SLAVISCHE WIJNEN GESCHIEDENIS VAN DE WIJNBOUW De wijnbouwtraditie in ex-Joegoslavië is oeroud. Geschiedkundigen vermoeden zelfs dat de Balkan en het gebied rond de Zwarte Zee de bakenmaat is van de wijnproductie. De Traciërs zouden bij de uitbouw van hun rijk, dat zich 4.000 jaar BC uitstrekte van de Balkan tot de Kaukasus, de druivenstokken naar hier gebracht hebben. De wijnstokken langs de Adriatische kust zijn dan hoogstwaarschijnlijk weer door zeelieden en kolonisten uit Griekenland meegebracht en aangeplant. AI in de 1° eeuw voor Christus bestond hier een goed ontwikkelde wijnbouw. Door de eeuwen heen kwamen er door het milde klimaat nog vele druivensoorten bij uit andere zuidelijke landen. Toch is, ondanks deze lange traditie en het eigen en kwalitatief karakter, de aanwezigheid van Slavische wijnen op onze Belgische markt klein. Na wereldoorlog II was er immers geen ander wijnland in Europa aan te wijzen dat zo een positieve evolutie had doorgemaakt dan voormalig Joegoslavië. 15% van de bevolking was hier dan ook op de een of andere manier bij de wijnbouw betrokken. Bovendien werd er veel gedaan aan een goede vakopleiding op alle niveaus. In de jaren negentig splitste Joegoslavië zich op en hebben de meeste Balkanlanden geleden onder de oorlogen die daardoor ontstonden. Ondanks het feit dat de wijnbouw in sommige regio’s bijna normaal werd voortgezet, viel te constateren dat de wijnen in het buitenland door alle verschrikkelijke beelden steeds minder aftrek vonden, natuurlijk ook omdat er weinig of geen toeristen (o.a. normaal al een paar honderdduizend Nederlanders) hun vakantie doorbrachten langsheen de prachtige Joegoslavische kust. Het onoverzichtelijke gebeuren in de Balkan heeft alles te maken met het feit dat het al eeuwen een toneel is van botsingen tussen zeer verschillende culturen en religies. Onder generaal Tito werd de eenheid ervan met harde hand gewaarborgd en de koude oorlog zorgde voor een machtsevenwicht in de aspiraties van de grootmachten. Met het wegvallen van die twee externe factoren kon de roep naar meer eigen culturele identiteit niet uitblijven. Er is niet echt sprake van grote etnische verschillen tussen de diverse nationalistische groepen en ook de talen zijn sterk verwant. Wel zijn er sterke cultureel/religieuze verschillen. Kosovo is meer gebonden met Albanië en het Albanese deel van Macedonië dan met de Russisch/orthodoxe cultuur van Servië en Rusland of de moslimcultuur van Bosnië en ook niet met de christelijke signatuur van Kroatië en Slovenië. Sinds 2006 is er duidelijk weer een toename van het toerisme te constateren en dus waarschijnlijk ook de vraag naar wijn! Opvallend is echter dat producten als LARA Kruskovac, Badel Sljivovica en de wijnen uit Macedonië geen terugval hebben gekend. In het pas verschenen HPA-rapport komt voormalig Joegoslavië in zijn geheel (na Frankrijk, Italië, Spanje, Duitsland, Bulgarije en Portugal) nog steeds naar voren als populaire Europese leverancier en blijft de uitvoer weer duidelijk toenemen. Recent blijkt ook dat vele jonge wijnbouwers met verve werken aan internationale erkenning voor de mooie resultaten die zij in het eigen land in de jaren na de opdeling hebben bewerkstelligd. De voorheen oppermachtige en eerder logge semistaatsbedrijven en coöperaties boeten duidelijk in aan daadkracht. Een recente schatting van de wijnproductie over de 8 republieken van ex-Joegoslavië is als volgt: Kroatië Servië Vojvodina Macedonië Slovenië Montenegro Kosovo Bosnië-Herzegovina
Totaal
Wijngaarden 65.000 ha 42.000 28.000 22.400 17.100 4.000 4.900 1.300
184.700 ha
Jaarproductie
2.600.000 hl 1.260.000 840.000 875.000 600.000 150.000 150.000 50.000
6.525.000 hl
(40,0%) (19,3%) (12,9%) (13,4%) ( 9,2%) ( 2,2%) ( 2,2%) ( 0,8%)
35,3 hl/h 1
Slavonische eik Behalve Frankrijk is ook Kroatië een belangrijke leverancier van eikenhout. Slavonisch eik is een houtsoort afkomstig van de Balkan. In een bosrijk gebied dat zich wijd uitstrekt over het drielandenpunt van Servië, Kroatië en Bosnië, langs de oevers van de rivier de Sava, zijn de klimaatomstandigheden optimaal om een uitstekende kwaliteit en prachtige structuur van het eikenhout te verkrijgen. De groei verloopt er langzaam en gelijkmatig. De grondwaterstand is goed, de windhoeveelheid is gunstig en de ligging boven de zeespiegel bevordert optimale groei, waardoor het hout de kenmerken krijgt waar liefhebbers zo gecharmeerd van zijn: prachtige warme uitstraling, rechte draad en nerf, een egale tint en makkelijk te bewerken bovendien. Ook is het hout goed bestand tegen uitzetten en krimpen bij wisselende luchtvochtigheid, zodat er geen gevaar bestaat voor scheuren. Dit maakt dat Slavonisch eik tot de absolute top behoort. Ten opzichte van Poolse of Franse eik zijn er zelfs bepaalde voordelen. Poolse eik is taaier en harder en kan daardoor makkelijker scheuren. Frans eik komt uit gebieden relatief dicht bij zee en is daardoor zachter en heeft een onregelmatigere structuur.
DE CLASSIFICATIES VAN DE WIJNEN
Volgens mijn gegevens bestaat er enkel in Kroatië en Slovenië reeds een uitgebreide wijnwetgeving. Deze zijn vooral gebaseerd op het Duitse systeem en op de EU regelgeving omtrent plaatsnaam/herkomstgebieden, teelttechnieken en druivenrassen. In Macedonië werd in 2004 een nieuwe wijnwetgeving aangenomen. Deze schets een theoretisch kader en definieert het proces om op dat niveau te komen. Ook in Kosovo werd in 2005 een nieuwe wijnwetgeving volgens de EU regelgeving van kracht. Over Servië, Vojvodina, Bosnië-Herzegovina en Macedonië heb ik geen informatie weten te vinden. Voor export naar de EU dienen zij echter in alle geval aan de EU regelgeving te voldoen.
TERROIR EN KLIMAAT
De Balkanlanden liggen tussen de 46° en 40° breedtegraad, in dezelfde klimaatzone (C2) als de Côtes du Rhône, Dao, Rioja en Toscane en hebben een ideale bodemgesteldheid voor de wijnbouw. De verschillen op gebied van terroir en klimaat over de verschillende landen en deelstaten van ex-Joegoslavië zijn echter te divers om ze globaal te bespreken.
DRUIVENSOORTEN
Wat karakter betreft zijn de Slavische wijnen uiterst eigenzinnig. Praktisch iedere streek heeft ook zijn eigen druivenrassen. Er wordt heel bewust gestreefd naar authentieke wijnen die optimaal de eigen druivenrassen en de locale “terroir” weergeven. Concessies aan buitenlandse smaken en verlangens worden nauwelijks gedaan, maar uitzonderingen bevestigen natuurlijk de regel. Bekende internationale druivenrassen worden slechts met mondjesmaat aangeplant. Men wil duidelijk de exportmarkten veroveren met de authenticiteit van de inheemse rassen. Met het kweken en veredelen van specifieke inheemse druivenrassen zoals de witte Kevendinka, Krstač, Smederevka en Žilavka en de blauw Vranac, Blatina en Prokupac heeft men wijnen weten te vinifiëren die terecht hun plaats opeisen in de grote wereldwijnplas. Ook zijn er befaamde locale druivenrassen zoals de witte Posip (Furmint) en Graševina (Welschriesling) en de blauw Plavac Mali (Zinfandel), die afstammen van druivenrassen uit buurlanden. Er worden ook mooie rode wijnen gemaakt van druivenrassen als Pinot Noir, Cabernet Franc, Merlot, Cabernet Sauvignon, Chardonnay, Sauvignon Blanc, Riesling, Gewürztraminer en Pinot Blanc, al dan niet in assemblage met de inheemse druivenrassen. Ook komen er sinds 1970 met mondjesmaat nieuwe druivenrassen die ontwikkeld werden in het onderzoekscentrum van Sremski Karlovci in Vojvodina. Verwarrend is soms dat hetzelfde druivenras niet overal dezelfde, soms onuitspreekbare naam heeft.
DRUIVENRASSEN VOOR WITTE WIJNEN: •
Furmint (Pošip, Šipon) De witte Furmint druif is vooral beroemd vanwege de Hongaarse Tokaji wijnen. Pošip is echter ook een inheemse druif in de Dalmatische provincies van Kroatië en vooral rondom de dorpen Čara en Smokvica op het eiland Korčula. Vanwege het succes ter plaatse is de export beperkt. Šipon (uitspreken Chipon) is ook een zeer oud druivenras uit Podravje in Slovenië. De naam “Šipon“ zou ontstaan zijn tijdens de Franse overheersing toen de officieren uit het het leger van Napoleon de wijn enthousiast onthaalde met “C’est ci bon”. De druivenstok heeft een hoog rendement met grote druiventrossen. De druiven barsten gemakkelijk en zijn zo erg vatbaar voor schimmels. Furmint is ook vorstgevoelig. Kenmerken: Lichtgele tot geelgroene witte wijn met aroma’s van citrus en bloemen met minerale accenten. In goede jaren zijn de wijnen sappig zuur. In slechte jaren is de wijn enkel prikkelend zuur. Gebruik: Kroatië (Pošip, Moslavac of Poscip), Slovenië (Šipon), Oostenrijk (Mosler), Hongarije (Furmint). 2
•
Gewürztraminer (Traminac, Traminec) Is een afstammeling van de wilde druif Vitis Silvestris en één van de oudste druivenrassen ter wereld. Vermoedelijk afkomstig uit Noord-Italië. Volgens andere bronnen is hij afkomstig uit Griekenland van waaruit hij via Zuid-Tirol in de Elzas is terechtgekomen. Andere bronnen verwijzen zelfs naar Egypte. Zeker is dat deze druif sinds 1.500 jaar in Duitse wijngaarden aanwezig is. Vraagt diepe, warme en voedzame bodems. De opbrengst is eerder beperkt o.a. door gevoeligheid voor wind tijdens de bloei. Twee op de drie jaren geven eerder minderwaardige wijnen. Lang ouderen is enkel weggelegd voor de betere jaargangen. Wordt in Macedonië regelmatig gemengd met Temjanika en Muscat Ottonel. Er bestaat eveneens een rode variante, maar deze is eerder zeldzaam. Kenmerken: Door de lichtrode schil van de druif waarschijnlijk de donkerste goudgele (soms met paarse schijn) wijn die er bestaat. Heeft door het uitgesproken aromatisch boeket zeker zijn naam niet gestolen (Gewürz betekend immers kruidig). In de neus vooral aroma’s van bloemen (wilde rozen, linde en in Macedonië zelfs lavendel), gedroogd fruit, lychee, citrus, gember en bosaardbeien. Veel body, veel kracht, alcoholrijk, fris en rond. De afdronk is steeds lang en zacht. Gebruik: Elzas (Gewürztraminer), Oostenrijk (Traminer), Kroatië (Traminac), Slovenië (Traminec).
•
Kevedinka (Crvena ruzica, Crvena dinka) Inheems ras uit de Palić. Ook gebruikt voor schuimwijn (Francuski Poljubac). Gebruik: Servië.
•
Krstač Krstač is een inheems druivenras dat sinds mensenheugenis wordt geteeld in het microklimaat Nikolj Crkva van de Cemovsko regio in de buurt van Podgorica, de hoofdstad van Montenegro. Aanplantingen in andere regio’s zijn nooit echt succesvol geweest. De trossen zijn compact en middelgroot en hebben de vorm van een kruis; hieraan heeft dit druivenras zijn naam te danken. De druiven hebben een elliptische vorm en een geelgroene kleur. De oogst vindt plaats begin september. Synoniemen in Montenegro zijn: Krstacha Bijela, Bijela Krsta, Bijela Vinogradarska, Bijela Loza, Bioka, Bijoka, Pjengavica en Krstaš. Kenmerken: Geeft lichtgele wijnen met groene schijn, intense harmonieuze aroma’s en een uitgebalanceerde smaak. Gebruik: Montenegro .
•
Malvasia (Malvazija) Een witte druif uit Griekenland die daar aromatische wijnen voortbrengt maar ook in Spanje (Valencia, Zamora en de Canarische eilanden) voor wijnen zorgt met een individueel karakter. Kenmerken: Goudgele, aromatische en uitgebalanceerde wijnen. Gebruik: Kroatië en Slovenië.
•
Muscat Blanc à Petit Grain (Tamjanka, Temjanika) Dit is één van de oudste actieve druivenrassen. Ampelografen hebben verwantschap teruggevonden met de Anathelicon Moschaton druif van de oude Grieken en de Apiane druif van de Romeinen. De druif bereikte Frankrijk rechtstreeks van de Grieken via de haven van Marseille. Later kwam zij ook in Narbonne terecht tijdens de veroveringstochten van de Romeinen. Onder impuls van Karel de Grote werd de wijn ervan een belangrijk exportproduct vanuit Frontignan. Van hieruit bereikte de druif in de de de 12 eeuw Duitsland en in de 16 eeuw ook de Elzas en Servië. Zij heeft staat bekend onder verschillende namen: Muscat Blanc, Muscat Canelli, Moscato Bianco, Muscat de Frontignan, Muscat de Lunel, Muscat d'Alsace, Muskateller, Moscatel de Grano Menudo, Moscatel Rosé en Sárgamuskotály. De locale naam Ta(e)mjanika komt van het woord “tijm” vanwege de duidelijke tijmtoetsen die van op grote afstand kunnen worden opgesnoven. Alhoewel technisch een wit druivenras zijn er heel wat trossen met roze en/of bruinrode druiven en deze verschillende schakering kunnen aan dezelfde druivenstok elk jaar sterk verschillen. Varianten met stabiele rode/roze kleur worden Muscat Rouge à Petit Grains en Muscat Rose à Petit Grains genoemd. Hieruit wordt soms een rode wijn gevinifieerd. De “Black Tamjanika” was vroeger de favoriete wijn van Tito, ex-leider van Joegoslavië. Kenmerken: Groengele kleur. Geeft rijke, ronde wijnen met frisse zuren en zware, zoete aroma’s van vooral kruiden maar ook van fruit (verse druiven, abrikoos), gedroogde pruimen en sinaasappelschillen. Lange afdronk. Gebruik: Wereldburger, Servië (Tamjanika), Macedonië (Temjanika).
•
Pinela Unieke inheemse druif uit de Vipava vallei in de wijnregio Primorje in Slovenië. Helemaal geen familie van welke Pinot ook. Door betere controle van zijn gevoeligheid voor schimmels en vorst is deze druif de laatste jaren terug in opgang. Kenmerken: Een lichtgele wijn, gematigd in alcohol en zuren, met een subtiele, aangename, fris fruitige aroma’s. Verbetert niet met lageren maar behoudt zijn basiskwaliteiten gedurende verschillende jaren. Gebruik:Slovenië. 3
•
Pinot Gris (Pinot Sivi - Rulandec) Druivenstok met gemiddeld rendement. Wordt in Slovenië meestal droog gevinifieerd. De beste Pinot Gris in Slovenië is de “Suhi Jagodni Izbor” uit Podravje. Is ook de meeste gewaardeerde witte wijn in Kroatië. Rulandec komt van het Duitse “Rulaender” (naar de wijnbouwer Johann Seger Ruland). Kenmerken: Van geelgroen tot goudgeel en bij correcte veroudering bronskleurig. Pinot Gris wijnen zijn steeds krachtig, alcoholrijk met gematigde zuren. Jong hebben de wijnen licht fruitige aroma’s en een karakteristiek licht bittertje in de afdronk. Bij het ouderen krijgt de wijn een kruidig aroma dat doet denken aan groene noten. Gebruik: Kroatië (Pinot Sivi); Slovenië (Pinot Sivi – Rulandec).
•
Radgonska Ranina Deze inheemse druif uit Slovenië met zachte, aromatische druiven en grote druiventrossen, wordt soms ook als tafeldruif gebruikt. Wordt door zijn hoog suikergehalte bijna nooit als droge wijn gevinifieerd. Kenmerken: Jonge wijn heeft een geelgroene kleur, met gemiddelde aciditeit en rijke aroma’s. Als “vendanges tardives” geeft deze druif zeer aromatische, eerder zware wijnen met veel alcohol. Verouderd snel en moet dus eerder jong gedronken worden. Gebruik: Slovenië.
•
Riesling (Ranjski Rizling, Renski Rizling) Het belangrijkste druivenras in Duitsland. Bijzonder geschikt voor droge en fruitige wijnen. Zijn wereldfaam is echter te danken aan de edelzoete wijnen van zeer hoog niveau. Aan het begin van de 20ste eeuw waren de Riesling wijnen uit de Rheingau en Moezel vaak duurder dan de meest bekende wijnen uit Bordeaux. Doet het ondanks zijn naam zeer goed langs de Donau. Kenmerken: Groenig geel tot goudkleurig. Vermaard om zijn elegant, complex karakter, zijn pittig zuurgehalte en zijn bijzonder bewaarpotentieel. In de geur en smaak aroma’s van appels, rijpe perziken/abrikozen met een complexe ondertoon van kruiden en mineralen. Riesling die een aantal jaar is bewaard kan de onder liefhebbers zo geliefde petroleum geur bevatten. Meestal wat krachtiger en droger dan die uit Duitsland of de Elzas. Gebruik: Duitsland, Kroatië (Ranjski Rizling), Slovenië (Renski Rizling).
