BRONKS - Dé Surplus Om zelf in de klas aan de slag te gaan naar aanleiding van de voorstelling:
Grote hoofden, kleine hartjes Van en met Reineke Van Hooreweghe (tekst en regie) Isabelle Van Hecke (spel) Wannes Capelle (spel en muziek) Jo Thielemans (Soundscape) Jan De Brabander (scenografie) Tina Heylen en Vick verachtert (kostuums) Luk Lenoir (video) Thomas Clause (lichtontwerp) Tom Dupont (coach)
Bronks 2014-2015
0
Brussel, 17 januari 2015 Beste leerkrachten, Welkom bij de voorstelling “Grote hoofden, kleine hartjes” van BRONKS jeugdtheater, die u binnenkort met uw klas zal bezoeken. Om van het theaterbezoek een meer intense belevenis te maken dan alleen maar een middagje “uit met de klas”, is het goed vooraf en nadien even stil te staan bij de voorstelling. In deze surplus vindt u daarvoor enkele tips.
Als u met uw klas nog nooit naar theater ging, is het goed even in te gaan op wat van de kinderen verwacht wordt. Tips hiervoor en voor een aangenaam theaterbezoek vindt u op p.3
Tips om de kinderen voor te bereiden op de inhoud en de vorm van de voorstelling vindt u in “tips voor in de klas” (vanaf p. 4) We vertrekken hiervoor van het affichebeeld en het promotekstje op de flyer. Opdat de kinderen van in het begin goed mee zouden zijn met het verhaal – zeker als je veel anderstalige kinderen in je klas hebt – is het zeker nuttig gebruik te maken van de tips voor een uitgebreidere voorbereiding (vanaf p. 5)
Ook voor nadien geven we enkele leuke suggesties, waarmee u nog aan de slag kan met de kinderen. (vanaf p. 11)
Wie vooraf graag persrecensies leest of een interview beluistert met de makers kan terecht op http://www.bronks.be/evenement.jsp?id=4114 . Druk daar op de knop “kijk en luister” en/of op de knop: persrecensies. Wij wensen u en de kinderen alvast veel plezier met het bijwonen van deze poëtische voorstelling. Met vriendelijke groeten De ganse BRONKSploeg. 1
Inhoud: p 1 Voorwoord p 2 Inhoud p 3 Vooraf p 3 Tips voor een aangenaam theaterbezoek p 4 Aan de slag rond de voorstelling p 4 Minimale voorbereiding p 5 Uitgebreidere voorbereiding p 5 Het affichebeeld en de titel p 5 Intro p 5 Over het grote hoofd van Knies. Of… Kunnen gedachten beschimmelen? p 7 Tekst op het flyertje: over Knies en Broos. p 9 Extra: Twee spelopdrachten p 9 Eerste spelopdracht: op doktersbezoek p 10 Tweede spelopdracht: een luisterend oor… p 11 Na de voorstelling p 11 Een nagesprek p 12 Mogelijke activiteiten nadien p 12 Hoe kan je hoofdschimmel vermijden? P 12 Rare of vergeten landen? P 14 Ingenieurswerk p 15 speellijst 2
1. Vooraf: 1. 1 Tips voor een aangenaam theaterbezoek
Theaterbezoek begint niet pas “als de lichten doven in de zaal”. Zeker niet in schoolverband. Een goede voorbereiding in de klas maakt de kinderen nieuwsgierig, helpt hen om met een open geest en een open blik de voorstelling bij te wonen.
Bij die voorbereiding is het – naast het nieuwsgierig maken naar de voorstelling zelf – belangrijk de kinderen voor te bereiden op hun rol als publiek. Zeker als de kinderen nog erg jong zijn en geen of weinig ervaring hebben met theaterbezoek. M.a.w. kennen ze de gedragscodes die gangbaar zijn in theater? Kunnen ze in dit verband bijvoorbeeld verschillen en overeenkomsten aanhalen tussen een bezoek aan de cinema en in theater?
In theater is de life aanwezigheid van de acteurs hierbij erg belangrijk. Waarom zou je bijvoorbeeld in een cinemazaal wel een zakje popcorn mogen oppeuzelen en waarom mag dat niet tijdens een theatervoorstelling? (Het is niet enkel storend voor wie naast de snoeperd zit, het kan ook erg storend zijn voor de acteurs.) In theater is – naast de kwaliteit van het theaterstuk en de acteerprestaties van de acteurs – de wisselwerking tussen de zaal en de acteurs immers mee bepalend voor het welslagen van de voorstelling.
