Inspraaknotitie voorontwerp-bestemmingsplan 'Goor Centrum, herziening Constantijnhof'. Gemeente Hof van Twente.
13 oktober 2014
1
Inspraaknotitie voorontwerp-bestemmingsplan 'Goor Centrum, herziening Constantijnhof'.
Deze notitie kent de volgende opbouw: A. Reacties op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) B. Inspraakreacties C. Ambtshalve aanpassingen
Bijlage 1: verslag toelichting inspraakreactie fam. Velderman Bijlage 2: verslag toelichting inspraakreactie fam. Vehof Bijlage 3: verslag toelichting inspraakreactie fam. Wittrock Bijlage 4: verslag toelichting inspraakreactie fam. Ardesch Bijlage 5: verslag toelichting inspraakreactie fam. Spoolder Bijlage 6: verslag toelichting inspraakreactie fam. Veringa Bijlage 7: verslag toelichting inspraakreactie fam. Stomp Bijlage 8: bezonningsstudie
2
A. Reacties op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) Het voorontwerp bestemmingsplan 'Goor Centrum, herziening Constantijnhof' is in het kader van vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro voorgelegd aan provincie Overijssel, Waterschap Vechtstromen en Vitens. Van de volgende instanties is een reactie ingekomen: Hieronder treft u een weergave aan van de inhoudelijke opmerkingen evenals de gemeentelijke reactie daarop. 1. Provincie Overijssel, Postbus 10078, 8000 GB ZWOLLE (Ingekomen 14 november 2013) Weergave reactie De herontwikkeling van het voormalige Schalk-terrein, de voormalige Prins Constantijnschool en de kerk de Ark wordt toegejuicht. Indien het plan ongewijzigd in procedure wordt gebracht, worden er vanuit het provinciale belang geen beletselen gezien voor het verdere vervolg van deze procedure. Hiermee is, voor zover het de provinciale diensten betreft, voldaan aan het ambtelijke vooroverleg als bedoeld in het Besluit ruimtelijke ordening. Gemeentelijke reactie De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.
3
B. Inspraakreacties Het voorontwerp-bestemmingsplan 'Goor Centrum, herziening Constantijnhof' heeft met ingang van 14 november 2013 gedurende vier weken voor een ieder ter inzage gelegen. Ten aanzien van het voorontwerp-bestemmingsplan zijn zeven inspraakreacties kenbaar gemaakt. Hieronder treft u een weergave aan van de inhoudelijke opmerkingen evenals de gemeentelijke reactie daarop. Allereerst wordt opgemerkt, dat na de ter inzage legging van het voorontwerp bestemmingsplan het stedenbouwkundig ontwerp in overleg tussen de gemeente en de initiatiefnemer en mede naar aanleiding van een aantal inspraakreacties is aangepast. De belangrijkste aanpassingen aan het stedenbouwkundig ontwerp zijn: het gebouw aan de Irisstraat ten behoeve van maatschappelijke dienstverlening en appartementen is met één bouwlaag verlaagd. Het aantal appartementen in dat deel van het gebouw is aangepast van 6 naar 3. De bouwhoogte van dat deel van de bebouwing is aangepast van 15 meter naar 10 meter en verschoven richting de Irisstraat, waardoor een gunstigere situatie ontstaat ten aanzien van de bezonning; de ontsluitingsweg is anders gepositioneerd, waardoor in het oostelijk deel van het plangebied aan weerszijden van de weg woningen worden gebouwd. De afstand tussen de woningen en de achtertuinen van de woningen aan de Schoolstraat is daardoor vergroot. Dit geldt ook voor en deel van de nieuwe woningen die aan de achterzijde van de woningen aan de Spoortstraat zijn geprojecteerd. Een deel van de woningen die aan de achterzijde van de Irisstraat zijn geprojecteerd hebben een lagere bouw- en goothoogte. De woningen aan de Irisstraat blijven via de achterzijde bereikbaar door het aan te leggen achterpad. het plangebied omvat nog steeds 43 woningen en 2 bedrijfswoningen, maar het programma is aangepast. Het woningbouwprogramma omvat nu de volgende woningen. o 7 eensgezinswoningen (2 bouwlagen met een kap); o 8 twee onder een kapwoningen (2 bouwlagen met een kap); o 5 patiowoningen (1 bouwlaag met een kap); o 6 seniorenwoningen (1 bouwlaag met een kap) o 12 starterswoningen (2 bouwlagen met een kap); o 2 vrijstaande woningen (2 bouwlagen met een kap); o 3 appartementen (op de 3e bouwlaag aan de Irisstraat)' o 2 bedrijfswoningen behorend bij de kerk (in het kerkgebouw). In onderstaande figuur is het nieuwe stedenbouwkundig ontwerp weergegeven:
4
1. Fam. P. Velderman, Spoorstraat 35, 7471 LS GOOR (Ingekomen 11 december 2013) Weergave inspraakreactie De erfafscheiding tussen de percelen aan de Spoorstraat en de Constantijnhof is niet gespecificeerd in het voorontwerp bestemmingsplan. Inspreker verzoekt dit in het ontwerpplan gespecificeerd op te nemen. Inspreker wenst dat de ontwikkelaar een gemetselde muur realiseert met een hoogte van minimaal 3 meter, mede om visuele en akoestische overlast teniet te doen. Inspreker verzoekt tevens om een uitgang/uitrit mogelijk te maken via de achterzijde van het perceel Spoorstraat 35 op de openbare weg. Inspreker wenst een ordentelijke openbare verlichting, met name op het aangrenzende deel van het plan Constantijnhof op zijn perceel Spoorstraat 35. Dit om overlast vanwege hangjongeren te voorkomen en bij te dragen aan de aanpak anti-inbraak. Verzocht wordt een plan voor de openbare verlichting op te nemen in het ontwerpbestemmingsplan. Vanaf het perceel Spoorstraat 35 kijkt inspreker uit op de westgevels van geprojecteerde woningen. Inspreker verzoekt vanuit privacy overwegingen in het bestemmingplan op te nemen dat er in de westgevels van de starters- en eengezinswoningen geen ramen, deuren of dakkapellen zullen worden aangebracht. De ontwikkelaar heeft in het verleden in de tuin van Spoorstraat 35 een monsteropname gedaan om de kwaliteit van de grond te kunnen vaststellen. Inspreker wil graag worden geïnformeerd over de uitslag van dat onderzoek. Mondelinge toelichting De insprekers zijn uitgenodigd om de inspraakreactie mondeling toe te lichten. Op 23 januari 2014 heeft de heer Velderman de inspraakreactie toegelicht. Tijdens deze toelichting zijn de volgende nieuwe punten naar voren gebracht.
5
Inspreker is van mening, dat het gebied te intensief wordt bebouwd en de bebouwing te hoog is. Bovendien is er te weinig openbaar groen en is de buurt onvriendelijk voor kinderen en hondenbezitters. Inspreker acht het aantal parkeerplaatsen te weinig. Het is niet reëel bestaande parkeerplaatsen mee te nemen in de parkeerbewegingen. Inspreker verwacht hinder van open- en dichtslaande deuren en parkeerbewegingen. Door het vervallen van een parkeerlus ontstaan er meer keerbewegingen van kerende en parkerende auto's. Een verslag van deze mondelinge toelichting is in de bijlage opgenomen. Gemeentelijke reactie In het bestemmingsplan is in de toelichting aangegeven, dat voor de erfafscheidingen tussen de openbare ruimte en bestaande achtertuinen uitgangspunt is, dat deze eenduidig worden vormgegeven met groene, begroeide erfafscheidingen. Daarbij is de afscheiding met de Spoorstraat niet specifiek genoemd. In het ontwerpplan wordt dat in de toelichting toegevoegd. De ontwikkelaar is bereid de vormgeving van de erfafscheiding met de betreffende bewoners te bepreken. Dit gesprek heeft 13 oktober 2014 plaatsgevonden. Een gemetselde muur is daarbij vanuit kostenoverwegingen niet haalbaar. De ontwikkelaar heeft 3 alternatieven aan de bewoners voorgelegd, te weten staalmatten met groene begroeiing, een betonnen of een houten erfafscheiding. Ten aanzien van de maximale hoogte van die erfafscheidingen geldt, dat deze niet meer mag bedragen dan 2,2 meter. Dit is conform de gebruikelijke maximale hoogte in andere bestemmingsplannen van de gemeente en ook in het vigerende plan als maximale hoogte opgenomen. Aangezien de wegen binnen het plangebied worden ingericht als 30 km-gebied en geen hoge verkeersintensiteiten worden verwacht, wordt geen geluidhinder verwacht op de omgeving. Hierbij wordt opgemerkt dat de aan het perceel Spoorstraat 35 in het vigerende plan grenzende gronden een bedrijfsbestemming hebben waarbinnen ook verkeersbewegingen en parkeervoorzieningen mogelijk zijn. Ten aanzien van het realiseren van een in- en uitrit tussen de achtertuin van het perceel Spoorstraat 35 en de openbare weg geldt dat het bestemmingsplan niet het geschikte instrument is om dit te regelen. Een uitrit kan worden aangevraagd via een aanvraag om omgevingsvergunning voor de activiteit uitrit aanleggen of veranderen (inritvergunning). De omgevingsvergunning voor de activiteit uitrit aanleggen of veranderen wordt getoetst aan de volgende criteria: de bruikbaarheid van de weg; het veilig en doelmatig gebruik van de weg; de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving; de bescherming van de groenvoorziening in de gemeente. In het kader van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving is het niet wenselijk om uitritten toe te staan. Een poort, toegankelijk voor mensen te voet of op de fiets is wel denkbaar. De realisatie van een dergelijke poort is een aangelegenheid tussen de inspreker en de ontwikkelaar. Ten aanzien van de verlichting geldt, dat er in het kader van een bestemmingsplan geen verlichtingsplan hoeft te worden opgenomen. Dit is onderdeel van het nadere ontwerp van de openbare ruimte. Bij het opstellen van een verlichtingsplan zal het aspect (sociale) veiligheid een rol spelen. In een bestemmingsplan kan niet worden geregeld waar de deuren en ramen in een gevel worden geplaatst. De privacy wordt beschermd door het Burenrecht, waarin regels 6