•
Robola (Zlata Rebula) Dit vroegrijpe druivenras met Italiaanse naam (vanuit de Italiaanse bezetting?) is meer dan waarschijnlijk van Griekse origine (Ionische eilanden) en zou via Slovenië de Italiaanse regio’s Friuli en Venetië hebben bereikt waar het vandaag welig tiert. De eerste formele sporen vinden wij terug in notariële akten dd 1289 uit Friuli waar deze druif geroemd werd voor kwaliteitswijnen. Leopold III van Oostenrijk eiste tijdens zijn voogdij over Trieste jaarlijks 100 urnen van de beste Robola wijn. Het succes was zo enorm dat men in 1402 in Udine een wet diende uit te vaardigen tegen het vervalsen van Robola wijnen. de De Phylloxera ramp tijdens de 19 eeuw vernietigde echter de meeste wijngaarden. Nadien werden vooral buitenlandse druivenrassen, met Merlot en Sauvignon Blanc op kop, aangeplant met als gevolg dat in 1990 minder dan 1% van de witte DOC wijnen uit Friuli van de Robola wijn afkomstig waren. Sinds de eeuwwisseling is er in Italië echter opnieuw een heropflakkering met nieuwe aanplantingen en goede wijnen zoals “Colli Orientali del Friuli” en “Collio Goriziano” als resultaat. Kenmerken: Geelgroene wijn. Rijp geoogst geeft deze druif krachtige, rijke en alcoholische wijnen met vrij hoge aciditeit en bloemige aroma’s met na rijping toetsen van kruiden en noten; vroeger geoogst wat in Griekenland veelal het geval is, krijgen we eerder een mineraal palet met aantrekkelijke citrusaroma’s. Gebruik: Slovenië (Zlata Rebula), Griekenland (Robola) en Italië (Ribolla Gialla).
•
Sauvignon Blanc (Muskatni Silvanec) Deze bekende druif uit de Loire is via Duitsland en Oostenrijk in Slovenië terechtgekomen waar hij in alle wijnregio’s populair is als droge wijn en/of vendanges tardives. Kenmerken: Groengeel tot strogeelgeel. Harmonieuze wijnen met uitgebalanceerde, sappige zuren (zelfs in slechte jaren) en uitgesproken aroma’s van salie, hooi (vooral in Primorje) en vlierbloemen (vooral in Podravje). De verschillen in aroma’s zouden niet alleen aan de bodem kunnen te wijten zijn, maar ook aan kleine verschillend in de druivenstokken (klonen?). Gebruik: Frankrijk, Oostenrijk (Muskat Sylvaner), Slovenië (Muskatni Silvanec)
•
Smederevka (Dimyat) Smederevka is sinds mensenheugenis een inheemse druif in de Balkan. Zij vermoedelijk aangeplant door keizer Probus rondom het kamp “Mons Aureus” op de rechteroever van de Donau nabij Smederevo, waaraan zij dan ook haar naam heeft te danken. Niet geschikt voor koudere klimaten. Vaak gebruikt als monocépage, maar ook in blends met Welschriesling. Kenmerken: Geeft sappige zure wijnen. Wordt veel gedronken aangelengd met water; twee delen wijn voor één deel water in de voormiddag en het omgekeerde tijdens het werken in de namiddag Gebruik: Servië, Macedonië, Bulgarije. 4
•
Welschriesling (Graševina, Laški Rizling, Riesling Italien) Welschriesling is volgens sommigen afkomstig uit Noord-Italië. Volgens anderen is Mont Fruška Gora in Vojvodina (Servië) er het vaderland. Welschriesling is helemaal geen familie van Riesling maar heeft hem door goedkope bulkwijnen uit ex-Joegoslavië in sommige landen wel een slechte naam bezorgd. Bij hoge rendement geeft deze druif vooral "terraswijntje. Kwaliteit kan enkel mits streng snoeien. Kenmerken: Lichtgeel. Lichte aroma’s van vooral hazelnoten naast appel, citrus en voorjaarsbloemen. Rond met aangename sappige zuren. Van droog, over mousserend tot Trockenbeerenauslese. Gebruik: Komt voor in Servië (Riesling Italien), Kroatië (Graševina), Slovenië (Laški Rizling, Oostenrijk en Italië (Riesling Italico).
•
Zelen Zelen (groen in het Sloveens) is een zeldzaam inheems druivenras uit de Vipava vallei (Primorje regio) in Slovenië. Is verwant aan het Italiaanse ras Verduzzo Friulano. Eerder laag rendement. De druiven hebben erg groengekleurd vruchtvlees en zonder voorafgaand filteren van de most heeft de wijn een kleur die gaat van geelachtig groen tot smaragd groen. Kenmerken: Geelgroene wijn (na filteren van de most). Geeft krachtige, alcoholrijke wijnen met moet mooie balans en frisse zuren. Nobele aroma’s. Geeft na optimaal ouderen gedistingeerde wijnen. Gebruik: Slovenië.
•
Žilavka Žilavka is een inheemse druif uit Herzegovina waar zij zich goed heeft aangepast aan de rotsige karstbodems en het warme klimaat. Het kwaliteitsniveau is sterk afhankelijk van de terroir. In Herzegovina wordt vaak 15% wijn van Krkošija en Bena, twee andere locale druiven, toegevoegd. In Macedonië plukken de meeste wijnboeren een deel van hun druiven vooraleer ze echt rijp zijn om zo voldoende natuurlijke aciditeit in de wijn te bewaren. De rest wordt volrijp geplukt voor rijke aroma’s. De finale wijn is dan een mengeling van beiden. Kenmerken: De jonge wijn is geelgroen, krachtig en sappig zuur van smaak met herkenbare aroma’s van abrikoos, honing en meloen. De wijn kan goed ouderen. Na 2 à 3 jaar op fles krijgt de wijn meer harmonie, complexiteit en aroma’s van hazelnoten. Gebruik: Kroatië, Macedonië, Bosnië-Herzegovina.
•
Žlahtina Žlahtina is een inheemse witte druivenras dat in een beschut dal bij Vrbničko Polje op het Kroatische eiland Krk wordt verbouwd. Afhankelijk van de oogst worden er jaarlijks tussen de 700 en 900.000 flessen droge witte wijn van geproduceerd. Ook gevinifieerd als licht mousserende wijn. Kenmerken: Geelgroen kleur. Fruitig aroma (citroen, sinaasappel) met kruidige toetsen. Kenners beschrijven de wijn als ‘elegant, fris, harmonieus en van hoge kwaliteit'. Gebruik: Kroatië.
DRUIVENRASSEN VOOR RODE WIJNEN: •
Blatina Blatina is een inheemse druif uit Herzegovina. Zij heeft enkel vrouwelijke bloemen. Voor optimale bevruchting worden meestal gelijktijdige bloeiers zoals Allicante Bouschet (Kambuša), Merlot en/of Trnjak aangeplant. Blatina wordt ook vaak tot maximum 15% gemengd met wijnen van deze bestuivers. Bij regen tijdens de bloei is de oogst meestal desastreus: “praznobačva” (lege vaten). Kenmerken: Zeer donker robijnrode (bijna zwarte) kleur. Geconcentreerde, mooie uitgebalanceerde wijnen met stevige, rijpe tannines, sappige zuren en aroma’s van zwarte bessen. Kan door zijn kracht best enkele jaren rijpen op eiken vaten. Gebruik: Bosnië-Herzegovina
•
Blaufränkisch (Frankovka, Modra Frankinja) De herkomst van deze druif staat geschiedkundig niet vast. De naam zou uit de tijd van Karel de Grote stammen om aan te duiden dat het hier om een waardevolle druivensoort gaan. Met Fränkisch wordt immers niet verwezen naar Frankenland in Duitsland, maar naar de betekenis van: edel, iets goeds, eerlijk. Men verwijst hiervoor ook naar het Engelse “frank” dat frank, oprecht, onbeschroomd, eerlijk en rechtuit betekent. De mindere rassen werden met “Hunnisch” aangeduid en werden geëlimineerd. Ook Bismarck en Napoleon waren er fan van. Dit ras rijpt relatief laat en wordt dus ook laat geoogst. Zij is weinig vatbaar voor rotting en bederf. De druiven hebben een donkerblauwe tot blauwzwarte kleur en net als Cabernet Sauvignon, waarmee Blaufränkisch soms wordt geblend, een dikke schil. Blaufränkisch geeft karaktervolle wijnen met duidelijk uitgesproken zuren, een mooie kleur en veel tannines. Kenmerken: Licht tot donker robijnrood met violette gloed. Typisch zijn de aroma’s van fruit (braambessen, cassis en kersen), kruiden (laurier en kaneel) en drop. In de mond pittige en sappige zuren en veel tannines. Vereist minstens twee jaar rijping (top na 4 à 6 jaar). Gebruik: Servië (Frankovka), Slovenië (Modra Frankinja), Oostenrijk (Blaufränkisch), Griekenland (Kékfrankos), Frankrijk (Franconier Noir), Duitsland (Lemberger). 5
•
Pinot Noir (Pinot Crni, Modri Pinot) Deze bekende druif uit de Bourgogne en wereldburger werd met goed resultaat en met het oog op hogere marktprijzen in alle regio’s van Slovenië aangeplant. De druiven rijpen vrij laat en het rendement is eerder zwak. Kenmerken: Een uitgesproken robijnachtige kleur met een herkenbaar aroma’s van kers en framboos en een harmonische afdronk van fijne kruiden. Bij rijping op eik krijgt de wijn discrete toetsen van amandel, hazelnoot en okkernoot. Gebruik: Kroatië (Pinot Crni), Slovenië (Modri Pinot - Modri Burgundec).
•
Plavac Mali Plavac Mali zou door de oude Romeinen 400 jaar BC in Kroatië aan land gebracht zijn en is één van de weinige soorten in de wereld die bestand zijn tegen de Phylloxera (druifluis). Andere bronnen verwijzen naar de Grieken die deze druif zouden aangeplant hebben op het schiereiland Pelješac in het zuiden van Kroatië. De druivenstok is erg klein alsook de druiven, vandaar zijn naam "kleine blauwe". Plavac Mali in verwant aan Zinfandel, de Californië topdruif. Het verhaal gaat dat hij lang geleden uit Europa is meegenomen door een Hongaarse edelman genaamd Agostan Harasly. In de US in men eerder van de omgekeerde weg overtuigd. Kenmerken: Van Plavac Mali wordt een zware wijn gemaakt met als bekendste soort de Dingač op het schiereiland Pelješac. Pelješac, dat zijn lieflijke dorpjes verscholen tussen woeste met struikgewas begroeide heuvels. De druiven groeien er op terrasvormige wijngaarden langs de zuidkant tegen de steile hellingen waar zij worden beschut voor de bura, maestral en andere winden die het gebied teisteren. De druiven worden handmatig geplukt en met ezeltjes naar beneden gebracht. De ijzerhoudende grondsoort en het microklimaat dat er heerst is ideaal voor de druiven en geeft de wijn zijn specifieke smaak en aroma. De meeste druiven worden verwerkt door de coöperatieve van Dingač die ongeveer 300 gezinnen werk geeft. Er zijn vier kwaliteitsniveaus met in stijgende volgorde: Pelješac, Plavac, Postup en Dingač. Dingač is de bekendste en misschien ook wel de beste wijn van Kroatië. De druiven voor deze kwaliteit groeien op de hoogste en moeilijkst te bereiken plaatsen. De wijngaarden mogen niet machinaal bewerkt worden, wat door de steile hellingen trouwens onmogelijk is, en chemicaliën zijn ten strengste verboden. Het is een dieprode wijn, met dikke tranen, die altijd een lagering op eiken vat heeft ondergaan. In het boeket komen vooral aroma’s van overrijpe zuiderse vruchten tot uiting. Door zijn robuuste karakter moet deze wijn minstens 5 jaar oud zijn, en beter nog ouder. Alcoholgehalte: 13,514,5%. De houdbaarheid bedraagt 15 tot 20 jaar. Deze wijn zit in de wijnkelder van wijnfanaten als zijnde een goede investering! Omdat het een zware wijn is komt hij het best tot zijn recht met de Paški sir (schapenkaas) en Dalmatische prsut (hesp). Postup is een rode bewaarwijn die bij vele liefhebbers in de smaak valt en zeker tot de betere klasse van wijn behoort. De druiven voor Postup staan iets lager dan voor Dingač. De kleur van de wijn is licht robijnachtig en lichter dan van Dingač. Hij heeft een bijna zoetig bouquet, een rijke ronde smaak met zachte tannines en een volle afdronk. Hij is iets droger dan Dingač. Zijn aroma komt het best tot zijn recht tussen 16 en 18°C. Alcoholgehalte: 13,0-13,5%. De houdbaarheid bedraagt ca. 15 jaar. Een uitstekende begeleider van vleesgerechten of een solo, in de avonduren te drinken met een stukje kaas en prsut. Plavac is eveneens mooi donker van kleur, een beetje kruidig in het bouquet en met een forse afdronk. De druiven voor Plavac staan opnieuw iets lager dan voor Postup. De houdbaarheid bedraagt 5 tot 10 jaar. Pelješac is kwalitatief de minste, maar dit wil nog niet zeggen dat het een slechte wijn is. De druiven, het blijft Plavac Mali, groeien helemaal beneden en zijn dus gemakkelijk te oogsten. Maar dit betekend ook dat de invloed van de zon en de vochtigheid hier meespelen. Het is een fruitige wijn die men best na 2 tot 5 jaar drinkt en die uitstekend bij de Kroatische keuken past. Gebruik: Kroatië (Plavac Mali), Montenegro en Macedonië.
•
Prokupac (Rskavac) Eén van de oudste inheemse Servische druivenrassen. Reeds bekend in de Middeleeuwen. Prokupac wordt vaak gemengd met Pinot Noir en Gamal. Een hoog suikergehalte geeft alcoholrijke wijnen. Kenmerken: Geeft donkerrode goed uitgebalanceerde wijnen met intense fruitige aroma’s. Gebruik: Servië, Kosovo en Macedonië.
•
Stanushina Dit is een weinig bekend inheemse druif uit Macedonië. Eerst verdrongen door internationaal meer gereputeerde druiven, staat dit ras om zijn uitstekende kwaliteitswijnen recent terug in de belangstelling. Stanushina rijpt laat maar geeft goede rendementen. Kenmerken: Ondanks zijn lichtrode kleur zijn de wijnen rijk en geconcentreerd met een frisse aciditeit en aroma’s van aardbei en framboos. De wijn wordt meestal licht gekoeld geserveerd als aperitief of bij salades. Gebruik: Macedonië. 6
•
Vranac (Vranec) Vranac is een oud druivenras en inheems in Servië, Macedonië (21% van alle wijnen en 50% van alle rode wijnen) en Montenegro (belangrijkste druivenras). Het is een productief ras met ellipsvormige, diepgekleurde druiven. Afhankelijk van de regio worden de druiven geoogst met de hand tussen eind september (Montenegro) en begin oktober. Vranac betekent: krachtige, zwarte hengst. Daarom wordt de wijn van deze druif geassocieerd met kracht, potentie en succes. Vran betekent eveneens ravenkleur of zwart; rode wijn wordt in zuidslavische talen ook meestal vertaald als zwarte wijn. Vitach or Vitač is the naam van Vranac wijnen uit de Tikveš regio in Macedonië. Vranac heeft van nature een hoog gehalte aan protoanthocyanidol. Door haar kracht om vrije radicalen te binden zou dit mits matig dagelijks gebruik goed zijn voor het hart. Vranac geeft ook mooie uitgebalanceerde wijnen in combinatie met Cabernet Sauvignon en Merlot. Kenmerken: Jonge Vranac wijnen hebben een stralend purperen kleur en aroma’s van rode vruchten en aardbeienjams. De stevige tannines geven kracht en complexiteit aan de volle, pittige en gestructureerde wijnen. Na ±2 jaar ouderen verandert de kleur van purper naar donker robijnrood en de neus wordt meer complex met aroma’s van kaneel, chocolade, zoethout, zwart fruit en kruiden. De smaak wordt geraffineerd, rond en vol. De afdronk wordt langer en de initieel hardheid wordt zachter. Vranac oudert prima op eik en fles; dit is trouwens ook vaak nodig om de stevige tannines en zuren te temmen. Gebruik: Servië (Vranac), Montenegro (Vranac, Crmnicka Loza en Crmnicki Vranac), Macedonië (Vranec).
•
Župljanka Hybride uit 1970 uit een kruising tussen Prokupac en Pinot Noir. Heeft een hoge weerstand tegen Botrytis Cinerea maar is weinig vorstbestendig. Kenmerken: Gebruik: Servië.
7
DE WIJNSTREKEN Evenmin als Frankrijk op wijnbouwvlak onder één hoed gevangen kan worden, kan ex-Joegoslavië als een éénvormig wijnland beschouwd worden. Daarvoor zijn de druivenrassen door het specifieke klimaat en de diverse terroirs in de verschillende deelgebieden te verscheiden. Hetzelfde kan trouwens gezegd worden van de nieuwe landen die de vroegere provincies van ex-Joegoslavië zijn geworden.
1. KROATIË 1.1.
Situering & geschiedenis Kroatië is gelegen tussen Centraal-, Zuid- en Oost-Europa. Haar vreemde vorm zorgt voor vele buurlanden en lange rijksgrenzen: Slovenië, Hongarije, Servië, Bosnië & Herzegovina, Montenegro en Italië aan de Adriatische Zee. Het landschap is afwisselend, zo zijn/is er: - Graslanden, meren en heuvels in het continentale Noorden en Noord Oosten (Centraal Kroatië en Slavonië, deel van de Pannonische vlakte); - Een dichtbebost berggebied bij Lika en Gorski Kotar, deel van de Dinarische Alpen; - Een rotsachtige kustlijn langs de Adriatische Zee met Istrië, Dalmatië en 1.185 eilanden, eilandjes en rotsformaties waarvan er 67 zijn bewoond. - Kroatië staat ook bekend om haar vele schitterende nationale parken.
