Gemeente Hof van Twente BESTEMMINGSPLAN DIEPENHEIM, HERZIENING RAADHUISSTRAAT-HAGEN E.O. (KUNSTWERK)
Vastgesteld op 2 oktober 2012
BESTEMMINGSPLAN DIEPENHEIM, HERZIENING RAADHUISSTRAAT-HAGEN E.O. (KUNSTWERK)
CODE 1114510 / 02-10-12
GEMEENTE HOF VAN TWENTE 1114510 / 02-10-12 BESTEMMINGSPLAN DIEPENHEIM, HERZIENING RAADHUISSTRAATHAGEN E.O. (KUNSTWERK) TOELICHTING INHOUDSOPGAVE
1. 1. 1. 1. 1. 2.
INLEIDING 1. 2. 3. 4.
BELEID
2. 1. 2. 2. 3. 3. 3. 3. 3. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4.
Aanleiding Ligging plangebied Planologische regeling Leeswijzer
Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid
Ruimtelijke structuur Ontwikkelingskader Beoogde ontwikkeling Beeldkwaliteit
OMGEVINGSASPECTEN 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
1 1 1 2 3 4
RUIMTELIJKE SITUATIE 1. 2. 3. 4.
blz
Milieuaspecten Water Ecologie Archeologie Luchtkwaliteit Externe veiligheid Kabels en leidingen
4 5 10 10 10 12 15 17 17 19 20 21 22 22 23
5.
PLANUITGANGSPUNTEN
24
6.
JURIDISCHE REGELING
25
6. 1. 6. 2. 7.
UITVOERBAARHEID
7. 1. 7. 2. 7. 3. 8.
Toelichting op het juridisch systeem Toelichting op de bestemmingen
Maatschappelijke uitvoerbaarheid Grondexploitatie Economische uitvoerbaarheid
RAADSVASTSTELLING
BIJLAGEN Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6
Parkeerbalans Beeldkwaliteitplan Akoestisch onderzoek Ecologisch onderzoek Archeologisch onderzoek Zienswijzennotitie
25 25 27 27 27 27 28
1114510
blz 1
1. INLEIDING 1. 1.
Aanleiding
In Diepenheim worden vele culturele en maatschappelijke activiteiten aangeboden. Soms zelfstandig, maar vaak ook in samenhang met elkaar. Dit wordt mogelijk gemaakt door een actieve gemeenschap, het verenigingsleven en een landelijke omgeving. Op deze basis is door verschillende instanties het project ‘KunstWerk Diepenheim’ geïnitieerd. Dit project stelt de oude kern, in het westen van Diepenheim, voor als centrum voor culturele voorzieningen. Het initiatief is het verbinden van verschillende culturele en kunstzinnige activiteiten in bestaande (monumentale) gebouwen, nieuwbouw en omgeving. Het project heeft betrekking op enkele locaties, waarvan de functie van de bestaande bebouwing wordt gewijzigd of het terrein wordt herontwikkeld. Ook worden wijzingen aan de openbare ruimte voorgesteld. Voor een deel kunnen deze ontwikkelingen op basis van het geldende bestemmingsplan worden uitgevoerd. Voor een tweetal locaties aan de weerzijden van de Stadsbleek, aan de noordzijde van de Hagen, geldt dat de voorgestelde functies in inrichting niet op basis van het bestemmingsplan kunnen worden gerealiseerd. Het betreft de Maalderij en Herberg de Pol, met de bijbehorende zaal en het Cultureel Centrum aan de Hagen 3. De Maalderij zal intern worden verbouwd tot kantoorruimte ten behoeve van culturele en kunstzinnige instanties. Herberg de Pol krijgt een lichte horecafunctie en de achterliggende zaal wordt gesloopt en vervangen door een nieuw cultureel centrum. Het huidige centrum wordt verbouwd tot een kunst- en theaterwerkplaats, inclusief een viertal appartementenstudio’s. Voor de twee locaties en de openbare ruimte met een directe verbinding aan het project, is een nieuwe planologische regeling noodzakelijk. Dit bestemmingsplan voorziet hierin. 1. 2.
Ligging plangebied
Het plangebied betreft een deel van de Hagen en van de Raadhuisstraat en de twee genoemde locaties die hieraan liggen. Het plangebied is afgestemd op de kadastrale perceelsgrenzen en het geldende bestemmingsplan. De ligging van het plangebied is weergegeven in figuur 1.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12 Buro Vijn B.V.
blz 2
1114510
Figuur 1. 1. 3.
De ligging van het plangebied
Planologische regeling
Het plangebied is planologisch geregeld in het bestemmingsplan Diepenheim dat onherroepelijk is geworden op 22 juli 2011. De locatie van de Maalderij en de herberg heeft hierin de bestemming “Bedrijf” en de locatie van het Cultureel Centrum heeft de bestemming “Maatschappelijk”. Binnen de bedrijfsbestemming zijn horeca-, maatschappelijke en culturele functies niet toegestaan. Ook past de beoogde nieuwbouw niet binnen het aangegeven bouwvlak. Overigens geldt voor dit terrein momenteel wel een fors bouwvlak. De nieuwe bebouwing wordt strakker vastgelegd, waardoor er per saldo minder bouwruimte wordt geboden dan in het geldende bestemmingsplan. Binnen de maatschappelijke bestemming zijn culturele voorzieningen wel toegestaan, maar de woonfunctie niet. Ook zijn de beoogde verbouwingen in strijd met de bouwregels. De maximale goothoogte in het geldende plan bedraagt 3,5 meter, terwijl het bouwplan uitgaat van 4 meter. Voorts geldt voor een deel van het plangebied de Reparatieregeling II, die onherroepelijk is geworden op 31 maart 2011. Deze regeling voorziet in een actuele vertaling van het gemeentelijk archeologiebeleid, waarin het plangebied deels een hoge verwachtingswaarde heeft. Het betreffende deel van het plangebied heeft de bestemming “Waarde - Archeologie 3”, wat betekent dat bij ingrepen groter dan 2 5000 m en dieper dan 40 centimeter een archeologisch onderzoek uitgevoerd moet worden. Dit bestemmingsplan biedt een juridisch-planologische regeling waarbinnen de gewenste ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 02-10-12
1114510
1. 4.
blz 3
Leeswijzer
Na deze inleiding worden in hoofdstuk 2 de beleidsuitgangspunten voor de ontwikkelingen verwoord. In hoofdstuk 3 wordt een beschrijving gegeven van de huidige situatie en de beoogde ontwikkelingen in het plangebied. In hoofdstuk 4 worden deze ontwikkelingen getoetst aan de relevante sectorale wet- en regelgeving. In hoofdstuk 5 worden de uitgangspunten voor de ontwikkeling, vanuit het beleid en de omgevingsaspecten, vertaald naar de juridische regeling. Hoofdstuk 6 licht de juridische aspecten van het bestemmingsplan toe en in hoofdstuk 7 wordt een toelichting gegeven op de procedure en de financiële aspecten, die de uitvoerbaarheid van het plan aantonen.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12 Buro Vijn B.V.
blz 4
1114510
2. BELEID Gezien de aard en omvang van de ontwikkeling wordt het rijksbeleid hier buiten beschouwing gelaten. Hieronder wordt ingegaan op het relevante provinciale en gemeentelijke beleid. 2. 1.
Provinciaal beleid
Omgevingsvisie Overijssel In de Omgevingsvisie Overijssel (2009) wordt de visie op de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving van de provincie Overijssel geschetst. De visie is daarbij gericht op de periode tot 2030. Het plangebied ligt in de Stedelijke omgeving en is daarin aangewezen als ‘historische kern, binnenstad’. Met de Stedelijke omgeving worden de steden, dorpen en hoofdinfrastructuur bedoeld. In de Stedelijke omgeving wordt onder andere ingezet op dorpen en kernen als veelzijdige leefmilieus. Voor de met ‘historische kern, binnenstad’ aangewezen gebieden geldt dat er ruimte is voor een multifunctioneel milieu gebaseerd op voorzieningen, waaronder cultuur. Daarnaast wordt ingezet op de versterking van de eigen identiteit gebaseerd op het historisch karakter, erfgoed en monumenten. Het ontwikkelingen van de culturele en kunstzinnige voorzieningen sluit goed aan op het ontwikkelingsperspectief voor de locaties. Uitgangspunt is dat de cultuurhistorische kwaliteiten worden gerespecteerd en versterkt door de beleving ervan na te streven. Omgevingsverordening Gekoppeld aan de Omgevingsvisie heeft de provincie een Omgevingsverordening (2009) opgesteld. In de Omgevingsverordening worden regels gesteld ten aanzien van het provinciaal belang. De provincie wil ruimtelijke kwaliteit realiseren door, naast bescherming, vooral in te zetten op het verbinden van bestaande kwaliteiten en nieuwe ontwikkelingen. Hierbij zijn de gebiedskenmerken van provinciaal belang het uitgangspunt. Hierna wordt een korte samenvatting gegeven van de in het plangebied voorkomende gebiedskenmerken volgens de lagenbenadering: De natuurlijke laag: Dekzandvlakte en ruggen Van belang is de afwisseling van de opgewaaide ruggen en uitgesleten beekdalen. In de stedelijke omgeving zijn deze kenmerken niet meer aanwezig. De ontwikkeling doet geen afbreuk aan de kenmerken van de natuurlijke laag. De laag van het agrarisch cultuurlandschap: Oude hoevenlandschap De agrarische cultuurlandschappen zijn door de stadsuitbreidingen waarbinnen het plangebied ligt volledig verdwenen. De ontwikkelingen doen geen afbreuk aan eventueel aanwezige waarden op dit gebied. De stedelijke laag: Historische centra Kenmerkend zijn het historisch gegroeide patroon van wegen en openbare ruimten en het individuele karakter van de vaak historische bebouwing. Veel historische centra herbergen bijzondere condities en staan symbool voor de identiteit en eigenheid van de steden en stadjes. De ontwikkelingen die het bestemmingsplan voorstelt dragen bij de aan beleving van de waarden en doen geen afbreuk aan de aanwezige kenmerken.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 02-10-12
1114510
blz 5
De lust- en leisurelaag: niet van toepassing Het plan levert een bijdrage aan het toeristisch product van Overijssel en de gemeente Hof van Twente. Conclusie provinciaal beleid De ontwikkelingen die dit bestemmingsplan mogelijk maakt, dragen bij aan de beleving van het waarden van het gebied en stelt een ontwikkeling van de voorzieningen in het stedelijk gebied voor. Het plan draagt bij aan de doelstellingen zoals opgenomen voor de gebiedskenmerken. Het plan is dan ook in overeenstemming met het provinciaal beleid. 2. 2.
Gemeentelijk beleid
Woonvisie In april 2009 heeft de gemeente Hof van Twente een woonvisie voor de periode 2009_2013 vastgesteld. De gemeente staat voor een grote opgave. De komende jaren zal de bevolking verder vergrijzen, waardoor er een einde komt aan een periode van geleidelijke bevolkingsgroei. De gemeente wil een zo goed mogelijk woonklimaat bieden aan de bestaande inwoners. De woonvisie vormt een actuele basis om samen met andere partijen op de woningmarkt te zorgen dat ook in de toekomst alle inwoners van de Hof van Twente naar wens kunnen blijven wonen. Concreet wordt ingezet op het bouwen voor de eigen woningbouwbehoefte. De bijlage bij de woonvisie bevat een dynamisch woningbouwprogramma dat per kern en per project inzicht geeft in de verdeling naar sector (huur, koop, kaveluitgifte) en doelgroep (starters, ouderen/ zorg, overig). De gewenste toename van de woningvoorraad tot 2013 is in Diepenheim zeer beperkt. Voor deze kern is geen sprake van een dreigend woningoverschot. Een beperkt woningbouwprogramma is daarom mogelijk. Het programma gaat uit van 20 woningen. In de onderhavige situatie gaat het om bijzondere woonvormen. Er worden vier appartementen voorgesteld waarin kunstenaars of artiesten afwisselend en dus tijdelijk verblijven. ‘Tijdelijk’ is in dit geval ‘zo lang hun project in de kunst- en theaterwerkplaats loopt’. De appartementen zijn ‘bedrijfswoningen’ voor de kunstenaars die gebruik maken van de werk- en theaterwerkplaats. De woonvisie gaat niet in op deze specifieke vorm van wonen. Een woningmarktonderzoek heeft aangegeven dat voor de kleine kernen, waaronder Diepenheim, geen goed beeld is te geven van de behoefte. Welstandsnota In de Welstandsnota (2007) geeft de gemeente de criteria voor de welstandstoets. De gemeente bestaat uit meerdere landschapstypen en een zestal kernen waarbinnen onderling verschillende gebieden waarneembaar zijn. De landschapstypen en de verschillende gebieden binnen de kernen vormen de basis voor een per deelgebied verschillend welstandbeleid. Het plangebied ligt in verschillende deelgebieden. Vanwege het specifieke karakter van de ontwikkeling en het feit dat er bouwplannen worden voorgesteld in een cultuurhistorisch waardevol gebied, is een aanvulling op de welstandscriteria gewenst. Hiervoor is een beeldkwaliteitplan opgesteld. De uitgangspunten uit het beeldkwaliteitplan worden nageleefd om er voor te zorgen dat het plan een bijdrage levert aan de ruimtelijke kwaliteit.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12 Buro Vijn B.V.
blz 6
1114510
Gemeentelijk mobiliteitsplan De gemeente heeft in december 2007 een mobiliteitsplan vastgesteld. Dit plan biedt een overzicht van maatregelen op verkeersgebied die erop gericht zijn om de bereikbaarheid, de leefbaarheid en de veiligheid van de woningen en de bedrijven te verbeteren. Dit plan biedt tevens een kader waaraan ruimtelijke plannen met betrekking tot deze aspecten kunnen worden getoetst. In het bijbehorende maatregelenpakket wordt het beleid naar de praktijk vertaald. Enkele ambities uit het mobiliteitsplan zijn het duurzaam en veilig inrichten van het wegen- en stratennet. Het plangebied is reeds aangewezen als 30-km zone. Daarnaast worden mogelijkheden onderzocht om de Hagen voor eenrichtingsverkeer in te richten. Deze maatregelen komen de verkeersveiligheid ten goede. Bij nieuwbouwplannen wordt een parkeertoets en een mobiliteitstoets uitgevoerd. Vanwege de ruimtelijke kwaliteit, de leefbaarheid en de verkeersveiligheid moet het parkeren en laden en lossen op eigen terrein plaatsvinden en niet op de openbare weg. Binnen het plangebied wordt voor het dagelijks gebruik van de voorzieningen in de parkeerbehoefte voorzien door het aantal parkeerplaatsen uit te breiden met 25 (moet nog definitief vastgesteld worden). Bij het ontwerp voor de openbare ruimte is een parkeerbalans opgesteld. Deze is opgenomen in bijlage 1. Uit de parkeerbalans blijkt dat er sprake is van een overschot van drie parkeerplaatsen. Mogelijk wordt deze ruimte nog gebruikt voor het groen inpassen van parkeerplaatsen, waardoor geen sprake is van een overschot. Het bestemmingsplan biedt in ieder geval ruimte voor het realiseren voor voldoende parkeergelegenheid. Tijdens grotere, publiek aantrekkende activiteiten zal elders aan de rand van Diepenheim worden geparkeerd. Verkeersregelaars zullen bezoekers naar deze parkeerplaatsen verwijzen Met deze doelstellingen wordt bij het beheer, de inrichting en de eventuele ontwikkelingen in het plangebied rekening gehouden. Waterplan Het gemeentelijk waterbeleid is vastgelegd in het Waterplan Hof van Twente (2004) en het Gemeentelijk Rioleringsplan 2008_2012 (2009). Hieronder wordt een samenvatting gegeven van deze plannen. Het waterplan is een overkoepelend beleidsstuk over het waterbeheer in de gemeente Hof van Twente dat ook door de waterbeheerders – de waterschappen Regge en Dinkel en Rijn en IJssel en drinkwaterleidingbedrijf Vitens is vastgesteld. Het waterplan geeft een visie hoe het watersysteem binnen de gemeente over ongeveer 25 jaar er uit ziet en welke maatregelen er op korte en lange termijn daarvoor nodig zijn. De visie wordt op basis van drie invalshoeken beschreven, te weten: Twents landschap Water speelt een belangrijke rol in het gevarieerde en kleinschalige landschap. Het water is zo ingericht dat meerdere functies tegelijk kunnen vervullen. Het waterbeheer sluit zoveel mogelijk aan bij de natuurlijke omstandigheden, zoals hoogteligging, grondwaterstroming en bodemsoort.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 02-10-12
1114510
blz 7
Ruimte voor water De visie is gericht op het ontwikkelen van een robuust en veerkrachtig watersysteem met als doel wateroverlast en verdroging zoveel mogelijk te voorkomen. Om dit te bereiken is er voldoende ruimte nodig voor het vasthouden en tijdelijk bergen van water. Voor de verbetering van de waterkwaliteit dienen de vervuilende lozingen te worden beperkt. Door het afkoppelen van schoon hemelwater van de riolering wordt de emissie door lozingen vanuit riooloverstorten en rioolwaterzuiveringen gereduceerd. Beleving van water In de woon- en werkomgeving is water zichtbaar, bereikbaar en veilig voor bijvoorbeeld vissers en wandelaars. Zichtbaar water dat beleefd wordt, is er niet alleen om van te genieten, maar ook er van bewust van te zijn. Om dit te bereiken wordt het hemelwater bij voorkeur met bovengrondse voorzieningen ingezameld en geïnfiltreerd. Dit plan levert een bijdrage aan de beleving van het water door het water tussen het Ottenhuis en het diepvrieshuisje beter zichtbaar te maken. Daarnaast worden mogelijkheden onderzocht voor het beter zichtbaar maken van de watergang aan de zuidzijde van de Hagen. In hoofdstuk 4 wordt nader ingegaan op de doelstellingen voor de waterhuishouding. Gemeentelijk rioleringsplan In de Waterwet en de Wet milieubeheer zijn de gemeentelijke watertaken geregeld. Deze taken hebben betrekking op de gemeentelijke zorgplicht voor: - inzameling en transport van stedelijk afvalwater; - het inzamelen en verwerken van afvloeiend hemelwater; - grondwater(maatregelen). De doelmatige uitvoering van deze zorgplichten is in het GRP vastgelegd en gaat uit van de volgende principes: De trits “vasthouden – bergen – afvoeren” houdt in dat in eerste instantie getracht wordt het (gebiedseigen) water in de bodem te infiltreren. Indien dit niet mogelijk is dient het afstromend regenwater lokaal te worden geborgen in vijvers en watergangen. Pas in de laatste instantie kan overwogen worden het water (zo traag mogelijk) af te voeren naar de omgeving. De trits “schoonhouden – scheiden – schoonmaken” omvat ten eerste het niet toelaten dat de kwaliteit van water verslechtert (schoon houden), vervolgens het gescheiden houden van schone en vuile waterstromen en als laatste het zuiveren (schoonmaken) van verontreinigd water. Door water schoon te houden en vuile waterstromen zoveel mogelijk gescheiden te houden kan de omvang van te zuiveren water worden beperkt en tevens het zuiveringsrendement te worden verhoogd. In het GRP zijn de gemeentelijke zorgplichten nader gedefinieerd. Maatregelen in particulier gebied behoren tot de zorgplichten van de eigenaar. Bodembeleidsplan De gemeente heeft in het Bodembeleidsplan haar beleid ten aanzien van bodemverontreiniging uiteengezet. De ambitie van de gemeente is om bodemverontreinigingen te voorkomen en de bodem geschikt te houden voor toekomstige ontwikkelingen. Ten tweede heeft de gemeente de ambitie om bodemaspecten tijdig mee te nemen in planvorming. De gemeente geeft prioriteit aan het opheffen van bodemverontreinigingen die actuele risico’s opleveren voor mensen of milieu.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12 Buro Vijn B.V.
blz 8
1114510
De gemeente besteedt in het bijzonder aandacht aan de mogelijke aanwezigheid van asbest in de bodem. Hiervoor wordt verwezen naar het asbestbeleid en de asbestsignaleringskaart. In hoofdstuk 4 wordt verder ingegaan op het aspect bodemen grondwaterkwaliteit. Archeologiebeleid Voor het gehele grondgebied van de gemeente is een archeologische inventarisatie uitgevoerd, waarvan vervolgens een archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart is opgesteld. Daarmee wordt een beeld gegeven van de aanwezige archeologische sporen en vondsten. Aan de verwachtingskaart zijn beleidsadviezen gekoppeld. In hoofdstuk 4 wordt verder op archeologie ingegaan. Groenstructuurplan Het gemeentelijke groenstructuurplan bevat een lange termijn visie op de inrichting en het beheer van het groen in de openbare ruimte. Groene elementen in de openbare ruimte hebben veelal een onderlinge samenhang en vormen zo een groenstructuur. Deze structuur hangt nauw samen met de stedenbouwkundige en ruimtelijke opbouw van een stad of dorp. Vaak is de aanwezigheid van groen gekoppeld aan rode functies (gebouwen) doordat het deze aankleedt of accent geeft. De relatie tussen groen en rood is dan ook een belangrijk aspect binnen een Groenstructuurplan. Binnen de groenstructuur speelt de bomenstructuur een overheersende rol. Bomen zijn door hun ruimtelijke werking de meest beeldbepalende groenelementen en daarom sterk sfeerbepalend. Om die reden heeft de gemeente ook een aparte Bomenverordening waarin voorgeschreven wordt hoe moet worden omgegaan met het 'Bewaren van houtopstanden'. Verder zijn ook vakbeplantingen, gazons en waterelementen van betekenis binnen de groenstructuur. Een belangrijke opgave van het Groenstructuurplan is om alle groene en blauwe onderdelen te integreren tot een samenhangend geheel dat op basis van één visie wordt beheerd en ontwikkeld. Op het onderhavig plangebied is het volgende van toepassing: Het plan voorziet in de herinrichting van onder andere de groene openbare ruimte en in een verbinding met de Tuinen van Diepenheim. Hierdoor draagt de ontwikkeling bij aan de ruimtelijke samenhang van de groene en blauwe elementen en aan de belevingswaarde van de groenelementen. De uitgangspunten uit het Groenstructuurplan worden bij de verdere planvorming en bij de uitvoering van het project gerespecteerd. Monumentale bomenlijst Het college van B&W heeft een lijst met monumentale bomen in Hof van Twente vastgesteld. De status van een monumentale boom is sterk en is vastgelegd in de Bomenverordening. Voor een monumentale boom wordt in beginsel geen kapvergunning afgegeven. De bomenlijst is dynamisch. Nieuwe bomen en boomgroepen kunnen aan de lijst toegevoegd worden en ook kunnen houtopstanden eraf worden gehaald. De lijst bestaat nu uit ongeveer 320 monumentale houtopstanden. Ten behoeve van deskundige advisering omtrent de monumentale bomen heeft het college een Bomencommissie aangesteld. In de toelichting op de Bomenverordening wordt een bepaalde wijze van bestemmen van de monumentale bomen voorgeschreven. In het plangebied van het voorliggende bestemmingsplan staan drie monumentale bomen. Voor deze bomen is een beschermende regeling opgenomen.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 02-10-12
1114510
blz 9
Nota Externe veiligheid De gemeente heeft haar beleid ten aanzien van externe veiligheid vastgelegd in de nota “Bewuste veiligheid op maat”. Binnen de gemeente zijn een aantal risicovolle inrichtingen aanwezig. Op de risicokaart is een actueel overzicht van de risicovolle bedrijven te vinden. Ten aanzien van nieuwvestiging van zwaardere en risicovolle bedrijvigheid stelt de gemeente zich terughoudend op. Verder moet met name bij gevoelige functies, rekening gehouden worden met het vervoer van gevaarlijke stoffen via de weg, het spoor, het water of buisleidingen. Het voorliggende plan past binnen het geformuleerde beleid. Milieubeleidsplan Het gemeentelijk milieubeleidsplan schetst de kaders, de hoofdlijnen en de richting van het te voeren samenhangend beleid voor diverse milieuthema’s, de aanpak van doelgroepen en de samenhang met het economisch-ruimtelijk beleid. De beleidsnota kent een visie deel tot 2020 en ambities tot 2015. Centraal staat het streven naar milieuduurzaamheid. Dit vindt plaats doordat milieuaspecten en -normen vroegtijdig in de voorbereiding van besluitvorming worden mee- en afgewogen met het oog op ontwikkeling en behoud van een goed woon- en leefklimaat. Het voorliggende plan draagt bij aan de realisatie van een duurzaam milieu. Nota Gemeentelijk geluidbeleid De gemeente Hof van Twente heeft op 22 maart 2011 de Nota gemeentelijk geluidbeleid 2011-2020 vastgesteld. Dit beleidsdocument is onder andere een nadere invulling van hoofdstuk 4 van de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening. In het gemeentelijk geluidbeleid is het grondgebied van Hof van Twente verdeeld in verschillende gebieden met kenmerkende gebiedstyperingen. Aan een gebied met een bepaalde gebiedstypering is een ambitiewaarde en een plafondwaarde in dB(A) gekoppeld. Het geluidbeleid heeft tot doel om voor het merendeel van de gevallen een passend afwegingskader te zijn. Hiervan afwijken is mogelijk, mits dit goed gemotiveerd is.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12 Buro Vijn B.V.
blz 10
1114510
3. RUIMTELIJKE SITUATIE 3. 1.
Ruimtelijke structuur
Diepenheim is een kleine middeleeuwse stad. Het historische centrum ligt in het westen van de stad. In deze binnenstad en in het landelijk gebied ten westen hiervan zijn nog veel historische structuren en elementen aanwezig. De stad heeft zich ste in de 20 eeuw sterk uitgebreid in oostelijke richting. Het centrum ligt langs de Grotestraat als hoofdweg en enkele radiale wegen, waaronder de Hagen, ten noorden hiervan. Aan de zuidzijde van de Hagen lag in het verleden de stadsgracht. De stad heeft zich na 1850 verder richting het noorden ontwikkeld, waarbij de gracht grotendeels is verdwenen. Ten noorden van de Hagen zijn verschillende cultuurhistorische elementen, zoals de Stadsbleek, een watergang waarin kleding werd gewassen, Herberg de Pol, een oude herenwoning die later een herberg is geworden en de Maalderij, waar graan tot meel werd gemalen. Ten oosten van de Stadsbleek is later het Cultureel Centrum gebouwd. De Hagen komt aan de westzijde uit op de Raadhuisstraat, waar een kenmerkende agrarische schuur, het Ottenhuis staat. Ten noorden hiervan is een diepvrieshuisje aanwezig. Een luchtfoto van het plangebied en de omgeving is weergegeven in figuur 2.
Figuur 2. 3. 2.
Luchtfoto plangebied en omgeving
Ontwikkelingskader
Diepenheim staat vooral bekend als cultureel en maatschappelijk centrum, gedragen door een actief verenigingsleven. Op deze basis heeft de kunst zich er sterk kunnen ontwikkelen. Door Kunstvereniging Diepenheim, Stichting KUNSTen Op Straat, Stichting Cultureel Erfgoed Hof van Twente en de gemeente Hof van Twen-
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 02-10-12
1114510
blz 11
te en met steun van tal van lokale partners is het project KunstWerk Diepenheim geïnitieerd. De visie van dit project is het ontwikkelen van het historisch centrum van Diepenheim tot ‘brandpunt’ van culturele bedrijvigheid, waar amateurs en professionals werk maken van kunst. Een unieke combinatie van historisch erfgoed en moderne architectuur, met open ateliers, een kunst- en theaterwerkplaats, podia, tentoonstellingsruimtes, gastenverblijven, een documentatiecentrum en een modern geoutilleerd cultureel centrum. Hiervoor is een aantal locaties rondom de Hagen aangewezen. Deze liggen op een strategische plaats voor het vormen van een verbinding met bestaande culturele en kunstzinnige objecten en locaties. Bovendien bieden deze locaties kansen voor het versterken van de beleving van de historische waarden ervan. De beoogde locaties en verbindingen zijn gevisualiseerd in figuur 3.
Figuur 3.
Beoogde locaties en verbindingen project KunstWerk Diepenheim
De Maalderij is beoogd als kantoor- en werkruimte ten behoeve van het culturele verenigingsleven. Herberg de Pol en het omliggende terrein krijgt een functie cultureel centrum met bijhorende horecavoorzieningen. Het huidige Cultureel Centrum wordt een kunst- en theaterwerkplaats met appartementen / studio’s voor de kunstenaars. Het pand ten westen hiervan is en blijft een expositiegebouw voor de kunstvereniging (Drawing Centre). Verder wordt de openbare ruimte ter ondersteuning en verbinding van deze functies heringericht.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12 Buro Vijn B.V.
blz 12
3. 3.
1114510
Beoogde ontwikkeling
Dit bestemmingsplan heeft betrekking op de locaties van de Maalderij en herberg de Pol en op die van het huidige Cultureel Centrum, alsmede een groot deel van de openbare ruimte. In deze paragraaf worden de beoogde functies en inrichting van deze locaties beschreven. De Maalderij en Herberg de Pol De oude Maalderij heeft momenteel een periodieke museumfunctie. Het voorstel is om in het pand kantoor- en werkruimten te realiseren. Belangrijk uitgangspunt hierbij is dat de oorspronkelijke uiterlijke en innerlijke verschijningsvorm van het pand zoveel mogelijk gerespecteerd wordt. Dit betekent ook dat enkele later aangebouwde schuurtjes worden verwijderd. Een aanzicht op de Maalderij is weergegeven in figuur 4.
Figuur 4.
Aanzicht op de Maalderij
Herberg de Pol staat op hetzelfde perceel als de Maalderij. De herberg is al voor 1900 gebouwd als herenwoning. Later is naast deze woning een schuur gebouwd. Deze schuur wordt gesloopt. Op de plaats van de schuur wordt een nieuw pand met een oppervlakte van circa 12 bij 30 meter gerealiseerd. De nieuwbouw is opgebouwd uit drie bouwlagen, namelijk een souterrain, de begane grond en boven de entree een verdieping in de kap. Het nieuwe pand wordt op ongeveer een meter afstand van de herberg gebouwd, maar wordt hier wel aan verbonden via een glazen corridor. De nieuwbouw wordt ook verbonden met de Maalderij door middel van een lage aanbouw met veel glaswerk.
Het nieuwe pand zal dienst doen als Cultureel Centrum met enkele zalen en ondersteunende functies, waaronder een foyerruimte en een documentatiecentrum in de verbinding met de Maalderij. De herberg krijgt een functie als café bij het zalencentrum. Op de verdieping worden kantoorruimten voorgesteld. De ruimte tussen de Maalderij, de herberg en het naastgelegen Ottenhuis en diepvrieshuisje, worden ingericht als multifunctioneel (shared space) plein dat de Hagen met de Raadhuisstraat verbindt. De voorlopige inrichting van het terrein is weergegeven in figuur 5.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 02-10-12
1114510
Figuur 5.
blz 13
Beoogde inrichting terrein Maalderij en herberg
Enkele gevelaanzichten van de beoogde bebouwing op het terrein zijn weergegeven in figuur 6.
Figuur 6.
Gevelaanzichten Maalderij en cultureel centrum
Kunst- en theaterwerkplaats Het huidige Cultureel Centrum betreft een modern vormgegeven pand, opgebouwd uit één bouwlaag met een lage afgeknotte kap. Het pand heeft nu in hoofdzaak de functies zoals beoogd in het nieuw pand achter herberg De Pol. Een aanzicht op het pand is weergegeven in figuur 7.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12 Buro Vijn B.V.
blz 14
Figuur 7.
1114510
Aanzicht op het wijkcentrum
Het initiatief betreft het gedeeltelijk optrekken van het gebouw, waardoor er onder de kap een tweede bouwlaag ontstaat. In het pand worden werkruimten of ateliers voor kunstenaars of artiesten ontwikkeld. In het noordwestelijke deel, georiënteerd op de Stadsbleek, zijn vier appartementen / studio’s beoogd. De kunstenaars of artiesten kunnen hier tijdens hun werkzaamheden wonen. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat hier vaste woonruimten worden gerealiseerd. De gevelaanzichten van de kunst- en theaterwerkplaats is weergeven in figuur 8.
Figuur 8.
