GESTRA Steam Systems
TRS 5-8 Gebruiksaanwijzing 810197-00 GESTRA temperatuurschakelaar TRS 5-8
NL
Nederlands
TRS 5-8
Fig. 1
WH
JE
GW
BU
R
wit
geel
groen
blauw
Inregelweerstand
Fig. 2
TRS 5-8
Fig. 3
Fig. 4
NEDERLANDS Veiligheidsinstructies De temperatuurschakelaar TRS 5-8 mag alleen worden toegepast voor het bewaken van temperatuurgrenswaarden. De TRS 5-8 mag alleen worden toegepast in combinatie met GESTRA temperatuursensoren. Het instrument mag alleen door gekwalificeerd personeel worden geinstalleerd. Voor de installatie moet de installatie spanningsloos worden geschakeld! Storingen alleen door de leverancier laten oplossen. Manipulaties of wijzigingen aan het instrument brengen de veiligheid van de installatie in gevaar.
Waarschuwing De klemmenstrook van de TRS 5-8 staat tijdens bedrijf onder spanning. Zware verwondingen door elektrische stroom zijn mogelijk. Voor de demontage van het bovendeel van het instrument of de 19"-module mag er geen spanning op de installatie staan of de spanning moet zijn uitgeschakeld.
Toepassing De MIN/MAX-temperatuurschakelaar TRS 5-8 is in combinatie met de temperatuursensor TRG 5-53, TRG 5-54, TRG 5-55, TRG 5-56, TRG 5-57 of TRG 5-58 een temperatuurschakelaar conform DIN 3440. De temperatuurschakelaar is toegelaten voor stoom- en heetwaterinstallaties conform TRD 604 en ook voor alle typen verwarmingsinstallaties. Het instrument signaleert een alarm bij het bereiken van de ingestelde MIN/MAX-grenswaarden.
Gewicht Ca. 1,0 kg Afmetingen Zie figuur 3.
Inbouw Model “b” (figuur 3) DIN-montagerail aanwezig 1. Temperatuurschakelaar in de DIN-montagerail “klikken”. 2. Kapschroeven A losdraaien en de kap B van het onderdeel C verwijderen. DIN-montagerail niet aanwezig 1. Kapschroeven A losdraaien en de kap B van het onderdeel C verwijderen. 2. Klikbevestiging E afschroeven. 3. Gemarkeerde plaats F met een boor ∅ 4,3 mm doorboren. 4. Onderdeel met twee schroeven M4 op basisplaat monteren.
Opgelet Voor voldoende ventilatie moet ten opzichte van andere instrumenten en modules altijd een minimale afstand van 20 mm worden aangehouden.
Elektrische aansluiting
Voedingsspanning 230 V ±10%, 50/60 Hz 115 V ±10%, 50/60 Hz 24 V ±10%, 50/60 Hz Nom. spanning zie typeplaat.
1. Kabeldoorvoer D kiezen en de betreffende plaats doorbreken (figuur 3). 2. Klemmenstroom op de TRS 5-8 conform het aansluitschema aansluiten (figuur 1). Als kabel moet een afgeschermde, 4-aderige kabel worden gebruikt bijvoorbeeld IY (ST)Y 2x2x0,8 mm of LIYIC 4x0,5 mm2, lengte max. 100 m. 3. Kap B plaatsen en op het onderdeel C schroeven. 4. Klemmen op de weerstandsthermometer TRG 5 aansluiten (figuur 2). TRG 5-54/-56/-58: op de geel gemarkeerde klemmen alleen extra aanwijsinstrumenten aansluiten.
Opgenomen vermogen Ca. 5 VA
Opgelet
Technische gegevens Type-goedkeuring TW 1068 95
Ingang Aansluiting voor weerstandsthermometer TRG 5-53 t/m -58 (Pt100) in driedraadstechniek Uitgang Twee potentiaalvrije omschakelcontacten. Maximale schakelstroom bij schakelspanningen 24 V, 115 V en 230 V AC: ohms 4 A met 5 x105 schakelingen, inductief 0,75 A bij cos ϕ = 0,5 met 2x106 schakelingen. Maximale schakelstroom bij schakelspanning 24 V DC: 4 A. Contactmateriaal zilver, hard verguld. Grenswaarde temperatuurbereik +30°C t/m +540°C, instelbaar in stappen van 2°C Schakelhysterese Bij MAX-grenswaarde -5°C Bij MIN-grenswaarde +5°C Aanwijzingen en bedieningselementen Twee LED’s “Alarm”, een LED “bedrijf”, twee DIPschakelaars voor de instelling van de MIN/MAX-grenswaarden. Beschermingsklasse IP 20 (DIN 400050) Toelaatbare omgevingstemperatuur 0°C t/m +55°C Materiaal huis Onderdeel ABS, zwart Bovendeel ABS, grijs
Ter beveiliging van de schakelcontacten moeten deze met een zekering T 2,5 A worden uitgerust of conform TRD worden beveiligd (T 1 A bij 72 hbedrijf). Afscherming alleen op de klem 10 van de temperatuurschakelaar aansluiten. De afscherming mag geen galvanische verbinding hebben met het aardpotentiaal. Bij het afschakelen van inductieve verbruikers ontstaan spanningspieken die het functioneren van besturings- en regelinstallaties aanmerkelijk kunnen beinvloeden. Inductieve verbruikers met standaard RC-combinaties uitrusten, bijv. 0,1 mF/100.