Bespreek met de kinderen ook dat in het begin van de voorstelling de zaallichten uit zullen gaan en de spots daarna op de acteurs worden gezet. Hoewel het zaallicht bij voorstellingen voor kleine kinderen bij voorkeur zacht gedimd wordt, terwijl de speellichten aangaan, wekt dit bij sommige kinderen een schrikreactie of de foutief aangeleerde reactie van te beginnen gillen. Het moment waarop het zaallicht uitgaat, is net het moment voor het publiek om tot rust te komen en de zintuigen te scherpen. Het moment om je nog even goed in je stoel te nestelen, je oren en ogen goed open te zetten en te genieten van wat er te zien en te horen valt.
Voor de rust van de kinderen is het belangrijk goed op tijd aan te komen: zo hebt u ook de tijd om ze rustig allemaal nog even naar het toilet te laten gaan.
Belangrijk is ook de kinderen zo rustig mogelijk naar hun plaatsen te begeleiden
Leerkrachten kunnen best tussen de kinderen in gaan zitten. Zo is het makkelijker om de kinderen weer tot rust aan te manen als ze even verstrooid zijn geraakt. Spreek bijvoorbeeld ook van tevoren met je collega’s af welke kinderen je dicht bij je in de buurt laat zitten.
Vraag eventueel enkele ouders om het theaterbezoek mee te begeleiden.
En voor de leerkrachten… vergeet u niet uw GSM uit te zetten voor u de zaal binnen gaat.
3
1. 2 Aan de slag rond de voorstelling 1. Minimale voorbereiding: Een minimale voorbereiding is noodzakelijk om de kinderen nieuwsgierig te maken naar de voorstelling. Hiervoor kan je gebruik maken van de affiche en van de tekst op het flyertje. Je kan zowel de affiche als het flyertje opvragen bij uw cultureel centrum of gebruik maken van de digitale versie op http://www.bronks.be/pers/ Selecteer daar de voorstelling “Grote hoofden, kleine hartjes”, scroll naar beneden en u ziet het affcihebeeld verschijnen. De tekst op het flyertje vindt u hieronder.
Hoofden ontploffen niet, zeggen dokters. Maar ze kunnen wel op hol slaan, scheuren en ontzettend stinken. Een voorstelling over een klein beschimmeld vrouwtje en een trekvogel met mieren in zijn broek. Over landen waar het altijd waait en waar de mensen stenen in hun zakken dragen om niet weg te vliegen. Over hoe de wind uw beste vriend kan zijn maar u ook kan laten vallen als een baksteen. Hoe volle hoofden naar natte hond kunnen ruiken en zwaluwen nooit echt de weg kwijt kunnen zijn. En dat kamelenzalf niet helpt, ook niet tegen bulten.
4
2. Uitgebreidere voorbereiding 2. 1
: Het affichebeeld en de titel:
a. Intro: Bekijk samen met de kinderen de affiche en leg hen uit dat affiches niet enkel gemaakt worden opdat het publiek zou weten dat er een voorstelling gespeeld zal worden. Affiches verklappen meestal ook al één en ander over de voorstelling. Wat denken de kinderen uit uw klas, waarover de voorstelling zou kunnen gaan als ze de affiche bekijken? Het spannende is, dat waarschijnlijk niet iedereen daar hetzelfde idee over zal hebben. Je kan een paar kinderen hun idee laten vertellen. Je kan ook vragen aan de kinderen waarom dat vrouwtje – KNIES - op de affiche zo’n groot hoofd zou hebben. Vraag de kinderen ook even of ze weten wat bedoeld wordt met een “klein hartje”. We ondervonden dat veel kinderen “een klein hartje” letterlijk interpreteren of – vanuit de tegenstelling met een “groot hart hebben” het interpreteren als “een stout hart”. b. Over het grote hoofd van Knies of… “kunnen gedachten beschimmelen”? Kinderen die veel lezen, zullen misschien het werkwoord “kniezen” kennen. Kniezen is – volgens Van Dale: verdrietig piekeren, tobben… En dat is het probleem van Knies… Knies kan niks vergeten… Alle trieste dingen die ooit gebeurden, alle problemen waarmee ze worstelt (en dat zijn er heel veel omdat ze over alles en iedereen bezorgd is) blijven alsmaar in haar hoofd zitten. En vaak zit ze urenlang te tobben hoe ze nu een bepaald probleem moet aanpakken… En ja… in het geval van Knies (en zovelen onder ons…) gedachten kunnen inderdaad beschimmelen. Maak maar eens de vergelijking met een brooddoos… Als je je boterhammendoos met restjes tijdens de vakantie vergeet uit je boekentas te halen en na 14 dagen doe je die weer open…. Wat zie je dan?
