RN006-0017
GEMEENTERAAD VAN BERGEN OPZOOM VEERTIENDE VERGADERING Maandag 6 november 2006, des namiddags om 15.00 uur. VOORZITTER: burgemeester drs. J.M.M. Polman AANWEZIG:
de dames: de heren:
A.J.A. Nuijten-van Aard, J.G.M, de Koning-van de Gasteel, M.J.P. van Kemenade, Y.M. M.M. Kammeijer-Luycks. A.J. van Es, F.M.J. Hagens, L.C.J. Wijten, R. Ravensteijn, J.P, Gabriëls, A.J. van der Wegen, Ph.A. Aertssen, P.M.I.van den Kieboom, B. Sabudak, J.A.S.H. Verbeem, mr. E.W.C.M. Rampaart, P.A.M. van der Velden, P.M.M. Roosendaal, L.A.M. van Loon, W.C.E. Musters, L.C.A. Withagen, F.A.C. Mouws, P.J.W.J. Slijpen, J.G. Huismans, A.J.M. Coppens, A. Van Dijk, R. Tepper, W.P. Huijgens, A. Harijgens, C.A. van Pul, L.H. van der Kallen.
WETHOUDERS:
de dames: de heren:
A.J.P.M. Veraart A.J.F.M. Linssen, drs. A.F.M. Siebelink, A.J. Hagenaars, M.J.P. van Eekelen
AFWEZIG:
de heren:
G.J.F. Akkermans, G.M.P.M. Nefs, E.C.A. van den Eijnden
GRIFFIER:
de heer F.P. de Vos.
1. Opening Na het uitspreken van het openingswoord gaat de voorzitter verder als volgt. De VOORZITTER: Welkom aan u allen, college, raad, ambtenaren, belangstellenden op de publieke tribune, pers en niet in de laatste plaats uiteraard de luisteraars die via de BRTO ons volgen. We hebben bericht van verhindering ontvangen van de heren Nefs en Van den Eijnden en de heer Akkermans. De heer Mouws komt iets later. De heer Harijgens kan pas na de schorsing in ons midden zijn zo omstreeks half zeven. De heer Huismans zal ook iets later zijn. 2. Vaststelling agenda. De VOORZITTER: Deze vergadering zullen wij proberen te komen tot vaststelling van de meerjarenbegroting en het vaststellen van de gemeentelijke fiscale heffingen. Bent u akkoord met die agenda? Dat is het geval, dan is die bij deze vastgesteld. Ten aanzien van de orde van de vergadering hebben we ook in het presidium afgesproken dat we u gelegenheid geven voor een eerste termijn met als richtlijn een spreektijd van ongeveer 10 minuten per fractie. Ook heeft het presidium aangegeven dat men liever heeft dat in eerste termijn niet wordt geïnterrumpeerd. Na de eerste termijn van de raad hebben we een schorsing waarna we om 18.30 uur voortgaan, waarbij het college reacties zal geven. Daarna volgt de tweede termijn van de raad en hopen we voor 23.00 uur, misschien ruim voor 23.00 uur dat is afhankelijk van het verloop van de vergadering, tot stemming te kunnen overgaan. We hebben ook gezegd laten we de volgorde van de fracties eens andersom nemen, dus niet van klein naar groot maar van groot naar klein. We beginnen dus met de grootste fractie en eindigen dan met de kleinste fractie in ons midden. Dat over de orde van de vergadering. Iedereen kan daar mee instemmen zie ik. Dan zou ik daarom graag als eerste het woord willen geven voor de eerste termijn aan de heer Van Es van Lijst Linssen, U mag gebruik maken van het katheder zodat u elkaar in de ogen kunt kijken. De heer VAN ES: Gedwongen door de speciale omstandigheid dat 2006 nu eenmaal een verkiezingsjaar was en wij dus een ander tijdspad aangehouden hebben wat betreft onze beleidscyclus dan in laat ons maar zeggen normale
l
jaren, staan we hier nu amper zes weken na de vaststelling van het Beleidskader 2007-2010 al weer voor de vaststelling van de meerjarenbegroting 2007-2010. Een logisch gevolg op het beleidskader weliswaar, maar het zit nu toch wel allemaal wat dicht op elkaar. Wat Lijst Linssen betreft zijn dan ook twee zaken vooraf duidelijk te stellen en dat is als eerste; wij gaan niet na amper 6 weken weer een uitgebreide politieke discussie aan met betrekking tot deze begroting, dat hebben we bij het beleidskader namelijk al gedaan en ten tweede ben ik niet van plan, met uitzondering van wat majeure zaken, nog op technische vragen terug te komen. Deze vragen zijn in de schriftelijke beantwoording en de daarop volgende commissievergadering meer dan adequaat behandeld. Wat Lijst Linssen betreft was de opdracht aan het college en ambtelijk apparaat duidelijk: vertaal het beleidskader zoals in meerderheid vastgesteld door deze raad één op één naar de begroting. Daar is het college, in ieder geval naar de mening van Lijst Linssen, uitstekend in geslaagd. Een compliment richting college en het ambtelijk apparaat die dit op een toch korte termijn moesten klaren is dan ook zeker op zijn plaats. Verder kan de fractie van Lijst Linssen niet anders dan constateren dat een sluitende begroting voor ons ligt. Sluitend weliswaar met gebruikmaking van reserves, maar die reserves zijn wat ons betreft in de loop van de jaren ook opgebouwd om een keer ingezet te gaan worden. Zo simpel ligt dat wat ons betreft. Wel dient daarbij te worden opgemerkt, zoals meerdere fracties waaronder die van het CDA reeds hebben gedaan, dat dit natuurlijk een keer een einde kent. Het college en de raad zullen komende jaren driftig op zoek moeten gaan naar toekomstige dekkingen. Er wacht ons een flinke klus, laat dat ook duidelijk zijn. Al met al, dat is dan het eind van onze algemene indruk en ik ga daarna nog wat voor Lijst Linssen belangrijke deelstukken behandelen, ligt hier dus gewoon een uitstekende begroting voor ons. Dit is ook voor een niet te onderschatten deel mede op het conto te schrijven van het voeren van een goede financiële huishouding door voorgaande colleges. Ook dat mag wel eens gezegd worden. Dat brengt mij bij voor Lijst Linssen belangrijke aandachtspunten voor de komende jaren. Wij maken ons hier en daar natuurlijk ook zorgen. Die boodschap wil ik het college zeker niet onthouden. Lijst Linssen streeft al jaren naar een andere, betere manier van communiceren met onze burgers. We hebben dat reeds vele malen eerder gemeld. Ook dit college streeft dit doel na. Er bereiken ons echter nog steeds te veel berichten van burgers of bedrijven dat men hetzij heel laat hetzij helemaal niet een reactie krijgt op ingezonden brieven, verzoeken en dergelijke. Ook de communicatie tussen de afdelingen binnen het gemeentelijk apparaat kan nog veel verbeteren. Helaas hebben we daar recent schrijnende voorbeelden van gehad. Nogmaals vraagt Lijst Linssen hier speciale aandacht voor dit heel belangrijk onderwerp. College, doe er iets aan en doe het snel. Ook met betrekking tot alle ontwikkelingen rondom de brandweer maakt Lijst Linssen zich toch, ondanks alle goede voornemens en planvorming, zorgen. Aanrijtijden die vermoedelijk op zullen gaan lopen, positie van de vrijwilligers, nieuwbouw waar en wat gaat dat kosten, allemaal vragen waarop Lijst Linssen de komende tijd antwoord zou willen krijgen. Ik meld het u alvast maar. Lijst Linssen zal ook op andere fronten en ik noem dan onder meer het rood voor groen beleid en het beleid met betrekking tot de verkoop van restjes groenstroken liefst samen met collega-fracties in deze raad, collega-fracties begrijpt u me alstublieft niet verkeerd, initiatieven ondernemen om zaken beter en eerlijker te regelen. Wij komen daar vanzelfsprekend zo vlug mogelijk op terug. In mijn betoog over het beleidskader heb ik speciale aandacht gevraagd voor 't Vierkantje. Lijst Linssen is verheugd dat 't Vierkantje in ieder geval ook binnen dit college nu ook speciale aandacht krijgt, de aandacht die het verdient. Ik heb toen al aangegeven dat het voor dit winkelgebied 5 voor 12 is en die klok tikt wat ons betreft gewoon door. Dus ook hier, college laat het niet bij mooie woorden en het oplaten van proefballonnen, waar hebben we die term vorige week ergens gehoord, maar college doe er ook iets aan. Ga ermee aan de slag. Dan nog een opmerking over parkeerbeheer. Binnen ons huidige regiem treedt ons huidige parkeerbeheer tot de klok van 18.30 verbaliserend op. Daarna is Bergen op Zoom wat parkeren betreft een vrijstaat. Vooral op de pleinen en straten met, laat ons het maar noemen een aantrekkingskracht voor Belgen en Fransen, is het een chaos, een puinhoop wat betreft parkeren. De fractie van Lijst Linssen dringt er dan ook bij uw college op aan in overleg te treden met de politie om daar ook in de avonduren toch ook fors tegen op te treden. Stel dat de plannen om de parkeerboetes straks aan de gemeentekas toe te voegen doorgaan, dan kunnen we ons eigen parkeerbeheer daarvoor inzetten, maar tot die tijd is extra politieoptreden zeer gewenst. Ik ga afsluiten met de opmerking dat Lijst Linssen uw reacties op het amendement zoals dat is ingediend door de Groepering Leefbaarheid met betrekking tot de bijdrage voor het verzamelen van huishoudelijk afval afwacht. Een motie die straks zal worden ingediend door de collega van de Partij van de Arbeid met betrekking tot uitzendingen van met name grote evenementen wordt door ons van harte ondersteund. Lijst Linssen gaat met in het achterhoofd de aandachtspunten zoals ik die zojuist heb beschrevenakkoord met de meerjarenbegroting 2007-2010.
Dat was onze eerste termijn. De heer VAN DER WEGEN: Voorzitter, raadsleden, college, aanwezigen op de publieke tribune en luisteraars van de BRTO thuis, welkom. Laat ik beginnen, namens de fractie van de Partij van de Arbeid, het college, maar vooral de ambtenaren te bedanken voor het vele werk dat is verricht aan deze Meerjarenbegroting 2007-2010. Beste collega raadsleden, dit is een belangrijk moment in onze beleidscyclus, want het budgetrecht van de raad is een machtig, zo niet het meest machtige, instrument van de gemeenteraad. Uiteindelijk valt of staat de besluitvorming vaak met de beschikbare middelen. Hoeveel geld geven we waaraan uit? Deze Meerjarenbegroting moet de financiële vertaling zijn van het Beleidskader 2007-2010 waarin deze raad de politieke keuzes voor de komende regeerperiode heeft vastgelegd. Aangezien dit Beleidskader nog maar een goede maand geleden is vastgesteld, mijn college Van Es had het erover, zal ik daar niet al te lang bij stilstaan. De belangrijkste elementen vanuit het Beleidskader, die vertaald zijn in deze Meerjarenbegroting wil ik u echter toch noemen, omdat het juist die elementen zijn die leidend zijn in de afweging die de Partij van de Arbeid maakt ten aanzien van de vaststelling van deze begroting. Laat ik het maar in gewoon Nederland samenvatten 'het is de komende jaren geen vetpot.' Desondanks is dit een sluitende Meerjarenbegroting en zadelen we de inwoners van Bergen op Zoom niet op met onnodig stijgende lasten. Precies die twee elementen hadden we ten aanzien van deze begroting ook afgesproken bij de vaststelling van het Beleidskader. Wij zijn ook tevreden met de aandacht, zeker ook in financiële zin, voor de WMO en wij kunnen instemmen met de wijze waarop in deze magere jaren een aantal tekorten en overschrijdingen worden gedekt. Ik noem hier met name terugkerend tekort op de WVG, maar ook de overschrijding op de kosten voor straatreiniging en bouwleges en de verwerking van de korting op de algemene uitkering als gevolg van de evaluatie van het BTW compensatiefonds. Tevreden zijn wij ook, hoewel er nogal wat potjes voor moesten worden omgedraaid, met de financiële zekerstelling voor het uitbaggeren van de Theodorushaven. Tot slot ook tevredenheid over de keuze voor de belangrijkste ruimteschepper, namelijk de korting op BTW gerelateerde budgetten. Een politieke keuze die ik eerder al vertaalde als een keuze van 'hard voor zacht', ofwel 'stenen inruilen voor mensen'. De Partij van de Arbeid is dus in hoge mate tevreden met deze financieel betrouwbare vertaling van onze politieke keuzes, ook al hebben we nog wel een paar punten van zorg en ik ga ze u noemen. Als eerste een algemene opmerking over de leesbaarheid van de verklarende teksten bij de diverse onderwerpen. De vele technische vragen die vorige week aan de orde waren zijn voor een deel het gevolg van het gebruikte jargon en de soms echt cryptische omschrijvingen. Ik kom hierop ook nog terug bij onze vragen over de extra kosten op het programma Cultuur en uw schriftelijke toelichting daarop van afgelopen vrijdag 3 november. Onze boodschap is dus: het kan nog veel duidelijker en in veel begrijpelijker Nederlands. Het tweede punt van zorg is het afnemende saldo van de renteomslag, zoals te lezen valt in de verplichte paragraaf 7.3 Treasury. Dit betekent namelijk een afnemende dekking van onze begroting in toekomstige jaren. Dat gezegd hebbende vinden we het wél goed dat dit college de rekenrente meer in lijn brengt met de huidige marktrente. Al derde punt van zorg, maar misschien beter nog punt van onduidelijkheid: de stijgende kosten op het programma 15 Cultuur van € 460.000,-. Hierover hebben we een aantal heel concrete vragen waarop wij ook heel concrete antwoorden wensen. De afdeling Toerisme en evenementen brengen we onder in de sector ROB en daarmee stijgen de kosten voor het programma Cultuur met € 460.000,- In uw toelichting gaat het om drie componenten: • € 150.000,- voor tarievenstructuur en kostenverdelingsmethodiek bij ROB. Daar koppelen wij de vraag aan dat buiten de loon- en prijscomponent het toch niet anders kan zijn dat ook een vergelijkbaar bedrag aan kosten in mindering kan worden gebracht op de programma's die ROB al onder haar hoede had. College klopt deze conclusie? • Ook voor de afdeling Handhaving en Vergunningen in ROB worden de kosten over meer producten verdeeld en hierdoor stijgen de kosten voor Cultuur nog eens met € 130.000,-. Ook hier geldt volgens ons dezelfde conclusie, namelijk dat deze extra kosten op programma Cultuur in mindering terug te vinden moeten zijn in andere ROB-programma's. Klopt onze conclusie ook op dit punt? • Die overheadkosten van de sector Cultuur die drukken op de afdeling Toerisme en evenementen ad € 180.000,- zijn niet mee overgeheveld naar de programma's van de sector ROB en drukken dus onterecht op het programma Cultuur. Hier zou je de conclusie aan moeten verbinden dat de kosten van de programma's van ROB met datzelfde bedrag zouden moeten worden verhoogd. Klopt ook deze conclusie?.
Ik hoop dat op al deze vragen het antwoord een duidelijk JA is, anders hebben we toch een probleem. Het kan namelijk niet zo zijn dat simpelweg door het onderbrengen van de afdeling Toerisme en evenementen onder de sector ROB in plaats van Cultuur de kosten voor één van de programma's toenemen, als niet gelijktijdig met eenzelfde bedrag de kosten in andere programma's afnemen. Per saldo moet de uitkomst van deze operatie dus op O uitkomen. Positief aan dit verhaal is wel dat de stijgende kostentoerekening aan Cultuur van dit moment leidt tot een uitzetting van de begroting met datzelfde deel en dat niet wordt bezuinigd op het programma zelf. Ons vierde punt van zorg is een aantal PM posten en de Partij van de Arbeid wil er een drietal in prioriteit naar voren halen: • Als eerste de brandweer. Ook Lijst Linssen had het hier eerder over. We weten gewoon dat aan de besluitvorming die hier aan de orde is ook kosten zijn verbonden en wij willen zo snel mogelijk inzicht hebben in de gevolgen voor onze begroting. Wij willen met betrekking tot de huisvestingsproblematiek van de brandweer nog wel aangeven dat die discussie wat ons betreft moet worden gevoerd in relatie tot de ontwikkelingsvisie van de Westersingel. De ontwikkelingsvisie van de Westersingel en directe omgeving heeft wat ons betreft weer een directe relatie met het plan Bergse Haven. Wij vragen het college om aan te geven wanneer we dit onderwerp op de agenda terugzien en daarnaast vragen wij dus nadrukkelijk om een aantal onderwerpen ook met elkaar in verband te brengen. Deelt het college onze opvatting hierover? • Tweede PM post is de post die het college 'Popfactory' heeft gedoopt ofwel het voormalige poppodium. Ook hier willen wij van het college weten wanneer dit op de agenda komt. Het ontbreken van een poppodium heeft wat ons betreft nu lang genoeg geduurd. • Als derde vragen wij prioriteit voor de PM post water. Het toenemende milieubelang, mede als gevolg van klimaatsveranderingen, vraagt ook hier om grotere prioriteit. Ook hier de vraag of u onze zorg op dit terrein deelt en wat die zorg betekent in de zin van agendering van dit onderwerp? Wij denken dan aan actualisering van ons bestaande waterplan in relatie tot de kaderrichtlijn water en structuurvisie plus. Tot slot hebben wij een motie voorbereid, die ook door andere partijen is ondertekend, over de tv-registratie van een aantal evenementen. Uiteraard komen we in de komende periode graag snel, met het college, tot een duidelijk mediabeleid voor onze gemeente, inclusief de benodigde middelen. Maar met deze motie willen we in ieder geval die momenten uit het verleden vermijden, waarop te elfder ure, of beter nog om vijf voor twaalf, middels een extra financiële bijdrage pas de zekerheid rondom deze tv-uitzendingen kon worden gegeven. Ik denk dat de tekst van de motie verder voor zich spreekt en hoop op brede steun. Tot zover onze bijdrage in eerste termijn. De VOORZITTER: Dank u wel. U heeft de volgende motie ingediend: De raad van de gemeente Bergen op Zoom, in vergadering bijeen op 6 november 2006: Beraadslagend over het voorstel SM/06/09 Meerjarenbegroting 2007-2010 Overwegende • Dat de begroting in programma 1 voorziet in een uitbreiding van € 25.000,- in 2007 en € 50.000,- in de volgende jaren voor lokale media en omroep; • Dat de bestedingen van dit bedrag voor lokale media op dit moment nog niet verder zijn ingevuld; • Dat het belang van televisie voor ouderen, gehandicapten en andere aan huis gebonden inwoners groot is voor de Bergse samenleving; • Dat ook het maatschappelijk belang van jaarlijks terugkerende tv-registraties van de Mariaommegang, Kindercarnaval, Intocht, Schuifdeuren voor ouderen, Vastenavondoptocht, Jazzdienst en Kerstviering in het verleden duidelijk is aangetoond: • De onzekerheid met betrekking tot de uitzending van eerder genoemde evenementen in de afgelopen jaren eerder tot het verstrekken van éénmalige bijdragen heeft geleid om dit mogelijk te maken: • Het voornemen van het college om binnen afzienbare tijd een lokaal mediabeleid te formuleren: Draagt het college op om binnen het voornoemde programma een bedrag van jaarlijks € 8000,- beschikbaar te houden voor lokale televisie, teneinde de eerdergenoemde televisieregistraties in de periode 2007-2010 mogelijk te maken. En gaat over tot de orde van de dag. Deze motie maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. De VOORZITTER: Ik geef het woord aan de heer Van der Velden van de fractie van GBWP. Een nieuwe uitdaging voor de fractievoorzitter om met kruk naar het katheder te wandelen, Voor de luisteraars thuis: het gaat fantastisch.
De heer VAN DER VELDEN: Voorzitter, college, collega raadsleden, mensen op de publieke tribune en luisteraars van de BRTO. Vandaag komen we weer een stap verder in onze beleidscyclus. Na de vaststelling van het Beleidskader op 26 september hebben we nu de meerjaren programmabegroting 2007-2010 voor ons. Met deze meerjarenprogrammabegroting kijken we nu dieper inhoudelijk naar het geheel, hoe wordt een en ander verantwoord. Uit het indienen van de technische vragen van GBWP over deze meerjarenprogrammabegroting kan men onze betrokkenheid afleiden. Vele verduidelijkende vragen betekenen niet altijd dat je het met zaken oneens bent, maar dat de gehele fractie van GBWP een grote betrokkenheid heeft met de huidige politieke zaken. Als het over vragen hebt kom je ook direct bij de beantwoording. Namens GBWP wil ik het college met zijn ambtenaren bedanken voor de ons inziens vele verhelderende antwoorden op onze vragen. Ons inziens heeft een goede communicatie plaatsgevonden tussen college en de ambtenaren, waardoor er naar de mening van GBWP een knappe prestatie is geleverd. Onze dank hiervoor. Eigenlijk, nu maak ik een zijstapje, is dit een beetje het 'wijgevoel'dat we ook geproefd hebben bij de bijeenkomst van vorige week woensdag over de gemeentelijke dienstverlening, de frontoffice activiteiten. Voor GBWP was dit een zeer prettige en waardevolle avond door onderlinge contacten en een uiteenzetting waar we op dit moment staan. Een groot deel hiervan, hoe communiceren we een en ander, was een belangrijk item waar we het met zijn allen over gehad hebben. Wij zijn met elkaar dus goed op weg om dit verder vorm te gaan geven. Dat is in tegenstelling tot wat Lijst Linssen aangeeft. Zeker zijn er altijd zaken die op een gegeven moment beter kunnen en beter zullen moeten, maar dat is een ontwikkelingsproces en wij gaan dat graag met zijn allen in. Nu weer terug naar datgene wat vandaag voor ons ligt, de meerjarenprogrammabegroting. In de uitwerking van het voorstel wordt op blz. 2 onder bulletje 3 aangegeven dat ten aanzien van de algemene dekkingsmiddelen en de ruimtescheppers twee amendementen zijn aangenomen die leiden tot een financieel tekort van € 176.000,- en € 180.000,- in latere jaren. Het betreft hier de amendementen die ingediend zijn door GBWP met ondersteuning van de raad over het dividend Saver en de invalidenparkeerkaart. Vervolgens wordt er gezegd dat het college in het eerste concernbericht 2007 komt met een aanvullend voorstel ter dekking van dit tekort. Als we praten over een financieel tekort dat mede zou worden veroorzaakt door het aangenomen amendement, in dit geval de invalidenparkeerkaart, wordt volgens GBWP voorbijgegaan aan de strekking van het amendement. De strekking van het amendement over de invalidenparkeerkaart was juist dat een verhoging van de legeskosten niet nodig werd geacht omdat er een besparing op de uitvoeringskosten, met name de keuringen die door middel van gebruik maken van bestaande indicatie op het gebied van de Wet Voorzieningen Gehandicapten en de Wet Werk en Bijstand en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten vastgesteld kunnen worden. Die kunnen ons inziens daardoor ook gerealiseerd worden. De raad heeft toen deze stelling onderschreven door het amendement aan te nemen. Desondanks blijft het college nu stellen dat er sprake is van een tekort hierdoor. Het lijkt mij dat er dan voorbij wordt gegaan aan de strekking van het amendement. Hiervoor hebben wij ook aandacht gevraagd in onze technische vragen die wij hierover geformuleerd hadden. Het antwoord hierop was dat het college de mogelijkheden onderzoekt om te komen tot besparing op de uitvoerkosten. In het kader van een sluitende begroting is aangegeven dat er bij het eerdere concernbericht 2007 nadere voorstellen gedaan worden. Wij wijzen het college er nogmaals op dat naar ons idee er wel degelijk een besparing op de uitvoeringskosten gerealiseerd kan worden, waardoor de inzet van extra financiële middelen veel minder zal zijn dan is aangegeven in dit voorstel. Graag willen wij van het college een bevestiging van de bovenstaande GBWP-denkwijze. We zullen nog een zaak in deze aangeven. Het koppelen van digitale systemen maakt het mogelijk om eerder op bepaalde situaties in te spelen, waardoor onnodige kosten vermeden worden. In het geval van digitale koppeling denken wij aan digitale koppeling tussen gemeente, parkeerbeheer en de GGD met als voorbeeld het voorkomen dat een vergunninghouder van een invalidenparkeerkaart bij overlijden bijvoorbeeld doorgaat naar een familielid. Dat zou zomaar kunnen gebeuren als er geen signalering plaatsvindt. In dit soort zaken kunt u, college, een efficiënte slag maken die dan ook een kostenbesparend effect zal hebben. Nu wat algemene punten die we aan het college mee willen geven. We willen meegeven dat in sommige programma's in het vervolg meer aandacht besteed mag worden aan de beoogde effecten door een specifiekere kwantificering van de doelstelling met kengetallen. Als laatste, dat is waar GBWP al jaren naar vraagt, een uniforme terminologie. Mijn collega van de P.v.d.A. heeft daar ook aandacht voor gevraagd. Wij denken dat er heel veel te winnen is in een stukje leesbaarheid en een stukje helderheid. Als laatste een stukje lay-out. Dus uniformiteit in taalgebruik maar ook de lay-out. We hebben ook al aangegeven bij de behandeling van het beleidskader, maar we willen het hier ook nog eens benadrukken, onze bezorgdheid over de PM-punten. Ook mijn twee voorgangers hebben hierover al een nadrukkelijk verzoek neergelegd. Ons nadrukkelijk verzoek is het dynamisch karakter. De PM-punten kunnen ons wel degelijk in grote
problemen brengen omdat we hier mogelijk kunnen gaan praten over zeer grote bedragen. Dan is de vraag welke keuzes gaan we maken. We zullen keuzes moeten gaan maken en we zullen prioriteiten moeten stellen. Als er keuzes gemaakt moeten worden dan moeten we het ook zo zien dat er structurele lasten gedekt moeten worden uit of structurele inkomsten of structurele bezuinigingen. We zullen dus als raad zijnde keuzes moeten gaan maken. Naar aanleiding van de toelichting die het college gegeven heeft inzake het verschil van de € 460.000,- veroorzaakt op programma 15, Cultuur, heeft GBWP de volgende bedenkingen. Als we in de eerste alinea lezen vervallen personeelskosten zijn een voordeel op het programma Cultuur dan zien wij deze vervallen kosten niet terug als voordeel in het programma Cultuur. Dan vermeldt men vervolgens dat de totale kosten van ROB ten overstaan van 2006 stijgen. Dit is weer niet in de lasten te zien van het onderdeel Wat mag het kosten op blz. 57 van de begroting. Het is een technische vraag, maar even inhoudelijk hier dus nog graag een antwoord op. Er wordt op geen enkele manier hierover een melding gemaakt. Een en ander vertaalt zich in hogere uurtarieven van ROB. De vraag van GBWP is daarbij: waarom is het uurtarief van ROB hoger dan bijvoorbeeld van Bestuur? Door meer inzicht in de urenschrijverij zijn de uren nu realistischer geraamd. Was de structuur van urenschrijverij dan niet goed? Hoe is het dan gesteld met de urenschrijverij bij andere programma's? Er komt in het programma Cultuur voor dat dit een uitzetting betekent en wat betekent dit voor andere programma's waar ROB aan toerekent. Betekent dit dan ook een uitzetting? Als dit zo is dan zal dit ook aangepast moeten worden of hoeft dit niet meer aangepast te worden? Dit zijn vragen over dit onderdeel waar we graag nog verder een beantwoording over krijgen. Deze aanvulling roept in de ogen van GBWP alleen maar meer vragen op en zeker gezien het feit dar hier voor Cultuur alleen al € 130.000,- mee gemoeid is. Als laatste willen wij ook nog even stilstaan bij het programma Welzijn en meer specifiek de WMO. GBWP wil het college nog eens op het hart drukken dat we de reservering van € 2.000.000,- geen vrijbrief vinden om zonder meer kostenoverschrijdingen te accepteren. Zeker nu het er steeds meer op begint te lijken dat de budgetten WMO op termijn ontoereikend worden als we ongewijzigd verdergaan. Wij vragen u dan ook om in het eerste kwartaal van 2007 ons te informeren over de stappen die u wilt zetten om structureel de kosten binnen de begroting te houden en daarbij de zorg te garanderen. Met name voor dat laatste onderdeel vinden wij het van groot belang dat er goede burgerparticipatie in de vorm van een WMO-adviesraad tot stand komt, waarbij de verschillende doelgroepen breed vertegenwoordigd zijn. Wij verzoeken u nog eens aan te geven wanneer u aan de raad de door u beloofde voorstellen over de burgerparticipatie denkt voor te leggen? Ik ga nu afsluiten. Als laatste wil ik het nog even hebben over de term dynamisch. Met de term dynamisch hopen wij te zeggen dat wij met onze inbreng aangegeven hebben dat voor GBWP zeker dynamiek in deze gemeente te voelen is, zeker ook kijkend naar het meerjarenprogramma 2007-2010. Alles, ik heb het eerder gezegd, is een continu leerproces en aan verbeteringen onderhevig en deze moeten we ook doorvoeren in verschillende onderdelen van de beleidscyclus. GBWP hanteert altijd haar eigen definitie voor dynamisch naar onze burgers toe en dat is paraat als het erom gaat. Tot zover onze inbreng in eerste termijn. De heer MUSTERS: Voorzitter, andere aanwezigen en luisteraars van de BRTO. Ik denk dat de heer Withagen de Bergen op Zoomse Bode beter leest dan zijn e-mail, want daar stond in dat de vergadering om 16.00 uur zou aanvangen. Ik verwacht hem dus in ieder geval rond die tijd nog. Het CDA heeft fors tegengas gegeven bij de behandeling van het Beleidskader en dan vooral betreffende zaken die betrekking hebben op financiële dekkingen, financiële onderbouwing, aantasting van reserves en het grondbedrijf. Een aantal leden van de raad zal zich dat ongetwijfeld nog herinneren. Helaas hebben wij geen meerderheid van de raad kunnen overtuigen om onze amendementen te steunen. Dat betekent dat er op dit moment door de raad een beleidskader is aangenomen met inachtneming van twee amendementen. Dit is voor het CDA de status van dit moment en dat is ook de wijze waarop het CDA naar deze begroting heeft gekeken. We hebben dus bij deze begroting beoordeeld of hier sprake is van een juiste vertaling van het aangenomen beleidskader naar deze meerjarenprogrammabegroting. De conclusie van het CDA is kort en duidelijk. Het college heeft in onze ogen een ruime voldoende gescoord. Dit is een goede vertaalslag van het beleidskader geweest. We hebben wel een drietal vragen aan het college die een direct verband met de programmabegroting hebben. Tenslotte heeft het CDA nog een tweetal verzoeken aan de raad en het college. Wat betreft de meerjarenprogrammabegroting. Allereerst de incidentele dekking risicopanden. Omdat het voorstel van € 250.000,- is aangenomen neigt de tekst enigszins naar een situatie waarin het college zich gemandateerd voelt hierover te beschikken. We gaan er van uit dat, indien hieruit geput gaat worden, de raad geïnformeerd wordt. We willen hier in ieder geval wat zekerheid over hebben, nee gewoon zekerheid hebben. Vervolgens de samenwerking met andere steden. Ons inziens wordt veel aandacht besteed aan de samenwerking met de oost-west as met natuurlijk als zwaartepunt de samenwerking met Roosendaal. Zeker met de komst van de A4 zal
de samenwerking met de noord-zuid as Steenbergen, Tholen, Woensdrecht, in belang toenemen. Hoe gaat het college deze samenwerking vormgeven? Tenslotte voor wat betreft de vragen nog een nakomertje. Het procesvoorstel communicatie mogen we in de eerste helft van 2007 verwachten. Dat zou dus juni 2007 kunnen zijn. Wat mogen we van het college op communicatief terrein verwachten tot deze datum? We vragen dat om het aantal verrassingen waar we via de pers mee worden geconfronteerd enigszins te beperken. Dan heeft het CDA nog twee zaken waarover we graag in de nabije toekomst met de raad en het college van gedachte willen wisselen. Allereerst de relatie tussen de rioolheffing en de uitvoeringsplannen en termijnen. Worden de plannen die zijn aangenomen na 2011 gerealiseerd en geschiedt dat conform de afgesproken methodiek? Ik heb me door experts laten wijsmaken dat dat de zogenaamde GRP-methodiek is. Het CDA wil tevens een tussentijdse evaluatie kosten en heffingen. Nogmaals, hierover geen antwoorden maar graag een toezegging binnen welke termijn wij hierover kunnen spreken. Een tweede bespreekpunt is de kwaliteit van het water van de Binnenschelde omdat ons inziens het slagen van het plan Bergse Haven hier in belangrijke mate van afhangt. Ook verzoeken wij het college dit opnieuw op de agenda te zetten en aan te geven binnen welke termijn wij hierover kunnen spreken. Over de moties en amendementen, ik heb er een aantal al gelezen, zal ik wellicht nog met mijn fractie overleggen. Ik wil eindigen met onze waardering en dank uit te spreken aan iedereen die heeft meegewerkt aan het tot stand komen van het Beleidskader en de Meerjarenprogrammabegroting die we door de korte tijdspanne hiertussen wel in één adem kunnen noemen. Het CDA zal deze begroting steunen. De VOORZITTER: Wij wachten inderdaad tot klokslag vier uur. Ik heb ook gelezen dat in de Bergen op Zoomse bode staat dat wij om vier uur zouden beginnen. Zoals u kunt zien aan de andere schrijvende pers, BN/De Stem maar ook de radio hebben wij duidelijk gecommuniceerd dat wij om drie uur beginnen. Wellicht dat van die kant een foutje is gemaakt. Wie weet komen we stoelen tekort als het straks vier uur is. Ik geef graag vervolgens het woord aan de fractievoorzitter van de WD, mevrouw Van Kemenade. Mevrouw VAN KEMENADE: De heer Van der Velden van GBWP sprak zojuist over het "wij gevoel" en dan is het toch wat zuur dat nu de enige motie van de coalitiepartijen niet aan de oppositiepartijen is voorgelegd. Dit over "wij gevoergesproken. De procedure zoals die gevolgd is bij de technische behandeling van de begroting is voor de WD-fractie naar tevredenheid verlopen. Onze technische punten zijn adequaat afgehandeld en ik zal me dan ook nu beperken tot een aantal politieke opvattingen en voorstellen. Namens de WD-fractie heb ik bij de behandeling van het Beleidskader helder geschetst wat onze opvattingen zijn over het een beroep doen op de reserves. Voor dit moment is de WD-fractie bereid om de uitleg van het college over de wijze waarop in deze begroting omgegaan is met eenmalige dekkingen vanuit de reserves te accepteren. U mag van mij aannemen dat wij in het vervolg van deze periode van het college zullen eisen dat tekorten op basis van deugdelijke voorstellen dienen te worden gedekt en niet op basis van onttrekkingen aan reserves. Wij zijn ook consistent in onze opvattingen over de vorming van een weerstandsvermogen voor de invoering van de WMO. De raad geeft met deze keuze een blanco cheque aan het college, terwijl bij dit ingewikkelde traject de financiële regie nu juist bij de raad zou moeten liggen. Dit brengt mij overigens tot het uiten van de volgende zorg. In een aantal gemeenten worden de eerste consequenties van de aanbestedingstrajecten zichtbaar. Lokale leveranciers leggen het op basis van prijs af, verliezen daarmee bestaande contracten en zien vervolgens dat honderden banen op de tocht komen te staan. Het lijkt de WD-fractie van belang dat de wethouder op korte termijn de commissie bijpraat over de stand van zaken bij de aanbestedingen en informeert over de criteria die leiden tot de uiteindelijke keuze. Daarnaast wil de WD-fractie praten met de wethouder over de werkgelegenheidsgaranties voor bestaande leveranciers. Wij horen straks graag of de wethouder daartoe bereid is. Gezien de beperkte financiële ruimte in de begroting zal de komende jaren creatief en innovatief moeten worden omgegaan met de financiering van nieuw beleid. Hierbij zal kostenbeperking door middel van efficiencyverbetering het motto moeten zijn. Het lijkt de WD-fractie van belang dat het college steeds inzichtelijk maakt op welke wijze er gewerkt wordt aan die efficiencyslag, welke concrete afspraken het college hierover met zichzelf maakt en hoe hoog wordt ingezet op efficiencyverbetering. Willen wij de lastenstijging voor de burgers ook in de komende jaren op het niveau van inflatiedoorberekening houden dan zal werk gemaakt moeten worden van goedkopere producten op basis van verbeterde kwaliteit. Een concrete vraag is of de wethouder van financiën bereid is om de commissie actief en op regelmatige basis te informeren over de wijze waarop dit college vormgeeft aan efficiencyverbetering? Het onderwerp veiligheid. De WD-fractie baalt ervan dat er nog teveel plekken zijn in Bergen op Zoom die niet onder controle zijn. Als voorbeeld geldt de Vischmarkt die aan het verworden is tot een gribusbuurt. Hier gebeuren zaken die
niet door de beugel kunnen en de roep is aanwezig om hier veel minder tolerant op te treden. Een mogelijke oplossing zou kunnen zijn dat de Vischmarkt bij de aanloopstraten wordt voorzien van een slagboom. Hiermee wordt het dealers, gebruikers en mensen met criminele bedoelingen in ieder geval lastiger gemaakt om zich snel uit de voeten te kunnen maken als de politie in aantocht is. Deze inhoudelijke discussie wil ik echter nu niet met u voeren, maar is een aanzet tot een verzoek en een discussie met het college. De WD-fractie is namelijk van mening dat de inhoudelijke discussie over veiligheid en aanpak van criminaliteit te weinig gevoerd wordt in deze raad. Veel meer zou u met de commissie Bestuur & Veiligheid in gesprek moeten zijn over bereikte resultaten op het vlak van vergroting van de veiligheid en over mogelijke oplossingen voor lastige problematieken. Veiligheid is niet alleen een zaak van het college. Daarom stelt de WD-fractie voor om het onderwerp veiligheid, net als in het verleden, weer een vast punt op de commissieagenda te laten zijn. Ook de aanwezigheid van politie en justitie is hierbij van wezenlijk belang, zodat beleidsmakers en uitvoerders samen spreken over een onderwerp dat ons allen aangaat. De WD-fractie doet graag mee. Het ondernemerschap van het college spreekt de WD aan en dat werk maken van ondernemerschap ook nodig is bewijst het onlangs uitgekomen rapport De Staat van Bergen op Zoom, alsook het door het SES opgestelde sociaal economisch profiel van Bergen op Zoom. Zorgelijk is het verlies aan bedrijvigheid in de periode 2000-2005, de ongunstige werkgelegenheidsontwikkeling die zich overigens onder invloed van de verbeterde conjunctuur iets lijkt te herstellen en zorgelijk is ook te constateren dat het aantal openstaande vacatures op dit moment nog geen stijgende lijn laat zien. We zullen de komende jaren, als we de slag met andere West-Brabantse gemeenten niet willen verliezen, hard moeten werken aan het plaatselijke ondernemingsklimaat. Bestaande ondernemers moeten we behouden, maar belangrijker is dat we nieuwe ondernemers binnen onze gemeentegrenzen halen en dat we meer ruimte geven aan startende ondernemers. In 2005 kende Bergen op Zoom 343 startende ondernemers. Dat was fors meer dan in 2004, toen waren het er namelijk 215, Al met al heeft het echter nog geen bijzonder effect gehad op een positieve ontwikkeling van de werkgelegenheid. Dat kan betekenen dat veel starters in het eerste jaar weer afhaken, ofwel dat groei van het bedrijf onvoldoende snel van de grond komt. De WD-fractie is van mening dat we voor de komende jaren moeten inzetten op een verdubbeling van het aantal startende ondernemers in Bergen op Zoom. Wat de WD-fractie betreft zetten we dan met name in op detailhandel waarmee we wellicht de regionale koopfunctie van Bergen op Zoom kunnen benutten, ICT en bedrijven met innovatieve concepten op het vlak van zorg en vergrijzing. Om deze sectoren en daarmee de werkgelegenheid een extra impuls te geven en om een verschil te kunnen maken met overige gemeenten in West-Brabant is de WD-fractie voorstander van de instelling van een startersfonds, een fonds voor kansrijke startende ondernemers waarin ook geparticipeerd wordt door het Europese fonds voor regionale ontwikkeling en op de wijze zoals de gemeente Den Haag dat georganiseerd heeft. Dit fonds is er om startende ondernemers met kansrijke ondernemingsplannen een financiële duw te geven zodat snellere slagen gemaakt kunnen worden. Uiteindelijk met het doel hiermee de ontwikkeling van de werkgelegenheid gunstig te beïnvloeden. Vanuit die maatschappelijke verantwoordelijkheid vindt de WD-fractie het van belang dat het college een onderzoek doet naar de financiële haalbaarheid van de instelling van een startersfonds in Bergen op Zoom. Hiertoe zullen wij een motie indienen. Overigens geldt hierbij natuurlijk ook dat investeringen in het onderwijs een wezenlijke kwaliteitsimpuls kunnen geven in ontwikkeling van de werkgelegenheid in de komende jaren. Het stemt ons dan ook ongerust om te moeten vernemen dat het Kellebeek College met 400 leerlingen kiest voor Roosendaal en dat het Zoomvliet College veel tegenwind ervaart als het gaat om het meedenken over een goede locatie voor 1100 leerlingen. Wij ervaren overigens ook dat de huidige wethouder van onderwijszaken zeer bereid is om mee te denken over nieuwe ontwikkelingen voor onderwijslocaties en wellicht dat hij daar in de reactietermijn van het college wat over kan zeggen. Ondernemerschap en toerisme gaan ook hand in hand en daarom wil ik het nu graag met u hebben over de toeristenbelasting. De WD-fractie stelt de raad vanavond voor om de toeristenbelasting af te schaffen. De belangrijkste argumenten hiervoor zijn dat de toeristenbelasting voor de ondernemer administratieve lasten en rompslomp met zich meebrengt en dat de inningskosten hoog zijn in relatie tot de opbrengst. Daarbij vloeit de toeristenbelasting in de algemene middelen. De belastingbetaler, de recreant, de toerist heeft geen enkele democratische controle op de hoogte noch op de besteding van de gelden. Ook vinden wij het een vreemd principe dat wij van gewenste gasten extra belasting vragen. Afschaffen van deze belasting betekent echter ook dekking vinden voor gederfde inkomsten, dat realiseren wij ons terdege. De WD-fractie is van mening die te hebben gevonden in een vorm van verblijfsbelasting voor drugstoeristen en ik zal u dat uitleggen. Wij denken dat het gerechtvaardigd is om wel een extra belasting te vragen aan de zogenaamde ongewenste gasten binnen onze gemeentegrenzen en dan heb ik het over de vele duizenden drugstoeristen die onze gemeente wekelijks bezoeken. Ongewenste gasten wat de WD-fractie betreft. Het zou ons wat waard zijn als deze drugstoeristen een zogenaamde verblijfsbelasting gaan betalen. Dit kan verrekend worden via de reclamebelasting, waarbij wij voorstellen om een vast tarief te laten gelden voor alcoholvrije inrichtingen waar handel in en gebruik van softdrugs plaatsvinden. De coffeeshophouder kan dit vervolgens doorberekenen in zijn producten.
