De nieuwe wijnen van Chili * Het ontstaan van de wijnbouw Hoewel wij Chili doorgaans beschouwen als een “Nieuwe Wereld”-land, heeft het al een lange wijntraditie. In het midden van de 16e. eeuw werd het land door de Spanjaarden veroverd op de Inca’s. In die tijd werden ook de eerste steden gebouwd: o.a. Santiago (1541) en Concepción (1550). De Spanjaarden brachten ook de eerste wijnstokken mee. Zij hadden wijn nodig voor de eucharistie en plaatselijk waren al wel alcoholhoudende dranken bekend, maar die waren gemaakt van gegiste granen. De druivenrassen van het eerste uur waren dan ook van Spaanse komaf: muscatel, torontel, albilho, mollar en een druivenras dat werd aangeduid als de “blauwe druif”, waarschijnlijk país. In de 270 jaar Spaanse overheersing is Chili uitgegroeid tot een geduchte concurrent van het moederland, dat verscheidene malen decreten uitvaardigde om de Chileense wijnbouw aan banden te leggen. Chileense wijn stond toen al bekend als degelijk en niet duur. Chili was al 200 jaar voordat in Californië de eerste wijnstokken aangeplant en belangrijke Nieuwe Wereldproducent van wijn.Tijdens de onafhankelijkheidsstrijd van 1810 tot 1818 werd weliswaar een deel van de wijnbouw vernield, maar in 1831 stond er al weer 6.000 hectare wijngaard, waarvan de helft met cabernet sauvignon in Concepción. Na de onafhankelijkheid kende Chili een forse wederopbouw: de mijnbouw werd ontwikkeld en de wijnbouw maakte ook een forse groei door. Na bijna 300 jaar van dominantie van de Spaanse druivenrassen, brak nu het “Franse” tijdperk aan. Voor de bouw van nieuwe wijnkelders stonden de klassieke châteaus uit Bordeaux model en er werden massaal Franse druivenrassen geïmporteerd. Vooral cabernet sauvignon, cot (malbec), merlot, pinot noir, sauvignon blanc, sémillon en riesling waren populair. In 1851 kwamen de eerste Franse oenologen naar Chili, die meehielpen om de wijnbouw te moderniseren. Zo ontstonden de eerste grote Chilleense producenten, bijvoorbeeld Maximo Errázuriz in 1870 in Panquehue. Diens zoon Rafael Erráziruz Urmeneta breidde het bedrijf uit tot 700 hectare, waarmee het wijngebied van Errázuriz in de Valle Aconcaqua de grootste aaneengesloten wijngaard ter wereld werd. In 1883 begon de markies Melchor de Concha y Toro zijn eerste wijngaard in Pique en herenboer Undurraga vestigde Viňa Undurraga in 1885 in Valle del Maipo.
De ontwikkeling van de wijnbouw In het midden van de jaren 1850 wist de Franse oenoloog Claude Gay de Chileense regering ervan te overtuigen om een eigen kwekerij op te zetten. Daardoor ontwikkelde Chili in enkele decennia een eigen collectie Europese rassen. Achteraf blijkt dit een wijze beslissing, want een van de grootste rampen in de geschiedenis van de wijnbouw, de phylloxera ging mede hierdoor aan Chili voorbij. Deze uit Amerika afkomstige druifluis zou eerst Frankrijk en daarna in de rest van Europa een ravage aanrichten. De worteletende parasiet spaarde praktisch geen wijnland ter wereld, behalve Chili. Dat was vooral te danken aan de supergeïsoleerde ligging van het land, met in het noorden de Acatama, de droogste woestijn ter wereld, in het oosten de Andes, niet alleen een hoge,maar ook een lange bergketen, Antartica in het zuiden en de Stille Zuidzee met zijn ijskoude Humboldtgolfstroom in het westen. De zeer schadelijke phylloxera maakte in Europa veel wijnspecialisten werkloos, en Chili speelde daar handig op in. Massaal trokken Franse oenologen naar Chili. Mede dankzij hen steeg de kwaliteit van de Chileense wijnen exponentieel. Gedurende de decennia rond de vorige eeuwwisseling was Chili een toonaangevend wijnland. Het wijngaardarsenaal was sterk gegroeid en dank zij een uitgebreid netwerk aan irrigatiekanalen werd er niet alleen méér Chileense wijn gemaakt,maar ook betere. Nadat de Europeanen echter met het enten op resistente Amerikaanse onderstokken een oplossing hadden gevonden voor phylloxera, zou de vraag naar Chileense wijn teruglopen en zich beperken tot het eigen land. Met goedkopere wijnen steeg het verbruik aanvankelijk naar meer dan 100 liter per jaar per hoofd, maar die goedkopere wijn in grote hoeveelheden zou tevens het begin zijn van een neerwaartse spiraal. Die zette verder door als gevolg van maatregelen van de regering om alcoholmisbruik te beteugelen. Er kwam een moratorium op nieuwe aanplant, die wel tot 1974 van kracht zou blijven. In de tijd tussen de Wereldoorlogen ontstond er een verbod op de import van buitenlandse goederen. Bij het ontbreken van Frans eiken moest men toen de inheemse rauli gebruiken, die de wijnen een bittere smaak gaven. Technologisch zou er weinig meer veranderen tot 1980. De wijnindustrie stagneerde en de kwaliteitswijnen van weleer maakten plaats voor goedkopere bulkwijnen. Ook de al gedecimeerde export van Chileense wijn stortte hierdoor vrijwel volledig in. De Chileense isolatiepolitiek na de 2e Wereldoorlog, die o.a. inhield dat er een embrgo kwam op de inkoop van buitenlandse machines en technologie, zorgde voor een verdere stagnatie. Radicale landhervormingen eind jaren ’60 en begin jaren ’70 onder socialistische regeringen zoals die van Salvator Allende, resulteerden in het onteigenen en opsplitsen van privé domeinen. Het was een privépersoon niet toegestaan om meer dan 40 ha. grond in eigendom te hebben. Zo werd de familie Chadwick van het huis Errázuriz gedwongen grote delen van hun domein in Maipo, waaronder de tegenwoordige Almaviva en Don Melchor-wijngaarden te verkopen. De wijngaarden werden verkocht aan Concha y Toro dat toen al een N.V was, die dus wel hun 250 hectare mochten behouden. In 1973 maakte Pinochet met een militaire coup een abrupt einde aan het socialistische bewind. Aanvankelijk leek dit in economisch opzicht een goede zaak, maar de liberalisering leidde al snel tot een verzadiging van de markt, omdat export stagneerde. Chili leed bovendien in de jaren tussen 1982 en ’85 aan een algehele economische crisis, waardoor veel producenten gedwongen werden om hun wijngaarden te rooien of te enten op tafeldruiven. Tussen 1970 en 1986 zou daardoor bijna de helft van het wijngaardareaal verdwijnen. Enigszins paradoxaal zouden de jaren ’80 en ’90 niet alleen de geschiedenisboeken ingaan als de periode van de grote wijncrisis, maar ook als de tijd dat Chili vele buitenlandse investeerders aantrok. De eerste daarvan was de Spanjaard Miguel Torres. Deze zorgde in 1978 voor een opsteker voor de kwakkelende Chileense. Hij kocht een klein wijngoed en voorzag zijn Chileense bodega van de allernieuwste snufjes, zoals temperatuurgestuurde roestvrijstalen tanks, toen nog een noviteit in Chili. Torres probeerde vanaf het begin om wijnen te maken in de moderne Spaanse stijl, d.w.z. frisse witte wijnen en rode wijnen op Amerikaans eiken. Dit luidde een nieuw tijdperk in: dat van de frisse, niet-geoxydeerde wijnen, zuiver gemaakt, met de nadruk op puur fruit. In navolging van Torres zouden vele Chileense bedrijven moderne frisse en fruitige wijnen gaan produceren en vanaf de jaren ’80 een serieuze export gaan opbouwen. Hoewel de Chileense economie de afgelopen eeuwen in het Verenigd Koninkrijk en Spanje zijn grootste investeerders had, is Frankrijk Chili’s grootste bondgenoot op wijngebied.Niet alleen domineren vijf Franse druivenrassen de Chileense wijngaarden, ook werken er talloze vignerons.Meer dan 35 % van alle buitenlandse investeringen in Chileense wijn is afkomstig van Frankrijk.
Proefboek NWG Commanderij Rijk van Nijmegen, seizoen 2013 -2014 door Petja Klaarhamer
De wijnbouwgebieden De wijnbouwgebieden van Chili liggen grotendeels in Centraal-Chili. Preciezer, in de Valle Central. Dit langgestrekte dal strekt zich uit van Santiago circa 400 kilometer naar het zuiden. Oostelijk beschermd door de wel 7000 meter hoge Andestoppen, ten westen door de kust-Cordilleros, die wel lager zijn dan de Andes, maar toch nog steeds voorkomen dat de koele wind van de Stille Oceaan het dal binnendringt. De Valle Central de is de bakermat van de Chileense fruitteelt. Appels, peren, kiwi’s, kersen, meloenen en druiven (tafel- en wijndruiven) gedijen hier goed. Het klimaat is mediterraan. Door de lage luchtvochtigheid ontbreken schimmelziekten vrijwel. Pronospera (valse meeldauw) is er onbekend en Oïdium (meeldauw) treedt slechts zelden op. De kosten voor ongediertebestrijding zijn dus laag. Omdat de wijngaarden veelal op vlak terrein liggen is de bewerking eenvoudig. Daarnaast is al vermeld dat Chili geen phylloxera kent. Het grootste deel van de Chileense wijngaarden is nog jong. Zij werden in de jaren ’80 en ’90 aangelegd. Oude wijngaarden zijn slechts hier en daar te vinden. De nogal hoge opbrengsten zorgen er wel voor dat de wijnstok sneller uitgeput raakt dan elders. De meeste wijnstokken worden na 20 jaar vervangen om constante opbrengsten te verkrijgen. Slechts enkele wijnhuizen proberen oude wijngaarden ondanks de mindere opbrengsten te behouden. Lange tijd was de wijnbouw geconcentreerd in de Valle Central. De Valle Central was opgebouwd uit een aantal deelvalleien, die deels een eigen karakter en wijnstijl hadden Pas in de ’90-er jaren begon men met de ontwikkeling van noordelijk gelegen gebieden, aanvankelijk Aconcaqua en later nog noordelijker in Coquimbo en zelfs tegen de Atacamawoestijn aan. In het zuiden werd Bio Bio ontwikkeld, een gebied met een gematigd klimaat. Hier werden eerst vooral aromatische witte druiven aangeplant, zoals Gewürztraminer en Riesling naast Pinot Noir. Men experimenteert hier echter ook met Cabernet Franc, Malbec en Grenache.Tevens werden de hoger gelegen hellingen van de Andes in cultuur gebracht en is men ook de kuststreek, waar permanent een koele wind vanuit de Zuidzee waait, ontwikkeld. De wijngebieden van noord naar zuid Regio Atacama Coquimbo
Aconcaqua
Valle Central
Subregio Valle de Capiapó Valle de Husco Valle del Elquí Valle del Limari Valle del Choapa Valle de Aconcaqua Valle de Casablanca Valle de San Antonio Valle del Maipo Valle del Rapel Valle de Curicó Valle de Maule
Sur
Zone
Valle de Leyda Valle del Cachapoal Valle de Colchagua Valle de Teno Valle de Lontu Valle del Claro Valle de Loncomilla Valle del Tutuvén
Valle del Itata Valle del Bío Bío Valle del Malleco
Nieuwe ontwikkelingen Chili maakt al goede wijnen, maar het potentieel is enorm. Goede wijn maken is in Chili eigenlijk te gemakkelijk en dat maakt vreemd genoeg het verhogen van de kwaliteit juist moeilijker. Het is alsof de wijnmakers tot nu toe met één oog dicht hun wijnen gemaakt hebben en nooit geleerd hebben met twee ogen te kijken. Chili is een lappendeken van verschillende gebiedjes, waarvan slechts een klein deel inmiddels is aangeplant. Volgens insiders moeten Chili’s beste wijnen nog komen. De nieuwe ontikkelingen spelen zich op een aantal gebieden af: Atacama en Coquimbo: de ontwikkeling van nieuwe wijngebieden in de koelere regio’s in het noorden. Dit lijkt wat tegenstrijdig, omdat de noordeljiker gebieden dichter bij de evenaar liggen en dus warmer zouden zijn, maar dit is schijn: de omstandigheden in de wijngaard hangen sterk af van van de ligging op de oost-westas, alsook van hoogte waarop de wijngaard ligt. Sommige wijngaarden liggen maar 20 kilometer de kust, op de grens waarop wijnbouw mogelijk is. ’s Ochtends is het daar bewolkt, grijs en mistig, maar halverwege de dag komt de zon door die mist heen en loopt de temperatuur op tot 25 tot 35 graden. ’s Avonds is het helder maar pakt de bewolking zich samen voor de kust om in de ochtend weer aan land te komen. Landinwaarts stijgt de hoogte van het land ongeveer 10 meter per kilometer. 20 kilometer landinwaarts betekent 200 meter hoogte, 50 kilometer 500 meter. Sur: de gebieden in het zuiden. Hier heerst een gematigd klimaat. Het regent er veel, dus is het een groen gebied. De wijnen zijn er levendiger, delicater en eleganter. Deze gebieden lenen zich vooral voor aromatische witte wijnen en voor pinot noir. Daarnaast werden in de bestaande gebieden de kuststroken ontwikkeld. Deze gebieden staan meer onder de invloed van de oceaan: de ochtenden zijn koel, niet zelden veroorzaakt door de mist; ’s middags wordt het warm, maar vaak waait er een koele bries en ’s nachts koelt het verder af. De gemiddelde temperatuur ligt 4 tot 6 º C. lager dan in de centrale vallei. Op de hellingen van de Andes wordt de warmte van overdag ’s avonds en ’s nachts vervangen door een koele berglucht. Er heerst een mild mediterraan klimaat en door de vele irrigatiekanalen, die het water vanaf de hellingen afvoeren, is er voldoende irrigatie. In de oudere wijngebieden vinden wij een ontwikkeling die is te karakteriseren als : “Van gemak naar geschiktheid”. De eerste wijngaarden werden praktisch in de achtertuin van de hoofdstad Santiago aangelegd, waar een een mediterraan klimaat heerste; de grond was vruchtbaar en er was voldoende water. Dat leverde de bekende wijnen op waar Chili zijn aanvankelijke succes aan dankte: charmant, ongecompliceerd met veel fruit. Nu is men binnen die oude gebieden op zoek naar terroir: wijngaarden die geschikter zijn voor een bepaalde wijnstijl of druivendoort.
