Gemeenteraad van Leiden Verslag van de vergadering van de Raadscommissie Werk en Financiën, gehouden op donderdag 16 september 2010 in de Kapelzaal van het Stadhuis. Verslag gewijzigd vastgesteld d.d. 5 oktober 2010
Aanwezig: Leden commissie :
Afwezig: Leden college Commissiegriffier: Insprekers: Derden: Notulist:
1.
Mevrouw P. Borst (VVD, vanaf punt 6), de heer R.J. Van Ette (PvdA), de heer E. de Graaf (SLO), de heer T. Gubbens (D66), de heer J. Hartlief (GroenLinks, bij agendapunt 7), de heer M. Keuning (CU), de heer M. Koek (D66), de heer P. Laudy (VVD), de heer J.T. Leeuwrik Nieborg (GroenLinks, tot punt 7), de heer P. van Meenen (D66, voorzitter), de heer L. Rademaker (SP), mevrouw J. Sandriman (CDA) en de heer J. Schrama (PvdD). Mevrouw A. van den Boogaard (PvdA) en de heer D. Sloos (LL). De heer J.J. de Haan en de heer R. Strijk Mevrouw A.M. Heijnen --Mevrouw G.T.J. van Arnhem (Notuleerservice Nederland)
Opening en vaststellen agenda
De voorzitter opent om 20.00 uur de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Bij agendapunt 7 zijn twee zaken aan de orde: de VVD heeft ervoor gepleit een discussie te houden, maar er is nog geen notitie aan de hand waarvan dit zou kunnen. Wel vindt hij het geen bezwaar nadere vragen aan het college te stellen. De heer Van Ette zegt dat is afgesproken in de commissie geen vragen meer te stellen. Hij stelt voor dat de VVD de vragen schriftelijk aan het college stelt. De heer Rademaker zegt dat hij het een vaag onderwerp vindt; hij heeft er geen moeite mee een andere fractie ruimte te gunnen om vragen te stellen. De heer Keuning zegt niet goed te weten waarover gesproken moet worden. De heer De Graaf zegt liever in 2012 het totale onderwerp tegen het licht te willen houden. De voorzitter constateert dat er geen bezwaar is tegen een discussie, maar dan wel aan de hand van een stuk. De heer Laudy zegt te willen wachten tot er een stuk van het college ligt. Wethouder De Haan zegt dat er nog geen toezegging van het college is dat een dergelijk stuk er komt. Wethouder Strijk heeft aangekondigd dat de betreffende instanties hun plannen komen presenteren aan de commissie. De heer Laudy heeft behoefte het over het overkoepelende beleid te hebben, in die zin zijn voor hem de beloofde presentaties minder interessant. Hij zegt dat het een beknopte notitie mag zijn. De voorzitter zegt dat hij met de griffier en de VVD-fractie zal inventariseren wat er nodig is om een discussie te kunnen voeren. Hij zal met wethouder Strijk bij overleg over de langetermijnagenda overleggen hoe de presentaties daarbij kunnen worden meegenomen. De heer Keuning merkt op dat dit de tweede keer is dat er een punt op de agenda staat wat niet besproken wordt. Hij vindt het knullig overkomen. Er moet beter over de agenda worden nagedacht. De voorzitter zegt het hiermee eens te zijn. De heer Van Ette wijst erop dat behandeling van agendapunt 6 in de raad besproken gaat worden; dit heeft gevolgen voor de wijze van behandeling in de commissie.
Commissie Werk en Financiën d.d. 16 september 2010
1
De voorzitter zegt dat het behandelvoorstel hier rekening mee houdt. Er zal kort over de voorstellen van de SP worden gesproken. Als de commissie akkoord is gaat het stuk naar de raad waarbij de verschillende opvattingen kenbaar gemaakt kunnen worden. 2.
Burger aan het woord
Er zijn geen aanmeldingen ontvangen. 3.