Gevelaanzichten kunst- en theaterwerkplaats
Aan de zuidoostzijde van het pand wordt een nieuwe verharding aangelegd. Over deze verharding wordt een overkapping tussen het Drawing Centre en de kunsten theaterwerkplaats geplaatst. Hierdoor wordt een duidelijke koppeling gelegd met het Drawing Centre. Op dit terrein bestaan ook mogelijkheden voor een buitenwerkplaats. Openbare ruimte Infrastructuur Een belangrijke wijziging in de infrastructuur is de realisatie van het (semi)openbare plein tussen de Maalderij, het nieuwe cultureel centrum en het Ottenhuis. Dit plein ligt centraal in het totale projectgebied van het project KunstWerk en verbindt de functies die bij dit project behoren. Voor het verbeteren van de verkeersveiligheid en de situatie op het plein worden de mogelijkheden voor eenrichtingsverkeer in de Hagen onderzocht.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 02-10-12
1114510
blz 15
Historische waterweg Ten zuiden van de Hagen ligt een greppelsloot die een overblijfsel van de vroegere gracht vormde. De mogelijkheden worden onderzocht om deze waterloop meer ruimte te geven en deze eventueel in het ontwerp van de pleinen mee te nemen. Hierdoor wordt de beleving van de historische structuur ter plaatse versterkt. De Stadsbleek De ‘Bleek’ is van hoge cultuurhistorische waarde, en dient te worden behouden en gerespecteerd. Parkeren Voor parkeren kan gebruik worden gemaakt van bestaande parkeervoorzieningen langs de Hagen, ter hoogte van het huidige Cultureel Centrum. Ook wordt de parkeergelegenheid langs de Kruimgaarden (noordzijde), nabij het Drawing Centre, versterkt. Daarnaast wordt naast het speelveldje aan het begin van de Ruimersdijk, bij de kruising met de Raadhuisstraat, een locatie voor langsparkeren mogelijk gemaakt. Deze parkeerplaatsen krijgen een groene setting. Er wordt gebruik gemaakt van ‘gewapend’ gras, een soort halfverharding. De natuurlijke uitstraling wordt hierdoor behouden. Toeristische overstapplaats Momenteel is op de kruising van de Grotestraat met de Hagen, aan het zuidoostelijk gelegen plein binnen het plangebied, een toeristisch overstappunt (TOP) gelegen. Dit zijn ‘natuurlijke knooppunten’ waar diverse fiets- en wandelroutes beginnen. Het betreft een kunstwerk met enkele zitplaatsen, een fietsenrek en een wegwijzer. Om een sterkere verbinding te maken met het KunstWerk, de Tuinen van Diepenheim en de omgeving, zal deze TOP worden verplaatst naar het perceeltje tegenover de Maalderij. 3. 4.
Beeldkwaliteit
De ontwikkeling vindt plaats in een historische binnenstad, aan de rand van het beschermd stadsgezicht van Diepenheim. Bovendien is er sprake van een gebied met zeer bijzondere cultuurhistorische waarden. Een dergelijke omgeving vraagt om een aanvullende investering in een hoogwaardige en passende beeldkwaliteit. Dit heeft niet alleen betrekking op de te realiseren en verbouwen gebouwen, maar ook op de inrichting van de openbare ruimte. Omdat de beeldkwaliteit buiten de werkingsfeer van het bestemmingsplan ligt, is een beeldkwaliteitplan voor de omgeving opgesteld. In dit beeldkwaliteitplan zijn wensbeelden geschetst voor twee te onderscheiden beeldzones (de historische gebouwen rondom de kruising van de Hagen met de Raadhuisstraat en de meer moderne bebouwing van de kunst- en theaterwerkplaats en omgeving). Voor deze zones zijn aanvullende welstandscriteria opgesteld, die als aanvulling op de welstandsnota worden vastgesteld. Ten slotte geeft het beeldkwaliteitplan uitgangspunten en wensbeelden voor de openbare ruimte. Het beeldkwaliteitplan heeft op zichzelf geen juridische status. Om te waarborgen dat er bij de ontwikkeling van KunstWerk Diepenheim geen afbreuk wordt gedaan aan de, in het beeldkwaliteitplan vastgelegde, aspecten met betrekking tot ruimtelijke kwaliteit, wordt het beeldkwaliteitplan geïntegreerd in de gemeentelijke welstandsnota, waardoor het beeldkwaliteitplan indirecte juridische status krijgt; alle
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12 Buro Vijn B.V.
blz 16
1114510
bouwplannen dienen vergezeld te gaan met een positief welstandsadvies. Om dit te verkrijgen wordt het plan getoetst aan de welstandscriteria uit de welstandsnota. Het beeldkwaliteitplan is opgenomen in bijlage 2.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 02-10-12
1114510
blz 17
4. OMGEVINGSASPECTEN Uit de bestaande omgevingssituatie kunnen (wettelijke) belemmeringen en/of voorwaarden voortvloeien voor dit bestemmingsplan. Het uitgangspunt voor het bestemmingsplan is dat een goede omgevingssituatie ontstaat na de nieuwe ontwikkeling en dat deze gehandhaafd blijft. In de volgende paragrafen zijn de randvoorwaarden van de omgevingsaspecten beschreven. 4. 1.
Milieuaspecten
4.1.1.
Bedrijven en milieuzonering
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is ruimtelijke afstemming tussen bedrijfsactiviteiten, voorzieningen en gevoelige functies (woningen) noodzakelijk. Bij deze afstemming wordt gebruik gemaakt van de richtafstanden uit de basiszoneringslijst van de VNG-brochure “Bedrijven en milieuzonering” (2009). Een richtafstand kan worden beschouwd als de afstand waarbij onaanvaardbare milieuhinder als gevolg van bedrijfsactiviteiten redelijkerwijs kan worden uitgesloten. Woningen rondom het plangebied Het plangebied ligt in een centrumgebied dat een gemengd karakter heeft. Binnen het plangebied zijn momenteel bedrijf- en maatschappelijke functies tot en met milieucategorie 2 mogelijk. De voorgestelde functie betreft ook activiteiten uit deze categorie of lager. Het project stelt dus in beginsel geen verslechtering van de milieusituatie voor. Bij milieucategorie 2 geldt een richtafstand van 30 meter tot woningen in de omgeving. Direct ten noorden van het plangebied, op minder dan 30 meter afstand, liggen woongebieden. Er wordt niet aan de richtafstanden voldaan. Bepalend voor de richtafstanden is in dit geval geluidhinder als gevolg van de voorgestelde functies. In het Activiteitenbesluit zijn normen gesteld voor geluidsniveaus bij woningen als gevolg van bepaalde inrichtingen. Het uitgangspunt is dat in de directe omgeving van het plangebied voldaan wordt aan de geluidsnormen uit het Activiteitenbesluit. Om dit aan te tonen is een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Het onderzoeksrapport is opgenomen in bijlage 3. In het onderzoek is de geluidsbelasting als gevolg van de kunst- en theaterwerkplaats en van het nieuwe cultureel centrum op woningen in de omgeving beoordeeld. Voor de kunst- en theaterwerkplaats in geconcludeerd dat in de representatieve bedrijfssituatie (beschreven in het rapport) wordt voldaan de geluidnormen uit het Activiteitenbesluit. Voor het nieuwe cultureel centrum geldt dat bouwkundige maatregelen noodzakelijk zijn. Mogelijke bouwkundige maatregelen zijn in het rapport beschreven. Omdat ook na toepassing van deze maatregelen in de nachtperiode sprake zou zijn van een overschrijding van de normen, is vanuit de organisatie aangegeven dat in deze periode (dus na 23.00 uur) geen optredens plaats zullen vinden. Zo wordt zeker voldaan aan de geluidsnormen. Voor incidentele buitenoptredens geldt dat deze maximaal acht keer per jaar mogen plaatsvinden. Hierbij kan (onder voorwaarden) worden afgeweken van de normen uit het Activiteitenbesluit.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12 Buro Vijn B.V.
blz 18
1114510
Toetsing aan gemeentelijk geluidbeleid In overeenstemming met het gebiedsgericht geluidbeleid van de gemeente (zie paragraaf 2.2) dient de geluidsuitstraling als gevolg van de in de inrichting aangevraagde bedrijfssituatie getoetst te worden aan de vastgestelde uitgangspunten, doelstellingen en ambitiewaarden. De inrichting ligt in een gebied met als gebiedstypering ‘woonwijk’. Als ambitiewaarde geldt voor de dag-, avond en nachtperiode 40-35-30 dB(A). Als plafondwaarde geldt voor de dag-, avond en nachtperiode 50-45-40 dB(A). Omdat er in de nachtperiode geen optredens plaats zullen vinden, zal de plafondwaarde in geen enkele periode worden overschreden. Wel wordt de ambitiewaarde voor de avondperiode met 4 dB overschreden. Het project Kunstwerk Diepenheim is opgezet om de functie van Diepenheim als regionaal kunstcentrum in stand te houden en te versterken. Met het project wordt een podium en onderkomen voor kunstenaars en culturele instellingen gecreëerd, met behoud en versterking van cultureel historisch waardevolle bebouwing. Hiermee wordt de locatie van de functies op de beoogde locaties gerechtvaardigd en kan worden afgeweken van de ambitiewaarden. Er wordt een pakket bouwkundige maatregelen toegepast, waardoor de plafondwaardes niet worden overschreden. Hiermee is voldaan aan de inspanningsverplichtingen. Conclusie Geconcludeerd wordt dat kan worden voldaan aan de geluidsnormen uit het Activiteitenbesluit en bij de uitgangspunten uit het gemeentelijk geluidsbeleid. Hiervoor worden wel aanvullende eisen aan het cultureel centrum gesteld. Op deze wijze zijn de voorgestelde ontwikkelingen en activiteiten uitvoerbaar. Woningen binnen het plangebied In de kunst- en theaterwerkplaats worden (tijdelijke) woonruimten voor de kunstenaars gerealiseerd. In bijlage 3 van de VNG-brochure is een categorie-indeling opgenomen met functies die gemengd met woningen kunnen plaatsvinden. Kunstateliers, zoals die in de werkplaats worden voorgesteld, vallen hierin onder categorie A. Dit zijn activiteiten die zodanig weinig milieubelastend zijn voor hun omgeving dat deze aanpandig aan woningen kunnen worden uitgevoerd. Desondanks is er mogelijk sprake van overlast voor de woningen als gevolg van bijvoorbeeld metaal- of steenbewerkingen. Daarom worden de woningen in de kunst- en theaterwerkplaats als ‘behorend tot de inrichting’ beschouwd, dus als ‘bedrijfswoningen’ bij de werkplaats. In dit geval behoeven de woningen niet beschermd te worden tegen overlast vanuit de ateliers. Gezien de categorie van de functie van deze ateliers is dit voor het bestemmingsplan niet bezwaarlijk. 4.1.2.
Geluid: wegverkeerslawaai
In de Wet geluidhinder (Wgh) is bepaald dat elke weg in principe een zone heeft waar aandacht aan geluidhinder moet worden besteed. Daarbij onderscheidt de Wgh geluidsgevoelige functies enerzijds en niet-geluidsgevoelige functies anderzijds. Als geluidsgevoelige functies binnen een zone behorend bij een zoneplichtige weg worden geprojecteerd bij een ruimtelijke procedure, dient door middel van akoestisch onderzoek te worden aangetoond dat wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 02-10-12
1114510
blz 19
De bebouwde kom van Diepenheim is aangewezen als 30 km/uur gebied, waarmee de zoneplicht vervalt. De Hagen betreft bovendien een smalle weg die uitsluitend door bestemmingsverkeer wordt gebruikt. Ter plaatse van de kunst- en theaterwerkplaats, waarin een woonfunctie wordt voorgesteld, zal dan ook sprake zijn van een goed verblijfsklimaat voor wat betreft wegverkeerslawaai. 4.1.3.
Bodem- en grondwaterkwaliteit
Het uitgangspunt wat betreft de bodem in het plangebied is, dat de kwaliteit ervan zodanig dient te zijn dat er geen risico’s zijn voor de volksgezondheid bij het gebruik van het plangebied voor wonen of een andere functie. Omdat het plangebied diverse bouwplannen voorstelt die verblijfsruimten voor mensen voorstellen, is een bodemonderzoek uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat het plangebied geschikt is voor de voorgestelde functies. Er is geen nader onderzoek nodig. Wel is er asbest aangetroffen. Hiervoor wordt een saneringsplan opgesteld. 4. 2.
Water
In het kader van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is het verplicht de Watertoets uit te voeren. De Watertoets is een waarborg voor water in ruimtelijke plannen en besluiten. Het plangebied ligt in het beheersgebied van Waterschap Regge en Dinkel. Dit bestemmingsplan stelt in hoofdzaak enkele functiewijzigingen van bebouwde percelen voor. De fysieke ingrepen of gevolgen in het voor de waterhuishouding zijn beperkt. Wel worden verspreid door het plangebied nieuwe verhardingen aangelegd. Significante toenames vinden plaats bij de Maalderij en de herberg, waar 2 de nieuwe bebouwing en verharding tot een toename met ruim 300 m aan verhar2 ding leidt. Daarnaast wordt een grasveldje met een oppervlakte van circa 500 m ontwikkeld tot een parkeerterrein. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van halfverharding, mogelijk graskeien met een groene uitstraling. Per saldo is geen sprake van een toename aan verharding. Het in het kader van het project ‘Tuinen van Diepenheim’ worden diverse ingrepen ter versterkingen van het watersysteem voorgesteld. Hierin worden onder andere mogelijkheden tot versterking van de waterloop ten zuiden van de Hagen onderzocht. Hierbij kan de waterloop weer bovengronds worden aangesloten op de BovenRegge. Momenteel is deze ondergronds verbonden. Een fragment van de projectkaart is weergegeven in figuur 9. In beginsel worden geen wijzigingen aan de afvalwaterstromen voorgesteld. Er wordt gebruik gemaakt van de bestaande voorzieningen. Waar nodig worden deze versterkt. Schoon hemelwater zal worden afgekoppeld. Het ontwerpbestemmingsplan wordt in het kader van het overleg aan het waterschap voorgelegd voor een wateradvies. Tevens wordt nog overleg gevoerd met het waterschap over de definitieve invulling van water binnen het plangebied. Voorafgaand aan de uitvoering van de plannen zal hierover duidelijkheid bestaan.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12 Buro Vijn B.V.
blz 20
1114510
Figuur 9. 4. 3.
Fragment projectkaart ‘Tuinen van Diepenheim’
Ecologie
Bij elk ruimtelijk plan dient met het oog op de natuurbescherming rekening te worden gehouden met de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Hierbij dient te worden aangetoond dat als gevolg van de geplande activiteiten de gunstige staat van instandhouding van waardevolle dier- en plantensoorten niet in het geding komt. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in gebiedsbescherming en soortenbescherming. Gebiedsbescherming De ontwikkeling vindt plaats in een stedelijke omgeving. Het plangebied maakt geen deel uit van beschermde natuurgebieden. In de omgeving van Diepenheim liggen wel enkele gebieden die aangewezen zijn tot de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De functiewijziging en verbouwingswerkzaamheden die dit bestemmingsplan in de stad voorstelt hebben geen invloed op de natuurwaarden in de omgeving. Soortenbescherming Voor de uitvoering van dit bestemmingsplan zijn diverse ingrepen in gebouwen en terreinen noodzakelijk. Het is mogelijk dat binnen het plangebied verblijfsplaatsen van beschermde soorten voorkomen. Voor een inzicht hierin is een quickscan natuurtoets uitgevoerd. De resultaten hiervan zijn opgenomen in bijlage 4. Uit de quickscan blijkt dat in alle te slopen of aan te passen gebouwen potentiële verblijfplaatsen voor vleermuizen aanwezig zijn. Verder is, naast enkele algemene broedvogels, de jaarrond beschermde huismus aangetroffen. Voor de broedvogels geldt dat als de werkzaamheden buiten het broedseizoen voor vogels worden aangevangen, er geen conflicten met de Flora- en faunawet ontstaan. Voor de overige soorten geldt dat de gunstige instandhouding niet in het geding is. Voor deze soorten geldt een vrijstelling.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 02-10-12
1114510
blz 21
Vervolg Op basis van het voorgaande wordt vervolgonderzoek uitgevoerd naar vleermuizen. Alle vleermuizensoorten staan vermeld in tabel 3 van de Flora- en faunwet en bijlage IV Habitatrichtlijn, en genieten op basis daarvan strikte bescherming. Het gaat om de bescherming van de soort, maar ook om individuele dieren en hun functionele leefomgeving. Onder de functionele leefomgeving wordt verstaan alle gebiedsfuncties die van belang zijn in het leven van de soort. Ontheffing is niet mogelijk. Er mag geen negatief effect optreden voor de vleermuizen zelf evenals voor hun functionele leefomgeving. Negatieve effecten dienen middels mitigerende maatregelen te worden voorkomen. Wanneer het met mitigerende maatregelen mogelijk is om de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaatsen van de soort te behouden, is er geen sprake van strijdigheden met de Flora- en faunawet. Van belang is dat de ecologische functionaliteit van het gebied niet kwalitatief of kwantitatief verslechtert en dat de mitigerende maatregelen met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zullen werken. Indien verblijfplaatsen van deze soorten worden aangetroffen zal een mitigatieplan worden opgesteld. Hierin worden maatregelen beschreven, zoals het zorgvuldig kiezen van de periode waarin de sloop plaatsvindt, door een fasering van de sloopwerkzaamheden en door het bieden van alternatieve verblijfplaatsen. Voorafgaand aan de uitvoering van de werkzaamheden moet duidelijk zijn of op deze wijze conflicten met de Flora- en faunawet te voorkomen zijn, of dat er nog aanvullende eisen worden gesteld. Conclusie Er wordt nog onderzocht of er (vaste) verblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig zijn. Als dit het geval is zal een werkwijze conform een op te stellen mitigatieplan worden gehanteerd, waarmee conflicten met de Flora- en faunawet worden voorkomen. Tevens zal rekening worden gehouden met de aanwezigheid van broedvogels. De ontwikkelingen zijn op de beschreven wijze uitvoerbaar. 4. 4.
Archeologie
Ten aanzien van archeologische resten in de bodem is de Monumentenwet van toepassing. Deze wet regelt onder andere dat er in het proces van ruimtelijke ordening tijdig rekening gehouden wordt met de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden. Volgens de Archeologische verwachting- en beleidsadvieskaart van de gemeente Hof van Twente geldt voor het grootste deel van het plangebied een middelhoge verwachting. De Hagen en het gebied ten zuiden daarvan is aangewezen als AMKterrein. In de geldende planologische regeling zijn deze waarden vertaald naar een beschermde regeling binnen de dubbelbestemmingen “Waarde - Archeologie 3” en “Waarde - Archeologie 1”. Hierbinnen wordt voor ingrepen groter dan respectieve2 2 lijk 5.000 m en 50 m en dieper dan 40 cm een archeologisch onderzoek gevraagd.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12 Buro Vijn B.V.
blz 22
1114510
Voor de uitvoering van dit bestemmingsplan worden geen grote bodemingrepen uitgevoerd. De grootste ingreep betreft de kelder onder het nieuwe cultureel cen2 trum. Deze heeft een oppervlakte van minder dan 400 m . De ingrepen worden wel uitgevoerd op erven met een hoge cultuurhistorische waarde. Om deze reden is toch een archeologisch onderzoek uitgevoerd. Het bijhorende rapport is opgenomen in bijlage 5. Aan de hand van het onderzoek kan niet worden uitgesloten dat er in het plangebied archeologische resten aanwezig zijn. Momenteel is nog niet exact bekend wat de aard en diepte van de bodemingrepen zijn. Vervolgonderzoek is alleen nodig 2 als de ingrepen een oppervlakte van meer dan 5000 m hebben en dieper dan 40 centimeter zijn. Dergelijk grote bodemingrepen zijn voor de uitvoering van dit bestemmingsplan niet noodzakelijk. Nader onderzoek is daarom niet noodzakelijk. Ter bescherming van de archeologische resten binnen het plangebied is in dit bestemmingsplan een beschermde regeling in overeenstemming met het onderzoek en het archeologiebeleid van de gemeente opgenomen. Op deze wijze wordt op een verantwoorde wijze met eventuele archeologische resten opgegaan en is het bestemmingsplan uitvoerbaar. 4. 5.
Luchtkwaliteit
Een onderdeel van de Wet milieubeheer betreft luchtkwaliteit. De wet is bedoeld om de negatieve effecten op de volksgezondheid, als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging, aan te pakken. Op grond van de algemene maatregel van bestuur “NIBM”) vormen luchtkwaliteitseisen geen belemmeringen voor projecten als deze niet in betekenende mate bijdragen aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Een project komt hiervoor in aanmerking als het voor minder dan 3% van de grenswaarden voor NO2 en PM10 bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Luchtverontreiniging is veelal een gevolg van verkeersbewegingen. Alleen bij een toename van enkele honderden verkeersbewegingen per dag, wordt niet aan de voorwaarden voor de NIBM voldaan. De voorgestane ontwikkelingen hebben per saldo geen dergelijke toename tot gevolg. Het plan zal niet of nauwelijks bijdragen aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Het aspect luchtkwaliteit vormt dan ook geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan. 4. 6.
Externe veiligheid
Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico’s die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals vuurwerk, LPG en munitie. Voor een inzicht in de externe risico’s in de omgeving van het plangebied is de risicokaart Overijssel geraadpleegd. Hieruit blijkt dat het plangebied zich niet binnen de invloedsfeer van transportroutes van gevaarlijke stoffen of binnen het inventarisatiegebied van buisleidingen bevindt. Ook zijn in de omgeving geen risicovolle inrichtingen aanwezig. Vanuit de externe veiligheid bestaan geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 02-10-12
1114510
4. 7.
blz 23
Kabels en leidingen
In en rondom het plangebied zijn geen kabels of leidingen aanwezig die invloed hebben op de ontwikkelingen. De kabels en leidingen binnen het plangebied hoeven niet voorzien te worden van een planologische regeling.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12 Buro Vijn B.V.
blz 24
1114510
5. PLANUITGANGSPUNTEN Het belangrijkste uitgangspunt voor dit bestemmingsplan is het bieden van een juridisch-planologische regeling waarbinnen de ontwikkeling van de beschreven gebouwen en functies, voor de uitvoering van het project KunstWerk, mogelijk worden gemaakt. In dit hoofdstuk worden de gemaakte keuzes voor de juridische regeling toegelicht. Bouwmogelijkheden Omdat de ontwikkeling plaatsvindt in een cultuurhistorisch zeer waardevolle omgeving is gekozen de gewenste bebouwing strak vast te leggen, zowel qua situering als qua bouwhoogte. Hierom zijn de bouwvlakken op de verbeelding gebaseerd op de huidige bebouwing en aanwezige bouwplannen. De maximale goot- en bouwhoogte zijn per gebouw of bouwdeel vastgelegd. Beeldkwaliteit Het waarborgen van een goede beeldkwaliteit valt buiten de reikwijdte van het bestemmingsplan. Hierom wordt een separaat beeldkwaliteitplan, dat is opgenomen in bijlage 2, als onderdeel van de welstandsnota vastgesteld. Functionele mogelijkheden Het project KunstWerk stelt diverse functies voor, waarbij ieder gebouw een aangewezen doel heeft. Alle functies hebben een relatie met culturele en kunstzinnige activiteiten. Met het oog op de toekomst worden de functies niet per gebouw vastgelegd, maar wordt een zeker functiemenging toegestaan. Uitzondering hierop is de bedrijfswoonfunctie, omdat deze functie beperkend kan werken op functies die zich buiten de inrichting waarin de (bedrijfs)woningen zijn gelegen, bevinden. Voor alle gebouwen worden mogelijkheden geboden voor culturele activiteiten, zoals exposities, educatieve en maatschappelijk voorzieningen, ateliers ofwel culturele en kunstzinnige werkplaatsen, dienstverlenende instellingen ofwel kantoren. Meer belastende functies, zoals kleinschalig muziek- en theater en het café worden vastgelegd binnen de gebouwen waarin deze functies zijn voorgesteld. Op deze manier wordt niet buiten de uitgangspunten van het akoestisch onderzoek getreden. Ook de wordt vastgelegd binnen de kunst- en theaterwerkplaats. Er worden ook maximaal vier bedrijfswooneenheden toegestaan. Buitenevenementen zijn alleen incidenteel toegestaan. Er is ruimte voor maximaal acht buitenevenementen, die maximaal een dag duren. Archeologie De archeologische waarden worden in overeenstemming met het gemeentelijk archeologiebeleid beschermd. Deze bescherming is overgenomen uit de Reparatieregeling II. Beschermd stadsgezicht De ontwikkelingen vinden net buiten het beschermd stadsgezicht van Diepenheim plaats. De bescherming van het beschermd stadsgezicht wordt in een afzonderlijk bestemmingsplan geregeld.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 02-10-12
1114510
blz 25
6. JURIDISCHE REGELING 6. 1.
Toelichting op het juridisch systeem
Het bestemmingsplan voldoet aan alle vereisten die zijn opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Inherent hieraan is de toepassing van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) 2008. De SVBP maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op een zelfde manier worden verbeeld. De SVBP 2008 is toegespitst op de regels die voorschrijven hoe bestemmingsplannen conform de Wro en het Bro moeten worden gemaakt. De SVBP geeft bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan, zowel digitaal als analoog. De regels van dit bestemmingsplan zijn opgesteld conform deze standaarden, met inachtneming van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Het bestemmingsplan regelt de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de gronden in het plangebied. De juridische regeling is vervat in een verbeelding en bijbehorende regels. Op de verbeelding is de bestemming vastgelegd, in de regels de bouw- en gebruiksmogelijkheden. 6. 2.
Toelichting op de bestemmingen
Binnen het bestemmingsplan worden de volgende bestemming gehanteerd: Groen De Stadsbleek en twee locaties aan de Raadhuisstraat zijn onder de bestemming “Groen” gebracht. Binnen deze bestemming zijn groenvoorzieningen en waterlopen mogelijk. Ook wordt ruimte geboden voor dagrecreatief medegebruik. Omdat de Stadsbleek een gemeentelijk monument betreft wordt het behoud van de karakteristieken via de monumentenverordening geregeld. De toeristische overstapplaats wordt binnen de bestemming mogelijk gemaakt binnen de aanduiding “specifieke vorm van recreatie - toeristische overstapplaats”. Het parkeren op een deel van het speelveldje, direct langs de Ruimersdijk, wordt mogelijk gemaakt binnen de aanduiding “parkeren”. Buiten deze aanduiding mag niet binnen de bestemming “Groen” wordt geparkeerd. Maatschappelijk De Maalderij, herberg De Pol en het nieuwe cultureel centrum, alsmede de kunsten theaterwerkplaats zijn geregeld binnen de bestemming “Maatschappelijk”. Binnen deze bestemming worden de culturele en bijbehorende functies mogelijk gemaakt.
De horecafunctie is vastgelegd binnen de aanduiding ‘horeca’, die van toepassing is op het cultureel centrum en op de herberg. Functioneel is deze beperkt tot een restaurant of café, behorende bij de culturele voorzieningen. Zwaarder belastende functies zoals een danscafé of discotheek zijn uitgesloten. Wel behoort een kinderdisco tot de mogelijkheden. De kleinschalige muziek- en theaterfunctie zijn uitsluitend binnen de aanduiding ‘horeca’ mogelijk. De bedrijfswoonfunctie is mogelijk binnen de aanduiding “bedrijfswoning”, die alleen op het gebouw van de kunst- en theaterwerkplaats geldt.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12 Buro Vijn B.V.
blz 26
1114510
De bebouwing is vastgelegd binnen bouwvlakken. Op de verbeelding is tevens de maximale goot- en bouwhoogte bepaald. Verkeer - Verblijf De (semi)openbare ruimte wordt bestemd als “Verkeer - Verblijf”. Binnen deze bestemming zijn wegen voor de ontsluiting van aanliggende gronden mogelijk. Tevens wordt voorzien in parkeervoorzieningen. Waarde - Archeologie 1 Binnen de bestemming “Waarde - Archeologie 1” is een regeling opgenomen 2 waarmee bij ingrepen in de bodem met een oppervlakte groter dan 50 m en dieper dan 40 centimeter een archeologisch onderzoek kan worden geëist. Waarde - Archeologie 3 Binnen de bestemming “Waarde - Archeologie 1” is een regeling opgenomen 2 waarmee bij ingrepen in de bodem met een oppervlakte groter dan 5.000 m en dieper dan 40 centimeter een archeologisch onderzoek kan worden geëist.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 02-10-12
1114510
blz 27
7. UITVOERBAARHEID 7. 1.
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Op basis van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) heeft ten aanzien van een bestemmingsplanprocedure overleg met de betrokken overleginstanties plaatsgevonden. Het ontwerpplan is gedurende 6 weken ter inzage gelegd, waarbij eenieder in de gelegenheid is gebracht zienswijzen in te dienen. Daarnaast is met betrekking tot de ontwikkelingen in het plangebied meerdere keren met belanghebbenden gesproken. Tevens heeft op 12 maart 2012 aan belanghebbenden en belangstellenden een presentatie van de voorontwerpplannen plaatsgevonden. Men is op deze wijze bij de ontwikkeling betrokken. 7. 2.
Grondexploitatie
Door middel van de grondexploitatieregeling in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) beschikken gemeenten over mogelijkheden voor het verhalen van kosten. Hierbij valt te denken aan kosten voor het bouwen woonrijp maken, planschade en kosten voor het opstellen van een bestemmingsplan. Als sprake is van bepaalde bouwplannen, moet de gemeente hiervoor in beginsel een exploitatieplan vaststellen. Van het vaststellen van een exploitatieplan kan worden afgezien als voornoemde kosten “anderszins verzekerd” zijn en het stellen van eisen met betrekking tot kwaliteit en fasering niet noodzakelijk is. Anderszins verzekeren kan bijvoorbeeld via het afsluiten van een (privaatrechtelijke) overeenkomst. In dit bestemmingsplan worden geen bouwplannen in de zin van het Bro mogelijk gemaakt. Er is namelijk geen sprake van nieuwe hoofdgebouwen, grote bijgebouwen of meer dan 10 wooneenheden. Zodoende is de afdeling grondexploitatie uit de Wro niet van toepassing. Het opstellen van een exploitatieplan is daardoor niet aan de orde. 7. 3.
Economische uitvoerbaarheid
De ontwikkelingen binnen het plangebied worden in samenwerkingsverband tussen gemeente en diverse stichtingen tot stand gebracht. De uitvoeringskosten voor het project worden verdeeld. Hiervoor zijn overeenkomsten gesloten en begrotingen gedaan. Verder zijn erfpachtovereenkomsten met stichting De Zwaan en Stichting Cultureel Erfgoed en Herberg de Pol gesloten. De economische uitvoerbaarheid is voldoende onderzocht en aangetoond.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12 Buro Vijn B.V.
blz 28
1114510
8. RAADSVASTSTELLING Het ontwerpbestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) heeft met ingang van 24 mei 2012 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Tijdens deze periode is een ieder in de gelegenheid gesteld om zijn of haar zienswijze omtrent het plan kenbaar te maken. Er zijn twee zienswijzen ingediend. Deze zienswijzen zijn samengevat en voorzien van een gemeentelijke reactie in de zienswijzennotitie. Deze notitie is opgenomen in bijlage 6. De ingekomen zienswijzen geven geen aanleiding om het bestemmingsplan inhoudelijk te wijzigen. Ook zijn er geen ambtshalve wijzigingen voorzien. Wel zijn enkele (ondergeschikte) aanpassingen in de toelichting en het beeldkwaliteitsplan gedaan. Voor de inhoud van deze aanpassingen wordt verwezen naar de zienswijzennotitie. Op 2 oktober 2012 heeft de gemeenteraad van de gemeente Hof van Twente het bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) ongewijzigd vastgesteld.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 02-10-12
BIJLAGE 1
VRAAG nieuwe situatie
pand Kunstvereniging (expositieruimte) Ottenhoes (expositieruimte) Diepvrieshuis (expositieruimte Herberg de Pol (horecafunctie) Maalderij (bibliotheek, informatiecentrum) uitbreiding de Pol (zaal en culturele voorzieningen) Cultureel Centrum (kunst en theaterwerkplaats) Kunst- en theaterwerkgroep/kunstenaarshuisjes Galerie Nijenhove (Drawing Centre) Tuinen van Diepenheim
meeteenheid parkeernorm
100m2 bvo 100m2 bvo 100m2 bvo 100m2 bvo 100m2 bvo 100m2 bvo 100m2 bvo woning 100m2 bvo
# of norm per bvo eenheid (in m2) 532 214 34 240 150 1231 1160 4 266
0,6 0,6 0,6 6 0,6 3 1,25 1,25 1,25
pp 3,192 1,284 0,204 14,4 0,9 36,93 14,5 5 3,325 0
totaal
VRAAG huidige situatie
pand Kunstvereniging (expositieruimte) Ottenhoes Diepvrieshuis Herberg De Pol bestaande feestzaal (opslagruimte) Maalderij (opslag en verkoopruimte) Cultureel Centrum (culturele voorzieningen) Galerie Nijenhove (expositieruimte) woning
meeteenheid parkeernorm
100m2 bvo 100m2 bvo 100m2 bvo 100m2 bvo 100m2 bvo 100m2 bvo 100m2 bvo 100m2 bvo woning
# of norm per bvo eenheid (in m2) 532 214 34 240 180 150 858 266 1
0,6 0,55 0,55 0,55 0,55 0 55 0,55 3 0,6 1,25
pp 3,192 1,177 0,187 1,32 0,99 0 825 0,825 25,74 1,596 1,25
totaal
afgerond aanwezigheids-% aantal pp aantal pp maatgevende bij dubbel- bij dubbelperiode (werkd.avond) gebruik gebruik; afgerond 4 0% 0 0 2 0% 0 0 1 0% 0 0 15 90% 12,96 13 1 100% 0,9 1 37 100% 36,93 37 15 5% 0,725 1 5 100% 5 5 4 5% 0,16625 1 0
84
56,68125
afgerond aanwezigheids-% maatgevende periode (koopavond) 4 2 1 2 1 1 26 2 2
41
0% 10% 10% 10% 10% 10% 100% 0% 90%
58
aantal pp aantal pp bij dubbel- bij dubbelgebruik gebruik; afgerond 0 0 0,1177 1 0,0187 1 0,132 1 0,099 1 0 0825 0,0825 1 25,74 26 0 0 1,125 2
27,3149
VERSCHIL PARKEERVRAAG nieuwe situatie - huidige situatie
AANBOD parkeervakken nieuwe situatie relatief nodig t.o.v. huidige situatie
openbare pp
De Hagen (Grotestr-Kuimgrd) p-terrein Kuimgaarden De Hagen (Kuimgrd-Raadhuisstr.) haaksparkeren in groenstrook Raadhuisstr (De Hagen-Ruimersdijk)
10 32 4 11 3
totaal
60
NIEUWE SITUATIE AANBOD - VRAAG 2
AANBOD parkeervakken huidige situatie openbare pp De Hagen (Grotestr-Kuimgrd) p-terrein Kuimgaarden De Hagen (Kuimgrd-Raadhuisstr.) haaksparkeren in groenstrook Raadhuisstr (De Hagen Hagen-Ruimersdijk) Ruimersdijk)
3 8 6 15 0
33
totaal
32
25
VERSCHIL PARKEERAANBOD nieuwe situatie - huidige situatie
28
TOTAAL VRAAG per saldo AANBOD per saldo
25 28
tekort/overschot:
3
HUIDIGE SITUATIE AANBOD - VRAAG -1 1
BIJLAGE 2
BEELDKWALITEITPLAN KUNSTWERK DIEPENHEIM
Beeldkwaliteitplan KunstWerk Diepenheim
Code 1114510 / 09-10-12
GEMEENTE HOF VAN TWENTE 1114510 / 09-10-12 BEELDKWALITEITPLAN KUNSTWERK DIEPENHEIM
INHOUDSOPGAVE
1.
