Gemeenteraad van Leiden Verslag van de vergadering van de raadscommissie Ruimte en Regio, gehouden op donderdag 21 juni 2012 in het stadhuis te Leiden. Verslag ongewijzigd vastgesteld in de vergadering van de commissie Ruimte en Regio d.d. 30 augustus 2012. De integrale gesproken tekst van de vergadering en eventuele insprekers is te beluisteren op leiden.raadsinformatie.nl.
Aanwezig: Leden commissie RR: De heer A. Bonestroo (CDA), mevrouw M. van Dongen (PvdA), mevrouw G. van Gruting (VVD), de heer J. van Haaster (D66), de heer H. Keereweer (PvdA, voorzitter), de heer J. van der Kraats (SP), de heer R. van Laar (PvdA), de heer P. Labrujère (SLO), de heer B. Pater (LL), de heer W. van Peijpe (GL), de heer L. Rademaker (SP), heer G. Terpstra (CU), mevrouw S. Verschoor (D66), de heer D. de Vos (PvdD), de heer F. Zevenbergen (VVD) Leden college: De heer P. van Woensel (VVD, wethouder voor Ruimtelijke Ordening, Binnenstad en Publiekszaken) Ambtenaren: Mevrouw J. van der Horst, de heer T. Seijkens, de heer J. van der Toorn Raadsadviseur: Mevrouw A.M. Slink Notulist: De heer C. de Bouter (Notuleerservice Nederland)
1.
Opening en vaststelling agenda
De voorzitter opent de vergadering om 16.07 uur en heet de aanwezigen welkom. Het presidium heeft op 15 juni 2012 besloten om de behandeling van de ruimtelijke investeringsagenda te schrappen. Deze zal nu worden behandeld in een gezamenlijke commissievergadering op 18 september 2012. De behandeling in de raad vindt plaats op 11 oktober 2012. De heer Kuipers wordt vanavond vervangen door de heer Labrujère, de heer J. de Jong door de heer De Vos. De heer Theeuwen wordt vervangen door de heer Van der Kraats bij de bestuursrapportage en de jaarrekening en door de heer Rademaker bij de perspectiefnota, het PRIL perspectief en de PRIL-rekening. De heer G. de Jong heeft zich afgemeld. De heren Van Laar en Van Haaster komen op 19.00 uur. De heer Zevenbergen komt iets later. De heer Lenferink hoeft niet te komen. Dit is de laatste vergadering van deze commissie die de heer Terpstra bijwoont. Spreker heeft wel eens een zucht van verlichting geslaakt bij het vertrek van iemand uit de raad, maar dat is zeker niet het geval bij de heer Terpstra die mevrouw Clement opvolgde in deze commissie. Het staat buiten kijf dat hij het financiële geweten van de commissie was. Op de website van de CU zegt hij zelf dat zijn fractie steeds actief is geweest in het ontmaskeren van te dure en onrealistische ambities. Spreker heeft hem maar nooit gevraagd hoe hij het dan met zijn financiële geweten in overeenstemming heeft kunnen brengen om 21 miljoen euro af te boeken voor de Oostvlietpolder. De heer Terpstra is veel aan het woord geweest, maar als een raadslid zinnige dingen zegt, heeft de voorzitter de neiging om hem meer de ruimte te geven. Mogelijk heeft spreker dat te veel gedaan. De heer Terpstra krijgt als afscheidscadeau een telraam. Spreker hoopt dat de heer Terpstra de tijd die hij nu hij krijgt nuttig zal besteden aan zijn promotieonderzoek en vooral aan zijn jonge gezin. Hij heeft het geweldig gedaan. Het ga hem goed! (applaus) Mevrouw Slink overhandigt de heer Terpstra bloemen en het afscheidscadeau. De heer Terpstra dankt de voorzitter voor diens warme woorden. Hij vindt het jammer om deze commissie te verlaten. In deze commissie worden heel wijze woorden gesproken, misschien wel de meest wijze van alle commissies. Spreker hoopt dat de leden van deze commissie dat blijven volhouden. Hij heeft zich met plezier ingezet voor deze commissie. Spreker is enigszins sprakeloos en stelt voor er een zo gewoon mogelijke vergadering van te maken. (applaus)
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
2
2.
Eerste bestuursrapportage 2012
De voorzitter wijst erop dat de bestuursrapportage de raad informeert over de uitvoering van de lopende begroting. Gevraagd wordt een begrotingswijziging vast te stellen en in te stemmen met de afdoening van een aantal moties. De bestuursrapportage valt onder de controlerende bevoegdheid van de raad. Gevraagd wordt of de raad het eens is met de kwalificaties van de prestaties in groen, oranje en rood en zich kan vinden in de argumenten voor de afwijkingen en de daarbij vermelde bijsturingsvoorstellen. De raad kan de informatie uit de bestuursrapportage gebruiken om bij de behandeling van de Begroting 2013 eventuele wijzigingen voor 2013 door te voeren. Nieuw is het overzicht van (naar het oordeel van het college) afgedane moties en van nog openstaande moties. De commissie wordt gevraagd om aan de raad van 3 juli 2012 advies uit te brengen. Het voorstel van de griffie is dat de griffie één amendement maakt van alle niet afgedane moties vanuit alle vier de commissies. Spreker zal de commissie vragen of alle leden het ermee eens zijn dat een bepaalde motie niet is afgedaan. Als de commissie verdeeld is, moet er alsnog een amendement worden gemaakt voor die motie. In een informatieve ronde kunnen vragen worden gesteld aan het college naar aanleiding van de beantwoording van de vele, technische vragen aan het college. Vervolgens kunnen de fracties hun standpunt bepalen en discussiepunten aangeven. Daarop volgen dan een reactie van het college en het debat aan de hand van de discussiepunten. Ten slotte zal spreker de eventuele moties en amendementen en de eventuele errata en toezeggingen inventariseren. De leden kunnen nu vragen stellen, maar het moeten wel echt aanvullende vragen zijn. Mevrouw Verschoor heeft een vraag naar aanleiding van het antwoord op een vraag over bestemmingsplannen. Er wordt meer geld uitgegeven voor het actualiseren van bestemmingsplannen omdat zij onvolwaardig zijn en dus meer geld kosten. Dat begrijpt zij. Maar de plannen die de gemeente nu actualiseert zijn allemaal conserverende plannen. Alle grote bestemmingsplannen worden erbuiten gehouden. Er wordt gesteld dat de plankosten op derden worden verhaald. Haar aanvullende vraag is hoe dat kan, als die derden deze veranderingen niet veroorzaken. De heer Van Woensel antwoordt dat als de gemeente bestemmingsplannen actualiseert op grond van haar wettelijke verplichting om dit eens in de tien jaar te doen de kosten voor de gemeente zijn. Als de gemeente dat niet doet en de deadline van 1 juli 2013 niet haalt, dan kan zij geen leges meer heffen. Dat is te repareren met een beheersplan, maar dat doet het college liever niet. De kosten voor de bestemmingsplannen die nu worden geactualiseerd omdat zij verouderd zijn, draagt de gemeente zelf. Er zijn in dit geval geen plankosten. De kosten van bestemmingsplannen zoals die uit de jaarrekening blijken zijn inderdaad fors gestegen. Dat komt door investeringen die de gemeente moet plegen, maar ook doordat er nu weinig grote en veel kleine bouwplannen binnenkomen. De kleine plannen zijn bijna gratis. Voor de grote plannen worden naar verhouding meer leges betaald. De voorzitter merkt op dat het hier gaat om de vraag nummer 257 van mevrouw Van Gruting. Mevrouw Verschoor begrijpt dat hier gaat om de verplichte actualiseringsronde die voor 1 juli 2013 moet plaatsvinden waarvan de kosten door de veroorzaker moeten worden gedragen. Maar de gemeente is hier de kostenveroorzaker. Zij begrijpt niet hoe dat dan wordt gerealiseerd. De heer Van Woensel meent dat het hier gaat om de derde zin op pagina 19. De voorgaande zin slaat op de actualisatie en de vereenvoudiging van de bouwplanadvisering. Dat komt neer op 2,2 fte. In de derde zin wordt gesproken over het voornemen om dit flexibel in te vullen en die kosten bij de veroorzaker te leggen. Het woord ‘dit’ slaat niet terug op de actualisering, maar op de vereenvoudiging van de bouwplannen. Mevrouw Verschoor is het duidelijk dat dit dus niet hoort bij het door haar genoemde punt. De voorzitter gaat over tot de standpuntbepaling en het aangeven van discussiepunten. Hij vraagt de leden om expliciet aan te geven of zij menen dat bepaalde moties niet zijn afgedaan en aangeven waarom. Mevrouw Van Dongen deelt mee dat dergelijke moties er niet zijn voor de PvdA in deze commissie. Sinds 2007 vraagt zij zich af waarom de actualisatie van de bestemmingsplannen nog steeds niet is afgedaan. Het zal nu met veel extra geld gebeuren voor 1 juli 2013. Dat betekent dat de commissie veel extra zal moeten vergaderen. Maar zij begrijpt niet dat er, ondanks een nieuwe welstandsnota en
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
3 een andere welstandscommissie, het voornemen om alles veel sneller af te handelen en een extra budget in 2010 voor uitbreiding van de ambtelijke capaciteit, toch meer geld nodig is. Bedrijfstechnisch kan dit niet. Het budget zou juist omlaag moeten kunnen gaan, als het allemaal gemakkelijker en sneller gaat. In de bestuursrapportage staat dat de woningbouwprojecten op de code ‘groen’ staan. Dat lijkt te kloppen, als spreekster naar de jaarrekening kijkt. Maar tegelijkertijd weet iedereen dat op dit moment woningbouwprojecten niet lopen. Zij meent dat hier de code ‘oranje’ meer op zijn plaats zou zijn. Ook wordt aangegeven dat het goed gaat met de levensloopbestendige, dus aangepaste woningen. Maar uit het veld hoort spreekster dat er geld uit het budget van een andere wethouder over is voor aangepaste woningen, terwijl er aan ingediende aanvragen geen uitvoering kan worden geven. Of haar fractie met moties of amendementen komt, hangt af van de antwoorden van de wethouder. De heer Van Peijpe heeft geen opmerkingen over de moties bij deze rapportage. GL is vooral blij met de voorgestelde subsidie voor het Rijnlands Architecten Platform (RAP) en de bijdrage daarvoor van de corporaties. Het RAP speelt een belangrijke en onafhankelijke rol in de noodzakelijke discussie over de stedelijke ontwikkeling, de gebouwde omgeving en de inrichting van de openbare ruimte. Het RAP weet vakmensen, geïnteresseerde Leidenaren en betrokken organisaties en de politiek in deze discussie te betrekken. Deze subsidie is een blijk van waardering voor de inzet van de vrijwilligers van het RAP. Spreker hoopt dat ook raadsleden de door het RAP georganiseerde lezingen en tentoonstellingen zullen gaan bijwonen en aan de excursies zullen gaan deelnemen, zoals aanstaande zaterdag op de Dag van de Architectuur. De voorzitter heeft de indruk dat de heer Van Peijpe het over de jaarrekening heeft. Volgens de heer Van Peijpe staat dit in de bestuursrapportage. Spreker deelt de zorgen van mevrouw Van Dongen over het achterblijven van de actualisering van de bestemmingsplannen en de meerkosten daarvan. Maar de snelheid mag niet ten koste gaan van de kwaliteit van de plannen. De heer De Vos heeft in deze ronde geen opmerkingen. De heer Pater zou denken dat bij een vereenvoudiging van de bouwplannen ook minder personeel nodig zou zijn. Spreker kan het dan ook niet plaatsen dat er juist meer personeel nodig is. In de stukken treft hij allerlei vreemde woorden aan, zoals ‘anterieur’. Het lezen houdt op, als iemand niet meer weet waar het over gaat. Hij vraagt de opstellers van stukken gewoon Nederlands te schrijven. De heer Terpstra verbaast het dat het nu opeens een gemeentelijke taak wordt om het RAP te subsidiëren. De raad heeft hierover toch een besluit genomen? Wat is er in korte tijd veranderd? Waarom moet de gemeente meebetalen, als de corporaties erin stappen? Het RAP krijgt een regionale functie. Gaat de regio dan ook meebetalen? Mevrouw Verschoor wijst erop dat er wel een aantal moties is ingediend die aandrongen op subsidie voor het RAP. De heer Terpstra antwoordt dat het niet verder is gekomen dan alleen een motie die vroeg om er eens naar te kijken. Het is de vraag of het RAP iets is waar de gemeente geld bij moet leggen, terwijl de raad over andere initiatieven pijnlijke beslissingen moet nemen. De raad moet dit wel breder zien. Spreker sluit zich aan bij de opmerkingen van de PvdA over de bestemmingsplannen. De opgave was precies bekend. Waarom is nu toch weer extra geld nodig? De bestemmingsplannen die de raad tot nu toe heeft gezien waren hoofdzakelijk conservatoir. Komen er nu beleidsrijke bestemmingsplannen? Hij begrijpt ook niet waarom er extra personeel nodig is. Hij heeft geen opmerkingen over de afdoening van de moties. Mevrouw Van Gruting merkt op dat er ook bij de VVD zorgen bestaan over de actualisatie en de digitalisering van de bestemmingsplannen. Het zal allemaal wel worden gehaald, maar wel met hangen en wurgen. Zij vraagt het college daarover klip en klaar een belofte af te leggen. Het zou zonde zijn, als door het niet halen van de deadline er geen leges meer kunnen worden ontvangen. De VVD vraagt of het college wel eens heeft nagedacht over meer globale bestemmingsplannen. Het is al een oud idee van het ministerie. Het zou de snelheid van de procedures en de vermindering van administratieve rompslomp bevorderen. Wat vindt het college hiervan? Het zou prettig zijn om hierover eens met de commissie in den brede over te praten. De VVD had geen moties en maakt zich geen
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
4 zorgen over de afdoening van de moties. De heer Bonestroo geeft aan dat ook het CDA zorgen heeft over het achterlopen van de afdoening van bestemmingsplannen. Hij sluit zich bij de gemaakte opmerkingen aan. De moties zijn afgedaan. Er zit ook een motie bij over het parkeerinformatiesysteem. Onlangs heeft de raad een motie aangenomen waarin de raad heeft aangegeven dat dit probleem niet is opgelost. Maar de oude motie over dit onderwerp kan als afgedaan worden beschouwd. De heer Van der Kraats heeft geen nieuwe discussiepunten. De SP is het ermee eens dat de moties zijn afgedaan. Mevrouw Verschoor vindt het prettig dat in het stuk met verschillende kleuren wordt gewerkt. Dat geldt ook voor het uitdrukkelijk noemen van de moties waarvoor wordt voorgesteld ze als afgedaan te beschouwen. D66 beschouwt de moties die deze fractie heeft ingediend als afgedaan. De inspanningen zijn verricht om de motie over de provinciale structuurvisie uit te voeren. De onderhandelingen zijn nog gaande. Het doel uit het coalitieakkoord blijft staan. De wethouder heeft aan haar collega de heer Van Haaster toegezegd dat er jaarlijks in december een discussie zal plaatshebben over de grondprijzen. Daarmee is ook deze motie afgedaan. De voorzitter stelt vast dat alle moties waarvoor het college dat voorstelt als afgedaan worden beschouwd. De heer Van Woensel deelt mee dat het college aanstaande dinsdag weer vijf bestemmingsplannen krijgt voorgelegd. Daarmee is het aantal bereikt dat voor de zomer moest worden afgedaan. Evenals de commissie heeft hij het tijdschema en hij ziet dat de afdeling zich daar keurig aan houdt. Het college haalt de deadline van 1 juli 2013. Voor veel van de woningbouwplannen met een groen vinkje in het overzicht heeft de gemeente zelf enige verantwoordelijkheid. Dat wil niet zeggen dat er geen particuliere plannen zijn die vertraging ondervinden. De groene vinkjes slaan met name op de afwijking ten opzichte van de Begroting 2012. De bestuursrapportage vermeldt de afwijking ten opzichte van de begroting. Als bij de begroting is gemeld dat er vertraging zal zijn en dat ook zo is, dan voldoet het college nog steeds aan de begroting. Dat betekent niet dat alles goed loopt. De ontwikkelaars merken dat zeer zeker. Ook spreker is blij dat het gelukt is om de corporaties het RAP mee te laten subsidiëren. Door het gezamenlijk te doen ontstaat een budget waar het nieuwe RAP mee aan de slag kan en de professionalisering verder kan doorvoeren. De Meelfabriek stemt in met huisvesting in dat gebouw. Hierdoor kan de gemeente het pand in de Nieuwstraat verkopen. Het college zal in dit geval wel een overeenkomst sluiten. Aan het subsidiebedrag ligt ook een activiteitenplan ten grondslag. Voor de stad is dit een goede ontwikkeling. Leiden is een aantrekkelijke stad. Dat heeft ook te maken met de kwaliteit die de gemeente nastreeft. Leiden legt de lat hoog. Het RAP en zijn activiteiten leveren daar een bijdrage aan. Na een paar jaar houdt de subsidie op. De heer Terpstra vraagt of er ook geld uit de regio komt voor het RAP. De heer Van Woensel deelt mee dat hierover niet is gesproken. Spreker verwacht niet dat Holland Rijnland aan dit soort zaken zal bijdragen. Ondanks de eerste letter van de naam is het RAP toch meer een Leids platform. De heer Van Peijpe is al lang betrokken bij het RAP. Hij heeft nog nooit een echt regionaal project gezien. Er ligt een voorstel om de naam te wijzigen in LAP. Uiteraard zijn mensen uit de regio welkom. De heer Van Woensel gaat in op de vraag van mevrouw Van Gruting of de gemeente niet meer globaal kan bestemmen. Bij de actualisatie verandert de gemeente eigenlijk niets aan de bestemmingen. De gemeente zou het bij toekomstige ontwikkelingen wel kunnen doen, maar dan moet zij ook dingen loslaten. Spreker sluit niet uit dat er dan meer bezwaarschriften en zienswijzen komen omdat er bestemmingen komen die een buurman niet erg gewenst vindt. Een positief punt is wel dat iemand dan gemakkelijker een bouwvergunning krijgt. Het wordt dan een simpele omgevingsvergunning in plaats van een moeilijke Wabo-procedure om de bestemming te wijzigen. Spreker zou er niet sterk voor willen pleiten. In elk geval wil hij de actualisatie van de bestemmingsplannen daarmee niet belasten. Het hele planningschema omvat niet alleen de actualisatie van bestemmingsplannen, maar ook projecten. In een aantal gevallen combineert het college die. Maar het college houdt daar niet zo van omdat dat vaak leidt tot belemmeringen. Het gaat
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
5 om ongeveer tien geactualiseerde bestemmingsplannen en ongeveer tien projectbesluiten. Het is onvoorstelbaar hoeveel inspanning het kost om een bestemmingsplan te wijzigen om één woning te kunnen bouwen. De overheid maakt het zichzelf soms wel heel moeilijk. Spreker dankt mevrouw Verschoor voor het compliment voor de betere leesbaarheid van de bestuursrapportage en de jaarrekening. Spreker vindt deze stukken zelf ook beter leesbaar. Het college is in gesprek met de regio en de provincie over de structuurvisie voor de Oostvlietpolder. Er is een tweetal reële alternatieven voor het bedrijventerrein in zicht. Samen met de betrokken gemeenten heeft Leiden de regio en de provincie daarop gewezen. De gedeputeerde beraadt zich daarover. Hij zal ongetwijfeld op korte termijn uitsluitsel geven of dit voor hem voldoende grond is om aan Provinciale Staten voor te stellen om de bestemming in de provinciale structuurvisie aan te passen en de Oostvlietpolder groen te verklaren. Begin volgend jaar moeten Provinciale Staten daarover beslissen. Pas dan kan Leiden het bestemmingsplan aanpassen. Spreker heeft begrepen dat de gemeente al heel veel externe deskundigen heeft ingeschakeld om al die bestemmingsplannen op te stellen. Bij projectbestemmingsplannen zijn de leges min of meer kostendekkend. Bij de actualisatie lijdt de gemeente hier eigenlijk verlies. Tot juli 2013 heeft de gemeente nog redelijk veel externe deskundigen nodig voor de actualisatie. Dat zijn de drie elementen die verklaren waarom het college nog steeds die capaciteit en dat budget nodig heeft waarop in de bestuursrapportage wordt gewezen. Dat is betreurenswaardig, zeker omdat de crisis er vermoedelijk voor zal zorgen dat er een vermindering van bouwplannen en van wijzigingen van bestemmingsplannen komt. Spreker hoopt vanaf 2013 een vermindering van de capaciteit en van het budget te kunnen laten zien. Mevrouw Van Dongen stelt dat de PvdA dat ook hoopt. Maar toch is zij verbaasd. In 2009/ 2010 heeft de raad de welstandnota vastgesteld die tot snellere besluitvorming zou leiden en waardoor mensen door iets aan te klikken een vergunning aan zouden kunnen vragen. Het zou een jaar kosten om de organisatie daarvoor op orde te krijgen. Dit had al in 2011 moeten lopen, maar nu hoort spreekster dat dit 2013 wordt. Zij vindt het verontrustend dat er bij een dergelijk klein onderdeel waarover al zoveel klachten zijn, zoveel mensen nodig zijn, terwijl het eenvoudiger zou moeten worden. De heer Van Woensel wijst erop dat de nieuwe welstandsnota er niet voor zorgt dat er minder of gemakkelijker bestemmingsplanwijzigingen komen. Deze zorgt er wel voor dat het voor aanvragers gemakkelijker wordt om te verbouwen. Daarbij is bijna nooit een wijziging van een bestemmingsplan nodig, maar een omgevingsvergunning. Mevrouw Van Dongen meent dat er ook geld was gereserveerd voor het behandelen van aanvragen voor bouw- of omgevingsvergunningen. De heer Van Woensel wijst erop dat het tegenovergestelde van wat nu gebeurt, het aanstellen van ambtenaren is. Dat moet niet gebeuren. Dat is niet alleen erg duur, maar deze structurele capaciteit moet op den duur weer worden verminderd. Voor de inhaalslag is het dus nodig externen in te huren. Dat is niet populair in deze raad, maar het zorgt er wel voor dat de gemeente de nodige capaciteit en kwaliteit in huis heeft. De afdeling Ruimtelijke Ordening die de bestemmingsplannen maakt is onderbezet. Door het inhuren van externen kan die afdeling nu de achterstand wegwerken. Spreker merkt op dat door de nieuwe welstandsnota de dingen wel gemakkelijker lopen. Bouwers en ontwikkelaars vinden de nieuwe welstandscommissie een verademing ten opzichte van de ARK. Het college probeert door digitalisering van de afgifte en door “Leiden gunt” ervoor te zorgen dat het gemakkelijker wordt om een vergunning te krijgen, maar er is ook een cultuuromslag nodig waardoor ambtenaren gaan meedenken met de aanvrager. Het gaat wel beter. Mevrouw Van Dongen hoort dat er sprake is van onderbezetting en van het inhuren van externe krachten. Maar die twee zaken zouden elkaar in evenwicht moeten houden. Dan zou er geen extra budget nodig zijn. De heer van Woensel heeft begrepen dat het budget voor de formatie is afgestemd op wat normaal moet gebeuren in Leiden. Voor het werk dat daarbovenop komt zijn externen nodig. Spreker hoopt dat het over een jaar mogelijk is om terug te keren naar het niveau van een gemeente met 130.000 inwoners. Dan kan het inhuren van externen worden teruggebracht. Het bestemmingsplan Lammenschans dateert bijvoorbeeld van 1963. De gemeente heeft vijftig jaar ambtenaren bespaard door dit niet te actualiseren. De heer Terpstra vraagt of er nu een heleboel beleidsrijke bestemmingsplannen komen.
