Voorbeeld.
Resultaten studentenenquête Geschiedenis van het privaatrecht: geschiedenis van de koop (capita selecta) (RP54) Studiejaar 2008-2009
Afdeling Onderwijs, Studentenzaken & Onderzoek Faculteit der Rechtsgeleerdheid Erasmus Universiteit Rotterdam
Studentenenquête Geschiedenis van het privaatrecht: geschiedenis van de koop (capita selecta) (RP54) Studiejaar 2008-2009 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1. Doel van de enquête 1.2. Methode 1.3. Betrouwbaarheid 1.4. Specificatie grenspercentage 1.5. De negatieve perceptiemeter 1.6. Leeswijzer
2 2 2 3 3 4 4
2. Resultaten enquête 2.1. Frequentie overzicht 2.2. Gemiddelde score en standaarddeviatie 2.3. Grafieken literatuur, doceerprestaties, vak en tentamen 2.4. Resultaten Binomiaal toets
5 5 12 13 15
3. Toelichtingen A. Legenda bij de frequentietabellen C. Legenda bij gemiddelde en standaarddeviatie B. Uitleg bij de Binomiaal toets
16 16 16 16
Bijlage: Antwoorden open vragen.
17
Bijlage: Resultaten (eind)tentamen.
18
1
1. Inleiding 1.1. Doel van de enquête Binnen de Faculteit der Rechtsgeleerdheid worden alle rechtsgeschiedenisvakken in de masteropleidingen tweejaarlijks geëvalueerd. De evaluaties worden uitgevoerd door de afdeling Onderwijs, Studentenzaken & Onderzoek van de faculteit. Na het tentamen (in een enkel geval na de laatste onderwijsweek) worden de studenten via een channelbericht en e-mail opgeroepen van het betreffende vak een vragenlijst in te vullen. Het doel van deze enquête is het onderzoeken van het oordeel van de studenten over de kwaliteit van het onderwijs (inhoud vak, colleges, werkgroepen, tentamen). De uitslag van de enquête heeft een signalerende functie. Als de negatieve beoordeling door de studenten beduidend naar boven afwijkt ten opzichte van het vastgestelde grenspercentage (zie §1.4.), dan wordt dit geacht een indicatie te zijn dat er een ‘probleem’ (van welke aard ook) bestaat. Het bekend maken van de enquêteresultaten 1 en het vervolgtraject liggen vast in een protocol. Dit protocol is in te zien op http://www.frg.eur.nl/onderwijs/enquetes/index.htm Wanneer docenten naar aanleiding van de enquête behoefte hebben aan nadere analyse of onderzoek, dan behoort dit na overleg met de betrokken onderwijsdecaan tot de mogelijkheden. 1.2. Methode De enquête bestaat voor elk vak uit een zelfde reeks (voor het merendeel) gesloten vragen over het onderwijs, de stof en het tentamen. Daarnaast kan op verzoek van de contactdocent voor elk vak een vijftal extra vragen worden opgenomen. In bijzondere gevallen, bijvoorbeeld bij de introductie van een nieuw vak, kan een aangepaste enquête worden afgenomen. Alle gesloten vragen zijn meer-puntsitems, waar één antwoord moet worden aangevinkt. De studenten worden direct na het tentamen via een channelbericht en e-mail gevraagd de vragenlijst in te vullen. Dit kan gedurende 21 dagen 2 . De enquête is anoniem en bevat geen vragen op grond waarvan een student zou kunnen worden geïdentificeerd.
1
Een papierenversie van de enquêteresultaten wordt alleen aangemaakt indien het aantal respondenten groter is dan negen. 2 Vallen binnen deze 21 dagen de kerstdagen en oud- en nieuwsjaardag, dan wordt het aantal dagen dat de vragenlijst kan worden ingevuld met acht verlengd.