5
Inderdaad! Dan krijg je schimmel en een muffe stank… En dat gebeurde ook in het hoofd van Knies… Al die gedachten die daar steeds bleven zitten, begonnen op de duur te schimmelen en te stinken. Niemand is er op uit om in het hoofd van Knies een wandelingetje te maken! Dus… Knies moet dringend eens naar haar hoofd laten kijken… Door de dokter?*1 Of … zou het helpen om haar problemen eens aan iemand te vertellen?*2
*1 en *2 : je vindt twee spelopdrachten rond deze 2 thema’s op p 9 en 10.
6
c. Tekst op het flyertje: over Knies en over Broos… Aan de hand van het flyertje, maken we dadelijk ook kennis met Broos. Het 2de personage in de voorstelling. De tekst op het flyertje spreekt een beetje in raadsels… Om te vermijden dat de kinderen op het verkeerde been zouden raken, splitste ik het hieronder op in 3 fragmenten. Zo kan je bij ieder stukje even stil staan met de kinderen.
Fragment 1: Hoofden ontploffen niet, zeggen dokters. Maar ze kunnen wel op hol slaan, scheuren en ontzettend stinken. Is dat zo? Kunnen hoofden echt niet ontploffen? Wellicht hadden de kinderen – of u zelf - het al wel eens voor dat ze het gevoel hadden dat hun hoofd ging ontploffen. Herinneren ze zich zo’n moment? Fragment 2: Een voorstelling over een klein beschimmeld vrouwtje en een trekvogel met mieren in zijn broek. Over landen waar het altijd waait en waar de mensen stenen in hun zakken dragen om niet weg te vliegen. Over hoe de wind uw beste vriend kan zijn maar u ook kan laten vallen als een baksteen. Waar Knies steeds maar in haar hoofd blijft rondtollen, is Broos eerder een trekvogel. Hij heeft –figuurlijk – mieren in zijn broek en wil steeds van de ene naar de andere plek reizen. De wind helpt hem dan een handje, maar dat is niet steeds zonder gevaar! Doordat hij zoveel reist zag hij al vele, vele landen! Rare landen, vergeten landen, landen die niet op de wereldkaart getekend zijn. Stel je maar eens voor, dat je – als je op de speelplaats gaat spelen – je steeds eerst dikke keien en stenen in je broekzakken moet steken opdat de wind je niet zou meesleuren naar weet ik veel welk ander raar land!
7
Je kan het hier doen of na de voorstelling (zie p 12 ), maar wellicht kunnen de kinderen zelf ook leuke landen verzinnen, waar de dingen niet de logica van deze wereld hebben.
Fragment 3: Hoe volle hoofden naar natte hond kunnen ruiken en zwaluwen nooit echt de weg kwijt kunnen zijn. En dat kamelenzalf niet helpt, ook niet tegen bulten. Kortom… de voorstelling gaat dus over stinkende hoofden, trekvogels die geen trekvogels zijn, maar wel “Broos” en …over kamelenzalf. Maar laat dat voorlopig nog een raadsel blijven!
8
Extra: twee spelopdrachten Eerste spelopdracht: op doktersbezoek: Misschien moet Knies eens naar de dokter om naar haar hoofd te laten kijken… Bespreek met de kinderen hoe een doktersbezoek meestal verloopt:
De begroeting De dokter vraagt wat er aan de hand is en de patiënt vertelt zijn klacht. Het onderzoek De diagnose: is het ernstig of gewoon een griepje? De remedie, medicatie of therapie Het afscheid
Bespreek ook even mogelijke klachten. Erge klachten en minder erge klachten. Verdeel de klas in duo’s. Eén van de 2 spelers zal de patiënt spelen, de andere de dokter. Daarna wordt van rol verwisseld. -
Eerste ronde: vraag de kinderen die dokter spelen, de best denkbare dokter te spelen. Die zal heel vriendelijk zijn, lief, bezorgd, voorzichtig tijdens het onderzoek, hij zal de diagnose en de therapie rustig uitleggen. Tweede ronde: de kinderen wisselen van rol, maar de dokter wordt nu de slechtst denkbare dokter. Hoe zou de dokter doen, waar je nooit naar toe zou willen gaan.
