Milieucoördinator
Handboek voor het beheer van gevaarlijk en bijzonder afval aan de Vrije Universiteit Brussel vierde versie
Dr. D. Devuyst Milieucoördinator
Juli 2005
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
voor verdere informatie of voor reacties, neem contact op met: Dr. Dimitri Devuyst, Milieucoördinator campus Etterbeek
campus Jette
gebouw M, lokaal M110
gebouw K, Vakgroep Menselijke Ecologie
Pleinlaan 2
Laarbeeklaan 103
1050 Brussel
1090 Brussel
tel: 02 629 14 75
tel: 02 477 49 34
fax: 02 629 14 76
fax: 02 477 49 64
e-mail:
[email protected] Secretariaat Milieucoördinatie Serge Gillot gebouw M, lokaal 5M516 Pleinlaan 2 1050 Brussel tel.: 02 629 39 97 fax: 02 629 38 27 e-mail:
[email protected] http://www.vub.ac.be/MICO/
2
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
Inhoudstafel Korte werkwijze voor de inzameling van chemisch en
blz. 5
medisch/biologisch afval 1.
Inleiding
blz. 7
2.
Wat is gevaarlijk en bijzonder afval?
blz. 9
3.
Beleid en plan voor de afvoer van gevaarlijk en
blz. 11
bijzonder afval en verantwoordelijkheden 4.
De wettelijke voorzieningen
blz. 16
5.
Beperking van de hoeveelheid afval geproduceerd
blz. 19
6.
Algemene procedures en principes
blz. 20
7.
Behandeling van chemische afval
blz. 23
8.
Behandeling van biologische en medisch afval
blz. 29
9.
Behandeling van andere specifieke afvalstromen
blz. 33
Bibliografie
blz. 36
Bijlage 1
Gevaarlijke afvalstoffen
blz. 37
Bijlage 2
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van
blz. 40
25 april 2004 tot vaststelling van de lijst van afvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen Bijlage 3
De zwarte lijst
blz. 75
3
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
Bijlage 4
Wat mag zeker niet door de gootsteen? Raadgevingen
blz. 79
uit het Veiligheidshandboek van de School of Chemical Sciences van de Dublin City University Bijlage 5
Onverenigbare chemicaliën
blz. 81
Bijlage 6
Lijst van afvalstoffen en indeling in afvalcategorieën
blz. 85
Bijlage 7
Indeling van uw laboratoriumafval in de juiste
blz. 92
categorie Bijlage 8
Formulier afvoer gevaarlijk en bijzonder afval
blz. 96
Bijlage 9
Type recipiënten die worden aangeboden door de
blz. 98
dienst Milieucoördinatie
4
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
Korte werkwijze voor de inzameling van chemisch en medisch/biologisch afval indien u chemisch of medisch/biologisch afval wil laten afvoeren brengt u het secretariaat van de milieucoördinator op de hoogte door het invullen van het formulier "Vraag voor ophaling van chemisch of medisch/biologisch afval" (zie bijlage 8) het afval wordt op uw dienst op een veilige wijze bewaard tot een erkende firma deze komt ophalen uw dienst biedt het chemisch of medisch/biologisch afval aan in een veilige verpakking, rekening houdend met de eventuele bijzondere eigenschappen van de afvalstoffen, voorzien van een etiket dat de inhoud duidelijk identificeert en met vermelding van de naam van uw dienst recipiënten kan u gratis bekomen door contact op te nemen met het secretariaat van de milieucoördinator op regelmatige basis (afhankelijk van de hoeveelheid af te voeren materiaal) zal de erkende firma langs de campussen komen om het afval te verwijderen. U wordt door de milieucoördinator verwittigd wanneer de ophaling plaatsgrijpt de Vrije Universiteit Brussel betaalt de administratiekosten, de transportkosten, de kosten van herconditionering in geval van kleinverpakking en de milieuheffing uw dienst zal een factuur ontvangen voor de betaling van de verwerkingskosten per kg (of per vat) afgevoerd afval aan de op dat ogenblik geldende tarieven. Deze tarieven kan u bekomen bij de milieucoördinator voor grote partijen van bepaalde afvalstoffen kan afzonderlijk een prijs worden aangevraagd de milieucoördinator bewaart het bewijs van wettelijk correcte afvoer van het gevaarlijk of bijzonder afval in het afvalregister van de universiteit
5
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
De milieucoördinator contacteren: campus Etterbeek
campus Jette
gebouw M, lokaal M110
gebouw K, Vakgroep Menselijke Ecologie
Pleinlaan 2
Laarbeeklaan 103
1050 Brussel
1090 Brussel
tel: 02 629 14 75
tel: 02 477 49 34
fax: 02 629 14 76
fax: 02 477 49 64
e-mail:
[email protected] Secretariaat Milieucoördinatie Serge Gillot gebouw M, lokaal 5M516 Pleinlaan 2 1050 Brussel tel.: 02 629 39 97 fax: 02 629 38 27 e-mail:
[email protected] http://www.vub.ac.be/MICO/
6
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
1. Inleiding De universitaire gemeenschap van de Vrije Universiteit Brussel telt thans 11400 personen: ruim 9000 studenten en 2400 personeelsleden. Deze mensen zijn dagelijks druk in de weer met een grote diversiteit aan onderzoeks-, onderwijs-, en ondersteunende activiteiten. Een 60-tal diensten produceert gevaarlijk en bijzonder afval, voornamelijk binnen de faculteiten wetenschappen, geneeskunde en farmacie, toegepaste wetenschappen, lichamelijke opvoeding en kinesitherapie en enkele centrale diensten. De Vrije Universiteit Brussel staat als universitaire instelling aan de spits van het wetenschappelijk onderzoek en onderwijs. De afvalstoffen die geproduceerd worden tijdens dit onderzoek en onderwijs kunnen de nodige negatieve gevolgen voor het milieu met zich meebrengen. De Vrije Universiteit Brussel streeft ernaar om in al haar activiteiten rekening te houden met de bescherming van mens en milieu en is zich bewust van haar verantwoordelijkheid ten opzichte van de maatschappij in deze materie. De Vrije Universiteit Brussel roept dan ook al haar medewerkers en studenten op om samen te bouwen aan een universiteit die milieuzorg nastreeft en in de praktijk brengt. Het doel is in de eerste plaats om op alle vlakken de milieuwetgeving na te leven, maar ook om andere initiatieven door te voeren die de universiteit minder milieubelastend maken. Ervoor zorgen dat de Vrije Universiteit Brussel een milieubewuste en minder milieubelastende universiteit wordt is niet de taak van de rector, de voorzitter, de algemeen directeur of de milieucoördinator alleen. De Vrije Universiteit Brussel kan enkel meer milieuvriendelijk worden wanneer alle personeelsleden en studenten hun steentje bijdragen en zich inzetten voor het milieu. Een belangrijke stap die u kan nemen is te voorkomen dat uw milieugevaarlijke producten ongecontroleerd in de Brusselse leefomgeving terechtkomen en daarbij grondig na te denken over het beheer van uw gevaarlijk en bijzonder afval. In dit document worden de basisregels vastgelegd voor het beheer van het gevaarlijk of bijzonder afval van diensten van de Vrije Universiteit Brussel. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen chemisch afval, medisch/biologisch afval en ander bijzonder afval. Naast algemene richtlijnen wordt ook heel concreet beschreven welke procedures moeten worden gevolgd bij de afvoer van het gevaarlijk en bijzonder afval. De verantwoordelijkheden van de
7
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
Vrije Universiteit Brussel en van de personeelsleden worden toegelicht en een overzicht wordt gegeven van de meest belangrijke wetgeving terzake. Radioactieve afvalstoffen worden niet uitgebreid behandeld in dit document. Voor deze afvalstoffen werden reeds specifieke richtlijnen opgesteld die kunnen worden verkregen bij de Dienst Fysische Controle (tel. 02 477 48 61). Deze handleiding is niet geldig voor diensten die afhangen van het Academisch Ziekenhuis van de Vrije Universiteit Brussel (AZ-VUB). Het AZ-VUB organiseert zijn eigen afvalbeheer. Voor verdere inlichtingen omtrent afvalbeheer op het AZ-VUB, neem contact op met de Technische Dienst van het AZ op 02 477 59 00. Voor verdere inlichtingen i.v.m. het afvalbeheer van gevaarlijke en bijzondere afvalstoffen van faculteiten kan u contact opnemen met de milieucoödinator van de Vrije Universiteit Brussel op volgende coördinaten: campus Etterbeek
campus Jette
gebouw M, lokaal M110
gebouw K, Vakgroep Menselijke Ecologie
Pleinlaan 2
Laarbeeklaan 103
1050 Brussel
1090 Brussel
tel: 02 629 14 75
tel: 02 477 49 34
fax: 02 629 14 76
fax: 02 477 49 64
e-mail:
[email protected] Secretariaat Milieucoördinatie Serge Gillot gebouw M, lokaal 5M516 Pleinlaan 2 1050 Brussel tel.: 02 629 39 97 fax: 02 629 38 27 e-mail:
[email protected] http://www.vub.ac.be/MICO/
8
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
2.
Wat is afval?
gevaarlijk
en
bijzonder
We gaan hier uit van de definities van de Vlaamse overheid.
1. GEVAARLIJKE AFVALSTOFFEN Onder gevaarlijke afvalstoffen worden verstaan de afvalstoffen die één of meer van de volgende eigenschappen hebben: ontplofbaar oxiderend licht ontvlambaar ontvlambaar irriterend schadelijk giftig kankerverwekkend corrosief infectueus teratogeen mutageen ecotoxisch stoffen en preparaten die na verwijdering op een of andere wijze een andere stof doen ontstaan die een van de voornoemde eigenschappen bezit stoffen en preparaten die in contact met water, lucht of zuur een giftig of zeer giftig gas ontwikkelen
Zie ook bijlage 1 voor een meer uitgebreide beschrijving.
9
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
2. BIJZONDERE AFVALSTOFFEN Naast een hele reeks andere, worden volgende afvalstoffen -die ook op de Vrije Universiteit Brussel terug te vinden zijn- beschouwd als “bijzondere afvalstoffen”: afgewerkte olie gebruikte PCB’s dierlijke afval biologisch afval medische afval
3. INDICATIEVE LIJST VAN GEVAARLIJKE AFVALSTOFFEN Bijlage 2 geeft de volledige indicatieve lijst van gevaarlijke afvalstoffen, zoals bepaald door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering. Gevaarlijke en bijzondere afvalstoffen mogen niet worden gemengd met andere afvalstoffen en moeten aan een erkend verwijderaar worden toevertrouwd.
10
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
3. Beleid en plan voor de afvoer van gevaarlijk en bijzonder afval en verantwoordelijkheden 1. BELEID VOOR GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL OP DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL Het beleid bestaat uit twee luiken: de vervuiler betaalt; regelmatige afval-audits in de betreffende diensten.
A. De vervuiler betaalt Dit beleid wil de diensten erop wijzen dat de afvoer van gevaarlijk en bijzonder afval een zeer dure zaak is en dat ze medeverantwoordelijk zijn voor het beheer en de afvoer ervan. Wanneer diensten projectvoorstellen schrijven wordt van hen verwacht dat ze de verwerking van het afval opnemen in hun planning. De afvalverwerking kan worden opgenomen in het budget, maar er kunnen ook alternatieve oplossingen worden gevonden. Bijvoorbeeld, de hoeveelheid afval kan worden beperkt door een terugnameplicht in te voeren van de stalen die worden binnengebracht door derden. Vooral projecten die grote hoeveelheden gevaarlijk of bijzonder afval voortbrengen moeten zoeken naar een eigen financiering. Diensten kunnen niet enkel profiteren van de baten, maar zijn ook verantwoordelijk voor de kosten van de projecten die ze uitvoeren. Diensten worden aangemoedigd om voor hun afval te zoeken naar alternatieven zoals minder afval produceren of hergebruik van afvalstoffen.
B. Afval-audits Het doel van de afvalaudits is na te gaan of individuele diensten de geldende regels voor de afvoer van gevaarlijk en bijzonder afval opvolgen. Eén van de taken van de milieucoördinator is om na te gaan of
11
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
de Vrije Universiteit Brussel voldoet aan de geldende wetgeving voor de afvoer van gevaarlijk en bijzonder afval. Het organiseren van afvalaudits heeft ook als doel een regelmatig contact te organiseren tussen de diensten en de milieucoördinator. Op basis van een afval-audit kan de milieucoördinator op een voor elke dienst uniforme wijze een balans opmaken van de stand van zaken en kunnen concrete aanbevelingen worden gegeven om de toestand te verbeteren. De bekomen informatie kan in het afvalregister van de Vrije Universiteit Brussel worden opgenomen.
2. PLAN VOOR DE AFVOER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL Volgende krachtlijnen zullen worden gevolgd: financieel gedeelde verantwoordelijkheid; diensten zijn verantwoordelijk voor de correcte scheiding, de voorlopige stockage en de correcte identificatie van hun afval; de milieucoördinator organiseert de ophaling van het afval op de diensten en verstrekt advies aan de diensten.
A. Financieel gedeelde verantwoordelijkheid Vermits het financieel voordelig is om de ophaling van kleine hoeveelheden gevaarlijk afval centraal te organiseren en vermits ook de Vrije Universiteit Brussel als instelling haar verantwoordelijk in deze materie wenst op te nemen wordt een deel van de kosten centraal betaald en dient een deel door de diensten te worden bekostigd: de Vrije Universiteit Brussel betaalt centraal de transportkosten, de administratiekosten, de kosten van herconditionering en de milieuheffing en verstrekt op haar kosten de nodige recipiënten voor de opvang van het gevaarlijk en bijzonder afval; de diensten betalen voor de verwerking van hun afval per kg dat wordt afgevoerd aan de geldende tarieven voor de verschillende afvalfracties.
12
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
B. Diensten zijn verantwoordelijk voor de correcte scheiding, de voorlopige stockage en de correcte identificatie van hun afval de diensten worden verondersteld op de hoogte te zijn van de risico’s van de producten waarmee ze werken en van het afval dat ze produceren. Ze worden verondersteld alles in het werk te stellen om milieuschade te voorkomen; de diensten dienen hun afval op een veilige wijze te verpakken en kunnen gratis goedgekeurde recipiënten bekomen; ze scheiden hun afval in volgende fracties: zuren, basen, solventen gehalogeneerd,
solventen
niet-gehalogeneerd,
kwikhoudende
producten,
fixeer-
en
ontwikkelvloeistof, afvalolie, risicohoudend medisch/biologisch of dierlijk materiaal, nietrisicohoudend medisch/biologisch of dierlijk materiaal, andere gevaarlijke producten; de diensten stockeren hun afval op een veilige wijze tot de volgende ophaling en gaan over tot een duidelijke identificatie van elk afvalrecipiënt; diensten brengen duidelijk leesbaar aan op het recipiënt dat het afval tot hun dienst behoort.
C. De milieucoördinator organiseert de ophaling van het afval op de diensten en verstrekt advies aan de diensten In de praktijk zal op elke campus op regelmatige tijdstippen een ophaling van gevaarlijk en bijzonder afval worden georganiseerd. Diensten verwittigen het secretariaat van de milieucoördinator wanneer ze afval willen laten afvoeren en kunnen bij de milieucoördinator terecht voor advies en verdere informatie. Voor specifieke afvalstromen die niet behoren tot de typische kleine hoeveelheden gevaarlijk en bijzonder afval zal geval per geval een onderzoek worden ingesteld en een oplossing gevonden.
3. VERANTWOORDELIJKHEDEN A. Verantwoordelijkheden van de Vrije Universiteit Brussel – algemeen het streven naar de bescherming van mens en milieu in al haar activiteiten is één van de belangrijke intenties van de Vrije Universiteit Brussel het ondersteunen van alle geledingen van de universitaire gemeenschap in het waarmaken van deze intentie
13
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
het aanbieden aan de diensten en leden van de universitaire gemeenschap die gevaarlijk afval produceren van een duidelijke procedure en systeem voor de afvoer van het gevaarlijk afval die voldoet aan de wettelijke vereisten
B. Verantwoordelijkheden van de milieucoördinator van de Vrije Universiteit Brussel het organiseren van een systeem, een reglement en een procedure voor de correcte afvoer van gevaarlijk afval het adviseren van de personen die gevaarlijk afval produceren en het verstrekken van duidelijke instructies het rapporteren naar de universitaire overheid over de opvolging van de reglementen en procedures door de verschillende diensten het bijhouden van een afvalregister voor alle diensten van de Vrije Universiteit Brussel die gevaarlijk afval produceren
C. Verantwoordelijkheden van diensthoofden en onderzoekers het rekening houden met de problematiek van gevaarlijk afval in de planningsfase van het onderzoek of project. In deze fase kan reeds worden ingeschat welk en hoeveel afval zal worden geproduceerd en hoe het afval moet worden behandeld, rekening houdend met de wetgeving, de eventuele milieugevolgen en de veiligheid en gezondheid van de mensen die op de Vrije Universiteit Brussel werken of die de universiteit bezoeken. het zoeken in de planningsfase naar alternatieve wijzen waarop het onderzoek zou kunnen worden uitgevoerd zodat geen of minder afval wordt geproduceerd. het in rekening brengen van een post “verwerking van gevaarlijk afval” in het budget tijdens het opmaken van projectvoorstellen en het aanvragen van kredieten. Het voorziene budget voor afvalverwerking sluit best zo nauw mogelijk aan bij de reële kostprijs van de ophaling en behandeling van het afval door een erkend afvalverwijderaar. het beperken van de hoeveelheden van chemicaliën die worden besteld bij het van start gaan van het project. Er moet niet meer worden besteld dan men binnen afzienbare termijn denkt nodig te hebben. het diensthoofd moet erop toezien en de nodige maatregelen treffen opdat alle afvalstoffen voortgebracht door de dienst op een wettelijke en milieuvriendelijke wijze worden verwijderd in overleg met de milieucoördinator, de personeelsleden en de studenten van de dienst.
14
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
D. Verantwoordelijkheden van personeelsleden en studenten het correct gescheiden inzamelen van de verschillende chemische, radioactieve, biologische en andere afvalfracties volgens de afgesproken procedures het
voorzien
van
de
correcte
etiketten,
verpakkings-
en
opslagprocedures
voor
de
verschillende types van gevaarlijk afval
15
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
4. De wettelijke voorzieningen Personeelsleden en studenten van de Vrije Universiteit Brussel die tijdens hun activiteiten gevaarlijke afvalstoffen produceren worden geacht de reglementering toegelicht in deze handleiding nauwgezet op te volgen en de wetgeving na te leven.
1. WETTELIJKE VOORZIENINGEN AANGAANDE AFVALSTOFFEN IN HET BRUSSELS GEWEST Betreffende wetgeving: Ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen (publicatie: 23-04-1991) Besluit van de Executieve van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 19 september 1991 houdende regeling van de verwijdering van gevaarlijke afvalstoffen (publicatie: 13-11-1991) Besluit van de Executieve van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 19 september 1991 houdende regeling van de verwijdering van afvalolie (publicatie: 15-11-1991) Besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 23 maart 1994 betreffende het beheer van afvalstoffen afkomstig van activiteiten in de gezondheidszorg (publicatie: 14-09-1994) Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 mei 1996 tot vaststelling van een indicatieve lijst van gevaarlijke afvalstoffen (publicatie: 31-07-1996) Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 januari 1997 betreffende het afvalregister (publicatie: 26-03-1997) Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 september 1999 tot wijziging van het besluit van 19 september 1991 van de Executieve van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende regeling van de verwijdering van gevaarlijke afvalstoffen (publicatie: 14-10-1999) Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2002 tot vaststelling van de lijst van afvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen Enkele passages uit deze wetgeving: “elkeen die afvalstoffen voortbrengt of er houder van is, moet ervoor zorgen of laten zorgen dat ze in milieuvriendelijke omstandigheden worden verwijderd, ..., ten einde de negatieve gevolgen voor bodem, flora en fauna, lucht en water te beperken en zonder schade te
16
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
berokkenen aan het leefmilieu of de gezondheid van de mens in gevaar te brengen” Ordonnantie van 7 maart 1991 “elke houder van gevaarlijke afvalstoffen moet deze ofwel zelf verwijderen [na het bekomen van een erkenning hiervoor] overeenkomstig de ordonnantie en de uitvoeringsbesluiten ervan, ofwel ze afgeven aan een overeenkomstig de voorschriften van het onderhavige besluit erkende verwijderaar. Tijdens de verwijdering mogen de niet-huishoudelijke gevaarlijke afvalstoffen niet vermengd worden met andere afvalstoffen... ... de wijze van vervoer evenals de verpakking van de gevaarlijke afvalstoffen moeten derwijze gebeuren dat alle gevaar en elk risico op besmetting ingevolge het vervoer vermeden wordt. Elke verpakking van gevaarlijke afvalstoffen dient derwijze dichtgemaakt en gereed gemaakt te worden zodat elke vorm van verlies wordt vermeden. Op de verpakking dient een merkteken aangebracht te worden dat de identificatie mogelijk maakt van de aard, de samenstelling en de hoeveelheid van de afvalstoffen... Elkeen die voor rekening van derden gevaarlijke afvalstoffen verwijdert, moet daartoe vooraf een erkenning bekomen” - Besluit van 19 september 1991 “elke houder van afvalolie is gehouden deze ofwel zelf te verwijderen [na het bekomen van een erkenning hiervoor] overeenkomstig de ordonnantie en de uitvoeringsbesluiten ervan, ofwel ze af te geven aan een overeenkomstig de voorschriften van het onderhavige besluit erkende verwijderaar. Het is verboden afvalolie te deponeren of te laten lopen in of op de bodem, in de oppervlaktewateren, in het grondwater, in de riolen, de collectoren of op om het even welke plaats waar ze milieuverontreiniging kan veroorzaken” - Besluit van 19 september 1991 Elke producent van gevaarlijk afval dient een afvalregister bij te houden. Het register van de producent van gevaarlijke en speciale afvalstoffen bevat ten minste: de benaming van de afvalstof, de hoeveelheid afval, de datum van ophaling van de afvalstof, de naam en het adres van de ophaler en vervoerder van de afvalstof, de naam en het adres van de bestemmeling van de afvalstof, de code en de benaming van de verwerkingsmethode van de afvalstof Besluit van 30 januari 1997
2. WETTELIJKE VOORZIENINGEN VOOR DE BESCHERMING VAN DE OPPERVLAKTEWATEREN Betreffende wetgeving: Wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging (publicatie: 01-05-1971)
17
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
Koninklijk Besluit van 2 oktober 1985 tot vaststelling van de sectoriële voorwaarden voor de lozing
van
afvalwater,
afkomstig
van
de
sector
van
de
laboratoria
in
de
gewone
oppervlaktewateren en in de openbare riolen (publicatie: 04-12-1985) Richtlijn van de Raad van 4 mei 1976 betreffende de verontreiniging veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen die in het aquatisch milieu van de Gemeenschap worden geloosd (76/464/EEG) Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 september 2001 betreffende de bescherming van het oppervlaktewater tegen de verontreiniging veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen (publicatie: 28-09-2001) Bijkomende informatie, interessante bronnen
Alle wetgeving betreffende het verwijderen van gevaarlijk afval (alsook alle andere Belgische wetgeving)
kan
worden
opgezocht
op
het
internet
op
de
website
met
volgende
URL:
http://www.cass.be/wet/wet.htm Het Brussels Instituut voor Milieubeheer bevat een volledig overzicht van de in Brussel geldende milieuwetgeving op http://www.ibgebim.be
18
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
5.