zijn opgenomen ten aanzien van muuropeningen en balkons. Ten aanzien van dakkapellen geldt, dat deze op een achterdakvlak onder voorwaarden al mogelijk zijn zonder vergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht. Een dakkapel op het voordakvlak is onder voorwaarden ook vergunningsvrij. Verder kunnen in het dak aan zowel de voor- als achterkant vergunningsvrij dakramen worden geplaatst. Hierdoor kan ook zicht op de omliggende percelen van de geprojecteerde woningen ontstaan. Het wordt daarom niet zinvol geacht nadere regels op te nemen om dakkapellen te voorkomen. Bovendien gelden er bij andere woningen in de gemeente vanuit de bestemmingsplannen ook geen nadere restricties inzake dakkapellen. Daarbij geldt, dat op basis van het vigerende bestemmingsplan bebouwing (met een maximale hoogte van 8 meter) dichter bij het perceel Spoorstraat 35 kan worden gebouwd dan de bebouwing die in het nieuwe bestemmingsplan wordt toegestaan. Bovendien zijn er direct achter het perceel Spoorstraat 35 in het nieuwe plan geen bebouwingsmogelijkheden meer, in tegenstelling tot het vigerende plan. Er is dan ook geen sprake van afname van privacy. De ontwikkelaar heeft toegezegd u te informeren over de resultaten van het bodemonderzoek dat in het verleden mede in uw tuin heeft plaatsgevonden. Hij zal daarvoor contact met u opnemen. Het plan wordt ruimtelijk aanvaardbaar geacht, onder meer vanwege de ligging nabij het centrum, dat zich over het algemeen kenmerkt door een hogere hoogte en een meer compacte inrichting. Bovendien is er rekening mee gehouden, dat de locatie een overgangsgebied vormt tussen de nieuwere grootschalige (woon)bebouwing aan de zuidzijde, aan de westzijde, nabij het station en de kleinschaliger woonbebouwing aan de oostzijde van het gebied langs de Irisstraat. De bouwhoogte van de grondgebonden woningen varieert van 7 tot 10 meter en de goothoogte van 3 tot 6 meter. Dit komt overeen met woningen in de directe omgeving. Voor het kerkgebouw geldt een maximale hoogte van 12 meter. Voor het gebouw met maatschappelijke dienstverlening en appartementen wordt de maximum bouwhoogte verlaagd naar 10 meter. Met deze bebouwing wordt aan de Irisstraat een tegenhanger gecreëerd ten opzichte van het medisch centrum. De bouwhoogtes worden derhalve acceptabel geacht. Vanwege de wijziging van de bouwhoogte naar 10 meter is voor de duidelijkheid aangegeven in artikel 2 'wijze van meten' lid 2, dat de liftschacht niet wordt betrokken bij het bepalen van de bouwhoogte. Daarnaast heeft overleg met de initiatiefnemer ertoe geleid dat het gebouw in zuidelijke richting (naar de Irisstraat) wordt verplaatst en parkeren aan de achterzijde wordt gerealiseerd. Ten aanzien van openbaar groen geldt, dat die in de openbare ruimte beperkt is. De groene uitstraling van het gebied wordt met name bepaald door het groen in de tuinen. Opgemerkt wordt dat in de bestaande situatie het plangebied nagenoeg geheel is verhard, met uitzondering van een groenstrook aan de Irisstraat. Hinder van verkeersbewegingen en parkeren wordt niet verwacht. Er is voldoende ruimte om te keren en de maximum snelheid is 30 kilometer per uur. Bovendien hebben de gronden grenzend aan de achterzijde van Spoorstraat 35 in het geldende bestemmingsplan een bedrijfsbestemming, waarbinnen parkeren en verkeersbewegingen waren toegestaan, ook door zwaar verkeer. De nieuwe situatie betekent derhalve een verbetering ten opzichte wat nu is toegestaan. De afstand tussen de woningen aan de Spoorstraat en de parkeerplaats is bovendien dusdanig groot dat hinder niet aannemelijk is. De gemeentelijke parkeernormen zijn gelegd op het programma voor de Constantijnhof. Rekening houdend met dubbelgebruik volgt daaruit een parkeerbehoefte van 75 parkeerplaatsen. Hierbij heeft de kerk een bijzondere positie. Voor de diensten in het
7
weekend is er voldoende parkeerruimte in het plan of anders zeker in de directe omgeving. Voor rouw- en trouwdiensten op de doordeweekse dag kan het mogelijk zijn dat niet alle auto’s in de directe omgeving de auto kwijt kunnen. Door de verplaatsing van het appartementencomplex naar de Irisstraat ontstaat de mogelijk voor extra parkeerplaatsen. Op dit moment geldt er nog een blauwe zone op de 7 parkeerplaatsen op de Spoorstraat op de hoek met de Stationslaan (aan de zijde van het voormalige PTT-gebouw). Deze blauwe zone zal worden opgeheven, waardoor er in de directe omgeving van het plan Constantijnhof 7 parkeerplaatsen extra beschikbaar komen voor langparkeerders. Overigens is het op dit moment formeel toegestaan om te parkeren op de rijbaan van de Irisstraat. In de directe omgeving liggen twee parkeerterreinen aan weerzijden van De Oliphant. Hoewel de bebording bij het parkeerterrein aan de westzijde de indruk wekt, dat er een blauwe zone is ingesteld, is dat formeel niet het geval. Conclusie De inspraakreactie wordt deels overgenomen. De reactie leidt ertoe dat in de toelichting van het bestemmingsplan zal worden aangegeven dat er langs de achterzijde van de percelen aan de Spoorstraat waar deze grenzen aan de openbare ruimte een eenduidige erfscheiding wordt gerealiseerd. Daarnaast wordt de maximale hoogte van het gebouw met maatschappelijke dienstverlening en appartementen verlaagd naar 10 meter. Het aantal appartementen is aangepast naar 3. Vanwege de wijziging van de bouwhoogte naar 10 meter is voor de duidelijkheid aangegeven in artikel 2 'wijze van meten' lid 2, dat de liftschacht niet wordt betrokken bij het bepalen van de bouwhoogte. Tevens wordt de verbeelding aangepast vanwege de aanpassingen van het gebouw met de maatschappelijke dienstverlening en de appartementen. 2. Rutger Vehof, Schoolstraat 34, 7471 WX GOOR (Ingekomen 10 december 2013) Weergave inspraakreactie Inspreker spreekt namens de bewoners van Schoolstraat 24 t/m 42 (even getallen). Inspreker is het niet eens met de beoogde scheiding van gaas, staalmatten met begroeiing tussen hun percelen en het plan Constantijnhof. Inspreker is het daarmee niet eens vanwege onderhoud van de begroeiing, geluidsoverlast van huisdieren bewoners van de Schoolstraat en privacy. De voorkeur gaat uit naar een gemetselde muur van 2,5 meter, waarbij het bestaande straatwerk in hun tuinen aansluit op het metselwerk. Bestaande verlichting moet worden gehandhaafd of vervangen. Inspreker acht het onwenselijk dat in de zijgevel van de nieuwe woningen die grenzen aan zijn perceel op de eerste verdieping ramen worden gerealiseerd, vanwege inbreuk op zijn privacy. Het voorstel is het raam te laten vervallen. Mondelinge toelichting Inspreker is uitgenodigd om de inspraakreactie mondeling toe te lichten. Op 20 januari 2014 hebben de heren Vehof en Huisstede, die de bewoners van de Schoolstraat 24 t/m 42 (even nummers) vertegenwoordigen de inspraakreactie toegelicht. Tijdens deze toelichting wordt nader verduidelijkt dat insprekers graag hun privacy willen behouden. Vanwege de diepe achtertuinen worden er dieren gehouden en vinden er hobby/kluswerkzaamheden plaats. Dit gebruik moet kunnen worden voortgezet. Potentiële kopers van de nieuwe woningen moeten hiervan op de hoogte worden gesteld.
8
Tevens wordt aangegeven, dat de bewoners van de Schoolstraat 24 t/m 42 een toegangsweg hebben gecreëerd aan de achterzijde van hun perceel. Het is echter niet exact helder waar de perceelsgrenzen liggen. Het is gewenst dat de initiatiefnemer dit door het Kadaster laat inmeten. De toegangsweg moet worden gehandhaafd zodat de draaicirkel voor de auto's voldoende is. Een verslag van deze mondelinge toelichting is in de bijlage opgenomen. Gemeentelijke reactie In het bestemmingsplan is in de toelichting aangegeven, dat voor de erfafscheidingen tussen de openbare ruimte en de bestaande achtertuinen uitgangspunt is, dat deze eenduidig worden vormgegeven met groene, begroeide erfafscheidingen. De ontwikkelaar is bereid de vormgeving van de erfafscheiding met de relevante bewoners te bepreken. Dit gesprek heeft 13 oktober 2014 plaatsgevonden. Een gemetselde muur is daarbij vanuit kostenoverwegingen niet haalbaar. De ontwikkelaar heeft 3 alternatieven aan de relevante bewoners voorgelegd, te weten staalmatten met groene begroeiing, een betonnen of een houten erfafscheiding. Ten aanzien van de maximale hoogte van die erfafscheidingen geldt, dat deze niet meer mag bedragen dan 2,2 meter. Wij achten een hoogte van 2,2 meter voldoende om de privacy te borgen. Dit is conform de gebruikelijke maximale hoogte in andere bestemmingsplannen van de gemeente en ook in het vigerende plan als maximale hoogte opgenomen. Inspreker geeft aan dat bestaande verlichting moet worden gehandhaafd of vervangen. Aangezien het bestemmingsplan leidt tot een herontwikkeling van het plangebied waar nu achter de percelen aan de Schoolstraat nog een bedrijf en een maatschappelijke functie zijn toegestaan en in de nieuwe situatie woningen worden gerealiseerd, is het niet mogelijk de bestaande verlichting te handhaven. De percelen aan de achterzijde van de Schoolstraat zouden grenzen aan de in het voorontwerp bestemmingsplan geprojecteerde patiowoningen, waarbij het achterpad van de Schoolstraatbewoners gehandhaafd blijft. Door een aanpassing van het stedenbouwkundig ontwerp zijn de patiowoningen daar komen te vervallen en zijn er twee-onder-één-kapwoningen en rijenwoningen geprojecteerd. De afstand van die woningen tot de achtertuinen van de woningen aan de Schoolstraat is vergroot ten opzichte van het stedenbouwkundig ontwerp dat bij het voorontwerp bestemmingsplan als onderlegger gold. Ten aanzien van de verlichting geldt, dat er in een bestemmingsplan geen verlichtingsplan wordt opgenomen. Dit is onderdeel van het nadere ontwerp van de openbare ruimte. Bij het opstellen van een verlichtingsplan zal het aspect (sociale) veiligheid een rol spelen. In een bestemmingsplan kan niet worden geregeld waar de ramen in een gevel worden geplaatst. De privacy wordt beschermd door het Burenrecht, waarin regels zijn opgenomen ten aanzien van muuropeningen en balkons. Daarbij geldt dat in het vigerende bestemmingsplan ook al op korte afstand van het perceel van insprekers bedrijfsbebouwing is toegestaan, van waaruit inkijk op het perceel mogelijk is. Het is dan ook niet juist dat de nieuwe woningen leiden tot een afname van de privacy van insprekers. Bij het opstellen van het plan is de kadastrale ondergrond als basis gehanteerd. De toegangsweg, die de achterzijde van de percelen aan de Schoolstraat 24-42 ontsluit en waardoor de percelen via de achterzijde per auto bereikbaar zijn loopt achter de KPN mast over hun eigen gronden. De ontwikkelaar meet op eigen kosten te zijner tijd de kavels opnieuw in en zal bij overschrijding van de kavelgrens in overleg met de omwonenden bepalen wat te doen. Zoals het er nu uitziet komen de nieuwe woningen ruim binnen de kavelgrens te liggen en zal er geen probleem ontstaan. De bestaande
9
straat van de bewoners wordt zoveel mogelijk in tact gelaten en bij beschadigingen hersteld. Conclusie De inspraakreactie wordt niet overgenomen en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