Mededelingen en rondvraag
De voorzitter deelt mee dat mevrouw Van den Boogaard verhinderd is, maar bij een mogelijke stemming vervangen zal worden door mevrouw Van Dongen of de heer Scheffer. Op de lijst met toezeggingen staat een werkbezoek aan het UWV; dit kan alleen overdag. De hele commissie blijkt belangstelling te hebben om het UWV op een vrijdagmiddag te bezoeken. De datum zal via de mail verspreid worden. 4.
Conceptverslag van de vergadering van 26 augustus 2010
Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. 5.
Lijst van toezeggingen
Er zijn geen opmerkingen. 6.
Minder budget voor WWB en stopzetten re-integratietrajecten
De voorzitter zegt dat er door de SP vragen zijn gesteld die door het college beantwoord zijn. De heer Rademaker stelt nu door middel van moties voor de re-integratie voort te zetten en wil daar een raadsonderwerp van maken. Hij vraagt hoe de commissie erover denkt. De heer Schrama vindt het geen probleem het onderwerp nu te behandelen. De heer Koek vraagt zich af of de toehoorders weten wat er speelt. Hij is bang dat de discussie niet te volgen zal zijn. De heer Rademaker zegt dat de toehoorders degenen zijn geweest die hem van informatie voorzien hebben. De heer Koek vraagt voortaan naast het publiceren van de vragen ook de antwoorden van het college op de website te zetten. De heer Van Ette vraagt om daar ook de brieven van het college aan de commissie bij te zetten. De voorzitter zegt dat hij hierover zal overleggen in het presidium. De heer Rademaker licht in het kort de aanleiding toe voor zijn voorstellen: de korting van het Rijk op het I-deel. Er zijn vragen gesteld die uitgebreid zijn beantwoord. Daaruit is hem gebleken dat verloningstrajecten niet erg succesvol zijn terwijl daar wel veel geld in omgaat. Hij zou trajecten waarbij een werkloze in contact komt met reguliere werkgevers niet stop willen zetten omdat daar meer succes behaald wordt. Het tweede punt van zijn fractie is het meer creatief omgaan met de beschikbare middelen. Voor enkele groepen zou hij de re-integratie niet willen verplichten. De heer Laudy vraagt of de SP het verstandig vindt de tekorten verder te laten oplopen. De heer Rademaker zegt dat geld moet worden ingezet waar mensen echt geholpen worden. Hij heeft principiële bezwaren tegen het dwingen van mensen; deze aanpak is ook minder succesvol. Als mensen nu uit de bijstand gehouden worden, levert dat besparingen in de toekomst op. De heer Koek merkt op dat bij de succesvolle trajecten het wellicht mensen betreft die al kansrijk waren voor een baan. De heer Rademaker zegt dat dit juist de paradox is. Bij verloning gaat het bijvoorbeeld om kansrijke mensen maar het verloopt niet succesvol. Voorts merkt hij op dat hij het college de vrije hand geeft waar het om succesvolle trajecten gaat. Hij is van mening niet met een dekkingsvoorstel te hoeven komen omdat het college de bevoegdheid heeft gekregen van de raad budgetten te onder- of overschrijden. Wethouder De Haan dankt de SP voor het voorwerk en het meedenken bij het oplossen van deze problematiek. Het college deelt de zorgen maar zal het voorstel van de SP niet uitvoeren. Het college
Commissie Werk en Financiën d.d. 16 september 2010
2
