Gemeente Sliedrecht Bestemmingsplan “Woongebied”
9 januari 2012
Ontwerp
Gemeente Sliedrecht Bestemmingsplan “Woongebied”
Versie 6
Werknummer: 323.300.00/01 Datum: 9 januari 2012 Bestand: J:323.300.00\ontwerp\versie oktober/november 2011\RO-BP-323.300.00-TOTAAL-9 januari 2012
KuiperCompagnons Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Architectuur, Landschap Rotterdam
Gemeente Sliedrecht afdeling Ruimtelijke Ordening en Milieu
Procedureoverzicht Concept
Voorontwerp Definitief Inspraak Overleg Ontwerp Vaststelling
datum februari 2009 juli 2009 novemberdecember 2010
document e 1 concept e 2 concept e 3 concept
e
9 december 2010 4 concept e 1 februari 2011 5 concept 25 februari - 8 april 2011 9 januari 2012
Opmerkingen
Pm; externe veiligheid/ architectonische verwantschap/ bouwvlakken Beatrixlocatie EV
TOELICHTING
INHOUDSOPGAVE TOELICHTING:
1.
INLEIDING
1
1.1
Algemeen
1
1.2
Ligging en begrenzing plangebied
1
1.3
Vigerende bestemmingsplannen
2
2.
BESTAANDE SITUATIE
3
3.
BELEID
5
3.1.
Algemeen
5
3.2.
Rijksbeleid
5
3.2.
Provinciaal beleid
6
3.3
Waterschap
7
3.4.
Gemeentelijk beleid
7
4.
RANDVOORWAARDEN
10
4.1.
Algemeen
10
4.2.
Cultuurhistorie en archeologie
10
4.3.
Natuur en landschap
11
4.4.
Water
11
4.5.
Bodemkwaliteit
15
4.6.
Geluid
15
4.7.
Luchtkwaliteit
15
4.8.
Externe veiligheid
16
4.9.
Kabels en leidingen
21
5.
PLANBESCHRIJVING
23
5.1.
Algemeen
23
5.2.
Wonen
23
5.3.
Overige functies
26
5.4.
Openbare ruimte
28
6.
JURIDISCHE OPZET
31
6.1.
Algemeen
31
6.2.
Regels
31
7.
UITVOERBAARHEID
37
7.1
Economische uitvoerbaarheid
37
7.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
37
7.3
Handhavingaspecten
37
8.
OVERLEG EN INSPRAAK
39
8.1
Overleg
39
8.2
Inspraak
39
8.3
Ontwerp
39
Bijlagen -
Overlegreacties
1
1.
INLEIDING
1.1
Algemeen Voor het woongebied van Sliedrecht vigeren thans verschillende -deels verouderdebestemmingsplannen. Voorgestaan wordt de bundeling hiervan in één integraal bestemmingsplan. Daardoor gaat voor het gehele, herziene Woongebied een uniform en actueel juridisch planologisch kader gelden, dat is afgestemd op de huidige eisen van beleid en beheer. Tevens ontstaat door het nieuwe plan een overzichtelijk geheel van de actuele situatie, die door artikel 19-vrijstellingen, partiële herzieningen en uitgevoerde bouwplannen is ontstaan. Daarnaast wordt zal het nieuwe bestemmingsplan voldoen aan de doelstelling van actuele en digitale bestemmingsplannen conform de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008 op 1 januari 2010 in werking is getreden.
1.2
Ligging en begrenzing plangebied Het plangebied ligt globaal tussen de Rijksweg A15 in het noorden en de rivier de BenedenMerwede in het zuiden.
Plangebied Aan de westzijde loopt het plangebied tot aan de Parallelweg langs de spoorbaan. Aan de zuidzijde volgt de plangrens de Craijensteijn, Molendijk, Havenstraat, via de Merwedestraat en de Adriaan Volkersingel naar de Rivierdijk. Daar waar de Rivierdijk naar het noorden ombuigt richting A15, ligt de oostelijke plangrens. In het plan is het centrumgebied van Sliedrecht niet opgenomen.
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
2
1.3
Vigerende bestemmingsplannen Voor het plangebied vigeren de volgende bestemmingsplannen: Bestemmingsplan Woongebied, een globaal plan met een consoliderend karakter. Door de gemeenteraad vastgesteld op 30 oktober 2000 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland op 15 mei 2001. Op diverse locaties hebben met toepassing van vrijstelling ex artikel 19 WRO en met partiële herzieningen functiewijzigingen plaatsgevonden. Het betreft onder meer herzieningen voor de Zuiderzeestraat e.o. (opgesteld in augustus 2006), voor de Krommestoep (vastgesteld door de gemeenteraad op 19 maart 2007) en voor de Beatrixlocatie aan de Grevelingenlaan (vastgesteld op 5 november 2007). Bestemmingsplan Kerkbuurt-Oost is op 26 april 2004 door de raad goedgekeurd en op 2 november 2004 door de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland goedgekeurd. Bestemmingsplan De Grienden en IJsbaanterrein, is deels uitgevoerd als globaal eindplan en deels als een uit te werken bestemming woondoeleinden ex artikel 11 WRO. De actuele situatie is in het nieuwe plan opgenomen. Door de raad vastgesteld op 31 oktober 1994 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland op 16 mei 1995. Bestemmingsplan ’t Orleans, eveneens globaal van opzet. Door de raad vastgesteld op 29 juni 1992 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland op 9 februari 1993. De in dit plan geprojecteerde bebouwing is inmiddels gerealiseerd en kan in het nieuwe plan geïntegreerd worden. Bestemmingsplan Rond de Bonkelaar is op 16 december 1991 door de raad vastgesteld en op 30 juli 1992 goedgekeurd door de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Bestemmingsplan Oostwijk IA is op 29 maart 1982 vastgesteld door de raad en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland op 27 juni 1983. Bestemmingsplan Oostwijk II is op 28 februari 1966 door de raad vastgesteld en op 15 maart 1967 door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland goedgekeurd. Ten zuiden van de Thorbeckelaan vigeert Oost een zogenaamd ‘Uitbreidingsplan op onderdelen’ dat een zeer globaal karakter heeft. De raad heeft dit plan op 18 juli 1960 vastgesteld. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben het plan op 29 mei 1961 goedgekeurd.
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
3
2.
BESTAANDE SITUATIE
Het plangebied omvat het grootste deel van de kern van Sliedrecht, die een lineaire opbouw kent in oost-westelijke richting. Deze opbouw is gevormd door de belangrijke ruimtelijke elementen: de rivier de Beneden Merwede, met de rivierdijk daarlangs, de Rijksweg A15 en de spoorverbinding Dordrecht-Geldermalsen. Het gebied bevat voornamelijk bestaande woonbebouwing, met verspreid liggende bedrijvigheid, voorzieningen en openbaar groen. De belangrijkste ontsluiting van het dorp ligt aan de oostzijde. Vanaf de A15, via de Rivierdijk en Thorbeckelaan naar het centrum of via de Sportlaan, Stationsplein en Stationsweg naar het centrum. Ook aan de westzijde is er een ontsluiting vanaf de A15, via de Parallelweg en Craijensteijn naar het centrum. Globaal kan het plangebied per wijk als volgt worden getypeerd: De meest westelijk gelegen wijk is Craijensteijn en de Weren, tussen de Rijksweg A15, de Tolsteeg, Craijensteijn en de Parallelweg. Dit gebied is voor een groot deel omringd door parkachtig groen en bevat vrijwel uitsluitend woonbebouwing. Aan de westzijde in de vorm van vrijstaande en twee-onder-één-kapwoningen, in het midden hofjes met afwisselend 1-3 bouwlagen en aan de oostzijde aaneengesloten woningen uit de 70-er jaren. Ook Weresteijn/Prickwaert, tussen de Rijksweg en de Deltalaan, is een wijk omgeven door groen. De woonbebouwing bestaat hier uit blokken van 3-6 rijenwoningen, die onder een hoek van ongeveer 35 graden ten opzichte van de Rijksweg gesitueerd zijn. Aan de oostzijde zijn langs het Dr. Willem Dreespark enkele villa’s aanwezig. Tussen de Deltalaan en de Molendijk ligt de Populierenhof e.o. Deze wijk heeft overwegend rijenwoningen in blokken van 6-8 woningen en lintbebouwing langs de dijk. Er zijn ook enkele andere functies aanwezig, zoals een buurtwinkelcentrum bestaande uit enkele winkels waaronder een supermarkt, een café, een restaurant, een snackbar en een verkooppunt voor motorbrandstoffen met een werkplaats. De Waterbuurt ligt globaal tussen de Rijksweg, Stationsweg, Kerkbuurt en Maaslaan. Deze wijk wordt gekenmerkt door de consequent doorgevoerde strokenverkaveling, met blokken van 8-13 aaneengebouwde woningen. Langs de Deltalaan staan vier portiekflats van 4 bouwlagen. Langs de Molendijk en de Kerkbuurt zijn verschillende centrumfuncties aanwezig. Tussen de Kerkbuurt en de Havenstraat ligt de Buitenuitbreiding West, met een eenduidige bouwstijl van woningen en een hoge bebouwingsdichtheid. Aan de noordkant ligt de locatie Sliedrecht van het Albert Schweitzer Ziekenhuis. Aan de zuidkant grenst dit gebied aan de haven, die deels is ingericht voor de binnenvaart en deels als een jachthaven voor de watersportvereniging. In het meest westelijke gedeelte van de Buitenuitbreiding, aan het Dr. Langeveldplein, zijn onder meer het gemeentehuis en diverse andere functies aanwezig.
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
4
Vrijwel aan de rivier ligt de Oude Uitbreiding. Ook deze wijk kent een hoge dichtheid van kleine huisjes in veelal één bouwlaag met langskap. De Adriaan Volkersingel ligt aan de rand van deze wijk, wordt begeleid door een strook groen en heeft uitzicht op de rivier De Merwede en De Biesbosch. De bebouwing aan deze singel bestaat uit zowel vrijstaande en geschakelde villa’s. Van de wijk Burgemeester Winklerplein e.o., tussen de Middeldiepstaat en de Thorbeckelaan, vallen slechts twee kleinere delen in het voorliggende plangebied. Het betreft het gedeelte ten zuiden van de Rembrandtlaan en een deel ten zuiden van de Thorbeckelaan. In beide delen gaat het om langgerekte bouwstroken met woningen. Aan de noordzijde van de Thorbeckelaan ligt tussen de begraafplaats en het sportpark de Staatsliedenbuurt. Ook hier zijn langgerekte bouwblokken met aaneengesloten woningen aanwezig. Daarnaast staan langs de Rijksweg aan de noordkant ook vrijstaande en tweeonder-één-kapwoningen. Karakteristiek zijn de houten woningen aan het Februariplantsoen. Deze woningen zijn geschonken door Oostenrijk na de Watersnood van 1953. De Vogelbuurt-Noord, tussen de Lijsterweg en de Hoepel, is een wijk uit de jaren zestig, met een sterke variatie aan woonvormen. Globaal bezien bevat de wijk laagbouw met in het hart een wijkcentrum, omgeven door hoogbouw en forse groenelementen. Vogelbuurt-Zuid, ten zuiden van de Thorbeckelaan, kent een sterke blokvormige verkaveling van veelal aaneengesloten woningen. Aan de noord- en zuidrand is ook hoogbouw te vinden met onder meer haakse appartementengebouwen in zes lagen. Tussen de Rembrandtlaan en de Rivierdijk ligt de wijk Middenveer e.o. Hier bevinden zich veelal aaneengesloten eengezinswoningen, de lintbebouwing langs de dijk, wat grotere gebouwen met een publieke functie langs de P.C. Hooftlaan en enkele vrijstaande of geschakelde woningen. Het meest oostelijke deel van het plangebied wordt gevormd door de Rivierdijk e.o. Dit gebied bevat iets recentere woningbouw van vooral rijenwoningen in blokken. De woonkern Sliedrecht wordt hier tussen de dijk en de Rijksweg fraai afgerond met een boogvorm, begeleid door een brede strook groen.
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
5
3. 3.1.
BELEID
Algemeen Het nationale en provinciale beleid is neergelegd in verschillende nota’s en structuurvisies. Dit beleid wordt veelal doorgezet in gemeentelijke plannen. Voor zover van belang wordt het algemene beleid in deze toelichting aangestipt. Vaak is het beleid van de hogere overheden echter van een andere schaal en aard dan voor een gemeentelijk bestemmingsplan noodzakelijk. Daarom wordt daar in dit kader niet diep op ingegaan.
3.2.
Rijksbeleid Nota Ruimte De Nota Ruimte (2006) heeft met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en op basis van het overgangsrecht de status van structuurvisie gekregen en vormt samen met de (ontwerp) AMvB Ruimte, zie ook hierna, het nationale ruimtelijke beleid voor de periode 2004 tot 2020 met een doorkijk naar 2030. De nota bevat geen concrete beleidsbeslissingen maar stelt een aantal beleidsdoelen als leidraad voor de ontwikkelingen in de komende periode. Hoofddoel is ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies. Specifiek richt het rijksbeleid zich op: versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, met name door voldoende ruimte te reserveren voor de ontwikkeling van bedrijven in (groot)stedelijk gebied; krachtige steden en een vitaal platteland; investeren in leefbaarheid en veiligheid; borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke (natuur-, landschappelijke en cultuurhistorische) waarden; borging van de veiligheid; aandacht voor de waterproblematiek en externe veiligheidsaspecten. (ontwerp) AMvB Ruimte De Nota Ruimte bevat een realisatieparagraaf die de status heeft van een structuurvisie. In de realisatieparagraaf geeft het kabinet aan hoe het de nationale belangen (de belangen waarvoor het rijk de verantwoordelijkheid neemt) wil verwezenlijken. Daarbij wordt met name ingezet op een zuinig ruimtegebruik, bescherming van kwetsbare gebieden (de nationale landschappen en de ecologische hoofdstructuur) en bescherming van het land tegen overstroming en wateroverlast. In de realisatieparagraaf benoemt het kabinet 34 nationale ruimtelijke belangen. Deze omvatten globaal de nationale planologische principes zoals gebundelde verstedelijking en versterking van de kwaliteiten van het landschap, de ontwikkeling van de Randstad, de mainports en een aantal grote bouwlocaties, de bescherming en ontwikkeling van een aantal groene en blauwe gebiedscategorieën en ruimtelijke garanties voor de nationale grondstoffen- en energieproductie. Een aantal hiervan dient dwingend door te werken tot op het lokale niveau, door middel van kaderstelling en dus via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Deze AMvB Ruimte is een dergelijke AMvB.
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
6
Handreiking Watertoets 2 Eind 2003 is de Handreiking Watertoets 2; samenwerken aan water in ruimtelijke plannen verschenen, waarin per type plan een concrete uitwerking van de watertoets is vermeld. Voor bestemmingsplannen geldt het volgende. Vanuit het oogpunt van toelatingsplanologie bepaalt het bestemmingsplan welke ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk zijn. Het plan geeft de ruimtelijke en functionele randvoorwaarden en mogelijkheden. Om de gewenste ontwikkelingen ook daadwerkelijk te realiseren is vroegtijdig overleg tussen de initiatiefnemer en de betrokken waterbeheerder(s) noodzakelijk. Het doel hiervan is tijdig inzicht te krijgen in de mogelijke negatieve effecten van plannen en besluiten op de waterhuishouding, maatregelen op te zetten om deze effecten te voorkomen en mogelijke kansen voor het watersysteem te benutten. 3.2.
Provinciaal beleid Provinciale structuurvisie; Visie op Zuid-Holland, ontwikkelen met schaarse ruimte Op basis van de Wro moeten gemeenten, provincies en rijk hun beleid neerleggen in één of meer structuurvisies. Het provinciebestuur van Zuid-Holland heeft ervoor gekozen één integrale ruimtelijke structuurvisie voor Zuid-Holland te ontwikkelen. Het uitgangspunt is ‘lokaal wat kan, provinciaal wat moet’. In de provinciale structuurvisie geeft de provincie aan wat zij als provinciaal belang beschouwt en hoe zij daarop wil gaan sturen. Provinciale Staten stelden op vrijdag 2 juli 2010 de provinciale Structuurvisie, de Verordening Ruimte (de realisatie van de structuurvisie, zie ook hierna) en de Uitvoeringsagenda definitief vast. Vanaf dat moment gelden de Streekplannen, inclusief eventuele partiële herzieningen, en de Nota Regels voor Ruimte niet langer als vigerend beleids- en toetsingskader. Deze structuurvisie bevat het ruimtelijk beleid tot 2020 met een doorkijk naar 2040. Het accent ligt op sturing vooraf en sturing op kwaliteit. Provinciale Verordening Ruimte; ontwikkelen met schaarse ruimte Om het provinciale ruimtelijke belang, zoals beschreven in de provinciale structuurvisie, te kunnen uitvoeren is, onder meer, de provinciale verordening opgesteld. In de provinciale verordening zijn de zaken die generiek van aard zijn (relevant voor alle gemeenten of een bepaalde groep gemeenten) en in eerste instantie vooral een werend of beperkend karakter hebben vastgelegd. De provincie acht de borging hiervan van groot belang. Tevens zijn de nationale belangen zoals vastgelegd in de (ontwerp)AMvB Ruimte ook in de provinciale verordening opgenomen ten behoeve van een doorwerking in de gemeentelijke bestemmingsplannen. In de verordening regels gesteld over de inhoud van bestemmingsplannen en de inhoud van de toelichting van bestemmingsplannen. De verordening heeft slechts betrekking op een beperkt aantal onderwerpen. Bij het opstellen van bestemmingsplannen dient daarom ook rekening te worden gehouden met ander provinciaal beleid. Bovendien moet worden voldaan aan de overige wet- en regelgeving.
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
7
3.3
Waterschap Beleid Waterschap Rivierenland Met ingang van een december 2009 is het Waterbeheerplan 2010-2015 Werken aan een veilig en schoon rivierenland bepalend voor het waterbeleid. Dit plan gaat over het waterbeheer in het hele rivierengebied en het omvat alle taken van het waterschap: waterkeringen, waterkwantiteit, waterkwaliteit en waterketen. Daarnaast beschikt het Waterschap Rivierenland over een verordening: de Keur voor waterkeringen en wateren. Hierin staan de geboden en verboden die betrekking hebben op watergangen en waterkeringen. De geboden geven de verplichtingen aan om deze waterstaatswerken in stand te houden. De verboden betreffen die handelingen en gedragingen die onwenselijk zijn voor de constructie of de functie van watergangen en waterkeringen. Van alle verboden werken e/of werkzaamheden die niet voldoen aan de criteria van de algemene regels, kan een watervergunning worden aangevraagd. Duidelijke en vastgestelde uitgangspunten hierbij zijn geformuleerd en vastgelegd in beleidsregels. Initiatieven voor (bouw)werkzaamheden in of nabij watergangen en waterkeringen worden hieraan getoetst.
3.4.
Gemeentelijk beleid Structuurvisie Sliedrecht De gemeenteraad heeft in februari 2006 de Structuurvisie De wèreld tusse Wengerde en ’t waoter vastgesteld. Op het gebied van wonen zijn hierin twee hoofdkeuzes gemaakt. Er wordt gekozen voor een evenwichtige bevolkingsopbouw en het bieden van een daarbij passend woningaanbod met het behoud van de dorpse identiteit. Verder is verzocht de toekomstige behoeften op het gebied van wonen nader uit te werken in een lokale woonvisie. In het ‘Uitvoeringsprogramma 2006 t/m 2010’ is deze opdracht bestuurlijk vastgelegd. De bedoelde woonvisie is opgesteld in april 2008, voor de periode 2007-2015, met een doorkijk tot 2025. De conclusies ervan geven aan dat het voorziene woningbouwprogramma de autonome groei van de Sliedrechtse bevolking in kwantitatieve zin ruimschoots kan opvangen. In kwalitatieve zin is er veel vraag naar duurdere en luxere woningen, die onder meer zullen worden gerealiseerd in Baanhoek-West. Ook voor de periode 2015-2025 wordt verwacht dat slechts een geringe uitbreiding van de woningvoorraad kan volstaan. Huisvestingsverordening Voor de regulering van de tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten wordt de bestaande huisvestingsverordening uitgebreid met een nieuw hoofdstuk 3 Wijziging van de woonruimtevoorraad. Hoofdstuk 3 is volledig gewijd aan de omzetting van een zelfstandige naar een onzelfstandige woonruimte ten behoeve van kamerverhuur. In dit hoofdstuk staat centraal dat een omzetting niet kan en mag leiden tot een ontoelaatbare inbreuk op een geordend woonen leefklimaat in een straat en/of woongebouw (appartementencomplex). Van een ontoelaatbare inbreuk wordt geacht altijd sprake te zijn, indien meer dan 5 % van het aantal woonruimten in een straat en/of woongebouw wordt gebruikt voor kamerverhuur. Om clustering te voorkomen wordt geen vergunning verstrekt voor de omzetting van een woonruimte, indien eerder een dergelijke omzettingsvergunning voor kamerverhuur is verstrekt aan de eigenaar van een aangrenzende woonruimte op een aangrenzend perceel. Ter voorkoming van de
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
8
aantasting van de woonkwaliteit en het leefmilieu wordt afhankelijk van de grootte van de woonruimte een maximum gesteld aan de tijdelijk na omzetting in de woonruimte te huisvesten personen. In de verordening is verder bepaald dat het geheel ook niet strijdig kan zijn met het bestemmingplan, het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken en de bij dan wel krachtens de Woningwet gegeven regels. De gewijzigde huisvestingsverordening is door de raad op 25 oktober 2011 vastgesteld. In het bestemmingsplan is in de specifieke gebruiksregels van de bestemming ‘Wonen’ geregeld dat het gebruik voor vier onzelfstandige wooneenheden is toegestaan. De beperking van het aantal woonruimten in een straat wordt, zoals gezegd, door de Huisvestingsverordening geregeld. Daarnaast is er een afwijking opgenomen voor het toestaan van zes onafhankelijke wooneenheden indien het oppervlak dan de woning dit toestaat. Stedelijk waterplan Binnen Sliedrecht is veel water dat het dorp aantrekkelijk maakt. Natuurlijk moet er voor gezorgd worden dat iedereen nu en in de toekomst droge voeten houdt en daarvoor moeten de nodige maatregelen worden getroffen. Ook is het van belang om de kwaliteit van het water op peil te houden en waar nodig te verbeteren. Niet alleen voor de mensen die graag bij het water vertoeven, maar ook voor de planten en vissen in en om het water. Om de functies van het water te verbeteren en de beleving van het water te vergroten, kunnen verschillende maatregelen worden getroffen, die zijn omschreven in het waterplan, dat samen met het Waterschap Rivierenland is opgesteld. In dit waterplan krijgen vijvers, sloten en plassen een specifieke gebruiksfunctie toegekend, zoals zwemwater, viswater, recreatiewater of natuurwater. Groenbeleidsplan Het Groenbeleidsplan (juni 2003) geeft over een periode van 10 tot 15 jaar richting aan verbeteringen in de groenstructuur en het beheer. Het plan geeft de uitgangspunten met betrekking tot het groen voor zowel het reguliere beheer als reconstructieprojecten. Het vormt tevens een belangrijk toetsingskader bij afstemming van groen met andere functies. Bomenbeleidsplan Het nieuwe Bomenbeleidsplan (april 2009) helpt de kwaliteit van het Sliedrechtse bomenbestand te waarborgen en waarborgt tevens de inspraakmogelijkheden van burgers. Ten opzichte van het huidige bomenbeleid is het doel tweeledig (1) zorgvuldiger omgaan met die bomen die van groot belang zijn voor de kwaliteit van de gemeente en (2) de gemeentelijke regierol over een grote groep minder belangrijke bomen af te schaffen. Verkeerscirculatieplan 2005 In het Verkeerscirculatieplan 2005 de staan de maatregelen uiteengezet waarmee de gemeente Sliedrecht, ook in regionaal verband, zorg wil dragen voor een optimale bereikbaarheid met zo weinig mogelijk overlast, zo groot mogelijke veiligheid en een zo laag mogelijke milieubelasting. Doel is het bieden van voldoende parkeerruimte, het versterken van het openbaar vervoer, het versterken van de positie van fietser en voetganger en het verbeteren van de verkeersveiligheid.
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
9
Parkeernota Tot voor kort werden parkeernormen in de gemeente Sliedrecht in drie documenten geregeld: Het VCP 2005 en de Bouwverordening, beide gebaseerd op het ASVV 2004 en het bestemmingsplan waarbij er een uiteenlopend beeld was. Bij die opzet waren een bestemmingsplan, bouwverordening of parkeerverordening niet in alle situaties van toepassing. Daarnaast is sinds de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) per 1 juli 2008 de parkeerregeling in de Woningwet vervallen. Daarom heeft de gemeente in november 2008 de Nota Parkeerbeleid Sliedrecht opgesteld. Door hier in het bestemmingsplan en de bouwverordening naar te verwijzen, of de relevante passgages over te nemen, is het wel mogelijk om zowel bij nieuwbouw, functieverandering of verbouwing dwingend parkeernormen op te leggen. In paragraaf 5.4. wordt nader op het parkeren ingegaan.
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
10
4. 4.1.
RANDVOORWAARDEN
Algemeen Bij het opstellen van het voorliggende plan is er in principe van uitgegaan dat de situatie, zoals die zich tot op heden heeft ontwikkeld en als zodanig manifesteert, in zijn algemeenheid als een gegeven wordt geaccepteerd, tenzij uit onderzoek is gebleken dat dit niet wenselijk is. Onderzoek vindt veelal plaats in verband met nieuwe ontwikkelingen; deze doen zich in het plangebied echter vrijwel niet voor. Een andere reden om aan een aantal aspecten wel aandacht te besteden vloeit voort uit centrale wetgeving. Hierna wordt voor deze aspecten bezien in hoeverre ze in het plangebied een rol spelen, zodat daarmee de randvoorwaarden voor de uitvoering van het plan vastliggen.
4.2.
Cultuurhistorie en archeologie In 1992 heeft Nederland het Verdrag van Malta (Valletta) ondertekend. Doel van dit verdrag is om op een verantwoorde wijze om te gaan met archeologische belangen in de ruimtelijke ordening. Het behoud van het archeologisch erfgoed staat hierbij voorop en dient bij ruimtelijke ordeningsprocessen te worden meegewogen, zoals alle andere belangen die bij de voorbereiding van ruimtelijke plannen een rol spelen.
Afbeelding: CHS provincie Zuid-Holland, november 2010
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
11
Voor de bescherming van mogelijk aanwezige waarden is aangesloten bij de Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie Zuid-Holland. (Zie de afbeelding op de vorige pagina). Blijkens de CHS gelden binnen de kern diverse gebieden met een redelijke tot hoge archeologische verwachting. Voor de gebieden met een hoge verwachting is een omgevingsvergunningenplicht voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden opgenomen alsmede een bouwverbod voor bouwplannen met een grotere 2 omvang dan 100 m en een diepte van meer dan 0,3 m (conform de nieuwe regeling uit de Monumentenwet 1988) aangevuld met een afwijkingsmogelijkheid na archeologisch onderzoek. De binnen het plangebied aanwezige (rijks)monumenten zijn op de verbeelding geometrische plaatsbepaling aangeduid als ‘specifieke bouwaanduiding - monument’. Het betreft het Raadhuis aan het Dr. Langeveldplein 30 en het woonhuis Molendijk 181. Om onnodige doublures in regelgeving te voorkomen is in het bestemmingsplan geen afzonderlijke beschermende regeling opgenomen. De Monumentenwet 1988 vormt hier in eerste instantie het afwegingskader. MIP- panden zijn in het plan aangeduid als met de bouwaanduiding ‘karakteristiek’. Voor deze bebouwing alsmede voor andere karakteristieke bebouwing is een sloopvergunningplicht in het plan opgenomen om te voorkomen dat een dergelijk pand zonder nadere afweging kan worden gesloopt. 4.3.
Natuur en landschap De bescherming van beschermde plant- en diersoorten vindt plaats via de Flora- en faunawet. Deze wet vormt de implementatie van Europese en internationale verplichtingen (Habitat- en Vogelrichtlijn, Verdrag van Bern). Uitgangspunt van de Flora en faunawet is het ‘nee, tenzij’ principe. De Flora- en faunawet bevat onder meer verbodsbepalingen met betrekking tot het aantasten, verontrusten of verstoren van beschermde dier- en plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfsplaatsen. Bij de voorbereiding van ruimtelijke plannen dient bekeken te worden in hoeverre deze effecten hebben op beschermde soorten of hun leefgebieden. Daarnaast moet worden nagegaan of een ontheffing ex artikel 75 van de Flora- en Faunawet nodig is. Aangezien het voorliggende plan in stedelijk gebied ligt, wordt ervan uitgegaan dat er geen beschermde soorten aanwezig zijn. Daarnaast voorziet het plan niet in nieuwe ontwikkelingen. Onderzoek wordt dan ook niet noodzakelijk geacht.
4.4.
Water Op grond van de Handreiking Watertoets 2; samenwerken aan water in ruimtelijke plannen alsmede artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening dient bij het opstellen van bestemmingsplannen in een vroegtijdig stadium overleg plaats te vinden met de betrokken waterbeheerder. Daarnaast worden initiatiefnemers van ruimtelijke ontwikkelingen verplicht ‘een beschrijving van de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding’ (3.1.6. eerste lid, sub b Besluit ruimtelijke ordening) op te nemen in de toelichting van bestemmingsplannen. Dat betekent dat elk plan moet worden voorzien van een zogenoemde ‘waterparagraaf’, die tenminste de volgende elementen bevat: - een omschrijving van de te verwachten effecten van de ruimtelijke ingreep op de
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
12
-
waterkeringszorg en de waterhuishouding. Het inundatierisico en de consequenties voor de waterkwantiteit, de waterkwaliteit en de riolering worden behandeld; een beschrijving van de wijze waarop de initiatiefnemer het wateradvies van de waterbeheerder(s) heeft verwerkt. Indien wordt afgeweken van het wateradvies dient daarvoor een motivering te worden opgenomen; een beschrijving van de wijze waarop het wateradvies vertaald wordt naar de regels en de verbeelding geometrische plaatsbepaling.
Eisen Stedelijk Waterplan Voor het plangebied zijn de eisen uit het stedelijk waterplan van belang dat door de gemeente in samenwerking met het Waterschap Rivierenland is opgesteld. Hierin staat de gemeenschappelijke visie op het watersysteem en is een maatregelenpakket per waterfunctiesoort opgenomen om het systeem op orde te brengen voor de toekomst. Beschrijving watersysteem Het plangebied ligt in de bebouwde kom van Sliedrecht en een deel hiervan lag tot voor kort buitendijks, aangezien de oude waterkering over de straat Kerkbuurt liep. Bij de dijkversterking is de waterkering verlegd naar de Oosterbrugstraat – Adriaan Volkersingel – Merwestraat – Havenstraat waardoor het plangebied binnendijks is komen te liggen. Het waterschap heeft daarmee ook de waterbeheersingszorg van dit gebied gekregen. In de bebouwde kom van Sliedrecht is op veel plekken water aanwezig. De belangrijkste watergangen, die tevens dienen voor de aan- en afvoer van water, liggen parallel aan de A15. Via een drietal stuwen kan het overtollige water het stedelijk gebied van Sliedrecht verlaten en watert het af naar het omliggende landelijke gebied. In het gebied tussen de oude waterkering en de nieuwe waterkering bevindt zich geen open water. Functies van het water Voor alle watergangen is het beleid er op gericht dat het water ecologisch gezond is, zodat planten en dieren erin kunnen leven. Er dient voldoende water te zijn, zodat het water op het gewenste peil kan worden gehouden en sloten niet droog komen te staan of buiten haar oevers treedt. Het water moet er ook aantrekkelijk uitzien, het moet niet stinken en het moet prettig voelen om in de buurt van het water te vertoeven. Hierna volgt van een aantal functies de beschrijving. Voldoende waterberging Een belangrijke functie ten aanzien van water is om het waterpeil op een geschikt niveau te houden. Er moet voldoende open water in het gebied zijn om neerslag tijdelijk te kunnen bergen. Door de gemeente Sliedrecht en het Waterschap Rivierenland zijn nieuwe berekeningen gemaakt ten aanzien van de wateropgave voor Sliedrecht. Uit de berekeningen blijkt dat laaggelegen gebieden en plantsoenen structureel ingezet zullen worden als waterberging, zonder dat dit als wateroverlast wordt aangemerkt. Deze waterbergingsgebieden zijn met een dubbelbestemming op de verbeelding aangegeven.
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
13
Natuurvriendelijke oevers Met meer spontane begroeiing krijgen meer natuurlijke watersystemen meer ruimte. Oeverplanten bieden schuil- en broedgelegenheid voor vogels, vissen en libellen. Ook levert een natuurlijke oever een bijdrage een de natuurlijke zuivering van het water. Gestreefd wordt naar het aanleggen van natuurvriendelijke oevers bij verschillende watergangen in de omgeving van de A15. Naast de hiervoor beschreven functies kan ook worden genoemd: het verbeteren van afwatering en doorstroming, het bestrijden van wateroverlast, het afkoppelen van regenwater en het verwijderen en beheren van kroos en waterplanten. Gevolgen voor water bij de toekomstige ontwikkeling Hierna worden per (water)functie de eventuele gevolgen weergegeven:
van dit bestemmingsplan
Waterkeringen Het plan is conserverend van aard. Er worden geen ruimtelijke ontwikkelingen voorzien in het plangebied. De kern- en beschermingszones van de waterkeringen worden daarom niet aangetast. Alle werkzaamheden in bovengenoemde beschermingszones zijn vergunningplichtig op grond van de Keur. Bij eventuele ruimtelijke ontwikkeling in de toekomst dient hier rekening mee te worden gehouden. Het is echter niet uit te sluiten dat gedurende de planperiode herbouw plaats vindt. Voor woningen aan het dijklint kan het onwenselijk zijn om herbouw plaats te laten vinden waarbij van hetzelfde (bouw)peil uit wordt gegaan, mede in verband met (grond)wateroverlast. Voor het dijklint is het niet mogelijk om één vast bouwpeil te noemen. Dat moet vaak per bouwplan of dijktracé worden bekeken. Ook de afstand tot de waterkering speelt een rol bij het vastleggen van het peil. Bij eventuele herbouw aan het dijklint moet dan ook altijd gekeken worden welk bouwpeil gehanteerd moet worden. Deze eis is tevens vastgelegd doordat in deze gebieden de dubbelbestemming ‘Waterstaat-Waterkering’ is opgenomen. Dit verplicht een initiatiefnemer om bij bouwplannen altijd advies bij de waterbeheerder aan te vragen. Het gaat onder meer om de Rivierdijk, de Adriaan Volkersingel de Merwestraat, de Havenstraat en een gedeelte van de Burgemeester van Hofwegensingel. Oppervlaktewatersysteem Het oppervlaktewatersysteem wordt niet aangepast ten behoeve van dit plan. Wateroverlast Omdat in dit plan vooralsnog geen ruimtelijke ontwikkelingen zijn voorzien, zal er als gevolg van dit plan geen toename van wateroverlast zijn. Zoals gezegd zullen laaggelegen gebieden en plantsoenen worden ingezet om als waterberging te dienen zonder dat dit als wateroverlast wordt aangemerkt.
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
14
Riolering Het plan heeft, gezien het conserverend karakter, geen effect op de afvoercapaciteit van de bestaande riolering. Bij eventuele vervangende nieuwbouw dient het regenwater te worden afgekoppeld. Waterkwaliteit en waterkwantiteit Gezien het conserverend karakter van dit plan, wordt de huidige waterkwaliteit noch negatief, noch positief beïnvloed. Bij eventuele ontwikkelingen in de toekomst kan de waterkwaliteit positief worden beïnvloed door: het vervangen van duikers door duikers met een grotere diameter; het realiseren van extra oppervlaktewater. Om de waterkwaliteit en -kwantiteit van de Merwede op orde te houden, is het van belang dat het geloosde water van goede kwaliteit is en dat er niet teveel water wordt geloosd. Artikel 10.29a van de Wet milieubeheer stelt hiervoor kaders. In dit wetsartikel worden voorkeursvolgorden genoemd voor het beheer van water. De voorkeursvolgorde voor waterkwaliteit is schoonhouden-scheiden-zuiveren, die voor waterkwantiteit is vasthoudenbergen-afvoeren. Bij eventuele vervangende nieuwbouw wordt van deze voorkeursvolgorde uitgegaan. Beheer en onderhoud Aan de noordzijde van Sliedrecht ligt parallel aan de A15 een dubbel fietspad, de Tiendweg. Het beheer en onderhoud hiervan is de verantwoordelijkheid van Waterschap Rivierenland. Als er werkzaamheden aan en/of naast het fietspad plaatsvinden, dan moet er bij het waterschap toestemming (vergunning) gevraagd worden. In de wegenverordening van het waterschap staan de voorwaarden. Vertaling in het bestemmingsplan Het bestaande nationale, provinciale en gemeentelijke beleid met betrekking tot de waterhuishouding dient als uitgangspunt. Het bestemmingsplan creëert geen verslechtering van de waterhuishoudkundige situatie nu er zich geen ontwikkelingen voordoen. Niettemin is het van belang dat het bestemmingsplan geen belemmeringen opwerpt wanneer in de toekomst verbeteringen kunnen worden aangebracht. Belangrijkste doelstelling van het bestemmingsplan ten aanzien van water is het waar mogelijk ruimte bieden voor maatregelen die nodig zijn om het watersysteem te verbeteren. Concreet betekent dit dat in dit plan de volgende regelingen zijn opgenomen: ruimte voor vergroting van het wateroppervlak en ruimte om watergangen met elkaar te verbinden en de waterstructuur te verbeteren; dit is geregeld door binnen de bestemmingen de aanleg van nieuw water toe te staan; ruimte voor de aanleg van natuurvriendelijke oevers; het bestemmingsplan werpt hier geen belemmeringen op; ruimte voor onderhoud en beheer van de watergangen; in het bestemmingsplan hebben de watergangen de bestemming water gekregen. Bovendien zijn de hoofdwatergangen en dijkzones aangegeven en worden ze beschreven in de regels.
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
15
4.5.
Bodemkwaliteit Op grond van de Wet bodembescherming, de Woningwet en de bouwverordening dient voor elke individuele bouwlocatie aangetoond te worden dat de bodem geschikt is voor de beoogde bebouwing, alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen verleend kan worden. Ook voor gronden waaraan een nieuwe bestemming wordt toegekend dient ingevolge artikel 9 van het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro) een reëel beeld aanwezig te zijn van de bodemkwaliteit. Aangezien het voorliggende plan niet voorziet in nieuwe ontwikkelingen is bodemonderzoek niet noodzakelijk. Voor kleine bouwplannen zal toetsing plaatsvinden via de bouwverordening.
4.6.
Geluid Bij het opstellen van een ruimtelijk plan dient, in verband met de relatie tussen de Wet op de Ruimtelijke Ordening (Wro) en de Wet geluidhinder (Wgh), inzicht te worden geboden in de relevante geluidsaspecten. Met name wanneer er sprake is van geluidsgevoelige bestemmingen, is een akoestisch onderzoek nodig. Het plan voorziet niet in de realisatie van nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen. Daarnaast is geen sprake van reconstructie van wegen als bedoeld in de Wet geluidhinder. Het uitvoeren van geluidonderzoek wordt daarom niet noodzakelijk geacht.