8
De totale opbrengst van de toeristenbelasting is € 18.000,- op jaarbasis. Het gaat dus niet om spectaculaire bedragen, maar het gaat in dit geval om principes. Wij vinden het verantwoord om ongewenste toeristen extra te laten betalen. Gewenste toeristen moet gastvrij en zonder enige extra belasting ontvangen worden. Wij zullen hier straks een amendement voor indienen. Overigens kan ik in het verlengde van mijn betoog over ondernemerschap het niet nalaten om een enkele opmerking te maken over de commotie die vorige week bij de jaarvergadering bij de BOB/MGH ontstond over de sfeerverlichting. Bergen op Zoom tijdens de feestelijke decembermaand in het donker. Het zou een blamage zijn van en voor ondernemend Bergen. Het is niet uit te leggen aan de vele kopende klanten in december. De WD-fractie roept ondernemers dan ook op om hun primaire verantwoordelijkheid te nemen en hun bijdrage aan de Stichting Sfeerverlichting nog deze week over te maken. Overigens heb ik de ervaring dat ook bewoners van de binnenstad best bereid zijn om mee te betalen aan de sfeerverlichting van hun straat. Ik heb de voorzitter van de BOB/MGH dan ook in overweging gegeven om aan deze bewoners een vrijwillige bijdrage te vragen onder het mom van "samen staan we voor onze straaf. Als bewoner van de Blauwehandstraat heb ik mijn bijdrage inmiddels al toegezegd. Samen staan we tenslotte sterk. De VOORZITTER: Dank u wel. Ik constateer dat u een motie heeft ingediend en een amendement. De motie is als volgt: De gemeenteraad van Bergen op Zoom in vergadering bijeen op 6 november 2006 beraadslagende over de meerjarenbegroting 2007-2010 voorstel SM/06/09 Overwegende dat: • De rapporten "Staat van Bergen op Zoom' en 'Sociaal-Economisch profiel gemeente Bergen op Zoom 2006"leidend zijn • Deze rapporten spreken over een ongunstige werkgelegenheidsontwikkeling en een onvoldoende positief ondernemersklimaat • Dat het aantal startende ondernemers weliswaar stijgend is maar nog onvoldoende bijdraagt aan een gunstige ontwikkeling van de werkgelegenheid • Het belangrijk is dat er een gunstig klimaat geschapen wordt voor nieuwe ondernemers • Meer nieuwe ondernemers een stimulans kunnen betekenen voor de werkgelegenheid in Bergen op Zoom • Een fonds voor startende ondernemers kan bijdragen aan een positieve impuls van het ondernemersklimaat in Bergen op Zoom Verzoekt het college • Een onderzoek te starten naar de financiële haalbaarheid van de instelling van een startersfonds naar "Haags model" • De raad uiterlijk 1 maart 2006 een concreet voorstel te doen over de voor- en tegenargumenten van de instelling van een startersfonds in Bergen op Zoom En gaat over tot de orde van de dag. De heer LINSSEN, wethouder: Dat kan het college niet uitvoeren. 2007 neem ik aan. De VOORZITTER: Dat horen we straks. Het amendement luidt: De raad van de gemeente Bergen op Zoom, in vergadering bijeen op 6 november 2006 sprekende over het raadsvoorstel SM/06/08 vaststelling gemeentelijke fiscale heffingen Overwegende dat • De toeristenbelasting voor de ondernemer hoge lasten met zich meebrengt • Ongeveer 30 procent wordt besteed aan kosten voor de inning van de belasting • De opbrengsten van de toeristenbelasting in de algemene middelen vloeien • De belastingbetaler, de recreant, geen democratische controle kan uitoefenen op de hoogte dan wel de besteding van de gelden • De toeristenbelasting in het kader van gastvrijheid een tegenstrijdige belasting is • De belasting niet zou moeten gelden voor "gewenste gasten0 maar betaald zou moeten worden door "niet gewenste gasten" • Met "niet gewenste gasten" de vele (op wekelijkse basis) duizenden drugstoeristen bedoeld worden • Een verblijfsbelasting voor deze ongewenste drugstoeristen gewenst is en kan bijdragen aan het indammen van deze toeristenstroom
•
Deze belasting verrekend kan worden via een gedifferentieerd tarief voor de reclamebelasting voor alcoholvrije inrichtingen waar handel in en gebruik van softdrugs is toegestaan
Besluit • De verordening Toeristenbelasting 2002 te schrappen • De verordening Reclamebelasting 2002 zodanig aan te passen dat er een gedifferentieerd tarief wordt opgenomen voor de alcoholvrije inrichtingen waar handel in en gebruik van softdrugs is toegestaan ter compensatie van het bedrag van € 18.000,En gaat over tot de orde van de dag. Ik hoorde mevrouw Van Kemenade net ja roepen op de opmerking dat 1 maart 2006 1 maart 2007 moet worden. Zo moet de motie worden gelezen. Het is bij deze een aangepaste motie. De heer VAN DIJK: Voorzitter, college en belangstellenden, luisteraars van de BRTO. Het is hier voor de eerste maal in de geschiedenis van Bergen op Zoom dat de SP-fractie deel uitmaakt van de gemeenteraad en een bijdrage levert aan de behandeling van de meerjarenbegroting. Voorwaar geen eenvoudige taak. Enige observaties van onze zijde. Het collegeprogramma spreekt een voorkeur uit voor duidelijkheid en openheid in heldere en voor iedereen begrijpelijke taal, wat bij het beantwoorden van de vragen uiteraard een pre is. Hoewel wij de begroting een overwegend goed leesbaar stuk vinden, ook zeer goed als naslagwerk te gebruiken, zijn wij niet geheel te spreken over de duidelijkheid. Het was verrassend en soms ondoorzichtig, waarschijnlijk ook door een gebrek aan ervaring hoe woorden en cijfers moeten worden geïnterpreteerd. Dit leidde bij onze fractie tot het stellen van vele vragen, vragen die tijdens de gezamenlijke commissievergadering op 30 oktober vanuit het college werden bestempeld als te detaillistisch en niet conform het duale stelsel. Om kaders te kunnen stellen en de controlerende taak van een raad goed te kunnen uitvoeren dien je echter naar onze mening grondig geïnformeerd te zijn. Daarom wil de SP-fractie de inzet van de ambtenaren en het college die onze laat ingediende schriftelijke vragen toch nog op snelle wijze hebben weten te beantwoorden. Ook willen wij bedanken voor het ter inzage geven van de beheersbegroting. Inhoudelijk reagerend om de meerjarenbegroting 2007-2010 kan de SP-fractie instemmen met de volgende programma's, te weten: programma 2 openbare orde en veiligheid. Hoewel het antwoord op onze vraag ten aanzien van de doorberekening van de kostenplaats ad € 248.000,- ten gevolge van personele wijzigingen bij het ambtelijk apparaat toch nog wel enige onduidelijkheid oproept heeft het college de geldstromen binnen dit programma naar onze mening voldoende inzichtelijk gemaakt. Programma 4 Publiekszaken daar kunnen wij ook mee instemmen. Programma 5 Vastgoed hetzelfde. Programma 6 onderwijs ook. Programma 8 Openbaar groen - instemmen. Programma 13 Sport daar stemmen wij mee in. De volgende programma's willen wij van enkele constructieve en positieve kritische kanttekeningen voorzien op het gevaar af dat wij te detaillistisch worden. Programma 1, Bestuur. Wij hadden liever gezien dat de verbetering van de dienstverlening met een prijskaartje van € 40.000,- op jaarbasis, zijnde een verdubbeling van de bestaande kosten, plaatsgevonden zou hebben binnen het bestaande budget. Naar de mening van de SP wordt onvoldoende aannemelijk gemaakt dat deze extra gelden de dienstverlening zullen verbeteren. Ook het vrijmaken van extra middelen ad € 30.000,- ter verbetering van het imago van de politiek geeft enige bevreemding. Het bestaande budget geeft hier voldoende ruimte voor. Imagoverbetering wordt niet gekocht maar wordt verdiend. De totale toename van dit programma ad € 649.000,-, de extra loonkosten voor een vijfde wethouder ad € 92.000,- en de gestegen wachtgeldregelingen voor gewezen wethouders ad € 156.000,- worden door de SP niet met vreugde begroet. Programma 7, Verkeer en vervoer. De SP is nog altijd van mening dat ten aanzien van de herinrichting openbare ruimte binnenstad veel geld zou kunnen worden vrijgemaakt als het college en de raad zouden kiezen voor een goedkopere en meer begaanbare variant van de bestrating in de Bergse binnenstad. Programma 8, Milieuvoorzieningen. De SP-fractie staat positief tegenover het amendement van de Groepering Leefbaarheid inzake het niet verhogen van de bijdrage voor het verzamelen van huishoudelijk afval. De SP stemt in met deze lastenverlichting voor de burger. Programma 10, Economie en Programma 16, gronden. De luchtkwaliteit. We zullen de onlangs vastgestelde regels van de EU eisen ten aanzien van fijnstof voor de begroting van het programma economie. Zoals wij dit jaar in meerdere publicaties hebben kunnen lezen is op diverse bouwlocaties het werk stilgelegd bij overschrijding van die normen. Wij willen het college adviseren hier pro-actief op in te zetten. Verwachte uitgifte van bedrijfsterreinen daar hebben wij ook een kanttekening bij. Er liggen veel bedrijfsterreinen in Nederland braak. Er zullen voor Bergen op Zoom hogere kosten, toerekening van met name rentekosten, ontstaan als de geraamde uitgifte van bedrijfsterreinen niet wordt gehaald. De gronden zullen duurder worden en daarmee moeilijker
10
verkoopbaar. De meerjarenbegroting gaat uit van een uitgifte van 2 tot 5 hectare per jaar. Het is de SP nog altijd onduidelijk waarop deze raming is gebaseerd. De SP vindt dat er slechts in uiterste noodzaak nieuwe bedrijfsterreinen mogen worden ontwikkeld. Er moet eerst naar mogelijkheden en ruimte gezocht worden op bestaande locaties. Programma 1 Ruimtelijke ordening. De plannen met betrekking tot de herinrichting van de Heide wordt door ons met argusogen gevolgd. De SP is tegen de ontwikkeling van een tweede golfbaan die ten koste zal gaan van de groene openbare ruimte. Programma 14. Welzijn. We zouden graag zien dat er een budget voor de openstelling van de wijkhuizen in de zomermaanden wordt vrijgemaakt. Programma 15 Cultuur en toerisme. De SP is voor een andere verdeelsleutel van de verstrekte subsidies, waarbij een ruimer budget wordt verstrekt aan de kleine verenigingen. Verder is de SP voorstander van het opnieuw invoeren van een kleine vrijwilligersbijdrage. Bij de voorgestelde financiering van programma 3 en 12 wil de SP nog wat langer stilstaan. Programma 3 Sociale voorzieningen. Hoewel er op het beleidsterrein van de Wet Werk en Bijstand door de portefeuillehouder sociale zaken in deze inspelend op vragen van de SP verbeteringen in het beleid zijn toegezegd betreffende een versoepeling ten aanzien van het bijverdienen met een WWB-uitkering en het verlenen van een uitstroompremie beschouwen wij dit slechts als een eerste stap in de goede richting. Alvorens een tweede stap in de goede richting voor te stellen eerst een stukje geschiedenis. Bij de invoering van de Wet Werk en Bijstand in 2004 werd een efficiencykorting toegepast door het rijk op het landelijke bijstandsbudget inclusief het gemeentefonds. In een reactie op een schrijven van de SP in 2003 bevestigde de gemeente Bergen op Zoom onze analyse met betrekking tot het armoedebeleid. Wij stellen dat er te weinig geld beschikbaar werd gesteld vanuit het rijk om armoedebeleid volwaardig te kunnen uitvoeren. Anno 2006 blijkt dat er van het sobere landelijke WVG-budget, Wet Financiering ABW, IOAW en IOAZ reserve is gevormd in deze gemeente ondanks de nog verder neerwaartse aanpassingen van het landelijke budget in de afgelopen jaren. Programma zorg. De WMO is budgettair neutraal opgenomen, dat wil zeggen dat er integratie uitkering opgenomen is ad € 7.663.000,- met daar tegenover de WMO-verstrekking in dezelfde orde van grootte. Het inzetten van de WFAreservegelden als buffer om mogelijke tegenvallers binnen de WMO te financieren wijzen wij af. Verder pleit de SP voor maximering van de eigen bijdrage tot 20% van het minimumloon. Wij vragen het college hier in de begroting rekening mee te houden. Een opeenstapeling van eigen bijdragen is ongewenst. In de begroting hebben wij geconstateerd op blz. 62 dat bij het bewaken en bevorderen van volksgezondheid wij over de luchtkwaliteit de volgende opmerking hebben. Wat zullen de onlangs vastgestelde eisen van de EU ten aanzien van fijnstof betekenen voor de begroting voor het programma Zorg. Het antwoord dat wij van het college hebben gekregen, wij wachten de ontwikkelingen op dit terrein af. We gaan er vooralsnog van uit dat deze eisen per saldo ten gunste van de gezondheid van de bevolking zullen werken. De SP stelt zich echter op het standpunt dat het college middels een pro-actief beleid budget vrijmaakt voor onderzoek naar de luchtkwaliteit in onze gemeente, speciaal naar de gezondheidsaspecten van fijnstof. Zij stelt ook voor de binnenhuisecologie voor openbare gebouwen, met name scholen, hierin te betrekken. De presentatieavond van de GGD op donderdag 2 november: in achterstandswijken leven veel mensen met lage inkomens. Naar aanleiding van het GGD-onderzoek is vastgesteld dat de gezondheid van deze groep mensen te wensen overlaat en zij zelfs een vier jaar kortere levensverwachting hebben. De SP stelt voor zo spoedig mogelijk nader onderzoek in te stellen. Wij zouden het college willen verzoeken hier geld voor vrij te maken. Opwarming van de aarde. De zomers worden steeds warmer en vormen in deze meer en meer een bedreiging voor de volksgezondheid. Wij willen het college oproepen budget vrij te maken voor het inrichten van een publiektoegankelijke ruimte die in geval van extreem hoge temperaturen gekoeld kan worden. Dat ten behoeve van de ouderen. Tot zover in eerste termijn. Mevrouw KAMMEIJER: We hebben de beschouwingen rondom het Beleidskader nog maar nauwelijks uitgesproken of we staan hier weer om over de financiële vertaling van het Beleidskader en het Collegeprogramma in de meerjarenbegroting te praten. Een beleidscyclus waarin zo weinig ruimte zit tussen behandeling van beleidskader en begrotingsbehandeling is ongetwijfeld een gevolg van verkiezingen en collegeonderhandelingen, maar blijft hopelijk beperkt tot eens in de zoveel jaar en liefst tot alleen deze keer. D66 kan kort zijn over de meerjarenbegroting. Wij vinden de weerslag van datgene wat in september door een meerderheid is vastgesteld daarin terug. We kunnen ons vinden in de eenmalige dekking door het inzetten van reserves en wij zullen dan ook met de begroting akkoord gaan. Maar voordat u te vroeg juicht wil ik kort even stilstaan bij een aantal punten die ons zorgen baren, die niet zozeer grote financiële offers vragen, maar wel punten die burgers en D66 opgelost willen zien. Punten die in de uitvoering vragen om creativiteit, om inzet, flexibiliteit en openstaan voor verandering. Wij hopen dat dit verlichte college hiervoor openstaat.
11
D66 heeft in september vooral stilgestaan bij verbetering van het communicatieproces en bij de sociale infrastructuur, bij integratie, WMO, mentorenprojecten, bij de noodzaak van bestrijding van schooluitval, het vinden van stageplaatsen, kansen op werk en inkomen voor iedereen. We willen dit niet herhalen, maar ik wil toch één punt aan de sociale agenda toevoegen. In Nederland zijn naar schatting 1,5 miljoen laag geletterden, mensen die grote moeite hebben met lezen en schrijven, waardoor ze in het dagelijks leven of op het werk minder goed functioneren. Van die 1,5 miljoen is 1 miljoen autochtoon, 500.000 allochtoon. Van de 1 miljoen autochtonen is ongeveer een kwart vrijwel geheel ongeletterd. Aan de balie van de afdeling Sociale Zaken wordt dit probleem helaas vrijwel niet herkend en als men al bij een gemeentelijke balie vraagt welke taaitrajecten en opleidingen er in deze richting zijn blijkt dat daar niet bekend. D66 vraagt u om dit probleem te agenderen en door bijvoorbeeld training van baliemedewerkers, door gerichte communicatieactiviteiten om de doelgroep te bereiken en door het engageren van bedrijven, maatschappelijke instellingen, onderwijsorganisaties, te zoeken naar oplossingen. Gedegen inventarisatie van het totale onderwijsaanbod op taalgebied is dringend noodzakelijk en ik wil graag weten of u tot agendering zoals ik het hier omschrijf bereid bent. Naast de sociale infrastructuur wil ik hier een enkel woord wijden aan het uiterlijk van onze gemeente. Je kunt natuurlijk zeggen "schoonheid zit van binnen", maar u allen weet "het oog wil ook wat". Precies daarom investeert deze gemeente al jaren in dure vloerbedekking, in een moderne leeslamp op de Grote Markt, in antieke lampenkapjes in de straten eromheen en stimuleren we zandkleurige terrasstoelen met ton sur ton parasols op de Grote Markt. We treden daarentegen streng op tegen te folkloristisch geachte vaandels en banieren van een restaurant en fotozaak. Dat alles om de beeldkwaliteit van Bergen op Zoom op een hoger plan te brengen. Hoe valt het dan te rijmen, zo vraagt de D66 fractie zich af, met fietsen kriskras door de stad, met de weinig en vaak aftandse afvalbakken en met een andere, naar het lijkt onuitroeibare vorm van stadsvervuiling namelijk reclame-uitingen in alle mogelijk denkbare vormen, kleuren en maten. Ik noem nu maar de driehoeksborden rond lantaarnpalen waarvan er in de Ravelstraat bijvoorbeeld op een afstand van 50 m 6 verschillende staan, elk met eigen afbeelding en waarvan de ene er nog schotser bij hangt dan de andere scheve. In juli 2006 schreven wij u een brief waarin wij erop wijzen dat de wildgroei aan reclame-uitingen bovendien nog eens gelijke tred houdt met het oerwoud aan verordeningen, beleidsregels en bepalingen die dit alles toestaan. Wij vragen u in die brief het reclamebeleid eens goed tegen het licht te houden en met een nieuw en samenhangend beleid te komen. Reclame-inkomsten genereren is prima, maar niet ten koste van alles. Hoewel er in de krant wel een reactie kwam van de verantwoordelijke portefeuillehouder kregen wij nooit antwoord op onze brief, alle pogingen om brieven sneller te beantwoorden ten spijt, want deze brief blijkt dus zoek. We hebben hem nu weer opnieuw het briefcircuit ingedaan, maar ik wil graag op deze plaats toch twee suggesties doen. D66 ergert zich net als veel Bergenaren die ons hierover aanklampen groen en geel aan de wirwar van reclame-uitingen. Wij zouden willen voorstellen om nu eens om te beginnen al die driehoeksborden en ook alle andere hangende bakken aan lantaarnpalen te vervangen door op prominente plaatsen een en dezelfde ronde reclamezuil te plaatsen, een zogenaamde reclamekiosk. Amsterdam heeft dat sinds kort geïntroduceerd, van noord naar zuid zie je ze, het is een beetje ouderwets maar het is een enorme eyecatcher. Het is weer eens wat anders dan een landmark. Het ziet er bovendien een stuk ordelijker uit, je biedt de plaatselijke middenstand op die manier toch de mogelijkheid om hun producten te promoten, de reclame-inkomsten hoeven niet verloren te gaan, maar de ergernis neemt af en daardoor, denken wij, de attentiewaarde voor het gebodene toe. Op de tweede plaats hebben wij een 20-jarig contract met de KO voor reusachtige billboards aan de toegangspoorten van de stad waarover wij onlangs lazen dat in ruil ervoor de KO één openbaar toilet zou plaatsen. Helaas is dat er nog steeds niet. Ons voorstel is om deze billboards als gemeente zelf in gebruik te nemen en wel om de stad te promoten. Een betere plek om maandelijks kort de hoogtepunten van het activiteitenaanbod aan te kondigen is bijna niet denkbaar. Maandelijks met een paar stippen de belangrijkste voorstellingen en activiteiten. Alvorens echter een bezoeker van buiten de stadsentree heeft bereikt zul je hem wel hier naartoe moeten lokken. Wij zouden u daarom willen voorstellen in samenwerking met de gelukkig in ere te herstellen WV en in samenwerking met de winkeliers regelmatig in abonnementsbladen in de regio de aantrekkelijke activiteiten van Bergen op Zoom te adverteren. Dat brengt mij bij een tweede karakteristiek van een aantrekkelijk uiterlijk dat te maken heeft met uitnodigende winkeletalages die iets uitstralen. Wij hebben allemaal kunnen constateren dat er steeds vaker donkere gaten van leegstand in 't Vierkantje maar ook in de St. Josephstraat vallen. De WD heeft terecht opgeroepen om actief nieuwe bedrijven te werven en spreekt over het zorgelijke verlies van bedrijvigheid in de binnenstad. Ik onderschrijf dat. De vraag is wat de gemeente nog meer kan doen dan een regisserende en ondersteunende rol vervullen. Gelukkig konden we nog dit weekend lezen dat het college voortvarend probeert te werken aan de ooit beloofde publiekstrekker die 't Vierkantje zo hard nodig heeft, een WV en misschien zelfs de bibliotheek. Bovendien wilt u verblijfsverplaatsingen vanuit de aanloopstraten naar het kernwinkelgebied mogelijk maken. Alvorens het zover is willen wij u in ieder geval de suggestie doen die in een symposium afgelopen zaterdagmiddag werd gedaan, het symposium Ruimte voor Kunst, namelijk om al die leegstaande donkere etalages te benutten om kunstenaars hun werk te laten exposeren. Wij horen graag van u of u in samenwerking met Keydoor, Kunstvorm en de eigenaren van leegstaande panden bereid bent hiertoe het initia-
12
tief te nemen. Het zou in ieder geval in de donkere dagen voor de Kerst een impuls zijn om de naargeestige leegstand enigszins aan het zicht te onttrekken. Op die donkere dagen kom ik zo terug. Verder is ontsluiting van met fietsen dichtgeslibde straten een absolute noodzaak. Er zullen veel meer bewaakte fietsenstallingen op verschillende plaatsen moeten worden gerealiseerd. Wat betreft een slagboom op de Vischmarkt, daar wil D66 graag met u over doorpraten. Wat het kernwinkelapparaat betreft geeft u er blijk van zich te realiseren dat het in Bergen op Zoom twee voor twaalf is. De vraag is of alle winkeliers en ondernemers zich daar ook van bewust zijn. Tot onze teleurstelling blijkt men daar nu te steggelen over kerstverlichting en koopzondagen. Onze vraag is; hoe gaat u dit vlot trekken? Wil Bergen op Zoom bezoekers trekken en ze vasthouden? Wil Bergen op Zoom een aantrekkelijke wervende winkelstad zijn met een feestelijke decemberuitstraling dan zal er toch iets moeten gebeuren. Gaat u opnieuw in overleg over een andere verdeelsleutel? Hoe zorgt u ervoor dat diezelfde geest van verlichting die het college nu uitstraalt ook op de binnenstadsondernemers neerdaalt? Het is een klein stapje van winkelklimaat naar klimaat. De SP noemt fijnstof en ik hoor om mij heen daar een beetje lacherig om worden gegniffeld, maar ik moet u zeggen dat ik onderschrijf dat de toename van het verkeer op de randwegen inderdaad een enorme problematiek met zich meebrengt. In dat opzicht onderschrijf ik de vraag, ik meen ook door de P.v.d.A. gedaan, hoe u behandeling van fijnstofverslechtering van het milieu wilt gaan agenderen. Tot slot wil ik vast, vooruitlopend op de bespreking van moties en amendementen, in ieder geval zeggen dat wij de motie van de P.v.d.A. met betrekking tot de uitzending via de BRTO zullen ondersteunen, hoewel ook ik met enige spijt heb geconstateerd, in tegenstelling tot wat de fractievoorzitter van de Partij van de Arbeid stelt, dat deze motie niet aan onze partij ter ondertekening is voorgelegd. Ik vind dat enigszins jammer. Met de inhoud kunnen wij instemmen. Tot zover in eerste termijn. De heer VAN PUL: Voorzitter, collega's, college, overige aanwezigen en uiteraard ook de luisteraars van de BRTO. Een aantal van de fractievoorzitters heeft al aangegeven de spreektijd te zullen beperken om herhaling van zetten te voorkomen. Ik denk dat dat een goede zaak is. Dit mede gezien het feit dat er een korte periode ligt tussen de behandeling van het tweede concernbericht en de voor ons liggende meerjarenbegroting. Eerst wat algemene opmerkingen. Voor ons ligt een gedegen document dat mijns inziens uiteraard wel een aantal verbeteringen behoeft. Zo mis ik bijvoorbeeld in de hoofdstukken 5 en 6 van de programma's een uniforme presentatie van de gegevens, waardoor, als je die zou hebben, sneller een indruk wordt verkregen van de financiële stand van zaken, Als mogelijk voorbeeld wil ik u verwijzen naar programma 10. Daar wordt heel duidelijk aangegeven het nadeel met betrekking tot lasten voordeel maar ook ten aanzien van de baten. Dan is de vraag of het mogelijk is om bij de programma's, er staat altijd wel aangegeven welke commissie verantwoordelijk is voor het voorwerk voor de besluitvorming, er staat aangegeven wie de portefeuillehouders zijn, de programmamanagers te vermelden, zodat duidelijk is bij wie de fractievoorzitter of de overige raadsleden moeten zijn. Dan nog een algemeen punt met betrekking tot de sluitendheid van de begroting. Er wordt een beetje in een juichstemming over gesproken, maar het is natuurlijk niet zo moeilijk om een begroting sluitend te krijgen als je gebruik maakt van je reserves. Waar ik een beetje bang voor ben is het feit dat we teveel gaan snoepen van deze reserves. Als voorbeeld geef ik maar even aan de egalisatiereserve met betrekking tot de wegen. Ja, we hebben nog twee jaar geld genoeg maar dan wordt het toch wel lastig, want dan hebben we nog € 22000,- in kas voor onze wegen. Ik geef het college toch mee om daar zo snel mogelijk actie op te nemen. Dan ten aanzien van programmapunt 2. De heer Van der Wegen van de P.v.d.A. heeft een keurig betoog gehouden met betrekking tot de brandweer en alles wat daarmee te maken heeft. Ik zal het niet herhalen. Ik wil me daar graag bij aansluiten. Dan programmapunt 3. Ik mis toch wel een belangrijk aspect ten aanzien van sociale zaken, onder andere de begroting van de kwijtschelding en dat ook nog in relatie tot de verplichte paragraaf lokale heffingen hoofdstuk 7.6 blz. 109. Ik vraag u dan ook of er in de komende jaren rekening is gehouden met de te verwachten toeloop op deze voorziening? Dan het programma 6, Onderwijs. In programma 6, op pagina 36 kunt u dat lezen, wordt er aangegeven dat het toekomstig huisvestingsbeleid niet toereikend zal zijn. Het is echter onduidelijk of de toekomstige financiële consequenties in de meerjarenbegroting zijn opgenomen. Ik wil daar toch graag in eerste termijn van u duidelijkheid over. Dan programma 7. In de vergadering van 26 oktober jl. tijdens de behandeling van het 2e concernbericht heb ik gevraagd of het mogelijk zou zijn de zogenaamde ontsluiting om de zuid naar voren te halen. Hier werd, vond ik, redelijk positief op gereageerd. Mijn vraag is nu of het college in het eerste kwartaal van 2007 met een plan van aanpak en tijdsplanning kan komen om dit te realiseren. Ik vraag dit omdat er hiervoor al middelen gereserveerd zijn vanuit de te verwachten positieve exploitatie van de Bergse Haven. Ook wil ik graag een reactie van mijn collega raadsleden hieromtrent.