Beperking van de hoeveelheid geproduceerde afval
Producenten van gevaarlijk afval moeten in de eerste plaats trachten de hoeveelheid van dit afval tot een minimum te beperken. Enkele aanbevelingen: koop gevaarlijke producten steeds in kleine hoeveelheden aan. Het opslaan en verzamelen van gevaarlijke producten voor later gebruik is niet aan te raden en geeft meestal aanleiding tot grote hoeveelheden ongebruikte materialen die vele jaren later moeten worden afgevoerd tegen een aanzienlijke kostprijs. wees bijzonder voorzichtig met schenkingen door bedrijven of laboratoria van chemische producten of toestellen die gevaarlijke producten bevatten. onderzoek uw experimentele protocols en ga na welke producten kunnen worden geëlimineerd, zodat minder gevaarlijk afval ontstaat. b.v. moet bij het maken van foto’s nog gebruik gemaakt worden van de traditionele ontwikkeling (met fixeer- en ontwikkelvloeistof)? Er kan misschien wel worden overgeschakeld op digitale fotografie, waarbij foto’s niet meer worden ontwikkeld, maar elektronisch worden opgeslagen en afgedrukt vanaf de computer op een gewone of op een kleurenprinter. herbekijk uw experimentele procedures en ga na of de hoeveelheden van gevaarlijke producten gebruikt kunnen worden beperkt, b.v. door het gebruik van “micro-methodes”. evalueer uw experimentele procedures en ga na of bepaalde stoffen niet kunnen vervangen worden door minder gevaarlijke alternatieven.
19
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
6. Algemene procedures en principes 1. RISICO-EVALUATIE Alle personen die op de Vrije Universiteit Brussel werken worden verondersteld op de hoogte te zijn van de risico’s die hun taak inhoudt. Het betreft zowel risico’s m.b.t. hun persoonlijke veiligheid en gezondheid, als deze van hun omstanders en risico’s t.o.v. mogelijke milieuschade. Nieuwe personeelsleden en studenten worden bij het van start gaan van hun werkzaamheden op de hoogte gebracht van de eventuele risico’s die hun activiteiten inhouden. Bij het van start gaan van een nieuwe activiteit wordt van de verantwoordelijken verwacht dat ze evalueren welke risico’s kunnen worden verwacht. Er moet daarbij een onderscheid worden gemaakt tussen de dagelijkse praktijk en ongevalsituaties. Indien wordt gewerkt met gevaarlijke producten of indien gevaarlijke afvalstoffen worden geproduceerd, wordt van personeel en studenten verwacht dat ze alles in het werk stellen om schade aan gezondheid en milieu te voorkomen. Diensthoofden stellen, op vraag van de milieucoördinator, hun personeelsleden en studenten op de hoogte van de voorwaarden die in de milieuvergunningen zijn opgenomen m.b.t. de activiteiten die ze uitvoeren, in het bijzonder m.b.t. de behandeling van gevaarlijk en bijzonder afval. Diensthoofden stellen hun personeelsleden en studenten op de hoogte van de gevaarlijke eigenschappen en de biologische risicoklasse van de materialen waarmee ze werken. De Material Safety Data Sheets van de producten waarmee wordt gewerkt zijn voorhanden op de dienst, alsook de lijst van aanwezige producten. In geval de toxische of ecotoxische effecten van een stof niet gekend zijn, moet de verantwoordelijke van het onderzoek deze zelf trachten in te schatten en steeds uitgaan van het voorzorgsprincipe.
2. TOEPASSING VAN HET VOORZORGSPRINCIPE Wanneer de effecten van een activiteit op de gezondheid van de mens en het milieu niet met zekerheid gekend zijn, maar de kans bestaat dat deze effecten negatief of beschadigend
zijn
en
misschien
zelfs
onomkeerbaar,
moeten
alle
mogelijke
voorzorgsmaatregelen genomen worden om de mogelijke negatieve effecten te vermijden.
20
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
3. “GOEDE LABORATORIUMPRAKTIJK” Het is belangrijk dat in uw dienst een cultuur wordt opgebouwd waarbij de principes van een “goede laboratoriumpraktijk” nauwgezet wordt nageleefd door alle personeelsleden en studenten. “Goede laboratoriumpraktijk” betekent onder andere het volgende: plan de afvoer van gevaarlijk afval als onderdeel van alle experimentele protocols; dateer de verpakking van alle nieuw binnengekomen producten, zodat de inhoud van de oudste verpakkingen als eerste kan worden opgebruikt; voorkom dat overschotten van gevaarlijke producten moeten worden opgeslagen, dit kan onder meer door slechts kleine hoeveelheden te bestellen; maak een inventaris van alle gevaarlijke producten met een overzicht van waar ze zich bevinden en bewaar ze op de voorziene plaatsen; leg een map aan met alle Material Safety Data Sheets van de gevaarlijke producten aanwezig in het laboratorium; zorg ervoor dat alle verpakkingen van chemicaliën voorzien zijn van een etiket die de inhoud correct identificeert aan de hand van de juiste wetenschappelijke naam. Het laten afvoeren van onidentificeerbare chemicaliën is een zeer dure zaak; vermeng nooit gevaarlijke afvalstoffen onder niet-gevaarlijke afvalstoffen. Hierdoor wordt de volledige niet-gevaarlijke afvalstroom vervuild en moet deze in zijn geheel als gevaarlijk afval worden beschouwd en dus aan veel duurdere tarieven worden afgevoerd; ga na, bij het afsluiten van een onderzoeksproject, of alle chemicaliën duidelijk identificeerbaar zijn en laat deze die niet meer bruikbaar zijn op de correcte wijze afvoeren.
4. HET CORRECT VERZAMELEN, VERPAKKEN, ETIKETTEREN EN OPSLAAN VAN GEVAARLIJKE AFVALSTOFFEN Het is bijzonder belangrijk bij het verzamelen van afvalstoffen deze correct te scheiden. Let erop bij het verzamelen van producten niets samen te voegen dat gevaarlijke reacties kan veroorzaken. Plaats het gevaarlijk afval in de daarvoor voorziene containers. B.v. plaats scherpe voorwerpen enkel in containers die hiertegen bestand zijn; werp geen chemicaliën in een container die voorzien is van een biohazard label. Werp geen ongevaarlijk afval in de afvalcontainers voorzien voor gevaarlijk afval. Het afvoeren en verwerken van gevaarlijk afval is zeer duur. Elke afvalproducent is verantwoordelijk voor het correct scheiden van de verschillende afvalstromen.
21
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
Hou een nauwkeurige inventaris bij van alle chemicaliën en gevaarlijke afvalstoffen die in een afvalcontainer worden opgeslagen en bewaar deze informatie bij de container wanneer deze wordt afgevoerd. Voorzie de juiste etiketten en gevarenlabels op de afvalcontainers (deze kan u op eenvoudige vraag bekomen bij de milieucoördinator). Voorzie de naam van de dienst en de naam van een contactpersoon op de containers die worden afgevoerd. Voordat u een afvalcontainer gebruikt, ga na of deze in goede staat en lekvrij is. Controleer ook regelmatig tijdens het gebruik van de afvalcontainer of er geen lekken optreden. Gevaarlijk afval moet veilig opgeslagen worden voordat het wordt afgevoerd en er mogen zich geen te grote hoeveelheden opstapelen. Vloeibaar
gevaarlijk
afval
wordt
in
een
inkuiping
bewaard
(bijvoorbeeld
in
plastic
retentiebakken). Bijkomende informatie, interessante bronnen Het boek “Laboratorium en afval” geeft een Nederlandse kijk op de complexe afvalproblematiek in laboratoria. De auteur van het boek is I. van ‘t Leven en het is uitgegeven bij Samson H.D. Tjeenk Willink (http://www.samson.nl) Material Safety Data Sheets: 1284 International Chemical Safety Cards kunnen worden geraadpleegd op het internet op de website van de International Labour Organization: URL:http://www.ilo.org/public/english/protection/safework/cis/products/icsc/dtasht/index.htm De eigenschappen van chemische producten kan u b.v. opzoeken in “The Dictionary of Substances and their Effects”, uitgegeven bij de UK Royal Society of Chemistry, onder redactie van S. Gangolli of in “Hazardous Chemicals Desk Reference”, uitgegeven bij Van Nostrand Reinhold, onder redactie van Richard J. Lewis.
22
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
7. Behandeling van chemisch afval 1. VLOEIBAAR CHEMISCH AFVAL – WAT MAG EN MAG NIET DOOR DE GOOTSTEEN? Vloeibare chemische afvalstoffen mogen niet zomaar door de gootsteen. Om nadelige milieueffecten te voorkomen moet het lozen van chemicaliën zoveel mogelijk worden beperkt. In de meeste gevallen is het zelfs helemaal niet toegestaan. Het afvalwater van de laboratoria van de Vrije Universiteit Brussel wordt momenteel niet behandeld. Het gaat met andere woorden ongezuiverd naar de openbare riolering (zoals op de campus Etterbeek) of rechtstreeks naar het oppervlaktewater (zoals op de campus Jette). Mocht u een schadelijke stof in één van de gootstenen van een laboratorium laten verdwijnen, dan komt deze dus al dan niet onrechtstreeks in de natuur terecht waar ze de gezondheid van het ecosysteem zal aantasten en nefaste gevolgen kan hebben voor de mens en voor vrij in de natuur levende planten- en diersoorten. Gevaarlijke vloeibare chemische afvalstoffen moeten daarom afzonderlijk worden ingezameld en afgevoerd door een erkend verwijderaar. Het is niet altijd nodig of mogelijk om alle chemicaliën in te zamelen. Dit zou bovendien economisch niet haalbaar zijn. Chemicaliën die niet schadelijk zijn voor het milieu en bovendien slechts voorkomen in zeer lage concentraties kunnen in specifieke gevallen door de gootsteen. Let wel, dit zijn uitzonderingen die nooit onachtzaam kunnen worden uitgevoerd. Als voorbeeld kunnen we de richtlijnen van de Universiteit van Leiden aanhalen. Zij laten het lozen via de riool toe van volgende stoffen: o
verdunde waterige oplossingen (< 10 mmol/l) van zuren, basen, buffers en zouten
o
waterige oplossing van alcoholen (<15% v/v)
o
aceton en ethylacetaat (<5% v/v)
o
derde spoelfractie bij glaswerkreiniging
23
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
Het lozen van andere stoffen wordt verboden aan de Universiteit Leiden. De oplossingen die worden geloosd mogen geen toevoegingen van andere chemische stoffen bevatten en bovendien moet de zuurtegraad liggen tussen 6,5 en 10 (Arbodienst Universiteit Leiden, 2000). De wetgeving legt duidelijke emissienormen op om de kwaliteit van de oppervlaktewateren te beschermen. Naast de algemene voorwaarden zijn er ook sectoriële lozingsvoorwaarden. Zo zijn er ook specifieke lozingsvoorwaarden voor laboratoria, beschreven in het Koninklijk Besluit van 2 oktober 1985. Dit Koninklijk Besluit legt er de nadruk op dat laboratoria zoveel mogelijk moeten gebruik maken van methodes voor destructie, selectieve eliminatie of recuperatie, vooral wanneer we te maken hebben met zware metalen, oplosmiddelen en chloorkoolwaterstoffen. Bovendien gelden volgende aanvullende voorwaarden voor het lozen van afvalwater:
aanvullende lozingsvoorwaarden voor lozing in
aanvullende lozingsvoorwaarden voor lozing in de
de gewone oppervlaktewateren
openbare riolen
chemisch zuurstofverbruik (COD): max.
kwik en kwikverbindingen uitgedrukt in
120 mg per liter;
Hg: max. 0,01 mg per liter;
kwik en kwikverbindingen uitgedrukt in
cadmium en cadmium-verbindingen
Hg: max. 0,01 mg per liter;
uitgedrukt in Cd: max. 0,05 mg per liter;
cadmium en cadmium-verbindingen
anionische, kationische en niet ionische
uitgedrukt in Cd: max. 0,05 mg per liter;
detergenten: max. 15 mg per liter;
arseen en arseenverbindingen uitgedrukt
het flashpoint van het geloosde water
in As: max. 0,01 mg per liter
moet hoger zijn dan 50°C;
organohalogeenverbindingen uitgedrukt
het geloosde water mag geen hinderlijke
in totale organische chloor: max. 0,01
geuren verspreiden of de verspreiding
mg per liter;
van hinderlijke geuren veroorzaken
choline-esteraseremmers uitgedrukt in para-oxoneenheden: max. 0,005 mg per liter; de toxiciteit van het geloosde water: na een twintigvoudige verdunning met leidingwater moet ten minste 50% van de als testdieren ingezette vissen bij een testperiode van 48 uur in leven blijven;
24
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
het flashpoint van het geloosde water moet hoger zijn dan 50°C De zwarte- en grijze-lijststoffen mogen zeker niet door de gootsteen! De EG-richtlijn 76/464/EEG voorziet in twee lijsten: lijst I, de zogenaamde “zwarte lijst” en lijst II, ook wel gekend als de “grijze lijst”. Het doel van de richtlijn is om verontreining door de zwarte-lijststoffen een halt toe te roepen en verontreining door de grijze-lijststoffen te verminderen. Er moet dan ook worden op toegezien dat de zwarte- en grijze-lijststoffen niet in het milieu terechtkomen. Ze door de gootsteen laten verdwijnen is dus niet toegestaan! Het best kunnen we in de toekomst op zoek gaan naar alternatieven voor het gebruik van deze stoffen. Zwarte-lijststoffen Lijst I van EG-richtlijn 76/464/EEG omvat sommige afzonderlijke stoffen die deel uitmaken van de volgende families en groepen van stoffen die in hoofdzaak moeten worden gekozen op basis van hun toxiciteit, persistentie, bio-accumulatie, met uitzondering van die stoffen welke biologisch onschadelijk zijn of die snel worden omgezet in biologisch onschadelijke stoffen: 1.
Organische halogeenverbindingen en stoffen waaruit in water dergelijke verbindingen kunnen ontstaan.
2.
Organische fosforverbindingen.
3. Organische tinverbindingen. 4.
Stoffen waarvan is aangetoond dat zij in of via het water een kankerverwekkende werking hebben.
5.
Kwik en kwikverbindingen.
6.
Cadmium en cadmiumverbindingen.
7.
Persistente minerale oliën en uit aardolie bereide persistente koolwaterstoffen.
8.
Persistente kunststoffen die in water kunnen drijven, zweven of zinken en die enig gebruik van het water kunnen hinderen.
Grijze-lijststoffen Lijst II omvat de stoffen die deel uitmaken van de families en groepen van stoffen genoemd in lijst I alsmede sommige afzonderlijke stoffen en bepaalde categorieën stoffen die deel uitmaken van onderstaande families en groepen van stoffen die een schadelijke werking op het water hebben, welke echter beperkt kan zijn tot een bepaald gebied en afhangt van de kenmerken van de ontvangende wateren en de plaats daarvan.
25
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
1.
De volgende metalloïden en metalen alsmede verbindingen daarvan: 1. Zink
6. Selenium
11. Tin
16. Vanadium
2. Koper
7. Arsenicum
12. Barium
17. Kobalt
3. Nikkel
8. Antimoon
13. Beryllium
18. Thallium
4. Chroom
9. Molybdeen
14. Borium
19. Tellurium
5. Lood
10. Titaan
15. Uranium
20. Zilver
2.
Biociden en niet in lijst I genoemde derivaten daarvan.
3.
Stoffen met een schadelijke werking en/of geur van producten uit het water en bestemd voor de mens, alsmede verbindingen waaruit dergelijke stoffen in het water kunnen ontstaan.
4. Organische silicumverbindingen die toxisch of persistent zijn en stoffen waaruit dergelijke verbindingen in het water kunnen ontstaan, met uitzondering van die welke biologisch onschadelijk zijn of die in water snel worden omgezet in onschadelijke stoffen. 5.
Anorganische fosforverbindingen en elementair fosfor.
6.
Niet-persistente minerale oliën en uit aardolie bereide niet-persistente koolwaterstoffen.
7.
Cyaniden, fluoriden.
8.
Stoffen die ongunstig inwerken op de zuurstofbalans, met name: ammoniak en nitrieten. In Nederland wordt b.v. door de Vrije Universiteit Amsterdam een lijst van 133 chemicaliën gebruikt als een concrete invulling van de lijsten I en II. Het moet heel duidelijk zijn dat dit geen limitatieve lijst is. Er zijn stoffen die niet op de lijst voorkomen maar toch negatieve milieueigenschappen hebben en dus zeker niet in het milieu mogen vrijkomen. De zwarte lijst van 133 stoffen wordt weergegeven in bijlage 3. Bijlage 4 is een weergave van een onderdeel van het veiligheidshandboek van de School of Chemical Sciences van de Ierse Dublin City University. Ook hier vinden we specifieke raadgevingen m.b.t. de stoffen die niet mogen worden geloosd.
Bijzonder toxische, kankerverwekkende en teratogene stoffen Het spreekt van zelf dat omzichtig moet worden omgesprongen met toxische, kankerverwekkende en teratogene producten en dat een strikte werkhygiëne moet worden gevolgd. Het aantal mensen dat wordt blootgesteld aan deze stoffen moet zo klein mogelijk worden gehouden. Daarom kunnen deze stoffen ook niet ongecontroleerd worden geloosd.
26
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
2. HET CORRECT SORTEREN, VERPAKKEN EN IDENTIFICEREN VAN CHEMISCHE AFVALSTOFFEN De chemicaliën die u als afval beschouwt en wenst af te voeren moeten worden gescheiden in volgende categoriën: o
zure waterige afvalvloeistoffen
o
basische waterige afvalvloeistoffen
o
gehalogeneerde solventen
o
niet-gehalogeneerde solventen
o
kwikhoudende producten
o
fixeervloeistof en ontwikkelaar
o
afvalolie
o
diverse chemicaliën in kleinverpakking
Ook vervuild labomateriaal en lege verpakkingen van chemicaliën dienen afzonderlijk te worden verzameld en afgevoerd. Enkel chemisch verenigbare producten mogen gemengd worden in de vloeistofvaten. Bijlage 5 geeft een overzicht van een aantal courant gebruikte stoffen en de producten waarmee ze onverenigbaar zijn. Ook andere mengsels kunnen gevaarlijke chemische reacties veroorzaken. Het sorteren en verpakken van gevaarlijke afvalstoffen dient dan ook met de uiterste zorg te gebeuren. De diverse chemicaliën in kleinverpakking (flessen tot 2,5 l) dienen op een veilige wijze te worden bewaard. De kleinverpakking is liefst de originele verpakking waarin het product geleverd werd. Indien dit niet mogelijk is moeten containers gekozen worden die erop voorzien zijn de betreffende chemicaliën op te vangen. De chemicaliën mogen, met andere woorden, het verpakkingsmateriaal niet aantasten. Alle vloeistofvaten of andere recipiënten moeten voorzien worden van de vereiste ADR/ARAB etiketten. Noteer duidelijk welke stoffen of welke mengsels van stoffen in de afvalvaten werden opgeslagen, alsook de naam van de dienst. OPGELET! radioactief chemisch afval dient te worden behandeld volgens de regels van het radioactief afval zoals opgesteld door de Dienst Fysische Controle (zie punt 9.1). De
vloeistoffen
dienen
te
worden
verzameld
in
de
daarvoor
voorziene
vloeistofvaten.
27
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
De 25l. en 5l. vaten mogen niet meer worden gevuld dan het merkteken aangegeven op de vaten. Het overvol doen van de vaten geeft aanleiding tot lekken. Lekkende vaten en recipiënten worden geweigerd door de ophaler. Lege verpakkingen van chemicaliën mogen worden hergebruikt om chemisch afval in af te voeren zolang het betreffende recipiënt nog in goede staat is en lekvrij kan worden afgesloten, het afval compatibel is met het materiaal waaruit het recipiënt bestaat en de inhoud correct wordt geïdentificeerd met een etiket.