acht zich namelijk gebonden aan de begroting. De raad kan bijvoorbeeld bij de bestuursrapportage het college meer financiële ruimte geven, maar daar kiest het college op dit moment niet voor. Het college blijft ook van mening dat er een dekkingsvoorstel dient te zijn. De voorzitter stelt voor dat de leden nu eerst vragen kunnen stellen. De heer Van Ette maakt de SP complimenten met het voorwerk. Hij zegt dat zijn fractie het betreurt dat het college de drastische stap niet met de raad heeft besproken. Het was weliswaar reces, maar ook dan zijn er mogelijkheden. Hij constateert strijd met het beleidsakkoord omdat daarin gezegd is dat de zwaksten ontzien zouden worden. Hij wil nog nadenken over het vrijstellen van bepaalde groepen. Maar trajecten voor jongeren zouden altijd moeten doorgaan. Hij vindt dat het college niet erg creatief bezig is geweest. Zo denkt hij dat het ook mogelijk moet zijn trajecten voor halve dagen te organiseren. Ook vindt hij dat er tussen de programma's geschoven mag worden en noemt hij bloemen aan de bruggen minder dringend dan deze trajecten. Tot slot is hij het eens met de SP dat er geen arbeid onder het minimumloon verricht mag worden. Of de PvdA zelf met een motie komt zal afhangen van de tekst van de moties van de SP. De heer De Graaf heeft in de krant gelezen dat minister Donner heeft gezegd dat de gevolgen voor de gemeenten zullen meevallen. Hij hoopt dat dit een meevaller zal opleveren. Voorts zegt hij het eens te zijn met motie 2 om groepen uit te zonderen van de verplichte trajecten. Hij heeft gezien dat er 328 mensen op een payrol staan, maar hij heeft geen inzicht waar deze mensen worden ingezet. Wel kost dit 22.000 euro per persoon plus 5.000 euro administratiekosten per jaar. Hij denkt dat de gemeente dit beter zelf kan doen; het zou veel geld schelen. De heer Keuning vindt dat de SP knap werk heeft geleverd, maar hij heeft moeite met de voorstellen. Hij vindt het lastig te beoordelen hoeveel geld er vrijgemaakt kan worden. Hij vraagt of de wethouder de inschatting van de SP over succesvolle trajecten deelt. Tot slot blijft hij vragen houden over de vrijstelling van verschillende groepen. De heer Rademaker zegt dat het idee achter participatie is dat men hoger op de activeringsladder komt. Trajecten zijn dus zinvol als ze helpen stijgen op de ladder. Bij verloning constateert hij dat mensen niet naar een volgende trede geholpen worden. De heer Leeuwrik Nieborg zegt dat GroenLinks de afkeer van de korting op het participatiebudget deelt met de andere linkse fracties. Hij vindt dat de bijstand niet het minimumloon kan worden. Hij vraagt een toelichting op de weigering van het college categoriaal vrijstelling te verlenen. De heer Koek vindt behandeling lastig omdat er straks in de raad ook weer over gesproken wordt. Hij vindt het voorstel van de SP sympathiek. Wat de mogelijkheden van onder- en overschrijding betreft is juist afgesproken daar nog eens kritisch naar te kijken. Als het college dit zou doen bij andere onderwerpen zou de raad heel kritisch zijn. Uit het collegeantwoord is hem gebleken dat Leiden overschotten naar de algemene reserve heeft gedaan in plaats van een aparte reserve te maken. Toen is gezegd dat als het tegen zou zitten er uit de algemene reserve geput kon worden. Hij wil weten hoeveel geld er in een speciale reserve zou hebben gezeten. Hij sluit niet uit dat dit voldoende