18e jaargang maart 2007
1
THEMA
Geschiedenis van de geneeskunde
AIOSDAG VOOR AANKOMEND MEDISCH SPECIALISTEN
ZATERDAG 9 JUNI 2007, DOMUS MEDICA, UTRECHT • • • •
Maatschapovereenkomst • CAO’s • Goodwill Pensioenen • Arbeidsongeschiktheid • DBC’s Rechten en plichten van medisch specialisten en veel meer!
MELD JE AAN OP WWW.ORDE.NL Workshops U kunt op deze dag 3 workshops volgen: 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Werken als medisch specialist in dienstverband Onderhandelen over een goed dienstverband Werken als universitair medisch specialist Werken als medisch specialist in vrij beroep Pensioenen Goodwill Combineren werk en privé Werken als psychiater in dienstverband Werken als psychiater in vrij beroep
VOORWOORD
Colofon Redactie Erna Beers, hoofdredacteur Jocea van Amelsfort Mara Roosjen, eindredacteur Nanda Glimmerveen Ralph Hartman, adviseur Robert Minnee Yasin Temel Redactieadres Bureau LAD public relations Postbus 20058 3502 LB Utrecht T (030) 670 27 02 F (030) 670 27 00 E
[email protected] Dagelijks bestuur LVAG Babette van Hees, lid Bram Jacobs, voorzitter Ben Swinkels, webmaster Ilja de Vreede, lid Miraude Adriaensen, lid Ronne Mairuhu, vice-voorzitter Thalia Hummel, secretaris Willem Hueting, penningmeester Secretariaat LVAG Postbus 20058 3502 LB Utrecht T (030) 670 27 01 F (030) 670 27 00 E
[email protected] I www.lvag.nl
Hoe beter het nieuwe jaar te beginnen dan met een geheel vernieuwde lay-out en naam? Hopelijk bevalt deze u net zo goed als ons. Arts Assistent is dus niet meer. Met het uitsterven van deze benaming voor artsen in opleiding tot medisch specialist vonden we een nieuwe naam gepaster. Het mag dan geen spannend acroniem zijn of een originele keuze, “AIOS” laat geen twijfel mogelijk over de doelgroep van het tijdschrift. De naam van de vereniging LVAG laat zich minder makkelijk wijzigen, alleen al omdat die al 45 jaar bestaat. De afkorting blijft daarom wat die was, het onderschrift is wel aangepast. Om enig evenwicht aan alle nieuwigheid te geven, is het thema van dit nummer de geschiedenis van de geneeskunde. Uiteraard passeert Asklepios de revue, de bekende beschermheer van de geneeskunde. U kunt echter ook lezen over de minder bekende geschiedenis: oude gebruiken in China, de Arabische arts Ibni Sina, geneeskunde in de tijd van de Maya en de Egyptenaren. Verder het verenigingsnieuws, de Meester en de Leerling, de column en Geneesheer. En vergeet u vooral niet zich aan te melden voor het symposium op zaterdag 17 maart: “AIOS maken de balans op”. Een dag waar u veel aan zult hebben, maar waar u ook onmisbaar bent voor de organisatie. Uw mening telt deze dag meer dan ooit. Ik wens u veel leesplezier! Erna Beers
Uitgever LVAG, Utrecht Pre-press en drukwerk Drukkerij Het Centrum Utrecht BV Fotografie omslag Bart de Gouw, Fotografische Projecten, Wageningen Advertentie-exploitatie Toverspreuk Creatieve Communicatie Sabine Kaim Hooghiemstraplein 121 3514 AZ Utrecht T (030) 271 43 30 F (030) 271 02 65 M 06 21 81 57 88 E
[email protected] I www.toverspreuk.com
Inhoud pag Verenigingsnieuws LVAG-nieuws Geschiedenis van de LVAG Ons salaris Nurse Practitioner / Physician Assistant Hoe houdt u uw ballen in de lucht? De “ideale” richtlijn voor de oncologische zorg Code voor noodgeval op je mobiel
2 4 5 6 8 14 15
Thema Geneeskunst in het oude Egypte, ingewikkeld? Avicenna (Ibni Sina) De oorsprong van de traditionele Chinese geneeskunde Geneeswijzen in de Nieuwe Wereld
10 12 16 18
Rubriek De Meester en de Leerling Geneesheer
20 22
Column Vergeet mij niet
24
AIOS 1 - 18e jaargang maart 2007
1
VERENIGINGSNIEUWS
Arts Assistent heet voortaan AIOS. Niet alleen de naam is veranderd, maar het gehele blad werd in een nieuw jasje gestoken! In dit LVAG-nieuws: Een oproep aan alle specialisten in opleiding om je betrokken te voelen bij de nieuwe opleidingsplannen, het opleidingsfonds wat geen rekening houdt met parttime werk, de werkgelegenheid voor medische specialisten, de start van de CAOonderhandelingen Universitair Medische Centra en meer.
LVAG-nieuws Kaderbesluit Er is een aantal wijzigingen doorgevoerd in het Kaderbesluit. Het nieuwe Kaderbesluit kan worden teruggevonden op de website van de KNMG onder “Opleiding en Registratie”. Opleidingsherziening Het bestuur wil alle Junior Verenigingen en AIOS erop wijzen dat zij betrokken dienen te worden bij de opleidingsherziening van de opleidingsplannen van hun specialisme. Verder valt te melden dat naast de opleidingsplannen van de Gynaecologie en Kindergeneeskunde, de opleidingen orthopedie, radiologie en psychiatrie ver gevorderd zijn met hun herzieningsvoorstellen. De specialismen neurologie, heelkunde en urologie bevinden zich op dit moment nog in de achterhoede. Op 7 maart 2007 vindt een congres plaats te Amersfoort over de opleidingsherziening. Ook AIOS zijn uitgenodigd zich in te schrijven. Ondergetekenden mogen daar een workshop geven waarin de balans tussen leren en produceren centraal zal staan. Voor meer informatie hieromtrent en over de opleidingsherziening in het bijzonder: www.medischevervolgopleidingen.nl, een zeer lezenswaardige site. Tot slot wil het CCMS samen met de LVAG een “dag van het onderwijs” organiseren. Het dagelijks bestuur heeft hierop enthousiast gereageerd en zal samen met het CCMS in het najaar een praktische dag gaan organiseren.
2
AIOS 1 - 18e jaargang maart 2007
Parttime werk en opleidingsfonds Er bereiken steeds meer berichten de LVAG omtrent het beperken en zelfs afschaffen van de mogelijkheid tot parttime werken. Het bestuur ziet parttime werk echter als een van de belangrijkere mogelijkheden om burn-out tegen te gaan en om opleiding en privé-leven te kunnen combineren. Een en ander verontrust het bestuur dan ook zeer! Initieel werden logistieke problemen door werkgevers/opleiders als reden aangedragen en beriepen zij zich ook op Europese richtlijnen die stellen dat het parttime volgen van een opleiding tot medisch specialist in principe niet toelaatbaar is, maar nu blijkt dat het financieren van parttime werk onvoldoende is geregeld met de komst van het opleidingsfonds. Dit laatste wordt door de Orde der Medisch Specialisten, een van de partijen die nauw betrokken is (geweest) bij de totstandkoming ervan, toegegeven. Een oplossing hiervoor is nog niet gevonden. Hoe zit het precies? Tot voor kort konden opleiders in geval van parttime werkende AIOS via de verzekeraars geld verkrijgen om extra AIOS/ANIOS aan te nemen om zo de opengevallen fte’s in te vullen. Het is nu echter niet meer mogelijk om buiten het opleidingsfonds om financiering voor extra AIOS te regelen. Het opleidingsfonds betaalt per “poppetje” en niet per fte. Echter over dit laatste bestaat bij veel betrokkenen nog onduide-
lijkheid. Het bestuur der LVAG zal per brief opheldering vragen bij het ministerie van VWS en het CBOG. Voor alle duidelijkheid: onder andere het CCMS heeft voor de Nederlandse situatie de Europese regelgeving niet overgenomen en het recht op parttime werk voor AIOS in het Kaderbesluit laten staan! Daarnaast biedt de CAO ook de mogelijkheid tot verrichten van parttime werk. Bevlogenheidsenquête … of ook wel burn-out-enquête. Het onderzoek en het eerste eruit voortvloeiende artikel is door velen met interesse ontvangen. Er is door vele kranten en radioprogramma’s uitgebreid stilgestaan bij de resultaten, implicaties voor de praktijk en mogelijke oplossingen. De LVAG is erg tevreden over hoe dit tot nu toe is gegaan. Op dit moment wordt er door de onderzoeksgroep hard gewerkt aan volgende artikelen om verdere resultaten te publiceren. Op zaterdag 17 maart 2007 zal de LVAG samen met de KNMG en de Artsen Stichting Nederland een congres organiseren, dat wordt gehouden te Nieuwegein. Hier zal worden ingegaan op de onderzoeksresultaten door verschillende sprekers: een AIOS, een opleider, een ziekenhuismanager een partner van een AIOS. Samen met de aanwezigen zal onder meer worden gezocht naar oplossingen ter preventie.
