Gemeente Den Haag
Griffie RIS119431CV_05-NOV-2004 NOTULEN
Datum 21 september 2004
Van de openbare vergadering van de COMMISSIE ONDERWIJS, SOCIALE ZAKEN, CULTUUR EN INTEGRATIE
Datum en tijd woensdag 8 september 2004, 19.30 uur Plaats Raadzaal, Spui 70, Den Haag Aanwezig Mevr. M. Bolle (voorzitter – PvdA) Hr. J. van Laar (VVD), Mevr. Th. Oosterholt (VVD), mevr. A. van den Heuvel (VVD), hr. R. Baldewsingh (PvdA), hr. J. Chandoe (PvdA), mevr. B. Homan (CDA), mevr. W. Vonk (CDA), hr. B. van Alphen (GroenLinks), hr. O. Dijkhoff (GroenLinks), hr. C. de Jager (PPS), hr. M. Dufresne (Leefbaar Den Haag), hr. R. Trouvat (Leefbaar Den Haag), mevr. M. de Jong (D66), hr. A. van der Zalm (D66), hr. R. van der Hulst (SP), mevr. H.H. Voogel-Woerdenbag (SU/SGP), mevr. E. van Santen (Haagse Stadspartij) Afwezig Hr. C. Jol (PPS), hr. J. Labuche (groep Labuche) Mede aanwezig Wethouder FC, mevr. L.E.J. Engering-Aarts, Wethouder OSWI, hr. P.M.M. Heijnen, Hr. Ch. Noordam (Haags Gemeente Archief), mevr. V. Smeulders (verslag)
CONCEPT NOTULEN A.
Opening, mededelingen en vaststelling agenda
De voorzitter opent de vergadering om 19.30 uur. Zij deelt mee dat bericht van verhindering is ontvangen van de heer Jol. Met betrekking tot de agenda deelt zij mee dat CU/SGP heeft gevraagd om agendering van B4; RV Zeemuseum Scheveningen en afdoening motie 0.12 (2000) MAS -gelden. Dit punt kan met wethouder FC worden besproken, wethouder SISS heeft laten weten niet aanwezig te kunnen zijn Punt B6. brief inzake motie duurzame gebruiksgoederen wordt betrokken bij D2. RV Gemeentelijk Beleidsplan reïntegratie 2005.
ISO 9001.2000 gecertificeerd
Ten aanzien van de planning laat zij weten dat op 29/9 het initiatiefvoorstel integratie en een eerste bespreking van het meerjarenbeleidsplan kunst en cultuur aan de orde zijn. Op 6 en 7 oktober wordt de begroting aan de orde gesteld. Leefbaar Den Haag verzoekt om een bespreking van het aangekondigde vertrek van wethouder FC Mevr. Engering-Aarts. De voorzitter stelt vast dat dit niet in de commissie aan de orde is. Leefbaar Den Haag heeft een rondvraagpunt aangemeld voor wethouder FC en wordt nu in de gelegenheid gesteld de vraag te stellen. Leefbaar Den Haag vraagt aan de wethouder hoe zij aankijkt tegen de leegstand van Piccolo Mondo (boven het LDT) en waarom deze ruimte niet beschikbaar wordt gesteld als culturele broedplaats. Wethouder FC zegt niets aan derden te kunnen geven wat niet van de gemeente is. Er is wel sprake van overname van de Spui-zalen, maar deze transactie is nog niet afgerond. Overigens is Piccolo Mondo, zij het incidenteel, wel door het NDT in gebruik. Zij acht het punt hier niet aan de orde. Leefbaar Den Haag beveelt het onderwerp aan in de aandacht van de opvolger van mevr. EngeringAarts. De voorzitter geeft het woord aan de fractie van CU/SGP inzake B4.
RV Zeemuseum Scheveningen en afdoening motie 0.12 (2000) MAS-gelden
CU/SGP zegt verbaasd te zijn over de toegestuurde stukken. Deze dateren al van voor de zomer en kunnen nu pas aan de orde worden gesteld. Het gaat om nieuwe informatie. CU/SGP vraagt naar het waarom van deze plannen en heeft twijfels over de geschiktheid van de lokatie. Wethouder FC stelt dat er al geruime tijd sprake is van het zoeken naar een nieuwe lokatie voor het Zeemuseum. De instellingen zelf zijn constructief in gesprek over de toekomst. Een besluit over samenwerking en/of een fusie is aan de musea zelf. Naar de lokatie is onderzoek gedaan. Hierover is de commissie, middels de reguliere voortgangsbrieven, steeds ge?nformeerd. PPS zegt de wethouder op dit punt te willen complimenteren. CU/SGP is blij met deze extra informatie, en zegt de schriftelijke informatie kennelijk te hebben gemist. Wethouder FC biedt aan deze na te sturen. CU/SGP zegt dat dit niet nodig is. De voorzitter concludeert dat de commissie akkoord gaat met het voorstel, dit gaat naar de C-lijst van de eerstvolgende raadsvergadering. B.
Advieslijst
B1.a vaststellen verslag van de vergadering van de commissie OSCI van 19 mei 2004 CDA merkt op niet bij de aanwezigen genoemd te worden. De leden Homan en Siwpersad waren aanwezig. Dit zal worden aangepast. Overigens conform. Naar aanleiding van het verslag vraagt CU/SGP naar de toege zegde rapportage na het schrappen van de hardheidsclausule in de verordening leerlingenvervoer. Gevraagd wordt of deze nog voorafgaand aan de begrotingsbehandeling beschikbaar is. Ook wordt gevraagd om aandacht voor het LOP. De voorzitter zegt beide vragen door te zullen geleiden naar wethouder OSWI.