4.7.
Luchtkwaliteit De kern van de Wet luchtkwaliteit (titel 5.2 luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer) is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het NSL is een bundeling maatregelen op regionaal, nationaal en internationaal niveau die de luchtkwaliteit verbeteren en waarin alle ruimtelijke ontwikkelingen/projecten zijn opgenomen die de luchtkwaliteit verslechteren. Het doel van het NSL is om overal in Nederland te voldoen aan de Europese normen voor de luchtverontreinigende stoffen, waarvan stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) de belangrijkste zijn. Met het van kracht worden van het NSL per 1 augustus 2009 zijn de tijdstippen waarop moet worden voldaan aan de jaargemiddelde grenswaarden NO2 en PM10 van 40 µg/m3 aangepast. Het tijdstip waarop aan de normen voor PM10 moet worden voldaan is uitgesteld tot 11 juni 2011. Het tijdstip waarop aan de normen voor NO2 moet worden voldaan is voor Nederland 1 januari 2015. Naast de introductie van het NSL is de invoering van het begrip “niet in betekenende mate bijdrage” (NIBM) een belangrijk onderdeel van de Wet luchtkwaliteit. Een project draagt NIBM bij aan de luchtkwaliteit als zowel de jaargemiddelde grenswaarde NO2 als PM10 niet meer toeneemt dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde van die stof. Dit betekent, kortweg, dat als de toename van de beide jaargemiddelde concentraties kleiner is of gelijk is aan 1,2 µg/m3 (3% van 40 µg/m3) een ontwikkeling kan worden beschouwd als een project dat NIBM bijdraagt aan de luchtkwaliteit.
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
16
Een ruimtelijke ontwikkeling kan volgens de Wet luchtkwaliteit doorgang vinden als: de ontwikkeling is opgenomen in het NSL; de ontwikkeling aangemerkt wordt als een NIBM-project; de gestelde grenswaarden in bijlage 2 van de Wet luchtkwaliteit niet worden overschreden; projectsaldering kan worden toegepast. Onderzoeksresultaten Uit de rapportage van de Milieudienst Zuid-Holland Zuid d.d. juni 2007 blijkt dat voor de situatie 2006 in heel Sliedrecht geldt dat problemen met de luchtkwaliteit zich concentreren rond de drukke lokale wegen en de Rijksweg A15, waar de reeds aanwezige achtergrondconcentratie wordt verhoogd door lokale uitstoot van het (vracht-)verkeer. Langs de lokale Stationsweg wordt de plandrempel voor de jaargemiddelde concentratie van stikstofdioxide (NO2) overschreden. Er is sprake van grenswaarde-overschrijdingen van concentraties stikstofdioxide langs delen van een aantal wegen op afstanden variërend van 5 20 meter uit de wegrand. Aan de Rivierdijk geldt een bijtelling door de invloed van het scheepvaartverkeer. De grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM 10) wordt niet overschreden. De grenswaarde voor de 24-uurgemiddelde concentratie van fijn stof wordt langs delen van lokale wegen meer dan 35 keer overschreden, waar circa 1000 personen bij betrokken zijn. Wanneer 35 als norm toelaatbaar wordt geacht ligt het aantal personen een fractie lager. Opvallend is dat bij de Rijksweg A15 geen enkele waarde met betrekking tot NO 2 of PM10 wordt overschreden. De invloed van de scheepvaart op de Merwede betekent voor direct aangrenzende percelen aan de Rivierdijk en Adriaan Volkersingel een verslechtering van de kwaliteit met name voor NO2. Voor de situatie in 2010 is berekend dat de grenswaarde voor stikstofdioxide naar verwachting op de Stationsweg en de Deltalaan op korte afstand van de wegrand wordt overschreden, waarbij een beperkt aantal personen wordt belast. Ten aanzien van het fijn stof wordt aan alle normen voldaan. De beïnvloeding vanuit de A15 is in 2010 beperkt. De ontwikkeling van de Betuweroute en de realisatie van de geluidsschermen worden vooralsnog Als maatregelen voldoende geacht. De invloed van het scheepvaartverkeer verandert niet veel, maar geeft vooral problemen bij Baanhoek, dat is buiten het plangebied. Als algemene aanbeveling geeft het rapport monitoring van de kwaliteit langs o.a. de A15, Stationsweg en Beneden Merwede mee. Conclusie Aangezien het voorliggende plan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt is geen sprake van een toename die in betekende mate bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Nader onderzoek wordt derhalve niet noodzakelijk geacht. 4.8.
Externe veiligheid Externe veiligheid heeft betrekking op de veiligheid van degene die niet zijn betrokken bij een risicovolle activiteit zelf, maar als gevolg van die activiteit wel risico lopen. Ten aanzien van inrichtingen, die op grond van hun activiteiten mogelijk relevant zijn voor externe veiligheid, dient het plan getoetst te worden aan het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI).
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
17
Tevens is een ministeriële regeling (REVI) in werking getreden, waarin onder meer veiligheidsafstanden tot (beperkt) kwetsbare objecten zijn opgenomen voor categoriale bedrijven met standaardrisico’s zoals bijvoorbeeld LPG-tankstations. Voor transportroutes (wegtransport, vaarwegen, spoortransport en buisleidingtransport) geldt het Besluit Transportroutes Externe Veiligheid (Btev) en de “Circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen” (cRNVGS). Bij de berekening van de risico's wordt onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Uiteraard met als doel een voldoende veiligheidsniveau te garanderen voor de burger als persoon, dan wel deel uitmakende van een groep. Het PR richt zich primair op individuele burgers en wordt gedefinieerd als de kans per jaar dat een persoon, die onafgebroken en onbeschermd op een plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen een bedrijf. Hiertoe dienen bepaalde grenswaarden in acht te worden genomen. Het GR heeft betrekking op de kans op een groot ongeluk met veel slachtoffers. Het wordt gedefinieerd als de cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Wat transport van gevaarlijke stoffen door en langs Sliedrecht betreft zijn een vijftal risicobronnen te noemen. 1. De A15; 2. De Betuweroute; 3. De Beneden-Merwede; 4. Buisleidingen; 5. Fa Dupont de Nemours Dordrecht. 1.
A15
Plaatsgebonden risico Het plangebied ligt binnen de invloedsfeer van het wegvervoer van gevaarlijke stoffen over de A15. Binnen 46 meter vanaf het hart van de A15 is sprake van een veiligheidszone -6 (overeenkomend met de plaatsgebonden risico (PR 10 )). Op de verbeelding is hier een -6 veiligheidszone voor opgenomen. Binnen deze PR 10 contour van 46 meter mogen geen nieuwe kwetsbare objecten worden geprojecteerd. Op dit moment vallen drie woningen (kwetsbare objecten) binnen deze veiligheidszone. Deze zijn in het kader van het Basisnet als mogelijk knelpunt aangemerkt. De woningen zijn een bestaande situatie en voldoen aan de grenswaarde van de cRNVGS, maar niet aan de streefwaarde. Indien het plaatsgebonden risico -6 in het gebied waarin een kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object is gelegen, hoger is dan 10 , dan dient op basis van de cRNVGS naar een vermindering van het risico te worden gestreefd, door middel van maatregelen. Er zijn in het kader van dit bestemmingsplan (nog) geen concrete maatregelen genomen. Er vindt hieromtrent nader overleg plaats met de betreffende gemeenten.
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
18
Groepsrisico Voor de A15 zijn door De Milieudienst Zuid-Holland Zuid risicoberekeningen gemaakt in het kader van het onderzoek naar de totale risicosituatie in de gemeente Sliedrecht. Uit deze berekeningen blijkt dat de hoogte van het groepsrisico ruim 3 (huidige situatie) tot 21 maal de oriëntatiewaarde (toekomstige situatie). De toename is het gevolg van de hoogte van de toenemende plancapaciteit van bedrijventerrein Nijverwaard en de geplande kantorenlocaties in het Stationsgebied. Voor het bestemmingsplan Woongebied kan van de huidige situatie (ruim 3 maal de oriëntatiewaarde) worden uitgegaan. De cRNVGS beschrijft dat over elke overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico of toename van het groepsrisico moet verantwoording worden afgelegd. Het bestemmingsplan Woongebied is een conserverend plan. Daarmee is niet sprake van een toename van het groepsrisico. In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt een beperkte verantwoording opgesteld, waarin wordt ingegaan op de aspecten zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid. Het aantal aanwezige personen wordt bepaald door de plancapaciteit ofwel toegestane bruto vloeroppervlak van grootwinkelbedrijven langs de meubelboulevards en kantoren in genoemde gebieden. Het ontwerpbestemmingsplan Nijverwaard wordt over twee jaar vastgesteld. Daar liggen de kansen om het groepsrisico enigszins te verlagen. De uitgebreide verantwoording van het groepsrisico zal dan ook in het kader van de herziening van het bestemmingsplan Nijverwaard op worden gesteld. Verantwoording De brandweer bereidt zich voor op de gevolgen van een zogenaamd “maatgevend scenario”. Voor gevaarlijke stoffen over de A15 wordt dit scenario door LPG transporten gevormd. Voor LPG transport is het maatgevende scenario een BLEVE (Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion) van een tankauto tijdens transport. Uit berekeningen is gebleken dat de 100 % letaliteitgrens van een tankwagen explosie (BLEVE) op circa 85 meter ligt. Dit betekent dat indien het scenario optreedt elke persoon die zich (onbeschermd) binnen deze straal van het incident bevindt zal komen te overlijden. In het gebied tussen de 85 en 300 meter van de risicobron bevinden zich de potentiële slachtoffers die binnen een uur gestabiliseerd moeten worden. Dit aantal is bij een explosiescenario bepalend voor de minimale hulpverleningsaanvraag, vertaald in aantallen ambulances. Risicoreducerende bronmaatregelen t.a.v. A15 In het convenant LPG-autogas is afgesproken hoe de sector de bevoorrading van LPGtankstations veiliger maakt. De sector heeft voor 1 januari 2010 maatregelen getroffen die de externe veiligheidsrisico's verminderen. Het aanbrengen van hittewerende coating op LPGtankauto's is één van de maatregelen die zijn genomen. Als de coating bij een ongeluk in tact blijft, geeft dit de brandweer meer tijd en meer mogelijkheden om een BLEVE te voorkomen. Zelfredzaamheid t.a.v. A15 Zelfredzaamheid is het zichzelf kunnen onttrekken aan een dreigend gevaar, zonder daadwerkelijke hulp van hulpverleningsdiensten. De mogelijkheden voor zelfredzaamheid bestaan globaal uit schuilen en ontvluchting. Het zelfredzame vermogen van personen in de buurt van een risicovolle bron is een belangrijke voorwaarde om grote effecten bij een incident te voorkomen.
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
19
In het invloedsgebied van de A15 (op basis van GF3 ligt de 1%-letaliteitsafstand op 325 meter) bevinden zich woningen, maatschappelijke functies, dienstverlening en detailhandel. Er zijn meerdere vluchtwegen die loodrecht op de risicobron staan. Deze wegen betreffen o.a. de Beversweer, Baneweer, Tolsteeg, Prinkwaert, Weresteijn, Maaslaan, Lekstraat, Rijnstraat, Stationsweg, Talmastraat, S. Lohmanlaan, Vogelenzang, Lijsterweg, Stormrand en Batelier. In zuidelijke richting leiden deze wegen in geval van een incident van de risicobron af. Het merendeel van het plangebied, dat is gelegen binnen het invloedsgebied van de A15, betreft grondgebonden woningen, die eenvoudig te ontvluchten zijn. VZHZ zal in het kader van de zelfredzaamheid nog advies te geven. Bestrijdbaarheid t.a.v. A15 Bestrijding van een dreigende BLEVE vereist veel bluswater bedoeld voor het koelen van de LPG-tank, goede bereikbaarheid en geschikte opstelplaats voor voertuigen. Bij voldoende koeling zal een BLEVE worden voorkomen. Hiervoor wordt (vanwege de snelheid die is geboden) gebruik gemaakt van primaire bluswatervoorzieningen (in het voertuig aanwezige water en brandkranen op het openbaar waterleidingnet). VZHZ zal in het kader van de bereikbaarheid en voldoende bluswater in plangebied nog advies te geven. 2. De Betuweroute Het plangebied ligt op meer dan 200 m afstand uit de Betuweroute. daarmee valt het plangebied buiten de invloedsfeer van deze spoorlijn. Er zijn geen risico’s vanuit deze bron te verwachten. 3. De Beneden-Merwede Voor de Beneden-Merwede zijn door De Milieudienst berekeningen uitgevoerd. Uit de uitgevoerde berekeningen blijkt dat het groepsrisico voor de Beneden Merwede verwaarloosbaar is (lager dan 0,1 van de oriëntatiewaarde). Dit geldt voor de huidige en de toekomstige situatie. Er is dus geen sprake van toename noch van bebouwing noch van vervoer over water. Voor de Beneden- Merwede geldt nu een door provincie en Rijkswaterstaat vastgestelde bebouwingsvrije zone van 20 m van de oever. Op grond van het Basisnetwater geldt een plasbrandaandachtsgebied van 25 meter vanaf de waterlijn. Het invloedsgebied van het GR reikt tot over het plangebied. Omdat sprake is van een conserverend bestemmingsplan behoeft vanuit de cRNVGS geen verantwoording te worden afgelegd. In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt de zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid bij een incident beschouwd. Zelfredzaamheid t.a.v. Beneden-Merwede Het groepsrisico wordt in Nederland bij transport over water voornamelijk bepaald door transporten van toxische stoffen (GT en LT). Over de Beneden-Merwede worden geen stoffen uit de categorieën LT3 en LT4 vervoerd. In het kader van het vooroverleg zal door de VZHZ advies ten aanzien van de zelfredzaamheid worden gegeven. Voor het toxisch scenario (niet zichtbaar) dient een tijdige alarmering plaats te vinden. Hiervoor dient het Waarschuwing Alarmering Systeem (WAS) het gebied volledig te dekken. Op dit moment is er theoretische dekking van het plangebied door een sirene van het Waarschuwings-
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
20
en Alarmeringssysteem. Instructies met betrekking tot de juiste handelswijze is noodzakelijk voor een effectieve zelfredzaamheid. In noordelijke richting biedt het bestemmingsplannen voldoende ontvluchtingsmogelijkheden indien zich een ander rampscenario voordoet dan een toxisch scenario. Het noordelijke gedeelte van het plangebied is niet gelegen binnen het invloedsgebied en dit deel is via meerdere toegangswegen te bereiken. Bestrijdbaarheid t.a.v. Beneden-Merwede In het kader van het vooroverleg zal door de VZHZ nog advies ten aanzien van de bestrijdbaarheid worden gegeven. 4. Buisleidingen Binnen het plangebied zijn geen buisleidingen aanwezig. Buiten het plangebied aan de Parallelweg in het westen is de Gasunie voornemens om tussen Wijngaarden en Zelzate een hoofdaardgastransportleiding te realiseren in combinatie met de bouw van een compressorstation. De contour van deze hoofdgastransportleiding valt binnen het plangebied. Deze ontwikkeling is opgenomen in de “Partiële herziening van bestemmingsplannen voor de hoofdaardgastransportleiding Wijngaarden -Zelzate” Ten aanzien van deze ontwikkeling is een MER opgesteld. Dit was nodig nu de aan te leggen aardgasleiding een diameter heeft van meer dan 80 cm en een (totale) lengte van meer dan 40 km heeft. Uit het MER blijkt dat externe veiligheidsrisico’s aanvaardbaar zijn en voldoen aan normstelling en beleid (circulaire Zonering langs hogedruk aardgasleidingen). De aardgasleiding zal zodanig worden gerealiseerd dat bestaande functies en gebouwen behouden blijven en concreet voorgenomen ontwikkelingen niet worden belemmerd. 5. Fa Dupont de Nemours Dordrecht. De Milieudienst heeft voor Dupont het groepsrisico opnieuw berekend in een kwantitatieve risicoanalyse. De bevolking van het westelijk deel van Sliedrecht binnen het invloedsgebied (ca. 4 km rond de inrichting) is in de berekening opgenomen. Uit de berekening is gebleken dat de -6 contouren voor het plaatsgebonden risico kleiner zijn geworden. De PR 10 contour reikt hierbij niet tot over het plangebied. Derhalve behoeft in het plan hier verder geen aandacht aan geschonken te worden. Het groepsrisico voor de bevolkingspopulatie inclusief de industrieterreinen de oriëntatiewaarde raakt in het bereik van circa 55 tot 100 slachtoffers. Het groepsrisico voor de bevolkingspopulatie exclusief de industrieterreinen is lager dan de oriëntatiewaarde. Toekomstige ontwikkelingen “Basisnet” is een project dat het ministerie van Verkeer en Waterstaat samen met onder andere het ministerie van VROM, gemeenten, provincies en bedrijfsleven uitvoert en heeft als het doel een duurzaam evenwicht te creëren tussen het vervoer van gevaarlijke stoffen, ruimtelijke ontwikkelingen en veiligheid. Het Basisnet heeft betrekking op alle rijkswegen, hoofdspoorwegen en hoofdvaarwegen. Van het Basisnet worden kaarten gemaakt waarop de infrastructuur wordt opgedeeld in drie hoofdcategorieën. Categorie 1: geen beperkingen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, wel beperkingen voor de ruimtelijke ontwikkelingen.
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
21
Categorie 2: zowel beperkingen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen als voor de ruimtelijke ontwikkelingen. Categorie 3: wel beperkingen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, geen beperkingen voor de ruimtelijke ontwikkelingen. Daarnaast is op de provinciale risicokaart een gebied aangewezen waarvoor een overstromingsrisico geldt. Binnen het plangebied zijn echter geen nieuwe ontwikkelingen voorzien die een verandering brengen voor de bestaande risico’s. 4.9.
Kabels en leidingen In algemene zin dienen de bedrijfszekerheid en de veiligheid van kabels en leidingen, alsmede de veiligheid in de directe omgeving ervan gewaarborgd te worden. Hoogspanningsverbindingen; zakelijk rechtstrook Aan de oostzijde van het plangebied ligt een deel van de bovengrondse 380 kV hoogspanningsverbinding Geertruidenberg – Krimpen aan den IJssel. Deze verbinding heeft binnen het plangebied een zakelijk rechtstrook die varieert van 101 tot 158 meter. Ter plaatse van deze strook is de dubbelbestemming ‘Leiding – Hoogspanningsverbinding’ opgenomen waar beperkingen gelden voor het gebruik en de bebouwing ten dienste van onderliggende enkelbestemmingen. Aan de zuid-westzijde van het plangebied ligt de bovengrondse 380 kV hoogspanningsverbinding Krimpen aan den IJssel – Crayestein. Het hart van deze verbinding ligt buiten het plangebied maar een gedeelte van de zakelijk rechtstrook ligt er binnen. Ter plaatse van deze strook is de dubbelbestemming ‘Leiding – Hoogspanningsverbinding’ opgenomen waar beperkingen gelden voor het gebruik en de bebouwing ten dienste van onderliggende enkelbestemmingen. Hoogspanningsverbindingen; magneetveldzones In 2000 heeft de Gezondheidsraad een advies uitgebracht over de mogelijke gezondheidsrisico's van elektromagnetische velden rond bovengrondse hoogspanningslijnen. Als het gaat over mogelijke gezondheidseffecten maakt de Gezondheidsraad onderscheid tussen korte- en langetermijneffecten. Kortetermijneffecten kunnen ontstaan doordat de magnetische velden elektrische stroompjes in het lichaam opwekken. Bij hoge veldsterkten kan daardoor bijvoorbeeld de werking van zenuwen en spieren worden verstoord of kunnen lichtflitsen in het oog worden waargenomen. Internationaal (bijvoorbeeld door de Europese Commissie) wordt een advieswaarde gehanteerd van maximaal 100 microtesla ter voorkoming van dergelijke kortetermijneffecten. In Nederland wordt deze advieswaarde op maaiveldniveau nergens overschreden - ook niet direct onder de bovengrondse hoogspanninglijnen. Wat de langetermijneffecten betreft: er zijn geen aanwijzingen voor een relatie tussen blootstelling aan elektromagnetische velden van hoogspanningslijnen en het optreden van een bepaalde ziekte of aandoening. De enige uitzondering is leukemie. Uit een tweetal analyses die zijn uitgevoerd rond 2000 blijkt een zwakke maar statistisch significant verband tussen het optreden van leukemie bij kinderen tot 15 jaar en de magnetische velden van hoogspanningslijnen. De Gezondheidsraad en het RIVM hebben beide een advies uitgebracht over de uitgevoerde analyses. Zij komen tot de conclusie dat voor een oorzakelijk
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
22
verband tussen blootstelling aan magnetische velden van hoogspanningslijnen en het ontstaan van leukemie geen aanwijzingen bestaan. Onduidelijk is of uit nader onderzoek in de toekomst zal blijken dat een verhoogde kans op leukemie inderdaad door deze velden veroorzaakt wordt of dat hiervoor andere oorzaken gevonden zullen worden. In oktober 2005 is door de Staatssecretaris van VROM een brief gezonden aan gemeenten, provincies en netbeheerders met daarin een advies inzake risico’s van magneetveldzones rond 1 hoogspanningslijnen . De Staatssecretaris komt op basis van onder meer het voorgaande en het voorzorgsprincipe, tot de conclusie dat nieuwe situaties waarbij kinderen langdurig worden blootgesteld aan magneetvelden van bovengrondse hoogspanningslijnen, zoveel als redelijkerwijs mogelijk is, vermeden moeten worden. Het advies op basis van het voorgaande luidt als volgt: […] adviseer ik u om bij de vaststelling van streek- en bestemmingsplannen en van de tracés van bovengrondse hoogspanningslijnen, dan wel bij de wijziging in bestaande plannen of van bestaande hoogspanningslijnen, zo veel als redelijkerwijs mogelijk is ter vermijden dat er nieuwe situaties ontstaan waarbij kinderen langdurig verblijven in het gebied rond bovengrondse hoogspanningslijnen waarbinnen het jaargemiddelde magneetveld hoger is dan 0,4 microtesla (de magneetveldzone). Ten aanzien van magneetveldzones bij hoogspanningslijnen wordt onderscheid gemaakt tussen de indicatieve zone en de specifieke zone. De indicatieve zone is berekend op basis van een aantal conservatieve aannames en geldt als een maximum. De breedte van de indicatieve zone is afhankelijk van de uitvoeringsvorm van een hoogspanningsverbinding. De specifieke magneetveldzone houdt rekening met de feitelijke situatie op een bepaald punt in het tracé en wordt berekend aan de hand van het definitieve tracéontwerp. Het verschil tussen de indicatieve en de specifieke magneetveldzone wordt bepaald door verschillen in type mast, afstand tussen masten en de hoogte van de draden ten opzichte van maaiveld. De indicatieve magneetveldzone bij de verbinding Geertruidenberg – Krimpen aan den IJssel bedraagt 215 meter gerekend vanuit de hartlijn van de verbinding. De indicatieve magneetveldzone bij de verbinding Krimpen aan den IJssel - Crayestein bedraagt 160 meter gerekend vanuit de hartlijn van de verbinding. Beide zones zijn gelegen binnen het plangebied. Echter, er is niet voorzien in nieuwe woningen dan wel buitenschoolse opvang binnen deze zones zodat aan het advies van de staatsecretaris wordt voldaan. Rioolwatertransportleiding Door het plangebied loopt een watertransportleiding en effluentleiding van de RWZI Sliedrecht die van het Waterschap Rivierenland is. Deze loopt globaal aan de oostzijde van Sliedrecht tussen de straten IJsbaan en IJsvogel door en parallel aan de watergang langs de huizen aan de straat Overlaat richting de A15 naar de RWZI Sliedrecht.
1
Brief van oktober 2005, kenm erk SAS/ 2005183118, zie ook Kam erstukken II, 2005-2006, 28089, nr. 12 gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
23
5. 5.1.
PLANBESCHRIJVING
Algemeen Uitgangspunt voor de voorliggende bestemmingsregeling is behoud van bestaande hoofdbebouwingstructuur, die gevormd wordt door de bouwvolumes van woningen, bedrijven en andere panden. Onder hoofdbebouwing wordt in het algemeen verstaan: een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt. Voor de hoofdbebouwing geldt in beginsel dat de bestaande maatvoering - zowel met betrekking tot de grondoppervlakte als met de hoogten - wordt gehandhaafd. De grondoppervlakte is niet getalsmatig in het bestemmingsplan opgenomen, maar af te lezen aan de ondergrond en op de bij de gemeente aanwezige bouwaanvragen. Voor woningen is de bestaande diepte en breedte aangehouden. Bij andere functies, zoals bedrijven en voorzieningen, is een iets ruimer bouwvlak gehanteerd om uit oogpunt van een gezonde bedrijfsvoering een uitbreiding van ongeveer 10-15% mogelijk te maken. Als gevolg van de inwerkintreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het bijbehorende Besluit omgevingsrecht, zijn de bouwvlakken zoveel als mogelijk gelegd op 1 m vanaf openbaar toegankelijk gebied. Op deze wijze wordt bewerkstelligd dat in één oogopslag duidelijk is tot waar bijbehorende bouwwerken -dus aan- en uitbouwen en bijgebouwen- vergunningvrij kunnen worden gebouwd, voor zover dit het ‘achtererfgebied’ betreft. Om tot een eenduidige regeling ten aanzien van de toegestane hoogtes van de hoofdgebouwen te komen, zijn de gemiddelde bestaande hoogtes als uitgangspunt gehanteerd en als volgt gegroepeerd: 1 bouwlaag 1 bouwlaag + kap 2 bouwlagen + kap overige bouwlagen
4m 4/7 m 7/10 m 3 m per bouwlaag
Deze maatvoeringen gelden voor alle hoofdgebouwen. Ten aanzien van hoofdgebouwen waarvan de bestaande maatvoering afwijkt van de genoemde hoogtes, gelden de ten tijde van het inwerkingtreden van het bestemmingplan als maximale maatvoering. Daarnaast is voor gebouwen (voornamelijk bedrijven) opgenomen dat bij eventuele sloop en herbouw een bouwhoogte van 6 m voor 1 bouwlaag mag worden aangehouden indien de bestaande bouwhoogte lager is en het vigerende bestemmingsplan dit heeft toestond. Voor woonwagens is een afwijkende regeling opgenomen: de goothoogte bedraagt maximaal 3,5 m en de bouwhoogte maximaal 5 m. 5.2.
Wonen Algemeen De woningen die zich in het plangebied bevinden, zijn voor het overgrote deel opgenomen in de bestemming ‘Wonen’. Bij deze bestemming is de bestaande bebouwing, zowel de
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
24
hoofdgebouwen als de bijgebouwen, opgenomen in de aangegeven bouwvlakken. Deze bouwvlakken (of bouwpercelen) omvatten veelal de gehele achtererven. Het gebied buiten de vlakken kan over het algemeen als tuin aangemerkt worden en dient dus onbebouwd te blijven. Omdat het voornamelijk een ‘beheersplan’ betreft, is er naar gestreefd om de bestemmingsregeling zo eenvoudig mogelijk te doen zijn. Dit houdt onder meer in dat er geen onderscheid is gemaakt tussen tuinen en erven, terwijl er - zoals eerder opgemerkt - toch sprake blijft van onbebouwde gronden buiten de bouwvlakken. Daarnaast zijn ook de verschillende wooncategorieën niet allemaal nader aangeduid. De gronden die als ‘Tuin’ zijn bestemd, omvatten gemeenschappelijke tuinen behorende tot aangrenzende wooncomplexen. Aan huis gebonden beroepen Beroepsmatige activiteiten die ondergeschikt zijn aan de woonfunctie zijn conform jurisprudentie toegestaan binnen de woonbestemming. Een separate regeling is niet direct noodzakelijk. Wel is voor de duidelijkheid en overzichtelijkheid in de bestemmingsomschrijving opgenomen dat aan-huis-gebonden beroepen zijn ‘toegestaan’. In het bestemmingsplan is tevens invulling gegeven aan wat in de gemeente Sliedrecht onder ‘ondergeschikt aan de woonfunctie’ wordt verstaan. Het gaat daarbij om gebruik voor beroep aan huis dat binnen de woonbestemming past waarbij de grondoppervlakte maximaal 40 m² is en niet meer dan 30% van het gebruiksoppervlak van de woning wordt benut voor de beroepsmatige activiteit. Daarnaast mag er geen onaanvaardbare hinder voor de omgeving ontstaan. Wanneer er reeds functies aanwezig zijn die niet onder de voornoemde categorie vallen, zijn deze specifiek aangeduid en genoemd bij de bestemmingsomschrijving in de regels van dit bestemmingsplan. Erfbebouwing, zij- en achtererf Voor de woonbestemming geldt dat uitbreidingen van de hoofdbebouwing alleen maar in één bouwlaag mogen plaatsvinden. Daarbij mag eventueel de kap van een woning wel doorgetrokken worden over de aanbouw. De bouwhoogte van (aangebouwde) bijgebouwen mogen op het zijerf maximaal 5 m bedragen. In het voorgaande bestemmingsplan Woongebied was geregeld dat middels een ‘binnenplanse vrijstelling’ een bouwhoogte van 6 m voor bijgebouwen aan de zijkant van een woning kon worden gerealiseerd, met als doel om een architectonische afstemming te bereiken met het hoofdgebouw. Door de toepassing van een bouwhoogte van 6 m was het feitelijk ook mogelijk om een extra verblijfsruimte te realiseren hetgeen nooit de bedoeling is geweest. Door de bouwhoogte te stellen op 5 m wordt voorkomen dat er extra verblijfsruimte wordt gecreëerd, terwijl het wel mogelijk blijft de architectonische afstemming te behouden. Naast de bestaande hoofdgebouwen mogen aangebouwde of vrijstaande bijgebouwen gebouwd worden. De gezamenlijke grondoppervlakte daarvan mag per bouwperceel ten hoogste 100 m² bedragen, met dien verstande, dat 50% van de achter (het verlengde van) de voorgevellijn woning gelegen gronden onbebouwd moet blijven. Voor vrijstaande bijgebouwen geldt een goothoogte van 3 m en een bouwhoogte van maximaal 5 m.
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
25
Erfbebouwing voorerf Ten aanzien van kleine uitbreidingen aan de voorzijde van woningen wordt in beginsel een terughoudend beleid gevoerd. Bouwwerken als erkers of entreeportalen en afdaken worden standaard toegelaten tot een diepte van maximaal 2 m en een maximale hoogte tot de eerste bouwlaag. Daarbij mag de breedte ten hoogste twee derde van de breedte van de voorgevel bedragen. Bestaande legale bebouwing die niet voldoet aan deze maatvoering mag worden gehandhaafd en herbouwd waarbij de bestaande maatvoering als maximale maatvoering geldt en de situering van het gebouw niet mag worden gewijzigd. Ten aanzien van woningen waar geen erfbebouwing op de achtererf mogelijk is, is een regeling opgenomen om in het 40% van het voorerf te mogen bebouwen mits een afstand van 2 m tot 2 het openbaar gebied wordt aangehouden en het gebouwtje maximaal 25 m is. Ten behoeve van de patiowoningen aan de Overlaat en Hoepel zijn aan de voorzijde van de woningen bergingen toegestaan. De afmetingen van deze bergingen bedragen maximaal 2 x 3 meter. De berging dient even hoog te zijn als de woning en te worden en net als het hoofdgebouw te worden uitgevoerd met een plat dak. Voor deze bergingen zijn (bouw)aanduidingen op de verbeelding aangegeven. Dak- en gevelopbouwen Dak- en gevelopbouwen hebben grote invloed op het aanzien van woningen. Dit geldt met name op die plaatsen waarbij niet alle woningen in een blok ‘meedoen’. In dergelijke gevallen ontstaat een er een rafelige dak-, en of noklijn, wat tot verrommeling van de openbare ruimte leidt. Tevens kunnen dak- en gevelopbouwen nadelige gevolgen hebben voor de bezonning c.q. schaduwwerking. In het bestemmingsplan Woongebied wordt -gezien het voorgaandealleen in uitzonderlijke situaties toegestaan het hoofdgebouw te vergoten door middel van een dak- of gevelopbouw. Daarbij gaat het om woningen in (architectonisch verwante) bouwblokken waarbij reeds één of meerdere dak- of gevelopbouwen zijn gerealiseerd. Dit is op verbeelding nader aangeduid met een specifieke bouwaanduiding. Voor de wijk Weren geldt in afwijking van bovenstaande dat bestaande dakopbouwen niet zijn aangeven. Deze maken reeds deel uit van het hoofdgebouw. Dit betekent dat deze zonder meer vervangen kunnen worden, mits de inhoudsmaat niet wordt vergroot. Ter bescherming van het oorspronkelijke architectonische ontwerp zijn nieuwe dakopbouwen ter plaatse van de knikken en de eindwoningen niet mogelijk. Vergroting hoofdgebouw over twee bouwlagen Voor een aantal bouwblokken is het gewenst een vergroting van het hoofdgebouw over twee bouwlagen mogelijk te maken. Het gaat om een blok aan de Thorbeckelaan, A. van Scheltemastraat en de Rembrandtlaan. Dit is op de verbeelding met een specifieke bouwaanduiding geregeld.
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
26
Wonen in binnen andere bestemmingen (geen dienstwoningen zijnde) Binnen het plangebied komt ook een aantal situaties voor waarbij boven andere functies gewoond wordt, terwijl er geen sprake is van een dienstwoning. Daarom wordt standaard bij die andere bestemmingen wonen toegestaan. In enkele gevallen is het ongewenst of niet mogelijk om boven een bepaalde bestemming te wonen. In zo’n geval is de nadere aanduiding “geen wonen toegestaan” gegeven. 5.3.
Overige functies Alle zelfstandige niet-woonfuncties zijn specifiek bestemd volgens de methode uit het SVBP2008. Daaronder zijn de volgende functies begrepen: Bedrijvigheid Aan de aard van de toe te laten bedrijven zijn beperkingen gesteld, teneinde ongewenste milieuhinder tegen te gaan. Daartoe is in het plan een ‘Staat van Bedrijfsactiviteiten’ opgenomen; deze is gebaseerd op de publicatie Bedrijven en Milieuzonering van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (SDU/VNG 2009.) In beginsel geldt dat overal in de bestemming ‘Bedrijf’ alle bedrijven zijn toegestaan, die ingedeeld kunnen worden in milieucategorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Bedrijven met een milieucategorie 3 of hoger passen in beginsel niet binnen een woonbestemming en daarom zijn dergelijke reeds in het gebied aanwezige bedrijven van een specifieke functieaanduiding voorzien. Dit houdt in dat het bestaande bedrijf (in dit geval een drukkerij) gehandhaafd kan blijven maar dat bij bedrijfsbeëindiging uitsluitend een drukkerij kan terug komen dan wel een bedrijf in categorie 1 of 2 van de bedrijvenlijst. Gemengde gebieden Om de flexibiliteit en de levendigheid in de woonwijken te bevorderen zijn bepaalde delen aangewezen als gemengd gebied, waar naast bedrijvigheid in milieucategorie 1 en 2 ook verschillende andere functies gehandhaafd mogen blijven of een plek kunnen krijgen, zoals detailhandel, horeca, dienstverlening, kantoren en wonen. Bedrijven, kantoren en dienstverlening zijn daarbij overal toegestaan, detailhandel, horeca en wonen alleen daar waar deze op zijn aangeduid. Maatschappelijke voorzieningen Voor de diverse maatschappelijke voorzieningen is uitgegaan van een bestemming “Maatschappelijk”. Binnen die bestemming zijn functiewisselingen mogelijk. Een uitzondering is gemaakt voor de Algemene Begraafplaats aan de Thorbeckelaan: omdat dit een bijzondere functie betreft, waarbij uitwisseling niet zonder meer mogelijk is. Daarom is voor de begraafplaats een specifieke bestemming gekozen. Recreatie - Volkstuin Hierin zijn de gronden opgenomen die bestemd zijn voor volkstuinen. Dit complex is gelegen langs de Rijksweg, ten noorden van de sportvoorzieningen aan de Thorbeckelaan.
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
27
Sport Deze bestemming omvat de verschillende sportaccommodaties, zowel in de openlucht als in sporthallen. Binnen de bestemming zijn tevens bijbehorende ondergeschikte horeca- en kantoorfuncties toegestaan. Het gaat daarbij om gebruik dat binnen de bestemming past en waarbij de grondoppervlakte niet meer dan 30% van het gebruiksoppervlak van het sportcomplex wordt benut voor deze activiteiten. Tuinen Zoals reeds in de planbeschrijving aangegeven, is bij sommige woningtypen sprake van gemeenschappelijke tuinen waarop bebouwing ongewenst is. Het betreft bijvoorbeeld de tuinen bij de flats aan de Deltalaan nr. 21 t/m 67 en de flats aan de Rijnstraat 169 t/m 311. In deze specifieke situaties zijn deze gronden niet opgenomen als bijbehorende erven bij de bestemming ‘Wonen’, maar afzonderlijk bestemd tot ‘Tuin’. Water De Drechtsteden liggen met verstedelijkte oevers rond een kruispunt van rivieren. Dit heeft consequenties voor de mogelijkheden van topafvoeren van de rivier. Als gevolg van de beleidslijn ‘Ruimte voor de Rivier’ zijn in het streekplan riviercontouren opgenomen. In het plangebied hebben deze betrekking op de Beneden Merwede. Het vastleggen van een riviercontour houdt in, dat aan de landzijde van de contour geen toetsing plaats hoeft te vinden aan de beleidslijn. Daarnaast vindt in het kader van de Deltawet bij enkele dijkvakken in Sliedrecht nog een aantal versterkingen van de rivierdijk plaats. De rivier Beneden-Merwede is gedeeltelijk in het voorliggende bestemmingsplan opgenomen met de bestemming ‘Water – Vaarweg’. Verder zijn de meeste waterpartijen en watergangen bestemd voor ‘Water’, zoals bijvoorbeeld bij de Leeuweriksingel, Thorbeckelaan en Rembrandtlaan. Binnen de meeste bestemmingen is water eveneens toegestaan. Daarnaast is de informatie over keurstroken en waterkeringen in het plan verwerkt. Voor onder meer de Rivierdijk is een dubbelbestemming ‘Waterstaat - Waterkering’ opgenomen. Voor de rioolpersleiding een dubbelbestemming ‘Leiding -Riool’. Bijzondere functies: prostitutie Voor de gemeente Sliedrecht is een paraplubestemmingsplan Prostitutie vastgesteld (zie ook pagina 2). In de gemeente moet rekening worden gehouden met de toelating van seksinrichtingen binnen de gemeentegrenzen. Vanuit sociaal en planologisch oogpunt is het ongewenst dat zich seksinrichtingen vestigen in de bebouwde kom, in onder meer woonwijken, maatschappelijke en centrumvoorzieningen. Seksinrichtingen zijn voornamelijk in de nachtelijke uren open en kunnen op deze tijdstippen ongewenste verkeersaantrekkende werking tot gevolg hebben. Het gemeentebestuur van Sliedrecht staat slechts één -bestaande- seksinrichting toe. De gemeente mag hiervan uitgaan omdat het niet tot een middelgrote gemeente wordt bestempeld voor wat betreft inwonertal en oppervlakte. In het plangebied zijn echter twee seksinrichtingen aanwezig. Indien deze functies zijn beëindigd, verleent de gemeente medewerking aan de vestiging van een seksinrichting binnen het bedrijfsgebied Nijverwaard, dat hiertoe bestuurlijk is aangewezen. gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
28
Voor het plangebied heeft een en ander als consequentie dat seksinrichtingen niet zijn toegestaan. De twee bestaande inrichtingen zijn niet positief bestemd, omdat ze binnen de planperiode worden beëindigd. 5.4.