3. DE AFVOER VAN CHEMISCH AFVAL Indien u chemisch afval wil laten afvoeren brengt u het secretariaat van de milieucoördinator op de hoogte door het invullen van het formulier "Vraag voor ophaling van chemisch of medisch/biologisch afval" (zie bijlage 8). Het afval wordt op uw dienst op een veilige wijze bewaard tot een erkende firma deze komt ophalen. Uw dienst biedt het chemisch afval aan in een veilige verpakking, rekening houdend met de eventuele bijzondere eigenschappen van de afvalstoffen, voorzien van een etiket dat de inhoud duidelijk identificeert en met vermelding van de naam van uw dienst. Recipiënten kan u gratis bekomen door contact op te nemen met het secretariaat van de milieucoördinator (bijlage 9 geeft een overzicht van de types recipiënten die aangeboden worden). Op regelmatige basis (afhankelijk van de hoeveelheid af te voeren materiaal) zal de erkende firma langs de campussen komen om het afval te verwijderen. U wordt door de milieucoördinator verwittigd wanneer de ophaling plaatsgrijpt. De Vrije Universiteit Brussel betaalt de administratiekosten, de transportkosten, de kosten van herconditionering in geval van kleinverpakking en de milieuheffing. Uw dienst zal een factuur ontvangen voor de betaling van de verwerkingskosten per kg (of per vat) afgevoerd afval aan de op dat ogenblik geldende tarieven. Deze tarieven kan u bekomen bij de milieucoördinator. Voor grote partijen van bepaalde afvalstoffen kan afzonderlijk een prijs worden aangevraagd. De milieucoördinator bewaart het bewijs van wettelijk correcte afvoer van het gevaarlijk of bijzonder afval in het afvalregister van de universiteit, een kopij wordt aan uw dienst overgemaakt.
28
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
8.
Behandeling van medisch afval
biologisch
en
1. WAT BEDOELEN WE MET BIOLOGISCH EN MEDISCH AFVAL Onder biologisch afval wordt verstaan (VIB, 2000): alle genetisch gewijzigd en/of pathogeen biologisch materiaal: celculturen, culturen van microorganismen, weefsel, bloed, ... typisch labo-afval van organische aard: gels, ... alle mogelijks biologisch besmet materiaal: handschoenen, doekjes of papier, wegwerp kweekrecipiënten, pipetten, ... alle zaken die niet noodzakelijk besmet zijn, maar die niet in een gewone vuilzak mogen worden geworpen omdat ze scherp zijn, of er vies uitzien (beenderen, bloed, ...) Medisch afval of afval afkomstig van activiteiten in de gezondheidszorg wordt door het Besluit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 23 maart 1994 gedefinieerd als: afval afkomstig van één van de volgende activiteiten, al dan niet uitgeoefend in het kader van onderwijs: de geneeskunde, met inbegrip van de tandheelkunde, uitgeoefend bij mensen in het kader van preventie of genezing; de verpleegkunde; het uitoefenen van paramedische beroepen; het uitoefenen van het beroep van vroedvrouw; de diergeneeskunde; het onderzoek dat gepaard gaat met de hierboven vermelde activiteiten. speciale afvalstoffen afkomstig van activiteiten in de gezondheidszorg, zijn deze die ontstaan uit de verzorging van patiënten die lijden aan besmettelijke ziekten opgesomd in het Besluit van 23-03-1994; snijdende en prikkende voorwerpen; anatomische delen, bloed en andere lichaamsvloeistoffen;
afvalstoffen
afkomstig
van
een
behandeling
tegen
kanker
met
cytostatica; uit laboratoria voor microbiologie afkomstige afvalstoffen die in contact zijn geweest met de micro-organismen.
2. BIOVEILIGHEID Iedereen die in een laboratorium werkt waar biotechnologisch of biomedisch onderzoek wordt verricht, wordt verondersteld de basisbegrippen van bioveiligheid te kennen en er in de dagelijkse laboratoriumpraktijk naar te handelen.
29
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
Enkele basisprincipes (VIB, 2000): Organismen worden ingedeeld in vier risicoklassen. Organismen die geen ziekten verwekken horen thuis in risicoklasse 1. Ziekteverwekkers horen thuis in de klassen 2, 3 of 4, afhankelijk van de mate waarin ze pathogeen zijn en de mate waarin therapieën beschikbaar zijn. Ook genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s) worden ingedeeld in vier risicoklassen, al naar gelang wordt vermoed of ze een risico inhouden voor de gezondheid van mens en milieu. Aan de vier risicoklassen voor activiteiten met pathogene of genetisch gemodificeerde organismen zijn vier basisinperkingsniveaus gekoppeld. Deze hebben als doel het mogelijke gevaar in te perken. Er zijn inperkingseisen voor laboratoria (L), voor kweekcellen en serres (G) en voor animalaria (A). Voor elk type van lokaal zijn er vier inperkingsniveaus, waarbij 1 de meest eenvoudige en 4 de meest uitgebreide eisen stelt. Bijzondere aandacht moet besteed worden aan de inactivering van het biologisch materiaal. Autoclavering is de aangewezen methode om bacteriën, gisten en schimmels te doden. Voor andere organismen zoals cellen van planten en dieren en soms ook van virussen zijn alternatieven beschikbaar. Het is van belang om na te gaan of de methode die men wenst toe te passen een gevalideerde methode is. Er moet met andere woorden worden nagegaan dat de doding effectief is. In vergelijking met het gebruik van chemicaliën voor inactivatie is autoclavering een meer milieuvriendelijke methode.
3. VOORWAARDEN AANGAANDE AFVALBEHEER OPGENOMEN IN DE MILIEUVERGUNNING Voor alle inperkingsniveaus en alle types van lokalen geldt dat biologisch afval moet worden geïnactiveerd. De milieuvergunningen die reeds werden toegekend aan de Vrije Universiteit Brussel voor het werken met GGO’s voorzien volgende voorwaarden m.b.t. het afvalbeheer, voor laboratoria van het inperkingsniveau L2: biologisch afval en/of biologische residu’s en wegwerpmateriaal moeten geïnactiveerd worden volgens een geschikte methode vooraleer te lozen, b.v. door autoclavering, chemische inactivering of door verbranding. De verbranding wordt uitgevoerd door een erkende firma. de recipiënten waarin het afval verzameld wordt moeten stevig, hermetisch zijn en voorzien van het biorisicoteken en gesloten worden vooraleer te transporteren.
30
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
besmet materiaal (glaswerk enz...) moet geïnactiveerd worden volgens een geschikte methode vooraleer te reinigen, opnieuw te gebruiken of te vernietigen. Dit kan b.v. door autoclavering of door chemische inactivatie. specifieke aanbeveling van de Dienst Bioveiligheid en Biotechnologie (Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid) voor wie werkt met virussen: de chemische inactivatiemethode moet aangepast worden aan het type virus dat bestudeerd wordt en gevalideerd worden. Voor zover ons bekend bestaat er geen virus dat weerstandig is aan een autoclavering van 15 minuten bij 121°C bij een druk van 15 PSI. Algemeen besproken is het bij ontbreken van een gevalideerde methode in ieder geval voorzichtiger het door virus besmet vloeibaar materiaal, al dan niet chemisch geïnactiveerd, te autoclaveren.
4. HET CORRECT SORTEREN, VERPAKKEN EN IDENTIFICEREN VAN BIOLOGISCHE OF MEDISCHE AFVALSTOFFEN Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen het risicohoudend en het niet-risicohoudend medisch/biologisch afval. U kan gebruik maken van de tabel en vragenlijst in bijlage 6 en 7 om te bepalen tot welke categorie uw afval behoort. Het droog niet-risicohoudend medisch/biologisch afval mag u naar de perscontainer brengen in plastic afvalzakken. Het vloeibaar of pasteus niet-risicohoudend medisch/biologisch afval en het risicohoudend medisch/biologisch afval wordt steeds opgeslagen en afgevoerd in de daarvoor voorziene gele recipiënten met het opschrift "Speciale afvalstoffen afkomstig van activiteiten inzake gezondheidszorg, infectieus - te verbranden" en voorzien van het "biorisico"-symbool. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen gele vaatjes die lekvrij zijn en hermetisch kunnen worden afgesloten en de dozen waarin zich een gele plastic zak bevindt voor de droge risicohoudende biologische/medische afvalstoffen. Naalden worden opgeslagen in speciaal daarvoor voorziene naaldcontainers. OPGELET! radioactief medisch/biologisch afval dient te worden behandeld volgens de regels van het radioactief afval (zie punt 9.1).
31
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
5. DE AFVOER VAN MEDISCH/BIOLOGISCH AFVAL Indien u niet-risicohoudend medisch/biologisch afval wil afvoeren, brengt u dit in een degelijk gesloten plastic afvalzak naar de perscontainer. Deze container is in zijn geheel geklasseerd als "niet-risicohoudend medisch afval" en wordt door de ophaler steeds voor verbranding aangeboden. Indien u risicohoudend medisch/biologisch afval wil laten afvoeren brengt u het secretariaat van de milieucoördinator op de hoogte door het invullen van het formulier "Vraag voor ophaling van chemisch of medisch/biologisch afval" (zie bijlage 8). Het risicohoudend medisch/biologisch afval wordt op uw dienst bewaard in de gele vaatjes of dozen die daarvoor voorzien zijn tot een erkende firma deze komt ophalen. Op regelmatige basis (afhankelijk van de hoeveelheid af te voeren materiaal) zal de erkende firma langs de campussen komen om het afval te verwijderen. De Vrije Universiteit Brussel betaalt de administratiekosten, de transportkosten, de kosten van herconditionering in geval van kleinverpakking en de milieuheffing. Uw dienst zal een factuur ontvangen voor de betaling van de verwerkingskosten per kg (of per vat/doos) afgevoerd afval aan de op dat ogenblik geldende tarieven. Deze tarieven kan u bekomen bij de milieucoördinator. De milieucoördinator bewaart het bewijs van wettelijk correcte afvoer van het risicohoudend medisch/biologisch afval in het afvalregister van de universiteit, een kopij wordt aan uw dienst overgemaakt
OPGELET! De gele vaten dienen hermetisch gesloten te worden. De overheid voert frequente controles uit op het vervoer van gevaarlijke producten. Voor niet goed gesloten vaten bestaat een boete van 500 Euro. Een handleiding voor het correct sluiten van de gele vaten is te vinden op de website van de milieucoördinator (www.vub.ac.be/MICO/).
Bijkomende informatie, interessante bronnen
De brochure “Bioveiligheid in het laboratorium”, uitgegeven door het Vlaams Interuniversitair Instituut voor Bioveiligheid (VIB), geeft ook specifieke informatie over hoe op een correcte wijze moet worden omgegaan met afval van biotechnologisch en biomedisch onderzoek. De brochure kan worden besteld bij VIB, Rijvisschestraat 120, 9052 Zwijnaarde of kan worden gedownload van de website van het VIB op www.vib.be
32
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
9. Behandeling van andere specifieke afvalstromen 1. RADIOACTIEF AFVAL Is uw afval radioactief, neem dan contact op met de Dienst Fysische Controle: tel. 02 477 48 61
[email protected] Meer
informatie
kan
u
ook
vinden
op
de
website
van
de
Preventiedienst
op:
http://www.vub.ac.be/preventie/Richtlijnen/FC_Dienst.htm
2. LEGE BATTERIJEN EN ACCU’S Lege batterijen kunnen achtergelaten worden in de groen/gele dozen van de firma BEBAT die te vinden zijn aan de ingangen van de universiteitsrestaurants of in het blauwe BEBAT-vat op de technische dienst van de campus Jette, in het magazijn van de technische dienst (nabij de stookplaats) op de campus Etterbeek. Op de campus Etterbeek kan u met uw lege batterijen ook terecht in het Centraal Magazijn en in het Zelfstudiecentrum Wetenschappen. In Jette kan u ze ook kwijt op de Vakgroep Menselijke Ecologie (gebouw K).
3. LEGE INKTPATRONEN Het Centraal Magazijn op de campus Etterbeek verzamelt alle types van lege inktpatronen en toners en laat deze afvoeren door een recyclagebedrijf. Op de campus Jette kan u dit type van afval meegeven met de chauffeur van het Centraal Magazijn. De lege inktpatronen en toners dienen in hun originele verpakking te worden aangeboden voor recyclage.
33
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
4. OUDE ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATEN Computermateriaal afkomstig van de dienst AIVE Het computermateriaal afkomstig van de dienst AIVE (vooral het geval bij administratieve diensten) moet steeds in overleg met deze dienst worden beheerd. AIVE heeft zijn eigen kanalen voor de afvoer van oude apparaten. Computermateriaal dat door de dienst zelf werd aangekocht (niet via AIV) Terugnameplicht van oude toestellen Terugnameplicht is van toepassing als consumenten een nieuw product kopen. Vanaf dan hebben zij het recht hetzelfde, gebruikte product bij de handelaar terug te brengen. Voorbeeld: in het kader van een terugnameplicht van elektrisch en elektronisch afval is de verkoper verplicht gratis een oude televisie terug te nemen bij aankoop van een nieuwe. Voor deze dienst betaalt de consument een Recupelbijdrage bij de aankoop van een nieuw product (BIM, 2004). Geef dus zoveel mogelijk oude elektrische en elektronische toestellen terug wanneer er nieuwe aangekocht worden. Schenkingen U kan sommige van uw oude computers schenken aan Close the Gap. Het is een initiatief van Olivier Van den Eynde, oud-student handelsingenieur aan de Vrije Universiteit Brussel. "Close the Gap" heeft als doel de digitale kloof in de wereld te dichten door afgedankte computers in te zamelen, deze te herinstalleren en ze dan te schenken aan organisaties in de derde wereld. Dat is dus een mooie oplossing om oude computers een nieuwe bestemming te geven. "Close the Gap" aanvaardt niet zomaar alle elektronisch materiaal. Meer informatie kan worden gevonden op de website van de vereniging op www.closethegap.be Inleveren voor recyclage Op de campus Etterbeek kunnen oude elektrische en elektronische toestellen worden ingeleverd in het Centraal Magazijn. Op de campus Jette kunnen deze toestellen worden gedeponeerd in de boxpaletten voorzien in de garage onder gebouw B. Op beide plaatsen worden ze opgehaald door de kringloopwinkel.
34
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
5. OUDE WETENSCHAPPELIJKE TOESTELLEN Interessante oude wetenschappelijke toestellen worden eerst aangeboden aan Prof. P. Coppens van de Vrije Universiteit Brussel, aan de Stichting voor Industrieel en Wetenschappelijk Erfgoed en aan het Museum voor de Geschiedenis van de Wetenschap van de Universiteit Gent voordat ze naar de schroothoop worden afgevoerd. Neem contact op met de milieucoördinator voor verdere inlichtingen.
6. PAPIER Papierafval wordt, op beide campussen, gescheiden van het restafval ingezameld.
7. ANDERE SPECIFIEKE AFVALSTROMEN Voor andere specifieke afvalstromen: neem a.u.b. contact op met de milieucoördinator
35
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
Bibliografie Arbodienst Universiteit Leiden, 2000. Chemicaliën door de gootsteen. Website van de Universiteit Leiden: http://www.leidenuniv.nl/arbodienst/brochures/lozen.htm. BIM, 2004. Afval onderworpen aan de terugnameplicht. Website van het Brussels Instituut voor Milieubeheer: http://www.ibgebim.be/nederlands/contenu/content.asp?ref=961 OVAM, 1998. Afvalstoffenbeheer in de verzorgingsinstellingen - handleiding. Publicatienummer D/1998/5024/10. De Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest? Oxford University, 2001. Chemical and Other Safety Information. Website van The Physical and Theoretical Chemistry Laboratory. URL: http://physchem.ox.ac.uk/MSDS/ VIB, Vlaams Interuniversitair Instituut voor Biotechnologie, 2000. Bioveiligheid in het laboratorium. VIB. VLAREA, 1997. Besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 1997 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer. Belgisch Staatsblad 16-04-1998.
36
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
Bijlage 1. Gevaarlijke afvalstoffen Afvalstoffen die één of meer van de volgende eigenschappen hebben worden als gevaarlijk beschouwd door het Besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 1997 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer (VLAREA) (publicatie: 16-04-1998)
EG-code (bijlage III bij
GEVAARLIJKE EIGENSCHAPPEN VAN AFVALSTOFFEN eigenschap
omschrijving
EG-richtlijn 91/689/EEG) H1
ontplofbaar
stoffen en preparaten die bij aanraking met een vlam kunnen ontploffen of voor stoten of wrijving gevoeliger zijn dan dinitrobenzeen;
H2
oxiderend
stoffen en preparaten die bij aanraking met andere stoffen, met name ontvlambare stoffen, sterk exotherm kunnen reageren;
H3-A
licht ontvlambaar
stoffen en preparaten die: •
in vloeibare toestand een vlampunt beneden 21 °C hebben (zeer licht ontvlambare vloeistoffen inbegrepen), of
•
bij normale temperatuur aan de lucht blootgesteld, zonder toevoer van energie in temperatuur kunnen stijgen en ten slotte kunnen ontbranden, of
•
in vaste toestand, door kortstondige inwerking van een ontstekingsbron, gemakkelijk kunnen worden ontstoken en na verwijdering van de ontstekingsbron blijven branden of gloeien, of
•
in gasvormige toestand bij normale druk met lucht ontvlambaar zijn, of
37
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
•
bij aanraking met water of vochtige lucht, licht ontvlambare gassen in een gevaarlijke hoeveelheid ontwikkelen;
H3-B
ontvlambaar
vloeibare stoffen en preparaten die een vlampunt van ten minste 21 °C en ten hoogste 55 °C hebben;
H4
irriterend
niet-corrosieve stoffen en preparaten die door directe, langdurige, of herhaalde aanraking met de huid of de slijmvliezen een ontsteking kunnen veroorzaken;
H5
schadelijk
stoffen en preparaten die door inademing of door opneming via de mond of de huid gevaren van beperkte aard kunnen opleveren;
H6
giftig
stoffen en preparaten die door inademing of door opneming via de mond of de huid ernstige, acute of chronische gevaren en zelfs de dood kunnen veroorzaken (zeer giftige stoffen en preparaten inbegrepen);
H7
kankerverwekkend
stoffen en preparaten die door inademing of door opneming via de mond of de huid kanker veroorzaken of de frequentie van kanker kunnen doen toenemen;
H8
corrosief
stoffen en preparaten die bij aanraking een vernietigende werking op levende weefsels kunnen uitoefenen;
H9
infectueus
stoffen die levensvatbare micro-organismen of hun toxinen bevatten waarvan bekend is of waarvan sterk wordt vermoed dat zij ziekten bij de mens of bij andere levende organismen veroorzaken;
H10
teratogeen
stoffen en preparaten die door inademing of door opneming via de mond of de huid niet-erfelijke misvormingen veroorzaken of de frequentie daarvan kunnen doen toenemen;
H11
38
mutageen
stoffen en preparaten die door inademing of door
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
opneming via de mond of de huid erfelijke genetische schade veroorzaken of de frequentie daarvan kunnen doen toenemen; H12
stoffen en preparaten die in contact met water, lucht of zuur vergiftig, of zeer vergiftig gas ontwikkelen;
H13
stoffen en preparaten die na verwijdering op een of andere wijze een andere stof doen ontstaan (bv. een uitloogproduct) die een van de hierboven genoemde eigenschappen bezit;
H14
ecotoxisch
stoffen en preparaten waarvan het gebruik onmiddellijk of na verloop van tijd gevaar voor één of meer sectoren van het milieu oplevert of kan opleveren.
Wat de onder H3 tot en met H8 bedoelde eigenschappen betreft, dienen de stoffen bovendien een of meer van de volgende eigenschappen te hebben: 1.
vlampunt van 55 °C of minder;
2.
een of meer als zeer giftig ingedeelde stoffen met een totale concentratie van 0,1 % of meer;
3.
een of meer als giftig ingedeelde stoffen met een totale concentratie van 3 % of meer;
4.
een of meer als schadelijk ingedeelde stoffen met een totale concentratie van 25 % of meer;
5.
een of meer als R35 ingedeelde corrosieve stoffen met een totale concentratie van 1 % of meer;
6.
een of meer als R34 ingedeelde corrosieve stoffen met een totale concentratie van 5 % of meer;
7.
een of meer als R41 ingedeelde irriterende stoffen met een totale concentratie van 10 % of meer;
8.
een of meer als R36, R37 of R38 ingedeelde irriterende stoffen met een totale concentratie van 20 % of meer;
9.
een of meer carcinogene stoffen (categorie 1 of 2) met een totale concentratie van 0,1 % of meer.