3. C.J. Wittrock en L.M. Wittrock de Jong, Spoorstraat 37, 7471 BV GOOR (Ingekomen 11 december 2013) Weergave inspraakreactie De term dienstwoning suggereert dat de appartementen in het kerkgebouw gekoppeld zijn aan de uitoefening van een functie binnen de kerk. Inspreker vraagt of dit in de toekomst 2 appartementen voor vrije bewoning en vrije verkoop zijn. Het is onduidelijk hoe de achterzijde van de gebouwen van 12 en 15 meter hoog aan de Irisstraat worden vormgegeven. Ook is het niet duidelijk of er sprake is van raampartijen en/of balkons aan de zijkant of achterzijde. Inspreker verzoekt inzicht in een nadere detaillering van het ontwerp. Het plan voorziet in te weinig openbaar groen. Dit is in strijd met het gemeentelijk Groenstructuurplan, waarin is vastgelegd dat er op wijkniveau sprake moet zijn van een evenwichtige verdeling van groen over de wijken en concentratie van groen op groene pleinen, waarbij particulier groen als aanvulling dient. De realisatie van appartementen staat op gespannen voet met de Woonvisie. De keuze voor appartementen lijkt volgens inspreker met name voort te komen uit financiële belangen van de ontwikkelaar. Inspreker verzoekt of het mogelijk is, dat de gemeente financieel bijdraagt aan het plan (groen, ruimere opzet, etc), zodat gekozen kan worden voor een vriendelijker bouwplan en leefomgeving en waarbij het plan financieel haalbaar blijft voor de ontwikkelaar. In de planbeschrijving wordt aangegeven dat het uiteindelijke bouwplan kan afwijken van het stedenbouwkundig ontwerp en gevelaanzichten, zoals die in de toelichting van het plan zijn weergegeven. Inspreker verzoekt aan te geven op welke punten dit kan afwijken. In de toelichting staat dat de kerk een vrijstaand gebouw in de ruimte wordt. Echter, de kerk is samen met het naastgelegen complex één groot gebouw. Dit klopt niet volgens inspreker. Inspreker vraagt in hoeverre de hoogte van 12-15 meter van het kerk- en appartementengebouw nog kan worden verhoogd met op het dak te plaatsen apparatuur en of daarmee rekening is gehouden bij het bepalen van de geluidshinder. In de toelichting wordt opgemerkt, dat naast perceel nummer 1 de tijdelijke strook te zijner tijd kan worden omgevormd tot een ontsluitingsweg richting het terrein van de voormalige C1000). Inspreker vraagt of deze ontsluitingsweg ook bedoeld is voor gemotoriseerd verkeer. In het verleden is namelijk altijd aangegeven dat dit slechts een fiets-/voetpad zou worden. Er worden volgens de toelichting 94 parkeerplaatsen gerealiseerd voor de nieuwe woningen en maatschappelijke dienstverlening. Inspreker vraagt in hoeverre de reeds
10
bestaande parkeerplaatsen aan de Irisstraat hierbij zijn meegeteld. Als deze plaatsen zijn meegeteld leidt dit volgens inspreker tot parkeerproblemen in omliggende straten. Een gezamenlijke en eenduidige afscheiding wordt wenselijk geacht. Inspreker vraagt daarom of de erfafscheiding aan de achterzijde van de percelen aan de Spoorstraat tijdens de planvorming worden ontworpen. Inspreker vraagt of de ruimte tussen het kerk- en appartementencomplex en de tuinen van de nieuwe woningen (11-19) een particuliere en afgesloten ruime wordt of dat dit een openbare, vrij toegankelijke ruimte wordt, met alle gevolgen van dien. In dit kader wordt ook gevraagd of de strook tussen woning 11 en de achterzijde van de percelen aan de Spoorstraat wordt ingericht als een voetpad naar de genoemde buitenruimte. Inspreker verzoekt de ligging van het woonblok 11-19 in lijn te brengen met de ligging van woonblok 1-10 in die zin dat de zijdelingse perceels- en bouwgrenzen gelijk worden getrokken. Hierdoor komt het woonblok op een grotere afstand van het perceel van inspreker te liggen. Daarnaast verzoekt inspreker om in woning 11 geen raampartijen en dakkappellen te plaatsen aan de Spoorstraatzijde. Inspreker verzoekt het ontwerp van het bouwplan zo aan te passen dat voor het perceel Spoorstraat 37 de mogelijkheid ontstaat een achteruitrit te realiseren. Inspreker verzoekt op hoogte te worden gehouden van eventuele ontwikkelingen en termijnen. Mondelinge toelichting De insprekers zijn uitgenodigd om de inspraakreactie mondeling toe te lichten. Op 21 januari 2014 heeft de heer Wittrock de inspraakreactie toegelicht. Tijdens deze toelichting zijn de volgende nieuwe punten naar voren gebracht. Het bouwplan is te intensief, te hoog en past niet in de omgeving. Tevens verzoekt inspreker de hoekwoning op perceel nummer 11 op een grotere afstand van zijn perceelsgrens te projecteren. Een verslag van deze mondelinge toelichting is in de bijlage opgenomen. Gemeentelijke reactie De dienstwoningen mogen alleen als dienstwoning worden gebruikt. Om dit te borgen worden de 2 dienstwoningen in de regels opgenomen als zijnde bedrijfswoningen en wordt ter plaatse van de toegestane bedrijfswoningen een aanduiding 'bedrijfswoning' op de verbeelding opgenomen, waarbij maximaal 2 bedrijfswoningen zijn toegestaan. In een bestemmingsplan kan niet worden geregeld waar de deuren en ramen in een gevel worden geplaatst. De privacy wordt beschermd door het Burenrecht, waarin regels zijn opgenomen ten aanzien van muuropeningen en balkons. De ontwikkelaar is bereid inspreker te informeren over de nadere detaillering van de bouwplannen zodra dit bekend is. Ten aanzien van de privacy geldt bovendien, dat in het vigerende bestemmingsplan ook al bebouwing is toegestaan op korte afstand van insprekers perceel van waaruit inkijk op dat perceel mogelijk is. Met het nieuwe bestemmingsplan verandert dit niet zodanig dat er sprake zal zijn van een onevenredig aantasting van de privacy. In het nieuwe stedenbouwkundig ontwerp zijn de woningen die achter perceel Spoorstraat 37 waren geprojecteerd in noordelijke richting verschoven. Voor wat betreft het Groenstructuurplan, waarin is vastgelegd dat er op wijkniveau sprake moet zijn van een evenwichtige verdeling van groen over de wijken en concentratie van groen op groene pleinen, waarbij particulier groen als aanvulling dient, geldt dat hier aan wordt voldaan. Het groen in het zuidwesten van het plangebied blijft gehandhaafd. Het groen in de particuliere tuinen dient als aanvulling op de groenstructuur. Bovendien geldt
11
dat het een ontwikkeling nabij het centrumgebied betreft en dat een centrumgebied zich over het algemeen kenmerkt door meer verharding.. De gemeente participeert niet in het project. Het is een initiatief van de ontwikkelaar. De gemeente ziet geen aanleiding hier met publiek geld aan bij te dragen. Het voorliggende plan, wordt namelijk ruimtelijk aanvaardbaar geacht. Inzake de reactie over de mogelijke veranderingen aan het bouwplan ten opzichte van hetgeen in de toelichting van het voorontwerpplan is weergegeven, geldt dat het bouwplan moet voldoen aan de planregels. In de planregels zijn regels voor het beoogde gebruik en de regels ten aanzien van bouwen opgenomen. Het bouwplan moet aan die regels voldoen. Daarnaast moet het plan voldoen aan de beeldkwaliteitseisen. Op dit moment kan niet concreet worden aangegeven op welke onderdelen het uiteindelijke bouwplan kan afwijken van de illustraties in de toelichting van het voorontwerpplan. Voor zover in de toelichting staat dat de kerk een vrijstaand gebouw in de ruimte wordt, geldt dat dit onjuist is. De toelichting wordt hierop aangepast. Bovendien is het stedenbouwkundig ontwerp aangepast, waardoor de inrichting van het gebied is veranderd. De afstand van geprojecteerde woningen tot insprekers perceel is daarbij minimaal hetzelfde gebleven of vergroot. De bouwhoogte van de kerk en het naastgelegen gebouw waren in het voorontwerpbestemmingsplan respectievelijk maximaal 12 en 15 meter. De hoogte van 15 meter wordt naar aanleiding van de inspraakprocedure teruggebracht naar 10 meter. Bij het bepalen van de bouwhoogte worden ondergeschikte bouwdelen als ventilatiekanalen en schoorstenen buiten beschouwing gelaten. Het aantal appartementen is teruggebracht naar 3, exclusief de 2 bedrijfswoningen. Vanwege de wijziging van de bouwhoogte naar 10 meter is voor de duidelijkheid aangegeven in lid 2 van artikel 2 dat de liftschacht niet wordt betrokken bij het bepalen van de bouwhoogte. De geluidseffecten van eventuele dergelijke bouwwerken zijn meegenomen in de onderbouwing van de geluidsituatie van het plan. Bovendien is in het beeldkwaliteitplan opgenomen, dat alle installaties inpandig moeten worden gerealiseerd. In de strook naast woning nummer 1 (oude ontwerp, is in het nieuwe ontwerp perceel 4) zijn in het nieuwe ontwerp parkeervoorzieningen geprojecteerd. De strook kan te zijner tijd ook worden gebruikt voor een fiets- en voetpad ter ontsluiting van het huidige KPNperceel. Die ontsluiting met het KPN-perceel niet bedoeld als ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer. Ten aanzien van parkeren geldt, dat de gemeentelijke parkeernormen zijn gelegd op het programma voor de Constantijnhof. Rekeninghoudend met dubbelgebruik volgt daaruit een parkeerbehoefte van 75 parkeerplaatsen. Hierbij heeft de kerk een bijzondere positie. Voor de diensten in het weekend is er voldoende parkeerruimte in het plan of anders zeker in de directe omgeving. Voor rouw- en trouwdiensten op de doordeweekse dag kan het mogelijk zijn dat niet alle auto’s in de directe omgeving de auto kwijt kunnen. Op dit moment geldt er nog een blauwe zone op de 7 parkeerplaatsen op de Spoorstraat op de hoek met de Stationslaan (aan de zijde van het voormalige PTT-gebouw). Deze blauwe zone zal worden opgeheven, waardoor er in de directe omgeving van het plan Constantijnhof 7 parkeerplaatsen extra beschikbaar komen voor langparkeerders. Overigens is het op dit moment formeel toegestaan om te parkeren op de rijbaan van de Irisstraat. In de directe omgeving liggen twee parkeerterreinen aan weerzijden van De Oliphant.
12
Hoewel de bebording bij het parkeerterrein aan de westzijde de indruk wekt dat er een blauwe zone is ingesteld, is dat formeel niet het geval. De erfafscheidingen tussen de openbare ruimte in het plangebied en de Spoorstraat worden mee ontworpen. Uitgangspunt is een eenduidige erfafscheiding. De ontwikkelaar is bereid de vormgeving van de erfafscheiding met de bewoners te bepreken. Dit gesprek heeft 13 oktober 2014 plaatsgevonden met de relevante bewoners. De ontwikkelaar heeft 3 alternatieven aan de bewoners voorgelegd, te weten staalmatten met groene begroeiing, een betonnen of een houten erfafscheiding. Ten aanzien van de maximale hoogte van die erfafscheidingen geldt dat deze niet meer mag bedragen dan 2,2 meter. Wij achten een hoogte van 2,2 meter voldoende om de privacy te borgen. Dit is conform de gebruikelijke maximale hoogte in andere bestemmingsplannen van de gemeente en ook in het vigerende plan als maximale hoogte opgenomen. De ruimte tussen de kerk en het appartementencomplex en de tuinen van de nieuwe woningen is een openbare, vrij toegankelijke ruimte. Via deze zijde zijn de achteringang van de kerk en het appartementengebouw bereikbaar. Ook is dit een toegang naar de achteringangen van de woningen die aan deze gronden grenzen. De strook grond tussen perceel 11 en de achterzijde van de percelen aan de Spoorstraat was in het oude ontwerp openbare ruimte en betrof een voetpad naar de genoemde buitenruimte. In het nieuwe ontwerp is deze strook vervallen en grenst perceel Spoorstraat 37 grotendeels aan het nieuwe woonperceel. De oostelijke grens van Spoorstraat 37 grenst verder voor een beperkt deel aan de nieuwe openbare ruimte, zie onderstaande uitsnede uit het nieuwe stedenbouwkundige ontwerp.
