VERGADERSCHEMA 2013 gemeenteraad Sliedrecht (versie 9 juli 2012)

VERGADERSCHEMA 2013 gemeenteraad Sliedrecht

September

Oktober

November

December

23

6 en 20

5

3

7

12

ma 14

12

12 en 26

do 25

ma 10 en 25

10

8

12

17

17

14

14

4

7

13

4

12

10

14

19

10

29

26

26

16

21 (jaar-

25

16

24

22

26

januari 2014

Plaatsing tbv raadsvergadering Raadsvergadering

31

28

27

18

23

27

11 +2

8

12

12

9

7

4 (jaarrekening, incl.

9 en 10

GRD &- ZHZ e.a.) (VNG-congres)

(kadernota)

11

2

11

Drechtraad/carrousel

2

Informatieve bijeenkomst Overige bijeenkomsten raad (training, werkbezoeken e.d.) Auditcommissie (19.00-20.30 uur)

2

4 4 2

Presidium (aanvang 20.00 uur) Voorzitterspoule (19.00-20.00 uur)

Augustus

April

7 en 21

juli

Maart

7

Juni

Februari

10

Mei

Januari Verzending naar de Agendacommissie Agendacommissie (19.00-19.50 uur) Plaatsing tbv Opiniërende bijeenkomst Opiniërende bijeenkomst

2013 11

(versie 9 juli 2012)

(begroting)

rekening, incl. GRD &- ZHZ)

15

5

5

2

14

19

26

24

28

10

8

12 en 13

3

1

18

5

19

17

ma 15

15

(jaarrekening)

ma 25 22

ma 27

10

(begroting)

27 19

22

29

ma 23 17

ma 25

3

TOELICHTING • Als reserve data voor de raadsvergadering zijn de avonden direct na raadsvergadering gepland: 9 jan, 13 feb, 13 mrt, 10 apr, 8 mei, 5 jun, 11 jul, 11 sep, 9 okt, 14 nov, 11 dec • De vergaderingen van de raad zijn op dinsdag (m.u.v. de extra avonden 10 juli en 13 november) en beginnen om 20.00 uur in het Raadhuis • Andere vergaderingen vinden in de avond plaats op een nader te noemen tijdstip (zie hierboven). 2012 Kerstvakantie (regio midden) Nieuwjaarsdag Nieuwjaarsreceptie Sliedrecht Nieuwjaarsreceptie Drechtsteden Voorjaarsvakantie Biddag voor gewas en arbeid Goede vrijdag Tweede Paasdag Koninginnedag Meivakantie (regio midden) Bevrijdingsdag Hemelvaart Tweede Pinksterdag VNG-congres Zomervakantie (regio midden) Herfstvakantie Dankdag voor gewas en arbeid Kerstvakantie (regio midden) Eerste en Tweede Kerstdag Oudejaarsdag

: 22 december 2012 t/m 6 januari 2013 : 1 januari 2013 : x januari 2012 : x januari 2012 : 16 t/m 24 februari 2013 : 13 maart 2013 : 29 maart 2013 : 1 april 2013 : 30 april 2013 : 27 april t/m 5 mei 2013 : 5 mei 2013 : 9 mei 2012 : 20 mei 2013 : 4 en 5 juni 2013 : 20 juli t/m 1 september 2013 : 19 t/m 27 oktober 2013 : 6 november 2013 : 21 december 2013 t/m 5 januari 2014 : 25 en 26 december 2013 : 31 december 2013

2

Aan de leden van de gemeenteraad Sliedrecht

Datum 12 juli 2012

Hierbij bieden wij u bijgevoegde stukken aan voor:

Bijlagen 1

Ons kenmerk Zaaknr.

besluitvorming zienswijze kennisname

B&W besluit 10 juli 2012

Geheimhouding op grond van de Wet openbaarheid van bestuur n.v.t.

Portefeuillehouder A.G.M. van de Vondervoort

Fatale termijn nee

Onderwerp

College informatiebrief.

Wat wordt gevraagd

Kennis nemen van de mededeling van de portefeuillehouders.

Toelichting

In de College informatiebrief komt het volgende onderwerp aan de orde: 1. Hulp bij Thuisadministratie 2. Continuering proef droog en herbruikbaar huishoudelijk afval tot het einde van het jaar 3. DuPont 4. Feitenonderzoek Derde Merwedehaven 5. Vervanging ontzwavelingsinstallatie en fakkelinstallatie stortplaats Derde Merwedehaven 6. Jaarlijkse opbrengsten hondenbelasting versus uitgaven bestrijding overlast door honden

Bijgaande stukken

College informatiebrief d.d. 10 juli 2012

Ambtelijk contactpersoon

H.W. Langhorst Tel. nr. (0184) 495 5940

Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de waarnemend burgemeester,

J.H. Koetsenruijter Kopieën aan: Archief

A.G.M. van de Vondervoort

College informatiebrief Onderwerp:

mededelingen portefeuillehouders

Datum:

10 juli 2012

Portefeuille A.G.M. van de Vondervoort (geen onderwerpen)

Portefeuille J.A. Lavooi 1. Hulp bij Thuisadministratie Het college heeft op 19 juni jl. ingestemd met de aanvraag en het plan van aanpak van de Stichting Welzijnswerk Sliedrecht met betrekking tot Hulp bij Thuisadministratie (Maatjesproject). De Stichting geeft hiermee invulling aan een wens vanuit de gemeenteraad om kwetsbare inwoners te ondersteunen bij problemen met de thuisadministratie. Het betreft een extra subsidie van € 17.500 per jaar. Het college wil dit project inzetten voor de duur van 2 jaar. In het Wmo-beleidsplan Sliedrecht 2012-2015 is een structureel bedrag uitgetrokken van € 204.194 per jaar voor nieuw beleid, waaronder Hulp bij Thuisadministratie. Dit plan is op 21 februari 2012 door uw gemeenteraad vastgesteld. Daarbij is vastgelegd dat het college nog nadere voorstellen zal doen voor de specifieke kosten per deeltaak. Met het voornoemde collegebesluit van 19 juni wordt hiermee invulling gegeven aan één van die extra beleidstaken. Hiermee is naar de mening van uw gemeenteraad weliswaar niet naar de letter van het raadsbesluit van 21 februari jl. gehandeld, maar wél naar de geest. Omdat de extra uitvoeringskosten vanaf 2012 nog niet zijn toegewezen aan het programmabudget Wmo, wil het college voorstellen om dit met de vaststelling van de bestuurlijke rapportage door uw gemeenteraad op 13 en 14 november a.s. alsnog te realiseren.

Portefeuille J.P. Tanis (geen onderwerpen)

Portefeuille A. de Waard 2. Continuering proef droog en herbruikbaar huishoudelijk afval tot het einde van het jaar Op 26 april 2011 heeft de gemeenteraad besloten deel te nemen aan de praktijkproef droog en herbruikbaar huishoudelijk afval. In de blauwe container mogen naast oud papier ook onder andere plastic, metalen, textiel en hout. De doelstelling van de proef is inzicht te krijgen in de mogelijkheden op het gebied van materiaalhergebruik van huishoudelijk afval.

–2–

De resultaten van de proef het afgelopen jaar zijn erg positief. Uit metingen blijkt dat er al 35 kilogram minder restafval per inwoner wordt aangeboden. Deze vermindering van de hoeveelheid restafval (18%) is een prachtig resultaat en goed voor het milieu. Uit sorteeranalyses blijkt dat er nog wel een grote hoeveelheid droog en herbruikbaar afval in het restafval zit, er is dus nog veel winst te behalen. Om een betrouwbaar beeld te krijgen en een definitief oordeel te vellen over het slagen van de proef droog en herbruikbaar afval is meer tijd nodig. Uit een bewonersonderzoek en een bewonersavond blijkt dat het overgrote deel (ruim 85%) van de bewoners tevreden is over de proef en graag door wil gaan met deze gemakkelijke wijze van afvalscheiding. De proef wordt tot het einde van het jaar kostenneutraal gecontinueerd waarbij meerkosten voor rekening HVC komen. In de praktijk blijkt vooral de capaciteit van de blauwe container voor droog en herbruikbaar afval bij een inzamelfrequentie van eens in de drie weken te weinig. Reacties hebben vooral betrekking op de zomerperiode waarin het groente-, fruit- en tuinafval in de groene container stankoverlast geeft. Vanaf juli is het inzamelschema aangepast en wordt de ene week de blauwe en de andere week de groene minicontainer leeggemaakt. Omdat de grijze container steeds minder gevuld wordt, blijft deze lediging eens in de drie weken plaatsvinden.

3. DuPont Naar aanleiding van de ingediende zienswijze op de ontwerp-beschikking revisievergunning voor DuPont hebben, in aanwezigheid van extern adviseur Johan Vollenbroek, op 7 mei en 4 juli 2012 gesprekken plaatsgevonden met DuPont en de provincie als bevoegd gezag. Inzet van de gemeente hierbij was om, met het oog op de veiligheid en gezondheid voor de inwoners van Sliedrecht, afspraken te maken met DuPont en de provincie over vermindering van de maximale-effectafstanden ingeval van een ramp met name bij de opstel- en verladingsplaats van de spoorketelwagons met waterstoffluoride (HF) en bij de verfopslag. Tevens is gesproken over mogelijkheden tot vermindering van de emissies naar de lucht van de meest gevaarlijke stoffen die door DuPont worden gebruikt. De gesprekken verliepen in een goede sfeer en waren constructief. Dupont heeft huiswerk meegekregen om de modelrisicoberekening opnieuw te doen ten aanzien van vermindering van de maximale-effectafstanden wat betreft de HF en de verfopslag op basis van de maatregelen en condities zoals die bij DuPont zijn dan wel zullen worden getroffen of aanwezig zijn. Op basis van een eerste indicatieve berekening zoals die door DuPont is gedaan is de verwachting gerechtvaardigd dat deze nieuwe modelberekening zal leiden tot significante vermindering van de daarbij behorende maximale-effectafstanden. DuPont zal de gemeente hier nog nader over informeren als zij haar huiswerk heeft gedaan. DuPont heeft ons tevens laten weten dat zij naar aanleiding van nieuwe inzichten in de emissies uit de Thermal Converter (afgasverbrander) mogelijkheden zien om de emissies met ca. 40% te verlagen. Deze lagere jaarvrachten zullen in de vergunning als voorschrift worden opgenomen. De provincie denkt het besluit in het najaar te nemen.

4. Feitenonderzoek Derde Merwedehaven De provincie heeft de portefeuillehouder milieu per brief van 2 juli 2012 op de hoogte gesteld van de aanvullende opdracht voor de hervatting van het feitenonderzoek door TNO. Op 5 juli 2012 heeft een gesprek plaatsgevonden met vertegenwoordigers van provincie, TNO en MWH over het feitenonderzoek en meer in bijzonder over de opdrachtformulering voor het onderzoek dat door MWH zal worden uitgevoerd naar de gestorte hoeveelheden asbesthoudend afval vanaf de opening van de stortplaats in 1993 tot 2003. Het onderzoek van MWH zal onderdeel uitmaken van het feitenonderzoek van TNO en zal in het rapport van TNO worden verwerkt. Het streven van MWH is om op dezelfde wijze te rapporteren als in het reeds uitgevoerde onderzoek over de periode 2003-2010. Een en ander hangt echter af van de beschikbaarheid van de gegevens en de inhoud van de beschikbare gegevens. Inzet is om alle relevante beschikbare informatiebronnen voor het

–3–

onderzoek ook te gebruiken. Dit geldt zowel voor het feitenonderzoek door TNO als het MWH-onderzoek. De opdrachtformulering voor zowel het feitenonderzoek door TNO als het MWH-onderzoek is gedeeld met de heer J. Vollenbroek en heeft zijn instemming.

5. Vervanging ontzwavelingsinstallatie en fakkelinstallatie stortplaats Derde Merwedehaven Op 20 juni 2012 is door Delta een informatiebijeenkomst gehouden. Tijdens deze bijeenkomst zijn de plannen gepresenteerd voor de voorgenomen vervanging van de ontzwavelingsinstallatie en de fakkelinstallatie. Deze vervanging vloeit voort uit het herstelbesluit van 19 april 2011 waarin is gesteld dat tenminste 85% van het onttrokken stortgas moet worden benut binnen 2,5 jaar na het van kracht worden van het herstelbesluit. De huidige installatie is niet geschikt om het benodigde ontzwavelingsrendement te kunnen halen. De huidige continue fakkel wordt vervangen door een discontinue (nood)fakkel. De nieuwe ontzwavelingsinstallatie is een bewezen techniek en werkt volgens een biologisch proces. Volgens planning zal de vervanging van beide installaties na de vakantieperiode worden uitgevoerd.

6. Jaarlijkse opbrengsten hondenbelasting versus uitgaven bestrijding overlast door honden Tijdens de behandeling van de kadernota op 26 juni 2012 heeft de fractie van PRO Sliedrecht gesproken over de heffing van hondenbelasting. Hierop heeft de portefeuillehouder aangegeven dat de bestrijding van overlast door honden ook het nodige kost. In onderstaand overzicht zijn de opbrengsten van de hondenbelasting en de jaarlijkse uitgaven voor bestrijding van overlast door honden weergegeven. Coördinatie: Beleid en regelgeving, afhandeling klachten, communicatie en organisatie activiteiten

€

7.994,00

Beheer en onderhoud losloopgebieden en uitrengebieden: Legen afvalbakken wekelijks Kuilen vullen/entrees voorzien van houtsnippers Herstel omheining Hagen (als onderdeel omheining) knippen Groot onderhoud: bijvoorbeeld draineren

€ € € € €

4.614,13 9.680,00 1.936,00 3.752,00 2.000,00

Aankoop niet duurzame goederen en diensten: (Afschrijving) inrichting losloopgebieden en uitrengebieden Grond om kuilen te vullen Communicatie gemeentepagina Drukken folder Activiteiten hondenbeleid Hondenpoepzakjes Subtotaal product Bestrijding overlast honden

€ € € € € € €

11.520,00 925,00 500,00 500,00 2.000,00 3.600,00 49.021,13

Niet opgenomen in product bestrijding overlast honden: Handhaving en toezicht: Handhaving overlast honden

€

17.500,00

Uitvoeringskosten Gemeente Belastingen Drechtsteden: Aanmeldingen, afmeldingen, bijhouden mutaties, controles, kwijtscheldingen etc.

€

25.000,00

–4–

Totale jaarlijkse kosten bestrijding overlast honden

€

91.521,13

Opbrengsten hondenbelasting 2011

€

81.000,00

Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de waarnemend burgemeester,

J.H. Koetsenruijter



Datum juli 2012


Bijlagen 1

Ons kenmerk Zaaknr.


B&W besluit

Geheimhouding op grond van de Wet openbaarheid van bestuur n.v.t. bijlage

Portefeuillehouder J.A. Lavooi

Fatale termijn nee Ruimte en Groen Onderwerp Wat wordt gevraagd Toelichting

Jaarrekening 2011 van de gemeenschappelijke regeling Regio ZuidHolland Zuid De jaarrekening 2011 van de gemeenschappelijke regeling Regio ZHZ voor kennisgeving aan te nemen. Ingevolge artikel 51 van de gemeenschappelijke regeling wordt de jaarrekening ter kennisname gezonden aan de gemeenteraden.

Bijgaande stukken

Jaarrekening 2011 van de GR Regio ZHZ


D. Kroon Tel.nr. (0184) 495833


J.H. Koetsenruijter

Kopieën aan: Archief


Aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeenten die deelnemen in de Regio Zuid-Holland Zuid.

Uw kenmerk

Ons kenmerk 2012000114

Datum 30 maart 2012

Onderwerp Informatie over belangrijke ontwikkelingen en dossiers binnen Zuid-Holland Zuid

Bijlage(n)

Behandeld door/tel.nr.

Geacht college, Hierbij informeren wij u over een aantal belangrijke ontwikkelingen en dossiers binnen onze regio Zuid-Holland Zuid. Toekomst Regio Zuid-Holland Zuid Wij hebben van 19 gemeenten en van het algemeen bestuur brede steun gekregen voor ons voorstel tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling rondom de taakvelden Publieke Gezondheid en Jeugd. Begin april ontvangt u hierover een voorstel. Wij danken u voor uw constructieve bijdrage aan de toekomstdiscussie. Wij zijn voornemens om eveneens in april met voorstellen te komen over de opzet en inrichting van het strategische platform en van de auditcommissie, mede in relatie tot de rol van de gemeenteraden. Wij benadrukken overigens in dit verband, dat de ook de gewijzigde gemeenschappelijke regeling een zogeheten collegeregeling blijft. Voor wat betreft de beoogde nieuwe taken inzake de decentralisatie Jeugdzorg kunnen wij u melden, dat wij eerst de resultaten van de gelijknamige bestuurlijke stuurgroep onder leiding van wethouder M. van der Vlies afwachten. U ontving recent een bestuursopdracht hierover. Het is nadrukkelijk niet onze intentie vooruit te lopen op deze ontwikkeling; wel vinden wij het van belang tot een goede onderlinge informatieuitwisseling en afstemming te komen. Wij liggen met de planning goed op koers. Na de uiteindelijke besluitvorming door de gemeenteraden (planning: uiterlijk juni) kan het nieuwe bestuur per 1 juli a.s. aan de slag gaan; uw college zal worden verzocht een lid voor het algemeen bestuur van de gewijzigde Gemeenschappelijke Regeling Publieke Gezondheid en Jeugd voor te dragen.

Per diezelfde datum 1 juli zal de Regionale Ambulancedienst overgaan naar de Veiligheidsregio. De ontvlechtingskosten daarvan zullen volledig ten laste komen van de ambulancedienst en geen gevolgen hebben voor de inwonerbijdrage. Om per 1 januari a.s. tot de vorming van een nieuwe dienst Publieke Gezondheid en Jeugd te komen zullen wij, in nauwe samenspraak met de huidige Bestuurscommissies Gezondheid en Onderwijs, medio april de bestuursopdracht vaststellen. Deze bestuursopdracht treft u als bijlage bij deze brief ter kennisneming aan. Ter uitvoering van deze bestuursopdracht hebben wij ingestemd met een eenmalig transitiebudget van Euro 340.000, dat wij voor een bedrag van Euro 325.000 ten laste willen brengen van de ‘negatieve reserve’ (zie later). In de aanstaande Begroting 2013 zullen wij een indicatie en onderbouwing afgeven van de inverdieneffecten van deze transitie. In de Eindrapportage Toekomst Zuid Holland zuid hebben wij reeds een eerste raming afgegeven, oplopend naar Euro 1,0 miljoen in 2016. Wij zijn ervan overtuigd, dat met dit transitiebudget ‘de kost voor de baat uitgaat’. Tenslotte delen wij u mee, dat u in april ook de gewijzigde Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst ter vaststelling zult ontvangen. Daarmee voldoen wij aan uw wens om de gemeenten (naast de provincie ZH) ‘eigenaar’ van de Omgevingsdienst te laten zijn. Planning en Control in 2012 De inzet van bestuur en management is in 2011 gericht geweest op een tweetal pijlers: a. Het afwikkelen van alle ‘pijndossiers’ uit het verleden. b. Het maken van een solide start per januari 2012. a. Afwikkeling ‘pijndossiers’ Was 2010 het jaar van het pijndossier ‘Relatie ZHZ met het Servicecentrum Drechtsteden’, het voorbije jaar stond in het teken van overige pijndossiers. Deze hadden alle te maken met onvoldoende heldere afspraken uit het verleden en diffuse besluitvorming, mede door de complexe bestuursstructuur. Wij noemen een drietal: de ontvlechting van de Omgevingsdienst, de ontvlechting van de GGD Zuidhollandse Eilanden, en de huisvesting van het Regiokantoor (afspraken met de eigenaar en de onderhuurders). Deze dossiers hebben veel bestuurlijke en ambtelijke energie gekost. Uiteindelijk zijn we er in goed overleg eind 2011 in geslaagd een tweetal dossiers tot een ‘oplossing’ te brengen. Ook ons bestuur heeft hierin zijn verantwoordelijkheid genomen en een deel van de niet-voorziene kosten voor haar rekening genomen. De ontvlechting van de GGD Zuidhollandse Eilanden hebben wij zeer recent afgerond. Wij hebben hiervoor een reservering gevormd van Euro 166.000. De uiteindelijke ontvlechtingskosten blijven binnen deze reservering. De ontvlechting van de Veiligheidsregio en de dienstverlening met het Servicecentrum Drechtsteden heeft zich in 2011 plaatsgevonden binnen de door het regiobestuur vastgestelde budgettaire kaders.

2

Wij hebben recent de concept resultaten 2011 vastgesteld. In de bestuursrapportages 2011 hebben we u geïnformeerd over de financiële problematiek van de GGD. Wij hebben hard ingegrepen. De genomen maatregelen hebben succes gehad. Op advies van onze accountant hebben we een bandbreedte gehanteerd van Euro 0,8 miljoen tot Euro 1,8 miljoen. Het uiteindelijke (netto) exploitatieresultaat GGD bedroeg Euro 0,7 miljoen negatief. Alle overige organisatieonderdelen van onze gemeenschappelijke regeling zijn positief geëindigd. Op concernniveau van onze gemeenschappelijke regeling is er nog een tweetal posten dat onze exploitatie negatief beïnvloedt: - een startkapitaal voor de Omgevingsdienst van Euro 140.000,- (conform AB-besluit). - een eindafrekening ontvlechting Omgevingsdienst (zie hiervoor) van Euro 55.000,-. De exploitatie over 2011 heeft derhalve een negatief eindresultaat van Euro 895.000,-. Ten gunste van het resultaat van de GGD (Euro 0,7 miljoen negatief) is een in 2011 nietbenut budget gebracht van ruim Euro 130.000 voor de, wettelijk verplichte, tweejaarlijkse gezondheidsmonitor. De Bestuurscommissie Volksgezondheid heeft echter geadviseerd dit budget alsnog in 2012 voor de gezondheidsmonitor te bestemmen, en dus over te hevelen naar 2012. Wij hebben als dagelijks bestuur besloten dit advies over te nemen en zullen het algemeen bestuur voorstellen in te stemmen met de gezondheidsmonitor, waarmee het negatieve eindsaldo 2011 met Euro 120.000 toeneemt. [N.B. nog aanpassen na besluit AB] De Jaarrekening 2011 ligt thans bij de accountant voor de controle. Als alles volgens planning verloopt, zullen wij in april de Jaarrekening aan uw college voorleggen en uw gemeenteraad verzoeken zijn zienswijze aan ons kenbaar te maken. Vaststelling van de Jaarrekening is voorzien in de vergadering van het algemeen bestuur van 20 juni a.s. b. Een solide start per januari 2012 De tweede pijler betreft het maken van een solide(re) start met betrekking tot de begroting en bedrijfsvoering 2012. Dit hebben we gerealiseerd door de door het algemeen bestuur medio 2011 vastgestelde Begroting ‘om te bouwen’ naar een Productbegroting. Ook dat is een belangrijke stap op weg naar het 'in control' brengen van onze regio. Wij hebben uw college begin maart van dit jaar geïnformeerd over de verhoogde tariefstelling GGD voor 2012. Gemiddeld genomen hebben wij de tarieven (voorcalculatorisch) met een bedrag van Euro 5,0 per uur moeten verhogen om kostendekkend te kunnen zijn. Wij beseffen, dat de tarieven dit jaar onevenredig hoog zijn, met name op het onderdeel ‘overhead’. Met een enkele klantorganisatie zijn wij nog in gesprek over de acceptatie van deze tarieven. Wij zullen alles op alles zetten om dit bij de begroting 2013 te corrigeren (daarop komen wij hieronder terug). Ter informatie vermelden wij, dat de door de regiogemeenten gewenste taakstelling van 5% in 2011 volledig structureel is gerealiseerd; en voor de GGD gedeeltelijk incidenteel en gedeeltelijk is verwerkt in het jaarrekeningresultaat. De taakstelling van (cumulatief) 5% in 2012 (inclusief GGD) is volledig structureel in de begroting verwerkt.

