Milieucoördinator
Het milieujaarverslag van de Vrije Universiteit Brussel 2004
Milieujaarverslag 2004 van de Vrije Universiteit Brussel Vrije Universiteit Brussel Pleinlaan 2, 1050 Brussel, België tel. 02/629.21.11,
[email protected] Auteur: Dimitri Devuyst Datum van uitgave: oktober 2005
Aandachtspunten milieujaarverslag 2004 Belangrijke evoluties in 2004 Milieuvergunningen • •
De milieuvergunning voor de campus Etterbeek 01/0309 werd toegekend door de Brusselse Regering op 3 juni 2004 en is 15 jaar geldig. Een aanvraag voor een nieuwe milieuvergunning voor de studentenkamers in de Nieuwelaan werd in 2004 voorbereid.
Bioveiligheidsproblematiek •
•
•
De nieuwe milieuvergunning voor de campus Etterbeek 01/0309 voorziet dat de Vrije Universiteit Brussel voor alle laboratoria die werken met GGO's en/of GGM's in het bezit moet zijn van een gebruiksvergunning conform het besluit van 8 november 2001. De bioveiligheidsdossiers vormen de basis voor de aanvraag van de gebruiksvergunning en dienen zo spoedig mogelijk te worden opgemaakt. Op de campus Jette vervalt de bestaande milieuvergunning met referentie EXT 01004 voor het werken met GGO's en pathogenen op 25 januari 2005. Er werd dan ook in de tweede helft van 2004 werk gemaakt van het opstellen van nieuwe en geactualiseerde bioveiligheidsdossiers. Eind 2004 werd beslist om vanaf 1 januari 2005 een bioveiligheidsverantwoordelijke aan te stellen. Dr. Walter Kempenaers zal vanaf 1 januari 2005 worden aangeduid voor deze functie.
Gevaarlijk en bijzonder afval •
Eind 2004 werd beslist het risicohoudend medisch/biologisch afval te laten ophalen door de firma Van Heede i.p.v. door de firma SITA.
Niet-gevaarlijk afval •
Op de campus Etterbeek werd in 2004 bijna dubbel zoveel papierafval ingezameld in vergelijking met het jaar voordien.
PCB-houdende transformatoren •
In 2004 werden op de campus Etterbeek negen PCB-houdende transformatoren vervangen door toestellen zonder PCB's.
Geluidsproblematiek •
De activiteiten op de campussen van de Vrije Universiteit Brussel leverden in 2004 geen klachten op van geluidshinder.
Mobiliteits- en parkeerproblematiek • •
In 2004 werd het bedrijfsvervoerplan in eerste fase afgewerkt. Het werd door minister voor Mobiliteit Pascal Smet als een schoolvoorbeeld bestempeld. Een fietswerkgroep werd opgericht aan de Vrije Universiteit Brussel met als doel het gebruik van de fiets te promoten.
Papierverbruik •
Het papierverbruik aan de Vrije Universiteit Brussel blijft erg hoog. Het verbruik van kringloop-fotokopiepapier blijft in stijgende lijn gaan, maar het verbruik van wit, niet gerecycleerd fotokopiepapier gaat niet in dezelfde mate achteruit. Het gevolg is dat in
1
2004 bijna tweehonderdduizend vellen papier meer werden gebruikt dan het jaar voordien, op een totaal van iets meer dan 15 miljoen vellen fotokopiepapier.
Groenbeheer op en rond de campussen van de Vrije Universiteit Brussel • •
In 2004 werd op de campus Jette een beheersovereenkomst afgesloten met het gemeentebestuur van Jette voor het beheer van de volkstuintjes. Een ontwerp van beheersplan voor de Oude Hoogstamboomgaard van de Vrije Universiteit Brussel werd opgemaakt.
Aandachtspunten voor de toekomst Milieuvergunningen •
De nieuwe milieuvergunning voor de campus Etterbeek omvat alle vergunningsplichtige activiteiten en voorziet nieuwe exploitatievoorwaarden. Deze exploitatievoorwaarden dienen te worden nageleefd en vragen soms aanpassingen aan de huidige manier van werken. Het in de praktijk brengen van de nieuwe exploitatievoorwaarden dient te worden opgevolgd.
Bioveiligheidsproblematiek • •
•
In 2005 zal de bioveiligheidsproblematiek meer aandacht krijgen door het in dienst treden van een bioveiligheidsverantwoordelijke. De milieuvergunning voor de campus Etterbeek voorziet dat de Vrije Universiteit Brussel jaarlijks in de loop van de maand januari een evaluatierapport opmaakt betreffende de laboratoria die met GGO's en/of GGM's werken. Dit evaluatierapport dient aan het BIM te worden overgemaakt. In 2005 zullen geactualiseerde bioveiligheidsdossiers moeten worden ingediend door de betrokken laboratoria op de campus Etterbeek.
Vergunningen voor het werken met sommige stoffen met hormonale, antihormonale, anabole, beta-adrenergische, anti-infectieuze, antiparasitaire en anti-inflammatoire werking •
De vergunningen toegekend in 2000 zijn geldig tot 2005. Er dienen dus binnenkort nieuwe vergunningsaanvragen te worden ingediend.
Gevaarlijk afval •
Een betere controle op de correcte afvoer van gevaarlijke chemicaliën kan in de toekomst nuttig zijn. Een sluitende evaluatie van en controle op de afvoer van het gevaarlijk afval is mogelijk door een relatie te maken tussen de hoeveelheden chemicaliën besteld, de hoeveelheden verbruikt en de hoeveelheden chemisch afval afgevoerd voor elk van de laboratoria. Ook de regelmatige en onverwachte controle van het afvalwater van de verschillende laboratoria kan een inzicht geven in de mate waarin de laboratoria de richtlijnen voor afvoer van chemisch afval opvolgen.
Niet-gevaarlijk afval • •
Zowel op de campus Etterbeek als op de campus Jette staan de rolcontainers voor afval nog steeds opgesteld in de overdekte parkings, wat in strijd is met de adviezen van de brandweer. Er is een duidelijke vraag vanuit de universitaire gemeenschap naar een meer doorgedreven gescheiden inzameling van PMD en glasafval.
2
PCB-houdende transformatoren •
Alle PCB-houdende transformatoren dienen tegen het einde van 2005 te worden verwijderd. In totaal moeten nog 15 PCB-houdende transformatoren in het beheer van de Vrije Universiteit Brussel worden verwijderd.
Energieverbruik •
Er is nood aan een wetenschappelijke aanpak bij de opvolging van de cijfers van het energieverbruik. De invloed van technische maatregelen, uitbreidings- en aanpassingswerken op het energieverbruik dient nauwgezet te worden opgevolgd.
Mobiliteits- en parkeerproblematiek •
•
De tweede fase van het bedrijfsvervoerplan met een volledig uitgewerkt actieplan zal tegen 1 januari 2006 moeten worden ingediend bij de bevoegde overheid. Er dient op beide campussen verder te worden nagedacht over het beheer van de parkeerplaatsen. De toegang tot de campussen voor gemotoriseerd verkeer kan strikter worden gecontroleerd met een systeem van badges en afsluitingen. Ook de fietsparkeerplaatsen verdienen meer aandacht in 2005.
Papierverbruik •
Er dient door de hele universitaire gemeenschap blijvend aandacht te worden geschonken aan het zuinig omspringen met papier en aan het meer gebruiken van kringlooppapier en kladpapier in plaats van wit papier.
3
4
Inhoudsopgave Aandachtspunten milieujaarverslag 2004 Inhoudsopgave Afkortingen Profiel van de Vrije Universiteit Brussel Voorwoord
1 5 7 8 11
1.
Inleiding
13
2.
Het bekomen van vergunningen voor activiteiten en inrichtingen van de Vrije Universiteit Brussel
14
3.
De afvalproblematiek aan de Vrije Universiteit Brussel
17
4.
Het verwijderen van PCB-houdende apparaten aan de Vrije Universiteit Brussel
24
5.
Energieverbruik aan de Vrije Universiteit Brussel
25
6.
Gebruikte koelmiddelen op de Vrije Universiteit Brussel
34
7.
Het waterverbruik en de productie van afvalwater aan de Vrije Universiteit Brussel
35
8.
De bodemproblematiek aan de Vrije Universiteit Brussel
42
9.
Inkuiping van opslagtanks, gevaarlijke producten en PCB-houdende transformatoren aan de Vrije Universiteit Brussel
43
10.
De geluid- en trillingenproblematiek aan de Vrije Universiteit Brussel
44
11.
De mobiliteits- en parkeerproblematiek aan de Vrije Universiteit Brussel
46
12.
Het papierverbruik aan de Vrije Universiteit Brussel
49
13.
Een gezonde werk- en leefomgeving op de campussen van de Vrije Universiteit Brussel
52
14.
Het beheer van gebouwen en open ruimten op de campussen van de Vrije Universiteit Brussel, aspecten van fauna en flora
55
15.
Milieuzorg en duurzame ontwikkeling aan de Vrije Universiteit Brussel
58
16.
De milieu-initiatieven van de universitaire gemeenschap van de Vrije Universiteit Brussel
62
Relatie tussen de Vrije Universiteit Brussel en de stadsbuurten waarin ze haar activiteiten ontplooit
64
18.
Communicatie rond de milieuproblematiek aan de Vrije Universiteit Brussel
66
19.
Besluit
68
Referentielijst
69
17.
5
Voor verdere inlichtingen m.b.t. het milieujaarverslag of de milieuproblematiek aan de Vrije Universiteit Brussel neem contact op met Dimitri Devuyst, milieucoördinator bureau campus Etterbeek: gebouw M, 1e verd., lokaal 1M110, tel. 02/629.14.75 bureau campus Jette: gebouw K, 2e verd. (MEKO), tel. 02/477.49.34 e-mail:
[email protected]
Voor verdere inlichtingen m.b.t. de bioveiligheidsproblematiek aan de Vrije Universiteit Brussel neem contact op met Walter Kempenaers, bioveiligheidsverantwoordelijke bureau campus Etterbeek: gebouw M, 1e verd., lokaal 1M111, tel. 02/629.15.25 bureau campus Jette: gebouw K, 2e verd. (MEKO), tel. 02/477.49.34 e-mail:
[email protected]
Secretariaat Dienst Milieucoördinatie, Serge Gillot bureau campus Etterbeek: gebouw M, 5e verd., lokaal 5M516 tel. 02/629.39.97, fax. 02/629.38.27 e-mail:
[email protected]
6
Afkortingen AZ-VUB
Academisch Ziekenhuis van de Vrije Universiteit Brussel
BIM
Brussels Instituut voor Milieubeheer
BIWM
Brusselse Intercommunale Watermaatschappij
BSG
Brussels Studentengenootschap
CFC
Chlorofluorocarbonaat
COPERNICUS
Cooperation Programme in Europe for Research on Nature and Industry through Coordinated University Studies
CPB
Comite Preventie en Bescherming
GGO
Genetisch Gemodificeerd Organisme
HCFC
Hydrochlorofluorocarbonaat
HFC
Hydrofluorocarbonaat
MES
Milieueffectenstudie
PAK's
Polyaromatische koolwaterstoffen
PCB
Polychloorbifenyl
PMD
Plastiek, metaal en drankverpakkingen
ULB
Université Libre de Bruxelles
VIB
Vlaams Interuniversitair Instituut voor Biotechnologie
7
Profiel van de Vrije Universiteit Brussel Historiek en basisfilosofie De Vrije Universiteit Brussel is ontstaan uit de Franstalige Université Libre de Bruxelles (ULB) die in 1834 door de Brusselse advocaat van Vlaamse oorsprong, Pierre-Théodore Verhaegen, gesticht werd. Het was zijn bedoeling een universiteit op te richten die onafhankelijk zou zijn van Staat en Kerk en waar academische vrijheid zou heersen. Hoewel reeds in 1935 aan de faculteit Rechtsgeleerdheid van de ULB cursussen in het Nederlands gedoceerd werden, duurde het nog tot 1963 voor in vrijwel alle faculteiten cursussen in het Nederlands konden worden gevolgd. Met de wet van 28 mei 1970 werd de op 1 oktober 1969 doorgevoerde splitsing van de oude universiteit in een Nederlandstalige (VUB) en Franstalige (ULB) universiteit, een juridische, administratieve en wetenschappelijke realiteit. De Vrije Universiteit Brussel heeft als enige Vlaamse universiteit het principe van 'Vrij Onderzoek' in haar statuten ingeschreven. Dit principe is gebaseerd op een tekst van de Franse wiskundige en natuurfilosoof Henri Poincaré (1854-1912) die zegt dat : Het denken mag zich nooit onderwerpen, noch aan een dogma, noch aan een partij, noch aan een hartstocht, noch aan een belang, noch aan een vooroordeel, noch aan om het even wat, maar uitsluitend aan de feiten zelf, want zich onderwerpen betekent het einde van alle denken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het zegel van de Vrije Universiteit Brussel de spreuk 'scientia vincere tenebras' (de duisternis overwinnen door de wetenschap) draagt. De bedeltas en de samengeslagen handen op het oranje-wit-blauwe schild in het embleem (de kleuren van de prinselijke vlag van Oranje) verwijzen naar de strijd van de protestantse Geuzen en de Prins van Oranje tegen de Spaanse overheersing en de inquisitie in de 16de eeuw. De spreuk, gecombineerd met de bedeltas en de samengeslagen handen, staan symbool voor het vrije en ongebonden karakter van de Vrije Universiteit Brussel. Een ander basisprincipe, eveneens opgenomen in het organiek statuut van de Vrije Universiteit Brussel, is dat de instelling democratisch beheerd dient te worden. Concreet betekent dit dat alle geledingen, zowel professoren, assistenten, vorsers, studenten als het administratief en technisch personeel, in alle bestuursorganen vertegenwoordigd zijn. Zo garanderen wij dat elke geleding ruime inspraak in de besluitvorming krijgt en aldus deelneemt aan het beleid.
8
Feiten en cijfers Voor het academiejaar 2003-2004 zijn er 9.218 studenten ingeschreven waarvan 49% mannen en 51% vrouwen. 86% van de studenten aan de Vrije Universiteit Brussel zijn Belg, 4% is afkomstig uit een ander land binnen de EU en 10% komt van buiten de EU. De bijscholingsprogramma's van het Instituut voor Postacademische Vorming van de Vrije Universiteit Brussel (iPAVUB) trokken in 2003 ruim 2.200 cursisten aan. De voortgezette academische opleidingen die de Vrije Universiteit Brussel in 2003 in dagen avondonderwijs aanbood, lokten 2.542 studenten naar de Vrije Universiteit Brussel. De Vrije Universiteit Brussel heeft 279 bilaterale akkoorden met 160 partneruniversiteiten, gelegen in 132 steden in 28 verschillende landen. Dankzij die akkoorden hebben studenten de mogelijkheid om tijdelijk aan een andere universiteit te studeren. 34% van deze bilaterale contracten voorziet naast studentenmobiliteit ook professorenuitwisseling. De Vrije Universiteit Brussels stelt 2.111 personeelsleden te werk, waarvan er 1.150 tot het academisch personeel behoren en 961 tot het administratief en technisch personeel. Het academisch personeel (d.w.z. professoren, assistenten en onderzoekers) van de Vrije Universiteit Brussel bestaat voor 66% uit mannen en 34% uit vrouwen. Zevenenzestig procent van de professoren hebben een diploma van de Vrije Universiteit Brussel, 33% is afgestudeerd aan een andere universitaire instelling. Tweeëntachtig procent van de assistenten aan de Vrije Universiteit Brussel komen van de eigen instelling, 18% heeft aan een andere universiteit gestudeerd. Voor het eerst heeft de Vrije Universiteit Brussel de kaap van 50 miljoen euro aan onderzoeksgelden overschreden. De Vrije Universiteit Brussel put haar onderzoeksmiddelen op evenwichtige basis uit de vier geldstromen: ongeveer een kwart van de inkomsten komt uit de privésector, een vierde is projectfinanciering door de overheid, nog één vierde is Vlaams overheidsgeld voor fundamenteel onderzoek en het laatste kwart betreft eigen onderzoeksmiddelen. Daarnaast worden een aantal onderzoeksprojecten beheerd door de Vlaamse onderzoeksinstituten IMEC en VIB. Ten opzichte van 2002 is het aantal octrooidossiers van de Vrije Universiteit Brussel toegenomen met 13% en bedraagt nu 26. Daarnaast dient de Vrije Universiteit Brussel ook octrooien in samen met het VIB (Vlaams Interuniversitair Instituut voor Biotechnologie), IMEC (Interuniversitair Micro-Electronica Centrum) en andere partners. Tellen we deze erbij, dan onderhoudt de Vrije Universiteit Brussel 60 octrooifamilies. Een stijging van 18% ten opzichte van 2002. Dat onderzoekers van de Vrije Universiteit Brussel creatief zijn blijkt uit het feit dat in 2003 twintig nieuwe vindingen bij de Interface cel van de Dienst Research & Development werden gemeld. Uit een onafhankelijke bibliometrische analyse blijkt dat internationale experts veelvuldig verwijzen naar wetenschappelijke publicaties van onze onderzoekers: tot 16% meer dan gebruikelijk voor Westerse en Japanse universiteiten. Het aandeel van de publicaties dat tot stand komt in internationaal samenwerkingsverband is de afgelopen tien jaar gestegen met 7%. Het aantal jonge vorsers, veelal aangesteld op onderzoeksprojecten met een looptijd van vier jaar, is sinds 2000 gestegen met 45%. Deze groep bijzonder wetenschappelijk personeel situeert zich vooral in de leeftijdsgroep 24 tot 34 jaar (78%) en is exclusief met onderzoek bezig (90% van hun dagtaak). Bijna de helft van deze groep onderzoekers is vrouw. Ondanks budgettaire beperkingen vrijwaart de Vrije Universiteit Brussel eveneens de doorstroming van beloftevolle recent gedoctoreerde academici: in
9
de begroting kunnen in het assistentenkader plaatsen ingenomen worden door doctorassistenten. Dertien percent van het assisterend academisch personeelskader, en 30% van het bijzonder academisch personeel is als doctor aangesteld op externe fondsen. In 2003 werden door ruim vijfduizend studenten 2.554 opleidingsonderdelen uit 48 opleidingen op een geldige manier geëvalueerd. Via deze jaarlijkse anonieme bevraging van de studenten verkrijgt de Vrije Universiteit Brussel feedback over de kwaliteit van het hoorcollege en de docent, het beschikbare studiemateriaal (ook elektronisch), de wijze van examinering en de gehanteerde werkvormen. Meer dan 94% van alle geldig geëvalueerde opleidingsonderdelen kreeg een score van "goed" tot "zeer goed". In 30 van de 48 geënquêteerde opleidingen kwam voor geen enkel onderdeel de score "slecht" of "zeer slecht" voor. Aan de evaluatie nam 71% van de studenten deel. Een aanzienlijke stijging ten opzichte van de vorige jaren. De enquête verloopt volledig elektronisch en wordt na elk semester georganiseerd.
