Haalbaarheidsonderzoek naar een Delftse ‘Creative Incubator’ Oktober 2009
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Haalbaarheidsonderzoek naar een Delftse ‘Creative Incubator’
TU Delft – DCE Ir. Lianne Sleebos Delft, oktober 2009
©2009. Alle rechten voorbehouden. Aan dit rapport kunnen geen rechten worden ontleend. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautoriseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de auteur.
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Inhoudsopgave VOORWOORD SAMENVATTING INVENTARISATIE 1
Inleiding & missies
1
2
Nederlandse Incubators 2.1 Inleiding 2.2 Definities 2.3 Trends en ontwikkelingen 2.4 Creatieve bedrijfsverzamelgebouwen (BVG-en) en incubators 2.5 Triple Helix 2.6 Nederlandse Technische Universiteiten 2.7 3TU.Federatie 2.8 Conclusies
4 4 5 8 10 11 17 19
Delftse initiatieven 3.1 Inleiding 3.2 Gemeente Delft 3.3 STIP Delft 3.4 Creatieve faculteiten van de TU Delft 3.5 TU Delft kennisvalorisatie initiatieven 3.6 Delftse particuliere initiatieven 3.7 Overzicht 3.8 Conclusies
21 21 22 22 23 26 26 28
Best practices 4.1 Inleiding 4.2 Best practice: A framework 4.3 3TU initiatieven in het framework 4.4 Delftse initiatieven in het framework 4.5 Conclusies
29 29 32 33 34
3
4
UITWERKING MISSIE I 5
Doelgroep 5.1 Inleiding en vraagstelling 5.2 Definities creatieve industrie 5.3 Creativiteitssegmenten 5.4 Omvang en soort behoefte [kwantitatief onderzoek] 5.5 Advies doelgroep analyse 5.6 Selectie doelgroep 5.7 Cases subdoelgroepen 5.8 Conclusies
35 35 37 38 46 51 55 70
UITWERKING MISSIE II 6
Concepten ondersteuning doelgroep 6.1 Inleiding en vraagstelling 6.2 Industriële vormgeving 6.3 Dutch en Delft Design
72 72 73
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
6.4 6.5 6.6 6.7
High-Tech versus Creative Ondersteuningsmogelijkheden Concepten Conclusies
75 81 84 85
UITWERKING MISSIE III 7
Mogelijke samenwerkingspartners 7.1 Inleiding en vraagstelling 7.2 Samenwerking YES!Delft High-Tech Incubator 7.3 Samenwerking Valorisatie Centrum en HOPE 7.4 Mogelijke samenwerkingspartners
86 86 87 87
EVALUATIE EN IMPLEMENTATIE 8
9
10
Afweging van de concepten 8.1 Inleiding 8.2 Evaluatiefactoren 8.3 SWOT analyse (per concept) 8.4 Keuze concept
90 90 91 93
Implementatie advies 9.1 Inleiding 9.2 Fysieke ondersteuning 9.3 Niet-fysieke ondersteuning 9.4 Financiering
94 94 95 96
Aanbevelingen 10.1 Positionering 10.2 Werving 10.3 Organisatie
98 99 99
Geraadpleegde literatuur Bijlagen Bijlage 1: Lijst incubators Bijlage 2: Triple Helix scenario’s Bijlage 3: Universiteit Twente artikelen en initiatieven Bijlage 4: Technische Universiteit Eindhoven artikelen en initiatieven Bijlage 5: STIP Delft Bijlage 6: Delftse initiatieven gesteund door de Gemeente Delft Bijlage 7: Selectie criteria YES!Delft High-Tech Incubator Bijlage 8: Evaluatie YES!Delft ’05-‘08 door de Gemeente Delft Bijlage 9: Overzicht informatie ‘ geschikte’ panden Bijlage 10: Overzicht van panden die langdurig leegstaan Bijlage 11: 3TU federatie Bijlage 12: Doelgroepanalyse Bijlage 13: YES!Delft HT starters 2005 – augustus 2009 Bijlage 14: 48 Hour Smart Concept Screener Bijlage 15: Modelcontract IO Bijlage 16: Nieuwsberichten 2009
101 CD
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Voorwoord Het omzetten van de aanwezige kennis naar een toegevoegde waarde voor het bedrijfsleven (‘valorisatie van de kennis’) is een van de doelstellingen van de Technische Universiteit Delft (TU Delft). Daarom ondersteunt de TU Delft, in samenwerking met de Gemeente Delft, technostarters door middel van het YES!Delft initiatief. De bedrijven in deze ‘incubator’ krijgen zowel fysiek (bedrijfshuisvesting, toegang tot vergaderzalen en werkhallen) als niet-fysieke ondersteuning (begeleiding/advies, training, financiering en netwerken). Er is een zware selectie aan de deur gebaseerd op de termen; technologische innovatie (patenteerbaar), schaalbaarheid, hoge potentie, fulltime en ten hoogte 5 jaar KvK inschrijving7. De huidige definitie van een technostarter en het type ondersteuning die deze groep krijgt, sluit momenteel niet-technologische starters van onder andere de TU Delft uit. De Gemeente Delft hanteert een ruime definitie voor niet-technologische starters waar bijvoorbeeld ook kunst en cultuur onder valt. Voor de TU Delft bestaat de groep niettechnologische starters uit startende bedrijven afkomstig van de meer ‘creatieve’ faculteiten Bouwkunde (BK), Industrieel Ontwerpen (IO) en Technische Bestuur en Management (TBM). Dit is voor de TU Delft de aanleiding om een haalbaarheidsonderzoek uit te laten voeren naar de omvang van de doelgroep en de soort behoefte die creatieve startende bedrijven van de TU Delft hebben. In dit rapport wordt daar verslag van gedaan. Het gehele rapport is bedoeld als een discussiestuk en geeft naast een visie ook enkele implementatieadviezen. Aan de uitkomsten kunnen geen rechten worden ontleend. Lezers die vooral geïnteresseerd zijn in de Delftse situatie wordt geadviseerd direct naar hoofdstuk 3, 5-10 gaan. Er is gestreefd een helder rapport te schrijven met een bijlage voor verdieping van bepaalde onderwerpen. De bijlagen zijn op een cd gebrand en toegevoegd aan ieder gedrukt rapport. Referenties zijn in het gehele rapport aangegeven met een [nummer]x bij de zin/alinea en zijn achter in het rapport terug te vinden. Een PDF-versie van het onderzoek is te downloaden via: www.studiosleebos.com/haalbaarheidsonderzoek. Initiatiefnemers van de haalbaarheidsstudie zijn het Delft Centre for Entrepreneurship (DCE) en de YES!Delft High-Tech Incubator, beide instellingen zijn gelieerd aan de TU Delft. Nauw betrokken bij het onderzoek zijn de faculteiten BK, IO, TBM en de Gemeente Delft. Dit rapport zou er niet zijn geweest zonder de informatie en steun vanuit de TU Delft door Marco Waas, Theo Toonen, Cees de Bont, Peter Boelhouwer, Daan Lenstra, Hans Huijgens, Hessel Jongebreur, Lesley Fockema Andreae - Mulder, Job Nijs, Anne Strobos, Marc Bosma, Dap Hartmann, Duco Trieneken, Jody Verpoort, Nils van der Waal, Ger Bruens, Simon Gunnink, Sanne Kistemaker, Stefan van Cleef, Olav Bruin, Gerwin Hoogendoorn, Hicham Shatou, Helma van Rijn, Eline van Beest, Susan Tate, Remco Bakker, DCE-collega’s, HOPEcollega’s en YES!Delft-collega’s. Er is dankbaarheid voor de input vanuit de Gemeente Delft door Lian Merkx, Cees van Laren, Wim Eijkelenburg, Patrick van Geel, Nick Smit, Chris Mooiweer, STIP-Delft, Ruud van Wijngaarde en input vanuit onafhankelijke (advies)bureaus door Costas Papaikonomou (Happen), Francoise Dorsman (Value Positioning) en Peter Louter (bureau Louter). Tot slot een dankwoord voor de (openheid van) landelijke collega-incubators, de creatieve starters en iedereen die een grote óf kleine bijdrage heeft geleverd aan dit rapport, maar hier niet persoonlijk wordt genoemd.
Delft, oktober 2009 Lianne Sleebos
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Samenvatting In 2005 is de Young Entrepreneurial Society (YES!Delft) van start gegaan met financiële ondersteuning van de TU Delft en de Gemeente Delft. De doelstelling van de YES!Delft HighTech incubator is: zoveel mogelijk studenten (en medewerkers) van de TU Delft laten kennis maken met de aantrekkelijke kanten van het ondernemerschap en meer specifiek met het vermarkten van aan de TU Delft ontwikkelde kennis. De integrale benadering in de formule van YES!Delft over de periode 2005-2008 is in oktober 2008 positief beoordeeld door de TU Delft en de Gemeente Delft1. De huidige definitie van technostarters en het type ondersteuning die deze groep krijgt, sluit momenteel niet-technologische starters van onder andere afkomstig van de meer ‘creatieve’ TU Delft faculteiten Bouwkunde, Industrieel Ontwerpen en Technische Bestuur en Management. Na een vergelijking tussen de drie technische universiteiten in Nederland komt de hoofdvraag van dit onderzoek naar voren; hoe is het mogelijk dat Eindhoven Brainport (internationaal) bekend staat als hét Design podium met Nederlands creatief talent, terwijl de TU Delft: 9 de oudste universiteit is met oudste creatieve faculteiten 9 de meeste patenten voortbrengt (o.a. afkomstig van de faculteit IO) 9 de meeste creatieve, technische studenten aflevert met een Master diploma 9 de enige Technische Universiteit is gevestigd in de Randstad, waar 50% van de Nederlandse economische bedrijvigheid plaatsvindt Investeringen van Philips in R&D en goede samenwerkingsverbanden met de kunstacademie (Design Academie) zijn mede verantwoordelijk voor het succes van Brainport in NoordBrabant. Toch is het voor Zuid-Holland, en in het bijzonder Delft, niet onmogelijk om de strijd aan te gaan, vanwege bovenstaande punten en zijn gunstige positie binnen de Randstad. Tot de aandachtspunten van het Delfts gemeentelijk beleid behoort het op peil houden van het ‘Delfts economisch profiel’ welke rust op twee pijlers: het economisch & ruimtelijk beleid. Een goed beleid zorgt ervoor dat voldoende bedrijven, die zich willen en kunnen vestigen in Delft. Dit resulteert in een stijging van het bruto regionaal product en een groei van het aantal arbeidsplaatsen. Een kenmerk van dit profiel is de sterke vertegenwoordiging van kennisintensieve, innovatieve en creatieve bedrijvigheid. Niet-technologische starters worden niet voldoende ondersteund met het huidige YES!Delft concept, dat zich primair richt op Technostarters. Veel van deze creatieve startende bedrijven vestigen zich elders in ZuidHolland of Nederland. Het behoudt van deze groep startende bedrijven biedt kansen voor de Delftse arbeidsmarkt en economie. Er zijn 3 missies opgesteld, die de kerndoelen van het onderzoek beschrijven: doelgroep, ondersteuning en mogelijke samenwerkingsverbanden. Belangrijke conclusies zijn in deze samenvatting opgenomen. Doelgroep Beleidsmakers van de TU Delft en de Gemeente Delft spreken de intentie uit de volgende categorieën te willen ondersteunen met een passend programma, in de toekomst: 9 (Het uitbreiden) van de categorie Design (lees: productiebedrijven) 9 High potentials uit de categorie Kunst en Cultuur (lees: productiebedrijven) 9 High potentials uit de categorie Niet-technisch advies (lees: zakelijke dienstverlening) 9 High potentials uit de categorie Technisch Advies (lees: zakelijke dienstverlening) Om een goede focus te behouden, worden de categorieën ICT & Gaming en Media & Uitgeverij in dit rapport buiten beschouwing gelaten. Een overgrote meerderheid van de talentvolle personen, beschreven in de cases in paragraaf 5.7, is afkomstig van de TU Delft. Redenen dat deze creatieve bedrijven niet bij de huidige YES!Delft High-Tech zitten, zijn o.a.: 9 Geen affiniteit met de term ‘technostarter’. Dit geldt ook voor studenten.
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
9 Het ontbreken van een Delfts Creatief Podium, waar rolmodellen en high potentials worden gepresenteerd. Hierdoor kan het imago van creatieve (startende) bedrijven worden verbeterd 9 Onvoldoende IP bescherming voor studenten, van vooral de faculteit IO, bij projecten in samenwerking met externe partijen. Het afstaan van het IP van een veelbelovend concept/prototype is een beperkende factor voor kennisvalorisatie 9 Niet voldoen aan de huidige selectiecriteria door bijvoorbeeld het ontbreken van een patent of het opstarten van een veelbelovend adviesbureau De bestaande YES!Delft High-Tech incubator biedt het volledige pakket aan geselecteerde technostarters. Het motto van het YES!Delft concept is: building tomorrow’s leading firms. De kern van de te ondersteunen doelgroepen ligt bij impactvolle bedrijven en de kansen voor de Delfts Creatief Podium. Hierbij zijn twee aspecten belangrijk: 1) Creatieve bedrijven moeten hun toegevoegde waarde aan kunnen tonen. Dit kan zowel kwantitatief (economische waarde) als kwalitatief (maatschappelijke waarde). Hoe meer toegevoegde waarde een bedrijf bezit t.a.v. de concurrentie, hoe meer ‘leading’ in de eigen branche. 2) De start van een bedrijf rond zakelijke dienstverlening, in dit onderzoek ook wel benoemd als adviesbureau, brengt een relatief een klein risico met zich mee. Daarnaast is de economische impact, hier gedefinieerd als groei en winstgevendheid, beperkter dan bij productiebedrijven. Ondersteuning van deze groep zal zich beperken tot bedrijven met een innovatieve methodiek. Talent en ambitie van de ondernemer(s) zijn daarnaast belangrijke weegfactoren. De selectiecriteria volgen uit interviews met gevestigde succesvolle creatieve bedrijven en de criteria voor Technostarters. De selectiecriteria voor het programma voor creatieve starters: Productiebedrijf
Zakelijke dienstverlening
• Voltijd aan de slag met het bedrijf
• Voorkeur voor Voltijd starten, maar deeltijd starten is voor
• Het prototype moet binnen 2 jaar voldoen
aan
de
wettelijke
commerciële eisen • Product moet schaalbaar zijn
en
een beperkte periode van 1 jaar toegestaan, mits de nevenactiviteiten een bijdrage leveren aan de opbouw van het eigen bedrijf (opbouw netwerk, reputatie, e.d.) • Het vermarkten van een innovatieve methodiek • Portfolio en CV inleveren
• De toegevoegde waarde van een verbinding met de TU Delft (naam, netwerk en technologische kennis) • Ondernemingsplan verplicht • Ten hoogste 5 jaar geleden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel • Commerciële eisen worden binnen 2 jaar gerealiseerd
Design/vormgeving is binnen de geselecteerde doelgroep het sterkst vertegenwoordigd. In 2010 is de verwachting, dat zeven geselecteerde creatieve startende bedrijven ondersteuning krijgen. De verwachting is dat vanaf 2014 een groei mogelijk is naar 18 te ondersteunen creatieve starters per jaar. Het is voor het succes van de ondersteuning van belang dat er voldoende kritieke massa is om bovenstaande aantallen te halen. Enerzijds is dit mogelijk doordat er wordt verwacht dat een uitbreiding van de groep Design, vanuit de TU Delft, zich aanmeldt voor het programma voor ondersteuning van creatieve starters. Er zullen creatieve startende bedrijven uit de groep zakelijke dienstverlening, zoals ontwerpbureaus en architectenbureaus, worden ondersteund. Tot slot kunnen andere kennisinstellingen worden betrokken bij de werving van de doelgroep. Aansluiting moet vooral ontstaan binnen de categorie Kunst en Cultuur en Design. De ondersteuning voor creatieve starters moet een brug slaan tussen creatieve bedrijven en technologische kennis van de TU Delft. Daarom is het van belang de doelgroep te selecteren op de toegevoegde waarde die de TU Delft qua naam en netwerk kan bieden, maar ook zeker qua technologische kennis.
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Ondersteuning De manier van ondersteuning kan globaal worden verdeeld in drie hoofdgroepen: 1) Niet-fysieke ondersteuning (advies, netwerk, begeleiding, financiering, podium) 2) Fysieke ondersteuning (bedrijfshuisvesting, werkhallen, e.d.) 3) Volledig pakket (fysieke en niet-fysieke ondersteuning) De bestaande YES!Delft concept heeft een loketfunctie voor de gehele funnel: inspiratie, educatie (verzorgt door het DCE), incubatie en groei. De YES!Delft High-Tech biedt het volledige pakket binnen de incubatiefase aan geselecteerde technostarters. De beschreven creatieve doelgroep lijkt aan te sluiten bij het motto van YES!Delft: building tomorrow’s leading firms. In de afbeelding hiernaast zijn de alle mogelijke diensten voor creatieve startende bedrijven weergegeven. Alle diensten waar NEW achter staat, zijn nieuwe activiteiten die 11) Groeispeciaal worden opgezet programma voor de doelgroep 3) IO contracten (NEW) 4) Info afstuderen (NEW) studenten van de creatieve 1) Podium (NEW) 5) Minor DBE (NEW) 2) Advies 8) Match-making (NEW) faculteiten en creatieve 6) TCIB (NEW) 9) Fysieke ondersteuning (NEW*) 7) Ondernemingsplan startende bedrijven. De 10) Niet-fysieke ondersteuning (NEW*) diensten met toevoeging NEW* overlappen (voor ca. 70%) met de diensten die huidige YES!Delft High-Tech levert en worden daarom gezamenlijk uitgevoerd. De aanvullende 30% wordt aangepast aan de wensen van de creatieve starters, bijvoorbeeld het bieden van nieuwe masterclasses. De overige diensten worden momenteel al binnen YES!Delft en/of het DCE uitgevoerd. Voor ondersteuning van de creatieve doelgroep zijn drie concepten uitgewerkt. Twee van de drie concepten hebben de naam YES!Delft gekregen, omdat de combinaties van ondersteuningen passen bij het YES!Delft concept, waarbij voor elke fase (inspiratie, educatie, incubatie en groei) een ondersteuningsprogramma wordt aangeboden. De drie concepten zijn: 1) YES!Delft Creative Incubator: het volledige pakket, van fysieke en niet-fysieke ondersteuning, wordt aangeboden door de TU Delft in samenwerking met de Gemeente Delft. 2) YES!Delft Creative Platform: er wordt niet-fysieke ondersteuning aangeboden door de TU Delft in samenwerking met de Gemeente Delft. Fysieke ondersteuning wordt verzorgd door BVG-en in Delft en omgeving. 3) Creatief Loket: er worden geen nieuwe diensten opgezet, maar de bestaande fysieke en niet-fysieke ondersteuningen binnen Delft worden in kaart gebracht en naar de doelgroep gecommuniceerd. Het concept ‘YES!Delft Creative Incubator’ komt als winnaar uit de SWOT-analyse. Door het aanbieden van zowel fysieke als niet-fysieke ondersteuning worden creatieve startende bedrijven maximaal ondersteund en kunnen zij zich optimaal ontwikkelen. Een fysieke ontmoetingsplek zorgt voor synergie tussen de creatieve starters onderling en tussen de creatieve en High-Tech starters. Hierdoor ontstaan er kansen voor partnerships en het delen van kennis, vaardigheden en netwerk. Daarnaast helpt een zichtbare ontmoetingsplek bij de opbouw van een creatief podium voor talent uit Delft. Vanwege slimme implementatie zijn de extra kosten geschat op € 40.000 (20% van de begroting) voor fysieke ondersteuning. Mogelijke samenwerkingsverbanden Het is van belang dat de Creative Incubator de samenwerking met de Delftse partijen, zoals YES!Delft High-Tech incubator, het Valorisation Centre en HOPE (inclusief het DCE), versterkt
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
voor het delen van informatie, expertise, en netwerk. Daarnaast zijn er veel samenwerkingsverbanden mogelijk met o.a. instellingen binnen de creatieve industrie zoals kunstacademies en kunstenaars&Co. De doelen van de nieuwe samenwerkingsverbanden zijn de werving van creatieve startende bedrijven, een breed publiek voor het match-making programma en het opzetten van cursussen en (netwerk)evenementen. Implementatie Door slimme implementatie van het concept kunnen de kosten relatief laag blijven. Een voorbeeld is de keuze van het gebouw: het nieuwe YES!Delft gebouw op Technopolis. Naast kantoorruimtes staan de werkhallen in het nieuwe YES!Delft gebouw ook open voor de geselecteerde creatieve startende bedrijven. Met de faculteiten IO en BK wordt besproken of er mogelijkheden zijn om van hun werkhallen en laboratoria gebruik te maken. Financiering van ondernemingsplannen kan o.a. via de WWIK-regeling Het is wenselijk een nieuwe selectiecommissie samen te stellen voor de instroomprocedure van starters voor de YES!Delft Creative Incubator. Er komen o.a. personen in de commissie die affiniteit hebben met en beoordelingsvermogen hebben over de creatieve starters. Het is aan te bevelen een aparte businessmanager aan te stellen met expertise en contacten binnen de subdoelgroepen design, kunst & cultuur en zakelijke dienstverlening. Een eigen begroting is noodzakelijk om langer termijn doelen te kunnen stellen per doelgroep (Creative en High-Tech) en de verantwoordelijkheden van de verschillende business managers te kunnen toetsen. De begrote kosten voor het startjaar (2010) zijn geschat op €183.000. De onderhoudskosten liggen rond de €133.000 per jaar. Voor de positionering van de nieuwe ondersteuning wordt geadviseerd het huidige YES!Delft High-Tech merk en in tweeën te splitsen en te positioneren: YES!Delft High-Tech en YES!Delft Design. Het podium kan bijvoorbeeld het motto meedragen Delft Design werkt!, waarmee het functionele karakter van Delftse ontwerpers en architecten naar voren komt. Financiering Vooral ondernemende, creatieve studenten van de faculteit Industrieel Ontwerpen hebben baat bij de fysieke en niet-fysieke ondersteuning. Er wordt verwacht dat deze faculteit betrokkenheid en enthousiasme toont voor de ondersteuning, door middel van cofinanciering en openheid t.a.v. samenwerkingsprojecten. Daarnaast kan er cofinanciering worden verwacht vanuit de Gemeente Delft. Hierbij is het belangrijk dat de huidige middelen voor kennisvalorisatie niet worden verdund. Daarnaast kan enige bijdrage worden verwacht van de faculteit Bouwkunde en kan er een subsidieaanvraag worden in gediend bij Economische Zaken en/of de Europese Unie voor de groep creatieve startende bedrijven. Effecten Kennisvalorisatie, het creëren van maatschappelijke en economische waarde op basis van wetenschappelijke kennis en vaardigheden, is een belangrijk thema voor de TU Delft. Voor de TU Delft en de Gemeente Delft liggen er kansen indien er een YES!Delft Creative Incubator wordt opgezet met een eigen karakter: • Het werven en stimuleren van creatieve spin-offs in Delft, waarvoor vestiging in Delft (en eventueel in de toekomst op Technopolis) een toegevoegde waarde is door de verbinding met technische kennis van de TU Delft. • Het creëren van een Delfts creatief podium in Nederland door de transparantie van Delfts creatief talent. Nederland op de kaart zetten binnen Europa door het Delfts creatief podium • Mogelijkheden voor kennisvalorisatie vanuit de creatieve faculteiten • Rolmodellen voor creatief ondernemerschap door meer en zichtbare creatieve spin-offs • Externe samenwerkingspartners in o.a. de creatieve industrie • Een positief effect voor de werving van (talentvolle) middelbare scholieren voor de drie creatieve faculteiten • De regionale economie een impuls geven en de ‘kwaliteit van leven’ in Delft verbeteren
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
1. Inleiding & missies Ondernemerschap is voor zowel de TU Delft als de Gemeente Delft een aandachtspunt voor het maken van een (gezamenlijk) ondersteuningsbeleid. De aanpak van de TU Delft op het gebied van ondernemerschap is weergegeven in de ondernemerschapfasen afbeelding 1.1, waarin de diverse stadia van een onderneming zichtbaar worden gemaakt: het bewustmaken (awareness), het starten (incubation), het onderwijzen (education) en de groei (growth).
- Bewustzijn creëren
- Vaardigheden onderwijzen - Ondernemerschap stimuleren
- Nieuwe bedrijven incuberen - Start ups ondersteunen - Ondernemerschap stimuleren - (Snelle) groei stimuleren - Groeiende bedrijven ondersteunen
Afbeelding 1.1: Fasen ondernemerschap
Dit ondersteuningsbeleid heeft geresulteerd in de oprichting van onder andere de Kennisalliantie (2003), het Valorisation Centre (2004), de High-Tech incubator YES!Delft (2005) en het Delft Centre for Entrepreneurship (2007). In 2005 is gestart met de realisatie van plannen rond het ambitieuze ‘Technopolis Innovation Park Delft’, een bedrijventerrein van circa 86 hectare, dat de komende 20 jaar ontwikkeld zal gaan worden. Het motto ‘Delft Kennisstad’ wordt met bovenstaande projecten versterkt. De TU Delft doceert al ruim een eeuw creatieve kennis en vaardigheden aan studenten afkomstig van de faculteit Bouwkunde (BK). De creatieve faculteit Industrieel Ontwerpen (IO) vierde onlangs zijn 40e bestaan. Techniek, Bestuur en Management (TBM) is de jongste onder de niet-technologische faculteiten, opgericht in 1997. De creatieve industrie staat sinds de verschijning van het boek ‘The Rise of the Creative Class’ van Richard Florida in 2002 hoog op de politieke agenda. Waarom de genoemde drie TU Delft faculteiten behoren tot de creatieve industrie zal worden uitgelegd in hoofdstuk 5. Niet-technologische creatieve startende bedrijven worden niet voldoende ondersteund door de huidige YES!Delft incubator, die primaire gericht is op Technostarters. Ten tijde van de oprichting van YES!Delft is er de vraag ontstaan: ‘wat voor ondersteuning kunnen we in de toekomst bieden aan niet-technologische startende bedrijven, waaronder creatieve starters en ICT-ers vallen’. Ondernemend gedrag vertoond door studenten en alumni van bovenstaande faculteiten, binnen de creatieve industrie, is de aanleiding voor een haalbaarheidsonderzoek naar een Delftse Creative Incubator. In januari 2009 is er door bureau Louter2 een onderzoek afgerond voor de Gemeente Delft naar bedrijfshuisvesting creatieve bedrijven. Hieruit blijkt dat de Gemeente Delft circa 21.000 m2 aan bedrijfshuisvesting voor de creatieve sector zou moeten leveren, om in de komende 5 jaar het Delfts economisch profiel op peil te houden. Huisvesting (fysieke ondersteuning) is één van de ondersteuningsvormen waardoor creatieve bedrijven kunnen worden ondersteund tijdens de verschillende fasen van het ondernemerschap. Het Inspiration Centre van YES!Delft biedt activiteiten voor alle TU Delft studenten en afgestudeerden, die meer willen weten over ondernemerschap. Educatie wordt verzorgd door het Delft Centre for Entrepreneurship (DCE) in samenwerking met de faculteit TBM. Vooral voor de incubatie fase is er gebrek aan ondersteuning voor niet-technologische
Pagina 1 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
startende bedrijven. Dit rapport beschrijft het haalbaarheidsonderzoek naar een Delftse Creative Incubator, dat valt in de 3e ondersteuningsfase ‘incubation’ voor de doelgroep creatieve startende bedrijven. Interessante activiteiten voor creatieve startende bedrijven op het gebied van ‘inspiration’ en ‘education’ kunnen het succes van de ‘incubation’ ondersteuning vergroten. Deze activiteiten hangen samen met het imago van creatief ondernemerschap (inspiration), de werving en opleiding van talentvolle creatieve studenten (education) en zullen kort worden beschreven. Er zijn drie missies opgesteld, die de kerndoelen van het onderzoek beschrijven en waarvan in de hoofdstukken 5, 6 en 7 adviezen zijn uitgebracht.
Missie I “ Onderzoek welke creatieve, startende ondernemers afkomstig van de faculteiten Bouwkunde, Industrieel Ontwerpen en Techniek, Bestuur en Management, de TU Delft wenst te ondersteunen en wat de behoefte van deze doelgroep is.”
Missie II “ Adviseer de TU Delft over mogelijke ondersteuningen, door middel van het formuleren van een aantal concepten, gebaseerd op een haalbaarheidsstudie naar de omvang en soort behoefte van deze groep creatieve ondernemers. Hierbij is het ook van belang een advies te geven over mogelijke aansluiting van een Delftse Creatieve Incubator bij de bestaande, succesvolle YES!Delft High-Tech Incubator met als belangrijkste motto ‘creating tomorrows leading firms’, refererend naar de economische impact van de High-Tech bedrijven. ”
Missie III “
Adviseer
de
TU
Delft
over
mogelijke
samenwerkingsterreinen
en
samenwerkingspartners voor de Delftse Creatieve Incubator, zodat de benodigde kritieke massa haalbaar wordt en (regionale) creatieve industrie een impuls krijgt.”
Pagina 2 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Om inzicht te krijgen over de soort behoefte en de omvang van de behoefte naar fysieke (o.a. bedrijfshuisvesting) en niet-fysieke ondersteuning (o.a. business ondersteuning) voor creatieve starters van de TU Delft, is gebruik gemaakt van de volgende informatiebronnen: 9 Literatuurstudie over de creatieve industrie, best practices, (pre-)incubatie fase en 3TU. 9 Deelname aan de Brusselse conferentie ‘Europe's Creative Regions and Cities’ in april 2009. 9 Interviews met beleidsmakers van de TU Delft en de Gemeente Delft, managers van landelijke incubators/bedrijfsverzamelgebouwen en diverse creatieve starters. 9 Een enquête onder TU Delft studenten van de faculteiten BK, IO en TBM. 9 Interviews met gevestigde succesvolle creatieve bedrijven. 9 Diverse (brainstorm)sessies met het management van YES!Delft. De opbouw van dit rapport is als volgt. Hoofdstuk 2 beschrijft globaal de trends en ontwikkelingen op het gebied van incubators in Nederland. De focus ligt op de incubator in Zuid-Holland en geïnitieerd door de Universiteit Twente (UT) en de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). Hoofdstuk 3 gaat in op de initiatieven in Delft, waaronder YES!Delft. Hoofdstuk 4 geeft een ‘framework’ waarin de 3TU (drie Nederlandse Technische Universiteiten) en Delftse initiatieven worden geplaatst. Hoofdstuk 5 beantwoordt missie I: de doelgroep. Dit hoofdstuk omvat onder andere een samenvatting van de resultaten uit een analyse van de doelgroep. Hoofdstuk 6 werkt missie II: drie concepten met verschillende (combinaties van) ondersteuningsvormen. Hoofdstuk 7 beschrijft de missie III: samenwerking met partijen binnen de creatieve industrie. In hoofdstuk 8 worden de concepten tegen elkaar uitgezet met als resultaat een conceptkeuze. Hoofdstuk 9 geeft een advies voor de implementatie van het gekozen concept. Hoofdstuk 10 besluit het rapport met aanbevelingen over de positionering, werving en organisatie.
Afbeelding 1.2: Cartoon ‘idea sharing’
Pagina 3 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
2. Nederlandse Incubators 2.1. Inleiding The Batavia Industrial Center, veelal bekend als de eerste business incubator van de VS, opende haar deuren in Batavia, N.Y., in 1959. Maar het concept van (niet-fysieke) business ondersteuning en (fysieke) gedeelde faciliteiten, tijdens de startfase van bedrijven, sloeg pas eind 1970 aan. De laatste tijd hebben meer landen wereldwijd het business-incubation concept omarmd. In dit hoofdstuk is een inventarisatie gemaakt van de trends en ontwikkelingen van Nederlandse Incubators. De focus ligt voornamelijk op de ontwikkelingen in Zuid-Holland en de drie steden met een Technische Universiteit Delft, Eindhoven en Enschede (Twente). 2.2 Definities over ondersteuning van startende bedrijven Een bedrijfsverzamelgebouw (BVG) is een gebouw dat dient om verschillende bedrijven te huisvesten. Bedrijfsverzamelgebouwen beogen goede en betaalbare huisvesting te verzorgen. Vaak is de huisvesting gesubsidieerd. Kosten kunnen laag gehouden worden door diensten met elkaar te delen, zoals een kantine of een kopieermachine. Een bijkomend voordeel is dat bedrijven die bij elkaar in de buurt gehuisvest zitten elkaar inspireren, wat leidt tot meer innovatie. Ook kunnen bedrijven onderling profiteren van elkaars expertise, arbeid en netwerken. 11 Een incubator is een broedplaats voor ondernemers en ondernemingen en heeft tot doel veelal jonge startende bedrijven te ondersteunen om een gezonde, goed draaiende ondernemingen te worden. Deze fase is vaak lastig; meestal gaan bedrijven in deze fase failliet. In Nederland is de term 'incubator' een tijdje heel populair geweest. Tegenwoordig worden ook termen als innovatiecentrum, bedrijfs-technologisch centrum (BTC) of innovatiecluster gebruikt. Een bedrijfsverzamelgebouw gaat minder ver in het delen met en ondersteunen van de ondernemers dan een incubator.11 In dit rapport wordt het woord ‘incubator’ gebruikt, indien de precieze ondersteuningsvorm nog niet duidelijk is, maar er een omschrijving van enige vorm van ondersteuning wordt bedoeld. Een kennisinstelling, zoals de TU Delft, zal zelden alleen fysieke ondersteuning in de vorm van bedrijfshuisvesting bieden, omdat het bieden van niet-fysieke ondersteuning (bijvoorbeeld coaching en bemiddeling) juist de sterkte is van een kennisinstelling.
Vanuit de TU Delft zijn er nog twee interessante begrippen, die in dit rapport worden gebruikt. Hieronder is een korte definitie van ieder begrip gegeven. Synergie: (samenwerking) is een begrip dat een proces beschrijft waarbij het samengaan van delen meer oplevert dan de som der delen.11 Bij een incubator wordt hier vaak het volgende mee bedoeld: kennisoverdracht, het delen van ervaringen, het gezamenlijk uitvoeren van projecten en/of met gesloten portemonnee diensten voor elkaar verrichten. Kennisvalorisatie is het creëren van maatschappelijke en economische waarde op basis van wetenschappelijke kennis en vaardigheden.19
Pagina 4 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
2.3 Trends en ontwikkelingen Het ontstaan en verdwijnen van incubators in Nederland gaat in een hoog tempo. Duco Trienekens heeft in 2009 de 43 belangrijkste Nederlandse incubators in kaart gebracht14. Deze 43 incubator geven de huidige situatie in Nederland goed weer. In bijlage 1 staan de namen van de 43 Nederlandse incubators in een tabel. Nederland scoort ‘gemiddeld’ op het aantal incubators ten opzichte van andere Europese landen. Indien de oppervlakte van het land wordt meegenomen in de vergelijking, scoort Nederland bovengemiddeld, zie afbeelding 2.1. Volgens een onderzoek van de Universiteit Twente zijn er 936 Europese Business Incubators waarvan 26-50 in Nederland3. In afbeelding 2.2 t/m 2.4 zijn de belangrijkste bevindingen uit zijn onderzoek af te lezen.
