GEMEENTERAADSZITTING 16 NOVEMBER 2015 TOELICHTINGSNOTA DIENST SECRETARIE
Openbare zitting DEPARTEMENT GRONDGEBIEDSZAKEN 1
Vaststellen straatnaam voor de nieuwe straat binnen de verkaveling Vlietestraat op naam van B.V.B.A. MI CASA, gelegen aan de Vlietestraat. Principiële vaststelling.
Op 28.04.2015 werd een verkavelingsvergunning afgeleverd aan B.V.B.A. MI CASA voor gronden gelegen aan de Vlietestraat in Hulste. De verkaveling bestaat uit zeven loten, waarvan er drie gelegen zijn langs de Vlietestraat en vier loten worden ontsloten via één nieuwe openbare weg. De verkaveling wenst de sfeer van een woonerf te creëren. In de procedure straatnaamgeving wordt normaliter in eerste instantie informeel advies ingewonnen bij de Stedelijke Cultuurraad en de heemkundige kring “De Roede van Harelbeke”. Op die manier kan er door hen gezocht worden naar een toponiem of een thema. Voor het geval de Stedelijke Cultuurraad en de heemkundige kring geen toponiem of thema vonden, werd door het college voorgesteld om de nieuwe straat “Eenhanaplein” te noemen. Hiermee wordt de stedenband die de stad Harelbeke heeft aangegaan met de stad Eenhana in Namibië in de verf gezet. Bovendien bestaat er in Harelbeke al een Kinheimstraat en Kindelstraat. Ook hiermee wou de stad Harelbeke zijn band met beide gemeenten benadrukken. Er werd op 25.06.2015 informeel advies ingewonnen bij de Stedelijke Cultuurraad en “De Roede van Harelbeke”. “De Roede van Harelbeke” laat in een brief van 26.08.2015 weten dat zij twee voorstellen hebben. 1.
Beldjehof
Beldje is een toponiem dat algemeen ingeburgerd was/is in het taalgebruik van Hulste. De Beldje is de driehoek die wordt gevormd door de Vlietestraat vanaf Hulstedorp, de Muizelstraat van aan haar begin tot aan de hoek met de Kasteelstraat en de Kasteelstraat, tot aan Hulstedorp. Hoewel het woord nergens terug is te vinden in geschreven bronnen in Hulste, wordt/werd het wel mondeling overgeleverd. 2.
Bosseniershof
Hoewel minder gelieerd aan de exacte locatie, maar wel aan de buurt en aan Hulste in het algemeen. De Sint-Pietersbosseniersgilde is de oudste vereniging van Hulste. De stichting ervan dateert van 1628. Haar ontstaansreden was het verdedigen van de ‘eigen haardstede’ en het nakomen van de verplichte diensten aan de vorst. De schuttersgilde bestaat nog altijd en heeft zijn schietstand in de Kasteelstraat, achter het dorpshuis De Rijstpekker. De Stedelijke Cultuurraad laat in een brief van 24.08.2015 weten dat de Cultuurraad, zoals in het verleden het advies van “De Roede van Harelbeke” volgt.
Verder vermelden zij dat zij de voorkeur geven aan de volgende namen boven Eenhanastraat: -
Vlietehof (aangezien het om een doodlopende straat gaat) Roland Garrosstraat Vlaskapellenstraat (als verwijzing naar het verleden van Hulste) Renaat Honoréstraat (een gesneuvelde oudstrijder uit Hulste, die ligt begraven op het militaire kerkhof van Ramskapelle) Sylvain Wittouckstraat (oud-secretaris van Hulste)
In een gemeenteraadszitting heeft raadslid Hilde De Bruyne een aantal aanvullende suggesties gedaan. De nieuwe openbaar weg situeert zich tussen het dienstencentrum “De Rijstpekker” en het vroegere café “De Rijstpekker”, vandaar het voorstel: “Rijstpekkersstraatje”, “Rijstpekkershoekje”, Rijstpekkerspleintje”. Uit alle suggesties heeft het college op 20.10.2015 beslist om de nieuwe straat de naam ‘Vlietehof’ te geven. De gemeenteraad dient thans de nieuwe straatnaam ‘Vlietehof’ principieel vast te stellen. Aansluitend aan deze beslissing volgt een openbaar onderzoek van minstens dertig dagen. Gelijktijdig wordt het formeel advies ingewonnen van de Stedelijke Cultuurraad en “De Roede van Harelbeke”. Dit advies alsook eventuele bezwaarschriften dienen binnen dertig dagen ingediend te worden bij het stadsbestuur. In een laatste fase dient de gemeenteraad het voorstel van een nieuwe straatnaam definitief vast te stellen.
2
Vlaamse energielening. Samenwerkingsovereenkomst met Energiehuis W13. Goedkeuring.
Sinds eind 2008 worden er energieleningen toegekend aan de inwoners van de gemeenten van Zuid-West-Vlaanderen. Tot 2015 trad het Welzijnsconsortium op als energiehuis (de voormalige Lokale Entiteit). Sinds begin dit jaar neemt het OCMW Kortrijk deze taak op zich. Dit gebeurt als overgangsmaatregel en in afwachting van de interlokale vereniging voor sociaal beleid. De gemeenteraad keurde op 19.01.2015 de samenwerkingsovereenkomst met het OCMW Kortrijk goed. De erkenning loopt af op 31.12.2015. Ondertussen is de interlokale vereniging voor sociaal wonen een feit en voldoet deze aan de juridische vereisten om op te treden als energiehuis voor de regio. Mits goedkeuring van de gemeenten en OCMW’s, stelt W13 zich kandidaat om op te treden als Energiehuis voor het verstrekken van energieleningen en dit voor de regio Zuid-West-Vlaanderen. De erkenning wordt in een nieuwe samenwerkingsovereenkomst gegoten tussen W13 en het Vlaams Gewest. Wanneer W13 erkend wordt als Energiehuis, is er ook een nieuwe samenwerkingsovereenkomst nodig tussen W13 enerzijds en de stad Harelbeke en OCMW Harelbeke anderzijds. Deze overeenkomst gaat van start op 01.01.2016 – voor zover W13 intussen zelf erkend is als Energiehuis – en geldt voor een periode van 10 jaar vermeerderd met 10 jaar uitdooftijd. Bij het vervallen van de overeenkomst tussen het Energiehuis en het Vlaams Gewest vervalt de opdracht en het voorwerp van de overeenkomst.
