GEMEENTE ROERMOND
Commissievoorstel (voor overleg) Datum: 15 februari 2011 Steller: Afdeling: tel. no.:
Portefeuille:
BM
K. Geurts Kabinet en Communicatie 359 665
Veiligheidsrapportage 2010
Aan de commissie Bestuur en Middelen 1 SAMENVATTING Voor u ligt de veiligheidsrapportage van 2010. Met deze rapportage wordt bestuurlijk verantwoording afgelegd over de voortgang en de effecten van het veiligheidsprogramma zoals verwoord in de Gemeenschappelijke kadernota veiligheid 2009-2012. Tevens zijn ter informatie een grafisch overzicht van de ontwikkeling van de criminaliteitscijfers, een 12 maandenrapportage 2010 van de afdeling Stadstoezicht en een 12-maandenrapportage van de afdeling Brandweer bijgevoegd. Conform de gemaakte afspraak in de genoemde kadernota zijn bij de bespreking van deze jaarverantwoording in de commissie de chef van de basiseenheid politie Roermond, de officier van justitie, de brandweercommandant en het hoofd van de afdeling Stadstoezicht, aanwezig. 2
TOELICHTING
Inleiding In oktober 2008 heeft uw raad de Gemeenschappelijke kadernota veiligheid 2009-2012 vastgesteld. Deze kadernota is gebaseerd op de conclusies en aanbevelingen uit het COT-rapport ‘Veel voorkomende criminaliteit in Roermond, van twistpunt naar speerpunt?!’. De kadernota kent doelstellingen ten aanzien van objectieve en subjectieve veiligheid. Veiligheid is het belangrijkste speerpunt van het huidige coalitieakkoord. Afgesproken is drie keer per jaar via de zogenaamde veiligheidsrapportage actief bestuurlijke verantwoording af te leggen over de voortgang en de effecten van het veiligheidsprogramma. Deze veiligheidsrapportage bestaat telkens uit: - cijferoverzichten met tekstuele toelichtingen onder andere in samenhang met gestelde doelstellingen en positieve of negatieve ontwikkelingen, - een beknopte omschrijving van de stand van zaken m.b.t. de persoonsgerichte, de wijkgerichte en de feitgerichte aanpak, - tien delictgrafieken waarin ook de doelstellingen zijn geprojecteerd, - de rapportage van de afdeling Stadstoezicht, - de rapportage van de afdeling Brandweer en
Pagina 2
- andere – op dat moment beschikbare- relevante documenten zoals periodieke rapportages van de politie, het politiejaarplan en het jaarplan van de afdeling Stadstoezicht. Momenteel ligt de veiligheidsrapportage 2010 voor. Het is de bedoeling in de commissievergadering van respectievelijk 20 juni en 28 november de veiligheidsrapportage tot en met april 2011 (marap 4) en augustus 2011 (marap 8) aan u voor te leggen. Doelstellingen objectieve veiligheid (cijfers) Uitgangspunt is het behalen van maatschappelijke effecten, die zijn vertaald in concreet meetbare resultaten. We richten ons hierbij op de vijf delicttypen van veel voorkomende criminaliteit (zie COT rapport). Dit mag echter niet gepaard gaan met een stijging van het aantal aangiften voor andere delicten of een toename van de overlastmeldingen. Voor de meting van de objectieve doelstellingen is gebruik gemaakt van de gegevens uit het GIDS-registratiesysteem van de politieregio Limburg-Noord. De resultaten die de justitiële ketenpartners op het gebied van objectieve veiligheidcijfers willen bereiken zijn: 20% minder woninginbraken in 2012 ten opzichte van 2007, 20% minder auto-inbraak in 2012 ten opzichte van 2007, 20% minder bedreiging 2012 ten opzichte van 2007, 20% minder mishandeling in 2012 ten opzichte van 2007, 20% minder straatroof in 2012 ten opzichte van 2007 en geen of nauwelijks toename van de aangiften van andere delicten ten opzichte van 2007. Cijfers in relatie tot doelstellingen objectieve veiligheid Zoals vermeld stellen we ons ten aanzien van de vijf kerndelicten tot doel dat deze in 2012 met 20% gedaald zijn ten opzichte van 2007. Onderstaand treft u een cijfermatig overzicht aan van de vijf kerndelicten over de jaren 2007-2008-2009-2010.In dit schema worden de cijfers van 2010 ook afgezet tegen die van 2007 ten behoeve van het verkrijgen van een percentuele daling of stijging.