10
Voorwoord
Het jaar 2004 was bijzonder boeiend en productief voor de Vrije Universiteit Brussel, ook op milieugebied. Het opmaken van een bedrijfsvervoerplan in een samenwerkingsverband tussen de Dienst Personeel, de Werkgroep Mobiliteit en de milieucoördinator leverde een resultaat op dat volgens de Brusselse minister van Mobiliteit Pascal Smet als voorbeeld voor andere bedrijven en instellingen kan worden bestempeld. Met haar bedrijfsvervoerplan maakt de Vrije Universiteit Brussel duidelijk dat ze een bewuste keuze maakt voor een meer milieuvriendelijke mobiliteit: het openbaar vervoer wordt gratis voor personeelsleden en fietsen van en naar het werk wordt aangemoedigd. De Vrije Universiteit Brussel is een milieubewuste instelling die milieuzorg ter harte neemt. Uit dit milieujaarverslag blijkt dat de Vrije Universiteit Brussel met de beperkte middelen die ze heeft, er in slaagt op een positieve wijze over te gaan tot het nemen van een aantal erg belangrijke milieubeheersmaatregelen. We kunnen echter niet verder gaan dan de toegekende middelen ons toelaten en hier stelt zich een probleem. De Vrije Universiteit Brussel krijgt van de overheid steeds meer maatregelen opgelegd waaraan ze dient te voldoen. Zo zijn er niet alleen de nieuwe exploitatievoorwaarden, maar ook de vereisten van nieuwe milieuwetgeving. Zo is er wetgeving die bepaalt dat de universiteit een bioveiligheidsverantwoordelijke in dienst moet nemen en raadt de overheid ons aan, in het kader van de bedrijfsvervoerplannen, om een vervoerscoördinator aan te werven. De middelen die we van de overheid ter beschikking krijgen zijn duidelijk onvoldoende om deze steeds grotere vraag aan te kunnen. De Vrije Universiteit Brussel is graag bereid de nodige maatregelen te nemen die de milieu-impact van haar activiteiten verder terugdringen. Daarbij hoort echter een dringende vraag aan de overheid om na te denken over de financiering van deze maatregelen. Ik wil hierbij graag alle personeelsleden, studenten en bezoekers van onze universiteit aanmoedigen om actief mee te werken aan het project rond milieuzorg aan de Vrije Universiteit Brussel. Alle leden van de universitaire gemeenschap kunnen hun steentje bijdragen, wat ook hun statuut, taak of functie. Voor meer informatie over de milieuproblematiek aan de Vrije Universiteit Brussel kan je contact opnemen met de milieucoördinator.
Jim Van Leemput Algemeen Directeur
11
12
1. Inleiding Het milieujaarverslag 2004 geeft een bondig overzicht van de belangrijkste milieuthema's en milieugebonden dossiers die in 2004 aan onze universiteit aan de orde waren. Het schetst de belangrijke evoluties op milieugebied en vestigt de aandacht op een aantal belangrijke punten voor de toekomst. Het wil niet enkel de universitaire gemeenschap bereiken maar ook de overheidsdiensten die de milieuproblematiek aan de Vrije Universiteit Brussel opvolgen, onze buren en andere mensen die nieuwsgierig zijn naar de milieusituatie aan de Vrije Universiteit Brussel. De reikwijdte van dit milieujaarverslag valt samen met het werkterrein van de milieucoördinator en richt zich dus in de eerste plaats op de facultaire en administratieve activiteiten op en rond de twee campussen van de Vrije Universiteit Brussel, die van Etterbeek en die van Jette. Wie dit milieujaarverslag leest zal ontdekken dat er in 2004 twee grote milieuthema's waren: •
de nieuwe milieuvergunning voor de campus Etterbeek werd toegekend waardoor ook een hele reeks nieuwe exploitatievoorwaarden van kracht werden. Deze werden in 2004 overgemaakt aan alle verantwoordelijken voor een ingedeelde inrichting, met de dringende vraag deze strikt op te volgen. Aan de toepassing van de exploitatievoorwaarden zal de komende jaren nog bijzondere aandacht moeten worden besteed.
•
er ging in 2004 ook veel aandacht naar de mobiliteitsproblematiek: een bedrijfsvervoerplan werd opgemaakt en een fietswerkgroep zag het leven. Hierdoor kwam de relatie tussen milieu en mobiliteit meer in de aandacht.
Eind 2004 werd beslist om de Dienst Milieucoördinatie van de Vrije Universiteit Brussel vanaf 2005 uit te breiden met een bioveiligheidsverantwoordelijke en een secretariaatsmedewerker. Dit zal het mogelijk maken om vanaf 2005 nog meer efficiënt te werken aan milieuzorg op de Vrije Universiteit Brussel. Dit milieujaarverslag geeft een beeld van de situatie in 2004. Voor meer recente informatie wordt verwezen naar de website van de dienst milieucoördinatie (www.vub.ac.be/MICO). Hier vindt u het laatste nieuws rond de milieuproblematiek aan de Vrije Universiteit Brussel, krijgt u informatie over het beheer van het gevaarlijk afval, de bioveiligheid, de mobiliteitsproblematiek en duurzame ontwikkeling. Bovendien krijgt u allerhande tips om de milieubelasting van werk en studies aan de Vrije Universiteit Brussel zo laag mogelijk te houden.
13
2. Het bekomen van vergunningen voor activiteiten en inrichtingen van de Vrije Universiteit Brussel 2.1. Milieuvergunningen In 2004 werd de nieuwe milieuvergunning voor de campus Etterbeek toegekend door de Brusselse overheid. Bovendien werd van start gegaan met op opstellen van het aanvraagdossier voor een nieuwe milieuvergunning voor de studentenkamers in de Nieuwelaan.
A. De nieuwe milieuvergunning van de campus Etterbeek______________ In 2004 werd een nieuwe milieuvergunning toegekend voor alle ingedeelde inrichtingen op de campus Etterbeek. De Brusselse Regering keurde op 3 juni 2004 de nieuwe milieuvergunning met referentie 01/0309 goed. Deze blijft geldig voor de komende 15 jaar. Het toekennen van deze vergunning is het resultaat van een lange administratieve procedure. Reeds in 2001 ging de milieucoördinator van start met het opmaken van het aanvraagdossier. De milieuvergunningsaanvraag voor de campus Etterbeek werd ingediend bij het Brussels Instituut voor Milieubeheer op 3 september 2001. Vermits we te doen hadden met een klasse 1A milieuvergunningsprocedure was het noodzakelijk een milieueffectenstudie te laten opmaken. Het studiebureau STRATEC ging in februari 2002 van start met het opmaken van de milieueffectenstudie voor de campus Etterbeek. Op 20 december 2002 verklaarde het Brussels Instituut voor Milieubeheer de effectenstudie als afgesloten, het signaal dat het rapport als volledig en voldoende werd aanzien. In het voorjaar van 2003 bleek dan dat de wettelijke termijn van 450 dagen waarbinnen een milieuvergunning moet worden toegekend door de overheid werd overschreden. De Brusselse wetgeving voorziet dat een overschrijding van deze termijn overeenkomt met een stilzwijgende weigering van de vergunning. Hoewel de Vrije Universiteit Brussel op tijd zijn milieuvergunning heeft aangevraagd werd ze genoodzaakt om beroep aan te tekenen tegen de stilzwijgende weigering bij het Milieucollege. Aangezien ook het milieucollege geen uitspraak deed binnen de geldende termijnen werd de Vrije Universiteit Brussel opnieuw geconfronteerd met een stilzwijgende weigering en diende de Vrije Universiteit Brussel in beroep te gaan bij de Brusselse Regering. Op 8 september 2003 werd daarom beroep aangetekend bij de bevoegde minister Didier Gosuin. In juni 2004 kwam dit alles dus tot een goed einde.
14
B. De nieuwe exploitatievoorwaarden voor de campus Etterbeek________ De nieuwe milieuvergunning voor de campus Etterbeek bevat een hele reeks nieuwe exploitatievoorwaarden. Midden juni 2004 kregen alle personeelsleden van de Vrije Universiteit Brussel die verantwoordelijk zijn voor een ingedeelde inrichting een schrijven met een overzicht van de nieuwe exploitatievoorwaarden waaraan ze zich dienen te houden. Naast de milieuvoorwaarden worden ook verscheidene veiligheidsvoorschriften opgelegd.
C. Milieuvergunning studentenkamers Nieuwelaan___________________ De huidige milieuvergunning voor de studentenkamers in de Nieuwelaan vervalt op 26 februari 2006. Een vernieuwing dient ten laatste één jaar voor de vervaldatum te worden aangevraagd (voor een klasse 1B-vergunning). Daarom werd in september 2004 van start gegaan met het samenstellen van een dossier voor een hernieuwingsaanvraag. Het betreffende dossier zal februari 2005 worden ingediend.
2.2. Bioveiligheidsdossiers In 2004 was er zowel voor de campus Jette als voor de campus Etterbeek een dringende nood aan de actualisering van de bioveiligheidsdossiers.
A. Bioveiligheidsdossiers campus Etterbeek________________________ De nieuwe milieuvergunning voor de campus Etterbeek 01/0309 voorziet dat de Vrije Universiteit Brussel voor alle laboratoria die werken met GGO's en/of GGM's in het bezit moet zijn van een gebruiksvergunning conform het besluit van 8 november 2001 betreffende het ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde en/of pathogene organismen en betreffende de indeling van de betrokken installaties. Vermits de Vrije Universiteit Brussel nog niet in het bezit is van een dergelijke gebruiksvergunning werd de voorzitter van het bioveiligheidscomité van de campus Etterbeek opgeroepen om dringend werk te maken van het opstellen van geactualiseerde bioveiligheidsdossiers. Deze bioveiligheidsdossiers vormen de basis voor de aanvraag van de gebruiksvergunning. Er werd dan ook eind 2004 van start gegaan met het opmaken van de bioveiligheidsdossiers. Het opmaken van deze dossiers zal in 2005 administratief meer nauwgezet kunnen worden opgevolgd door de aanstelling van een bioveiligheidsverantwoordelijke.
B. Bioveiligheidsdossiers campus Jette____________________________ Op de campus Jette vervalt de bestaande milieuvergunning met referentie EXT 01004 voor het werken met GGO's en pathogenen op 25 januari 2005. Er werd dan ook in de tweede helft van 2004 werk gemaakt van het opstellen van nieuwe en geactualiseerde bioveiligheidsdossiers onder leiding van de voorzitter van het bioveiligheidscomité campus Jette, Prof. Bart Van der Auwera. Eerst werden alle onderzoeksgroepen aangeschreven die mogelijk zouden kunnen werken met GGO's of pathogenen. Eens de laboratoria die betrokken zijn bij de problematiek werden geïdentificeerd werd hen gevraagd een titel op te geven van hun activiteiten, risicoklassen te bepalen en bioveiligheidsdossiers op te maken. Eind december 2004 werden alle betrokken laboratoria aangemaand hun bioveiligheidsdossiers binnen te brengen zodat ze tegen 25 januari 2005 kunnen worden ingediend. In 2005 zal de bioveiligheidsverantwoordelijke deze dossiers van meer nabij kunnen opvolgen.
15
2.3. Vergunningen voor het werken met sommige stoffen met hormonale, antihormonale, anabole, beta-adrenergische, anti-infectieuze, antiparasitaire en anti-inflammatoire werking Laboratoria die gebruik maken van stoffen met hormonale, antihormonale, anabole, beta-adrenergische, anti-infectieuze, antiparasitaire en anti-inflammatoire werking dienen hiervoor een vergunning aan te vragen bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu - Directoraat-generaal Geneesmiddelen, dit in toepassing van het K.B. van 12/04/1974, gewijzigd door het K.B. van 12/08/2000 (B.S. 12/09/2000). In het jaar 2004 werden twee dergelijke vergunningen toegekend, geldig voor vijf jaar. Bovendien werd één reeds bestaande vergunning uitgebreid. Er dient op te worden gewezen dat deze vergunningen voor het eerst werden toegekend in het jaar 2000 en dat ze geldig zijn voor vijf jaar. In het jaar 2005 zullen de betreffende laboratoria dus nieuwe vergunningen moeten aanvragen.
16
3. De afvalproblematiek aan de Vrije Universiteit Brussel 3.1. Gevaarlijk en bijzonder afval In het jaar 2004 werd al het gevaarlijk en bijzonder afval afgevoerd volgens de standaardprocedures. Deze procedures dienen door alle diensten en laboratoria die gevaarlijk afval produceren te worden gevolgd. Ze worden beschreven in het "Handboek voor het beheer van gevaarlijk en bijzonder afval aan de Vrije Universiteit Brussel" dat kan worden gedownload van de internetsite van de milieucoördinator op www.vub.ac.be/MICO/.
A. Chemicaliën_______________________________________________ In 2004 werd verder samengewerkt met de firma SGS Ewacs en werden er zes ophalingen georganiseerd, op volgende data: 13 januari 2004, 3 maart 2004 (enkel Rode), 16 maart 2004, 25 mei 2004, 14 september 2004, 16 november 2004. Er is dus een ophaalfrequentie voorzien van om de twee à drie maanden. Op de betreffende data werden telkens de twee campussen bezocht voor de ophaling van het chemisch afval. Op 3 maart 2004 was er nog een laatste opruim van het overblijvende chemisch afval op de campus Rode. Al deze ophalingen worden georganiseerd door de milieucoördinator en begeleid door Geert Van Impe, medewerker van de Dienst Preventie. Tabel 3.1 geeft een overzicht van de hoeveelheden chemisch afval dat werd afgevoerd in de periode 2001 - 2004 door SGS Ewacs. We zien in 2004 een verdubbeling van de hoeveelheden chemisch afval opgehaald op de campus Etterbeek en een daling met 310 kg op de campus Jette. Het jaar 2004 is het eerste jaar dat gebouw E volledig operationeel is met alle laboratoria die op volle toeren draaien. Dit heeft duidelijk zijn weerslag op de hoeveelheden chemisch afval die werden afgevoerd. Schommelingen in de afgevoerde hoeveelheden kunnen allerlei redenen hebben: zo kan het stopzetten van een bepaald project in een eerste fase een grote hoeveelheid afval veroorzaken (opruiming van overschotten) en in een tweede fase een daling t.o.v. het jaar voordien vermits de continue afvoer stilvalt. Nieuwe projecten, een grotere bekendheid van de ophaalprocedures en de interne controles op de diensten kunnen ook een stijging van de hoeveelheid afgevoerd afval voor gevolg hebben. In het academiejaar 2003-2004 maakte Fiorenzo Savoretti onder begeleiding van de milieucoördinator een thesis voor het programma GGS Milieudeskundige, over de afvoer van het gevaarlijk afval op de Vrije Universiteit Brussel. Hij behaalde met dit werk "onderscheiding" in september 2004.
17
Tabel 3.1. Hoeveelheden chemisch afval afgevoerd door SGS Ewacs voor de periode 2001- 2004
campus Etterbeek campus Jette campus Rode campus ELISHOUT (COOVIANDERLECHT) Totaal
afvoer in 2001 2697 kg 524 kg
afvoer in 2002 1563 kg 704 kg
afvoer in 2003 2221 kg 1744 kg
afvoer in 2004 4736 kg 1434 kg
60 kg
700 kg
2010 kg
1747 kg
-
-
141 kg
-
3281 kg
2967 kg
6116 kg
7917 kg
Fiorenzo Savoretti analyseerde de beschikbare gegevens over de hoeveelheden gevaarlijk afval afgevoerd uit de verschillende laboratoria van de Vrije Universiteit Brussel. Uit zijn werk bleek dat er twee types van laboratoria konden worden onderscheiden: deze die een bijna continue stroom aan gevaarlijk afval hebben en deze die een heel grillig patroon hebben in de ophaling van hun gevaarlijk afval. Momenteel is het nog niet mogelijk om gegevens te bekomen over de hoeveelheden chemicaliën die werden besteld door de verschillende laboratoria. Een sluitende evaluatie van en controle op de afvoer van het gevaarlijk afval zou slechts mogelijk zijn wanneer een relatie kan worden gemaakt tussen de hoeveelheden chemicaliën besteld, de hoeveelheden verbruikt en de hoeveelheden chemisch afval afgevoerd. Een oplossing om de stroom van gevaarlijke stoffen te controleren zou een scansysteem zijn dat nu reeds courant in industriële laboratoria wordt gebruikt. Met dit scansysteem worden inkomende stoffen en stocks elektronisch geregistreerd en kan een vergelijking worden gemaakt tussen inkomende en uitgaande stromen. Een dergelijk systeem zou ook aan de Vrije Universiteit Brussel kunnen worden ingevoerd om een betere controle te kunnen uitoefenen op de al dan niet correcte afvoer van het gevaarlijk afval. Ook de regelmatige en onverwachte controle van het afvalwater van de verschillende laboratoria kan een inzicht geven in de mate waarin de laboratoria de richtlijnen voor afvoer van chemisch afval opvolgen.
B. Risicohoudend en niet-risicohoudend medisch/biologisch afval________ Het "risicohoudend medisch/biologisch afval” afkomstig van medische diensten en laboratoria werd in 2004 afgevoerd in de gele vaten of dozen met biorisico-symbool, zoals voorzien in de wetgeving. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt dit type afval officieel benoemd onder naam "speciale afvalstoffen afkomstig van activiteiten inzake gezondheidszorg". Ophalingen georganiseerd door de milieucoördinator werden in 2004 uitgevoerd door de firma SITA. Deze firma kwam in 2004 elke week dinsdag langs op de Vrije Universiteit Brussel, alternerend op de campus Jette en op de campus Etterbeek. Enkele diensten verkozen hun eigen ophaling te organiseren en maakten daarbij gebruik van de diensten van de firma van Gansewinkel. Tabel 3.2 geeft een overzicht van de hoeveelheden risicohoudend medisch afval afgevoerd door SITA en van Gansewinkel in de periode 2001- 2004. De stijging met 800
18
kg van de hoeveelheden afgevoerd op de campus Etterbeek kan grotendeels worden verklaard door de overkomst van de laboratoria uit Rode. Schommelingen zijn ook te wijten aan opbouw en afbouw van projecten, de grotere bekendheid van de ophaalprocedures en de controle op de diensten. Nadat de totale afvoer van het risicohoudend medisch/biologisch afval drie jaar opeenvolgend steeg is er in 2004 voor het eerst een stabilisatie vast te stellen. Tabel 3.2. Hoeveelheden risicohoudend medisch/biologisch afval afgevoerd van de campussen van de Vrije Universiteit Brussel in de periode 2001 - 2004. afvoer in 2001 867 kg 2628 kg
afvoer in 2002 782 kg 3628 kg
afvoer in 2003 2293 kg 3751 kg
afvoer in 2004 3094 kg 3538 kg
campus Rode
1089 kg
1348 kg
661 kg
-
Totaal
4584 kg
5758 kg
6705 kg
6632 kg
campus Etterbeek campus Jette
In 2004 ging de milieucoördinator op zoek naar een nieuwe ophaler voor het risicohoudend medisch/biologisch afval. Aangezien SITA prijsverhogingen aankondigde werd een marktstudie gedaan waaruit de firma Van Heede als meest interessante naar voor kwam. Er werd dan ook in november 2004 beslist om vanaf 1 januari 2005 over te schakelen op de firma Van Heede als de nieuwe ophaler van de gele vaten. Het niet-risicohoudend medisch/biologisch afval wordt zowel op de campus Etterbeek als op de campus Jette afgevoerd via de perscontainer met restafval. Er werd overeengekomen met de ophalers, Indaver en Biffa dat de inhoud van deze perscontainers steeds voor verbranding wordt aangeboden. De wetgeving voorziet namelijk dat het niet-risicohoudend medisch afval niet mag worden gestort.
C. Radioactief afval____________________________________________ Het radioactief afval werd ook in 2004 strikt gescheiden van alle andere afvalstoffen afgevoerd door de Dienst Fysische Controle. De procedure ontwikkeld door de Dienst Fysische Controle werd in 2004 strikt opgevolgd. Bij ophaling van allerhande laboratoriumafval en chemisch afval controleert SGS Ewacs telkens of er niet per vergissing toch radioactief afval wordt aangeboden.
D. Lege tonercartridges________________________________________ Alle types van lege tonercartridges werden in 2004, zoals voorheen, ingezameld in het Centraal Magazijn van de Vrije Universiteit Brussel. Diensten die ver van het Centraal Magazijn zijn gevestigd kunnen hun lege cartridges ook meegegeven met de chauffeur van het Centraal Magazijn. Lege tonercartridges dienen steeds te worden afgeleverd in hun originele verpakking. De lege cartridges worden regelmatig opgehaald voor recyclage door de gespecialiseerde firma Copy-Fill uit Deinze. In 2004 werden voor 951 kg aan lege toner- en inktcartridges opgehaald op de Vrije Universiteit Brussel. Het ging om 874 stuks, een vergelijkbaar aantal met vorig jaar (889 lege patronen opgehaald in 2003).