In 2015 nam het Vlaams Gewest de taak van het FRGE (Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost) over en werden een aantal wijzigingen doorgevoerd, die zullen worden opgenomen in de nieuwe overeenkomst tussen W13 en het Vlaams Gewest. De voornaamste wijzigingen zijn: • de korf energiebesparende maatregelen werd geharmoniseerd en gelimiteerd midden 2015, waardoor o.a. zonnepanelen in aanmerking komen; • de particulier behorend tot de doelgroep kan een lening aangaan voor de aankoop van bepaalde huishoudelijke toestellen; • de termijn waarin de particulier behorend tot de doelgroep de terugbetaling moet verzekeren kan in bepaalde situaties verlengd worden tot 10 jaar. Tot heden kenden de leningen een maximum looptermijn van 60 maand; • een particulier kan een tweede lening aangaan eenmaal de eerste lening volledig afbetaald werd. De nieuwe overeenkomst tussen W13 en de stad/OCMW Harelbeke bevat verschillen tegenover de overeenkomst die momenteel lopende is tussen het Energiehuis OCMW Kortrijk en de lokale besturen, waarvan de voornaamste zijn: • Terminologie. We spreken over een Energielening i.p.v. FRGE-lening. We spreken over Energiehuis i.p.v. de Lokale Entiteit. We spreken over het Vlaams Energieagentschap i.p.v. FRGE. • Duurtijd van de overeenkomst. Er wordt een termijn van 10 jaar voorgesteld. De leningen worden afbetaald binnen een termijn van 5 jaar. Leningen aangegaan door kredietnemers behorend tot de doelgroep, met uitzondering van de leningen aangegaan voor de aankoop van huishoudelijke toestellen, kunnen verlengd worden tot een periode van 10 jaar. De verlenging wordt bepaald door de terugverdientijd van de investering. Door deze wijziging werd de looptijd van de lening en het maximumbedrag dat ontleend kan worden niet langer opgenomen in de overeenkomst, maar wordt verwezen naar de samenwerkingsovereenkomst tussen het Vlaams Gewest en het Energiehuis. De overeenkomst tussen het Vlaams Gewest en het Energiehuis wordt opgetrokken tot een verlengbare termijn van 5 jaar. • Clausule in de kredietovereenkomst. De kredietovereenkomst die wordt afgesloten met een kredietnemer bevat een clausule waarin hij zich bij wanbetaling akkoord verklaart met loonafstand. Wie tot de doelgroep behoort, ondertekent een clausule voor het aanvaarden van budgetbegeleiding of -beheer van het OCMW van de gemeente waar de particulier zijn woonplaats heeft, of bij een andere erkende schuldbemiddelingsdienst, indien zich een probleem van terugbetaling stelt. In sommige situaties zorgt deze opsplitsing voor problemen, bv. bij borgstelling. Vandaar dat voor de doelgroep beide clausules voorzien worden. De gemeenten stelden zich borg tot 95 % van het ontleende kapitaal inclusief intresten en andere kosten voor zover het Vlaams Gewest hiervoor niet tussenkomt. Tot april 2011 namen ze de financiering van de rente (2 %) voor de leningen aan de doelgroep van de meest behoeftigen ten laste. Nadien besliste het Vlaams Gewest dat de doelgroep een renteloze lening kon verkrijgen. De dossiers van voor die datum die nog lopende zijn, blijven onder de vroegere regeling vallen. De concreet voorgestelde wijzigingen hierboven hebben geen financiële impact voor de stad. Het college van burgemeester en schepenen ging op 13.10.2015 principieel akkoord met de kandidaatstelling van W13 als Energiehuis en met de voorgestelde samenwerkingsovereenkomst.
Het college besliste om schepen David Vandekerkhove af te vaardigen in de beleidsgroep voor het Energiehuis en de algemeen adviseur van Woonwijs als administratieve contactpersoon aan te stellen. De OCMW-raad keurde de samenwerkingsovereenkomst goed op 22.10.2015. De samenwerkingsovereenkomst wordt ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd. De gemeenteraad is bevoegd op grond van art. 42 par. 1 van het gemeentedecreet (restbevoegdheid van de gemeenteraad).
3
Renovatie van cc Het SPOOR - studieopdracht. Goedkeuren bestek, raming (77.272,72 euro + 21 % btw) en gunningswijze.
In het strategisch meerjarenplan is voorzien dat er een plan van aanpak dient opgemaakt te worden voor een gefaseerde grondige renovatie van cc Het SPOOR. In het kader van de opdracht “Renovatie van CC 't Spoor - studieopdracht” werd een bestek opgesteld door het departement grondgebiedszaken. De uitgave voor deze opdracht van diensten wordt geraamd op 77.272,72 euro excl. btw of 93.499,99 euro incl. 21 % btw. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de open offerteaanvraag waarbij de opdracht dient te worden gegund aan de inschrijver die een regelmatige offerte heeft ingediend, die de economisch voordeligste is vanuit het oogpunt van de aanbestedende overheid, rekening houdende met de gunningscriteria. De gemeenteraad is bevoegd nu het gaat om een bestek inzake een overheidsopdracht die niet opgenomen werd in het begrip dagelijks bestuur, gezien het ramingsbedrag op het investeringsbudget hoger is dan 8.500 euro en het project niet nominatief in het budget is voorzien (toepassing art. 43 par 2., 11° van het gemeentedecreet). De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2015, op budgetcode 221007/070510-VT-VT 38 (actieplan AP9.6) (Actie 9.6.3).