2
1.3. Betrouwbaarheid Het aantal studenten dat aan dit tentamen heeft mee gedaan is: 14. Bij een dergelijk aantal studenten wordt gestreefd naar een steekproefomvang van minimaal 7 studenten 3 . De enquête heeft opengestaan van 19-12-2008 tot en met 17-01-2009, in dat tijdvak hebben in totaal 12 studenten de moeite genomen de studentenenquête voor het vak Geschiedenis van het privaatrecht: geschiedenis van de koop (capita selecta) in te vullen. Dit is meer dan het nagestreefde aantal, hieruit kan geconcludeerd worden dat de verzamelde gegevens een voldoende betrouwbare beschrijving geven van de mening van alle betrokken studenten over het vak. 1.4. Specificatie grenspercentage Een groot deel van de standaardvragen kan met 'uitstekend' tot 'slecht' gewaardeerd worden. Het betreft vragen over literatuur, docenten, opbouw/samenstelling van het onderwijs, het tentamen en het totaaloordeel over het vak. De twee antwoordcategorieën 'matig' en 'slecht' brengen tot uitdrukking dat de studenten het beoordeelde aspect onder de maat vinden. De som van de antwoordpercentages van de twee antwoordcategorieën 'matig' en 'slecht' wordt voor alle vragen waarvoor dat relevant is, weergegeven in een grafiek. Vervolgens wordt nagegaan bij welke vragen deze negatieve scores groter zijn dan 30% 4 . Indien dit het geval is, wordt getoetst 5 of de score statistisch significant 6 naar boven afwijkt van 30%. Wanneer dit het geval is, is er aanleiding de kwaliteit van het bevraagde aspect van het onderwijs ter discussie te stellen. Er is voor gekozen enkel deze negatieve waarden op statistische betrouwbaarheid te toetsen. De frequentieverdeling van de scores worden compleet weergegeven. De antwoorden op de open vragen zijn niet nader geanalyseerd. De antwoorden op deze vragen worden letterlijk weergegeven. 3
Voor B1 vakken wordt het minimale aantal studenten berekend op basis van onderstaande formule (Yamane, 1967), waarbij N=aantal tentamendeelnemers, e= het gewenste betrouwbaarheidsinterval (±0.1= ±10%) en n= steekproefomvang.
Voor B2/B3 vakken en mastervakken waarbij het tentamen door meer dan 100 studenten is gemaakt, wordt eveneens gebruik gemaakt van bovenstaande formule. Voor B2/B3 vakken en mastervakken waarbij het tentamen door minder dan 101 studenten gemaakt is, dient de respons ten minste 50% te zijn. 4 Dit percentage wordt al vanaf het studiejaar 1993-1994 gehanteerd als grenspercentage. 5 De toets wordt alleen uitgevoerd indien het aantal respondenten dat de vraag heeft beantwoord, groter is dan zeven. 6 Door afwijkingen op significantie te toetsen, wordt voorkomen dat toevallige uitschieters die gebaseerd zijn op een beperkt aantal waarnemingen ten onrechte al te serieus worden genomen.
3
1.5. De negatieve perceptiemeter De negatieve perceptiemeter is een manier om iets meer te weten te komen over hoe de negatieve oordelen over alle respondenten gespreid zijn. Er wordt geteld hoeveel maal per respondent het oordeel 'matig' en/of 'slecht' gegeven wordt. Deze aantallen vormen als het ware de antwoordcategorieën bij deze variabele. Vervolgens wordt van elk aantal (aantal = aantal maal 'matig' en/of 'slecht' bij 1 respondent) geteld bij hoeveel respondenten dit voorkomt. Een laag gemiddelde met een grote spreiding duidt bij deze variabele op het bestaan van een kleine groep respondenten met veel negatieve oordelen. Naarmate de spreiding kleiner is, duidt dit meer op een algemeen gevoel van de totale groep respondenten. Na de koptekst ''de negatieve perceptiemeter'' staat tussen haakjes het aantal vragen waarop de perceptiemeter betrekking heeft. In de regel zijn dit de vragen naar het oordeel over literatuur, doceren, opbouw & samenstelling van het onderwijs en het totaaloordeel over het betreffende vak en tentamen. 1.6. Leeswijzer In het volgende hoofdstuk ''Resultaten enquête'' worden achtereenvolgens de paragrafen frequentieoverzichten, gemiddelde score en standaarddeviatie, grafieken en resultaten van de Binomial toets gepresenteerd. De resultaten laten zich het snelste lezen door te kijken naar ''Valid percent'' (valide percentage) in de paragraaf frequentieoverzicht en naar ''Mean'' (gemiddelde) in de paragraaf gemiddelde score en standaard deviatie. De antwoordcategorieën lopen van een positief oordeel (score 1) door naar een negatief oordeel (score 5), een laag gemiddelde wijst derhalve op een positief oordeel van de studenten. Er zijn twee soorten grafieken, één met alle positieve scores (inclusief neutraal) en één met de negatieve scores. Bij de grafieken met negatieve scores is indien het grenspercentage wordt overschreden, aangegeven of deze overschrijding significant (s.) is dan wel niet significant (n.s.) is. Ten slotte de resultaten van de Binomiaal toets, deze worden enkel weergeven in die gevallen waarbij de overschrijding van het grenspercentage significant is.