19
E. Lege batterijen_____________________________________________ Ook lege batterijen werden in 2003 gescheiden ingezameld zoals voorheen. Lege batterijen kunnen worden gedeponeerd in de "geel-groene" recipiënten van BEBAT. De meest zichtbare BEBAT-inzamelpunten bevinden zich bij de ingang van de studentenrestaurants op zowel de campus Etterbeek als de campus Jette. In het Centraal Magazijn en op het Zelfstudiecentrum Wetenschappen op de campus Etterbeek kunnen ook lege batterijen worden achtergelaten. Grotere inzameltonnen bevinden zich in het Magazijn van de Technische Dienst op de campus Etterbeek en op de Technische Dienst op de campus Jette. Ook op de dienst Menselijke Ecologie (campus Jette) en op de dienst Elementaire Deeltjes (campus Etterbeek) worden lege batterijen verzameld. In 2004 werden zoals voordien lege batterijen ingezameld, maar waren geen van de recipiënten overvol, zodat geen ophaling door BEBAT diende te worden georganiseerd.
F. Oude elektrische en elektronische toestellen______________________ In 2004 werden de oude computers gratis opgehaald door het kringloopcentrum Televil uit Vilvoorde, zowel op de campus Etterbeek als op de campus Jette. Op de campus Etterbeek wordt deze ophaling georganiseerd door de Aankoopdienst en op de campus Jette door de Technische Dienst. Op de campus Etterbeek kunnen oude elektronische toestellen worden binnengebracht in het Centraal Magazijn en op de campus Jette werden drie boxpalletten geplaatst in de garage onder gebouw B voor de recyclage van het oude elektronische materiaal. Hoe dan ook blijft het de boodschap voor iedere dienst om zelf de reflex te hebben zoveel mogelijk de eigen oude toestellen op individuele basis terug mee te geven met de leveranciers. Telkens een nieuw toestel wordt binnengebracht zou een oud moeten worden meegegeven. Wanneer op de aankoopfactuur van een nieuw toestel staat aangegeven dat een Recupel-bijdrage werd betaald, is de leverancier verplicht een oud gelijkaardig toestel weer mee te nemen. Op de campus Etterbeek werden in 2004 een volume van 24 m³ ICT-materiaal afgevoerd door Televil. Bovendien was er nog eens een lading zwaar ICT-materiaal van de Dienst Administratieve Informatieverwerking, goed voor ongeveer 20 m³. Op de campus Jette werden in 2004 6 boxpaletten met elektronisch afval afgevoerd door Televil. Een interessant initiatief dat in 2004 veel media-aandacht kreeg is "Close the Gap". Het is een initiatief van Olivier Van den Eynde, oudstudent handelsingenieur aan de Vrije Universiteit Brussel. "Close the Gap" heeft als doel de digitale kloof in de wereld te dichten door afgedankte computers in te zamelen, deze te herinstalleren en ze dan te schenken aan organisaties in de derde wereld. Ook dat is dus een mooie oplossing om oude computers een nieuwe bestemming te geven. "Close the Gap" aanvaardt niet zomaar alle elektronisch materiaal. Meer informatie kan worden gevonden op de website van de vereniging www.closethegap.be.
G. Oude wetenschappelijke toestellen_____________________________ Oude wetenschappelijke toestellen die van de Vrije Universiteit Brussel dienen te worden afgevoerd, worden eerst aangeboden aan mogelijke geïnteresseerden. Wanneer de milieucoördinator op de hoogte wordt gebracht van de noodzaak van het afvoeren van oude wetenschappelijke toestellen wordt eerst contact opgenomen met Prof. Paul Coppens van de Vrije Universiteit Brussel. Hij kan dan nagaan of hij de betreffende toestellen kan gebruiken in het kader van zijn project rond wetenschapsonderwijs in secundaire scholen. De toestellen die dan nog overblijven worden aangeboden aan de Stichting voor Industrieel en Wetenschappelijk Erfgoed (SIWE) en aan het Museum voor de geschiedenis van de wetenschappen van de Universiteit Gent. Wanneer er geen interesse bestaat voor de toestellen worden ze afgevoerd met het grof vuil. In 2004
20
werden oude autoclaven en oude ultracentrifuges afgevoerd. Er bestond geen interesse voor recuperatie door SIWE of UG.
H. TL-lampen________________________________________________ De Technische Dienst verzamelde in 2004 alle TL-lampen die niet meer functioneerden en liet deze afzonderlijk afvoeren door SITA Recycling Services. In 2004 werd op de campus Jette 48 kg TL-lampen afgevoerd en op de campus Etterbeek 418 kg.
I. Het afvalregister____________________________________________ De Vrije Universiteit Brussel is wettelijk verplicht een afvalregister bij te houden zoals voorzien in het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 januari 1997. Het afvalregister werd ook in 2004 door de milieucoördinator bijgehouden en continu aangevuld. Alle attesten en certificaten, of facturen, van de verwijdering van gevaarlijk en bijzonder afval komen in dit centraal beheerd register terecht. Diensten die op eigen initiatief gevaarlijke of bijzondere afvalstoffen laten afvoeren worden daarom verzocht de verwijderingsdocumenten overhandigd door de erkende ophalers over te maken aan de milieucoördinator. Het afvalregister van 2004 ligt ter inzage van de overheid en eventueel andere geïnteresseerden op het bureau van de milieucoördinator.
3.2. Niet-gevaarlijk afval A. Gescheiden inzamelen van papier en karton______________________ In het jaar 2004 werd 84.980 kg papier afgevoerd van de campus Etterbeek voor recyclage door de Dienst Facility Management. Dit is een succesvolle 35.880 kg meer dan het jaar voordien. In 2003 werd van start gegaan met de gescheiden papierinzameling met enige opstartproblemen die door de Dienst Facility Management in 2004 werden opgelost. Het verhogen van het aantal inzamelpunten voor oud papier, dichter bij de burelen, zou in de toekomst voor een nog meer succesvolle papierinzameling kunnen zorgen. Hiervoor wordt naar oplossingen gezocht door de Dienst Facility Management en de milieucoördinator. Tabel 3.3 toont voor de campus Jette een sterke daling in de afvoer van papierafval, het tweede jaar op rij. In 2004 werden een goede 9500 kg minder papierafval opgehaald dan twee jaar voordien. Er werd in 2004 dan ook maar iets meer dan 2000 kg ingezameld. De oorzaak van deze daling dient verder te worden onderzocht. Misschien is er wel dringend nood aan een nieuwe aanmoedigingscampagne. Tabel 3.3. Hoeveelheden papierafval afgevoerd van de campussen van de Vrije Universiteit Brussel voor de periode 2001 - 2004.
campus Etterbeek
campus Jette
afvoer in 2001 6 containers van 1100 liter per week (geen gewichten doorgegeven door de ophaler)
ong. 10.988 kg
afvoer in 2002 0 kg
afvoer in 2003 49.100 kg
afvoer in 2004 84.980 kg
ong. 11.666 kg
5.920 kg
2.120 kg
21
B. Gescheiden inzamelen van PMD en glas_________________________ In 2004 werd nog niet overgegaan tot een meer doorgedreven gescheiden inzameling van plastiek, metaal en drankverpakkingen en glas. Enkel aan de studentenhomes op de campus Jette wordt er PMD en glas verzameld. Op de campus Etterbeek staat slechts één glascontainer en wordt geen PMD ingezameld. Daarom zijn enkele individuele diensten, zoals het Zelfstudiecentrum Wetenschappen en de Dienst Menselijke Ecologie, reeds enkele jaren bezig met een eigen interne inzameling van PMD en glas. Net Brussel, de openbare afvalophaler van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, is nochtans bereid PMD en glas gratis te komen ophalen in de onderwijsinstellingen die een gescheiden inzameling organiseren. De vraag is of de dienstverlening van Net Brussel kan worden ingepast in het afvalbeheerssysteem van de Vrije Universiteit Brussel. Er dient verder te worden gezocht naar een oplossing die efficiënt is, inpasbaar in het huidige systeem, milieuvriendelijk en financieel haalbaar.
C. Restaurantafval____________________________________________ Aangezien volgens de EG Verordening 1774/2002, gepubliceerd op 3 oktober 2002, het restaurantafval en de etensresten niet meer mogen worden verwerkt in diervoeder, werd dit type afval van de studentenrestaurants van de Vrije Universiteit Brussel sinds 2003 afgevoerd met het restafval door de Dienst Facility Management. Er werd navraag gedaan bij ophaalfirma's om te komen tot een afzonderlijke ophaling van de etensresten zodat die kunnen worden gecomposteerd. Er kwam in 2004 echter geen interessant voorstel, zodat verder werd gegaan met de afvoer via het restafval. Ook het restaurantafval op de campus Jette wordt sinds 2003 niet langer opgehaald voor verwerking als voeder. Het restaurantafval wordt, zoals op de campus Etterbeek afgevoerd naar de container met restafval. Het studentenrestaurant op de campus Jette staat voor grote hervormingen - de keuken dient volledig te worden heringericht en het beheer wordt herzien - en de problematiek van een meest efficiënte afvalverwerking zal in dat kader worden herbekeken. Het gebruikte frituurvet wordt zowel op de campus Etterbeek als op de campus Jette afgevoerd door de firma Leemans. Op de campus Etterbeek gaat het om gemiddeld 120 liter per week, tijdens de normale maanden en ongeveer de helft tijdens de vakantieperiodes. In 2004 ging Prof. Jacques De Ruyck van de vakgroep Werktuigkunde van start met een project waarbij een deel van het oude frituurvet wordt omgevormd tot biodiesel, die vervolgens wordt uitgetest in de motorproefstand van de vakgroep. In de toekomst zal worden overwogen of geen grotere hoeveelheden oude frituurolie in de praktijk kunnen worden hergebruikt, bijvoorbeeld in het wagenpark van de Vrije Universiteit Brussel.
D. Restafval en groot vuil______________________________________ Het restafval werd in 2004 opgehaald op de campus Etterbeek door Indaver en op de campus Jette door Biffa. Er wordt gewerkt met perscontainers en kipladers. Het restafval is een mengsel van kantoorafval, huishoudelijk afval en niet-risicohoudend afval van laboratoria. De inhoud van deze containers wordt steeds voor verbranding aangeboden. De interne inzameling gebeurt op de campus Etterbeek door de Dienst Facility Management en op de campus Jette door de Technische Dienst. Op de campus Etterbeek zien we in 2004 een stijging van de afvoer van het restafval met 20.780 kg in vergelijking met het jaar voordien (zie tabel 3.4) en dit ondanks het feit dat er bijna 36.000 kg meer papierafval afzonderlijk werd afgevoerd (papierafval dat wanneer het niet apart gehouden wordt ook in de container met restafval belandt).
22
Op de campus Jette kon er in 2004 een lichte daling van het restafval worden vastgesteld met 6500 ton t.o.v. het jaar voordien, dit ondanks de beperkte hoeveelheid papierafval dat in 2004 afzonderlijk werd afgevoerd. De campus Rode was in 2004 volledig ontruimd, zodat hier geen afval meer diende te worden opgehaald. De drie campussen samengeteld zien we een lichte daling in de totale hoeveelheid restafval gegenereerd door de Vrije Universiteit Brussel. Het groot vuil werd op de campus Etterbeek in 2004 verder opgehaald door Indaver. In de container voor het groot vuil komt alle niet-gevaarlijk en niet-risicohoudend restafval dat te groot is om af te voeren via de perscontainer. Het betreft bijvoorbeeld afgedankte meubelen, bouw- en sloopafval. Tabel 3.5 geeft een overzicht van de hoeveelheid afgevoerd groot vuil op de campus Etterbeek. Na twee jaar van sterke stijgingen in de hoeveelheden groot vuil afgevoerd, kon er in 2004 een grote daling in de afgevoerde hoeveelheden worden vastgesteld, een terugval tot een niveau iets boven dat van het jaar 2001. In 2002 en 2003 waren er heel wat nieuwbouwprojecten, verbouwingswerken en verhuizingen van diensten die de grote hoeveelheden groot vuil gedurende die periode kan verklaren. Groot vuil op de campus Jette werd afgevoerd door een opkoper van "oud ijzer". Het gewicht van de afgevoerde containers werd ons niet bezorgd. Om toch een idee te geven van de hoeveelheid: in 2004 werden 4 dergelijke containers van 30 m3 afgevoerd. Tabel 3.4. Hoeveelheden restafval afgevoerd van de campussen van de Vrije Universiteit Brussel voor de periode 2001- 2004.
campus Etterbeek campus Jette campus Rode Totaal
afvoer in 2001 450.000 kg 142.400 kg 44.180 kg 636.580 kg
afvoer in 2002 480.120 kg 157.770 kg 41.420 kg 679.310 kg
afvoer in 2003 462.220 kg 159.390 kg 26.430 kg 648.040 kg
afvoer in 2004 483.000 kg 152.890 kg 0 kg 635.890 kg
Tabel 3.5. Hoeveelheden groot vuil afgevoerd van de campus Etterbeek van de Vrije Universiteit Brussel voor de periode 2001 - 2004.
campus Etterbeek
afvoer in 2001 60.000 kg
afvoer in 2002 73.360 kg
afvoer in 2003 111.340 kg
afvoer in 2004 66.720 kg
E. Ruilbeurs voor overtollig kantoor- en laboratoriummateriaal__________ De elektronische nieuwsbrief van de Vrije Universiteit Brussel bevat een rubriek "gezocht...". Deze rubriek werd in het jaar 2004 reeds sporadisch gebruikt voor het aanbieden van overtollig kantoor- of laboratoriummateriaal. De betreffende rubriek zou in de toekomst nog veel meer intensief kunnen gebruikt worden als ruilbeurs voor herbruikbaar kantoor- en laboratoriummateriaal. Het gebeurt namelijk regelmatig dat bepaalde diensten op zoek zijn naar bijkomende uitrusting terwijl anderen ervan af willen. Het aankondigen van overtollig materiaal in de rubriek "gezocht" kan ervoor zorgen dat sommige herbruikbare stukken een tweede leven krijgen i.p.v. te belanden in de container met grof vuil.
23
4. Het verwijderen van PCBhoudende apparaten aan de Vrije Universiteit Brussel Op de campus Etterbeek stonden eind 2004 nog 10 PCB-houdende transformatoren in het beheer van de Technische Dienst. Ook in de gebouwen aan de Nieuwelaan en de Triomflaan 43 stonden eind 2004 nog telkens één toestel dat dient te worden afgevoerd. De wetgeving stelt dat alle PCB-houdende transformatoren tegen het einde van 2005 dienen te worden vervangen. Dit is dan ook zo voorzien in het verwijderingsplan van de Vrije Universiteit Brussel. In 2004 werden 7 PCB-houdende transformatoren vervangen in de gebouwen M, B, C, F, G en Z op de campus Etterbeek. Op de campus Jette dienen nog drie overblijvende PCB-houdende transformatoren te worden verwijderd tegen 2005 in het gebouw Cyclotron, een taak die het AZ-VUB op zich zal nemen. De werken zouden in de tweede helft van 2005 moeten plaatsvinden. Als alles volgens plan verloopt zal dit hoofdstuk over de verwijdering van PCB-houdende transformatoren voor het laatst verschijnen in het milieujaarverslag 2005. Tegen eind 2005 zouden alle PCB-houdende transformatoren moeten vervangen zijn door nieuwere toestellen die niet langer PCB's bevatten en die bovendien volledig ontworpen zijn om te voldoen aan de actuele milieunormen. Bijvoorbeeld op gebied van inkuipingen werden de oude types van toestellen achteraf van een inkuiping voorzien, terwijl de nieuwe toestellen hier van bij het ontwerp op voorzien zijn. Het verwijderen van de PCB-houdende toestellen is een grote stap vooruit in de milieubewuste bedrijfsvoering van onze instelling. Het grootste gevaar van PCB's schuilt in het feit dat ze zich opstapelen in de voedselketen en tot vergiftiging leiden als de dosis te hoog wordt.
24
5. Energieverbruik aan de Vrije Universiteit Brussel In dit hoofdstuk wordt een onderscheid gemaakt tussen het verbruik van aardgas voor de verwarming, het elektriciteitsverbruik en andere energiebronnen of projecten rond energievoorziening.