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
6
De heer Van Woensel antwoordt dat de verhouding ongeveer fiftyfifty is. De te actualiseren bestemmingsplannen worden er steeds minder. Er zijn ongeveer tien beleidsrijke projecten, zoals de nieuwbouw van Heerema, het Stationsgebied, Nieuweroord en Vlietweg 64/64A. De conserverende bestemmingsplannen moeten ook vaak twee keer in een commissie behandeld. Dan wordt het wel erg druk eind van dit jaar en begin volgend jaar. Spreker zal het schema actualiseren en rondsturen. Mevrouw Van Gruting merkt aan de reactie van het college dat het niet zo gecharmeerd is van het idee om meer globaal te gaan bestemmen. Maar het lijkt haar toch wel handig om daar met elkaar eens inhoudelijk over te praten. Sommige gebieden in Leiden lenen zich daar minder voor dan andere. Zij vraagt of het college een handzame notitie hierover wil voorbereiden. Mevrouw Verschoor meent dat die discussie is gevoerd bij de totstandkoming van de welstandsnota. Zij denkt dat een nieuwe discussie dubbelop zou zijn. De voorzitter kan zich dit niet herinneren. Maar wellicht kan de wethouder een kleine notitie toezeggen. Anders kan mevrouw Van Gruting met haar fractie een notitie maken. De wethouder kan daarbij helpen. De heer Van Woensel kan zorgen voor wat meer informatie voor een fractie. Hij is graag bereid om de afdeling Bestemmingsplannen te vragen om in een kort memo de voor- en nadelen van meer globaal bestemmen voor panden of complexen buiten de binnenstad aan te geven. Daar kan dan altijd een discussie op volgen. Mevrouw Van Gruting vraagt om daarin aan te geven waar dat wel en niet zou kunnen. De heer Van Peijpe vraagt of mevrouw Van Gruting met meer globale bestemmingsplannen plannen bedoelt waarin minder is omschreven of dat het ook gaat over flexibele bestemmingsplannen. De laatste interesseren hem buitengewoon. Volgens mevrouw Van Gruting sluit het een het ander niet uit. Dat heeft zij begrepen uit een eenvoudige brochure. Maar daarom vraagt zij het aan het college dat ambtenaren achter zich heeft die deskundiger zijn dan zij is. Het lijkt haar ook gunstig voor de ontwikkelingskansen van Leiden. De voorzitter stelt voor dit onderscheid in het memo mee te nemen. Hij sluit de vragenronde waarin meteen al wat werd gediscussieerd af. Hij stelt vast dat de commissie geen behoefte meer heeft aan een discussieronde. Alle moties kunnen als afgedaan worden beschouwd. Er worden geen nieuwe moties en amendementen aangekondigd. De wethouder heeft een kort memo toegezegd over globale bestemmingsplannen met de aanvulling daarop van de heer Van Peijpe. Het stuk kan, wat deze commissie betreft, als hamerstuk naar de raad. De heer Van Peijpe vindt het mooi dat de heer Terpstra er geen behoefte aan heeft om over het RAP te discussiëren. Spreker is het wel met hem eens dat op andere programma’s enorm wordt bezuinigd. Spreker ziet dit als geld dat binnen een programma wordt uitgegeven en in dat programma wordt met miljoenen gesmeten. Dan vindt hij het een aanvaardbaar bedrag. De voorzitter wil hier niet op ingaan. De discussie was al afgesloten.
3.
Vaststelling jaarstukken 2011/Bestemming resultaat jaarrekening 2011
De voorzitter deelt mee dat in deze commissie het programma Stedelijke Ontwikkeling, het uitvoeringsprogramma Binnenstad, Trekvaartplein/Roomburg en de regionale samenwerking behandelt. Ook komen de paragrafen grondbeleid en weerstandsvermogen en de bijlage Project Control top 18 hier aan de orde. In de raad van 3 juli 2012 wordt de jaarrekening vastgesteld. Doel van de bespreking is het formuleren van een advies aan de commissie voor de Rekeningen over de vraag of de prestaties die in de Begroting 2011 zijn afgesproken, zijn gerealiseerd binnen de beschikbare middelen. Die commissie komt op 28 juni bijeen. Deze commissie dient ook nog advies uit te brengen aan de raad over het bestemmingsvoorstel. Spreker vraagt of iemand nog aanvullende vragen heeft over antwoorden op eerder gestelde technische vragen. Hij stelt vast dat er geen aanvullende vragen zijn. Spreker gaat over tot de standpuntbepaling en het aangeven van discussiepunten. Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
7
Mevrouw Van Gruting merkt op dat het college stelt dat het programma Binnenstad onvoldoende leeft bij ondernemers en bewoners. De VVD kan zich daar wel iets bij voorstellen. Er gebeurt wel wat, maar ontwikkelingen en activiteiten worden niet duidelijk neergezet als onderdeel van het programma Binnenstad. Een betere ‘framing’ is nodig. Leiden heeft ook de ambitieuze doelstelling om in 2017 de beste binnenstad van Nederland te worden. De VVD sluit zich hier van harte bij aan, maar ziet voorlopig alleen vooruitgang op papier. Haar fractie wil meer concrete dingen zien. Ondernemers en bewoners zullen dat ook prettig vinden. Haar fractie heeft bekeken hoe aan die dingen meer aandacht kan worden gegeven. Een stadsbeeldenpresentatie zou er bijvoorbeeld aan kunnen bijdragen dat mensen meer tussen de oren krijgen van het programma Binnenstad. Een aannemersbord bij elk project zou kunnen aangeven dat de gemeente werkt aan een betere binnenstad. Extra informatie in de Stadskrant is ook nuttig. Wil Leiden de beste binnenstad worden, dan zal de gemeente moeten laten zien wat er wordt gepresteerd. Haar fractie wil dat er een positiever beeld ontstaat. Een gezond hart voorziet het lichaam van bloed en energie. Zo moet een sprankelend en bruisend stadshart de wijken eromheen van bloed voorzien. Zij vraagt om een reactie. Spreekster ziet in programma 6 dat ondanks de economische tegenwind toch nog wel het een en ander wordt afgebouwd en ontwikkeld. Dat stemt haar fractie tevreden Dit is de tijd om een aantal zaken voor elkaar te krijgen. De raad moet de ruimtelijke agenda 2025 nog bespreken, maar haar fractie meent wel dat de gemeente door slim te investeren betere bouwprijzen kan krijgen. Er zijn goede stappen gezet bij de afwikkeling en handhaving van de bouwregelgeving. De VVD geeft het college hier een pluim voor. Hoewel haar fractie redelijk tevreden is over de verdere prestaties, heeft zij toch wel wat zorgen over het feit dat de gemeente geen leidende rol speelt bij de grote projecten, zoals Big Boss, de Lorentzschool en de Meelfabriek. Het zijn de ontwikkelaars die nu de dingen moeten realiseren. Ook bij kleinere projecten, zoals de Koppenhinksteeg waarvoor de raad zijn nek nogal heeft uitgestoken, loopt het niet zo als haar fractie zou willen. Haar fractie hoort graag of het college nog mogelijkheden ziet om projecten vlot te trekken. De heer Bonestroo ziet in de jaarrekening dat ondanks de moeilijke economische omstandigheden de ruimtelijke ontwikkeling in Leiden in beweging is gebleven. De raad heeft het kaderbesluit voor De Nobel genomen. Er worden woningen gebouwd op het terrein van de Groenoordhallen, er wordt studentenhuisvesting gebouwd in het Lammenschanspark en de bouw van de Brede School is gestart. Er is voortgang rond het Kooiplein, de Willem de Zwijgerlaan en de Aalmarkt. De bouw van de Morspoortgarage is onlangs gestart. Onlangs heeft de raad besloten tot de bouw van twee parkeergarages. Het CDA is blij dat Leiden nog steeds in beweging is. Er is wel stagnatie bij een aantal projecten waarin de gemeente niet een leidende rol vervult. Er is wat vertraging bij de realisatie van het gebied rond het Kooiplein omdat er verschillen van mening zouden zijn over de uitwerking. Dat probleem moet snel worden opgelost. De plannen voor de Ananasweg lijken niet door te gaan. Onder de huidige marktomstandigheden kunnen deze plannen voor meer van hetzelfde kennelijk niet slagen. Het CDA roept de wethouder op dit project te stoppen en te kiezen voor een bescheidener aanpak met ruimte voor het midden- en kleinbedrijf. Naar aanleiding van de jaarrekening wijst spreker erop dat er nogal wat projecten zijn waar Portaal bij betrokken is. Onder andere in het Financieel Dagblad heeft spreker gelezen dat de huisaccountant KPMG vooralsnog geen goedkeurende verklaring heeft afgegeven voor de jaarrekening van deze corporatie vanwege derivatenrekeningen en vanwege het feit dat Portaal van dezelfde tussenpersoon gebruik maakt als Vestia. Het CDA verwacht van het college dat de raad hierover nauwgezet wordt geïnformeerd. Zijn fractie ie verder benieuwd om te weten wat dit betekent voor projecten waar Portaal inzit, zoals Dieperhout, en wat dit betekent voor de garantstellingen. De heer Van der Kraats deelt mee dat de SP in grote lijnen tevreden is over het onderdeel stedelijke ontwikkeling van de jaarrekening. Zijn fractie meent dat het te lang duurt voordat de nota Wonen gereed is. Juist nu zou de Leidse politiek kunnen en moeten ingrijpen op de Leidse woningmarkt om die vlot te trekken door aan te sturen op een betere aansluiting van het aanbod op de vraag. Alleen bij studentenhuisvesting gaat het goed. Spreker hoopt nu snel de discussie te kunnen voeren op basis van de nota Wonen en zo tot een beter woningbouwbeleid te komen. Verder vindt de SP de flinke overschrijding op de begrotingspost beheer panden zorgelijk. Dat betekent dat de gemeente het beheer van panden nog niet op orde heeft. Hier moet meer energie in worden gestoken. De SP is blij met het in stukken knippen van het Aalmarktproject, maar vindt sommige onderdelen hiervan nog steeds te duur en te ambitieus. De herinrichting van de woonwagenlocatie verloopt langzaam en het is duur, maar stap voor stap gaat het de goede kant op. Zijn fractie is blij dat de flinke risico’s bij het Kooiplein goed worden onderkend en dat daarover wordt gerapporteerd. Het is heel goed dat de
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
8 achttien topprojecten zijn uitgewerkt. Maar bij sommige is dat minder gebeurd dan bij andere. De SP ziet graag dat de risico’s van alle achttien projecten goed in kaart worden gebracht. Ten slotte gaat zijn fractie akkoord met het grondbeleid en met de vergroting van het weerstandsvermogen. Op de besteding van het jaarresultaat komt de SP terug in de commissie Werk en Financiën. Mevrouw Verschoor ziet het als goed nieuws dat Leiden ondanks de economische tegenwind toch blijft bouwen. Vele steden moeten vreselijke bedragen afboeken op hun grondpositie. Het programma Binnenstad is belangrijk voor het verdienend vermogen van Leiden. Het is ook een belangrijk onderdeel van het coalitieakkoord, maar de raad moet er wel op letten dat het niet alleen maar gaat om de binnenstad. De raad moet ook in de gaten houden hoe het gaat met de winkels in de wijken en of projecten in de wijken geen vertraging oplopen. Juist de investeringen in de wijken worden veelal gedaan door de woningbouwcorporaties waar zich nu grote problemen voordoen. D66 heeft hierover deze week ook vragen gesteld. Haar fractie maakt zich zorgen over de positie van Portaal. De gemeente kan hier een aanzienlijk financieel risico lopen, maar ook de voortgang van projecten, zoals blokken in Nieuw Leyden, het 50 KV-station, de Zeeheldenbuurt en Dieperhout, kan in gevaar komen. De voortgang van projecten is verbonden met het lot van Portaal. Zij heeft een aantal vragen over projecten die zij eigenlijk schriftelijk had moeten stellen. Zij heeft gezien dat er een gesprek is geweest over de grondexploitatie van Dieperhout omdat de aanbesteding van de ROC-locatie aanleiding heeft gegeven tot een negatieve aanpassing van de grondexploitatie. Waardoor komt dit? Bij het Kooiplein wordt aangekondigd dat er op termijn meer geld nodig is. Niet duidelijk is waarvoor dat nodig is. De garages daar worden wel tegen kostprijs afgenomen, maar tegelijkertijd wordt de overkluizing van het Kooiplein gefinancierd uit het batig saldo van de aanleg van de Willem de Zwijgerlaan. Daarom vraagt zij waarvoor dit geld precies bedoeld is en of er binnenkort een kredietaanvraag komt. Is er een formeel plan om iets te bouwen voor ambtenaren in de omgeving van Leiden Centraal of is dit een prematuur verhaal? Zij kan zich herinneren dat er sprake van was dat de gemeente zelf iets zou afnemen voor ambtenaren. Is dat hetzelfde of is dat iets anders? Mevrouw Van Dongen zal niet over De Kooi spreken, omdat De Kooi, het rioolprobleem en de voorzieningen daarvoor al uitgebreid zijn besproken in de commissie Leefbaarheid en Bereikbaarheid. Haar fractie hoopt de ingediende amendementen in de raad te verzilveren. Haar fractie ondersteunt de stelling niet dat er in de binnenstad sprake is van een te beperkte zichtbaarheid van het college in het programma Binnenstad. Regelmatig is in het Leidse vrijdagskrantje de voortvarende wethouder Van Woensel te zien met een mooi project in de binnenstad. Er is genoeg zichtbaar en bekend. Haar fractie vindt net als de SP de nota Wonen heel belangrijk. Met D66 meent de PvdA dat er aandacht moet worden gegeven aan de ontwikkelingen in de wijken. Daar maakt spreekster zich zorgen over. Zij noemt met name De Waard/Zeeheldenbuurt. Er bevindt zich in de bestuursrapportage nog een motie van de PvdA over het onderhoud in die wijk. Er zijn plannen voor die wijk. Portaal gaat er investeren. Wat gaat de gemeente investeren in aanvulling op wat de corporatie doet? Er komt een gebiedsvisie, maar is er verder geen geld meer voor gereserveerd? Ten aanzien van Leiden-Zuidwest wordt iets gezegd over het afsluiten van het krediet bij punt 7.1.0.552. Er zou 214.000 euro over zijn. In de besluitenlijst staat een ander bedrag, maar in de jaarrekening wordt een gedeelte van dat bedrag al ergens voor bestemd. Haar fractie heeft al eerder gevraagd om als laatste onderdeel het opknappen van het Bevrijdingsplein hieruit te betalen. Zij vraagt de wethouder of hij dit wil doen. De heer Van Peijpe gaat nu niet in op het programma Binnenstad, omdat de discussie over hoe het verder moet met de binnenstad nog gevoerd moet worden in de commissie. Daar wacht GL met spanning op, evenals op de nota Wonen, het kaderbesluit voor het Stationsgebied en het uitvoeringsbesluit voor het Singelpark. GL is bezorgd over het achterblijven van de inkomsten uit conversie van erfpacht en verkoop van gemeentelijk vastgoed. Dat is zorgelijk. Voor gemeentelijke panden die al lang leegstaan moet worden gekeken naar een tijdelijke programmering die efficiënter is dan de huidige antikraakregeling. Spreker denkt aan de panden Noordeinde 1 tot en met 3 en aan de Ir Driessenstraat 1 tot en met 9. Hij vraagt of de wethouder hierover contact kan nemen met wethouder De Haan of wethouder Strijk. GL is enigszins ontstemd over de hogere kosten van de welstandscommissie. Het college geeft wel een aantal redenen hiervoor voor het jaar 2011, maar voor 2012 is er geen excuus. De afspraak was dat de nieuwe welstandscommissie in elk geval niet duurder zou zijn dan de ARK. GL vraagt ook om het jaarverslag over 2011 van de welstandscommissie en de rapportage van het college over de welstand in dat jaar. Er is 160.000 euro onttrokken aan de reserve leegstandsbestrijding met instemming van de grootst mogelijke meerderheid van de raad. Inmiddels zit er weer bijna 80.000 euro in deze reserve. De onttrekking van de 160.000 euro had niets met leegstandsbestrijding te maken. Spreker vraagt de wethouder om toe te zeggen dat die reserve in de
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
9 toekomst alleen wordt gebruikt voor leegstandsbestrijding. De wethouder zou hierover kunnen overleggen met wethouder Strijk en de kantorenloods, maar ook eigen initiatieven zijn welkom, bijvoorbeeld door leegstaande gemeentelijke panden beter te benutten. De heer De Vos heeft een algemeen punt. Anders dan het CDA is zijn fractie helemaal niet zo blij met al die bouwplannen en bouwactiviteiten in Leiden. Hierdoor neemt het verhard oppervlak toe, wat weer leidt tot waterproblemen en riooloverstorten met sterfte als gevolg daarvan. Het Bio Science Park wordt helemaal volgebouwd. Vorig jaar was daar nog een open plekje met een unieke broedplaats van een grasmus. Dat verdwijnt allemaal en spreker is daar niet zo tevreden over. Er wordt gebouwd met platte daken. Dat trekt meeuwen aan, zodat de stadsbioloog weer met kunsteieren rond moet gaan lopen om eieren te vervangen. Zo creëert de wethouder zijn eigen probleem door bestemmingsplannen goed te keuren met platte grinddaken. Spreker vraagt of in de huurbouwmonitor het percentage bebouwd oppervlak in Leiden wordt bijgehouden. Leiden staat bekend als de op één na meest bebouwde stad. Is het de ambitie van de wethouder om nummer één te worden en van Leiden de meest bebouwde stad van Nederland te maken? De heer Pater merkt op dat zijn fractie niet zoveel nieuwe vragen heeft. Wel heeft zijn fractie deze week nog gesproken over Nieuw Leyden en Portaal. Spreker vraagt of de ontwikkelingen bij Portaal consequenties hebben voor Nieuw Leyden. De heer Terpstra merkt op dat in de jaarrekening alleen wordt teruggeblikt op wat de gemeente met de groene Oostvlietpolder gaat doen en hoe zij die gaat beheren. Dat is maar wat gerommel in de marge omdat hierover nog een conflict bestaat met de regio en met de provincie. Uit de bestuurskrachtmeting is inmiddels gebleken dat er in de regio problemen zijn met de opstelling van Leiden. Een van de aanbevelingen is om, als er een verandering in het beleid komt, daarover goed te communiceren. Dat is niet altijd gebeurd. Daarom had in de jaarrekening veel meer werk moeten worden gemaakt van het ook inhoudelijk overtuigen van de regio van de juistheid van de gemaakte keuzes. Het college moet de boer opgaan met de vele goede redenen die er zijn om de Oostvlietpolder niet te bebouwen. In de jaarrekening staat over het Stationsgebied dat het plan is uitgewerkt en dat er nauwelijks meer een financieel gat is. Dat was niet sprekers ervaring in 2011. Er waren nog vele open einden. Dan is het raar om in de terugblik op 2011 te lezen dat het bijna klaar is en dat de contouren zijn geschetst. Hij zou dat overzicht graag willen krijgen. Spreker vraagt opheldering hierover. Het realiseren van betaalbaar wonen is natuurlijk lastig. De corporaties hebben het moeilijk, maar het is zorgelijk. Spreker is het eens met de SP dat de gemeente hier wel werk van moet maken, met of zonder nota. Er zijn grote groepen mensen die niet naar de koopmarkt kunnen, maar ook niet iets anders te kiezen hebben. Hieraan had wel wat meer tekst mogen worden gewijd. De CU gaat hierbij de particuliere huurmarkt meenemen. Volgens de begroting voelt de gemeente daar ook een verantwoordelijkheid voor. Spreker komt hierop terug bij de perspectiefnota. In de jaarrekening staat dat de tegenvallende verkoop van gemeentelijk vastgoed alles te maken heeft met de marktomstandigheden. Het perspectief voor de komende jaren is niet best. Maar toen spreker daarover vragen stelde bij de perspectiefnota, werd het antwoord gegeven dat het allemaal wel goed zou komen, dat het toeval was dat die panden niet waren verkocht en dat de targets in de komende jaren gehaald zouden worden. Wat is nu waar: wat in de jaarrekening staat of de antwoorden naar aanleiding van zijn vragen over de perspectiefnota? De heer Van Woensel kondigt aan dat wethouder Strijk nog met een aantal errata komt die hij in de commissie Werk en Financiën zal toelichten. Tegen mevrouw Van Gruting zegt spreker dat er in de binnenstad eigenlijk heel veel gebeurt. Hij raadt mevrouw Van Dongen aan om morgen niet de Stadskrant te lezen. Morgen schijnt daar iets in te staan. Maar er gebeurt heel veel. De Jonkpanden aan de Haven worden opgeknapt. Het college is bezig met wonen boven winkels. In drie panden wordt nu gebouwd. Fietsvakken worden weggehaald. De Rijnsburgersingel is opgeknapt en is mooi geworden. Ook de Steenstraat is mooi geworden. Op de Beestenmarkt genieten de mensen van de fontein. De gemeente gaat bouwen aan de Lakenhal en de parkeergarages. Aanstaande woensdag opent wethouder De Wit de fontein in het Plantsoen. Dat is ook een stuk van de binnenstad, maar het wordt daar niet mee geassocieerd. Leiden moet dat beter verkopen. De suggestie van mevrouw Van Gruting om borden te plaatsen met de tekst “Hier wordt gebouwd aan de beste binnenstad van 2017” spreekt hem aan. Op internet wordt dit wel vermeld, maar er wordt te weinig gebruikgemaakt van borden in de stad. Spreker zegt toe te zorgen voor meer borden met informatie in de binnenstad op plaatsen waar wordt gebouwd. Bouwborden zijn vergunningvrij en passen in het modellenboek gevelreclame.