VERENIGINGSNIEUWS
PR Tijdens de laatste LVAG ledenvergadering is besloten tot handhaven van de naam LVAG, maar het onderschrift van het logo en op de website zal veranderen waarbij “Landelijke Vereniging Assistent Geneeskundigen” zal worden vervangen door “Landelijke Vereniging voor Medisch Specialisten in opleiding”. De aanwezigen vonden het laten vallen van de naam LVAG met een geschiedenis van 45 jaar niet wenselijk, het bestuur onderschrijft dit van harte. Er zal een wel een nieuwe folder voor de LVAG worden ontwikkeld. Zoals mag blijken uit deze uitgave van ons verenigingsblad, heeft dit een nieuwe naam gekregen: “AIOS” in plaats van “Arts Assistent” en is het uiterlijk drastisch gewijzigd. Capaciteit opleiding en werkgelegenheid medische specialismen Er gaan veel geluiden op dat het steeds lastiger is voor “Jonge Klaren” om een baan als specialist te vinden en/of te verkrijgen. Er zouden dan ook steeds meer werkeloze jonge specialisten zijn. Binnenkort zal de LVAG een nieuwe “Enquête Jonge Klaren” uitvoeren om dit te objectiveren. Van de krapte die voor sommige specialismen heerst op de arbeidsmarkt wordt door diverse instellingen dankbaar gebruik gemaakt om pas afgezwaaide specialismen voor een lager salaris toch aan zich te kunnen binden. Diverse collegae “parkeren” zichzelf tijdig, soms noodgedwongen, in een fellowship. Een inventarisatie tijdens de laatste LVAG vergadering leerde het bestuur dat het (gelukkig) nog mee lijkt te vallen. Met name de heelkunde meldt werkloze chirurgen, de interne geneeskunde en pathologie verwachten over een jaar of twee pas problemen. Bij de psychiatrie zijn er
vacatures voldoende, hetzelfde geldt voor de revalidatiegeneeskunde. Het bestuur zal zich de komende tijd op de hoogte houden van ontwikkelingen op dit gebied. CAO “Academie” Binnenkort zullen de onderhandelingen voor de nieuwe CAO Universitair Medische Centra losbarsten. De LVAG is zelf geen partij aan de onderhandelingstafel - o.a. gezien onze verenigingsstructuur - maar de LAD (Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband) en de Jonge Orde zijn dit namens de AIOS wel. Wij zullen dan ook met deze twee partijen spreken over de nieuw te sluiten CAO en erop aandringen dat, mede gezien de totstandkoming van het opleidingsfonds waarvoor er geen verschil meer bestaat tussen academisch en perifeer werkende AIOS, de tijd rijp is voor een gelijkschakeling van de arbeidsvoorwaarden en salariëring voor alle AIOS. De “academische CAO” dient zeker voor een aantal zaken te worden opgetrokken naar de “perifere CAO”, zodat AIOS in de academie onder andere ook onregelmatigheidstoeslag krijgen en verplichte onderwijsactiviteiten voor 100% door de werkgever worden vergoed. Daarnaast staat de LVAG voor maximale uitbetaling van alle overuren doorgebracht op de werkvloer, dus ook tijdens aanwezigheidsdiensten, zeker gezien de verruiming van de maximale werkweek van AIOS zoals deze recent is doorgevoerd. Fellowships Steeds meer AIOS vervullen na hun opleiding tot medisch specialist een fellowship voor verdere verdieping en specialisatie. Voor deze groep “fellows” bestaat op dit moment nog geen vereniging. Het bestuur is al een aantal keren verzocht om hen ook te gaan vertegenwoordigen
in den lande en daarnaast binnen de LVAG een aparte werkgroep hiervoor op te richten. Het bestuur zal de behoeften en mogelijkheden inventariseren en hierover t.z.t. een uitspraak doen. Toekomst bestuur der LVAG Het huidige bestuur zit in de huidige samenstelling al bijna twee jaar en in de loop van 2007 en 2008 zullen diverse bestuursleden afscheid nemen. Het bestuur wil graag tijdig op zoek naar vervanging en potentiële kandidaten ruim op tijd in werken, dus bij deze de oproep of mensen die geïnteresseerd zijn in een bestuursfunctie in 2007 dan wel 2008 zich willen melden bij het LVAG bestuur. Wij zoeken vooral ook een opvolger voor onze webmaster. Website Onze website blijkt steeds meer een belangrijke bron voor informatie voor AIOS maar ook officiële instanties en de media. Ondergetekenden verwijzen dan ook voor meer (achtergrond) informatie naar www.lvag.nl, zo ook voor het vergaderschema 2007, digitale exemplaren van ons verenigingsblad, verslagen over Europese ontwikkelingen en over de arbeidstijden. Openbare vergadering Tot slot het volgende: op woensdag 16 mei 2007 houdt de LVAG haar jaarlijkse openbare vergadering waarbij het jaar 2006 financieel zal worden uitgeluid, het jaarverslag 2006 zal worden besproken en er gekeken wordt naar de toekomst met het beleidsplan. Ook zal tijdens de vergadering een update worden gegeven van diverse zaken die AIOS aangaan. Bram Jacobs, voorzitter Thalia Hummel, secretaris
AIOS 1 - 18e jaargang maart 2007
3
VERENIGINGSNIEUWS
In de vorige uitgave van Arts Assistent werd stilgestaan bij 45 jaar LVAG. Bij de meeste collegae heerst de gedachte dat de LVAG destijds is ontstaan uit een werkgroep van de Landelijke Vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD). Na het doornemen van een stoffige, oude map met gegevens over de geschiedenis van de LVAG en kopietjes van oude statuten en samenwerkingsovereenkomsten, blijkt dit niet helemaal kloppen.
Geschiedenis van de LVAG De vereniging zag officieel het licht op 30 september 1961. De jaren hieraan voorafgaand was de LAD reeds actief in het bestuderen en oplossen van de problemen van arts-assistenten. De LAD blijkt, alle stukken doornemende, zeer actief betrokken geweest bij de totstandkoming van de LVAG. Ook in de jaren die daarop volgden, is er een zeer nauwe samenwerking geweest die tot op de dag van vandaag aanhoudt. Echter, zoals uit de notities blijkt, is het initiatief om een landelijke vereniging voor assistent-geneeskundigen op te richten genomen door verschillende lokale verenigingen uit de regio’s Rotterdam, Den Haag en Amsterdam.
16 maart 1955
Werkcommissie arts-assistenten binnen de LAD. Deze commissie meldt aan het centraal bestuur van de LAD dat na een gehouden enquête bleek dat herhaaldelijk verzocht werd een eigen assistentenvereniging in het leven te roepen. De werkcommissie vraagt aan het centraal bestuur een verruiming van haar werkveld, bijvoorbeeld als onderafdeling van de LAD
23 maart 1955
De LAD reageert: een onderafdeling van de LAD blijkt statutair gezien niet mogelijk. Het centraal bestuur van de LAD adviseert de oprichting van een vereniging en zou dit ook toejuichen.
6 september 1956 Er wordt besloten tot het instellen van een permanente commissie arts-assistenten binnen de LAD. 4 maart 1961
Afgevaardigde van de Vereniging van AssistentGeneeskundigen te Rotterdam, mej. M. de Haan, woont de vergadering van de commissie artsassistenten als toehoorster bij. Zij geeft aan een Landelijke Vereniging van Assistent-Geneeskundigen te willen vormen.
20 april 1961
Afgevaardigden van de assistentenverenigingen van Rotterdam, Den Haag en Amsterdam geven aan dat een landelijke vereniging in oprichting is.
Ronne Mairuhu
30 september 1961 Oprichting Landelijke Vereniging van AssistentGeneeskundigen te ’s Gravenhage onder voorzitterschap van collega L. van Dam (voorheen voorzitter van de assistentenvereniging van Rotterdam). 3 november 1961
4
AIOS 1 - 18e jaargang maart 2007
De LVAG wordt erkend als categorale groep van de LAD. Hiermee is de band met de LAD behoorlijk vastgelegd.
VERENIGINGSNIEUWS
Ons salaris In Arts Assistent, 17e jaargang, nummer 3, september 2006, kwamen we al te spreken over het salaris van de AIOS in perifere ziekenhuizen. Een goede vergelijking tussen de CAO ziekenhuizen en CAO UMC’s kon toen niet worden gemaakt, omdat de precieze getallen zoals vermeld in de CAO voor UMC’s niet digitaal te verkrijgen waren. Salarisschalen artsen in opleiding tot specialist CAO Ziekenhuizen 2006-2008 CAO UMC 2005-2007 Schaal 1 april 2006 1 april 2007 Schaal 1 april 2006 1 april 2007 0 2798 2837 0 2814 2834 1 2915 2956 1 2920 2940 2 3026 3068 2 3022 3043 3 3152 3196 3 3136 3158 4 3272 3318 4 3238 3261 5 3396 3444 5 3340 3363 6 3515 3564 6 3444 3468 7 3622 3672 7 3559 3584 8 3672 3698 9 3780 3806 10 3885 3912 Tabel 1. Salarisschalen voor AIOS in ziekenhuizen (CAO Ziekenhuizen 2006-2008) en UMC’s (CAO UMC 2005-2007). In het licht van de aankomende CAO-onderhandelingen, waarin de Jonge Orde zich zal inzetten om de bestaande verschillen tussen de UMC’s en algemene ziekenhuizen op te heffen, wil ik u de actuele salarisschalen niet onthouden. Ronne Mairuhu
AIOS 1 - 18e jaargang maart 2007
5
VERENIGINGSNIEUWS
Nurse Practitioner / Physician Assistant Taakherschikking in de gezondheidszorg is op dit moment een actueel onderwerp. Iedereen kent inmiddels de termen nurse practitioner (NP) en physician assistant (PA), maar niet iedereen weet precies wat hun taak is. Zij kunnen een aanvulling vormen op de zorg die er op dit moment wordt geleverd, maar zij nemen ook taken van artsen en AIOS over.
Waar ligt de grens van de verantwoordelijkheden van deze nieuwe beroepen in de gezondheidszorg en kunnen we de taken zodanig herschikken dat niet alleen de patiëntenzorg, maar ook de opleiding tot medisch specialist er beter van wordt? Het dagelijks bestuur van de LVAG heeft een aantal standpunten geformuleerd met betrekking tot deze taakherschikking in de gezondheidszorg: 1.
6
Er lijkt in de zorg plaats voor nieuwe zorgprofessionals zoals de nurse practitioner (NP) en/of physician assistant (PA), echter alleen met een duidelijk omschreven taakstelling / functieprofiel. Het stellen van een medische diagnose moet een voorbehouden handeling blijven van een arts. Idealiter wordt bij een patiënt de diagnose gesteld door een arts waarna een behandelplan wordt opgesteld. Bij het uitvoeren van dit laatste kan een rol zijn weggelegd voor een NP/PA bij de begeleiding, follow-up en indien noodzakelijk therapeutisch handelen (met uitzondering van voorbehou-
AIOS 1 - 18e jaargang maart 2007
2.
3.
den handelingen zoals het voorschrijven van medicatie). De LVAG onderschrijft de positieve bijdrage die de NP/PA kan hebben in het kader van de zorg. De NP/PA geeft aanvullende zorg aan patiënten naast de zorg die wordt geleverd door artsen en verpleegkundigen. Vervanging van de zorg normaliter geleverd door een arts dient te worden beperkt en alleen dan te geschieden als deze zorg/taak geprotocolleerd is en plaatsvindt onder supervisie van een arts. De NP/PA zou hierbij een eigen verantwoordelijkheid moeten kunnen dragen voor (een deel van) de taak. Goede afspraken hierover zijn dan ook van groot belang. De inzet en opleiding van een NP/PA mag niet ten koste gaan van de opleiding tot medisch specialist dan wel de opleiding tot arts. Te denken valt in dit kader aan een vermindering van het aantal patiëntencontacten in de breedste zin. Er dient extra te worden benadrukt dat verrichtingen in het kader van de opleiding tot
4.
5.
medisch specialist te allen tijde een voorbehouden handeling zouden moeten zijn die wordt uitgevoerd door een AIOS of medisch specialist. Hierbij moet zeker niet het minimaal aantal verrichtingen als omschreven in de opleidingseisen als uitgangspunt worden genomen. De LVAG waakt voor verdere fragmentering van de patiëntenzorg door toevoeging van genoemde zorgprofessionals. De komst van de NP/PA zou geen negatieve invloed mogen hebben op de toekomstige werkgelegenheid voor medisch specialisten. Ilja de Vreede
Cursus ‘De financiële jungle voor de star tende medisch specialist’
Uw bestaan als assistent zit er bijna op. Gaat u daarna als jonge klare werken in het vrije beroep? Of kiest u voor een baan in loondienst in een algemeen of academisch ziekenhuis? De keuze is aan u. Om u bij deze belangrijke keuze te helpen, verzorgt Sibbing & Wateler c.s. op zaterdag 14 april 2007 in Burgers' Zoo te Arnhem de cursus ‘De financiële jungle voor de startende medisch specialist’. Hierin komen onder meer de volgende financiële en juridische aspecten aan de orde:
• • • •
Werken als medisch specialist (loondienst, vrije praktijk, waarnemen en maatschapsovereenkomst) Praktijkovername en praktijkfinancieringen (goodwillberekening, soorten leningen en hypotheken) Fiscaliteiten (belastingaangifte en jaarrekening) Persoonlijke financiële planning (begrotingen) en assurantiën
Eerstvolgende cursusdatum: 14 april 2007
Kom met uw gezin naar Burgers’ Zoo! Uw gezin is tijdens deze dag van harte welkom voor een bezoek aan Burgers’ Zoo. Na de cursus volgt om 13.00 uur een gezamenlijke jungle picknick, waarna u tot sluitingstijd (19.00 uur) kunt genieten van de flora en fauna van Burgers’ Zoo. Vraag direct het inschrijfformulier aan Een inschrijfformulier kunt u telefonisch aanvragen (0318 - 544 044) of per e-mail (
[email protected]). Na inschrijving ontvangt u het programma, het uitgebreide cursusmateriaal en een routebeschrijving.