INLEIDING
1. 1. 1. 2. 1. 3. 2. A. B.
Aanleiding Afstemming op de welstandsnota Onderdelen van het beeldkwaliteitplan
WELSTANDSCRITERIA Bebouwing Inrichting openbare ruimte
blz
1 1 1 2 2 2 7
1114510
1.
blz 1
INLEIDING
1. 1. Aanleiding Het onderhavige beeldkwaliteitplan is van toepassing op een drietal locaties dat onderdeel is van het project KunstWerk Diepenheim. KunstWerk Diepenheim is een initiatief voor het verbinden van verschillende culturele en kunstzinnige activiteiten in bestaande monumentale gebouwen, nieuwbouw en omgeving. Om het concept (zoals dat in de stedenbouwkundige visie van oktober 2009 is vastgelegd) en de uitwerking daarvan mogelijk te maken is een herziening van het bestemmingsplan Diepenheim noodzakelijk. In de herziening van het bestemmingsplan moet een regeling worden opgenomen die recht doet aan de ruimtelijke cultuurhistorische waarden van de genoemde locaties en wel zodanig dat de met het KunstWerkproject samenhangende activiteiten (onder voorwaarden) kunnen worden ontwikkeld. Daarbij is van belang om (in verband met de ruimtelijke gevoelige situaties) aandacht te schenken aan de afgewogen beeldkwaliteit, aan een regeling voor eventuele erfbebouwing, de mogelijkerwijs noodzakelijke uitbreidingen van gebouwen en de inrichting van de openbare ruimte. Er dient dus maatwerk te worden geleverd, passend bij de specifieke kenmerken van de plek. Dit stelt eisen aan de te ontwerpen regeling. Deze dient goed onderbouwd, helder vormgegeven, toetsbaar en uitvoerbaar te zijn. Door maatwerk per locatie zal de regeling concreet genoeg zijn om bouwen gebruiksinitiatieven te kunnen toetsen en om de ruimtelijke kwaliteit daarbij af te wegen en te beschermen. Waar mogelijk zal het (binnen zekere marges) de flexibiliteit in zich moeten hebben om op nieuwe ontwikkelingen in te kunnen spelen en aan de gewenste initiatieven sturing te geven. 1. 2. Afstemming op de welstandsnota In de welstandsnota wordt het plangebied aangegeven als één van de “historische centra” in de gemeente. Om tot een zorgvuldige inpassing te komen zal er daarom aandacht moeten zijn voor zowel de beeldkwaliteit van de bebouwing alsook voor de inrichting van de openbare ruimte. Het huidige algemene welstandskader is echter voornamelijk gericht op de bestaande bebouwing. De welstandsnota geeft aan dat het in dergelijke gevallen wenselijk is om een specifiek op de locatie toegesneden beoordelingskader te ontwikkelen. Het vastleggen van de gewenste beeldkwaliteit zal zodanig plaatsvinden dat er nog ruimte is voor veranderingen zonder dat er sprake is van aantasting die afbreuk doet aan de gesignaleerde karakteristiek. Het beeldkwaliteitplan vormt dus een aanvulling op het welstandsbeleid van de gemeente Hof van Twente. Volgens de Woningwet kan de welstandsbeoordeling alleen worden gebaseerd op de door de gemeenteraad vastgestelde welstandscriteria.
Beeldkwaliteitplan Kunstwerk Diepenheim
Buro Vijn B.V.
blz 2
1114510
1. 3. Onderdelen van het beeldkwaliteitplan Het beeldkwaliteitplan bevat zowel beeldcriteria voor de bebouwing als richtlijnen voor de inrichting van de openbare ruimte. De richtlijnen voor de bebouwing vormen een houvast voor bouwers en initiatiefnemers en zijn tevens een toetsingskader voor de welstandsbeoordelaars. De richtlijnen voor de openbare ruimte voorzien in principes en uitgangspunten die door de gemeente zelf zullen worden gehanteerd als basis voor de inrichting van het gebied. Het beeldkwaliteitplan bestaat dus uit de volgende onderdelen: 1. de welstandscriteria voor de bebouwing; en 2. richtlijnen voor de openbare ruimte. 2.
WELSTANDSCRITERIA
A. Bebouwing Voor het opstellen van de welstandscriteria zijn twee beeldzones gehanteerd. Beeldzone 1: het gebied ter plaatse van de aansluiting van de Hagen op de Raadhuisstraat. Beeldzone 2: het gebied ter plaatse van het huidig cultureel centrum. BEELDZONE 1:
Gebied rondom de aansluiting van de Hagen op de Raadhuisstraat
Dit gebied omvat een viertal ook cultuurhistorisch van belang zijnde gebouwen te weten: a. het Ottenhuis; b. het diepvrieshuisje; c. de Maalderij; d. Herberg de Pol met het nieuwe cultureel centrum. Het Ottenhuis en het diepvrieshuisje kunnen op basis van het vigerende bestemmingsplan worden ontwikkeld. Ze maken dus geen deel uit van het bestemmingsplan maar zijn voor de volledigheid en de samenhang wel meegenomen in dit beeldkwaliteitplan als richtlijn voor de architectuur. Voor het Ottenhuis en het diepvrieshuis is dus de welstandsnota het toetsingskader en niet het beeldkwaliteitplan. De gebouwen of delen van gebouwen blijven gehandhaafd en worden gerenoveerd en/of hergebruikt Door de situering en bijzondere clustering rond de aansluiting van de Hagen op de Raadhuisstraat kan de verbindende ruimte worden gekwalificeerd als een “historisch erf”. Drie van de vier gebouwen, te weten: het Ottenhuis, het diepvrieshuisje en de Maalderij zullen in hun huidige opzet en vorm worden gehandhaafd. De veranderingen die met betrekking tot de materialisering zouden kunnen
Buro Vijn B.V.
Beeldkwaliteitplan Kunstwerk Diepenheim
1114510
blz 3
plaatsvinden, zullen worden vastgelegd in de betreffende bebouwingscriteria. Herberg de Pol en met name de grote zaal van het nieuwe cultureel centrum zullen uitgebreider aan bod komen gezien de voorgenomen veranderingen die hier gaan plaatsvinden. Het Ottenhuis Ambitie:
renovatie in oorspronkelijke staat
Bebouwingscriteria: Plaatsing: te handhaven. Hoofdvorm: als bestaand; geen uitbreiding, geen aan- en uitbouwen en geen bijgebouwen. Aanzichten: als bestaand met mogelijkheden voor een transparante oplossing van de deuropening zodanig dat het interieur zichtbaar gemaakt wordt. Opmaak: als bestaand met speciale aandacht voor de Twentse topgevel. Ruimte voor andersoortige materiaaltoepassing van beperkte omvang om ook op dit punt een ruimtelijke samenhang tot stand te brengen met de verschillende gebouwen die onderdeel zijn van het ensemble. Intern: zodanige indeling dat extra aandacht wordt gevraagd voor de kap- en gebintenconstructie. Het diepvrieshuisje Ambitie:
Gebruik:
- door renovatie de cultuurhistorische functie weer presentabel en bezoekwaardig als onderdeel van het culturele erfgoed; - behouden of bewaren aanwezige droogvriesinstallatie. kleine exposities, kiosk of informatiecentrum.
Bebouwingscriteria: Plaatsing: te handhaven. Hoofdvorm: als bestaand, geen uitbreiding, geen aan- en uitbouwen en bijgebouwen. Aanzichten: als bestaand. Opmaak: als bestaand. Intern: versterken van de oorspronkelijke functie door kleurgebruik. De Maalderij Ambitie:
totale renovatie, inclusief de moleninrichting. Geschikt maken voor multifunctioneel gebruik met aandacht voor de oorspronkelijke functie.
Gebruik:
op begane grond rondom de moleninrichting maar ook op de eerste verdieping is ruimte voor kleine exposities, kantoorruimte en/of bijeenkomsten.
Beeldkwaliteitplan Kunstwerk Diepenheim
Buro Vijn B.V.
blz 4
1114510
Bebouwingscriteria: Plaatsing: te handhaven. Hoofdvorm: als bestaand, met dien verstande dat aan- en uitbouwen zullen worden weggehaald, zodat een heldere hoofdvorm overblijft. Aanzichten: - als bestaand. - met mogelijkheden in de plein- en “achter”gevel voor respectievelijk extra daglicht en een goede verbinding met Herberg de Pol met grote zaal. - de daglichttoetreding in de pleingevel zal qua vormgeving in evenwicht zijn met de sobere gevelindeling van de rest van het pand. - voor de aansluiting met de Pol en de grote zaal wordt verwezen naar datgene wat daarover bij de betreffende gebouwen wordt bepaald. Opmaak: als bestaand, met mogelijkheden voor andersoortige materiaaltoepassing van beperkte omvang om samenhang tot stand te brengen met de verschillende gebouwen die onderdeel zijn van het ensemble. Herberg de Pol Ambitie:
Gebruik:
- samen met de grote zaal vormt dit complex het ruimtelijk en functionele middelpunt van alle culturele en kunstzinnige activiteiten; - de Pol wordt door renovatie in de oude luister hersteld. café, opslag en ondersteunende functies.
Bebouwingscriteria: Plaatsing: te handhaven. Hoofdvorm: te handhaven. Aanzichten: te handhaven. Opmaak: - de onder het kopje Ambitie genoemde doelstelling om de Pol in oude luister te herstellen, dient te worden gerealiseerd door illustraties (foto’s) van de oorspronkelijke toestand als referentie te gebruiken; - in tegenstelling tot de huidige situatie zal de kleurstelling licht zijn om: de eigen identiteit van de Pol te versterken; • de grote zaal als onderdeel van het nieuwe cultureel • centrum zelfstandig tot z’n recht te laten komen. De grote zaal Ambitie:
Buro Vijn B.V.
- Om alle voorgenomen functies onderdeel te laten zijn van het nieuwe cultureel centrum, zal de huidige zaal - vergroot moeten worden; Door Maalderij, de Pol en de grote zaal aan elkaar te
Beeldkwaliteitplan Kunstwerk Diepenheim
1114510
blz 5
koppelen zal een goed functionerend geheel ontstaan dat ruimte geeft aan diverse culturele en kunstzinnige evenementen en als zodanig het hart vormt van KunstWerk Diepenheim. Gebruik:
horeca, tentoonstellingen, exposities, toneel- en muziekuitvoeringen, bijeenkomsten en conferenties.
Bebouwingscriteria: Plaatsing: - in de historisch bepaalde situering dus op dezelfde plaats als het huidige gebouw; - het grondvlak wordt ten opzichte van de bestaande situatie vergroot en wel zodanig dat: • aan de noordzijde ten opzichte van de gerende perceellijn er nog net zoveel ruimte overblijft dat ook het restgebied nog bereikbaar blijft; • ondanks de verlenging naar de oostzijde er nog zoveel ruimte overblijft dat het geheel in een groene setting gevat blijft. Hoofdvorm: - sobere strakke hoofdvorm; - vorm refereert aan schuurachtige bebouwing uit de landelijke regio;. - bebouwing afdekken met een schilddak, zodat door een afgewogen situering in combinatie met de hoofdvorm een harmonisch geheel ontstaat met de Pol; - bestaande aan- en uitbouwen worden afgebroken, zodat er een zelfstandige hoofdvorm ontstaat; - de hoofdvorm mag (uitsluitend ten behoeve van de entree) middels een uitsnede worden aangetast op een centrale positie ten opzichte van het aangrenzende plein. Aanzichten: - noodzakelijke lichtopeningen in dak en wanden zijn terughoudend van afmetingen, voegen zich naar de hoofdvorm en respecteren de sobere op samenhang gerichte beleving van het totaalconcept; - voorzieningen in de wanden grenzend aan de buitenruimte die het mogelijk maken om bij bepaalde voorstellingen binnen en buiten in elkaar te laten overlopen, mogen zowel in open als gesloten toestand geen afbreuk doen aan het eerder omschreven sobere schuurachtige karakter van de grote zaal; - oriëntatie van zowel de grote zaal als de Pol is gericht op het plein. De ontsluiting en toegang vindt eveneens plaats vanaf het plein. Opmaak: - Herberg de Pol wordt geaccentueerd door de keuze voor een donkere kleur van de grote zaal; - Uitvoering wanden in hout, zink en/of cortenstaal; - Dakhellingen: uitvoering mogelijk in zink of een andere materiaalsoort die de strakheid van de kapvorm benadrukt.
Beeldkwaliteitplan Kunstwerk Diepenheim
Buro Vijn B.V.
blz 6
1114510
N.B.
De Maalderij, de grote zaal en Herberg de Pol worden het nieuwe cultureel centrum. Hier is sprake van één functioneel geheel door toepassing van droogloopruimtes in de vorm van transparante verbindingen. Tussen de Maalderij en de grote zaal wordt een glazen tussenlid gedacht, dat onderdeel is van de foyer. Omdat de Pol ondermeer ruimte geeft aan ondersteunende functies ten behoeve van het nieuwe cultureel centrum en met name de grote zaal, is ook tussen die gebouwen een glazen tussenlid aangebracht. Om deze verbindingsmogelijkheden optisch ondergeschikt en minimaal ”aanwezig” te laten zijn worden de volgende bebouwingscriteria opgenomen.
Hoofdvorm: Aanzichten:
-
Opmaak:
-
-
BEELDZONE 2:
plat of nagenoeg plat afgedekt kantig vormgegeven verbindingselement; transparant door de toepassing van glas; de platte afdekking dient uiterst dun te worden vormgegeven. de glazen tussenleden mogen zich niet als deel van een gebouw manifesteren, maar dienen uitsluitend beschouwd te worden als een transparante verbinding. Ook bij de inrichting (dus de inventaris) dient rekening gehouden te worden met de gewenste transparantie; aansluitingen op de aangrenzende bebouwing dienen zorgvuldig te worden gedetailleerd om op die wijze een bijdrage te vormen aan het idee dat het hier “alleen maar” om een ondergeschikte verbinding gaat. Gebied ter plaatse van het huidig cultureel centrum
In dit gebied bevinden zich het Drawing Centre en de toekomstige Kunsten Theaterwerkplaats. Het Drawing Centre is in overeenstemming met het bestemmingsplan, waardoor de beeldkwaliteitcriteria alleen van toepassing zijn op de Kunst en Theaterwerkplaats. De Kunst- en Theaterwerkplaats wordt gerealiseerd door het huidige culturele centrum / dorpshuis te verbouwen. De werkplaats biedt ruimte aan ateliers waarbij kunstenaars en theatermakers ook de mogelijkheid hebben om ter plaatse (tijdelijk) te vertoeven. De metamorfose die plaats zal gaan vinden past naadloos in het kunstwerkconcept en zal ruimtelijk een relatie tot stand brengen met de andere gebouwen in beeldzone 1. Kunst- en Theaterwerkplaats Ambitie:
Buro Vijn B.V.
het creëren van een goed woon- en werkklimaat voor kunstenaars en theatermakers; ruimte voor cursussen en andere activiteiten.
Beeldkwaliteitplan Kunstwerk Diepenheim
1114510
blz 7
Gebruik:
ateliers, werkplaatsen en woonruimte voor kunstenaars; peuterspeelzaal; buitenwerkplaats. Bebouwingscriteria: Plaatsing: - handhaven bestaande voetprint met mogelijkheden voor een (beperkte) uitbreiding aan de Bleekzijde. Hoofdvorm: - 1 tot 1,5 bouwlaag met afgeknot schilddak; dakvlakken zijn bedoeld om de bovenbeeindiging te “verzachten”; - als referentie naar de schuurachtige vormen in de landelijk regio, verwijzing naar de gebouwen in beeldzone 1 en om de capaciteit van het gebouw te vergroten, mogen er op het geheel of op delen van bebouwing 1 of meer kappen worden aangebracht. Een kap of kappen in de vorm van (afgeknotte) schild- en/of zadeldaken; - het eventueel aan de Bleekzijde toe te voegen gebouwdeel dient zich te voegen naar de hoofdvorm. Aanzichten: - sober en evenwichtig. Opmaak: - materiaaltoepassing en kleurkeuze in samenhang met de grote zaal. Dakhellingen : uitgevoerd mogelijk in zink of een andere materiaalsoort die de strakheid van de kapvorm benadrukt. Wanden/muren : standaard als bestaand in baksteen met verbijzonderde geveldelen in hout en/of zinkstaal als bij de grote zaal van het nieuwe cultureel centrum. B. INRICHTING OPENBARE RUIMTE De in dit hoofdstuk aangegeven richtlijnen ondersteunen de beeldkwaliteitscriteria voor de bebouwing. Uitgangspunt is dat er een ruimtelijk samenhangend optimaal functionerend geheel ontstaat. Het gebied waar het hier om gaat wordt bepaald door de ligging van de bij het KunstWerk Diepenheim behorende bebouwing en loopt vanaf het pleintje aan de Grotestraat via de Hagen en een deel van de Raadhuisstraat naar het pleintje op de kruising met de Broenshof/Ruimersdijk, nabij de Tuinen van Diepenheim. In het navolgende zullen de verschillende onderdelen van de openbare ruimte kort worden beschreven. Het gaat daarbij achtereenvolgens om de volgende onderwerpen: a. Verbindingen; b. Pleinen; c. Waterlopen; d. Parkeren; e. Groen; f. Eigen terreinen; g. Verlichting. a. Verbindingen
Beeldkwaliteitplan Kunstwerk Diepenheim
Buro Vijn B.V.
blz 8
1114510
De eenvoud van het ontwerp zorgt voor een heldere lijn tussen de verschillende locaties. Het straatprofiel is beperkt van breedte, licht bollend en dus afwaterend naar de berm en bestaat uit gebakken klinkers (zie tekening). Vanwege de beperkte breedte en het ruimte willen geven aan voetgangers en fietsers wordt nog nagedacht over mogelijk eenrichtingsverkeer. b. Pleinen De in de inleiding aangegeven route wordt gekenmerkt door een drietal pleintjes: 1. Ter plaatse van de aansluiting met de Raadshuisstraat wordt deze plek geaccentueerd door het bestaande pleintje in de oksel van de kruising door te trekken tot over de Hagen. De inrichting zal sober en eenvoudig zijn in samenhang met de eenvoud van het totaalconcept. Daartoe is het noodzakelijk dat de overdaad aan toevoegingen op het bestaande pleintje wordt weggehaald. 2. Het cultuur-historisch erf op de kruising tussen de Pol, de Maalderij en het Ottenhuis ontstaat door het erf en daarmee de pleinruimte tot over de kruising door te trekken. Hierdoor ontstaat het gevoel dat men echt over het erf rijdt. Deze ervaring is van essentieel belang voor de beleving van de verschillende elementen in het gebiedje en bindt bovendien de verschillende gebouwen die onderdeel zijn van het ensemble. 3. Het pleintje op de kruising van de Raadhuisstraat met de Broenshof / Ruimersdijk vormt de beëindiging of zo men wil het begin van dit bijzondere dorpsdeel. De pleintjes aan begin en eind vormen als het ware de boekensteunen waartussen de boeken (in de vorm van de bij het kunstwerk horende gebouwen) op een rij zijn gezet. De bestratingsvlakken van de verschillende pleintjes bestaan uit (net als bij de Hagen en de Raadhuisstraat) uit gebakken straatsteen. Uitvoering in een afwijkend formaat, andere bestratingsrichting en een licht afwijkende kleurstelling versterken de verbijzondering van deze plekken. De mate waarin deze gebiedjes zich onderscheiden van de aansluitende verbindingen mag niet te sterk geprononceerd naar voren komen omdat door een vergaande verbijzondering de samenstellende delen geen samenhang meer vertonen en het gevaar bestaat dat er daardoor een gefragmenteerd geheel ontstaat. Het spreekt voor zich dat de pleingrootte zich niet beperkt tot de openbare ruimte maar doorloopt tot aan de gevel van Herberg de Pol. c. Waterlopen De greppelsloot aan de zuidkant van de Hagen langs en gedeeltelijk voor de achtertuinen van de woningen aan de Middenstraat refereert aan de oude historische waterloop. Door een geringe verschuiving in het dwarsprofiel van de Hagen kan aan deze waterloop iets meer ruimte worden gegeven en wel zodanig dat de oorspronkelijke betekenis wordt versterkt.
Buro Vijn B.V.
Beeldkwaliteitplan Kunstwerk Diepenheim
1114510
blz 9
Zichtbaarheid is daarbij een belangrijke invalshoek. Het is de moeite waard om te onderzoeken of de ruimtelijke impact van deze ingreep vergroot kan worden door het in het dwarsprofiel vastleggen en versterken van de waterloop en het talud middels een ontworpen en versteende oplossing. De passage van de pleinen dient geprononceerd te worden vormgegeven waardoor ook op deze wijze het historische beloop voldoende aandacht krijgt. d. Parkeren Toekomstige bezoekers zullen hun auto’s op korte afstand van de verschillende activiteiten kunnen parkeren. Hierin kan worden voorzien door gebruik te maken van de ruime voorterreinen en groenstroken ter plaatse van de Kunst- en Theaterwerkplaats, het Drawing Centre en aan het begin van de Ruimersdijk. Langs de Raadhuisstraat, ten hoogte van de Tuinen van Diepenheim, bestaat de mogelijkheid om tijdens bijzondere evenementen te parkeren. Het huidige groene beeld ter plaatse van de voorgestelde locaties kan worden gehandhaafd door voor een grasdoorlatende verharding te kiezen. Door subtiele maar duidelijke beperkende maatregelen dient te worden voorkomen dat auto’s op niet gewenste plekken worden geparkeerd. e. Groen Het huidige zeer groene beeld dient te worden gehandhaafd en waar mogelijk versterkt door: - waar mogelijk bomen te handhaven, bijvoorbeeld ook op het pleintje voor Herberg de Pol. Op de overgang van de Pol naar de Bleek zou nog eens kritisch gekeken moeten worden naar de afschermende begroeiing ter plaatse. Een betere visuele relatie tussen het terrein van de Pol naar de Bleek versterkt de samenhang; - het beloop van de Hagen kan worden geaccentueerd met een gebogen rij leilinden; - de heg op de scheiding tussen de Hagen en de Bleek beperkt op dit moment de visuele relatie met dit cultuurhistorisch waardevolle element. Inkorten van de heg tot op een redelijke hoogte vergroot de zichtbaarheid van de Bleek. Daarmee wordt de samenhang tussen de verschillende onderdelen langs de Hagen versterkt; - plaatselijk noodzakelijke erfscheidingen dienen te bestaan uit beukenof ligusterhagen. f. Eigen terreinen De samenhang tussen de verschillende delen van het project KunstWerk Diepenheim kan nog verder worden versterkt door het plaatselijk (op het eigen terrein) toepassen van een bijzonder materiaal/soort, bijvoorbeeld glasgrind. Doordat dit bijzondere materiaal op een aantal plaatsen terugkomt wordt het ontwerp met elkaar verweven en worden de verschillende gebouwen ingebed op hun locatie.
Beeldkwaliteitplan Kunstwerk Diepenheim
Buro Vijn B.V.
blz 10
1114510
g. Verlichting De verbinding tussen de verschillende gebouwen kan nog verder worden versterkt door het toevoegen van kunstobjecten langs de route. Een goed gekozen verlichting accentueert dit bijzondere dorpsdeel.
Buro Vijn B.V.
Beeldkwaliteitplan Kunstwerk Diepenheim
BIJLAGE 3
Rapport: 113805-00 Akoestische rapportage, Kunstwerk Diepenheim
Verantwoording Auteur(s) Paraaf auteur(s) Aantal pagina’s Akkoord divisiemanager Uitgevoerd in opdracht van Naam opdrachtgever Adres opdrachtgever Contactpersoon
: ing. S. Dijkstra : : 15 (excl. figuren en bijlagen) :
: Buro Vijn BV : Rengersweg 98 9062 EJ Oenkerk : dhr. R. Gjaltema
Colofon Stroop raadgevende ingenieurs bv Divisie industrie Postbus 46 9350 AA LEEK Telefoon : 0594-515522 Telefax : 0594-515533 E-mail :
[email protected] Internet : www.stroopri.nl
Versie 1 2 3
Datum 10-02-2012 12-03-2012 12-04-2012
Omschrijving Akoestisch onderzoek, Kunstwerk Diepenheim (incl. wijziging) Akoestisch onderzoek, incl. geluidbeperkende maatregelen Aanpassingen Akoestisch rapportage
Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of anderzijds zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever of Stroop raadgevende ingenieurs bv. Kwaliteit en verbetering van product en proces hebben bij Stroop raadgevende ingenieurs bv een hoge prioriteit. Stroop raadgevende ingenieurs bv hanteert hiertoe een managementsysteem dat is gecertificeerd volgens NEN-EN-ISO 9001.
Akoestisch onderzoek Kunstwerk Diepenheim
Inhoudsopgave
1
Inleiding ...........................................................................................................3
2 2.1 2.2 2.3
Toetsingskader .................................................................................................4 Activiteitenbesluit .............................................................................................4 Nota gemeentelijk geluidbeleid Hof van Twente 2011-2020 ....................................4 APV Hof van Twente .........................................................................................5
3 3.1 3.2
Uitgangspunten.................................................................................................6 Situering ..........................................................................................................6 Bedrijfsomschrijving en representatieve bedrijfssituatie ...........................................7
4 4.1 4.2
Geluidbelasting op omgeving toekomstige situatie ................................................ 10 Algemeen....................................................................................................... 10 Rekenresultaten .............................................................................................. 10
5 5.1 5.2
Maatregelen deelgebied III ................................................................................ 13 Maatregelen ................................................................................................... 13 Rekenresultaten .............................................................................................. 14
6
Conclusie ....................................................................................................... 15
Figuren 1 Situering 2 Overzicht bronnen en ontvangerpunten Bijlagen 1 Invoergegevens 2 Uitwerking bronnen 3 Technische specificatie maatregelen 4 Resultaten
Projectnummer: 113805-00
Pagina 2
Akoestisch onderzoek Kunstwerk Diepenheim
1
Inleiding
In Diepenheim worden de culturele - en maatschappelijke activiteiten door elkaar versterkt. Dit wordt mogelijk gemaakt door de actieve gemeenschap, het verenigingsleven en een landelijke omgeving. Op die basis heeft ook de kunst zich kunnen ontwikkelen. Kunstvereniging Diepenheim, Stichting KUNSTen op Straat, Stichting Cultureel Erfgoed Hof van Twente en gemeente Hof van Twente, samen met lokale partners, hebben zich ingezet om het project Kunstwerk Diepenheim op te zetten. Het gehele plan is verdeeld in vijf deelplannen. Voor twee deelplannen dient een akoestisch onderzoek te worden opgesteld in het kader van de herziening van het bestemmingsplan “Diepenheim” voor de locatie Kunstwerk Diepenheim. Deze twee deelplannen worden als twee seperate inrichtingen beschouwd. In hoofdstuk 3 worden deze twee inrichtingen verder besproken. In opdracht van Buro Vijn is door Stroop raadgevende ingenieurs bv een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de geluidafstraling van voornoemde inrichtingen. Doel van het onderzoek is het inzichtelijk maken van de geluidsituatie, zodat betrouwbare informatie beschikbaar is omtrent het wel of niet kunnen voldoen aan de geluidnormen. In het onderzoek zijn de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus (LAr,LT) en de maximale geluidniveaus (LAmax), als gevolg van de geluidproducerende activiteiten op het terrein van de inrichting, op de gevels van dichtstbij gelegen woningen berekend. De berekende geluidbelasting wordt getoetst aan de geluidnormen uit het Activiteitenbesluit en aan de geluidnormen uit de Nota gemeentelijk geluidbeleid Hof van Twente. Het onderzoek is uitgevoerd overeenkomstig de "Handleiding meten en rekenen industrielawaai" van april 1999.
Projectnummer: 113805-00
Pagina 3
Akoestisch onderzoek Kunstwerk Diepenheim
2
Toetsingskader
2.1
Activiteitenbesluit
In het Besluit algemene regels inrichtingen wet milieubeheer, kortweg het Activiteitenbesluit, zijn geluidnormen genoemd waaraan inrichtingen moeten voldoen. Kort gezegd mag het langtijdgemiddeld geluidniveau voor de dag-, avond- en nachtperiode ter plaatse van geluidgevoelige bestemmingen (zoals woningen) niet meer bedragen dan 50, 45 en 40 dB(A). Voor de optredende geluidpieken mag het geluidniveau voor de genoemde periodes niet meer bedragen dan 70, 65 en 60 dB(A). In tabel 2.1 zijn de geluidvoorschriften samengevat. Tabel 2.1: geluidvoorschriften Activiteitenbesluit dagperiode
avondperiode
nachtperiode
LAR,LT op de gevel van woningen
50
45
40
LAR,LT in in- of aanpandige woning*
35
30
25
LAmax op de gevel van woningen
70
65
60
LAmax in in- of aanpandige woning*
55
50
45
* de waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen gelden slechts in geluidsgevoelige ruimten en verblijfsruimten.
De deelplannen III en IV worden als twee seperate inrichtingen beschouwd. Per inrichting wordt getoetst of kan worden voldaan aan de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit. Muziekgeluid wordt extra streng beoordeeld. Bij toetsing aan bovenstaande eisen dient het berekende of gemeten geluidniveau van muziekgeluiden met 10 dB muziektoeslag te worden verhoogd. Ook mag de bedrijfsduurcorrectie niet worden toegepast op het muziekgeluid.
2.2
Nota gemeentelijk geluidbeleid Hof van Twente 2011-2020
Op 31 januari 2011 is door de gemeente Hof van Twente een geluidbeleid opgesteld. Nu de gemeente Hof van Twente gebiedsgericht geluidbeleid heeft vastgesteld, dient de geluidsuitstraling vanwege de in de inrichting aangevraagde bedrijfssituatie getoetst te worden aan de uitgangspunten, doelstellingen en ambitiewaarden in het gebiedsgericht geluidbeleid. De inrichting ligt in een gebied met als gebiedstypering ‘woonwijk’. Als ambitiewaarde geldt voor de dag-, avond en nachtperiode 40-35-30 dB(A). Als plafondwaarde geldt voor de dag-, avond en nachtperiode 50-45-40 dB(A). Dit beleidsdocument is onder andere een nadere invulling van hoofdstuk 4 van de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening. In het gemeentelijk geluidbeleid is het grondgebied van Hof van Twente verdeeld in verschillende gebieden met kenmerkende gebiedstyperingen. Aan een gebied met een bepaalde gebiedstypering is een ambitiewaarde en een plafondwaarde in dB(A) gekoppeld. Het geluidbeleid heeft tot doel om voor het merendeel van de gevallen een passend afwegingskader te zijn. Gemotiveerd afwijken blijft mogelijk.