5.1. Verwarming Zowel op de campus Etterbeek als op de campus Jette wordt er gestookt met aardgas. Op beide plaatsen bestaat ook de mogelijkheid om over te schakelen op stookolie, maar daarvan werd de laatste jaren geen gebruik gemaakt. Tabel 5.1. geeft een overzicht van het energieverbruik voor de verwarming op de campus Etterbeek. Totale cijfers worden gegeven, alsook cijfers per m2 en het verbruik gecorrigeerd voor de graaddagen. De graaddagen geven een idee van de weersomstandigheden (hoe hoger het cijfer van de graaddagen, hoe kouder het dat jaar was) en de cijfers verbeterd voor de graaddagen geven een beeld waarbij de weerfactor uitgeschakeld is. Tabel 5.1. Energieverbruik voor verwarming van de gebouwen die gelegen zijn op de campus Etterbeek in 2004 (onderste verbrandingswaarde, exclusief de gebouwen op de Schoofslaan en de Triomflaan) 2004 verbruik van aardgas voor de gebouwen op de campus Etterbeek
121.727 GJ
verbruik per jaar en per m2*
745 MJ/m² 2.323
Graaddagen 16,5 equivalent te Ukkel Ingevoerde factor (graaddagen 16,5 normaal voor periode 1971-2000 is 2.458) verbruik van aardgas voor de gebouwen op de campus Etterbeek verbeterd voor de graaddagen
1,06 129.031 GJ
verbruik per jaar en per m2 verbeterd voor de graaddagen
790 MJ/m²
(*de totale vloeroppervlakte van de gebouwen op de campus Etterbeek, inclusief de ondergrondse delen, met name parkings, technische tunnels en -lokalen, bedroeg in 2004 163.324 m²) In 2004 is gebleken dat de cijfers van het gasverbruik die werden verzameld tijdens de vorige jaren door de gasmaatschappij foutief waren, als gevolg van een slecht functionerende teller. De cijfers die werden vermeld in de vorige milieujaarverslagen zijn dus niet correct en het verbruik ligt een stuk hoger dan wat vorige jaren werd opgemeten. Hoeveel er precies werd verbruikt de vorige jaren is niet meer te achterhalen. Tabel 5.2 geeft een overzicht van het energieverbruik voor de verwarming van de facultaire gebouwen op de campus Jette. Een onderscheid wordt gemaakt tussen de
25
totale cijfers, het verbruik per jaar en per m2 en het verbruik gecorrigeerd voor de graaddagen. Figuren 5.1 en 5.2 tonen in 2004 een verdere daling in het verbruik van aardgas, zowel wat betreft het reëel verbruik, als het verbruik per oppervlakte-eenheid en het verbruik gecorrigeerd voor de graaddagen. Het is het tweede jaar op rij dat een daling kan worden vastgesteld. Vroeger werd er vanuit gegaan dat het gasverbruik per vierkante meter op de campus Jette veel hoger was dan op de campus Etterbeek. Nu blijkt dit het gevolg van incorrecte metingen op de campus Etterbeek. Wanneer we tabel 5.1 en tabel 5.2 vergelijken blijkt dat op de campus Jette iets minder gas wordt verbruikt per m² dan op de campus Etterbeek. Er is dus duidelijk een nood aan een nauwgezette en onmiddellijke opvolging van de cijfers van het energieverbruik. De invloed van technische maatregelen, uitbreidings- en aanpassingswerken op het energieverbruik dient nauwkeurig te worden opgevolgd, alsook het functioneren van de tellers. Tabel 5.2. Energieverbruik voor verwarming van de lokalen op de campus Jette per jaar voor de periode 1998 - 2004 (enkel de gebouwen van de faculteit) 1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
27.442 GJ 744 MJ/ m2 2310
26.845 GJ 728 MJ/ m2 2174
24.479 GJ 663 MJ/ m2 2097
29.445 GJ 798 MJ/ m2 2348
30.297 GJ 821 MJ/ m2 2090
28.500 GJ 773 MJ/m² 2296
24.734 GJ 670 MJ/m² 2323
1,06
1,13
1,17
1,04
1,18
1,07
1,06
29.088 GJ
30.335 GJ
28.640 GJ
30.623 GJ
35.750 GJ
30.495 GJ
26.218 GJ
789 MJ/m²
823 MJ/m²
776 MJ/m²
830 MJ/m²
969 MJ/m²
827 MJ/m²
711 MJ/m²
campus Jette verbruik per jaar en per m2* Graaddagen 16,5 equivalent te Ukkel Ingevoerde factor (graaddagen 16,5 normaal voor periode 1971-2000 is 2458) verbruik per jaar verbeterd voor de graaddagen (ref Ukkel/1998) verbruik per jaar en per m2 verbeterd voor de graaddagen (ref Ukkel/1998)
(de vloeroppervlakte van de facultaire gebouwen op de campus Jette bedraagt 36.889 m2) Figuur 5.1. Reëel en verbeterd verbruik van aardgas voor de gebouwen op de campus Jette in GJ 40.000 35.000 30.000 25.000 reëel verbruik in GJ
20.000
verbeterd verbruik in GJ
15.000 10.000 5.000 0 1998
1999
2000
2001
2002
2003
26
2004
Figuur 5.2. Reëel en verbeterd verbruik van aardgas per vierkante meter voor de gebouwen op de campus Jette in GJ 1200 1000 800 reëel verbruik in GJ/m²
600
verbeterd verbruik in GJ/m²
400 200 0 1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
Tabel 5.3 geeft een overzicht van het energieverbruik voor de verwarming in de studentenhuizen voor de afgelopen drie jaar. Tabellen 5.4 en 5.5 maken een vergelijking van het verbruik per student en per vloeroppervlakte voor de periode 2002 - 2004. Aangezien de studentenhuizen in de Triomflaan en de Schoofslaan recent werden gebouwd en veel meer zijn geïsoleerd dan de studentenkamers op de campus zelf zou men hier een lager verbruik per m² mogen verwachten. Dit is echter niet het geval. Ook het lage verbruik in de Nieuwelaan is momenteel niet verklaarbaar. Ook in de studentenhuizen is er dus een duidelijke nood aan een grondige opvolging van de cijfers van het energieverbruik. Tabel 5.3. Energieverbruik voor verwarming van de studentenhuizen voor de periode 2002 - 2004 2002 2003 2004 verbruik van aardgas voor studentenhome op de campus Etterbeek
-
verbruik van aardgas voor studentenhome Schoofslaan
-
verbruik van aardgas voor studentenhome Triomflaan
-
verbruik van aardgas voor studentenhome Nieuwelaan
3.656 GJ
2.928 GJ
1.852 GJ
(verbeterd 4314 GJ)
(verbeterd 3.133 GJ)
(verbeterd 1.963 GJ)
3.505 GJ
2.819 GJ
2.599 GJ
(verbeterd 4136 GJ)
(verbeterd 3.016 GJ)
(verbeterd 2.755 GJ)
2090
2296
2323
1,18
1,07
1,06
-
8.209 GJ (verbeterd 8.701 GJ)
(verbeterd voor graaddagen)
-
3.685 GJ (verbeterd 3.906 GJ)
(verbeterd voor graaddagen)
-
2.354 GJ (verbeterd 2.495 GJ)
(verbeterd voor graaddagen)
(verbeterd voor graaddagen)
verbruik van aardgas voor studentenhome op de campus Jette
(verbeterd voor graaddagen)
graaddagen 16,5 equivalent te Ukkel Ingevoerde factor m.b.t. graaddagen
27
Tabel 5.4. Vergelijking van het energieverbruik voor verwarming van de verschillende studentenhuizen per student (reële waarden) voor de periode 2002 - 2004 verbruik in 2002 per student
verbruik in 2003 per student
verbruik in 2004 per student
studentenhome op de campus Etterbeek (373 studenten)
-
-
22,0 GJ/student
Schoofslaan (228 studenten)
-
-
16,2 GJ/student
Triomflaan (72 studenten en 11 gastprofessoren)
-
-
28,4 GJ/student
9,6 GJ/student
7,7 GJ/student
4,8 GJ/student
14,4 GJ/student
11,5 GJ/student
10,6 GJ/student
Nieuwelaan (379 studenten) studentenhome op de campus Jette (244 studenten)
Tabel 5.5 Vergelijking van het energieverbruik voor verwarming van de verschillende studentenhuizen per vloeroppervlakte (reële waarden) voor de periode 2002 - 2004 verbruik in 2002 per vloeroppervlakte
verbruik in 2003 per vloeroppervlakte
verbruik in 2004 per vloeroppervlakte
studentenhome op de campus Etterbeek (opp: 10.926 m2)
-
-
751,3 MJ/m²
Schoofslaan (opp: 5.152 m2)
-
-
715,2 MJ/m²
Triomflaan (opp: 2.653 m²)
-
-
887,3 MJ/m²
Nieuwelaan (opp: 9.795 m2)
373,3 MJ/m²
298,9 MJ/ m2
189,1 MJ/m²
studentenhome op de campus Jette (opp: 7.385 m2)
474,6 MJ/ m2
381,7 MJ/m²
351,9 MJ/m²
5.2. Elektriciteitsverbruik Tabel 5.6 geeft een overzicht van het elektriciteitsverbruik op de campus Etterbeek gedurende de laatste zeven jaar. Naast de totale cijfers worden de cijfers gegeven per m2. Figuur 5.5 toont een reële stijging in het elektriciteitsverbruik in 2004 ten opzichte van het jaar voordien. Het is het tweede jaar op rij dat een stijging in het elektriciteitsverbruik kan worden vastgesteld. Figuur 5.6 toont hoe het elektriciteitsverbruik per oppervlakte-eenheid aanzienlijk daalde van 70 kWh/m² in 2000 naar 60 kWh/m² in 2003. In 2004 kan opnieuw een stijging worden vastgesteld aangezien in 2004 het verbruik is gestegen terwijl de vloeroppervlakte niet is toegenomen.
28
Tabel 5.6. Elektriciteitsverbruik op de campus Etterbeek voor de periode 1998 - 2004 1998
1999
2000
verbruik in de gebouwen gevestigd op de campus Etterbeek
10.061.066 kWh
10.167.886 kWh
10.221.703 kWh
9.888.025 kWh
2001
9.654.715 kWh
2002
9.787.209 kWh
2003
10.225.210 kWh
2004
verbruik per m2*
69 kWh/m2
70 kWh/m2
70 kWh/m2
68 kWh/m2
64 kWh/m2
60 kWh/m2
63 kWh/m²
(*de totale vloeroppervlakte van de gebouwen op de campus Etterbeek, inclusief de ondergrondse delen, met name parkings, technische tunnels en -lokalen, bedroeg in 2004 163.324 m²) Figuur 5.3. Elektriciteitsverbruik in de gebouwen op de campus Etterbeek in kWh
12.000.000 10.000.000 8.000.000 6.000.000
verbruik in kWh
4.000.000 2.000.000 0 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004
Figuur 5.4. Elektriciteitsverbruik in de gebouwen op de campus Etterbeek per vierkante meter in kWh/m²
80 70 60 50 40 30 20 10 0
verbruik in kWh/m²
1998
1999
2000
2001
2002
29
2003
2004
Het elektriciteitsverbruik op de campus Etterbeek wordt door de Technische Dienst constant bewaakt en in geval van een te hoog verbruik worden bepaalde toestellen voor korte duur stilgelegd. Tabel 5.7 geeft een overzicht van het jaarlijks elektriciteitsverbruik op de campus Jette, voor de laatste zeven jaar. Figuur 5.5 en 5.6 toont een stijging in het elektriciteitsverbruik sinds 2002. Wanneer we tabel 5.6 en tabel 5.7 met elkaar vergelijken zien we ook een veel hoger verbruik op de campus Jette dan op de campus Etterbeek. Tabel 5.7. Elektriciteitsverbruik op de campus Jette voor de periode 1998 - 2004
verbruik in de gebouwen gevestigd op de campus Jette
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
4.852.390 KWh
4.913.030 KWh
4.856.990 KWh
4.811.970 KWh
4.743.285 KWh
4.780.785 kWh
4.935.484 kWh
131 kWh/m2
133 kWh/m2
132 kWh/m2
130 kWh/m2
129 kWh/m2
130 kWh/m2
134 kWh/m²
verbruik per m2
(de vloeroppervlakte van de facultaire gebouwen op de campus Jette bedraagt 36.889 m2)
Figuur 5.5. Elektriciteitsverbruik in de gebouwen op de campus Jette in kWh
6.000.000 5.000.000 4.000.000 3.000.000
verbruik in kWh
2.000.000 1.000.000 0 1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
Figuur 5.6. Elektriciteitsverbruik in de gebouwen op de campus Jette per vierkante meter in kWh/m²
160 140 120 100 80
verbruik in kWh/m²
60 40 20 0 1998
1999
2000
2001
2002
2003
30
2004
Tabel 5.8 geeft een overzicht van het elektriciteitsverbruik voor de laatste drie jaar voor de verschillende studentenhuizen en de tabellen 5.8 en 5.9 geven voor dezelfde periode een idee van het elektriciteitsverbruik per student en per vloeroppervlakte. Wanneer we het verbruik per student en per vierkante meter bekijken springt vooral de campus Jette uit de band met een hoog verbruik. Dit is gedeeltelijk te verklaren doordat in Jette het verbruik van de buitenverlichting is meegerekend, terwijl dit op de andere plaatsen niet het geval is. Verder onderzoek naar de oorzaak van dit hoge verbruik dringt zich op. Tabel 5.8. Elektriciteitsverbruik in de verschillende studentenhuizen voor de periode 2002 - 2004 2002 2003 2004 461.117 kWh
459.481 kWh
450.257 kWh
Schoofslaan
281.266 kWh
268.366 kWh
278.762 kWh
Triomflaan
108.673 kWh
111.037 kWh
110.600 kWh
Nieuwelaan
483.000 kWh
518.760 kWh
482.692 kWh
547.100 kWh
563.000 kWh
560.500 kWh
studentenhome op campus Etterbeek
studentenhome campus Jette
op
de
de
Tabel 5.9. Elektriciteitsverbruik in de verschillende studentenhuizen berekend per student voor de periode 2002 - 2004 verbruik in 2002 verbruik in 2003 verbruik in 2004 per student per student per student studentenhome op de campus Etterbeek (373 studenten)
1.236,2 kWh/student
1.231,8 kWh/student
1.207,1 kWh/student
Schoofslaan (228 studenten)
1.233,6 kWh/student
1.177,0 kWh/student
1.222,6 kWh/student
Triomflaan (72 studenten en 11 gastprofessoren)
1.309,3 kWh/student
1.337,8 kWh/student
1.332,6 kWh/student
Nieuwelaan (379 studenten)
1274,4 kWh/student
1.368,8 kWh/student
1.273,6 kWh/student
studentenhome op de campus Jette (244 studenten)
2242,2 kWh/student
2307,4 kWh/student
2297,1 kWh/student
Tabel 5.10. Elektriciteitsverbruik in de verschillende studentenhuizen berekend per vloeroppervlakte voor de periode 2002 - 2004 verbruik in 2002 per vloeroppervlakte
verbruik in 2003 per vloeroppervlakte
verbruik in 2004 per vloeroppervlakte
studentenhome op de campus Etterbeek (opp: 10.926 m2)
42,2 kWh/m2
42,1 kWh/m2
41,2 kWh/m²
Schoofslaan (opp: 5.152 m2)
54,6 kWh/m2
52,1 kWh/m2
54,1 kWh/m²
Triomflaan (opp: 2.653 m2)
40,9 kWh/m2
41,9 kWh/m2
41,7 kWh/m²
Nieuwelaan (opp: 9.795 m2) studentenhome op de campus Jette (opp: 7.385 m2)
49,3 kWh/m2
53,0 kWh/m2
49,3 kWh/m²
74,1 kWh/m2
76,2 kWh/m2
75,9 kWh/m²
31
De Vrije Universiteit Brussel kiest er in het algemeen bewust voor geen airconditioning te plaatsen en dus geen koeling van de lokalen te voorzien in de zomer. In de plaats wordt actief gewerkt aan het weren van ongewenste zonnewinsten. Zo worden bijvoorbeeld gevels die zuid of west georiënteerd zijn voorzien van externe zonnewering. Zij beschermen de lokalen tegen oververhitting en dragen er zo toe bij dat geen koelinstallaties dienen te worden geplaatst. Het gebruik van zonnewerende beglazing met een aangepaste reflectiefactor in de nieuwe gebouwen D en E op de campus Etterbeek dragen bij tot hetzelfde effect. Het verbruik van de elektrische verlichting is niet afzonderlijk gekend. In een gemiddeld kantoor maakt het energieverbruik van verlichting ongeveer 1/3 uit van het totale verbruik (Stratec, 2002). Het verbruik van elektriciteit voor verlichting wordt beperkt op de Vrije Universiteit Brussel door bij vernieuwing of vervanging steeds te kiezen voor meer energiezuinige systemen. De klassieke gloeilamp is bijna volledig verdwenen op de Vrije Universiteit Brussel. Een specifieke maatregel die zorgt voor een bijkomende energiebesparing is de expliciete opdracht die werd toevertrouwd aan de bewakingsdiensten om verlichting in lege lokalen en gangen steeds te doven. In kantoren en leslokalen wordt uitgegaan van een algemene verlichting van minimaal 500 lux. Volgens Stratec (2002) zou men zonder comfortverlies dit algemeen verlichtingsniveau kunnen verlagen tot 300 lux en specifieke taakverlichting voorzien op plaatsen waar dit nodig is.
5.3. Gebruik van hernieuwbare energiebronnen en projecten rond warmtekrachtkoppeling A. Gebruik hernieuwbare energiebronnen__________________________ In 2004 werden geen stappen ondernomen om bijkomende energie te halen uit hernieuwbare energiebronnen. Het winnen van hernieuwbare energie gebeurt aan de Vrije Universiteit Brussel enkel in het zwembad op de campus Etterbeek. Zo zijn er zonnepanelen voor de verwarming van het water van het zwembad en de douches en voor de aanmaak van het warme water van de cv-installatie. De overdracht van warmte gebeurt door verschillende warmtewisselaars. Het zwembad heeft ook diodemuren voor de voorverwarming van de ingeblazen lucht in het zwembadgebouw. De zonnewarmte wordt geaccumuleerd in de massa van de wanden. Door de lucht doorheen de wanden te sturen warmen deze op (vgl. systeem van accumulatiekachels). Bij de afzuiging van de lucht uit de zwembadhal wordt ook nog restwarmte gerecupereerd voor de verwarming van de kleedkamers (warmtewisseling van warme lucht naar warm water). De panelen en diodemuren zijn in drie windrichtingen georiënteerd. Bij gebrek aan voldoende zon kan de verwarming overgenomen worden door het klassiek verwarmingssysteem. De hoeveelheid energie die zo in het zwembad wordt geproduceerd is onbekend (Stratec, 2002).
B. Warmtekrachtkoppeling_____________________________________ Onder warmtekrachtkoppeling verstaat men de gelijktijdige productie van warmte en elektriciteit. Deze werkwijze laat toe de warmte die vrijkomt bij de productie van elektriciteit te benutten voor de productie van warm water. Het doel is een rendementsverhoging tot stand te brengen door de “restwarmte” nuttig te gebruiken (Stratec, 2002).
32
Sinds oktober 2003 is er een warmtekrachtkoppelingsinstallatie in werking in de stookplaats van het AZ-VUB. Deze stookplaats is er niet enkel voor het ziekenhuis, maar ook voor de verwarming van de facultaire gebouwen. Sinds oktober 2003 wordt er op de campus Jette dus elektriciteit geproduceerd waarbij de gegenereerde warmte wordt gerecupereerd voor gebruik op de campus. Op de campus Etterbeek werd eind 2003 een microgasturbine geplaatst op de vakgroep Werktuigkunde in gebouw Z, onderleiding van Prof. Jacques De Ruyck. Het gaat om een kleine turbine van de zweedse firma Turbec. Het is de bedoeling elektriciteit en warm water op te wekken voor gebruik op de campus. In 2004 draaide de microgasturbine bij tussenpozen. Er wordt verwacht dat ze in 2005 op meer continue wijze zal draaien. In een eerste fase wordt er gestookt met aardgas. Het is echter de bedoeling om in de toekomst onderzoek te doen naar het gebruik van biomassa als brandstof voor de microgasturbine.
5.4. Rationeel energiegebruik A. Dienst Huisvesting__________________________________________ De Dienst Huisvesting spoort in het document "Interne Keuken" de kotstudenten aan om meer rationeel om te springen met energie. Ook de v.z.w. Quartier Latin, die tot doel heeft te komen tot één centraal huisvestingsbeleid voor alle Nederlandstalige hogescholen en universiteiten in Brussel, gaat in de brochure "Op Kot" verder in op het "ecologisch en economisch" omgaan met energie. Beide initiatieven zijn een eerste stap in het betrekken van de universitaire gemeenschap in meer rationeel energiegebruik. In de toekomst kunnen de studenten nog meer actief betrokken worden bij deze problematiek door het opzetten van meer doorgedreven sensibiliseringscampagnes.
B. Dienst Leslokalenbeheer - Facility Management___________________ De Dienst Leslokalenbeheer (Facility Management) spoort de gebruikers van de leslokalen van de Vrije Universiteit Brussel aan tot een meer rationeel energiegebruik. Aan alle toegangen tot de leslokalen op de campus Etterbeek werd volgende mededeling aangebracht: "In het kader van energiebesparing vragen wij u na het beëindigen van de lessen het licht te doven en eventuele ramen te sluiten". Op deze wijze spoort de Dienst Leslokalenbeheer zowel studenten als professoren aan om spaarzaam om te springen met energie, wat niet enkel vanuit milieuoogpunt een goed zaak is, maar ook kan bijdragen tot een lagere energiefactuur.
33
6. Gebruikte koelmiddelen aan de Vrije Universiteit Brussel De Verordening (EG) Nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen stelt dat vanaf 01/01/2010 het gebruik van nieuw geproduceerde HCFK’s voor onderhoud verboden is en dat vanaf 01/01/2015 alle HCFK’s verboden zijn.
6.1. Campus Etterbeek Op de campus Etterbeek worden nog courant de HFCK's R22 en R407c gebruikt als koelmiddel. Om lekken te vermijden werden door de Technische Dienst van de campus Etterbeek onderhoudscontracten afgesloten. Het onderhoud gebeurt 2 keer per jaar.
6.2. Campus Jette Op de campus Jette wordt momenteel enkel gewerkt met R22 in alle 28 koel- en diepvrieskamers. Het onderhoud van deze installaties gebeurt reeds 17 jaar door een externe firma (ATS Buggenhout). Tegen de tijd dat de HCFK's verboden worden zijn de koelinstallaties van de campus Jette aan vervanging toe. Er zullen tegen die tijd dus nieuwe installaties worden geplaatst en tegelijkertijd zal worden overgeschakeld op andere koelmiddelen dan R22. De Vrije Universiteit Brussel moet in de loop van de komende jaren de koelinstallaties die met R22 werken aanpassen zodat ze op minder ozonlaag-afbrekende koelvloeistoffen werken. Telkens wanneer een lek wordt vastgesteld of een installatie niet meer goed functioneert (bij technische problemen), kan best onmiddellijk worden overgegaan tot de overschakeling op minder ozonlaag-afbrekende koelvloeistoffen.