Afbeelding 2.1: Business Incubators Europa
Hoeveelheid incubators [totaal 43]
Verdeling incubators per provincie [2009]
oo r
N
Zu
id -H
ol la nd dHo l la nd U tre N oo ch rd t -B ra ba nt Li m bu rg Tw en te G ro ni ng en G el de rla nd Fl ev ol an d Fr ie sla nd O ve rij se l Ze el an d
16 14 12 10 8 6 4 2 0
De top 3 provincies met de meeste incubators zijn Zuid-Holland, NoordHolland en Utrecht. Dit lijkt een logische rangorde, omdat deze 3 provincies zich rondom de Randstad bevinden, waar 50% van de Nederlandse economische bedrijvigheid plaatsvindt.
Provincies in NL
Afbeelding 2.2: Verdeling per provincie
Pagina 5 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Bestaande incubators worden bij het opzetten van een nieuwe incubator vaak als voorbeeld of case gebruikt. Hierbij is het van belang dat de doelgroep overeenkomt (in dit onderzoek de creatieve ondernemers) en er een slag wordt gemaakt om de context te vertalen naar de eigen situatie. Dit rapport focust op de Nederlandse incubators, omdat daarin de Nederlandse mentaliteit van de creatieve ondernemers naar voren komt en de vertaalslag minimaal is. Een kleine meerderheid van de Nederlandse incubators is georganiseerd vanuit een publieke organisatie, zie afbeelding 2.3. Het aantal creatieve incubators komt in deze analyse op de vijfde en één na laatste plek. Zie afbeelding 2.4.
Verhouding private versus publieke incubators in NL [2009]
Private incubators; 18; 42%
Publieke incubators; 25; 58%
Afbeelding 2.3: Verhouding publieke en private Nederlandse incubators3
Incubator branches in Nederland [2009] Creatief; 5; 11%
ICT/Media/Communicatie; 8; 18%
Algemene business ideeën; 10; 22%
Duurzame business ideeën; 4; 9%
High Tech; 9; 20%
Life science/ gezondheid; 9; 20%
Afbeelding 2.4: Verdeling incubators per branche14
Pagina 6 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
De huidige creatieve incubators hebben in het onderzoek allemaal een profiel van een ‘bedrijfsverzamelgebouw’ (alleen fysieke ondersteuning), waarbij geen sterke verbinding met een onderwijsinstelling bestaat. De gebruikers zijn een mix van creatieve beroepen als architecten, productontwerpers, fotografen, tekstschrijvers, videoproducenten, webdesigners, software en gaming producenten, etc. Een conceptmanager zorgt voor de balans in het bedrijfsverzamelgebouw door middel van een selectie van ‘passende’ bedrijven. High-Tech incubators ontspringen daarentegen bijna altijd uit een technische onderwijsinstelling. De overige groep bestaat uit algemene, duurzame, ICT en life-science incubators. Tussen de twee geselecteerde segmenten voor dit onderzoek, Creatief en HighTech, zijn verschillen te ontdekken in primaire services en services, die zelden tot nooit worden aangeboden. Zie afbeelding 2.5. 1 Financiële services Services per benchmark
2 Specifieke Patent ondersteuning
Overige incubators Creatieve incubators Techno incubators
Percentage [43 incubators]
40% 35%
3 Management ondersteuning
30%
4 Kenniscenter 5 Kennis/ Expertise
25%
6 Fab-Lab (werkhal)
20%
7 Laboratorium
15%
8 Publiciteit
10%
9 Netwerk 10 Pre-incubatie
5% 0% Overige incubators
11 Incubatie 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
11%
3%
14%
4%
13%
2%
5%
5%
16%
11%
16%
16%
15%
Creatieve incubators
0%
0%
0%
0%
7%
7%
7%
14%
14%
14%
36%
36%
36%
Techno incubators
14%
8%
6%
8%
14%
6%
5%
6%
14%
11%
11%
12%
12%
12 Faciliteiten 13 Kantoorruimte
Afbeelding 2.5: Aangeboden services per soort incubator14
De Creatieve incubators leveren… primair de volgende services: 1) Kantoorruimte (21%) 2) Faciliteiten (21%) 3) Incubatie – ondersteuning aan starters (21%)
Zelden tot nooit de volgende services: 1) Management ondersteuning (0%) 2) Financiële Services (0%) 3) Specifieke patent ondersteuning (0%) 4) Kenniscenter (0%)
De High-Tech incubators leveren… primair de volgende services: 1) Financiële services (11%) 2) Specifieke patent ondersteuning (6%) 3) Kenniscenter (11%)
Zelden tot nooit de volgende services: De overige services bieden ze allemaal deels.
Het bieden van niet-fysieke ondersteuning is voor de TU Delft juist een sterkte en is een meerwaarde voor de doelgroep, waardoor er een uniek concept ontstaat voor een ondersteuning van creatieve bedrijven. Er is een verschil in aanbod van ondersteuning voor Creatieve of High-Tech starters. Een voorbeeld is het aanbieden van kennis over patenten als noodzaak voor technostarters en het aanbieden van kennis over model- en merkrechten als noodzaak voor creatieve starters.
Pagina 7 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
2.4 Creatieve bedrijfsverzamelgebouwen (BVG-en) en incubators Om een inventarisatie te maken van ondersteuning aan starters in Nederland, zijn er bezoeken gebracht aan incubators en bedrijfsverzamelgebouwen in diverse Nederlandse steden. De focus van de bezoeken ligt op de 3TU gebieden, de grote steden rond Delft (Den Haag en Rotterdam) en de hoofdstad Amsterdam. Naast het bekijken van de fysieke ondersteuning (gebouw en werkplaatsen) is er ook gesproken met incubator managers en een aantal startende bedrijven. De Delftse initiatieven komen hier niet aanbod, maar worden beschreven in hoofdstuk 3.
Stad Den Haag
Incubator (m2)
Initiator
Doelgroep
Ondersteuning
Prijs (m2 p.j.)
Caballero Fabriek
Gemeente
Bedrijfsruimte voor
Onbeperkte
€ 140 – 170
(12.000 m2 met
Den Haag
creatieve en IT-
Huisvesting.
(incl. service
ruimtes van 24 tot
ondernemers en een
Werkplaatsen voor
kosten € 40)
500 m2)
broedplaats voor
kunstenaars
startende ondernemers – selectie op synergie Bink36
Gemeente
Tijdelijke
€ 90 vvo
(35.000 m2)
Delft i.s.m.
huisvesting – ca.
(met bandbreedte
Vestia
10 jaar (geen
van € 60 tot € 120
uitstroombeleid)
VVO p.j.)
Tijdelijke
€ 90 vvo
huisvesting – ca. 3
(met bandbreedte
jaar
van € 60 tot € 120
(anti-kraak)
VVO p.j.) n.v.t.
Hangar36
Gemeente
(designcentre in de
Den Haag
Creatieve starters
Creatieve starters
Bink36) Syntens
Economische
Food and Agri,
Begeleiding,
(geen fysieke
Zaken
Construction,
netwerken en
Logistics, Creative
platform
ondersteuning)
industry and multimedia, Industry, Human Health, Retail BTIV
Particuliere
crossmedia cluster
Flexibele
(2003) Den Haag
(700 m2:15 werk-
hoofdhuurder
dat zich richt op de
werkplekken
en Utrecht: €150 -
plekken en 8 units
combinatie tussen
1e jr korting: €75.
in o.a de CabFab)
techniek en concept
Delft: €390 (2007) € 35 - €80 (per werkplek/ per maand)
Rotterdam
Creative Factory
Particulier
Creatieve starters: 5
Tijdelijke huis-
(3850 m2; 2250 m2
i.s.m. o.a.
categorieën
vesting – meer in
kantoren)
hogeschool
€135 (inclusief)
één ruimte (max. 2
Rotterdam
jr)
Enviu (int. netwerk
Particulier Stef
Duurzame en sociale
Flexibele
Vrijwilligers en
org.) Voor en door
van Dongen +
projecten
werkplekken
financiering per
jonge onderne-
11
project en
mende personen
werknemers
werknemer
Van Nelle fabriek
CF - 520
Creatieve
Paar kleine ruimtes
€ 80-150
aandeel-
doorstromers:
(50 m2), vooral
(ex extra m2).
houders
architecten, veel ICT,
grote ruimtes vanaf
Werkhallen (>650
ontwerpers. Geen
100 m2
m2) € 42
ruimte voor dans, etc. Enschede
BTC
Particulier
Geen specifieke
4 panden voor
€ 258 – 274
i.s.m. Saxion
doelgroep
huisvesting
(all-in)
en UT
Pagina 8 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Spinnerij
Gemeente
Oosterveld
Enschede
Creatieve starters
Huisvesting: alleen
€ 60 - 85
grote ruimtes.
(12.000 m2) De broedplaats
Particulier –
Creatieve starters –
Bureau in grote
Onbekend. Richtlijn
(cluster in de
Katja van
selectie op synergie
ruimte, platform,
spinnerij
spinnerij)
Reede
netwerk
€ 60 - 85
Multimedia House
Particulier
Bureau in grote
Onbekend. Richtlijn
(cluster in de
ruimte, platform,
spinnerij
spinnerij)
netwerk
€ 60 - 85
HBO + High-tech
Training, netwerk
n.v.t.
(geen fysieke
potentials.
en begeleiding
ondersteuning)
Geselecteerd op
VentureLab
UT Twente
IT, ICT
ondernemerschap Eindhoven
Little Mountain
Particulier –
Creatieve starters –
Huisvesting,
Circa € 80 – 100
(nu: 700 m2 ->
Maarten
selectie op synergie.
netwerk en
(gedeeld door
toekomst: 2200
Hendriks
Nu 13 personen (veel
platform
aantal personen)
m2 )
ZZP-ers)
Per gezamenlijk project afdracht Maarten (15%) + LM concept
NV Rede
8 Gemeenten
Geen specifieke
6 panden voor
& aandeel-
doelgroep
huisvesting
€ 336 (incl. alles)
Kleine en middelgrote
Huisvesting en
€ 281 kantoor
R&D bedrijven
laboratoriums
€ 319 labs
houders Beta Accelerator
“
(onderdeel NV Rede) 3+ Incubator
9 instellingen
(alleen huisvesting
Technostarters en
Platform, netwerk
Voor technostarters
Ontwerpers
en financiering
zie NV Rede
technostarters) Amsterdam
Beehivee
Particulier
Creatieven. Selectie
Huisvesting,
€300 per unit per
(40: units – 100:
concept
op ambitie,
netwerk
maand. €0 plint-
plintruimtes m2)
ontwikkelaars
samenwerking en
De Talentenfabriek
Gemeente
Onderscheidend,
Begeleiding,
1e jr: €350, 2e jr:
(gehuisvest in een
Amsterdam
ambitieus idee waar
netwerk, finan-
€700, 3e jr: €1050
Amsterdam een
ciering (€ 5000)
p/mnd
€ 57 – 70
ruimtes 1e jr
synergie
BVG)
belangrijke rol in speelt Kauwgomballen
Lingotto
Gemotiveerde
Huisvesting,
Fabriek (5000 m2)
Vastgoed
kunstenaars,
netwerk. Geen
ontwikkeling
creatievelingen of
uitstroombel.
producenten Dialogues House
ABN AMRO
Aansluiting ABN
Huisvesting,
AMRO
netwerk
Onbekend
Tabel 1: Bezochte BVG-en/ Incubators
De creatieve incubators/BVG-en zijn vaak gevestigd in oude fabriekshallen van vroegere productiebedrijven, bijvoorbeeld een sigaretten-, een graan-, een textiel-, een kauwgomballen- of een koffiefabriek. Deze locaties worden gekenmerkt door o.a. de volgende termen: hoog, groot, licht, nostalgie, sfeervol, doorleefd, mogelijkheid tot clustervorming, mooie gevel/entree, combinatie oude structuur en nieuw interieur.
Pagina 9 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
2.5 Triple Helix De organisatievorm van een incubator is afhankelijk van de (financiering van de) initiator en/of exploitant en het pakket aan ondersteuning. Volgens H. Etzkowitz is het ‘Triple Helix’ model voor samenwerking van Onderwijs (Academia), Overheid (State) en Ondernemers (Industry) de sleutel tot innovatie in kennisintensieve maatschappijen9. Met het model worden o.a. de volgende thema’s belicht: Wat is de rol van universiteiten in de regionale economie en sociale ontwikkeling? Hoe kan de overheid op alle niveaus de burgers aanmoedigen op het gebied van innovatie (en vice versa)? Hoe kunnen bedrijven samenwerken met elkaar, met universiteiten en de overheid om meer innovatief te worden? In Afbeelding 2.7 staan deze drie partijen afgebeeld als (mogelijke) pijlers van een incubator.
Onderwijs TU Delft HBO’s MBO’s etc.
Overheid Gemeente Provincie Nederland EU
Afbeelding 2.6: Triple Helix
Incubator Huisvesting Financiering Begeleiding Netwerken Podium Advies
Ondernemers Klanten Leveren Diensten Toeleveranciers
Afbeelding 2.7: De drie mogelijke partijen rond een
De manier van ondersteuning kan globaal worden verdeeld in 3 hoofdgroepen: 1) Niet-fysieke ondersteuning (advies, netwerk, begeleiding, financiering, podium) 2) Fysieke ondersteuning (bedrijfshuisvesting, werkhallen, e.d.) 3) Volledig pakket (fysieke en niet-fysieke ondersteuning) In bijlage 2 worden een aantal organisatievormen beschreven met elk 1 á 2 Nederlandse praktijkvoorbeelden.
Pagina 10 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
2.6 Nederlandse Technische Universiteiten Universiteit Twente (UT) Kennispark Twente is het concept waar diverse initiatieven op het gebied van ondernemerschap samenkomen. Doelstelling van het park is ‘het creëren van een omgeving waar alle ingrediënten aanwezig zijn voor succesvol hightech ondernemerschap en innovatie’. Uiteindelijk moet het zo genoemde ‘ecosysteem’ 10.000 nieuwe hoogwaardige arbeidsplaatsen voor Twente opleveren. Naast een stichting die diensten biedt aan (startende) innovatieve ondernemers, is Kennispark Twente ook een gebied. Het fysieke kerngebied van Kennispark Twente beslaat het terrein van de universiteitscampus en het aangrenzende Business en Science Park, waar 200.000 m² bruto vloeroppervlak ontwikkeld zal worden, in een periode tot 2020. Op termijn zijn er bouwkavels beschikbaar. Als eerste gezichtsbepalende locatie wordt gebouw ‘Langezijds’ op de universitaire campus herontwikkeld tot een bedrijfsverzamelgebouw (40.000 m²) voor met name technologisch georiënteerde bedrijven. De locatie is dicht bij de universitaire laboratoria en onderzoeksvoorzieningen. 4 Zie afbeelding 2.8.
18
Afbeelding 2.8: Kennispark Twente
De drie hoofdlijnen op de agenda van het Kennispark zijn: Entrepreneurship, Innovation en Area. Het programma Kennispark (indicatief) 10:
• • • • • • •
15.000 m2 Starters 25.000 m2 Doorstarters 20.000 m2 Research en Development 50.000 m2 Hoogwaardige productie 70.000 m2 Technologische dienstverleners 10.000 m2 Kennis- en onderzoeksinstellingen 10.000 m2 Publiek-Private centra voor technisch onderwijs en training
Initiatiefnemers van het Kennispark Twente zijn Provincie Overijssel, de Gemeente Enschede en de ondernemende Universiteit Twente. Samenwerkingspartners zijn o.a. de onderzoeksinstituten van de Universiteit Twente, NIKOS, BTC Twente, Innovatieplatform Twente en de Technologiekring Twente.
Pagina 11 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Business Development De UT is opgebouwd als een matrixorganisatie: de faculteiten voeren onderwijsprogramma’s uit en binnen de onderzoeksinstituten wordt multidisciplinair onderzoek uitgevoerd. Kennispark Twente werkt zeer nauw samen met de onderzoeksinstituten als het gaat om het valoriseren van kennis van de UT. De UT kent zes verschillende onderzoeksinstituten met elk een eigen expertisegebied: - MESA+: insitute for Nanotechnology - CTIT: Centre for Telematics en Information Technology - BMTI: BioMedisch Technologisch Instiuut - IMPACT: Institute of Mechanics, Processes And Controle Twente - IBR: Institute for Behavioral Research - IGS: Institute for Governance Studies In tabel 2 zijn de UT incubatie initiatieven te vinden. Incubatie activiteit (m2)
Initiator Aandeelhouders: - ABN AMRO Bank N.V. - Deltaborgh Investments BV - ten Hag Groep - Saxion Hogeschool - UT
Doelgroep
Ondersteuning
Innovatieve
Huisvesting
High-Tech Factory (HTF).
MESA+ Instituut.
Bedrijven in de
Productie faciliteiten
Wordt gerealiseerd in 2010
Financiering door de
micro- en
(cleanroom en dure
provincie, regio en EZ
nanotechnologie
apparatuur)
Startende bedrijven
Huisvesting (BVG)
BTC-Twente B.V. met o.a. Bedrijfstechnologisch Centrum Twente (BTC) BTC bedrijfsruimtes: - Capitool 50 (1040) - Novay (1100) - Tpoint (600)
technostarters Hoogwaardige
Huisvesting
ondernemingen
(totaal € 1,6 miljoen) De Etalage – het
Intentieverklaring
onderwijspand van
Kondor Wessels,
Chemische Technologie
Property Conversion
(Langezijds). 50.000 m²
Group en UT
Venture Lab.
UT-instituut Nikos en
Hightech talenten
Netwerk, begeleiding,
Registratiekosten €2000 (+
Saxion
met ambitie (idee of
training, platform
eigen levensonderhoud)
BP niet nodig). Geen uitstroombeleid.
TOP-regeling
SPEED
UT
UT en Saxion
Starters
Renteloze lening en
(meerderheid
coaching. Gekoppeld aan
techno).
een vakgroep
Starters vd HBO-
Renteloze lening +
instelling Saxion.
training
Kennispark heeft eenmalig €30.000 geïnvesteerd. (Gratis) Juridisch loket
Kennispark Twente
Startende
Juridische vraagstukken;
ondernemers
rechtsvormen, AV, overeenkomsten
Octrooifonds van
CvB UT
Kennispark Twente
Uitvinders.
Fonds vergoedt de kosten
Beoordeling
1e fase octrooiaanvraag +
octrooiencommissie
pers. financiële toelage.
Tabel 2: Incubators geïnitieerd door o.a. de UT18
Andere initiatieven op het gebied van kennisvalorisatie (mede) aangeboden door de UT zijn te vinden in bijlage 3. In die bijlage is ook een goed overzicht van de tarieven van het BTCgebouw en diverse diensten te vinden ter indicatie.
Pagina 12 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) Van de Nederlandse investeringen in R&D wordt bijna 60% door het bedrijfsleven gedaan. In Zuid-Oost Brabant worden de grootste private investeringen in R&D gedaan met Philips en ASML als de twee belangrijkste investeerders. Samen zorgen deze twee bedrijven voor meer dan een kwart van de Nederlandse private investeringen in R&D. In Noord-Brabant wordt 3,2 % van het Bruto Regionaal Product besteed aan R&D, tegenover 1,9% gemiddeld in ons land. Deze prestaties hebben er mede toe geleid dat Zuidoost-Brabant in de Rijksnota ‘Pieken in de Delta’ de status Brainport kreeg toebedeeld5. Zie afbeelding 2.9.
18
Afbeelding 2.9: Brainport
In 2013 zullen de ‘Regions of Knowledge’ in Europa een sleutelrol gaan vervullen. Om dit te bereiken hebben de EU-leiders in 2002 de Barcelona-norm vastgesteld. Volgend de norm streven de Europese landen ernaar om tegen 2010 ongeveer 3% van hun bruto binnenlands product te spenderen aan investeringen in onderzoek en ontwikkeling, waarvan tweederde deel afkomstig uit de particuliere sector. Om te kunnen excelleren als toptechnologieregio is het behalen van de Barcelona-norm30 uit de Lissabon-doelstellingen - zoals nu al het geval is in Brainport - onvoldoende. Het zou tenminste om een verdubbeling moeten gaan (R&D= 56%). Daarvoor is kritische massa nodig. Brainport werkt daarvoor samen in het ELAtprogramma (Eindhoven-Leuven-Aken triangle) en participeert in de internationale overeenkomsten die het Ministerie van Economische Zaken sloot met Vlaanderen en Nordrhein-Westfalen. Deze grensoverschrijdende samenwerking versterkt het Europees perspectief van Brainport. Doelstelling van Brainport is ‘een internationaal gevestigde naam en positie op het gebied van hightech en innovatie’. Focusgebieden zijn hightech industries, automotive, lifetech, design en food. 8
Pagina 13 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Brainport is een samenwerkingsverband tussen bedrijven (Philips en VDL Groep), kennisinstellingen (TU/e, ROC Eindhoven, Fontys Hogescholen, Universiteit van Tilburg, KvK Brabant en Brabants-Zeeuwse Werkgeversvereniging) en overheden (de Gemeentes Eindhoven, Helmond en Veldhoven). In tabel 3 zijn de TU/e incubatie-initiatieven te vinden. Meer informatie over NV Rede is te lezen in bijlage 2. Andere initiatieven op het gebied van kennisvalorisatie (mede) aangeboden door de TU/e zijn te vinden in bijlage 4. Incubatie activiteit (m2)
Initiator
Doelgroep
Incubator 3+ Techno
Diverse partijen
Technostarters
(i.s.m. NV Rede)
(bijlage 2)
Incubator 3+ Design
Diverse partijen
Huisvesting, netwerk, begeleiding, training, platform
Designstarters
Netwerk, begeleiding, training, platform
(i.s.m. NV Rede) BÈTA Technology en
Ondersteuning
NV Rede
Technostarters
Huisvesting
Sectoren ICT en
Huisvesting
Business Accelerator (6000) Twinning Center (3500)
NV Rede
biotechnologie Bedrijvencentrum Gilde
NV Rede
Zakelijke
Huisvesting
dienstverlening Diverse BVG-en in beheer
NV Rede
van NV Rede (diverse) Design Connection Brainport
Diverse
Huisvesting
bedrijven Brainport
Projecten
Projectondersteuning
ondersteuning op het gebied van design en technologie (Creative) Conversion
Brainport
Factory
Starters, MKB,
1000 dagen faciliteiten;
kennisinstel-
huisvesting op de High-
lingen (en
Tech campus + werken
marktpartijen)
aan prototypes op basis van media, design en technologie
Innovation Lab
TU/e
Ondernemers
(adviescentrum)
Subsidies, contracten mbt octrooien
Virtual Business Incubator
Studenten Saxion
(VBI)
hogeschool
studentbedrijven
Business Date: Decentrale huisvesting van studentbedrijven bij bedrijven in de regio
Starterslift
intensieve
Innovatieve
Begeleiding en
samenwerking tussen
starters <5 jaar
financiering
Innovatieve
Financiering
Overheid, Onderwijs en Ondernemingen. Opgericht mbv SKEprogramma van EZ. Technostars
Diverse partners
jonge ondernemingen in Zuid Nederland Tabel 3: Incubators geïnitieerd door o.a. de TU/e18
Pagina 14 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Eindhoven als Design stad Eindhoven profileert zich sinds een paar jaar als (Dutch) Design stad met als gevolg internationale bekendheid (c.q. Design Podium) voor studenten en onderzoekers. Zowel de TU/e als de Design academie hebben aan dit imago bijgedragen door initiatieven als de jaarlijkse Dutch Design Week, het 3+ design incubator programma, bezoeken aan designbeurzen en de nauwe samenwerking het bedrijfsleven (o.a. met Philips Design). Een voorbeeld van een in 2006 projectplan om de profilering nog scherper te krijgen is het ‘Designhuis’. Designhuis is een nieuw te ontwikkelen landmark waar exposure voor design centraal staat, dichtbij het publiek en met grote internationale uitstraling. Zie voor meer informatie bijlage 4. In afbeelding 2.10 is de website van het Eindhovense Design Podium weergegeven. Onderaan de pagina is een case uitgelicht, waarbij een creatieve starter op het Eindhovense Design Podium is geplaatst.
18
Afbeelding 2.10: Design Podium Eindhoven
‘Two Some’ bh Bedrijf/ missie Two Some De bh is ontworpen door Patricia Vernooij, die hiermee afstudeerde aan de Design Academy in Eindhoven in Nederland. De cups van de bh bestaan uit 2 delen die over elkaar heen kunnen schuiven, waardoor de bh zich aan de grootte van de borsten aanpassen. Hiermee wordt het alom bekende probleem van het vinden van de juiste maat bh opgelost. De bh is niet alleen zeer functioneel maar biedt ook veel styling opties. De twee delen van de cups kunnen uit verschillende materialen en kleuren bestaan en worden momenteel met succes verkocht via een Nederlandse lingeriewinkelketen. Podium Eindhoven De (Gemeente) Eindhoven creëert voor creatieve talenten een creatief podium o.a. door een website http://www.eindhovenstrots.nl, waar de creatieve innovatie van Partricia Vernooij onder de link van 23 maart 2009 wordt gepresenteerd.
Afbeelding 2.11: Two Some BH
Pagina 15 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Technische Universiteit Delft (TU Delft) De Randstad is nu al een Europees centrum van technologische innovatie met o.a. de economisch belangrijke steden Amsterdam en Rotterdam, het regeringscentrum Den Haag en de grootste Nederlandse luchthavens Schiphol en Rotterdam Airport, kenniscentra als de universiteiten van Leiden, Delft en Rotterdam en tot slot researchinstituten als TNO. Kortom: de Randstad, het meest bruisende en dynamische deel van Nederland met een ideaal business klimaat. In de toekomst zal de regio voor het (inter)nationale bedrijfsleven alleen maar belangrijker worden. In 2005 is gestart met de realisatie van plannen rond het ambitieuze ‘Technopolis Innovation Park Delft’, een bedrijventerrein van circa 86 hectare, dat de komende 20 jaar ontwikkeld zal gaan worden, in de naaste omgeving van de Technische Universiteit Delft (TU Delft). Het is een terrein, bestemd voor bedrijven met een hoge Research en Development component. De afdelingen Biotechnologie en DelftChemTech van de faculteit Technische Natuurwetenschappen zullen gehuisvest gaan worden in Technopolis. Technopolis levert een belangrijke bijdrage aan de uitbouw van die internationale toppositie.15 Zie afbeelding 2.12 voor een impressie van Technopolis.
Afbeelding 2.12: Technopolis Innovation Park Delft
Pagina 16 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
De volgende sleutelsectoren worden op Technopolis sterk vertegenwoordigd:
• • • •
Nano technologie Water: waterwerken, watermanagement en waterkwaliteit Multifunctionele infrastructuren: ontwerp en management Duurzame energie: winnen, omzetten en gebruiken
De Sleutelsectoren sluiten (gedeeltelijk) aan bij de vier onderzoekspijlers van de TU Delft, de ‘Delft Research Initiatives’ (DRI’s): Energy, Environment, Health and Infrastructures. In tabel 4 zijn de TU Delft initiatieven op het gebied van incubatie te vinden. Incubatie activiteit
Initiator
Doelgroep
Ondersteuning
TU Delft
Technostarters
Huisvesting, netwerk,
(m2) YES!Delft
begeleiding, training, platform
(nu: 2.500 > per 2010: 11.000) Sustainable Incubator
o.a. Enviu, TU
Duurzame, innovatieve
Huisvesting, netwerk,
(onbekend)
Delft
start-ups
begeleiding, training, platform
EWI ruimtes
Faculteit. EWI
ICT start-ups
Tijdelijke huisvesting
Pre-incubatie. Er
HOPE i.s.m.
Studentenondernemers
Tijdelijke huisvesting en hulp
worden momenteel
YES!Delft
TU Delft, Erasmus en
bij het schrijven van een
Leiden universiteit
ondernemingsplan
(onbekend)
nieuwe plannen uitgevoerd Valorisation Centre
(100 dagen) TU Delft
TU Delft studenten en
Advies rond octrooien en
alumni
contracten
Tabel 4: Incubators geïnitieerd door o.a. de TU Delft18
Partners van Technopolis zijn de TU Delft, de Gemeente Delft, ING Real Estate en Bouwfonds MAB. In paragraaf 3.5 worden de Delftse initiatieven op het gebied van ondernemerschap uitgebreider behandeld, waaronder YES!Delft High-Tech incubator. 2.7 3TU.Federatie In februari 2007 hebben de TU Delft, de TU Eindhoven en de Universiteit Twente de 3TU.Federatie opgericht. De drie universiteiten willen hiermee in onderwijs en onderzoek tot de absolute top van Europa behoren en formuleren hun ambitie als volgt: ‘De drie technische universiteiten streven naar één Federatie van Technische Universiteiten in Nederland in 2010, die in onderwijs en onderzoek tot de absolute top in Europa behoort en die door het afleveren van uitstekend geschoolde ingenieurs, promovendi, ontwerpers en door het genereren van innovaties de dynamiek en concurrentiepositie van de Nederlandse kenniseconomie versterkt.’12 De namen van de bestuurscommissies, die uiting geven aan focus op drie gebieden, zijn 3TU.Onderwijs, 3TU.Onderzoek en 3TU.Valorisatie. Waar nodig worden de Engelse varianten 3TU.Education, 3TU.Research en 3TU.Technology Transfer gebruikt. In tabel 5 worden de drie universiteiten op enkele relevante punten vergeleken. Hierbij zijn de blauwe gegevens kansen voor Delft, want zij zeggen iets over de rijke geschiedenis van de creatieve faculteiten van de TU Delft en het volume aan creatief talent wat (mede daardoor) woont in Delft. Eindhoven profileert zich als Design Stad door het talent van de TU/e en de Design Academie op een creatief podium te plaatsen.
Pagina 17 van 101
ir. L.D.Sleebos Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
[email protected]
Onderwerp
Feiten en cijfers (2007)
Oprichting
Incubatie ondersteuning
Diploma’s (MSc, BSc, ir.)
Inschrijvingen en Instroom
HOPE en Technopolis (Zuid-Holland)
1749
14.299 en 3260
3187, 148, 15
Brainport (NoordBrabant)
984
7104 en 1536
82
2760, 168, 16
Kennispark (Overijssel)
1023
8061 en 1719
Subonderwerp
Samenwerkingsverbanden ondernemerschap (ligging) 6727, 214, 104
onbekend
52
UT "De ondernemende Universiteit"
Publicaties, Promoties en Octrooien onbekend
88
Bestaat niet
TU/e “De geest beweegt de materie”
Studentenondernemers 52
1966
2001
TU Delft 'Challenge the Future'
Spin-offs. Meting t/m 2008 1901
2001
1973
1 december 1961
Bouwkunde
1969
onbekend*
15 juni 1956
Industrieel Ontwerpen
1997
8 januari 1842
Technische Bestuur en management
Beperkte middelen inzetten voor ‘high potentials’. Alleen bedrijven die innovatieve ontwerpen/producten op de markt willen zetten. Bedrijfjes zijn geen urenfabrieken, ze maken onderscheidende producten.
Oprichting
Selectiebeleid
Beperkte middelen inzetten voor ‘high potentials’. Alleen bedrijven die innovatieve ontwerpen/producten op de markt willen zetten. De bedrijfjes zijn geen urenfabrieken, ze maken onderscheidende producten.
Kwaliteit door een natuurlijke selectie van een grote groep. Geen harde selectie op schaalbaarheid van product/dienst, innovatie of technologie (idee). Er wordt wel gelet op ambitie en ondernemerschapvaardigheden van de ondernemers.
* Naamgeving TU/e bij oprichting: Technologie Management
Tabel 5: gegevens drie Nederlandse Technische Universiteiten18
Pagina 18 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
2.8 Conclusies Nederland scoort ‘gemiddeld’ op aantal incubators ten opzichte van andere Europese landen. Indien de oppervlakte van het land wordt meegenomen in een vergelijking, scoort Nederland bovengemiddeld. Volgens een onderzoek van de Universiteit Twente zijn er 936 Europese Business Incubators waarvan 26-50 in Nederland3. Een kleine meerderheid van de Nederlandse incubators is georganiseerd vanuit een publieke organisatie. Tussen de twee geselecteerde segmenten voor dit onderzoek, Creatief en HighTech, zijn verschillen te ontdekken in primaire services en services, die zelden tot nooit worden aangeboden. De manier van ondersteuning kan globaal worden verdeeld in 3 hoofdgroepen: 1) Niet-fysieke ondersteuning (advies, netwerk, begeleiding, financiering, podium) 2) Fysieke ondersteuning (bedrijfshuisvesting, werkhallen, e.d.) 3) Volledig pakket (fysieke en niet-fysieke ondersteuning) De huidige creatieve incubators hebben in het onderzoek een profiel van een ‘bedrijfsverzamelgebouw’ (BVG); alleen fysieke ondersteuning, waarbij geen sterke verbinding met een onderwijsinstelling bestaat. High-Tech incubators ontspringen echter bijna altijd uit een technische onderwijsinstelling. Het bieden van niet-fysieke ondersteuning is voor de TU Delft juist een sterkte en is een meerwaarde voor de doelgroep, waardoor er een uniek concept ontstaat voor een (creatieve) incubator. Het aanbieden van kennis over patenten is noodzakelijk voor technostarters, maar minder van belang voor creatieve starters. Creatieve starters beschermen hun idee vaak door middel van model- en/of merkrecht. De gebruikers van de BVG-en zijn een mix van creatieve beroepen. Een conceptmanager zorgt voor de balans in het bedrijfsverzamelgebouw door middel van selectie van ‘passende’ bedrijven. De creatieve incubators/BVG-en zijn vaak gevestigd in oude fabriekshallen van vroegere productiebedrijven. Deze locaties worden gekenmerkt door o.a. de volgende termen: hoog, groot, licht, nostalgie, sfeervol, doorleefd, mogelijkheid tot clustervorming, mooie gevel/entree, combinatie oude structuur en nieuw interieur. De prijs per m2 per jaar voor startende bedrijven ligt tussen €60 - €170 met daarnaast nog kortingsvormen voor het startjaar of de startjaren. Commerciële prijzen liggen rond de €300 m2/jaar. Het verschil tussen fysieke ondersteuning door de TU Delft enerzijds en de UT en TU/e anderzijds is het eigen beheer versus exploitatie door derden. De YES!Delft incubator hanteert een all-in prijs in de vorm van huur waardoor geselecteerde gebruikers direct (gratis) toegang krijgen tot de niet-fysieke ondersteuning. Voor een aantal master classes wordt een apart tarief gehanteerd. Bij de TU/e en de UT betalen de geselecteerde start-ups altijd apart voor alle niet-fysieke ondersteuning, omdat fysieke ondersteuning door andere partijen wordt aangeboden. Het ‘Triple Helix’ model staat voor samenwerking tussen Onderwijs (Academia), Overheid (State) en Ondernemers (Industry), die de sleutel is tot innovatie in kennisintensieve maatschappijen. Het belang van de samenwerking tussen de TU Delft en de Gemeente Delft op het gebied van kennisvalorisatie wordt door het model onderstreept. Technostarters worden met het YES!Delft Hightech concept sinds 2005 ondersteund. Een uitbreiding van TU Delft ondersteuning voor de creatieve startende bedrijven kan een volgende stap zijn. De TU Eindhoven ondersteunt sinds 2003 Technostarters door middel van het ‘3+ incubator programma’ zowel fysiek (huisvesting en werkplaatsen) als niet-fysiek (coaching, netwerk, training, financiën, publiciteit en advies) en sinds 2008 startende ontwerpers alleen nietfysiek. TU/e is een voorloper op het gebied van het promoten van creatieve talenten uit de stad Eindhoven en omgeving. Initiatieven die hieraan een bijdrage hebben geleverd zijn: de jaarlijkse Dutch Design Week, het 3+ design incubator programma, Brainport status, de
Pagina 19 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
samenwerking met de Design Academie en de samenwerking met het bedrijfsleven (o.a. met Philips Design). Eindhoven is internationaal een bekend podium geworden voor creatief talent, ondanks een veel minder rijke geschiedenis van de TU/e faculteit Industrieel Ontwerpen (2001) t.o.v. de TU Delft faculteit Industrieel Ontwerpen (1969). De Universiteit Twente heeft zich pas sinds 2001 gericht op het vakgebied Industrieel Ontwerpen en heeft tot op heden geen Bouwkunde faculteit. De TU Delft is de oudste Technische Universiteit met een rijke geschiedenis binnen de creatieve ‘ontwerp’ faculteiten IO en BK. Daarnaast vraagt de TU Delft veruit het hoogste aantal patenten aan per jaar, ca. zeven keer zoveel als de UT en TU/e. Als het volume van de universiteiten wordt meegenomen vraagt de TU Delft 3,5 keer meer patenten aan per jaar. De TU Delft per jaar twee keer zoveel creatieve studenten naar de universiteit ten opzichte van de TU/e en de UT. De drie universiteiten hebben allen de ambitie een centrale rol te spelen in de eigen regio op het gebied van kennisvalorisatie. Dit uit zich in de oprichting van Science parken, waarbinnen incubatieprogramma’s een belangrijke rol spelen. Het selectiebeleid voor ondersteuning verschilt per universiteit: • TU/e: Beperkte middelen inzetten voor ‘high potentials’. Alleen bedrijven die innovatieve ontwerpen/producten op de markt willen zetten. De bedrijven zijn geen urenfabrieken, ze maken onderscheidende producten. • UT: Kwaliteit door een natuurlijke selectie van een grote groep. Geen harde selectie op schaalbaarheid van product/dienst, innovatie of technologie (idee). Er wordt wel gelet op ambitie en ondernemerschapvaardigheden (ondernemer). • TU Delft: Beperkte middelen inzetten voor ‘high potentials’. Selectie op schaalbaarheid en innovatie. Sterke voorkeur voor een juridisch te beschermen product (via een patent). De bedrijven zijn geen urenfabrieken, ze maken onderscheidende producten.