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
10
De heer Van der Kraats wijst de wethouder erop dat er vaak wel borden zijn waarop is aangegeven: “Leiden, stad van ontdekkingen”. Dan zou dus het ene bord door het andere moeten worden vervangen. Mevrouw Van Dongen merkt op dat de PvdA bezig is om juist minder borden in de binnenstad te krijgen. Daarom zou zij het plaatsen van borden willen beperken tot de plekken waar wordt gebouwd. De heer Van Woensel merkt op dat als de bouw voorbij is er volgens de regels van de gemeente zelf geen borden meer mogen hangen. Voor de Koppenhinksteeg is de boeteclausule aangezegd. Het pand moet in april of mei 2013 klaar zijn. Anders kost het de opdrachtgever 25.000 euro per maand. Deze weet dat. Er zijn goede verklaringen voor de trage voortgang, maar het moet wel gebeuren. Bij de Lorentzhof moet het college wachten op de uitspraak van de Raad van State. Het bouwplan voor de Lorentzhof dateert overigens nog van voor de crisis. Big Boss is een particulier project waar de gemeente wel aan wil meewerken, maar zij moet dit op het ogenblik overlaten aan de markt. Bij de Meelfabriek zit er schot in dankzij steun van het NRF (Nationaal Restauratie Fonds) en een bank. De heer Van der Wiel (ontwikkelaar) is druk bezig met de aanvraag voor een bouwvergunning. Hij hoopt die dit jaar in te dienen. Gezien de lening en de financiering zijn er goede vooruitzichten. Wat de heer Bonestroo zegt klopt. Er wordt nog veel gebouwd in de stad, zeker in vergelijking met andere steden. Maar het wordt wel steeds moeilijker. Het college wil de overkluizing van het Kooiplein naar voren halen. De planning was dat de volledige aansluiting van de Kooilaan op de Willem de Zwijgerlaan zou plaatsvinden wanneer het hele Kooiplein af is. Spreker vindt dat geen gezicht. Maar belangrijker is dat straks de school opengaat. Uit een oogpunt van verkeersveiligheid vindt spreker het dan niet gewenst dat de Surinamestraat zoveel verkeer blijft aantrekken. Het asfalt is tijdelijk en de verkeersafwikkeling in heel Leiden-Noord is al problematisch. Het naar voren halen kost wat extra geld, maar spreker vindt dat verantwoord. De aansluiting kan nu in het eerste of het tweede kwartaal van 2013 worden gerealiseerd. De heer Bonestroo vraagt of de in de stukken genoemde uitvoeringsproblemen en interpretatieverschillen hiermee ook uit de wereld zijn. De heer Van Woensel antwoordt dat er tijdens de voortgang van een project altijd dingen zijn waaraan een paar jaar geleden niet is gedacht en die ook niet in het contract zijn opgenomen. Dat waren er hier in totaal zeven. Daar zijn nu goede afspraken over gemaakt. Die worden ook vertaald in een collegebesluit over een addendum over de nadere invulling van de algemene afspraken in een aanvullend contract. Daarmee zijn de risico’s weggenomen die ook in de top achttien waren opgenomen, waar de heer Van der Kraats over sprak. Spreker verwacht niet dat daar veel extra geld mee gemoeid zal zijn. Het bestemmingsplan is in procedure. De bouwactiviteiten zullen volgend jaar wel te zien zijn. Spreker gaat niet over het bouwplan aan de Ananasweg. De grond is niet van de gemeente. Spreker vermoedt dat het plan nog een tijdje in de ijskast blijft. Spreker heeft gisteren overleg gehad met de voorzitter van de raad van bestuur van Portaal. Veel van de vragen die D66 schriftelijk had gesteld, zijn aan de orde geweest. De voorzitter van Portaal heeft hem verzekerd dat er nog geen sprake is van een investeringsstop. Maar het is nooit bekend hoe dat in de toekomst gaat. Het is een ingewikkeld verhaal met alle garanties van het WSW (Waarborgfonds Sociale Woningbouw) en het CFV (Centraal Fonds Volkshuisvesting). In het verleden heeft de gemeente nooit naar de staat van die garanties gekeken. Spreker denkt dat het goed is dat er een informatiebijeenkomst wordt georganiseerd over deze ingewikkelde materie. Hij weet dat Portaal, CFV en WSW bereid zijn om daaraan mee te werken. De gemeente loopt niet zoveel risico, maar het is wel goed om dit te doorgronden. Voor de afdeling Financiën, voor wethouder Strijk en voor spreker is dit ook een nieuwe materie. De heer Bonestroo merkt op dat de problemen bij Portaal zich eerder op grotere schaal voordeden bij Vestia. Daar werd ook gezegd dat alles doorging. Spreker vraagt of er een periodiek overleg is waar dit soort ontwikkelingen van minuut tot minuut wordt gevolgd, zodat de raad op korte termijn kan worden geïnformeerd. Al met al is het toch een serieuze kwestie die grote gevolgen kan hebben. De heer Van Woensel wijst erop dat er over de twee bouwplannen van Portaal in Leiden, het Haagwegkwartier en Dieperhout, heel veel overleg met Portaal plaatsvindt. Overigens zou het als Portaal het niet zou doen, niet betekenen dat die projecten niet doorgaan. Een andere corporatie of een derde partij kan het overnemen en de gemeente kan de programmering aanpassen. De lijnen met
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
11 de directie van Portaal zijn kort, evenals die met de directies van andere corporaties. Betrokkenen weten elkaar snel te vinden. De nota Wonen zou dinsdag al bij de persstukken kunnen liggen. Anders wordt het een week later. Spreker denkt dat deze nota een antwoord geeft op veel punten. Feitelijk staat op pagina 111 waarom het college structureel geld wil uittrekken voor het beheer van gemeentelijke panden. Het college ziet dat er veel achterstand is en wil geld uittrekken om die panden op te knappen. Het zijn panden die de gemeente zelf gebruikt, panden die de gemeente om strategische redenen in bezit heeft in verband met bepaalde projecten en ten slotte panden waarin allerlei culturele en welzijnsinstellingen in zitten met activiteiten die de gemeente niet aan de markt wil overlaten. Met name bij die laatste groep moet beheer plaatsvinden, niet zozeer in de tweede categorie. Het Aalmarktproject loopt goed. Er wordt gesloopt en gebouwd. Blok 2 wordt eind 2012 aangepakt en blok 3 het volgend jaar. Volgend jaar wordt er in de stad en in de regio uitgebreid geïnvesteerd. Het is juist dat er geen consistentie bestaat in de top achttien van de projecten. Zij zijn onvergelijkbaar. Spreker meent dat dit beter moet. Hij noteert voor volgend jaar dat het college over de top achttien op dezelfde manier zal rapporteren. Hij is het met mevrouw Verschoor eens dat Leiden niet zoveel op grond hoeft af te boeken als de drie buurgemeenten. Dat doet daar erg pijn. Leiden heeft in het verleden geen kantoorontwikkeling of ontwikkeling van woningbouw gekocht en daarop haar beleid gebaseerd. De gemeente investeert ook in de wijken, ook in Zuidwest en in Noord. Het wordt lastiger omdat alle corporaties worden aangeslagen voor de problemen van Vestia. Zij moeten in tien jaar 700 miljoen euro ophoesten. Dat moet uit de lengte of uit de breedte komen. De nadere analyse over Dieperhout was bedoeld om vast te stellen of de tekst van het kaderbesluit nog steeds klopte nu de aanbesteding start. Dat bleek het geval te zijn. Het Leiden Centraal Project (LCP) is afgesloten. Vorig jaar heeft het college in een raadscommissie bij de discussie over het kaderbesluit voor het Stationsgebied de gedachte geopperd om in één of twee kantoortorens als gemeente zelf vierkante meters af te nemen voor eventuele huisvesting. Wethouder Van Gelder komt later deze maand met een kaderbesluit over ambtelijke huisvesting. Spreker wil dat afwachten en wil dan bekijken of daar iets in staat over huisvesting van ambtenaren in het Stationsgebied of elders. De ontwikkelingen in De Waard en in het Zeeheldenkwartier hangen heel sterk samen met wat er met de Ringweg Oost gaat gebeuren. Wethouder Strijk komt deze maand met een voorstel daarvoor in het college. Met Portaal is afgesproken om af te wachten wat er met de ringweg gaat gebeuren en hoe die precies loopt. De gebiedsvisie kan worden opgepakt zodra daarover duidelijkheid is. De buurt vindt dat eigenlijk ook wel logisch. Mevrouw Van Dongen vraagt of er dan wel geld is gereserveerd om te investeren in dit gebied. Er moet wel geld beschikbaar zijn, als Portaal ook gaat investeren. De heer Van Woensel antwoordt dat als Portaal gaat investeren in nieuwbouw en renovatie, de gemeente op grond van de prestatieafspraken ook werk met werk zal moeten maken in de openbare ruimte. Daar zijn nu nog geen budgetten voor gereserveerd behalve voor IT-investeringen. Voor de openbare ruimte links en rechts van de ringweg is geld gereserveerd, maar niet voor de woonwijk. Mevrouw Van Dongen gaat het met name om de woonwijk. Daar gaat op korte termijn wel iets gebeuren omdat overeenstemming is bereikt over de invulling van de renovatie en de sloopplannen. Zij zou het wel fijn vinden als de gemeente in 2012 aangeeft dat zij daar wil investeren en dat niet uitstelt tot de Ringweg Oost wordt aangelegd. De heer Van Woensel geeft aan dat de gebiedsvisie wordt geparkeerd tot er duidelijkheid is over de Ringweg Oost. Als Portaal inderdaad op grote schaal nieuw gaat bouwen en gaat renoveren als gevolg van de gebiedsvisie, dan zou de gemeente daar aan de slag moeten gaan, maar dat zal niet leiden tot budgetten in 2012. Spreker vraagt of zijn staf kan antwoorden op de vraag over een bedrag van 214.000 euro dat daar over zou zijn bij de afsluiting van Zuidwest dat niet zou aansluiten bij de besluitpunten. De andere vraag ging over de afsluiting van het krediet voor de Luifelbaan en het afmaken van het Bevrijdingsplein. Mevrouw Van der Horst meent te weten dat er problemen zijn bij de besluitvorming over het WOP- Zuidwest. Daar zit dit aan vast. De voorzitter meent dat het WOP-Zuidwest voor september 2012 op de agenda van deze commissie staat. Mevrouw Van Dongen vindt dit heel jammer, omdat de wethouder de vorige keer had gezegd dat zij
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
12 dit bij deze ronde aan de orde kon stellen. Dat heeft zij gedaan. Het was de bedoeling dat dit geld er zou komen bij de afsluiting van de plannen voor Zuidwest. De voorzitter stelt voor om hier in de pauze naar te kijken. De heer Van Woensel zou in de pauze willen proberen de vragen te concretiseren en daar later schriftelijk op te antwoorden. De voorzitter lijkt dit een goede gedachte. De heer Van Woensel gaat in op de opmerkingen van de heren Van Peijpe en Terpstra over de verkoop van vastgoed. Spreker verwijst naar besluitpunt 13.e en besluitpunt 13.c van PRIL-Het Perspectief. Daarin staat dat de gemeente deze panden gaat verkopen. Dat is wel de meest duurzame bestemming. Aan de heer Terpstra deelt spreker mee dat de jaarrekening en de antwoorden op de vragen over de perspectiefnota beide juist zijn. In het verleden is ook al te zien geweest dat de leveringen en dus ook de betalingen worden uitgesteld tot na 1 januari. De gemeente verkoopt ook steeds gemakkelijker zonder allerlei programma’s van eisen. Dat zorgt ook voor een versnelling. Het budget dat voor 2012 voor de ARK was gereserveerd moet voldoende zijn voor de nieuwe welstandscommissie. Het jaarverslag van de welstandscommissie komt, maar het is nog niet bekend wanneer. Spreker zal op deze vraag schriftelijk antwoorden. Het college mag de reserve leegstandsbestrijding alleen met toestemming van de raad inzetten. De doelstelling staat op pagina 413. De leegstandsbestrijding wordt ook ingezet voor handhaving door Bouw- en Woningtoezicht. De burgemeester legt dit elk jaar aan de raad voor. Dan vindt een onttrekking plaats. De heer Van Peijpe wijst erop dat zijn aanvullende vraag was of de wethouder iets kan doen om de leegstand te bestrijden met de reserve die hij tot zijn beschikking heeft. De heer Van Woensel meent dat hij het honderdvoudige van de 78.000 euro in deze reserve nodig zou hebben om de leegstand van kantoren aan te pakken. De leegstand van kantoren is gekoppeld aan de afwaardering van vastgoed. Dat moeten de eigenaren doen. De leegstand van woonruimte bestrijdt de gemeente wel wanneer het gaat om sociale woonruimte en wanneer het gaat om bewoning in strijd met de regels. De heer De Vos is geen voorstander van al deze bouwplannen. Spreker verschilt met hem op dit punt van mening, maar constateert wel dat al die bouwplannen in de vereveningsreserve voldoende ruimte bieden om de 22 miljoen euro aan te wenden voor een groene polder. Platte daken worden niet in bestemmingsplannen geregeld. Daarin wordt de maximale bouwhoogte geregeld. In beschermde stadsgezichten worden wel regels voor de daken toegepast. Daar bepaalt de raad zelfs bij amendement het hellingpercentage van een schuin dak. Als regel doet de gemeente dat niet. Spreker meent dat de gemeente daarvan af moet blijven. Leiden wil niet de dichtst bebouwde gemeente van Nederland worden, maar op de langere termijn moeten er woningen bijkomen. De verdunning van de huishoudens gaat door. Dit is een groene regio, dus de gemeente moet wel nadenken over het toevoegen van woningen. De heer Terpstra wil dat het college de regio overtuigt, maar de regio probeert juist Leiden te overtuigen van haar gelijk. Zij verwijst daarbij naar afspraken en onderzoeken naar het tekort aan bedrijventerreinen. De Leidse portefeuillehouders staan in deze discussie in de regio alleen. Maar tegelijkertijd is het college in gesprek met provincie en regio over het kijken naar alternatieven. Daarmee wil het inhoudelijk aan de wensen van de provincie tegemoetkomen, zodat ook in juridische zin de polder groen kan blijven. De plannen voor het Stationsgebied zijn klaar. Er zijn een concept voor een stedenbouwkundig plan, een voorlopige tekst, een kaderbesluit en een kwaliteitsplan. Het Leiden Centraal Project (LCP) van de laatste twintig jaar is ook af. In het najaar komt het debat met de raad over het nieuwe Stationsgebied. Het wordt wel steeds lastiger om over een voorraad betaalbare woningen te beschikken. De corporaties zijn eigenlijk de motor op dit terrein, maar zij moeten woningen verkopen en zij mogen de huren niet verhogen met meer dan het inflatiepercentage. Dat nekt hen. Nieuwbouw wordt door de stijgende kosten steeds moeilijker. De neiging om woningen boven de liberalisatiegrens te gaan aanbieden wordt sterker. Daarmee neemt de voorraad af. De corporaties moeten de 700 miljoen euro voor Vestia opbrengen en ze moeten een heffing gaan betalen omdat de huursubsidie voortaan moet worden opgebracht door de corporaties. Verder moeten zij extra belastingen betalen. Het is kommer en kwel bij de corporaties. De sociale woningvoorraad neemt hierdoor af. 51% tot 22% van de sociale woningvoorraad wordt in bezit genomen door mensen die daar gezien hun inkomen niet meer zouden moeten wonen. De heer Van der Kraats heeft de indruk dat de pensioenfondsen in Nederland staan te wapperen met
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
13 geld om dat te investeren in vastgoed. Hij vraagt of het college daar een bemiddelende rol in speelt. De heer Van Woensel deelt mee dat het college in gesprek is met een aantal zeer grote institutionele beleggers over vastgoedtransacties. Eén belegger koopt nu grote projecten op. Beleggers doen dat omdat zij zien dat Leiden een heel aantrekkelijke woonstad is. De vraag naar woningen met een wat hogere huur blijft. De institutionele beleggers kopen die panden nu op. Spreker is al ingegaan op de verkoop van gemeentelijk vastgoed. Bij de levering is er hier vaak sprake van vertraging. Het Vrouwenkerkhof is nu in de verkoop. Er is een aantal andere panden dat de gemeente wil verkopen. Het schiet wel op. De heer Terpstra meent dat de uitgestelde levering ook een trend is. Die heeft ook te maken met betalingsproblemen en met de markt. Dit gaat ook niet veranderen. Daarom vroeg spreker bij de perspectiefnota of de verwachting van het college niet naar beneden moest worden bijgesteld. De heer Van Woensel merkt op dat de inkomsten door zijn ambtenaren als reëel worden getaxeerd. Spreker heeft ook niet de behoefte om elk jaar uit te leggen waarom er weer te weinig panden zijn verkocht. Hij vertrouwt op de deskundigheid van zijn ambtenaren. Daarnaast probeert de gemeente panden gemakkelijker te verkopen, bij voorbeeld aan de hoogste inschrijver. Dat gaat sneller en kost minder ambtelijke capaciteit. De voorzitter stelt vast dat de wethouder de vragen zeer uitvoerig heeft beantwoord. Hij vraagt zich af of de leden nog de behoefte hebben om over enig punt te discussiëren. De heer Van Peijpe begrijpt heel goed dat de problemen op de kantorenmarkt niet met 79.000 euro kunnen worden opgelost. Daar doelde spreker niet op. Hij heeft ook gelezen dat er over een aantal gemeentelijke panden onderhandelingen lopen. Dat bedoelde hij ook niet. Hij bedoelde dat de gemeente een reserve leegstandsbestrijding heeft, dat er een wethouder is die verantwoordelijk is voor de verkoop van gemeentelijk vastgoed en dat er leegstaand gemeentelijk vastgoed is dat weinig efficiënt wordt gebruikt. Dan lijkt het spreker interessant voor de wethouder om dat vastgoed iets efficiënter te gebruiken dan door er antikrakers in te laten wonen. Hij heeft daar ook genoeg budget voor. Hij hoopt op dit punt een toezegging te krijgen van de wethouder. Anders dient hij een amendement in bij de begroting. De heer Van Woensel wijst erop dat de gemeente drie types panden bezit: panden die zij zelf gebruikt, panden die worden gebruikt door instellingen, zoals schouwburg en brandweer, en panden die de gemeente om strategische redenen in bezit heeft. Tot die laatste groep behoort een aantal krotten aan de Lammermarkt. Daar zitten antikraakbewoners in omdat wethouder De Haan daar met de Lakenhal aan de slag wil. Dat is heel tijdelijk. Op de Aalmarkt heeft de gemeente een aantal panden die zijn opgeknapt omdat het er echt niet uitzag. Zo heeft de gemeente een heleboel panden waar het college ooit iets mee wil doen. Het is moeilijk om met die panden iets te doen dat langer dan een jaar duurt. Dat betekent dus antikraak. Af en toe lukt het wel. Het pand van Da Vinci op de campus Lammenschanspark wordt nu verbouwd. Hopelijk wordt dat studentenhuisvesting, maar het zal maar twee jaar gebruikt kunnen worden. Daar moet de gemeente wel geld op toeleggen. Wethouder De Haan zou erg ongelukkig worden als spreker in de panden aan de Lammermarkt allerlei functies zou willen onderbrengen. Dan zou de Lakenhal in gevaar komen. Dat wil spreker niet. Mevrouw Van Dongen heeft geen discussiepunten. Op basis van de terugkoppeling zal haar fractie beslissen of zij met moties of amendementen komt. De voorzitter meent dat dit een beetje scheef is. Mevrouw Van Dongen weet wat er is gezegd. Dan kan zij ook zeggen of zij een motie of een amendement gaat indienen. Zij krijgt nog een antwoord op haar vraag over de Luifelbaan. De voorzitter sluit dit agendapunt af en vraagt of er fracties zijn die al weten of zij met moties of amendementen komen. De heer Van Peijpe overweegt een motie over het efficiënter gebruik van leegstaande panden. De voorzitter geeft aan dat de PvdA misschien nog met iets over de Luifelbaan of over het WOPZuidwest komt. Spreker heeft de volgende toezeggingen genoteerd:
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
14 -
Een gelijke mate van informatieverstrekking over de top achttien. Een informatieavond met Portaal over de risico’s van haar wijze van financiering voor de gemeente. Meer aandacht voor het programma Binnenstad. Nadere informatie over de Luifelbaan en misschien over het WOP-Zuidwest. Het jaarverslag van de welstandscommissie.
