Ondertitel Handleiding Samenstellen Portfolio VT3
VT3
Handleiding voor het samenstellen van je portfolio
Paul Scheltes [met dank aan Guido Nijboer, Patrick Collaris en Patrick Tonnaer] Herziene editie, 2013
–1–
Ondertitel Handleiding Samenstellen Portfolio VT3
Je sluit je VT3-opleiding met succes af door vier PvB’s te doen: 1
Geven van trainingen
2
Coachen van wedstrijden
3
Organiseren van volleybalactiviteiten
4
Aansturen van kader
Bij 1 bestaat je PvB uit twee onderdelen: praktijk en portfolio. Bij 2, 3 en 4 bestaat je PvB alleen uit een beoordeling van je portfolio. Het gaat dus om een viertal portfolio’s: 1
Portfolio 3.1 ‘Geven van trainingen’ De PvB-opdracht luidt: ‘het aanleveren van een jaarplan waaruit blijkt dat u in staat bent tot het maken, uitvoeren en deels evalueren van een jaarplan voor uw team. Vanuit het jaarplan wordt één training uitgewerkt, voorbereid en gegeven aan het betreffende team. Het betreft hier een seniorenteam dat uitkomt in de hoogste drie klassen van de regio of een jeugdteam waarvoor toestemming is verleend door de toetsingscommissie.’ Je portfolio 3.1 bestaat dus uit twee delen: 1
een jaarplan;
2
een trainingsplan.
Een uitwerking: 1
Een jaarplan bevat: a
Feedback van minstens drie spelers waaruit blijkt dat jij rekening hield met hun persoonlijke verwachtingen en hun motieven;
b
Jouw analyse van de huidige technische en tactische mogelijkheden van jouw spelers, hun functioneren als team en jouw trainerskwaliteiten;
c
Jouw jaarplan: Een korte beschrijving van het meerjarenbeleid van jouw club, jouw visie op teamontwikkeling en jouw plannen voor komend jaar, afgestemd op jouw spelers (Voortbordurend op 1b!), met concrete doelstellingen, evaluatiemomenten en -methoden en chronologisch beschreven.
2
Het trainingsplan omvat tien uitgewerkte, samenhangende trainingen, met per training: a
Beschrijving van de technische en tactische beginsituatie van de spelers, met een duidelijk verband met 1b;
b
De doelen van de training, smart geformuleerd;
c
De gekozen oefenvormen en accenten;
d
De evaluatie.
Zie voor een format trainingsplan de Bijlage. Tot slot een verslag van de feedback van jouw spelers op de door jou gegeven trainingen.
–2–
Ondertitel Handleiding Samenstellen Portfolio VT3
Tip:
Neem in een bijlage bij je trainingsplan op: Drie adviezen die jij je spelers gaf over materiaal (keuze en gebruik). Dan voldoe je aan beoordelingscriterium 8 in PvB 3.1. Houd het kort, maximaal drie regels per advies!
2
Portfolio 3.2 ‘Coachen van wedstrijden’ De PvB-opdracht: ‘het samenstellen van een portfolio waaruit blijkt dat u in staat bent wedstrijden te coachen van uw team dat uitkomt in een van de twee hoogste klassen van de regio of een jeugdteam A/B/C gedurende een officiële competitie- of bekerwedstrijd.’ Dit portfolio bevat de volgende onderdelen: 1
Een overzicht van de feedback van jouw spelers op schriftelijke vragen die jij stelde over de criteria 1 t/m 9, 13, 16 en 20. Denk aan een overzichtelijke weergave: kopjes!
2
Een wedstrijdplan, incl. een weergave van de voorbespreking. Criteria 11, 12 en 14.
3
Een wedstrijdanalyse, inclusief een weergave van de nabespreking. Criteria 15 en 20.
4 3
Diverse documenten. Criteria 10, 17, 18, 19 en 21.
Portfolio 3.3 ‘Organiseren van volleybalactiviteiten’ Hier luidt de PvB-opdracht: ‘het aanleveren van een portfolio waaruit blijkt dat u in staat bent om een activiteit te organiseren en daarbij de sportieve ontwikkeling van de sporters te stimuleren.’ Concreet betekent dit dat het portfolio de volgende onderdelen bevat: a
Een beschrijving van jouw activiteit (eerste paragraaf van het ontwerp (c));
b
Een beslisdocument met een uitwerking van jouw activiteit op hoofdlijnen, gericht op toestemming van de opdrachtgever (tweede paragraaf van het ontwerp (c));
c
Een volledig ontwerp van de activiteit, met draaiboek, taakverdeling, ontwikkelde materialen en begroting;
d
Een verslag van de uitvoering van de activiteit;
e
Een evaluatieverslag, gevoed met uitkomsten van evaluaties/evaluatiegesprekken met deelnemers, medewerkers en opdrachtgever;
f
Een reflectieverslag van jou over de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de activiteit;
g
Een beleidsnotitie t.b.v. de opdrachtgever met daarin een advies over de structurele inbedding van de georganiseerde activiteit in de vereniging.