Openbare ruimte Ten aanzien van het Verkeer- en vervoersbeleid staat de gemeente Sliedrecht een goede bereikbaarheid als woon-, werk- en winkel-gemeente voor ogen. In dat verband pleit Sliedrecht voor een spoedige verbreding van de A15, waarbij zowel files worden voorkómen, als sluipverkeer door de bebouwde kom wordt tegengegaan. Een goede bereikbaarheid van Sliedrecht is ook van essentieel belang voor een gezond economisch klimaat. Daarom wil de gemeente Sliedrecht, mede in regionaal verband, zorg dragen voor een optimale bereikbaarheid met zo weinig mogelijk overlast, zo groot mogelijke veiligheid en een zo laag mogelijke milieubelasting. In het Verkeerscirculatieplan (VCP) 2005 staan daarnaast maatregelen uiteengezet om voldoende parkeerruimte te bieden, het openbaar vervoer te versterken en de positie en verkeersveiligheid van de fietser en voetganger te verbeteren. De activiteiten zijn gericht op het uitvoeren van het VCP in de komende jaren. Vanwege de aanleg van een nieuwe dijk (dijkvak 10 - 15) wordt rekening gehouden met het aanpassen van de waterafvoer en het opknappen van het wegdek van Kerkbuurt-west, de Molendijk en Baanhoek-oost na het gereedkomen van de dijkversterking. Met betrekking tot het openbaar vervoer zijn de komst van de ‘lighttrain’ op de MerwedeLingelijn en bus op het Hoogwaardig Openbaar Vervoer Drechtsteden (HOV-D) belangrijk. Speerpunten zijn onder meer planontwikkeling ten behoeve van de bouw van het Station Baanhoek en het realiseren van een openbaarvervoersknooppunt in combinatie met de aanleg van de HOV-D. Tevens wordt er een Fietsbeleidsplan opgesteld. Verkeer en verblijf Bij de bestemmingsregeling voor de verschillende verkeersfuncties binnen het plangebied is geen onderscheid gemaakt in verkeers- en verblijfsgebied. Alle wegen, voetpaden en pleinen zijn opgenomen in één bestemming ‘Verkeer’. Om een gedetailleerde regeling te vermijden zijn alleen de structurele groenelementen en waterpartijen afzonderlijk bestemd; voor het overige kunnen groen en water binnen de bestemming Verkeer gerealiseerd en/of gehandhaafd blijven. Voor niet structurele groenelementen (snippergroen), die grenzen aan een woonbestemming is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om deze in een tuinbestemming om te kunnen zetten. Een structurele langzaamverkeersroute van oost naar west door het plangebied is met de bestemming ‘Verkeer – Verblijfsgebied’ geregeld. Groenstructuur In algemene zin kan het openbaar groen in drie niveaus onderverdeeld worden; Hoofdstructuur, van belang voor heel Sliedrecht, hoofdzakelijk langs hoofdwegen en de parkenzone langs de rijksweg. Wijkgroenstructuren, van belang op wijkniveau, bijvoorbeeld het groen langs wijkontsluitingswegen en de wijkparken. Woon- en buurtgroen, belangrijk is voor de directe woonomgeving. Het betreft onder andere het openbaar groen in woonstraten, maar ook de particuliere tuinen.
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
29
Bij het opstellen van het voorliggende bestemmingsplan is het behoud van de bestaande hoofdstructuur voorgestaan. Daarbij zijn de (openbare) groenelementen die van structurele betekenis specifiek bestemd. Kleine elementen zijn opgenomen in verkeer of verblijfsgebied. Binnen de groenbestemming zijn ook speelplekken en voetpaden mogelijk gemaakt. Sliedrecht is een verstedelijkt dorp. Het groen en vooral de bomen zijn daarom extra belangrijk voor de leefbaarheid van Sliedrecht. Daarom is het wenselijk de meest waardevolle bomen in het dorp te beschermen. Daartoe is onder meer een Bomenbeleidsplan Sliedrecht opgesteld, waarin drie categorieën bomen worden onderscheiden zodat belangrijke bomen adequaat kunnen worden beschermd en het kappen van onbelangrijke bomen wordt vereenvoudigd. Het betreft de volgende categorieën: Bijzonder Waardevolle Bomen De voor Sliedrecht belangrijkste (monumentale) bomen worden optimaal beschermd doordat deze in beginsel niet gekapt mogen worden. De bomen zijn niet specifiek in het voorliggende bestemmingsplan opgenomen. Bij de toetsing van eventuele bouwplannen kan de gemeentelijke bomeninventarisatie geraadpleegd worden. Particuliere eigenaren van bijzondere waardevolle bomen krijgen de mogelijkheid het onderhoud van deze bomen door de gemeente uit te laten voeren. Omgevingsvergunningplichtige Bomen Alle particuliere bomen op de bijzonder waardevolle bomenlijst en tevens alle bomen met een stamomtrek van 100 cm (diameter 30 cm) en 1,30 m hoogte. Daarnaast ook alle gemeentelijke bomen van 40 cm stamomtrek en 1,30 m hoogte. Hierdoor hebben belanghebbenden juridische mogelijkheden om de besluitvorming over gemeentelijke bomen te beïnvloeden en blijft een zorgvuldige afweging tussen kappen, eventueel met een compensatieplicht, of handhaven van deze bomen mogelijk. Niet-omgevingsvergunningplichtige Bomen Bomen die buiten de hiervoor genoemde categorieën vallen en geen bescherming behoeven. Het afschaffen van regelgeving voor het kappen van minder belangrijke bomen voorkomt onnodige regelgeving en procedures. Indien ondanks het relatief grote belang van het handhaven van een boom het belang van kappen groter is dan het belang van handhaven, kan door het college een omgevingsvergunning voor het kappen van de boom worden verleend op voorwaarde dat aan een compensatieplicht wordt voldaan. Parkeren De gemeente heeft in november 2008 de Nota Parkeerbeleid Sliedrecht opgesteld. De daarin opgenomen parkeernormering is gebaseerd op de parkeerkencijfers uit het ASVV 2004. Het ASVV 2004 spreekt over kengetallen, omdat het bepalen van parkeernormen een taak voor de wegbeheerder / gemeente is. De vastgestelde parkeernorm geldt als waarborg voor een minimaal aantal parkeerplaatsen per voorziening. Bij het vertalen van de parkeerkengetallen naar Sliedrechtse parkeernormen, is Sliedrecht als matig stedelijk gedefinieerd.
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
30
Voor het berekenen van de parkeerdruk geldt de volgende gebiedsindeling: Centrum: Gebied binnen Middeldiepstraat, P.C. Hooftlaan, Prof. Kamerlingh Onneslaan, Thorbeckelaan, Deltalaan, Zuiderzeestraat, Grevelingenlaan, Stationsweg, Kerkstraat, Dr. Langeveldplein. Schil / overloopgebied: niet aanwezig in Sliedrecht. Rest bebouwde kom: Alle straten die niet onder het centrum vallen. In beginsel geldt dat bij nieuwbouw, verbouw, aanbouw en functieverandering aan de parkeernorm dient te worden voldaan. Bij de verbouwing en/of vergroting van woningen wordt er vanuit gegaan dat deze aan de geldende norm voldoen zolang ze in dezelfde gebruiksoppervlakteklasse blijven. Vervangende nieuwbouw valt hier niet onder. Indien scholen of crèches geen ‘Kiss and Ride’ voorziening hebben dan wordt de parkeernorm berekend op basis van hoofdstuk 4 van CROW 182: Parkeerkencijfers – Basis voor parkeernormering. Uitgangspunt is dat parkeren op eigen terrein dient te geschieden. Bij woningbouwlocaties mogen parkeerplaatsen op de openbare weg worden meegeteld. Indien op eigen terrein niet voldoende parkeerplaatsen kunnen worden voorzien heeft het maken van concrete afspraken over de realisatie van parkeerplaatsen in het openbaar gebied de voorkeur boven een financiële afkoop. Dit voorkomt een al dan niet tijdelijke toename van de parkeerdruk. In de Nota Parkeerbeleid worden ook enkele bijzondere locaties beschreven: Historisch dijklint Het historisch dijklint (Molendijk, Kerkbuurt, Rivierdijk) heeft een smal wegprofiel met woningen / bedrijven op korte afstand van de weg. Langs deze wegen is een hoge parkeerdruk en per opstal is maar een beperkt aantal parkeerplaatsen beschikbaar. Om toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen niet onmogelijk te maken wordt voorgesteld om de huidige situatie als uitgangspunt te nemen voor de parkeernorm. Alle aanwezige voorzieningen mogen worden vervangen door nieuwbouw met dezelfde functie, mits oppervlakte en/of parkeervraag niet toe nemen. Om kleine uitbreidingen mogelijk te houden is een uitbreiding van de parkeervraag tot 0,5 parkeerplaats toegestaan, waarbij 2008 als referentiejaar geldt. Bij grotere uitbreidingen dienen de extra parkeerplaatsen gecompenseerd te worden. Er is voor een referentiejaar gekozen om te voorkomen dat er meerdere kleinere verbouwingen plaatsen vinden zonder dat aan de parkeernormering wordt voldaan. Gewezen wordt tot slot ook op stallingsvoorzieningen voor fietsen.
het
belang
van
de
aanwezigheid
van
goede
Bestemmingsplan Woongebied Ten aanzien van parkeren in het voorliggende bestemmingsplan ‘Woongebied’ is ten aanzien van parkeren de bouwverordening van toepassing verklaard. In het plangebied is het -mede gezien de hierboven beschreven situaties- niet wenselijk om het aantal parkeerplaatsen te fixeren. Daarbij kunnen de inzichten, ten aanzien van de parkeerbehoefte, gedurende de planperiode wijzigen, hetgeen in die gevallen zou moeten leiden tot (partiële) herzieningen van het bestemmingsplan. Door de bouwverordening van toepassing te verklaring kan met een omgevingsvergunning voor problematische gevallen zoals in het historisch dijklint af worden geweken van de bouwverordening op basis van het op dat moment gelden parkeerbeleid.
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
31
6. 6.1.
JURIDISCHE OPZET
Algemeen De methodiek van het voorliggende plan is gebaseerd op de standaarden uit de ‘Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008’ (Rsro 2008). De Rsro 2008 verwijst naar bijlagen waarin de feitelijke standaarden zijn opgenomen, dit zijn: Het InformatieModel Ruimtelijke Ordening (IMRO), de standaard Toegankelijkheid Ruimtelijke Instrumenten (STRI) en de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP). Het bestemmingsplan voldoet hiermee aan de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Voor de verbeelding van de geometrische plaatsbepaling heeft de Grootschalige Basis Kaart Nederland (GBKN) (1:1000) als onderlegger gediend.
6.2.
Regels De regels bevatten bepalingen over het gebruik van de gronden, de toegelaten bebouwing en betreffende het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken. In Hoofdstuk 1 zijn de ‘Inleidende regels’ opgenomen, samengevat: Begrippen Geeft de definities van een aantal in de regels voorkomende begrippen. Hierdoor wordt de interpretatie daarvan vastgelegd, waardoor de duidelijkheid wordt vergroot. Wijze van meten Geeft aan hoe de in het plan voorkomende maten dienen te worden bepaald. Wijze van meten dijkbebouwing In het plangebied komt dijkbebouwing voor. Deze bebouwing bevindt zich met name langs de Molendijk en de Kerkbuurt. Deze dijkbebouwing is in of direct tegen het dijktalud gebouwd. Bij dijkbebouwing is het bepalen van de goothoogte en de bouwhoogte moeilijker dan voor gebouwen die op een horizontaal vlak zijn gebouwd. In verband hiermee zijn naast voor goot en bouwhoogte die de SVBP2008 voorschrijft, tevens bepaald dat, indien het maaiveld niet horizontaal ligt, gemeten dien te worden tussen de goothoogte (of bouwhoogte) en het hoogste punt waar dichts bij de kruin van de dijk gelegen gevel het (schuine) maaiveld snijdt. Om te voorkomen dat aan- en uitbouwen aan de laaggelegen zijde van het hoofdgebouw ook een relatief lage goot en bouwhoogte moeten hebben, geldt de wijze van meten over een afstand van 15 vanaf de kruin van de dijk, ook al is het maaiveld voor een deel reeds horizontaal gelegen. Zie ook bijgaande afbeelding.
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
32
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
33
Hoofdstuk 2 bevat de volgende ‘Bestemmingsregels’: Bedrijf Deze bestemming regelt de bestaande bedrijfsactiviteiten in milieucategorie 1 en 2. Afwijkende functies die aanvaardbaar worden geacht zijn afzonderlijk aangeduid. De bedrijfsbebouwing dient opgericht te worden binnen de aangeven bouwvlakken. Deze bouwvlakken zijn gebaseerd op de bestaande bebouwing en het op basis van het voorgaande bestemmingsplan toegelaten bebouwingspercentage. In de regels is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen om desgewenst 50 m² aan oppervlakte bedrijfsbebouwing buiten het bouwvlak te realiseren, met een bouwhoogte van maximaal één bouwlaag. De bouwhoogte van de gebouwen binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan de bestaande bouwhoogte ten tijde van de terinzagelegging van het van kracht worden van het bestemmingsplan. Detailhandel Specifieke functies naast de reguliere detailhandel, zoals een supermarkt en dienstverlening, zijn specifiek aangeduid. Wonen is standaard toegelaten, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘geen wonen’. Dienstverlening Bij deze bestemming is -naast dienstverlening en ondergeschikte detailhandel en kantoorfuncties- wonen toegestaan (met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding “geen wonen”). Gemengd Binnen deze bestemming zijn naast bedrijvigheid in milieucategorie 1 en 2 ook verschillende andere functies mogelijk, zoals detailhandel, horeca, dienstverlening, kantoren en wonen. Groen De als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor structurele groenvoorzieningen, inclusief waterpartijen, waterberging bij calamiteiten, jongeren ontmoetingsplaatsen, paden en taluds. Ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van verkeer-langzaam verkeer’ zijn voeten fietspaden mogelijk. De reeds bestaande voorziening voor een jongeren ontmoetingsplek is specifiek aangeduid. tevens zijn voor de voorziening bouwregels opgenomen. Groen-Park Deze bestemming is grotendeels gelijk aan de bestemming ‘Groen’ met die uitzondering dat binnen deze bestemming meer bebouwing (zoals een volière) is toegestaan. Tevens is een kinderboerderij annex natuur-educatief centrum en een kiosk als specifieke aanduiding opgenomen in deze bestemming. Horeca -HIn het algemeen worden onder deze bestemming worden de volgende vormen begrepen: 1. hotel: een bedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van nachtverblijf en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is; 2. restaurant: een bedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit verstrekken van maaltijden voor gebruik ter plaatse en waar het verstrekken van dranken (daaraan) ondergeschikt is;
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
34
3.
dagzaak: een horecabedrijf, dat qua openingstijden vergelijkbaar is met detailhandelsvestigingen, althans geen latere sluitingstijd dan 21.00 uur heeft, zoals een dagcafé, lunchroom, koffiehuis, koffieshop en ijssalon; 4. cafetaria: een bedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van kleine eetwaren, niet zijnde maaltijden waarvan het sluitingsuur later dan 21.00 uur ligt; 5. cafés, bars, avond- en nachtgelegenheid: een horecabedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse en/of het gelegenheid bieden voor dansen en waarvan het sluitingsuur later dan 21.00 uur ligt. Binnen het plangebied zijn in principe uitsluitend de categorieën 2 tot en met 4 toegestaan. Daarnaast wordt ter plaatse van de aanduiding ’horeca van categorie 5’ op de hoek van de Havenstraat en het Dr. Langeveldplein, Muziek- en Danstheater De Bios geregeld. Kantoor Bevat alle zelfstandige kantoorfuncties. Boven kantoren zijn woningen toegestaan. Voor de tandartspraktijk is een aanduiding opgenomen. De aanduiding is ruim opgezet zodat een functiewisseling (mits passend binnen het begrip ‘praktijkruimte’) mogelijk is. Maatschappelijk Voor de diverse maatschappelijke voorzieningen is uitgegaan van een basis begripsomschrijving, ofwel één bestemming ‘Maatschappelijk’. Binnen die bestemming zijn functiewisselingen mogelijk. Voor functies die niet zondermeer uitwisselbaar zijn (waaronder een dansschool) of functies die binnen deze bestemming op een bepaalde plaats gewaarborgd dienen te worden (bijvoorbeeld kantoor) is een functieaanduiding opgenomen. Maatschappelijk - Begraafplaats Vanwege het specifieke karakter is de Algemene Begraafplaats in een afzonderlijke bestemming ondergebracht. Recreatie - Volkstuin Hierin zijn de gronden opgenomen die bedoeld zijn voor volkstuinen. Sport Deze bestemming omvat de verschillende sportaccommodaties, zowel in de openlucht als in sporthallen. Daarbij zijn ook kantoor- en horecafuncties mogelijk uitsluitend mits deze functies ondergeschikt en ten dienste van de bestemming ‘Sport’ zijn. Het mogen geen zelfstandige functies betreffen. Tuin Deze bestemming is gehanteerd voor gemeenschappelijke tuinen bij flats, waarop bebouwing ongewenst is. Verkeer en Verkeerverblijfsgebied De hiervoor aangewezen gronden zijn bestemd voor de wegen en pleinen binnen het plangebied, fiets- en voetpaden, nuts-, parkeer- en groenvoorzieningen en andere verkeersvoorzieningen.
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
35
Water Deze bestemming regelt de (stedelijke) waterlopen die deel uitmaken van het hoofdwaterstelsel en daarnaast een aantal kleinere waterpartijen en watergangen. Water - Vaarweg Binnen deze bestemming is de Beneden-Merwede opgenomen. Het verschil met de waterbestemming is dat hier ook scheepvaartverkeer is geregeld en een ruimere regeling voor andere bouwwerken. Wonen De woningen in het plangebied zijn voor het overgrote deel bestemd tot ‘Wonen’. Bij deze bestemming is de bestaande bebouwing, zowel de hoofdgebouwen als de bijgebouwen, opgenomen in de op de bouwvlakken. Deze vlakken omvatten veelal de gehele achtererven. Het gebied erbuiten kan over het algemeen als ‘tuin’ aangemerkt worden en dient dus onbebouwd te blijven. De bouwregels voor de betrokken woningen zijn in de bestemming opgenomen alsmede de regeling voor de erfbebouwing. Daarnaast is een aantal bestaande functies aangeduid die binnen de woonbestemming worden toegestaan. Dubbelbestemmingen Vanwege de belangen van deze bestemmingen is bepaald dat deze voorrang hebben op andere vormen van grondgebruik binnen het plangebied. Ter bescherming van de functies van de leidingen is een omgevingsvergunningenplicht voor het uitvoeren werken en of werkzaamheden opgenomen. Dat wil zeggen dat bepaalde werken en werkzaamheden ter plaatse pas toegestaan zijn na een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders. Het betreft daarbij de volgende bestemmingen: Leiding - Hoogspanningsverbinding Deze bestemming is opgenomen ter plaatse van de zakelijk rechtstrook van bestaande bovengrondse hoogspanningsverbindingen. Ten behoeve van de onderliggende secundaire bestemmingen mag in beginsel alleen sprake zijn van vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken. Leiding - Riool Voor de rioolpersleiding is een dubbelbestemming ter plaatse van zakelijke rechtstrook opgenomen. Op deze gronden mag uitsluitend worden gebouwd indien sprake is van vervangende nieuwbouw. Waarde - Archeologie Voor de gronden die als zodanig bestemd zijn geldt dat eventuele aanwezige archeologische waarden behouden dienen te blijven. Daarom is voor het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden ter plaatse een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden nodig.
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
36
Waterstaat - Waterkering, Waterstaat - Waterbergingsgebied Deze gronden zijn vooral bestemd voor de waterhuishouding, de waterkering en die gebieden die tevens dienen als (calamiteiten)waterberging. Hoofdstuk 3 bevat de volgende ‘Algemene regels’: Anti-dubbeltelregel Het artikel ‘Anti-dubbeltelregel’ bevat een regeling waarmee wordt voorkomen dat met het bestemmingsplan strijdige situaties ontstaan of worden vergroot. Algemene gebruiksregels Om aan te geven dat binnen het grondgebied geen seksinrichtingen zijn toegestaan, is deze gebruiksregel opgenomen. Algemene aanduidingsregels Dit artikel vermeldt dat de Monumentenwet van toepassing is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' en regelt een sloopvergunning ten aanzien van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’. In dit artikel zijn ten behoeve van de water aan- en afvoer tevens de duikers aangegeven. Algemene afwijkingsregels Dit artikel regelt dat burgemeester en wethouders bevoegd zijn bij omgevingsvergunning afwijking te verlenen van de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan onder meer straat en bebouwingsbeeld. Algemene wijzigingsregels Via een door burgemeester en wethouders te verlenen wijziging kan onder meer de bestemming ‘Wonen’ worden gewijzigd in de bestemming ‘Gemengd’. Voorts kan de bestemming WaardeArcheologie worden toegevoegd indien uit onderzoek is gebleken dat planologische bescherming hieromtrent noodzakelijk wordt geacht. Ook bestaat de mogelijk om ten aanzien van de aankoop van snippergroen, de bestemming ‘Verkeer’ en/of ‘Groen’ te wijzigen in een ‘Tuin -bestemming. Algemene procedureregels Dit artikel geeft de (wettelijke) procedures aan die vanuit de Wabo of de Wro van toepassing. Hoofdstuk 4 bevat de volgende ‘Overgangs- en slotregels’: Overgangsrecht Het artikel “Overgangsrecht” heeft ten doel de rechtstoestand te begeleiden van situaties die afwijken van de regels van het bestemmingsplan. Lid 1 van dit artikel geeft regels voor bouwwerken die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan gebouwd zijn of gebouwd kunnen worden, en die afwijken van de bouwregels van het plan. Lid 2 van dit artikel regelt het gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken in het plan, voor zover dit gebruik op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan, afwijkt van de in het plan gegeven bestemming. Slotregel Deze geeft de officiële naam van de regels aan.
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
37
7. 7.1
UITVOERBAARHEID
Economische uitvoerbaarheid In het plan zijn geen ontwikkelingen voorzien. De plankosten worden gedragen door de gemeente Sliedrecht.
7.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid Het bestemmingsplan heeft de gebruikelijke overleg- en inspraakprocedure doorlopen. De reacties en de beantwoording daarvan zijn als bijlage bij dit plan gevoegd. Zie verder ook hoofdstuk 8 van deze toelichting.
7.3
Handhavingsaspecten Het bestemmingsplan is bindend voor zowel de overheid als de burger. De primaire verantwoordelijkheid voor controle en handhaving ligt bij de gemeente. Handhaving kan worden omschreven als elke handeling die erop gericht is de naleving van regelgeving te bevorderen of een overtreding te beëindigen. Het doel van handhaving is om de duurzame bescherming van mens en omgeving te waarborgen. Binnen het kader van het bestemmingsplan heeft regelgeving met name betrekking op de Wet ruimtelijke ordening en de Wabo. Bij overtreding van deze regelgeving moet gedacht worden aan bouwen zonder omgevingsvergunning, of bouwen in afwijking van een verleende omgevingsvergunning voor het bouwen, het handelen zonder of in afwijking van een noodzakelijke omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk , geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden en het gebruik van gronden en opstallen in strijd met de gebruiksregels van het bestemmingsplan of een omgevingsvergunning. Handhaving wordt onderscheiden in preventieve en repressieve handhaving. Preventieve handhaving bestaat uit actief toezicht door of namens de gemeente door bijvoorbeeld regelmatige controles op de uitvoering van vergunningen en regelmatige gebiedcontroles. Voorts bestaat preventieve handhaving uit het opstellen van duidelijke en maatschappelijk geaccepteerde regels en uit communicatie en voorlichting. Repressieve handhaving bestaat uit de aanwending van publiekrechtelijke middelen bij geconstateerde overtredingen, zoals het opleggen van een dwangsom of het uitoefenen van bestuursdwang. Daarnaast is het mogelijk strafrechtelijke middelen toe te passen en privaatrechtelijk actie te ondernemen bij inbreuk op het eigendomsrecht van de gemeente. Repressieve handhaving heeft als primair doel een einde te maken aan een specifieke overtreding van de Wro of de Wabo. De handhaafbaarheid van een bestemmingsplan is met name afhankelijk van het draagvlak van de regels onder de burgers en van de duidelijkheid van de regels. Voor dit bestemmingsplan kan worden gesproken van een handhaafbaar bestemmingsplan.
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
38
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
39
8. 8.1
OVERLEG EN INSPRAAK
Overleg Het bestemmingsplan ‘Woongebied’ is in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening toegezonden aan de betrokken instanties. De ontvangen reacties zijn in een Notitie inspraak en overleg samengevat en beantwoord, die als bijlage bij dit plan is gevoegd. Een aantal reacties behoefden aanpassing van het bestemmingsplan. Deze aanpassingen zijn in het bestemmingsplan verwerkt.
8.2
Inspraak Het bestemmingsplan ‘Woongebied’ was onderwerp van een gemeentelijke inspraakprocedure overeenkomstig de bepalingen van de gemeentelijke inspraakverordening. De ontvangen reacties zijn in een Notitie inspraak en overleg samengevat en beantwoord, die als bijlage bij dit plan is gevoegd. Een aantal reacties behoefden aanpassing van het bestemmingsplan. Deze aanpassingen zijn in het bestemmingsplan verwerkt.
8.3
Ontwerp Na afronding van de inspraakprocedure en het vooroverleg wordt de formele bestemmingsplanprocedure gestart. De aanpassingen die volgden uit de inspraakreacties en de overlegreacties zijn verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan. Ook zijn er ambtshalve aanpassingen doorgevoerd. Op de voorbereiding van een bestemmingsplan is artikel 3.8 Wro (gelezen in samenhang met afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht) van toepassing. De kennisgeving van het ontwerpbesluit tot vaststelling van het bestemmingsplan moet in de Staatscourant worden geplaatst en dient - met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening - ook via elektronische weg te geschieden. Tevens dient de kennisgeving te worden toegezonden aan die diensten van Rijk en provincie die belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn, aan het waterschap en aan belanghebbende gemeenten. Het ontwerpbestemmingsplan wordt gedurende zes weken ter inzage gelegd. Binnen deze termijn wordt een ieder in de gelegenheid gesteld schriftelijk en/of mondeling een zienswijze op het plan in te dienen. Ook moeten de stukken met de kennisgeving aan de eerder genoemde diensten en instanties worden toegezonden (artikel 3:13 Awb), of er moet worden aangegeven waar de (digitale) stukken te vinden zijn (elektronische kennisgeving).
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
40
gemeente Sliedrecht toelichting bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
BIJLAGEN
OVERLEGREACTIES
Bezoekadres De Blomboogerd 1, 4003 BX Tiel Postadres Postbus 599, 4000 AN Tiel T (0344) 64 90 90 F (0344) 64 90 99 E
[email protected] I www.waterschaprivierenland.nl Bank 63.67.57.269
Waterschap Rivieren land College van burgemeester en wethouders van de gemeente Sliedrecht Postbus 16 3360 AA SLIEDRECHT
MPGSD2011040611160163
GSD
06.04.2011 VERZONDEN
Datum:
Ons kenmerk:
5 april 2011
201106878/146843
Uw kenmerk:
Onderwerp;/ ^ Wateracfvies voorontwerp bestemmingsplan 'Woongebied' gemeente Sliedrecht
0163 5 APR 2011
Behandeld door: Cindy Gejas-Josten Doorkiesnummer / e-mail:
(0344) 64 91 97
[email protected]
Geacht college, Uw toegezonden voorontwerp bestemmingsplan 'Woongebied' gemeente Sliedrecht geeft aanleiding tot het maken van opmerkingen. Deze reactie is aan te merken als wateradvies in het kader van de watertoetsprocedure. Samenvatting Het bestemmingsplan 'Woongebied' gemeente Sliedrecht heeft een consoliderend karakter. In dit bestemmingsplan worden de vele vigerende bestemmingsplannen gebundeld tot één geheel. Doorlopen proces Het proces van de watertoets is goed doorlopen, want het plan is al in een vroeg stadium met het waterschap besproken. Op het concept voorontwerp heeft het waterschap een aantal opmerkingen meegegeven. Deze zijn grotendeels verwerkt, maar nog niet allemaal geheel naar tevredenheid. Ruimtelijke consequenties Op het voorliggende plan hebben wij de volgende opmerkingen: Verbeelding: • Opnemen aanduiding waterberging Gelet op het tekort aan open water binnen het stedelijk gebied van Sliedrecht heeft de gemeente beleid vastgesteld om plantsoenen/groenstroken te bestemmen voor hoogwater calamiteiten. Vrij recent is in een stuurgroepoverleg met uw wethouder de heer De Waard afgesproken, dat enkele gebieden structureel een bijdrage aan de waterberging gaan leveren en hiervoor ingezet kunnen worden. Graèg leggen wij deze gebieden op de Verbeelding vast met de aanduiding 'waterberging'. Het digitale bestand hiervoor zullen wij per mail aan uw ambtenaar de heer Van der Meer toesturen. Regels: • Aanduiding waterberging In de regels komt deze aanduiding voor waterberging nog niet terug. Graag zien wij dat de betreffende bestemmingsregels hierop aan worden gepast. Een modelvoorschrift voor de bestemming 'groen' hebben wij als voorbeeld bijgevoegd.
WaterschapRivierenland Ons kenmerk 201106878/146843 Pagina 2 van 4
• Rangvolgorde (dubbel)bestemmingen In de opgenomen rangvolgorde van (dubbel)bestemmingen staat tweemaal de (dubbel)bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' en ontbreekt de (dubbel)bestemming 'Leiding - Riool'. Dit dient te worden aangepast. Toelichting: • Wateropgave Onlangs zijn er door waterschap en gemeente nieuwe berekeningen gemaakt om de wateropgave voor Sliedrecht te bepalen conform de huidige vigerende normen en uitgangspunten. Hierdoor kan de tekst in paragraaf 4.4 onder het kopje 'voldoende waterberging' geactualiseerd worden. Het resultaat hiervan is namelijk dat enkele laaggelegen gebieden en plantsoenen structureel ingezet zullen worden als waterberging, zonder dat dit aangemerkt wordt als wateroverlast. Deze gebieden zijn op de Verbeelding opgenomen, Daarnaast blijft er nog een wateropgave van 40.000 m3 over waaraan nog invulling moet worden gegeven. Daarbij spelen de drooglegging en de inrichting van de nieuwe waterbergingslocatie(s) een belangrijke rol. Zo hoort bijvoorbeeld bij een kleinere peilstijging een groter wateroppervlak. Ter indicatie, bij een drooglegging van 1,0 meter (en dus waterberging) is de wateropgave voor Sliedrecht 4 hectare. Is de drooglegging 0,5 meter, dan is de wateropgave 8 hectare. • Wegentaak WSRL Aan de noordzijde van Sliedrecht ligt parallel aan de Al 5 een dubbel fietspad, de Tiendweg. Het beheer en onderhoud hiervan is de verantwoordelijkheid van Waterschap Rivierenland. Als er werkzaamheden aan en/of naast het fietspad plaatsvinden, dan moet er bij het waterschap toestemming (vergunning) gevraagd worden. In de wegenverordening van Waterschap Rivierenland staan de voorwaarden. Wij zien graag dat deze informatie voor de Tiendweg wordt opgenomen in de toelichting, aangezien de gemeente wegbeheerder is van alle andere wegen binnen de bebouwde kom (niet zijnde rijkswegen). • Rioolwaterpersleiding en effluentleiding Graag in de eerste zin van paragraaf 4.9 aanvullen dat door het plangebied een watertransportleiding én effluentleiding van de RWZISliedrecht loopt die van Waterschap Rivierenland is. Dit is wel al goed opgenomen op de Verbeelding. Conclusie Wij adviseren positief over het plan, mits bovenstaande aanvullingen worden verwerkt in het ontwerp bestemmingsplan. Wij verzoeken u aan te geven op welke wijze onze opmerkingen worden verwerkt in het plan. Daarnaast verzoeken wij u het waterschap te betrekken bij de verdere procedure van het plan en de planning hiervan aan te geven. Voor de uitvoering van het plan is, gezien het consoliderende karakter, geen watervergunning van het waterschap vereist. Aangezien bijna de gehele locatie in de huidige situatie bebouwd is of uit verhard oppervlak bestaat, zal het verhard oppervlak in de toekomstige situatie niet verder toenemen. Nieuwbouw en/of herinrichtingsplannen zullen door het waterschap hierop worden getoetst.
Waterscha
pRivierenland
Ons kenmerk 201106878/146843 Pagina 3 van 4
Als u nog vragen heeft over deze brief, kunt u contact opnemen met Cindy Gejas-Josten, telefoonnummer (0344) 64 91 97, e-mailadres
[email protected]. Hoogachtend, namens het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland, de teamleider Plannen West,
Bijlage(n): Afschrift:
- Modelvoorschrift 'Groen' met aanduiding waterberging Archief (inclusief bijlagen)
Waters
chapRivierenland
Ons kenmerk 201106878/146843 Pagina 4 van 4
Bijlage - modelvoorschrift 'Groen' met aanduiding waterberging
Artikel 1
Groen
1-1. Beste m m i ngsom sch rij ving De voor 'G-cen' aangewezen g-onden zijn bestemd voor: s* g reen v o o i z e n ^ gen ~t h> ter plaatse va" de aanduiding ! waterherg>g ! : uisluitend voorzieningen voor "Waterzuivering,, infilt at e e^ wate*'bergingf -sa-onder wadi's en infïltratiegeb'eden, rret een oppervlakte van ten rn^sre PM *n- e*" een inhoud ven ten minste PM m 2 ; c, oi; de bestenen ing behorende voorz'en'^gen zeals wate*-, soeelvocrzieningen f voet- en fist&pader. en n ~ tsvoc 'zie nin g en; d. ... (PM; Verzoe< aan gerreente orr volgend begfp in regels op :e nemen: in^tratie = een fijnmazige structuur voor water" nfilt-afe met een zuiverende werking], 1.2* Rouwregels Op deze gronden mag worden geseuwd e^ ge den de vc gence rege s: s, co deze gronde-* ir ogen uitsluitend Do-wweixen, geen g e x u w e " z"j~de. woeden geDouwd: b. "n afwi;
de boywhoogte ¥an bouwwerken^ geen gebouwen zijnde, bedraagt PM m 2 .
1*3* Ontliefllng van de bowwregete Burgermeester en wet-cucers kannen o n t ^ c r ^ g verlenen van het heoaalde in lid 1.2 sub o ind'en het belang van de wate-"berging daardoor ~>t onevenredig wordt geschaad e" vooraf schriftelijk acv:es is ingewonnen bij de betredende waterbeheerder,
NB: binnen Sliedrecht zal geen infiltratie plaatsvinden, dus deze term kan weggelaten worden in het artikel en hoeft dus ook niet opgenomen te worden in de begripsomschrijvingen.
1 nspK^^'^ M PG SD2011041212270311
GSD
12.04.2011
VROM-Inspectie Ministerie van Infrastructuur en Milieu
0311
> Retouradres Postbus 16191 2500 BD Den Haag
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sliedecht t.a.v. M.H. Suykerbuyk Postbus 1 3360 AA Slledrecht
VROM-Inspectle Directie Uitvoering Programma Borging Ruimtelijke Rijksbelangen Postbus 16191 2500 BD Den Haag Interne postcode 510 www.vrominspectie.nl Contactpersoon CA. Kuijper T 023 - 515 07 00
Kenmerk 20110015290-CKU
Datum Betreft
- 7 APR. 2011 reactie op voorontwerpbestemmingsplan "Woongebied"
Kopie aan Rijkswaterstaat Dienst Zuid-Holland, t.a.v. drs. J. Molenaar Postbus 556 3000 AN Rotterdam
Geacht college, Op 24 februari 2011 heb ik uw verzoek ontvangen om advies op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening over het voorontwerpbestemmingsplan ''Woongebied". In de brief van 26 mei 2009 aan alle colleges van burgemeester en wethouders heeft de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) aangegeven over welke nationale belangen uit de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid (RNRB, TK 2007-2008, 31500 nr. 1) gemeenten altijd vooroverleg moeten voeren met het Rijk. Gemeenten verzoeken zelf de afzonderlijke rijksdiensten om advies. De VROM-Inspectie coördineert vervolgens de rijksreactie over voorontwerpbestemmingsplannen, -projectbesluiten en -structuurvisies richting gemeenten. Dit geldt ook voor voorontwerpomgevingsvergunningen, waarbij sprake is van strijd met een bestemmingplan of met een beheersverordening. Het bovengenoemde plan geeft aanleiding tot het maken van de volgende opmerking{en), gelet op de nationale belangen zoals die zijn verwoord in de RNRB. Het nummer achter het nationaal belang verwijst naar het nummer in de RNRB. Nationaal belang 02: Basiskwaliteit hoofdinfrastructuur Voor de Beneden Merwede geldt een algemeen ligplaatsverbod op grond van het Binnenvaartpolitiereglement. Ik verzoek u daarom aan uw planregel, artikel 19.2, toe te voegen dat de bouw van aanlegsteigers niet is toegestaan. De gemeente heeft in 2004 het Toetsingskader Ruimtelijke Ontwikkeling langs Hoofdvaarwegen van Rijkswaterstaat ontvangen. Hierin wordt aandacht besteed aan de bebouwingsvrije zone langs vaarwegen. In verband hiermee verzoek ik u om bij alle bestemmingen binnen 20 meter vanaf de vaarweg een planregel op te nemen dat bij de aanvraag van bouwvergunningen een advies van de waterbeheerder vereist is.
Pagina 1 van 1
In de juridische paragraaf van de plantoelichting worden bij de bestemming Verkeer ''nutsvoorzieningen" en ''overige verkeersvoorzieningen" genoemd. Deze zijn echter niet daadwerkelijk opgenomen in artikel 16 van de planregels betreffende de bestemming Verkeer. Ik verzoek u daarom in artikel 16.1.1 nutsvoorzieningen en overige verkeersvoorzieningen op te nemen. Ik acht deze voorzieningen noodzakelijk voor een doelmatig wegbeheer.
VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Borging Ruimtelijl<e Rijl<sbelangen Kenmerk
20110015290-CKU
Ter plaatse van de bestemming "Verkeer" op de A15 is een geluidsscherm aanwezig. Ik verzoek u dan ook om "geluidwerende voorzieningen" op te nemen in art 16.1.1 van de planregels. In artikel 16.2.b is een maximum hoogte voor bouwwerken opgenomen van 3 meter. Dit is ontoereikend. Het aanwezige geluidsscherm is 8 meter hoog en staat hoger dan de maaiveldhoogte. Ook voor verlichtingsmasten (circa 18 meter hoog) en portalen is een maximale bouwhoogte van 3 meter te weinig. Ik verzoek u de maximumhoogte in artikel 16.2.b te wijzigen in 20 meter. Nationaal belang 09: Milieukwaliteit en externe veiligheid In het Basisnet Water is het plasbrandaandachtsgebied opgenomen. Ik verzoek u hieraan in het bestemmingsplan aandacht te besteden. Voor nadere informatie over beide genoemde belangen kunt u contact opnemen met de heer drs. J. Molenaar van Rijkswaterstaat Dienst Zuid-Holland, telefoon 010 - 4026302. Ik vertrouw erop dat u de opmerkingen op een adequate wijze zult verwerken in het bestemmingsplan. Hoogachtend, de directeur-inspecteur van het Inspectoraat-Generaal VROM,
ir. H.P. de Vries
Pagina 2 van 2
zltOJ uoj6€ 4m~*^!Sr
Takjng power further
M PGSD2011030713200392 QSp
Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Sliedrecht Postbus 16 3360 AA SUEDRECHT
07.03.2011
DATUM ONZE REFERENTIE BEHANDELD DOOR TELEFOON DIRECT E-MAIL
BETREFT
0392
4 maart 2011 Ïi-RPM-REW 11-0217 MWY/LT M,W,L (Marcel) de Way 026 373 18 52 Maroel,de,
[email protected]
380 kV-verbindingen Dordrecht/Crayestein - Krimpen a/d IJssel (CST-KIJ380) en Krimpen a/d IJssel - Geertruidenberg (KIJ-GÏ3SÖ); voorontwerp-bestemmingsplan Woongebied.
Geacht College, Met het email-bericht van 24 februari 2011 van de heer M.C. Suykerbuyk uwerzijds ontvingen wij de uitnodiging om in het kader van artikel 3,11 Besluit ruimtelijke ordening een reactie te geven op het ter visie gelegde voorontwerp-bestemmingsplan Bedrijventerrein Woongebied. Van deze gelegenheid maken wij graag gebruik, Ons bedrijf is beheerder en verantwoordelijk voor de 'snelwegen1 van het Nederlandse elektriciteitsnet. De in uw gemeente aanwezige hoogspanningswerken maken deel uit van dat omvangrijke netwerk en zijn daarom bij ons bedrijf in beheer. In het plangebied waarop het bestemmingsplan van toepassing zal zijn, bevinden zich gedeelten van onze In het onderwerp van deze brief vermelde bovengrondse 380.000 Volt hoogspanningsverbindingen, te weten: - een gedeelte van de verbinding CST-KIJ38Ö ter hoogte van hoekmast nr, 1 a aan de Craijensteijn langs de westelijke begrenzing van het plangebied (blad 1 van de plankaart); - een gedeelte van de verbinding KIJ-GT380 ter hoogte van rivierkruisingsmast nr. 49 aan de Rivierdijk langs de oostelijke begrenzing van het plangebied (blad 4 van de plankaart). Wij zijn verheugd te constateren dat door uw gemeente In het bestemmingsplan rekening is gehouden met de aanwezigheid van onze hoogspanningsverbindingen en dat met de opgenomen bestemming "Leiding Hoogspanningsverbinding" op de plankaart en in de regels de belangen zijn gewaarborgd. Tevens heeft uw gemeente in de toelichting passende aandacht besteed aan onze verbindingen en aan de problematiek van de aanwezigheid van elektrische en magnetische velden.
TenneT TSO BV. Beioekadrts Utrechtseweg 310» Arnhem Postadres Postbus 718, 6800 AS Arnhem Factuuradres Postbus 428, 6800 AK Arnhem Handelsregister Arnhem 09155985 Ttitfoon 026 373 11 11 Fax 026 373 11 12 Internet www.tennet.eu
TenneT Taking power further
DATUM ONZE REFERENTIE PAGINA
TenneT TSO B.V, 4 maart 2011 TI-RPM-REW 11-0217 MWY/LT 2 van 2
Voor de volledigheid zouden wij aanvullend nog het volgende onder uw aandacht willen brengen. Op de plankaart (blad 1) is de breedte van de zakelijk reohtstrook van onze bovengrondse hoogspanningsverbinding ter hoogte van hoekmast 1 a aan de Craijensteijn enigszins te breed aangegeven, Deze strook heeft namelijk slechts een breedte van 76 meter (38 meter aan weerszijden van de hartlijn). Wij verzoeken u daarom de bestemmingsstrook, voor zover deze ligt binnen het plangebied, te verkleinen van 100 naar 76 meter. Verder ontlenen wij aan de plankaart (blad 4) dat de locatie van de hoge rivierkruisingsmast nr. 49 aan de Rivierdijk niet is aangeven. Wij verzoeken u voor de duidelijkheid het vierkante vlak gevormd door de 4 masthoeken (poeren) op de plankaart aan te geven. Het hart van dit vlak valt samen met de hartlijn van de hoogspanningsverbinding. Ter informatie hebben wij hierbij de RD-coördlnaten van de masthoeken vermeld: Xs 114790.8040 X= 114813,3980 X= 114813.9220 X= 1147913270 Y= 425901.6560 Y= 425902.1800 Y= 425879 J860 Y« 425879.0620 Verder verzoeken wij u ervoor zorg te dragen dat ons bedrijf steeds tijdig bij de nadere uitwerking van plannen binnen onze zakelijk rechtstroken wordt betrokken. Voor dit overleg kunt u zich in verbinding stellen met de heer P. van der Heiden van de afdeling Grondzaken en Databeheer West van ons bedrijf, die te bereiken is op telefoon 026-3731851. Mocht u verder nog vragen hebben over deze brief, neem dan gerust contact met ons op. Hiervoor kunt u zich in verbinding stellen met de heer M,W,L de Way van de afdeling Grondzaken en Databeheer West, die te bereiken is op telefoon 026*3731852, Wij vertrouwen erop dat u met onze opmerkingen rekening zult houden en danken u voor het toezenden van uw kennisgeving,
Hoogach TenneT
(Han) van Veen Grondzaken en Databeheer Regio West
IVIPGSDZ011041914010473
GSD
19.04.2011
0473
Directie Ruimte en Mobiliteit Afdeling Ruimte en Wonen Contact E, Schapers
"Torn HOLLAND
T 070-441 69 34
[email protected] Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Dan Haag T 070-441 66 11 www.zuld-holland,nl
Burgemeester en Wethouders van SLIEDRECHT
Datum
1 3 APR. 2011
Ons kenmerk PZH-2011-280353187 Uw kënmtrk Bijlagen
Onderwerp
Overleg ex artikel 3.1.1 Bro; voorontwerpbestemnn jngsplan Woongebied. Geacht college. Ik heb kennis genonnen van het bovengenoemde vooron^erpbestemmlngsplan. Het plan geeft aanleiding tot de volgende reactie. Het provinciale beoordelingskader is vastgelegd In de Provinciale Structuurvisie en de Verordening Ruimte. Het plan is op een enkel punt niet conform dit beleid. Archeologie In artikel 23.2 van de regels Is ter bescherming van de archeologische waarden bepaald dat er geen bouwwerken mogen worden gebouwd die dieper reiken dan 0,5 m en een grondoppervlak hebben groter dan 100 m2. Op grond van ons beleid dient uitgegaan te worden van 0,3 m maar mag hier gemotiveerd van worden afgeweken. In het plan ontbreekt de motivering. Verzocht wordt om uit te gaan van 0,3 m dan wel te motiveren waarom van deze maat wordt afgeweken.
Bezoekadres
Conclusie Het plan houdt op bovengenoemd punt onvoldoende rekening met het provinciaal Ik verzoek u daarom het plan aan te passen.
2uld»Hollandplein 1 2598 AW Den Haag Trims 8 en 9 en busstn 18, 22, SS stoppen dichtbij het provinciehuls. Vanaf station Den Maag CS Is het tien minuten lopen. De parkeerruimte voor auto's Is beperkt.
PZH^201^280363l87dd, 13^04^2011
Ons kenmerk PZH-2011-280353187 p^g^
HOLLAND
Dit is een gecoördineerd© reactie van alle betrokken directies van de provincie. Hoogachtend, de directeur van de directie Ruimte en Mobiliteit, voor deze, mr. C. Verwijs hoofd bureau Ontwikkeling en Realisatie Deze briefis digitaal vastgesteld, hierdoor staat erg&en fysiske handtekening in de brief.
2^2
P2H--2011"28ü363187dd. 13"=04-2011
l
tu '^-JblLl-l fe IV1PGSD2011051011140177
GSD
10.05.2011
0177
Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
> Retouradres Postbus 556 3000 AN Rotterdam
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sliedrecht t.a.v. M.H. Suykerbuyk Postbus 1 3360 AA Sliedrecht
Rijkswaterstaat Zuid-Holland Boompjes 200 3011 XD Rotterdam Postbus 556 3000 AN Rotterdam T 010 402 62 00 F (010) 402 60 29 www.rijkswaterstaat.nl Contactpersoon Drs. J. Molenaar T (010) 402 63 02
[email protected]
Datum 21 april 2011 Onderwerp voorontwerpbestemmingsplan "Woongebied"
Ons kenmerk RWS/DZH-2011/3971 Uw kenmerk Bijlage(n)
Geacht college, De VROM inspectie zond een reactie op bovengenoemd bestemmingsplan aan uw gemeente bij brief 20110015290 d.d. 7 april 2011. In vervolg hierop zend ik u deze brief met een aantal aanvullende opmerkingen. Hierover is reeds telefonisch contact geweest met de heer Suykerbuyk van uw gemeente. In het plan wordt aangegeven dat er geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, maar dat er wel vervangende nieuwbouw mag plaatsvinden. Verder wordt er in hoofdstuk 4.4, "Water" aangegeven dat in de waterparagraaf onder meer de consequenties voor de waterkwantiteit, de waterkwaliteit en de riolering moeten worden behandeld. Een beschrijving van deze consequenties in geval van vervangende nieuwbouw ontbreken echter. Om de waterkwaliteit en -kwantiteit van de Merwede op orde te houden, is het van belang dat het geloosde water van goede kwaliteit is en dat er niet teveel water wordt geloosd. Artikel 10.29a van de Wet milieubeheer stelt hiervoor kaders. In dit wetsartikel worden voorkeursvolgorden genoemd voor het beheer van water. De voorkeursvolgorde voor waterkwaliteit is schoonhoudenscheiden-zuiveren, die voor waterkwantiteit is vasthouden-bergen-afvoeren. In uw plan worden deze voorkeursvolgorden niet genoemd en er wordt dientengevolge ook niet toegelicht hoe deze volgorden op het watersysteem in uw plangebied worden toegepast bij vervangende nieuwbouw. Ik verzoek u de bovengenoemde voorkeursvolgorden uit artikel 10.29a van de Wet milieubeheer te noemen in hoofdstuk 4.4, "Water" van uw plan. Tevens verzoek ik u te onderbouwen hoe u de voorkeursvolgorden toepast bij vervangende nieuwbouw in uw plangebied.
Pagina 1 van 2
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Voor vragen kunt u contact opnemen met de in het brlefhoofd genoemde contactpersoon. Hoogachtend, DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT, namens deze. Het hoofd afdellng^lanvorming Wegen en Verkeer,
Pagina 2 van 2
REGELS
Inhoudsopgave van de regels
HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen Artikel 2 Wijze van meten
3 3 8
HOOFDSTUK 2 Bestemmingsregels Artikel 3 Bedrijf Artikel 4 Detailhandel Artikel 5 Dienstverlening Artikel 6 Gemengd Artikel 7 Groen Artikel 8 Groen - Park Artikel 9 Horeca Artikel 10 Kantoor Artikel 11 Maatschappelijk Artikel 12 Maatschappelijk - Begraafplaats Artikel 13 Recreatie - Volkstuin Artikel 14 Sport Artikel 15 Tuin Artikel 16 Verkeer Artikel 17 Verkeer - Verblijfsgebied Artikel 18 Water Artikel 19 Water - Vaarweg Artikel 20 Wonen Artikel 21 Leiding - Hoogspanningsverbinding Artikel 22 Leiding - Riool Artikel 23 Waarde - Archeologie Artikel 24 Waterstaat Artikel 25 Waterstaat - Waterbergingsgebied Artikel 26 Waterstaat - Waterkering
11 11 13 15 16 18 19 21 23 24 26 27 28 30 31 32 33 34 35 40 42 44 46 47 48
HOOFDSTUK 3 Algemene regels Artikel 27 Anti-dubbeltelregel Artikel 28 Algemene bouwregels Artikel 29 Algemene gebruiksregels Artikel 30 Algemene aanduidingsregels Artikel 31 Algemene afwijkingsregels Artikel 32 Algemene wijzigingsregels Artikel 33 Algemene procedureregels
49 49 50 51 52 53 54 55
HOOFDSTUK 4 Overgangs- en slotregels Artikel 34 Overgangsrecht Artikel 35 Slotregel
57 57 58
Bijlage Bijlage 1
59 61
Staat van Bedrijfsactiviteiten
2
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
3
HOOFDSTUK 1 Artikel 1
1.1
Inleidende regels
Begrippen
plan
het bestemmingsplan Woongebied van de gemeente Sliedrecht. 1.2
bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat NL.IMRO.0610.bp00woongebied-2002 met de bijbehorende regels. 1.3
in
het
GML-bestand
archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden. 1.4
aanbouw
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw, door zijn constructie of afmetingen ondergeschikt aan het hoofdgebouw, als een toevoeging van een afzonderlijke ruimte, direct verbonden met en direct bereikbaar vanuit het hoofdgebouw. 1.5
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. 1.6
aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft. 1.7
aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit
een beroeps- of bedrijfsactiviteit uitgeoefend door de hoofdbewoner, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet publiekstrekkend zijn en dat op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie. 1.8
achtergevelrooilijn
lijn die per bouwperceel wordt bepaald door de diepte van het hoofdgebouw, gerekend vanaf de voorgevelrooilijn. 1.9
bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 1.10
bedrijf
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen. 1.11
beperkt kwetsbaar object
een object zoals bedoeld in artikel 1 Besluit externe veiligheid inrichtingen. gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
4
1.12
bestaande afstands-, hoogte-, inhouds-, en oppervlaktematen
afstands-, hoogte-, inhouds-, en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen. 1.13
bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak. 1.14
bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. 1.15
Bevi-inrichtingen
inrichtingen zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen. 1.16
bijgebouw
een op zichzelf staand, vrijstaand of aangebouwd gebouw, dat door zijn constructie of afmetingen ondergeschikt is aan een op hetzelfde perceel gelegen hoofdgebouw, niet direct bereikbaar vanuit het hoofdgebouw; 1.17
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats. 1.18
bouwgrens
de grens van een bouwvlak. 1.19
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. 1.20
bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel. 1.21
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten. 1.22
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. 1.23
cultuurhistorische waarde
belang in geschiedkundig opzicht, onder andere met betrekking tot het ontstaan van het gebied, zoals onder meer tot uitdrukking komende in het occupatiepatroon en de bebouwing.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
5
1.24
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 1.25
dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord word gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen. 1.26
dijklint
bestaat uit: de Adriaan Volkersingel, de Burgemeester van Hofwegensingel, de Havenstraat, de Kerkbuurt, de Merwestraat, de Molendijk en de Rivierdijk. 1.27
erf
het al dan niet bebouwde perceelsgedeelte, direct gelegen bij een woning, ingericht ten dienste van het gebruik van deze woning. 1.28
erfbebouwing
een gebouw dat behoord tot een op hetzelfde perceel gelegen (hoofd)gebouw en qua afmetingen ondergeschikt is aan dat (hoofd)gebouw. 1.29
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. 1.30
hoofdgebouw
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is. 1.31
horeca
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken en het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, waarbij de volgende categorieën worden onderscheiden: 1. hotel: een bedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van nachtverblijf en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken daaraan ondergeschikt is; 2. restaurant: een bedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit verstrekken van maaltijden voor gebruik ter plaatse en waar het verstrekken van dranken daaraan ondergeschikt is; 3. dagzaak: een horecabedrijf, dat voor wat betreft openingstijden vergelijkbaar is met detailhandelsbedrijven, zoals een dagcafé, lunchroom, koffiehuis, koffieshop en ijssalon; 4. cafetaria: een bedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van kleine eetwaren, niet zijnde maaltijden; 5. cafés, bars, avond- en nachtgelegenheid: een horecabedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse en/of het gelegenheid bieden voor dansen.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
6
1.32
kantoor
een ruimte welke door haar indeling en inrichting kennelijk is bestemd om uitsluitend te worden gebruikt voor administratieve en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen. 1.33
kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
het in een woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, voor zover de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt en voor zover deze activiteiten een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is. 1.34
kwetsbaar object
een object zoals bedoeld in artikel 1 Besluit externe veiligheid inrichtingen. 1.35
onzelfstandige woonruimte
een woning waarbij de keuken, douche en toilet wordt gedeeld met andere bewoners van een pand; een onzelfstandige woning heeft wel een eigen toegang, namelijk de deur van de gehuurde kamer(s); 1.36
peil
a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de as van de weg grenzen of waarvan de hoofdtoegang minder dan 1 m van de weg ligt: de hoogte van de bovenkant van die weg; b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang; c. indien wordt gebouwd in of aan een dijk, waterkering of in gebieden waar het peil op een perceel een verhang kent van meer dan 1 m: 1. indien de hoofdtoegang en/of de langste gevel van het hoofdgebouw aan de weg grenst: de hoogte van bovenkant van die weg, waarbij dit peil zich uitstrekt tot een zone van ten hoogste 3 m achter de achtergevelbouwgrens van een op bedoeld perceel aangegeven bouwvlak, mits het een aanbouw aan het hoofdgebouw betreft; 2. indien de hoofdtoegang en/of de langste gevel van het hoofdgebouw niet aan de weg grenst: het peil wordt bepaald door de gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkt terrein. 3. voor vrijstaande bijgebouwen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein; Een en ander voor zover in deze regels niet anders is bepaald. 1.37
praktijkruimte
een beroepsmatige werkruimte voor beoefenaren van vrije beroepen, zoals medische, paramedische administratieve, kunstzinnige en daarmee naar de aard gelijk te stellen beroepen. 1.38
seksinrichting
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een mate alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht waaronder in elk geval worden verstaan een parenclub en een prostitutiebedrijf. 1.39
supermarkt 2
een detailhandelsbedrijf met een verkoopvloeroppervlakte van meer dan 500 m voor de handel in voedings- en genotmiddelen (foodsector) en in dagelijkse (huishoudelijke) gebruiksartikelen. 1.40
straatmeubilair
a. verkeersgeleiders, verkeersborden, lichtmasten, zitbanken en bloembakken; gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
7
b. telefooncellen, abri's kunstwerken, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame; c. kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen met een inhoud van 50 3 m en een bouwhoogte van ten hoogste 3 m waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van telecommunicatie, energievoorziening en brandkranen; d. afvalinzamelsystemen. 1.41
verkoopvloeroppervlakte
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van detailhandel. 1.42
voorgevellijn
lijn die per bouwperceel wordt bepaald door de, ten opzichte van de weg of langzaam verkeersroute, dichtstbij gesitueerde gevel van het hoofdgebouw. 1.43
vuurwerkbedrijven
inrichtingen waar professioneel vuurwerk en/of meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk aanwezig is. 1.44
Wgh-inrichtingen
inrichtingen zoals bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer. 1.45
wonen
het houden van verblijf, het huren en tevens (laten) bewonen van kamers of het gehuisvest zijn in een huis/woning, evenwel met uitzondering van woonvormen met een maatschappelijk karakter met intensieve begeleiding. 1.46
woonwagen
voor bewoning bestemd gebouw dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst en op een daartoe bestemd perceel is geplaatst. 1.47
zijerf
het bij een gebouw behorende erf, dat is gelegen naast de zijgevellijn van dat gebouw. 1.48
zijgevel
de zijgevel links of rechts, meestal haaks op de voorgevel, zoals deze bij de bouw is gerealiseerd en grenzend aan het zijerf. 1.49
zijgevellijn
een lijn, welke zoveel mogelijk aansluit aan de ligging van de zijgevels van de hoofdgebouwen.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
8
Artikel 2
Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1
afstand:
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn. 2.2
bouwhoogte van een bouwwerk:
a. vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; b. in die gevallen dat het maaiveld niet horizontaal ligt (dijkbebouwing): tussen de bovenkant van het gebouw, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen, en het hoogste punt van de snijlijn van de dichtst bij de kruin van de dijk gelegen gevel met het maaiveld. Indien sprake is van gebouwen op een niet-horizontaal gelegen maaiveld geldt het bepaalde in dit lid onder b over een afstand van ten hoogste 15 m gemeten in het horizontale vlak vanaf de kruin van de dijk; c. in geval van her- of nieuwbouw van bebouwing aan een dijk (de onder b bedoelde gevallen) wordt voor de bouwhoogte uitgegaan van het bepaalde onder a. 2.3
brutovloeroppervlakte:
wordt gemeten binnenwerks, met dien verstande, dat de totale vloeroppervlakte ten dienste van kantoren, winkels of bedrijven, met inbegrip van de daarbij behorende magazijnen en overige dienstruimten worden opgeteld. 2.4
dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak. 2.5
goothoogte van een bouwwerk:
a. vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; b. in die gevallen dat het maaiveld niet horizontaal ligt (dijkbebouwing): tussen de bovenkant van de goot, boeibord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel en het hoogste punt van de snijlijn van de dichtstbij de kruin van de dijk gelegen gevel met het maaiveld; met dien verstande dat:
indien sprake is van gebouwen op een niet-horizontaal gelegen maaiveld geldt het bepaalde in dit lid onder b over een afstand van ten hoogste 15 m gemeten in het horizontale vlak vanaf de kruin van de dijk; voor zover sprake is van meerdere goot- en/of boeibordhoogten per gebouw, wordt als meetpunt het hoogste punt gehanteerd; indien zich aan enige zijde van een gebouw één of meer dakkappellen bevinden waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 30% van de gevelbreedte ( op de achterzijde van een gebouw meer dan 50%), wordt de goot of boeibord van de dakkapel als hoogste punt aangemerkt; in geval van herbouw of nieuwbouw wordt uitgegaan van hetgeen was vergund dan wel gerealiseerd; gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
9
2.6
inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. 2.7
oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
10
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
11
HOOFDSTUK 2 Artikel 3
3.1
Bestemmingsregels
Bedrijf
Bestemmingsomschrijving
3.1.1 De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijven waarbij bedrijfsactiviteiten zijn toegelaten in categorie 1 en 2 als bedoeld in de bij deze regels behorende 'Staat van bedrijfsactiviteiten' alsmede daaraan voor wat betreft de invloed op de omgeving gelijk te stellen bedrijfsactiviteiten, alsmede bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen. 3.1.2 Ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' zijn de in lid 3.1.1. bedoelde gronden mede bestemd voor detailhandel. 3.1.3 Ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' zijn de in lid 3.1.1. bedoelde gronden uitsluitend bestemd voor nutsvoorzieningen. 3.1.4 Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf 1' zijn de in lid 3.1.1. bedoelde gronden tevens bestemd voor een drukkerij waarbij bedrijfsactiviteiten zijn toegelaten in categorie 3 als bedoeld in de bij deze regels behorende 'Staat van bedrijfsactiviteiten' (bijlage 1). 3.1.5 Ter plaatse van de aanduiding .'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' zijn de in lid 3.1.1. bedoelde gronden uitsluitend bestemd voor een verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg. 3.1.6 Ter plaatse van de aanduiding 'wonen' zijn de in lid 3.1.1. bedoelde gronden mede bestemd voor wonen op de bouwlagen boven de begane grondlaag.
3.2
Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 3.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels: a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak; b. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan: 1. 4 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag al dan niet met kap; 2. 7 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 2 bouwlagen al dan niet met kap; 3. 7 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen al dan niet met kap; c. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan: 1. 4 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag zonder kap; 2. 7 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag met kap dan wel 2 bouwlagen zonder kap; 3. 10 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 2 bouwlagen met kap; gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
12
d.
e. f. g.
h. i.
3.3
4. 7 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen zonder kap; 5. 10 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen met kap; in afwijking van het bepaalde onder a mag een gedeelte van een gebouw buiten het bouwvlak worden gebouwd onder de volgende voorwaarden: 1. de oppervlakte van het deel van het gebouw dat buiten het bouwvlak ligt bedraagt maximaal 2 10 m ; 2. de bouwhoogte van het deel van het gebouw dat buiten het bouwvlak ligt bedraagt maximaal de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van het gebouw; 3. in afwijking van het bepaalde onder 2 en 3 gelden de bestaande maten als maximum indien deze meer bedragen dan de maten als genoemd onder 2 en 3; ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3,5 m; in afwijking van het bepaalde onder c geldt ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de maximale bouwhoogte zoals aangegeven; in afwijking van het bepaalde onder b, c en d gelden de bestaande goothoogte en de bestaande bouwhoogte als maximum indien deze (bij het bestaande aantal bouwlagen) meer bedragen dan de maten die genoemd zijn onder b, c en d; de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 meter; in afwijking van het bepaalde onder f mag: 1. de bouwhoogte van masten en palen niet meer bedragen dan 10 m; 2. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' een luifel worden gebouwd met een bouwhoogte van maximaal 6 m.
Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 3.2 voor het bouwen uitbouwen of bijgebouwen in of op een afstand van 1 m uit de zij- of 2 achtererfgrens tot een maximum van 50 m en een bouwhoogte van maximaal 3 m onder de voorwaarden dat geen onnodige nadelige verandering teweeg wordt gebracht in de bezonningssituatie op de aangrenzende erven en licht- en luchttoetreding van de aangrenzende gebouwen, met dien verstande dat: a. daardoor de gebruikswaarde van het te behouden erf niet onevenredig wordt geschaad; b. geen inbreuk wordt gemaakt op het toelaatbare bebouwbare oppervlak.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
13
Artikel 4
4.1
Detailhandel
Bestemmingsomschrijving
4.1.1 De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. detailhandel, met uitzondering van supermarkt; b. wonen, uitsluitend op de verdiepingen, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'geen wonen'; c. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen. 4.1.2 Ter plaatse van de aanduiding 'horeca' zijn de in lid 4.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor horeca in de vorm van een dagzaak. 4.1.3 Ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' zijn de in lid 4.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor kantoor. 4.1.4 Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - rijwielhandel' zijn de in lid 4.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een rijwielhandel met bijbehorende fietsenwerkplaats. 4.1.5 Ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt' zijn de in lid 4.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor supermarkt. 4.2
Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 4.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels: a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak; b. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan: 1. 4 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag al dan niet met kap; 2. 7 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 2 bouwlagen al dan niet met kap; 3. 7 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen al dan niet met kap; c. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan: 1. 4 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag zonder kap; 2. 7 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag met kap dan wel 2 bouwlagen zonder kap; 3. 10 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 2 bouwlagen met kap; 4. 7 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen zonder kap; 5. 10 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen met kap; d. in afwijking van het bepaalde onder a mag een gedeelte van een gebouw buiten het bouwvlak worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
14
1. de oppervlakte van het deel van het gebouw dat buiten het bouwvlak ligt bedraagt maximaal 2 10 m ; 2. de bouwhoogte van het deel van het gebouw dat buiten het bouwvlak ligt bedraagt maximaal de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van het gebouw; 3. in afwijking van het bepaalde onder 2 en 3 gelden de bestaande maten als maximum indien deze meer bedragen dan de maten als genoemd onder 2 en 3; e. in afwijking van het bepaalde onder c geldt ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de maximale bouwhoogte zoals aangegeven; f. in afwijking van het bepaalde onder b en c gelden de bestaande goothoogte en de bestaande bouwhoogte als maximum indien deze bij het bestaande aantal bouwlagen meer bedragen dan de maten die genoemd zijn onder b en c; g. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 meter; h. in afwijking van het bepaalde onder f mag de bouwhoogte van masten en palen niet meer bedragen dan 10 m.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
15
Artikel 5
5.1
Dienstverlening
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. dienstverlening; b. wonen, uitsluitend op de verdiepingen, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'geen wonen'; c. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
5.2
Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 5.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels: a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak; b. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan: 1. 4 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag al dan niet met kap; 2. 7 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 2 bouwlagen al dan niet met kap; 3. 7 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen al dan niet met kap; c. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan: 1. 4 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag zonder kap; 2. 7 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag met kap dan wel 2 bouwlagen zonder kap; 3. 10 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 2 bouwlagen met kap; 4. 7 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen zonder kap; 5. 10 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen met kap; d. in afwijking van het bepaalde onder a mag een gedeelte van een gebouw buiten het bouwvlak worden gebouwd onder de volgende voorwaarden: 1. de oppervlakte van het deel van het gebouw dat buiten het bouwvlak ligt bedraagt maximaal 2 10 m ; 2. de bouwhoogte van het deel van het gebouw dat buiten het bouwvlak ligt bedraagt maximaal de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van het gebouw; 3. in afwijking van het bepaalde onder 2 en 3 gelden de bestaande maten als maximum indien deze meer bedragen dan de maten als genoemd onder 2 en 3; e. in afwijking van het bepaalde onder c geldt ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de maximale bouwhoogte zoals aangegeven; f. in afwijking van het bepaalde onder b en c gelden de bestaande goothoogte en de bestaande bouwhoogte als maximum indien deze bij het bestaande aantal bouwlagen meer bedragen dan de maten die genoemd zijn onder b en c; g. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 meter; h. in afwijking van het bepaalde onder f mag de bouwhoogte van masten en palen niet meer bedragen dan 10 m.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
16
Artikel 6
6.1
Gemengd
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bedrijven waarbij bedrijfsactiviteiten zijn toegelaten in categorie 1 en 2 als bedoeld in de bij deze regels behorende 'Staat van bedrijfsactiviteiten' (bijlage 1) alsmede daaraan voor wat betreft de invloed op de omgeving gelijk te stellen bedrijfsactiviteiten; 2 b. horeca met een maximale oppervlakte van 185 m ; c. één supermarkt; d. dienstverlening; e. wonen, uitsluitend op de verdiepingen; f. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
6.2
Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 6.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels: a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak; b. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan: 1. 4 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag al dan niet met kap; 2. 7 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 2 bouwlagen al dan niet met kap; 3. 7 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen al dan niet met kap; c. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan: 1. 4 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag zonder kap; 2. 7 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag met kap dan wel 2 bouwlagen zonder kap; 3. 10 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 2 bouwlagen met kap; 4. 7 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen zonder kap; 5. 10 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen met kap; d. in afwijking van het bepaalde onder a mag een gedeelte van een gebouw buiten het bouwvlak worden gebouwd onder de volgende voorwaarden: 1. de oppervlakte van het deel van het gebouw dat buiten het bouwvlak ligt bedraagt maximaal 2 10 m ; 2. de bouwhoogte van het deel van het gebouw dat buiten het bouwvlak ligt bedraagt maximaal de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van het gebouw; 3. in afwijking van het bepaalde onder 1 en 2 gelden de bestaande maten als maximum indien deze meer bedragen dan de maten als genoemd onder 1 en 2; e. in afwijking van het bepaalde onder c geldt ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de maximale bouwhoogte zoals aangegeven; f. in afwijking van het bepaalde onder b en c gelden de bestaande goothoogte en de bestaande bouwhoogte als maximum indien deze bij het bestaande aantal bouwlagen meer bedragen dan de maten die genoemd zijn onder b. en c; g. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 meter; gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
17
h. in afwijking van het bepaalde onder f mag de bouwhoogte van masten en palen niet meer bedragen dan 10 m.
6.3
Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 6.2 onder a voor de bouw aan de zijde van de voorgevellijn onder de volgende voorwaarden: a. het straatbeeld wordt niet verstoord; b. de oppervlakte van het deel van het gebouw dat buiten het bouwvlak ligt, bedraagt maximaal 2 10 m ; c. de bouwhoogte van het deel van het gebouw dat buiten het bouwvlak ligt, bedraagt maximaal de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van het gebouw; d. in afwijking van het bepaalde onder b en c gelden de bestaande maten als maximum indien deze meer bedragen dan de maten als genoemd onder c en b.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
18
Artikel 7
7.1
Groen
Bestemmingsomschrijving
7.1.1 De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f. g.
groen; water; voet- en fietspaden; jongeren ontmoetingsplaatsen; extensieve recreatie; nutsvoorzieningen; bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals straatmeubilair.
7.1.2 Ter plaatse van de aanduiding 'jongeren ontmoetingsplek' zijn de in lid 7.1.1 bedoelde gronden in ieder geval bestemd voor een jongeren ontmoetingsplek. 7.1.3 Ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein' zijn de in lid 7.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor evenementen.
7.2
Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 7.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels: a. uitsluitend gebouwen ten behoeve van jongerenontmoetingsplaatsen zijn toegestaan, waarbij: 1. de goothoogte niet meer mag bedragen dan 2,70 m; 2. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3,50 m; 2 3. de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 20 m ; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 6 m.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
19
Artikel 8
8.1
Groen - Park
Bestemmingsomschrijving
8.1.1 De voor 'Groen - Park' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f. g.
groen; water; voet- en fietspaden; jongeren ontmoetingsplaatsen; extensieve recreatie; nutsvoorzieningen; bij deze bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen zoals straatmeubilair.
8.1.2 Ter plaatse van de aanduiding 'kinderboerderij' zijn de in lid 8.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een kinderboerderij alsmede voor natuureducatie. 8.1.3 Ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' zijn de gronden tevens bestemd voor maatschappelijke doeleinden. 8.1.4 Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - kiosk' zijn de gronden tevens bestemd voor een kiosk.
8.2
Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 8.1.2 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels: a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak; b. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan: 1. 4 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag al dan niet met kap; 2. 7 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 2 bouwlagen al dan niet met kap; 3. 7 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen al dan niet met kap; c. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan: 1. 4 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag zonder kap; 2. 7 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag met kap dan wel 2 bouwlagen zonder kap; 3. 10 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 2 bouwlagen met kap; 4. 7 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen zonder kap; 5. 10 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen met kap;
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
20
d. in afwijking van het bepaalde onder b en c gelden de bestaande goothoogte en de bestaande bouwhoogte als maximum indien deze bij het bestaande aantal bouwlagen meer bedragen dan de maten die genoemd zijn onder b en c; e. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 meter; f. in afwijking van het bepaalde onder f mag de bouwhoogte van masten en palen niet meer bedragen dan 10 m.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
21
Artikel 9
9.1
Horeca
Bestemmingsomschrijving
9.1.1 De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. horeca in de vorm van een dagzaak, een restaurant of een cafetaria; b. wonen, uitsluitend op de verdiepingen; c. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen. 9.1.2 Ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5' zijn de in lid 9.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor horeca in de vorm van cafés, bars en avond- en nachtgelegenheden. 9.2
Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 9.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels: a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak; b. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan: 1. 4 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag al dan niet met kap; 2. 7 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 2 bouwlagen al dan niet met kap; 3. 7 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen al dan niet met kap; c. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan: 1. 4 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag zonder kap; 2. 7 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag met kap dan wel 2 bouwlagen zonder kap; 3. 10 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 2 bouwlagen met kap; 4. 7 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen zonder kap; 5. 10 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen met kap; d. in afwijking van het bepaalde onder a mag een gedeelte van een gebouw buiten het bouwvlak worden gebouwd onder de volgende voorwaarden: 1. de oppervlakte van het deel van het gebouw dat buiten het bouwvlak ligt bedraagt maximaal 2 10 m ; 2. de bouwhoogte van het deel van het gebouw dat buiten het bouwvlak ligt bedraagt maximaal de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van het gebouw; 3. in afwijking van het bepaalde onder 1 en 2 gelden de bestaande maten als maximum indien deze meer bedragen dan de maten als genoemd onder 1 en 2; e. in afwijking van het bepaalde onder b en c gelden de bestaande goothoogte en de bestaande bouwhoogte als maximum indien deze bij het bestaande aantal bouwlagen meer bedragen dan de maten die genoemd zijn onder b en c; f. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 meter; g. in afwijking van het bepaalde onder f mag de bouwhoogte van masten en palen niet meer bedragen dan 10 m.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
22
9.3
Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 6.2 onder a voor de bouw aan de zijde van de voorgevellijn onder de volgende voorwaarden: a. het straatbeeld wordt niet verstoord; b. de oppervlakte van het deel van het gebouw dat buiten het bouwvlak ligt, bedraagt maximaal 2 10 m ; c. de bouwhoogte van het deel van het gebouw dat buiten het bouwvlak ligt bedraagt maximaal de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van het gebouw; d. in afwijking van het bepaalde onder b en c gelden de bestaande maten als maximum indien deze meer bedragen dan de maten als genoemd onder b en c.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
23
Artikel 10
10.1
Kantoor
Bestemmingsomschrijving
10.1.1 De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. kantoren; b. wonen, uitsluitend op de verdiepingen; c. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen. 10.1.2 Ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte' zijn de in lid 10.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor een praktijkruimte.
10.2
Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 10.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels: a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak; b. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan: 1. 4 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag al dan niet met kap; 2. 7 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 2 bouwlagen al dan niet met kap; 3. 7 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen al dan niet met kap; c. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan: 1. 4 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag zonder kap; 2. 7 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag met kap dan wel 2 bouwlagen zonder kap; 3. 10 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 2 bouwlagen met kap; 4. 7 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen zonder kap; 5. 10 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen met kap; d. in afwijking van het bepaalde onder a mag een gedeelte van een gebouw buiten het bouwvlak worden gebouwd onder de volgende voorwaarden: 1. de oppervlakte van het deel van het gebouw dat buiten het bouwvlak ligt bedraagt maximaal 2 10 m ; 2. de bouwhoogte van het deel van het gebouw dat buiten het bouwvlak ligt bedraagt maximaal de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van het gebouw; 3. in afwijking van het bepaalde onder 1 en 2 gelden de bestaande maten als maximum indien deze meer bedragen dan de maten als genoemd onder 1 en 2; e. in afwijking van het bepaalde onder b en c gelden de bestaande goothoogte en de bestaande bouwhoogte als maximum indien deze bij het bestaande aantal bouwlagen meer bedragen dan de maten die genoemd zijn onder b en c; f. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 meter; g. in afwijking van het bepaalde onder f mag de bouwhoogte van masten en palen niet meer bedragen dan 10 m. gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
24
Artikel 11
11.1
Maatschappelijk
Bestemmingsomschrijving
11.1.1 De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor overheids-, medische, onderwijs-, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke en vergelijkbare maatschappelijke voorzieningen, alsmede voorzieningen, ten behoeve van kinderdagverblijven en kinderopvang, alsmede bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen. 11.1.2 Ter plaatse van de aanduiding 'dansschool' zijn de in lid 11.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor een dansschool. 11.1.3 Ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' zijn de in lid 11.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor dienstverlening. 11.1.4 Ter plaatse van de aanduiding 'horeca' zijn de in lid 11.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor horeca in de vorm van een restaurant. 11.1.5 Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - synagoge' zijn de in lid 11.1.1 bedoelde gronden uitsluitend bestemd voor een synagoge. 11.1.6 Ter plaatse van de aanduiding 'wonen' zijn de in lid 11.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor wonen. 11.2
Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 11.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels: a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak; b. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan: 1. 4 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag al dan niet met kap; 2. 7 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 2 bouwlagen al dan niet met kap; 3. 7 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen al dan niet met kap; c. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan: 1. 4 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag zonder kap; 2. 7 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag met kap dan wel 2 bouwlagen zonder kap; 3. 10 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 2 bouwlagen met kap; 4. 7 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen zonder kap; 5. 10 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen met kap;
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
25
d. in afwijking van het bepaalde onder a mag een gedeelte van een gebouw buiten het bouwvlak worden gebouwd onder de volgende voorwaarden: 1. de oppervlakte van het deel van het gebouw dat buiten het bouwvlak ligt bedraagt maximaal 2 10 m ; 2. de bouwhoogte van het deel van het gebouw dat buiten het bouwvlak ligt bedraagt maximaal de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van het gebouw; 3. in afwijking van het bepaalde onder 2 en 3 gelden de bestaande maten als maximum indien deze meer bedragen dan de maten als genoemd onder 2 en 3; e. in afwijking van het bepaalde onder b en c geldt ter plaatse van de aanduiding: 1. 'maximale bouwhoogte' de bouwhoogte zoals aangegeven; 2. 'maximale goot- en bouwhoogte' de goot- en bouwhoogte zoals aangegeven; f. in afwijking van het bepaalde onder b en c gelden de bestaande goothoogte en de bestaande bouwhoogte als maximum indien deze bij het bestaande aantal bouwlagen meer bedragen dan de maten die genoemd zijn onder b en c; g. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 meter; h. in afwijking van het bepaalde onder f mag de bouwhoogte van masten en palen niet meer bedragen dan 10 m.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
26
Artikel 12
12.1
Maatschappelijk - Begraafplaats
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor een begraafplaats en bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen. 12.2
Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 12.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels: a. gebouwen zijn niet toegestaan; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 5 m.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
27
Artikel 13
13.1
Recreatie - Volkstuin
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Volkstuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor volkstuinen en bij deze bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen zoals groen, water, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen. 13.2
Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 13.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels: 2
a. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 8 m per volkstuin; b. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m; c. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 1 m.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
28
Artikel 14
14.1
Sport
Bestemmingsomschrijving
14.1.1 De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het uitoefenen van sportactiviteiten; b. bijbehorende ondergeschikte horeca- en kantoorfuncties; c. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen. 14.1.2 Ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' zijn de in lid 14.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor dienstverlening. 14.1.3 Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - schietbaan' zijn de in lid 14.1.1 bedoelde gronden uitsluitend bestemd voor een schietbaan.