Spoorstraat 37
Bij het opstellen van een verlichtingsplan zal het aspect (sociale) veiligheid een rol spelen. Ten aanzien van de reactie om in de geprojecteerde woning die grens aan Spoorstraat 37 geen raampartijen te plaatsen aan de Spoorstraatzijde en geen dakkapellen toe te staan wordt het volgende opgemerkt. In een bestemmingsplan kan niet worden geregeld
13
waar de deuren en ramen in een gevel worden geplaatst. De privacy wordt beschermd door het Burenrecht, waarin regels zijn opgenomen ten aanzien van muuropeningen en balkons. Ten aanzien van dakkapellen geldt dat deze op een achterdakvlak onder voorwaarden al mogelijk zijn zonder vergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht. Een dakkapel op het voordakvlak is onder voorwaarden ook vergunningsvrij. Verder kunnen in het dak aan zowel de voor- als achterkant vergunningsvrij dakramen worden geplaatst. Hierdoor kan ook zicht op de omliggende percelen van de geprojecteerde woningen ontstaan. Het wordt daarom niet zinvol geacht nadere regels op te nemen om dakkapellen te voorkomen. Bovendien gelden er bij andere woningen in de gemeente vanuit de bestemmingsplannen ook geen nadere restricties inzake dakkapellen. Ten aanzien van het verzoek om het ontwerp van het bouwplan zo aan te passen dat er voor het perceel van inspreker de mogelijkheid ontstaat een achteruitrit te realiseren in ons standpunt als volgt. Ten aanzien van het realiseren van een in- en uitrit tussen uw achtertuin en de openbare weg geldt dat het bestemmingsplan niet het geschikte instrument is om dit te regelen. Een uitrit kan worden aangevraagd via een aanvraag om omgevingsvergunning voor de activiteit uitrit aanleggen of veranderen (inritvergunning). De omgevingsvergunning voor de activiteit uitrit aanleggen of veranderen wordt getoetst aan de volgende criteria: de bruikbaarheid van de weg; het veilig en doelmatig gebruik van de weg; de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving; de bescherming van de groenvoorziening in de gemeente. In het kader van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving is het niet wenselijk om uitritten toe te staan. Een poort, toegankelijk voor mensen te voet of op de fiets is wel denkbaar. De realisatie van een dergelijke poort is een aangelegenheid tussen de inspreker en de ontwikkelaar. Het plan Constantijnhof wordt ruimtelijk aanvaardbaar geacht. Onder meer vanwege de ligging nabij het centrum. De locatie vormt daardoor een overgangsgebied tussen de nieuwere grootschalige (woon)bebouwing aan de Stationslaan, en de kleinschaliger woonbebouwing aan de oostzijde van het gebied langs de Irisstraat. De bouwhoogte van de grondgebonden woningen varieert van 7 tot 10 meter en de goothoogte van 3 tot 6 meter. Dit komt overeen met de maatvoering van de woningen in de directe omgeving. Voor het kerkgebouw geldt in het ontwerpbestemmingsplan een maximale hoogte van 12 meter en voor het gebouw met maatschappelijke dienstverlening en appartementen geldt een maximum van 10 meter. Vanwege de wijziging van de bouwhoogte naar 10 meter is voor de duidelijkheid aangegeven in artikel 2 lid 2 (wijze van meten) dat de liftschacht niet wordt betrokken bij het bepalen van de bouwhoogte. Met deze bebouwing wordt aan de Irisstraat een tegenhanger gecreëerd ten opzichte van het medisch centrum. De bouwhoogtes achten wij aanvaardbaar. Tot slot geldt dat de ligging van het gebouw met maatschappelijke dienstverlening en appartementen is aangepast en in zuidelijke richting naar de Irisstraat is verplaatst. Het parkeren vindt nu plaats aan de achterzijde van het appartementencomplex. Ten aanzien van het verzoek om de hoekwoning die achter Spoorstraat 37 was geprojecteerd op een grotere afstand van de perceelsgrens van Spoorstraat 37 te projecteren geldt, dat in het aangepaste stedenbouwkundige ontwerp de inrichting achter insprekers perceel is gewijzigd, waarbij de geprojecteerde woning in noordelijke richting is verschoven. De afstand tussen de nieuwe geprojecteerde hoekwoning en de woning op perceel Spoorstraat 37 is vanwege de diepe achtertuin voldoende groot. 14
Conclusie De inspraakreactie wordt deels overgenomen. De bedrijfswoningen worden als zodanig bestemd en de alinea over de vrije ligging van het kerkgebouw wordt aangepast. De bouwhoogte van 15 meter voor het appartementengebouw binnen de maatschappelijk bestemming wordt teruggebracht naar 10 meter. Vanwege de wijziging van de bouwhoogte naar 10 meter is voor de duidelijkheid aangegeven in lid 2 van artikel 2 (wijze van meten), dat de liftschacht niet wordt betrokken bij het bepalen van de bouwhoogte. Tevens wordt de verbeelding aangepast vanwege de nieuwe locatie van het gebouw met de maatschappelijke dienstverlening en de appartementen en het aangepaste stedenbouwkundig ontwerp.
15
4. A.G. Ardesch, Schoolstraat 48, 7471 WX GOOR (Ingekomen 9 december 2013) Weergave inspraakreactie Inspreker vindt het spijtig dat niet in een eerder stadium is gesproken met de eigenaren van aangrenzende percelen over de invulling van de erfafscheidingen en mogelijke ontsluitingen van deze percelen. In het plan is aangegeven dat er groene/begroeide erfafscheidingen zijn voorzien. Daarmee is niet iedereen gelukkig. Verzocht wordt om in samenspraak tot een acceptabele oplossing te komen met aandacht voor mogelijke ontsluitingen van de insprekers aan de achterzijde. Inspreker wenst een ontsluiting aan achterzijde van zijn perceel op het toekomstige plan. Inspreker verzoekt de ontsluiting voor de vaststelling van het bestemmingsplan te herzien. Het perceel Schoolstraat 48 kent een asbestverontreiniging. Sanering zal waarschijnlijk medio 2014 plaatsvinden. Het perceel is echter lastig bereikbaar. Verzocht wordt om de sanering via het toekomstige plan te laten plaatsvinden, omdat het perceel dan goed bereikbaar is. Verzocht wordt of de gemeente dat met de provincie kortsluit. Mondelinge toelichting Inspreker is uitgenodigd om de inspraakreactie mondeling toe te lichten. Op 21 januari 2014 hebben de heer en mevrouw Ardesch de inspraakreactie toegelicht. Tijdens deze toelichting zijn de volgende nieuwe punten naar voren gebracht. Inspreker verzoekt voor de start van de realisatie van het plan al de erfafscheiding te realiseren. Daarnaast verzoekt inspreker of hij bij het realiseren van zijn achteringang de tegels van het schoolplein kan gebruiken / overnemen. Vanwege de lagere ligging van het perceel van inspreker ten opzichte van het plangebied wordt om een goede oplossing voor de waterhuishouding gevraagd, zodat het water niet naar het perceel van insprekers wordt afgevoerd. Een verslag van deze mondelinge toelichting is in de bijlage opgenomen. Gemeentelijke reactie Voor wat betreft de erfafscheidingen tussen de openbare ruimte en de bestaande achtertuinen is de ontwikkelaar bereid met de relevante bewoners afspraken te maken. Uitgangspunt is een eenduidige erfafscheiding tussen deze percelen en het plangebied. Op 13 oktober 2014 heeft de ontwikkelaar gesproken met de relevante bewoners. De ontwikkelaar heeft 3 alternatieven aan de bewoners voorgelegd, te weten staalmatten met groene begroeiing, een betonnen of een houten erfafscheiding. Ten aanzien van de maximale hoogte van die erfafscheidingen geldt dat deze niet meer mag bedragen dan 2,2 meter. Wij achten een hoogte van 2,2 meter voldoende om de privacy te borgen. Dit is conform de gebruikelijke maximale hoogte in andere bestemmingsplannen van de gemeente en ook in het vigerende plan als maximale hoogte opgenomen. De realisatie van mogelijke ontsluitingen aan de achterzijde van insprekers perceel voor parkeren van zijn auto is in het kader van het bestemmingsplan niet relevant. Indien bewoners een achterdeur in hun schutting willen plaatsen om een achterom mogelijk te maken is dat vergunningsvrij mogelijk, mits de deur niet hoger is dan 2 meter. Ten aanzien van het realiseren van een in- en uitrit tussen uw achtertuin en de openbare weg geldt dat het bestemmingsplan niet het geschikte instrument is om dit te regelen. Een uitrit kan worden aangevraagd via een aanvraag om omgevingsvergunning voor de activiteit uitrit aanleggen of veranderen (inritvergunning).
16
De omgevingsvergunning voor de activiteit uitrit aanleggen of veranderen wordt getoetst aan de volgende criteria: de bruikbaarheid van de weg; het veilig en doelmatig gebruik van de weg; de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving; de bescherming van de groenvoorziening in de gemeente. In het kader van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving is het niet wenselijk om uitritten toe te staan. Een poort, toegankelijk voor mensen te voet of op de fiets is wel denkbaar. De realisatie van een dergelijke poort is een aangelegenheid tussen de inspreker en de ontwikkelaar. Inspreker kan met de ontwikkelaar in overleg treden over het overnemen van tegels van het schoolterrein. Inzake de asbestsanering van het perceel Schoolstraat 48 is de ontwikkelaar bereid mee te denken. Er zal tussen ontwikkelaar, gemeente en provincie afstemming plaatsvinden over de asbestsanering waarbij geprobeerd wordt dit te combineren met de uitvoering van het plan. Hierover worden met inspreker nadere afspraken gemaakt. Ten aanzien van het verzoek de erfafscheiding te realiseren voorafgaand aan de realisatie van het bouwplan geldt, dat u die mogelijkheid kan bespreken met de ontwikkelende partij. Bij de inrichting van het gebied zal rekening worden gehouden met de lagere ligging van perceel Schoolstraat 48 ten opzichte van het plangebied, zodat er geen overlast ontstaat vanwege waterafvoer. Conclusie De inspraakreactie wordt niet overgenomen en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. 5. de heer B.J.M. Spoolder en mevrouw S.D. Bannink, Spoorstraat 33, 7471 BV GOOR (Ingekomen 10 december 2013, aanvullende reactie ingekomen 14 maart 2014) Weergave inspraakreactie De afscheiding tussen de percelen aan de Spoorstraat en de Constantijnhof is niet gedefinieerd. Inspreker wenst een gemetselde muur als afscheiding, aangezien de huidige afscheiding wordt gevormd door de bebouwing van het voormalige Schalkterrein. Dit geldt ook voor de buren, die ook een gemetselde muur willen. Inspreker wenst een ontsluiting voor een auto aan de achterzijde via een uitgang/uitrit. Inspreker acht dit mogelijk aangezien het perceel grenst aan de openbare weg van de Constantijnhof. Inspreker heeft 4 auto's en kan er 1 parkeren op de oprit. De overige zullen bij het ontbreken van een uitgang/inrit op de openbare weg worden geparkeerd. Inspreker geeft aan dat hij geen ramen wenst in de westgevel van de starterswoningen in verband met privacy. Mondelinge toelichting Inspreker is uitgenodigd om de inspraakreactie mondeling toe te lichten. Op 8 januari 2014 heeft de heer Spoolder de inspraakreactie telefonisch toegelicht. Tijdens deze toelichting zijn geen nieuwe punten naar voren gebracht. Een verslag van deze mondelinge toelichting is in de bijlage opgenomen.