DEPARTEMENT FACILITY 4
Dakrenovatie burelen jeugddienst en jeugdcentrum TSAS. Goedkeuren bestek, raming (18.127,50 euro + 21 % btw) en gunningswijze.
Voor deze werken werd al in de gemeenteraad van 13.07.2015 een bestek goedgekeurd. Er werden echter geen geldige offertes ontvangen hiervoor. Het bestek werd herbekeken en ligt in zijn aangepaste vorm terug voor ter goedkeuring. In het kader van deze opdracht werd een bestek opgesteld door het departement facility. De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 18.127,50 euro excl. btw of 21.934,28 euro incl. 21 % btw. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, gezien de aard van de bestelling (raming lager dan 85.000 euro) en gezien deze gunningswijze aan de stad de meeste waarborgen biedt betreffende prijsvorming en service. Door het vooraf selecteren van minimum drie aannemers speelt de concurrentie, maar anderzijds blijft de zekerheid dat de aangeschreven aannemers over de nodige vakkennis en deskundigheid beschikken.
De gemeenteraad is bevoegd nu het gaat om een bestek inzake een overheidsopdracht die niet opgenomen werd in het begrip dagelijks bestuur, gezien het ramingsbedrag op het investeringsbudget hoger is dan 8.500 euro en het project niet nominatief in het budget is voorzien (toepassing art. 43 par 2.11° van het gemeentedecreet). De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2015 op budgetcode 221000/075010-VT-VT 70.
5
Instrumenten Stedelijke Academie voor Muziek en Woord (SAMW). Goedkeuren bestek, raming (12.396,82 euro + 21 % btw) en gunningswijze.
Deze opdracht betreft het aankopen van verschillende muziekinstrumenten ter aanvulling voor verschillende muziekklassen. In het kader van de opdracht “Instrumenten SAMW” werd een bestek met nr. NH-297 opgesteld door mevrouw Naira Harutjunjan, departement facility - aankoop. Deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen: * Perceel 1 (Orff instrumenten) raming: 1.818,18 euro excl. btw of 2.200 euro incl. 21 % btw; * Perceel 2 (Buffetpiano) raming: 2.148,76 euro excl. btw of 2.600 euro incl. 21 % btw; * Perceel 3 (Dwarsfluiten) raming: 1.900,83 euro excl. btw of 2.300 euro incl. 21 % btw; * Perceel 4 (Cornets) raming: 6.529,05 euro excl. btw of 7.900,15 euro incl. 21 % btw. De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 12.396,82 euro excl. btw of 15.000,15 euro incl. 21 % btw. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2015 op budgetcode 230000/082010-WOL-WOL 20. Aan de gemeenteraad wordt het bestek, de raming en de gunningswijze ter goedkeuring voorgelegd. De gemeenteraad is bevoegd gezien het een uitgave in het investeringsbudget betreft en de opdracht niet behoort tot het dagelijks bestuur noch nominatief in het budget is voorzien (toepassing art. 43 par. 2, 11° van het gemeentedecreet).
DEPARTEMENT MANAGEMENT EN PERSONEEL 6
Activeringsheffing. Vaststelling.
1.
Aanleiding en overwegingen
Volgende belastingen lopen tot 31.12.2015: -
de belasting op niet-bebouwde percelen gelegen in een niet-vervallen verkaveling (gemeenteraad van 22.12.2008 en 11.05.2009); - de belasting op niet-bebouwde gronden gelegen in een gebied bestemd voor wonen en industrie palend aan een openbare weg die voldoende is uitgerust (idem). Op basis van de financiële toestand van de stad is het aangewezen de continuïteit in de heffing van deze belastingen vanaf 01.01.2016 te garanderen.
Ondertussen is het decretale kader gewijzigd, zodat de verderzetting van deze belasting voor bouwgronden en kavels dient te gebeuren onder de term activeringsheffing (zie het decreet van 27.03.2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, ook afgekort als DGPB, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken de artikelen 3.2.5 tot en met 3.2.16 en 7.3.4). Het DGPB stelt in zijn artikel 3.2.5. een aantal verplicht na te leven bepalingen in verband met minimaal te hanteren tarieven indien de activeringsheffing wordt ingevoerd. De verderzetting van de belasting onder de titel “activeringsheffing” is, in meer, verder gegrond op volgende motieven: -
-
Het is wenselijk om blijvend potentiële woonlocaties vrij te maken en om blijvend grondspeculatie tegen te gaan. Daartoe is het wenselijk om realiseerbare onbebouwde gronden en onbebouwde kavels te activeren. De bestendiging van de eerder genoemde belastingen onder de benaming van een activeringsheffing laat toe om de eigenaars van die gronden en kavels daartoe aan te sporen. De voorziene vrijstellingsbepalingen viseren allemaal situaties waarin in redelijkheid niet van grondspeculatie sprake kan zijn. De voorgelegde nota van 29.09.2015 waarin ook de tariefstructuur wordt beargumenteerd.
De overgangsbepaling onder art. 7 eerste lid is verantwoord op grond van het financieel belang van de stad, de nagestreefde activering en het nagestreefd tegengaan van speculatie. Wanneer de overgangsbepaling niet zou worden voorzien – ook al zouden er slechts een beperkt aantal toepassingsgevallen zijn – dan zou dit, minstens voor de gronden die aan een nieuw lager tarief zouden zijn belast dan het hogere opgebouwde tarief, haaks staan op het doel van de belasting. Zonder de overgangsbepaling zou de belastingplichtige die het langst de grond niet bebouwt bij de start van het nieuwe reglement eventueel een belastingvoordeel doen. Het zou in hoofde van de stad ook een financieel verlies vormen en zo strijden met het financieel belang van de stad. Het voorstel wordt besproken in de gemeenteraadscommissie grondgebiedszaken op 14.10.2015. De gemeenteraad is bevoegd op grond van art. 43 par. 2, 15° van het gemeentedecreet. 2.