14.2
Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 14.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels: a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak; b. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan: 1. 4 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag al dan niet met kap; 2. 7 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 2 bouwlagen al dan niet met kap; 3. 7 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen al dan niet met kap; c. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan: 1. 4 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag zonder kap; 2. 7 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag met kap dan wel 2 bouwlagen zonder kap; 3. 10 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 2 bouwlagen met kap; 4. 7 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen zonder kap; 5. 10 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen met kap; d. in afwijking van het bepaalde onder a mag een gedeelte van een gebouw buiten het bouwvlak worden gebouwd onder de volgende voorwaarden: 1. de oppervlakte van het deel van het gebouw dat buiten het bouwvlak ligt bedraagt maximaal 2 10 m ; 2. de bouwhoogte van het deel van het gebouw dat buiten het bouwvlak ligt bedraagt maximaal de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van het gebouw; 3. in afwijking van het bepaalde onder 1 en 2 gelden de bestaande maten als maximum indien deze meer bedragen dan de maten als genoemd onder 1 en 2; e. in afwijking van het bepaalde onder c geldt ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de maximale bouwhoogte zoals aangegeven; gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
29
f.
in afwijking van het bepaalde onder b en c gelden de bestaande goothoogte en de bestaande bouwhoogte als maximum indien deze bij het bestaande aantal bouwlagen meer bedragen dan de maten die genoemd zijn onder b en c; g. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 meter; h. in afwijking van het bepaalde onder f mag de bouwhoogte van masten en palen niet meer bedragen dan 10 m.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
30
Artikel 15
15.1
Tuin
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen en bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water, erfafscheidingen en nutsvoorzieningen.
15.2
Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 15.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels: a. gebouwen zijn niet toegestaan; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 m.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
31
Artikel 16
16.1
Verkeer
Bestemmingsomschrijving
16.1.1 De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f. g. h. i.
wegen; voet- en fietspaden; parkeren; verblijfs- en speelgebied; geluidwerende voorzieningen; nutsvoorzieningen; groen; water; bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals straatmeubilair.
16.1.2 Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - standplaats' zijn de in lid 16.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor (ambulante) detailhandel. 16.1.3 Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer-chauffeursruimte' zijn de in lid 16.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor een (wacht)ruimte voor buschauffeurs.
16.2
Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 16.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels: a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van detailhandel - standplaats' en 'specifieke vorm van verkeer-chauffeursruimte' waarbij: 2 1. de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 25 m ; 2. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 20 m.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
32
Artikel 17
17.1
Verkeer - Verblijfsgebied
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e.
voet- en fietspaden; verblijfs- en speelgebied; groen; water; bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals straatmeubilair.
17.2
Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 17.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels: a. gebouwen zijn niet toegestaan; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 m.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
33
Artikel 18
18.1
Water
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wateraan- en afvoer, b. waterberging; c. bij deze bestemming behorende voorzieningen.
18.2
Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 18.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels: a. gebouwen zijn niet toegestaan; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 5 m.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
34
Artikel 19
19.1
Water - Vaarweg
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water - Vaarweg' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d.
wateraan- en afvoer; waterberging; scheepvaart; bij deze bestemming behorende voorzieningen.
19.2
Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 19.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels: a. de bouw van gebouwen is niet toegestaan; b. de bouw van aanlegsteigers is niet toegestaan; c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 15 m.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
35
Artikel 20
20.1
Wonen
Bestemmingsomschrijving
20.1.1 De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen; b. aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten; c. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen. 20.1.2 Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf' zijn de in lid 20.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor bedrijven op de begane grond van gebouwen waarbij bedrijfsactiviteiten zijn toegelaten in categorie 1 en 2 als bedoeld in de bij deze regels behorende 'Staat van bedrijfsactiviteiten' alsmede daaraan voor wat betreft de invloed op de omgeving gelijk te stellen bedrijfsactiviteiten met uitzondering van seksinrichtingen. 20.1.3 Ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' zijn de in lid 20.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor dienstverlening met uitzondering van seksinrichtingen. 20.1.4 Ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' zijn de in lid 20.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor detailhandel. 20.1.5 Ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' zijn de in lid 20.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor maatschappelijke voorzieningen. 20.1.6 Ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' zijn de in lid 20.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor kantoren. 20.1.7 Ter plaatse van de aanduiding 'garage' zijn de in lid 20.1.1 bedoelde gronden uitsluitend bestemd voor huishoudelijke bergruimte en voor de stalling van motorvoertuigen. 20.1.8 Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - rijwielhandel' zijn de in lid 20.1.1 bedoelde gronden uitsluitend op de begane grond bestemd voor een rijwielhandel met bijbehorende fietsenwerkplaats. 20.1.9 Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderdagverblijf' zijn de in lid 20.1.1 bedoelde gronden uitsluitend op de begane grond bestemd voor een kinderdagverblijf.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
36
20.2
Bouwregels
20.2.1 Ten aanzien van de in lid 20.1 bedoelde gronden gelden voor hoofdgebouwen de volgende bouwregels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak; b. het aantal woningen, zoals aanwezig ten tijde van het in werking treden van dit plan, mag niet worden vergroot; c. de voorgevel van hoofdgebouwen dient te worden gebouwd in of maximaal 5 m achter de naar de weg gekeerde grens van het bouwvlak; d. de afstand van hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder bedragen dan de bestaande afstand; e. de diepte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan de bestaande diepte, met dien verstande, dat de diepte van de woningen aan het dijklint, zoals opgenomen in lid 1.26 van de begrippen, mag worden vergroot tot een diepte van 10 m, indien de bestaande diepte minder dan 10 m bedraagt; f. de goothoogte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan: 1. 4 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag al dan niet met kap; 2. 7 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 2 bouwlagen al dan niet met kap; 3. 7 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen al dan niet met kap; g. de bouwhoogte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan: 1. 4 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag zonder kap; 2. 7 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 1 bouwlaag met kap dan wel 2 bouwlagen zonder kap; 3. 10 m indien het bestaande gebouw bestaat uit 2 bouwlagen met kap; 4. 7 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen zonder kap; 5. 10 m vermeerderd met 3 meter voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen met kap; h. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient een vrije hoogte van tenminste 2,5 m te worden aangehouden; i. in afwijking van het bepaalde onder f en g gelden de bestaande goothoogte en de bestaande bouwhoogte als maximum indien deze bij het bestaande aantal bouwlagen meer bedragen dan de maten die genoemd zijn onder g en h. 20.2.2 Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - inhoud' geldt dat de inhoudsmaat over twee bouwlagen mag worden vergroot tot een diepte van maximale 1,10 m. 20.2.3 In afwijking van het bepaalde in lid 20.2.1 onder g geldt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gevelopbouw' dat de goothoogte mag worden verhoogd met ten hoogste 2 m. 20.2.4 In afwijking van het bepaalde in lid 20.2.1 onder f en g geldt ter plaatse van de aanduiding 'plat dak' dat het dak uitsluitend als plat dak mag worden uitgevoerd, met een bouwhoogte van maximaal de bestaande bouwhoogte.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
37
20.2.5 In afwijking van het bepaalde in lid 20.2.1 onder g geldt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dakopbouw' dat de bouwhoogte mag worden verhoogd met ten hoogste 2 m. 20.2.6 Ten aanzien van de in lid 20.1 bedoelde gronden gelden voor aanbouwen, vrijstaande bijgebouwen en overkappingen de volgende bouwregels: a. aanbouwen, vrijstaande bijgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak, vanaf 1 m achter (het verlengde van) de voorgevellijn en op tenminste 1 m uit de zijerfgrens indien deze grenst aan de openbare weg; b. de gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen, vrijstaande bijgebouwen en overkappingen mag 2 per bouwperceel niet meer bedragen dan 100 m met dien verstande dat de gronden gelegen achter (het verlengde van) de voorgevellijn voor 50% onbebouwd dienen te blijven; c. de bouwhoogte van aanbouwen mag niet meer bedragen dan de bouwhoogte van de begane grondlaag van het hoofdgebouw waaraan gebouwd wordt, vermeerderd met 0,3 m; d. in afwijking van het bepaalde onder c, bedraagt de bouwhoogte van aanbouwen op het zijerf ten hoogste 5 m en de goothoogte niet meer dan de bouwhoogte van de eerste bouwlaag, vermeerderd met 0,3 m; e. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 3 m; f. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 5 m; g. de diepte van aanbouwen aan de achterzijde van een hoofdgebouw, gemeten vanaf de achtergevel van het hoofdgebouw gemeten, bedraagt ten hoogste 4 m; h. de voorgevellijn mag worden overschreden door tot het gebouw behorende erkers en serres, mits: 1. de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt; 2. de breedte van erkers en andere uitbouwen voor de voorgevel van woningen niet meer dan twee derde van de breedte van de gevel bedragen; 3. de afstand van de uitbouwen tot de voorste perceelsgrens ten minste 2 m bedraagt; 4. uitsluitend op de begane grondlaag wordt gebouwd; i. in afwijking van het bepaalde onder a mag, indien ten tijde van het ontwerp ter inzage leggen van het dit plan de erfbebouwing in de voortuin is gerealiseerd, het gezamenlijk oppervlak aan uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen op het voorerf ten hoogste 40 % van het gezamenlijk 2 voorerf bedragen met een maximum van 25 m , met dien verstande, dat: 1. de bebouwing op het voorerf op een afstand van ten hoogste 2 m tot de voorerfgrens dient te worden gebouwd; 2. bij deze woningen op het achtererf ten hoogste één bijgebouw mag worden gebouwd met een 2 maximum grondoppervlak van 6 m ; 3. achter de achtergevel van de woning een uitbouw mag worden gebouwd met een diepte van ten hoogste 2 m; 4. de bebouwing op het achtererf in of op een afstand van ten minste 1 m uit de zijerfgrens dient te worden gebouwd; j. in afwijking van het bepaalde onder a en onder i mag aan de zijde van de voorgevellijn uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouw' een berging worden gebouwd onder de volgende voorwaarden: 2 1. de oppervlakte bedraagt maximaal 6 m ; 2. de bouwhoogte bedraagt maximaal de bouwhoogte van de (eerste) bouwlaag van het hoofdgebouw; k. de afstand tussen aanbouwen op het achtererf en vrijstaande bijgebouwen mag niet minder bedragen dan 2 m. gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
38
20.2.7 In afwijking van het bepaalde in lid 20.2.6 geldt ter plaatse van de aanduiding 'garage' dat de bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan 2,5 m. 20.2.8 Ten aanzien van de in lid 20.1 bedoelde gronden gelden voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en geen overkappingen zijnde de volgende bouwregels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 2 m; b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak mag niet meer bedragen dan: 1. voor (het verlengde van) de voorgevel: 1 m; 2. achter (het verlengde van) de voorgevel 2 m; c. de bouwhoogte van masten en palen niet meer bedragen dan 7 m; d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 meter. 20.2.9 In afwijking van het bepaalde in lid 20.2.1 en 20.2.6 gelden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering' de volgende bouwregels: a. hoofdgebouwen dienen te worden voorzien van een kap met een dakhelling tussen 35° en 55°; b. per woning dienen ten minste 2 parkeerplaatsen binnen het bestemmingsvlak wonen te worden gerealiseerd en in stand gehouden. 20.2.10 In afwijking van het bepaalde in lid 20.2.1 en 20.2.6 gelden ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaatsen' de volgende bouwregels: a. b. c. d. e. f.
het aantal woonwagens mag niet meer bedragen dan 4; woonwagens dienen te worden geplaatst binnen het bouwvlak; de goothoogte van woonwagens mag niet meer bedragen dan 3,5 m; de bouwhoogte van woonwagens mag niet meer bedragen dan 5 m; de onderlinge afstand tussen woonwagens dient tenminste 5 m te bedragen; per woonwagen mag ten hoogste één bijgebouw worden gebouwd met een grondoppervlak van 2 ten hoogste 15 m ; g. de minimale afstand tussen bijgebouw en aangrenzende woonwagen dient ten minste 2 m te bedragen. 20.2.11 Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de leden 20.2.1 t/m 20.2.10 zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering. 20.3
Specifieke gebruiksregels
20.3.1 Onverminderd het bepaalde in lid 20.1 is het gebruik van vrijstaande bijgebouwen als zelfstandige woonruimte in strijd met het plan.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
39
20.3.2 Ter plaatse van de in lid 20.1 bedoelde gronden is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie met in achtneming van het volgende indien niet meer dan 30% van het bebouwde oppervlak voor dit 2 doel worden aangewend, tot een maximum van 40 m . 20.3.3 Ter plaatse van de in lid 20.1 bedoelde gronden is het gebruik ten behoeve van onzelfstandige wooneenheden toegestaan, met dien verstande, dat een woning uit niet meer dan uit 4 onzelfstandige wooneenheden mag bestaan. 20.3.4 Ter plaatse van de aanduiding 'garage' mogen de gronden uitsluitend worden gebruikt voor het stallen van motorvoertuigen of als berging.
20.4
Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van lid 20.3.3 voor het toestaan van maximaal 6 wooneenheden indien de oppervlakte van de woning zulks toestaat.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
40
Artikel 21
21.1
Leiding - Hoogspanningsverbinding
Bestemmingsomschrijving
21.1.1 De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een bovengrondse 380 kV hoogspanningsverbinding en de bij deze dubbelbestemming voorzieningen. 21.1.2 Indien de belangen van de in lid 21.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Waterstaat - Waterkering; Waterstaat - Waterbergingsgebied Leiding - Hoogspanningsverbinding; Leiding - Riool; Waterstaat; Waarde - Archeologie.
21.2
Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 21.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels: a. ten behoeve van de hoogspanningsverbinding mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht met een bouwhoogte van maximaal 150 m; b. ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen mag, met inachtneming van de voor de betrokken bestemmingen geldende regels, uitsluitend worden gebouwd ter vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken waarbij de bestaande oppervlakte en bouwhoogte van de bouwwerken niet wordt vergroot en de situering van de bouwwerken niet veranderd.
21.3
Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 21.2 onder b, indien de belangen en de veiligheid van de hoogspanningsverbinding niet worden geschaad en de bij de betrokken bestemming horende bouwregels in acht worden genomen. Burgemeester en wethouders winnen ten behoeve van de beoordeling van de omgevingsvergunning schriftelijk advies in bij de betrokken leidingbeheerder.
21.4
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden
21.4.1 Het is verboden op of in de in lid 21.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren te doen uitvoeren of te laten uitvoeren: a. het aanbrengen van beplantingen en bomen; gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
41
b. het uitvoeren van grondbewerkingen; c. het graven, vergraven en vergroten van watergangen en waterpartijen; d. het permanent opslaan van goederen. 21.4.2 Het bepaalde in lid 21.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden: a. die verband houden met normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming; b. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor bij omgevingsvergunning afwijking is verleend als bedoeld in lid 21.3; c. die reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan. 21.4.3 De in lid 21.4.1 genoemde vergunning kan worden verleend indien de belangen en de veiligheid van de hoogspanningsverbinding niet (kunnen) worden geschaad door de voorgenomen werken en werkzaamheden. Burgemeester en wethouders winnen ten behoeve van een vergunningaanvraag schriftelijk advies in bij de betrokken leidingbeheerder.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
42
Artikel 22
22.1
Leiding - Riool
Bestemmingsomschrijving
22.1.1 De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor een rioolwatertransportleiding met een diameter van ten hoogste 840 mm en de bij deze dubbelbestemming behorende voorzieningen. 22.1.2 Indien de belangen van de in lid 22.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Waterstaat - Waterkering; Waterstaat - Waterbergingsgebied Leiding - Hoogspanningsverbinding; Leiding - Riool; Waterstaat; Waarde - Archeologie.
22.2
Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 22.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels: a. op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m; c. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
22.3
Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van lid 22.2 onder a tot en met c, met inachtneming van de volgende regels: a. de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels worden in acht genomen; b. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan het veilig en doelmatig functioneren van de leiding en vooraf wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 22.4.1 Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
43
a. het afgraven, ophogen en egaliseren van gronden; b. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen, het bebossen van gronden en het indrijven van voorwerpen in de grond; c. het aanleggen en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen; d. het aanleggen van rioleringen, overstorten, leidingen of kabels (anders dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven); e. het opslaan van zaken (waaronder begrepen afvalstoffen). 22.4.2 Het verbod van lid 22.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor omgevingsvergunning is verleend, zoals bedoeld in lid 22.3; b. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen; c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan. 22.4.3 De werken en werkzaamheden, zoals in lid 22.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
44
Artikel 23
23.1
Waarde - Archeologie
Bestemmingsomschrijving
23.1.1 De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de archeologische waarde en de bij deze dubbelbestemming behorende voorzieningen. 23.1.2 Indien de belangen van de in lid 23.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Waterstaat - Waterkering; Waterstaat - Waterbergingsgebied Leiding - Hoogspanningsverbinding; Leiding - Riool; Waterstaat; Waarde - Archeologie.
23.2
Bouwregels
Op de in lid 23.1 bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd die dieper reiken dan 2 0,3 m en die een grondoppervlakte hebben groter dan 100 m .
23.3
Afwijken van de bouwregels
23.3.1 a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 23.2, voor het bouwen ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, conform de bouwregels op grond van de betreffende bestemming, mits de archeologische waarde niet wordt geschaad. b. Alvorens een omgevingsvergunning te kunnen verlenen, dient de aanvrager van omgevingsvergunning voor het bouwen aan burgemeester en wethouders hieromtrent een schriftelijk advies van een archeologisch deskundige te overleggen. 23.3.2 Aan een omgevingsvergunning voor het afwijken kunnen voorwaarden worden verbonden in het belang van de bescherming van de archeologische waarde. 23.4
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden
23.4.1 Het is verboden op of in de in lid 23.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde uit te voeren te doen uitvoeren of te laten uitvoeren: a. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen; b. het uitvoeren van grondbewerkingen; c. het graven, vergraven, vergroten alsmede het dempen van watergangen en waterpartijen; gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
45
d. het ophogen van gronden; e. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen; f. het verhogen of het verlagen van de grondwaterstand. 23.4.2 Het bepaalde in lid 23.4.1 is niet van toepassing a. op normale onderhoudswerkzaamheden gericht op en noodzakelijk voor de instandhouding van het onderhavige plangebied; b. op andere werken en/of werkzaamheden die uit een oogpunt van bescherming van de archeologische waarde van niet ingrijpende betekenis zijn; c. indien uit archeologisch onderzoek is komen vast te staan dat er geen sprake is van te beschermen archeologische waarden. 23.4.3 De in lid 23.4.1 genoemde vergunning kan worden verleend indien de archeologische waarde van de gronden niet onevenredig wordt geschaad door de voorgenomen werken en werkzaamheden. 23.4.4 Aan een omgevingsvergunning kunnen voorwaarden worden verbonden in het belang van de bescherming van de archeologische waarde. 23.4.5 In het belang van de bescherming van de archeologische waarde van de gronden dient de aanvrager van een vergunning een rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag kan worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld. 23.4.6 Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 23.4.1 wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk advies ingewonnen een archeologisch deskundige. 23.5
Wijzigingsbevoegdheid
23.5.1 Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd de in lid 23.1 bedoelde dubbelbestemming te wijzigen indien uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat er geen sprake is van te beschermen archeologische waarde. 23.5.2 Alvorens toepassing te geven aan deze bepaling winnen burgemeester en wethouders advies in bij een archeologisch deskundige.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
46
Artikel 24
24.1
Waterstaat
Bestemmingsomschrijving
24.1.1 De voor 'Waterstaat' aangewezen gronden zijn , behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het het beheer en onderdhoud van vaarwegen en de bij deze dubbelbestemming behorende voorzieningen. 24.1.2 Indien de belangen van de in lid 24.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Waterstaat - Waterkering; Waterstaat - Waterbergingsgebied Leiding - Hoogspanningsverbinding; Leiding - Riool; Waterstaat; Waarde - Archeologie.
24.2
Bouwregels
Op de in lid 24.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat de bouwhoogte van de bouwwerken niet meer mag bedragen dan 10 m. 24.3
Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 24.2 voor het bouwen ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits: a. de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen; b. het belang van de waterstaatsdoeleinden niet onevenredig worden geschaad en vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
47
Artikel 25
25.1
Waterstaat - Waterbergingsgebied
Bestemmingsomschrijving
25.1.1 De voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zijn , behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor waterzuivering en waterberging -waaronder wadi's- en de bij deze dubbelbestemming behorende voorzieningen. 25.1.2 Indien de belangen van de in lid 25.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Waterstaat - Waterkering; Waterstaat - Waterbergingsgebied Leiding - Hoogspanningsverbinding; Leiding - Riool; Waterstaat; Waarde - Archeologie.
25.2
Bouwregels
Op de in lid 25.1 bedoelde gronden mogen geen bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd. 25.3
Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 25.2 voor het bouwen, geen gebouwen zijnde, van ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, met dien verstande, dat: a. de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen; b. het belang van de waterberging daardoor niet onevenredig wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
48
Artikel 26
26.1
Waterstaat - Waterkering
Bestemmingsomschrijving
26.1.1 De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn , behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het in stand houden, het beheer, het onderhoud, de verbetering van de waterkering en de bij deze dubbelbestemming behorende voorzieningen. 26.1.2 Indien de belangen van de in lid 26.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Waterstaat - Waterkering; Waterstaat - Waterbergingsgebied Leiding - Hoogspanningsverbinding; Leiding - Riool; Waterstaat; Waarde - Archeologie.
26.2
Bouwregels
Op de in lid 26.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat de bouwhoogte van de bouwwerken niet meer mag bedragen dan 10 m. 26.3
Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 26.2 voor het bouwen ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, met dien verstande, dat: a. de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen; b. het belang van de waterkering niet onevenredig wordt geschaad; c. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
49
HOOFDSTUK 3 Artikel 27
Algemene regels
Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
50
Artikel 28
28.1
Algemene bouwregels
Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening
De regels van stedenbouwkundige aard en de bereikbaarheidseisen van paragraaf 2.5 van de bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing, voor zover het betreft: a. b. c. d. e.
bereikbaarheid van bouwwerken voor wegverkeer, brandblusvoorzieningen; brandweeringang; bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten; de ruimte tussen bouwwerken; parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden.
28.2
Overschrijding bouwgrenzen
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door: a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt; b. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt.
28.3
Toegelaten bouwwerken met afwijkende maten
a. voor een bouwwerk, dat krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de maatvoeringsbepalingen in de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat: 1. bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden; 2. bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden; b. in geval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt; c. op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het 'Overgangsrecht bouwwerken' als opgenomen in lid 34.1 in dit plan niet van toepassing.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
51
Artikel 29
Algemene gebruiksregels
Onder strijdig gebruik van gronden en gebouwen wordt in ieder geval verstaan het gebruik als seksinrichting.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
52
Artikel 30
30.1
Algemene aanduidingsregels
Veiligheidszone-vervoer gevaarlijke stoffen
Ten aanzien van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone-vervoer gevaarlijke stoffen' geldt dat: a. geen (nieuwe) kwetsbare objecten mogen worden gebouwd; b. beperkt kwetsbare objecten mogen worden gebouwd onder een gewichtige motivering, waarbij wordt aangetoond dat sprake is van een acceptabele externe veiligheidssituatie. 30.2
Monumenten
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' is primair het bepaalde in de Monumentenwet van toepassing. 30.3
Sloopvergunning
30.3.1 Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen. 30.3.2 Het bepaalde in lid 30.3.1 is niet van toepassing: a. op normale sloop- of onderhoudswerkzaamheden gericht op en noodzakelijk voor de instandhouding van de bebouwing; b. op werkzaamheden van ondergeschikte betekenis, indien door burgemeester en wethouders is medegedeeld dat voor die werkzaamheden geen sloopvergunning is vereist; c. reeds ingevolge het bepaalde in artikel 37 van de Monumentenwet of een gelijke bepaling uit de gemeentelijke monumentenverordening reeds een sloopvergunning is vereist en deze ook is verkregen. 30.3.3 De in lid 30.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend: a. indien door de werkzaamheden geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de karakteristieke waarde van het bouwwerk of b. een aanvraag redelijkerwijs niet kan worden geweigerd in verband met onevenredig hoge kosten ter behoud van het karakteristieke bouwwerk. 30.3.4 Aan een vergunning als bedoeld in lid 30.3.1 kunnen door burgemeester en wethouders voorwaarden worden verbonden. 30.4
Duikers
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - duiker' zijn de gronden mede bestemd voor de water aan- en afvoer.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
53
Artikel 31
Algemene afwijkingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd -tenzij op grond van hoofdstuk 2 een omgevingsvergunning voor afwijken is verleend- mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning af te wijken van: a. afwijken van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%; b. het bepaalde onder a is niet van toepassing op de oppervlakte en bouwpercentage als bedoeld in artikel 20.2.6 onder b en d; c. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voorzover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot. Omgevingsvergunning voor afwijken wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
54
Artikel 32
Algemene wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen indien de wijziging betrekking heeft op: a. het wijzigen van de bestemming 'Wonen' in de bestemming 'Gemengd', met dien verstande dat bedrijvigheid met een ongewenst verkeersaantrekkende werking niet worden toegelaten. b. het wijzigen van de bestemming 'Verkeer' (uitsluitend indien deze feitelijk is ingericht als groen) of 'Groen' in de bestemming 'Tuin' indien de bestemming grenst aan een bestaande woon- of tuinbestemming en het geen (hoofd)structuurgroen betreft; c. het toevoegen van de bestemming 'Waarde - Archeologie', indien uit nader archeologisch onderzoek is gebleken, dat er sprake is van een gebied met oudheidkundige waarden, dan wel nadat er sprake is van opgravingen en documentatie waardoor planologische bescherming noodzakelijk wordt geacht.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
55
Artikel 33
33.1
Algemene procedureregels
Procedureregels afwijken bij omgevingsvergunning
Op de voorbereiding van een omgevingsvergunning voor afwijken is de procedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
33.2
Procedureregels bij wijzigen ex artikel 3.6 Wro
Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging is de procedure als bedoeld in artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
56
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
57
HOOFDSTUK 4 Artikel 34
34.1
Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
34.1.1 Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. 34.1.2 Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van lid 34.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 34.1.1 met maximaal 10%. 34.1.3 Lid 34.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
34.2
Overgangsrecht gebruik
34.2.1 Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 34.2.2 Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 34.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. 34.2.3 Indien het gebruik, bedoeld in het lid 34.2.1 na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 34.2.4 Lid 34.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
58
Artikel 35
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Woongebied.
gemeente Sliedrecht regels bestemmingsplan Woongebied ontwerp 9 januari 2012
BIJLAGEN
BIJLAGE Staat van bedrijfsactiviteiten
De Staat van bedrijfsactiviteiten geeft slechts inzicht in milieuplanologische aspecten per bedrijfstype en een specifieke bedrijfssituatie. Voor de onderscheiden bedrijfstypen, gerangschikt volgens de Standaard Bedrijfs Indeling (SBI-lijst) van het CBS, zijn per bedrijfstype voor elk van de aspecten geur, stof, geluid en gevaar de richtafstanden aangegeven die in de meeste gevallen kunnen worden aangehouden tussen een bedrijf, bedrijven c.q. bedrijfsactiviteiten (de milieubelastende activiteiten, opslagen en installaties) en een rustige woonwijk. Bij het aanhouden van de richtafstanden tussen de bedrijven/bedrijfsactiviteiten en milieugevoelige objecten (woningen) kan hinder en schade aan mensen binnen aanvaardbare normen worden gehouden. Onder bedrijven worden in dit verband ook begrepen diverse productie- en handelsbedrijven en recreatiebedrijven en milieubelastende vormen van publieke dienstverlening en openbare instellingen. Onder milieugevoelige objecten vallen ook ziekenhuizen scholen en terreinen voor verblijfsrecreatie.
Een goede milieuhygiënische kwaliteit in gebieden kan worden gerealiseerd door een juiste afstemming van de situering van bedrijven en milieugevoelige functies (zoals woningen). Om dit te bereiken kunnen globaal bezien twee wegen worden bewandeld: beïnvloeding door middel van ruimtelijke ordening; het nemen van maatregelen op het milieuhygiënische vlak.
Gemeente Sliedrecht, Bestemmingsplan Woongebied
Hierna wordt een korte toelichting gegeven op de Staat van bedrijfsactiviteiten. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen
Bij de regeling in het bestemmingsplan wordt gebruik gemaakt van een "Staat van bedrijfsactiviteiten", gebaseerd op de publicatie "Bedrijven en milieuzonering" van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG, publicatie juni 2007; “het groene boekje”). Door het koppelen van soorten bedrijven aan richtafstanden met betrekking tot aan te houden afstanden tussen bedrijven en milieugevoelige objecten biedt de staat een (aanvullend) instrument voor ruimtelijk-ordeningsbeleid bij bestemmingsplannen.
1
In verband met de specifieke situatie van bedrijventerreinen is er, in het kader van een goede ruimtelijke ordening, gekozen voor het in eerste instantie uitsluiten van een aantal bedrijven/bedrijfsactiviteiten (de negatieve lijst). Deze activiteiten zijn in bijgaande staat doorgehaald. Aan vestiging van de doorgehaalde bedrijven kan, na een door burgemeester en wethouders te verlenen ontheffing, en na een nadere belangenafweging, medewerking worden verleend. In de regels is aangegeven of en zo ja onder welke voorwaarden medewerking kan worden verleend. Aan de ontheffing kunnen daarbij, zo nodig voorwaarden worden gesteld.
Staat van bedrijfsactiviteiten
Inleiding
De ruimtelijke ordening fungeert daarbij als het beleidskader en vormt een "grove zeef", waarbij getracht wordt de juiste functie op de juiste plaats te situeren. Bij de ruimtelijke ordening zijn het aanhouden van afstand tussen bron en gevoelig object (zonering) en functietoedeling de belangrijkste middelen. Milieuhygiënische maatregelen zorgen er vervolgens voor dat, zonodig, voor de inrichting maatregelen worden getroffen ter voorkoming of beperking van hinder in het omliggende gebied.
naar de eerdergenoemde publicatie "Bedrijven en milieuzonering" van de VNG.
Voorontwerp
Toelichting op de Staat van bedrijfsactiviteiten
Richtafstandenlijst, Versie 101
Gemeente Sliedrecht, Bestemmingsplan Woongebied
De richtafstanden gelden enerzijds de grens van de bestemming of perceel die bedrijven/bedrijfsactiviteiten en/of andere milieubelastende functies toelaat en anderzijds de uiterste situering van de gevel van het milieugevoelig object zoals een woning of een andere milieugevoelige functie die volgens het bestemmingsplan of via vergunningvrij bouwen (bijvoorbeeld voor een uitbreiding van de woning) mogelijk is. De gegeven afstanden zijn richtafstanden en geen harde afstandsnormen. Geringe afwijkingen kunnen in de lokale situatie (gemotiveerd) mogelijk zijn.
Wijze van meten richtafstanden
De in lijst 1 en 2 vermelden richtafstanden voor de vier ruimtelijk relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar. Bij het bepalen van de richtafstanden zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:: het betreft "gemiddelde" nieuwe bedrijven met voor nieuwe bedrijven gangbare voorzieningen binnen het gedefinieerde bedrijfstype; het referentiegebied betreft woningen in een “rustige woonwijk” en een “rustig buitengebied”; de opgenomen richtafstanden bieden in beginsel ruimte voor normale groei van de bedrijfsactiviteiten;
Voor wat betreft de milieucomponenten zijn "afstanden" bepaald ten aanzien van: geur; stof; geluid; gevaar. Richtafstanden voor geur, stof, geluid en gevaar
Richtafstandenlijst, Versie 101
2
In de kolom met richtafstanden voor geluid is, waar van toepassing, de letter “C” van continu opgenomen om aan te geven dat bij de betreffende activiteiten voor geluid meestal continu (dag en nacht) in bedrijf zijn. Voor bedrijven die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken in de zin van de Wet geluidhinder art 4.2 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer is de letter “Z“ opgenomen. Kolom met richtafstanden voor gevaar
Kolom met richtafstanden voor geluid
Doordat de bedrijfstypen zodanig gedefinieerd/geclusterd zijn dat voor wat betreft de milieubelastingen sprake is van een zekere uniformiteit kan, onder meer door verschillende installaties, processen, (grond)stoffen, producten, productieomvang, terreinindeling, voorzieningen en dergelijke, sprake zijn een zekere variatie. De in de lijst aangegeven afstanden zijn dan ook indicatief. In concrete situaties kan er sprake zijn van afwijkingen van de gehanteerde uitgangspunten voor lijst 1 en 2. Daarbij kan er in concrete situaties sprake zijn van een hogere dan wel een lagere milieubelasting
Bij de onderscheiden bedrijfstypen is bij de beoordeling van de milieu-planologische aspecten uitgegaan van: in Nederland aanvaarde normen voor wat betreft de emissies door milieubelastende activiteiten; in Nederland voorgeschreven of aanvaarde grens- en richtwaarden voor wat betreft de toelaatbare immissies bij woningen en andere milieugevoelige objecten; ervaringen/waarnemingen voor wat betreft de omvang en schadelijkheid van emissies door activiteiten.
Voorontwerp
Gemeente Sliedrecht, Bestemmingsplan Woongebied
Bij de bepaling van de richtafstanden is uitgegaan van “gemiddelde moderne activiteiten met gebruikelijke productieprocessen en
Kolom milieucategorie
Per bedrijfsactiviteit is voor elke milieucomponent een afstand aangegeven, die vanwege die milieucomponent tot een milieugevoelig object in beginsel moet worden aangehouden. De grootste daarvan vormt de indicatie voor de aan te houden afstand van de bedrijfsactiviteit tot een milieugevoelig object. Deze grootste afstand is daarom in de Staat van bedrijfsactiviteiten opgenomen in de kolom "afstand". De in deze kolom gegeven afstandsmaten bepalen tezamen met de indices de milieucategorie van een bedrijfsactiviteit; deze categorieën staan vermeld in de kolom "cat". Er zijn zes milieucategorieën; per milieucategorie gelden de volgende afstanden:
-
Grootste afstand en milieucategorie
Het betreft hier over het algemeen alle gevaarsaspecten met inbegrip van brandgevaar en explosiegevaar. De letter “R” is opgenomen voor activiteiten die onder de werking van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) vallen of gaan vallen. Voor deze activiteiten die altijd te worden nagegaan of het Bevi van toepassing is en dient zonodig te worden getoetst aan de in het Bevi opgenomen vaste afstanden voor het plaatsgebonden risico. Daarnaast geldt ook nog de verantwoordingsplicht voor het groepsrisico in het invloedsgebied rondom deze inrichtingen. Nieuwvestiging van een Bevi-inrichting is slechts mogelijk nadat een “afweging op maat” heeft plaatsgevonden, waarbij is bezien wat de gevolgen zijn voor de bouw- en gebruiksmogelijkheden in de omgeving van de vestiging. De letter “V” is opgenomen voor activiteiten waarop het Vuurwerkbesluit van toepassing is.
Richtafstandenlijst, Versie 101
Aan te houden richtafstand tot omgevingstype rustige woonwijk en rustig buitengebied 0 - 10 m 30 m 50 m 100 m 200 m 300 m 500 m 700 m 1.000 m 1.500 m
3
In de kolom is onderscheid gemaakt tussen goederenvervoer (G) en personenvervoer (P). De index is van belang in relatie tot de gekozen
Index voor verkeersaantrekkende werking
Tevens zijn indices opgenomen voor verkeer, visueel, bodem en lucht, waarbij voor: index 1 sprake is van potentieel geen of geringe emissie of hinder; index 2 sprake is van aanzienlijke emissie of hinder; index 3 sprake is van potentieel ernstige emissie of hinder.
1 2 3.1 3.2 4.1 4.2 5.1 5.2 5.3 6
Milieucategorie
voorzieningen. In deze kolom is de letter “D” opgenomen indien er sprake is van een grote variatie in productieprocessen, waardoor er sprake kan zijn van een grote variatie in milieubelasting. In die gevallen dient dat per casus te worden bekeken.
Voorontwerp
Gemeente Sliedrecht, Bestemmingsplan Woongebied
De uitstoot van schadelijke stoffen naar de lucht is niet te vertalen in een richtafstand die bij voorkeur tot milieugevoelige objecten in acht genomen zou moeten worden. Toch kan de uitstoot van schadelijke stoffen naar de lucht planologisch relevant zijn, zoals ingeval van geëmitteerde stoffen op gevoelige bodems, gewassen en flora, zoals ingeval van neerslag verzurende stoffen op natuurgebieden en de neerslag van ware metalen op groenten. Bij activiteiten waar dit
Luchtverontreiniging
De index voor bodem kan een hulpmiddel zijn bij de selectie van toelaatbare inrichtingen op gevoelige gebieden zoals bodembeschermingsgebieden. In de kolom is de letter “B” opgenomen indien een activiteit een verhoogde kans geeft op bodemverontreiniging bijvoorbeeld bij calamiteiten, incidenten of “sluimerende” lekkages.
Bodemverontreiniging
De index voor visuele hinder is een indicator voor de (visuele) inpasbaarheid van activiteiten. Hoe kolossale industriële bouwwerken hebben een index gelijk aan 3; een klein kantoorgebouw een index gelijk aan 1. De bepaling van de index is subjectief en niet eenduidig. Door aankleding of afscherming kunnen “lelijke” installaties worden gemaskeerd. De index heeft dan ook vooral een signaalfunctie.
Visuele hinder
verkeersontsluiting. Daar waar de verkeersontsluiting slecht is zijn activiteiten met een relatief grote verkeersaantrekkende werking niet gewenst.