Delicten (aangiften)
2007
2008
2009
2010
Doel
1.1.1.
Diefstal/inbraak woning
495
246
299
300
- 39%
1.2.1.
Diefstal uit/vanaf motorvoertuigen
671
477
348
359
- 47%
1.4.4.
Bedreiging Bedreiging (incidenten)
221 555
189 542
165 400
127 243
- 43% - 56%
1.4.5.
Mishandeling Mishandeling (incidenten)
328 550
299 585
274 920
215 825
- 35% + 50%
1.4.6.
Straatroof
64
42
42
28
- 56%
Bron: GIDS-cijfers politie Limburg-Noord
Pagina 3
Deze cijfers geven een beeld van het aantal aangiften per delict. Met betrekking tot de vijf kerndelicten kan in combinatie met de criminaliteitscijfers gesteld worden dat er zich een dalende tendens voordoet. Deze daling overstijgt duidelijk de gestelde doelstellingen. Bij de delicten bedreiging en mishandeling, de zogenaamde geweldsdelicten is ook het aantal incidenten weergegeven. Incidenten zijn optellingen van meldingen, rapportages en aangiftes. Het is dus een bredere definitie dan aangiften. Omdat zowel het COT als ook de B&A Groep in hun rapportage gebruik maken van het aantal incidenten (rapportages en aangiftes) bij de delicten bedreiging en mishandeling is ervoor gekozen deze op te nemen in het overzicht. Verder werd als doel gesteld dat er geen of nauwelijks toename van de aangiften van andere delicten mocht plaats vinden. Vanwege een stijging in de periode 2007 – 2009 worden de volgende delicten eveneens cijfermatig gevolgd: • openlijk geweld, • diefstal (brom-)fiets • overvallen, Onderstaand treft u een cijfermatig overzicht aan van de delicten openlijk geweld, diefstal (brom-)fiets en overval over de jaren 2007-2008-2009-2010, waarbij eveneens een dalings- of stijgingspercentage is vermeld van het jaar 2010 ten opzichte van 2007.
Delicten (aangiften)
2007
2008
2009
2010
Doel
1.4.3.
Openlijk geweld (persoon)
26
16
29
17
- 35%
1.2.3.
Diefstal van brom-, snorfietsen
768
999
939
593
- 23%
1.4.7.
Overval
6
15
29
13
+117%
Bron: GIDS-cijfers politie Limburg-Noord
Ten aanzien van de cijfers dient een voorbehoud te worden gemaakt. Eind 2008 is de politie overgestapt op een nieuw bedrijfsprocessensysteem (BVH). In de conversie van het ene systeem naar het andere systeem kan informatie verloren zijn gegaan. Verder wordt hierbij opgemerkt dat: • Het vergelijk van de politiecijfers met betrekking tot aangiften (in tegenstelling tot incidenten) vooral ten aanzien van de vermogensdelicten (diefstal en roof) het meest betrouwbaar is. • Het nieuwe systeem ten aanzien van de delicten bedreiging en mishandeling enigszins gewijzigde definities kent. Dit betekent dat een vergelijk van de cijfers van 2007 en 2008 van mishandeling en bedreiging) ten opzichte van de daarop volgende jaren niet 100% betrouwbaar is. Dit blijkt met name bij het incident mishandeling waarbij in het nieuwe systeem het onderwerp: twist / ruzie wordt meegeteld. Een onderscheid is niet te maken. Dit levert een aanzienlijk verschil op ten aanzien van het oude systeem. Ook bij mishandeling en bedreiging is dus het vergelijk van aangiften het meest betrouwbaar. • Vergelijking van het aantal incidenten van voor en na de invoering van het nieuwe politieregistratiesysteem ook niet goed mogelijk is omdat in het nieuwe systeem een groot deel van de meldingen (de meldingen zonder vervolg) niet worden meegenomen, terwijl in het voormalige Basis Politie Systeem (BPS) alle meldingen werden geregistreerd.
