Rapport Bestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo Gemeente Hof van Twente
projectnaam identificatienummer
Bestemmingsplan Bovenbergweg 4 te Markelo NL.IMRO.1735.BGxBovenbergw-VS10
projectnummer
13.1625
opdrachtgever postadres
Gemeente Hof van Twente Postbus 54 7470 AB Goor Mevrouw A. Roebert- ter Horst
contactpersoon status versie
Vastgesteld Definitief
datum
1 juli 2014
auteur
J.W. Hendriks
gecontroleerd paraaf
B.J.M. Beernink
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Inhoudsopgave
Toelichting
5
Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding Aanleiding Het plangebied Vigerend bestemmingsplan Leeswijzer
6 6 6 7 8
Hoofdstuk 2
De beschrijving van het plangebied/de huidige situatie
9
Hoofdstuk 3 3.1 3.2 3.3
Inventarisatie van relevant beleid Algemeen Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid
10 10 10 12
Hoofdstuk 4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9
Uitvoerbaarheidsaspecten/onderzoek Bodem Akoestiek Flora en fauna Archeologie Externe veiligheid Geur Luchtkwaliteit Milieuzonering Water
15 15 15 16 18 19 20 20 20 21
Hoofdstuk 5
Planbeschrijving
22
Hoofdstuk 6 6.1 6.2
Juridische vormgeving Algemeen Toelichting op de Regels
23 23 23
Hoofdstuk 7
Economische uitvoerbaarheid
25
Hoofdstuk 8 8.1 8.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid Algemeen Zienswijzen
26 26 26
Bijlage 1
Advies Ervenconsulent Het Oversticht
27
Bijlage 2
Erfinrichtingsplan
32
Bijlage 3
Bouwkundige opname schuur
34
Bijlage 4
Bodemonderzoek
66
Bijlage 5
Akoestisch onderzoek
145
Bijlage 6
Flora en fauna onderzoek
175
Bijlage 7
Watertoets
194
Regels Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2
2
199 Inleidende regels Begrippen Wijze van meten
200 200 205
vastgesteld
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
vastgesteld
Hoofdstuk 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5
Bestemmingsregels Verkeer Wonen Waarde - Archeologische verwachting 1
206 206 207 209
Hoofdstuk 3 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 bebouwing
Algemene regels Anti-dubbeltelbepaling Algemene bouwregels Algemene gebruiksregels Algemene aanduidingsregels Algemene afwijkingsregels Algemene wijzigingsregels Algemene procedureregels Artikel 49 Regels in verband met vrijkomende agrarische
211 211 212 214 215 216 219 220
Hoofdstuk 4 Artikel 14 Artikel 15
Overgangs- en slotregels Overgangsrecht Slotregel
225 225 226
Bijlage 1
Erfinrichtingsplan
227
Bijlage 2
Puntensysteem Rood voor Rood
229
221
3
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
4
vastgesteld
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Toelichting
vastgesteld
5
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Hoofdstuk 1 1.1
Inleiding
Aanleiding Op het perceel aan de Bovenbergweg 4 te Markelo is een karakteristieke (voormalig) agrarische schuur gesitueerd. De eigenaren van het perceel hebben een verzoek ingediend om deze schuur te verbouwen tot een woning. Aangezien het gemeentelijk beleid, onder voorwaarden, de gewenste functieverandering mogelijk maakt, heeft het college van burgemeester en wethouders op 20 september 2013 in principe ingestemd met de voorgenomen verbouwing en bewoning van de schuur. Aangezien de voorgenomen woonfunctie op grond van het vigerende bestemmingsplan niet is toegestaan dient het bestemmingsplan voor dit perceel herzien te worden. Onderhavig bestemmingsplan voorziet hierin.
1.2
Het plangebied Het plangebied is gelegen ten noordoosten van de kern Markelo. Het plangebied bestaat uit twee percelen welke onderdeel uitmaken van het adres Bovenbergweg 4. De twee percelen worden van elkaar gescheiden door de Bovenbergweg. Ten noorden van de Bovenbergweg wordt het perceel omsloten door de woonpercelen Bovenbergweg 2 en 6. Het perceel ten zuiden van de Bovenbergweg wordt omsloten door agrarische gronden.