13
Dan het programma 10, Economische Zaken. In de commissievergadering heb ik al wat vragen gesteld met betrekking tot de mogelijk aanstaande containerterminal. Het college spreekt in de begroting over het stimuleren, let wel stimuleren, van de aanleg van een containerterminal en wel door derden. Mijn verzoek is om te onderzoeken of door participatie van overheden het proces te versnellen is waardoor mogelijk potentiële partners nog geïnteresseerder gaan worden en sneller over de streep te trekken zullen zijn om daarin te investeren. Aan mijn collega raadsleden vraag ik of zij mijn mening in deze delen en of zij ook vinden dat dit een bittere noodzaak is en wel om het volgende. Het is algemeen bekend dat de druk op het ons omringende en beklemmende wegennet, dat zal zeker zo zijn na het doortrekken van de A4, ik heb al meerdere malen gememoreerd dat de A4 noodzakelijk is ter ontlasting van een groot deel van onze gemeente, dat wij daar een traktatie krijgen vanuit het Botlekgebied. Ik ben van mening dat het gewoon noodzakelijk is om veel meer over water te gaan. Daarbij wil ik u wijzen op een aantal rapporten, onder andere van Witteveen en Bos van 2002, van de RABO 2003 waaruit blijkt dat om de terminal exploitabel te maken destijds een doorzet nodig was van ongeveer 20.000 containers per jaar. Als ik u vermeld dat met de uitbreiding van Ricoh in 2007 dit bedrijf goed zal zijn voor ca. 16000 containers, dan lijkt mij het duidelijk dat investeren in een containerterminal echt verantwoord is. In het verlengde hiervan mijn vraag: is er al subsidie aangevraagd in deze of is het al in gang gezet? Het moet toch mogelijk zijn om de overheid, ik denk hierbij aan onze gemeente en misschien zelfs ons omringende gemeenten, de provincie, het rijk of zelfs de EEG hierbij te betrekken. In de meerjarenbegroting vind ik over deze zaak verder niets. Niets, dan bedoel ik initiatief vanuit de overheid. Ik zie uw reactie vol verwachting tegemoet. Dan wat betreft cultuur, € 460.000,-. Daar is al aardig wat over gezegd in de commissie. P.v.d.A. en GBWP hebben toch hier ook duidelijk stelling genomen. Ik vond het van beide een prachtig betoog en ik wil daar mijn steun aan geven, ik wil dat niet herhalen. Dan de verplichte paragraaf grondbeleid, hoofdstuk 7.5 blz. 106. Daar wordt gesproken over een subsidie van 10 miljoen van de provincie met betrekking tot de Bergse Haven. Graag toch een antwoord van u, want volgens mij is dat geen subsidie maar een lening. Tot zover in eerste termijn. De heer HUIJGENS: Ik wil me inderdaad hier richten tot alle collega's, alle aanwezigen en alle toehoorders thuis. We praten hier over de begroting van 2007. Een begroting waarbij de lasten maar ook de baten van € 170 miljoen naar €195 miljoen zijn gestegen. Dat betekent wel € 25 miljoen meer ten opzichte van 2006. Dat betekent ook dat er dit jaar € 13 miljoen uit de reserves komt. Daar is al over gesproken, maar ik wil er toch wel aan toevoegen dat het onttrekken aan de reserves al een paar jaar duurt. Als we zo doorgaan dan hebben we straks niets meer. Ten aanzien van de toetsing van het beleid mag ik zeggen dat de begroting van 2006 een goede uitbreiding heeft getoond ten aanzien van de kentallen voor het beoordelen van de begroting. In 2007 mis ik die vooruitgang. Om die reden zou ik eigenlijk willen pleiten voor het instellen van een commissie die deze kentallen wat beter onderzoekt en nader uitwerkt. Ten aanzien van openbare orde en veiligheid wil ik eigenlijk alleen nog iets zeggen over de verbonden partijen. Dat baart Leefbaarheid al lang zorgen en ik kan alleen maar zeggen dat die zorgen gebleven zijn. Bij sociale voorzieningen praten we over het terugdringen van achterstandssituaties in de vorm van schuldhulpverlening. Als ik de ervaring zie van Tussen Wal en Schip dan mag geconcludeerd worden dat schuldhulpverlening nog steeds nodig is. Dit ondanks het feit dat vorig jaar een subsidie gegeven is aan Tussen Wal en Schip met als eis om tot een analyse te komen van wat de reden is van deze toename van de schuldhulpverlening. Voor publiekszaken geldt het RIS. Van dit Raads Informatie Systeem wil ik zeggen dat we nu duidelijk zien dat er vooruitgang is. Er worden op dit moment heel veel stukken bij geplaatst. Het deed me echter wel schrikken. Dacht ik dat ik een 90-tal verordeningen moest kennen dan blijkt dat er onlangs nog een stuk of 15 bijgeplaatst zijn. Ik vind dat wel erg veel. Ik wil dan ook pleiten voor het terugdringen van het aantal verordeningen. Betaald parkeren is voor Leefbaarheid toch een zaak die ons behoorlijk zorgen baart, zeker als we zien dat betaald parkeren steeds uitgebreid wordt. Bij milieuvoorzieningen zien we dat de laatste drie a vier jaar steeds geld over is gebleven voor het ophalen van het huishoudelijk afval. Vorig jaar is de reserve die in eerste instantie negatief was positief geworden en het vorige college had dan ook toegezegd om daar bij het vaststellen van het tarief rekening mee te houden. Gelukkig heeft bij het vaststellen van het beleidskader de raad besloten om het dividend van Saver binnen het budget te houden, zodat dit niet ten nadele komt van de premie. We zien dan ook nog dat de post riolen door blijft stijgen, waarmee ik niet wil zeggen dat het niet terecht is, want daarvan hebben we afgesproken dat de rioolpremies zullen stijgen tot € 350.000,- op jaarbasis. Dat betekent wel dat we landelijk gezien daar waar tarieven van € 120,- gehanteerd worden wij erg hoog zitten. Om die reden heeft Leefbaarheid een amendement ingediend om de stijging van het verzamelen van huishoudelijk afval dit jaar niet te doen stijgen. Dit ook ter compensatie van de stijging van het rioolrecht.
14
Voor wat betreft de algemene dekkingsmiddelen zien we dat de baten stijgen met 6,5%. Dat opgeteld bij de toezegging van het college dat de ozb-stijging niet verder zal gaan dan de inflatiecorrectie en die is 2% zou dat betekenen een areaalstijging van 4,5%. Ik zou aan het college willen vragen of deze conclusie klopt. Ten aanzien van de motie van de P.v.d.A. kan ik zeggen dat wij daar positief tegenover staan maar ik vraag me af of de indiener nagegaan is of het bedrag genoeg is. Het amendement van de WD zullen wij steunen als de juridische haalbaarheid in orde is. Voor wat betreft de motie van de WD wacht ik op het antwoord van het college. De VOORZITTER: U heeft een amendement ingediend. Het amendement luidt als volgt: De raad van de gemeente Bergen op Zoom in vergadering bijeen op 6 november 2006 sprekende over het raadsvoorstel SM/06/07 inzake Meerjarenbegroting 2007-2010 Overwegende dat: • Tijdens het behandelen van het beleidskader besloten is gelden voor huishoudelijk afval alleen te bestemmen voor het doel het verzamelen en verwerken van huishoudelijk afval • Geen nieuw beleid is vastgesteld voor het verzamelen van huishoudelijk afval voor 2007 • Het product 620 de afgelopen jaren steeds een overschot heeft gehad en dit overschot gebruikt is om de reserve verzamelen afvalstoffen van negatief tot positief te doen aanvullen • De lokale lasten voor de burgers als het gevolg van de verhoging van het rioolrecht ten opzichte van landelijke cijfers extra stijgt Besluit Binnen de begroting de bijdrage voor het verzamelen van huishoudelijk afval niet te verhogen en de begroting hierop overeenkomstig aan te passen. De meerjarenprogrammabegroting 2007-2010 overeenkomstig vast te stellen En gaat over tot de orde van de dag. Het tweede amendement van de Groepering Leefbaarheid luidt: De raad van de gemeente Bergen op Zoom, in vergadering bijeen op 6 november 2006, sprekende over het raadsvoorstel SM/06/08 inzake Gemeenschappelijke fiscale heffingen 2007; Overwegende dat • Bij het vaststellen van de begroting besloten is de bijdrage voor het verzamelen van huishoudelijk afval niet te verhogen Besluit • Het besluit te wijzigen in die zin dat de aanpassing tot 2e wijziging van Verordening afvalstoffenheffing 2004 komt te vervallen En gaat over tot de orde van de dag. Deze amendementen maken onderdeel uit van de beraadslagingen. De heer VAN DER KALLEN: Ik verbaas me een beetje over de uitgebreidheid maar daar maak ik mezelf ook wel eens schuldig aan. Door de uitgebreidheid ben ik ook weer verplicht op een aantal dingen te reageren. Als ik kijk naar de begroting zoals die voorligt dan had ik me eigenlijk voorgenomen maar twee dingen te doen a. te toetsen of het klopt met betrekking tot het beleidskader zoals we dat hebben vastgesteld en b. te kijken of het allemaal verantwoord is respectievelijk of het rechtmatig is. Ik wilde met die twee dingen eigenlijk beginnen. De vertaling van het beleidskader naar de begroting klopt in grote lijnen. Ik mis alleen heel nadrukkelijk één ding en dat is de beperking van de regelzucht van de gemeente. Het zou best wat minder kunnen. We hebben voornemens geformuleerd om te komen tot minder regels en dat vind ik niet echt terug in de begroting zoals die hier voorligt. De WD heeft in deze een voorschotje genomen door het voorstel van de afschaffing van de toeristenbelasting. Ik vind het een prachtig voorstel in die zin dat ik het doel fantastisch vind. In het verleden heb ik daar al regelmatig voor gepleit ook wat betreft de forensenbelasting en zo kunnen we nog een paar dingetjes noemen waarvan je zegt breng dat nu op een andere manier onder. Slechts enkele centjes meer bij de ozb voor bedrijven als het gaat over toeristenbelasting zou het allemaal kunnen dekken. Als ik kijk naar de overwegingen van het amendement van de WD dan heb ik ernstige twijfel aan de rechtmatigheid en daarmee aan de uitvoerbaarheid. Zolang ik niet weet of iets rechtmatig is zal ik er niet voor kunnen stemmen, hoewel ik de doelstelling buitengewoon sympathiek vind.
15
Een aantal fracties heeft iets gezegd over de reserves, de CDA-fractie, WD-fractie, Wij enz. Ik kijk dan naar zo'n begroting en zeg kunnen we dat allemaal wel aan? Dan kijk je naar het risicoprofiel en dan kijk je naar de ratio van het weerstandsvermogen en dan kom ik tot de conclusie, buiten dat dan reserves en voorzieningen in het taalgebruik wel eens door elkaar worden gebruikt, dat we het buitengewoon aan kunnen, dat al die zorgen over de reserves eigenlijk een beetje misplaatst zijn. Zelfs als je meer dan 10 miljoen extra het komend jaar zou uitgeven blijft de weerstandsratio rond de 2 oftewel nog net in de kwalificatie uitstekend volgens de eigen normen op pagina 93 die ook de landelijke normen zijn. Zelfs als je zegt ruim voldoende vind ik voldoende, dat is toch nog een kwalificatie waar de meerderheid van de gemeentes heel tevreden mee zou zijn, dan heb je nog een ruimte van 19 miljoen. Met andere woorden al dat gevogel over doen we het wel goed en kan het wel de reserves aanpassen vind ik een beetje misplaatst. Dit college doet dat op buitengewoon bescheiden wijze en mijn overtuiging is dus dat het kan, Centen van de burger en reserves heb je niet om er op te zetten, die heb je om er goede dingen mee te doen. Als we geen goede dingen weten moeten we ze zelfs zo snel mogelijk teruggeven aan de burger, want wij hebben niet de plicht om spaarpotten van de burger te beheren. Integendeel. Dan kom ik op de rechtmatigheid en daarmee heb ik een pijnpunt. Ik heb zowel bij het beleidskader als in de commissie bij dit onderwerp het gehad over de bouwleges. Ik heb de afgelopen week onderzoeken gedaan naar een aantal zaken zowel op het archief als met de ondersteuning van een aantal ambtenaren en ik kom er achter dat sommige dingen toch moeilijk te vinden zijn. Als je bijvoorbeeld oude begrotingen wilt dan kan je heen en weer pendelen tussen het archief en het stadskantoor, maar dan krijg je dat moeilijk, ondanks alle inspanningen van ambtenaren, boven tafel. Als je nu werkelijk probeert inzicht te krijgen in de bouwleges, die bouwleges zijn cruciaal, of die wel rechtmatig zijn met deze verhoging dan heb ik alles geprobeerd, ik heb alle stukken waarnaar ik verwezen ben gelezen, dan is volstrekt onduidelijk of ze nog wel rechtmatig zijn. Met andere woorden; vragen we niet te veel. Ik ben daarin argwanend omdat de bouwleges al sinds vele jaren uitgedrukt worden in een percentage van de bouwsom. Wat wil nu het geval? De afgelopen vijfjaar zijn de bouwsommen en de bouwkosten veel meer gestegen dan de inflatie. Met andere woorden, de omzet van de bouwleges stijgt daarin mee. Dan is een verhoging van 15% waarin alleen verwezen wordt naar omliggende gemeentes eigenlijk niet sterk. Sterker nog, dan moet je echt aantonen dat je de kostendekkendheid niet haalt. Dat beleid, werkelijk waar, heb ik niet kunnen vinden en daarmee is dat voor mij een gesloten boek, want als ik er niet van overtuigd ben dat ik een rechtmatig tarief vaststel, dan kan ik het niet. Ik heb ook een studie trachten te maken van de andere leges want je zou toch volgens de wet aan kruisbestuiving mogen doen, dan is het volstrekt ook niet helder hoe dat tot stand is gekomen. Hooguit vind ik wat uurtarieven en wat uren, maar er zijn een heleboel indirecte kosten waarvan ik helder wil hebben hoe het zit. Ik heb er veel vragen over gesteld maar helaas geen antwoorden gekregen, tenzij je met een kluitje in het riet sturen een antwoord zou willen noemen. Dan heeft een aantal fracties wat geroepen, bijvoorbeeld over de verlichting en het meebetalen van bewoners. Ik geloof niet dat dat een realistische optie is. Als het gaat over de containerterminal dan steun ik de heer Van Pul van Partij Wij van harte, want ik denk dat het een heel goede zaak zou zijn. Als je kijkt naar de mogelijkheden van Bergen op Zoom en als je kijkt hoe andere gemeentes aan wateren zich hebben ontwikkeld op het gebied van overslag dan denk ik aan Maasbracht en aan Cuijk om te zien hoe je als kleine gemeente een belangrijke functie in de overslag kan hebben als ze uitsluitend aan rivieren zitten en Bergen op Zoom heeft wat dat betreft tussen Rotterdam en Antwerpen best iets te bieden aan een goed gekanaliseerd hoog water, er komt geen laag water op voor want het is een vast peil, het is ook buitengewoon goed geaccommodeerd. Het zou moeten kunnen. Resumerend, ik bekijk natuurlijk nog de amendementen en voor sommige voel ik wat meer sympathie dan voor andere. Het amendement van de WD over de drugstoeristen en de ongewenste verblijfsbelasting is sympathiek maar kan ik naar alle waarschijnlijkheid niet steunen. Als het gaat over de fiscale heffingen zal ik daar tegen moeten stemmen, simpelweg omdat ik er niet van overtuigd van ben dat de bouwleges rechtmatig zijn. De verdere begroting heeft mijn ondersteuning. De VOORZITTER: Dank u zeer. We zijn dan aan het eind gekomen van de eerste termijn. Ik schors de vergadering tot 18.30 uur. Ik wens u allen eet smakelijk en om half zeven zie ik u weer. De vergadering is geschorst. Aldus schorst de voorzitter de vergadering om 16.40 uur.
18.30 uur.
16
De VOORZITTER: Hierbij heropen ik de vergadering. Wederom van harte welkom. Ik hoop dat u allen goed gegeten heeft. Wij hebben als college de gelegenheid om reactie te geven in onze termijn. We zullen het zo doen dat ik eerst op een aantal algemene dingen inga en ook op onderwerpen die mij regarderen, waaronder de brandweer, een aantal veiligheidsopmerkingen die gemaakt zijn, regionale samenwerking en deregulering. Vervolgens zullen de wethouders het woord nemen. Het is misschien goed om eerst dank te zeggen aan u niet alleen voor de complimenten die u heeft geuit en die wij hebben doorgegeven en zullen doorgeven aan de ambtenaren voor het harde werken, maar dank voor de complimenten die u heeft gegeven dat het beleidskader gelukkig herkenbaar in de begroting is vertaald. We hadden niet anders gedurfd want u heeft het primaat voor het vaststellen van het beleidskader. We hebben in het college ook gezegd het is nogal wat wat we de raad aandoen net een beleidskader, collegeprogramma enz. en nu die begroting. Dat moet volgens de comptabiliteitsvoorschriften. U heeft zich echter ook weer door alle stukken moeten worstelen om de toets te kunnen doen of het inderdaad conform de afspraken is. U heeft ook terecht uw politieke opvattingen daarover kenbaar gemaakt. Wij hopen dat het volgend jaar wat overzichtelijker is met een beleidskader omstreeks mei waarin we ook vooruitblikken op die begrotingsvoorbereiding, wat toch echt het politieke hart van de discussie moet zijn welke keuzes je maakt. Dan is de begroting die eind dat jaar volgt weer een vertaling van dat beleidskader dat u omstreeks het voorjaar met elkaar vaststelt. We hopen dat het volgend jaar overzichtelijker wordt in die beleidscyclus dan dit jaar. Dit jaar was natuurlijk uitzonderlijk gezien de verkiezingen, collegeonderhandelingen enz. Voordat ik inhoudelijk reageer op een aantal onderwerpen die naar voren zijn gebracht wil ik als voorzitter van de raad toch ook even wijzen op de kwaliteit van amendementen die worden ingediend. Het moet mij van het hart dat het amendement van de VVD over toeristenbelasting en reclamebelasting eigenlijk geen amendement is want er staat "besluit om de verordening reclamebelasting zodanig aan te passen dat er een gedifferentieerd tarief wordt opgenomen enz."terwijl een amendement feitelijk moet behelzen op welk punt je het voorgenomen voorstel wilt aanpassen. Dit is eigenlijk een oproep aan het college om een bepaald voorstel te doen of een besluit aan te passen. Eigenlijk is het, als je het goed leest, eerder een motie dan een amendement. Dat is mijn eerste opmerking over de formulering. Als we hier een besluit opnemen hebben we eigenlijk geen besluit genomen zeg ik dan maar. Datzelfde geldt eigenlijk ook voor het amendement van de groepering Leefbaarheid als het gaat over de aanpassing meerjarenbegroting over het huishoudelijk afval. Daar staat "binnen de begroting de bijdrage voor het verzamelen van huishoudelijk afval niet te verhogen en de begroting hierop overeenkomstig aan te passen". Als het een amendement is moet je ook concreet aangeven op welk punt je dan de begroting hebt aangepast. Het is dan pas een concreet besluit. Je moet dan verwijzen naar het regelnummer in de begroting enz. Ik wil toch die opmerking maken. We moeten straks kijken hoe u daarmee omgaat ook gezien de inhoudelijke reacties op deze twee amendementen. Als we het zo in besluitvorming zouden nemen dan is het juridisch niet deugdelijk. Dat even als opmerking vooraf over de formulering van amendementen. De griffie is er om daar ondersteuning in te verlenen. Ik hoop dat u daar gebruik van maakt. Hoe eerder u dat doet des te eerder heeft u mogelijkheden om het concept eventueel aan te passen. De heer WITHAGEN: Bij wijze van interruptie. U bent nu aan het woord als voorzitter van de raad? De VOORZITTER: Ik zei inderdaad dat ik als voorzitter van de raad dat even wilde opmerken. De heer WITHAGEN: Ik had wat moeite om dat te onderscheiden. De VOORZITTER: Ik heb dat ook expliciet gezegd. Ik heb gezegd even vooraf een opmerking die ik als voorzitter van de raad wil plaatsen. Zo heb ik het gezegd. Deze opmerkingen hebben dus echt betrekking op onze eigen huishouding en dan bedoel ik onze raadshuishouding. Wij moeten als raadslid goed kijken dat er deugdelijke amendementen worden ingediend, anders krijgen we er misverstanden over bij de uitwerking wat u wel heeft bedoeld en wat niet. Het moet dus concreter en juridisch vooraf ook beter worden getoetst dat de besluiten die je voorstelt ook echte besluiten zijn. Dat waren allemaal opmerkingen die ik als raadsvoorzitter, zo heb ik dat ook gezegd, maak. Ik zou nu graag over willen gaan tot mijn bijdrage in de beantwoording als het gaat om de inhoud. Dat doe ik, voor alle duidelijkheid richting de heer Withagen, als voorzitter van het college en als portefeuillehouder. Ten aanzien van de brandweer hebben de woordvoerders van de Partij van de Arbeid, Lijst Linssen en Politieke Partij Wij een aantal vragen gesteld. Het college kan zich dat heel goed voorstellen, ook gezien de PM-post die feitelijk daarover in de begroting staat. U krijgt, dat is een concreet antwoord op de vraag van de heer Van der Wegen, zeer binnenkort een overzicht van wat er allemaal speelt op het terrein van de brandweer en ook op welke punten dat wel of geen financiële gevolgen heeft. Wij hebben dat beeld niet eerder zo scherp kunnen krijgen zoals het binnenkort tot u komt.
17
Dat is ook de reden waarom we daarover al niet in de begroting een voorgesteld besluit hebben willen opnemen. Dan gaat het heel concreet over de FLO, de landelijke maatregel die genomen is met ook wel financiële consequenties voor onze brandweer. We zullen toch moeten kijken of we naar een andere vorm van de voorziening kunnen. We zijn aan het studeren, ook samen met de gemeente Roosendaal, hoe we dat financieel het beste kunnen doen. Dat geldt ook voor financiële gevolgen van de landelijke arbeidstijden wetgeving. Wij zetten alles op alles om op dat punt ook binnen de huidige begroting van de brandweer een aantal meerkosten op te vangen. Zoals de brandweer in de afgelopen jaren een aantal bezuiningsmaatregelen heeft gerealiseerd die zijn teruggevloeid naar de algemene kas van de gemeente hebben wij nu, het kent ook een keer zijn grenzen, toch gevraagd aan het management van de brandweer om de gevolgen van die arbeidstijden wetgeving binnen de begroting op te lossen. Een ander onderwerp, daar komen we ook op terug, is het zogenaamde repressieplan. Gezien de normen die worden gesteld voor niet alleen aanrijtijden maar ook met hoeveel mensen op de eerste wagen ziet het er naar uit dat we moeten overwegen om het repressieplan aan te passen en dat heeft ook financiële consequenties. Ook dat proberen wij zo concreet mogelijk in beeld te brengen wat dat betekent voor de kortere en langere termijn. Wij zullen daar bij het beleidskader en de begroting 2008 op terugkomen. Dan tot slot de huisvesting van de brandweer. Wij willen daar voor het zomerreces, zeg maar voor juli volgend jaar, als college toch een richtinggevend besluit nemen en uiteraard ook aan u voorleggen. We zijn op dit moment heel veel alternatieven aan het onderzoeken. Dat moeten wel reële alternatieven zijn. Er zijn natuurlijk criteria op het terrein van aanrijtijden waar we niet aan af willen doen. Er zijn criteria met betrekking tot de geschiktheid van locaties. We onderzoeken alles. We onderzoeken de mogelijkheid om niet alleen op de huidige locatie, de Westersingel, nieuwbouw te plegen, maar we onderzoeken ook de mogelijkheden om naar andere locaties te gaan en we sluiten bij dat onderzoek niet uit dat we voor de gemeente Bergen op Zoom tot een unielocatie komen. Dat zou betekenen dat als dat voldoet aan de criteria, daar kan ik nu nog geen uitsluitsel over geven, dat er wellicht ook de optie serieus met voor- en nadelen tegen het licht wordt gehouden dat we één locatie voor de brandweer krijgen waarin zowel de brandweer Bergen op Zoom Westersingel als de brandweerkazerne Halsteren zou kunnen opgaan. Ook dat onderzoeken we. Dat heeft altijd als criteria de aanrijtijden, dat kost tijd, maar natuurlijk ook het kostenplaatje. We zullen dat heel goed tegen elkaar afwegen en uiteindelijk aan u voorleggen als raad wat een verstandige keuze zou zijn. U wordt daar zeer nauw bij betrokken. We willen het onderzoek dat nu gebeurt even afwachten. De brandweer is daarbij betrokken en ook de politie daar waar het gaat om combinaties te vinden tussen politiehuisvesting en brandweerhuisvesting, kortom alle disciplines zitten hierover rond de tafel. We komen daarop terug. De WD-fractie heeft een aantal vragen gesteld op het terrein van veiligheid niet betreffende de brandweer. In de eerste plaats vraagt dat vanuit het college een reactie op het amendement dat de WD heeft ingediend over de verordening toeristenbelasting en reclamebelasting. Het college begrijpt en heeft ook sympathie voor het achterliggend streven van de WD dat wij toeristen die hier de mooie stad komen bekijken en geld uitgeven als het gaat om een zinvol verblijf hier van harte welkom heten. Het college ondersteunt ook de gedachte dat we de zogenoemde drugstoeristen liever kwijt dan rijk zijn. Laat daar geen misverstand over bestaan. Alleen in de wijze waarop de WD dit besluit heeft geformuleerd zien wij een aantal onmogelijkheden. In de eerste plaats zegt de WD-fractie probeer nu de coffeeshops, daar gaat om, reclamebelasting te laten betalen. In de eerste plaats is in het gedoogbeleid van het openbaar ministerie opgenomen het zogenaamde AHG-criteria en de a staat er voor dat men niet mag afficheren, dat men geen reclame mag maken. Dat is nu juist een van de gedoogvoorwaarden waaronder we coffeeshops kunnen hebben, net zoals de criteria geen harddrugs gebruik, alleen boven de 18 jaar, geen overlast veroorzaken enz. Dus één van die criteria is ook geen reclame maken, niet afficheren. Dat betekent dus dat in formele zin coffeeshops helemaal dit niet mogen doen. In de tweede plaats is het zo dat als wij coffeeshops anders zouden belasten met tarieven voor reclame dan is de vraag of er geen sprake is van willekeur, hoe onderbouwt u dat, houdt dat stand voor de rechter met betrekking tot het gelijkheidsbeginsel? Ook dat is dus een bijkomend argument waarom wij dit amendement zouden willen ontraden. De heer HARIJGENS: U stond even stil bij de A van AOG-criteria, maar puur voor de weet, geldt dat non-reclame beginsel alleen maar binnen Nederland of geldt dat ook in het buitenland. De VOORZITTER: Het zijn richtlijnen van het Nederlands openbaar ministerie. Zoals u wellicht weet zijn wij in Nederland toch iets verder met het drugsbeleid dan menig ander Europees land. Die AOG-criteria zijn Nederlandse gedoogrichtlijnen. De heer HARIJGENS: Dat betekent dat diezelfde coffeeshops wel in het buitenland reclame mogen maken? De VOORZITTER: Dan geldt de wetgeving in dat land.
18
De WD-fractie heeft een aantal opmerkingen gemaakt over het Catharinaplein, ook wel de Vischmarkt genoemd. Mevrouw Van Kemenade heeft gezegd we tolereren daar een aantal dingen. Het college tolereert daar niet iets wat daar niet mag. We proberen er ook alles aan te doen, dat geldt ook voor de politie, dat geldt voor integrale handhavingcontroles die we samen met de politie doen, dat als daar iets gebeurt dat niet mag wij daar gewoon tegen optreden. We tolereren dat dus niet. We moeten ons wel aan de wet houden. Ik zeg dat er maar bij. Ik heb ook wel eens eerder gezegd als burgemeester dat ik soms ook jeukende handen heb en meer zou willen doen dan de wetgever mij toestaat. Wat het college wel heel serieus wil bezien, u heeft een suggestie gedaan over slagbomen aanbrengen, maar er zijn ook andere bewoners op het Catharinaplein waaronder de bewoners van het Katrientje, is de mogelijkheid om te komen tot een meer integrale aanpak van onder meer het Catharinaplein. Binnen het college hebben wij daar al een discussie over gestart. We zien op het Catharinaplein een aantal ontwikkelingen die wij met u niet wenselijk vinden. De kwaliteit van de openbare ruimte is daar één van, maar ook de kwaliteit van horeca, van het leefklimaat op bepaalde uren en met name gedurende de avonduren en nachtelijke uren. We vinden dat allemaal niet gewenst. Het college beseft ook heel goed dat we er niet alleen met handhaving komen. We zullen misschien toch meer structurele maatregelen moeten treffen om te kijken hoe we het Catharinaplein kunnen opwaarderen. Het college heeft daar een hele discussie over en we hopen daarover uiteindelijk richting raad te komen met wat wij wel en niet zouden moeten willen met elkaar. U heeft ook een opmerking gemaakt over het parkeren en parkeeroverlast met name in de avonduren als de verkeerde toeristen onze stad bezoeken, daar heeft u op gedoeld. Ik zal in nader overleg treden met de politie over wat er op dit moment gebeurt en wat wellicht kan worden geïntensiveerd als het gaat om die parkeercontrole. Parkeerbeheer zoals wij dat hebben stopt op een gegeven moment en vervolgens moet het natuurlijk wel zo zijn dat de politie daar waar ook overlast wordt veroorzaakt door parkeeronveilige situaties dat de politie gewoon de handhavende taak dan op zich neemt. Naar aanleiding van uw opmerking daarover zal ik in overleg treden met de politie. U heeft gevraagd, mevrouw Van Kemenade, om veiligheid wat vaker te agenderen in de commissie van de raad. Daar gaat u over. Er is vanuit het college altijd bereidheid om daar dingen te organiseren, te doen. Als u aangeeft wat u wilt dan kijken wij hoe wij daaraan tegemoet kunnen komen. Toevallig had ik het er vandaag over met ambtenaren en de politie dat het misschien aardig zou zijn om een van de eerste commissievergaderingen Bestuur en Veiligheid ook in het Veiligheidshuis te organiseren, zodat het wellicht ook een mogelijkheid geeft om het veiligheidshuis eens te bezoeken. Als het gaat om de inhoud van de agenda van de commissie Veiligheid is het aan u, aan de raad, aan te geven wat u daar wilt. Mevrouw DE KONING: We hebben als raad besloten om niet bij iedere commissie de politie uit te nodigen in verband met de tijd. Zij hebben ook een strak schema. Er is daarom voor gekozen dat wanneer een bepaald onderwerp aan de orde is de politie uitgenodigd zal worden. Dat is door de raad besloten. De VOORZITTER: Ik weet dat die discussie eerder is gevoerd en ik heb toen ook aangegeven dat als je iets agendeert waarvan je zegt het is zinvol om hier de politie bij te halen dat we het dan op die manier bespreken. Als het gaat om de vraag we willen regelmatig veiligheid op de agenda dan is het ook goed dat de raad aangeeft dit is het onderwerp dat we dan willen bespreken. Mevrouw VAN KEMENADE: Bij interruptie. Ik denk dat het sowieso goed is om altijd te kijken naar eerder genomen besluiten. Ik zal in ieder geval in het presidium dat nogmaals weer aan de orde stellen. De VOORZITTER: Dat is uw goed recht. Dan is een vraag vanuit de CDA-fractie gesteld over drugspanden. Stel dat als het college overgaat tot strategische aankopen wordt de raad dan geïnformeerd. Ja, we zullen de raad daarover informeren. De CDA-fractie heeft ook een aantal vragen gesteld over de regionale samenwerking en hoe het college dat ziet. We hebben als college voortgezet wat door vorige colleges is gestart, de samenwerking met onze buurgemeente Roosendaal. Als duo-gemeente zien wij dat we echt voordeel kunnen behalen door gezamenlijk op te trekken. We gaan daarmee voort. Dat gaat om brandweeronderwerpen, om Courage maar ook om bedrijfsvoeringsonderwerpen. Zoals ik eerder heb gezegd proberen wij ook richting kabinetsformatie te kijken wat onze belangen zijn. Dat neemt niet weg dat we ook intensieve samenwerking hebben met andere buurgemeenten, Woensdrecht en Steenbergen. U heeft dat ook genoemd. Op het terrein van de WMO werken we samen, op het terrein van toerisme werken we samen. Het college is nog doende met een nadere kennismaking met alle nieuwe colleges in onze directe omgeving. Daarbij blijkt voortdurend weer dat we met onze directe buren ontzettend veel zaken niet alleen al hebben lopen ambtelijk en bestuurlijk, maar dat er wellicht ook nog heel veel onderwerpen liggen waarbij wij gezamenlijk kunnen optrekken.
19
Tot slot heeft u gezegd oost-west noord-zuid as. Ook heel erg belangrijk. We zijn op dit moment bezig met 19 colleges in West-Brabant en de gemeente Tholen om te kijken hoe we kunnen komen tot intensivering van de samenwerking op strategisch niveau. Als het gaat om West-Brabant juist om die belangen die in de noord-zuid as spelen. Daar is tot nu toe enthousiasme voor tussen de 18 West-Brabantse gemeenten en de gemeente Tholen. We hopen dat ook te verzilveren door een nieuw convenant met elkaar daarover voor te bereiden. De raad zal daarover worden geïnformeerd, maar ook uitgenodigd om, ik dacht 6 december, met de andere gemeenteraden van West-Brabant en Tholen daarover met elkaar van gedachten te wisselen. Het gaat dan om strategische onderwerpen; om de noord-zuid verbinding, de verbindingsroutes, pieken in de delta, dat zijn de economische kansen die we alleen maar kunnen pakken als we gezamenlijk optrekken, en hoe lobbyen we gezamenlijk richting Europa, Den Bosch en Den Haag zoals we dat noemen. Daar is veel enthousiasme over bij de colleges, maar nog belangrijker vinden wij dat ook de gemeenteraden daar niet alleen nadrukkelijker over worden geïnformeerd maar ook worden opgeroepen om mee te denken. Vandaar die bijeenkomst van 6 december. Wij zullen daar in de toekomst vaker met elkaar over spreken omdat ik het zelf als burgemeester belangrijk vind dat u in de positie wordt gesteld om ons als college kaders mee te geven hoe wij verder die bestuurlijke samenwerking handen en voeten geven. Tot slot zijn in mijn richting door de fractie van de BSD en de Groepering Leefbaarheid vragen gesteld over deregulering zou je kunnen zeggen. De heer Van der Kallen miste dat wat in de begroting. We zijn eigenlijk met een aantal processen al bezig. U heeft zelf een plan gehad om te komen tot deregulering en hoe we daar met de gezamenlijke gemeenten een slag in willen maken. De nieuwe omgevingsvergunning die van het Ministerie van VROM ook mogelijk wordt gemaakt biedt ook mogelijkheden om dingen te integreren. Als het gaat om het aantal verordeningen dan vind ik het eigenlijk belangrijker wat de inhoud van die verordeningen is, hoe je de regeldichtheid kunt verminderen. We zijn een slag aan het maken als het gaat om het doorspitten van alle verordeningen zoals we gedaan hebben als het gaat om aan de rechtmatigheidstoets te kunnen voldoen. We nemen dan gelijk de dereguleringstoets mee. In die zin hoop ik dat het in de toekomst ook tot minder regels leidt. Als het gaat om het aantal verordeningen dan worden we door de rijksoverheid er ook mee geconfronteerd dat we op een aantal punten nieuwe verordeningen moeten maken, de WMO is daar zo'n voorbeeld van, maar belangrijker vindt het college het dat we kijken naar de inhoud van die regelgeving en of dat minder kan om de bureaucratielast richting de burgers en bedrijven aanzienlijk te verminderen. We moeten aan het eind van deze collegeperiode concrete resultaten met elkaar hebben bereikt. Dat is de ambitie van het college. Tot zover van mijn kant de beantwoording van de eerste termijn van de raad. De heer HAGENAARS, wethouder: Dank u wel voorzitter. U heeft als voorzitter van de raad gememoreerd dat er een kort tijdsbestek was tussen het beleidskader en de meerjarenbegroting. Dat zal volgend jaar inderdaad anders zijn. Zoals ik eerder heb gememoreerd zal volgend jaar een start gemaakt worden, als uw raad daarmee instemt, met twee beslismomenten. We willen het 1e concernbericht, de jaarrekening en het beleidskader combineren tot een beslismoment van de raad en het 2e concernbericht koppelen aan de begrotingsbehandeling. Dat allemaal in nauw overleg met uw raad. Velen hebben ook gerefereerd aan de leesbaarheid van de begroting, het gebruik van vakjargon en dergelijke. Wij proberen hierin een kwaliteitsslag te maken, dus permanent verbeteringen aan te brengen, om zo een goed leesbare begroting aan u voor te leggen en het gebruik van vakjargon te beperken. Ook trachten wij in het vervolg steeds meer gebruik te maken van kengetallen, zodat u ook daar uw sturende rol, uw kaderstellende rol als raad op kunt loslaten. Verder is het in het duale stelsel gebruikelijk dat de raad met het college discussieert en daarom hebben wij geen programmamanagers op de sheets vermeld zoals eigenlijk de fractie Wij dat zou willen. U vindt wel de functionarissen die programmamanager zijn terug op de sheets, dus u kunt zelf de persoon die op dat moment verantwoordelijk is als programmamanager daaraan koppelen. Verder proberen wij de programmasheets steeds duidelijker te maken maar ook te uniformeren. Ook daar zult u een kwaliteitsslag in terugvinden. Dan zijn er vragen gesteld over de reserves. Ik heb die vragen al meerdere keren namens het college moeten beantwoorden, maar ik geef toch aan dat het volgende hierin meegenomen moet worden. De inzet van reserves en het doteren aan reserves wordt per programma aangegeven. Dat is geen beleidsverandering ten opzichte van voorgaande jaren. U kunt gewoon voor elk programma de dotering en de afname van de reserves voor dat programma bezien. Wij hanteren als college nog steeds dezelfde gang van zaken dat voor structurele lasten op termijn structurele dekking moet plaatsvinden. De reserves in het meerjarenperspectief, zoals u die heeft kunnen zien, zijn voor ons ook geen aanleiding om daar anders mee om te gaan dan we hebben gedaan. Het meerjarenperspectief van de reserves ziet er goed uit en geeft geen reden tot bezorgdheid. De fractie van Leefbaarheid heeft geconstateerd dat de ozb met 6,5% zou stijgen in plaats van de 2% inflatiecorrectie. De ozb-berekening kent een aparte systematiek waarin wij echt 2% verhoging berekenen, dus de inflatiecorrectie, maar daarnaast speelt echter ook areaaluitbreiding en autonome groei een rol. Feitelijk gaan wij dus uit van dezelfde op-
20
brengst van het lopende jaar zoals dat begroot is 2006 of gerealiseerd 2005 en daarop worden de correcties toegepast zoals aangegeven, inflatiecorrectie plus de autonome groei. Vervolgens wordt dat herberekend naar het tarief. Dus er vindt echt geen hogere tarifering plaats dan ik zojuist heb aangegeven, de 2% indexering. Dan heeft de fractie Wij gevraagd of de Randweg zuid niet eerder aangelegd zou kunnen worden, dus het proces te versnellen. Dat is niet mogelijk omdat wij afhankelijk zijn van het terzake geldende bestemmingsplan. De Raad van State moet nog een uitspraak doen over het bestemmingsplan zuidelijke stadsrand, de Augustapolder dus. Dan is er gesproken over een subsidie van de Bergse Haven. De subsidie zou toch een lening zijn omdat er mogelijk iets terugbetaald moet worden. Er zijn twee subsidies. Eén van het rijk, dat is een bijdrage van € 5 miljoen. Die beschikking is inmiddels door het rijk afgegeven en daar krijgen we dus van het rijk, van VROM, € 5 miljoen. Dan heeft de provincie toegezegd 10 miljoen te zullen subsidiëren in de Bergse Haven. Dat is een subsidie, maar zoals eerder met uw raad en de commissie is besproken, kan dat een gevolg hebben naar aanleiding van het exploitatieresultaat. Als wij een gunstig exploitatieresultaat bereiken zal die winst met de provincie gedeeld moeten worden. Ik denk dat het geen echte vraag was, maar de SP heeft bezwaren geuit tegen de tweede golfbaan bij de Heide. Ik hecht eraan te zeggen dat het college toch het voornemen heeft hier die golfbanen te situeren. Het zal echter op particulier gebied ontwikkeld worden, namelijk op het gebied dat nu in gebruik is als agrarische grond. De heer Van der Kallen heeft namens de BSD nogmaals zijn twijfels geuit over de rechtmatigheid van de bouwleges in onze gemeente. Zoals ik bij het beleidskader ook heb verwoord kunt u in de beheerseditie van de begroting, ook deze begroting, nazien wat de desbetreffende kosten zijn en ziet u op kostenplaats 665 de kosten en hetgeen daar aan leges voor ontvangen wordt. Dat benadert elkaar tot op een duizend euro. Dan denk ik dat we toch moeten komen tot een duidelijke conclusie omtrent de € 460.000,-. Ik zou er heel kort over kunnen zijn door te antwoorden dat de drie conclusies die de Partij van de Arbeid fractie heeft getrokken feitelijk juist zijn, maar ik denk niet dat ik daar mee weg kom. Het is feitelijk zo dat er door de sector Cultuur als zodanig af te schaffen en onder te brengen bij de sector SROB niet uitgegeven wordt aan kosten € 460.000,-. Die zou u één op één terug moeten kunnen vinden in de posten die SROB aangaan, die salariskosten zijn overgegaan naar SROB en worden toegerekend aan een 11-tal programma's. SROB kent een aparte berekeningssystematiek voor salarissen, daar wordt namelijk tijd geschreven. Bij andere sectoren wordt er geen tijd geschreven. De methodiek van berekenen is dus totaal anders. Die methodiek ga ik u hier niet uitleggen, daar zal ik u niet mee vermoeien. Als u daar interesse in heeft wil ik rondom de commissievergadering daar wel een toelichting op geven. Eindconclusie moet in ieder geval zijn dat er geen verschillen bestaan en geen extra kosten door de overheveling van de sector Cultuur naar de sector SROB. Per saldo moet dat gezien worden als een O-effect. Dat wil ik hier toch even duidelijk gemaakt hebben, zodat daar geen misverstanden over bestaan. De heer WITHAGEN: Bij interruptie. Dat betekent toch dat bij het programma 15 € 460.000,- moet vrijvallen? De heer HAGENAARS, wethouder: Die vallen ook vrij op dat programma. De heer WITHAGEN: Het is niet zichtbaar voor ons. De heer HAGENAARS, wethouder: Daar spelen natuurlijk allerlei andere zaken een rol, verhogingen die normaal geleid hebben tot indexeringen en dergelijke. De heer WITHAGEN: Dat betekent dat ik gelijk heb dat het voor ons niet zichtbaar is. De heer HAGENAARS, wethouder: Niet één op één. De heer WITHAGEN: Wij moeten dus aannemen dat wat u zegt klopt, namelijk dat € 450.000,- op het programma 15 vrijvalt wat voor ons niet na te kijken is. De heer HAGENAARS, wethouder: Als u daar een becijfering van wenst dan kunt u die uiteraard krijgen. De heer WITHAGEN: In de commissie hebben wij erom gevraagd om dat helder te krijgen, waar het ene programma € 450.000,- stijgt, in oude guldens een miljoen, zou in programma 15 een daling van een miljoen guldens moeten zitten. Dat zit er niet. Ik vraag me af of dat helder te maken is?