Proefboek NWG Commanderij Rijk van Nijmegen, seizoen 2013 -2014 door Petja Klaarhamer
Oostenrijk, Burgenland en Steiermark Ten geleide Oostenrijk is een klein, maar fijn wijnland: het heeft 48.500 hectare wijngaard en produceert 2 ½ miljoen liter wijn per jaar. Ter vergelijking: het totale oppervlak en de productie van Bordeaux is meer dan 2 keer zo groot. Oostenrijkse wijnen hebben gemiddeld een hoge kwaliteit. Veel wijnen hebben interessante aroma’s en goede zuren. De wijnen worden steeds populairder. e e Oostenrijk ligt in de gematigde klimaatzone, tussen de 47 . en 48 . breedtegraad. Bijna alle wijngaarden liggen in het oosten van het land, waar het vlakker is. Er heerst een continentaal klimaat, met redelijk warme zomers en koude winters. Wijnen en druivenrassen In Oostenrijk worden de volgende soorten wijnen geproduceerd: Witte wijn. Driekwart van de Oostenrijkse wijn is wit. De Grüner Veltliner is er de belangrijkste druif. Hij geeft frisse en tegelijkertijd volle wijnen. Rode wijn.De belangrijkste druif is de zweigelt, een door prof. Fritz Zweigelt ontwikkelde kruising van blaufränkisch en de st laurent.De wijnen zijn sappig en plezierig. Edelzoete wijn.Oostenrijk produceert fantastische edelzoete wijnen. Deze komen vooral van de wijngaarden rond de Neusiedlersee in Burgenland. Burgenland Burgenland ligt ten zuidoosten van Wenen, aan de grens met Hongarije. Bijna eenderde van het Oostenrijkse wijngaardareaal ligt hier. Grüner Veltliner is het meest gebruikte druivenras, maar vooral buiten Neusiedlersee staan er ook blauwe druivenrassen. In Mittelburgenland zelfs meer blauwe dan witte druiven. Daarom wordt dit gebied wel Blaufränkischland genoemd. Burgenland bestaat uit 4 gebieden: - Neusiedlersee - Neusiedlersee-Hügelland - Mittelburgenland - Südburgenland Neusiedlersee Dit gebied is pas in de jaren ’60 van de vorige eeuw tot ontwikkeling gebracht voor de productie van zoete wijn. Het is een van de meest zekere wijnbouwgebieden voor het produceren van edelzoete botrytiswijnen als gevolg van de ochtendnevel die hier regelmatig optreedt in de mooie, zonnige nazomers. Wijngaarden staan hier meestal aangeplant op zanderige bodems tot vlak bij het meer. Bekende plaatsen zijn o.a. Neusiedl am See, Gols, Podersdorf, Illmitz, Apetlon en Frauenkirchen. De bekendste producent van edelzoete wijnen is Aloïs Kracher, die inmiddels wereldfaam heeft verworven en ook in Malaga en Californië wijn maakt. Angerhof-Tschida en Willy Opitz zijn tevens bekend. Behalve edelzoete versies met botrytis of op basis van ingedroogde druiven – Schilfweine – produceert men hier ook droge witte wijnen. Hiervoor worden een aantal witte druiven gebruikt, waaronder welschriesling, chardonnay (plaatselijk ook wel morillon genoemd), neuburger, weissburgunder, muskateller (muscat ottonel) en sämling 88 ( scheurebe). Een interessante ontwikkeling is de opkomst van rode wijnen van druiven als zweigelt, blaufränkisch en st.laurent. Ook hier vindt men een aantal befaamde wijnmakers als Umathum, Joseph Pöckl, Gernot Heinrich, Paul Achs en Schloss Halbturn. Neusiedlersee-Hügelland Dit gebied ligt op de westelijke oever van de Neusiedlersee met als wijncentra Eisenstadt en Rust. In Eisenstadt werkte Joseph Haydn jarenlang voor de familie Esterhazy. De verhouding tunssen witte en rode wijnen is ongeveer 2 : 1. Veel aaangeplante druiven zijn: welschriesling, chardonnay, neuburger en muskat ottonel voor wit zweigelt, st. laurent, blaufränkisch en cabernet sauvignon voor rood. Rust en omgeving vormen de kern van een gebied dat met grote regelmaat Beerenauslese, Ausbruch en Trockenbeerenauslese produceert. Dank zij het zonnige en warme continentale poestaklimaat kunnen de druiven hier perfect rijpen. Zij profiteren ook van een snelle ontwikkeling van botrytis. Ruster Ausbruch. Rust is de bekendste wijnstad van Burgenland. Het rijke verleden weerspiegelt zich hier in vele fraaie gebouwen. In 1624 verleende koningin Maria van Hongarije de stad het privilege om een R met een kroontje in de vaten te branden. Tegenwoordig staat dit wapen in elke kurk van Ruster wijnen gebrand. De lokale specialiteit is Ausbruch. Ausbruch wordt precies zo gemaakt als Beerenauslese of Trockenbeerenauslese, maar de zoetheid zit er tussen in. Er wordt een selectie gemaakt in de Proefboek NWG Commanderij Rijk van Nijmegen, seizoen 2013 -2014 door Petja Klaarhamer
wijngaarden, waarbij altijd wordt geprobeerd een dusdanige verhouding van edelrotte en gewone druiven te plukken, zodat het niveau van zoetheid een Ausbruch wordt. Het is niet zo, dat er een bepaalde hoeveelheid edelzoete druiven aan een (half)droge gistende basiswijn wordt toegevoegd mag worden zoals bij Tokaji Aszú. Mittelburgenland Dit gebied ligt ten zuiden van de Neusiedlersee, niet ver van het Hongaarse Sopron, dat vroeger ook deel uitmaakte van Burgenland. Sopron, op zijn Duits Ödenburg, had na WO I als enige district een Hongaarstalige meerderheid. Die koos ervoor om bij Hongarije te blijven i.p.v Oostenrijks te worden. Vandaar die Hongaarse “inham” op de kaart. Na de val van het IJzeren Gordijn hebben enkele wijnmakers de stap over de grens gezet om daar wijngaarden te gaan exploiteren, o.a. Weninger. In Mitelburgenland liggen verspreid over vijf gemeentes 2000 hectare wijngaard op zware, zandige leembodems. Zij produceren overwegend rode wijnen,. Alleen al Blaufränkisch is goed voor ruim de helft van de aanplant. Daarmee ligt het voor de hand dat dit druivenras wordt gebruikt voor de regionale DAC-wijn. Daarnaast staan in Mittelburgenland zweigelt en st laurent aangeplant. Rijping op barriques is een algemeen ingeburgerd verschijnsel. Pionier van deze stijl was Hans Igler. Dank zij een aantal uitstekende oogsten in de eerste jaren van deze eeuw is hier flink geïnvesteerd, ook in chique keldergebouwen, o.a. door Albert Gesellmann, Johann Heinrich,Paul Kerschbaum en Franz Weninger. Als beste gemeentes gelden Deutschkreutz en Horitschon. Südburgenland Blaufränkisch is ook de belangrijkste druif van dit versnipperde gebied ten zuiden van het meer. De wijnen zijn hier lichter dan in Mittelburgenland, met mineralen en specerij, een uitdrukking van het hoge ijzergehalte van de bodem. De beste producenten zijn Krutzler, met als bekendste wijn zijn Perwolff, terwijl Uwe Schiefers Blaufränkisch van de individuele wijngaard Reihburg ook opmerkelijk is Steiermark Steiermark is het op een na kleinste Bundesland met wijnbouw. Het ligt tegen Slovenië aan. Na de WO I werd maar liefst 10.000 hectare bij Slovenië gevoegd. Als gevolg daarvan zijn er nog maar 3.700 hectare wijngaard op Oostenrijks grondgebied overgebleven. In een groter geheel bezien maakt de huidige Steiermarkdeel uit van een grote, grensoverschrijdende wijnbouwregio met een gezamenlijke traditie, samen met Slovenië en het Italiaanse Friuli. Feitelijk mag daar ook het nog altijd zeer Oostenrijkse Südtirol (Alto Adige) bij gerekend worden. Op de stenige, steile hellingen – uitlopers van de Alpen – valt veel neerslag, maar er bestaat ook een groot gevaar voor uitdroging. Het regent hier namelijk veel en langdurig, of het is er kurkdroog. Als het regent is er een reële kans op rotting. Bovendien wil het nogal eens hagelen. Dit weertype kent grote schommelingen. Met een aandeel van bijna 90 % domineren in Steiermark de witte druivenrassen. Die zijn hier in verscheidenheid aanwezig, met als meest interessante aromatische sauvignon blanc (de specialiteit van de streek), muskateller en morillon (chardonnay). Steiermark is opgesplitst in drie districten: Süd-, West- en Süd-Oststeiermark. Südsteiermark Dit het kleinste gebied. Het ligt ingeklemd tussen de andere twee. Het heeft wel de grootste aanplant (1.750 hectare) en kwalitatief de beste wijnen.Centrum is Leibnitz. De meeste wijngaarden liggen nog wat verder naar het zuiden, bij Gamlitz en Ratsch. Tot de beste producenten horen Gross, Polz, Tement, Sattlerhof en Wohlmut. Er worden 2 stijlen gehanteerd voor de witte wijnen: een “klassieke” met vinificatie op staal zonder malolactische gisting een “internationale” met vergisting op hout Weststeiermark Er is slechts een klein wijnbouwareaal, slechts 530 hectare. Het is in belangrijke mate beplant met Blauer Wildbacher voor de productie van de lokale specialiteit Schilcher, een rosé met een hoge Süd-Oststeiermark Het merendeel van de ruim 1.000 hectare wijngaarden ligt in het zuidelijkste puntje van dit gebied, bij Klöch en Ratersburg. Dit gebied kent een mesoklimaat, waardoor de bloei van de wijnstok in de regel 14 dagen eerder plaats vindt dan elders. Wijngaarden liggen hier soms tot op 700 meter boven de zeespiegel. De vulkaanbodem met basalt en tufsteen geeft een specifiek karakter mee aan de wijnen. Dit is het land van de traminer, gewürztraminer en rülander (pinot gris) . Vooral in de wijngaarden op steile hellingen die naar het zuiden zijn gekeerd, gedijen ze uitstekend. Er komen rijke, vaak wat zoete wijnen vandaan. Ook morillon, sauvignon blanc, welschriesling en weissburgunder geven hier interessante wijnen. Proefboek NWG Commanderij Rijk van Nijmegen, seizoen 2013 -2014 door Petja Klaarhamer