4
Portfolio 3.4 ‘Aansturen van kader’ De PvB-opdracht: ‘het aanleveren van een portfolio waaruit blijkt dat u in staat bent volleybaltrainers 2 (of gelijkwaardig assisterend kader) op adequate wijze aan te sturen.’ Dit portfolio bevat de volgende onderdelen: a
Een jaarplanning die jij voor een volleybaltrainer-2 hebt opgesteld;
b
Een trainingsplan dat jij voor een volleybaltrainer-2 hebt ontworpen;
c
Een observatie van de training die door de volleybaltrainer-2 is uitgevoerd; –3–
Ondertitel Handleiding Samenstellen Portfolio VT3
d
Een verslag van jouw nabespreking met de volleybaltrainer-2;
e
Een reactie van de volleybaltrainer-2 op jouw feedback en begeleiding;
f
Een reflectieverslag van jou over jouw kwaliteiten als begeleider.
Waar draait het om in jouw portfolio? Kwaliteit en kwantiteit bepalen of jij slaagt: -
Kwaliteit:
Blijkt uit de inhoud van jouw portfolio dat je competent handelde?
-
Kwantiteit:
Voldoe jij aan alle beoordelingscriteria?
Tips om te voldoen aan kwaliteit Je maakt je kwaliteit zichtbaar met ‘authentieke bewijzen’. Dit betekent dat je in je echte trainerspraktijk op niveau 3 hebt laten zien dat je adequaat handelde. Het zal je wellicht opgevallen zijn dat de hierboven genoemde portfolio’s altijd twee typen ‘bewijzen’ bevatten: 1
Allerlei door jou zelf ontwikkelde of bijgestelde documenten, zoals: -
een trainingsplan, wellicht voortkomend uit één of meer van de zes opdrachten ‘Training geven’ (3.1);
-
een uitnodiging voor een briefing met de mede-organisatoren van je activiteit (3.3);
-
de agenda van deze briefing (3.3);
-
het draaiboek voor de activiteit, ontleend aan opdracht 2 en 3 ‘Organiseren activiteit’ (3.3);
-
een jaarplanning en een trainingsplan dat jij ontwikkelde voor een door jou begeleide volleybaltrainer-2 (3.4);
-
door jou geschreven evaluaties van gegeven trainingen, georganiseerde activiteiten en begeleiding van volleybaltrainers-2.
2
Naast deze door jou zelf ontworpen bewijzen zijn ‘bewijzen van derden‘ essentieel. Dit zijn alle betrokkenen die een oordeel kunnen geven over jouw functioneren: spelers, collega-trainers, door jou begeleide volleybaltrainers-2, deelnemers aan een door jou georganiseerde activiteit en leden van commissies en bestuur. Vandaar dat je bij de onderdelen van de portfolio’s ook allerlei documenten aantrof waarin anderen jou feedback gaven. Bijvoorbeeld: -
Een verslag van de feedback van jouw spelers op de door jou gegeven trainingen;
-
Een evaluatieverslag, gevoed met uitkomsten van evaluaties/evaluatiegesprekken met deelnemers, medewerkers en opdrachtgever;
-
Een reactie van de volleybaltrainer-2 op jouw feedback en begeleiding.
Het is van belang dat jij deze ‘derden’ zó om feedback vraagt dat ze deze formuleren op een manier die past in de beoordelingscriteria waar jij aan wilt voldoen. Slim is derhalve om een aantal vragen te formuleren waar jij graag antwoord op wilt ontvangen. Bijvoorbeeld, om de criteria 3, 4, 5, 11 en 14 in PvB 3.3 in kaart te brengen: -
Ging ik respectvol met jou om?
-
Gedroeg ik me zoals jij van een trainer verwacht? –4–
Ondertitel Handleiding Samenstellen Portfolio VT3
-
Ging ik vertrouwelijk om met persoonlijke informatie?
-
Kwam ik de gemaakte afspraken na?
-
Berichtte ik jou tijdig, als afspraken veranderden?