21
De heer HAGENAARS, wethouder: Uiteraard is dat helder te maken maar niet vanavond door mij in bewoordingen. U kunt daar echter een cijfermatig overzicht van krijgen. Alleen de vertaling naar SROB is niet geheel te geven door de rekenmethodiek die ik u zojuist heb aangegeven van SROB. Ik kan u dat niet verstrekken. De verrekening binnen het programma Cultuur daarvan zeg ik u bij deze toe dat u die binnen afzienbare tijd van mij krijgt. De heer VAN PUL: Het is toch een duidelijke vraag die een aantal malen gesteld is en nu ben ik toch verbaasd dat u het juiste antwoord niet hebt. Als ik naar uw schrijven kijk van 3 november dan hebt u het toch over een uitzetting van €130.000,-. Ik begrijp het dan helemaal niet meer. Ik denk toch dat u op zeer korte termijn met een nadere uitleg moet komen hoe u inderdaad die € 460.000,- aan de ene zijde wint en aan de andere zijde verliest. De heer HAGENAARS, wethouder: Ik denk dat ik die uitleg zojuist heb gegeven, maar alleen voor u is het dus nog niet duidelijk. Per saldo is het nul. De heer VAN PUL: Die opmerkingen zijn al meerdere malen gemaakt en u hebt dat nog niet duidelijk gemaakt. U hebt wel een antwoord gegeven maar dat maakt het nog niet duidelijker. De heer HAGENAARS, wethouder: Ik heb aangegeven dat de vrijval van € 460.000,- op Cultuur terug te vinden is bij SROB en dat die toegerekend wordt aan 11 programma's, SROB rekent toe aan 11 programma's. Dat heb ik u trachten duidelijk te maken. Als u het nu niet begrijpt dan begrijp ik het niet. De heer VAN PUL: U zegt dat u het niet paraat heeft en dat u het zelf op moet zoeken. Hoe kunt u dan zeggen ... De heer HAGENAARS, wethouder: De doorberekening naar 11 programma's van SROB kan ik u natuurlijk op dit moment niet geven. De VOORZITTER: Ik constateer dat de wethouder heeft toegezegd dat er een nader schrijven komt hierover. De essentie van de verklaring is, zo heb ik het begrepen, dat het om een interne kostenverdeelsystematiek gaat waar u graag meer inzicht in wilt hebben hoe het precies zit. De wethouder heeft toegezegd dat daar nog een nadere berichtgeving over komt. De heer HAGENAARS, wethouder: Ik hoop wel dat ik hierbij wel het politiek relevante antwoord heb gegeven en dat u mij daarin vertrouwt dat het saldo nul is, dat er geen extra kostenpost veroorzaakt is door het feit dat de sector Cultuur naar een andere sector is overgeheveld. Dat is het geval. Ik denk dat ik hiermee de vragen beantwoord heb. De heer LINSSEN, wethouder: Met name Lijst Linssen en het CDA hebben aandacht gevraagd voor de communicatie en dat is ook eerder gedaan bij andere gelegenheden. Het CDA vroeg met name ook wat we kunnen verwachten tot juni 2007. Het college wil inderdaad een behoorlijke verbetering in de communicatie, zowel intern als extern. Er wordt keihard aan gewerkt. Er zijn twee vacatures en er wordt ook een nieuw hoofd communicatie geworven. Die sollicitatieprocedure is volop bezig. Wij zijn er eigenlijk net zo onrustig over als u. We zouden het nog sneller willen aanpakken, er wordt keihard aan gewerkt en we hopen u daar binnenkort over te informeren. Dan de vragen van de Partij van de Arbeid en de motie over het lokaal mediabeleid. Op zichzelf is de motie duidelijk en sympathiek en wordt gewezen op de belangen voor ouderen, gehandicapten enz. met betrekking tot alle zaken die maatschappelijk een breed draagvlak hebben zoals een belangrijke optocht, Maria Ommegang enz. Ik zou de indieners het volgende willen vragen omdat de motie natuurlijk buitengewoon sympathiek is. U noemt in het laatste bolletje toch ook het voornemen van het college om een lokaal mediabeleid te formuleren. Daar begin ik dan ook. Ik zou de indieners willen voorstellen dat als wij de motie zo kunnen lezen dat wij in ieder geval voor 2007 de motie zo overnemen en dat u dan bereid bent de verdere discussie, de motie gaat vrij structureel, te laten liggen tot het voorjaar van 2007 wanneer wij met elkaar gaan spreken over het lokaal mediabeleid. We kunnen dan met elkaar tot structurele afspraken komen. We stellen het nu in ieder geval dan veilig voor het eerste deel van 2007 en komen in het voorjaar 2007 bij u terug. Met die beperking zou het college de motie willen overnemen. Het CDA spreekt, de burgemeester heeft er ook al bij stilgestaan, over de samenwerking noord-zuid. Er zijn volop zaken al besproken met Steenbergen, Woensdrecht en ook Tholen wat betreft toerisme, economische zaken en er is ook met Tholen contact als het gaat over de Bergse diepsluis. Ik hoef daar niet verder bij stil te staan omdat de burgemeester dat voor een groot deel al heeft aangegeven.
22
Dan is er een motie ingediend door de WD over de haalbaarheid van een startersfonds. Het kan natuurlijk nooit kwaad om zulke zaken te onderzoeken en de financiële haalbaarheid van dat soort startersfondsen. Wat u nu verzoekt aan het college namelijk om dat nog voor 1 maart in de raad te bespreken is natuurlijk onmogelijk. Dat zou betekenen dat we binnen twee weken de zaak al moeten aanbieden. We kunnen dat nooit. 1 maart betekent de raadsvergadering van februari en dat is niet haalbaar. Op zichzelf zijn wij best bereid dat onderzoek te doen. U bent van de week bij de BOB/MGH meeting in de Stoelemat geweest en u heeft het daar heel goed opgepikt, mijn complimenten daarvoor. U hebt ook gezien dat het gemeentebestuur in die richting al een boodschap bracht. Uw methode roept herinneringen bij mij op. Het spreekt me aan dat u dat hier een keer onder de aandacht brengt. U bent daar communicatief perfect in geslaagd. De heer HARIJGENS: Bij interruptie. Ook ons was de motie over het startersfonds als zeer sympathiek opgevallen, maar 1 maart is wellicht niet haalbaar, maar ik zou toch willen zeggen kijk eens wat op dat vlak al wettelijk geregeld is ook binnen de gemeente Bergen op Zoom. Nu lijkt het alsof we bij een nul situatie beginnen en dat is volgens mij niet zo. De heer LINSSEN, wethouder: Dat is zo, mijnheer Harijgens, maar ik heb in de schorsing natuurlijk geïnformeerd of een en ander haalbaar is. Er is inderdaad voor een deel aan gewerkt. Ik heb u net aangegeven dat het gemeentebestuur pas bij de meeting van de BOB/MGH op een hele open manier gesproken heeft met de ondernemers. Er is al heel veel werk in verricht. Als u daar aanwezig was geweest had u dat ook kunnen horen. We willen het goed doen. De WD vraagt iets meer. Wij zeggen u toe dat we het doen en ik vraag u gewoon wat meer tijd. Er is inderdaad het een en ander gedaan, maar wij willen nog meer en 1 maart is echt niet haalbaar. Wij kunnen afspreken dat het voor 1 juni gebeurt. Alles wat eerder is is mooi meegenomen. Ik kom liever te vroeg dan te laat bij u. Als u daarmee kunt leven dan hebben we dat hoop ik ook getackled. De WD maar ook andere fracties hebben stilgestaan bij de sfeerverlichting en ook daar is uitvoerig over gediscussieerd tijdens de meeting in de Stoelemat. Ik neem aan dat u het goed gevolgd heeft. Ik heb ook de opmerkingen die gemaakt zijn in de raad door onder andere de WD en D66 meer gezien als een boodschap richting de ondernemers dan in de richting van het college of naar uw raad. Ik denk dat de ondernemers heel goed moeten begrijpen, af en toe stellen de reacties die je hoort en ziet teleur, dat in feite de schuld niet bij u of bij ons ligt. De gemeenteraad heeft in het verleden een behoorlijk bedrag neergelegd voor de start van de sfeerverlichting en het zijn de ondernemers die ervoor moeten zorgen dat het op die manier in stand blijft. Laat het de burgers van Bergen op Zoom duidelijk zijn dat het aan het politieke bestuur, de raad en het college, niet zal liggen als delen van het winkelcentrum donker zullen blijven. Het college is daarom ook niet bereid, ik herhaal niet bereid, om bij u te komen om meer geld voor de sfeerverlichting. In 1999 dacht ik heeft u een behoorlijk bedrag hiervoor neergelegd. Er is één uitzondering. Toen u indertijd de keuze maakte was het paradeproject nog niet voltooid en daarom proberen we nu in dat deel van de stad een oplossing te vinden door twee verlichte kerstbomen te plaatsen. We zijn niet in staat, zelfs al zouden we willen, daar dezelfde voorziening te maken als in de rest van de stad, want dan zouden we in overtreding moeten gaan want we hebben daar ook bouwvergunningen voor nodig en zo snel gaat dat niet. Volgend jaar wordt daar aan gewerkt in ieder geval. Ik neem aan dat de boodschap goed is overgekomen bij de ondernemers, althans dat hoop ik. Dan hebben de partij Wij en de BSD ook bij de containerterminals stilgestaan. U heeft gezien dat in het collegeprogramma er behoorlijk wat aandacht is voor de containerterminal. Er wordt keihard gewerkt, zowel aan de studie over de haalbaarheid van de binnenterminal als de buitenterminal. De laatste keer hebben we al aangegeven positieve geluiden van het bedrijfsleven te hebben gekregen als we kijken naar de buitenterminal waar toen al werd medegedeeld dat het bedrijfsleven bereid is zo'n 50 miljoen te investeren. Er wordt volop gewerkt, er is volop overleg. Deze week hebben we met gedeputeerde Onno Hoes nog gekeken naar het gebied en hij heeft ook gesproken met verschillende initiatiefnemers. Ik verzeker u dat we er bovenop zitten. Als het gaat om de binnenterminal dan wordt er helemaal snel gekeken. U heeft ook een koppeling gelegd met de vraag of er al subsidieaanvragen zijn gedaan. Daar kan ik op zeggen nee. Ik kan ook zeggen waarom niet. Er is gekeken naar verschillende terreinen, er is gekeken naar het voormalige Coppensterrein en er wordt nu gekeken naar de los- en laadwal, dat laatste is in het bezit van de gemeente, met daarachter de gebouwen die ook reeds door de gemeente verworven zijn. Bij dat laatste blijven we hangen. We gaan daar inderdaad door. Het andere is niet haalbaar. Het is daarom ook maar goed dat we het subsidietraject nog niet in hadden gezet anders zou dat bij wijze van spreken verloren zijn. We hebben goede hoop dat we met name met de los- en laadwal in de positieve richting gaan komen. De buitenterminal gaat allemaal niet zo snel als de binnencontainerterminal. De bedrijven die u genoemd heeft hebben er heel veel belang bij en er wordt ook heel hard aan gewerkt. De heer VAN PUL: Houdt dat in dat die subsidieaanvraag straks wel de deur uitgaat?
23
De heer LINSSEN, wethouder: Natuurlijk, Ik heb alleen aangegeven waarom dat nog niet gebeurd is, namelijk omdat eerst de haalbaarheid onderzocht moet worden. We krijgen daar nu een beeld van en wij verwachten dat we dat traject in januari kunnen inzetten. Dan heeft D66 uitvoerig stilgestaan bij de billboards, driehoeksborden reclame enz. D66 geeft op dit moment terecht aan dat het eigenlijk toch wel een wat rommelige situatie is en dat er in feite een beleid op ontwikkeld moet worden. Dat het op dit moment in uw beleving, zoals u het omschrijft, wat rommelig is moet ik toegeven. De dader van het rommelig zijn spreekt nu eigenlijk tot u en ik wil u ook zeggen waarom het nu, specifiek deze maanden, wat rommelig is. We zijn eigenlijk iets over het maximum aantal heengegaan. Dat komt doordat er een situatie ontstond dat slimme aanvragers van buiten Bergen op Zoom veel meer reclameactiviteiten voor evenementen of anderszins hadden van en dat wij activiteiten binnen Bergen op Zoom zoals bijvoorbeeld de ijsbaan moesten afwijzen. Dat kan niet en daarom hebben wij voor deze periode wat door te vingers gezien. Waarom? Omdat we met name begin 2007, ik dacht in februari/maart ongeveer, bij u in de raad komen met een nota over het reclamebeleid waarin in feite u op uw wenken bediend wordt. De heer HUISMANS: Is het uw college ook bekend, ik heb dat wel eens mogen ervaren, dat er gemeenten in een bepaalde straal rond Bergen op Zoom zijn die dit soort borden vanuit onze gemeente volgens hun verordening weigeren terwijl wij eigenlijk ruimhartig zijn ingesteld wat betreft het toelaten van borden vanuit andere gemeenten. Tot en met van Vlissingen zie je ze hier staan, terwijl het omgekeerde niet het geval is. Je stoot dan wel eens je neus. Misschien is het zinvol, ik zeg dat in de richting van de portefeuillehouder, om ook dat eens tegen het licht te houden. De heer LINSSEN, wethouder: U wordt op uw wenken ook daarin bediend. Uw wensen gaan, als het aan ons ligt, in vervulling maar ook de wensen van D66. Er komt best een interessante discussie hoop ik in de raad waarbij niet alleen stilgestaan wordt bij de driehoeksborden reclame, die ook in de visie van het college niet meer los moeten staan maar vaste fatsoenlijke zaken moeten zijn die vastgemaakt worden aan de lichtmast. We gaan spreken over de lichtbakkenreclame, we gaan spreken over de billboards. We gaan in de ruimste zin des woords spreken over reclame omdat we hebben gezien dat daar of helemaal geen beleid op is of dat we reclamevoorzieningen in onze stad hebben waar we al jaren geen duit voor ontvangen. Sterker nog, wij constateren in het onderzoek zelfs dat voor de lichtbakkenreclame in onze stad geen geld wordt ontvangen maar dat zelfs de gemeenschap daar de energierekening voor betaalt. Dat moeten we snel gaan corrigeren. We komen met een stuk naar u toe uiterlijk maart. Ik hoop er dan met u over te kunnen spreken. Dan is er nog even stilgestaan bij het Vierkantje en daar wil ik, om de voorzitter alleen al een plezier te doen, heel kort over zijn. Ik denk dat het u duidelijk is inmiddels dat de problematiek van het Vierkantje en de binnenstad an sich extra aandacht van het gemeentebestuur krijgt. Niet alleen van het gemeentebestuur, maar ik heb ook de indruk dat het door u als raad heel breed wordt gesteund. We zullen daar ongetwijfeld op een aantal momenten met elkaar over komen te spreken. We doen dat binnenkort al als we praten over het beleid voor toerisme. We zullen ongetwijfeld een wat bredere discussie krijgen. We gaan op korte termijn met de eigenaren en ondernemers, we hebben daar al een agenda voor gemaakt, aan tafel. Mevrouw KAMMEIJER: Ik had gevraagd of u in samenwerking met eigenaren van panden wilde kijken of er geëxposeerd kon worden door kunstenaars in die leegstaande etalages in het Vierkantje. De heer LINSSEN, wethouder: Collega Van Eekelen zal straks daarover spreken. Ik denk dat ik alles gehad heb en anders merk ik dat wel in de tweede termijn. De heer VAN EEKELEN, wethouder: Ik zal beginnen bij programma 3 waarbij met name de SP zegt ingenomen te zijn met betrekking tot de WWB-uitstroompremies. Zij zeggen dat het een stap is in de goede richting. Verder zijn zij van mening dat het budget reserve WFA een relatie moet hebben met het armoedebeleid. Ik denk dat wij die mening kunnen delen, alleen de reserve van de WFA is in het leven geroepen om eventueel toekomstige tegenvallers op het inkomensdeel te niet te doen. De gemeente loopt jaarlijks een risico van minimaal 10% op het inkomensbudget. Wij zijn ook van mening dat wij met elkaar moeten kijken of we het WFA-budget, het moet tenslotte ook geen spaarpot zijn, een bepaald bedrag moet hebben als reserve voor de tegenvallers die er eventueel kunnen komen en daarnaast een budget binnen het WFA dat zou kunnen dienen voor het armoedebeleid. Daarmee zijn we bezig. We zullen daar ongetwijfeld mee terugkomen in de raad waar het gaat om de nota reserve WFA. Verder toch nog even over het armoedebeleid. Ik wil juist aangeven dat het college bezig voor is om bij de collectieve ziektekostenverzekering een betere slag te maken dan nu het geval is. We zijn in onderhandeling met de ziekenfond-
24
sen omdat in de maand november de premies worden vastgesteld. We zijn daar mee bezig. Verder hebben wij ook gekeken naar de versoepeling van de langdurigheidstoeslag. Ik kom dan gelijk bij de vraag van Leefbaarheid. De heer Huijgens zegt het belang van de schuldhulpverlening te willen benadrukken. Wij zijn dat met hem eens. We hebben een subsidie aangevraagd bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om het schuldhulpverleningsbeleid verder te intensiveren. Los daarvan hebben we ook een traject ingezet om vooral daar waar het gaat om schuldhulpverlening op het gebied van preventie wat te doen en daarnaast ook op het gebied van budgetbegeleiding. Ik denk dat het ook heel belangrijk is om juist te voorkomen dat mensen in de schuldhulpverlening terechtkomen. Vandaar dus de preventie en ook de budgetbegeleiding voor een aantal mensen. Dan heeft de fractie van Wij gezegd binnen het programma 3 de bedragen met betrekking tot de kwijtscheldingen niet terug te kunnen vinden. Dat klopt ook wel want je kunt in de begroting van al die bedragen zoals bijvoorbeeld het noodfonds, de collectieve ziektekostenverzekering, de nota bijzondere bijstand niet terugvinden. Je moet dan kijken naar de beheersbegroting en dan kunt u onder product 715 precies zien wat het bedrag geweest is dat de gemeente kwijt is aan kwijtscheldingen. Mevrouw Kammeijer heeft vragen gesteld over de laag geletterdheid. Ik geef dat graag door aan mijn collega's Veraart en Siebelink die daar nauw bij betrokken zijn. Zij zullen daar het antwoord op geven. De heer VAN DEN KIEBOOM: Bij interruptie. Mag ik dan toch het college een vraag stellen? Ik kom even terug op de WFA-reserve. U zegt dat is bedoeld om tegenvallers op het gebied van de budgettering door het rijk op te kunnen vangen. Daarnaast wilt u ook met ESF aan de slag. Waar baseert u zich nu op dat u daar verantwoord middelen uit kan putten? De heer VAN HEKELEN, wethouder: Wij gaan kijken waar het tegenvallers betreft. Stel dat een bedrijf failliet gaat in Bergen op Zoom, dan krijg je te maken met een tegenvaller. We moeten dan kijken wat voor bedrag er nodig is om een tegenvaller op te vangen. Daarnaast kijken wij welk percentage we nodig hebben voor o.a. armoedebeleid. We zijn dat nu aan het bekijken en daar kom ik, als ik nu naar de planning kijk, in ieder geval in december of januari op terug als de nota WFA aan de orde komt. Daarin zal ook verwoord staan hoe wij komen tot die bedragen. Dan kom ik aan programma 14. Welzijn. Daarover is een aantal vragen gesteld die gericht zijn op de WMO. Collega Veraart zal die vragen beantwoorden. Van de SP heb ik begrepen dat zij vragen om een extra budget voor het verruimen van de openingstijden van bijvoorbeeld wijkgebouwen in de zomer. Dat ligt aan de vrijwilligers die de wijkgebouwen open willen houden. De mogelijkheid is er. In een aantal gevallen zijn de wijkgebouwen in de zomermaanden gewoon open op een paar weken vakantie na. De heer VAN DIJK: Ik heb gemeend dat in de zomermaanden de wijkgebouwen roulerend open zijn en dat het dan door Traverse wordt gedaan. Er is dan maar een deel van de stad waar mensen terecht kunnen. De heer VAN EEKELEN, wethouder: De wijkgebouwen worden beheerd door SVW en daar waar het gaat om Halsteren de Wittenhorst en de Lepelaar betreft het gemeentelijke gebouwen. Ik weet dat een aantal van de wijkgebouwen open is in de zomer. Daarnaast heeft de gemeente de zomerspelen zeg maar, een traject ingezet samen met o.a. Traverse om in wijken te komen tot het organiseren van spelen voor met name de kinderen op gezette tijden. Als de vrijwilligers open willen houden voor de jeugd dan is die mogelijkheid daar aanwezig. Ik ben blij dat mijn collega met betrekking tot programma 15, daar waar het gaat om de € 460.000,- een goede uitleg gegeven heeft. Hij heeft ook nog toegezegd dat er een aanvulling komt. De Partij van de Arbeid heeft gesproken over het ontbreken van het poppodium. Zoals bekend zal de doorontwikkeling van een poppodium nog wel enige tijd op zich laten wachten. Die problematiek speelt al zolang ik in de raad zit en dat is vanaf 1997. Waar wij nu op insteken is in ieder geval om te komen tot een pop factory, een popschool zeg maar. Daarmee is in ieder geval een begin gemaakt. De oplossing van de problematiek met betrekking tot het poppodium zal in ieder geval nog wel enige tijd op zich laten wachten. Wij steken nu in op het komen tot een soort popschool, zodat als het gaat om kleine evenementen op het gebied van de popmuziek mogelijkheden aanwezig zijn in Bergen op Zoom. Er ligt nog een vraag van de SP die gaat over ruimere budgetten voor kleine verenigingen met betrekking tot cultuur. De heer WITHAGEN: Bij wijze van interruptie. Over dat poppodium. We spreken over straks en over het zal wel langer op zich laten wachten. Wat is nu het uitzicht dat we hebben? We weten dat vanuit de jeugdcultuur sterk benadrukt wordt dat voor de pop uitvoerende cultuur in Bergen op Zoom geen goede voorziening meer aanwezig is. We zien dat bijvoorbeeld onder druk van de hotelaccommodatie ook een particulier zich teruggetrokken heeft uit het circuit van dat
25
soort concerten. Als je nu de jongeren in de ogen kijkt, 16, 17, 18 jaar, en zegt jullie kunnen er op rekenen dat er in 2008, januari 2009... De VOORZITTER: U vraagt heel concreet, om de interruptie wat kort te maken, wanneer kunnen we wat tegemoetzien. De heer VAN EEKELEN, wethouder: Als het gaat om een poppodium dan kan ik u echt geen datum en ook geen jaar noemen. Om toch voor de jeugd in ieder geval popmuziek aantrekkelijk te maken hebben we gezegd we steken in op een popfactory, dat is realistisch want een poppodium is momenteel niet realistisch. Op die manier denken wij dat we in ieder geval de jeugd in het kader van de popmuziek in kleine zalen een mogelijkheid geven om de popmuziek te kunnen presenteren. Het huidige poppodium dat nu de voorziening heeft blijft voorlopig in stand. De heer HARIJGENS: Dat betekent dat ik eigenlijk het college hoor zeggen dat het zich geen enkele moeite getroost om het poppodium door te ontwikkelen. De heer VAN EEKELEN, wethouder: Het college getroost zich best wel moeite, maar het college is ook realistisch en om nu te gaan zeggen, zoals we vanaf 1997 gezegd hebben tot en met 2006, er komt een poppodium en vervolgens komt het er niet. Ik ga u het niet toezeggen en kan u ook niet toezeggen, dat is niet realistisch, dat we er naar kijken. We steken nu in op een popfactory en dan is er misschien een mogelijkheid dat we op een later tijdstip komen tot de doorontwikkeling van een poppodium. Ik kan daar echt geen jaartal van 2008 of 2009 aan verbinden. De heer HARIJGENS: Ik wil de discussie hier niet verder voeren want ik heb niet de indruk dat ik daar een sluitend antwoord op krijg. Kan de volgende keer in de commissie het college dan aangeven waar dat 'we kijken ernaar' dan precies uit bestaat? De heer VAN EEKELEN, wethouder: Ik zeg u toe dat we daar in commissieverband op terug zullen komen. Ik zal u dan waarschijnlijk ook meer kunnen inlichten over de popfactory en mogelijk dat ik dan een adviseur meebreng die het nog nauwkeuriger kan toelichten. De heer WITHAGEN: Daar ben ik al blij om. Bent u er van op de hoogte dat uw college Veraart van de Jeugdraad juist een plan heeft gekregen dat alleen maar gaat over zulk soort zaken? De Jeugdraad heeft alleen maar verwoord dat zij zoiets wenst in deze stad. De VOORZITTER: De vraag is, is het het college bekend dat de Jeugdraad dat wil? De heer VAN EEKELEN, wethouder: Het antwoord is ja, dat is het college bekend. De heer VAN ES: Ik heb hier het beleidskader 2007/2010 voor me en op pagina 20 staat 6. detaillering van beleidspunten uit het collegeprogramma: invullen stelpost poppodium € 50.000,- en ombuigen poppodium tot popfactory. We hebben dat 6 weken geleden aangenomen. De heer WITHAGEN: Wij vragen nu wat er in de begroting staat. Juist onze democratische plicht is om te kijken of in de begroting datgene staat wat in het beleidskader is afgesproken. Daar zijn wij mee bezig. De heer VAN ES: Dat staat dus als PM-post in de begroting. De VOORZITTER: Ik stel voor om door te gaan, tenzij er over dit onderwerp nog behoefte is aan interrupties. Mevrouw VAN KEMENADE: Die behoefte is er. Misschien dat de wethouder zijn termijn ook nog even kan gebruiken om in ieder geval de WD-fractie uit te leggen, voor de helderheid van de discussie, wat nu precies het verschil is tussen een factory en een podium. De VOORZITTER: De wethouder heeft gezegd dat hij daar in de commissie uitgebreid op terug zal komen. Ik denk dat we het daarbij moeten houden, tenzij de wethouder dat nu in twee zinnen kan aangeven.