Projectnummer: 113805-00
Pagina 4
Akoestisch onderzoek Kunstwerk Diepenheim
Gezien de voorgenomen activiteiten in deelgebied III, IV en de afstand van het plangebied ten opzichte van de geluidgevoelige objecten is het naar verwachting niet mogelijk om zonder bouwkundige of organisatorische maatregelen aan de ambitiewaarde van 40 dB(A) te kunnen voldoen. Kunstwerk Diepenheim heeft volgens de organisatie de potentie om uit te groeien tot een (inter)nationaal kunst- en cultureel podium, waar zowel professionals als amateurs volop de ruimte krijgen. De verwachte toename van het aantal bezoekers zal het dag- en verblijfstoerisme in en rondom Diepenheim een flinke stimulans geven. Hierbij zal ook de middenstand en horeca van kunnen profiteren. Gezien de maatschappelijke en financiele meerwaarde van het project Kunstwerk Diepenheim en de strenge ambitiewaarde van 40 dB(A) etmaalwaarde wordt aanbevolen om af te wijken van de ambitiewaarde en te toetsen aan de plafondwaarde van 50 dB(A) etmaalwaarde. Gezien de voorgenomen activiteiten in deelgebied III (muzikale optredens in de podiumzaal) worden ingrijpende bouwkundige maatregelen aan het pand getroffen vanwege de te verwachten geluidbelastingen om te kunnen voldoen aan de plafondwaarde. Hierbij wordt als streefwaarde het ambitieniveau aangehouden.
2.3
APV Hof van Twente
In de Algemene Plaatselijke Verordening Hof van Twente artikel 4.3 is vastgelegd dat het een inrichting is toegestaan om maximaal 8 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden en daarnaast zijn nog ongeveer 8 dagen aangewezen (koninginnenacht, kerstdagen, pasen etc), waarbij de geluidnormen als bedoeld in artikel 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld. Uiteraard moet de geluidsoverlast aanvaardbaar zijn en omwonenden mogen niet te veel overlast ondervinden.
Projectnummer: 113805-00
Pagina 5
Akoestisch onderzoek Kunstwerk Diepenheim
3
Uitgangspunten
3.1
Situering
De oude kern van ’t Stedeke moet het centrum worden voor culturele bedrijvigheid, waar zowel de amateurs als de professionals samen kunst kunnen maken. Het gehele plan is verdeeld in vijf deelplannen. Voor het deelplan III en IV dient een akoestisch onderzoek te worden opgesteld. De deelplannen III en IV zijn weergegeven in afbeelding 3.1. Afbeelding 3.1: overzicht plangebied deelplannen Kunstwerk Diepenheim
Afbeelding 2: Huidige situatie
De deelplannen III en IV bevinden zich op een afstand van respectievelijk 5 en 15 meter van de geluidgevoelige objecten. Het gebied is grotendeels verhard. Tussen deelgebied III en IV is een grasveld (zacht terrein) met een beek aanwezig. De bestaande objecten in de deelgebieden worden verbouwd en krijgen een nieuwe functie. Afbeelding 3.2 op de volgende pagina geeft een impressie van deze objecten.
Projectnummer: 113805-00
Pagina 6
Akoestisch onderzoek Kunstwerk Diepenheim Afbeelding 3.2: overzicht plangebied deelplannen Kunstwerk Diepenheim
3.2
Bedrijfsomschrijving en representatieve bedrijfssituatie
Om de geluidbelasting voor de inrichtingen inzichtelijk te krijgen, zijn de geluidrelevante activiteiten van de deelgebieden III en IV in ogenschouw genomen. 3.2.1
Deelgebied III
RBS (Representatieve bedrijfssituatie) Het pand in deelgebied III wordt geheel verbouwd. In het gebouw worden diverse ruimten gerealiseerd waar geluidrelevante activiteiten zullen plaatsvinden. Op de begane grond wordt een podiumzaal gerealiseerd waar een harmonieorkest of een band kan optreden. In de kelder worden onder andere een discozaal en oefenruimten gerealiseerd waar bijvoorbeeld gedrumd kan worden. Een situatietekening is weergegeven in figuur 1. In tabel 3.1 zijn de geluidrelevante activiteiten samengevat. De maximale piekniveaus vanwege muziekgeluid liggen circa 10 dB boven het equivalent geluidniveau en zijn daarmee ten opzichte van het equivalent geluidniveau niet maatgevend. De geluidpieken zijn daarom in het onderzoek niet nader onderzocht.
Projectnummer: 113805-00
Pagina 7
Akoestisch onderzoek Kunstwerk Diepenheim
Tabel 3.1: Representatieve bedrijfssituatie deelgebied III Omschrijving deelgebied III
Geluid(vermogen)niveau Dagperiode
Avondperiode
Nachtperiode
Methode
(LWR,eq) dB(A)
Ja
Ja
Ja
Ruimteniveau
105
Ja
Ja
Nee
Ruimteniveau
105
Ja
Ja
Ja
Ruimteniveau
105
Ja
Ja
Ja
Ruimteniveau
75
Kelder Disco1 Drumles/oefenruimte
1
Begane grond Harmonieorkest/ optreden band1 Café 1 2
2
Conform het Activiteitenbesluit geldt geen bedrijfsduurcorrectie voor muziekgeluid in de periode dat de activiteit plaatsvindt. Betreft achtergrondmuziek en wordt daarom akoestisch niet relevant geacht.
In dit onderzoek is in eerste instantie gerekend met de volgende bouwkundige constructies. Een uitwerking en isolatiewaarden zijn gepresenteerd in de bijlagen. Noordgevel kelder (leslokaal); ramen (SGG Climalit Silence 48/49 AST RA-waarde 43 dB(A)); spouwmuur 280 mm 420kg/m2 RA-waarde 52 dB(A). Noorgevel kelder (geïsoleerde ruimte); raam (SGG Climalit Silence 48/49 AST RA-waarde 43 dB(A)); spouwmuur 280 mm 420kg/m2 RA-waarde 52 dB(A). Noordgevel beganegrond (podiumzaal); spouwmuur 280 mm 420kg/m2 RA-waarde 52 dB(A). Zuidgevel beganegrond (podiumzaal); 3 ramen (SGG Climalit Silence 48/49 AST RA-waarde 43dB(A)); spouwmuur 280 mm 420kg/m2 RA-waarde 52 dB(A). Dak dak: (Akoestiplex MXT 180 RA-waarde 52 dB(A). IBS (Incidentele bedrijfssituatie) Maximaal 8 keer per jaar vindt op het terras een buitenoptreden plaats. In tabel 3.2 is een overzicht gegeven van de activiteiten. Tabel 3.2: incidentele bedrijfssituatie deelgebied III Omschrijving deelgebied III
Geluid(vermogen)niveau Dagperiode
Avondperiode
Nachtperiode
Methode
Equivalent (LWR,eq) dB(A)
Ja
Ja
Nee
K
120
Terras Harmonieorkest/ optreden band 1 1
Conform het Activiteitenbesluit geldt geen bedrijfsduurcorrectie voor muziekgeluid in de periode dat de activiteit plaatsvindt.
Projectnummer: 113805-00
Pagina 8
Akoestisch onderzoek Kunstwerk Diepenheim
3.2.2
Deelgebied IV
RBS (Representatieve bedrijfssituatie) In het gebouw op deelgebied IV worden twee werkplaatsen beoogd waar metaalbewerking plaats kan vinden in zowel de dag- als avondperiode. Een situering van het gebouw is weergegeven in figuur 1. Ook wordt een buitenwerkplaats gerealiseerd waar een activiteit als bijvoorbeeld beeldhouwen/schilderen etc. kan plaatsvinden. Tijdens het startoverleg op 18 januari 2012 is afgesproken dat op de buitenwerkplaats tot 23.00 uur (avondperiode) werkzaamheden kunnen plaatsvinden. Het beeldhouwen/schilderen is ten opzichte van metaalbewerking in de werkplaats akoestisch niet relevant en daarom niet opgenomen in de geluidberekeningen. In tabel 3.3 is een overzicht gegeven van de activiteiten die plaatsvinden. Tabel 3.3: representatieve bedrijfssituatie deelgebied IV Omschrijving deelgebied IV
Geluid(vermogen)niveau Dagperiode
Avondperiode
Nachtperiode
Methode
(LWR,eq) dB(A)
(LAmax) dB(A)
6 uur
2 uur
Nee
Ruimteniveau
85
120
Begane grond Werkplaats (metaalbewerking etc.)
In dit onderzoek is gerekend met de volgende bouwkundige constructies. Een uitwerking en isolatiewaarden zijn gepresenteerd in de bijlagen. Noordgevel (werkplaats); 6 ramen (dubbelglas, luchtgevuld 4-12-6 RA-waarde 30 dB(A)); dak: pan/PUR spw40-70 8-15kg/m2 RA-waarde 27 dB(A). Oostgevel (werkplaats); overheaddeur: (4m x 4m) RA-waarde 27 dB(A); dak: pan/PUR spw40-70 8-15kg/m2 RA-waarde 27 dB(A).
Projectnummer: 113805-00
Pagina 9
Akoestisch onderzoek Kunstwerk Diepenheim
4
Geluidbelasting op omgeving toekomstige situatie
4.1
Algemeen
Voor de geluidbelasting op de omgeving is door ons gebruik gemaakt van een computerrekenmodel overeenkomstig methode II.8 (overdrachtsmodel) van de Handleiding. De beoordelingspunten zijn gelegen ter plaatse van het meest belaste punt op de gevels van de dichtstbijzijnde woningen van derden. De geluidniveaus zijn als invallende niveaus berekend (exclusief gevelreflectie) overeenkomstig de Handleiding. Er is in het rekenmodel gerekend met een harde bodem, bodemfactor 0. Grasvelden zijn gemodelleerd als een zachte bodem, bodemfactor 1. Een uitgebreid overzicht van de invoergegevens van het rekenmodel is terug te vinden in de bijlagen van dit rapport.
4.2
Rekenresultaten
In deze paragraaf zijn de berekende geluidniveaus weergegeven, veroorzaakt door de activiteiten van deelgebied III en IV. Hierbij is getoetst aan de geluidnormen uit de Activiteitenbesluit en de Nota gemeentelijk geluidbeleid Hof van Twente 2011-2020. 4.2.1
Deelgebied III
RBS (Representatieve bedrijfssituatie) In tabel 4.1 zijn de geluidbelastingen ten gevolge van de activiteiten in deelgebied III weergegeven. De berekende geluidbelasting wordt veroorzaakt door optredens in de podiumzaal. Tabel 4.1: berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus (LAr,LT) incl. 10 dB muziektoeslag Beoordelingspunt
Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT)
Toetsingskaders (plafondwaarde Nota geluidbeleid en Activiteitenbesluit
Overschrijding
Maatgevende ruimte
dag
avond
nacht
dag
avond
nacht
dag
avond
nacht
Controlepunt/ woning 01
50
50
50
50
45
40
--
+5
+10
Controlepunt/ woning 02
53
54
54
50
45
40
+3
+9
+14
Controlepunt/ woning 03
52
52
52
50
45
40
+2
+7
+12
Controlepunt/ woning 04
48
48
48
50
45
40
--
+3
+8
Controlepunt/ woning 05
50
50
50
50
45
40
--
+5
+10
Controlepunt/ woning 06
49
49
49
50
45
40
--
+4
+9
Projectnummer: 113805-00
Podiumzaal 105 dB(A) Podiumzaal 105 dB(A) Podiumzaal 105 dB(A) Podiumzaal 105 dB(A) Podiumzaal 105 dB(A) Podiumzaal 105 dB(A)
Pagina 10
Akoestisch onderzoek Kunstwerk Diepenheim
De grenswaarden uit zowel het Activiteitenbesluit als de plafondwaarde uit de Nota gemeentelijk geluidbeleid Hof van Twente 2011-2020 worden zonder aanvullende maatregelen overschreden. Maatgevend is de geluiduitstraling van het dak en de ramen in de gevels. Ook de stenen spouwmuur van 280mm 420 kg/m2 draagt bij aan een overschrijding van de grenswaarden in de nachtperiode. IBS (Incidentele bedrijfssituatie) In tabel 4.2 zijn de geluidbelastingen ten gevolge van de incidentele activiteiten op het terras op weergegeven. Tabel 4.2: berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus (LAr,LT) incl. 10 dB muziektoeslag Beoordelingspunt
Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (L Ar,LT) Dag
Avond
Nacht
Controlepunt/ woning 01
79
83
--
Controlepunt/woning 02
75
77
--
Controlepunt/woning 03
74
77
--
Controlepunt/woning 04
91
92
--
Controlepunt/woning 05
93
93
--
Controlepunt/woning 06
91
92
--
De geluidbelasting op de gevels van de omliggende woningen bedraagt ten hoogste 93 dB(A) op controlepunt 05. Muziekgeluid wordt extra streng beoordeeld. Bij toetsing aan bovenstaande eisen is het berekende geluidniveau met 10 dB muziektoeslag verhoogd. Ook is geen bedrijfsduurcorrectie toegepast vanwege het muziekgeluid. De werkelijke geluidbelasting zal dus lager zijn.
Projectnummer: 113805-00
Pagina 11
Akoestisch onderzoek Kunstwerk Diepenheim
4.2.2
Deelgebied IV
In tabel 4.3 zijn de rekenresultaten weergegeven van de geluidbelasting ten gevolge van de activiteiten op deelgebied IV tijdens de representatieve bedrijfssituatie. De berekende geluidbelasting wordt veroorzaakt door werkzaamheden in de metaalwerkplaats. Tabel 4.3: berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus (LAr,LT) op bestaande woningen in dB(A) Beoordelingspunt
Periode
Dag
Avond
Nacht
Controlepunt/woning 07
38
38
--
Controlepunt/woning 08
34
33
--
Controlepunt/woning 09
29
30
--
Controlepunt/woning 07
65
65
--
Controlepunt/woning 08
62
62
--
Controlepunt/woning 09
56
59
--
Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (L Ar,LT)
Maximale beoordelingsniveau (LAmax)
Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau bedraagt ten hoogste 38 dB(A) in zowel de dag- als avondperiode. In de dagperiode wordt voldaan aan het ambitieniveau van 40 dB(A). In de avondperiode wordt het ambitieniveau overschreden met 3 dB. Op slechts 1 woning wordt de ambitiewaarde overschreden. De kosten van bouwkundige maatregelen wegen derhalve niet op tegen de baten. Omdat het slechts 1 woning betreft en er nog ruim wordt voldaan aan de plafondwaarde van 50 dB(A) etmaalwaarde, wordt aanbevolen om af te wijken van het ambitieniveau. De maximale geluidbelasting (LAmax) bedraagt ten hoogste 65 dB(A) in zowel de dag- als avondperiode. Er dient gestreefd te worden naar de maximale geluidniveaus LAmax die maximaal 10 dB(A) hoger zijn dan het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr,LT. De streefwaarde LAmax van 50, 45 en 40 dB(A) LAmax wordt overschreden. Wel wordt voldaan aan de maximale grenswaarde van 70 en 65 dB(A) in respectievelijk de dag- en avondperiode.
Projectnummer: 113805-00
Pagina 12
Akoestisch onderzoek Kunstwerk Diepenheim
5
Maatregelen deelgebied III
Uit de resultaten blijkt dat er in deelgebied III niet aan de gestelde geluidnormen kan worden voldaan. Hierdoor zullen bouwkundige -, technische - en/of organisatorische maatregelen getroffen moeten worden, zodanig dat wel aan de gestelde normen kan worden voldaan. In dit hoofdstuk zijn bouwkundige en organisatorische maatregelen beschouwd.
5.1
Maatregelen
Om de geluidbelastingen terug te brengen tot toelaatbare waarden, zijn ingrijpende geluidbeperkende maatregelen noodzakelijk. De geluidbeperkende maatregelen die zijn beschouwd worden in paragraaf 5.1.1 en 5.1.2 beschreven. 5.1.1
Bouwkundige maatregelen
Om de geluidbelastingen terug te brengen tot toelaatbare waarden dienen bouwkundige maatregelen te worden getroffen. Een overzicht van de bouwkundige maatregelen is weergegeven in tabel 5.1. Tabel 5.1: bouwkundige maatregelen Geveldeel
Toegepaste materialen
RA waarde
Ramen (SGG voorzetraam) Noordgevel kelder
Dikte: 180mm Gewicht:95kg/m2
50 dB(A)
13mm/115mm/52mm (glas1/spouw/glas2)
Noordgevel beganegrond (podiumzaal)
Basisconstructie: spouwmuur 280 mm 420kg/m2 Voorzien van een akoestiregel MD 60
62 dB(A)
Zie bijlage 3 voor technische specificatie Ramen (SGG voorzetraam) Dikte: 180mm
Zuidgevel beganegrond (podiumzaal)
Gewicht:95kg/m2 13mm/115mm/52mm (glas1/spouw/glas2) Spouwmuur 280 mm 420kg/m2
Dak
50 dB(A)
Basisconstructie: hellend dak dat bestaat uit houten gordingen met kierdicht dakbeschot Dak: (Akoestiplex MXT 220 RA-waarde 62 dB(A)
52 dB(A)
62 dB(A)
Zie bijlage 3 voor technische specificatie
De in tabel 5.1 weergeven maatregelen zijn principemaatregelen volgens de best beschikbare techniek. De exacte en definitieve maatregelen kunnen hiervan afwijken mits deze maatregelen akoestisch gelijkwaardig zijn.
Projectnummer: 113805-00
Pagina 13
Akoestisch onderzoek Kunstwerk Diepenheim
Gelet op de forse geluidreducties is het van belang dat, bij de uitwerking, de maatregelen volgens de instructies van de leverancier worden aangebracht. Detaillering van maatregelen is vanwege de forse geluidreductie van groot belang. Wij adviseren nadrukkelijk om, bij het definitief ontwerp, de gekozen maatregelen en detaillering door Stroop raadgevende ingenieurs te laten beoordelen. 5.1.2
Organisatorische maatregelen
Ondanks ingrijpende bouwkundige maatregelen zou tijdens muzikale optredens in de podiumzaal gedurende de nachtperiode nog steeds sprake zijn van een overschrijding van de plafondwaarde. Vanuit de organisatie is daarom aangegeven dat in de nachtperiode geen optredens plaats zullen vinden.
5.2
Rekenresultaten
Na het toepassen van bouwkundige en organisatorische maatregelen bedraagt de geluidbelasting ten hoogste 49 dB(A) etmaalwaarde. Een overzicht van de geluidbelastingen is weergegeven in tabel 5.2 en bijlage 4. Tabel 5.2: resultaten (LAr,LT) incl. 10 dB muziektoeslag en overzicht overschrijding. Beoordelingspunt
Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT)
Overschrijding in dB
Dag
Avond
Nacht
Dag
Avond
Nacht
Controlepunt/woning 02
43
44
31
--
--
--
Controlepunt/woning 05
43
43
<30
--
--
--
Controlepunt/woning 06
42
43
<30
--
--
--
Uit de resultaten blijkt dat wordt voldaan aan de grenswaarde van 50 dB(A) etmaalwaarde. De grenswaarden uit zowel het Activiteitenbesluit als de plafondwaarde uit de Nota gemeentelijk geluidbeleid Hof van Twente 2011-2020 worden niet meer overschreden.
Projectnummer: 113805-00
Pagina 14
Akoestisch onderzoek Kunstwerk Diepenheim
6
Conclusie
In opdracht van Buro Vijn is door Stroop raadgevende ingenieurs bv een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de geluidafstraling van twee deelgebieden met betrekking tot het project Kunstwerk Diepenheim. Doel van het onderzoek is het inzichtelijk maken van de geluidsituatie, zodat betrouwbare informatie beschikbaar is omtrent het wel of niet kunnen voldoen aan de geluidnormen. In het onderzoek zijn de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus (LAr,LT) en de maximale geluidniveaus (LAmax), als gevolg van de geluidproducerende activiteiten op het terrein van de inrichting, op de gevels van dichtstbij gelegen woningen berekend voor zowel deelgebied III als IV. Vervolgens is getoetst aan de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit en aan de plafondwaarde van 50 dB(A) etmaalwaarde uit de Nota gemeentelijk geluidbeleid. Er wordt daarbij afgeweken van het ambitieniveau van 40 dB(A) etmaalwaarde. Gezien de voorgenomen activiteiten en de afstand van het plangebied ten opzichte van de bestaande woningen is het praktisch niet mogelijk om aan de ambitiewaarde van 40 dB(A) te kunnen voldoen. Gezien de maatschappelijke en financiele meerwaarde van het project Kunstwerk Diepenheim en de strenge ambitiewaarde van 40 dB(A) etmaalwaarde wordt aanbevolen om af te wijken van de ambitiewaarde en te toetsen aan de plafondwaarde van 50 dB(A) etmaalwaarde. Deelgebied III RBS Uit de resultaten blijkt dat met ingrijpende bouwkundige maatregelen kan worden voldaan aan de gestelde geluidnormen uit het Activiteitenbesluit en aan de plafondwaarde uit de Nota gemeentelijk geluidbeleid Hof van Twente 2011-2020. De beschouwde bouwkundige maatregelen zijn principemaatregelen. De exacte en definitieve maatregelen kunnen hiervan afwijken mits deze maatregelen akoestisch gelijkwaardig zijn. Gelet op de forse geluidreducties is het van belang dat, bij de uitwerking, de maatregelen volgens de instructies van de leverancier worden aangebracht. Detaillering van maatregelen is vanwege de forse geluidreductie van groot belang. Wij adviseren nadrukkelijk om, bij het definitief ontwerp, de gekozen maatregelen en detaillering door Stroop raadgevende ingenieurs te laten beoordelen. De maximale piekniveaus vanwege muziekgeluid liggen circa 10 dB boven het equivalent geluidniveau en zijn daarmee ten opzichte van het equivalent geluidniveau niet maatgevend. De geluidpieken zijn daarom in het onderzoek niet nader onderzocht.
Projectnummer: 113805-00
Pagina 15
Akoestisch onderzoek Kunstwerk Diepenheim
IBS Incidenteel vindt op het terras een buitenoptreden plaats. De geluidbelasting op de gevels van de omliggende woningen bedraagt tijdens de incidentele situatie ten hoogste 93 dB(A) op controlepunt/woning 05. Dit is overeenkomstig hetgeen is bepaald in de APV. Deelgebied IV De geluidbelasting (LAr,LT) bedraagt ten hoogste 38 dB(A) in de dag- en avondperiode op controlepunt/woning 07. De maximale geluidbelasting LAmax bedraagt ten hoogste 65 dB(A) in de dag- en avondperiode op controlepunt/woning 07. Deelgebied IV voldoet hiermee aan de geluidnormen uit het Activiteitenbesluit en aan de plafondwaarde uit de Nota gemeentelijk geluidbeleid Hof van Twente 2011-2020. Leek, 12 april 2011 Stroop raadgevende ingenieurs bv
Ing. U.K. Jonker
Projectnummer: 113805-00
Pagina 16
Stroop raadgevende ingenieurs bv 113805-00 Model: Groep:
Naam Gras Gras
Bijlage 1.1 Invoergegevens deelplan III (zonder maatregelen)
Pand 1 RBS Diepenheim - Diepenheim (hoofdgroep) Lijst van Bodemgebieden, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Omschr. Gras Gras
Geomilieu V1.90
X-1 -130,89 -124,19
Y-1 474,42 482,40
Bf 1,00 1,00
Omtrek 103,40 376,60
Oppervlak 341,18 1125,68
12-3-2012 13:57:54
Stroop raadgevende ingenieurs bv 113805-00 Model: Groep:
Bijlage 1.1 Invoergegevens deelplan III (zonder maatregelen)
Pand 1 RBS Diepenheim - Diepenheim (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam 01 02 03 04 05
Omschr. Woning derden Woning derden Woning derden Woning derden Woning derden
Hoogte 8,00 8,00 8,00 8,00 8,00
Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
Cp dB dB dB dB dB
Refl. 31 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 63 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 125 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 250 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 500 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 1k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 2k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 4k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 8k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
06 07 08 09 010
Woning Woning Woning Woning Woning
derden derden derden derden derden
8,00 8,00 8,00 8,00 8,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
011 012 013 014 015
Woning Woning Woning Pand Woning
derden derden derden derden
8,00 8,00 8,00 6,00 8,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
016 017 018 019 020
Woning Woning Woning Woning Woning
derden derden derden derden derden
8,00 8,00 8,00 8,00 8,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
021 022 023 024 025
Pand Pand Pand Pand Pand
6,00 3,00 3,00 3,00 8,00
-3,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Eigen waarde Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 2
dB dB dB dB dB
0,80 0,80 0,80 0,80 0,00
0,80 0,80 0,80 0,80 0,00
0,80 0,80 0,80 0,80 0,00
0,80 0,80 0,80 0,80 0,00
0,80 0,80 0,80 0,80 0,00
0,80 0,80 0,80 0,80 0,00
0,80 0,80 0,80 0,80 0,00
0,80 0,80 0,80 0,80 0,00
0,80 0,80 0,80 0,80 0,00
026 027 028 029
Pand Pand Kunst- en theaterwerkplaats
6,00 6,00 6,00 5,00
0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief
2 2 0 2
dB dB dB dB
0,00 0,00 0,80 0,00
0,00 0,00 0,80 0,00
0,00 0,00 0,80 0,00
0,00 0,00 0,80 0,00
0,00 0,00 0,80 0,00
0,00 0,00 0,80 0,00
0,00 0,00 0,80 0,00
0,00 0,00 0,80 0,00
0,00 0,00 0,80 0,00
Geomilieu V1.90
12-3-2012 13:57:54
Stroop raadgevende ingenieurs bv 113805-00 Model: Groep:
Naam
Bijlage 1.1 Invoergegevens deelplan III (zonder maatregelen)
Pand 1 RBS Diepenheim - Diepenheim (hoofdgroep) Lijst van Hoogtelijnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Omschr.