3

Onze volledige inzet is er op gericht om dit exploitatiejaar de budgetten nauwgezet te bewaken en minimaal sluitend te eindigen. Wij achten het onze plicht u te wijzen op de reële risico’s die met name verbonden zijn aan het later uitplaatsen van de Jeugdgezondheidszorg: van 1 januari naar 1 juli 2012. Een van die risico’s is het later realiseren van de geraamde doelmatigheidswinst van Euro 350.000 op jaarbasis. Wij hebben toegezegd om, mede aan de hand van de frictiekostenregeling, de financiële risico’s nauwkeurig te monitoren en via de reguliere bestuursrapportages u over de voortgang te informeren. N.B. Een extra aandachtspunt hierbij is dat de colleges nog geen formeel besluit hebben genomen over de BDU bijdrage 2012. Wij gaan er vanuit dat wijzigingen in de BDU bijdrage de doelmatigheidswinst JGZ niet zullen beïnvloeden en voor rekening komen van de gemeenten. Een belangrijk dossier is de ontvlechting van het Servicecentrum Drechtsteden: ‘ZHZ als klant in plaats van eigenaar’ per 1 januari 2013. In januari jl. heeft het algemeen bestuur een aantal principebesluiten genomen, en een aantal kaders aangereikt (over de frictiekostenregeling). Onze inzet is om onze dienstverlening (mits goede kwaliteit en ‘marktconforme kostprijs’) bij het Servicecentrum te continueren. Over de wijze van aanbesteding hebben wij extern advies ingewonnen; daaruit blijkt dat de (juridische) mogelijkheid bestaat om zogeheten alleenrecht toe te passen voor deze dienstverlening. Inmiddels hebben de gemeentesecretarissen een advies met dezelfde strekking uitgebracht. Wij beschouwen de beide adviezen als een steun in de rug en zien gerede kans dat wij de ontvlechting minimaal budgettair-neutraal zullen afronden. Verbetering bedrijfsvoering In maart 2011 hebben wij een verbeterplan opgesteld ter versterking van de bedrijfsvoering en het ‘in control’ brengen van onze regio. Onze accountant heeft hierover geadviseerd. In december 2011 heeft de accountant gerapporteerd over de voortgang door middel van een managementletter, met als peildatum september 2011. Wij hebben ons richting het algemeen bestuur verantwoord over de voortgang en de nog resterende acties (februari 2012). Met de accountant en het algemeen bestuur zijn wij van mening, dat er -alle inspanningen ten spijt- nog altijd terechte zorgen zijn over onze regio. Toch zien wij voldoende substantiële verbeteringen, die ons stimuleren om met het ‘in control’ komen verder te gaan. Wij denken aan de actualiteit van de financiele administraties, het op orde hebben van de subsidies, en de start van de verplichtingenadministratie. De nieuwe bestuurlijke constructie zal zeker ook bijdragen aan heldere verantwoordelijkheden en bevoegdheden, en eenduidigheid in de aansturing. Een belangrijk speerpunt voor ons bestuur en management vormen de cultuuritems die in de managementletter zijn genoemd. Cultuur is niet een kwestie van ‘een knop omzetten’, maar vereist een koersvaste en transparante manier van omgaan, elkaar aanspreken en verantwoording afleggen. Als belangrijk onderdeel van deze cultuur beschouwen wij de rechtmatigheid van (variabele) beloningen en emolumenten. Wij hebben de regiosecretaris opdracht gegeven hiernaar onderzoek te doen, en zullen in het tweede kwartaal 2012 hierover verslag uitbrengen richting het algemeen bestuur.

4

Op weg naar de Begroting 2013 Medio dit jaar moet de Begroting 2013 definitief gereed zijn. Overeenkomstig het besluit van het huidige Algemeen Bestuur zal het nieuwe bestuur deze begroting vaststellen. De -

begroting zal minimaal uit de volgende onderdelen bestaan: de structurele invulling van de taakstellingen; de financiële effecten van de nieuwe bestuurlijke constructie. het terugdringen van de formatie directie en control; het doorwerken van de efficiency uitplaatsing Jeugdgezondheidszorg; de resultaten van de nieuwe afspraken met het Servicecentrum Drechtsteden na uitplaatsing JGZ; de financiële resultaten van het saneringsplan GGD; de financiële effecten van de maatwerkafspraken met het consortium; de financiële effecten van de invulling van de regiefunctie annex contractbeheer; de opbouw van het Weerstandsvermogen; de aanpak en risico’s van de ‘bovenformatieve’ personeelsformatie.

Wij streven ernaar om in april de conceptbegroting gereed te hebben. Dan hebben we tevens zicht op de gevolgen voor de inwonerbijdrage. Bij het opstellen van de begroting zullen we om een kernvraag niet heen kunnen: wat doen we met de negatieve reserves 2010 en 2011? Wij zijn er voorstander van om het nieuwe bestuur niet met een ‘negatieve bruidschat’ te belasten, maar in staat te stellen met een schone lei te beginnen. Wij menen voor dit standpunt steun te vinden binnen het algemeen bestuur. Concreet betekent dit, dat wij voornemens zijn om bij de vaststelling van de Jaarrekening 2011 (juni 2012) u een voorstel voor te leggen voor een extra incidentele gemeentelijke inwonerbijdrage. (NB: op veler verzoek hebben wij hierover reeds de hoofden financiën van de regiogemeenten geïnformeerd, mede in verband met de benodigde reservering in de eigen gemeentelijke jaarrekening 2011) De negatieve reserve bestaat uit: -

het exploitatieresultaat 2010 het exploitatieresultaat 2011 overheveling budget gezondheidsmonitor transitie Gemeenschappelijke Regeling annex vorming nieuwe dienst Publieke Gezondheid en Jeugd

Totaal

Euro

875.000 867.000 120.000 325.000 __________+

Euro 2.187.000

Per saldo komt ons voorstel (afgerond) neer op een extra eenmalig bedrag per inwoner van Euro 5,0.

5

Informatievoorziening aan gemeenten Wij hebben in 2011 nadrukkelijk geïnvesteerd in een transparante en adequate informatievoorziening aan de gemeenten. Op verzoek van vrijwel alle colleges uit onze regio heeft de regiosecretaris de gemeenteraden geïnformeerd over actuele (financiële) dossiers. Wij hebben de zorg van raden met hen gedeeld, en een toelichting gegeven op ons Plan van Aanpak en ons Toekomstrapport. Wij hebben geconstateerd dat deze informatievoorziening en verantwoording in een duidelijke behoefte voorzien en zijn nadrukkelijk voornemens deze informatievoorziening voort te zetten. Deze brief moet u ook in dat licht zien. Wij adviseren u deze brief ook te gebruiken voor uw informatievoorziening aan uw gemeenteraad. Tenslotte Wij hebben de provincie Zuid Holland, onze toezichthouder, periodiek geïnformeerd over onze financiële situatie. In haar brief van december 2011 heeft zij ons meegedeeld vertrouwen te hebben in onze aanpak, en voor het jaar 2012 het repressieve toezicht te continueren. Wel heeft zij ons opgedragen met een sluitende en reële Begroting 2013 te komen die materieel in evenwicht is, inclusief een concrete invulling van de taakstellingen. Wij hebben in de achterliggende periode onze verantwoordelijkheid genomen om te komen tot het ‘in control’ brengen van onze regio. Wij hebben waardering voor alle inspanningen in dit complexe verbeterproces. Wij danken u voor uw steun in dit proces en beschouwen dit als een belangrijke stimulans om met u te bouwen aan een nieuwe stabiele toekomst van onze regio: ‘van u en voor u!’ Met vriendelijke groet, het dagelijks bestuur van de Regio Zuid-Holland Zuid, De secretaris,

De voorzitter,

drs. J.N. van Poel

drs. A.A.M. Brok

6

JAARSTUKKEN 2011 REGIO ZUID-HOLLAND ZUID

0 Jaarrekening 2011 Regio Zuid-Holland Zuid

Colofon © 2012

Dit is een uitgave van Regio Zuid-Holland Zuid Postbus 365, 3300 AJ DORDRECHT Bezoekadres: Noordendijk 250, 3311 RR DORDRECHT

Coördinatie

Dhr. A.C. Roelands Dhr. B.C.M. Stam Regiostaf Zuid-Holland Zuid

Productiebegeleiding

D. Jagesar – Mosterdijk J.E. Franje – van der Hoek Regiostaf Zuid-Holland Zuid

Oplage

75

Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met het bestuurssecretariaat van de Regiostaf, telefoon 078 7703010 of e-mail [email protected]. Zie ook www.regiozhz.nl. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.


INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2011

1

2

3

4

5

1.1

INLEIDING …………………………………………………………………………………………….. Voorwoord …..…………………………………………………………………………………….

2 2

1.2

Bestuur ……………………………………………………………………………………………..

6

1.3

Samenvattend overzicht resultaten ………………………………………………….

10

1.4

Voorstel resultaatbestemming …………………………………………………………

13

1.5

Leeswijzer ………………………………………………………………………………………….

14

JAARVERSLAG ………………………………………………………………………………………………..

15

2.1

…………………………………………………..

15

2.1.1 Volksgezondheid ……………………………………………………………………………….

15

2.1.2 Ambulancezorg ………………………………………………………………………………….

19

2.1.3 Regiostaf ……………………………………………………………………………………………

26

2.1.4 Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten ………………………………

30

2.2

……………………………………………………………………………………

35

2.2.1 Risico’s en weerstandsvermogen ……………………………………………………..

35

2.2.2 Bedrijfsvoering ………………………………………………………………………………….

38

2.2.3 Verbonden partijen

………………………………………………………………………….

40

2.2.4 Onderhoud kapitaalgoederen …………………………………………………………..

40

2.2.5 Financiering en treasury …………………………………………………………………..

40

2.2.6 Rechtmatigheid ………………………………………………………………………………….

41

JAARREKENING ……………………………………………………………………………………………..

45

3.1

Balans per 31 december 2011 …………………………………………………………..

45

3.2

Programmarekening …………………………………………………………………………..

46

3.3

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling …………………………

47

3.4

Toelichting op de balans per 31 december 2011

……………………………..

49

…………………………………………

57

4.1

Kerngegevens ……………………………………………………………………………………..

57

4.2

Uitgangspunten …………………………………………………………………………………..

57

4.3

Inwonerbijdragen 2011 ………………………………………………………………………

59

CONTROLEVERKLARING.. ……………………………………………………………………………….

60

VASTSTELLING………..………………………………………………………………………………………

62

PROGRAMMAVERANTWOORDING

PARAGRAFEN

INWONERBIJDRAGEN EN DEKKINGSMIDDELEN


1

INLEIDING

1.1

Voorwoord

Voor u liggen de jaarstukken 2011 van de Gemeenschappelijke Regeling Zuid-Holland Zuid (GR ZHZ). De laatste jaarstukken van de GR ZHZ in de huidige vorm. De verwachting is dat het algemeen bestuur medio 2012 zal besluiten tot vorming van de Gemeenschappelijke Regeling Publieke gezondheidszorg en Jeugd. Het jaar 2011 was opnieuw een bijzonder jaar dat vooral in het teken heeft gestaan van het oplossen van de financiële problematiek van de GGD. Bij het opstellen van de jaarstukken 2010 is gebleken dat er bedrijfsvoeringtechnisch hiaten zijn ontstaan wat heeft geleid tot een negatieve reservepositie. Dit heeft zijn doorwerking gehad in 2011. Het dagelijks bestuur heeft besloten het exploitatieresultaat 2011 aan de negatieve reservepositie toe te voegen en in 2012 een saneringsplan op te stellen. De overige resultaten 2011 voor wat betreft de regio Zuid-Holland Zuid komen voor een belangrijk deel overeen met de prognoses uit de Bestuursrapportage-2 met uitzondering van het resultaat van de regionale staf. Als uitvloeisel van de ontvlechting van de Milieudienst en de overgang naar de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst ZHZ is in december 2011 besloten dat de GR ZHZ nog enkele eenmalige kosten voor haar rekening moest nemen. Tevens is de ‘conservatieve’ lijn, wat wil zeggen dat we uitsluitend vorderingen hebben opgenomen waartegenover een ‘schuld’ staat bij onze partners, gecontinueerd. De ontvlechting met de GR Veiligheidsregio is in deze jaarrekening volledig verwerkt. Met ingang van 1 januari 2011 zijn de taken van de Milieudienst ondergebracht in de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst ZHZ. Een samenwerkingsverband tussen de Provincie Zuid-Holland en de Regio ZHZ. De financiële positie van onze Regio blijft echter kwetsbaar. Wij blijven ons sterk maken voor verdere verbetering van sturing en beheersing en hebben daartoe de nodige maatregelen getroffen en grotendeels uitgevoerd. Verschuivende rollen Door de kanteling, waartoe is besloten in 2009, is de sturing van de Regio Zuid-Holland Zuid ingrijpend gewijzigd. Er is geen eindverantwoordelijk algemeen directeur meer op concernniveau. De integrale verantwoordelijkheid ligt vanaf 1 juli 2009 bij de directeuren van de diensten, die hun eigen bestuurscommissies faciliteren. Waar het bestuur voorheen de algemeen directeur-secretaris kon aanspreken, gebeurt dat nu via de directeuren. Door de financiële situatie bij de GGD heeft het bestuur medio 2011 besloten de mandaten van de directeuren aan te passen en een aantal verantwoordelijkheden over te dragen aan de Regiosecretaris en de financiële sturing centraal bij de concerncontroller onder te brengen. Een nieuwe bestuurstructuur- en cultuur De financiële problematiek heeft een zeer manifeste behoefte bij bestuur en management opgeleverd om te komen tot een nieuwe heldere, transparante en zakelijke structuur en cultuur. Wat is de rol van de zelfstandige Bestuurscommissie, welke verantwoordelijkheden en bevoegdheden gelden daar, wat is de rol van het Dagelijks en Algemeen bestuur van de Regio? Op welke wijze houden we ‘grip’ op de zelfstandige diensten met hun eigen directie en welke taak is er weggelegd voor de concerncontroller. Met deze vragen heeft een in 2011 ingestelde werkgroep van acht bestuurders en de regiosecretaris zich bezig gehouden. Begin 2012 zijn concrete aanbevelingen ter verbetering bij het algemeen bestuur ingediend. In de tussentijd zijn (tijdelijke) maatregelen getroffen om de bedrijfsvoering bij de diensten en de regio als geheel te verbeteren. Regionale Staf Voor de regionale staf bestond 2011 wederom voor een belangrijk deel uit het analyseren van de financiële problematiek bij de GGD. Daarnaast is er een constructieve samenwerking ontstaan tussen vertegenwoordigers van de deelnemers uit de subregio’s en de staf.


De gemeenten hebben behoefte om meer ‘grip’ te krijgen op de verbonden partijen, en in een vroeg stadium betrokken te worden bij regio-ontwikkelingen. De Regio heeft behoefte om de planning en control in brede zin af te stemmen met de gemeenten. Bij de kanteling van de regio-organisatie in 2009 is een regionale staf opgericht om de gemeenschappelijke belangen over de Gemeenschappelijke Regelingen heen te behartigen. Gebleken is dat de gemeenschappelijke regionale staf niet past bij de beoogde nieuwe governance structuur. De vraagstukken binnen de diverse GR-en waren daarvoor te specifiek en vroegen om een directere ‘eigen’ aansturing door bestuur en management. Inmiddels functioneert binnen iedere Gemeenschappelijke Regeling een eigen staforganisatie. Tegelijkertijd is er behoefte aan een platform van overleg en afstemming over de totale bedrijfsvoering Te denken valt daarbij aan; cohentere advisering aan gemeenten, audittaken op het terrein van risicobeheersing, en optimalisering van besluitvormingsprocessen. 2011 “in vogelvlucht” De inzet in 2011 is gericht geweest op een drietal pijlers: 1. Het afwikkelen van alle “pijn”dossiers uit het verleden 2. Het schetsen van een nieuwe toekomst voor onze Regio 3. Het maken van een solide start in 2012 Ad 1. Was 2010 het jaar van het “pijn”dossier relatie ZHZ met het servicecentrum Drechtsteden, het afgelopen jaar stond in het teken van de overige “pijn” dossiers. Deze hadden allen te maken met onvoldoende heldere afspraken uit het verleden en diffuse besluitvorming, mede door de complexe bestuursstructuur. Het betreft voornamelijk de volgende dossiers; -

de ontvlechting van de Milieudienst; de ontvlechting van de GGD Zuid-Hollandse Eilanden; huisvesting Noordendijk 250 (afspraken met eigenaar en onderhuurders).

Uiteindelijk zijn deze dossiers tot een oplossing gekomen. De regio ZHZ heeft een deel van de niet voorziene kosten voor haar rekening genomen. De afwikkeling van de invlechtingskosten ZHE bij de GGD ZHZ wordt in 2012 afgerond. Bij het onderdeel “concern” verantwoorden wij ons hierover. De ontvlechting van de Veiligheidsregio en de dienstverlening met het Service Centrum Drechtsteden heeft zich in 2011 voltrokken binnen de door het bestuur vastgestelde kaders.

Ad 2. Begin 2011 heeft het algemeen bestuur van onze Regio opdracht gegeven, te komen tot een nieuw ontwerp van onze Gemeenschappelijke Regeling. Dit ontwerp moet een definitief einde maken aan de zeer complexe en niet transparante bestuurlijke en ambtelijke organisatiestructuur. Het algemeen bestuur benadrukte dat het hier niet alleen om een nieuwe structuur, maar ook om een nieuwe bestuurscultuur moet gaan. Eind 2011 is de opdracht uitgemond in een nieuw toekomstscenario: de Gemeenschappelijke Regeling Publieke Gezondheid en Jeugd. Tot een nieuwe, financieel solide toekomst behoort ook de vernieuwde relatie met de GR Drechtsteden, in het bijzonder het SCD. Het algemeen bestuur heeft in september 2010 besloten de eigenaarrelatie op te heffen en te transformeren naar een klantrelatie. Om deze transformatie te realiseren is, tezamen met de GR Veiligheidsregio en de GR Omgevingsdienst, een zeer intensief onderhandelingsproces gevolgd met de GR Drechtsteden. Eind 2011 zijn deze onderhandelingen afgesloten met een integraal voorstel voor de ontvlechting, inclusief een frictiekosten regeling.


De regio ZHZ heeft de ambitie om de dienstverlening met het SCD vanaf 2013 te continueren, en daarmee eventuele frictiekosten te voorkomen. Naar onze overtuiging is hiermee een belangrijke stap gezet richting transparante bedrijfsvoering op basis van marktconforme kostprijs. Ad 3. Een laatste pijler betrof het maken van een solide(re) start met betrekking tot de begroting en bedrijfsvoering 2012. Dit hebben we gerealiseerd met de door het Algemeen bestuur vastgestelde begroting om te bouwen naar een productbegroting. Ook dat is een belangrijke stap op weg naar het in control brengen van onze Regio. In de productbegroting is de taakstelling die is opgelegd door de regiogemeenten, 5% op de inwonerbijdrage, gerealiseerd. Met uitzondering van de GGD waar invulling incidenteel is gerealiseerd. In de reguliere en in separate bestuursrapportages is het bestuur geïnformeerd over de financiële problematiek binnen de GGD. Wij hebben als dagelijks bestuur onze verantwoordelijkheid genomen en de mandaatstructuur ingrijpend gewijzigd. In samenwerking met de accountant is een drietal scenario’s uitgewerkt met een oplopend financieel risicoprofiel. Het risico varieert in een bandbreedte van € 800.000,- tot maximaal € 1.800.000,-. Het uiteindelijke resultaat GGD is -/- € 700.000,- geworden. In 2011 zijn belangrijke bestuursbesluiten genomen voor wat betreft de uitplaatsing van de jeugdgezondheidszorg. Dit was en is een complex, bestuursgevoelig en voor het personeel ingrijpend dossier, met een hoog risicoprofiel. Wij zien het als een belangrijke opdracht ook dit dossier binnen de gestelde financiële kaders tot een goed einde te brengen. Helaas is de datum van de uitplaatsing opnieuw uitgesteld (van januari naar juli 2012). Wij hebben toegezegd om, mede aan de hand van de frictiekostenregeling, de financiële risico’s nauwkeurig te monitoren en via de reguliere bestuursrapportages de gemeenten over de voortgang te informeren. Wij hebben hierboven een aantal belangrijke dossiers opgesomd. Elk van hen kent een eigen financiële paragraaf en risicoprofiel. Wij hebben een werkgroep ingesteld, bestaande uit financieel deskundigen uit de drie subregio’s, om met ons mee te kijken en te adviseren over de gewenste aanpak. Verbetering bedrijfsvoering: In maart 2011 hebben wij een verbeterplan opgesteld ter versterking van de bedrijfsvoering en het in control brengen van onze Regio. Onze accountant heeft hierover geadviseerd. In december 2011 heeft de accountant gerapporteerd over de voortgang door middel van een managementletter. Wij hebben ons richting het algemeen bestuur verantwoord over de voortgang en de nog resterende acties (februari 2012). Een belangrijk speerpunt vormt voor bestuur en management de cultuur items die in de managementletter zijn opgesomd. Cultuur is niet een kwestie van ‘een knop omzetten’, maar vereist een koersvaste en transparante manier van omgaan, elkaar aanspreken en verantwoording afleggen. Informatievoorziening aan gemeenten: Wij hebben in 2011 nadrukkelijk geïnvesteerd in een transparante en adequate informatievoorziening aan gemeenten. Op verzoek van vrijwel alle colleges van B&W uit onze Regio heeft de Regiosecretaris de gemeenteraden geïnformeerd over actuele (financiële) dossiers. Wij hebben de zorg van de Raden met hen gedeeld, en een toelichting gegeven op ons plan van aanpak en ons toekomstrapport. Wij hebben geconstateerd dat deze informatievoorziening en verantwoording in een duidelijke behoefte voorzien.


Tenslotte: Wij hebben onze toezichthouder (Provincie Zuid-Holland) periodiek geïnformeerd over onze financiële situatie. In haar brief van december 2011 heeft zij ons meegedeeld vertrouwen te hebben in onze aanpak en voor het jaar 2012 het repressieve toezicht te continueren. Wel heeft zij ons opgedragen met een sluitende en reële begroting 2013 te komen die materieel in evenwicht is, inclusief concrete invulling van de taakstellingen.


1.2

Bestuur

De Gemeenschappelijke regeling Regio Zuid-Holland Zuid is aangegaan door de colleges van de gemeenten Alblasserdam, Binnenmaas, Cromstrijen, Dordrecht, Giessenlanden, Gorinchem, Graafstroom, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Korendijk, Leerdam, Liesveld, Nieuw-Lekkerland, Oud-Beijerland, Papendrecht, Sliedrecht, Strijen, Zederik en Zwijndrecht. De Regio Zuid-Holland Zuid functioneert sinds 2 september 1993 en de tekst van de Gemeenschappelijke regeling werd laatst gewijzigd op 24 juni 2009. Doel en taken De Regio Zuid-Holland Zuid heeft ten doel vanuit de gedachte van verlengd lokaal bestuur een bijdrage te leveren aan het behartigen van gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten teneinde een evenwichtige ontwikkeling van het gebied als geheel te bevorderen, zowel in verhouding tot zijn omgeving als in provinciaal en nationaal verband. Ter verwezenlijking van dit doel heeft de Regio tot taak het behartigen van de belangen op het terrein van o.a.: milieu, regionale meldcentrale, regionale ambulancevoorziening, geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen, openbare orde en veiligheid, volksgezondheid, verkeer en vervoer, volkshuisvesting, ruimtelijke ordening, economie en arbeidsmarkt, landbouw, natuur en landschap, recreatie en toerisme, onderwijs, sociale zaken, welzijn en cultuur. De Regio oefent eventuele taken en bevoegdheden op bovengenoemde beleidsterreinen uit als de deelnemende gemeenten daartoe hebben besloten. De Regio is dus niet altijd op alle genoemde terreinen daadwerkelijk actief met specifieke taken. Met de komst van de GR Omgevingsdienst en de GR Veiligheidsregio zijn o.a. de milieutaken en de geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen overgedragen. Toekomst Regio Zuid-Holland Zuid Al enige tijd zijn er ontwikkelingen gaande die in belangrijke mate van invloed zijn op de regionale samenwerking in ons gebied. In het bijzonder zijn de rol en functie van de Gemeenschappelijke regeling Regio Zuid-Holland Zuid aan verandering onderhevig. Grote organisatieonderdelen van de Regio zijn inmiddels als gevolg van gewijzigde wetgeving volledig verzelfstandigd. Het bestuur heeft zich in samenspraak met de gemeenten, op de toekomst van de Regio Zuid-Holland Zuid. De uitkomsten hiervan zullen er toe leiden dat de Regio er in 2012 anders uitziet. Bestuurlijke organisatie Met de laatste wijziging van de Gemeenschappelijke regeling in juni 2009 is nogal wat veranderd in de bestuurlijke organisatie van de Regio, naast de op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen voorgeschreven bestuursorganen zijn zogenaamde Functionele Bestuurscommissies ingesteld. Deze commissies fungeren als bestuurlijk opdrachtgever voor de verschillende sectoren (‘diensten’) van de Regio. Bestuursorganen De Regio kent de drie in de Wet gemeenschappelijke regelingen voorgeschreven bestuursorganen: - het algemeen bestuur; - het dagelijks bestuur; - de voorzitter. Algemeen bestuur Het algemeen bestuur is het hoogste orgaan van de Regio. Elke gemeenteraad vaardigt één collegelid af in het algemeen bestuur. Verder wijst elke gemeenteraad een vast plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur aan. De 19 leden van het algemeen bestuur hebben een gewogen stem naar rato van het inwoneraantal van hun gemeente. De voorzitter is het 20e lid van het algemeen bestuur. De voorzitter heeft in beginsel zelf geen stemrecht.


Dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en tenminste uit de leden die door het algemeen bestuur uit zijn midden worden aangewezen. Daarnaast maken de voorzitters van de functionele bestuurscommissies deel uit van het dagelijks bestuur. De leden aangewezen door het algemeen bestuur vormen op grond van de wet de meerderheid. Het aantal leden van het dagelijks bestuur is daarom niet vooraf bepaald. Na de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2010 begon een nieuwe zittingsperiode, waarin deze samenstelling voor het eerst volledig werd uitgewerkt. Tot dan bestond een overgangsperiode met het toen zittende dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur bestaat nu uit zeven leden. Vier leden, inclusief de voorzitter, uit het algemeen bestuur en drie voorzitters van Functionele bestuurscommissies. De portefeuilleverdeling luidt als volgt: de heer A.A.M. Brok, q.q. voorzitter; de heer P. IJssels, vicevoorzitter en verbinding met de Veiligheidsregio; de heer M. v.d. Vlies (was mevrouw M. de Vries), voorzitter Bestuurscommissie BLVS; de heer P.H. Sleeking, voorzitter Bestuurscommissie Omgevingsdienst; de heer J.L. van Driel, voorzitter Bestuurscommissie Volksgezondheid en RAV; de heer W.F. Reijnierse, Financiën; de heer D.R van der Borg, Organisatie en REO. De volgende leden vervangen elkaar onderling bij afwezigheid; Brok – IJssels; Reijnierse – van der Borg; v.d. Vlies – van Driel; Sleeking – IJssels (inzake Milieudienst / Omgevingsdienst). (mevrouw De Vries is per 1 december 2011 opgevolgd door de heer M. van der Vlies). Voorzitter De voorzitter is volgens de Wet gemeenschappelijke regelingen een bestuursorgaan van het openbaar lichaam, maar bij de Regio Zuid-Holland Zuid heeft de voorzitter geen zelfstandige bevoegdheden. Bestuurscommissies De Regio heeft sinds de wijziging van de bestuursstructuur per 1 juli 2009 drie soorten bestuurscommissies: - Functionele bestuurscommissies; - Overige bestuurscommissies; - Subregionale commissies. Functionele bestuurscommissies De functionele bestuurscommissies zijn in 2009 ingesteld om de sectoren aan te sturen. In de bestuurscommissies zijn de deelnemende gemeenten vertegenwoordigd met hun betreffende portefeuillehouder. De bestuurscommissies fungeren als bestuurlijk opdrachtgever voor de sectoren en hebben de taak zorg te dragen voor een doelmatig en doeltreffend beheer van de sectoren. In 2011 bestaat een bestuurscommissie voor de sectoren GGD en RAV en een bestuurscommissie voor (de sector) het Bureau Leerplicht en Vroegtijdig Schoolverlaten (BLVS). Met de vorming van de Omgevingsdienst per 1 januari 2011 is de bestuurscommissie voor de Milieudienst opgeheven en wordt in een deels andere formele vorm voortgezet als bestuurscommissie van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst. De functionele commissie kiest uit zijn midden een voorzitter, die qualitate qua lid is van het dagelijks bestuur van de Regio.


Overige bestuurscommissies Onder deze noemer vallen twee bestuurscommissies: de Programmaraad en de Stuurgroep Jeugd Preventie Team. Deze twee commissies vervullen een tamelijk eigenstandige taak onder de noemer van de Regio Zuid-Holland Zuid. Het regionaal bestuur is voornamelijk belast met de instandhouding en het financieel beheer van deze commissies, maar heeft nagenoeg geen inhoudelijke bemoeienis. Programmaraad In 2003 is de Programmaraad ingesteld. De deelnemende gemeenten voldoen daarmee aan de verplichting ingevolge de Mediawet om een programmaraad in stand te houden in een gebied waar één technisch gekoppeld kabelnetwerk is. De gemeenten hebben deze taak overgedragen aan de regio. In een verordening zijn taken, samenstelling en werkwijze van de programmaraad geregeld. De Programmaraad adviseert eigenstandig aan de exploitant van het kabelnetwerk over een deel van de door te geven programma’s. Behalve de instandhouding van de Programmaraad heeft het regionaal bestuur geen inhoudelijke invloed of bemoeienis met het werk van de raad. De Regio beheert het budget voor de Programmaraad. Enkele gemeenten zijn vrijgesteld van deelname aan deze taak, omdat hun kabelnet is gekoppeld aan een kabelnet van een andere aanbieder buiten de regio. De gemeente Ridderkerk ligt buiten de regio maar is wel gekoppeld aan de aanbieder in Zuid-Holland Zuid, en draagt daarom sinds de aanvang financieel bij aan onze Programmaraad. Stuurgroep Jeugd Preventie Team (JPT) In 2007 hebben de gemeenten de instandhouding van het Jeugd Preventie Team overgedragen aan de Regio. Voor het financieel beheer en de coördinatie van deze taak is de bestuurscommissie ‘Stuurgroep JPT’ ingesteld. De werkwijze en samenstelling van deze Stuurgroep is bij verordening geregeld. In de Stuurgroep zijn alle samenwerkingspartners vertegenwoordigd. De Stuurgroep formuleert en bewaakt de door het Bureau Jeugdzorg te leveren prestatie in nauwe samenwerking met de gemeenten en de subregionale besturen. De Stuurgroep is door middel van de begroting verantwoording verschuldigd aan het algemeen bestuur. Het JPT heeft raakvlakken met het beleidsterrein van de sector BLVS. In 2010 is een begin gemaakt om de vergaderingen van de Stuurgroep JPT te combineren met de vergaderingen van de Bestuurscommissie BLVS. Op termijn is een integratie van beide commissies denkbaar. Subregionale commissies Voor strategische beleidsontwikkeling werken gemeenten op veel terreinen samen in subregionaal verband. Bij de Regio ligt het zwaartepunt bij de door regionale diensten uit te voeren taken, alsmede op staf- en steunfuncties. Vanaf het begin heeft de Regio ZuidHolland Zuid subregionale verbanden voor gemeenten gefaciliteerd. Sinds 1999 werden voor subregionale thema’s relatief autonome subregionale bestuurscommissies ingesteld als onderdeel van de Regio Zuid-Holland Zuid. In de gemeenschappelijke regeling zijn bepalingen opgenomen voor overdracht van taken en bevoegdheden aan die commissies. In de periode 1999 tot en met 2010 hebben drie subregionale commissies bestaan: het Drechtstedenbestuur (1999 tot 2007); het Bestuur Alblasserwaard/Vijfheerenlanden (2003 tot 2009) en tenslotte de Commissie Hoeksche Waard (2005 tot 2011). Inmiddels zijn alle subregionale commissies uitgegroeid tot zelfstandige gemeenschappelijke regelingen onder rechtstreekse verantwoordelijkheid van de betreffende gemeenten. Als laatste is de Commissie Hoeksche Waard per 31 december 2010 opgeheven. Niettemin blijft in onze gemeenschappelijke regeling de mogelijkheid opgenomen om subregionale activiteiten in de vorm van een bestuurscommissie onder te brengen.


Adviescommissies Raadsledenplatform Voor het duaal georganiseerde gemeentebestuur is het overdragen van uitvoeringstaken aan de regio een bevoegdheid van het college. In 2005 hebben de deelnemende gemeenten besloten dat raadsleden geen deel meer kunnen uitmaken van het regionaal bestuur. De raden voeren hun kaderstellende en controlerende taak immers al uit in hun eigen gemeente. Wel is ervoor gekozen de gezamenlijke gemeenteraden een adviserende positie te geven in het zogenaamde Raadsledenplatform. Hierin vaardigt elke gemeenteraad uit zijn midden één lid af. De voorzitter van de Regio is voorzitter van het Raadsledenplatform. Het Raadsledenplatform is een gespreksplatform voor strategische ontwikkelingen in de regio en kan gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur en de bestuurscommissies. Het brengt in ieder geval advies uit over voorstellen tot vaststelling van de begroting en rekening, de vaststelling van verordeningen en beleidsplannen. Portefeuillehouderoverleg Bij de uitvoering van regionale taken is de gemeentelijke inbreng van groot belang. Tot de instelling van de functionele bestuurscommissies in 2009 hadden de gemeentelijke portefeuillehouders een belangrijke adviserende rol in de portefeuillehouderoverleggen. Bij elke sector vervulde een portefeuillehouderoverleg de rol van klant en opdrachtgever voor de reeds overgedragen taken of voor het inbedden van eventuele nieuwe taken. De functionele bestuurscommissies hebben deze rol overgenomen. Daarnaast hebben de bestuurscommissies ook een sturende rol in het beheer en de bedrijfsvoering, die de portefeuillehouderoverleggen niet hadden. Momenteel resteert alleen het Portefeuillehouderoverleg Middelen, dat adviseert over zaken van financiële aard, alsmede over het bewaken van de eenheid van beleid en de naleving van kaders en richtlijnen binnen de regio op het gebied van beheer en de bedrijfsvoering. Het portefeuillehouderoverleg kan gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan het dagelijks bestuur of aan het algemeen bestuur. Commissie van advies gemeentesecretarissen De gemeenschappelijke regeling voorziet in de instelling van deze adviescommissie. In de praktijk is gekozen voor een pragmatische opzet. De consultatie en informatie van gemeentesecretarissen op regionale vraagstukken gebeurt in de reeds bestaande Kring van Gemeentesecretarissen.


1.3 Samenvattend overzicht resultaten 2011 De resultaten zijn als volgt samen te vatten(bedragen x € 1.000): Programma

Resultaat

Begroting

Resultaatanalyse

na wijziging Afwijking t.o.v. Bedragen x € 1.000 GGD

Incidenteel

-708

0

-708

Ambulancezorg

87

0

87

Regiostaf

28

0

28

Bureau Leerplicht

13

0

Concernmutaties

-744

Concern( rente Totaal

Structureel

begroting

13 -744

79

100

-21

-1245

100

-1345

GGD Volksgezondheid € 708.000,- nadelig De analyse van het resultaat GGD in hoofdlijnen (- = nadeel / +=voordeel): Het nadeel wordt met name veroorzaakt door: Lasten; • Ontvlechtingkosten JGZ/Van goed naar beter • Dotatie voorziening liquidatiekosten ZHE • Lasten voormalig medewerker ZHE • Afrekening KPN 2005 • Ontvlechtingkosten Forensische Geneeskunde • Meerkosten inz. Telefonie, facilitaire kosten en ICT • Afrekeningen servicekosten 2009 en 2010 Gorinchem • Niet ingevulde taakstelling 2011 • Netto lagere opbrengsten vaccinaties • Lasten Gezondheidsmonitor 2010 t.l.v. 2011 • Afboeking oude vorderingen (KPN, Enten, overig) ` Subtotaal lasten

• • •

Baten; Hogere baten inspecties en interne verrekening RAV Eenmalige extra bijdrage gemeente Dordrecht Bijdrage RAV obv mandaataanpassingen en SCD kosten Subtotaal baten

Nadelig saldo GGD 2011 € 1.423.000 – € 715.000

-

-

€ 253.300 € 66.000 € 59.260 € 103.000 € 127.500 € 56.900 € 90.000 € 291.000 € 37.850 € 74.000 € 265.000 € 1.423.000

-

€ € € €

-

€

160.000 325.000 230.000 715.000 708.000

RAV Het jaar 2011 wordt afgesloten met een positief resultaat van € 87.000,-. Dit bestaat uit het voordelig resultaat Ambulancehulpverlening van € 117.000,- en het nadelig resultaat Meldkamer Ambulancezorg (MKA) van € 30.000,-.


Resultaat Ambulancehulpverlening € 117.000,- positief De analyse van het resultaat Ambulancehulpverlening in hoofdlijnen (- = nadeel / +=voordeel):

● ● ● ● ● ● ● ● ●

Voordelig resultaat primitieve begroting 2011 Budget Vrijval en dotaties voorzieningen Bestuursbijdrage Regiostaf / GGD Lasten SCD i.v.m. formatie-uitbreiding (2010&2011) alsmede wijziging mandateringsregeling Hogere sectorspecifieke kosten Lagere salarislasten Kapitaallasten Hogere overige baten / gedetacheerd personeel Diversen Resultaat jaarrekening 2011

+ + -

€ € € € €

111.000 509.000 383.000 191.000 231.000

+ € 107.000 + € 72.000 + € 53.000 + € 52.000 + € 18.000 + € 117.000

Resultaat Meldkamer Ambulance Zorg (MKA) € 30.000,- negatief De analyse van het resultaat MKA in hoofdlijnen (-=nadeel /+=voordeel): ● ● ● ●

Nagekomen last 2010 budget Nagekomen baat definitief resultaat GMC 2010 Dotatie voorziening Vrije Marge gelden 2011 Diversen Resultaat jaarrekening 2011

- € 13.000 + € 8.000 - € 32.000 € 7.000 - € 30.000

Regiostaf € 28.000 voordelig Het resultaat over het boekjaar 2011 bedraagt € 28.000 voordelig na mutaties van reserves. De mutatie in de reserves bestaat voor € 126.000,- storting in de huisvestingsreserve, welke opgebouwd moet worden om een lening uit BWS gelden te kunnen aflossen. Daarnaast is er op basis van de begroting 2011 nog € 11.000,- in de accresreserve gestort welke vrij besteedbaar is. Omdat deze reservestortingen met de overstap naar loon- en prijssystematiek niet meer bestemd zijn, kan het netto resultaat na mutatie van reserves ook op € 38.000,- positief worden gesteld. Bureau Leerplicht € 13.000 voordelig Het resultaat van de jaarrekening 2011 van Bureau leerplicht bedraagt € 13.000,Positief. Concernmutaties In 2011 zijn besluiten genomen als gevolg van uittreding van de Milieudienst en uittreding van de Veiligheidsregio ZHZ uit het Servicecentrum Drechtsteden(SCD). Deze besluiten zijn als volgt toe te lichten: a. Met de overdracht van de Milieudienst aan de GR Omgevingsdienst zijn financiële rafels ontstaan welke moeten worden afgeboekt ten laste van het resultaat. In het Algemeen bestuur is de ontvlechtingnota van de Milieudienst vastgesteld waarin is opgenomen dat de Regio Zuid-Holland Zuid als eigenaar € 140.000,- inbrengt ter vorming van een vermogenspositie. In de begroting van de Regio was hiervoor echter geen budget gereserveerd. Daarnaast is met de ontvlechting verschil van inzicht ontstaan over een bijdrage aan de vorming van de Veiligheidsregio, welke binnen de exploitatie van de Milieudienst werd afgezonderd uit de zgn. accresruimte. De GR Omgevingsdienst voelt zich als zelfstandige entiteit niet gebonden om deze bijdrage te leveren. Hierdoor ontstond een nadeel voor de Regio ZHZ van € 54.000,-.


b. In 2011 is overeenstemming bereikt over de voorwaarden waaronder de GR Veiligheidsregio kan uittreden uit het SCD. De afspraak is dat hiermee gemoeide frictiekosten ad € 1,1 miljoen worden betaald door de Regio ZHZ en dat de GR Veiligheidsregio vanaf 2012 afziet van haar aandeel in de inwonerbijdrage die specifiek voor de hogere ICT kosten wordt verkregen bij de Regio ZHZ. Dit aandeel bedraagt € 260.000 ( prijspeil 2011) waarmee de frictiekosten binnen de Regio ZHZ in vier jaar tijd kunnen worden terugverdiend, tot en met 2015. Concern (renteomslag) Op concernniveau wordt het renteresultaat bepaald. Het renteresultaat 2011 bedraagt € 79.000,- positief. In de begroting was uitgegaan van een verwacht renteresultaat van € 100.000,- Het verwachte renteresultaat is al bij voorschot uitgekeerd aan de deelnemende gemeenten. Het iets lager dan verwachte renteresultaat wordt veroorzaakt door het feit dat tijdelijke belegging van overtollige liquiditeiten ook in 2011 tegen laag rendement kon worden geparkeerd.


1.4

Voorstel resultaatbestemming

Sectorresultaten Het resultaat van de Ambulancedienst en CPA dient conform de voorschriften te worden toegevoegd aan de Reserve Aanvaardbare Kosten. Voor de resultaten van de overige sectoren wordt onderstaand een verzamelvoorstel gedaan. Dit betreft de volgende resultaten: GGD Regiostaf Bureau Leerplicht Concern

€ -

Totaal

-/- 708.000 28.000 13.000 -/- 194.000 € -/- 861.000

De vrije reservepositie vóór resultaatbestemming luidt als volgt: Algemene reserve GGD 2010 Algemene reserve Bureau Leerplicht Accresreserve Regiostaf Totaal

€ -/- 867.000 128.000 13.000 € -/- 726.000

Met de resultaten van 2011 komt de totale negatieve reservepositie op € 1.587.000,negatief. Voor dit totaal zal in 2012 een samenhangend saneringsvoorstel worden gedaan in relatie met de vorming van een nieuwe GR publieke gezondheid en jeugd. Overige Concernmutaties. Bij het negatieve resultaat 2011 behoort een concernmutatie ad. 550.000,= Euro. Dit betreft frictiekosten SCD welke door de regio Zuid Holland Zuid zijn voldaan voor de Veiligheidsregio. Ook in 2012 komt hier nog een bedrag van € 550.000,- bij als gevolg van afspraken over de frictiekosten wegens uittreding uit het SCD. Voorgesteld wordt om voor het totaalbedrag van de frictiekosten, ad € 1.100.000,- een negatieve reserve te vormen welke in de komende vier jaren tot en met 2015 moet worden ingelopen uit de vrijvallende inwonerbijdrage (€ 260.000,- per jaar) voor ICT welke niet meer aan de GR Veiligheidsregio wordt doorbetaald. Deze ontvlechtingsafspraak heeft geen consequenties voor de inwonerbijdrage. Het resterende tekort op het concern bedraagt € 194.000,- ( zie bovenstaande tabel). Dit betreft de bijdrage in de oprichtingskosten en ontvlechtingkosten van de Omgevingsdienst ZHZ. Concern (Rente-omslag) Bij voorschot is € 100.000,- uitgekeerd. Voorgesteld wordt om het teveel bij voorschot uitgekeerde bedrag ad € 21.000,- in rekening te brengen bij de deelnemende gemeenten.


1.5

Leeswijzer

Regiojaarverslag en regiojaarrekening Het regiojaarverslag bestaat uit de verantwoording per programma en de paragrafen (weerstandsvermogen, onderhoud kapitaalgoederen, financiering, bedrijfsvoering, verbonden partijen). De paragrafen lokale heffingen en grondbeleid (conform BBV eveneens verplichte paragrafen) komen in het jaarverslag niet voor, omdat deze onderwerpen niet van toepassing zijn op Regio Zuid-Holland Zuid. De regiojaarstukken bestaan uit de programmarekening en de balans inclusief toelichting. De regiojaarstukken en het regiojaarverslag fungeren beide als sturingsinstrumenten in het totale regionale beleid.

Uitgangspunten Voor de vergelijking tussen prognose en realisatie is de op 24 juni 2010 door het algemeen bestuur vastgestelde regiobegroting 2011 vermeld. De analyse vindt plaats op basis van deze begroting inclusief de in het algemeen bestuur vastgestelde begrotingswijzigingen. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben bij brief nummer PZH-2010-225109548 van 22 november 2010 de oorspronkelijke begroting 2011 voor kennisgeving aangenomen. De regio is onder repressief toezicht gesteld, dat wil zeggen toezicht achteraf. De inwoneraantallen die zijn opgenomen in de begroting 2011 gelden ook als uitgangspunt bij de opstelling van de jaarstukken (op grond van de gemeenschappelijke regeling, artikel 45, lid 2). De omslagrente is voor 2011 gesteld op 4%. Dit percentage is toegerekend aan de investeringen. In de Regio is het renteomslagstelsel van toepassing. De liquide middelen worden centraal beheerd en het renteresultaat wordt op regioniveau gepresenteerd.


2

JAARVERSLAG

2.1

PROGRAMMAVERANTWOORDINGEN

2.1.1 Volksgezondheid A.

€ -/- 708.000 ,-

Doelstellingen

Doelstellingen Het bewaken en beschermen van de volksgezondheid door middel van gezondheidsonderzoeken, preventieve acties, het geven van voorlichting over gezonde leefstijl en het plegen van epidemiologisch onderzoek naar de gezondheidsbeleving van inwoners. Visie De GGD Zuid-Holland Zuid is een onafhankelijke, inhoudelijk deskundige organisatie op het gebied van openbare en collectieve gezondheidszorg en derhalve een onmisbare partner in de keten van preventie en zorg. Ze biedt een samenhangend geheel van diensten op het gebied van gezondheidsbevordering, epidemiologisch onderzoek en (beleids)advisering voor een diversiteit aan klanten, waarmee zij voortdurend in gesprek is. Samenwerking met partners binnen en buiten de GGD is daarin van groot belang. De GGD heeft een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid en neemt die ook. Zij vindt haar legitimatie in de Wet collectieve volksgezondheid en werkt op basis van wetenschappelijke inzichten. De GGD is helder in haar rol, positie en producten en sterk in haar uitvoering, coördinerende taken, beleidsondersteuning en advisering. De GGD staat voor wat zij doet en straalt dat uit. Missie De GGD bewaakt, beschermt en bevordert de volksgezondheid. B.

Producten/activiteiten

Product Jeugdgezondheidszorg

Algemene gezondheidszorg

Gezondheidsbevordering en onderzoek

Activiteit 1 Coördinatie van de jeugdgezondheidszorg voor 0-19 jarigen 2 Uitvoering jeugdgezondheidsonderzoeken 5-19 jarigen 3 Advisering bij psychosociale problematiek jeugdigen 1 Opsporen en bestrijden van infectieziekten 2 Beschikbaarheid voor aangifte van wettelijk aangifteplichtige infectieziekten 3 Opsporen en bestrijden van tuberculose 4 Signaleren van problemen en begeleiden van burgers die een risico voor zichzelf en/of hun omgeving vormen. 5 Adviseren over gezondheidsrisico’s in binnen- en buitenmilieu. 6 Adviseren en vaccineren van burgers tegen infectieziekten. 1 Ondersteuning gemeenten bij opzetten lokaal gezondheidsbeleid 2 Informatie en advies aan gemeenten omtrent gezondheidssituatie van de bevolking 3 Epidemiologie. Het geven van inzicht en advies in diverse aspecten van de gezondheidstoestand en -bedreigende en bevorderende factoren van de inwoners van ZHZ. (bv. Obv realisatie Jeugdmonitor en


Product

C.

Activiteit onderzoek tbv. Uitvoeringsprogramma’s) 4 Bevorderen en stimuleren van gezond gedrag en gezonde leefstijl door een programmatische aanpak van gedragsgerelateerde gezondheidsproblemen (Programma’s Preventie van overgewicht, verzuip jij je toekomst, gezond binnenmilieu op scholen en depressiepreventie.)

Exploitatie

Hieronder is de gecomprimeerde productrekening weergegeven. Alle bedragen luiden x € 1.000. Om schrij ving

J aa rrek ening 2010 laste n

P rimaire begro ting 2011

bate n saldo x € 1.000

la sten

O penba re o rde e n ve iligheid O penba re gezondhe idszor g J eugdge zondhe idszorg T aa kstelling bijdra ge concer n Re nte Inwone rbij dr age c.a . v erre ke ningen T OTAAL EXPLOIT ATIEREKENIN G

Begroting na wijzigingen 2011 Rea lisatie Jaa rrekening 2011


la ste n


laste n

ba ten sa ldo x € 1.000

Realisatie Ja ar reke ning 2011 ver schil to v begro ting 2011 lasten baten saldo x € 1.000

1.711

1.711

0

0

0

0

10.086

6.064

-4.022

6.965

3.541

-3.424

6.823

3.289

-3.534

8.605

5.313

- 3.292

1.782

2.024

242

9.194

5.322

-3.872

8.024

4.425

-3.599

8.024

4.425

-3.599

9.610

5.749

- 3.861

1.586

1.324

- 262

185

185

295

0

-295

6.472

0 - 27 0 6.472

-38 0

0 -393

- 295 0 38 - 393

14.874

295 -27 -38 6.865 0 -38

17.534

-7 08

3.330

2.660

- 670

38

0 38

0

-38

-38

708

708

3.330

3.330

0

20 6.846

44 19.32 4

20 6.846 - 44 18 .2 52 -1 .07 2

27 38 6.865 16.765

1 6.727

-38 6.865 0 -11

27 38 6.865 14.912

27

1 8.2 42

Re sulta at vóó r be ste mming Re sulta atbestemming: Sto rting in rese rve Re nte toe rekening aan rese rve s mutatie s re serv e

50 20

N og te bestem men: o nttre kking reserv e huisve sting n adeli g res ultaat V ol ksgez ondhei d T OTAAL

19.39 4

- 50 - 20 0

38

0 38 0

188

188

0

0

9 54

95 4

0

0

19 .3 94

0

16.765

1 6.765

0

14.912

14.912

0

1 8.2 42

708

7 08

18.242

0

Het exploitatieresultaat van de Jaarrekening 2011 bedraagt € 707.848,22 nadelig. Het resultaat wordt met name veroorzaakt door: Lasten; • Ontvlechtingkosten JGZ/Van goed naar beter • Dotatie voorziening liquidatiekosten ZHE • Lasten voormalig medewerker ZHE • Afrekening KPN 2005 • Ontvlechtingkosten Forensische Geneeskunde • Meerkosten inz. Telefonie, facilitaire kosten en ICT • Afrekeningen servicekosten 2009 en 2010 Gorinchem • Niet ingevulde taakstelling 2011 • Netto lagere opbrengsten vaccinaties • Lasten Gezondheidsmonitor 2010 t.l.v. 2011 • Afboeking oude vorderingen (KPN, Enten, overig) ` Subtotaal lasten

• • •




-

-

€ 253.300 € 66.000 € 59.260 € 103.000 € 127.500 € 56.900 € 90.000 € 291.000 € 37.850 € 74.000 € 265.000 € 1.423.000

-

€ € € €

-

€

160.000 325.000 230.000 715.000 708.000

4.2.

Resultaatanalyse

Het exploitatieresultaat 2011 t.o.v. de raming 2011 bedraagt € 707.848,22 nadelig. De financiële realisatie wijkt af van de actuele begroting 2011. In de volgende tabel wordt de cijfermatige analyse op hoofdlijnen gegeven. Bedragen x € 1.000

Voordelen Inc. Struct.

LASTEN salarislasten rente reserves duurzame goederen energie BDU gel den inhuur derden overige lasten kapitaallasten toegerekende lasten storti ng in res./vpprz.

Nadelen Inc. Struct.