Pagina 20 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
3. Delftse initiatieven 3.1 Inleiding Volgens het rapport van Bureau Louter2 geeft de Gemeente Delft actieve financiële steun aan zes bedrijfsverzamelgebouwen (BVG-en) in Delft voor startende bedrijven, waaronder de YES!Delft High-Tech Incubator, die als enige ook wordt ondersteund door een onderwijsinstelling (TU Delft). De Stichting Kleinschalige Bedrijven (SKB) is het zevende bedrijfsverzamelgebouw voor o.a. creatieve starters, maar het verschil met de andere zes is dat de Gemeente geen actieve financiële steun verleent. Er zijn nog drie andere bedrijfsverzamelgebouwen in Delft (Delftstede, Schieweg en Tauro), maar die richten zich niet specifiek op startende bedrijven en worden in dit rapport buiten beschouwing gelaten. In dit hoofdstuk wordt uitgebreid ingegaan op de Delftse situatie op het gebied van incubatie. 3.2 Gemeente Delft In de discussienotitie Creatieve Economie in Delft (november 2006), de Strategienota Economie (vastgesteld januari 2008) en in de ‘Langetermijnvisie cultuur 2017 Delft meer dan Blauw’ (vastgesteld november 2007) wordt het binden van de creatieve industrie aan de stad behandeld en de ambitie uitgesproken een beter vestigings-, werk- en woonklimaat te creëren voor deze groep en aangegeven hoe men hier meer gestalte aan wil geven6. In 1) 2) 3) 4) 5) 6)
het rapport van Bureau Louter zijn de volgende zes BVG-en geselecteerd en onderzocht: PTD-locatie/ Leeuwenhoeksingel Radexgebouw BTC Bacinolgebouw (momenteel verhuisd naar Hooikade 13) Röntgenweg Estate YES!Delft (per 2010 naar het Bandridge gebouw op Technopolis)
Hiervan zijn twee BVG-en in de tussentijd opgeheven (nr.1 en 5), is één BVG verhuisd (nr. 4) en gaat één BVG per januari 2010 verhuizen (nr. 6). De zes BVG-en voldoen aan één of meer van de kenmerken ‘kortlopende huurcontracten’, ‘gezamenlijke voorzieningen’, een ‘accent op startende/jonge bedrijven’ én aan actieve financiële steun door de Gemeente. De Gemeente Delft kent 3 instrumenten om financiële steun te verlenen aan de ontwikkeling van BVG-en2: 1) Het financieren van de ‘onrendabele top’. Er wordt vanuit gegaan dat na een aanloopfase vrijwel de volledige ruimte wordt verhuurd en dan rendabel wordt geëxploiteerd (opbrengsten zijn minstens gelijk aan de kosten). Bij de aanloopfase kan het om een periode van enige jaren gaan, waarin het BVG gestaag volloopt. Onder bepaalde voorwaarden is de Gemeente bereid deze ‘onrendabele top’ te financieren. De voorwaarden zijn dat het BVG een belangrijke functie vervult voor startende/jonge bedrijven en dat er een goed ondernemingsplan wordt voorgelegd. Om de onrendabele top te financieren dient aan de Europese richtlijnen voldaan te worden i.v.m. concurrentievervalsing2. 2) Het tegen gunstige financiële voorwaarden (relatief lage huur) bedrijfsruimte beschikbaar stellen aan beheerders, die de ruimte vervolgens doorverhuren. Veelal gaat het hier om bestaande gebouwen. 3) Het jaarlijks bijdragen in de exploitatietekorten van een BVG. Daarbij wordt aanvaard dat er (gedurende een bepaalde periode) sprake zal zijn van het structureel achterblijven van de opbrengsten bij de kosten. In bijlage 6 is een beschrijving te vinden over de BVG-en in Delft die gesteund worden door de Gemeente Delft. In paragraaf 3.5 komt het YES!Delft concept voor Technostarters aan de orde.
Pagina 21 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
3.3 STIP Delft Een jaar na de oprichting van YES!Delft heeft Studenten Techniek In Politiek Delft (STIP Delft) een motie ingediend over ‘YES!Delft 2’. Zie bijlage 5 voor uitleg over STIP Delft en de volledige motie. Daarin wordt als overweging aangenomen: ‘dat het concept YES!Delft als succesvol samenwerkingsverband tussen de Gemeente Delft en de TU Delft een goed fundament kan vormen om ook starters met een niet-technologisch concept succesvol te maken’. De motie is met een grote meerderheid aangenomen en de Gemeenteraad van Delft draagt het College begin november 2006 op om: I) In samenwerking met de TU Delft tot een plan voor YES!Delft 2 te komen waar starters vanuit de TU Delft met een niet-technologisch concept terecht kunnen. II) Te kijken of het mogelijk is andere kennisinstellingen bij deze samenwerking te betrekken, zodat studenten van deze instellingen ook gebruik kunnen maken van de faciliteiten die uit het plan voor YES!Delft 2 voortkomen.’ 3.4 Creatieve faculteiten van de TU Delft In hoofdstuk 5 komen de creativiteitssegmenten uitgebreid aanbod. Daarin worden de faculteiten TBM, IO en Bk beschouwd als niet-technologisch. Naast de genoemde onderzoeksthema’s, die gelden voor de gehele TU Delft, hebben de creatieve faculteiten ook eigen onderzoeksgebieden gedefinieerd. Onderzoeksgebieden vertellen waar onderzoekers mee bezig zijn en welke richtingen het onderwijs in de toekomst op zal gaan. Faculteit TBM (BSc. en MSc. diploma’s in 2007: 181) Technische Bestuur en Management biedt zowel vakken uit de technische en exacte wetenschappen als vakken uit de sociale en managementwetenschappen. De kennis uit deze vakken wordt vaak toegepast in projecten. Daar wordt de theorie uit de verschillende vakken geïntegreerd in praktijkgevallen. De faculteit TBM heeft de volgende vier werkdomeinen: (1) Energie, Water en Industrie, (2) Informatie- en Communicatietechnologie, (3) Grootstedelijke Ontwikkeling en Ruimtegebruik en (4) Transport, Infrastructuur en Logistiek.19 Faculteit IO (BSc. en MSc. diploma’s in 2007: 584) Een industrieel ontwerper ontwerpt of verbetert producten voor mensen. Voor gebruik thuis en voor op het werk. Van een operatietafel tot het interieur van een vrachtwagen, van een jampot tot een damesurinoir. Het scala aan producten waar je als IO’er aan kan werken is indrukwekkend: van klapschaats tot jampot, van auto tot trein, van huisstijl voor een bedrijf tot moderne website. Kortom, producten die iedereen dagelijks tegenkomt en gebruikt16. Belangrijk om alvast te vermelden is het probleem, dat het IP en het recht tot commercialiseren van een idee momenteel zelden bij de student (de idee eigenaar) ligt. Dit is vooral het geval als er een extern bedrijf betrokken is, bijvoorbeeld bij een IO afstudeerproject. Zie voor meer informatie het IO-modelcontract in bijlage 15. Onderzoeksgebieden bij IO: (1) Strategic Design, (2) User Experiences, (3) Technology Transformation, (4) Healthcare, (5) Personal Mobility en (6) Living/Working.16 Faculteit BK (BSc. en MSc. diploma’s in 2007: 623) Bouwkunde is een creatief én technisch vak. Het is meer dan architectuur alleen. Het vakgebied varieert van het technische aspect van het bouwen tot het inrichten van Nederland op een verantwoorde manier. Wie voor Bouwkunde in Delft kiest, durft grenzen op te zoeken. Grenzen in vormen, constructies, technieken en combinaties. Sterktes in het BK onderzoek: (1) healthy, energy efficient, comfortable buildings in social inclusive neighborhoods, (2) modelling and performance in architecture, building technology and urban development, (3) design and strategies for the urban society, (4) research by design and mapping in architecture, landscape architecture and urban design, (5) managing complexities of the built environment en (6) historical, cultural and theoretical underpinning. 19
Pagina 22 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
3.5 TU Delft initiatieven op het gebied van kennisvalorisatie Fasen
Naam (link)
Doelgroep
Ondersteuning
HOPE/DCE
Studenten van de
Samenwerking voor awareness:
genoemde universiteiten
TU Delft, Erasmus, Universiteit
ondernemen Awareness
Leiden YES!Delft student board
Studenten TUD
Opzetten en onderhouden netwerk van ondernemende studenten en starters d.m.v. activiteiten
Pre-incubatie Educatie
HOPE i.s.m. YES!Delft HOPE/DCE
Studenten en
100 dagen flexibele werkplek en
afgestudeerden
schrijven ondernemingsplan
Studenten van de
Samenwerking in het onderwijs:
genoemde universiteiten
TU Delft, Erasmus, Universiteit Leiden
Minor TBE
BSc studenten
Technisch ondernemerschap
Minor IED
BSc studenten
Sociaal ondernemerschap
Mastertracks
MSc studenten
Aantekening ondernemerschap
BSc en MSc studenten –
Schrijven ondernemingsplan
Writing a Business Plan
keuzevak Turning Technology into
BSc en MSc studenten –
Plan voor het commercialiseren
Business
keuzevak
van een (TU Delft) octrooi
ABN AMRO
BSc en MSc studenten –
Introductie schrijven
Summerschool
extracurricular
ondernemingsplan (1 week)
Design Challenge
incubatie
BSc en MSc studenten –
Innovatietraject met
keuzevak
multidisciplinair team
Sustainable Business
BSc en MSc studenten –
Haalbaarheidsstudie
Game
keuzevak Technostarters
YES!Delft
Huisvesting, netwerk, begeleiding, training, platform
2
(nu: 2.500 m > per 2010: 11.000 m2) Sustainable Incubator
Duurzame, innovatieve
Huisvesting, netwerk,
Dnamo door o.a. Enviu,
start-ups
begeleiding, training, platform
ICT start-ups
Tijdelijke huisvesting
TU Delft EWI ruimtes door faculteit EWI Pre-incubatie. Er worden
(Studenten)ondernemers
Huisvesting, netwerk,
momenteel plannen
TU Delft, Erasmus en
begeleiding, training, platform
ontworpen door HOPE
Leiden universiteit
i.s.m. YES!Delft Valorisation Centre Groei
YES!Delft growth
TU Delft studenten en
Advies rond octrooien en
alumni
contracten
Technostarters met
Financiering, passend educatie en coachingprogramma,
groeipotentie
huisvesting, netwerk. Technopolis Innovation
Technostarters
Huisvesting
Park Tabel 6: TU Delft initiatieven op het gebied van kennisvalorisatie
Pagina 23 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
YES!Delft High-Tech De YES!Delft High-Tech incubator voor technostarters is de belangrijkste investering vanuit de TU Delft op het gebied van incubatie. Volgens het Triple Helix model zijn er 3 partijen die alleen of gezamenlijk ondersteuning aan startende bedrijven kunnen initiëren; Onderwijs, Ondernemers en de Overheid. Het YES!Delft concept past bij scenario ‘onderwijs als initiator’. Hieronder is het concept uitgewerkt. In bijlage 2 zijn meerdere scenario’s uitgewerkt die van elkaar verschillen door de initiator(s) van de ondersteuning.
Scenario II: Onderwijsinstelling als initiator “pijnstillers bij de geboorte van onderwijs spin-offs” Doelstelling: het voornaamste doel is kennisvalorisatie door middel van het motiveren en ondersteunen van studenten en alumni van de kennisinstelling(en) op het gebied van ondernemerschap. In veel gevallen participeert de Gemeente ook in het initiatief waardoor de bedrijvigheid in een bepaalde stad of regio wordt gestimuleerd. Gebruiker: de doelgroep van de incubator is veelal geselecteerd op basis van aansluiting met de kennisinstelling en groeipotentie. Winstmodel: de incubator mag geen winst maken en probeert (na een aanloop tijd van een paar jaar) quitte te spelen. Gebouw: veelal in het bezit van de kennisinstelling, de Gemeente of een woningbouwvereniging. Er worden meestal grote investeringen gedaan voor de verbouwing van het pand (en de omliggende panden) omdat de incubator vaak een onderdeel is van een lange termijn economisch vernieuwingsbeleid. Het komt zelden tot nooit voor dat er alleen huisvesting wordt aangeboden als een onderwijsinstelling initiatiefnemer is van de ondersteuning.
Praktijkvoorbeeld: YES!Delft Hightech Incubator Onderwijs: TU Delft als de kennisinstelling, zorgt voor toevoer van technostarters. De startende bedrijven maken gebruik van de van het initiatief, waaronder het netwerk, het programma van niet-fysieke ondersteuning, bedrijfsruimte, faciliteiten, de naam van de TU Delft, e.d. De TU Delft co-financieerder van de ondersteuning. Overheid: Gemeente Delft en EZ zijn co-financieerders van de incubator. Ondernemers: Deerns, Rabobank. Sponsoring, soms in de vorm van een ‘in-kind’ bijdrage. Een aantal startende bedrijven uit de incubator ontwikkelen zich tot volwaardige ondernemingen. Deze succesvolle ondernemers kunnen als coaches, leveranciers of klanten van diensten en/of producten fungeren voor de nieuwe generatie startende bedrijven. Gebruiker: Technostarters. Meestal in het bezit van een patent (technologische innovatie). Gebied: Rotterdamseweg op het TU Delft campusterrein. Per 2010 op Technopolis Gebouw: Huisvesting van ca. 40 High Tech bedrijven in Delft. In totaal heeft YES!Delft ca. 52 bedrijven ondersteund (meting eind 2008). Services: Advies, bedrijfshuisvesting, een podium en een programma. Receptie, internet en netwerkactiviteiten. In- en uitstroombeleid: selectiecriteria zijn technologische, schaalbare innovatie. Hooguit 5 jaar ingeschreven bij de KvK. Maximaal 3 jaar ondersteuning in het gebouw. Zie bijlage 7 voor criteria toelating. Op de volgende pagina is een fotocollage te zien van YES!Delft. In bijlage 8 is de evaluatie, na 3 jaar incubatie ondersteuning geschreven vanuit de Gemeente Delft, te lezen.
Pagina 24 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Afbeelding 3.1: Fotocollage YES!Delft
Pagina 25 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
3.6 Delftse particulieren initiatieven In het onderzoek van Bureau Louter is de Stichting Kleinschalige Bedrijven (SKB) het zevende bedrijfsverzamelgebouw voor o.a. creatieve starters, maar het verschil met de andere 6 BVGen is dat de Gemeente Delft geen actieve financiële steun verleent. In 1983 (ten tijde van de oprichting) is er een eenmalige subsidie van 25.000 gulden verstrekt aan de SKB. Momenteel financieert de Gemeente de ‘onrendabele top’ van SKB-gebouwen, indien nodig. 3.7 Overzicht Bedrijfsverzamelgebouwen Een conclusie in het rapport van bureau Louter2 is dat er tussen 2009 – 2013 ca. 20.000 m2 aan ruimte in Delft bij moet komen met als functie bedrijfsverzamelgebouwen voor de vijf gedefinieerde ‘creatieve segmenten’. Voor meer informatie over deze segmenten, zie hoofdstuk 5. De Delftse initiatieven op het gebied van BVG-en en incubatie kunt u lezen in onderstaande tabel. Meer informatie over de Delftse BVG-en is te vinden in bijlage 6. De grijs gemarkeerde BVG-en zijn inmiddels opgeheven. De prijzen zijn gecategoriseerd in laag (< €100), midden (€100 - €160), hoog (> €160), afgeleid uit het rapport van Bureau Louter. Incubator
Initiator
Gebruiker
(grootte in m2) PTD-locatie/
-
Creatieve
Ondersteu-
Toekomst
Prijs
ning
perspectief
(m2 per jaar)
Huisvesting
Opgeheven
Laag/Midden
Huisvesting
Opgeheven
Midden
industrie
Leeuwenhoeksingel (4300 m2) Röntgenweg
-
Estate
Starters en nonprofit instellingen
(21300 m2) Bacinol 1
Particulier – G.
Geen specifieke
(tijdelijke)
Verhuisd naar
Laag/Midden:
Wateringsevest 38
Meijerink
doelgroep; veel
huisvesting,
de Hooikade
€50 t/m
(TU) creatieven
debatten,
13 (3800 m2)
€100 per m2
(4500 m2)
netwerk,
per jaar, excl.
platform
BTW en service
Bacinol 2
Particulier
Geen specifieke
huisvesting,
Eventueel
Hoog: 1,6 keer
Hooikade 13
i.s.m.
doelgroep; veel
debatten,
uitbreiding
prijs Bacinol 1.
(3800 m2)
Gemeente
(TU) creatieven
netwerk,
Bacinol 2 met
Schatting: €
platform
ambulance
85- €100.
Delft – G.
post (400 m2)
Meijerink Radex 1
Particulier –
Startende
Huisvesting,
Rotterdamseweg
Gerard
bedrijven in ICT,
netwerk
183 C (6000 m2)
Meijerink
IT
BTC Delft
Starters
DelftTechPark 26
algemeen
Radex 2 en 3
Hoog: €123 (kaal) + €45 (service)
Huisvesting
Onbekend
Laag/Midden: €127–132 (all
(3300 m2)
in)
YES!Delft
TU Delft en
Rotterdamseweg 145
Technostarters
Huisvesting,
Verhuizing per
Gemeente
financiering,
2010 naar
Delft
netwerk en
Technopolis
training
(11.000 m2).*
(2500 m2)
Midden: € 111
SKB op diverse
Particulier –
Diverse
(tijdelijke)
Het concept is
Laag/Midden.
locaties in de
Koen Brouwers
(startende)
huisvesting
gebaseerd op
Eerste 2 jaar
wisselende,
20% korting
tijdelijke
(matig
locaties
gehanteerd)
Onbekend
Hoog: € 180
bedrijven
binnenstad (4300 m2) Mijnbouwstraat
TU Delft en
Doorstromers
(1000 m2)
DUWO
YES!Delft
Doorstromers
Pagina 26 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
EWI – labs
TU Delft - EWI
I(C)T start-ups
Mekelweg 4
(Tijdelijke)
Onbekend
n.v.t.
huisvesting
(onbekend) 2 x E-lab DCE
TU Delft - DCE
Studenten
Huisvesting
Gratis
en
Mekelweg 2
begeleiding
(ca. 40 m2)
vanuit een bepaald vak
* Er worden momenteel onderzoeken uitgevoerd naar mogelijke ondersteuning voor creatieve starters. Daarnaast zijn er plannen om een pre-incubatie traject op te zetten. De grijs gemarkeerde BVG’s zijn inmiddels opgeheven of verhuisd. Tabel 7: Incubators en Bedrijfsverzamelgebouwen in Delft
De meest recent opgestarte initiatieven in Delft op het gebied van gebiedsontwikkelingen voor de creatieve industrie zijn de Schieoevers en de nieuwe huisvesting aan de Hooikade 13 (Bacinol 2), vóór 1 april 2009 nog gehuisvest aan de wateringsevest 38 (Bacinol 1). Ook zijn er plannen vanuit de Gemeente Delft om Radex 3 te ondersteunen. YES!Delft heeft kantoorruimtes in de Mijnbouwstraat 120 beschikbaar gesteld voor doorgroeiers van YES!Delft waaronder Senz Umbrellas en Evening Breeze. YES!Delft verhuist begin 2010 naar Technopolis en krijgt de beschikking over 11.000 m2 voor een collegezaal, werkhallen, kantoren voor het YES!Delft management, starters en doorgroeiers. De TU Delft heeft bij de faculteit EWI een aantal kantoorruimtes beschikbaar gesteld voor startende (ICT) bedrijven. Het beschikbaar stellen van (tijdelijk) leegstaande panden voor een BVG lijkt een goede (tussen) oplossing voor de grote vraag naar kantoorruimtes vanuit de creatieve industrie. In 2006 heeft de Gemeente Delft een overzicht gemaakt van panden die langdurig leegstaan. De volledige lijst is te vinden in bijlage 10. In de tabel 8 staan de panden die anno 2009 nog steeds interessante opties zijn voor het (tijdelijk) opzetten van een creatieve incubator/BVG. De beschikbaarheid en het gebied (stadsdeel) zijn belangrijke factoren geweest om panden in de lijst mee te nemen. Gebieden als de binnenstad, Delft-Noord en TU-Noord (Zuid-Kolk Nieuwe Haven) komen door hun karakter en ligging in aanmerking als locatie voor een BVG voor de creatieve segmenten.13 Adres
Stadsdeel
Totaal te huur m2
Opmerkingen
Rotterdam-
TU-wijk
2.500
Eigenaar Vastgoed TU Delft. Door de
seweg 145
verhuizing van YES!Delft naar Technopolis komt het gebouw vrij, dat ingericht is voor starters.
Technopolis Lijm en
TU-wijk/
86 hectare waarvan
Eigenaar Vastgoed TU Delft. Verhuizing per 1
bedrijventerrein
11.000 voor YES!Delft
januari 2009.
TU-wijk
De totale grootte is 2,2
Eigenaar Gemeente Delft.
ha, waarvan 9000 m²
Cultuur evenementen.
Cultuur
evenemententerrein Schieoevers
Rand TU–wijk
Paar duizend vierkante
40 euro kaal, 25 euro service kosten. Veel
meter. Hoge ruimtes.
onderhoud (alleen een bouwvergunning wordt in orde gemaakt). Het plan is gemaakt door Kristal voor TNC, maar is door de crisis vertraagd.
Mijnbouw-
Tussen TU–wijk
straat
en binnenstad
Onbekend
Er zijn twee interessante gebouwen: de oude bibliotheek en het nieuwe Science Center
Tabel 8: Mogelijke locaties in Delft
Pagina 27 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
3.8 Conclusies De Gemeente Delft geeft in meerdere stukken aan graag een binding te willen houden met de creatieve industrie en een beter vestigings-, werk- en woonklimaat te creëren voor deze groep. In voorgaande jaren zijn er zes BVG-en ondersteund door de Gemeente Delft door middel van het financieren van de onrendabele top, het bedrijfsruimte beschikbaar stellen en/of een bijdrage in de exploitatie tekorten. Hiervan zijn twee BVG-en opgeheven, twee BVGen verhuisd naar een nieuwe locatie en zijn twee BVG-en nog steeds op de locatie gevestigd zoals beschreven in het rapport van bureau Louter2. Door de economische crisis en (tijdelijk) minder focus op de creatieve industrie, zijn er op dit moment minder middelen beschikbaar. Vanaf 2010/2011 zal er weer meer geïnvesteerd worden door de Gemeente Delft. Het is belangrijk, juist ook in de recessietijd, te investeren in creativiteit en innovatie, om als Delft na de economische crisis een goede economische positie te behouden. STIP Delft, Studenten Techniek In Politiek, pleit al sinds 2006 voor meer ondersteuning vanuit de Gemeente Delft in samenwerking met de TU Delft, voor niet-technologische startende bedrijven. Samenwerking met andere kennisinstellingen om de passende ondersteuning te bieden en breder te werven, komt in de motie ‘YES!Delft 2’ van STIP naar voren. Sinds 2005 investeert de TU Delft in kennisvalorisatie gebaseerd op de vier fasen van ondernemerschap: inspiratie, incubatie, educatie en groei. YES!Delft is het belangrijkste initiatief op het gebied van incubatie. In het rapport van Bureau Louter komet naar voren dat, in tegenstelling tot de andere BVG-en, YES!Delft naast fysieke ondersteuning ook niet-fysieke ondersteuning biedt. Het komt zelden tot nooit voor, dat er alleen huisvesting wordt aangeboden als een onderwijsinstelling initiatiefnemer is van de ondersteuning. In Delft is er, naast de zes (semi-) publieke BVG-en, ook één particulier initiatief Stichting Kleinschalig Bedrijven (SKB), specifiek voor startende bedrijven uit de creatieve industrie. Er zijn nog drie andere bedrijfsverzamelgebouwen in Delft (Delftstede, Schieweg en Tauro), maar die richten zich niet specifiek op startende bedrijven en worden in dit rapport buiten beschouwing gelaten. Het ontstaan en verdwijnen van incubators/BVG-en is een dynamisch proces. Op het moment dat dit rapport wordt gepubliceerd kan de situatie in Delft veranderd zijn. Er zijn plannen om de creatieve industrie de ruimte te geven op de volgende locaties: Schieoevers, Hooikade (bacinol 2), Technopolis (YES!Delft verhuizing), Exact gebouw (radex 2), Mijnbouwstaat (doorgroeiers YES!Delft). In Delft staan meerdere panden leeg, die mogelijk kunnen dienen als (tijdelijke) bedrijfshuisvesting voor startende, creatieve bedrijven.
Pagina 28 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
4. Best practices 4.1 Inleiding De laatste jaren is er veel onderzoek gedaan naar incubators. Lezen over (lang) bestaande initiatieven is een manier om tot meer inzichten te komen voor een eigen model. Het recent verschenen artikel van Bergek en Norrman (2008) is gebruikt als ‘best practice’ kader voor dit rapport17. In paragraaf 4.2 staat een samenvatting van het artikel. In paragrafen 4.3 en 4.4 wordt het kader ingevuld met de 3TU en Delftse initiatieven. 4.2. Best practice: A framework (Bergek en Norrman) Vier ondersteuningsfactoren: 1) Huisvesting: verhuur kantoorruimte in een gebouw met meerdere bedrijven 2) Gedeelde services om overhead kosten te reduceren 3) Professionele business ondersteuning (coaching) 4) Netwerken: intern en/of extern Het aanwezig zijn van punt 3 (professional business support) geeft het verschil aan tussen een bedrijfsverzamelgebouw en een incubator. Er zijn ook theorieën waarbij punt 1 (een colocatie) geen vereiste is voor het incubator concept. In het artikel van Bergek en Norrman wordt gesteld dat het gebruik van een co-locatie een belangrijk voordeel is voor een incubator. In veel onderzoeken worden incubators en science parks als elkaars synoniem gebruikt. Onderscheid wordt aangebracht door de ontwikkelingsfase van hun ‘incubatees’: startende bedrijven, bedrijfsontwikkeling of volwassenheid. Veel onderzoek wijst uit dat een incubator samenhangt met de vroege fase van een onderneming. Bij de evaluatie van het succes van een incubator moet gekeken worden naar de werkelijke uitkomst van een activiteit gerelateerd aan de verwachte uitkomst (‘doelstelling’). Zie afbeelding 4.1.
Afbeelding 4.1: Evaluatie model
Belangrijkste incubator model componenten: 1) Selectie 2) Infrastructuur (gebied, gebouw, administratie services) 3) Business ondersteuning 4) Bemiddeling (de bedrijven met elkaar en met de buitenwereld) 5) Uitstroom Gebaseerd op eerdere onderzoeken leveren alle incubators diensten voor algemene administratie, kantoorruimtes met faciliteiten en een receptie. De meeste incubators hebben formele regels, die de gebruikers dwingen na 3-5 jaar uit te stromen. In het artikel worden daarom infrastructuur en uitstroom buiten beschouwing gelaten, omdat deze factoren bijna overal gelijk geregeld zijn (zie afbeelding 4.2).
Pagina 29 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Afbeelding 4.2: Incubator model componenten
Factoren modellen Uit onderzoek is gebleken dat selectie van de gebruikers van een incubator een belangrijke managementtaak is, omdat het een basis is voor het effectief toewijzen van (hulp)middelen. De missie is om bedrijven te identificeren die ‘zwak maar veelbelovend zijn’ en bedrijven te vermijden die niet geholpen kunnen worden door een incubator.
Twee belangrijke methodes om te selecteren: • Idea-focused versus entrepreneur-focused • ‘picking-the-winners’ versus ‘survival-of-the-fittest’
Indien we beide manieren combineren ontstaan er vier selectiestrategieën, zie afbeelding 4.3 Survival-of-the-fittest en idea: een groot aantal idee eigenaren (of opkomende ondernemers) met onvolwassen ideeën in een breed spectrum van vakgebieden Survival-of-the-fittest en entrepreneur: strijdkrachtige ondernemers/ teams die staan voor een brede groep van ondernemingen Picking-the-winners en idea: sterk gekozen niche markt door het screenen van ideeën binnen een smal, technologisch gebied vaak ontsprongen uit onderzoek van hoog aangeschreven universiteiten.
Afbeelding 4.3: Vier incubator strategieën
Picking-the-winners en entrepreneur: zelf met zorg uitgekozen ondernemers, van wie de ideeën veelal een verbinding hebben met een universiteit in de omgeving.
Soorten bedrijfsondersteuning: 1) training over ondernemerschap: begeleiding, leiderschap 2) bedrijfsontwikkeling: planning, marketing en sales 3) algemene zakelijke ondersteuning: administratie/accountancy, juridische zaken, marketing en financiële ondersteuning
Pagina 30 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Drie verschillende manieren van bedrijfsondersteuning: 1) Reagerende en sporadische ondersteuning: incubatee is de initiator 2) Proactieve en sporadische ondersteuning: incubator is de initiator van informele ondersteuning 3) Proactieve en continue: incubator is de initiator van intensieve, opgelegde ondersteuning
Samengevat komt de mate van bedrijfsondersteuning neer op de rol die de incubator heeft in het incubatieproces, weergeven als een schaal met twee uitersten: sterke interventie en laissez-faire (weinig assistentie totdat de incubees zelf het initiatief nemen), zie afbeelding 4.4
laissez-faire (‘laat maar gaan’)
sterke interventie
Afbeelding 4.4: schaal van bedrijfsondersteuning door incubators
Bemiddeling tussen incubatees en (intern en extern) innovatie systemen. Onderscheid kan gemaakt worden tussen bemiddeling gebaseerd op type innovatie systeem: A) Technologisch en sectoraal innovatiesystemen (TIS/SIS) B) Regionaal innovatiesystemen (RIS) C) Clusters
Het artikel eindigt met vijf categorieën van het model, gebaseerd op zestien Zweedse incubators. Nederlandse praktijkvoorbeelden (zie bijlage 2) doen vermoeden dat de twee factoren die buiten beschouwing zijn gelaten (infrastructuur en uitstroom) niet voor alle incubators gelijk zijn en daarom niet weggelaten kunnen worden. Daarnaast is het interessant niet alleen de incubators, maar ook de BVG-en mee te nemen in het framework. Het is daarom lastig binnen de vijf gestelde categorieën in het artikel de 3TU en Delftse initiatieven te plaatsen. In de volgende paragraaf wordt een eigen indeling gemaakt, gebaseerd op de vijf incubator componenten.
Pagina 31 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
4.3 3TU initiatieven in het framework Selectie
TU Delft
Infrastructuur
Business
Bemid-
ondersteuning
deling TIS/SIS
picking-the-
Gebouw voor
YES!Delft: alleen
winners + idea
Technostarters
een programma
(en daarna
Uitstroom
Ja, maximaal 3
voor technostarters
jaar Æ
entrepreneur)
doorgroei programma
TU Eindhoven
picking-the-
Gebouw voor
3+ incubator:
winners + idea
Technostarters
Apart programma
(en daarna
Advies over
technostarters en
entrepreneur) Universiteit
survival-of-
Twente
the-fittest + entrepreneur
TIS/SIS
Nee
Nee
BVG-en
design starters
Geen gebouw
TOP-regeling:
TIS/SIS en
financiering en
RIS
Advies over BVG-en
coaching
Tabel 9: 3TU initiatieven in het framework
Afbeelding 4.5: 3TU selectie beleid
Pagina 32 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
4.4 Delftse initiatieven in het framework Selectie
Infrastructuur
Business
Bemid-
onder-
deling
Uitstroom
steuning Bacinol 2
Starter met voorkeur
Hooikade 13 (3800
uit de creatieve
m2)
Geen
RIS en
Geen beleid
clusters
sectoren Radex 1
ICT en starter
Rotterdamseweg
Geen
183c (6000 m2) BTC Delft
YES!Delft High-Tech
YES!Delft groei
Geen beleid
Geen
RIS
Gebouw voor
Een
TIS/SIS
Technostarters
programma
dan evt.
