De geschiedenis van Hopfgarten Hopfgarten behoort tot de oudste marktgemeentes van het land en werd als zulks al in 1362 in oorkondes vermeld. De naam Hopfgarten is duidelijk terug te herleiden, naar het feit dat hier de hopaanbouw (en daarmee het bierbrouwen) hier ooit een grote rol speelde – daarnaar verwijzen de namen „Oberbräu“ en „Unterbräu“ nog altijd. Sinds 902 viel Hopfgarten (samen met het hele Brixental) onder het regentschap van de bisschoppen van Regensburg, in 1380 kwam het onder de heerschappij van de Fürsterzbisschoppen van Salzburg, die het door voogden en rechters op Schloss Itter en door de Probst van Engelsberg lieten regeren. Toen Schloss Itter en de burcht Engelsberg tijdens de boerenopstanden (1526) verwoest werden, werd de standplaats van het gerecht verplaatst naar de markt en sindsdien (tot juli 2002) was Hopfgarten zetel van de voor het hele Brixental verantwoordelijke districtsrechtbank. Schloss Itter wird weer opgebouwd, de burcht Engelsberg verviel. Aan de voet van de burchtberg van Engelberg nodigt echter ook nu nog altijd het mooie Elsbethen-kerkje uit 1494 uit tot beschouwende inkeer. In de 16e eeuw bloeide ook hier de bergmijnbouw, koper en zilver werd afgebouwd en in het smeltwerk in de Haslau verwerkt. De oude naam van het tegenwoordige gasthof „Schöneck“ („Beim Hutmann“) herinnert daaraan.
In de 19e eeuw bedreef het geslacht van de „Friedrichs“ aan de Kelchsauer Ache een belangrijke glasfabriek, een imposante kerkruïne en het gasthof „Hörbrunn“, het voormalige herenhuis, laten ook tegenwoordig nog zien welke rijkdom hier vroeger was. In de oorlogen tegen Napoleon vochten de Brixentaler samen met de Tirolers voor de bevrijding van hun land, hoewel het toen nog bij Salzburg hoorde. Pas in 1816 werd het Brixental met Tirol verenigd. De schilderingen op de erker van gasthof „Oberbräu“ herinneren aan Andreas Hofer en zijn trouwe medestrijders. Het gemeentewapen van Hopfgarten, in 1592 voor het eerst getoond, stelt de heilige Leonhard met kromme staf en ketting voor. Aan hem en de heilige Jakob is ook het prachtige, door Andrä Hueber in de jaren 1758 tot 1764 gebouwde godshuis gewijd, dat in de afgelopen jaren fantastisch gerestaureerd is. Met recht wordt dit barokke juweel „Brixentaler Dom“ genoemd. De beide wapens op de kerktorens getuigen van de tijd, waarin de aartsbisschoppen van Salzburg onze wereldse landsheren en de bisschoppen van Chiemsee onze geestelijke leiders waren. Sinds het Brixental door de bouw van de „Gisela“-Bahn (1875) voor het treinverkeer ontsloten wird, is het ook aantrekkingspunt voor duizenden, die in onze bergwereld tot rust willen komen (ook nu nog kunt u één keer per week met de Giselabahn een uitstapje maken). In 1950 bouwden mensen met een vooruitziende blik de toentertijd langste stoeltjeslift van Europa op hun huisberg, de Hohe Salve, de „koningin van de Skiwelt“.
De ruïne Engelsberg Op een smalle, steile aardtong, tussen de Kelchsauer en Windauer Ache liggen de spaarzame overblijfselen van de burcht Engelsberg. De eerste keer dat deze officieel in een oorkonde vermeld werd, was op 1 september 1234. Op deze dag gaf bisschop Siegfried von Regensburg de graaf Konrad von Wasserburg naast andere kastelen ook „Burg Engelsberg“ met de daarbijbehorende dienstknechten en goederen voor het leven in bewaring. Een geslacht „Engelsberger“ verschijnt voor het eerst in maart 1259 en verdwijnt weer in 1420. Tijdens een boerenopstand in mei 1526 werden zowel Schloss Itter als de burcht Engelsberg neer gebrand. Engelsberg is sindsdien slechts deels weer opgebouwd. Tot in de jaren tachtig van de vorige eeuw werden de overblijfselen van de enige toren nog door twee oude mensen bewoond.