Saldoeffecte

65938 10 41.02961072886 34688-

Subtotaal

134

-

3.464-

-

-

Totaal

Analyse verwijzing

65938 10 41.02961072886 34688-

A B C D E F G H I J

3.330-

BATEN stelposten inwonerbijdrage overige goederen en diensten overige inkomensoverdrachten BDU gel den onttrekking aan res./voorz. interne verrekeningen

177 2.059 1.029 5 131

Subtotaal

3.401

-

741-

-

-

3.535

-

4.205-

-

-

670-

-

-

38-

-

-

38-

3.535

-

4.243-

-

-

708-

349392-

TOTAAL GENERAAL VOOR BESTEMMING Resultaatbestemming TOTAAL GENERAAL NA BESTEMMING

349392177 2.059 1.029 5 131

K L M N O P Q

2.660

R

Ad. A De werkelijke salarislasten laten t.o.v. de begroting 2011 een overschrijding zien van € 659.000. Het betreffen hier met name de salariskosten van projectleiders en – medewerkers die gefinancieerd worden vanuit de subsidies en uitvoeringsgelden (zie N). Ad. B en R Er is geen rente toegerekend aan reserves. Ad. C Er stond op de exploitatie een bedrag geraamd voor investeringen duurzame goederen van € 10.000. Deze post is niet aangewend. Ad. D Het energieverbruik viel iets lager uit dan oorspronkelijk geraamd. Ad. E en O De GGD ZHZ fungeert als kassier voor de BDU gelden. Pas laat in 2011 is het te factureren bedrag in het DB VG definitief vastgesteld (15 september 2011). Dit verloopt budgettair neutraal. Ad. F De inhuur derden betreft met name tijdelijke inhuur op projectbasis. Deze inhuur wordt gedekt door de subsidies en uitvoeringsprogramma’s. Zie N.


Ad. G Dit nadeel wordt met name veroorzaakt door de KPN afrekening 2005 ad. € 103.000, de meerkosten SCD ad. € 56.900 t.b.v. telefonie, kopieerkosten en ICT, de afrekening servicekosten 2009 en 2010 pand JGZ Gorinchem ad. € 90.000, de vanuit 2010 in 2011 verantwoorde lasten voor de Gezondheidsmonitor ad. € 74.000, deskundige advisering ad. € 226.000 voor het traject ontvlechting JGZ (procesmanagement en ondersteuning traject van goed naar beter) en de kosten voor de aanvullende DVO SCD van € 27.300 i.v.m. ontvlechting JGZ. Het gaat om de inzet op P-gebied. Tevens betreffen het directe kosten voor subsidieprogramma’s en projecten die gedekt worden door een subsidie of gelden t.b.v. uitvoeringsprogramma’s (zie N). Ad. H Het voordeel op kapitaallasten wordt met name veroorzaakt door lager te activeren lasten voor de nieuwe huisvesting. In 2010 bleek een deel van het krediet niet activeerbaar. Het nadeel is toen in 2010 volledig t.l.v. het resultaat gekomen. In de begroting 2011 was nog wel gerekend met het oorspronkelijk hogere krediet. Ad. I De hogere doorberekening van kosten heeft met name te maken met de gewijzigde toerekensystematiek 2011 van het SCD. Compensatie heeft plaatsgevonden via de herverdeling van de inwonerbijdrage op concernniveau en een in het RDT afgesproken solidariteitsbijdrage van de RAV (zie M). Ad. J In 2011 hebben een tweetal dotaties aan voorzieningen plaatsgevonden. Het betreft de dotatie van € 66.000 aan de voorziening liquidatie ZHE en een dotatie van € 22.000 aan de voorziening gezondheidsmonitor/RVTV. Ad. K Het betreffen hier de stelposten taakstelling ZHE, ontvlechting GHOR en Forensische geneeskunde. Ad. L Het betreft hier de vanuit de gemeenten opgelegde taakstelling 2011 van 5%. Ad. M Het betreft hier per saldo een voordeel t.o.v. de begroting 2011 die voornamelijk veroorzaakt wordt door een meeropbrengst op inspecties, lagere opbrengst op vaccinaties en een solidariteitsbijdrage (conform RDT besluit) van de RAV (zie I). Ad. N Het betreffen hier incidentele subsidiegelden en baten voor uitvoeringsprogramma’s, waarmee geen rekening gehouden is in de begroting 2011. Zie ook A, F en G. Ad. P In 2011 is een medewerker met de vut gegaan. Deze medewerker had spaarverlof opgebouwd in de voorziening spaarverlof. Dit is in 2011 benut. Ad. Q Het betreft hier met name een interne verrekening bijdrage van de RAV aan de GGD i.v.m. een correctie op de toerekensystematiek door de GGD voorgeschoten bedrijfsvoeringskosten SCD.


2.1.2 Ambulancezorg A.

€ 87.000,- voordelig

Doelstellingen

De Ambulancedienst Zuid-Holland Zuid is een vooruitstrevende professionele organisatie die, in goede samenwerking met de ketenpartners, adequate ambulancezorg levert op basis van de geldende financiële en wettelijke kaders. De afhandeling van de melding, behandeling, begeleiding en transport, wordt met grote betrokkenheid uitgevoerd door hoog gekwalificeerde medewerkers. Kritische succesfactor

Prestatie-indicator

Normering 2011

Realisatie 2011

Normering 2010

Realisatie 2010

28.074

27.978

27.744

28.074

Productie

Aantal declarabele ritten

Kwaliteit ambulancevervoer

Spoedvervoer A1 < 15 min

95%

94,2%

95%

92,7%

Spoedvervoer A2 < 30 min

95%

97,8%

95%

97,2%

Formele klachten

<10

16

<10

13

< 5%

4,1%

< 5%

3,0%

100% score 5-jaarlijkse profcheck




Betrokkenheid personeel

Ziekteverzuim Kennisniveau personeel (selectieve profcheck)

B.

Producten/activiteiten en resultaten

Product

Activiteit

Centrale Post Ambulancevervoer

1

Zorgindicatie, zorgtoewijzing en zorgcoördinatie

2

Regievoering op paraatheid van ambulances op basis van dynamisch ambulancemanagement

1

Aannemen, beoordelen en verwerken van spoedeisende hulpvragen Verzorgen van ambulanceritten in de Regio Zuid Holland Zuid

Ambulance hulpverlening

2

Beoogde resultaten 2011 Product

Nr.

Activiteit/beoogd resultaat

Stand van zaken 2011

Ambulance hulpverlening

1

Terugdringen van het overschrijdingspercentage van de responsetijd tot de landelijk geaccepteerde faalkans van 5% van het aantal spoedritten.

Het responspercentage 2011 voor spoedvervoer bedraagt 94,2%.

2

Differentiatie en uitbreiding van de beschikbaarheid van ambulances met gebruikmaking van de extra beschikbaar gekomen budgetten.

Met de inzet van de S&B-gelden heeft gedifferentieerde uitbreiding van de paraatheid plaatsgevonden.

3

Met aangrenzende Regio’s samenwerkingsafspraken over doelmatiger inzet van ambulances in de grensgebieden.

De convenanten met de buurregio’s zijn geactualiseerd.

4

Het uitbreiden van de samenwerkingsafspraken met ketenpartners in de zorg, met de nadruk op huisartsen en ziekenhuizen.

De huidige samenwerkingsafspraken en –overleggen zijn gecontinueerd.


C.

5

Het in gebruik nemen van een online planningssysteem t.b.v. het B-vervoer in samenwerking met de ziekenhuizen in de regio.

De vrije marge gelden CPA 2011 (€ 30.500) zullen voor de aanschaf en implementatie van ProQA (geautomatiseerd uitvraagprotocol tbv meldkamercentralisaten) worden ingezet.

6

In 2009 is gestart met de invoering van het project Mobiele Data Transmissie (MDT) op een 4-tal ambulances; digitale ritbonnen welke al tijdens het vervoer van de patiënt vanuit de ambulance, incl. alle (medische)gegevens, aan de ziekenhuizen kunnen worden doorgezonden. Dit systeem dient in 2010 te functioneren op alle voertuigen.

Eind 2011 is het gelukt een drietal mobile data sets (MDT) voorzien van het elektronisch ritformulier (pilot) te operationaliseren. De inzet voor 2012 -2013 is om alle voertuigen te voorzien van MDT. Daartoe zullen in 2012 gesprekken plaatsvinden met de huidige leverancier van de software en potentiële leveranciers. Doelstelling is, uiterlijk, eind 2013, alle voertuigen voorzien te hebben van MDT.

Exploitatie

Hieronder is de gecomprimeerde productrekening weergegeven. Alle bedragen luiden x € 1.000. Producten

Ambulancezorg Centrale Post Ambulancevervoer

Realisatie 2010 Lasten Baten 12.791 13.043 1.284 1.290

Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Bijzondere baten / lasten

14.075 14.333

Resultaat na bestemming

14.235 14.424

160

91

Raming 2011 Raming 2011 na Realisatie 2011 Mutatie tov raming 2011 na oorspronkelijk wijziging wijziging Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo 252 12.638 13.056 418 12.792 13.355 563 13.093 13.210 117 301 -145 446 6 1.316 1.308 -8 1.357 1.322 -35 1.339 1.322 -17 -18 0 -18 258 13.954 14.364

410 14.149 14.677

-69 189 13.954 14.364

410 14.149 14.677

528 14.432 14.532

100

283

-145

13

-13

13

0

428 13

528 14.445 14.532

87

296

-145

441

De Ambulancedienst beschikt niet over eigen vermogen. De activiteiten van de Ambulancedienst worden gefinancierd door de zorgverzekeraars op basis van door de Nederlandse Zorgautoriteit (hierna: NZA) voorgeschreven tarieven en beleidsregels. Indien er in enig jaar een overschot of tekort ontstaat wordt dit verantwoord in een zogenaamde ‘ reserve aanvaardbare kosten’ (hierna: RAK). De beleidsregel RAK zegt hierover in artikel 5.3: “Indien de werkelijke kosten in het jaar (t) minder bedragen dan de aanvaardbare kosten in het jaar (t), dient het orgaan voor gezondheidszorg het verschil aan de bestemmingsreserve "Reserve Aanvaardbare Kosten" toe te voegen. De ambulancediensten mogen de Reserve aanvaardbare kosten niet als uitkeerbare winst ten gunste van eigenaars / aandeelhouders beschouwen.” Resultaatanalyse Het resultaat over de periode bedraagt € 87.000,- voordelig. De financiële realisatie wijkt af van de begroting. In de volgende tabel wordt de cijfermatige analyse gegeven. In de tabel wordt tevens weergegeven of er sprake is van een begrotingsonrechtmatigheid. Onderstaande analyse betreft een analyse ten opzichte van het geprognosticeerde resultaat volgens de raming 2011 na wijziging. Dit is de wijziging zoals aan het bestuur voorgelegd bij de tweede bestuursrapportage 2011.


Bedragen x € 1.000

Voordelen Inc. Struct.

Nadelen Inc. Struct.

Saldoeffecten

Totaal

Analyse verwijzing

Onrechtmatig

387 53 2722120473301-

A B C D E F

nee nee nee nee nee nee

34 15 3118

K L M

nee nee nee

G H I J

nee nee nee nee

N

nee

LASTEN Lasten ambulancedienst Personeelslasten Rente en afschrijvingen Huisvestingskosten Overige algemene bedrijfskosten Sectorspecifieke kosten Dotatie reserves en voorzieningen Subtotaal

387 53 15 41 49 545

Lasten CPA Personeelslasten Overige algemene bedrijfskosten Storting in voorziening middelen derden Subtotaal

4215469473738-

-

39 15

599

108-

-

53136-

54

Totaal lasten

108-

-

774-

108-

-

283-

-

517 2022891 145-

BATEN Baten ambulancedienst Overige baten Gedetacheerd personeel Budget Vergoeding FLO via Ministerie Onttrekking voorzieningen Subtotaal

91 108

Baten CPA Budget CPA Subtotaal

-

517 20228-

233-

20-

-

Totaal baten

108

-

233-

20-

-

145-

TOTAAL GENERAAL

707

-

1.007-

128-

-

428-

Nagekomen baten en lasten ambulancedienst Nagekomen baten en lasten MKA TOTAAL GENERAAL VOOR BESTEMMING

707

1313-

1313-

1.020-

441-

Ambulancedienst A. Personeelskosten € 387.000,-positief Oorzaak. In 2011 is de bezetting ten opzichte van de benodigde formatie beter op peil gebleven. Als gevolg hiervan en vanwege het lage ziekteverzuim, is minder overwerk nodig geweest om de paraatheid te borgen. Gevol.g Dit leidt tot lagere salarislasten van € 50.000,- incidenteel Oorzaak. Ingaande 2011 vindt declaratie en vergoeding van de FLO-kosten plaats via het Ministerie van VWS; tot en met 2010 was dit de NZA. Ook dient te worden gedeclareerd via een nieuw formulier, waarbij een 2-tal FLO-categorieën niet meer kunnen worden gedeclareerd. Bij de controle van het definitieve formulier 2011 is gebleken dat de totale kosten VOP € 264.000,- lager waren. Van deze kosten wordt door het Ministerie van VWS 95% vergoed (zie ook ‘I’). Het door VWS verstrekt voorschot is derhalve te hoog geweest. Gevolg. De kosten FLO zijn € 264.000,- lager dan begroot, wat leidt tot een onderschrijding in de kosten FLO van € 264.000,- incidenteel. Oorzaak. Ingaande 2011 vindt declaratie en vergoeding van de VOP-kosten plaats via het Ministerie van VWS; tot en met 2010 was dit de NZA. De VOP-kosten kunnen gedurende het jaar alleen worden ingeschat door de personeelsadministratie. De bedragen worden definitief vastgesteld bij de accountantscontrole. Bij de controle van het definitieve formulier 2011 is gebleken dat de totale kosten VOP €83.000,- lager waren. Van deze kosten wordt door het Ministerie van VWS 95% vergoed (zie ook ‘I’) Gevolg. De kosten VOP zijn € 83.000,- lager dan begroot; incidenteel. Oorzaak. De opleidingskosten zijn ruim € 26.000,- hoger dan begroot. Gerekend wordt in de begroting met een gemiddeld budget van € 1.000,- per werknemer. Door een aantal


medewerkers zijn in 2011 relatief dure cursussen gevolgd. Dit tezamen met het feit dat een aantal nieuw aangetrokken medewerkers de Sosa-opleiding is gestart (kosten in totaal ruim € 37.000,-) maakt dat het budget is overschreden. Gevolg. Overschrijding van het budget opleidingskosten met ruim € 26.000,- incidenteel. Oorzaak. Ingaande 2011 wordt de Ondernemingsraad ondersteund door een notuliste, waarvan de kosten vanuit de Regiostaf worden doorberekend. Gevolg. Een overschrijding op het budget ondernemingsraad van € 13.000,- structureel. Oorzaak. De overige personeelskosten zijn ruim € 21.000,- lager dan begroot. De post overige personeelskosten laat geen bijzonderheden zien. Gevolg. De overige personeelskosten zijn ruim € 21.000,- lager dan begroot structureel. B. Rente en afschrijvingen € 53.000,- positief Oorzaak. De aanschaf voor een 5-tal A-ambulances en 2 B-ambulances was medio 2011 gepland. Door problemen bij de leverancier worden deze pas begin 2012 afgeleverd. Dit heeft geleid tot lagere rente- en afschrijvingslasten in 2011. Gevolg. Het verschuiven van deze grote investeringen in de tijd leidt tot een verschuiving van de kapitaallasten wat leidt tot een incidenteel voordeel op de kapitaallasten van € 53.000,-. C. Huisvestingskosten € 27.000,- negatief Oorzaak. De overschrijding wordt met name veroorzaakt doordat in het laatste kwartaal van 2011 groot onderhoud heeft plaatsgevonden aan de garage in Zwijndrecht, dat voor latere jaren stond gepland. Ter dekking van deze kosten is € 24.000,- onttrokken aan de voorziening onderhoud gebouwen in eigendom. Om dergelijke schommelingen in de onderhoudskosten de komende jaren te voorkomen heeft in 2011 een stelselwijziging plaatsgevonden t.a.v. het bepalen van de benodigde hoogte van de voorziening. Gevolg. Overschrijding op de overige huisvestingskosten van € 36.000,- incidenteel.

D. Overige algemene bedrijfskosten € 221.000,- negatief Oorzaak. De kosten van het onderhoud en de vervanging van software zijn € 17.000,= lager dan begroot. Hiervoor kan geen specifieke oorzaak worden aangewezen. Gevolg. De kosten van software zijn € 17.000,- incidenteel lager dan begroot. Oorzaak. De kosten van kantoorbehoeften zijn € 11.000,= hoger dan begroot. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door de aanschaf van een nieuwe voorraad papieren ritformulieren (in totaal in 2011 € 7.500,=) en anderzijds door de aanschaf van klein kantoormeubilair met name op het bedrijfsbureau in Zwijndrecht (in totaal dienstbreed in 2011 € 9.200,=). Gevolg. hiervan is een overschrijding van € 11.000,- incidenteel op de kantoorbehoeften. Oorzaak. In het najaar van 2011 is gestart met het opzetten van formats welke zowel voor de interne- als voor de externe communicatie zullen gaan worden gehanteerd. In 2012 zal dit resulteren in een nieuwe communicatiestijl, zowel intern als extern. Gevolg. Dat in 2011 voor een bedrag van ruim € 14.000,- incidenteel voordeel is ontstaan op het budget voorlichting & communicatie. Oorzaak. In 2011 zijn alle vorderingen uit voorgaande jaren (t/m 2010) opgeschoond en afgeboekt als zijnde oninbaar. Dit heeft geresulteerd in een last afboeking oninbare posten van ruim € 78.000,-. Hierop is in mindering gebracht het voordelig verschil ad € 26.000,- uit de afstemming financiële administratie met rittenadministratie. Dit verschil is ontstaan doordat periode juli1-2011 abusievelijk tegen een onjuist tarief was gefactureerd. Het corrigeren hiervan heeft tot een verschil geleid. Door dit verschil ten gunste van het budget ‘afboeken oninbare posten’ te brengen (een in de rekenstaat nacalculatorische post) blijft dit voordeel behouden voor de zorgverzekeraars. Gevolg. De kosten afboeken oninbare posten zijn € 12.000,- lager dan begroot incidenteel.


Oorzaak. De accountantskosten zijn in 2011 ruim € 12.000,- hoger dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt door een fiscaal onderzoek waarvan de kosten ruim € 10.000,- bedragen. Gevolg. De accountantskosten zijn ruim € 12.000,- hoger dan begroot incidenteel. Oorzaak. Ten opzichte van de budgettaire inbreng in 2008 bij het SCD zijn er meer verbruikskosten voor telefonie, print en ICT. Ook is een formatiecorrectie toegepast. Gevolg. Dit leidt tot een extra last van € 71.000,- voor 2011 structureel en een nagekomen last voor 2010 van € 60.000,- incidenteel. Oorzaak. Over 2010 en 2011 zijn onjuiste formatieaantallen gebruikt voor de prijsberekening SCD. Een aantal producten binnen het SCD wordt verdeeld op basis van formatie. Het betreft hier o.a. verwerking facturen , IVT, P-beleid, verzekeringen, salarisstroken en I&A-beleid. Gevolg. Dit leidt tot een extra last van € 37.000,- voor 2011 structureel en een nagekomen last voor 2010 van € 37.000,- incidenteel. Oorzaak. In 2011 is de mandaatregeling aangepast. Hierdoor hebben de regiosecretaris en concerncontroller directe aansturing verkregen op de RAV en in dat licht zijn ook een aantal dossiers opgepakt. Gevolg. Dit leidt tot een extra last van € 27.000,- incidenteel. Oorzaak. De externe advieskosten zijn in 2011 ruim € 15.000,- hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door een aantal bijzondere onderzoeken (OvdG-advies € 22.000,-; FWG-advies € 7.000,-) die in 2011 hebben plaatsgevonden. Gevolg. De externe advieskosten zijn ruim € 15.000,- hoger dan begroot incidenteel. E. Sectorspecifieke kosten € 20.000,- negatief Oorzaak. In 2011 was met betrekking tot 2 voertuigen sprake van een nagekomen last BPM. Gevolg. Dit heeft geleid tot een overschrijding van het budget motorrijtuigenbelasting van € 12.000,- incidenteel. Oorzaak. De onderhoudskosten voertuigen zijn ruim € 21.000,- hoger dan begroot. In 2011 moesten een aantal versnellingsbakken en een motor worden vervangen. Gevolg. De onderhoudskosten voertuigen zijn ruim € 20.000,- hoger dan begroot incidenteel. Oorzaak. Het feit dat in 2010 besloten is de voertuigen gedurende de winterperiode allen te voorzien van winterbanden heeft geleid tot extra kosten inzake bandenvervanging. Gevolg. Dit heeft geleid tot een overschrijding op de kosten bandenvervanging van € 10.000,- incidenteel. Oorzaak. In 2011 was sprake van een groot aantal schadegevallen op de ambulances. Hierdoor moest vaak het eigen risico ad € 500,- worden vergoed. In één geval werd een schade-uitkering ontvangen op een reeds volledig afgeschreven ambulance. Gevolg. Dit heeft geleid tot een ontvangen schade-uitkering van ruim € 12.000,incidenteel. Oorzaak. Enkele onderhoudscontracten (reanimatiepoppen) zijn opgezegd en daarnaast zijn enkele contracten (inhoudelijk) gewijzigd. Gevolg. De onderhoudskosten van medische inventaris zijn ruim € 14.000,- lager dan begroot structureel. F. Stortingen in voorzieningen € 473.000,- negatief Oorzaak. De overschrijding op de overige huisvestingskosten (zie C) wordt veroorzaakt doordat in het laatste kwartaal van 2011 groot onderhoud heeft plaatsgevonden, dat voor latere jaren stond gepland. Om dergelijke schommelingen in de onderhoudskosten


de komende jaren te voorkomen heeft in 2011 een stelselwijziging plaatsgevonden t.a.v. het bepalen van de benodigde hoogte van de voorziening. Gevolg. Ten laste van de exploitatie 2011 heeft een aanvullende dotatie aan de voorziening plaatsgevonden van € 100.000,- incidenteel. Oorzaak. In 2011 is door het bestuur van ZHZ een beëindigingovereenkomst afgesloten met een medewerker. Gevolg. De totale omvang van de verplichting vanuit deze overeenkomst bedraagt bijna € 364.000,-. Dit bedrag is een voorziening gestort, welke per 31 december 2011 is overgedragen aan de Regiostaf; incidenteel. G. Gedetacheerd personeel € 17.000,- positief Oorzaak. In 2011 hebben trainingen geïnitieerd door de GHOR plaatsgevonden waarbij door de RAV een vergoeding wordt ontvangen (uren*tarief). Gevolg. De opbrengsten vanuit het GHOR-convenant zijn hierdoor ruim € 17.000,- hoger dan begroot incidenteel. H. Budget € 20.000,- negatief Oorzaak. In het budget zijn een aantal componenten opgenomen, welke worden afgerekend op basis van nacalculatiebasis. Het daadwerkelijke budget kan derhalve pas worden bepaald als de definitieve exploitatielasten 2011 bekend zijn. Gevolg. Het budget volgens de nacalculatie is € 20.000,- lager dan begroot incidenteel. I. Vergoeding VOP & FLO via Ministerie van VWS € 228.000,- negatief Oorzaak. Ingaande 2011 zijn de FLO-kosten uit de rekenstaten van de NZA gehaald en vindt vergoeding rechtstreeks plaats door het Ministerie van VWS. Als voorschot is 90% van de kosten 2010 ontvangen. Ingaande 2011 kunnen de kosten van een tweetal FLOcategorieën niet meer worden gedeclareerd bij de het Ministerie van VWS. Bij de accountantscontrole van het formulier 2011 is gebleken dat het ontvangen voorschot te hoog is. Gevolg. De inkomsten FLO-regeling van het Ministerie van VWS zijn € 228.000,- lager incidenteel. J. Onttrekking cq vrijval voorzieningen € 91.000,- positief Oorzaak. Het spaarverlof van de medewerker waarmee een beëindigingovereenkomst is afgesloten is vrijgevallen ten gunste van de exploitatie 2011. Gevolg. Vrijval uit de voorziening spaarverlof van ruim € 66.000,- incidenteel. Oorzaak. Vanwege in 2011 uitgevoerd groot onderhoud is € 24.000,- vrijgevallen uit de voorziening onderhoud posten in eigendom van € 24.000,-. Gevolg. Vrijval uit de voorziening onderhoud posten in eigendom van € 24.000,-. incidenteel. Meldkamer Ambulancezorg K. Personeelskosten € 34.000,- positief Oorzaak. Met name vanwege uitgestelde investeringen bij de GMC in een nieuwe 112Centrale ligt de bijdrage van de RAV aan de meldkamer € 31.000,- lager dan was voorzien in de 2e Burap 2011 van de GMC. Gevolg. Dit betekent voor de RAV een lagere bijdrage voor 2011 van ruim € 31.000,incidenteel. Oorzaak. De afrekening 2010 valt € 8.000,- positiever uit dan in de jaarrekening 2010 was opgenomen. Gevolg. Dit betekent voor de RAV een voordeel afrekening GMC 2010 van € 8.000,incidenteel.


L. Overige algemene bedrijfskosten € 15.000,- positief Oorzaak. De in de begroting opgenomen nagekomen last budget 2010 verbindingsapparatuur is afzonderlijke gepresenteerd onder de nagekomen lasten. Gevolg. Dit leidt tot een fictief voordeel op de overige algemene bedrijfskosten van € 13.000,- incidenteel. M. Storting in voorziening € 31.000,- negatief Oorzaak. Door de zorgverzekeraars worden jaarlijks vrije marge gelden toegekend (maximaal 2,75% van de loonsom) aan door de ambulancedienst ingediende projecten. Door de zorgverzekeraars is voor de GMC ingestemd met een 2-jarig project (20112012) dat wordt gefinancierd uit de vrije marge gelden, met betrekking tot de aanschaf van een geautomatiseerd uitvraagprotocol. De kosten voor dit programma bedragen € 60.000 en zullen in 2012 worden gemaakt. Gevolg. De toegekende vrije margegelden CPA 2011 ad € 30.560,- zijn in een voorziening middelen derden gestort, waarvan de bestemming gebonden is (incidenteel). N. Nagekomen lasten € 13.000,- negatief Oorzaak. In de afrekening 2010 is een nagekomen last verbindingsapparatuur opgenomen van € 13.000,-. Gevolg. Dit heeft geleid tot een incidentele nagekomen last van € 13.000,-.