Pagina 4
Grafische weergave trends objectieve veiligheid In bijlage 1 zijn de criminaliteitscijfers per delict grafisch weergegeven door middel van een blauwe lijn. De roze lijn geeft de doelstelling (-20% t.o.v. 2007) weer. Hierdoor ziet u in één oogopslag of we op koers liggen ten opzichte van de doelstelling. De grafieken laten zien dat de doelstelling op dit moment bij alle delicten (ruim) wordt gehaald. Uitzondering hierop zijn overvallen en mishandeling (incidenten). Zie de roze lijnen in samenhang met de blauwe lijnen in de grafieken. Cijfers in samenhang met AD-misdaadmeter De gemeente Roermond neemt de 8 e plaats in op de landelijke ranglijst van de AD Misdaadmeter 2009. De AD misdaadscore per gemeente wordt bepaald door de positie van de gemeente op de landelijke ranglijsten van tien delicten (GIDS-cijfers). Het betreft de delicten: woninginbraak, diefstal van een motorvoertuig, bedreiging, mishandeling, straatroof, overval, vernieling, diefstal uit garage/schuur, diefstal uit een auto en zakkenrollen. De eerste zes genoemde delicten tellen dubbel zo zwaar mee. Het aantal delicten is afgezet tegen het inwoneraantal van de gemeente (aantal delicten per 10.000 inwoners). Bij nadere beschouwing van de uitkomst van de AD misdaadmeter blijkt het aantal geweldsmisdrijven (bedreiging, overval en in mindere mate straatroof en mishandeling) in Roermond relatief groot. Dit zijn bovendien allemaal misdrijven die dubbel tellen voor de landelijke rangschikking in de misdaadmeter. Daarentegen scoort Roermond op het gebied van vermogensdelicten en vernieling relatief laag. Het is onmogelijk te bepalen welke plaats Roermond in de AD-misdaadmeter 2010 zal innemen, omdat de criminaliteitscijfers van de andere gemeenten onbekend zijn. De uitslag van de AD misdaadmeter wordt in mei 2011 bekendgemaakt. Doelstelling subjectieve veiligheid (onveiligheidsgevoelens) De subjectieve veiligheid is gemeten aan de hand van de uitkomsten van de veiligheidsmonitor van de B&A Groep. Dit bureau heeft over de periode 2007-2008 een nulmeting uitgevoerd. Momenteel wordt door de B&A Groep een tussenmeting uitgevoerd over de periode 2009-2010. Deze veiligheidsmonitor levert niet alleen gegevens ten aanzien van de subjectieve veiligheid maar ook cijfers ten aanzien van de objectieve veiligheid. De resultaten die de justitiële ketenpartners op het gebied van subjectieve veiligheidbeleving willen bereiken zijn: 75 % van de bewoners in elke wijk voelt zich veilig in 2012, 85 % van de bewoners voelt zich veilig in 2012 en 90 % van de bezoekers voelt zich veilig in 2012. De verwachting is dat de meting in april is afgerond en wordt opgenomen in de veiligheidsrapportage over de eerste vier maanden van 2011 (commissie BM op 20 juni 2011).
Pagina 5
Inzet 2010 De uitgangspunten uit de Gemeenschappelijke kadernota veiligheid zijn verder uitgewerkt in een (jaarlijks) veiligheidsplan. Het veiligheidsjaarplan 2010 stelde zich ten doel – naast de feitgerichte aanpak – extra inspanningen te verrichten en een selectie te maken van notoire overlastgevers en (aanstaande) criminelen. Het veiligheidsjaarplan 2010 streefde ernaar ten aanzien van deze doelgroep drie aanpakken gestalte te geven. Aanpak 1: Aanpak van die doelgroep door een bundeling van repressie, waarbij daarnaast ook hulp en ondersteuning beschikbaar is. Het streven is de overlast te stoppen door een stevige aanpak. Politie en Stadstoezicht trekken deze aanpak. Aanpak 2: De opzet van een speciale pilot voor een aantal personen binnen deze doelgroep. Doel van deze pilot is hen via een intensieve begeleiding op het (rechte) pad te krijgen. Intensief betekent de hete adem in de nek laten voelen en ze geen kans te geven zich te onttrekken. De begeleiding heeft de opzet dat ze op alle denkbare leefgebieden leren hun eigen perspectief te ontwikkelen. Aanpak 3: Gerichte actie om van “onderop” te voorkomen