Voorgestelde beslissing
De gemeentelijke activeringsheffing wordt onder de titel “Activeringsheffing” vastgesteld voor de aanslagjaren 2016 tot en met 2021. Het tarief van de belasting wordt vastgesteld als volgt : a. In het stedelijk gebied zoals afgebakend door het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Afbakening regionaal stedelijk gebied Kortrijk”. a.1. In de zone “stadskern Harelbeke” aangeduid als zone a.1. op het bij deze beslissing gevoegde en door de gemeenteraad goedgekeurde plan: 62 euro per strekkende meter lengte van de onbebouwde kavel of de onbebouwde bouwgrond palende aan de straat met een minimale aanslag van 1.250 euro per kavel of bouwgrond. a.2. In de zone “Gemengde woongebieden Harelbeke” aangeduid als zone a.2. op het bij deze beslissing gevoegde en door de gemeenteraad goedgekeurde plan:
50 euro per strekkende meter lengte van de onbebouwde kavel of de onbebouwde bouwgrond palende aan de straat met een minimale aanslag van 1.000 euro per kavel of bouwgrond. a.3. In de zone “Centrumgebied Stasegem” aangeduid als zone a.3. op het bij deze beslissing gevoegde en door de gemeenteraad goedgekeurde plan: 17,50 euro per strekkende meter lengte van de onbebouwde kavel of de onbebouwde bouwgrond palende aan de straat met een minimale aanslag van 262,50 euro per kavel of bouwgrond. a.4. In alle gebieden die binnen het stedelijk gebied zijn gelegen en niet onder a.1., a.2. of a.3. vallen, gebieden aangeduid als zone a.4. op het bij deze beslissing gevoegde en door de gemeenteraad goedgekeurde plan : 15 euro per strekkende meter lengte van de onbebouwde kavel of de onbebouwde bouwgrond palende aan de straat met een minimale aanslag van 150 euro per kavel of bouwgrond. b. In het buitengebied zoals afgebakend door het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Afbakening regionaal stedelijk gebied Kortrijk” b.1. In het “Kerngebied Hulste” aangeduid als zone b.1. op het bij deze beslissing gevoegde en door de gemeenteraad goedgekeurde plan: 15 euro per strekkende meter lengte van de onbebouwde kavel of de onbebouwde bouwgrond palende aan de straat met een minimale aanslag van 150 euro per kavel of bouwgrond. b.2. In het “Kerngebied Bavikhove” aangeduid als zone b.2. op het bij deze beslissing gevoegde en door de gemeenteraad goedgekeurde plan: 15 euro per strekkende meter lengte van de onbebouwde kavel of de onbebouwde bouwgrond palende aan de straat met een minimale aanslag van 150 euro per kavel of bouwgrond. b.3. In het “Verblijfsgebied rond de kernen Hulste en Bavikhove” bedoeld in b.1. en b.2., gebied aangeduid als zone b.3. op het bij deze beslissing gevoegde en door de gemeenteraad goedgekeurde plan: 13 euro per strekkende meter lengte van de onbebouwde kavel of de onbebouwde bouwgrond palende aan de straat met een minimale aanslag van 130 euro per kavel of bouwgrond. Voormelde tarieven en minimale aanslagen worden jaarlijks verhoogd met 3 % vanaf het jaar volgend op het jaar waarop de belasting voor het eerst is verschuldigd. In de zones a.1. en a.2. wordt deze verhoging vermenigvuldigd met een factor 2. Voor de overige bepalingen, waaronder de vrijstellingsbepalingen, wordt verwezen naar het ontwerp van reglement dat zich in het dossier bevindt.
7
Belasting op onbebouwde gronden in gebieden bestemd voor industrie. Vaststelling.
1.
Aanleiding en overwegingen
Volgende belastingen lopen tot 31.12.2015: -
de belasting op niet-bebouwde percelen gelegen in een niet-vervallen verkaveling (gemeenteraad van 22.12.2008 en 11.05.2009); de belasting op niet-bebouwde gronden gelegen in een gebied bestemd voor wonen en industrie palend aan een openbare weg die voldoende is uitgerust (idem).
Op basis van de financiële toestand van de stad is het aangewezen de continuïteit in de heffing van deze belastingen vanaf 01.01.2016 te garanderen. Ondertussen is het decretale kader gewijzigd, zodat de verderzetting van deze belasting voor bouwgronden en kavels dient te gebeuren onder de term activeringsheffing (zie het decreet van 27.03.2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, ook afgekort als DGPB, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken de artikelen 3.2.5 tot en met 3.2.16 en 7.3.4). Het DGPB stelt in zijn artikel 3.2.5. een aantal verplicht na te leven bepalingen in verband met minimaal te hanteren tarieven indien de activeringsheffing wordt ingevoerd. Voor onbebouwde gronden in gebieden bestemd voor industrie dient een afzonderlijk reglement vastgesteld op basis van art. 5.6.2. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). Dit artikel bevat ook verplichte vrijstellingen, net zoals art. 143 par. 2 van het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijk ordening van 18.05.1999. De verderzetting van de belasting voor onbebouwde gronden in gebieden bestemd voor industrie onder de titel “Belasting op onbebouwde gronden in gebieden bestemd voor industrie” is, in meer, verder gegrond op volgende motieven: -
-
Het is wenselijk om blijvend industriële locaties vrij te maken en om blijvend in dat verband grondspeculatie tegen te gaan. Daartoe is het wenselijk om realiseerbare onbebouwde industriegronden in gebieden voor industrie te activeren. De bestendiging van de eerder genoemde tweede belasting onder de titel “Belasting op onbebouwde gronden in gebieden bestemd voor industrie” laat toe om de eigenaars van die gronden daartoe aan te sporen. De voorziene vrijstellingsbepalingen zijn decretaal verplichte vrijstellingen. De voorgelegde nota van 29.09.2015 waarin ook de tariefstructuur wordt beargumenteerd.