&
S I B B I N G WAT E L E R C . S . Sibbing & Wateler c.s. Storkstraat 33 - 3905 KX Veenendaal Telefoon: (0318) 544 044 - Fax: (0318) 543 843 E-mail:
[email protected] - Internet: www.sibbing.nl
Hoe houdt u uw ballen in de lucht? Artsen in opleiding tot medisch specialist balanceren tussen opleiding, werk en privé. De vraag is niet alleen hoe u alle ballen in de lucht kunt houden, maar ook hoe u plezier in uw werk houdt! Wat kunt u zelf doen om een goede balans tussen werk, opleiding en privé te verkrijgen en wat kan de omgeving hieraan bijdragen? Schrijf u nu in voor 17 maart 2007!
In de zoektocht naar antwoorden organiseren de Landelijke Vereniging van Assistent Geneeskundigen (LVAG), de Artsen Stichting Nederland en de KNMG op zaterdag 17 maart 2007 in Utrecht het symposium ‘AIOS maken de balans op! Op zoek naar evenwicht tussen opleiding, werk en privé.’ Tijdens het symposium delen artsen in opleiding tot medisch specialist hun ervaringen met u, en gaan we met elkaar op zoek naar praktische oplossingen, preventiemogelijkheden en best practices. Welke ideeën heeft u? We zijn benieuwd naar uw mening! Het symposium, van 9.30 tot 15.15 uur, is bedoeld voor AIOS, artsen en specialisten, wetenschappelijke verenigingen, medische faculteiten, opleiders, supervisoren, bestuurders, managers en ieder ander die bij de opleidingen voor specialisten betrokken is.
Inschrijven De kosten bedragen 35 euro per persoon. Kijk voor meer informatie en uw inschrijving op www.knmg.nl/symposia. Voor vragen kunt u ook mailen naar
[email protected]. Locatie VVAA-kantoor, Orteliuslaan 750, Utrecht. Na inschrijving ontvangt u per e-mail een bevestiging met routebeschrijving.
Artsen Stichting Nederland
8
AIOS 1 - 18e jaargang maart 2007
A
Programma 17 maart 2007 09:30-10:00 uur
Registratie en ontvangst met koffie
10:00-10:05 uur
Welkom en toelichting op het programma door dagvoorzitter Peter Holland, voorzitter KNMG
10.05-10.15 uur
Introductie door Bram Jacobs, voorzitter LVAG
10:15-10:35 uur
AIOS-schap: leuker kunnen we het niet maken? Door Jelle Prins, Artsen Stichting Nederland Als AIOS heb je 48 uur op papier, maar in werkelijkheid komt er vaak een uurtje of wat bij. Dat hoeft niet erg te zijn, als de draaglast (demands) en de draagkracht (resources) in evenwicht blijven. Dat is geen vanzelfsprekendheid. In 2005 is landelijk onderzoek uitgevoerd: AIOS zijn bevlogen, maar het werk valt niet altijd mee. Prins gaat in op het onderzoek.
10:35-10:55 uur
Visie vanuit de opleider door Rijk Gans, voorzitter van de Centrale Opleidingscommissie (COC) Hoe kan de opleider bijdragen aan een gunstig werkklimaat? Welke instrumenten heeft hij daarvoor? En wat verwacht de opleider van de omgeving en niet in de laatste plaats van de AIOS zelf?
10:55-11:15 uur
Pauze
11:15-11:35 uur
Spreker nog niet bekend
11:35-11:55 uur
AIOS over best practice: Rapportbesprekingen in Deventer door Elvira Flikweert, AIOS Chirurgie In het Deventer Ziekenhuis zijn beoordelingsgesprekken gevoerd door AIOS met hun opleiders. Elvira Flikweert heeft hier goede ervaringen mee. Wat bedreigend leek, bleek een positieve ervaring voor zowel AIOS als opleiders.
11:55-12:15 uur
De partner van de AIOS door Stacey Donofrio Is de partner van de AIOS beklagenswaardig, vroegen we aan Stacey Donofrio. Of valt het allemaal reuze mee? Hoe houdt zij alle ballen in de lucht? En welke tips en trucs heeft ze voor andere partners en AIOS?
12:15-13:00 uur
Pauze
13:00-13:45 uur
Uitwerken discussiepunten in subgroepen
13:45-14:15 uur
Plenaire nabespreking
14:15-14:30 uur
Samenvatting en afronding door dagvoorzitter
14:30-15:15 uur
Borrel
Aansluitend voor AIOS en andere belangstellenden: 14:45-16:15 uur
VVAA-Workshop ‘Time- en stressmanagement’ Inzicht in de oorzaken van stress en hoe u daar verandering in kunt brengen. Tips hoe u kunt sturen met de tijd, in plaats van dat de tijd ù stuurt. Tijdens deze slotbijeenkomst kunt u tips en suggesties meegeven aan de verantwoordelijke partijen, zoals de KNMG, ziekenhuismanagement en opleiders.
AIOS 1 - 18e jaargang maart 2007
9
THEMA
Geneeskunst in het oude Egypte, Egypte, het land van piramiden, sfinxen en mummies. Velen van ons zullen er wel geweest zijn om deze schatten uit de oudheid te bezichtigen, of om te duiken en te genieten van het mooie weer. Van de geneeskunsten uit het oude Egypte weten de meesten minder.
Oude Egypte De piramide van Khufu (Cheops in het Grieks) is het enige overgebleven wereldwonder uit de antieke wereld. Khufu was een farao uit de vierde dynastie rond 2500 voor Christus. Tot in de 19e eeuw na Christus was zijn piramide het grootste gebouw op aarde. Hoewel er tekeningen gevonden zijn over de bouw van piramiden in piramiden uit de twaalfde dynastie, rond 1800 voor Christus, is het nog steeds niet helemaal duidelijk hoe deze reusachtige bouwwerken gebouwd zijn. Getuige de vele films door de jaren heen spelen niet alleen piramiden, maar ook mummies tot de verbeelding. Inmiddels weten we veel over de mummificatiemethoden die de Egyptenaren gebruikten. De laatste jaren zijn meerdere mummies met behulp van CT-scans onderzocht. Dit geldt bijvoorbeeld voor de beroemde farao Toetanchamon. Tijdens het onderzoek van zijn gemummificeerde resten in de jaren 1960 werden aanwijzingen gevonden voor een subduraal hematoom. Het idee dat hij vermoord was en het hierdoor bestaan van een vloek werden daarmee gevoed. Pas in 2005 werd er een CT-scan van hem gemaakt. De uiteindelijke conclusie ten aanzien van zijn doodsoorzaak luidde gangreen wat ontstond na een femurfractuur links. Deze fractuur had hij mogelijk opgelopen op het slagveld of bij een val uit een strijdwagen. Natuurlijk spelen de piramiden, mummies en de vloeken die hierop zouden rusten sterk tot de verbeelding, maar dankzij een aantal papyrusrollen is ook het een en ander bekend over de dagelijkse medische praktijk in het oude Egypte. Een groot deel van de teksten beschrijft diagnosticeren van aandoeningen, waarna deze behandeld worden met magische spreuken, of drankjes en smeersels. Hier volgen een paar voorbeelden van de praktijk die voor ons wat herkenbaarder zullen zijn.
10
AIOS 1 - 18e jaargang maart 2007
Edwin Smith surgical papyrus Edwin Smith Surgical Papyrus In 1862 kocht de egyptoloog Edwin Smith in Luxor delen van een papyrusrol die later bekend zijn geworden onder zijn naam. Deze rol werd in ongeveer 1700 voor Christus geschreven, maar is waarschijnlijk gebaseerd op materiaal uit 3000 voor Christus. Hoewel hij probeerde het manuscript te vertalen, publiceerde Smith nooit over deze papyrusrol. Na zijn overlijden werd de rol aangeboden aan de New York Historical Society door zijn dochter. Zij gaven James Henry Breasted opdracht om de rol te vertalen. Dit lukte en in 1930 publiceerde hij de vertaling van de Edwin Smith Surgical Papyrus. Dit is nu het oudste medische document wat wij kennen. Het grootste deel van het boek omvat 48 casusbeschrijvingen, waarin de letsels van slachtoffers van het slagveld worden besproken. Het belangrijkste verschil met andere papyrusrollen is de methodologie en systematiek in de beschrijvingen van de casus. De casus worden beschreven per anatomische regio, daarna van eenvoudig, ernstig tot lethaal letsel en volgens het vaste stramien: titel, onderzoek, diagnose, behandeling en kanttekeningen/ prognose. Hier volgen een tweetal voorbeelden. In casus zes wordt de wond boven de wenkbrauw beschreven. Bij het onderzoek hoort naast het inspecteren ook het palperen van de wond. “Hierna wordt de wond gehecht, waarna er de eerste dag vers vlees op de
ingewikkeld?