-
Wat de beroepscode (criterium 4 in 3.3) betreft: Kies er drie elementen uit die jou aanspreken en vraag hier feedback op.
[en laat deze vragen bijvoorbeeld scoren op ‘nooit – soms – vaak – altijd’] Zet vragen zoals deze hierboven op een evaluatieformuliertje en je hebt in één keer vijf beoordelingcriteria afgedekt! Bovendien heb je voldaan aan de competentie ‘Vraagt feedback’ (17 in 3.2, 16 in 3.3 en 13 in 3.4). Als je op deze feedback nu ook nog een kort stukje commentaar levert, heb je ook voldaan aan de competentie ‘Reflecteert op het eigen handelen’ (16 in 3.2, 15 in 3.3 en 12 in 3.4). Verwerk je in dit commentaar een competentie die je nog verder wilt ontwikkelen, dan kan je beoordelaar ook ‘Verwoordt eigen leerbehoeften’ (18 in 3.2, 17 in 3.3 en 14 in 4.3) afvinken. Mits je natuurlijk je leerdoelen ‘smart’ hebt geformuleerd …
Tips om te voldoen aan kwantiteit Essentieel is dat je je portfolio een heldere opbouw geeft. Dan zorg je ervoor dat je beoordelaar niets over het hoofd ziet en niet hoeft te zoeken. Dit doe je door de nummers van de beoordelingscriteria te koppelen aan je bewijzen. Dit heeft als voordeel dat jij gemakkelijk kan controleren of je portfolio compleet is: Staan de nummers van alle criteria in de kantlijn? Dit is het eerste waar jouw beoordelaar naar kijkt. ‘Compleet, zonder dat je portfolio een gigantische omvang krijgt’, dat is het devies. Je zorgt dus ook voor beperking. Om een en ander nóg concreter te maken volgen hieronder tips pér beoordelingscriterium pér PvB.
NB
Op de laatste bladzijden van deze handleiding tref je een overzicht aan van de VT3opdrachten en de bijbehorende criteria. Overleg met je praktijkbegeleider en/of leercoach of de door jou gemaakte opdracht kan gelden als bewijs van een of meer criteria. Dan snijdt het mes aan twee kanten!
Veel succes!
–5–
Ondertitel Handleiding Samenstellen Portfolio VT3
Tips voor het samenstellen van je portfolio, per beoordelingscriterium NB
Ik verwijs onder ‘In je portfolio?’ telkens naar de op pag. 1 en 2 genoemde onderdelen van de diverse portfolio’s.
1
Protocol PvB 3.1 – Geven van trainingen
Protocol PVB 3.1 Geven van trainingen – portfoliobeoordeling ◦ Beoordelingscriteria In je portfolio? Werkproces 3.1.1 Informeert en betrekt sporters en ouders/derden 1 Adviseert sporters over materiaal, In trainingsplan, in een bijlage voeding en hygiene 2
Maakt afspraken met sporters en ouders/derden
Tip: Maak van de beoordelingscriteria 2, 3 en 4 één document, met de betreffende nummers in de kantlijn (of anderszins duidelijk aangegeven).
3
4
Besteedt aandacht aan het voorkomen van blessures bij de sporters Gaat vertrouwelijk om met persoonlijke informatie
De antwoorden van minstens drie spelers op de drie (of meer) vragen. [Zie 2]
[Zie 2]
Werkproces 3.1.3 Bereidt trainingen voor In jaarplan, onderdeel 1b 5 Analyseert beginsituatie gericht op sporters, omgeving en zijn eigen kwaliteiten als trainer 6 Bouwt het jaarplan (chrono)logisch In jaarplan, onderdeel 1c op 7
Stemt jaarplan af op niveau van de sporters
8
Formuleert doelstellingen concreet
In jaarplan, onderdeel 1c
9
Beschrijft evaluatiemethoden en – momenten Werkt passend binnen het jaarplan trainingen uit
In jaarplan, onderdeel 1c
11
Baseert de trainingsvoorbereiding op het jaarplan
In trainingsplan (bij ‘Relatie met het jaarplan’ (zie Bijlage))
12
Verwerkt evaluaties in de trainingsvoorbereiding
In trainingsplan (bij ‘Beginsituatie’ (zie Bijlage))
13
Stemt de trainingsinhoud af op de mogelijkheden van de sporters
In trainingsplan (bij ‘Beginsituatie’ (zie Bijlage))
14
Kiest voor een verantwoorde trainingsopbouw
In trainingsplan
10
In jaarplan, onderdeel 1c
In trainingsplan (bij ‘Relatie met het jaarplan’ (zie Bijlage))
–6–
Ondertitel Handleiding Samenstellen Portfolio VT3
2
Protocol PvB 3.2 – Coachen van wedstrijden
Beoordelingscriteria
In je portfolio?