dat er nieuwe aanwas komt. Integratie, scholing en werkgelegenheid, speciaal gericht op kwetsbare personen en gezinnen, zorgen ervoor dat er minder “uitval” in de samenleving komt. De afdelingen Welzijn en Sociale Zaken trekken deze aanpak. Hieronder krijgt u een toelichting op de ondernomen acties in 2010. Feitgerichte aanpak Binnen de feitgerichte aanpak monitoren gemeente en politie wekelijks de ontwikkelingen op wijkniveau van de vijf kerndelicten en de drie toegevoegde delicten (zie hierboven bij objectieve doelstellingen). Door deze wekelijkse monitoring op wijkniveau kan snel geanticipeerd worden op negatieve criminaliteits- en overlastontwikkelingen ten aanzien van de delicten woninginbraak, auto-inbraak, straatroof, overvallen, fietsdiefstal, bedreiging, mishandeling en openlijk geweld. Met betrekking tot het voorkomen van woninginbraken zette de politie en de afdeling Stadstoezicht stevig in op onderlinge communicatie en gezamenlijk preventief toezicht. De politie verricht steevast bij elke woninginbraak een buurtonderzoek en een sporenonderzoek. De gemeente spande zich daarnaast in om woninginbraakpreventie onder de aandacht van bewoners te houden. Gestart is tevens met het districtelijk plan van aanpak Waak voor Inbraak waarbij een aanbod werd gedaan tot een preventieadvies voor woningen in De Kemp en Kitskensdal in het kader van het Politiekeurmerk Veilig Wonen. De voorlichting richtte zich verder onder andere op het kenbaar maken van de subsidieregel voor kleine ondernemers voor beveiliging van hun woning en maatregelen ter voorkoming van woningovervallen. De hotspots van auto-inbrekers zijn onder actief toezicht van de afdeling Stadstoezicht. Verder zijn er in samenwerking met de afdeling Sociale Zaken in het kader van re-integratie, parkeerwachters ingezet op parkeerplaatsen in het Singelgebied en nabij de Ernst Casimir Passage. Tevens wordt er gebruik gemaakt van flyers en spandoeken om de burgers er op te attenderen dat auto-inbrekers gebruik maken van de geboden gelegenheid, namelijk de aanwezigheid van buit in de auto’s. Het voorkomen van straatroof en overvallen heeft van alle veiligheidspartners en ondernemerskringen de hoogste prioriteit gekregen. De opsporing van straatroof en overvallers wordt met verhoogde prioriteit door de politie en het OM opgepakt, wat o.a. tot uiting komt in een uitzending van Opsporing Verzocht en het feit dat verschillende daders zijn opgepakt. In het kader van het project winkel Veilig werden ondernemers die slachtoffers waren van overvallen bezocht en van een advies verzien; In 2010 zijn 12 drukbezochte
Pagina 6
trainingen Voorkoming Overvallen door het bedrijfsleven in samenwerking met de gemeente georganiseerd. Verder is er door de gezamenlijke partners extra toezicht op openings- en sluitingstijden uitgevoerd ter voorkoming van overvallen, waarbij door de gemeente particuliere beveiliging werd ingezet. Het onderzoek: “Overvallen door Roof” in Roermond is in mei 2010 afgerond en in juni door de Stuurgoep Veilig vastgesteld. Lokaal wordt de nadere invulling van deze aanbevelingen gestalte gegeven. In dat kader heeft het college besloten een winkelstraatmanager op de hoofdstraten van de binnenstad in te gaan zetten, waarvoor een subsidieaanvraag voor cofinanciering bij het Ministerie van Economische Zaken is ingediend en in december is toegewezen. Tijdens de provinciale bijeenkomst in april in Roermond werden de beste voorbeelden van publiek-private aanpakken in beeld gebracht. Hierna heeft Roermond als regievoerder binnen de politieregio Limburg Noord de aanpakken van de gemeenten gevolgd en onlangs is er met partners een regionaal plan van aanpak opgesteld. Het plan beschrijft een aantal maatregelen in repressieve en preventieve zin met als doel het terugdringen van het aantal roofovervallen. Recent is vanuit de Landelijke Taskforce is het Donkere Dagen Offensief (DDO) geïnitieerd, waarop het Plan van aanpak regionaal in gaat. Dit delict fietsdiefstal heeft verhoudingsgewijs minder aandacht gekregen, vooral door de prioriteit die aan overvallen is gegeven. Desondanks was er in het voorjaar een fase waarin overwogen werd de lokfiets in te zetten. Dit bleek echter niet meer mogelijk door de afdeling Stadstoezicht vanwege een gewijzigde taakstelling van de buitengewoon opsporingsambtenaren (b.o.a.). Hiervoor is overleg met het Openbaar Ministerie geweest en vervolgens is dit onder de aandacht gebracht van de minister. De politie heeft tijdens het najaar wel de lokfiets ingezet, met diverse aanhoudingen van fietsendieven als resultaat. Rondom de openbare fietsenstalling van station Roermond is bij drie fietsruimacties samengewerkt met de NS, reclassering en de Westrom. Daarnaast is de aandacht naar Swalmen uitgegaan, waar afspraken rondom toezicht en preventie zijn gemaakt. Openlijk geweld komt cijfermatig in absoluut aantal gering voor, maar kent vaak een grote impact voor de omgeving. Het komt o.a. voor in het uitgaansleven, waarvoor o.a. met het convenant Veilig Uitgaan wordt gewerkt (zie ook onder Mishandeling). De camera-apparatuur werd volgens planning vervangen en het cameragebied werd uitgebreid met de Ernst Casimir Passage (ECP). Openlijk geweld komt ook voor in de wijken. Bedreigingen komen voor in het openbaar, maar ook in huiselijk kring. ‘Nee’ zeggen tegen delicten als bedreiging (en ook mishandeling) in huislijke kring wordt met regelmaat lokaal, regionaal en landelijk onder de aandacht gebracht van de bevolking. Mishandelingen hebben vooral plaatsgevonden in het uitgaansgebied, waarnaast echter ook enkele incidenten in de woonwijken plaats hebben gehad. De aanpak huiselijk geweldzaken vergt een intensieve politie-inzet. In het verlengde hiervan wordt door het Veiligheidshuis op huiselijk geweld ingezet. Daarbij werden 21 huisverboden door de burgemeester opgelegd. De aanpak van incidenten Huiselijk geweld wordt vanaf 2010 door de procesmanager huiselijk geweld van het Algemeen Maatschappelijk Werk gestalte gegeven ten opzichte van dader, slachtoffer en getuigen (vaak de kinderen). Het project Collectief Winkelverbod is omgevormd in Winkel Veilig. Dat duidt al aan dat dit breder is dan alleen voorkoming winkeldiefstal. Aandacht is besteed aan preventie en nazorg van winkeldiefstallen (o.a. de Betty Jatgraagshow, training en burenbelsysteem), maar ook aan voorkoming overvallen. Twee winkelgebieden Donderberg en Blokske Om gaan voor het Keurmerk veilig Ondernemen. Een plofkraak in de wijk Donderberg heeft de ondernemers gesterkt in hun samenwerking en er zijn meerdere acties door
Pagina 7
hen ondernomen zoals de plaatsing van camera’s. E.e.a. is al beloond door een toekennen van een subsidie door de provincie. Ook is een vorm van winkelstraatmanagement op de Donderberg gehonoreerd door het ministerie van WWI en Provincie. Tevens werken de partners bij het Roercenter en omgeving al nauw samen onder regie van de gemeente. Aanpak 1, 2 en 3. Politie en Stadstoezicht trekken de repressieve aanpak ten aanzien van een aantal overlastgevende jongeren. Een kleine groep jongeren wil zich niet schikken naar de normen en waarden die door de maatschappij van hen worden verlangd. Roermond kent volgens de analyse ‘Jeugdgroepen in beeld’ ook één criminele jeugdgroep. In samenspraak met alle betrokken partners is een lijst van ongeveer 75 overlastgevende personen samengesteld. Ook de criminele jeugdgroep is in deze lijst opgenomen. De repressieve aanpak houdt in dat voor deze groep jongeren de druk (repressie) van alle betrokken- en denkbare instanties met grote precisie worden gebundeld en op elkaar worden afgestemd. Hierbij wordt één ‘linie’ gevormd, die als doel heeft de jongere in een gewenste richting te brengen. Door stevige actie dient de overlast en criminaliteit gestopt te