1
Geomilieu V1.90
ISO H 0,00 -3,00
12-3-2012 13:57:54
Stroop raadgevende ingenieurs bv 113805-00 Model: Groep:
Bijlage 1.1 Invoergegevens deelplan III (zonder maatregelen)
Pand 1 RBS Diepenheim - Diepenheim (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam 07 08 09 05 06
Omschr. Uitstraling Uitstraling Uitstraling Uitstraling Uitstraling
ramen ramen ramen noordgevel beganegrond noordgevel beganegrond
Maaiveld 0,00 0,00 0,00 -3,00 -3,00
HDef. Relatief Relatief Relatief Eigen waarde Eigen waarde
Hoogte 2,00 2,00 2,00 4,00 4,00
01 02 03 04 010
Uitstraling Uitstraling Uitstraling Uitstraling Uitstraling
011 015
dak dak dak dak ramen kelder
0,00 0,00 0,00 0,00 -3,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Eigen waarde
Uitstraling ramen kelder Optreden buiten
-3,00 0,00
Eigen waarde Relatief
Geomilieu V1.90
Type gevel gevel gevel gevel gevel
Richt. 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Hoek 360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
Lwr Totaal 67,26 67,26 67,26 65,08 65,08
Cb(D) 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Cb(A) 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Cb(N) 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Lw. 31 ------
Lw. 63 55,54 55,54 55,54 54,05 54,05
Lw. 125 63,84 63,84 63,84 60,05 60,05
Lw. 250 60,44 60,44 60,44 60,05 60,05
Lw. 500 59,84 59,84 59,84 58,05 58,05
Lw. 1k 54,14 54,14 54,14 54,05 54,05
Lw. 2k 52,64 52,64 52,64 46,05 46,05
Lw. 4k 43,74 43,74 43,74 41,05 41,05
Lw. 8k ------
5,50 5,50 5,50 5,50 1,75
Normale puntbron Normale puntbron Normale puntbron Normale puntbron Uitstralende gevel
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
72,13 72,13 72,13 72,13 64,58
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
------
69,44 69,44 69,44 69,44 52,86
66,44 66,44 66,44 66,44 61,16
63,44 63,44 63,44 63,44 57,76
58,44 58,44 58,44 58,44 57,16
53,44 53,44 53,44 53,44 51,46
40,44 40,44 40,44 40,44 49,96
41,44 41,44 41,44 41,44 41,06
------
1,75 1,50
Uitstralende gevel Normale puntbron
0,00 0,00
360,00 360,00
64,58 119,97
0,00 0,00
0,00 0,00
0,00 --
-93,50
52,86 102,40
61,16 109,20
57,76 114,80
57,16 114,40
51,46 113,60
49,96 107,60
41,06 103,40
-95,30
Uitstralende Uitstralende Uitstralende Uitstralende Uitstralende
12-3-2012 13:57:54
Stroop raadgevende ingenieurs bv 113805-00 Model: Groep:
Naam 07 08 09 05 06
Bijlage 1.1 Invoergegevens deelplan III (zonder maatregelen)
Pand 1 RBS Diepenheim - Diepenheim (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Item ID 47 48 49 54 55
Groep Muziektoeslag Muziektoeslag Muziektoeslag Muziektoeslag Muziektoeslag
Pb(u)(D) 12,000 12,000 12,000 12,000 12,000
Pb(u)(A) 4,000 4,000 4,000 4,000 4,000
Pb(u)(N) 8,000 8,000 8,000 8,000 8,000
Pb(%)(D) 100,000 100,000 100,000 100,000 100,000
Pb(%)(A) 100,000 100,000 100,000 100,000 100,000
Pb(%)(N) 100,000 100,000 100,000 100,000 100,000
D 31 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 63 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 125 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 250 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Lw. Totaal 67,26 67,26 67,26 65,08 65,08
D 500 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 1k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 4k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 8k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
01 02 03 04 010
65 66 67 68 69
Muziektoeslag Muziektoeslag Muziektoeslag Muziektoeslag Muziektoeslag
12,000 12,000 12,000 12,000 12,000
4,000 4,000 4,000 4,000 4,000
8,000 8,000 8,000 8,000 8,000
100,000 100,000 100,000 100,000 100,000
100,000 100,000 100,000 100,000 100,000
100,000 100,000 100,000 100,000 100,000
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
72,13 72,13 72,13 72,13 64,58
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
011 015
70 71
Muziektoeslag IBS
12,000 12,000
4,000 4,000
8,000 --
100,000 100,000
100,000 100,000
100,000 --
0,00 0,00
0,00 0,00
0,00 0,00
0,00 0,00
64,58 119,97
0,00 0,00
0,00 0,00
0,00 0,00
0,00 0,00
Geomilieu V1.90
12-3-2012 13:57:54
Stroop raadgevende ingenieurs bv 113805-00 Model: Groep:
Naam
Bijlage 1.1 Invoergegevens deelplan III (zonder maatregelen)
Pand 1 RBS Diepenheim - Diepenheim (hoofdgroep) Lijst van Schermen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
1 2 3
Omschr. Gevel Gevel Gevel Gevel Gevel
4
Gevel
ISO H ------
ISO M 0,00 -0,00 0,00 0,00
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
Cp dB dB dB dB dB
Refl.L 31 0,80 0,00 0,00 0,00 0,00
Refl.R 31 0,00 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl.L 8k 0,80 0,00 0,00 0,00 0,00
Refl.R 8k 0,00 0,80 0,80 0,80 0,80
Lengte 18,28 18,89 10,80 10,78 10,42
X-1 -127,73 -160,66 -161,85 -151,69 -176,31
Y-1 508,69 512,50 483,60 495,15 500,12
H-1 3,00 3,00 3,00 3,00 3,00
H-n 3,00 3,00 3,00 3,00 3,00
Vormpunten 3 3 3 3 3
--
0,00
Relatief
0 dB
0,00
0,80
0,00
0,80
10,39
-188,01
506,37
3,00
3,00
3
Geomilieu V1.90
12-3-2012 13:57:54
Stroop raadgevende ingenieurs bv 113805-00 Model: Groep:
Bijlage 1.1 Invoergegevens deelplan III (incl. maatregelen)
Pand 1 RBS, incl. maatregelen + geen optreden nachtperiode (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam 01 02 03 04 05
Omschr. Uitstraling Uitstraling Uitstraling Uitstraling Uitstraling
dak MXT220 (binnenzijde) dak MXT220 (binnenzijde) dak MXT220 (binnenzijde) dak MXT220 (binnenzijde) noordgevel_akoestiregelMD60
Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 -3,00
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Eigen waarde
Hoogte 5,50 5,50 5,50 5,50 5,00
06 07 08 09 010
Uitstraling Uitstraling Uitstraling Uitstraling Uitstraling
noordgevel_akoestiregelMD60 ramen zuidgevel ramen zuidgevel ramen zuidgevel ramen kelder
-3,00 0,00 0,00 0,00 -3,00
Eigen waarde Relatief Relatief Relatief Eigen waarde
5,00 2,00 2,00 2,00 1,75
Uitstralende Uitstralende Uitstralende Uitstralende Uitstralende
011 012 013 014 015
Uitstraling ramen kelder Uitstraling ramen kelder Uitstraling zuidgevel_spouwmuur Uitstraling zuidgevel_spouwmuur Optreden buiten
-3,00 -3,00 0,00 0,00 0,00
Eigen waarde Eigen waarde Relatief Relatief Relatief
1,75 1,75 2,00 2,00 1,50
Geomilieu V1.90
Type Normale puntbron Normale puntbron Normale puntbron Normale puntbron Uitstralende gevel
Richt. 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Hoek 360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
Lwr Totaal 59,84 59,84 59,84 59,84 54,86
Cb(D) 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Cb(A) 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Cb(N) ------
Lw. 31 ------
Lw. 63 53,23 53,23 53,23 53,23 52,84
Lw. 125 54,13 54,13 54,13 54,13 48,24
Lw. 250 55,23 55,23 55,23 55,23 44,24
Lw. 500 50,63 50,63 50,63 50,63 42,44
Lw. 1k 45,73 45,73 45,73 45,73 34,44
Lw. 2k 30,73 30,73 30,73 30,73 25,14
Lw. 4k 38,73 38,73 38,73 38,73 22,14
gevel gevel gevel gevel gevel
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
54,86 60,82 60,82 60,82 57,91
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
----0,00
------
52,84 49,84 49,84 49,84 46,93
48,24 56,24 56,24 56,24 53,33
44,24 56,64 56,64 56,64 53,73
42,44 49,74 49,74 49,74 46,83
34,44 49,14 49,14 49,14 46,23
25,14 46,04 46,04 46,04 43,13
22,14 40,94 40,94 40,94 38,03
Uitstralende gevel Uitstralende gevel Uitstralende gevel Uitstralende gevel Normale puntbron
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
57,91 57,91 63,15 63,15 119,97
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
------
----93,50
46,93 46,93 52,12 52,12 102,40
53,33 53,33 58,12 58,12 109,20
53,73 53,73 58,12 58,12 114,80
46,83 46,83 56,12 56,12 114,40
46,23 46,23 52,12 52,12 113,60
43,13 43,13 44,12 44,12 107,60
38,03 38,03 39,12 39,12 103,40
12-4-2012 13:02:17
Stroop raadgevende ingenieurs bv 113805-00 Model: Groep:
Naam 01 02 03 04 05
Bijlage 1.1 Invoergegevens deelplan III (incl. maatregelen)
Pand 1 RBS, incl. maatregelen + geen optreden nachtperiode (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Lw. 8k ------
Item ID 65 66 67 68 54
06 07 08 09 010
------
55 47 48 49 69
011 012 013 014 015
----95,30
70 98 99 100 71
Geomilieu V1.90
Groep Dak Dak Dak Dak Noordgevel
Pb(u)(D) 12,000 12,000 12,000 12,000 12,000
Pb(u)(A) 4,000 4,000 4,000 4,000 4,000
Pb(u)(N) ------
Pb(%)(D) 100,000 100,000 100,000 100,000 100,000
Pb(%)(A) 100,000 100,000 100,000 100,000 100,000
Pb(%)(N) ------
D 31 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 63 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 125 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 250 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Lw. Totaal 59,84 59,84 59,84 59,84 54,86
D 500 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 1k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 4k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 8k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Noordgevel Ramen zuidgevel Ramen zuidgevel Ramen zuidgevel Ramen kelder noordgevel
12,000 12,000 12,000 12,000 12,000
4,000 4,000 4,000 4,000 4,000
----8,000
100,000 100,000 100,000 100,000 100,000
100,000 100,000 100,000 100,000 100,000
----100,000
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
54,86 60,82 60,82 60,82 57,91
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Ramen kelder noordgevel Ramen kelder noordgevel Zuidgevel Zuidgevel IBS
12,000 12,000 12,000 12,000 12,000
4,000 4,000 4,000 4,000 4,000
------
100,000 100,000 100,000 100,000 100,000
100,000 100,000 100,000 100,000 100,000
------
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
57,91 57,91 63,15 63,15 119,97
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
12-4-2012 13:02:17
Stroop raadgevende ingenieurs bv 113805-00 Model: Groep:
Bijlage 1.1 Invoergegevens deelgebied III
Pand 1 RBS Diepenheim - Diepenheim (hoofdgroep) Lijst van Toetspunten, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam 01 02 03 04 05
Omschr. Controlepunt Controlepunt Controlepunt Controlepunt Controlepunt
01 02 03 04 05
Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Hoogte A 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50
Hoogte B 5,00 5,00 5,00 5,00 5,00
Hoogte C ------
Gevel Ja Ja Ja Ja Ja
06
Controlepunt 06
0,00
Relatief
1,50
5,00
--
Ja
Geomilieu V1.90
2-2-2012 14:42:09
Stroop raadgevende ingenieurs bv 1138050-00 Model: Groep:
Naam Gras Gras
Bijlage 1.2 Invoergegevens deelgebied IV
Pand 2 RBS Diepenheim - Diepenheim (hoofdgroep) Lijst van Bodemgebieden, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Omschr. Gras Gras
Geomilieu V1.90
X-1 -130,89 -124,19
Y-1 474,42 482,40
Bf 1,00 1,00
Omtrek 103,40 376,60
Oppervlak 341,18 1125,68
2-2-2012 14:40:05
Stroop raadgevende ingenieurs bv 1138050-00 Model: Groep:
Bijlage 1.2 Invoergegevens deelgebied IV
Pand 2 RBS Diepenheim - Diepenheim (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam 01 02 03 04 05
Omschr. Woning derden Woning derden Woning derden Woning derden Woning derden
Hoogte 8,00 8,00 8,00 8,00 8,00
Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
Cp dB dB dB dB dB
Refl. 31 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 63 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 125 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 250 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 500 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 1k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 2k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 4k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
06 07 08 09 010
Woning Woning Woning Woning Woning
derden derden derden derden derden
8,00 8,00 8,00 8,00 8,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
011 012 013 014 015
Woning Woning Woning Pand Woning
derden derden derden derden
8,00 8,00 8,00 6,00 8,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
016 017 018 019 020
Woning Woning Woning Woning Woning
derden derden derden derden derden
8,00 8,00 8,00 8,00 8,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
021 022 023 024 025
Pand Pand Pand Pand Pand
6,00 3,00 3,00 3,00 8,00
-3,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Eigen waarde Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 2
dB dB dB dB dB
0,80 0,80 0,80 0,80 0,00
0,80 0,80 0,80 0,80 0,00
0,80 0,80 0,80 0,80 0,00
0,80 0,80 0,80 0,80 0,00
0,80 0,80 0,80 0,80 0,00
0,80 0,80 0,80 0,80 0,00
0,80 0,80 0,80 0,80 0,00
0,80 0,80 0,80 0,80 0,00
026 027 028 029 030
Pand Pand Kunst- en theaterwerkplaats
6,00 6,00 3,50 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
2 2 0 2 2
dB dB dB dB dB
0,00 0,00 0,80 0,00 0,00
0,00 0,00 0,80 0,00 0,00
0,00 0,00 0,80 0,00 0,00
0,00 0,00 0,80 0,00 0,00
0,00 0,00 0,80 0,00 0,00
0,00 0,00 0,80 0,00 0,00
0,00 0,00 0,80 0,00 0,00
0,00 0,00 0,80 0,00 0,00
Geomilieu V1.90
2-2-2012 14:40:05
Stroop raadgevende ingenieurs bv 1138050-00 Model: Groep:
Naam 01 02 03 04 05
Bijlage 1.2 Invoergegevens deelgebied IV
Pand 2 RBS Diepenheim - Diepenheim (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Refl. 8k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
06 07 08 09 010
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
011 012 013 014 015
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
016 017 018 019 020
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
021 022 023 024 025
0,80 0,80 0,80 0,80 0,00
026 027 028 029 030
0,00 0,00 0,80 0,00 0,00
Geomilieu V1.90
2-2-2012 14:40:05
Stroop raadgevende ingenieurs bv 1138050-00 Model: Groep:
Naam
Bijlage 1.2 Invoergegevens deelgebied IV
Pand 2 RBS Diepenheim - Diepenheim (hoofdgroep) Lijst van Hoogtelijnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Omschr.
1
Geomilieu V1.90
ISO H 0,00 -3,00
2-2-2012 14:40:05
Stroop raadgevende ingenieurs bv 1138050-00 Model: Groep:
Bijlage 1.2 Invoergegevens deelgebied IV
Pand 2 RBS Diepenheim - Diepenheim (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam 01 02 03 04 05
Omschr. Uitstraling Uitstraling Uitstraling Uitstraling Uitstraling
ramen werkplaats ramen werkplaats ramen werkplaats OHD werkplaats dak werkplaats
Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Hoogte 1,75 1,75 1,75 3,00 5,50
06 07 08 09 010
Uitstraling Uitstraling Uitstraling Uitstraling Uitstraling
dak dak dak dak dak
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
5,50 5,50 5,50 5,50 5,50
Normale Normale Normale Normale Normale
011 012 013 014 015
LMax LMax LMax LMax LMax
ramen werkplaats ramen werkplaats ramen werkplaats OHD werkplaats dak werkplaats (noordzijde)
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
016 017 018 019 020
LMax LMax LMax LMax LMax
dak dak dak dak dak
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
werkplaats werkplaats werkplaats (oostzijde) werkplaats (oostzijde) werkplaats (oostzijde)
werkplaats werkplaats werkplaats werkplaats werkplaats
Geomilieu V1.90
(noordzijde) (noordzijde) (oostzijde) (oostzijde) (oostzijde)
Type Uitstralende gevel Uitstralende gevel Uitstralende gevel Uitstralende gevel Normale puntbron
Richt. 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Hoek 360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
Lwr Totaal 57,00 57,00 57,00 67,41 70,55
Cb(D) 3,01 3,01 3,01 3,01 3,01
Cb(A) 3,01 3,01 3,01 3,01 3,01
Cb(N) ------
Lw. 31 35,34 35,34 35,34 -44,91
puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
70,55 70,55 69,00 69,00 69,00
3,01 3,01 3,01 3,01 3,01
3,01 3,01 3,01 3,01 3,01
------
44,91 44,91 43,36 43,36 43,36
1,75 1,75 1,75 3,00 5,50
Uitstralende gevel Uitstralende gevel Uitstralende gevel Uitstralende gevel Normale puntbron
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
86,77 86,77 86,77 99,32 100,43
199,00 199,00 199,00 199,00 199,00
199,00 199,00 199,00 199,00 199,00
------
54,84 54,84 54,84 -67,41
5,50 5,50 5,50 5,50 5,50
Normale Normale Normale Normale Normale
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
100,43 100,43 98,88 98,88 98,88
199,00 199,00 199,00 199,00 199,00
199,00 199,00 199,00 199,00 199,00
------
67,41 67,41 65,86 65,86 65,86
puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
2-2-2012 14:40:05
Stroop raadgevende ingenieurs bv 1138050-00 Model: Groep:
Naam 01 02 03 04 05
Bijlage 1.2 Invoergegevens deelgebied IV
Pand 2 RBS Diepenheim - Diepenheim (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Lw. 63 41,74 41,74 41,74 50,34 51,31
Lw. 125 51,94 51,94 51,94 59,04 61,51
Lw. 250 50,44 50,44 50,44 53,54 58,01
Lw. 500 51,64 51,64 51,64 62,44 64,21
Lw. 1k 41,64 41,64 41,64 55,74 53,21
Lw. 2k 46,64 46,64 46,64 63,44 57,21
Lw. 4k 39,44 39,44 39,44 45,04 50,01
Lw. 8k 26,14 26,14 26,14 -36,71
Item ID 73 74 75 76 78
06 07 08 09 010
51,31 51,31 49,76 49,76 49,76
61,51 61,51 59,96 59,96 59,96
58,01 58,01 56,46 56,46 56,46
64,21 64,21 62,66 62,66 62,66
53,21 53,21 51,66 51,66 51,66
57,21 57,21 55,66 55,66 55,66
50,01 50,01 48,46 48,46 48,46
36,71 36,71 35,16 35,16 35,16
011 012 013 014 015
52,54 52,54 52,54 61,14 65,11
68,04 68,04 68,04 75,14 80,61
78,64 78,64 78,64 81,74 89,21
77,74 77,74 77,74 88,54 93,31
76,94 76,94 76,94 91,04 91,51
80,84 80,84 80,84 97,64 94,41
81,94 81,94 81,94 87,54 95,51
016 017 018 019 020
65,11 65,11 63,56 63,56 63,56
80,61 80,61 79,06 79,06 79,06
89,21 89,21 87,66 87,66 87,66
93,31 93,31 91,76 91,76 91,76
91,51 91,51 89,96 89,96 89,96
94,41 94,41 92,86 92,86 92,86
95,51 95,51 93,96 93,96 93,96
Geomilieu V1.90
Groep
Pb(u)(D) 6,000 6,000 6,000 6,000 6,000
Pb(u)(A) 2,000 2,000 2,000 2,000 2,000
Pb(u)(N) ------
Pb(%)(D) 50,003 50,003 50,003 50,003 50,003
Pb(%)(A) 50,003 50,003 50,003 50,003 50,003
79 80 81 82 83
6,000 6,000 6,000 6,000 6,000
2,000 2,000 2,000 2,000 2,000
------
50,003 50,003 50,003 50,003 50,003
50,003 50,003 50,003 50,003 50,003
69,54 69,54 69,54 -83,11
86 87 88 89 90
------
------
------
------
------
83,11 83,11 81,56 81,56 81,56
91 92 93 94 95
------
------
------
------
------
2-2-2012 14:40:05
Stroop raadgevende ingenieurs bv 1138050-00 Model: Groep:
Naam 01 02 03 04 05
Bijlage 1.2 Invoergegevens deelgebied IV
Pand 2 RBS Diepenheim - Diepenheim (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Pb(%)(N) ------
D 31 0,00 0,00 0,00 0,00 -3,00
D 63 0,00 0,00 0,00 0,00 -3,00
D 125 0,00 0,00 0,00 0,00 -3,00
D 250 0,00 0,00 0,00 0,00 -3,00
Lw. Totaal 57,00 57,00 57,00 67,41 67,55
D 500 0,00 0,00 0,00 0,00 -3,00
D 1k 0,00 0,00 0,00 0,00 -3,00
D 4k 0,00 0,00 0,00 0,00 -3,00
D 8k 0,00 0,00 0,00 0,00 -3,00
06 07 08 09 010
------
-3,00 -3,00 -3,00 -3,00 -3,00
-3,00 -3,00 -3,00 -3,00 -3,00
-3,00 -3,00 -3,00 -3,00 -3,00
-3,00 -3,00 -3,00 -3,00 -3,00
67,55 67,55 66,00 66,00 66,00
-3,00 -3,00 -3,00 -3,00 -3,00
-3,00 -3,00 -3,00 -3,00 -3,00
-3,00 -3,00 -3,00 -3,00 -3,00
-3,00 -3,00 -3,00 -3,00 -3,00
011 012 013 014 015
------
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
86,77 86,77 86,77 99,32 100,43
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
016 017 018 019 020
------
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
100,43 100,43 98,88 98,88 98,88
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Geomilieu V1.90
2-2-2012 14:40:05
Stroop raadgevende ingenieurs bv 1138050-00 Model: Groep:
Naam
1 2 3 4
Bijlage 1.2 Invoergegevens deelgebied IV
Pand 2 RBS Diepenheim - Diepenheim (hoofdgroep) Lijst van Schermen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Omschr. Gevel Gevel Gevel Gevel Gevel
ISO H ------
ISO M --0,00 0,00 0,00
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
Cp dB dB dB dB dB
Refl.L 31 0,80 0,00 0,00 0,00 0,00
Refl.R 31 0,00 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl.L 8k 0,80 0,00 0,00 0,00 0,00
Refl.R 8k 0,00 0,80 0,80 0,80 0,80
Lengte 20,34 18,89 10,80 10,78 10,42
X-1 -127,86 -160,66 -161,85 -151,69 -176,31
Y-1 508,95 512,50 483,60 495,15 500,12
H-1 3,00 3,00 3,00 3,00 3,00
H-n 3,00 3,00 3,00 3,00 3,00
---
0,00 --
Relatief Relatief
0 dB 0 dB
0,00 0,80
0,80 0,00
0,00 0,80
0,80 0,00
10,39 18,09
-188,01 -127,86
506,37 508,95
3,00 3,00
3,00 3,00
Gevel Gevel
Geomilieu V1.90
2-2-2012 14:40:05
Stroop raadgevende ingenieurs bv 1138050-00 Model: Groep:
Naam
1 2 3 4
Bijlage 1.2 Invoergegevens deelgebied IV
Pand 2 RBS Diepenheim - Diepenheim (hoofdgroep) Lijst van Schermen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Vormpunten 3 3 3 3 3 3 3
Geomilieu V1.90
2-2-2012 14:40:05
Stroop raadgevende ingenieurs bv 1138050-00 Model: Groep:
Naam 07 08 09
Bijlage 1.2 Invoergegevens deelgebied IV
Pand 2 RBS Diepenheim - Diepenheim (hoofdgroep) Lijst van Toetspunten, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Omschr. Controlepunt 07 Controlepunt 08 Controlepunt 09
Geomilieu V1.90
Maaiveld 0,00 0,00 0,00
HDef. Relatief Relatief Relatief
Hoogte A 1,50 1,50 1,50
Hoogte B 5,00 5,00 5,00
Hoogte C ----
Gevel Ja Ja Ja
2-2-2012 14:40:05
Stroop raadgevende ingenieurs bv 113805-00
Bijlage 2 Uitwerking bronnen
II7 UITSTRALING GEBOUWEN ___________________________________________________________________________________________ Onderdeel Bronnaam MeetDatum Meetduur Type geluid Temperatuur [°C] Windsnelheid [m/s] Hoek windricht [°] RV [%] Opp. meetv [m²] Cd [dB]
: : : : : : : : : : :
Uitstraling ramen 24-1-2012 : : Continu ----9,00 3
Frequentie [Hz] : 31.5 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dB(A) —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lp [dB(A)] : -78,0 89,0 94,0 99,0 101,0 98,0 93,0 -105,1 Achtergr [dB(A)] : ----------10log(S) [dB] : 9,5 9,5 9,5 9,5 9,5 9,5 9,5 9,5 9,5 Isolatie [dB] : 0,0 29,0 31,7 40,1 45,7 53,4 51,9 55,8 0,0 Cd [dB] : 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lw [dB(A)] : -55,5 63,8 60,4 59,8 54,1 52,6 43,7 -67,3
II7 UITSTRALING GEBOUWEN ___________________________________________________________________________________________ Onderdeel Bronnaam MeetDatum Meetduur Type geluid Temperatuur [°C] Windsnelheid [m/s] Hoek windricht [°] RV [%] Opp. meetv [m²] Cd [dB]
: : : : : : : : : : :
Uitstraling dak 24-1-2012 : : Continu ----88,00 3
Frequentie [Hz] : 31.5 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dB(A) —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lp [dB(A)] : -78,0 89,0 94,0 99,0 101,0 98,0 93,0 -105,1 Achtergr [dB(A)] : ----------10log(S) [dB] : 19,4 19,4 19,4 19,4 19,4 19,4 19,4 19,4 19,4 Isolatie [dB] : 0,0 28,0 42,0 50,0 60,0 67,0 77,0 71,0 0,0 Cd [dB] : 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lw [dB(A)] : -66,4 63,4 60,4 55,4 50,4 37,4 38,4 -69,1
II7 UITSTRALING GEBOUWEN ___________________________________________________________________________________________ Onderdeel Bronnaam MeetDatum Meetduur Type geluid Temperatuur [°C] Windsnelheid [m/s] Hoek windricht [°] RV [%] Opp. meetv [m²] Cd [dB]
: : : : : : : : : : :
Uitstraling noordgevel beganegrond 24-1-2012 : : Continu ----32,00 3
Frequentie [Hz] : 31.5 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dB(A) —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lp [dB(A)] : -78,0 89,0 94,0 99,0 101,0 98,0 93,0 -105,1 Achtergr [dB(A)] : ----------10log(S) [dB] : 15,1 15,1 15,1 15,1 15,1 15,1 15,1 15,1 15,1 Isolatie [dB] : 31,0 36,0 41,0 46,0 53,0 59,0 64,0 64,0 64,0 Cd [dB] : 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lw [dB(A)] : -54,1 60,1 60,1 58,1 54,1 46,1 41,1 -65,1
Source Explorer V2.12
2-2-2012 14:47:25
Stroop raadgevende ingenieurs bv 113805-00
Bijlage 2 Uitwerking bronnen
II7 UITSTRALING GEBOUWEN ___________________________________________________________________________________________ Onderdeel Bronnaam MeetDatum Meetduur Type geluid Temperatuur [°C] Windsnelheid [m/s] Hoek windricht [°] RV [%] Opp. meetv [m²] Cd [dB]
: : : : : : : : : : :
Uitstraling ramen kelder 27-1-2012 : : Continu ----4,85 3
Frequentie [Hz] : 31.5 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dB(A) —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lp [dB(A)] : -78,0 89,0 94,0 99,0 101,0 98,0 93,0 -105,1 Achtergr [dB(A)] : ----------10log(S) [dB] : 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 Isolatie [dB] : 0,0 29,0 31,7 40,1 45,7 53,4 51,9 55,8 0,0 Cd [dB] : 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lw [dB(A)] : -52,9 61,2 57,8 57,2 51,5 50,0 41,1 -64,6
II7 UITSTRALING GEBOUWEN ___________________________________________________________________________________________ Onderdeel Bronnaam MeetDatum Meetduur Type geluid Temperatuur [°C] Windsnelheid [m/s] Hoek windricht [°] RV [%] Opp. meetv [m²] Cd [dB]
: : : : : : : : : : :
Uitstraling ramen werkplaats 27-1-2012 : : Continu ----3,50 3
Frequentie [Hz] : 31.5 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dB(A) —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lp [dB(A)] : 44,9 56,3 71,5 69,0 79,2 76,2 81,2 74,0 60,7 84,9 Achtergr [dB(A)] : ----------10log(S) [dB] : 5,4 5,4 5,4 5,4 5,4 5,4 5,4 5,4 5,4 Isolatie [dB] : 12,0 17,0 22,0 21,0 30,0 37,0 37,0 37,0 37,0 Cd [dB] : 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lw [dB(A)] : 35,3 41,7 51,9 50,4 51,6 41,6 46,6 39,4 26,1 57,0
II7 UITSTRALING GEBOUWEN ___________________________________________________________________________________________ Onderdeel Bronnaam MeetDatum Meetduur Type geluid Temperatuur [°C] Windsnelheid [m/s] Hoek windricht [°] RV [%] Opp. meetv [m²] Cd [dB]
: : : : : : : : : : :
Uitstraling OHD werkplaats 27-1-2012 : : Continu ----16,00 3
Frequentie [Hz] : 31.5 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dB(A) —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lp [dB(A)] : -56,3 71,5 69,0 79,2 76,2 81,2 74,0 -84,8 Achtergr [dB(A)] : ----------10log(S) [dB] : 12,0 12,0 12,0 12,0 12,0 12,0 12,0 12,0 12,0 Isolatie [dB] : 0,0 15,0 21,5 24,5 25,8 29,5 26,8 38,0 0,0 Cd [dB] : 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lw [dB(A)] : -50,3 59,0 53,5 62,4 55,7 63,4 45,0 -67,4
Source Explorer V2.12
2-2-2012 14:47:25
Stroop raadgevende ingenieurs bv 113805-00
Bijlage 2 Uitwerking bronnen
II7 UITSTRALING GEBOUWEN ___________________________________________________________________________________________ Onderdeel Bronnaam MeetDatum Meetduur Type geluid Temperatuur [°C] Windsnelheid [m/s] Hoek windricht [°] RV [%] Opp. meetv [m²] Cd [dB]
: : : : : : : : : : :
Uitstraling dak werkplaats (noordzijde) 27-1-2012 : : Continu ----20,00 3
Frequentie [Hz] : 31.5 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dB(A) —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lp [dB(A)] : 44,9 56,3 71,5 69,0 79,2 76,2 81,2 74,0 60,7 84,9 Achtergr [dB(A)] : ----------10log(S) [dB] : 13,0 13,0 13,0 13,0 13,0 13,0 13,0 13,0 13,0 Isolatie [dB] : 10,0 15,0 20,0 21,0 25,0 33,0 34,0 34,0 34,0 Cd [dB] : 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lw [dB(A)] : 44,9 51,3 61,5 58,0 64,2 53,2 57,2 50,0 36,7 67,6
II7 UITSTRALING GEBOUWEN ___________________________________________________________________________________________ Onderdeel Bronnaam MeetDatum Meetduur Type geluid Temperatuur [°C] Windsnelheid [m/s] Hoek windricht [°] RV [%] Opp. meetv [m²] Cd [dB]
: : : : : : : : : : :
Uitstraling dak werkplaats (oostzijde) 27-1-2012 : : Continu ----14,00 3
Frequentie [Hz] : 31.5 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dB(A) —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lp [dB(A)] : 44,9 56,3 71,5 69,0 79,2 76,2 81,2 74,0 60,7 84,9 Achtergr [dB(A)] : ----------10log(S) [dB] : 11,5 11,5 11,5 11,5 11,5 11,5 11,5 11,5 11,5 Isolatie [dB] : 10,0 15,0 20,0 21,0 25,0 33,0 34,0 34,0 34,0 Cd [dB] : 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lw [dB(A)] : 43,4 49,8 60,0 56,5 62,7 51,7 55,7 48,5 35,2 66,0
II7 UITSTRALING GEBOUWEN ___________________________________________________________________________________________ Onderdeel Bronnaam MeetDatum Meetduur Type geluid Temperatuur [°C] Windsnelheid [m/s] Hoek windricht [°] RV [%] Opp. meetv [m²] Cd [dB]
: : : : : : : : : : :
LMax ramen werkplaats 1-2-2012 : : Continu ----3,50 3
Frequentie [Hz] : 31.5 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dB(A) —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lp [dB(A)] : 64,4 67,1 87,6 97,2 105,3 111,5 115,4 116,5 104,1 120,0 Achtergr [dB(A)] : ----------10log(S) [dB] : 5,4 5,4 5,4 5,4 5,4 5,4 5,4 5,4 5,4 Isolatie [dB] : 12,0 17,0 22,0 21,0 30,0 37,0 37,0 37,0 37,0 Cd [dB] : 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lw [dB(A)] : 54,8 52,5 68,0 78,6 77,7 76,9 80,8 81,9 69,5 86,8
Source Explorer V2.12
2-2-2012 14:47:25
Stroop raadgevende ingenieurs bv 113805-00
Bijlage 2 Uitwerking bronnen
II7 UITSTRALING GEBOUWEN ___________________________________________________________________________________________ Onderdeel Bronnaam MeetDatum Meetduur Type geluid Temperatuur [°C] Windsnelheid [m/s] Hoek windricht [°] RV [%] Opp. meetv [m²] Cd [dB]
: : : : : : : : : : :
LMax OHD werkplaats 1-2-2012 : : Continu ----16,00 3
Frequentie [Hz] : 31.5 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dB(A) —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lp [dB(A)] : -67,1 87,6 97,2 105,3 111,5 115,4 116,5 -119,9 Achtergr [dB(A)] : ----------10log(S) [dB] : 12,0 12,0 12,0 12,0 12,0 12,0 12,0 12,0 12,0 Isolatie [dB] : 0,0 15,0 21,5 24,5 25,8 29,5 26,8 38,0 0,0 Cd [dB] : 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lw [dB(A)] : -61,1 75,1 81,7 88,5 91,0 97,6 87,5 -99,3
II7 UITSTRALING GEBOUWEN ___________________________________________________________________________________________ Onderdeel Bronnaam MeetDatum Meetduur Type geluid Temperatuur [°C] Windsnelheid [m/s] Hoek windricht [°] RV [%] Opp. meetv [m²] Cd [dB]
: : : : : : : : : : :
LMax dak werkplaats (noordzijde) 1-2-2012 : : Continu ----20,00 3
Frequentie [Hz] : 31.5 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dB(A) —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lp [dB(A)] : 64,4 67,1 87,6 97,2 105,3 111,5 115,4 116,5 104,1 120,0 Achtergr [dB(A)] : ----------10log(S) [dB] : 13,0 13,0 13,0 13,0 13,0 13,0 13,0 13,0 13,0 Isolatie [dB] : 10,0 15,0 20,0 21,0 25,0 33,0 34,0 34,0 34,0 Cd [dB] : 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lw [dB(A)] : 64,4 62,1 77,6 86,2 90,3 88,5 91,4 92,5 80,1 97,4
II7 UITSTRALING GEBOUWEN ___________________________________________________________________________________________ Onderdeel Bronnaam MeetDatum Meetduur Type geluid Temperatuur [°C] Windsnelheid [m/s] Hoek windricht [°] RV [%] Opp. meetv [m²] Cd [dB]
: : : : : : : : : : :
LMax dak werkplaats (oostzijde) 1-2-2012 : : Continu ----14,00 3
Frequentie [Hz] : 31.5 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dB(A) —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lp [dB(A)] : 64,4 67,1 87,6 97,2 105,3 111,5 115,4 116,5 104,1 120,0 Achtergr [dB(A)] : ----------10log(S) [dB] : 11,5 11,5 11,5 11,5 11,5 11,5 11,5 11,5 11,5 Isolatie [dB] : 10,0 15,0 20,0 21,0 25,0 33,0 34,0 34,0 34,0 Cd [dB] : 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lw [dB(A)] : 62,9 60,6 76,1 84,7 88,8 87,0 89,9 91,0 78,6 95,9
Source Explorer V2.12
2-2-2012 14:47:25
Stroop raadgevende ingenieurs bv 113805-00
Bijlage 2 Bronnen deelgebied III (maatregelen)
II7 UITSTRALING GEBOUWEN ___________________________________________________________________________________________ Onderdeel Bronnaam MeetDatum Meetduur Type geluid Temperatuur [°C] Windsnelheid [m/s] Hoek windricht [°] RV [%] Opp. meetv [m²] Cd [dB]
: : : : : : : : : : :
Uitstraling ramen zuidgevel_SGGvoorzetraam 24-1-2012 : : Continu ----9,00 3
Frequentie [Hz] : 31.5 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dB(A) —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lp [dB(A)] : -78,0 89,0 94,0 99,0 101,0 98,0 93,0 -105,1 Achtergr [dB(A)] : ----------10log(S) [dB] : 9,5 9,5 9,5 9,5 9,5 9,5 9,5 9,5 9,5 Isolatie [dB] : 0,0 34,7 39,3 43,9 55,8 58,4 58,5 58,6 0,0 Cd [dB] : 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lw [dB(A)] : -49,8 56,2 56,6 49,7 49,1 46,0 40,9 -60,8
II7 UITSTRALING GEBOUWEN ___________________________________________________________________________________________ Onderdeel Bronnaam MeetDatum Meetduur Type geluid Temperatuur [°C] Windsnelheid [m/s] Hoek windricht [°] RV [%] Opp. meetv [m²] Cd [dB]
: : : : : : : : : : :
Uitstraling noordgevel_akoestiregelMD60 24-1-2012 : : Continu ----35,00 3
Frequentie [Hz] : 31.5 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dB(A) —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lp [dB(A)] : -78,0 89,0 94,0 99,0 101,0 98,0 93,0 -105,1 Achtergr [dB(A)] : ----------10log(S) [dB] : 15,4 15,4 15,4 15,4 15,4 15,4 15,4 15,4 15,4 Isolatie [dB] : 0,0 37,6 53,2 62,2 69,0 79,0 85,3 83,3 0,0 Cd [dB] : 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lw [dB(A)] : -52,8 48,2 44,2 42,4 34,4 25,1 22,1 -54,9
II7 UITSTRALING GEBOUWEN ___________________________________________________________________________________________ Onderdeel Bronnaam MeetDatum Meetduur Type geluid Temperatuur [°C] Windsnelheid [m/s] Hoek windricht [°] RV [%] Opp. meetv [m²] Cd [dB]
: : : : : : : : : : :
Uitstraling ramen kelder_SGGvoorzetraam 27-1-2012 : : Continu ----4,60 3
Frequentie [Hz] : 31.5 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dB(A) —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lp [dB(A)] : -78,0 89,0 94,0 99,0 101,0 98,0 93,0 -105,1 Achtergr [dB(A)] : ----------10log(S) [dB] : 6,6 6,6 6,6 6,6 6,6 6,6 6,6 6,6 6,6 Isolatie [dB] : 0,0 34,7 39,3 43,9 55,8 58,4 58,5 58,6 0,0 Cd [dB] : 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lw [dB(A)] : -46,9 53,3 53,7 46,8 46,2 43,1 38,0 -57,9
Source Explorer V2.12
12-3-2012 14:02:17
Stroop raadgevende ingenieurs bv 113805-00
Bijlage 2 Bronnen deelgebied III (maatregelen)
II7 UITSTRALING GEBOUWEN ___________________________________________________________________________________________ Onderdeel Bronnaam MeetDatum Meetduur Type geluid Temperatuur [°C] Windsnelheid [m/s] Hoek windricht [°] RV [%] Opp. meetv [m²] Cd [dB]
: : : : : : : : : : :
Uitstraling dak MXT220 (binnenzijde) 24-1-2012 : : Continu ----58,00 3
Frequentie [Hz] : 31.5 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dB(A) —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lp [dB(A)] : -78,0 89,0 94,0 99,0 101,0 98,0 93,0 -105,1 Achtergr [dB(A)] : ----------10log(S) [dB] : 17,6 17,6 17,6 17,6 17,6 17,6 17,6 17,6 17,6 Isolatie [dB] : 0,0 42,4 52,5 56,4 66,0 72,9 84,9 71,9 0,0 Cd [dB] : 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lw [dB(A)] : -50,2 51,1 52,2 47,6 42,7 27,7 35,7 -56,8
II7 UITSTRALING GEBOUWEN ___________________________________________________________________________________________ Onderdeel Bronnaam MeetDatum Meetduur Type geluid Temperatuur [°C] Windsnelheid [m/s] Hoek windricht [°] RV [%] Opp. meetv [m²] Cd [dB]
: : : : : : : : : : :
Uitstraling zuidgevel_spouwmuur 24-1-2012 : : Continu ----20,50 3
Frequentie [Hz] : 31.5 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dB(A) —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lp [dB(A)] : -78,0 89,0 94,0 99,0 101,0 98,0 93,0 -105,1 Achtergr [dB(A)] : ----------10log(S) [dB] : 13,1 13,1 13,1 13,1 13,1 13,1 13,1 13,1 13,1 Isolatie [dB] : 31,0 36,0 41,0 46,0 53,0 59,0 64,0 64,0 64,0 Cd [dB] : 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lw [dB(A)] : -52,1 58,1 58,1 56,1 52,1 44,1 39,1 -63,1
Source Explorer V2.12
12-3-2012 14:02:17
Bijlage 3
Bijlage 3
Stroop raadgevende ingenieurs bv 113805-00 Rapport: Model: Groep: Groepsreductie:
Bijlage 4 Resultaten deelgebied III (incl. 10 dB muziektoeslag)
Resultatentabel Pand 1 RBS LAeq totaalresultaten voor toetspunten Muziektoeslag Ja
Naam Toetspunt 01_A 01_B 02_A 02_B 03_A
Omschrijving Controlepunt Controlepunt Controlepunt Controlepunt Controlepunt
01 01 02 02 03
Hoogte 1,50 5,00 1,50 5,00 1,50
Dag 49,9 50,4 53,3 53,9 51,6
Avond 49,9 50,4 53,3 53,9 51,6
Nacht 49,9 50,4 53,3 53,9 51,6
Etmaal 59,9 60,4 63,3 63,9 61,6
Li 39,9 40,4 43,3 43,9 41,6
03_B 04_A 04_B 05_A 05_B
Controlepunt Controlepunt Controlepunt Controlepunt Controlepunt
03 04 04 05 05
5,00 1,50 5,00 1,50 5,00
52,1 48,1 48,5 49,5 49,5
52,1 48,1 48,5 49,5 49,5
52,1 48,1 48,5 49,5 49,5
62,1 58,1 58,5 59,5 59,5
42,1 38,4 38,5 39,6 39,5
06_A 06_B
Controlepunt 06 Controlepunt 06
1,50 5,00
48,8 49,2
48,8 49,2
48,8 49,2
58,8 59,2
39,1 39,2
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.90
2-2-2012 14:43:21
Stroop raadgevende ingenieurs bv 113805-00 Rapport: Model: Groep: Groepsreductie:
Bijlage 4 Resultaten na maatregelen deelgebied III RBS
Resultatentabel Pand 1 RBS, incl. maatregelen + geen optreden nachtperiode LAeq totaalresultaten voor toetspunten Muziektoeslag Ja
Naam Toetspunt _A _B 2_A 2_B 3_A
Omschrijving Controlepunt Controlepunt Controlepunt Controlepunt Controlepunt
01 01 02 02 03
Hoogte 1,50 5,00 1,50 5,00 1,50
Dag 39,76 40,76 43,05 43,50 40,86
Avond 39,76 40,76 43,05 43,50 40,86
Nacht 28,41 30,82 29,63 31,15 28,80
3_B 4_A 4_B 5_A 5_B
Controlepunt Controlepunt Controlepunt Controlepunt Controlepunt
03 04 04 05 05
5,00 1,50 5,00 1,50 5,00
41,28 40,87 41,56 42,91 43,03
41,28 40,87 41,56 42,91 43,03
30,02 14,35 16,63 15,14 17,32
6_A 6_B
Controlepunt 06 Controlepunt 06
1,50 5,00
41,91 42,63
41,91 42,63
14,49 16,72
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.90
12-4-2012 13:04:14
Stroop raadgevende ingenieurs bv 113805-00 Rapport: Model: Groep: Groepsreductie:
Bijlage 4 Resultaten deelgebied III IBS
Resultatentabel Pand 1 RBS LAeq totaalresultaten voor toetspunten IBS Ja
Naam Toetspunt 01_A 01_B 02_A 02_B 03_A
Omschrijving Controlepunt Controlepunt Controlepunt Controlepunt Controlepunt
01 01 02 02 03
Hoogte 1,50 5,00 1,50 5,00 1,50
Dag 78,9 82,9 74,7 77,2 74,5
Avond 78,9 82,9 74,7 77,2 74,5
Nacht ------
Etmaal 83,9 87,9 79,7 82,2 79,5
Li 69,9 72,9 65,6 67,2 66,1
03_B 04_A 04_B 05_A 05_B
Controlepunt Controlepunt Controlepunt Controlepunt Controlepunt
03 04 04 05 05
5,00 1,50 5,00 1,50 5,00
77,2 91,0 91,7 92,8 92,9
77,2 91,0 91,7 92,8 92,9
------
82,2 96,0 96,7 97,8 97,9
67,2 81,7 81,7 82,9 82,9
06_A 06_B
Controlepunt 06 Controlepunt 06
1,50 5,00
91,1 91,7
91,1 91,7
---
96,1 96,7
81,8 81,7
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.90
2-2-2012 14:44:26
Stroop raadgevende ingenieurs bv 113805-00 Rapport: Model: Groep: Groepsreductie:
Bijlage 4 Resultaten deelgebied IV
Resultatentabel Pand 2 RBS LAeq totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep) Nee
Naam Toetspunt 07_A 07_B 08_A 08_B 09_A
Omschrijving Controlepunt Controlepunt Controlepunt Controlepunt Controlepunt
07 07 08 08 09
Hoogte 1,50 5,00 1,50 5,00 1,50
Dag 38,4 38,1 33,6 33,3 28,7
Avond 38,4 38,1 33,6 33,3 28,7
Nacht ------
Etmaal 43,4 43,1 38,6 38,3 33,7
Li 70,8 70,6 66,9 66,4 61,6
09_B
Controlepunt 09
5,00
29,8
29,8
--
34,8
62,7
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.90
2-2-2012 14:44:01
Stroop raadgevende ingenieurs bv 113805-00 Rapport: Model: Groep:
Bijlage 4 Resultaten deelgebied IV (LAmax)
Resultatentabel Pand 2 RBS LAmax totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep)
Naam Toetspunt 07_A 07_B 08_A 08_B 09_A
Omschrijving Controlepunt Controlepunt Controlepunt Controlepunt Controlepunt
07 07 08 08 09
Hoogte 1,50 5,00 1,50 5,00 1,50
Dag 65,3 65,4 61,9 62,1 55,7
Avond 65,3 65,4 61,9 62,1 55,7
Nacht ------
09_B
Controlepunt 09
5,00
59,1
59,1
--
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.90
2-2-2012 14:44:58
BIJLAGE 4
QUICKSCAN NATUURTOETS TWEE LOCATIES DE HAGEN, DIEPENHEIM Veldonderzoek: Auteur: Project: Datum: Status:
Ing. M. (Mike) Wallink Ing. M. Wallink. Redactie: ing. M. (Marco) van der Sluis 12-047 23 februari 2012 Concept
Aanleiding en doelstelling In opdracht van Buro Vijn (contactpersoon dhr. E. Venema) heeft EcoGroen Advies BV een quickscan natuurtoets uitgevoerd. De quickscan is noodzakelijk in verband met de sloop-, renovatie- en nieuwbouwwerkzaamheden op twee locaties aan de Hagen in Diepenheim (zie ook bijlage I). Het onderzoek is voor een belangrijk deel gebaseerd op een veldbezoek op 22 februari 2012, waarbij specifiek is gelet op de potenties voor vleermuizen en broedvogels waarvan de nestplaatsen jaarrond beschermd zijn. De consequenties van de beoogde ruimtelijke ingreep op de aanwezige natuurwaarden zijn getoetst aan de Flora- en faunawet. Ook is gekeken naar de relatie van de plannen met de vigerende gebiedsgerichte natuurbescherming.