Rotterdamseweg
voor
doorgroei
145 (2500 m )
technostaters
programma
Dienstverlening,
Diverse (tijdelijke)
Geen
kunst en cultuur
panden (4300 m2)
Technische
Mijnbouwstraat
Starters en
DelftTechPark 26
gevestigde bedrijven
(3300 m )
Picking-the-winners + idea (en daarna entrepreneur)
Doorgroeiers
Geen beleid
2
2
SKB
RIS en clusters
(1000 m2)
RIS en
Max. 3 jaar,
Geen beleid
clusters Een
TIS/SIS
Geen beleid
Geen
Clusters
Onbekend
Clusters
Na 100
programma voor technogroeiers
EWI – labs
ICT
Mekelweg 4 (onbekend)
Preincubatie
TU Delft, Erasmus en
(Studenten)onder-
Business plan
Leiden universiteit
nemers
schrijven -
dagen
coaches Tabel 10: Delftse initiatieven in het framework
Fysieke ondersteuning (huisvesting, werkhallen, e.d.) Volledig pakket (fysieke en nietfysieke ondersteuning) Afbeelding 4.6: Selectie beleid Delftse initiatieven
Pagina 33 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
4.5 Conclusies Er is de laatste jaren veel onderzoek gedaan naar incubators. Het recent verschenen artikel van Bergek en Norrman (2008) is gebruikt als ‘best practice’ kader voor dit rapport. Volgens het artikel zijn er vier ondersteuningsfactoren: 1) Huisvesting: verhuur kantoorruimte in een gebouw met meerdere bedrijven 2) Gedeelde services om overhead kosten te reduceren 3) Professionele business ondersteuning (coaching) 4) Netwerken: intern en/of extern In dit rapport worden steeds bovenstaande kleuren gebruikt om onderscheid te maken tussen fysieke en niet-fysieke ondersteuning van startende bedrijven. Indien een BVG beide aanbied wordt het een ‘incubator’ genoemd en in dit rapport met blauw gemarkeerd. Belangrijkste incubator model componenten: 1) Selectie Twee belangrijke methodes om te selecteren: • Idea-focused versus entrepreneur-focused • ‘picking-the-winners’ versus ‘survival-of-the-fittest’
2) Infrastructuur (gebied, gebouw, administratie services) 3) Business ondersteuning Samengevat komt de mate van bedrijfsondersteuning neer op de rol die de incubator heeft in het incubatieproces, weergeven als een schaal met twee uitersten: sterke interventie en laissez-faire (weinig assistentie totdat de incubees zelf het initiatief nemen). 4) Bemiddeling (de bedrijven met elkaar en met de buitenwereld) A) Technologisch en sectoraal innovatiesystemen (TIS/SIS) B) Regionaal innovatiesystemen (RIS) C) Clusters 5) Uitstroom Gebaseerd op eerdere onderzoeken leveren alle incubators diensten voor algemene administratie, kantoorruimtes met faciliteiten, en een receptie. De meeste incubators hebben formele regels die de gebruikers dwingen na 3-5 jaar uit te stromen. In het artikel worden daarom infrastructuur en uitstroom buiten beschouwing gelaten, omdat deze factoren bijna overal gelijk geregeld is. Nederlandse praktijkvoorbeelden (zie bijlage 2) doen vermoeden dat deze twee factoren niet voor alle incubators gelijk zijn en worden daarom in dit rapport wel meegenomen. De TU/e en de TU Delft hebben een zelfde selectiebeleid, gebaseerd op innovativiteit en schaalbaarheid van een (product)idee. Beide bieden fysieke en niet-fysieke ondersteuning voor technostarters. De TU/e biedt ook niet-fysieke ondersteuning voor creatieve starters. De UT past een natuurlijke selectie toe (‘survival-of-the-fittest’) en selecteert op ondernemerschapvaardigheden. In Delft vallen de meeste BVG-en onder de natuurlijke selectie (‘survival-of-the-fittest’) met alleen fysieke ondersteuning. YES!Delft biedt als enige BVG ook niet-fysieke ondersteuning en wordt daarom als Incubator gekenmerkt. De doelgroep, die YES!Delft ondersteunt, beperkt zich tot Technostarters. Een document met selectiefactoren is te vinden in bijlage 7.
Pagina 34 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
5. Doelgroep 5.1 Inleiding en vraagstelling De creatieve industrie is sinds het boek ‘the rise of the Creative class’29 hoger op de agenda van de overheid gekomen. Dit hoofdstuk probeert een antwoord te geven op missie I: “Onderzoek welke creatieve, startende ondernemers afkomstig van de faculteiten Bouwkunde, Industrieel Ontwerpen en Techniek, Bestuur en Management, de TU Delft wenst te ondersteunen en wat de behoefte van deze doelgroep is.” Er worden verschillende definities gebruikt voor dezelfde groep creatieve beroepen. In paragraaf 5.2 en 5.3 worden de verschillende kenmerken opgesomd en samengevat. Er is een uitgebreid onderzoek uitgevoerd naar de soort behoefte en omvang van de behoefte vanuit de TU Delft faculteiten TBM, BK en IO. De conclusies en adviezen uit dit onderzoek zijn in de paragrafen 5.4 en 5.5 opgesomd. In de paragrafen 5.6 en 5.7 wordt de doelgroep omschreven die de TU Delft wenst te ondersteunen.
Afbeelding 5.1: Studentenhaver, columns en cartoons over studeren in Delft (2002)
5.2 Definities creatieve industrie De creatieve industrie is een verzamelnaam voor de beroepen en bedrijfstypen gericht op de exploitatie van kunstzinnigheid en intellectueel eigendom11. De doelgroep vormt de groep gebruikers die gebruiken maakt van de faciliteiten, zoals huisvesting, financiering en begeleiding. De volgende categorisatie is gemaakt voor de creatieve industrie, gebaseerd op afbakening in 2005 door Economische Zaken (zie afbeelding 5.2): - Kunsten, zoals ambachten, podiumkunsten en artistieke kunsten. - Creatieve zakelijke dienstverlening, zoals (product en web)design, architectuur en reclamebureaus - Media en uitgeverij (incl. entertainment zoals film- en cultuurfestivals), bijvoorbeeld literatuur, radio, journalistiek, illustraties - Kennisintensieve diensten, zoals softwareontwikkeling, adviesbureaus en onderzoek
Pagina 35 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Afbeelding 5.2: Creatieve industrie volgens EZ
Het Ministerie van Economische Zaken heeft ook een omschrijving van een creatieve starter gemaakt, die gebruikt wordt voor subsidieaanvragen. Deze omschrijving wordt in dit rapport verder niet gebruikt, maar kan van belang zijn indien er subsidies aangevraagd worden voor de ondersteuning van starters in de creatieve industrie. Een creatieve starter volgens EZ (2007) is20: 1) een natuurlijke of rechtspersoon die een MKB-onderneming drijft I. die voor eigen rekening en risico producten, processen of diensten – niet zijnde adviezen – verkoopt en levert, die zijn gebaseerd op een nieuwe vinding of een nieuwe toepassing op het gebied van informatie- en communicatietechnologie, nieuwe media, mode of vormgeving; II. die ten hoogste vijf jaar geleden is ingeschreven in het handelsregister van een Kamer van Koophandel en Fabrieken; 2) een natuurlijke persoon die voorbereidingen treft voor de oprichting van een onderneming als bedoeld onder 1; Door onderzoeksbureau Louter2 is er een afbakening gemaakt van ‘creativiteitssegmenten’ gebaseerd op de Economische Monitor Delft 2008, aansluitend bij het Delfts economische profiel: 1) Technische productie 2) Technische advies 3) ICT 4) Niet-technische advies 5) Kunst en Cultuur Kunsten volgens EZ is nagenoeg gelijk aan Kunst en Cultuur volgens bureau Louter. Technische productie is een goede toevoeging vanwege de aanwezigheid van de Technische Universiteit in Delft. In de definitie van bureau Louter zijn de kennisintensieve bedrijven en de creatieve zakelijke dienstverlening bij elkaar geplaatst en opgedeeld in technisch advies en niet-technische advies. De laatste indeling wordt in dit rapport gebruikt. Zoals in de oorspronkelijke definitie van EZ wordt media en uitgeverij als een aparte categorie beschouwd. Pagina 36 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Tot slot wordt ‘vormgeving’ (design) in veel definities én ook in dit rapport als een aparte categorie beschouwd, vanwege de aansluiting met de TU Delft faculteiten Industrieel Ontwerpen en Bouwkunde. Om een goede focus te behouden in het rapport is de groep ICT (& Gaming) en Media & Uitgeverij buiten beschouwing gelaten. Volgens bureau Louter kunnen de creativiteitssegmenten op twee kenmerken worden ingedeeld: A) Het type product of dienst: het vervaardigen van een fysiek product of het generen van ‘symbolen’ (geschreven of gesproken taal, illustratie, regels programmeertaal). B) Het type beroepen, onderscheidend van technische naar niet-technisch. 5.3 Creativiteitssegmenten Afbeelding 5.3 laat de categorieën zien waarmee in dit rapport gewerkt is. De blauw gemarkeerde creativiteitssegmenten houden zich overwegend bezig met het voortbrengen van een fysiek product (of dienst) met een toegevoegde waarde. Deze groep kan worden onderverdeeld in twee hoofd categorieën: 1) Een tastbare innovatie 2) Autonome kunst De geel gemarkeerde creativiteitssegmenten houden zich overwegend bezig met niet-fysieke diensten (of producten): 3) Zakelijke (creatieve) dienstverlening, o.a. technische en niet-technisch advies. 4) Handel- of verhuurbedrijven Tot slot zijn er een aantal startende bedrijven die hun tijd besteden aan: 5) Een combinatie van het voortbrengen van fysieke producten (of diensten) en het leveren van niet-fysieke diensten (of producten). Fysieke producten zijn over het algemeen makkelijker schaalbaar dan niet-fysieke diensten.
Niet-technisch
Kunst en cultuur Niet-technisch advies
Media en uitgeverij Design
Niet-fysiek (symbolen)
Fysiek ICT en Gaming Hightech Technisch advies
Technisch Afbeelding 5.3: Categorieën creatieve industrie
Pagina 37 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Deze vijf bedrijfsvormen worden gebruikt in dit rapport, bijvoorbeeld in de enquête die is verstuurd naar creatieve TU Delft studenten. Op alle faculteiten van TU Delft zijn ca. 16.000 studenten ingeschreven. In onderstaande tabel is een inschatting van de totale omvang van de groep creatieve studenten weergegeven (gemeten in 200819). 1e en 2e jaar bachelor studenten 1842 (55%)
3e jaar bachelor en master studenten 1204 (49%)
Totaal per studie
Industrieel Ontwerpen Technische Bestuur en Management
1091 (32%) 424 (13%)
741 (30%) 518 (21%)
1832 (32%) 942 (16%)
Alle 3 studies
3357
2463
5820
Studie Bouwkunde
3046 (52%)
Tabel 11: Overzicht studenten per faculteit
5.4 Omvang en soort behoefte [kwantitatief onderzoek] In mei 2009 is er een kwalitatief onderzoek uitgevoerd onder derdejaars bachelor en master studenten van de faculteiten BK, IO en TBM. Eerste- en tweedejaars bachelor studenten zijn meestal nog niet bezig met de keuze rond hun toekomstige loopbaan en zijn daarom in dit onderzoek buiten beschouwing gelaten. In totaal hebben 599 respondenten de online enquête volledig ingevuld. In deze paragraaf worden de belangrijkste conclusies vermeld. In het onderzoek van Jody Verpoort in 2006, in opdracht van YES!Delft, zijn vragen gesteld aan 465 studenten van de drie creatieve faculteiten. In dit onderzoek stond de populariteit van ondernemerschap (met onderdeel de bekendheid van YES!Delft) centraal. Er is een vergelijking gemaakt tussen de antwoorden van twee vragen om verandering door de jaren heen te bekijken. Eén kenmerk van de respondenten verschilt tussen het onderzoek uit 2006 en het recente onderzoek: voor het recente onderzoek zijn alleen derdejaars bachelor- en masterstudenten benaderd en voor het onderzoek uit 2006 zijn ook studenten eerste- en tweedejaars bachelorstudenten benaderd. De volledige doelgroep analyse is uitgeschreven in bijlage 12. Opzet doelgroep analyse Voor de enquête is gebruikt gemaakt van het online systeem NetQ van de TU Delft. De vragen zijn verdeeld volgens de drie fasen van ondernemerschap: inspiratie, educatie en incubatie. De term groei is vervangen voor ambitie. De reden hiervoor is dat er moeilijke een voorstelling gemaakt kan worden van een groeiprogramma voor creatieve starters, omdat er eerst een incubatie programma opgezet moeten worden. Daarnaast is de mate ambitie van creatieve starters een belangrijke factor voor de TU Delft en heeft het een verband met mogelijke groei. De 599 respondenten zijn als volgt over de faculteiten verdeeld: Studie Bouwkunde Industrieel Ontwerpen Techniek, Bestuur en Management Overig Alle 3 studies
Respondenten bachelor studenten 82 (40%) 74 (36%) 46 (23%)
Respondenten master studenten 151 (38%) 139 (35%) 85 (22%)
Totaal per studie
2 (1%)
20 (5%)
22 (3%)
204
395
599 (100%)
233 (39%) 213 (36%) 131 (22%)
Tabel 12: Overzicht respondenten per faculteit
In deze enquête ligt de man-vrouw verhouding op 62%-38% binnen de creatieve faculteiten. Voor IO en BK is dit een waarheidsgetrouwe verhouding. Voor TBM wijkt de verhouding iets af van de werkelijke verhouding van 80%-20% binnen de faculteit.
Pagina 38 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Conclusies doelgroep analyse Inspiratie
50%
BK IO
0%
TB geen
2
3
4
veel
BK
47%
25%
IO
38%
33%
14%
8%
6%
14%
14%
TB
31%
30%
2%
14%
20%
5%
Afbeelding 5.4: Bekendheid ondernemende docenten
YES!Delft is bekend onder 79% van de creatieve studenten en het percentage is daarmee iets gestegen t.a.v. 2006. 47% geeft aan niet tot nauwelijks te zijn geïnformeerd over activiteiten op het gebied van ondernemerschap (bijv. YES!Delft activiteiten). Dit is een groei ten opzichte van 2006 waar 35% van alle TU Delft studenten aangaf niet bekend te zijn met de activiteiten van YES!Delft.
Ten opzichte van 2006 geven de studenten binnen de drie faculteiten aan minder docenten te kennen die zich bezighouden met ondernemerschap. Binnen de faculteit TBM voelen studenten zich meer aangespoord tot het starten van een eigen bedrijf dan bij de andere faculteiten. Bij bouwkunde voelen studenten zich het minst aangespoord.
Ben je binnen jouw studie wel eens aangespoord om uw eigen onderneming te starten (bijvoorbeeld omdat u een goed idee heeft binnen een project)? [2009] percentages [638 respondenten]
percentages [638 respondenten]
Ken je binnen jow studierichting (namen van) docenten die zich met ondernemerschap bezig houden? [2009]
100%
BK
50% 0%
IO TB Geen
2
3
4
Veel
BK
61%
21%
IO
32%
31%
9%
7%
3%
18%
16%
TB
35%
28%
9%
4%
22%
7%
Afbeelding 5.5: Aangespoord om eigen bedrijf te starten
De bekendste activiteiten van YES!Delft zijn de Week van de Technostarter (44% bekendheid) en de Inspirational lectures (42% bekendheid). De deelname aan de Inspirational lectures ligt hoger (9%) dan de deelname aan de Week van de Technostarter (1%). Voor deelname aan beide activiteiten zijn geen voorwaarden gesteld en is geen maximum gesteld. De ‘inspirational lectures’ zijn drie keer per jaar met een opkomst van 100 – 150 studenten.
Educatie Het DCE is bekend onder 22% van de creatieve studenten. Er is geen meting geweest in 2006 omdat het DCE toen nog niet bestond (oprichting 2007). 82% geeft aan niet goed geïnformeerd te zijn over de vakken op het gebied van ondernemerschap (bijv. DCE vakken). De bekendste bachelorvakken zijn de oudste bachelorvakken: ABN-Amro summerschool en Technology Based Entrepreneurship (TBE) minor. Aan bijna alle vakken zijn voorwaarden gesteld aan de deelnemers (bijv. bepaald jaar studie) en is er een maximum aan het aantal deelnemers. Voor de ABN Amro Summerschool is dit 25 en voor de minoren ligt het aantal rond de 50 studenten. De meeste vakken worden 1 of 2 keer per jaar aangeboden. Het bekendste mastervak is het 14 jaar oude vak ‘Writing a Business Plan’. Opvallend komt op de tweede plek het relatief jonge vak Design Challenge (1 jaar oud). Op de derde plek komt het 6 jaar oude ‘Turning Technology into Business’ (TTIB). Het vak ‘Entrepreneurship Annotation’ is twee jaar geleden gelijk met de opstart van het DCE ontstaan en komt op de laatste plaats.
Pagina 39 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Incubatie 77% van de creatieve studenten sluit het in 2009 niet uit in de toekomst een eigen bedrijf te starten. Hiervan is ongeveer 7% al een eigen bedrijf gestart tijdens de studie en dit aantal is ten opzichte van 2006 ongeveer gelijk gebleven. De belangrijkste redenen om voor jezelf te beginnen als creatieve starter zijn: 1) Zelfstandigheid: niet voor een baas werken en eigen verantwoordelijkheid. 2) Persoonlijkheid: ambitie, uitdaging, ondernemen, passie. 3) Idee: het hebben van een goed idee en het bepalen van een eigen richting. Aan de studenten die al een bedrijf zijn begonnen is gevraag wat hun ‘unique selling point’ (USP) is. De unieke punten zijn:: 1) Product of dienst. Er worden concrete ideeën genoemd die technisch of niettechnisch zijn. De activiteiten die veel voorkomen zijn: een (technisch) product, ontwerpbureau en projectmanagement (verbindend element). 2) Kenmerken van werken. Veel voorkomende termen zijn flexibel, betrokkenheid van de klant, kwaliteit, creatief en innovatief. 3) Markt. Niche markten die worden genoemd zijn duurzaamheid, techniek, buitenlandse markt, delen uit het ontwerpproces, water en events. 4) Ondernemer. Persoonlijke kenmerken zoals omgang, jong, persoonlijke aandacht, betrokkenheid, worden genoemd als USP. 5) Prijs. Een lage prijs wordt genoemd als USP.
Zou het een optie voor je zijn om tijdens/na je studie een bedrijf te starten? [2009]
Percentage [577 respondenten]
50% BK IO TB 0%
nee, omdat misschien, ja, omdat
eigen
BK
27%
42%
24%
IO
20%
48%
25%
6% 7%
TB
20%
41%
29%
10%
Afbeelding 5.6: optie om te starten per faculteit
Vrouwelijke studenten zijn minder vaak al gestart met een eigen bedrijf tijdens de studie (1% vrouwelijke ten opzichte van 11% mannelijke studenten). Hetzelfde verschil van -10% is te zien onder vrouwelijke studenten die een overtuigende ‘ja’ (ja, omdat) antwoorden. Een zelfde verschil van +10% is te zien onder vrouwelijke studenten die ‘nee’ hebben geantwoord. De enige optie waar vrouwelijke studenten hoger scoren t.o.v. de mannelijke studenten is de voorwaardelijke ‘ja’ (misschien, indien).
Ten opzichte van 2006 is het aantal creatieve studenten, dat geen eigen bedrijf wil starten gestegen van 9% naar 23%, hiervan vormen de bouwkunde studenten de grootste groep met 27%. Het verschil tussen 2006 en 2009 kan veroorzaakt zijn door het verschil in kenmerken van de respondenten. In 2006 zijn studenten uit alle jaren gevraagd deel te nemen aan de enquête. In 2009 zijn alleen derdejaars bachelor- en masterstudenten gevraagd deel te nemen. In de eerste jaren van de studie staan studenten nog open voor meerdere carrièreopties. Naar mate de studie vordert, weten de studenten beter wat ze willen en vallen bepaalde carrièremogelijkheden af, zoals het starten van een eigen bedrijf.
Pagina 40 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
percentages [427 respondenten]
Wat voor een bedrijf wens je te starten? 50% BK IO TB
0%
adviesbureau handel‐ of (uurprijs) verhuur
tastbare innovatie
autonome kunst
combinatie (50‐50)
BK
44%
4%
5%
15%
32%
IO
31%
1%
22%
5%
41%
TB
35%
20%
21%
1%
23%
Note: combinatie (50-50) staat voor ‘50% van de tijd besteden aan een innovatief product vermarkten en 50% werk in opdracht’. Afbeelding 5.7: bedrijfstypen per faculteit
De respondenten die de vraag: ‘Zou het voor jou een optie zijn om tijdens/na je studie een eigen bedrijf te beginnen?’ met een ‘nee’ hebben beantwoord zijn uit de vragenlijst verwijderd, omdat zij geen toegevoegde waarde leveren aan vragen over incubatie en groei op het gebied van ondernemerschap. 48% van de creatieve studenten wil ‘starten na loondienst’. Indien het tijdpad per faculteit wordt opgedeeld, springt Bouwkunde er tussenuit met een hoog percentage van 56% ‘starten na loondienst’ ten opzichte van het gemiddelde van 48%.
42% van de studenten geeft aan een dienstverlenend bedrijf te willen starten. Een meerderheid van 36% wil dit doen, door middel van het in opdracht werken tegen een uurtarief. Vooral BK studenten halen het gemiddelde omhoog met een percentage van 44%. 6% geeft aan een handel- of verhuurbedrijf te willen starten, waarbij het opvalt dat de studenten van TBM het gemiddelde flink omhoog halen met 20%. 26% wil een fysiek product op de markt zetten, waarvan 18% een tastbare innovatie (vooral IO en TBM) en 8% autonome kunst (vooral Bouwkunde). Iets meer dan één derde wil een combinatie van het voortbrengen van een fysiek product en het leveren van niet-fysieke diensten. Deze combinatievorm heeft vooral de voorkeur bij IO studenten en minder bij TBM studenten. Het percentage vrouwelijke en mannelijke studenten dat een dienstverlenend bedrijf (werken tegen uurprijs) wil opstarten is gelijk. Mannelijke studenten spreken een lichte voorkeur uit voor een handel- of verhuurbedrijf (8% t.o.v. 4%) en vrouwelijke studenten hebben een lichte voorkeur voor autonome kunst (10% t.o.v. 7%). Mannelijke studenten hebben een voorkeur voor het op de markt zetten van een tastbare innovatie (21% t.o.v. 13%). Een zelfde verschil van 8% is te zien tussen de voorkeur van vrouwelijke studenten voor een combinatie bedrijf van het voortbrengen van een fysiek product en het leveren van niet-fysieke diensten (37% t.o.v. 29%). Uit de antwoorden op de open vraag ‘wat voor een soort dienstverlenend/productie/ combinatie bedrijf wil je starten?’ wordt duidelijk dat studenten de verschillen tussen een dienstverlenend en productiebedrijf niet altijd kennen. Onder ‘productiebedrijf’ komen veel dienstverlenende omschrijvingen voor als ontwerp-, advies- en architectenbureau. Het zoeken naar reële uitgangspunten is in deze doelgroepanalyse van belang, omdat daarmee adviezen kunnen worden gegeven over de behoefte van creatieve startende bedrijven en de haalbaarheid van een ‘Delftse Creative Incubator’.
Pagina 41 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Na correctie van de antwoorden, aan de hand van de open vragen over gewenst bedrijfstype, is tabel 13 gemaakt. De waarden zijn een reëlere indicatie van de verdeling startende dienstverlenende, productie- en combinatie bedrijven. In tabel 13 is ook af te lezen in welke nichemarkten de creatieve studenten mogelijk terecht zullen komen. Adviesbureau/ consultancy Architectenbureau (3D) ontwerpbureau Project management/ project ontwikkeling (2D) ontwerpbureau Handelsbedrijf Real estate I(C)T (inclusief gaming) Duurzaam/ energie Financiële wereld Evenementen Horeca Eten en agricultuur Ontwerpbureau met eigen productie Architectenbureau + prijsvraag Consumenten producten Medische producten Auto industrie Produceren halffabricaten Infrastructuur/ bouwproduct Meubelmakerij Uitgeverij Fashion Kunst TOTAAL
Dienstverlenend bedrijf 55 62 34 9
Productiebedrijf -
Combinatie 5 22 25 3
TOTAAL 60 84 59 12
5 3 2 14 7 4 2 1 1 -
5 5 1 1 -
3 1 8
5 3 2 22 12 4 3 2 2 8
-
8 3 2 2 2 3 2 2
1 1 2 5 -
1 8 4 2 2 2 5 5 2 2
199 (64%)
36 (12%)
76 (24%)
311
Tabel 13: nichemarkten creatieve ondernemingen
Onderstaand is een model weergegeven met reëlere waarden. Bij het aflezen van het model moet in gedachte worden gehouden dat 177 studenten, die het starten van een bedrijf als optie zien, maar nog niet weten met wat voor een soort bedrijf, hier zijn uit gesloten.
Combinatie 24%
Dienstverlenend Productie Combinatie
Productie 12%
Dienstverl. 64%
Afbeelding 5.8: Verdeling bedrijfstype
Pagina 42 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Bij de start van een dienstverlenend bedrijf is het soms lastig in te schatten wat de core business wordt, omdat dit door een vraag vanuit de markt (lees: opdrachtgevers) kan wisselen. Een nichemarkt kiezen kan ervoor zorgen, dat de diensten die aangeboden worden, de richting hebben die de ondernemer voor ogen heeft. Bij het opstarten van een productiebedrijf is het echter van belang van te voren een helder plan te hebben over het productidee en het commercialiseren ervan, omdat er vaak grotere investeringen mee gemoeid gaan. 122 studenten (26%) spreken de wens uit een productiebedrijf te willen starten, echter 55 studenten binnen deze groep (45%) weten niet met wat voor een (product) idee. Bij de start spreekt 57% van de creatieve studenten een voorkeur uit voor een werkplek vanuit huis tegenover 38% die direct een kantoorruimte wil huren. De belangrijkste reden is het drukken van de kosten bij de start. Na verloop van tijd wil een grote meerderheid van 80% werken vanuit een gehuurde kantoorruimte. De creatieve studenten zijn verdeeld over het belang van een bedrijfhuisvesting in ZuidHolland en/of Delft: Circa 36% vindt het (totaal) niet belangrijk om zich als bedrijf in ZuidHolland te vestigen, 43% staat er neutraal tegenover en 21% vindt het belangrijk tot zeer belangrijk. De creatieve studenten hebben geen specifieke voorkeur voor het starten van hun bedrijf in Delft (65% niet belangrijk, 30% neutraal, 5% vind het belangrijk). Een voorkeur voor de één van de twee creativiteitsgebieden in Delft gesteld door Bureau Louter2, het centrum of de TU-wijk, is niet te ontdekken. Vooral faciliteiten als het gezamenlijk gebruik van een bel- en internetnetwerk wordt als zeer belangrijk ervaren (6% niet belangrijk, 19% neutraal, 75% belangrijk). Zowel gedeelde kantoorartikelen (zoals een printer) als gezamenlijke extra ruimtes (zoals vergaderzalen, werkplaatsen, een keuken, e.d.) worden als neutraal tot belangrijk gevonden (circa 12% niet belangrijk, 45% neutraal, 43% belangrijk). Het belang van het huisvesten meerdere startende bedrijven in een gebouw, waardoor synergie ontstaat, wordt ingezien en belangrijk geacht. Over de drie verschillende opties van samenstelling van startende bedrijven in een pand, een gebouw met starters met verschillende achtergronden, een gebouw met succesvolle ondernemers en een centrale ontmoetingsplek, zijn de studenten niet uitgesproken. Ongeveer 50 % beoordeelt alle drie de opties neutraal. Ongeveer 30% vindt alle drie opties belangrijk tegenover ongeveer 15% die de drie opties niet belangrijk acht. 50% van de respondenten schat de benodigde oppervlakte van een kantoorruimte tussen 1030 m2. Een kwart denkt eerder tussen de 30-50 m2 nodig te hebben. Ruim 10% heeft een ruimte tussen de 90-200 m2 nodig. Deze grote oppervlakten zijn hoogstwaarschijnlijk nodig als werkplaats, atelier of productiehal. De gemiddelde prijs die men bereid is te betalen voor 1m2 kantoorruimte is €299,40 per m2 per jaar. Per 1m2 is 22% bereid tussen €120 – €238,80 m2/jaar te betalen, 30% vindt een bedrag tussen €240 – €360 per m2/jaar een redelijk bedrag en 28% schat de kosten tussen de €360 - €600 m2/jaar. De schattingen van kosten voor bedrijfsruimte liggen een stuk hoger dan de prijs van €111 per m2 per jaar, die YES!Delft bedrijven momenteel betalen voor hun bedrijfsruimte op de Rotterdamse weg 145. Slechts 14% staat niet positief tegenover een aandelenconstructie met de TU Delft in ruil voor de ondersteuning. Iets minder dan de helft van de respondenten staat neutraal tot positief tegenover een aandelenconstructie en 37% vindt een aandelenconstructie zeker een optie. Deze resultaten bieden perspectief voor een gunstig verdienmodel. Het krijgen van begeleiding door een ervaren ondernemer wordt ongeveer op dezelfde manier gewaardeerd als training over juridische aspecten en marketing.
Pagina 43 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
De respondenten vinden het belangrijk om eenvoudig toegang te hebben tot personen uit dezelfde branche (65% belangrijk tot erg belangrijk). Eenvoudig toegang tot personen van de TU Delft of andere netwerken is minder van belang en wordt op dezelfde waarde geschat (41% belangrijk tot erg belangrijk).
Ambitie Een grote meerderheid (84%) geeft aan een voorkeur te hebben voor het starten met een partner versus het alleen starten. Dit percentage groeit heel licht naar 89% als de respondenten dezelfde vraag beantwoorden voor hun toekomstige situatie. Er is geen groot verschil tussen de voorkeur voor deeltijd of voltijd starten van een eigen bedrijf (ongeveer 50-50). In de toekomstige situatie is er een duidelijke voorkeur van 76% voor het voltijd werken voor een eigen bedrijf. Een kleine meerderheid van 56% geeft aan langzaam te willen groeien bij de start. Dit percentage zakt licht naar 51% indien het gaat over een toekomstige situatie. Het langzaam willen groeien van de helft van de creatieve startende bedrijven kan een relatie hebben met de 66%, die een voorkeur heeft voor een dienstverlenend bedrijf. Productiebedrijven (met consumenten producten) hebben vaak belang bij een snelle ontwikkeling en groei om een sterke concurrentiepositie te verkrijgen. Een kleine meerderheid van 54% wil rond de start personeel aannemen. Een grote meerderheid van 83% geeft in de toekomst de voorkeur aan het aannemen van personeel. Dit zijn hoge percentages en gaan in tegen het beeld van een meerderheid aan eenmanszaken (‘één pitters’) in de creatieve sector. In de onderstaande tabel staan de voorkeurspercentages voor de creatieve ondernemer.