Volgens mevrouw Van Gruting is de informatieavond ook bedoeld om de raad meer inzicht te geven in de financiële producten van de corporaties, zoals de derivaten. De heer Bonestroo wil ook informatie over de garanties. De voorzitter denkt dat de wethouder zelf ook duidelijk weet wat hij hiermee bedoelde. Het advies aan de commissie voor de Rekeningen kan luiden dat deze commissie wel tevreden is. Het verslag wordt naar de commissie voor de Rekeningen opgestuurd. Er zijn geen opmerkingen gemaakt over het huidige bestemmingsvoorstel, al zegt de SP dat dit nog in de commissie W en F aan de orde komt. Maar dat speelt vermoedelijk ook bij andere fracties. Hier zal de raad het mee moeten doen. De voorzitter schorst de vergadering om 18.03 uur. Mevrouw Verschoor en de heer Van der Kraats verlaten de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering om 19.03 uur. De heren Van Haaster, Van Laar, Labrujère en Zevenbergen verschijnen ter vergadering.
4.
Burger aan het woord
De voorzitter deelt mee dat zich geen insprekers hebben gemeld.
5.
Mededelingen en rondvraag
De voorzitter geeft aan dat er geen mededelingen en geen punten voor de rondvraag zijn.
6.
Ingekomen stukken commissie Ruimte en Regio
De voorzitter wijst erop dat de commissie de lijst van ingekomen stukken vaststelt. Bij verzoeken om bespreking vindt de agendering in principe in de eerstvolgende vergadering plaats. Er is een brief binnengekomen van het college d.d. 25 april 2012 inzake garantstelling ten behoeve van renovatie van Roomburg. Voorgesteld wordt deze voor kennisgeving aan te nemen. Er is ook een brief van het college binnengekomen d.d. 15 mei 2012 over de evaluatie van de prestatieafspraken met de woningcorporaties 2009-2015. Voorgesteld wordt deze te betrekken bij de behandeling van de nota Wonen. Verder is er een brief van het college binnengekomen d.d. 22 mei 2012 over de bandbreedte voor de aanpak van de wateroverlast in De Kooi met als bijlage het rapport van Haskoning. Deze brief is al informatief besproken in de bijeenkomst van 6 juni 2012. Ten slotte is er een brief van het college d.d. 29 mei 2012 over het rapport “Sleutels gevonden in Leiden?” over de studentenhuisvesting in Leiden in 2012. Voorgesteld wordt deze brief te betrekken bij de behandeling van de nota Wonen. De commissie stemt in met de behandelvoorstellen.
7.
Toezeggingenlijst, stukken ter kennisneming en planning
De voorzitter brengt naar voren dat er geen verzoeken om bespreking van deze lijsten zijn binnengekomen.
8.
Vaststellen verslag commissie Ruimte en Regio d.d. 23 mei 2012
De voorzitter deelt mee dat er geen verzoeken zijn ontvangen om het verslag te bespreken. De heer Holla heeft verzocht een wijziging aan te brengen in de passage op pagina 3. waar deze aan het woord is. Hij vraagt de woorden “de planning” te vervangen door “het project”. Verder is er een verzoek binnengekomen van de heer Van der Klein om het reeds vastgestelde verslag van de Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
15 vergadering van 22 maart 2012 alsnog te wijzigen. Deze heeft in die vergadering ingesproken over de herontwikkeling noordelijke blokken (De Oude Kooi). Hij verzoekt op pagina 12, regel 10 en volgende de door hem uitgesproken tekst letterlijk op te nemen, omdat de bestaande tekst in het verslag de gevoelens van de bewoners ten aanzien van het bewonersonderzoek niet correct weergeeft. Deze letterlijke tekst luidt: “Onderzoeksbureau Strabo heeft een bewonersonderzoek gedaan. En daar kwam uit dat een aanzienlijke minderheid van de mensen die kiest niet voor renovatie. In de zin van. Die willen eigenlijk een andere manier van wonen.” De commissie stemt in met de voorgestelde wijzigingen in de verslagen van de vergaderingen van 22 maart 2012 en van 23 mei 2012.
9.
Perspectiefnota 2013 – 2016
10.
Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden (PRIL) 2012 - De Rekening Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden (PRIL) 2012 - Het Perspectief 2012
– 2016 De voorzitter deelt mee dat hij het verzoek heeft ontvangen om de agendapunten 9. en 10. gecombineerd te behandelen. De heer Van Woensel heeft daar geen bezwaar tegen. De voorzitter constateert dat de commissie daar ook geen bezwaar tegen heeft. Het behandelvoorstel is om na de informatieve ronde naar aanleiding van de beantwoording van vragen door het college over te gaan tot de standpuntbepaling en het aangeven van discussiepunten Wellicht kunnen de leden dan hun amendementen of moties al noemen. Vervolgens komt de reactie van het college. Daarna volgen het eventuele debat aan de hand van de discussiepunten en het formuleren van de adviezen aan de raad. Spreker wijst erop dat bij het PRIL-De Rekening een vertrouwelijke bijlage zit. Als iemand daarover wil discussiëren, dan moet hij dat melden. Dan moeten de deuren worden gesloten. Mevrouw Van Dongen vraagt of de leden niet allemaal een exemplaar van dit stuk kunnen krijgen in plaats van één exemplaar per fractie. De heer Van Woensel zegt toe hiervoor te zullen zorgen. Mevrouw Slink zal dit verzoek bij de griffier neerleggen. De voorzitter meent dat de commissie dit eigenlijk zelf kan beslissen. Het is volgens hem niet een zaak van de griffie. Hij stelt vast dat niemand wil spreken over deze vertrouwelijke bijlage. De heer De Vos heeft bij het PRIL een vraag over Nieuweroord. De voorzitter zegt dat het hier gaat om een vertrouwelijke bijlage bij het PRIL-De Rekening. Hij denkt dat de leden zelf maar moeten kijken of zij als zij over de rekening spreken, ook willen ingaan op deze vertrouwelijke bijlage. Soms is het in een dergelijk geval verstandiger om even vertrouwelijk met de wethouder te praten. Spreker vraagt of er nog aanvullende technische vragen zijn. De leden worden geacht om de vraag in aansluiting waarop zij een vraag stellen, te noemen. Als zij dat niet kunnen, gaat hun beurt voorbij. De heer Terpstra heeft een vraag over vraag 451. Die gaat over het in het PRIL-Het Perspectief genoemde voornemen om 25 miljoen euro te onttrekken aan de erfpachtreserve. Spreker had gevraagd om inzicht te geven in de berekening. Waarom krijgt hij die berekening niet? In het antwoord staat wel dat er in 2047 een herwaardering van de grondprijzen zal plaatsvinden. Heeft hij het goed begrepen dat deze 25 miljoen euro het verschil is tussen de huidige grondprijzen en de in 2048 verwachte prijzen? Als dat zo is, dan wil hij weten met welke stijging van de grondprijzen het college rekent. De commissie heeft recht op meer duidelijkheid. Tijdens een presentatie voor de raad of voor commissie is meegedeeld dat het college in 2058 de grondprijzen gaat herwaarderen. Dat is nu 2047 geworden. Komt er nog een apart besluit om in 2047 te herwaarderen of besluit de raad dat nu?
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
16 De heer Van Woensel wijst erop dat hiernaar wel wordt verwezen in de Perspectiefnota. Het verschil heeft niet te maken met het verschil tussen die twee jaartallen. Het erfpachtbedrijf heeft een nieuwe berekening gemaakt. De heer Terpstra kan die krijgen. Berekend is dat een onttrekking van 25 miljoen euro mogelijk is. Bij het erfpachtbedrijf gaat een bedrag van ongeveer 8 miljoen euro per jaar aan baten en lasten om. Als er 25 miljoen euro uit wordt gehaald, betekent dat minder rente over de erfpachtreserve. In de afgelopen jaren is gebleken dat de gemeente elke keer over de verkoop van de blote eigendom behoorlijke inkomsten verkrijgt. Dat is voldoende om het door de geringere rente ontstane gat te dekken. Het is mogelijk minder dan 25 miljoen euro te onttrekken, maar het college denkt dit bedrag goed te kunnen gebruiken. Bij een grotere onttrekking ontstaat een structureel tekort in het erfpachtbedrijf. Spreker wil die kant niet op. Hij kan zorgen voor een memo dat dit uitlegt. De heer Rademaker verschijnt om 19.20 uur ter vergadering. De heer Terpstra lijkt het goed als de commissie dat stuk krijgt. Op dit moment kan de raad niet controleren wat de risico’s zijn, omdat hij geen inzicht heeft in de berekening. Een toelichting erbij zou behulpzaam zijn. Wat de wethouder nu zegt is iets anders dan het antwoord op zijn technische vraag. Daarin wordt gezegd dat in 2047 een herwaardering plaatsvindt waarbij wordt gewerkt met de actuele grondwaarde, dat die grondwaarde een veelvoud is van de huidige en dat het dus mogelijk is eerder extra geld te onttrekken. Hoe zit dit? De heer Seijkens heeft begrepen dat vanaf 2047/48 alle erfpachtcontracten worden herzien en dat dan de grondwaarde wordt bepaald. Het tekort loopt op van 300.000 euro naar 400.000 euro. Als deze herwaardering niet zou plaatsvinden, dan zou het tekort steeds meer oplopen. De voorzitter denkt dat het goed is dat er volgende week nog een klein memo komt. Dit is de eerste toezegging. De heer Terpstra vraagt of dit betekent dat de raad moet besluiten tot eerdere herwaardering of dat dit al eerder in de planning stond. De heer Seijkens antwoordt dat de gemeente hierin geen keuze heeft. De contracten zijn afgesloten voor 75 jaar. In 2047 zijn de eerste contracten afgelopen. Vanaf dat moment worden de contracten herzien. De voorzitter constateert dat er geen verdere vragen zijn en gaat over tot de standpuntbepaling. Het is handig als alle sprekers min of meer dezelfde volgorde aanhouden. De heer Van Laar heeft twee opmerkingen over PRIL-De Rekening. Nieuw Leyden wordt afgesloten, maar deze wijk is nog niet af. Er wordt nog volop gebouwd. Aan de bewoners van de omliggende straten is beloofd dat ook in de omgeving zou worden geïnvesteerd. De vraag is of het geld daar naartoe gaat of dat daarvoor een reservering wordt aangehouden. Ook Roomburg wordt afgesloten, maar daar is nog niet alles gerealiseerd. Ligplaatsen voor woonarken zijn nog niet aangelegd. Zijn die vervallen of komen die nog? Op de voorpagina van het PRIL-Het Perspectief is kennelijk het perspectief te zien dat het college wil schetsen. Het is de slechtst mogelijke foto van het Stationsplein en omgeving met zichtbare kantorenleegstand, met graffiti op een kale muur, een lekkende taxistandplaats en een busstation dat nog moet worden verplaatst. Als dit het perspectief is dat het college wil schetsen, dan kan zijn fractie daar niet in volgen. Hij stelt voor om voor de definitieve versie een nieuwe foto te kiezen. Ook in de inhoud is het perspectief niet erg rooskleurig. Gisteravond hebben jonge architecten plannen laten zien voor de Surinamestraat en voor de Grote Vink, maar het college zegt dat het niet meer in de wijken investeert. Als het niet in de binnenstad ligt of in het Bio Science Park ligt, dan is er geen geld of geen ruimte voor. Ook voor De Waard waar de gemeente zelf bezig is om een plan te maken, is er geen geld, evenmin als voor De Mors welk gebied op een WOP zit te wachten. Dit is niet het perspectief van de PvdA. Sprekers fractie wil blijven inzetten op wijkontwikkeling en investeren in de wijk. Bij de plannen voor betaalbaar wonen ziet spreker wel een lichtpuntje. In de nieuwe visie van dit college geformuleerd door wethouder De Haan staat eindelijk dat er aandacht komt voor starterswoningen en voor studenten, voor het bouwen van kleine, betaalbare woningen waar vraag naar is. Maar de vraag is wel hoe deze wethouder dat ziet, want hij is de wethouder van de eengezinswoningen. Ook gisteren kon de wethouder zich moeilijk voorstellen dat mensen in een appartement willen wonen. Sprekers fractie ziet graag dat mensen betaalbaar wonen. Dat betekent in Leiden compact en hoog bouwen. Heeft deze wethouder zich nu bekeerd tot de visie
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
17 van het college of blijft hij de eengezinswoningen als de toekomst zien? Spreker stelt dat al het tafelzilver van Leiden wordt verkocht. De Nuon-reserve wordt opgemaakt, en de erfpachtreserve raakt bijna leeg. Daarmee zijn de laatste gelden die Leiden nog heeft, bijna op. Alle nieuwe projecten zijn binnenstedelijk, dus die zullen geen geld opleveren voor nieuwe projecten die geld kosten. De vraag doemt op hoe de gemeente in de toekomst de ontwikkeling van deze stad gaat financieren. Heeft de wethouder daar al over nagedacht? In de perspectiefnota gaf de wethouder aan dat hij een nieuwe erfpachtdeal wil sluiten met de corporaties en daar de wijkontwikkeling mee wil betalen. Spreker heeft daarvan nergens iets van teruggevonden. Is dit een luchtballon of een serieus plan dat wordt uitgewerkt en aan de raad wordt voorgelegd? De heer Van Haaster begint met de perspectiefnota. Ook voor dit programma zijn bezuinigingen noodzakelijk, al zit het programma Stedelijke ontwikkeling niet in de hoek waar de klappen vallen. D66 kan de hier genoemde voorstellen ondersteunen, met inbegrip van de bezuinigingstaakstelling voor de plankosten en het meer kostendekkend maken van de leges. Zijn fractie wil het perspectief behouden van het schrappen van het bedrijventerrein in de Oostvlietpolder als onderdeel van het beleidsakkoord, maar daar is de wethouder al voor de pauze ingegaan. De wethouder hoeft wat spreker betreft niet in herhaling te vervallen. In het PRIL is het spreker opgevallen dat er op 1 januari 2012 een negatief resultaat is geboekt van 20,3 miljoen euro. Als hij dit vergelijkt met het vijfjarig perspectief, dan is dat sluitend, maar als hij het vergelijkt met het totale ambitiepakket, dan ziet hij een tekort van 220 miljoen euro. Hij doelt hier op de investeringsagenda die de commissie na de zomer zal bespreken. Hij vraagt zich af of er wel sprake is van het verkopen van het tafelzilver. Het gemeentelijk vastgoed wordt mondjesmaat verkocht en het wordt niet onder de marktprijs aan de markt verkocht. In het PRIL-Het Perspectief staat dat er een krediet wordt gereserveerd voor de onrendabele top van Nieuw Leyden, voor sociale huurwoningen en ten behoeve van de verschillende bestemmingsreserves. In dit verband vraagt hij aan het college hoe het de marktsituatie beoordeelt en of het licht aan het einde van de tunnel ziet. De heer Van Peijpe constateert in de perspectiefnota dat de missie is geherformuleerd. Zij is wat compacter, maar het duurzaam herstel van aandachtswijken en duurzame aandacht voor het milieu hadden wat GL betreft best in de missie kunnen blijven staan. Zijn fractie gaat ervan uit dat het college desondanks met volle overgave daar invulling aan zal geven. Volgens de nota is er financieel geen ruimte voor nieuw beleid. Daarom gaat spreker over naar het PRIL-De Rekening. Hierin wordt terecht geconstateerd dat het herstel op de vastgoedmarkt nog wel even op zich zal laten wachten. De opbrengsten zijn met 1% historisch laag ingeschat. Misschien is deze 1% nog wel te optimistisch. Hoe moet deze gemeente met deze zorgelijke ontwikkeling omgaan? Moet de raad niet anders kijken naar het grondbeleid? De plankosten blijven een probleem. Zij liggen ver boven de norm van 26%. Het lukt nog steeds niet om deze kosten onder controle te houden. In het PRIL-Het Perspectief valt het GL op dat de opbrengsten te optimistisch worden getaxeerd. Bij de reeds besloten dotaties van 46,5 miljoen euro heeft GL twijfels ten aanzien van de inkomsten uit erfpacht van bijna 2 miljoen euro en de opbrengst van gemeentelijk vastgoed van ruim 6 miljoen euro. De verwachte dotatie van 23 miljoen euro voor 2016 vindt zijn fractie ook vrij optimistisch. De kans is groot dat de inkomsten van de exploitatie van Dieperhout, de Lusthoflaan, De Springplank, De Wissel, het Bio Science Park, de steenopslag van Rijkswaterstaat en de niet-bestemde Naturaliskavel erg zullen tegenvallen. Het is bekend dat GL geen voorstander is van het investeren van ruim 100 miljoen euro in ondergrondse parkeergarages. Maar in deze commissie is niet gediscussieerd over het hiervoor onttrekken van 25 miljoen euro aan de erfpachtreserve. GL zou dat wel graag willen doen. De heer Bonestroo meent dat dit was opgenomen in het genomen besluit. De heer Van Peijpe gaat het vooral om de dekking. De onttrekking betekent namelijk ook een stijging van de jaarlijkse exploitatielast met ongeveer 300.000 euro omdat er minder rente binnenkomt. Dit betekent 6 miljoen extra voor twee garages. Dat een greep wordt gedaan in niet voor dit doel bestemde reserves is al twijfelachtig. Maar de dekking van 300.000 euro is moeilijk te verdedigen. GL meent dat de opbrengsten van de erfpachtreserve ten goede moeten komen aan de erfpachtreserve. Het Perspectief is weliswaar sluitend, maar de kans is groot dat er tot 2016 flinke tekorten gaan ontstaan. Spreker wil nog iets zeggen over de ruimtelijke agenda. De voorzitter wijst hem erop dat dit niet aan de orde is. De heer Terpstra vraagt de heer Van Peijpe of hij in zijn betoog erfgoed of erfpacht bedoelde.