26
De heer VAN EEKELEN, wethouder: Dat kan ik in één zin, een popfactory is een popschool en een poppodium is een grootschalig evenement. Dan kom ik aan mijn laatste vragen. De SP heeft gevraagd om ruimere budgetten voor kleine verenigingen op cultuurgebied. Daarover hebben we juist met het culturele veld afgelopen periode gesproken en ik heb dat ook in het beleidskader al gezegd, dat we zullen komen tot een impuls voor de kleine verenigingen voor een bedrag van bij elkaar €50.000,-. Dat is afgenomen van de € 125.000,-. We hebben bij het technisch beraad daar uitvoerig bij stilgestaan. Wat dat betreft worden de verenigingen erin voorzien. Er is ook nog een motie aangenomen, ik dacht in december of januari, om de culturele verenigingen te indexeren. Ook dat wordt gerealiseerd. Dan een vraag van D66 om de lege, donkere etalages te benutten voor kunstuitingen. Het is inderdaad zo dat afgelopen zaterdag er een heel druk bezochte meeting geweest is van Kunstforum Nu waarbij ook een aantal raadsleden aanwezig was. Een van de ideeën afgelopen zaterdag was om eens te kijken of het niet mogelijk is de etalages die nu leeg staan te benutten om kunst naar voren te brengen. We hebben afgesproken, collega Linssen en ik, om op zeer korte termijn met het Kunstforum Nu wat de initiatiefnemer hierin is, te gaan praten. Wat ons betreft is de insteek positief. Wij zullen zeker denk ik met Kunstforum Nu tot goede resultaten kunnen komen. Mevrouw KAMMEIJER: Mag ik daar iets op aanvullen? Is het de bedoeling dat het Kunstforum Nu daar het initiatief in neemt of doet het college dat en willen we dit inderdaad ook volledig uitnutten in de decembermaand? Ik denk dat er dan toch ook enige spoed bij gewenst is. De heer VAN EEKELEN, wethouder: Wij zullen zeker spoed betrachten. Het Kunstforum Nu willen wij niet voor de voeten lopen. Zij zullen zich dus verder met de uitvoering bezighouden. Wij zullen als college trachten om de zaak te faciliteren en in goede banen te leiden. De heer VAN DER VELDEN: Het roept een vraag bij ons op. U zegt we staan er open voor om Kunstforum Nu daarin te laten participeren. Zij hebben dus ook de eindbevoegdheid over wat ze gaan plaatsen? De heer VAN EEKELEN, wethouder: Het is natuurlijk zo dat wij niet de censuur hebben over wat er voor kunst geuit wordt. Ik denk niet dat het aan het college is om daar censuur op uit te gaan oefenen. We laten dat toch liever over. We zullen daar met elkaar wel een keer kritisch naar kijken, maar we laten dat toch aan de kunstenaars over. Mevrouw KAMMEIJER: Ik ben blij met dit antwoord. De VOORZITTER: Kunst veroorzaakt discussie, dat merken we meteen hier in de raad. Velen zeggen dat is juist ook de bedoeling van kunst. Ik denk dat het antwoord van de wethouder helder is. De heer SIEBELINK, wethouder: Ik begin bij programma 3, Sociale voorzieningen in relatie tot het programma Onderwijs. Mevrouw Kammeijer van D66 heeft gevraagd om de medewerkers van de gemeente te trainen met het oog op het signaleren van laag geletterdheid en de communicatie richting de groep van laag geletterden, analfabeten te verbeteren. Met het oog op de invoering van de nieuwe wet inburgering zal in het kader van het opleiden van personeel hieraan nadrukkelijk aandacht worden besteed. Het is ook de bedoeling dat wij het informatiepunt onder gaan brengen bij sociale zaken. Taaiverrijking staat duidelijk op de agenda van het college. Ik wil in dat verband ook noemen dat we met name ook bij het primair onderwijs nu met het nieuwe onderwijsachterstandenbeleid ook gaan kijken naar de invoering van schakelklassen. Voor wat betreft de volwassenen speelt ook een heel duidelijk communicatietraject vanuit de provincie die leerbonnen heeft uitgegeven waarbij mensen voor € 250,- een cursus kunnen volgen om hun analfabetisme te verminderen. Ik heb begrepen van gedeputeerde Augustijn dat daar ook ontzettend veel belangstelling voor is. Wij zijn ook met ROC's in gesprek om ook die laagdrempeligheid voor wat betreft de alfabetisering te verbeteren. Mevrouw KAMMEIJER: Mag ik bij interruptie daar nog een korte aanvulling op geven? Ik begrijp heel goed wat uw antwoord inhoudt en met name ook binnen de wet inburgering, maar ik heb het ook heel specifiek over autochtone analfabeten. Vaak is het daar een taboe en om die reden vraag ik ook om trainen van baliemedewerkers om dat te herkennen. Mensen weten dat op allerlei slinkse manieren juist te verbergen. Er is wel een speciale stichting die daar ook een trainingsprogramma voor heeft zodat je dat tijdig kunt achterhalen. De heer SIEBELINK, wethouder: Wij nemen dat mee. Wellicht dat college Veraart daar ook nog iets over kan zeggen. Die leerbonnen zijn ook hiervoor bedoeld, waarbij ook ambassadeurs zich nadrukkelijk profileren, mensen die die oplei-
27
dingen hebben gevolgd en zich profileren als iemand die eerst slecht of laag geletterd was en nu een cursus hebben gevolgd en er trots op zijn dat gedaan te hebben en op zo'n manier ook een echt duidelijke voortrekkersrol vervullen en ook andere mensen proberen te inspireren om ook dergelijke opleidingen te gaan volgen in het kader van de schaamte voorbij. De VOORZITTER: Ik verzoek om enige stilte in de zaal. Het is wat rumoerig. Graag enige stilte zodat we elkaar allemaal goed kunnen verstaan, met name degene kunnen verstaan die aan het woord is. De heer SIEBELINK, wethouder: Ik ga naar programma 5, Onderwijs. De WD-fractie heeft vragen gesteld met betrekking tot het vertrek van het Kellebeekcollege. Het Kellebeekcollege heeft besloten om haar dienstverlenende opleidingen te concentreren in het kader van hun eerste strategisch beleidsplan en derhalve heeft een duidelijke concentratie van deze opleidingen plaatsgevonden, waarbij ze uit Bergen op Zoom zijn vertrokken. U spreekt ook over het feit dat de gemeente slecht zou meewerken aan het zoeken naar locaties voor het Zoomvlietcollege. In de beleving van dit college is hier van slechte medewerking geen sprake. We hebben nog niet zo gek lang geleden een gesprek gehad met de nieuwe Raad van Bestuur van het Zoomvlietcollege. We hebben daar een heel prettig gesprek mee gehad en binnenkort hebben we daar een vervolggesprek mee, waarbij we gaan kijken naar geschikte locaties. We zijn ook uiteraard in gesprek met het ROG over mogelijke komst van hbo-onderwijs of eventueel andere vormen van mbo-onderwijs. Wij hebben de indruk dat de sfeer tussen het ROG en het gemeentebestuur buitengewoon prettig is. De heer Van Pul van de politieke partij Wij heeft een vraag gesteld over de financieringsproblematiek in het kader van de egalisatiereserve van de onderwijshuisvesting. Ik wil in dat verband ook wijzen naar de beantwoording van de vraag van GBWP over dit onderwerp op blz. 14 van de beantwoording van de schriftelijke vragen. Het is zo dat we een steeds negatievere egalisatiereserve krijgen voor de onderwijshuisvesting. Wij zullen in de loop van het jaar 2007 hier een voorstel over doen aan de gemeenteraad. Dan ga ik naar de luchtkwaliteit. Door een aantal partijen zijn daar vragen over gesteld. Op dit moment zijn er geen knelpunten. Er is onderzoek gedaan in de hele gemeente Bergen op Zoom naar de luchtkwaliteit. Wij voldoen op dit moment aan de eisen die gesteld zijn. Telkens als er een nieuw project wordt opgestart zullen wij uiteraard weer moeten voldoen aan die eisen in dat verband. Bij de Augustapolder en het plan Bergse Haven is ook aangegeven dat fijnstof in dit verband niet belemmerend is. De wetgeving is, zoals u zelf ook uit de media regelmatig hebt vernomen, eigenlijk continue in beweging. We merken ook dat het kabinet er duidelijk naar kijkt, ook vanuit de Europese Unie. Wij volgen dit uiteraard nauwlettend. We hebben in ieder geval geld voor een plan van aanpak van luchtkwaliteit op dit moment. De vragen met betrekking tot het huishoudelijk afval wil ik voor een deel beantwoorden in reactie op het amendement van de groepering Leefbaarheid. Ik wil dat eigenlijk aan het eind van mijn betoog doen. Er is door het CDA ook gevraagd naar de relatie tussen rioolheffing en de uitvoeringsplannen en de termijnen. Zoals u weet komt er in 2007 een evaluatie van het gemeentelijk rioleringsplan en is het zo dat we in 2011 een kostendekkendheid moeten hebben bereikt in het kader van het gemeentelijke rioleringsplan zoals de raad dat in 2003 heeft voorgesteld met een hele planning voor de jaren daarop. De heer MUSTERS: Bij interruptie. Wij hebben geen beantwoording gevraagd. Wij hebben gevraagd binnen welke korte termijn dit op de agenda gezet kan worden zodat we over deze problematiek met elkaar kunnen spreken. Die oproep heb ik gedaan aan zowel raad als college. Dus college wat is mogelijk en raad stemt u daarmee in? De heer SIEBELINK, wethouder: Misschien dat ik een voorschot kan geven, mijnheer Musters, dat de evaluatie van volgend jaar daar wellicht een startpunt voor zou kunnen zijn. Vanuit onze kant gezien in ieder geval. Mevrouw Kammeijer heeft ook de vraag gesteld waarom wij in de gemeente nog steeds geen openbaar toilet hebben. Het college is op dit moment aan het werk aan een plan voor de herinrichting van het Joorenplein. Ik heb u in de commissie gemeld dat we daar ook gaan bekijken of we achteraf betaald parkeren in kunnen voeren. Wij zijn voornemens om daar ook een openbaar toilet te realiseren voor met name senioren en minder validen. Wellicht dat we ook nog gaan kijken naar een andere locatie. Maar de locatie Joorenplein is in ieder geval de locatie die het college in het vizier heeft. Er is door een aantal partijen gesproken over de kwaliteit van het water en het waterplan. Het huidige waterplan loopt tot 2007. Volgend jaar gaan we een watervisie opstellen waaraan we ook diverse uitvoeringsplannen willen gaan koppelen. Zoals u weet komt ook de kaderrichtlijn water steeds dichter bij ons. U weet dat in het kader van met name het rioleringsplan door het vorige college een behoorlijke inhaalslag gemaakt is om die up to date te maken. We zijn bezig met het opstarten van een platform water, zowel ambtelijk als bestuurlijk, en ook daar krijgt u van ons nader bericht
28
over. Begin februari 2007, dat hebben wij althans aan de griffie voorgesteld, om een presentatie te verzorgen met betrekking tot het waterbeleid. Ik denk dat het ook een goed punt is om ook daar een aantal plannen dat het college heeft aan u te presenteren en dat vervolgens te gebruiken om hierover met u verder in discussie te gaan. De heer WITHAGEN: Bij wijze van interruptie. Mag ik de wethouder ook mededelen dat de provincie ook volgend jaar met een waterhuishoudplan komt. Het zou prettig zijn een en ander op elkaar af te stemmen. De heer SIEBELINK, wethouder: Uiteraard en dat gebeurt ook. Mevrouw Kammeijer van D66 heeft ook gesproken over afvalbakken in de stad en handhaving met betrekking tot fietsen. Dat signaal hebben we ook al eerder gekregen. Het college neemt het ook heel serieus. Er is onlangs ook een duidelijke opruimactie geweest om de overlast van wildfietsen aan te pakken, maar daar moet je het niet alleen bij laten, want je moet er ook voor zorgen dat er voldoende mogelijkheden zijn om fietsen te stallen.Uiteraard zal ook bij het Joorenplein de bewaakte fietsenstalling gehandhaafd worden. Daarnaast zijn we aan het kijken op het Kloosterplein om daar een vrij grote fietsenparkeergelegenheid te realiseren. Die zal niet bewaakt zijn. We zijn wel aan het kijken om in het westelijk deel van het centrum een bewaakte fietsenstalling te realiseren. Het college is hier mee bezig. Binnenkort gaan we intern ook kijken naar een paar locaties. Het zit duidelijk in de pijplijn om ook daar te kijken naar een locatie voor een bewaakte fietsenstalling. Uiteraard is het zo dat we denk ik met zijn allen stimuleren dat mensen met de fiets naar de stad komen en dat we daar dus ook voldoende mogelijkheden voor moeten kunnen bieden. Op de afvalbakken kom ik zo dadelijk terug bij het amendement van de groepering Leefbaarheid. Dan kijk ik even of ik verder nog punten heb. Nee, dan wil ik met u komen bij het amendement van de groepering Leefbaarheid. Het amendement klinkt op zich sympathiek omdat er voorgesteld wordt om in ieder geval het tarief voor de afvalstoffenheffing niet te verhogen. Het college wil dit amendement echter toch ontraden en wel om een aantal overwegingen. Daarbij wil ik eigenlijk ook eerst ingaan op de overwegingen die aan het amendement ten grondslag liggen. Het is zo dat u als raad, regelmatig ook in de commissievergadering, aangeeft dat u zich zorgen maakt over het zwerfvuil en u ook aandacht vraag voor afvalbakken. Het college zou graag meer afvalbakken willen invoeren en zou ook bijvoorbeeld meer en intensiever zwerfvuil willen bestrijden. Daar hebben wij uiteraard geld voor nodig. Op het moment dat wij voor dat product dan niet meer geld krijgen, betekent het dat het ook een stuk lastiger wordt om deze belangrijke taken uit te voeren. Nogmaals, u hebt zelf regelmatig aangegeven dat zwerfvuil en dergelijke u toch een doorn in het oog is. Ook de bevolking geeft dat aan in verschillende peilingen. De heer HUIJGENS: Bij interruptie. Dat betekent dat vanaf heden zwerfafval huishoudelijk afval is? Dat betekent dat de burgers geacht worden dat zelf te veroorzaken? De heer SIEBELINK, wethouder: Het gaat om de wijze waarop een en ander betaald moet worden. De financiering tracht u voor een deel uit het amendement te halen. U spreekt over het feit dat de egalisatiereserve afvalstoffenheffing in het verleden altijd een negatief beeld heeft gehad en dat we nu richting een positief beeld gaan. Ik wil u er wel op wijzen dat conform het besluit bij begroting en verantwoording egalisatiereserves wel positief dienen te zijn. Dat betekent dat we er ook voor moeten zorgen dat die positief blijven. Als wij nu uw amendement zouden uitvoeren, dan zou dat betekenen dat wij het dividend van Saver a € 136.000,- zouden inzetten om het tarief niet te verhogen. We hebben 27400 huisaansluitingen en als we dat met die € 6,- verhoging die u wenst te schrappen dan komen we uit op een bedrag van € 164.400,-. Dat betekent dus dat we feitelijk met een tekort komen te zitten van € 28.000,- op dit product. Dat is naar de mening van het college ook in financieel opzicht niet wenselijk. De heer HUIJGENS: Dat betekent dus dat u op inkomsten van € 8,4 miljoen de pretentie hebt dat u dat geraamd hebt binnen een bedrag van € 25.000,- a € 28.000,- en dat die marge er niet in zit? De heer SIEBELINK, wethouder: Dat betekent wel dat we minder op het product kunnen inzetten. Dat betekent dus dat we minder geld aan dit product kunnen uitgeven ten bedrage van ± € 28.000,- Verder legt u de link met het rioolrecht. Wij vinden dat toch een beetje appels met peren vergelijken. U zegt dat het rioolrecht ten opzichte van landelijke cijfers extra stijgt. Het college bestrijdt dit. We hebben, dat is zojuist al gezegd, in 2003 het gemeentelijk rioleringsplan vastgesteld waarbij we hebben aangegeven dat we naar een kostendekkendheid van rioleringen streven in het jaar 2010. Andere gemeenten hanteren ook een heel andere systematiek. Bergen op Zoom loopt met deze systematiek duidelijk voorop. In andere gemeenten zit het rioolrecht voor een deel ook versleuteld in de woz-waarde en de onroerend zaak belasting. Je kunt dat niet zomaar één op één vergelijken met andere gemeenten. Het gaat eigenlijk ook om een ander product. Op grond van deze overwegingen en ook het feit dat we nog een aantal locaties moeten zoeken in de binnen-
stad voor ondergrondse containers waar we waarschijnlijk ook nog een aantal kabels en leidingen voor moeten gaan verleggen wat ook op dit product rust. Ik denk dat we daar ook geld voor nodig hebben. Op grond van deze overwegingen wil het college de gemeenteraad dit amendement ontraden. Mevrouw VERAART, wethouder: Er zijn vragen gesteld over de WMO, de parkeerkaart, volksgezondheid en ik kan nog een aanvullende opmerking maken over de laag geletterdheid. De WMO. In waarschuwende zin en misschien ook wel in licht dreigende zin zijn de woorden gebruikt vrijbrief, geen blanco cheque voor wat betreft de WFA-reserve. Het college heeft de intentie en ik herhaal dat, dat wij iedere euro voor wat betreft de WMO, ook andere zaken maar zeker voor wat betreft de WMO, zo doelmatig en doeltreffend willen uitgeven. Voeg daarbij dat we het cliëntvriendelijk willen doen en dat er een goed kostenoverzicht moet zijn dan zijn dat de ingrediënten voor de WMO-monitor die we aan het ontwikkelen zijn en die in januari klaar moet zijn, zodat wij met deze monitor WMO een goed inzicht hebben in hoe of wat we uitgeven, hoe het gaat. Het is ook met name bedoeld als instrument voor de raad om de vinger aan de pols te houden, want natuurlijk is het zo dat de financiële regie bij de raad ligt. Bovendien is het belangrijk van het begin af aan heel duidelijk te hebben hoe de ontwikkeling is ook naar Den Haag toe, om aan te tonen wat we doen en of we voldoende financiële armslag hebben en krijgen vanuit Den Haag. De vraag vanuit GBWP om bij het eerste kwartaal al met voorstellen tot beheersing van de kosten te komen lijkt het college daarom ook prematuur. De monitor is er, waardoor je al de vinger aan de pols kunt houden en het logische moment om te kijken of we op de goede weg zijn of dat er een bijstelling van beleid noodzakelijk lijkt ons meer op zijn plaats bij het 2e concernbericht. Zoals u weet is 2007 ook bedoeld om de beleidsnota WMO in te gaan richten, te kijken hoe we de locale inkleuring kunnen geven en op dat moment is in de tweede helft van het jaar het moment daar om te gaan kijken hoe gaat het nu, is er bijstelling nodig, is er een beslag nodig op die WFA-reserve of gaan we naar een ander regiem, bijvoorbeeld van de eigen bijdrage? Op dat moment heb je een beter zich op wat je gaat doen. Die monitor heb ik u al eerder toegezegd en dat is een belangrijk instrument om te kijken hoe of wat. De heer WITHAGEN: Bij wijze van interruptie. Een belangrijk facet van waar mevrouw Veraart nu over spreekt is dat er een Europese aanbesteding komt. Tante Louise, de stichting die in Bergen op Zoom op dit moment de huishoudelijke en een stuk van de medische zorg voor de doelgroep verzorgt, daarvan hebben we al een aantal artikelen in de courant mogen lezen en met name dat de kostprijs die men links en rechts per uur rekent in een wat moeilijke positie staat ten opzichte van andere plaatsen. U hebt nu nog de gelegenheid, omdat u nog niet in die aanbestedingsprocedure zit, om met die stichting daarover te gaan spreken. Het zou sneu zijn als wij werkgelegenheid in Bergen op Zoom moeten gaan aantasten. Mijn vraag aan u zou dus zijn om in deze periode reeds bestuurlijk te gaan spreken met Tante Louise, want als we dadelijk in de aanbestedingsprocedure zitten dan is het wettelijk niet meer gewenst dat er andere contacten zijn. Vandaar dat eigenlijk nu wat huiswerk gedaan zou moeten worden. Ik maak me nu al zorgen erover, namens de CDAfractie dat we straks huishoudelijke zorg krijgen van elders.... De VOORZITTER: Ik denk dat de vraag helder is. Het wordt anders een heel lange interruptie. Contact met de Stichting Tante Louise. Mevrouw VAN KEMENADE: Toch even bij interruptie als dat mag, ter aanvulling. Dit sluit natuurlijk exact aan op de vragen die de WD-fractie heel concreet gesteld heeft in de eerste termijn. Ik ga er eigenlijk van uit dat de wethouder daar nog antwoord op geeft. Mevrouw VERAART, wethouder: Dat is inderdaad zo. Ik wil het eigenlijk ook nog hebben over de aanbesteding. Ik kan dat meteen doen, want wat de heer Withagen vraagt is onmogelijk. Op dit moment zitten wij in een openbare aanbesteding, een Europese aanbesteding zelfs. Het is niet de eerste keer dat we hierover spreken. In augustus is de publicatie gedaan, we hebben een raadsmededeling naar de raad gestuurd waarin in grote lijnen staat hoe we gaan aanbesteden. In de extra commissievergadering van september is daar een nadere toelichting op gegeven. Natuurlijk ben ik bereid in welke commissie dan ook een nadere toelichting te geven, maar wel over de algemene kaders en niet op dit moment is het zo dat er aanbieders zijn. Op dit moment wordt er beoordeeld wie onze contractpartner gaat worden. Het is niet zo, dat wil ik nog eens nadrukkelijk verklaren, dat wij gaan voor de laagste prijs. Zoals al eerder toegelicht gaan wij voor de economisch beste aanbieding, een prijs-kwaliteitsverhouding van 40-60. De heer VAN DEN KIEBOOM: Als het college toch ter financiering van de zeg maar ongewisheid van de WMO eventueel een beroep wil doen op de WFA-reserve, die juist bedoeld is voor armoedebestrijding en ook inpassing in de arbeidsmarkt, zou het college dan nu juist op dit moment niet in de lijn van wat de heer Withagen zegt een beetje crea-
30
tief kunnen zijn om het bestek zodanig in te richten dat de werkgelegenheid niet alleen in kwantiteit maar ook in kwaliteit op een of andere manier toch beschermd wordt. Mevrouw VERAART, wethouder: Ik ben ontzettend verbaasd. Een Europese aanbesteding, we praten over een majeur bedrag met regels die wij moeten volgen en die we ook zullen volgen, wat is ingezet in augustus hebben we gewoon af te lopen. We doen dat ook. We hebben een bestek, een programma van eisen dat zeer redelijk is, dat uitgaat van de prijs-kwaliteit en nogmaals de maximumprijs die wij gezet hebben is, als je kijkt in de regio, heel redelijk. Daar kan zeker kwaliteit voor geleverd worden. Dat er een aantal aanbieders wat onrustig wordt en er onzekerheid is dat begrijp ik. Ik wil u echter als raad vragen om nadrukkelijk naar het programma van eisen te kijken. Het is een openbaar stuk. We hebben het ook besproken. Het is zo dat, gezien hetgeen we vragen en wat er tegenover staat, kwalitatief een heel goed product geleverd kan worden. Mevrouw VAN KEMENADE: Bij interruptie, als ik een aanvullende vraag mag stellen. Ik begrijp exact wat de wethouder zegt over de Europese aanbesteding en dat het college nu ook niet meer in de positie is om daar op enigerlei wijze iets aan te veranderen, maar er zat nog een vraag bij in mijn eerste termijn. Heel concreet stel ik u de vraag, bent u dan wel bereid om op voorhand, in het verlengde van deze discussie, met lokale leveranciers en dan denk ik met name aan Stichting Tante Louise al te praten over werkgelegenheidsgaranties en dat u dat niet gaat doen op het moment dat het misgaat voor een lokale leverancier. Bent u op voorhand al bereid om te praten? Mevrouw VERAART, wethouder: Niet op voorhand en ook niet daarna. Het is een werkgeversverantwoordelijkheid van de zorgaanbieder en niet van de gemeente. De heer VAN ES: Mijn haren gaan hier nu toch een beetje van overeind. Wij zijn nu bezig als raad, tenminste sommige fracties in de raad heb ik het idee, om ons college te gaan laten manipuleren. Ik maak daar ernstig bezwaar tegen. Het kan niet zo zijn dat wij met een Europese aanbesteding gaan sjoemelen en het kan niet zo zijn dat we vooruitlopend op een bepaalde uitslag alvast maar met een bedrijf gaan onderhandelen over personeelsbestanden en noem maar op. Absoluut onmogelijk. De heer VAN DER WEGEN: Steun voor die bijdrage. Ik had in mijn tweede termijn ook de WD willen bevragen, want dit is echt voor mij een opmerkelijk en uiterst vreemde hoek waaruit die wind nu komt te waaien. Als we het over marktwerking in de zorg hebben dan hadden wij nu juist daar onze vrees en onze zorg over. Het verbaast met echt dat de WD hier nu mee moet komen. Ik snap er helemaal niets meer van. Maar goed de zorg delen wij al lang en dan gaat het inderdaad om kwaliteit versus de prijs en daarbij is niet alleen de prijs leidend maar vooral wat ons betreft de kwaliteit en het voorzieningenniveau. Ik ondersteun de woorden van de heer Van Es nogmaals. De heer VAN DER KALLEN: Ook ik begrijp het niet. Juist bij een aanbesteding op Europees niveau met moeilijke criteria als een prijs-kwaliteit verhouding is het heel gevaarlijk om dit soort discussies te voeren, want je geeft in feite al de mogelijke verliezers de munitie in handen om straks procedures te voeren die heel veel geld kosten en die vermoedelijk niets opleveren. Ik vraag mijn collega's toch echt om hierin enige verantwoordelijkheid te tonen en het college gewoon haar werk te laten doen dat strikt juridisch is voorgeschreven nadat je het bestek hebt gepubliceerd. Mevrouw VERAART, wethouder: Ik onderschrijf de woorden van onder andere de heer Van der Kallen. Een broedende kip moetje niet storen. U zult hier dus verder in algemene zin wel iets over horen maar niet inhoudelijk hoe het nu gaat. 1 december zal de officiële gunning worden gedaan en dan zult u meer horen over wie onze contracten worden. De burgerparticipatie heeft na de invoering van de WMO op 1 januari al een prominente plaats gehad en het is de bedoeling dat hij na 1 januari ook die prominente plaats blijft houden. Daarover verschillen het college en onder andere GBWP niet van mening. Of het uiteindelijk moet gaan resulteren in een WMO-raad dat zal de discussie over hoe burgerparticipatie vorm te geven, dat is niet alleen de formele beleidsadvisering maar ook hoe betrek je burgers bij verschillende onderwerpen en prestatievelden van de WMO, moeten leren. Op dit moment is het zo dat we als college bezig zijn met een opdrachtbeschrijving om te komen tot een nota burgerparticipatie. Dit komt morgen in het college en daarna zult u daarover bericht krijgen, ook via een raadsmededeling waarin ook een soort tussenrapportage wordt gegeven van de verschillende stappen die we na 1 januari gaan zetten voor wat betreft de WMO. We zullen zeker met u als raad komen te spreken maar ook met de burgers over hoe we het beste burgerparticipatie kunnen vormgeven in zowel formele zin als wat betreft het betrekken van burgers bij verschillende onderwerpen. U wordt dus op uw wenken bediend.
31
De SP heeft vragen gesteld over de eigen bijdrage en de WMO. Het concept WMO-besluit heeft het college vastgesteld, dat is eigenlijk een verdere uitvoering van de WMO-verordening. Aan uw uitdrukkelijke vraag om die ter bespreking aan te bieden in de raad geeft het college gehoor en u krijgt ook binnenkort dat concept WMO-besluit onder ogen. Ook de adviesraden krijgen het ter bespreking. Dit zodat het college met de opmerkingen die gemaakt worden uiteindelijk in december het WMO-besluit definitief zal vaststellen. We hebben voor wat betreft de huishoudelijke verzorging dat wat in de algemene maatregel van bestuur staat overgenomen. Dat wil zeggen dat er inderdaad een eigen bijdrage wordt gevraagd voor huishoudelijke verzorging, inkomensafhankelijk. Verder hebben wij als het ware het WVG-deel omgeklapt in het WMO-besluit, wat wil zeggen dat voor vroegere WVG-middelen, dat worden dan WMO-middelen, geen eigen bijdrage wordt gevraagd zoals ook nu het geval is. Er is wel sprake van een eigen aandeel en dat is ook inkomensafhankelijk. U kunt dat op uw gemak nalezen in dat concept WMO-besluit en een andere toelichting daarop krijgen in een extra commissievergadering op 13 november over de WMO. Dan de invalidenparkeerkaart. Inderdaad is de strekking van het amendement dat raadsbreed is aangenomen dat een kostenbesparing gehaald zou kunnen worden door het anders te organiseren, om eens kritisch te bekijken of de manier waarop we het nu doen niet wat efficiënter kan. Dit bijvoorbeeld door het onder te brengen bij het WMO-loket, koppeling van de gegevens. Het college is niet zo optimistisch als de raad dat dit een besparing van € 40.000,- zou kunnen opleveren, want hoe dan ook zal er een medische indicering nodig zijn. Zomaar indicering op één hoop gooien in het kader van de AWBZ WMO, WWB WMO dat is allemaal niet hetzelfde. Bovendien hebben wij over de AWBZ niets te vertellen, dus je kunt daar zomaar niet tot een bundeling van indiceringen komen. Medische check in het kader van de Wet Werk en Bijstand is heel wat anders dan een medische indicering voor een parkeerkaart. Dus hoe dan ook zullen er wel kosten blijven. Wij zullen met een voorstel naar de raad komen hoe het efficiënter en klantvriendelijker in te richten. Resteert er dan nog een bedrag dat we niet halen tot die € 40.000,- dan zal er ook een dekkingsvoorstel bij zijn hoe we toch die besparing van € 40.000,- kunnen invullen. Een aanvullende opmerking over de laag geletterdheid. De vraag van D66 was, college bent u bereid dat op de agenda te zetten. Ja, daar zijn wij ten volle toe bereid. Het staat zelfs al op de agenda. We zijn bezig ernaar te kijken bij de agenda van het college, maar we komen daarmee naar de raad, niet alleen in het kader van de Wet Inburgering maar wel bij de verdere uitwerking daarvan om te komen de mogelijkheid van een bundeling van het cursusaanbod voor wat betreft de basale taalverwerving maar ook taaiverrijking. Dit dus in het kader van de inburgering maar ook reïntegratie of maatschappelijke participatie. Die voorstellen komen er aan. De SP heeft nog wat vragen gesteld over volksgezondheid, met name om een onderzoek te starten naar de sociale gezondheidsverschillen van burgers. Ik denk dat het naar aanleiding is van de extra commissievergadering van afgelopen donderdag waarin we al een voorproefje kregen van de onderzoeken van de GGD naar het lokaal gezondheidsprofiel van de Bergse bevolking. Ik zou u willen vragen om het nog even op te zouten. Het was een voorproefje daarvan. De GGD is bezig om alles te koppelen en daar ook een analyse op los te laten, zodat wij samen met de uitkomsten van dat lokaal gezondheidsprofiel maar ook met de toegezegde evaluatie van de nota Gezondheidsbeleid van 2004, met de uitkomst ook van Samen is Wijs, een onderzoek naar de gezondheidssituatie van ouderen, kunnen komen tot een invulling van een nieuwe nota Lokaal Gezondheidsbeleid. Het zal één van de mogelijkheden zijn om nader onderzoek dan nog te doen als het nodig is naar bijvoorbeeld de sociaal-economische gezondheidsverschillen en waar hem dat precies in zit. Het kan ook zijn dat u andere prioriteiten legt. Het komt er dus zeker aan. Het procedurevoorstel heeft u gekregen afgelopen donderdag, het is ook naar de raad gestuurd, om te komen tot die nieuwe nota Lokaal Gezondheidsbeleid met daarin nieuwe accenten, maar die bepaalt u als raad. Ik heb gemerkt dat er een bezorgdheid is bij de SP voor de ouderen, met name als het ontzettend warm is en een pleidooi om als gemeente te zorgen voor een koel plekje als het voor hen te warm wordt. In eerste instantie denk ik dat het de verantwoordelijkheid is van de ouderen om zelf ervoor te zorgen dat ze voldoende koelte hebben of voor zorginstellingen als zij daar verblijven. Wellicht dat het zin zou hebben in samenwerking met de GGD om in voorlichtende zin te zeggen hoe adequaat op te treden bij extreme omstandigheden. Dat is maar een idee en ik stel voor om dat idee voorlopig in de koelkast te zetten. De VOORZITTER: Dit was de termijn van het college in beantwoording van de raad. Ik kijk even naar de fracties om te zien of er behoefte is aan een schorsing voordat we de tweede termijn ingaan. Is die behoefte er niet? Dan gaan we gewoon door. Ik zou dan willen voorstellen dezelfde volgorde van sprekers aan te houden. Ik heb het net niet gezegd, het zal een overbodige opmerking zijn, maar u heeft in de beraadslagingen uiteraard ook gemeentelijke fiscale heffingen meegenomen naast de begroting. Het bleek al uit een enkel amendement van met name de groepering Leefbaarheid dat u dat wel zo begrepen had.
32
De heer VAN ES: Dank u voor de een uur en driekwartier durende termijn van het college. Het moet me toch van het hart dat de raadsfracties zich wat beter aan het regiem houden dan de leden van het college. Daar wilde ik dan eventjes mee beginnen. Het zal nog een beetje wennen zijn, denk ik. Voorzitter, Lijst Linssen is verheugd met uw beantwoording als het gaat over de toezegging om met de politie op te nemen de overlast van het 's avonds parkeren. We hebben van ons restaurantje hier naartoe het vanavond zelf weer aan den lijve kunnen ondervinden. Het is echt een probleem dat fors aangepakt dient te worden. Als ik verder kijk naar de beantwoording dan denk ik dat, om met het laatste te beginnen, de invalidenparkeerkaart en ik kijk dan ook even naar mijn collega's van GBWP, wij met de uitleg van de portefeuillehouder best uit de voeten kunnen. Dat geldt ook als het zaken betreft zoals de brandweer waar u ook toegezegd heeft binnenkort met een overzicht te komen. Wat ons betreft kan dat niet vlug genoeg zijn. Dan zijn er in de loop van de betogen natuurlijk toch ook wat opmerkingen gemaakt vanuit andere fracties. Ik kijk dan bijvoorbeeld even naar de opmerking die ons uit het hart gegrepen was van de WD over de verlichting van de binnenstad. Lijst Linssen is het volledig met de WD eens dat het hier een ondernemersaangelegenheid betreft en het college heeft dat overigens nog eens duidelijk onderstreept. Uw oproep om te kijken of eventueel burgers ook mee zouden kunnen doen daar kan ik eigenlijk alleen maar van zeggen dat ik zelf en mijn gezin al jarenlang heel de Buitenvest van verlichting voorzie. Ik zie niet in waarom dat bijvoorbeeld in de binnenstad niet kan. Ik kan nog een heel lang betoog gaan houden, maar ik denk dat de meeste fracties op hun eigen punten even terugkomen. Ik wilde dan toch gewoon gaan naar de amendementen en moties zoals die er zijn. In ons gesprek over de amendementen en moties tijdens onze schorsing hadden wij bij de WD inderdaad ai het woordje amendement doorgestreept en daar motie weggeschreven. Ook wij hadden als Lijst Linssen problemen met een rechtmatigheidsfactor en wij hadden bijvoorbeeld bij de overwegingen, het laatste bulletje, staan hoe denken wij te komen naar een gedifferentieerd tarief. Moet je dan gaan kijken naar bijvoorbeeld de omzet van een coffeeshop? Ik heb het idee dat ze daar niet zo graag mee te koop lopen. Vierkante meters vloeroppervlak? Als ze daar de huizen bijtellen die ze eigenlijk niet mogen bezitten dan klopt dat rekensommetje ook niet meer. Daar vond Lijst Linssen toch gauw al wat redenen waarom wij zeggen zo'n amendement kunnen wij, hoe sympathiek ook, niet steunen. Wat betreft het amendement van de groepering Leefbaarheid en dat hebben we het over de huishoudelijk afval tarieven daarvan moeten wij toch ook constateren dat waar de heer Huijgens denk ik geprobeerd heeft een amendement te schrijven ook hier het woordje motie beter geweest was. Het had denk ik ook te maken met toch proberen om die burger iets terug te geven van de kosten van het rioolrecht. Dat is nu net waarvan we met elkaar afgesproken hebben dat we dat niet zouden doen. Wij zouden die kosten door gaan belasten tot 2010 tot een bepaald bedrag en we gaan nu niet via een andere heffing, dus de huishoudelijk afval heffing, toch weer proberen een stukje terug te geven. Wij vinden dat als je over ontschotting praat dit een verkeerd voorbeeld van ontschotting zou zijn. Lijst Linssen kan zich in dit amendement absoluut niet vinden, gaat daar niet in mee. Dan de motie zoals die is opgesteld door de Partij van de Arbeid en mede ondertekend door Lijst Linssen. Ik neem aan dat onze coalitiepartners geen problemen hebben met de toezegging zoals die door de portefeuillehouder is gedaan dat we voor 2007 dit bedrag hard wegzetten en dat we de rest van de discussie voeren rondom de nota communicatiebeleid. Ik hoor dat dadelijk wel van de woordvoerder van de Partij van de Arbeid. Dan de motie van de WD die vraagt om starten van een onderzoek. Ik denk dat het onderzoeken van iets nooit kwaad kan. Lijst Linssen zal wat dat betreft daar altijd in meegaan. Ik denk ook wel dat het zinvol is en, ik kijk even mevrouw Van Kemenade aan, dat de tijdslimiet wat opgetrokken wordt naar 1 juni. Als dat zo is dan kunnen wij deze motie van harte ondersteunen. Het amendement met betrekking tot de fiscale heffingen is gekoppeld aan het amendement zoals dat gaat over de meerjarenbegroting, dus ook dat amendement zal Lijst Linssen niet ondersteunen. Dat brengt ons bij onze laatste jaarlijkse boodschap met betrekking tot de fiscale heffingen. Lijst Linssen zal voor de fiscale heffingen stemmen met uitzondering van het onderdeel hondenbelasting, al was het alleen maar om de heer Bolsius nog een keer een plezier te doen. De heer VAN DER WEGEN: Ik wil beginnen met oprechte excuses en dat betreft dan het aanbieden van de motie die door een aantal partijen is ondertekend. Ik richt mij in eerste instantie tot de WD, want daar ben ik niet gekomen. Ik ben bij het CDA geweest maar daar waren nog niet zoveel leden aanwezig om te bespreken en toen ben ik opgehouden. Mijn excuses daarvoor. Ik beloof beterschap. Ik had gewoon bij iedereen langs kunnen komen en daarna had de motie vermenigvuldigd kunnen worden. Dat brengt mij op de motie zelf. Wethouder Linssen heeft daar een zekere interpretatie, een lezing aan gegeven. In principe leggen wij ons de beperking voor de komende jaren al voor een deel op omdat we ook in de overwegingen inderdaad voor de komende jaren het al dan niet registreren van de evenementen en uitzenden koppelen aan de nota Lokaal Mediabeleid. In die zin heeft u gelijk.