2.1.3 Regiostaf A


Doelstelling

De Regionale staf heeft als doelstelling: •

Strategische beleidsontwikkeling (concernsturing) en

•

Regiobreed ondersteunen en faciliteren van de primaire processen op bedrijfsvoeringaspecten, welke zijn uitbesteed aan het SCD

•

Concerncontrol

•

Ondersteuning bestuursorganen

De te • • • •

leveren producten bestaan op hoofdlijnen uit: Strategische beleidsontwikkeling Facilitaire dienstverlening Concerncontrol Beheerstaken

In onderstaande tabel zijn de bestuurlijk relevante ontwikkelingen weergegeven. Programma

Ontwikkeling

Toelichting

Regio staf

Toekomstvisie

De visie ontwikkeling rondom de inrichting van de dienstverlening in de regio Zuid-Holland Zuid zal wellicht consequenties hebben voor de Regiostaf.

Inrichting samenwerking met het SCD

Met ingang van 2011 zijn nieuwe prijsafspraken gemaakt met het SCD. De Veiligheidsregio en de GR Omgevingsdienst hebben nu een afzonderlijke overeenkomst gesloten met het SCD.

Bezuinigingstaakstelling

Voor 2011 is voor de Regionale staf een bezuinigingstaakstelling van 5,52% op de inwonerbijdrage gerealiseerd. Dit is het gevolg van de wens om in 2011 5% te bezuinigen en de toezegging om dit aan te vullen tot een gelijke omvang aan de toegekende inwonerbijdrage voor de structureel hogere SCD kosten. In 2011 is afgerond € 85.000,- bezuinigd door de regiostaf op de onderdelen personeelsformatie, personeel derden en advisering derden. Voor 2012 is de tweede tranche van 5% bezuinigd.

De Programmaraad en REO zijn als overgedragen taken bij de Regiostaf ondergebracht.


B.

Producten en activiteiten

Product Bedrijfsvoering Regio

Nr. 1 2

Bestuur en bestuursondersteuning

1

2 3

4

Overige taken: Regionale Programmaraad

1 2 3

Regionaal profileren economisch beleid

1 2 3

Verstrekking woninggebonden subsidies

1 2 3 4

Activiteit Het inkopen van dienstverlening door het servicecentrum Drechtsteden voor alle sectoren Coördinatie van accountantscontrole, verzekeringspakket en ARBO coördinatie voor de sectoren De vergaderingen voor o.a. het algemeen en dagelijks bestuur en andere bestuursorganen zijn georganiseerd en hebben plaatsgevonden. Aanpassingen aan verordeningen, reglementen en regelingen zijn uitgevoerd. Begroting, rekening en tussenrapportages maken zodat bestuursorganen en ambtelijke leiding de vinger aan de pols kunnen houden. Voorkomen dat de regio in juridische zin wordt aangesproken en zorg dragen dat gerealiseerde producten de juridische toets der kritiek kunnen doorstaan.

Er is een Radioadvies en gecombineerd advies radio en televisie uitgebracht. De programmaraad vergadert ca. 13 maal en kent 9 maal een zogenaamde presentatieavond. Er wordt gestreefd naar circa 90 externe contacten over kwaliteit en diversiteit van het programmaaanbod. De jaarschijf 2007 van het meerjarenprogramma van de provincie is gerealiseerd. Er is bijgedragen aan de realisering van een gedifferentieerd aanbod van bedrijventerreinen. Secretariaten zijn gevoerd en advisering aan het REO, het bestuur van de regio, de subregionale commissies en gemeenten zijn uitgebracht. Afgesproken aantallen beschikkingen worden afgegeven. Verplicht aantal uit te voeren renteconversies en inkomenstoetsen zijn uitgevoerd. Reserves zijn overeenkomstig bestedingsvoorstellen besteed. Subsidie uitbetalingen zijn verricht en bewoningscontroles uitgevoerd.


C.

Exploitatie

Hieronder is de gecomprimeerde productrekening weergegeven. Alle bedragen luiden x € 1.000. PRODUKTREKENING REGIOSTAF

Rekening 2010 lasten

Bedrijfsvoering Regio Bestuur en bestuursondersteuning Overige taken Totaal resultaat voor bestemming Mutaties reserves Resultaat na bestemming

baten x € 1.000

saldo

Begroting 2011 Na wijziging lasten baten saldo x € 1.000

Realisatie 2011 lasten

baten x € 1.000

verschil Analyse rekening Verwijz. saldo begroting

9.145 1.972 1.175

9.060 2.209 1.185

85237 10

4.916 1.515 649

5.071 1.531 645

155 16 5-

5.353 3.255 838

5.650 3.349 602

296 93 237-

141 78 232-

12.292

12.454

163

7.080

7.246

166

9.447

9.600

153

13-

199

-

199-

166

-

412

286

126-

40

12.491

12.454

36-

7.246

7.246

9.859

9.886

27

27

1660

A B C

D

Het resultaat over het boekjaar 2011 bedraagt € 27.000 voordelig na mutaties van reserves. De mutatie in de reserves bestaat voor € 126.000,- storting in de huisvestingsreserve, welke opgebouwd moet worden om een lening uit BWS gelden te kunnen aflossen. Daarnaast is er op basis van de begroting 2011 nog € 11.000,- in de accresreserve gestort welke vrij besteedbaar is. Omdat deze reservestortingen met de overstap naar loon- en prijssystematiek niet meer bestemd zijn, kan het netto resultaat na mutatie van reserves ook op € 38.000,- positief worden gesteld. Resultaatanalyse A. Bedrijfsvoering Regio Bedrijfsvoering Regio bestaat uit twee hoofdcomponenten, te weten: 1. Huisvesting Noordendijk 250, waar de Regio ZHZ hoofdhuurder is; 2. Inkoop PIOFA functies( hoofdzakelijk bij het SCD) voor de sectoren van de Regio ZHZ. Huisvesting: Op deze activiteit was een voordelig resultaat vóór mutatie in reserve begroot van € 155.000,-. Het gerealiseerde positieve resultaat vóór mutatie in de reserve bedraagt € 90.000,-. Oorzaak. Door middel van besluit van het dagelijks bestuur van 16 december 2011 is de storting in de reserve verlaagd naar € 126.000,-. Hierdoor bedraagt het nadelig resultaat na mutatie in de reserve € 36.000,- (€ 90.000,minus € 126.000) Dit nadeel wordt veroorzaakt door nagekomen huur en servicekosten over 2010 tot een bedrag van ± € 28.000 en leegstand als gevolg van vertrek van twee onderhuurders tot een bedrag van ± € 8.000,Gevolg. Hiermee ontstaat een exploitatie nadeel van € 36.000,-. Inkoop PIOFA functies Op deze inkoopfunctie is over 2011 een nadelig resultaat behaald van € 60.000,Oorzaak: Dit nadeel betreft de volgende componenten: SCD afrekening 2010

€

21.000

Meerwerk accountant( voor zover niet doorbelast aan sectoren)

-

24.000

Hogere bijdrage aan Veiligheidsregio 8.000 Afboeking oude vordering 31.000 Uitwerking ontvlechting Milieudienst 37.000 Onderbesteding budgetten op kopieer- telefoon en portikosten - -/- 61.000 Gevolg: Hiermee ontstaat een nadelig exploitatieresultaat van € 60.000,-.


B. Bestuur en bestuursondersteuning Oorzaak. Enerzijds is er sprake van overschrijding op de budgetten als gevolg van de inhuur van een full time secretaris over het gehele jaar, daar waar een halve fte begroot was en ook de kosten van externe begeleiding in het kader van de nieuwe samenwerkingsvorm met het SCD. Anderzijds is er onderbesteding op diverse materiële budgetten voor communicatie, voorlichting, kantoorbehoeften en overige inhuur. Gevolg. Op deze producten is een positief resultaat behaald van € 93.000,- Begroot was een positief resultaat van € 16.000,-.

C. Overige taken Oorzaak. De overige taken betreffen: Detachering van personeel voor het Vervoerscoördinatiecentrum(VCC), faciliteren Programmaraad, Regionaal Economische ontwikkeling, uitvoeren BWS administratie en intermediair voor bijdrage Jeugd Preventie Team. Gevolg. Op deze taken is een positief exploitatieresultaat behaald van € 50.000,Oorzaak. Dit voordeel is nagenoeg geheel toe te schrijven aan de afwikkeling van de kosten voor het personeel van het VCC. Het VCC is per 1 juli 2011 met haar activiteiten gestopt. Voor de twee personeelsleden is een wachtgeldreserve gevormd. Gevolg. Op basis van gemaakte afspraken met de twee medewerkers kon op deze wachtgeldreserve € 45.000,- vrijvallen. D. Mutaties in reserves De stortingen in reserves hebben plaatsgevonden conform de begroting en aanvullende bestuursbesluiten. Met bestuursbesluit van 16 december 2011 is de storting in de vervangingsreserve huisvesting verlaagd van € 155.000,- naar € 126.000,- omdat op basis van geactualiseerde prognose is gebleken dat deze storting voldoende is om het benodigde niveau eind 2014 te halen. Dit is mede het gevolg het vrijvallen van een huurverplichting voor de voormalige kantoorlocatie aan de Weizigtweg 33 waarmee een bedrag € 275.000,- in de reserve kon worden gestort. Noot: De reserve moet worden opgebouwd om een dynamische lening uit BWS middelen ad in totaal € 1 miljoen te kunnen aflossen. In 2011 is hierop € 286.200,- afgelost aan de GR Drechtsteden. Aan de reserve wachtgeld verplichting voor de VCC medewerkers is € 286.000,- onttrokken door afwikkeling van de verplichtingen met de twee medewerkers voor deze activiteit.


2.1.4 Bureau Leerplicht en voortijdig schoolverlaten


A Doelstelling De doelstelling is om BLVS door te ontwikkelen: • Tot een organisatie met een professionele taakuitvoering; • Naar een gezaghebbend bureau in de regio Zuid-Holland Zuid voor het collectief van de 19 gemeenten. Deze doelstelling is gekoppeld aan de visie van BLVS: BLVS is gericht op het kennen van het kind/de jongeren, dat hij/zij onderwijs volgt en dat anders bekend is waarom er geen onderwijs gevolgd wordt en hoe dit omgebogen kan worden naar onderwijs of een ander reëel alternatief. Het bureau voert de Leerplichtwet, Kwalificatieplicht en de RMC functie in samenhang uit en combineert dit met opdrachten die samenhangen met het terugdringen van schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten. Producten/activiteiten

Product

Activiteit/beoogd resultaat

Stand van zaken

kwartaalrapportages

Vanaf schooljaar 2010-2011 kwartaalrapportages leveren

De kwartaalrapportages (1ste en 2de kwartaal 2011) zijn beschikbaar gesteld. In overleg met de gemeentelijke beleidsmedewerkers is een Jaarverslag 20102011 opgesteld waarin de doorlopende leerlijn centraal staat.

Procesbeheersing verzuimmeldingen

Alle scholen zijn bekend met het verzuimprotocol van BLVS en worden bij afwijkingen daarop aangesproken.

Daar waar afwijkingen zijn worden de onderwijsinstellingen door de consulenten aangesproken op de toepassing van het verzuimprotocol. In tegenstelling tot eerdere signalen heeft de minister begin 2012 besloten om het PO niet te verplichten om te gaan melden via DUO.

40% vermindering VSV tov 2005-2006

Op 1 oktober 2011 zijn maximaal 1040 jongeren VSV volgens de RMCeffectrapportage

Oa door in te zetten op een aangescherpt verzuimbeleid en het versterken van de inzet in het ZorgAdviesTeam is BLVS nadrukkelijk gesprekspartner tov het onderwijsveld. Uit de Cijferbrief VSV 2010-2011 blijkt dat er 1.238 VSV’ers zijn in de regio ZHZ geweest. De daling van 40% niet is gehaald. Daar staat tegenover dat OCW een extra jaar als overgangsregeling heeft vastgesteld . Daarnaast heeft regio ZHZ tov het landelijk beeld een behoorlijke stap gezet (van 15% naar 28% daling).

De Overstappers (jongeren die van VO naar MBO overstappen gericht monitoren en waar nodig begeleiden)

o

Maximaal 100 jongeren van de doelgroep nog niet ingeschreven bij een vervolgopleiding

o

Volledig binnen de reguliere werkzaamheden geplaatst zijn de monitoring en begeleidingstaken

In opdracht van de Stuurgroep VSV voert BLVS het programma Intergrip in. Het is een middel om de monitoring van de jongeren die overstappen te verbeteren. Er zijn 430 risico-jongeren in begeleiding genomen, waarvan 136 op 1 oktober nog niet definitief geplaatst waren. Verklaring voor meer dan 100 jongeren is dat het instrument Intergrip in zeer korte tijd is geïmplementeerd, waarbij het onderwijs het programma zich diende eigen te maken en duidelijk werd dat bepaalde jonge-


ren in beeld gehouden moesten worden tussen inschrijving en daadwerkelijke plaatsing. Het werken met Intergrip heeft dermate veel inzicht heeft gegeven dat het omarmd is door de VO en MBO- scholen in de regio. In november 2011 is er een nieuwe opdracht verstrekt vanuit de Stuurgroep en is er de start geweest voor De Overstap van 2011-2012. Implementatie wet Kinderbijslag - Kwalificatie

RMC-coordinatie

In maart 2010 is de wet gepubliceerd. Vanaf tweede kwartaal kan de wet worden toegepast. Waarschijnlijk is dat vanaf het nieuwe schooljaar de wet zal worden toegepast.

Dit is een nieuwe taak geworden.

-

er waren 3 meldingen vanuit BLVS;

In 2011 zal evaluatie van de eerste uitvoeringspraktijk plaatsvinden.

-

geen melding heeft geleid tot het stopzetten van de kinderbijslag.

Het monitoren en publiceren van de RMCgegevens/resultaten in de regio.

2011 is vooral het jaar geweest waarin:

Uit de evaluatie (september 2011) is gebleken:

- het bestuurlijk overleg tot stand is gekomen; - de werkwijze en de hiaten in de werkwijze meer bekend zijn geworden. In overleg met gemeente Dordrecht (regiogemeente), OCW en Da Vinci College (contactschool) zal de werkwijze worden vastgesteld en gelden als ‘blauwdruk’ voor de andere onderwijsinstellingen.

Communicatie rondom preventie

Het onderwijsveld is eind 2011 op de hoogte van de werkzaamheden van BLVS en er wordt 20% meer gebruik gemaakt van de preventieve taken van BLVS.

‘BLVS in Beeld’ is begin maart 2011 verzonden. Het is een handvat voor consulenten en management om het gesprek aan te gaan. Het Jaarverslag 2010-2011 is ook een middel gebleken om met het onderwijs in gesprek te zijn. Binnen BLVS is dit wat sterker aangezet door aan consulenten een plan van aanpak te vragen waarin het gesprek met de scholen over preventie onderdeel is. In het schooljaar 2010-2011 zijn op een totaal van bijna 4.200 processen ongeveer 1.600 preventieve processen gestart. Of langdurig meer gebruik gemaakt wordt van de preventieve taken zal moeten blijken.


C.

Exploitatie

Hieronder is de gecomprimeerde productrekening weergegeven. Alle bedragen luiden x € 1.000. Rekening 2010 lasten

baten x € 1.000

Begroting 2011 Na wijziging lasten baten saldo x € 1.000

saldo

Realisatie 2011 lasten

baten x € 1.000

saldo

Leerplicht en voortijdig schoolverlaten

2.640

2.590

50-

2.554

2.554

-

2.865

2.878

13

Totaal resultaat voor bestemming

2.640

2.590

50-

2.554

2.554

-

2.865

2.878

13

2.640

2.590

50-

2.554

2.554

-

2.865

2.878

13

Mutaties reserves Resultaat na bestemming

Resultaatanalyse De financiële realisatie wijkt af van de begroting. In de volgende tabel wordt de cijfermatige analyse gegeven. In de tabel wordt tevens weergegeven of er sprake is van een begrotingsonrechtmatigheid. Inc. LASTEN Personele lasten Doorbelastingen Huisvesting Opleidingskosten Overige Drukwerk Automatiseringslasten GBA-kosten Promotie Route 27

Voordelen Struct.

Inc.

Nadelen Struct.

Saldo-effecten

12.489 18.960

Totaal

12.489 18.960 7.7081.13715.41510.543 76.975493 2.709 359.124-

7.7081.13715.41510.543 76.975493 2.709 359.124-

Subtotaal

45.194

-

437.236-

BATEN Structurele inkomsten Bijdragen gemeenten Projecten Overige Route 27

323.971

Subtotaal

428.834

-

379-

474.028

-

474.028

-

23.123-

-

22.731

22.731 37982.132 323.971 -

37982.132

TOTAAL GENERAAL VOOR BESTEMMING

415.165-

-

-

428.455

437.615-

23.123-

-

13.290

437.615-

23.123-

-

13.290

Resultaatbestemming TOTAAL GENERAAL NA BESTEMMING

Totale lasten € 415.000,- hoger dan geraamd: Het grote verschil komt doordat BLVS vanaf 2011 de projectadministratie van Route 27 verzorgd (€ 385.000,-) alsook dat o.a. het project De Overstap namens de stuurgroep VSV wordt uitgevoerd (€ 75.000,-). Hieronder wordt nader ingegaan op de afwijkingen. Het voordeel in de Personele lasten (€12.000,-) laat zich als volgt weergeven: Oorzaak: In 2011 is afscheid genomen van enkele medewerkers. De kosten voor de gedwongen mobiliteit konden opgevangen worden. De kosten voor inhuur van een tijdelijk afdelingshoofd regioteams (€ 81.000,-) kon daardoor eveneens gevonden binnen de per-


sonele kosten. Er is een overschrijding van ruim (€ 11.000,-) op de reiskosten, wat een structureel karakter heeft. Gevolg: Er behoefde geen aanspraak te worden gedaan op de reserves, zoals wel bij de risico’s aangegeven in de Burap van 2011. Incidenteel/structureel: Incidenteel Afname van de doorberekeningen voor kosten van ondersteuning SCD (€19.000,-). Oorzaak: De afrekening is voor BLVS in 2011 lager geworden door de centrale ZHZ afspraken over het aantal werkplekken en arbeidsplaatsen. Gevolg: In de realisatie 2012 wordt van hetzelfde bedrag uitgegaan als in deze jaarrekening 2011, waardoor er voor 2012 een nadeel ten opzichte van de begroting 2012 wordt verwacht (er was een nog lagere doorbelasting voorzien). Incidenteel/structureel: Incidenteel Het totale nadeel op de huisvestingslasten (-8K) laat zich als volgt weergeven: Oorzaak: De uitgaven voor service- en energiekosten en zijn aanzienlijk gestegen. Gevolg: Er dient rekening te worden gehouden met structureel hogere service- en energiekosten. Incidenteel/structureel: Structureel Toename van de Afdelings- c.q. overige kosten (-€ 15.000,-) Oorzaak: De doorbelasting vanuit de Regio ZHZ is voor BLVS hoger gebleken dan begroot. Gevolg: In de realisatie 2012 wordt van hetzelfde bedrag uitgegaan als in 2011, waardoor er voor 2012 eenzelfde nadeel ten opzichte van de begroting 2012 wordt verwacht. Incidenteel/structureel: Structureel Afname van Kosten drukwerk en kantoorbenodigdheden (€ 10.000,-) Oorzaak: Er is minimaal uitgegeven voor drukwerk e.d. van BLVS. Reden is dat er in 2012 toegewerkt gaat worden naar een nieuwe organisatie. Gevolg: Er is vrijwel geen voorraad van potentieel verouderde materialen. Incidenteel/structureel: Incidenteel Toename van Automatiseringslasten (-€ 77.000,-) Oorzaak: In opdracht van de Stuurgroep VSV wordt het project De Overstap verzorgd. Tbv het project is Intergrip ingezet voor € 75.000,-, wat bekostigd wordt vanuit de programmagelden VSV (€ 35.000,-) en een bijdrage van de gemeente Dordrecht (€ 40.000,-). Gevolg: Er is geen effect doordat inkomsten en uitgaven op elkaar wegvallen. Incidenteel/structureel: Incidenteel Toename van Route 27 (-€ 359.000,-) Oorzaak: BLVS verzorgt de projectadministratie mede namens Sociale Dienst Drechtsteden, UWV, Da Vinci College en de werkgevers Drechtsteden. Eind 2011 heeft de directeur BLVS de partners een andere samenwerkingsvorm met bijbehorende projectsturing voorgesteld. Begin 2012 moet dit leiden tot een convenant waarbij het risico bij alle partners ligt. Het verschil in 2011 tussen uitgaven en inkomsten bleek -€ 23.000,- te zijn Gevolg: Eind vorig jaar is gekozen voor een opzet Route 27 waarbij naast een smalle projectorganisatie projecten met een sluitend projectplan worden gestart. Incidenteel/structureel: Incidenteel

Baten € 428.000 hoger dan geraamd: De toename van de Structurele inkomsten met € 22.000,- laat zich als volgt weergeven: Oorzaak: Correctie vanuit OCW op de beschikte middelen voor kwalificatieplicht en RMC. Gevolg: Geen Incidenteel/structureel: Incidenteel


De toename van de Projecten met € 82.000,- laat zich als volgt weergeven: Oorzaak: het grootste verschil wordt met name verklaard door de verkregen middelen voor De Overstap (€ 75.000,-). Gevolg: Geen, omdat de inkomsten en uitgaven op elkaar wegvallen Incidenteel/structureel: Incidenteel De toename van Route 27 (-€ 324.000,-) laat zich als volgt weergeven: Oorzaak: Zie de toelichting bij de baten Route 27. Gevolg: Geen, waarbij voor 2012 nieuwe convenantafspraken gemaakt zullen worden. Incidenteel/structureel: Incidenteel


2

PARAGRAFEN

2.2.1 Risico’s en weerstandsvermogen 2.2.1.1 Risico’s Weerstandsvermogen is de relatie tussen de risico’s waar geen maatregelen voor zijn getroffen enerzijds, en de capaciteit van middelen en mogelijkheden die de organisatie heeft om niet begrote kosten op te vangen anderzijds. De Regio Zuid-Holland Zuid loopt risico’s. Een deel van deze risico’s wordt afgedekt door het treffen van maatregelen. Voorbeelden van zulke maatregelen zijn het afsluiten van verzekeringen, het vormen van voorzieningen, creëren van bestemmingsreserves en het inrichten van de Administratieve Organisatie en Interne Controle. Om te voorkomen dat de Regio bij het voordoen van een niet afgedekt risico ingrijpende beleidswijzigingen moet doorvoeren, dient de Regio weerstandscapaciteit te bezitten om dergelijke zaken op te vangen. De weerstandscapaciteit waarover de Regio beschikt bestaat uit (stille) reserves. Voorzieningen behoren niet tot de weerstandscapaciteit. Het gaat om zogenaamd ‘geoormerkt’ geld waarover niet vrij beschikt kan worden. Weerstandsvermogen geeft antwoord op de vraag in hoeverre de Regio in staat is om nog niet afgedekte risico’s op te vangen. Ultimo 2006 is een risicoanalyse van de diverse sectoren uitgevoerd met als voornaamste doel de bepaling van het weerstandsvermogen. In 2013 zal bij de start van de nieuw te vormen GR Publieke Gezondheid en Jeugd een nieuw risicoprofiel worden opgesteld. Per sector heeft een inventarisatie plaatsgevonden van materiële risico’s. Op basis van deze inventarisatie is per sector een risicoprofiel bepaald. Dit risicoprofiel wordt vervolgens gerelateerd aan de omzet. Risicoprofiel Zeer laag risicoprofiel Laag risicoprofiel Laag – gemiddeld risicoprofiel Gemiddeld risicoprofiel Gemiddeld – hoog risicoprofiel Hoog risicoprofiel

Benodigde omvang weerstandsvermogen 0% van de structurele omzet 2,5% van de structurele omzet 5,0% van de structurele omzet 10,0% van de structurele omzet 15,0% van de structurele omzet 20,0% van de structurele omzet

In onderstaande tabel wordt een samenvatting gegeven van het bepaalde risicoprofiel voor de diverse sectoren en de benodigde alsmede de aanwezige weerstandscapaciteit per sector per 31 december 2010 voor resultaatsbestemming. Sector

Risicoprofiel

Gewenst weerstandsvermogen (algemene reserve)

aanwezig weerstandsvermogen (algemene reserve)

Overschot / tekort

Regiostaf/concern

Laag

€

0,1 mln.

€0

€-/- 0,1 mln

GGD

Laag-gemiddeld

€

0,5 mln.

€0

€ -/- 0,5 mln

€ 0,1

Bureau leerplicht

Laag-gemiddeld

€

0.1 mln.

Ambulancedienst

Gemiddeld

€

1,0 mln.

€ 2,9

€ 1,9 nln

€

2,3 mln.

€ 3,0

€ 0,7 mln

Totaal

Het onderzoek geeft een nulmeting van het risicoprofiel.


