het natuurlijk goed is om dit actiepunt toe te voegen. Iedereen is bezorgd over de interactie met de provincie in bepaalde trajecten. Het is echter zaak om er samen voor te zorgen dat de sociaaleconomische visie wordt geïntegreerd in de structuurvisie. De heer Oudeman stelt dat aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de sociaaleconomische visie en het uitvoeringsprogramma vast te stellen maar het is lastig om het eerst vast te stellen om pas daarna inzicht te krijgen in de kosten, dekking en prioritering. Waarom is hiervoor gekozen? De heer Flieringa zegt dat er bewust voor is gekozen om eerst de visie op te stellen. Voordat zo’n visie gemaakt is, kun je haar immers niet uitvoeren. In deze visie zitten fantastische elementen, zoals het aantrekken van hoger onderwijs, die niet eenvoudig te realiseren zijn. De gemeenten zijn nog niet in staat om vanuit eigen middelen dit soort acties op te zetten. Daarom is eerst in beeld gebracht wat de wensen van bestuurders zijn voor de Hoeksche Waard. Nu worden deze in stellingen aan de gemeenteraden voorgelegd. Als leden bepaalde onderwerpen willen prioriteren, kan het bestuur ermee verder. De heer Oudeman is het hiermee eens, maar als de raden niet weten hoeveel het kost om bijvoorbeeld hbo-instellingen naar de regio te halen, is het ook moeilijk om een afweging te maken. De heer Flieringa antwoordt dat de kosten en dekking in beeld worden gebracht in het uitvoeringsprogramma. De heer Van Loo constateert dat bio-economie als kansrijke sector wordt genoemd. Hij vraagt in hoeverre de suggestie van de heer Kolf over Agrofood wordt meegenomen in de visie. De heer Flieringa antwoordt dat de suggestie kan worden meegenomen. De raadsleden bepalen de prioritering van onderwerpen. De heer Kerpel miste in het stuk een overzicht van geraadpleegde literatuur en de bronnen waarop de analyse is gebaseerd. In veel gebieden heeft men te maken met vergrijzing en wegtrekkende jeugd. In de analyse wordt gezegd dat er voor de jeugd te weinig voorzieningen zijn om zich te vermaken. Hij zou graag meer informatie hierover ontvangen. Vergrijzing en wegtrekkende jeugd zouden de oorzaken zijn van de teruggang in leefbaarheid. Maar ze kunnen wellicht ook als kans worden gezien. De Hoeksche Waard zou zich kunnen profileren als gebied waar ouderen zeer welkom zijn en rustig kunnen genieten van hun oude dag. Zeker in combinatie met ‘zorgeconomie’ zou dit kansrijk kunnen zijn. De heer Flieringa zegt dat het aspect zorgeconomie in de visie is verwoord en breed terugkomt in de discussie. Hij zal de geraadpleegde literatuur laten toevoegen. De voorzitter stelt voor om de stellingen niet meer te bespreken en de presentatie af te ronden. De heer De Jonge is het hier niet mee eens. De toekomstvisie is te belangrijk om door te schuiven naar de gemeenteraden.
Verslag vergadering Raadsledenplatform Hoeksche Waard d.d. 19 september 2012
6
De voorzitter vraagt of de ROHW één stelling wil behandelen. De heer Flieringa stelt voor een om aparte bijeenkomst te beleggen en dan samen met partijen uit het maatschappelijk middenveld alle stellingen uitvoering te bespreken. De heer De Jonge vindt dit een prima idee maar merkt nog wel op dat het de sociaaleconomische visie van het SOHW is en dat de opmerking over consistentie met andere beleidsstukken terecht was. Het feit dat de Stec Groep de visie heeft opgesteld, is daarbij irrelevant. De heer Flieringa is het hiermee eens, maar doelde op de redactie van een zinsnede in het rapport. De heer Heij stelt voor om workshops te organiseren om over de stellingen te discussiëren en de conclusies vervolgens plenair terug te koppelen. 8. Presentatie over concept Regionaal Verkeer- en Vervoerplan Hoeksche Waard De heer Pijl van Comité Molendijk Veilig mist in de koersnota het onderdeel tractortransporten van onder andere grondverzet- en loonbedrijven. Het gebied heeft al decennialang veel overlast van dit transport. Vooral jongere bestuurders zijn betrokken bij ongevallen met landbouwvoertuigen, doordat ze veel te hard over de dijken rijden, vaak met een telefoon aan het oor. In de factsheet Trekkers van TLN van maart 2007 worden talloze voorbeelden aangehaald als niet afgedekte lading en voertuigen die niet APK-gekeurd zijn. Op 19 juli 2012 had TLN een gesprek met portefeuillehouder Verbaas omdat de organisatie zijn expertise en kennis niet mocht delen in de klankbordgroep. Op andere locaties, zoals gemeente Eemsmond en provincie Zeeland heeft TLN wel deel uitgemaakt van de werkgroep. TLN heeft de nota Eemsmond verspreid onder de deelnemers aan de workshop Infrastructuur Hoeksche Waard 2030. Deze nota zou als blauwdruk voor de Hoeksche Waard kunnen dienen. Ook heeft TLN in 2010 aandacht gevraagd van de commissaris van de koningin voor de verkeersonveiligheid door vrachtverkeer. In zijn beantwoording geeft de heer Franssen aan dat de SOHW een werkgroep heeft ingesteld om te komen tot een bedrijvennummeringssysteem en dat de provincie bij het proces is betrokken in haar rol als wegbeheerder. De werkelijkheid is echter weerbarstiger. Het bedrijvennummeringssysteem komt niet van de grond, terwijl vooral in Korendijk de nummering van steeds groter wordende bedrijven in de polder hard nodig is. Dolend vrachtverkeer belet de doorstroming en veroorzaakt overlast en verkeersonveilige situaties op de smalle dijkwegen voor bewoners en bezoekers. Uit de verslagen van de klankbordgroep blijkt dat er foute antwoorden werden gegeven en dat feiten niet klopten. De rondweg Zuid-Beijerland met flessenhals is geen volwaardige ringweg omdat deze een maximumsnelheid van 60 km/uur kent. De toegangswegen met 80 km/uurregime voldoen bovendien niet aan het Duurzaam Veiligconcept. Het concept RVVP is nog lang niet af. Input van ervaringsdeskundigen zoals TLN ontbreekt, het is een puur theoretisch plan. Inspreker voelt zich als ervaringsdeskundige niet serieus genomen door het SOHW en vraagt daarom om bij de presentatie van het RVVP opmerkingen te mogen maken en vragen te mogen stellen aan portefeuillehouder Verbaas en projectleider Van Zuylen. Tot slot verzoekt hij de inspraak, met de brief van de commissaris van de koningin, bij het verslag te voegen. De heer Kerpel vraagt of de heer Pijl het belang van het bedrijvennummeringssysteem ook bij het college van Korendijk heeft aangekaart, omdat hij aangaf dat vooral in die gemeente een dergelijk systeem hard nodig is.
Verslag vergadering Raadsledenplatform Hoeksche Waard d.d. 19 september 2012
7
De heer Pijl antwoordt dat hij het op meerdere plaatsen heeft aangekaart, onder andere in Korendijk en bij de provincie. De heer Aan de Wiel merkt op dat hij in het vorige ROHW de noodzaak van een bedrijvennummeringssysteem heeft aangekaart. De heer Kerpel was toen ook aanwezig. Er was zeer breed draagvlak onder de aanwezigen om het systeem nieuw leven in te blazen. Hij vindt het stuitend om te zien dat het weer niet van de grond komt. Het is ook onduidelijk waarom het niet gebeurt, terwijl alle raadsleden dit wensen. De voorzitter rondt deze discussie af. De heer Tamerius stelt dat de inspreker suggereerde dat het landbouwverkeer geen aandacht krijgt. In het stuk leest hij wel degelijk een aantal passages over conflicten tussen landbouwverkeer en overig verkeer. De heer Pijl betoogt dat deze passages in het oorspronkelijk RVVP niet waren opgenomen. De heer Van Zuylen (projectleider) benadrukt dat het betoog over het RVVP nog geen bestuurlijke status heeft. Het pfo Economie heeft wel met de presentatie ingestemd maar zich nog niet inhoudelijk gebogen over het RVVP. De bedoeling van de presentatie is uitsluitend om het ROHW aan te geven waar men mee bezig is en in welke richting het RVVP gaat. De heer Van de Graaf (projectleider Goudappel/Coffeng) betoogt dat de auto voor velen het favoriete vervoermiddel is. Psycho-analyticus Jung zei al: “Alle keuzes die je maakt, maak je ten gunste van gemak, status, zekerheid of winst”. Een van deze motieven laat de mens altijd de auto nemen. Landelijke trends RWS heeft in 2011 een trendanalyse gedaan naar demografische ontwikkeling. Daar komen diverse trends uit voort: vergrijzing, verkleuring, intensivering van het leefpatroon en reürbanisatie. Voor de Hoeksche Waard betekent dit dat het autogebruik zal toenemen en fietsverkeer en openbaar vervoer zal afnemen. De auto wordt daarom als uitgangspunt gebruikt. In de structuurvisie al beschreven dat er een rondweg met dwarsverbinding moest komen. Dit is ook nu weer als uitgangspunt genomen, zij het in iets andere vorm. Het meeste verkeer komt vanuit de Heinenoordtunnel de Hoeksche Waard binnen. De N217 is de drager voor het uitspreiden van het verkeer. Vervolgens zijn er noordzuidverbindingen om bij de gewenste dorpskern te komen. De bestaande infrastructuur vormt dus de drager, de provinciale weg door Klaaswaal en de Langeweg tussen Oud- en Zuid-Beijerland vormen de basis. Aanvullend daaraan moet de aansluiting bij Numansdorp worden gebruikt om vanaf het Hellegatsplein naar de Hoeksche Waard te rijden. De basis van het rondwegsysteem wordt gehandhaafd met 80 km/uurwegen. De rondweg mist nog twee stukjes weg. De verkeersdruk is daar echter veel minder groot dan op de provinciale wegen, dit kunnen 60km/uurwegen blijven maar ze zijn wel zo druk dat op een aantal plekken verkeersmaatregelen moeten worden genomen zoals gescheiden banen voor fiets- en autoverkeer. Op de A29 zal na 2020 congestie ontstaan richting de Heinenoordtunnel en op het knooppunt richting de N217. Van daaruit is gekeken welke alternatieven er zijn om opstoppingen te voorkomen. Verkeerskundig zou het goed zijn als de A4-Zuid vanaf de Beneluxster richting Numansdorp wordt gerealiseerd, want hij zorgt voor een robuust netwerk. Zo behoudt de A29 zijn capaciteit in de Heinenoordtunnel, er is minder noord-zuidverkeer dat door de
Verslag vergadering Raadsledenplatform Hoeksche Waard d.d. 19 september 2012
8
polder rijdt en het verkeer naar de autosnelwegen wordt beter verdeeld. Bovendien ontstaat er ruimte voor eventuele ontwikkeling van een regionaal bedrijventerrein. Waarop gelet moet worden, is de verbindingsboog van de A4-Zuid en de A29. Bij de Beneluxster worden richting Delfland niet alle richtingen gemaakt waardoor het omliggende wegennet drukker wordt. Stel dat dit ook gebeurt bij de aanleg richting de Hoeksche Waard, dan moet men de gevolgen hiervan goed in kaart hebben en oplossen. Voor de aansluitingen op de A4-Zuid zijn diverse varianten die alle verkeerskundig en economisch overwogen moeten worden. Fietsverkeer Met name op de dijken rijdt veel verkeer. Deze routes moeten veiliger gemaakt worden voor fietsers. De dijken kunnen autoluw gemaakt worden door het verkeer over de rondweg te leiden. Ook de verkeersveiligheid bij scholen kan verbeterd worden. Openbaar vervoer Het meeste openbaar vervoer is op Rotterdam geënt. Sneldiensten zouden de 80 km/uurwegen kunnen gebruiken. Nu is dat in de spits al het geval, maar dit zou misschien de basis moeten worden. Vervolgens zouden er aanvullende diensten moeten komen en kan een aantal transferia worden gemaakt bij Heinenoord en bij de aansluiting Numansdorp. Het is soms lastig om bij een busstation te komen. Daarom kan gekeken worden of bij het gemeentehuis van Binnenmaas en ten oosten van Oud-Beijerland een P+R kan komen zodat de bus langs de file kan rijden. Vrachtverkeer Als de vorkstructuur goed is gemaakt, liggen de bedrijventerreinen pal langs de structuur. De vrachtwagenchauffeur zal hier gebruik van maken, want hij rijdt niet voor zijn lol over de dijken. Lokaal moet bekeken worden hoe je vanaf de rondweg bij de bedrijfsclusters komt. Milieu Het plan bevat een aantal voorstellen voor maatregelen om het wagenpark te verschonen, zoals oplaadpalen. Verder moeten er goede fietspaden zijn, moet geluidhinder verminderd worden bij de aanleg van nieuwe wegen en kunnen verplaatsingen verkort worden door P+R en transferia aan te leggen. Ketenmobiliteit De verkeersdruk naar Tiengemeten wordt groot. Als bij de aansluiting Numansdorp een P+R wordt gemaakt voor woon-werkverkeer naar Rotterdam, kan deze in het weekend worden gebruikt om recreanten van Tiengemeten op te vangen. Samenvatting RVVP - Vorkstructuur beheerst afronden. - Aanleg A4-Zuid is handig voor robuust netwerk. - Fiets: ontvlechten waar nodig. - Openbaar vervoer versnellen over de vorkstructuur. - Vorkstructuur ook gebruiken voor vrachtverkeer - Milieu en keten als aanvullende maatregelen. De heer Heij vraagt wat de financiële gevolgen zijn van al deze plannen en voorstellen. Hoe kan het RVVP worden vastgesteld zonder enig inzicht in de kosten? De heer Van Zuylen antwoordt dat aan het RVVP voorlopig geen uitvoeringsprogramma wordt gehangen maar wel een lijst van mogelijke maatregelen met een globale volgorde en indicatie van de kosten.
Verslag vergadering Raadsledenplatform Hoeksche Waard d.d. 19 september 2012
9
De heer Heij zegt dat dit niet de intentie was van zijn vraag. De raden moeten het RVVP als kaderstellend document beschouwen, maar dan zijn ook financiële kaders nodig. Wordt deze kaderstelling nog ter discussie aan de raden aangeboden? De voorzitter zegt dat het ROWH aandacht voor dit thema zou kunnen vragen aan het pfo. De heer Van Loo sluit zich aan bij deze vraag over financiën. Het is een rode draad die al langer door het ROHW loopt en binnen het SOHW algemeen besproken moet worden: welke plannen worden er gemaakt en kunnen ze worden uitgevoerd? De plannen die hier gepresenteerd worden, zijn doorgaans onbetaalbaar. De discussie over de A4-Zuid is bekend: de meerderheid is onder bepaalde voorwaarden voorstander, maar verwacht dat de weg niet snel wordt gerealiseerd. Met openbaar vervoer kan wel iets meer gedaan worden. De heer Van Loo vermeldt graag dat het CDA Binnenmaas al heeft gevraagd om de carpoolplaats/P+R bij de Reedijk te behouden, want die dreigt te verdwijnen en dat is een stap achterwaarts. De heer De Jonge vindt ook dat men vooraf goed moet afwegen of het zinvol is om plannen te maken. Aan de andere kant is het wel nuttig om de gegevens te bewaren tot het moment dat de maatregelen worden uitgevoerd. Dan is het vast duidelijk welke richting het op gaat. De heer Heij is het hier niet mee eens. Als een plan een paar jaar ligt, is het verouderd en niet meer toepasbaar. De heer Kerpel is blij dat er een begin is gemaakt. Hij denkt dat dit document een bijdrage zou kunnen leveren aan de discussie met de provincie over de bereikbaarheid van de regio. De meeste wegen zijn immers in beheer van de provincie en het waterschap. De heer Aan de Wiel denkt er anders over. Hij vraagt hoe lang de raden al bezig zijn om een aantal verkeersborden te plaatsen. Dit komt niet van de grond omdat de vijf gemeenten het niet eens worden. Zo wordt niets bereikt, dus kan dit mooie ambitieuze plan zo de la in. Het lijkt een duur plan dat niets toevoegt aan wat er al bekend is. Het geld dat de Hoeksche Waard zou kunnen krijgen van de provincie om de bereikbaarheid te verbeteren, laat de regio lopen. 9. Masterplan Noordrand Hoeksche Waard Mevrouw Melissant (voorzitter van de stuurgroep) schetst de laatste stand van zaken betreffende het uitvoeringsprogramma Structuurvisie Hoeksche Waard. Een onderdeel daarvan was het Masterplan Noordrand. Het opstellen van zo’n plan kost veel geld, maar kon betaald worden met de 100.000 euro subsidie die de Hoeksche Waard heeft ontvangen doordat het SOHW de Mooi Nederlandprijs heeft gewonnen. De essentie van het masterplan zijn de vragen: wat zijn de kernkwaliteiten van de Hoeksche Waard en wat is het DNA van de Hoeksche Waard? Dit moet je eerst weten, voordat je ontwikkelingen initieert. Daarnaast is het nodig dat je besef hebt van wat je al hebt in de streek. Hoe kun je dat verbeteren, hoe kun je verbindingen aanbrengen, wat moet er worden aangevuld, wat past er bij de Hoeksche Waard, wat vult het bestaande DNA aan? Bij de beantwoording van deze vragen is het maatschappelijk middenveld betrokken, ook partijen van buiten de Hoeksche Waard. De stuurgroep heeft een werkbezoek aan Duitsland gebracht, een schetsbijeenkomst georganiseerd, ideeën gegenereerd en in alliantiebijeenkomsten met het maatschappelijk middenveld en bedrijfsleven gesproken. Als kansen worden gezien: bedrijvigheid, streekeigen architectuur en woningbouw, en recreatie. Uit de alliantiebijeenkomsten zijn veel goede ideeën ontstaan. Ondernemers en andere betrokkenen gaven wel aan dat het masterplan snel vervolg moet krijgen. Het masterplan moet via het pfo en de colleges worden
Verslag vergadering Raadsledenplatform Hoeksche Waard d.d. 19 september 2012
10
vastgesteld door de gemeenteraden, waarna men aan de slag kan. In het uitvoeringsprogramma speelt de overheid slechts een bescheiden, faciliterende rol. De heer Geuze (Bureau West8) heeft negen maanden onderzoek gedaan naar de Noordrand van de Hoeksche Waard, als vervolg op de structuurvisie. De Hoeksche Waard is een mooi eiland en een uitzonderlijk fenomeen omdat het omgeven wordt door diverse Randstedelijke gebieden zoals de Drechtsteden en Rijnmond, terwijl het ook in de delta ligt. Dat zie je vooral vanuit Klaaswaal. Je ziet rondom industrie en stad, maar ook landbouw, water en natuur. De route Rotterdam-Antwerpen zorgt ervoor dat de logistieke sector zich hier graag vestigt. Provincie Zuid-Holland krijgt geen grip op het gebied en gebruikt planologische en sociaaleconomische termen als regioparken, tussenlokaal, corridor, assen, om de Hoeksche Waard te duiden. De natuurdelta spreekt mensen heel erg aan, maar ligt verscholen achter de dijken. De gemeenten hebben tien jaar gewerkt aan de Structuurvisie Hoeksche Waard. Het is een goed stuk: het vormt een uiteenzetting van welke kant de Hoeksche Waard op kan. Er wordt gesproken over de kernwaarden. De vraag is nu hoe deze kernwaarden gepreciseerd kunnen worden. Het masterplan is geen nieuw stuk, maar gaat een slag verder. Als je kernwaarden, het DNA, als vaststaand feit hanteert, kun je je afvragen of je nulgroei voor woningbouw moet hanteren of niet. Woningbouw is alleen gewenst als dat het DNA versterkt. Als woningbouw bij het DNA past, is dit een irrelevante vraag. De Hoeksche Waard is een constellatie van polders en dorpen. De Hoeksche Waard heeft een bijzondere polder- en dijkstructuur. Dat is het DNA van de Hoeksche Waard. De morfologie van dorpen is nog volledig leesbaar, wat een enorme kwaliteit is. De polders hebben bijzonder weinig beplanting omdat de boeren vroeger alleen maar last hadden van bomen. De dijken hebben heel verschillende profielen en zijn nauwelijks aangetast. In de Hoeksche Waard is men geneigd dit allemaal vanzelfsprekend te vinden, maar in de rest van Nederland zijn nauwelijks nog aanwaspolders te vinden van deze kwaliteit. Elders zijn de polders door de jaren heen volgebouwd of door ruilverkaveling volledig ontdijkt. Vanuit de dorpskernen zou je een schets moeten maken: wat zijn de kernwaarden voor elke gemeenschap: bijvoorbeeld de kerk, de molen, een aantal straatjes. Voor de Noordrand is dit vastgelegd, zowel de dorpssilhouetten als de morfologie van de dorpjes. In Oud-Beijerland zijn bijvoorbeeld de lijnen van het landschap doorgetrokken in de bebouwde omgeving. Het is belangrijk dat dit niet verdwijnt door een verkeerscirculatieplan of een ambitieus nieuwbouwproject. Je moet de oude elementen koesteren zodat je het DNA vasthoudt. Dit DNA biedt vervolgens een handvat voor dorpsuitbreidingen: vraag je af welke woningtypes erbij passen. In het masterplan is dat ook doorgetrokken in streekeigen architectuur: boerenhoeves en eenvoudige burgerwoningen zonder al te veel versieringen. Deze typologieën zouden ook in nieuwbouw gecreëerd kunnen worden. In stedenbouw valt op dat in een blok vaak een boerderij, schuur, garage en landje zit. De Hoeksche Waard moet niet denken in rooilijnen en blokverkavelingen zoals in Vinexlocaties gebeurt, maar moet proberen om de organische bouw te handhaven. De Hoeksche Waard staat vol met monumenten van de RTM, maar ook veerstoepen, gevels, en kerken, die niet altijd als kwaliteit worden beschouwd. Daar zitten ook veel problemen in: een oude boerderij mag bijvoorbeeld niet van functie veranderen waardoor die dreigt te vervallen. Het landschap is zeer kwetsbaar. De polders zijn heel open en kunnen geen grootschalige kassen hebben. Echter, verspreide kleinschalige kassen is ook dramatisch voor de horizon. De zichtlijnen worden sterk geblokkeerd door kassen, wat een vorm van horizonvervuiling is, waar je goed op moet letten.
Verslag vergadering Raadsledenplatform Hoeksche Waard d.d. 19 september 2012
11
Een andere bedreiging voor het landschap zijn moderne dorpsuitbreidingen en bedrijfshallen die vaak in witte steen worden gebouwd, waardoor ze enorm afsteken tegen het open landschap. Metselwerk tast de omgeving veel minder aan. Landbouw is de drager van het landschap in de noordrand. Het zou voor de hand liggen een bedrijf als Agro te gebruiken als ‘branding’ omdat de Hoeksche Waard van oudsher bekend staat om het arbeidsethos. Er is enorme kennis van akkerbouw in de regio. Als je de regio wat groter neemt en je trekt Goeree-Overflakkee en West-Brabant erbij, kun je een vuist maken voor dit soort industrie. Door de ligging tussen stedelijke gebieden en omgeven door diep vaarwater heeft de Hoeksche Waard bijzondere kansen voor werkgelegenheid, maar er zijn te veel verschillende locaties. Het zou goed zijn om dit beter te coördineren. Bedrijven die gebruikmaken van waterwegen hebben bijvoorbeeld al drie opties: de Puttershoekse kades, bij Oud-Beijerland kan een steiger in de Maas worden gemaakt en dat kan ook in de haven van ’s-Gravendeel. De sector recreatie en toerisme is nog weinig ontwikkeld, maar zou het gebied een push kunnen geven. Er kan op eenvoudige wijze een goed net van fietsverbindingen gerealiseerd worden door een klein aantal oversteekplaatsen. Gemeenten zouden wel wat genereuzer mogen zijn richting de agrarische sector en kleinschalige recreatie op agrarische bedrijven toestaan. Dit zou uitstekend binnen het DNA passen. Er horen ook landwinkels bij. Fietsen zou gepromoot moeten worden en deel uitmaken van de ‘branding’. Voor het ondernemerschap is onderzocht of vanuit de overheid met concessies gewerkt kan worden: men zet dan een aantal stippen op de kaart en vraagt de sector om hier (via tenders) initiatieven te ontwikkelen. Als de overheid de initiatieven vervolgens goed faciliteert, liggen de kansen voor het oprapen. Aan natuurontwikkeling is al veel gedaan, onder andere aan kreekverbreding. Dit kan beter gekoppeld worden aan woningbouwopgaves. Door plekken uit te wisselen en investeringen die sowieso worden gedaan, te verbinden aan kreekverbreding, kan veel meer bereikt worden dan tot nu toe het geval was. Het verhaal is samengevat in een kaart, die is opgedeeld in vier kwartieren. Hierin zijn ook vragen verwerkt, bijvoorbeeld over de ontwikkeling van bedrijventerreinen. Mevrouw Den Tuinder is erg enthousiast over het verhaal en stelt voor om het te kopiëren en toe te passen op de zuidrand. Mevrouw Melissant zegt dat in het laatste pfo Ruimte naar aanleiding van deze presentatie al is voorgesteld om de zuidrand snel aan te pakken. Noord en zuid zijn overigens niet los van elkaar te zien. Het DNA dat is gedefinieerd, geldt voor de hele Hoeksche Waard. De heer Heij mist dat de noord- en zuidrand volgens de structuurvisie een andere duiding hebben. De noordrand zou een schakelzone worden van het stedelijk naar het recreatieve gebied, en in de zuidrand zou het accent meer op recreatie worden gelegd. Mevrouw Melissant beaamt dit, in de structuurvisie staat dat de noordrand meer verstedelijkt is en de zuidrand meer het accent op landbouw en recreatie/toerisme heeft. Het een hoeft het ander echter niet te bijten. De concentratie qua bewoning en bedrijvigheid zit nu eenmaal in de noordrand. Daar is in het masterplan op aangesloten, waardoor er veel initiatieven zijn op die onderdelen. Als de zuidrand wordt aangepakt, zal een aantal van deze elementen beperkt deel uitmaken van het masterplan en zal het accent meer liggen op recreatie/toerisme. Mevrouw Pepels vraagt wat precies bedoeld wordt met de opmerking dat je de vraag over een nullijn in woningbouw niet zou moeten stellen. De heer Geuze gaf aan dat je
Verslag vergadering Raadsledenplatform Hoeksche Waard d.d. 19 september 2012
12
moet kijken of woningbouw tot een versterking van het DNA leidt. Wat betekent dit? Wanneer is woningbouw een versterking van het DNA? De heer Geuze legt uit dat de gemeenten niet moeten wachten tot een projectontwikkelaar een stuk grond heeft en plannen maakt die de overheid vervolgens gaat faciliteren, maar dat ze zelf moeten vaststellen wat wel en wat niet past in het gebied, dit omschrijven en hier voortaan alle plannen aan toetsen. De heer Van Loo vraagt of de heer Geuze de kernwaarden van de Hoeksche Waard morgen op het symposium van de provincie Zuid-Holland wil overdragen. De voorzitter vraagt of de heer Geuze dan meteen het thema 'verspreid glas' ter sprake wil brengen omdat de Hoeksche Waard al twee jaar heeft gewerkt aan een plan voor de sanering van gespreid glas, wat niet tot het gewenste resultaat heeft geleid. 10. Sluiting De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering om 22.31 uur.
Verslag vergadering Raadsledenplatform Hoeksche Waard d.d. 19 september 2012
13
• Overzicht tot september
Burap
• aangevuld met • prognose 2012
Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard
Versie AB 2012
2
Inhoudsopgave
LEESWIJZER ................................................................................................................................................ 5 SAMENVATTING .......................................................................................................................................... 7 PROGRAMMA’S ............................................................................................................................................. 9 PROGRAMMA 1.
RUIMTE .......................................................................................................................11
PROGRAMMA 2.
LANDSCHAP .............................................................................................................. 17
PROGRAMMA 3.
SAMENLEVING ......................................................................................................... 23
PROGRAMMA 4.
VEILIGHEID .............................................................................................................. 29
PROGRAMMA 5.
ECONOMIE ............................................................................................................... 33
PROGRAMMA 6.
BESTUUR EN MIDDELEN ...................................................................................... 37
3
Inhoudsopgave
4
Inhoudsopgave
Leeswijzer
Voor u ligt de Bestuursrapportage 2012 van de Gemeenschappelijke Regeling Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard (SOHW). In deze rapportage wordt zowel inhoudelijk als financieel gerapporteerd over de uitvoering van de Begroting 2012-2015. Op basis van de voortgang van de projecten en de prognose van het resultaat aan het einde van 2012 worden voorstellen gedaan voor het bijstellen van de begroting 2012. De begroting 2012 is opgebouwd uit 6 programma’s, te weten: 1. Ruimte 2. Landschap 3. Samenleving 4. Veiligheid 5. Economie 6. Bestuur en middelen De rapportage begint met een samenvattend overzicht. Dit is een financieel overzicht, waarin per programma zijn opgenomen: - de primaire begroting 2012; - de begrotingswijziging (vastgesteld 17 juni 2012 in het AB) - de voorgestelde begrotingswijziging Burap; en - de begroting na wijziging. Daarnaast wordt inzicht gegeven in het Regiofonds. Vervolgens wordt ingegaan op de verschillende programma’s. De programmabladen zijn, indien van toepassing, als volgt opgebouwd: • • • • •
Inleiding: een beschrijving van de doelstelling van het programma. Trends en Ontwikkelingen: toelichting op ontwikkelingen, die in 2012 hebben plaatsgevonden. Wat willen we bereiken: toelichting op de resultaten die Voortgang projecten: voortgangsinformatie van de projecten, die zijn opgenomen in de begroting 2012. Voorstellen begrotingswijziging 2012 inclusief toelichting: voorstellen voor het bijstellen van de begroting 2012 op basis van de huidige inkomsten / uitgaven, genomen DB-besluiten en de prognose voor eind 2012.
Wij stellen het Algemeen Bestuur van het SOHW voor akkoord te gaan met de in deze bestuursrapportage opgenomen voorstellen voor het wijzigen van de begroting 2012.
5
Leeswijzer
6
Samenvatting
Totaal resultaat TOTAAL Programma Ruimte Landschap Samenleving Veiligheid Economie Bestuur Saldo voor bestemming Mutaties Regiofonds Saldo na bestemming
Begroting 1e begrotings Primair wijziging 2012 2012 270.276160.419284.504238.02697.50076.38526.30426.304678.584678.584
501.134501.134
0
0
Begroting Wijziging Burap 5.601 62.265
Begroting 2012 Nieuw 154.818175.761-
51.2500
127.63526.304-
16.617 16.617-
484.517484.517
0
0
De voorgestelde begrotingswijzigingen worden toegelicht in het volgende hoofdstuk bij de desbetreffende programma’s. De belangrijkste bijstellingen worden veroorzaakt op het programma Landschap door het overschot op het Vlietproject en bij het programma Economie door uitgaven die voor 2011 voorzien waren, maar pas in 2012 zijn uitgegeven. De bijstelling van de begroting leidt totaal tot een lagere onttrekking uit het Regiofonds. Vrijval Voorziening renterisico BWS-middelen In 2010 heeft bij de overgang van de Commissie Hoeksche Waard naar de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waarde een afrekening plaats gevonden. Deze afwikkeling heeft geleid tot storting van de BWS-middelen in het Regiofonds. Gelijktijdig is ook een lening aan ZHZ verstrekt en is er, omdat er een renterisico bestond op de exploitatie BWS, bij de jaarrekening 2010 een voorziening gevormd. Inmiddels is in 2012 de lening door ZHZ afgelost en is alles met ZHZ afgewikkeld. Het gevolg hiervan is dat de gevormde Voorziening renterisico BWS € 129.514,- kan vrijvallen. Bij de 1e Begrotingswijziging 2012 is besloten om van deze middelen een bedrag van € 17.454,- te bestemmen voor het besluit van het DB van 26 januari 2012 ter dekking van de bijdrage in 2013 aan het Groenbeheer Hoeksche Waard en bij de Burap 2012 over de bestemming van het restant (€ 112.060,-) te besluiten. In deze Burap wordt voorgesteld om het restant van de vrijval van de Voorziening renterisico BWS (€ 112.060) toe te voegen aan het Regiofonds en daarmee deze middelen aan te wenden voor Ecological focus area, Uniforme bewegwijzering, Agrocluster en Uitgiftebeleid (tezamen € 87.500). Het resterende deel (€ 24.560) blijft hiermee in het regiofonds.
7
Samenvatting
Regiofonds Rekening Regiofonds 2011 Lasten Totaal programma/projecten kosten Totaal ontrekking Baten Vaste bijdrage inwoner Variabele bijdrage regionaal bedrijventerrein Variabele bijdrage locale ontwikkelingen Vrijval BWS middelen Totaal bijdragen resultaat/jaar Restultaat (cumulatief)
Begroting Primair 2012
1e begrotings Begroting wijziging 2012 2012 Nieuw
678.584
501.134
484.517
678.584
501.134
484.517
194.500 320.000
194.500 160.000
194.500
514.500
354.500
164.084-
146.634-
495.713
513.163
659.797
112.060 306.560 177.957481.840
Bij het opstellen van de Burap bleek dat, mede vanwege wegvallen van de begrote inkomsten Bedrijvenpark Hoeksche Waard, de begroting voor het Regiofonds 2012 niet gehaald kan worden. De ontwikkeling van het Regiofonds maakt het noodzakelijk dat er een discussie plaats moeten vinden over de herijking en prioritering van het Regiofonds.
8
Samenvatting
Programma’s
9
Programma’s
10
Programma’s
Programma 1. RUIMTE
1.1
Inleiding
Het programma Ruimte is er op gericht om uitvoering te geven aan de regionale ruimtelijke ordeningsvraagstukken zoals die zijn opgenomen in de Structuurvisie Hoeksche Waard. Het gaat om beleidsvoorbereiding en uitvoering op het gebied van ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en milieu. Ook integrale gebiedsontwikkeling en monitoring en kwaliteitsborging vallen onder dit programma. Algemene hoofddoelstelling is dat de ruimtelijke ontwikkeling zodanig wordt vorm gegeven dat de functies wonen, werken en recreëren zo optimaal mogelijk worden gefaciliteerd en dat deze functies elkaar zoveel mogelijk versterken. Daarnaast is duurzame ontwikkeling het uitgangspunt als het gaat om de toekomst van de Hoeksche Waard tot 2030. De projecten die gerealiseerd worden in het programma Ruimte zijn opgenomen in het Uitvoeringsprogramma Structuurvisie Hoeksche Waard 2010-2014 onder de deelprogramma’s: − S1 Wonen − S8 Milieu en Energie − G1 Regiopark Noordrand − G2 Zuidrand aan de Delta − G3 Noord zuid verbindingen − M1 Leefbaarheid en Economie − M2 Duurzaamheid en Ruimtelijke kwaliteit Een nadere beschrijving van de te realiseren projecten is opgenomen in het Uitvoeringsprogramma.