Sinds de Romeinse invasie zijn er sporen van wijnbouw op Kroatische grond. Verschillende druivenrassen vonden er een ideale biotoop: een gevarieerd en optimaal klimaat en de juiste bodemstructuur. In de middeleeuwen werd de wijnbouw steeds belangrijker en was in sommige delen van het land zelfs de enige bron van inkomsten voor het Kroatische volk. Dit alles heeft tot een heuse wijntraditie geleidt met een rijk assortiment aan wijnen, met ieder zijn eigen karakter en uitdrukkelijke individualiteit. Van de 4,5 miljoen inwoners zijn er 89,6% Kroaat, 4,5% Serviër (in 1991 nog 12,5%), 0,8% Italiaan, 0,5% Bosniak en 0,4% Hongaar. Verder is 87,8% Katholiek, 4,4% Oosters-Orthodox en 1,3% Moslim. 1.2. Classificatie van de wijnen Het Kroatisch “Instituut voor Wijnbouw en Oenologie” werd opgericht in 1996. De wijnwetgeving in Kroatië is, evenals die in de meeste landen in Oost-Europa, geënt op die van de Europese Unie. Volgende kwaliteitsbenamingen kunnen op de etiketten voorkomen: - VQPRD wijnen (Vin de Qualité Produit dans une Region Determinée) o Kvalitetno vino: kwaliteitswijnen o Vrhunsko vino: beste kwaliteitswijnen Bij kwaliteitswijnen wordt ook steeds de geografische herkomst (Geografsko porijeklo) vermeld. Bij mono-cèpage wijnen moet het vermelde druivenras voor minimum 85% aanwezig zijn. Elk wijndistrict heeft voor kwaliteitswijnen zijn eigen eisen op gebied van te gebruiken druivenrassen, oogsttechnieken, vinificatie en duur van het rijpingsproces. - Tafelwijnen (Vin de Table) o Stolno vino: tafelwijnen Bij tafelwijnen kan de geografische herkomst (Geografsko porijeklo) vermeld worden. Ook bij mono-cèpage wijnen moet het vermelde druivenras voor minimum 85% aanwezig zijn. Andere benamingen die op de etiketten kunnen voorkomen:
Bijelo vino = Witte wijn Crveno vino = Rode wijn Crno vino (op oude flessen) = Rode wijn Ruzica vino (op oude flessen) = Rosé wijn Pjenusavo vino = Mousserende wijn Desertno vino = Dessert wijn Suho = Droog Polusuho = halfdroog Slatko = Zoet Proizvedeno u ... = geproduceerd in ... Punjeno u ... = gebotteld in ... 8
1.3. Terroir & klimaat Kroatië heeft een gemixt klimaat: - In het noorden en oosten heerst een landklimaat met veel regen in de lente en de herfst. De winters kunnen er hard zijn. De wijngaarden krijgen beschutting van de enorme wouden in het noorden. - In het centrum van het land heerst een Alpijns klimaat met in de winter veel sneeuwval. - De Kroatische Adriatische kust is mediterraans en een van de zonnigste en warmste kusten van Europa: gemiddeld 2.600 uren zonneschijn per jaar en een zeetemperatuur van 25 tot 27°C. 1.4. Wijnbouw Kroatië of Hrvatska is ook vandaag nog een vrij grote wijnproducent. Toch waren de Kroatische wijnen voor de toetreding tot de EU in het buitenland relatief onbekend. Enkele recente statistische gegevens: - Kroatië telt 65.000 ha wijngaarden waarvan 37.500 ha met een beschermde geografische herkomst. - Oorspronkelijk werden bijna alle druiven door coöperaties verwerkt. Sinds de 90-er jaren hebben verschillende wijnboeren grote investeringen gedaan in moderne uitrusting en zijn nu in staat om op een kleinschalige wijze kwalitatief goede wijnen te maken. Vandaag komt de helft van de ±300 wijnen met een beschermde geografische herkomst (± 50 miljoen flessen/jaar) dan ook van deze kleinere privé wijngaarden. Hiervan zijn 8% superieure wijnen, 70% kwaliteitswijnen en 22% regionale wijnen. - Er worden 67% witte, 32% rode en slechts 1% rosé wijnen in Kroatië geproduceerd. Kroatië is onderverdeeld over twee duidelijk van elkaar gescheiden zones: - Het continentaal gedeelte (Kontinentalna Hrvatska) ligt in het noorden en noordoosten van het land, tussen de rivieren Drava en Sava. De wijngaarden strekken zich hier uit van de grens met Slovenië tot aan die met Servië en produceren hoofdzakelijk witte wijn (93%). Het meest aangeplante druivenras is Laski Rizling (Welschriesling), ook wel bekend als Graševina, met 51% gevolgd door Rhein Riesling, Gewürztraminer, Sauvignon Blanc en Chardonnay. De belangrijkste blauwe druif is Frankovca (Blaufränkisch). - Het kustgebied (Primorska Hrvatska) ligt in het zuiden en westen en omvat zowel Istrië, de Dalmatische kust als de eilanden voor die kust. Hier ligt de nadruk op rode wijnen (meer dan 70%). De meest aangeplante druivenrassen zijn Malvazija (9%), Debit (3,5%), Posip (1,5%) en Zlahtina (0,5%), en er is wat Marastina, Vugava en Grk. De laatste jaren wordt er op nieuwe wijngaarden Merlot en Cabernet Sauvignon aangeplant, vooral op het schiereiland Istrië. Istrië is vooral bekend voor Teran, een wijn gemaakt van de Friulaanse druif Refošk (Refosco). Verder naar het zuiden geeft de inheemse Plavac Mali, een druif die nauw verwant is met de Californische Zinfandel, krachtige en alcoholrijke wijnen zoals Postup en Dingac. Kroatië telt in totaal 11 wijnregio’s: - Continentaal gedeelte: 1. Plešivica 2. Zagorje-Medjimurje 3. Prigorje-Bilogora 4. Moslavina 5. Pokuplje 6. Slavonija 7. Podunavlje - Kuststreek 8. Istrië i Hrvatsko Primorje 9. Sjeverna Dalmacija 10. Dalmatinska Zagora 11. Srednija i Južna Dalmacija Elk wijnregio wordt verder onderverdeeld in een aantal wijngaarddistricten van 300 tot 500 ha die het geheel aan wijngaarden op een bepaalde heuvel weergeven. 1.4.1. Plešivica Vooral witte wijnen van Graševina, Riesling, Sauvignon Blanc en Traminac gemaakt. Deze streek leent zich uitstekend voor fietstochten. Wijngaarddistricten: Krašić, Ozalj-Vivodina, Plešivica-Okić, Samobor en Sveta Jana. 1.4.2. Zagorje – Medj Medjimurje Deze streek heeft dezelfde lekkere wijnen als Plešivica maar deze zijn bij het grote publiek minder bekend. Wijngaarddistricten: Klanjec, Krapina, Ludbreg, Meñimurje, Pregrada, Stubica, Varaždin, Zabok en Zlatar. 9
1.4.3. Prigorje – Bilogora Vooral witte wijnen van Graševina, Pinot, Traminac en Muškat. Wijngaarddistricten: Bilogora, Dugo Selo-Vrbovec, Kalnik, Koprivnica-ðurñevac, Sv. Ivan Zelina en Zagreb. 1.4.4. Moslavina Beperkte productie van enkele lekkere wijnen zoals Moslavac en Skrlet maakt deze vrij zeldzaam. Wijngaarddistricten: Čazma en Voloder-Ivanić Grad. 1.4.5. Pokuplje Vooral wijnen van Graševina (wit) en Frankovca (rood). Wijngaarddistricten: Karlovac, Petrinja en Vukomeričke Gorice. 1.4.6. Slavonija Dit is voor de wijncultuur een van de belangrijkste streken in Kroatië. Bekende plaatsen zijn: Kutjevo, Daruvar, Djakovo en Pozega. Uitgelezen witte wijnen van vooral Graševina en Traminac. Wijngaarddistricten: Daruvar, ðakovo, Feričanci, Kutjevo, Nova Gradiška, Orahovica-Slatina, Pakrac, Požega-Pleternica, Slavonski Brod en Virovitica. 1.4.7. Podunavlje Analoog aan Slavonija met misschien wel de bekendste wijnkelder van de streek in Ilok. Wijngaarddistricten: Baranja, Erdut en Srijem. 1.4.8. Istrië i Hrvatsko Primorje (Istrië & Kroatische zeegebied) Het schiereiland Istrië is bij vele mensen vooral bekend als vakantiebestemming. Het is terecht dat men hier voor het eerst komt proeven van Kroatië om dan later verder door te stoten naar het zuiden of het binnenland. Wie Istrië zegt denkt meteen aan zijn wijnroutes met vooral Buzet, Umag en Pazin en de overheerlijke Malvazija wijnen en natuurlijk aan de truffels die uit deze streek niet weg te denken is. Met 6.150 ha bezit Istrië bijna 10% van de Kroatische wijngaarden: -
De streek van Poreč, Pula en Rovinj Centraal Istrië (Buzet en Pazin) Oosten (Labin)
: 5.840 ha (95%) : 210 ha : 100 ha
Zijn smaak heeft de wijn uit Istrië vooral te danken aan de ijzerhoudende grondsoort vermengd met kalksteen wat een herkenbare smaak en aroma geeft. Het waren Griekse scheeplieden die de wijnstok hier aan wal brachten, vandaar de baai met de naam “Kalavojna” wat in het Grieks “goede wijn “ betekend. Oude Romeinse schrijvers loofden de wijn en olijfolie uit Istrië als de beste van het Romeinse Rijk, zeker de Vinum Pucinum, opgedragen aan Julia, de vrouw van Keizer Augustus, die een lang leven zou waarborgen. Waarschijnlijk was deze wijn de huidige Teran. Ook de grote Italiaanse loverboy Giacomo Casanova schreef in zijn memoires vol lof over de Refošk wijnen die hij mocht drinken tijdens zijn bezoek aan Istrië. De Haburgse-Hongaarse dynastie heeft in 1902 zelfs een kleine spoorlijn aangelegd tussen Triest en Poreč met als hoofddoel om wijnen te vervoeren. Wijngaarddistricten: West Istrië (Zapadna Istra), Centraal Istrië (Centralna Istra), Oost Istrië (Istočna Istra), Opatija-Rijeka, islands Krk, Rab, Cres-Lošinj en Pag. 1.4.9. Sjeverna Dalmacija (Noord Dalmatië) Drniš, Benkovac, Zadar en Šibenik zijn hier de bekendste plaatsen. Wijngaarddistricten: Benkovac-Stankovci, Drniš, Knin, Pirovac-Skradin, Primošten, Promina, Šibenik en Zadar-Biograd. 1.4.10. Dalmatinska Zagora (Dalmatisch achterland) Vrgorac en Grabovac zijn hier de bekendste plaatsen. Wijngaarddistricten: Imotski, Sinj-Vrlika en Vrgorac. 1.4.11. Srednija i Južna na Dalmacija (Midden en Zuid Dalmatië) Dit wijnbouwgebied omvat eveneens de eilanden Brac, Hvar, Korčula en het overbekende schiereiland Pelješac met zijn befaamde Dingač wijnen. Hier drinkt men ook rode wijn bij visschotels! Wijngaarddistricten: Kaštela-Trogir, Split-Omiš-Makarska, Neretva, Konavle, Pelješac Peninsula, Brač, Hvar, Korčula, Lastovo, Mljet, Šolta en Vis. 10
2. SLOVENIË 2.1.
Situering & geschiedenis
Slovenië wordt begrensd door Oostenrijk in het noorden, Italië en de Adriatische Zee in het westen, Kroatië in het zuiden en oosten en Hongarije in het noordoosten. Ondanks het relatief kleine oppervlak kent het land grote verschillen in het landschap: - In het noorden liggen van west naar oost de Julische Alpen, de Karawanken en de Kamnische Alpen. In de Julische Alpen ligt in het Triglav Nationaal Park de gelijknamige berg Triglav, die met 2.864 m de hoogste berg van het land is. Hier bevindt zich ook Meer van Bohinj (25 km²) en ontspringen de rivieren Koritnica, Soča en Sava. - Het oosten is daarentegen vlak, overgaand in de Pannonische laagvlakte van Hongarije. - In het zuidwesten en zuiden overheersen middelgebergtes en heuvellandschappen, die overgaan in de Dinarische Alpen. Hier is vaak sprake van karstlandschappen met de kenmerkende periodieke meren (bijv. in Cerknica) en vele onderaardse grotten. In het uiterste zuidwesten bij de haven- en badplaats Portorož (Italiaans: Portoroze) loopt de 47 km lange kustlijn. Het huidige Slovenië behoorde eeuwenlang tot Oostenrijk. Van 1866 tot 1918 behoorden enkele gebieden ervan tot Italië en vanaf 1945 werd geheel Slovenië een onderdeel van Joegoslavië. Hiervan was Slovenië de welvarendste republiek. Met slechts één dertiende van de Joegoslavische bevolking werd één vijfde van het Joegoslavische bruto binnenlands product in Slovenië voortgebracht. Op 25 juni 1991 riep Slovenië de onafhankelijkheid uit en vanaf 1 mei 2004 behoort het tot de Europese Unie. Slovenië is etnisch het meest homogene land van ex-Joegoslavië. Wel wonen er veel Slovenen van oudsher in het buitenland. Van de 2,0 miljoen inwoners zijn 83,1% Sloveen, 2% Serviër, 1,8% Kroaat en 1,1% Bosniak. Reeds van in de oudheid behoort wijnbouw tot de Sloveense cultuur. Ontelbare archeologische vondsten en bewaarde archieven zijn stille getuigen van het toenmalig belang van de wijnbouw en van de kwaliteit van de wijnen. De Kelten, die de vinificatietechnieken vermoedelijk geleerd hadden van de oude Grieken, en de Illyriërs waren zo’n 2.400 jaar geleden de voorlopers. Later zorgden de Romeinen voor verdere verspreiding en ontwikkeling. Publius Cornelius Tacitus (ca. 56117,) de befaamde Romeinse historicus en quaestor Augusti (persoon die de toespraken van de keizer aan de Senaat schrijft én voorleest) voor zowel keizer Titus als nadien voor diens broer keizer Domitianus, beschreef vol lof de wijnen van Poetovio (vandaag Ptuj in Podravje). Met de val van het Romeinse rijk, kwam echter ook het verval van de wijnbouw in Slovenië. Vanaf de 8ste eeuw en vooral na annexatie door Karel De Grote in 788, kwam er, dank zij de orde van Franciscanen, voor de wijnbouw een nieuwe groeiperiode. Door de invallen van de Turken en Hongaren de was deze echter van korte duur en bleef de wijnbouw erg beperkt tot de Hongaren in de 12 eeuw het land dienden te verlaten. Onder het bewind van de Habsburgers (1278) en dank zij de monniken en de katholieke erediensten in de kloosters werd de kunst van de wijnbouw opnieuw geïntroduceerd en kende de de Sloveense wijnbouw tot het einde van de 19 eeuw een quasi continue groei. Verschillende oorlogen, gevolgd door de Phylloxera (1880) zorgden er echter voor dat in 1900 de helft van de 51.000 ha wijngaarden was verlaten of verwoest. Toch heeft Slovenië ook deze tegenslagen overleefd met zelfs een aantal uitzonderlijke wijnjaren: 1917, 1942, 1947, 1952, 1958, 1971, 1983, 1993 en 1994 (alleen Primorje). Als klein land wordt Slovenië natuurlijk sterk beïnvloed door zijn buurlanden en dit zowel op culinair vlak als in de wijnbouw. Als goede eclecticus kiezen de Sloveense wijnbouwers het beste van elk. 11
2.2. Classificatie van de wijnen De Sloveense wijnwetgeving lijkt veel op die van Frankrijk, Duitsland en Italië, maar is op sommige punten strenger. Zij is ook conform aan de EU regelgeving. Zo is elke toevoeging of eliminatie van bestanddelen van de wijn expliciet verboden. Ontzuren is strikt verboden. Chaptaliseren mag alleen met speciale toestemming in slechte jaren en uitsluitend om een goede alcoholische gisting mogelijk te maken. Wijnen van hoge kwaliteit (Vrhunsko vino) mogen echter nooit worden gechaptaliseerd. Een zoete Sloveense wijn kan dus alleen natuurlijke restsuiker bevatten. “Vinska Druzba Slovenije”, de Sloveense vereniging van wijnboeren en –producenten, zorgt voor een strikte handhaving van de regelgeving. Een kwaliteitszegel, dat na een test door een keuringscommissie kan worden afgegeven, is er in drie uitvoeringen: rood voor tafelwijnen, zilver voor kwaliteitswijnen en goud voor wijnen van hoge kwaliteit. Het zegel is niet verplicht maar geeft wel een bewijs van kwaliteit en herkomst. Geleerd door de grote Phylloxera ramp in 1880, besteed de Sloveense wetgeving ook veel aandacht aan de gebruikte druivenrassen en het werk in de wijngaarden. Volgende kwaliteitsbenamingen kunnen op de etiketten voorkomen: - VQPRD wijnen (Vin de Qualité Produit dans une Region Determinée) o Kakovostno vino (ZKGP): kwaliteitswijnen met gecontroleerde geografische origine. o Vrhunsko vino: hoge kwaliteitswijnen = ZKGP + gecontroleerde oogst (vooraf registreren). Bij kwaliteitswijnen wordt steeds de geografische herkomst (Geografsko poreklo) vermeld. De rijpheid van de druiven bij de oogst wordt bij de hoge kwaliteitswijnen (Vhrunsko vino)zoals in Duitsland en Oostenrijk extra op de etiketten vermeld: Pozna trgatev (Spätlese/vendange tardive): aroma’s van Botrytis Cinerea zijn vereist. Izbor (Auslese): alleen mooi rijpe druiven worden geoogst. Jagodni izbor (Beerenauslese): alleen mooi rijpe druiventrossen worden geoogst. Steeds zoet of halfzoet. Hogere kwaliteit dan Izbor. Suhi jagodni izbor (Trockene Beerenauslese): alleen druiventrossen die door Botrytis Cinerea volledig zijn uitgedroogd worden geoogst. Steeds zoet of halfzoet. Alleen wit. Ledeno vina (icewein/vin de glace): de uitgedroogde druiven mogen pas worden geoogst na 6 aaneensluitende vriesdagen met -6°C als gemiddelde dagtemperatuur van. De druiven worden gevroren geperst. Het suikergehalte van de most bedraagt minimum 36%. Arhivsko vino: gerijpt op vat/fles volgens voorschriften. Het restsuikergehalte wordt aangegeven met: • Zelo suho - zeer droog, brut (alleen bij mousserende wijnen) • Suho – droog • Polsuho – halfdroog • Polsladko – halfzoet • Sladko – zoet - Tafelwijnen (Vin de Table) o Namizno vino: tafelwijnen Bij tafelwijnen kan een geografische herkomst (Geografsko porijeklo) vermeld worden indien alle druiven uit de regio komen. Bij gebruik van druiven uit een ander land, dient dit vermeld te worden. Buitenlandse wijnen mogen niet gemengd worden. Op gebied van herkomstbenamingen kunnen ook volgende benamingen op de etiketten voorkomen: Priznano geografsko poreklo (PGP): “origine géographique certifiée“. De druiven moeten geoogst zijn in één van de drie wijnregio’s (Podravje, Posavje of Primorje), de vergisten mag erbuiten gebeuren. Deze benaming is van toepassingen op regionale wijnen (dezelno vino) die tot de classificatie “tafelwijnen” behoren. Zasciteno i kontrolirano geografsko poreklo (ZKGP): “origine géographique certifiée et controlée“. De druiven moeten uit één van de 14 wijnzone’s komen (zie verder) en voldoen aan de wettelijke voorschriften. Deze benaming is van toepassingen op kwaliteitswijnen en beste kwaliteitswijnen. Priznano tradicionalno poimenovanje (PTP): “nomenclature traditionnellement reconnue“. ZKGP-wijnen van een bepaalde terroir. Voorbeelden hiervan zijn: Kraski Teran en Cvicek de Dolenjska. Productie gerelateerde benamingen die op de etiketten kunnen voorkomen: Mlado vino: primeur wijn (mag verkocht worden van 11/11 van het oogstjaar tot 31/01 van het volgende jaar. Barrique: na rijping op vaten van 224 liter uit eik of acacia (enkel witte wijn). Houtchips zijn niet toegelaten. Penece vino: schuimwijn volgens “méthode traditionnelle” (> 150 jaar) of “métode cuve close” en met minimum 3,5 bar druk. Schuimwijnen met minder druk noemen Biser vino en met toevoeging van koolzuurgas Gazirano vino. 12
2.3. Terroir & klimaat Ondanks de beperkte oppervlakte (⅔ van België) telt Slovenië enorm grote verschillen op gebied van terroir en klimatologische invloeden. Hierdoor kan de wijnproductie van jaar tot jaar erg verschillen zowel op gebied van opbrengst (tot wel 50%) als op gebied van kwaliteit. De geografische ligging (tussen 45°25 en 46°53 NB), vergelijkbaar met Bordeaux en Piemonte, is ideaal voor wijnbouw. Het klimaat, dat vooral wordt bepaald door invloeden van de Alpen en de Pannonische vlakte, wordt in de zomer getemperd door de nabijheid van de Adriatische zee. Hierdoor heeft: - Het noordoosten een continentaal klimaat met hete zomers en koude winters. - Het hooggebergte een Alpijns bergklimaat met aangename zomers en erg koude winters met veel sneeuw. - De kust (tot aan de lijn Nova Gorica-Postojna) een mediterraan klimaat met warme zomers en milde winters. De helft van het land is bebost en slechts 8,5% is geschikt als akkerland. Een groot deel van de wijngaarden situeert zich op steile hellingen, die voor een optimaal zoninval zorgen maar het werk in de wijngaarden erg inspannend maken met veel handenarbeid en lage rendementen. 2.4.