4
2. Resultaten enquête 2.1. Frequentie overzicht VAR100 Ik vind dit vak .......
Frequency Valid
Niet makkelijk/niet moeilijk
Percent
Valid Percent
6
50,0
Cumulative Percent 50,0
50,0 100,0
Moeilijk
6
50,0
50,0
Totaal
12
100,0
100,0
VAR200 Ik vind dit vak .......
Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Zeer interessant
3
25,0
25,0
25,0
Interessant
8
66,7
66,7
91,7
1
8,3
8,3
100,0
12
100,0
100,0
Niet interessant/niet oninteressant Totaal
VAR400 Wat vindt u van het studiemateriaal zoals opgenomen in de reader?
Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Uitstekend
1
8,3
8,3
8,3
Goed
9
75,0
75,0
83,3
Neutraal
1
8,3
8,3
91,7
Matig
1
8,3
8,3
100,0
Totaal
12
100,0
100,0
VAR500 Wat vindt u van de omvang van dit vak, gezien de werkelijke studiebelasting (6 ECTS)?
Frequency Valid
Volgens opgave studiegids
Percent 12
Valid Percent 100,0
100,0
Cumulative Percent 100,0
VAR600 In welke mate vindt u dat de in de studiegids genoemde leerdoelen bij dit vak zijn nagestreefd?
Frequency Valid
Ruim voldoende Voldoende Totaal
Percent 3
Valid Percent 25,0
Cumulative Percent 25,0
25,0 100,0
9
75,0
75,0
12
100,0
100,0
5
VAR800 Hoe beoordeelt u de opbouw van de colleges van Dr.Mr. T. Wallinga? (Indien u geen onderwijs bij deze docent heeft gevolgd vink dan de laatste keuzemogelijkheid aan)
Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Uitstekend
4
33,3
33,3
33,3
Goed
8
66,7
66,7
100,0
Totaal
12
100,0
100,0
VAR801 Hoe beoordeelt u de inhoudelijke uitleg van de collegestof door Dr.Mr. T. Wallinga?
Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Uitstekend
3
25,0
25,0
25,0
Goed
9
75,0
75,0
100,0
Totaal
12
100,0
100,0
VAR802 Hoe beoordeelt u het gebruik van hulpmiddelen (sheets, foto_s en dergelijke) door Dr.Mr. T. Wallinga tijdens de colleges?
Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Uitstekend
1
8,3
8,3
8,3
Goed
6
50,0
50,0
58,3
Neutraal
3
25,0
25,0
83,3 100,0
Matig
2
16,7
16,7
Totaal
12
100,0
100,0
VAR803 Wat is uw totaaloordeel over het gegeven (college)onderwijs door Dr.Mr. T. Wallinga?
Frequency Valid
Valid Percent
Cumulative Percent
4
33,3
33,3
33,3
Goed
7
58,3
58,3
91,7 100,0
Neutraal Totaal
6
Percent
Uitstekend
1
8,3
8,3
12
100,0
100,0
VAR805 Hoe beoordeelt u de opbouw van de colleges van Prof.Mr. L.C. Winkel? (Indien u geen onderwijs bij deze docent heeft gevolgd vink dan de laatste keuzemogelijkheid aan)
Frequency Valid
Missing
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Uitstekend
2
16,7
28,6
28,6
Goed
5
41,7
71,4
100,0
Totaal
7
58,3
100,0
5
41,7
12
100,0
Geen onderwijs gevolgd bij deze docent
Totaal
VAR806 Hoe beoordeelt u de inhoudelijke uitleg van de collegestof door Prof.Mr. L.C. Winkel?