Het Elsbethen kerkje Elsbethen, gelegen aan de voet van de Engelsberg, is de oudste filiaalkerk van Hopfgarten. De stijl van het huidige kerkje wijst op de aflopende gotische stijl. Een rode marmeren steen aan de muur van de evangeliekant, noemt de oprichter en oprichtingsdatum: „Bartholome vo(n) hamerspach Stifor des Gotzhaws 1494“ Hiernaast is het wapen van de oprichter te zien, die in die tijd voogd in Engelsberg was. Pas in 1511 is het godshuis door bisschop Berthold Pürstinger von Chiemsee gewijd. Het altaar met zijn barokke bovenbouw uit de tijd rondom 1700 draagt een door Virgil Groder gemaakt schilderij van de hl. Elisabeth. Het is het enige godshuis in Tirol, dat aan deze volkse heilige gewijd is. Een genadebeeld van de „Schmerzhaften Gottesmutter“ wordt hier vooral vereerd, het Allerheiligste wordt hier echter niet bewaard.
Op biddagen gaat men ook tegenwoordig nog in processie naar dit kerkje, vele mensen van heinde en ver dragen – alleen of in groepen – hun zorgen graag en vol vertrouwen hier heen. De Hopfgartense mannenzangvereniging „Die Engelsberger“ heeft het kerkje geadopteerd en zorgt elke keer weer, dat dit pronkstuk mooi en waardig behouden wordt. Over de oprichting van dit heiligdom weet de volkssage het volgende te vertellen: De oude ridder van Högau in de Wörgler Boden had zijn dochtertje Elisabeth aan de edele ridder van Engelsberg als vrouw beloofd en de wilde, in Itter wonende ridder afgewezen. Hij zei: „Mijn dochter wordt met een vrome ridder met een stukje brood gelukkiger dan met een rijke goddeloze!“ Woedend overviel de goddeloze op de huwelijksdag het nietsvermoedende bruidspaar en gooide ze in een verschrikkelijke kerker in Itter en riep ze honende toe: „brood wil ik jullie geven, water mag je zelf zoeken!“ Als de twee na enkele dagen door de dorst bijna versmachtten, bidden ze innig tot de heilige landgravin Elisabeth, die destijds nog niet lang geleden overleden was en al bekend stond door vele wonderen. De heilig verklaarde, verscheen werkelijk tijdens hun gebed vol vertrouwen en liet hun een uit de kerkerwand opwellende bron zien. Op dat ogenblik stapte hun vijand de door hemelse glans verlichtte gevangenis – genade beroerde zijn hart – hij gaf zijn ongelijk toe, liet de gevangenen vrij en bouwde aan de voet van de Engelsberg het eerste kerkje ter ere van de heilige Elisabeth.
De Hohe Salve en het Salvenkerkje
De top van de Hohe Hohen Salve (1829 m) bestaat uit dolomiet, die op een sokkel van leisteen staat en de berg zijn karakteristieke klokkenvorm geeft. De naam „Salve“ stamt met grote waarschijnlijkheid uit het Latijn en betekent „wees gegroet“ en de top groet werkelijk vriendelijk naar alle hemelsrichtingen.