is om het plan van de SP mee te dekken. De heer Laudy zegt dat de VVD de stop steunt, evenals de andere maatregelen van het college. Hij weet niet of een discussie van de raad nu zinvol is: inmiddels zijn er maanden verstreken sinds het nemen van de maatregelen. De heer Van Ette vraagt de heer Laudy of het college de raad niet serieus hoeft te nemen. De heer Laudy merkt op dat het college de raad onmiddellijk geïnformeerd heeft. De PvdA heeft toen niet om een bijeenkomst gevraagd. Hij noemt het voorstel van de SP de omgekeerde wereld en noemt het een slecht plan om de stad op die manier te besturen. Hij zal de moties daarom niet steunen. De heer Rademaker vraagt wat volgens de VVD het doel van re-integratiebeleid is. De heer Laudy antwoordt dat het erom gaat mensen vanuit een uitkering aan de slag te krijgen. Hij vindt dat succesvol als de begrotingsdoelstelling gehaald wordt. De trajecten die zijn stopgezet gingen boven die doelstelling uit. De heer Rademaker merkt op dat de mensen in verloningstrajecten niet regulier zijn uitgestroomd. Ze hebben geen arbeidsovereenkomst en ze zijn dus niet succesvol. Hij vindt het jammer dat de VVD niets zegt over de inhoud van het re-integratiebeleid. De heer Van Ette zegt de heer Laudy te horen zeggen dat hij het prima vindt dat het college het beleid stopzet, ongeacht wat het betekent voor re-integratie. Ook vindt hij het blijkbaar prima dat het college geen alternatieven heeft bedacht. De heer Laudy zegt dat beide constateringen onjuist zijn. Hij is bezorgd over wat het betekent voor de re-integratie, maar wijst erop dat het budget op is. Er is een brede discussie aan de gang over de
Commissie Werk en Financiën d.d. 16 september 2010
3
financiële toestand van de gemeente. Hij vindt het onjuist om gewoon door te gaan en later bij de jaarrekening te zien hoe het uitpakt. Hij stimuleert het college om met alternatieven te komen. Mevrouw Sandriman zegt begrip te hebben voor de schaarste van middelen. Budgetten moeten efficiënt gebruikt worden en er moet meer verantwoordelijkheid bij de klant gelegd worden om maximaal effect te bereiken. Zij geeft het college mee de uitgangspunten voor sociaal beleid te heroverwegen en daarbij het minimabeleid mee te nemen. Het doel blijft de instroom te verminderen en de uitstroom te vergroten en zij hoopt dat het college daar vervangende voorzieningen voor vindt. Zij noemt het Werkatelier en DZB als mogelijkheden als het om re-integratie gaat. Tot slot zegt ze dat er binnen de gemeente voldoende kennis is om het sociale beleid efficiënter en effectiever uit te voeren. De heer Keuning zegt geen mening te hebben gehoord over het voorstel van de SP. Mevrouw Sandriman zegt de reactie van de wethouder af te willen wachten. Wel zou zij graag gehandicapten bij het beleid meegenomen zien. De heer Schrama zegt het op hoofdlijnen met de SP eens te zijn. Als er extra uitgaven worden gedaan zal er volgend jaar nog minder te besteden zijn. Wethouder De Haan wil naar de inhoud kijken van de SP-voorstellen. Het gaat erom ondanks de tekorten actief te blijven en dat is voor een deel van de groep mogelijk. Bij het Werkhotel zijn de budgetten nog niet ingevuld. Bij Stal is recent een nieuwe groep begonnen. In de lumpsum voor reintegratie zijn nog plekken beschikbaar. Leerwerkbanen voor