(VLAREA, 1997)
39
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
Bijlage 2. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2002 tot vaststelling van de lijst van afvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen De afvalstoffen aangeduid met een * zijn gevaarlijke afvalstoffen
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op richtlijn 75/442/EG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen, inzonderheid op artikel 1, a) , gewijzigd bij richtlijn 91/156/EEG van de Raad van 18 maart 1991; Gelet op richtlijn 91/689/EEG van de Raad van 12 december 1991 betreffende gevaarlijke afvalstoffen, inzonderheid op artikel 1, lid 4; Gelet op beschikking 2000/532/EG van de Commissie van 3 mei 2000 tot vervanging van beschikking 94/3/EG houdende vaststelling van een lijst van afvalstoffen overeenkomstig artikel 1, onder a) , van richtlijn 75/442/EEG van de Raad betreffende afvalstoffen en beschikking 94/904/EG van de Raad tot vaststelling van een lijst van gevaarlijke afvalstoffen overeenkomstig artikel 1, lid 4, van richtlijn 91/689/EEG van de Raad betreffende gevaarlijke afvalstoffen, gewijzigd bij de beschikkingen 2001/118/EG van 16 januari 2001, 2001/119/EG van 22 januari 2001 en 2001/573/EG van 23 juli 2001; Gelet op de ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen, inzonderheid op artikel 2, 1 en 2, vervangen bij de ordonnantie van 18 mei 2000, en op artikel 18, 1°; Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 mei 1996 tot vaststelling van een indicatieve lijst van gevaarlijke afvalstoffen;
40
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu van 18 september 2001; Gelet op advies 32.418/3 van de Raad van State gegeven op 5 maart 2002 en overgezonden op 26 maart 2002; Op voorstel van de Minister van Leefmilieu, Na erover te hebben beraadslaagd, Besluit : Artikel 1. De afvalstoffen in de bij dit besluit gevoegde lijst behoren tot de categorieën opgesomd in bijlage I van de ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen. Art. 2. De met een * aangeduide afvalstoffen op de in artikel 1 bedoelde lijst zijn gevaarlijke afvalstoffen in de zin van artikel 2, 2. van de voornoemde ordonnantie van 7 maart 1991. Ze worden geacht een of meer in bijlage IV van dezelfde ordonnantie bedoelde eigenschappen te bezitten en, wat de punten H 3 tot H 8, H 10 en H 11 van die bijlage betreft, een of meer van de volgende eigenschappen : - vlampunt van 55 °C of minder; - een of meer als zeer giftig ingedeelde stoffen met een totale concentratie van 0,1 % of meer; - een of meer als giftig ingedeelde stoffen met een totale concentratie van 3% of meer; - een of meer als schadelijk ingedeelde stoffen met een totale concentratie van 25 % of meer; - een of meer als R 35 ingedeelde bijtende stoffen met een totale concentratie van 1 % of meer; - een of meer als R 34 ingedeelde bijtende stoffen met een totale concentratie van 5 % of meer; - een of meer als R 41 ingedeelde irriterende stoffen met een totale concentratie van 10 % of meer; - een of meer als R 36, R 37 of R 38 ingedeelde irriterende stoffen met een totale concentratie van 20 % of meer; - een of meer kankerverwekkende stoffen (categorie 1 of 2) met een totale concentratie van 0,1 % of meer; - een of meer kankerverwekkende stoffen (categorie 3) met een totale concentratie van 1 % of meer; - een als R 60 of R 61 ingedeelde voor de voortplanting vergiftige stof (categorie 1 of 2) met een totale concentratie van 0,5 % of meer; - een als R 62 of R 63 ingedeelde voor de voortplanting vergiftige stof (categorie 3) met een totale concentratie van 5 % of meer;
41
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
- een als R 46 ingedeelde mutagene stof (categorie 1 of 2) met een totale concentratie van 0,1 % of meer; - een als R 40 ingedeelde mutagene stof (categorie 3) met een totale concentratie van 1 % of meer. Art. 3. De Regering kan in uitzonderlijke gevallen op basis van schriftelijk bewijsmateriaal dat op adequate wijze door de houder is verstrekt, beslissen dat een specifieke op de lijst als gevaarlijk aangeduide afvalstof geen van de in bijlage IV van de ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen vermelde gevaarseigenschappen bezit. De aanvraag van de houder wordt bij een aangetekend schrijven aan het Brussels Instituut voor Milieubeheer gericht. De Regering brengt haar beslissing bij een aangetekend schrijven ter kennis van de aanvrager binnen 60 dagen na het verzenden van de aanvraag van de houder. Als er geen beslissing wordt betekend, wordt de aanvraag geacht geweigerd te zijn. Art. 4. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 mei 1996 tot vaststelling van een indicatieve lijst van gevaarlijke afvalstoffen wordt opgeheven. Art. 5. De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 25 april 2002. Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President, F.-X. de DONNEA De Minister van Leefmilieu, D. GOSUIN
BIJLAGE. Art. N1. Lijst van afvalstoffen overeenkomstig artikel 2, punten 1 en 2, van de ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen. Inleiding 1. Dit is een geharmoniseerde lijst van afvalstoffen die periodiek zal worden herzien in het licht van nieuwe gegevens en met name nieuwe onderzoeksresultaten, en indien nodig zal worden aangepast
42
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
overeenkomstig de procedure in artikel 3. Opneming van een materiaal in de lijst betekent echter niet dat dit materiaal ook in alle omstandigheden een afvalstof is. Dit is alleen het geval wanneer aan de definitie van afvalstof in artikel 2, punten 1 en 2, van de ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen is voldaan. 2. Voor de afvalstoffen die in de lijst voorkomen, gelden de bepalingen van voornoemde ordonnantie, tenzij artikel 3 van toepassing is. 3. De verschillende soorten afvalstoffen in de lijst worden volledig gedefinieerd door de code van zes cijfers voor de afvalstoffen en de code van twee en vier cijfers boven de respectieve hoofdstukken. Dit houdt in dat een afvalstof als volgt in de lijst kan worden opgezocht : 3.1. Zoek de herkomst van de afvalstof op in de hoofdstukken 01 tot en met 12 of 17 tot en met 20 en bepaal de bijbehorende code van zes cijfers (met uitzondering van de codes in deze hoofdstukken die op 99 eindigen). Op te merken valt dat de activiteiten in een specifieke onderneming of installatie onder verschillende hoofdstukken kunnen vallen. Zo zijn de afvalstoffen van een autofabriek afhankelijk van de processtap te vinden in hoofdstuk 12 (afval van de machinale bewerking en oppervlaktebehandeling van metalen), hoofdstuk 11 (anorganisch metaalhoudend afval van de behandeling en coating van metalen) en hoofdstuk 08 (afval van het gebruik van coatings). NB : gescheiden ingezameld verpakkingsafval (met inbegrip van mengsels van verschillende verpakkingsmaterialen) wordt ingedeeld onder 15 01, niet onder 20 01. 3.2. Als er in de hoofdstukken 01 tot en met 12 of 17 tot en met 20 geen geschikte afvalcode kan worden gevonden, moet er in de hoofdstukken 13, 14 en 15 worden gezocht om de code van de afvalstof te bepalen. 3.3. Als geen van deze afvalcodes van toepassing is, moet de bepaling van de afvalcode aan de hand van hoofdstuk 16 gebeuren. 3.4. Als de afvalstof ook niet in hoofdstuk 16 onder te brengen is, moet de code "99" (niet elders genoemd afval) worden gebruikt in het deel van de lijst dat overeenkomt met de bij de eerste stap bepaalde activiteit. 4. Een afvalstof die op de lijst voorkomt en met een * is aangeduid, is een gevaarlijke afvalstof overeenkomstig artikel 2, 2. van de ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen. Voor deze afvalstoffen gelden de bepalingen van die ordonnantie, tenzij artikel 3, tweede lid, van die ordonnantie van toepassing is. 5. In de zin van dit besluit wordt onder "gevaarlijke stof' verstaan : elke stof die als gevaarlijk is of zal worden ingedeeld overeenkomstig het koninklijk besluit van 24 mei 1982 houdende reglementering van het in de handel brengen van stoffen die gevaarlijk kunnen zijn voor de mens of voor zijn leefmilieu, genomen ter uitvoering van artikel 5, § 1, lid 1, 5°, van de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid; onder "zwaar metaal" wordt verstaan : elke
43
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
verbinding van antimoon, arseen, cadmium, chroom (VI), koper, lood, kwik, nikkel, seleen, telluur, thallium en tin, alsook deze metalen in metallische vorm, voor zover deze als gevaarlijke stof zijn ingedeeld. 6. Als een afvalstof door een algemene of specifieke verwijzing naar gevaarlijke stoffen als gevaarlijk wordt aangeduid, is de afvalstof alleen gevaarlijk als deze stoffen in zodanig hoge concentraties (d.w.z. gewichtspercenten) aanwezig zijn dat de afvalstof een of meer van de in bijlage IV van ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen vermelde eigenschappen bezit. Wat de punten H 3 tot en met H 8, H 10 en H 11 betreft, is artikel 2 van dit besluit van toepassing. Voor de kenmerken H 1, H 2, H 9 en H 12 tot en met H 14 bevat artikel 2 van dit besluit momenteel geen specificaties. 7. Overeenkomstig de aanhef van richtlijn 99/45/EG, waar wordt gesteld dat voor legeringen een nadere evaluatie noodzakelijk is omdat het misschien niet mogelijk is de precieze eigenschappen daarvan vast te stellen door gebruik te maken van de beschikbare conventionele methoden, is het bepaalde in artikel 2 niet van toepassing op zuivere (niet met gevaarlijke stoffen verontreinigde) metaallegeringen. Dit blijft het geval in afwachting van de uitvoering van de verdere werkzaamheden waartoe de Commissie en de Lidstaten zich met het oog op een specifieke indelingsmethode voor legeringen hebben verbonden. De indeling van de afvalstoffen die in de onderhavige lijst uitdrukkelijk worden genoemd, blijft ongewijzigd. 8. Voor de nummering van de punten in de lijst zijn de volgende regels gebruikt : voor afvalstoffen die niet zijn gewijzigd, zijn de codenummers van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 mei 1996 gebruikt. De codes van gewijzigde afvalstoffen zijn geschrapt en worden niet opnieuw gebruikt om verwarring na de invoering van de nieuwe lijst te voorkomen. Afvalstoffen die zijn toegevoegd, hebben een code gekregen die niet in het voornoemde besluit van 9 mei 1996 is gebruikt. Art. 1N1. Lijst. 01 AFVAL VAN EXPLORATIE, MIJNBOUW, EXPLOITATIE VAN STEENGROEVEN EN DE FYSISCHE EN CHEMISCHE BEWERKING VAN MINERALEN 01 01 afval van de winning van mineralen 01 01 01 afval van de winning van metaalhoudende mineralen 01 01 02 afval van de winning van niet-metaalhoudende mineralen 01 03 afval van de fysische en chemische verwerking van metaalhoudende mineralen 01 03 04* zuurvormende tailings verkregen bij de verwerking van sulfide-erts 01 03 05* andere tailings die gevaarlijke stoffen bevatten 01 03 06 niet onder 01 03 04 en 01 03 05 vallende tailings 01 03 07* ander afval van de fysische en chemische verwerking van metaalhoudende mineralen dat gevaarlijke stoffen bevat 01 03 08 niet onder 01 03 07 vallend stof- en poederachtig afval
44
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
01 03 09 niet onder 01 03 07 vallend slib van de aluminiumproductie 01 03 99 niet elders genoemd afval 01 04 afval van de fysische en chemische verwerking van niet-metaalhoudende mineralen 01 04 07* afval van de fysische en chemische verwerking van niet-metaalhoudende mineralen dat gevaarlijke stoffen bevat 01 04 08 niet onder 01 04 07 vallend grind- en rotsafval 01 04 09 zand- en kleiafval 01 04 10 niet onder 01 04 07 vallend stof- en poederachtig afval 01 04 11 niet onder 01 04 07 vallend afval van de kali- en steenzoutverwerking 01 04 12 niet onder 01 04 07 en 01 04 11 vallende schilfers en ander afval van het wassen en schoonmaken van mineralen 01 04 13 niet onder 01 04 07 vallend afval van het hakken en zagen van steen 01 04 99 niet elders genoemd afval 01 05 boorgruis en overig boorafval 01 05 04 zoetwaterboorgruis en -afval 01 05 05* oliehoudend boorgruis en -afval 01 05 06* boorgruis en ander boorafval dat gevaarlijke stoffen bevat 01 05 07 niet onder 01 05 05 en 01 05 06 vallend bariethoudend boorgruis en -afval 01 05 08 niet onder 01 05 05 en 01 05 06 vallend chloridehoudend boorgruis en -afval 01 05 99 niet elders genoemd afval 02 AFVAL VAN LANDBOUW, TUINBOUW, AQUACULTUUR, BOSBOUW, JACHT EN VISSERIJ EN DE VOEDINGSBEREIDING EN -VERWERKING 02 01 afval van landbouw, tuinbouw, aquacultuur, bosbouw, jacht en visserij 02 01 01 slib van wassen en schoonmaken 02 01 02 afval van dierlijke weefsels 02 01 03 afval van plantaardige weefsels 02 01 04 kunststofafval (exclusief verpakkingen) 02 01 06 dierlijke feces, urine en mest (inclusief gebruikt stro), afvalwater, gescheiden ingezameld en elders verwerkt 02 01 07 afval van de bosbouw 02 01 08* agrochemisch afval dat gevaarlijke stoffen bevat 02 01 09 niet onder 02 01 08 vallend agrochemisch afval 02 01 10 metaalafval 02 01 99 niet elders genoemd afval 02 02 afval van de bereiding en verwerking van vlees, vis en ander voedsel van dierlijke oorsprong 02 02 01 slib van wassen en schoonmaken
45
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
02 02 02 afval van dierlijke weefsels 02 02 03 voor consumptie of verwerking ongeschikt materiaal 02 02 04 slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 02 02 99 niet elders genoemd afval 02 03 afval van de bereiding en verwerking van fruit, groente, granen, spijsolie, cacao, koffie, thee en tabak, de productie van conserven, de productie van gist en gistextract en de bereiding en fermentatie van melasse 02 03 01 slib van wassen, schoonmaken, pellen, centrifugeren en scheiden 02 03 02 afval van conserveermiddelen 02 03 03 afval van oplosmiddelenextractie 02 03 04 voor consumptie of verwerking ongeschikt materiaal 02 03 05 slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 02 03 99 niet elders genoemd afval 02 04 afval van de suikerverwerking 02 04 01 grond van het schoonmaken en wassen van bieten 02 04 02 afgekeurd calciumcarbonaat (= schuimaarde) 02 04 03 slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 02 04 99 niet elders genoemd afval 02 05 afval van de zuivelindustrie 02 05 01 voor consumptie of verwerking ongeschikt materiaal 02 05 02 slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 02 05 99 niet elders genoemd afval 02 06 afval van bakkerijen en de banketbakkersindustrie 02 06 01 voor consumptie of verwerking ongeschikt materiaal 02 06 02 afval van conserveermiddelen 02 06 03 slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 02 06 99 niet elders genoemd afval 02 07 afval van de productie van alcoholische en niet-alcoholische dranken (exclusief koffie, thee en cacao) 02 07 01 afval van wassen, schoonmaken en mechanische bewerking van de grondstoffen 02 07 02 afval van de destillatie van alcoholische dranken 02 07 03 afval van chemische behandeling 02 07 04 voor consumptie of verwerking ongeschikt materiaal 02 07 05 slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 02 07 99 niet elders genoemd afval 03 AFVAL VAN DE HOUTVERWERKING EN DE PRODUCTIE VAN PANELEN EN MEUBELEN ALSMEDE
46
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
VAN PULP, PAPIER EN KARTON 03 01 afval van de houtverwerking en de productie van panelen en meubelen 03 01 01 schors- en kurkafval 03 01 04* zaagsel, schaafsel, spaanders, hout, spaanplaat en fineer die gevaarlijke stoffen bevatten 03 01 05 niet onder 03 01 04 vallend zaagsel, schaafsel, spaanders, hout, spaanplaat en fineer 03 01 99 niet elders genoemd afval 03 02 houtverduurzamingsafval 03 02 01* niet-gehalogeneerde organische houtverduurzamingsmiddelen 03 02 02* organochloor-houtverduurzamingsmiddelen 03 02 03* organometaal-houtverduurzamingsmiddelen 03 02 04* anorganische houtverduurzamingsmiddelen 03 02 05* andere houtverduurzamingsmiddelen die gevaarlijke stoffen bevatten 03 02 99 niet elders genoemde houtverduurzamingsmiddelen 03 03 afval van de productie en verwerking van pulp, papier en karton 03 03 01 schors- en houtafval 03 03 02 " green liquor "-slib (afkomstig van de terugwinning van de kookvloeistof) 03 03 05 ontinktingsslib van papierrecycling 03 03 07 mechanisch afgescheiden rejects afkomstig van de verpulping van papier- en kartonafval 03 03 08 afval van het scheiden van voor recycling bestemd papier en karton 03 03 09 kalkneerslagafval 03 03 10 onbruikbare vezels en door mechanische afscheiding verkregen vezel-, vulstofslib 03 03 11 niet onder 03 03 10 vallend slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 03 03 99 niet elders genoemd afval 04 AFVAL VAN DE LEER-, BONT- EN TEXTIELINDUSTRIE 04 01 afval van de leer- en bontindustrie 04 01 01 schraapafval 04 01 02 loogafval 04 01 03* ontvettingsafval dat oplosmiddelen bevat zonder vloeibare fase 04 01 04 chroomhoudende looivloeistof 04 01 05 chroomvrije looivloeistof 04 01 06 chroomhoudend slib, met name van afvalwaterbehandeling ter plaatse 04 01 07 chroomvrij slib, met name van afvalwaterbehandeling ter plaatse 04 01 08 chroomhoudend gelooid leerafval (snijafval, polijststof) 04 01 09 afval van bewerking en afwerking 04 01 99 niet elders genoemd afval 04 02 afval van de textielindustrie
47
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
04 02 09 afval van composietmaterialen (geïmpregneerde textiel, elastomeren, plastomeren) 04 02 10 organisch afval van natuurlijke producten (bijv. vet en was) 04 02 14* afval van afwerking dat organische oplosmiddelen bevat 04 02 15 niet onder 04 02 14 vallend afval van afwerking 04 02 16* kleurstoffen en pigmenten die gevaarlijke stoffen bevatten 04 02 17 niet onder 04 02 16 vallende kleurstoffen en pigmenten 04 02 19* slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse dat gevaarlijke stoffen bevat 04 02 20 niet onder 04 02 19 vallend slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 04 02 21 afval van onverwerkte textielvezels en coatingslib 04 02 22 afval van verwerkte textielvezels 04 02 99 niet elders genoemd afval 05 AFVAL VAN OLIERAFFINAGE, AARDGASZUIVERING EN DE PYROLYTISCHE BEHANDELING VAN KOOL 05 01 afval van olieraffinage 05 01 02* ontzoutingsslib 05 01 03* tankbodemslib 05 01 04* zuur alkylslib 05 01 05* gemorste olie 05 01 06* olieachtig slib afkomstig van onderhoudswerkzaamheden aan installaties of apparaten 05 01 07* zuurteer 05 01 08* overige teer 05 01 09* slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse dat gevaarlijke stoffen bevat 05 01 10 niet onder 05 01 09 vallend slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 05 01 11* afval van brandstofzuivering met behulp van basen 05 01 12* olie die zuren bevat 05 01 13 ketelvoedingwaterslib 05 01 14 afval van koeltorens 05 01 15* afgewerkte bleekaarde 05 01 16 zwavelhoudend afval van de ontzwaveling van petroleum 05 01 17 bitumen 05 01 99 niet elders genoemd afval 05 06 afval van de pyrolytische behandeling van kool 05 06 01* zuurteer 05 06 03* overige teer 05 06 04 afval van koeltorens 05 06 99 niet elders genoemd afval
48
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