Richtafstandenlijst, Versie 101
4
Tabel 1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten bevat de verschillende bedrijfstypen met de SBI-codes, alsmede de bij de bedrijfstypen behorende milieu-planologische kenmerken gerelateerd aan de richtafstand tot het omgevingstype "rustige woonwijk" en "rustig buitengebied"; deze gegevens zijn verwerkt in de hierna volgende Staat van bedrijfsactiviteiten. De in tabel 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten van de VNG opgenomen "Opslagen en installaties" zijn niet afzonderlijk in de hierna volgende versie van de Staat vermeld, omdat deze doorgaans reeds tot een andere bedrijfsvoering gerekend worden.
De Staat van bedrijfsactiviteiten uit de publicatie "Bedrijven en milieuzonering" van de VNG bevat twee tabellen.
Tabellen
mogelijk relevant is, is de letter “L“ van luchtverontreiniging opgenomen.
Voorontwerp
niet van toepassing of niet relevant kleiner dan groter dan gelijk aan categorie en dergelijke klasse niet elders genoemd opslagcapaciteit productiecapaciteit productieoppervlak verwerkingscapaciteit uur dag week ton jaar bodemverontreiniging continu divers luchtverontreiniging zonering (op basis van de Wet geluidhinder) risico (Besluit externe veiligheid inrichtingen mogelijk van toepassing vuurwerkbesluit van toepassing
Gemeente Sliedrecht, Bestemmingsplan Woongebied
V
< > = cat. e.d. kl. n.e.g. o.c. p.c. p.o. v.c. u d w t j B C D L Z R
Lijst van afkortingen:
Richtafstandenlijst, Versie 101
Voorontwerp
5
0150 016 016 016 016 016 0162 02 02
021, 022, 024 03 03
0130 014 014 014 014 014 0142 02 02
020 05 05
-
-
0 1 2 3 4
0 1 2 3 4 0 1 2 3 4 5 6
0 1 2
0 1 2 3 4 5 6 7
-
nummer
VISSERIJ- EN VISTEELTBEDRIJVEN
Bosbouwbedrijven
BOSBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. BOSBOUW
Akker-en/of tuinbouw in combinatie met het fokken en houden van dieren (niet intensief) Dienstverlening t.b.v. de landbouw: - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m² - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o.<= 500 m² - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m² - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m² KI-stations
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfsgebouwen) Tuinbouw: - bedrijfsgebouwen - kassen zonder verwarming - kassen met gasverwarming - champignonkwekerijen (algemeen) - champignonkwekerijen met mestfermentatie - bloembollendroog- en prepareerbedrijven - witlofkwekerijen (algemeen) Fokken en houden van rundvee Fokken en houden van overige graasdieren: - paardenfokkerijen - overige graasdieren Fokken en houden van varkens Fokken en houden van pluimvee: - legkippen - opfokkippen en mestkuikens - eenden en ganzen - overig pluimvee Fokken en houden van overige dieren: - nertsen en vossen - konijnen - huisdieren - maden, wormen e.d. - bijen - overige dieren
OMSCHRIJVING
Gemeente Sliedrecht Bestemmingsplan Woongebied
01 011, 012, 013 011, 012, 013, 016 011, 012, 013 011, 012, 013 011, 012, 013 0113 0113 0163 011 0141, 0142 0143, 0145 0143 0145 0146 0147 0147 0147 0147 0147 0149 0149 0149 0149 0149 0149 0149
-
01 0111, 0113 0112 0112 0112 0112 0112 0112 0112 0112 0121 0122 0122 0122 0123 0124 0124 0124 0124 0124 0125 0125 0125 0125 0125 0125 0125
-
SBI-2008
GEUR 10
30 30 30 30 30
10
10 10 10 10 10
30
30 30 0 0 0 10
200 100 30 100 10 30 100
30 30 50 30
30 30 30
10 10 10 10 10 10 10 30
10
STOF
200 200 200 100
50 50 200
10 10 10 30 100 30 30 100
10 C C C C C C C C
C C C C C C
C C C C
50
50 30 50 30 30 C
30 C
30 30 50 30 30 30
50 50 50 50
30 C 30 C 50 C
30 30 30 30 30 30 30 30
30 C
GELUID
0
10 10 10 10 0
0
0 0 10 10 10 0
0 0 0 0
0 0 0
10 10 10 10 10 10 10 0
10
GROOTSTE AFSTAND 50
50 D 30 50 30 30
100
200 100 50 100 30 30 D
200 D 200 200 100 D
50 50 200 D
30 30 30 30 100 30 30 100
30
CATEGORIE 3.1
3.1 2 3.1 2 2
3.2
4.1 3.2 3.1 3.2 2 2
4.1 4.1 4.1 3.2
3.1 3.1 4.1
2 2 2 2 3.2 2 2 3.2
2
INDICES
G G G G G G G G
G G G G G G
G G G G
G G G G G
1 G
2 1 2 1 1
1 G
1 1 1 1 1 1
1 1 1 1
1 G 1 G 1 G
1 1 1 1 1 1 1 1
1 G
VERKEER
AFSTANDEN IN METERS
1
1 1 1 1 1
1
1 1 1 1 1 1
1 1 1 1
1 1 1
1
1 1 1 1 1 1
1
VISUEEL
SBI-1993
GEVAAR
Versie 1.01,september 2009
B B B B B B
B
BODEM
"Staat van bedrijfsactiviteiten"
L L L
L
LUCHT
1
032 032 08 08 089 06 06 061, 062 061 062 062 08 08 0812 0812 0812 0893 0899 10, 11 10, 11 101, 102 101, 102 101 101 101 101 101
101, 102
108 102 102 102 102 102 102 102
0502 0502 10 10 103 11 11 111 111 111 111 14 14 1421 1421 1421 144 145 15 15 151 151 151 151 151 151 151
151
151 152 152 152 152 152 152 152
-
OMSCHRIJVING
7 - loonslachterijen - vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 8 m² 0 Visverwerkingsbedrijven: 1 - drogen 2 - conserveren 3 - roken 4 - verwerken anderszins: p.o.> 1000 m² 5 - verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m² 6 - verwerken anderszins: p.o. <= 300 m²
Zeevisserijbedrijven Binnenvisserijbedrijven 0 Vis- en schaaldierkwekerijen 1 - oester-, mossel- en schelpenteeltbedrijven 2 - visteeltbedrijven - TURFWINNING Turfwinningbedrijven - AARDOLIE- EN AARDGASWINNING 0 Aardolie- en aardgaswinning: 1 - aardoliewinputten 2 - aardgaswinning incl. gasbeh.inst.: < 10.000.000 N m3/d 3 - aardgaswinning incl. gasbeh.inst.: >= 10.000.000 N m3/d - WINNING VAN ZAND, GRIND, KLEI, ZOUT, E.D. 0 Steen-, grit- en krijtmalerijen (open lucht): 1 - algemeen 2 - steenbrekerijen Zoutwinningbedrijven Mergel- en overige delfstoffenwinningbedrijven - VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN 0 Slachterijen en overige vleesverwerking: 1 - slachterijen en pluimveeslachterijen 2 - vetsmelterijen 3 - bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval 4 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m² 5 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m² 6 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m²
nummer
Gemeente Sliedrecht Bestemmingsplan Woongebied
0311 0312 032
-
0501.1 0501.2 0502
SBI-2008
GEUR
0 0 0
100 200 10 200
0 0 0 0 0 0
100 30 50
10 10 50 10
100 700 300 100 50 30
0 100 0 0 10 10 10
50 700 200 300 300 100 50
0
50
50
50
30 0
0 0
STOF
100 50
100 50
200 100 50 50 50 30
50
50
100 100 100 100 50 50
C C C C
C C C C C
200 700 Z 100 C 500 C
200 C 500 C 700 C Z
100 C
50 C 50 C
100 C 50 C
GELUID
30 30 0 30 30 10
10
10
50 R 30 50 R 50 R 30 10
10 10 30 50
200 R 200 R 200 R
10
0 0
50 R 10
GROOTSTE AFSTAND 700 200 300 300 D 100 50
50
50
100 D 700 300 100 50 50
200 D 700 100 500
200 500 700
100
100 50
100 50
CATEGORIE 5.2 4.1 4.2 4.2 3.2 3.1
3.1
3.1
3.2 5.2 4.2 3.2 3.1 3.1
4.1 5.2 3.2 5.1
4.1 5.1 5.2
3.2
3.2 3.1
3.2 3.1
INDICES
G G G G G G
G G G G
2 2 1 2 1 1
G G G G G G
2 G
1 G
2 2 2 2 1 1
2 2 2 3
1 G 1 G 1 G
2 G
1 G 1 G
2 G 1 G
VERKEER
AFSTANDEN IN METERS
2 2 2 2 1 1
1
1
1 2 2 2 1 1
1 2 1 3
2 1 1
2
1 1
2 1
VISUEEL
SBI-1993
GEVAAR
Versie 1.01,september 2009
B
B B B
BODEM
"Staat van bedrijfsactiviteiten"
L
LUCHT
2
1031 1031 1031 1032, 1039 1032, 1039 1032, 1039 1032, 1039 1032, 1039 1032, 1039 104101 104101 104101 104102 104102 104102 1042 1042 1042 1051 1051 1051 1051 1051 1051 1052 1052 1061 1061 1061 1061 1062 1062 1062 1091 1091 1091 1091 1091 1091 1091 1092 1071
1531 1531 1531 1532, 1533 1532, 1533 1532, 1533 1532, 1533 1532, 1533 1532, 1533 1541 1541 1541 1542 1542 1542 1543 1543 1543 1551 1551 1551 1551 1551 1551 1552 1552 1561 1561 1561 1561 1562 1562 1562 1571 1571 1571 1571 1571 1571 1571 1572 1581
0
0 1 2 0 1 2 3 4 5 6
0 1 2 0 1 2 3 4 5 0 1 2 0 1 2 0 1 2 0 1 2 3 4 5 1 2 0 1 2
nummer
Aardappelprodukten fabrieken: - vervaardiging van aardappelproducten - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m² Groente- en fruitconservenfabrieken: - jam - groente algemeen - met koolsoorten - met drogerijen - met uienconservering (zoutinleggerij) Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten: - p.c. < 250.000 t/j - p.c. >= 250.000 t/j Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten: - p.c. < 250.000 t/j - p.c. >= 250.000 t/j Margarinefabrieken: - p.c. < 250.000 t/j - p.c. >= 250.000 t/j Zuivelprodukten fabrieken: - gedroogde produkten, p.c. >= 1,5 t/u - geconcentreerde produkten, verdamp. cap. >=20 t/u - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j - melkprodukten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j - overige zuivelprodukten fabrieken Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m² - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m² Meelfabrieken: - p.c. >= 500 t/u - p.c. < 500 t/u Grutterswarenfabrieken Zetmeelfabrieken: - p.c. < 10 t/u - p.c. >= 10 t/u Veevoerfabrieken: - destructiebedrijven - beender-, veren-, vis-, en vleesmeelfabriek - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u water - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. >= 10 t/u water - mengvoeder, p.c. < 100 t/u - mengvoeder, p.c. >= 100 t/u Vervaardiging van voer voor huisdieren Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:
OMSCHRIJVING
Gemeente Sliedrecht Bestemmingsplan Woongebied
SBI-2008
SBI-1993
100 30 0 0 50 0 0 100 50 100
200 200 50 100 50 50 10 200 100 50
30 100 100 200 50 100 100
10 10
100 200
700 700 300 700 200 300 200
10 10
200 300
50 100
30 50
200 300
200 300
10 10 10 10 10
50 50 100 300 300
GEUR
30 10
STOF
300 50
GELUID C C C C C
C Z C Z C C Z C C
200 100 200 300 200 300 200
C C C C Z C C Z C
200 C 300 C Z
300 C Z 200 C 200 C
500 500 100 300 300 100 30
200 C 300 C Z
100 C 300 C Z
100 C 300 C Z
100 100 100 200 100
200 C 50
R R R R R R
50 30 R 30 50 30 50 R 30
30 R 50 R
100 R 50 R 50
50 50 50 50 50 50 0
30 R 50 R
100 R 200 R
30 R 50 R
10 10 10 30 10
50 R 50 R
GROOTSTE AFSTAND 700 D 700 D 300 700 200 300 200
200 300
300 200 200 D
500 500 100 300 300 100 30
200 300
200 300
200 300
100 100 100 300 300
300 50
CATEGORIE 5.2 5.2 4.2 5.2 4.1 4.2 4.1
4.1 4.2
4.2 4.1 4.1
5.1 5.1 3.2 4.2 4.2 3.2 2
4.1 4.2
4.1 4.2
4.1 4.2
3.2 3.2 3.2 4.2 4.2
4.2 3.1 G G G G G
G G G G G G G
3 3 2 3 3 3 2
G G G G G G G
1 G 2 G
2 G 2 G 2 G
3 3 2 3 3 2 1
3 G 3 G
3 G 3 G
3 G 3 G
1 2 2 2 2
2 G 1 G
VERKEER
INDICES
3 3 2 3 3 3 2
2 3
2 2 2
2 2 1 2 2 2 1
2 3
2 3
2 3
1 2 2 2 2
2 1
VISUEEL
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
Versie 1.01,september 2009
B
B B
B B
BODEM
"Staat van bedrijfsactiviteiten"
LUCHT
3
10821
1584
-
VERVAARDIGING VAN TEXTIEL Bewerken en spinnen van textielvezels 0 Weven van textiel: 1 - aantal weefgetouwen < 50
-
-
0 1 2
0 1 2
0 1 2
VERWERKING VAN TABAK Tabakverwerkende industrie
30 300 100 30 50
- cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m² - Suikerwerkfabrieken met suiker branden - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m² - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m² Deegwarenfabrieken Koffiebranderijen en theepakkerijen: - koffiebranderijen - theepakkerijen Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden Vervaardiging van overige voedingsmiddelen Bakkerijgrondstoffenfabrieken Soep- en soeparomafabrieken: - zonder poederdrogen - met poederdrogen Bakmeel- en puddingpoederfabrieken Destilleerderijen en likeurstokerijen Vervaardiging van ethylalcohol door gisting: - p.c. < 5.000 t/j - p.c. >= 5.000 t/j Vervaardiging van wijn, cider e.d. Bierbrouwerijen Mouterijen Mineraalwater- en frisdrankfabrieken
50 10
10
30
30 50 0 30 50 0
10 50 50 30
30 10 30 30 50
10 30 30 10 30
10
200
200 300 10 300 300 10
100 300 200 300
500 100 200 200 200
100
2 - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m²
3 4 5 6
50
500 30
100 200
500 1000
C C C C C
100
100
50 C
200 300 30 100 100 100
50 50 50 200 C
200 C 30 50 50 50
30 50 50 30 10
50
100
300 C 700 C Z
30 C 100 C 100 C
GELUID
0
30
30
30 50 0 50 30 50
R
R
R R
10 50 R 30 30
10 10 10 30 50 R
10 30 R 30 R 10 10
30
50 R
100 R 200 R
10 30 30
GROOTSTE AFSTAND 100
100
200
200 300 30 300 300 100
100 300 200 300
500 D 100 200 200 D 200
30 300 100 30 50
100
500
500 1000
30 100 100
CATEGORIE 3.2
3.2
4.1
4.1 4.2 2 4.2 4.2 3.2
3.2 4.2 4.1 4.2
5.1 3.2 4.1 4.1 4.1
2 4.2 3.2 2 3.1
3.2
5.1
5.1 5.3
2 3.2 3.2
INDICES
G G G G G G
G G G G
G G G G G
G G G G G
2 G
2 G
2 G
1 2 1 2 2 3
2 2 2 2
2 2 2 2 2
1 2 2 1 2
2 G
2 G
2 G 3 G
1 G 2 G 2 G
VERKEER
AFSTANDEN IN METERS
10 30 10
GEUR 30 100 100
OMSCHRIJVING
STOF
1 - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens 2 - v.c. >= 7500 kg meel/week Banket, biscuit- en koekfabrieken 0 Suikerfabrieken: 1 - v.c. < 2.500 t/j 2 - v.c. >= 2.500 t/j 0 Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk: 1 - Cacao- en chocoladefabrieken: p.o. > 2.000 m²
nummer
Gemeente Sliedrecht Bestemmingsplan Woongebied
1584 10821 1584 10821 1584 10821 1584 10821 1585 1073 1586 1083 1586 1083 1586 1083 1587 108401 1589 1089 1589.1 1089 1589.2 1089 1589.2 1089 1589.2 1089 1589.2 1089 1591 110101 110102 1592 110102 1592 110102 1592 1593 t/m 1595 1102 t/m 1104 1596 1105 1597 1106 1598 1107 16 12 16 12 160 120 17 13 17 13 131 171 132 172 132 172
1071 1071 1072 1081 1081 1081 10821 10821
-
1581 1581 1582 1583 1583 1583 1584 1584
SBI-2008
1
1
1
2 3 1 2 2 2
2 2 2 2
1 1 1 2 2
1 2 2 1 2
2
3
2 3
1 2 2
VISUEEL
SBI-1993
GEVAAR
Versie 1.01,september 2009
B
B B
BODEM
"Staat van bedrijfsactiviteiten"
LUCHT
4
16 16101 16102 16102 16102 1621 162 162 162902 17 17 1711 1712 1712 1712 1712 172 17212 17212 17212 58 58 581 1811 1812 18129
132 133 139 1393 139, 143 14 14 141 141 142, 151 19 15 151,152 151 152
-
2 - aantal weefgetouwen >= 50 Textielveredelingsbedrijven Vervaardiging van textielwaren Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen - VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT Vervaardiging kleding van leer Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont - VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING) Lederfabrieken Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) Schoenenfabrieken - HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D. Houtzagerijen 0 Houtconserveringsbedrijven: 1 - met creosootolie 2 - met zoutoplossingen Fineer- en plaatmaterialenfabrieken 0 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout 1 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2 Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken - VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN Vervaardiging van pulp 0 Papier- en kartonfabrieken: 1 - p.c. < 3 t/u 2 - p.c. 3 - 15 t/u 3 - p.c. >= 15 t/u Papier- en kartonwarenfabrieken 0 Golfkartonfabrieken: 1 - p.c. < 3 t/u 2 - p.c. >= 3 t/u - UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA Uitgeverijen (kantoren) Drukkerijen van dagbladen Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen
nummer
Gemeente Sliedrecht Bestemmingsplan Woongebied
172 173 174, 175 1751 176, 177 18 18 181 182 183 19 19 191 192 193 20 20 2010.1 2010.2 2010.2 2010.2 202 203, 204, 205 203, 204, 205 205 21 21 2111 2112 2112 2112 2112 212 2121.2 2121.2 2121.2 22 22 221 2221 2222 2222.6
OMSCHRIJVING
50 30 30 30 30 30 10
100 30 50 100 30 30 30
0 0 0 0
200 10 100 0 0 10
200 50 100 200 30 30 50
0 30 30 10
30 10 10
300 50 50
0
0 10 10
30 10 50
GEUR
30 0 0 30 10
STOF
10 50 10 100 0
C C Z C Z C
Z
10 100 C 100 30
100 C 200 C Z
50 200 300 100
200 C
50 50 100 100 50 30
100
100 30 50
50 30 10
300 50 50 200 50
GELUID
AFSTANDEN IN METERS
R R R R
0 10 10 0
30 R 30 R
30 50 100 30
50 R
10 10 10 0 0 0
50 R
10 10 10
0 10 10
50 10 10 10 10
GROOTSTE AFSTAND 10 100 100 30
100 200
50 200 300 100
200
200 50 100 100 50 30
100
300 50 D 50
50 30 50
300 50 50 200 50
CATEGORIE 1 3.2 3.2 2
3.2 4.1
3.1 4.1 4.2 3.2
4.1
4.1 3.1 3.2 3.2 3.1 2
3.2
4.2 3.1 3.1
3.1 2 3.1
4.2 3.1 3.1 4.1 3.1
G G G G G G
G G G G
1 3 3 1
P G G P
2 G 2 G
1 2 3 2
3 G
2 2 3 2 1 1
2 G
2 G 2 G 2 G
1 G 2 G 1 G
3 2 1 2 1
G G G G G
INDICES VERKEER
SBI-2008
1 2 2 1
2 2
2 2 2 2
2
2 1 2 2 1 1
2
2 2 1
1 2 1
2 2 1 2 2
VISUEEL
SBI-1993
GEVAAR
Versie 1.01,september 2009
B B B
B B B
B
B
B
B
BODEM
"Staat van bedrijfsactiviteiten"
L
L
L
L
L
LUCHT
5
-
1814 1814 1813 1814 182 19 19 191 19201 19202 19202 19202 201, 212, 244 20 20 2011 2011 2011 2011 2012 2012 2012 2012 20141 20141 20141 20141 20141 20141 20149 20149 20149 2015 2016 202 202 202 203 2110 2110 2110
0 1 2
0 1 2
0 1 2 A0 A1 A2 B0 B1 B2 0 1 2
0 1 2 3
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN Vervaardiging van industriële gassen: - luchtscheidingsinstallatie v.c. >= 10 t/d lucht - overige gassenfabrieken, niet explosief - overige gassenfabrieken, explosief Kleur- en verfstoffenfabrieken Anorg. chemische grondstoffenfabrieken: - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" - vallend onder "post-Seveso-richtlijn" Organ. chemische grondstoffenfabrieken: - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" - vallend onder "post-Seveso-richtlijn" Methanolfabrieken: - p.c. < 100.000 t/j - p.c. >= 100.000 t/j Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.): - p.c. < 50.000 t/j - p.c. >= 50.000 t/j Kunstmeststoffenfabrieken Kunstharsenfabrieken e.d. Landbouwchemicaliënfabrieken: - fabricage - formulering en afvullen Verf, lak en vernisfabrieken Farmaceutische grondstoffenfabrieken: - p.c. < 1.000 t/j - p.c. >= 1.000 t/j
Splijt- en kweekstoffenbewerkingsbedrijven
A Grafische afwerking B Binderijen Grafische reproduktie en zetten Overige grafische aktiviteiten Reproduktiebedrijven opgenomen media - AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN Cokesfabrieken Aardolieraffinaderijen A Smeeroliën- en vettenfabrieken B Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie C Aardolieproduktenfabrieken n.e.g.
nummer
Gemeente Sliedrecht Bestemmingsplan Woongebied
233 24 24 2411 2411 2411 2411 2412 2413 2413 2413 2414.1 2414.1 2414.1 2414.1 2414.1 2414.1 2414.2 2414.2 2414.2 2415 2416 242 242 242 243 2441 2441 2441
2223 2223 2224 2225 223 23 23 231 2320.1 2320.2 2320.2 2320.2
OMSCHRIJVING
0 0 0 0 300 30
100 200 300 500 500 700
200 300
10 10
50 10 30
10 30
300 1000
300 100 300
30 50
0 0 0 0
10
100 300
10 100 100 200
10
700 100 0 0 0
1000 1500 50 300 300
GEUR
0 0 0 0 0
STOF
0 30 30 30 0
C Z C C C
C C Z C C
200 C 300 C
100 C 30 C 200 C
200 300 500 300
200 C 300 C Z
200 C 500 C
300 C 500 C
700 500 500 200
100
1000 C Z 1500 C Z 100 100 200
10 30 10 30 10
GELUID
AFSTANDEN IN METERS
R R R R
R R R R R
R R R R
300 R 500 R
1000 R 500 R 300 R
100 200 500 500
100 R 200 R
300 R 700 R
300 R 700 R
100 100 300 200
1500
100 1500 30 50 50
0 0 10 10 0
GROOTSTE AFSTAND 300 500
1000 500 D 300 D
300 500 500 700
200 300
300 D 1000 D
300 D 700 D
700 500 500 200 D
1500 D
1000 1500 100 300 300 D
10 30 30 30 D 10
CATEGORIE 4.2 5.1
5.3 5.1 4.2
4.2 5.1 5.1 5.2
4.1 4.2
4.2 5.3
4.2 5.2
5.2 5.1 5.1 4.1
6
5.3 6 3.2 4.2 4.2
1 2 2 2 1
G G G G G
G G G G
G G G G
1 G 2 G
3 G 2 G 3 G
2 3 3 3
2 G 3 G
2 G 2 G
2 G 3 G
3 3 3 3
1 G
2 3 2 2 2
1 2 2 2 1
G G G G G
INDICES VERKEER
SBI-2008
2 2
3 2 2
2 3 3 3
2 3
3 2
3 3
3 3 3 3
2
3 3 2 2 2
1 1 1 1 1
VISUEEL
SBI-1993
GEVAAR
Versie 1.01,september 2009
B B
B B B
B B B B
B B
B B
B B
B
B
B B B B B
B B
BODEM
"Staat van bedrijfsactiviteiten"
L L
L
L
L L L L
L L
L L
L L L
L L L L L
LUCHT
6
23 231 231 231 231 231 231 232, 234 232, 234 232, 234 233 233 2351 2351 2351 235201
26 261 261 261 261 261 2615 262, 263 262, 263 262, 263 264 264 2651 2651 2651 2652
-
OMSCHRIJVING
0 1 2 A B 0 1 2 0
0 1 2 3 4
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN Glasfabrieken: - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j - glas en glasprodukten, p.c. >= 5.000 t/j - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j - glaswol en glasvezels, p.c. >= 5.000 t/j Glasbewerkingsbedrijven Aardewerkfabrieken: - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW Baksteen en baksteenelementenfabrieken Dakpannenfabrieken Cementfabrieken: - p.c. < 100.000 t/j - p.c. >= 100.000 t/j Kalkfabrieken:
0 Farmaceutische produktenfabrieken: 1 - formulering en afvullen geneesmiddelen 2 - verbandmiddelenfabrieken Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken Parfumerie- en cosmeticafabrieken Kruit-, vuurwerk-, en springstoffenfabrieken 0 Lijm- en plakmiddelenfabrieken: 1 - zonder dierlijke grondstoffen 2 - met dierlijke grondstoffen Fotochemische produktenfabrieken A Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken B Overige chemische produktenfabrieken n.e.g. Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken - VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF Rubberbandenfabrieken 0 Loopvlakvernieuwingsbedrijven: 1 - vloeropp. < 100 m2 2 - vloeropp. >= 100 m2 Rubber-artikelenfabrieken 0 Kunststofverwerkende bedrijven: 1 - zonder fenolharsen 2 - met fenolharsen 3 - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen -
nummer
Gemeente Sliedrecht Bestemmingsplan Woongebied
2120 2120 2120 2041 2042 2051 2052 2052 2052 205902 205903 205903 2060 22 22 221101 221102 221102 221102 2219 222 222 222 222 23
-
2442 2442 2442 2451 2452 2461 2462 2462 2462 2464 2466 2466 247 25 25 2511 2512 2512 2512 2513 252 252 252 252 26
SBI-2008
10 50 10 50 50 30
50 200 100 200 300 50
10 50 200 200 300 500
10 30 30 50 10 30
30 100 100 200 30
50
300
30 30 300 500 10
10 30 10 10 30 30
100 500 50 50 200 300
GEUR 10 10 100 30 10
STOF
50 10 300 300 30
500 C 1000 C Z
30 100 200 200
100 300 C Z 100 300 C Z 50
100 100 50
30 100 50
300 C
100 100 100 50 100 C 300 C
50 30 200 C 50 C 50
GELUID
R R R R
30 R 50 R
10 30 30 100 R
30 50 R 30 50 R 10
100 R 200 R 30
30 50 R 50 R
100 R
50 50 50 50 200 200
50 R 10 100 R 50 R 1000 V
GROOTSTE AFSTAND 500 1000
30 100 200 200
100 300 300 500 50
200 300 50
50 200 100 D
300
100 500 100 50 200 D 300
50 30 300 300 1000
CATEGORIE 5.1 5.3
2 3.2 4.1 4.1
3.2 4.2 4.2 5.1 3.1
4.1 4.2 3.1
3.1 4.1 3.2
4.2
3.2 5.1 3.2 3.1 4.1 4.2
3.1 2 4.2 4.2 5.3 G G G G G G
G G G G
G G G G G
2 G 3 G
1 2 2 2
1 2 1 2 1
2 G 2 G 2 G
1 G 2 G 1 G
2 G
3 3 3 3 2 3
2 2 3 2 1
G G G G G
INDICES VERKEER
AFSTANDEN IN METERS
2 3
1 2 2 2
1 2 1 2 1
2 2 1
1 2 2
2
2 2 2 2 2 3
1 1 2 2 2
VISUEEL
SBI-1993
GEVAAR
Versie 1.01,september 2009
B
B
B
B
B B B B B B
B
B
B
BODEM
"Staat van bedrijfsactiviteiten"
L L L
L L L L
L
L L
L
L
L
LUCHT
7
235201 235201 235202 235202 235202 23611 23611 23611 23611 23612 23612 23612 2362 2363, 2364 2363, 2364 2363, 2364 2365, 2369 2365, 2369 2365, 2369 237 237 237 237 237 2391 2399 2399 2399 2399 2399 2399 2399 2399 2399 24 24 241 241 241 245 245 245
2652 2652 2653 2653 2653 2661.1 2661.1 2661.1 2661.1 2661.2 2661.2 2661.2 2662 2663, 2664 2663, 2664 2663, 2664 2665, 2666 2665, 2666 2665, 2666 267 267 267 267 267 2681 2682 2682 2682 2682 2682 2682 2682 2682 2682 27 27 271 271 271 272 272 272
A0 A1 A2 B0 B1 B2 C D0 D1 0 1 2 0 1 2
0 1 2 0 1 2 0 1 2 3 4
1 2 0 1 2 0 1 2 3 0 1 2
nummer
VERVAARDIGING VAN METALEN Ruwijzer- en staalfabrieken: - p.c. < 1.000 t/j - p.c. >= 1.000 t/j IJzeren- en stalenbuizenfabrieken: - p.o. < 2.000 m2 - p.o. >= 2.000 m2
- p.c. < 100.000 t/j - p.c. >= 100.000 t/j Gipsfabrieken: - p.c. < 100.000 t/j - p.c. >= 100.000 t/j Betonwarenfabrieken: - zonder persen, triltafels en bekistingtrille - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. >= 100 t/d Kalkzandsteenfabrieken: - p.c. < 100.000 t/j - p.c. >= 100.000 t/j Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken Betonmortelcentrales: - p.c. < 100 t/u - p.c. >= 100 t/u Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips: - p.c. < 100 t/d - p.c. >= 100 t/d Natuursteenbewerkingsbedrijven: - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m² - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m² - met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 t/j - met breken, zeven of drogen, v.c. >= 100.000 t/j Slijp- en polijstmiddelen fabrieken Bitumineuze materialenfabrieken: - p.c. < 100 t/u - p.c. >= 100 t/u Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol): - steenwol, p.c. >= 5.000 t/j - overige isolatiematerialen Minerale produktenfabrieken n.e.g. Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur - asfaltcentrales, p.c. >= 100 ton/uur
OMSCHRIJVING
Gemeente Sliedrecht Bestemmingsplan Woongebied
SBI-2008
SBI-1993
500 1000 30 100
30 50
200 100 50 50 100
100 200 50 100 200
700 1500
100 200
30 30 100 200 30
10 10 10 30 10 300 500
50 200
10 30
50 200 50
10 30 50 50 200
100 100 200
10 10 30
10 30
200 500
30 50
GEUR 200 500
STOF
30 50
GELUID Z
Z
Z
Z
Z
Z
Z
Z
500 1000
Z
700 1500 C Z
300 C Z 100 C 100 200 300 Z
100 200
100 50 300 700 50
100 300
100 300
100 300 100
200 300 700
200 300
200 300
30 50 R
200 R 300 R
30 50 50 30 50
30 50
0 0 10 10 10
50 R 200 R
10 10
30 30 30
30 30 30
30 R 50 R
30 R 50 R
GROOTSTE AFSTAND 500 1000
700 1500
300 200 100 D 200 300
300 500
100 D 50 300 700 50 D
100 300
100 300
100 300 100
200 300 700
200 500
200 500
CATEGORIE 5.1 5.3
5.2 6
4.2 4.1 3.2 4.1 4.2
4.2 5.1
3.2 3.1 4.2 5.2 3.1
3.2 4.2
3.2 4.2
3.2 4.2 3.2
4.1 4.2 5.2
4.1 5.1
4.1 5.1
G G G G G
G G G G G
2 G 3 G
2 G 3 G
2 2 2 3 3
3 G 3 G
1 1 1 2 1
2 G 3 G
3 G 3 G
2 G 3 G 2 G
2 G 2 G 3 G
2 G 3 G
2 G 3 G
VERKEER
INDICES
2 2
2 3
2 2 2 2 2
2 3
2 1 2 3 2
2 2
2 3
2 3 2
2 2 3
2 3
2 3
VISUEEL
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
Versie 1.01,september 2009
B B
B B
B B
B B
B
B B B
B
BODEM
"Staat van bedrijfsactiviteiten"
L
L L
L L
LUCHT
8
243 243 243 244 244 244 244 244 244 2451, 2452 2451, 2452 2451, 2452 2453, 2454 2453, 2454 2453, 2454 25
25, 31 251, 331 251, 331 251, 331 251, 331 251, 331 2529, 3311 2529, 3311 2529, 3311 2521, 2530, 3311 255, 331 255, 331 255, 331 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311
273 273 273 274 274 274 274 274 274 2751, 2752 2751, 2752 2751, 2752 2753, 2754 2753, 2754 2753, 2754 28
28 281 281 281 281 281 2821 2821 2821 2822, 2830 284 284 284 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851
A B B1 0 1 10 11 12 2 3 4 5 6 7 8
0 1 1a 2 3 0 1 2
0 1 2 A0 A1 A2 B0 B1 B2 0 1 2 0 1 2 -
nummer
VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.) Constructiewerkplaatsen - gesloten gebouw - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2 - in open lucht, p.o. < 2.000 m2 - in open lucht, p.o. >= 2.000 m2 Tank- en reservoirbouwbedrijven: - p.o. < 2.000 m2 - p.o. >= 2.000 m2 Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2 Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven: - algemeen - stralen - metaalharden - lakspuiten en moffelen - scoperen (opspuiten van zink) - thermisch verzinken - thermisch vertinnen - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) - anodiseren, eloxeren - chemische oppervlaktebehandeling - emailleren
Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen: - p.o. < 2.000 m2 - p.o. >= 2.000 m2 Non-ferro-metaalfabrieken: - p.c. < 1.000 t/j - p.c. >= 1.000 t/j Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen e.d.: - p.o. < 2.000 m2 - p.o. >= 2.000 m2 IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen: - p.c. < 4.000 t/j - p.c. >= 4.000 t/j Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen: - p.c. < 4.000 t/j - p.c. >= 4.000 t/j
OMSCHRIJVING
Gemeente Sliedrecht Bestemmingsplan Woongebied
SBI-2008
SBI-1993
50 100 30 30 30 30 50 200 50 30 50 50 50 50 10 10 50
50 30 30 100 50 100 100 30 50 50 100
50 100
100 200
30 50 30 10 50 30
50 100
100 200
30 30 50 200
50 100
50 200
30 30 30 50
100 300
100 200
GEUR
30 50
STOF
30 50
GELUID Z
Z
Z
100 200 100 100 100 100 100 100 100 100 100
300 500 200 200 100 50
100 50 200 300
Z
Z
300 C 500 C Z
300 C 500 C Z
500 1000
300 700
300 700
50 30 50 50 R 30 R 50 50 30 30 30 50 R
30 R 50 R 30 30 30 10
30 10 30 30
30 R 50 R
30 R 50 R
50 R 100 R
30 R 50 R
30 50 R
GROOTSTE AFSTAND 100 200 100 100 100 100 100 100 100 100 100
D D D D
300 500 200 200 100 D 50 D
100 50 200 300
300 500
300 500
500 1000
300 700
300 700
CATEGORIE 3.2 4.1 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2
4.2 5.1 4.1 4.1 3.2 3.1
3.2 3.1 4.1 4.2
4.2 5.1
4.2 5.1
5.1 5.3
4.2 5.2
4.2 5.2
2 2 1 2 2 2 2 2 2 2 1
2 3 2 1 2 1
2 1 2 3
G G G G G G G G G G G
G G G G G G
G G G G
1 G 2 G
1 G 2 G
2 G 3 G
1 G 2 G
2 G 3 G
VERKEER
INDICES
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 1
2 3 2 2 2 2
2 1 2 3
2 3
2 3
2 3
2 3
2 3
VISUEEL
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
Versie 1.01,september 2009
B B B B B B B B B B B
B B B B B B
B B
B
B B
B B
B B
B B
B
BODEM
"Staat van bedrijfsactiviteiten"
L
L L L L
L L
L
L
LUCHT
9
2561, 3311 2562, 3311 2562, 3311 259, 331 259, 331 259, 331 259, 331 259, 331 27, 28, 33 27, 28, 33 27, 28, 33 27, 28, 33 27, 28, 33 28, 33 26, 28, 33 26, 28, 33 26, 28, 33 26, 27, 33 26, 27, 33 271, 331 271, 273 273 272 274 293 2790 26, 33 26, 33 261, 263, 264, 331 2612 26, 32, 33 26, 32, 33 26, 32, 33 29 29 291 291 291 29201 29202 293 30
2851 2852 2852 287 287 287 287 287 29 29 29 29 29 29 30 30 30 31 31 311 312 313 314 315 316 3162 32 32 321 t/m 323 3210 33 33 33 34 34 341 341 341 3420.1 3420.2 343 35 30
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie
VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH. Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie Fabrieken voor gedrukte bedrading
0
10 30 10 10 10
100 200 100 30 30
0 10
30 10 10 30 30 10 300
10
30
30 50
200 200 100 100 200 30 1500
30 50 50
VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie: - p.o. < 2.000 m2 - p.o. >= 2.000 m2 - met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW
VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH. Elektromotoren- en generatorenfabrieken incl. reparatie Schakel- en installatiemateriaalfabrieken Elektrische draad- en kabelfabrieken Accumulatoren- en batterijenfabrieken Lampenfabrieken Elektrotechnische industrie n.e.g. Koolelektrodenfabrieken
50 100 30 30
30 50 30 30
30 30 30
30 30 30
GEUR 30 10 10
GELUID Z
Z
200 C 300 Z 200 200 100
30
50 50
30 30 200 100 30 30 1000 C Z
30
100 200 300
200 500 100 50
100 100 50
30 50 30 30 30
0
30 30
R
R R R
50 50 100 R 50 300 R 10 200 R
10
30 30 30
30 30 30 10
50 30 10
GROOTSTE AFSTAND 200 D 300 200 200 100
30
50 D 50
200 200 200 D 100 300 30 1500
30
100 D 200 D 300 D
200 500 100 50
100 100 D 50 D
CATEGORIE 4.1 4.2 4.1 4.1 3.2
2
3.1 3.1
4.1 4.1 4.1 3.2 4.2 2 6
2
3.2 4.1 4.2
4.1 5.1 3.2 3.1
3.2 3.2 3.1 G G G G
G G G G G G G
3 3 2 2 2
G G G G G
1 G
2 G 1 G
1 1 2 2 2 1 2
1 G
2 G 3 G 3 G
2 3 2 1
2 G 1 G 1 G
VERKEER
INDICES
2 2 2 2 2
1
1 2
2 2 2 2 2 1 3
1
1 2 2
2 3 2 2
2 2 2
VISUEEL
AFSTANDEN IN METERS
STOF
- galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed) Overige metaalbewerkende industrie Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2 Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken: - p.o. < 2.000 m2 - p.o. >= 2.000 m2 Overige metaalwarenfabrieken n.e.g. Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2
OMSCHRIJVING
- VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN A Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS 0 Autofabrieken en assemblagebedrijven 1 - p.o. < 10.000 m2 2 - p.o. >= 10.000 m2 Carrosseriefabrieken Aanhangwagen- en opleggerfabrieken Auto-onderdelenfabrieken -
-
9 1 2 A0 A1 A2 B B 0 1 2 3 A -
nummer
Gemeente Sliedrecht Bestemmingsplan Woongebied
SBI-2008
SBI-1993
GEVAAR
Versie 1.01,september 2009
B B B B
B B
L
L
B
B B
L L L L L
B B
B B B
B B B B
B B B
BODEM
"Staat van bedrijfsactiviteiten"
LUCHT
10
30 301, 3315 301, 3315 301, 3315 301, 3315 301, 3315 3831 302, 317 302, 317 302, 317 303, 3316 303, 3316 303, 3316 309 3099 31 31 310 9524 321 322 323 324 32991 32999 38 38 383201 383202 383202 383202 383202 383202 35 35 35 35 35 35 35 35
-
VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS) Scheepsbouw- en reparatiebedrijven: - houten schepen - kunststof schepen - metalen schepen < 25 m - metalen schepen >= 25m en/of proefdraaien motoren >= 1 MW Scheepssloperijen Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen: - algemeen - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven: - zonder proefdraaien motoren - met proefdraaien motoren Rijwiel- en motorrijwielfabrieken Transportmiddelenindustrie n.e.g.