2
B1.b vaststellen verslag van de vergadering van de commissie OSCI van 17 juni 2004 Conform. B1c. vaststellen verslag van de vergadering van de commissie OSCI van 24 juni 2004 Conform. B2. Ontwerp besluit deelname Stichting Interzuilair Samenwerkingsverband LeidschenveenYpenburg D66 vraagt om meer informatie over de wijze van samenstellen van het bestuur, met name waar diverse functies in een persoon verenigd kunnen zijn. De voorzitter zegt deze vraag door te zullen geleiden naar wethouder OSWI. Zij constateert dat er vanuit de raad geen wensen / bedenkingen zijn. B3.
RV verordening op de cliëntenparticipatie dienst SZW
VVD zegt akkoord te gaan met de verordening maar begrijpt niet waarom er een achterdeur wordt opengehouden voor medewerkers van de gemeente (zie art. 6 lid 4). Haagse Stadspartij vindt de lijst organisaties in de bijlage te beperkend en stelt vast dat ook de commissie WDLY in de stukken genoemd moet worden vanwege de relatie met gehandicaptenbeleid. De voorzitter zegt de gestelde vragen door te zullen geleiden naar wethouder OSWI. Na aanpassing kan het RV op de C-lijst van de raadsvergadering. B5.
RV De Constant Rebecqueplein 20, gebouw 3
Conform. Plaatsing op C-lijst raadsvergadering. B6.
Brief van wethouder OSWI inzake motie duurzame gebruiksgoederen
Komt aan de orde bij agendapunt D2. RV Gemeentelijk beleidsplan re?ntegratie 2005. B7.
RV Regeling voorzieningen herstel achterstallig onderhoud in lesgebouwen voor Basisonderwijs en (voortgezet) Speciaal onderwijs in de gemeente Den Haag
CU/SGP vraagt naar de voorgestelde verdeelsystematiek en hoe kleine schoolbesturen hiermee om kunnen gaan. Ook wordt gevraagd naar de mogelijkheden voor binnenonderhoud uit categorie 6 (schilderwerk) in gehuurde panden. LDH zegt bezorgd te zijn over achterstallig onderhoud aan de buitenzijde (wanden) van bouwketen die als tijdelijk schoolgebouw dienen. GroenLinks stelt dat dit laatste punt geen achterstallig onderhoud aan gebouwen betreft. De voorzitter zegt de vragen door te zullen geleiden naar wethouder OSWI. Het RV wordt geplaatst op de C-lijst van de raadsvergadering. C.
Presentatie de heer Ch. Noordam over de toekomst van het Haags Gemeente Archief
Met een interactieve presentatie toont de heer Noordam de toekomstplannen van het Haags Gemeente Archief. ….. ….. ……. D01.
Conceptbeantwoording van de raadsadressen 96, 97, 99 en 101 inzake Kostuumcollectie/
3
Kostuumzaal Haags Gemeentemuseum Voor de inspraak hebben zich gemeld: - Mevr. Koenen - Mevr. Groeneweg - Mevr. Cammel - Mevr. Meij - Mevr. Ivo - Mevr. Van Santen - Mevr. Grunnill - Mevr. Blomjous - Mevr. Kruger - Mevr. Aardewerk De inspraakteksten zijn, zover beschikbaar, bijgevoegd (op papier, niet electronisch beschikbaar). De voorzitter geeft het woord aan de leden van de commissie. CDA zegt zich betrokken te voelen bij een goed beheer van de kostuumcollectie. Na de presentatie van de heer van Krimpen werd de zorg over het afstoten van de mode-collectie weggenomen. Er zou veel ruimte komen voor nieuwe presentaties en mooie plannen. Echter nu doet de vraag zich voor of er toch sprake is van het afstoten van de collectie. Heeft de commissie de heer Van Krimpen wel helemaal goed begrepen. Nu is er zorg over de modecollectie. Gevraagd wordt om een reactie van de wethouder op dit punt. Tevens wordt gevraagd om aanpassing van de laatste passage in de conceptbeantwoording op de raadsadressen. D66 kan zich voorstellen dat er verwarring is over de procedure voor de beantwoording van raadsadressen. Thans ligt een concept-beantwoording voor. De presentatie van de heer Van Krimpen was heel overtuigend. Echter nu lijkt er meer aan de hand. Is het waar dat een geplande grote mode-tentoonstelling op korte termijn niet meer mogelijk is. Onderdelen van de collectie zijn bruiklenen die nu teruggeroepen dreigen te worden. Aan de plannen van de heer Van Krimpen lijken veel haken en ogen te zitten en dat was bij zijn presentatie niet duidelijk. In 1998 is er sprake geweest van grote inspanningen om de mode-galerij tot stand te brengen. Het zou jammer zijn die na 6 jaar al teniet te doen. In het rapport van de commissie Zonderop wordt gesteld dat investeringen in techniek (de wOnderkamers) kwetsbaar maken en dat er weinig aandacht is voor collectiebeleid. Gevraagd wordt om een toelichting van de wethouder op dit punt. Ook wordt gevraagd naar de relatie van de gemeenteraad ten aanzien van de directie van het Gemeente museum. LDH vraagt hoe D66 oordeelt over de conceptbeantwoording van de brieven? D66 zegt de zorgen van het CDA te delen. Gevraagd wordt om een toelichting van de wethouder, waarna gesproken kan worden over de tekst van de brief. Wellicht kan elders ruimte gevonden worden voor de wonderkamers. Nu zijn er zorgen over de mode-collectie en het beheer ervan. Deze collectie moet zichtbaar blijven én blijven bestaan. Leefbaar Den Haag meent dat er sprake is van een schandaal van Tokyo tot Amstelveen, met Den Haag als middelpunt. Er wordt nu niet gesproken over de inhoud van de brief. De voorgestelde beantwoording heeft te weinig inhoud en het is schandalig dat er op zo diverse brieven met eenzelfde antwoord af te doen. Gevraagd wordt om een tweede termijn, ook voor de insprekers. De heer Van Krimpen heeft destijds teveel ruimte gekregen om zijn plannen te presenteren.