05 07 afval van aardgaszuivering en -transport 05 07 01* kwikhoudend afval 05 07 02 zwavelhoudend afval 05 07 99 niet elders genoemd afval 06 AFVAL VAN ANORGANISCHE CHEMISCHE PROCESSEN 06 01 afval van bereiding, formulering, levering en gebruik (BFLG) van zuren 06 01 01* zwavelzuur en zwaveligzuur 06 01 02* zoutzuur 06 01 03* waterstoffluoride 06 01 04* fosfor- en fosforigzuur 06 01 05* salpeter- en salpeterigzuur 06 01 06* overige zuren 06 01 99 niet elders genoemd afval 06 02 afval van BFLG van basen 06 02 01* calciumhydroxide 06 02 03* ammoniumhydroxide 06 02 04* natrium- en kaliumhydroxide 06 02 05* overige basen 06 02 99 niet elders genoemd afval 06 03 afval van BFLG van zouten en hun oplossingen en metaaloxiden 06 03 11* vaste zouten en oplossingen die cyanide bevatten 06 03 13* vaste zouten en oplossingen die zware metalen bevatten 06 03 14 niet onder 06 03 11 en 06 03 13 vallende vaste zouten en oplossingen 06 03 15* metaaloxiden die zware metalen bevatten 06 03 16 niet onder 06 03 15 vallende metaaloxiden 06 03 99 niet elders genoemd afval 06 04 niet onder 06 03 vallend metaalhoudend afval 06 04 03* arseenhoudend afval 06 04 04* kwikhoudend afval 06 04 05* afval dat andere zware metalen bevat 06 04 99 niet elders genoemd afval 06 05 slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 06 05 02* slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse dat gevaarlijke stoffen bevat 06 05 03 niet onder 06 05 02 vallend slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 06 06 afval van BFLG van zwavelverbindingen, chemische processen met zwavel en ontzwavelingsprocessen
49
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
06 06 02* afval dat gevaarlijke sulfiden bevat 06 06 03 niet onder 06 06 02 vallend afval dat sulfiden bevat 06 06 99 niet elders genoemd afval 06 07 afval van BFLG van halogenen en chemische processen met halogenen 06 07 01* asbesthoudend afval van elektrolyse 06 07 02* actieve kool van de chloorbereiding 06 07 03* bariumsulfaatslib dat kwik bevat 06 07 04* oplossingen en zuren, bijv. contactzuur 06 07 99 niet elders genoemd afval 06 08 afval van BFLG van silicium en siliciumderivaten 06 08 02* afval dat gevaarlijke chloorsilanen bevat 06 08 99 niet elders genoemd afval 06 09 afval van BFLG van fosforverbindingen en chemische processen met fosfor 06 09 02 fosforhoudende slakken 06 09 03* calciumhoudend reactie-afval dat gevaarlijke stoffen bevat of daarmee is verontreinigd 06 09 04 niet onder 06 09 03 vallend calciumhoudend reactie-afval 06 09 99 niet elders genoemd afval 06 10 afval van BFLG van stikstofverbindingen, chemische processen met stikstof en kunstmestbereiding 06 10 02* afval dat gevaarlijke stoffen bevat 06 10 99 niet elders genoemd afval 06 11 afval van de bereiding van anorganische pigmenten en opacificeermiddelen 06 11 01 calciumhoudend reactie-afval van de productie van titaandioxide 06 11 99 niet elders genoemd afval 06 13 afval van niet elders genoemde anorganische chemische processen 06 13 01* anorganische gewasbeschermingsmiddelen, houtverduurzamingsmiddelen en andere biociden 06 13 02* afgewerkte actieve kool (exclusief 06 07 02) 06 13 03 actief kool 06 13 04* afval van asbestverwerking 06 13 05* roet 06 13 99 niet elders genoemd afval 07 AFVAL VAN ORGANISCHE CHEMISCHE PROCESSEN 07 01 afval van bereiding, formulering, levering en gebruik (BFLG) van organische basischemicaliën 07 01 01* waterige wasvloeistoffen en moederlogen 07 01 03* gehalogeneerde organische oplosmiddelen, wasvloeistoffen en moederlogen
50
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
07 01 04* overige organische oplosmiddelen, wasvloeistoffen en moederlogen 07 01 07* gehalogeneerde destillatieresiduen en reactieresiduen 07 01 08* overige destillatieresiduen en reactieresiduen 07 01 09* gehalogeneerde filterkoek en afgewerkte absorbentia 07 01 10* overige filterkoek en afgewerkte absorbentia 07 01 11* slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse dat gevaarlijke stoffen bevat 07 01 12 niet onder 07 01 11 vallend slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 07 01 99 niet elders genoemd afval 07 02 afval van BFLG van kunststoffen, synthetische rubber en kunstvezels 07 02 01* waterige wasvloeistoffen en moederlogen 07 02 03* gehalogeneerde organische oplosmiddelen, wasvloeistoffen en moederlogen 07 02 04* overige organische oplosmiddelen, wasvloeistoffen en moederlogen 07 02 07* gehalogeneerde destillatieresiduen en reactieresiduen 07 02 08* overige destillatieresiduen en reactieresiduen 07 02 09* gehalogeneerde filterkoek en afgewerkte absorbentia 07 02 10* overige filterkoek en afgewerkte absorbentia 07 02 11* slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse dat gevaarlijke stoffen bevat 07 02 12 niet onder 07 02 11 vallend slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 07 02 13 kunststofafval 07 02 14 * afval van additieven die gevaarlijke stoffen bevatten 07 02 15 afval van niet onder 07 02 14 bedoelde additieven 07 02 16* afval dat gevaarlijke siliconen bevat 07 02 17 afval dat andere siliconen bevat dan die vermeld onder 07 02 16* 07 02 99 niet elders genoemd afval 07 03 afval van BFLG van organische kleurstoffen en pigmenten (exclusief 06 11) 07 03 01* waterige wasvloeistoffen en moederlogen 07 03 03* gehalogeneerde organische oplosmiddelen, wasvloeistoffen en moederlogen 07 03 04* overige organische oplosmiddelen, wasvloeistoffen en moederlogen 07 03 07* gehalogeneerde destillatieresiduen en reactieresiduen 07 03 08* overige destillatieresiduen en reactieresiduen 07 03 09* gehalogeneerde filterkoek en afgewerkte absorbentia 07 03 10* overige filterkoek en afgewerkte absorbentia 07 03 11* slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse dat gevaarlijke stoffen bevat 07 03 12 niet onder 07 03 11 vallend slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 07 03 99 niet elders genoemd afval 07 04 afval van BFLG van organische gewasbeschermingsmiddelen (exclusief 02 01 08 en 02 01 09),
51
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
houtverduurzamingsmiddelen (exclusief 03 02) en andere biociden 07 04 01l* waterige wasvloeistoffen en moederlogen 07 04 03* gehalogeneerde organische oplosmiddelen, wasvloeistoffen en moederlogen 07 04 04* overige organische oplosmiddelen, wasvloeistoffen en moederlogen 07 04 07* gehalogeneerde destillatieresiduen en reactieresiduen 07 04 08* overige destillatieresiduen en reactieresiduen 07 04 09* gehalogeneerde filterkoek en afgewerkte absorbentia 07 04 10* overige filterkoek en afgewerkte absorbentia 07 04 11* slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse dat gevaarlijke stoffen bevat 07 04 12 niet onder 07 04 11 vallend slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 07 04 13* vaste afvalstoffen die gevaarlijke stoffen bevatten 07 04 99 niet elders genoemd afval 07 05 afval van BFLG van farmaceutische producten 07 05 01* waterige wasvloeistoffen en moederlogen 07 05 03* gehalogeneerde organische oplosmiddelen, wasvloeistoffen en moederlogen 07 05 04* overige organische oplosmiddelen, wasvloeistoffen en moederlogen 07 05 07* gehalogeneerde destillatieresiduen en reactieresiduen 07 05 08* overige destillatieresiduen en reactieresiduen 07 05 09* gehalogeneerde filterkoek en afgewerkte absorbentia 07 05 10* overige filterkoek en afgewerkte absorbentia 07 05 11* slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse dat gevaarlijke stoffen bevat 07 05 12 niet onder 07 05 11 vallend slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 07 05 13* vaste afvalstoffen die gevaarlijke stoffen bevatten 07 05 14 niet onder 07 05 13 vallende vaste afvalstoffen 07 05 99 niet elders genoemd afval 07 06 afval van BFLG van vetten, smeermiddelen, zepen, detergenten, desinfecterende middelen en cosmetische producten 07 06 01* waterige wasvloeistoffen en moederlogen 07 06 03* gehalogeneerde organische oplosmiddelen, wasvloeistoffen en moederlogen 07 06 04* overige organische oplosmiddelen, wasvloeistoffen en moederlogen 07 06 07* gehalogeneerde destillatieresiduen en reactieresiduen 07 06 08* overige destillatieresiduen en reactieresiduen 07 06 09* gehalogeneerde filterkoek en afgewerkte absorbentia 07 06 10* overige filterkoek en afgewerkte absorbentia 07 06 11* slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse dat gevaarlijke stoffen bevat 07 06 12 niet onder 07 06 11 vallend slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse
52
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
07 06 99 niet elders genoemd afval 07 07 afval van BFLG van fijnchemicaliën en niet elders genoemde chemische producten 07 07 01* waterige wasvloeistoffen en moederlogen 07 07 03* gehalogeneerde organische oplosmiddelen, wasvloeistoffen en moederlogen 07 07 04* overige organische oplosmiddelen, wasvloeistoffen en moederlogen 07 07 07* gehalogeneerde destillatieresiduen en reactieresiduen 07 07 08* overige destillatieresiduen en reactieresiduen 07 07 09* gehalogeneerde filterkoek en afgewerkte absorbentia 07 07 10* overige filterkoek en afgewerkte absorbentia 07 07 11* slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse dat gevaarlijke stoffen bevat 07 07 12 niet onder 07 07 11 vallend slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 07 07 99 niet elders genoemd afval 08 AFVAL VAN BEREIDING, FORMULERING, LEVERING EN GEBRUIK (BFLG) VAN COATINGS (VERF, LAK EN EMAIL), LIJM, KIT EN DRUKINKT 08 01 afval van BFLG en verwijdering van verf en lak 08 01 11* afval van verf en lak dat organische oplosmiddelen of andere gevaarlijke stoffen bevat 08 01 12 niet onder 08 01 11 vallend afval van verf en lak 08 01 13* slib van verf of lak dat organische oplosmiddelen of andere gevaarlijke stoffen bevat 08 01 14 niet onder 08 01 13 vallend slib van verf of lak 08 01 15* waterig slib dat verf of lak met organische oplosmiddelen of andere gevaarlijke stoffen bevat 08 01 16 niet onder 08 01 15 vallend waterig slib dat verf of lak bevat 08 01 17* afval van verf- en lakverwijdering dat organische oplosmiddelen of andere gevaarlijke stoffen bevat 08 01 18 niet onder 08 01 17 vallend afval van verf- en lakverwijdering 08 01 19* waterige suspensies die verf of lak met organische oplosmiddelen of andere gevaarlijke stoffen bevatten 08 01 20 niet onder 08 01 19 vallende waterige suspensies die verf of lak bevatten 08 01 21* afval van verf- of lakverwijderaar 08 01 99 niet elders genoemd afval 08 02 afval van BFLG van andere coatings (inclusief keramisch materiaal) 08 02 01 afval-coatingpoeder 08 02 02 waterig slib dat keramisch materiaal bevat 08 02 03 waterige suspensies die keramisch materiaal bevatten 08 02 99 niet elders genoemd afval 08 03 afval van BFLG van drukinkt
53
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
08 03 07 waterig slib dat inkt bevat 08 03 08 waterig vloeibaar afval dat inkt bevat 08 03 12* inktafval dat gevaarlijke stoffen bevat 08 0313 niet onder 08 03 12 vallend inktafval 08 03 14* inktslib dat gevaarlijke stoffen bevat 08 03 15 niet onder 08 03 14 vallend inktslib 08 03 16* afval van etsoplossingen 08 03 17* tonerafval dat gevaarlijke stoffen bevat 08 03 18 niet onder 08 03 17 vallend tonerafval 08 03 19* dispersieolie 08 03 99 niet elders genoemd afval 08 04 afval van BFLG van lijm en kit (inclusief vochtwerende producten) 08 04 09* afval van lijm en kit dat organische oplosmiddelen of andere gevaarlijke stoffen bevat 08 04 10 niet onder 08 04 09 vallend afval van lijm en kit 08 04 11* slib van lijm en kit dat organische oplosmiddelen of andere gevaarlijke stoffen bevat 08 04 12 niet onder 08 04 11 vallend slib van lijm en kit 08 04 13* waterig slib dat lijm of kit met organische oplosmiddelen of andere gevaarlijke stoffen bevat 08 04 14 niet onder 08 04 13 vallend waterig slib dat lijm of kit bevat 08 04 15* waterig vloeibaar afval dat lijm of kit met organische oplosmiddelen of andere gevaarlijke stoffen bevat 08 04 16 niet onder 08 04 15 vallend waterig vloeibaar afval dat lijm of kit bevat 08 04 17* harsolie 08 04 99 niet elders genoemd afval 08 05 niet elders in 08 genoemd afval 08 05 01* isocyanaatafval 09 AFVAL VAN DE FOTOGRAFISCHE INDUSTRIE 09 01 afval van de fotografische industrie 09 01 01* ontwikkelvloeistof en activatoroplossing op basis van water 09 01 02* ontwikkelvloeistof voor offsetplaten op basis van water 09 01 03* ontwikkelvloeistof op basis van oplosmiddelen 09 01 04* fixeervloeistof 09 01 05* bleek- en bleekfixeervloeistof 09 01 06* zilverhoudend afval van ter plaatse behandeld fotografisch afval 09 01 07 fotografische film en papier die zilver of zilververbindingen bevatten 09 01 08 fotografische film en papier zonder zilver of zilververbindingen
54
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
09 01 10 wegwerpcamera's zonder batterijen 09 01 11* wegwerpcamera's met onder 16 06 01, 16 06 02 of 16 06 03 vermelde batterijen 09 01 12 niet onder 09 01 11 vallende wegwerpcamera's met batterijen 09 01 13* niet onder 09 01 06 vallend waterig vloeibaar afval van ter plaatse uitgevoerde terugwinning van zilver 09 01 99 niet elders genoemd afval 10 AFVAL VAN THERMISCHE PROCESSEN 10 01 afval van elektriciteitscentrales en andere verbrandingsinstallaties (exclusief 19) 10 01 01 bodemas, slakken en ketelstof (exclusief het onder 10 01 04 vallende ketelstof ) 10 01 02 koolvliegas 10 01 03 vliegas van turf en onbehandeld hout 10 01 04* olievliegas en -ketelstof 10 01 05 calciumhoudend reactie-afval van rookgasontzwaveling in vaste vorm 10 01 07 calciumhoudend reactie-afval van rookgasontzwaveling in slibvorm 10 01 09* zwavelzuur 10 01 13* vliegas van als brandstof gebruikte geëmulgeerde koolwaterstoffen 10 01 14* bij bijstoken vrijkomende bodemas, slakken en ketelstof die gevaarlijke stoffen bevatten 10 01 15 niet onder 10 01 14 vallende bij bijstoken vrijkomende bodemas, slakken en ketelstof 10 01 16* bij bijstoken vrijkomende vliegas die gevaarlijke stoffen bevat 10 01 17 niet onder 10 01 16 vallende bij bijstoken vrijkomende vliegas 10 01 18* afval van gasreiniging dat gevaarlijke stoffen bevat 10 01 19 niet onder 10 01 05, 10 01 07 en 10 01 18 vallend afval van gasreiniging 10 01 20* slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse dat gevaarlijke stoffen bevat 10 01 21 niet onder 10 01 20 vallend slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 10 01 22* waterig slib van ketelreiniging dat gevaarlijke stoffen bevat 10 01 23 niet onder 10 01 22 vallend waterig slib van ketelreiniging 10 01 24 wervelbedzand 10 01 25 afval van de opslag en toebereiding van brandstof voor kolengestookte elektriciteitscentrales 10 01 26 afval van koelwaterzuivering 10 01 99 niet elders genoemd afval 10 02 afval van de ijzer- en staalindustrie 10 02 01 afval van de verwerking van slakken 10 02 02 onverwerkte slakken 10 02 07* vast afval van gaszuivering dat gevaarlijke stoffen bevat 10 02 08 niet onder 10 02 07 vallend vast afval van gaszuivering
55
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
10 02 10 walshuid 10 02 11* oliehoudend afval van koelwaterzuivering 10 02 12 niet onder 10 02 11 vallend afval van koelwaterzuivering 10 02 13* bij gaszuivering verkregen slib en filterkoek die gevaarlijke stoffen bevatten 10 02 14 niet onder 10 02 13 vallende bij gaszuivering verkregen slib en filterkoek 10 02 15 overig(e) slib en filterkoek 10 02 99 niet elders genoemd afval 10 03 afval van thermische processen in de aluminiummetallurgie 10 03 02 anodeafval 10 03 04* slakken van primaire productie 10 03 05 aluminiumoxide afval 10 03 08* zoutslakken van secundaire productie 10 03 09* black drosses van secundaire productie 10 03 15* skimmings die brandbaar zijn of waaruit bij contact met water gevaarlijke hoeveelheden brandbare gassen vrijkomen 10 03 16 niet onder 10 03 15 vallende skimmings 10 03 17* teerhoudend afval van de anodefabricage 10 03 18 niet onder 10 03 17 vallend koolstofhoudend afval van de anodefabricage 10 03 19* rookgasstof dat gevaarlijke stoffen bevat 10 03 20 niet onder 10 03 19 vallend rookgasstof 10 03 21* overige deeltjes en stof (inclusief kogelmolenstof) die gevaarlijke stoffen bevatten 10 03 22 overige, niet onder 10 03 21 vallende deeltjes en stof (inclusief kogelmolenstof) 10 03 23* vast afval van gasreiniging dat gevaarlijke stoffen bevat 10 03 24 niet onder 10 03 23 vallend vast afval van gasreiniging 10 03 25* bij met gasreiniging vrijkomende slib en filterkoek die gevaarlijke stoffen bevatten 10 03 26 niet onder 10 03 25 vallende bij gasreiniging vrijkomende slib en filterkoek 10 03 27* oliehoudend afval van koelwaterzuivering 10 03 28 niet onder 10 03 27 vallend afval van koelwaterzuivering 10 03 29* afval van de behandeling van zoutslakken en black drosses dat gevaarlijke stoffen bevat 10 03 30 niet onder 10 03 29 vallend afval van de behandeling van zoutslakken en black drosses 10 03 99 niet elders genoemd afval 10 04 afval van thermische processen in de loodmetallurgie 10 04 01* slakken van primaire en secundaire productie 10 04 02* dross en skimmings van primaire en secundaire productie 10 04 03* calciumarsenaat 10 04 04* rookgasstof
56
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
10 04 05* overige deeltjes en stof 10 04 06* vast afval van gasreiniging 10 04 07* slib en filterkoek van gasreiniging 10 04 09* oliehoudend afval van koelwaterzuivering 10 04 10 niet onder 10 04 09 vallend afval van koelwaterzuivering 10 04 99 niet elders genoemd afval 10 05 afval van thermische processen in de zinkmetallurgie 10 05 01 slakken van primaire en secundaire productie 10 05 03* rookgasstof 10 05 04 overige deeltjes en stof 10 05 05* vast afval van gasreiniging 10 05 06* slib en filterkoek van gasreiniging 10 05 08* oliehoudend afval van koelwaterzuivering 10 05 09 niet onder 10 05 08 vallend afval van koelwaterzuivering 10 05 10* dross en skimmings die brandbaar zijn of waaruit bij contact met water gevaarlijke hoeveelheden brandbare gassen vrijkomen 10 05 11 niet onder 10 05 10 vallende dross en skimmings 10 05 99 niet elders genoemd afval 10 06 afval van thermische processen in de kopermetallurgie 10 06 01 slakken van primaire en secundaire productie 10 06 02 dross en skimmings van primaire en secundaire productie 10 06 03* rookgasstof 10 06 04 overige deeltjes en stof 10 06 06* vast afval van gasreiniging 10 06 07* slib en filterkoek van gasreiniging 10 06 09* oliehoudend afval van koelwaterzuivering 10 06 10 niet onder 10 06 09 vallend afval van koelwaterzuivering 10 06 99 niet elders genoemd afval 10 07 afval van thermische processen in de zilver-, goud- en platinametallurgie 10 07 01 slakken van primaire en secundaire productie 10 07 02 dross en skimmings van primaire en secundaire productie 10 07 03 vast afval van gasreiniging 10 07 04 overige deeltjes en stof 10 07 05 slib en filterkoek van gasreiniging 10 07 07* oliehoudend afval van koelwaterzuivering 10 07 08 niet onder 10 07 07 vallend afval van koelwaterzuivering
57
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