De overgangsbepaling onder art. 7 eerste lid is verantwoord op grond van het financieel belang van de stad, de nagestreefde activering en het nagestreefd tegengaan van speculatie. Wanneer de overgangsbepaling niet zou worden voorzien – ook al zouden er slechts een beperkt aantal toepassingsgevallen zijn – dan zou dit, minstens voor de gronden die aan een nieuw lager tarief zouden zijn belast dan het hogere opgebouwde tarief, haaks staan op het doel van de belasting. Zonder de overgangsbepaling zou de belastingplichtige die het langst de grond niet bebouwt bij de start van het nieuwe reglement eventueel een belastingvoordeel doen. Het zou in hoofde van de stad ook een financieel verlies vormen en zo strijden met het financieel belang van de stad. Het voorstel werd besproken in de gemeenteraadscommissie grondgebiedszaken op 14.10.2015. De gemeenteraad is bevoegd op grond van art. 43 par. 2, 15° van het gemeentedecreet.
2.
Voorgestelde beslissing
De gemeentelijke belasting op onbebouwde gronden in gebieden bestemd voor industrie wordt onder de titel “Belasting op onbebouwde gronden in gebieden bestemd voor industrie” vastgesteld voor de aanslagjaren 2016 tot en met 2021. Het tarief van de belasting wordt vastgesteld als volgt: a. In het stedelijk gebied zoals afgebakend door het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Afbakening regionaal stedelijk gebied Kortrijk”. 12,50 euro per strekkende meter lengte aan de straat met een minimale aanslag van 250 euro per kadastraal perceel. b. In het buitengebied zoals afgebakend door het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Afbakening regionaal stedelijk gebied Kortrijk” 6,20 euro per strekkende meter lengte aan de straat met een minimale aanslag van 125 euro per kadastraal perceel. Voormelde tarieven en minimale aanslagen worden jaarlijks verhoogd met 3 % vanaf het jaar volgend op het jaar waarop de belasting voor het eerst is verschuldigd. Voor het overige, waaronder de vrijstellingsbepalingen, wordt verwezen naar het ontwerp van reglement dat zich in het dossier bevindt.
8
Mijn Huis. Buitengewone algemene vergadering van 26.11.2015. Goedkeuren statutenwijziging.
Op 02.10.2015 ontving de stad een schrijven van CVBA Mijn Huis dat meldt dat een statutenwijziging zal worden voorgelegd aan de buitengewone algemene vergadering van CVBA Mijn Huis op 26.11.2015. De wijziging gebeurt n.a.v. een besluit van de Vlaamse regering van 16.05.2014, waarbij de sociale huisvestingsmaatschappijen zich dienen te confirmeren aan dit besluit uiterlijk tegen 31.12.2015. De inwerkingtreding van deze statutenwijziging kan evenwel uitgesteld worden tot uiterlijk de algemene vergadering van 2019. De stad Harelbeke is vennoot van CVBA Mijn Huis. De aanpassing van de statuten dient te gebeuren om ze in overeenstemming te brengen met het besluit van de Vlaamse regering van 16.05.2014 tot bepaling van de nadere regels met betrekking tot de beheeraspecten van sociale huisvestingsmaatschappijen en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 22.10.2010 tot vaststelling van de aanvullende voorwaarden en de procedure voor de erkenning als sociale huisvestingsmaatschappij en tot vaststelling van de procedure voor de beoordeling van de prestaties van sociale huisvestingsmaatschappijen. Het besluit van de Vlaamse regering bepaalt dat de algemene vergadering de nodige aanpassingen dient uit te voeren aan de statuten en aan de samenstelling van de raad van bestuur om te voldoen aan de bepalingen van artikel 19 van onderhavig besluit, ten laatste op 01.01.2016.
Artikel 19 van het desbetreffend besluit van de Vlaamse regering van 16.05.2014 stelt het volgende: “Aan artikel 3, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse regering van 22.10.2010 tot vaststelling van de aanvullende voorwaarden en de procedure voor de erkenning als sociale huisvestingsmaatschappij en tot vaststelling van de procedure voor de beoordeling van prestaties van sociale huisvestingsmaatschappijen, wordt een punt 6 toegevoegd, dat luidt als volgt: “6° een raad van bestuur aanstellen met ten minste een derde van de aangestelde leden van een ander geslacht en die maximaal uit het volgende aantal leden bestaat: a) vijf leden voor een sociale huisvestingsmaatschappij die minder dan 500 sociale huurwoningen in beheer heeft en die de laatste vijf jaar gemiddeld minder dan 10 sociale koopwoningen per jaar heeft gerealiseerd; b) negen leden voor een sociale huisvestingsmaatschappij die minstens 500 en minder dan 1500 sociale huurwoningen in beheer heeft of die de laatste vijf jaar gemiddeld minstens 10 sociale koopwoningen per jaar heeft gerealiseerd; c) dertien leden voor een sociale huisvestingsmaatschappij die minsten 1500 sociale huurwoningen in beheer heeft.” De statutenwijziging wordt aan de gemeenteraad ter goedkeuring voorgelegd. Deze is bevoegd op grond van art. 43 par. 2, 5° van het gemeentedecreet. Meteen dient de gemeenteraad ook te beslissen of de vertegenwoordiger van de stad al dan niet met het uitstel van de aanpassing van de statuten tot aan de algemene vergadering van 2019 akkoord kan gaan. De voornaamste wijzigingen luiden als volgt: 1. Aanpassing van artikel 13 van de statuten door de tekst te vervangen als volgt: “De vennootschap wordt bestuurd door een raad van bestuur, samengesteld uit minimum drie leden. De algemene vergadering waakt erover dat de samenstelling van de raad van bestuur in overeenstemming is met de toepasselijke bepalingen in het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en haar uitvoeringsbesluiten. De duur van hun mandaat wordt vastgesteld op zes jaar. De bestuurders die hun mandaat vervullen als vertegenwoordiger van een provincie, een gemeente of een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, worden gekozen uit de kandidaten die door de openbare besturen in kwestie worden voorgedragen. Hun mandaat vervalt van ambtswege op verzoek van het openbaar bestuur dat hen heeft voorgedragen, aan de vennootschap betekend bij aangetekende brief. Als het Vlaams Gewest, een provincie, gemeenten en openbare centra voor maatschappelijk welzijn gezamenlijk de meerderheid van het maatschappelijk kapitaal bezitten, moeten hun afgevaardigden gezamenlijk de meerderheid bezitten in de raad van bestuur. De bestuurders zijn herkiesbaar. Bij het vacant worden van een mandaat van bestuurder dienen de kandidaat bestuurders hun eventuele kandidatuur kenbaar te maken aan de raad van bestuur minstens zeven kalenderdagen voor de algemene vergadering. Bij het vacant worden van een mandaat van bestuurder hebben de overblijvende bestuurders het recht voorlopig in de vacature te voorzien. Tijdens haar eerstvolgende bijeenkomst beslist de algemene vergadering over de definitieve benoeming. Wanneer een mandaat vacant wordt voor het verstrijken van de termijn ervan, beëindigt de benoemde bestuurder het mandaat van degene die hij vervangt. De raad kiest uit zijn leden een voorzitter en eventueel één of twee ondervoorzitters. De bestuurders worden enkel voor de duur van hun mandaat in die hoedanigheid benoemd. Het mandaat van bestuur is onverenigbaar met de functie van directeur of ander personeelslid van de vennootschap.”