Gebiedsgerichte natuurbescherming De planlocatie maakt geen onderdeel uit van de EHS, Natura 2000-gebied of een Beschermde Natuurmonument. De ingreep vindt in de bebouwde kom en plaats en er worden geen uitstralende negatieve effecten verwacht op de te beschermen waarden in omliggende natuurgebieden.
Aangetroffen en te verwachten soorten • • •
•
•
•
•
In het plangebied zijn geen beschermde plantensoorten of plantensoorten van de Rode Lijst aangetroffen of te verwachten; In alle te slopen panden zijn potentiële vaste verblijfplaatsen voor vleermuizen aangetroffen. Bovendien zijn tijdens het veldbezoek van 22 februari 2012 op een zolder enkele (oude) uitwerpselen en prooiresten van vleermuizen aangetroffen; Er wordt geen schade aan vlieg- en/of jachtroutes van vleermuizen verwacht. Het onderzoeksgebied fungeert vermoedelijk als foerageergebied voor enkele vleermuissoorten maar zal deze functie ook na uitvoering van de werkzaamheden behouden; Verspreid in het plangebied zijn vaste verblijfplaatsen van enkele algemeen voorkomende, laag beschermde zoogdiersoorten te verwachten. Vaste verblijfplaatsen van juridisch zwaarder beschermde grondgebonden zoogdieren zijn niet aangetroffen en worden ook niet verwacht; Er zijn algemene broedvogels aanwezig en te verwachten van zowel bos en struweel als bebouwing. Tevens is Huismus aangetroffen, een soort waarvan de nestplaats en de functionele leefomgeving jaarrond beschermd is. Mogelijk gebruikt Huismus het plangebied ook als broedlocatie; Wegens het ontbreken van permanent oppervlaktewater is de aanwezigheid van vissen en voortplanting van amfibieën niet aan de orde. Zwaarder beschermde amfibieën worden op basis van terreinkenmerken en bekende verspreidingsgegevens niet in het plangebied verwacht. Mogelijk vindt wel overwintering plaats van enkele laag beschermde amfibieënsoorten; Reptielen, beschermde libellen, dagvlinders en andere ongewervelden zijn niet aangetroffen en worden op basis van biotoopkenmerken en bekende verspreidingsgegevens ook niet in het plangebied verwacht.
Vervolgstappen en mitigerende maatregelen •
•
Aangezien vaste verblijfplaatsen van vleermuizen in de gebouwen niet kunnen worden uitgesloten, is hier nader onderzoek noodzakelijk. Er dient hier gericht vleermuisonderzoek te worden uitgevoerd in de daarvoor geschikte periode (juniseptember). Ook is gericht onderzoek naar de aanwezigheid van Huismus noodzakelijk; Werkzaamheden die potentiële broedbiotopen van vogels verstoren of beschadigen dienen buiten het broedseizoen van de aanwezige vogels te worden gestart. De broedperiode verschilt per soort en soms ook per jaar en in het kader van de Floraen faunawet wordt voor het broedseizoen geen standaardperiode gehanteerd. Van belang is of een broedgeval wordt verstoord, ongeacht de datum. Voor de meeste van de aanwezige soorten kan de periode tussen half maart en half juli worden aangehouden als broedseizoen. Een soort als Houtduif kan echter tot half november broedend aangetroffen worden. Indien op een locatie geen broedende/nestelende vogels aanwezig zijn, mag het aanwezige potentiële broedbiotoop ook tijdens het broedseizoen verwijderd worden;
•
Voor de mogelijk voorkomende laag beschermde zoogdieren en amfibieën wordt als belangrijkste mitigerende maatregel fasering in tijd genoemd. Schade is – indien de planning van activiteiten dit toelaat - te minimaliseren door het eventueel verwijderen van beplanting, zoveel mogelijk uit te voeren in de periode september - oktober. Dit is buiten de voortplantings- en overwinteringsperiode van veel dieren, dus buiten de periode waarin dieren extra kwetsbaar zijn.
Bijlage 1: Ligging planlocatie (Bron kaartondergrond: Google Earth)
© EcoGroen Advies (2012) Alles uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt mits onder bronvermelding. EcoGroen Advies is lid van het Netwerk Groene Bureaus (www.netwerkgroenebureaus.nl), de brancheorganisatie voor groene adviesbureaus en conformeert zich tevens aan de door het netwerk opgestelde gedragscode. EcoGroen Advies heeft tevens van het Ministerie van EL&I een volledige ontheffing in gevolge artikel 75A van de Flora- en faunawet, voor de inventarisatie van beschermde planten en dieren in Nederland en het bezit en gebruik van diverse vangmiddelen (registratienummer FF/75A/2011/007). In overleg bestaat de mogelijkheid om voorliggende samenvatting uit te breiden tot een uitgeschreven rapportage. Neem daarvoor contact op met de auteur.
BIJLAGE 5
Gemeente Hof van Twente Plangebied project Kunstwerk te Diepenheim Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) BAAC Rapport V-11.0249, september 2011
Auteur: W.A. Bergman
Status: definitief
Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek
2
Colofon
ISSN
1873-9350
Auteur(s):
W.A. Bergman
Cartografie
W.A. Bergman mw. K. Pepers M.Sc
Redactie
drs. C. Verbeek
Copyright
Envita Almelo bv / BAAC bv te Deventer
Eindcontrole
drs. C. Verbeek
13-09-2011
Autorisatie (senior prospector)
drs. C. Verbeek
13-09-2011
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Gemeente Hof van Twente te Goor en/of BAAC bv te Deventer.
BAAC bv Onderzoeks- en adviesbureau voor Bouwhistorie, Archeologie, Architectuur- en Cultuurhistorie Graaf van Solmsweg 103 5222 BS ‘s-Hertogenbosch Tel.: (073) 61 36 219 Fax: (073) 61 49 877 E-mail: [email protected]
3
Postbus 2015 7420 AA Deventer Tel.: (0570) 67 00 55 Fax: (0570) 61 84 30 E-mail: [email protected]
Plaatsnaam, toponiem
Administratieve gegevens Onderzoekgegevens Type onderzoek Datum opdracht Datum veldwerk Datum rapportage: Uitvoerder
Projectleider BAAC-rapport Opdrachtgever
Bevoegde overheid
Beheer documentatie
Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) 1 augustus 2011 6 september 2011 27 september 2011 BAAC bv, vestiging Deventer Postbus 2015 7420 AA Deventer 0570-670055 W.A. Bergman [email protected] V-11.0249 Envita Almelo B.V. G. Klein Teeselink Postbus 54 7470 AB Goor 0546-532074 Gemeente Hof van Twente Postbus 54 7470 AB Goor 0547-858585 Bibliotheek Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en archief BAAC
Locatiegegevens Provincie Gemeente Plaats Toponiem Kaartblad Oppervlakte RD-coördinaten
Gegevens Archis
Overijssel Hof van Twente Diepenheim project Kunstwerk 34B 1 ha 234.518 / 468.808 234.584 / 468.843 234.724 / 468.707 234.677 / 468.623 Onderzoeksmeldingsnummer Onderzoeksnummer AMK-terrein Waarnemingnummer(s) Vondstmeldingsnummer(s) Periode(s)
Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek
47925 37847 13974 N.v.t. N.v.t. LME-NT
4
Inhoud Administratieve gegevens
4
Samenvatting
7
1
Inleiding 1.1 Onderzoekskader 1.2 Ligging van het gebied
9 9 10
2
Bureauonderzoek 2.1 Werkwijze 2.2 Landschappelijke ontwikkeling 2.3 Bewoningsgeschiedenis 2.3.1 Inleiding 2.3.2 Archeologie 2.4 Actueel Hoogtebestand Nederland 2.4 Archeologische verwachting 2.4.1 Algemeen
11 11 11 13 13 16 18 18 18
3
Inventariserend Veldonderzoek 3.1 Werkwijze 3.2 Veldwaarnemingen 3.3 Verkennend booronderzoek 3.3.1 Lithologie en bodemopbouw 3.3.2 Archeologische indicatoren 3.4 Archeologische interpretatie
21 21 22 22 22 23 23
4
Conclusie en aanbevelingen 4.1 Conclusie 4.2 Aanbevelingen
25 25 26
5 Geraadpleegde bronnen
29
Bijlagen
31
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3
5
overzicht van geologische en archeologische tijdvakken boorpuntenkaart met verwachtingszones boorstaten
Plaatsnaam, toponiem
Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek
6
Samenvatting In opdracht van Envita Almelo B.V. heeft BAAC bv een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek met behulp van boringen (verkennende fase) uitgevoerd in het plangebied project Kunstwerk aan de Hagen, Raadhuistraat en Ruimersdijk te Diepenheim. Dit gebied grenst aan de noordoostzijde aan de middeleeuwse kern van e Diepenheim. Tot aan het eind van de 18 eeuw was het plangebied e hoofdzakelijk in gebruik wei- en hooiland. Vanaf het begin van de 19 eeuw werd het plangebied bij de voormalige bebouwde kom betrokken. e Delen van het plangebied zijn vanaf het eind van de 19 eeuw tot in de e eerste helft van de 20 als bleekveld in gebruik geweest. Uit het veldonderzoek blijkt dat in het zuidoostelijke deel van het plangebied een pakket grond van minstens 130 cm is opgebracht. De oorspronkelijke bodem ligt circa 60 cm lager ten opzichte van het westelijke deel. In het westelijke deel van het plangebied is de bodem tot 60 à 90 cm –mv verstoord. In een boring die is gezet achter de bestaande bebouwing aan de Raadhuisstraat 11 is onder de verstoorde laag een begraven A-horizont aangetroffen. In deze laag zijn ondermeer houtskoolspikkels en gemineraliseerd bot gevonden. Deze laag is niet te dateren, maar het vondstmateriaal zal niet ouder zijn dan laat middeleeuws. Deze boring is indicatief voor de gehele zone ten westen van de splitsing Raadhuisstraat/Hagen. Op basis van de resultaten van onderhavig onderzoek acht BAAC bv een archeologisch vervolgonderzoek in de vorm van een proefsleuvenonderzoek noodzakelijk. Dit geldt voor de zones waar bodemingrepen tot in de begraven A-horizont of C-horizont zullen worden uitgevoerd.
7
Plaatsnaam, toponiem
Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek
8
1
Inleiding
1.1 Onderzoekskader In opdracht van Envita Almelo B.V. heeft het onderzoeks- en adviesbureau BAAC bv een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek met behulp van boringen (verkennende fase) uitgevoerd in het plangebied project Kunstwerk te Diepenheim. Aanleiding voor het onderzoek is een geplande herinrichting van het terrein, waarbij de huidige bebouwing behouden blijft. De minimale bodemverstoring bij de herinrichting is te verwachten tot in de C-horizont van de bodem, waarbij een gerede kans bestaat dat eventueel aanwezige archeologische waarden verstoord of vernietigd worden. Het doel van een bureauonderzoek is het verwerven van informatie over bekende of verwachte archeologische waarden binnen een omschreven gebied aan de hand van bestaande bronnen. Met behulp van de verworven informatie wordt een specifiek archeologisch verwachtingsmodel opgesteld. Het inventariserend veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek heeft tot doel inzicht te krijgen in de vormeenheden van het landschap, voor zover deze van invloed zijn op de locatiekeuze in het verleden en om de intactheid van het bodemprofiel te bepalen. Tijdens het onderzoek dienen de volgende onderzoeksvragen uit het Plan van 1 Aanpak te worden beantwoord: ▪
▪
▪ ▪ ▪
Zijn binnen het plangebied bekende archeologische waarden aanwezig? Zo ja, zijn er gegevens bekend over de omvang, ligging, aard en datering hiervan? Wat is de verwachte bodemopbouw in het gebied en zijn er gegevens bekend over bodemverstorende ingrepen in het verleden binnen het plangebied? Wat is de specifieke archeologische verwachting voor het gebied? Hoe is de bodemopbouw en is deze nog intact? Is vervolgonderzoek nodig om de door het bureauonderzoek en verkennend booronderzoek in beeld gebrachte gebieden met een archeologische verwachting en een intact bodemprofiel nader te onderzoeken en zo ja, in welke vorm?
Het onderzoek is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse 2 Archeologie, versie 3.2 en het onderzoeksspecifieke Plan van Aanpak. 1
9
Buesink 2011.
Plaatsnaam, toponiem
1.2 Ligging van het gebied Het plangebied ligt in het noordelijk deel van de bebouwde kom van Diepenheim (Gemeente Hof van Twente) en betreft onder andere het openbaar terrein de Hagen en een gedeelte van de Raadhuisstraat. Tevens wordt een aantal aangrenzende en nabijgelegen percelen bij het plangebied betrokken. De locatie omringt grotendeels het gemeentelijk monument de Stadsbleek. De Stadsbleek zal tijdens en na de voorgenomen herontwikkeling intact blijven. De locatie wordt verder ingesloten door het openbaar terrein van de Kuimgaarden, Grotestraat, Wolbertustraat, Ruimersdijk en de Broenshof. De oppervlakte bedraagt circa 1 ha. In figuur 1.1 is de ligging van het plangebied weergegeven.
Figuur 1.1 Ligging van het plangebied.3 2
SIKB 2010.
3
ANWB 2004.
Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek
10
2
Bureauonderzoek
2.1 Werkwijze Tijdens het bureauonderzoek is aan de hand van bestaande bronnen een archeologische verwachting voor het plangebied opgesteld. Bij de inventarisatie van de archeologische waarden is gebruik gemaakt van gegevens uit het Centraal Archeologisch Archief (CAA) en het Centraal Monumenten Archief (CMA) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), evenals de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW). Hierbij is het Archeologisch Informatie Systeem (ARCHIS) gebruikt. De provinciale cultuurhistorische waardenkaart is geraadpleegd, evenals de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart. Met name voor de recentere archeologische periodes zijn diverse historische bronnen geraadpleegd, daarnaast is contact opgenomen met de lokale heemkundekring Old Deep’n. Er is gebruik gemaakt van het Actueel Hoogtebestand Nederland en oude topografische kaarten. Literatuur over de geologie, geomorfologie en de bodemopbouw van het onderzoeksgebied is eveneens bestudeerd om op basis van locatiekeuze-theorieën een uitspraak te doen over de kans op aanwezigheid van archeologische resten. In navolgende paragrafen worden de resultaten van het bureauonderzoek beschreven. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een synthese in de vorm van een specifieke archeologische verwachting. Een opsomming van de geraadpleegde literatuur en gebruikte kaarten is terug te vinden in de literatuurlijst. Voor een tabel met een overzicht van geologische en archeologische tijdvakken wordt verwezen naar bijlage 1.
2.2 Landschappelijke ontwikkeling 4
Volgens de geologische kaart komen in het plangebied fluvioperiglaciale afzettingen (zeer fijn-, matig fijn- en matig grof zand, plaatselijk met leem- en /of veenlagen dikker dan 2 m (Tw4) en dekzand, afgedekt door beekafzettingen (Tw3) voor. De fluvioperiglaciale afzettingen worden afgedekt door dekzand met een dikte van minder dan 2 m. Fluvioperiglaciale afzettingen en dekzand worden gerekend tot de Formatie van Boxtel, beekzafzettingen tot de Formatie van 5 Nieuwkoop. Het plangebied is vanwege de ligging in bebouwd gebied niet 6 gekarteerd op de geomorfologische kaart , maar op basis van de geomorfologische eenheden in de directe omgeving van het plangebied kunnen een lage smeltwaterterrasrest-heuvel al dan niet bedekt met dekzand 4
NITG-TNO 2000. De Mulder et al. 2003. 6 RGD/Stiboka 1979. 5
11
Plaatsnaam, toponiem
(vormeenheid 4K12), een beekoverstromingsvlakte (2M24) en lage dekzandruggen (3L5) verwacht worden. Het plangebied ligt in het Oost-Nederlandse zandgebied dat bestaat uit stuwwallen, dekzandruggen en –koppen en beekdalen. Gedurende het Pleistoceen (2,5 miljoen tot 10.000 jaar geleden) zijn er verscheidene zeer koude perioden geweest (glacialen/ijstijden), afgewisseld met warmere perioden (interglacialen). In de voorlaatste ijstijd, het Saalien (370.000 – 130.000 jaar geleden) was Nederland gedeeltelijk met een dik pakket landijs bedekt. In deze periode werden als gevolg van het zich verplaatsende landijs in verschillende 7 stadia de in de ondergrond aanwezige afzettingen opgestuwd. Onder deze omstandigheden werden vooral in Midden-Nederland stuwwallen gevormd. Door het smeltwater van het landijs en erosie werden ondermeer smeltwaterterrassen gevormd. Gedurende de laatste ijstijd (Weichselien, 115.000 – 11.755 jaar geleden) heeft het landijs Nederland niet bereikt. Wel is het klimaat tijdens de laatste ijstijd van invloed geweest op het huidige landschap. In deze periode was weinig vegetatie aanwezig en trad een sterke verstoring op van de ondergrond door vorstverschijnselen. De ondergrond was permanent bevroren waardoor, sneeuwsmeltwater oppervlakkig afstroomde en erosiemateriaal meevoerde. Het meegevoerde materiaal bestaat in het plangebied uit fijnere zanden met plaatselijk leem- en veenlagen. In het laatste deel van het Weichselein kon lokaal 8 zand gemakkelijk door de wind kon worden verplaatst. Dit zand werd als een afdekkend pakket afgezet en wordt dekzand genoemd. Kenmerkend voor dekzand zijn de afgeronde korrels en het goed gesorteerde fijne zand. Na het Weichselien werd het klimaat warmer en vochtiger. De afvoer van water uit de Schipbeek of Diepenheimse Molenbeek stagneerde door dekzandruggen of de stuwwal bij Stokkum. De beken traden buiten hun oevers en het slib werd getransporteerd naar en afgezet op lage terreingedeelten, waar beekoverstromingvlaktes ontstonden. In het Holoceen, dat circa 10.000 jaar geleden begon, werd het hogere dekzandreliëf door vegetatie vastgelegd. De vegetatie verhinderde tevens verstuiving en erosie van de dekzanden, waardoor zich een bodem kon gaan vormen. Het plangebied is op de bodemkaart vanwege de ligging in bebouwd gebied niet gekarteerd. Op grond van de bodems in de omgeving kan in het plangebied een beekeerdgrond (pZg23) met grondwateren/of een hoge zwarte enkeerdgrond (zEZ23) worden verwacht. De bovengenoemde bodemtypes worden hierna kort beschreven: Beekeerdgronden zijn kalkloze zandgronden met een dunne tot matig dikke humushoudende bovengrond (A-horizont van 15-50 cm). Deze donker gekleurde A-horizont ligt direct op een licht gekleurde ondergrond die nog weinig door bodemvorming is veranderd (C-horizont). De beekeerdgronden liggen relatief laag. Roest- en reductievlekken komen voor in de A-horizont, beginnen ondieper dan 35 cm onder maaiveld en lopen door tot 120 cm of tot in de permanent gereduceerde ondergrond. De grondwaterstand is hoog, zodat onder de Ahorizont de ijzerhuidjes rondom de zandkorrels ontbreken.
7 8
Berendsen 1998. Berendsen 1998.
Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek
12
Enkeerdgronden zijn zandgronden met een niet-vergraven, dikke humushoudende bovengrond (Aa-horizont van minimaal 50 cm dik). Deze dikke humushoudende bovengrond wordt ook wel een plaggendek of esdek genoemd. Dit plaggendek is ontstaan door het eeuwenlang opbrengen van een mengsel van plaggen en potstalmest op de akkers. De plaggen werden gestoken op nabij gelegen gras-, bos- of heidepercelen en in de potstal gelegd om de uitwerpselen en urine van het vee op te vangen. Vaak werd ook het nederzettingsafval vermengd met de plaggen, waardoor in plaggendekken vaak zogenaamd mestaardewerk voorkomt. De plaggen werden met de uitwerpselen en het nederzettingsafval vervolgens als mest op de akkers gebracht. Op een akkercomplex op arme zandgrond konden zo gedurende langere tijd gewassen worden verbouwd, zonder dat de bodemvruchtbaarheid daarbij uitgeput raakte. De oogsten konden daardoor op peil blijven. De hoge zwarte enkeerdgronden hebben meestal een zandig tot zwak lemig plaggendek. De nabijheid van zwarte enkeerdgronden bij heideontginningen suggereert dat de zwarte kleur vooral het gevolg is van het gebruik van heideplaggen. Ter plaatse van de plaggendekken kan het originele maaiveld zijn opgehoogd met minimaal 0,5 m en lokaal zelfs meer dan 1 m, terwijl het maaiveld in de afgeplagde gebieden rondom het akkercomplex juist is verlaagd. Bij hele dikke plaggendekken (> 1 m) is soms sprake van een bruin plaggendek in de ondergrond en een donkerbruin tot zwart plaggendek in de top van de bodem. Dit kan wijzen op een meerfasige opbouw van het plaggendek, waarbij verschillende brongebieden voor het strooisel zijn afgeplagd. De verwachte grondwatertrap is III waar beekeerdgronden voorkomen en V elders. De grondwaterstand en fluctuaties daarvan (tabel 2.1) zijn van grote betekenis voor de conserveringstoestand van archeologische resten. Tabel 2.1: Grondwatertrappenindeling met de gemiddeld hoogste grondwaterstand in cm beneden maaiveld (GHG in cm -mv) en de gemiddeld laagste grondwaterstand in cm beneden maaiveld (GLG in cm -mv).
Grondwatertrap GHG in cm -mv GLG in cm -mv
III <40 80-120
V <40 >120
Ter plaatse van ondergrondse infrastructuur zullen waarschijnlijk geen archeologische sporen meer aanwezig zijn. Waar oorspronkelijk beekeerdgronden lagen, zal de bodem waarschijnlijk tot aan de C-horizont verstoord zijn bij de aanleg van bovengrondse infrastructuur. Vanwege de dikte van een plaggendek, kan hier de bodem vanaf de basis van de A-horizont van de bodem intact zijn. Buiten de huidige infrastructuur en ook waterpartijen bestaat nog een kans op het aantreffen van een intact bodemprofiel.
2.3 Bewoningsgeschiedenis 2.3.1 Inleiding Het gevarieerde landschap van de gemeente Hof van Twente met droge en natte gebieden bood de bewoners in het verleden een breed scala aan bestaans- en vestigingsmogelijkheden. De eerste mensen vestigden zich op de hogere delen in het landschap zoals de stuwwallen en dekzandruggen, meestal in de buurt van
13
Plaatsnaam, toponiem
9
een waterloop. In Twente zijn vondsten bekend vanaf het midden-paleolithicum. De vondsten uit de perioden midden-paleolithicum tot in het neolithicum duiden vaak op een tijdelijk kamp dat seizoensmatig werd bewoond, afhankelijk van het voedselaanbod. Vanaf het neolithicum ging de mens zich steeds meer toeleggen op het verbouwen van voedsel en het houden van vee. Hoger gelegen gebieden kenden een toenemende bevolkingsdichtheid en zijn vaak voortdurend bewoond geweest tot in de Romeinse tijd. In het algemeen nam de bevolkingsdichtheid aan het einde van de Romeinse tijd sterk af, en nam in de middeleeuwen weer toe. Door de toenemende bevolking in de middeleeuwen veranderde het landschap en werd het in cultuur gebracht. Bos werd gekapt en veen werd ontgonnen. Door begrazing met schapen kreeg het potentieel aan natuurlijke vegetatie geen groeikans meer en ontstonden heidevelden. Betere gronden werden gebruikt als landbouwgrond. Verspreid in het landschap werden kleine boerenbedrijven gevestigd op verhogingen in het landschap waarop landbouw werd bedreven. Bij minerale uitputting van de bodem werd plaggenmest opgebracht en ontstonden de essen met enkeerdgronden zoals beschreven in de vorige paragraaf. Relatief laaggelegen beekdalbodems werden vaak gebruikt voor het beweiden van vee. Met de komst van kunstmest zijn veel heidevelden ontgonnen tegen het eind van e de 19 eeuw, waardoor oude escomplexen niet verder werden uitgebreid. Diepenheim ligt op de overgang tussen hogere dekzandgronden en een beekdal. In 1422 kreeg Diepenheim stadsrechten en werd omgracht en voorzien van 10 bruggen en poorten. Het plangebied ligt juist buiten het oude centrum, zoals zichtbaar is op een topografische kaart uit het eind van de achttiende eeuw (figuur 2.1). Langs de zuidrand van het plangebied liggen tuinen.