10 07 99 niet elders genoemd afval 10 08 afval van thermische processen in de overige non-ferrometallurgie 10 08 04 deeltjes en stof 10 08 08* zoutslakken van primaire en secundaire productie 10 08 09 overige slakken 10 08 10* dross en skimmings die brandbaar zijn of waaruit bij contact met water gevaarlijke hoeveelheden brandbare gassen vrijkomen 10 08 11 niet onder 10 08 10 vallende dross en skimmings 10 08 12* teerhoudend afval van de anodefabricage 10 08 13 niet onder 10 08 12 vallend koolstofhoudend afval van de anodefabricage 10 08 14 anodeafval 10 08 15* rookgasstof dat gevaarlijke stoffen bevat 10 08 16 niet onder 10 08 15 vallend rookgasstof 10 08 17* slib en filterkoek van rookgasreiniging die gevaarlijke stoffen bevatten 10 08 18 niet onder 10 08 17 vallende slib en filterkoek van rookgasreiniging 10 08 19* oliehoudend afval van koelwaterzuivering 10 08 20 niet onder 10 08 19 vallend afval van koelwaterzuivering 10 08 99 niet elders genoemd afval 10 09 afval van ijzergieten 10 09 03 ovenslak 10 09 05* gietkernen en -vormen die gevaarlijke stoffen bevatten en niet voor gieten zijn gebruikt 10 09 06 niet onder 10 09 05 vallende gietkernen en -vormen die niet voor gieten zijn gebruikt 10 09 07* gietkernen en -vormen die gevaarlijke stoffen bevatten en voor gieten zijn gebruikt 10 09 08 niet onder 10 09 07 vallende gietkernen en -vormen die voor gieten zijn gebruikt 10 09 09* rookgasstof dat gevaarlijke stoffen bevat 10 09 10 niet onder 10 09 09 vallend rookgasstof 10 09 11* andere deeltjes die gevaarlijke stoffen bevatten 10 09 12 niet onder 10 09 11 vallende deeltjes 10 09 13* bindmiddelafval dat gevaarlijke stoffen bevat 10 09 14 niet onder 10 09 13 vallend bindmiddelafval 10 09 15* afval van scheurindicatorstoffen dat gevaarlijke stoffen bevat 10 09 16 niet onder 10 09 15 vallend afval van scheurindicatorstoffen 10 09 99 niet elders genoemd afval 10 10 afval van het gieten van non-ferro metalen 10 10 03 ovenslak 10 10 05* gietkernen en -vormen die gevaarlijke stoffen bevatten en niet voor gieten zijn gebruikt
58
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
10 10 06 niet onder 10 10 05 vallende gietkernen en -vormen die niet voor gieten zijn gebruikt 10 10 07* gietkernen en -vormen die gevaarlijke stoffen bevatten en voor gieten zijn gebruikt 10 10 08 niet onder 10 10 07 vallende gietkernen en -vormen die voor gieten zijn gebruikt 10 10 09* rookgasstof dat gevaarlijke stoffen bevat 10 10 10 niet onder 10 10 09 vallend rookgasstof 10 10 11* andere deeltjes die gevaarlijke stoffen bevatten 10 10 12 niet onder 10 10 11 vallende deeltjes 10 10 13* bindmiddelafval dat gevaarlijke stoffen bevat 10 10 14 niet onder 10 10 13 vallend bindmiddelafval 10 10 15* afval van scheurindicatorstoffen dat gevaarlijke stoffen bevat 10 10 16 niet onder 10 10 15 vallend afval van scheurindicatorstoffen 10 10 99 niet elders genoemd afval 10 11 afval van de fabricage van glas en glasproducten 10 11 03 afval van glasvezelmateriaal 10 11 05 deeltjes en stof 10 11 09* afval van het mengsel vóór thermische behandeling dat gevaarlijke stoffen bevat 10 11 10 niet onder 10 11 09 vallend afval van het mengsel voor thermische behandeling 10 11 11* glasafval in de vorm van kleine glasdeeltjes en glaspoeder die zware metalen bevatten (bijv. van kathodestraalbuizen) 10 11 12 niet onder 10 11 11 vallend glasafval 10 11 13* slib van het polijsten en slijpen van glas dat gevaarlijke stoffen bevat 10 11 14 niet onder 10 11 13 vallend slib van het polijsten en slijpen van glas 10 11 15* vast afval van rookgasreiniging dat gevaarlijke stoffen bevat 10 11 16 niet onder 10 11 15 vallend vast afval van rookgasreiniging 10 11 17* slib en filterkoek van rookgasreiniging die gevaarlijke stoffen bevatten 10 11 18 niet onder 10 11 17 vallende slib en filterkoek van rookgasreiniging 10 11 19* vast afval van afvalwaterbehandeling ter plaatse dat gevaarlijke stoffen bevat 10 11 20 niet onder 10 11 19 vallend vast afval van afvalwaterbehandeling ter plaatse 10 11 99 niet elders genoemd afval 10 12 afval van de fabricage van keramische producten, stenen, tegels en bouwmaterialen 10 12 01 afval van het mengsel vóór thermische behandeling 10 12 03 deeltjes en stof 10 12 05 slib en filterkoek van asreiniging 10 12 06 afgedankte vormen 10 12 08 afval van keramische producten, stenen, tegels en bouwmaterialen (na thermische behandeling)
59
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
10 12 09* vast afval van gasreiniging dat gevaarlijke stoffen bevat 10 12 10 niet onder 10 12 09 vallend vast afval van gasreiniging 10 12 11 glazuurafval dat zware metalen bevat 10 12 12 niet onder 10 12 11 vallend glazuurafval 10 12 13 slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 10 12 99 niet elders genoemd afval 10 13 afval van de fabricage van cement, (ongebluste) kalk en pleistermortel en producten die hiervan zijn gemaakt 10 13 01 afval van het mengsel vóór thermische verwerking 10 13 04 afval van het branden en blussen van kalk 10 13 06 deeltjes en stof (exclusief 10 13 12 en 10 13 13) 10 13 07 slib en filterkoek van gasreiniging 10 13 09* afval van de fabricage van asbestcement dat asbest bevat 10 13 10 niet onder 10 13 09 vallend afval van de fabricage van asbestcement 10 13 11 niet onder 10 13 09 en 10 13 10 vallend afval van cementhoudende composietmaterialen 10 13 12* vast afval van gasreiniging dat gevaarlijke stoffen bevat 10 13 13 niet onder 10 13 12 vallend vast afval van gasreiniging 10 13 14 betonafval en betonslib 10 13 99 niet elders genoemd afval 10 14 afval van crematoria 10 14 01 afval van gasreiniging dat kwik bevat 11 AFVAL VAN DE CHEMISCHE OPPERVLAKTEBEHANDELING EN COATING VAN METALEN EN ANDERE MATERIALEN; NON- FERROHYDROMETALLURGIE 11 01 afval van de chemische oppervlaktebehandeling en coating van metalen en andere materialen (bijvoorbeeld galvanische processen, verzinken, beitsen, etsen, fosfaatbehandeling, alkalisch ontvetten, anodisatie) 11 01 05* beitszuren 11 01 06* niet elders genoemde zuren 11 01 07* basen gebruikt voor beitsen 11 01 08* slib van fosfaatbehandeling 11 01 09* slib en filterkoek die gevaarlijke stoffen bevatten 11 01 10 niet onder 11 01 09 vallende slib en filterkoek 11 01 11* waterige spoelvloeistoffen die gevaarlijke stoffen bevatten 11 01 12 niet onder 11 01 11 vallende waterige spoelvloeistoffen 11 01 13* afval van ontvetting dat gevaarlijke stoffen bevat 11 01 14 niet onder 11 01 13 vallend afval van ontvetting
60
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
11 01 15* eluaat en slib van membraansystemen of ionenwisselaars die gevaarlijke stoffen bevatten 11 01 16* verzadigde of afgewerkte ionenwisselaarharsen 11 01 98* overig afval dat gevaarlijke stoffen bevat 11 01 99 niet elders genoemd afval 11 02 afval van non-ferrohydrometallurgische processen 11 02 01* slib van de zink-hydrometallurgie (inclusief jarosiet en goethiet) 11 02 03 afval van de productie van anoden voor waterige elektrolyseprocessen 11 02 05* afval van koperhydrometallurgische processen dat gevaarlijke stoffen bevat 1102 06 niet onder 11 02 05 vallend afval van koperhydrometallurgische processen 11 02 07* overig afval dat gevaarlijke stoffen bevat 11 02 99 niet elders genoemd afval 11 03 slib en vaste stoffen van temperingsprocessen 11 03 01* cyanidehoudend afval 11 03 02* overig afval 11 05 afval van thermische galvanisatieprocessen 11 05 01 hardzink 11 05 02 zinkas 11 05 03* vast afval van gasreiniging 11 05 04* fluxbad afval 11 05 99 niet elders genoemd afval 12 AFVAL VAN DE MACHINALE BEWERKING EN DE FYSISCHE EN MECHANISCHE OPPERVLAKTEBEHANDELING VAN METALEN EN KUNSTSTOFFEN 12 01 afval van de machinale bewerking en de fysische en mechanische oppervlaktebehandeling van metalen en kunststoffen 12 01 01 ferrometaalvijlsel en -krullen 12 01 02 ferrometaalstof en -deeltjes 12 01 03 non-ferrometaalvijlsel en -krullen 12 01 04 non-ferrometaalstof en -deeltjes 12 01 05 kunststofschaafsel en -krullen 12 01 06* halogeenhoudende minerale machineolie (exclusief emulsies en oplossingen) 12 01 07* halogeenvrije minerale machineolie (exclusief emulsies en oplossingen) 12 01 08* halogeenhoudende emulsies en oplossingen voor machinale bewerking 12 01 09* halogeenvrije emulsies en oplossingen voor machinale bewerking 12 01 10* synthetische machineolie 12 01 12* afgewerkte wassen en vetten 12 01 13 lasafval
61
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
12 01 14* slib van machinale bewerking dat gevaarlijke stoffen bevat 12 01 15 niet onder 12 01 14 vallend slib van machinale bewerking 12 01 16* afval van gritstralen dat gevaarlijke stoffen bevat 12 01 17 niet onder 12 01 16 vallend afval van gritstralen 12 01 18* oliehoudend metaalslib (slib van slijpen, wetten en leppen) 12 01 19* biologisch gemakkelijk afbreekbare machineolie 12 01 20* afgewerkt slijpgereedschap en slijpmateriaal die gevaarlijke stoffen bevatten 12 01 21 niet onder 12 01 20 vallend afgewerkt slijpgereedschap en slijpmateriaal 12 01 99 niet elders genoemd afval 12 03 afval van water- en stoomontvetting (exclusief 11) 12 03 01* waterige wasvloeistoffen 12 03 02* afval van stoomontvetting 13 OLIEAFVAL EN AFVAL VAN VLOEIBARE BRANDSTOFFEN (exclusief spijsolie en onder de hoofstukken 05, 12 en 19 vallende oliën) 13 01 afval van hydraulische olie 13 01 01* hydraulische olie die PCB 's (1) bevat ( (1) In deze lijst van afvalstoffen worden PCB's gedefinieerd als in richtlijn 96/59/EG. ) 13 01 04* gechloreerde emulsies 13 01 05* niet-gechloreerde emulsies 13 01 09* gechloreerde minerale hydraulische olie 13 01 10* niet-gechloreerde minerale hydraulische olie 13 01 11* synthetische hydraulische olie 13 01 12* biologisch gemakkelijk afbreekbare hydraulische olie 13 01 13* overige hydraulische olie 13 02 afval van motor-, transmissie- en smeerolie 13 02 04* gechloreerde minerale motor-, transmissie- en smeerolie 13 02 05* niet-gechloreerde minerale motor-, transmissie- en smeerolie 13 02 06* synthetische motor-, transmissie- en smeerolie 13 02 07* biologisch gemakkelijk afbreekbare motor-, transmissie- en smeerolie 13 02 08* overige motor-, transmissie- en smeerolie 13 03 afval van olie voor isolatie en warmteoverdracht 13 03 01* olie voor isolatie en warmteoverdracht die PCB 's bevat 13 03 06* niet onder 13 03 01 vallende gechloreerde minerale olie voor isolatie en warmteoverdracht 13 03 07* niet-gechloreerde minerale olie voor isolatie en warmteoverdracht 13 03 08* synthetische olie voor isolatie en warmteoverdracht 13 03 09* biologisch gemakkelijk afbreekbare olie voor isolatie en warmteoverdracht
62
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
13 03 10* overige olie voor isolatie en warmteoverdracht 13 04 bilge olie 13 04 01* bilge olie van de binnenvaart 13 04 02* bilge olie uit de kade-afvoer 13 04 03* bilge olie van de overige scheepvaart 13 05 inhoud van olie/waterscheiders 13 05 01* vaste stoffen uit zandvangers en olie/waterscheiders 13 05 02* slib uit olie/waterscheiders 13 05 03* opvangerslib 13 05 06* olie uit olie/waterscheiders 13 05 07* met olie verontreinigd water uit olie/waterscheiders 13 05 08* afvalmengsels uit zandvangers en olie/waterscheiders 13 07 afval van vloeibare brandstoffen 13 07 01* stookolie en dieselolie 13 07 02* benzine 13 07 03* overige brandstoffen (inclusief mengsels) 13 08 niet elders genoemd olieafval 13 08 01* ontzoutingsslib en -emulsies 13 08 02* overige emulsies 13 08 99* niet elders genoemd afval 14 AFVAL VAN ORGANISCHE OPLOSMIDDELEN, KOELMIDDELEN EN DRIJFGASSEN (exclusief 07 en 08) 14 06 afval van organische oplosmiddelen, koelmiddelen en drijfgassen voor schuim/aërosolen 14 06 01* chloorfluorkoolwaterstoffen, HCFK'S, HFK's 14 06 02* overige gehalogeneerde oplosmiddelen en mengsels van oplosmiddelen 14 06 03* overige oplosmiddelen en mengsels van oplosmiddelen 14 06 04* slib of vast afval dat gehalogeneerde oplosmiddelen bevat 14 06 05* slib of vast afval dat andere oplosmiddelen bevat 15 VERPAKKINGSAFVAL; ABSORBENTIA, POETSDOEKEN, FILTERMATERIAAL EN BESCHERMENDE KLEDING (NIET ELDERS GENOEMD) 15 01 verpakking (inclusief gescheiden ingezameld stedelijk verpakkingsafval) 15 01 01 papieren en kartonnen verpakking 15 01 02 kunststofverpakking 15 01 03 houten verpakking 15 01 04 metalen verpakking 15 01 05 composietverpakking
63
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
15 01 06 gemengde verpakking 15 01 07 glazen verpakking 15 01 09 textielen verpakking 15 01 10* verpakking die resten van gevaarlijke stoffen bevat of daarmee is verontreinigd 15 01 11* metalen verpakking die een gevaarlijke vaste poreuze matrix (bijvoorbeeld asbest) bevat, inclusief lege drukhouders 15 02 absorbentia, filtermateriaal, poetsdoeken en beschermende kleding 15 02 02* absorbentia, filtermateriaal (inclusief niet elders genoemde oliefilters), poetsdoeken en beschermende kleding die met gevaarlijke stoffen zijn verontreinigd 15 02 03 niet onder 15 02 02 vallende absorbentia, filtermateriaal, poetsdoeken en beschermende kleding 16 NIET ELDERS IN DE LIJST GENOEMD AFVA L 16 01 afgedankte voertuigen van verschillende soorten vervoer (met inbegrip van niet voor de weg bestemde machines) en afval van de sloop van afgedankte voertuigen en het onderhoud van voertuigen (exclusief 13, 14, 16 06 en 16 08) 16 01 03 afgedankte banden 16 01 04* sloopauto's 16 01 06 afgedankte voertuigen die noch vloeistoffen, noch andere gevaarlijke onderdelen bevatten 16 01 07* oliefilters 16 01 08* onderdelen die kwik bevatten 16 01 09* onderdelen die PCB 's bevatten 16 01 10* explosieve onderdelen (bijv. airbags) 16 01 11* remblokken die asbest bevatten 16 01 12 niet onder 16 01 11 vallende remblokken 16 01 13* remvloeistoffen 16 01 14* antivriesvloeistoffen die gevaarlijke stoffen bevatten 16 01 15 niet onder 16 01 14 vallende antivriesvloeistoffen 16 01 16 tanks voor vloeibaar gas 16 01 17 ferrometalen 16 01 18 non-ferrometalen 16 01 19 kunststoffen 16 01 20 glas 16 01 21* niet onder 16 01 07 tot en met 16 01 11 alsmede 16 01 13 en 16 01 14 vallende gevaarlijke onderdelen 16 01 22 niet elders genoemde onderdelen 16 01 99 niet elders genoemd afval
64
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
16 02 afval van elektrische en elektronische apparatuur 16 02 09* transformatoren en condensatoren die PCB's bevatten 16 02 10* niet onder 16 02 09 vallend afgedankte apparatuur dat PCB 's bevat of daarmee verontreinigd is 16 02 11* afgedankte apparatuur dat chloorfluorkoolwaterstoffen, HCFK's en/of HFK's bevat 16 02 12* afgedankte apparatuur dat vrije asbestvezels bevat 16 02 13* niet onder 16 02 09 tot en met 16 02 12 vallend afgedankte apparatuur dat gevaarlijke onderdelen (2) bevat ( (2) Gevaarlijke onderdelen van elektrische en elektronische apparatuur kunnen omvatten : onder 16 06 genoemde accu's en andere batterijen die als gevaarlijk zijn ingedeeld, kwikschakelaars, glas van kathodestraalbuizen en ander geactiveerd glas, enz. ) 16 02 14 niet onder 16 02 09 tot en met 16 02 13 vallend afgedankte apparatuur 16 02 15* uit afgedankte apparatuur verwijderde gevaarlijke onderdelen 16 02 16 niet onder 16 02 15 vallende uit afgedankte apparatuur verwijderde onderdelen 16 03 afgekeurde charges en ongebruikte producten 16 03 03* anorganisch afval dat gevaarlijke stoffen bevat 16 03 04 niet onder 16 03 03 vallend anorganisch afval 16 03 05* organisch afval dat gevaarlijke stoffen bevat 16 03 06 niet onder 16 03 05 vallend organisch afval 16 04 afval explosieven 16 04 01* afvalmunitie 16 04 02* vuurwerkafval 16 04 03* overig explosief afval 16 05 gassen in drukhouders en afgedankte chemicaliën 16 05 04* gassen in drukhouders (inclusief halonen) die gevaarlijke stoffen bevatten 16 05 05 niet onder 16 05 04 vallende gassen in drukhouders 16 05 06* chemicaliën die uit gevaarlijke stoffen bestaan of deze bevatten, inclusief mengsels van labchemicaliën 16 05 07* afgedankte anorganische chemicaliën die uit gevaarlijke stoffen bestaan of deze bevatten 16 05 08* afgedankte organische chemicaliën die uit gevaarlijke stoffen bestaan of deze bevatten 16 05 09 niet onder 16 05 06, 16 05 07 of 16 05 08 vallende afgedankte chemicaliën 16 06 batterijen en accu's 16 06 01* loodaccu's 16 06 02* NiCd-batterijen 16 06 03* kwikhoudende batterijen 16 06 04 alkalibatterijen (exclusief 16 06 03)
65
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
16 06 05 overige batterijen en accu's 16 06 06* gescheiden ingezamelde elektrolyt uit batterijen en accu's 16 07 afval van de reiniging van transport- en opslagtanks en vaten (exclusief 05 en 13) 16 07 08* afval dat olie bevat 16 07 09* afval dat andere gevaarlijke stoffen bevat 16 07 99 niet elders genoemd afval 16 08 afgewerkte katalysatoren 16 08 01 afgewerkte katalysatoren die goud, zilver, rhenium, rhodium, palladium, iridium of platina bevatten (exclusief 16 08 07) 16 08 02* afgewerkte katalysatoren die gevaarlijke overgangsmetalen of gevaarlijke verbindingen van overgangsmetalen (3) bevatten ( (3) In deze rubriek wordt onder overgangsmetalen verstaan : scandium, vanadium, mangaan, kobalt, koper, yttrium, niobium, hafnium, wolfraam, titaan, chroom, ijzer, nikkel, zink, zirkonium, molybdeen en tantaal. Deze metalen en de verbindingen daarvan gelden als gevaarlijk als zij als gevaarlijke stoffen zijn ingedeeld. De indeling als gevaarlijke stoffen bepaalt welke van deze overgangsmetalen en verbindingen van overgangsmetalen gevaarlijk zijn. ) 16 08 03 niet elders genoemde afgewerkte katalysatoren die overgangsmetalen of verbindingen van overgangsmetalen bevatten 16 08 04 afgewerkte katalysatoren voor wervelbedkrakers (exclusief 16 08 07) 16 08 05* afgewerkte katalysatoren die fosforzuur bevatten 16 08 06* afgewerkte vloeistoffen die als katalysator zijn gebruikt 16 08 07* afgewerkte katalysatoren die met gevaarlijke stoffen zijn verontreinigd 16 09 oxiderende stoffen 16 09 01* permanganaten, bijv. kaliumpermanganaat 16 09 02* chromaten, bijv. kaliumchromaat, kalium- of natriumdichromaat 16 09 03* peroxiden, bijv. waterstofperoxide 16 09 04* niet elders genoemde oxiderende stoffen 16 10 waterig vloeibaar afval dat bestemd is om elders te worden verwerkt 16 10 01* waterig vloeibaar afval dat gevaarlijke stoffen bevat 16 10 02 niet onder 16 10 01 vallend waterig vloeibaar afval 16 10 03* waterige concentraten die gevaarlijke stoffen bevatten 16 10 04 niet onder 16 10 03 vallende waterige concentraten 16 11 ovenpuin 1611 01* koolstofhoudend ovenpuin van metallurgische processen dat gevaarlijke stoffen bevat 16 11 02 niet onder 16 11 01 vallend koolstofhoudend ovenpuin van metallurgische processen 16 11 03* overig ovenpuin van metallurgische processen dat gevaarlijke stoffen bevat
66
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
16 11 04 overig, niet onder 16 11 03 vallend ovenpuin van metallurgische processen 16 11 05* ovenpuin van niet-metallurgische processen dat gevaarlijke stoffen bevat 16 11 06 niet onder 16 11 05 vallend ovenpuin van niet-metallurgische processen 17 BOUW- EN SLOOPAFVAL (INCLUSIEF AFGEGRAVEN GROND VAN VERONTREINIGDE LOCATIES) 17 01 beton, stenen, tegels en keramische producten 17 01 01 beton 17 01 02 stenen 17 01 03 tegels en keramische producten 17 01 06* mengsels van beton, stenen, tegels of keramische producten, of afzonderlijke fracties daarvan, die gevaarlijke stoffen bevatten 17 01 07 niet onder 17 01 06 vallende mengsels van beton, stenen, tegels of keramische producten 17 02 hout, glas en kunststof 17 02 01 hout 17 02 02 glas 17 02 03 kunststof 17 02 04* glas, kunststof en hout die gevaarliJke stoffen bevatten of daarmee verontreinigd zijn 17 03 bitumineuze mengsels, koolteer en met teer behandelde producten 17 03 01* bitumineuze mengsels die koolteer bevatten 17 03 02 niet onder 17 03 01 vallende bitumineuze mengsels 17 03 03* koolteer en met teer behandelde producten 17 04 metaal (inclusief legeringen) 17 04 01 koper, brons en messing 17 04 02 aluminium 17 04 03 lood 17 04 04 zink 17 04 05 ijzer en staal 17 04 06 tin 17 04 07 gemengde metalen 17 04 09* metaalafval dat met gevaarlijke stoffen is verontreinigd 17 04 10* kabels die olie, koolteer of andere gevaarlijke stoffen bevatten 17 04 11 niet onder 17 04 10 vallende kabels 17 05 grond (inclusief afgegraven grond van verontreinigde locaties), stenen en baggerspecie 17 05 03* grond en stenen die gevaarlijke stoffen bevatten 17 05 04 niet onder 17 05 03 vallende grond en stenen 17 05 05* baggerspecie die gevaarlijke stoffen bevat 17 05 06 niet onder 17 05 05 vallende baggerspecie