4
VVD stelt vast dat LDH op dat moment kennelijk geen behoefte voelde om op het onderwerp in te gaan. LDH zegt niet akkoord te gaan met de voorgestelde beantwoording en vraagt om een nieuwe brief. De voorzitter constateert dat de schrijvers van de raadsadressen reeds een door burgemeester en gemeente-secretaris ondertekend antwoord op hun schrijven hebben ontvangen waarin wordt gerefereerd aan de bespreking van hedenavond. Dit betekent dat er voor de beantwoording van het raadsadres een foute procedure is gevolgd. Aan de wethouder wordt gevraagd hier in haar reactie op in te zullen gaan. De commissie zal nu de eerste termijn, over de inhoud van het –voorgestelde- antwoord, afronden. PvdA vraagt de wethouder om nadere informatie over de recente ontwikkelingen bij het Haags gemeentemuseum. Wat gebeurt er met de modegalerij en wat betekenen de nieuwe plannen voor de inbedding die er is van de modegalerij in de bestaande architectuur, zijn er op dit punt lange termijn afspraken gemaakt? Hoe is de rol van het gemeentebestuur ten aanzien van de directie van het gemeentemuseum? Wat is de toekomstige plek voor de mode-collectie en hoe kunnen de plannen voor de wOnderkamers gerealiseerd worden zonder aantasting van de modegalerij? Gevraagd wordt om meer informatie over bezoekersaantallen van dit deel van het museum. Gevraagd wordt naar de financiële rol van de gemeente voor de wOnderkamers en tot slot wordt gevraagd hoe het sponsorgeld voor de wOnderkamers wordt gezien in relatie tot het sponsorgeld voor de kostuumcollectie? CU/SGP stelt dat de heer Van Krimpen destijds een mooie presentatie heeft verzorgd, maar dat er nooit een voorstel aan de orde is geweest. Nu wordt de commissie geconfronteerd met de andere kant van het verhaal. Voor een kostuumcollectie gelden zeer speciale eisen, en de kelder van het gemeente museum lijkt daarvoor het meest geschikt. De laatste alinea in het concept-antwoord doet vermoeden dat de modecollectie elders wordt ondergebracht maar dat kan dus niet. Zij gaan niet akkoord met deze tekst. Gevraagd wordt om meer uitleg over de rol van de raad in deze. Hoe is de procedure? GroenLinks wil in dit verband een vraag stellen over hoe zelfstandig het gemeentemuseum over de collectie kan besluiten. Bijvoorbeeld in het geval van de Victory Boogie Woogie. VVD zegt de presentatie van de wOnderkamers erg mooi te hebben gevonden. Het geheel werd toen positief ontvangen en er werden geen vragen over gesteld. Het gegeven dat er nu reeds sponsormiddelen zijn geeft aan dat men gelooft in het concept. De musea staan op afstand en hebben eigen beleidsruimte. Nu zijn er gepassioneerde insprekers aan het woord geweest, de modecollectie bevindt zich onder unieke omstandigheden op een unieke plek. De argumenten moeten heel serieus worden genomen. Musea zijn echter aan verandering onderhevig, en in dit geval waren er aanpassingen nodig. D66 vraagt welke periode de VVD redelijk acht voor het instandhouden van bijvoorbeeld de modegalerij? VVD stelt dat bij de inrichting van een museum een afschrijvin gstermijn van tien jaar gebruikelijk is. Een periode van zes jaar is dan kort, maar een inrichting is niet voor altijd, soms is verandering gewenst. Er moet wel duidelijkheid komen over de toekomst van de collectie. De kostuumcollectie van de gemeente dient zorgvuldig te worden beheerd. Dit is een opdracht voor de heer van Krimpen, hij moet daar gewetensvol mee omgaan. De VVD ziet geen aanleiding te denken dat dit niet het geval is maar vraagt op dit punt wel om een reactie van de wethouder. Gevraagd wordt om meer informatie over hoe wordt omgegaan met de specifieke eisen die deze collectie stelt aan onder meer licht en klimaat. Ook wordt gevraagd naar de timing van de reeds aangekondigde mode-tentoonstelling. De VVD ziet de toekomst op dit punt echter met vertrouwen tegemoet.