Westelijke Languedoc Het wijnlandschap van Frankrijks centrale zuidkust heeft zich pas relatief recent in de hoofdstroom van de Franse wijn gevoegd. Jarenlang was het een leverancier van bleke rode vin ordinaire, het product van overgeproduceerde wijnstokken.In 1970 produceerde de Languedoc 200 miljoen hectoliter Vin deTable. Het gebied raakte echter wat in verval door een daling van de afzet. Export was er bijna niet doordat de wijnen weinig karakter hadden en daardoor slecht konden concurreren op de internationale markt. Rond 1980 kwam hier verandering in.Investeerders kochten voor weinig geld de vervallen domaines, herplantten de wijngaarden met populaire rassen en investeerden in wijnkelders en installaties. Sindsdien is de Languedoc-wijn sterk verbeterd en in aanzien gestegen.Dankzij de nieuwe bouwinvesteringen maakt Languedoc tegenwoordig aantrekkelijke Vin de Pays wijnen en is het aantal kwaliteitswijnen toegenomen. Er zijn nieuwe lokale en regionale appelaties toegekend. De streek werd daardoor wel aangeduid als het “Australië van Frankrijk”, met name vanwege de toepassing van moderne technieken, die soms zelfs werden geïntroduceerd door “Flying Winemakers” uit Australië. De Westeliijke Langguedoc is het gebied rond de steden Narbonne en Beziers. Naar het Westen loopt het door tot Carcasonne en het gebied van de Limoux. Ten Zuiden daarvan ligt de Roussillon en in het (Noord-) Oosten der Oostelijke Langeduoc rond de stad Montpellier. Minervois en Minervois La Livinière Minervois is de iets geciviliseerder, gepolijster, dan de andere grote appellation, de Corbiėres. Het terrein is niet zo ruig als dat van de Corbiėres, al klemmen de wijnstokken die bij de noordelijke limiet de voetheuvels van de Montagne Noire beklimmen, zich op even hachelijke wijze aan de rotsachtige, Proefboek NWG Commanderij Rijk van Nijmegen, seizoen 2013 -2014 door Petja Klaarhamer
met garrigue bedekte uitlopers van de Cevennen vast als de knoestige wijnstokken van Corbiėres aan wat de feitelijke uitlopers van de Pyreneeën zijn. Boven het dorp Minerve kijken enkele van de hoogst gelegen, laatst rijpende wijngaarden van de appellation uit op een half naar het zuiden gericht amfitheater. Heuvelafwaarts naar het westen ligt de Petite Causse, een gordel van klei-kalksteen. De wijngaarden rond La Livinière brengen zo veel wijnen die de wilde geuren van de hoog gelegen wijngaarden combineren met de aangename souplesse van wijnen van lager terrein, dat zij nun eigen appellation hebben verdiend. Het karakter van de wijnen verloopt van Rhône-achtig ( of in elk geval door de Rhône beïnvloed) in het oosten naar wat meer op Bordeaux lijkt in hogere en westelijker wijngaarden. De gebruikte druiven zijn dan ook respectievelijk Grenache, Syrah, Mourvèdre ( de hoofdsoorten,minstens 60 %), Carignan en Cinsaut. Hoewel meer dan 94% van alle Minervois rood is en 4% rosé, levert de oude druif Bourboulenc enkele steeds mooiere assemblages van maccabéo (viura), grenache blanc, marsanne, roussanne en rolle (vermentino) op, waarin eikenhout nu vaak een goed geïntegreerde component is. Er worden in Minervois ook zoete wijn gemaakt: de Minervois Noble (een Vendange Tardive type) en de aromatische St.Jean-de-Minervois (een versterkte muskaatwijn). Corbières Het landschap van de Corbières is nog dramatischer. Het is een geologische wirwar van bergenen dalen die zich vanaf zee 60 km. over het departement Aude uitstrekt.Kalksteen wisselt zich af met schist, klei, medrgel en zandsteen; de invloed van de Middellandse Zee met die van periodieke Atalantische invloed die via de Audevallei en over der westelijke heuvels aan komt waaien. Rode Corbières smaakt, afgezien van het meest basale niveau, minder getemd en meer geconcentreerd, vaak ook wat stugger dan Minervois, waarvan de wijngaarden minder extreme zomers genieten. Droogte en brand zijn de constante bedreigingen in veel delen van de gevarieerde appellation Corbières, die altijd een broeinest van plaatselijke politiek is geweest. Bij de meest recente herschikking, in 1990, is Corbières verdeeld in 11 klimaatzones, maar sindsdien zijn die van StVèictor, Quéribus en Termènes in het verre zuidwesten verenigd tot Hautes-Corbières, en de lage dorre heuvels rond Boutenac hebben inmiddels hun eigen appellation: Corbières-Boutenac. Fitou De eerste appellationdie de Lanquedoc in 1948 toeviel – en een gevestigd producent van Rivesaltes rond de zoutwaterlagunes aan de kust en een bergachtige lap schistbodem zo’n 24 km. landinwaarts, die worden gescheiden door een grote wig Corbières. Een groot deel van de jaren ’80 en ’90 liep Fitou achter bij zijn noordelijke buren, maar tegenwoordig geven producenten als Domaine Maria Fita en Bertrand- Bergé de twee coöperaties het nakijken. Het aandeel Grenache stijgt in Fitou Montagneux ten koste van Carignan, terwijl in Fitou Maritime Syrah en Mourvèdre terrein winnen. Limoux De verkoelende Atlantische invloed is het duidelijkst in de westelijke heuvels ten zuiden van Carcasonne, waar Limoux, in elk geval internationaal, een reputatie heeft verworven met zijn mooie mousserende wijnen die volgens de Methode Traditionelle worden gemaakt, hetzij Blanquette op basis van de Mauzac-druif, hetzij de delicatere Crémant de Limoux van Chardonnay en Chenin. Stille witte wijn op van Chardonnay wordt op eikenhout vergist in een koelere omgeving dan men zou verwachten. De relatief recente appellation voor rode Limoux is voor assemblages met eikenhout, waarvan Merlot de helft moet uitmaken, voor de rest mogen andere Bordeauxdruiven, Grenache en Syrah gebruikt worden. Saint Chinian Saint Chinian heeft een reputatie verworen voor Languedoc-wijnen in alle drie kleuren, wellicht het meest karaktervol van de ruige schist in het noorden en westen, op hoogten van soms meer dan 600 meter. Men vindt er mooie witte wijn, door Carignan gemarkeerde rode uit St-Chinian- Berlou en rode wijn uit St-Chinian-Roquebrune die meer een Rhône karakter hebben door de Syrah en Grenache. Wijnstokken op de lager gelegen delen paarse klei- en zandsteengronden geven vaak zachtere, soepeler wijnen. Faugères Faugères bestaat vrijwel geheel uit schist en vraagt hard werk op magere bodems en wijngaarden tot 700 meter hoogte. Van de enorme productie is meer dan 80 % rood, voornamelijk assemblages van editerrane variëteiten als carignan (nog steeds Frankrijks meest aangeplante druif, traditioneel vergist via de Macération Carbonique om hem te verzachten) met stijgende aandelen grenache, syrah, mourvèdre of cinsaut.Het witte wijn maken is echter steeds geraffineerder geworden en er zijn nu vele intrigerende assemblages van druiven als grenache blanc, clairette, bouboulenc, picpoul, roussanne, marsanne en viognier.
Proefboek NWG Commanderij Rijk van Nijmegen, seizoen 2013 -2014 door Petja Klaarhamer
Bordeaux- Graves Bordeaux is een van de grootste steden van Frankrijk. Deze stad doorbreekt de strook met wijngaarden langs de rivier de Garonne. Ten zuiden van de stad begint het wijngebied Graves. Dat gebied volgt de loop van de rivier en eindigt ten zuiden van Langon. Graves is ongeveer 55 kilometer lang en 10 tot 20 kilometer breed. In het westen vormen de pijnboombossen van “Les Landes”een natuurlijke begrenzing. Graves heeft een vredig landschap, onderbroken door bossen en valleien. Het ontleent zijn naam aan de bodemgesteldheid – Graves is afgeleid van “graveleux”, wat “kiezel- en grindhoudende grond” betekent. Deze kiezel zit in de bovengrond, met zand en klei. De ondergrond bestaat uit ijzerhoudende leem en kalk. Direct ten zuiden van Bordeaux zijn de gronden met de meeste kiezel. Daar liggen de grootste en bekendste domeinen, waaronder châteaux als Haut-Brion en Pape Clément. Verder naar het zuidoosten bevat de bodem meer zand en klei en is de afwatering problematischer. Er is minder wijnbouw, wel andere vormen van landbouw. In tegenstelling tot het andere grote gebied op de rechteroever, de Médoc, waar wijngaarden de schrale bodem vrijwel overal bedekken, liggen de wijngaarden van de Graves op iets meer afgelegen en verborgen plekken. Het gaat om een groot, maar niet aaneengesloten areaal van wijngaarden. Langs de Garonne liggen de districts-appellations Cérons, Barsac en Sauternes. Deze appellations zijn bekend om hun edelzoete wijnen, gemaakt van druiven met ‘edele rotting’ (pourriture noble). In Graves is ook een behoorlijke productie van witte wijnen van hoog niveau. De regio Graves Het brede gebied van Graves omvat meer dan 40 gemeentes en een ware opeenstapeling van appellations. De meest globale wordt gevormd door de AC’s Bordeaux en Bordeaux Supérieur, die voor de hele Graves gelden (hoewel zij alleen voor wijngaarden langs de rivier gebruikt worden). De volgende kwaliteit is Graves ( voor rode en droge witte wijn) en Graves Supérieur (voor halfzoete witte wijn). De hoogste kwaliteit wordt vertegenwoordigd door de vier appellations die door bepaalde gemeenten worden gevoerd. In het noorden, rond de stad Bordeaux, liggen tien gemeenten die de appellation Pessac-Léognan mogen voeren. Deze herkomstbenaming werd in 1987 in het leven geroepen om de beste rode en droge witte wijn van dit gebied van de rest te onderscheiden. De andere 3 gemeente appellations liggen veel verder naar het zuiden, waar het microklimaat edele rotting bevordert. Het zijn de drie zoete witte wijn producerende enclaves Cérons (dat de gemeenten Cérons, Illats en Podensac omvat) en Barsac en Sauternes (waar vijf gemeenten onder vallen). Interessant is dat de vijf gemeenten met de appellation Barsac of Sauternes geen recht hebben op de appellation Graves voor hun niet-liquoreuze wijnen- men mag hiervoor slechts de lagere AC Bordeaux of AC Bordeaux Supérieur gebruiken. De Graves is het oudste wijngebied van Bordeaux. Er groeien hier al ruim 2000 jaar wijnstokken reeds in de Middeleeuwen had de wijn hier een reputatie opgebouwd, lang voordat de Médoc als wijngebied opkwam.De kiezel- en grindhoudende grond ( sol graveleux) komt in het hele gebied voor, maar is vooral bij de stad Bordeaux te vinden. De kiezels zijn er in verschillende kleuren, vormen en maten, en ook de herkomst verschilt vaak, maar wat alle soorten gemeen hebben, is dat ze net als in de Médoc voor een perfecte afwatering zorgen en de warmte goed vasthouden. Dat maakt ze tot een ideale bodem om druiven van topkwaliteit op te telen. De Graves heeft echter, net als Entre-DeuxMers aan de overkant van de Garonne, een nogal wisselvallige carrière gehad, vooral in het recente verleden. Pas de laatste 25 tot 30 jaar is het district erin geslaagd de reputatie van wijnen die hun naam eer aan doen op te waarderen. Voordien was het voornamelijk bekend vanwege de produktie van de goedkope, halfzoete witte wijn onder de appellation Graves Supérieurs, die in de jaren ’70 een zekere populariteit genoot. Deze wordt gemaakt door zoete, ingedikte most toe te voegen aan droge wijn. Nadat deze wijn uit de mode raakte, is men zich gaan concentreren op betere wijnen, zowel wit als rood. Het aandeel Graves Supérieurs is inmiddels geslonken tot ongeveer 350 hectare. Druivenvariëteiten en wijn Vandaag de dag is de Graves een van de meest dynamische gebieden van Bordeaux. Ofschoon er nog steeds halzoete witte wijn wordt gemaakt (ongeveer 10 % van de totale productie), is dit gebied nu voornamelijk bekend om zijn uitstekende rode en droge witte wijn. Voor de rode wijn overheerst de cabernet sauvignon, gevolgd door merlot. Rode Graves, goed voor ruim 50 % van de totale productie, heeft een geheel eigen karakter en wordt soms rokerig genoemd of enigszins aards, wat zich met het rijpen kan ontwikkelen tot tabakachtig. Men zal in deze wijn zelden een jeugdige, Médoc-achtige strengheid aantreffen, ondanks het feit dat de cabernet sauvignon overheerst. De grootste revolutie Proefboek NWG Commanderij Rijk van Nijmegen, seizoen 2013 -2014 door Petja Klaarhamer