33
De heer MUSTERS: Interruptie. Er wordt nu gesuggereerd dat voor 2007 die € 25000,- toch weggezet wordt in afwachting van de nota. Dat heb ik absoluut uit de woorden van de portefeuillehouder niet begrepen. Ik denk dat het een goede zaak is om deze motie gewoon te handhaven. De heer VAN DER WEGEN: Ik wilde er mijn lezing aan geven en als het college daar mee in kan stemmen dan betekent dat in feite dat de motie gehandhaafd kan blijven. Als het college bij monde van wethouder Linssen de strekking van de motie ondersteund en dat deed hij, dan betekent dat in feite dat de toekomstige nota Mediabeleid daar ook inhoud aan moet geven. De nota die we nog met elkaar gaan afspreken zal ook op dit punt inhoud moeten geven. Dus ook binnen het nieuw vast te stellen beleid verwachten wij dat de bedoelde tv-registraties mogelijk zijn. In die zin, zeggen wij, handhaven we de motie. De heer MUSTERS: Ook in de tussenliggende periode tot die nota verschijnt? De heer VAN DER WEGEN: Jazeker, want dat was eigenlijk de urgentie van de motie op dit moment om in ieder geval voor de komende periode, zolang die nota niet bestaat en er dus helemaal geen zekerheid is, die zekerheid nu wel met elkaar af te spreken. Verder maken we afspraken binnen die nota Mediabeleid wanneer die dan ook komt. Als u mijn uitleg accepteert en ik die van u dan handhaven we de motie gewoon en mag u hem overnemen. Dan hadden wij toch vele kritische bemerkingen bij het bedrag gemoeid met het overhevelen van de sector Cultuur, Toerisme en Evenementen naar ROB, de € 460.000,-. Wij zijn tevreden met de uitleg in die zin dat het saldo inderdaad nul is, maar we zijn ontevreden over de manier waarop u dat op dit moment aantoont en de uitleg die ons eerder schriftelijk is verstrekt. We vinden dat ondermaats. Ik begrijp best dat op ROB voor 11 programma's het fysiek moeilijk is het antwoord klaar te hebben, maar er had toch in die mededeling van 3 november veel meer klip en klaar kunnen staan dat het saldo gewoon nul is en dat het een begrotingstechnisch verhaal is en er geen extra kosten zijn in de uitzetting op het programma Cultuur als gevolg van de overheveling van de sector Cultuur. Wel uitzetting op andere onderdelen, dat klopt, want het hele programma zet met € 720.000,- ongeveer uit maar dat heeft andere oorzaken. Het had wat ons betreft nog veel duidelijker gekund. Wij hebben bij 3 PM-posten gevraagd om prioritering. De brandweer. Wij zijn tevreden met het antwoord van het college daarop. We hebben wel de nodige bedenkingen, maar goed dat u dat integraal wilt oppakken. Dat u ook discussies niet uit de weg gaat als het gaat om de zogenaamde unielocatie. Het is mij niet helemaal duidelijk, u heeft dat niet beantwoord, maar ik ga er maar van uit dat als we het over de huisvesting van de huidige brandweer Bergen op Zoom hebben dat we dan eventuele invulling voor dat terrein, mocht er een andere locatie uitrollen, bezien in het grotere verband visie Westersingel etc. Verder tevreden met het antwoord. Poppodium. Dat geldt niet voor de pm-post poppodium ombouwen naar pop-factory. Wij zijn niet geheel tevreden met de inzet van het college op dit terrein tot op dit moment. Wij willen toch meer inhoud geven aan behalve de pop-factory een fysiek toch echt poppodium. Tot slot nog de PM-post water. Daarvan heeft wethouder Siebelink beloofd met een watervisie 2007 te komen waarin kaderrichtlijn water, platform water etc. en met een presentatie in februari. Daarover zijn wij ook tevreden. Het betoog met betrekking tot de invalidenparkeerkaart steunen wij nog steeds. Wij zijn benieuwd naar het voorstel van het college en hopen toch een grote mate van dekking te kunnen vinden in efficiency of een andere manier van indicatiestelling. Richting het CDA. Als het gaat om opmerkingen rondom de onderwijshuisvestingsreserve delen wij die zorg en wij beluisteren daarin eigenlijk ook grote steun en meer aandacht voor de brede school. Wij denken dat op die manier je middelen nog effectiever inzet als je meer functies toewijst aan onderwijsgebouwen. Het CDA had nog een opmerking over het communicatieplan. Zolang het er niet is of er dan toch wel afspraken binnen het college zijn over hoe er gecommuniceerd wordt. Wij gaan er van uit dat dat gebeurt. De WD. Wij hebben het gehad over marktwerking binnen de zorg en onze zorgen daarover. Steun voor de stevige aanpak van de Vischmarkt. Ook vertrouwen in het college dat het heeft over een integrale aanpak daar. Sympathie voor het verhaal over het startersfonds en steun voor het onderzoek daarnaar. Dan het amendement. Ik kom dan inderdaad bij dezelfde afwegingen die ook eerder door het college zijn gemaakt dat de rechtmatigheid hier toch wel in het geding is. Er worden termen gebruikt als onmogelijk en niet uitvoerbaar en het gelijkheidsbeginsel. Dat weegt bij ons zo zwaar door dat we dat amendement niet kunnen steunen. Dit gaat over toeristenbelasting, dat zal duidelijk zijn. Mevrouw VAN KEMENADE: Bij interruptie. Ik kan het ook zo dadelijk in mijn tweede termijn zeggen, maar ik heb nu een aantal malen het woord gelijkheidsbeginsel gehoord, maar dat is natuurlijk evenzeer van toepassing op het product
34
toerisme. Dat is ook een bedrijfstak die op dit moment onevenredig zwaar belast wordt met belasting op haar product, namelijk het product overnachting. Als u het gelijkheidsbeginsel aanhaalt dan is dat nu ook al van toepassing en daar willen we nu juist van af. De heer VAN DER WEGEN: Maar nogmaals, u had ons misschien best kunnen vinden in schrappen van de toeristenbelasting, uw eerste bullet van het besluit, en die € 18.000,- daar komen we dan waarschijnlijk ook wel overheen als we ook nog eens naar de kosten kijken. Alleen de tweede bullet maakt het echt onmogelijk om dit te steunen. Dat was eigenlijk mijn verhaal. Mevrouw VAN KEMENADE: Ik zal daar dadelijk in mijn termijn nog wel even op terugkomen. De heer VAN DER WEGEN: Dan steun voor het idee van de kunst in de leegstaande etalages van D66. Het college gaat in overleg met Kunstforum Nu, een van de initiatiefnemers. Wat ons betreft steun daarvoor. Sympathie voor de ideeën over de reclamekiosk en de billboards. Wij zijn benieuwd wat voor initiatieven dat nog vanuit het college oplevert. Ook de politieke partij Wij willen wij steunen in hun opmerking over de terminal. We hebben ook vertrouwen in de beantwoording van het college als het gaat over de onverminderde inzet voor een snelle realisatie om zowel tot een binnen- als eventueel een buitenterminal te komen. Dan nog een reactie op het amendement van Leefbaarheid. Wij denken als het om het principe van indexering gaat dat dat verantwoord is. Alle kosten stijgen ook met een bepaalde component, 2% hebben we afgesproken met elkaar. Dat past ook om te blijven bij 100% kostendekkendheid voor het programma afvalinzameling. In die zin geen steun om niet te indexeren op afvalinzameling. Bovendien is ook niet geheel duidelijk, ik hoor wel bedragen, wat nu precies de impact daarvan is. De beantwoording van het college vonden wij ook duidelijk genoeg, met name het besluit begroting en verantwoording waarbij egalisatiereserves tegenwoordig niet meer negatief mogen lopen. Dat is dus geen spaarpotje, maar je moet nu eenmaal een egalisatiereserve ook positief laten lopen. Je mag niet meer door de jaren heen en op enig moment negatief lopen. Dat is nu eenmaal zo. Die argumenten hebben ons overtuigd om geen steun te verlenen aan dat amendement. De heer VAN DER VELDEN: Allereerst dank voor de beantwoording van de verschillende vragen. Toch wil ik een aantal punten namens GBWP nog aanhalen waarin ik zeg wellicht verschillen we toch iet of wat van mening. Bijvoorbeeld waar we praten over de invalidenparkeerkaart, waar de wethouder aangeeft dat zij betwijfelt dat de uitvoeringskosten lager kunnen zijn, dus wij op het eind minder financiële middelen nodig hebben dan aangegeven in het voorstel. Zij heeft aangegeven dat ze er op terugkomen, zij is er hard mee bezig. Dat sterkt ons in ieder geval in de gedachte dat zij er alles aan gaat doen om die kosten zo laag mogelijk te krijgen. Wij verschillen er wel over van mening en wij denken toch dat we daar een inhaalslag in kunnen creëren.Laat dat de uitdaging zijn en laten we dan ook even afwachten waar de wethouder op een later moment mee naar ons toe gaat komen. Het tweede punt was het kunstforum. Ik moet toegeven dat ik bij de opmerking in eerste termijn wellicht wat lachers op mijn hand kreeg. Ik zal een voorbeeld daarover geven om dan toch inhoudelijk er wat op te zeggen. Ik vond dat niet gepast in eerste termijn maar daar wil ik nu even mee komen. Op het moment dat wij kunst, in wat voor vorm dan ook, in verschillende etalages gaan weghangen, waar GBWP overigens niet tegen is, laat dat ook duidelijk zijn, willen we aangeven dat je uit moet kijken wat je hier gaat plaatsen. Als we daar helemaal geen feeling mee hebben of als we geen kader hebben wat wel en wat niet mag, kunst is breed in dit geval, dan kan dat ook een andere schaduw opwerpen. Ik zal daar een voorbeeld bij geven. Mevrouw KAMMEIJER: Bij interruptie. Ik wil toch van u weten wie volgens u welke feeling erbij moet hebben. Voor wie spreekt u? De heer VAN DER VELDEN: Ik spreek namens GBWP en ik zal de voorbeelden even afmaken, misschien dat u dan ook voeling krijgt met mijn ideeën die ik met iedereen probeer te delen. Wij zagen enige tijd geleden dat bij het voormalig ABG de heer Pelgrim aangaf dat kunstwerken die daar gehangen werden bepaalde gevoelens bij mensen op konden roepen, waardoor het eigenlijk achteraf gezien toch niet zo goed was om die daar te hangen. Je kunt je voorstellen dat een kunstwerk iets kan oproepen. Een kunstwerk is ook bedoeld om iets op te roepen, maar denk er goed bij na dat het ook een andere kant heeft. Een twee- of drietal jaar geleden heeft in Stationszicht de heer Mulder een aantal dingen weggehangen die ook een heleboel gevoelens opriepen bij mensen De heer VAN DER KALLEN: Het is 2006 hoor.
35
De heer VAN DER VELDEN: Ik wil alleen maar aangeven dat er ook een andere kant is. Wij doen hier allemaal wat lacherig en alles mag geplaatst worden. Let hier dus mee op. Verder kunnen wij daar definitief natuurlijk niets aan doen, maar ik wilde het wel even belicht hebben. De heer SLIJPEN: Bij interruptie. Mag ik de fractievoorzitter van GBWP erop wijzen dat het meer dan 40 jaar geleden is dat de politiek zich bemoeide met kunst. Laten we die geschiedenis hier in Bergen op Zoom niet herhalen. De heer VAN DER VELDEN: Ik weet niet of ik goed gehoord heb wat er achter mij gezegd wordt, maar volgens mij luistert men toch niet helemaal naar hetgeen ik probeer te zeggen. Ik zeg in alle openheid en ik zeg het nog eens duidelijk; GBWP is niet tegen kunst in wat voor vorm of hoedanigheid dan ook, maar ik wil alleen maar aangeven en daarom snep ik de commotie achter mij niet, dat er ook een keerzijde van de medaille is. Ik ga verder. Ik ga verder naar de beantwoording van de schriftelijke toezegging van de wethouder over de € 460.000,met betrekking tot de sector Cultuur en ROB. Wij danken de wethouder ervoor dat hij inhoudelijk hier toch gevolg aan wil geven en wij zien graag die methodiek terug op papier, cijfermatig onderbouwd. Ik ga nu naar de beantwoording van de amendementen en moties en als laatste zal ik nog even terugkomen op de legesvoorstellen die er voor ons liggen, want ik neem aan dat die nu intergraal behandeld worden. Als we kijken naar de amendementen, ik moest ze er even bijpakken, dan willen wij bij amendement 1 toeristenbelasting ook aangeven richting de WD dat als zij met bulletje 1 naar ons toegekomen waren om daarover te praten ze ons best als partner daarin kunnen vinden. Wat er onder zit daar hebben we wel een probleem mee en dan kom je weer bij dezelfde methodiek als mijn voorgangers gezegd hebben. Wij zullen dit amendement dus niet steunen. Het amendement van Leefbaarheid zullen wij ook niet steunen omdat we met de indexering zoals afgesproken is in het verleden wij een indexering handhaven van maximaal de inflatiecorrectie en dat is die 2 %. Met deze methodiek is totaal niets mis, dus naar onze mening is dit amendement overbodig. De motie over de uitbreiding van € 8000,- voor de tv-registratie. Wij gaan met de wethouder mee die aangeeft verander het laatste stukje van de motie en zeg alleen 2007 want er komt een heel programma over terug qua mediabeleid. Graag nog even een extra toelichting van de wethouder. De motie over de rapportenstaat van Bergen op Zoom en het sociaal-economisch profiel. De wethouder heeft daar in onze optiek goed op geantwoord. Hij heeft aangegeven dat hij daar best gevoel voor heeft, maar vraagt daar iets later in het volgend jaar mee te komen. Mocht deze aanpassing gebeuren dan zult u ook GBWP bereid vinden om daarmee in te stemmen. Als laatste het amendement van Leefbaarheid. Ik heb al eerder aangegeven waarom wij het daar niet mee eens zijn. Wij zullen dit dus ook niet steunen. We hebben nog een motie binnengekregen van de SP op het allerlaatst. De VOORZITTER: Die motie maakt nog geen onderdeel uit van de beraadslagingen want die is nog niet ingediend. De heer VAN DER VELDEN: Dan komen wij daar later op terug. Ik zal dan nog even naar de verordening gaan. Wij kunnen instemmen met de gemeentelijke fiscale heffingen 2007 met de volgende opmerking. Wellicht kan voor het volgend jaar meegenomen worden wanneer we over prijzen praten en we zien verschillende prijzen die moeten gaan gelden, of het nu een groot bezwaar zou zijn om de prijzen van 2006 daarnaast te vermelden. Dan kan je in één oogopslag zien wat was het en wat wordt het. Ik denk dat dit voor de toekomst realiseerbaar moet zijn. Ik hoor daar graag een antwoord op. De heer MUSTERS: Ik begin met wat reacties te geven op opmerkingen van andere fracties. Allereerst naar de heer Van Es van Lijst Linssen. Wij zijn bijzonder blij met zijn opmerking waar hij mee startte namelijk de begroting ligt er nu zoals die er ligt maar wij moeten in ieder geval in de toekomst met de nodige reserve met de reserves omgaan. Dat is in ieder geval iets dat ons bijzonder goed in de oren klinkt. De opmerking van hem over het parkeren op de Vischmarkt, overigens ook een opmerking van de WD, is ons uit het hart gegrepen en we zijn het daar ook van harte mee eens. De heer Van der Wegen van de Partij van de Arbeid kwam terug op de pm-posten en dan met name de pm-post van de brandweer en de gevolgen voor de begroting. Wij hebben bij de beleidskaderbespreking ook de nodige opmerkingen over de pm-posten gemaakt. Met name deze pm-post is wat ons betreft ook heel erg belangrijk. De beantwoording van het college daarover dat er in ieder geval binnen afzienbare tijd duidelijkheid komt met betrekking tot de huisvesting, maar eigenlijk het hele financiële gebeuren rondom de brandweer daarin vragen wij of daarin ook de RAV in meege-
36
nomen wordt, want die valt ook binnen die post en wij vrezen dat je hier toch al heel snel over een bedrag van 6 nullen en iets ervoor te spreken komt. De WD en ook D66 hebben opmerkingen gemaakt over de kerstverlichting. Wij steunen de portefeuillehouder hier ook nadrukkelijk. Eind vorige eeuw hebben wij met zijn allen tandenknarsend € 75.000,- beschikbaar gesteld voor verlichting van de binnenstad, iets wat vrij uniek is, en dat dan op dit moment een dikke meerderheid de contributie van €110,niet wil betalen is voor ons toch wel de limit. We zijn blij met uw antwoord, portefeuillehouder. De fractie Wij had het over de ontsluiting naar zuid en het college heeft daar op gereageerd met dat is nog niet aanbesteed. Wij menen ons te herinneren dat het hele middenstuk nog niet gedekt is en dan praatje toch ook al gauw weer over een bedrag met 6 nullen en iets ervoor. Ik wil er maar mee aangegeven dat er nog wel het een en ander is dat moet gebeuren wat financieel toch nog niet helemaal op orde is. Dan de reacties van het college. De burgemeester ging uitgebreid in op de samenwerking in de noord-zuid as en in de oost-west as. Ik was eigenlijk bang dat hij het stuk samenwerking op het gebied van de A4 in zijn verhaal niet mee zou nemen, maar aan het eind kwam u daar gelukkig toch nog even op terug. De heer Hagenaars had het over de beslismomenten in de beleidscyclus samenvoegen tot eigenlijk twee grote momenten. Op zich kan dat wel, maar de informatiestroom moet zich hier niet toe beperken en het mag in ieder geval niet leiden tot het uitdunnen van informatie naar de raad toe als we het beperken tot die twee hele zware momenten. Portefeuillehouder Veraart, ik moet eigenlijk zeggen het college, had het erover dat bij de evaluatie van de WMO bij het 2e concernbericht de eigen bijdrage voor de diverse voorzieningen bekeken zal worden. Ik wil er toch met klem op wijzen dat door deze raad aangenomen is dat de WMO geen negatieve consequenties mag hebben voor de zorgvrager. Dat wil ik toch nog even heel duidelijk gesteld hebben. Dan kom ik bij de amendementen die moties blijken te zijn. Allereerst de motie van de WD. Een motie steunen die uit strafbare feiten moet worden bekostigd kan niet. Ik wil ermee aangeven dat we de motie in deze vorm niet kunnen steunen. Ik ga er van uit dat daar nog wel een reactie van de WD op komt en dan zullen wij daar ook op reageren. De motie van Leefbaarheid.. De VOORZITTER: Even voor alle duidelijkheid. Het is officieel nog amendement, maar ik heb daar wat kanttekeningen bij gezet. We moeten even afwachten wat de indieners straks met die kanttekeningen doen. Formeel staat er nog met dikke letters amendement boven. De heer MUSTERS: De inbreng van Leefbaarheid zullen wij steunen. We houden geld over en eigenlijk heeft het CDA bij het Beleidskader een amendement van dezelfde strekking ingediend. Dat was toen wel een amendement. We hebben daar toen onvoldoende steun voor gekregen. Dat betekent dat we dit toch in ieder geval zullen steunen. Mevrouw KAMMEIJER: Bij interruptie. U zegt we houden geld over, maar ik heb juist uit de beantwoording van het college begrepen dat het om € 28.000,- tekort ging. Misschien dat ik het verkeerd heb begrepen, maar er is heel duidelijk gezegd wanneer we inderdaad zouden doen wat dit amendement voorstelt dan komen we € 28.000,- tekort en het college wil die € 28.000,- juist aanwenden voor het extra bestrijden van zwerfvuil en het inzetten van meer afvalbakken. Ik moet u zeggen dat het mij wel aanspreekt. De heer MUSTERS: Jawel, maar als je dus geld in gaat zetten en daardoor in zijn totaliteit op een tekort van €28.000,komt dan vinden wij dat het oneigenlijk inzetten van middelen is en dat het gewoon binnen dat product moet en dan houd je dus gewoon geld over. Nu even een beetje een heel vreemde zaak. De BRTO. Het wegzetten van het bedrag van € 8000,- heb ik van de portefeuillehouder niet begrepen. Ik moet zeggen dat ik het ook niet helemaal helder heb, want als ik nu de drie fractievoorzitters over deze motie hoor praten dan hoor ik eigenlijk drie verhalen die zeker niet naadloos over elkaar te leggen zijn. Iedereen geeft een eigen interpretatie aan deze motie. Naar de mening van het CDA komt dan de portefeuillehouder met nog een vierde verhaal. We kunnen het helemaal niet meer begrijpen, maar er zullen ongetwijfeld toelichtingen op komen. Dan komen we bij het verzoek, ik dacht van de WD, over het sociaal-economisch profiel. In deze motie is uitgegaan van een aantal cijfers. Bij het aantal starters is uitgegaan van 10 en dat staat in de trendrapportage.Eigenlijk moet ik me nu ook tot het college wenden en niet alleen naar de indieners van deze motie, want als je de bijdrage van het SES en de Kamer van Koophandel ziet dan praten we over 343 starters. Mevrouw VAN KEMENADE: Bij interruptie..
37
De heer MUSTERS: Ik richt me nu tot het college en heb het niet over de motie. Mevrouw VAN KEMENADE: U noemt net 10 en in mijn eerste termijn heb ik aangegeven en dat staat in het rapport inderdaad dat het om 343 startende ondernemers in 2005 gaat. De heer MUSTERS: Daar bent u volstrekt duidelijk in geweest. Het gaat mij erom dat we dus een trendrapportage van het college krijgen namens het college waarin cijfers gebruikt worden die klaarblijkelijk dus duidelijk anders zijn dan de cijfers van het SES en de Kamer van Koophandel. Daar richt zich onze kritiek op dit moment op, want college dan ga je conclusies trekken, dat zie je ook aan de motie van de WD, die eigenlijk niet helemaal kloppen want het gaat niet slecht. Het is zo dat de groei iets minder geworden is van het aantal starters en dat is eigenlijk ook te begrijpen als je dat afzet tegen de economische situatie van de laatste paar jaar die wat minder florissant was. Mevrouw VAN KEMENADE: Toch even bij interruptie. De groei als je praat over startende ondernemers is niet afgenomen als je kijkt in het rapport van het SES. In 2004 waren er 215 startende ondernemers in Bergen op Zoom en in 2005 343. Het is juist fors toegenomen. De WD-fractie vindt dat het nog moet verdubbelen en vandaar het startersfonds. De heer MUSTERS: Ik heb ook gezegd het is minder gestegen. Dat is iets anders dan afnemen. Het zal duidelijk zijn dat wij vanwege het naar onze mening niet uitgaan van de juiste cijfers wij deze motie niet zullen steunen. Tenslotte het amendement van de groepering Leefbaarheid Wij zullen dat steunen. Ik vergeet nog iets. Wij hebben heel nadrukkelijk gevraagd aan raad en college om twee onderwerpen op de agenda te zetten binnen afzienbare tijd. Het eerste was rioolheffing uitvoeringsplannen naar 2011 om daar met elkaar over te spreken. Daar heeft de wethouder van gezegd de evaluatie volgend jaar lijkt me daar een heel geschikt moment voor. Volgend jaar vind ik wat ruim van opzet, als het nog wat nader omschreven kan worden als eerste helft of tweede helft zouden we dat graag weten. We zouden ook graag van de raad willen weten of u dat initiatief steunt als wij daar binnenkort met zijn allen over moeten praten. De eerste sprekers hebben daar in ieder geval nog niet op gereageerd. Het tweede bespreekpunt dat het CDA aangegeven heeft is de kwaliteit van het water van de Binnenschelde, temeer omdat een deel van de Bergse Haven daar natuurlijk ontzettend van afhankelijk is. Het college heeft daar niet op gereageerd of dit binnen een bepaalde termijn kan, maar ook van de raad heb ik daar nog geen opmerkingen over gehoord. We zouden deze twee dingen toch wel erg graag op de agenda willen zien. Mevrouw VAN KEMENADE: Laat ik even met het een na laatste punt dat de heer Musters aanhaalde in zijn tweede termijn beginnen, de startende ondernemers. Als u de motie goed leest staat daar niet in dat het aantal ondernemingen is afgenomen of dat er minder startende ondernemers zijn geweest, maar alles bij elkaar heeft het wel geresulteerd in de afgelopen jaren in een ongunstige werkgelegenheidsontwikkeling. Ik ben het met u eens dat zowel het rapport van het SES als het rapport De Staat van Bergen op Zoom heel grote verschillen laat zien als je ze naast elkaar legt, maar hierin is er wel overeenkomst. Wat wij hebben proberen aan te geven in deze motie is dat wij vinden dat er schijnbaar een relatief gunstig klimaat schijnt te zijn, zeker als je het afzet tegen andere gemeenten in West-Brabant, in Bergen op Zoom voor startende ondernemers en dat moeten we uitbuiten. Wij kunnen het verschil maken als we hier in Bergen op Zoom startende ondernemers nog iets extra te bieden hebben door middel van een startersfonds en we ze op die wijze op weg kunnen helpen met uiteindelijk het doel positieve ontwikkeling van de werkgelegenheid, want daar is het uiteindelijk om te doen. De heer WITHAGEN: Maar in de tweede bullet van deze motie wordt nadrukkelijk gesteld door de WD dat deze rapporten spreken over een ongunstige werkgelegenheidsontwikkeling en een onvoldoende positief ontwikkelingsklimaat. Ik moet zeggen, ik zit met het SES-rapport voor me en ik kan zin voor zin oplezen, dat het SES en de kamer van Koophandel een andere taal spreken. Als je het trendrapport van de gemeente Bergen op Zoom pakt dat op cijfers van 2004 leunt als je het goed gaat bestuderen, dan toont dat het verhaal aan, maar de SES en de Kamer van Koophandel praten over Bergen op Zoom heeft relatief een grote werkgelegenheidsfunctie. In één facet zijn we iet of wat teruggelopen en dat is dat we minder overschot hebben in banen dan we in 2004 hadden. Dat is echter één facet waar we wat op teruggelopen zijn. Bergen op Zoom heeft echter nog steeds een werkgelegenheidsoverschot. Laten we elkaar nu alsjeblieft geen ziekte aanpraten want we zijn niet ziek. Mevrouw VAN KEMENADE: Ik zal dadelijk na mijn tweede termijn u het uittreksel van het SES-rapport aanreiken want ik me baseer me op exact dezelfde cijfers als waarop u zich baseert. Er is ook een persbericht uitgegaan en ik mag er
38
van uitgaan dat de feiten in het persbericht kloppen en daarin wordt gesproken over een ongunstige werkgelegenheidsontwikkeling met name als je dat afzet tegen de andere gemeenten in West-Brabant, Het enige dat wij beogen met het startersfonds, we zijn daar echt niet de enige gemeente in in Nederland, is dat startende ondernemers het klimaat dat wellicht al positief is in Bergen op Zoom nog als positiever bestempelen en zich hier komen vestigen. Dat allemaal ten goede van de werkgelegenheidsontwikkeling. U kunt daar toch niet op tegen zijn? Zeker niet als er gevraagd wordt om een haalbaarheidsonderzoek. Ik snap dan de opstelling van het CDA helemaal niet op dit moment. Ik kom bij de WMO. Ik merkte dat met name de heer Van der Wegen van de Partij van de Arbeid bijzonder zuur reageerde over het feit van marktwerking in de zorg. Ik ben in ieder geval voor marktwerking in de zorg en volgens mij de collega's van de WD-fractie ook. Er bijzonder voor zelfs. We hebben echter als het gaat om onze lokale verantwoordelijkheid ook een maatschappelijke en lokale verantwoordelijkheid als het gaat om de werkgelegenheid en daar maken wij ons zorgen over. Als u de berichtgeving over de aanbestedingen in het land op dit moment een beetje volgt, Zwolle is de afgelopen week in het nieuws geweest, dan zult u zien dat lokale leveranciers ten koste van regionale dan wel landelijke leveranciers die goedkoper kunnen leveren aan de kant worden gezet en dat kost bijzonder veel banen. Vanuit die verantwoordelijkheid wil de WD-fractie preventief nadenken over wat te doen als dat ook in Bergen op Zoom zou gebeuren. De heer VAN DER KALLEN: Wel een beetje laat. Mevrouw VAN KEMENADE: Ik wil dat toch recht gezet hebben. De heer VAN DER KALLEN: Bij interruptie. Dit is wel een beetje laat. Uw partijgenoten op landelijk niveau hebben deze chaos gewoon veroorzaakt. Zeg dat dan even. Mevrouw VAN KEMENADE: Dan moet u een brief schrijven naar de Haagse WD-fractie. De heer VAN DER KALLEN: U brengt het hier te berde op een moment dat het absoluut niet meer ter zake doende is. Het is een verhaal voor de bühne zonder inhoud. Mevrouw VAN KEMENADE: Niet waar, we zitten nu in de aanbestedingsfase. De heer VAN DER KALLEN: Het bestek is gemaakt, de criteria zijn vastgesteld en daarna is het over en dan heb je je aan dat bestek en je eigen criteria te houden, anders hangt Europa je op en sta je voor hoge kosten. Mevrouw VAN KEMENADE: Dat neemt niet weg dat wij niet moeten nadenken vanuit onze lokale verantwoordelijkheid over de mogelijke gevolgen van deze aanbesteding. Dat is het enige waartoe ik oproep. De heer VAN DER KALLEN: Volgende keer een beetje eerder. Mevrouw VAN KEMENADE: Een beetje eerder? Dan had u eerder de discussie aan moeten zwengelen in de raad. De heer VAN DER KALLEN: Dat hebben we al dik gedaan vanwege de chaos die landelijk, met name de WD,... Mevrouw VAN KEMENADE: Ik hoor u een aantal keren zeggen landelijk. We zitten hier in Bergen op Zoom, we hebben een lokale verantwoordelijkheid als lokale gemeenteraadsfractie. Die verantwoordelijkheid pakken wij op op de momenten dat wij vinden dat het nodig is en dat is nu. De VOORZITTER: Ik denk dat helder is hoe u hier beiden over denkt. Mevrouw VAN KEMENADE: Dan moet u lid worden van een landelijke partij, dan kunt u ook meepraten in Den Haag, mijnheer Van der Kallen. De heer VAN DER KALLEN: Ik blijf bij mijn standpunt. Mevrouw VAN KEMENADE: Ik ga verder. Ik kom als laatste even op het amendement, omdat het wat lastig ligt, van de toeristenbelasting. De motie van de BRTO heeft onze steun, maar ik vind hem verrassend. Bijzonder verrassend eigen-
39
lijk omdat we amper 6 weken geleden bij de behandeling van het Beleidskader als WD-fractie een nadrukkelijk signaal hebben afgegeven over de positie van de BRTO en de noodzaak om daar eens goed te kijken extra naar financiële ondersteuning. Wij vonden toen niemand aan onze zijde, ook niet de Partij van de Arbeidfractie en ook hier geldt dan toch weer een beetje het beginsel van is het niet het wij-gevoel zoals de heer Van der Velden zei. U had tenminste aan de WD-fractie kunnen vragen of we in dit geval ook weer met u mee wilden doen. De heer VAN ES: Wat mij betreft maakt het niet uit of het straks uitzendingen zijn van de BRTO, van kabel W en Co of hoe ze ook allemaal maar heten. Het gaat erom dat de uitzendingen op zich gewaarborgd worden. Wie het doet maakt mij helemaal niet uit. Mevrouw VAN KEMENADE: Dat geldt voor ons idem. In dit geval gaat het specifiek, zo is het ook verwoord in de motie, over de BRTO en over het veiligstellen van het uitzenden van de grote evenementen in 2007. De heer VAN DER WEGEN: Ik heb nu al zes keer BRTO horen vallen, maar wij hebben zorgvuldig geformuleerd. Het gaat over het beschikbaar houden en niet stellen van een bedrag en dat bedrag is gemoeid met TV-registratie. We hebben dat uitgezocht. Er staat nergens BRTO. Wij laten het aan het aan het college over hoe zij zorgen dat uiteindelijke uitzendingen worden gerealiseerd met behulp van een deel van de middelen die voor lokale media zijn gereserveerd. Dat staat er, niets anders. Wij waren tegen het schenken van een blanco cheque zonder een programma van €50.000,- bij de vaststelling van het Beleidskader. Ik heb toen ook geprobeerd heel duidelijk uit te leggen en ik doe het nog een keer dat er hier geen zendgemachtigde in staat, er staat hier geen organisatie in maar er staan hier alleen kosten voor registratie verwoord en daarvoor zoeken wij dekking en geven het college opdracht om die beschikbaar te houden en te doen wat nodig is om te zorgen dat het ook op de buis komt. Mevrouw VAN KEMENADE: Dat is een heldere uitleg. Ik vraag me dan toch af of u dit nu ook zo gecommuniceerd heeft met de BRTO? Ik vraag dat heel expliciet. U heeft dat ook over andere zendgemachtigden en ik vraag me af of u dat gecommuniceerd heeft met de BRTO. De heer VAN DER VELDEN: Ik heb een vraagje aan mevrouw Van Kemenade die nogal vol zit met het wijgevoel. Het doet andere partijen wellicht goed, Stan. Mevrouw Van Kemenade, met de uitleg die mijn college van de Partij van de Arbeid geeft, de heer Van der Wegen, kunt u daarmee instemmen? U begint al gelijk weer ergens anders over. Ziet u niet waar wij deze motie voor indienen? Mevrouw VAN KEMENADE: Op voorhand heb ik al aangegeven dat ik de motie steun. Ik heb zelfs gezegd dat de uitleg van de heer Van der Wegen het nog wat duidelijker maakt. De heer Van der Wegen laat ruimte over wie de zendmachtiging dan eventueel heeft bij het uitzenden van de grote evenementen en dat is anders dan we gewend waren tot nu toe, want dat was voorbehouden niet aan W en Co en niet aan een andere zendgemachtigde. Als u over veranderingen praat dan vind ik dat u met betrokkenen dat eerst moet communiceren. Vandaar mijn vraag. De heer HUISMANS: Bij interruptie. Bij het Beleidskader hebben we gezegd bij de € 50.000,-indicatiebeleid denk dan aan de lokale omroep. Ik begrijp best de afweging die de heer Van der Wegen maakt van het hoeft niet per definitie over de BRTO te gaan. U spreekt in uw overwegingen echter nadrukkelijk over dit bedrag in de context van de lokale media en omroep. Mevrouw VAN KEMENADE: Toch nog even naar het college toe over het startersfonds en dan kijk ik in de richting van de heer Linssen. Wij zijn blij dat u de motie kunt ondersteunen en wij hebben uiteraard geen problemen met een latere datum als dat voor het college beter uitkomt. Het gaat uiteindelijk om de kwaliteit van het onderzoek. Er is wel een concrete vraag gesteld aan het college over efficiencyverbetering en daar wordt blijkbaar niet graag over gesproken want in de beantwoording heb ik daar in ieder geval wethouder Hagenaars niets over horen zeggen. Wij hebben gevraagd of u actief en op gezette tijden de commissie wilt bijpraten over uw efficiencyslagen die u binnen de organisatie wilt gaan maken. Daar hoor ik dus graag zo dadelijk van de wethouder nog een antwoord op. Ik kom dan tot het laatste punt, het amendement over de toeristenbelasting. Dat ligt bijzonder lastig, dat wisten we eigenlijk ook wel want het is wel getoetst voordat we het indienden, Wij dachten een legitimatie gevonden te hebben in artikel 227 van de Gemeentewet. Ik weet niet of het college daar naar gekeken heeft. We hebben inmiddels van de dienst begrepen dat het niet helemaal duidelijk is, juridisch in ieder geval niet vast te stellen in dit huis met de beschikbare mensen of je binnen de toeristenbelasting ook de overstap kan maken van verblijfsbelasting met overnachtingen
40
naar een verblijfsbelasting voor dagrecreanten, want daar zou mogelijk ook een legitimatie in gevonden kunnen worden. Kortom, er zitten nogal wat juridische haken en ogen aan. Ik heb moet ik heel eerlijk zeggen tot op heden nog niet echt vanuit de dienst teruggehoord dat het allemaal onmogelijk zou zijn, Het is ons echter wel wat waard om het zo zorgvuldig mogelijk te doen. Wat we eigenlijk wilden voorstellen is, dan sluit ik een klein beetje aan bij de woorden van de heer Van der Wegen die een voorschot nam om in ieder geval met elkaar, dat is het voorstel van de WD -fractie, toch die toeristenbelasting af te schaffen, de verordening te schrappen en dan het college te laten onderzoeken, juridisch ook, wat de haalbaarheid is om binnen dat product toeristenbelasting te schuiven dan wel op een andere manier een baatbelasting bijvoorbeeld op te leggen voor inrichtingen waar softdrugs verhandeld en gebruikt worden en daar in de raadsvergadering van november op terug te komen. Dat betekent dat wij concreet voorstellen om het amendement nu te splitsen, dus wel de toeristenbelasting afschaffen en kijken of de constructie mogelijk is dan wel een andere dekking daarvoor vinden. De VOORZITTER: Dat betekent concreet dat u het amendement zoals het nu geformuleerd is intrekt en met een nieuw amendement komt? Mevrouw VAN KEMENADE: Dan wil ik u bij voorbaat nu al vragen om een 2-tal minuten schorsing dan kunnen we dat even op papier zetten. De VOORZITTER: U wilt na uw termijn even schorsen? Mevrouw VAN KEMENADE: Na de tweede termijn van de raad. De heer HARIJGENS: Nu gaan we overhaast een amendement dat toch al wat rammelde proberen te repareren. Ik zou de WD in overweging willen geven om dit een maandje te laten rusten en dan met een volwaardig voorstel te komen. Ik denk niet dat op basis van wat er nu ligt er een strikte noodzaak is om alleen maar de toeristenbelasting te schrappen dan wel op basis van uw andere argumenten iets te doen met de coffeeshops. Ik zou u in overweging willen geven hier goed over na te denken en dan bij wijze van spreken volgende maand met een volwaardig voorstel te komen in plaats van het nu overhaast bij de begrotingsbehandeling te willen doen. Mevrouw VAN KEMENADE: De heer Harijgens weet dat de WD een fractie is die graag resultaat boekt. Als blijkt dat de raad zegt hou het aan en kom daar met een doordacht, juridisch goed doortimmerd voorstel in november mee, dan zijn wij daartoe bereid. Als de raad zegt we hebben er geen moeite mee om nu de toeristenbelasting te schrappen en te delen dan vinden wij het ook goed. Ik laat dat aan de raad. Ik zie overigens de adviseur op de achterste bank zeggen hou maar aan. De VOORZITTER: Ik wil even voor alle helderheid in de besluitvorming horen wat u besluit. Er is een amendement ingediend. Als u dat handhaaft komt dat in stemming, wat ik zou ontraden gezien mijn technische opmerkingen over de mankementen. Als u iets anders wilt dan moet u een ander amendement indienen of dit amendement terugtrekken en niet in stemming brengen. Dat laatste kan natuurlijk ook. Het is dan altijd aan de raad of aan u om op een ander moment hierop terug te komen. De heer MUSTERS: Daar komt nog bij dat de WD dit niet heeft aangekondigd in de Beleidskaderbehandeling. Dat zou er ook voor pleiten om te zeggen stel het een maand uit en kom dan met een goed onderbouwd voorstel. Mevrouw KAMMEIJER: Ik heb daar even een vraag over, want wanneer je nu inderdaad niet die toeristenbelasting zou schrappen heeft dat dan consequenties voor het voorstel Gemeentelijke fiscale heffingen? De VOORZITTER: Het enige wat natuurlijk helder is, is dat als de raad zou besluiten om nu alleen de toeristenbelasting te schrappen dat dat een gat in de begroting slaat als de raad althans geen dekking daarvoor aangeeft. Dat is het enige. De verordening treedt 1 januari in werking dus dan moeten we allemaal wel snel zijn. Ik denk dat we dit nu voldoende hebben gewisseld en dat het aan de WD -fractie is om zich ervoer te beraden wat zij met dit amendement doet. Mevrouw VAN KEMENADE: Nogmaals, ik kijk even de raad rond en ik zie instemmend geknik, instemmend bij houd aan. We hebben daar in de fractie natuurlijk net ook al even over gesproken. Ik stel dus voor dit amendement aan te houden tot november.