worden. De zojuist beschreven groep jongeren wordt niet alleen repressief aangepakt. In 2010 zijn voorbereidingen getroffen voor de persoonsgerichte aanpak onder wetenschappelijke leiding van prof. dr. Juliaan van Acker. Samen met hem zijn vier casemanagers geworven bij Bureau Jeugdzorg, Rubicon en Vincent van Gogh voor Geestelijke Gezondheid (voorheen GGZ NML), die samen met hem intensieve persoonlijke begeleidingstrajecten met vooral jonge veel- en meerplegers starten in 2011. De casemanagers zijn op 3 januari 2011 gestart met een introductie en lesprogramma. Iedere casemanager gaat maximaal 5 jongeren (gelijktijdig) intensief begeleiden op alle leefgebieden (wonen, werk, vrije tijdbesteding) om die problemen die zich daarbinnen voordoen aan te pakken. Door deze jongeren perspectief te bieden, verwachten wij een substantiële vermindering van het aantal delicten en overlastfeiten te bewerkstelligen. Zoals eerder beschreven in het Veiligheidsprogramma 2010 wordt er gericht actie ondernomen om van “onderop” te voorkomen dat er nieuwe aanwas van criminele en overlastgevende jongeren komt. De inzet is onder andere gericht op voorkomen van sociale uitsluiting door het wegnemen/aanpakken/ voorkomen van omstandigheden die mogelijk een belemmering vormen in de zelfredzaamheid van burgers. In het najaar van 2010 is een jeugdregisseur aangesteld die hierbij een belangrijk rol speelt. Zij geeft vorm aan het (regionale) traject coördinatie van de zorg en de doorontwikkeling van de regierol van de gemeente. De kadernota en uitvoeringsplan Alcohol en drugspreventie jeugd is in samenwerking met afdeling Welzijn opgesteld en is vervolgens vastgesteld. Daarnaast werd het convenant “De veilige School” voor het voortgezet onderwijs, het voortgezet speciaal onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs positief geëvalueerd. Verder zijn er is er voor “zorgwekkende zorgmijders” twee vangnetoverleggen opgezet. Het hoofddoel van deze structuur is het voorkomen van maatschappelijke uitval van de persoon en/of het gezin en het terugdringen van de persoonlijke problemen die hieraan ten grondslag liggen. In het kader van Drang en dwang werden vooral in de tweede helft van 2010 meerdere gebiedsontzeggingen opgelegd voor het centrum. Drang en dwang is in samenwerking met de partners geëvalueerd.
Pagina 8
In 2010 is vanuit de gemeente het initiatief genomen om samen met de zorgpartners te bekijken wat hun specifieke bijdrage is c.q. zou kunnen zijn aan het veiligheidsprogramma. Onveiligheidsgevoelens In 2010 is een nieuwe visie op het gebied van wijkgericht werken vastgesteld en vastgelegd in de nota ‘Mensen maken de wijk. Herijking wijkgericht werken’. Wijkgericht werken richt zich niet langer meer alleen op de zogenaamde aandachtswijken, maar op alle wijken. De intensiteit van het wijkgericht werken wordt mede bepaald door het opstellen van wijkprofielen. De wijkprofielen worden samen met de bewoners opgesteld. Wijkcoördinatie heeft de regie over het proces wijkgericht werken met als doel het optimaliseren van de leefbaarheid (incl. veiligheid) in de wijken. Deze regierol heeft vooral te maken met het bevorderen van de interacties tussen bewoners, wijknetwerken en andere betrokkenen in de wijk. Dit is van toepassing in alle wijken. Ingrijpend was de onrust in de wijk de Donderberg. Daar veroorzaakt een kleine groep jongeren spanningen. Tijdens de zomermaanden werden in korte tijd meerdere keren ruiten van het gebouw van het wijkteam ingegooid. Vervolgens werd brandgesticht in dit gebouw met forse materiële schade tot gevolg. Dit leidde tot stevige gezamenlijke maatregelen, cameratoezicht in/om het wijkgebouw, opsporingsonderzoeken, oudergesprekken, actieve communicatie met wijkbewoners en ondernemers, gericht extra inzet van politie, afdeling Stadtoezicht en inzet van particuliere beveiliging. Tijdens de daarop volgende fase van stabilisering