1.2
Trends en ontwikkelingen
Binnen het Pfo ruimte zijn er de drie werkvelden: Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting en Milieu. Strategische ligging Binnen het werkterrein van Ruimtelijke Ordening is en blijft het belangrijkste aandachtspunt de strategische economische ligging van de Hoeksche Waard, tussen Rotterdam en Antwerpen en de interesse om nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in ons nationaal landschap door te voeren. Nieuwe ontwikkelingen verdienen een goede ruimtelijke inpassing. Belangrijk bestuurlijk gremium in dit kader is de Agenda Zuidvleugel. Het rijk ziet dit samenwerkingsverband als het platvorm om afspraken te maken over grotere ruimtelijke projecten. Zo vindt besluitvorming over de A4 in dit platform plaats. De strategische ligging biedt in toenemende mate kansen om in te spelen op de vraag van de omringende stedelijke gebieden. De Hoeksche Waard profiteert hier op dit moment nog onvoldoende van. Van belang is tijdig te anticiperen op de ontwikkelingen met betrekking tot de nieuwe metropoolregio (1-1-2013). Verschuiving bestuurlijke verhoudingen Voorts verwachten we binnen het werkterrein van de ruimtelijke ordening een verschuiving in de bestuurlijke verhoudingen. Het zittende kabinet wil de ruimtelijke ordening meer over laten aan de provincies en gemeenten. Ook het toezicht op de ruimtelijke ordening wil het rijk bij de provincies leggen. Hoe een en ander vorm zal krijgen is nog niet duidelijk, maar de rol en bevoegdheden van de provincie in verband met nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zal de komende jaren groeien.
11
Programma Ruimte
Duidelijk is dat de rol van de regio cruciaal gaat worden voor de ruimtelijke ontwikkeling van de Hoeksche Waard. Alleen de 5 gemeenten gezamenlijk zijn in staat tot een krachtig ruimtelijk-economisch beleid wat de vitaliteit van het gebied kan stimuleren. Krimp en vergrijzing Op het werkterrein van de volkshuisvesting krijgen we de komende decennia te maken met de fenomenen krimp en vergrijzing van de bevolking. Krimp en vergrijzing zullen van invloed zijn op de woningbouw, de economie, de leefbaarheid en de voorzieningen van de kernen in de Hoeksche Waard. Om zelf de regie op het gebied van volkshuisvesting te houden is een pro actieve rol van de regio/SOHW vereist. We zijn op dit werkveld een belangrijke stakeholder. Het bewustwordingsproces rondom de verandering van de demografische ontwikkelingen en de gevolgen daarvan is aan het versnellen. Het ministerie van BZK volgt de ontwikkelingen in de 20 zogenaamde anticipeerregio’s en ondersteund zo nodig het proces. De Hoeksche Waard is een van deze regio’s. Duurzaamheid, energietransitie en klimaatadaptatie Op het werkterrein van Milieu zal de komende jaren de aandacht naast de vaste milieuonderwerpen gericht zijn op de thema’s duurzaamheid, energietransitie en klimaatadaptatie. Dit laatste onderwerp zal onder andere zijn uitwerking krijgen in de werkzaamheden als gevolg van het rapport ‘Samen werken met water’ uit 2008 van de Deltacommissie onder leiding van Cees Veerman. De Hoeksche Waard krijgt te maken met drie deelprogramma’s: Rijnmond-Drechtsteden, de Zuidwestelijke Delta en Rivieren. Vooralsnog lijkt de invloed van de maatregelen met betrekking tot het Deltaprogramma geen grote invloed op de Hoeksche Waard te hebben. Met betrekking tot windenergie zal de provincie nadrukkelijker er voor gaan zorgen dat voldoende windlocaties gerealiseerd gaan worden ook in de Hoeksche Waard. Landelijk is te zien dat steeds meer lokale energievoorziening georganiseerd wordt waarbij burgers actief worden betrokken.
1.3
Wat willen we bereiken
Ruimte − Ontwerpen ruimtelijk kader voor de afstemming en inpassing van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen − Waarborgen kwaliteitsuitgangspunten bij de realisatie van plannen Wonen − Verbeteren van de leefbaarheid in kernen en dijklinten − Ontwikkeling van hoogwaardige woonmilieus voor alle doelgroepen − Vergroting biodiversiteit en duurzaamheid in woongebieden. − Inspelen op de eventuele gevolgen van het fenomeen krimp Milieu − Monitoring voortgang duurzaamheidbeleid en ruimtelijke kwaliteit − Duurzaamheid als uitgangspunt voor ruimtelijke ontwikkelingen − Sluitend maken van kringlopen − Gebruik maken van aanwezige natuurlijke hulpbronnen − Klimaatadaptatie − Vergroten van participatie en organisatie vanuit het publieke domein bij realisatie duurzaamheiddoelen
12
Programma Ruimte
1.4
Voortgang projecten
Concrete doelstelling
Activiteiten
Voortgang en prognose
Operationalisering van de inrichtingsprincipes voor dorpsuitbreidingen
Opstellen plan van aanpak, selectie pilot-projecten, opzetten uitvoeringsorganisatie, uitvoren pilot-projecten
Realisatie (planning)
Het verwerken van organisch restmateriaal uit het groenbeheer en de landbouw tot compost voor gebruik als bodemverbeteraar Stimulering duurzaam bouwen en energiebesparende technieken
In samenwerking met stichting Dorp Stad en Platteland is een workshop georganiseerd voor op opstellen van een mengpaneel ruimtelijke kwaliteit. Het product is nog in ontwikkeling Regionale In maart is een conferentie woningbouwprogrammering, “wonen met zorg gehouden” om raamovereenkomst regio – bewustwording te ontwikkelen HW Wonen, etc. met betrekking tot krimp Een quickscan van alle woningbouwprojecten is gemaakt en vastgesteld. Gewerkt is aan regionaal woningbouwprogramma, de actualisatie van de woonvisie die vastgesteld moeten gaan worden in het najaar 2012, begin 2013. In samenwerking met BZK is een traject opzet voor verdere bewustwording en begeleiden van demografische bevolkingsveranderingen. In het najaar wordt een Masterclass voor raadsleden en zo mogelijk een Dialoogtafel* gehouden. Onderzoek naar toepassing Een inventarisatie van alle Biomassa in de HW beschikbare biomassa is gemaakt inclusief de meest geschikte toepassingsmogelijkheden. De rapportage wordt in het najaar vastgesteld Ondersteuning aan Er zijn nog geen pilot projecten pilotprojecten voor opgestart maar wordt duurzaam bouwen en opgenomen in het Actie Energie duurzame energie en Klimaat
Ontwerpen van een kader voor de afstemming en inpassing van nieuwe stedelijke ontwikkelingen.
Opstellen masterplan voor de afstemming en inpassing van nieuwe ontwikkelingen in de noordrand
Het concept voorontwerp Masterplan is opgesteld en zal in het najaar worden vastgesteld
2011-2012
Verbetering van de waterkwaliteit in combinatie met maatregelen voor natuur en recreatie
Planvorming, besluitvorming en opzetten uitvoeringsstrategie met betrekking tot de ontwikkeling van Binnenbedijkte Maas Opstellen Masterplan Zuidrand aan de Delta
Het project is nog niet gestart in afwachting van de vaststelling Masterplan Noordrand Hoeksche Waard
2011-2013
Het project wordt in het najaar opgestart. De gebiedsvisies Hitsertse kade en Swaneblake worden in het najaar ter besluitvorming aangeboden
2011-2012
Uitvoering woonvisie: programmering en actieplan (uitvoeringsprogramma)
Concretisering van het toeristisch profiel van de Zuidrand aan de Delta
13
2012
2012
2011-2014
2011-2014
Programma Ruimte
Concrete doelstelling
Activiteiten
Voortgang en prognose
Realisatie (planning)
Uitwerking recreatieve noord-zuidverbindingen via dijken en havenkanalen
Opstellen Masterplan Noord-Zuidverbindingen
Opstart uitgesteld naar na 2013
2011-2012
Woningbouwmonitor
Monitoring voorzieningenniveau, leefbaarheid, woningbouw, verhouding inbreidinguitbreiding, verdeling woningbouw Monitoring voortgang energiebeleid en realisering energiedoelen Uitbrengen van adviezen over voorgenomen ruimtelijke plannen
De woningbouwmonitor 2011 is vastgesteld. Geen activiteiten in 2012
2011-2014
Project is uitgesteld na 2013
2011-2014
Het werkprotocol en het functieprofiel van het kwaliteitsteam is vastgesteld. De wervingsprocedure loopt en de aanstelling is gepland voor oktober 2012
2012-2014
Jaarlijkse zienswijze op wijzigingen PSV
Een inbreng voor de actualisering van de provinciale structuurvisie 2012 is aan de provincie verstuurd
2012-2014
Energiemonitor Waarborgen dat bij de concrete uitvoering van plannen voldoende rekening wordt gehouden met de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap en de kwaliteitskaders van de Structuurvisie Regionale reactie op de jaarlijkse wijziging van de PSV en Verordening Ruimte Betrokkenheid van de regio bij de besluitvorming in verband met o.a. waterveiligheid en verzilting in de Hoeksche Waard Regionale betrokkenheid bij de Zuidvleugel agenda
Beleidsmatige omgang met de implementatie van de archeologische verwachtingskaart Milieuuitvoeringsprogramma (MUP) en Milieujaarverslag
Betrokken worden en blijven Afstemming met de ontwikkeling bij de ons aangaande van het Deltaprogramma heeft Deltaprogramma’s enige malen plaatsgevonden
2011-2014
Betrokkenheid van de regio bij de besluitvorming in verband met onderwerpen die daar op de agenda komen Uitbrengen advies aan het Pfo implementatie in de gemeenten
Voor de Agenda Zuidvleugel wordt zo mogelijk inbreng geleverd
2011-2014
Project loopt besluitvorming eind 2012
2011-2012
Jaarlijks overzicht van de acties op het gebied van Milieu (in MUP) en het verslag ervan
Is voor 2011 opgesteld
2011-2012 Jaarlijkse activiteit
14
Programma Ruimte
1.5
Voorstellen begrotingswijziging 2012
Begroting 1e begrotings Primair wijziging 2012 2012
Begroting Wijziging Buarp
Begroting 2012 Nieuw
Ruimte Wonen Mileu en energie Regiopark Noordrand Zuidrand aan de Delta Noord Zuid verbindengen Leefbaarheid en economie Duurzaamheid en ruimtelijke kwal. Subtotaal uitgaven
31.25078.75063.12575.62525.00015.00041.250330.000-
74.25055.00040.62515.00025.000209.875-
8.750 12.500 25.00023.14912.500 20.000 5.601
65.50042.50025.00063.7742.5005.000204.274-
Doorbelasting middelen Totaal uitgaven
19.954349.954-
28.162238.037-
0 5.601
28.162232.436-
79.678 79.678
77.618 77.618
Saldo Ruimte voor bestemming
270.276-
160.419-
5.601
154.818-
Regiofonds
270.276
160.419
5.601-
154.818
-
-
-
-
Inwonerbijdrage Totaal baten
Resultaat na bestemming
-
77.618 77.618
Toelichting: Toolbox nieuwe woonlandschappen: Conferentie is gehouden, eventuele vervolgacties die hier uit komen worden in 2012 niet uitgevoerd
€ 10.000
Dorpsrondjes en groene verbindingen: Deze activiteit wordt wellicht uitgevoerd via een ander project
€ 18.750
Regionale verwerking biomassa: Er zijn wel activiteiten uitgevoerd maar deze zijn grotendeels door de provincie betaald. Er worden nu alleen nog maar kosten gemaakt door de programma manager
€ 12.500
Zuidrand aan de Delta: Kosten zijn grotendeels kosten uit 2011 en niet-subsidiabele kosten
- € 23.149
Woningbouwmonitor: Geen activiteiten in 2012
€ 7.500
Bedrijvenmonitor: Monitor vind wel plaats, maar wordt sober uitgevoerd
€ 5.000
Kwaliteitsteam Voor 2012 alleen maar kosten t.b.v. werving
€ 20.000
15
Programma Ruimte
Uitvoering woonvisie Om deze activiteit goed af te ronden is er nog een bedrag nodig om de extra projectleider uren te dekken
- € 20.000
Masterplan Regiopark Noordrand Extra kosten voor het organiseren van discussie bijeenkomsten
- € 25.000
16
Programma Ruimte
Programma 2. LANDSCHAP
2.1
Inleiding
Het programma Landschap is er op gericht om uitvoering te geven aan de regionale opgaven op het gebied van landschapsontwikkeling, versterking cultuurhistorische waarden en het bevorderen van recreatie&toerisme zoals opgenomen in de Structuurvisie Hoeksche Waard. Het gaat om beleidsvoorbereiding en uitvoering op het gebied van groenblauwe projecten, cultuurhistorie en archeologie, routestructuren en verbindingen en promotie van het gebied. Algemene hoofddoelstelling is behoud en ontwikkeling van het Nationaal Landschap Hoeksche Waard, door verdere ontwikkeling van de kernkwaliteiten. Dit houdt in dat de landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten behouden moeten blijven, duurzaam beheerd worden en waar mogelijk worden versterkt. De projecten die gerealiseerd worden in het programma Landschap zijn opgenomen in het Uitvoeringsprogramma Structuurvisie Hoeksche Waard 2010-2014 onder de deelprogramma’s: − S3 Groen blauwe structuur − S4 Cultuurhistorie, archeologie en landschap − S5 Recreatie en Toerisme − S6 Voorlichting en Promotie Een nadere beschrijving van de te realiseren projecten is opgenomen in het Uitvoeringsprogramma.
2.2
Trends en ontwikkelingen
Algemeen Als gevolg van de financieel-economische crisis zijn de bezuinigen op het gebied van landschappelijke inrichting, recreatie en (robuuste) natuurontwikkeling inmiddels duidelijk. Naast de besluitvorming om de rijksfinanciering voor Nationale Landschappen (NL) stop te zetten is de verantwoordelijkheid voor NL gedecentraliseerd van Rijk naar Provincie. In vervolg hierop heeft PZH kenbaar gemaakt voorlopig geen invulling te geven op de ontwikkeling van de NL. Voor de Hoeksche Waard heeft dit het gevolg gehad dat het (ILG) budget van nationaal Landschap Hoeksche Waard is komen te vervallen. Voorlopig (tot en met 2013) worden er geen vervangende middelen hiervoor beschikbaar gesteld. Financiering regionale projecten Landschap Ondanks de terugtrekkende beweging bij het Rijk en de Provincie blijft voor het programma Landschap de focus liggen op de thema’s ontwikkeling nationale landschappen (groen blauwe structuur, recreatie&toerisme, marketing & promotie, educatie en biodiversiteit) in sterke relatie met de landbouw. Als gevolg van de herprioritering heeft voor het thema cultuurhistorie in 2012 geen verdere ontwikkeling plaatsgevonden. Wel worden in 2012 een flink aantal cultuurhistorische projecten afgerond en opgeleverd. - EU; POP2 en ILG t/m 2013; De budgetten vanuit EU/POP2 en ILG zijn met de herijking volledig bestemd. Het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) komt na 2013 hiervoor in de plaats. Hierbij worden de huidige landbouwsubsidies afgeroomd (toeslagrechten) en komen naar de EUlidstaten terug als agro-milieu verbintenissen. Door het leveren van diensten in het kader van thema’s als duurzaamheid, klimaatadaptatie, natuur en milieu kan er een bijdrage vanuit de EU worden verkregen. - Rijk; Min EL&I en I&M (EHS/Rods); Als gevolg van de herijking zijn ook de rijksbudgetten bestemd en is het duidelijk dat hierbij voor de Hoeksche Waard geen “koppeling” mogelijk is met bijvoorbeeld resterende RODS (recreatie om de stad) opgaven. Voor wat betreft het thema “biodiversiteit” zullen zich mogelijk nog wel wat kleine budget mogelijkheden voordoen voor de Hoeksche Waard. 17
Programma Landschap
-
2.3
PZH; De PZH heeft onlangs haar beleidsuitgangspunten voor wat betreft het landelijke gebied vastgesteld in de “Groenagenda”. De Hoeksche Waard heeft hierin voornamelijk de titel van agrarisch topgebeid ( en ruimte voor een groenblauwe dooradering m.b.v. akkerranden). Het bijbehorende uitvoeringsprogramma wordt waarschijnlijk in oktober 2012 vastgesteld. Naar verwachting zal er voor de Hoeksche Waard budget beschikbaar komen t.b.v. de ontwikkeling van Groenblauwe diensten (GBD), akkerranden en biodiversiteit. Op deze thema’s is vanuit de werkgroep GBD reeds al een concreet projectplan ingediend.
Wat willen we bereiken
Taakstelling wonen - Dorpsrondjes en groene verbindingen bij elke kern in de Hoeksche Waard Groenblauwe structuur - Uitbouw van het kreken-en dijkenstelsel tot een samenhangende groenblauwe structuur, met een functie voor natuur, recreatie, waterbeheer en veiligheid - Ontwikkeling van een zo veel mogelijk aaneengesloten “groene zoom” van natuur- en recreatiegebieden in de Hoeksche Waard - Vergroting van de biodiversiteit en de recreatieve waarde van het agrarisch gebied. - Duurzaam onderhoud van de groenblauwe structuur (beleid als financiering) Cultuurhistorie, archeologie en landschap - Versterking van de cultuurhistorische identiteit van het Nationale Landschap - Behoud en herstel van archeologische resten, monumenten en historische landschapselementen - Stimulering van landschapsontwikkeling door nieuwe landgoederen Recreatie en toerisme - Verbetering van de externe bereikbaarheid en de interne toegankelijkheid voor recreatie en toerisme - Bevordering van de toeristische ontwikkeling van de regio - Aanleg van een regionaal netwerk van fiets,- wandelpaden, ruiter- en menroutes en kanoroutes met ondersteunende voorzieningen Voorlichting en promotie - Marketing en promotie van het nationaal Landschap Hoeksche Waard als toeristische bestemming - Geven van voorlichting over natuur, het landschap, de landbouw en cultuurhistorie aan inwoners en andere geïnteresseerden Milieu en Energie - Vergroten van de biodiversiteit Integrale gebiedsontwikkeling - Vanuit Landschap komen alle (bovenstaande) sectorale programma’s integraal aan bod als het gaat om de gebiedsontwikkelingen in de Noordrand en in de Zuidrand aan de delta. Vanuit deze integrale gebiedsontwikkelingen ontstaat daarmee een goede samenhang/netwerk met de overige regio’s zowel binnen als buiten Nationaal Landschap Hoeksche Waard. Monitoring en kwaliteitsborging - Duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit
2.4
Voortgang projecten
Concrete doelstelling
Activiteiten
Voortgang en prognose
Realisatie (planning)
Realiseren van dorpsrondjes; aanleg wandelpaden over boerenland vanuit kernen.
Dorpsrondjes binnen het plangebied van de Noordrand
Op dit moment geen actie. Planning Noordrandvisie nog niet duidelijk.
Start 2012 Afronding 2014 (afhankelijk van de planning Noordrand)
Met project “Wandelpaden Midden” zijn wel dorpsrondjes bij Oud-Beijerland en Westmaas gerealiseerd (in 2011) 18
Programma Landschap
Concrete doelstelling
Activiteiten
Voortgang en prognose
Realisatie (planning)
Maatregelplan uitbouw krekenstelsel; als invulling voor klimaatadaptatie, duurzaamheid, recreatie en ruimtelijke kwaliteit
Aan de hand van de inventarisatie (2011) wordt een plan v. aanpak/maatregelplan opgesteld
Start 2013
Bomenbeheerplan; vitaliteit boomopstanden HW in stand houden Regeling Groenblauwe diensten; ontwikkelen van een duurzame financieringsstructuur voor ecologisch beheer.
Vervanging en aanplant van bomen en struiken
Dit plan kan pas invulling krijgen als het waterschap haar maatregelenplan voor KRW gereed heeft. Vooralsnog is niet bekend wanneer deze beschikbaar komt. Is in beheer bij Groenbeheer HW Vanuit de EU wordt sept-nov 2012 besluitvorming verwacht. Daarna zal er per lidstaat een implementatie plaatsvinden. Gestreefd wordt deze implementatie eind 2012 gereed te hebben. HW staat in zeer nauw contact met Min. EL&I hierover.
Start 2010 doorlopen tot 2013
Uitbreiding areaal agroranden HW
Areaal is verder toegenomen tot circa 400 km.
Start 2007 doorlopend 2013
opschaling areaal/deelnemers pilot t/m Regeling GBD vanaf 2014
Voor fase 4 is dekking gevonden via een PZH-subsidie (ASV). Het gaat hierbij echter om een minimum variant. SOHW werkt samen met WSHD en Rietgors aan een dekking voor PZH/Rijk voor een aanvullend programma waarbij biodiversiteit een belangrijk thema is.
Start 2008 doorlopend tot 2013
Akkerrandenregeling; bevordering biodiversiteit in de HW; waterkwaliteit opp.water, landschappelijke kwaliteit Fijnmazig netwerk; pilot hoe een fijnmazig groenblauw netwerk geïntegreerd wordt in het grootschalig open landbouwlandschap van HW
- Opstellen Regeling GBD na implementatie beleid GLB (publiek spoor) - Faciliteren privaat spoor Regeling GBD - Opstellen maatregelplan in navolging van het landschapsbeheersplan (2011)
Regionaal monumentenloket; - initiatiefnemers helpen bij (subsidie) (aan)vragen - borgen van implementatie archeologie en cultuurhistorie in planontwikkeling.
Start met het opzetten van Is i.h.k.v. de bezuinigingen nog een regionaal niet gestart. Is voorlopig monumentendoorgeschoven. /erfgoedloket
Herstelprojecten cultuurhistorie; uitvoering voor behoud en herstel van cultuurhistorische, archeologische en landschappelijke elementen Erfbeplanting; stimuleren aanleg passende erfbeplanting in het buitengebied
Herstel 1 object
Is i.h.k.v. de bezuinigingen niet gestart
20 erfbeplantingen
Taak ligt bij Groenbeheer HW, i.v.m. bezuiniging wordt hier geen invulling aan gegeven
19
Start 2012
Start 2013
Programma Landschap
Concrete doelstelling Paden en routes; verbeteren interne toegankelijkheid door de ontwikkeling van recreatieve paden Fietsrondje om de waard; verdere inrichting van het knooppuntensysteem en informatievoorzieningen Toeristische veerdienst
Informatievoorzieningen en knooppunten; ontwikkeling en versterking recreatief netwerk door bewegwijzering en begeleiding recreatie- en informatievoorzieningen Kunst van het picknicken
Marketing en promotie; profilering van het toeristisch product Hoeksche Waard.
Servicepunt Nieuwendijk Bezoekersstromen opvangen en begeleiden. Haventerrein transformeren tot gastvrije entree. Natuur- en milieueducatie
Activiteiten
Voortgang en prognose
Realisatie (planning)
- Wandelpaden - Ruiter- menroutes - Kanoroutes
De subsidiebeschikking voor ruiter- en men routes is ontvangen.
Start 2013
- Fietsroutes - knooppunt - informatievoorzieninge n - Project toegankelijkheid/Deltap ontjes (2 recreatieve veerverbindingen + promotiecampagne veren rondom HW) - Veerdienst P’hoekZwijndrecht apart contract 10 jaar. - Algemeen beleid exploitatie toeristische veerdiensten HW - Start opstelling Uitbreiding Steqi’s “; jaarplan 2012 - Start opstelling Ministeqi’s HW
Dit is afhankelijk van planning dijkversterkingstrajecten en provinciaal fietspadenplan.
Start 2013
Op dit moment uitvoering fase 3 project (2011-2013).
Start 2009 doorlopend tot 2013
Ministeqi’s zijn in juli 2012 opgeleverd. Uitbreiding steqi’s opstart sept 2012. Moet voor 1 april 2013 zijn opgeleverd. Uitvoering bewegwijzering maart opgestart. Project moet voor 1 dec 2012 zijn opgeleverd.
Start 2011 doorlopend 2013
Kunstpicknickplaatsen in Piershil (recreatiegebiedje) en Lindehoeve zijn in voorbereiding.
Start 2008 doorlopend naar 2013
Op dit moment uitvoering fase 5: 2012-2013. Activiteiten Platform R&T tevens gefin. Vanuit dit project.
Start 2008 doorlopend naar 2013
Project bijna afgerond.
Start 2010 tot 2012.
Jaarplan is vastgesteld.
doorlopend
- Uniforme objectbewegwijzering - Aanleg van kunstpicknickplekken langs attracties en recreatieve routes - Vermarkten van het gebied - Vergroten van de naamsbekendmaking Hoeksche Waard - Betere samenwerking van betrokken partijen - Verbouwen app. Zeearend tot servicepunt - Opwaarderen haventerrein. - Samenwerkingsproject met Natuurmonumenten. - Jaarplan NME 2012 - Uitbreiding educatieprogramma waarin thema’s als cultuurhistorie, landbouw ook aan bod komen 20
Programma Landschap
2.5
Voorstellen begrotingswijziging 2012 Begroting 1e begrotings Primair wijziging 2012 2012
Begroting Wijziging Burap
Begroting 2012 Nieuw
Landschap Groenblauwe structuur Cultuurhistorie, archeologie etc Recreatie en toerisme Voorlichting en promotie Nationaal Landschap algemeen H.W. CHW Vlietproject Subtotaal uitgaven
65.00027.875225.75054.500373.125-
89.250175.75056.500321.500-
35.66137.378 49.7229.230122.000 64.765
124.911138.372106.2229.230122.000 256.735-
Doorbelasting middelen Totaal uitgaven
24.962398.087-
40.147361.647-
0 64.765
40.147296.882-
Inwonerbijdrage Bijdrage NME CHW Bijdrage uit reservering voorfinanciering Totaal baten
99.763 13.820 -
109.801 13.820 -
-
109.801 13.820 -
113.583
123.621
-
123.621
Saldo Landschap voor bestemming
284.504-
238.026-
64.765
173.261-
Regiofonds Resultaat Landschap na bestemming
284.504 -
238.026 -
64.765-
173.261 -
Toelichting (belangrijkste wijzigingen): Groenblauwe structuur: De begrotingswijziging is grotendeels een herverdeling van de bedragen over de diverse projecten Recreatie en toerisme Recreatie en toerisme algemeen: Herverdeling totaalbedrag over diverse andere projecten, enige kosten op dit project zijn algemene uren projectleider
€ 9.340
€ 58.500
Beheer en onderhoud wandelpaden: Jaarlijkse (terugkerende) vergoedingen aan diverse agrariërs en uren projectleider
- € 28.100
Aanlegvoorziening Oud-Beijerland Definitieve vaststelling subsidie pas in 2012, budget was wel beschikbaar in 2011 maar is niet meegenomen naar 2012
- € 8.900
Mini-steqi’s Hoeksche Waard Project was niet specifiek begroot, kosten opgenomen conform de subsidiebeschikking
- € 12.961
Kunst van Picknicken: Niet alle projecten waren specifiek begroot, kosten opgenomen conform de subsidiebeschikkingen
- € 7.490
21
Programma Landschap
Kanoroutes HW Jaarlijkse (terugkerende) vergoedingen aan diverse agrariërs en uren projectleider
- € 2.000
NLHW toegankelijkheid fase 3 Project was niet specifiek begroot, kosten opgenomen conform de subsidiebeschikking
- € 28.500
Fietspaden Projecten zijn al afgerond, alleen nog wat kosten benodigd voor fietsknooppunt Voorlichting en Promotie Marketing en Promotie: Begroting aangepast conform de subsidiebeschikking
€ 41.500 - € 16.708
NLHW servicepunt Nieuwendijk Project zou oorspronkelijk afgerond worden in 2011, de uitvoering is echter doorgeschoven naar 2012 maar de begroting is hier niet op aangepast
- € 29.973
NME programma Voor een tweetal projecten staan in de subsidiebeschikking een bijdrage vanuit het SOHW, deze bedragen waren niet in de begroting opgenomen
- € 13.221
Logobeeldmerk Geen activiteiten dit jaar i.v.m. bezuinigingsmaatregel
€ 10.000
Ecological focus area - € 25.000 Provincie en Rijk hebben geld ter beschikking gesteld (€ 175.000,-) voor het verder uitwerken van de groen/blauwe dooradering van de Hoeksche Waard (Project Ecological focus area). Dit in het kader van het nieuwe Europees landbouwbeleid. Hiervoor is cofinanciering nodig. NLHW Uniforme bewegwijzering Voor het project Uniforme bewegwijzeringen is subsidie beschikbaar (€ 22.500,-). Hiervoor is cofinanciering nodig vanuit het Regiofonds. Vlietproject Overschot Vlietproject (na afronding en afrekening)
- € 22.500
€ 122.000
22
Programma Landschap
Programma 3. SAMENLEVING
3.1
Inleiding
Om te komen tot een verdere integratie van het domein Samenleving binnen het SOHW en binnen de begroting van het SOHW zal een meerjarenprogramma worden opgesteld van alle uit te voeren projecten met vermelding van de voor de uitvoering noodzakelijke middelen (menskracht en geld). Daarbij zal rekening worden gehouden het wegvallen van de middelen voortvloeiend uit de RAS –afspraken per 1-1-2013. De woonmogelijkheden, het niveau van de sociale en culturele voorzieningen en het polderlandschap, bepalen de aantrekkelijkheid van de Hoeksche Waard voor haar inwoners en bedrijven. Hierin zal de komende jaren blijvend moeten worden geïnvesteerd om met elkaar een vitale samenleving te creëren in de vijf gemeenten Binnenmaas, Cromstrijen, Korendijk, Oud-Beijerland en Strijen. Waarbij de aandacht de komende tijd sterk gericht zal zijn op de sociale kwaliteit en vitaliteit (leefbaarheid) van de dorpskernen Heinenoord, Mijnsheerenland, Westmaas, Maasdam, Puttershoek, ’s-Gravendeel, Numansdorp, Klaaswaal, Nieuw-Beijerland, Piershil, Goudswaard, Zuid-Beijerland, Oud-Beijerland, Strijensas, Mookhoek en Strijen. De sociale kwaliteit en vitaliteit in de dorpen komt tot uiting in het aanbod van sociaal-maatschappelijke voorzieningen als supermarkten, banken, huisartsen, apotheken, tandartsen, fysiotherapeuten, kinderopvang, peuterspeelzalen, basisscholen, scholen voor voortgezet onderwijs, sportvelden, zwembaden en bibliotheken. Daarnaast spelen sportverenigingen, sociaal-culturele verenigingen, muziekverenigingen en kerken hierin een belangrijke rol. Het vrijwilligerskader en de mantelzorgers zijn voor de Hoeksche Waard steunpilaren in het behouden en zelfs versterken van de leefbaarheid.
3.2
Trends en ontwikkelingen
Ondertekening “Pact van mijn Hart” Jeugdbeleid, de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en cultuurbeleid zijn belangrijk bij het vergroten en/of behouden van de leefbaarheid en vitaliteit van gemeenten en hun dorpskernen. Ook Wonen, Zorg en Welzijn is een belangrijk integraal thema, dat zowel het domein Ruimte (wonen en volkshuisvesting) als het domein Economie (midden- en kleinbedrijf/winkels) beïnvloedt. Het “Pact van mijn Hart” met prestatieafspraken op deze terreinen, ondertekend op 22 september 2010 door 27 partijen is kaderstellend bij de uitwerking van de hieronder door de gemeenteraden vastgestelde visies op de regionale ontwikkeling. Tot de ondertekenaars behoren naast de gemeenten, zorgaanbieders, woningcorporaties en welzijnsinstellingen in de Hoeksche Waard. Er wordt nu gewerkt aan een uitvoeringsprogramma zodat de in het Pact vastgelegde prestaties worden vertaald in concrete acties. Hiermee wordt invulling gegeven aan de realisatie van de ambities rond wonen, welzijn en zorg die voor de Hoeksche Waard welke zijn vastgelegd voor de periode 2010-2030. Gemeenten kunnen hiermee samen met maatschappelijke partners van 2013-2015 aan de slag om de gemaakte afspraken rond wonen, welzijn en zorg in de regio Hoeksche Waard te realiseren. In het programma worden de inhoudelijke thema’s helder gemaakt. Bezuinigingen Tegelijkertijd bedreigen behoorlijke bezuinigingen vanuit provincie en Rijk de uitvoering van taken door de gemeenten in de Hoeksche Waard. Het jeugdbeleid wordt als taak van de provincie overgeheveld naar de gemeenten met minder geld dan voorheen. In een brief van de provincie d.d. 19 september 2012 wordt aangegeven dat de RAS middelen voor Jeugdzorg voor 2013 van € 192.000 naar € 103.000 wordt teruggebracht. Wat dit concreet betekent voor opvoedhulp en nazorg wordt op dit moment uitgezocht. Het cultuurbeleid van de provincie en de subsidies daarvoor aan de gemeenten worden afgeschaft na 2012 als de huidige bestuursovereenkomst in het kader van de Regionale Agenda Samenleving (RAS) 2009-2012 afloopt.
23
Programma Samenleving
In de concept-bestuursovereenkomst RAS nieuwe stijl 2013-2016 staan nog maar 3 thema’s opgenoemd. 1. Aansluiting lokaal jeugdbeleid en provinciale jeugdzorg. 2. Transitie Jeugdzorg 3. Maatschappelijke participatie Kanteling Wmo Voor de Wmo heeft het kabinet een forse bezuiniging ingeboekt en er zullen nog meer taken vanuit de Awbz-volksverzekering worden overgeheveld naar de Wmo. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wmo bij het verstrekken van voorzieningen aan hun inwoners en ‘De Kanteling’ wordt hierbij het uitgangspunt. In plaats van een ‘zorgplicht’ van gemeenten geldt er voortaan een ‘compensatieplicht’ door gemeenten. Aanvullend op wat inwoners zelf kunnen zal de gemeente faciliteren in bijvoorbeeld woningaanpassingen, huishoudelijke hulp en mobiliteit. Bevolkingskrimp Demografische en geografische ontwikkelingen als bevolkingskrimp - ‘ontgroening’ en ‘vergrijzing’ – hebben hun effecten op de bevolkingsopbouw in de Hoeksche Waard. En daarmee op de afnemende inkomsten van gemeenten. Dit zet een druk op wat de gemeentelijke organisaties nog aankunnen qua taken. Als dan ook provincie en Rijk nog meer taken overhevelen naar de gemeenten in het kader van jeugdbeleid en de Wmo, dan vraagt dat om meer samenwerking met andere gemeenten en partijen. De bezuinigingen of ‘efficiencywinst’ lijken door provincie en Rijk te worden gezocht in schaalvergroting van gemeenten via meer samenwerking, fusie of herindeling. Visie op het sociale domein Door de drie transities, de bezuinigingen en de demografische ontwikkelingen is het nodig om een algehele visie op het sociale domein te ontwikkelen. Welke rol/functie kunnen en willen de gemeenten in de Hoeksche Waard de komende jaren in het sociale domein vervullen. Dit is voor de komende tijd een cruciale vraag. Het doel van een gezamenlijke visie op het toekomstig sociaal domein opstellen is om de verschillende ontwikkelingen in het sociaal domein (waaronder de transities) samen te brengen. Er zijn nu afzonderlijke trajecten met verschillende ontwikkelingen, waardoor het risico bestaat dat de trajecten uit elkaar gaan lopen. Door een algemeen kader vast te stellen, waarbinnen de beleidskeuzes voor de afzonderlijke trajecten gemaakt kunnen worden, zorgen we voor de verbinding tussen de verschillende terreinen. Er is één gezamenlijke beeld nodig van hoe het sociaal domein van de Hoeksche Waard er in de toekomst uit moet zien, zodat alle betrokkenen bij dit sociale domein, gemeente (intern) en maatschappelijk middenveld en inwoners (extern) één koers varen.