Linker optie
Start (%)
toekomst
Rechter optie
Start (%)
Met partners
392 (84%)
415 (89%)
Alleen
75 (16%)
53 (11%)
Deeltijd
214 (46%)
111 (24%)
Voltijd
253 (54%)
356 (76%)
Dienstverlenend
308 (66%)
292 (63%)
Productie
159 (34%)
175 (37%)
Langzaam groeien
261 (56%)
239 (51%)
Geen personeel
214 (46%)
78 (17%)
(core business)
Toekomst
(core business)
Snel groeien
206 (44%)
228 (49%)
Aannemen personeel
352 (54%)
389 (83%)
aannemen Tabel 14: voorkeuren creatieve starters
Pagina 44 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Voor alle creatieve startende bedrijven, vooral afkomstig van de faculteit Bouwkunde, is het opbouwen van een goede naam het belangrijkste doel. Bouwkunde scoort ook het hoogste op de ambitie een inkomen uit autonoom werk te verwerven (12% tegen 7% IO en TB). Studenten van de faculteit Industrieel Ontwerpen hebben de grootste ambitie (27%) een innovatie op de markt te zetten, gevolgd door Techniek, Bestuur en Management (17%). Techniek, Bestuur en Management scoort het hoogst op de ambitie om minimaal 10 man personeel aan te nemen én het bedrijf te verkopen (beide 11% tegen 6% bij IO en 3% bij BK). De respondenten mochten maximaal drie antwoorden selecteren en in totaal zijn er 1088 antwoorden gegeven (circa twee antwoorden per respondent). Onderstaand de rangorde van belangrijkste tot minst belangrijk wens voor de toekomst. 1) Een goede naam hebben opgebouwd (36%) 2) Een goed inkomen verdienen door te werken in verschillende disciplines (23%) 3) Een innovatief product op de markt hebben gezet (18%) 4) Een goed inkomen verdienen door autonoom werk (8%) 5) Tenminste 10 mensen in loondienst hebben (6%) 6) Mijn bedrijf verkopen (4%)
In ongeveer 5‐10 jaar na de start van mijn bedrijf, wil ik graag…
percentages [467 respondenten]
50%
0% Goede naam
Inkomen uit Inkomen uit Tenminste 10 Innovatie op diverse autonoom man de markt disciplines werk personeel
Verkopen bedrijf
BK
42%
26%
11%
12%
7%
3%
IO
35%
24%
27%
7%
5%
2%
TB
35%
19%
17%
7%
11%
11%
Afbeelding 5.9: toekomst visie bedrijf
Pagina 45 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
5.5 Advies doelgroep analyse Na aanleiding van de conclusies over de doelgroep, geformuleerd in paragraaf 5.4, volgt hier een opsomming van mogelijke services. De adviezen zijn wederom verdeeld over de categorieën inspiratie, educatie, incubatie en ambitie, met een focus op incubatie. Inspiratie Op het gebied van inspiratie is het advies om: 9 Ondernemende TU Delft docenten en alumni die aansluiten bij de definitie van creatief op een podium te plaatsen, zie afbeelding 5.3. 9 Ondernemende TU Delft docenten en alumni in contact te brengen met ondernemende studenten. 9 Meer docenten aannemen binnen de drie de creatieve faculteiten, die zelf ondernemer zijn en/of positieve visie hebben t.a.v. ondernemerschap. 9 De ondersteuning voor creatieve bedrijven niet alleen open te stellen voor recent afgestudeerden, maar ook voor creatieve ondernemers, die na een aantal jaar loondienst, een bedrijf willen opzetten. Ook Phd’s van de creatieve faculteiten kunnen na of tijdens hun promotie een bedrijf starten. Het is van belang aan te geven dat iemand die vanuit loondienstsituatie of na een promotietraject een eigen bedrijf start, ook als startend bedrijf wordt gezien. Het verschil tussen een starter en doorstromer is het aantal jaren dat het bedrijf bestaat. Dit is bijvoorbeeld te meten door middel van inschrijving bij de Kamer van Koophandel. Het is noodzakelijk een aangepaste werving/ promotie op te zetten om deze twee groepen aan te spreken. 9 De promotie van de activiteiten die worden georganiseerd op het gebied van ondernemerschap (door o.a. YES!Delft) aan te scherpen. 47% van de ondernemende, creatieve studenten zegt niet goed geïnformeerd te zijn. 9 Onderzoeken waarom de deelname van bijvoorbeeld de Week van de Technostarter erg laag is onder creatieve studenten. Het is goed mogelijk dat creatieve studenten zich minder identificeren met de term ‘technostarter en High-Tech’. Daarom moet er een andere marketing t.a.v. creatieve studenten/ondernemers opgezet worden. 9 De organisatie YES!Delft is bekend onder een grote meerderheid (79%) van de creatieve studenten en heeft geen extra promotie nodig. Educatie Op het gebied van educatie is het advies om: 9 De promotie voor zowel de bekendheid van het educatiecentrum DCE en haar ondernemerschapvakken, effectief op te zetten. Het DCE is bekend onder een minderheid (22%) van de creatieve studenten. De huidige informatie en communicatie over ondernemerschapvakken is niet voldoende, want een meerderheid (82%) van de ondernemende, creatieve studenten zegt niet goed op de hoogte te zijn. 9 Specifieke educatie over de voor- & nadelen diverse carrièremogelijkheden, waaronder het starten van een zelfproducerend en/of dienstverlenend bedrijf 9 Educatie te geven bij alle creatieve faculteiten, en in het bijzonder bij BK en IO, over het verschil tussen het starten van een adviesbureau (lees: zakelijke dienstverlening) of een productiebedrijf. 9 Meer educatie over het beschermen van het intellectueel eigendom (IP) en de commercialiseringrechten (patent, modelrecht, e.d.) van de creatieve studenten. Eventueel wijzigingen toepassen binnen de modelcontracten van IO. 9 Een pre-incubatie traject in te zetten. Dit is net opgestart door HOPE en helpt studenten & alumni bij het schrijven van een ondernemingsplan. Fysieke ondersteuning bestaat uit flexplekken en duurt maximaal 100 dagen. 9 Nieuwe onderwijsvakken op te zetten, die aansluiten bij de creatieve studenten. Voorbeelden zijn een minorvariant in de bachelorfase of een variant op ‘Turning Technology into Business’ in de masterfase.28
Pagina 46 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Incubatie algemeen Op het gebied van incubatie is het advies om: 9 Meer informatie te verzamelen en contacten te leggen over mogelijke samenwerkingsverbanden. Andere kennisinstellingen als HBO’s, MBO’s, (kunst)academies en andere universiteiten, kunnen helpen bij de werving van talentvolle creatieve starters. Een eerste aanzet staat in hoofdstuk 7. 9 Financiering in de vorm van (hoge) subsidieregelingen, voor de kosten van bijvoorbeeld bedrijfshuisvesting, voor de groep zakelijke dienstverlening is niet aan te raden. Indien een dergelijk bedrijf minder kosten heeft, zal het uurtarief zakken, waardoor er concurrentievervalsing ontstaat. Een goede optie is om alleen het eerste jaar (flexibele) gesubsidieerde werkplekken te bieden. Daarna kunnen de kantoorruimtes marktconform worden aangeboden. 9 Een aandelenconstructie als een reële optie mee te nemen bij het opzetten van ondersteuning van creatieve starters. Dit kan worden gezien als ‘giving back’ programma, waardoor de continuïteit van de ondersteuning verzekerd wordt. Hierbij moet rekening gehouden worden, dat een aandelenconstructie het aantal inschrijvingen voor ondersteuning eventueel kan beperken. Er moet onderzocht worden of er genoeg kritieke massa is om een aandelenconstructie, direct vanaf de start, in te voeren. Incubatie: fysieke ondersteuning Er zijn globaal twee opties t.a.v. fysieke ondersteuning: zelf verzorgen of door derden laten uitvoeren. Het aanbieden van fysieke ondersteuning als bedrijfshuisvesting en/of werkplaatsen is geen vereiste voor ondersteuning van creatieve startende bedrijven. Dit bewijst de 3+ incubator in Eindhoven, die alleen fungeert als platform voor niet-fysieke ondersteuning. De bedrijven in dit programma krijgen alleen advies over geschikte bedrijfsruimte in een BVG in de stad Eindhoven. Zie voor meer informatie bijlage 2. Synergie blijkt een belangrijke component voor incubators. Meerdere incubator managers, starters en het artikel van Bergek en Norrman17 pleiten daarom voor een combinatie van fysieke en niet-fysieke ondersteuning. Een fysieke plek biedt mogelijkheden voor een gesprek met andere starters en het vinden van samenwerkingspartners. Wensen van de doelgroep t.a.v. bedrijfshuisvesting: 9 Het gebouw moet goed bereikbaar en representatief zijn. 9 De kantoorruimtes moeten licht zijn en er moet een grote diversiteit zijn aan volumes. 9 Internet- en belverbindingen en printers zijn belangrijk en moeten goed zijn. 9 Een juiste sfeer wordt omschreven als motiverend, inspirerend, comfortabel, rustig en zelfstandig. 9 Voorkeur gaat uit voor een gebouw met andere creatieve en techno starters. Op het gebied van fysieke ondersteuning tijdens de incubatie fase is het advies om: 9 50 % van de kantoorruimtes tussen de 10-30 m2 en 25% tussen de 30-50 m2 aan te bieden. 9 Eén of meerdere ruimtes voor een werkplaats of atelier beschikbaar te stellen. Geschatte grootte ligt tussen de 90 – 200 m2. 9 Geen rekening te houden met één van de twee creativiteitsgebieden in Delft (het centrum of de TU-wijk) bij het zoeken van een locatie. De doelgroep heeft geen specifieke voorkeur. 9 Beter samen te werken met BVG-en in Zuid-Holland, inclusief die in Delft. 9 De creatieve starters in hetzelfde gebouw te plaatsen als de technostarters.
Pagina 47 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Incubatie: niet-fysieke ondersteuning Het bemiddelen (‘match-making’) vlak voor én tijdens de incubatiefase blijkt voor startende creatieve bedrijven van groot belang: • Een grote meerderheid (84%) geeft aan een voorkeur te hebben voor het starten met een partner versus het alleen starten. Bemiddeling tussen mogelijke partners lijkt nodig. Dit noemen we match-making type 1. • Een kleine meerderheid van 54% wil rond de start personeel aannemen. Een grote meerderheid van 83% geeft in de toekomst de voorkeur aan het aannemen van personeel. Dit zijn hoge percentages en gaan in tegen het beeld van een meerderheid aan eenmanszaken (‘één pitters’) in de creatieve sector. Bemiddeling tussen starters en personeel lijkt nuttig. Dit noemen we match-making type 2. • Bij het opstarten van een productiebedrijf is het echter van belang van te voren een helder plan te hebben over het productidee en het commercialiseren ervan, omdat er vaak grotere investeringen mee gemoeid gaan. 122 studenten (26%) spreken de wens uit een productiebedrijf te willen starten, echter 55 studenten binnen deze groep (45%) weten niet met wat voor een (product)idee. Een match-making type 3 kan worden aangeboden: het koppelen van een idee (en het intellectueel recht) aan ambitieuze starters zonder concreet idee. Het match-making programma kan overigens ook goed worden aangeboden als extra service voor de technostarters. Op het gebied van niet-fysieke ondersteuning tijdens de incubatie fase is het advies om: 9 Een match-making service aan te bieden voor de drie bovengenoemde behoeften. Hierbij kan HOPE een rol vervullen door ook startende ondernemers vanuit de Erasmus Universiteit in Rotterdam en de Universiteit Leiden te betrekken. 9 Een goede overgang van een adviesbureau naar een productiebedrijf kan door de TU Delft als aparte training worden aangeboden. Daarnaast kan er ook een trainingsprogramma komen voor bedrijven die van deeltijd naar voltijd ondernemen willen gaan. Vanuit TBM en BK zullen voornamelijk technische en niet-technische bureaus ontstaan. Hierbij is het mogelijk de High-Tech adviesbureaus binnen de HighTech incubator te laten vallen en de creatief (niet-)technische adviesbureaus binnen het programma voor creatieve starters te laten vallen. Selectie van ideeën en ondernemers is de strategie van de TU Delft en YES!Delft t.a.v. de instroom van spin-offs voor ondersteuning. Enerzijds omdat er beperkte middelen zijn voor ondersteuning, anderzijds omdat de spin-offs moeten passen bij de doelstellingen van de TU Delft en haar faculteiten. De volgende selectiefactoren worden aangedragen als mogelijke voorwaarden voor deelname aan de ondersteuning: 9 Net als bij de YES!Delft High-Tech incubator een focus te hebben op bedrijven die een creatief, schaalbaar en innovatief product op de markt willen zetten. Het investeringsrisico voor deze creatieve productiebedrijven is vele malen groter dan bij creatieve, zakelijke dienstverleners. De creatieve zelfproducerende bedrijven zullen voornamelijk van Industrieel Ontwerpen (IO) afkomen. Design productiebedrijven hebben vaak belang bij een snelle ontwikkeling en de mogelijkheid het product juridisch te beschermen om een sterke concurrentiepositie te verkrijgen. Deze conditie is één van de kenmerken die de ambitie van de ondernemer bepaalt en kan mogelijk als selectiecriteria worden gebruikt. De inspiratie activiteiten voor en de werving van deze groep zal daarom vooral binnen de IO moeten gebeuren. 9 Een beperkt aantal talentvolle, zakelijke dienstverleners uit te selecteren voor ondersteuning. Vooral als het huisvesting betreft is het niet gewenst te veel van dezelfde soort bedrijven in een pand te zetten vanwege onderlinge competitie. Het selecteren van deze groep kan bijvoorbeeld op innovatieve methodiek, schaalbaarheid van arbeidsplekken, ambitie, competenties, nichemarkt, e.d. 9 Op nummer 1 staat qua ambitie een goede naam opbouwen. De uitleg van de ondernemer over de aanpak om een goede reputatie op te bouwen, uitgewerkt in een Pagina 48 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
9
9
9
ondernemingsplan, kan een nuttig selectiecriterium zijn (‘Hoe wordt je de nieuwe Rem Koolhaas, Francien Houben?’ ). Hieruit volgt dat de term Leading firm een andere betekenis heeft voor dienstverlenende bedrijven i.t.t. zelfproducerende bedrijven i.t.t.. Het willen aannemen van een minimaal aantal fte aan personeel is één van de kenmerken van de ambitie van de ondernemer en kan mogelijk als selectiecriterium worden gebruikt, indien selectie noodzakelijk blijkt te zijn. Vooral bij technische en niet-technische adviesbureaus kan dit criterium doorslaggevend zijn. Het element ‘techniek’ zal voor een goede aansluiting met de TU Delft aanwezig moeten zijn binnen de bedrijven. Dit zal in mindere mate zijn dan binnen de diensten/producten die de High-Tech bedrijven voortbrengen. Onderscheid tussen Creatieve spin-offs en High-Tech spin-offs kan de mate zijn waarin Design/vormgeving bijdraagt aan het succes van het product of de dienst. De groep wordt aangeduid als creatieve technici. Voor de instroom van creatieve bedrijven worden een of twee selectieronde(n) doorlopen: bij de eerste selectieronde worden de bedrijven gescreend door een speciaal opgezette selectiecommissie passend bij de doelgroep creatieve startende bedrijven. Deze commissie selecteert bedrijven met een hoge potentie, zie paragraaf 5.6 voor de selectiecriteria. De tweede ronde, die alleen bedoeld is voor de instroom van creatieve zakelijke dienstverleners, bestaat uit een goedkeuring door de inzittende creatieve zakelijke dienstverleners inclusief de business manager creatieve incubator.
Incubatie: trainingen Op het gebied van trainingen tijdens de incubatie fase is het advies om: 9 Hoge kwaliteit trainingen aan te bieden, die vooral toepasbaar en praktisch zijn. Het behandelen van cases is geschikt, maar ook het toepassen van de theorie op de eigen onderneming lijkt een geschikte werkvorm. 9 De training voor een lage prijs aan te bieden, vooral in het eerste jaar. Hierbij kan er, net als bij het huidige YES!Delft, een subsidie van maximaal 75% van de kosten worden gehanteerd. Een eigen bijdrage van minimaal 25% van de kosten zorgt voor een betere commitment van de deelnemers. Een andere vorm van commitment door de gebruikers van de ondersteuning, o.a. toegepast bij de Beehives incubator in Amsterdam, is het besteden van twee uur per week aan creatieve oplossingen of activiteiten ten behoeve van de Gemeente Delft en/of de TU Delft. 9 Een checklist voor elk onderdeel/thema is gewenst. Dit geeft de ondernemer meer zekerheid op projectmanagementniveau. Onderstaand mogelijke belangrijkheid:
training
voor
creatieve
startende
bedrijven,
in
volgorde
van
1) Basiskennis ondernemerschap. De vraag is of deze kennis al eerder moet worden onderwezen aan de ondernemende studenten, dus niet in de incubatiefase, maar in de educatiefase. Hoofdvragen zijn: wat komt er allemaal kijken bij de start van een eigen bedrijf, hoe schrijf ik een ondernemingsplan, wat moet een startende ondernemer weten over managementvaardigheden? 2) Financiële aspecten 9 Financiering (bijvoorbeeld door een lening) indien een productiebedrijf 9 Subsidiemogelijkheden 9 Financiële administratie 9 Belastingen 3) Juridische aspecten 9 Rechtsvormen en gevolgen van partnership 9 Model- en merkrechten vastleggen 9 IP rechten 9 Personeel aannemen, rechten en plichten Pagina 49 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
9 9
Wetgeving en standaardcontracten Verzekeringen
4) marketing/sales 9 Verkoop- en presentatietechnieken 9 Acquisitie (investeerders en klanten) 9 Publiciteit 9 TU Delft creatief podium (bijvoorbeeld door eigen exposities en stands op beurzen) 5) Onderhandel aspecten 9 Verdienmodel (eigen productie, royalty’s, licentieverkoop, dienstverlening, op ‘no cure no pay’ basis, e.d.) 9 Prijsbepaling 9 Onderhandelingstechnieken voor gesprekken met investeerders en klanten 9 Ook een internationale versie vanwege specifieke internationale regels, markten en cultuurverschillen. Incubatie: netwerken Het behoren bij diverse netwerken en het netwerken als bedrijfsactiviteit wordt door creatieve startende bedrijven gezien als absolute noodzaak voor het voortbestaan van de onderneming i.v.m. het vinden van potentiële klanten. Daarnaast is de kennis die een netwerk bezit ook van belang. In de netwerken zitten o.a. potentiële klanten, de juiste mensen die kunnen adviseren of inspireren, mensen binnen de eigen beroepsgroep, maar ook mensen met verschillende achtergronden en ondernemers in dezelfde fase. De manier waarop dit gedaan wordt is simpelweg door contact te leggen en vooral te vertrouwen op (positieve) mond op mond reclame. De respondenten vinden het belangrijk om eenvoudig toegang te hebben met personen uit dezelfde branche (65% belangrijk tot erg belangrijk). Eenvoudig toegang tot personen van de TU Delft of andere netwerken is minder van belang en worden op dezelfde waarde geschat (41% belangrijk tot erg belangrijk). De TU kan hier een bemiddelende rol spelen, bijvoorbeeld door netwerkactiviteiten te organiseren. Incubatie: coaching Het opzetten van een coachpool voor en door creatieve bedrijven lijkt nuttig. De volgende redenen worden gegeven voor het krijgen van begeleiding door een coach: 9 Een efficiëntere start; doorgeven van kennis, netwerk en ervaring 9 Vragen en valkuilen 9 Minder alleen 9 Persoonlijk De begeleiding te laten geven door: 9 Ervaren ondernemers (experts, herkenning) 9 Jonge ondernemers (inspiratie, herkenning) Groei/ambitie 9 Voor de verkoop van creatieve bedrijven kan een trainingsprogramma worden opgezet. 9 Een creatief productiebedrijf start vaak met een goed productidee. Na succes moeten de bedrijven werken aan een tweede productlijn en een productportfolio. Training hierover en koppeling aan zakelijke dienstverleners is in deze fase nuttig.
Pagina 50 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
5.6 Selectie doelgroep Er zijn voor dit onderzoek diverse interviews gehouden met beleidsmakers van de Gemeente Delft op het gebied van Economische zaken en Kunst en Cultuur. Ook zijn er gesprekken gevoerd met TU Delft beleidsmakers op het gebied van kennisvalorisatie. Hierbij zijn twee hoofdonderwerpen naar voren gekomen: 1) Creatieve bedrijven moeten hun toegevoegde waarde aan kunnen tonen. Dit kan zowel kwantitatief (economische waarde) als kwalitatief (maatschappelijke waarde). Hoe meer toegevoegde waarde een bedrijf bezit t.a.v. de concurrentie, hoe meer ‘leading’ in de eigen branche. 2) De start van een bedrijf binnen de zakelijke dienstverlening, in dit onderzoek ook wel benoemd als adviesbureau, brengt een relatief een klein risico met zich mee. Daarnaast is de economische impact, hier gedefinieerd als groei en winstgevendheid, beperkter dan bij productiebedrijven. Ondersteuning van deze groep zal zich beperken tot bedrijven met een innovatieve methodiek. Talent en ambitie van de ondernemer(s) zijn daarnaast belangrijke weegfactoren. Economische toegevoegde waarde van creatieve bedrijven Voor de Gemeente Delft is het van belang startende bedrijvigheid te stimuleren en een plek te geven in Delft. Hierdoor stijgt het bruto regionaal product en het aantal bedrijfsplaatsen. De (economische) toegevoegde waarde van creatieve ondernemingen gesteund door de overheid, voornamelijk uit het segment Kunst en Cultuur, is moeilijk aan te tonen. Een speerpunt van dit onderzoek is om een doelgroep te definiëren, die deze toegevoegde waarde door bedrijvigheid bezit. Bij Kunst en Cultuur zal er een scheidinglijn liggen tussen handwerk/één stuk versus een 0-serie/massaproductie. Een creatief bedrijf kan een grote maatschappelijke toegevoegde waarde hebben, waardoor het toch kan worden geselecteerd voor ondersteuning. Creatieve bedrijven kunnen een verbetering van de ‘kwaliteit van leven’ in een stad veroorzaken. Onderzoek toont aan, dat er zich een multipliereffect voordoet binnen creatieve steden, met afgeleide werkgelegenheidseffecten. Creativiteit dringt ook door in de bedrijfsprocessen van andere sectoren dan de creatieve sector. Daarnaast is er sprake van wederkerige effecten naar de overige economische sectoren, zoals stedelijke ontwikkeling, bevolkingssamenstelling, wonen, cultuur en onderwijs.32 Dit kunnen redenen zijn voor o.a. grote High-Tech multinationals om naar Delft (lees: Technopolis) te trekken. Beperkt risico en kleine impact van zakelijke dienstverlening Uit de doelgroepanalyse blijkt dat creatieve zakelijke dienstverlening een meerderheidsgroep is. Deze groep bestaat onder andere uit technische en niet-technische adviesbureaus. De impact van deze dienstverlenende bedrijven is anders dan productiebedrijven. Het risico dat dienstverlenende bedrijven nemen voor het starten van een bedrijf, is relatief klein ten aanzien van de creatieve productiebedrijven, vooral afkomstig uit de categorieën Kunsten & Cultuur en Design. Een productiebedrijf, dat zijn eigen product wil vermarkten, zal de eerste jaren veel ontwikkelingskosten hebben en langer termijn een risico op falen. Een consultant kan de opbrengsten van zijn eerste grote opdracht direct investeren in het bedrijf en maakt relatief snel winst in zijn eerste jaren. Het importeren en exporteren van diensten gebeurd bij zakelijke dienstverlener niet vaak. De groei van het aantal fte’s bij zakelijke dienstverleners, zal meegroeien met het aantal opdrachten. Dit in tegenstelling tot groei van een productiebedrijf waar het aantal fte’s niet per definitie hoeft mee te groeien. Bij de groep zakelijke dienstverlening is er voornamelijk behoefte aan het opbouwen van een netwerk met potentiële klanten. YES!Delft heeft bij het Inspire centre al diverse netwerkactiviteiten, die toegankelijk zijn voor alle TU Delft ondernemers. De kerngroep die ondersteund zal worden zal bestaan uit creatieve bedrijven die een eigen product op de markt willen zetten, waarbij de vormgeving een groot deel van het succes van het product bepaald. Een geselecteerd deel van de zakelijke dienstverleners zal worden ondersteund en is verplicht een ondernemingsplan in te leveren. Voor de TU Delft is kennisvalorisatie van groot belang. Daarom zullen bedrijven die een nieuwe, kansrijke
Pagina 51 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
methodiek vermarkten, worden toegelaten. Ook bedrijven met grote ambities worden geselecteerd en toegelaten. Deze bedrijven zijn bijvoorbeeld te herkennen aan het winnen van een ontwerpwedstrijd, een compleet en ambitieus portfolio, of een bijzondere nichemarkt. Voor de instroom van creatieve bedrijven worden een of twee selectieronde(n) doorlopen: bij de eerste selectieronde worden de bedrijven gescreend door een speciaal opgezette selectiecommissie passend bij de doelgroep creatieve startende bedrijven. De tweede ronde, die alleen bedoeld is voor de instroom van creatieve zakelijke dienstverleners, bestaat uit een goedkeuring door de inzittende creatieve zakelijke dienstverleners en de business manager van het programma voor creatieve starters. In afbeelding 5.10 zijn de generieke verschillen tussen dienstverlenende bedrijf en een startend productiebedrijf te zien.
een
startende
zakelijke
Afbeelding 5.10: Verschil zakelijke dienstverlening en productie bedrijven
De commissie, voor zowel productie- als dienstverlenende bedrijven, selecteert bedrijven met een hoge potentie (om leading te worden in de eigen branche) en een maatschappelijke en/of economische impact te generen. De ondersteuning voor creatieve starters moet een brug slaan tussen creatieve bedrijven en technologische kennis van de TU Delft. Daarom is het van belang de doelgroep te selecteren op de toegevoegde waarde, die de TU Delft qua naam en netwerk kan bieden, maar ook zeker qua technologische kennis.
Pagina 52 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
De selectiecriteria volgen uit interviews met gevestigde succesvolle creatieve bedrijven en de criteria voor Technostarters. De selectiecriteria voor creatieve startende bedrijven zijn: Productiebedrijf
Zakelijke dienstverlening
• Voltijd aan de slag met het bedrijf
• Voorkeur voor Voltijd starten, maar deeltijd starten is voor
• Het prototype moet binnen 2 jaar voldoen
aan
de
wettelijke
commerciële eisen • Product moet schaalbaar zijn
en
een beperkte periode van 1 jaar toegestaan, mits de nevenactiviteiten een bijdrage leveren aan de opbouw van het eigen bedrijf (opbouw netwerk, reputatie, e.d.) • Het vermarkten van een innovatieve methodiek / tool • Portfolio en CV inleveren
• De toegevoegde waarde van een verbinding met de TU Delft (naam, netwerk en technologische kennis) • Ondernemingsplan verplicht inclusief haalbaarheid (technisch en commercieel), concurrentieanalyse, inschatting juridische bescherming (IP-, model- of merkrecht), mijlpalen voor bedrijfsontwikkeling op basis van ambitie • Ten hoogste 5 jaar geleden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel • Commerciële eisen worden binnen 2 jaar gerealiseerd Tabel 15: Selectie criteria creatieve startende bedrijven
De uitstroomvoorwaarden zijn bijna gelijk aan het beleid van YES!Delft High Tech (bijlage 7): • De creatieve starter is startfase ontgroeid 2
• De creatieve starter heeft fysiek meer kantoorruimte nodig dan 50 m in de incubator • Aanbevelingen door de selectiecommissie worden niet opgevolgd • Doelstellingen/mijlpalen op het gebied van strategie worden niet gehaald • Indien een bedrijf verschuift van productiebedrijf naar zakelijke dienstverlening zal opnieuw
goedkeuring moeten worden verkregen via de twee selectie ronden: de selectiecommissie, en goedkeuring inzittende dienstverleners • De creatieve starter mag gebruik maken van de YES!Delft formule zolang de toegevoegde
waarde zichtbaar is, maar maximaal 4 jaar. In afbeelding 5.11 wordt het model, dat aan het begin van dit hoofdstuk wordt genoemd, aangepast aan de wensen vanuit de TU Delft. De gekleurde vlakken geven de instroom van bedrijven per categorie aan. Een gedeeltelijk gekleurd vlak staat voor de selectie van ‘high potentials’ binnen de categorie.
Afbeelding 5.11: Selectie categorieën Pagina 53 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Toelichting subdoelgroepen In afbeelding 5.11, op de vorige pagina, zijn de categorieën binnen de creatieve sector af te lezen. Design ondernemers komen vooral van de faculteiten Industrieel Ontwerpen (o.a. consumentenproducten) en Bouwkunde (o.a. interieurproducten) af. Het is mogelijk dat in deze categorie ook creatieve ondernemers van HBO-instellingen instromen. Concrete mogelijkheden zijn alumni van de opleiding Industrieel Product Ontwerpen van de Haagse Hogeschool of Hogeschool Rotterdam. In de categorie Kunst en Cultuur zitten bijvoorbeeld (talentvolle) alumni die een eigen creatief product in massa willen produceren. Deze creatieve startende bedrijven komen van de kunstacademies uit de omgeving, zoals de Willem de Kooning Academie in Rotterdam en de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. De starters in de categorie (niet)-technisch advies komen van de drie creatieve faculteiten IO, TBM en BK. Voor alle categorieën geldt dat de bedrijven gezien worden als starters, indien ze niet langer dan 5 jaar staan ingeschreven bij de KvK. Ook mensen na een aantal jaar in loondienst en PhD’s van de drie creatieve faculteiten kunnen instromen. Het is verstandig een passende wervingsmethode toe te passen om creatieve bedrijven aan te trekken die na een aantal jaar in loondienst óf na een PhD een eigen bedrijf willen starten. Effecten voor de Gemeente Delft en de TU Delft De kansen voor de TU Delft en de Gemeente Delft die voortvloeien uit het ondersteunen van bovenstaande geselecteerde doelgroep creatieve startende bedrijven zijn o.a.: • Het werven en stimuleren van creatieve spin-offs in Delft, waarvoor vestiging in Delft (en
eventueel in de toekomst op Technopolis) een toegevoegde waarde is door de verbinding met technische kennis van de TU Delft. • Een Delfts creatief podium in Nederland door transparantie van Delfts creatief talent • Nederland op de kaart zetten binnen Europa door Delfts creatief talent • Mogelijkheden voor kennisvalorisatie vanuit de creatieve faculteiten • Rolmodellen voor creatief ondernemerschap door meer en zichtbaardere creatieve spin-offs • Externe samenwerkingspartners in o.a. de creatieve industrie • Een positief effect voor de werving van (talentvolle) middelbare scholieren voor de drie
creatieve faculteiten • De regionale economie een impuls geven en de ‘kwaliteit van leven’ in Delft verbeteren
Pagina 54 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
5.7 Cases subdoelgroepen Op de volgende pagina’s wordt voor elke subdoelgroep één of meerdere cases beschreven ter concretisering. In tabel 16 staat een overzicht van de cases. Redenen dat deze creatieve bedrijven niet bij de huidige YES!Delft High-Tech zitten, zijn o.a. dat ze geen affiniteit hebben met de term ‘technostarter’, geen patent hebben en/of niet voldoen aan de selectiecriteria. Case naam
Categorie
Product/dienst
Design (IO/BK)
Design meubilair
Startdatum
pg
(geschatte fte) Simon Gunnink (1 fte) Piece of Family
Design (IO)
(0 fte) Helma van Rijn
April 2009 start protype
Design (IO)
(0 fte -> PhD)
Interactief concept voor
Nooit gestart,
ouderen
veel belovend
LINKX
Tijdgebrek, niet
Klessebessers
serieus gestart,
56 58 59
veel belovend B+
Design (IO)
Snowboard bindingen
Augustus 2009
Plakkies
Kunst en Cultuur
Slippers
(0 fte -> stichting)
(Fashion)
Muzus
Zakelijke
Ontwerpbureau met een
(5 fte)
dienstverlening (IO)
nieuwe methodiek
Happen
Zakelijke
Ontwerpbureau met een
(15 fte)
dienstverlening (IO)
nieuwe methodiek
Mecanoo Architecten
Zakelijke
één van de toonaangevende
(100 fte)
dienstverlening (BK)
architectenbureaus in
Olav Bruin & Bo
Zakelijke
Ervaringen als architect en
Vanaf 2010
Reudler
dienstverlening (BK/IO)
Productontwerper
(design
Roland Berger
Zakelijke
Consultancy
2002
(60 fte)
dienstverlening (TBM)
Fluisterheuvel
Kunst en Cultuur
vernieuwend en kwalitatief
2008
61
(0 fte -> PhD) Mei 2009 gelanceerd Juli 2007
62 63
(contextmapping) September 2007
64
(idee scan) 1984
66
Nederland
(2 fte)
(1 fte)
67
meubilair)
hoogwaardige speltoestel
68 69
Tabel 16: Overzicht cases
Pagina 55 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Simon Gunnink Bedrijf/ missie Geavanceerde materialen en proces technologieën bieden nieuwe kansen voor interieur ontwerp. Ze openen een hele nieuwe wereld voor unieke vormgeving en innovatieve oplossingen. Dit zal geïllustreerd worden door acht meubel- en lichtconcepten, gepresenteerd in een catalogus21. De concepten zijn gebaseerd op twee aspecten: - het gebruik van structurele vezels (fibers). Structurele vezels maken vormgeving met extreem dunne elementen mogelijk. In een geweven structuur, zoals Carbon fiberreinforced polymer (CFRP), zorgen ze voor een grote verscheidenheid aan procesalternatieven en uitstraling. - het toepassen van gelaagde structuren. Gelaagde structuren hebben het voordeel speciale componenten tussen de lagen te herbergen, zoals elektrische draden, optische vezels of versterkende frames, waardoor deze structuren multifunctioneel worden. De concepten zijn gegenereerd door een proces van weglaten, dat geresulteerd heeft in eenvoudige en uitgebalanceerde objecten met een High-Tech, innovatief en een exclusief karakter.
TU Delft Simon Gunnink studeerde begin 2009 af aan de TU Delft, faculteit Industrieel Ontwerpen. Momenteel wordt er een prototype gemaakt van een kast die gebaseerd is op één van de concepten.
Pagina 56 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Afbeelding 5.12: Case Simon Gunnink
Pagina 57 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Piece of Family Product/ missie ‘Piece of Family’ is een communicatiemiddel, ontworpen voor ouderen waarmee zij zonder computer online met familie kunnen communiceren. Het product speelt in op vergrijzing en de groei van het digitale tijdperk. ‘Piece of Family’ overbrugt de contactkloof tussen generaties in families. Doordat het begrijpelijk is voor de ouderen en aansluit bij het digitale tijdperk waarin kleinkinderen leven, komen werelden dichter bij elkaar. De “Piece of Family”, zoals het ontwerp van Kistemaker heet, bestaat uit een boek met een scanner. Het boek bevat een schrijfblok waarop oudere mensen verhalen, foto’s en briefjes kwijt kunnen, die vervolgens met één simpele druk op de knop worden gescand en op de familie-weblog worden geplaatst. De oudere kan de weblog op de tv bekijken met behulp van een speciale afstandsbediening. Tijdens het ontwerpproces is er gebruik gemaakt van nieuwe ontwerptechnieken en zijn de eindgebruikers betrokken bij het ontwerpproces. Het ontwerp is getest met drie families en is heel positief ontvangen. De “Piece of Family” is door Sanne ontwikkeld tijdens haar afstuderen, in samenwerking met Vodafone. TU Delft en Designprijzen 2007 Sanne Kistemaker studeerde af aan de TU Delft, faculteit Industrieel Ontwerpen en zij heeft met haar product de ‘Design for All Award’ van de Nederlandse Designprijzen 2007 gewonnen.
Afbeelding 5.13: Case Piece of Family
Pagina 58 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
LINKX Product/ missie LINKX is elektronische speelgoed en bestaat uit blokken die de kinderen tegen een bepaald voorwerp moeten plaatsen. Deze voorwerpen, bijvoorbeeld een tafel of een raam, zijn voorzien van een elektronisch apparaatje met een bepaalde kleur. Als de kinderen een blok tegen zo’n voorwerp plaatsen, licht het blok op in dezelfde kleur als het voorwerp en hoort het kind het woord dat bij het voorwerp hoort (dit woord is eerder ingesproken door de ouders). Van Rijn heeft deze nieuwe manier van woordjes leren met autistische kinderen (3-5 jaar) getest. Ouders en begeleiders van de autistische kinderen bleken erg enthousiast over LINKX. Nog belangrijker: de kinderen bleken er inderdaad woordjes van te leren, al is het nog te vroeg voor definitieve conclusies over het effect van het speelgoed op lange termijn. De aanpak in dit ontwerp is een breuk met de meest gangbare methoden. Daarin worden kinderen bij het leren van taal veelal achter de computer gezet. De methode van Van Rijn speelt zich duidelijk in de echte wereld af. LINKX is met 3 kinderen getest op effectiviteit en gebruiksvriendelijkheid.
TU Delft Helma van Rijn studeerde in 2007 cum laude af op het product LINKX aan de TU Delft, faculteit Industrieel Ontwerpen. In november 2007 werd zij uitgeroepen tot beste afstudeerder 2007. Ze werd gekozen uit de beste afstudeerders van de acht Delftse faculteiten. Na haar afstuderen is Helma als PhD-er begonnen met een promoveertraject ij Industrieel Ontwerpen.
Afbeelding 5.14: Case LINKX
Pagina 59 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
De Klessebessers Product/ missie ‘De Klessebessers’ vormen een herinneringenactiviteit speciaal ontworpen voor demente mensen. Het bestaat uit een aantal ‘klessebessers’ die verspreid staan in de kring: een telefoon, een radio, een koffer en een televisie. Elke ‘Klessebesser’ kan op een eigen manier herinneringen prikkelen, bijvoorbeeld door versjes, liedjes, voorwerpen en filmpjes. Zo kunnen de mensen gezellige momenten beleven met elkaar. De activiteit werkt als volgt. Naast iedere ‘Klessebesser’ staat een schemerlampje. Een medewerker selecteert een voorwerp. Dan gaat het bijbehorende schemerlampje aan. Iemand uit de groep kan door een simpele actie, zoals het drukken op de knop van de televisie of het draaien aan de volumeknop van de radio, bijvoorbeeld een filmpje of een liedje opzetten. Tijdens het horen van de versjes uit de telefoon, de liedjes op de radio, het zien van het voorwerp verstopt in de koffer en het afspelen van de filmpjes op de televisie kunnen ze genieten van het moment. De fragmenten en voorwerpen zijn afgesteld op de jonge levensjaren van de mensen in de groep. Het herkennen van deze fragmenten maakt de mensen blij en geeft ze een gezamenlijk onderwerp van gesprek. “Even zitten ze op dezelfde golflengte.” Daarna kan men gezellig praten over waar ze aan moesten denken toen ze het fragment zagen, hoorden, of vast hadden. TU Delft De Klessebessers zijn ontworpen door Helma van Rijn en Mariet Schreurs op het IDStudioLab aan de faculteit Industrieel Ontwerpen van de TU Delft in het kader van ontwerpwedstrijd Vergeethenniet van de provincie Noord-Brabant. In deze wedstrijd wonnen de Klessebessers de eerste prijs in de categorie groepsgebruik. De prijs was een subsidie van de provincie Noord-Brabant voor verdere ontwikkeling richting de markt.