34
7. Het waterverbruik en de productie van afvalwater aan de Vrije Universiteit Brussel 7.1. Verbruik van leidingwater - algemeen Een overzicht van het verbruik van leidingwater gedurende de laatste zeven jaar op de campus Etterbeek en in de gebouwen in de omgeving van deze campus wordt weergegeven in tabel 7.1. In vergelijking met 2003 is het verbruik van water in 2004 zo goed als stabiel gebleven. Tabel 7.1. Overzicht van het verbruik van leidingwater op de campus Etterbeek en in de omgeving van deze campus voor de periode 1998 - 2004
op de campus Etterbeek in de omgeving van de campus Etterbeek (studentenhomes buiten de campus, gebouwen Koninklijke Jacht, VECO) Totaal
1998
1999
2000
2001
2002
75.561 m3
80.682 m3
87.761 m3
92.367 m3
85.209 m3
2003 101.400 m³
2004 100.458 m³
29.213 m3
21.609 m3
23.342 m3
24.165 m3
24.101 m3
27.339 m³
27.047 m³
104.774 m3
102.291 m3
111.103 m3
116.532 m3
109.310 m3
128.739 m³
127.505 m³
Figuur 7.1. Totaal leidingwaterverbruik op en rond de campus Etterbeek in m³ voor de periode 1998 - 2004
140.000 120.000 100.000 80.000
verbruik in m³
60.000 40.000 20.000 0 1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
Tabel 7.2 geeft een overzicht van het verbruik van leidingwater gedurende de laatste zeven jaar in de facultaire gebouwen op de campus Jette. In Jette kan er in 2004 een lichte stijging worden vastgesteld t.o.v. het jaar voordien. Na vier jaar van dalend
35
verbruik tussen 1998 en 2001 wordt sinds 2002 drie jaar opeenvolgend een cijfer opgetekend dat hoger ligt dan dat van 2001. Tabel 7.2. Overzicht van het verbruik van leidingwater op de campus Jette (enkel facultaire gebouwen) voor de periode 1998 - 2004
campus Jette
1998
1999
15.449 m3
10.749 m3
2000
2001
9.732 m3
9.296 m3
2002
2003
2004
11.800 m3
10.163 m3
10.679 m³
Figuur 7.2. Totaal leidingwaterverbruik op de campus Jette in m³ voor de periode 1998 2004
18000 16000 14000 12000 10000
verbruik in m³
8000 6000 4000 2000 0 1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
7.2. Verbruik van leidingwater in de studentenhuizen Er worden grote verschillen waargenomen in het waterverbruik in de verschillende studentenhuizen van de Vrije Universiteit Brussel. Tabel 7.3 geeft een overzicht van het waterverbruik op jaarbasis en het verbruik van water per student per dag (uitgaand van een aanwezigheid op kot van 300 dagen per jaar). Opmerkelijk is dat het waterverbruik in de studentenhome op de Triomflaan in 2004 bijna gehalveerd is t.o.v. het jaar voordien en dat het verbruik van water per student in de studentenhomes op de campus Etterbeek en in de Nieuwelaan meer dan dubbel zo hoog is dan in de Triomflaan. Deze cijfers kunnen gedeeltelijk worden verklaard door het feit dat in de Nieuwelaan en in Jette elke student een eigen douche heeft en dat er op de andere plaatsen gemeenschappelijke douches zijn (campus Etterbeek: één douche per twee studenten, Schoofslaan en Triomflaan: één douche per drie studenten). Schoofslaan en Triomflaan zijn de meest recente gebouwde studentenhuizen waarbij aandacht werd geschonken aan een verminderd verbruik van water door het gebruik van waterbesparende knoppen en kranen. Dit vertaalt zich duidelijk in een lager verbruik. Het algemeen gemiddeld waterverbruik per student in de studentenhomes van de Vrije Universiteit Brussel bedraagt 113 liter. Ter vergelijking, Vlaamse huishoudens verbruiken gemiddeld 120 liter per persoon en per dag (WWF, 2001) en Brusselse huishoudens verbruiken gemiddeld 95 liter per persoon en per dag (voor een persoon die leeft in een familie van vier) (BIM, gd). Lekken zijn belangrijke oorzaken van nodeloos waterverbruik. Vele kleine lekken kunnen op jaarbasis een grote hoeveelheid vormen. Bijvoorbeeld: een kraan die 10 druppels per minuut lekt, kan een jaarlijks verlies veroorzaken van ongeveer 2000 liter. Of een toilet
36
dat bijvoorbeeld een halve liter water per minuut verliest, zorgt voor een dagelijkse waterverspilling van 720 liter. Per jaar loopt dat op tot een verspilling van 26.000 liter of 26 m3 (Vrije Universiteit Brussel, gd).
Tabel 7.3. Waterverbruik door studenten in de verschillende studentenhomes voor de periode 2002 – 2004 2002
studentenwijk op de campus Etterbeek waterverbruik per student en per dag (gerekend op 373 studenten en 300 dagen aanwezig per jaar) voor de campus Etterbeek
Schoofslaan waterverbruik per student en per dag (gerekend op 228 studenten en 300 dagen aanwezig per jaar) voor de Schoofslaan
Triomflaan waterverbruik per student en per dag (gerekend op 72 studenten, 11 gastprofessoren en 300 dagen aanwezig per jaar) voor de Triomflaan
Nieuwelaan waterverbruik per student en per dag (gerekend op 379 studenten en 300 dagen aanwezig per jaar) voor de Nieuwelaan
studentenwijk op de campus Jette waterverbruik per student en per dag (gerekend op 244 studenten en 300 dagen aanwezig per jaar) voor de campus Jette
15.324 m3
15.258 m3
2003
2004 15.465 m³
137 liter
136 liter
138 liter
5.544 m3
5.403 m3
6.576 m³
81 liter
79 liter
96 liter
2.640 m3
3.040 m3
1.601 m³
106 liter
122 liter
64 liter
14.669 m3
15.935 m3
16.600 m³
129 liter
140 liter
146 liter
8.530 m3
8.718 m³
8.027 m³
116 liter
119 liter
110 liter
7.3. Oppompen van grondwater Op de campus Etterbeek wordt grondwater opgepompt met twee pompen, één ter hoogte van rotule 4 (tussen blokken E en F) en één naast gebouw S (stookplaats). De Vrije Universiteit Brussel heeft een vergunning om dagelijks 96 m3 grondwater op te pompen op de campus Etterbeek. Tabel 7.4 en figuur 7.3 geven een overzicht van de op de campus Etterbeek opgepompte hoeveelheden grondwater gedurende de laatste zeven jaar. De hoeveelheid opgepompt grondwater kent sinds 2002 een dalend verloop en is in 2004 bijna gehalveerd t.o.v. het piekverbruik in 2000 en 2002.
37
Tabel 7.4. Hoeveelheid grondwater opgepompt op de campus Etterbeek voor de periode 1998 - 2004 1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
24.702 m3
27.353 m3
31.598 m3
27.813 m3
31.125 m3
23.427 m³
16.618 m³
campus Etterbeek
Figuur 7.3. Hoeveelheid grondwater opgepompt op de campus Etterbeek voor de periode 1998 - 2004
35.000 30.000 25.000 20.000
hoeveelheid opgepompt in m³
15.000 10.000 5.000 0 1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
Tabel 7.5 en figuur 7.4 geven de hoeveelheid opgepompt grondwater gedurende de laatste vijf jaar op de campus Jette. Op de campus Jette wordt het grondwater opgepompt achter gebouw C op het facultaire gedeelte van de campus. We zien een continue en drastische afname van de hoeveelheid opgepompt grondwater van 2000 tot 2003. In 2004 werd ongeveer hetzelfde niveau bereikt als het jaar voordien. De sterke daling de afgelopen jaren is het gevolg van een belangrijk milieuvriendelijk initiatief van de Technische Dienst Jette. Tot en met het jaar 2000 werd het grondwater continu opgepompt, het water dat niet werd benut spoelde weer weg met het afvalwater. Sinds 2001 werd het oppompen gekoppeld aan de vraag. Het grondwater wordt gebruikt als sanitair water voor het spoelen van de toiletten. Het oppompen van het grondwater vindt nu dus enkel plaats wanneer er sanitair water wordt verbruikt. Tabel 7.5. Hoeveelheid grondwater opgepompt op de campus Jette voor de periode 2000 - 2004
campus Jette
2000 13.516 m3
2001 6.226 m3
38
2002 5.216 m3
2003 4.043 m³
2004 4.019 m³
Figuur 7.4. Hoeveelheid grondwater opgepompt op de campus Jette voor de periode 2000 – 2004
16000 14000 12000 10000 8000
verbruik in m³
6000 4000 2000 0 2000
2001
2002
2003
2004
7.4. Opvang en gebruik van regenwater Zowel op de campus Etterbeek als op de campus Jette wordt het regenwater volledig gescheiden van de rest van het afvalwater verzameld. De nieuwe milieuvergunning voor de campus Etterbeek voorziet dat onze instelling in de toekomst steeds regenwater zal recupereren vanop de daken van de nieuw geconstrueerde gebouwen voor hergebruik op de campus. Dit is reeds het geval in het nieuwe gebouw E. Hier wordt regenwater opgevangen in een tank van 10.000 liter voor gebruik in de serre die op het dak van dit gebouw werd voorzien. Ook de nieuwe gebouwen van het sportcomplex op campus Etterbeek werden in 2004 op plan voorzien van een regenwateropvang. Dit project zal in 2005 worden gerealiseerd.
7.5. De productie van afvalwater A. Afvalwater op de campus Etterbeek____________________________ Het afvalwater van de campus Etterbeek kan als volgt worden ingedeeld: a) afvalwater van de laboratoria; b) afvalwater van de studentenhuisvesting en leslokalen; b) afvalwater afkomstig van het restaurant; c) afvalwater afkomstig van de toiletten; d) water afkomstig van de overdekte parkeergarages; e) water afkomstig van de interne wegen op de campus; f) water afkomstig van de spoeling van het zwembad. Daarnaast wordt er ook regenwater geloosd bij regenweer, aangezien slechts een fractie van het regenwater nuttig wordt gebruikt. Uiteindelijk komen al deze verschillende stromen afvalwater voornamelijk samen in het centrale lozingspunt van de campus dat is gelokaliseerd ter hoogte van gebouw M aan de Generaal Jacqueslaan. Daarnaast zijn er nog enkele kleinere lozingspunten langs de Triomflaan. Er gebeurden in 2004 op de campus Etterbeek geen metingen naar de
39
kwaliteit van het afvalwater en er zijn ook geen gegevens beschikbaar over de geloosde debieten. Het meest aandacht vergt het lozen van het afvalwater uit de laboratoria. Het lozen van afvalwater door studenten of personeel dient te gebeuren volgens de richtlijnen opgenomen in het “Handboek voor het beheer van gevaarlijk en bijzonder afval aan de Vrije Universiteit Brussel” dat kan worden geconsulteerd op de website van de milieucoördinator onder www.vub.ac.be/MICO/. Alle laboratoria worden verwacht deze richtlijnen nauwgezet toe te passen. Gevaarlijke vloeibare chemische afvalstoffen worden afzonderlijk ingezameld en afgevoerd door een erkend ophaler. Dit is vooral belangrijk gezien het feit dat het afvalwater van de laboratoria op de campus Etterbeek ongezuiverd wordt geloosd in de openbare riolering. Al het afvalwater afkomstig van het restaurant wordt voorbehandeld via vetvangers. Fecaliënwater wordt voorbehandeld in de septische putten en water afkomstig van de garages wordt opgevangen in lijngootjes en voorgereinigd in olieafscheiders.
B. Afvalwater op de campus Jette________________________________ Het afvalwater van het facultaire gedeelte van de campus Jette bestaat uit: a) afvalwater van de laboratoria; b) afvalwater van de studentenhuisvesting en leslokalen; b) afvalwater afkomstig van het restaurant; c) afvalwater afkomstig van de toiletten; d) water afkomstig van de overdekte parkeergarages en e) water afkomstig van de interne wegen en openluchtparkeerplaatsen op de campus. Er wordt ook regenwater geloosd bij regenweer, niet enkel afkomstig van de verharde oppervlakken, maar ook van de daken van de gebouwen. Naast het afvalwater van de faculteit wordt ook afvalwater gegenereerd door het AZ-VUB. In tegenstelling tot de campus Etterbeek is er op de campus Jette wel een meetput en worden jaarlijks heffingsmetingen uitgevoerd. Zowel het afvalwater van het AZ-VUB als dat van de faculteit komen in de meetput terecht. In 2004 hadden de heffingsmetingen plaats op 28, 29 en 30 juli. Staalnamen en analysen werden uitgevoerd door de Brusselse Intercommunale Watermaatschappij (BIWM). Volgende parameters worden gemeten: chemische zuurstofvraag, lood, fosfor, stikstof, gesuspendeerde materie, cadmium, chroom, koper, nikkel, zilver, zink, arseen, kwik en biologische zuurstofvraag. De metingen gebeuren in de ondergrondse afvalwatercollector aan de rand van het Laarbeekbos, nabij het studentenrestaurant. De collector doet eveneens dienst als bezinkingskamer voor meegevoerd slib en als stormbekken. In deze collector komen alle types van afvalwater van de verschillende verbruikers samen. In vergelijking met 2003 vertoonden de analyses van 2004 een daling in de aanwezige concentraties kwik en zilver. De chemische en biologische zuurstofvraag, totale stikstof en zwevende stoffen tonen in 2004 lichtjes betere cijfers t.o.v. 2003. Het eindresultaat is een verlaging van de heffing die de Vrije Universiteit Brussel moet betalen voor lozing in 2004 in vergelijking met 2003 en 2002. Al het afvalwater van de campus Jette wordt, eens het de campus verlaat, rechtstreeks geloosd in de Molenbeek. Het is dan ook belangrijk dat zowel het AZ-VUB als de Faculteit Geneeskunde en Farmacie bijkomende inspanningen doen om in de toekomst minder vervuild afvalwater te lozen.
40
Er is op de campus Jette een volledig gescheiden opvang van het regenwater, via een eigen netwerk van collectoren. Uiteindelijk komt dit regenwater, samen met het andere afvalwater terecht in de afvalwatercollector. Net zoals op de campus Etterbeek gelden ook voor de laboratoria op de campus Jette richtlijnen voor het lozen van chemicaliën. Deze richtlijnen zijn opgenomen in het “Handboek voor het beheer van gevaarlijk en bijzonder afval aan de Vrije Universiteit Brussel”. Het is belangrijk dat de richtlijnen nauwgezet worden opgevolgd vermits in Jette al het afvalwater rechtstreeks wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater (de Molenbeek). Fecaliënwater wordt na voorbehandeling in de septische putten geloosd met het andere afvalwater. De studentenhomes op de campus Jette en de keuken van het studentenrestaurant beschikken over vetafscheiders.
41
8. De bodemproblematiek aan de Vrije Universiteit Brussel Noch op de campus Etterbeek, noch op de campus Jette was de bodemproblematiek in 2004 aan de orde. Enkel op de site van het Arsenaal stelt zich momenteel een bodemprobleem. Het Arsenaal (gelegen langs de Waversesteenweg, de Louis Schmidtlaan, de Witherenstraat en de Vrijwilligerslaan) behoorde vroeger toe aan het leger en werd door de Vrije Universiteit Brussel overgenomen. De site, die vlakbij de campus Etterbeek is gelegen, zal in de nabije toekomst worden omgevormd in een locatie met burelen, onderzoeksruimten, commerciële ruimten en huisvesting. In 2002 werd een prospectief bodemonderzoek uitgevoerd door het studiebureau ERM (2002). Uit het onderzoek bleek dat nagenoeg het volledige terrein in het verleden werd opgehoogd met puinhoudend materiaal. De puinlaag varieert tussen 1 en 3m. Ter hoogte van de meest noordelijk gelegen gebouwen N en E worden in de puinhoudende aanvullaag verhoogde concentraties gemeten voor lood en een aantal PAK's. Deze lichte vervuiling is van historische aard en naar alle waarschijnlijkheid gerelateerd aan de aanvullaag. In 2003 werd een afperkend bodemonderzoek uitgevoerd door het studiebureau ERM (2003) om een beter beeld te krijgen van de situatie. De Vrije Universiteit Brussel kwam in de lente van 2003 tot een overeenkomst met de projectontwikkelaar, Bernheim Real Estate Development, die vanaf dat moment het betreffende bodemprobleem in samenspraak met de Vrije Universiteit Brussel en de overheid tracht op te lossen. In 2004 vonden dan ook verschillende onderhandelingen plaats met het Brussels Instituut voor Milieubeheer. In oktober 2004 leverde het studiebureau ERM, op vraag van Bernheim Real Estate Development, een beheersplan af voor het beheer van de af te graven gronden aan het Arsenaal te Etterbeek (ERM, 2004). De milieuwetgeving m.b.t. het beheer van verontreinigde bodems kende een belangrijke evolutie in 2004. Op 13 mei 2004 vaardigde het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een ordonnantie uit betreffende het beheer van verontreinigde bodems. Bovendien werden er op 9 december 2004 drie uitvoeringsbesluiten goedgekeurd: • Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de bodem- en waterverontreinigingsnormen bij overschrijding waarvan een risicostudie moet worden uitgevoerd; • Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de evaluatie van de risico's voor de gezondheid en het milieu veroorzaakt door bodemverontreiniging; • Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de criteria op basis waarvan een bodemonderzoek met een verkennend bodemonderzoek kan worden gelijkgesteld. Het is pas in 2005 dat deze wetgeving volop een rol zal kunnen beginnen spelen.
42
9. Inkuiping van opslagtanks, gevaarlijke producten en PCBhoudende transformatoren aan de Vrije Universiteit Brussel Opslagtanks, gevaarlijke producten en PCB-houdende transformatoren dienen steeds van een inkuiping te worden voorzien. Inkuipingen kunnen voorkomen dat producten die schadelijk zijn voor het milieu in het oppervlaktewater, in het grondwater of in de bodem terechtkomen in geval van lekken of ongevallen. In 2004 zijn er nog steeds laboratoria op de Vrije Universiteit Brussel die niet volledig voldoen aan de vraag om alle gevaarlijke producten in een inkuiping te plaatsen. Een informatiebrochure met betrekking tot deze problematiek werd opgemaakt door de milieucoördinator en is terug te vinden op de website http://www.vub.ac.be/MICO/ downloads/inkuipingen.pdf.
9.1. Inkuiping van PCB-houdende transformatoren Alle nieuw geplaatste transformatoren worden systematisch ingekuipt op de campussen van de Vrije Universiteit Brussel. De oude PCB-houdende transformatoren kregen een tijdelijke inkuiping en/of worden zo spoedig mogelijk vervangen, uiterlijk tegen eind juni 2005. Tegen die datum moeten dan ook alle transformatoren van een definitieve inkuiping zijn voorzien.
9.2. Inkuiping van gevaarlijke producten In 2004 waren op de Vrije Universiteit Brussel nog steeds niet alle gevaarlijke producten van een inkuiping voorzien. Vooral op plaatsen als het Centraal Magazijn, het Magazijn van de Technische Dienst, in de opslagplaatsen voor chemicaliën van het Departement Scheikunde en in de laboratoria die werken met chemicaliën dient in de toekomst verder bijzondere aandacht te worden besteed aan de inkuiping van de gevaarlijke vloeistoffen. Voor verdere informatie kan het dossier "Inkuiping van gevaarlijke producten en afvalstoffen in het laboratorium" worden geconsulteerd op de website van de Vrije Universiteit Brussel (http://www.vub.ac.be/MICO/downloads/inkuipingen.pdf).
43
10. De geluids- en trillingenproblematiek aan de Vrije Universiteit Brussel In 2004 kwamen geen klachten van geluids- of trillingshinder binnen milieucoördinator, noch voor de campus Etterbeek, noch voor de campus Jette.
bij
de
10.1. De geluidsproblematiek op de campus Etterbeek In het kader van de milieueffectenstudie van de campus Etterbeek werd in 2002 een studie gedaan naar de geluidssituatie op en rond de campus en werd voornamelijk onderzocht of de Vrije Universiteit Brussel geluidshinder veroorzaakt voor de omgeving. Eerst werd overgegaan tot een analyse van de algemene geluidsomgeving, nadien werd het lawaai dat door de site van de Vrije Universiteit Brussel wordt gegenereerd bestudeerd. Stratec (2002) stelt vast dat de door de site veroorzaakte geluidsoverlast beperkt blijft. Uit het onderzoek blijkt dat de omgeving geen hinder ondervindt van het lawaai van de technische installaties, vermits de afstand tot de buurtbewoners relatief groot is, de meeste installaties 's avonds en 's nachts uitgeschakeld zijn en het geluidsklimaat in de omgeving van de site sterk wordt beïnvloed door het drukke verkeer op de grote assen (Pleinlaan, Triomflaan, Generaal Jacqueslaan). Het lawaai van het door de site gegenereerde verkeer wordt ruimschoots overstemd door het lawaai van het voorbijrijdende verkeer op de lanen in kwestie. Het lawaai dat de culturele en sportactiviteiten produceren op de site, veroorzaakt overdag nergens overlast. Het valt echter niet uit te sluiten dat de buurtbewoners hinder ondervinden van studentenfuiven die ’s avonds of 's nachts plaatshebben. Er vielen tot op heden evenwel geen klachten van de buurtbewoners te noteren. Het feit dat ook bij studentenfuiven de geluidshinder beperkt blijft is te danken aan een zelfcontroleprogramme van het Brussels Studentengenootschap (BSG). Het BSG controleert het geluidsniveau tijdens de fuiven en legt aan de fuiforganisatoren een maximum geluidsniveau op. Mocht er tijdens de controles worden vastgesteld dat meer geluid wordt geproduceerd dan toegelaten, zijn sancties voorzien.