OMSCHRIJVING
- VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. 1 Meubelfabrieken 2 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 Fabricage van munten, sieraden e.d. Muziekinstrumentenfabrieken Sportartikelenfabrieken Speelgoedartikelenfabrieken Sociale werkvoorziening Vervaardiging van overige goederen n.e.g. - VOORBEREIDING TOT RECYCLING Metaal- en autoschredders A0 Puinbrekerijen en -malerijen: A1 - v.c. < 100.000 t/j A2 - v.c. >= 100.000 t/j B Rubberregeneratiebedrijven C Afvalscheidingsinstallaties - PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER A0 Elektriciteitsproduktiebedrijven (electrisch vermogen >= 50 MWe) A1 - kolengestookt (incl. meestook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth A2 - oliegestookt, thermisch vermogen > 75 MWth A3 - gasgestookt (incl. bijstook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth,in A4 - kerncentrales met koeltorens A5 - warmte-kracht-installaties (gas), thermisch vermogen > 75 MWth
0 1 2 0 1 2
0 1 2 3 4
nummer
Gemeente Sliedrecht Bestemmingsplan Woongebied
35 351 351 351 351 351 3511 352 352 352 353 353 353 354 355 36 36 361 361 362 363 364 365 3663.1 3663.2 37 37 371 372 372 372 372 372 40 40 40 40 40 40 40 40
-
SBI-2008
GEUR
50 10 10 10 10 10 30 10
100 100 200 50 200
700 100 100 10 30
30 30 30 300 200
100 100 100 10 30
30 30 10 30
50 100 30 30
50 0 30 30 30 30 0 30
30 30
30 50 100 100 200
STOF
50 50
30 100 50 100 100
700 500 500 500 500
C C C C C
300 700 100 300 C
500
100 10 10 30 50 50 30 50
200 1000 100 100
100 300
Z
Z Z Z
Z
Z
Z
50 100 200 500 C Z 700
GELUID
200 100 100 R 1500 100 R
10 10 50 R 50
30
30 0 10 10 30 30 0 30
30 100 R 30 R 30
30 30 R
10 50 R 30 50 100 R
GROOTSTE AFSTAND 700 500 500 1500 D 500
300 700 300 300
500
100 D 10 30 30 50 50 30 50 D
200 1000 100 100 D
100 300
50 100 200 500 700
CATEGORIE 5.2 5.1 5.1 6 5.1
4.2 5.2 4.2 4.2
5.1
3.2 1 2 2 3.1 3.1 2 3.1
4.1 5.3 3.2 3.2
3.2 4.2
3.1 3.2 4.1 5.1 5.2
G P G G G G P G
G G G G
2 2 1 1 1
2 3 2 3
G G G P G
G G G G
2 G
2 1 1 2 2 2 1 2
2 2 2 2
2 G 2 G
2 2 2 2 2
G G G G G
INDICES VERKEER
AFSTANDEN IN METERS
3 3 3 3 2
2 3 2 2
3
2 1 1 2 2 2 1 2
2 2 2 2
2 2
1 1 2 3 3
VISUEEL
SBI-1993
GEVAAR
Versie 1.01,september 2009
B B
B
B
B
B
B B B B
B B
B B B B B
BODEM
"Staat van bedrijfsactiviteiten"
L L
LUCHT
11
OMSCHRIJVING
B0 bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe: - covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen B1 voedingsindustrie B2 - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa C0 Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen: C1 - < 10 MVA C2 - 10 - 100 MVA C3 - 100 - 200 MVA C4 - 200 - 1000 MVA C5 - >= 1000 MVA D0 Gasdistributiebedrijven: D1 - gascompressorstations vermogen < 100 MW D2 - gascompressorstations vermogen >= 100 MW D3 - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A D4 - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C D5 - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D E0 Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt: E1 - stadsverwarming E2 - blokverwarming F0 windmolens: F1 - wiekdiameter 20 m F2 - wiekdiameter 30 m F3 - wiekdiameter 50 m - WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER A0 Waterwinning-/ bereiding- bedrijven: A1 - met chloorgas A2 - bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling B0 Waterdistributiebedrijven met pompvermogen: B1 - < 1 MW B2 - 1 - 15 MW B3 - >= 15 MW - BOUWNIJVERHEID 0 Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m² 1 - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m² 2 Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m² 3 - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m² - HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven Handel in vrachtauto's (incl. import en reparatie)
nummer
Gemeente Sliedrecht Bestemmingsplan Woongebied
35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 36 36 36 36 36 36 36 36 36 41, 42, 43 41, 42, 43 41, 42, 43 41, 42, 43 41, 42, 43 41, 42, 43 45, 47 45, 47 451, 452, 454 451
40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 41 41 41 41 41 41 41 41 41 45 45 45 45 45 45 50 50 501, 502, 504 501
-
35
-
40
SBI-2008
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 10 0 0 0 0
0 0 0 0 0
30 30 30 10
0 10
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 30 10 0 0 0
50 10 0 0 0
10 10 10 0
10 10
GEUR
50 50
STOF
100 50
C C C C C
C C C C Z C Z
30 100
100 50 50 30
30 C 100 C 300 C
50 C 50 C
100 C 200 C 300 C
100 C 30 C
300 500 10 30 50
30 50 100 300 500
100 100
GELUID
10 10
10 10 10 10
10 10 10
1000 R 30
30 50 50
50 10
100 200 R 10 10 50 R
10 30 50 50 50
30 R 30 R
GROOTSTE AFSTAND 30 100
100 50 50 30
30 100 300
1000 D 50
100 200 300
100 30
300 500 10 30 50
30 50 100 300 500
100 100
CATEGORIE 2 3.2
3.2 3.1 3.1 2
2 3.2 4.2
5.3 3.1
3.2 4.1 4.2
3.2 2
4.2 5.1 1 2 3.1
2 3.1 3.2 4.2 5.1
3.2 3.2
INDICES
P P P P P
P P P P P
G G G G
2 P 2 G
2 2 2 1
1 P 1 P 1 P
1 G 1 G
1 P 1 P 1 P
1 P 1 P
1 1 1 1 1
1 1 1 1 1
2 G 2 G
VERKEER
AFSTANDEN IN METERS
1 1
2 1 1 1
1 1 2
2 2
2 2 3
2 1
1 2 1 1 1
1 1 2 2 2
1 1
VISUEEL
SBI-1993
GEVAAR
Versie 1.01,september 2009
B
B B B B
B B B B B
BODEM
"Staat van bedrijfsactiviteiten"
L
L L
LUCHT
12
4621 4622 4623 4624 46217, 4631 4632, 4633 4634 4635 4636 4637 4638, 4639 464, 46733 46499 46499 46499
46499 46499 46499 46711 46711 46711 46712 46712 46712 46712 46713 46721
5121 5122 5123 5124 5125, 5131 5132, 5133 5134 5135 5136 5137 5138, 5139 514 5148.7 5148.7 5148.7
5148.7 5148.7 5148.7 5151.1 5151.1 5151.1 5151.2 5151.2 5151.2 5151.2 5151.3 5152.1
OMSCHRIJVING
A Autoplaatwerkerijen B Autobeklederijen C Autospuitinrichtingen Autowasserijen Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires 0 Benzineservisestations: 1 - met LPG > 1000 m3/jr 2 - met LPG < 1000 m3/jr 3 - zonder LPG - GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING Handelsbemiddeling (kantoren) 0 Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur 1 of meer Grth in bloemen en planten Grth in levende dieren Grth in huiden, vellen en leder Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën Grth in dranken Grth in tabaksprodukten Grth in suiker, chocolade en suikerwerk Grth in koffie, thee, cacao en specerijen Grth in overige voedings- en genotmiddelen Grth in overige consumentenartikelen 0 Grth in vuurwerk en munitie: 1 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton 2 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton - professioneel vuurwerk, netto expl. massa per bewaarplaats < 750 kg (en > 25 kg 3 theatervuurwerk) 4 - professioneel vuurwerk, netto expl. massa per bewaarplaats 750 kg tot 6 ton 5 - munitie 0 Grth in vaste brandstoffen: 1 - klein, lokaal verzorgingsgebied 2 - kolenterminal, opslag opp. >= 2.000 m2 0 Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen: 1 - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3 2 - vloeistoffen, o.c. >= 100.000 m3 3 - tot vloeistof verdichte gassen Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen) 0 Grth in metaalertsen:
nummer
Gemeente Sliedrecht Bestemmingsplan Woongebied
45204 45204 45204 45205 453 473 473 473 473 46 46 461 4621
5020.4 5020.4 5020.4 5020.5 503, 504 505 505 505 505 51 51 511 5121
-
SBI-2008
SBI-1993
0 0 0 50 500 0 0 0 0
10 50 50 100 50 100
0 0
10 10 10 10 0
100 10 10 0 10 0 0 0 10 10 10 10
0 30
0 30 100 10 50 50 30 10 0 10 10 30 10 10
0 0 0
30 30 30
GEUR
30 0 30 0 0
STOF
10 0 50 10 0
GELUID 50 50 50 30
50 500
30 30 30
30 30
Z
300 Z 30 100 C 30 30 30 30 30 30 30 30 30
10 50
30 30 30
100 10 30 30 30
V V
V V
200 R 500 R 300 R 50
30 100
500 1000 30
10 50
50 R 0 0 0 50 R 50 R 0 0 0 0 10 10
0 30 R
200 R 50 R 10
10 10 30 R 0 10
GROOTSTE AFSTAND 200 D 500 D 300 D 100
50 500
500 1000 30
30 50
300 30 100 50 50 50 30 30 30 30 30 30
10 50
200 50 30
100 10 50 30 30
CATEGORIE 4.1 5.1 4.2 3.2
3.1 5.1
5.1 5.3 2
2 3.1
4.2 2 3.2 3.1 3.1 3.1 2 2 2 2 2 2
1 3.1
4.1 3.1 2
3.2 1 3.1 2 2
G G G P P
G G G G G G G G G G G G
2 2 2 2
G G G G
2 P 3 G
2 G 2 G 2 G
2 G 2 G
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
1 P 2 G
3 P 3 P 3 P
1 1 1 3 1
VERKEER
INDICES
2 2 2 2
2 3
1 1 1
1 1
2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 2
1 1 1
1 1 1 1 1
VISUEEL
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
Versie 1.01,september 2009
B
B B
B
B B B
B
BODEM
"Staat van bedrijfsactiviteiten"
L L
L
LUCHT
13
46721 46721 46722, 46723 4673 4673 4673 46735 46735 46735 4674 4674 4674 46751 46752 4676 4677 4677 4677 4677 466 466 466 466, 469 47 47 47 471 4722, 4723 4724 4773, 4774 4752 4778 4791 952 55 55 5510 553, 552 561 563 563 5629
5152.1 5152.1 5152.2 /.3 5153 5153 5153 5153.4 5153.4 5153.4 5154 5154 5154 5155.1 5155.2 5156 5157 5157 5157.2/3 5157.2/3 518 518 518 519 52 52 52 5211/2,5246/9 5222, 5223 5224 5231, 5232 5246/9 5249 5261 527 55 55 5511, 5512 552 553 554 554 5551
OMSCHRIJVING
1 - opslag opp. < 2.000 m2 2 - opslag opp. >= 2.000 m2 Grth in metalen en -halffabrikaten 0 Grth in hout en bouwmaterialen: 1 - algemeen: b.o. > 2000 m² 2 - algemeen: b.o. <= 2000 m² 4 zand en grind: 5 - algemeen: b.o. > 200 m² 6 - algemeen: b.o. <= 200 m² 0 Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur: 1 - algemeen: b.o. > 2.000 m² 2 - algemeen: b.o. < = 2.000 m² Grth in chemische produkten Grth in kunstmeststoffen Grth in overige intermediaire goederen 0 Autosloperijen: b.o. > 1000 m² 1 - autosloperijen: b.o. <= 1000 m² 0 Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m² 1 - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m² 0 Grth in machines en apparaten: 1 - machines voor de bouwnijverheid 2 - overige Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d. - DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN A Detailhandel voor zover n.e.g. Supermarkten, warenhuizen Detailhandel vlees, wild, gevogelte, met roken, koken, bakken Detailhandel brood en banket met bakken voor eigen winkel Apotheken en drogisterijen Bouwmarkten, tuincentra, hypermarkten Detailhandel in vuurwerk tot 10 ton verpakt Postorderbedrijven Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) - LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING Hotels en pensions met keuken, conferentie-oorden en congrescentra Kampeerterreinen, vakantiecentra, e.d. (met keuken) Restaurants, cafetaria's, snackbars, ijssalons met eigen ijsbereiding, viskramen e.d. 1 Café's, bars 2 Discotheken, muziekcafé's Kantines
nummer
Gemeente Sliedrecht Bestemmingsplan Woongebied
SBI-2008
SBI-1993
10 10 30 10 0 0 10 30 10 30 10 30 10 10 10 0
0 0 0 10 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 50 30 10 10 10 10 10 0 0 0
0 0 10 10 0 0 0 0 0
10 30 10 0 0 10
GEUR 300 500 10
STOF
30 50 0
GELUID 10 50 10 10 30 10
C C C C C
10 10 10 10 C 0 30 10 50 10
100 50 30
50 30 30 30 30 100 50 100 50
100 30
50 30
300 700 100 Z
10 30 10 10 10 10
0 10 10 10 10 10 10 0 10
10 0 0
V
10 0 100 R 30 R 10 30 10 10 10
0 0
10 10
10 10 10
GROOTSTE AFSTAND 10 50 10 10 30 D 10 D
10 10 10 10 10 30 10 50 10
100 50 30
50 30 100 D 30 30 100 50 100 D 50
100 30
50 30
300 700 100
CATEGORIE 1 3.1 1 1 2 1
1 1 1 1 1 2 1 3.1 1
3.2 3.1 2
3.1 2 3.2 2 2 3.2 3.1 3.2 3.1
3.2 2
3.1 2
4.2 5.2 3.2
G G G G G G G G G
2 2 2 2 2 1
1 2 1 1 1 3 1 2 1
P P P P P P
P P P P P P P G P
2 G 2 G 2 G
2 1 2 1 2 2 2 2 2
2 G 1 G
2 G 1 G
3 G 3 G 2 G
VERKEER
INDICES
1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1
2 1 1
2 1 2 1 2 2 2 2 2
2 1
2 1
3 3 2
VISUEEL
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
Versie 1.01,september 2009
B B B B
B
B B
BODEM
"Staat van bedrijfsactiviteiten"
LUCHT
14
562 49 49 491, 492 491, 492 491, 492 493 493 493 494 494 495 50, 51 50, 51 50, 51 52 52 52241 52241 52241 52241 52241 52241 52241 52241 52242 52242 52242 52242 52242 52242 52242 52242 52242 52242 52242 52102, 52109 52109 5221 5221 5222 5223
5552 60 60 601 601 601 6021.1 6022 6023 6024 6024 603 61, 62 61, 62 61, 62 63 63 6311.1 6311.1 6311.1 6311.1 6311.1 6311.1 6311.1 6311.1 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6312 6312 6321 6321 6322, 6323 6323
Cateringbedrijven
OMSCHRIJVING
VERVOER OVER LAND Spoorwegen: - stations - rangeerterreinen, overslagstations (zonder rangeerheuvel) Bus-, tram- en metrostations en -remises Taxibedrijven Touringcarbedrijven 0 Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m² 1 - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m² Pomp- en compressorstations van pijpleidingen - VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT A Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren) - DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER 0 Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. zeeschepen: 1 - containers 2 - stukgoederen 3 - ertsen, mineralen e.d., opslagopp. >= 2.000 m2 4 - granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u 5 - steenkool, opslagopp. >= 2.000 m2 6 - olie, LPG, e.d. 7 - tankercleaning 0 Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart: 1 - containers 10 - tankercleaning 2 - stukgoederen 3 - ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000 m² 4 - ersten, mineralen, e.d., opslagopp. >= 2.000 m² 5 - granen of meelsoorten , v.c. < 500 t/u 6 - granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u 7 - steenkool, opslagopp. < 2.000 m2 8 - steenkool, opslagopp. >= 2.000 m2 9 - olie, LPG, e.d. A Distributiecentra, pak- en koelhuizen B Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte) 1 Autoparkeerterreinen, parkeergarages 2 Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties) Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren) A Luchthavens
0 1 2
nummer
Gemeente Sliedrecht Bestemmingsplan Woongebied
SBI-2008
SBI-1993
GEUR
0 30 10 0 0 0 0 0
0
10 30 700 500 700 0 10 10 10 10 200 500 300 500 300 500 0 10 0 0 0 0 50
0
0 0 50 100 50 300 300 0 300 0 30 50 50 100 50 50 100 30 0 10 10 0 200
0
STOF
0 30 0 0 10 0 0 0
10
GELUID 300 100 100 300 700 200 300 300 500 50 50 30 30 100 10 1500
500 300 1000 500 700 100 100
10
100 300 100 30 100 100 50 30
C
C C C C
Z
Z
Z
C C C Z C Z C Z C C
C C C C C C C C
30 C
50 200 50 30 50 50 100 50 100 700 50 10 0 30 0 500
100 100 50 100 100 1000 200
0
R
R R
R R
R R R
R R
R
R R
50 R 300 R 0 0 0 30 30 10
10
GROOTSTE AFSTAND D
D D D
300 300 100 D 300 700 300 500 300 500 700 50 D 30 30 100 10 1500 D
500 300 D 1000 500 700 1000 300
10
100 300 100 30 100 100 50 30
30
CATEGORIE 4.2 4.2 3.2 4.2 5.2 4.2 5.1 4.2 5.1 5.2 3.1 2 2 3.2 1 6
5.1 4.2 5.3 5.1 5.2 5.3 4.2
1
3.2 4.2 3.2 2 3.2 3.2 3.1 2
2
P G P P G G G P
2 1 2 2 3 2 3 2 3 2 2 2 3 2 2 3
3 3 3 3 3 2 1
G G G G G G G G G G G G P G P P
G G G G G G G
2 P
3 3 2 2 2 3 2 1
1 G/P
VERKEER
INDICES
2 2 2 2 3 2 3 2 3 3 2 1 1 1 1 3
3 3 3 3 3 3 2
1
2 2 2 1 1 1 1 1
1
VISUEEL
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
Versie 1.01,september 2009
B
B B B
B B B B
B B B
B B
B
BODEM
"Staat van bedrijfsactiviteiten"
L
L
L
L
LUCHT
15
5223 791 5229 64 53 531, 532 61 61 61 61 61 64, 65, 66 64, 65, 66 64, 65, 66 41, 68 41, 68 41, 68 77
77 7711 7712, 7739 773 772 62 62 62 58, 63 72 72 721 722 63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82 63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82 63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82 812 74203 82991 82992
6323 633 634 64 64 641 642 642 642 642 642 65, 66, 67 65, 66, 67 65, 66, 67 70 70 70 71
71 711 712 713 714 72 72 72 72 73 73 731 732
OMSCHRIJVING
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
A Overige zakelijke dienstverlening: kantoren Reinigingsbedrijven voor gebouwen Foto- en filmontwikkelcentrales Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten Veilingen voor huisraad, kunst e.d.
-
-
B Helikopterlandplaatsen Reisorganisaties Expediteurs, cargadoors (kantoren) - POST EN TELECOMMUNICATIE Post- en koeriersdiensten A Telecommunicatiebedrijven B0 zendinstallaties: B1 - LG en MG, zendervermogen < 100 kW (bij groter vermogen: onderzoek!) B2 - FM en TV B3 - GSM en UMTS-steunzenders (indien bouwvergunningplichtig) - FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN A Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen - VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED A Verhuur van en handel in onroerend goed VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE - GOEDEREN Personenautoverhuurbedrijven Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. - COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE A Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. B Datacentra - SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek
nummer
Gemeente Sliedrecht Bestemmingsplan Woongebied
74 747 7481.3 7484.3 7484.4
74
74
SBI-2008
SBI-1993
0 10 0 30 0
10 0
30 0
0 50 10 50 0
0 0
0
0
0 0
0
0
0 0 0 10
0 0 0
0 0 0
10 10 10 10
0 0
0 0
GEUR
50 0 0
STOF
0 0 0
GELUID 10 30 30 C 200 C 10
30 10
10 30 C
30 50 50 30
10
10 C
0 C 0 C 0 C
30 C 10 C
500 10 10
0 30 10 50 R 0
30 R 0
0 0
10 10 10 10
0
0
100 10 10
0 0
50 0 0
GROOTSTE AFSTAND 10 D 50 D 30 200 10
30 10
10 30
30 50 D 50 D 30 D
10
10
100 10 10
30 10
500 10 10 D
CATEGORIE 1 3.1 2 4.1 1
2 1
1 2
2 3.1 3.1 2
1
1
3.2 1 1
2 1
5.1 1 1
P G G G
2 1 2 3 2
P P G G P
1 P 1 P
1 P 1 P
2 2 2 2
1 P
1 P
1 P 1 P 1 P
2 P 1 P
1 P 1 P 1 P
VERKEER
INDICES
1 1 1 2 1
1 1
1 1
1 1 1 2
1
1
2 2 2
1 1
2 1 1
VISUEEL
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
Versie 1.01,september 2009
B B
B
BODEM
"Staat van bedrijfsactiviteiten"
LUCHT
16
84 84 84 8422 8425 85 85 852, 8531 8532, 854, 855 86 86 8610 8621, 8622, 8623 8691, 8692 871 8891 37, 38, 39 37, 38, 39 3700 3700 3700 3700 3700 381 381 381 382 382 382 382 382 382 382 382 382 382 382 382 382 382 382 94
75 75 75 7522 7525 80 80 801, 802 803, 804 85 85 8511 8512, 8513 8514, 8515 853 853 90 90 9001 9001 9001 9001 9001 9002.1 9002.1 9002.1 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 91
OMSCHRIJVING
- OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN A Openbaar bestuur (kantoren e.d.) Defensie-inrichtingen Brandweerkazernes - ONDERWIJS Scholen voor basis- en algemeen voortgezet onderwijs Scholen voor beroeps-, hoger en overig onderwijs - GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG Ziekenhuizen Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven Consultatiebureaus 1 Verpleeghuizen 2 Kinderopvang - MILIEUDIENSTVERLENING A0 RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks: A1 - < 100.000 i.e. A2 - 100.000 - 300.000 i.e. A3 - >= 300.000 i.e. B rioolgemalen A Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d. B Gemeentewerven (afval-inzameldepots) C Vuiloverslagstations A0 Afvalverwerkingsbedrijven: A1 - mestverwerking/korrelfabrieken A2 - kabelbranderijen A3 - verwerking radio-actief afval A4 - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) A5 - oplosmiddelterugwinning A6 - afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW A7 - verwerking fotochemisch en galvano-afval B Vuilstortplaatsen C0 Composteerbedrijven: C1 - niet-belucht v.c. < 5.000 ton/jr C2 - niet-belucht v.c. 5.000 tot 20.000 ton/jr C3 - belucht v.c. < 20.000 ton/jr C4 - belucht v.c. > 20.000 ton/jr C5 - GFT in gesloten gebouw -
nummer
Gemeente Sliedrecht Bestemmingsplan Woongebied
SBI-2008
SBI-1993
0 0
0 0 0 0 0
10 10 10 0 30 30 200 10 50 10 10 0 200 10 200 100 300 100 200 50
0 10
10 0 0 10 0
200 300 500 30 50 30 200 500 100 0 50 100 300 10 300 300 700 100 200 200
GEUR
0 30 0
STOF
0 30 0
GELUID C C Z C Z C
50 100 100 100 100
100 C 30 200 C 30 10 300 C Z 30 300
100 200 300 10 50 50 300
30 C 10 10 30 C 30
30 30
10 200 C 50 C
10 30 10 30 100 R
10 10 1500 10 30 R 50 30 R 10
10 10 10 0 10 30 R 30
10 0 0 0 0
0 10
0 100 0
GROOTSTE AFSTAND 300 700 100 200 200
500 100 1500 50 100 D 300 D 30 300
200 300 500 30 50 50 300
30 10 10 30 30
30 30 D
10 200 D 50
CATEGORIE 4.2 5.2 3.2 4.1 4.1
5.1 3.2 6 3.1 3.2 4.2 2 4.2
4.1 4.2 5.1 2 3.1 3.1 4.2
2 1 1 2 2
2 2
1 4.1 3.1
2 2 2 3 3
3 1 1 1 1 3 1 3
2 2 3 1 2 2 3
3 2 1 1 2
G G G G G
G G G G G G G G
G G G P G G G
P P P P P
1 P 2 P
2 P 3 G 1 G
VERKEER
INDICES
2 2 2 2 1
3 1 1 2 2 3 1 3
1 1 2 1 1 1 3
2 1 1 1 1
1 1
1 1 1
VISUEEL
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
Versie 1.01,september 2009
B B B B B
B B B B
B
B B
B
BODEM
"Staat van bedrijfsactiviteiten"
L
L L L L
L
LUCHT
17
94 941, 942 9491 94991 94991 59 59 591, 592, 601, 602 5914 9004 9321 8552 85521 9101, 9102 91041 91041 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931
91 9111 9131 9133.1 9133.1 92 92 921, 922 9213 9232 9233 9234 9234.1 9251, 9252 9253.1 9253.1 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926
OMSCHRIJVING
-
DIVERSE ORGANISATIES Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren) Kerkgebouwen e.d. A Buurt- en clubhuizen B Hondendressuurterreinen - CULTUUR, SPORT EN RECREATIE Studio's (film, TV, radio, geluid) Bioscopen Theaters, schouwburgen, concertgebouwen, evenementenhallen Recreatiecentra, vaste kermis e.d. Muziek- en balletscholen Dansscholen Bibliotheken, musea, ateliers, e.d. Dierentuinen Kinderboerderijen 0 Zwembaden: 1 - overdekt 2 - niet overdekt A Sporthallen B Bowlingcentra C Overdekte kunstijsbanen D Stadions en open-lucht-ijsbanen E Maneges F Tennisbanen (met verlichting) G Veldsportcomplex (met verlichting) H Golfbanen I Kunstskibanen 0 Schietinrichtingen: 1 - binnenbanen: geweer- en pistoolbanen 10 - buitenbanen met voorzieningen: pistoolbanen 11 - buitenbanen met voorzieningen: boogbanen 2 - binnenbanen: boogbanen 3 - vrije buitenbanen: kleiduiven 4 - vrije buitenbanen: schietbomen 5 - vrije buitenbanen: geweerbanen 6 - vrije buitenbanen: pistoolbanen 7 - vrije buitenbanen: boogbanen 8 - buitenbanen met voorzieningen: schietbomen 9 - buitenbanen met voorzieningen: geweerbanen A Skelter- en kartbanen, in een hal B Skelter- en kartbanen, open lucht, < 8 uur/week in gebruik
nummer
Gemeente Sliedrecht Bestemmingsplan Woongebied
SBI-2008
SBI-1993
0 0 0 10 0 0 0 10 10 0 0 0 0 0 0 30 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 30
0 0 0 30 0 0 0 100 30 10 30 0 0 0 0 50 0 0 0 0 0 10 0 0 0 0 10 10 0 10 10 10 50
GEUR
0 0 0 0
STOF
0 0 0 0
GELUID C
C C
C C C C
C
C C
C
C C C
200 C 1000 30 10 C 200 500 1500 1500 10 300 1000 50 500
50 200 50 30 100 300 30 50 50 10 30
30 30 30 300 30 30 10 50 30
10 30 30 C 50
10 200 30 10 300 1500 1500 1500 200 500 1500 10 30
10 10 0 0 50 R 50 R 0 0 0 0 50 R
10 0 0 10 0 0 0 0 0
0 0 0 0
GROOTSTE AFSTAND 200 1000 30 10 300 1500 1500 1500 200 500 1500 50 500
50 200 50 30 100 300 50 50 50 10 50
30 30 30 300 D 30 30 10 100 30
10 30 30 D 50
CATEGORIE 4.1 5.3 2 1 4.2 6 6 6 4.1 5.1 6 3.1 5.1
3.1 4.1 3.1 2 3.2 4.2 3.1 3.1 3.1 1 3.1
2 2 2 4.2 2 2 1 3.2 2
1 2 2 3.1
2 1 1 1 2 1 2 2 1 2 2 2 2
3 3 2 2 2 3 2 2 2 2 2
2 3 3 3 2 2 2 3 1
1 2 2 1
VERKEER P P P P P P P P P P P P P
P P P P P P P P P P P
G P P P P P P P P
P P P P
INDICES
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 2 1 2 2 1 2
1 1 1 3 1 1 1 1 1
1 1 1 1
VISUEEL
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
Versie 1.01,september 2009
B
BODEM
"Staat van bedrijfsactiviteiten"
L
LUCHT
18
-
931 931 931 931 932 9200 92009 93299 93 96 96011 96011 96012 96013 96013 9602 9603 9603 96031 96032 9313, 9604 9609 9609
Skelter- en kartbanen, open lucht, >=8 uur/week in gebruik Autocircuits, motorcrossterreinen e.d., < 8 uur/week in gebruik Autocircuits, motorcrossterreinen e.d., >=8 uur/week in gebruik Sportscholen, gymnastiekzalen Jachthavens met diverse voorzieningen Casino's Amusementshallen Modelvliegtuig-velden
- OVERIGE DIENSTVERLENING A Wasserijen en strijkinrichtingen B Tapijtreinigingsbedrijven Chemische wasserijen en ververijen A Wasverzendinrichtingen B Wasserettes, wassalons Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten 0 Begrafenisondernemingen: 1 - uitvaartcentra 2 - begraafplaatsen 3 - crematoria Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden A Dierenasiels en -pensions B Persoonlijke dienstverlening n.e.g.
C D E F G
nummer
Gemeente Sliedrecht Bestemmingsplan Woongebied
926 926 926 926 926 9271 9272.1 9272.4 93 93 9301.1 9301.1 9301.2 9301.3 9301.3 9302 9303 9303 9303 9303 9304 9305 9305
OMSCHRIJVING
GEUR
0 0 0 0 0 0 0 0 10 0 0 0
0 0 100 10 30 0
50 50 100 0 10 0 0 0
STOF
30 30 30 0 0 0
50 100 100 0 10 10 0 10 C C C C
10 10 30 30 C 100 C 10 C
50 C 50 30 30 10 10
1000 700 1500 30 50 30 30 300
GELUID Z
Z
AFSTANDEN IN METERS
0 0 10 0 0 0
30 30 30 R 0 0 0
30 50 50 0 30 0 0 100
GROOTSTE AFSTAND 10 10 100 30 100 10 D
50 50 30 30 10 10
1000 700 1500 30 50 30 30 300
CATEGORIE 1 1 3.2 2 3.2 1
3.1 3.1 2 2 1 1
5.3 5.2 6 2 3.1 2 2 4.2
2 2 2 1 1 1
2 2 2 1 1 1
2 3 3 2 3 3 2 1
P P P P P P
G G G G P P
P P P P P P P P
INDICES VERKEER
SBI-2008
1 1 2 1 1 1
1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1
VISUEEL
SBI-1993
GEVAAR
Versie 1.01,september 2009
B
B
B B B
BODEM
"Staat van bedrijfsactiviteiten"
L
L L
LUCHT
19
VERBEELDING
G
V
G
PLANGEBIED
WS-WB
Plangebied (swa-dui)
WS-WB
WA
(swa-dui) (swa-dui)
.
V
.
W
W
(swa-dui)
BESTEMMINGEN
AANDUIDINGEN
BESTEMMINGEN
GEBIEDSAANDUIDINGEN
.
B
Bedrijf
veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen
WS-WB (swa-dui)
.
W (ga) V-VB
DH
WA WS-WB
.
.
(swa-dui)
W(ga)
W
G WS-WB
(swa-dui)
.
G
W(ga)
G WS-WB
W
V
.
W(ga)
G
V
(swa-dui)
.
[sba-do]
.
.
W .
WS-WB
[sba-go] .
WA
[sba-do]
G
W
[sba-do]
W [sba-go]
W
[sba-do]
V
[ond]
W
G
W
WS-WB G
.
W V
R-VT
Recreatie - Volkstuin
Sport bouwvlak
T
Tuin
BOUWAANDUIDINGEN
(ga)
W
V .
.W(ga)
.
[sba-go]
[sba-go]
WA
W
G
WS-WB
W
.
W
W
W
.
W
W
W
W
V-VB
W
W
Wonen
.
Maximale bouwhoogte (m)
4,5
(ga)
6
.
V
.
W
.
W
W
L-HV
Maximale goot- en bouwhoogte (m)
7
Leiding - Hoogspanningsverbinding
Maximum bebouwingspercentage (%)
80%
.
.
.
V-VB
.
W
M
G
.
.
L-R
W
W
FIGUREN
.
G
W
W
6
V
.
WR-A
W
R
WS
W
.
W W
W
.
WS-WB
S
V-VB
6
WA
W
.
W
.
W
V-VB
R
- hartlijn leiding riool
W
. .
.
M
W
.
bestaande bebouwing, kadastrale- en topografische gegevens
.
W
WA W .
6
W
.
W .
.
.
.
W
W
W .
(swa-dui)
.
.
G
W
G
W
W
(swa-dui)
V-VB V
.
(swa-dui)
.
W V-VB
V
G
G
W
.
. .
.
G
W
W
.
(vm)
WS-WB WA
WA
G
B
W
G
Waterstaat - Waterkering
W
(ga)
W
.
W
WS-WK
VERKLARINGEN
W
W
(jop)
W
.
Waterstaat - Waterbergingsgebied
.
WS-WB
.
.
W
.
.
WS-WB
W
.
V
- hartlijn leiding hoogspanningsverbinding (bovengronds)
Waterstaat
.
.
G
W
HV
.
WS-WB
V-VB .
leidingen
Waarde - Archeologie HV
W .
Leiding - Riool
.
WS-WB
WS-WB
W
Water - Vaarweg
DUBBELBESTEMMINGEN
WS-WB
W
Water
MAATVOERING
.
(ga)
W
WA
Verkeer - Verblijfsgebied
W
.
W
.
WA-VW
. .
WS-WB
W
V-VB
.
.
W
bijgebouwen karakteristiek onderdoorgang plat dak specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering specifieke bouwaanduiding - dakopbouw specifieke bouwaanduiding - gevelopbouw specifieke bouwaanduiding - inhoud specifieke bouwaanduiding - luifel specifieke bouwaanduiding - monument
(ga)
WA
[sba-go]
.
.
W
.
WS-WB
WS-WB V
(ga)
W
. (ga) W
V
WA
W
.
W
Verkeer
.
W .
V
.
W
(swa-dui)
W
.
V-VB
.
V
Maatschappelijk - Begraafplaats
G
W
W
WA
. [sba-go]
G
V [ond]
.
.
[sba-go]
. (dv)
M-BP
BOUWVLAK
6
[sba-go]
G
(dv)
W
Maatschappelijk
S
G
.
W
V-VB
WA
[sba-do]
V
WA
[sba-go]
.
[sba-go]
W
M
[sba-go]
.
W
Kantoor
bedrijf dansschool detailhandel dienstverlening evenemententerrein garage horeca horeca van categorie 5 jongeren ontmoetingsplek kantoor kinderboerderij maatschappelijk nutsvoorziening praktijkruimte specifieke vorm van bedrijf - 1 specifieke vorm van detailhandel - kiosk specifieke vorm van detailhandel - rijwilehandel specifieke vorm van detailhandel - standplaats specifieke vorm van maatschappelijk - kinderdagverblijf specifieke vorm van maatschappelijk - recreatieruimte specifieke vorm van maatschappelijk - synagoge specifieke vorm van sport - schietbaan specifieke vorm van tuin - moestuin specifieke vorm van verkeer - chauffeursruimte specifieke vorm van water - duiker supermarkt verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg wonen wonen uitgesloten woonwagenstandplaats
[sba-go]
W
[sba-go]
.
W
W
(swa-dui)
.
.
[ond]
(swa-dui)
.
V
[sba-go]
[sba-go]
WA
M
W
L-HV
WA WS-WB WA
[sba-go]
W
[ond]
K
[ond]
.
W
.
.
Horeca
G
[sba-go]
W
[sba-go] [sba-go]
.
(ga)
.
[sba-do]
G
G
WS-WB
.
WS-WB .
W
[ond]
[sba-go]
W
H
(swa-dui)
(swa-dui)
WA
[sba-do]
W WA
WA
(swa-dui)
[sba-do]
[ond] .
.
.
W
Groen - Park
.
W(ga)
V
[sba-do]
.
WA
W V
(swa-dui)
(swa-dui)
[sba-do]
G
W
(swa-dui)
[sba-go]
V-VB
G-P
(swa-dui)
G
W(ga)
[ond] .
Groen
.
[ond]
WS-WB
W
G
[sba-do]
[sba-do] [sba-do]
W
Gemengd
V
WS-WB WS-WB
W
WS-WB
W
.
GD G WA
[sba-do]
G
G
.
[ond]
W
Dienstverlening
WS-WB
WS-WB
.
V
.
.
DV
.
[sba-do]
W
V
G
(b) (da) (dh) (dv) (ev) (ga) (h) (h=5) (jop) (k) (kb) (m) (nv) (prr) (sb-1) (sdh-ki) (sdh-rh) (sdh-stp) (sm-kdv) (sm-rr) (sm-sy) (ss-sb) (st-mtn) (sv-chf) (swa-dui) (su) (vm) (w) (-w) (wp)
.
WA
.
FUNCTIEAANDUIDINGEN
Detailhandel
.
W
6
G
W
G
(swa-dui)
. [sba-do]
.
V-VB 6 .
(swa-dui)
W
(h) (su)
. .
W
.
GD
W
W
.
W
.
W
WS-WB G
.
M
.
.
.
G
.
B W
W
.
W
(nv)
.
1
W
2
.
.
G
WA
3
.
6
4
V W .
.
.
.
B
W
. .
W . [ka]
W
5
6
W .
. .
.
W
ONTWERP
.
M
(da)
B
. . [sba-mo]
V
W
.
.
DV
W
WA
(swa-dui)
WA
W
W
W
(swa-dui)
W (dh)
W
W
W
W
OVERLEG
B M .
.