Wijnbouw De totale oppervlakte Sloveense wijngaarden, die vlak voor WO1 opnieuw gestegen was tot 60.000 ha, bedroeg bij de aanvang van WO2 nog 38.000 ha. Volgens officiële cijfers uit 2007 zijn er vandaag nog slechts 17.191 ha wijngaarden in productie. De verdeling over de drie grote wijnregio’s is als volgt: - Podravje: 43% (6 wijnbouwzones) - Posavje: 17% (4 wijnbouwzones) - Primorje: 40% (4 wijnbouwzones)
Enkele recente statistische gegevens: - In de drie wijnregio’s is wijnbouw de belangrijkste economische activiteit. - 37% van de druivenstokken zijn aangeplant op terrassen en 63% op hellingen. De terrassen zijn beter geschikt voor duurzame wijnbouw. Door de klimaatevolutie wordt het klimaat in Slovenië globaal immers droger (vooral in Podravje) wat leidt tot hevigere regenval in een korte periode. Dit versnelt door uitspoelen de erosie van de hellingen. - De druiventeelt in Slovenië is eerder kleinschalig (1,1 ha t.o.v. 5,6 ha als Europees gemiddelde) en in aanvulling van andere gewassen. Vele familiale wijnbouwers hebben dan ook een beperkte wijnproductie met hoofdafname binnen de familie- en kennissenkring en in de nabije buurt. - De grotere wijnhuizen en coöperatieven (>10.000 hl/jaar) hebben zich verenigd in de “Vinska Druzba Slovenije”. Deze zorgt voor de promotie van de Sloveense wijnen in binnen en buitenland en bewaakt de kwaliteit ervan door het toekennen van een kwaliteitsstempel en van een degustatiecertificaat. Tot deze grotere spelers behoorden o.a: Vipava 1894, Vinska Klet Goriska Brda, Vinakoper, Vinag Maribor, Vinarstvo Slovenske Gorice-Haloze en Jeruzalem Ormoz VVS. - In de Sloveense wijngaarden vinden wij 32 druivenrassen (20 witte en 12 blauwe waarvan in totaal 12 inheemse) waarvan in mono-cépage mooie kwaliteitswijnen worden gemaakt. Van de internationale rassen zijn er verschillenden trouwens al meer dan 100 jaar in Slovenië aanwezig. Toch vinden wij in de wijngaarden nog een tiental andere rassen die in mengwijnen worden gebruikt. - In 2006 vertegenwoordigde de wijnbouw ongeveer 10% van de totale landbouw. - Gezien de steile hellingen en terrasbouw is de dichtheid van de aanplant in de wijngaarden (gemiddeld 3.080 wijnstokken/ha) eerder laag. - Met een jaarlijkse wijnproductie van gemiddeld ± 600.000 hl is ook het rendement van de wijngaarden (34,9 hl/ha) aan de lage kant. 75% van de wijnproductie zijn kwaliteitswijnen, 67% is wit en 33% is rood. - In 2007 werden er in de regio’s rondom Ljubljana en Maribor ook 2 miljoen flessen (=2,5%) schuimwijn geproduceerd volgens de “méthode traditionnelle” en “métode cuve close”. de - Met een jaarlijkse wijnconsumptie van 40,6 liter/persoon bekleden de Slovenen wereldwijd de 5 plaats. Bier (± 90 liter/jaar) komt in Slovenië wel op de eerste plaats. - De locale consumptie is voor 70% wit en voor 30% rood. - Sloveense topwijnen kosten locaal gemiddeld 14€/fles. - In 2006 werd 56.500 hl (9,5%) van de wijnproductie uitgevoerd waarvan 35% naar Kroatië, 22% naar de USA, 21% naar Bosnië-Herzegovina, 6% naar Italië en 0,03% (= 27.000 flessen) naar België.
- In 2006 werd er ook 68.000 hl ingevoerd waarvan 42% uit Italië, 16% uit Macedonië, 15% uit Oostenrijk, 7% uit Hongarije, 6% uit Duitsland en slechts 4% uit Frankrijk (vooral kwaliteitswijnen).
13
2.4.1. Podravje Het heuvelachtige Podravje, in de vallei van de rivier Drava, heeft een gematigd continentaal klimaat met veel sneeuwval in de winter. Warme wind vanuit de Pannonische vlakte wordt getemperd door frisse winden uit de Alpen. Overvloedige zonneschijn leidt in de zomer soms tot droogte. De steenachtige bodem, verrijkt met vulkanisch erosiegesteente van de bergen en mineralen, is verschillend van die in de andere regio’s en geeft daardoor aan haar wijnen een bijzonder karakter. De regio is vooral bekend voor pittige en expressive witte wijnen “vendange tardives” van Traminer, Chardonnay, Sylvaner, Grüner Veltliner, Šipon (Furmint), Ranina, Renski Rizling (Riesling) en Laski Rizling (Welschriesling). Door het verschil in terroir zijn deze wijnen aromatischer, zachter en rijker dan hun naamgenoten uit de Rijn- en Moezelvallei. Podravje (7.350 ha) wordt onderverdeeld in 6 wijnbouwzones: Haloze, Ljutomer-Ormož, Maribor, Prekomurske Gorice, RadgonaKapela en Srednje Slovenske Gorice.
2.4.1.1. Haloze Reeds sinds de Romeinen strekken de Haloze wijngaarden zich uit op de oostelijke hellingen van de heuvels op de oever van de rivier Drava. Op verschillende plaatsen werden de te steile hellingen opgehoogd tot terrassen. In deze zone domineren de witte wijnen. Vooral de Laski Rizling is erg gerenommeerd in zoet, halfzoet en ook droog. Andere populaire witte wijnen zijn Traminec, Beli Pinot (Pinot Blanc), Sauvignon Blanc en Riesling. In rood vinden we Pinot Noir (Modri Pinot). 2.4.1.2. LjutomerLjutomer-Ormož Ormo Deze zone, tussen de rivieren Drave en Mura, is naast de kleinste, zonder twijfel de beste wijnzone van Podravje. Het koelend effect van de beide rivieren maakt het microklimaat meer uitgebalanceerd dan in de aangrenzende zones. De hellingen zijn hier meer afgerond en de bodem bestaat vooral uit vrij vruchtbare kleigrond. De twee belangrijkste centra zijn Ljutomer en Martin. Pinot Blanc voert het lijstje met vooral witte wijnen aan. “Vendanges tardives” en “ijswijn” hebben hier een lange traditie. Jeruzalemcan en Ljutomercan zijn de bekendste mengwijnen. De Ljutomer zone is vooral bekend voor grote hoeveelheden Ljutomer Riesling, een soort Liebfraumilch. Hier vinden wij ook blauwe druivenrassen zoals Barbera, Merlot en Cabernet Sauvignon. 2.4.1.3. Maribor Maribor, in het westen van Podravje, is de koudste zone van de regio. Enkel de lager gelegen en zuidelijk georiënteerde hellingen zijn hier geschikt voor wijnbouw. De bodem bevat vooral klei. De vooral oude wijnstokken werden in cirkels aangeplant rond de top van mindere steile hellingen en op terrassen. Maribor is vooral bekend voor zeer aromatische wijnen van Laski Rizling en Renski Rizling. Andere goede wijnen zijn gemaakt van Šipon, Chardonnay, Pinot Blanc, Sauvignon Blanc en Traminec. Het aandeel rode wijnen is de laatste jaren dalende. De beste rode wijnen komen van Pinot Noir en Blaufränkisch (Modra Frankinja). De beste mengwijn (Riesling, Welschriesling, Sauvignon Blanc en Traminec) is Mariborcan. 2.4.1.4. Prekomurske Gorice Dit is de grootste wijnzone van Podravje. Het reliëf is eerder plat en de bodem vruchtbaar ; dit is dan ook de graanschuur van Slovenië. Door het Pannonische klimaat met zeer warme zomers en zeer koude winters, rijpen de druiven snel. Door weinig regen is het rendement van de wijngaarden echter beperkt. De vele mist creëert een optimaal microklimaat voor Botrytis Cinerea. Alhoewel de combinatie bodem/klimaat erg geschikt is voor rode wijn, zijn het toch vooral droge en halfzoete witte wijnen die hier gevinifieerd worden met Welschriesling (>50%) op kop. Ook Šipon, die aan de andere kant van de grens in Hongarije gebruikt wordt voor de beroemde Tokaj, geeft hier gerenomeerde wijnen. In nieuwe wijngaarden vinden wij vooral Chardonnay, Sauvignon Blanc, Pinot Gris (Sivi Pinot) en Rizvanec (Müller-Thurgau). De beste mengwijn is Lendavcan (Šipon en Welschriesling. 2.4.1.5. Radgona – Kapela Deze zone situeert zich vooral op de zuidelijke en zuidoostelijke hellingen van de lage, sterk geërodeerde heuvels (220 à 320 m) langsheen de rechteroever van de rivier Mura. De beide subzones Radgona en Kapela verschillen op gebied van bodem en richting van hun heuvelkammen. Het klimaat is continentaal. Radgona is vooral bekend voor zijn schuimwijn “Zlata Radgonska Penina”. Uit Kapela komen mooie witte wijnen van vooral Riesling, Pinot Blanc en Pinot Gris, Müller-Thurgau en Chardonnay. Janzevec is een bekend mengwijn. 14
2.4.1.6. Srednje Skovenske Gorice De wijngaarden situeren zich vooral in het zuiden en oosten van deze heuvelachtige zone. Ook hier zorgt het evenwicht tussen de winden vanuit de Pannonische vlakte en vanuit de Alpen voor gematigd warme zomers en winters. De winters zijn eerder vochtig, met voldoende sneeuw om de druiven te beschermen tegen de vorst. In Ptuj, dat al tijdens het Romeins imperium bekend was voor zijn wijn, vinden wij in het oude klooster “Minorite” de oudste wijnkelder (>400 jaar) uit de regio. Deze is nog steeds in gebruik. Ook hier vinden wij vooral witte wijnen van Sauvignon Blanc, Welschriesling, Chardonnay en Šipon. Ook Pinot Noir geeft hier prachtige rode wijnen. Andere blauwe cépages zoals Blaufränkisch, Blauer Portugieser en Žametna Črnina (een zeer oude locale druivenras) worden ondanks hun locaal succes stelselmatig vervangen. 2.4.2. Posavje De 3.007 ha wijngaarden van deze regio in de vallei van de rivier Sava, werden in 2007 opgesplitst in 4 wijnbouwzones: Bela Krajina, Bizeljsko-Sremic, Dolenjska en Šmarje-Virstajn. De bodem in deze regio is erg vruchtbaar en divers. Alleen in Bela Krajina werden reeds 24 verschillende types gedefinieerd. Posavje heeft in grote lijnen een continentaal klimaat met hete zomers. Toch zijn er verschillende microklimaten. Zo is Dolensjka veel vochtiger dan de andere zones en is Bela Krajina warmer met occasioneel zelfs periodes van droogte. Doorheen de eeuwen heen, is de wijnbouw hier steeds een belangrijke pijler geweest van de regionale economie. De locale wijnbouwers, die zich meer dan in de andere Sloveense regio’s hebben laten inspireren hun Franse collega’s, zijn eerder individualistisch ingesteld. Zij verkiezen op hun wijnen kleinschalig in eigen kelders te produceren in plaats van in coöperaties. 2.4.2.1. Bela Krajina De wijngaarden van Bela Krajina situeren zich op de zuidelijke en zuidwestelijke hellingen van afgeplatte heuvels op 350 meter hoogte. De bodem bestaat vooral uit slib en löss en is verrijkt met organische materialen. Het klimaat heeft onder Pannonische en Mediterrane invloeden vroege lentes en zeer warme zomers met koele regenperiodes. De winters zijn erg koud met veel sneeuw. De blauwe druivenrassen, die voorheen dominant aanwezig waren, worden nu stelselmatig vervangen door witte. Vooral bekend zijn de mengwijnen Metliska Crnina en Sentlovrenka en de ijswijn Ledeno Vino op basis van vooral Welschriesling. 2.4.2.2. BizeljskoBizeljsko-Sremic Van de koude noordelijke afgeschermd door de omliggende bergen, is het klimaat hier eerder zacht. De wijngaarden op de zuidelijke en zuidwestelijke hellingen in de vallei van de rivier Sava worden beschouwd als de beste van Posavje. De beste witte wijnen worden hier gemaakt van Sauvignon Blanc, Chardonnay, Welschriesling en Rumeni Plavec, een locaal druivenras. Bekende mengwijnen in wit zijn Bizeljcan (Welschriesling, Sauvignon Blanc, Rumeni Plavec en Šipon), Sremican (Welschriesling, Sauvignon Blanc en Rumeni Plavec) en in rood Sremican (Blaufränkisch, Zametna Crnina en Welschriesling). 2.4.2.3. Dolenjska Op het kruispunt van de Alpen, de Dinarische Alpen en de Pannonische vlakte is Dolenjska geologisch gezien erg complex met vele ondergrondse karstbronnen. Enkel zuidelijke en zuidwestelijke hellingen langsheen de rivier Krka en de vlaktes langsheen de rivier Sava zijn geschikt voor wijnbouw. Om erosie door de stortregens, die hier veel voorkomen, tegen te gaan wordt het onkruid in de wijngaarden niet verwijderd. De beste wijnen in deze zone zijn vendanges tardives van Welschriesling en Sauvignon Blanc. Cviček is een bekende rode wijn, fris en met laag alcoholgehalte, die vooral locaal wordt gedronken en waarvan de samenstelling van plaats tot plaats kan verschillen (14 verschillende druivenrassen. Dolenjsko Belo is een bekend frisse zurige witte mengwijn (vooral Welschriesling, Rdeča Kraljevina, Rumeni Plavec en Pinot Blanc) die chronische reuma zou verzachten. 2.4.2.4. Šmarjemarje-Virstajn Deze zone bevindt zich tussen twee uitlopers van de Alpen en is daardoor erg koud en minder geschikt voor wijnbouw. Karakteristieke druivenrassen hier zijn Welschriesling (>30%), Chardonnay en Pinot Blanc. De specialiteit van de zone is echter Blaufränkisch, die tot de beste van Slovenië behoort. Het aandeel andere blauwe druivenrassen (Blauwer Portugieser, Zametna Crnina en Pinot Noir) neemt echter ook hier af. Ook het aandeel traditionele mengwijnen vermindert ten voordele van mono-cépages. 15
2.4.3. Primorje De wijngaarden in Primorje zijn in feite een natuurlijke verlengstuk van de Italiaanse wijnregio Friuli-Venezia Giulia. Door verschillende valleien in de richting van de zee geniet heel Primorje (betekent in het Sloveens “van de zee”) van Mediterrane invloeden. Karakteristiek hiervoor zijn erg warme zomers en een afkoelende, droge noordoosten wind, de “burja”, aan het einde van de herfst en in de vroege lente. Deze kan een afkoelend effect hebben van -25°C en zorgt door snelheden tot 200 km/h voor sterke erosie. Door hevige regens in de herfst zijn vendanges tardives eerder een zeldzaamheid. Picolit is hierop een uitzondering. De zomerse warmte zorgt wel voor snelle rijping met veel suikers en donkere verkleuring. Aroma’s en aciditeit zijn eerder laag. Op de rode karstenbodem, die rijk is aan mineralen, vinden wij naast een aantal oude autochtone vooral Italiaanse druivenrassen. Waar in de twee vorige regio’s de witte druivenrassen domineerden, is hier meer dan 50% blauw. De vooral droge wijnen zijn rijk aan mineralen en hebben door een hoog ijzer- en melkzuurgehalte een specifieke smaak. Primorje (6.834 ha) wordt onderverdeeld in 4 wijnbouwzones: (Goriska) Brda, Vipava, Kras en Koper. 2.4.3.1. (Goriska) Brda Brda, wat “heuvels” betekent in het Sloveens, heeft een laag heuvelachtig landschap op de grens met Italië. De grootste stad is Goriska. Wijnbouw gebeurt vooral op terrassen met verschillende rijen druivelaars naast elkaar. De laatste twee decenia is Brda de meest succesvolle wijnbouwzone van Slovenië op gebied van behaalde medailles op wijnkeuringen. In deze zone worden vooral witte en rosé wijnen gevinifieerd. De bekendste witte wijnen zijn Briski Tokaj (een variant van Toccai Friulano) met zijn typische amandelsmaak, Pinot Blanc, Sauvignon Blanc, Pinot Gris, Malvazija en vooral eikgerijpte Chardonnay waarvan “Chardonnay Movia” de beste is. De meest typische wijn van de zone is de Zlata Rebula. De beste rode wijnen zijn Cabernet Franc, Cabernet Sauvignon en Merlot met veel kracht en verouderingspotentieel en de zeer elegante Pinot Noir. De beste mengwijn is Brisko Vino (Rebula en Tokaj). De meeste wijnbouwers leveren hun druiven aan de grootste wijnkelder van Slovenië “Dobrovo”. Een van de betere kleine wijnkelders is “Bagueri”. 2.4.3.2. Vipava In de Vipava vallei, op rijke bodems tussen 45 en 300 meter hoogte, wordt vooral witte wijn geproduceerd van de autochtone druivenrassen Zelen en Pinela. Ook Malvazija, Rebula, Sauvignon Blanc en Pinot Blanc geven hier rijke, aromatische en harmonieuze wijnen. De betere rode wijnen zijn Barbera en houtgelagerde Cabernet Sauvignon en Merlot. De grootste producent is de kelder “Vipava”, waar wij met een betonnen kuip van 500.000 liter nog een belangrijk overblijfsel vinden van de tijd toen kwaliteit gedomineerd werd door kwantiteit. 2.4.3.3. Kras De poreuze kalkbodem van Kras, met hoge concentraties aluminium- en ijzeroxide, slorpt gemakkelijk regenwater op en bevat een groot aantal grotten. In de eerder vlakke wijngaarden worden de druivelaars veel in pergolavorm geleid om de grond zoveel mogelijk te beschutten tegen de uitdrogende zonnestralen. Het werken in de hoogte maakt het snoeien en de oogst erg vermoeiend. Kras is vooral bekend voor de rode wijn “Kraski Teran” uit het autochtone blauwe druivenras Teran. Dit is een kloon van Refosco met behaarde bladeren. Ook Refosco, Malvazija en Prosecco doen het hier goed. 2.4.3.4. Koper In deze meest zuidelijke wijnzone, vlak bij Istrië en aan de boorden van de Adriatische zee, rijpen de druiven binnen Slovenië het eerst en vriest het praktisch nooit. De vooral rode wijnen worden vooral gemaakt van Refosco (Refosk) en in mindere mate van Cabernet Frank, Cabernet Sauvignon en Merlot. Voor witte wijnen gebruikt men vooral Malvazija en Chardonnay.