-
9
Tweede: een luisterend oor… Misschien komt het wel doordat Knies haar verhalen aan niemand kan vertellen, dat alles steeds in haar hoofd blijft zitten. Herkennen de kinderen dat? Hoe het is als ze een probleem hebben en ze kunnen het aan niemand kwijt? En doordàt ze het aan niemand kwijt kunnen wordt het steeds maar groter en groter… Hebben de kinderen ooit al meegemaakt dat hun ouders niet luisterden? Hoe ging dat dan? Soms worden ouders boos als kinderen moeilijk lijken te doen. Vaak is er dan een probleem dat het kind niet durft of kan vertellen. Dan wordt luisteren natuurlijk meer dan alleen maar even je oren open zetten… Misschien herinner je zelf ook wel zo’n situatie… Zoek samen met de kinderen naar dergelijke situaties en probeer ze in scène te zetten of om er samen een dialoogje van te maken. Bijvoorbeeld: Mama: kom, we gaan zwemmen. Kind: ik wil niet gaan zwemmen. Mama: zeg! Niet moeilijk doen hé! Ik heb speciaal vakantie genomen om vanmiddag met jou en je vriendje te gaan zwemmen en nu zeg je dat je niet wil gaan zwemmen. Kind: Ik ga nooit meer zwemmen. Mama: ga nu gewoon je zwemzak halen en maak dat je in de auto zit Kind: nee. Mama: (heel boos) Waarom moet jij nu altijd moeilijk doen? Kind: ik doe niet moeilijk. Ik heb een probleem. Mama: gij hé! Gij hebt altijd problemen. Ga uw zwemzak halen en maak dat ge in de auto zit. Uwe vriend wacht al een kwartier op ons. Kind: IK WIL NIET GAAN ZWEMMEN Mama: WE HEBBEN AFGESPROKEN DAT WE GAAN ZWEMMEN EN DAN GAAN WE ZWEMMEN. KIND: maar gij luistert niet! Mama: ah! IK luister niet! De enige die hier moet luisteren zijde gij wel hé! Frankerik! KIND: nee. Gij moet luisteren. Ik probeer al een uur te zeggen dat ik een probleem heb. Mama: ge zijt al een uur problemen aan het maken ja! Etc… etc…
Wat deze mama niet weet bv. is dat een pestkop op school vanmiddag ook naar het zwembad gaat en dat je zoon daar erg bang voor is. Of dat haar zoontje erge ruzie kreeg met zijn vriend die ochtend… of misschien ging hij de vorige keer kopje onder en kreeg hij schrik om te gaan zwemmen… Hoe zou het kind ervoor kunnen zorgen dat zijn mama wel naar hem luistert?
10
2. Na de voorstelling 2.1: een nagesprek Na de voorstelling is het goed om de kinderen de kans te geven hun indrukken te ventileren, vragen te stellen, van gedachten te wisselen. Hieronder enkele suggesties voor het nagesprek: -
Welke personages kwamen er allemaal voor in de voorstelling? Knies, Broos en de dokter. -
-
Wat voor iemand was Knies? Zou je een tekening kunnen maken van alles wat er in haar hoofd zit? Wat voor iemand was Broos? En wat zit er allemaal in zijn hoofd? Hebben zij hetzelfde karakter of zijn ze anders? Hoe kwam Broos plots terecht bij Knies? Waarom wil Knies niet dat Broos vertelt over de landen die hij allemaal zag? Waarom wilde Broos niet blijven en liep hij weg? Denk je dat hij Knies geholpen heeft? Hoe? En de dokter? Wat voor iemand was dat? Was dat een goede dokter? Eéntje waar jezelf naar toe zou willen gaan? Waarom wel, waarom niet? Heeft hij Knies geholpen? Waarom zingt hij dat rare liedje op het einde?
Herinner je je de landen waar Broos allemaal geweest is? Rare landen! Wat was er allemaal zo vreemd in die landen?