17
Gemeentelijke reactie In het bestemmingsplan is in de toelichting aangegeven, dat voor de erfafscheidingen tussen de openbare ruimte en de bestaande achtertuinen uitgangspunt is, dat deze eenduidig wordt vormgegeven met groene, begroeide erfafscheidingen. Daarbij is de afscheiding met de Spoorstraat niet specifiek genoemd. In het ontwerpplan wordt dat in de toelichting toegevoegd. De ontwikkelaar is bereid de vormgeving van de erfafscheiding met de relevante bewoners te bepreken. Een gemetselde muur is daarbij vanuit kostenoverwegingen niet haalbaar. Op 13 oktober 2014 heeft de ontwikkelaar gesproken met die bewoners. De ontwikkelaar heeft 3 alternatieven aan de bewoners voorgelegd, te weten staalmatten met groene begroeiing, een betonnen of een houten erfafscheiding. Ten aanzien van de maximale hoogte van die erfafscheidingen geldt, dat deze niet meer mag bedragen dan 2,2 meter. Dit is conform de gebruikelijke maximale hoogte in andere bestemmingsplannen van de gemeente en ook in het vigerende plan als maximale hoogte opgenomen. Ten aanzien van het realiseren van een in- en uitrit tussen insprekers achtertuin en de openbare weg geldt dat het bestemmingsplan niet het geschikte instrument is om dit te regelen. Een uitrit kan worden aangevraagd via een aanvraag om omgevingsvergunning voor de activiteit uitrit aanleggen of veranderen (inritvergunning). De omgevingsvergunning voor de activiteit uitrit aanleggen of veranderen wordt getoetst aan de volgende criteria: de bruikbaarheid van de weg; het veilig en doelmatig gebruik van de weg; de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving; de bescherming van de groenvoorziening in de gemeente. In het kader van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving is het niet wenselijk om uitritten toe te staan. Een poort, toegankelijk voor mensen te voet of op de fiets is wel denkbaar. De realisatie van een dergelijke poort is een aangelegenheid tussen de inspreker en de ontwikkelaar. In een bestemmingsplan kan niet worden geregeld waar de deuren en ramen in een gevel worden geplaatst. De privacy wordt beschermd door het Burenrecht, waarin regels zijn opgenomen ten aanzien van muuropeningen en balkons. Ten aanzien van dakkapellen geldt, dat deze op een achterdakvlak onder voorwaarden al mogelijk zijn zonder vergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht. Een dakkapel op het voordakvlak is onder voorwaarden ook vergunningsvrij. Verder kunnen in het dak aan zowel de voor- als achterkant vergunningsvrij dakramen worden geplaatst. Hierdoor kan ook zicht op de omliggende percelen van de geprojecteerde woningen ontstaan. Het wordt daarom niet zinvol geacht nadere regels op te nemen om dakkapellen te voorkomen. Bovendien gelden er bij andere woningen in de gemeente vanuit de bestemmingsplannen ook geen nadere restricties inzake dakkapellen. Hierbij geldt bovendien dat op de betreffende gronden op basis van het vigerende bestemmingsplan ook al bebouwing kan worden gerealiseerd op kortere afstand van het perceel dan in het nieuwe bestemmingsplan met een bouwhoogte van 8 meter, vanaf waar inkijk op het perceel / woning Spoorstraat 33 mogelijk is. De afstand tussen de geprojecteerde bebouwing en Spoorstraat 33 in het nieuwe plan is groter geworden ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan. Bovendien is de lengte van mogelijke bebouwing parallel aan de achtergrens van perceel Spoorstraat 33 afgenomen ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan. Het is dan ook niet juist dat de nieuwe woningen leiden tot een afname van de privacy van inspreker. Daarbij is het stedenbouwkundig ontwerp aangepast, waardoor de woningen achter insprekers perceel op grotere afstand zijn komen te liggen dan in het voorontwerp bestemmingsplan is aangegeven.
18
Conclusie De inspraakreactie wordt deels overgenomen. In de toelichting wordt aangegeven, dat voor de erfafscheidingen met de bestaande achtertuinen uitgangspunt is, dat deze eenduidig wordt vormgegeven met groene, begroeide erfafscheidingen. Daarbij wordt de afscheiding met de Spoorstraat toegevoegd. 6. Familie Veringa, Irisstraat 7, 7471 AS GOOR, namens bewoners Irisstraat 7 t/m 11a (Ingekomen 9 december 2013) Weergave inspraakreactie Het appartementencomplex van minimaal 12 meter hoog wordt als niet passend in het straatbeeld gezien. De woningen in de Irisstraat zijn 10 meter. Het is niet duidelijk of in het appartementencomplex aan de oostzijde ramen worden geplaatst. Ramen in de oostgevel heeft inbreuk op privacy in woning en tuin. Inspreker vraagt zich af of er wel behoefte is aan appartementen, gezien de leegstand aan de Stationslaan. De nieuwbouw van 12 meter geeft schaduw op de bestaande woonpercelen. Er zal dan nauwelijks meer zon zijn in de achtertuinen, met name bij de percelen Irisstraat 7 en 9. De gebruikte plattegrond is verouderd voor perceel Irisstraat 7. De erker aan de westkant staat hier niet vermeld. Volgens inspreker is de inrichting van het gebied grenzend aan perceel Irisstraat 7 onduidelijk. Inspreker vraagt zich af of er een trottoir wordt gerealiseerd of dat het gaat om een strook met bodembedekkers. Ook wordt gevraagd of de bestaande bomen verwijderd. Een begroeid hekwerk met groenstrook is onwenselijk, omdat de bewoners van de percelen 7 t/m 11a dan geen onderhoud meer kunnen plegen aan de huidige erfafscheidingen en begroeiing. De voorkeur gaat uit naar een trottoir, waarbij de huidige bomen worden gehandhaafd. Insprekers treden hierover graag in overleg met de gemeente dan wel de aannemer/ontwikkelaar. De bestaande in- en uitrit bij perceel Irisstraat 7 dient te worden behouden. De bewoners van nummers 7a tot en met 11a willen de mogelijkheid een achteruitgang te realiseren. Dit kan als aandachtspunt worden meegenomen bij de eenduidige groene afscheiding. Mondelinge toelichting De insprekers zijn uitgenodigd om de inspraakreactie mondeling toe te lichten. Op 29 januari 2014 hebben de heren Veringa en Hesselink de inspraakreactie toegelicht. Tijdens deze toelichting zijn de volgende nieuwe punten naar voren gebracht. Door de hoogte van het appartementencomplex wordt schaduwhinder verwacht. Qua hoogte moet worden aangesloten op de bestaande bebouwing. Insprekers achten het logischer dat de kerk omwisselt met de appartementen /dienstverlening. Nu zijn de maatschappelijke ruimtes op grotere afstand gelegen van het medisch centrum. Verzocht wordt om achteringangen te realiseren in de erfafscheiding, een voor de fiets toegankelijke poort is voldoende. Bij Iristraat 7 is er sprake van een recht van overpad waardoor stalling van een caravan en aanhanger op eigen terrein mogelijk is. De heer Veringa wil dit recht behouden. Toegezegd wordt de akte van het recht van overpad aan de gemeente te sturen. Een verslag van deze mondelinge toelichting is in de bijlage opgenomen.
19
Gemeentelijke reactie Het plan wordt ruimtelijk aanvaardbaar geacht, onder meer vanwege de ligging nabij het centrum dat zich over het algemeen kenmerkt door een hogere hoogte en een meer compacte inrichting. Bovendien is er rekening mee gehouden, dat de locatie een overgangsgebied vormt tussen de nieuwere grootschalige (woon)bebouwing aan de zuidzijde, aan de westzijde, nabij het station en de kleinschaliger woonbebouwing aan de oostzijde van het gebied langs de Irisstraat. De bouwhoogte van de grondgebonden woningen varieert van 7 tot 10 meter en de goothoogte van 3 tot 6 meter. Dit komt overeen met woningen in de directe omgeving. Voor het kerkgebouw geldt een maximale hoogte van 12 meter. Voor het gebouw met maatschappelijke dienstverlening en appartementen wordt de maximum bouwhoogte van 15 meter verlaagd naar 10 meter. Het aantal appartementen is daardoor aangepast tot maximaal 3. Met deze bebouwing wordt aan de Irisstraat een tegenhanger gecreëerd ten opzichte van het medisch centrum. De bouwhoogtes worden acceptabel geacht. Vanwege de wijziging van de bouwhoogte naar 10 meter is voor de duidelijkheid aangegeven in artikel 2 lid 2 (wijze van meten) dat de liftschacht niet wordt betrokken bij het bepalen van de bouwhoogte. Ten aanzien van de reactie om geen raampartijen te plaatsen aan de oostzijde van het appartementengebouw merken we het volgende op. In een bestemmingsplan kan niet worden geregeld waar de deuren en ramen in een gevel worden geplaatst. De privacy wordt beschermd door het Burenrecht, waarin regels zijn opgenomen ten aanzien van muuropeningen en balkons. Hierbij geldt bovendien dat de afstand tussen de perceelsgrens van inspreker en de nieuwe bebouwing in het aangepaste stedenbouwkundig ontwerp circa 9 meter bedraagt en wordt gescheiden door een weg. De afstand tussen de nieuwe bebouwing tot de gevel van insprekers woning (exclusief de erker) bedraagt circa 19 meter. De kortste afstand tussen de nieuwbouw en de erker is circa 15,5 meter. Dit wordt aanvaardbaar geacht. De lengte van de oostelijke gevel van de nieuwbouw ten westen van insprekers perceel is bovendien beperkt. Niet wordt ontkend dat er in de nieuwe situatie sprake is van een beperkte verslechtering van de privacy. De bebouwing komt dichter bij het perceel van insprekers te staan. Gelet op de afstanden tussen de nieuwbouw en het perceel en de beperkte verandering ten opzichte van de bestaande situatie worden de aangepaste hoogte van 10 meter en afstanden aanvaardbaar geacht. Bovendien wordt het plan zodanig aangepast dat er een laag appartementen verdwijnt. Ten aanzien van de behoefte aan appartementen is het standpunt van de gemeente dat het aannemelijk is, dat er voldoende behoefte is. Ten eerste is er sprake van een goede ligging ten opzichte van het centrum. De woningen zijn gezien de ligging ten opzichte van het centrum en het medisch centrum uitermate geschikt voor senioren en ook jongeren /starters. Daarnaast is er sprake van een goede prijs-kwaliteitverhouding; het gaat om betaalbare appartementen in een maat die in Goor niet op de markt is. Bovendien zijn de appartementen nodig ten behoeve van de haalbaarheid van het totaalplan en de ruimtelijke kwaliteitsimpuls. Overigens is het aantal appartementen in het ontwerpplan teruggebracht tot 3 appartementen exclusief de 2 bedrijfswoningen. Voor wat betreft de vermeende schaduwwerking geldt het volgende. Uit een bezonningsstudie volgt, dat bij de beoogde situatie (nieuwe stedenbouwkundige plan), er met in de periode september - maart met name na 18.00 uur er inderdaad sprake is van schaduwwerking op het perceel vanwege de nieuwe bebouwing. Om de invloed daarvan zo beperkt mogelijk te houden heeft initiatiefnemer het stedenbouwkundig ontwerp aangepast en het appartementengebouw verschoven richting de Irisstraat. Bovendien is er een bouwlaag verwijderd van het appartementencomplex. Daarbij geldt dat er op basis
20
van het huidige bestemmingsplan ter plaatse van het appartementencomplex ook bebouwing mogelijk is. Daarbij kan op de betreffende gronden bebouwing worden gerealiseerd ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen van 8 meter hoog en een woning van 9 meter hoog. Dit zou ook tot schaduwwerking op het perceel van inspreker leiden. De bezonningsstudie is als bijlage bij deze notitie gevoegd. Bij het stedenbouwkundig ontwerp is rekening gehouden met de erker op het perceel Irisstraat 7. Op de bestemmingsplankaart staat de erker op de ondergrond vermeld. De ontwikkelaar heeft aangegeven om bij de nadere inrichting van het gebied grenzend aan perceel Irisstraat 7 in overleg te willen treden met de bewoners over de definitieve inrichting met behoud van de bestaande in- en uitrit bij perceel Iristraat 7. Conclusie De inspraakreactie wordt deels overgenomen. De bouwhoogte van 15 meter binnen de maatschappelijk bestemming wordt teruggebracht naar 10 meter. Vanwege de wijziging van de bouwhoogte naar 10 meter is voor de duidelijkheid aangegeven in artikel 2 lid 2 (wijze van meten), dat de liftschacht niet wordt betrokken bij het bepalen van de bouwhoogte. Het gebouw met de maatschappelijke dienstverlening en 3 appartementen is naar de Irisstraat verschoven en verlaagd, waardoor een gunstigere situatie ontstaat voor wat betreft bezonning. De verbeelding is vanwege de nieuwe locatie van het gebouw met de maatschappelijke voorzieningen en de appartementen aangepast.