16
3. MACEDONIË 3.1.
Situering & geschiedenis De Republiek Macedonië (FYROM) is ontstaan op 8 september 1991 na een referendum over onafhankelijkheid van ex-Joegoslavë. Onderhandelingen over toetreding tot de EU zullen starten op 19 augustus 2011. Het landschap van Macedonië is overwegend bergachtig (Dinarische Alpen) met als hoogste punt de Golem Korab (2753 m). Het grootste deel bestaat uit een plateau met een hoogte tussen 600 en 900 meter. Vardar, de langste rivier van Macedonië, stroomt dwars door de hoofdstad Skopje en mondt uit in de Golf van Thessaloniki. Andere belangrijke rivieren zijn de Crna en de Bregalnica.
Van de tientallen meren zijn die van Ohrid (186 m diep en 349 km²), Prespa en Dojran de bekendste. In Macedonië komen regelmatig aardbevingen voor door het feit dat de tektonische platen van Afrika, Azië en Europa) juist hier samenkomen. Op 26 juli 1963 werd de hoofdstad Skopje zelfs gedeeltelijk verwoest. Van de 2,05 miljoen inwoners in Macedonië is 65,2% Macedoniër, 25,2% Albanees, 3,9% Turk, 2,7% Roma en 1,8% Serviër. 30% is Moslim. De optimale geografische ligging, de diverse microklimaten en de grote variatie in bodems en aangepaste druivenrassen, maken al van in de oudheid van Macedonië een gewaardeerd producent en exporteur van kwaliteitswijnen. Philippus II en zijn zoon Alexander de Grote (356-323 BC), de grondlegger van het grote Macedonische rijk, waren reeds grote fans van de wijnen uit deze regio en stimuleerden dan ook de verdere uitbouw ervan. Ook tijdens de Romeinse overheersing (vanaf 168 BC) ging deze bloeiperiode onverminderd verder. Na de val van het Byzantijnse Keizerrijk in 1453 werd Macedonië een deel van het Ottomaanse Rijk en kwam de wijnbouw in verval. Enkel in de vele Macedonische kloosters werd de wijnbouw verder gezet. ste
Met de Phylloxera ramp (begin 20 eeuw) ging het verval verder. Van de totale oppervlakte Macedonische wijngaarden, die voordien nog 50.000 ha bedroeg, bleven er in 1949 slechts 8.450 ha over. Nadien kwam het herstel. Met nieuwe aanplantingen vanaf 1957 was het oppervlak wijngaarden in 1973 opnieuw gestegen tot 17.000 ha en in 1980 zelfs tot 38.000 ha. In het oude Joegoslavië kwam zelfs bijna ⅔ van de totale wijnproductie uit Macedonië. Met opbrengsten van 140 à 210 hl/ha is het duidelijk dat in deze periode kwantiteit veel belangrijker was dan kwaliteit. Er werden ook 15 nieuwe wijnkelders gebouw met een totale capaciteit van 2,2 miljoen hectoliters waarin vooral goedkope bulkwijnen werden geproduceerd voor export naar Duitsland waar ze werden gemengd met Duitse wijnen voor export naar Rusland. Druiventeelt was in deze periode een activiteit van vele families, in hoofd- of in bijberoep; het wijnmaken zelf werd aan coöperaties overgelaten. Na de onafhankelijkheid werden alle wijngaarden geprivatiseerd en hebben heel wat van de familiale druiventelers ook de stap gezet naar wijnbouw en dit met groot succes. Macedonië heeft hierbij slechts één doel: met kwaliteitswijnen een plaats veroveren op de internationale wijnmarkt. Grote investeringen in moderne vinificatietechnieken (9 miljoen USD sinds 2003), strikte kwaliteitscontrole en selectie van de beste wijngaarden en locale en internationale druivenrassen, zijn hiervoor de eerste stap. Hiervoor daalde ook het oppervlak wijngaarden in 1998 tot 28.800 ha en in 2005 tot 22.400 ha. Ook de rendementen werden serieus teruggeschroefd. 3.2. Classificatie van de wijnen In 2004 heeft Macedonië een nieuwe wijnwetgeving aangenomen. Deze schets een theoretisch kader analoog aan dat in Kroatië en Slovenië en focust in eerste instantie op: - Verbetering van de technieken - Vermindering van commerciële hinderpalen - Progressieve integratie van de EU wijnwetgeving - Een systeem van toezicht op het werk in de wijngaarden - Traceerbaarheid van de wijnen - Verhogen van het aandeel kwaliteitswijnen. Ook etikettering met een vertaling op de fles in het Macedonisch wordt verplicht. 3.3. Terroir & klimaat Door het naburig gebergte dat het land afschermt van koude lucht uit het noorden is het klimaat in Macedonië een optimaal samenspel tussen Mediterrane en continentale invloeden en hierdoor uitermate geschikt voor druiventeelt. Een lang rijpingsproces van de druiven geeft hoge suikerconcentraties, voldoende aciditeit, intense kleuren en complexe aroma’s in de wijn. 17
3.4.
Wijnbouw Volgens officiële cijfers uit 2005 zijn er vandaag nog slechts 22.400 ha wijngaarden in productie. De verdeling van de wijnproductie over de drie wijnregio’s is als volgt: - Povardarije: 85% van de wijnproductie 7 wijnbouwzones in het centrum van het land - Pelagonia-Polog: 11% van de wijnproductie 6 wijnbouwzones in het Z en ZW van het land - Pchinja-Osogovo: 4% van de wijnproductie 3 wijnbouwzones in het noorden van het land
Enkele recente statistische gegevens: - In Macedonië behoren druiventeelt en wijnbouw tot de meest winstgevende landbouwactiviteiten en zij verzekeren in het levensonderhoud van meer dan 30.000 families. - De druiventeelt wordt gedomineerd door ongeveer 4.000 druiventelers met een gemiddelde exploitatie van 2,3 ha. Zij leveren hun druiven aan één van de 38 kleinschalige coöperatieven die samen ongeveer 65% van de Macedonische druivenproductie verwerken en waarvan er 25 exporteren. - 35% van de druiventeelt wordt door de telers zelf verwerkt voor consumptie in familie- en kennissenkring en in de nabije buurt en voor destillatie tot eau-de-vie. - De 16 grotere kelders van Macedonië hebben samen een opslagcapaciteit van 2,2 miljoen hectoliters. Slechts 7 hiervan hebben een eigen bottelarij. Tikveš (opgericht in 1946) is de grootste locale speler. Zij produceren ⅔ van het totale locale verbruik en ⅓ van de totale uitvoer. Andere grote spelers zijn: Povardarie (opgericht in 1963), Bovin (opgericht in 1998) en Skovin (opgericht in 1979 - 450 ha eigen wijngaarden). - De Macedoniërs geloven sterk in het belang van kwalitatieve druiven voor kwaliteitswijnen. Daarom ste werden, na de Phylloxera ramp (begin 20 eeuw), slechts een beperkt aantal autochtone druivenrassen behouden en vooral Franse, Duitse en Oostenrijkse rassen aangeplant; in totaal 23. Voor rode wijnen: de internationale rassen Merlot, Cabernet Sauvignon, Cabernet Franc en Pinot Noir en de autochtone rassen Burgundec, Stanushina, Prokupec, Kratoshia, Vranec en Kadarka. Voor witte wijnen: de internationale rassen Chardonnay, Sauvignon Blanc, Riesling, Semillon, Rkaciteli, Muscat Ottonel en Grenache Blanc (Belan) en de autochtone rassen Semederevka, Zilavka, Zupjanka, Traminec, Temjanika en Smederevka. Toch vertegenwoordigen de locale rassen Smederevka en Vranec 80 % van de totale productie. - Met een jaarlijkse wijnproductie van gemiddeld ± 875.000 hl is ook het rendement van de wijngaarden (39 hl/ha) aan de lage kant. 62% is wit en 38% is rood. Het aandeel kwaliteitswijn steeg van slechts 7% in 1998 tot 30% in 2004. - Met een officiële jaarlijkse wijnconsumptie van slechts 9,7 liter/persoon onderschrijven de Macedoniërs hun naam van kleinste drinkbroeders van Oost-Europa, en dit geldt ook voor bier. Een belangrijke kanttekening is wel dat slechts ⅓ van de totale consumptie uit het officieel circuit komt.
- Macedonië
exporteert meer dan 85% van zijn wijnproductie waarvan 41% naar Duitsland, 27% naar Servië, 11% naar Kroatië, 8% naar Bulgarije, 5% naar Rusland en 0,02% (= 20.000 flessen) naar België. Het volume is sinds 2003 in stijgende lijn (van 551.000 hl in 2003 tot 930.000 hl in 2007).
- Bijna 90% van de uitvoer wordt geleverd als (goedkopere) bulkwijn. Het is evident dat de Macedonische wijnbouw enkel winstgevend kan overleven met kwaliteitswijnen en botteling ter plaatse. Hiervoor werd staatssteun aangevraagd en ook de EU overweegt financiële ondersteuning. Gelukkig gaat het aandeel op fles in stijgende lijn (van ±7% in 2005 tot ±12% in 2007).
- Door de erg lage koopkracht van de Macedonische bevolking is de import van wijn beperkt en bedroeg
in 2007 slechts 2.972 hl ingevoerd waarvan 71% uit Servië, 9% uit Duitsland, 8% uit Italië, 3% uit Kroatië, 3% uit Tsjechië en slechts 2% uit Frankrijk (vooral kwaliteitswijnen).
18
3.4.1. Povardarije Povardarije in het centrum, in de vallei van de rivier Vardar, is de grootste wijnregio van Macedonië. Op 80% van de Macedonische wijngaarden wordt 85% van de wijnproductie gemaakt. De wijngaarden (50 en 600 m hoogte) hebben een ideaal klimaat met zachte winters en warme droge zomers (gem. 124 dagen > 25°C). Van de 460 mm/jaar regen, valt slechts 65% tijdens het groeiseizoen. De diluviale bodem bestaat vooral uit klei- en humusrijke zwarte aarde. De belangrijkste druivenrassen zijn de blauwe Merlot, Cabernet Sauvignon, Kadarka (oud Hongaars ras), Vranec, Stanushina en Pinot Noir en de witte Grenache Blanc, Chardonnay, Muscat, Riesling, Sauvignon Blanc, Sémillon, Smederevka, Muscat Ottonel, Temjanika, Rkaciteli en Zilavka. Povardarije wordt onderverdeeld in 7 wijnbouwzones: Skopje, Veles, Tikvesh, Gevgelija-Valandovo, Strumica-Radovish, Ovce Polé en Kochani-Vinica. In deze regio vinden wij de grootste wijnhuizen van Macedonië. 3.4.2. PelagoniaPelagonia-Polog Deze regio situeert zich op de hoogvlakten en kleinere heuvels van Pelagonia en Polog (600 à 800 m hoogte). Het overheersend klimaat met vochtige winters en warme, droge zomers (gem. 87 dagen > 25°C) is typisch voor hoogvlakten. Met 570 à 700 mm/jaar regen is deze regio iets vochtiger dan Movardarije. De bodem bestaat vooral uit bruine aarde soms met klei, humus en kaneelaarde. De belangrijkste druivenrassen zijn de blauwe Cabernet Sauvignon, Gamay, Merlot, Pinot Noir, Prokupec en Vranec en de witte Riesling, Chardonnay, Sauvignon Blanc, Zhilavka en Smederevka. De regio Pelagonia-Polog wordt onderverdeeld in 6 wijnbouwzones: Prilep, Bitola, Prespa, Ohrid, Kichevo en Tetovo. Het belangrijkste wijnhuis is Eko Investissent in Ohrid. 3.4.3. Pch Pchinjainja-Osogovo Pchinja-Osogovo in het noordoosten de schraalste en meest bergachtige wijnregio van Macedonië. De druiven worden vooral geteeld op de berghellingen (440 à 850 m hoogte). Het gematigd continentaal klimaat met koude noordenwinden is frisser en kouder dan in de twee andere regio’s. Toch zijn er in de zomer gemiddeld 110 dagen met >25°C. Van de 550 mm/jaar regen, valt 65% tijdens het groeiseizoen. De wijngaarden staan vooral op diluviale bodem, kaneel- en bruine aarde op een ondergrond van kalkrotsen. De belangrijkste druivenrassen zijn vooral de blauwe Cabernet Sauvignon, Gamay, Pinot Noir en Vranec. In wit vinden wijn Muscat Ottonel, Sauvignon Blanc, Riesling en Zilavka. De regio wordt onderverdeeld in 3 wijnbouwzones: Kumanovo, Kratovo en Pijanec. Het belangrijkste wijnhuis is ZIK Lozaroovostarstvo i Prerabotka in Kumanovo.
19
4. SERVIË 4.1.
Situering & geschiedenis geschiedenis Servië, met een grote diversiteit aan natuurlijke rijkdommen (o.a. vijf nationale parken), ligt op de grens van twee geografisch sterk verschillende delen van Europa. Het noordelijke deel van de republiek bestaat uit de CentraalEuropese laaglanden (Pannonische vlakte) en is ongeveer gelijk aan de autonome regio Vojvodina (zie punt 5).