Werkproces 3.2.1 Begeleidt sporters bij wedstrijden 1 Houdt rekening met persoonlijke Tip: Maak van de beoordelingscriteria 1 t/m 9 één verwachtingen en motieven van de document, met de betreffende nummers in de sporters kantlijn (of anderszins duidelijk aangegeven). De antwoorden van minstens drie spelers op de negen (of meer) vragen. 2
Motiveert, stimuleert en enthousiasmeert sporters
[Zie 1]
3
Bewaakt waarden en stelt normen
[Zie 1]
4
Past de omgangsvormen en taalgebruik aan bij de belevingswereld van de sporters Stimuleert sportief en respectvol gedrag
[Zie 1]
6
Treedt op als een sporter zich onsportief gedraagt
[Zie 1]
7
Besteedt aandacht aan het voorkomen van blessures bij de sporters Treedt op bij onveilige sportsituaties
[Zie 1]
9
Adviseert sporters over materiaal, voeding en hygiëne
[Zie 1]
10
Informeert sporters over gevaren en gevolgen van dopinggebruik
11
Informeert en betrekt sporters bij verloop van de wedstrijd
12
Geeft aan de sporters na de wedstrijd aan wat goed ging en wat beter kan
13
Gaat sportief en respectvol om met alle betrokkenen
Een lijstje met minstens drie punten die de coach aanstipte om te wijzen op de negatieve gevolgen van dopinggebruik en de regels van de Nederlandse Dopingautoriteit. De puntsgewijze, schriftelijke voorbereiding van een voorbespreking van een wedstrijd, met aandacht voor de teamdoelen en minstens drie persoonlijke doelen voor deze wedstrijd. De reacties van minstens drie spelers waaruit blijkt dat de coach in de nabespreking in gelijke mate aandacht besteedt aan datgene wat goed ging en wat beter kan. Ook blijkt uit deze reacties dat de coach expliciet ruimte gaf voor opmerkingen van spelers over de wedstrijd. Tip: Maak van de beoordelingscriteria 13, 14, 15,
5
8
[Zie 1]
[Zie 1]
22 en 28 één document, met de betreffende nummers in de kantlijn (of anderszins duidelijk aangegeven). De antwoorden op de vijf (of meer) vragenvan minstens drie betrokkenen. –7–
Ondertitel Handleiding Samenstellen Portfolio VT3
14
Houdt zich aan de beroepscode
[Zie 13]
15
Gaat vertrouwelijk om met persoonlijke informatie
[Zie 13]
16
Reflecteert op eigen handelen
17
Vraagt feedback
Jouw commentaar op minstens drie door jou uitgevoerde evaluaties (van jouw trainingen of door jou begeleide trainers-2). Hier volstaat een verwijzing naar de evaluaties die je uitvoerde.
18
Verwoordt eigen leerbehoeften
Je beschrijft minstens twee ontwikkelpunten (op grond van jouw commentaar op de evaluaties), in ‘smart’ termen. Ook licht je kort toe hoe je hier op een planmatige manier aan wilt werken. Werkproces 3.2.2 Bereidt wedstrijden voor 19 Ziet er op toe dat de sporters zich Een lijstje met minstens vijf aandachtspunten waar voorbereiden op de wedstrijd de coach op let tijdens warming-up en inslaan, twee algemene en drie gericht op drie individuele spelers. 20 Houdt een bespreking voor de De reacties van minstens drie spelers waaruit blijkt wedstrijd dat de coach tijdens de voorbespreking interactie met de spelers stimuleerde. 21 Maakt een wedstrijdplan Een overzicht van de smart geformuleerde doelstellingen voor een wedstrijd [zie 11] en daarvan afgeleide individuele taken. 22 Komt afspraken na [Zie 13] Werkproces 3.2.3 Geeft aanwijzingen 23 Analyseert tijdens de wedstrijd en neemt op basis hiervan adequate maatregelen
1 De beginopstelling van het team 2 Afwijkingen in het spel van het team 3 Drie coachende interventies op grond van 2 4 Eén tijdens een time-out gemaakte afspraak
24
Coacht positief
25
Gaat flexibel om met organisatorische veranderingen rond de wedstrijd Houdt zich aan de regels die gelden tijdens de wedstrijd
26
27
Zorgt dat sporters zich aan regels en reglementen houden
28
Vertoont voorbeeldgedrag op en rond de sportlocatie
5 De argumenten op grond waarvan een wissel werd gebruikt. De reacties van minstens drie spelers waaruit blijkt dat de coach in gelijke mate de inspanning en het resultaat beloont en geen bestraffende opmerkingen maakt. Indien van toepassing: Beschrijving van de door de coach geaccepteerde organisatorische verandering. Beschrijving van drie regels uit het wedstrijdreglement van de Nevobo die de coach het meest waardevol vindt. Beschrijving van een drietal afspraken die de coach met de spelers maakte om sportief gedrag te bevorderen. [Zie 13]
29
Geeft aan de sporters na de [Al aangetoond bij 12?] wedstrijd aan wat goed ging en wat beter kan Werkproces 3.2.4 Handelt formaliteiten af –8–
Ondertitel Handleiding Samenstellen Portfolio VT3
30
3
Handelt wedstrijdformaliteiten af
Kopie van het ondertekende wedstrijdformulier.