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
18
De heer Van Peijpe bedoelde erfpacht. Hij wil geen inhoudelijke opmerking maken over de ruimtelijke investeringsagenda. De motie is niet afgedaan omdat bij de jaarstukken het PRIL met de verlengde scope zou worden aangeboden. GL is daarover teleurgesteld, maar verheugt zich over de uitgebreide en heftige discussie die na de zomer zal plaatsvinden over die agenda. De heer Van Laar meent dat het college het stuk tijdig heeft geleverd. De commissie heeft de behandeling uitgesteld tot na de zomer. Dat kan hij het college moeilijk aanwrijven. De heer Van Peijpe antwoordt dat de getallen ontbreken. Hij heeft bijvoorbeeld geen enkel cijfer gezien bij scenario 1. De heer Zevenbergen herinnert eraan dat er in 2006 een college was dat begon met een grote lijst met plannen waarbij bij elke post PM stond. De fractie van de heer Van Peijpe was daar mede verantwoordelijk voor. Het valt spreker in het PRIL-De Rekening op dat de vereveningsreserve een behoorlijke klap krijgt. Dat is niet zo vreemd gezien de Oostvlietpolder. De VVD vraagt zich af of het nu zo erg is dat deze reserve zo laag staat. Dit is juist een periode om dingen aan te pakken. Een stad die wat wil en die midden in de regio staat, moet door. Er staan belangrijke projecten op stapel, zoals de parkeergarages en het Stationsgebied, maar er zijn ook kleine zaken als De Nobel, de Lorentzschool en het Trekvaartplein, maar die laten wel negatieve effecten zien bij de netto contante waarde. De vraag is welke invloed deze lege vereveningsreserve heeft op de jaren 2012/2013 en verder. De grafieken over de cashflow laten zien dat de gemeente pas in 2016 weer langzaam uit het dal kruipt. Dat is gebaseerd op de aannames van vandaag. De heer Van Peijpe heeft gelijk als hij stelt dat het allemaal aannames zijn die in de richting van een zeker herstel gaan, terwijl dat helemaal nog niet zeker is. Zijn fractie is niet zo gelukkig met negatieve standen. De vraag is of er nog ruimte is voor optimalisatie en of het positieve saldo in 2016 vanuit de meest optimistische of vanuit de meest pessimistische gedachte is geraamd. Het W4-project wordt afgesloten. Zijn fractie is daar eigenlijk wel tevreden over. Het onder de grond stoppen van een weg is mede gefinancierd uit woningbouwgelden. Er is een nieuwe standplaats voor woonwagens gemaakt zonder dramatische tegenslag. Zo kan het dus ook. Het enige dat daar nog openstaat is een subsidie van 5,9 miljoen euro Vinex-gelden waar nog discussie over is. Kan de wethouder zeggen of Leiden die discussie gaat winnen of dat de gemeente het geld kwijt is? De VVD ziet in het PRIL-Het Perspectief dat de gemeente flink wat geld gaat activeren om te investeren in de stad. Zijn fractie heeft geen problemen met het inzetten van de erfpachtreserve. Nu wordt het gebruikt om de stad in beweging te brengen. Het geld moet natuurlijk wel terug naar die reserve. De VVD zal het college op dit punt goed in de gaten houden. Spreker constateert met grote vreugde dat dit college en deze wethouder aan het einde van de rit in elk geval 2000 en misschien bijna 4000 studentenkamers en goedkope wooneenheden in ontwikkeling heeft. Dat is iets om trots op te zijn. Mevrouw Van Gruting stelt dat de Perspectiefnota 2013-2016 een somber beeld schetst met afnemende activiteiten als gevolg van veranderende marktomstandigheden. Daarom is de VVD dankbaar voor alle zaken die wel kunnen worden gerealiseerd. Leiden heeft in de afgelopen maanden een aantal majeure stappen gezet ten aanzien van de ontwikkellocaties uit het programma Binnenstad, de studentenhuisvesting en de bereikbaarheid. Deze onderwerpen liggen de VVD na aan het hart. Zij zullen de economie en de draagkracht van Leiden positief beïnvloeden. De VVD begrijpt dat er op dit moment geen ruimte is voor verder nieuw beleid. Haar fractie is erg benieuwd naar de nota over de plankosten en wil in het bijzonder graag weten wat de rol van de raad hierin is. Misschien weet het college de kosten niet in de hand te houden, maar spreekster denkt dat de raad daar ook een rol in heeft. De VVD wil voortaan op elk verantwoordingsmoment inzichtelijk hebben wat een project heeft gekost en wat de extra kosten zijn die gemaakt zijn door koerswijzigingen in dit theater. Bezuiniging op kwaliteit van de openbare ruimte binnen de singels kan ook nog wat geld opleveren. Haar fractie geeft de wethouder de tip om de foeilelijke bloembakken uit de Breestraat weg te halen. Zij zijn een toonbeeld van armoe en worden gebruikt als prullenbak. Haar fractie wil in haar streven naar marktconforme huren af van vestzak-broekzaksubsidies tussen grondbedrijf en onroerend goedbeheer. Iedere huurder gaat marktconform betalen en dan is het aan de politiek te beoordelen of daar een subsidie tegenover moet staan. Zou dit al in 2013 geregeld kunnen worden? Het wonen boven winkels is een voorbeeld van een paar vliegen in één klap. De particuliere huurmarkt kan hierdoor groeien en dat is gunstig voor de prijsontwikkeling in Leiden waar de huren in de particuliere sector het hoogste zijn van heel Nederland. Verder verhoogt dit de sociale veiligheid, de sociale cohesie en de kwaliteit van de openbare ruimte. Dat is wel mooi in de beste binnenstad van 2017.
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
19
De heer Van Laar is verbaasd. Mevrouw Van Gruting pleit ervoor om zo ongeveer het enige project dat ondernemers zelf hebben bedacht en uitgevoerd zo snel mogelijk terug te draaien. Hoe is de VVD daartoe gekomen? Mevrouw Van Gruting draait niets de nek om. De Breestraat verdient gewoon beter. De heer Van Laar zal het met haar eens zijn dat die kratten met stenen die vol liggen met colablikjes en met een armetierig boompje nu niet echt een aanwinst zijn voor deze hoofdwinkelstraat. Dat kan beter. De heer De Vos ia altijd voor meer groen in de stad. De VVD zegt dat het beter kan. Hoe kunnen de VVD en zijn fractie elkaar vinden om meer groen in de stad te brengen? Mevrouw Van Gruting denkt aan een betere uitvoering. Zij is niet tegen de bakken en de bomen op zich, maar dan moet het worden onderhouden en dan moet het er beter uitzien. Nu er geen tram komt, kan het een opknapbeurt worden van gevel tot gevel. Daar past ook mooi groen bij. De heer Terpstra heeft een punt van orde. Hij dacht dat de leden alleen technische vragen zouden mogen stellen. Het debat is al in volle gang. De voorzitter wil nu geen debat. Maar als het standpunt van mevrouw Van Gruting helder is, dan is het in deze commissie gebruikelijk om aanvullende, informerende vragen te stellen. De heer Van Haaster hoort dat mevrouw Van Gruting tussentijdse koerswijzigingen in rekening wil brengen. Pleit zij er dan voor om nooit meer tussentijds wijzigingen aan te brengen? Mevrouw Van Gruting bedoelt de koerswijzigingen die hier in de raad worden geëntameerd. Het is niet zo dat het niet mag, maar haar fractie wil de kosten kunnen zien. Nu wordt het college min of meer verweten dat het de kosten niet in de hand houdt. Iedereen verbaast zich over een te hoog percentage plankosten. Haar fractie wil dat bij elk project op elk moment de oorspronkelijke kosten te zien zijn en wat daarbij komt door koerswijzigingen, ook die afkomstig van de raad. De heer Van Haaster merkt op dat de commissie na de zomer de ruimtelijke investeringsagenda onder handen gaat nemen. Dat zijn 185 potentiële koerswijzigingen. Het wordt een dure grap als de gemeente gaat berekenen wat de kosten zijn van elk project dat de raad wil schrappen. Mevrouw Van Gruting antwoordt dat de discussie die de raad over de gehele ruimtelijke agenda gaat voeren een heel nuttige exercitie is. De heer Van Haaster begrijpt haar niet goed. Zij zegt niet dat er geen koerswijzigingen mogen komen. Haar fractie stelt dat zij wil kunnen zien wat de verhoogde kosten veroorzaakt. De bespreking van de ruimtelijke agenda zal ook leiden tot koerswijzigingen. De vraag is of dat geld gaat kosten, gezien de investeringsbehoefte van 220 miljoen euro. De heer Rademaker vraagt of mevrouw Van Gruting verder wil gaan met de marktconforme huren dan het college. Het college stelt voor om marktconforme huren te hanteren voor functies met een commerciële achtergrond. Wil zij voor alle huurders van gemeentelijke panden marktconforme huren vragen? Mevrouw Van Gruting beaamt dat dit wel haar wens zou zijn. Het zal niet overal tegelijk kunnen worden ingevoerd, maar er kan een begin worden gemaakt. Het gaat haar erom dat de panden een normale opbrengst hebben. Subsidies is een andere zaak. Maar het moet transparant zijn. Daar is iedereen bij gebaat. Dan kan de raad ook een keuze maken. Wat heeft de raad ervoor over om ergens subsidie voor te geven? Dat moet niet bedekt gebeuren met een te lage huur. De heer Labrujère heeft een tijdje geluisterd. Hij vindt dat de gemeente alle nieuwe ideeën in de ijskast moet doen. De raad moet in deze noodsituatie schetsen wat de gemeente kan en moet doen om de stad weer draaiend te maken. Dat moet direct gebeuren, omdat de stad anders gedoemd is om ten onder te gaan. Er worden nu heel dure projecten neergezet die Leiden allemaal niet kan betalen. Die twee nieuwe garages zijn mooi. Het worden 250 plaatsen voor 100 miljoen euro en het kost ook nog een hoop geld om de garages draaiend te houden. Maar daar staat tegenover dat andere dingen uit de binnenstad worden weggehaald. Er is dan geen voor- en natransport meer naar de Pieterskerk en de Stadsgehoorzaal en 40% van de horeca zal gewoon failliet gaan. Daar moet goed over worden
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
20 nagedacht. Spreker gaat niet voor niets uit de raad. Hij gaat weer aan de kant van de bevolking staan en gaat er wel weer een beetje tegenaan. Als hij zijn zaak zou moeten laten draaien met al dit soort perspectiefnota’s, dan zou hij binnen drie dagen failliet zijn. Vele mensen in de stad zitten te wachten op een besluit van de raad om op te treden in deze noodsituatie, zodat mensen de stad kunnen binnenkomen en er uit kunnen gaan. Internet lost dit soort problemen niet op. Spreker had gehoopt zijn in vijftig jaar opgebouwde expertise aan de raad over te kunnen dragen. Dat is mislukt en daarom gaat hij iets buiten de raad doen. Dat zit de SLO behoorlijk dwars. Spreker hoopt dat de raad tot andere gedachten komt. Na de vakantie kan daar nog eens over worden gepraat. De voorzitter wenst de heer Labrujère succes in zijn carrière buiten de raad. De heer Rademaker gaat eerst in op het PRIL. Het lijkt hem goed om te kijken naar de rol van het grondbeleid. De raad moet leren van het actieve erfpachtbeleid dat voorgangers hebben gevoerd. De gemeente moet de erfpacht gaan gebruiken. De heer Terpstra begrijpt dat de SP pleit voor een actief gebruik van de erfpacht. Wat moet hij zich daarbij voorstellen? Wie hebben dat eerder gezegd? De heer Rademaker heeft GL horen zeggen dat deze fractie anders wil kijken naar het grondbeleid. Erfpacht is een belangrijk onderdeel van het grondbeleid. Hij heeft verwezen naar de opmerking dat de raad anders moet kijken naar het grondbeleid. De SP vindt het grootste deel van het Aalmarktproject nog steeds te duur en te ambitieus. Het schrappen van die delen zou ook ten goede komen aan de financiën. De herinrichting van het Trekvaartplein gaat nog steeds te langzaam. Er wordt nog steeds te veel geld verspild. Dat staat ook in het PRIL. Er zijn toezeggingen dat daarnaar gekeken zou worden. Spreker vraagt om de toezeggingen over de financiën voor het Trekvaartplein nog een keer na te kijken. De heer Van Laar vraagt hoe de SP haar eigen rol ziet in het voortstuwen van het Trekvaartplein. De heer Rademaker antwoordt dat de SP het controleren van de financiën als haar taak ziet. Mevrouw Van Gruting vraagt of de heer Rademaker het met haar eens is dat het voor dit project heel nuttig zou zijn om inzichtelijk te maken wat de koerswijzigingen hebben gekost. De heer Rademaker is niet tegen het idee om op elk moment inzichtelijk te maken wat de plankosten zijn. De heer Van Haaster vraagt de heer Rademaker waar het element van verspilling in zit. De heer Rademaker heeft in het PRIL gelezen dat het project wordt getrokken door twee externe projectleiders, terwijl in de raad is afgesproken dat er niet met externen zou worden gewerkt. Dit is veel te veel voor het Trekvaartplein. Ook is er geld voor integrale handhaving op het project Trekvaartplein toegeschreven. Deze kosten die niet gemaakt zijn voor de herinrichting, zijn dus geboekt op het project herinrichting. De voorzitter veronderstelt dat die toezegging ongetwijfeld door de heer Lenferink in stand zal worden gehouden. Voor de vergadering is gevraagd of de heer Lenferink erbij zou moeten zijn. Toen was de conclusie dat dat niet hoefde. De heer Rademaker merkt naar aanleiding van de Perspectiefnota op dat hij het totaal oneens is met het standpunt van de VVD over de marktconforme huren. Hij kan begrijpen dat aan huurders met een commerciële achtergrond een marktconforme huur wordt gevraagd, maar hij wil een toezegging dat marktconforme huren niet ten koste gaan van het maatschappelijke voorzieningenniveau. Voor maatschappelijk belangrijke functies, zoals kinderopvang, apotheker en huisarts, moeten geen marktconforme huren worden toegepast. De heer Bonestroo wijst erop dat een heleboel tandartsen een marktconforme huur betalen. Waarom ziet de heer Rademaker dit als een probleem voor de ene groep en voor de andere groep niet? De heer Rademaker antwoordt dat hij heeft gezegd dat de SP het voorstel steunt om voor
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
21 organisaties met een commerciële achtergrond een marktconforme huur te laten betalen. Maar dat mag niet ten koste gaan van de maatschappelijke functies. Als dit zou betekenen dat de Stevenshof straks haar apotheek en huisartsenpraktijk kwijtraakt, dan lijkt hem dat een heel schadelijke ontwikkeling. Als dat soort gevolgen dreigen, dan vraagt hij de wethouder de toezegging om daarover te rapporteren en wat minder stringent die marktconforme huren toe te passen. De heer Terpstra heeft een punt van orde. Iedereen mag zeggen wat hij wil, maar het worden wel half politieke en half verduidelijkende vragen. De heer Rademaker is blij dat hij van de heer Terpstra mag zeggen wat hij wil. Spreker heeft zich straks bij de spreekbeurt van de VVD netjes ingehouden. De heer Van Laar valt van de ene verbazing in de andere. Hoort hij de SP pleiten voor huursubsidie voor huisartsen, apothekers en exploitanten van kinderopvang? Dat zijn allemaal mensen met een inkomen boven de twee ton. De heer Rademaker pleit daar niet voor. Hij pleit ervoor om op het moment dat deze beleidswijziging wordt ingezet, te kijken naar de gevolgen. Er komt een nota plankosten, maar voor de SP is dat allemaal veel te soft. Er wordt veel te weinig kritisch gekeken naar de uitgaven voor plankosten. De ingeboekte bezuiniging van 300.000 euro is voor de SP veel te weinig. Zijn fractie komt met een voorstel voor een veel strengere taakstelling voor de plankosten. De heer Terpstra begint met de Perspectiefnota. Daarin wordt (op pagina 49) voorgesteld om de uitgaven te verminderen voor openbare ruimte binnen de singels. Die post stond ook al bij programma 5. Waarom wordt dit gesplitst in twee programma´s? Politiek is spreker het er niet mee eens. Er is nog veel te doen, juist in de openbare ruimte in de binnenstad. In het verleden is ook al eens iets gedaan aan het kostendekkend maken van de bouwleges. De vraag is hoever de raad hierin moet gaan. De gemeente besteedt veel geld om de eigenaren van panden in de binnenstad en in het Stationsgebied hun panden er een beetje aardig uit te laten zien, maar haalt dat geld weer terug via de verhoging van de bouwleges. Ook naar die effecten moet worden gekeken. Hij vraagt het college toe te zeggen dat het dat aspect mee zal nemen. De plankosten voor een kaderbesluit moeten met 300.000 euro omlaag. De SP zegt dat ze nog verder omlaag kunnen. Voor spreker is dit de vraag. Het college heeft nog geen flauw idee of het kan en op welke manier het moet gebeuren. Vorig jaar of het jaar daarvoor hebben in de raad hierover lange en moeizame discussies plaatsgehad, juist omdat de raad er geen grip op heeft. Dan is het wel een groot risico, als het college zomaar inplant. Hij heeft enkele opmerkingen over het PRIL-De Rekening. De raad heeft een motie aangenomen over het Matilopark. Dat is een heel duur park geworden. Er zijn vele Nuon-miljoenen aan besteed. Dat was fase 3. Daarmee zou het af zijn, maar het college heeft daar een wat raadselachtige tekst over. Het lijkt erop dat het college toch in fase 4 wil investeren. Spreker vraagt een duidelijke uitspraak van het college dat het zich houdt aan de motie en dat er geen plannen worden voorgelegd aan de raad die incidentele of structurele extra kosten meebrengen, ook geen onderhoudskosten. Het gebruik van de Haarlemmerstraatgarage loopt terug. Het college heeft geen idee hoe dat komt. Dat betekent dat de gemeente risico’s loopt met de pas geaccordeerde parkeerplannen. Hoe ziet het college dit? De voorzitter stelt voor te bekijken of de wethouder de vraag kan beantwoorden. Anders wordt deze schriftelijk beantwoord. De heer Terpstra gaat in op het PRIL-Het Perspectief. Eigenlijk kan hij zijn bijdrage van vorig jaar voor een groot deel herhalen. Dat komt omdat de raad de investeringsagenda nog niet heeft behandeld. Er komen geen grote inkomsten meer uit de investeringen in het PRIL zodat de gemeente is overgeleverd aan het opsouperen van de reserves. Toen de Nuon-miljoenen opwaren, heeft het college zich vergrepen aan de erfpachtreserve. Die gaat ook een keer op. De gemeente kan niet op deze manier doorgaan. Daarom wil de CU goed kijken naar wat de raad op lange termijn wil en niet alleen de plannen accorderen die het college het eerst aan de raad voorlegt. Dat is het afgelopen jaar gebeurd, maar op die manier loopt de raad achter de feiten aan. Van echte sturing van het ruimtelijke beleid door de raad is zo geen sprake. Spreker betreurt het dat de ruimtelijke investeringsagenda eigenlijk nog niet rijp is. Er had veel meer prioriteit aan moeten worden gegeven. Daarom kan volgens zijn fractie het PRIL dat de raad nu gaat vaststellen hooguit indicatief zijn. Mogelijk is het na de discussie in september/oktober 2012 al weer achterhaald. Spreker is erg kritisch over het PRIL-Het Perspectief dit jaar. Dat is een ander geluid dan het erg positieve geluid dat hij in de inleiding op het