11 Figuur 2.1: 2.1:Uitsnede van de topografische kaart uit circa 1780. De ligging van het
plangebied is met de rode contour aangegeven.
Op meer gedetailleerde kaarten eerste kadastrale kaarten uit circa 1832 is zichtbaar dat ten noorden/noordwesten een bouwlandcomplex met het toponiem Het Riemersteger Blok ligt en in het zuiden en westen van het plangebied de weg
9
Boshoven et al. 2008. Boshoven et al. 2008. 11 Versfelt 2003. 10
Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek
14
van Diepenheim naar Goor loopt (figuur 2.2). Het plangebied is deels bebouwd. Bij de bebouwing liggen tuinen. Direct ten noorden van de weg Diepenheim12 Goor ligt wei- en hooiland. Historische elementen zijn niet weergegeven.
13 Figuur 2.2: 2.2:Uitsnede van de kadastrale kaart uit 1832. De ligging van het plangebied is met
de rode contour aangegeven.
Op een kaart uit 1910 (figuur 2.3) is direct ten noorden van de weg DiepenheimGoor de stadsbleek van Diepenheim weergegeven. Na de jaren ’50 van de vorige 14 eeuw raakt het plangebied verder bebouwd.
15 Figuur 2.3: 2.3:Uitsnede van de topografische kaart uit 1910. Het plangebied (rode contour) is iets in zuidelijke richting verschoven ten opzichte van de werkelijkheid. De witte vlakken zijn bouwland, de lichtgroene vlakken grasland en de rode vlakken zijn bebouwing. De zwarte stipjes zijn bomen langs wegen en sloten.
12
WatWasWaar 2011. WatWasWaar 2011. 14 WatWasWaar 2011. 15 Uitgeverij Robas Produkties 1989. 13
15
Plaatsnaam, toponiem
2.3.2 Archeologie Volgens de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart (figuur 2.4) is de kans op het aantreffen op archeologische resten in de periferie van de oude kern van Diepenheim middelhoog en het overige deel laag.
Figuur 2.4: 2.4:Uitsnede van de archeologische verwachtingskaart van de gemeente Hof van Twente.16 De ligging van het plangebied is met de rode contour aangegeven.
Het plangebied grenst volgens de Archeologische Monumenten Kaart (AMK) aan 17 een terrein van archeologische waarde. Dit betreft de laat middeleeuwse stadskern van Diepenheim. Op dit terrein zijn ondermeer kloostermoppen, funderingsresten en keramiek uit de late middeleeuwen en of nieuwe tijd 18 gevonden. Buiten middeleeuwse bebouwing zijn binnen een straal van 500 m rondom het plangebied geen vondstmeldingen of waarnemingen. Op circa 400 m ten noorden van het plangebied is in 2005 door de Steekproef een archeologisch 16
Boshoven et al. 2008. RCE 2011, AMK terrein 13974. 18 Archis-waarnemingen 4899, 4908, 4907, 4906 en 13631. 17
Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek
16
19
booronderzoek uitgevoerd. Hierbij zijn 17 boringen geplaatst, waarbij geen archeologische indicatoren zijn aangetroffen. Voor een terrein (uitbreiding pastorie) op circa 200 m ten zuidwesten van het plangebied is in 2009 door 20 Synthegra een bureauonderzoek uitgevoerd. Zij adviseren voor dit terrein een archeologische begeleiding uit te laten voeren door amateur archeologen. Bij een archeologisch booronderzoek dat door Archeopro in 2011 op circa 200 m ten westen van het plangebied is uitgevoerd zijn geen archeologische resten 21 aangetroffen. Bovendien was de bodem grotendeels verstoord. De heemkundekring Old Deep’n heeft geen nadere informatie verstrekt.
19
Onderzoeksmelding 13951. Onderzoeksmelding 34608. 21 Onderzoeksmelding 46850 en Exaltus, van de Feest en Orbons 2011. 20
17
Plaatsnaam, toponiem
2.4 Actueel Hoogtebestand Nederland In figuur 2.5 is een uitsnede van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) weergegeven. De hoogte van het maaiveld ligt binnen het plangebied volgens het AHN tussen circa 11,3 m +NAP (de blauw gekleurde zone) en 13,0 m +NAP (de bruin gekleurde zone). De oude kern van Diepenheim ligt op meer dan 13 m +NAP. De groene kleurde zones liggen op circa 12,3 m +NAP en de geel gekleurde zones op circa 12,5 m +NAP.
Figuur 2.5: 2.5:Uitsnede van het Actueel Hoogtebestand Nederland.
2.4 Archeologische verwachting 2.4.1 Algemeen Het plangebied grenst aan de historische kern van Diepenheim. De plaatsnaam is te vertalen als woonplaats in een laagte. Op het Actueel Hoogtebestand Nederland is af te leiden dat de kern juist hoog ligt in een relatief laag gelegen gebied. Pas in de loop van de late middeleeuwen werden, met uitzondering van
Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek
18
de vroeg Romeinse tijd, landschappelijk lager gelegen gebieden als woonplaats gekozen. Doorgaans waren hogere dekzandgebieden vanaf de steentijd meer aantrekkelijke plaatsen om te wonen. Ze lagen hoog en droog en de lichte zandgronden zijn goed bewerkbaar. Gezien de vondsten van artefacten en aardewerk uit de late middeleeuwen in de directe omgeving, de historische bebouwing aan de weg Goor-Diepenheim en de stadsbleekworden er binnen het plangebied vooral archeologische resten uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd verwacht. Archeologische vondsten en bewoningssporen kunnen bij een intact bodemprofiel in een beekeerdgrond worden verwacht op of binnen 50 cm beneden maaiveld. Bewoningssporen kunnen worden verwacht vanaf de onderzijde van de Ah/Ap-horizont. Omdat de laaggelegen beekeerdgronden vaak in gebruik waren als niet geploegd weiland, zullen eventuele vindplaatsen in of onder de bouwvoor veelal nog gaaf zijn. Vanwege de periodiek hoge grondwaterstand is de kans op een goede conservering van organische resten en botmateriaal groter dan bij de hoger gelegen en drogere bodems. Zeer waarschijnlijk is de bodem in het plangebied tot in of aan de C-horizont verrommeld Gezien het historisch grondgebruik en de locale hoogteverschillen is het noordoostelijke deel en mogelijk een deel in het noordwesten van het plangebied opgehoogd met plaggen en mest uit de potstal waardoor een enkeerdgrond is ontstaan. Archeologische vondsten en bewoningssporen kunnen bij een enkeerdgrond op dekzand worden verwacht aan de basis van het plaggendek en in de top (Ah-, E-, Bh- en Bs-horizonten) van een eventueel daar onder begraven bodemprofiel (meestal een humuspodzol). De plaggenbemesting kwam vanaf de late middeleeuwen eeuw in zwang, zodat vooral vindplaatsen uit de vroege- en volle middeleeuwen en eventueel voorafgaande periodes bewaard zijn gebleven. Hoewel plaggendekken een goede conserverende eigenschap vormen voor de archeologische waarden in de ondergrond is de conserveringsgraad ervan in het plangebied afhankelijk van de dikte van het dek en de invloed van grondbewerking.
19
Plaatsnaam, toponiem
Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek
20
3
Inventariserend Veldonderzoek
3.1 Werkwijze Het inventariserend veldonderzoek is uitgevoerd op basis van de resultaten van het bureauonderzoek. Hierbij is de tijdens het bureauonderzoek opgestelde archeologische verwachting in het veld getoetst. Bij het inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) is het plangebied onderzocht op de geomorfologische, geologische en bodemkundige karakteristieken. Ook geeft het booronderzoek informatie over de intactheid van de bodem en daarmee informatie over de gaafheid van een eventuele archeologische vindplaats. Om inzicht te verkrijgen in de geologische en bodemkundige opbouw van de gebieden zijn gemiddeld zes boringen per hectare verricht met een Edelmanboor met een diameter van 7 cm. In het plangebied zijn zeven boringen geplaatst, waarvan vijf tot in de C-horizont. Het gebruikte aantal boringen is ontoereikend om eventueel aanwezige vindplaatsen te kunnen karteren. De boringen zijn uitgevoerd tot maximaal 2,2 m beneden maaiveld. De locaties van de boringen zijn ingemeten met een GPS. De hoogteligging ten 22 opzichte van NAP is uit het Actueel Hoogtebestand Nederland gehaald. Hoewel het verkennende onderzoek niet specifiek is gericht op het opsporen van archeologische indicatoren is wel op de aanwezigheid daarvan gelet. De bodemlagen zijn met de hand en op het oog onderzocht op de aanwezigheid van archeologische indicatoren. Archeologische indicatoren (bv. aardewerk, huttenleem, vuursteen, metaal, houtskool en al dan niet verbrand bot) kunnen een aanwijzing zijn voor de aanwezigheid van een archeologische vindplaats ter plaatse of in de nabijheid van de boring met indicator. De bodemlagen zijn 23 24 lithologisch en bodemkundig beschreven. Het veldonderzoek heeft plaatsgevonden op 6 september 2011. In navolgende paragrafen worden de resultaten van het veldonderzoek beschreven. De locaties van de boringen staan weergegeven op de boorpuntenkaart (bijlage 2). De maaiveldhoogte (in meters t.o.v. NAP) is per boring vermeld in de boorstaten (bijlage 3).
22 23 24
21
AHN 2011. NEN 1989. De Bakker en Schelling 1989.
Plaatsnaam, toponiem
3.2 Veldwaarnemingen Door de aanwezige bebouwing, verharding en begroeiing waren aan het maaiveld geen aanwijzingen zichtbaar die zouden kunnen duiden op de aanwezigheid van archeologische resten in de bodem (figuur 3.2).
Figuur 3.1: Zicht op het plangebied met vanaf linksboven met de klok mee de Hagen in het zuidoosten, deel van het plangebied ten noorden van de Ruimersdijk, de Raadhuisstraat van de kruising met de Ruimersdijk en de splitsing Hagen/Raadhuisstraat.
3.3 Verkennend booronderzoek 3.3.1 Lithologie en bodemopbouw In het zuidoostelijke deel van het plangebied een 1,3 tot meer dan 2,2 m dik pakket grond opgebracht. Dit pakket bestaat uit gevlekt matig fijn zand met ondermeer baksteenresten. Ter plaatse van de boringen 1 en 2 is onder het opgebrachte pakket het voormalige maaiveld aangetroffen. De begraven Ahorizont bestaat uit sterk humeus, donker bruingrijs zand, waarbij in boring 1 baksteenresten voorkomen en in boring 2 zandbandjes. De begraven A-horizont gaat met een scherpe grens over in beekafzettingen (C-horizont). Deze bestaat matig gesorteerd matig fijn zand. Ter plaatse van boring 1 is deze laag 10 cm dik en gaat geleidelijk over in dekzand. Ter plaatse van boring 2 is deze laag minstens 30 cm dik. De top van de C-horizont ligt op circa 10,7 m +NAP. Boring 3 is vastgelopen in een puinlaag op 70 cm benden maaiveld (-mv). Boring 4 is gestaakt op 2,2 m –mv. De hoogte van het maaiveld in het zuidoostelijke deel ligt tussen 12,45 en 12,97 m +NAP tegen circa 12,15 m +NAP in het westelijk deel van het plangebied. De top van de C-horizont ligt in het westelijke deel op 11,3 m +NAP. Deze gegevens indiceren dat het westelijke deel oorspronkelijk hoger heeft gelegen. De top van de C-horizont (beekafzettingen) ligt hier op 75 à 90 cm –mv. De bovengrond ter plaatse van de boringen 5 en 7 bestaat uit puinhoudend, gevlekt zand. Hier is de top van de C-horizont in de bovengrond opgenomen. In
Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek
22
boring 6 is tot 60 cm –mv een minder gevlekte bovengrond aangetroffen. Tussen deze laag en een kleiige C-horizont is een begraven A-horizont waargenomen.
3.3.2 Archeologische indicatoren In de begraven A-horizont van boring 6 zijn tussen 60 en 90 cm –mv enkele fragmenten gemineraliseerd bot, ijzerslakken, houtskool en baksteen aangetroffen. In de verstoorde bovenlaag van boring 5 is een fragment e e dubbelzijdig geglazuurd aardewerk uit de 18 of 19 eeuw gevonden. In de overige boringen zijn bij controle van het opgeboorde materiaal geen archeologische indicatoren aangetroffen
3.4 Archeologische interpretatie e
Ter plekke van boring 6 stond aan het begin van de 19 eeuw bebouwing. De huidige bebouwing nabij de locatie van de boring (foto linksonder in figuur 3.1) zal recenter zijn, maar bij de bouw hiervan zal de bodem niet dieper verstoord zijn dan circa 60 cm –mv. De vondsten uit de begraven A-horizont indiceren menselijke activiteit in de late middeleeuwen of nieuwe tijd in de directe omgeving van de locatie van de boring. Sporen ter hoogte van de boringen 5 en 7 zijn afgetopt, maar diepere sporen zullen bewaard zijn gebleven. Bij boring 7 is de verstoring te verklaren daar hier in 1832 bebouwing aanwezig was. Ook in het zuidoostelijke deel was bebouwing aanwezig, waardoor blijkt dat de lage ligging niet of nauwelijks van invloed is geweest op bebouwing uit de nieuwe tijd. In het noordoostelijke deel van het plangebied worden, gezien de diepte van de verstoringen geen archeologische waarden verwacht.
23
Plaatsnaam, toponiem
Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek
24
4
Conclusie en aanbevelingen
4.1 Conclusie Hieronder volgt de beantwoording van de onderzoeksvragen zoals gesteld in het Plan van Aanpak:
Zijn binnen het plangebied bekende archeologische waarden aanwezig? Zo ja, zijn er gegevens bekend over de omvang, ligging, aard en datering hiervan? Ten noorden van de voormalige weg Diepenheim-Goor, de huidige Hagen, ligt e het gemeentelijk monument Stadsbleek. De bleek is aan het eind van de 19 eeuw in gebruik genomen. Op een kaart uit 1910 is zichtbaar de het toenmalige bleekveld groter was dan het huidige. Delen van de bleek vallen binnen het plangebied. Uit ouder historisch kaartmateriaal blijkt dat een deel van de voormalige weg Diepenheim-Goor met bebouwing erlangs binnen het plangebied lag. Het plangebied grenst aan een terrein van archeologische waarde. Dit betreft de laat middeleeuwse stadskern van Diepenheim. Op dit terrein zijn ondermeer kloostermoppen, funderingsresten en keramiek uit de late middeleeuwen en/of nieuwe tijd gevonden.
Wat is de verwachte bodemopbouw in het gebied en zijn er gegevens bekend plangebied? ed? over bodemverstorende ingrepen in het verleden binnen het plangebi Gezien het historisch grondgebruik en de locale hoogteverschillen is het noordoostelijke deel en mogelijk een deel in het noordwesten van het plangebied opgehoogd met plaggen en mest uit de potstal waardoor een enkeerdgrond is ontstaan. Hoewel plaggendekken een goede conserverende eigenschap vormen voor de archeologische waarden in de ondergrond is de conserveringsgraad ervan in het plangebied afhankelijk van de dikte van het dek en de invloed van grondbewerking. In de overige delen van het plangebied wordt een verstoorde bovengrond verwacht, waarbij de top van de oorspronkelijke bodem in de bouwvoor is opgenomen.
Wat is de specifieke archeologische verwachting voor het gebied? Gezien de vondsten van artefacten en aardewerk uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd in de directe omgeving, worden er binnen het plangebied vooral archeologische resten uit deze periode verwacht.
Hoe is de bodemopbouw en is deze nog intact? Uit het veldonderzoek blijkt dat de bodem in het westelijke deel van het plangebied tot 60 à 90 cm –mv bestaat uit een verstoorde bovenlaag. In twee van de drie geplaatste boringen is de top van de C-horizont in de bovengrond opgenomen. In een boring (6) die is gezet achter de bestaande bebouwing aan de Raadhuisstraat 11 is onder de verstoorde laag een begraven A-horizont aangetroffen. Ook deze is geroerd, maar mogelijk gaat deze verstoring terug tot
25
Plaatsnaam, toponiem
in de middeleeuwen. In het zuidoostelijke deel van het plangebied is een pakket grond van minstens 130 cm opgebracht. De oorspronkelijke bodem ligt circa 60 cm lager ten opzichte van het westelijke deel.
Zijn in het plangebied archeologische resten aanwezig? Zo ja, wat is de aard en datering van de ze resten en wat is de verspreiding hiervan? In de begraven A-horizont van boring 6 zijn tussen 60 en 90 cm –mv enkele fragmenten gemineraliseerd bot, ijzerslakken, houtskool en baksteen aangetroffen. Deze laag is niet te dateren, maar het vondstmateriaal zal niet ouder zijn dan laat middeleeuws. Deze boring is indicatief voor de gehele zone ten westen van de splitsing Raadhuisstraat/Hagen.
In hoeverre worden archeologische resten bedreigd en is vervolgonderzoek nodig om de door het bureauonderzoek en verkennend verkennend booronderzoek in beeld nader er te gebrachte gebieden met een bepaalde archeologische verwachting nad onderzoeken? zo ja, in welke vorm? Indien bodemingrepen ten westen van de Raadhuisstraat worden uitgevoerd, dient eerst een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd te worden. Ter hoogte van de boringen 1, 6 en 7 heeft in 1832 bebouwing gestaan. Boring 2 is onverstoord en bij boring 5 is gezien de hoogte van de C-horizont niet of nauwelijks afgetopt. Ter hoogte van de boringen 2 en 5 kunnen sporen van grondgebruik (erven, kuilen, greppels enz.) worden aangetroffen die in relatie staan tot de bebouwing in de directe omgeving. Samenvattend: een hoge verwachting voor sporen en muurwerk van oude bebouwing ter hoogte van de boringen 1, 6 en 7. De oppervlakte van deze zone is circa 3200m² (bijlage 2). Een middelhoge verwachting voor sporen van grondgebruik ter hoogte van de boringen 2 en 5. De oppervlakte van deze zone is circa 5400 m².
4.2
Aanbevelingen
Op basis van de resultaten van onderhavig onderzoek acht BAAC bv een archeologisch vervolgonderzoek in de vorm van een proefsleuvenonderzoek noodzakelijk. Dit geldt voor de zones waar bodemingrepen tot in de oorspronkelijke A-horizont en/of C-horizont zullen worden uitgevoerd. Mogelijk komen ter hoogte van de boringen 1, 6 en 7 funderingen en muurresten voor. Hier zijn proefsleuven vanaf circa 30 cm –mv aan te bevelen. Het doel van het proefsleuvenonderzoek is het verkrijgen van informatie over het voorkomen van eventuele grondsporen en muurwerk en daarmee het vaststellen van de gaafheid en conserveringsgraad. Op basis daarvan kan de behoudenswaardigheid van een eventuele vindplaats beoordeeld worden. Bovenstaand advies is beoordeeld door de bevoegde overheid (gemeente Hof van 25 Twente). Vooralsnog moet echter eerst nog worden vastgesteld wat de aard en diepte van de bodemingrepen zal zijn. Het proefsleuvenonderzoek dient alleen te worden uitgevoerd indien er als gevolg van de voorgenomen plannen bodemingrepen dieper dan 40 cm en over een oppervlak van meer dan 5000 m² zijn te voorzien. Hoewel getracht is een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de gebruikte onderzoeksmethoden, kan de aanwezigheid van archeologische sporen of resten nooit volledig worden uitgesloten in de gebieden waarvoor geen
25
Toetsing en advies archeologisch onderzoek: Kunstwerk Diepenheim. Opgesteld door H. Oude Rengerink d.d. 23 september 2011.
Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek
26
vervolgonderzoek wordt aanbevolen. BAAC bv wil er daarom op wijzen dat men bij bodemverstorende activiteiten alert dient te zijn op de aanwezigheid van archeologische waarden (zoals vondstmateriaal en grondsporen). Bij het aantreffen van deze waarden dient men hiervan melding te maken bij de Minister (in de praktijk de RCE) conform artikel 53 van de Monumentenwet 1988.
27
Plaatsnaam, toponiem
Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek
28
5
Geraadpleegde bronnen
Bakker, H. de & J. Schelling, Schelling 1989. Systeem van bodemclassificatie voor Nederland, Staring Centrum, Wageningen. Berendsen, H.J.A., H.J.A. 1998. Landschappelijk Nederland. Van Gorcum, Assen. Buesink,A., 2011. Onderzoeksvoorstel – plan van aanpak Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) plangebied project Kunstwerk te Diepenheim. BAAC bv, Deventer. Wong, 2003. Mulder,de. E.F.J., M.C. Geluk, I.L. Ritsema, W.E. Westerhoff en T.E. Wong
De ondergrond van Nederland. Wolters-Noordhoff bv, Groningen/Houten. Nederlands Centrum van Normalisatie, 1989. Classificatie van onverharde
grondmonsters. NEN 5104. Delft. Exaltus, R., N. van der Feest en J. Orbons, 2011. Archeopro Archeologisch Rapport nr. 11065. Langs de Regge, Diepenheim, Gemeente Hof van Twente. Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O); Bureauonderzoek en verkennend booronderzoek. Archeopro, Maastricht. Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB), (SIKB) 2006. Leidraad inventariserend veldonderzoek, versie 3.1. Deel karterend booronderzoek. SIKB, Gouda. Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB), (SIKB) 2010.
Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.2. SIKB, Gouda.
Geraadpleegde kaarten ANWB, ANWB 2004. Topografische atlas Gelderland (1:25.000). ANWB, Den Haag. Uitgeverij Robas Producties, Producties 1989. Historische Atlas Overijssel, Chromotopografische Kaart des Rijks 1:25.000. Den Ilp. NITGNITG-TNO, TNO 2000. Geologische kaart van Nederland 1:50.000. Kaartblad 34 Oost/35Enschede Oost/Glanerbrug. NITG-TNO, Utrecht.
Geraadpleegde websites AHN, 2011. Actueel Hoogtebestand Nederland, online geraadpleegd in augustus 2011 via www.ahn.nl. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), (RCE) 2011. Centraal Archeologisch Archief (CAA), het Centraal Monumenten Archief (CMA), de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) en de bodemkaart van Nederland afkomstig van ARCHIS-II. Amersfoort. Online geraadpleegd in augustus 2011.
29
Plaatsnaam, toponiem
WatWasWaar, WatWasWaar 2011. Website met historisch kaartmateriaal, online geraadpleegd in augustus 2011 via http://watwaswaar.nl.
Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek
30
Bijlagen
1
Bijlage 1 overzicht van geologische en archeologische tijdvakken 2 Bijlage 2 boorpuntenkaart met verwachting verwachtingszones ingszones 3 Bijlage 3 boorstaten
31
Plaatsnaam, toponiem
Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek
32
Overzicht geologische en archeologische tijdvakken
Ouderdom in jaren
Chronostratigrafie
MIS
Holoceen 11.755 12.745 13.675 14.025
LaatWeichselien (LaatGlaciaal)
15.700
1 Late Dryas (koud) Allerød (warm) Vroege Dryas (koud) Bølling (warm)
Lithostratigrafie Formaties: Naaldwijk (marien), Nieuwkoop (veen), Echteld (fluviatiel)
2
LaatPleniglaciaal 29.000
50.000
MiddenWeichselien (Pleniglaciaal)
MiddenPleniglaciaal VroegPleniglaciaal
3
Formatie van Kreftenheye
Formatie van Boxtel
4
75.000
VroegWeichselien (VroegGlaciaal) 115.000 130.000
370.000 410.000
5a 5c 5d
Eemien (warme periode)
5e
Saalien (ijstijd)
6
Holsteinien (warme periode)
Formatie van Beegden
5b
Eem Formatie Formatie van Drente Formatie van Urk
Elsterien (ijstijd) 475.000
Cromerien (warme periode) 850.000
Pre-Cromerien 2.600.000
Formatie van Sterksel
Formatie van Peelo
Cal. jaren v/n Chr. 1950
14
C jaren
Chronostratigrafie
Pollen zones
0
Vb2
1500
Subatlanticum koeler vochtiger
450 0 12
Vb1 Va
Vegetatie Loofbos eik en hazelaar overheersen haagbeuk veel cultuurplanten rogge, boekweit, korenbloem
Archeologische perioden Nieuwe tijd Middeleeuwen Romeinse tijd IJzertijd
800 815
2650
IVb Subboreaal koeler droger
2000
3755
IVa
5000
4900
5300
7020
8240
III
Boreaal warmer
II
Preboreaal warmer
I
8000
9000
8800 11.755
Atlanticum warm vochtig
10.150
12.745
10.800
13.675
11.800
14.025
12.000
15.700
13.000
LaatWeichselien (LaatGlaciaal)
Late Dryas
LW III
Allerød
LW II
Vroege Dryas LW I Bølling
35.000
Loofbos eik en hazelaar overheersen beuk>1% invloed landbouw (granen)
Bronstijd
Neolithicum
Loofbos eik, els en hazelaar overheersen in zuiden speelt linde een grote rol den overheerst hazelaar, eik, iep, linde, es eerst berk en later den overheersend
Mesolithicum
parklandschap dennen- en berkenbossen open parklandschap open vegetatie met kruiden en berkenbomen
MiddenWeichselien (Pleniglaciaal)
perioden met een poolwoestijn en perioden met een toendra
VroegWeichselien (VroegGlaciaal)
perioden met bos en perioden met een subarctisch open landschap
Laat-Paleolithicum
75.000
115.000 130.000
Eemien (warme periode)
Midden-Paleolithicum loofbos
Saalien (ijstijd) 300.000
Vroeg-Paleolithicum Chronostratigrafie voor Noordwest-Europa volgens Zagwijn (1974), Vandenberghe (1985) en De Mulder et al. (2003). Lithostratigrafie volgens De Mulder et al. (2003). Mariene isotoop stadium (MIS) volgens Bassinot et al. (1994). Atmosferische data volgens Stuiver et al. (1998). Zuurstofisotoop calibratie (OxCal) versie 3.9 Bronk Ramsey (2003), toegepast op het Laat-Weichselien en het Holoceen. Archeologische periode-indeling en ouderdom volgens de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB). Vegetatie bewerkt volgens Berendsen (2000). Pollenzones volgens P. Vos & P. Kiden (2005).
234500
234600
234700
7
468800
234900
468800
.
234800
6
.
5
. 4
. 3
.
2 468700
468700
.
1
.
Diepenheim, Kunstwerk archeologische verwachtingskaart
468600
boorpunten
.
archeologische verwachting hoge verwachting op aantreffen van grondsporen en muurwerk middelhoge verwachting op sporen van grondgebruik geen sporen verwacht
topografische ondergrond 0
468600
plangebied
50 m © BAAC bv
234500
234600
234700
234800
234900
boring: 11249-1 beschrijver: WB, datum: 9-6-2011, X: 234.697, Y: 468.654, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 34B, hoogte: 12,45, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: plantsoen, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Overijssel, gemeente: Hof van Twente, plaatsnaam: Diepenheim, opdrachtgever: Envita Almelo B.V., uitvoerder: BAAC bv
0 cm -Mv / 12,45 m +NAP Lithologie: zand, matig siltig, zwak humeus, grijsbruin, matig fijn, kalkloos Bodemkundig: interpretatie: verstoord Archeologie: fragmenten bouwpuin (onbepaald) Opmerking: sterk gevlekt, baksteenresten
140 cm -Mv / 11,05 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, sterk humeus, donkerbruingrijs, matig fijn, weinig plantenresten, kalkloos Bodemkundig: begraven natuurlijke (ongeploegde) A-horizont Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) Opmerking: baksteen
180 cm -Mv / 10,65 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijs, matig fijn, kalkloos, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerd Opmerking: matig gesorteerd
190 cm -Mv / 10,55 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, lichtgrijsbruin, matig fijn, kalkloos, interpretatie: dekzand Bodemkundig: C-horizont Opmerking: goed gesorteerd
Einde boring op 210 cm -Mv / 10,35 m +NAP
boring: 11249-2 beschrijver: WB, datum: 9-6-2011, X: 234.690, Y: 468.707, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 34B, hoogte: 12,58, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: plantsoen, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Overijssel, gemeente: Hof van Twente, plaatsnaam: Diepenheim, opdrachtgever: Envita Almelo B.V., uitvoerder: BAAC bv
0 cm -Mv / 12,58 m +NAP Lithologie: zand, matig siltig, zwak humeus, bruin, matig fijn, kalkloos Bodemkundig: interpretatie: verstoord
40 cm -Mv / 12,18 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, zwak humeus, bruin, matig fijn, kalkloos Bodemkundig: interpretatie: verstoord Archeologie: veel fragmenten bouwpuin (onbepaald) Opmerking: baksteenresten
75 cm -Mv / 11,83 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijsgeel, matig fijn, kalkloos Bodemkundig: veel Fe-vlekken, interpretatie: opgebrachte grond
100 cm -Mv / 11,58 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijsgeel, matig fijn, kalkloos Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond
130 cm -Mv / 11,28 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, donkergrijsbruin, enkele zandlagen, matig fijn, kalkloos Bodemkundig: begraven natuurlijke (ongeploegde) A-horizont
170 cm -Mv / 10,88 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijs, humusvlekken, matig fijn, kalkloos, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: C-horizont
Einde boring op 200 cm -Mv / 10,58 m +NAP
boring: 11249-3 beschrijver: WB, datum: 9-6-2011, X: 234.691, Y: 468.742, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 34B, hoogte: 12,72, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: plantsoen, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Overijssel, gemeente: Hof van Twente, plaatsnaam: Diepenheim, opdrachtgever: Envita Almelo B.V., uitvoerder: BAAC bv
0 cm -Mv / 12,72 m +NAP Lithologie: zand, matig siltig, zwak humeus, bruin, matig fijn, kalkloos Bodemkundig: interpretatie: verstoord Opmerking: gevlekt
60 cm -Mv / 12,12 m +NAP Lithologie: niet benoemd, niet benoemd, kalkloos Bodemkundig: interpretatie: verstoord Archeologie: ondoordringbaar bouwpuin (onbepaald) Opmerking: baksteen en grind
Einde boring op 70 cm -Mv / 12,02 m +NAP
1
boring: 11249-4 beschrijver: WB, datum: 9-6-2011, X: 234.683, Y: 468.749, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 34B, hoogte: 12,97, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: plantsoen, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Overijssel, gemeente: Hof van Twente, plaatsnaam: Diepenheim, opdrachtgever: Envita Almelo B.V., uitvoerder: BAAC bv
0 cm -Mv / 12,97 m +NAP Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, donkerbruin, matig fijn, kalkloos Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond
10 cm -Mv / 12,87 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijsgeel, matig fijn, kalkloos Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond
50 cm -Mv / 12,47 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, zwak humeus, donkerbruin, matig fijn, kalkloos Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond
90 cm -Mv / 12,07 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, donkergrijsbruin, matig fijn, kalkloos Bodemkundig: interpretatie: verstoord Archeologie: veel fragmenten bouwpuin (onbepaald) Opmerking: onder andere baksteen, glas, ijzerdraad, sintels en grind
Einde boring op 220 cm -Mv / 10,77 m +NAP
boring: 11249-5 beschrijver: WB, datum: 9-6-2011, X: 234.589, Y: 468.761, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 34B, hoogte: 12,10, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: archeologie - verkenning, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Overijssel, gemeente: Hof van Twente, plaatsnaam: Diepenheim, opdrachtgever: Envita Almelo B.V., uitvoerder: BAAC bv
0 cm -Mv / 12,10 m +NAP Lithologie: zand, matig siltig, zwak humeus, donkerbruingrijs, matig fijn, kalkloos Bodemkundig: interpretatie: verstoord Archeologie: enkel fragment aardewerk, enkel fragment bouwpuin (onbepaald) Opmerking: sterk gevlekt
90 cm -Mv / 11,20 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, geelgrijs, matig fijn, kalkloos, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: C-horizont
140 cm -Mv / 10,70 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: diffuus (3-10 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, grijs, matig fijn, weinig plantenresten, kalkloos, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: C-horizont
Einde boring op 150 cm -Mv / 10,60 m +NAP
2
boring: 11249-6 beschrijver: WB, datum: 9-6-2011, X: 234.522, Y: 468.761, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 34B, hoogte: 12,22, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: archeologie - verkenning, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Overijssel, gemeente: Hof van Twente, plaatsnaam: Diepenheim, opdrachtgever: Envita Almelo B.V., uitvoerder: BAAC bv
0 cm -Mv / 12,22 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, donkerbruin, matig fijn, kalkloos Bodemkundig: natuurlijke (ongeploegde) A-horizont, enkele Fe-vlekken, interpretatie: verploegd Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald)
60 cm -Mv / 11,62 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, sterk zandig, matig humeus, donkergrijs, kalkloos Bodemkundig: natuurlijke (ongeploegde) A-horizont, enkele Fe-vlekken, interpretatie: verploegd Archeologie: enkele spikkel houtskool, enkel fragment onverbrand bot, enkel fragment bouwpuin (onbepaald) Opmerking: baksteen en ijzerslakken
90 cm -Mv / 11,32 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, sterk zandig, geelgrijs, kalkloos, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken
110 cm -Mv / 11,12 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijsgeel, matig fijn, kalkloos, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: C-horizont
Einde boring op 130 cm -Mv / 10,92 m +NAP
boring: 11249-7 beschrijver: WB, datum: 9-6-2011, X: 234.542, Y: 468.828, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 34B, hoogte: 12,17, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Overijssel, gemeente: Hof van Twente, plaatsnaam: Diepenheim, opdrachtgever: Envita Almelo B.V., uitvoerder: BAAC bv
0 cm -Mv / 12,17 m +NAP Lithologie: zand, matig siltig, zwak humeus, donkergrijsbruin, matig fijn, kalkloos Bodemkundig: interpretatie: verstoord Archeologie: veel fragmenten bouwpuin (onbepaald)
45 cm -Mv / 11,72 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geel, matig fijn, kalkloos Bodemkundig: interpretatie: verstoord
60 cm -Mv / 11,57 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, bruin, matig fijn, kalkloos Bodemkundig: interpretatie: verstoord Opmerking: gevlekt
75 cm -Mv / 11,42 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, matig fijn, kalkloos, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: C-horizont Opmerking: slecht gesorteerd
Einde boring op 140 cm -Mv / 10,77 m +NAP
3
BIJLAGE 6
Zienswijzennotitie ontwerpbestemmingsplan “Diepenheim, herziening Raadhuisstraat – Hagen e.o. (KunstWerk)”/“Beeldkwaliteitplan Kunstwerk Diepenheim” Gemeente Hof van Twente
28 augustus 2012
Zienswijzennotitie ontwerpbestemmingsplan “Diepenheim, herziening Raadhuisstraat - Hagen e.o. (KunstWerk)”/ontwerp “Beeldkwaliteitplan Kunstwerk Diepenheim”
Deze notitie kent de volgende opbouw: A. Zienswijzen B. Ambtshalve wijzigingen
2
A. Zienswijzen
Het ontwerpbestemmingsplan “Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) ” en het ontwerp “Beeldkwaliteitplan Kunstwerk Diepenheim” heeft met ingang van 24 mei 2012 gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage gelegen overeenkomstig artikel 3.8 Wet ruimtelijke ordening. Ten aanzien van het ontwerpbestemmingsplan en het beeldkwaliteitplan zijn binnen de daarvoor gestelde termijn de volgende zienswijzen naar voren gebracht: 1. Axius Advocaten & Mediators, R&A rechtspraktijk & advocatuur, de heer mr. H. Braak, Postbus 615, 3900 AP Veenendaal, namens de bewoners van de Raadhuisstraat 22, 7478 AG Diepenheim. (gedateerd op 3 juli 2012, ingekomen op 4 juli 2012) 2.