heeft zich in de kwaliteit van de droge witte wijn van de Graves voorgedaan. Deze wijn wordt gemaakt van sémillon, met sauvignon en soms een beetje muscadelle, en is door de combinatie van goede oogsten, de moderne technologie en beheerst gebruik van eikenhout volledig veranderd – ook de wijnen van bescheiden komaf. Witte wijn uit de Graves is nu aromatisch, fris en goed gemaakt; sommige hebben een duidelijk exotische toon, met tropisch fruit en een vleugje ‘Nieuwe Wereld’. De beste wijnen gisten en rijpen op nieuwe eiken vaten en kunnen goed bewaard worden. Op dit moment is 3500 hectare in de Graves productief, hoewel dat in de nabije toekomst waarschijnlijk wat minder wordt omdat de appellation Pessac-Lénognan steeds meer grond opslokt. Sinds deze AC in 1987 in het leven geroepen is, heeft hij steeds meer land van de Graves in beslag genomen. De appellation Pessac-Léognan omvat nu zo’n 1200 hectare, maar er zijn nog 500 hectare over die deze appellation toegewezen kan krijgen. Een groot deel hiervan zal echter geen wijngaard blijven, gezien de uitdijende buitenwijken van Bordeaux. Cérons, waar de zoete witte wijn wordt gemaakt, ligt pal naast Barsac en produceert een wijn die lichter is dan die van zijn buurman, maar toch geconcentreerder is en meer eigenheid bezit dan de Graves Supérieures. Ondanks de afmetingen van Cérons wordt er in dit gebied weinig geproduceerd – ca. 30.000 kisten per jaar – wat het tot een zeldzame wijn maakt. De Châteaux van Cérons maken ook bijna allemaal Graves-wijn. Pessac-Léognan Oorspronkelijk was er één grote wijnregio: de Graves. Voor de wet op de appellation d’origine controlée was dit het afgebakende gebied en werd er verder geen onderscheid gemaakt. Er bestonden dus geen gemeente-appellations. De beste crus van dit gebied liggen alle in het noordelijke gedeelte, waar de kiezelterrassen het dikst zijn en het microklimaat excellent. Zij kregen enige genoegdoening toen er in 1953 een officieel Classement werd opgemaakt, dat in 1959 werd aangepast. Tevreden waren de eigenaren van deze prominente châteaux niet. Jarenlang hebben zij gelobbyd voor de gemeente-appellations, waarbij altijd werd verwezen naar de situatie in de Médoc. Het resultaat was dat de producenten in dit noordelijke gedeelte in de jaren ’80 op het etiket een extra aanduiding mochten gebruiken. Na de AOC graves kon komen: de term Graves-Pessac voor de gemeenten Pessac, Mérignac en Talence. de term Graves-Léognan voor de gemeenten Léognan, Gradignan, Villernave-d’Ornon, Cadaujac, Martillac en Sanit-Médard-d’Eyrans. uiteindelijk kwam er in 1987 een eigen appellation d’origine controlée: de AOC Pessac-Léognan voor de productie van wit en rood. Wij vinden deze appellation direct ten zuidoosten, zuiden, zuidwesten en zelfs ten westen van Bordeaux. Het afgebakende productiegebied omvat de hierboven genoemde negen gemeenten, plus Canéjan. De appellation telt bijna 1300 hectare voor rood en 270 hectare voor wit. De dynamische producenten ter plekke streven uiteindelijk naar een wijngaardareaal dat gelijk is aan dat in 1937, d.w.z. tegn de 1700 hectare. Het wettelijk baisrendement is 45 hectoliter per hectare, het wettelijk minimum alcoholgehalte bedraagt 10 % en het wettelijk maximum alcoholgehalte 13 %. Classificatie voor de Graves (1959) Cadaujac Château Bouscaut Léognan Château Carbonnieux Léognan Domaine de Chevalier Villenave d’Ornon Château Couhins Villenave d’Ornon Château Couhins-Lurton Léognan Château de Fieuzal Léognan Château Haut-Bailly Pessac Château Haut-Brion Talence Château Laville Haut-Brion Léognan Château Malartic-Lagravière Talence Château La Mission-Haut-Brion Léognan Château Olivier Pessac Château Pape Clément Martillac Château Smith-Haut-Lafitte Talence Château La Tour-Haut-Brion Martillac Château Latour Martillac
rood en wit rood en wit rood en wit wit wit rood rood rood wit rood en wit rood rood en wit rood rood rood rood en wit
Proefboek NWG Commanderij Rijk van Nijmegen, seizoen 2013 -2014 door Petja Klaarhamer
China De meest gruwelijke horrorverhalen doen de ronde over wijn in China. Zoals van die zakenlui die glazen Château Latour als goedkope wodka achterover slaan om zo snel mogelijk dronken te worden. Of van welgestelde vrouwen in Beijing die hun Puligny-Montrachet Premier Cru met een suikerklontje on the rocks drinken. En wat te denken van een Romanée-Conti bij de Coca Cola ? Het beeld van China als een ontwikkelingsland op wijngebied wordt verder verstevigd door het verbruik per hoofd. Dat ligt op ongeveer 0,2 liter, of wel één glas per jaar.Het lage cijfer geeft aan dat wijn niet bij de lifestyle hoort van “de Chinees”, maar wat niet is kan komen. In China groeit de wijnconsumptie ieder jaar met ongeveer 20 procent. Internationale wijnproducenten verdringen elkaar om aan de vraag te voldoen en alleen al vanuit de Europese Unie had de export naar China in 2012 een waarde van 763 miljoen euro. Dat er ruimte is voor heel veel meer, daar is iedereen van overtuigd. China is nu al op vier na de grootste wijnafnemer ter wereld, maar in reële cijfers kwam dat nog neer op een magere 0,7 liter per hoofd. Nederlanders drinken meer dan 20 liter. Eerder waren het vooral geslaagde zakenmensen die met een dure fles Franse wijn een zakendeal vierden, maar de laatste jaren gaan steeds meer jonge mensen ook over op een westerse levensstijl. Er werd al wat langer in China zelf wijn gemamakt, maar die wordt nog niet erg gewaardeerd. Chinese wijn gold onder fijnproevers als een lachertje en zelfs voor de “gewone man” liep het openen van zo’n fles altijd uit op een teleurstelling. Goedkoop of duur, het was de prijs gewoon niet waard. “Het is gewoon nonchalante onkunde”, zei een bezoekende Franse wijnmaker vier jaar geleden. “Zij doen alsof het een industriëel pruduct is, zoals het malen van meel”. Nog geen twee jaar later zette echter de verachte Chinese bedrijfstak de internationale wijnwereld op zijn kop. Tijdens de Decanter Wereld Wijn Competitie in Engeland zorgde een Cabernet Sauvignon uit de provincie Ningxia voor een schok onder de kenners: een gouden medaille na een blinde test. Dit jaar werd het jaar daarna nog eens dunnetjes over gedaan: zilver voor 2 inzendingen. Een van die medailles was voor een 2006 Terroir van de wijnmaker The Great Wall. De binnenlandse productie vanaf de jaren ‘90 geleidelijk aan toegenomen, met een forse groei vanaf het begin van deze eeuw. In 2002 werd er ongeveer 4 miljoen hectoliter geproduceerd. Het totaal aantal hectaren wijngaard steeg van 143.000 in1990 tot 210.000 in 2004. Verwacht wordt dat het wijngaardareaal zal groeien naar een miljoen hectare, meer dan waar ook ter wereld. China zou dus de grootste wijnmarkt ter wereld kunnen worden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de grote wijnbedrijven van de wereld ook in China actief zijn. Wijnland China China kent een heel oude wijncultuur die wel 5000 jaar terug gaat. Wij hebben het dan wel over rijstwijn, want wijn van druiven bestaat in China ‘pas’ sinds de Han dynastie (136-121 voor Christus). Eeuwenlang speelde de wijn geen rol van betekenis. De moderne geschiedenis van de wijnbouw start pas in 1892, toen een officier in dienst van de lokale overheid in Yantai het wijnhuis Changyu oprichtte. Hij bracht 150 druivenrassen mee uit Europa en stelde de Oostenrijkse consul aan als wijnmaker. In 1949 werden de vijf toen bestaande wijnbedrijven in China door de overheid uitgebreid. Zij begonnen met het mengen van wijn met water, kleurstoffen en verkochten dit als wijn. Dit alles leidde aanvankelijk tot een onduidelijke wetgeving en een verward beeld onder Chinezen over wat nu werkelijk wijn is.Inmiddels heeft China meer dan 350.000 hectare wijngaardoppervlak, meer dan Califonië. Een groot deel wordt echter niet gebruikt voor de wijnproductie. De wijngaarden van China liggen verspreid over de provincies ten noorden van de Yangtze rivier, van Xinyiang in het extreme noordwesten tot aan de kustgebieden van Hebei, Shandong, Tianjin, Liaoning en Jilin in het noordoosten. Er zijn daarnaast enkele wijngebieden bij de hoofdstad Beijing, maar de meeste wijngaarden liggen in de hiervoor aangeduide ‘cool climate zone’. Dat is een zone waar het in de winter niet kouder wordt dan 3 ºC en in der zomer de gemiddelde temperatuur op 26 ºC ligt. Er valt wel veel regen, waardoor de druiven aangetast kunnen worden door schimmels en grijze rot. Bovendien kunnen zware stormen veel schade veroorzaken aan de druiven. In China wordt vooral witte wijn gemaakt. Deze wijn wordt niet alleen gemaakt van druiven, maar ook van andere vruchtgen, rijst en andere granen, maïs en zoete aardappelen. Al deze dranken noemen zij wijn: Jiu.(uitspraak: Tsjiew).