67
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
17 05 07* spoorwegballast die gevaarlijke stoffen bevat 17 05 08 niet onder 17 05 07 vallende spoorwegballast 17 06 isolatiemateriaal en asbesthoudend bouwmateriaal 17 06 01* asbesthoudend isolatiemateriaal 17 06 03* overig isolatiemateriaal dat uit gevaarlijke stoffen bestaat of dergelijke stoffen bevat 17 06 04 niet onder 17 06 01 en 17 06 03 vallend isolatiemateriaal 17 06 05* asbesthoudend bouwmateriaal 17 08 gipshoudend bouwmateriaal 17 08 01* gipshoudend bouwmateriaal dat met gevaarlijke stoffen is verontreinigd 17 08 02 niet onder 17 08 02 vallend gipshoudend bouwmateriaal 17 09 overig bouw- en sloopafval 17 09 01* bouw- en sloopafval dat kwik bevat 17 09 02* bouw- en sloopafval dat PCB 's bevat (bijv. PCB-houdende kit, vloerbedekkingen waarin PCB-houdende hars is verwerkt, isolerende beglazing met PCB-houdende afdichting, PCB-houdende condensatoren) 17 09 03* overig bouw- en sloopafval (inclusief gemengd afval) dat gevaarlijke stoffen bevat 17 09 04 niet onder 17 09 01, 17 09 02 en 17 09 03 vallend gemengd bouw- en sloopafval 18 AFVAL VAN DE GEZONDHEIDSZORG BIJ MENS OF DIER EN/OF VERWANT ONDERZOEK (exclusief keuken- en restaurantafval dat niet rechtstreeks van de gezondheidszorg afkomstig is) 18 01 afval van verloskundige zorg en de diagnose, behandeling of preventie van ziektes bij de mens 18 01 01 scherpe voorwerpen (exclusief 18 01 03) 18 01 02 lichaamsdelen en organen, inclusief bloedzakjes en geconserveerd bloed (exclusief 18 01 03) 18 01 03* afval waarvan de inzameling en verwijdering zijn onderworpen aan speciale richtlijnen teneinde infectie te voorkomen 18 01 04 afval waarvan de inzameling en verwijdering niet zijn onderworpen aan speciale richtlijnen teneinde infectie te voorkomen (bijv. verband, gipsverband, linnengoed, wegwerpkleding, luiers) 18 01 06* chemicaliën die uit gevaarlijke stoffen bestaan of deze bevatten 18 01 07 niet onder 18 01 06 vallende chemicaliën 18 01 08* cytotoxische en cytostatische geneesmiddelen 18 01 09 niet onder 18 01 08 vallende geneesmiddelen 18 01 10* amalgaam-afval uit de tandheelkunde 18 02 afval van onderzoek en de diagnose, behandeling of preventie van ziektes bij dieren 18 02 01 scherpe voorwerpen (exclusief 18 02 02) 18 02 02* afval waarvan de inzameling en verwijdering zijn onderworpen aan speciale richtlijnen teneinde infectie te voorkomen
68
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
18 02 03 afval waarvan de inzameling en verwijdering niet zijn onderworpen aan speciale richtlijnen teneinde infectie te voorkomen 18 02 05* chemicaliën die uit gevaarlijke stoffen bestaan of deze bevatten 18 02 06 niet onder 18 02 05 vallende chemicaliën 18 02 07* cytotoxische en cytostatische geneesmiddelen 18 02 08 niet onder 18 02 07 vallende geneesmiddelen 19 AFVAL VAN INSTALLATIES VOOR AFVALBEHEER, OFF-SITEWATERZUIVERINGSINSTALLATIES EN DE BEREIDING VAN VOORMENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD WATER EN WATER VOORINDUSTRIEEL GEBRUIK 19 01 afval van de verbranding of pyrolyse van afval 19 01 02 uit bodemas verwijderde ferromaterialen 19 01 05* filterkoek van gasreiniging 19 01 06* waterig vloeibaar afval van gasreiniging en ander waterig vloeibaar afval 19 01 07* vast afval van gasreiniging 19 01 10* afgewerkte actieve kool van rookgasreiniging 19 01 11* bodemas en slakken die gevaarlijke stoffen bevatten 19 01 12 niet onder 19 01 11 vallende bodemas en slakken 19 01 13* vliegas dat gevaarlijke stoffen bevat 19 01 14 niet onder 19 01 13 vallende vliegas 19 01 15* ketelas dat gevaarlijke stoffen bevat 19 01 16 niet onder 19 01 15 vallende ketelas 19 01 17* afval van pyrolyse dat gevaarlijke stoffen bevat 19 01 18 niet onder 19 01 17 vallend afval van pyrolyse 19 01 19 wervelbedzand 19 01 99 niet elders genoemd afval 19 02 afval van de fysisch-chemische behandeling van afval (inclusief verwijdering van chroom of cyanide of neutralisatie) 19 02 03 voorgemengd afval dat uitsluitend bestaat uit ongevaarlijke afvalstoffen 19 02 04* voorgemengd afval dat ten minste één gevaarlijke afvalstof bevat 19 02 05* slib van fysisch-chemische behandeling dat gevaarlijke stoffen bevat 19 02 06 niet onder 19 02 05 vallend slib van fysisch-chemische behandeling 19 02 07* door afscheiding verkregen oliën en concentraten 19 02 08* vloeibaar brandbaar afval dat gevaarlijke stoffen bevat 19 02 09* vast brandbaar afval dat gevaarlijke stoffen bevat 19 02 10 niet onder 19 02 08 en 19 02 09 vallend brandbaar afval 19 02 11* overig afval dat gevaarlijke stoffen bevat
69
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
19 02 99 niet elders genoemd afval 19 03 gestabiliseerd/verhard afval (4) ( (4) Door stabilisatieprocessen veranderen de gevaarskenmerken van de bestanddelen van het afval en wordt gevaarlijk afval in ongevaarlijk afval omgezet. Door verhardingsprocessen verandert onder invloed van additieven alleen de fysische toestand van het afval (bijv. van vloeibaar in vast) zonder dat de chemische eigenschappen van het afval veranderen. ) 19 03 04* als gevaarlijk ingedeeld afval dat gedeeltelijk (5) gestabiliseerd is ( (5) Afval wordt als gedeeltelijk gestabiliseerd beschouwd als gevaarlijke bestanddelen die niet volledig in ongevaarlijke bestanddelen zijn omgezet na het stabilisatieproces op korte, middellange of lange termijn in het milieu terecht kunnen komen. ) 19 03 05 niet onder 19 03 04 vallend gestabiliseerd afval 19 03 06* als gevaarlijk ingedeeld afval dat verhard is 19 03 07 niet onder 19 03 06 vallend verhard afval 19 04 verglaasd afval en afval van verglazen 19 04 01 verglaasd afval 19 04 02* vliegas en ander rookgasreinigingsafval 19 04 03* niet-verglaasde vaste fase 19 04 04 waterig vloeibaar afval van het ontlaten van verglaasd afval 19 05 afval van de aërobe behandeling van vast afval 19 05 01 niet-gecomposteerde fractie van huishoudelijk en soortgelijk afval 19 05 02 niet-gecomposteerde fractie van dierlijk en plantaardig afval 19 05 03 afgekeurde compost 19 05 99 niet elders genoemd afval 19 06 afval van de anaërobe behandeling van afval 19 06 03 vloeistof verkregen bij de anaërobe behandeling van stedelijk afval 19 06 04 digestaat van de anaërobe behandeling van stedelijk afval 19 06 05 vloeistof verkregen bij de anaërobe behandeling van dierlijk en plantaardig afval 19 06 06 digestaat van de anaërobe behandeling van dierlijk en plantaardig afval 19 06 99 niet elders genoemd afval 19 07 percolatiewater van stortplaatsen 19 07 02* percolatiewater van stortplaatsen dat gevaarlijke stoffen bevat 19 07 03 niet onder 19 07 02 vallend percolatiewater van stortplaatsen 19 08 niet elders genoemd afval van afvalwaterzuivering 19 08 01 roostergoed 19 08 02 afval van zandvang 19 08 05 slib van de behandeling van stedelijk afvalwater
70
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
19 08 06* verzadigde of afgewerkte ionenwisselaarharsen 19 08 07* oplossingen en slib van de regeneratie van ionenwisselaars 19 08 08* afval van membraansystemen dat zware metalen bevat 19 08 09 vet- en oliemengsels uit olie/waterscheiders die uitsluitend spijsolie en -vetten bevatten 19 08 10* niet onder 19 08 09 vallende vet- en oliemengsels uit olie/waterscheiders 19 08 11* slib van de biologische zuivering van industrieel afvalwater dat gevaarlijke stoffen bevat 19 08 12 niet onder 19 08 11 vallend slib van de biologische zuivering van industrieel afvalwater 19 08 13* slib van andere behandelingen van industrieel afvalwater dat gevaarlijke stoffen bevat 19 08 14 niet onder 19 08 13 vallend slib van andere behandelingen van industrieel afvalwater 19 08 99 niet elders genoemd afval 19 09 afval van de bereiding van voor menselijke consumptie bestemd water en water voor industrieel gebruik 19 09 01 vast afval van primaire filtratie en roostergoed 19 09 02 waterzuiveringsslib 19 09 03 onthardingsslib 19 09 04 afgewerkte actieve kool 19 09 05 verzadigde of afgewerkte ionenwisselaarharsen 19 09 06 oplossingen en slib van de regeneratie van ionenwisselaars 19 09 99 niet elders genoemd afval 19 10 afval van de shredding van metaalhoudend afval 19 10 01 ijzer- en staalafval 19 10 02 non-ferroafval 19 10 03* lichte fractie en stof dat gevaarlijke stoffen bevat 19 10 04 niet onder 19 10 03 vallende lichte fracties en stof 19 10 05* andere fracties die gevaarlijk stoffen bevatten 19 10 06 andere, niet onder 19 10 05 vallende fracties 19 11 afval van de regeneratie van olie 19 11 01* afgewerkte bleekaarde 19 11 02* zuurteer 19 11 03* waterig vloeibaar afval 19 11 04* afval van brandstofzuivering met behulp van basen 19 11 05* slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse dat gevaarlijke stoffen bevat 19 11 06 niet onder 19 11 05 vallend slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 19 11 07* afval van rookgasreiniging 19 11 99 niet elders genoemd afval 19 12 afval van niet elders genoemde mechanische afvalverwerking (sorteren, breken, verdichten,
71
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
palletiseren) 19 12 01 papier en karton 19 12 02 ferrometalen 19 12 03 non-ferrometalen 19 12 04 kunststoffen en rubber 19 12 05 glas 19 12 06* hout dat gevaarlijke stoffen bevat 19 12 07 niet onder 19 12 06 vallend hout 19 12 08 textiel 19 12 09 minerale stoffen (bijv. zand, steen) 19 12 10 brandbaar afval (RDF) 19 12 11 overig afval (inclusief mengsels van materialen) van mechanische afvalverwerking dat gevaarlijke stoffen bevat 19 12 12 overig, niet onder 19 12 11 vallend afval (inclusief mengsels van materialen) van mechanische afvalverwerking 19 13 afval van bodem- en grondwatersanering 19 13 01 vast afval van bodemsanering dat gevaarlijke stoffen bevat 19 13 02 niet onder 19 13 01 vallend vast afval van bodemsanering 19 13 03* slib van bodemsanering dat gevaarlijke stoffen bevat 19 13 04 niet onder 19 13 03 vallend slib van bodemsanering 19 13 05* slib van grondwatersanering dat gevaarlijke stoffen bevat 19 13 06 niet onder 19 13 05 vallend slib van grondwatersanering 19 13 07* waterig vloeibaar afval en waterige concentraten van grondwatersanering die gevaarlijke stoffen bevatten 19 13 08 niet onder 19 13 07 vallend waterig vloeibaar afval en waterige concentraten van grondwatersanering 20 STEDELIJK AFVAL (HUISHOUDELIJK AFVAL EN SOORTGELIJK BEDRIJFSAFVAL, INDUSTRIEEL AFVAL EN AFVAL VANINSTELLINGEN) INCLUSIEF GESCHEIDEN INGEZAMELDE FRACTIES 20 01 gescheiden ingezamelde fracties (exclusief 15 01) 20 01 01 papier en karton 20 01 02 glas 20 01 08 biologisch afbreekbaar keuken- en kantineafval 20 01 10 kleding 20 01 11 textiel 20 01 13* oplosmiddelen 20 01 14* zuren
72
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
20 01 15* basisch afval 20 01 17* fotochemicaliën 20 01 19* pesticiden 20 01 21* tl-buizen en ander kwikhoudend afval 20 01 23* afgedankte apparatuur die chloorfluorkoolwaterstoffen bevat 20 01 25 spijsolie en -vetten 20 01 26* niet onder 20 01 25 vallende oliën en vetten 20 01 27* verf, inkt, lijm en hars die gevaarlijke stoffen bevatten 20 01 28 niet onder 20 01 27 vallende verf, inkt, lijm en hars 20 01 29* detergenten die gevaarlijke stoffen bevatten 20 01 30 niet onder 20 01 29 vallende detergenten 20 01 31* cytotoxische en cytostatische geneesmiddelen 20 01 32 niet onder 20 01 31 vallende geneesmiddelen 20 01 33* onder 16 06 01, 16 06 02 of 16 06 03 vermelde batterijen en accu's alsmede ongesorteerde mengsels van batterijen en accu's die dergelijke batterijen en accu's bevatten 20 01 34 niet onder 20 01 33 vallende batterijen en accu's 20 01 35* niet onder 20 01 21 en 20 01 23 vallende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur die gevaarlijke onderdelen (6) bevat ( (6) Gevaarlijke onderdelen van elektrische en elektronische apparatuur kunnen omvatten : onder 16 06 genoemde accu's en andere batterijen die als gevaarlijk zijn ingedeeld, kwikschakelaars, glas van kathodestaalbuizen en ander geactiveerd glas, enz. ) 20 01 36 niet onder 20 01 21, 20 01 23 en 20 01 35 vallende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur 20 01 37* hout dat gevaarlijke stoffen bevat 20 01 38 niet onder 20 01 37 vallend hout 20 01 39 kunststoffen 20 01 40 metalen 20 01 41 afval van het vegen van schoorstenen 20 01 99 niet elders genoemde fracties 20 02 tuin- en plantsoenafval (inclusief afval van begraafplaatsen) 20 02 01 biologisch afbreekbaar afval 20 02 02 grond en stenen 20 02 03 overig niet biologisch afbreekbaar afval 20 03 overig stedelijk afval 20 03 01 gemengd stedelijk afval 20 03 02 marktafval
73
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
20 03 03 veegvuil 20 03 04 slib van septic tanks 20 03 06 afval van het reinigen van riolen 20 03 07 grofvuil 20 03 99 niet elders genoemd stedelijk afval Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot omzetting van beschikking 2000/532/EG van de Commissie gewijzigd bij de beschikkingen 2001/118/EG en 2001/119/EG tot vaststelling van een lijst van afvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen. De Minister-President, F.-X. de DONNEA De Minister van Leefmilieu, D. GOSUIN.
74
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
Bijlage 3. De zwarte lijst In Nederland wordt bijvoorbeeld door de Vrije Universiteit Amsterdam een lijst van 133 stoffen gebruikt die zeker niet in het milieu mogen vrijkomen. Deze lijst is echter niet limitatief. Er zijn nog vele andere stoffen die gelet op hun negatieve milieueigenschappen niet mogen geloosd worden. In geval van onzekerheid neemt men beter het zekere voor het onzekere en wordt het voorzorgsprincipe toegepast. Niet lozen dus, maar laten afvoeren door een erkend ophaler! 1.
Aldrin
2.
2-amino-4-chloorfenol
3.
Antraceen
4.
Atrazine
5.
Arseen en arseenverbindingen
6.
Azinfos-ethyl
7.
Azinfos-methyl
8.
Bentazon
9.
Benzeen
10.
Benzidine
11.
Benzylchloride (chloortolueen)
12.
Benzylideenchloride (,-dichloortolueen)
13.
Bifenyl
14.
Cadmium en cadmiumverbindingen
15.
Koolstoftetrachloride (tertachloormethaan)
16.
Chloralhydraat (trichlooracetaldehyde, gehydrateerd)
17.
Chloordaan
18.
Chloorazijnzuur
19.
2-Chlooraniline
20.
3-Chlooraniline
21.
4-Chlooraniline
22.
Chloorbenzeen (mono)
23.
1-Chloor-2,4-dintrobenzeen
24.
2-Chloorethanol
25.
Chloroform (trichloormethaan)
26.
4-Chloor-3-methylfenol
75
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
27.
1-Chloornaftaleen
28.
Chloornaftelenen (technisch mengsel)
29.
4-Chloor-2-nitro-aniline
30.
1-Chloor-2-nitrobenzeen
31.
1-Chloor-3-nitrobenzeen
32.
1-Chloor-4-nitrobenzeen
33.
4-Chloor-2-nitrotolueen
34.
Chloornitrotoluenen (andere dan nr. 33)
35.
2-chloorfenol
36.
3-chloorfenol
37.
4-chloorfenol
38.
Chloropreen (2-chloorbutadieen1,3)
39.
3-Chloorpropeen (allylchloride)
40.
2-Chloortolueen
41.
3-Chloortolueen
42.
4-Chloortolueen
43.
2-chloor-p-toluïdine
44.
Chloortoluïdinen (andere dan nr. 43)
45.
Cumafos
46.
Cyanuurzuurchloride (2,4,6-trichloor-1,3,5-triazine)
47.
2,4-Dichloorfenoxyazijnzuur (en zouten en esters van 2,4-D)
48.
DDT's (en metabolieten DDD en DDE)
49.
Demeton (ook demeton-O,-S,-S-methyl en -S-methylsulfon)
50.
1,2-Dibroomethaan
51.
Dibutyltindichloride
52.
Dibutyltinoxyde
53.
Dibutyltinzouten (andere dan dichloride en -oxide)
54.
Dichlooranilinen
55.
1,2-Dichloorbenzeen
56.
1,3-Dichloorbenzeen
57.
1,4-Dichloorbenzeen
58.
Dichloorbenzidinen
59.
Dichloordiisopropylether
60.
1,1-Dichloorethaan
61.
1,2-Dichloorethaan
62.
1,1-Dichlooretyleen
76
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
63.
1,2-Dichlooretyleen
64.
Dichloormethaan
65.
Dichloornitrobenzenen
66.
2,4-Dichloorfenol
67.
1,2-Dichloorpropaan
68.
1,3-Dichloor-2-propanol
69.
1,3-Dichloorpropeen
70.
2,3-Dichloorpropeen
71.
Dichloorprop (2-(2,4-dichloorfenoxy)propionzuur)
72.
Dichloorvos (2,2-dichloorvinyldimethylfosfaat)
73.
Dieldrin
74.
Diethylamine
75.
Dimethoaat
76.
Dimethylamine
77.
Disulfoton
78.
Endosulfan
79.
Endrin (Dichloorvos)
80.
Epichloorhydrine
81.
Ethylbenzeen
82.
Fenitrothion
83.
Fenthion
84.
Heptachloor (en heptachloorepoxide)
85.
Hexachloorbenzeen
86.
Hexachloorbutadieen
87.
Hexachloorcyclohexanen (alle isomeren)
88.
Hexachloorethaan
89.
Isodrin
90.
Isopropylbenzeen
91.
Kwik en kwikverbindingen
92.
Linuron
93.
Malathion
94.
MCPA (2-methyl-4-chloorfenoxyazijnzuur)
95.
Dibutyltindichloride
96.
Mecoprop (2-(2-methyl-4-chloorfenoxy) propionzuur)
97.
Methamidofos
98.
Mevinphos
77
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
99.
Monolinuron
100.
Naftalleen
101.
Omethoaat
102.
Oxydemeton-methyl
103.
PAK (3,4-benzopyreen)
104.
Parthion (parthion-methyl)
105.
PCB (polychloorbifenylen en -terfenylen)
106.
Pentachloorfenol
107.
Foxim
108.
Propanil (3,4-dichloorpropionanilide)
109.
Pyrazon
110.
Simazin
111.
2,4,5-T (2,4,5-Trichloorfenoxyazijnzuur en zouten en esters van)
112.
Tetrabutyltin
113.
1,2,4,5-Tetrachloorbezeen
114.
1,1,2,2-Tetrachloorethaan
115.
Tetrachloorethyleen
116.
Tolueen
117.
Triazophos
118.
Tributylfosfaat
119.
Tributyltinoxide
120.
Trichloorfon
121.
Trichloorbezeen
122.
1,2,4-Trichloorbezeen
123.
1,1,1-Trichloorethaan
124.
1,1,2-Trichloorethaan
125.
Trichloorethyleen
126.
Trichloorfenolen
127.
1,1,2-Trichloortrifluorethaan
128.
Trifluralin
129.
Trifenyltinacetaat
130.
Trifenyltinchloride
131.
Trifenyltinhydroxyde
132.
Vinylchloride (chlooretheen)
133.
Xylen (technisch mengsel van isomeren)
78
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
Bijlage 4. Wat mag zeker niet door de gootsteen? Raadgevingen uit het Veiligheidshandboek van de School of Chemical Sciences van de Dublin City University SCHOOL OF CHEMICAL SCIENCES DUBLIN CITY UNIVERSITY SAFETY HANDBOOK 1998-99 SUBSTANCES WHICH MUST NOT BE DISCHARGED TO THE DRAIN 1.
Certain substances are not allowed to be discharged at all. The following must be eliminated before discharge can take place:
petroleum spirit (flammable) calcium carbide (produces highly flammable acetylene on contact with water) carbon disulphide (highly toxic and flammable) organo halogen compounds including pesticide residues and degreasing agents.
79
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
2.
The following substances known as List 1 (the Black List) are classed by the EEC as dangerous according to their persistence, toxicity and bio accumulation in the aquatic environment.
Apart from mercury, cadmium and their compounds, these substances are all either chlorinated solvents or pesticides: mercury and its compounds cadmium and its compounds gamma hexachlorocyclohexane DDT pentachlorophenol hexachlorobenzene hexachlorobutadiene aldrin dieldrin endrin chloroform carbon tetrachloride 1,2-dichloroethane trichloroethylene tetrachloroethylene trichlorobenzene
3.