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
22 PRIL beluistert. De heer Bonestroo merkt op dat het CDA in het PRIL-De Rekening de plankosten waren opgevallen. Zijn fractie had verwacht dat die na het rapport Van Egdom aangepakt zouden zijn en dat daar iets zou zijn bereikt. Maar uit het verslag blijkt dat dit nauwelijks het geval is. Hoe ontstaat dit en waarom blijft het maar doorgaan? Zijn fractie wil hierover meer inzicht krijgen. Zijn fractie is het eens met de eerder gemaakte opmerkingen over de ontwikkeling van de vereveningsreserve. Een toelichting is gewenst. Het in het PRIL-Het Perspectief opgenomen voornemen om geld uit te trekken voor het opstellen van een plan voor de Haven is een goed initiatief. Maar het CDA kijkt met enige zorg naar de ontwikkeling van het Stationsgebied. Het CDA is tegen de huidige plannen voor het Rijnsburgerblok. Zijn fractie hoopt nog steeds dat zij daarin bij het uitvoeringsbesluit ongelijk in krijgt. Inmiddels verschijnen er berichten in de krant over de komst van een ambtenarenpaleis om de extra vierkante meters kantoorruimte afgezet te krijgen. Sprekers fractie kent het kaderbesluit voor het Stationsgebied nog niet, maar geeft al bij voorbaat aan dat de ontwikkeling van het Stationsgebied niet ten koste mag gaan van bijvoorbeeld Leiden-Noord en Leiden-Zuidwest. Als de gemeente de kantoorruimte op een toplocatie in Leiden alleen bezet kan krijgen door er ambtenaren in te zetten, dan spant zij het paard achter de wagen. De heer Van Haaster meent dat er geen plan is om ambtenaren in het Stationsgebied te huisvesten. Weet de heer Bonestroo meer dan de andere leden van de commissie? De heer Bonestroo zegt dat dit niet het geval is. Maar er wordt wel gesproken over een kantoor voor ambtenaren. Het CDA geeft nu alvast een signaal af over de richting die het niet moet opgaan. Uit de toelichting van Haskoning heeft zijn fractie begrepen dat het probleem in Leiden-Noord kleiner kan worden door de kom te verkleinen. Gelet op de kosten van het aanpakken van de waterproblematiek in dit gebied meent het CDA dat die kom dan ook verkleind kan worden. Sloop met behoud van de kern van De Oude Kooi kan wat het CDA betreft dus wel. De aanleg van de Ringweg Oost biedt kansen voor de waterberging. Die moeten dan ook worden benut. Het CDA zal hierover vragen stellen aan het college. Als die niet beantwoord kunnen worden, omdat het niet tot de competentie van deze wethouder behoort, dan zal zijn fractie er in de raad op terugkomen. De heer Van Laar had uit het rapport van Haskoning begrepen dat de procentuele verkleining van het gebied gelijk opgaat met een procentuele verkleining van de uitdaging.10% sloop in De Kooi betekent 1,3 miljoen euro besparen. Hoeveel procent van De Kooi wil de heer Bonestroo precies slopen? De heer Bonestroo meent dat dit een politieke vraag is. Maar hij doelt op de plannen voor de noordelijke blokken. Dat is dus ongeveer 10%. De heer Pater geeft aan dat ook LL zit met de meeste problemen die al zijn genoemd. Er is al gesproken over Leiden-Noord, maar zijn fractie vraagt om ook de problemen in het Noorderkwartier aan te pakken. Als mensen die het niet zo rijk hebben, aan moeten kijken tegen een stapel met palen en kozijnen, dan vragen zij wat dat allemaal wel mag kosten. Dat zou de gemeente niet moeten doen. Wijkvernieuwing kan niet zonder wijkbeheer. Het wijkbeheer staat niet op een erg hoog niveau. LL vindt dat daar meer aan mag worden gedaan. Zijn fractie is wel blij dat nu eindelijk de Marnixstraat zal worden bestraat. Maar LL ziet een aantal zorgelijke ontwikkelingen in Noord. Zijn fractie hoopt dat de in het verleden gemaakt fouten niet worden herhaald. Spreker heeft geen discussiepunten. De heer De Vos heeft twee punten naar aanleiding van het PRIL-De Rekening. Hij vraagt of de wethouder iets kan zeggen over Nieuweroord. Het staat nu onder de niet verkochte panden, maar het is een ontwikkeling in een parkachtige omgeving. Hij heeft begrepen dat het voornamelijk dure woningen worden. Is er rekening gehouden met sociale huurwoningen of andere woningen voor mensen die het amper kunnen betalen in deze eigenlijk chique wijk? Is het de bedoeling dat deze parkachtige omgeving wordt volgebouwd? Spreker heeft in het onderdeel over bodemsanering gelezen dat uit onderzoek blijkt dat er geen risico is voor moestuintjes. Maar er staat op pagina 73 ook dat op het Waardeiland alle waarden zijn overschreden en dat er geen capaciteit kon worden vrijgemaakt om dat echt aan te pakken. Spreker begrijpt dat het qua volksgezondheid geen echt probleem is. Maar er staat ook dat de gemeente er maar niet aan begint, omdat het in andere steden ook zo is. Is dit niet een heel onzorgvuldige manier om om te gaan met de aarde? Dit kan niet worden aangepakt, terwijl er wel geld is voor parkeergarages.
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
23 De voorzitter schorst de vergadering om 20.20 uur. De voorzitter heropent de vergadering om 20.30 uur en geeft het woord aan de wethouder. De heer Van Woensel dankt de PvdA voor het genuanceerde betoog dat gebaseerd is op feiten en niet op beelden. Wat betreft Nieuw Leyden heeft het college destijds beloofd om niet alleen te investeren in de drie ‘gouden eilanden’, Groenoord, Nieuw Leyden en Kooiplein, maar ook in het gebied daartussen. Deze maand is er een schouw geweest van de openbare ruimte in Noorderkwartier-West, in de Saffierstraat en in de Bernhardstraat om te bekijken wat daar mis is. Er is ook een budget voor gereserveerd. Het college investeert dus wel degelijk in de wijken. Er wordt 2,5 miljoen euro geïnvesteerd in het opknappen van de openbare ruimte tussen de drie gouden eilanden waarin het college ook blijft investeren. Overigens merkte spreker vorige week dat de PvdA die ruimte aan iets anders wilde besteden. Ten aanzien van de ligplaatsen voor woonboten in Roomburg bestaat een bijna onmogelijke situatie. De raad heeft eerst besloten dat er onder architectuur moet worden gebouwd. Dat kan niet, tenzij de gemeente de woonboten zelf bouwt. Maar dat kan ook niet, omdat aan woonboten geen welstandseisen kunnen worden gesteld. De raad moet dus de eis laten varen van het bouwen onder architectuur of de ligplaatsen voor woonboten schrappen. De heer Rademaker vraagt of de 2,5 miljoen euro waar de wethouder sprak komen uit de pot van 5 miljoen euro voor de openbare ruimte. De heer Van Woensel antwoordt dat dit niet zo is. Het college heeft de doelstelling van het rapport openbare ruimte Leiden-Noord verhoogd en heeft daarvoor 2,5 miljoen euro gereserveerd. Spreker had dezelfde reactie als de heer Van Laar naar aanleiding van de foto op de voorkant van het PRIL, maar hij heeft zich laten overtuigen door het argument dat het er nu zo uitziet, maar dat het beter wordt. Het perspectief van 2012 is zoals het is, maar het perspectief van 2013 zal volstrekt anders zijn. Dan zullen er hijskranen te zien zijn. Binnenkort krijgt spreker de bouwplannen van de ontwikkelingscombinatie te zien. In reactie op de opmerkingen van de PvdA over de wijken wijst spreker op wat er gebeurt. Dit college investeert in de Slaagwijk, in de noordelijke sportvelden en op de ROC-locatie in Haagwegkwartier-Noord, in Nieuw Leyden, in Groenoord en op de Van Voorthuijsenlocatie, op het Kooiplein, in de openbare ruimte van het Haagkwartier-West en LeidenNoord. De heer Van Laar vraagt de wethouder of deze ook een project kan noemen dat niet is gestart in de periode van het college waar de PvdA deel van uitmaakte. De heer Van Woensel antwoordt dat wat de PvdA heeft achtergelaten vaak onrealistische en onbetaalbare artist impressions waren, zoals de Aalmarkt en het Huis van de Sport. Op het Kooiplein had een winkelcentrum moeten komen waarvan hij zich afvraagt wie dat in vredesnaam heeft kunnen verzinnen. Spreker is erg blij dat het vorige college die plannen die de PvdA had gestart, de nek heeft omgedraaid en vervangen heeft door een bouwplan dat wel wordt uitgevoerd en wel een investering is in het hart van Leiden-Noord. De heer Van Laar concludeert dat het antwoord ‘nee’ is. De heer Terpstra merkt op dat de wethouder een aantal plannen van zijn voorgangers noemt en zich erover verbaast dat die er ooit door hebben kunnen komen. Weet de wethouder of zijn fractie daar ook mee heeft ingestemd? De heer Van Woensel denkt dat dit ongetwijfeld coalitiedwang is geweest. Dat gebeurt nu niet meer. Het college heeft al iets gezegd over betaalbare woningen. Er worden niet alleen 220 startersappartementen gebouwd bij de campus, maar spreker verwacht binnenkort ook een nieuw bouwplan voor startersappartementen in de nabijheid daarvan. Het college zal in de nota Wonen ook aandacht besteden aan die doelgroep die zoekt naar een middeldure huur- of koopwoning van 60 tot 70 m². Het college wil ook de afgestudeerden die eigenlijk de stad moeten verlaten omdat zij hier geen woonruimte kunnen vinden, accommoderen. Het college wil ook investeren in een kansenkaart. Spreker is ook in gesprek met de woningbouwcorporaties om aan de hand van de erfpachtkaart na te gaan hoe de gemeente de erfpacht in kan zetten om ook bij de opdrogende middelen van Rijk en gemeente geld te kunnen fourneren om samen met de corporaties te investeren. Het college heeft
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
24 reële alternatieven voor de Oostvlietpolder onder de aandacht van GS gebracht. Het college hoopt dat dit GS voldoende grond onder de voeten geeft om Provinciale Staten binnenkort voor te stellen de Oostvlietpolder groen te verklaren. Dan kan het college een bestemmingsplan in procedure brengen. Het college denkt dat het nog wel mogelijk is om inkomsten binnen te halen, als de verkoop van vastgoed simpel en snel gebeurt. De marktontwikkeling op de huur- en de koopmarkt voor woningen wordt een zware dobber. De ontwikkeling van plan tot opgeleverde huizen duurt in Nederland gemiddeld acht jaar. Het college moet dus nu gaan nadenken over het volgende decennium. Het zal lastig zijn om, nog los van de corporaties, financiering te vinden. Maar het doet spreker deugd dat er in Leiden nog heel veel door kan gaan. De visie is geherformuleerd en begrippen zijn gebruikt waarin alles wordt samengevat. GL mist daarin enkele woorden, maar dat zijn slechts de woorden, niet de daden. GL en CU stellen dat de opbrengsten te optimistisch zijn geraamd. De opbrengsten zijn gebaseerd op taxaties van deskundigen van de afdeling VAG. Zij berusten niet op wensen van politici. Het college denkt dat het werkelijk mogelijk is deze bedragen binnen te halen door verkoop van grond en van panden. Met name de gronden zouden redelijk veel moeten opleveren. Die opbrengsten kan de gemeente herinvesteren, zodat de projecten kunnen ronddraaien. De heer Van Peijpe had schriftelijk gevraagd wat de waarde was van de steenopslag van Rijkswaterstaat. Die locatie is al een aantal jaren ingeboekt. Het antwoord was dat de gemeente dat nog niet wist. Hoe kan de gemeente een schatting van een exploitatie maken, als zij nog niet weet wat zij gaat doen, maar wel weet dat een aantal activiteiten, zoals bijvoorbeeld kantoren en bedrijven, niet op die plek terecht zullen komen? Hij blijft het optimisme van het grondbedrijf in twijfel trekken, tenzij de wethouder meer weet dan spreker. De heer Van Woensel merkt op dat de gemeente wel weet hoe groot de lap grond is, wat de sloopkosten zijn en dat het niet iets voor kantoren zal zijn. Dat is te vertalen. Spreker kan de heer Van Peijpe een berekening van zijn deskundigen geven, maar dat is een schatting. Het college denkt dat het mogelijk is om op die onbebouwde lap grond heel veel te realiseren en om uit die ares behoorlijk wat geld te halen. Er zijn geïnteresseerden. De lege vereveningsreserve wordt voor een deel gevuld met de grondopbrengsten waar de heer Van Peijpe terecht naar verwijst. De kosten gaan hier voor de baat uit. De gemeente moet veel kosten maken, zoals rentekosten, sloopkosten en saneringskosten. De opbrengsten komen pas een paar jaar later. Het zijn realistische scenario’s. De berekeningen zijn daarop gebaseerd. De gemeente heeft vorig jaar al het verlies op de Vinex-gelden genomen. Het college heeft meer dan goede hoop dat het eindresultaat van de procedure positief zal zijn. Dat is dus een meevaller. Het Werninkterrein zou aan de locaties voor studentenhuisvesting kunnen worden toegevoegd. De heer Rademaker vond de bezuiniging van 300.000 euro op de plankosten wat weinig, maar zo is het het dubbele. De heer Rademaker vindt het een goed begin, maar hij heeft het niet alleen over de kosten voor het kaderbesluit, maar ook over die na het kaderbesluit. Als de wethouder nu zegt dat het mogelijk is de kosten voor kaderbesluit te verdubbelen, dan kan in de raadsvergadering worden gepraat over de plankosten na kaderbesluit. De heer Van Woensel wijst erop dat het college het eerste al heeft gedaan. Het college heeft namelijk al 460.000 euro aan besparingen op plankosten voor kaderbesluit opgenomen en het voegt daar nog eens 300.000 euro aan toe. Dat is bijna 700.000 euro en dat is bijna een derde van het budget van de plankosten die drukken op de algemene dienst. Spreker wil eerst kijken of het mogelijk is een derde te realiseren. Deze 300.000 euro speelt vanaf 2013. Het college wil in het kalenderjaar 2013 een doorbelastingssysteem invoeren voor de plankosten, ook voor de plankosten na kaderbesluit. Het college probeert ook de plankosten na kaderbesluit terug te dringen. In de rekening is te zien dat de gemeente 500.000 euro minder dan begroot aan plankosten heeft uitgegeven. Maar het is nog steeds te veel. De heer Terpstra herinnert zich dat hier in voorgaande jaren ook over is gesproken, maar kennelijk is het niet gelukt om die bezuinigingen echt te laten slagen. Als spreker het antwoord op de vraag ziet, dan heeft hij de indruk dat het college niet weet hoe het dit probleem moet aanpakken. Er is geen taakstelling. Waarop is dan deze verwachting gebaseerd? Het afgelopen jaar is het ook niet gelukt. De heer Van Woensel stelt dat het vorig jaar wel is gelukt. Er is zelfs 500.000 euro minder uitgegeven dan begroot. Dat is te zien op pagina 13 van het PRIL-De Rekening. Het is nog steeds veel te veel, maar het college heeft het wel gedaan. Het college denkt deze taakstelling van 367.000 euro en
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