7. Fam. M. Slomp, Anjerstraat 35, 7471 JK Goor (Ingekomen 6 juli 2014) Weergave inspraakreactie Inspreker is in 1989 verhuisd van Diepenheim naar Goor en heeft toen bewust gekozen om tegenover een school te gaan wonen, met ruime parkeerplek bij de school. Inspreker signaleert in het nieuwe plan, dat er geen parkeerplek meer bij insprekers huis is opgenomen. Verder in de straat staan de auto's van bewoners uit de Schoolstraat. Buren hebben ook meer dan 1 auto, en dus is er sprake van een parkeerprobleem. Inspreker heeft geen oprit. Vanwege gezondheidssituatie van insprekers echtgenoot is een parkeermogelijkheid dicht bij huis zeer gewenst, zo niet een must in de toekomst. Mondelinge toelichting Inspreker is uitgenodigd om de inspraakreactie mondeling toe te lichten. Op 25 augustus 2014 hebben de heer en mevrouw Slomp de inspraakreactie toegelicht. Tijdens deze toelichting zijn geen nieuwe punten naar voren gebracht. Inspreker parkeert momenteel op grond van de gemeente en heeft dus geen recht op een parkeerplek dicht bij huis. Desondanks wordt toegezegd dat overwogen zal worden in de openbare ruimte (Anjerstraat) een parkeerplaats op kenteken (invalidenparkeerplaats) toe te staan voor de heer Slomp. Inspreker dient hiervoor een verzoek in te dienen bij de gemeente. Dit verzoek doorloopt een eigen procedure, los van die van het bestemmingsplan.
21
C. Ambtshalve aanpassingen De volgende ambtshalve aanpassingen worden doorgevoerd: Toelichting A. De bodemparagraaf is uitgebreid, in die zin dat een passage is opgenomen over de bodemsanering. B. Inzake de financiële paragraaf is aangegeven, dat het saneringsplan is opgesteld. De kosten ervan komen voor rekening van initiatiefnemer en zijn gedekt in de exploitatie van het plan. C. Er is een waterhuishoudings- / rioleringsplan opgesteld. De strekking ervan is in de waterparagraaf vermeld. Het waterhuishoudingsplan is als bijlage bij de toelichting van het bestemmingsplan gevoegd. D. Het akoestisch onderzoek is vanwege de verplaatsing van het appartementengebouw geactualiseerd. De resultaten ervan zijn in de toelichting samengevat. Het oude onderzoek is vervangen in de bijlage van de toelichting door het nieuwe onderzoek. E. Het aangepaste stedenbouwkundig ontwerp is verwerkt in de toelichting. Regels A. Het aangepaste stedenbouwkundig ontwerp is verwerkt in de regels.
Verbeelding A. de verbeelding is aangepast aan het nieuwe stedenbouwkundig ontwerp.
22
Verslag
Toelichting op inspraakreactie door de heer Velderman Datum vergadering: Duur vergadering: Plaats vergadering: Aanwezig: Inspreker: Verslaglegging: Bijlage(n): Kopie aan: Volgende vergadering:
23 januari 2014 8.45 – 9.30 uur Gemeentehuis Mevr. K. Lueks, dhr. S. Tichelaar De heer Velderman K. Lueks -
1. Opening Het overleg start om 8.45 uur. De heer Velderman woont aan de Spoorstraat 35 te Goor. 2. Toelichting op de inspraakreactie Inspreker geeft aan dat hij geen problemen heeft met de planontwikkeling. Het is goed dat het gebied van een passende functie wordt voorzien. Wel komt inspreker voor zijn belangen op. Hij wil graag zijn privacy behouden. Inspreker geeft aan dat hij een diepe tuin heeft, maar dat de nieuwe woningen dichtbij de perceelsgrens zijn gesitueerd. De inspraakreactie wordt puntsgewijs doorgenomen. Hoeveelheid bebouwing en groen Inspreker is van mening dat het een intensief bebouwd plan wordt, waarbij niet of nauwelijks ruimte is voor groen. Ten opzichte van het eerder voorgenomen plan, worden er in het huidige plan veel meer woningen opgenomen en wordt ook een veel hogere bebouwing voorgesteld, welke volgens inspreker niet in de bestaande omgeving passen. Het krijgt er alle schijn van dat de projectontwikkelaar dit nodig acht om tot eigen winstmaximalisatie te komen, wat per definitie ten koste gaat van de leefbaarheid van de toekomstige planbewoners en de bestaande bewoners in de nabije omgeving, aldus inspreker. Dit alles wordt door inspreker als zeer onwenselijk ervaren en zal tot tegenstand leiden van de bestaande bewoners rond het plan. Deze omgeving kan juist wat extra groen gebruiken. Het wordt een kind-onvriendelijke buurt. Ook wordt het een onaantrekkelijke buurt voor hondenbezitters. Parkeerplaatsen Inspreker maakt zich zorgen over de parkeerplaatsen. Het aantal parkeerplaatsen is onvoldoende. Bovendien wordt overlast verwacht van de parkeerbewegingen en dichtslaande deuren. Ook is het niet reëel om de bestaande parkeerplaatsen in de parkeerberekening mee te nemen. In een eerder stedenbouwkundig plan was er een keerlus aan het eind van het doodlopende straatje gepland. In het nu voorliggende plan is dit vervallen. Hierdoor ontstaan er meer steekbewegingen van kerende en parkerende auto’s. Dit geeft onnodig veel lawaai en rumoer. Opening in zijgevels nieuwe woningen Ten behoeve van het behoud van privacy verzoek inspreker met klem om in de zijgevels van de nieuwe woningen (die aan zijn perceel grenzen) geen raampartijen, openingen of deuren aan te brengen.
Toelichting op inspraakreactie door de heer Velderman 1/2
Grondmonsters Een aantal jaren geleden heeft de ontwikkelaar in de tuin van inspreker een aantal grondmonsters laten nemen. Inspreker heeft hier nog geen resultaten van gezien, maar is wel benieuwd of er op zijn perceel ook vervuiling aanwezig is. Doorgang / achterpad Inspreker is niet blij met het pad achter zijn perceel. Dit geeft overlast. Als dit niet goed wordt verlicht, is het een plek die hangjongeren zou kunnen aantrekken. Daarom wordt gevraagd het pad van goede verlichting te voorzien. Inspreker wil graag te zijner tijd op het verlichtingsplan, zoals de projectontwikkelaar deze bij de gemeente inlevert, een mogelijkheid tot inspraak op dit punt hebben, welke daarna door de gemeente getoetst zal worden. Erfafscheiding Inspreker geeft aan dat er een deugdelijke erfafscheiding van een redelijke hoogte gerealiseerd moet worden. Hierbij heeft een gemetselde muur de voorkeur. Een muur van 2 meter hoog is onvoldoende. Ten behoeve van privacy en om inbraakgevaar tegen te gaan wordt gevraagd om een erfafscheiding met een hoogte van 3 meter. Omdat het perceel van inspreker aan openbaar gebied grenst, vraagt de inspreker om in de erfafscheiding een achteringang te realiseren. Deze achteringang moet ook toegankelijk zijn voor auto’s, zodat de aanhanger op eigen terrein kan worden gestald. 3. Procedure De vervolgprocedure wordt uitgelegd. Na afweging van alle inspraakreactie krijgt de heer Velderman een brief van het college waarin staat hoe met de reactie is omgegaan en hoe de vervolgprocedure eruit ziet. 4. Afspraken Afgesproken wordt dat er een kort verslag wordt gemaakt en dat dit bij de inspraakreactie wordt gevoegd. De heer Velderman krijgt een afschrift van dit verslag. Tevens worden de vragen met betrekking tot het laten vervallen van openingen in de zijgevels en het nemen van de grondmonsters door de gemeente doorgestuurd aan de ontwikkelaar. 5. Sluiting Het overleg was om 9.30 uur afgelopen.