41
De VOORZITTER: Dat betekent dat u het nu intrekt en dat het aan u is om op welk moment dan ook, in welke vorm dan ook, op dit onderwerp terug te komen. Dan constateer ik dat dit amendement is ingetrokken en geen onderdeel meer uitmaakt van de beraadslagingen. Mevrouw VAN KEMENADE: Dat was mijn tweede termijn. De heer VAN DIJK: De SP-fractie heeft in dit geval niet teveel meer te vragen, wel willen wij aandacht vragen voor onze motie. We zijn blij met de opmerking van de wethouder dat hij de WFA-reserve niet als een spaarpotje heeft gezien, dus wij nemen aan dat er toch nog wel iets mee te doen is. Verder neem ik aan dat de overige fracties het beleidskader en de begroting goed hebben gelezen en zeker wat de sociale paragraaf betreft. Ik denk dat ik met mijn motie daar al een behoorlijk gat heb geslagen. De VOORZITTER: Ik constateer dat u een motie heeft ingediend en die motie luidt als volgt: De raad van de gemeente Bergen op Zoom, in vergadering bijeen op 6 november 2006 beraadslagend over het voorstel SM/06/09 Meerjarenbegroting 2007-2010; Overwegende dat: • De verschillen tussen arm en rijk sinds de decentralisatie van de bijstandswet in 2004 zijn toegenomen. Tengevolge van deze scheefgroei kent Bergen op Zoom inmiddels een voedselbank • Er meer scholingskansen moeten worden geboden binnen de WWB • Er meer mensen dienen uit te stromen naar reguliere arbeid • Het oplopende tekort binnen het programma sociale zekerheid tot en met 2010 verminderd dient te worden • De WFA-reserve geoormerkt dient te zijn. Deze gelden dienen primair om eventuele tekorten op het Inkomensdeel van de WWB te egaliseren • De renten op de WFA-reserve dienen te worden toegevoegd aan betreffende reserve • Er een financiële bovengrens aan de WFA-reserve ontbreekt, Draagt het college op om de geprognosticeerde jaarlijkse toevoegingen aan de WFA-reserve uit de meerjarenbegroting 2007-2010 aan te wenden om: • Het armoedebeleid te verbeteren • Scholingskansen binnen de WWB te vergroten • Actief arbeidsmarktbeleid te voeren • Het jaarlijks nadeel op het programma sociale zekerheid te verminderen. Tevens wordt het college opgedragen: • De WFA-reserve te oormerken • En de renten op de WFA-reserve naar deze reserve te doen terugvloeien • Het volume van deze reserve te beperken tot een maximale financiële bovengrens van 10% van het WWBInkomensdeel En gaat over tot de orde van de dag. Deze motie maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. De heer VAN DEN KIEBOOM: We krijgen nu deze motie voorgelegd en volgens uw programma zal het college geen tweede termijn gebruiken. De VOORZITTER: Ondanks de lange eerste termijn van het college is er toch nog een aantal vragen die u aan het college heeft gesteld. Het college krijgt dus straks nog gewoon de gelegenheid om daarop te reageren en dus ook op deze motie als men dat wenst. Akkoord? Mevrouw KAMMEIJER: Ik wil het college bedanken voor de uitvoerige beantwoording. Wat mij betreft liever zo volledig mogelijk en dan maar iets over de tijd dan snel maar niet helemaal compleet. U bent wat mij betreft nagenoeg compleet geweest. Ik heb nog één opmerking toch over de verlichting binnenstad. Dank voor het antwoord. De strekking van mijn vraag was toch ook of u nog bereid bent een ultieme poging te gaan ondernemen om de ondernemers toch over de streep te trekken. Ik ben zelf niet bij de jaarvergadering van de BOB/MGH geweest. Ik heb eigenlijk gevraagd; bent u van plan nog met hen te praten over een eventuele andere verdeelsleutel? Ik ben het overigens volledig met het colle-
42
ge eens dat de gemeente hier geen geld aan uit moet geven. Het zou wel ontzettend jammer zijn wanneer er onverlichte straten zijn, dus vandaar mijn vraag. Dan richting Lijst Linssen. U stemt tegen de hondenbelasting als eresaluut aan de heer Bolsius. We hebben echter onlangs afgesproken dat de hondenbelasting, althans de opbrengst daarvan, zou worden ingezet om speciale hondenuitlaatplaatsen te creëren en om hondenoverlast te bestrijden. Ik vraag me toch af of Lijst Linssen daar nu tegen is. Het zou toch heel jammer zijn om de hele hondenbelasting af te schaffen. Wat betreft de nota reclamebeleid juich ik wat u antwoordde bijzonder toe. Ik hoop dat u inderdaad de brief die kwijt is en die u alsnog toegestuurd krijgt zult willen bestuderen, omdat wij heel graag al die driehoeksborden vervangen zien worden door prominente reclamekiosken op verschillende plekken in de stad. Ik ben ook zeer benieuwd of u ons voorstel om de billboards voor stadspromotie te gebruiken zult overnemen. Wij lezen dat straks in uw nieuwe nota. Ik heb inderdaad goed genoteerd dat de heer Van Eekelen toezegt dat de gemeente wil faciliteren als het gaat om het gebruik van leegstaande etalages door Kunstforum, althans Kunstforum moet hier het initiatief in nemen. U zegt wanneer kunstenaars daar willen exposeren dan zal de gemeente faciliteren. Ik zal daar morgen in ieder geval ook meteen richting Kunstforum een oproep doen om zo snel mogelijk contact met het college op te nemen. U doet het wel. Dat is ook goed. Het gaat er maar om dat het snel gebeurt. Waar u dan verder op moet letten is mij niet helemaal duidelijk. De heer WITHAGEN: Mag ik aan mevrouw Kammeijer vragen wat zij bedoelt met het woordje faciliteren? Mevrouw KAMMEIJER: Dat woord heb ik zelf niet gebruikt maar dat is een woord dat de portefeuillehouder heeft gebruikt. De heer WITHAGEN: Dan heb ik een vraag aan het college of het woordje faciliteren kan worden uitgelegd? Mevrouw KAMMEIJER: De vraag is nu aan het college gesteld. Ik heb daar zelf wel een bepaald idee over. Ik kan me voorstellen dat daar toch verlichting moet komen om de kunstwerken een beetje aan te lichten en dat soort zaken. Ik kan me voorstellen dat daar in een aantal zaken door de gemeente moet worden voorzien. Ik ben heel blij met de toezegging. Ik wilde toch nog even opmerken dat het college naar de mening van de fractie van GBWP op moet letten. Ik weet niet wat daar precies onder moet worden verstaan, maar ik denk dat het aan de Stichting Kunstforum zal zijn om een selectie te maken en kunstenaars uit te nodigen te exposeren. Ik heb van de fractie van het CDA twee vragen gekregen, althans wij als raad. Wij zullen inderdaad de beide plannen steunen. U wilt op termijn praten over de uitvoeringsplannen rond de rioolheffing. Dat steunen wij. Ik kan me voorstellen dat u zegt een evaluatie volgend jaar is wat ruim geformuleerd, dus ik wacht af wanneer het college daar eerder mee wil komen. U wilt ook graag een discussie over de kwaliteit van het water van de Binnenschelde agenderen, maar als ik het goed heb gehoord heeft het college in eerste termijn gezegd dat we volgend jaar een watervisie, een platform water krijgen en in februari een presentatie waterbeleid. Ik hoop dus dat daar ook de Binnenschelde bij inbegrepen is. Dat is een zeer terechte vraag. We horen dat misschien nog even in tweede termijn. Ik ondersteun die vraag van u. Nog even richting de WD over de marktwerking in de zorg. U heeft het over de locale leveranciers. Ik moet u zeggen dat ik zeer tevreden was met het antwoord van mevrouw Veraart die zegt er is nu een aanbestedingsproces gaande en dat moeten wij zo laten. Ik wil toch richting de WD opmerken dat ook locale leveranciers vaak concurrerend aanbieden. Daarom verbaast het mij dat u hier zo de nadruk op legt Er is in Leiden een uitgebreid onderzoek geweest en dan blijkt de ene aanbieder gewoon een enorme overhead te hebben, hoge directiekosten, een dure bedrijfsvoering en daardoor heel duur aan te bieden en de ander doet dat tegen een lager bedrag. Ik denk dat het inderdaad om de prijs kwaliteit verhouding gaat en dat is nu juist waar ik het college op dit moment graag het mandaat toe geef. Wij wachten af wat er vervolgens straks uitkomt. Mevrouw VAN KEMENADE: Bij interruptie. Dat laatste doen wij natuurlijk ook en u hoeft mij in dat opzicht niets te vertellen over hoe marktwerking in zijn werk gaat. Waar het om gaat is dat we om ons heen op dit moment in de berichtgeving in de media diverse gemeenten zien waar het fout loopt, waar locale leveranciers de boot missen om welke reden dan ook en waar honderden banen op de tocht staan. Dat zou ons kunnen overkomen met een grote werkgever als Stichting Tante Louise. We moeten daarop voorbereid zijn en daar moeten we in ieder geval over nadenken met elkaar. Dat is mijn oproep. Mevrouw KAMMEIJER: Daar moeten met name de aanbieders zelf over nadenken want dat heeft met hun prijsvoering en hun kwaliteit te maken. Dat zijn in ieder geval voor D66 belangrijke criteria.
43
Ten aanzien van de amendementen wacht ik even af wat de groepering Leefbaarheid ten aanzien van het amendement dat motie wordt of niet te zeggen heeft. Ik heb het dus over het eerste amendement van Leefbaarheid. Op zich voel ik voor het antwoord van het college dat zegt wij hebben wat extra geld over maar wij willen dat nadrukkelijk gebruiken om meer afvalbakken te plaatsen en om zwerfvuil intensiever te bestrijden. Dat zijn twee zaken, ergernissen nr. 1 en 2 ongeveer in deze gemeente, en D66 roept ook bij herhaling om dat aan te pakken. In principe ben ik dus wel geneigd om het college daarin te volgen. Ik hoor echter graag van de heer Huijgens in hoeverre dit nu gewijzigd is. De motie van de Partij van de Arbeid steunen wij. De motie van de WD over de financiële haalbaarheid van een startersfonds daar ben ik het volledig mee eens. Ik heb begrepen dat het college wat meer tijd nodig heeft en de datum zou moeten verschuiven naar 1 juni of zoveel eerder u dat kunt aanleveren. De motie van de SP heb ik nog niet bestudeerd. De heer VAN PUL: In ieder geval dank voor de beantwoording in eerste termijn. Toch nog een paar onduidelijkheden. De heer Van Eekelen heeft een antwoord gegeven op de kwijtschelding in de begroting. Hij gaf aan dat het terug te vinden was bij product 115 in de beheersbegroting. Ik weet niet of mijn aanvullende vraag beantwoord is of ook voor de komende jaren daarover iets terug te vinden is in de beheersbegroting. Er is een antwoord gekomen over de ontsluiting om de zuid. Daar schijnen toch nog wat problemen te zijn. De vraag is of het college kan aangeven binnen welke termijn daar wat meer duidelijkheid over komt? Dan de containerterminal. In ieder geval dank aan de BSD en de P.v.d.A. met betrekking tot de steun van mijn betoog. Wij verwachten in ieder geval een pro-actieve informatievoorziening van de heer Linssen, wat hij min of meer al heeft toegezegd. Dat is in ieder geval waar wij op zitten te wachten. Dan de amendementen. De WD heeft het amendement geparkeerd. Leefbaarheid heeft net een nieuwe ingediend en ik wacht de behandeling door de heer Huijgens af. De motie over lokale media en omroep daarmee kunnen wij akkoord gaan. De heer Linssen heeft ook aangegeven dat hij dat in ieder geval over 2007 over wil nemen om begin 2007 met een structurele oplossing te komen. Dan de motie van de WD over het startersfonds. Wij kunnen daar uiteraard ook mee akkoord gaan. Er is wel een restrictie van de heer Linssen, hij heeft gevraagd het uit te stellen tot 1 juni om te komen met dat onderzoek. Ik neem aan dat er dan een soort verordening komt, de 1256 verordening geloof ik dat het zal zijn, met betrekking tot de voorwaarden en eisen voor deelnemers. De heer HARIJGENS: Onbedoeld heb ik deze vergadering met ongeveer een kwartier bekort, het was niet anders, ik had graag de eerste termijn meegedaan. Ik had eigenlijk na de behandeling van het beleidskader niet zozeer meer inhoudelijke opmerkingen over de begroting, maar ik had slechts een drietal zaken die ik indicerend had willen benoemen. Ik zal dat op een ander moment doen. Ik zal nu aanstippen waar die betrekking op hadden. De eerste had betrekking op de mogelijkheid binnen de raad kennis te creëren om ook eens vooruit te kijken. Vaak nemen wij toch nog wat ad hoc besluiten, ook al lijken die dan wel te linken te zijn aan enig meerjarenplan of wat dan ook. Ik denk echter dat het goed is dat de raad ook over zijn besluiten heen eens naar voren kijkt voor wat die besluiten voor consequenties kunnen hebben en daaromtrent zou ik de gedachte willen rijp maken voor een ad hoc commissie die zich daarmee gaat bezighouden. Ik zal daar verder nu niet over uitweiden, maar op een ander moment zal ik daar zeker indicerend over beginnen. Het tweede punt betreft het monitoren van ons milieubeleid. Er is een gemeente in Nederland, de gemeente Houten, die op dat vlak een aantal zeer grote stappen heeft kunnen zetten om met name alles wat daar besloten wordt ook te vertalen in effecten op het gebied van milieu. Het lijkt mij ook bij datgene wat wij hier in Bergen op Zoom doen aan milieubeleid zeer gepast. Niet alleen om datgene wat we doen aan milieubeleid maar ook datgene wat wij onbewust doen te monitoren. Het schijnt helemaal niet zo moeilijk te zijn. Ook in die zin wil ik binnenkort daar initiërend op terugkomen. Een derde aspect waar wij ons toch wel wat zorgen over maken wat niet zozeer uit de begroting of het beleidskader is op te maken betreft het noordoostelijk gedeelte van ons centrum en dan bedoel ik eigenlijk het gedeelte tussen het Bleekveldje, V&D en aan de zuidkant begrensd door de Blauwehandstraat. Dat begint een gebied te worden of is eigenlijk al een gebied wat zo langzamerhand de toets der schoonheid niet helemaal kan weerstaan. Ik zou de openbare ruimte in dat gebied en wat wij daar de komende jaren mee gaan doen nadrukkelijk op de agenda willen hebben. In dat verband eenzelfde soort verzoek als de CDA-fractie heeft gedaan, hoe denkt de raad erover dat ook nog nadrukkelijker op de agenda te zetten? Voorzitter, uiteraard heb ik wel geluisterd naar de beantwoording van het college in eerste termijn en aansluitend naar de bijdragen tot nu toe van de overige fracties, wat mij toch noopt tot een enkele opmerking her en der.
44
Dat betreft allereerst de discussie over de kunst in de etalages. Het mag van ons, dat is geen enkel probleem, alleen wij vonden de discussie op zich toch wel een luxediscussie, zeg maar de slagroom op de koffie, terwijl als we even kijken naar wat ik zojuist heb gezegd over het noordoostelijk deel van het centrum het schoteltje in dit geval ontbreekt. Mevrouw KAMMEIJER: Bij interruptie. De reden dat dit voorstel naar boven is gekomen heeft te maken met het verhaal dat in eerste termijn is gehouden en dat gaat met name over de leegstand in 't Vierkantje. Aan de donkere plekken daar zou je door het laten exposeren van kunstenaars iets kunnen doen. Ik vind dat niet echt slagroom hoor, ik moet u zeggen dat ik het een naargeestig gebied begin te vinden en het zou het in ieder geval een stuk aantrekkelijker maken, zeker in de decembermaand. De heer HARIJGENS: Naargeestig gebied is een kwalificatie die u eraan geeft. Ik ben ook bekend met de leegstand in de binnenstad, maar nogmaals zijn dat echte problemen waar wij in deze gemeente voor staan dan zet ik daar toch enige vraagtekens bij, ook al ben ik ook niet tegen kunst in etalages in welke vorm dan ook en zonder beperking van welke aard dan ook. Dan is er ook nog gesproken over het poppodium en mijn indruk is toch dat het college, dat heeft zij in meerdere sessies toch eigenlijk door laten schemeren, niet erg hard trekt aan het poppodium. Ik realiseer me terdege dat het heel lastig is om in dit tijdsgewricht nog een poppodium, een gemeentelijk poppodium, in de lucht te houden. Dat brengt mij er toch op om u ertoe aan te zetten om eens te gaan kijken in samenhang met ondernemers, noem het dan maar een pps-constructie, om te kijken wat er op het gebied van popmuziek in het Bergse mogelijk is. Ik maak daarbij gelijk even een uitstapje naar het oorspronkelijke, weliswaar ingetrokken, amendement van de WD-fractie daar waar het gaat om ongewenste gasten. Ik wil daar bij aanstippen dat een deel van de toeristen die ons bezoeken om geestverruimende middelen te bekomen mogelijk nu maar misschien ook naar de toekomst toe ook bezoekers zouden kunnen zijn van onze binnenstad, zij kennen immers onze binnenstad, in meer positieve zin. Het zou juist een uitdaging zijn om wat we nu als negatief kwalificeren om te buigen naar iets positiefs. Ik ben ervan overtuigd en ik zeg dat nog maar eens en ik heb het ook al eens eerder gezegd, dat van een deel van die mensen die onze stad om die reden bezoeken wij niet zoveel last hebben. Dat zijn mensen die hier na werktijd bepaalde middelen komen halen en gaan dan weer terug. Het zou misschien een uitdaging zijn om die mensen in een ander verband hier vast te houden. U hebt dan eigenlijk de voeding die nodig is voor... De heer VAN ES: Bij interruptie. Dat vasthouden moeten we vasthouden. De heer HARIJGENS: Ik vond de uitspraak op zich wel aardig, maar ik hoop ook dat u de serieuze ondertoon van mijn betoog ook weet te waarderen, want ik meende dat toch echt serieus. Daar is meer uit te halen dan alleen maar daar repressief tegenin te gaan, voorzover die overlast al door die groep bezoekers bezorgd wordt. Ten aanzien van het huishoudelijk afval, ik kom dan eigenlijk bij het amendement van Leefbaarheid, meen ik me goed te kunnen herinneren dat in de vorige periode het zwerfvuil onderdeel is gaan worden van ons huishoudelijk afval. Op zich waren daar goede argumenten voor. Ik wil daar toch bij aanstippen dat als we kijken naar de veroorzaking van dat zwerfvuil voor een groot gedeelte wellicht zit in datgene wat onze binnenstad produceert aan zwerfvuil. Ik denk daarbij zeker ook aan de evenementen. Tijdens evenementen is er een extra druk van zwerfvuil en dat nu juist wordt mede ingebracht in ons huishoudelijk afval. Met die gedachte in het achterhoofd zou ik het college willen vragen om nog eens een keer de beantwoording zoals zij die gegeven heeft te herzien, want dan krijg je op dat bedrag wat ook genoemd werd en op de egalisatiereserve die daarbij betrokken werd toch een andere kijk. In die zin, met dat dus in het achterhoofd, heb ik sympathie voor het voorstel van de groepering Leefbaarheid. Dan wil ik ook nog even ingaan op wat is gezegd over de Europese aanbesteding en de WMO. De Europese aanbesteding loopt, de kip zit te broeden en alleen met grof geweld zouden wij nog de aanbesteding kunnen terugtrekken. Ik denk niet dat dat verstandig is. Het werkgelegenheidsaspect daar zou ik dit van willen zeggen. Er is ook een voorspelling, een trend die neigt in de richting ervan dat steeds meer mensen een beroep gaan doen op een persoonsgebonden budget. Dan zou in het uiterste geval wel eens kunnen betekenen dat de grotere organisaties die nu in beeld zijn om huishoudelijke hulp, zo moet ik het duiden, niet huishoudelijke verzorging maar huishoudelijke hulp, te bieden in de komende jaren toch aan erosie onderhevig zullen zijn maar dan als gevolg van een ander effect dan alleen maar door het prijseffect, namelijk puur door het feit dat mensen om reden van de keuze die zij hebben via een persoonsgebonden budget een andere keuze maken dan de instellingen die wij misschien nu op het oog hebben. Overigens ben ik niet zo bang dat de werkgelegenheid op zich verdwijnt. De werkgelegenheid zal hooguit verschuiven. Het is de vraag of wij ons daar nu zo buitengewoon zorgen over zouden moeten maken. Het gaat wel over de kwaliteit van dienstverlening. Ik hoop dat het college
45
met name de kwaliteit in 2007 heel goed in de gaten wil houden en ons daar goed over wil rapporteren, want op basis daarvan zullen wij vervolgbeleid moeten vaststellen. Dan over het startersfonds. Ook dat lijkt toch wat in de haast erbij gehaald, ook al sta ik daar positief tegenover. Ik zou toch willen benadrukken datgene wat er nu al is, bestaand beleid daarover. Ik denk zeker in het kader van de WWB dat er de mogelijkheid is om starters te ondersteunen. Moet dat verder gaan voor mensen die niet tot de kring van de WWB behoren en moeten we die gaan ondersteunen? Ik zou daar nog eens goed over nadenken, want ik denk dat er andere instellingen daarvoor zijn. Dat moet met name de WD aanspreken dat met name de banken daar zijn om elk goed gelijkend investeringsplan van een financiering te voorzien. Dus of het probleem nu wel zo groot is als de WD veronderstelt dat waag ik toch echt te betwijfelen. Ik geef steun aan de oproepen van de CDA-fractie om de rioolplannen tot 2011 snel op de agenda te krijgen en ook de waterkwaliteit Binnenschelde, ondanks datgene wat daar in beleidsmatige zin nog gaat komen. Ook dat heeft onze zorg. Ik kijk even door de amendementen en moties heen of ik daarin niets vergeten ben. Het ingetrokken amendement van de WD lijkt mij verstandig dat het is ingetrokken. Het amendement van de fractie Leefbaarheid daar is een ander amendement voor gekomen. Ik wacht nog even de beantwoording af alvorens daar op in te gaan. Dan de motie waarin het college wordt opgedragen geld beschikbaar te houden voor lokale televisie. Dat komt mij toch wat vreemd voor. We hebben hier inderdaad vorige maand een discussie gehad waarop met name u, voorzitter, nadrukkelijk heeft bemerkt dat de voeding aan de BRTO, ik durf de BRTO toch te blijven noemen in dat verband, beperkt zou blijven tot het subsidiebedrag dat nu was vastgesteld. Ik heb daar het college heel nadrukkelijk en goed in gehoord. In die zin is de motie volstrekt overbodig en heeft het college een titel om binnen de subsidiebegrenzing die er is de BRTO van middelen te voorzien. Als dat incidenteel verder moet gaan dan datgene wat jaarlijks aan subsidie is toegezegd... De heer VAN DER WEGEN: Dat hebben we incidenteel eerder aan de hand gehad, vandaar de motie. De heer HARIJGENS: Dat snap ik, maar dat is juist de vorige keer mijn opmerking geweest. Het betekent dus eigenlijk dat we hiermee slecht gedrag en onder slecht gedrag versta ik dus de nota communicatiebeleid zover naar voren schuiven dat deze ingreep nogmaals nodig zou zijn, hiermee gaan bekrachtigen en belonen. Ik vind dat een slecht signaal. We hebben namelijk eerder vastgesteld in deze raad dat de financiering, althans een deel van de financiering, van de BRTO samenhangt met de nota communicatiebeleid. Het college heeft gemeend er langer over te moeten doen, opnieuw onderzoek te moeten doen, en nu hebben we vanuit de coalitie deze motie klaarblijkelijk nodig om in ieder geval in januari niet in de discussie te verzeilen of dat wel niet eventueel... Mijn voorkeur zou het hebben om aan te sluiten bij datgene wat de voorzitter van de raad notabene vorige maand heeft gezegd, het blijft gewoon bij de subsidie die er nu voor staat, basta. Dat betekent dat ik dus geen steun zal geven aan deze motie. Over de startersfonds motie heb ik het gehad. Dat betekent dat ik wel positief sta ten opzichte van een onderzoek. In die zin zal ik dat ook steunen. Dat moet toch niet de proporties gaan krijgen, dat zeg ik alvast, dat we mensen boven de WWB-gerechtigdheid ook nog bovenmatig gaan ondersteunen. Het laatste amendement van de fractie Leefbaarheid heeft een relatie met het vorige en daar heb ik al iets van gezegd. Dan kom ik aan de motie van de SP-fractie. Ik vond die op zich logisch tot aan het allerlaatste aandachtsbolletje, daar waar de motie zegt "tevens wordt het college opgedragen het volume van deze reserve te beperken tot een maximale financiële bovengrens van 10% van het WWB inkomensdeel". Als ik kijk naar wat er nu al uit is geput in relatie tot de last die wij hebben op het inkomensdeel, zo'n slordige 20 miljoen, dan zitten we denk ik al aan die bovengrens. Ik vraag me af wat die bullet aan de motie bijdraagt. Een tweede aspect is natuurlijk, die zaken waartoe de SP oproept in deze motie ondersteun ik van ganser harte, alleen het ware beter geweest met elkaar te kijken dat we werken naar concrete voorstellen daar waar het eventueel nog beter zou kunnen. Ik wil daarbij aanstippen dat ik van mening ben dat er op deze vlakken het nodige gedaan wordt. Ik wil daar niet kinderachtig over doen, ik vind dat er op deze vlakken het nodige gedaan wordt. De heer HUIJGENS: Allereerst heb ik gehoord dat aan het aantal verordeningen wordt gewerkt. De kentallen ten aanzien van de begroting daar wordt ook aandacht aan besteed. Wat ik niet gehoord heb is waarom de Stichting Tussen Wal en Schip nog steeds zoveel cliënten heeft. Ten aanzien van de ozb heb ik begrepen dat het college er alle vertrouwen in heeft dat ze niet boven de indexering uitstijgt. Dat moeten we nog even afwachten want dat voorstel ligt nog niet voor.
46
Dan ten aanzien van het amendement. Ten eerste is in 2005 besloten om de kosten van het zwerfafval onder te brengen in het product 620. Daar is er niets over gezegd dat de inkomsten van hetzelfde product evenredig zullen stijgen. Dat is punt 1. Punt 2. Als we praten over indexering van het huishoudelijk afval dan hebben we € 298,- per huishouden betaald in 2004, in 2005 ook en in 2006 € 300,- Dat betekent dat daar van indexering geen sprake is, juist omdat indexeren niet nodig was vanwege het feit dat door een betere scheiding en door een efficiënter inzamelen die kosten alleen maar gedaald zijn. Met name het vorige college heeft zich ook druk gemaakt om die kosten nog verder te laten dalen. Het zwerfafval, de heer Harijgens heeft het al gezegd, bestaat voor een groot gedeelte uit afval dat echt niet door de huishoudens geproduceerd wordt. Om dan te zeggen als huishouden moet je daar extra voor bijdragen vinden wij als Leefbaarheid niet juist, we zijn daar tegen. Dat zou de burgers aansporen om toch maar hun huisvuil niet meer netjes via de container aan te bieden maar het wordt toch al opgeruimd want daar betaal je al voor. De heer VAN PUL: Als dat zwerfafval niet van de burger afkomstig is waar komt het dan vandaan? De heer HUIJGENS: De heer Harijgens heeft al gezegd dat het voor een groot gedeelte afkomt van de resultaten van evenementen. De heer VAN PUL: Daar komen geen burgers? De heer HUIJGENS: Daar komen juist niet alleen de burgers van Bergen op Zoom want daar komen juist zoveel, dat wordt altijd gezegd, burgers van buitenaf. De heer VAN PUL: Dat is duidelijk maar nu de vraag; als ik naar Roosendaal ga naar een evenement moet ik dan in Roosendaal gaan meebetalen aan het zwerfafval? Gaan we nu echt mensen controleren over de grens van Roosendaal en Bergen op Zoom? De heer HUIJGENS: Dat betekent niet dat je vervolgens tegen een inwoner van Roosendaal gaat zeggen betaal jij nu voor het vuil dat ik daar op dit moment achterlaat. Dat zou dus eigenlijk door het evenement zelf betaald moeten worden, De VOORZITTER: Daar hebben we ook geen toeristenbelasting voor. De heer HARIJGENS: Bij interruptie. Laten we toch simpelweg vaststellen dat evenementen een zekere mate van afval produceren en er zijn kosten mee gemoeid om dat afval te verwijderen. Laten we dat simpelweg vaststellen, niet meer en niet minder. De heer HUIJGENS: Dan ten aanzien van de tekst van het amendement. We hebben het toch een amendement gemaakt. De dienst heeft mij geholpen om de tekst zodanig aan te passen dat het nu wel goed zou zijn. Dat hebben ze grondig gedaan, want zelfs de voetnoot van pagina 2 hebben ze gewijzigd want daar stond ook nog een foutje in. Het amendement luidt nu: 'de verhoging van de lasten van huishoudelijk afval in 2007, zijnde 164.400 euro, te dekken vanuit de egalisatiereserve huishoudelijk afval en het programma 9 milieu dienovereenkomstig te wijzigen" 64.400 euro is dan precies 27.400 huishoudens maal 6 euro. Wat er niet staat maar wat wel zo is, is dat natuurlijk zowel in 2006 als in 2007 nog stortingen in die egalisatiereserve zullen plaatsvinden. Dan doel ik met name op de stortingen vanuit het dividend van Saver. Vandaar dat ik toch mijn gewijzigd amendement wil handhaven. De VOORZITTER: Ik constateer dat u beide amendementen intrekt en daarvoor in de plaats twee gewijzigde amendementen heeft ingediend. U heeft zelf aangegeven wat daar de essentie van is. Ik hoef die niet voor te lezen. De gewijzigde amendementen maken nu onderdeel uit van de beraadslagingen. De heer VAN DER KALLEN: GBWP dacht dat het enkele jaren geleden was die eerdere discussie over kunst, maar dat was volgens mij aanzienlijk korter en toen heb ik gezegd "het lijkt Tholen wel hier" en dat gevoel heb ik vandaag toch weer. We hebben enerzijds een soort SGP in Bergen op Zoom gekregen als het over kunst gaat en tegelijkertijd treft het mij dat vanuit Groen Links we plotseling een partij hebben voor de geestverruimende buitenlanders.
47
Mevrouw DE KONING: Vorige keer heeft mijnheer Van der Kallen daar ook al op gewezen en ik wil toch wijzen op normen en waarden waar wij heel sterk aan hechten. Dus kunst goed maar het moet wel kunnen, het moet niet storend zijn. De heer VAN DER KALLEN: Kunst dient tot discussies te leiden, kunst dient tot nadenken te brengen en kunst is een vrije interpretatie van vrije mensen. Dat hoort in onze samenleving. Juist in de Bergse samenleving, die er prat op gaat creatief te zijn is dit soort discussies in mijn beleving Bergen op Zoom volstrekt onwaardig. De heer HARIJGENS: Voorzitter, sta mij toch toe een interruptie te plegen. Het schampere gedoe over de partij van de geestverruimde middelen wordt gezegd, maar waar het om gaat is dat we ons niet te hypocriet moeten opstellen als wij geld kunnen verdienen aan mensen die hier in Bergen op Zoom geld komen besteden in inderdaad de coffeeshop. De vraag is, ik stel die andermaal, moeten wij daar dan vies van zijn? Met andere woorden, wat wij nu als negatief duiden kunnen wij dat ombuigen naar positief? Dat is de oproep die ik gedaan heb. De schampere opmerking van de heer Van der Kallen vind ik wat ongepast. De heer VAN DER KALLEN: Ik verbaas me wederom over de heer Harijgens, want geld verdienen is op zich niet vies, maar je dient wel geld te verdienen met legale middelen. Als het gaat over deze middelen en als het gaat over de aard en de hoeveelheid van de bezoekers is dat niet het geval, dat constateren we keer op keer. Voorzitter, u hebt iets gezegd over nadenken over het St. Catharinaplein. Dat stelt mijn fractie enerzijds op prijs, maar we dienen dat wel ruimer te zien. In het verleden heeft deze raad een beleidsnotitie gemaakt over horecaontwikkeling voor de pleinen en daar zat een visie achter. Ik moet constateren dat de afgelopen jaren er allerlei ontwikkelingen zijn geweest die niet conform die visie waren en dat ook het college c.q. de raad als het gaat over bestemmingsplannen en gebruik van panden dat min of meer oogluikend en soms voor een deel zelfs sanctionerend heeft toegestaan. Als we kijken naar het St, Catharinaplein dan is dat goed maar formeel hadden we een aantal doelstellingen met de pleinen en als u praat over het StCatharinaplein vraagt mijn fractie om dat breder te zien, zodat Bergen op Zoom als horecastad, van de harde horeca dan wel te verstaan, nog wel een reden heeft van bestaan. Er is een aantal pleinen van ontwikkeling uitgegaan die anders was. Voorzitter, als het gaat over de bouwleges doe ik beroep op u als vertegenwoordiger van de kroon. U bent aangesteld om naar de rechtmatigheid van de besluiten in deze raad te kijken. Ik heb reden om aan die rechtmatigheid als het gaat over de bouwleges in het kader van artikel 229 b lid 1 ernstig te twijfelen. Ik lees een paar dingen voor uit het stuk Tussentijdse verhoging leges bouwvergunningen, waarnaar in de beantwoording van de vragen is verwezen. Dan citeer ik "bouwaanvragen met hogere bouwkosten zijn meer dan kostendekkend als alleen gekeken wordt naar het toetswerk voor de bouwvergunning. Uren voor bezwaar en beroep, beleid en advies en administratieve handelingen etc. worden door dit surplus gedekt."Wat er staat is voor een belangrijk deel in strijd met de fiscale regelgeving tot stand gekomen in wetgeving en jurisprudentie. Bijvoorbeeld beleid hoort er niet in. Bijvoorbeeld voorlichting hoort niet uit de leges betaald te worden. Of beroep en bezwaar eruit betaald moet worden daarover is de jurisprudentie niet helemaal helder, maar op zijn minst is het twijfelachtig te noemen. Wat ik dan kenmerkend vind aan de volledig presentatie is dat men verwijst naar andere gemeentes. Men verwijst naar gemiddelden, terwijl de essentie is: zijn bouwleges kostendekkend. Kijk je naar de jurisprudentie als het gaat over bedrijven en individuen die de leges van bepaalde gemeentes hebben aangetast, dan blijkt daaruit datje de kostendekkendheid niet moet beoordelen op enig moment maar in een aantal jaren. Om helder te maken, Bergen op Zoom kent een aantal golfbewegingen als het gaat over het verlenen van bouwvergunningen. Als een plan zo'n beetje vol is gelopen dan zit er eventjes een pas op de plaats in als het gaat over het verlenen van bouwvergunningen. Komt echter een nieuw plan weer in ontwikkeling dan heb je weer een boom in de bouwvergunningen. Juist naar de kostendekkendheid moet dus over meerdere jaren gekeken worden. Ik heb daar tevergeefs naar gezocht. Ik heb heen en weer gerend op verschillende plekken en het niet gevonden. Als ik naar dit geheel kijk dan zeg ik: ja, de afgelopen jaren, zolang ik in de raad zit, is in ieder geval de laatste 12 jaar er sprake geweest van de doelstelling kostendekkende bouwleges. Als je dan zegt wat is er nu veranderd, dan zeg je continue de bouwleges worden bepaald als een percentage van de bouwkosten. De bouwkosten zijn per eenheid en per aard van de investering de afgelopen jaren aanzienlijk gestegen en daarmee dus de opbrengst van de bouwleges. Daar zit als het ware een ingebouwde inflatiecorrectie in. Als ik nu kijk hoe men dit berekent dan zeg ik het komt mij voor dat de kans dat dit in strijd is met artikel 229 b lid 1 van de gemeentewet heel groot is. Aan u vraag ik om mij binnen een maand uit te leggen hoe de werkelijkheid is, welke kosten wel en welke kosten niet er in zitten en welke onderdelen van het uurtarief wel en niet rechtmatig zijn want zoals het in de gemeente Bergen op Zoom en binnen de afdeling SROB wordt gehanteerd kom ik tot de conclusie dat het elementen bevat die niet rechtmatig zijn voor de bouwleges. Het is buitengewoon principieel. Resumerend, op dit onderdeel vraag ik aantekening tegen de fiscale heffingen, simpelweg omdat ik er niet
48
van overtuigd ben dat de heffingen als zodanig, als het gaat over de bouwleges, rechtmatig zijn. Voor mij is het vanzelfsprekend een principiële zaak aangezien ik graag toetsbaar rechtmatige besluiten neem. Als het gaat over de moties zal ik me alleen maar richten op de moties die ik ondersteun. De motie met betrekking tot de televisieregistraties zal mijn fractie ondersteunen. De motie met betrekking tot... De heer WITHAGEN: Bij wijze van interruptie. Mijnheer Van der Kallen, ik was iets vertraagd, maar de kern van uw legesverhaal is dat er op de afdeling door veel ambtenaren bepaalde kosten worden toegerekend tot de vergunningverlening. Het is bijna onmogelijk om exact te bepalen welke werkzaamheden precies bij welk productelement horen. Dat zou een uitzoeken] op zich betekenen. Het betekent gewoon dat er op reële gronden toegerekend wordt. Daar zit de kern van uw verhaal. Het is geen rechtmatigheidvraagstuk, het is een toerekeningsvraagstuk, welke kosten worden wel of niet toegerekend tot dat deel van het product. De VOORZITTER: Het college zou het hebben kunnen geantwoord. De heer VAN DER KALLEN: De toerekening is wel degelijk het rechtmatigheidsvraagst.uk. Als het gaat over de motie van de WD met betrekking tot het sociaal economisch profiel van de gemeente Bergen op Zoom, de startersstimulering, dan allereerst een opmerking over de onderbouwing van mevrouw Van Kemenade. Als het gaat om het verlies van arbeidsplaatsen in Bergen op Zoom dan is dat de laatste vijf jaar voornamelijk industriële werkgelegenheid geweest bij de grotere bedrijven. Als het gaat over de kleinere bedrijven dan is Bergen op Zoom wel degelijk de dynamische plek die wij als centrumgemeente ook zouden moeten zijn. Desalniettemin benader ik deze motie positief, hoewel ik eigenlijk de commissarissen van Indumij in overweging geef om daar eens naar te kijken, want dit past volgens mij in de doelstellingen van Indumij. Tot zover. De VOORZITTER: Er is nog een aantal vragen gesteld door de raad aan het college. Ik stel voor dat het college probeert zich tot de beantwoording van die vragen te beperken. Ik zal ze ook heel kort even recapituleren, zodat we daar ook geen misverstand over hebben. GBWP voeg om toch nog een toelichting vanuit het college hoe het college nu de motie interpreteert over televisieregistraties. Er is ook gevraagd vanuit de GBWP-fractie of het mogelijk is in de toekomst de prijzenvergelijking op te nemen bij de toelichting van de verordening als het gaat om de verschillende heffingen. De CDA-fractie heeft gevraagd wanneer de evaluatie rioolheffing aan de orde kan zijn. Zij heeft ook gevraagd wanneer aan de orde kan zijn de kwaliteit van de Binnenschelde en heeft ook gevraagd wat het college verstaat onder faciliteren als het gaat over het Kunstforum. De WD-fractie heeft gevraagd toch nog te reageren op de vraag die ze eerder heeft gesteld over de efficiencyverbetering, wat het college daaronder verstaat en wat het college daaraan doet. De SP-fractie heeft gevraagd om een reactie op de door haar ingediende motie. De D66-fractie heeft gevraagd of het college bereid is nog een ultieme poging te doen om licht te geven in de binnenstad. De politieke partij Wij heeft gevraagd om met name nog even in te gaan op de verwijzing naar de beheersbegroting en of dat ook geldt voor de komende jaren en heeft gevraagd wanneer er duidelijkheid is over de ontsluiting van de zuidelijke randweg, duidelijkheid over wanneer daar wat gerealiseerd wordt. Vervolgens heeft de groepering Leefbaarheid gevraagd waarom er toch nog zoveel cliënten bij de Stichting Tussen Wal en Schip zich aanmelden ondanks inspanningen. Tenslotte heeft de BSD-fractie gevraagd om een nadere onderbouwing van de bouwleges zoals die in Bergen op Zoom worden gehanteerd.Dat zijn volgens mij de vragen die vanuit uw raad nog zijn gericht aan het college. Dat is juist? Dan kunnen we dat in ieder geval afvinken. Wie wil beginnen? De heer HAGENAARS, wethouder: Ik heb buiten de vraagstelling wel van twee partijen een appreciatie of juist niet voor de hondenbelasting aangehoord en ik heb daar namens het college kennis van genomen. Dan toch door u niet vermeld, maar waarschijnlijk omdat aangekondigd is dat daar ook nog schriftelijk op gereageerd wordt, denk ik dat ik toch nog even wil reageren op die € 460.000,- genoemd bij het programma Cultuur. Ik denk dat ik de Partij van de Arbeid fractie toch zeer goed bediend heb, want de Partij van de Arbeid fractie heeft gereageerd op de brief van 3 november 2006 aan de leden van de raad. Daarin wordt een drietal bedragen genoemd en die bedragen zijn becommentarieerd door de fractie van de Partij van de Arbeid, waarbij ik heb geantwoord dat de drie conclusies zoals die getrokken werden in eerste termijn juist zijn. Een betere beantwoording kan ik niet geven, denk ik.