Koninklijke bevalling wond gebonden wordt. Mochten de hechtingen losgaan, dan kunnen de wondranden bijeengebracht worden door stukjes linnen. De wond moet dan verder behandeld worden met vet en honing, totdat deze genezen is.” Nog steeds worden vele wonden gehecht, maar juist het honingverband is opnieuw in de belangstelling gekomen. Onder de merknamen Honeysoft® en Meldra® zijn honingverbanden te koop in Nederland. De indicaties zijn volgens de fabrikanten onder andere brand-, decubitus-, diabetische-, oncologische- en andere (chronische) geïnfecteerde wonden. In casus 31 wordt een patiënt met een gedisloceerde nekwervel beschreven. Volgens de beschrijving zal deze patiënt “zich niet bewust zijn van armen en benen, een erectie hebben en niet merken dat hij urine verliest. Bij dislocatie van de middelste nekwervel wordt een ejaculatie gezien. Deze aandoening is onbehandelbaar.” Deze casus wordt in recente literatuur aangehaald om te laten zien dat de oude Egyptenaren goed observeerden en ook pathofysiologische processen beschreven en herkenden. In het eerste kader worden ook beschrijvingen van het circulatoire stelsel genoemd. Uit beschrijvingen in de Edwin Smith Surgical Papyrus, maar ook uit de Ebers papyrusrol, blijkt dat de zij het hart als centrum van de circulatie zagen. Ze herkenden bloedvaten en zagen ook het verband tussen het voelen van pulsaties aan de extremiteiten en de werking van het hart. Kahun papyrus In 1889 ontdekte Flinders Petrie in Lahun de Kahun papyrus. Deze tekst werd rond 1800 voor Christus geschreven en is een gynaecologische tekst. De tekst bevat 34 paragrafen, waarvan ongeveer de helft uiteenlopende gynaecologische onderwerpen behandelt. Helaas is ook een groot deel van de tekst onleesbaar. Uit de teksten blijkt dat de oude Egyptenaren zeker een verband zagen tussen geslachtsgemeenschap en zwangerschap, waarbij de man zijn zaad doneerde. Wel dachten ze dat dit zaad gemaakt werd in het ruggenmerg en werd bewaard in het sacrum. Een andere theorie beweerde dat het zaad gemaakt werd in het hart en
daarna naar de testikels verplaatst werd. Het uitblijven van de menstruatie tijdens de zwangerschap werd verklaard door het idee dat dit bloed nodig was om het embryo in stand te houden. De rol van de vrouwelijke geslachtsorganen werd niet onderkend, de vrouw werd meer gezien als een broedmachine. Ze hadden allerlei testen om het bestaan van een zwangerschap te testen en om het geslacht van de baby te voorspellen. Op wandschilderingen worden vrouwen tijdens de bevalling in hurkzit afgebeeld. Deze houding wordt nog steeds als meest natuurlijke houding tijdens een bevalling gezien. Verder worden er ook een aantal anticonceptieve methoden genoemd. Hierbij gaat het om in de vagina in te brengen smeersels. Deze smeersels bevatten naast plantenvezels en honing bijvoorbeeld acaciagom, zure melk, krokodillenpoep of natriumcarbonaatkristallen, waarna deze tot een soort pessarium werden gemaakt.
“krokodillenpoep als afschrikwekkende lucht voor de partner” Uit onderzoek van deze bestanddelen bleek dat zowel acaciagom als natriumcarbonaat zorgen voor desintegratie van het membraan van de spermatozoën en hierdoor spermadodend werkt. De werking van zure melk werd verklaard door toename van het zure milieu in de vagina. Tenslotte lijkt de krokodillenpoep te werken door de afschrikwekkende lucht voor de partner! Hoewel de bouw van piramiden waarschijnlijk nog even mysterieus zal blijven, weten we dankzij een aantal papyrusrollen wel behoorlijk wat van de medische praktijk van de oude Egyptenaren. Uit deze rollen blijkt dat de anatomie veel beschreven werd en dat er naast allerlei spreuken en bezweringen ook behandelingen voorkwamen, die we nu nog steeds kennen. Nanda Glimmerveen Literatuur 1. http://nl.wikipedia.org/wiki/Hoofdpagina 2. http://www.indiana.edu/~ancmed/egypt.htm 3. http://www.touregypt.net/edwinsmithsurgical.htm 4. Atta HM. Edwin Smith Surgical Papyrus: The oldest known surgical treatise. Am Surg. 1999Dec;65(12):1190-2 5. Feldman RP, Goodrich JT. The Edwin Smith Surgical Papyrus. Child’s Nerv Syst. 1999;15:281-4 6. Haimov-Kochman R, Sciaky-Tamir Y, Hurwitz A. Reproduction concepts and practices in ancient Egypt mirrowed by modern medicine. Eur J Obstet Gynecol Reprod Biol. 2005 nov 1;123(1):3-8
AIOS 1 - 18e jaargang maart 2007
11
THEMA
Avicenna (Ibni Sina) Avicenna is waarschijnlijk de meest bekende filosoof-geneesheer uit het MiddenOosten. Hij was de hofarts van de heersers (sultans) van zijn tijd. Hij werd door zijn studenten betiteld als “Al-Sheikh al-Rais”, de leider der wijzen1. In het Westen staat hij bekend als de Prins der Geneeshere, met name door zijn befaamde meesterwerk Al-Qanun fi al-Tibb. Dit medische boek zou eeuwenlang de standaard blijven, ook in Europa, waar het bekend werd als de Canon van de Heelkunde2 .
Abu Ali al-Husain ibn Abdallah ibn Sina Avicenna is de Europese naam voor Abu Ali al-Huseyin ibn Abdullah ibni Sina, in het kort Ibni Sina3. Ibni Sina werd in 980 geboren in Perzië (nu Iran) in een klein stadje in de buurt van Bukhara (destijds een belangrijke handelsstad). Zijn vader was gouverneur en het ouderlijk huis was een ontmoetingsplaats voor geleerden. Ibn Sina viel op als een jongen met een buitengewoon geheugen- en leervermogen. Op de leeftijd van tien jaar had hij reeds een groot deel van de lokale poëzie en proza geleerd en op 13-jarige leeftijd begon hij met de studie geneeskunde. Hij werd gedurende zijn loopbaan vooral beïnvloed door de Griekse (o.a. Aristoteles en Plato) en Arabische literatuur. Toen hij zestien jaar was, praktiseerde hij en behandelde hij patiënten. Hij werd in zijn tijd vooral bekend door het genezen van de Nuh Ibn Mansur, de koning van Bukhara, van een ziekte die geen andere arts had kunnen bestrijden.
“Ibni Sina viel op als een jongen met een buitengewoon geheugen- en leervermogen.” Na het overlijden van zijn vader vertrok Ibni Sina naar Ray. Hij had daar een drukbezochte praktijk. Nadat Ray in de handen was gevallen van de vijand, vluchtte Ibni Sina naar Isfahan en verbleef daar de daaropvolgende jaren. Hij overleed in 1037 en werd begraven in Hamadan. Daar ligt nog steeds zijn graf. Op figuur 1 is het mausoleum te zien. In elke periode van zijn carriëre heeft hij aan zijn belangrijkste werk geschreven en daarnaast nog andere manuscripten geproduceerd. Figuur 2 is een portret van hem en figuur 3 toont een galblaasoperatie die door hem wordt verricht. Er is helaas niet veel bekend over zijn priveleven.
12
AIOS 1 - 18e jaargang maart 2007
Mausuleum van Ibni Sina inHamadan De man en zijn tijd Het leven van Ibni Sina werd vooral gedomineerd door een periode van grote politieke instabiliteit. De Samanid dynastie, de eerste Perzische dynastie die ontstond na de oorlog met de Arabieren, controleerde een groot deel van het gebied vanaf 900. Bukhara, de hoofdstad, en Samarkand waren de twee middelpunten van cultuur en handel. Echter, vanaf de 11de eeuw nam de macht van de Samanid’s af. Dit was een omslagpunt in de historie van het Midden-Oosten. De Perzen werden teruggedrongen en de Turken kregen de controle over het gebied. Na het overlijden van zijn vader was dit het tweede grote verlies in zijn leven. Ook onder de heerschappij van de Turken bleef Ibni Sina de hofarts van de Sultans, vanwege zijn grote roem en kundigheid. De tijd tussen de zesde en de 12de eeuw wordt door de Westerse historici gezien als een donkere periode. Dit
gold vooral voor Europa, want in het Midden-Oosten en Azië was sprake van een gouden periode met betrekking tot cultuur, handel en wetenschap4. Babylonië, Phoenicia en Juda waren centra voor kennis die ook de Grieken inspireerde. Zo werd ook Griekse kennis naar het Oosten gebracht. Ibni Sina groeide in het midden van deze oude wereld op. Canon van de Heelkunde Ibni Sina heeft ongeveeer 450 manuscripten geschreven waarvan 240 teruggevonden zijn. Van deze gaan 150 over filosofie en 40 over geneeskunde. Dit zijn de twee gebieden waaraan hij het meest heeft bijgedragen. Zijn belangrijkste filosofische werk is de immense encyclopedie Kitab al-Shifa (het boek der genezing) gebaseerd op Aristoteles. Echter zijn meest bekende werk is Al-Qanun fi al-Tibb (de Canon van de Heelkunde). Hierin heeft hij zijn ervaringen, kennis en de stand van zaken met betrekking tot de geneeskunde beschreven. Dit boek telt een miljoen woorden en is onderverdeeld in meerdere hoofdstukken, zoals gebruikelijk in Arabische boeken. De belangrijkste hoofdstukken zijn hoofdstuk 1 over de algemene principes, hoofdstuk 2 die de eenvoudige medicijnen beschrijft, en hoofdstuk 3 die de organen beschrijft en de gerelateerde ziektes.
Invloeden van Ibni Sina Zijn Canon van de Heelkunde is gedurende zeven eeuwen gebruikt als basis tekstboek in het geneeskunde onderwijs zowel in het Oosten als het Westen5. Vertaald door Gerard van Cremona tussen 1150 and 1187, de Canon vormde de basis voor alle Europese Medische Faculteiten. Het wordt vermeld in de oudste syllabus (1309) gegeven aan de Faculteit der Geneeskunde in Montpellier. Later werd de Arabische text werd verwerkt in Rome in 1593. Er werden 78 verschillende vertalingen in verschillende Europese talen geproduceerd. Ibni Sina’s portret hangt in de grote hal van de Faculteit der Geneeskunde van de Universiteit van Parijs. Zoals ook Sir Dr. William Osler heeft geschreven, the Qanun has remained “a medical bible for a longer time than any other work” en “author of the most famous medical textbook ever written”.7 Yasin Temel
In de Al-Qanun fi al-Tibb worden veel details beschreven. Er wordt bijvoorbeeld een onderscheid gemaakt tussen een mediastinitis en een pleuritis. Tevens wordt geschreven dat ziektes via water en vocht verspreid kunnen worden. Hij was ook de eerste die een meningitis beschreef. Met betrekking tot chirurgie, geeft Ibni Sina aan dat kanker in een vroeg stadium verwijderd dient te worden en beschrijft daarbij het gebruik van orale anesthetica. In dit boek worden 760 verschillende medicijnen beschreven. Ibni Sina adviseert het testen van nieuwe middelen op proefdieren voordat het aan mensen voorgeschreven dient te worden. Tevens is hij een van de grondleggers van de interactie tussen psychologie en gezondheid. Op figuur 4 is een pagina uit Al-Qanun fi al-Tibb te zien.
Een pagina uit de Canon van de heelkunde
Literatuur 1. www. http://www.ummah.net/history/scholars/ibn_sina/ 2. http://nl.wikipedia.org/wiki/Avicenna 3. http://www-history.mcs.standrews.ac.uk/Biographies/Avicenna.html 4. http://www.afghan-network.net/Culture/avicenna.html 5. http://www.cis-ca.org/voices/s/ibnsina.html 6. Osler W: The evolution of modern science. New Haven: Yale University Press, 1921: 243
Portret van Ibni Sina (links) en een galblaasoperatie door hem (rechts)
AIOS 1 - 18e jaargang maart 2007
13
De Integrale Kankercentra (IKC), verenigd in de Vereniging van Integrale Kankercentra (VIKC), faciliteren de ontwikkeling, de implementatie, het beheer en de evaluatie van richtlijnen voor de oncologische zorg. De visie van de VIKC ten aanzien van de belangrijkste criteria waaraan de “ideale” richtlijn voor de oncologische zorg behoort te voldoen, alsmede de wijze waarop de VIKC dit faciliteert, wordt hier uiteengezet.