Afbeelding 5.15: Case De Klessebessers
Pagina 60 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
B+ Bedrijf/ missie Kitesurfen is een snelgroeiende sport. Uit onderzoek blijkt dat de meeste blessures die voorkomen bij deze watersport aan de lagere extremiteiten zijn. Een belangrijke oorzaak hiervan is de voet-board verbinding die momenteel gebruikt wordt. Het feit dat blessures een ongewilde bijkomstigheid zijn voor de atleet en de samenleving, was voor mij de aanleiding om af te studeren op een oplossing voor dit probleem. Dit heeft geleid tot een volledig functioneel prototype van een nieuw type binding. Bij deze nieuwe binding worden blessures voorkomen doordat de unieke vorm ervoor zorgt dat er geen schadelijke krachten overgebracht kunnen worden op de lagere extremiteiten. Het product is getest en heeft veelal lovende kritieken van gebruikers gekregen. Momenteel wordt gekeken naar de mogelijkheden voor commercialisatie van dit product.
TU Delft Stefan Cleef, ontwerper van B+, studeerde in 2009 af aan de TU Delft, faculteit Industrieel Ontwerpen
Afbeelding 5.16: Case B+
Pagina 61 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Plakkies Product/ missie Plakkies de hippe mode slippers uit Zuid-Afrika. De productie ervan biedt zeventig kansarmen werk in dit land. Het idee ontstond een jaar geleden toen twee studenten van de TU Delft samen met de organisatie KidsRights een ontwerpwedstrijd organiseerden. Studenten bedachten technische producten die eenvoudig in Zuid-Afrika zijn te vervaardigen met Nederland als afzetmarkt. De zool van de Plakkies is gemaakt van oude autobanden. Autobanden worden in Zuid-Afrika massaal gedumpt en illegaal verbrand en zijn daarmee een enorme belasting voor het milieu. Schoenontwerper Jan Jansen en studenten van de faculteit Industrieel Ontwerpen zijn verantwoordelijk voor het design van de hippe, verantwoorde slipper. De kleurrijke patronen op de slipper zijn ontworpen door weeskinderen uit de sloppenwijken rondom Durban.
TU Delft Initiators van Plakkies zijn Arnoud Rozendaal en Michel Boerrigter, beide studenten van de TU Delft (faculteiten Lucht- en Ruimtevaarttechniek en Industrieel Ontwerpen). De studenten worden actief gesteund door het College van Bestuur van de TU Delft. 'De ingenieurs die wij opleiden krijgen een zware taak: we moeten naar een duurzame maatschappij en dat vereist inventieve, technische oplossingen' zegt Dirk Jan van den Berg. 'Ze moeten "out of the box" kunnen denken, creatief en bevlogen zijn en een flinke dosis volharding hebben. Michel en Arnoud, de initiators, zijn daar mooie voorbeelden van'.
Afbeelding 5.17: Case Plakkies
Pagina 62 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Muzus Bedrijf/ missie Muzus is een ontwerpbureau waar de gebruiker centraal staat: we ontwerpen voor en met mensen. Voor ons draait ontwerpen om mensen. Wij betrekken de gebruiker in alle fasen van het ontwerpproces. Dit geeft voortdurend input in de vorm van informatie, inspiratie en vooral empathie voor de eindgebruiker. Op deze manier verenigen we de visies van de gebruiker, onderzoeker en ontwerper, en kunnen we een waardevol eindresultaat opleveren. De stappen die worden doorlopen zijn: onderzoek, inzichten, ideeën, co-creatie en innovatie. Afhankelijk van de opdrachtgever en de specifieke vraag, voeren we soms ook een deel van het traject uit.
TU Delft Aan de TU Delft, faculteit Industrieel Ontwerpen, wordt de laatste jaren veel onderwijs gegeven en onderzoek gedaan op het gebied van ‘context mapping’. Muzus heeft deze succesvolle methodiek in de markt gezet. Muzus werkt nog steeds nauw samen met de TU Delft waarmee ze o.a. een keuzevak verzorgt.
Afbeelding 5.18: Case Muzus
Pagina 63 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Happen Bedrijf/ missie Begin 2007 is het innovatieadviesbureau Happen opgericht door vier partners, onder wie de TU Delft alumnus Costas Papaikonomou. Het creatieve innovatiebureau creëert kansen voor bedrijven die serieus bezig zijn met het verbeteren van hun bedrijfsinnovatie succesfactoren. Wij bieden wat de meeste ontwerpbureaus niet bieden: wij combineren commerciële inzichten en volhardende beslissingen met als gevolg scherpe inzichten en creativiteit. We focussen op het realiseren van mogelijkheden en nieuwe dingen werkelijk laten gebeuren (‘making things Happen’). Resultaten komen voort uit onze aanpak en variëren van nieuwe producten tot innovatieve services, strategische marketing en merkontwikkeling. Vaardig en bondig, ervaren en hongerig, wij zijn leiders in het veld van innovatiestrategie. Wij voorzien wereldwijd in de behoefte van onze cliënten en zijn bereid te delen in de uitdaging en pijn van creëren van nieuwe en spannende kansen. Happen heeft in 2009 een zusterbedrijf opgericht dat consumentenonderzoek uitvoert specifiek voor innovatiedoeleinden: Winkle. Zij kan razendsnel inzichten en ideeën kwantitatief valideren onder consumenten, waar ook ter wereld. Zie bijlage 14 voor meer uitleg. TU Delft Initiator van Happen, Costas Papaikonomou, studeerde in 1996 met een 10 af aan de TU Delft, faculteit Industrieel Ontwerpen.
Pagina 64 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Afbeelding 5.19: Case Happen
Pagina 65 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Mecanoo Bedrijf/ missie Het architectenbureau Mecanoo maakt een vliegende start na het winnen van een prijsvraag voor jongerenhuisvesting in Rotterdam. Döll, Houben, Van Egeraat, Steenhuis en de Weijer richtten het architectenbureau Mecanoo in 1984 op. Het in Nederland succesvolle bureau ontwerpt aanvankelijk vooral veel woningbouwprojecten. Later worden zowel de soort opdrachten als de ontwerpen zelf veelzijdiger. Maakte Mecanoo in het begin vooral gebruik van in allerlei kleuren gestucte gevels, later wordt een diverse reeks materialen gebruikt, zoals hout, baksteen, zink en koper. Mecanoo besteedt veel aandacht aan de openbare ruimte. Tijdens de startjaren van het bedrijf citeerden ze regelmatig modernisten als Alvar Aalto (Hillekop) en Berthold Lubetkin (Woningen NWR Bouw RAI). Mecanoo introduceerde het "Dronken metselwerkverband" en de donkerblauwe kleur "Mecanoo-blauw". Na het vertrek van Steenhuis (vanaf 1989 Roelf Steenhuis Architekten), van Egeraat (vanaf 1995 Erick van Egeraat associated architects), de Weijer (vanaf 1999 architectenbureau DP6) en Döll (vanaf 2003 Döll Atelier voor Bouwkunst) blijft Houben als enige oprichter over. Mecanoo richt zich de laatste jaren met succes op internationale prijsvragen en hebben recent de prijsvraag voor het station in Delft gewonnen. Partners van Mecanoo zijn naast Houben, Ellen van der Wal, Aart Fransen en Francesco Veenstra. TU Delft In 1984 studeerde Francien Houben af aan de Technische Universiteit Delft, Faculteit Bouwkunde. In 1999 introduceert Francine Houben het begrip mobiliteitsesthetiek als nieuw instrument voor ruimtelijke ordening. Vanuit haar leerstoel mobiliteitsesthetiek aan de Technische Universiteit Delft (sinds 2000) is Francine Houben van 2002-2003 directeur/curator van de eerste Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam met als thema Mobility, A Room with a View. Met deze biënnale heeft zij mobiliteit als onderdeel van het dagelijkse leven onder de aandacht gebracht van een groot internationaal publiek. In 2007 is Francine Houben Visiting Professor aan Harvard University in de U.S.A.
Afbeelding 5.20: Case Mecanoo
Pagina 66 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Olav Bruin & Bo Reudler Bedrijf/ missie Bamboe is een snel hernieuwbare en milieuvriendelijke bouwstof. Toch bestaat er in het Westen een aversie tegen het materiaal. Het wordt hier niet als chique, sexy en bruikbaar ervaren. Ons doel is het ontwikkelen van een high-end meubelserie van bamboe die dit beeld kan doorbreken. Het ontwerp moet de werelden van Oost en West bij elkaar brengen. Er is een collectie bamboe meubelen ontworpen, maar helaas kunnen die hier niet worden afgebeeld. De presentatie van de collectie is tijdens de Milaan beurs 2010. TU Delft Na zijn studie Bouwkunde aan de TU Delft cum-laude te hebben afgerond in 2006, is Olav Bruin werkzaam als architect bij 24H-architecture in Rotterdam. Hier droeg hij o.a. bij aan het ontwerp en realisatie van een vakantiewoning in Zweden. Zijn afstudeerproject betrof het ontwerp voor de uitbreiding van het National Museum in Dar es Salaam, Tanzania. De hier opgedane kennis over bouwen in een tropisch klimaat kon hij direct toepassen bij 24H waar hij de afgelopen anderhalf jaar als project architect in Thailand was gestationeerd voor de bouw van een kinderactiviteitengebouw op een resort. Dit gebouw is volledig uit bamboe opgetrokken en de opgedane kennis over dit natuurlijke materiaal wil hij nu toepassen in een serie bamboe meubelen die hij samen met Bo Reudler gaat ontwikkelen. Synergie Bo Reudler studeerde in 2005 cum laude af aan de Artez Academie Arnhem in de richting productdesign. Dit zelfde jaar richtte hij ontwerpstudio Bo Reudler Studio op. In 2006 presenteerde hij zijn eerste collectie meubelen en interieurproducten op de Salone Internationale del Mobile in Milaan. Sindsdien wordt zijn werk wereldwijd gepubliceerd en nationaal en internationaal geëxposeerd. Dit jaar presenteerde hij opnieuw een eigen collectie op de meubelbeurs in Milaan. In zijn werk staan enerzijds materiaal en experiment, anderzijds de verhalende mogelijkheden van ontwerpen centraal. (www.boreudler.com)
Afbeelding 5.21: Case Olav Bruin (Kinderactiviteiten gebouw Thailand) & Bo Reudler (Slow White series)
Pagina 67 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Roland Berger Bedrijf/ missie Onze resultaten brengen visies tot leven. Hiermee helpen wij ondernemers de economie van de 21e eeuw vorm te geven. In de praktijk betekent dit dat wij onze klanten helpen snellere groei, grotere winsten en een hogere ondernemingswaarde te realiseren. Wij geloven dat groei de krachtigste strategie is voor een onderneming. Ondernemingen die creatieve groeistrategieën combineren met effectief kostenmanagement realiseren bovengemiddelde groei. Dit leidt tot goede resultaten en een blijvend concurrentievoordeel. Implementatie vinden wij minstens zo belangrijk als strategie. In nauwe samenwerking met onze klanten komen onze adviezen tot stand. Deze zijn zowel pragmatisch als concreet. Onze betrokkenheid eindigt echter niet met een adviesrapport. Wij ondersteunen onze klanten in het traject van strategie tot realisatie. Niet alleen voor onze klanten, maar ook in ons eigen bedrijf brengen wij onze filosofie in praktijk. Wij zijn een zelfstandige maatschap. Alle Partners zijn aandeelhouders. Daardoor zijn wij niet alleen sterk bij het bedrijf betrokken, maar identificeren wij ons ook met onze klanten en de vraagstukken waar zij voor staan. TU Delft Tijo Collot d’Escury, Alumnus van de TU Delft, werd in 2001 benaderd door Prof. Roland Berger om voor hem het Nederlandse Management Consultancy op te richten. Samen met 16 anderen is hij de uitdaging aangegaan.
Afbeelding 5.22: Case Roland Berger
Pagina 68 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Fluisterheuvel Product/ missie De FLUISTERHEUVEL bestaat uit twee tegenover elkaar geplaatste parabolen in de vorm van een halve cirkel en het formaat van een voetbaldoel. Fluister je in het brandpunt van de ene parabool, dan is het goed te horen bij de andere heuvel. Tegen deze paraboolwand is een heuvel opgeworpen die bedekt is met gras of rubbergranulaat. Het toestel nodigt uit tot een innovatief, communicatief spel, is een prachtig voetbaldoel, klimobject en het staat open voor veel spelaanleiding. Natuurlijk kunnen wij bedenken wat de spelfunctionaliteit kan zijn. De praktijk is kinderen en volwassenen rond een speelplek hun eigen spel creëren. Voorwaarde is het object aantrekkingskracht heeft om de geest op speelse wijze te prikkelen. Door formaat, zijn bijzondere eigenschappen en de archetypische vorm is dit bij FLUISTERHEUVEL zeker het geval.
dat dat zijn de
New Venture De fluisterheuvel heeft de publieksprijs van New venture, landelijke ondernemingsplan wedstrijd, gewonnen in juni 2009.
Afbeelding 5.23: Case Fluisterheuvel
Pagina 69 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
5.8 Conclusies In dit rapport worden de categorie ICT & Gaming en Media & Uitgeverij buiten beschouwing gelaten. Beleidsmakers van de TU Delft en de Gemeente Delft spreken de intentie uit de volgende categorieën te willen ondersteunen met een passend programma, in de toekomst: 9 9 9 9
(Het uitbreiden) van de categorie Design (lees: productiebedrijven) High potentials uit de categorie Kunst en Cultuur (lees: productiebedrijven) High potentials uit de categorie Niet-technisch advies (lees: zakelijke dienstverlening) High potentials uit de categorie Technisch Advies (lees: zakelijke dienstverlening)
Een overgrote meerderheid van de talentvolle personen, beschreven in de cases, is afkomstig van de TU Delft. Redenen, dat deze creatieve bedrijven niet bij de huidige YES!Delft High-Tech zitten, zijn o.a.: 9 Geen affiniteit met de term ‘technostarter’ 9 Het ontbreken van een Delfts Creatief Podium, waar rolmodellen en high potentials worden gepresenteerd. Hierdoor kan het imago van creatieve (startende) bedrijven worden verbeterd 9 Onvoldoende IP bescherming voor studenten, van vooral de faculteit IO, bij projecten in samenwerking met externe partijen. Het afstaan van het IP van een veelbelovend concept/prototype is een beperkende factor voor kennisvalorisatie 9 Niet voldoen aan de huidige selectiecriteria door bijvoorbeeld het ontbreken van een patent of het opstarten van een veelbelovend adviesbureau De bestaande YES!Delft High-Tech incubator biedt het volledige pakket aan geselecteerde technostarters. Het motto van het YES!Delft concept is: building tomorrow’s leading firms. De kern van de te ondersteunen doelgroepen ligt bij impactvolle bedrijven en de kansen voor de Delfts Creatief Podium. Hierbij zijn twee aspecten belangrijk: 1) creatieve bedrijven moeten hun toegevoegde waarde aan kunnen tonen. Dit kan zowel kwantitatief (economische waarde) als kwalitatief (maatschappelijke waarde). Hoe meer toegevoegde waarde een bedrijf bezit t.a.v. de concurrentie, hoe meer ‘leading’ in de eigen branche. 2) de start van een bedrijf binnen de zakelijke dienstverlening, in dit onderzoek ook wel benoemd als adviesbureau, brengt een relatief een klein risico met zich mee. Daarnaast is de economische impact, hier gedefinieerd als groei en winstgevendheid, beperkter dan bij productiebedrijven. Ondersteuning van deze groep zal zich beperken tot bedrijven met een innovatieve methodiek. Talent en ambitie van de ondernemer(s) zijn daarnaast belangrijke weegfactoren. De selectiecriteria volgen uit interviews met gevestigde succesvolle creatieve bedrijven en de criteria voor Technostarters. De selectiecriteria voor creatieve startende bedrijven zijn: Productiebedrijf
Zakelijke dienstverlening
• Voltijd aan de slag met het bedrijf
• Voorkeur voor Voltijd starten, maar deeltijd starten is voor
• Het prototype moet binnen 2 jaar voldoen
aan
de
wettelijke
commerciële eisen • Product moet schaalbaar zijn
en
een beperkte periode van 1 jaar toegestaan, mits de nevenactiviteiten een bijdrage leveren aan de opbouw van het eigen bedrijf (opbouw netwerk, reputatie, e.d.) • Het vermarkten van een innovatieve methodiek • Portfolio en CV inleveren
• De toegevoegde waarde van een verbinding met de TU Delft (naam, netwerk en technologische kennis) • Ondernemingsplan verplicht inclusief haalbaarheid (technisch en commercieel), concurrentieanalyse, inschatting juridische bescherming (IP-, model- of merkrecht), mijlpalen voor bedrijfsontwikkeling op basis van ambitie • Ten hoogste 5 jaar geleden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel • Commerciële eisen worden binnen 2 jaar gerealiseerd Afbeelding 5.24: Selectiecriteria creatieve startende bedrijven
Pagina 70 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Design is binnen de te ondersteunen doelgroep het sterkst vertegenwoordigd. Het is voor het succes van de ondersteuning voor creatieve starters van belang dat er voldoende kritieke massa is om bovenstaande aantallen te halen. Enerzijds is dit mogelijk doordat er wordt verwacht dat een uitbreiding van de groep Design, vanuit de TU Delft, zich aanmeldt bij de ondersteuning voor creatieve starters. Er zullen creatieve startende bedrijven uit de groep zakelijke dienstverlening, zoals ontwerpbureaus en architectenbureaus, worden ondersteund. Tot slot kunnen andere kennisinstellingen worden betrokken bij de werving van de doelgroep. Aansluiting moet vooral ontstaan binnen de categorie Kunst en Cultuur en Design. In 2010 is de verwachting, dat zeven geselecteerde, creatieve startende bedrijven ondersteuning krijgen. De verwachting is dat vanaf 2014 een groei mogelijk is naar 18 te ondersteunen creatieve starters per jaar. De ondersteuning voor creatieve starters moet een brug slaan tussen creatieve bedrijven en technologische kennis van de TU Delft. Daarom is het van belang de doelgroep te selecteren op de toegevoegde waarde, die de TU Delft qua naam en netwerk kan bieden, maar ook zeker qua (technologische) kennis. De kansen voor de TU Delft en de Gemeente Delft die voortvloeien uit het ondersteunen van bovenstaande doelgroep creatieve startende bedrijven zijn o.a.: • Het werven en stimuleren van creatieve spin-offs in Delft, waarvoor vestiging in Delft (en
eventueel in de toekomst op Technopolis) een toegevoegde waarde is door de verbinding met technische kennis van de TU Delft. • Een Delfts creatief podium in Nederland door transparantie van Delfts creatief talent • Nederland op de kaart zetten binnen Europa door Delfts creatief talent • Mogelijkheden voor kennisvalorisatie vanuit de creatieve faculteiten • Rolmodellen voor creatief ondernemerschap door meer en zichtbaardere creatieve spin-offs • Externe samenwerkingspartners in o.a. de creatieve industrie • Een positief effect voor de werving van (talentvolle) middelbare scholieren voor de drie
creatieve faculteiten • De regionale economie een impuls geven en de ‘kwaliteit van leven’ in Delft verbeteren
In paragraaf 5.7 zijn diverse cases beschreven waardoor de beoogde subdoelgroepen concreet worden. Een overgrote meerderheid van de talentvolle personen, beschreven in de cases, is afkomstig van de TU Delft. Redenen dat deze creatieve bedrijven niet bij de huidige YES!Delft High-Tech zitten, zijn o.a. dat ze geen affiniteit met de term ‘technostarter’ hebben, geen patent (soms modelrecht) hebben en/of niet voldoen aan de selectiecriteria. Er wordt vanuit gegaan dat de vraag naar ondersteuning vanuit Design/vormgeving het grootste zal. De instroom van starters wordt voornamelijk verwacht van de faculteit Industrieel Ontwerpen en (een klein deel) van de faculteit Bouwkunde. In hoofdstuk 6 zal vooral op deze groep en de benodigde ondersteuning worden in gegaan.
Pagina 71 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
6. Concepten ondersteuning doelgroep 6.1 Inleiding en vraagstelling In hoofdstuk 5 is te lezen welke verschillende creativiteitssegmenten er zijn. Ook is te lezen dat de groep Design/vormgeving, binnen de groep creatieve startende bedrijven, een meerderheid zal vormen. De TU Delft en de Gemeente Delft overwegen deze groep gepaste ondersteuning te bieden, in de nabije toekomst. Dit hoofdstuk probeert een antwoord te geven op missie II: “ Adviseer de TU Delft over mogelijke ondersteuningen, door middel van het formuleren van een aantal concepten, gebaseerd op een haalbaarheidsstudie naar de omvang en soort behoefte van deze groep creatieve ondernemers. Hierbij is het ook van belang een advies te geven over mogelijke aansluiting van een Delftse Creatieve Incubator bij de bestaande, succesvolle YES!Delft High-Tech Incubator met als belangrijkste motto ‘creating tomorrow’s leading firms’, refererend naar de economische impact van de High-Tech bedrijven. ” In deze paragraaf wordt aandacht geschonken aan (de geschiedenis van) de industriële vormgeving, Dutch Design en Delft Design. Er zal een beeld worden geschetst van het profiel van High-Tech versus Creatieve bedrijven. Er wordt een schatting gemaakt van het aantal creatieve bedrijven, die voor de ondersteuning in aanmerking zullen komen. Het hoofdstuk eindigt met de beschrijving van drie concepten, van elkaar te onderscheiden door (een combinatie van de) verschillende ondersteuningsvormen. De verschillende ondersteuningen zijn voort gekomen uit interviews met gevestigde creatieve bedrijven en de doelgroepanalyse, zie hoofdstuk 5. 6.2 Industriële vormgeving Het boek van John Heskett22 probeert antwoorden te geven op: hoe en waarom de voorwerpen om ons heen zijn zoals ze zijn. Hij staat o.a. stil bij de overgang van ambachtelijke naar massaproductie. Onderstaand enkele passages uit het boek: ‘In de afgelopen twee eeuwen is de mens er steeds beter in geslaagd om de omgeving waarin wij wonen te beheersen en vorm te geven, zozeer zelfs dat het een gemeenplaats is geworden te spreken van een door de mens gemaakte wereld. Het instrument van deze omvorming was de gemechaniseerde industrie. Een aanzwellende stroom kunstvoorwerpen en fabrieken om te voorzien in de behoefte en wensen van een groeiend deel van de wereldbevolking. De verandering was niet alleen kwantitatief van aard, maar wijzigde ook radicaal de kwaliteit van het leven dat wij leiden, of zouden willen leiden. […] Een duidelijke lijn die men kan waarnemen is dat vormgeving, het ontwerp van de visuele vorm, geleidelijk aan los is komen te staan van de daad van het vervaardigen. In ambachtelijke productie gaan ontwerp en uitvoering samen. Hun onderlinge afstemming verloopt via een samenspel van oog, hand en materialen. Doordat het gehele proces door één persoon kan worden uitgevoerd lijkt het minder complex, gaat het een menselijke schaal niet te buiten en krijgt het een ogenschijnlijke eenvoud waardoor het zowel
door
ambachtsman
als
buitenstaander
als
een
duidelijk
eenheid
wordt
ervaren.
In
de
massaproductie gerichte industrie valt deze samenhang uiteen en komt de complexiteit van ontwerp en vervaardiging duidelijk aan het licht door splitsing in een reeks gespecialiseerde werkzaamheden. […] Aangezien machines een herhaalbare precisie hebben die door de menselijke hand niet kan worden geëvenaard, geven vorm en constructie van industriële producten zelden een indicatie van het aandeel en de persoonlijkheid van de makers. Daarom, en omdat ze in grote aantallen worden geproduceerd, overal worden aangetroffen en er niet zelden complex uitzien, lijken ze soms een vreemd en zelfs overweldigend eigen leven te leiden. Toch zijn ze alle onmiskenbaar een tastbare, materiële vertaling van een proces van menselijke vormgeving, van ontwerp, beoordeling en specificering. […]
Pagina 72 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Deze studie leunt op beide benaderingen en behandelt zowel het aandeel van individuele ontwerpers als de maatschappelijke beperkingen die hun werk mede hebben vormgegeven. […] Dat betekent dat er een onderscheid moet worden gemaakt tussen de manier waarop een ontwerper naar de vormgeving kijkt en de manier waarop wij de vormgeving ervaren, als wij voorwerpen in het gebruik beleven. […] De conceptie van een ontwerp is niet louter een weergave in visuele vorm van tevoren vaststaande waarden, maar een creatief, katalytisch proces waarin sprake is van een wisselwerking
tussen
externe
factoren
en
overtuigingen, begaafdheden en vaardigheden van individuele
of
groepen
ontwerpers.
Individuele
creativiteit speelt gewoonlijk de belangrijkste rol bij het bepalen van de mate waarin de uiteindelijke vorm een
esthetische
gewaarwording
biedt,
en
een
psychologische of symbolische functie heeft. Een van de markantste naoorlogse Britse vormgevers, Misha Black, bevestigde de eigen opvatting die ontwerpers van hun rol hebben: ‘Dat creativiteit de grondslag vormt van hun werk, is de overtuiging die alle ontwerpers motiveert…Om alleen al als ontwerper te kunnen bestaan is het geloof dat men tenminste over een beetje persoonlijk creatief talent beschikt even onontbeerlijk als voor een metselaar het vertrouwen dat hij een rechte laag bakstenen kan leggen.’
Afbeelding 6.1: Industriële vormgeving
De conclusie is dat tijdens de industriële revolutie de zakelijke dienstverleners (o.a. ontwerpbureaus) zijn ontstaan. De resultaten van deze beroepsgroep, zijn duidelijk zichtbaar in de maatschappij, maar ook subjectief en moeilijk op waarde te schatten. 6.3 Dutch en Delft Design Dutch Design is wereldwijd een bekend begrip. In deze paragraaf wordt aan de hand van enkele voorbeelden een beeld geschetst van Dutch Design en Delft Design. Dutch Design Dutch Design is wereldberoemd. De term tien, vijftien jaar geleden op, toen een nieuwe generatie Nederlandse vormgevers de designwereld veroverden. De belangrijkste motor achter deze ontwikkeling was Droog Design, een in 1993 opgezet platform van vormgevers. Droog Design en Dutch Design kenmerkt zich door: strak ontwerp zonder franjes, een connectie met ‘droge humor’, simpele en slimme ideeën. Een aantal bekende en belangrijke innovaties zijn ontworpen en ontwikkeld door Nederlandse ontwerpers, zoals De Senz umbrella (storm paraplu), Philips Senseo koffie machine (individueel en snel koffieconcept), Heineken beertender (café aan huis), Bugaboo Buggy (contact met je kind tijdens het wandelen), TomTom navigatiesysteem (comfort tijdens het reizen). Delft Design Delft bezit, mede door de aanwezigheid van de TU Delft, veel intelligente en creatieve inwoners. Architecten- en ontwerpbureaus met één of meer oprichters met een TU Delft achtergrond, zijn succesvol. Dit bewijst het nieuwsbericht ‘15 topontwerpers naar Shanghai’ van 22 september 2009, zie bijlage 16. Negen van de 15 creatieve bureaus zijn opgericht door één of meer TU Delft alumni. In dit rapport is ervoor gekozen om geen lijst met namen en uitvindingen op te sommen, maar de ontwikkeling van (Delfts) porselein als voorbeeld te nemen, waarin het heden en het verleden van Delft Design wordt geïllustreerd.
Pagina 73 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Wederom een stukje geschiedenis uit het boek van Heskett22 over het aardwerkbedrijf van Josiah Wedgwood: ‘Er
werd
‘gebruiks-‘
onderscheid en
aangebracht
‘decoratieve’
artikelen.
tussen
zogenoemde
Wedgwoods
mooiste
decoratieve artikelen werden vervaardigd naar de heersende neoclassicistisch stijl, en van fijne materialen, vooral van basalt en jaspis. Hoewel er gebruik werd gemaakt van mechanische middelen als draaischijven, werd bij de uitvoering en afwerking een hoge mate van vakmanschap vereist. Het artistieke succes van Wedgwood was enorm en bezorgde hem internationaal een voortreffelijke reputatie op het gebied van de keramische productie van zijn tijd. Die reputatie was ongetwijfeld terecht, maar moet worden geplaatst binnen het geheel van Wedgwoods prestaties.
De
in
grote
hoeveelheden
geproduceerde
gebruiksvoorwerpen verschaften hem de mankracht en de technische en financiële middelen, zonder welke de meer onregelmatige en veeleisende productie niet mogelijk zou zijn geweest. De gebruiksvoorwerpen verdienen echter zelf ook de
Afbeelding 6.2: Wedgwood Queen’s Ware
aandacht. De aardewerkindustrie in Noord-Staffordshire was in het midden van de achttiende eeuw nog kleinschalig, maar twee elementen van vernieuwing tilden haar uit boven het niveau van een plattelandsnijverheid. Het ene bestond uit een reeks pogingen om door het meermaals wassen het verbeteren van de samenstellingen van de klei de witheid van porselein na te bootsen, het andere was de ontwikkeling van methoden om vloeibare klei herhaald in vormen te kunnen gieten, zodat brokken klei niet meer afzonderlijk gedraaid en met de hand op een schijf gemodelleerd hoefden te worden. Het werk van Wegdwood kan worden gezien als de voortzetting en combinatie van deze twee ontwikkelingen. Zijn experimenten ter verbetering van materialen hadden echter niet de nabootsing van porselein te doel, maar de verfijning van de bijzondere eigenschappen van traditionele materialen. Een van de eerste vruchten van deze aanpak was de crèmekleurige aardewerk dat later bekend werd als ‘Queens’s Ware’, en dat voor het eerst geproduceerd werd in 1763. Wedgwood beschreef het als ‘typisch aardewerk voor de tafel, geheel nieuw van uiterlijk…gemakkelijk en snel te vervaardigen en derhalve goedkoop’. Hiermee drukte hij zich een tikkeltje te zwak en te bescheiden uit. Queen’s Ware was volkomen nieuw, en de kwaliteit ervan en het feit dat het kon worden gegoten luidden het tijdperk in van de moderne keramische productie. Wedgwood was niet alleen een uitmuntend experimenteel wetenschapsbeoefenaar, maar ook een scherpzinnig ondernemer die besefte dat er potentieel een grote markt bestond voor goed en goedkoop serviesgoed. Vanaf 1773 liet hij catalogie drukken om reclame te maken voor zijn artikelen, en van de catalogus Gebruiksartikelen werden zes edities gedrukt, waaronder een Franse, een Duitse en een Nederlandse. Geschoolde modelleurs en ontwerpers waren zeer gezocht, en tegen 1775 had Wedgwood er zeven in dienst, die aan het hele assortiment van producten werkten.’
Naast de schilders Vermeer en Jan Steen, de grote stadsbrand en de moord op Willem van Oranje wordt de stad al snel in verband gebracht met Delfts aardewerk: het Delfts blauw. Delfts keramiek is al 400 jaar een belangrijk exportproduct. In juni 2009 wint Debbie Ammerlaan met haar ontwerp van een Delfts blauwe wijnkoeler de eerste Business Gift Design Competition26. De wedstrijd, mede georganiseerd door de Gemeente Delft. Het doel is om studenten van de TU Delft uit te dagen een ‘typisch Delfts’ relatiegeschenk te ontwerpen, zie afbeelding 6.3.
Afbeelding 6.3: Delfts blauw oud en nieuw
Pagina 74 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
6.4 Creative versus High-Tech Technostarters worden momenteel geselecteerd aan de hand van vastgelegde criteria, zie voor meer informatie bijlage 7. Uit het doelgroeponderzoek, hoofdstuk 5, komt naar voren dat er weinig creatieve studenten meedoen aan de activiteiten van de YES!Delft High-Tech incubator, waaronder de WvdT. Daarentegen sluit een hoog percentage (77%) het niet uit om een eigen bedrijf te beginnen. Geconcludeerd mag worden dat een meerderheid van de creatieve starters zich niet aangesproken voelt tot het huidige High-Tech concept van YES!Delft. Hier liggen kansen voor de TU Delft om ook de creatieve startende bedrijven aan te spreken en te ondersteunen. Indien er een ondersteuning voor creatieven wordt opgezet, naast de huidige High-Tech incubator, zullen er een aantal selectiecriteria bijkomen, die de huidige YES!Delft bedrijven verdeelt in twee groepen: technology-based en design-based. In tabel 17 zijn de eigenschappen per groep opgesomd.
Ondersteuning creatieve starters Design-based
YES!Delft High-Tech Incubator Technology-based
Design is (mede) bepalend voor het succes
Technologie is bepalend voor het succes
Esthetisch (model- en merkrecht)
Technologisch (IP recht)
Behoefte aan exposure voor product/dienst
Behoefte aan ontwikkeling van de technologie
Vermarkten idee duurt korter dan 3 jaar
Vermarkten idee duurt 3 jaar of langer
Veelal voor de consumentenmarkt
Veelal Business-to-Business
Tabel 17: Twee groepen productiebedrijven
Afbeelding 6.4: Cartoon Creative versus High-Tech
Pagina 75 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
YES!Delft High-Tech heeft 52 startende bedrijven ondersteund vanaf 20057, zie ook bijlage 13. Deze waarde is ontstaan door een meting tot en met eind 2008. Web-based bedrijven (ICT & gaming) vormen 27% van de totale groep. De Web-based bedrijven zijn te vinden in afbeelding 6.5, maar worden verder buiten beschouwing gelaten in dit rapport. De overige YES!Delft starters zijn in een plot geplaatst, gebaseerd op de input vanuit het YES!Delft management. De plot bestaat uit een twee-assige grafiek, Design-based en Technologybased, zie afbeelding 6.6. Het is van belang te vermelden dat de indeling op een absolute schaal berust met als context de TU Delft. Senz Umbrellas is bijvoorbeeld ingedeeld als Medium-Tech (absolute schaal), maar wordt in de eigen branche gezien als High-Tech. Hieruit volgt dat de meerderheid van de YES!Delft starters onder HighTech in combinatie met No- of Low-Design valt Afbeelding 6.5: Web-based YES!Delft starters (ruim 30%). 13% van de huidige YES!Delft starters valt in de categorie High Design. Bij deze groep is de vormgeving van groot belang voor het succes, de verkoop van het product. Er bestaan geen YES!Delft starters in de categorie No Tech. Dit is vrij logisch, omdat YES!Delft een stichting is, gelieerd aan een Technische Universiteit. Om dezelfde koers te blijven varen, bepaalt dit een minimumgrens van Low-Tech voor de ondersteuning van creatieve starters.