25 300.000 euro te halen, omdat het van plan is volgend jaar een systeem van doorbelasting in te voeren. De voorzitter wijst erop dat de heer Van Woensel een andere pagina 13 heeft dan de leden van de commissie. De heer Van Woensel vermoedt dat het pagina 15 in de tekst van de leden van de commissie is. Het college roept niet even dat het deze doelstelling gaat realiseren, maar wil daar een systematiek voor invoeren. Anders is het niet in de hand te houden. De heer Bonestroo meent dat doorbelasting betekent dat het college de kosten ten laste van het project laat komen. Het is toch niet een echte bezuiniging op de plankosten? De heer Van Woensel wijst erop dat het college er met een doorbelastingssysteem zicht op houdt. Via doorbelasting moet het college er grip op kunnen krijgen. De heer Bonestroo vraagt wat het college gaat doen om die plankosten echt terug te dringen. Doorbelasting is goed, maar het is nog geen plan van aanpak voor het terugbrengen van de plankosten. De heer Van Woensel merkt op dat het college dat plan van aanpak al aan de raad heeft gestuurd naar aanleiding van de discussie over de audit plankosten. Naar aanleiding van die audit heeft het college zijn reactie en de voorgenomen maatregelen aan de raad gezonden. Hij is bereid om het nog eens toe te sturen. De heer Rademaker merkt op dat de wethouder zegt dat er vorig jaar minder plankosten waren dan begroot, maar dat daar tegenover staat dat er ook fors minder is geïnvesteerd. Het gaat toch om de verhouding tussen de plankosten en de investeringen? De heer Van Woensel heeft ook aangegeven dat de gemeente meevallers heeft gehad. De investeringskosten kunnen niet in 2011 vallen, maar de plankosten worden dan wel gemaakt. Als een project vertraging heeft, is het mogelijk de investeringskosten een jaar op te schuiven. De heer Rademaker meent dat dit niet het geval is als dat consequenties heeft. In het vorige verslag stond ook dat er minder investeringen waren en ook minder plankosten. Het gaat erom hoe de raad de rekening bekijkt. De wethouder zal het met hem eens zijn dat de verhouding tussen plankosten en investeringen in 2011 slechter was dan begroot. De heer Van Woensel ontkent dit niet. Maar de commissie sprak het college aan op het maken van meer plankosten dan begroot. Dat heeft het college vorig jaar niet gedaan en het heeft aangegeven dat het nog 300.000 euro extra wil bezuinigen op de plankosten. Het heeft aangegeven hoe het daarmee in de planning van 2013 aan de slag wil gaan. Het college zal een aanbevelingen van de auditcommissie over de plankosten uitvoeren. Dat moet vanaf 2015 de basis bieden om daadwerkelijk te bezuinigen. Vanaf 2015 worden de plankosten minder, omdat er minder plannen worden gemaakt. De heer Rademaker vraagt de wethouder of het hem niet zou helpen als de raad hem een taakstelling meegeeft. De raad kan hem daar dan op aanspreken. De heer Van Woensel geeft aan dat de bezuiniging van 670.000 euro inderdaad geen bezuiniging is op de plankosten na kaderbesluit. Het is mogelijk om een taakstelling door te voeren. Maar de plankosten voor het LCP (Leiden Centraal Project) zijn voornamelijk kosten van het STEO (Project herontwikkeling Stationsplein en omgeving). Veel kosten voor het LCP hebben te maken met het Stationsgebied nieuwe stijl. Normaal zouden die kosten op de algemene dienst hebben gedrukt, maar ze drukken nu op het LCP dat wordt opgeheven. De overschrijding op de plankosten voor het Trekvaartplein hebben erg veel te maken met de karakteristieken van het plein. Daar had een besparing op de plankosten kunnen worden gerealiseerd, als de uitvoering wat minder was gehinderd door deze en gene. Volgens de heer Rademaker is er niemand in een boom gaan zitten om te voorkomen dat die wordt gekapt. In de uitvoering is er geen hinder geweest. Maar de raad heeft erg slecht gestuurd op het
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
26 behalen van bepaalde doelstellingen met betrekking tot de plankosten. Scherpe targets voor plankosten lijken hem heel zinnig. De heer Van Laar heeft een punt van orde. Dit is toch allang een inhoudelijke discussie. De voorzitter weet dit, maar als het overzichtelijk is dan laat hij het gewoon doorgaan. Het bespaart straks een discussie. De heer Terpstra vraagt of de wethouder zegt dat uit pagina 13 blijkt dat er minder plankosten zijn. Volgens spreker gaat het daar over plankosten na kaderbesluit. Dit college gebruikt de plankosten voor kaderbesluit zonder motivatie als een soort algemeen dekkingsmiddel. Dat kan op die manier verdwijnen. De verdediging van de wethouder is dat het best goed gaat en dat er zelfs een besparing is geboekt. Dat baart spreker nog meer zorgen. De wethouder ziet zelfs een meevaller op de plankosten na kaderbesluit en voert die op als een taakstelling om plankosten voor kaderbesluit te verdedigen. Spreker gelooft niets van deze taakstelling voor plankosten voor kaderbesluit. Er is geen enkel plan voor. De heer Van Woensel probeert het nog eens uit te leggen. De plankosten voor kaderbesluit kunnen omlaag omdat de gemeente veel minder plannen heeft. Verder wil het college aan de slag met de aanbeveling van de auditcommissie om de plankosten systematisch door te belasten en in kaart te brengen. Dat zijn de instrumenten om de 360.000 euro en de 300.000 euro op termijn te kunnen doorvoeren. Beide hebben betrekking op plankosten voor kaderbesluit. De heer Rademaker wil ook een taakstelling voor de plankosten na kaderbesluit. Dat zou in ieder geval wenselijk zijn. Het is het gemakkelijkste bezuinigen en het doet het minste pijn. Het zijn natuurlijk vaak ambtenarenuren. Het college bezuinigt al 17,8 miljoen euro op bedrijfsvoering. Minder plankosten wil gewoon zeggen minder ambtenarenuren. Het is niet alleen snijden in de ambtelijke organisatie. Het moet ook nog wel reëel zijn. Spreker is bereid met zijn mensen na te denken over het koppelen van een bedrag aan plankosten na kaderbesluit. Het moet wel reëel zijn, want anders heeft spreker over een jaar hetzelfde debat met de opvolger van de heer Terpstra. De heer Terpstra meent dat de wethouder maar moet hopen dat er minder projecten komen. De discussie daarover komt nog. Maar als dat zo is, dan gaan de plankosten niet omlaag door beter werken van de gemeente, maar omdat de gemeente minder stenen heeft om zich aan te stoten. De wethouder zegt dat hij wil nadenken over een taakstellende vermindering van plankosten na kaderbesluit. Maar hij zegt zelf dat het andere deel van die bezuiniging geschiedt door kosten beter door te berekenen. Dan komen die kosten dus na kaderbesluit terug. Dan kan er beter een verhoging worden ingeboekt. Nog steeds blijkt dat het college niet efficiënter gaat werken en niet echt iets doet aan de te hoge plankosten. De heer Van Woensel beluistert nu geen vraag, maar een betoog. Het college heeft aangegeven dat het wil snijden in de plankosten en dat het wil nadenken over de plankosten na kaderbesluit. Maar volgens de heer Terpstra is het niet genoeg. Dit jaar snijdt het college in de kosten en nog is het niet goed. Als spreker de doelstellingen onderbouwt, dan zegt de heer Terpstra dat hij geen onderbouwing hoort. De heer Terpstra zegt dat het college met een plan moet komen en volgens dat plan moet snijden. De heer Rademaker neemt de uitgestoken hand van de wethouder aan. Hij zal volgende week met hem contact nemen. Voor de SP is er vanavond genoeg over gesproken. De heer Van Laar denkt dat de andere fracties wel hadden willen meedoen in deze discussie. Maar dat doen zij niet omdat zij geen interruptiedebatten willen. De voorzitter vraagt of de heer van Laar zo timide is en dat niet in de gaten had. Dat gelooft hij niet. De heer Van Laar had het wel in de gaten en deed het bewust niet. De heer Van Woensel geeft aan dat het destijds niet mogelijk was om bomen in de Breestraat aan te brengen vanwege de mogelijke komst van de tram en vanwege kabels en leidingen. Wethouder Strijk kijkt samen met de winkeliers naar een herinrichting van de Breestraat. Als er voldoende geld is,
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
27 moeten die bomen in de grond. In een pot groeien ze niet. Met behulp van ISV3-gelden gaat het college verder aan de slag met het wonen boven winkels. Spreker herkent het beeld niet dat de heer Rademaker schetst van de Aalmarkt. Gelukkig heeft de fractie van de heer Rademaker twee bestemmingsplannen gesteund. Spreker hoopt dat de SP ook het laatste bestemmingsplan zal steunen. Dan kan het project af worden gemaakt en kan er echt worden geïnvesteerd in de binnenstad. Hierdoor wordt werkgelegenheid gecreëerd, worden panden opgeknapt en gaat de binnenstad weer floreren zodat de gemeente kan investeren in de wijken. De heer Rademaker vroeg expliciet of de toezeggingen die door de portefeuillehouder de heer Lenferink zijn gedaan worden nagekomen. Spreker gaat daarvan uit. Volgens de heer Rademaker zijn het heel oude toezeggingen die door wethouder Van den Berg, de toenmalige wethouder van Financiën, zijn gedaan. Hij zal dit nog even nakijken. De heer Van Woensel heeft lijsten gezien van panden en van instellingen en organisaties die naar de mening van het college een commerciële activiteit hebben en marktconforme huren moeten betalen. Spreker denkt niet dat dit dramatische problemen zal opleveren. De gemeente rekent dan de huur die zij elders ook moeten betalen. Als dat tot dramatische problemen leidt, dan moet het college gewoon een oplossing bedenken. Dat kan hij toezeggen. Mevrouw Van Gruting vraagt of er volgend jaar al een begin mee kan worden gemaakt. De heer Van Woensel antwoordt dat dit misschien wel zou kunnen, maar dat dit afhangt van het huurcontract dat al is afgesloten. Spreker kan niet van de ene dag op de andere de huur verdubbelen. In het aanloopbedrag zal daar ook rekening mee moeten worden gehouden. Het kan dus niet. De gemeente gaat na deze raadsperiode een aantal investeringen in de binnenstad niet continueren. Dat levert een besparing van bijna 600.000 euro op. Daar hoort een bedrag bij van 173.000 euro voor de openbare ruimte dat inderdaad over vijf programma’s is verdeeld. Het was logischer geweest als dat in het onderdeel 5 had gezeten. Vermoedelijk zit het onder 6 omdat het te maken had met de omgeving van de stad. het college probeert nog 200.000 euro uit de leges te persen. Mensen knappen inderdaad hun panden op, maar de leges zijn een vergoeding voor de kosten die de gemeente wel moet maken. Als die kosten niet worden doorberekend, betaalt iedereen eraan mee. Het is wel reëel dat aan degene die de aanvraag doet de kosten in rekening worden gebracht. Spreker heeft nergens kunnen zien dat het college van plan zou zijn om in strijd met de motie de vierde fase van het Matilopark uit te voeren. Hij ziet wel motie 27. Spreker vraagt de heer Terpstra waar deze leest dat wethouder bezig is met iets wat niet mag. De heer Terpstra vraagt wat alles na motie 4 dan betekent. De heer Van Woensel leest dat er staat dat de raad over een eventuele invulling later nog uitvoerig wordt geïnformeerd. Spreker zal dit voor de zekerheid nagaan bij wethouder De Haan, maar volgens spreker heeft deze de motie heel goed begrepen. Hij kan toezeggen namens wethouder De Haan dat het college deze motie alsnog zal uitvoeren. De heer Van Haaster meent dat de twee zinnen met elkaar in tegenspraak zijn. De vierde fase kan nog steeds worden ingevuld, maar het mag alleen niet tot extra investeringen leiden voor de gemeente. De heer Van Woensel zegt dat een wethouder die een motie niet uitvoert gauw grote problemen krijgt in deze zaal. De verklaring van de lage bezettingsgraad van de parkeergarage Haarlemmerstraat kan volgens spreker alleen gelegen zijn in de slechte kwaliteit en de bereikbaarheid. Spreker is bereid te zorgen voor een uitgebreid schriftelijk antwoord. De heer Terpstra heeft alleen de opmerking gemaakt dat het college niet weet waar die lage bezettingsgraad vandaan komt en dat hem dat zorgen baart ten aanzien van de parkeerexploitatie die nu al is ingezet sinds het besluit dat in de vorige raadsvergadering is genomen. Het antwoord van de wethouder was duidelijk, maar nu wordt het weer wat onduidelijker. De wethouder heeft eerder gesteld dat het onduidelijk was en dat het college het gaat analyseren. Spreker verwacht daar een tegenvaller van voor de komende jaren. De heer Van Woensel hoopt die niet aan te treffen. Het college probeert het parkeren te optimaliseren
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
28 en tegenvallende inkomsten, ook uit het straatparkeren op te krikken. Dit staat los van de parkeergarages die wel goed functioneren, wel goed bereikbaar zijn en die iets toevoegen voor de bezoekers van deze stad. De heer Terpstra ziet het PRIL-Het Perspectief als indicatief, maar dat geldt natuurlijk voor elke begroting. Spreker denkt wel dat het realistisch is. Spreker verwacht niet dat bij de behandeling van de ruimtelijke agenda de projecten die het college wil afmaken en waarover al overeenkomsten zijn gesloten, worden geschrapt. Ook deze wethouder kent het kaderbesluit stadskantoor nog niet, laat staan dat hij weet of dat in het Stationsgebied komt. Misschien bevat het bouwplan voor het Rijnsburgerblok dat de ontwikkelingscombinatie over enkele weken oplevert minder vierkante meters kantoren en detailhandel. Misschien kan de heer Bonestroo zich toch nog achter het uitvoeringsbesluit scharen. Het college wil investeren in het Stationsgebied, maar ook in Noord en in Zuidwest. De heer Van der Toorn zal de vraag van de heer De Vos over lood in gewassen in volkstuinen beantwoorden. De conceptovereenkomst met Bakels en Ouwerkerk over Nieuweroord wordt nu afgerond. Er wordt gewerkt aan een voorontwerp-bestemmingsplan. Er zijn veel zienswijzen binnengekomen. Die worden nu verwerkt. Het wordt voor het zomerreces of kort daarna door het college behandeld. De raad heeft bij het kaderbesluit aangegeven wat voor soort bebouwing daar moet komen en wat de hoogte, de typologie en de omvang moeten zijn, maar ook wat het karakter moet zijn. De woningen moeten gerelateerd zijn aan de universiteit en er moeten starterswoningen zijn. Maar er komen heel weinig sociale huurwoningen. De heer Van der Toorn deelt mee dat er op basis van historisch onderzoek de foodlocaties in Leiden zijn bekeken waarvan deskundigen dachten dat er lood in de grond zou zitten. Daarbij is onder andere het volkstuinencomplex op het Waardeiland naar voren gekomen. Bij het volkstuinencomplex was een verhoogde concentratie lood in de grond aangetroffen. De vraag was of het gevaar opleverde voor de volksgezondheid, als daar gewassen op geteeld zouden worden. Een seizoen lang zijn gewassen van de mensen daar ingenomen om te kijken of er lood werd opgenomen dat gevaar voor de volksgezondheid zou opleveren. Geconstateerd is dat zich in de praktijk voordeed wat in theorie al werd vermoed: lood wordt zeer moeilijk uit de grond opgenomen in gewassen. De loodopname was zodanig dat er geen enkel gevaar voor de volksgezondheid was. Op het Waardeiland is onderzoek gedaan naar pac’s en andere vuile stoffen. Uit onderzoek op deze D-locatie is gebleken dat er geen sprake is van humane risico’s of verspreiding. De vervuiling wijkt niet af van wat in de binnenstad in de grond wordt aangetroffen. Hooguit zou het wenselijk zijn om daar nog nader ecologisch onderzoek te doen. Daarvoor zijn mensen en middelen voor nodig. Er is daarom hieraan geen prioriteit gegeven. De voorzitter vraagt of de leden nog behoefte hebben aan een discussie. De heer Van Laar stelt voor om nog enkele onbeantwoorde vragen te behandelen. Spreker heeft er twee. De wethouder schetst voor Roomburg twee scenario’s, maar gaf zijn keuze niet aan. Gaat de wethouder nu zelf voorstellen om die ligplaatsen voor woonboten niet aan te leggen of drijft het weg? In het plan voor de Zeeheldenbuurt moet een dekking worden opgenomen voor de erfpacht. De heer Van Woensel antwoordt dat er vanmiddag een discussie heeft plaatsgevonden over het gebied links en rechts van de Ringweg Oost. Dat zal uit het projectbudget moeten komen. Daar is ook geld voor gereserveerd. De Zeeheldenbuurt wordt opgepakt als er duidelijkheid is over de ringweg. Het college hoopt de investeringen die Portaal moet doen in die buurt te matchen met geld van de gemeente. Daarvoor is nu nog niet een bedrag opgenomen in de begroting. Dan zullen de middelen uit het Investeringsprogramma (IP) moeten worden aangesproken of mogelijk rijksgeld. Misschien is er iets te doen met erfpacht. In de prestatieafspraak is wel afgesproken dat de gemeente dit zal matchen, maar in de Begroting 2013 is nog geen extra bedrag gevonden. Het college zet in op het schrappen van de ligplaatsen in Roomburg. Dit wordt opgenomen in het bestemmingsplan Roomburg dat de raad zeer binnenkort krijgt. De heer Van Peijpe memoreert dat de heer Terpstra en hij het hebben gehad over de onttrekking van 25 miljoen euro aan de erfpachtreserve voor de parkeergarages. Spreker heeft aangegeven dat hij dit niet correct vindt. Dit stond niet in het raadsvoorstel voor die garages. Daar is de raad dus ingetrapt, maar nu is het te laat. De voorzitter merkt op dat het er wel degelijk instond. Hij vraagt wie nog wil discussiëren. De heer Van Laar wil discussiëren over de toekomstbestendigheid en over De Kooi. Verder wil zijn fractie nog wel iets zeggen over de plankosten.