De rest van Servië is vooral heuvelachtig en bergachtig (meer dan 15 bergtoppen boven 2.000 meter) en kan onderverdeeld worden in drie regio’s: - Noord Servië ten zuiden van Belgrado vormt het hart van Servië en is vooral ingesteld op toerisme. Het gebied wordt gekenmerkt door heuvels en laaggebergte. Hier bouwden de Servische vorsten hun residentie en de Servisch-Orthodoxe kerk haar kloosters. - Het landschap van westelijk Servië is gevarieerd. In het noorden liggen de laagvlakten van Macva met hun boomgaarden en Slivovitsj. De rest van het gebied wordt gekenmerkt door bergen en hoogvlakten. Ook de middeleeuwse kloosters zijn zeker een bezoek waard. - Oostelijk Servië, een bergachtige streek met ongerepte natuurschoon, valleien, meren en grotten, is een uitstekende bestemming voor avontuurlijke reizigers. De oorspronkelijk Romeinse nederzettingen Gamzigrad en Caricin Grad en het stadje Nis met haar Ottomaanse en Romeinse overblijfselen zijn waardig getuigen van de rijke Servische geschiedenis. De grootste bevaarbare rivieren zijn de Donau, de Sava en de Tisa. De Donau, de langste rivier van Europa, legt in Servië bijna 600 km af. Van de 10,2 miljoen inwoners in Servië (incl. Vojvodina en Kosovo) is 82,2% Serviër, 3,2% Hongaar en 1,8% Bosniak. Exclusief Vojvodina en Kosovo zijn de 6 miljoen inwoners quasi allemaal Serviërs. ste
Wijnproductie in Servië, gelegen op de ideale 45 breedtegraad, dateert reeds van meer dan 3.000 jaar geleden, lang voor de tijd van de Grieken en de Romeinen. Bij het begin van onze tijdstelling voerden de Romeinen wel nieuwe druivenrassen in waardoor de kwaliteit van de wijnen van de toenmalige inheemse volksstammen aanzienlijk verbeterde. Keizer Probus (232-282), geboren in Sirmium (het huidige Sremska Mitrovica) gaf tijdens zijn ambtsperiode (276-282) eveneens de opdracht om in zijn geboortestreek wijngaarden aan te planten op de hellingen en plateaus van Mont Fruška Gora. Uitgelekte plannen om zijn soldaten na de oorlog met Perzië om te scholen tot wijnboeren kostten hem echter het leven. de
de
Met de komst van de Barbaren in de 4 en de 5 wijngaarden in dit deel van de Balkan in verval.
eeuw, die liever mede dronken dan wijn, kwamen de
Dit bleef zo tot Stefan Nemanja, de stichter van de Nemanjić dynastie, in de 12de eeuw nieuwe wijngaarden liet aanplanten. Hierbij kreeg hij de hulp van de nieuwe kloosters, die als paddenstoelen uit de grond rezen, waardoor in locale legenden alle eer voor de heropbouw naar Sint Sava Nemanjić (de grootste Servische heilig) ging. Vooral de wijnen uit de Metohija regio in het noorden van Kosovo waren in die tijd reeds erg in trek. Wijnbouw werd ook de hoofdactiviteit in de dorpen rondom de klooster; wijngaarden groeiden niet alleen in koninklijke hoven maar ook op de boerenerven en snel werd wijn gedronken door alle lagen van de bevolking. Door de dreiging van de Turken en de verhuis van het centrum van de Servische staat naar het noorden, werden ook nieuwe wijngaarden aangelegd in de valleien van de Donau en de Morava. De centra van de toenmalige graafschappen van Prins Lazar (Kruševac) en despoot Djuradj (Smederevo) zijn ook vandaag nog bekende wijngebieden. Zelfs de Bourgondische ridder Bertrandon de la Broquière, die op weg naar de Constantinopel in de 15 eeuw de regio aandeed, was geïmponeerd door de veelzijdige wijngaarden. Met de annexatie van de regio in het Ottomaanse rijk in 1489 en het alcoholverbod door de Islam viel de wijnbouw in vele Servische gebieden stil. In Vojvodina ging de wijnbouw echter gewoon verder; zowel de stad Sremski Karlovci op de Mont Fruška Gora als de kloosters in de buurt mochten zelfs hun pacht aan de sultan in wijn betalen. Met de komst van de Habsburgers in 1718 krijgt de wijnbouw een nieuwe start. Vooral de Bermet, een regionale specialiteit type vermouth met internationale uitstraling uit Sremski Karlovci, is een gewaardeerd hulpmiddel om van het Weense hof speciale privileges te verkrijgen. Ook na de onafhankelijkheid van Servië (1878) bleef wijnbouw belangrijk. Koning Petar I liet tijdens zijn regeerperiode (1903-1914) zelfs belangrijke wijngaarden aanleggen op zijn eigendommen in Oplenac. Deze zijn ook vandaag nog bekend voor hun wijnen. 20
Een belangrijke schaalvergroting met desastreuze impact kwam er in de 1970ties onder communistisch bewind. Wijnproductie werd geconcentreerd in wijnfabrieken in overheidsbezit en was volledig gefocust op het generen van harde valuta via het uitvoeren van goedkope bulkwijnen. Kleinere wijnboeren werden verplicht om hun druiven aan bodemprijzen te verkopen aan deze wijnfabrieken en mochten zelf enkel beperkt wijn produceren voor eigen gebruik. Druivenrassen en teelt- en vinificatietechnieken werden volledig gericht op volume; kwaliteit was een verwaarloosbare bijzaak. Etiketten waren zelfs overbodig. ties
De conflicten in 1990 , het internationaal economisch embargo en de chaos gedurende de oorlog met Kosovo hebben de wijnbouw quasi to stilstand gebracht. 4.2. Classificatie van de wijnen Hieromtrent werd geen specifieke informatie gevonden. Voor export naar de EU is in alle geval de regelgeving omtrent plaatsnaam/herkomstgebieden, teelttechnieken en druivenrassen van kracht. 4.3. Terroir & klimaat Servië heeft drie klimaatzones: - De Pannonische vlakte en het noordelijk deel van centraal Servië hebben een continentaal klimaat met hete zomers (tot +40°C) en koude winters (tot -25°C) die nefast kunnen zijn voor de wijnstokken. - Centraal en zuid Servië hebben een gematigd continentaal klimaat zonder de extreme uitersten. - Regio’s omringd met hoge bergtoppen (grote delen van de Raška regio, het Šar gebergte en Stara Planina) hebben een bergklimaat met aangename zomers en erg koude winters met veel sneeuw. De bodem in de laagvlakten is over het algemeen te rijk en te vruchtbaar voor topwijnen. De meeste wijngaarden situeren zich dan ook in de meer heuvelachtige streken. De geografische ligging (tussen 42° en 46° NB) is optimaal om kwalitatieve wijnen te produceren. Met jaarlijks minder dan 1.000 mm regenval is Servië relatief droog. De regen is mooi verspreid over het jaar wat, samen met de temperaturen, optimaal is voor het rijpen van de druiven. 4.4.
Wijnbouw
Travel Serbia Info: The choice of wines is not really great, and you are better off having beer or spirits. However, if you are a wine lover, go for Montenegrin wines, such as "Plantaže".
Enkele recente statistische gegevens: - Met ongeveer 70.000 ha wijngaarden (in 1995 nog 140.000 ha) en een productie van ongeveer 350.000 ton druiven per jaar (waarvan 20% in Vojvodina) is Servië geen kleine wijnregio. Door het lot van de geschiedenis (zie punt 4.1.) is Servië vandaag in het buitenland echter alles behalve bekend als producent van kwaliteitswijnen. Dit in tegenstelling tot de omringende landen Hongarije, Roemenië en Kroatië, die daar wel in geslaagd zijn. Bovenstaande tekst op de website van het nationale toeristisch instituut laat hierover ook geen twijfel bestaand. - Van de 2,1 miljoen hl wijn die in 2007 werden gevinifieerd had minder dan 1% een beschermde geografische herkomstbenaming. In 2008 was dit gestegen tot 5%. - De meerderheid van de wijnproductie wordt verbruikt in de plaatselijke wijnkelders. Door de zwaar teruglopende koopkracht tengevolge van de oorlogen is de wijnconsumptie nochtans sterk teruggelopen van 23,3 liter in 1996 tot 9,5 liter/inwoner in 2005. - Door de jarenlange verwaarlozing van de wijngaarden is de consumptie echter nog altijd groter dan de eigen productie zodat Servië in 2007 ongeveer 305.000 hl wijn moest invoeren waarvan 81% uit Macedonië en 13% uit Montenegro. - In 2007 werd slechts 98.000 hl (< 5%) van de wijnproductie uitgevoerd waarvan 60% naar BosniëHerzegovina, 16% naar Montenegro, 13% naar Duitsland en 0,01% (= 13.400 flessen) naar België. - Gelukkig is de wijnindustrie vandaag opnieuw in opgang en dit mede dank zij het jaarlijkse “International Wine Festival” dat sinds 2004 in Belgrado wordt georganiseerd en met de inzet van een paar grote en gevestigde producenten (WOW Winery-Subotica, Vrsacki Vinogradi-Vrsac, NAVIP-Zemun, RubinKrusevac en Vino Zupa-Aleksandrovac) en vooral verschillende nieuwe kleine familiebedrijven (Aleksandrovic in Oplenac, Palić, Čoka en Biserno Ostrvo nabij Novi Bečej, Dulca in Sremski Karlovtsi, Jelenkovic in Negotin, Radovanovic in Smederevo), …). - Een samenwerkingsverdrag uit 2006 met het Spaanse Ministerie van Landbouw om de Servische wijnindustrie te enten op het systeem in de Rioja, is een belangrijke stap om de kwaliteit te verhogen. Van de eerste fase, het in kaart brengen van wijngaarden en kelders, is momenteel ± 60% gerealiseerd. - In de Servische wijngaarden komen een 50-tal verschillende druivenrassen voor waarvan 30 inheemse rassen, 10 internationale rassen en 10 nieuwe hybriden. - Servië bezit verschillende goede oude druivenrassen zoals de witte Smederevka, Tamjanika en Kevedinka en de blauwe Prokupac en Vranac. Om de internationale markten opnieuw te veroveren worden zij gradueel vervangen door internationale rassen zoals Chardonnay, Sauvignon Blanc, Riesling, Gamay, Merlot en Cabernet Sauvignon. Het Servische Ministerie van Landbouw voorziet in een extra aanplant van 2.000 ha kwaliteitsdruivelaars per jaar. - Sinds ongeveer 50 jaar wordt er in het onderzoekscentrum van Sremski Karlovci ook intensief geëxperimenteerd met locaal genetisch gemodificeerde rassen (zie kader). 21
Genetische modificaties De wijnbouw experimenten in het onderzoekscentrum van Sremski Karlovci zijn ongeveer 50 jaar geleden gestart. De oude inheemse druivenrassen (Slankamenka, Smederevka, Kevidinka, Skadarka, Prokupac), behorende tot de subvariant PonticaBalcanica van Vitis Vinifera, koppelden immers een hoge opbrengst aan eerder lage kwaliteit. Om de kwaliteit te verhogen werden zij gekruist met rassen uit de subvariant Occidentalis-Galica. In 1970 werden de eerste creaties goedgekeurd: Župljanka (Prokupac en Pinot Noir), Neoplanta (Smederevka en rode Traminac) en Sirmium. Latere nieuwe creaties waren Rumenika, Probus, Sila (Kevedinka en Chardonnay) en Nova Dinka. Župljanka en Sila hebben ook een grote natuurlijke weerstand tegen Botrytis Cinerea. Spijtig genoeg waren al deze creaties minder bestand tegen lage wintertemperaturen. Om dit euvel te verbeteren werden vanaf het midden van de jaren 70 de Hongaarse rassen Kunleany en Kunbarat van de Oost-Aziatische druivensoort Vitis Amurensis geïntroduceerd. Dit leidde in 1991 tot de goedkeuring van Liza (Pinot Gris en Kunleany), Petra (Pinot Noir en Kunbarat), Mila, Rani Rizling, Lela en Zlata. Deze bestaan voor 12,5% uit Vitis Amurensis and 87.5% uit Vitis Vinifera. Vooral Liza en Petra koppelen een hoge koudebestendigheid aan een goede weerstand tegen Botrytis Cinerea en Plasmopara viticola (valse meeldauw). Om de weerstand tegen schimmels nog op te voeren zijn verder proeven aan de gang waarbij het aanwezig genetisch materiaal verder verrijkt wordt met Noord-Amerikaanse Seyve Villard hybriden en afstammelingen hiervan. Proeven, die aan de gang zijn, koppelen kleine porties van deze hybriden aan 90% Vitis Vinifera en 10% Vitis Amurensis.
De belangrijkste wijngebieden in Servië liggen langsheen de Donau en haar zijrivieren de Timok (op de grens met Bulgarije) en de drie Moravas (Morava, Westelijke Morava en Zuidelijk Morava) met zijrivier Nišava. 4.4.1. Oplenac Sinds mensenheugenis groeien er in deze regio wijndruiven op de helling van Mont Kosmaj, Mont Rudnik, Mont Venčac, Prokop en Oplenac en langs de oevers van de Donau en de Morava. Samen met de uitstraling van de koninklijke kelders van de koningen Petar I en Aleksandar Karadjordjević, was een doorbraak voor deze regio zeker de oprichting in 1903 van de coöperatieve van Venčac die de wijnbouwers groepeerde van Vinča, Brezovica, Lipovac, Topola en Banja (toen samen 1.500 ha). Met de hulp van Franse oenologen werd er zelfs ”champagne” en ”cognac” geproduceerd. Het wisselend klimaat wordt optimaal getemperd door het water van de Donau en de Morava. De bodem uit vooral klei, bruine aarde en grijs zand (vertisol, cambisol en parapodsol) is erg geschikt voor de locale druivenrassen Prokupac, Vranac en Smederevka. De traditie van de koninklijke wijngaarden van de Karadjordjević dynastie en de de coöperatieve van Venčac werd voortgezet in het wijnhuis “Aleksandrović”. Hun bekendste wijn en één van de beste wijnen van Servië is “Triumph”, een mengeling van Sauvignon Blanc, Chardonnay en Riesling en gemaakt volgens een aloud recept. 4.4.2. Smederevo De geschiedenis van de wijnbouw in Smederevo gaat terug tot de Romeinse keizer Probus. In de 15° eeuw werden er nieuwe wijngaarden met wijnkelders en gelagzaal aangelegd door de despoten Stefan Lazarević en Durad Branković. Na de 2° Servische opstand tegen de Ottomanen in 1815 plantte Miloš Obrenović, de nieuwe vorst van Servië, er 36 ha wijngaarden op de hellingen van Zlatni Breg (gouden oever). De druiven vinden in het Sumadija district, op 500 ha hellingen naar de Donau en Morava toe, het ideale reliëf, klimaat en bodem. Het belangrijkste druivenras in deze regio is sinds mensenheugenis de witte Smederevka, genoemd naar de stad Smederevo. Deze witte wijnen zijn aangenaam en pittig en vinden gemakkelijk een afzetgebied in Oost-Europa. Smederevka geeft nog betere resultaten wanneer zij gemengd wordt met Riesling, Sémillon en/of Chardonnay. Andere interessante druivenrassen in deze regio zijn de witte Welshriesling, Sauvignon Blanc en Traminac en de blauwe Gamay en Ružica, een afstammeling van Prokupac. Ook vandaag nog worden er op de hellingen van Zlatni Breg kwaliteitswijnen gemaakt, dank zij de wijnkelder “PK Godomin” die sinds 1909 de vorstelijke traditie verder zet. Verder vinden wij langsheen de Morava in het dorpje Krnjevo de kelder “Mali Podrum Radovanović” waarvan de Chardonnay, Riesling en Cabernet Sauvignon wijnen geteeld op een kiesel/zand bodem, tot de beste van Servië behoren. 22
4.4.3. Negotinska Krajina De regio Negotin ligt op de grens met Bulgarije en Roemenië, tussen de Donau en de Timoc, en wordt omringd door Mont Miroč, Mont Crni Vrh en Mont Deli Jovan. In de 3° eeuw werden de eerste wijndruiven hier aangeplant door de Romeinen. Het hoogtepunt van de wijnbouw in de regio waren echter de 1870ties. Dank zij de Phylloxera, die de Europese wijngaarden quasi helemaal vernietigde maar geen vat had op de wijnstokken in de zanderige oevers van de Donau, lagen voor de locale wijnboeren de exportwegen naar Frankrijk, Italië, Spanje, Oostenrijk, Hongarije, Duitsland en Rusland wijd open. Hun wijnen bekoorden zelfs de gevoelige smaakpapillen van de Franse, Italiaanse en Spaanse koningshoven. de De coöperatieve van Negotin dateert van trouwens al van 1890. Op het einde van de 19 eeuw waren de wijngaarden in de Negotin regio zelfs de grootste van Europa. 50 jaar communisme en 15 jaar burgeroorlog hebben deze regio echter omgetoverd in een toeristische en culinaire woestijn. Het klimaat is typisch continentaal met zeer hete zomers en overvloedige zonneschijn en koude winters. Ook de bodem is ideaal voor druiven en bestaat voornamelijk uit aangespoeld slib, lake sediments (sédiments lacustres), vulkanisch gesteente en kalk. De wijngaarden liggen op 150 à 250 meter hoogte. In 2006 werd met de hulp van de Duitse ontwikkelingsmaatschappij GTZ een relanceplan gelanceerd om de wijngaarden en wijnkelders te moderniseren. In de ±1.000 ha wijngaarden, die vandaag nog operationeel zijn, vinden wij als blauwe druiven vooral Prokupac, Gamay en Pinot Noir en als witte druiven Bagrina, Sémillon, Welschriesling, Sauvignon Blanc en Smederevka. de de Ook de dorpjes Rajac, Rogljevo en Smedovac, met hun typische wijnkelders (“pimnice”) uit de 17 en 18 eeuw aan bijna alle huizen, vormen een apart geheel binnen de Negotin regio. 4.4.4. Knjaževac Knja evac Met de archeologische site Timacum Minus als getuige vlakbij is het duidelijk dat ook de wijnbouw in deze regio uit de Romeinse tijd dateert; rustplaatsen voor de legioenen en wijn om op krachten te komen waren immers inherent met mekaar verbonden. Bij opgravingen werd eveneens een beeldje gevonden van de de de Griekse wijngod Dionysos. Ook geschriften uit de 3 en 4 eeuw beschrijven Knjaževac als wijngebied. De coöperatieve Cave Džervin, de derde van Servië, werd opgericht in 1927 en is met haar capaciteit van 3.500 ton één van de hoekstenen van de wijnbouw in Knjaževac Het gematigd continentaal klimaat met jaarlijks meer dan 300 zonnedagen en een bodem met voornamelijk aangespoeld slib, lake sediments (sédiments lacustres), vulkanisch gesteente en kalk zijn uitermate geschikt voor wijnbouw. De wijngaarden van Knjaževac liggen in de vallei van de Timok en zijn zijrivieren. In de oudste wijngaarden, op de heuvel van Džervin noordwest t.o.v. Knjaževac, zijn vooral de blauwe druivenrassen Plovdina en Prokupac aangeplant. Verder vinden wij de blauwe druivenrassen Vranac en Burgundac Crni (Pinot Noir) en de witte Smederevka en Welshriesling. 4.4.5. Župa upa Volgens archeologische vondsten zou de wijntradities in de Župa regio al meer dan 3.000 jaar bestaan. Gedurende de Middeleeuwen hadden de drie grootste abdijen van Servië (Hilandar, Studenica en Žiča) hun wijngaarden en wijnkelders in Župa. De eerste geschriften dateren uit 1196 wanneer de Veliki Župan Stefan Nemanja de wijndorpen uit de Župa regio toewees aan de abdij van Studenica. Ook Prins Lazar Hrebeljanovic (1329-1389), een heroïsche figuur in Servië die na verraad stierf in één van de oorlogen met Kosovo, had wijngaarden in Kruševica. Zelfs Déco, de Franse consul in Servië, noemde Župa in 1904 “la Champagne Serbe”. De wijngaarden liggen vooral rondom de stad Aleksandrovac in het centrum van Servië op de zuidelijke en zuidoostelijke hellingen van de afgetopte heuvels rondom de vallei van de Rasina, een zijrivier van de westelijke Morava. Afgeschermd door de omringende heuvels heerst er in de wijngaarden een optimaal microklimaat dat zou gelijken op dat in de Bordeaux. Ook de bodem, die vooral carbonaten, zwarte aarde, klei en bruine aarde bevat, is erg geschikt voor wijnbouw. Hoekstenen van de locale wijnbouw, die beschouwd wordt als de beste van Servië, zijn vandaag “Vino Župa” in Aleksandrovac (in 1956 opgericht), en “Vino Rubin” in Krusevac (in 1955 opgericht). Ook een vijftigtal kleinere wijnboeren hebben opnieuw energie gevonden en doen al het mogelijke om de succesvolle wijntraditie opnieuw in ere te herstellen. Hierbij hoort ook een jaarlijks oogstfestival waarbij de primeurwijn gedurende 3 dagen uit een fontein op grote markt van Aleksandrovac stroomt. De oude druivenrassen Tamjanika (wit) en Prokupac (blauw) doen het al vele eeuwen erg goed in Aleksandrovac en omgeving. Ook vinden wij er het blauwe rassen Župski Bojadiser en Župljanka en de witte Smederevka, Sauvignon Blanc, Sémillon, Neoplanta, Chardonnay en Welshriesling. 23