49
Verder denk ik dat er een vraag gesteld is over de ozb. U krijgt daarvoor een voorstel in december en dan zult u daarin ook de berekeningssystematiek zoals ik die in eerste termijn heb gegeven terugvinden. Ten aanzien van de brandweerlocatie is nog een vraag gesteld niet in de zin dat u daar als voorzitter op geantwoord heeft, maar over de locatie, de verbinding met de Westersingel. Als er een locatie gevonden zou worden waarbij de brandweer vertrekt aan de locatie Westersingel of die dan verbonden wordt met de visie over de Westersingel. Ik denk dat dit eerder in de commissie ROUB bevestigend is beantwoord. Als de brandweer daar zou vertrekken wordt dat betrokken bij de visie op de Westersingel. Dan denk ik dat ik ook nog moet reageren op de bouwleges. Van jaar tot jaar wordt bezien op kostenplaats 665 wat de kosten zullen zijn in het komende jaar. Er wordt inderdaad bekeken wat de uurtarieven zijn. In een ander verband speelt dat ook. SROB kent, om het makkelijk te maken, vier uurtarieven dus dat zal een hele verscheidenheid van berekeningen opleveren. Wij denken dat door het jaarlijks vaststellen het wel een rechtmatige vaststelling is en dat gebeurt dus op het product bouwleges. De heer VAN DER WEGEN: Mag ik een kleine verhelderende vraag stellen. We hebben natuurlijk eerder problemen gehad met de rechtmatigheid. Misschien is dat ook een antwoord op de vragen van de heer Van der Kallen. We hebben problemen gehad met de rechtmatigheid, is u bekend of ook op dit punt de accountant een opmerking had? De heer HAGENAARS, wethouder: Bij mijn weten zijn daar nooit opmerkingen over gemaakt. Die zijn mij dus niet bekend. En de tarifering van alle belastingen en heffingen zijn volgens mij dan ook in orde bevonden door de accountant. Groen Links heeft nog een vraag gesteld over mijns inziens, breder gezien hoor, de Korenmarkt en omgeving bedoelt u eigenlijk. Dat heeft in ieder geval alle aandacht en zal ook begin volgend jaar aan de orde komen in commissie en raad. De politieke partij Wij heeft gevraagd om duidelijkheid inzake de aansluiting Randweg zuid. Die duidelijkheid kan verschaft worden, zoals ik in eerste termijn al aangaf, wanneer de bestemmingsplannen onherroepelijk vaststaan. Dus op het moment dat het bestemmingsplan onherroepelijk vaststaat kunnen wij nadere termijnen bepalen waarop de werkzaamheden daar plaats zullen vinden. De WD mag ik in dit verband zeer zeker niet vergeten, dat heb ik in eerste termijn helaas wel gedaan. De WD heeft gevraagd om de efficiency op de begroting te bekijken. In het Beleidskader en daarmee de meerjarenbegroting 20072010 hebben wij aangegeven dat wij efficiencymaatregelen gaan treffen die vanaf 2008 moeten gaan leiden tot een kostenreductie van € 300.000,-. Ik denk dat daarmee is aangegeven dat de concernberichten in ieder geval de documenten zijn waarin kan worden nagegaan of die taakstelling inderdaad gehaald is. Ik denk dat het onderwerp van zodanig belang is dat we daar ook op een ander moment, bijvoorbeeld in de commissie Middelen over het onderwerp zelf kunnen komen te spreken. Ik denk dan bijvoorbeeld dat we dat apart agenderen tussen nu en een half jaar en zo het onderwerp buiten de cyclus in ieder geval ook behandelen. Dan kom ik aan de beleidscyclus en daar had het CDA een belangrijke vraag die door de voorzitter niet is opgenoemd. De beslismomenten waar ik in eerste termijn over sprak worden uiteraard bepaald in samenspraak met de raad. Wat vooral van belang is voor de CDA-fractie is dat dit is op basis van dezelfde documenten zoals die nu verstrekt worden met dezelfde samenhang. Het is juist de bedoeling van de beslismomenten om de documenten zoals die nu aan de raad gepresenteerd worden in samenhang te behandelen. Dat is de doelstelling zoals die voorgelegd zal worden aan de raad. Tot zover in tweede termijn. De heer LINSSEN, wethouder: Ik dacht dat ik in eerste termijn duidelijk was en aangaf dat het college zeer positief en sympathiek staat tegenover de motie van de Partij van de Arbeid als het gaat over de televisie-uitzendingen. Ik heb aangegeven dat met name ook bullet 3, 4 en 5 ons aanspreekt. Ik heb in feite voorgesteld aan de indiener om om die reden te zeggen voor 2007 zetten we dat veilig en we doen de toezegging dat met die genoemde uitgangspunten dat wij terugkomen met een voorstel lokaal mediabeleid en dat we in feite de onzekerheid nu weghalen, want er is hier natuurlijk altijd sprake over een coproductie van niet alleen BRTO maar ook ABG en we moeten die onduidelijkheid niet hebben. Ik was in de veronderstelling dat met de toezegging die ik had gedaan de motie feitelijk nu overbodig is. Wat mij betreft is de motie overbodig, dat heb ik aangegeven. Met betrekking tot de motie van de WD hebben wij, omdat die ook voortkwam uit de discussie in de Stoelemat van de BOB/MGH gezegd als u de datum verandert in juli 2007 dan kan het, zeker ook gezien de discussie in de raad, helemaal geen kwaad om die motie als zodanig over te nemen. Daar is ook helderheid over. Als het gaat over het Kunstforum, over het culturele aspect zal college Van Eekelen vermoedelijk nog reageren, zakelijk gezien en ik denk dat ik de woorden van GBWP zo ook moet begrijpen, dan moeten we rekening houden als we spre-
50
ken over Kunstforum activiteiten in het centrum dat het natuurlijk van groot belang is wie de eigenaar is van het pand, of dat de gemeente is of derden. Ik kan me voorstellen dat bepaalde derden daar bepaalde voorwaarden zullen stellen en daar moet natuurlijk ook over gesproken worden. Het is niet reëel, dat richting D66, om aan te nemen dat het voor 1 januari 2007 kan. Niet alleen omdat de afspraken nog gemaakt moeten worden in het centrum van de stad bij leegstaande panden, maar anderzijds ook dat Kunstforum het zelf niet aankan en dat ze ook blokperiodes hebben. We hebben voldoende aangegeven dat we daar positief op insteken. We moeten dus met de eigenaren spreken. Sfeerverlichting en eigenlijk de koppeling de ondernemers. De heer HARIJGENS: Bij interruptie. De heer Linssen neemt zijn deel van de kunstkant voor zijn rekening en ik zou hem dus ook graag willen vragen hoe hij het faciliteren precies ziet. De heer LINSSEN, wethouder: De Stichting Kunstforum doet vrij veel zelf. U moet de rol van de gemeente in dit geval masserend zien. We hebben een brede agenda op 16 november met de eigenaren. Ik zou dat eigenlijk nu hier niet neer willen leggen. Kunstforum is zelf in de gelegenheid en ik denk dat onze rol met name intermediair en masserend is als het gaat om de mogelijkheden. Ik wil daar nu eigenlijk even niet op ingaan want dat is niet verstandig naar mijn mening. Misschien dat mijn collega Van Eekelen daar nog wat meer over kan zeggen, maar ik wil dat op dit moment niet. Als het gaat over de sfeerverlichting en de oproep die D66 heeft geuit dat wij nog een ultieme poging zouden moeten doen, dan zeg ik dat uw raad en het college meer dan maximale inspanning heeft gedaan in de afgelopen jaren. Of we nu spreken over het bedrag van de verlichting, of we nu spreken over de vloerbedekking in de stad, de promotie van de stad en nu de extra inzet van het college en ambtelijk apparaat in het leegstandsaspect daarvoor hebben we ons extra ingezet en het antwoord op de vraag om een ultieme poging te doen is gewoon Nee. Ik denk dat deze raad en het gemeentebestuur maximale inzet hebben getoond en als oud-ondernemer zou ik zeggen; ondernemers toon dat u ondernemer bent. Daarmee basta. De heer VAN EEKELEN, wethouder: Ik begin bij de heer Huijgens van Leefbaarheid die vraagt waarom er bij Tussen Wal en Schip zoveel klanten zijn en hoeveel er zijn. Dat weet het college niet en dat kunnen wij ook niet weten, want Tussen Wal en Schip is geen gemeentelijke instelling. Naast de belangstelling die wij hebben voor Tussen Wal en Schip is er geen enkele relatie met Tussen Wal en Schip. Wij weten niet hoeveel klanten zij hebben en dat hoeven wij verder ook niet te weten. De heer HARIJGENS: Bij interruptie. Ik weet dat van het vorige college een belangrijk beleidsvoornemen was om erachter te komen hoe die dynamiek in elkaar stak en vervolgens de stichting Tussen Wal en Schip overbodig te maken. Ik neem aan dat u op zijn minst dat voornemen toch wel doortrekt. De heer VAN EEKELEN, wethouder: Dat voornemen is er. De vorige portefeuillehouder heeft toegezegd dat mits er aan een aantal criteria zou worden voldaan die subsidie zou worden verleend die vorig jaar is vastgesteld. Tot op dit moment heeft Tussen Wal en Schip nog geen gegevens uitgewisseld met de gemeente met betrekking tot die criteria, die voorwaarden die toen gesteld zijn met betrekking tot die subsidie. De heer HARIJGENS: Bent u nog in gesprek met ze? De heer VAN EEKELEN, wethouder: Ik heb nog geen gesprek met ze gehad. Ik ben er wel een keer geweest, maar ik heb nog geen gesprek gehad. Mevrouw VAN KEMENADE: Toch even bij interruptie. Het verrast mij eigenlijk dat de wethouder zegt wij weten die aantallen niet, terwijl wij vorig jaar, ik meen dat het in december is geweest, een heel uitgebreide discussie hebben gehad over de subsidie aan de loods voor de voedselbank. Toen is gesproken over 400 klanten op dat moment, waarvan het merendeel en dat was de angel in de discussie, kwam uit de omgeving van Bergen op Zoom. Er is dus wel degelijk inzage in de aantallen klanten van de voedselbank. De heer VAN EEKELEN, wethouder: Dat klopt. Vorig jaar was die inzage er. Ik heb een paar maanden terug in de pers kunnen lezen dat het nog steeds ongeveer die 400 klanten zijn. Ik heb echter begrepen van de heer Huijgens dat hij aan ons vroeg hoe op dit moment de stand van zaken was met het klantenbestand en dat weten wij dus niet. Dan vraagt de heer Van Pul van de politieke partij Wij hoe het verwachtingspatroon is met betrekking tot de kwijtschelding voor de volgende jaren. De beheersbegroting geeft het verwachtingspatroon aan voor 2007. Hoe dat de komende
51
jaren is kunnen wij ook niet zeggen. Als dat aantal terugloopt dan zal het minder zijn en loopt het aantal op dan zal het meer zijn. Wij kunnen nu niet zeggen daar zit een trend in dat het meer zal zijn. Ook daar kan ik u geen antwoord op geven. Wat voor 2007 begroot is kunt u zien in de beheersbegroting bij product 715, maar de jaren daarna daar kan ik u dat niet van zeggen. De heer VAN PUL: Bij interruptie. Het is toch te verwachten gezien de ontwikkelingen op dit gebied dat er een hogere toestroom zal zijn naar de regeling? Je moet daar toch enigszins op anticiperen? De heer VAN EEKELEN, wethouder: Ik denk dat u bedoelt de uitstroom. De heer VAN PUL: Ik begrijp wat u bedoelt. Dat is niet de realiteit. De heer VAN EEKELEN, wethouder: Ik denk dat u bedoelt de uitstroom, dat er dus minder mensen gebruik zullen maken van de kwijtschelding. Dat is het verwachtingspatroon na 2007 als de economie zich voortzet zoals dat nu is. Krijgen wij een economische recessie waardoor meer mensen op het niveau komen van 120 % dacht ik van het minimum dan zal het meer zijn. Daar kan ik met geen mogelijkheid een prognose op loslaten. De heer VAN PUL: Hoe komt u aan die prognose dat na 2007 minder mensen gebruik zullen maken van de kwijtschelding. Ik heb het niet over de uitstroming maar over kwijtschelding. De heer VAN EEKELEN, wethouder: In 2007 zullen wij weer een beleidskader maken voor 2008 en de volgende jaren en vervolgens zullen we ook weer een begroting vaststellen en daar zullen de prognoses in staan voor 2008 en andere jaren. In deze begroting hebben we de prognose voor 2007. Dan kom ik bij de motie van de SP die ook over programma 3 gaat. In de discussie die wij de afgelopen maanden gevoerd hebben met betrekking tot het beleidskader, met betrekking tot de monitoring, met betrekking tot de sociale voorzieningen, deze begrotingsbehandeling en de technische vragen die daarover gesteld zijn hebben wij aangegeven wat de inspanningen zijn op dit moment van het college om een goed armoedebeleid te voeren. Daarin is met name opgenomen dat er meer scholingskansen moeten worden geboden binnen de Wet Werk en Bijstand, dat er meer mensen dienen uit te stromen naar de reguliere arbeidsmarkt zoals hier verwoord staat en dat er ook de reserve van de WFA want daar gaat het vooral om bij de SP waar we gezegd hebben er moeten voldoende reserves zijn om tegenslagen die zich binnen de gemeente voor kunnen doen op te kunnen vangen. Daarnaast wil ik toch opmerken dat de WFA-reserve bestaat uit een inkomensdeel en een werkdeel. Daarvan moet 75% besteed worden. Is het minder dan 75% dan zal dat terug moeten naar het rijk. Het meerdere dan die 75% mogen wij in de reserve stoppen. Ik heb aangegeven dat wij in de toekomst gaan kijken wat die reserve voor de WFA zal moeten zijn en waar we ook een goed armoedebeleid mee kunnen voeren. Als dat bedrag is vastgesteld dan kunnen we kijken wat we verder doen met de overige reserves mochten die er eventueel nog zijn. Dat heb ik u toegezegd. De heer VAN DIJK: Bij interruptie. Het is natuurlijk niet zo dat het geld dat er in de WFA zit ook voor andere doeleinden gebruikt gaat worden. Wij willen juist dat het wel voor het armoedebeleid wordt gebruikt en dat het niet voor andere doeleinden wordt gebruikt. De heer VAN EEKELEN, wethouder: Ook wij zijn voor een goed armoedebeleid maar daarnaast zeggen wij, als er een pot is dan is dat de reserve. Is er meer dan datgene wat we met elkaar afspreken, daar komen we op terug, dat zou dan eventueel ergens anders naar kunnen gaan, dat zou naar de algemene reserve kunnen gaan en dat zou ook, zoals we nu afgesproken hebben, naar de WMO kunnen gaan. Daar komen we later over te spreken. Kortom, de inspanningen van het college zijn erop gericht om meer werk te genereren, alles te doen wat eigenlijk ook in de motie staat. Wij ontraden met klem deze motie en vooral daar waar het gaat om de WFA-reserve. Ik mis nog een antwoord aan GBWP die het had over het Kunstforum, overigens een activiteit die niet in de begroting staat. Ik heb met het faciliteren bedoeld met het Kunstforum in gesprek gaan, dat we samen met de ondernemers in gesprek gaan om te kijken of we daaraan invulling kunnen geven. Dat heb ik bedoeld met faciliteren. Het kan niet zo zijn dat het college gaat faciliteren en ruimtes gaat huren bij ondernemers. Dat is niet de bedoeling. Kunst zal in zekere mate..
52
De heer WITHAGEN: Bij interruptie. Zou u toch het woordje faciliteren van een vaste betekenis willen voorzien? Ik meen anders toch te moeten veronderstellen dat de heer Van Eekelen het woordje faciliteren anders gebruikt dan de heer Linssen. De heer LINSSEN, wethouder: Dan heeft u niet goed geluisterd. De heer VAN EEKELEN, wethouder: Ik dacht dat de heer Linssen ongeveer hetzelfde gezegd heeft als ik. Dan richting GBWP. Kunst zal in zekere mate uitdagend en conflicterend kunnen zijn en natuurlijk zullen wij in de gesprekken met eventuele ondernemers met Kunstforum praten over normen en waarden, maar uiteindelijk zal het zo zijn, dat is nu eenmaal een kernmerk van kunst, dat het in zekere mate conflicterend kan zijn. Tot zover mijn bijdrage. De heer SIEBELINK, wethouder: Er is gevraagd naar het tijdstip van evaluatie van het gemeentelijk rioleringsplan. Het college is verplicht om iedere vijf jaar een gemeentelijk rioleringsplan aan de raad aan te bieden. Het huidige gemeentelijk rioleringsplan dateert van 2003. Dat betekent dat wij u in 2008 een nieuw gemeentelijk rioleringsplan willen voorleggen. Het college is voornemens om u de evaluatie aan het eind van 2007 voor te leggen. Met betrekking tot de waterkwaliteit van de Binnenschelde, ik dacht dat ik het in eerste termijn ook had gezegd maar misschien niet duidelijk genoeg, dat komt ook bij de presentatie van het waterplan begin februari 2007 aan bod en gaat uiteraard ook onderdeel uitmaken van de waterplannen die wij aan het ontwikkelen zijn. Dan kom ik met u op het gewijzigd amendement van de groepering Leefbaarheid. Inhoudelijk feitelijk geen wijziging van het amendement. Het is een technische formele aanpassing. Het college heeft eigenlijk weinig redenen om af te wijken van de overwegingen die wij in eerste termijn hebben gegeven. Ik vond de discussie over zwerfvuil enigszins merkwaardig. We trachten zwerfvuil integraal te bestrijden en zwerfvuil in de binnenstad als apart product weg te zetten dat lijkt ons niet echt opportuun. Daarnaast is het zo, daar hebben verschillende fracties ook op gewezen, dat de indexering van de kosten met 3% hier inderdaad plaatsvindt en we moeten die kostendekkendheid echt trachten na te streven. U kunt nu niet echt vooruit gaan lopen op het eventuele dividend van Saver voor volgend jaar. Als we nu deze indexering niet toepassen dan we hebben uiteraard ook kans dat we volgend jaar met een grotere stijging zullen moeten komen. De heer HUIJGENS: Bij het behandelen van het Beleidskader wilde u het dividend voor 30 jaar vastleggen en nu is 1 jaar al een beetje twijfelachtig. De heer SIEBELINK, wethouder: Wij leggen een dividend niet voor 30 jaar vast hoor, dat heb ik nergens gelezen. De heer HARIJGENS: Ik zal proberen het kort te houden, maar het heeft toch enige uitleg nodig. De vorige periode is het zwerfafval onderdeel gaan worden van het huishoudelijk afval. Ik ben ervan overtuigd dat een groot gedeelte daarvan wordt veroorzaakt door laten we zeggen de druk vanuit de binnenstad, evenementen en alles wat zich daar afspeelt. Het is aan het college om een maximale inspanning te doen om de overlast van zwerfafval naar aanleiding van evenementen tot een minimum beperken. Er zijn dus nog wat dingen te doen om dat zo minimaal mogelijk te houden. De heer SIEBELINK, wethouder: Hoe wilt u dan bijvoorbeeld met de carnaval het zwerfafval in rekening gaan brengen? Bij ondernemers apart zaken in rekening gaan brengen? Dat lijkt mij niet echt praktisch. De heer HARIJGENS: Er is destijds een reden geweest om dat naar het huishoudelijk afval te halen. Dat betekent dat de beloning voor mensen die ten aanzien van hun huishoudelijk afval zich moeite getroosten wegvalt tegenover het zwerfafval dat mede door evenementen wordt veroorzaakt. Daar zit geen de vervuiler betaalt mechanisme in. De heer SIEBELINK, wethouder: Het college voert uit wat de raad destijds heeft vastgelegd en als u vindt dat u daar een andere systematiek op wil toepassen zou ik zeggen komt u dan met een voorstel. Tot zover. De VOORZITTER: Volgens mij geen vragen meer voor wethouder Veraart. Mevrouw VERAART, wethouder: Nog een opmerking. Ik heb geen vragen meer gehoord. Toch merk ik op dat er toch wel een discrepantie is tussen de eerste termijn en de tweede termijn van de WD-fractie voor wat betreft de aanbesteding. In de eerste termijn heeft de WD het gehad over een blanco cheque dat de WFA-reserve niet zo gezien moet
53
worden en in de tweede termijn pleit de WD onder andere voor een voorkeursbehandeling voor de lokale zorgaanbieders. Wij proberen met deze aanbesteding inderdaad iedere euro zo doelmatig en zo doeltreffend mogelijk uit te geven. De eerste verantwoordelijkheid voor college en raad betreft de burgers van Bergen op Zoom, met name die burgers die zorg behoeven. Aan de ene kant moeten we waarborgen dat er voldoende zorg is, aan de andere kant moeten we waarborgen dat er kwalitatief goede zorg is. Kwalitatief goede zorg daar hoort een bepaalde prijs bij. Daarom gaan wij niet voor de laagste prijs maar wel voor een hele redelijke prijs wat ieder aanbieder noopt tot kritisch kijken wat ze aanbieden, wat hun product is. Daar hoort ook de prijs bij. Om bij voorbaat te zeggen lokale zorgaanbieders wil zeggen dat we niet kritisch kunnen kijken naar werkelijk die prijs-kwaliteit verhouding en dat doen wij wel. Mevrouw VAN KEMENADE: Bij interruptie, want ik denk dat mevrouw Veraart de WD-fractie een aantal dingen toedicht die wij niet gezegd hebben in de eerste termijn en ook niet in de tweede termijn, sterker nog ik heb het helemaal niet over de spelregels van de Europese aanbesteding gehad en ik heb het ook niet over de prijs-kwaliteit verhouding gehad. Waar het om gaat is dat we in den lande op dit moment zien dat een aantal gemeenten de aanbesteding afronden, dat gevolgen heeft voor de lokale leveranciers en dan de discussie ineens losbarst omdat men schrikt omdat ineens 400 banen op de tocht staan. Die discussie moeten we voor zijn. Die oproep heb ik in de raad gedaan. Ja, ook de WD-fractie vindt dat het moet gaan om prijs-kwaliteit verhouding en het gaat volgens de spelregels van de Europese aanbesteding dus we gaan er van uit dat het ook goed gebeurt. We moeten vooruitkijken. Als straks in januari bij de afronding van de aanbesteding blijkt dat de Stichting Tante Louise buiten de prijspot valt hebben we daar een probleem en zit iedereen in deze raad in de hoogste boom. Wij hebben een verantwoordelijkheid als het gaat om lokale werkgelegenheid en vanuit die invalshoek kijkt de WD-fractie ernaar. Niet meer en niet minder. De VOORZITTER: Ik heb de indruk dat we in herhaling gaan vallen. Nog een laatste opmerking van de heer Van der Kallen. De heer VAN DER KALLEN: Een korte opmerking. Bij het vooruit kijken moet je ook nog middelen hebben om het beleid te beïnvloeden en die zijn er niet meer. De VOORZITTER: Volgens mij moeten we deze discussie beëindigen. Mevrouw VERAART, wethouder; Ik heb toch nog wat opmerkingen ter toelichting, want ik blijf erbij dat iedere thuiszorgaanbieder die kwaliteiten levert een heel serieuze kans op een contract maakt. Persberichten zijn heel erg belangrijk en Zwolle is een heel mooie stad, maar hoe de aanbesteding daar is verlopen weet ik niet. We kunnen dichterbij kijken naar Roosendaal, veel dichterbij. Daaruit blijkt, zij hebben de aanbesteding achter de rug, dat maar een heel klein aantal cliënten naar een andere zorgaanbieder gaat. Dat is de andere kant van de zaak. Ik zou u willen vragen om het beeld dat u hebt over de aanbesteding niet alleen uit de pers te halen maar ook uit de concrete stukken die we vanuit het college naar u hebben toegestuurd. De VOORZITTER: Ik wil proberen om tot afronding van de beraadslagingen te komen. Bent u het ermee eens dat we tot stemming kunnen overgaan? Dat is het geval. De heer VAN DIJK: Wij vragen voor de ingediende motie een hoofdelijke stemming. De VOORZITTER: U wilt graag hoofdelijke stemming over de door u ingediende emotie over de WFA-reserve. Als een lid van de raad daarom verzoekt dan moeten we dat doen en dus gaan we dat ook doen. De heer VAN DEN KIEBOOM: Ik weet niet of ik ten aanzien van de motie van de SP nu een stemverklaring kan afleggen of op het moment dat het aan de orde is? De VOORZITTER: Vlak voor de stemming is er gelegenheid een stemverklaring af te leggen. De heer VAN DEN KIEBOOM: De strekking van mijn opmerking is deze. We hebben net in eerste termijn met het college een discussie gehad over de bestemming van de WFA-gelden. U kunt zich voorstellen dat gezien mijn opmerkingen in de afgelopen periode ik deze motie prikkelend vind, hoewel ik net als de heer Harijgens..
De VOORZITTER: Ik heb net gevraagd of er nog behoefte is aan verdere beraadslaging en toen was de conclusie van de raad Nee. We gaan nu dus over tot stemming. Als u nog opmerkingen heeft over de orde van die stemming dan kan dat, u krijgt gelegenheid om een korte stemverklaring te geven voorafgaand aan elke stemming. Ik vraag of er nog opmerkingen zijn over de orde van de stemming. De heer VAN DEN KIEBOOM: Dan vraag ik even schorsing. De VOORZITTER: U wilt graag schorsing? Hoe lang? 5 minuten. Ik schors de vergadering voor 5 minuten. Aldus schorst de voorzitter de vergadering om 22.16 uur. 22.22 uur. De VOORZITTER: Ik verzoek u uw plaatsen weer in te nemen zodat we de vergadering kunnen heropenen. Ik heropen bij deze de vergadering. We hebben een korte schorsing gehad. Heeft die nog geleid tot intrekking, wijziging of andersoortige voorstellen voor de besluitvorming van amendementen, moties enz.? De heer VAN DER WEGEN: Een korte verklaring. Er wordt een oproep aan ons gedaan om onze motie in te trekken die in feite overbodig was geworden. De heer LINSSEN, wethouder: Intrekken heb ik niet gevraagd. De heer VAN DER WEGEN: Laat ik het zo uitleggen. We willen hem toch in stemming brengen en dat heeft te maken met dat we hem boven de markt willen laten hangen zolang het nodig is in de komende periode. Zodra we een nota hebben afgesproken waar we andere dingen in vastleggen dan is die leidend en tot die tijd hangt dit boven de markt. We willen de motie dus gewoon in stemming brengen. Mevrouw VAN KEMENADE: Ik ben het even kwijt. Gaat nu de stemming over de motie van de lokale media? De VOORZITTER: Nee, het gaat er nu even over, voorafgaand aan alle stemmingen en ik zal zo de volgorde toelichten, of u nog opmerkingen heeft over de manier waarop de moties en amendementen voorliggen en of daar nog wijzigingsvoorstellen zijn. We hebben geconstateerd in ieder geval dat de motie van de Partij van de Arbeid over tvregistratie gewoon in stemming wordt gebracht. Zijn er nog andere opmerkingen over de stemming? De heer VAN DER WEGEN: Toch een dringende laatste oproep aan de SP om hun motie over WFA, armoedebeleid etc. aan te houden tot de discussie van december. Ik doe die oproep omdat wij op dit moment, ik spreek ook namens de heer Van den Kieboom die eerder al met een stemverklaring hierover wilde beginnen, deze motie niet kunnen steunen, terwijl deze motie volop aandacht verdient. Die echte aandacht is er bij de discussie die aangekondigd is in december. Ik doe een dringende oproep om de motie tot dat moment aan te houden. De heer HARIJGENS: Ik zou het betoog van de heer Van der Wegen willen ondersteunen. Ik vind de motie zeer zeker sympathiek, alleen daar waar het gaat om de 10% van de WWB inkomensdeel wat redelijk arbitrair is.. De VOORZITTER: Ik stel voor niet inhoudelijk op de motie in te gaan want dan krijgen we een debat. Het gaat er nu om dat er een aantal fracties is die de SP vraagt de motie nog niet in te dienen, hij kwam ook wat laat tijdens het debat vanavond, maar het eerst te agenderen bijvoorbeeld in de commissie. De heer VAN PUL: Ik steun het verzoek, Ik ben inhoudelijk te weinig op de hoogte en zou graag in de commissie de nodige uitleg willen hebben over de systematiek. De heer VAN DER VELDEN: Tijdens de behandeling van het Beleidskader hebben wij ook onze bedenkingen bij de WFA-reserve of in ieder geval het deel dat we daaruit pakken aangegeven en ik denk dat het goed is dat het doorgeschoven wordt zodat we later in ieder geval over de WFA nog een keer met elkaar praten. De heer VAN DIJK: De SP-fractie kan ermee akkoord gaan dat het uitgesteld wordt tot december.
55
De VOORZITTER: De motie van de SP wordt nu ingetrokken maar op een andere manier komt dat wellicht nog terug. Hij maakt dus geen onderdeel uit straks van de stemming. Nog andere opmerkingen voordat we tot stemming overgaan? Dat is niet het geval. Ik zal dan even de procedure van stemming doorlichten. We zullen eerst over het raadsvoorstel van de meerjarenbegroting gaan stemmen en dat gebeurt zo dat we eerst het amendement van de groepering Leefbaarheid in stemming brengen, vervolgens het raadsvoorstel zelf, al of niet aangepast, over de meerjarenbegroting. Dan zijn de twee moties aan de orde. De motie van de Partij van de Arbeid over de tv-registratie en van de WD over het startersfonds. Daarna hebben we besluitvorming over het raadsvoorstel Gemeentelijke fiscale heffingen en dan komt eerst aan de orde het amendement van de groepering Leefbaarheid als het eerste amendement is aangenomen en anders vervalt het automatisch en daarna het raadsvoorstel zelf over de gemeentelijke fiscale heffingen. Is dat helder? We krijgen ook geen hoofdelijke stemming meer want de SP-motie is ingetrokken. Is er behoefte nog een stemverklaring te geven op een aantal punten? Mevrouw KAMMEUER: Ik wil een stemverklaring afgeven over het eerste amendement, dat is het enige amendement nog. Mevrouw VAN KEMENADE: Ik wil nog een stemverklaring afleggen over de motie van de lokale media. De VOORZITTER: Nog andere stemverklaringen? Dat is niet het geval. Dan zijn wij nu aangekomen bij de stemming. Ik wil dan eerst het woord geven aan mevrouw Kammeijer om een stemverklaring af te geven over het amendement van de groepering Leefbaarheid over het inzamelen van het huishoudelijk afval. Mevrouw KAMMEIJER: Ik zal het kort houden. Ik zal tegen dit amendement stemmen omdat ik er van uitga, het antwoord van het college beluisterend, dat het overschot waar sprake van is gebruikt zal worden voor een intensievere bestrijding van zwerfafval en voor het plaatsen van meer afvalbakken, een vurige wens van veel burgers in onze stad. Ik zal het college ook houden aan de uitvoering hiervan. De VOORZITTER: Dan breng ik in stemming het amendement van de groepering Leefbaarheid over het inzamelen van huishoudelijk afval. Ik verzoek degenen die voor het amendement zijn de hand op te steken. Voor het amendement zijn de fractie van het CDA, de fractie van de SP, de fractie van Groepering Leefbaarheid en de fractie van Groen Links. 7 voor 23 tegen, waarmee het amendement is verworpen. Ik breng in stemming het raadsvoorstel over de Meerjarenbegroting. Kan ik concluderen dat dit unaniem is aanvaard? Dat is het geval. Dan is daartoe besloten. Dan breng ik in stemming de motie van de Partij van de Arbeid over de tv-registraties en de WD wil daarover eerst een stemverklaring afgeven. Mevrouw VAN KEMENADE: De WD-fractie wil deze motie ondersteunen als die ook uitgevoerd wordt volgens de strekking zoals verwoord en dan doel ik met name op het punt lokale media. Ik zeg dat toch nog even met nadruk, omdat met name de heer Van der Wegen daar straks ook nadrukkelijke W & Co heeft genoemd. Als er € 8000,- bestemd moet zijn dan is dat voor de BRTO en ABG-tv lokale media. Als er een andere invulling wordt gegeven dan kunnen we de motie niet steunen. De VOORZITTER: Dit is een stemverklaring en dat leidt niet tot nader debat. U heeft de interpretatie van het college gehoord over deze motie. U moet het daar mee doen. Ik breng nu de motie in stemming en ik verzoek u bij handopsteken aan te geven, het gaat over de motie van de Partij van de Arbeid inzake tv-registraties, wie tegen de motie is. Wie is tegen de motie? Niemand is daarop tegen en dan is de motie unaniem aanvaard. Dan breng ik in stemming de motie van de WD inzake het startersfonds. Ik wil u vragen bij handopsteken aan te geven wie daar tegen is. Daar is tegen de fractie van de SP waarmee de motie is aanvaard. Dan zijn wij bij de stemming over de Gemeentelijke Fiscale Heffingen. Het amendement van de groepering Leefbaarheid is niet meer aan de orde in het licht van de uitslag van de stemming over het eerste amendement. Ik breng dus in stemming het Raadsvoorstel Gemeentelijk Fiscale Heffingen. Ik heb begrepen dat Lijst Linssen tegen de verordening over de hondenbelasting is. Zijn er nog andere opmerkingen over de gemeentelijke fiscale heffingen. Mevrouw VAN KEMENADE: In het licht van de discussie die vanavond gevoerd is vragen wij aantekening tegen de verordening toeristenbelasting.
56
De heer VAN DIJK: Wij zijn tegen de wijziging verordening afvalstoffenheffing 2004. De heer VAN DER KALLEN: Ik vraag aantekening tegen het onderdeel van de bouwleges. De VOORZITTER: Ja, maar ik neem aan dat u niet tegen de hele legesverordening bent waar de bouwleges aan onderdeel van zijn. De heer VAN DER KALLEN: Dan ben ik genoodzaakt tegen de legesverordening 2007 te zijn. De VOORZITTER: Dan concludeer ik als er verder geen opmerkingen zijn, dat de gemeenteraad in meerderheid instemt met de gemeentelijke fiscale heffingen 2007 waarbij aangetekend moet worden dat Lijst Linssen tegen de verordening hondenbelasting is, de WD tegen de verordeningen inzake de toeristenbelasting, de SP tegen de verordening afvalstoffenheffing en de BSD tegen de legesverordening. Daarmee zijn uiteindelijke de gemeentelijke fiscale heffingen in meerderheid aanvaard. Dank u zeer. We zijn nog voor elf uur tot het einde gekomen van onze vergadering, beraadslagingen en besluitvorming. Ik dank u zeer hartelijk voor uw bijdrage, betrokkenheid en inbreng en wens u voor straks wel t huis. Ik sluit de vergadering. Aldus sluit de voorzitter de vergadering om 22.35 uur. Deze notulen zijn goedgekeurd in de openbare raadsvergadering van donderdag 30 november 2006. De griffier,
De voorzitter,
F.P. de Vos
drs. J.M.M. Polman
57