Toelichting op inspraakreactie door de heer Velderman 2/2
Verslag
Toelichting op inspraakreactie door de heren Vehof en Huisstede Datum vergadering: Duur vergadering: Plaats vergadering: Aanwezig: Inspreker: Verslaglegging: Bijlage(n): Kopie aan: Volgende vergadering:
20 januari 2014 8.30 – 9.15 uur Gemeentehuis mevr. K. Lueks, dhr. S. Tichelaar dhr. Huisstede, dhr. Vehof K. Lueks -
1. Opening Het overleg start om 8.30 uur. De heren Vehof en Huisstede vertegenwoordigen de bewoners van de Schoolstraat 24 t/m 42 (even nummers). 2. Toelichting op de inspraakreactie De heren Huisstede en Vehof staan niet negatief ten aanzien van de planontwikkeling, maar willen graag hun privacy behouden. Daarnaast merken zij op dat er - vanwege de diepe achtertuinen - dieren worden gehouden en hobby/kluswerkzaamheden worden uitgevoerd. Zij willen dit gebruik kunnen voortzetten. De verkopende partij moet de kopers van de nieuwe woningen hiervan op de hoogte stellen, om problemen in de toekomst te voorkomen. Erfafscheiding Insprekers geven aan dat zij in verband met het huidige gebruik van hun achtertuin de voorkeur geven aan een goede erfafscheiding. Hierbij wordt gedacht aan een dichte en onderhoudsarme erfafscheiding in de vorm van een volledig gemetselde muur, een gemetselde borstwering met schuttingdelen of een andere dichte schutting. De erfafscheiding zoals bij de nieuwe Constantijnschool gerealiseerd is, zou ook een goede oplossing zijn. Een hekwerk met begroeiing is ongewenst vanwege het onderhoud. De bewoners van de Schoolstraat 24 t/m 42 willen graag een eenduidige erfafscheiding. Deze erfafscheiding zou ook doorgetrokken moeten worden ter plaatse van de KPN-mast ter hoogte van de huisnummers 24 en 26. Achteringang vanaf voormalige C1000 locatie De bewoners van de Schoolstraat 24 t/m 42 hebben in het verleden een toegangsweg gecreëerd aan de achterzijde van hun perceel. De insprekers geven aan dat het voor hun echter niet exact helder is waar de perceelsgrens ligt. Het is gewenst dat de initiatiefnemer van het plan dit door het Kadaster laat inmeten. De toegangsweg moet worden gehandhaafd, zodat de draaicirkel voor de auto’s voldoende is. Ramen op de bovenverdieping Insprekers geven aan dat zij liever geen ramen zien in de gevels die op hun percelen zijn gericht. Als de geplande ramen worden voorzien van melkglas, dan is dat ook een goede oplossing. Hierdoor blijft de privacy in hun achtertuin gewaarborgd. 3. Procedure De vervolgprocedure wordt uitgelegd. Na afweging van alle inspraakreactie krijgt de heer Vehof een brief van het college waarin staat hoe met de reactie is omgegaan en hoe de Toelichting op inspraakreactie door de heren Vehof en Huisstede 1/2
vervolgprocedure eruit ziet. De heer Vehof is contactpersoon namens de buren Spoorstraat 24 t/m 42 (even nummers). 4. Afspraken Afgesproken wordt dat er een kort verslag wordt gemaakt en dat dit bij de inspraakreactie wordt gevoegd. De heer Vehof krijgt een afschrift van dit verslag. 5. Sluiting Het overleg was om 9.15 uur afgelopen.
Toelichting op inspraakreactie door de heren Vehof en Huisstede 2/2
Verslag
Toelichting op inspraakreactie door de heer Wittrock Datum vergadering: Duur vergadering: Plaats vergadering: Aanwezig: Inspreker: Verslaglegging: Bijlage(n): Kopie aan: Volgende vergadering:
21 januari 2014 11.00 – 11.45 uur Gemeentehuis Mevr. K. Lueks, dhr. S. Tichelaar De heer Wittrock K. Lueks -
1. Opening Het overleg start om 11.00 uur. De heer Wittrock woont aan de Spoorstraat 37 te Goor. 2. Toelichting op de inspraakreactie De heer Wittrock is van mening dat het goed is dat er een plan wordt ontwikkeld. Op het moment dat inspreker zijn huis kocht, was het al de verwachting dat er een nieuwe invulling aan het gebied zou worden gegeven. Het plangebied grenst aan de achtertuin en inspreker is daarom alert op zijn belangen. Het behoud van privacy is een belangrijk punt. Inspreker vraagt zich af hoe de bebouwing er uit komt te zien en of er sprake zal zijn van inkijk. Hoeveelheid bebouwing en groen Inspreker is van mening dat het een intensief bebouwd plan wordt, waarbij niet of nauwelijks ruimte is voor groen. Deze planopzet is niet bevorderlijk voor de leefbaarheid. Er zijn erg veel woningen gepland om het plan financieel haalbaar te krijgen. De voorgenomen bebouwing is te hoog en past niet in de omgeving. Deze omgeving kan juist wat extra groen gebruiken. Installaties Inspreker vraagt of er installaties, zoals bijvoorbeeld een airco, op het dak worden geplaatst. De inspreker vreest voor geluidsoverlast en vraagt daarom eventuele installaties in het pand te realiseren. Parkeerplaatsen Het aantal parkeerplaatsen is onvoldoende. Er wordt parkeeroverlast verwacht. Inspreker vindt het bovendien niet reëel dat de bestaande parkeerplaatsen in de parkeerberekening zijn meegenomen. De bestaande parkeerplaatsen worden met name gebruikt door bezoekers van het medisch centrum en staan meestal vol. Opening in zijgevels nieuwe woningen Ten behoeve van het behoud van privacy verzoekt inspreker met klem om in de zijgevels van de nieuwe woningen (die aan zijn perceel grenzen) geen raampartijen, openingen of deuren aan te brengen. Ook is het ongewenst dat er dakkappellen worden gerealiseerd. Doorgang / achterpad Inspreker is niet blij met het pad achter zijn perceel alsmede de “buitenruimte” tussen de achterzijde van het woonblok en het kerk/appartementengebouw. Het is een plek die overlast zou kunnen aantrekken. Daarom wordt gevraagd het pad van goede verlichting te voorzien.
Toelichting op inspraakreactie door de heer Wittrock 1/2
Erfafscheiding Inspreker geeft aan dat er een eenduidige erfafscheiding gerealiseerd moet worden, bij voorkeur met een achteruitgang voor inspreker. Hierover heeft inspreker ook al gesproken met zijn buren. Inspreker wacht het voorstel van de ontwikkelaar af. Verschuiven bouwvlak De hoekwoning (nr.11) wordt dicht bij de perceelsgrens van inspreker gerealiseerd. De hoekwoning aan de andere zijde van het blok (nr.19), is op een grotere afstand van de perceelsgrens gerealiseerd. Inspreker vraagt of het gehele woonblok kan worden opgeschoven, zodat de afstand tussen de hoekwoning en de perceelsgrens van inspreker met circa 2 meter wordt vergroot. Inspreker merkt op dat het woonblok ten opzichte van de vorige tekening, enigszins naar voren lijkt te zijn geplaatst, met als doel de eerdergenoemde “buitenruimte” tussen achterzijde woonblok en kerk/appartementengebouw te vergroten. Deze aanpassing is nadelig voor inspreker, mede in verband met een eventuele achteruitgang. 3. Procedure De vervolgprocedure wordt uitgelegd. Na afweging van alle inspraakreactie krijgt de heer Wittrock een brief van het college waarin staat hoe met de reactie is omgegaan en hoe de vervolgprocedure eruit ziet. 4. Afspraken Afgesproken wordt dat er een kort verslag wordt gemaakt en dat dit bij de inspraakreactie wordt gevoegd. De heer Wittrock krijgt een afschrift van dit verslag. 5. Sluiting Het overleg was om 11.45 uur afgelopen.
Toelichting op inspraakreactie door de heer Wittrock 2/2
Verslag
Toelichting op inspraakreactie door de heer en mevrouw Ardesch Datum vergadering: Duur vergadering: Plaats vergadering: Aanwezig: Inspreker: Verslaglegging: Bijlage(n): Kopie aan: Volgende vergadering:
21 januari 2014 11.45 – 12.30 uur Gemeentehuis Mevr. K. Lueks, dhr. S. Tichelaar De heer en mevrouw Ardesch K. Lueks -
1. Opening Het overleg start om 11.45 uur. De heer en mevrouw Ardesch wonen aan de Schoolstraat 48 te Goor. 2. Toelichting op de inspraakreactie Insprekers geven aan dat het jammer is dat de ontwikkelaar niet eerder met omwonenden heeft gesproken. Erfafscheiding Insprekers geven aan dat de ontwikkelaar aan de achterzijde van hun perceel een goede erfafscheiding moet realiseren. Vanwege de parkeerdruk in de Schoolstraat en het feit dat zij hun auto niet op eigen terrein kunnen parkeren, willen de insprekers graag dat er in de erfafscheiding een achteringang wordt gerealiseerd. Deze achteringang moet ook toegankelijk zijn voor auto’s, zodat insprekers hun auto en aanhanger op eigen terrein kunnen stallen. De erfafscheiding zoals die bij de nieuwe Constantijnschool is gerealiseerd, zou een goede oplossing zijn. Het parkeren in de Schoolstraat is lastig. Daarom is het praktisch en prettig om de auto op het achtererf te kunnen parkeren. De heer Ardesch pleit er daarom nogmaals voor dat de achteringang ook voor auto’s toegankelijk moet zijn. Mocht een dagelijkse toegang minder gewenst zijn, dan wordt gevraagd of er alsnog een achteringang kan worden gerealiseerd. Wanneer deze incidenteel gebruikt zou mogen worden, dan zou dit ook al een grote verbetering zijn voor de insprekers. Dan kunnen zij in ieder geval hun aanhanger stallen. Het is ook van belang dat er tijdens de bouw sprake is van een deugdelijke omheining of erfafscheiding. De insprekers geven de suggestie dat de ontwikkelaar daarom voor de start van de bouwwerkzaamheden al een erfafscheiding realiseert. Verharding Als er een erfafscheiding met achteringang wordt gerealiseerd, dan zijn de insprekers van plan om verharding aan te brengen aan de achterzijde van hun perceel. Zij zouden hiervoor graag de verharding (tegels) van het schoolplein gebruiken en vragen of zij dit kunnen overnemen. Hoogteverschil Insprekers geven aan dat er sprake is van een hoogteverschil tussen hun perceel en het perceel waarop het plan Constantijnhof wordt gerealiseerd. Insprekers geven aan dat hun perceel veel lager ligt dan het te ontwikkelen perceel. Zij geven daarom aan dat er voor de Toelichting op inspraakreactie door de heer en mevrouw Ardesch 1/2
waterhuishouding een goede oplossing moet worden gevonden, zodat het water niet naar hun perceel wordt afgevoerd. Asbestsanering Een gedeelte van het perceel van insprekers wordt medio 2014 gesaneerd. Omdat de insprekers een smal pad langs hun huis hebben en het achterterrein niet toegankelijk is voor auto’s of andere machines, vragen zij of de sanering via het perceel van de voormalige Constantijnschool kan plaatsvinden. 3. Procedure De vervolgprocedure wordt uitgelegd. Na afweging van alle inspraakreactie krijgen de heer en mevrouw Ardesch een brief van het college waarin staat hoe met de reactie is omgegaan en hoe de vervolgprocedure eruit ziet. 4. Afspraken Afgesproken wordt dat er een kort verslag wordt gemaakt en dat dit bij de inspraakreactie wordt gevoegd. De heer en mevrouw Ardesch krijgen een afschrift van dit verslag. 5. Sluiting Het overleg was om 12.30 uur afgelopen.