3.3
Wat willen we bereiken
De samenhang van regionale visies, plannen, programma’s en projecten in de Hoeksche Waard staat centraal in de integrale afstemming met andere domeinen. De Sociaal-Maatschappelijke structuurvisie in de Hoeksche Waard 2010-2020/30 en het Pact Wonen-Welzijn-Zorg 2010-2020/30 zijn leidend voor de ontwikkeling van het Wmo-beleid in de Hoeksche Waard voor de periode van 2011-2014 en nauw afgestemd op de Structuurvisie en de Woonvisie voor de Hoeksche Waard. Kernopgaven voor stimuleren sociale samenhang en leefbaarheid èn ondersteuning vrijwilligersbeleid (prestatievelden 1, 3 en 4 van de Wmo): • Regie voeren om tot een zekere ‘balans’ te komen in de samenstelling van de bevolking; • Het bevorderen van aantrekkelijke woonmilieus, voor een openbare ruimte die veilig is en die uitnodigt tot ontmoeten [zie Woonvisie Hoeksche Waard 2010-2020/30]; • Het samen met maatschappelijke partners realiseren van aantrekkelijke, bereikbare maatschappelijke basisvoorzieningen voor burgers met een beperkte mobiliteit (basisonderwijs en zorgvoorzieningen voor ouderen); • Het opzetten van een flexibel openbaarvervoerssysteem voor burgers die niet mobiel zijn (kinderen en ouderen met beperkingen en andere kwetsbare burgers); • Het creëren van voldoende ontmoetingsplaatsen en het combineren van voorzieningen in multifunctionele gebouwen; 24
Programma Samenleving
• • • •
Waarborgen dat er per dorp een basisschool is, zo nodig in combinatie met andere voorzieningen; Afstemmen van aanbod van sport, welzijn en cultuurvoorzieningen op de vraag en behoeften in gemeenten en dorpen (maatwerk). Daar waar nodig opschalen van voorzieningen met een regionale functie; Meer aandacht voor kwaliteit van het aanbod van voorzieningen dan voor kwantiteit; Het stimuleren en professioneel ondersteunen van vrijwilligers en hun organisaties.
Kernopgaven voor een toekomst voor de jeugd (prestatieveld 2 van de Wmo): • Een aantrekkelijke, veilige en gezonde omgeving voor de jeugd creëren binnen buurten en wijken; • Een vraaggericht aanbod van recreatieve, sociaal-culturele en sportvoorzieningen; • Kwalitatief goed onderwijs en stimulering van de samenwerking tussen onderwijs, welzijn en gezondheidsvoorzieningen; • Verder stimuleren van laagdrempelige en samenhangende hulp bij de opvoeding en problemen bij opgroeien; • Onderzoek naar de mogelijkheden voor hoger onderwijs en werkgelegenheid in de regio op terrein van verpleging, verzorging en dienstverlening; • Het zorgen voor betaalbare woningen voor starters op de woningmarkt door nieuwbouw en het stimuleren van de doorstroming [zie Woonvisie Hoeksche Waard 2010-2020/30]. Kernopgaven voor de zorgzame regio zijn (prestatievelden 3, 4, 5 en 9 van de Wmo): • Aanpassing van de woningvoorraad voor senioren (meer nultredenwoningen, eenpersoonshuisvesting, wonen-welzijn-zorg zones, flexibel en levensloopbestendig bouwen); • Investeren in een nieuw zorg- en ondersteuningsaanbod voor ouderen die zelfstandig willen blijven wonen; • Herijking welzijnsbeleid en afstemmen op nieuwe doelgroepen (kwetsbare burgers en burgers met beperkingen); • Investeren in preventieve voorzieningen voor jeugd en ouderen; • Verdere ondersteuning van de mantelzorg; • Het versterken van een professioneel vangnet voor kwetsbare burgers. Prestaties gemeenten 2010-2015: • De middelen bestemmingsplan en burgerbetrokkenheid benutten om woonvoorzieningen voor senioren en mensen met een beperking door het procedurepad te leiden; • In samenwerking met partijen realiseren van minimaal één en mogelijk twee zorg/welzijnskruispunten in de regio; • Structureel middelen beschikbaar stellen aan Welzijnswerk en Ouderenwerk om te komen tot versterking en professionalisering, vanuit een budgettair neutraal uitgangspunt voor het totale Wmobudget. Waarbij over de periode 2010-2030 een verschuiving plaatsvindt van middelen van jong naar oud door ‘ontgroening’ en ‘driedubbele vergrijzing’; • Het voortouw nemen om de kerken te betrekken bij het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers, door het leggen van contacten en het organiseren van bijeenkomsten.
25
Programma Samenleving
3.4
Voortgang projecten
Concrete doelstelling
Activiteiten
Kanteling Wmo
Uitwerken maatwerk-aanpak Wmo vanuit de vraag/cliëntzijde (i.p.v. product/aanbodgericht)
Wmo Beleidsplan 20112014 om integraal/SMART te werken Regionaal Wmouitvoeringsprogramma
Opleveren beleidsplan
Gezamenlijke front-office subsidieverzoeken regio HW
Coördinatie RAS HW: - Programmamanager Samenleving HW 20092012 RAS; - Cultuurnetwerker HW 2009-2012 RAS; - Secretariaat, P&O, administratie RAS HW 2009-2012 Cultuurvisie HW 20092012 RAS Vervolg Samenwerking Welzijnsinstellingen HW
Uitvoeren samenwerkingsagenda HW vanuit Wmo Beleidsplan Centrale coördinerende rol bij gemeente Strijen en (laten) ontwikkelen gezamenlijke ASV
Voortgang en prognose
Realisatie (planning)
Oud-Beijerland is in 2012 gestart met pilot “De Kanteling”. De verwachting is dat de andere gemeenten in 2013 starten met de gekantelde werkwijze. Voorbereidingen worden nu getroffen om de beleidsstukken (verordening etc.) aan te passen. Wordt meegenomen in visie traject sociaal domein.
Na start in 2011 een doorloop in 2012 en 2013. Het gaat hier om een groeimodel.
Na vast stellen visie sociaal domein opstellen uitvoeringsprogramma. Is in uitvoering.
Uitvoering en werkwijze vastgesteld in Pfo S-HW, binnen de kaders van de bestuursovereenkomst RASregio HW en provincie ZuidHolland voor de periode 2009 t/m 2012
Is in uitvoering. Voorbereiding RAS 20132016 loopt nu. RAS voor cultuurparticipatie inclusief middelen bestaat niet meer vanaf 2013. Vanaf 2013 zal gekeken worden of cultuurbeleid voor de HW ontwikkeld moet worden. Uitvoering jaarschijf 2012 van Is in uitvoering en loopt Cultuurprogramma HW RAS volgens planning. Er komt een evaluatie van de HW cultuurvisie eind 2012. Plan van Aanpak/Fase 2 + Is in uitvoering en loopt Vrijwilligerscentrale/Servicepu volgens planning. nt HW (en mantelzorgers)
Vrijwilligerscentrale/ Servicepunt HW
Plan van Aanpak/Fase 2 + Vervolg Samenwerking Welzijnsinstellingen HW
Voorbereidingen lopen.
Vrijwilligersbeleid HW 2011-2014
Uitvoering beleid voor werving en behoud van vrijwilligers Uitvoering Visiedocument Jeugdbeleid HW 2011-2014; RAS Jeugdbeleid 2009-2012; Regisseur sluitende aanpak
Is i.v.m. herprioritering in 2012 uitgesteld.
Regionaal coördinator/ Beleidsmedewerker Jeugdbeleid HW
26
Is in uitvoering en loopt volgens planning.
Afronding visietraject begin 2013. 2013 en verder Na start in 2009 verdere fasegewijze ontwikkeling tot in 2012 en verder Na start in 2009 (RAS) loopt dit af eind 2012. Nieuwe bestuursover eenkomst eind 2012 tekenen voor 2013-2016 Na start in 2009 (RAS) loopt dit af eind 2012 Na start in 2009 verdere fasegewijze ontwikkeling tot in 2012 Daadwerkelijk operationeel nadat fusie afgerond is. 2013 Na start in 2011 tot 2014
Programma Samenleving
Concrete doelstelling
Activiteiten
Voortgang en prognose
Centrum voor Jeugd en Gezin HW
Uitvoering Fysiek en Virtueel Centrum voor Jeugd en Gezin HW met GGD ZHZ, Careyn en Bureau Jeugdzorg
Prestatieafspraak RAS preventief jeugdbeleid
Schoolmaatschappelijk Werk Basisonderwijs
Prestatieafspraak preventief jeugdbeleid
Schoolmaatschappelijk Werk Voortgezet Onderwijs
Prestatieafspraak RAS preventief jeugdbeleid
Project Begeleiding Risicogezinnen
Prestatieafspraak RAS preventief jeugdbeleid
Nazorg; voorkomen pesten met vergroten weerbaarheid
Prestatieafspraak preventief jeugdbeleid Elektronisch Kind Dossier (EKD) Onderdeel van consortium Rivas-Careyn Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV)
Uitvoering Jeugdbeleid HW 2011-2014 Aansluiting bij ontwikkeling GGD-ZHZ. Invoering EKD opgenomen in subsidiekader IJGZ Invoering Collectief Vraagafhankelijk Vervoer
Pact Wonen-Welzijn-Zorg HW “Pact van mijn Hart”
Uitvoering prestatieafspraken pact
Contractbeheer individuele voorzieningen + leerlingenvervoer Maatschappelijke opvang
Uitvoering contractbeheer Reservering plaatsen voor maatschappelijke opvang
Is in uitvoering. Komt vanuit RAS 2013-2016 extra aandacht voor.
Na start in 2010 verdere fasegewijze ontwikkeling tot in 2012 Alle gemeenten doen mee. Na start in 2009 loopt dit door in 2012 en verder Alle gemeenten doen mee. Na start in 2009 loopt dit door in 2012 Gaat in Binnenmaas niet door. Na start in 2009 loopt dit door in 2012 Is in uitvoering. Na start in 2011 loopt dit door in 2012 Is in uitvoering. Na start in 2011 tot 2014 Is in uitvoering. Na start in 2011 loopt dit door in 2012 Nieuwe mogelijkheden worden meegenomen in overleg met zorgaanbieders in kader van begeleiding. Gelet op de transitievan de begeleiding van de AWBZ naar de WMO wordt nagedacht over een andere invulling van CVV. De plannen van Cavent worden ook afgewacht. Uitkomsten CVV worden eind 2012 verwacht. Na de WWZ monitor kan het uitvoeringsprogramma verder worden ingevuld. Op grond van evaluatie is het voorstel om dit professioneel te gaan organiseren. Is geregeld.
Verslavingsbeleid
Uitvoering verslavingsbeleid
Is in uitvoering.
Regionaal coördinator/ beleidsmedewerker Volksgezondheid HW Regionale Integrale Jeugdgezondheidszorg 023 jr
Uitvoering regionaal werkplan Volksgezondheid
Is in uitvoering en loopt volgens planning
Uitvoering Maatwerkdeel IJGZ
Is in uitvoering en loopt volgens planning.
27
Realisatie (planning)
Na start in 2011 loopt dit door in 2012
Na start in 2010 loopt dit door in 2012 en verder Besluit-vorming eind 2012. Na start in 2010 loopt dit door in 2012 en verder Na start in 2011 loopt dit door in 2012 en verder Na start in 2010 loopt dit door in 2012 en verder Na start in 2010 loopt dit door in 2012 en verder
Programma Samenleving
Concrete doelstelling
Activiteiten
Voortgang en prognose
Realisatie (planning) Na start in 2009 loopt dit door in 2012 Na start in 2009 loopt dit af in 2012 Na start in 2010 loopt dit door in 2012 en verder Na start in 2010 loopt dit door in 2012 Na start in 2011 loopt dit door tot 2014 Na start in 2010 loopt dit door in 2012 en verder
Transitie GGD-ZHZ
Begroting, jaarrekening, verantwoording en visie
Afgerond
Transitie GGD-ZHE naar GGD-ZHZ
Monitoren voortzetting productaanbod van GGDZHE door GGD-ZHZ Uitvoering invlechting in programma’s van GGD-ZHZ, bijv. depressie Uitvoering Prenatale Voorlichting
Is in uitvoering.
Volksgezondheid HW 2011-2014
Uitvoering beleidsnota Volksgezondheid HW
Is in uitvoering en loopt volgens planning.
Maatschappelijke Stages
Uitvoering Maatschappelijke Stages met scholen voor Voortgezet Onderwijs en Welzijnsorganisaties
Is in uitvoering en loopt volgens planning.
Gezondheidsbevordering Prenatale Voorlichting
3.5
Is geregeld. Is geregeld.
Voorstellen begrotingswijziging 2012 Begroting 1e begrotings Primair wijziging 2012 2012
Samenleving Jeugd Cultuurnetwerker Cultuurparticipatie Subtotaal uitgaven
Begroting Wijziging Burap
Begroting 2012 Nieuw
-
241.75922.00082.784346.543-
-
241.75922.00082.784346.543-
Doorbelasting middelen Totaal uitgaven
-
346.543-
-
346.543-
Bijdrage provincie Totaal baten
-
346.543 346.543
-
346.543 346.543
Saldo Samenleving voor bestemming
-
-
-
-
Resultaat Samenleving na bestemming
-
-
-
-
28
Programma Samenleving
Programma 4. VEILIGHEID
4.1
Inleiding
Veiligheid is een veel besproken onderwerpen in onze samenleving. Het programma Integrale Veiligheid is gericht op het ontwikkelen, implementeren en stimuleren van gemeenschappelijk integraal veiligheidsbeleid voor de Hoeksche Waard. Een en ander conform de doelstellingen en taken zoals omschreven in de gemeenschappelijke regeling. De hoofddoelstelling is het voeren van een gemeenschappelijk integraal veiligheidsbeleid met de 5 gemeenten op de Hoeksche Waard.
4.2
Trends en ontwikkelingen
Algemeen Regie en Sturing Zowel de politie als de brandweer in onze regio zijn aan het opschalen. Het politiekorps Zuid-Holland Zuid zal in 2013 samengaan met het korps Rotterdam-Rijnmond tot de Eenheid Rotterdam binnen de Nationale Politie. Vanuit de toekomstige politieorganisatie is in de zomer het concept Meerjarenbeleidsplan 2013-2015 verspreid. Dit is de onderlegger voor de politie inzet voor de komende jaren. Voor het opstellen van het Meerjarenbeleidsplan is onder meer geput uit het gemeentelijk integraal veiligheidsbeleid. Daarnaast zal per gemeente een gemeenteblad worden toegevoegd aan het meerjarenbeleidsplan waarin ook de lokale speerpunten zijn opgenomen. De gemeenten in de Hoeksche Waard hebben dit gedaan middels een gemeenschappelijk format. Taken en bevoegdheden Aan gemeenten worden daarnaast steeds meer taken en bevoegdheden toegekend op het gebied van veiligheid. Met name in de bestuursrechtelijke instrumenten is met bijvoorbeeld de komst van de wet Maatregelen Bestrijding Voetbalvandalisme en Ernstige Overlast (MBVEO) en nieuwe Drank- en horecawet die per 1 januari 2013 van kracht zal worden. Regionale samenwerking Op het domein veiligheid is een (afgedwongen) opschaling gaande op verschillende beleidsterreinen aanpalend aan de gemeente. Verregaand is de regionalisering van politie, openbaar ministerie, handhavingsorganisaties, en brandweer. De samenvoeging van de twee politieregio’s brengt met zich mee dat het Veiligheidshuis en de Veiligheidssociëteit nauwer gaan samenwerken met hun evenknie in de regio Rotterdam Rijnmond. Het Regionaal Informatie en Expertisecentrum( RIEC) gaat een stap verder en fuseert met het RIEC in Rotterdam. Het is voor gemeenten van belang om in deze voldoende sturing te houden om te kunnen blijven voldoen aan de rol van regisseur van het integrale veiligheidsbeleid. Hierin vervult het PFO Integrale Veiligheid haar rol. Speciale aandacht is daarbij gegeven aan het in stand houden van de goede samenwerking tussen gemeenten, politie en openbaar ministerie. Met de nieuwe politiestructuur zal het disctrictelijk driehoeksoverleg komen te vervallen. Om de samenwerking te behouden hebben alle partijen ervoor gekozen om twee maal per jaar het Pfo Integrale Veiligheid uit te breiden met vertegenwoordigers van politie en openbaar ministerie. Regionalisering Brandweer Het jaar 2012 zal voor de verschillende brandweerkorpsen binnen de Hoeksche Waard in het teken staan van de clustervorming en regionalisering. Vanaf 1 januari 2013 wordt de volledige brandweerzorg geregionaliseerd. De stappen van het (bestuurlijke) proces om tot clustervorming en regionalisering te komen zijn neergelegd in een spoorboek. Vanuit het Pfo Integrale Veiligheid wordt de voortgang gemonitord en gecoördineerd voor de Hoeksche Waard. Financiering Binnen de regionale veiligheidsprojecten (RIEC, Veiligheidshuis, Veiligheidssociëteit en Verzuip jij je toekomst?!) is toegewerkt naar een gemeenschappelijke inwonerbijdrage voor deze 4 projecten. Dit heeft 29
Programma Veiligheid
geresulteerd dat de inwonerbijdrage van € 1,42 in 2011 teruggaat naar € 1,29 in 2012 en vanaf 2013 € 1,13 zal bedragen.
4.3 − − − −
4.4
Wat willen we bereiken Een veilig leefklimaat in de Hoeksche Waard op het gebied van wonen, werken, leren en recreatie door uitvoering te geven aan het jaarplan integrale Veiligheid 2012 Het doorontwikkelen van de gemeentelijke samenwerking op het veiligheidsdomein Oprichting van het cluster brandweer Hoeksche Waard binnen de reeds ingezette regionalisering van de brandweerzorg binnen de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. Waarborgen van een professionele gemeentelijke bevolkingszorg (of crisisbeheersing) Hoeksche Waard breed.
Voortgang projecten
Concrete doelstelling
Activiteiten
Voortgang en prognose
Realisatie (planning)
Cyclus Opleiding & Oefenen gemeentelijke Rampenbestrijding
Afwerken van de cyclus Opleiding & Oefenen gemeentelijke Rampenbestrijding Opstellen Plan van Aanpak gemeenschappelijke ARB organisatie Hoeksche Waard
Ligt op koers. Er wordt nu gewerkt aan de verdere inbedding van het nieuwe regionaal crisisplan. De visieontwikkeling heeft plaatsgevonden. Er is nog geen plan van aanpak opgesteld. Realisatie en daarmee ook het plan van aanpak wordt meegenomen in de HW-brede inventarisatie van ambtelijke samenwerking. Er is gestart met de voorbereidende handelingen voor het vormen van het cluster per 1 januari 2013. De uiteindelijke realisatie is afhankelijk van besluitvorming door de veiligheidsregio die nu vertraagd is. Dit vertraagd ook het proces van clustervorming, maar in welke mate is nog niet inzichtelijk. De uitvoering van het plan van aanpak ligt op schema.
Doorlooptijd 12 maanden
Plan van Aanpak gemeenschappelijke ARB organisatie Hoeksche Waard
Clustering van de brandweerkorpsen in de HW
Monitoring en coördinatie van het proces zoals beschreven in het ‘spoorboekje’
Uitvoeren jaarplan Integrale Veiligheid HW 2012 Opstellen van het jaarplan Integrale Veiligheid HW 2013
Implementeren, uitvoeren, coördineren en monitoren van het jaarplan Opstellen van het jaarplan Integrale Veiligheid HW 2013
30
Het nieuwe jaarplan zal in het vierde kwartaal gerealiseerd worden.
Gereed 1e kwartaal 2012
Gereed 1e kwartaal 2013
Doorlooptijd 12 maanden Gereed 3e kwartaal 2012
Programma Veiligheid
4.5
Voorstellen begrotingswijziging 2012
Begroting 1e begrotings Primair wijziging 2012 2012
Begroting Wijziging Burap
Begroting 2012 Nieuw
Veiligheid Uitvoeringsprogramma Subtotaal uitgaven
-
6.7506.750-
-
6.7506.750-
Doorbelasting middelen Totaal uitgaven
-
1936.943-
-
1936.943-
Bijdrage gemeenten Totaal baten
-
6.943 6.943
-
6.943 6.943
-
-
-
-
-
-
Saldo Veiligheid voor bestemming Resultaat Veiligheid na bestemming
-
31
Programma Veiligheid
32
Programma Veiligheid
Programma 5. ECONOMIE
5.1
Inleiding
Het programma Economie is gericht op het regionaal afstemmen van beleid en activiteiten op het gebied van economische zaken en beoogt daarmee de economische vitaliteit van de Hoeksche Waard te bevorderen. Algemene hoofddoelstelling is het stimuleren van de werkgelegenheid in het gebied, het actief inspelen op de behoeften vanuit het bedrijfsleven en het tot stand brengen van voldoende bedrijventerreinen voor de Hoeksche Waardse vraag. De projecten die gerealiseerd worden in het programma Economie zijn opgenomen in het Uitvoeringsprogramma Structuurvisie Hoeksche Waard 2010-2014 onder de deelprogramma’s: − S2 Werken − S7 Verkeer Een nadere beschrijving van de te realiseren projecten is opgenomen in het Uitvoeringsprogramma.
5.2
Trends en ontwikkelingen
Op dit moment is de economische recessie nog goed merkbaar. De komende decennia krijgen we te maken met een krimpende en vergrijzende bevolking. Naast de bedreigingen, die deze ontwikkelingen met zich meebrengen, liggen er ook kansen zoals het benutten van de recreatief landschappelijke kwaliteiten, de groei van de zorgeconomie en het aantrekkelijke woonklimaat. De gunstige ligging van de Hoeksche Waard tussen de sterke (economische) groeiregio’s Rotterdam en West-Brabant kan deze kansen versterken. Het is daarbij van belang te profiteren van de uitstralingseffecten van deze groeiregio’s. Om hiervan optimaal te kunnen profiteren is een goede regionale infrastructuur essentieel. Het op te stellen Regionaal Verkeers- en Vervoersplan (RVVP) zal een belangrijke bijdrage leveren aan het verkrijgen van inzicht in de huidige situatie en de noodzakelijk verbeteringen in de toekomst. Om optimaal in te kunnen spelen op de economische kansen, worden in 2012 regionale economische doelen vastgelegd in de Sociaal-Economische Visie met het bijbehorende actieplan. Het verder uitvoeren van het actieplan wordt vanaf 2013 opgepakt . Middels de bedrijvenmonitor zal de economische ontwikkeling, werkgelegenheid, ontwikkeling en segmentering van de bedrijventerreinen worden gemonitoord. In een Nationaal landschap is het evenwicht tussen landschappelijke kwaliteit en economische vitaliteit essentieel. Diverse projecten zullen worden opgepakt die te maken hebben met dit evenwicht. Te denken valt aan het pilotproject functiemenging in het buitengebied, het plan van aanpak duurzame glastuinbouw en het plan van aanpak Agrocluster.
5.3 − − − − − − − − −
Wat willen we bereiken Versterking economische vitaliteit Ontwikkelen onderscheiden werkmilieus voor verschillende typen bedrijvigheid Ontwikkeling regionaal bedrijventerrein Verbeteren in- en externe bereikbaarheid (auto, OV en fiets) Voldoen aan de eisen van duurzaam veilig Ontwikkelen van een samenhangend regionaal wegennet, met een duidelijke scheiding tussen doorgaand en bestemmingsverkeer en tussen auto- en langzaam verkeer Terugdringen en voorkomen van ecologische en landschappelijke versnippering door wegen Zorgdragen voor eenduidige informatie voor en over bedrijven Het in stand houden en beheren van een Bedrijvenregister voor de gehele Hoeksche Waard 33
Programma Economie
− − −
5.4
Door financiële ondersteuning van de betreffende stichting: het bevorderen van de slagingskansen van beginnende ondernemers in de Hoeksche Waard Vergroten duurzaamheid van werkgebieden Promotie van het Nationaal Landschap door aanbieding van het gebiedslogo
Voortgang projecten
Concrete doelstelling
Activiteiten
Voortgang en prognose
Realisatie (planning)
Functiemenging in het buitengebied
Uitwerking innovatief voorbeeldplan voor woonwerklocatie in het buitengebied Aanwijzen en realiseren van glasconcentratiegebieden Plan van aanpak duurzame glastuinbouw Opzet uitvoeringsorganisatie en ruimte-voor-ruimteloket Haalbaarheidsstudie Agrocluster
In het kader van de bezuinigingsprioritering is dit project tot 2014 uitgesteld.
2014
In 2012 is een subsidieaanvraag voor 2 miljoen bij de provincie ingediend. Deze is onlangs geweigerd. Er wordt bezien of en op welke wijze het project eind 2012 wordt voortgezet.
2012
Sanering verspreid liggend glas
Concentratie van landbouwbedrijven met verwerkings- en distributie-activiteiten op centraal agrocluster
Regionaal Verkeers- en Vervoersplan Logo/beeldmerk Monitoring economische ontwikkeling, werkgelegenheid, ontwikkeling bedrijventerreinen, segmentering bedrijventerreinen Ontwikkeling regionaal bedrijvenpark Begeleiding van startende ondernemers Kansen bij verkassen
Begin 2012 is het project van start gegaan. De betrokken bedrijven en organisaties zijn positief. Voor het opstellen van de businesscase is extra budget nodig. Dit is in de burap niet vrijgemaakt waardoor het project wordt doorgeschoven naar 2013. Opstellen RVVP inclusief In het eerste half jaar is de koernota uitvoeringsprogramma RVVP regionaal vastgesteld. In de tweede helft van 2012 wordt het ontwerp RVVP vastgesteld. Verstrekken logo Hoeksche Het logo/beeldmerk is financieel bij Waard aan organisaties en promotie en voorlichting opgenomen. bedrijven Uitvoeren Het opstellen van de bedrijvenmonitor Bedrijvenmonitor vindt plaats op basis van de uit te werken sociaal economisch visie.
Afstemmen locale versus regionale vestiging van bedrijven Startcoach
Ondersteunen van ondernemer voor duurzame oplossingen voorafgaand en tijdens het verhuisproces
34
De uitgifte van de kavels valt tegen. Dit resulteert in minder inkomsten voor het regiofonds. De startcoach wordt positief ondersteund vanuit het bedrijfsleven. In 2013 vindt een nadere evaluatie plaats. In 2012 wordt de scan operationeel en kunnen bedrijven van de scan gebruik maken.
2013
2013
Jaarlijks 2012
Tot afronding regionaal bedrijvenpark Jaarlijks
t/m 2014
Programma Economie
Concrete doelstelling
Activiteiten
Voortgang en prognose
Realisatie (planning)
Sociaal Economische Visie
Uitvoeren actieplan
Vanaf 2012
Bewegwijzering
Realiseren bewegwijzering naar de bedrijventerreinen
De sociaal economisch visie is regionaal voor de zomer vastgesteld en wordt nu voorgelegd aan de gemeenteraden. Binnen het uitvoeringsprogramma wordt eind 2012 een prioritering opgesteld. Voor het realiseren van een regionale bewegwijzering is een provinciale subsidie beschikbaar gesteld. Diverse gemeenten in de Hoeksche Waard zijn echter niet bereid tot cofinannciering. Dit heeft er toe geleid dat het project op regionaal niveau gestaakt is.
5.5
Nog te bepalen
Voorstellen begrotingswijziging 2012 Begroting 1e begrotings Primair wijziging 2012 2012
Begroting Wijziging Burap
Begroting 2012 Nieuw
Economie Werken Verkeer en vervoer CHW Informatieloket bedrijven CHW Mentorproject Overige projecten E.Z. Subtotaal uitgaven
55.00042.50011.50016.000125.000-
42.50042.50016.000101.000-
25.00024.0002.25051.250-
67.50066.50016.0002.250152.250-
Doorbelasting middelen Totaal uitgaven
125.000-
2.885103.885-
0 51.250-
2.885155.135-
Inwonerbijdrage Totaal baten
27.500 27.500
27.500 27.500
Saldo Economie voor bestemming
97.500-
76.385-
51.250-
127.635-
Regiofonds Resultaat Economie na bestemming
97.500 -
76.385 -
51.250 -
127.635 -
-
27.500 27.500
Toelichting: Project Sociaal economische visie: Laatste termijnbetaling voor het opstellen van het rapport sociaal economische visie, betreft kosten afkomstig uit 2011
- € 10.000
PVA duurzame glastuinbouw: Subsidie geweigerd, project voor dit jaar gestopt
€ 12.500
PVA Agrocluster: Te weinig budget beschikbaar, activiteiten voor dit jaar gestopt
€ 12.500
35
Programma Economie
RVVP: Doorloop kosten uit 2011, o.a. projectleider uren
- € 24.000
De Kansen bij Verkassen Scan: Overeenkomst met Stichting Stimular voor de duur van 3 jaar voor het verlenen van het recht om de kansen bij verkassen scan aan te bieden aan bedrijven die in de Hoeksche Waard gevestigd zijn of zich daar gaan vestigen.
- € 2.250
PVA Agrocluster Tijdens uitvoering van het project Agrocluster is naar voren gekomen dat de beschikbare middelen onvoldoende zijn.
- € 25.000
Uitgiftebeleid Een conclusie uit de Sociaal economische visie is dat er een herijking van het uitgiftebeleid Bedrijventerreinen dringend noodzakelijk is.
- € 15.000
36
Programma Economie
Programma 6. BESTUUR EN MIDDELEN
6.1
Inleiding
Het programma Bestuur is gericht op het ondersteunen van het bestuur van het Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard bij de uitvoering van de regionaal afgesproken taken. Een en ander conform de doelstellingen en taken zoals omschreven in de gemeenschappelijke regeling. De algemene hoofddoelstelling is het mogelijk maken van goed bestuur door een optimaal verloop van de besluitvormingsprocessen en het beheren en zorg dragen voor, het daarbij benodigde personeel, de middelen en faciliteiten.
6.2
Trends en ontwikkelingen
Algemeen De wereld verandert snel. Demografische, economische, culturele en maatschappelijke ontwikkelingen vragen om nieuwe bestuurlijke antwoorden. We worden uitgedaagd door vraagstukken als klimaatsverandering, vergrijzing, bereikbaarheid, bevolkingskrimp en energietransitie. Bovendien staat de kwaliteit van de leefomgeving onder druk en stagneert de woningmarkt. We hebben te maken met verschillende crises, de wereldwijde energie- en klimaatcrisis en de financieel-economische crisis. Regionale samenwerking Het regionale schaalniveau blijkt steeds meer het geëigende schaalniveau te zijn voor beleidsafwegingen. Dit wordt verder gevoed door de decentralisatiegedachte van het nieuwe kabinet, die de regio centraal stelt (denk bijvoorbeeld aan de SER ladder). Het gaat er om ‘de goede dingen’ te doen ‘op de goede plek’. Het opheffen van de Wet Gemeenschappelijke Regeling-plus in het nieuwe regeerakkoord is in dit kader geen ‘ontkenning’ van regionale samenwerking. Het gaat wel om het afschaffen van het opgedragen en formele karakter ervan en doet een appèl op het vinden van de ‘echte’ urgentie van en ‘gevoelde’ noodzaak voor samenwerking. Regionale samenwerking is een middel, geen doel op zich. Het schaalniveau van de samenwerking wordt meer flexibel, afhankelijk wat de opgave ‘vraagt’. Daar komt bij dat samenwerking – zeker niet- een publieke opgave alleen is. Meer en meer gaat het om het vinden van de juiste coalities: publiek, privaat en privé. Coalities die samen de urgentie van de opgave herkennen en er samen uitvoering aan geven. Bestuurlijke samenwerking Hoeksche Waard De bestuurlijke samenwerking in de regio Hoeksche Waard zal in 2013, conform de met de provincie ZuidHolland op 2 november 2009 gemaakte afspraken, opnieuw worden geëvalueerd. De resultaten hiervan zullen medio 2013 bekend zijn en worden gebruikt voor de nieuwe zittingsperiode 2014-2018 van de raden. Externe oriëntatie Regio’s concurreren in zekere mate met elkaar. Profilering naar buiten wordt steeds belangrijker voor de vitaliteit van de Hoeksche Waard. In overeenstemming met de Structuurvisie Hoeksche Waard, wil het gebied een groene long zijn voor de Randstad (Zuidvleugel). Het bestuur wil zich nadrukkelijker over de grenzen van de Hoeksche Waard manifesteren. Financiering De steeds krappere budgetten voor investeringen, beheer en onderhoud dwingen tot het zoeken naar nieuwe mechanismen en verdienmodellen. Mechanismen om de Hoeksche Waard ook op lange termijn economisch en sociaal aantrekkelijk en leefbaar te houden. Door te zoeken naar gezamenlijke belangen en van daaruit te kijken naar wat nodig is om het bestaande aantrekkelijk te houden en toekomstbestendig te maken. En vooral door de gezamenlijke belangen, publiek, privaat en privé te smeden tot eigenaarschap en ondernemerschap. Onduidelijk is nog welke verdienmodellen kansrijk zijn en wat daarvoor organisatorisch, financieel, juridisch en contractueel nodig is.
37
Programma Bestuur en middelen
Invloed Europa De invloed van Europa is niet beperkt tot inhoudelijke richtlijnen. Veel richtlijnen hebben consequenties voor de werkwijze van overheden. De Europese richtlijnen zijn directief. De beleidsterreinen waar de Europese Unie zich mee bemoeit, breiden uit. Nieuwe overheid Het stimuleren van een maatschappelijke verantwoordelijkheid hangt samen met het terugdringen van gedetailleerde regelgeving. De overheid zal een sterke, maar minder vooraanstaande rol spelen. Deze zienswijze impliceert een rol van de overheid als programmamanager. De overheid is en blijft verantwoordelijk voor de maatschappelijke orde maar erkent de autoriteit van andere netwerken en maatschappij. Programmamanagement als een coördinerende sturingsfilosofie biedt mogelijkheden om vorm te geven aan deze bestuurlijke vernieuwing, omdat de aandacht ligt op de samenhang tussen verantwoordelijkheden in plaats van op de afbakening.
6.3
Wat willen we bereiken
Het programma Bestuur en Middelen faciliteert en coördineert de inhoudelijke programma’s met als doel oplossingen te bieden voor deelprogramma overstijgende probleemstellingen. De doelstellingen zijn: − Het verder ontwikkelen van de samenwerking tussen de gemeenten en met andere externe overheden en partijen − Optimale strategische positionering van de Hoeksche Waard. − Het ontwikkelen van nieuwe financieringsvormen en verdienmodellen ten bate van het Regiofonds − Het versterken van het imago (aantrekkelijkheid en bestuurskracht) van de Hoeksche Waard door externe communicatie − Planning en control van alle activiteiten van het samenwerkingsorgaan inclusief het beheer van het Regiofonds. − Ontwikkeling van de kerncompetenties en systemen op het gebied van programmamanagement. − Het (materieel) faciliteren van de bestuurlijke activiteiten van het raadsledenoverleg Hoeksche Waard. − De bestuursondersteuning dient zorg te dragen voor een geolied en goed samenwerkend werkveld wat bestaat uit de vijf aan de beleidsdomeinen gekoppelde Pfo’s, het Dagelijks en Algemeen Bestuur.