5. VOJVODINA 5.1.
Situering & geschiedenis Vojvodina, een autonome regio in het noorden van Servië, heeft de Sava en de Donau als zuidelijke grens met de rest van Servië. Verder grenst het gebied aan Kroatië, Hongarije en Roemenië. Vojvodina kan worden verdeeld in drie historische gebieden: - Bačka in het noordwesten (met de Tisza als oostgrens en de Donau als zuidgrens), - Banat in het oosten en - Srem in het zuidwesten. Alle drie behoorden ze tot 1918 aan Oostenrijk-Hongarije. Nationalisten in Hongarije die het Verdrag van Trianon in 1920 niet erkennen claimen het gebied nog steeds
Een belangrijke industriestad is Novi Sad, de hoofdstad van Vojvodina en de tweede stad van Servië. Bij de volkstelling in 2002 bleken onder de 2.031.000 inwoners 65% Serviërs (waaronder heel wat vluchtelingen uit Kosovo) en 14% Hongaren. De andere bevolkingsgroepen (allen < 3%) beschikken over vergaande rechten in gemeenten waar zij minstens 15% van de bevolking uitmaken. 5.2. Classificatie van de wijnen Hieromtrent werd geen specifieke informatie gevonden. Voor export naar de EU is in alle geval de regelgeving omtrent plaatsnaam/herkomstgebieden, teelttechnieken en druivenrassen van kracht. 5.3. Terroir & klimaat Vojvodina wordt vooral gekenmerkt door dorpjes en akkers met uitgestrekte velden zonnebloemen, tarwe en andere gewassen. Het gebied is overwegend vlak en staat bekend als de graanschuur van Servië. Het ligt in de grote Pannonische vlakte en heeft hierdoor een gematigd landklimaat. 5.4. Wijnbouw Sinds de Middeleeuwen, toen leenheren van het grote Oostenrijks/Hongaarse rijk hier zomerhuisjes en kastelen bouwden, is Vojvodina het (strijd)toneel geweest voor heel wat belangrijke historische gebeurtenissen. Sommige van deze residenties werden later omgebouwd tot beroemde wijnkelders. 5.4.1. Palić Pali Wijnbouw rondom het meer van Palić (het grootste meer van Vojvodina) vlak bij de Hongaarse grens dateert reeds van meer dan 2.000 jaar geleden. De echte doorbrak kwam er echter pas toen na de Phylloxera ramp in de buurt van Novi Bečej drie wijnkelders werden gebouwd: Čoka, Palić en Biserno Ostrvo. Deze zijn ook vandaag nog belangrijke hoekstenen van de wijnbouw in de regio. - Čoka (1903) is vooral bekend voor zijn Merlot, Muscat Ottonel en Vranac druiven. Van deze laatste is vooral de rode wijn “Ždrebčeva krv” (“hengstenbloed”) een aanrader. Verder vinden wij hier Pinot Blanc, Pinot Noir en Pinot Gris. - Palić (1896) maakt naast een aantal stille wijnen ook een schuimwijn, “Francuski Poljubac” (“French Kiss”) genaamd, van de locale druif Kevedinka. - Het wijnhuis “Sololac” in Novi Bečej is dan weer internationaal bekend voor zijn dessertwijnen van de Muscat Krokant druif. Dit is een uiterst zeldzame druivenras dat enkel groeit op het eiland Biserno in de Tisza rivier en werd aangeplant door baron Lipót Rohonczi, die hier ook een kasteel liet bouwen. De terroir, het gematigd continentaal klimaat met veel zomerse zon en de kwalitatieve druivenrassen liggen aan de bron van wijn met groot potentieel. In de bodem vinden wij vooral zand, dat achterbleef toen de prehistorische Pannonische zee zich terugtrok, drijfzand, klei en zwarte en bruine aarde. In het verleden waren het vooral de druivenrassen Kedarka (blauw), Kevedinka (wit) en Muscat Krokant (wit) waarvan de “vin issus de sables” werd gevinifieerd. De vlakke of licht hellende Palić wijngaarden (24.000 ha) situeren zich vandaag vooral rondom de steden Subotica en Kanjiža. 24
De aanbevolen druivenrassen zijn de witte Welshriesling, Župljanka, Chardonnay, Ezerjó, Muscat d’Otonel, Muscat Krokan de Biserno Ostrvo en Sémillon en de blauwe Merlot, Pinot Noir, Frankovka (= Blaufränkisch) en Cabernet Sauvignon. In nieuwe wijngaarden worden vooral Welshriesling, Chardonnay en Riesling aangeplant. 5.4.2. Fruš Fruška Gora Op enkele kilometers van Novi Sad, de hoofdstad van Vojvodina, op de rechter oever van de Donau bevindt zich het Fruška Gora gebergte, historisch bekend voor zijn 17 kloosters en vandaag bekend voor zijn nationaal park. Het uithangbord is zeker Sremski Karlovci, het spirituele en culturele centrum van de Servische Orthodoxe Kerk, met een schat aan gebouwen en kerken in barokstijl. Meer dan 1700 jaar geleden werden er in opdracht van de Romeinse keizer Probus reeds wijngaarden aangeplant op de hellingen en plateaus van Mont Fruška Gora en gedurende vele eeuwen hadden de wijnen een Europese uitstraling. Ondanks het verbod op alcohol door de Islam ging de wijnbouw in de kloosters van Fruška Gora na de komst van de Ottomanen gewoon verder. Vooral de zoete wijnen werden geperfectioneerd en vonden hun weg naar de koningshuizen in geheel Europa. Bermet, een regionale specialiteit type vermouth, stond zelfs op de wijnkaart van de Titanic. In 1816 werd in het kloosters van Rakovac zelfs het werkboek “Soveršen Vinodelac” (Perfecte wijnbouwer) uitgegeven. De experimenten met hybriden en genetische modificaties aan het onderzoekscentrum van Sremski Karlovci (zie punt 4.4) zijn hier de logische voortzetting van. Door zijn geografische ligging (Pannnonische vlakte) en invloeden van de Donau (tempering en lichtreflexie) ontstaat er in de wijngaard een microklimaat met geen gevaar voor vorst in de winter. Ook rijpen de druiven vroeger dan in de rest van Vojvodina met 2% hoger suikergehalte als gevolg. Tijdens de oogst dalen de temperaturen ’s nachts tot 10°C terwijl deze overdag tot 25-28°C stijgt. Deze condities dragen belangrijk bij tot het ontwikkelen van aroma’s en het bewaren van een optimale aciditeit. De bodem bestaat voornamelijk uit löss, vermengd met pararedzina en zwarte en bruine aarde. Op Fruška Gora kunnen de locale wijnen geproefd worden in een 60-tal privé wijnkelders. Voor monocépages van Neoplanta kan je terecht in de kelder Čerević. Ook in de omringende dorpjes Neštin, Banoštor, Erdevik en Irig kan in verschillende kelders gedegusteerd worden. De inheems blauwe Vranac en Portugieser, waaruit de locale specialiteiten Ausbruch en Bernet worden gevinifieerd zijn de oudste druivenrassen. Andere aanbevolen druivenrassen zijn de blauwe Frankovka (Blaufränkisch) en Traminac, de witte Welshriesling (>50% van de aanplant), Riesling, Traminac en Sauvignon Blanc en zowel in wit en blauw Plemenka en Silvanac Zeleni. Volgens sommigen is Mont Fruška Gora trouwens het vaderland van de Welshriesling. Ook, de nieuwe hybriden uit het onderzoekscentrum van Sremski Karlovci (Župljanka, Neoplanta, Sila, Liza, Sirmium en Petra) hebben hun weg naar de wijngaarden van Fruška Gora gevonden. 5.4.3. Vršac Volgens historische bronnen zou de wijnbouw op de hellingen van de Karpaten rondom Vršac dateren van de tijd dat de Daciërs, die behoorden tot het Thracische rijk, vlak voor onze tijdstelling in Vojvodina leefden. De eerste geschriften dateren van 1494 wanneer wijn uit Vršac werd geleverd aan het hof van Koning Vladislav II. De echte doorbraak van de wijnbouw in de regio startte tijdens de regeerperiode van de Habsburgse Keizerin Maria-Theresia (1740-1780) na het vertrek van de Ottomanen. In Vršac zetelde ook de bisschop van Banat. Gezien het belang van de wijnbouw bevat het embleem van de stad sinds 1804 trouwens ook een druivelaar. Door toedoen van de Phylloxera behoorde Vršac aan het einde van de 19de eeuw met 10.000 ha de grootste wijnregio van Hongarije en één van de grootste van Europa. Het klimaat in de regio is gematigd continentaal. De bodem bestaat vooral uit klei, zwarte en bruine aarde, afzettingsgesteente en drijfzand. Vandaag situeert 1.700 ha van de 2.100 ha in de regio zich nog steeds op de westelijke hellingen van de Karpaten rondom Vršac, vooral in de buurt van de dorpen Gudurica en Veliko Središte. Van de 1.500 inwoners van Gudurica (22 nationaliteiten) is 20 % zelfs actief in de wijnbouw. De grootste producent in de regio is “Vršačko Vinogorje” opgericht in 1967 was één van de symbolen van ex-Joegoslavië. De kelders in de vorm van een “Y” behoren tot de grootste drie van Europa na die van Listel (Frankrijk) en Logrono (Spanje). Hij bestaat uit 5 gallerijen, waarvan 4 bovengronds. Een andere bekende kelder is “Helvecija” in Vršac uit 1880. In de Vršac regio worden vooral witte wijnen geproduceerd. De betere wijnen komen vooral van Muscat Ottonel, Chardonnay, Riesling en Welschriesling. Verder vinden wij hier de inheemse druivenrassen Župljanka, Smederevka, Šasla, Rkaciteli en Kreaca. Kreaca is een zeer oud druivenras dat in lang vervlogen tijden bijna de hele regio innam. Vooral de witte tafelwijn “Banatski Rizling” is locaal erg populair. Het is een mengeling van Welschriesling, Smederevka, Župljanka en Kreaca 25
6. KOSOVO 6.1.
Situering & geschiedenis Kosovo is sinds 17 februari 2008 een onafhankelijke staat. Daarvoor was het een autonome provincie in zuidwest Servië, in de Federale Republiek Servië en Montenegro. Kosovo telt 2.127.000 inwoners (2008). Volgens een schatting uit 2005 is 91% hiervan Albanees en 5% is Serviër. De meeste Serviërs wonen in het noorden van Kosovo (waar zij de meerderheid vormen) en in enkele kleine enclaves. De grootste stad is de hoofdstad Pristina (166.000 inwoners) en met ook de belangrijkste luchthaven van het land.
Gedurende de jaren negentig heeft Kosovo veel te lijden gehad onder het gevoerde economische beleid, internationale sancties en de vele conflicten. Vandaag is de economie van Kosovo dan ook een van de sterkst onderontwikkelde in Europa (BNP = 1.565 € per inwoner). Een belangrijk deel van de economie bestaat echter uit illegale activiteiten, die niet meegenomen worden in dit BNP. De zwarte economie bestaat vooral uit het smokkelen van auto’s, benzine, drugs (voornamelijk heroïne), mensen (meisjes en vrouwen uit Moldavië, Bulgarije en Oekraïne worden in Kosovo verhandeld en misbruikt) wapens en sigaretten. Maar ook de illegale activiteiten zijn volgens een rapport uit 2008 op hun retour. De werkloosheid is dan ook ruim boven de 50%. Landbouw is het allerbelangrijkst in Kosovo met vooral granen (maïs, tarwe en gerst), aardappelen, pruimen, druiven en tabak. In de bergen worden vee en schapen gefokt. Ook hout is een belangrijk product. Verder heeft zich een kleine ski-industrie ontwikkeld. 6.2. Classificatie van de wijnen Sinds 14/10/2005 is er in Kosovo een nieuwe wijnwetgeving volgens de EU regelgeving van kracht. 6.3. Terroir & klimaat Het grootste deel van Kosovo is bergachtig: - Het Sargebergte in het zuiden en zuidoosten, op de grens met Macedonië. - De Albanese Alpen, met Gjeravica (2.656 m) als de hoogste berg, in het westen op de grens met Albanië en Montenegro. - De bergketen Kapaonik in het noorden, op de grens met Servië. - Ook het centraal gelegen en oostelijkste deel van Kosovo is hoofdzakelijk heuvelgebieden. Er zijn twee hoofdvlaktes: het grote bekken van Metohija en de vlakte van Kosovo. Kosovo heeft ook enkele rivieren (Witte Drin, Sitnica, Morava en Ibar) en meren (Gazivoda, Radoniq, Batllava en Badovci). Met meer dan 200 zonnedagen per jaar heeft Kosovo het ideale klimaat voor wijnbouw. 6.4. Wijnbouw = Metohija wine region Ook de wijnproductie in de Kosovo regio dateert reeds van meer dan 2.000 jaar geleden. De wijngaarden bevinden zich quasi uitsluitend op de hoogvlakte van Methoija in het zuidwesten van Kosovo rond de steden Suva Reka en Orahovac en de dorpjes Velika Hoča (met zijn 12° eeuwse kerkjes) en Mala Kruša. ties
Onder socialistisch bewind in de 1970 werd de wijnproductie geconcentreerd in de 4 wijnfabrieken in overheidsbezit (Rahovec, Suhareka, Krusha e Vogel en Gjakova). De focus lag volledig op het generen van harde valuta via het uitvoeren van goedkope bulkwijnen naar vooral Duitsland (in 1989: 40 miljoen liters aan minder dan 0,5 €/liter). Druivenrassen en teelt- en vinificatietechnieken werden volledig gericht op volume; kwaliteit was een verwaarloosbare bijzaak. Etiketten waren overbodig. ties
Na de ontbinding van Joegoslavië begin van de 1990 ging het van kwaad naar erger. Onder het bekende motto “eigen volk eerst”, vervingen de Servische politiekers de Albanese wijnmakers en personeel door Serviërs waarmee de nog aanwezig kennis en ervaring helemaal verdween. Het stilvallen van de uitvoer in nasleep van de Bosnische oorlog gaf de genadeslag. Op moment dat de nieuwe wereld een ommezwaai maakte naar de productie van “world-class” wijnen, zat de Kosovaarse wijnindustrie aan de grond. Van de ruim 9.000 ha wijngaarden in de periode 1975-1995 bleven er in het jaar 2000 nog ongeveer de helft over. De productie was al eerder sterk gedaald: van 60.000 ton in 1985 tot 40.000 ton in 1995 en minder dan 20.000 ton in 2004. 26
2005 was het keerpunt. Vooreerst werd er een nieuwe wijnwetgeving omtrent plaatsnaam/herkomstgebieden, teelttechnieken en druivenrassen naar Europees model van kracht. Vervolgens werd de wijnindustrie door USAID in 2006 volledig doorgelicht en werden er een aantal aanbeveling geformuleerd. Hieruit bleek ook dat de nodige financiële ondersteuning zal moeten gegeven worden om de wijnbouw in Kosovo terug op peil te brengen: - Slechts 20% van de 4.944 ha wijngaarden liggen er actief en verzorgd bij. - Het vinificatie equipement is oud en versleten. - De 32 druivenrassen, met als hoofdrassen Prokupacs (15%), Gamay (13,5%, Smederevka (12,5%) en Welshriesling (6,5%) en waarvan de helft elk de 50 ha niet overstijgen, zijn aan herziening toe. Het zal voor Kosovo niet gemakkelijk zijn om zich opnieuw te positioneren in de grote internationale wijnplas. Vooral niet omdat landen met een grotere wijngeschiedenis vandaag eerder afbouwen op kwantiteit ten voordele van kwaliteit. Toch blijkt uit de USAID studie ook een basis voor optimisme: Kosovo heeft het ideale klimaat voor wijnbouw, een lange wijngeschiedenis en creatieve kleinere wijnbouwers die, dank zij het privatiseringsproces dan aan de gang is, de wind in de zeilen krijgen.