Frequency Valid
Missing
Percent
Valid Percent
Uitstekend
2
16,7
Goed
5
Totaal
7
-1,00
5
41,7
12
100,0
Totaal
Cumulative Percent 28,6
28,6
41,7
71,4
100,0
58,3
100,0
VAR807 Hoe beoordeelt u het gebruik van hulpmiddelen (sheets, foto_s en dergelijke) door Prof.Mr. L.C. Winkel tijdens de colleges?
Frequency Valid
Missing Totaal
Percent
Valid Percent
Goed
3
25,0
Neutraal
4
Totaal
7
-1,00
Cumulative Percent 42,9
42,9
33,3
57,1
100,0
58,3
100,0
5
41,7
12
100,0
7
VAR808 Wat is uw totaaloordeel over het gegeven (college)onderwijs door Prof.Mr. L.C. Winkel?
Frequency Valid
Missing
Percent
Valid Percent
Uitstekend
2
16,7
Goed
5
Totaal
7
-1,00
5
41,7
12
100,0
Totaal
Cumulative Percent 28,6
28,6
41,7
71,4
100,0
58,3
100,0
VAR1400 Wat vindt u van de opbouw van het geheel van colleges?
Frequency Valid
Uitstekend
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
1
8,3
8,3
8,3
Goed
11
91,7
91,7
100,0
Totaal
12
100,0
100,0
VAR1500 Wat vindt u van de samenhang van dit vak met de andere master vakken in dit semester?
Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Uitstekend
1
8,3
8,3
8,3
Goed
7
58,3
58,3
66,7 100,0
Neutraal Totaal
4
33,3
33,3
12
100,0
100,0
VAR1600 Wat is uw totaaloordeel over het onderwijs?
Frequency Valid
Valid Percent
Cumulative Percent
2
16,7
16,7
16,7
Goed
9
75,0
75,0
91,7 100,0
Neutraal Totaal
8
Percent
Uitstekend
1
8,3
8,3
12
100,0
100,0
VAR2100 Hoe beoordeelt u het niveau van het tentamen?(Indien u niet aan het tentamen heeft deelgenomen vink dan de laatste keuzemogelijkheid aan)
Frequency Valid
Missing
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Makkelijk
2
16,7
18,2
18,2
Neutraal
45,5
63,6 100,0
5
41,7
Moeilijk
4
33,3
36,4
Totaal
11
91,7
100,0
1
8,3
12
100,0
Niet aan het tentamen deelgenomen
Totaal
VAR2200 Was vooraf duidelijk welk soort tentamenvragen gesteld zouden worden?
Frequency Valid
Missing
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Zeer duidelijk
2
16,7
18,2
18,2
Duidelijk
7
58,3
63,6
81,8
Neutraal
100,0
2
16,7
18,2
Totaal
11
91,7
100,0
-1,00
1
8,3
12
100,0
Totaal
VAR2300 Vindt u dat de tentamenvragen helder zijn geformuleerd?
Frequency Valid
Missing
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Uitstekend
2
16,7
18,2
18,2
Goed
5
41,7
45,5
63,6
Matig
3
25,0
27,3
90,9 100,0
Slecht
1
8,3
9,1
Totaal
11
91,7
100,0
-1,00
Totaal
1
8,3
12
100,0
VAR2400 Wat is uw totaaloordeel over het tentamen?
Frequency Valid
Missing Totaal
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Goed
9
75,0
81,8
81,8
Matig
2
16,7
18,2
100,0
Totaal
11
91,7
100,0
-1,00
1
8,3
12
100,0
9
VAR2500 Wat is uw totaaloordeel over het vak?
Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Uitstekend
2
16,7
16,7
Goed
9
75,0
75,0
91,7
Neutraal
1
8,3
8,3
100,0
12
100,0
100,0
Totaal
16,7
VAR2600 Welk soort inschrijving heeft u?
Frequency Valid
Voltijd
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
11
91,7
91,7
91,7
Deeltijd
1
8,3
8,3
100,0
Totaal
12
100,0
100,0
VAR2700 Hoeveel uur per week heeft u gemiddeld aan dit vak besteed (inclusief colleges, werkgroepen en vaardighedenonderwijs indien gevolgd)?