werd het preventief toezicht in overleg met het wijkteam geïntensiveerd, door gerichte inzet van de drie straatcoaches, jongerenwerkers, politiejunioren en bewonersondersteuners. Wijkcoördinatie houdt met haar netwerken rekening met nieuwe haarden van overlast en eventuele verplaatsingseffecten Om aandacht te schenken aan veiligheid en leefbaarheid bezocht de Task Force Overbewoning dit jaar 18 adressen in verschillende wijken. Steevast waren hierbij treffers op het gebied van bouw- en brandveiligheid, illegale bewoning, illegale aanwezigheid in Nederland, maar ook drugshandel en andere strafrechtelijke zaken. In 2010 is nadrukkelijk de samenwerking met bijvoorbeeld de diverse diensten van de belasting en uitkeringsinstanties gezocht. In het kader van het herstel normen en waarden zal het Regionaal Coördinatieteam Fraudebestrijding (R.C.F.) actief zijn. De 'Gebiedsgerichte aanpak Donderberg' van het R.C.F. is een interventieproject welke in eerste aanleg gericht is op de integrale handhaving van uitkeringsfraude, belastingfraude, illegale tewerkstelling, illegale bewoning en bebouwing, drugsoverlast en de daarmee gepaard gaande misstanden. Naast de repressieve insteek is er ook oog voor situaties waarbij in plaats van handhaving zorg benodigd is. Het project is inmiddels van start gegaan met het doel een bijdrage te leveren aan het verbeteren van de naleving van de rechtsregels, de openbare orde en veiligheid, en daarmee ook de leefbaarheid in de wijk. Daarnaast worden steeds meer banden met de woningcorporaties gelegd, zo ook in relatie met de aanpak van jongerenoverlast in de wijken. Regelmatig werd met de partners over de NS- stations in Roermond en Swalmen overleg gevoerd om acties af te stemmen die de positieve veiligheidsgevoelens van bezoekers dienen te stimuleren. Er hebben schouws plaatsgevonden en een veelvoud aan acties m.b.t. de fysieke inrichting zijn uitgezet. Er werd in 2010 ongeveer 8 keer op verzoek van ouderen en / of wijkverenigingen een lezing verzorgd over (on-) veiligheid. Daarbij werd het bewustzijn van de deelnemers gestimuleerd om zelf hun eigen en
Pagina 9
andermans veiligheid bij te dragen. Tijdens die cursussen wordt interactief informatie gegeven over onze aanpak speerpunten. Daarbij worden tips gegeven hoe het gedrag en de houding van de cursist te verbeteren ten opzichte van onveiligheid. De pilot Bestuurlijke informatie ex gedetineerden werd positief geëvalueerd en zal worden voorgezet. Er zijn meerdere meldingen van personen die terugkeerden naar Roermond gedaan, waarna met de partners een risico-inschatting op het gebied van openbare orde en veiligheid werd gemaakt. Per juni 2010 is buurtbemiddeling in Roermond gestart. Samen met de gemeente Maasgouw is aangesloten bij het project dat meerdere gemeenten in het district al met Proteion Welzijn hadden. Er werden veel zaken gemeld bij de coördinator en de vrijwilligers werving en opleiding wordt nog verder uitgebreid. Na de opstart in de 2e helft van 2009 heeft de Anti Discriminatie Voorziening (AVD) Limburg in 2010 al haar taken kunnen uitrollen. Men is in 2010 actief geweest met klachtmeldingen en klachtbehandeling; registratie, monitoring, (beleids)advisering, voorlichting en preventie. Bijlagen 1) Tien delictgrafieken waarin ook de doelstellingen zijn geprojecteerd: 2) De 12 maanden rapportage 2010 van de afdeling Stadstoezicht: 3) Een 12-maandenrapportage 2010 van de afdeling Brandweer* * Noot: bij de volgende veiligheidsrapportage zal de brandweer een uitgebreidere rapportage aanleveren. 3 BESLISSING B&W: Het college van B&W heeft besloten deze de situatierapportage veiligheid 2010 voor overleg aan de commissie BM aan te bieden.
De burgemeester van Roermond
Henk van Beers
De wethouder voor integrale veiligheid, communicatie, personeel en organisatie,
Vincent Zwijnenberg
Evt. vragen c.q. opmerkingen: Naam
Vraag c.q. opmerking