Proefboek NWG Commanderij Rijk van Nijmegen, seizoen 2013 -2014 door Petja Klaarhamer
De belangrijkste druivenrassen in China zijn: Wittte druiven:Chardonnay, Riesling, Sauvignon blanc, Gewürztraminer, Welschriesling en Rkatsiteli, een Georgische druif. Rode druiven: Cabernet Sauvignon, Cabernet Franc, Merlot, Pinot noir. Daarnaast is Beichun een veel voorkomende blauwe hybride, die goed bestand is tegen schimmelziektes. Wijnwetgeving en wijncultuur China heeft geen wijnwetten. Een cépagewijn kan bijvoorbeeld voor 49 % bestaan uit wijn van een andere druif die niet op het etiket vermeld staat. Maar ook is lang niet alle wijn afkomstig uit druiven die in China zijn verbouwd. Er is simpelweg te weinig wijngaardopervlak en te weinig productiecapaciteit. Dit heeft geleid tot importen van grote hoeveelheden bulkwijn. Bijna 50 miljoen liter importwijn wordt onder niet altijd even professionele omstandigheden bijgemengd bij die van Chinese afkomst. Daardoor is het niet ongebruikelijk dat “Chinese wijn” 50 tot 80 % buitenlandse bulkwijn bevat. Om voor Chinese wijn door te gaan hoeft er strikt genomen maar 1 % wijn van Chinese wijngaarden in te zitten. Om een en ander nog complexer te maken hoeft er volgens de Chinese wetgeving zelfs maar 50 % “echte” wijn in de fles te zitten om als “druivenalcohol geëtiketteerd te worden. Wijn in China wordt officieel vertaald als “putao jiu”, wat letterlijk “druivenalcohol” betekent. In het dagelijks taalgebruiknwordt vaker “hong jiu” gebruikt, wat “rode wijn” betekent. Sterke drank wordt aangeduid als “witte alcohol” (bai jiu), maar dit wordt ook gebruikt voort witte wijn. Daardoor weten Chinezen niet dat witte wijn ook van druiven wordt gemaakt. Wijnhuizen worden weinig romantisch aangeduid als “druivenfabrieken” of “druivenverwerkingsbedrijven”. Wijn is in de Chinese cultuur geen begeleider van eten, maar een gelegenheidsdrank. Het heeft een sociale functie. Als het in combinatie met eten wordt gedronken, is het vaak in een ganbei manier ( ad fundum), waarbij men de glazen in één keer achterovergooit om zo snel mogelijk dronken te worden. Dit is een manier om gastvrijheid te tonen. De opbouw van de moderne wijnbouw Rémy Martin was het eerste westerse bedrijf dat met de Chinezen samenwerkte, even ten noorden van Tianjin, maar leunde zwaar op de inbreng van druiven uit Hebei,de provincie die 15 % van alle Chinese wijnstokken herbergt. Het succes van Dynasty, een witte wijn van de lokale druif long yan (dragon’s eye), gekruist met muscat ( in 1958 uit Bulgarije ingevoerd) moedigde hen aan om klassieke Europese druivenrassen aan te planten. Long Yan wordt op grote schaal ingezet voor wijnen in westerse stijl, terwijl shan putao, letterlijk “bergdruif”, de basis is van traditionelere waar. Tot dusver bestaat slechts ongeveer 10 % van alle aangeplante wijnstokken uit buitenlandse variëteiten; cabernet sauvignon en merlot overheersen. De typerende 21.e eeuwse Chinese wijn was tot nu toe rood,meestal een bleke imitatie imitatie van rode Bordeaux, al wordt er steeds meer shiraz aangeplant. Voor witte wijnen was de welschriesling lange tijd de overheersende vitis-viniferadruif,maar chardonnay is in de recente jaren versneld aangeplant. Een tweede project met Europese inbreng, althans in de vorm van oenologisch advies, is de Great Wall, ook in Hebei. In een derde, Dragon Seal, in de westelijke voorsteden van Beijing, nam Pernod Ricard deel.Het Franse bedrijf trok zich in 2001 terug, maar zijn invloed gaat door in de vorm van de Franse wijnmaker Jérôme Sabaté. Het schiereiland Shandong is bij uitstek geschikt om Europese druiven te verbouwen. Het zeeklimaat maakt het onnodig de wijnstokken ‘s winters te beschermen en er zijn goed afwaterende zuidhellingen De provincie Shandong huisvest bijna een derde van de ongeveer 500 wijnbedrijven die China telt. Een probleem in dit gebied zijn wel de schimmelziekten die zich in de nazomer en herfst voor kunnen doen. Changyu, de pionier, is nog steeds de grootste producent; de Italiaanse drankengroep Saronno kocht zich in 2005 met een derde aandeel in. Chateau Chanyu-Castel is een afzonderlijke joint venture met Castel uit Bordeaux. Het eerste moderne wijnbedrijf in westerse stijl werd begin jaren ’80 opgericht door een zakenman uit Hong Kong was ooit het bezit van Allied Domecq. Nu is Huadong het meest bekend om zijn chardonnay en gamay. Het wijnbedrijf dat begin 21.e eeuw beweerde China’s beste wijn te maken, had ook een eigenaar uit Hong Kong. Grace, dat niets van doen heeft met het gelijknamige Japanse wijnbedrijf produceert overtuigende rode wijnen van Bordeauxdruiven afkomstig uit het kolenmijngebied ten zuidwesten van Beijing.
Proefboek NWG Commanderij Rijk van Nijmegen, seizoen 2013 -2014 door Petja Klaarhamer
Cabernet Franc
Cabernet franc is eigenlijk de originele cabernet-druif. De veel beroemdere Cabernet Sauvignon is een nakomeling van de Franc. Tegenwoordig is de Cabernet Franc echter een klein lid van de familie en wordt hij vaak afgedaan als een te verwaarlozen smaakmaker voor rode Bordeaux-wijnen.Dit is niet terecht. Natuurlijk, Cabernet Sauvignon is dieper, donkerder, rijker en heeft meer tannine. Maar Cabernet Franc heeft een heerlijk parfum, waarvan het water U in de mond loopt en een soepele, zachte textuur die de agressie en kracht van de Cabernet Sauvignon kan temmen. In Bordeaux wordt hij gemakkelijker rijp en produceert hij in moeilijke jaren zoeter en evenwichtiger fruit dan Cabernet Sauvignon. Anderzijds mist de Cabernet Franc de intensiteit en rijkdom, waardoor Cabernet Sauvignon wereldwijd een veel populairder ‘verbeter’-druif is geworden. Op de koele bodem van Saint Emilion en Pomerol wordt de Cabernet Sauvignon vrijwel nooit rijp, terwijl de Franc het daar heel goed doet.Hij floreert ook op de koudere grond van het Loiredal, en hoewel sommige misleide producenten hem mengen met Cabernet Sauvignon, is Franc op zichzelf meestal veel lekkerder en kan hij, met name in Chinon en Bourgueil, een heerlijke rode wijn voortbrengen. Herkomst en verspreiding e
De Cabernet Franc is waarschijnlijk afkomstig uit Bordeaux en in de 17 . eeuw meegenomen naar de Loirevallei door kardinaal Richelieu, die hem naar zijn abdij St.-Nicholas-de-Bourgueil liet brengen, waar hij vervolgens geplant is door Abbé Breton. Hij krijgt het meeste respect in het Loiregebied. In Bordeaux krijgt hij zelden de warmste plekjes, maar in de Loire wordt hij beschouwd als bodemgevoelig. De wijnen van de zandige krijtgrond zijn zwaarder dan die van krijt of kiezel, en de verschillen tussen de appellations kunnen minder groot zijn dan die binnen eenzelfde herkomstgebied. St.-Nicolas- de-Bourgueil bijvoorbeeld verschilt niet merkbaar van Bourgueil. Beide hebben dezelfde kiezelterrassen en tufsteenhellingen en het is het verschil tussen de bodemsoorten en niet de appellation die het onderscheid maakt. Wanneer een wijn niet te lang op eiken is gelagerd, vertoont hij een opwindende textuur en parfum en kan hij lang bewaard worden. In hij Noord-Italiaanse wijngebied Friuli is de Cabernet Franc vaak verward met de Carmenère en wordt er roofbouw gepleegd ten koste van rijpheid en gewicht. Over de rest van de wereld wordt hij aangeplant met het doel hem te mengen met Cabernet Sauvignon (soms samen met Merlot), door producenten die zoeken naar melanges met subtiliteit en complexiteit. In delen van Canada, de staat New York en de staat Washington is hij soms succesvoller dan Cabernet Sauvignon en er komen goede monocépage-wijnen uit Australië, Chili en Californië.
Proefboek NWG Commanderij Rijk van Nijmegen, seizoen 2013 -2014 door Petja Klaarhamer
De smaak van Cabernet Franc Op zijn best heeft Cabernet Franc een onmisbaar en appetijtelijk aroma van frambozen, en kiezelstenen gewassen in puur bronwater met een verfrissend scherpe geur van bladeren en zwarte bessen. Dit aroma, afkomstig uit Chinon en Bourgueil in het Loiredal prikkelt de smaakpapillen. Noord-Italië kan soms iets soortgelijks voortbrengen, en voorbeelden uit de nieuwe wijnlanden, zeldzaam maar goed, benadrukken meestal de framboos, soms in die mate dat hij iets jamachtigs krijgt, waardoor hij wat van het blad-aroma verliest. Synoniemen en plaatselijke namen Er zijn veel Franse alternatieven. De belangrijkste zijn Bouchet (ook wel Bouchy), zoals de Cabernet Franc soms wordt genoemd in St-Émilion, Pomerol en Fronsac. Breton wordt hij wel genoemd in de Loire. In Italië krijgt de Cabernet Franc-wijn vaak eenvoudigweg het label Cabernet. Bordo en Cabernet Frank zijn Italiaanse synoniemen. Beroemde wijnen met Cabernet Franc In de Bordeauxstreek is het beste voorbeeld van een wijn waarin de Cabernet Franc voorkomt Château Cheval Blanc, dat voor 60 % uit Cabernet Franc bestaat. De keuze voor deze melange is vooral gemaakt door de bodem van deze fameuze wijngaard, die voor het grootste deel bestaat uit kiezelachtige grond. Zoals eerder vermeld vindt men vooral in Pomerol en St.Emilion wijnen met een relatief groot aandeel cabernet franc, alhoewel natuurlijk de merlot hier de dominante druif blijft. In Bolgheri, het gebied van de Super Tuscans, is de Cabernet Franc ook aangeplant. Bijvoorbeeld in de beroemde Sassicaia van Tenuto San Guido is de Cabernet Franc een belangrijke smaakmaker. In Californië komt wel Cabernet Franc voor; een enkele keer als cepage, bijvoorbeeld: Niebaum-Coppola Estate: Rubicon Cabernet Franc Argentinië: Pulenta Estate, Agrelo, Mendoza: Gran Cabernet Franc Friuli-Giulia Venezia: Ronco del Gelso: Friuli Isonzo Cabernet Franc Leonardo Specogna: Colli Orientali Friuli Cabernet Franc Franco Visintin: Friuli Isonzo Cabernet Franc Ronco delle Betulle: Colli Orientali Friuli Cabernet Franc Bortolusso: Cabernet Franc Tenuta Luisa: Friuli Isonzo Cabernet Franc Vigna Petrussa: Colli Orientali Friuli Cabernet Franc Castelvecchio: Carso Cabernet Franc Marcello e Marino Humar, Collio Cabernet Franc Rogoves
Ciro, de Italiaan, Laag Keppel Ciro, de Italiaan, Laag Keppel Christofoli/Italcasa, Delft GG Vini, Maarn www.humar.it
Proefboek NWG Commanderij Rijk van Nijmegen, seizoen 2013 -2014 door Petja Klaarhamer