11
2.2: mogelijke activiteiten nadien 1. Hoe kan je hoofdschimmel vermijden? Scheur een blad papier in hele kleine snippertjes en deel die uit aan de kinderen. . Op dat snippertje schrijven ze met een potlood met een scherpe punt in hele kleine lettertjes een gedachte, een herinnering een probleem op, dat ze liever willen vergeten, weg willen uit hun hoofd. Als ze er “af en toe” nog wel willen aan denken, kunnen ze het ergens verstoppen waar niemand anders het kan vinden. Ergens thuis of op school. Als ze hun “gedachte” willen laten wegvliegen met de wind, dan kan je de snippertjes in een ballon steken, die je nadien vult met heliumgas. De ballon geef je mee met de wind. Als ze NOOIT NOOIT meer aan die gedachte willen denken, kan je de snippertjes verbranden op de speelplaats. Je kan ook bootjes vouwen, het papiersnippertje er in stoppen en ze laten wegvaren op de vijver, de rivier of als je het geluk hebt aan zee te wonen: mee geven met de zee. https://www.youtube.com/watch?v=c8hj6WKhz8w Wie weet in welk land duikt jouw gedachte toch nog eens op… Misschien wel in een vergeten land. 2. Rare of vergeten landen Broos zag al vele landen. Maar vooral landen waar telkens iets vreemds aan de hand was. Soms met de mensen, soms met het weer, soms met de gebouwen. Kunnen de kinderen zich nog herinneren hoe die landen eruit zagen, wat er zo vreemd was in de landen waar Broos geweest was?
12
Het zou leuk zijn als de kinderen zelf ook een land verzinnen waar vreemde dingen aan de hand zijn, waar de dingen niet dezelfde logica hebben zoals in de gewone wereld. De tekeningen mag je zeker doorsturen naar BRONKS t.a.v. BROOS BROOS p/a BRONKS jeugdtheater Varkensmarkt 15-17 1000 Brussel
13
3. Ingenieurswerk: De fantasie van de kinderen zal zeker ook in gang schieten als je hen vraagt een ontwerp te maken voor een machine die kan helpen beschimmelde gedachten uit iemands hoofd te halen. Welke gedachten riskeren te beschimmelen of zijn het al? Welke gedachten mag je zeker niet vergeten. De machine moet dus zeer selectief te werk kunnen gaan! Mocht je nog tijd of zin hebben kan je op basis van deze ontwerpen een 3-dimensionale versie maken van zo’n machine. De tekeningen van het ontwerp zijn zeker ook welkom bij BRONKS! Die mag je sturen naar Knies. Je weet maar nooit of ze weer eens te lang verdwaalt in haar hoofd. Dan kan jullie machine haar misschien helpen als Broos niet in de buurt is. KNIES p/a BRONKS jeugdtheater Varkensmarkt 15-17 1000 Brussel.
14
Speellijst: Als je “Grote hoofden, kleine hartjes” graag ziet vooraleer u de voorstelling met de klas bezoekt: dat kan. De voorstelling gaat op tournee vanaf 25 januari! Zondag 25 januari 2015, C-mine, Genk, 15u Maandag 26 januari 2015, C-mine, Genk, 10u + 13u30 Dinsdag 27 januari 2015, CC Kortrijk, 14u Donderdag 29 januari 2015, Sint Lievens Houtem, 10u + 13u30 Zaterdag 31 januari 2015, CC Bierbeek, 15u Zondag 1 februari 2015, De Velinx, Tongeren, 15u Maandag 2 februari 2015, De Velinx, Tongeren, 10u30 + 13u30 Dinsdag 3 februari 2015, CC Brugge, Magdalenazaal, 14u Woensdag 4 februari 2015, CC Brugge, 10u + 15u Zondag 8 februari 2015, Kopergietery, Gent, 15u Dinsdag 10 februari 2015, CC Torhout, 14u Donderdag 12 februari 2015, CC Roeselare, kl zaal, 10u + 13u40 Dinsdag 24 februari 2015, 30CC, Wagehuys, Leuven, 14u30 (techniek Kim) Woensdag 25 februari 2015, 30CC, Leuven, 10u30 +15u (techniek Kim) Zondag 1 maart 2015, CC Wemmel, 15u (techniek Kim) Vet = vrije voorstelling Schuin = schoolvoorstelling
15