jongeren worden gefinancierd uit het Actieplan Jeugdwerkloosheid. Er zal ook nog gekeken worden naar potjes van minister Rouvoet om geld in te zetten voor jongeren in schrijnende situaties. Omdat veel trajecten duur zijn is besloten nieuwe trajecten te stoppen. Een teamleider kan bij schrijnende gevallen afwijken, maar dus niet in generieke zin. De heer Leeuwrik Nieborg is bang dat dit tot willekeur kan leiden. Wethouder De Haan zegt dat die bevoegdheid op de werkvloer hoort te zitten omdat daar ook de deskundigheid zit. Het gaat in feite om een hardheidsclausule, waar beoordelingsruimte is. Het college heeft besloten niet door te gaan met zorg- en activeringstrajecten. Ze zijn duur en leiden niet tot uitstroom. Ook zijn deze trajecten veelal het begin van vervolgtrajecten en er zit geen tijdsdruk op. Maatschappelijk zijn ze wel waardevol. Er staan 450 verloningstrajecten in de begroting en dit aantal is gehaald. Hij noemt enkele voorbeelden waar mensen in verloningstrajecten worden ingezet. Dat de uitstroom is stilgevallen wijt hij aan de economie omdat hier de opnamecapaciteit van de arbeidsmarkt speelt. Deelnemers ervaren verloning als regulier werk. Het college denkt er nu over opstapbanen in te zetten: dan wordt er een loonkostensubsidie gegeven en een scholingssubsidie. Hiermee krijgt iemand een steuntje in de rug en komt terecht op de reguliere arbeidsmarkt. Daarnaast is het een relatief goedkoop instrument. Het moet wel gaan om een bestaande baan. Mensen boven de 27 jaar krijgen begeleiding van casemanagers. Het gaat momenteel om achttien nieuwe aanmeldingen per week; dat zijn tot eind 2010 driehonderd nieuwe mensen die geen traject oude stijl meer krijgen. Er lopen 1600 trajecten en dat aantal is sinds augustus niet gedaald. Hij wijst erop dat het probleem in omvang en ernst nu nog klein is vergeleken met wat er op de gemeente afkomt. Het budget voor participatie zal het komend jaar dalen met 5 miljoen euro; voor inburgering zal er 1 miljoen euro minder zijn. Hij wil graag met de raad de discussie aangaan waaraan het resterende geld uitgegeven moet worden. Hij schat in dat het maximaal haalbare zal zijn dat men werkervaring kan opdoen met behoud van uitkering, in combinatie met geld voor begeleiding of scholing. Hiermee zal de grootst mogelijke groep geholpen kunnen worden. Die discussie zal veel verder gaan dan de reparatie die nu speelt. Als het om een speciale reserve gaat zou er over de hele periode een positief saldo zijn van 1 miljoen euro. Die is nu echter niet beschikbaar. De heer Van Ette vraagt of het geld dat naar de algemene reserve ging toch niet een soort oormerk meekreeg. Wethouder De Haan zegt dat dit inderdaad zo gezegd is. In de bestuursrapportage zal staan dat het tekort op het I-deel uit de lopende rekening moet komen. Dit is iets anders dan het W-deel aanvullen om extra activiteiten mogelijk te maken. De toezegging wordt nu gematerialiseerd door het tekort op het I-deel ten laste te brengen van het rekeningresultaat. Als het gaat om categoriale vrijstellingen zoals genoemd in motie 2 is het simpel: de WWB verbiedt dit. De heer De Graaf vraagt wat er veranderd is: er zijn uitzonderingen gemaakt voor mensen boven 57½ jaar. Wethouder De Haan zegt dat dit onder de oude bijstandswet gebeurd is, toen was dat mogelijk.