CNV Vakcentrale, CNV Rechtshulp, de heer mr. T. Pothast, Postbus 2475, 3500 GL Utrecht, namens de bewoners van de Hagen 20, 7478 AJ Diepenheim. (gedateerd op 4 juli 2012, ingekomen op 4 juli 2012)
Hieronder treft u een weergave van de inhoudelijke zienswijzen aan, evenals de gemeentelijke reactie daarop. 1. Axius Advocaten & Mediators, R&A rechtspraktijk & advocatuur, de heer mr. H. Braak, Postbus 615, 3900 AP Veenendaal, namens de bewoners van de Raadhuisstraat 22, 7478 AG Diepenheim. (gedateerd op 3 juli 2012, ingekomen op 4 juli 2012) Weergave zienswijze A
Tijdens de inloopbijeenkomst is er met betrekking tot de strook grond op de hoek Ruimersdijk/Raadhuisstraat een andere inrichting van de openbare ruimte gepresenteerd dan thans in het ontwerpbestemmingsplan naar voren komt. Namelijk “groenparkeren” in plaats van de huidige functie van speelterrein. Deze wijziging is het gevolg van opmerkingen vanuit de buurt, maar hierover is vooraf niet met de heer Wormgoor gesproken.
B.
Er moet adequaat en behoorlijk worden voorzien in parkeergelegenheid in het plangebied. Dit betekent een uitbreiding van parkeerfaciliteiten. Het eerdere concept inrichtingsplan voorzag in parkeren door middel van “insteken” op de locatie hoek Ruimersdijk met de Raadhuisstraat. Met parkeren op deze locatie wordt in de parkeerbehoefte voorzien.
C.
Ook het geluidsaspect speelt in casu een rol. Uit de akoestische rapportage blijkt dat het ambitieniveau van 40 dB(A) etmaalwaarde zal worden overschreden. Bij deze conclusie is geen rekening gehouden met de cumulatie van de geluidsoverlast van het cultureel centrum met de geluidsoverlast als gevolg van het speel- en trapveldje op de genoemde locatie.
D.
Het bestemmingsplan “Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim”, regelt aan de overzijde van de Raadhuisstraat ook de mogelijkheid van “groenparkeren”. Van de opgenomen afwijkingsmogelijkheid mag/hoort geen gebruik te worden gemaakt ten behoeve van het voorliggende plangebied. Voorzien moet worden in parkeermogelijkheden binnen het onderhavige plangebied.
3
E.
F.
G.
De strook groen op de hoek Ruimersdijk/Raadhuisstraat maakt dagrecreatief medegebruik mogelijk. Deze gebruiksmogelijkheid wordt strijdig geacht met de situering van de groenstrook in de woonomgeving. Het bestemmingsplan kent weliswaar specifieke omgevingsaspecten met wijziging van gebruiksfuncties, maar een adequate afweging van de invloed van de wijziging van gebruiksfuncties ontbreekt van ruimten op leef functies in de wijken in het algemeen, waaronder verkeerscirculatie, invloed op en maatregelen ter behoud van parkeren voor woondoeleinden, e.d., in het bijzonder in geval van piekbelasting. Volgens de plantoelichting is een exploitatieplan niet nodig. Overeenkomstig artikel 6.2.1 sub e van het Besluit ruimtelijke ordening ontbreekt de afweging.
Gemeentelijke reactie A. De concept inrichting van de openbare ruimte is in samenspraak met omwonenden tot stand gekomen. Hierover heeft meerdere keren overleg plaatsgevonden. Voor de locatie hoek Ruimersdijk/Raadhuisstraat was in het concept inrichtingsplan de functie van parkeren opgenomen. Tijdens een informatieavond over het bestemmingsplan, de inrichting van de openbare ruimte en de architectuur is daarna door meerdere omwonenden een inspraakreactie ingediend. Verzocht is om het speelveldje te behouden in plaats van parkeren. Tijdens een later toelichtend overleg met deze omwonenden hebben zij wederom gepleit voor het schrappen van de parkeerplaats en het bestaande speelveldje op deze locatie voor spelende kinderen in stand te laten. Aangezien het speelveldje al jaren aanwezig is en de locatie niet noodzakelijk is als parkeerfunctie, werd het redelijk geacht om het verzoek te honoreren en het speelveldje te handhaven. Dat de heer Wormgoor hierover niet was bericht, is een omissie. Dit is alsnog hersteld, zoals ook in de zienswijze wordt bevestigd. Het bestemmingsplan en het inrichtingsplan openbare ruimte zijn hierop aangepast. Feitelijk betekent dit dat er ten opzichte van de huidige situatie fysiek vrijwel niets verandert. Het speelveldje met langsparkeren op de Ruimersdijk blijft, met dien verstande dat de mogelijkheid van langsparkeren richting de Raadhuisstraat desgewenst met een paar parkeerplaatsen kan worden uitgebreid. Op de verbeelding is hiervoor de aanduiding “(p) parkeerterrein” opgenomen. De wijziging heeft ook geen gevolgen voor de uitrit op de Ruimersdijk. In de afweging van de belangen van de heer Wormgoor en de omwonenden wordt hierover het volgende opgemerkt. Het speelveldje is in de huidige situatie pal naast het terras van de woning gesitueerd. Van overlast van spelende kinderen kan daardoor sprake zijn. Verder stellen wij vast dat het huidige speelveldje een behoorlijke oppervlakte heeft en in 2 delen door de aanwezige speeltoestellen wordt opgesplitst. Door de speeltoestellen ongeveer 6 meter in oostelijke richting te verplaatsen en de vrijkomende ruimte met groen in te planten in de richting van de Raadhuisstraat, wordt de overlast voor appellant beperkt, zonder dat dit tekort doet aan het speelveldje en het gebruik als speelgelegenheid. Voor zover behoefte bestaat aan meer ruimte voor spelen kan ook gebruik worden gemaakt van het op korte afstand gelegen binnenste buitenbos. Met deze geringe verschuiving van de speeltoestellen en het inplanten met groen, wordt in een voldoende mate tegemoet gekomen aan de belangen van de bewoners. Appellant heeft mondeling aangegeven hiermee in te kunnen stemmen. De zienswijze wordt overgenomen. B. Het voorliggende bestemmingsplan maakt een aantal andere functies (aard en omvang) mogelijk. Hiervoor is de parkeerbehoefte berekend. Conform de parkeernormen van de gemeente Hof van Twente leidt dit ten opzichte van de
4
huidige situatie tot een vereiste toename van 25 parkeerplaatsen, die binnen het (plan)gebied moeten worden gerealiseerd. Uitgangspunt volgens de parkeernormering is, dat de parkeerplaatsen op eigen terrein worden gerealiseerd. Mochten deze 25 parkeerplaatsen niet (allemaal) op eigen terrein worden aangelegd, dan mogen de resterende parkeerplaatsen in de openbare ruimte worden gerealiseerd. Met de bestaande parkeerdruk wordt rekening gehouden, teneinde te voorkomen dat de parkeerdruk onaanvaardbaar toeneemt. Wij stellen vast dat aan de vereiste parkeerbehoefte wordt voldaan. De zienswijze wordt niet overgenomen. C. Gebruik van het speelveldje door spelende kinderen leidt niet tot geluidsoverlast in relatie tot het gebruik van het cultureel centrum, waardoor er geen sprake is van cumulatie van geluid. De zienswijze wordt niet overgenomen. D. Het voorliggende bestemmingsplan voorziet in de vereiste parkeerbehoefte. Zie ook punt B. De zienswijze wordt niet overgenomen. E. Door de voorgestelde gewijzigde inrichting van de locatie wordt aan het bezwaar van appellant tegemoet gekomen. Dagrecreatief medegebruik binnen de bestemming “Groen” maakt ook speelterreinen mogelijk. De zienswijze wordt niet overgenomen. F. Wij delen de mening niet dat de effecten niet op een voldoende wijze op elkaar zijn afgestemd. In de toelichting is uitgebreid ingegaan op de functies ter vervanging van de voorheen aanwezige functies, zoals de bedrijfsmatige activiteiten. Specifiek wordt aandacht besteed aan de verkeersveiligheid en parkeren. Onder meer om die reden wordt afgezien van het inrichten van de Hagen als èènrichtingsweg en wordt voorzien in voldoende parkeerplaatsen voor bezoekers in het plangebied. In geval van piekbelasting worden geen problemen verwacht. Opgemerkt wordt dat het veelal gaat om functies die nu ook al in Diepenheim aanwezig zijn en evenementen die al jaren in Diepenheim plaatsvinden. Van problemen is ons niet gebleken. De zienswijze wordt niet overgenomen. G. De afweging van het kostenverhaal is opgenomen in het ontwerp raadsbesluit. Voor het project KunstWerk Diepenheim is een budget beschikbaar gesteld. Dit budget is opgenomen in een begroting voor het project. Uit deze begroting worden de kosten betaald. Op deze wijze is het verhaal van de kosten van de grondexploitatie verzekerd. Een exploitatieplan is dan niet nodig. De zienswijze wordt niet overgenomen.
2.
CNV Vakcentrale, CNV Rechtshulp, de heer mr. T. Pothast, Postbus 2475, 3500 GL Utrecht, namens de bewoners van de Hagen 20, 7478 AJ Diepenheim. (gedateerd op 4 juli 2012, ingekomen op 4 juli 2012)
5
Weergave zienswijze A. Het bestemmingsplan maakt een fors aantal parkeerplaatsen recht tegenover de woning mogelijk. Hierdoor wordt overlast verwacht en aantasting van het woongenot. De overlast zal bestaan uit geluidhinder en vanwege inschijnende koplampen, lichthinder, alsmede een intensiever gebruik van de betreffende percelen. Doordat de parkeerplekken relatief dicht bij de woning komen te liggen, is er sprake van een onevenredige benadeling in vergelijking met de andere omwonenden. B. De volgende aanpassingen van het plan worden voorgesteld: a. geen planologische mogelijkheid voor het realiseren van parkeerplaatsen aan de zuidzijde van de Hagen; b. de ingang van het parkeerterrein situeren aan de Kuimgaarden, zodat voorkomen wordt dat de koplampen van uitrijdende auto’s recht de woning inschijnen. Gemeentelijke reactie A en B.
Voorgesteld wordt om de ingang van het parkeerterrein aan de Kuimgaarden te situeren in plaats van aan de Hagen. Na onderzoek is gebleken dat deze oplossing aanvaardbaar is. Met de exacte situering zal rekening worden gehouden met de aanwezige woning aan de Kuimgaarden. De vervallen toegang naar de Hagen wordt afgesloten met een haag. Ook zal de haag aan de noordzijde van de groenstrook in de Hagen worden verplaatst naar de zuidzijde van de groenstrook in de Hagen. Hierdoor zal het parkeren verschuiven van de Hagen naar de parallelweg tussen de Hagen en de kunsten theaterwerkplaats. Voor zover er sprake is van geluidhinder en lichthinder, wordt dit weggenomen door de te treffen maatregelen. Overigens is het realiseren van parkeerplaatsen volgens het geldende bestemmingsplan op deze locatie aan de Hagen al mogelijk.
De zienswijze wordt overgenomen.
Ambtshalve wijzigingen Er zijn geen ambtshalve wijzigingen voorzien. Wel moet de toelichting op een aantal punten van ondergeschikte aard worden aangepast. Aangezien de aanpassingen zich beperken tot de toelichting, heeft dit voor het bestemmingsplan geen juridische gevolgen.
6
Toelichting In de toelichting van het bestemmingsplan worden de volgende tekstuele aanpassingen gedaan. Deze hebben betrekking op:
Gemeentelijk beleid. Woonvisie. Begrip bijzondere woonvormen. Aangevuld wordt dat de appartementen “bedrijfswoningen” zijn voor de kunstenaars die gebruik maken van de werk- en theaterwerkplaats. Gemeentelijk beleid. Gemeentelijk mobiliteitsplan. Het inrichtingsplan openbare ruimte is gereed. De onderliggende berekening van het aantal parkeerplaatsen volgens de parkeernormering is als bijlage toegevoegd. In de toelichting zijn gevelbeelden opgenomen. Een aantal gevelbeelden zijn aangepast. Deze worden alsnog ingevoegd. De ambitiewaarde geluid moet van 45-40-35 dB(A) veranderd worden in 40-35-30 dB(A). De bescherming van het beschermd stadsgezicht wordt in een afzonderlijk bestemmingsplan geregeld.
In de toelichting van het beeldkwaliteitplan worden de volgende tekstuele aanpassingen gedaan. Deze hebben betrekking op:
Bladzijde 7. Bebouwingscriteria. Hoofdvorm. 2e gedachtenstreepje. Laatste zin: het woord “afgeknot” toevoegen aan schild en/of zadeldaken. Bladzijde 8. B. Pleinen onder 1. Carolistraat vervangen door “Raadhuisstraat”.
7
INHOUDSOPGAVE
REGELS HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS Artikel 1 Begrippen Artikel 2 Wijze van meten
1 1 5
HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS Artikel 3 Groen Artikel 4 Maatschappelijk Artikel 5 Verkeer - Verblijf Artikel 6 Waarde - Archeologie 1 Artikel 7 Waarde - Archeologie 3 Artikel 8 Waarde - Boom
6 6 7 9 10 11 12
HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS Artikel 9 Anti-dubbeltelbepaling Artikel 10 Algemene gebruiksregels Artikel 11 Algemene afwijkingsregels Artikel 12 Overige regels
13 13 14 15 16
HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS Artikel 13 Overgangsrecht Artikel 14 Slotregel
17 17 18
1114510
blz 1
HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS Artikel 1
Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder: 1.1 plan: het bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) van de gemeente Hof van Twente; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten met als NL.IMRO.1735.DPxKunstW-VS10 met de bijbehorende regels; 1.3 aanduiding:
vervat
in
het
GML-bestand
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.4 aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.5 bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 1.6 bedrijf: het bedrijfsmatig vervaardigen of repareren van goederen, dan wel het verrichten van ambachtelijke diensten; 1.7 bedrijfswoning: een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is; 1.8 bestaand: 1. het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning; 2. het onder 1 bedoelde geldt niet voorzover sprake was van strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, de voorheen geldende beheersverordening, daaronder mede begrepen het overgangsrecht van het bestemmingsplan of de beheersverordening, of een ander planologische toestemming; 1.9 bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak; 1.10 bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.11 bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; 1.12 bouwgrens: de grens van een bouwvlak;
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12
Buro Vijn B.V.
blz 2
1.13
1114510
bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.14 bouwperceelgrens: de grens van een bouwperceel; 1.15 bouwstrook: het maatvoeringsvlak op het bouwperceel dat grenst aan de voorgevelbouwgrens; 1.16 bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten; 1.17 bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 1.18 café: een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid; 1.19 cafetaria/snackbar: een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak- en niet-alcoholische dranken; 1.20 dagrecreatief medegebruik: een dagrecreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit dagrecreatief gebruik is toegestaan; 1.21 detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 1.22 dienstverlening en dienstverlenend bedrijf: een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting; 1.23 discotheek/bar-dancing: een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse, waarbij het doen beluisteren van muziek en het gelegenheid geven tot dansen wezenlijke onderdelen vormen, hieronder wordt niet een kinderdisco gerekend; 1.24 erf: de door kadastrale grenzen dan wel door herkenbare andere perceelsbegrenzing afgebakende gronden, die direct zijn gelegen bij een gebouw met een zelfde bestemming, ten tijde van de inwerkingtreding van het plan. 1.25 gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12
1114510
1.26
blz 3
gebruik:
het gebruiken, doen gebruiken en/of laten gebruiken; 1.27 horecabedrijf: een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt; 1.28 horeca, categorie I: een horecabedrijf, waar in hoofdzaak maaltijden worden verstrekt, zoals restaurants, hotels en pensions en een horecabedrijf dat vooral is gericht op het overdag en 's avonds verstrekken van in hoofdzaak alcoholvrije dranken en eenvoudige etenswaren, zoals ijssalons, croissanterieën, lunchrooms en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen horecabedrijven; 1.29 horeca, categorie II: een horecabedrijf, waar meestal in hoofdzaak alcoholische dranken worden verstrekt en/of waarvan de exploitatie doorgaans overlast voor het leefklimaat kan veroorzaken en een grote druk op de openbare orde met zich meebrengt, zoals cafés, bars, snackbars en cafetaria's, inclusief het geven van feesten en partijen; 1.30 horeca, categorie III: een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse, waarbij het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen, wezenlijke onderdelen vormen en waarvan de exploitatie doorgaans overlast voor het leefklimaat kan veroorzaken, zoals discotheken, dancings en nachtclubs; 1.31 karakteristiek: bebouwing die zich laat herkennen door een vanuit cultuurhistorisch en/of architectonisch oogpunt eigen identiteit en vaak afwijkend is van de rest van de omgeving en vanwege deze kenmerken het behouden waard is; 1.32 landschappelijke waarden: de aan een gebied uit het oogpunt van landschapsschoon toegeschreven waarden; 1.33 maatschappelijke voorzieningen: educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel ten dienste van deze voorzieningen; 1.34 openbare ruimte rijwegen, voet- en fietspaden, groenvoorzieningen; 1.35 restaurant: een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken; 1.36 seksinrichting: een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, een sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar; 1.37 voorgevel: de gevel van een gebouw die in architectonisch opzicht, dan wel gelet op de bestemming, als voorkant van dat gebouw kan worden aangemerkt;
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12
Buro Vijn B.V.
blz 4
1.38
1114510
voorgevelbouwgrens:
het naar de weg gekeerde deel van de bouwgrens, voorzover niet in de verbeelding aangegeven als gevellijn; 1.39 voorgevelrooilijn: de denkbeeldige lijn die de voorgevels van gebouwen en indien (nog) geen gebouwen aanwezig zijn, de voorgevelbouwgrenzen verbindt; 1.40 woning: een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden; 1.41 woonoppervlak: zowel de oppervlakte van de woning zelf als de bij de woning begrepen (bij)gebouwen.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12
1114510
Artikel 2
blz 5
Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 de dakhelling; langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; 2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2.3 de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 2.4 de inhoud van een bouwwerk: tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken van dakkapellen; 2.5 de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; 2.6 de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens: vanaf de zijdelingse grens van een bouwperceel tot enig punt van een gebouw; 2.7 peil: 1. Voor een bouwwerk in een bouwvlak, waar het peil ter plaatse is aangeduid: het niveau van 15 cm tot 35 cm boven de hoogte van de bij deze aanduiding gelegen aansluitende bestaande of toekomstig ingerichte openbare ruimte; 2. Indien ter plaatse geen aanduiding in een bouwvlak is aangegeven: het niveau van 15 cm tot 35 cm boven de hoogte van de aansluitende bestaande of toekomstig ingerichte openbare ruimte, dan wel de bestaande afwijking tot de mate waarin een bouwwerk van het in de aanhef genoemde niveau afwijkt.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12
Buro Vijn B.V.
blz 6
1114510
HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS Artikel 3 3.1
Groen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. groenvoorzieningen; b. water in de vorm van waterlopen en -partijen; c. openbare nutsvoorzieningen; d. dagreacreatief medegebruik; e. een toeristisch overstappunt, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - toeristisch overstappunt'; f. parkeervoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein'. Onder water worden de doeleinden voor afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater begrepen. 3.2
Bouwregels
a. Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. b. Voor het bouwen van een toeristisch overstappunt, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - toeristisch overstappunt', geldt dat de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 5 m. c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m. 3.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van de verschijningsvorm van karakteristieke en/of cultuurhistorische panden nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken ten behoeve van het behoud van de karakteristieke en/of cultuurhistorische verschijningsvorm van gebouwen in de omgeving.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12
1114510
blz 7
Artikel 4 4.1
Maatschappelijk
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. maatschappelijke voorzieningen; b. exposities, activiteiten gericht op educatie, sociaal-maatschappelijke activiteiten, en naar de aard daarmee gelijk te stellen activiteiten; c. ateliers; d. kinderdisco; e. kantoorfuncties; f. muziek- en theatervoorstellingen, ter plaatse van de aanduiding 'horeca'; g. bedrijfswoningen, uitsluitend ten behoeve van de onder a tot en met f genoemde functies en ter plaatse van de aanduiding 'wonen'; h. openbare nutsvoorzieningen; i. groenvoorzieningen en water; j. verkeers- en verblijfsdoeleinden; k. parkeervoorzieningen; met daarbij horende: l. horeca, categorie I, en/of een café, ter plaatse van de aanduiding 'horeca'; met dien verstande dat: in de bestemming seksinrichtingen en risicovolle inrichtingen niet zijn begrepen; in de bestemming kleinschalige kunsthandel mede is begrepen; onder water doeleinden voor afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater worden begrepen; in de bestemming is het gebruik van de gronden of bouwwerken ten behoeve van evenementen met een maximum van drie per jaar en een duur van ten hoogste vijftien dagen per evenement, het opbouwen en afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement, inbegrepen. 4.2
Bouwregels
a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: 1. de gebouwen worden gebouwd binnen het bouwvlak; 2. het aantal bedrijfswoningen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', bedraagt niet meer dan het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal; 3. alle wooneenheden moeten in 1 gebouw worden gerealiseerd; 4. de goot- en bouwhoogten bedragen niet meer dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m)' is aangeduid; 5. vrijstaande woningen zijn niet toegestaan; b. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van verkeers- en verblijfsdoeleinden en openbare nutsvoorzieningen gelden de volgende regels: 1. de inhoud bedraagt per gebouw niet meer dan 50 m³; 2. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 m. c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: 1. de bouwhoogte van terreinafscheidingen bedraagt voor de voorgevelrooilijn ten hoogste 1 m en daarachter ten hoogste 2,2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte op zijerven die grenzen aan een openbare weg (niet zijnde een brandgang tussen twee gebouwen) of openbaar groengebied op een afstand van 1 m of minder uit de perceelgrens ten hoogste 1 m bedraagt. 2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt niet meer dan 3 m, met uitzondering van bouwwerken ten behoeve van verkeers en verblijfsdoeleinden, openbare nutsvoorzieningen en vlaggenmasten, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 6 m mag bedragen.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12
Buro Vijn B.V.
blz 8
4.3
1114510
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op: a. het voorkomen van een onevenredige aantasting van de verschijningsvorm van karakteristieke en/of cultuurhistorische panden nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken ten behoeve van het behoud van de karakteristieke en/of cultuurhistorische verschijningsvorm van gebouwen in de omgeving. b. het voorkomen van een te hoge geluidsbelasting nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de gebouwen. 4.4
Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen: a. het bewonen van vrijstaande gebouwen, niet zijnde bedrijfswoningen; b. het bewonen van gebouwen, tenzij het gronden betreft ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', in welk geval uitsluitend bedrijfswoningen ten behoeve van de in lid 4.1 onder a tot en met f genoemde functies zijn toegestaan; c. het gebruik van de gronden en gebouwen als discotheek/bar-dancing, met uitzondering van een kinderdisco.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12
1114510
blz 9
Artikel 5 5.1
Verkeer - Verblijf
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wegen voor de ontsluiting van aanliggende gronden; b. parkeerterrein; c. groenvoorzieningen en water; d. nutsvoorzieningen; met dien verstande dat: in de bestemming de bij het wegverkeer gebruikelijke voorzieningen, zoals bermbeplanting, voorzieningen voor voetgangers en fietsers, bushaltes en dergelijke zijn begrepen; onder water doeleinden voor afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater worden begrepen. 5.2
Bouwregels
a. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen gelden de volgende regels: 1. de inhoud bedraagt ten hoogste 50 m³; 2. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 m. b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte van andere bouwwerken, anders dan ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, ten hoogste 10 m bedraagt. 5.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van de verschijningsvorm van karakteristieke en/of cultuurhistorische panden nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken ten behoeve van het behoud van de karakteristieke en/of cultuurhistorische verschijningsvorm van gebouwen in de omgeving.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12
Buro Vijn B.V.
blz 10
1114510
Artikel 6 6.1
Waarde - Archeologie 1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het herstel en behoud van archeologische waarden. 6.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen 2 bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte groter dan 50 m en dieper dan 40 cm: 1. het graven (inclusief het leggen van funderingen), ontgronden, afgraven, egaliseren, mengen, diepploegen, ontginnen en ophogen;het graven of dempen van waterpartijen en watergangen; 2. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en drainage en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; 3. het verlagen van het waterpeil in gebieden; 4. het aanbrengen of rooien van bomen en/of houtgewas, waarbij stobben worden verwijderd. b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 6.2, sub a wordt slechts verleend indien de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden niet onevenredig worden geschaad. Alvorens het bevoegd gezag de omgevingsvergunning verleend, winnen zij advies in bij een daarvoor deskundige en onafhankelijke instantie. c. De onder 6.2, sub a bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die: 1. plaatsvinden in of op gronden waarvan op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat zich ter plekke geen archeologische waarden bevinden; 2. reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan; 3. het normale onderhoud betreffen; 4. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning; 5. op archeologisch onderzoek zijn gericht; 6. plaatsvinden in of op een begraafplaats ten behoeve van het delven van graven. 6.3
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat aan de gronden met de bestemming '', deze bestemming wordt ontnomen indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12
1114510
blz 11
Artikel 7 7.1
Waarde - Archeologie 3
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het herstel en behoud van archeologische waarden. 7.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen 2 bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte groter dan 5000 m en dieper dan 40 cm: 1. het graven (inclusief het leggen van funderingen), ontgronden, afgraven, egaliseren, mengen, diepploegen, ontginnen en ophogen; 2. het graven of dempen van waterpartijen en watergangen; 3. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en drainage en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; 4. het verlagen van het waterpeil in gebieden; 5. het aanbrengen of rooien van bomen en/of houtgewas, waarbij stobben worden verwijderd. b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 7.2, sub a wordt slechts verleend indien de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden niet onevenredig worden geschaad. Alvorens het bevoegd gezag de vergunning verleend, winnen zij advies in bij een daarvoor deskundige en onafhankelijke instantie. c. De onder 7.2,sub a bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die: 1. plaatsvinden in of op gronden waarvan op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat zich ter plekke geen archeologische waarden bevinden; 2. reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan; 3. het normale onderhoud betreffen; 4. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning; 5. op archeologisch onderzoek zijn gericht; 6. plaatsvinden in of op een begraafplaats ten behoeve van het delven van graven. 7.3
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat aan de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie 3, deze bestemming wordt ontnomen indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12
Buro Vijn B.V.
blz 12
1114510
Artikel 8 8.1
Waarde - Boom
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Boom' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de levensvatbaarheid en ruimtelijke, monumentale en ecologische betekenis van bomen met dien verstande dat bij de beoordeling van het behoud van de bomen ook rekening wordt gehouden met de gemeentelijke Bomenverordening. 8.2
Bouwregels
a. Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. b. Op deze gronden mogen geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Deze regels zijn niet van toepassing op bestaande bouwwerken. 8.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden a. Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden in de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: 1. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur; 2. het leggen van drainagebuizen; 3. het aanleggen en verharden van wegen, paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; 4. het verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem en/of gronden; 5. het wijzigen van de grondwaterstand door bevloeiing, (bron)bemaling, drainage of op andere wijze; 6. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond. b. Het onder a vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden: 1. betreffende het normale onderhoud en beheer van de gronden; 2. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren; mits het uitvoeren van deze werken en/of werkzaamheden niet de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van de boom tot gevolg (kunnen) hebben. c. De onder a genoemde werken en werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien wordt aangetoond dat het uitvoeren van de werken en/of werkzaamheden de conditie, levensverwachting, groeiplaats en (beeld)kwaliteit van de boom niet worden aangetast. d. Ten behoeve van het verlenen van de onder a genoemde schriftelijke vergunning dient een bomeneffectanalyse te worden uitgevoerd. De vergunning kan alleen worden afgegeven respectievelijk uitgevoerd indien uit de bomeneffectanalyse blijkt dat de bomen, eventueel na het treffen van maatregelen, duurzaam kunnen worden gehandhaafd. Burgemeester en wethouders zijn tevens bevoegd bij het verlenen van de schriftelijke vergunning nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering, afmetingen en aard van de verhardingen.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12
1114510
blz 13
HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS Artikel 9
Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12
Buro Vijn B.V.
blz 14
Artikel 10
1114510
Algemene gebruiksregels
Onder strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijvingen, waaronder in elk geval wordt begrepen het (zelfstandig) bewonen van vrijstaande gebouwen, niet zijnde woningen.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12
1114510
Artikel 11
blz 15
Algemene afwijkingsregels
a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van: 1. het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven; 2. het bepaalde in het plan en toestaan dat bestemmings- of bouwgrenzen worden overschreden indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft. b. De onder sub a bedoelde omgevingsvergunning mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van: 1. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; 2. het bebouwingsbeeld; 3. de brandveiligheid; 4. de verkeersveiligheid. Bij de toepassing van deze bevoegdheid dienen onder andere effecten op het woongenot van aangrenzende percelen, de milieuhinder, de mate van verkeersaantrekking, bij de beoordeling te worden betrokken.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12
Buro Vijn B.V.
blz 16
Artikel 12
1114510
Overige regels
a. Indien de (wijziging van de) omvang, het bouwen van en/of de bestemming van een gebouw danwel het terrein daartoe aanleiding geeft, moet ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's in voldoende mate ruimte zijn aangebracht, conform bijlage 3 Parkeernormen gemeente Hof van Twente parkeernormering, op eigen terrein in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw danwel die functie behoort. b. De onder a bedoelde ruimte voor het parkeren van auto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan: 1. indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten ten minste 1,80 m bij 5 m en ten hoogste 3,25 m bij 6 m bedragen; 2. indien de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een gehandicapte - voorzover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst - ten minste 3,50 m bij 5 m bedragen. c. Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort. d. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a en c: 1. indien het voldoen aan die bepalingen op overwegende bezwaren stuit; of 2. voor zover op andere redelijke wijze in de nodige parkeer- of stallingsruimten, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12
1114510
blz 17
HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS Artikel 13 13.1
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%. c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 13.2
Overgangsrecht gebruik
a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12
Buro Vijn B.V.
blz 18
Artikel 14
1114510
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als 'Regels van het bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk)'. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 2 oktober 2012.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Raadhuisstraat-Hagen e.o. (KunstWerk) Status: Vastgesteld / 02-10-12