De “ideale” richtlijn voor de oncologische zorg Richtlijnen dienen antwoord te geven op de belangrijkste knelpunten uit de praktijk. Deze knelpunten worden onder professionals en patiënten geïnventariseerd. De prioritering van knelpunten gebeurt door leden van wetenschappelijke, beroeps- en patiëntenverenigingen en leden van regionale IKC groepen. Door deze werkwijze wordt een basis gevormd voor een groot draagvlak van de richtlijn, hetgeen essentieel is voor de naleving ervan. In de richtlijn dienen aanbevelingen voor de knelpunten helder en eenduidig geformuleerd te zijn en te berusten op het hoogst mogelijk bewijs. De ontwikkeling van nieuwe richtlijnen onder de regie van de VIKC vindt daarom plaats volgens de ‘evidence-based’ methode. Multidisciplinair Richtlijnen voor de oncologische zorg beslaan het gehele traject van screening, diagnostiek, behandeling, verpleegkundige/paramedische zorg, revalidatie en palliatieve zorg. Richtlijnen behoren dus multidisciplinair te zijn. Om dit te kunnen realiseren, worden de richtlijnen - onder de regie van de VIKC - ontwikkeld door multidisciplinaire landelijke werkgroepen. Daarin participeren vertegenwoordigers van regionale IKC werkgroepen en vertegenwoordigers van wetenschappelijke en beroepsverenigingen. Openbaar Richtlijnen behoren actueel en openbaar te zijn. De richtlijnen zijn daarom beschikbaar via Oncoline (www.oncoline.nl), de website van de VIKC voor richtlijnen. Vanaf januari 2007 is er een nieuwe website www.pallialine.nl beschikbaar voor de richtlijnen palliatieve zorg. Beide websites zijn vrij toegankelijk en zijn
14
AIOS 1 - 18e jaargang maart 2007
zodanig ingericht dat wijzigingen in richtlijnen snel doorgevoerd kunnen worden. Inhoudelijke wijzigingen in de richtlijnen op Oncoline worden actief aan de professionals in het veld bekend gemaakt. Ontwikkeling Momenteel wordt gewerkt aan de ontwikkeling van 19 oncologische richtlijnen. Ten minste tien richtlijnen zullen in 2007 worden ontsloten via Oncoline. Het betreft de gereviseerde richtlijnen coloncarcinoom, rectumcarcinoom, maagcarcinoom, mammacarcinoom, basaalcelcarcinoom, gliomen en beentumoren en de nieuwe richtlijnen prostaatcarcinoom, erfelijke darmkanker en pijn bij kanker. De richtlijnen niercelcarcinoom, schildkliercarcinoom en prostaatcarcinoom worden in het Engels vertaald en zullen in de loop van 2007 op www.oncoline.nl/english te raadplegen zijn. Informatie Voor nadere informatie kunt u zich richten tot dr. N. Feller, drs. S.M.C. Kersten of drs. J.A.D.J. van den Bogert, beleidsmedewerkers Richtlijnen & organisatie oncologische zorg, VIKC, Utrecht (telefoon 030-2305530,
[email protected])
Code voor noodgeval op je mobiel Een ambulancemedewerker heeft opgemerkt dat heel dikwijls bij een ongeluk, de slachtoffers een GSM bij zich hebben, maar het urgentiepersoneel weet vaak niet welke persoon te contacteren uit deze grote lijst met telefoonnummers.
Het zou dus een goed idee zijn, mocht er een standaardnaam zijn die overeenstemt met de te contacteren persoon. Hij stelt voor dat iedereen in zijn GSM een adres creëert onder de naam ‘ICE’ (In Case of Emergency). Onder deze naam sla je het telefoonnummer op van de persoon die moet gecontacteerd worden in geval van nood. ICE “ICE” is ondertussen al internationaal erkend als afkorting. Vanaf dan weten de politie, het ambulancepersoneel, de dokter en eventuele andere aanwezigen steeds wie ze moeten contacteren. Indien u verschillende nummers wil opslaan, maak dan gebruik van de namen ICE1, ICE2, ICE3, enz. ‘t Is gemakkelijk te realiseren, kost niets en kan zeker een verschil maken als het snel moet gaan.
Creëer nu meteen een ICE-adres met telefoonnummer in je GSM. Dit bericht is wereldwijd verspreid via een anonieme mail en vraagt de oproep door te geven aan zoveel mogelijk personen, dan pas zal deze naam bekend en gebruikt worden. Je weet maar nooit wanneer het van pas komt!
Ook met de kleinste lettertjes
weten de professionals wel raad.
Bent u in opleiding, of nog anios? In elk geval bepaalt u nú uw toekomst. Kostbare jaren dus. Daarbij besteedt u veel tijd aan de inhoud van het vak. Aan de verdieping van uw ambities, qua werk en privé. Begrijpelijk dat u dan minder aandacht heeft voor 'de kleine lettertjes'. Tóch is een solide rechtspositie van groot belang. Uw rechten en plichten moeten helder zijn, en gegarandeerd. Het lidmaatschap van de LAD komt dan goed van pas. O.a. voor gratis individuele rechtshulp, kosteloze verzekeringen voor straf- en tuchtrecht & beroepsaansprakelijkheid, 15% korting op particuliere rechtsbijstand, 10% op een aanvullende arbeidsongeschiktheidsverzekering en financiële en fiscale ledenservice tegen speciale tarieven. Plus wekelijks Medisch Contact, maandelijks het Geneesmiddelenbulletin. Ook al inclusief. En meer, dus… Lid worden van de LAD - CAO-partner voor artsen - met ruim 11.000 leden? Logisch! Kijk op www.artsennet.nl/lad en vul het aanmeldingsformulier in. Of vul de bon in, kopieer ‘m (of andersom) en zonder postzegel sturen naar LAD, antwoordnummer 969, 3500 ZB Utrecht.
en .ar t s www
net.
nl/l
ad
●
Ja, ik word ook lid van de LAD. Stuur mij het aanmeldingsformulier.*
●
Ik ontvang graag eerst uitgebreidere informatie over de LAD.* (* aankruisen wat uw voorkeur heeft)
naam en voorletters
m/v
adres postcode/woonplaats telefoon functie
AIOS 1 - 18e jaargang maart 2007
15
THEMA
De oorsprong van de traditionele Terwijl de Egyptische farao’s piramides lieten bouwen, waren de oude Chinese keizers geobsedeerd door de geneeskunde. Een reeks dynastieën die teruggaat tot Shen Nung, heersende van 2838-2698 v. Chr., hield zich nauwgezet bezig met genezing op basis van het yin yang principe.
Yin was negatief, vrouwelijk, aarde, duisternis, zwakte, vocht en koude. Daarentegen was yang positief, mannelijk, lucht, licht, macht, hardheid, warmte en droogheid. Ziekte werd in de ogen van de Chinezen veroorzaakt door een verstoring van het evenwicht tussen yin en yang. Nu zullen een aantal opmerkelijke artsen uit verschillende dynastieën de revue passeren die een belangrijke bijdrage aan de traditionele Chinese geneeskunde hebben geleverd. Vinger op de pols Shen Nungs bijdrage aan de Chinese geneeskunde was zijn Pen T’sao Ching of kruidenboek. In dit kleine boekje staan 365 kruiden, recepten en gifstoffen vermeld. Heel wat van deze recepten worden nog steeds gebruikt. Opium werd als verdovend middel gebruikt, rabarber als laxeermiddel, efedrine voor astma, bloemen van de artemisia tegen wormen, rauwolfia als kalmerend middel en kaolien voor diarree. Verder zetten de Chinezen de eerste stappen in de richting van een enting tegen pokken. Ze brachten korsten van pokblaasjes in poedervorm in de neusgaten aan.
“Ziekte werd in de ogen van de Chinezen veroorzaakt door een verstoring van het evenwicht tussen yin en yang.” Een andere keizer, die een belangrijke plaats in de geneeskunde innam, was Huang Di (2698-2598 v. Chr.). Aan hem wordt de Nei Ching of boek der geneeskunde toegeschreven, het oudste en belangrijkste Chinese medisch werk, wat in China nog steeds bestudeerd wordt. Hierin wordt onder andere gesteld: ’Alle bloed van het menselijke lichaam staat onder controle van
16
AIOS 1 - 18e jaargang maart 2007
het hart. De bloedstroom vloeit constant in een cirkel en stopt nooit.’ Dit zijn opmerkelijke verklaringen, aangezien de oude Chinezen beperkte anatomische kennis hadden. Het was namelijk verboden dode lichamen open te snijden. Chinese artsen waren niet geïnteresseerd in de voorgeschiedenis van de patiënt en Shen Nung evenmin in het volledig lichamelijk onderzoek. Bij de diagnose concentreerden ze zich op het onderzoek van de pols. De pols gaf namelijk aan hoe het vitale element vloeide. Zij stelden een lange lijst van variaties op met elk een prognostisch eindpunt. De beroemdste Chinese chirurg was Hua T’o (110-207). Van Hua T’o zegt men dat hij, alvorens een operatie, incisie of amputatie uit te voeren, de patiënt eerst buiten bewustzijn bracht door hem een zelfgemaakte narcose toe te dienen. Keizerlijke dienst Ongeveer acht eeuwen voor Hua T’o was castratie wijdverbreid in China. Het doel was eunuchen te leveren voor de keizerlijke dienst. Ook toen al verzachtten de chirurgen meestal de pijn met verdovende stoffen. Op de genitaliën werd een afkooksel van peperschillen
Chinese geneeskunde aangebracht. Wanneer de penis en het scrotum waren afgesneden, strooide men een bloedstelpend poeder van aluin en hars om het bloeden te stoppen. In de urethra werd een houten plug gestopt. Wanneer de patiënt het overleefde, kon hij drie maanden later als oppasser van de keizerlijke concubines aan de slag. Tao Hong Jing (456-536) werkte als medicus practicus tijdens de zuidelijke Qi-dynastie (479-502) en was tot 492 als arts aan het hof verbonden. Zijn belangrijkste bijdrage aan de ontwikkeling van de Chinese geneeskunde was het opnieuw rangschikken van Shen Nung’s kruidenboek. Naast de 365 kruiden, recepten en gifstoffen voegde hij nog een 365 aan toe. Tevens maakte hij zes categorieën: stenen (mineralen), grassen en bomen, insecten en dieren, vruchten en groenten, granen en de categorie ‘wel beschreven, maar obsoleet’. Daarnaast handhaafde hij de oude indeling van geneesmiddelen: een bovenklasse ( ter bevordering van de levensduur), een middenklasse (voor ziektebehandeling) en een lagere klasse (voor kortdurend gebruik). De preventie van aandoeningen stond op het hoogste plan, aangezien de traditionele Chinese geneeskunst naar harmonie streefde. Oosterse filosofie De geneeskunde in de tijd van Tao was gebaseerd op filosofische principes uit alle hoofdstromingen van de oosterse filosofie: boeddhisme, taoïsme en confucianisme. Omdat er veel bronnen voor de Chinese geneeskunde zijn, is het niet eenvoudig een totaal beeld van de achterliggende gedachten te schetsen. Zowel het universum wordt door universele wetten bestuurd, als door wederzijdse invloeden van yin en yang beheerst. Alle aspecten van de patiënt zoals anatomie, fysiologie, psyche en omgeving worden volgens yin en yang ingedeeld. Naast de yin/yang indeling wordt alles in vijf elementen ingedeeld: water, hout, vuur, aarde en metaal. Zo kan elk orgaan zowel met yin en yang als met een van de elementen verbonden worden. De galblaas is
Hua T’o
bijvoorbeeld een yang orgaan en gelieerd aan hout. Het lichaam en psyche worden als eenheid gezien. Emoties worden aan organen gekoppeld. Zo kan een depressie een uiting van de dysfunctie van de milt zijn. Hierdoor wordt in China psychische problematiek als minder stigmatiserend ervaren. Alles is namelijk met elkaar verbonden. In 1247 schreef rechter Sung Tz’u de Hsi Yuan Lu, het standaardwerk op het gebied van recht en geneeskunde. Het was bedoeld voor de magis- Huang Di traten en bevatte informatie over het vaststellen van een doodsoorzaak. Dat kon men doen door de dode zorgvuldig te bestuderen. Het boek geeft nauwkeurige beschrijvingen van de verschijnselen waaraan men dood door verdrinking, vergiftiging, wurging, steken en neerknuppelen kan onderscheiden. Naast diagnostische methoden om moord van zelfmoord te onderscheiden, staan er in dit werk ook instructies voor kunstmatige ademhaling en verder tegengiffen bij vergiftiging. Daarna bleef de Chinese geneeskunde stilstaan, terwijl in Europa wetenschap en kennis juist vooruitsprongen. In China kwam men pas in de 19e eeuw in contact met de Europese geneeskunde. Robert Minnee Literatuur 1. http://nl.wikipedia.org/wiki/Traditionele_Chinese_ geneeskunde 2. CJE Kaandorp, JJE van Everdingen. Dokters van eeuwen. Twintig artsen uit twee millennia. Overveen: Uitgeverij Belvédère: 1999
Tao Hong Jing
AIOS 1 - 18e jaargang maart 2007
17
THEMA
Geneeswijzen in de Nieuwe De basis van onze cultuur ligt in klassieke culturen van met name de Egyptenaren, Grieken en Romeinen. Dankzij bewaard gebleven geschriften weten we veel over hun gedachtegoed en hun ontdekkingen. Ook van het culturele erfgoed uit het Verre Oosten, zoals China, weten we veel. Wat betreft de geneeskunde van onze buren van het Amerikaanse continent weten we het meeste van de Maya.