Grenswaardetemperatuur instellen Op de TRS 5-8 bevinden zich twee DIP-schakelaars 1/2 voor de temperatuurinstelling (figuur 4). Voorbeelden:
Een grenswaardetemperatuur van τmax = 176°C moet worden ingesteld. De DIP-schakelaar toont acht waarden van “2” t/m “256”. De basistemperatuur is 30 °C. Schakelaar “2”, “16” en “128” met een schroevedraaier naar rechts verdraaien. Opgeteld resulteren deze waarden in een temperatuur van 146°C. Opgeteld bij de basistemperatuur van 30°C resulteert de gewenste grenswaardetemperatuur van τmax = 176°C.
Een grenswaardetemperatuur van τmax = 79°C moet worden ingesteld. Schakelaar “16” en “32” naar rechts verdraaien met een schroevedraaier. Opgeteld resulteren deze waarden in een temperatuur van 48°C. Opgeteld bij de basistemperatuur van 30° resulteert een gewenste grenswaardetemperatuur van τmax = 78°C omdat de instelling slechts mogelijk is in stappen van 2°C.
Benodigd gereedschap: schroevedraaier (2,5/75) VDE 0680
Functionele beproeving 1. Na het activeren van de netspanning moet de groene LED 5 constant gaan branden (figuur 4). 2. Verwarmingsinstallatie zover op temperatuur brengen tot de bovenste grenswaarde (MAX) wordt overschreden. De rode LED 3 moet gaan branden. 3. Temperatuur laten afnemen. De LED 3 moet weer uitgaan. 4. Temperatuur zover laten afnemen tot de onderste grenswaardetemperatuur wordt onderschreden. De rode LED 4 moet gaan branden.
5. Temperatuur laten toenemen. De LED 4 moet uitgaan. 6. Testalarm activeren:
MAX-alarm: klemmen 10 en 12 overbruggen (figuur 1).
MIN-alarm: klemmen 10 en 11 overbruggen (figuur 1).
7. Kabelbreuk simuleren: kabel naar de klemmen 3, 4 en 5 v van de weerstandsthermometer onderbreken (figuur 2). De rode LED 3 moet gaan branden.
Storingsanalyse Storing A: De temperatuurschakelaar schakelt bij normale bedrijfstemperatuur een “extern”, via het relais aangesloten alarm in. Oplossing 1: Controleer of de groene LED 5 brandt. Indien dit niet het geval is controleer dan of het instrument wordt gevoed door de netspanning. Oplossing 2: Controleer of de verbindingskabel met de TRG 5 is beschadigd. Oplossing 3: Controleer of de weerstandswaarde op de TRG 5 overeenkomt met de installatietemperatuur. Bij afwijkingen moet de meeteenheid worden vervangen (zie gebruiksaanwijzing TRG 5-...). Storing B: De functionele beproeving was niet succesvol. Oplossing: TRS 5-8 vervangen. Neem contact op met onze service-afdeling indien er storingen optreden die hier niet zijn genoemd.
Conformiteitsverklaring (CE-verklaring) Voor het instrument TRS bevestigen wij de conformiteit met de volgende Europese richtlijnen:
Laagspanningsrichtlijn 73/23/EWG versie 93/68/EWG
EMC-richtlijn 89/336/EWG versie 93/68/EWG
De volgende geharmoniseerde normen dienden als uitgangspunt:
Laagspanningsnorm EN 60947-5-1: 1 91
EMC normen EN 50 081-2, EN 50 082-2
Bij een niet in overleg met ons uitgevoerde wijziging van het instrument is deze verklaring niet langer geldig. Bremen, 28. 4. 1997 GESTRA GmbH
Dr. Anno Krautwald
Dr. Christian Politt
Wereldwijde vertegenwoordigingen vindt u onder:
www.gestra.de Vertegenwoordigd door:
Transmark Fcx Netherlands Coenecoop 19 NL2741 PG Waddinxveen Postbus 385 NL2740 AJ Waddinxveen Telefoon 00 31 / 182 64 22 22 Telefax 00 31 / 182 64 22 33 E-mail
[email protected] Internet www.transmark-fcx.com
Transmark Fcx Belgium Bredastraat 129/133 B2060 Antwerpen België Tel: 00 32 / 3 / 205.13.20 Fax: 00 32 / 3 / 232.84.34 E-mail
[email protected] Internet www.transmark-fcx.com
GESTRA AG P. O. Box 10 54 60, D28054 Bremen Münchener Str. 77, D28215 Bremen Telefon 0049 (0) 421 / 35 03 0, Telefax 0049 (0) 421 / 35 03393 EMail
[email protected], Internet www.gestra.de 81019700/02-1998 · GESTRA AG · Bremen · Printed in Germany
GESTRA