De volgende risicogebieden (per sector) zijn gedefinieerd: Concern In navolging van het opzeggen van het huidige contract per 1 april 2011 met het SCD moeten vervolgacties worden ondernomen om de zgn. PIOFA-taken in de toekomst te organiseren. Op basis van het ontvlechtingvoorstel SCD wordt begin 2012 onderzocht of de ICT- en P-kolom middels aanbesteding in de markt moeten worden gezet. Bij beide aanbestedingen zal het SCD als biedende partij deelnemen aan de aanbesteding. Mocht de ICT- en P-kolom worden ondergebracht bij een andere partij dan het SCD dan zijn er frictiekosten verschuldigd Inmiddels is een juridisch onderzoek afgerond naar de wijze van aanbesteding. Voorgesteld is om het zogenaamde “alleenrecht” toe te passen. In maart 2012 vindt hierover een finaal besluit plaats door het algemeen bestuur. Bij een eventuele Europese aanbestedingen kan het SCD als biedende partij deelnemen aan de aanbesteding. Mocht de ICT- en P-kolom worden ondergebracht bij een andere partij dan het SCD dan zijn er frictiekosten verschuldigd. Deze kunnen voor de beide componenten oplopen tot respectievelijk € 3.400.000 en € 1.540.000. Deze frictiekosten worden dan verdeeld over de huidige sectoren (GGD, RAV en regiostaf) binnen de regio ZHZ. Tegelijkertijd loopt er nu een juridisch onderzoek naar de vraag of er uitzonderingen mogelijk zijn op de aanbestedingen en of de verdeling van aan te besteden en niet aan te besteden componenten juist is. Regionale Ambulancevoorziening Binnen de Regio ZHZ heeft een risico-inventarisatie en -waardering plaatsgevonden. Het risicoprofiel van de Ambulancedienst wordt gemiddeld ingeschat. Als risicogebieden voor Ambulancedienst worden onderkend: 1. Wet Ambulance Zorg 2. Uitvoeren Personeelsadvisering door het Service Center Drechtsteden 3. Meldkamer Ambulancezorg 4. Claims door het niet adequaat uitvoeren van activiteiten. Het risico onder 4 is moeilijk kwantificeerbaar. Via verzekeringen wordt een groot deel van dit risico afgedekt. In 2011 is gestart met een risico en kansenanalyse (zgn. Rekal) mbt het (privé) gebruik van dienstauto’s het beschikbaar stellen van I-Pads, telefoons, laptops, enz. Tot op heden is voor deze onderdelen de (belasting) regelgeving niet toegepast. In samenwerking met de accountant is een onderzoek ingesteld naar de mogelijke gevolgen mocht de belastingdienst hier onderzoek naar gaan doen. Medio 2012 worden hier de definitieve resultaten van verwacht. De eerste uitkomsten laten zien dat met name de RAV op belastingtechnisch gebied niet aan de eisen voldoet. Er vindt geen kilometerregistratie plaats en er worden geen gebruikersovereenkomsten gesloten voor I-pads, telefoons enz. Op basis hiervan is de belastingdienst de menig toegedaan dat er op beide onderdelen ook sprake is van niet zakelijk gebruik. Een aanslag ligt dan ook voor de hand bij het uitvoeren van een controle. De belastingdienst kan in dit geval een aanslag opleggen over de afgelopen 5 jaar, dit waarschijnlijk verhoogd met een boete. In 2012 kan dit leiden dit tot een financieel risico van € 300.000 tot maximaal € 500.000. Afhankelijk van het feit of de RAV zelf aangifte doet en daarnaast de regelgeving gaat toepassen.

GGD JGZ In 2010 heeft het bestuur het voorgenomen besluit genomen om de JGZ taken te ontvlechten uit de GGD. De voorgenomen datum van uitplaatsing, 1 januari 2012 is niet gehaald en de verwachting is nu dat de uitplaatsing medio 2012 gerealiseerd zal gaan worden. In het kader van deze uitplaatsing resteert nog de uitwerking van het sociaal


plan. Nu is onduidelijk welke risico’s de uitvoering van de uitplaatsing met zich mee brengt. In 2011 is gewerkt aan een begroting ‘nieuwe stijl’ GGD, een programma en productbegroting, die geënt moet zijn op een levensvatbare GGD. In juni 2012 wordt deze programmabegroting 2013-2015 gepresenteerd aan het bestuur. Dan wordt ook duidelijk in welke vorm de GGD in de toekomst georganiseerd zal gaan worden. Sociaal plan. In het kader van de ontvlechting JGZ zijn er met betrekking tot een aantal zaken nog nadere afspraken te maken met het consortium over de eventuele verdeling van een aantal kosten. Tot het moment dat er nadere afspraken zijn gemaakt moeten deze zaken als risico worden aangemerkt en als zodanig worden gekwantificeerd. Het gaat hierbij om een aantal zaken zoals de kosten voorvloeiende uit: - Specifieke personele zaken. Wia-traject, vervroegde afkeuring en daaraan verbonden kosten. Ook de mogelijkheid van detachering naar R/C i.p.v. ontslag voor medewerkers geboren voor 1951 voorafgaand aan FPU of flexpensioen. - Daarnaast lopen er nog onderhandelingen over zgn. reiskostenvergoedingen en de financiering van de IZA-kosten bij een voergang naar het consortium. - Afbouw beschikbaarheidvergoedingen forensische geneeskunde rekening ZHZ. - Kosten Werkgelegenheidsgarantie. (ontslagbescherming) - Kosten overhevelen verloftegoeden naar R/C. In feite moet onderscheid worden gemaakt in kosten in het kader van de arbeidsvoorwaarden en de ’rest’ kosten en de gevolgen daarvan van personeel wat betrokken is bij de overgang. Voor een drietal (deeltijd) medewerkers is afgesproken dat zij niet mee overgaan naar het consortium. Bij de bepaling van de waarde die moet worden gegeven aan deze risico’s moet worden uitgegaan van de afgesloten contractperiode van 3,5 jaar. Voor de medewerkers die achterblijven bij de GGD wordt een risico geschat op € 500.000,- (gepositioneerd als zijnde bovenformatieve formatie). De overige componenten worden geschat op € 100.000,-. In totaliteit zou het risico dan uitkomen op een bedrag van € 600.000,-. Bureau Leerplicht In 2012 moet BLVS het pand aan de Professor Gunninglaan te Dordrecht verlaten in verband met sloop en een andere locatie betrekken. Inzet is het betrekken van een locatie op het Leerpark, waarvoor een eerste aanbod is gedaan door de verhuurder. In 2012 moet capaciteit worden vrijgemaakt dan wel specialistische kennis worden ingehuurd om de effecten van bijvoorbeeld een flexwerk-model vast te stellen en om met de verhuurder te komen tot contractafspraken. Ook deze kosten zijn PM. De taakstelling 2012, te weten een bezuiniging van 10% op de gemeentelijke leerlingbijdrage t.o.v. 2010, geeft spanning ten opzichte van de verplichtingen c.q. vaste kosten van BLVS.


2.2.1.2 Vermogenspositie Hierna wordt de vermogenspositie van de regio weergegeven. In de tabel is in de eerste kolom vermeld wat de stand van de reserves is. In de tweede kolom is de voorgestelde resultaatbestemming verwerkt. In de laatste kolom is weergegeven hoe de vermogenspositie eruit ziet wanneer het resultaatbestemming voorstel (zie paragraaf 3.2.) wordt verwerkt. Stand ultimo 2011

Bedragen x € 1.000,-

Voorstel resultaat bestemming 2011

Stand na resultaat bestemming

70887 41 13 7441.311-

1.5752.906 41 142 744770

Algemene reserves GGD RAV Regiostaf Bureau Leerplicht en voortijdig schoolverlaten Concern Sub-totaal algemene reserves

8672.819 129 2.081

Bestemmingsreserves: GGD Regiostaf Concern Bureau Leerplicht en voortijdig schoolverlaten

39 326 70

13-

Sub-totaal bestemmingsreserves

435

13-

39 313 70 422

2.516

1.324-

1.192

Totaal reserves Uit te keren rente resultaat

79

Totaal resultaat

1.245-

Het bedrag van € 79.000,- in de kolom ‘resultaatbestemming’ betreft het renteresultaat dat wordt uitgekeerd aan de gemeenten. Indien (conform de beleidslijn) alleen wordt uitgegaan van de algemene reserves, is de omvang van de vermogenspositie vooralsnog onvoldoende om de vermelde risico’s op te vangen rekening houdend met de afzonderlijke positie van de RAV reserves. 2.2.2 Bedrijfsvoering Deze paragraaf geeft inzicht in de ontwikkelingen en de belangrijkste realisaties op het gebied van bedrijfsvoering. De bedrijfsvoering bestaat uit alle beherende, verantwoordende en controlerende activiteiten die de organisatie in staat stellen om de voorgenomen programma’s en prestaties zo effectief en efficiënt mogelijk te realiseren. In deze paragraaf richten wij ons op de realisatie van zaken op het gebied van planning & control, personeel & organisatie en juridische zaken. Planning en control Door de kanteling is de sturing van de Regio Zuid-Holland Zuid ingrijpend gewijzigd. Er is geen eindverantwoordelijk directeur meer op concernniveau. De integrale verantwoordelijkheid ligt vanaf 1 juli 2009 bij de directeuren van de diensten, die hun eigen bestuurscommissies faciliteren. Waar het bestuur voorheen de directeur-secretaris kon aanspreken, gebeurt dat nu via de directeuren. Echter, door de ontstane financiële problematiek binnen de GGD in 2010 heeft het bestuur in juni 2011 besloten de kanteling in de mandaatregeling uit 2009 terug te draaien en de verantwoordelijkheid neer te leggen bij het concern.


Personeel & Organisatie Onderstaande kwantitatieve en kwalitatieve gegevens bieden inzicht in personeelsgegevens: Formatie/bezetting per 31 december 2011 Sector GGD RAV Regionale Staf Bureau Leerplicht

Formatie 2010 132.56 120.02 19.28 34.08

Voltijd/deeltijd Sector Aantal voltijders 2010 GGD 31 RAV 1114 Regionale 11 Staf Bureau Leer165 plicht

In/uitstroom Sector GGD RAV Regionale Staf Bureau Leerplicht

Ziekteverzuim Sector GGD RAV Regionale Staf Bureau Leerplicht

Formatie 2011 107.28 136.831 7.963 30.07

Bezetting aantal medewerkers 185 1532 9 35

Aantal voltijders 2011 23 115 6

Aantal deeltijders 2010 157 37 10

Aantal deeltijders 2011 162 38 3

14

18

21

Instroom (aantal) 5 10 26 2

Percentage 2010 8.09 3.04 3.13 9.36

Uitstroom (aantal) 8 6 14 3

Percentage 2011 6.37 4.11 1.40 9.38

In het sectorverslag van BLVS is een nadere toelichting gegeven op het hoge (langdurig) ziekteverzuim bij bureau BLVS.

1 2 3 4 5 6

Inclusief voormalig personeel, exclusief is 121.19 fte Inclusief voormalig personeel Inclusief verwerking ontvlechting subregio HW per 1/1/2011 Totaal FT en PT RAV in 2010 moest zijn 149 Totaal FT en PT BLVS in 2010 moest zijn 36 2 Bovenformatieve medewerkers vanuit Milieudienst tijdelijk in 2011 op loonlijst Regiostaf.


2.2.3 Verbonden partijen Overzicht van de verbonden partijen van de Regio ZHZ. Naam Instelling / Relatie met programma GR Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Aard activiteit en financiering

Bestuurlijke betrokkenheid

Doel van de verbonden partij

Ontwikkelingen / risico’s

Milieuzorg en toezicht op openbare ruimte

50% deelname in GR; overige 50% deelname door Provincie Zuid-Holland

Verzorgen taken ten behoeve de 19 gemeenten in Zuid-Holland Zuid

Onderzoek naar directe deelneming door 19 gemeenten

2.2.4 Onderhoud kapitaalgoederen Regio Zuid-Holland Zuid heeft kapitaalgoederen in de vorm van ambulanceposten, ambulances en dienstauto’s, automatisering, kantoorpanden en kantoorinventarissen. Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten geeft aan dat gemeenten o.a. met betrekking tot wegen en gebouwen onderhoudsplanningen moeten hebben vanwege de soms grote bedragen en risico’s die aan kapitaalgoederen zijn verbonden. Bij Regio Zuid-Holland Zuid wordt gewerkt met onderhoudsplannen en programma’s met vervangingsinvesteringen. De lasten van het onderhoud zijn in de budgetten verwerkt, de gevolgen van de vervangingen zijn in het meerjarenperspectief opgenomen. Vervangingen in de sfeer van kantoorinventaris dienen binnen de bestaande budgetten plaats te vinden. Uitbreidingen worden afzonderlijk voorgelegd.

2.2.5 Financiering en treasury Inleiding De treasuryparagraaf is voor de begroting en de jaarrekening verplicht gesteld. Dit vloeit direct voort uit de Wet financiering decentrale overheden 2001 (Wet Fido). In deze treasuryparagraaf wordt aan de hand van de begrippen, renteontwikkeling kasgeldlimiet, renterisico en financieringspositie de belangrijkste zaken die zich het afgelopen jaar op het gebied van treasury hebben voorgedaan beschreven. Tevens wordt verslag gedaan van de activiteiten van de treasurycommissie. Renteontwikkeling Gezien de beschikbare liquiditeit over geheel 2011 is de rente ontwikkeling voor tijdelijke belegging van overtollige geldmiddelen niet relevant geweest. Rente risico’s De renterisico’s kunnen vanuit de wet Fido worden beoordeeld op de korte en lange termijn financiering. Renterisico korte termijn:kasgeldlimiet Het renterisico op de korte financiering wordt wettelijk begrensd door de kasgeldlimiet. Hiertoe behoren alle rekening-courant saldi en kortlopende financieringen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar. De kasgeldlimiet wordt in de Wet Fido bepaald als percentage van de omzet in de begroting. De kasgeldlimiet voor 2010 bedroeg 8,2% van € 43,8 miljoen = € 3,6 miljoen. Wettelijk gezien is dit de ruimte die de regio afgelopen jaar had voor financiering met rentetypisch korte looptijd. Over 2011 is een kredietfaciliteit bij de BNG overeengekomen van maximaal € 3 mln. Van deze faciliteit is in 2011 geen gebruik gemaakt. Hiermee voldoet de Regio Zuid-Holland Zuid aan de kasgeldlimiet.


Renterisico op langlopende schuld:de renterisiconorm Begin 2009 is een geactualiseerde Wet Fido in werking getreden. Hiermee is een nieuwe berekeningsmethodiek voor de renterisiconorm van kracht geworden. De nieuwe norm is voortaan, evenals de kasgeldlimiet, gekoppeld aan het begrotingstotaal. In 2010 is een zogenaamde Dynamische lening vanuit BWS middelen tot een bedrag van € 1 miljoen opgenomen (deze lening was al eerder afgesloten maar niet feitelijk opgenomen). Hierop is in 2011 € 286.200,- afgelost. Voorts is in 2010 bij de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid een lening afgesloten van € 9,5 miljoen waarop in 2011 € 4,5 miljoen is afgelost waardoor nog € 5 miljoen resteert. Per einde 2011 bedraagt de totale omvang van de langlopende leningen € 5.713.800,De rente risiconorm bedraagt 20% van het begrotingstotaal ad € 43,8 miljoen ofwel € 8,75 miljoen. Het renterisico en de aflossingsverplichting bevinden zich binnen deze norm. Financieringspositie Begin 2011 bedroeg het totale saldo van de rekeningen incl. BWS ruim € 13,1 miljoen. Ultimo 2011 was dit € 4,77 miljoen. Een belangrijk deel van de liquiditeitsdaling wordt veroorzaakt door het feit de GR Drechtsteden € 5 miljoen liquide middelen heeft opgevraagd uit BWS middelen. De liquiditeitspositie van Zuid-Holland Zuid exclusief BWS bedroeg zowel begin 2011 als eind 2011 ongeveer € 2,7 miljoen. De boekwaarde van de vaste activa bedroeg per eind 2011 € 5 miljoen, waar tegenover een langlopende financiering van € 5,7 miljoen. Renteresultaat Het renteresultaat voor 2011 was geraamd op € 100.000,- en komt werkelijk uit op € 79.587,-. Dit renteresultaat wordt behaald door: belegging van liquide middelen en investeringen bij sectoren waaraan 4% rente wordt toegerekend. Het lagere resultaat is het gevolg van een laag rendement op belegging van tijdelijk overtollige liquiditeiten. Treasurycommissie De treasurycommissie heeft een adviesfunctie en bestaat uit een lid van het dagelijks bestuur, de directeur regiostaf en de financieel adviseur. In 2011 heeft de treasurycommissie eenmaal vergaderd en daarin is de liquiditeitsprognose voor het tweede half jaar 2011 besproken en is tevens geadviseerd over gedeeltelijk vervroegde aflossing van de lening bij de GR Veiligheidsregio. De adviezen van de treasurycommissie zijn overgenomen door het dagelijks bestuur. Voor de financieringsplanning op lange termijn zijn geen nieuwe besluiten genomen in afwachting van besluitvorming rondom de inrichting van de nieuwe GR, waarbij het voornemen bestaat om de ambulancedienst onder te brengen bij de GR Veiligheidsregio. Omdat de ambulancedienst de grootste financieringsbehoefte vraagt, welke nu is gefinancierd door een lening bij de GR Veiligheidsregio valt een en ander samen. Rechtmatigheid Ingevolge het Besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten (hierna: BAPG) dient expliciet verantwoording te worden afgelegd over de rechtmatigheid van de financiële beheershandelingen van de Regio Zuid-Holland Zuid. De rechtmatigheid is ook expliciet onderdeel van de accountantscontrole. Het toetsingskader voor de rechtmatigheid is behalve algemene weten regelgeving voornamelijk de kaderstelling van het algemeen bestuur op dit onderwerp. Van belang is dat behalve de financiële rechtmatigheid, ook de niet-financiële rechtmatigheid “in control” is. Ter beheersing van de rechtmatigheid heeft de regio de volgende maatregelen genomen. 1. In de vergadering van het algemeen bestuur van 30 maart 2012 zijn de programma’s na de ontvlechting van de Omgevingsdienst (oude Milieudienst) afgebakend.


2. In de vergadering van het dagelijks bestuur van 17 december 2010 is een inventarisatie vastgesteld van weten regelgeving waarmee de regio te maken heeft. Hieraan is een risicoanalyse gekoppeld waarin tevens de noodzakelijke beheersmaatregelen zijn benoemd om bedoelde risico’s te mitigeren. Hiermee is een intern systeem van risicobeheersing geïmplementeerd op de niet-financiële rechtmatigheid. 3. In de vergadering van het algemeen bestuur van 30 maart 2012 is het “Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening 2010 van de gemeenschappelijke regeling Regio Zuid-Holland Zuid” vastgesteld. Hierin is onder meer uitgewerkt hoe het algemeen bestuur wenst om te gaan met inzet van controletoleranties en met begrotingsafwijkingen. Hiermee heeft de regio de infrastructuur voor een goede beheersing van de rechtmatigheid gelegd. Hierbij kan nog een onderscheid worden gemaakt in rechtmatigheid in financiële en niet-financiële zin. In het algemeen kan sectorbreed worden gesteld dat met betrekking tot de niet-financiële rechtmatigheid de toepassing van de aanbestedingsrichtlijnen niet expliciet worden uitgevoerd en getoetst. Dit is een continue punt van aandacht. a. Begrotingsrechtmatigheid Volgens artikel 28 van het Besluit Begroting en Verantwoording dienen overschrijdingen (en onderschrijdingen) goed herkenbaar in de jaarrekening te worden opgenomen. Door het vaststellen van de jaarrekening waarin de uitgaven wel zijn opgenomen worden de desbetreffende uitgaven alsnog geautoriseerd. De toe te passen normen voor het begrotingscriterium zijn op hoofdlijnen door de wetgever bepaald (artikel 189, 190 en 191 van de Gemeentewet) en worden nader ingevuld en geconcretiseerd. Dit gebeurt door middel van de begroting, via de verordening op het financieel beheer ex artikel 212 en via de regeling budgethouderschap. In de verordening en regeling wordt bepaald dat: - het college gemachtigd is binnen één programma te muteren in de financiële budgetten onder voorwaarde dat de met u afgesproken beleidseffecten ongewijzigd gerealiseerd worden. Het is voldoende u deze wijzigingen achteraf te laten autoriseren. Uit de kadernota Rechtmatigheid blijkt dat alle afwijkingen in principe onrechtmatig zijn, maar dat er een toetsing van de afwijking noodzakelijk is om te beoordelen of de afwijking wel of niet meetelt voor het rechtmatigheidoordeel. Analyse begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmatigheid Programma Volksgezondheid Het nadelig resultaat van € 708.000 wordt met name veroorzaakt door incidentele tegenvallers en opbrengsten.; Lasten; • Ontvlechtingkosten JGZ/Van goed naar beter • Dotatie voorziening liquidatiekosten ZHE • Lasten voormalig medewerker ZHE • Afrekening KPN 2005 • Ontvlechtingkosten Forensische Geneeskunde • Meerkosten inz. Telefonie, facilitaire kosten en ICT • Afrekeningen servicekosten 2009 en 2010 Gorinchem • Niet ingevulde taakstelling 2011 • Netto lagere opbrengsten vaccinaties • Lasten Gezondheidsmonitor 2010 t.l.v. 2011 • Afboeking oude vorderingen (KPN, Enten, overig) ` Subtotaal lasten


-

-

€ 253.300 € 66.000 € 59.260 € 103.000 € 127.500 € 56.900 € 90.000 € 291.000 € 37.850 € 74.000 € 265.000 € 1.423.000

• • •



-

€ € € € €

160.000 325.000 230.000 715.000 708.000

Dit sluit aan op de analyse die in juli 2011 is uitgevoerd bij de GGD. In deze analyse is uitgegaan van een bandbreedte variërend van een tekort van € 800.000,- tot maximaal € 1.800.000,-. De realisatie 2011 laat zien dat het werkelijke bedrag op € 1.190.217,uitkomt. Daartegenover staat dat er de gemeente Dordrecht een nabetaling heeft gedaan van € 330.000,- voor extra werkzaamheden in 2011. Daarnaast is geconstateerd dat er een aantal inspecties en een verrekening met de RAV een incidentele baat heeft opgeleverd van € 160.000,-. Het resultaat sluit dan ook aan op de prognose welke is afgegeven bij de 2e Burap 2011 en derhalve is er dan ook geen sprake van een onrechtmatigheid. Programma Ambulancezorg Bij het programma Ambulancezorg is de realisatie € 87.000,- positief. Dit is het saldo van Ambulancezorg, ad € 117.000,- positief en het negatieve resultaat Meldkamer ad € 30.000,-. Het voordeel is enerzijds ontstaan door een voordeel op de kapitaallasten. Een aantal ambulances wordt pas in 2012 geleverd. Anderzijds is door een laag ziekteverzuimpercentage minder overgewerkt waardoor er een incidenteel voordeel is ontstaan op de salariskosten. In totaliteit een bedrag van € 117.000,-. Het tekort bij de Meldkamer is het gevolg van een extra storting in de voorziening voor de aanschaf van een geautomatiseerd uitvraagprotocol. Derhalve is er geen sprake van een begrotingsonrechtmatigheid. Programma Regiostaf Het resultaat over het boekjaar 2011 bedraagt € 27.000,- voordelig na mutaties van reserves. Op basis van de begroting 2011 is nog € 11.000,- in de accresreserve gestort welke vrij besteedbaar is. Omdat deze reservestortingen met de overstap naar loon- en prijssystematiek niet meer bestemd zijn, kan het netto resultaat na mutatie van reserves ook op € 38.000,- positief worden gesteld. Derhalve is er geen sprake van een begrotingsonrechtmatigheid. Concern Het negatieve resultaat uit concernmutaties bedraagt € 744.000,- in 2011. Onderdeel van dit bedrag is een bedrag van € 550.000,- frictiekosten SCD welke door de regio Zuid Holland Zuid is voldaan voor de Veiligheidsregio. Het resterende tekort 2011 bijdrage oprichting- en ontvlechtingskosten GR OZHZ, € 194.000,-. Beide posten zijn geaccordeerd door het bestuur. Derhalve is geen sprake van een begrotingsonrechtmatigheid.


Conclusies Het bovenstaande is als volgt cijfermatig samen te vatten. Alle bedragen luiden in € 1,. Inkoop Programma Exploitatie Investeringen Voorzieningen Totaal 0 0 Volksgezondheid -708.000 0 -708.000 0 0 Ambulancezorg 87.000 0 87.000 0 0 Regiostaf 27.000 0 27.000 BLVS 13.000 Concern -744.000 -744.000 Concern rente 79.587 0 0 Totaal generaal -1.245.413 0 Tolerantie 1% 473.000 De tolerantie is door het Algemeen bestuur op 23 februari 2011 bepaald op 1% van de totale lasten (exclusief mutaties in de reserves; € 47,3 miljoen). Wij kunnen concluderen dat wij binnen de tolerantiegrens van rechtmatigheid zijn gebleven. b. Inkoop- en aanbesteding. n.v.t.

c. Voorzieningen Volksgezondheid. In de begroting 2010 van de GGD zijn de taken van de ZHE/Hoekse Waard via een separate begrotingswijziging 2010 in de begroting van de GGD ZHZ ingevlochten. Voor de liquidatie van dit traject is een voorzienig gevormd van € 100.000,-. In de 1e Burap 2011 is hiervoor een aanvullende bijdrage gevraagd en ook toegevoegd van € 66.000,-. De voorziening is hiermee opgehoogd naar € 166.000,-.