2. Bevestiging en verduidelijking van de vertegenwoordiging van de vennootschap tegenover derden en dienovereenkomstige aanpassing van artikel 16 van de statuten. “De vennootschap wordt in feite en in rechte vertegenwoordigd door de voorzitter en de directeur of bij ontstentenis van één van hen door een ondervoorzitter.” 3. Schrapping van de tekst van artikel 21 van de statuten en hernummering van de artikelen van de statuten. 4. Machtiging aan de bestuurder(s) tot het uitvoeren van de besluiten die aangaande bovenvermelde punten van de agenda zullen genomen worden en tot coördinatie van de statuten.
9
Infrax West. Goedkeuren invoering retributiereglement elektriciteit en aardgas.
De gemeenteraad keurde op 18.05.2015 de statutenwijziging van Infrax West goed. Deze werd aanvaard op de bijzondere algemene vergadering van Infrax West op 02.06.2015. Hierdoor werd, in art. 54 laatste lid, de statutaire mogelijkheid gecreëerd om bij wijze van een gemeentelijk retributiereglement een retributie op te leggen aan Infrax West voor het gebruik van het openbaar domein in het kader van de uitvoering van de statutaire opdracht inzake elektriciteit en aardgas die de gemeenten aan Infrax West hebben toevertrouwd. Om een dergelijke implementatie mogelijk te maken is het noodzakelijk dat alle deelnemende gemeenten uniform en unaniem het retributiereglement goedkeuren. De retributie zal, ingevolge de beslissing van de raad van bestuur van Infrax West voor het jaar 2016 nog niet gelden voor kabeltelevisie. De gemeenteraad is bevoegd ingevolge artikel 43 par. 2, 15° van het gemeentedecreet.
10
Psilon (Intergemeentelijke Vereniging voor Crematoriumbeheer in ZuidWest-Vlaanderen). Bepalen mandaat twee vertegenwoordigers en twee plaatsvervangende vertegenwoordigers in de buitengewone algemene vergadering van 08.12.2015.
Op 13.10.2015 ontving de stad Harelbeke de uitnodiging tot de buitengewone algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging Psilon die plaats vindt op 08.12.2015 om 18.30 u. in het onthaalgebouw Horizon van het crematorium Uitzicht, Ambassadeur Baertlaan 5 te 8500 Kortrijk. De agenda ziet er als volgt uit: 1. Vaststelling werkprogramma 2016 2. Vaststelling begroting 2016 Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het mandaat van de twee vertegenwoordigers en twee plaatsvervangende vertegenwoordigers voor de buitengewone algemene vergadering van Psilon te bepalen van 08.12.2015. De gemeenteraad is bevoegd op grond van art. 43 par. 2, 5° van het gemeentedecreet en art. 44 het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke samenwerking.
De gemeenteraad heeft in zitting van 27.05.2013 mevrouw Eveline Lahousse, raadslid, en de heer Annick Vandebuerie, schepen, aangesteld als respectievelijk eerste vertegenwoordiger en tweede vertegenwoordiger voor de duur van de legislatuur. Mevrouw Inge Bossuyt, schepen, en de heer Eddy Glorieux, schepen, werden aangesteld als respectievelijk eerste plaatsvervangend vertegenwoordiger en tweede plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de duur van de legislatuur.
11
IMOG (Intergemeentelijke Maatschappij voor Openbare Gezondheid ZuidWest-Vlaanderen). Bepalen mandaat vertegenwoordiging in de buitengewone algemene vergadering van 15.12.2015.
Op dinsdag 15.12.2015 vindt de buitengewone algemene vergadering van IMOG plaats om 19.30 u. in de bedrijfszetel te Harelbeke, Kortrijksesteenweg 264. De agenda ziet eruit als volgt: 1. Strategie, beleidsplan en actieplan 2016 2. Begroting 2016 3. Varia De gemeenteraad heeft op 18.11.2013 de heer Tijs Naert, raadslid, als vertegenwoordiger en de heer David Vandekerckhove, schepen, als plaatsvervangend vertegenwoordiger aangesteld voor de duur van de legislatuur. De gemeenteraad is bevoegd op grond van art. 43 par. 2, 5° van het gemeentedecreet en art. 44 het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke samenwerking.
12
Leiedal. Bepalen mandaat vertegenwoordiging in de buitengewone algemene vergadering van 16.12.2015.