TERINZAGELEGGING ONTWERP
Bestemmingsplan
VASTSTELLING
"Woongebied"
GEWIJZIGD
WERKNR. SCHAAL DATUM
323.300.00
N
J:\323\300\00\3 Projectresultaat\verbeelding\Dwg
BESTAND RO-BP-32330000-VB-ON02.dwg
whl
BLAD
Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Architectuur, Landschap BV City & Regional Planning, Urban Design, Architecture, Landscape
Postadres: Postbus 13060 3004 HB Rotterdam
DATUM PLOT USER
150 x 90
PROJECTMAP
1:1000 2 jan. 2012
GETEKEND
FORMAAT
4-1-2012
Bezoekadres: Van Nelleweg 6060 3044 BC Rotterdam Telefoon: 010 433 00 99 Fax: 010 404 56 69 E-mail:
[email protected]
Wout
Internet: www.kuiper.nl
1 van 6
WA
G
PLANGEBIED G
(ga)
.
W
(ga)
Plangebied
G G-P WS-WB
WS-WB G-P
.
.
.
.
W
G-P .
W
W
AANDUIDINGEN
BESTEMMINGEN
GEBIEDSAANDUIDINGEN
B
W
.
BESTEMMINGEN Bedrijf
veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen
.
W
W
W
WA
G .
(ga)
W
.
W
W .
W
W
WA
W (k)
.
W(ga)
.
V G-P
6
.
[sba-do]
W
W .
G-P
WA
W
.
DV
.
G .
.
W
[sba-do]
G
.
W
.
M .
W
.
W(ga)
.
W
W
W
WS-WB
WS-WB
W
. (sdh-ki)
WS-WB
G
W
W
W
W
W
B
G
WS-WB
. (nv)
W (swa-dui)
.
.
.
(swa-dui)
(swa-dui)
.
.
G B
W
6
L-HV
Leiding - Hoogspanningsverbinding
L-R
Leiding - Riool FIGUREN
. .
WR-A
.
leidingen
Waarde - Archeologie HV
V
W
.
R
.
W
V
.
G
.
.
W .
W
W
(swa-dui)
.
W
W
W V-VB
. . .
.
B
. .
DV
T
W
.
W
.
W
W
WA
.
.
.
[sba-do]
T
B
W
W
.
6
[ka] .
WA
G
bestaande bebouwing, kadastrale- en topografische gegevens
.
6 (swa-dui) (swa-dui)
V
.
[ka] [ka]
W
. (w)
V-VB
.
. [ond]
DV .
W
W
M
. (w)
W [sba-am]
.
.
.
6
(w)
[ka]
M
. (swa-dui)
.
DH W
W
H [sba-do]
WA
[ka] .
[sba-do]
6
DH
.
W
WA
.
(swa-dui)
V
B
W
W
G
.
. (w)
G
. DV
[ka]
V
W .
(swa-dui)
DH
.
.
.
W
Waterstaat - Waterkering
V B
(swa-dui)
[sba-am]
. .
. [sba-do]
WS-WK
VERKLARINGEN
M-BP
.
W
(swa-dui)
[sba-do]
Waterstaat - Waterbergingsgebied
[sba-do] .
[sba-do]
WS-WB
(k)
WA
W
W
[sba-go]
.
G
.
DH
W
W
.M
WA
DH
.
[sba-go]
DH
[sba-go]
.
G
. (swa-dui)
.
(swa-dui)
DH .
.
.
DV
[sba-go]
W
4,5
.
.
WA
.
W
.
.
W
W
1
(dh)
W
[sba-do]
2
(dv)
[sba-do]
.
[ka]
3
.
4
[sba-go]
DH
6
W
W
11
4,5
K
.
M
.
W
5
W 6 .
WA
[sba-do]
6
.
11
[sba-go]
.
DH
.
[ka]
7
M
DV
[ka]
DH
W 80%
(dh) .
V
G V
ONTWERP
.
OVERLEG
W 7
.
TERINZAGELEGGING ONTWERP
10,5 .
W
WS-WK
.
W
VASTSTELLING
.
DH
.
6
"Woongebied"
M
.
DH
Bestemmingsplan
.
1
GEWIJZIGD
W
.
WERKNR. SCHAAL
.
W
(k)
6
W
V
11
G [sba-do]
- hartlijn leiding riool
.
[sba-do]
.
B
DH
W
[sba-do] [ka]
R
Waterstaat
K
. (sdh-rh)
.
(swa-dui)
W
- hartlijn leiding hoogspanningsverbinding (bovengronds)
.
(swa-dui)
(swa-dui)
DH
M
(swa-dui)
.
.
W
G
G
HV
.
G
V
.
(swa-dui)
W
.
W W
T
.
V
W (b)
.
WS
T
W
.
Maximum bebouwingspercentage (%)
80%
T
.
Maximale goot- en bouwhoogte (m)
7
WA .
[sba-do]
W
Maximale bouwhoogte (m)
DUBBELBESTEMMINGEN
W
[sba-do]
(vm)
.
W
Wonen 4,5
(swa-dui)
[sba-do]
(w)
.
Water - Vaarweg
(swa-dui)
W
W
WA
W
G
.
.
W
Water
.
WS-WB
.
Verkeer - Verblijfsgebied
MAATVOERING
WA
WA
[sba-do]
(swa-dui)
bijgebouwen karakteristiek onderdoorgang plat dak specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering specifieke bouwaanduiding - dakopbouw specifieke bouwaanduiding - gevelopbouw specifieke bouwaanduiding - inhoud specifieke bouwaanduiding - luifel specifieke bouwaanduiding - monument
(swa-dui)
(swa-dui)
.
WS-WB G
W
WA-VW
[sba-do] .
WA
WA
G
[sba-do]
G
W
.
V-VB
. .
Verkeer
T G
G
Tuin
.
WS-WB
6
G
V
W
.
Sport
BOUWAANDUIDINGEN
WA
WA G
Recreatie - Volkstuin
(swa-dui)
(swa-dui)
W
. [sba-do]
G
V
R-VT
T
WS-WB
WS-WB
Maatschappelijk - Begraafplaats
bouwvlak
.
G
M-BP
S
.
WS-WB
W
Maatschappelijk
BOUWVLAK
G
[sba-do]
.
.
W
W
M
bedrijf dansschool detailhandel dienstverlening evenemententerrein garage horeca horeca van categorie 5 jongeren ontmoetingsplek kantoor kinderboerderij maatschappelijk nutsvoorziening praktijkruimte specifieke vorm van bedrijf - 1 specifieke vorm van detailhandel - kiosk specifieke vorm van detailhandel - rijwilehandel specifieke vorm van detailhandel - standplaats specifieke vorm van maatschappelijk - kinderdagverblijf specifieke vorm van maatschappelijk - recreatieruimte specifieke vorm van maatschappelijk - synagoge specifieke vorm van sport - schietbaan specifieke vorm van tuin - moestuin specifieke vorm van verkeer - chauffeursruimte specifieke vorm van water - duiker supermarkt verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg wonen wonen uitgesloten woonwagenstandplaats
(swa-dui)
.
.
(vm)
Kantoor
WA
W
G
G
.
B
K
.
WS-WB
.
.
.
W
6
W
M
[sba-do]
.
.
.
Horeca
.
(su) (k) (-w)
M
(dv)
G
(ga)
W
DH
[sba-do]
.
W
W
G
[sba-do]
V
.
.
W
W
(ga)
W
H .
6
(-w)
.
W
.
WS-WB
W
G
Groen - Park
. .
.
Groen
[sba-do]
W
W
.
Gemengd
G-P
.
W
.
.
W
GD
(ga)
WS-WB
G
.
Dienstverlening
WS-WB M
W
DV
G
WS-WB
.
G-P
V W
(b) (da) (dh) (dv) (ev) (ga) (h) (h=5) (jop) (k) (kb) (m) (nv) (prr) (sb-1) (sdh-ki) (sdh-rh) (sdh-stp) (sm-kdv) (sm-rr) (sm-sy) (ss-sb) (st-mtn) (sv-chf) (swa-dui) (su) (vm) (w) (-w) (wp)
G WS-WB WS-WB
.
FUNCTIEAANDUIDINGEN
Detailhandel
WS-WB
.
.
.
DH
W
DATUM
V
N
W
W
BESTAND RO-BP-32330000-VB-ON02.dwg
whl
BLAD
Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Architectuur, Landschap BV City & Regional Planning, Urban Design, Architecture, Landscape
Postadres: Postbus 13060 3004 HB Rotterdam
.
WR-A
4-1-2012
Bezoekadres: Van Nelleweg 6060 3044 BC Rotterdam Telefoon: 010 433 00 99 Fax: 010 404 56 69 E-mail:
[email protected]
Wout
Internet: www.kuiper.nl
.
W
DATUM PLOT USER
150 x 90
J:\323\300\00\3 Projectresultaat\verbeelding\Dwg
.
.
FORMAAT PROJECTMAP
1:1000 2 jan. 2012
GETEKEND
V
323.300.00
2 van 6
WA G (swa-dui)
WS-WB
PLANGEBIED
(swa-dui)
(swa-dui)
Plangebied
.
.
G
[ka]
W
AANDUIDINGEN
BESTEMMINGEN
GEBIEDSAANDUIDINGEN
B
G
.
BESTEMMINGEN Bedrijf
veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen
[sba-do]
W
[sba-do]
WA
DH
(swa-dui)
(swa-dui)
WA
[sba-do] (swa-dui)
.
[sba-do]
G [sba-do]
WA
R-VT
[sba-do]
WA
G-P
WA
.
V
G
G WS-WB
.
(st-mtn)
G
W
WA
WS-WB
WS-WB WS-WB
WA
W
W
W
WS-WB
WA
G
.
6
V-VB . .
W
S
.
(m)
S
WS-WB
(swa-dui)
WS-WB
S
WA-VW
Verkeer
bijgebouwen karakteristiek onderdoorgang plat dak specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering specifieke bouwaanduiding - dakopbouw specifieke bouwaanduiding - gevelopbouw specifieke bouwaanduiding - inhoud specifieke bouwaanduiding - luifel specifieke bouwaanduiding - monument
Verkeer - Verblijfsgebied
Water
Water - Vaarweg
WA
.
6
G
(sb-1) .
MAATVOERING W
.
W
.
W
Wonen
.
W
DUBBELBESTEMMINGEN
(swa-dui)
6
.
[sba-go]
.
.
.
[sba-go]
DH
.
W
.
.
W
W
(swa-dui)
.
[sba-do]
FIGUREN .
. (swa-dui)
W
[sba-inh] (dh)
.
W
(m)
.
V
[sba-do]
M
[sba-inh]
(dv)
W
(dv)
WR-A
(swa-dui)
.
B
.
R
W W .
.
W
[sba-do]
W
W
W
[sba-do]
W
W
W
W
.
R
- hartlijn leiding riool
WS-WB
Waterstaat - Waterbergingsgebied
WS-WK
Waterstaat - Waterkering
VERKLARINGEN bestaande bebouwing, kadastrale- en topografische gegevens
W
.
DH
.
M
[sba-do]
.
- hartlijn leiding hoogspanningsverbinding (bovengronds)
.
. [sba-do]
HV
Waterstaat
.
(swa-dui)
.
[sba-go] [sba-do]
(nv)
HV
WS
(swa-dui)
[sba-do]
leidingen
Waarde - Archeologie
W
.
W
Maximum bebouwingspercentage (%)
Leiding - Riool
WA
6
(swa-dui)
Leiding - Hoogspanningsverbinding
80%
L-R
.
W
.
(swa-dui)
[sba-inh]
.
W
.
Maximale goot- en bouwhoogte (m)
7
W .
T
[sba-do]
L-HV
.
W
. [sba-go]
Maximale bouwhoogte (m)
4,5
W
W
G
WA
.
.
[sba-go]
Tuin
WS-WB
.
DV
Sport
WS-WB
(dv)
.
WA
Recreatie - Volkstuin
V
WS-WB G
.
V W
(swa-dui)
R-VT
BOUWAANDUIDINGEN
.
V
Maatschappelijk - Begraafplaats
T
M
.
B
M-BP
.
M
M
Maatschappelijk
bouwvlak
G WS-WB
WS-WB
6
W
(swa-dui)
M
S
WS-WB
WS-WB
WA
Kantoor
BOUWVLAK
WS-WB
.
W
K
bedrijf dansschool detailhandel dienstverlening evenemententerrein garage horeca horeca van categorie 5 jongeren ontmoetingsplek kantoor kinderboerderij maatschappelijk nutsvoorziening praktijkruimte specifieke vorm van bedrijf - 1 specifieke vorm van detailhandel - kiosk specifieke vorm van detailhandel - rijwilehandel specifieke vorm van detailhandel - standplaats specifieke vorm van maatschappelijk - kinderdagverblijf specifieke vorm van maatschappelijk - recreatieruimte specifieke vorm van maatschappelijk - synagoge specifieke vorm van sport - schietbaan specifieke vorm van tuin - moestuin specifieke vorm van verkeer - chauffeursruimte specifieke vorm van water - duiker supermarkt verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg wonen wonen uitgesloten woonwagenstandplaats
.
.
W
Horeca
W
6
W
H
.
.
.
Groen - Park
W WS-WB
B
Groen
(swa-dui)
.
. (nv)
Gemengd
V-VB
WS-WB
W
.
.
GD
[ka]
.
.
Dienstverlening
(swa-dui)
[sba-do] .
DV (swa-dui)
G
.
(b) (da) (dh) (dv) (ev) (ga) (h) (h=5) (jop) (k) (kb) (m) (nv) (prr) (sb-1) (sdh-ki) (sdh-rh) (sdh-stp) (sm-kdv) (sm-rr) (sm-sy) (ss-sb) (st-mtn) (sv-chf) (swa-dui) (su) (vm) (w) (-w) (wp)
(swa-dui)
[ka]
[sba-do]
FUNCTIEAANDUIDINGEN
Detailhandel
.
W
(su)
[sba-go] [sba-do]
W
[sba-do]
.
G .
(dh) [sba-do]
.
H (h)
[sba-do]
W.
. .
G
[sba-do]
T
M
[sba-l]
W
.
WA
.
.
[sba-l]
.
W
T
W
.
B (vm)
W
W
(sdh-stp)
.
(kb)
W
W
.
(h)
. .
[sba-do]
.
V
(m)
W
W .
.
W
V
[sba-do]
W
WA .
.
.
G .
G-P WS-WB
V-VB
V
.
W W
.
W
(swa-dui)
. .
.
G
T
(swa-dui)
W
(swa-dui)
WA
(swa-dui)
(swa-dui)
W
WA
(swa-dui)
.
B
W
.
W
(swa-dui)
W
[sba-do]
.
G .
T .
W
[sba-do]
[sba-go]
W
(ga)
W
W
W
W
[sba-go]
R
.
W
R
(ga)
W
(swa-dui)
[sba-do]
.
WA
W
G
WA
WS-WB
R
W (swa-dui)
.
W
. .
T
[sba-go] [sba-go] .
[sba-go]
W
W
W
[sba-go]
W
W
[sba-do]
R
M
W
V .
.
WA
R
. (ga)
W .
(swa-dui)
WA
(swa-dui)
WA
G
[sba-go]
.
.
.
(swa-dui)
BLAD
. Postadres: Postbus 13060 3004 HB Rotterdam
.
. [sba-do]
.
W
4-1-2012
Bezoekadres: Van Nelleweg 6060 3044 BC Rotterdam Telefoon: 010 433 00 99 Fax: 010 404 56 69 E-mail:
[email protected]
Wout
Internet: www.kuiper.nl
G
[sba-go]
.
City & Regional Planning, Urban Design, Architecture, Landscape
R
(swa-dui)
G
.
R
[sba-do]
whl
.
R
G
[sba-do]
RO-BP-32330000-VB-ON02.dwg
Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Architectuur, Landschap BV
V
R
W
6
BESTAND
. [sba-go]
(swa-dui)
150 x 90
J:\323\300\00\3 Projectresultaat\verbeelding\Dwg
[sba-do]
(swa-dui)
[sba-do]
FORMAAT PROJECTMAP
1:1000
[sba-go] [sba-do]
WA
N
R
W
323.300.00
2 jan. 2012
GETEKEND
[sba-go]
(swa-dui)
.
SCHAAL DATUM
.
.
WERKNR.
R
.
GEWIJZIGD
R
[sba-do]
W
"Woongebied"
V-VB
.
[sba-do]
.
WA
Bestemmingsplan
R
(swa-dui)
[sba-do] [sba-inh]
TERINZAGELEGGING ONTWERP
VASTSTELLING
T
.
[sba-go]
G
W (ga)
(swa-dui)
.
[sba-inh]
W
OVERLEG
[sba-do] R
. [sba-go]
M
W
ONTWERP
R
(swa-dui)
(ga)
(swa-dui)
.
.
T
V-VB .
[sba-do]
V
[sba-do]
(swa-dui)
W
.
W
(ga)
G
R
W
. (nv)
R
G
.
V
[sba-go]
[sba-do]
.
(swa-dui)
G
(swa-dui)
[sba-do]
6
(ga) [sba-do]
.
G
[sba-do]
.
WA
W
T
5 W
[sba-go]
T
(sm-rr) (k)
B
W
.
R
WA
[sba-do]
[sba-go]
4
R
.
W
W
WA
.
3
G
WS-WB
[sba-do]
[sba-do]
.
.
.
.
R
R
G
W
[sba-do]
2
R
G
(ga)
(swa-dui) (swa-dui)
W
.
[sba-do]
.
T
(ga)
[sba-do] .
W
. [sba-do]
.
(ga)
.
W
(swa-dui)
.
[sba-do]
T
R
[sba-do] .
.
W
(ga)
.
1
(sv-chf)
(nv)
R
. .
W
.
R
V
(swa-dui)
R
W
(swa-dui)
R
W
WA
T
W
G
(h)
.
T
V
V
.
M
W
V
WS-WB
(swa-dui)
.
[sba-do]
.
W
(swa-dui)
W
W
.
WA
DATUM PLOT USER
3 van 6
PLANGEBIED Plangebied
BESTEMMINGEN
AANDUIDINGEN
BESTEMMINGEN
GEBIEDSAANDUIDINGEN
WS-WB B
WS-WB
Bedrijf
veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen
WS-WB (swa-dui)
(swa-dui) R R
WS-WB G
WA WS-WB
R R
WA
(swa-dui)
(swa-dui)
R R
WS-WB
R
R
WS-WB
Dienstverlening
GD
Gemengd
G
G
R R
(swa-dui)
DV
(b) (da) (dh) (dv) (ev) (ga) (h) (h=5) (jop) (k) (kb) (m) (nv) (prr) (sb-1) (sdh-ki) (sdh-rh) (sdh-stp) (sm-kdv) (sm-rr) (sm-sy) (ss-sb) (st-mtn) (sv-chf) (swa-dui) (su) (vm) (w) (-w) (wp)
(swa-dui)
L-R
WS-WB
FUNCTIEAANDUIDINGEN
Detailhandel
R R
DH
V-VB
Groen - Park
R
R
G-P
Groen
(swa-dui)
V
W
WS-WB
WA
H
Horeca
K
Kantoor
M
Maatschappelijk
R R
R
R
.
R R
W
.
R
R
W
WS-WB
.
R
.
R
WA
(swa-dui)
WA
M-BP
Maatschappelijk - Begraafplaats
R-VT
Recreatie - Volkstuin
R
R
. (swa-dui)
W
.
WA
WA
G WS-WB
BOUWVLAK
R
R
R
R
W
S
R
.
W
R
(swa-dui)
R
.
Sport
(swa-dui)
.
R
W
W
bouwvlak
T
WA
(swa-dui)
Tuin
BOUWAANDUIDINGEN
R
R
.
V-VB
(swa-dui)
(b)
V
Verkeer
bijgebouwen karakteristiek onderdoorgang plat dak specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering specifieke bouwaanduiding - dakopbouw specifieke bouwaanduiding - gevelopbouw specifieke bouwaanduiding - inhoud specifieke bouwaanduiding - luifel specifieke bouwaanduiding - monument
R
R
(swa-dui)
bedrijf dansschool detailhandel dienstverlening evenemententerrein garage horeca horeca van categorie 5 jongeren ontmoetingsplek kantoor kinderboerderij maatschappelijk nutsvoorziening praktijkruimte specifieke vorm van bedrijf - 1 specifieke vorm van detailhandel - kiosk specifieke vorm van detailhandel - rijwilehandel specifieke vorm van detailhandel - standplaats specifieke vorm van maatschappelijk - kinderdagverblijf specifieke vorm van maatschappelijk - recreatieruimte specifieke vorm van maatschappelijk - synagoge specifieke vorm van sport - schietbaan specifieke vorm van tuin - moestuin specifieke vorm van verkeer - chauffeursruimte specifieke vorm van water - duiker supermarkt verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg wonen wonen uitgesloten woonwagenstandplaats
.
. (swa-dui)
R
R
V-VB
WA
R
W
R
W
(swa-dui)
Verkeer - Verblijfsgebied
(swa-dui)
.
WS-WB
WA
Water
R
R
W
R
WA
R
W
R
WA
[bg]
. R
R R R R
R
.
.
W
W
.
L-HV
W
[bg]
[bg]
W
[pd]
[bg]
(swa-dui)
R R
.
R
Leiding - Riool
WR-A
leidingen
Waarde - Archeologie HV
R
(swa-dui)
W
W
R
G .
[bg]
.
(swa-dui)
[bg]
WS
R R
W
R
. R
[bg]
.
.
R
.
.
R
R
G
.
[bg]
R
R
B
R
R
.
W
R
(nv)
G
WS-WK
Waterstaat - Waterkering
VERKLARINGEN bestaande bebouwing, kadastrale- en topografische gegevens
.
WA W
W
W
W
W
HV
W R
Waterstaat - Waterbergingsgebied
HV
R
R R
. R
.
.
R
(sv-chf)
(nv)
WS-WB
HV
B
- hartlijn leiding riool
HV
[bg]
L-R
W
R
[bg]
[pd]
R
W
W
[bg]
- hartlijn leiding hoogspanningsverbinding (bovengronds)
HV
R
.
HV
V
HV
WS-WB
W
[bg]
HV
Waterstaat
V
HV
[bg]
W
W
R
R
W
HV
[bg]
R
L-R
FIGUREN
G
WA
[bg]
Maximum bebouwingspercentage (%)
80%
HV
[bg]
[bg]
Leiding - Hoogspanningsverbinding
.
[bg]
Maximale goot- en bouwhoogte (m)
7
G
.
R
R
.
[pd]
[bg]
6
HV
W
DUBBELBESTEMMINGEN
[bg]
[bg]
Maximale bouwhoogte (m)
4,5
. [bg]
[bg]
Wonen
.
(swa-dui)
[bg]
[bg] .
W
HV
W
MAATVOERING
L-HV
HV
.
(swa-dui)
[pd]
[bg]
[bg]
W
WA
Water - Vaarweg
HV
.
W
V
R
G WS-WB
WA-VW
W
W
(dv)
R
HV
.
R
HV
W (swa-dui)
. HV
R
.
V
.
R
.
WA
R
V-VB R
(swa-dui)
.
W
V HV
R
.
G
W
.
HV
G
W
W
W
HV
W .
WS-WB
.
HV
.
W .
(swa-dui)
. .
W R
.
V
.
HV
R
.
R
.
HV
W
. .
R
HV
W
.
W
W
.
R
G
HV
W
R
.
W
W
W
WA
.
(swa-dui)
R
V
W
(swa-dui)
R
2
W
.
. .
.
B
W
W
R R
HV
V
R
R
W
V HV
. R
(swa-dui)
.
W
R
G
HV
W
OVERLEG
R
R
ONTWERP
HV
M R
HV
TERINZAGELEGGING ONTWERP
R
(sm-sy) .
V
HV
WS-WK
L-R
6
HV
W
.
G
5
(nv)
W
WA
HV
.
4
.
.
W
.
3
(swa-dui) HV
R
W
1
HV
W
W
W
WA
.
W
W
HV
WA
W (swa-dui)
HV
V-VB
W
HV
Bestemmingsplan
HV
VASTSTELLING
"Woongebied"
GEWIJZIGD
WERKNR. SCHAAL DATUM
323.300.00
N
1:1000
J:\323\300\00\3 Projectresultaat\verbeelding\Dwg
BESTAND RO-BP-32330000-VB-ON02.dwg
whl
BLAD
Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Architectuur, Landschap BV City & Regional Planning, Urban Design, Architecture, Landscape
Postadres: Postbus 13060 3004 HB Rotterdam
DATUM PLOT USER
A0
PROJECTMAP
2 jan. 2012
GETEKEND
FORMAAT
4-1-2012
Bezoekadres: Van Nelleweg 6060 3044 BC Rotterdam Telefoon: 010 433 00 99 Fax: 010 404 56 69 E-mail:
[email protected]
Wout
Internet: www.kuiper.nl
4 van 6
M
.
DH
.
DH
.
6
W
.
.
V
W
W
V
.
W
.
W
WA
W
(swa-dui)
.
.
W
W
V V WA
[ka]
.
W
V
. .
T
[sba-go]
W
. [sba-do]
W
W
[sba-do]
.
K (swa-dui)
K
G
M
(ev)
.
T
M
[sba-do]
W
V
V
W
W
W
G .
M
(swa-dui)
WA
.
W
W
(swa-dui)
W
[sba-do]
.
T
.
.
.
(swa-dui)
M
.
(k)
W
WA
[ka]
V
(k)
[sba-do]
.
M-BP
Maatschappelijk - Begraafplaats
R-VT
Recreatie - Volkstuin
S
. .
.
[sba-do]
W
T [sba-inh]
.
V
W
.
.
WA
W
(prr)
K
Verkeer
bijgebouwen karakteristiek onderdoorgang plat dak specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering specifieke bouwaanduiding - dakopbouw specifieke bouwaanduiding - gevelopbouw specifieke bouwaanduiding - inhoud specifieke bouwaanduiding - luifel specifieke bouwaanduiding - monument
M
. .
(dv)
Tuin
BOUWAANDUIDINGEN
W
W
Sport
W
G
W
WR-A
V-VB
W
Verkeer - Verblijfsgebied
[sba-do] [sba-inh]
M
WA
W
.
Water
G
.
WA-VW
[sba-do]
M
.
G
Water - Vaarweg
.
.
[sba-do]
V
MAATVOERING
[sba-inh]
.
W
[sba-do]
W
.
Maatschappelijk
bouwvlak
WA
V
.
.
M
BOUWVLAK 6
.
DV
Kantoor
(swa-dui)
[sba-do]
[ka]
K
Wonen
.
G
V
DV
S W
DUBBELBESTEMMINGEN
.
6
W
W
.
W
L-HV
W
W
Leiding - Hoogspanningsverbinding
L-R
Leiding - Riool
WS-WB
.
FIGUREN
WS-WB
[ka]
WR-A
.
V
.
M
W
.
R
WS
WA (swa-dui)
.
W
[sba-do]
WA [sba-do]
G
WS-WB
G
.
G
.
W
.
- hartlijn leiding riool
WS-WB
Waterstaat - Waterbergingsgebied
WS-WK
Waterstaat - Waterkering
VERKLARINGEN bestaande bebouwing, kadastrale- en topografische gegevens
G
G
G WS-WB
.
[sba-do] .
R
WS-WB
G
[sba-do]
(k)
(swa-dui)
WS-WB
W
(swa-dui)
W
- hartlijn leiding hoogspanningsverbinding (bovengronds)
Waterstaat
(swa-dui)
[sba-do]
K
HV
.
G
WA
.
.
.
leidingen
Waarde - Archeologie HV
[ka]
Maximum bebouwingspercentage (%)
[sba-do]
(dv)
.
Maximale goot- en bouwhoogte (m)
7 80%
.
.
M
Maximale bouwhoogte (m)
4,5
.
W
bedrijf dansschool detailhandel dienstverlening evenemententerrein garage horeca horeca van categorie 5 jongeren ontmoetingsplek kantoor kinderboerderij maatschappelijk nutsvoorziening praktijkruimte specifieke vorm van bedrijf - 1 specifieke vorm van detailhandel - kiosk specifieke vorm van detailhandel - rijwilehandel specifieke vorm van detailhandel - standplaats specifieke vorm van maatschappelijk - kinderdagverblijf specifieke vorm van maatschappelijk - recreatieruimte specifieke vorm van maatschappelijk - synagoge specifieke vorm van sport - schietbaan specifieke vorm van tuin - moestuin specifieke vorm van verkeer - chauffeursruimte specifieke vorm van water - duiker supermarkt verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg wonen wonen uitgesloten woonwagenstandplaats
G
G
W
Horeca
(swa-dui)
W
W
M
H
[sba-go]
(swa-dui)
. [sba-do]
.
Groen - Park
W
. [sba-do]
Groen
.
[sba-go]
(k)
[sba-mo]
Gemengd
T
.
[sba-inh]
(dh)
GD
G-P
W
[sba-do]
(dh)
Dienstverlening
(b) (da) (dh) (dv) (ev) (ga) (h) (h=5) (jop) (k) (kb) (m) (nv) (prr) (sb-1) (sdh-ki) (sdh-rh) (sdh-stp) (sm-kdv) (sm-rr) (sm-sy) (ss-sb) (st-mtn) (sv-chf) (swa-dui) (su) (vm) (w) (-w) (wp)
(swa-dui)
.
G
M
. [ka]
.
W
.
WA
(h=5) [ka]
DV
G
M
[sba-inh]
[sba-go]
[sba-do]
W
H
(swa-dui)
[sba-do]
[sba-do]
FUNCTIEAANDUIDINGEN
Detailhandel
T
T [sba-do]
W
.
veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen
(swa-dui)
.
W
DV
G
.
(swa-dui)
.
Bedrijf
.
G
(w) [sba-go]
.
.
GEBIEDSAANDUIDINGEN
DH
W
WA
.
[sba-do]
W
BESTEMMINGEN
WA W
[sba-do]
.
DV
V
V
(dv) .
AANDUIDINGEN
B
.
.
.
[sba-do]
(swa-dui)
G
W
V
.
.
(swa-dui)
T
(swa-dui)
.
W
(swa-dui)
BESTEMMINGEN
.
[ka]
[ka]
[sba-do]
[sba-go]
W
(swa-dui)
.
W
.
T
.
.
[ka]
Plangebied
.
W
.
. [ka]
(swa-dui)
G
[sba-do]
W
PLANGEBIED
.
G
V
(swa-dui)
WA G
WA
W
T
W
.
(swa-dui)
(swa-dui)
W
.
.
(swa-dui)
.
.
WR-A
(swa-dui)
.
.
G
T
[ka]
G-P WS-WB
G
.
[sba-do] .
.
W
W
W
(dh)
S
W
H
G W
W
W
W
G
.
W
.
B
(ss-sb)
. .
(swa-dui)
(nv)
W
.
.
V
WS
(swa-dui)
DH
.
W
. [ka]
[sba-do]
(k)
W
W
[sba-do]
.
W .
V
.
.
.
W
W .
.
H
WS-WK .
[sba-do]
W
(sm-kdv) .
.
W
[ka]
(k)
.
. W
WS
W
G
W
DH
W
[ka]
WA
W
W WS
W
W
DH .
[ka]
W
.
.
.
K
. . .
.
WS-WK
DH
W
. .
.
.
W
W
W
1
.
2
M W
[ka]
K
3 4
(dv)
5
6
WA-VW WA-VW
ONTWERP OVERLEG
TERINZAGELEGGING ONTWERP
Bestemmingsplan
VASTSTELLING
"Woongebied"
GEWIJZIGD
WERKNR. SCHAAL DATUM
323.300.00
N
J:\323\300\00\3 Projectresultaat\verbeelding\Dwg
BESTAND RO-BP-32330000-VB-ON02.dwg
whl
BLAD
Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Architectuur, Landschap BV City & Regional Planning, Urban Design, Architecture, Landscape
Postadres: Postbus 13060 3004 HB Rotterdam
DATUM PLOT USER
150 x 90
PROJECTMAP
1:1000 2 jan. 2012
GETEKEND
FORMAAT
4-1-2012
Bezoekadres: Van Nelleweg 6060 3044 BC Rotterdam Telefoon: 010 433 00 99 Fax: 010 404 56 69 E-mail:
[email protected]
Wout
Internet: www.kuiper.nl
5 van 6
W
WA M
.
V
(swa-dui)
(swa-dui)
W
.
B .
W
(swa-dui)
W
[sba-do]
.
W
.
(ga)
. [sba-do]
W
(ga)
.
W
W
W
R
Plangebied
G .
[sba-do]
G
(ga)
W R
W
.
[sba-do]
R
R
[sba-go]
(ga)
PLANGEBIED
R
[sba-do] .
.
T
(ga)
.
(sv-chf)
(nv)
R
W
W
G
(h)
R
(swa-dui)
R
(swa-dui)
(swa-dui)
W
[sba-go]
T
WA
DH
[sba-go]
.
DV
Dienstverlening
GD
Gemengd
(b) (da) (dh) (dv) (ev) (ga) (h) (h=5) (jop) (k) (kb) (m) (nv) (prr) (sb-1) (sdh-ki) (sdh-rh) (sdh-stp) (sm-kdv) (sm-rr) (sm-sy) (ss-sb) (st-mtn) (sv-chf) (swa-dui) (su) (vm) (w) (-w) (wp)
R
G
W
(ga)
W
(swa-dui)
(ga) [sba-do]
.
WA
W
G
R
W
[sba-go]
(swa-dui)
R
[sba-do]
W
.
V-VB
(ga)
(swa-dui)
. .
M
FUNCTIEAANDUIDINGEN
Detailhandel
.
.
T
W
(ga)
G
[sba-do]
V
[sba-do]
veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen
R
W
. (nv)
G G
Bedrijf
R
(swa-dui)
.
W
.
GEBIEDSAANDUIDINGEN
.
WA
WS-WB
R
[sba-do]
B
BESTEMMINGEN B
(ga) .
AANDUIDINGEN
R
(sm-rr) (k)
.
R
.
WA W
WS-WB
[sba-do]
[sba-do]
.
BESTEMMINGEN
Groen - Park
R
T
G-P
Groen
(swa-dui)
V-VB
.
R
[sba-do]
H
Horeca
K
Kantoor
M
Maatschappelijk
[sba-go] [sba-do]
(swa-dui)
W
W
[sba-go]
W
W
[sba-do]
R
.
.
[sba-go]
W
.
R
.
W
R
.
[sba-go]
[sba-go]
W
[sba-go]
V
[sba-do]
WA
R
W
[sba-do]
.
W
R
WA
bouwvlak
G
W
WS-WB
BOUWAANDUIDINGEN V V-VB
R
W
W
.
W
W
WA
W W
W
W
W.
W
.
W
(swa-dui)
.
Wonen Maximale bouwhoogte (m)
4,5
DUBBELBESTEMMINGEN .
(swa-dui)
.
W
.
.
(swa-dui)
T
Leiding - Hoogspanningsverbinding
Leiding - Riool FIGUREN
B G
. (nv)
Maximum bebouwingspercentage (%)
80%
L-R
.
Maximale goot- en bouwhoogte (m)
7
G
WA
T
L-HV
W
(swa-dui)
T
(swa-dui)
6
.
W
W
V
MAATVOERING W
(swa-dui)
.
DV
[sba-do]
Water - Vaarweg
W
.
T
WA-VW
W
.
Water
R
.
T
Verkeer - Verblijfsgebied
L-R
.
.
W
bijgebouwen karakteristiek onderdoorgang plat dak specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering specifieke bouwaanduiding - dakopbouw specifieke bouwaanduiding - gevelopbouw specifieke bouwaanduiding - inhoud specifieke bouwaanduiding - luifel specifieke bouwaanduiding - monument
R
.
[sba-do]
Verkeer
R
.
[sba-inh]
Tuin
W
W
M
T
W R
[sba-inh]
.
R
.
[sba-do]
Sport
G
[sba-go]
.
BOUWVLAK S .
[sba-inh]
Recreatie - Volkstuin
.
.
[sba-do]
R-VT
R
.
(swa-dui)
G
[sba-go]
.
(swa-dui)
WA
.
. (ga)
(swa-dui)
R
G
(swa-dui)
.
R
V
[sba-do]
Maatschappelijk - Begraafplaats
. [sba-go]
[sba-do]
M-BP
bedrijf dansschool detailhandel dienstverlening evenemententerrein garage horeca horeca van categorie 5 jongeren ontmoetingsplek kantoor kinderboerderij maatschappelijk nutsvoorziening praktijkruimte specifieke vorm van bedrijf - 1 specifieke vorm van detailhandel - kiosk specifieke vorm van detailhandel - rijwilehandel specifieke vorm van detailhandel - standplaats specifieke vorm van maatschappelijk - kinderdagverblijf specifieke vorm van maatschappelijk - recreatieruimte specifieke vorm van maatschappelijk - synagoge specifieke vorm van sport - schietbaan specifieke vorm van tuin - moestuin specifieke vorm van verkeer - chauffeursruimte specifieke vorm van water - duiker supermarkt verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg wonen wonen uitgesloten woonwagenstandplaats
WR-A
leidingen
Waarde - Archeologie HV
HV
- hartlijn leiding hoogspanningsverbinding (bovengronds)
R
- hartlijn leiding riool
. (swa-dui)
W
WA
W
W
WA
(swa-dui)
W
(swa-dui)
WS-WB
G W
G
WS-WB
Waterstaat - Waterbergingsgebied
WS-WK
Waterstaat - Waterkering
VERKLARINGEN bestaande bebouwing, kadastrale- en topografische gegevens
W
G
.
G
. (swa-dui)
W
WA
(swa-dui) (swa-dui)
.
.
.
.B
B
.
W
.
(swa-dui)
G
(nv)
W
(swa-dui)
W
.
(swa-dui)
(swa-dui)
.
.
W K
(swa-dui)
(nv)
W
. (swa-dui)
WS-WB G WA
.
W
.
.
W
WS-WB
W W
.
WA
W
W
.
W
.
W
V
W
.
W
W
WS-WB WS-WB
.
WS
W
WA
.
W
G
WA
W (k)
. W
W .
.
.
K
.
W
WA
W
. W
.
. .
DH
W
.
. .
.
. .
Waterstaat
V
WA
G WS-WB
W
WS
T .
WS-WB G
B
(nv)
(wp)
(swa-dui)
WS-WB
R
.
T
W .
G
W
.
1
W
W
.
M
.
W
(sdh-rh)
2
.
3
(dv)
4
. (dv)
5 V
6
W WA-VW
W
.
ONTWERP OVERLEG
TERINZAGELEGGING ONTWERP
Bestemmingsplan
VASTSTELLING
"Woongebied"
GEWIJZIGD
WERKNR. SCHAAL DATUM
323.300.00
N
1:1000
J:\323\300\00\3 Projectresultaat\verbeelding\Dwg
BESTAND RO-BP-32330000-VB-ON02.dwg
whl
BLAD
Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Architectuur, Landschap BV City & Regional Planning, Urban Design, Architecture, Landscape
Postadres: Postbus 13060 3004 HB Rotterdam
DATUM PLOT USER
A0
PROJECTMAP
2 jan. 2012
GETEKEND
FORMAAT
4-1-2012
Bezoekadres: Van Nelleweg 6060 3044 BC Rotterdam Telefoon: 010 433 00 99 Fax: 010 404 56 69 E-mail:
[email protected]
Wout
Internet: www.kuiper.nl
6 van 6