10.2. De geluidsproblematiek op de campus Jette AGECO (2003) stelt in de milieueffectenstudie vast dat de site weinig geluidsoverlast veroorzaakt. De voornaamste bronnen van lawaai zijn: de in- en uitritten voor het gemotoriseerd verkeer, de helikopterverplaatsingen in het kader van de activiteiten van het AZ-VUB en het af- en aanrijden van de hulpdiensten. De geluiden van technische installaties zijn zo beperkt dat ze nauwelijks merkbaar zijn.
44
Helikopterverplaatsingen zijn zeer zeldzaam en vormen dus geen hinder voor de campus en/of de omgeving. De hulpdiensten zetten ter hoogte van de ingangen van de spoeddiensten hun sirenes af en vormen dus geen reële bron van lawaaihinder. Het autoverkeer lijkt dus de belangrijkste bron van lawaai en trillingen. De belangrijkste bron van geluidshinder is het doorgaand verkeer op de Dikke Beuklaan en de Ring R0. Dit wordt bevestigd door de geluidskaart van het Brussels Instituut voor Milieubeheer, opgemaakt voor de gemeente Jette. Op basis van de geluidskaart kan er verder worden afgeleid dat de meeste gebouwen van de medische campus in een stille tot zeer stille zone gelegen zijn. Voor de omwonenden zal het geluid afkomstig van de campus dus steeds verwaarloosbaar zijn t.o.v. het geluid dat door het verkeer op de Ring en op de Dikke Beuklaan wordt veroorzaakt (Ageco, 2003).
45
11. De mobiliteits- en parkeerproblematiek aan de Vrije Universiteit Brussel 11.1. De mobiliteits- en parkeerproblematiek op de campus Etterbeek A. Werken aan een bedrijfsvervoerplan voor de campus Etterbeek_______ In 2004 werden belangrijke stappen gezet in de opmaak van een bedrijfsvervoerplan voor de campus Etterbeek. Daarvoor werd nauw samengewerkt tussen de Dienst Personeel, de milieucoördinator en de Werkgroep Mobiliteit. De verplichting om een bedrijfsvervoerplan uit te werken, is voor Brussel vastgelegd in de Ordonnantie van 1999 betreffende de beoordeling en de verbetering van de luchtkwaliteit. Deze verplichting is van kracht sinds 1 juli 2004 en is van toepassing op elke instelling die meer dan 200 personen tewerkstelt op eenzelfde vestigingsplaats in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BIM, 2004), dus ook op de Vrije Universiteit Brussel. De Personeelsdirecteur voerde in 2004 onderhandelingen met de maatschappijen voor openbaar vervoer en kwam tot een regeling waarbij vanaf 2005 alle personeelsleden gratis met het openbaar vervoer kunnen rijden. Dit is een belangrijke stap om de personeelsleden aan te moedigen om het openbaar vervoer te gebruiken voor hun woonwerkverplaatsingen. Uit onderzoek van Stratec (2002) in het kader van de milieueffectenstudie blijkt dat slechts 42% van de werknemers van de Vrije Universiteit Brussel die werken op de campus Etterbeek met de wagen als bestuurder naar het werk komen. De Vrije Universiteit Brussel kent dus reeds een erg gunstig profiel. Naast de maatregelen ter promotie van het openbaar vervoer heeft het bedrijfsvervoerplan van de Vrije Universiteit Brussel veel aandacht voor de fietsproblematiek. Zo keert de Vrije Universiteit Brussel een fietsvergoeding uit, wordt nagedacht over betere fietsstallingen en een fietsatelier op de campus. Eind december 2004 werd de eerste fase van het bedrijfsvervoerplan afgewerkt en ingediend bij de opvolgingscel van het BIM. Deze opvolgingscel zal in 2005 een advies formuleren op basis waarvan eind december 2005 een bedrijfsvervoerplan - fase 2 zal worden ingediend. Terwijl fase 1 vooral bestaat uit een inventarisatie, een analyse van de huidige situatie en de opmaak van een ontwerp van actieplan, zal fase 2 voornamelijk aandacht schenken aan het verder uitwerken van het actieplan en aan de opvolging. Het bedrijfsvervoerplan fase 1 van de Vrije Universiteit Brussel viel eind 2004 in de smaak bij de Brusselse minister voor Mobiliteit Pascal Smet. Smet noemt het vervoersplan van de Vrije Universiteit Brussel een voorbeeld voor scholen en bedrijven. Als tegenprestatie trekt Smet 3000 euro uit om in het fietsatelier Voot, een sociale werkplaats, technici op te leiden die in het fietsatelier van de Vrije Universiteit Brussel kunnen werken. Smet plant ook een fietspad van de campus Etterbeek tot het centrum van de stad. Ook kan onze instelling rekenen op subsidies voor het optrekken van fietsstallingen (Brussel Deze Week, 16 december 2004).
46
B. Communicatie rond de mobiliteitsproblematiek____________________ Het opmaken van een bedrijfsvervoerplan in 2004 had een meer doorgedreven communicatie rond de mobiliteitsproblematiek voor gevolg. Zo waren er regelmatig berichten in de elektronische nieuwsbrief van de Vrije Universiteit Brussel over de mobiliteit, het openbaar vervoer, wegwerkzaamheden, e.d. Er werd ook een verbeterde webpagina rond "bereikbaarheid" opgemaakt door de Dienst Interne en Externe Communicatie. Deze pagina geeft weer hoe je best de campussen van de Vrije Universiteit Brussel kan bereiken. Er wordt daarbij bijzonder aandacht besteed aan de bereikbaarheid met het openbaar vervoer. Ook op de intranetpagina van de Dienst Personeel kwam er vanaf 2004 extra aandacht voor de mobiliteitsproblematiek. Er gaat daarbij vooral aandacht naar de regeling die werd getroffen om het openbaar vervoer gratis te maken voor personeelsleden.
C. Een fietswerkgroep op de campus Etterbeek______________________ In juni 2004 gingen enkele personeelsleden van het Universitair Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking en van de Vrije Universiteit Brussel van start met een fietswerkgroep. Deze werkgroep heeft tot doel personeel en studenten aan te moedigen om meer gebruik te maken van de fiets en wil de overheid van de Vrije Universiteit Brussel stimuleren om meer aandacht te hebben voor de noden van de fietsers. Een voorstel voor een fietsbeleid werd door de werkgroep voorgelegd aan het Comité Preventie en Bescherming. De werkgroep streeft in de praktijk onder meer naar degelijke fietsstallingen voor personen die met de fiets naar de campus komen; faciliteiten voor omkleden en verfrissen voor fietsende personeelsleden en een fietsatelier op de campus. Er worden ook actiedagen gepland en sensibiliseringscampagnes voorbereid.
D. Nieuwe exploitatievoorwaarden i.v.m. de mobiliteitsproblematiek_____ In de nieuwe milieuvergunning 01/0309 voor de campus Etterbeek worden enkele bijkomende exploitatievoorwaarden opgenomen die van belang zijn voor de mobiliteitsproblematiek: • er moeten fietsenstallingen worden voorzien ter hoogte van de kruisingen naar de auditoria en vooral ter hoogte van de esplanade bij het gebouw D; • er moeten maatregelen getroffen worden om de bovengrondse foutparkeerders aan te sporen in de parkeergarages te parkeren; • er moeten maatregelen getroffen worden om het doorgaand verkeer en het parkeren van voertuigen die niets met de VUB te maken hebben te beperken of zelfs te voorkomen.
11.2. De mobiliteits- en parkeerproblematiek op de campus Jette A. Het bedrijfsvervoerplan voor de campus Jette_____________________ Ook voor de campus Jette dient een bedrijfsvervoerplan te worden opgemaakt, aangezien de Vrije Universiteit Brussel ook hier meer dan 200 werknemers heeft. De Brusselse overheid moedigt aan dat verschillende bedrijven of instellingen die in elkaars buurt gevestigd zijn een gemeenschappelijk bedrijfsvervoerplan zouden opstellen. Op de
47
campus Jette werd van deze regeling gebruik gemaakt. Er werd één bedrijfsvervoerplan opgemaakt voor het Academisch Ziekenhuis van de Vrije Universiteit Brussel en het facultaire gedeelte van de campus. In de praktijk was de opmaak van het bedrijfsvervoerplan voor de campus Jette in handen van de Personeelsdirecteur van het AZ-VUB. De gegevens voor de faculteit werden verzameld door de milieucoördinator.
B. De ontsluiting van de campus Jette - Tram 10____________________ In de herfst van 2003 kondigde minister Jos Chabert van Openbare Werken en Vervoer aan dat er een sneltram zou komen, tram 10 genaamd, die het metrostation Simonis zou verbinden met de campus Jette van de Vrije Universiteit Brussel. Brussel Deze Week bericht in april 2004 over de storm van protest die losbarstte bij de bewoners van de wijken waarlangs de nieuwe tram zou rijden. De mobiliteitsdienst van de gemeente Jette deed in 2004 een enquête waaruit bleek dat slechts een vijfde van de ondervraagde bewoners de tramlijn door hun wijk een goed of redelijk goed idee vinden. Naar het einde van 2004 ging de discussie over de nieuwe tramlijn verder. De verschillende betrokken partijen maakten hun standpunt duidelijk. Voor de gemeente Jette is er nood aan een effectenstudie, volledig opgesteld volgens het wettelijk kader dat daarvoor voorzien is. Voor minister Pascal Smet van Mobiliteit is de beslissing rond Tram 10 reeds door de vorige regering genomen en moet hierover niet verder te worden onderhandeld en is er dus ook geen nood aan een effectenstudie. De MIVB-verantwoordelijken willen tegemoet komen aan de verzuchtingen van de gemeente door het busnetwerk te herschikken tussen het noorden van de gemeente en het Astridplein (Gemeentebestuur Jette, 2004). Ondertussen blijft de Vrije Universiteit Brussel en het AZ-VUB vragende partij om dringend werk te maken van een betere ontsluiting van de campus Jette met het openbaar vervoer.
11.3. De mobiliteitsproblematiek en de studenten van de Vrije Universiteit Brussel A. Gratis openbaar stadsvervoer voor studenten_____________________ Tijdens het academiejaar 2003-2004 konden de studenten van de Nederlandstalige hogescholen of universiteiten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gratis een MIVBabonnement bekomen. In het academiejaar 2003-2004 namen ruim 3000 studenten van de Vrije Universiteit Brussel een gratis MIVB-abonnement. Tijdens het academiejaar 2004-2005 werd het aanbod verlengd, hoewel niet meer volledig gratis. Mits de betaling van 25 EUR konden studenten ingeschreven in een Nederlandstalige hogeschool of universiteit in Brussel een MIVB-schoolabonnement bekomen. Nog steeds een erg aantrekkelijke formule voor de studenten. In totaal gingen 1926 studenten in op dit aanbod. De kleine financiële tussenkomst die van de studenten wordt gevraagd maakt dat enkel nog de studenten die het abonnement werkelijk actief gebruiken een aanvraag hebben ingediend.
B. Velocity tijdens "Dag van de Student"___________________________ Tijdens de "Dag van de Student in Brussel" op 21 oktober 2004 werd ook het gebruik van de fiets in de stad gepromoot met behulp van de activiteit "Velocity". Gidsen van Pro Velo zorgden voor een fietstocht langs de studentikoze plekjes van de binnenstad. Fietsen stonden gratis ter beschikking. Er werden vijf groepen fietsers voorzien van maximaal 15 personen. De "Dag van de Student" is een initiatief van Onthaal en Promotie Brussel en Quartier Latin Brussel in samenwerking met de Nederlandstalige hogescholen en universiteiten.
48
12. Het papierverbruik aan de Vrije Universiteit Brussel 12.1.
Papierverbruik in cijfers
Aan een instelling als de Vrije Universiteit Brussel worden gigantische hoeveelheden papier verbruikt. Tabel 11.1 geeft de hoeveelheden verbruikt fotokopiepapier voor de periode 2001 - 2004. Deze cijfers omvatten enkel het fotokopiepapier dat via de Aankoopdienst wordt besteld. Daarnaast zijn er ook nog een hele reeks documenten die extern worden gekopieerd of gedrukt waarover geen cijfergegevens bestaan. De dienst Uitgaven en Reproductie van de Vrije Universiteit Brussel bestelt zijn papier niet bij de Aankoopdienst en verbruikt nog eens een goede 9 miljoen vellen wit papier per jaar. Daarnaast wordt door de Aankoopdienst ook nog wit papier "extra strong" aangeboden, waarvan er in 2004 323.000 vellen werden verbruikt. Tabel 11.1. Hoeveelheden fotokopiepapier verbruikt voor de periode 2001 - 2004 (Aankoopdienst)
wit, niet gerecycleerd papier kringlooppapier TOTAAL
2001
2002
2003
18.000.000 vellen (90 ton) 231.000 vellen (2,555 ton)
14.458.000 vellen (72,290 ton) 721.000 vellen (3,605 ton)
13.990.000 vellen (69,950 ton) 939.000 vellen (4,695 ton)
18.231.000 vellen (92,555 ton)
15.179.000 vellen (75,895 ton)
14.929.000 vellen (74,645 ton)
2004 13.725.000 vellen (68,625 ton) 1.399.000 vellen (6,995 ton) 15.124.000 vellen (75,620 ton)
Figuur 11.1. Hoeveelheden fotokopiepapier aangekocht bij de Aankoopdienst voor de periode 2001 - 2003 (in aantal vellen)
20.000.000 15.000.000 wit papier 10.000.000
kringlooppapier totaal
5.000.000 0 2001
2002
2003
2004
De laatste drie jaar schommelt het verbruik van fotokopiepaier rond de 15 miljoen vellen per jaar. Het aandeel van het kringlooppapier in het totaalverbruik kent vier jaar op rij een duidelijke stijging. Het is positief dat het gebruik van kringlooppapier geleidelijk aan meer aanhang krijgt op de Vrije Universiteit Brussel. Spijtig genoeg stond daar in 2004
49
geen evenredig grote daling van het verbruik van wit papier tegenover. Er blijft dus een belangrijke taak weggelegd voor het beperken van de hoeveelheid verbruikt papier.
12.2. Enquête met betrekking tot het papierverbruik aan de Vrije Universiteit Brussel In het academiejaar 2003-2004 maakte Els Van Bruystegem een thesis "Papierverbruik aan de VUB", onder begeleiding van de milieucoördinator, waarmee ze in september afstudeerde met "onderscheiding". Els Van Bruystegem besluit het volgende: "mocht er van de ene dag op de andere in alle printers en kopieermachines aan de VUB een extra lade voorzien worden voor kringlooppapier, en alle computers en kopieermachines standaard ingesteld zijn op 'kringlooppapier, dubbelzijdig afdrukken', dan zouden slechts enkelen daar bezwaar tegen hebben". Dit besluit is het resultaat van een enquête die werd verstuurd naar alle personeelsleden van de tien meest verbruikende diensten van wit papier en naar de vier meest verbruikende diensten van kringlooppapier. Er werden 100 enquêtes ontvangen van de gebruikers van wit papier en 27 van de gebruikers van kringlooppapier, wat neerkomt op een antwoordpercentage van ongeveer 36% voor de eersten en 49% voor de tweeden (Van Bruystegem, 2004). De enquête levert opmerkelijke resultaten op:
A. Interessante enquêteresultaten onder de gebruikers van wit papier____ Liefst 48% van de mensen die wit papier gebruiken doen dit omdat dit type papier nu eenmaal in de printer of kopieertoestel zit. Maar liefst 82% van de wit-papiergebruikers is bereid in de toekomst kringlooppapier te gebruiker. Van deze 82% is 57% enkel bereid dit te doen voor niet-officiële documenten. Bovendien zijn 86% van de witpapiergebruikers bereid in de toekomst over te schakelen op dubbelzijdig afdrukken, waarvan 52% enkel voor niet-officiële documenten. Het aantal wit-papiergebruikers dat bereid is papierafval in een aparte papiermand te deponeren is groot: 89% is bereid hieraan mee te werken.
B. Enquêteresultaten onder de gebruikers van kringlooppapier_________ De meerderheid van personen die gebruik maken van kringlooppapier is van mening dat dit niet meer problemen oplevert in printers en kopieermachines in vergelijking met wit papier (21 van de 27, of 78%, van de kringlooppapiergebruikers denkt er zo over). Slechts één van de 27 respondenten heeft de indruk dat er meer problemen zijn en niemand stelt duidelijk meer problemen vast. In vergelijking: 26% van de witpapiergebruikers maakt gebruik van wit papier omdat volgens hen de kans kleiner is dat de printer of het kopieerapparaat zal vastlopen dan wanneer ze kringlooppapier zouden gebruiken. De ervaring met het gebruik van kringlooppapier speelt dus duidelijk een belangrijke rol.
12.3. Dubbelzijdig kopiëren en printen De Vrije Universiteit Brussel voorziet in de meeste gebouwen één of meerdere centraal beheerde kopieermachines. Ook in de Bibliotheek van de Vrije Universiteit Brussel staan verschillende kopieertoestellen. De grote meerderheid van deze kopieermachines zijn van het type Océ 3045. Deze toestellen hebben twee handige toetsen: één om aan te geven of het origineel enkel- of dubbelzijdig is en één om aan te geven of de kopij enkel
50
of dubbelzijdig moet worden gemaakt. Deze functie om dubbelzijdig te kopiëren werkt in de praktijk erg vlot. De betreffende toestellen worden dan ook niet langer geplaagd door problemen zoals dat vroeger wel eens het geval was bij dubbelzijdig kopiëren op toestellen van een vorige generatie. Door gebruik te maken van de functie "dubbelzijdig kopiëren" kunnen, letterlijk met één druk op de knop, grote hoeveelheden papier worden bespaard. Ook de niet centraal beheerde kopieermachines, die zich bevinden op de secretariaten van de vakgroepen, zijn dikwijls reeds van de nieuwe generatie en standaard voorzien van een handige knop voor dubbelzijdig kopiëren. Printers zijn tegenwoordig ook steeds meer standaard voorzien van een optie om automatisch dubbelzijdig documenten af te drukken of ze kunnen worden aangepast door het aanschaffen van een duplexmodule.
51
13. Een gezonde werk- en leefomgeving op de campussen van de Vrije Universiteit Brussel 13.1. De bioveiligheidsproblematiek A. Bioveiligheidsverantwoordelijke en bioveiligheidscomités____________ Op 26 februari 2002 verscheen in het Belgisch Staatsblad het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 betreffende het ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde en/of pathogene organismen en betreffende de indeling van de betrokken installaties. Deze wetgeving voorziet het aanstellen van een bioveiligheidsverantwoordelijke in een instelling als de Vrije Universiteit Brussel. De Vrije Universiteit Brussel vond eind 2004 een oplossing voor de aanstelling van een eigen bioveiligheidsverantwoordelijke. Vanaf januari 2005 zal dr. Walter Kempenaers worden aangesteld als bioveiligheidsverantwoordelijke. Hij is Doctor in de Wetenschappen (Moleculaire Biologie) en zal de laboratoria die werken met genetisch gemodificeerde organismen of pathogene organismen ondersteunen in de opvolging van de belangrijke bioveiligheidsproblematiek. De bioveiligheidsverantwoordelijke zal twee dagen per week werken als medewerker binnen de dienst Milieucoördinatie. De bioveiligheidscomités van de campus Etterbeek en van de campus Jette blijven ondertussen ongewijzigd in hun samenstelling. Er zal in de toekomst vooral nauw worden samengewerkt tussen de bioveiligheidsverantwoordelijke en de voorzitters van de bioveiligheidscomités.