Afbeelding 6.6: Indeling huidige YES!Delft starters
Pagina 76 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Van de 52 bedrijven zijn ca. 11 bedrijven (over 3,5 jaar) in te delen onder de nieuwe doelgroep ‘creatieve startende bedrijven’, zie paragraaf 5.6 voor de definitie. De splitsing die gemaakt kan worden is te zien in afbeelding 6.7. Vanaf 2010 vallen twee à drie bedrijven onder de ondersteuning voor Creatieve startende bedrijven in plaats van ondersteuning voor High-Tech startende bedrijven. Concrete voorbeelden zijn type bedrijven als Senz Umbrella’s en Flux. In afbeelding 6.9 en 6.10 zijn deze twee cases beschreven. Het feit dat deze creatieve bedrijven momenteel onder de vlag van YES!Delft opereren, berust grotendeels op toevalligheden. De bedrijven hebben een patenteerbaar idee (wat bij creatieve bedrijven vaak niet het geval is) en zij kunnen zich identificeren met de termen High-Tech en Technostarter (wat voor veel creatieve bedrijven ook niet het geval is). Indien er structureel meer aandacht wordt besteed aan creatieve startende bedrijven, is de kans groot dat het aantal spin-offs binnen de groepen High-Design in combinatie met Low- of Medium-Tech zullen groeien. De bedrijven binnen de groep, die op het grensvlak liggen tussen High-Tech en Creative kunnen naar eigen idee zelf kiezen onder welke vlag zij zich willen positioneren.
Afbeelding 6.7: Mogelijke splitsing huidige YES!Delft starters
In afbeelding 6.8 staat een overzicht van het verwachtte aantal creatieve startende bedrijven de komende vijf jaar die worden aangetrokken door de uitvoer van de adviezen uit dit rapport. De categorieën waar de aantallen aangekoppeld zijn, komen uit afbeelding 5.11. Er zullen in 2010 drie startende creatieve bedrijven ondersteuning krijgen vanuit de faculteit Industrieel Ontwerpen. Dit zijn onder andere afstudeerders met een kansrijk afstudeerproject met een grote design component. Een afstudeerproject wordt vaak in samenwerking met een extern bedrijf opgezet en uitgevoerd. De huidige afstudeercontacten op de website van IO (zie bijlage 15), die worden gesloten tussen de studenten en de betrokken bedrijven, beschermen de studenten te weinig t.a.v. IP-recht en het recht op het vermarkten van het idee. Het werkelijk op de markt zetten van een idee/concept vergt overtuigings- en doorzettingsvermogen. Doordat het afstudeerproject volledig gecreëerd is door de student zelf, is de kans op vercommercialisering groter als hij/zij bij het project betrokken blijft. Het
Pagina 77 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
komt momenteel vaak voor dat de bedrijven weinig tot niets doen met kansrijke projecten van afgestudeerden. Betere juridische afspraken rond het IP-recht en het recht tot vercommercialisering van een idee/concept lijkt nuttig. Vanaf 2010 wordt geprobeerd talentvolle, ambitieuze, creatieve ondernemende alumni te werven via de samenwerkingspartners uit de sectoren Kunst en Cultuur, zie hoofdstuk 7. De geselecteerde bedrijven uit de categorie Zakelijke Dienstverlening zijn afkomstig van de drie creatieve faculteiten IO (ontwerpbureaus), BK (architectenbureaus) en TBM (consultancies). Voor selectiecriteria zie paragraaf 5.6. Het is voor het succes van de ondersteuning voor creatieve starters van belang dat er voldoende kritieke massa is om bovenstaande aantallen te halen. Enerzijds is dit mogelijk doordat een nieuwe groep starters vanuit de TU Delft zich aanmeldt voor ondersteuning van creatieve starters, die zich momenteel niet goed kan identificeren met een technostarter. Hiervan zijn enkele cases uitgelicht in paragraaf 5.7. Daarnaast zullen meer creatieve startende bedrijven, uit de groep zakelijke dienstverlening, worden ondersteund. Tot slot kunnen andere kennisinstellingen betrokken worden bij de werving van de doelgroep, zie hoofdstuk 7.
Afbeelding 6.8: Verwachtte aantal creatieve starters in de Creative Incubator (per jaar)
Pagina 78 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Senz Umbrellas Bedrijf/ missie De SENZ baant zich moeiteloos een weg door elke wind. Door het slimme design klapt de SENZ Original paraplu niet om en is hij windbestendig tot maar liefst windkracht 10! Word onderdeel van ons wereldwijde avontuur op deze site. Spelen met de wind is nog nooit zo leuk geweest! ‘SENZ is gestart uit pure frustratie met traditionele ronde paraplu's. Die gaan vaak kapot, klappen om, kunnen je gevaarlijk in je ogen prikken, geven je een slecht zicht, etc... Het is simpelweg niet comfortabel.’
TU Delft en YES!Delft Gerwin Hoogendoorn is TU Delft alumni van de faculteit Industrieel Ontwerpen. Tijdens zijn afstuderen ontwierp hij de stormparaplu: ‘We begonnen in het volgende 25m2 kantoortje in Delft. We waren ontzettend blij dat we wat supersjiek kantoormeubilair op de kop konden tikken bij de TU Delft. Dat was een prima vangst, en ineens begon ons kantoortje echt ergens op te lijken...’ Het vervolg van het succesverhaal van Senz Umbrellas is onder veel mensen bekend. Prijzen SENZ heeft diverse Design Awards gewonnen, waaronder de Reddot Design Award 2007.
Afbeelding 6.9: Case Senz Umbrellas
Pagina 79 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Flux Bedrijf/ missie De Flux chair is niet zomaar een designstoel. Zonder haar uiteindelijke vorm weg te geven is ze plat op te bergen en eenvoudig te dragen als koffer. Binnen tien seconden ontvouwt zich een elegante designstoel. De gepatenteerde constructie met gekromde vouwlijnen geeft de stoel haar bijzondere, pure vormen. Om hier recht aan te doen zijn de sluitingen op een vernuftige manier in het ontwerp geïntegreerd. Dit zorgt ervoor dat de stoel uit slechts een enkel onderdeel bestaat. TU Delft Voor zijn afstudeerproject Industrieel Ontwerpen was Douwe begin 2008 op zoek naar inspiratie voor een lijn vouwmeubels. Tom Schouten, eveneens TU Delft alumnus van de faculteit Industrieel Ontwerpen, is het bedrijf Flux Furniture in 2008 opgezet. Prijzen Flux wint in juni 2009 één van de drie hoofdprijzen van New Venture, een landelijke ondernemingsplan wedstrijd. Flux wint in april 2009 de Philips Innovation Award.
Afbeelding 6.10: Case Flux
Pagina 80 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
6.5 Ondersteuningsmogelijkheden Het voordeel van elke ondersteuning, indien mede aangeboden door de TU Delft, is het gebruik van de naam en het netwerk van de TU Delft. In paragraaf 2.5 zijn drie manieren van ondersteuning genoemd: 1) Niet-fysieke ondersteuning (advies, netwerk, begeleiding, financiering, podium) 2) Fysieke ondersteuning (bedrijfshuisvesting, werkhallen, e.d.) 3) Volledig pakket (fysieke en niet-fysieke ondersteuning) De bestaande YES!Delft concept heeft een loketfunctie voor de gehele funnel: inspiratie, educatie (verzorgt door het DCE), incubatie en groei. De YES!Delft High-Tech biedt het volledige pakket binnen de incubatiefase aan geselecteerde technostarters. De geselecteerde creatieve doelgroep, beschreven in paragraaf 5.6, lijkt aan te sluiten bij het motto van YES!Delft: building tomorrow’s leading firms. In afbeelding 6.11 zijn de alle mogelijk diensten voor creatieve startende bedrijven weergegeven. Alle diensten waar NEW achter staat, zijn nieuwe activiteiten die speciaal worden opgezet voor de doelgroep studenten van de creatieve faculteiten en creatieve startende bedrijven. De diensten met toevoeging NEW* overlappen (voor ca. 70%) met de diensten die huidige YES!Delft High-Tech levert en worden daarom gezamenlijk uitgevoerd. De aanvullende 30% wordt aangepast aan de wensen van de creatieve starters, bijvoorbeeld het bieden van nieuwe masterclasses. De overige diensten worden momenteel al binnen YES!Delft en/of het DCE uitgevoerd.
1) Podium (NEW) 2) Advies
3) IO contracten (NEW) 4) Info afstuderen (NEW) 5) Minor DBE (NEW) 6) TCIB (NEW) 7) Ondernemingsplan
11) Groeiprogramma 8) Match-making (NEW) 9) Fysieke ondersteuning (NEW*) 10) Niet-fysieke ondersteuning (NEW*)
Afbeelding 6.11: Fasen ondernemerschap
1) Hierbij is het belangrijk te vermelden dat het creëren van een Delfts creatief podium effect heeft op alle fasen van de funnel. Het podium kan bestaan uit: 9 Afstudeershows bij Industrieel Ontwerpen en Bouwkunde, zie afbeelding 6.12. 9 Succesvolle creatieve bedrijven gebruiken als rolmodellen om publiciteit te genereren en gastcolleges te verzorgen. 9 Een dag voor de creatieve starter (DvdC) als aanvulling op de Week van de Technostarter (WvdT). 9 Het bezoeken door Delftse creatieve talenten van internationale design beurzen, zoals de Milaan beurs.
Pagina 81 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Afbeelding 6.12: Creatief Podium
2) Het is belangrijk te vermelden dat het beter structuren van informatiestromen en communicatie en advies hierover effect heeft op alle fasen van de funnel. (Beter) advies kan worden gegeven door: 9 Vaste contactpersonen, verantwoordelijk voor de adviezen, binnen het Valorisatiecentrum, DCE en YES!Delft. 9 Met de Gemeente Delft een structuur op te zetten voor het verbeteren van de informatiestroom voor bestaande ondersteuningen. 9 Een structuur op te zetten met (kennis)instellingen en bedrijven ondersteunen bieden voor het verbeteren van de informatiestroom rond bestaande ondersteuningen. 3) Betere juridische afspraken rond het IP-recht en het recht tot vercommercialisering van een idee/concept voor vooral tussen IO studenten en externe bedrijven. Momenteel vormt het een belemmering voor afgestudeerde IO studenten om na het afstuderen een eigen bedrijf te starten, want in de huidige contracten gaat het recht op IP, model en commercialisering vanaf de start direct naar een extern bedrijf. Een voorbeeld om de afstudeerder ook kansen te bieden is een beperkte houdbaarheid van het contract. 4) Educatie over ondernemerschap zoals het verschil tussen een dienstverlenend en een zelfproducerendbedrijf. Een lesmiddag kan worden ontwikkeld en ingepland binnen Preparation for Education (PfG) op de faculteit Industrieel Ontwerpen. Hier kan ook promotie worden gemaakt voor de diensten worden aangeboden voor creatieve starters. Binnen de fase ‘educatie’ wordt door het DCE een eigen funnel gehanteerd met vier stadia op het gebied van ondernemerschapsonderwijs.
Afbeelding 6.13: Fasen ondernemerschapsonderwijs
5) Design Based Entrepreneurship (DBE) als variant op de bestaande populaire minor Technology Based Entrepreneurship (TBE). Bij een aantal minors is het gebruikelijk een
Pagina 82 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
stage te koppelen aan het programma. Dit kan een aanvullende optie zijn. Een minor past binnen de fasen Kijken & Ruiken. 6) Turning Concepts into Business (TCIB) als variant op Turning Technology into Business (TTIB)28. Dit past binnen de fase Proeven. 7) Hulp bij het schrijven van een ondernemingsplan kan binnen de bestaande TU Delft vakken ‘Writing a Business Plan’ (WaBP) en het nieuwe pre-incubatie traject dat HOPE aanbiedt in samenwerking met YES!Delft. De ‘aantekening ondernemerschap’ is een specialisatie die aan het Masterdiploma wordt toegevoegd. Per faculteit kunnen studenten in de masterfase de aantekening volgen, die bestaat uit 15 ect’s aan keuzevakken op het gebied van ondernemerschap, het volgen van de Entrepreneurship Annotation Week (AEW) in mei en aandacht tijdens het afstuderen voor ondernemerschap. Na het schrijven van het ondernemingsplan kan het creatieve startende bedrijf zich aanmelden bij de het incubatieprogramma voor creatieve starters. Een selectieprocedure zal worden uitgevoerd voor ieder aangemeld bedrijf in het bezit van een ondernemingsplan. 8) Het bemiddelen (‘match-making’) net voor en tijdens incubatiefase. Dit kan door een website en/of een match-making evenement. Er zijn 3 type behoeften vanuit de doelgroep: 9 Match-making type 1: vinden van een partner 9 Match-making type 2: vinden van personeel 9 Match-making type 3: vinden van een idee of een team om een idee uit te werken 9) De 9 9 9 9
De 9 9 9 9 9
bedrijfshuisvesting: Het gebouw moet goed bereikbaar en representatief zijn. Voorkeur gaat uit voor een gebouw met andere startende bedrijven. Kan een eigen gebouw zijn of in een deel van een bestaande incubator. Een juiste sfeer wordt omschreven als motiverend, inspirerend, comfortabel, rustig en zelfstandig. Een investering voor passende, creatieve inrichting is noodzakelijk. faciliteiten kunnen bestaan uit: Receptie. Bel- en internetverbinding. Gedeelde kantoorartikelen en printers. Sociale ontmoetingsplek, bijvoorbeeld een kantine. Netwerkactiviteiten.
De werkhallen kunnen: 9 Zelf in het gebouw aanwezig zijn. 9 Afgehuurd worden bij de faculteiten. 10) Het programma (niet-fysieke ondersteuning) kan bestaan uit: 9 Basistrainingen over ondernemerschap. 9 Specifieke trainingen voor creatieven: • Juridische masterclass gericht op model-, merk-, auteursrecht. • Masterclass Marketing en Sales met een focus op ‘consumentenmarketing’. 9 Begeleiding door een coachpool van creatieve, impactvolle ondernemers. 9 Financiering d.m.v. de WWIK (zie paragraaf 9.3), hulp bij het aanvragen van subsidies en eventueel een lening. 11) Een groeiprogramma zoals ‘TwentyTwenty’ dat ondernemers helpt om exponentieel te groeien.
Pagina 83 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
6.6 Concepten Voor ondersteuning van de creatieve doelgroep zijn drie concepten uitgewerkt. Twee van de drie concepten hebben de naam YES!Delft gekregen, omdat de combinaties van ondersteuningen passen bij het YES!Delft concept, waarbij voor elke fase (inspiratie, educatie, incubatie en groei) een ondersteuningsprogramma wordt aangeboden. Het Creatief Loket valt buiten het YES!Delft concept, want er wordt vanuit de TU Delft geen programma (niet-fysieke ondersteuningn) ontwikkeld voor de creatieve startende bedrijven. De drie concepten zijn: 1) YES!Delft Creative Incubator: het volledige pakket, van fysieke en niet-fysieke ondersteuning, wordt aangeboden door de TU Delft in samenwerking met de Gemeente Delft. 2) YES!Delft Creative Platform: er wordt niet-fysieke ondersteuning aangeboden door de TU Delft in samenwerking met de Gemeente Delft. Fysieke ondersteuning wordt verzorgd door BVG-en in Delft en omgeving. 3) Creatief Loket: er worden geen nieuwe diensten opgezet, maar de bestaande fysieke en niet-fysieke ondersteuningen binnen Delft worden in kaart gebracht en naar de doelgroep gecommuniceerd. In afbeelding 6.14 zijn diverse ondersteuningsvormen en de drie concepten in een matrix weergegeven. Mogelijkheden om de nieuwe ondersteuning voor creatieve starters te positionering wordt uitgelegd in paragraaf 10.1.
Afbeelding 6.14: Matrix van ondersteuningsvormen
Pagina 84 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
6.7 Conclusies Design is binnen de te ondersteunen doelgroep het sterkst vertegenwoordigd, zie hoofdstuk 5. Vormgeving van producten is rond de 18e eeuw sterk veranderd door de overgang van ambachtelijke naar massaproductie. Bij massaproductie zijn ontwerp en uitvoering vaak gesplitst. Hierdoor is het aandeel van de industrieel ontwerper, waaronder de vormgeving, het ontwerp, de beoordeling en de specificering, niet altijd zichtbaar. Dutch Design wordt over de hele wereld erg gewaardeerd en wordt gekarakteriseerd door: strak ontwerp zonder franjes, een connectie met ‘droge humor’, simpele en slimme ideeën. Vandaag de dag kan er een extra waarde aan worden toegevoegd: duurzaamheid. Delft bezit, mede door de aanwezigheid van de TU Delft, veel intelligente en creatieve personen. Delfts keramiek is al 400 jaar een belangrijk exportproduct. Door de ontwerpwedstrijd: Delft Design Competition in juni 2009 kwam, via prijswinnares Debbie Ammerlaan met haar ontwerp van een Delfts blauwe wijnkoeler, wederom naar voren dat Delfts blauw belangrijk is voor Delft Design. Indien er naast de huidige YES!Delft High-Tech incubator een apart programma wordt opgezet voor creatieve starters, zullen er een aantal selectiecriteria bijkomen die de huidige YES!Delft bedrijven verdeelt in twee groepen: technology-based en design-based. Vanaf 2010 vallen twee à drie bedrijven onder de ondersteuning voor Creatieve startende bedrijven, in plaats van ondersteuning voor High-Tech startende bedrijven. Het feit dat deze creatieve bedrijven momenteel onder de vlag van YES!Delft opereren, berust grotendeels op toevalligheden. De bedrijven hebben een patenteerbaar idee (wat bij creatieve bedrijven vaak niet het geval is) en zij kunnen zich identificeren met de termen High-Tech en Technostarter (wat voor veel creatieve bedrijven ook niet het geval is). In 2010 verwacht men zeven geselecteerde creatieve startende bedrijven ondersteuning te bieden. In 2014 is de verwachting een groei naar 18 creatieve starters. Het is voor het succes van het programma voor creatieve starters van belang dat er voldoende kritieke massa is om bovenstaande aantallen te halen. Enerzijds is dit mogelijk doordat een nieuwe groep vanuit de TU Delft zich aanmeldt bij het programma voor creatieve starters, die zich momenteel niet goed kan identificeren met een technostarter. Ook zullen er enkele bedrijven uit de groep zakelijke dienstverlening worden ondersteund. Tot slot kunnen andere kennisinstellingen betrokken worden bij de werving van de doelgroep. De bestaande YES!Delft High-Tech incubator biedt het volledige pakket aan geselecteerde technostarters. De geselecteerde creatieve doelgroep, beschreven in paragraaf 5.6, lijkt aan te sluiten bij het motto van YES!Delft: building tomorrow’s leading firms. Voor ondersteuning van de creatieve doelgroep zijn er drie concepten uitgewerkt. Twee van de drie concepten hebben de naam YES!Delft gekregen, omdat de ondersteuningen passen bij het YES!Delft concept, waarbij voor elke fase (inspiratie, educatie, incubatie en groei) een ondersteuningsprogramma wordt aangeboden. De drie concepten zijn: 1) YES!Delft Creative Incubator: het volledige pakket, van fysieke en niet-fysieke ondersteuning, wordt aangeboden door de TU Delft in samenwerking met de Gemeente Delft. 2) YES!Delft Creative Platform: er wordt niet-fysieke ondersteuning aangeboden door de TU Delft in samenwerking met de Gemeente Delft. Fysieke ondersteuning wordt verzorgd door BVG-en in Delft en omgeving. 3) Creatief Loket: er worden geen nieuwe diensten opgezet, maar de bestaande fysieke en niet-fysieke ondersteuningen binnen Delft worden in kaart gebracht en naar de doelgroep gecommuniceerd.
Pagina 85 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
7. Mogelijke samenwerkingspartners 7.1 Inleiding en vraagstelling Voor het succes van ondersteuning voor creatieve startende bedrijven, zoals omschreven in hoofdstuk 5, is het aantal bedrijven dat ondersteuning vraagt én aan de eisen voldoet van groot belang. Het vrijbanen van de weg naar een eigen bedrijf voor TU Delft studenten is een belangrijk actiepunt. Een tweede actiepunt is het opbouwen van nieuwe en het aanscherpen van bestaande samenwerkingsverbanden binnen de creatieve industrie. Naast het zoeken van logische partijen als de beroepsvereniging voor ontwerpers (BNO) en voor architecten (BNA) zijn er diverse andere samenwerkingsverbanden mogelijk. Dit hoofdstuk probeert een antwoord te geven op missie III: “ Adviseer de TU Delft over mogelijke samenwerkingsterreinen en samenwerkingspartners voor de Delftse Creatieve Incubator, zodat de benodigde kritieke massa haalbaar wordt en de (regionale) creatieve industrie een impuls krijgt.” De samenwerkingsterreinen die in dit hoofdstuk worden uitgewerkt zijn: YES!Delft High-Tech Incubator, het Valorisation Centre, HOPE, DCE en andere mogelijke samenwerkingspartners. 7.2 Samenwerking met YES!Delft High-Tech Samenwerkings- en sparringpartners zijn belangrijk voor startende bedrijven. Creatieve startende bedrijven hebben behoefte aan twee synergievormen: mogelijke samenwerking met andere creatieve bedrijven en kennisdeling met startende bedrijven uit andere branches, zoals High-Tech ondernemingen. Uit gesprekken met creatieve starters is afgeleid dat: - High-Tech bedrijven een voordeel hebben als er meer creatieve bedrijven om hen heen gevestigd zijn, voor creatieve werkzaamheden (zoals marketing) - Creatieve bedrijven een voordeel hebben als er meer creatieve bedrijven om hen heen gevestigd zijn, voor technische werkzaamheden (zoals sterkte berekeningen) Hieronder is een concreet voorbeeld uitgewerkt, waarbij een High-Tech bedrijf samenwerkt met meerdere ontwerpbureaus.
High-Tech en Creative Bedrijf/ missie IcySolutions IcySolutions is de pionier op het gebied van lichaamskoelingstherapie. Het productaanbod bestaat momenteel uit een koelmachine IcyDip en een bijbehorend Icybath. ‘Simpel en eenvoudig in het gebruik, onze producten stijgen boven de verwachting uit, niet alleen door de functionaliteit, maar ook door de vormgeving.’ Bedrijf/ missie Arjen Klinkenberg i.s.m. Designgoed Arjen Klinkenberg is zelfstandig productontwerper en houdt zich bezig met ontwerp en ontwerpgerelateerd onderzoek. Designgoed is een jong en innovatief ontwerpbureau dat producten ontwikkelt om te motiveren. Samenwerkingsverband Oprichters van de drie bedrijven zijn TU Delft alumni. IcySolutions werkt samen met Arjen Klinkenberg en Designgoed. Deze creatieve startende bedrijven zijn respectievelijk verantwoordelijk voor de IcyDip; de koelmachine en het hoofdproduct van IcySolutions (zie Afbeelding 7.1) en het IcyBath: een nieuw product dat binnenkort op de markt komt.
Afbeelding 7.1: IcyDip
Pagina 86 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
7.3 Samenwerking met het Valorisation Centre en HOPE (inclusief het DCE) Het is van belang dat voor het programma voor creatieve starters de samenwerking met de Delftse partijen als het Valorisation Centre en HOPE (inclusief het DCE) versterkt. Het Valorisation Centre van de TU Delft ondersteunt, stimuleert en faciliteert wetenschappers en faculteiten in kennisvalorisatie. Het centre biedt o.a. hulp bij subsidieaanvragen, projectuitvoering, business development, octrooieren en samenwerking met bedrijven.19 Het Holland Program on Entrepreneurship (HOPE) van de Erasmus Universiteit Rotterdam, de Technische Universiteit Delft en de Universiteit Leiden heeft als doel een sterk en innovatief centrum voor ondernemerschap te ontwikkelen. Het centrum zal voor de drie universiteiten gezamenlijk én voor elke universiteit afzonderlijk het ‘leren ondernemen’ stevig verankeren in de onderwijsprogramma’s. Daartoe wordt een groot aantal nieuwe initiatieven ontplooid op het gebied van onderwijs en onderzoek. De unieke combinatie van universiteiten met elk een eigen inhoudelijke profilering zorgt voor een ideale voedingsbodem voor innovatief ondernemerschapsonderwijs.23 Het TU Delft Centre for Entrepreneurship (DCE) is onderdeel van HOPE en kweekt, voedt en beloont ondernemersgedrag. Dat doet het centrum via onderwijs, onderzoek en ondersteuning. Het stimuleert studenten en onderzoekers om hun kennis om te zetten in economische bedrijvigheid, en stelt ze in staat de daarvoor benodigde vaardigheden te verwerven. Daarmee levert het Delft Centre for Entrepreneurship een belangrijke bijdrage aan innovatie en concurrentie, en aan de groei van de Nederlandse kenniseconomie.24
7.4 Mogelijke samenwerkingspartners Categorie
Nr
Organisatie
Plaats
Website
Design
A
Bluedot
Delft
http://www.blue.tudelft.nl/
Kunst en
B
Willem de Kooning
Rotterdam
http://www.wdka.hro.nl/
C
Piet Zwart Instituut
Rotterdam
http://www.pzwart.wdka.hro.nl/
D
Koninklijke Academie
Den Haag
http://www.kabk.nl/
Cultuur
Academie
van Beeldende Kunsten E
Art ’n Technology
Delft
Sport en Cultuur TU F
(Design) wedstrijden
http://site.snc.tudelft.nl/index.php?la nguage=nl#m6062
Diversen
http://www.designboom.com/competi tions.html
Ondernemer
G
schap
Kunstenaars
Amsterdam
http://www.kunstenaarsenco.nl
Landelijk,
http://www.kiviniria.net
enCo H
Kivi Niria
hoofdkantoor Den Haag I
KvK Haaglanden
Den Haag, Delft
http://www.kvk.nl
J
Diverse incubators
Zuid-Holland
Zie bijlage 2.
en instellingen
http://www.beroepkunstenaar.nl/oc2/ page.asp?PageID=2324
Werving
K
VNO-NCW
Landelijk
http://www.vno-ncw.nl
L
Syntens
Den Haag
http://www.syntens.nl
M
Haagse Hogeschool
Delft
doelgroep
http://portal.hhs.nl/portal/page?_dad =portalen_schema=PORTALen_pageid =130,1
N
INHolland
Delft
http://www.inholland.nl/
Tabel 18: Mogelijke samenwerkingspartners
Pagina 87 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
A) Bluedot is een platform voor studenten aan de TU Delft om ze te helpen om mooie producten, slimme uitvindingen of interessante publicaties te realiseren en als 0-serie op de markt te brengen. Bluedot helpt studenten met zaken als productie, verkoop en juridische aspecten die hierbij komen kijken. B) Het Instituut Willem de Kooning Academie heeft vier opleidingen, 'Schools', die ieder een aantal studierichtingen omvatten. Drie van die Schools bestrijken het gebied van beeldende kunst en vormgeving, en educatie daarin: de School of Fine Art; de School of Media en Design (Visuele communicatie 2d, 3d - Productontwerpen en Ruimtelijk ontwerpen - en '4d'), en de School of Education in Art en Design. Daarnaast is er de School of Leisure met een studierichting Vrijetijdsmanagement. Al deze studierichtingen - sommigen in voltijd, anderen deeltijd - leiden tot een 'bachelor'-diploma op hbo-niveau. C) Piet Zwart Instituut, verbonden aan de Willem de Kooning Academie, verzorgt masteropleidingen, zoals Fine Art, Interior Architecture en Retail Design, Media Design en Education in Arts/Kunsteducatie (die laatste in samenwerking met Codarts Hogeschool voor de kunsten, Rotterdams conservatorium en dansacademie). D) Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Traditie, vernieuwing en experiment komen samen in de studierichtingen van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten, Den Haag (KABK). Het KABK bereidt studenten voor op een professionele beroepspraktijk. Het onderwijs is zo ingericht dat integratie van kennis, vaardigheden en beroepshouding plaatsvindt. Door een toenemende zelfstandigheid van werken en complexiteit van opdrachten is een afgestudeerde student aan de KABK na het eindexamen in staat zelfstandig of binnen samenwerkings-verband als autonoom beeldend kunstenaar, ontwerper of vormgever te werken. Binnen de bachelor is er o.a. een opleiding Vormgeving en binnen de master een Post Graduate Course Industrial Design. E) Art ‘n Technology is een speciale samenwerking tussen de Technical University of Delft (TU Delft), Hogelschool voor de Kunsten Utrecht (HKU), Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK) en World Art Delft (WAD). Elk jaar werken 60 studenten, met een technische en/of artistieke achtergrond, samen aan het creëren van kunst. Door het kijken naar relaties, vergelijkingen en verschillen tussen kunst en techniek, leren de artistieke studenten en de technische ingenieurs van elkaar. Uit de box denken binnen een creatief proces verbreedt en verbetert de vaardigheden en inzichten, én is erg leuk. F) (Design) wedstrijden zijn een manier om creatief talent te scouten. Een voorbeeld is de Business Gift Design Competition 200926. G) KunstenaarsenCo is een landelijke organisatie waar 80 mensen werken. De missie van KunstenaarsenCO is kunstenaars te helpen om economische zelfstandigheid te verwerven door uitoefening (al dan niet voltijd) van hun kunstenaarschap. Dat doen ze met een uitgebreid professionaliseringsaanbod: cursussen, workshops, persoonlijke begeleiding, werkervaringsmogelijkheden, evenementen en lezingen, websites en De Kunstenaarslijn. H) Kivi Niria is het netwerk van ingenieurs en techniekstudenten. Het netwerk behartigt de belangen van ingenieurs en ondersteunt de ingenieurs in hun beroepsuitoefening. Binnen Kivi Niria zijn er de afdelingen Industrieel Ontwerpen, Bedrijfskunde, Techniek/ Maatschappij en Economie, Bouw- en Waterbouwkunde. I) KvK Haaglanden heeft drie belangrijke taken: voorlichting geven aan (startende) ondernemers, registratie in het Handelsregister en het stimuleren van de regionale economie.
Pagina 88 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
J) Diverse incubators en instellingen in Zuid-Holland om samen te werken op het gebied van events, netwerk van coaches, doorverwijzen creatieve startende bedrijven die niet binnen de doelgroep valt (beschreven in hoofdstuk 5). K) VNO-NCW is de grootste ondernemingsorganisatie van Nederland. VNO-NCW behartigt zowel op nationaal als op internationaal niveau de gemeenschappelijke belangen van het Nederlandse bedrijfsleven. VNO-NCW doet dit via samenwerking in één concern met de regionale verenigingen VNO-NCW Noord, VNO-NCW Midden, VNO-NCW West, de BrabantsZeeuwse Werkgeversvereniging (BZW) en de Limburgse Werkgevers Vereniging (LWV). Daarnaast verleent VNO-NCW verschillende diensten aan haar leden. De bij VNO-NCW aangesloten bedrijven en (bedrijfstak)organisaties vertegenwoordigen 90 procent van de werkgelegenheid in de Nederlandse marktsector. L) Syntens is een deskundige en onafhankelijk klankbord voor MKB-ondernemers. Doordat Syntens werkt in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en andere overheden, is hun dienstverlening veelal kosteloos. Syntens is een innovatienetwerk en de 270 innovatieadviseurs kennen de wereld van het MKB en kennen de wereld van kennisinstellingen. De adviseurs geven op jaarbasis ongeveer 20.000 adviezen en 1.000 workshops aan het MKB. M) De Haagse Hogeschool bestaat uit academies, lectoraten en diensten. Een duidelijk overzicht hiervan staat in het organogram. Ruim 19.000 studenten volgen in vier vestigingen een bachelor, een master of post-hbo-opleiding. In oktober 2009 wordt het gloednieuwe gebouw op de campus van de Technische Universiteit Delft officieel geopend. De Haagse Hogeschool onderhoudt een samenwerkingsverband met de TU Delft. De Haagse Hogeschool in Delft (voorheen de TH Rijswijk) is relatief klein en heeft een uitstekende reputatie op het gebied van hoger technisch onderwijs. Er worden zeven opleidingen verzorgd: Technische Bedrijfskunde, Bedrijfswiskunde, Elektrotechniek, Technische Informatica, Technische Natuurkunde, Werktuig bouwkunde en Installatietechniek ad. N) Hogeschool INHolland, een onderwijsinstelling met 31.500 studenten en 2.800 medewerkers, is gevestigd in elf steden in de Randstad. Als grote onderwijsorganisatie ziet Hogeschool INHolland het als een belangrijke taak de internationale concurrentiepositie van Nederland te versterken. Kennis omzetten in economische groei en werkgelegenheid is één van de grootste uitdagingen van Hogeschool INHolland. Theorie en praktische kennis in ondernemerschap moeten elkaar daarom aanvullen. Hogeschool INHolland wil dicht bij de student, de markt en de maatschappij staan. Ondernemerschap is geen keuzevak; het is een integraal onderdeel van de opleidingen van Hogeschool INHolland. Ondernemerschap is een state of mind die Hogeschool INHolland haar studenten graag wil bijbrengen. Interessante vakgroepen binnen INHolland met betrekking tot de creatieve incubator zijn Aarde, Milieu en Voeding - Gezondheid en Sport - Economie, Management en Ondernemen - Recht, Bestuur en Veiligheid – Techniek, Bouw en Logistiek - Gedrag, Maatschappij en Welzijn.
Pagina 89 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
8. Afweging van de concepten 8.1 Inleiding De doelgroep en de concepten met verschillende combinaties van ondersteuningsvormen zijn bekend. In dit hoofdstuk wordt een keuze gemaakt uit de drie concepten. Er zijn diverse evaluatiefactoren opgesteld in paragraaf 8.2. In paragraaf 8.3 zijn de voor- en nadelen per concept getoetst met behulp van een SWOT analyse. 8.2 Evaluatiefactoren Hieronder staan verschillende factoren opgesomd die bepalend (kunnen) zijn voor de voorkeur van één concept. De factoren staan in volgorde van belangrijkheid: 1) Grote haalbaarheid Doelgroep groot genoeg (kritieke massa) Lage kosten Extra subsidiemogelijkheden voor creatieve startende bedrijven Fysieke ruimte bieden aan creatieve startende bedrijven is een agendapunt van de Gemeente Delft (zie rapport Louter en de STIP motie 2006) Unieke ondersteuning voor creatieve startende bedrijven, omdat er een aantal BVG-en zijn in Delft, maar geen één biedt niet-fysieke ondersteuning voor de doelgroep Een passende locaties in Delft, zie tabel 8 Ondernemerschap is een speerpunt van de TU Delft. De decanen van de drie creatieve faculteiten hebben een open houding t.a.v. mogelijke ondersteuning. 2) Kwantitatieve impact/ effect (TU Delft, Delft, regionaal, nationaal, internationaal) Meer startende creatieve bedrijven (creëren van de vraag naar ondersteuning door een aanbod van diezelfde ondersteuning) De creatieve startende bedrijven hebben een positieve invloed op de regionale economie (innovaties, arbeidsplaatsen) Een programma (ontwikkelen) passend bij de creatieve starters 3) Kwalitatieve impact/ effect (TU Delft, Delft, regionaal, nationaal, internationaal) Delfts Design podium, o.a. transparantie en stimulatie creatieve spin-offs. Sterke koppeling met de TU Delft. Rolmodellen creatief ondernemerschap. Ondersteunen van geselecteerde, talentvolle creatieve alumni (extra dienst) Integratie in bestaande TU kennisvalorisatie structuur 4) Impact/ effect creatieve starters Samen in een gebouw met o.a. veel creatieve startende bedrijven afkomstig van de TU Delft (samenwerken en kennis delen) Elite, groepsgevoel door selectie op creativiteit, talent, ambitie Vrij keuze bedrijfshuisvesting binnen BVG-en in Zuid-Holland/ Nederland 5) Gevolgen voor de huidige YES!Delft High-Tech Synergie creatieve starters en technostarters (samenwerken en kennis delen) Heldere scheiding tussen de verschillende doelgroepen Uitbreiding en verscherping van het huidige incubator concept (stap vooruit) Plan t.a.v. de positionering, o.a. het meeliften op de naamsbekendheid van YES!Delft. (zie voor inhoudelijke informatie paragraaf 10.3) 6) Samenwerkingsverbanden tussen TU Delft en externe partijen Een coachpool van creatieve gevestigde bedrijven. Hiervoor is in maart 2009 een EFRO subsidie goedgekeurd van ca. € 10.000. Creatieve goeroes als ambassadeurs Samenwerking met kennisinstellingen binnen o.a. de creatieve industrie Onafhankelijk van diverse (externe) partijen
Pagina 90 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
De factoren zijn in positieve vorm neergezet. In paragraaf 8.3 worden de factoren, zowel in positieve als negatieve zin, binnen de drie concepten geplaatst. 8.3 SWOT analyse (per concept) In deze paragraaf wordt per concept een SWOT-analyse gemaakt. Een SWOT is zelden een feitelijke analyse, maar eerder opsomming van aannames op diverse gebieden, zoals doelgroep, betrokken partijen, politiek, maatschappij en andere contextfactoren. De analyse is bedoeld om een discussie aan te gaan en de concepten met elkaar te vergelijken. Gekleurde aannames zijn van groter belang.