6.4
Voortgang projecten
Concrete doelstelling
Activiteiten
Voortgang en prognose
Realisatie (planning)
Faciliteren van regionaal bestuurlijk overleg
Pfo’s, DB, AB en raadsledenoverleg Hoeksche Waard Strategische beleidsadvisering nieuwe ontwikkelingen
De personele bezetting van het bureau is op orde gebracht. Bestuurlijke overleggen met omliggende regio’s hebben plaats gevonden (Voorne Putten en BAR-gemeenten). 1e Begrotingswijziging en Burap zijn opgesteld. Op 5 oktober is de bestuurlijke werkconferentie gehouden. Dit najaar zal discussie plaats vinden over herijking en prioritering van het Regiofonds. Intern wordt onderzoek gedaan naar nieuwe financieringsvormen.
Doorlopend
Optimale positionering Hoeksche Waard in extern krachtenveld. SOHW “in control” Evalueren van de bestuurlijke samenwerking
Begroting, marap en jaarverslag Organiseren van een bestuurlijke werkconferentie
Inzicht in de inkomsten en uitgaven van het Regiofonds
Beheer Regiofonds
Financiering van projecten zeker stellen.
Ontwikkelen nieuwe financieringsvormen voor regionale projecten 38
Doorlopend
Half jaarlijks Najaar 2012 Doorlopend
Eind van het jaar
Programma Bestuur en middelen
Concrete doelstelling
Activiteiten
Implementatie programmamanagement
Ontwikkeling vaardigheden en (ICT) middelen op het gebied van programmamanagement Communiceren van Persberichten, nieuwsbrieven activiteiten van het SOHW en websitebeheer
6.1
Voortgang en prognose
Realisatie (planning)
Er zijn 2 workshops gehouden over programmaen projectfinanciering Het communicatieplan is in concept gereed. Website wordt actueel gehouden. Er is een zomernieuwsbrief uitgegaan omtrent Samenleving.
Eind van het jaar Elk kwartaal
Voorstellen begrotingswijziging 2012
Begroting 1e begrotings Primair wijziging 2012 2012
Begroting Wijziging Burap
Begroting 2012 Nieuw
Bestuur Bestuurskosten Bestuursondersteuning Subtotaal uitgaven
11.000409.251420.251-
15.000390.583405.583-
-
15.000390.583405.583-
79.385-
85.986-
0
85.986-
Totaal uitgaven
499.636-
491.569-
0
491.569-
Inwonerbijdragen bijdrage derden Totaal baten
468.332 5.000 473.332
460.265 5.000 465.265
-
460.265 5.000 465.265
Doorbelasting middelen (ICT, P&O, FI etc)
Saldo Bestuur voor bestemming Regiofonds Resultaat Bestuur na bestemming
26.304-
26.304-
0
26.304-
26.304 -
26.304 -
0 -
26.304 -
39
Programma Bestuur en middelen
Dit is een uitgave van Gemeenschappelijke Regeling Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard Postadres: Postbus 7059 3286 ZH Klaaswaal Bezoekadres: Rijksstraatweg 3b 3286 LS Klaaswaal Telefoon Fax
(0186) 57 72 30 (0186) 57 72 80
E-mail Website
[email protected] www.sohw.org
Bericht voor de Raden van de Hoeksche Waard
Geachte leden van de Raden van de Hoeksche Waard,
Mede in navolging van de gemaakte bestuurlijke afspraken met de Provincie hebben we de voorbereiding tot de evaluatie van de regionale samenwerking gestart. Hiertoe is begin oktober een bestuurlijke werkconferentie georganiseerd. Graag informeren wij u naar aanleiding hiervan op het voor ons liggende proces. Hierbij hanteren wij de volgende indeling: 1. Bestuurlijke regie en democratische verankering 2. Startnotitie 3. Slot
1. Bestuurlijke regie en democratische verankering De werkconferentie van oktober heeft ertoe geleid dat we voor de evaluatie een startnotitie opstellen. Aan deze startnotitie wordt momenteel gewerkt. Deze heeft ten doel heeft om gefaseerd te werken naar een evaluatie van de afgelopen 4 jaar (in relatie tot de doelstellingen, zoals verwoord bij de oprichting van Sohw) en vooruit te kijken door (uiteindelijk) te komen tot een gezamenlijk gedragen besluit over de bestuurlijk toekomst (ook wel ‘stip op de horizon’ genoemd). Het proces van startnotitie tot en met besluitvorming met betrekking tot de ‘stip op de horizon’, heeft de volgende hoofdindeling, waarbij in elke fase de vijf gemeenteraden in de Hoeksche Waard actief worden betrokken, inclusief besluitvorming . Fase Startnotitie Onderzoeksfase Dialoogfase Besluitvormingsfase (conclusies en ‘stip op de horizon’)
Wanneer dec 2012 behandeling in stuurgroep jan/febr 2013 behandeling in colleges, raden, Sohw en Rohw mrt/april 2013 mei / juni 2013 juli – augustus 2013
De bestuurlijke regie van de evaluatie ligt bij de stuurgroep. Deze wordt in de (voorbereiding van) vergaderingen ondersteund door het Regionaal Managementteam (inclusief regiosecretaris) en de griffiers. Deze werkvorm is ons in 2008/2009 goed bevallen bij de voorbereidingen naar de huidige GR Sohw toe. Ook KING (onderdeel van de VNG) geeft ondersteuning in het proces.
2. Startnotitie De werkconferentie van begin oktober heeft reeds eerste beelden van de startnotitie gegeven. In de startnotitie zal onder andere aandacht worden geschonken aan: De begrenzing van het onderzoek; Betrokkenheid in de onderzoeksfase van colleges, raden, maatschappelijk middenveld Hoeksche Waard en partijen van buiten de Hoeksche Waard; Te formuleren onderzoeksvragen, met aandacht voor de kwaliteit en kwantiteit; De onderzoeksmethodiek; De bespreking van de onderzoeksresultaten middels dialoogtafels met colleges, raden, Sohw en maatschappelijk middenveld; De bedoeling dat het resultaat van de dialoogtafels vervat kan worden in een gedeelde visie op de toekomstige samenwerking (met besluitvorming hierop door de gemeenteraden); hierbij gaat het erom dat door de raden een gezamenlijk besluit genomen kan worden ten aanzien van de stip op de horizon; Projectorganisatie en –kosten.
3. Slot Wij hopen u op deze wijze geïnformeerd te hebben op het voor ons liggende traject met betrekking tot de evaluatie van de regionale samenwerking. Daarnaast kijken wij uit naar een vruchtbare samenwerking om met elkaar doelgericht en gestructureerd te werken naar een gedragen ‘stip op de horizon’.
Namens de stuurgroep,
Drs. R.W.J. Melissant – Briene MSM, voorzitter.
Groslijst’ agendavoorraad ROHW (12 december 2012) Van: Agendacommissie Aan: Raadsledenoverleg Hoeksche Waard Hoe als raad grip te houden op verbonden partijen In gemeenten wordt verschillend omgegaan met betrokkenheid van raden bij gemeenschappelijke regelingen. Er bestaan verschillen in de bemensing van AB’s van GR’en (wel of geen raadsleden) en verschillen t.a.v. de informatievoorziening aan en ‘sturing’ door raden. Het is zinvol om daar met elkaar over van gedachten te wisselen. Op 23 januari zal een conferentie over dit onderwerp plaatsvinden. Klaas Tigelaar is bestuurlijk trekker van dit proces. Het einddoel is om met behulp van de uitkomsten van deze conferentie (‘bouwstenen’) een gemeenschappelijk referentiekader voor de positiebepaling ten aanzien van en de aansturing van de verbonden partijen op te stellen. Toelichting van de pfo’s over de stand van zaken van grote projecten en beleidsontwikkelingen Het is de bedoeling dat dit een vast onderdeel van de vergaderingen van het ROHW wordt (mits er vanuit een pfo actuele zaken te melden zijn). Voor iedere ROHWvergadering wordt geïnventariseerd vanuit welke pfo’s actuele ontwikkelingen e.d. met het ROHW worden gedeeld. Doorontwikkeling intergemeentelijke samenwerking op uitvoerend niveau Medio 2011 heeft in de raden besluitvorming plaatsgevonden over intensivering van de ICT-samenwerking. Nadat de colleges vlak voor de zomer besloten een gezamenlijke ICT-afdeling in te richten, is dit plan ter goedkeuring aan de gemeenteraden voorgelegd. Inmiddels hebben 4 raden hiermee ingestemd. Als ook de laatste raad hierover positief besluit (vergadering 27 november) kan de implementatie ter hand worden genomen. In het gezamenlijk collegeoverleg van 19 juni is een stuurgroep/evaluatie van de regionale samenwerking ingesteld. De stuurgroep bereidt thans een startnotitie voor, die begin 2013 aan de raden ter vaststelling zal worden aangeboden. Bij de evaluatie zullen, naast de colleges, ook de raden en het ROHW worden betrokken. In afwachting van de uitkomsten van de evaluatie van de samenwerking zullen voorlopig geen verdere (onomkeerbare) stappen worden gezet in de doorontwikkeling van de ambtelijke samenwerking. Fusietraject welzijnsinstellingen Hoeksche Waard Dit traject is/wordt aan elke raad in de Hoeksche Waard afzonderlijk toegelicht. Het ROHW zal over het verdere verloop van dit traject actief worden geïnformeerd.
1
Besluitenlijst (openbaar) Vergadering: Dagelijks Bestuur SOHW Datum: 19-6-2012
Aanwezig Voorzitter Secretaris Binnenmaas Cromstrijen Oud-Beijerland Strijen SOHW
Naam de heer A.J. Borgdorff de heer G.J. Metselaar de heer A. Mol de heer H.J. Flieringa de heer K.Tigelaar de heer W.J.L.M. van Tilborg de heer T. Roelofs
Verhinderd Korendijk
de heer J.L. van Driel
1. Opening / mededelingen De heer Van Driel is verhinderd. Mededelingen: De eerder geplande DB-vergadering van 9 augustus a.s. wordt verplaatst naar 16 augustus a.s. De DB-vergaderdata van september en oktober zullen nog nader worden bezien op mogelijke samenval met het pfo Samenleving. 2. Ingekomen stukken/ verzonden brieven. Voorstel: Kennisnemen van de brief van 8 juni 2012 aan de gemeente Cromstrijen inzake voorontwerpbestemmingsplan Torensteepolder Besluit: conform voorstel 3. Concept verslag DB SOHW 24 mei 2012 Voorstel: Vaststellen van het verslag en de genomen besluiten plaatsen op de website van SOHW en ter kennis brengen van het Raadsledenoverleg HW en de raadsgriffiers. Besluit: conform voorstel 4. Terugkoppeling overleg vertegenwoordigers SOHW en Platform Hoeksche Waards Middenveld 24 mei jl. Voorstel: Kennisnemen van de mondelinge terugkoppeling. Besluit: conform voorstel
1
5. Jaarrekening 2011 Voorstel: 1. Instemmen met de jaarrekening 2011 2. Kennisnemen van de controleverklaring en het accountantsverslag 3. Het algemeen bestuur voorstellen de jaarrekening 2011 vast te stellen en deze vervolgens ter kennisname aan de gemeenteraden te zenden Besluit: conform voorstel Opmerkingen: De eerder door de accountant gestelde vragen over verantwoording van het Vlietproject zijn naar tevredenheid beantwoord. 6. Financiële afhandeling beurs Fenexpo Voorstel: 1. Instemmen met het voorstel de financiële afwikkeling van de facturen Fenexpo binnen de begroting van SOHW op te lossen. 2. Een keuze te maken voor de hoogte van de financiële afwikkeling door SOHW: - 3x € 525,-- (deelname) + € 200,-- (afhandeling) - 5x € 525,-- (deelname)+ € 200,-- (afhandeling). Besluit: conform voorstel, waarbij gekozen wordt voor de tweede variant: SOHW betaalt 5x de ingehuurde standruimte. 7. Sociaal Economische Visie Voorstel: 1. Kennisnemen van de door het PFO Economie vastgestelde Sociaal Economische Visie Hoeksche Waard en het daarbij behorende Uitvoeringsprogramma 2. De Sociaal Economische Visie en het daarbij behorende Uitvoeringsprogramma aanbieden aan de colleges en raden van de Hoeksche Waardse gemeenten 3.Kennisnemen van het besluit van het PFO Economie om de uitwerking van het Uitvoeringsprogramma af te stemmen met de relevante PFO’s. Besluit: conform voorstel. Opmerkingen: Het is van belang dat de uitwerking van het Uitvoeringsprogramma tussen de verschillende pfo’s wordt afgestemd. Hierdoor wordt de integraliteit gewaarborgd.
8. Stand van zaken Hof van Assendelft Voorstel: Bespreken van de stand van zaken Besluit: conform voorstel.
2
9. Uitvoering woonvisie Voorstel: De onderzoeksrapporten en het verslag van de expertmeeting aanbieden aan de colleges van burgemeester en wethouders van de Hoeksche Waardse gemeenten Besluit: conform voorstel. 10. Rondvraag/sluiting Als vervolg op de op 7 maart jl. gehouden conferentie Wonen met zorg heeft het ministerie van BZK het aanbod gedaan om de regio te ondersteunen bij de verdere bewustwording rond het thema krimp en het komen tot concrete afspraken tussen alle betrokken partijen over de aanpak. In dat kader wordt voorgesteld een dialoogtafel te organiseren en een masterclass voor raadsleden te houden over de problematiek van de bevolkingsdaling met een focus op woningbouw en aanpalende beleidsterreinen in relatie tot leefbaarheid. Deze voorstellen zullen de komende maand in alle pfo’s aan de orde worden gesteld. Van belang is dit proces goed te regisseren en integraal te benaderen. De adviezen van de pfo’s komen terug in het DB. De voorzitter sluit om 15.55 uur de vergadering.
3
Besluitenlijst (openbaar) Vergadering: Dagelijks Bestuur SOHW Datum: 16-8-2012
Aanwezig Voorzitter Secretaris Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Oud-Beijerland SOHW
Naam de heer A.J. Borgdorff de heer G.J. Metselaar de heer A. Mol de heer H.J. Flieringa de heer J.L. van Driel de heer J.G. van Buuren de heer T. Roelofs
Verhinderd Oud-Beijerland Strijen
de heer K.Tigelaar de heer W.J.L.M. van Tilborg
1. Opening / mededelingen De heer Tigelaar wordt vervangen door de heer Van Buuren; de heer Van Tilborg is verhinderd. Mededelingen: - DB-vergadering van 6 september is verzet naar 19 september (9-11 uur). - DB-vergadering van 4 oktober is verzet naar 18 oktober (15-17 uur). - In het ROHW van 23 mei is gevraagd om een verantwoording van het AB over het overleg met het maatschappelijk middenveld; de voorzitter heeft daarbij aangegeven dit op de groslijst van het ROHW te willen plaatsen. Het DB kan zich vinden in het voorstel om hiertoe een korte oplegnotitie op te stellen en deze via de agendacommissie middels de lijst van ingekomen stukken in het ROHW van 19 september te brengen. - Het vervolgoverleg met het Platform Hoeksche Waards Middenveld is gepland op 8 oktober (17-19 uur). - De Burap is in voorbereiding en zal in het najaar in het DB kunnen worden behandeld (incl. voorstel tot prioritering a.g.v. minder inkomsten regiofonds). - Thans wordt ook gewerkt aan de voorbereiding van de Kadernota (hoofdlijnen t.b.v. voorbereiding begroting 2014). - Ter uitvoering van het besluit van het gezamenlijk collegeoverleg van 19 juni wordt een startnotitie t.b.v. de evaluatie van de regionale samenwerking voorbereid. Hiertoe wordt op 5 oktober een werkconferentie voor de burgemeesters, secretarissen, griffiers en regiosecretaris gehouden, waarbij bureau KING een inhoudelijke inbreng zal hebben. 2. Ingekomen stukken/ verzonden brieven. Voorstel: Kennisnemen van de ingekomen brief van 20 juni 2012 van de Bomenstichting Fraxinus Excelsior
1
Besluit: conform voorstel en de brief ter afhandeling doorgeleiden naar het pfo Landschap. 3. Concept verslag DB SOHW 19 juni 2012 Voorstel: Vaststellen van het verslag en de genomen besluiten plaatsen op de website van SOHW en ter kennis brengen van het Raadsledenoverleg HW en de raadsgriffiers. Besluit: conform voorstel 4. Vervolg conferentie van 7 maart jl. over demografische ontwikkelingen Voorstel: Conform het advies van de pfo’s ruimte, samenleving en landschap: A. 1. Kennis te nemen van het aanbod van BZK om een dialoogtafel te organiseren. 2. In te stemmen met de voorbereiding van een advies over de concrete aanpak van de dialoogtafel samen met het ministerie van BZK , de provincie en in afstemming met het maatschappelijk veld. 3. In te stemmen met het houden / voorbereiden van een masterclass op 31 oktober voor raadsleden en colleges over de problematiek van de bevolkingsdaling met een focus op woningbouw en aanpalende beleidsterreinen in relatie tot leefbaarheid. 4. De raadsleden en colleges hiervan in kennis te stellen. 5. Kennis te nemen van de werkzaamheden die deel uitmaken van deze voorbereiding (zie toelichting). 6. In te stemmen met de coördinatie van voorbereiding van de masterclass en de dialoogtafel vanuit het pfo ruimte in afstemming met de andere betrokken pfo’s. 7. In te stemmen met de aanwijzing van de heer J. van Buuren als regionaal coördinerend portefeuillehouder voor de voorbereiding van de masterclass en dialoogtafel. 8. De KvK te berichten conform bijgaande concept brief. B. Kennis te nemen van de verzonden brief van 5 juli 2012 over de Voorbereiding dialoogtafel “Bevolkingsdaling in de HW” en het daaraan ten grondslag liggende voorstel zoals behandeld in de pfo’s. Besluit: conform voorstel, met dien verstande dat de op 31 oktober a.s. te houden masterclass in principe in het SOHW-gebouw moet worden gehouden, ervan uitgaande dat dit qua logistiek mogelijk is. Opmerkingen Het DB is van mening dat gelet op het feit dat dit een belangrijk SOHWonderwerp betreft, de masterclass in principe in het SOHW-gebouw moet worden gehouden, ervan uitgaande dat dit qua logistiek mogelijk is.
2
5. Zienswijze op de provinciale Ontwerp-Beleidsvisie Groen Voorstel: Vaststellen van de (reeds verzonden) zienswijze op de provinciale ontwerpBeleidsvisie Groen Besluit: conform voorstel en dit aan de provincie berichten. 6. Uitvoeringsovereenkomst SOHW t.b.v. de realisatie van diverse LEADER projecten 2012-2013 Voorstel: Ten behoeve van de realisatie van diverse LEADER projecten met de betrokken uitvoerders een Uitvoeringsovereenkomst aangaan, conform het advies van het pfo Landschap van 5 juli jl. Besluit: conform voorstel 7. Rondvraag/sluiting In het kader van de externe oriëntatie van SOHW vindt op 6 september a.s. een bestuurlijk overleg met de BAR-gemeenten plaats. Daarbij zal aandacht worden gevraagd voor de wederzijdse belangen van beide regio’s. De voorzitter sluit om 10.40 uur de vergadering.
3
Besluitenlijst (openbaar) Vergadering: Dagelijks Bestuur SOHW Datum: 19-9-2012
Aanwezig Voorzitter Secretaris Cromstrijen Korendijk Oud-Beijerland Strijen SOHW
Naam de heer A.J. Borgdorff de heer G.J. Metselaar de heer A.J. Herweijer de heer J.L. van Driel de heer J.G. van Buuren de heer G.M.J. Janssen de heer T. Roelofs
Verhinderd Binnenmaas Cromstrijen Oud-Beijerland Strijen
de heer A. Mol de heer H.J. Flieringa de heer K. Tigelaar de heer W.J.L.M. van Tilborg
1. Opening / mededelingen De heer Tigelaar wordt vervangen door de heer Van Buuren; de heer Van Tilborg wordt vervangen door de heer Janssen; de heer Flieringa wordt vervangen door de heer Herweijer; de heer Mol is verhinderd. 2. Ingekomen stukken/ verzonden brieven. Voorstel: Kennisnemen van de ingekomen brief van 23 juli 2012 van de Stichting Binnenmaas Jazz en deze ter afhandeling doorgeleiden naar het pfo Landschap Besluit: conform voorstel, met dien verstande dat de brief ter afhandeling wordt doorgeleid naar het pfo Samenleving. Opmerkingen Het DB is van mening dat het onderhavige subsidieverzoek niet valt onder recreatie/toerisme, maar onder kunst/cultuur. Vandaar dat behandeling in het pfo Samenleving dient plaats te vinden. 3. Concept verslag DB SOHW 16 augustus 2012 Voorstel: Vaststellen van het verslag en de genomen besluiten plaatsen op de website van SOHW en ter kennis brengen van het Raadsledenoverleg HW en de raadsgriffiers. Besluit: conform voorstel
1
Opmerkingen: n.a.v. punt 6. Hof van Assendelft In het pfo Landschap is afgesproken een informatiebrief aan de colleges en raden te zenden waarin nader wordt ingegaan op de achtergrond en afhandeling van dit subsidietraject. 4. Evaluatie regionale samenwerking Voorstel: Bespreken van de in de notitie van 6 september jl. genoemde thema’s, ter voorbereiding van de bestuurlijke werkconferentie van 5 oktober a.s. over de evaluatie van de regionale samenwerking. Besluit: Conform voorstel; de regiosecretaris bereidt namens het DB een presentatie voor waarin zal worden ingegaan op de voor SOHW relevante thema’s. 5. Locatie SOHW-bijeenkomsten Voorstel: 1. Als uitgangspunt vastleggen dat bijeenkomsten die onder de SOHWvlag worden georganiseerd, in principe in het SVHW-kantoor plaatsvinden. 2. Mocht het aantal SOHW-vergaderingen/bijeenkomsten boven het in het huurcontract met SVHW opgenomen aantal uitstijgen, kan voor de vergaderingen van de pfo’s aan een roulatiesysteem over de vijf gemeentehuizen worden gedacht. 3. In overleg met de verhuurder SVHW onderzoeken of en zo ja op welke wijze de geluidsinstallatie in de grote vergaderzaal in Klaaswaal kan worden verbeterd. Besluit: conform voorstel 6. Voorbereiding masterclass en dialoogtafel bevolkingskrimp Voorstel: Kennisnemen van de mondelinge toelichting op de stand van zaken Besluit: conform voorstel. 7. Voorbereiding Burap en prioritering Voorstel: Kennisnemen van de mondelinge toelichting op de stand van zaken Besluit: conform voorstel. 8. Herijking uitgiftebeleid en programmering bedrijfsterreinen Voorstel: Kennisnemen van de mondelinge toelichting op de stand van zaken Besluit: conform voorstel, waarbij het DB ermee instemt dat op basis van voorfinanciering reeds begonnen kan worden met het onderzoek en SOHW
2
voor eenderde bijdraagt in de kosten. De kosten voor het onderzoek zullen in de Burap worden meegenomen. 9. Voorbereiding Kadernota 2014 Voorstel: Een eerste gedachtewisseling Besluit: conform voorstel. 10. Rondvraag/sluiting Aan de provincie zal worden gemeld dat SOHW kan instemmen met de concept-bestuursovereenkomst RAS nieuwe stijl 2013-2016. Op 25 oktober a.s. geeft de heer Borgdorff een presentatie over SOHW aan de afdeling Hoeksche Waard van De Maatschappij. Vanwege samenval met een AB-vergadering van de Veiligheidsregio, zal een andere datum worden gezocht voor de DB-vergadering van 22 november a.s. De voorzitter sluit om 10.35 uur de vergadering.
3
Commissie- en gemeenteraadsvergaderingen Hoeksche Waard 2013 (incl.vergaderingen algemeen bestuur gem.regelingen) d.d. 27/11/2012 januari
z m d
februari
maart
april
1 2
2e Paasdag Cie. STR
w d
3 4
Cie. STR Cie. STR
v z z m
5 6 7 8 Nieuwjaarsdag
juli
1
Cie. STR
4
2
Raad CRST PPN Raad OB Cie. STR
3
Cie. KNDK Cie. CRST Raad OB Cie. STR
8
Cie. KNDK Cie. CRST
5
Cie. BMS Cie. STR Hemelvaart
5
3
Cie. STR
4
9
4
Raad BMS Cie. STR Omgevingsdienst ZHZ
Cie. KNDK Cie. CRST Cie. CRST Raad BMS
6
6
Cie. CRST Cie. STR Cie. CRST Cie. STR
8
d
3
11 Raad BMS
9
v z z m
4 5 6 7
Cie. STR
12 13 14 15 Rekenkamercommissie HW
10 11 12 13 Rekenkamercommissie HW
7 8 9 10
5 6 7 8 9
v z z m d
w d
1 2
Cie. STR
1
5
2 3 4 5
6 7 8 9
6
10
15
10
7
11
16
RekenkamerCommissie HW Raad OB
8 9 10 11
Raad BMS Cie. STR
5
AB ZHZ
6 7 8 9
AB RAD Raad KNDK
Raad OB Cie STR
16 Cie. CRST AB SOHW
14 Cie. KNDK Raad CRST Raad OB
6
Reg.info.bijeenkomst HW Raden (pm) Cie. STR Cie. STR
6
Cie STR
17 Cie. CRST
15
11 Raad KNDK Cie. CRST Raad OB Raad STR 12 Cie. CRST
7
Raad BMS Cie STR
18 Cie. CRST
16
13 Cie. CRST
11
8
12 Raad BMS
17
19 20 21 22
17 18 19 1e pinksterdag 20 2e pinksterdag
14 15 16 17 Rekenkamercommissie HW
12 13 14 15 Rekenkamercommissie HW (pm) 16 Raad KNDK Raad OB
9 10 11 12
13 14 15 16 RekenkamerCommissie HW 17 Raad OB
18 19 20 21 22
Cie. BMS
19
23
Cie. BMS
20
RekenkamerCommissie HW Cie. KNDK Cie. CRST Raad OB Raad STR AB SOHW Cie. CRST
24
Cie. BMS
21
Cie. CRST
30
27
31
28
15 Raad OB
12 Cie. KNDK Cie. BMS Raad OB
12 Raad KNDK
23 Raad KNDK Raad OB Raad STR
21 Raad STR
18 Cie. KNDK Cie. BMS AB SOHW
w
16
13 Cie. BMS
13 Biddag
17
14
17
14 Cie. BMS
14
22 RaadsledenOverleg HW 23 Raad BMS
19 Cie. BMS
d
24 Reg.info.bijeenkomst HW Raden (pm) 25 AB RSD
18
15
v z z m d
18 19 20 21 Rekenkamercommissie HW 22
15 16 17 18 Rekenkamercommissie HW 19
15 16 17 18 Rekenkamercommissie HW 19 Raad CRST Raad OB
26 27 28 29 30 Koninginnedag
24 25 26 27 Cie. STR 28 Raad OB Cie. STR
20 Cie. BMS AB ZHZ AB dienst Gezondheid &Jeugd ZHZ 21 22 23 24 AB RAD 25 Cie. KNDK Raad OB (PPN Info) Raad STR
19 20 21 22 23
16 17 18 19 20
w
23 Reg.Info.bijeenkomst HW raden (pm)
20
20 Raadsledenoverleg HW
29 Cie. STR
26 Reg.info.bijeenkomst HW Raden (pm)
24
21
18 RaadsledenOverleg HW 19 AB RSD Omgevingsdienst ZHZ 20 21 22 23 24 Raad KNDK Raad CRST Cie. BMS Raad STR 25 Cie. BMS
d
24 Raad BMS
21
30
22
26 Cie. BMS
25 26 27 28 29 Raad KNDK Raad OB Raad STR 30 31
22 23 24 25 Cie. BMS 26 Cie. KNDK Cie. BMS Raad STR 27 Cie. BMS 28 Omgevingsdienst ZHZ 29 goede vrijdag 30 31 1e Paasdag
31
27 AB RSD AB WHW 28 29 30
25
v z z m d
21 AB ZHZ AB dienst Gezondheid &Jeugd ZHZ 22 23 24 25 26 Cie. CRST Raad STR
26 27 28 29 30
23 24 25 26 27 Raad CRST Cie. BMS Raad STR 28 Cie. BMS 29 Cie. BMS 30 31
27 28 29 30 Cie. STR
27 Cie. CRST 28 Cie. CRST
31
oneven weken weekenden feest- en herdenkdagen vakanties
STR = Strijen
CRST = Cromstrijen
BMS = Binnenmaas
OB = Oud-Beijerland
13
25 26 27 28 29
Reg.info.bijeenkomst HW Raden (pm)
Raad OB (begr.diner)
10
13
Reg.info.bijeenkomst HW Raden (pm)
11
14
22 23 24 25 26
29 30
Cie. STR Cie. BMS Cie. STR Cie. BMS Cie. STR Omgevingsdienst ZHZ Cie. BMS Cie. STR
Raad OB
4
12
15 16 17 18
Raad OB (info begr.raad) Raad STR
1 2 3
5
8 9 10 11
KNDK = Korendijk
11 12 13 14
7
december
Raad KNDK Raad CRST Raad BMS Raad OB Cie. STR Dankdag
Raad CRST Cie. STR
7
Raad KNDK Raad CRST
10
Cie. STR
5
8 9 10 11
w d v z z
1 2 3 4
1 2 3
10
d
7
4 5 6 7
Raad OB Cie. STR Cie. STR Cie. STR AB ZHZ AB dienst Gezondheid &Jeugd ZHZ
november
Dodenherdenking Bevrijdingsdag Cie. BMS Cie. STR AB RAD Cie. BMS Cie. STR
2
Cie. STR
oktober
2 3
wo
1 2 3 4
september
1 2
1
1 2 3 4
Augustus
1
3 4 5 6 Raad OB
juni
d
Cie. CRST Cie. STR 8 Cie. KNDK Cie. CRST Cie. BMS Cie. STR 9 Cie. CRST Cie. BMS Cie. STR 10 Cie. BMS Cie. STR 11 12 13 14
9
mei
12 13 14 15 16 17
18 19
Raad BMS AB WHW
RekenkamerCommissie HW Raad CRST Raad OB Raad STR RaadsledenOverleg HW AB RSD
20 21 22 23 24
25
1e kerstdag
26
2e kerstdag
27 28 29 30 31
Oudejaarsdag
Memo Aan: Raadsledenoverleg d.d. 12-12-2012 Van: J. van Buuren Betreft: regionale woningbouwprogrammering
Voorstel over regionale woningbouwprogrammering Het pfo ruimte komt binnenkort met een voortel richting colleges / gemeenteraden over een regionale woningbouwprogrammering. Een en ander zoals al eerder is toegezegd. Het onderwerp regionale woningbouwprogrammering is het afgelopen jaar nadrukkelijk onderwerp van bespreking geweest op provinciaal en regionaal niveau. De huidige woningmarktsituatie en de ontwikkelingen rond teruglopende bevolkingsaantallen vragen om een sterk kwalitatief en kwantitatief woningbouwprogramma binnen de gemeenten en de regio. Regionale afstemming / regie is daarbij van belang. Standpuntbepaling over organiseren regionale proces van woningbouwprogrammering De provincie Zuid-Holland heeft in een brief d.d. 7 november 2012 aan de dagelijkse besturen van alle gemeenten en regio’s gesteld dat de regio’s de taak hebben om het regionale proces van faseren, doseren en reduceren van het woningbouwprogramma te organiseren. Gevraagd wordt aan de regio’s om in december 2012/ januari 2013 aan te geven op welke manier de regio dit proces wil gaan organiseren. Ook wordt gevraagd aan te geven welke rol van de provincie in deze wordt gevraagd. Gebruikte onderzoeksrapporten en aanbevelingen Uitkomsten quick scan Bij het opstellen van het voorstel van het pfo en het voeren van de discussies hierover zijn meegewogen de uitkomsten van een uitgebreide risico inventarisatie die heeft plaatsgevonden van gemeentelijke woningbouwplannen. In de rapportage wordt het belang benadrukt om het aantal woningen terug te brengen en te komen tot een betere spreiding en fasering over de jaren. De uitkomsten van de quick scan kunnen hiervoor worden benut. Rapport Companen Ook in een voor de HW door het bureau Companen uitgebracht rapport d.d. 18 mei 2011 worden aanbevelingen gedaan op dit vlak. Aanbevelingen conferentie Wonen met zorg d.d. 7 maart 2012 Tijdens de op 7 maart 2012 gehouden conferentie Wonen met zorg is ook nadrukkelijk stilgestaan bij de regionale woningbouwprogrammering. Er zijn een aantal concrete aanbevelingen gedaan nl.: A. Formuleer heldere gemeenschappelijke doelen (kwantitatief,kwalitatief) B. Stel een regionaal programma op rekening houdend met de volgende aspecten: 1. voorkom onderlinge concurrentie 2. benut kansrijkheid van plannen op regionale schaal (mede in relatie tot behoefte vanuit andere regio’s) 3. houdt rekening met de kwalitatieve behoefte ook op langere termijn (voorkom bouwen voor de leegstand)
1
Memo 4. heb reële verwachtingen over totaal aantal te bouwen woningen gegeven de behoefte en economische situatie (slechts een beperkt aantal mensen is bereid naar de HW te verhuizen) 5. combineer keuzes met financiële verevening 6. benut voor het keuze proces de expertise en instrumenten van het ministerie van BZK 7. bekijk de problematiek en de oplossingen integraal (ook welzijn en zorg en economie) 8. maak afspraken over jaarlijkse monitoren en het keuzeproces op regionaal niveau. Informatie over de hiervoor bedoelde documenten en de op 7 maart 2012 gehouden conferentie is te vinden op de website van het SOHW. Voornemens pfo ruimte Geconstateerd is dat de huidige woningbouwprogramma’s van de gemeenten voor de kortere termijn te veel woningen omvatten in dezelfde periode. Een realistischer planning door middel van prioriteren en faseren op lokaal niveau is noodzakelijk. Het pfo ruimte wil voorstellen om een aantal concrete procesafspraken te maken gericht op onderlinge afstemming van plannen zodanig dat optimaal kan worden ingespeeld op de marktsituatie en de woningbehoefte op lange en korte termijn. Daarbij gaat het om de lokale en de (boven)regionale vraag. De intentie is om zoveel mogelijk onderlinge concurrentie te voorkomen en in te spelen op kansen die zich voordoen. Een structureel systeem van monitoren en onderlinge afstemming is daarvoor noodzakelijk. Tevens zullen de regionale volkshuisvestelijke doelstellingen moeten worden bewaakt. Hiervoor zal een actueel en concreet toetsingskader worden opgesteld (actualisering woonvisie) De gemeenten zullen ook voor de lange termijn een visie moeten ontwikkelen op de demografische ontwikkelingen in de HW en de wijze waarop hierop kan worden ingespeeld in het volkshuisvestingsbeleid (nieuwbouw, bestaande voorraad) Het pfo ruimte zal op 6 december 2012 een definitief standpunt innemen over een concept convenant te sluiten tussen de gemeenten waarin een aantal uitgangspunten, doelstellingen en procesafspraken worden neergelegd rond de woningbouwprogrammering. Dit convenant zal in eerste instantie aan de colleges worden aangeboden. Daarna zal het worden voorgelegd aan de gemeenteraden. Discussie- en vraagpunten Bij het proces van prioriteren, faseren en afstemming op regionaal niveau zullen uiteraard lokale belangen een nadrukkelijke rol spelen. Lokale belangen die in verleden zijn verankerd in de regionale structuurvisie, de woonvisie, bestemmingsplannen en afspraken met projectontwikkelaars. Om optimaal in te kunnen spelen op de marktsituatie en de regionale woningbehoefte zijn soms keuzes noodzakelijk die het lokale belang overstijgen en intensief overleg en afstemming vragen. Ook de betrokkenheid van marktpartijen is van belang.