3 3.1

JAARREKENING Balans 31 december 2011 Stand per 31 december 2011

ACTIVA Vaste activa 1. Immateriële vaste activa

Stand per 31 december 2010

-

€

2. Materiële vaste activa a. investeringen met een economisch nut b. investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut Sub totaal materiële vaste activa 3. Financiële vaste activa a. kapitaalverstrekkingen b. leningen, deelnemingen en overige verbonden partijen c. overige langlopende leningen d. overige uitzettingen met rentetypische looptijd >= 1 jaar e. bijdragen aan activa in eigendom van derden Sub-totaal financiële vaste activa Totaal vaste activa

€ € €

5.017.945 5.017.945

€ € € € € € €

17.480 17.480 5.035.425

Vlottende activa 4. Voorraden a. gronden hulpstoffen b. onderhanden werk c. gereed product en handelsgoederen d. vooruitbetalingen

€ € € €

16.484 -

5. Uitzettingen rentetypische looptijd < 1jaar a. vorderingen op openbare lichamen b. verstrekte kasgeldleningen c. rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen d. overige vorderingen e. overige uitzettingen

€ € € € €

6. Liquide middelen 7. Overlopende activa

€

5.575.555

€

5.575.555

€

22.363

€ €

22.363 5.597.918

€ €

217.560 16.484

4.747.858 2.651.413 -

€

9.715.688

€

2.844.071

€

4.770.726

€

13.751.264

€

2.138.367

€

4.259.080

Totaal vlottende activa

€

14.324.848

€

30.804.147

TOTAAL GENERAAL ACTIVA

€

19.360.273

€

36.402.065


PASSIVA


Vaste passiva 8. Eigen vermogen a. algemene reserve b. bestemmingsreserves zonder specifieke bestemming c. overige bestemmingsreserves d. resultaat na bestemming Sub- totaal eigen vermogen

€ € € € €

2.080.881 435.289 1.245.0221.271.148

€

2.904.999

€ € €

1.826.801 1.089.5983.642.202

9. Voorzieningen

€

945.964

€

557.251

10. Vaste schulden a. obligatieleningen b. onderhandse leningen c. door derden belegde gelden d. waarborgsommen e. overige vaste schulden Sub-totaal vaste schulden Totaal vaste passiva

€ € € € € € €

5.000.000 3.410.054 8.410.054 10.627.166

€

9.523.933

€ € €

5.333.128 14.857.061 19.056.514

Vlottende passiva 11. Netto-vlottende schulden rentetypische looptijd < 1jaar a. Te betalen Openbare lichamen b. Bank en girosaldi c. overige schulden

€ € €

883.992 1.786.454

€

5.009.403

€

2.638.269

12. Overlopende passiva

€

6.062.661

€

9.697.879

Totaal vlottende passiva

€

8.733.107

€

17.345.551

TOTAAL GENERAAL PASSIVA

€

19.360.273

€

36.402.065


3.2 Programmarekening (Bedragen x € 1.000,-) Programma

Realisatie 2010 Baten

Volksgezondheid Ambulancezorg Milieu Regiostaf Bureau Leerplicht (BLVS) Concern

Lasten

Begroting 2011 oorspronkelijk Baten Lasten

Saldo

Begroting 2011 na wijziging Baten Lasten

Saldo 11150 139

Realisatie 2011 Saldo

Baten

Lasten

Saldo

774528 122 124-

17.534 14.532 1.633 9.600 2.878 92 46.269

18.242 14.445 1.633 9.447 2.865 744 47.376

70887 153 13 6521.107-

738

1152893632-

286 286

412 12 424

12612138-

41.372

756-

46.556

47.800

1.244-

18.301 14.424 16.304 12.460 2.590 1.428 65.507

19.355 14.235 16.549 12.298 2.640 65.078

1.054189 245162 501.428 430

15.016 13.924 1.732 10.399 2.554 100 43.725

15.027 13.924 1.732 10.249 2.554 100 43.586

14.400 14.704 1.633 7.202 2.471 100 40.510

15.174 14.176 1.633 7.080 2.471 100 40.634

188 85 750 1.023

88 140 198 2.116 2.543

100 14019885 1.3661.520-

38

27

27 35

38 563

44

194

44

137

82

221

106

66.530

67.620

1.090-

43.807

43.807

-

40.616

-

3.888

434

-

4.322

-

-

-

457

892

434-

-

-

-

Resultaat na bestemming sub-regio's

4.780

4.780

Resultaat na bestemming totaal

71.310

72.400

Mutaties reserves

Volksgezondheid Ambulancezorg Milieu Regiostaf Bureau Leerplicht (BLVS) Concern

Resultaat na bestemming sectoren

11 150139-

Sub-regio's: Subregio HW Mutaties reserves Subregio HW

-

1.090-

-

-

-

-

-

43.807

43.807

-

40.616

41.372

-

756-

-

-

46.556

47.800

-

1.244-

Toelichting exploitatieverschillen De nadere toelichting op de verschillen tussen begroting 2011 (na wijziging) en de realisatie 2011 zijn opgenomen in het jaarverslag bij de verschillende programmaverantwoordingen te weten bij het onderdeel “C. exploitatie “ per programma onderdeel. Er is niet voor gekozen om deze toelichting ook bij de jaarrekening op te nemen. Daarnaast is in paragraaf 1.3 van het jaarverslag een samenvatting van de resultaatanalyse weergegeven. Analyse algemene middelen De algemene middelen van de regio Zuid-Holland Zuid bestaan uit de inwonerbijdrage van de gemeenten. Deze bijdrage over 2011 is afgerekend met de 19 gemeenten, zodat de algemene middelen in de kolom ‘Realisatie 2011’ in overeenstemming zijn met de ‘Raming 2011 na wijziging’. De inwonerbijdrage is overigens niet separaat zichtbaar in de productgroep/programmarekening maar is onderdeel van de kolom ‘baten’. Onvoorzien & Incidentele lasten en baten In de begroting 2011 als ook de begroting 2011 na begrotingswijziging is geen rekening gehouden met de post ‘Onvoorzien’. Derhalve is deze post in de realisatie van 2010 ook niet aangewend. De incidentele lasten en baten zijn verantwoord onder het programmaverantwoording per productgroep. Hiervoor wordt verwezen naar het jaarverslag.


VERMOGENSVERGELIJKING In het kader van de BBV voorschriften wordt onderstaand een verantwoording weergegeven van de aansluiting tussen resultaat vóór bestemming en de mutatie in reserves. Resultaat voor bestemming van sectoren en concern Vermogenpositie( reserves en resultaat te bestemmen) saldo 1 januari 2011 saldo per 31 december 2011 Uittreding omgevingsdienst en Hoeksche Waard Aflossing lening BWS Uitgekeerde rente 2010 aan gemeenten

€ € € € € € €

€

1.107-

€

1.107

3.642 1.271 2.371 916 1.455 28662-

Controle € 0 Toelichting: Uit bovenstaande opstelling blijkt dat drie componenten aan de vermogensmutatie moeten worden toegevoegd om de aansluiting te maken. a. De overboeking van reserves naar de Omgevingsdienst en het samenwerkingsverband Hoeksche Waard hebben per 31 december 2010 plaatsgevonden en worden daarom niet meer via de programmarekening verantwoord. b. Ten behoeve van de aflossing van een lening uit BWS middelen wordt een reserve huisvesting geraamd tot een totaal omvang van € 1 miljoen per eind 2014. Ingevolge nieuwe afspraken met de GR Drechtsteden wordt op dit bedrag vervroegd afgelost. Deze aflossing is niet in het resultaat opgenomen. c. De uitgekeerde rente is verantwoord in het resultaat over 2010 en is in 2011, conform algemeen bestuursbesluit en bestendige gedragslijn, uitgekeerd aan de deelnemende gemeenten. Om die reden wordt de uitgekeerde rente over het voorgaand jaar niet via de programmarekening verantwoord.

3.3

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

3.3.1 Algemeen De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft. De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegelden verlofaanspraken en dergelijke. Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (reorganisaties) dient wel een verplichting gevormd te worden.


3.3.2. Vaste activa 3.3.2.1. Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- c.q. vervaardigingspijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden in 5 jaar afgeschreven. De afschrijving van de geactiveerde kosten van onderzoek en ontwikkeling vangt aan bij ingebruikneming van het gerelateerde materiële vaste actief. Afsluitkosten van opgenomen geldleningen worden afgeschreven in de looptijd van de betrokken geldlening. In 2011 was er geen boekwaarde voor immateriële activa. 3.3.2.2. Materiële vaste activa De Regio ZHZ beschikt uitsluitend over materiële vaste activa met een economisch nut. Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. Slijtende investeringen worden vanaf het jaar van ingebruikneming lineair afgeschreven in de verwachte gebruiksduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven. Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. In 2011 heeft een dergelijke vermindering niet plaatsgevonden. Dergelijke afwaarderingen worden teruggenomen als ze niet langer noodzakelijk blijken. De gehanteerde afschrijvingstermijnen worden conform de financiële verordening in de sectorbegrotingen bepaald en zijn in lijn met hetgeen in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar wordt beschouwd. 3.3.2.3. Financiële vaste activa Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (‘kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen’ in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs, zal afwaardering plaatsvinden. 3.3.3. Vlottende activa 3.3.3.1. Voorraden De gronden hulpstoffen (magazijnvoorraden) worden gewaardeerd tegen historische inkoopprijzen. De als ‘onderhanden werken’ opgenomen producten zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingprijs, dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals het aantal bestede uren tegen integrale kostprijs). 3.3.3.2. Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte invorderingskansen. 3.3.4. Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De onderhoudsegalisatievoorzieningen stoelen op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de kapitaalgoederen, waarin rekening is gehouden met de kwaliteitseisen die ter zake geformuleerd zijn. 3.3.5 Mutaties in reserves De mutaties in reserves zijn gebaseerd op bestuurlijke besluitvorming, inclusief rentetoerekening aan reserves maar exclusief de resultaatbestemming over 2011.


3.4

Toelichting op de balans per 31 december 2011

Materiële vaste activa De materiële vaste activa betreffen activa met een economisch nut. Het verloop van de boekwaarden van de materiële vaste activa is als volgt.

ad a. ad b. ad c. ad d. ad e. ad f. ad g. ad h.

erfpachtgronden gronden en terreinen (algemene dienst) woonruimten bedrijfsgebouwen grond-, wegen waterbouwkundige werken vervoermiddelen machines, apparaten en installaties overige materiële vaste activa

Waarde ultimo 2010 85.505 877.267 982.923 2.878.937 750.922 5.575.555

investering 31.299 589.927 171.776 150.580 943.582

desinvestering 114.757 326.339 243.930 685.026

afschrijvingen 18.229 344.020 332.764 121.153 816.166

bijdrage derden -

Waarde ultimo 2011 85.505 890.337 1.114.073 2.391.610 536.419 5.017.945

De investeringen zijn gepleegd op basis van verleende kredieten. De investeringen met bijbehorende kredieten zijn hieronder weergegeven.

Beschikbaar krediet in 2011 Regiostaf Meubilair Toegangscontrole Noordendijk 248/250

Ambulancedienst Inhaalinvestering voertuignavigatie & locatie 2011 Automatisering 2011 Medische inventaris 2011 Gebouwen 2011 Ambulance 1 - 2011 53-PRN-4 Ambulance 2 - 2011 05-SGR-5 Ambulance 3 - 2011 06-SGR-5 Ambulance 4 - 2011 levering in 2012 Zorgambulance 1 - 2011 levering in 2012 Zorgambulance 2 - 2011 levering in 2012 Ambulance 5 - 2011 levering in 2012 Opleidingsmodule Ambuweb Lucas 1 - 2011 Lucas 2 - 2011 Lucas 3 - 2011 Lucas 4 - 2011 Lucas 5 - 2011 Lucas 6 - 2011 Brancards 2011 Ritdatamodule Ambuweg Dundas managementmodule Ambuweb Couveuse 2011 Rapid Responder 2011 14-SVB-6 Bike-team fietsen 2011 Lucas 7 - 2011

Uitgaven 2011

Onder-/overschrijding

Handhaven/ aflsuiten

11.124 91.315

0 76.491

11.124 14.824

Afsluiten Afsluiten

60.000 4.000 17.200 250.000 135.000 135.000 135.000 135.000 95.000 95.000 135.000 30.000 15.000 15.000 15.000 15.000 15.000 15.000 63.000 26.000 12.000 25.000 37.500 5.000 13.000

33.279 0 8.422 31.299 124.206 125.487 125.634 64.975 11.605 11.605 64.975 28.022 12.185 12.185 12.185 12.185 12.185 12.185 59.914 25.302 12.343 26.577 22.752 5.409 12.174

26.721 4.000 8.778 218.701 10.794 9.513 9.366 70.025 83.395 83.395 70.025 1.978 2.815 2.815 2.815 2.815 2.815 2.815 3.086 698 -343 -1.577 14.748 -409 826

Afsluiten Afsluiten Afsluiten Handhaven Afsluiten Afsluiten Afsluiten Handhaven Handhaven Handhaven Handhaven Afsluiten Afsluiten Afsluiten Afsluiten Afsluiten Afsluiten Afsluiten Afsluiten Afsluiten Afsluiten Afsluiten Handhaven Afsluiten Afsluiten

1.600.139

943.582

656.557

Voorgesteld wordt de restantkredieten over te brengen naar de begroting 2012.


Over te brengen krediet 0 0

218.701

70.025 83.395 83.395 70.025

14.748

540.289

Financiële vaste activa Het betreft leningen aan personeelsleden in het kader van de fiets privé regeling. De specificatie luidt als volgt: Boekwaarde 1-1-2011 Kapitaalverstrekkingen aan: ● Deelnemingen ● Gemeenschappelijke regelingen ● Overige verbonden partijen Langlopende leningen aan: ● Deelnemingen ● Woningbouwcorporaties ● Overige verbonden partijen Overige langlopende leningen Idem, met looptijd van 1 jaar of langer Bijdragen aan activa in eigendom van derden

Investeringen

Aflossingen/ afschrijvingen

Boekwaarde 31-12-2011

-

-

-

-

22.363 22.363

-

4.883 4.883

17.480 17.480

ultimo 2011

ultimo 2010

16.484 16.484

217.560 16.484 234.044

-

Voorraden De voorraden zijn als volgt te specificeren: Onderhanden werk Gereed product en handelsgoederen

Gereed product en handelsgoederen De samenstelling van deze post is : Voorraad lesmateriaal Voorraad reizigersvaccin totaal

ultimo 2011 0 16.484 16.484

ultimo 2010 0 16.484 16.484

Per 1 januari 2011 is de voorraad onderhanden werk van de Milieudienst overgedragen aan de GR Omgevingsdienst. Gereed product en handelsgoederen betreffen de voorraden van de GGD (vaccin). Uitzettingen rentetypische looptijd < 1 jaar Dit betreft diverse vorderingen op externe afnemers. De samenstelling is als volgt: Soort vordering

a. b. c. d. e.

Saldo 31-12-2011

Vorderingen op openbare lichamen Verstrekte kasgeldleningen Rekening-courantverhoudingen niet-financiele instellingen Overige vorderingen Overige uitzettingen

Voorziening oninbaarheid

4.747.858 2.670.449 7.418.307

19.036 19.036

Gecorrigeerd 31-12-2011

Gecorrigeerd 31-12-2010

4.747.858 2.651.413 7.399.271

9.715.689 2.844.071 12.559.760

De vorderingen op openbare lichamen betreffen voornamelijk vorderingen op gemeenten inzake afrekening van subsidieprojecten en verrekeningen met de Regionale GR’en inzake huisvesting en dienstverlening. In de vordering op handelsdebiteuren is de facturering van ambulanceritten opgenomen. Voor dit onderdeel is ook de voorziening wegens oninbaarheid getroffen. Liquide middelen Dit betreft de kas-, bank- en girosaldi. ultimo 2011

Specificatie

5.142 4.765.415 169 4.770.726

a. Kas b. Bank & Giro c. Kruisposten

ultimo 2010 4.268 13.734.545 12.451 13.751.264

Van de liquide middelen heeft € 2,1 miljoen betrekking op geldmiddelen van BWS, welke bestaan uit toekomstige subsidieverplichtingen en reserves die aan de sub-regio’s toebehoren. De liquiditeit van de Regio exclusief BWS bedraagt per ultimo 2011 € 2,7 miljoen.


Overlopende activa ultimo 2011

ultimo 2010

180.361 1.958.006 2.138.367

Vooruitbetaalde bedragen Nog te ontvangen bedragen totaal

2.763.795 1.495.286 4.259.081

In de nog te ontvangen bedragen is een lening uit BWS middelen van € 1.250.000,- aan de GR Omgevingsdienst opgenomen. Deze lening is niet bij financiële vaste activa verantwoord omdat de BWS middelen en –exploitatie onderdeel zijn van de drie sub-regio’s . Het restant van nog te ontvangen bedragen betreft nagenoeg geheel nog niet gefactureerde activiteiten van de GGD. PASSIVA Eigen vermogen Het verloop van de reserves luidt als volgt:

Omschrijving Algemene reserves GGD RAK Ambulancedienst RAK Centrale post ambulancevervoer Regiostaf Buro BLVS Sub-reg Hoekse Waard Totaal algemene reserves Bestemmingsreserves Regiostaf: Wachtgeldverplichtingen Doorontwikkeling organisatie Milieudienst: Sanering verkeerslawaai

Ontvlechting Milieudienst Saldo 01-01- Bestemming en Hoeksche 2011 resultaat 2010 Waard Rente

2.024.968 604.013

866.69892.211 97.326

128.447 147.571 2.904.999

Saldo 31-12Onttrekking 2011

Toevoeging

615 147.571 677.161-

147.571

323.287

615

-

1.552

15.607

-

286.260

Concern: Rente Egalisatie Egalisatie accres algemeen Egalisatie accres Regiostaf Egalisatie accres MD Egalisatie accres GGD Egalisatie accres GHOR Egalisatie accres Brandweer Egalisatie Huisvesting Sub-regio Hoekse waard: Programma Groen Blauw Regiofonds Woninggebonden subsidies Totaal bestemmingsreserves Resultaat vorig boekjaar Rente uitkering aan gemeenten Totaal generaal

38.579 -

15.607

GGD: Vervanging inrichting Buro BLVS Kwalificatieplicht

866.6982.117.179 701.339 129.062 2.080.882

-

69.725

53.762 180.22499.104 462.584 39.088

53.762180.224 99.104462.58439.088-

89.152 663.883

1.089.5983.642.202

572.460

435.289

258

190.833

1.826.801

286.200

70.059 258 13.045 313.348

334

2.018

11.027

7.634

401.081

89.152 663.883 474.314-

768.642

1.089.598 61.877-

11.796

412.108

916.213

12.411

412.108

572.460

2.516.171 1.245.022-

Nog te bestemmen resultaat boekjaar -


Per reserve volgt hieronder een korte toelichting: Algemene reserves: - Algemene reserve GGD: Met de bestemming van het resultaat over 2010 is voor de GGD een negatieve reserve ontstaan van € 866.869,-. Omdat ook in 2011 een nadelig resultaat op GGD activiteiten is gerealiseerd van € 700.217,- zal een saneringsplan voor het totaal nadeel tot en met 2011 worden uitgewerkt, uit te voeren in 2012. - Reserve ambulancedienst en centrale post ambulancevervoer: De activiteiten van de ambulancedienst en centrale post ambulancevervoer worden gefinancierd middels zorgverzekeringsgelden op basis van landelijk vastgestelde beleidsregels. Overschotten en tekorten van de realisatie ten opzichte van de tariefstructuur worden in de Reserve aanvaarbare kosten gestort of aan deze reserve onttrokken. Op basis van de landelijke richtlijnen is de reservepositie alleen beschikbaar voor de exploitatie van de ambulancezorg. - Algemene reserve bureau leerplicht: Aan de algemene reserve is alleen rente toegevoegd.

Bestemmingsreserves: - Wachtgeldverplichtingen: In 2000 zijn de medewerkers van de Stichting Duurzaam Bereikbaar oftewel het Vervoers Coördinatie Centrum (VCC) qua werkgeverschap ondergebracht bij de Regio Zuid-Holland Zuid. Per 1 januari 2011 heeft de stichting haar werkzaamheden beëindigd en met de twee werknemers zijn afspraken gemaakt. De reserve is ingezet om de afspraken uit te financieren. Per eind 2011 resteert nog een reservepositie van € 38.000,- welke voldoende is om de salariskosten van één medewerker tot 1 september 2012 te betalen. - De reserve kwalificatieplicht is gevormd uit rijksmiddelen die specifiek beschikbaar zijn gesteld voor kwalificatie van medewerkers BLVS. In 2011 is alleen rente toegevoegd aan deze reserve. -De reserve rente egalisatie is in 2011 ingezet voor de resultaatbestemming van 2010. Het nu nog resterende saldo bestaat uit renteberekening over het saldo per 1 januari 2011. - De huisvestingsreserve moet worden opgebouwd tot € 1 miljoen om de dynamische lening welke is afgesloten met BWS (i.c. de sub-regio’s) te kunnen aflossen. Op basis van nadere afspraken is met de GR Drechtsteden een aflossingsschema afgesproken, waardoor in 2011 een bedrag van € 286.200,- is afgelost. Hierdoor resteert nog een op te bouwen bedrag van € 713.800,- per eind 2014. Hiervan is per eind 2011 € 313.000,opgebouwd. Er is een planning om deze opbouw te realiseren vóór het einde van de huurtermijn van het pand Noordendijk 250.


Voorzieningen In onderstaand overzicht is het verloop van de voorzieningen weergegeven. In de kolom ‘Vrijval’ zijn de bedragen weergegeven die ten gunste van de rekening van baten en lasten zijn vrijgevallen vanwege het feit dat de desbetreffende bedragen niet meer noodzakelijk zijn. In de kolom ‘Aanwending’ zijn de directe aanwendingen verantwoord.

Omschrijving Regiostaf: Spaarcontracten Desintegratie Sub-regio's Milieudienst: Spaarcontracten GGD: Spaarcontracten Gezondheidsmonitor Integratie taken Hoeksche Waard RAV: Spaarcontracten Onderhoud gebouwen Persoonlijk levensfase budget Middelen vrije marge

Ontvlechting Milieudienst Saldo 01-01- en Hoeksche 2010 Waard Toevoeging 8.568 73.181 19.917

Vrijval

Saldo 31-12Aanwending 2010

366.270 45.546 19.917

5.355 22.000 100.613

5.355 22.000 66.000

145.090 38.276

66.140 99.928 109.546 30.560

Renterisico BWS

144.251

144.251

Totalen

557.251

164.168

694.304

24.382

66.140

75.283

374.838 27.635 44.000 166.613 78.950 113.822 109.546 30.560 945.964

Per voorziening volgt hieronder een korte toelichting: Spaarcontracten GGD, Regiostaf, RAV: Ter dekking van toekomstige uitgaven beschikken deze sectoren nog over een voorziening spaarcontracten. Als uitvloeisel van de invoering van de 36-urige werkweek bestond de mogelijkheid om ADV-dagen te sparen. Om de toekomstige capaciteitsterugval bij opname van de gespaarde ADV-dagen mogelijk te maken is de voorziening spaarcontracten indertijd gevormd. De regeling is vervallen; opgebouwde claims blijven gehonoreerd. In 2011 heeft een extra storting in de voorziening spaarcontacten van de regiostaf plaatsgevonden ten laste van de exploitatie van de ambulancedienst ter financiering van nadere afspraken met de directeur van de RAV, welke is overgeplaatst naar de regiostaf. Voorziening desintegratie subregio’s: Bij het uittreden van de sub-regio’s wordt een vergoeding gevraagd van drie maal de jaaromzet voor ondersteuning en advisering. In 2011 is voor de subregio’s Alblasserwaard/Vijfheerenlanden en de Hoeksche Waard een jaartermijn onttrokken ten gunste van de exploitatie. Gezondheidsmonitor GGD: De Gezondheidsmonitor/RVTV (Regionale Volksgezondheid Toekomstverkenningen) is bestemd voor de 4 jaarlijks te houden gezondheidsmonitor/RVTV. Deze presenteert informatie over de gezondheidssituatie, oorzaken van (on)gezondheid en zorgbehoefte op een geïntegreerde wijze voor beleidsmakers op het terrein van gezondheidszorg. Informatie over de huidige situatie en met een prognose voor de toekomst. Integratie taken Hoeksche waard: De integratiekosten voor de GGD taken in de Hoeksche waard is verhoogd met € 66.000,- op basis van de te verwachten claim van de gemeenten op de Zuid-Hollandse Eilanden.