The following substances known as Red List Substances were originally agreed as dangerous to the marine environment by Ministers representing North Sea States. The UK has since extended the list to apply to all coastal waters around the UK
substances in List 1 (see 2 above) polychlorinated biphenyls (PCBs) dichlorvos 1,2-dichloroethane trichlorobenzene atrazine simazine
80
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
tributyltin compounds triphenyltin compounds trifluralin fenitrothion azinphos-methyl malathion endosulfan
81
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
Bijlage 5. Onverenigbare chemicaliën THE PHYSICAL AND THEORETICAL CHEMISTRY LABORATORY OXFORD UNIVERSITY Incompatible chemicals A wide variety of chemicals react dangerously when mixed with certain other materials. Some of the more widely-used incompatible chemicals are given below, but the absence of a chemical from this list should not be taken to indicate that it is safe to mix it with any other chemical! Last updated November 21, 2000 acetic acid:
chromic acid, ethylene glycol, nitric acid, hydroxyl compounds, perchloric acid, peroxides, permanganates
acetone:
concentrated sulphuric and nitric acid mixtures
acetylene:
chlorine, bromine, copper, fluorine, silver, mercury
alkali and alkaline
water, chlorinated hydrocarbons, carbon dioxide, halogens, alcohols,
earth metals:
aldehydes, ketones, acids
aluminium
chlorinated hydrocarbons, halogens, carbon dioxide, organic acids
(powdered): anhydrous ammonia:
mercury, chlorine, calcium hypochlorite, iodine, bromine, hydrofluoric acid
ammonium nitrate:
acids, metal powders, flammable liquids, chlorates, nitrites, sulphur, finely divided organic combustible materials
aniline:
nitric acid, hydrogen peroxide
arsenic compounds:
reducing agents
azides:
acids
bromine:
ammonia, acetylene, butadiene, hydrocarbons, hydrogen, sodium, finelydivided metals, turpentine, other hydrocarbons
calcium carbide:
water, alcohol
calcium oxide:
water
carbon, activated:
calcium hypochlorite, oxidizing agents
chlorates:
ammonium salts, acids, metal powders, sulphur, finely divided organic or combustible materials
chromic acid:
82
acetic acid, naphthalene, camphor, glycerin, turpentine, alcohols, flammable
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
liquids in general chlorine:
see bromine
chlorine dioxide:
ammonia, methane, phosphine, hydrogen sulphide
copper:
acetylene, hydrogen peroxide
cumene
acids, organic or inorganic
hydroperoxide: cyanides:
acids
flammable liquids:
ammonium nitrate, chromic acid, hydrogen peroxide, nitric acid, sodium peroxide, halogens
hydrocarbons:
fluorine, chlorine, bromine, chromic acid, sodium peroxide
hydrocyanic acid:
nitric acid, alkali
hydrofluoric acid:
aqueous or anhydrous ammonia
hydrogen peroxide:
copper, chromium, iron, most metals or their salts, alcohols, acetone, organic materials, aniline, nitromethane, flammable liquids, oxidizing gases
hydrogen sulphide:
fuming nitric acid, oxidizing gases
hypochlorites:
acids, activated carbon
iodine:
acetylene, ammonia (aqueous or anhydrous), hydrogen
mercury:
acetylene, fulminic acid, ammonia
mercuric oxide:
sulphur
nitrates:
sulphuric acid
nitric acid (conc.):
acetic acid, aniline, chromic acid, hydrocyanic acid, hydrogen sulphide, flammable liquids, flammable gases
oxalic acid:
silver, mercury
perchloric acid:
acetic anhydride, bismuth and its alloys, ethanol, paper, wood
peroxides (organic):
acids, avoid friction or shock
phosphorus (white):
air, alkalies, reducing agents, oxygen
potassium:
carbon tetrachloride, carbon dioxide, water
potassium chlorate:
acids
potassium
acids
perchlorate: potassium
glycerin, ethylene glycol, benzaldehyde, sulphuric acid
permanganate: selenides:
reducing agents
silver:
acetylene, oxalic acid, tartaric acid, ammonium compounds, fulminic acid
sodium:
carbon tetrachloride, carbon dioxide, water
sodium nitrate:
ammonium salts
83
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
sodium nitrite:
ammonium salts
sodium peroxide:
ethanol, methanol, glacial acetic acid, acetic anhydride, benzaldehyde, carbon disulphide, glycerin, ethylene glycol, ethyl acetate, methyl acetate, furfural
sulphides:
acids
sulphuric acid:
potassium chlorate, potassium perchlorate, potassium permanganate (or compounds with similar light metals, such as sodium, lithium, etc.)
tellurides:
reducing agents
zinc powder:
sulphur
84
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
Bijlage 6. Lijst van afvalstoffen en indeling in afvalcategorieën
aardewerk accu’s aceton administratief afval afvalolie aluminiumfolie amalgaam amputatiedelen anatomisch afval apparaten (elektrische en elektronische) apparaten (medische) asbest basen batterijen bestek (wegwerp) bistourimesjes bleekwater blikjes (drank en voeding) bloed (geabsorbeerd) bloed (vloeibaar, pasteus) bloedderivaten (geabsorbeerd)
bedrijfsafval
bijzonder afval
gevaarlijk afval
niet-risicohoudend medisch/biologisch
risicohoudend medisch/biologisch
Opgelet: • eender welk afval (hieronder vermeld of ander) dat radioactief besmet is wordt steeds behandeld als radioactief afval • eender welk afval (hieronder vermeld of ander) dat besmet is door micro-organismen wordt steeds behandeld als risicohoudend medisch afval
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
85
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
bloedderivaten (vloeibaar, pasteus) bloedstalen bloedzakken (leeg) bloedzakken (met rest) bloedzakken (vervallen) catheters (met naald) catheters (zonder naald) celculturen chemicaliën (oude) chemicaliën (resten) chemisch afval chloroform compressen (bevuild) culturen van micro-organismen cytostatica cytostaticabehandelingsafval dagbladen dialysesets dierkrengen (of delen) diskettes dossiermappen drainagesets (met bloed) drainagesets (zonder bloed) drankblikjes drankflesjes (glas) drankflesjes (kunststof)
86
bedrijfsafval
bijzonder afval
gevaarlijk afval
niet-risicohoudend medisch/biologisch
risicohoudend medisch/biologisch
Opgelet: • eender welk afval (hieronder vermeld of ander) dat radioactief besmet is wordt steeds behandeld als radioactief afval • eender welk afval (hieronder vermeld of ander) dat besmet is door micro-organismen wordt steeds behandeld als risicohoudend medisch afval
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
drankkartonnen etensresten ether fixeervloeistoffen foetussen formaldehyde foto-ontwikkelaar gels G.F.T. (groenten, fruit, tuinafval) geneesmiddelen (resten) geneesmiddelen (vervallen) genetisch gewijzigd biologisch materiaal glas (besmeurd met lichaamsvochten) glasscherven glazen breekampullen glazen flessen (intact, leeg, droog en zuiver) handschoenen (wegwerp) incontinentiemateriaal infusen (leiding met naald) infusen (leiding zonder naald) infusen (recipiënt met leiding) infusen (recipiënt met rest) inktcassettes (printer, kopieerapparaat) invoernaalden van catheters
bedrijfsafval
bijzonder afval
gevaarlijk afval
niet-risicohoudend medisch/biologisch
risicohoudend medisch/biologisch
Opgelet: • eender welk afval (hieronder vermeld of ander) dat radioactief besmet is wordt steeds behandeld als radioactief afval • eender welk afval (hieronder vermeld of ander) dat besmet is door micro-organismen wordt steeds behandeld als risicohoudend medisch afval
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
87
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
ionenwisselaars karton (bevuild) karton (zuiver) keukenafval koffiefilters kranten kwikbloeddrukmeters kwikthermometers laboglas (besmeurd met lichaamsvochten) laboglas (scherven) laboglas (intact, zuiver en droog) labostalen ledematen lichaamsvocht linnen (wegwerp) luiers maagvocht maaltijdresten maatbekers (glas, scherven) maatbekers (glas, intact, zuiver en droog) maatbekers (kunststof, zuiver en droog) maatbekers (besmeurd met lichaamsvochten) maskers (wegwerp) medicatie (resten) mediacatie (vervallen)
88
bedrijfsafval
bijzonder afval
gevaarlijk afval
niet-risicohoudend medisch/biologisch
risicohoudend medisch/biologisch
Opgelet: • eender welk afval (hieronder vermeld of ander) dat radioactief besmet is wordt steeds behandeld als radioactief afval • eender welk afval (hieronder vermeld of ander) dat besmet is door micro-organismen wordt steeds behandeld als risicohoudend medisch afval
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
medisch glas (besmeurd met lichaamsvochten) medisch glas (scherven) medisch glas (intact, zuiver en droog) methanol mutsen (wegwerp) naalden naaldcontainers (gevuld) naaldhulsen onderleggers (wegwerp) ontsmettingsmiddelen (rest, solvent) ontsmettingsmiddelen (rest, waterig) operatiekledij (wegwerp) operatielakens (wegwerp) oplosmiddelen (gehalogeneerd) oplosmiddelen (niet-gehalogeneerd) orgaandelen overschoenen (wegwerp) P.M.D. (plastiek, metaal, drank) papier (kantoor) papier (servet) papier (zakdoek) pathogeen biologisch materiaal pathologisch afval petrischalen (bevuild) petrischalen (glas, scherven)
bedrijfsafval
bijzonder afval
gevaarlijk afval
niet-risicohoudend medisch/biologisch
risicohoudend medisch/biologisch
Opgelet: • eender welk afval (hieronder vermeld of ander) dat radioactief besmet is wordt steeds behandeld als radioactief afval • eender welk afval (hieronder vermeld of ander) dat besmet is door micro-organismen wordt steeds behandeld als risicohoudend medisch afval
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
89
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
petrischalen (glas, intact, zuiver en droog) petrischalen (kunststof, zuiver en droog) pipetten (bevuild) pipetten (glas, scherven) pipetten (glas, intact, zuiver en droog) pipetten (kunststof, zuiver en droog) placenta plastic drinkbekers porcelein (van labo en bevuild) porcelein (van labo en zuiver) proefbuisjes (bevuild) proefbuisjes (glas, scherven) proefbuisjes (glas, intact, zuiver en droog) proefbuisjes (kunststof, zuiver en droog) proefdierkrengen röntgenfilmen, RX-filmen scherpe voorwerpen schoonmaakproducten (recipiënt met rest) schoonmaakproducten (recipiënt, leeg) schorten (wegwerp) serum sondes spaarlampen spuiten met restvloeistof spuiten met vaste naalden
90
bedrijfsafval
bijzonder afval
gevaarlijk afval
niet-risicohoudend medisch/biologisch
risicohoudend medisch/biologisch
Opgelet: • eender welk afval (hieronder vermeld of ander) dat radioactief besmet is wordt steeds behandeld als radioactief afval • eender welk afval (hieronder vermeld of ander) dat besmet is door micro-organismen wordt steeds behandeld als risicohoudend medisch afval
X X X X X X X X X X X X X X X X X (X) X X X X X X
X X
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
spuiten zonder naalden sputumbekers (kunststof, bevuild) sputumbekers (kunststof, zuiver) stomazakken (bevuild) tanden tanden met vulling tandprothesen tandvullingen (amalgaam) teststrips thoraxdrainagesets tolueen urine urinedebietmeters verbanden (vervuild) verdovende middelen (rest) verdovende middelen (vervallen) verdovingsmiddelen (rest) verdovingsmiddelen (vervallen) verpakkingsafval verzorgingsmateriaal wonddrainagesets (met bloed) wonddrainagesets (zonder bloed) xyleen zuren
bedrijfsafval
bijzonder afval
gevaarlijk afval
niet-risicohoudend medisch/biologisch
risicohoudend medisch/biologisch
Opgelet: • eender welk afval (hieronder vermeld of ander) dat radioactief besmet is wordt steeds behandeld als radioactief afval • eender welk afval (hieronder vermeld of ander) dat besmet is door micro-organismen wordt steeds behandeld als risicohoudend medisch afval
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
(naar OVAM, 1998. Handleiding afvalstoffenbeheer binnen de verzorgingssector)
91
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
Bijlage 7. Indeling van uw laboafval in de juiste categorie Beantwoord volgende vragen om tot de juiste indeling te komen van uw afvalstoffen 1.
Is uw afvalstof radioactief besmet?
•
INDIEN JA -> BEHANDEL UW AFVALSTOF VOLGENS DE REGELS VAN HET RADIOACTIEF AFVAL
•
INDIEN NEEN -> GA NAAR VRAAG 2
2.
Betreft het materiaal dat in direct contact geweest is met mensen die lijden aan een van volgende aandoeningen of die besmet zijn door volgende micro-organismen (of waarvan u vermoed dat dit zo zou kunnen zijn): -
Anthrax (miltvuur)
-
Amoebiasis
-
Arbovirus
-
Brucellose
-
Builen- en longpest
-
Cholera
-
Congenitale Rubella
-
Conjunctivitis (met gonococcen of adenovirus)
-
Cytomegalovirus, congenitaal en bij immuno gedeprimeerde patiënten
-
Difterie
-
Eczeem vaccinatum
-
Enterocolitis
(campylobacter,
clostridium
difficile,
salmonella,
cryptosporidium, rotavirus, adenovirus)
92
-
Etterende abces
-
Febris typhoidea
-
Gasgangreen
-
Gele koorts
-
Giardiasis
-
Hemorragische koorts (Ebola-, Lassa-, ...)
-
Herpes simplex (neonatale, pulmonaire of veralgemeende infecties)
shigella,
yersinia,
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
•
-
Herpes Zoster (varicella, zona)
-
HIV
-
Impetigo
-
Infecties of kolonisatie met multiresistente kiemen
-
Infecties van de slijmvliezen door Chlamydia trachomatis
-
Lepra (K.N.O.-versie)
-
Marburgkoorts
-
Menengitis / Encephalitis
-
M.R. - Staphyloccus aureus (huid-, slijmvlies- of drainage-infecties)
-
Ornithosis / Psittacosis
-
Pediculosis (van de hoofdhuid en van het lichaam)
-
Pokken
-
Poliomyelitisvirus
-
Q-koorts
-
Rabies
-
RSV (respiratoir syncitiaal virus)
-
Schurft
-
Streptococcus groep A (huid-, slijmvlies- of drainage-infecties)
-
Strongyloidiasis
-
Syfilis
-
Tuberculose (open long-, larynx- of fisteltuberculose)
-
Tulamerie
-
Vaccinia
-
Virale hepatitis (alle types)
-
Vlektyfus (Rickettsia prowazeki)
-
Ziekte van Creutzfeld-Jacob
INDIEN JA -> BEHANDEL UW AFVALSTOF VOLGENS DE REGELS VAN HET RISICOHOUDEND MEDISCH AFVAL
•
INDIEN NEEN -> GA NAAR VRAAG 3
93
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
3.
Voldoet uw afvalstof aan één van volgende omschrijvingen? -
personen die de afvalstof hanteren kunnen er zich aan prikken of snijden
-
het betreft anatomische delen
-
het betreft bloed of andere lichaamsvochten die geen nuttige toepassing meer hebben of recipiënten die hiervan resten bevatten
-
het zijn afvalstoffen afkomstig van een behandeling tegen kanker met cytostatica
-
het zijn niet-geïnactiveerde afvalstoffen die in het laboratorium besmet zijn met microorganismen
-
het betreft niet-geïnactiveerde celculturen en culturen van micro-organismen
-
het betreft proefdierkrengen of onderdelen van proefdieren
-
het betreft medisch/biologisch- of laboratoriumafval (al dan niet besmet of geïnactiveerd) dat vloeibaar of pasteus is of kan worden
-
we hebben te maken met medische of biologische afvalstoffen die om ethische redenen beter een bijzondere behandeling krijgen
-
we hebben te doen met medische of biologische afvalstoffen die mogelijks een risico inhouden voor mensen die het dienen te behandelen of voor het milieu, ook al weet u het niet heel zeker
•
INDIEN JA -> BEHANDEL UW AFVALSTOF VOLGENS DE REGELS VAN HET RISICOHOUDEND MEDISCH AFVAL
• 4.
INDIEN NEEN -> GA NAAR VRAAG 4 Voldoet uw afvalstof aan één van volgende omschrijvingen? -
het betreft materiaal dat werd geïnactiveerd (b.v. door autoclaveren of chemische inactivatie) volgens een gevalideerde methode en dat bovendien droog is (niet vloeibaar of pasteus )
-
het betreft gebruikte verbanden, tissues, disposables, onderleggers, lakens, handschoenen, schorten, maskers, mutsen, onderleggers, met inbegrip van deze met kleine hoeveelheden bloed en/of andere lichaamsvochten in geabsorbeerde toestand en die niet werden gebruikt voor het behandelen van een patiënt met een aandoening als beschreven onder vraag 2
•
het betreft catheters, sondes, spuiten zonder naalden, lege infusen
INDIEN JA -> BEHANDEL UW AFVALSTOF VOLGENS DE REGELS VAN HET NIET-RISICOHOUDEND MEDISCH AFVAL
•
94
INDIEN NEEN -> GA NAAR VRAAG 5
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
5.
Voldoet uw afvalstof aan één van volgende omschrijvingen? -
het is een kuststoffen of glazen recipiënt of instrument dat zuiver en droog is, alsook intact zodat niemand er zich kan aan verwonden
-
het is een verpakkingsmateriaal dat niet in direct contact kwam met patiënten die lijden aan een aandoening vermeld onder punt 2, proefdieren of culturen van micro-organismen
-
het zijn etensresten en kantoorafval
•
INDIEN JA -> BEHANDEL UW AFVALSTOF VOLGENS DE REGELS VAN HET BEDRIJFSAFVAL
•
INDIEN NEEN -> GA NAAR VRAAG 6
6.
Heeft u te doen met een chemische afvalstof, een instrument, toestel of recipiënt waarin zich chemicaliën of resten van chemicaliën bevinden?
•
INDIEN JA -> BEHANDEL UW AFVALSTOF VOLGENS DE REGELS VAN HET GEVAARLIJK AFVAL
•
INDIEN NEEN -> GA NAAR VRAAG 7
7.
Betreft
uw
afvalstof
een
elektrisch
of
elektronisch,
huishoudelijk,
medisch
of
wetenschappelijk toestel? •
INDIEN JA -> BEHANDEL UW AFVALSTOF VOLGENS DE REGELS VAN HET BIJZONDER AFVAL
•
INDIEN NEEN -> NEEM CONTACT OP MET DE MILIEUCOÖRDINATOR
95
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
Bijlage 8. Formulier voor afvoer van gevaarlijk en bijzonder afval Vrije Universiteit Brussel
Vraag voor ophaling van chemisch of medisch/biologisch afval
DIT FORMULIER ENKEL GEBRUIKEN VOOR NIET-RADIOACTIEF AFVAL (voor de ophaling van radioactief afval gelieve contact op te nemen met de Dienst Fysische Controle tel. 02 477 48 61) __________________________________________________________________________________ Op geregelde tijdstippen zal een ophaling van gevaarlijk afval worden georganiseerd op beide campussen van de universiteit. Indien u afval wenst te laten verwijderen wordt u vriendelijk verzocht dit formulier ingevuld terug te bezorgen, met daaraan toegevoegd een lijst van af te voeren stoffen. U zal dan op de hoogte worden gebracht van de precieze datum waarop de ophaling zal plaatsvinden. Het afval moet door u in een veilige verpakking worden aangeboden, voorzien van een etiket met een identificatie van de inhoud en de naam van uw labo. Slecht verpakte of niet-identificeerbare producten kunnen door de ophaler worden geweigerd. __________________________________________________________________________________ Naam diensthoofd: Naam contactpersoon: Dienst/Faculteit:
Tel. contactpersoon:
Locatie waar afval moet worden opgehaald (lokaalnummer, gebouw, campus): __________________________________________________________________________________ Aanvraag voor de afvoer van: O chemisch afval O medisch/biologisch afval __________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________ Voeg aan dit formulier a.u.b. een inventaris toe van de stoffen die moeten worden afgevoerd: geef de correcte naam van de stoffen die moeten worden afgevoerd en/of het type van afval (zuren, basen, solventen - gehalogeneerd, solventen - niet gehalogeneerd, kwikhoudende producten, fixeer- en ontwikkelvloeistof, afvalolie, soort van biologisch of medisch afval, andere). Geef bij benadering de hoeveelheid aan die moet worden afgevoerd. __________________________________________________________________________________
96
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
Voorwaarden voor de afvoer van gevaarlijk afval: •
uw dienst biedt het gevaarlijk afval aan in een veilige verpakking, rekening houdend met de eventuele bijzondere eigenschappen van de afvalstoffen, voorzien van een etiket dat de inhoud duidelijk identificeert en met vermelding van de naam van uw dienst.
•
uw dienst brengt de milieucoördinator ervan op de hoogte - via dit formulier - dat afval moet worden afgevoerd.
•
een erkende ophaler zal worden gecontacteerd om uw afval op te halen. In afwachting van de volgende ophaling blijft het afval veilig opgeslagen op uw dienst. U wordt op de hoogte gebracht wanneer het afval zal worden opgehaald.
•
de Vrije Universiteit Brussel zal centraal de administratiekosten, de transportkosten, de kosten van herconditionering, de milieuheffing en de recipiënten betalen. Uw dienst zal een factuur ontvangen voor de betaling van de verwerkingskosten per kg afgevoerd afval aan de op dat ogenblik geldende tarieven. Deze tarieven kan u bij de milieucoördinator bekomen.
•
het is de bedoeling om in de toekomst gevaarlijk of bijzonder afval gegenereerd in het kader van projecten gefinancierd door externe onderzoeksfondsen volledig te laten afvoeren op kosten van uw dienst. Indien u gevaarlijk afval heeft afkomstig is van een dergelijk project, neem dan a.u.b. contact op met de milieucoördinator.
•
voor grote partijen van bepaalde afvalstoffen zal afzonderlijk een prijs worden aangevraagd bij de erkende ophalers.
•
de milieucoördinator bewaart het bewijs van wettelijk correcte afvoer van het gevaarlijk afval in het afvalregister van de universiteit, een kopij wordt aan uw dienst overgemaakt.
........................................... Handtekening Diensthoofd
............................ Datum
Terug te zenden aan: Serge Gillot, Secretariaat Milieucoördinatie, 5M516; Campus Etterbeek fax 02 629 38 27
97
BEHEER VAN GEVAARLIJK EN BIJZONDER AFVAL AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
Bijlage 9. Type recipiënten aangeboden door de Dienst Milieucoördinatie Vrije Universiteit Brussel
Bestelling recipiënten voor chemisch- of risicohoudend medisch/biologisch afval ________________________________________________________________________ Met dit formulier kan u lege vaten bestellen waarin u uw (niet-radioactief) chemisch afval of risicohoudend medisch/biologisch afval kan opvangen. Deze vaten worden u gratis aangeboden en zullen zo spoedig mogelijk worden geleverd.
________________________________________________________________________ Naam diensthoofd:
Naam contactpersoon:
Dienst/Faculteit:
Tel. contactpersoon:
Locatie waar vaten dienen te worden geleverd (lokaalnummer, gebouw, campus):
RECIPIËNTEN VOOR CHEMISCH AFVAL vaten voor zuren vaten voor basen vaten voor solventen - gehalogeneerd vaten voor solventen - niet-gehalogeneerd vaten voor fixeervloeistof vaten voor ontwikkelvloeistof vaten voor afvalolie vaten voor: (specifieer)
Geef aan hoeveel vaten u wenst 25 liter vaten 5 liter vaten
recipiënt voor chemisch vervuild labo-afval en verpakkingen (enkel 60 liter vaten) RECIPIËNTEN VOOR RISICOHOUDEND MEDISCH/BIOLOGISCH AFVAL gele vaten dozen (50 liter dozen enkel voor droge afvalstoffen) naaldcontainers (enkel voor scherpe voorwerpen)
98
60 liter vaten
30 liter vaten