B. Bioveiligheidsdossiers en elektronisch register____________________ Zowel op de campus Etterbeek als op de campus Jette werd in 2004 bijzondere aandacht besteed aan het actualiseren van de bioveiligheidsdossiers van de verschillende onderzoeksgroepen. Vooral op de campus Jette werd in 2004 een bijzondere inspanning gedaan door Prof. Bart Van der Auwera, voorzitter van het bioveiligheidscomité van de campus Jette om alle betrokken diensten aan te zetten om geactualiseerde bioveiligheidsdossiers in te dienen. In 2005 is een dergelijke inspanning ook aan de orde op de campus Etterbeek. Er werd door de betrokken diensten, op vraag van Prof. Bart Van der Auwera, ook gewerkt aan een elektronisch register voor het bijhouden van alle aanwezige biologisch materiaal.
52
13.2. De kwaliteit van de Universiteit Brussel
binnenhuislucht
aan
de
Vrije
A. Rookverbod aan de Vrije Universiteit Brussel_____________________ Met het K.B. van 15 mei 1990 werd een rookverbod ingesteld op openbare plaatsen, zo ook aan de Vrije Universiteit Brussel. In het verleden werd dit rookverbod te weinig gerespecteerd en werd klacht ingediend tegen de Vrije Universiteit Brussel. Bovendien stelt de wetgever nieuwe en strengere normen in het vooruitzicht. Hierdoor aangespoord en in de eerste plaats bekommerd om de gezondheid van studenten en personeel keurde de Raad van Bestuur van de Vrije Universiteit Brussel in mei 2004 een nieuw rookbeleid goed. Dit houdt in dat met ingang van 1 januari 2005 het rookverbod wordt uitgebreid tot alle lokalen binnen de gebouwen van de Vrije Universiteit Brussel met uitzondering van daartoe voorziene ruimten in cafetaria's, in het restaurant, in de feestzalen en overdekte plaatsen in de open ruimte. Bovendien werd ook een gedragscode aangaande het roken op de Vrije Universiteit Brussel uitgevaardigd en werden de rokers opgeroepen contact op te nemen met de geneeskundige dienst van de Vrije Universiteit Brussel die de rokers zal begeleiden in het stoppen met roken. Eind 2004 werd van start gegaan met het aanbrengen van antirookvignetten aan de ingangen van alle gebouwen en met het verwijderen van de asbakken. Nieuwe peukvangers aan de ingangen van de gebouwen werden eind 2004 besteld.
13.3. De asbestproblematiek A. Asbestinventarissen_________________________________________ In 2003 werd opgemerkt dat de campus Jette niet beschikt over een asbestinventaris, zoals wettelijk vereist. In 2004 werd de Technische Dienst van de campus Jette gevraagd een asbestinventaris op te maken. De asbestinventaris voor de campus Jette is nu beschikbaar, zodat dit probleem van de baan is. De asbestinventaris ligt ter inzage voor de overheid en alle aannemers die werken uitvoeren aan de gebouwen op de campus Jette.
13.4. Het Legionellabesluit Het besluit van de Vlaamse regering van 22 november 2002 betreffende de primaire preventie van de veteranenziekte in voor het publiek toegankelijke plaatsen, ook wel het "Legionellabesluit" genoemd, heeft tot doel om blootstelling en besmetting van het publiek voor de Legionellabacterie in alle publieke plaatsen tot een minimum te beperken. Dit besluit heeft betrekking op de Vlaamse Gemeenschap en is dan ook van toepassing op deze instellingen gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wiens organisatie beschouwd moet worden als uitsluitend behorend tot de Vlaamse Gemeenschap. De Vrije Universiteit Brussel moet m.a.w. ook voldoen aan deze wetgeving, zowel voor de campus Etterbeek als voor de campus Jette. In 2003 werd een document voorbereid door de milieucoördinator, in samenwerking met de Dienst Preventie m.b.t. de toepassing van het Legionellabesluit aan de Vrije Universiteit Brussel.
53
Het Legionellabesluit voorziet dat de exploitant in twaalf maand na het van kracht worden van dit melding doet van de activiteiten die plaatsvinden van de Vlaamse Gemeenschap en ook dat een dezelfde datum.
het gebied Brussel-Hoofdstad binnen besluit (tegen 11 januari 2004) een bij de administratie Gezondheidszorg beheersplan wordt opgesteld tegen
Op 4 januari 2004 besliste Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen Adelheid Byttebier om de vraag voor het opmaken van een beheersplan met een jaar uit te stellen. De Vrije Universiteit Brussel dient dus pas tegen 11 januari 2005 te beschikken over het betreffende beheersplan. Op de campussen van de Vrije Universiteit Brussel zijn enkel het zwembad en het sportcomplex op de campus Etterbeek onderhevig aan het Legionellabesluit. Dus enkel voor deze infrastructuur dient een beheersplan te worden opgemaakt. Aangezien in 2004 grote werkzaamheden van start gingen in het sportcomplex op de campus Etterbeek was het nog niet mogelijk een beheersplan te laten opmaken. Eens de werken zijn afgerond en het sportcomplex weer in dienst is genomen, zal er door de Technische Dienst werk worden gemaakt van de legionellaproblematiek.
54
14. Het beheer van gebouwen en open ruimten op de campussen van de Vrije Universiteit Brussel, inclusief aspecten van fauna en flora 14.1.
Het beheer van gebouwen en open ruimten op de campussen van de Vrije Universiteit Brussel
A. Nieuwe sportinfrastructuur op de campus Etterbeek________________ In 2004 werd beslist om het sportcomplex op de campus Etterbeek te vernieuwen. Er zal een nieuwe indoor-sportinfrastructuur worden gebouwd met een fitness- en aerobicsruimte, kinépraktijk en vergaderzaal. Ook de bestaande kleedkamers, douches, e.d. worden onder handen genomen. Bovendien zullen ook de atletiekpiste en het voetbalveld volledig worden vernieuwd. De nieuwe fitnessruimte zal worden uitgebaat door Sportopolis, die ook reeds het sportcentrum op de campus Jette beheert. De werkzaamheden gingen van start in de herfst van 2004 en zullen in de loop van 2005 worden beëindigd.
B. Restauratie muurschilderingen in gebouw M______________________ Twee studenten van de voortgezette opleiding Cultuurwetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel restaureren in het kader van hun stage de muurschilderingen in gebouw M. Dit gebouw, ontworpen door Renaat Braem, is niet enkel gekend om zijn karakteristieke ovale vorm, maar ook om zijn muurschilderingen die ook gemaakt werden door de architect. De studenten zullen 120 uren besteden aan de "proefrestauratie" onderleiding van Prof. Jeanine Lambrecht van de Vakgroep Kunstwetenschappen en Archeologie. Er is ook deskundige begeleiding door Linda Van Dijck, professioneel restauratrice en door Ann Verdonck van de Vakgroep Architectuur van de Vrije Universiteit Brussel. Ook de Dienst Cultuur draagt haar steentje bij. Het project ging van start in 2004 en zal in de zomer van 2005 leiden tot het indienen van een officieel dossier om de bescherming van gebouw M door de overheid aan te vragen. Nadien kan dan, mits positief antwoord en met behulp van subsidies, gestart worden met de volledige restauratiewerken (Elektronische Nieuwsbrief van 9 december 2004).
55
14.2. Fauna en flora op en rond de campussen van de Vrije Universiteit Brussel A. Campussen als deel van het Groene Netwerk_____________________ De campussen van de Vrije Universiteit Brussel worden gekenmerkt door hun groen karakter en maken daardoor deel uit van het Groene Netwerk van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De campus Etterbeek staat op het Gewestelijk Ontwikkelingsplan ingekleurd als "groene ruimte, pleisterplaats van de groene continuïteit" en de campus Jette als "bescherming van de groene stad van de tweede kroon". De campussen van de Vrije Universiteit Brussel worden dus erkend als groene ruimten met een verbindingsfunctie. Deze verbindingsfunctie is erg belangrijk om de biodiversiteit van fauna en flora te behouden of uit te breiden. Vooral de campus Jette is in een erg groene omgeving gevestigd en wordt begrensd door het Koning Boudewijnpark in het zuiden, het Laarbeekbos in het westen en het Poelbos in het zuidwesten. Bovendien bevindt de campus Jette zich in de nabijheid van de Molenbeekvallei die voor de overheid de hoogste prioriteit vormt in verband met de implementatie van het Blauwe Netwerk van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
B. De Oude Hoogstamboomgaard op de campus Jette________________ Joke De Ridder, studente in de Aanvullende Studies Milieudeskundige, maakte, onder begeleiding van de milieucoördinator, in het kader van haar thesis, richtlijnen op voor het beheer van hoogstamboomgaarden en paste deze toe op de boomgaard van de Vrije Universiteit Brussel. Ze verdedigde haar thesis in september 2004 en studeerde af met "onderscheiding". Uit de thesis van Joke De Ridder blijkt onder meer dat de Oude Hoogstamboomgaard van de Vrije Universiteit Brussel behoort tot één van de negen biologisch waardevolle boomgaarden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Er werd door Joke De Ridder ook overgegaan tot een eerste inventarisatie van de aanwezige planten en gewervelde dieren. Deze inventarisatie zal continu worden verdergezet, lijsten met aanwezige planten en dieren zullen worden aangevuld. Alle informatie m.b.t. de boomgaard wordt samengebracht in een msn-discussieforum dat kan worden geraadpleegd op het internet: http://groups.msn.com/OudeHoogstamboomgaardVUB.
C. De volkstuintjes op de campus Jette____________________________ Het noordelijk gedeelte van de campus Jette is uitbreidingsgebied dat momenteel niet gebruikt wordt door de Vrije Universiteit Brussel. Een groot deel van dit terrein wordt ingenomen door volkstuintjes van het Koninklijk Werk van 't Hoekje Grond. Op 15 december 2004 werd de samenwerkingsovereenkomst tussen de Vrije Universiteit Brussel en het gemeentebestuur van Jette met betrekking tot de volkstuintjes plechtig ondertekend. Deze overeenkomst geeft de gemeente Jette en het Koninklijk Werk van 't Hoekje Grond de gelegenheid gratis gebruik te maken van een deel van het uitbreidingsgebied op de campus Jette om er volkstuintjes uit te baten en dit zolang de Vrije Universiteit Brussel het betreffende terrein niet nodig heeft voor meer prioritaire activiteiten. In ruil dient de gemeente en 't Hoekje Grond ervoor te zorgen dat de tuintjes in de toekomst meer volgens het reglement worden beheerd, dat de afval- en
56
sluikstortproblematiek ter plaatse wordt opgelost en dat de tuintjes in de toekomst op een ecologische wijze worden beheerd. In 2004 nam de gemeente Jette reeds enkele belangrijke maatregelen om het sluikstorten langs de volkstuintjes en langs de Schapenweg tegen te gaan. Politiepatrouilles bezoeken nu regelmatig het gebied en wanneer er toch nog gestort wordt is de gemeente er snel bij om het vuil op te ruimen. Om tot een volledige stop te komen van het sluikstorten zullen nog bijkomende maatregelen noodzakelijk zijn in 2005.
57
15. Milieuzorg en duurzame ontwikkeling aan de Vrije Universiteit Brussel 15.1. Milieuzorg aan de Vrije Universiteit Brussel A. Ontwerp van arbeidsreglement________________________________ In 2003 werkte de Dienst Personeel van de Vrije Universiteit Brussel aan het opstellen van een nieuw arbeidsreglement. In samenwerking met de milieucoördinator werd een clausule omtrent milieu-bescherming opgenomen in het ontwerp van arbeidsreglement. Dit ontwerp van arbeidsreglement werd in 2004 onderhandeld en zal ook in 2005 verder dienen te worden besproken om tot een definitieve tekst te komen. De clausule rond milieubescherming voorziet onder meer dat alle werknemers zich in het kader van hun functie en takenpakket dienen in te zetten voor het beschermen van het milieu en het naleven van de milieuwetgeving.
B. Brochure "Milieuzorg aan de Vrije Universiteit Brussel"______________ Eind 2003 werd een brochure opgemaakt met tips rond milieuzorg voor personeel en studenten. In de brochure worden tips gegeven m.b.t. papier, water, energie, afval, mobiliteit en groen aankoopbeleid. Personeel en studenten worden uitgenodigd om deel te nemen aan een nog op te richten werkgroep "milieuzorg aan de Vrije Universiteit Brussel". De betreffende brochures werden begin 2004 verspreid op de campus en verzonden naar alle vakgroepen, departementen en diensten. Aangezien de Vrije Universiteit Brussel veel buitenlandse personeelsleden en studenten heeft werd de brochure in april 2004 ook vertaald in het Engels. "Environmental care at Vrije Universiteit Brussel" werd in april 2004 verspreid over de campussen van de Vrije Universiteit Brussel. In 2005 zullen de betrokken brochures worden heruitgegeven en deel uitmaken van een meer intensieve campagne rond milieuzorg aan de Vrije Universiteit Brussel.
15.2. Duurzame ontwikkeling aan de Vrije Universiteit Brussel De Vrije Universiteit Brussel toont zich betrokken bij de problematiek rond duurzame ontwikkeling, niet enkel door initiatieven op academisch niveau, maar ook door tal van activiteiten die de universitaire gemeenschap ertoe aanzet over te gaan tot concrete stappen die de universiteit doet evolueren in een meer duurzame richting of activiteiten die tot doel hebben personen te laten nadenken over het in de praktijk brengen van duurzame ontwikkeling. Hier volgt een overzicht van enkele belangrijke initiatieven in 2004:
58
A. Master na master in Duurzame Ontwikkeling en Menselijke Ecologie___ De Vrije Universiteit Brussel startte in het academiejaar 2004-2005 met een Master na master in Duurzame Ontwikkeling en Menselijke Ecologie. De opleiding wordt georganiseerd door de Vakgroep Menselijke Ecologie. Deze opleiding benadert duurzame ontwikkeling niet enkel vanuit theoretisch oogpunt, maar gaat ook op zoek naar de wijze waarop het in de praktijk kan worden gebracht in onze maatschappij. Er wordt in het bijzonder gekeken naar de introductie van duurzame ontwikkeling in de sectoren toerisme, energie, landbouw, mobiliteit en bouw. Er wordt ook aandacht besteed aan maatschappelijk verantwoord ondernemen. Naast het luik duurzame ontwikkeling wordt veel aandacht besteed aan menselijk ecologische aspecten en traditionele milieukundige thema's.
B. Lezingenreeks over Duurzame Ontwikkeling in de Europese Unie_______ Het Institute for European Studies (IES) van de Vrije Universiteit Brussel, het Human Ecology Department van de Vrije Universiteit Brussel en de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen (MiNA-Raad) organiseerden in 2004 een reeks van negen lezingen rond het thema 'The EU and Sustainable Development Internal and External Dimensions'. In totaal kwamen tien gerenommeerde sprekers, o.a. Magda Aelvoet en Els Van Weert, Antonia Carparelli, kabinetshoofd van Europees Commissaris Wallström en John Hontelez, secretaris-generaal van de European Environmental Bureau hun standpunten toelichten over verschillende aspecten van het EU beleid voor Duurzame Ontwikkeling.
C. Universitair Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking_____________ Het Universitair Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking (UCOS) blijft bijzonder actief aan de Vrije Universiteit Brussel ten voordele van duurzame ontwikkeling. Zo organiseerde UCOS in 2004 bijvoorbeeld weer een wereldmarkt, een Fair Trade Picknick en een Fair Trade Week, waren er de "duurzame dinsdagen" (lezingenreeks rond duurzame ontwikkeling) en is er de Oxfam-wereldwinkel die op de Vrije Universiteit Brussel door vrijwilligers van UCOS wordt open gehouden. In 2004 organiseerde UCOS opnieuw een thesisbeurs. Studenten van de Vrije Universiteit Brussel worden hier actief aangemoedigd om een thesisonderwerp te kiezen rond duurzame ontwikkeling. UCOS is ook de drijvende kracht achter de pogingen om aan de Vrije Universiteit Brussel een werkgroep rond duurzame ontwikkeling op te starten.
D. Oude Hoogstamboomgaard van de Vrije Universiteit Brussel_________ In 2004 waren er heel wat activiteiten in het kader van het project Oude Hoogstamboomgaard van de Vrije Universiteit Brussel. Interessant om te vermelden: • • • • •
op 7 maart 2004 werd een dag georganiseerd voor het snoeien van de fruitbomen, onder leiding van Bruno Van de Winkel; op 5 juli 2004 werd een bezoek gebracht aan het permacultuurcentrum Yggdrasil in Vissenaken, waar inspiratie werd opgedaan voor het beheer van de boomgaard van de Vrije Universiteit Brussel; op 8 juli 2004 werd een dag georganiseerd voor het maaien van de kruidlaag; op 17 augustus 2004 werd een bezoek gebracht aan het Antwerps provinciaal centrum voor duurzaam bouwen in Westerlo; op 6 september 2004 werden vertegenwoordigers van de Nationale Boomgaardenstichting ontvangen en rondgeleid in de Oude Hoogstamboomgaard;
59
• • •
op 11 september, 25 september, 2 oktober en 6 oktober 2004 werden plukdagen georganiseerd in de boomgaard. De laatste plukdag kwam Sammy Van de Craen, leraar aan het K.A. Lokeren met zijn leerlingen appels plukken; begin oktober 2004 werden de biologische appels van de boomgaard gratis aangeboden in het studentenrestaurant op de campus Etterbeek, een actie om de boomgaard beter bekend te maken; in december 2004 maakte de milieucoördinator een ontwerp van beheersplan op voor de Oude Hoogstamboomgaard. Dit ontwerp zal in 2005 verder worden besproken en aanleiding geven tot een definitieve tekst.
De meeste zaterdagnamiddagen van 2004 werden er klusjes en beheerswerken uitgevoerd in de boomgaard. Ook in 2005 gaan deze activiteiten door. Alle geïnteresseerden, van binnen en van buiten de Vrije Universiteit Brussel, zijn van harte welkom om een kijkje te komen nemen of om mee te werken.
E. Ontwikkelingshulp van het Farmaceutisch Instituut_________________ Prof. J. Plaizier-Vercammen van het Farmaceutisch Instituut verzamelde in 2003 tweedehands computers en verouderde wetenschappelijke toestellen om te kunnen schenken aan het Farmaceutisch Instituut van het Centre Universitaire de Bukavu in Congo. Ook in 2004 werden nog goederen verscheept in het kader van een Vl.I.R-project en werd persoonlijk kennis gemaakt met de rector van het universitair centrum van Bukavu.
F. Close the Gap______________________________________________ Een bijzonder interessant initiatief dat in 2004 een extra duw in de rug kreeg is "Close the Gap". Het is een initiatief van Olivier Van den Eynde, laatstejaarsstudent handelsingenieur aan de Vrije Universiteit Brussel. "Close the Gap" heeft als doel de digitale kloof in de wereld te dichten door afgedankte computers in te zamelen, er nieuwe software op te installeren en ze dan te schenken aan organisaties in de derde wereld. Dat is dus een mooie oplossing om oude computers een nieuwe bestemming te geven. "Close the Gap" aanvaardt niet zomaar alle elektronisch materiaal. Meer informatie kan worden gevonden op de website van de vereniging op www.closethegap.be. In 2004 werd "Close the Gap" enthousiast onthaald in Nederland, werd samengewerkt met de Nederlandse luchtvaartmaatschappij KLM, kwam er onder meer steun van de Vlaamse Regering en was er bijzondere media-aandacht voor het project. Op 3 december 2004 verzamelden zowat 200 bedrijfsleiders op de campus van de Vrije Universiteit Brussel voor het event "Close the Gap meets Belgian business". Naar aanleiding van dit evenement hebben verschillende grote bedrijven bekend gemaakt dat ze duizenden computers zullen schenken aan Close the Gap voor gebruik in Afrika.