Sherry Velen beschouwen sherry als de oudste kwaliteitswijn ter wereld. Sherry is bovendien een van de oudste beschermde herkomstbenamingen en alom bekend. Hoewel het herkomstgebied met slechts 10.500 hectare klein is, maken de wijnmakers een enorme verscheidenheid aan smaakstijlen die allemaal gebaseerd zijn op slechts één druivenras: de Palomino fino. Het gebied van Jerez-Xerez-Sherry heeft de vorm van een driehoek, tussen de steden Jerez de la Frontera, Sanlúcar de Barrameda en El Puerto de Santa Maria. Het is een zeer warm gebied met een gemiddelde temperatuur van 19 º C. en 300 dagen zon. Door de invloed van de Atlantische Oceaan valt er toch nog een redelijke hoeveelheid neerslag: 600 mm. per jaar. Deze regen valt voornamelijk tussen oktober en februari. Twee winden zijn belangrijk: de Levante en de Poniente. De Poniente is de westelijke (Atlantische) zeewind met een hoge luchtvochtigheid die voorkomt dat de druif uitdroogt. Het sherrygebied is zacht glooiend en heeft 3 bodemsoorten: Albariza, Barros en Arenas. Albariza is de witte bodem van de heuveltoppen, die voor 40 á 70 % uit kalk bestaat. Deze kalkbodem kan enorm veel water opslaan. De druivenstok profiteert daarom in de zomer van de regen die in de winter gevallen is. Op deze grond groeit uitsluitend de Palomino fino. Barros en Arenasbodems bevatten veel minder kalk. Barrosgrond heeft meer klei, en Arenas is zanderig. op deze bodemsoorten staan vooral de twee andere toegestane druivenrassen: Moscatel en Pedro Ximénez (ook wel PX genoemd). Vinificatie en rijping Net als bij andere wijnen zijn er bij de productie van sherry 3 fasen: druiventeelt, vinificatie en rijping: 1. Druiventeelt: de Palomino fino druif is de basis voor alle sherry. De druiven worden nog veel handmatig geplukt, maar de mechanisatie rukt op. Er zijn vaak te weinig arbeidskrachten voor plukken met de hand. Het wettelijke oogstmaximum is 80 hectoliter per hectare. 2. Vinificatie: Bij de vinificatie van sherry maakt men eerst een basiswijn met een alcoholgehalte van 12 á 13 % : Sobretablas. 3. Rijping: Bij de de meeste andere wijnen bepalen de eerste twee fasen de kwaliteit van de wijn. Bij sherry daarentegen heeft vooral de rijping invloed op die kwaliteit. Door de rijping krijgt sherry zijn karakter en smaak. Daarom vindt in sherry pas na de vinificatie een classificatie plaats. Op basis van deze classificatie beplaat de wijnmaker welke soort rijping de wijn zal krijgen: De minder verfijnde wijnen die direct na vinificatie al meer kleur en tannine hebben, krijgen geen biologische rijping. Zij worden met alcohol versterkt tot 17 procent en beginnen daarna direct aan een oxidatieve rijping. Deze wijnen hebben al na 3 jaar een okerkleur. Dit type sherry heet Oloroso. De beste wijnen krigen een biologische rijping. Vóór de rijping worden zij met alcohol versterkt, tot een percentage van 15 procent. Vervolgens krijgen zij een biologische rijping Dit type wijn heet Fino. Flor, de biologische rijping Alle sherry krijgt een rijping van enkele jaren in houten vaten, zelfs de lichtste en meest frisse types. Bij rijping in houten vaten vindt normaal oxidatie plaats. Bij sherry daarentegen zorgt de flor ervoor dat die oxidatie niet optreedt. Deze flor is een natuurlijke deken van gistcellen die zich op de wijn nestelen en de wijn tegen oxidatie beschermt. Deze rijping onder flor heet “biologische rijping”. De gistcellen zijn gevoelige organismen, die alleen blijven leven als de omstandigheden gunstig zijn. De flor kan maximaal 7 jaar in leven blijven, maar houdt het gemiddeld vijf jaar vol. Om de flor in leven te houden moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: Er moet voldoende lucht in het vat zijn. Daarom zijn de vaten slechts voor driekwart gevuld. De bodega’s (opslagplaatsen voor de vaten) moeten relatief koel zijn. Omdat de flor zich met alcohol voedt, moet het alcoholgehalte van de wijn tussen 15 en 17 procent blijven. De wijn moet af en toe worden ververst, om de flor in leven te houden. Hiervoor gebruikt men het solerasysteem, dat hieronder aan bod komt. Solera-systeem De rijping met flor vindt plaats in het solera-systeem. Dat zijn drie, vier of vijf rijen vaten.Deze rijen heten Criaderas. De jonge, versterkte wijn gaat in de bovenste rij vaten. De sherry wordt gebotteld vanuit de onderste rij, de solera. de onderste rij heet de solera en bevat de oudste wijn. Vanuit deze laag wordt de sherry gebotteld. De wijn uit de solera heet ‘saca’. De laag daarboven heet de eerste criadera. Deze bevat iets jongere wijn. Vanuit deze laag wordt de onderste bijgevuld. De bovenste laag heet de tweede criadera en bevat de jongste wijn. Vanuit deze laag wordt de eerste criadera bijgevuld. Doordat de wijnmaker wijn vanuit het vat laat lopen en het van bovenaf weer bijvult, zakt de jonge wijn langzaam van hoog naar laag, totdat hij in de onderste vaten terecht komt en rijp genoeg is om te bottelen. Uiteindelijk moet sherry minimaal drie jaar rijpen voordat hij mag worden verkocht. Een bodega mag echter niet meer dan eenderde van zijn voorraad in een jaar verkopen – de rest moet blijven rijpen. Hierdoor ligt er een reusachtige hoeveelheid sherry opgeslagen in bovengrondse opslagplaatsen: bodega’s. Een overheidsorgaan, de Cosejo Regulador, controleert de voorraden.
Proefboek NWG Commanderij Rijk van Nijmegen, seizoen 2013 -2014 door Petja Klaarhamer
Verschillende rijping, verschillende types sherry De verschillende manieren van rijpen leveren uiteenlopende typen sherry op: Fino: De biologische rijping is reductief: de flor houdt de lucht tegen en beschermt de wijn dus tegen oxidatie. Hierdoor blijft de kleur van de wijn licht. Het kenmerkende aroma van Fino wordt veroorzaakt door acetaldehyde. Deze stof neemt tijdens de rijping onder flor toe van 150 mg/l tot 500 mg/l. De kenmerkende droge smaak van fino ontstaat door het lage gehalte aan glycerol. Deze stof daalt tijdens de rijping onder flor van 5 g/l naar 0,5 g/l. Amontillado: Als de flor na enekel jaren afsterft, krijgt de oxidatie een kans en komt er lucht bij de wijn. De wijn die eerst een fino was, verkleurt en krijgt een andere geur. Het is nu een Amontillado. Oloroso: Deze wijn ontstaat door niet-bilogische rijping. Fino’s zijn altijd droog. Amontillado’s en Oloroso’s kunnen zoeter of heel zoet zijn, maar dat hoeft niet: er zijn zelfs heel droge Oloroso’s. Sherry’s krijgen die zoetere smaak door de toevoegong van wijn die is gemaakt van ingedroogde PX- of Moscateldruiven. Bijna alle wijnmakers gebruiken tegenwoordig alleen de PX. De mate van zoetheid is afhankelijk van de hoeveelheid zoete wijn die wordt toegevoegd en verschilt per huis. Een lichtzoete sherry heet ‘medium’, een sherry waaraan meer PX is toegevoegd, heet ‘cream’. Deze sherry is ook donkerder van kleur. Bijzondere sherrytypes
Pure PX
Deze is gemaakt van PX druiven, die na de oogst eerst in de zon zijn gedroogd en daardoor rozijnen zijn geworden. Daarna vindt de vinificatie, aansterking met alcohol, en rijping in de solera plaats. PX wijnen zijn bijzonder zoet: zij bevatten 300 á 500 gram suiker per liter. Dit type is de laatste tijd populairder geworden, bijvoorbeeld door hem te severen als een dessertwijn bij chocolade of donker gebak met chocolade, noten en gedroogde zuidvruchten.
Manzanilla
Manzanilla is een fino uit Sanlúcar de Barrameda, die alleen in een bodega daar mag rijpen. Het is een fino met een licht ziltige smaak. Er is weinig smaakverschil tussen een fino en een Manzanilla.
VOS en VORS sherry’s
VOS en VORS sherry’s zijn zeldzame oude sherry’s met een gecertificeerde leeftijdsaanduiding.Zij zijn altijd in de solera gerijpt. VOS staat voor ‘very old sherry’, en heeft een leeftijd van minimaal twintig jaar. VORS staat voor ‘very old rare sherry’ en is minimaal dertig jaar oud. Daarnaast werkt men aan nnieuwe leeftijdsaanduidingen voor sherry van 12 en 15 jaar. Een Fino kan deze leeftijdsaanduiding dus niet hebben, want dat type haalt de twintig jaar niet; na maximaal 7 jaar is de flor immers verdwenen en is de Fino een Amontillado geworden. Oude sherry’s hebben een uniek aroma en een rijke smaak. Door de verdamping tijdens de lange rijpingsperiode wordt de wijn meer geconcentreerd. Deze sherry’s kunnen daardoor een vrij hoog alcoholgehalte bereiken.
Palo Cortado
Palo Cortado is een zeldzaam sherrytype. Officieel is het een bijzonder verfijnde Oloroso,maar er zijn ook Amontillado’s met een kleine toevoeging van PX, die Palo Cortado heten. De smaakstijl ligt tussen die van Oloroso en Amontillado. Vaak zijn het oudere, mooi gerijpte wijnen die in aanmerking komen voor extra leeftijdsaanduidingen , zoals VOS en VORS.
Almacenista
Almacenista is een sherry van gespecialiseerde kleine huizen. Zij verkopen vaak aan grote huizen die behoefte hebben aan een bepaalde wijn, bijvoorbeeld om door vermenging de kwaliteit van hun eigen wijn te verbeteren. Maar de kleine wijnhuizen kunnen hun wijnen ook zelfstandig op de markt brengen. Vaak is de kwaliteit zo hoog dat het jammer zou zijn deze wijn alleen te gebruiken om een blend van een groot huis te verkopen. Het huis Lustau is zelfs gespecialiseerd in Almacenista sherry’s.
Añada
Añadas zijn heel zeldzame sherry’s, die uit hetzelfde oogstjaar komen. Vaak zijn het sherry’s uit de ‘familievoorraad’ van de bodega-eigenaar. Het zijn vaten sherry van hoge kwaliteit, die vaak afkomstig zijn van specifieke wijngaarden en nooit aan een solera zijn toegevoegd. Eigenlijk zijn het dus versterkte sobretablas: de witte basiswijnen waarvan men sherry maakt. Deze hebben individueel gerijpt. Zij mogen pas na toestemming van de Consejo Regulador gebotteld worden. Export van sherry De buitenlandse invloed op sherry is terug te zien in de verkoopcijfers. De bgrootste afnemen is Groot Brittanië, gevolgd door Nederland. Het thuisland Spanje komt pas op de derde plaats. Deze drie landen nemen 80 procent van ded verkoop af. Per land zijn er echter duidelijke verschillen in smaakvoorkeuren. De Britten hebben een voorkeur voor de zoetere types: Cream en Pale Cream. Nederland drinkt vooral Fino en Medium, en Spanje voornamelijk Manzanilla en Fino. Droge witte wijn De laatste tijd produceert het Sherrygebied – naast sherry- ook een droge witte wijn. Deze valt echter niet onder de DO en wordt op de marfkt gebracht als Vino de la Tierra (Landwijn).