Kosovo na 1 jaar onafhankelijkheid onafhankelijkheid Kosovo was een autonoom gebied, net als Vojvodina, in de vroegere Federale Republiek Joegoslavië. Bij het uiteenvallen van de federatie werden alle deelstaten onafhankelijk (Kroatie, Bosnië-Hercegovina, Macedonië, Slovenië, Servië en Montenegro) soms na bloedige gevechten en met vele volks-verhuizingen en doden. Alleen het Hongaarse Vojvodina en het Albanese Kosovo bleven formeel als provincie onder het bestuur van Servië. Door de wederzijdse agressie werd Kosovo, waar nog een kleine Servische minderheid woont, onder het protectoraat van de VN en de EU gebracht om te voorkomen dat de Albanese meerderheid nog verder onderdrukt of zelfs uitgeroeid of verjaagd zou worden door Servië dat Kosovo als haar onvervreemdbare eigendom beschouwde. Ooit moest aan die situatie een einde komen maar Servië, daarbij gesteund door Rusland, wenste op geen enkele wijze aan onderhandelingen daarover mee te werken. Er bleef dus feitelijk geen andere weg open dan op 17 februari 2008 zelf de onafhankelijkheid uitroepen. Een jaar later is het stil in het Servisch Mitrovica. De jaren-zestigkleren zien er nog altijd even deprimerend suïcidaal uit, maar voor het overige gaat het leven zijn gewone gang. De Serviërs hebben de Albanezen niet uitgemoord, de Albanezen de Serviërs niet. Geen nieuwe brandhaard in de Balkan na de onafhankelijkheid, geen nieuwe etnische hysterie, de superpessimisten kregen ongelijk. Als er in het noorden al wat wordt betoogd, dan is het tegen Eulex, de Europese missie van rechters, douaniers en politiemensen die helpt bij het bestrijden van smokkel, diefstal, afpersing en moord, bij het bevorderen van legaliteit, efficiëntie en Europese normen. De Serviërs waren echter tegen, want Eulex betekende impliciet de erkenning van de onafhankelijkheid. Maandenlange onderhandelingen leidden uiteindelijk tot een akkoord, met enkele toegevingen aan de Servische bezwaren. Dus kwam er alras Albanees gegrom. Want toegeven aan de Serviërs, dat doe je niet. Vervolgens hernieuwde onvrede aan Servische kant, want eens de Eulex-missie echt was opgestart, bleek de staatsgrens officieel. En dat kon niet, want Kosovo, dat is toch Servië. De stroomgeneratoren, niet lang geleden nog alomtegenwoordig in het straatbeeld, worden stilaan schaarser. Het energieprobleem is nog lang niet opgelost, maar de stroomonderbrekingen zijn niet meer continu. Overdreven optimisme is natuurlijk ook misplaatst. In Kosovo valt nog zowat alles te hervormen, criminaliteit tiert welig, de economie rammelt van vele kanten. Vooral de verzoening tussen Albanezen en Serviërs zal nog jaren op zich laten wachten. Het besef dat er moet worden samengeleefd groeit echter langzaam. De mogelijke export van Servië naar Kosovo is immers zowat een half miljard euro waard en als de twee gemeenschappen opnieuw intensief gaan handel drijven, dan komt de verzoening ooit wel vanzelf.
27
7. BOSNIË-HERZEGOVINA 7.1.
Situering & geschiedenis Bosnië en Herzegovina riepen in april 1992 de onafhankelijkheid uit waarna onmiddellijk de Bosnische oorlog uitbrak omdat de meeste Bosnische Serviërs tegen waren (ook vandaag streven zij nog naar een aparte staat). Na internationaal ingrijpen in 1995 eindigde de Bosnische oorlog met het verdrag van Dayton. Sindsdien is het land verdeeld in twee entiteiten: - De Moslim-Kroatische Federatie (Federacija Bosna i Hercegovina), en - De Servische Republiek (Republika Srpska). In deze laatste is Banja Luka de belangrijkste stad, grondwettelijk is Sarajevo de hoofdstad. Daarnaast is er nog het Federaal District Brčko, dat tot beide entiteiten behoort.
Wat veel mensen na alle oorlogen en ellende niet meer weten is dat dit prachtige land veel te bieden heeft: - Het noorden ligt in de Pannonische vlakte en is overwegend vlak met de rivieren Sava en Una als grens met Kroatië. - Het oosten is voornamelijk bergachtig met Maglić (2.386 m) op de grens met Montenegro als hoogste top en de rivier Drina als grens met Servië. - Ook rond Mostar in het zuiden en de hoofdstad Sarajevo bevinden zich toppen van >2.000 meter. - In het zuidwesten aan de grens met Kroatië liggen de Dinarische Alpen met toppen van 1.500 meter. - Het land heeft veel meren, bossen en ongerepte natuur. - Verder klieft Bosnië in het zuiden Kroatië bij de stad Neum, met 20 km kust als resultaat. Bosnië-Herzegovina telt 4.590.000 inwoners (2008), waarvan 44% Bosniak (vooral Moslims), 31% Serviër, 17% Kroaat en 7% Roma, Albanees, Montenegrijn en Oekraïner. In 2007 werden door archeologen de resten van een Illyrisch schip van meer dan 2.200 jaar oud met wijnamforen blootgelegd in een moeras nabij Capljina ten zuidwesten van Mostar. Het schip was vermoedelijk op weg van de Adriatische zee via de Neretva rivier om goederen af te leveren in het binnenland van de Balkan. De Illyriërs waren de eerste bewoners van wat nu Bosnia-Herzegovina is, lang voor de Romeinen de streek koloniseerden. In de middeleeuwen was Bosnië gerenommeerd voor zijn wijnbouw; uit kadastrale neerslagen uit de 15de en de 16 eeuw blijkt zelfs dat bijna alle aristocratische families er een eigen wijngaard bezaten. Met de komst van de Turken in 1463 en de islamitisering van Bosnië was het quasi gedaan met de wijnbouw. Deze bleef enkel nog bestaan in Herzegovina, in het gebied waar de rivieren Neretva en Trebišnjica (>50% ondergronds) samenvloeien wat overeenkomt met de huidige wijngebieden van Mostar, Lištica en de Jablanica. Aan het einde van de 19 eeuw, met groeiende uitvoer naar West-Europa , werd wijnbouw in Herzegovina een belangrijke bron van inkomsten. Sindsdien is wijnbouw in deze regio, met bloei- en mindere bloeiperiodes de belangrijkste landbouwactiviteit gebleven. 7.2. Classificatie van de wijnen Hieromtrent werd geen specifieke informatie gevonden. Voor export naar de EU is in alle geval de regelgeving omtrent plaatsnaam/herkomstgebieden, teelttechnieken en druivenrassen van kracht. 7.3. Terroir & klimaat Bosnië-Herzegovina kent grotendeels een streng landklimaat, met koude winters met veel sneeuwval en warme zomers, waarbij dagtemperaturen van boven de 35°C niet worden uitgesloten. Mildere lucht vanuit de Adriatische Zee wordt tegengehouden door de bergketens van de Dinarische Alpen langs de Kroatische kust. Alleen het uiterste zuiden kent een milder klimaat, vanwege de warmere lucht vanuit de Adriatische Zee. Er komen relatief veel zwakke aardbevingen voor, die vrijwel niet tot schade leiden. Zo’n 35% van het land is bedekt met bossen, 25% met weiden en 25% wordt gebruikt voor kleinschalige akker- en tuinbouw, met als voornaamste producten tarwe, maïs, aardappelen, suikerbieten, tabak en druiven. De fruitteelt (vooral pruimen, waarvan de helft wordt omgezet in sterke drank) concentreert zich in Centraal- en Noord-Bosnië. In de “poljes” (vlakke karstgebieden) wordt tabak verbouwd. De wijngaarden liggen overwegend in Herzegovina op rotsige karstbodems.
28
7.4.
Wijnbouw
Herzegovina, ooit Humska land genoemd, vertegenwoordigd 20% van het landoppervlak en 10% van de bevolking. Het bestaat uit twee delen: - Upper Herzegovina omvat het hoger- en middengedeelte van de Neretva vallei, het grootste gedeelte van de Dinarische Alpen en de bekende karstvlakten van Nevesinjsko en Gatačako. - Adriatic Herzegovina, langsheen de benedenloop van de Neretva rivier en in de valleien van de rivieren Bregava en Trebižat, met de Popovo en Trebinjsko vlakte en de Mostarsko vlakte en vallei. Met een submediterraan en mediterraan klimaat is dit “Californië” van BosniëHerzegovina de uitgelezen plaats voor de teelt van druiven, vijgen, perziken, mandarijntjes, granaatappelen, appelen, olijven en medicinale kruiden. Hier heeft zich ook de wijnbouw van Bosnië-Herzegovina geconcentreerd met twee autochtone druivenrassen, Žilavka (rood) en Blatina (wit), als uithangbord. Deze hebben zich lang geleden aan het klimaat en de rotsige karstbodem aangepast en geven er opbrengsten en kwaliteit gelijk nergens anders. De beste wijngaarden situeren zich op de vruchtbare grond van de Trebižat vallei nabij het stadje Ljubuski. De bergen in het noorden en de Adriatische Zee in het zuiden zorgen hier voor een optimaal microklimaat. Vinarija Čitluk, de enige coöperatieve onder Communistisch regime, is ook vandaag met 400 ha wijngaarden, 85 medewerkers en een productie van 50.000 hl in 2006, de grootste producent van BosniëHerzegovina. Verschillende wijnboeren, die bij het begin van de strijd voor onafhankelijkheid op zelfstandige basis waren begonnen, hebben zich nadien terug verenigd. Hun streven is om wereldwijd gekend en gerespecteerd te worden voor de unieke terroiraroma’s en zonnegloed in hun Žilavka en Blatina wijnen. Met de “Žilavka Mostar”, die geproduceerd wordt sinds 1971 en binnen ex-Joegoslavië een beschermde herkomstbenaming had (vlak na ”Dingač”), zijn zij in alle geval op de goede weg. Een andere bekende droge rode wijn komt uit het klooster van Tvrdos (120 km ZO van Serajevo), dat door Byzantijnse koningen werd gebouwd in de 4de eeuw en in de de 18de eeuw werd gerestaureerd. De prijs (36€/fles) is ook niet mis.
29
8. MONTENEGRO 8.1. Situering & geschiedenis Montenegro was tot 1878 een onafhankelijk en soeverein van het Ottomaanse rijk staand prinsbisdom, waarvan de prinselijke opvolging overging van oom op neef. de In 1910 werd het prinsdom een koninkrijk, met Nikolas I als eerste koning. Na de 2 wereldoorlog werd Montenegro als deel van Servië onderdeel van Joegoslavië. Tot 3 juni 2006 was Montenegro trouw aan een confederatie met Servië. Op die dag bekrachtigde het parlement de uitkomst van een referendum en riep de onafhankelijkheid uit. Montenegro telde in 2008 678.000 inwoners waarvan: - 43,2% Montenegrijn, - 32,0% Serviër, - 7,8% Bosniak, - 5,0% Albanees en - 1,1% Kroaat. Op godsdienst vlak is: - 78,5% christelijk - 75% Servisch-orthodox - 3,5% katholiek - 15% moslim. Het oppervlak van Montenegro, wat in het Montenegrijns “zwarte bergen” betekent, bestaat uit: - In het noorden: een erg ruw terrein met hoge bergen (>2.000 m), waarvan Bobotov Kuk met 2.523 m de hoogste is, en vele meren. - In het centrum en het westen: karstgebieden met de Zeta vlakte en de Bjelopavlići vlakte. Hier situeert zich de twee grootste steden: Nikšić en de hoofdstad Podgorica - In het zuiden: een smalle, vlakke kuststrook (294 km lang) met regelmatig aardschokken. Hier situeren zich ook de fjorden van de Bay of Kotor omringd met bergen tot 1.000 m hoog en ligt op de grens met 2 Albanië met Skadar (Skadarsko Jezero - 370 km ) het grootste meer van Montenegro. Het waren Griekse kolonisten en handelaars, die in de 2de eeuw BC het optimaal gelegen kustgebied van Montenegro ontdekten en er verschillende druivenrassen aanplantten. Hun werk werd later verder gezet door de Romeinen, die ook wijngaarden aanlegden op de lager gelegen hellingen in het binnenland en in de Zeta vallei, waarvan het Skadarmeer een onderdeel is. Uit overgebleven geschriften blijkt ook dat zij heel wat verbetering aanbrachten op gebied van druivenrassen en wijngaardtechnieken. De wijnbouwtermen in het Montenegrijns hebben ook duidelijk een Latijnse oorsprong. Met de komst van de Slaven, na de val van het Romeinse Rijk, werd de wijncultuur in stand gehouden. Uit de de zeldzame 14 eeuwse geschriften blijkt duidelijk het belang ervan voor de plaatselijke bevolking: ook de wijngaarden van het huidige Tivat, Budva en Kotor werden duidelijk vernoemd. De waarde van 5.500 druivenstokken in Mrzep-Stoliv werd zelfs geschat op 200 gouden dukaten. Ook al wist Montenegro gedurende het Ottomaanse Rijk zijn onafhankelijkheid te bewaren, de voortdurende strijd voor onafhankelijkheid was desastreus voor de druiventeelt en de wijnbouw. Naast het gebrek aan mankracht in de wijngaarden en het vernietigen van wijngaarden door de Turken, werden op de vruchtbare gronden ook meer en meer graanvelden aangelegd. ste
Pas begin van de 20 eeuw kwam er een heropleving onder impuls van Koning Nikolas I (1841-1921). De installaties werden gemoderniseerd en nieuwe druivenrassen werden door immigranten aangeplant. Ook de overheid zorgde via de wetgeving voor nieuwe impulsen. De Phylloxera plaag einde van de 19de eeuw werd krachtdadig aangepakt met de oprichting van de Montenegrijnse landbouwschool in Danilovgrad (1875). ties De 1960 kende opnieuw een sterk groei van de wijnbouw via landbouworganisatie in overheidsbezit. ties In de 1970 was er een verdere uitbouw van zowel de wijngaarden in overheidsbezit als in privé handen. 1977 was een belangrijk keerpunt. Onder de naam “Cemovsko Field Project” werden er van dan af tot 1982, 1.500 ha nieuwe wijngaarden aangeplant en moderne wijnkelders met een capaciteit van 190.000 hl uitgebouwd. 8.2. Classificatie van de wijnen Hieromtrent werd geen specifieke informatie gevonden. Voor export naar de EU is in alle geval de regelgeving omtrent plaatsnaam/herkomstgebieden, teelttechnieken en druivenrassen van kracht. 8.3. Terroir & klimaat De smalle kustzone heeft een mediterraan klimaat met lange droge zomers en korte milde winters. De centrale vlakte is kouder in wintertijd en warmer in zomertijd dan de kust. Het hoge karst berggebied, dat bestaat uit vlaktes op ongeveer 1.700 meter met pieken van 2.000 meter, heeft een subalpine klimaat met koude sneeuwwinters (tot 5 meter sneeuw), en gematigde zomers. 30
De ondergrond in Montenegro is erg divers: leisteen, mergel, zandsteen, kalksteen en dolomiet met een klein deel vulkanische rotsen. Hieruit hebben zich verschillende terroirs ontwikkeld: zwarte aarde, grijze/bruine aarde en vooral terra rossa. Deze laatste komt vooral voor in mediterrane regio’s en ontstaat bij de verwering van kalkrotsen doordat klei en andere niet-oplosbare rotscomponenten (waaronder ijzer) oxideren, wat resulteert in een rode kleur. Terra rossa is in tegenstelling tot andere kleigronden heel waterdoorlatend. 8.4.
Wijnbouw Klimatologisch en topografisch is enkel de lagergelegen kuststreek en de Zeta vallei van het Skadarmeer in het zuiden van Montenegro geschikt voor wijnbouw. Alhoewel de Zeta vallei van de Adriatische Zee wordt afgeschermd door de rotsige bergketen Sutorman-Rumija heerst er door het temperend effect van het Skadarmeer met zijn moerasachtige oevers hetzelfde klimaat. Dit is mede het gevolg van de lage hoogte boven de zeespiegel van de wijngaarden, de beperkte bewolking, weinig regen in de zomer en de naakte kalkrotsen aan de rand van de vallei die de warmte opslagen.
Met jaarlijks gemiddeld meer dan 2.500 uren zonneschijn en in de zomer minimaal 10 zonne-uren per dag komen de druiven in beide regio’s tijdig tot optimale rijping vooraleer vanaf november de natste periode van het jaar aanbreekt. De goed waterdoorlatende terra rossa in combinatie met een kalksteen ondergrond zorgt in de kuststreek voor een terroir waarin druivelaars zich optimaal thuis voelen. In de Zeta vallei wordt deze terroir verrijkt met alluviaal slib; door de aanwezige zandsteenkeien (5 tot 65 mm groot) zijn ook hier druiven de meest aangewezen gewassen. Montenegro is vooral bekend voor zijn rode Vranac wijnen. Andere bekende Montenegrijnse wijnen zijn de witte Krstač en Chardonnay en de rode Vranac Pro Corde en Cabernet Sauvignon. Al deze wijnen worden gevinifieerd door het befaamde wijnhuis "Plantaže". Crmničko is een kwaliteitswijn van een kleiner wijnhuis. Vranac Pro Corde is een Vranac wijn die speciaal werd gevinifieerd om het hoog gehalte aan protoanthocyanidol, dat in de druif van nature aanwezig is, maximaal in de wijn te krijgen. Door haar kracht om vrije radicalen te binden, zou Vranac Pro Corde mits matig dagelijks gebruik goed zijn voor het hart. Met meer dan 10 miljoen druivenstokken op 2.250 ha wijngaarden en een jaarproductie van 130.000 hl is Plantaže (voluit “13.jul Plantaže”), opgericht in 1963, niet alleen veruit het grootste wijnhuis van Montenegro maar ook één van de grootste van Europa. Dank zij investeringen in up-to-date wijngaard- en keldertechnieken (300.000 hl keldercapaciteit), kwaliteitsstandaards en focus op vooral de autochtone druivenrassen Vranac (rood) en Krstač (wit), vinden hun kwaliteitswijnen de weg naar meer dan 25 landen. Naast Vranac (60% van de aanplant) en Krstač vinden wij in de wijngaarden van Plantaže ook de blauwe druiven Merlot, Cabernet Sauvignon, Kratosjija, Syrah, Allicante Bouschet en Negro Amaro en de witte Sauvignon Blanc en Chardonnay. Verder kweekt Plantaže ook zijn eigen onderstokken en raszuiver plantmateriaal.
Louis Verschueren 19 januari 2011.
31