Frequency Valid
minder dan 11 uur 11 t/m 14 uur Totaal
10
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
10
83,3
83,3
83,3
2
16,7
16,7
100,0
12
100,0
100,0
De negatieve perceptiemeter (over 9 vragen)
Frequency Valid
,00
Percent 9
Valid Percent 75,0
Cumulative Percent 75,0
75,0 100,0
1,00
3
25,0
25,0
Total
12
100,0
100,0
Histogram
Mean =0,25 Std. Dev. =0,452 N =12 0 0
1
2
3
4
5
De negatieve perceptiemeter (over 9 vragen)
11
2.2. Gemiddelde score en standaarddeviatie N
Mean
Std. Deviation
VAR400 Wat vindt u van het studiemateriaal zoals opgenomen in de reader?
12 2,1667
,71774
VAR500 Wat vindt u van de omvang van dit vak, gezien de werkelijke studiebelasting (6 ECTS)?
12 2,0000
,00000
VAR600 In welke mate vindt u dat de in de studiegids genoemde leerdoelen bij dit vak zijn nagestreefd?
12 1,7500
,45227
VAR800 Hoe beoordeelt u de opbouw van de colleges van Dr.Mr. T. Wallinga? (Indien u geen onderwijs bij deze docent heeft gevolgd vink dan de laatste keuzemogelijkheid 12 1,6667 aan)
,49237
VAR801 Hoe beoordeelt u de inhoudelijke uitleg van de collegestof door Dr.Mr. T. Wallinga?
12 1,7500
,45227
VAR802 Hoe beoordeelt u het gebruik van hulpmiddelen (sheets, foto_s en dergelijke) door Dr.Mr. T. Wallinga tijdens de colleges?
12 2,5000
,90453
VAR803 Wat is uw totaaloordeel over het gegeven (college)onderwijs door Dr.Mr. T. Wallinga?
12 1,7500
,62158
VAR805 Hoe beoordeelt u de opbouw van de colleges van Prof.Mr. L.C. Winkel? (Indien u geen onderwijs bij deze docent heeft gevolgd vink dan de laatste keuzemogelijkheid aan)
7 1,7143
,48795
VAR806 Hoe beoordeelt u de inhoudelijke uitleg van de collegestof door Prof.Mr. L.C. Winkel?
7 1,7143
,48795
VAR807 Hoe beoordeelt u het gebruik van hulpmiddelen (sheets, foto_s en dergelijke) door Prof.Mr. L.C. Winkel tijdens de colleges?
7 2,5714
,53452
VAR808 Wat is uw totaaloordeel over het gegeven (college)onderwijs door Prof.Mr. L.C. Winkel?
7 1,7143
,48795
12 1,9167
,28868
VAR1500 Wat vindt u van de samenhang van dit vak met de andere master vakken in dit 12 2,2500 semester?
,62158
VAR1600 Wat is uw totaaloordeel over het onderwijs?
12 1,9167
,51493
VAR2100 Hoe beoordeelt u het niveau van het tentamen?(Indien u niet aan het tentamen heeft deelgenomen vink dan de laatste keuzemogelijkheid aan)
11 3,1818
,75076
VAR2200 Was vooraf duidelijk welk soort tentamenvragen gesteld zouden worden?
11 2,0000
,63246
VAR2300 Vindt u dat de tentamenvragen helder zijn geformuleerd?
11 2,6364
1,36182
VAR2400 Wat is uw totaaloordeel over het tentamen?
11 2,3636
,80904
VAR2500 Wat is uw totaaloordeel over het vak?
12 1,9167
,51493
VAR2700 Hoeveel uur per week heeft u gemiddeld aan dit vak besteed (inclusief colleges, werkgroepen en vaardighedenonderwijs indien gevolgd)?
12 1,1667
,38925
VAR1400 Wat vindt u van de opbouw van het geheel van colleges?
12
2.3. Grafieken literatuur, doceerprestaties, vak en tentamen
Grafiek 2.3.1: percentage respondenten dat positief scoort (antwoordcategorieën uitstekend, goed en neutraal).
13
Grafiek 2.3.2: percentage respondenten dat negatief scoort (antwoordcategorieën matig of slecht).
14
2.4. Resultaten Binomiaal toets Geen van de resultaten van de Binomiaal toets voldoet aan de gestelde criteria voor relevantie.