Op woensdag 16.12.2015 vindt de buitengewone algemene vergadering van Leiedal plaats om 17.00 uur in de grote zaal van de Intercommunale Leiedal, President Kennedypark 10 te 8500 Kortrijk. De agenda ziet eruit als volgt: 1. Jaaractieplan en begroting 2016. 2. Gemeentelijke bijdrage in de werkingskosten voor 2016. 3. Stand van zaken en mogelijke maatregelen in het kader van de programmawet 2014. 4. Aanvullende interesse in wederzijdse exclusiviteiten. 5. Varia. De gemeenteraad heeft in zitting van 19.05.2014 de heer Willy Vandemeulebroucke, raadslid, als vertegenwoordiger en mevrouw Eveline Lahousse, raadslid, als plaatsvervangend vertegenwoordiger aangesteld voor de duur van de legislatuur. De gemeenteraad dient de agenda goed te keuren en het mandaat van de vertegenwoordiging te bepalen. De gemeenteraad is bevoegd op grond van art. 43 par. 2, 5° van het gemeentedecreet en art. 44 het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke samenwerking.
13
WIV (West-Vlaamse Intercommunale Vliegveld Wevelgem-Bissegem). Bepalen mandaat vertegenwoordiging in de bijzondere algemene vergadering van 16.12.2015.
Op 23.10.2015 ontving de stad Harelbeke de uitnodiging tot de bijzondere algemene vergadering van de WIV (West-Vlaamse Intercommunale Vliegveld Wevelgem-Bissegem) die plaatsvindt op 16.12.2015 om 19.00 u. op de eerste verdieping van het stadhuis van Kortrijk, Grote Markt 54 te 8500 Kortrijk. De agenda ziet eruit als volgt: 1. Bespreking van luchthavenstrategie, activiteiten en begroting van de WIV voor het jaar 2016 overeenkomstig artikel 44 van het D.I.S. 2. Varia. Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het mandaat van de vertegenwoordiger en plaatsvervangende vertegenwoordiger voor de bijzondere algemene vergadering van 16.12.2015 van de WIV te bepalen. In zitting van de gemeenteraad van 18.11.2013 werd de heer Alexander De Waele, raadslid, aangeduid als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van WIV, en mevrouw Marijke Ostyn, raadslid, als plaatsvervangend vertegenwoordiger, beiden voor de duur van de legislatuur. In zitting van de gemeenteraad van 16.02.2015 werd mevrouw Fleur De Buck, raadslid, aangesteld als vertegenwoordiger voor de duur van de legislatuur in de algemene vergadering van de WIV dit naar aanleiding van het ontslag van de heer Alexander De Waele. Thans dient het mandaat van de vertegenwoordiging te worden bepaald. De gemeenteraad is bevoegd op grond van art. 43 par. 2, 5° van het gemeentedecreet en art. 44 het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke samenwerking.
14
Politiezone Deerlijk-Harelbeke. Vaststelling van de dotatie ten laste van het stadsbudget op zicht van de begroting 2016 van de Politiezone.
Aan de politieraad zal in zitting van 17.11.2015 de begroting van het dienstjaar 2016 van de Politiezone Gavers (Deerlijk en Harelbeke) ter goedkeuring worden voorgelegd. Op zicht van het ontwerp komt men tot de volgende dotaties ten laste van de participerende gemeenten: Harelbeke Deerlijk
: :
3.257.668,00 euro (72,2267 % van het totaal) 1.252.669,00 euro (27,7733 % van het totaal).
Het komt de gemeenteraad toe deze dotatie goed te keuren. De dotatie dienstjaar 2016 zal dan worden opgenomen in het budget 2016 van de stad Harelbeke.
DEPARTEMENT FINANCIËN 15
Kerkfabriek Sint-Salvator. Goedkeuren wijziging meerjarenplan 20142019.
Ingevolge het decreet van 07.05.2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten dienden de kerkbesturen over te gaan tot de opmaak van een meerjarenplan voor de periode 2014-2019. Het meerjarenplan kan herzien worden in de loop van de periode waarvoor het is opgemaakt. De meerjarenplannen en de wijzigingen zijn onderworpen aan het advies van het erkend representatief orgaan en aan de goedkeuring van de gemeenteraad. De gemeenteraad spreekt zich uit over de goedkeuring binnen een termijn van 100 dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het advies van het erkend representatief orgaan bij de gemeenteoverheid. Op 14.10.2015 heeft de stad een tweede meerjarenplanwijziging ontvangen via het Centraal Kerkbestuur van de kerkfabriek Sint-Salvator. Overzicht gemeentelijke toelagen: Exploitatietoelage
Investeringstoelage
2015 134.097,43 € 2015 0€
2015 na wijziging 141.849,63 € 2015 na wijziging 0€
2016 179.083,79 € 2016 0€
2016 na wijziging 179.083,79 € 2016 na wijziging 26.728,56 €
Het Bisdom Brugge, erkend representatief orgaan, verleent gunstig advies over deze tweede meerjarenplanwijziging. Er wordt aan de gemeenteraad voorgesteld de tweede wijziging van het meerjarenplan 2014-2019 van de kerkfabriek Sint-Salvator goed te keuren.
16
Kerkfabriek Sint-Petrus Hulste. Goedkeuren wijziging meerjarenplan 20142019.
Ingevolge het decreet van 07.05.2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, dienden de kerkbesturen over te gaan tot de opmaak van een meerjarenplan voor de periode 2014-2019. Het meerjarenplan kan herzien worden in de loop van de periode waarvoor het is opgemaakt. De meerjarenplannen en de wijzigingen zijn onderworpen aan het advies van het erkend representatief orgaan en aan de goedkeuring van de gemeenteraad. De gemeenteraad spreekt zich uit over de goedkeuring binnen een termijn van 100 dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het advies van het erkend representatief orgaan bij de gemeenteoverheid. Op 30.09.2015 heeft de stad een meerjarenplanwijziging ontvangen via het Centraal Kerkbestuur van de kerkfabriek Sint-Petrus Hulste. Overzicht gemeentelijke toelagen: Exploitatietoelage
2015 120.103 euro
2015 na wijziging 120.103 euro
2016 118.079 euro
2016 na wijziging 118.079 euro
Investeringstoelage
2015 20.466 euro
2015 na wijziging 0 euro
2016 6.179,00 euro
2016 na wijziging 26.363 euro
Het Bisdom Brugge, erkend representatief orgaan, verleent gunstig advies over deze meerjarenplanwijziging. Er wordt aan de gemeenteraad voorgesteld de wijziging van het meerjarenplan 20142019 van de kerkfabriek Sint-Petrus Hulste goed te keuren.