Stelling 1 Een kansrijk regionaal woningbouwprogramma speelt in op kansen en kwaliteiten op regionaal schaalniveau (de juiste dingen doen op de juiste plaats en het juiste moment) Toelichting
2
Memo Tot op heden is uitgegaan van een benadering waarbij de regionale kwantitatieve woningbouwopgave (prognose 2004) is verdeeld over de gemeenten naar rato van het aantal inwoners. Stelling 2 Een proces van monitoren en regionale afstemming leidt alleen tot resultaat als er sprake is van een toetsingskader waarin kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen zijn opgenomen.
Stelling 3 In het proces van woningbouwprogrammering en regionale afstemming dienen de inzichten en de expertise vanuit de markt tijdig tevoren te worden ingebracht
3
Quickscan woningbouwprojecten in de Hoeksche Waard
Quickscan woningbouwprojecten in de Hoeksche Waard
In opdracht van Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard Pim Pasman, Annemarieke Sandee Definitieve versie ten behoeve van pfo Ruimte 7 juni 2012 Projectnummer 2011-087
Gerrichhauzen en Partners Advies, management en training bij veranderingsprocessen in stedelijke gebieden Postbus 546 3300 AM Dordrecht t (078) 6 144 166 f (078) 6 144 420
Inhoudsopgave Artikel
Titel
Inleiding 1. Quickscan woningbouwprojecten 1.1. Risico analyse – categorieën 1.2. Risico analyse - elementen 1.2.1. Hardheid 1.2.2. Markt 1.2.3. Urgentie 1.3. Risicoanalyse - prognose 1.4. Leeswijzer 1.5. Risicomanagement 2. Gemeente Binnenmaas 2.1. Programma 2.2. Aandachtspunten 2.3. Prognose 3. Gemeente Cromstrijen 3.1. Programma 3.2. Aandachtspunten 3.3. Prognose 4. Gemeente Korendijk 4.1. Programma 4.2. Aandachtspunten 4.3. Prognose 5. Gemeente Oud-Beijerland 5.1. Programma 5.2. Aandachtspunten 5.3. Prognose 6. Gemeente Strijen 6.1. Programma 6.2. Aandachtspunten 6.3. Prognose 7. Van risico-inventarisatie projecten naar een regionaal woningbouwprogramma 7.1. Productie 7.2. Programma 7.3. Proces en vervolg
Pagina 4 5 5 5 5 5 6 6 6 7 8 8 9 10 11 11 11 12 13 13 13 14 15 15 16 17 18 18 18 19 20 20 22 23
Gerrichhauzen en Partners
Quickscan woningbouwprojecten in de Hoeksche Waard
4
Inleiding De vijf gemeenten in de regio Hoeksche Waard tellen samen ongeveer 85.000 inwoners en 35.165 woningen. In de afgelopen jaren zijn de gemeenten in de regio langzaam gegroeid. Zowel in aantallen woningen als in aantallen inwoners. Het resultaat is dat de kwaliteit van de Hoeksche Waard behouden is gebleven en dat gewoond kan worden in rustige en groene woonmilieus. In de komende jaren is er nog steeds ruimte voor groei. De regionale woonvisie laat toe dat er in de periode 2005 – 2020 3.250 woningen mogen worden toegevoegd aan de voorraad bestaande woningen. De gemeenten hebben hierover met elkaar een verdeling afgesproken van de aantallen over de gemeenten en van de gewenste kwalitatieve samenstelling van de productie. In de monitor woningbouwprogramma Hoeksche Waard 2011 is zowel de kwalitatieve als kwantitatieve voortgang van de productie tegen het licht gehouden. Als gevolg van de economische recessie en de daarmee samenhangende crisis, treedt op de woningmarkt een stagnatie op bij de realisatie van woningbouwplannen. Dit leidt niet alleen tot een afname in de productie, maar ook tot een verschuiving in de programmering van de productie. De ongebreidelde afzet van duurdere woningen is tot staan gebracht. In de landelijke verkoopcijfers van het afgelopen jaar is de trend te zien dat het marktaandeel van nieuwbouwwoningen sterk is afgenomen ten opzichte van het marktaandeel van de bestaande voorraad woningen. De cijfers die eerder dit jaar in de monitor werden getoond laten, specifiek voor de Hoeksche Waard, eveneens een daling zien van het totale aantal verkopen. In deze tijd is de vraag daarom eerder ‘wat kun je bouwen’ in plaats van ‘wat mag je bouwen’. Een van de vervolgstappen uit deze monitor was om meer in te zoomen op het projectniveau om een risicoanalyse van het programma en de projecten te maken. Als gevolg daarvan heeft het pfo Ruimte opdracht gegeven tot een Quickscan van de woningbouwprojecten in de Hoeksche Waard. De voorliggende Quickscan van de woningbouwprojecten in de regio levert een inzicht in de kansen en de risico’s die in het huidige woningbouwprogramma zitten verweven. Deze rapportage is de start van een proces dat de gemeenten in de regio gezamenlijk ter hand moeten nemen: de afstemming van de woningbouwproductie. Het gaat er daarbij om keuzes te maken om de woningbouwproductie in de Hoeksche Waard in deze onstuimige tijden drijvende te houden. Prognose is dat de crisis nog enkele jaren zal voortduren, bovendien lijkt het er op dat de Euro-crisis een extra effect gaat geven op de woningmarkt 1. De vooruitzichten op een snel herstellende woningmarkt zijn dan ook gering. De Quickscan is tot stand gekomen door middel van een serie interviews met alle beleidsmatig en projectmatig betrokken personen bij de woningbouwprogrammering in iedere gemeente en corporatie HW Wonen. Gesproken is met alle projectleiders van woningbouwprojecten. Daarbij zijn alle kansen en risico’s van projecten doorgenomen. Niet alleen is gesproken over de afzetbaarheid van het project, maar onder andere ook over de status van de planologische besluiten en de passendheid van het project binnen gemeentelijke beleidskaders. De gegevens van projecten zijn verzameld eind 2011 en waar nodig geactualiseerd begin 2012. Uiteraard zal het programma van veel projecten nog tussentijds wijzigen. Daarom moet deze rapportage vooral benut worden om een beeld op hoofdlijnen te schetsen van projecten en niet als naslagwerk voor gedetailleerde projectgegevens. In het eerste hoofdstuk wordt de methodiek van de quickscan Woningbouwprojecten toegelicht. In de daarop volgende hoofdstukken wordt per gemeente inzicht gegeven in de risico’s rond de woningbouwprogrammering en worden aandachtspunten benoemd.
1
Het kabinet zal nog meer bezuinigingen moeten realiseren en daarin is een reële mogelijkheid dat er een aanpassing van de hypo-
theekrente aftrek komen.
Gerrichhauzen en Partners
1.
Quickscan woningbouwprojecten in de Hoeksche Waard
5
Quickscan woningbouwprojecten Voor de quickscan zijn in oktober 2011 de woningbouwplannen voor de periode tot 2020 geïnventariseerd en voorzien van een risicoprofiel. Daartoe is gesproken met de betrokken gemeenten en woningcorporatie. De uitkomsten zijn in het ambtelijk overleg wonen geverifieerd, met de betrokken beleidsambtenaren. Gezien de impact op de woningbouwproductie is in de quickscan geconcentreerd op projecten met tien woningen of meer.
1.1.
Risico analyse – categorieën Eind 2011 zijn 99 plannen in uitvoering of voorbereiding. Met de gemeenten en corporatie is het programma doorgenomen. Welke plannen liggen op schema, hoe zit het met de verkoop van woningen, in hoeverre zijn programma’s aangepast? Met deze informatie is een risicoprofiel per project gerealiseerd. Aan de hand van dat profiel zijn de plannen in drie categorieën verdeeld: I. Kansrijke plannen: plannen die goed aansluiten bij de actuele markt en waarvoor tenminste een bestuurlijk besluit is genomen.; II. Onzekere plannen: plannen met een (beïnvloedbaar) risico. Voorverkoop is nog niet afgerond of de plannen zijn nog niet bestuurlijk afgerond; III. Risicovolle plannen: Plannen die niet aansluiten bij de actuele marktomstandigheden, waarvan de voorverkoop nog niet is gestart of afgerond en waarover nog geen bestuurlijk besluit is genomen. Ook plannen waar concrete knelpunten zijn gesignaleerd (grondaankopen, faillissement bouwer, koppeling aan andere projecten) worden gerekend tot risicovolle projecten.
1.2.
Risico analyse - elementen Per plan is een inschatting gemaakt van de risico’s op een drietal elementen: de hardheid, de markt en de urgentie van een woningbouwproject.
1.2.1.
Hardheid De plannen zijn naar hardheid ingedeeld in de volgende categorieën: • plannen waarvoor alle nodige procedures zijn afgerond en overeenkomsten zijn getekend over de uitvoering zijn juridisch hard; • plannen waarover het gemeentebestuur een besluit heeft genomen zijn bestuurlijk hard; • plannen in voorbereiding, waarover nog geen besluiten zijn genomen en plannen die op papier bestaan, maar waarvoor geen harde afspraken over de uitvoering zijn gemaakt vallen onder voornemens.
1.2.2.
Markt De marktrisico’s zijn beoordeeld op basis van de volgende overwegingen: • plannen in uitvoering zijn in alle opzichten kansrijk. • plannen met veel (middel)dure koopwoningen zijn risicovol. • plannen met veel koopappartementen zijn risicovol. • plannen met een evenwichtige mix van koop en huur, betaalbaar, middelduur en duur zijn kansrijk. • plannen van corporaties met betaalbare huur- en koopwoningen zijn kansrijk. • plannen die gefaseerd (kunnen) worden uitgevoerd en een lange doorlooptijd hebben kennen een beperkt risico. NB: recente marktgegevens (Thermometer koopwoningen, najaar 2011, NVB) laten zien dat de verkoop van starterswoningen/ goedkope koopwoningen is terug gelopen ten opzicht van 2010. Dit lijkt een gevolg van het feit dat de financierbaarheid van koopwoningen voor veel huishoudens moeilijker is geworden. Het is de vraag of dit een incident is of de terugvallende verkoop in dit segment doorzet. Daarom is het segment betaalbare/ goedkope eengezins koopwoningen in onderstaand overzicht ingeschaald tussen
Gerrichhauzen en Partners
Quickscan woningbouwprojecten in de Hoeksche Waard
6
kansrijk en beperkt risico in. Daarentegen is er landelijk een stijging waar genomen in de verkoop van het duurdere, luxe segment koopwoningen. Bovenstaande overwegingen zijn uitgewerkt in onderstaande risicobeoordelingen per woningtype. Deze beoordelingen zijn ondermeer gebaseerd op gegevens over de afzet van (koop)woningen (NVB). Bij de risicobeoordeling op het aspect markt is de actuele afzetbaarheid leidend en niet de letterlijke resultaten van het woningbehoeftenonderzoek. Deze risicobeoordeling zegt dus niets over de beleidsmatige wenselijkheid en gewenste kwalitatieve woningvoorraad op termijn. Kanttekening is, dat in deze moeilijke woningmarkt alle woningbouwprojecten in zeker zin risicovol zijn op het punt van de afzetbaarheid.
1.2.3.
Eengezinswoningen
Eengezinswoningen
Appartementen
Appartementen
Duur
Duur
Duur
Duur
Koop
Huur
Koop
Huur
Eengezinswoningen
Eengezinswoningen
Appartementen
Appartementen
Middelduur
Middelduur
Middelduur
Middelduur
Koop
Huur
Koop
Huur
Eengezinswoningen
Eengezinswoningen
Appartementen
Appartementen
Goedkoop/betaalbaar
Goedkoop/betaalbaar
Goedkoop/betaalbaar
Goedkoop/betaalbaar
Koop
Huur
Koop
Huur
Risicovol
Beperkt risico
Kansrijk
Urgentie Voor de beoordeling van de urgentie van de plannen zijn de volgende criteria gehanteerd: • Hoog Plan gekoppeld aan belangrijke gebiedsontwikkeling, zoals centrumplannen. Plan betreft invulling woon-zorg voorziening. Plan maakt deel uit van wijkvernieuwingsproject. Voor het plan zijn extra overheidsmiddelen in gezet (ISV, versnellingsgelden).
. . . . • . . • .
1.3.
Gemiddeld Plan past goed in woonbeleid. Plan wordt binnenstedelijk gerealiseerd. Laag Plan past niet in gemeentelijk beleid.
Risicoanalyse - prognose In de quickscan wordt per gemeente aangegeven de woningbouwprojecten zoals die zijn opgegeven aan de provincie Zuid-Holland door middel van de provinciale monitor. Aan de hand van de risicoanalyse wordt een prognose opgesteld. Deze prognose is gebaseerd op de volgende aannames: Van de kansrijke plannen wordt 80% gerealiseerd; Van de onzekere plannen wordt 50% gerealiseerd; Van de risicovolle plannen wordt 20% gerealiseerd.
1.4.
Leeswijzer Bij het lezen van de kleurcoderingen moet het volgende in acht worden genomen. De kleur rood als codering moet gezien worden als zijnde een aandachtspunt. Onder geen omstandigheid impliceert de kleur rood dat een project gestopt moet worden. De kleur rood wil alleen maar zeggen dat er een aanwijsbaar aandachtspunt is en dat een ieder zich daarvan bewust moet zijn. Dit impliceert dat de planning risicovoller is: er is een redelijke kans dat de planning zal uitlopen. Verder kun je de tabel als volgt lezen: • hoog risico op hardheid: het plan is nog niet hard, maar met voldoende inzet en aandacht voor het proces kan het risico van de hardheid worden beheerst;
Gerrichhauzen en Partners
•
•
Quickscan woningbouwprojecten in de Hoeksche Waard
7
hoog risico op markt: er is een groot afzetrisico. Dit kan tot gevolg hebben dat het voorverkooppercentage niet wordt gehaald en de bouw niet gestart. Hierdoor kan de planning uitlopen. Daarnaast is het ook mogelijk dat dit kan leiden tot een heroverweging/ fasering of herprogrammering van het project. hoog risico op urgentie: het project heeft geen bestuurlijke prioriteit. Hierdoor is er vanuit het project zelf geen aanleiding om hier extra in te zetten op risicobeperking.
Hetzelfde geldt voor de kleur groen. De kleur groen in bijvoorbeeld het segment markt zegt niet dat er geen enkel probleem te verwachten is. Het zegt alleen dat er een grotere kans op succes is in dat segment en dat er een grote kans is dat het project volgens planning wordt uitgevoerd. 1.5.
Risicomanagement In deze moeilijk functionerende woningmarkt, zijn woningbouwprojecten sowieso risicovoller dan een aantal jaar geleden. Je moet als gemeente, corporatie en ontwikkelaar, veel meer moeite doen om tot een goed verkoopbaar plan te komen. De ontwikkeling van woningbouwplannen zonder een gedegen onderzoek naar de vraag van de consument en de verkoopbaarheid van huidige woningen kan leiden tot uitstel en mogelijk afstel van projecten. Voorheen was het nog wel eens mogelijk om met een lager voorverkooppercentage toch een woningbouwproject van start te laten gaan. De kans daarvoor in de huidige omstandigheden is vrijwel nihil. Omdat de vraag beperkt is of moeilijk concreet gemaakt wordt volstaat het niet om in afzonderlijke projecten risico’s te beheersen, door bij te sturen in het programma en faseren. Bijsturen en faseren moet worden gedaan in relatie tot andere projecten. Dat betekent dat gemeenten in een zelfde woningmarkt beter met elkaar moeten afstemmen wanneer er projecten van start kunnen gaan. Zonder te willen of kunnen vervallen in een overheidsgeleide woningbouwmarkt, zijn gemeenten wel de uitgelezen partijen om het overzicht te houden. Dat overzicht is nodig om concurrentie tussen projecten te verminderen. Die concurrentie leidt namelijk in de huidige woningmarkt tot een stagnatie van de bouw, in plaats van een vergroting van de keuzemogelijkheden voor consumenten. Waakzaamheid met betrekking tot de hoeveelheid en de kwaliteit van de te bouwen woningen is daarom noodzakelijk. Bijsturen van gemeenten in het woningbouwprogramma en dus in projecten kan nodig zijn om te komen tot een gelijkmatig programma passend bij de vraag. Bijsturen in programma is mogelijk bij projecten die nog niet juridisch hard zijn. Deze projecten zijn een ‘voornemen’ of ‘bestuurlijk hard’. Daarom zal de aandacht voor het sturen in het regionaal woningbouwprogramma zich vooral op deze projecten moeten richten. Van juridisch harde projecten wordt aangenomen dat zij niet worden bijgestuurd. In de praktijk kan herprogrammering van deze projecten wel noodzakelijk blijken, op het moment dat de verkoop van het project slecht loopt. Hier wordt echter in dit onderzoek niet van uit gegaan.
Gerrichhauzen en Partners
2. 2.1.
Quickscan woningbouwprojecten in de Hoeksche Waard
8
Gemeente Binnenmaas Programma Kern
Plan
s-Gravendeel
Tuinzigt
Puttershoek
Rustenburg
56
Mijnsheerenland
Hofwijk
48
Maasdam
Gatsedijk
19
Goedkope Koop: 24; Mid. Dure Koop: 44; Dure Koop: 12 Goedkope Koop: 17; Mid. Dure Koop: 39 Goedkope Koop: 12; Mid. Dure Koop: 36 Goedkoop: 12, Mid. Duur: 7
s-Gravendeel
Nieuweweg 12a
10
Goedkope Koop: 10
Egw: 10
Puttershoek s-Gravendeel
Schouteneinde Bevershoek
16 219
Koop: ? Mid. Dure Koop: ? Dure Koop: ?
? Egw: 126; App: 93
Mijnsheerenland
Mijnsheerenhof
20
Goedkope Koop: 10, dure koop: 10
Heinenoord
Oosteinde fase 2b/3
54
Mid. Dure Koop: 54
Egw: 10; 2^1: 8; vrijstaand: 2 ?
Puttershoek
Wijk van je Leven
Puttershoek
Julianastraat
Mijnsheerenland
Dorpshart (excl hofwijk) Gemeentehuis Immanuel/ oude politiebureau Pesanthof Brede school Westmaas
s-Gravendeel s-Gravendeel Westmaas Westmaas Totaal kleine projecten
Aantal 80
182 46 151
Financieringscategorie
Opmerking
HWWONEN
HWWONEN
Goedkope Koop: 52, Mid. Dure Koop: 107, dure koop: 40, (Mid.) Dure Huur: 20 ?
24 52
Goedkope Koop: 18, Mid. Dure Koop: 8, dure koop: 98, goedkope huur: 27 ? ?
52 20
? ?
HWWONEN
Woningtype
Oplevering
Egw: 49; App: 19; 2^1: 6; vrijstaand:6 Egw: 56
2014
Egw: 50
2014
Hardheid
Cat I
Hardh.
Markt
Urgentie 1
2
2
I
2
1
II I
2
2 1
I
1
1
II
3
2
I
2
2
Egw: 13; App: 15; senior patio: 18 Egw: 97; MGW:54
2014-2020
Bestuurlijk hard Bestuurlijk hard Juridisch hard Bestuurlijk hard Juridisch hard Voornemen Bestuurlijk hard Bestuurlijk hard Juridisch hard Juridisch hard Bestuurlijk hard Voornemen
? ?
2018-2020 2018-2020
Voornemen Voornemen
II II
2 2
2 2
? ?
2019? 2019?
Voornemen Voornemen
II II
2 2
2 2
2014
? 2013 2014 2010 2015 2013 2013-2014 2012-2020 2014
II I II
II II
8
In de bovenstaande tabel is een deel van het programma van Binnenmaas opgenomen. Alle projecten die reeds in aanbouw zijn, of waarbij minder dan tien woningen zijn gepland, zijn niet in detail opgenomen in deze tabel. Wat opvalt aan deze tabel is de omvang van het programma in de gemeente Binnen-
Gerrichhauzen en Partners
Quickscan woningbouwprojecten in de Hoeksche Waard
9
maas. In totaal zijn er 1.029 woningen gepland in de jaren tot 2020. De spreiding van de woningaantallen over de jaren heen is echter dusdanig dat een dergelijke productie gerealiseerd kan worden. Met name omdat ongeveer 15% van de productie aan tegen het jaar 2020 wordt voorzien. In de tabel is ook terug te lezen dat in het programma drie projecten juridisch hard zijn en dat aanpassingen in deze projecten zo goed als onmogelijk zijn. Nog eens acht projecten zijn bestuurlijk hard. Daar kan wellicht nog gedeeltelijk op gestuurd worden. 2.2.
Aandachtspunten In het programma van de gemeente Binnenmaas is een aantal projecten met aandachtspunten. Allereerst Oosteinde fase 2b/3. In dit project waren eerst duurdere woningen voorzien, maar de slechte verkoop van deze woningen heeft de ontwikkelaar er toe genoodzaakt het programma te wijzigen. De nieuwe invulling van het programma wordt nu nog over nagedacht. Vandaar dat de risico-inschatting op het onderdeel “markt” als risicovol is ingeschat. Aan het einde van 2012 wordt verwacht dat de verkoop van het nieuwe programma gestart kan worden. Verder aandachtspunt is het Dorpshart in Mijnsheerenland. Dit project bestaat uit een aantal deelprojecten die deels afhankelijk van elkaar zijn. Mogelijke mindere voortgang van een deelproject kan er voor zorgen dat het project vertraging oploopt. Vandaar dat het project als II is gecategoriseerd. Mogelijk dat het dorpse karakter van Mijnsheerenland positief kan zijn voor de ontwikkelingen van dit project. Tot slot zijn er in het programma een aantal projecten opgenomen waarbij de exacte invulling nog onbekend is, maar al wel aantallen benoemd zijn. Doordat deze projecten (Gemeentehuis, Immanuel/ oude politiebureau, Pesanthof en Brede school Westmaas) op lange termijn zijn gepland is er alle ruimte om hier ter zijner tijd een goed passend programma op te ontwikkelen. Doordat het programma nog niet is ingevuld, is hier ook nog voldoende ruimte om bij te sturen, als dat vanuit het behalen van het woningbouwprogramma wenselijk zou zijn. Voor de invulling van de Pesanthof en de Brede School Westmaas wordt voorzien dat deze projecten wellicht met elkaar kunnen concurreren. Bij deze eerste is het op dit moment zeer waarschijnlijk dat het aantal woningen tot 20 zakt. Er zijn drie grondeigenaren, waarvan er nu een mogelijk verder wil met de ontwikkeling. De andere twee haken mogelijk af. Daarom is de inschatting op de hardheid en markt op risicovol gemaakt. De hardheid hangt af van het feit of de grondeigenaren willen meewerken aan ontwikkelingen op hun grond en daarmee naar de gemeente stappen. Het marktrisico is zo bepaald omdat de grondeigenaren tot nu toe hoog inzetten en daardoor de kosten voor de grond dit mogelijk een duur project maken. Gevolg zal zijn dat de woningen dan in een hoger prijssegment dan wellicht afzetbaar is in de markt terecht komen. In het algemeen zijn er nog enkele punten van aandacht te benoemen. Allereerst voorziet het huidige programma enkel in een gering aantal huurwoningen. Dat hoeft niet per se een probleem te zijn, wellicht dat er moverende redenen zijn om te kiezen voor programma zonder huurwoningen. Mogelijk in het licht van de bestaande voorraad. Als punt van aandacht wordt hierbij meegegeven dat wellicht de marktomstandigheden in de wat verder weggelegen toekomst een groter aandeel huur in de woningmarkt van Binnenmaas vraagt. Op de woningmarkt is nu al een voorzichtige verschuiving te merken naar een grotere vraag aan huurwoningen.
Gerrichhauzen en Partners
Quickscan woningbouwprojecten in de Hoeksche Waard
10
Het tweede algemene aandachtspunt is de planning van het programma. Zoals het er nu voor staat lijkt een bulk van de woningbouw in 2013 en 2014 te worden opgeleverd. Vervolgens wordt pas weer een deel van het programma in 2018 en verder opgeleverd. Wellicht dat in een spreiding van een aantal projecten naar de tussengelegen jaren mogelijk is, zodat de consument altijd een mogelijkheid heeft om een nieuwe woning te betrekken en het totale aanbod beter aansluit op de vraag. Tot slot is te zien dat in Binnenmaas met name eengezinswoningen worden gebouwd en dat een ruim deel van het programma in het middel dure segment is gepland. Dit aanbod past goed bij de aantrekkelijkheid van de gemeente voor vestigers van buiten de regio Hoeksche Waard. In de monitor Hoeksche Waard is in paragraaf 2.1 aangegeven dat er aanbodoverschot van eengezinswoningen is in de Hoeksche Waard. Uit het woningbehoeftenonderzoek is gebleken dat er beperkt aanvullende behoefte is (ten opzichte van de bestaande voorraad) naar dit type woningen in deze regio (USP-onderzoek). Om deze woningen te realiseren leunt de gemeente sterk op de vraagontwikkeling buiten de regio. Dit impliceert tevens dat het aanbod concurrerend moet zijn op prijs en kwaliteit in relatie tot andere regio’s. 2.3.
Prognose In de tabel zijn 1049 woningen opgenomen, deze zijn door de gemeente in de komende jaren (tot 2020) geprognosticeerd. Gekeken naar de risicoinschatting zijn in totaal 693 woningen te verwachten tot 2020. De prognose voor de productie is 80% van de kansrijke plannen, plus 50% van de onzekere plannen, plus 30% van de risicovolle plannen. Kansrijk Onzeker Risicovol Totaal Capaciteit
559
490
Prognose productie
448
245
0
1049 693
Gerrichhauzen en Partners
3. 3.1.
Quickscan woningbouwprojecten in de Hoeksche Waard
11
Gemeente Cromstrijen Programma Kern
Plan Klaaswaal - Centrum deelgebied 2 Numansdorp - Numansdorp Zuid
Aantal
176
Dure Koop: 12 Goedkope Koop: 35; Mid. Dure Koop: 61; Dure Koop: 80
61
Mid. Dure Koop: 18; Bereikbare Huur: 43
Klaaswaal
Numansdorp - Oranjebuurt Klaaswaal - Centrum Kerkstraat e.o.
App: 12 Egw: 140; 2^1: 36 Egw: 49; App: 12
12
Dure Koop: 12
App: 12
2016
Klaaswaal
Klaaswaal - Oranjebuurt
46
Mid. Dure Koop: 46
Egw: 46
2014
Numansdorp Totaal kleine projecten
Numansdorp - Proeftuin
17
Dure Koop: 17
Egw: 17
2013-2016
Klaaswaal Numansdorp Numansdorp
12
Financieringscategorie
Opmerking
Woningtype
Oplevering 2013 2014 2019 2012
Hardheid Juridisch hard Bestuurlijk hard Juridisch hard Bestuurlijk hard Bestuurlijk hard Juridisch hard
Cat
Hardh.
Markt
Urgentie
I
1
1
1
I
2
2
I
1
1
1
II
2
3
2
I
2
1
1
2
1
I
29
In de bovenstaande tabel is een deel van het programma van Cromstrijen opgenomen. Alle projecten die reeds in aanbouw zijn, of waarbij minder dan tien woningen zijn gepland, zijn niet opgenomen in deze tabel. In dit programma is relatief veel koop met een prijsindicatie vanaf “middel duur” opgenomen. De huidige markt zou daarbij een probleem kunnen worden, maar de meeste voorgenomen projecten in deze tabel zijn al verkocht of vormen daadwerkelijk een verrijking van het woningbestand zijn. Daardoor is de risico-inschatting op de markt positief. In de tabel is ook terug te lezen dat in het programma twee projecten juridisch hard zijn en dat aanpassingen in deze projecten zo goed als onmogelijk zijn. Nog eens vier projecten zijn bestuurlijk hard. Daar kan wellicht nog gedeeltelijk op gestuurd worden. 3.2.
Aandachtspunten Punt van aandacht binnen de gemeente Cromstrijen zijn twee projecten: Numansdorp Zuid en (Klaaswaal) Centrum Kerkstraat e.o. Te beginnen bij het project (Klaaswaal) Centrum Kerkstraat e.o. Dit plan is de laatste fase van de centrumontwikkeling in Klaaswaal. Op dit moment vinden er geen activiteiten plaats voor deze ontwikkeling, maar het staat nog wel opgenomen voor oplevering in 2016 in het door de raad vastgestelde woningbouwprogramma. Eerst zullen andere projecten moeten worden afgerond, voordat aan dit project begonnen kan worden. De inschatting voor het risico op de markt is daarom als risicovol aangemerkt.
Gerrichhauzen en Partners
Quickscan woningbouwprojecten in de Hoeksche Waard
12
Tweede punt van aandacht is uitleglocatie Numansdorp Zuid. Over deze locatie is het volgende te melden. Gezien de omvang van het project, het aantal woningen, de oppervlakte en de programmering is de marktontwikkeling van invloed op het slagen van dit woningbouwproject. De locatie heeft bijzondere kwaliteit, waardoor het zich leent voor het duurdere segment. Het project is bestuurlijk hard, alleen de planning staat nog niet geheel vast. Wel is het de intentie om het geprogrammeerde aantal woningen voor 2020 op te leveren. Het project houdt middels de planning/ fasering en programmering rekening met deze risico’s, waardoor het risico van het project zo veel mogelijk wordt beperkt. Tot slot is in het huidige programma relatief veel dure eengezinskoopwoningen opgenomen. De vraag is of deze categorie woningen in de komende tijd nog aftrek vinden in de geprognosticeerde planning. Niet alleen in relatie tot de vraag van consumenten, maar ook in relatie tot de mogelijkheid van consumenten om hun huidige woning goed kwijt te raken. De gemeente Cromstrijen heeft in haar programmering geen rekening gehouden met planuitval. Dat wil zeggen dat zij 100% van hun contingent programmeren. Dit in tegenstelling tot de andere gemeenten die rekening houden met uitval en daarom meer dan honderd procent programmeren. De gemeente Cromstrijen houdt daardoor al een vinger aan de pols van de woningmarkt. Het is echter wel zo dat er meer woningbouwplannen in de kast liggen bij de gemeente Cromstrijen, maar daar wordt geen actief beleid op gevoerd. Algemeen aandachtspunt is de verdeling van de plannen over de tijd. De gemeente heeft de plannen redelijk verdeeld over een langere periode, inclusief Numansdorp-Zuid, echter is er een concentratie van projecten rond 2014 gepland. 3.3.
Prognose In de tabel zijn 324 woningen opgenomen, deze zijn door de gemeente in de komende jaren (tot 2020) geprognosticeerd. Gekeken naar de risicoinschattingen is een productie van in totaal 256 woningen te verwachten tot 2020. De prognose voor de productie is 80% van de kansrijke plannen, plus 50% van de onzekere plannen, plus 30% van de risicovolle plannen. Kansrijk Onzeker Risicovol Totaal Capaciteit 312 12 0 324 Prognose productie 250 6 0 256
Gerrichhauzen en Partners
4. 4.1.
Quickscan woningbouwprojecten in de Hoeksche Waard
13
Gemeente Korendijk Programma Kern ZuidBeijerland
Plan
Aantal
Beatrixlaan
12
Piershil
Piershil Zuid-Oost
60
Financieringscategorie Opmerking Goedkope Huur: 1; goedkope koop:9; Mid. Dure Koop: 2 Goedkope Koop: 10, Mid. Dure Koop: 16, dure koop: 4, (Mid.) Dure Huur: 30 Goedkope Koop: 6, Dure Koop: 14, (Mid.) Dure Huur: 26 Huur: 34, goekope Koop: 10; dure koop: 30 Mid. Dure Huur: 24, Goedkope Koop: 16, Mid. Dure Koop: 56, Dure Koop: 28
Woningtype
Goudswaard ZuidBeijerland NieuwBeijerland
Goudswaard oost
46
Zuid-Beijerland Oost Nieuw-Beijerland uitbreiding zuidzijde
74
Goudswaard ZuidBeijerland
Kolbacherf
21
12 Mid. Dure huur; 5 Dure Huur (llb EGW); 2 Dure Koop (kavels)
HWWONEN
Egw: 12 Egw: 30, App: 30 Egw: 28, App: 14, 2^1: 4 Egw: 34; App: 30, 2^1: 10 Egw: 98, App: 26 Egw:5, Mgw:12, kavels: 2
Nassaustraat Plan Westdijk - Goudswaard Plan Oranjestraat 2c Piershil
11
ONBEKEND
HWWONEN
10
Koop: ?
12
Goedkope Koop: 12
Goudswaard Piershil Totaal kleine projecten
124
Oplevering 2012 2016 2014 2016 2014 2018 2014 2018
Hardheid
Cat
Hardh.
Markt
Urgentie
Juridisch hard Bestuurlijk hard Bestuurlijk hard Bestuurlijk hard Bestuurlijk hard
I
1
1
2
I
2
2
1
I
2
2
1
I
2
2
1
I
2
2
1
2013
Juridisch hard (deels)
I
1
2
1
ONBEKEND
2013
Voornemen
III
3
3
2
ONBEKEND Mgw: 12 (starters)
2014
Voornemen Bestuurlijk hard
III
3
3
2
I
2
1
2
2013
15
In de bovenstaande tabel is een deel van het programma van Korendijk opgenomen. Alle projecten die reeds in aanbouw zijn, of waarbij minder dan tien woningen zijn gepland, zijn niet opgenomen in deze tabel. In dit programma is een mix van koop en huur in alle categorieën opgenomen, wat de risicospreiding ten goede komt. Daarbij is ook op te merken dat voor een aantal projecten nog geen eenduidige programmering bekend is. In de tabel is ook terug te lezen dat in het programma twee projecten juridisch hard zijn en dat aanpassingen in deze projecten zo goed als onmogelijk zijn. Nog eens vijf projecten zijn bestuurlijk hard. Daar kan wellicht nog gedeeltelijk op gestuurd worden. 4.2.
Aandachtspunten In de gemeente Korendijk zijn relatief veel projecten opgenomen die uit een mix van verschillende prijscategorieën en woningtypen bestaat. Dit is een positief punt. Zodoende kunnen mogelijke schommelingen in de verkoop– en verhuurmarkt makkelijker worden opgevangen.