G. Een bus en allerlei materiaal voor Ghana________________________ Prof. E. Boon van de vakgroep Menselijke Ecologie organiseert projecten rond duurzame ontwikkeling in Ghana. De Lijn schonk hem in 2004 een autobus die in de toekomst in Ghana zal rondrijden om met nog meer doeltreffendheid aan ontwikkelingshulp te kunnen doen. De bus werd in de zomer van 2004 naar Ghana verscheept, gevuld met materiaal dat ginder nuttig kan worden gebruikt. In de elektronische nieuwsbrief van de Vrije Universiteit Brussel werd een oproep gelanceerd voor het schenken van kledij, boeken, kantoormateriaal, keukenmateriaal, fietsen, wetenschappelijke toestellen, e.d. Op deze oproep werd massaal gereageerd. Er kwam zelf meer materiaal binnen dan kon
60
worden opgeslagen in de bus. Het overblijvende materiaal zal in 2005 worden verzonden in een afzonderlijke container. Vakgroepen of diensten die graag hun projecten rond duurzame ontwikkeling vermeld zien in het milieujaarverslag worden verzocht een korte beschrijving over te maken aan de milieucoördinator op
[email protected]
61
16. De milieu-initiatieven van de universitaire gemeenschap van de Vrije Universiteit Brussel Vele personeelsleden en studenten zetten zich met veel enthousiasme in ten voordele van het leefmilieu aan de Vrije Universiteit Brussel. Sommige diensten zijn al beter geplaatst dan andere om milieumaatregelen te treffen, denken we bijvoorbeeld aan de Technische Dienst, de Dienst Facility Management of de Aankoopdienst die rechtstreeks kunnen ingrijpen in afval-, energie- en aankoopbeleid en -planning. Maar ook in andere diensten zijn er milieubewuste mensen die ervoor zorgen dat hun groep in de positieve zin uit de band springt. Ook sommige studenten laten zich opmerken door hun milieuinzet.
16.1. Overzicht van opmerkelijke milieu-initiatieven A. Het Restaurant op de campus Etterbeek_________________________ In het studentenrestaurant wordt gewerkt met porseleinen borden en kommen, metalen bestek en glazen voor de drank. Dit alles wordt hergebruikt. In de cafetaria van de Vrije Universiteit Brussel wordt nog enkel kwaliteitskoffie van het keurmerk Max Havelaar geschonken. Kiezen voor koffie van dit keurmerk betekent het steunen van de "eerlijke handelsvoorwaarden" het leveren van een bijdrage tot het verbeteren van de leef-en werkomstandigheden van koffieboeren en hun gezinnen uit de derde wereld. De meerprijs voor de aankoop van deze koffie wordt niet verhaald op de cafetariagebruikers. De klanten van het studentenrestaurant kunnen ook kiezen voor fruitsap van de Oxfamwereldwinkel, naast de meer traditionele frisdranken.
B. De Aankoopdienst__________________________________________ De Aankoopdienst verzamelt reeds enkele jaren op eigen initiatief lege toner cartridges. Deze worden samengebracht door het Centraal Magazijn en worden daar afgehaald door een firma voor recyclage. In 2004 ging de Aankoopdienst ook verder met het aanbieden van meer milieuvriendelijk papier in het gamma kantoormateriaal van het Centraal Magazijn. Bovendien legde de Aankoopdienst contacten met een kringloopwinkel die de oude computers van de Vrije Universiteit Brussel tegen zeer gunstige voorwaarden overneemt.
C. Het Secretariaat van de Raad_________________________________ Het Secretariaat van de Raad ging in 2004 van start met het uitwerken van een methode waarbij zal worden gestreefd naar meer elektronische verspreiding van verslagen en documenten en een vermindering van het papierverbruik. Deze nieuwe werkwijze zal in 2005 verder worden geoperationaliseerd.
62
D. Het Zelfstudiecentrum Wetenschappen__________________________ De personeelsleden van het Zelfstudiecentrum Wetenschappen (ZSCB) leverden ook in 2004 belangrijke inspanningen voor het milieu. Zo werd er verder gewerkt aan het besparen op papierverbruik, de invoering van kringlooppapier en de gescheiden inzameling van de verschillende afvalstromen. Het lokale afvalhoekje van het Zelfstudiecentrum bestaat uit containers voor papier, PMD en glas, restafval en lege batterijen.
E. De Vakgroep Menselijke Ecologie_______________________________ Deze vakgroep werkt reeds vele jaren enkel nog met kringlooppapier. Ook alle studentencursussen worden gedrukt op milieuvriendelijk papier. Er is een vrijwillige inzameling van lege batterijen en PMD op de vakgroep. Ook hier is het de vrijwillige inzet van een aantal milieubewuste medewerkers die deze initiatieven mogelijk maakten.
F. De Vakgroep Werktuigkunde__________________________________ Prof. Jacques De Ruyck van de Vakgroep Werktuigkunde ging tijdens het jaar 2004 van start met een project dat als doel heeft onderzoek te doen naar biobrandstof. Eén van de eerste activiteiten bestaat erin oude frituurolie van het Restaurant van de Vrije Universiteit Brussel te gebruiken in de zuigermotor-proefstand van de vakgroep. Twee studenten van Prof. J. De Ruyck en Yves Van der Hoeven, personeelslid van de Juridische Dienst waren in 2004 betrokken bij de opstart van dit project. Op termijn zou dit project kunnen aanleiding geven tot het hergebruiken van de oude frituurolie van het studentenrestaurant als brandstof voor het wagenpark van de Vrije Universiteit Brussel.
G. Vesalius College - Environment Club____________________________ Binnen Vesalius College gingen enkele studenten eind 2004 van start met een Environment Club. De eerste contacten werden gelegd met de milieucoördinator van de Vrije Universiteit Brussel en informatie werd uitgewisseld. In 2005 zal blijken of de Environment Club een echte werking ontwikkelt. Diensten die graag hun eigen milieu-initiatieven vermeld zien in het milieujaarverslag worden verzocht een korte beschrijving over te maken aan de milieucoördinator op
[email protected]
63
17. Relatie tussen de Vrije Universiteit Brussel en de stadsbuurten waarin ze haar activiteiten ontplooit Beide campussen Etterbeek en Jette zijn open campussen met een groen karakter die ook worden gebruikt door de omwonenden. Iedereen die dit wenst kan mee genieten van de culturele activiteiten die worden georganiseerd op de campussen van de Vrije Universiteit Brussel. Ook de bibliotheken en sportinfrastructuur staan open voor buitenstaanders. De campussen van de Vrije Universiteit Brussel geven dan ook een belangrijke meerwaarde aan de buurt waarin ze zijn gevestigd.
17.1. Werken op de Triomflaan Van 15 november 2004 tot en met 30 juli 2005 vindt de heraanleg plaats van de Triomflaan, van aan de Fraiteurbrug tot aan de Generaal Jacqueslaan. De werken worden opgesplitst in twee delen met elk een eigen doel: op het stuk Fraiteur - Cockx zullen vrije busbanen worden gerealiseerd, op het stuk Cockx - Generaal Jacqueslaan voorziet men de realisatie van laterale wegen voor lokaal verkeer. Door deze ingrijpende werken is de verkeerssituatie rond de campus Etterbeek gewijzigd. Zo werd het vanaf november 2004 tijdelijk onmogelijk om van de Pleinlaan de Generaal Jacqueslaan op te rijden. Verkeer dat normaal gezien de Triomflaan oprijdt richting Delta diende in 2004 een omleiding te volgen via de Pleinlaan. In de loop van de werkzaamheden en naarmate bepaalde delen van de werken zijn afgerond zal de verkeerssituatie weer worden gewijzigd. Vooral toegang 6, de meest belangrijke toegang tot de campus voor het autoverkeer, werd in 2004 een hele tijd erg verstoord. Personeel en studenten worden via de elektronische nieuwsbrief op de hoogte gebracht van nieuwe fasen in de werkzaamheden. De Vrije Universiteit Brussel verzette zich in 2004 tegen een aantal aspecten van de plannen voor een heraangelegde Triomflaan. Het verdwijnen van de middenberm wordt als gevaarlijk aanzien voor voetgangers en de Vrije Universiteit Brussel heeft ervoor gepleit dat alle toegangen tot de campus optimaal toegankelijk zouden blijven.
17.2. Gewestelijke fietsroutes op en/of in de omgeving van de campus Etterbeek Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest plant de aanleg van gewestelijke fietsroutes in de omgeving van de campus Etterbeek. Zo wordt een fietsroute voorzien die de Nieuwelaan en de Pleinlaan met elkaar zou verbinden. Er wordt daarbij gedacht aan een nieuwe fietsen voetgangervriendelijke oversteekplaats ter hoogte van de Nieuwelaan en de Pleinlaan.
64
Er wordt ook een fietsroute gepland langs de Vrijwilligerslaan en de Schoofslaan, over de campus Etterbeek en verder richting Solbosch. Ulric Schollaert, de fietsambtenaar van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bracht in oktober 2004 een bezoek aan de campus Etterbeek om ter plaatse te kijken naar de mogelijke inplanting van de fietsroute op het terrein van de universiteit. In 2005 zullen de plannen verder moeten worden geconcretiseerd en bestudeerd. De Vrije Universiteit Brussel zal in de toekomst op deze wijze worden verbonden met het fietspadennetwerk van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
17.3. Andere mobiliteitsprojecten rond de campus Etterbeek De overheid plant verschillende mobiliteitsprojecten op en rond de campus Etterbeek. Zo is er het idee om een voetgangers- en fietsbrug te maken over de Pleinlaan. Bovendien wordt er gedacht aan een volledige herziening van de circulatie rond de campus Etterbeek. De ideeën die nu bestaan zouden van het Oefenplein (inclusief het ULB-deel) een grote rotonde maken met eenrichtingsverkeer en tunnels die Kroonlaan, Pleinlaan, Triomflaan en Generaal Jacqueslaan met elkaar verbinden en het rotonde-effect mogelijk maken. De Vrije Universiteit Brussel wordt onvoldoende op de hoogte gehouden over de mobiliteitsproblematiek rond de campus en is vragende partij voor een betere communicatie en overleg.
17.4. De Tuinen van Jette Ook de campus Jette krijgt nu stilaan meer en meer overburen door de ontwikkeling van het project "De Tuinen van Jette", bestaande uit apartementsgebouwen, rijhuizen en kantoren. Deze ontwikkeling scherpt nog de vraag aan voor een snelle verbinding met het openbaar vervoer tussen de buurt van de campus Jette en het stadscentrum. Op de campus Jette betekenen de volkstuintjes en de boomgaard een belangrijke meerwaarde voor een groene en leefbare omgeving. In 2004 gingen het gemeentebestuur van Jette en de Vrije Universiteit Brussel samen op zoek naar een oplossing voor de sluikstortproblematiek aan de Schapenweg. De Schapenweg is een openbare weg aan de noordzijde van de campus Jette en tevens de grens tussen Jette en Wemmel. Deze grindweg is doodlopend en aangezien er niemand woont is er zo goed als geen sociale controle. Particulieren en bouwbedrijven schrikken er niet voor terug om hier hun afval illegaal te storten. In 2004 was er reeds verscherpte politiecontrole op de Schapenweg om potentiële sluikstorters af te schrikken.
65
18. Communicatie rond de milieuproblematiek aan de Vrije Universiteit Brussel 18.1. De milieuproblematiek aan de Vrije Universiteit Brussel in de pers Vlan van 9 juni 2004 bijdrage "Un coin de paradis à réhabiliter" over de groene zone op de campus Jette (volkstuintjes en boomgaard) TV-Brussel van 10 december 2004 bijdrage over gratis openbaar vervoer voor VUB-personeel in het regionaal nieuws www.politics.be van 11 december 2004 bijdrage "Pascal Smet wil VUB-vervoersplan promoten" Het Volk (ed. Brabant) van 11 december 2004 artikel "VUB-personeel spoort en bust gratis" Het Nieuwsblad (ed. Brussel-Noordrand) van 11 december 2004 artikel "VUB-personeel spoort en bust gratis" Le Soir van 13 december 2004 artikel "Transport gratuit pour le personnel de la VUB" Brussel Deze Week van 16 december 2004 artikel "Het intelligente woon-werkverkeer. Smet noemt vervoersplan VUB voorbeeld voor scholen én bedrijven"
18.2. De milieuproblematiek aan de Vrije Universiteit Brussel in de elektronische nieuwsbrief Elektronische Nieuwsbrief van 2 februari 2004 Gescheiden papierafval gaat goed, maar kan nog beter! Elektronische Nieuwsbrief van 21 juni 2004 Nieuwe milieuvergunning voor campus Etterbeek Elektronische Nieuwsbrief van 4 oktober 2004 Biofruit van eigen bodem Elektronische Nieuwsbrief van 6 december 2004 Volledige terugbetaling kosten openbaar vervoer voor woon-werkverkeer
66
18.3. Interne brochures en informatiecampagnes Informatiekrant "Milieuzorg en duurzame ontwikkeling aan de Vrije Universiteit Brussel", nr. 3 - oktober 2004. Exploitatievoorwaarden van belang voor de dagelijkse werking van de VUB-laboratoria. Brochure "Milieuzorg aan de Vrije Universiteit Brussel. Tips voor personeel en studenten" - januari 2004 Brochure "Environmental Care at Vrije Universiteit Brussel. Tips for Staff and Students" april 2004
18.4. Webstek van de milieucoördinator De webstek van de milieucoördinator wordt continue aangevuld en kan worden geconsulteerd op www.vub.ac.be/MICO.
67
19. Besluit In 2004 kreeg de milieuproblematiek aan de Vrije Universiteit Brussel veel aandacht, vooral door de toekenning van de nieuwe milieuvergunning voor de campus Etterbeek. Deze zorgde voor een hele reeks nieuwe exploitatievoorwaarden die aan alle verantwoordelijken werden gecommuniceerd. Door het opstellen van een bedrijfsvervoerplan kwam de mobiliteitsproblematiek verscherpt onder de aandacht. De Vrije Universiteit Brussel nam eind 2004 ook de belangrijke beslissing om een bioveiligheidsverantwoordelijke in dienst te nemen vanaf 2005. Hierdoor zullen alle laboratoria die werken met genetisch gemodificeerde en pathogene organismen in de toekomst nog meer worden gewezen op hun verantwoordelijkheden m.b.t. de bioveiligheidsproblematiek. Ook werd eind 2004 de beslissing genomen om vanaf 2005 de Dienst Milieucoördinatie administratief te versterken met een secretariaatsmedewerker. Deze beslissing zorgt ervoor dat in de toekomst veel efficiënter zal kunnen worden gewerkt aan de milieuproblematiek aan onze instelling. Op de campus Etterbeek werd in 2004 bijna dubbel zoveel papierafval ingezameld in vergelijking met het jaar voordien. Hiermee tonen vele individuele personeelsleden en studenten dat ze hun steentje willen bijdragen tot een meer milieubewuste instelling. Dit milieujaarverslag toont aan dat elke bijdrage ten voordele van het milieu, hoe klein ook, een waardevolle bijdrage is en dat vele kleine initiatieven samen een belangrijke invloed kunnen hebben. Als de kleine inspanningen belangrijk zijn, dan zijn de grote en voortdurende milieuprojecten dat zeker. Om er enkele te noemen: de gescheiden inzameling van papier door de Dienst Facility Management, de verwijdering van PCB-houdende transformatoren door de Technische Dienst of de ophaling van het gevaarlijk afval door de Dienst Milieucoördinatie. Dit zijn geen nieuwe initiatieven meer, maar daarom zijn ze niet minder belangrijk. Het engagement van de universitaire gemeenschap ten opzichte van de milieuproblematiek blijkt ook uit verschillende inventieve projecten die individuele diensten, vakgroepen of groepen van gemotiveerde personeelsleden en studenten op stapel zetten. De fietswerkgroep is daar een mooi voorbeeld van. Het is een samenwerking van personeelsleden en studenten die een gemeenschappelijke passie hebben voor de fiets en die er door hun activiteiten hebben toe bijgedragen dat de fiets hoger op de agenda van de Vrije Universiteit Brussel is geplaatst. In de toekomst liggen er nog heel wat uitdagingen voor ons. Het vorm geven aan en in de praktijk brengen van de nieuwe exploitatievoorwaarden; het opmaken en indienen van geactualiseerde bioveiligheidsdossiers voor de campus Etterbeek, het organiseren van een betere controle op de afvoer van het gevaarlijk afval, het verder uitwerken van een actieplan voor een meer milieuvriendelijke mobiliteit en het beperken van het papierverbruik zijn enkele voorbeelden. Bovendien moet verder vorm worden gegeven aan een kader voor milieuzorg voor de Vrije Universiteit Brussel.
68
Referentielijst Ageco. 2003. Milieueffectenstudie in het kader van de voortzetting van de exploitatie van de parkeerplaatsen in openlucht van de Medische Campus van de Vrije Universiteit Brussel te Jette. Eindrapport 14/02/2003. BIM, Brussels Instituut voor Milieubeheer. geen datum. Que consomme-t-on en moyenne par an pour une famille de 4 personnes? Brochure van het Brussels Instituut voor Milieubeheer. BIM, Brussels Instituut voor Milieubeheer. 2004. Bedrijfsvervoer-plannen. Verplichting. Website van het BIM (7 februari 2004), http://www.ibgebim.be/nederlands/contenu/content.asp?ref=1807. De
Ridder, Joke. 2004. Richtlijnen voor een duurzaam beheer van een hoogstamboomgaard. Case-study VUB campus Jette. Verhandeling voorgelegd tot het behalen van de graad GGS Milieudeskundige. Faculteit Geneeskunde en Farmacie, Vrije Universiteit Brussel.
ERM. 2002. Prospectief Bodemonderzoek Arsenaal Schmidtlaan, 1050 Brussel. september 2002.
Hoek
Waversesteenweg/
L.
ERM. 2003. Afperkend bodemonderzoek Arsenaal Hoek van de Louis Schmidtlaan en de Witherenstraat. januari 2003. ERM. 2004. Plan de gestion des terres à excaver. Arsenal du Charroi à Etterbeek. oktober 2004. Gemeentebestuur Jette. 2004. Tramverbinding tussen Simonis en AZ-VUB. Tram 10: richting botsing? http://www.jette.be/ nl/07_werken/mobiliteit/mobiliteit.htm#tram (9 februari 2004). Langzaam Verkeer. 2002. Parkeeronderzoek Academisch Ziekenhuis Vrije Universiteit Brussel. Eindrapport. mei 2002. Savoretti, Fiorenzo. 2004. Doorlichting van de afvoer van het gevaarlijk afval op de VUB en opmaak van een evaluatiesysteem voor VUB-diensten die gevaarlijk afval produceren. Verhandeling voorgelegd tot het behalen van de graad GGS Milieudeskundige. Faculteit Geneeskunde en Farmacie, Vrije Universiteit Brussel. Stratec. 2002. Effectenstudie betreffende de verdere uitbating van de installaties van de faculteiten van de Vrije Universiteit Brussel op de site van het Oefenplein te Elsene. Eindrapport. 5 september 2002. Van Bruystegem, Els. 2004. Papierverbruik aan de VUB. Verhandeling voorgelegd tot het behalen van de graad GGS Milieudeskundige. Faculteit Geneeskunde en Farmacie, Vrije Universiteit Brussel. Vrije Universiteit Brussel. geen datum. Groene School. Naar een milieuzorgsysteem voor de Vlaamse secundaire scholen. Aandachtsveld "Water". Eenheid Menselijke Ecologie, Vrije Universiteit Brussel en Vlaams Ministerie van Leefmilieu en Huisvesting.
69
WWF. 2001. Water voor morgen. Fiche 1. De watercyclus en ons verbruik. Brochure van WWF-Vlaanderen met de steun van AMINAL, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
70