5
Leefbaar Den Haag vraagt of de VVD het rechtvaardig vindt dat alle brieven met slechts een antwoord worden afgedaan? VVD vindt dat dit voor gelijksoortige brieven wel kan. SP sluit aan bij de bijdrage van CU/SGP. Haagse Stadspartij is van mening dat er sprake is van kapitaalvernietiging. Gevraagd wordt om een reactie van de wethouder, ook met betrekking tot het educatieve karakter van de mode-collectie. De voorzitter geeft het woord aan de wethouder voor een reactie. Wethouder FC betreurt de gemaakte fout in de procedure. Zij laat nagaan hoe, onder verwijzing naar deze vergadering, reeds brieven namens het college zijn verzonden. Zij stelt dat de gemeente contracten heeft met het gemeentemuseum inzake beheer van het gebouw en de collectie. Een raad van toezicht controleert. Het gemeentemuseum handelt, binnen de contractvoorwaarden, autonoom. Een onafhankelijke inspectie ziet toe op het beheer van de totale collectie. Er zijn vier kerncollecties. De Victory Boogie Woogie is een verhaal apart omdat hier sprake is van een bruikleensituatie. Het tentoonstellingsbeleid is een verantwoordelijkheid van het gemeentemuseum. In het geval waarover nu gesproken wordt, de modecollectie, verandert er niets aan de collectie. Wat wel verandert is de beschikbaarheid van permanente vitrines. De vraag is echter of een collectie permanent moet worden tentoongesteld. Dit geldt voor de totale collectie; je ziet er altijd maar een gedeelte van. De kostuumcollectie wordt in de nieuwe situatie verbonden met andere collecties, in combinatie met virtuele presentatie(s). De tentoonstelling van de kostuums gebeurt binnen de geldende condities, -daarop wordt toegezien. D66 vraagt naar een reactie op de uitspraken van de commissie Zonderop over het gemeentemuseum. Wethouder FC stelt dat een groot deel van de collectie in depot is. Dat geldt ook voor de kostuumcollectie. Het opstellen van een presentatieplan is een verantwoordelijkheid van het gemeentemuseum. De laatste alinea in de brief is zo bedoeld dat de geëigende procedures aan de orde zijn als er sprake zou zijn van vervreemding. Dit kan echter nooit zomaar, daarvoor zijn wettelijke richtlijnen. Ten aanzien van de opmerkingen over kapitaalvernietiging merkt zij op dat het geld voor de verbouwing van de kelder niet weg is. De kelder blijft maar de inrichting ervan verandert. De dekking van de inrichtingskosten destijds gebeurde met sponsorgeld, en met de sponsoren is overleg gevoerd. Dit overleg is positief verlopen, de sponsoren kunnen zich vinden in de nieuwe aanpak en er is zelfs € 2 miljoen extra sponsorgeld beschikbaar. Zolang het museum binnen de overeenkomsten handelt hebben zij vrijheid van handelen. Over de bezoekersaantallen merkt zij op dat de presentatie in de kelder nu niet interessant is voor een groot publiek. Het educatieve element moet worden uitgebouwd en daarop worden de wOnderkamers gericht. De bezoekersaantallen van het gemeentemuseum liggen ver boven het streefgetal van 100.000 per jaar maar uit die cijfers blijkt wel dat op onderdelen te weinig bezoekers worden gehaald. Zij zegt toe op basis van de discussie de beantwoording van de brief opnieuw te willen bezien. De commissie wordt op de hoogte gehouden. De voorzitter dankt de wethouder voor haar toelichting en sluit dit agendapunt. D1.
Voortgang onderzoek Veiligheid in en rond scholen
De voorzitter geeft het woord aan de commissie.
6
VVD vindt “veiligheid in en rond scholen” een belangrijk onderwerp, waar tijd en aandacht aan gegeven moeten worden. Dit is al zeven maanden het geval, het onderwerp is van groot belang. De vraag is waarom er nu pas een concept-analyse ligt. Er is sprake van een groot maatschappelijk probleem en dit beleid zou een speerpunt binnen de onderwijsportefeuille moeten zijn. De voorliggende stukken waren rond het reces beschikbaar. De VVD vindt het jammer dat over dit onderwerp niet eerder gesproken kon worden. Waarom niet veel meer vaart achter de plannen? Er zijn drie concrete vragen: - welke (regie)rol krijgt de gemeente en hoe wordt die vormgegeven? - hoe kan het proces sneller in gang gezet worden?- wanneer komt er een antwoord op de door de VVD gestelde schriftelijke vragen? CDA vraagt waarom dit onderwerp zoveel tijd vergt. Na het incident rondom docent Van Wieren is er uiterste terughoudendheid in acht genomen. Het probleem van onveiligheid is groot. Hoe krijgt de regierol van de gemeente vorm? Scholen zijn erg gesloten over de problemen die zich voordoen, er is behoefte aan meer openheid. D66 zegt de stukken met belangstelling te hebben gelezen. De stukken zijn interessant, de analyse is herkenbaar. De problemen zijn echter niet nieuw. Er wordt al lang over gepraat, er zijn verbanden met andere beleidsterreinen zoals jeugdhulpverlening. Gevraagd wordt hoe de samenwerking met welzijn op dit vlak verloopt. De vraag wordt opgeroepen of leerkrachten voldoende kennis in huis hebben om problemen te herkennen. Wordt er gedacht aan nascholing of bijscholing op dit punt? Hoe kunnen instellingen elkaars hulp inroepen of doorverwijzen. Is er sprake van een ketenbenadering? Er zal bezuinigd gaan worden op de GOA-middelen, is bekend welke consequenties dit zal hebben? Als er sprake is van problemen dan houden scholen die veelal voor zich. Die schaamte moet overwonnen worden, het probleem moet meer bespreekbaar worden gemaakt. D66 pleit voor adequate hulpverlening, breder dan alleen op het onderwijsvlak. CU/SGP pleit voor meer betrokkenheid van en bij ouders. Als voorbeeld wordt opvoedingsondersteuning genoemd, met name voor pubers. Het is zorgwekkend dat de ketenbenadering niet werkt, er zal sprake moeten zijn van meer samenwerking. Het is goed dat dit punt nu duidelijk is, meer regie van de gemeente is zeker noodzakelijk. Voor de scholen bestaat er een groot probleem; zij hebben vaak teveel probleemkinderen. Aan de wethouder wordt om een reactie gevraagd. GroenLinks zegt benieuwd te zijn naar het aangekondigde Plan van Aanpak. Dit had er naar de mening van GroenLinks al wel kunnen zijn. Sommige maatregelen zijn kennelijk al genomen. Er is meer aandacht nodig voor ZMOK-kinderen in het VO. Hoe gaat het nu met de plaatsing van deze leerlingen en hoe zit het met doorverwijzingen van deze kinderen naar de diverse scholen en instanties. Haagse Stadspartij zet vragen bij de negatieve beeldvorming richting ouders die uit de stukken spreekt. Er worden nogal wat negatieve uitspraken gedaan over ouders die tekortschieten. De Haagse Stadspartij schrikt van het aantal kinderen dat uit de boot dreigt te vallen omdat de verschillende hulpverleningsinstanties langs elkaar heen werken. Een goede ketenbenadering is afhankelijk van de verschillende schakels die elk op zich goed moeten functioneren. Jeugdzorg moet gebeuren op basis van vrijwilligheid, dwang kan nooit een middel zijn en fysieke maatregelen zijn uit den boze. Teveel probleemkinderen in een klas leiden ook tot problemen. Er moet naar oplossingen voor dit probleem worden gezocht. Het is goed dat er in de stukken naar oorzaken gezocht wordt, het is jammer dat er geen interviews met jongeren zijn gehouden. Men is benieuwd naar het aangekondigde plan van aanpak. Leefbaar Den Haag wil een relatie leggen met het eerder aangekondigde rondvraagpunt; namelijk hoe het lerarentekort zich verhoudt tot het probleem van veiligheid in en om scholen.