Gerrichhauzen en Partners
Quickscan woningbouwprojecten in de Hoeksche Waard
14
Punt van aandacht zijn een viertal projecten die in ontwikkeling zijn, waaraan de gemeente prioriteit heeft gegeven. Het gaat hier om de projecten: Piershil Zuid-Oost, Goudswaard Oost, Zuid-Beijerland Oost en Nieuw-Beijerland uitbreiding zuidzijde. Nieuw-Beijerland wordt in overleg met de grondeigenaar ontwikkeld. De overige drie uitbreidingen worden door de gemeente tegelijkertijd in ontwerpcompetitie gebracht. Daarmee hebben deze projecten een behoorlijk uitvoeringsrisico. Het is de vraag of de markt deze vier projecten oppakt conform planning. Voor alle vier de projecten geldt dat deze op dit moment een redelijk marktconform programma hebben verspreid over de tijd. De vraag is vooral of de planning van de (deel)projecten niet leidt tot een onderling concurrend aanbod op de lokale woningmarkt, dat kan leiden tot een stagnatie van de bouw van die projecten. Vandaar dat de markt inschatting als onzeker is gekwalificeerd. De gemeente heeft aangegeven hiermee nadrukkelijk rekening te houden bij de verdere ontwikkeling. Verder aandachtspunt is dat deze projecten elk als één ontwikkeling worden gezien. Gezien het risico van de uitvoerbaarheid en het totaal van de projecten is de vraag of het ook mogelijk is om enkele delen van projecten te realiseren, als de markt niet het gehele project oppakt. Tweede punt van aandacht zijn de projecten: Nassaustraat en Plan Westdijk – Goudswaard. Daarbij is de planning dat zij respectievelijk in 2013 en 2014 zijn opgeleverd. De vraag is of dit gehaald wordt, gezien de planologische status. Er zijn nog geen bestuurlijke besluiten genomen over deze projecten, laat staan dat deze juridisch verankerd zijn. Bovendien geldt voor beide projecten dat het te realiseren programma (nog) niet helder is. Vandaar dat deze projecten een risicovolle inschatting hebben meegekregen op hardheid en markt. Daarmee loopt de gemeente een behoorlijk risico dat er tot 2014 nauwelijks nieuwe woningen zullen worden bijgebouwd. De juridisch harde projecten Beatrixlaan en Kolbacherf zijn kansrijk om in ieder geval op de korte termijn productie te leveren. 4.3.
Prognose In de tabel zijn 370 woningen opgenomen, deze zijn door de gemeente in de komende jaren (tot 2020) geprognosticeerd. Gekeken naar de risicoinschattingen zijn in totaal 286 woningen te verwachten tot 2020. De prognose voor de productie is 80% van de kansrijke plannen, plus 50% van de onzekere plannen, plus 30% van de risicovolle plannen. Kansrijk Onzeker Risicovol Totaal Capaciteit 349 0 21 370 Prognose productie 280 0 6 286
Gerrichhauzen en Partners
5. 5.1.
Quickscan woningbouwprojecten in de Hoeksche Waard
15
Gemeente Oud-Beijerland Programma Kern OudBeijerland OudBeijerland OudBeijerland OudBeijerland OudBeijerland OudBeijerland OudBeijerland OudBeijerland OudBeijerland OudBeijerland OudBeijerland OudBeijerland OudBeijerland OudBeijerland OudBeijerland OudBeijerland Totaal kleine projecten
Plan Plein Beneden Molendijk
Aantal 48
Poortwijk III
281
Mebin locatie
100
Financieringscategorie Goedkope Koop: 14; Mid. Dure Koop: 34 Goedkope Koop: 83; (Mid.) Dure Koop: 198
Opmerking
Woningtype
Oplevering
App: 48 Egw: 220; App: 61
2013 2015
App: 100
2015-2016 ONBEKEND
ONBEKEND
Ooststraat e.o.
22
Dure Koop: 100 Goedkope Koop: 10; Mid. Dure Koop: 12
Rustburg
42
Mid. Dure Koop: 33; Dure Koop: 9
Egw: 22 Egw: 24; App: 18
Kloosring
21
Mid. Dure Koop: 21
Egw: 21
Bijlschoollocatie
89
Mid. Dure Huur: 65, Dure Koop: 24
App: 89
Thomaskerklocatie
36
nb
C-1000 locatie
27
Goedkope Koop: 6, Dure Koop: 21
Egw: 27
Hoogerwerf Oost
18
nb
Taxi Duifhuizen
20
De Open Waard Rembrandt wozocentrum (voorheen Egmontshof)
60
nb Goekope Koop: 6; (middel)dure koop: 14 goedkope huur: 30; (Mid.) Dure koop: 30
huur: 77; (mid.) Dure koop: 68
145
HWWONEN
nb
2014
2014
2013 ONBEKEND 2014 ONBEKEND
Egw: 14, App: 6
2013
HWWONEN
App: 60
2015
HWWonen ea
Egw: 68; App: 77
2014
App: 23
2015
Rembrandstraat 100
23
(Middel) Dure Koop: 23
Van Speijkstraat
15
Goedkope huur: 15
HWWONEN
App: 15
2013
Van Brakelstraat
17
Goedkope Huur: 17
HWWONEN
App: 17
2014
8
Hardheid Juridisch hard Juridisch hard Voornemen Voornemen Bestuurlijk hard Voornemen Bestuurlijk hard Voornemen Voornemen Voornemen Voornemen Bestuurlijk hard Bestuurlijk hard Voornemen Juridisch hard Juridisch hard
Cat
Hardh.
Urgentie
Markt
I
1
2
1
I
1
2
1
II
2
3
1
II
3
1
2
II
2
2
2
II
3
1
2
I
2
1
1
III
3
3
2
II
2
3
1
III
3
3
3
III
3
3
3
I
2
1
1
I
2
1
1
III
3
3
2
I
1
1
2
I
1
1
2
Gerrichhauzen en Partners
Quickscan woningbouwprojecten in de Hoeksche Waard
16
In de bovenstaande tabel is een deel van het programma van Oud-Beijerland opgenomen. Alle projecten die reeds in aanbouw zijn, of waarbij minder dan tien woningen zijn gepland, zijn niet opgenomen in deze tabel. In deze tabel is op te merken dat er weinig huurwoningen zijn opgenomen in de programma’s. De projecten De Open Waard en Egmontshof zijn beiden in combinatie met het leveren van zorg(woningen) en een gezondheidscentrum. In de tabel is ook terug te lezen dat in het programma twee projecten juridisch hard zijn en dat aanpassingen in deze projecten zo goed als onmogelijk zijn. Nog eens zes projecten zijn bestuurlijk hard. Daar kan wellicht nog gedeeltelijk op gestuurd worden. 5.2.
Aandachtspunten De gemeente Oud-Beijerland neemt een groot aandeel van de totale productie in de Hoeksche Waard voor haar rekening. Daarvan zijn er in de bovenstaande tabel 850 terug te vinden. Gezien de omvang van kern, het vervangingsvraagstuk en de aantrekkingskracht van de kern is een dergelijk uitgebreid programma passend. Door de crisis op de woningmarkt worden ook in deze gemeente woningbouwplannen vertraagd en wellicht verder naar achter verschoven in de tijd. Er zijn een aantal projecten die aandacht behoeven in Oud-Beijerland voornaamste redenen daarvoor zijn dat het programma niet goed genoeg aansluit bij de vraag en dat de planologische procedures nog niet (volledig) doorlopen zijn. De eerste reden is voor sommige ontwikkelaars aanleiding om een project nog even met rust te laten en betere tijden af te wachten, voordat begonnen wordt met het doen van investeringen. Dit is in ieder geval zo bij het project Ooststraat eo. Bij het project Mebin locatie zijn er een aantal aandachtspunten. Als eerste leunt het op het vertrek van de naastgelegen zandhandel. Deze vertrekt naar alle waarschijnlijkheid in 2013. Verdere invulling van het programma wordt verder in 2012 gedaan. Helder is nu al wel dat het een icoonproject moet worden, omdat het de verbinding tussen de haven en het centrum van de kern moet worden. De vraag is of het voorgestelde programma, van dure appartementen, afgezet kan worden onder de huidige marktomstandigheden. Voor de Thomaskerklocatie, geldt dat het succes van dit project afhangt van het succes van de C1000-locatie, die er tegenover ligt. Op dit moment is HW Wonen bezig met een haalbaarheidstudie en zal in 2012 een begin worden gemaakt met de planvorming voor dit project. Het project Hoogerwerf Oost is op dit moment nog in een voorverkennende fase. Het zal een combinatie van een bedrijventerrein met een twintigtal vrije kavels worden. Op dit moment is dit een braak liggend terrein. Vraag die nu speelt is of deze grond door de gemeente gekocht moet worden of dat zij een ontwikkelaar moet verleiden om hier in te investeren.
Gerrichhauzen en Partners
Quickscan woningbouwprojecten in de Hoeksche Waard
17
Taxi Duifhuizen heeft de intentie van haar huidige locatie te vertrekken. Op dit moment wordt gekeken naar de mogelijkheden van een ontwikkeling op deze locatie. De combinatie van de status van de ontwikkeling, de ambitie om in 2013 op te leveren en de vraag die bij de gemeente leeft of zij de ontwikkeling daar willen faciliteren, zorgt er voor dat dit project als risicovol op alle onderdelen te beoordelen is. Het project Rembrandtstraat 100 is een locatie van de voormalige Citroën-garage. Op dit moment wordt daar een haalbaarheidstudie gedaan voor het ontwikkelen van de locatie met 23 appartementen. Op dit moment zijn nog geen enkele van de planologische procedures doorlopen en is het de vraag of het lukt om 23 koopappartementen op die locatie af te zetten. Uit de tabel is verder op te maken dat er een aantal projecten zijn die de ambitie hebben om binnen twee jaar gerealiseerd te zijn, terwijl er nog (een groot deel van de) planologische procedures doorlopen moeten worden. Dit zijn over het algemeen ook transformatielocaties. De verwachting is dat deze projecten zullen uitlopen in de tijd. Verder risico is dat de gemeente relatief veel dure koopwoningen in het programma heeft opgenomen. Dit komt grotendeels voor rekening van de projecten Poortwijk III en Mebin-locatie. Het betreft zowel eengezinswoningen als appartementen. Gezien de markt zijn dit risicovolle producten om in grote aantallen tegelijk op de markt te brengen. De categorie middelduur is beperkt. Een verschuiving van duur naar middelduur kan wenselijk zijn om de marktrisico’s te spreiden en beter aan te sluiten bij de vraag. De gemeente Oud-Beijerland heeft relatief veel aanbod appartementen in planning. Dit aanbod is risicovol, omdat de doelgroep kritisch is en vaak ook afhankelijk van de verkoop van de eigen woning. Tegelijkertijd is het wel wenselijk dat dit aanbod wordt gerealiseerd, gezien de toekomstige behoefte. Omdat veel van de locatie goede locaties zijn, nabij centrumvoorzieningen kan het marktrisico wel worden genuanceerd. 5.3.
Prognose In de tabel zijn 865 woningen opgenomen, deze zijn door de gemeente in de komende jaren (tot 2020) geprognosticeerd. Gekeken naar de risicoinschattingen zijn in totaal 588 woningen te verwachten tot 2020. De prognose voor de productie is 80% van de kansrijke plannen, plus 50% van de onzekere plannen, plus 30% van de risicovolle plannen. Kansrijk Onzeker Risicovol Totaal Capaciteit 655 212 97 964 Prognose productie 524 106 29 659
Gerrichhauzen en Partners
6. 6.1.
Quickscan woningbouwprojecten in de Hoeksche Waard
18
Gemeente Strijen Programma Kern
Plan
Aantal
Financieringscategorie
Opmerking
Woningtype
Strijen
Schoolstraat
21
Bereikbare koop: 19; Mid. Dure Koop: 2
Egw: 9, App: 12
Strijen
De Dam 2e fase
25
Mid. Dure Koop: 23; Dure Koop: 2
Strijen
Kleine Loo
Mid. Dure Koop: 72; Dure Koop: 56
Egw: 23, 2^1: 2 Egw: 57; App: 20; 2^1: 54
Strijen
Striene
21
Goedkope Huur: 21
App: 21
Strijen
Batenburg
72
Strijen
Oranjewijk
100
HWWONEN Mid. Dure Koop: 63; Bereikbare Huur: 18; Dure huur: 17
Mookhoek Totaal kleine projecten
Mookhoek
138
12
Mid. Dure Koop: 12
HWWONEN
pm Egw: 63; App: 37 Egw: 12
Oplevering 2013 2013 2014 2021 2014 2020 of verder 2012 2017 2013
Hardheid Juridisch hard Bestuurlijk hard Bestuurlijk hard
Cat
Hardh.
Markt
Urgentie
I
1
2
2
I
2
2
1
Voornemen
II
2
3
1
I
2
1
1
Voornemen Juridisch hard Bestuurlijk hard
III
3
3
3
I
1
2
1
II
2
2
3
18
In de bovenstaande tabel is een deel van het programma van Strijen opgenomen. Alle projecten die reeds in aanbouw zijn, of waarbij minder dan tien woningen zijn gepland, zijn niet opgenomen in deze tabel. Uit de tabel is op te maken dat er in programma van Strijen een mix aan woningtypen gepland is. Verder is op te maken dat er relatief veel koop in het programma aanwezig. In deze gemeente is een reëel woningbouwprogramma aanwezig. In de tabel is ook terug te lezen dat in het programma twee projecten juridisch hard zijn en dat aanpassingen in deze projecten zo goed als onmogelijk zijn. Nog eens vier projecten zijn bestuurlijk hard. Daar kan wellicht nog gedeeltelijk op gestuurd worden. 6.2.
Aandachtspunten Het bovenstaande programma in ogenschouw nemend zijn een aantal aandachtspunten te benoemen. Als eerste is er het project Batenburg dat opvalt. Dat heeft op dit moment geen urgentie en is bij HW Wonen boekhoudkundig afgeboekt. De drie hectare grond waar de 72 woningen op gebouwd kunnen worden zou als vervangingslocatie voor het naast gelegen seniorencomplex dienen. De gemeente voorziet geen ontwikkelingen voor 2020 van dit project. Vandaar dat dit project op alle onderdelen rood is gekleurd.
Gerrichhauzen en Partners
Quickscan woningbouwprojecten in de Hoeksche Waard
19
Tweede aandachtspunt is Kleine Loo. De productie van deze locatie aan de zuidrand van Strijen is over acht jaar uitgefaseerd. Naar verwachting wordt in 2012 het bestemmingsplan voor deze locatie definitief. Punt van zorg zijn de in het programma opgenomen hoeveelheid twee-onder-een-kapwoningen. Dit is een kansrijk product, volgens het woningbehoeftenonderzoek. Gezien de huidige markt en het grote aantal van deze woningen dat voorzien is, is het ook een risicovol product. De verkoop van dat type woning leunt sterk op de goede verkoopbaarheid van de oude woning. In de huidige woningmarkt is dat een punt van zorg. Daarom is de risico-inschatting voor markt als risicovol aangegeven. Mogelijk dat een gefaseerde oplevering kansen biedt voor dit project.
6.3.
Prognose In de tabel zijn 389 woningen opgenomen, deze zijn door de gemeente in de komende jaren (tot 2020) geprognosticeerd. Gekeken naar de risicoinschattingen zijn in totaal 231 woningen te verwachten tot 2020. De prognose voor de productie is 80% van de kansrijke plannen, plus 50% van de onzekere plannen, plus 30% van de risicovolle plannen. Kansrijk Onzeker Risicovol Totaal Capaciteit
167
150
72
389
Prognose productie
134
75
22
231
Gerrichhauzen en Partners
7. 7.1.
Quickscan woningbouwprojecten in de Hoeksche Waard
20
Van risico-inventarisatie projecten naar een regionaal woningbouwprogramma Productie Bij de beoordeling van de bouwplannen in de regio zijn drie categorieën onderscheiden. De eerste categorie zijn de plannen die nu als kansrijk beoordeeld worden. Deze plannen bestaan vooral uit projecten van ontwikkelaars. Door de verhoogde marktrisico’s is de realisatie van deze plannen niet helemaal zeker. In de prognose gaan we er van uit dat 80 % van de kansrijke projecten binnen de planperiode wordt gerealiseerd. De tweede categorie bestaat uit plannen waarvan de tijdige uitvoering niet zeker is. Dit zijn plannen die grotendeels voorzien in de bouw van (middel)dure koopwoningen en plannen waarvan de planvorming en besluitvorming nog niet afgerond zijn. In de prognose gaan we er van uit, dat 50% van deze plannen alsnog binnen de planperiode wordt gerealiseerd. De derde categorie bestaat uit plannen die risicovol zijn wat betreft realisering binnen de planperiode gezien de huidige marktomstandigheden. Dit zijn plannen waarvan het programma nog niet is vastgesteld, plannen die grotendeels uit dure koopwoningen bestaan of plannen waarvoor het maatschappelijk draagvlak ontbreekt. Deze risicovolle plannen tellen maar voor 30% mee in de prognose. De risicobeoordeling leidt tot de volgende conclusies: Plannen voor iets meer dan 2.000 woningen zijn kansrijk: Plannen in aanbouw of binnenkort in aanbouw Plannen met huurwoningen Plannen met een mix van huur en koop Plannen die tenminste bestuurlijk hard zijn
. . . .
Plannen voor ruim 860 woningen zijn nog niet zeker Plannen die nog moeten worden vastgesteld Plannen met weinig maatschappelijk draagvlak Plannen die afhankelijk zijn van andere plannen Plannen met dure koopwoningen
. . . .
Plannen voor ongeveer 190 woningen lijken risicovol wat betreft realisering binnen de planperiode Plannen met uitsluitend middeldure en dure koopwoningen Plannen die nog (her)ontwikkeld worden
. .
Gerrichhauzen en Partners
Quickscan woningbouwprojecten in de Hoeksche Waard
21
In de tabel is een nadere uitsplitsing per gemeente te vinden. Kansrijke projecten
Onzekere projecten
Risicovolle projecten
Totale capaciteit
Prognose productie
Verdeling kansrijk, beperkt risico, risicovol in %
Binnenmaas
559
490
0
1.049
693
||||||||||| 53
||||||||| 47
0
Cromstrijen
312
12
0
324
256
||||||||||||||||||| 96
|4
0
Korendijk
349
0
21
370
286
||||||||||||||||||| 94
0
|6
Oud-Beijerland
655
212
97
964
659
||||||||||||| 68
|||| 22
|| 10
Strijen
167
150
72
389
231
|||||||| 43
||||||| 39
||| 18
Totaal
2.042
864
190
3.096
2.125
||||||||||||| 66
||||| 26
|8
Uit de tabel blijkt dat op basis van de aannames over dit deel van de productie in de verschillende categorieën de prognose is dat er ongeveer 2.100 woningen tot aan 2020 kunnen worden gebouwd in de Hoeksche Waard. Deze inschatting van de risico’s gaat echter uit van risico’s van de individuele projecten en nog niet van risico’s die voortvloeien uit het totale programma: de verdeling van het programma in kwaliteit en over de jaren. In de monitor van 2011 zijn hier conclusies over getrokken. In de monitor werd geconstateerd dat er een grote boeggolf zat in de planning van de projecten: het gros stond ingepland voor de eerst komende jaren, terwijl na 2015 nauwelijks woningen ingepland stonden. Uit de quickscan blijkt dat er voor een deel van de projecten wel sprake is van een spreiding over een langere periode. Desondanks blijft een groot aandeel van de woningen gepland voor de komende jaren (2013/ 2014). Dit is een extra risico bovenop de eerder gehanteerde methode van het inschatten van de individuele risico’s van projecten. Doordat het geplande aantal woningen voor deze jaren de reële vraag en productie vele malen overstijgt, is dit een groot aanvullend risico voor de haalbaarheid van deze projecten. Projecten beconcurreren elkaar voor de beperkte vraag die er is en lopen daarmee het risico dat het voorverkooppercentage van projecten niet wordt gehaald. Daarnaast beconcurreren plannen elkaar ook voor de beschikbare capaciteit binnen gemeenten voor de begeleiding en afhandeling van procedures en vergunningen. Het marktrisico is minder of niet aanwezig voor huurwoningen, omdat een woningcorporatie of belegger deze woningen bij voorbaat afneemt. Deze woningen worden in de regel bij oplevering direct verhuurd. Kortom: als de geplande woningen niet beter verspreid worden over de jaren, leidt dit tot een extra risico voor het totale programma en zal dit leiden tot een nog lagere productie. Verdere fasering in de tijd is dus noodzaak om het risico te verkleinen dat projecten uitgesteld of stilgelegd worden. In paragraaf 7.2 wordt verder ingegaan op de kwalitatieve verdeling van het programma en risico’s die daaruit voortvloeien.
Gerrichhauzen en Partners
7.2.
Quickscan woningbouwprojecten in de Hoeksche Waard
22
Programma Binnenmaas
Cromstrijen
Korendijk
Oud-Beijerland
Strijen
Totaal
Onbekend
392
23
54
84
553
Goedkope koop
143
35
63
119
19
379
Mid. Dure koop
288
125
74
267
172
926
Dure koop
160
121
78
320
58
737
Goedkope huur
39
43
1
101
39
223
Mid. Dure huur
27
126
103
591 66 1049
5 215 132 370
Dure huur Koop Huur Totaal
281 43 324
706 204 964
256 17 249 56 389
22 2042 501 3096
Als het opgenomen programma uit voorgaande hoofdstukken wordt vergeleken met de opgaven in de monitor woningbouwprogrammering van 2011, dan is te constateren dat voor de periode tot aan 2020 er nog nauwelijks kwantitatieve aanpassingen zijn gedaan in de totale programma’s. Er zijn wel duidelijke wijzigingen in de kwalitatieve verdeling van het programma ten opzichte van de monitor. Wat opvalt is dat het aandeel middelduur (koop en huur) aanzienlijk is toegenomen ten opzicht van de monitor. In de monitor was dat nog 15% tegenover ruim 30% nu. Het is niet bekend wat de reden daarvan is: mogelijk is een deel van het programma aangepast van duur naar middelduur en/ of mogelijk was een deel van de kwalitatieve verdeling van de projecten begin 2011 nog niet bekend. In de huidige verdeling lijkt het segment huur ten opzichte van de monitor sterk te zijn gedaald van ongeveer 900 naar 500 woningen. Dit komt onder andere omdat het project de Gravin met 173 huurwoningen niet is meegenomen in deze quickscan. Dit project is in aanbouw. Daarnaast is het programma van meerdere woningbouwlocaties van HW Wonen als onbekend aangemerkt, terwijl dit ook deels huurwoningen zullen zijn. Als enkel naar de huidige verdeling koop/huur wordt gekeken van het nog te realiseren programma en de onbekende woningen niet worden meegenomen, dan zou er in de Hoeksche Waard minder dan 15% in de huursector gebouwd worden. Dat is de helft van het wenselijk aantal volgens het programma van de woonvisie. Hier zijn de reeds in aanbouw zijnde en gebouwde locaties dus niet in meegenomen. Ten aanzien van de huidige kwalitatieve verdeling van het programma kunnen we concluderen dat het groter aandeel middelduur ten opzichte van de monitor 2011 gunstig is voor de haalbaarheid van het totale programma. Middeldure woningen zijn een kansrijke categorie, mits gedoseerd en in verschillende kwaliteiten op de markt gebracht. Het kleine aandeel huurwoningen is een risico, omdat huurwoningen geen verkooprisico kennen bij de realisatie. In de huidige markt is er ook veel vraag naar huurwoningen. Het verhogen van het aantal (dure) huurwoningen en dus verkleinen van het aandeel koopwoningen
Gerrichhauzen en Partners
Quickscan woningbouwprojecten in de Hoeksche Waard
23
vergroot de haalbaarheid van het woningbouwprogramma op de korte termijn nog verder. Verder valt op dat grote projecten meestal een redelijke differentiatie hebben, waardoor projecten beter aan zullen sluiten bij de werkelijke vraag.
7.3.
Proces en vervolg Deze quickscan van de woningbouwprojecten is een van de inhoudelijke bouwstenen om te komen tot een regionaal woningbouwprogramma. Deze quickscan richt zich vooral op de risico’s in projecten. De monitor heeft vorig jaar al de discrepanties tussen het huidige en gewenste programma in beel gracht, evenals de risico’s van het programma. Daarnaast zijn de afgelopen twee jaar tevens het woningbehoeftenonderzoek en het onderzoek demografische ontwikkeling afgerond als inhoudelijke bouwstenen om te komen tot een regionaal woningbouwprogramma. Op basis van deze quickscan en de andere inhoudelijke bouwstenen kunnen uitgangspunten benoemd worden voor een woningbouwprogramma en een prioritering en fasering van projecten. Hiervoor is een aanvullend traject ingezet. Hierover ligt tevens een notitie voor ter bespreking in het pfo Ruimte.
Provincie Zuid-Holland Demografische ontwikkeling in de Hoeksche Waard 18 mei 2011
Projectnr. 3600.105
Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem Postbus 1174 6801 BD Arnhem Telefoon Telefax
(026) 3512532 (026) 4458702
E-mail Internet
[email protected] www.companen.nl
Provincie Zuid-Holland Demografische ontwikkeling in de Hoeksche Waard 18 mei 2011
Inhoud
1.
Inleiding 1.1. Aanleiding en achtergronden 1.2. Leeswijzer
1 1 2
2.
Achtergrondsituatie Hoeksche Waard 2.1. Natuurlijke aanwas 2.2. Migratie 2.3. Historische bevolkingsontwikkeling
3 3 4 8
3.
De kernenthermometer 3.1. Twee typen verklaringsgronden 3.2. WOZ-waarde 3.3. De Kernenthermometer 3.4. Verklaringen
10 10 10 12 16
4.
Toekomstige bevolkingsontwikkeling 4.1. Drie prognosemethodieken 4.2. Toekomstige ontwikkeling natuurlijke aanwas 4.3. Toekomstige ontwikkeling migratie 4.4. Toekomstige bevolkingsontwikkeling 4.5. Huishoudensontwikkeling 4.6. Gewenste uitbreiding van de woningvoorraad
19 19 19 20 21 23 24
5.
Bevolkingsontwikkeling: een omslag in denken 5.1. Bewustwording: startpunt voor het nieuwe denken 5.2. Bevolkingskrimp: kansen voor een sterkere samenleving
26 26 28
Bijlage 1: Gemeenten en kernen in ‘het kwadrant’
33
Bijlage 2: Methodische verantwoording
35
1. Inleiding 1.1.
Aanleiding en achtergronden
In regionaal verband werken de vijf gemeenten in de Hoeksche Waard intensief met elkaar samen op het gebied van wonen. Het woonbeleid wordt op elkaar afgestemd en ook de woningcorporatie HW Wonen wordt hierbij betrokken. In 2009 is het woonbeleid vastgelegd in de Regionale Woonvisie en in 2010 is gezamenlijk een woningbehoefteonderzoek uitgevoerd. De uitkomsten van het “Woningbehoefteonderzoek Hoeksche Waard” moeten vertaald gaan worden naar de woningbouwprogramma’s en herstructureringsprogramma’s voor de vijf gemeenten: hoeveel woningen moeten er worden gebouwd? welk soort woningen zijn nodig? hoeveel woningen moeten worden gesloopt? etc. Ter onderbouwing daarvan is het van belang om een gezamenlijk beeld te hebben van de toekomstige bevolkingsontwikkeling. Jaren lang was de groei van het inwonertal een vanzelfsprekend gegeven. Bovendien was er druk van uit de stad om op het platteland te gaan wonen (suburbanisatie) en ook de minder gunstig gelegen kernen pikten daar een graantje van mee. Gemeenten toonden hun ambities en konden ook invulling geven aan de groei van woningvoorraad, huishoudens en inwoners. Voor de toekomst is dit scenario minder vanzelfsprekend. Nederland groeit nog wel de komende decennia tot 2040, maar die groei doet zich in de meer centrale delen van Nederland voor. In de randen van Nederland is sprake van een omvangrijke bevolkingskrimp. De vraag rijst met welke bevolkingsontwikkeling in de Hoeksche Waard rekening moet worden gehouden? Deze kernvraag is in dit stadium bewust neutraal geformuleerd. Er is nog geen vast en gedragen beeld hoe die bevolkingsontwikkeling in de Hoeksche Waard zal gaan verlopen. Gelet op de algemene ontwikkeling in Nederland, hangt de bevolkingskrimp op enig moment wel boven de markt. Het is dan een eerste vereiste om te beschikken over een goed inzicht in de bevolkingsontwikkeling van de afgelopen jaren, de ontwikkeling van de woningmarkt met oog voor de lokale verschillen en ook de mogelijke verschillen tussen de kernen. Dat inzicht wordt in deze rapportage geboden. Er worden geen oordelen uitgesproken en er worden geen conclusies getrokken. Volstaan wordt met het presenteren van informatie over de natuurlijke aanwas, de migratie, de woningvoorraad, etc. Ook worden de uitkomsten van verschillende prognoses over de toekomstige bevolkings- en huishoudensontwikkeling naast elkaar geplaatst en onderling vergeleken. Deze informatie biedt houvast voor het starten van een discussie in de Hoeksche Waard over het toekomstige perspectief ten aanzien de demografische ontwikkeling. Bevolkingskrimp hangt boven de markt en zeker is ook sprake van een veranderende bevolkingssamenstelling die een structureel karakter heeft. Dit heeft gevolgen voor onder meer de woningvraag, het voorzieningenniveau en het arbeidsaanbod.
-1-
1.2. Leeswijzer De opzet van de rapportage is als volgt: • In hoofdstuk 2 worden enkele achtergronden geschetst rond de bevolkingsontwikkeling in de Hoeksche Waard. • In hoofdstuk 3 is de kernenthermometer uitgewerkt die mogelijk verklaringen kan bieden voor de factoren die ten grondslag liggen aan de bevolkingsontwikkeling die zich in de afgelopen jaren heeft voorgedaan in de Hoeksche Waard. • In hoofdstuk 4 worden de uitkomsten van enkele bevolkings- en huishoudensprognoses onderling vergeleken. • In hoofdstuk 5 wordt nader ingegaan op de mogelijkheden om de effecten van een stabiliserende of afnemende bevolkingsomvang te ondervangen cq te begeleiden.
-2-
2. Achtergrondsituatie Hoeksche Waard In dit hoofdstuk wordt een algemene schets gegeven van de ontwikkeling van de bevolking en migratie in de afgelopen jaren in de Hoeksche Waard.
2.1.
Natuurlijke aanwas
De volgende figuur biedt inzicht in het natuurlijke verloop van de bevolkingsontwikkeling in de Hoeksche Waard Figuur 2.1. Hoeksche Waard: ontwikkeling van de natuurlijke aanwas, 1990-2009
1200
1000
geboorte sterfte natuurlijke groei
600
400
200
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
0 1990
aantal
800
Bron: CBS
Conform het landelijke beeld, neemt ook in de Hoeksche Waard het aantal geboorten af; dit heeft zich met name in het afgelopen decennium voorgedaan. Het aantal sterften neemt geleidelijk toe en dit hangt uiteraard samen met de toenemende vergrijzing. Per saldo groeide de bevolkingsomvang in de jaren negentig van de vorige eeuw met ongeveer 400 personen per jaar. Nadien is er sprake geweest van een geleidelijke afname van de natuurlijke aanwas tot een niveau van ca 250 personen nu. In de Bijlage is per kern een factsheet opgenomen met relevante informatie over bevolking, wonen en voorzieningen. Ook wordt daarin een teugblik gegeven van de bevolkingsontwikkeling per gemeente. Daaruit blijkt dat de verschillen tussen de gemeenten ten aanzien van de natuurlijke aanwas niet zo groot zijn. In de meeste gemeenten is sprake geweest van een lichte afname van de natuurlijke aanwas; alleen in Strijen is deze afname wat substantiëler geweest.
-3-
2.2.
Migratie
Een andere belangrijke component in de bevolkingsontwikkeling is de migratie. De onderstaande figuren bieden inzicht in de migratieontwikkeling voor de Hoeksche Waard. Buitenlandse migratie Figuur 2.2. Hoeksche Waard: ontwikkeling van de buitenlandse migratie, 1990-2009
600 500 400
Vestiging Vertrek (+ corr.) Saldo
200 100 0 -100
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
-200 1990
aantal
300
Bron: CBS
De buitenlandse migratie kent een wispelturig verloop. Rond 1996 is sprake geweest van een flink aantal buitenlandse vestigers, wat samenhing met de inrichting van een nieuw asielzoekerscentrum in de Hoeksche Waard. Nadien is het buitenlandse migratiesaldo geleidelijk afgenomen en in de afgelopen 10 jaar was er per saldo sprake van evenwicht tussen buitenlandse vestiging en buitenlands vertrek. De buitenlandse migratie ligt rond de 0-lijn.
-4-
Binnenlandse migratie Figuur 2.3. Hoeksche Waard: ontwikkeling van de binnenlandse migratie, 1990-2009
4500 4000 3500 3000
vestiging vertrek saldo
2000 1500 1000 500 0 -500 -1000
19 90 19 91 19 92 19 93 19 94 19 95 19 96 19 97 19 98 19 99 20 00 20 01 20 02 20 03 20 04 20 05 20 06 20 07 20 08 20 09
aantal
2500
Bron: CBS
jaar
De migratiestromen zijn omvangrijk. Jaarlijks vertrekken er 2.500 tot 3.000 personen uit de Hoeksche Waard en eenzelfde aantal vestigt zich in de Hoeksche Waard. Al jaren is er, zei het met pieken en dalen, in de Hoeksche Waard sprake van evenwicht tussen binnenlands vertrek en vestiging. Sinds 2005 is hierin verandering gekomen en is sprake van een geleidelijk oplopend binnenlands vertreksaldo. Er is dus minder woningen gebouwd dan nodig is voor een migratiesaldo van 0. De vraag rijst dan of deze lagere productie samenhangt met een ontoereikend bouwplancapaciteit of het gevolg is van afzetproblemen door een afnemende concurrentiepositie? (zie ook hoofdstuk 3).