Op de top van de Hohe Salve staat het Salvenkerkje. Ooit leefde er een vrome vrouw, Ehrentrud genaamd. Ze had slechts één zoon, die Johannes heette en bezat een behoorlijk vermogen. De knaap vol talent en leven, maar ook behoorlijk naar het boze geneigd, maakte al in jonge jaren zijn moeder droevig met allerlei uitspattingen en met de leeftijd groeide ook zijn kwaadaardigheid. Het geld van de moeder werd verspild, hij was aan het spel en de drank verslaafd, al het bidden en smeken van zijn moeder werd niet gehoord. Toen de ontaarde zoon zich ook nog aan vreemd eigendom vergreep, werd hij door de overheid vervolgd en vluchtte dientengevolge het donkere bos in. Hij wierf twee metgezellen en samen overvielen ze de reizenden op de weg, roofden en moorden.
Het geweten plaagde zijn moeder, dat ze door teveel liefde en te weinig strengheid, haar zoon tot roverhoofdman had opgevoed. Ze besloot Johannes te zoeken. Na drie dagen ronddwalen, viel ze op de hoogte van de Salvenberg in slaap en had een wonderbare droom: ze zag boven de bloedende hoofden van haar zon en zijn metgezellen de weerspiegeling van de heilige Johannes de Doper. Toen ze wakker werd, bad ze met ongelooflijke ontroering naar God, met de vraag of haar zoon zich zou mogen bekeren. Terwijl ze aan het bidden was, zag ze hem in de ochtendschemering naar haar zwaaien. Hij vertelde van precies dezelfde droom en wilde van nu af aan een ander leven leiden. Hij en zijn beide metgezellen gaven zich zelf aan bij het gerecht en werden ter dood veroordeeld. De moeder verkocht haar boerderij en bouwde met de winst op de plek waar haar zoon zich bekeerd had, het Salvenkerkje. Wanneer het Salvenkerkje precies is gebouwd, is niet precies te zeggen, de eerste keer dat het vermeld werd, is in een geschrift van het bisdom Chiemsee. Het is altijd een bekende bedevaartkerk gebleven.
Samenvatting en gegevens Hopfgarten im Brixental Inwoners: Zeehoogte: Hohe Salve:
5.515 Gemeentecentrum 620 m 1.829 m
Huishoudens: 1600 Marktgemeente sinds: 1362 voor het eerst in een oorkonde vermeld Burgemeester: Sieberer Paul Totaal oppervlakte: Almengebied: Landbouw: Markt enz.:
166,57 km2 (grootste gemeente in de regio Kitzbühel) 77 km2 (1e plaats in Tirol) Bos: 55 km2 23 km2 (2e plaats in Tirol) 12 km2
Wapen: Het wapen toont de beschermheilige parochiekerk, de Hl. Leonhard met kromme staf en ketting
van
de
Bezienswaardigheden: Kerk Wordt „Brixentaler Dom“ genoemd, barokkerk met twee torens, gebouwd 1758 – 1764. Gewijd aan de hl. Leonhard en de hl. Jakob
van
De ruïne Engelsberg De burcht Engelsberg werd voor he teerst genoemd op 1 september 1234. Tijdens een boerenopstand in mei 1526 werden zowel Schoß Itter als ook Engelsberg neer gebrand. Engelsberg is daarna slechts deels herbouwd. Tot in de jaren tachtig van de vorige eeuw werden de resten van de vroegere toren door twee oude mensen bewoond. Elsbethen kerkje Gebouwd in 1494, wijst de stijl van het godshuis al op de vrijwel afgelopen gotische tijd. Het altaar met zijn barokke bovenbouw uit de periode rondom 1700 draagt een Virgil Groder gemaakt schilderij van de hl. Elisabeth. Op biddagen gaat men ook tegenwoordig nog in processie naar het kerkje, vele mensen van heinde en verre dragen – alleen of in groepen – hun zorgen graag en vol vertrouwen hier heen. Het Salvenkerkje Wanneer het Salvenkerkje precies gebouwd werd, is niet precies te zeggen, de eerste keer dat het genoemd wordt, is in een geschrift van het bisdom Chiemsee. Tot de dag van vandaag is het Salvenkerkje, de hoogst gelegen bedevaartkerk van Oostenrijk.