SWOT YES!Delft Creative Incubator
Sterktes
Voordelen
Kansen
• Steun vanuit de Gemeente Delft is groot, want zij hebben vooral de taak te investeren in fysieke ondersteuning, volgens Louter2 • Extra subsidie mogelijkheden creatieve startende bedrijven (vanuit EZ, de creatieve faculteiten) • Samenwerking met externe partners eenvoudiger realiseerbaar door een fysieke, representatieve ontmoetingsplek • Al EFRO geld voor een coachpool van creatieven
• Unieke ondersteuning voor de beschreven doelgroep; zowel fysieke als niet-fysiek • Groepsgevoel door selectie • Koppeling met YES!Delft en Technostarters • Controle over passende sfeer bedrijfshuisvesting • Groot kwantitatieve impact/ effect, zoals transparantie van een creatief podium, rolmodellen, sterke koppeling met TU Delft • Veel synergie creatieve starters onderling • Meeliften op de gevestigde naam YES!Delft
Extern
Intern • Hogere kosten door maximaal aanbod aan ondersteuning • Risico van onvoldoende kritieke massa binnen de beschreven doelgroep. De tijd zal dit leren. De schatting is 7 in 2010 en 18 in 2014. Voldoende kritieke massa is erg van belang indien er een eigen gebouw wordt ingericht
• Concurrerende BVG-en in Delft, Zuid-Holland en Nederland • Geen extra steun vanuit de Gemeente voor beide doelgroepen: High-Tech en Creative. Hierdoor ontstaat er eventueel een strijd om financiering vanuit de Gemeente • Geen passende bedrijfshuisvesting vinden
Zwaktes
Bedreigingen Nadelen
Afbeelding 8.1: SWOT YES!Delft Creative Incubator
Pagina 91 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
SWOT YES!Delft Creative Platform
Sterktes
Voordelen Kansen
• Eenvoudig te implementeren • Geen rompslomp verhuurcontracten bedrijfshuisvesting • Focus op de sterkte van de TU Delft: aanbieden niet-fysieke ondersteuning • Groot kwantitatieve impact/ effect, zoals transparantie van een creatief podium, rolmodellen, sterke koppeling met TU Delft • Middelmatige kosten • Meeliften op de gevestigde naam YES!Delft
• Al EFRO geld voor een coachpool van creatieven • Doelgroep zit tussen andere creatieve bedrijven binnen een BVG • Stappenplan: eerst niet-fysieke ondersteuning aanbieden en eventueel later uitbreiden naar fysieke ondersteuning • Extra subsidie mogelijkheden creatieve startende bedrijven (vanuit EZ, de creatieve faculteiten) Extern
Intern • Risico van onvoldoende kritieke massa binnen de beschreven doelgroep zal de tijd uitmaken. De kosten blijven bij een slecht scenario te overzien • Geen fysieke ontmoetingsplek; geen synergie HT & Creative • Geen invloed op sfeer, professionaliteit bedrijfshuisvesting. • Onduidelijk onderscheid in ondersteuningsvormen tussen High-Tech en Creative • Bijdrage succes spin-offs middelmatig en moeilijk zichtbaar
• Minder steun te verwachten vanuit de Gemeente Delft, want zij hebben vooral de taak te investeren in fysieke ondersteuning, volgens Louter2 • Geen extra steun vanuit de Gemeente voor beide doelgroepen: High-Tech en Creative. Hierdoor ontstaat er een strijd om financiering vanuit de Gemeente • Te weinig ruimte binnen de Delftse BVG-en waardoor de doelgroep buiten Delft gaat zoeken, en de band met een Creative Platform klein is
Bedreigingen
Zwaktes Nadelen Afbeelding 8.2: SWOT YES!Delft Creative Platform
SWOT Creatief Loket Voordelen Sterktes
Kansen
• Lage tot geen investering
• Gebruikmaken van bestaande initiatieven die fysieke en niet-fysieke ondersteuning bieden
Intern
Extern
• Geen actieve, unieke ondersteuning vanuit de TU Delft. Voor alle ondersteuning afhankelijk van externe partijen • Bijdrage van de TU Delft aan het succes spin-offs minimaal en niet zichtbaar • Geen kwantitatieve impact/ effect, want creatieve alumni worden niet gemotiveerd te gaan ondernemen • Geen kwalitatief effect, zoals een podium • Geen synergie met gelijkgestemde en High-Tech Zwaktes
• Bij de wisseling van de adviseur gaan samenwerkingsverbanden en kennis verloren • Geen gebruik extra subsidie mogelijkheden creatieve startende bedrijven (vanuit EZ, de creatieve faculteiten) • Weinig support voor creatieve bedrijven met focus vormgeving/design • Minder steun te verwachten vanuit de Gemeente Delft, want zij hebben vooral de taak te investeren in fysieke ondersteuning, volgens Louter2 Bedreigingen
Nadelen
Afbeelding 8.3: SWOT Creatief Loket Pagina 92 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
8.4 Concept keuze Het Creatieve Loket komt op de derde plek uit de SWOT-analyse. Het concept scoort voornamelijk goed op lage kosten, omdat binnen dit concept geen actieve fysieke of nietfysieke diensten worden opgezet en aangeboden. De vorm van ondersteuning bestaat uit het structureren van informatiestromen en het geven van advies. Het concept verbetert de verbinding tussen creatieve startende bedrijven van o.a. de TU Delft door advies over diverse ondersteuning in Delft. Het concept heeft niet de voorkeur, omdat de ondersteuning gering is waardoor de toegevoegde waarde voor de creatieve startende bedrijven minimaal blijft. Daarnaast genereert het concept weinig nieuwe kansen voor de TU Delft en de Gemeente Delft om creatief talent uit Delft op een podium te plaatsen en creatief talent uit de omgeving naar Delft toe te trekken. Op de tweede plek komt het YES!Delft Creative Platform. De synergie tussen geselecteerde creatieve bedrijven voor niet-fysieke ondersteuning én alle soorten creatieve startende bedrijven is aanwezig, omdat de geselecteerde starter zelf een plek uitkiest in een BVG in Delft (en in een uitzonderingsgeval elders in Nederland). De Gemeente Delft dient te zorgen voor voldoende bedrijfsruimte in Delft voor de geselecteerde creatieve bedrijven. De TU Delft kan een bijdrage leveren aan de startende creatieve bedrijven door middel van niet-fysieke ondersteuning. Een Creatief Podium ontstaat in de vorm van een ‘virtuele’ verbinding tussen de geselecteerde creatieve bedrijven. De synergie tussen de creatieve startende bedrijven en High-Tech bedrijven ontbreekt in dit concept. De verbondenheid met de TU Delft en de transparantie van het Delfts creatief talent is minder in dit concept t.o.v. een concept dat ook een fysieke ontmoetingsplek omvat. Het YES!Delft Creative Platform scoort qua opstartkosten lager dan een concept met een fysieke ontmoetingsplek. Het concept ‘YES!Delft Creative Incubator’ komt als winnaar uit de SWOT-analyse. Door het aanbieden van zowel fysieke als niet-fysieke ondersteuning worden creatieve startende bedrijven maximaal ondersteund en kunnen zij zich optimaal ontwikkelen. Een fysieke ontmoetingsplek zorgt voor synergie tussen de creatieve starters onderling en tussen de Creatieve en High-Tech starters. Hierdoor ontstaan er kansen voor partnerships en het delen van kennis, vaardigheden en netwerk. Het gevoel ‘samen staan we sterk’ wordt met een fysieke ontmoetingsplek benadrukt. Daarnaast helpt een zichtbare ontmoetingsplek bij de opbouw van een Creatief Podium voor talent uit Delft en omgeving. De extra kostenpost voor een fysieke ontmoetingsplek, geschat op 40.000 euro (20% van de begroting), heeft te maken met de aangepaste creatieve inrichting van de bedrijfshuisvesting voor creatieve starters. De onderhoudskosten voor het Creative Platform en de Creative Incubator zijn nagenoeg gelijk.
Pagina 93 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
9. Implementatie advies 9.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt advies gegeven over de invulling van het gekozen concept ‘YES!Delft Creative Incubator’. Het is van belang de zwaktes en bedreigingen minder zwaar te laten wegen door bij de implementatie slimme strategieën te kiezen. 9.2 Fysieke ondersteuning Gebouw Vijf criteria voor goede plekken, aan de hand van de piramide van Maslow27: 1. De plek moet fysiek en economisch veilig zijn. De basis van ieder plek. 2. De plek moet economische mogelijkheden geven; dat genereert welzijn voor de mensen. 3. De plek heeft sterk leiderschap nodig, dat een open geest heeft op wat er kan en moet gebeuren. 4. De plek moet open staan voor diversiteit van mensen; monoculturen zijn dodelijk voor innovatie en creativiteit. 5. De plek moet als hoogst haalbare onderscheid kwaliteit bieden voor mensen om anderen te ontmoeten, geïnspireerd door een mooie duurzame omgeving. De beste optie van de vijf mogelijke gebouwen, beschreven in tabel 8, is het nieuwe YES!Delft gebouw op Technopolis. YES!Delft verhuist per 1 januari 2010 van het gebouw aan de Rotterdamseweg 145, ca. 2500 m2, naar het nieuwe gebouw van ca. 11.000m2. Met het YES!Delft Creative Incubator concept wordt er gestreefd het aantal creatieve startende productiebedrijven te verhogen. De huidige YES!Delft High-Tech Incubator trekt twee à drie creatieve productiebedrijven per jaar en de verwachting is dit aantal met behulp van een YES!Delft Creative Incubator te verhogen naar zeven in 2010 en 18 in 2014. Het is gewenst dat de creatieve startende bedrijven, o.a. geselecteerd op de noodzaak van een verbinding met de technische kennis van de TU Delft, in één gebouw worden ondergebracht met de Technostarters. Indien in een later stadium blijkt dat de 11.000 m2 te klein is voor beide doelgroepen, kan op dat moment gekozen worden voor een apart gebouw. Een tweede argument om voor het gebouw op Technopolis zijn de relatief lage kosten van fysieke ondersteuning voor de creatieve startende bedrijven. Het is belangrijk, dat de creatieve starters zich duidelijk in een afgebakend deel van het gebouw vestigen. Voor de onderlinge sfeer, het creëren van het Creatieve Podium en het ontvangen van potentiële klanten en investeerders is het van belang, dat de Creative Incubator een eigen karakter krijgt. Werkhallen/ Labs De werkhallen in het nieuwe YES!Delft gebouw staan ook open voor de creatieve startende bedrijven. Daarnaast zal er met de faculteiten worden besproken of er mogelijkheden zijn om van hun werkhallen en laboratoria gebruik te maken. Het is goed mogelijk dat de creatieve starters andere machines nodig hebben dan technostarters. In een later stadium kan hierin worden geïnvesteerd.
Pagina 94 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
9.3 Niet-fysieke ondersteuning Financiering Voor ondernemende mensen in de creatieve sector is er een financiële regeling om een beroepspraktijk op te richten. De Wet Werk en Inkomen Kunstenaars (WWIK) is een regeling voor startende of al beroepsmatig werkende kunstenaars, die nog niet van hun werk als kunstenaar kunnen leven. De WWIK kan deze kunstenaars ondersteunen bij de opbouw van een winstgevende en professionele beroepspraktijk. Om die kans goed te benutten voorziet de WWIK in: • Een maandelijks vaste financiële tegemoetkoming. Deze bedraagt 70% van een bijstandsuitkering. Hiernaast heeft de kunstenaar de mogelijkheid om tot 125% bij te verdienen met werk binnen of buiten de kunst. • De kunstenaar heeft geen sollicitatieplicht en kan zich dus volledig concentreren op zijn kunstenaarsschap. • De WWIK-regeling is maximaal 48 maanden te verkrijgen, eventueel verspreid over een periode van tien jaar. Hiernaast kan de kunstenaar tijdens de WWIK in aanmerking komen voor professioneel loopbaanadvies en coaching, deelnemen aan netwerkevenementen, kosteloos cursussen en workshops volgen. De doelgroep die in aanmerking komt voor de WWIK zijn academieverlaters, kunstenaars met een door het ministerie van OCW erkend diploma van een kunstvakopleiding in het Hoger Beroeps Onderwijs. Een kunstenaar met een goedgekeurd diploma van een kunstvakopleiding kan binnen 12 maanden na afstuderen zonder beroepsmatigheidstoets of inkomenseis gebruik gaan maken van de WWIK. KunstenaarsenCO beoordeelt de geldigheid van een diploma. Ook een Master Industrieel Ontwerpen of Bouwkunde valt onder de gestelde diploma-eisen. De WWIK is geen lening, maar een subsidie, en is vooral bruikbaar in het startjaar. Er zijn echter wel eisen waaraan moet worden voldaan gedurende het gebruik van de WWIK-regeling, bijvoorbeeld onder de maximale bijverdiengrens blijven. Indien een WWIK-er niet kan voldoen aan de eisen wordt de financiële tegemoetkoming omgezet in een lening. Voor creatieve starters die niet (willen) voldoen aan de WWIK-regeling kan een renteloze lening van €10.000 worden verschaft. Elk startend bedrijf kan daarnaast zelf subsidie aanvragen, afhankelijk van de bedrijfsvoering. Ook de verhuurcontracten voor bedrijfshuisvesting zullen gelijk zijn aan de bestaande contracten van de Technostarters.
Afbeelding 9.1: Flyer cursus Kunstenaars&Co
Het valorisatiecentrum helpt met de aanvraag en financiering van patenten voor Technostarters. Een gelijke samenwerking is wenselijk voor creatieve starters ten aanzien van het model- en merkrecht. Dit verlaagt de drempel om te starten.
Pagina 95 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
9.4 Financiering Implementatiekosten 2010 In Tabel 19 staan de geschatte kosten voor de implementatie van het gekozen concept: YES!Delft Creative Incubator. In de tabel wordt Creative Incubator afgekort tot C.I. Fase funnel
Omschrijving
Inspiratie
Positionering Advies
Educatie
Incubatie
Eenheidsprijs
Bedrag
(bruto)
Podium • Graduation shows BK en IO • Creatieve dag binnen WvdT • Deelname Milaan beurs met vijf creatieve talenten IO contracten aanpassen Lesmiddag PfG bij IO Ondernemingsplan
€ 4.875 -
65 uur -
€ 75 Huidige YES!Delft en DCE advies
4 x p.j. 1 x p.j. 1 x p.j.
€ 2.000 € 2.500 € 15.000
eenmalig 2 x p.j. WaBP en Pre-incubatie
C.I. manager C.I. manager DCE
2 x p.j. 100 uur
€ 3.000 € 75
1 x p.j. continue 2 x p.j. continue
€ 10.000 Huidige YES!Delft € 10.000 Creatieve business manager
€ 10.000 € 20.000 -
eenmalig continue
€ 40.000 Huidige werkhallen bij YES!Delft en IO
€ 40.000 -
€ 8.000 € 2.500 € 15.000 -
Match-making • Match-making evenement • Match-making site
Programma • Coach-pool • Basis trainingen • Master classes • Netwerk creatieven opbouwen Fysieke ondersteuning • Inrichting vleugel C.I • Werkhallen Groei Mankrachten
Eenheid
Niet in het opstartjaar Creatieve Incubator manager Student assistent(en)
0,8 fte 0,2 fte
€ 30 € 25
€ 6.000 € 7.500
€ 49.920 € 20.800 € 184.595
Tabel 19: Implementatiekosten 2010
In het de EFRO subsidieaanvraag voorjaar 200925 is ca. € 10.000 begroot voor het opzetten van een coach-pool voor creatieve startende bedrijven voor de periode 2009 - 2011. Vooral ondernemende, creatieve studenten van de faculteit Industrieel Ontwerpen hebben baat bij de fysieke en niet-fysieke ondersteuning. Er wordt verwacht dat deze faculteit betrokkenheid en enthousiasme toont voor de ondersteuning, door middel van cofinanciering en openheid t.a.v. samenwerkingsprojecten. Samenwerkingsprojecten zijn o.a. het veranderen van contracten die over IP-recht gaan, tijd vrij maken tijden PfG en afspraken over het gebruik van de werkplaatsen door creatieve startende bedrijven.
Pagina 96 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Daarnaast kan er cofinanciering worden verwacht vanuit de Gemeente Delft. Hierbij is het belangrijk dat de huidige middelen voor kennisvalorisatie, niet worden verdund, o.a. de bijdrage voor de YES!Delft High-Tech Incubator. Daarnaast kan enige bijdrage worden verwacht van de faculteit Bouwkunde en zijn er mogelijkheden om een subsidieaanvraag in te dienen bij Economische Zaken en/of de Europese Unie voor de groep creatieve startende bedrijven, omschreven in hoofdstuk 5. Indien er een constructieve samenwerking ontstaat met mogelijke partners, beschreven in hoofdstuk 7, zal enige bijdrage van deze instellingen worden verwacht. Een aandelenconstructie aangaan met de geselecteerde, creatieve startende bedrijven in ruil voor ondersteuning is een reële optie, zie doelgroepanalyse paragraaf 5.4. Dit staat los van de prijs die bedrijven betalen voor bedrijfshuisvesting en/of niet-fysieke ondersteuning. Het is eerder een betaling voor het gebruik van de naam van de TU Delft, het netwerk en het podium voor creatieve starters, ook wel ‘giving back programma’ genoemd. Het is van belang dat de bedrijven in een later stadium altijd een optie hebben de TU Delft uit te kopen, door middel van een berekening van herwaardering van de aandelen. Onderhoudskosten vanaf 2011 (per jaar) Fase funnel
Omschrijving
Inspiratie
Advies
Eenheid
Eenheidsprijs
Bedrag
(bruto) -
-
Huidige YES!Delft en DCE advies
4 x p.j. 1 x p.j. 1 x p.j.
€ 2.000 € 2.500 € 15.000
2 x p.j. 1 x p.j. 1 x p.j. WaBP en Pre-incubatie
C.I. manager DCE DCE DCE
2 x p.j. 24 uur
€ 3.000 € 75
1 x p.j. continue 2 x p.j. continue
€ 10.000 Huidige YES!Delft € 10.000 Creatieve business manager
€ 10.000 € 20.000 -
Fysieke ondersteuning • Onderhoud vleugel C.I • Werkhallen
1 x p.j. continue
€ 10.000 -
Programma Creatieve Incubator manager Student assistent(en)
continue 0,8 fte 0,1 fte
€ 10.000 Huidige werkhallen bij YES!Delft en IO Huidige YES!Delft € 30 € 25
Podium • Graduation shows BK en IO • Creatieve dag binnen WvdT • Deelname internat. beurs
Educatie
Incubatie
met vijf creatieve talenten Lesmiddag PfG bij IO Minor DBE TCIB Ondernemingsplan
€ 8.000 € 2.500 € 15.000 -
Match-making • Match-making evenement • Match-making site
€ 6.000 € 1.800
onderhoud Programma • Coach-pool • Basis trainingen • Master classes • Netwerk creatieven opbouwen
Groei Mankrachten
€ 49.920 € 10.400 € 133.620
Tabel 20: Jaarlijkse onderhoudskosten
Pagina 97 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
10. Aanbevelingen In deze paragraaf worden enkele thema’s uitgewerkt. De aanbevelingen zijn relevant indien de adviezen uit dit rapport worden opgevolgd en er (op korte termijn) een YES!Delft Creative Incubator wordt gerealiseerd. 10.1 Positionering Er zijn twee mogelijkheden voor de positionering van de YES!Delft Creative Incubator: 1) De uitbreiding van het huidige YES!Delft merk en de doelgroep. De term YES!Delft en het motto: ‘building tomorrow’s leading firms’ blijven overeind staan. De term technostarter en High-Tech vallen weg. De doelgroep bestaat uit technology-based als design-based bedrijven. 2) Het splitsen en positioneren van het YES!Delft merk in twee doelgroepen: YES!Delft HighTech en YES!Delft Creative. Het is van belang dat elke doelgroep een eigen karakter (front office) krijgt. Beide doelgroepen zitten in hetzelfde gebouw op Technopolis en delen voor het grootste gedeelte de ‘back office’. Het motto: ‘tomorrow’s leading firms’ blijft overeind staan. Uitbreiden YES!Delft merk, één doelgroep
Splitsen YES!Delft merk, twee doelgroepen
Voordelen:
Voordelen:
• Geen lichte vorm van onderlinge competitie binnen
• De dynamiek in de veranderde huisstijl laat de
het huidige YES!Delft management • Geen extra kosten voor een positionering-strategie Nadelen: • Negeert de verschillen tussen de doelgroepen • Moeilijker om een Delfts Creatief Podium te creëren en passende activiteiten te organiseren • Moeilijker om de juiste doelgroep aan te spreken voor werving. Indien er geen verandering zichtbaar is, zullen bijvoorbeeld de huidige TU studenten lang nodig hebben om zelf uit te vinden dat er een
dynamiek van YES!Delft zien • Duidelijke doelstellingen per doelgroep • Directe aanleiding voor het opbouwen van een Delfts Creatief Podium • Een vorm van lichte competitie binnen het management kan een positief, verscherpend effect hebben Nadelen: • Extra kosten voor het ontwikkelen van een positioneringstrategie per doelgroep
verbreding heeft plaatsgevonden • Het verdwijnen van de term Technostarter Tabel 21: Positionering YES!Delft
Er wordt geadviseerd om te kiezen voor de splitsing van het huidige YES!Delft High-Tech merk in: YES!Delft High-Tech en YES!Delft Creative. Het grootste voordeel is een duidelijke beeldvorming naar de beoogde doelgroep creatieve startende bedrijven. De nadruk tijdens de selectierondes van de doelgroep ligt op de toegevoegde waarde, die de TU Delft qua naam en netwerk kan bieden, maar ook qua (technologische) kennis. De TU Delft staat bekend om het ontwerpen van functionele, goedwerkende producten. Een voorstel voor het Creatief Podium: YES!Delft Design werkt!. Dit motto sluit goed aan bij een uitspraak van ir. Jelle Zijlstra, die zowel docent is aan de TU Delft en de Design Academy Eindhoven: ’Op de Design Academy draait het om het concept, op de Tu Delft is meer aandacht voor aspecten als kostprijs en ergonomie. Ik zeg wel eens dat de Design Academy zich op de droom richt en de TU Delft op de realiteit’.31 Wellicht is het mogelijk om aansluiting te vinden bij Delftse initiatieven met als doelstelling een platform te bieden voor Delfts creatief talent. Voorbeelden zijn Bluedot (studievereniging), Delft Design (ontwerpersvereniging) en/of Delft Design and Engineering Award.
Pagina 98 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
10.2 Werving Op kort termijn moeten er een aantal actiepunten opgepakt worden, die de weg tot de start van een bedrijf vrij te banen. Hierbij is het doel niet om alle studenten te willen overtuigen om een bedrijf te gaan starten. Uit het onderzoek zijn een paar structurele belemmeringen naar voren gekomen, die de kans op het starten van een eigen bedrijf voor drastisch verlagen. Een voorbeeld is het IO (afstudeer) contract tussen student en extern bedrijf, waarin de IP-rechten per definitie naar een extern bedrijf gaan. Aanpassing van de IO (afstudeer) contracten is nodig, zodat de student als idee-eigenaar beter wordt beschermd. In de huidige contracten gaat het recht op IP, model en commercialisering vanaf de start direct naar een extern bedrijf. Een voorbeeld om de afstudeerder ook kansen te bieden is een beperkte houdbaarheid van het contract. Een ander voorbeeld is de mogelijkheid tot aankoop van de rechten, na afloop van het project, voor beide partijen. Daarnaast blijkt de behoefte aan match-making groot. Als de TU Delft het samenstellen passende teams kan faciliteren, zullen er meer groepen een bedrijf starten. Het starten met een team vergroot daarnaast de kans op succes van een startend bedrijf. Samenwerking met andere partijen is van belang voor een breed publiek van verschillende creatieve ondernemers. Het is belangrijk om vanaf de opstart van de YES!Delft Creative Incubator contact zoeken met mogelijke samenwerkingspartners om de werving van creatieve startende bedrijven, bij wie de brug met technische kennis van de TU Delft een toegevoegde waarde oplevert. De samenwerkingsverbanden kunnen ook een positief effect hebben op het match-making programma door een breed publiek van creatieve ondernemers. 10.3 Organisatie Het is wenselijke een nieuwe selectiecommissie samen te stellen voor de instroomprocedure van starters voor de YES!Delft Creative Incubator. Het is goed mogelijk dat in de commissie één à twee personen zitten, die ook in de selectiecommissie van de Technostarters zitten. Daarnaast stromen er nieuwe personen in die affiniteit hebben met en beoordelingsvermogen hebben over de creatieve starters. Het is aan te bevelen een aparte businessmanager aan te stellen met expertise en contacten binnen de subdoelgroepen design, kunst en cultuur en zakelijke dienstverlening. Deze persoon moet een gevoel hebben voor de waardes en behoeften van creatieve starters, met als primair doel het creëren van een Vormgeving/Design podium binnen de Delftse technologische context. Hierdoor zal de groep creatieve starters, zoals beschreven in hoofdstuk 5, groeien van twee à drie per jaar in de afgelopen 4 jaar, tot zeven in 2010 en 18 in 2014. Een eigen begroting is noodzakelijk om langer termijn doelen te kunnen stellen per doelgroep en de verantwoordelijkheden van de verschillende business managers apart te kunnen toetsen.
Pagina 99 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
“If an employer is serious about attracting and retaining talent, about making Wisconsin (red: state in the USA) the kind of place they can do business over the long haul, they've got to understand, that the ability for all people to feel welcome, is absolutely critical”, by Richard Florida. Laten we gezamenlijk, als Kennisstad Delft, proberen de creatieve startende bedrijven goede ondersteuning aan te bieden, waardoor ze zich optimaal kunnen ontwikkelen. Dit kan alleen gebeuren als de creatieve industrie, inclusief de hoofddoelgroep uit dit rapport ‘vormgeving/design’, op waarde wordt geschat én de creatieve bedrijven zich in Delft welkom voelen.
Pagina 100 van 101
Haalbaarheidsonderzoek Creative Incubator
ir. L.D.Sleebos
[email protected]
Geraadpleegde literatuur 1)
Nota Gemeente Delft door Cees van Laren (januari 2008), Evaluatie en toekomst YES!Delft.
2)
Bureau Louter (januari 2009), Bedrijfsverzamelgebouwen in Delft; verleden, heden, toekomst.
3)
Aard Groen en Jaap van Tilburg (april 2009), Global Perspective European Business Incubation Programs.
4) 5)
Katrijn de Ronde (juni 2009), Jaarverslag 2008 Kennispark Twente Bal, G. en A. Mensen (september 2008), De Kracht van Delft; Economische thermometer 2007, thema ‘De toegevoegde waarde van kennis in Delft’.
6)
Nota Gemeente Delft door A. te Winkel en H.A. van Slooten (oktober 2008), Voortgangsrapportage architectuurbeleid.
7)
Zie voor meer informatie: http://www.yesdelft.nl
8)
Zie voor meer informatie: http://www.brainport.nl
9)
Henry Etzkowitz (2008), The Triple Helix of University - Industry – Government
10) Projectgroep Kennispark Twente (november 2008), Masterplan Gebiedsontwikkeling Kennispark Twente Enschede 11) Zie voor meer informatie: http://www.wikipedia.nl 12) 3TU.Federatie, Slagkracht in innovatie! Sectorplan Wetenschap en Technologie. 13) Gemeente Delft, Nota_locatiekeuze bacinol II 14) Duco Trieneken (2009), Inventarisatie incubators 15) Zie voor meer informatie: http://www.technopolispark.nl/home/index.php 16) Zie voor meer informatie: http://www.io.tudelft.nl 17) Bergek, A. en C. Norrman (2008), Incubator best practice: A framework 18) Jaarverslagen 3 TU’s + Diverse bronnen via google en Wikipedia 19) Feiten en cijfers TU Delft. Zie voor meer informatie http://www.tudelft.nl/ 20) EZ (juli 2007), Regeling impuls kennisexploitatie creatieve starters 21) Simon Gunnink (april 2009), Concepts 22) John Heskett (1980), Industriële vormgeving 23) Zie voor meer informatie: http://www.hope-entrepreneurship.nl/ 24) Zie voor meer informatie: http://www.DCE.tudelft.nl 25) Cees van Laren, TECHNOSTARTERS NEW BUSINESS DEVELOPMENT YES!DELFT Projectvoorstel in het kader van het Operationeel Programma West-Nederland EFRO 2007-2013 26) http://www.Gemeentedelft.info/gvscriptvk/dspage.asp?pageid=19enobjectid=36620 27) http://www.twynstraguddeblog.nl/indewijk/2009/03/richard-florida-in-de-schaduw-van-janejacobs.html 28) http://www.yesdelft.nl/EducationCentre/Vakkenoverzicht.aspx 29) Richard Florida (2002), The Rise of the Creative Class 30) Theo Dunnewijk, Hugo Hollanders en René Wintjes (mei 2004), Kennis Index Zuid-Nederland 31) Techno! (juni/juli 2009), Polderproducten 32) Nota Gemeente Delft (september 2005), Delft creatieve stad: kans of opgeblazen hype
Pagina 101 van 101
01-10-2009: Onderzoek naar een Delftse Creative Incubator
Laten we gezamenlijk, als Kennisstad Delft, proberen de creatieve startende bedrijven goede ondersteuning aan te bieden, waardoor ze zich optimaal kunnen ontwikkelen. Dit kan alleen gebeuren als de creatieve industrie, inclusief de hoofddoelgroep uit het onderzoek ‘vormgeving/design’, op waarde wordt geschat én de creatieve bedrijven zich in Delft welkom voelen.
erpers naar Shanghai tw on top se nd rla de Ne : 09 -20 -09 22 pbureaus gaat ndse architecten- en ontwer
nstaande Nederla Een delegatie van 15 vooraa de Shanghai Inhun werk te presenteren tijdens om ai ngh Sha r naa r obe okt van 15 tot 21 en van de vijftien bureaus ek (SICIW). (Redactie: bij neg We ry ust Ind e ativ Cre nal ternatio ft). rs een alumnus van de TU Del is minstens één van de partne
18-09-2009: Rotterdamse creatieve
n op de kaart gezet
Rotterdam is trots op zijn crea tieven, en steekt dat niet ond er stoelen of banken. Samen met Idealize is er een map ontwikkeld waar de crea tieven zich bevinden.
16-09-2009: Kabinet wil innovatieve en ondernemende creatieve industrie Het innovatieplatform heeft de creatieve industrie benoemd tot sleutelgebied en de Europese Commissie heeft 2009 uitgeroepen tot jaar van creativiteit en innovatie. Vandaag hebben minister Plasterk, minister Van der Hoeven en staatssecretaris Heemskerk (EZ) aan de Tweede Kamer het ‘Beleidsprogramma voor de Creatieve Industrie 2009-2013’ gestuurd. Ruim 100 miljoen euro zal worden besteed aan voorstellen op het terrein van Water, Klimaat en ruimte, Creatieve Industrie en ICT. Minister Van der Hoeven hierover: “Dit zijn de sectoren waarop Nederland zich in de toekomst onderscheidt van de rest van de wereld. Juist in deze tijden van economische crisis is het van belang om de economie structureel te versterken zodat we vooraan staan als de crisis voorbij is.”
rendier 17-08-2009: Fijn, een opblaasbaerarbij reclamebureau St. Luke’s,
van een rendier. hangt een opblaasbaar hoofd partn tief crea g, Youn Alan van is op wat werkneBoven het bureau lt dat er geen enkele beperking n van de creativiteit. Young verte ulere stim Het gen? ierin vers ngen. Creativiteit ontstaat Idee achter deze sen mogen godweetwat opha tdurend klanten in en uit. ‘Men voor er n lope al ook , allen mers mogen uitst klanten best zien’, zegt hij. hier op kantoor en dat mogen
03-06-2009: Eindhoven investeert in aantrekken van creatieve bedrijven De gemeente Eindhoven heeft in de afgelopen jaren diverse initiatieven gelanceerd om creatieve bedrijven en werknemers aan te trekken. De creatieve industrie maakt circa 9% uit van de werkgelegenheid in Eindhoven. Creativiteit in de stad zorgt voor diversificatie in de economische basis.
02-04-2009: SKE-project ‘Design
23-05-2009: Creat van stadsplannin iviteit is een kwestie g
Antwerpen wil meer creatieve activiteit aantrek ken door gericht planning. De e ruimtelijke ruimtelijke uitv oeringsplannen om creatieve sta vestigde waarde rters en gen aan te trekken , liggen op de ont werptafel. Er wor andere gedach dt onder t aan het betrek ken van schole n, want ‘een cre mie groeit vaak atieve econoin synergie me t opleidingen voo r design, creatie en industriële ve beroepen richtingen’, zeg t Robert Voorha mme (SP.A).
Incubator Eindhoven (DI)’ gehono
Design Incubator Eindhoven wil designstarters in Brainport Eindhoven - Zuid-Nederland identificeren, stimuleren, onderst eunen en begeleiden. Hierbij maakt zij gebruik van een actieve en geïntegreerde aanpak in de pre-start- en startfas e van het creatieve industriële bedrijf.
reerd Voor de volledige artikelen zie bijlage 16