Commissie Werk en Financiën d.d. 16 september 2010
4
De heer Rademaker zegt dat het voorstel behelst dat deze groepen niet verplicht zullen worden, maar dat trajecten beschikbaar zijn voor mensen die belangstelling hebben. Wethouder De Haan zegt dat de arbeidsmarkt ook ouderen wat te bieden heeft. Als het mogelijk is geldt ook hier de plicht. De heer Van Ette vraagt bij interruptie of er dan wel een plicht is, maar geen traject beschikbaar is. Wethouder De Haan antwoordt dat de verplichting eruit bestaat dat men voor de arbeidsmarkt beschikbaar moet zijn. De WWB kent een activeringsplicht en de gemeente ondersteunt daarbij. De verplichting rust bij de cliënt. De heer Van Ette constateert dat er sprake is van twee groepen: mensen die gemakkelijk aan werk komen en mensen voor wie dat heel moeilijk is. Hij vraagt of de gemeente dan weer sollicitatiebrieven gaat tellen. Wethouder De Haan zegt dat mensen niet gepest worden. Het gaat erom mensen niet bij voorbaat op leeftijd af te schrijven. Er kunnen redenen zijn om mensen vrij te stellen, maar dat is nooit de grote afstand tot de arbeidsmarkt. Casemanagers doen de begeleiding en beperkte instrumenten blijven beschikbaar. Hij wijst erop dat Leiden een hoog percentage vrijgestelden had waarbij de raad erop heeft aangedrongen die te activeren. De plicht tot solliciteren hangt samen met het inkomen dat men van de overheid krijgt. Vrijstellingen hangen altijd samen met bijzondere omstandigheden en dit zou mantelzorg kunnen zijn. Wat de communicatie met de raad betreft wijst spreker erop dat het hier om een bevoegdheid van het college gaat op basis van de programmabegroting. Zodra besloten is met nieuwe trajecten te stoppen is de raad in dezelfde week geïnformeerd. Dit was tijdens het reces. Er werd geen besluit van de raad gevraagd, maar informatie gegeven hoe het college de programmabegroting aan het uitvoeren is. Halverwege het jaar was het doel bereikt. Hij zegt tot slot dat hij snel ingrijpt en altijd transparant is en waar mogelijk de raad gelegenheid geeft bij te sturen. De heer Van Ette zegt dat het niet zozeer om geld ging, maar dat het juist ging om kwetsbare groepen. Wethouder De Haan zegt dat dit de reden was de raad nog tijdens het reces te informeren. Tweede termijn De voorzitter merkt op dat de commissie nu al twee uur bezig is aan een 'korte informatieve ronde'. Dit houdt in dat er straks in de raad alleen nog een beperkte behandeling zal zijn. De heer Rademaker zegt dat de standpunten van de wethouder en de SP minder ver van elkaar liggen dan gesuggereerd. Hij heeft wat goede ideeën van de wethouder gehoord en zou daar graag binnenkort over komen praten. Het onderwerp zal nog vaker aan de orde komen, zoals bij de behandeling van de Begroting 2011 en bij het bespreken van het nieuwe participatiebeleid. De heer Laudy zegt dat hij van de SP graag een dekkingsvoorstel hoort. Hij vraagt of de SP van plan is de plannen van het college te gaan blokkeren. De heer Rademaker zegt dat er contractuele verplichtingen zijn die doorlopen in 2011. De winst van zijn voorstel is 5 miljoen euro en komt in 2012. Wethouder De Haan zegt dat er per 1 augustus geen nieuwe re-integratietrajecten zijn gestart; die zullen er in 2011 dus beperkt zijn. Zelfs als alle verloningen stoppen is er nog een tekort van 2 miljoen euro. De heer Rademaker merkt op dat zijn voorstellen door de jaren kunnen schuiven. Naarmate er minder geld zal zijn dient de lat voor de verschillende trajecten hoger te liggen. Wethouder De Haan zegt dat als het geld alleen nog naar een beperkte groep gaat er een voorschot op de participatienota wordt genomen. Hij vindt dat niet de situatie mag ontstaan dat mensen geconfronteerd worden met een sollicitatieplicht waarbij ze niet meer ondersteund worden. De voorzitter vraagt wat de SP de raad gaat voorleggen. De heer Rademaker zegt dat gezien de reacties de financiën anders moeten. De moties moeten nog geformuleerd worden. In grote lijnen denkt hij dat er geld moet komen voor succesvolle trajecten voor de rest van het jaar. Ook zal hij met een visie komen voor groepen die uitgezonderd worden. Wethouder De Haan wijst erop dat opstapbanen succesvolle trajecten zijn. Daar wordt mee doorgegaan. De heer Rademaker zegt het daar mee eens te zijn. Hij maakt alleen een onderscheid tussen de verschillende maatregelen. Het Oriëntatiejaar zou op dezelfde manier moeten blijven werken als vorig jaar. De voorzitter adviseert de heer Rademaker bij de griffie langs te gaan.