Voorziening onderhoud gebouwen: Voor de gebouwen in eigendom voor de RAV is een onderhoudsvoorziening gevormd om daarmee de onderhoudskosten ten laste van de exploitatie te egaliseren. Voorziening Persoonlijk Levensfase Budget RAV: In de nieuwe CAO ambulancezorg, welke met ingang van 1 januari 2011 van kracht is, wordt aan medewerkers jaarlijks (naar rato van het dienstverband) een Persoonlijk Levensfase Budget toegekend. Medewerkers geboren in 1959 of eerder krijgen 55 uur per jaar; medewerkers geboren na 1959 krijgen 35 uur per jaar. Deze uren mogen onbeperkt worden gespaard en verjaren niet. De verwachting is dat medewerkers deze uren zullen gaan sparen om gedurende een langere periode verlof op te nemen, dan wel om eerder te kunnen stoppen met werken. Het aantal PLB-uren per 31-12-2011 is gekapitaliseerd tegen het geldend uurloon + sociale lasten. Dit leidt tot een dotatie aan de voorziening in 2011 van € 109.546,-. Voorziening middelen vrije marge: Door de zorgverzekeraars worden jaarlijks vrije marge gelden toegekend (maximaal 2,75% van de loonsom) aan door de ambulancedienst ingediende projecten. Door de zorgverzekeraars is voor de CPA ingestemd met een 2-jarig project (2011-2012) dat wordt gefinancierd uit de vrije marge gelden, met betrekking tot de aanschaf van een geautomatiseerd uitvraagprotocol. De kosten voor dit programma bedragen € 60.000,en zullen in 2012 worden gemaakt. De toegekende vrije margegelden CPA 2011 ad € 30.560,- zijn in een voorziening middelen derden gestort, waarvan de bestemming gebonden is. Vaste schulden De onderhandse lening betreft een afgesloten lening bij de GR Veiligheidsregio ZHZ. Met de ontvlechting van de Veiligheidsregio uit de Regio ZHZ ontstond voor de regio ZHZ een liquiditeitsprobleem omdat alle activa werden gefinancierd met kort geld. Dit korte geld betrof voornamelijk nog niet bestede subsidie welke met de ontvlechting is overgedragen van de GR veiligheidsregio. Dit liquiditeitsprobleem is opgelost door het aangaan van een lening bij de GR veiligheidsregio. Op deze lening is in 2011 ruim € 4 miljoen afgelost. De overige vaste schuld betreft de langlopende subsidieverplichtingen voor BWS subsidies, welke ten behoeve van de drie sub-regio’s worden geregistreerd. Het verloop luidt als volgt: saldo 1-1-2011 9.523.933 5.333.128 14.857.061

Obligatieleningen Onderhandse leningen Door derden belegde gelden Waarborgsommen Overige vaste schulden ( BWS verplichtingen)

vermeerderingen

aflossingen -

4.523.933 1.923.075 6.447.008

saldo 31-12-2011 5.000.000 3.410.053 8.410.053

ultimo 2011 883.992 1.786.454 2.670.446

ultimo 2010 5.009.405 2.638.269 7.647.674

Netto-vlottende schulden rentetypische looptijd < 1 jaar De samenstelling van deze post is als volgt. Kasgeldleningen Bank- en girosaldi Te betalen aan openbare lichamen Overige schulden totaal

De post te betalen aan openbare lichamen bestaat voor het grootste deel uit resterende subsidie gelden voor het project RIEC. Op de per eind 2010 openstaande BWS subsidie is in 2011 € 5 miljoen overgedragen aan de GR Drechtsteden. Van de overige schulden is een crediteurenlijst beschikbaar op de administratie van de Regio.


De specificatie van de overlopende passiva luidt als volgt: Vooruitontvangen bedragen Nog te betalen bedragen Nog te besteden subsidies totaal

ultimo 2011 3.021.320 2.890.436 150.905 6.062.661

ultimo 2010 4.227.761 4.166.743 1.303.375 9.697.879

De vooruitvangen bedragen bestaan voor het belangrijkste deel ( € 2,6 miljoen) uit inkomsten op ambulanceritten welke nog moeten worden verrekend in de toekomstige ritprijs van ambulancevervoer. Dit is het gevolg van te hoog gecalculeerde ritprijzen. Van de nog te betalen bedragen is een specificatie beschikbaar op de administratie van de Regio. De specificatie van de nog te besteden subsidies luidt als volgt:

Specificatie verloop van de subsidies en bestedingen Regiostaf: UP Decor PDV visie Sub-regio Hoekse Waard: Vlietproject Fijnmazig netwerk

Ontvlechting Milieudienst Saldo 01-01- en Hoeksche 2010 Waard Toevoeging

Saldo 31-12Aanwending 2010

163.752 8.824

1.000.279 130.520 1.303.375

1.000.279 130.520 1.130.799

-

12.847 8.824

150.905 -

21.671

150.905

Gebeurtenissen na balansdatum Ten tijde van het opmaken van deze jaarrekening waren geen relevante gebeurtenissen na balansdatum bekend die zouden moeten worden verwerkt in het jaarresultaat. Niet uit de balans blijkende financiële verplichtingen De Regio is gebonden aan verschillende, niet uit de balans blijkende, financiële verplichtingen. De belangrijkste zijn: a. Huurovereenkomsten b. Overeenkomst dienstverlening Service Centrum Drechtsteden - frictie Veiligheidsregio - frictie JGZ c. Risico analyse loonbelasting wagenpark en beloningen d. Vakantiegeldverplichtingen ad. a. Dit betreft met name de huurovereenkomst voor de Noordendijk 250 voor de duur van 10 jaar, ingaande op 1 april 2005 en lopende tot en met 31 maart 2015. De overeengekomen aanvangshuurprijs bedroeg € 670.000,- per jaar (huurprijs, servicekosten en btw). Jaarlijks wordt een indexatie van 1,75% toegepast. In 2011 is een aanvullend huurcontract afgesloten voor extra ruimte op de begane grond en eerste verdieping. Voor de nieuwe huisvesting van de GGD is een huurovereenkomst afgesloten met het Albert Schweitzer Ziekenhuis voor een huurperiode van 20 jaar ingaande 1 januari 2010. ad. b. Het betreft hier een overeenkomst met het Servicecentrum Drechtsteden voor dienstverlening op de volgende taken: Facilitaire diensten, ICT diensten, Personeelszaken, financieel beheer en communicatie. Voor deze dienstverlening is een overeenkomst afgesloten met een jaaromzet van ruim 5,9 miljoen euro. De overeenkomst is beëindigd per 1 april 2011 met een opzegtermijn van twee kalenderjaren.


Als gevolg van het opzeggen van het contract is besloten dat de regio ZHZ, de Veiligheidsregio (GRVR) en de Omgevingsdienst gezamenlijk een aanbesteding gaan uitvoeren op de onderdelen ICT en PenO. Voor wat betreft de Veiligheidsregio is duidelijk dat zij in ieder geval geen ICT componenten meer zal afnemen van het SCD, mede gelet op de toekomstige ontwikkelingen waarbij een samengaan met de Veiligheidsregio Rotterdam/Rijnmond voor de hand ligt. Hiervoor dient de GR VR een bedrag van € 1.100.000,- aan frictiekosten te betalen. Dit bedrag zal door de regio Zuid Holland Zuid worden voldaan. Dekking vindt plaats door de inzet van een deel van extra inwonerbijdrage van € 2,-- die met ingang van 2010 door de 19 gemeenten wordt betaald voor de ICT component. Na 4 jaar, tot en met 2015, is dan de frictie geëgaliseerd. In de jaarrekening 2011 is de eerste betaling van € 550.000 verwerkt. De JGZ taken worden conform bestuursbesluit ontvlochten bij de GGD. Dit heeft invloed op de af te nemen taken bij het SCD. Conform contract dient voor de lagere af te nemen diensten een frictievergoeding te worden voldaan aan het SCD. Deze frictie is bepaald op € 1.150.000,-.

c. In 2011 is gestart met een risico en kansenanalyse (zgn. Rekal) m.b.t. het (privé) gebruik van dienstauto’s het beschikbaar stellen van I-Pads, telefoons, laptops, enz. Tot op heden is voor deze onderdelen de (belasting) regelgeving niet toegepast. In samenwerking met de accountant is een onderzoek ingesteld naar de mogelijke gevolgen mocht de belastingdienst hier onderzoek naar gaan doen. Begin 2012 worden hier de definitieve resultaten van verwacht. De eerste uitkomsten laten zien dat met name de RAV op belastingtechnisch gebied niet aan de eisen voldoet. Er vindt nog geen kilometerregistratie plaats en er worden geen gebruikersovereenkomsten gesloten voor I-pads, telefoons enz. Op basis hiervan is de belastingdienst de menig toegedaan dat er op beide onderdelen ook sprake is van niet zakelijk gebruik.


4

INWONERBIJDRAGEN EN DEKKINGSMIDDELEN

4.1

Kerngegevens

Gegevens per 1 januari Aantal inwoners Oppervlakte regio in ha

Rekening 2008

Rekening 2009

Rekening 2010

Rekening 2011

477.156

476829

477.228

478.885

87.985

87.985

87.985

87.985

Exploitatielasten (excl. mutaties reserves)

78.767.000

90.903.000

68.718000

47.306.000

Netto personeelslasten (eigen personeel)

34.846.000

37.813.000

29.892.000

19.740.000

2.163.000

2.487.000

2.656.000

938.825

0

0

0

0

8.939.000

5.575.000

5.017.000

22.000

17.000

Investeringen immateriële vaste activa Boekwaarde investeringen

materiële vaste activa

8.333.000

financiële vaste activa

11.903.000

66.000

waarvan BWS vorderingen

11.843.000

0

Algemene reserves

2.091.000

2.145.000

2.905.000

2.081.000

Bestemmingsreserves incl. BWS

3.841.000

3.805.000

1.826.000

435.000

864.000

172.000

0

0

Voorzieningen incl. BWS

2.251.000

1.284.000

557.000

946.000

BWS-voorzieningen

1.050.000

851.000

144.000

0

Langlopende schulden

9.612.000

7.399.000

14.857.000

8.410.000

5.333.000

3.410.000

BWS-reserves

Waarvan BWS Rentepercentage financiering Formatie op 31-12 (fte’s)

4.2

0

0

7,0%

7,0%

7,0%

4%

538

624

446

282

Uitgangspunten

Bij de financiering van de regioactiviteiten door middel van inwonerbijdragen wordt het relevante budget jaarlijks verhoogd met het afgesproken accrespercentage van het Gemeentefonds. Vervolgens wordt het budget uitgedrukt in een bedrag per inwoner. Voor een nieuw begrotingsjaar wordt als volgt gehandeld. Het budget algemene inwonerbijdrage van vorig jaar wordt verhoogd of verlaagd met de financiële gevolgen van bestuursbesluiten (maraps, meerjarenbegroting etcetera). Er ontstaat dan een nieuwe basis, die wordt verhoogd met het accrespercentage. Daaruit volgt dan het inwonerbijdragen budget voor de nieuwe begroting. Op basis van diezelfde aantallen wordt ook afgerekend. Omdat de inwoneraantallen van de negentien aangesloten gemeenten jaarlijks muteren, verandert ook de gemiddelde bijdrage per inwoner elk jaar. De algemene inwonerbijdrage heeft zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld:


Programmaraad en REO Regiostaf toezicht en advisering Extra voor ICT Milieu GGD GHOR Brandweer( inclusief brandweerwet en interim regeling Sub-totaal

2011

2010

2009

2008

2007

0,23 2,72 2,00 3,41 13,52

0,23 2,88

0,24 3,34

0,23 3,23

0,22

3,79 14,35

3,79 14,04 2,05

3,49 13,56 1,98

4,10 14,33 1,99

21,88

21,25

8,99 32,46

8,67 31,16

8,30 28,94

11,35

11,08

4,32 10,59

4,12 10,16

32,60

43,53

46,07

43,22

Sub regio Alblasserwaard Vijfheerenlanden Sub regio Hoeksche Waard Totaal

21,88

De volgende ontwikkelingen dragen bij aan de mutatie van de inwonerbijdrage 2011 in vergelijking met 2010: 1. Accres 2011 + 0,48% en 5% bezuinigingstaakstelling. 2. Extra goedgekeurde inwonerbijdrage voor ICT kosten ad € 2,- per inwoner. 3. Uittreden Subregio Hoeksche waard. Voor de Milieudienst worden met de deelnemende gemeenten budgetafspraken gemaakt, deels gebaseerd op inwonerbijdragen. In de begroting 2011 waren de aan de gemeenten te restitueren rentebaten geraamd op € 100.000,-. De werkelijke rentebaten bedragen € 79.600,- Dit wordt veroorzaakt door de lage rentevergoeding op liquiditeiten.


Inwonerbijdragen 2011 Gemeenten

Inwoners 2011

Totaal bijdrage na aftrek rente restitutie

Alblasserdam Dordrecht H.I. Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht

18.960 118.579 26.441 31.743 23.988 44.345

466.060 2.881.464 652.059 775.935 585.247 1.073.045

91.782 588.377 127.997 157.506 119.026 220.035

Drechtsteden

264.056

6.433.809

1.304.723

14.361 34.499 9.832 17.509 20.732 9.756 9.499 13.394

354.264 838.882 211.026 434.587 509.709 209.395 241.853 333.278

129.582 28.935 12.780 10.905 23.694 8.933

Giessenlanden Gorinchem Graafstroom Hardinxveld-G'dam Leerdam Liesveld Nieuw-Lekkerland Zederik Alblasserwaard & Vijfheerenlanden Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Oud-Beijerland Strijen Hoeksche Waard Subtotaal

Regiostaf Totaal Programmaraad

REO

Extra Bijdrage € 2,--

Kosten gemeenschappelijke regeling

GGD Volksgezondheid

BLVS

Verwachte Rente baten 2011

Jeugd preventie teams

3.843 2.904 5.369

2.338 14.620 3.260 3.914 2.958 5.467

37.920 237.158 52.882 63.486 47.976 88.690

51.525 322.244 71.855 86.263 65.188 120.510

252.154 1.577.015 351.646 422.159 319.023 589.756

61.414 336.382 87.752 94.629 70.388 121.260

64.669 404.452 90.185 108.270 81.819 151.253

3.959 24.761 5.521 6.629 5.009 9.260

8.342 110.516 14.410 17.300 13.073 24.168

26.471

32.556

528.112

717.584

3.511.753

771.825

900.647

55.140

187.810

69.519 167.004 48.785 86.878 102.870 48.408 47.133 66.460

1.190 2.120 2.510 1.181 1.150 1.622

1.771 4.253 1.212 2.159 2.556 1.203 1.171 1.651

28.722 68.998 19.664 35.018 41.464 19.512 18.998 26.788

39.027 93.753 26.719 47.582 56.340 26.512 25.814 36.399

190.991 458.812 130.758 232.857 275.721 129.748 126.330 178.130

47.770 102.600 58.788 64.734 37.974 45.800

48.983 117.670 33.535 59.720 70.713 33.276 32.399 45.685

2.999 7.204 2.053 3.656 4.329 2.037 1.984 2.797

6.319 18.802 4.326 7.704 11.299 4.293 4.180 5.893

3.132.992

637.058

9.773

15.976

259.164

352.145

1.723.347

357.666

441.981

27.059

62.815

730.822 327.501 281.853 612.260 231.365

143.573 63.413 54.110 117.567 44.325

3.503 1.547 1.320 2.868 1.081

3.567 1.576 1.344 2.921 1.101

57.870 25.560 21.810 47.388 17.866

78.632 34.730 29.635 64.390 24.276

416.715 186.467 158.681 344.350 130.968

77.884 36.699 34.145 74.474 27.469

98.692 43.590 37.195 80.816 30.469

6.042 2.669 2.277 4.948 1.865

15.770 5.623 4.798 12.913 3.931

14.356

85.247

2.183.800

422.987

10.320

10.510

170.494

231.663

1.237.181

250.671

290.762

17.801

43.035

478.885

11.750.602

2.364.768

46.564

59.042

957.770

1.301.392

6.472.281

1.380.162

1.633.390

100.000

293.660

478.885

11.750.602

2.364.768

46.564

59.042

957.770

1.301.392

6.472.281

1.380.162

1.633.390

100.000

293.660

-

Overige Totaal

Milieu-dienst Totaal


5 CONTROLEVERKLARING



6

VASTSTELLING

Dagelijks bestuur

Als ontwerpjaarrekening vastgesteld en aangeboden aan het algemeen bestuur op 13 april 2012

Het dagelijks bestuur van de Regio Zuid-Holland Zuid de secretaris,

de voorzitter,

Drs. J. N. van de Poel

Drs. A. A. M. Brok

Algemeen bestuur

De jaarrekening 2011, waarin begrepen het voorstel tot resultaatbestemming en de overbrenging van restantkredieten naar de begroting 2012, vastgesteld door het algemeen bestuur van Regio Zuid-Holland Zuid in de openbare vergadering van 20 juni 2012.

de secretaris,

de voorzitter,

Drs. J. N. van de Poel

Drs. A. A. M. Brok



Datum 19 juli 2012


Bijlagen 2 stukken

Ons kenmerk Zaaknr.


B&W besluit 17 juli 2012

Geheimhouding op grond van de Wet openbaarheid van bestuur n.v.t.

Portefeuillehouder A.G.M. van de Vondervoort

Fatale termijn nee

Onderwerp Wat wordt gevraagd

College informatiebrief Overnemen van de afdoening van moties, actiepunten en brieven van het college (nrs. 1 t/m 9) en deze af te voeren van de actielijsten

Toelichting

In de College informatiebrief komen de volgende onderwerpen aan de orde: 1. Afdoening motie Toekomst van Sliedrecht (21-02-2012) en actiepunt 108 (04-06-2010) 2. Afdoening motie Minimabeleid (08-11-2010) 3. Afdoening motie Uitvoeringsprogramma (08-11-2010) 4. Afdoening brief mw. Glasstra-Van Kruining 5. Afdoening motie Windmolens (27-03-2012) 6. Afdoening motie A15 (20-12-2011) 7. Afdoening motie Biesbosch (06-12-2010) 8. Afdoening motie Milieu/Duurzaamheid (08-11-2010) 9. Afdoening motie Sociale Moestuin (26/28-06-2012)

Bijgaande stukken

College informatiebrief d.d. 17 juli 2012 met bijlage bij punt 4: brief aan mw. Glasstra-Van Kruining d.d. 18 juli 2012


H.W. Langhorst Tel. nr. (0184) 495 5940

Kopieën aan: Archief


J.H. Koetsenruijter


College informatiebrief Onderwerp:

Afdoening moties, actiepunten en brieven.

Datum:

17 juli 2012

Portefeuille A.G.M. van de Vondervoort 1. Afdoening motie Toekomst van Sliedrecht (21-02-2012) en actiepunt 108 (04-06-2010), voorstel afvoeren van actielijst. Bij het vaststellen van de nota ‘Toekomst van Sliedrecht’ en in de gesprekken met de gemeenteraad en het presidium over rolverdeling tussen raad en college, bijvoorbeeld n.a.v. het voorstel mbt de Reiniging, is meerdere keren geconcludeerd dat de ontwikkeling van de ambtelijke organisatie een verantwoordelijkheid van het college is. Inmiddels is er meerdere keren contact geweest met de gemeente Hardinxveld-Giessendam over mogelijkheden van ambtelijke samenwerking. Ook in Drechtstedenverband is aandacht gevraagd voor de mogelijkheden om hen te betrekken bij projecten in Drechtstedenverband. Inmiddels heeft de gemeenteraad van Hardinxveld-Giessendam een brief van de gemeente Molenwaard ontvangen met het onderwerp ‘uitnodiging tot daadkrachtige wederzijdse versterking’. De brief roept op het gesprek met de gemeente Molenwaard i.o aan te gaan over vergaande samenwerking. Tijdens de Algemene Beschouwingen van 28 juni 2012 is een raadsbrede motie ingediend en aangenomen over de toekomst van Hardinxveld-Giessendam in de regio. De burgemeester is, in samenspraak met het college, gevraagd een stappenplan op te stellen. Met dit stappenplan, wat op 1 oktober 2012 klaar moet zijn, kan het college van B&W de gemeenteraad sturing geven aan het besluitvormingsproces bij belangrijke strategische onderwerpen, zoals de bestuurlijke oriëntatie op de toekomst en de uitwerking van de Visie Hardinxveld-Giessendam. Of en in welke mate de gemeente zich zal willen richten op juist de Alblasserwaard, of juist de Drechtsteden zal daarbij ook nader aan de orde zijn. Op basis hiervan stelt het college voor zowel de genoemde motie als actiepunt 108 als uitgevoerd te beschouwen en af te voeren van de lijst.

Portefeuille J.A. Lavooi

2. Afdoening motie Minimabeleid (08-11-2010), voorstel afvoeren van actielijst. De informatie is op de website geplaatst met tevens een directe link naar relevante pagina's van de Sociale Dienst Drechtsteden. Publicatie in Het Kompas heeft ook plaatsgevonden. Het college beschouwt hiermee de motie als uitgevoerd.

-2Portefeuille J.P. Tanis 3. Afdoening motie Uitvoeringsprogramma (08-11-2010), voorstel afvoeren van actielijst. In januari 2011 is het uitvoeringsprogramma voorgelegd aan de raad. Het college beschouwt hiermee de motie als uitgevoerd.

Portefeuille A. de Waard

4. Afdoening brief mw. Glasstra-Van Kruining Naar aanleiding van de ingekomen brief van 18 mei 2012 van mw. Glasstra-Van Kruining met het verzoek de voorrangsregeling voor fietsers op rotondes te wijzigen, heeft uw raad op 5 juni 2012 het college verzocht een reactie te geven. In de bijlage treft u onze deze reactie aan.

5. Afdoening motie Windmolens (27-03-2012), voorstel afvoeren van actielijst. Het College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Zuid-Holland is door het college bij brief, met kenmerk 800937 d.d. 15 mei 2012 (verzonden 16 mei 2012), gevraagd mee te willen werken aan de plaatsing van drie windmolens op het grondgebied van Sliedrecht. In de collegeinformatiebrief van 5 juni is de raad hierover geïnformeerd. Het college beschouwt hiermee de motie als uitgevoerd.

6. Afdoening motie A15 (20-12-2011), voorstel afvoeren van actielijst. Uw raad is middels de collegeinformatiebrief van 8 december geïnformeerd over de stand van zaken over de samenwerking van verschillende partijen richting het ministerie van L&M. Het standpunt van de minister is ongewijzigd. Ambtelijk is inmiddels vernomen dat maatregelen gezien de economische situatie zullen uitblijven tot 2023. Het college beschouwt hiermee de motie als uitgevoerd.

7. Afdoening motie Biesbosch (06-12-2010), voorstel afvoeren van actielijst. In het voorjaar van 2011 is bestuurlijk besloten om af te zien van de financiële toets. Dat besluit zou voorgelegd worden aan de raad. Eind april 2011 zou dit voorstel door de raad behandeld worden. Na overleg is dit agendapunt van de agenda gehaald en heeft de wethouder de opdracht gekregen om verder te gaan met de uitgezette acties, maar dan zonder de eerder voorgestelde (door PWC uit te voeren toets). De opdracht aan het college de jaarlijkse bijdrage aan de Gemeenschappelijke Regeling te verlagen, staat nog steeds op de agenda voor de komende tijd. In de Opiniërende bijeenkomst van de raad van 14 juni 2011 heeft de gevraagde terugkoppeling plaatsgehad (via schriftelijke mededelingen portefeuillehouders). De externe toets is niet meer van toepassing en de rapportage aan de raad is gedaan. Er is een verlaging van 10% bereikt. De uitgangspunten van de Gemeenschappelijke Regeling bieden geen mogelijkheden tot een verdere verlaging. Het college beschouwt hiermee de motie als uitgevoerd.

-38. Afdoening motie Milieu/Duurzaamheid (08-11-2010), voorstel afvoeren van actielijst. Vanaf 1 januari 2011 is het verzoek om de lichten eerder te doven geëffectueerd. De besparingen worden in de jaarstukken onder het rekeningresultaat meegenomen. De raad heeft een deel van het rekeningresultaat bestemd voor de Algemene Reserve. Met name bij instellingen worden regelmatig energiescans uitgevoerd in het kader van het milieu uitvoeringsprogramma’s; aan bedrijven zal in de tweede helft van dit jaar de milieubarometer worden aangeboden waarmee eveneens scans kunnen worden uitgevoerd. Borging van de sociale veiligheid door een goede openbare verlichting is standaard beleid. Het college beschouwt hiermee de motie als uitgevoerd.

9. Afdoening motie Sociale Moestuin (26/28-06-2012), voorstel afvoeren van actielijst. Op 28 juni 2012 heeft de gemeenteraad de motie Sociale Moestuin aangenomen. Met deze motie heeft de raad het college opgedragen om het mogelijk te maken dat de gebruikers van de sociale moestuin al deze zomer toegang hebben tot het aangewezen terrein via de Thorbeckelaan en later te bezien of een aanpassing van de toegang via de Lijsterweg noodzakelijk is. In de week van 2 juli tot 6 juli 2012 heeft de gemeente overleg gehad met de vertegenwoordigers van stichting Sociale Moestuin Sliedrecht en SKC Merwede (korfbalvereniging). De gesprekken zijn gevoerd ter voorbereiding van het toegankelijk maken van het terrein voor de stichting. Op maandag 9 juli 2012 heeft de gemeente vervolgens aan de stichting de sleutel van het hek aan de Thorbeckelaan overhandigd. Vanaf dat moment is de stichting ook gestart met de voorbereidende werkzaamheden om het betreffende terrein voor hen op termijn gebruiksklaar te hebben. In de week voorafgaand aan die maandag zijn de betrokkenen bij het terrein door de gemeente hiervan op de hoogte gesteld. Dit bericht is verstuurd aan het bestuur van SKC Merwede, Trimclub ABC, Volkstuindersvereniging Sliedrecht, IJsclub De Vriendschap, Stichting Sociale Moestuin Sliedrecht, Activiteitencentrum De Havik, Tandheelkundig Centrum Carabelli, Medisch Centrum Thorbecke en Paramedisch Centrum Twigt. Alle door betrokkenen gestelde vragen over het ontvangen bericht van de gemeente over het toegankelijk maken van het terrein voor de stichting Sociale Moestuin Sliedrecht zijn door de gemeente beantwoord. Met het oog op spreiding van de bezoekers van het gebied wordt onderzocht of voor de sociale moestuin een aparte toegang kan worden gemaakt aan de Lijsterweg. Daartoe is overleg noodzakelijk met het bestuur van IJsclub De Vriendschap. Bij een positief resultaat van het gesprek, dat eind augustus gepland is, zal mogelijk nog vóór aanvang van de korfbalcompetitie de nieuwe toegang kunnen worden gerealiseerd. Het college beschouwt hiermee de motie als uitgevoerd.

Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de waarnemend burgemeester,

J.H. Koetsenruijter


VERGADERSCHEMA 2013 gemeenteraad Sliedrecht (versie 9 juli 2012)

Recommend Documents