-5-
Jongeren vertrekken en gezinnen komen steeds minder Figuur 2.4. Hoeksche Waard: ontwikkeling van de binnenlandse migratie naar leeftijd, 1990-2009
2500 2000 1500
saldo
1000
50 jaar e.o. 35-49 jaar 25-34 jaar 18-24 jaar 0-17 jaar
500 0 -500 -1000 -1500 -2000 1990-1994
1995-1999
2000-2004
2005-2009
Bron: CBS
Het vertrek van jongeren uit de Hoeksche Waard heeft een structureel karakter. Een dergelijk patroon is een gegeven voor een plattelandsregio zonder een vestiging voor hoger beroepsonderwijs of een universiteit. Slechts 30 gemeenten in Nederland lukt het om een positief migratiesaldo te behalen onder jongeren en dit zijn nagenoeg uitsluitend gemeenten met een vestiging voor hoger beroepsonderwijs of een universiteit. Dit vertrek van jongeren uit de Hoeksche Waard is dus niet bijzonder. Toch laat de migratieontwikkeling naar leeftijd een opmerkelijk patroon zien. Tussen 1990 en 2005 was er nog sprake van een omvangrijk vestigingsoverschot van 25-49-jarigen en na 2005 is deze bron van vestiging grotendeels opgedroogd. Deze groep van 25-49jarigen bestaat enerzijds uit tweepersoonshuishoudens en anderzijds uit gezinnen met kinderen. De eerste groep is veelal op zoek naar een goedkopere koopwoning en de tweede groep wil een volgende stap in de wooncarrière maken en verhuist naar een duurdere koopwoning. Blijkbaar wisten beide groepen in het verleden de weg naar de Hoeksche Waard te vinden. Die vestiging in de Hoeksche Waard kan samenhangen met de aantrekkelijke woonomgeving en de aantrekkelijke woningvoorraad. Dat kan worden afgeleid uit het “Woningbehoeftenonderzoek Hoeksche Waard: woonwensen in beeld” dat in november 2010 is afgerond. Maar waarom is dat vestigingssaldo onder 25-49-jarigen en met name onder 25-34-jarigen vanaf 2005 zo sterk afgenomen? Denkbare oorzaken zijn: • In de Hoeksche Waard weinig nieuwbouw voor (jonge) gezinnen. Mogelijk zijn er in de afgelopen jaren onvoldoende woningen gebouwd in de Hoeksche Waard die geschikt zijn voor starters en jonge gezinnen. Dit kan een reden zijn geweest dat potentiële vestigers elders zijn gaan / blijven wonen. Deze factor verklaart mogelijk ook waarom vanaf 2005 sprake is geweest van een vertreksaldo van ouderen, terwijl voor 2005 nog sprake was van een vestigingsoverschot. Mogelijk zijn er te weinig geschikte woningen voor senioren gebouwd inde Hoeksche Waard. Uit het “Woningbehoeftenonderzoek Hoeksche
-6-
•
Waard: woonwensen in beeld” blijkt dat senioren voor tweederde kiezen voor een huurwoning en voor een derde kiezen voor een koopwoning. De verhouding appartement / grondgebonden woning is ongeveer 50% / 50%. Elders veel geschikte nieuwbouw voor (jonge) gezinnen Lange tijd beschikten de grote steden over onvoldoende plancapaciteit om in de woningbehoefte te voorzien. Het VINEX-beleid heeft hierin verandering gebracht. Eerst nog aarzelend, omdat de kwaliteit van de woningbouw op de VINEX-locaties tegenviel. Die architectonische en stedenbouwkundige kwaliteit is sterk verbeterd en ook de differentiatie in woningbouw is verbreed (er viel meer te kiezen van betere kwaliteit). Het succes van onder meer de VINEX-locaties vermindert de kansen voor vestiging op het platteland. Inzetten op aantrekken van gezinnen? Samen vissen in een steeds legere vijver De heersende, landelijke lijn in de demografie is, dat het aantal gezinnen afneemt en vooral het aantal éénpersoonshuishoudens en éénoudergezinnen toeneemt. Die toename van kleine huishoudens betreft ook jongere (35-55 jaar) huishoudens, maar oudere huishoudens domineren. De groep gezinnen met hun wens om in een groene en rustige omgeving te wonen neemt af en daarmee hapert de motor van de suburbanisatie. De suburbanisatie in de afgelopen decennia dreef op gezinnen. Aanvankelijk betrof dit gezinnen met één inkomen; een gebruikelijke situatie waarbij de vrouw vaak bij het krijgen van het eerste kind stopte met werken en thuis bleef om de kinderen op te voeden. In toenemende mate zijn vrouwen gaan werken en is het tweeverdienerschap inmiddels gemeengoed. Die huishoudens moeten de opvang en dagelijkse begeleiding van hun kinderen anders regelen en zijn daarvoor in toenemende mate aangewezen op vrienden / familie die in hun nabijheid wonen of professionele organisaties voor kinderopvang die meestal in de grotere kernen zijn gevestigd (al of niet in de vorm van een brede school). Door deze tendens is het voor gezinnen met kinderen steeds minder aantrekkelijk geworden om in kleine kernen te gaan wonen en dit zet een rem op de woningvraag van gezinnen. Met andere woorden: het platteland en in het bijzonder de kleine kernen zullen naar verwachting ook in de toekomst te maken krijgen met een afnemende vraag van de doelgroep gezinnen. Deze tendens is in de afgelopen jaren nog versterkt door de ontwikkeling van grote uitbreidingslocaties rond de grote steden. Groene woonmilieus werden nabij de stad gerealiseerd om gezinnen vast te houden, ook gezinnen met een hoger inkomen. Het succes van het VINEX-beleid remt de groeikansen voor het platteland.
-7-
•
(Jonge) gezinnen: een afnemende groep Demografische analyses tonen aan, dat het aantal gezinnen in Nederland afneemt. De groei in huishoudens heeft betrekking op één- en tweepersoonshuishoudens in alle leeftijdsklassen. De groep onder de 65 jaar heeft vaak een sterke voorkeur voor het wonen in een stedelijke omgeving en dan trekt Hoeksche Waard minder. Senioren zijn vaak gehecht aan hun huidige woonomgeving en slechts een kleine groep verhuist over grotere afstand; maar ook die groep mobiele senioren vindt de 1 nabijheid van voorzieningen belangrijk. Al met al neemt de groep potentiële vestigers voor de Hoeksche Waard, ook in de komende jaren, af.
De in deze paragraaf gepresenteerde cijfers zijn saldogegevens, het resultaat van vertrek- en vestigingsstromen. Het verdient aanbeveling om na te gaan welke motieven achter deze verhuisbewegingen liggen: redenen met betrekking tot de woning, woonomgeving, werk, etc.?
2.3.
Historische bevolkingsontwikkeling
De hierboven beschreven componenten van natuurlijke aanwas, buitenlandse migratie en binnenlandse migratie bepalen de ontwikkeling van het inwonertal. Figuur 2.5. Hoeksche Waard: bevolkingsontwikkeling, 1990-2009
1000 800 600
aantal
400 natuurlijke aanwas buitenlands saldo binnenlands saldo bevolkingsgroei
200 0 -200 -400
20 08
20 06
20 04
20 02
20 00
19 98
19 96
19 94
19 92
19 90
-600
Bron: CBS
1
Zie onder meer het rapport “Tussen groei en krimp in het Groene Hart”, Companen, januari 2010.
-8-
Figuur 2.5. laat mooi zien, dat de pieken en dalen van de bevolkingsontwikkeling synchroon lopen aan de ontwikkeling van de binnenlandse migratie. Dit wijst erop dat de Hoeksche Waard er in het verleden in elk geval wel in geslaagd is om mensen van buiten aan te trekken en er ook in slaagt om weer mensen te verliezen. Dit moet welhaast een samenhang hebben gehad met de omvang van de nieuwbouw, maar mogelijk ook met de prijs-kwaliteit-verhouding van het woningaanbod. Structureel laat de lijn van de bevolkingsontwikkeling zien, dat er in de afgelopen 20 jaar sprake is geweest van een afname. Tot 2007 nam het inwonertal nog toe en nadien is er sprake geweest van bevolkingskrimp. Deze recente bevolkingskrimp heeft zich in alle gemeenten van de Hoeksche Waard voorgedaan, met uitzondering van de gemeente Binnenmaas. Ontwikkeling woningvoorraad Ter referentie is in tabel 2.1. de ontwikkeling van de woningvoorraad in de afgelopen 10 jaar opgenomen. Tabel 2.1. Hoeksche Waard: ontwikkeling woningvoorraad, 1999-2009 Woningvoorraad 1999
Woningvoorraad 2009
Groei Woningvoorraad 1999-2009; abs
Binnenmaas
10.871
12.141
1.270
Cromstrijen
4.836
5.240
404
Korendijk
4.006
4.296
290
Oud-Beijerland
8.400
9.520
1.120
Strijen
3.657
3.799
142
31.770
34.996
3.226
Hoeksche Waard
In de periode 1999-2009 is de woningvoorraad in de Hoeksche Waard met ongeveer 3.200 woningen toegenomen. Het sterkst is de woningvoorraad in Binnenmaas en OudBeijerland toegenomen.
-9-
3. De kernenthermometer De gemeenten in de Hoeksche Waard hebben al lange tijd de beleidsruimte gekregen, om te voorzien in de lokale woningbehoefte op basis van migratiesaldo = 0. De analyse van de migratie voor de Hoeksche Waard als geheel wijst uit, dat dit tot en met 2005 is gelukt, maar dat nadien sprake was van een negatief binnenlands migratiesaldo. Sommige gemeenten / kernen zijn er wel in geslaagd om een migratiesaldo = 0 te behalen, maar andere gemeenten / kernen is het niet gelukt om die beleidsruimte in te vullen. Waarom is dat niet gelukt? Welke factoren / verklaringen liggen daaraan ten grondslag? Enige duiding van die ontwikkeling kan verkregen worden aan de hand van de kernenthermometer. In Bijlage 2 wordt dit instrument uitgebreid toegelicht.
3.1.
Twee typen verklaringsgronden
Voor de bevolkingsontwikkeling zijn twee typen verklaringen aan te wijzen: 1. In de eerste plaats is er sprake van factoren die samenhangen met een onvoldoende aanbod van woningen (aanbodfactoren). Onvoldoende nieuwbouw zorgt ervoor dat er meer vertrekkers zijn dan vestigers, dus een negatief migratiesaldo. 2. In de tweede plaats zijn er factoren die samenhangen met een achterblijvende vraag naar woningen. Zo is het denkbaar dat een eenzijdig woningaanbod in een kern, onvoldoende vragers trekt met als gevolg dat de woningwaarde onder druk komt te staan. Het onderscheid in aanbods- en vraagfactoren is vooral van belang in verband met beïnvloedingsmogelijkheden van beleid. Aanbodsfactoren zijn goed beïnvloedbaar door beleid. Als vraagfactoren een rol spelen, dan zijn die veel moeilijker te beïnvloeden door beleid. Voor de verdere analyse is het dan ook belangrijk om na te gaan hoe de verschillende kernen scoren op de criteria migratiesaldo en ontwikkeling van de woningwaarde. De wijze waarop de woningwaarde zich in de Hoeksche Waard heeft ontwikkeld, wordt in de volgende paragraaf gepresenteerd.
3.2.
WOZ-waarde
Met de huidige economische recessie is een eind gekomen aan de jarenlange stijging van de WOZ-waarde. Op dit moment is er sprake van een waardedaling, maar in de periode 2004-2009 was nog sprake van een forse stijging van de woningwaarde zoals uit figuur 3.1 blijkt.
- 10 -
Figuur 3.1: Ontwikkeling WOZ-waarde periode 2004-2009 voor de provincie Zuid-Holland en de Hoeksche Waard
Relatieve waardeontwikkeling (2004 = 100%)
Absolute waardeontwikkeling 300.000
200% 190%
260.000
180% 170%
220.000
160% 150%
180.000
140% 130%
140.000
120% 110%
100.000
100% 2004 Hoeksche Waard
2009 Zuid Holland
2004 Hoeksche Waard
2009 Zuid Holland
Bron: CBS
De gemiddelde WOZ-waarde van de woningen lag in de Hoeksche Waard in 2009 op € 264.000 en daarmee bijna 18% hoger dan voor de provincie Zuid-Holland als geheel. Dit verschil in woningwaarde heeft uiteraard alles te maken met de kwaliteit van het woningbezit. In de Hoeksche Waard zijn relatief veel eengezinswoningen aanwezig (vooral twee-onder-één-kappers, vrijstaande woningen en boerderijen) waarvan de woningwaarde veel hoger is dan voor de meergezinswoningen die met name in de (grote) steden staan. Voorts kan worden geconstateerd dat in de periode 2004-2009 de gemiddelde waarde van de woningen in de Hoeksche Waard iets meer is gestegen dan in Zuid-Holland. Dit vormt een eerste aanwijzig dat de woningmarktpositie van de Hoeksche Waard niet is verslechterd ten opzichte van de provincie als geheel. Het lijkt erop dat de woningmarkt van de Hoeksche Waard nog niet verzwakt is. De bovengemiddelde stijging van de WOZwaarde in de Hoeksche duidt erop dat het woningaanbod in deze regio schaarser is dan elders; er is in de markt meer ruimte om woningen te bouwen. De regio heeft ook altijd, zie onder meer de Regionale Woonvisie, de ambitie gehad om te bouwen voor een migratiesaldo = 0 en niet duidelijk is waarom dat in de afgelopen jaren niet gelukt is: is er een bewust beleid gevoerd om enige schaarste te creëren of waren er aanbodproblemen? In figuur 3.2 wordt de relatieve ontwikkeling van de WOZ-waarde per kern weergegeven voor de periode 2004-2009. Daaruit kan worden afgelezen welke kernen een achterblijvende of bovengemiddelde waardestijging hebben doorgemaakt. Als referentie is de WOZ-waarde voor de gemeenten in de Hoeksche Waard Hart aangehouden. Voor deze referentie is gekozen omdat in de verdere analyse centraal staat hoe de verschillende kernen in de Hoeksche Waard zich tot elkaar verhouden. De gemiddelde WOZ-waarde voor Zuid-Holland of van alle Zuid-Hollandse eilanden is geen bruikbare referentie omdat de gemiddelde WOZ-waarde in de Hoeksche Waard aanmerkelijk hoger ligt.
- 11 -
Figuur 3.2: Ontwikkeling van de WOZ-waarde per kern, periode 2004-2009
Bron: CBS.
Vastgesteld kan worden dat de verschillen in de ontwikkeling van de WOZ-waarde tussen de gemeenten niet erg groot is geweest. In de gemeente Strijen is de WOZ-waarde wat sterker gestegen dan in de andere gemeenten. Ook tussen de kernen zijn de verschillen in de ontwikkeling van de WOZ-waarde niet erg groot. Uitzonderingen hierop zijn de kernen Goudswaard en Mookhoek waar de WOZwaarde sterk is gestegen ten opzichte van het regionale gemiddelde en de kern Strijensas waar de WOZ-waarde aanmerkelijk minder is gestegen dan het regionale gemiddelde. De beoordeling van de afzonderlijke kernen moet echter met een zekere nuance gebeuren. Soms kan een beperkt aantal mutaties al een flinke invloed hebben op de ontwikkeling van de WOZ-waarde. Dit geldt zeker voor de allerkleinste kernen. Als in de afgelopen jaren in een zeer kleine kern bijvoorbeeld veel nieuwbouwwoningen in het hoge prijssegment zijn gerealiseerd, kan dit een vrij groot effect hebben gehad op de stijging van de gemiddelde woningwaarde.
3.3.
De Kernenthermometer
Op basis van de twee criteria ‘ontwikkeling van het migratiesaldo’ (zie paragraaf 3.1) en ‘ontwikkeling van de woningwaarde’ (zie paragraaf 3.2.) zijn de kernen in de Hoeksche Waard ingedeeld.
- 12 -
Figuur 3.3: Classificatie op basis van de criteria migratiesaldo en ontwikkeling woningwaarde Migratie
Bovengemiddeld Blijft achter
Woningwaarde
Uitstroom ‘druk op de ketel’ Kern C
Instroom ‘kansen voor
Legenda: •
Kern A: Instroom van elders, met bovengemiddelde
•
Kern B: Instroom van elders, met achterblijvende
•
Kern C: Uitstroom, met bovengemiddelde
groei’
waardeontwikkeling.
Kern A
‘autonome
‘risico op
krimp’
overaanbod’
waardeontwikkeling.
waardeontwikkeling. •
Kern D: Uitstroom, met achterblijvende waardeontwikkeling.
Gemeente X Kern D
Kern B
Het kwadrant uit figuur 3.3 bevat twee factoren: migratiesaldo en woningwaardeontwikkeling. Daar waar deze waarden afwijken van het gemiddelde, leidt dit tot vier mogelijke richtinggevende uitkomsten: 1. Kern A: Instroom van elders, met bovengemiddelde waardeontwikkeling. Deze gemeenten of kernen wisten mensen aan te trekken (er was dus meer aanbod door nieuwbouw dan alleen voor de eigen behoefte noodzakelijk), maar toch stegen de prijzen bovengemiddeld hard. Er lijkt potentie voor nog sterkere groei; het aanbod is groot maar de vraag is nog groter. 2. Kern B: Instroom van elders, met benedengemiddelde waardeontwikkeling. Deze gemeenten of kernen realiseerden zoveel woningen dat instroom mogelijk was. De woningwaarde bleef echter wel achter. Dit zijn signalen van marktverzadiging, na een periode van stevige groei: de vraag is vrij groot, maar het aanbod nog groter. 3. Kern C: Uitstroom, met bovengemiddelde waardeontwikkeling. Dit duidt erop dat gemeenten of kernen onder druk staan: de woningwaarde steeg als gevolg van schaars aanbod. Deze gemeenten of kernen hebben potentie om meer te groeien: de vraag is groter dan het aanbod. 4. Kern D: Uitstroom, met benedengemiddelde waardeontwikkeling. Deze gemeenten of kernen raakten netto huishoudens kwijt. De achterblijvende woningwaarde maakt duidelijk dat er geen grote marktdruk is. Nuancering Verschillende kernen hebben te maken gehad met een klein negatief of positief migratiesaldo (grens: 1% bevolkingsafname of -toename) of een geringe waardedaling of -stijging (grens: 1% waardedaling of -stijging); deze kernen zijn in de analyse als tussencategorie geclassificeerd: “geen uitgesproken richting”en hebben in het kaartbeeld van de kernenthermometer en de diagrammen in Bijlage 1 een grijze kleur gekregen.
- 13 -
Figuur 3.4: Classificatie van kernen op basis van de criteria migratiesaldo en ontwikkeling woningwaarde
Bron: Companen.
Uit figuur 3.4. blijkt dat er een variëteit van kleuren / situaties aan de orde is. Er is niet sprake van een structureel patroon, waarbij bijvoorbeeld de kernen die het dichtst bij de regio Rotterdam liggen de meeste druk op de woningmarkt ervaren. De verklaring ligt genuanceerder (zie vervolg). De hierboven beschreven vier typen kernen hebben elk een eigen set verklarende factoren voor de ontwikkeling die zij hebben doorgemaakt. Dit kan als volgt worden samengevat.
- 14 -
Figuur 3.5: Overzicht van verklaringsgronden voor de vier typen kernen, ingedeeld naar migratiesaldo en ontwikkeling van de woningwaarde
Ontwikkeling woningwaarde bovengemiddeld Gebrek aan draagvlak in politiek
Ontwikkeling woningwaarde bovengemiddeld Vraagdruk door aantrekkelijke voorraad en/of woonomgeving
Gebrek aan draagvlak onder de bevolking Procedurele / institutionele belemmeringen Gebrek aan voortvarendheid bij ontwikkelaars
Vraagdruk door centrale ligging (veel voorzieningen) Vraagdruk door goede economische basis (veel werk) Vraagdruk door positieve PR (‘Kom wonen in …’) Relatief eenvoudig te ontwikkelen (Vinex)locaties
Ontwikkeling woningwaarde blijft achter
Vraaguitval door onaantrekkelijke voorraad en / of woonomgeving Vraaguitval als gevolg van VINEX-locaties elders Vraaguitval door geïsoleerde ligging Vraaguitval door verzwakte economische basis Onvoldoende PR over de huisvestingsmogelijkheden
‘Risico op overaanbod’ (kern B)
‘Autonome krimp’ (kern D)
Ontwikkeling woningwaarde blijft achter
‘Kansen voor groei’ (kern A)
Instroom (positief migratiesaldo)
‘Druk op de Ketel’ (kern C)
Uitstroom (negatief migratiesaldo)
Overaanbod, veel keuzemogelijkheden
Ter toelichting kan het volgende worden opgemerkt. 1. Kern A: Instroom van elders, met bovengemiddelde waardeontwikkeling. In deze kernen, met migratiegroei en een bovengemiddelde waardeontwikkeling, is vermoedelijk sprake van vraagdruk en de verklaringen moeten dan ook in die richting worden gezocht. Daarbij kan aan het volgende worden gedacht. • Vraagdruk door aantrekkelijke voorraad en / of woonomgeving. Door een gevarieerd aanbod van woningen en woonmilieus is de kern aantrekkelijk voor een brede vragersgroep; hierdoor worden in deze kernen vrijkomende woningen sneller verhuurd en verkocht. • Vraagdruk door centrale ligging (veel voorzieningen). Door een goed voorzieningenaanbod is een brede groep vragers geïnteresseerd om in deze kern te wonen. Dit geldt onder meer voor senioren die de nabijheid van voorzieningen belangrijk vinden, maar ook steeds meer jonge gezinnen vinden dit (beschikbaarheid kinderopvang, etc.) belangrijk. • Vraagdruk door goede economische basis (veel werk). Ook de aanwezigheid van een gevarieerde werkgelegenheidsstructuur is een trekker. • Vraagdruk door positieve PR (‘Kom wonen in …’). Een goede vermarkting van de Hoeksche Waard brengt de woonkwaliteit onder de aandacht van een breed publiek. Dit zorgt voor een toename van de woningvraag. • Relatief eenvoudig te ontwikkelen woningbouwlocaties.
- 15 -
Het positieve vestigingssaldo kon worden behaald doordat de woningbouw op rolletjes liep. Met name zal dit betrekking hebben op het kunnen realiseren van een uitbreidingslocatie; de ontwikkeling van inbreidingslocaties vergt over het algemeen veel meer tijd en zorgt er in veel gemeenten voor dat het woningbouwprogramma niet wordt gehaald. 2. Kern B: Instroom van elders, met benedengemiddelde waardeontwikkeling. In deze kernen, met migratiegroei en een achterblijvende waardeontwikkeling, is vermoedelijk sprake van overaanbod. Het aanbod is groter dan de vraag, maar de consument heeft wel veel keuzemogelijkheden. 3. Kern C: Uitstroom, met bovengemiddelde waardeontwikkeling. In deze kernen, met een uitstroom van inwoners en een bovengemiddelde waardeontwikkeling, is vermoedelijk sprake van te weinig aanbod van nieuwe woningen en de verklaringen moeten dan ook in die richting worden gezocht. Daarbij kan aan het volgende worden gedacht. • Procedurele / institutionele belemmeringen. Bij deze verklaring kan gedacht worden aan de lange proceduretijd die vaak gemoeid is met het ontwikkelen van nieuwbouwplannen. Met name de inbreidingsplannen vergen vaak veel tijd en vaak ook veel meer tijd dan bij de start van het bestemmingplan / bouwplan wordt verondersteld. Ook kan sprake zijn van institutionele belemmeringen, waarbij met name gedacht moet worden aan onvoldoende personeel en onvoldoende gekwalificeerd personeel. De afgelopen jaren was het moeilijk om nieuwe medewerkers voor de afdeling Bouw en Woningtoezicht aan te trekken; met name het beperkte ontwikkelingsperspectief voor nieuwe medewerkers in kleine gemeenten werkt daarbij remmend. • Gebrek aan voortvarendheid bij ontwikkelaars. Het is denkbaar dat er weliswaar voldoende bouwmogelijkheden waren, maar dat de ontwikkelaars zich minder geconcentreerd hebben op woningbouw in de kleine kernen en zich meer hebben gericht op de grote uitbreidingslocaties. 4. Kern D: Uitstroom, met benedengemiddelde waardeontwikkeling. In deze kernen, met een uitstroom van inwoners en een benedengemiddelde waardeontwikkeling, is vermoedelijk sprake van een lage woningvraag cq vraaguitval. Daarbij kan aan het volgende worden gedacht. • Vraaguitval door onaantrekkelijke voorraad en / of woonomgeving. • Vraaguitval als gevolg van VINEX-locaties elders. • Vraaguitval door geïsoleerde ligging. • Vraaguitval door verzwakte economische basis. • Onvoldoende PR over de huisvestingsmogelijkheden.
3.4.
Verklaringen
Algemeen De hier uitgewerkte classificatie naar kernen heeft zijn beperkingen en de uitkomsten moeten dan ook met nuance worden beoordeeld. Zo is bijvoorbeeld de kern Goudswaard getypeerd als een kern met “kansen voor groei”. In die kern zijn in de afgelopen jaren naar verhouding veel woningen gebouwd en hierdoor is sprake geweest van een positief migratiesaldo. In een dergelijke situatie is het risico aanwezig dat de druk op de
- 16 -
woningmarkt afneemt en zich uit in een minder dan gemiddelde stijging van de WOZwaarde. Echter, in Goudswaard was dat niet aan de orde. Daar is bij een positief migratiesaldo de gemiddelde WOZ-waarde meer dan gemiddeld gestegen. Daaruit zou men de conclusie kunnen trekken, dat er ogenschijnlijk nog sprake is van druk op de woningmarkt die in de praktijk niet wordt ervaren. De verklaring voor dit beeld in Goudswaard is mogelijk, dat er in de afgelopen jaren vooral (zeer) dure nieuwbouwwoningen aan de voorraad zijn toegevoegd, waardoor de WOZ-waarde meer dan gemiddeld is gestegen. Dit voorbeeld impliceert, dat figuur 3.4. met kennis van zaken over de werkelijk ontwikkeling in de afgelopen jaren moet worden geïnterpreteerd. Ontwikkeling per gemeente • Uit de voorgaande analyse kan worden afgeleid dat de WOZ-waarde van de woningen zich in de Hoeksche Waard in de afgelopen jaren nog goed heeft ontwikkeld. De WOZ-waarde ligt hoger dan gemiddeld in de provincie en die waarde is zelfs nog wat meer toegenomen in de periode 2004-2009 dan in Zuid-Holland als geheel. • Voorts blijkt dat in de gemeenten Cromstrijen, Korendijk en Strijen sprake is geweest van een negatief migratiesaldo in de afgelopen jaren, dat structureel van aard is geweest. Dit negatieve migratiesaldo is in de jaren tot 2005 nog gecompenseerd door een positief migratiesaldo in de gemeenten Binnenmaas en Oud-Beijerland, maar vanaf 2005 niet meer. Dit is vooral toe te schrijven aan het feit dat met name in OudBeijerland in de afgelopen jaren weinig is gebouwd. Dit is niet toe te schrijven aan een terugvallende vraagdruk ( de WOZ-waarde heeft zich goed ontwikkeld: stabiel tot licht bovengemiddeld), maar het gevolg van onvoldoende nieuwbouw. Blijkbaar waren er onvoldoende bouwmogelijkheden voor handen. • Een en ander wijst erop dat de Hoeksche Waard in de afgelopen jaren de potentie had om een migratiesaldo = 0 te behalen. Dit is niet gelukt omdat in een enkele gemeente (onder meer Oud-Beijerland) onvoldoende bouwplannen beschikbaar waren. De samenwerkende gemeenten in de Hoeksche Waard hebben de regionale bouwopgave verdeeld over de gemeenten en dit is de maat voor de woningbouw. Deze vorm van contingentering is strikt toegepast in de regio en heeft tot gevolg dat de woningmarktpotentie van de regio niet ten volle wordt benut. Bij meer flexibiliteit in de regionale woningbouwprogrammering hadden vermoedelijk meer mensen kunnen worden aangetrokken. De regio Hoeksche Waard zal moeten overwegen om een meer flexibele woningbouwprogrammering te hanteren, bijvoorbeeld door tijdelijke overheveling van “contingenten” tussen gemeenten toe te staan. Ontwikkeling per kern • Tussen de kernen zijn de verschillen in de ontwikkeling van de WOZ-waarde beperkt. Dit duidt erop dat de marktpositie van deze kernen niet sterk verschilt. In potentie is er in de meeste kernen voldoende vraag om meer nieuwbouw te realiseren, zonder dat dit een sterk drukkend effect op de ontwikkeling van de WOZ-waarde heeft. • Dit lijkt niet het geval te zijn in de kernen ’s-Gravendeel, Klaaswaal en NieuwBeijerland. In ’s-Gravendeel is de afgelopen jaren relatief veel gebouwd en dit heeft een prijsdrukkend effect gehad. Mogelijk staat de woonkwaliteit in de kernen Klaaswaal en Nieuw-Beijerland onder druk, met als gevolg dat de WOZ-waarde minder sterk is gestegen dan gemiddeld.
- 17 -
- 18 -
4. Toekomstige bevolkingsontwikkeling 4.1.
Drie prognosemethodieken
Om enig zicht te krijgen op een mogelijke ontwikkeling van de bevolking in de toekomst, zijn voor de Hoeksche Waard de uitkomsten van drie bevolkingsprognoses naast elkaar geplaatst. 1. De Pearl-prognose 2009 van het Planbureau voor de Leefomgeving en het Centraal Bureau voor de Statistiek. Dit is een trendprognose, waarbij de migratieontwikkeling uit het verleden als uitgangspunt wordt aangehouden voor de toekomst, tenzij het woningbouwprogramma voor de komende jaren structureel afwijkt van het bouwprogramma in voorgaande jaren. Na 10 jaar wordt het effect van de migratieontwikkeling uit de afgelopen jaren nog maar voor 50% als uitgangspunt genomen voor de periode van 10-20 jaar; het migratie-effect wordt dus getemperd. 2. De Primos-prognose 2009 van het Directoraat-Generaal Wonen. Ook dit is een trendprognose die in hoofdlijnen overeen komt met de achterliggende uitgangspunten van de Pearl-prognose. In de Primos-prognose is, meer dan de Pearl-prognose, het toekomstige woningbouwprogramma maatgevend. Als dat niet bekend is, wordt de migratietrend uit het verleden als uitgangspunt aangehouden. 3. De Zuid-Hollandse bevolkingsprognose 2010. In deze prognosemethodiek wordt gebruik gemaakt van een model dat afgeleid is van de Primos-prognose.
4.2.
Toekomstige ontwikkeling natuurlijke aanwas
De volgende figuur biedt inzicht in het natuurlijke verloop van de toekomstige bevolkingsontwikkeling in de Hoeksche Waard Figuur 4.1. Hoeksche Waard: ontwikkeling van de natuurlijke aanwas, 2009-2030 600 500 400
cbs pearl09 primos09 bp2010
200 100 0 -100 -200 -300 19 90 19 92 19 94 19 96 19 98 20 00 20 02 20 04 20 06 20 08 20 10 20 12 20 14 20 16 20 18 20 20 20 22 20 24 20 26 20 28
groei
300
- 19 -
De afname van de natuurlijke aanwas zet zich door. Het tempo waarin dit gebeurt, verschilt enigszins per prognose. De Pearl-prognose is hierin de meest optimistische; deze prognose gaat ervan uit dat de binnenlandse migratie wat minder negatief uitvalt, waardoor ook sprake is van een wat hoger aantal geboorten. De natuurlijke aanwas die nu nog rond de 250 personen per jaar, zal in de komende 5 tot 10 jaar onder de 0-lijn zakken en daarna verder afnemen. Dit is het gevolg van een stijging van de sterfte (samenhangend met de vergrijzing van de babyboom-generatie) en een daling van het aantal geboorten.
4.3.
Toekomstige ontwikkeling migratie
Toekomstige ontwikkeling buitenlandse migratie Figuur 4.2. Hoeksche Waard: ontwikkeling van de buitenlandse migratie, 2009-2030
400 350 300 250
saldo
200
cbs Pearl09 Primos09 BP2010
150 100 50 0 -50
19 90 19 92 19 94 19 96 19 98 20 00 20 02 20 04 20 06 20 08 20 10 20 12 20 14 20 16 20 18 20 20 20 22 20 24 20 26 20 28
-100
De drie prognoses beoordelen de buitenlandse migratie voor de Hoeksche Waard op eenzelfde wijze. Die buitenlandse migratie ligt voor de komende jaren rond de 0-lijn. Hierbij past de kanttekening dat de buitenlandse migratie voor Nederland als geheel en voor de afzonderlijke regio’s een wispelturig verloop kent, hetgeen samenhangt met het landelijke asielbeleid, het openstellen van de grenzen voor Oost-Europeanen, etc. Deze ontwikkelingen zijn echter voor de toekomst moeilijk te voorzien.
- 20 -
Toekomstige ontwikkeling binnenlandse migratie Figuur 4.3. Hoeksche Waard: ontwikkeling van de binnenlandse migratie, 2009-2030
600
400
saldo
200 cbs pearl09 primos09 bp2010
0
-200
-400
19 90 19 92 19 94 19 96 19 98 20 00 20 02 20 04 20 06 20 08 20 10 20 12 20 14 20 16 20 18 20 20 20 22 20 24 20 26 20 28
-600
Figuur 4.3. laat zien dat de ontwikkeling van de binnenlandse migratie voor de Hoeksche Waard door de Primosprognose en de Zuid-Hollandse bevolkingsprognose 2007 op een nagenoeg gelijke wijze worden getaxeerd. Per saldo zal de komende jaren sprake zijn van een vertrekoverschot van ongeveer 150 tot 200 personen per jaar. De Pearlprognose komt voor de komende 10 jaar uit op een vertrekoverschot van gemiddeld zo’n 100 personen per jaar en dit vertrekoverschot slaat op de lange termijn om in een vestigingsoverschot. Ook de andere twee prognoses komen voor de langere termijn (na 2020) uit op een minder groot vertrekoverschot. Deze uitkomst hangt samen met de gehanteerde methodiek: alle drie de prognoses gaan voor de langere termijn uit van een tempering van de migratieontwikkeling uit de afgelopen jaren.
4.4.
Toekomstige bevolkingsontwikkeling
De hierboven beschreven componenten van natuurlijke aanwas, buitenlandse migratie en binnenlandse migratie bepalen de toekomstige ontwikkeling van het inwonertal.
- 21 -
Figuur 4.5. Hoeksche Waard: bevolkingsontwikkeling per jaar, 2009-2030
1000 800 600
groei
400 cbs pearl09 primos09 bp2010
200 0 -200 -400
19 90 19 92 19 94 19 96 19 98 20 00 20 02 20 04 20 06 20 08 20 10 20 12 20 14 20 16 20 18 20 20 20 22 20 24 20 26 20 28
-600
De voorgaande analyse wijst uit, dat de natuurlijke aanwas en de buitenlandse migratie in de prognoses een stabiele factor zijn. De fluctuaties in de toekomstige bevolkingsontwikkeling worden met name veroorzaakt door de verwachte ontwikkeling van de binnenlandse migratie. De Pearl-prognose is de meest optimistische en gaat ervan uit dat het inwonertal in de Hoeksche Waard ongeveer stabiel zal blijven in de komende 20 jaar. Daarbij wordt wel aangenomen dat er na 2020 sprake zal zijn van een binnenlands vestigingsoverschot, hetgeen niet goed spoort met de ontwikkeling in de afgelopen 20 jaar. De Primos-prognose en de Zuid-Hollandse bevolkingsprognose komen uit op een geleidelijke afname van het inwonertal: bevolkingskrimp. Alle drie de prognoses zijn in meer of in mindere mate aan te merken als een trendprognose. De vraag rijst dan, of de bevolkingsontwikkeling (stabilisatie cq krimp) beïnvloed kan worden door het bouwen van meer woningen dan in het verleden is gebeurd. Immers, in de afgelopen 20 jaar waren er grote fluctuaties in positieve en in negatieve zin in de uitbreiding van de woningvoorraad en het lijkt erop dat dit zijn effect heeft gehad op de bevolkingsontwikkeling; in elk geval in de periode 1990-2005. Om dit te bepalen zijn met behulp van het Zuid-Hollandse prognosemodel varianten doorgerekend die uitgaan van een hoger bouwprogramma voor de Hoeksche Waard. Die berekeningen wijzen uit dat door meer woningbouw in de Hoeksche Waard iets meer personen worden aangetrokken van buiten de regio, maar het effect is vooral dat er meer woningen leeg komen te staan. Blijkbaar kunnen andere omliggende regio’s goed in hun eigen woningbehoefte voorzien, waardoor mensen uit die regio’s niet (meer) hoeven uit te wijken naar andere regio’s zoals de Hoeksche Waard. De groei van de woningbehoefte heeft ook betrekking op een toename van het aantal één- en tweepersoonshuishoudens, een doelgroep die zich meer aangetrokken voelt tot het stedelijk woonmilieu in plaats van het landelijk woonmilieu.
- 22 -
Bevolkingskrimp ligt op de loer. Daarbij is ervan uitgegaan dat de benodigde woningbouw ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd en tegenvallers bij de ene gemeente tijdelijk worden gecompenseerd in een andere gemeente door het toepassen van een flexibele regionale planning. Is dit laatste niet het geval, dan zal de bevolkingskrimp nog wat forser zijn.
4.5.