Men denkt dat de voorouders van de Maya nomaden waren die vanuit Siberië over de Beringstraat het Amerikaanse continent bevolkten. Vanaf 1800 voor Christus ontstonden de eerste dorpen langs de Mexicaanse kust, de Olmec-beschaving. Deze legde de basis voor de kalender en de hiëroglyfen, waar de Maya op verder borduurden. Cultuur Vanaf 1000 voor Christus bloeide de Maya-cultuur op en verdween de Olmec-beschaving. De grootste bloeiperiode van de Maya-cultuur was van 250 tot 900 na Christus. In deze periode bouwden de Maya de meeste paleizen, tempels en steden. Ook werden in die periode de belangrijkste ontdekkingen gedaan. Het gaat hierbij om hun kalender, enkele wiskundige concepten en het schrift. De kalender liep van ver voor het ontstaan van de Maya-cultuur en reikte tot ver in de toekomst. Zij gebruikten de kalender om allerlei astrologische voorspellingen te doen. Een belangrijke wiskundige ontdekking was het gebruik van het getal nul. Het Mayaschrift bestaat uit fonetische symbolen en logogrammen, dat wil zeggen dat een teken een lettergreep weergeeft. De Maya beschreven alles uitgebreid. Helaas werden in de 16e eeuw na bevel van de Spaanse overheersers alle geschriften, op drie na, verbrand.
“Behandelingen bestonden naast bezweringen en toverspreuken vooral uit drankjes” De grote bloei van de Maya-cultuur was al rond 900 geëindigd. De reden hiervoor is nog steeds onduidelijk. Theorieën variëren van opstanden door boeren, het
18
AIOS 1 - 18e jaargang maart 2007
De Maya kalender wegvallen van handelspartners, een natuurramp, een ziekte, droogte en ecologische uitputting. Voor geen van deze theorieën is voldoende archeologisch bewijs. Geneeskunde bij de Maya In de 16e eeuw verbrandden de Spanjaarden dus bijna alle Maya-geschriften. Hierdoor is weinig bekend van de medische kennis uit de belangrijkste bloeiperiode van de Maya. De meeste kennis komt uit archeologische vondsten en is afgeleid uit kennis van schijnbaar niet met geneeskunde verbonden onderwerpen.
Wereld De relatie tussen ziekte, religie en ethische concepten was erg belangrijk voor de Maya. Als oorzaak voor ziekten of epidemieën worden in oude teksten vaak zonde, seksueel misbruik en ongehoorzaamheid genoemd. De Maya-dokter was, en is, iemand uit de priesterlijke hiërarchie, die naast middelen tegen ziekten, ook veel wist van voorspellingen. Hij kon lezen, schrijven en rekenen. In de 18e eeuw schreef een franciscaner monnik, die van oorsprong Maya was, een lexicon met hierin de kennis zoals deze was aan het begin van de Spaanse overheersing. Hierin worden meer dan 200 organische syndromen beschreven. Hierbij werd bijvoorbeeld onderscheid gemaakt tussen verschillende typen dysenterie. Ook psychische aandoeningen worden uitgebreid beschreven. Verder herkenden de Maya waarschijnlijk infectieuze aandoeningen, aangezien deze als groep beschreven worden. Een drietal aandoeningen werd voor het eerst door Maya beschreven. Als eerste pinta, een vlekkige dermatose veroorzaakt door Treponema carateum, voorkomend in tropisch Amerika. Verder beschreven zij leishmaniasis en ten slotte syfilis in alle stadia. Behandelingen bestonden naast bezweringen en toverspreuken vooral uit drankjes. Deze dranken moesten worden bereid uit geneeskrachtige planten. Ook aderlating behoorde tot een mogelijke behandeling, hoewel het dan meer als religieuze boetedoening werd gezien. Repositie van fracturen werd verricht door de kax-bac, de bottenbinder. Aangezien de Maya met pleisterkalk
werkten, is het mogelijk dat er ook immobilisatie met gips plaatsvond. Gele koorts Een groot deel van het Maya-grondgebied bestond uit tropisch woud. Een gebied waar veel muggen voorkomen, die als vector kunnen dienen voor gele koorts. In Spaanse geschriften uit de 16e en 17e eeuw worden epidemieën van gele koorts in Midden-Amerika beschreven. Het is natuurlijk een interessante vraag of de muggen die de gele koorts verspreidden met de slaven uit Afrika naar Midden-Amerika waren gebracht, of dat deze ziekte voor de komst van de Europeanen al haar slachtoffers eiste in deze gebieden. Waarschijnlijk worden in de drie overgebleven Maya-geschriften wel epidemieën van gele koorts beschreven, maar dit is niet zeker. Afbeeldingen, ook van andere mesoamerikaanse volkeren, uit de tijd voor de komst van de Spanjaarden geven aan dat gele koorts al in dat gebied voorkwam. Op deze afbeeldingen worden epidemisch bloedbraken, hevige bloedingen en gele gezichten weergegeven. Gele koorts lijkt hiermee een inheemse infectieziekte te zijn. Het is goed mogelijk dat deze ziekte een belangrijke rol heeft gespeeld in de verdwijning van de grootse Mayabeschaving rond 900 na Christus. Hoewel de bloeitijd van de Maya al lang voorbij is en we weinig schriftelijke bronnen uit die tijd hebben, blijkt er toch iets van de geneeskundige praktijken te reconstrueren. Nog steeds wonen miljoenen Maya in Mexico (voornamelijk in Yucatán), Guatemala en Belize. Velen spreken nog steeds Maya en proberen de Mayatradities zo goed mogelijk te bewaren, ondanks de komst van vele toeristen. Nanda Glimmerveen Literatuur 1. www.larutamaya.nl/cultuur.php 2. http://en.wikipedia.org/wiki/Maya_civilization Guerra F. Maya medicine. Med Hist. 1964 January;8(1):31-43
Overzicht van Maya grondgebied
AIOS 1 - 18e jaargang maart 2007
19
RUBRIEK
De meester en de leerling
Prof. Dr. Dingeman Adriaan Legemate, 1957, getrouwd, 4 kinderen, 2 zoons, 2 dochters AMC, afdeling vaatchirurgie, sinds 1993 1976-1983 geneeskunde te Utrecht 1985-1991 chirurgie UMC Utrecht en St Antonius Ziekenhuis Nieuwegein 1991-1993 fellowship vaatchirurgie UMC Utrecht 1998 klinisch epidemioloog 1991 Duplex scanning of aortoiliac and femoropopliteal arteries
Mensen die in staat zijn om daadwerkelijk veranderingen door te voeren. Dat kan op de afdeling in een ziekenhuis zijn, in een wetenschappelijke vereniging, of bijvoorbeeld in de Tweede Kamer. Voor Nelson Mandela als wereldleider heb ik veel bewondering. Laksheid.
Personalia
Liselot Laurien Hoornweg, 1977
Werkadres
AMC, afdeling vaatchirurgie, sinds december 2003 1995-2002 geneeskunde LUMC Leiden 2004 in opleiding tot klinisch epidemioloog
Studie Opleiding
Proefschrift
Bewondert
Ergert zich aan
Kleine genoegens Het kleinste genoegen maar een groot goed is om na het werk met mijn vrouw en kinderen thuis te eten. Hier nemen we uitgebreid de tijd voor. Gaat in tweede leven Ik zou opnieuw het medische traject ingaan, niet perse chirurgie. In het verleden ben ik een paar keer in Afrika geweest. Dit is voor mij vaak een conflict geweest of daar mijn toekomst lag. Uiteindelijk ben ik opgeslokt door Nederland. Werken aan wereldgezondheidszorg issues zou in een volgend leven het alternatief zijn. In de zomer met mijn gezin zeilen op de Meest ontspannende activiteit Middellandse Zee. Onhebbelijkheden In sommige situaties ben ik te dominant. Ik denk dat ik een gestructureerd persoon ben en verder geniet ik meer wanneer mensen in mijn omgeving groeien en bloeien dan dat ik zelf groei, hoewel dat laatste ook prettig is. 20
AIOS 1 - 18e jaargang maart 2007
Beste eigenschap
De exacte titel staat nog niet vast, maar mijn proefschrift gaat in ieder geval over de acute endovasculaire behandeling van abdominale aortarupturen en traumatische thoracale rupturen. Mijn moeder, aangezien ze naast haar fulltime job als dokter twee dochters heeft opgevoed. Daarnaast heeft ze op haar beide kinderen ook nog de passie van het vak kunnen overbrengen. Madonna was mijn idool vanaf mijn zesde jaar en dat is ze nog. Nelson Mandela vind ik een van de geweldenaars van de vorige eeuw. Ik vind het jammer dat er niet meer geld wordt geïnvesteerd in wetenschappelijk onderzoek in Nederland. De krant op zaterdagochtend met een kop koffie. Ik zou bij de Verenigde Naties gaan werken. We zijn hier op het goede deel van de aarde geboren en krijgen hier alle mogelijkheden om onze talenten te gebruiken en allerlei vaardigheden aan te leren. Graag zou ik iets terug willen doen. Hardlopen ’s ochtends vroeg in het Vondelpark. Ik pak veel aan en begin er altijd enthousiast aan, maar het afronden gaat meestal wat moeilijker. Optimisme.