7
Van de voortgangsrapportage wordt kennisgenomen. Gevraagd wordt naar de visie van de wethouder over de relatie pesten op school en veiligheid op school. Het schoolklimaat is van wezenlijk belang en is onder meer afhankelijk van sfeer en schoolgrootte. Gevraagd wordt om meer informatie over uitvalcijfers in de voortgangsrapportage. In Den Haag is er sprake van ongelijkheid tussen scholen; gevraagd wordt om een reactie op het feit dat er in sommige gevallen deurwaarders op ouders worden afgestuurd. Leefbaar Den Haag is van mening dat leraren niet kunnen de-escaleren. Dit is belangrijk en zal moeten worden aangeleerd om tragische situaties te voorkomen. Sociale competenties van leerlingen zijn van groot belang en moeten gestimuleerd worden. Als er sprake is van jeugdpsychiatrie dan zal er bij scholen aandacht moeten zijn voor de medische component. Overigens wordt gevraagd hoe de regierol van de gemeente vorm kan krijgen en of niet ook betrokkenheid van de wethouder welzijn van belang is. Sociale veiligheid is immers niet los te zien van welzijn en in dit verband wordt ook het integratieverhaal gemist. Dat zou hier zeker passen. Tot slot wordt opgemerkt dat repressie niet aan de orde kan zijn en het probleem alleen maar zal verergeren. Onderdrukking leidt tot gedragsstoornissen. PvdA dankt de wethouder voor de voortgangsnotitie. De PvdA neemt hier kennis van en is benieuwd naar maatregelen om veiligheid in en om scholen te garanderen. Wanneer komt het Plan van Aanpak? Alsdan is er behoefte aan een inhoudelijke bespreking. Er zijn zorgen over de te treffen maatregelen rond scholen. Hierover is in de commissie VB gesproken; welke rol is er voor de politie. Gevraagd wordt om meer aandacht op dit punt. Opgemerkt wordt dat de rol van de ouders van groot belang is. Hiervoor moet aandacht zijn; de rol van de opvoeder is wezenlijk en mogelijk kan dit betrokken worden bij het beleid op ouderparticipatie. SP neemt de toegestuurde stukken over veiligheid in en om scholen voor kennisgeving aan en wacht verdere voorstellen af. Het onderzoek is prima maar biedt weinig nieuws. De SP is verontrust over de ontwikkelingen en ziet te weinig vaart. De bezuinigingen op de jeugdzorg zijn zeer zorgelijk. De voorzitter geeft het woord aan wethouder OSWI voor een reactie. Wethouder OSWI zegt de zorgen en gevoelens op dit onderwerp, zoals onder meer verwoord door de VVD, heel goed te begrijpen. Terugkijkend op het afgelopen jaar ziet hij dat er weinig ruimte is geweest om over de gebeurtenissen op het Terra college te praten. Dat is spijtig. Wat nu wordt opgepakt maakt deel uit van een groter geheel. Het denken over veiligheid in en om scholen moet worden gestimuleerd. Ook op rijksniveau wordt hierover nagedacht, het rapport van de rijksinspectie is door de minister geëntameerd en zodra beschikbaar aan de commissie toegestuurd. Er kan echter geen sprake zijn van een dictaat vanuit het stadhuis. De bestuurlijke verhoudingen in het onderwijs liggen anders. De beschikbare middelen spelen uiteraard een belangrijke rol. Het ministerie zal voor te treffen maatregelen extra middelen aan de scholen beschikbaar stellen. De gemeente zoekt samenwerking met alle betrokken partijen om een duurzaam en gedegen proces tot stand te brengen. Het gaat niet aan om snelle resultaten voor “de buhne” te halen. Het kan wel moeilijk zijn om te accepteren dat dit proces veel tijd kost maar het is te simpel gedacht dat snelle maatregelen afdoende zijn. Het gaat om een diepgaand probleem en een gemakkelijke oplossing is niet voorhanden. Het jeugdbeleid wordt op verschillende plekken gemaakt, de ketenaanpak moet worden geoptimaliseerd en dit zal stapsgewijs worden opgepakt. Het aantal plaatsen in het speciaal onderwijs is uitgebreid, toch is er nog sprake van een tekort. GroenLinks is van mening dat de plaatsingsprocedure verbeterd moet worden. Wethouder OSWI beaamt dit. De uitbreiding van het aantal plaatsen is gerealiseerd, nu de plaatsingsprocedure nog. In het plan van aanpak zal hij hieraan aandacht schenken en hij zal een overzicht van maatregelen opnemen. CU/SGP vraagt of er sprake zal zijn van een filter; met andere woorden; worden er leerlingen geweigerd?