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
29
De heer Terpstra hoorde het CDA de politieke stelling verkondigen dat het niet zo mag zijn dat de investeringen in de binnenstad en het Stationsgebied ten koste gaan van investeringen in Zuidwest. Hij zou over dit standpunt in discussie willen gaan. Hij is benieuwd waar het CDA voor kiest. De heer Van Laar vroeg zich af of plankosten ook niet een heleboel kosten voorkomen. Als plannen onvoldoende worden doorgerekend, ontstaan grote risico’s in die plannen die worden doorberekend in de aannemingsprijs. Als de raad een te strakke taakstelling oplegt, dan kan hij zich in de voet schieten. Is het niet belangrijker dat de wethouder zelf zegt dat het percentage van de plankosten omlaag moet en dat hij daarop stuurt, maar dat hij wel op de kwaliteit let? Of hij daarin slaagt moet de wethouder dan over een jaar maar uitleggen. Spreker vindt het riskant om maar te zeggen dat er een miljoen af moet. De heer Van Woensel is het hiermee eens. Daarom zegt het college ook met argumenten dat het verantwoord is om er 360.000 euro en 300.000 euro af te halen. Daarnaast heeft hij naar aanleiding van de vraag van de SP het aanbod gedaan om na te gaan of het mogelijk is er nog een bedrag aan te plakken voor de plankosten na kaderbesluit. Het zijn wel bezuinigingen op de bedrijfsvoering en op de ambtelijke organisatie. Flink snijden betekent gewoon mensen ontslaan. De vraag is hoeveel de organisatie er kan missen. Het tweede punt is dat die plankosten wel een beetje reëel moeten zijn. Er een miljoen euro afhalen klinkt stoer, maar het gaat niet. Spreker gaat met zijn mensen bekijken of het mogelijk is om voor de plankosten na kaderbesluit een taakstelling te bedenken. Het moet wel een doelstelling zijn die te halen valt, want anders moet hij met de opvolger van de heer Terpstra dezelfde discussie weer voeren De voorzitter stelt vast dat er verder geen opmerkingen over de plankosten zijn. Hij gaat over op het discussiepunt toekomstbestendigheid. De heer Van Laar denkt dat het CDA het heel simpel zei. Over tien jaar is het geld op en wat dan? De heer Bonestroo wijst erop dat de commissie het debat over de investeringsagenda tot 2025 nog gaat voeren. Hij stelt voor die discussie dan te voeren, want dan gaat het over de keuzes voor projecten en programma’s. Dat zou de commissie nu niet doen. De heer Van Laar meent dat de discussie over de ruimtelijke investeringsagenda gaat over de vraag: we hebben geld, hoe maken we dat op? Daarna komt de vraag: het geld is op, wat nu? De vraag is dus of het college daar al mee bezig is of dat de raad met de ogen dicht naar 2025 gaat. De heer Zevenbergen meent dat de heer Van Laar de discussie wel erg sterk aanzet. Voor hem staat het helemaal niet vast dat de raad bij de discussie over de ruimtelijke investeringsagenda al het geld gaat uitgeven. De VVD wil inzetten op een sober uitvoeringsprogramma. Misschien blijft er geld over. Hij begrijpt dat de heer Van Laar dat ook wil. Volgens de heer Terpstra is de vraag van de heer Van Laar ook of de raad het erg vindt als de gemeente in 2025 geen capaciteit meer heeft. Als de raad dat wel erg vindt, dan is de vraag hoe hij dat gaat veranderen. Misschien houdt dat in dat bepaalde uitgaven nu niet worden gedaan. De heer Van Laar stelt dat er nu drie financieringsbronnen zijn: verkoop vastgoed, erfpacht en Nuon. Alle drie die bronnen drogen op. Wat komt daarna? Dat is de lopende begroting of niets. Maar kan de wethouder zeggen of er over die toekomst wordt nagedacht? De heer Van Woensel meent dat de heer van Laar een belangrijk onderwerp aansnijdt. Leiden heeft geen grond meer voor Vinex-wijken. Dan houdt het op. De gemeente ligt ingeklemd tussen twee snelwegen, aan de noordkant het water en aan de zuidkant de polder. Binnenstedelijke herstructurering kost meestal geld. In het Stationsgebied kan de gemeente ongeveer quitte spelen. Het oude model waarbij in Roomburg geld werd verdiend om elders te investeren in herstructurering en transformatie, is weg. De Nuon-gelden zijn echt wel op. Een andere bron is de erfpacht, niet alleen de reserve erfpacht, maar ook het instrumentarium met name bij woningen van corporaties, maar dan houdt het wel op. Het college gaat wel nadenken over wat het in het volgende decennium wil doen, welk types woningen het wil aanbieden, welke analyse de gemeente wil maken van de woonconsument en welke buurten kansen bieden om daar samen met anderen de planvorming te
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
30 gaan maken en die in het volgende decennium aan te pakken. Daar moet wel over worden nagedacht, want de oliebronnen van Leiden zijn straks op. De voorzitter hoort van de wethouder dat hij dit wil doen in het kader van de nota Wonen. Er is ook nog een nota grondbeleid uit 2005 die misschien enige ‘upgrading’ behoeft. Het lijkt de heer Rademaker nog veel belangrijker om goed over het grondbeleid na te denken omdat daar het grote geld inzit. De manier waarop er de afgelopen vijftig jaar een erfpachtbeleid is gevoerd, heeft er wel voor gezorgd dat Leiden nu geld uit die reserve kan halen om cashflowproblemen op te lossen. Een verstandig grond- en erfpachtbeleid kan er ook voor zorgen dat de opvolgers van deze raad hetzelfde kunnen doen. De heer Van Woensel wil best toegeven dat deze liberale wethouder graag kiest voor een erfpachtreserve. Maar het is wel zo dat over vijftig jaar de dan zittende wethouder Ruimtelijke Ordening gillend rijk wordt van de erfpachtcontracten die nu moeten worden vernieuwd. De grondwaarde die daaronder ligt zal exploderen. De heer Rademaker stelt dat dit het pleidooi is wat hij wil houden. Met een actief grondbeleid kan de gemeente profiteren van de stijgende grondprijzen. De heer Van Woensel wijst erop dat Leiden al sinds 2005 een actieve grondpolitiek heeft. Anders dan andere steden doet Leiden dit nog steeds omdat er dan iets mee kan worden verdiend. Het erfpachtstelsel zal vanaf 2040 echt geld gaan opleveren. Dat betekent overigens wel iets voor de huidige eigenaren van huizen. Via een actief grondbeleid kan de gemeente wel wat doen. Maar Leiden heeft niet veel grond en wat er aan grond is heeft een bestemming waar de gemeente niet aan wil tornen. De heer Zevenbergen vraagt de wethouder of hij weet hoe de SP in Den Haag destijds dacht over de verhoging van de erfpachtcanon. Het staat hem bij dat daar om forse matiging werd gevraagd. De heer Rademaker rekent zich hier rijk, maar er wordt ook anders over gedacht. Spreker is blij dat Leiden van dit archaïsche systeem afstand heeft gedaan. De heer Rademaker zegt dat het mogelijk is om zich te matigen. Maar het verschil tussen erfpacht en grond op de markt is dat de gemeente bij erfpacht meer grip heeft op de grond en dat de stijgende grondprijzen ten goede komen aan de gemeenschap en niet aan individuele beleggers. De gemeente moet natuurlijk wel verantwoord omgaan met het verhogen van de erfpachtcanon. De heer Zevenbergen meent dat de Leidenaren die een erfpachtcontract hebben en van deze discussie horen zo snel mogelijk conversie moeten gaan vragen. De heer Rademaker meent dat erfpacht juist voorkomt dat de prijzen krankzinnig stijgen. Dan heeft de gemeente minder te maken met beleggers die de prijs omhoog proberen te krijgen. De heer Terpstra hoort dat de SP als argumenten voor erfpacht noemt het profiteren van de waardestijging en het kunnen uitoefenen van invloed. Maar zijn er nu in Leiden of elders voorbeelden van gevallen waarin met erfpacht actief invloed is uitgeoefend en waar dat zonder erfpacht niet had gekund? De bewoners blijven zitten. De heer Rademaker denkt dat dit op korte termijn niet te zien is, maar over veertig of vijftig jaar wel. De heer Terpstra wijst erop dat als iemand al zolang erfpacht heeft, dat juridisch vrijwel gelijk wordt gesteld aan eigendom. Dan zou de gemeente alsnog een soort onteigeningsprocedure moeten voeren. De heer Van Laar ziet de voorbeelden in de nabije omgeving. Het Werninkterrein zou niet zo gemakkelijk te benutten zijn als het geen erfpacht was. Amsterdam handhaaft de erfpacht consequent. Zonder erfpacht was de begroting van Amsterdam niet rondgekomen. De 25 miljoen euro had Leiden niet kunnen inzetten zonder de erfpacht. De heer Terpstra erkent dat het mogelijk is geld te halen uit de erfpacht. Maar het is niet mogelijk om
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
31 invloed uit te oefenen op de ontwikkeling in de stad die zonder erfpacht niet mogelijk was geweest. De heer Pater hoort interessante dingen, onder andere dat het spaarvarken leeg is als hij 82 jaar is. Het enige spaarpotje dat er dan nog is, dat zijn de mensen. Hij denkt dat hij als hij 82 jaar is ontzettend veel belasting moet gaan betalen om het de gemeente mogelijk te maken het een en ander te realiseren. Daar voelt hij niet zoveel voor. De voorzitter wijst erop dat de heer Pater ook voor anderen in de raad zit en niet alleen voor zichzelf. Hij neemt aan dat hierover voldoende is gediscussieerd. Het onderwerp komt terug in de nota Wonen. De heer Rademaker vraagt of er een update komt van de nota grondbeleid van 2005. De heer Van Woensel deelt mee dat dit niet het geval is. De uitgangspunten van die nota van vijf jaar geleden staan nog recht overeind. Het college is niet van plan het erfpachtstelsel te herzien. In de nota Wonen zal de raad een kansenkaart aantreffen met uitspraken van het college over de wijze waarop het samen met anderen wil nadenken over de periode na 2020. De voorzitter gaat over tot het volgende discussiepunt: investeren in de binnenstad en het Stationsgebied mag niet ten koste gaan van wijken. De heer Terpstra wilde de heer Bonestroo op deze uitspraak aanspreken. De heer Bonestroo heeft in de richting van het college aangegeven dat het ene niet zomaar ten koste mag gaan van het andere. De wethouder heeft geantwoord dat dit vooralsnog niet het geval is. De keuze doet zich dus op dit moment niet voor. Wanneer na de zomer over de lange termijnkeuzes wordt gesproken, dan komt spreker namens zijn fractie met een uitgewerkt standpunt. Zijn opmerking van nu had betrekking op de nu aan de orde komende plannen voor het Stationsgebied. Daar heeft hij een politieke richting aan gegeven en daar is een antwoord op gekomen. De heer Van Laar meent dat die keuze zich nu natuurlijk wel voordoet. In het Stationsgebied zit nog een gat van enkele miljoenen euro’s. De heer Bonestroo wil het Havengebied opknappen. Dat is ook een mooi plan voor de binnenstad. Dan blijft er dus ook niets over voor die wijken en in elk geval niet voor nieuwe ideeën. De Surinamestraat is echt toe aan een opknapbeurt, Er zijn mooie plannen, maar er is geen geld. Voor de Zeeheldenbuurt worden plannen gemaakt, maar er is ook geen geld voor. De heer Bonestroo meent dat de commissie het risico loopt dat zij allerlei discussies over gaat doen. Over de Zeeheldenbuurt is al gesproken. De heer Van Laar heeft een uitgebreid antwoord gekregen. Op termijn wordt de heer Van Laar daar ook goed bediend. Spreker vindt het belangrijk om nu te constateren dat de plannen voor het Stationsgebied in ieder geval niet ten koste gaan van de wijken in de stad. Dat was het antwoord op zijn inbreng. Daar laat hij het nu bij. Over toekomstige plannen en besluiten wordt gesproken bij de behandeling van de investeringsagenda voor 2025. Er is juist afgesproken dat nu niet te doen. De heer Van Laar merkt op dat de heer Bonestroo zegt dat hij in het Havengebied wil investeren. Dan erkent de heer Bonestroo dat hij elke euro die hij in het Havengebied investeert, niet kan investeren in De Kooi om de wateroverlast daar aan te pakken of die huizen te laten staan. Dat is nu een reële keuze. De heer Bonestroo merkt op dat nu een ton is uitgetrokken om de plannen voor het Havengebied verder uit te werken. Spreker is daar blij mee. Er zit ook geld in het programma Binnenstad. Spreker wacht af waar het college mee komt. Spreker gaat ervan uit dat niet een ton wordt uitgetrokken om dat mooie, kansrijke gebied verder te ontwikkelen als daar geen potentie in zit. Misschien kan er ook fors worden bijgedragen door particuliere investeerders. Dat wacht hij af. Vooralsnog is het belangrijk dat er plannen worden ontwikkeld omdat het een mooi en kansrijk gebied is. De heer Van Laar meent dat de gemeente minder plannen moet ontwikkelen. Zij moet kiezen waarin zij het geld investeert. De heer Bonestroo geeft aan dat de heer van Laar het doet voorkomen alsof investeringen alleen uit de gemeente komen. Soms is dat zo en soms is dat niet zo. Er wordt een grote tegenstelling neergezet. De raad moet afwachten hoe die plannen eruit zien. Misschien kan het voor een groot
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
32 gedeelte met particulier geld worden gefinancierd. De heer Van Peijpe heeft zich niet in deze discussie gemengd omdat de raad die na de zomer gaat voeren. Hij heeft de hele zomer om na te denken. Hij gaat zich verdiepen in de vraag hoe rendement anders dan in euro’s kan worden uitgedrukt. Spreker denkt aan sociaal-maatschappelijke opbrengsten. Vaak is dat veel meer waard voor een stad dan investeren in stenen. Verder denkt hij aan kleinschaligheid, duurzaamheid, participatie en het teruggeven van het beheer aan de buurt. De samenleving moet anders gaan denken. Mevrouw Van Gruting krijgt het beeld dat er alleen maar kommer en kwel in allerlei buitenwijken is. Dat gaat in haar beleving volkomen voorbij aan alle wijkontwikkelingsplannen die in de afgelopen tijd zijn uitgevoerd. In de afgelopen tientallen jaren heeft de ontwikkeling niet in de binnenstad plaatsgehad, maar juist in de wijken eromheen. De PvdA moet ook haar zegeningen tellen. De heer Van Laar zegt dat de gemeente elke cent die in de binnenstad wordt besteed, niet in De Kooi kan uitgeven waar de mensen natte voeten hebben. Spreekster denkt dan dat dit probleem al veel eerder opgelost had kunnen zijn, als de raad er niet tussen was gesprongen. In de stad krijgt zij het geluid te horen dat elke cent die wordt uitgegeven naar blok Noord moet gaan. Zij zou willen dat het eens wordt omgedraaid. Er is al heel veel in andere wijken geïnvesteerd en dat wordt nog gedaan. Zij herhaalt dat een kloppend hart het bloed doet stromen en dat dit goed is voor alle Leidenaren. De heer Van Laar brengt naar voren dat de PvdA juist heel trots is op blok Noord, op de bijna klare Willem de Zwijgerlaan en op hoe Nieuw Leyden eruit ziet. Zijn fractie wil dat ook voor een wijk als De Mors en voor de Zeeheldenbuurt. De vraag is hoe in die wijken kan worden geïnvesteerd zodat die ook weer mee kunnen. Maar dat is niet de koers van dit college. Dat concentreert zich op de binnenstad en komt niet met nieuwe wijkontwikkelingsplannen. In 2025 is er in elk geval geen geld meer voor de wijken. Dan is volgens de PvdA de balans zoek. Zijn fractie wil investeren in de binnenstad en in bioscience. Maar de gemeente moet daar niet te ver ingaan, want dan blijft er geen geld meer over voor om in die wijken de broodnodige kwaliteitsverbetering te realiseren. De heer Bonestroo meent dat de heer Van Laar zich niet weet te beperken. Deze discussie gaat de commissie echt na de zomervakantie voeren. De heer Van Peijpe kan niet nalaten om de heer Van Laar ermee te confronteren dat de PvdA heeft ingestemd met de investering van 100 miljoen euro en de onttrekking van 25 miljoen euro. Dat geld had ook naar de wijken kunnen gaan. Daar heeft de PvdA een politieke keuze gemaakt. Volgens de heer Van Laar onderstreept de heer Van Peijpe precies wat spreker stelt. De gemeente moet investeren in de binnenstad én in de wijken. Soms moet de raad kiezen voor iets in de binnenstad, maar daarin moet hij niet te ver gaan. Dus niet ook nog de Haven, etcetera. Hij wijst de heer Van Peijpe er verder op dat maatschappelijke winst uit projecten heel mooi is, maar dat er geen nieuwe projecten uit kunnen worden gedekt. De voorzitter denkt dat dit punt uitvoerig is besproken. De heer Bonestroo heeft ook nog iets gezegd over slopen in De Kooi. De heer Van Laar heeft voorgesteld daarover te discussiëren. De heer Van Laar merkt op dat de heer Bonestroo eerst sprak over vertrouwensvolle wijken en vervolgens over het slopen van De Kooi. Spreker zag het verband tussen die twee stellingen niet. De heer Bonestroo kan merken dat de heer Van Laar zich warmloopt voor de verkiezingen. In de commissie is gesproken over de noordelijke blokken in De Kooi. De discussie ging toen over de vraag of het verantwoord is te kiezen voor sloop en nieuwbouw zodat mensen kwalitatief goede woningen kunnen krijgen. Toen is gesproken over de vraag of dan geen waterbedeffect ontstaat waardoor het probleem zich naar elders in de wijk verplaatst. De raad heeft daar een antwoord op gekregen in de presentatie van Haskoning. Het antwoord was duidelijk: dat is niet het geval. Dat betekent een verkleining van de kom. Wellicht wordt zo de oplossing van het probleem beter betaalbaar. Het college beschikt op dit moment niet over de 13 miljoen euro die voor de aanpak nodig is. Het komt niet verder dan 4 miljoen euro. Daar zal dus sowieso geld bij moeten. Daarom heeft hij voorgesteld om te kijken naar plannen die realistisch zijn en waarmee de gemeente de mensen in de wijk werkelijk kan helpen. Dat is zijn verhaal.
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
33
De heer Terpstra vraagt hoever het CDA wil gaan in het slopen. De heer Bonestroo antwoordt dat vooralsnog de plannen voor de noordelijke blokken voorliggen. Verder hoeft hij op dit moment niet te gaan. De heer Van Laar stelt dat de heer Bonestroo dan nog steeds 11,7 miljoen euro nodig heeft. Met de noordelijke blokken lost hij het probleem niet op. Hij moet De Kooi voor de helft slopen. Dan heeft hij het financieringsprobleem opgelost of hij verkoopt hier een ballon die niet opgaat. De heer Bonestroo meent dat de heer Van Laar zijn best doet om er een karikatuur van te maken. 13 miljoen euro heeft de gemeente niet. Spreker wil dat probleem kleiner maken. Er zijn concrete plannen. Zijn fractie is in ieder geval bereid om daarmee akkoord te gaan, ook gezien de presentatie. Volgens de heer Van Laar zegt de heer Bonestroo dat hij een beeld schetst dat niet klopt. De heer Bonestroo wil het probleem wat kleiner maken. Daarmee bedoelt hij dat hij de woningen van 250 mensen gaat slopen. Die mensen kunnen voor een groot deel niet in de nieuw gebouwde woningen terugkeren, omdat zij die niet kunnen betalen. Dat is de keuze die de heer Bonestroo maakt. De PvdA maakt die keuze niet. De heer Bonestroo brengt naar voren dat het plannen zijn die de gemeente samen met de corporatie kan uitvoeren. Zijn fractie gunt de mensen goede nieuwe en fatsoenlijke woningen. Dat verhaal moet de heer Van Laar ook vertellen. De heer Pater merkt op dat straks mensen hun goedkope huurwoning kwijtraken. De gemeente zal dan toch een groot aantal mensen voor langere tijd huursubsidie moeten geven. Het is niet alleen dit stuk. De Kooi in zijn geheel heeft problemen. De waterhuishouding in het totale gebied moet worden aangepakt en niet alleen in de noordelijke blokken. De voorzitter sluit de discussie af. Dit onderwerp komt kort na het reces terug in de commissie. Wethouder De Wit heeft beloofd dat hij met nadere informatie komt. De commissie moet nu nog aan de raad adviseren over de perspectiefnota. Spreker wil inventariseren welke fractie nog met een amendement of motie over de perspectiefnota wil komen, De heer Terpstra overweegt een motie over de kostendekkendheid van de leges waarbij de mensen moeten worden ontzien die de stad mooier maken. Hij overweegt ook nog een motie over de invloed op de particuliere huurmarkt die steeds belangrijker wordt in deze stad, ook als het gaat om betaalbare woningen. De heer Bonestroo deelt mee dat het CDA waarschijnlijk komt met een motie waarin zijn fractie vraagt om de waterproblematiek in Noord aan te pakken in combinatie met de aanleg van de Ringweg Oost. De heer Rademaker komt met een motie of een amendement over de plankosten. Hij overlegt nog met de wethouder. Misschien wordt het een erratum. De heer Van Laar komt met een concreet voorstel om de plankosten te verlagen en met een voorstel om de keuze die het CDA maakt duidelijk te maken, dus om de plankosten voor de Haven uit de nota te halen en die in De Kooi te investeren. De heer Van Peijpe is wel benieuwd naar al die moties en amendementen over de plankosten. Hij krijgt ze graag allemaal. Bij de SP is dat niet zo vanzelfsprekend. Van een fractiegenoot van de heer Rademaker krijgt hij ze vaak niet. De heer Rademaker vindt dat een flauwe opmerking in de eerste plaats omdat de heer Theeuwen er niet kan zijn. In de tweede plaats is het zo dat zijn fractie altijd de moties en amendementen doorstuurt, vaak eerder dan andere fracties. De heer Van Peijpe biedt zijn excuses aan. Hij vroeg alleen om deelgenoot te worden van de moties en amendementen die de SP schrijft. Hij komt voorlopig niet met moties of amendementen, maar gaat
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
34 nog na of hij iets gaat doen met de 25 miljoen euro en de dekking daarvoor. De heer Labrujère komt niet met moties. Maar er is de hele tijd gepraat over de waterproblematiek in De Kooi. Bij het Hoogheemraadschap Rijnland is een tekening gemaakt van een bypass. Die kost misschien 4 miljoen euro. Er zal dus wel een oplossing zijn voor De Kooi. De vraag is of de raad dat wil. Hij zal de vraag of de SLO nog met een motie of een amendement komt doorgeven aan zijn collega’s. De voorzitter vraagt welke fracties met moties of amendementen over het PRIL-De Rekening komen. De heer Terpstra overlegt met zijn fractie. De heer Zevenbergen geeft aan dat zijn fractie niet met moties of amendementen komt. Maar hij kan nu al zeggen dat de VVD geen enkele motie zal steunen die alleen maar wordt ingediend om een andere fractie te sarren. De voorzitter concludeert dat dit voorlopig een hamerstuk is. Als iemand komt met een motie, dan mag hij dat even toelichten en mag een ander er iets over zeggen, maar alleen over die motie of dat amendement. Daarna wordt gestemd. Spreker vraagt vervolgens welke fracties moties of amendementen hebben over het PRIL- Het Perspectief. De heer Van Laar vraagt of het mogelijk is om in de raad het PRIL-Het Perspectief te betrekken bij de perspectiefnota, zoals dat nu in de commissie is gedaan. De voorzitter wil dat straks even bekijken. Er kan worden gekeken of de commissie dat leuk vindt. Dan kan een suggestie worden meegegeven voor het presidium. De heer Terpstra moet hierover met zijn fractie nadenken. De heer Van Laar gaat ervan uit dat de wethouder zelf met een nieuwe foto komt. Spreker beperkt zich dan tot een amendement over De Kooi en de Haven. Hij moet even kijken waarbij dat hoort. De heer Van Peijpe komt mogelijk met iets over de 25 miljoen euro en de dekking daarvoor bij dit onderdeel en niet bij de perspectiefnota. De heer Labrujère zal iets indienen over de waterhuishouding in De Kooi. De voorzitter concludeert dat ook dit onderwerp in principe een hamerstuk is, tenzij de CU, de PvdA, GL of de SLO nog met een motie of een amendement komen. Hij vraagt om dit aanstaande dinsdag door te geven. Spreker geeft aan dat de wethouder de volgende toezeggingen heeft gedaan: - Er komt volgende week een memo over het onttrekken van 25 miljoen euro aan de erfpachtreserve. (Dat zou misschien het amendement of de motie van GL niet nodig maken.) - Er komt een notitie over wat er zou kunnen gebeuren met de plankosten na kaderbesluit. De heer Rademaker wijst erop dat de wethouder ook heeft toegezegd dat als zich dramatische problemen voordoen bij het invoeren van de marktconforme huren, naar een oplossing zal worden gekeken. De heer Terpstra vraagt of de notitie over plankosten alleen gaat over plankosten na kaderbesluit of over alle plankosten. De voorzitter heeft staan dat het gaat over de plankosten na kaderbesluit. Dat is ook de bedoeling. De heer De Vos heeft nog één punt. Dit is de laatste vergadering van niet alleen de heer Terpstra, maar ook van de heer Labrujère. Hij voelt de behoefte om hem te bedanken voor zijn nietstandaardinbreng. De voorzitter beaamt dat dit zo is. Maar de heer Labrujère is geen vast lid van deze commissie. Van hem en de heer Terpstra wordt nog uitgebreid afscheid genomen in een van de volgende raadsvergaderingen. Maar de heer De Vos heeft gelijk. Ook dit moet gezegd worden. (applaus)
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012
35
De voorzitter sluit de vergadering om 22.05 uur.
Commissie Ruimte en Regio 21 juni 2012