Huishoudensontwikkeling
Figuur 4.6. Hoeksche Waard: huishoudensontwikkeling, 2009-2030
39000 38000 37000 36000
aantal
35000
cbs pearl primos bp
34000 33000 32000 31000 30000
20 30
20 20
20 10
20 00
29000
jaar
Alle drie de prognoses gaan uit van een groei van het aantal huishoudens, maar de omvang van de groei verschilt per prognose. De Pearl-prognose is het meest optimistisch en de prognose van de provincie komt uit op de laagste groei van het aantal huishoudens. Voorts kan worden geconcludeerd dat de huishoudensgroei wel is afgevlakt ten opzichte van het verleden, maar tot 2025 / 2030 is nog sprake van huishoudensgroei. De huishoudenssamenstelling zal ook in de komende jaren aanzienlijk gaan veranderen (zie figuur 4.7).
- 23 -
Figuur 4.7. Hoeksche Waard: samenstelling huishoudens, 2009-2030
14000
12000
aantal
10000
2000 (CBS) 2010 (CBS) 2020 (BP2010) 2030 (BP2010)
8000
6000
4000
2000
0 1-pers
2-
2+
1-ouder
ov.
type
Uit figuur 4.7. blijkt dat het aantal gezinshuishoudens flink zal afnemen, terwijl anderzijds vooral het aantal eenpersoonshuishoudens sterk zal toenemen. Dit laatste is met name een gevolg van de vergrijzing.
4.6.
Gewenste uitbreiding van de woningvoorraad
In figuur 4.8 wordt voor de drie prognoses de huishoudensgroei voor de periode 20102019 gepresenteerd en de daarmee verbonden groei van de woningvoorraad.
- 24 -
Figuur 4.8. Hoeksche Waard: gewenste groei van de woningvoorraad, 2010-2019
3000
2500
2000 aantal 1500
1000 500 groei huishoudens
0 2000-10
primos 10/20
groei woningvoorraad bp 10/20 pearl 10/20
periode/prognose
Ten opzichte van de afgelopen jaren is er sprake van een aanzienlijke afname van de woningbehoefte. Ook als uitgegaan zou worden van een migratiesaldo = 0, en de Pearlprognose benadert dat uitgangspunt, dan nog is sprake van bijna een halvering van de woningbehoefte. In dat geval komt de woningbehoefte voor de Hoeksche Waard uit op ca 1.600 woningen voor de periode 2010-2019. De Primos-prognose ligt wat lager en de prognose van de provincie komt uit op een gewenste groei van de woningvoorraad met ca 1.000 woningen. Beschikbare plancapaciteit: pm
- 25 -
5. Bevolkingsontwikkeling: een omslag in denken
Bron: Volkskrant 14 oktober 2009.
5.1.
Bewustwording: startpunt voor het nieuwe denken
“De ruimtelijke context van bevolkingskrimp is heel belangrijk. In een (vaak aantrekkelijk) gebied waar al lang veel vraag is naar woningen, kan een afnemende vraag naar woningen de spanningen op de krappe woningmarkt doen verminderen. Lagere prijzen voor koopwoningen, kortere wachtlijsten voor huurwoningen en meer keuzevrijheid voor woningzoekenden zijn het mogelijke gevolg. In een overspannen woningmarkt lijken de positieve gevolgen van krimp dus doorslaggevend. In een (vaak minder aantrekkelijk) gebied kan het teruglopen van de vraag naast prijsdaling en een langere transactietijd (koopwoningen) echter ook leiden tot overschot en leegstand (huurwoningen). Hier lijken de negatieve gevolgen te overheersen. Dit voorbeeld maakt duidelijk dat bevolkingskrimp zowel positieve als negatieve ontwikkelingen kan versterken. ……. komt leegstand en sloop om de hoek kijken. De leefbaarheid is hierbij direct in het geding. Leegstand zet niet alleen de fysieke leefomgeving onder druk (verval, vandalisme), maar komt ook de sociale leefomgeving (aanzien, sociale samenhang, sociale veiligheid) niet ten goede. Als de wetten van de woningmarkt goed werken komt structurele leegstand vooral voor in de minst 2
aantrekkelijke delen van de woningmarkt.”
De ontwikkeling van de afgelopen jaren en de bevolkingsprognoses voor de toekomst wijzen op een bevolkingsdaling van 0 tot 200 inwoners per jaar. Er is nog wel sprake van een huishoudensgroei van 100 tot 200 huishoudens per jaar tot 2020 en deze groei vlakt in de 10 daarop volgende jaren af tot 0. Als bevolkingskrimp aan de horizon verschijnt en hierop geen passend beleid wordt geformuleerd, doet de markt zijn werk. Dit betekent op den duur leegstand, prijsdalingen en verval van de fysieke en sociale leefomgeving. Dit perspectief is niet aantrekkelijk en dat ‘schrikbeeld’ draagt er vermoedelijk ook toe bij, dat het ‘groeidenken’ nog steeds breed is geworteld in de samenleving en bij bestuurders. Maar krimp kan ook kansen bieden, zoals meer ruimte voor groen, minder druk op de woningmark, minder druk op de infrastructuur, etc. Sommige van die ontwikkelingen zijn beïnvloedbaar door beleid, andere niet.
2
Bron: Tijdschrift Demos, september 2009.
- 26 -
Het verschijnsel van een krimpende bevolking is geen nieuw fenomeen. Ook bevolkingsprognoses die een bevolkingsdaling laten zien, zijn niet nieuw. Toch mogen bevolkingsprognoses zich pas sinds kort op een grote belangstelling verheugen. Tot voor kort waren bevolkingsdaling en afname van het aantal huishoudens iets wat zich op de lange termijn voor zou gaan doen en vooral in andere regio’s speelde. Echter, voor Nederland als geheel is de krimp vanaf 2040 aan de orde en dit betekent dat steeds meer regio’s in Nederland vroeger of later te maken gaan krijgen met de bevolkingsdaling. En dit geldt ook voor de Hoeksche Waard. De inmiddels opgedane ervaring leert dat in een dergelijke situatie het volgende van belang is: • Een eerste stap bij het benaderen van dit verschijnsel is het verkrijgen van een brede consensus over de verwachte bevolkingsontwikkeling. Die brede consensus moet in de eerste plaats op regionaal niveau worden bereikt. Zo niet dan dreigt een slag om inwoners met diverse negatieve effecten: onnodige concurrentie, verstarring van de woningmarkt, verkeerde toevoegingen woningvoorraad, etc. De samenwerkende gemeenten in de Hoeksche Waard moeten het onderling eens worden welke bevolkingsontwikkeling als uitgangspunt wordt genomen voor de verdere beleidsontwikkeling. Die consensus raakt niet alleen de gemeenten, maar ook de maatschappelijke organisaties die in de Hoeksche Waard werkzaam zijn. Kortom: er moet een breed maatschappelijk draagvlak gaan ontstaan voor te verwachten bevolkingsontwikkeling. Om dit denken te bevorderen is in de voorgaande hoofdstukken informatie opgenomen over de bevolkingsontwikkeling. Voor een deel zijn dit feiten, historische gegevens. Maar deels betreft het ook inschattingen, die onzeker zijn en mogelijk ook beïnvloed kunnen worden door het voeren van beleid. In een brede discussie in regionaal verband in de Hoeksche Waard moet meer duidelijkheid ontstaan over wat de meest haalbare bevolkingsontwikkeling is en wat dit aan beleidsmaatregelen vergt. • In de tweede plaats is het van belang om de regionale samenwerking te versterken. Niet alleen tussen gemeenten, maar ook met en tussen de maatschappelijke organisaties onderling. De praktijk leert dat samenwerking innovatieve oplossingen biedt, niet om de bevolkingskrimp te bestrijden, maar wel om de gevolgen van de bevolkingskrimp voor de leefbaarheid te verzachten.
- 27 -
Bewustwording is niet op stel en sprong tot stand gebracht. Het is een proces en ervaringen in andere regio’s wijzen uit dat dit proces minimaal enkele jaren vergt. Het is zaak met gericht beleid te anticiperen op de komende bevolkingsontwikkeling. Zo heeft onderzoek uitgewezen dat de waardedaling van woningen zich vooral voordoet in de aanloop naar de werkelijke bevolkingskrimp. Een gericht (woningbouw)beleid kan die ontwikkeling beïnvloeden.
5.2.
Bevolkingskrimp: kansen voor een sterkere samenleving
Bevolkingskrimp is zeker niet alleen maar kommer en kwel. In onderstaand overzicht is een aantal aspecten weergegeven die veranderen in de omslag van groei naar krimp. Daaruit blijkt dat de bevolkingskrimp tal van kansen biedt om tot een sterkere samenleving te komen. Krimp, ook economische krimp, blijkt in de praktijk de belangrijkste drijfveer te zijn voor innovatie en verbetering van de leefomgeving. Van bevolkingsgroei …..
……… naar bevolkingskrimp
Kwantiteit
Kwaliteit
Nieuwbouw
Sloop en herstructurering
Woningtekort
Woningoverschot / evenwicht
Druk op ruimte en milieu
Ontlasting van ruimte en milieu
Nieuwe bedrijventerreinen
Revitaliseren bestaande bedrijventerreinen
Concurrentie om arbeidsplaatsen
Concurrentie om inwoners en arbeidsplaatsen
Werkloosheid
Krapte op arbeidsmarkt
Mismatch op arbeidsmarkt
Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt
Afscheid als ouderen als werknemer
Investeren in ouderen werknemers
Congestie op snelwegen
Afnemende fileproblematiek
Uitbreiding van voorzieningen
Clustering van voorzieningen met behoud van kleinschaligheid
Bron: Derks, 2009
Recent is door de Commissie Ruimtelijke Inrichting en Bereikbaarheid van de SER het ontwerpadvies “Bevolkingskrimp benoemen en benutten” (januari 2011) uitgebracht. Daarin wordt nader in gegaan op de gevolgen van de bevolkingskrimp voor de terreinen woningvoorraad, bedrijventerreinen, onderwijs, zorg en welzijn, detailhandel, mobiliteit en infrastructuur en de arbeidsmarkt. De knelpunten worden benoemd en tal van aanbevelingen zijn geformuleerd hoe die knelpunten kunnen worden aangepakt. Knelpunten Woningvoorraad
Risico van waardedaling, leegstand en verloedering, vooral in sociaal zwakkere wijken. Herstructurering is kostbaar en wordt bemoeilijkt door particulier woningbezit.
- 28 -
Aanbevelingen • Zorg als gemeenten en woningcorporaties dat potentieel geïnteresseerde partijen met elkaar om de tafel gaan zitten, gericht op een succesvolle aanpak van de integrale transformatieopgave. In Parkstad Limburg wordt hiermee geëxperimenteerd. • Denk hierbij bovengemeentelijk en stem woningbouwplannen op regionaal niveau af, rekeninghoudend met de toekomstige demografische ontwikkelingen.
•
•
•
Bedrijventerreinen Risico van verloedering verouderde bedrijventerreinen door leegstand en achterstallig onderhoud. Onvoldoende middelen voor herstructurering
•
•
•
Onderwijs Teruglopende leerlingenaantallen in primair en voortgezet onderwijs leiden tot druk op kwaliteit van het onderwijs, versmalling van opleidingenaanbod in voortgezet onderwijs (inclusief MBO) waardoor aansluiting met regionale arbeidsvraag in gevaar komt. Continuïteit van (het vergrijsde) onderwijzend personeelbestand niet gewaarborgd.
•
•
•
•
•
•
Zorg en welzijn
•
Mede door bevolkingskrimp staan de kwaliteit en het aanbod van voorzieningen onder druk.
•
- 29 -
Betrek burgers bij het transformatieproces en heb oog voor de bestaande sociale samenhang van wijken. Zet in op ‘behoud dan wel creatie van (vastgoed)waarde’ om naast woningcorporaties ook andere private partijen voor een actieve deelname te interesseren. Zet fondsvorming in om publieke en private middelen te bundelen. Voorbeeld: Transformatiefonds Parkstad Limburg. Zorg als provinciale en gemeentelijke overheden voor regionale afstemming tussen gemeenten om overcapaciteit te voorkomen. Scherpe keuzes zijn nodig met de SER-ladder als richtsnoer. Experimenteer met nieuwe werkvormen voor de herstructurering van bedrijventerreinen in krimpregio•s. Voorbeeld: pilot in het Businessplan ROB Parkstad. Bundel de krachten door langetermijnplannen aan regionale herstructureringsen investeringsmaatschappijen te koppelen. Zoek daarbij gericht naar potentiële private partners, zoals vastgoedondernemers, ontwikkelaars en beleggers. Zorg als overheden voor bovengemeentelijke afstemming om tot een zinvolle inkrimping en spreiding van kwalitatief goed scholen te komen. Voorbeeld: Onderwijsautoriteit Zeeland. Maak als overheid maatschappelijke innovaties mogelijk door waar nodig bestaande knelpunten in wet- en regelgeving aan te pakken. Voorbeeld: Pilot geïntegreerde kindvoorziening voor 0-12 jarigen in de Marne (Groningen). Laat waar nuttig lokale ondernemers in de faciliterende sfeer hierbij een rol spelen: administratie, huisvesting, catering en vervoer. Werk als onderwijsinstellingen en bedrijfsleven meer samen en zorg voor afstemming van het onderwijs op de regionale economie. Voorbeeld: Stichting Engineering Noord. Schep als overheid voor onderwijsinstellingen ruimte voor het aantrekken en behoud van jonge leerkrachten. Zorg als rijksoverheid voor betere wederzijdse erkenning van diploma’s tussen buurlanden en richt het onderwijs in grensregio’s meer op taal en cultuur van buitenlandse buurregio’s. Richt je als overheid op de toegankelijkheid en kwaliteit van voorzieningen die van direct belang zijn voor de leefbaarheid en sociale samenhang. Voorbeeld: Pilot Masterplan Voorzieningenniveau Zeeuws-Vlaanderen. Combineer in gemeenten verschillende functies op een locatie. Dit biedt kansen voor zowel (semi-) publieke voorzieningen als voor commerciële diensten om te komen tot een optimalisering en flexibilisering van de
•
•
•
Detailhandel
•
Bevolkingsgerelateerde bedrijvigheid daalt. Risico leegstand op minst aantrekkelijke locaties. •
Mobiliteit en infrastructuur
•
Het reguliere openbaar vervoer komt (verder) onder druk te staan waardoor voor bepaalde groepen de bereikbaarheid van voorzieningen in gevaar komt.
•
Aanpassingen op de arbeidsmarkt
•
Arbeidsmarktknelpunten komen in krimpregio•s eerder en scherper aan het licht. De potentiële beroepsbevolking krimpt, jongeren en hoger opgeleiden trekken weg. Er is een mismatch tussen arbeidsvraag en –aanbod, met tekorten aan vaklieden (technici) en zorgpersoneel.
•
•
•
•
•
•
- 30 -
bedrijfsvoering en een hogere kwaliteit van de dienstverlening. Zorg bij bundeling en concentratie van voorzieningen en diensten voor een goede afstemming om de toegankelijkheid en bereikbaarheid niet in gevaar te brengen. Zet in op nieuwe vormen van zorgverlening en andere innovaties. Voorbeeld: Sociale innovatie in thuiszorg. Zet als bedrijven en instellingen verdergaande samenwerkingsverbanden op in de vorm van bijvoorbeeld gemeenschappelijke personeelspools van publieke en marktpartijen. Kaart als zorg- of welzijnsinstellingen concrete knelpunten op het gebied van coördinatie en samenwerking aan bij de NMa. Speel als ondernemers (met nieuwe of aangepaste producten) actief in op de demografische veranderingen. Voorbeeld: zorgboerderijen. Zorg als overheid voor een proactief overheidsbeleid dat ondersteunend en richtinggevend is door visieontwikkeling en regionale afstemming. Voorbeeld: retailstructuurvisie Parkstad Limburg. Zorg als overheid voor een optimale (ook digitale) ontsluiting van krimpregio’s. Zorg als overheden voor een goede fysieke bereikbaarheid van gebundelde voorzieningen, bijvoorbeeld door flexibele vraagafhankelijke vervoersystemen, zo mogelijk inspelend op initiatieven van ondernemers en burgers. Laat het nationale arbeidsmarktbeleid ook in krimpregio’s leidend zijn. Benut als (decentrale) sociale partners vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid de beschikbare regionale arbeidsmarktinformatie. Voorbeelden: vacaturespider (RWI) en www.banenrijklimburg.nl. Gebruik als sociale partners het Platform Bèta Techniek en de Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven om specifieke (regionale) opleidingsbehoeften kenbaar te maken. Bepaal als decentrale overheden op regionaal niveau of aanvullend beleid nodig is, gericht op de specifieke arbeidsmarktknelpunten. Organiseer je als bedrijfsleven en werk samen met regionale onderwijsinstellingen om een goede match tussen vraag en aanbod op de regionale arbeidsmarkt te bewerkstelligen. Voorbeeld: Zorgacademie Parkstad Limburg. Creëer als overheid ruimte voor regionale experimenten voor het ontwikkelen van nieuwe concepten. Vergroot de aantrekkingskracht van regionale arbeidsmarkten door innovatieve manieren van samenwerking en strategische personeelsvoering. Voorbeelden: Rotterdam
•
Carrièrestad en strategische personeelsplanning Sociale Werkvoorziening-marktpartijen Limburg. Verminder belemmeringen om aan de andere kant van de grens te kunnen gaan werken om zo de economische potenties in grensgebieden beter te benutten. Voorbeeld: Taskforce Grensoverschrijdende Samenwerking.
Bron: Ontwerpadvies “Bevolkingskrimp benoemen en benutten” (januari 2011) van de Commissie Ruimtelijke Inrichting en Bereikbaarheid van de SER.
Elke situatie kent zijn uitdagingen. Ook vijftig jaar geleden, toen er nog sprake was van een omvangrijke bevolkingsgroei, waren er tal van knelpunten op de woningmarkt op te lossen. Woningnood noopte tot omvangrijke en snelle woningbouw en benutting van onbebouwd gebied. Ook in een situatie van stabilisering of geleidelijke afname van de bevolkingsomvang zijn er knelpunten aan te pakken. Bovenstaand overzicht laat zien dat er tal van acties uitgevoerd kunnen worden om de negatieve effecten te temperen. Het begeleiden van die veranderende bevolkingsontwikkeling vergt inspanning van tal van organisaties. Een gedragen visie en samenwerking tussen de bestuursorganen en de maatschappelijke organisaties biedt kansen om de leefbaarheid in positieve zin te beïnvloeden. Het belang van het begeleiden van de bevolkingskrimp is mede gestimuleerd door de recent uitgebrachte publicatie “Van bestrijden naar begeleiden: demografische krimp in Nederland; beleidsstrategieën voor huidige en toekomstige krimpregio’s” van het Planbureau voor de Leefomgeving. In te zetten strategieën* Krimp bestrijden
Krimp begeleiden
Woningmarkt
Woningmarkt
Uitbreiden van de woningvoorraad Toestaan van tweede woningen Toestaan van functieverandering voormalige boerderijen Versterken van het woonimago Regionale economie Versterken van het werkimago van de regio, gericht op het aantrekken van nieuwe werknemers Aantrekken van nieuwe bedrijvigheid door: - acquisitie; - aanleg van nieuwe bedrijventerreinen; - het ontwikkelen van nieuwe concepten voor bedrijventerreinen; - het ontwikkelen van nieuwe economische sectoren en nieuwe clusters Uitbreiden van detailhandelsplannen Uitbreiden van onderwijsaanbod
Stimuleren van nieuwe woonconcepten Stimuleren van sloop en herstructurering Matigen en temporiseren van nieuwbouw Regionaal afstemmen Regionale economie
Stimuleren van sloop en herstructurering van winkelgebieden Reduceren van nieuwbouwprogramma’s voor winkelgebieden Ruimtelijke concentratie van voorzieningen Verhogen van de arbeidsparticipatie onder vrouwen en ouderen Verhogen van de arbeidsproductiviteit door investeren in innovaties Aanpassen en regionaal afstemmen van het bedrijventerreinenprogramma Ontwikkelen van nieuwe economische sectoren die aansluiten bij de kwaliteiten van de huidige (beroeps)bevolking Ontwikkelen van specifieke opleidingen om bestaande arbeidsaanbod en -vraag beter op elkaar te laten aansluiten
- 31 -
Regionaal afstemmen * De cursief gedrukte strategieën zijn niet bewust ingezet om krimp te bestrijden of begeleiden. Bron: “Van bestrijden naar begeleiden: demografische krimp in Nederland; beleidsstrategieën voor huidige en toekomstige krimpregio’s”; Planbureau voor de Leefomgeving, 2010.
- 32 -
Bijlage 1: Gemeenten en kernen in ‘het kwadrant’ In deze bijlage presenteren we per wijk / kern waar deze zich bevinden in ‘het kwadrant’ van groei en krimp (als gevolg van natuurlijke huishoudensontwikkeling en migratie), en marktdruk en –ontspanning (uitgedrukt in woningwaarde). Zie hoofdstuk 3 voor een uitleg.
Numansdorp
Blijft achter
Westmaas Maasdam Puttershoek
‘s-Gravendeel
Korendijk
woningwaarde
Piershil Goudswaard
Oud-Beijerland
Blijft achter
Nieuw-Beijerland
- 33 -
Instroom
Bovengemiddeld
Bovengemiddeld
Instroom
Zuid-Beijerland
Blijft achter
Woningwaarde
Klaaswaal
Oud-Beijerland Migratie Uitstroom
Migratie Uitstroom
Instroom
Bovengemiddeld
Instroom
woningwaarde
Bovengemiddeld
Cromstrijen Migratie Uitstroom
Heinenoord Mijnsheerenland
Blijft achter
Woningwaarde
Binnenmaas Migratie Uitstroom
Bovengemiddeld Blijft achter
Woningwaarde
Strijen Migratie Uitstroom
Strijen
Instroom
Mookhoek
Strijensas
- 34 -
Bijlage 2: Methodische verantwoording Kernenthermometer In dit onderzoek is het perspectief van de kernen verkend. Dat beeld is gebaseerd op een combinatie van de volgende criteria: huishoudensontwikkeling per kern, bevolkingsontwikkeling per kern, migratiesaldo per gemeente en ontwikkeling van de woningwaarde per kern. Tevens is de migratieontwikkeling per kern bepaald. Die gegevens worden niet door het CBS geregistreerd, maar zijn in dit onderzoek op de volgende wijze benaderd. • In de eerste plaats is de omvang van de eigen woningbehoefte (uitgaande van migratiesaldo = 0) per gemeente voor de periode 2003-2009 bepaald. Dit is gebaseerd op de ontwikkeling van de woningvoorraad in de periode 2003-2009 (CBS-cijfers) en het aantal vertrokken / gevestigde huishoudens ter grootte van het migratiesaldo. Door de omvang van de eigen woningbehoefte voor de periode 20032009 af te zetten tegen de woningvoorraad in 2003 wordt het groeipercentage verkregen. • Vervolgens is per kern het werkelijke groeipercentage van de woningvoorraad voor de periode 2003-2009 bepaald (CBS-cijfers). Kernen met een lager groeicijfer dan het berekende groeicijfer voor de gemeente als geheel bij een migratiesaldo = 0, hebben een negatief migratiesaldo (vertrekoverschot) gehad en in de kernen met een hoger groeicijfer was sprake van een positief migratiesaldo (vestigingsoverschot). Op basis van de twee criteria ‘ontwikkeling van het migratiesaldo’ en ‘ontwikkeling van de woningwaarde’ zijn de kernen in de Hoeksche Waard ingedeeld in vier soorten kernen. Figuur: Classificatie op basis van de criteria migratiesaldo en ontwikkeling woningwaarde Migratie
Bovengemiddeld Blijft achter
Woningwaarde
Uitstroom ‘druk op de ketel’
Kern C
Instroom ‘kansen voor
Legenda: •
Kern A: Instroom van elders, met bovengemiddelde
•
Kern B: Instroom van elders, met achterblijvende
•
Kern C: Uitstroom, met bovengemiddelde
groei’
waardeontwikkeling.
Kern A
‘autonome
‘risico op
krimp’
overaanbod’
waardeontwikkeling.
waardeontwikkeling. •
Kern D: Uitstroom, met achterblijvende waardeontwikkeling.
Gemeente X
Kern D
Kern B
- 35 -
Memo Aan: Raadsledenoverleg d.d. 12-12-2012 Van: A.J. Moerkerke Betreft: Stellingen herijking uitgiftebeleid bedrijventerreinen Hoeksche Waard
1. In economisch slechte tijden moet de markt leidend zijn bij de formulering van het nieuwe uitgiftebeleid
2. Herprogrammering van bedrijventerreinen (fasering/uitstel/afstel) is een oplossing voor de regio om de economische aantrekkingskracht van de Hoeksche Waard te vergroten.
1
PROJECTOPDRACHT Herijking Uitgiftebeleid
Domein Programma Project + proj.nr. Datum BOG AOG Projectleider
: : : : : : :
Pfo economie
Economie S2 Werken S2.1 Herijking uitgiftebeleid bedrijventerreinen 25 september 2012 AJ. Moerkerke A.Monster J. Ridderhof
1. Inleiding/aanleiding Recent is de sociaal economische visie en het bijbehorende uitvoeringsprogramma in de regio vastgesteld. Binnen het speerpunt “Inzetten op sterke werklocaties” zijn twee acties opgenomen die in deze projectopdracht aandacht krijgen. Het betreft de herijking van het uitgiftebeleid en de in het verleden gemaakte programmeringafspraken. Vanwege de huidige economische situatie, het uitgiftetempo op de bedrijventerreinen en de plannen voor nieuwe bedrijventerrein heeft de uitvoering van dit projectplan een bestuurlijke urgentie. 2. Situatiebeschrijving/context Al meer dan 10 jaar geleden hebben de gemeenten in de Hoeksche Waard afspraken gemaakt over het uitgiftebeleid en de te ontwikkelen bedrijventerreinen. De afspraken waren in die tijd in relatie tot het “groeidenken” logisch en te onderbouwen. Het huidige economisch klimaat is structureel gewijzigd. Het denken dat de bedrijventerreinen vanzelf vol lopen is veranderd in het denken hoe we de ondernemers het beste kunnen faciliteren zodat zij voor de regio behouden blijft. Dit vraagt om keuzes. Keuzes over het uitgiftebeleid en op welke locaties er voldoende potentie is om nieuwe bedrijven aan te trekken. Er is de urgentie om nu op korte termijn het bestaande beleid te herijken. 3. Doelstelling en resultaatverwachting (SMART) Het resultaat van dit project is een analyse van de markt voor bedrijventerreinen, een antwoord op de vraag of een aanpassing van het uitgiftebeleid in de huidige markt noodzakelijk is en bij positieve beantwoording een concept-uitgiftebeleid. Voorts wordt een doorkijk gegeven naar eventueel logische vervolgstappen als de herijking van het regionaal bedrijventerreinprogrammering. 4. (Bestuurlijke) Randvoorwaarden en afbakening beleidskaders/beleidsvelden Het project beslaat het lokale en regionale uitgiftebeleid en de programmering van bedrijventerreinen in de Hoeksche Waard. 5. Aanpak Om tot een goede analyse te komen worden er een aantal stappen doorlopen. I Inventarisatiefase Stap 1a: Vraaganalyse (deskresearch) In deze fase wordt op basis van bestaand materiaal een vraaganalyse opgesteld. Hierbij wordt op basis van de Stec rapporten uit 2008 en 2012 en het Ecorys-rapport uit 2012 de kwantitatieve en kwalitatieve vraag in beeld gebracht. Stap 1b: Vraaganalyse (marktonderzoek) In deze fase wordt een onderzoek uitgevoerd naar de vestigingscriteria van de Hoeksche Waardse ondernemers. Hierbij wordt bijvoorbeeld binding met een dorp meegenomen maar ook zaken als ontsluiting, kwaliteit, image en positionering. Tevens wordt bij de ondernemers uit de Hoeksche Waard, ook potentieel geïnteresseerde bedrijven buiten de HW en ontwikkelaars van lokale bedrijventerreinen en Bedrijvenpark Hoeksche Waard nagegaan hoe zij tegen de vraag naar bedrijfskavels op locale
Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard (SOHW) 1-4
PROJECTOPDRACHT Herijking Uitgiftebeleid
Pfo economie
bedrijventerreinen en het regionale bedrijventerreien in de Hoeksche Waard het bestaande beleid, de ontwikkeling van lokale terreinen en het Bedrijvenpark Hoeksche Waard aankijken. Bij het onderzoek wordt heel nadrukkelijk het bedrijfsleven in de Hoeksche Waard betrokken. Mogelijk is ook om de ontwikkelende partijen van lokale terreinen en het Bedrijvenpark Hoeksche Waard hierbij te betrekken. De vorm van het onderzoek kan in overleg met partijen als KvK en OHW worden vormgegeven. Stap 1c: Aanbodanalyse In deze fase worden o.a. de volgende zaken geïnventariseerd: Stand van zaken en planning bedrijventerreinen (hard en zacht aanbod) op gemeentelijk niveau. Inventarisatie uitgangspunten bedrijventerreinen (kwalitatieve kenmerken zoals kavelgrootte, bouwhoogte milieucategorie etc). Inventarisatie herstructureringsopgave. Inventarisatie verhuisbewegingen op bedrijventerreinen van de afgelopen vijf jaar. Hierbij wordt ook in beeld gebracht welke bedrijven de afgelopen vijf jaar de Hoeksche Waard verlaten hebben en, indien mogelijk, waarom. Inventarisatie van de bestaande afspraken over het uitgiftebeleid. In beeld brengen hoe gemeenten nu op lokaal niveau omgaan met het bestaande beleid. II Analysefase & Resultaatfase Stap 2: analyserapport en voorstel uitgiftebeleid De uitkomsten van stap 1 worden geanalyseerd en verwerkt in een analyserapport en een voorstel aan het pfo en de colleges en raden, waarin een bestuurlijk/politieke keus op het gebied van het uitgiftebeleid wordt voorgelegd met mogelijk een nieuw concept uitgiftebeleid. Ook economische partners worden op de hoogte gebracht van de uitkomst van het analyserapport. Voorts zal een voorstel worden gedaan om te komen tot programmeringsafspraken over de uitgifte van bedrijventerreinen tot 2020. Het daadwerkelijk maken van de programmeringsafspraken valt buiten de scope van deze projectopdracht. Afhankelijk van de uitkomst van deze opdracht zou de vervolgactie zijn om programmeringsafspraken te maken en vast te leggen in een convenant tussen de 5 gemeenten. 6. Betrokken afdelingen en externe betrokkenen/collega’s projectgroep Het project valt onder de verantwoordelijkheid van de PFO Economie. Bestuurlijk trekker is A.J. Moerkerke. Ambtelijk opdrachtgever is A. Monster en de projectleider is J. Ridderhof. Er is een interne projectgroep bestaande uit ambtenaren uit de vijf gemeenten en een projectleider en de programmamanager. Tevens ondersteunt Gerard Nijensteen vanuit REO ZHZ het proces. De externe projectgroep bestaat uit een vertegenwoordiging van de ondernemersvereniging Hoeksche Waard, de KvK, de projectleider en de programmamanager van het SOHW. Twee ontwikkelingsbedrijven (Bedrijvenpark Hoeksche Waard en Ontwikkelingsmaatschappij Proeftuin BV) en Ooms makelaars zullen actief vanuit de externe projectgroep worden benaderd omdat zij concrete informatie hebben over verhuiswensen van ondernemers binnen en buiten de Hoeksche Waard. Tot slot zal er tweemaal een interne stuurgroep bijeenkomen om de voortgang van het project te bespreken. In de stuurgroep zitten bestuurlijk opdrachtgever burgemeester A.J. Moerkerke, ambtelijk opdrachtgever A.Monster, programmamanager M. Roobol en de projectleider J. Ridderhof.
Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard (SOHW) 2-4
Pfo economie
PROJECTOPDRACHT Herijking Uitgiftebeleid
7. Globale inschatting capaciteit in uren formatie en budget Capaciteit In de onderstaande tabel is een globale inschatting opgenomen van de benodigde ambtelijke capaciteit. Okt 2012 Nov 2012 Dec 2012 Jan 2013 Projectleider Programmamanager Projectmedewerker
30 uur 15 uur 10 uur
40 uur 15 uur 10 uur
40 uur 15 uur 10 uur
50 uur 15 uur 10 uur
Werkzaamheden projectleider Het voorzitten van de interne en externe projectgroepvergaderingen; Het voorbereiden en begeleiden van het werk van een extern bureau dat zorgt voor het onderzoek naar de vestigingscriteria van ondernemers in de Hoeksche Waard. De werkzaamheden van het externe bureau worden met de projectgroepen besproken. Werkzaamheden programmamager Het begeleiden van de regionale besluitvormingsprocedure. Werkzaamheden projectmedewerkers Het reageren en meedenken met het project. Het actief verzamelen van de benodigde informatie (aanbodanalyse); Participeren in de projectgroepvergaderingen; Het begeleiden van de besluitvormingsprocedure binnen de eigen gemeente. Secretariële capaciteit De SOHW verzorgt de benodigde secretariële ondersteuning bij de vereiste administratieve handelingen. Met name is dit van belang bij het plannen van vergaderingen en bij de selectie van het externe bureau en het administratieve verkeer dat daarmee samenhangt. Budget De SOHW beoogt middels de burap een budget van € 15.000 vast te laten stellen. Het Dagelijks Bestuur van het SOHW heeft op 19 september 2012 besloten dit voor te financieren en te dekken uit de aangepaste begroting op basis van de burap. Indien dit niet mogelijk is, zijn de individuele gemeenten bereid het budget vanuit de eigen gemeentelijke begroting te dekken. Het budget wordt verder aangevuld door een bijdrage van Bedrijvenpark Hoeksche Waard van maximaal € 15.000. De Kamer van Koophandel heeft (nog onder voorbehoud van bestuurlijke goedkeuring) een bedrag van € 5000,- toegezegd. In totaal is er dus projectbudget van circa € 35.000,- beschikbaar.
Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard (SOHW) 3-4
PROJECTOPDRACHT Herijking Uitgiftebeleid
8. Tijdpad en procedure Datum Wie 9 okt 2012 Week 41 Week 44
Pfo economie Interne PG Interne PG
Week 44
Externe PG
Week 44
Interne stuurgroep DB
18 oktober 2012 13 nov 2012 Week 46 Week 47 Week 47-48 Week 49 Week 49 Week 49 11 dec 2012 Week 51-52 15 jan 2013 Jan 2013 Feb 2013
Pfo economie Interne PG Externe PG Extern bureau Interne PG Externe PG Interne stuurgroep Pfo economie Projectgroepen Pfo economie DB Colleges & Raden
Pfo economie
Wat Vaststellen projectopdracht Werkafspraken maken Uitkomsten stap 1a, 1b, 1c, bespreken plus offerte stap 1b en 2 Uitkomsten stap 1a, 1b, 1c bespreken plus offerte 1b en 2 Uitkomsten stap 1a, 1b, 1c bespreken plus offerte 1b en 2 Vaststellen projectopdracht Mondelinge terugkoppeling plus opdracht 1b Afronding stap 1a en1c plus bespreken 1b Afronding stap1a en 1c plus bespreken 1b Uitvoeren onderzoek vraaganalyse stap 1b Afronding stap 1b, stap 2, werkafspraken Afronding stap 1b, stap 2 Bespreking voortgang Presentatie uitkomsten fase 1a-1c en voorstel fase 2 stap 2 stap 2 stap 2 stap 2
9. Risico’s Met het onderzoek kan het imago van de verschillende bedrijvenparken worden beschadigd waardoor mogelijk financiële schade wordt geleden. Dit moet worden voorkomen.
Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard (SOHW) 4-4