Proefboek NWG Commanderij Rijk van Nijmegen, seizoen 2013 -2014 door Petja Klaarhamer
Witte wijnen uit Veneto Veneto is een welvarend gebied met veel industrie. Het loopt van de Alpen in het noordoosten tot de Po in het zuiden en het Gardameer in het westen tot de golf van Venetië, de Adriatische Zee, in het oosten. Venetië is de hoofdstad en de toeristische trekpleister van Veneto, maar het is toch vooral de verzamelnaam van een groot e aantal wijngebieden in de provincie Verona, rondom de stad Verona, die zich in de laatste decennia van de 20 . eeuw heeft ontwikkeld tot een centrum van de Noord-Italiaanse wijnbouw. Zo wordt In Verona ieder voorjaar een zeer omvangrijke en dynamische wijnbeurs, Vinitaly gehouden en er hebben zich tal van grote, internationaal bekende, Italiaanse handelshuizen gevestigd.. Veneto is een heuvelachtige streek met veel wijngaarden. De belangrijkste centra liggen tussen het Gardameer (Lago di Garda), Verona, Vicenza en de heuvels ten zuiden van Padova. Ook in het heuvelgebied rond Breganze zijn veel wijngaarden. Daarnaast wordt ook het wijngebied Lugana, dat ten zuiden en zuidwesten van het Gardameer voor een groot deel in de provincie Lombardije ligt, gerekend tot het wijngebied Veneto. Het klimaat is zacht en plezierig. Dat komt mede door de invloed van de zee en de naburige bergketens die de koude lucht tegenhouden. Veneto hoort tot de wijngebieden met de hoogste productie in Italië. Gemiddeld wordt er jaarlijks ongeveer 9 miljoen hectoliter wijn in Veneto geproduceerd. Dat is ongeveer 15 % van de totale Italiaanse wijnproductie. Als het om DOC-wijnen gaat, is Veneto de grootste bron van Italië. Meer dan 20 % van alle DOC-wijn komt uit Veneto. Veel van de wijnbouwcultuur in Veneto is nog traditioneel. Prieelbouw is nog heel normaal. Karakteristiek zijn de zogenaamde reggi, de ongeveer twee meter hoge stokken waar aan de bovenzijde schuinopwaarts dwarsstaken bevestigd zijn en waarlangs de wijnstok wordt geleid. Druivenrassen en wijnen Het gebied produceert bijna evenveel witte als rode wijnen. Garganega en Trebbiano zijn de belangrijkste witte druivenrassen. er worden zeer veel verschillende wijnen in Veneto geproduceerd. Vele zijn over het algemeen vrij lichte, droge witte wijnen, maar enkele daarvan zijn internationaal van belang, zoals Bianco di Custoza en Soave . Naast de stille, droge wijnen komen er ook zoete recioto en bruisende spumante komen voor. Bianco di Custoza Bianco di Custoza komt uit een heuvelachtig gebied ten westen en zuidwesten van de stad Verona, ten zuidoosten van het Gardameer. Oorspronkelijk werd Bianco di Custoza gezien als een witte versie van de Bardolino of een goedkope alternatief voor de Soave. De kwaliteit is in de loop van de tijd verbeterd, waardoor het nu een gemakkelijke, tegelijk frisse en smakelijke fruitige wijn voor een redelijke prijs is die men vaak tegenkomt in het grootwinkelbedrijf. Bianco di Custoza is, globaal gesproken, nu van eenzelfde niveau als Soave, maar kan nog niet tippen aan de beste Soave Classico. De wijn dankt zijn naam aan het dorp Custoza en wordt gemaakt van 35 – 45 % Trebbiano, 20 – 40 % Garganega en 5 – 30 % Tocai Friulano, soms aangevuld met wat Cortese, Riesling Italico en Malvasia. De wijn heeft een fijn fruit-aroma. Soave Soave is zowel binnen Italië als daarbuiten een veelgevraagde witte wijn. De jaarproductie is met meer dan 50 miljoen liter, dus ongeveer 70 miljoen flessen, aanzienlijk. Het enorme succes dateert van de laatste drie e decennia van de 20 . eeuw. Het gevolg was dat het wijngaardareaal in die periode sterk is uitgebreid. Het oorspronkelijke heuvelachtige gebied, pal ten noordoosten van het ommuurde middeleeuwse stadje Soave, bleek niet voldoende te kunnen voorbrengen. Sindsdien zijn nieuwe wijngaarden aangelegd in hedt vlakkere land ten westen van het stadje Soave. Wij onderscheiden Soave Classico, uit het oorspronkelijke, historische gebied, en Soave uit het vlakkere, omliggende gebied. Soave en Soave Classico komen uit een gebied tussen Verona en Padova dat weliswaar dichter bij Verona ligt dan bij Padova. De demoninazione Soave omvatte in 2001 meer dan 10.000 hectare en is daarmee de grootste DOC van Italië. Met ingang van de oogst 2002 wordt alleen Soave Superiore een DOCG, maar deze status heeft betrekking op een wijngaardareaal van 6.600 hectare. Soave wordt voornamelijk gewonnen uit de Garganegadruif. Onder de nieuwe regels van de DOCG moeten de producenten de maxiamle opbrengst terugbrengen van 100 naar 70 hectoliter per hectare. Tegelijk moet de plantdichteid van nieuwe wijngaarden die aanspraak willen maken op de DOCG-status worden verhoogd van 2.500 naar 4.000 wijnstokken per hectare. Soave is een versnipperd gebied met veel kleine wijnbouwers. Het gevolg is dat 90 % van Soave en Soave Classico wordt geproduceerd door coöperaties. Er is een groot verschil in kwaliteit tussen Soave en Soave Classico. De laatste is afkomstig van de hellingen bij de stadjes Soave en Monteforte d’Alpone, maar meestal van te hoog renderende stokken, waardoor de wijn niet zelden dun, vlak, plat en weinig zeggend is. Een goede Soave en zeker een goede Soave Classico is herkenbaar aan een heldere, geelgroene kleur, aan een geur van weidebloemen en gras enn een zachte krijtige smaak met een licht amandelachtig bittertje. De Italianen spreken in verband met het lichte bittertje van amarognolo.
Proefboek NWG Commanderij Rijk van Nijmegen, seizoen 2013 -2014 door Petja Klaarhamer
Het is een sappige, lebendige wijn die jong gedronken moet worden. Het is een sappige, levendige wijn die jong gedronken moet worden. In 1993 heeft de wetgever toegestaan dat in Soave Classico tot maximaal 30 % chardonnay en/of pinot bianco mag worden verwerkt. Ook mag er een deel trebbiano di soavein, een kwalitietsvariant in tegenstelling tot trebbiano toscane. Sinds die tijd zijn er producenten die een versie met nog meer klasse op de markt brengen. In een enkel geval krijgen de wijnen zelfs een bourgogne-achtige opvoeding in nieuw Frans eiken. Dergelijke Soave Classico’s zijn vaak afkomstig van een bepaald goed gelegen wijngaardkavel.Een aantal crus waarvan de status erkend is, zijn: Calvarino - Capitel - Croce - Carbonare - Castellaro Froscá - La Rocca - Monte Tenda Binnen Soave Classico is er naast een droge versie ook een zogenaamde passitowijn, de Recioto di Soave. Deze wijn heeft sinds 1998 de DOCG-status. Het is een niet dikke, niet zware of machtige zoete wijn met fijne zuren, gemaakt van half ingedroogde garganegadruiven. Hij wordt vanouds beschouwd als de top van Soave. Hij kan goed op fles rijpen. Vroeger werden de bovenkanten van de trossen, die het meest door de zon gerijpt waren, voorzichtig eruit geknipt en deze liet men indrogen op rieten matten of in kistjes. Tegenwoordig oogst men hele, rijpe trossen. Soms woren de steeltjes waarmee de trossen aan de plant verbonden zijn geknakt, waardoor de sapstroom onderbroken wordt en de trossen al aan de plant indrogen.Het voordeel is dat de druiven niet worden aangeraakt en beschadigd. Druiven worden vervolgens in plastic of houten kistjes gelegd in ruimten waarin de bujitenlucht vrij spel heeft. Daar drogen de trossen verder in.Tegenwoordig worden ook ruimten gebruikt waar de temperatuur, luchtvochtigheid en luchtcirculatie gecontroleerd worden. Na het indroogproces hebben de druiven veel vocht verloren, met als resultaat een hoog suikergehalte. Daaruit verkrijgt men wijnen met een hoog alcoholgehalte en in sommige gevallen restsuiker, amabile. Rood zowel als wit. Deze bereidingswijze kan ook naamgever van een wijn zijn: Recioto della Valpolicella, Recioto di Soave. Recioto komt zowel stil, naturale, als mousserend, spumante, in de handel. DOC Lugana Lugano DOC is al genoemd. Hoewel het wijngebied van Lugana voor een belangrijk deel in de provincie Lombardije ligt, wordt de wijn beschouwd als een Veneto-wijn. Doordat de provincie Verona (Veneto) een veel actievere rol speelt in de wijn handel dan Lombardia heeft het “Consorzio di tutela vini Lugana” zich aangesloten bij de “Unione Consorzi Vini Veneti”. De wijnen worden gemaakt van Trebbiano di Soave of Trebbbiano Lugana. Dit is de beste variant van de trebbiano, veel minder aangeplan dan de trebbiano toscana. Waarschijnlijk is de druivensoort een versie van de Verdicchio, wat zou kunnen verklaren dat de wijnen van Lugana meer fruitigheid, levendigheid en diepte hebben dan de meeste wijnen van de trebbiano. Luganawijnen kunnen zelfs meer gewicht hebben dan de meeste Soaves. Evenals in de Soave komen hier ook wijnen met houtopvoeding voor. Overige DOC’s Prosecco DOC, danwel Prosecco di Valdobbiádene of Presecco di Conegliano. Het totale wijngaardareaal is dank zij het succes in de laatste decennia enorm gegroeid. Het beslaat nu 20.000 hectare, verdeelld over 15 gemeenten. Prosecco kan worden geproduceerd volgens de metodo classico, met een tweede gisting op de fles, alsook met de methode Charmat, of cuve close, via een tweede gisting op tank. Hij kan spumante of frizzante zijn. Maar in alle gevallen biedt de wijn dank zij de verwerkte druif, de prosecco, een enigszins peerachtige fruitigheid, een snufje specerijen en zachte zuren.Het is vaak een prima aperitief en een frisse begeleider van patisserie, vooral de minder droge. Er is nook een superieure versie onder de naam Cartizze, iets rijker en zoeter dan de reguliere en afkomstig uit een subzone. Breganze DOC is een klein wijngebied van 600 hectare in de nabijheid van de gelijknamige plaats, even ten noorden van Vicenza. Hier worden prachtige droge witte wijnen geproduceerd van sauvignon blanc, pinot bianco, pinot grigio, chardonnay en één overlevend Italiaans druivenras, de vespaiolo. Van die vespaiolo produceert men ook een passito, een wijn van laat geoogste druiven, de Torcolato. Soms verwerkt men voor deze zoete wijn zelfs druiven die zijn aangetast door de botrytis. In Breganze produceert een van de grootste namen van het hedendaagse Italië, Fausto Maculan, zijn wijnen. Lison Pramaggiore DOC ligt in het uiterste oosten van Veneto, ten oosten nog van Venetië en Treviso. Hier wordt een groot aantal variëteiten aan druivenrassen verbouwd, waarvan de wijnen de naam van de DOC plus die van het betreffende druivenras dragen.Vooral de witte wijnen die jong gedronken worden, komen in ons land in de belangstelling Gambarella DOC is een witte wijn die lijkt op de Soave. Colli Euganei DOC is een klein wijngebied waar wijnen worden geproduceerd van pinot bianco, chardonnay, maar ook van Italiaanse druiven als tocai italiano, pinello, prosecco en moscato giallo
Proefboek NWG Commanderij Rijk van Nijmegen, seizoen 2013 -2014 door Petja Klaarhamer