Protocol PvB 3.3 – Organiseren van activiteiten
Beoordelingscriteria
In je portfolio?
Werkproces 3.3.1 Begeleidt sporters bij activiteiten 1 Bewaakt waarden en stelt normen Onderdeel e: Geschreven feedback van een deelnemer aan een door jou georganiseerde activiteit over door jou gemaakte afspraken met betrekking tot het omgaan met elkaar en de wijze waarop jij het nakomen hiervan bevorderde. Mogelijke vragen: -
Welke omgangsregels hebben we afgesproken?
-
Wat heb ik (de trainer) gedaan om ervoor te zorgen dat deze regels door jou nagekomen werden?
2
Treedt op bij onveilige situaties
Onderdeel e: [Indien van toepassing] Geschreven feedback van een deelnemer waaruit blijkt dat jij adequaat ingreep bij een onveilige situatie die optrad tijdens de door jou georganiseerde activiteit.
3
Gaat sportief en respectvol om met alle betrokkenen
Tip: Maak van de beoordelingscriteria 3, 4, 5, 11 en 14 één document, met de betreffende nummers in de kantlijn (of anderszins duidelijk aangegeven).
4
Houdt zich aan de beroepscode
5
Gaat vertrouwelijk om met persoonlijke informatie
De antwoorden van minstens drie spelers op de vijf (of meer) vragen. [Zie 3] [Zie 3]
Werkproces 3.3.2 Bereidt activiteiten voor 6 Maakt bij de organisatie gebruik van Onderdeel c: Een draaiboek, met daarin de een draaiboek planning voor, tijdens en na de activiteit en een omschrijving van de rol van de betrokkenen. Onderdeel a en b vormen de eerste paragrafen. 7 Houdt rekening met beschikbare Onderdeel e: Geschreven feedback van de middelen en materialen opdrachtgever over het adequaat omgaan met de beschikbare middelen en materialen, in overeenstemming met het draaiboek. 8 Zorgt dat iedereen weet wat er van Onderdeel e: Geschreven feedback van minstens hen wordt verwacht drie mede-organisatoren over de helderheid van de taakverdeling, in overeenstemming met het draaiboek. Werkproces 3.3.3 Voert uit en evalueert activiteiten 9 Draagt verantwoordelijkheid en Onderdeel e: Geschreven feedback van de neemt beslissingen opdrachtgever waaruit blijkt dat jij –9–
Ondertitel Handleiding Samenstellen Portfolio VT3
10
Werkt samen met anderen
11
Komt afspraken na
12
Rondt activiteit af
13
Rapporteert over de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de activiteit Vertoont voorbeeldgedrag op en rond de sportlocatie
14
(mede)verantwoordelijk was voor de georganiseerde activiteit en beslissingen nam, in overeenstemming met het draaiboek. Onderdeel e: Geschreven feedback van minstens drie mede-organisatoren over de kwaliteit van de samenwerking, in overeenstemming met het draaiboek. [Zie 3] Onderdeel d: Evaluatieverslag op grond van de nabespreking met de betrokkenen over de organisatie en het verloop van de activiteit. Gevolgd door onderdeel f: een reflectieverslag van jou. Onderdeel g.
[Zie 3]
15
Reflecteert op eigen handelen
Jouw commentaar op de door jou uitgevoerde evaluatie van de door jou georganiseerde activiteit.