Commissie Werk en Financiën d.d. 16 september 2010
5
De heer Keuning wil graag nog antwoord op de vraag van de heer Koek over de reserve. De heer De Graaf zegt geen antwoord gehad te hebben over de mensen op de payrol. Wethouder De Haan zegt dat veel bedrijven werken met een payrolconstructie. Mensen werken dan overal in allerlei soorten functies. Het is regulier werk, maar zonder arbeidscontract. De reden is dat de gemeente ze niet zelf in dienst wil nemen. Er is niet gekozen voor het aanvullen van het tekort op het I-deel in de concernreserve omdat het tekort is ontstaan door het afromen door het Rijk. Daarom is het een onderdeel van het rekeningresultaat. Het college zal in de bestuursrapportage aangeven hoe dit eventueel gerepareerd kan worden. De voorzitter zegt dat het voor de commissie handig is om te weten wanneer er wel uit de concernreserve geput kan worden. De heer Keuning vraagt hoe het kan dat er voor een gemeenschappelijke regeling wel 1 miljoen euro uit de reserve gehaald wordt. Wellicht kan worden aangegeven in welke gevallen de grens van 10 miljoen euro wordt aangehouden. Wethouder De Haan antwoordt dat er een goedkeuringsverklaring nodig is. De voorzitter vraagt nogmaals welke discussie straks in de raad gevoerd gaat worden. De heer Keuning doet de suggestie aan de SP om motie 2 achterwege te laten tot de integrale discussie op participatie. De voorzitter zegt dat dit een goede suggestie is. De heer Koek zegt een motie te overwegen over de voor- en nadelen van het werken met een reserve voor het I-deel. In goede tijden wordt er in de reserve gestort, terwijl in slechte tijden het geld op is. De voorzitter doet de suggestie dit bij de begroting te bespreken. Hij concludeert dat de bespreking in de raad kort kan zijn en verzoekt de aanwezige leden mogelijke moties tijdig te melden. 7.
Centrummanagement/stadspromotie
De voorzitter merkt op dat er al besloten is een bredere discussie te gaan voeren als dat beter is voorbereid. De heer Laudy antwoordt dat het college zegt dat er geen rol is voor de gemeente Leiden bij Centrum Management Leiden (hierna: CML). De gemeente zou alleen subsidieverstrekker zijn, maar hij wijst erop dat de gemeente het bestuur adviseert en een stoel bezet in de adviesraad. Als het om de adviesrol gaat wil hij graag weten wat geadviseerd is inzake de aanleg van de tijdelijke ijsbaan. Als het een goed idee is genoemd vindt hij dit een fout van de adviseur. Als het een slecht idee genoemd is, is de vraag wat de gevolgen zijn voor de subsidiebeschikking. Hij wil weten of het college vindt of aan de subsidiebeschikking voldaan is. Ook vraagt hij waarom de gemeente niet ingrijpt en met een voorstel komt voor een ijsbaan de komende winter. Hij wil weten waarom het fout is gelopen met de ijsbaan. Andere activiteiten van CML horen volgens spreker eerder bij Citymarketing. Hij ziet weinig output en zal dat betrekken bij de komende brede discussie. Hij verzoekt een korte notitie te leveren met feiten, waaruit blijkt wie wat doet met welk geld en voor wie in Leiden. Hij vraagt hoe de bijdrage volgend jaar gedekt gaat worden. Wethouder Strijk zegt dat vanuit het college het eigenaarschap steeds duidelijk gemaakt is. Er is regelmatig contact maar het eigenaarschap zit bij het bestuur. De adviesrol van de gemeente gaat vooral om zaken die in de stad spelen, zoals parkeren, gevelreclame en dergelijke. Er is geen verantwoordelijkheid voor wat dan ook. Het bestuur gaat over de begroting, of de directeur zijn werk goed doet en daar ligt dus het eigenaarschap. CML heeft de uitvoeringsovereenkomst uitgevoerd; men