Toelichting op inspraakreactie door de heer en mevrouw Ardesch 2/2
Verslag
Toelichting op inspraakreactie door de heer Spoolder Datum vergadering: Duur vergadering: Plaats vergadering: Aanwezig: Inspreker: Verslaglegging: Bijlage(n): Kopie aan: Volgende vergadering:
8 januari 2014 Telefonische toelichting K. Lueks dhr. B.J.M. Spoolder K. Lueks -
1. Opening en vaststellen agenda Op 8 januari 2014 is er telefonisch contact geweest met de heer Spoolder om een afspraak te plannen voor de mondelinge toelichting op de inspraakreactie. Door mevrouw Lueks wordt aangegeven dat het gesprek bedoeld is om aanvullingen te geven op de inspraakreactie. De heer Spoolder heeft hierbij aangegeven dat deze toelichting ook telefonisch kan worden gedaan. Vervolgens heeft de heer Spoolder zijn inspraakreactie aan mevrouw Lueks toegelicht. 2. Toelichting op de inspraakreactie De heer Spoolder geeft aan dat de huidige erfafscheiding bestaat uit een buitenmuur van de bestaande bebouwing. Als deze bebouwing wordt gesloopt ten behoeve van het nieuwe plan, komt hiermee ook de erfafscheiding te vervallen. Daarom moet een nieuwe erfafscheiding worden gerealiseerd om de privacy te waarborgen. De heer Spoolder geeft aan dat zijn voorkeur uit gaat naar een gemetselde muur met achteringang (indien mogelijk ook toegankelijk de auto). Daarnaast geeft de heer Spoolder aan dat het, in verband met het behoud van privacy in huis en tuin, wenselijk is dat er geen ramen worden gepland in de westgevel van de starterswoningen. De heer Spoolder staat verder niet negatief ten aanzien van de planontwikkeling, maar wil graag zijn privacy behouden. De heer Spoolder sluit af met het aanbod dat de gemeente welkom is om de situatie ter plekke te bekijken. 3. Procedure De vervolgprocedure wordt uitgelegd. Na afweging van alle inspraakreactie krijgt de heer Spoolder een brief van het college waarin staat hoe met de reactie is omgegaan en hoe de vervolgprocedure eruit ziet. 4. Afspraken Afgesproken wordt dat er een kort verslag wordt gemaakt van het telefoongesprek en dat dit bij de inspraakreactie wordt gevoegd. 5. Sluiting Toelichting op inspraakreactie door de heer Spoolder 1/1
Verslag
Toelichting op inspraakreactie door de heren Veringa en Hesselink Datum vergadering: Duur vergadering: Plaats vergadering: Aanwezig: Inspreker: Verslaglegging: Bijlage(n): Kopie aan: Volgende vergadering:
29 januari 2014 16.00 – 16.45 uur Gemeentehuis Mevr. K. Lueks, dhr. S. Tichelaar De heren Veringa en Hesselink K. Lueks -
1. Opening Het overleg start om 16.00 uur. De heren Veringa en Hesselink wonen aan de Irisstraat te Goor. Zij vertegenwoordigen de bewoners van de Irisstraat 7 tot en met 11a. 2. Toelichting op de inspraakreactie Hoogte van de bebouwing, inkijk en schaduwwerking De heer Veringa geeft aan dat de voorgestelde hoogte van het appartementengebouw te hoog is. In de huidige situatie is het gebouw circa 9 meter hoog. In de nieuwe situatie kan het appartementengebouw 12 tot 15 meter hoog worden. Insprekers vinden dit niet passend. Bovendien verwachten zij hierdoor schaduw in de achtertuin. Momenteel hebben insprekers ’s avonds allemaal zon in hun achtertuin, maar dit zal met name voor de percelen Irisstraat 7 tot en met 9 verdwijnen als gevolg van de nieuwe bebouwing. Insprekers geven aan dat qua hoogte moet worden aangesloten op de bestaande bebouwing. Ook zien zij vanwege het behoud van privacy liever geen ramen in de zijkant van het appartementengebouw. Insprekers willen inkijk in hun woning en tuin voorkomen. Situering kerk en maatschappelijke ruimten Insprekers geven aan dat het logischer zou zijn geweest als de kerk en het appartementen en dienstverleningsgebouw omgewisseld zouden worden. Nu zijn de maatschappelijke ruimtes op een grotere afstand van het medisch centrum gelegen dan wanneer deze ruimtes op de plek van de kerk gerealiseerd zouden worden. Behoefte aan appartementen Insprekers geven aan dat zij het niet logisch vinden dat er appartementen gerealiseerd kunnen worden, terwijl op andere plekken in Goor al veel appartementen leegstaan. De insprekers vrezen dan ook voor leegstaande appartementen. Erfafscheiding Insprekers geven aan dat er een goede erfafscheiding gerealiseerd moet worden. Een geheel nieuwe erfafscheiding zou een goede oplossing kunnen zijn. Insprekers zijn bereid hiervoor hun huidige erfafscheiding te verwijderen. Wel vragen zij om een eenduidige erfafscheiding, zoals bijvoorbeeld bij de nieuwe Constantijnschool is gerealiseerd. Insprekers geven aan dat zij geen extra erfafscheiding achter hun bestaande erfafscheiding willen, hierdoor kunnen zijn hun huidige erfafscheiding niet meer onderhouden. Omdat de percelen van insprekers aan nieuw openbaar gebied grenzen, vragen insprekers om in de erfafscheiding een achteringang te realiseren. Een poort die met de fiets toegankelijk is, is voldoende. Toelichting op inspraakreactie door de heren Veringa en Hesselink 1/2
Achteringang Irisstraat 7 Ten aanzien van het perceel van de heer Veringa is er sprake van een andere situatie. De heer Veringa heeft in het verleden grond geruild met de Baptistenkerk en tevens een recht van overpad gekregen, zodat hij zijn caravan en aanhanger op eigen terrein kan stallen. De heer Veringa wil dit recht graag behouden evenals de mogelijkheid van een achteringang die voor auto’s toegankelijk is. In dit kader wordt er aandacht gevraagd voor de situering van de langsparkeerplaatsen achter het perceel van de heer Veringa. De heer Veringa heeft geen problemen met deze parkeerplaatsen, maar wil graag zijn achteringang ten behoeve van de caravan en aanhanger behouden. De heer Veringa zegt toe een afschrift van de akte van het recht van overpad aan de gemeente toe te sturen. Planontwikkeling Insprekers geven aan dat het prima is dat het plan wordt ontwikkeld, maar komen wel voor hun belangen op. Zij zijn blij dat de bestaande vervallen bebouwing verwijderd zal worden. Insprekers geven aan dat het vorige plan ruimer was opgezet en dat een ruimer plan hun voorkeur heeft. 3. Procedure De vervolgprocedure wordt uitgelegd. Na afweging van alle inspraakreactie krijgt de heer Veringa, als contactpersoon namens de bewoners Irisstraat 7 tot en met 11a, een brief van het college waarin staat hoe met de reactie is omgegaan en hoe de vervolgprocedure eruit ziet. 4. Afspraken Afgesproken wordt dat er een kort verslag wordt gemaakt en dat dit bij de inspraakreactie wordt gevoegd. De heer Veringa krijgt een afschrift van dit verslag. De heer Veringa is contactpersoon namens de bewoners van de Irisstraat 7 tot en met 11a. De heer Veringa stuurt een afschrift toe van de akte met betrekking tot het recht van overpad over de gronden van de kerk. 5. Sluiting Het overleg was om 16.45 uur afgelopen.
Toelichting op inspraakreactie door de heren Veringa en Hesselink 2/2
Verslag
Toelichting op inspraakreactie door de heer en mevrouw Slomp Datum vergadering: Duur vergadering: Plaats vergadering: Aanwezig: Inspreker: Verslaglegging: Bijlage(n): Kopie aan: Volgende vergadering:
25 augustus 2014 10.00 – 10.30 uur Woning fam. Slomp, Anjerstraat 35, Goor K. Tempelman – Lueks, S. Tichelaar De heer en mevrouw Slomp K. Tempelman - Lueks -
1. Opening en vaststellen agenda Het overleg start om 10.00 uur bij de fam. Slomp thuis. 2. Toelichting op de inspraakreactie De heer en mevrouw Slomp geven aan dat zij, sinds zij in 1989 aan de Anjerstraat zijn gaan wonen, gebruik maken van de parkeergelegenheid aan de overzijde van de Anjerstraat: het parkeerterrein bij de voormalige Constantijnschool. Dit hebben zij altijd in overleg gedaan met het schoolbestuur. De heer en mevrouw Slomp hebben geen mogelijkheid om op eigen terrein te parkeren. Zij hebben de planvorming gezien voor de Constantijnhof. Zij hebben geconstateerd dat de parkeerplaatsen komen te vervallen en er tegenover hun perceel een weg is gesitueerd. Hierdoor kan ook niet (meer) langs de weg worden geparkeerd. Inmiddels is bij de heer Slomp COPD geconstateerd. Hierdoor is het gewenst dat zij dicht bij hun huis kunnen parkeren. Echter gelet op de voorliggende plannen lijkt dat niet mogelijk te zijn. De heer en mevrouw Slomp staan verder niet negatief ten aanzien van de planontwikkeling, maar hadden liever gezien dat de school was gebleven. Vanuit de zijde van de gemeente wordt aangegeven dat het parkeerterrein behoort bij het terrein van de Constantijnschool en dat het formeel geen openbare parkeerplaats betreft. Wel heeft de gemeente begrip voor de situatie van fam. Slomp en heeft aangegeven hierin mee te willen denken. Het volgende wordt afgesproken: - De gemeente wil zich inspannen om te kijken of er mogelijkheden zijn om parkeren op de rijbaan mogelijk te maken.. - De gemeente legt de situatie voor aan de ontwikkelaar en zal hen vragen mee te denken. 3. Procedure De vervolgprocedure wordt uitgelegd. Na afweging van alle inspraakreactie krijgen de heer en mevrouw Slomp een brief van het college waarin staat hoe met de reactie is omgegaan en hoe de vervolgprocedure eruit ziet. 4. Afspraken Toelichting op inspraakreactie door de heer en mevrouw S en mevrou w Slomp 1/2
Afgesproken wordt dat er een kort verslag wordt gemaakt en dat dit bij de inspraakreactie wordt gevoegd. De heer en mevrouw Slomp krijgen een afschrift van dit verslag. 5. Sluiting Het overleg was om 10.30 uur afgelopen.
Toelichting op inspraakreactie door de heer en mevrouw S 2/2
9:00
9:00
12:00
12: 00
W
S
S
N
N
18:45 21: 00
6:36
21 maart E
W
18:45 21: 00
6:36
18:00
18: 00
15:00
15: 00
9.00 uur
S
15.00 uur
Zonnestudie, Maart
12.00 uur
18.00 uur
S
21 maart E
12:00
12: 00
S
S
N
N
21 juni 21: 00 20:54
21 juni 21: 00 20:54
4:15
4:15
18:00
18: 00
W
E
W
E
15:00
15: 00
9.00 uur
S
15.00 uur
Zonnestudie, Juni
12.00 uur
18.00 uur
S
9:00
12:00
12: 00
W
S
S
N
N
6:19
18:33 21: 00
21 september E
W
6:19
18:33 21: 00 18:00
18: 00
15:00
15: 00
9.00 uur
S
15.00 uur
Zonnestudie, September
12.00 uur
18.00 uur
S
21 september E
8:44
16:18 21: 00
21 december
12:00
12: 00
S
N
N
W
E
16:18
W
E
18:00 16:18
8:44
21: 00
8:44
18: 00 21: 00
21 december
21 december
15:00
15: 00
9.00 uur
S
15.00 uur
Zonnestudie, December
12.00 uur
18.00 uur
S