15
3. Toelichtingen A. Legenda bij de frequentietabellen Frequency= aantal studenten dat een bepaald antwoord heeft gegeven. Percent = percentage studenten dat een bepaalde antwoordcategorie koos. Valid Percent = antwoordpercentage van de respondenten waarop de vraag van toepassing is. Cumulative Percent= cumulatieve antwoordpercentage van de respondenten waarop de vraag van toepassing is. Valid: totaal aantal respondenten dat bij deze vraag iets invulde. Missing: totaal aantal respondenten dat bij deze vraag niets invulde of zegt geen onderwijs gevolgd te hebben. C. Legenda bij gemiddelde en standaarddeviatie Mean = rekenkundig gemiddelde van de valide antwoorden (let op! hoe lager, hoe beter). Std. Deviation = standaarddeviatie = gemiddelde afwijking van het rekenkundig gemiddelde. Dit cijfer geeft een indruk van de spreiding in de antwoorden. Als elke respondent 'Goed' (2) invult, is de standaarddeviatie nul. B. Uitleg bij de Binomiaal toets In die gevallen dat bij een vraag blijkt dat het grenspercentage is overschreden, worden de resultaten getoetst met behulp van de Binomiaal toets. De Binomiaal toets test of de gemeten proportie (Obs. Prop) van de drie 'lage' antwoordcategorieën in de enquête significant afwijkt van de standaardproportie (Test Prop.) van .7 of 70% 7 , bij een 95% betrouwbaarheidsdrempel. Er wordt getoetst of de gemeten antwoorden statistisch gelijk zijn aan een hypothetische populatie van "alle studenten die het tentamen zouden kunnen afleggen", dit is de z.g.n. nulhypothese. Deze nulhypothese wordt verworpen als de kans dat beide gelijk zijn kleiner of gelijk is aan .05% (Asymp. Sig. ≤ .050). Indien de nulhypothese wordt verworpen, dan wordt de alternatieve-hypothese aanvaard. Daarmee wordt aangegeven dat het grenspercentage significant is overschreden. De toets voorkomt dat aan mogelijk irrelevante verschillen belangrijke conclusies worden verbonden. De toetsuitslag is slechts weergegeven wanneer er sprake is van een significant verschil. In de overige gevallen is de toets wel uitgevoerd, maar vanwege de overzichtelijkheid zijn de resultaten weggelaten uit het rapport.
7
De standaardproportie is 70% omdat de grenspercentage gesteld is op 30% (100%-70%=30%).
16
Bijlage: Antwoorden open vragen. Kunt u de drie voor u meest positieve en de drie voor u meest negatieve punten van dit vak noemen? + Wallinga is een uitstekend docent. Didactisch zeer vaardig, erg behulpzaam en zijn passie voor het Romeinse recht geeft een motiverende werking. + De 'nazorg' bij het vak was uitstekend; vragen van andere studenten online waren leerzaam en gestelde vragen werden dezelfde dag nog op verhelderende wijze opgelost. + Totaalindruk van het vak en de docent zijn gewoon optimaal - De teksten van Feenstra en Zimmerman waren een stuk breder dan de vragen uit de werkgroepen, en de tentamens. -
Heeft u nog opmerkingen of vragen? Zo tegen het einde van mijn studie rechten aan de Erasmus kan ik met zekerheid zeggen dat dit vak, en met name de docent, behoort tot de absolute top van Erasmus. De heer Wallinga kan de stof die in eerste instantie erg lastig lijkt uitstekend verhelderen, en dat op een wijze door samen met de studenten tot het antwoord te komen. Ook de mogelijkheid tot het stellen van vragen na het laatste college was optimaal en bijzonder nuttig. Een grote factor in de bijdrage van mijn positieve beleving van het vak is de persoon van de de heer Wallinga. Zijn passie voor het onderwerp en zijn 'goedheid' maakten de colleges plezierig om naar toe te gaan. Hij creëerde een groepsgevoel waarbij iedereen een kans kreeg om wat te zeggen, en waarbij iedereen naar elkaar luisterde en elkaar hielp. De gehele groep was actief tijdens de groep, en geboeid door het onderwerp. Dat heb ik in de drie en een half jaar dat ik op Erasmus studeer nog niet eerder meegemaakt, en dat verdient oprecht een groot compliment!
17
Bijlage: Resultaten (eind)tentamen. uitslag tentamen 18 december 2008 Numeric results Number of results: 14 Average:
7.43
Sufficient:
12 (86%)
18