16
Vraagt feedback
Hier volstaat een verwijzing naar de evaluaties die je uitvoerde.
17
Verwoordt eigen leerbehoeften
Je beschrijft minstens twee ontwikkelpunten (op grond van jouw commentaar op de evaluaties), in ‘smart’ termen. Ook licht je kort toe hoe je hier op een planmatige manier aan wilt werken.
4
Protocol PvB 3.4 – Aansturen van kader
Beoordelingscriteria
In je portfolio?
Werkproces 3.4.1 Informeert assisterend sportkader 1 Informeert assisterend sportkader Onderdeel a en b. over de inhoud van de training 2
Komt afspraken na
Tip: Maak van de beoordelingscriteria 2, 9, 10 en 11 één document, met de betreffende nummers in de kantlijn (of anderszins duidelijk aangegeven).
De antwoorden van minstens drie spelers op de vier (of meer) vragen. Werkproces 3.4.2 Geeft opdrachten aan assisterend sportkader 3 Geeft assisterend sportkader Onderdeel e: Geschreven feedback van de opdrachten die bij zijn taak passen volleybaltrainer-2 over de geschiktheid van de door jou gegeven opdrachten Werkproces 3.4.3 Begeleidt assisterend sportkader 4 Bespreekt met het assisterende Onderdeel d en e: Jouw verslag van een sportkader wat er goed ging en wat nabespreking met de volleybaltrainer-2 en de verbeterpunten zijn geschreven feedback van de volleybaltrainer-2 over de nabespreking.
– 10 –
Ondertitel Handleiding Samenstellen Portfolio VT3
5
Motiveert assisterend sportkader
Onderdeel e: Geschreven feedback van de volleybaltrainer-2 over de effectiviteit van jouw begeleiding. Onderdeel c: Een beschrijving van jouw observatie van één door de volleybaltrainer-2 gegeven training.
6
Analyseert het handelen van het assisterende sportkader en neemt op basis hiervan adequate maatregelen
7
Houdt toezicht op wijze van begeleiden van sporters door assisterend sportkader
8
Gaat sportief en respectvol om met alle betrokkenen
9
Houdt zich aan de beroepscode
10
Vertoont voorbeeldgedrag op en rond de sportlocatie
[Zie 2]
11
Gaat vertrouwelijk om met persoonlijke informatie
[Zie 2]
12
Reflecteert op het eigen handelen
Onderdeel f: Jouw reflectieverslag. Hierin reageer je vooral op onderdeel e.
13
Vraagt feedback
[Al aangetoond bij 3, 4 en 5]
14
Verwoordt eigen leerbehoeften
Je beschrijft twee ontwikkelpunten (op grond van jouw reflectieverslag, in ‘smart’ termen. Ook licht je kort toe hoe je hier op een planmatige manier aan wilt werken.
Onderdeel c: Een beschrijving van jouw observatie van één door de volleybaltrainer-2 gegeven training, vanuit het aandachtspunt ‘positief bekrachtigen’. ’Onderdeel c: Een beschrijving van jouw observatie van één door de volleybaltrainer-2 gegevens training, vanuit het aandachtspunt ‘correct gedrag’. [Zie 2]
– 11 –
Ondertitel Handleiding Samenstellen Portfolio VT3
Bijlage 1: Trainingsplan
Format Naam:
Team::
Datum :
Les / trainingsopdracht: Les / trainingsdoelstelling:
Relatie met het jaarplan:
Motorisch: Cognitief: Sociaal affectief:
Beginsituatie Groep: Algemeen Grootte Leeftijd: Specifiek Psych.mot.: Cognitief: Soc.aff:. Individuele sporter Psych.motorisch: Cognitief: Soc. aff: Lesgever Psych.motorisch: Cognitief: Soc. Aff: Overige factoren / randvoorwaarden Tijd : Materiaal : Locatie :
– 12 –
Consequenties voor de les / training
Ondertitel Handleiding Samenstellen Portfolio VT3
tijd
Doel van de bewegingsvorm / Bewegingsvormen / activiteit activiteiten
Organisatie
Begeleiding / Didactische werkvormen
Lesintroductie
Lesintroductie
Lesintroductie
Lesintroductie
Warming-up
Warming-up
Warming-up
Warming-up
Kern 1
Kern 1
Kern 1
Kern 1
Kern 2
Kern 2
Kern 2
Kern 2
Afsluiting
Afsluiting
Afsluiting
Evaluatie
Evaluatie
Evaluatie
Afsluiting
Evaluatie
– 13 –