Wat maakt het vak vaatchirurgie boeiend? Legemate: Twee zaken: hoewel de diagnostiek niet ingewikkeld is en de behandeling straight forward, maakt de besluitvorming om een bepaalde behandeling in te zetten, waarbij je continu de voors en tegens van je handelen moet afwegen, zeer ingewikkeld. Ten tweede is vaatchirurgie qua techniek een veeleisend vak. Het vereist nauwkeurigheid, precisie en goede handvaardigheid. Dit staat mij erg aan. Hoornweg: Van de vaatchirurgie vind ik de complexiteit van de problematiek erg interessant en de impact die dit op het mensenleven heeft. En de nauwkeurigheid van de operaties zelf lijkt mij erg uitdagend.
Hoornweg: Na mijn studie ben ik meteen begonnen met mijn promotieonderzoek. Mijn oudste co-schap chirurgie in het OLVG heeft langer geduurd, aangezien er op dat moment een ondercapaciteit was. Dit was een zeer leerzame en gezellige periode, maar ook hard werken.
Wat is over tien jaar de belangrijkste ontwikkeling in de vaatchirurgie? Legemate: In de vaatchirurgie zijn twee belangrijke veranderingen op komst of al gaande. De radiologisch geleide endovasculaire behandeling zal zich nog verder ontwikkelen. Hierdoor zullen de open operaties afnemen of door de vergrijzing hooguit gelijk blijven. En een toenemende rol is weggelegd voor medicamenteuze therapie. Hoornweg: De minimaal-invasieve chirurgie zal steeds meer worden toegepast.
Hoe ziet de ideale Leerling resp. Meester eruit? Legemate: Ideaal is dat je elkaar goed aanvoelt en dat de inrichting van het werk automatisch verloopt. Ik kan niet zonder de onderzoeker en de onderzoeker kan niet zonder mij. Je bent enorm belangrijk voor elkaar. Je wilt er immers allebei revenuen uit halen. Dat geldt voor de onderzoeker, die haar stukken schrijft en voor mij omdat ik ook wil publiceren. Ideaal voor de meester, kijkend naar de leerling, is dat de leerling een behoorlijk zelfstandige manier van werken én denken heeft. Voor de leerling is het belangrijk dat de meester zijn denken overbrengt op de leerling en dat de leerling het gevoel heeft dat dit denken toevoegde waarde heeft zoals in de dagelijkse communicatie, de discussie van een artikel, maar ook in de wetenschap en de weg die je volgt. Voor de meester en de leerling is toegevoegde waarde het meest ideale. Hoornweg: Een meester moet zijn leerling inspireren om het beste uit zichzelf te halen en de leerling moet de meester weer prikkelen om inspirerend te zijn en alles over te dragen. Alexander de Grote en Aristoteles zijn hiervan goede voorbeelden.
Onderzoek, onderwijs of patiëntenzorg? Legemate: Patiëntenzorg prevaleert bij mij, alhoewel de andere twee net zo belangrijk zijn. Na het afronden van mijn opleiding heb ik altijd bewust gekozen voor patiëntenzorg. Alledrie deze aspecten vind ik terug in de academie. Op dit moment heb ik veel bestuurlijke taken waardoor het lastig is genoeg tijd over te houden voor de drie genoemde aspecten. Hoornweg: Onderwijs kan ik moeilijk een oordeel over vormen, aangezien dat nog niet veel voorgekomen is. Bij patiëntenzorg ligt mijn passie, dat staat op nummer 1.
Hoe omschrijft u de ander? Legemate: Leuke onderzoekster om te begeleiden en wier nabijheid me altijd een goed gevoel geeft. Ze is serieus, maar weet volgens mij ook goed te ontspannen. Af en toe heeft ze een gestructureerd duwtje in de rug nodig, maar dat geldt voor veel onderzoekers. Hoornweg: Intelligent en inspirerend.
Robert Minnee Hoe omschrijft u uw assistententijd? Legemate: Het was een enorm drukke tijd. Ik zat nog in het oude werkschema, waar de tijden varieerden van 70-100 uur per week. In deze tijd was ik tevens bezig met mijn promotieonderzoek. Mijn vrouw en ik kregen in deze tijd ook nog twee kinderen. Achteraf vraag ik me nog wel eens af hoe het mogelijk is geweest. Mijn assistententijd is de mooiste tijd van mijn carrière geweest. Vooral omdat je je snel kon ontwikkelen; nu je ouder bent, zit je meer in een plateaufase. Verder was je wel verantwoordelijk voor je eigen handelen, maar droeg je zelden de eindverantwoordelijkheid. Ik heb hard gewerkt, maar het was eigenlijk enorm relaxed.
Abonnementen AIOS is het tijdschrift van de Landelijke Vereniging voor Medische Specialisten in opleiding (LVAG). Het wordt vier keer per jaar uitgegeven en is gratis voor alle aio’s in Nederland. Als u AIOS niet ontvangt , neem dan contact op per email
[email protected]. Abonnementen: Nederland € 18,15 incl. btw. Overig buitenland $ 25. Losse nummers € 5,67 incl. btw, excl. verzendkosten. Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan. De eerste abonnementsperiode loopt tot het eind van het kalenderjaar. Daarna wordt het abonnement telkens stilzwijgend met een jaar verlengd. Opzeggingen dienen ten minste twee maanden voor de aanvang van een nieuwe abonnementsperiode te worden gericht aan het redactie-adres. Oplage: 4.750 ISSN: 0928-611X. © 2007 LVAG. Alle rechten voorbehouden. Artikelen geven de mening weer van auteurs en niet noodzakelijkerwijs van LVAG c.q. AIOS. Niets uit dit tijdschrift mag openbaar worden gemaakt door middel van druk, microfilm of welke wijze dan ook, zonder toestemming van de uitgever.
AIOS 1 - 18e jaargang maart 2007
21
GENEESHEER
In deze aflevering van Geneesheer blikken we terug op onze beschermheer Asklepios. Deze Griekse halfgod gaf zijn naam aan de aesculaap, het teken van ons mooie vak. Asklepios, officieel een halfgod, maar later vereerd als god van de geneeskunde, is een mythologische figuur, over wie nogal wat verhalen de ronde doen.
Asklepios
Aesculaap WHO Om te beginnen zijn de verhalen over zijn geboorte niet eenduidig. De meest geaccepteerde versie is tevens een bijzondere: Koronis was zwanger van Asklepios toen zij de liefde bedreef met Ischys, een vriend, in het huis van haar vader. Apollo, de vader van de ongeboren halfgod, was hier zo verbolgen over, dat hij haar wilde doden. Toen zij op de brandstapel lag, snelde Apollo toe en redde zijn kind, wat kon omdat de vlammen uiteen weken. Er wordt ook gezegd dat hij de eerste keizersnee uitvoerde en zo zijn zoon op de wereld zette. Asklepios werd in Epidaurus, een Oudgriekse stad op het schiereiland Argolis, geboren.
Asklepios
22
Chirurgie Voor de opvoeding vertrouwde Apollo zijn zoon toe aan de centaur Cheiron, die hem moest leren alle ziekten te genezen. Cheiron leerde Asklepios de kunsten van de chirurgie, wat hem tot de meest gewaardeerde artsen van zijn tijd maakte. Asklepios leerde ook over
AIOS 1 - 18e jaargang maart 2007
geneesmiddelen en verschillende wondermiddelen. Volgens een andere legende kreeg Asklepios van godin Athene het bloed van Medusa, een van de Gorgonen (dochters van zeegoden), dat speciale krachten bezat. Bloed uit de linker ader van Medusa was dodelijk, terwijl bloed uit de rechter ader juist de doden tot leven kon wekken. Asklepios heeft dit enkele keren gedaan. Asklepios werd chirurg van de Argonauten. Aan boord van hun schip de Argo lukte het hem om verschillende mensen weer tot leven te brengen. De halfgod probeerde ook de dode Orion, die was gebeten door een schorpioen, tot leven te wekken. Toen Pluto dit zag, deed hij zijn beklag bij Zeus. Als Asklepios zo zou doorgaan, dan had Pluto straks niemand meer in de Hades (onderwereld) zitten. Omdat oppergod Zeus vreesde dat door deze gave de mensen onsterfelijk zouden worden, doodde hij Asklepios met een bliksemschicht. Zeus was vooral verbolgen over het winstbejag van Asklepios, die namelijk geld had gevraagd voor de herrijzenis. De Slangendrager Net als over de geboorte van Asklepios gaan over zijn dood verschillende verhalen de ronde. De ene verhaalt dat op verzoek van vader Apollo Zeus de dode Asklepios samen met de slang, in de Griekse oudheid het teken voor hernieuwd leven, in de sterrenhemel plaatste, onder de naam de Slangendrager. Het sterrenbeeld refereert aan de staf waaromheen de slang zich wikkelt, die later de aesculaap werd genoemd (zie verder). De andere versie van de dood van Asklepios is iets gewelddadiger. Apollo doodde namelijk uit wraak de Cyclopen, de zonen van Zeus, die de vervaardigers waren van diens bliksemschichten. Apollo werd bestraft en moest zich een jaar lang, of negen jaren lang volgens andere bronnen, in dienst stellen van een sterfelijke, maar Zeus riep wel Asklepios opnieuw tot leven. In de algemeen nationale Griekse mythologie is niet Asklepios, maar Apollo de genezende god. Asklepios werd echter in vele tempels en andere plaatsen vereerd. De plaatsen van zijn verering waren meestal schoon en
mooi gelegen oorden, waar de zuivere lucht en frisse, genezing brengende bronnen en warme zonneschijn gewoonlijk een groot aantal zieken tot zich lokten. Ziekenhuis De twee beroemdste tempels van Asklepios waren in Pergamos en in Epidauros. In Epidaurus lag de tempel een uur buiten de stad in een complex met allerlei gebouwen, ook bestemd tot het opnemen van zieken. Het wordt nu beschouwd als een van de eerste ziekenhuizen uit de oudheid. Een dergelijk tempelcomplex of ziekenhuis avant la lettre werd ‘aesclepieion’ genoemd. Een ander beroemd ‘aesclepieion’ was te vinden op Kos, waar Hippocrates zijn carrière begon. De ruïnes zijn nog steeds te bezichtigen. In de oudheid was er een buitengewoon groot aantal beelden van Asklepios, omdat het aantal aan hem gewijde tempels zo groot was. Hij werd voorgesteld als een bebaarde man met edele gelaatstrekken, waaruit welwillendheid te lezen is, en die enige overeenkomst hebben met de ideale voorstelling, die men zich van Zeus maakte, zonder dat op zijn gelaat de diepe ernst van de bestuurder van de wereld wordt gevonden. Toen in de loop der eeuwen de invloed van de goden op het menselijk leven meer naar de achtergrond raakte in het bewustzijn van de Grieken, kreeg Asklepios zijn rang als god. Hij werd steeds meer vereerd naarmate de gezondheid meer als hoogste goed werd beschouwd. Deze genezende god Asklepios wordt zo de vertegenwoordiger op aarde van zijn vader Apollo, zoals Apollo de vertegenwoordiger van Zeus is. Levenskracht Steeds wordt Asklepios door de slang begeleid, hetzij dat zij door hem geliefkoosd en geleid wordt, hetzij, dat zij zich om de staf waarop de god steunt, heen kronkelt. In sommige tempels ter ere van de god wordt hij zelfs in de hoedanigheid van een slang afgebeeld. De slang symboliseert de zich steeds verjongende levenskracht. Verder zijn aan hem de hond, de geit en de haan gewijd, vanuit verschillende legendes. De haan is het symbool voor de aanbrekende levensdag. Zieken die waren genezen, offerden een haan aan de god van de geneeskunde. Asklepios was getrouwd met Epione, met wie hij zes dochHygieia, Gustav Klimt ters had en drie zonen had. De
belangrijkste twee zonen zijn de bekwame artsen Podalirius en Machaon, die ook voorkomen in de Ilias van Homeros. De dochters hielpen hem tijdens zijn geneeskundige handelingen. Twee van hen zijn het meest bekend: Sterrenbeeld Hygieia, godin van de gezondheid, en Panacea, godin van de geneesmiddelen. Panacea is beschermvrouwe van de apothekers. Gustav Klimt heeft Hygieia onsterfelijk gemaakt in zijn fabuleuze schilderij. Aesculaap Of Asklepios daadwerkelijk heeft gewerkt in de Oudgriekse stad Epidaurus zal onzeker blijven. Er is wel een kuuroord geweest en waarschijnlijk een van de eerste ziekenhuizen die men gevonden heeft. Volgens de legende ging je naar Epidaurus als je ziek was. Wanneer je in een droom een slang zag, was je genezen.