Troetelwijnen Wijnen proeven, waarderen en herkennen “Je gaat wijn meer waarderen als je er wat vanaf weet”. Dit zou het motto van onze vereniging kunnen zijn. Toch vraagt zo’n stelling om onderbouwing. Hoe proeven wij ? Hoe kunnen wij wijnen onderscheiden, waarderen en op den duur herkennen? Daarover gaat het bij dit thema. Proeven is ruiken Als de smaakzin slechts in de mond zetelde (waar wij hem ervaren), zou een willekeurig iemand die een slok wijn neemt, alle sensaties ondergaan die een wijn te bieden heeft. Maar in feite bevinden de zenuwen die genuanceerder waarnemen dan alleen de basissmaken zoet,zuur,zout en bitter ( en misschien ook de vijfde smaak umami) zich hoger in het hoofd en dieper in de hersenen, boven de neus. In feite ruiken wij meer dan dat wij ze met lippen, tong en verhemelte proeven. Het bovenste deel van de neusholte – waar bij een normale ademhaling de lucht niets te zoeken heeft – is het orgaan met de werkelijk kritische smaak.En de enige gewaarwordingen die de holte kunnen bereiken, zijn de dampen van vluchtige stoffen. Door inhaleren (door de neus of door de mond) komt de ‘damp’ van wijn in de neusholte, waar deze in vocht oplost. Vandaar brengen zenuwvezels de gewaarwordingen naar het reukcentrum in de hersenen, juist boven de neusholte.Het is een bekend feit dat herinneringen door geuren veel sneller en duidelijker worden opgeroepen dan door andere indrukken. De situering van het reukcentrum naast het geheugencentrum in de slaapbeenkwab, lijkt de reukzin, het primitiefste van al onze zintuigen, een bevoorrechte positie te geven als het om de directe tooegang tot het geheugen gaat. Dikwijls gaan ervaren proevers, na maar even geroken te hebben, af op de onmiddellijke reactie van hun geheugen.Als ze geen direct verband kunnen leggen met eerder geproefde wijnen, moeten zij terugvallen op hun analytisch vermogen, dat zich in de slaapkwab bevindt.Hun oordeel over de wijn vormt zich in de voorhoofdskwab van de hersenen, om vervolgens in de slaapbeenkwab voor toekomstige raadpleging te worden opgeslagen. Het grote verschil tussen de ervaren proever en de beginneling op dit gebied ligt in het referentiekader. Een op zichzelf staande ervaring zegt weinig – hoe prettig die op zichzelf kan zijn. Het echte plezier in het wijnproeven ligt in de associatie met andere wijnen, in het stimuleren van het geheugen, in het vergelijken van gelijksoortige, maar toch verschillende producten van dezelfde of naburige grond. Proeven is weten Als wij iets willen weten over wijnen en hun aroma’s moeten wij ons verdiepen in de diverse druivenvariëteiten. Als wij geïnteresseerd zijn in hoe een wijn rijpt en van karakter verandert met de leeftijd, moeten wij de specifieke eigenschappen en mogelijkheden van de druif onderzoeken en leren herkennen. Het karakter van een druivenvariëteit is belangrijk voor de wijn: zoet, droog, zuurgraad, specifieke aroma’s. Houden wij van wijn met de smaak van eikenhouten vaten waarin hij is gerijpt ? Dan zullen wij moeten weten welke druif harmonieert met eikenhout en welke niet. Als wij geïntrigeerd zijn door de verschillen in smaak naar land en streek van herkomst, zal ons duidelijk worden dat wij daar weinig zinnigs over kunnen zeggen zonder iets te weten van de constante factor van het karakter van elke druivenvariëteit. Hoe meer wij ons verdiepen in factoren die invloed hebben op smaak en aroma van wijn, hoe meer wij ontdekken dat wij steeds weer uitkomen bij de druif. Ga maar na. U krijgt een glas voor U met daarin een lichte goudgroene wijn. Hij heeft de sprankelende geur van kruisbessen, passievrucht en limoen. U proeft hem en de lichte zuurheid doet Uw tanden tintelen, de frisse citrussmaak spoelt Uw gehemelte schoon en wekt Uw eetlust op. Wie heeft deze wijn gemaakt ? Waar komt hij vandaan? Hij zou uit de Loirevallei kunnen komen,maar net zo goed uit Zuid-Afrika of Chili, uit Spanje of uit Noord-Italië. Maar ook uit Nieuw Zeeland. En welke druif is het? Als een wijn zo geurt en smaakt, moet het haast wel een sauvignon blanc zijn. Het unieke en Proefboek NWG Commanderij Rijk van Nijmegen, seizoen 2013 -2014 door Petja Klaarhamer
herkenbare karakter van deze wijn is verbonden met de druivenvariëteit sauvignon blanc. Het is verfijnd door het talent van de wijnboer en de wijnmaker. Het is aangepast of verdiept door de plaatselijke groeiomstandigheden. Maar de kern wordt bepaald door de druif. De suvignon blanc is nu eenmaal een bijzondere druif met een uitgesproken smaak. Dat geldt ook voor de Viognier met zijn krachtige geur van abrikoos en meibloesem, de gewürztraminer met zijn muskusachtige geurexplosie van rozenblaadjes en lichivruchten, en de muscatmet zijn overweldigende kas-druifaroma. Riesling is iets subtieler, maar onmiskenbaar in zijn unieke combinatie van hoge zuurgraad en bloemige citrusaroma’s.De boterige rijpheid van de nootachtige chardonnay wordt bereikt door rijping op houten vaten, maar er is geen andere druif, waar ook verbouwd, die met dezelfde behandeling precies die smaak ontwikkelt. Rode-wijn druiven zijn vaak minder uitgesproken van smaak. Dat wordt nog versterkt door het overenthousiaste gebruik van jong eikenhout om de wijn te laten rijpen, waardoor de spannende eigen geur van veel druiven verloren gaat. Maar er bestaan nog steeds goede rode-wijndruifvariëteiten. De ongeëvenaardeen robuuste looigeur met zwarte bes van cabernet sauvignon; de vluchtige aarbeienen kersengeur van de pinot noir; het vleugje zure kers en en kruiden van de sangiovese, het damastpruimaroma en de viooltjeslucht van malbec, de mengeling van een vleug gedroogde pruim met iets chocoladeachtigs van ded shiraz – al deze wijnervaringen nen nog meer, zijn bovenal te danken aan de bijzondere eigenschappen van de druivenvariëteit. In dit licht bezien is het opmerkelijk dat de rol van de druif lang is ondergewaardeerd. Misschien kwam dit wel mede door het feit dat maar weinig mensen – inclusief wijnkenners en – producenten – echt wisten hoe een bepaalde druif moest smaken. Door de moderne wijnbedreidingstechnieken van de ‘Nieuwe Wereld’ is het echter mogelijk de beoogde smaak van de druif vast te stellen en te verdiepen. Voorheen dichtte men een speciale smaak van een wijn liever toe aan de plek waar de druif verbouwd werd. De Fransen noemen dat ‘terroir’. Men herkende een wijn aan de smaak van de mineralen of een bepaalde grondsoort, die waarschijnlijk meer met de wijngaard en het ouderwetse wijnbereidingsprocédé te maken had, dan met de betreffende druif. Vandaar de bijnaobsessieve aandacht van kenners en proevers voor de bijzondere geboorteplaats van een wijn, in plaats van voor het hoofdbestanddeel ervan: het sap van de druif. Toen de wijnmakers van de Nieuwe Wereld brutaalweg de wijnwereld binnenstapten, veranderde alles. In Australië en Californië, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika en Chili kon men niet bogen op een traditie en histgorisch belang van wijngaarden. Veel van de volkomen identieke wijngaarden daar waren zelfs nog maar net geplant. Het enige wat zij met hun ultramoderne wijnbereidingstechnieken konden vertellen, was het verhaal over de druif zelf en de smaak die deze gaf aan de wijn. De invoering en etikettering van wijnen naar druivenvariëteit heeft de wijnwereld vereenvoudigd. Iedere wijndrinker kan nu op grond van duidelijke informatie zijn of haar favoriete wijn kiezen. Meer dan dat zelfs, want hoe meer wij over een wijn te weten komen, hoe meer wij verlangen naar variatie. De variëteisaanduiding maakt het gemakkelijker onze kennis en ervaring ervaring te verrijken. Natuurlijk kunnen wij vasthouden aan onze favoriete landen en streken, wijnmakers of wijngaarden, maar de kennis van de druif is onze gids.
Proefboek NWG Commanderij Rijk van Nijmegen, seizoen 2013 -2014 door Petja Klaarhamer
Costers del Segre
De DO dankt zijn naam aan aan de rivier de Segre. Letterlijk betekent de naam “oevers van de Segre” Deze rivier voert water af vanuit de Pyreneeën en komt uit in de Ebro. Het gebied ligt rond de stad Lleida (Lérida) in de gelijknamige provincie, in het binnenland van zuidelijk Catalonië. Het wijnbouwgebied bestaat uit een aantal los van elkaar liggende districten, op tamelijk vlak land aan de voet van de Pyreneeën. De districten zijn:
Pallars Jussá Artesa Vall de Riucorb Les Garrigues Segria Raimat
Het laatstgenoemde district is het kleinst, maar bezit de meeste wijngaarden. Heel Costers del Segre telt 4.800 hectaren en daarvan is 2.250 hectaren in het district Raimat, van het huis Raimat. Het is onmogelijk om de geschiedenis van Costers del Segre los te zien van het huis Raimat. In 1914 kocht Don Manuel Raventós, eigenaar van het cavabedrijf Codorníu 15 kilometer ten westen van Lleida 3.000 hectaren ‘woestijn met één boom en een op een heuvel gelegen kasteel’. Nu bijna een eeuw later is er een van de belangrijkste wijnbedrijven van Spanje gevestigd – samen met Torres is Raimat de leidende kracht achter de revolutie in de Spaanse wijnbouw. Momenteel is het een haast ouderwetse, op zichzelf staande ‘Seniorio’(Heerlijkheid), met een eigen spoorwegstation, school, huizen en zelfs een voetbalstadion. Er staat ook een futuristisch wijnbedrijf met spiegelende wanden, Californische technologie en enkele van de beste Spaanse wijnen van uitheemse druiven. Raimat produceert op de genoemde 2.250 hectaren zestien verschillende wijnen. Een aantal daarvan geniet inmiddels een internationale reputatie, bijvoorbeeld de Chardonnay, de Cabernet Sauvignon en de Abadia, een cuvee op basis van cabernet sauvignon met merlot, tempranillo en pinot noir. In het kielzog van Raimat en natuurlijk op initiatief van Raimat heeft het gebied sinds 1998 de DOstatus. In het subgebied Artesa worden vooral rode wijnen gemaakt, in Les Garrigues en Vall de Riucorb witte wijnen van de traditionele Spaanse variëteiten. Alle subgebieden liggen in de provincie Llérida, behalve één dat in Tarragona ligt. Costers del Segre werd er door sommigen van beschuldigd een “samengeraapte” D.O. te zijn, opgericht om Raimat bestaansrecht te geven en tegelijk de omringende gebieden aan te moedigen te werken aan kwaliteit en onderscheidende wijnen te maken. De ontwikkeling heeft er in ieder geval toe bijgedragen dat Raimat een belangrijke speler op de wereldmarkt is geworden (vooral in de VS natuurlijk) en in hun kielzog zijn enkele bodega’s die tot dan Proefboek NWG Commanderij Rijk van Nijmegen, seizoen 2013 -2014 door Petja Klaarhamer
toe vooral bulkwijnen produceerden, ook actief geworden op de exportmarkt, terwijl andere kleinere bedrijven bezig zijn om internationale erkenning te verkrijgen. Al deze ontwikkelingen werden geholpen door de wijziging in de D.O. wijnwetgeving in april 1992. Er werden 45 nieuwe gemeenten toegevoegd, met wijngaarden van goede kwaliteit. De wijnen van deze streken werden vroeger zonder D.O.-status verkocht.We kunnen dus zeggen dag Costers del Segre een volledige D.O. is met een keur aan wijnhuizen, van het type ‘elite-bodega’ tot coöperaties en zelfstandige bodega’s en – nog steeds- de reus Raimat. Wijnbereiding In de meeste moderne bedrijven gebruikt men keramische gistingstanks voor blauwe druiven ( het persen van de druiven geschiedt door het gewicht van de bovenliggende druiven, met een maximum van 60 % sap); en de pneumatische persen voor witte druiven (ook hier weer met een maximum van 60 % sap). De most van blauwe gist in de keramische tanks en wordt met behulp van koud water op een temperatuur van 26 tot 28 °C. gehouden. Na de alcoholische gisting wordt de wijn van vaste bestanddelen (schilletjes, pitjes en steeltjes) gescheiden om in een andere tank de malolactische gisting te ondergaan. Most van witte druiven wordt wordt gefilterd en in dubbelwandige roestvrijstalen tanks gepomt, waar de gisting op 18 °C. geschiedt. Daarna wordt de wijn overgebracht in koeltanks, waar bij een lagere temperatuur de wijnsteenneerslag en stabilisatie plaats vindt. Het klimaat Het gebied heeft een stabiel continentaal klimaat, zoals ook elders in het zuidelijke Catalaanse binnenland. er valt tussen de 400 en 450 mm. neerslag en de zon schijnt gemiddeld 2.800 uren per jaar. Zomers is het overdag warm en ’s nachts koud. In de winter kan het kwik tot onder nul dalen. De wijnen Er zijn tal van druivenrassen toegestaan in de DO Costers del Segre. De belangrijkste witte zijn: maccabeo xarel.lo (druiven die vooral voor de productie parellada garnacha blanca van Cava gebruikt worden) riesling sauvignon blanc chardonnay Veel van de druivenaanplant buiten dat van Raimat wordt aangewend voor de Cava-productie De belangrijkste blauwe druiven zijn: garnacha negra/garnacha tinta tempranillo/ ull de llebre, soms ook ‘gotim bru’ (blauwe tros) genoemd monastrell trepat mazuelo cariñena cabernet sauvignon merlot pinot noir syrah In ons land worden inmiddels naast de grote producenten als Raimat en Castell del Remei ook wijnen van kleinere bodega’s geïmporteerd. Wij noemen er een aantal: Bodegas Costers de Sió Cérvoles Celler L’Olivera Tomas Cusine Mas Blanch I Jove Clos Pons
www.costersio.com www.cervoles.com www.olivera.org www.tomascusine.com www.masblancheijove.com www.grup-pons.com
Proefboek NWG Commanderij Rijk van Nijmegen, seizoen 2013 -2014 door Petja Klaarhamer