8
Wethouder OSWI stelt dat ook uit de interviews blijkt dat de scholen niet in staat zijn om alle (probleem)leerlingen te plaatsen. Er wordt gewerkt aan een zogenaamde rebound-voorziening. Als leerlingen nergens kunnen worden opgevangen dan moet jeugdhulpverlening worden ingeschakeld. De gemeente heeft voor probleemgevallen geen algemeen beleid, wel is het zo dat er veel inzet wordt gepleegd om alle leerlingen van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs te krijgen. Soms is er intensief overleg nodig met directeuren om daadwerkelijke plaatsing van álle leerlingen gerealiseerd te krijgen maar dat overleg is er dan ook. Met de scholen wordt afspraken gemaakt over wie welke leerlingen opneemt. Uiteraard is er dan aandacht voor een redelijke verdeling. CU/SGP vraagt naar de rol van de gemeente op dit punt, welke vorm van overleg is er? Wethouder OSWI stelt dat de gemeente intervenieert als dat nodig is. De voorzitter sluit het agendapunt af. Als er nieuwe stukken voorliggen wordt het onderwerp opnieuw in de commissie aan de orde gesteld. D2.
RV Gemeentelijk beleidsplan re?ntegratie 2005
De voorzitter stelt voor de brief van wethouder OSWI inzake de motie duurzame gebruiksgoederen te betrekken bij de behandeling van het genoemd raadsvoorstel. De leden van de commissie gaan akkoord. D66 zegt de vergadering helaas te moeten verlaten, gaat akkoord met het raadsvoorstel. CDA zegt blij te zijn met de voorgestelde, sluitende aanpak. Met name wat betreft jongeren tot 25 jaar. Gevraagd wordt naar de aanpak voor oudkomers. Het is goed dat er voor reïntegratie-processen met concrete doelen wordt gewerkt. Het is wel van belang dat de mening van de cli?nt daarin wordt verwerkt. Het CDA is positief over de stellingname ten aanzien van de Nederlandse taal en vrijwilligerswerk. In het stuk worden de plichten van de cliënt nogal nadrukkelijk genoemd maar het is van belang om maatwerk te leveren. Dit geldt zeker voor hoogopgeleiden en waarschijnlijk geldt hier ook dat een positieve benadering beter werkt dan een negatieve. Een ontheffing van sollicitatieplicht boven de 57,5 jaar moet mogelijk zijn als de arbeidsmarkt daartoe aanleiding geeft. Hoe wordt actieve mantelzorg gewogen? Dit werk heeft in de maatschappij een belangrijke functie. Gevraagd wordt welke controle er is opdat jongeren die in een traject instromen niet afhaken. Gevraagd wordt om meer duidelijkheid over de financiering van gesubsidieerd werk. Bijvoorbeeld op het gebied van welzijn. Wat gebeurt er nadat banen verdwijnen? Zijn er organisaties die dan om dreigen te vallen? Zoja, welke zijn dat? Hoe zit het met de banenpool bij Werkbij? Het CDA is van mening dat de werkgevers hier een eigen taak hebben. Het CDA kan zich vinden in de voorstellen met betrekking tot de ooievaars- en doorstroombanen; dit zal wel de nodige begeleiding vereisen. Het onderscheid tussen weinig of geen kansen op de arbeidsmarkt moet duidelijk gemaakt worden. Met betrekkin g tot de brief van de wethouder, de reactie op de (niet ingediende) motie inzake duurzame gebruiksgoederen merkt het CDA op nog niet overtuigd te zijn door de wethouder. VVD stelt dat zij akkoord gaan met de voorrang die wordt gegeven aan jongeren en nieuwkomers. Wel zet men vraagtekens bij de mogelijkheid die wordt geboden om voor een langere periode naar het buitenland te gaan. Haagse Stadspartij vraagt of deze vraag over alle uitkeringsgerechtigden gaat die nietsollicitatieplichtig zijn?