“Deze Griekse halfgod gaf zijn naam aan de aesculaap, het teken van ons mooie vak.” In de geest van Asklepios werden niet-giftige slangen ingezet bij genezingsrituelen. Ze werden losgelaten in de slaapkamers van de zieken en gewonden. De volgende ochtend vertelde de zieke zijn droom aan een priester, die dan een geneeskrachtige kuur voorschreef, vaak een bezoek aan de baden of een bezoek aan het gymnasium. Rond 300 v.C. beleefde deze cultus zijn hoogtepunt. De aesculaap, ofwel de staf van Asklepios, is het symbool geworden voor de geneeskunde. De slang symboliseert de zich steeds verjongende levenskracht, terwijl de staf autoriteit uitstraalt, die past bij de god van de geneeskunde. Het symbool staat centraal in het teken van de Wereldgezondheidsorganisatie. Het sterrenbeeld van de Slangendrager is onderdeel van de dierenriem en ligt tussen Boogschutter en Weegschaal. Erna Beers Literatuur 1. T.T. Kroon Mythologisch Woordenboek. D.A.Thieme; ’sGravenhage, 1875. http://nl.wikipedia.org/wiki 2. 3. http://en.wikipedia.org/wiki http://www.sterrenkunde.nl 4. http://www.koxkollum.nl 5.
AIOS 1 - 18e jaargang maart 2007
23
COLUMN
Jocea van Amelsfort is bezig met haar opleiding tot reumatoloog. In deze column houdt ze ons op de hoogte van het wel en wee tijdens haar werk als aios.
Vergeet mij niet Veertien foto’s hangen aan de muur. Veertien artsassistenten, keurig in witte jas, kijken mij meer of minder lachend aan, elke ochtend, vanaf die muur in de overdrachtsruimte. Ze representeren de veranderlijkheid van ons dagelijks leven in het ziekenhuis. Ze hebben hier allemaal gewerkt, hebben nu hun vleugels elders uitgeslagen en als een eerbetoon aan alle uren doorgebracht in dit ziekenhuis hangen daar die foto’s. Veertien nog maar, omdat iemand pas sinds kort dit eerbetoon heeft ingesteld. In een wat saai moment tijdens de overdracht tel ik…met elf van de veertien heb ik mogen samenwerken in het ruime jaar dat ik hier nu werk. Dat betekent dat zo’n beetje elke maand een collega vertrokken is en ook zo’n beetje elke maand een nieuwe arts-assistent wat witjes om de neus de eerste stapjes in dit ziekenhuis zette. Ik kijk de ruimte rond en besef me dat ik inmiddels een van de oudjes geworden ben. Een raar besef, aangezien ik mezelf nog steeds zie als een onervaren, beginnende dokter. Dat is natuurlijk ook zo, want wat is nou anderhalf jaar klinische ervaring op de tientallen jaren van de meeste internisten in dit ziekenhuis? Het stemt me vreemd droevig, al die foto’s aan de muur. Ik kijk de oud-collega’s nog eens goed in het gezicht en vraag me af; mis ik hen? Bij sommigen is het antwoord ‘ja’ en herinner ik me weer even waarom zij ook alweer zo gezellig, collegiaal en grappig zijn. Wat hebben wij niet met elkaar besproken? Welke roddels hebben wij niet smakelijk met elkaar gedeeld? Hoeveel adviezen heb ik niet van hun gekregen? Hoe vaak hebben zij mij niet een hart onder de riem gestoken? En hoe vanzelfsprekend is het nu dat zij er niet meer zijn?
24
AIOS 1 - 18e jaargang maart 2007
Ik kijk nogmaals de groep rond en bedenk hoeveel van die witte jassen mijn collega’s zijn en wie, stiekem, tussen alle dagelijkse beslommeringen door, mijn vrienden zijn geworden? En tussen mijn collega arts-assistenten zie ik de internisten zitten en een nieuwe vraag dringt zich op: wat vinden zij van die veertien foto’s? Missen zij die mensen? Hoe inwisselbaar zijn wij? In hoeverre hechten zij zich aan ons? Zijn wij mensen of pionnetjes? We werken zo intensief met onze bazen samen. Zij houden ons goed in de gaten; functioneren we naar behoren, zitten we een beetje lekker in ons vel? (ja, dat gebeurt wel degelijk in mijn ziekenhuis). Maar ze kennen ons natuurlijk niet echt. Of wel? In mijn geval wel, aangezien ik met mijn emotionele incontinentie vrolijk vertel over thuissituaties, vakanties en nieuwe auto’s. Maar van veel arts-assistenten zullen zij niet weten waar ze wonen, wat hun hobby’s zijn, of ze überhaupt getrouwd zijn, een partner hebben? En toch zien ze aan ons of we moe zijn, of we iets zijalijk vinden, of het goed gaat. En vaak it een samen eeel gezellig en zien we van elkaar onze slechtste en beste momenten. Een bijzonder pareltje in mijn assistentencarrière was toen ik deze vragen aan een aantal internisten durfde voor te leggen. En mocht je het nog niet weten: ook bazen zijn mensen, die zich wel degelijk hechten aan mensen, die hun persoonlijke voorkeuren hebben voor mensen en die ons wel degelijk missen…..soms. Nog 13 lege spijkertjes staren mij aan vanaf de muur. Een ervan is binnen negen maanden voor mij… Jocea van Amelsfort
Je staat er slecht voor als je tijdens de opleiding arbeidsongeschikt zou worden Je bent nu in loondienst en hebt mooie vooruitzichten voor de toekomst. Er kan een kink in de kabel komen door ziekte of ongeval.Bij arbeidsongeschiktheid betaalt de werkgever twee jaar door, maar dan? De nieuwe WIA zorgt voor een aalmoes die volledig roet in het eten gooit. Zelf actie ondernemen was tot voor kort moeilijk. Nu hebben we eindelijk een oplossing voor jouw probleem, de AIOS polis. Zeer betaalbare kwaliteit en met retourprovisie. Bedenk: als je zorgt voor een ander, vergeet dan ook jezelf niet.
Ga naar www.aiospolis.nl voor de simpele oplossing.
Koestraat 1 - 8051 GT Hattem Telefoon (038) 44 333 05- www.medfind.nl
Retourprovisie is voor ons vanzelfsprekend!
Mijn pensioen? Dáár spreek ik graag over met mijn pensioenspecialist Ambieer je een carrière als vrijgevestigd medisch specialist? Dan is het zakelijk verstandig om je nu al te oriënteren omtrent pensioen. Dit kan door deel te nemen aan een ‘pensioenavond voor de jonge medisch specialist’. Alle vrijgevestigde specialisten worden deelnemer in de pensioenregeling voor medisch specialisten (SPMS). Op deze pensioenavond wordt ingegaan op praktische zaken zoals: hoeveel premie moet ik betalen en wat krijg ik daar eigenlijk voor terug? Niet alleen over 30 jaar maar ook als je onverwacht komt te overlijden, wat ontvangen dan mijn partner en kinderen? En wat als ik arbeidsongeschikt wordt? Moet ik zelf nog aanvullende voorzieningen treffen?
Zo ja, doe ik dat dan zelf of ga ik naar een verzekeraar? Maar ook zaken als wat zijn de pensioenconsequenties van deeltijd werken en hoe zit het met de pensioenopbouw tijdens zwangerschapsverlof. Onze pensioenspecialisten leggen het graag uit aan onze toekomstige deelnemers. Na afloop van de bijeenkomst kun je tijdens de borrel ook spreken met de onafhankelijke financiële planners van SPMS of een afspraak maken voor een individueel gesprek. Zij kunnen je informeren over je totale financiële situatie en wat je na vestiging te wachten staat. Bel om een plek te reserveren op één van de kleinschalige pensioenavonden in Zeist voor de jonge medisch specialist. Ons telefoonnummer is 030 6937680 of e-mail
[email protected]
Postbus 7, 3970 AA Driebergen Tel.: 030 693 76 80 Fax: 030 697 19 28
[email protected] www.spms.nl
UW DROOMHUIS GEZIEN . . .
Het kopen van een woning of een praktijkpand is een ingrijpende beslissing. Daar kunt u best een beetje hulp bij gebruiken. Het liefst natuurlijk van een betrouwbare partner. Iemand die uw persoonlijke en zakelijke situatie goed kan overzien. Naast een gedegen hypotheekadvies, profiteert u bij VVAA tevens van een aantal aanvullende diensten. Bijvoorbeeld onze notaris en taxatieservice met
een aantrekkelijk combinatievoordeel. En de VVAA huizenzoekservice waarmee u efficiënt de belangrijkste Nederlandse huizensites doorzoekt. Wilt u meer weten over de VVAA dienstverlening op woongebied? Kijk dan eens op www.vvaa.nl of bel direct uw praktijkadviseur (030) 247 48 00 voor een degelijk hypotheekadvies.
HYPOTHEKEN Postbus 8153, 3503 RD Utrecht, telefoon (030) 247 47 89, www.vvaa.nl