wordt daar op afgerekend. Overschrijdingen zijn onder meer veroorzaakt door de ijsbaan en extra investeringen vanwege de economische crisis. De heer Gubbens vraagt waarom het achterblijven van inkomsten bij de ijsbaan niet bij het ondernemersrisico hoort. De voorzitter zegt dat vragen in de raad moeten worden gesteld. Wethouder Strijk zegt vanuit zijn werkkamer het drama met de ijsbaan te hebben zien voltrekken. Het bleef regenen en het publiek bleef weg. CML bleek niet goed de financiële administratie bij te houden en heeft beloofd planning en control beter te gaan doen. De combinatie van problemen heeft tot het tekort geleid. De ondernemers die het bestuur uitmaken van CML hebben hun verantwoordelijkheid genomen en sturen scherper op problemen. Het CML durft voor komende winter het ondernemersrisico voor een ijsbaan niet langer te dragen. Gezien alle bezuinigingen vindt het college het niet gepast garant te staan. Men is nu aan het zoeken naar private financiering om het risico af te dekken. Het gaat om een constellatie van organisaties, waarvan een deel bij elkaar in een gebouw zit.
Commissie Werk en Financiën d.d. 16 september 2010
6
Men is nu aan het kijken wat slimmer georganiseerd kan worden op het gebied van samenwerking en of dit gevolgen heeft voor de overhead. Hij noemt het vroegtijdige vertrek van de directeur een koude start voor CML. De heer Laudy wijst erop dat de huidige directeur er al zit sinds maart 2009. Hij vraagt hoe CML ten opzichte van de start functioneert. De voorzitter verwijst naar de komende discussie. Wethouder Strijk zegt dat het college streeft naar voortzetting van CML omdat het een waardevolle bijdrage aan het programma binnenstad levert. De heer Laudy vraagt wat geadviseerd is over de ijsbaan. Verder vindt hij presentaties nu nog niet zo interessant omdat hij een compleet plaatje wil, dus inclusief de topsportcoördinator, outputindicatoren en de financiering. De voorzitter wijst erop dat het gaat om wensen die de commissie heeft. Wethouder Strijk zegt dat de rol van de ambtenaar in de adviesraad een andere is dan meedenken over het aanwenden van gelden. Hij zal met een notitie komen over wat de verschillende organisaties doen. Hij heeft de overtuiging dat men de organisatie verbetert en het tekort zelf zal oplossen. De voorzitter concludeert dat het punt van de heer Laudy duidelijk is. Er zal een notitie komen en die zal in overleg met de griffie worden geagendeerd. Toelichting wethouder op de belastingsamenwerking Wethouder Strijk zegt dat er op het gebied van belastingsamenwerking drie zaken spelen: nieuwbouw, personeel en ICT. De nieuwbouw zal op tijd klaar zijn en het werven van personeel loopt conform de planning. Voor de ICT dienen alle bestanden samengebracht te worden. Volgende week zal er een testrun op de conversie gedaan worden. Er zijn signalen dat dit met de hakken over de sloot gehaald zal worden. Mocht het anders zijn zal hij de commissie informeren. Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter om 22.25 uur de vergadering. Lijst van toezeggingen 16 september 2010: 1. Overleggen met presidium over welke zaken op de website moeten komen bij de commissieagenda. (Gestelde vragen, antwoorden college). (voorzitter) 2. Er komt een notitie over CML. In het kader van de langetermijnagenda overleggen over inpassing mogelijke presentaties van deelnemende organisaties (wethouder Strijk, voorzitter, griffier) 3. Commissie informeren als er obstakels zijn voor de belastingsamenwerking per 1 januari 2011. (wethouder Strijk)
Commissie Werk en Financiën d.d. 16 september 2010
7