9
VVD zegt de vraag breed te bedoelen, maar met de achterliggende gedachte om export van uitkeringen te voorkomen. Leefbaar Den Haag vraagt of nieuwkomers arbeidsperspectief moeten hebben of ook potentieel werkloos kunnen zijn? VVD stelt dat dit wel zou moeten gelden voor arbeidsmigranten. Zij komen immers voor werk. Voor toegelaten vluchtelingen geldt een ander verhaal. Over de outplacementtrajecten is de VVD positief, waarom kunnen deze niet verplicht worden gesteld? Leefbaar Den Haag vraagt om een toelichting op de rekenvoorbeelden zoals die bij de trajectkosten worden gegeven. VVD vraagt om meer informatie over de plannen voor het witten van ID-banen. Welke criteria zijn er gehanteerd bij de voorgestelde verdeling. Om hoeveel mensen gaat het die in 2005 gesubsidieerd of “gewit” aan het werk zijn? Hoe is de financiering op langere termijn voorzien en heeft de raad hier nog eigen beslissingsruimte? Tot slot wordt gevraagd hoe de toekomstige resultaten gemeten zullen worden. De VVD voelt behoefte aan een werkbespreking op dit punt om met de instellingen te spreken over de faal- en succesfactoren. Leefbaar Den Haag vraagt naar de mogelijkheid van een lokaal basisinkomen. Is het denkbaar natuurlijke selectie zijn gang te laten gaan? Waarom krijgt de bestrijding van werkloosheid onder jongeren voorrang? Leefbaar Den Haag zet vraagtekens bij het arbeidsethos van de PvdA. Waarom is het streven gericht op betaalde arbeid voor iedereen? Waarom worden voor iedereen dezelfde arbeidsnormen gehanteerd? Vrijwilligerswerk zou ook als werk aangemerkt kunnen worden. Waarom wordt koffie schenken in een buurthuis anders gewaardeerd dan het schoonhouden van de straat? Leefbaar Den Haag heeft zorgen over verdringing op de arbeidsmarkt; waar heeft die plaatsgevonden en om hoeveel plekken gaat het? Gevraagd wordt om meer informatie over zogenaamde zelfbetalende banenpoolers. Gesubsidieerd werk is te laagbetaald werk. Hoe kan de PvdA hiermee akkoord gaan? Dan strijdt de PvdA niet voor arbeiders, dan is er sprake van uitbuiting. Waarom worden afvallers van instroomtrajecten niet tevoren uitgeselecteerd, waarom wordt een figurantenrol voor uitvallers bedacht? De meetbaarheid die de VVD verlangt is een utopie. Er moet niet gezocht worden naar getallen die er niet zijn. Tot slot de vraag waarom alleenstaande ouders arbeidsplichtig zijn. PvdA stelt dat het onderwerp re?ntegratie vaker aan de orde is geweest. Nu worden de laatste stappen gezet. De plannen die worden vastgesteld lijken te ambitieus. Het bemiddelen van 5000 cliënten is te hooggegrepen. In tijden van economische recessie verdwijnt laaggekwalificeerde arbeid. De PvdA wil echter niet te pessimistisch zijn en gaat akkoord met het voorliggende beleidsplan. Over de langdurigheidstoeslag wordt opgemerkt dat een nieuwe situatie vraagt om nieuwe maatregelen. De gemeentelijke mogelijkheden zijn echter beperkt. Bezien moet worden of er mogelijkheden zijn om de termijn terug te brengen naar drie jaar, en of er extra aandacht kan zijn voor onvolledige gezinnen. CU/SGP vraagt of er ook aandacht wordt gevraagd voor de positie van mensen met deeltijdwerk? PvdA zegt geen mogelijkheden te zien de conceptmotie van destijds te steunen. Deze zou ingaan tegen de huidige wetgeving. CU/SGP is van mening dat de houding ten aanzien van tijdelijk werk veel nieuwe elementen bevat. De vraag is of de automatiseringssystemen al deze extra administratieve rompslomp kunnen verwerken. Gevraagd wordt naar de relatie van het beleidsplan met de notitie maatschappelijke opvang. Hoe zit het met uitkeringen voor daklozen? Welke rol heeft de sociale dienst? Hoe zit het met de toekomstige huisvesting van CWI/UWV. Zitten zij al niet samen in een gebouw? Veel waarde wordt gehecht aan de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigde, maar de
10
vraag is hoever die reikt. Op dit punt wordt om een toelichting gevraagd. De ambitie van de gemeente is om 5350 werkzoekenden aan werk te helpen, maar welke 5350 mensen zijn dit? Hoe worden zij geselecteerd? Naar aanleiding van de agenda van de toekomst wordt gevraagd waar de mensen zijn gebleven die niet succesvol waren? Is er sprake van nazorg of sociale activering? Met de VVD vraagt CU/SGP om meer toelichting op de ID-banen; bijvoorbeeld de verdeling in groepen. Voor alleenstaande ouders is een sluitende aanpak gewenst, ouders moeten zelf kunnen kiezen. Er is een spanningsveld ten aanzien van kinderopvang; wie draagt zorg voor betaling? Gevraagd wordt om de opvattingen over maatschappelijke ondersteuning danwel mantelzorg. Hoever wil men gaan? Ten aanzien van de (concept) motie duurzame gebruiksgoederen volgt CU/SGP de CDA-lijn. GroenLinks zegt de stukken met belangstelling te hebben gelezen. Er is sprake van goede ontwikkelingen. Alles wordt wel erg gericht op doorstroming. Het voorgestelde beleid op (arbeids)participatie wordt als positief beschouwd, maar ook vrijwilligerswerk moet op waarde worden geschat. In de stukken is te weinig aandacht voor zelfstandig ondernemerschap (bv. ondersteuning door Stabij). Kleinschalige bedrijven kunnen zorgen voor extra werkgelegenheid. GroenLinks vraagt om extra aandacht voor deeltijdwerkers en hoe voorkomen kan worden dat mensen in de zogenaamde armoede-val terechtkomen. Gevraagd wordt om meer toelcihting op de instroom- en uitstroomcijfers. Worden deze cijfers gezien in samenhang met ontwikkelingen op de arbeidsmarkt? Is de wethouder EP betrokken? Dan rest nog een aantal vragen. Gaarne een toelichting op waarom de uitstroomcijfers niet worden gehaald? Wat als de trajectduur wordt overschreden? Waarom is er op de doorstroomladder geen aandacht voor doorstroom naar reguliere banen? Welke bijdrage wordt gevraagd van bedrijven, passen