17
Kerkfabrieken. Budgetwijziging 2015 Sint-Salvator, Sint-Rita en SintAmandus. Aktename.
De budgetwijzigingen dienen voor 15 september van het lopende jaar gecoördineerd bij de gemeenteoverheid ingediend te worden door het Centraal Kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren, na voorafgaandelijk overleg met de gemeenteoverheid en samen met het advies van het erkend representatief orgaan. Op 28.10.2015 heeft de stad Harelbeke een budgetwijziging voor de kerkfabrieken SintSalvator, Sint-Rita en Sint-Amandus via het Centraal Kerkbestuur ontvangen. Het Bisdom Brugge, erkend representatief orgaan, verleent gunstig advies over deze budgetwijzigingen. Indien de gemeentelijke bijdrage in de budgetwijziging binnen de grenzen blijft van het bedrag opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, neemt de gemeenteraad hiervan akte binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van de budgetwijziging bij de gemeenteoverheid. Is dit niet het geval, dan dient de gemeenteraad de budgetwijziging goed te keuren binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van de budgetwijziging bij de gemeenteoverheid. Overzicht gemeentelijke toelagen:
Sint-Salvator Sint-Rita Sint-Amandus
Exploitatietoelage 141.849,63 € 27.927,20 € 0€
Investeringstoelage 0€ 23.309,20 € 95.769,33 €
Exploitatietoelage Meerjarenplan 141.849,63 € 31.126,07 € 3.218,57 €
Investeringstoelage Meerjarenplan 0€ 70.100 € 4.000 €
Het komt de gemeenteraad toe akte te nemen van de budgetwijziging 2015 van de kerkfabrieken Sint-Salvator, Sint-Rita en Sint-Amandus.
18
Kerkfabrieken. Aktename budget 2016.
Op basis van het meerjarenplan stelt de kerkraad jaarlijks een budget op voor het volgende boekjaar. Dit budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget. De budgetten worden door het Centraal Kerkbestuur gecoördineerd en gelijktijdig ingediend bij de gemeenteoverheid, na voorafgaandelijk overleg met de gemeenteoverheid.
Het Bisdom Brugge, erkend representatief orgaan, verleent gunstig advies over de budgetten van de Harelbeekse kerkfabrieken. Indien de budgetten passen binnen het goedgekeurde meerjarenplan, kan de gemeenteraad van de budgetten enkel akte nemen. Aan de gemeenteraad wordt het budget van 2016 van de Harelbeekse kerkfabrieken voor aktename voorgelegd, gezien ze binnen het meerjarenplan blijven. Overzicht gemeentelijke toelagen:
St.-Salvator St.-Augustinus St.-Rita St.-Jozef St.-Amandus St.-Petrus
Exploitatietoelage 151.358,94 € 26.665,86 € 26.580,78 € 42.344,57 € 0€ 94.138,85 €
Meerjarenplan 179.083,79 € 38.404,28 € 31.743,30 € 47.866,29 € 4.307,29 € 118.079,00 €
Investeringstoelage 26.728,56 € 0€ 128.000 € 8.500 € 29.500 € 26.363 €
Meerjarenplan 26.728,56 € 0€ 240.160 € 21.000 € 29.500 € 26.363 €
DEPARTEMENT WERKEN, ONDERNEMEN EN LEREN 19
Stedelijk basisonderwijs. Aanpassing schoolreglement. Goedkeuring.
Het schoolbestuur moet voor elk van zijn basisscholen een schoolreglement opstellen dat de betrekkingen tussen schoolbestuur, ouders en leerlingen regelt. Het huidige schoolreglement, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 16.03.2015, voldoet niet langer aan de huidige wettelijke bepalingen en dient hierdoor aangepast te worden. In het huidige schoolreglement staat onder ‘Hoofdstuk 8: Afwezigheden en te laat komen. Artikel 16–Medisch attest regel 3 het volgende: - bij een afwezigheid in de week onmiddellijk vóór of onmiddellijk na de herfst-, de kerst, de krokus-, de paas- of de zomervakantie is er geen medisch attest vereist. Voormelde bepalingen inzake schoolverzuim dienen te worden aangepast. Dientengevolge dient het luxeverzuim vóór of na een schoolvakantie te worden geschrapt. De aanpassing van het schoolreglement voor het stedelijk basisonderwijs wordt ter goedkeuring voorgelegd. De tekst werd overlegd op 15.09.2015 in de schoolraad. De gemeenteraad is bevoegd op grond van haar reglementerende bevoegdheid (art. 43 par. 2, 2°).
DEPARTEMENT VRIJE TIJD 20
Toelagen socio-culturele verenigingen 2015.
In het budget is onder BI 070500 AR 649300 AP 9.4 actie 9.4.2 een bedrag van 10.000 euro als toelage voorzien om te verdelen onder de socio-culturele verenigingen die niet nominatief in het budget opgenomen zijn.
Voor het werkingsjaar 2014-2015 hebben 91 verenigingen een correct werkingsverslag tijdig ingediend, nl. tegen 15.10.2015. Dat betekent dat 10.010 euro onder die verenigingen moet worden verdeeld. Voor het werkingsjaar 2013-2014 moet nog 110 euro worden uitgekeerd aan de vereniging Femma Straffe Madams. De toelageregeling moet aan de gemeenteraad worden voorgelegd, aangezien er hierover geen goedgekeurd reglement bestaat.
DEPARTEMENT MANAGEMENT EN PERSONEEL 21
Vragenkwartiertje.
Besloten zitting DEPARTEMENT GRONDGEBIEDSZAKEN 22
Voorkooprecht ingevolge de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening tot verwezenlijking van het Gemeentelijke Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) "Centrum Oost" op het pand gelegen in de Gentsestraat 51. Goedkeuren verdere stappen.