zij zich aan? Is de marktwerking voor de kinderopvang toereikend? Wordt het arbeidsmarktbeleid gericht op laaggeschoolden? Komt er een doelmatigheidsrapportage naar de raad? Met betrekking tot de brief over de conceptmotie sluit GroenLinks zich aan bij het CDA. Haagse Stadspartij zegt moeite te hebben met de toon van de voorliggende stukken. Er is sprake van “lik op stuk” beleid, “het afdwingen van gedragswijzigingen” en een “scherper beleid”. Het lijkt alsof er sprake is van beleid voor crimin elen en fraudeurs. Dat moet voorkomen worden. Er wordt veel naar het bedrijfsleven toe gedacht, dan wordt niet van de cliënten uitgegaan. Er is sprake van verspilling van potentieel. De trajecten worden gericht op laaggeschoolden, het blijkt heel moeilijk onder dit stigma uit te komen. Het gevaar bestaat dat als dit werk eenmalig geaccepteerd wordt men daar nooit meer uitkomt. Ook is er sprake van teveel druk voor alleenstaande ouders en veel stress die daaruit voortkomt. VVD stelt dat alleenstaande ouders het vast niet gemakkelijk hebben. Waarom wordt deze groep altijd ontzien? In vele twee-ouder-gezinnen is er sprake van twee banen, dat is toch een vergelijkbare situatie? Haagse Stadspartij is van mening dat mensen om wie het gaat bij het beleid moeten worden betrokken, er kan gevraagd worden wat zij willen. GroenLinks is voorstander van het stimuleren van werken in deeltijd, juist voor deze doelgroep. Haagse Stadspartij vraagt om meer informatie over streefcijfers en uitvalcijfers. Hoe kunnen jongeren worden gestimuleerd en hoe kan meer worden geboden dan slechts laaggeschoold werk. Er wordt veel verwezen naar het jeugdwerkgarantieplan maar bij het CWI leidt dit vaak tot niets. De bemiddeling is dan niet adequaat. De vraag is welke verantwoordelijkheid burgers zelf houden. In hoeverre is er sprake van verplichte participatie. De gestelde verplichting om Nederlands te leren is uitstekend, maar wie betaalt? De houding ten opzichte van de van cliënten is van groot belang. Het is goed dat aan iedereen gevraagd wordt een steentje bij te dragen aan de samenleving. Maar als dat niet lukt moet er geen sprake zijn van zware sancties, dan kan ook gezocht worden naar de achterliggende motieven. Nu
11
moeten mensen zich toch teveel aanpassen aan het arbeidsethos. De bemiddelingstrajecten lijken re?el maar de vraag is of het aantal te bemiddelen cliënten haalbaar is. De Haagse Stadspartij wil de voorgestelde motie over duurzame gebruiksgoederen handhaven. SP stelt ook de voorgestelde motie te blijven steunen. Er is wel nog een vraag over de trajecten. Hoe dwingend van aard zullen deze zijn. Er is sprake van individuele re?ntegratie-trajecten, in hoeverre mogen mensen nog zelf kiezen? Is de aanbestedingsprocedure voor re?ntegratie-trajecten al gestart? Ambities zullen nu gerealiseerd moeten worden. De voorzitter geeft het woord aan de wethouder voor een reactie. Wethouder OSWI vindt het belangrijk te melden dat het rapporteren over de resultaten, dus monitoring van doelgroepen, reeds is toegezegd. Daarover hoeft geen discussie te ontstaan. De re?ntegratie-bedrijven zullen werken op basis van “best cure – best pay”. Over de positie van de klanten merkt hij op dat op dit punt een onderzoek wordt opgezet. Hij is bereid om met de commissie van gedachten te wisselen over de wijze waarop dit het beste kan gebeuren. In geval van bijstandsuitkeringen wordt daar dwingend Nederlandse les tegenover gezet. Dat zal voor iedereen gelden die geen Nederlands beheerst. Als de arbeidsmarkt daartoe aanleiding geeft worden voor 57,5 jarigen ontheffingen mogelijk gemaakt.Mensen boven de 57,5 jaar mogen 13 weken in het buitenland verblijven. Mensen onder die leeftijd niet, voor hen geldt een maximum van 4 weken. Hij verwacht wel dat de uitzonderingsregels de komende jaren, afhankelijk van maatschappelijke en economische ontwikkelingen, nog wel in discussie worden gebracht. In de verslaglegging over de voortgang zal ook worden ingegaan op trajectuitval. De wethouder geeft aan dat het denken over gesubsidieerd werk, en “sociaal-werk-plus” volop in beweging is. Over outplacement van ID-ers merkt hij op dat hier geen sprake kan zijn van een verplichting, wel van een verzoek. In een schriftelijke reactie zal hij ingaan op de vraag van Leefbaar Den Haag over trajectkosten. Met betrekking tot de motie verwijst hij naar hetgeen gesteld is in zijn schriftelijke reactie. Ten aanzien van de opmerkingen van de Haagse Stadspartij over de toonzetting van het stuk zegt hij toe hierop nog kritisch te zullen lezen. Hij wil voorkomen dat cli?nten zich, door gebruikte terminologie, in een bepaalde hoek gezet voelen. Over de ambitie en gestelde doelen zegt hij dat 60% uitstroom het doel blijft. Op verschillende manieren is en blijft (een weg naar) betaald werk het einddoel. Dat kan op verschillende manieren en die zijn in de beleidsnotitie toegelicht. Over kinderopvang en de nieuwe regelgeving op dat gebied wordt binnenkort in de commissie WDLY gesproken. In reactie op een vraag van GroenLinks stelt hij dat de weg van een uitkering naar zelfstandig ondernemerschap een ingewikkelde blijkt te zijn. Het gaat om hoogstens 60 gevallen per jaar. De kwestie van het werken in deeltijd en de beruchte armoedeval is vaker besproken. Feit is dat betrokkenen hier ook zelf een keuze in hebben maar de zaak is gecompliceerd. De wethouder denkt hiermee de belangrijkste vragen te hebben beantwoord. Hij zal in een schriftelijke reactie ingaan op nog openstaande vragen. De voorzitter sluit, ook gezien het late tijdstip, hiermee dit agendapunt af. De stukken worden doorgeleid naar de eerstvolgende raadsvergadering. E.
Overigen /
F. Sluiting
Geen. De voorzitter sluit de vergadering om 01.20 uur.
12