Afbeelding 1.1: Luchtf oto plangebied (rood omkaderd)
6
vastgesteld
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
1.3
Vigerend bestemmingsplan Voor het plangebied geldt het bestemmingsplan "Buitengebied Hof van Twente", welke op 18 december 2012 door de gemeenteraad is vastgesteld. Op grond van dit bestemmingsplan is aan het plangebied de bestemming "Wonen" toegekend. De twee percelen aan weerszijden van de Bovenbergweg zijn middels een 'relatie' met elkaar verbonden waardoor op beide percelen in totaal één woning is toegestaan. Op grond van het vigerende bestemmingsplan is de functieverandering van de karakteristieke schuur naar een woning niet toegestaan waardoor onderhavige herziening benodigd is.
Afbeelding 1.2: Uitsnede plangebied v erbeelding v igerend bestemmingsplan "Buitengebied Hof v an Twente"
Ontwerp bestemmingsplan "Buitengebied Hof van Twente 2013" Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten het ontwerpbestemmingsplan "Buitengebied Hof van Twente 2013" vanaf 16 januari 2014 voor een ieder 6 weken ter inzage te leggen. In hoofdlijnen is het plan consoliderend van aard en voorziet het niet in nieuwe ontwikkelingen. De belangrijkste wijzigingen die zijn opgenomen in dit plan zijn: het aangepaste Rood voor Rood-beleid en het vergroten van de inhoud van bestaande woningen van 750 m3 naar 900 m3. Daarnaast wordt in dit plan een aantal omissies hersteld uit het bestemmingsplan "Buitengebied Hof van Twente". In onderhavige herziening zijn de aanpassingen die in het in procedure zijnde bestemmingsplan worden doorgevoerd, reeds ingepast.
vastgesteld
7
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
1.4
Leeswijzer Dit bestemmingsplan bestaat uit de toelichting en de juridische bindende regels en verbeelding. De toelichting is opgebouwd uit 8 hoofdstukken. Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 het plangebied en de huidige situatie beschreven. Hoofdstuk 3 gaat in op het voor de ontwikkeling relevante beleid. In hoofdstuk 4 wordt de milieuplanologische haalbaarheid van de ontwikkeling onderzocht. Hier komen aspecten als milieu, flora en fauna en archeologie aan de orde. In hoofdstuk 5 wordt de voorgenomen ontwikkeling beschreven. In hoofdstuk 6 wordt de opzet van het plan en de wijze van bestemmen behandeld. In de hoofdstukken 7 en 8 komt ten slotte de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan aan bod.
8
vastgesteld
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Hoofdstuk 2 De beschrijving van het plangebied/de huidige situatie Op de percelen aan de Bovenberg 4 te Markelo zijn in de huidige situatie de volgende functies aanwezig: woning (aan de noordzijde van de Bovenbergweg); een minicamping inclusief gebouwde voorzieningen (aan de zuidzijde van de Bovenbergweg); een caravanstalling; de karakteristieke voormalig agrarische schuur. Op onderstaande foto is aan de rechterzijde de bestaande woning te zien, aan de linkerzijde is de karakteristieke schuur gesitueerd.
Afbeelding 2.1: Foto bestaande situatie Bov enbergweg t.p.v . het plangebied
Op onderstaande foto is de karakteristieke schuur in zijn geheel weergegeven. De schuur wordt in de huidige situatie enkel gebruikt als opslagruimte.
Afbeelding 2.2: Foto karakteristieke schuur
vastgesteld
9
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Hoofdstuk 3 3.1
Inventarisatie van relevant beleid
Algemeen Dit hoofdstuk beschrijft het relevante rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid. Naast de belangrijkste algemene uitgangspunten worden de specifiek voor dit plangebied geldende uitgangspunten weergegeven. Het beleid is in dit hoofdstuk verwoord en afgewogen en indien noodzakelijk op de verbeelding en in de regels vertaald. De volgende beleidsstukken zijn wel bekeken voor het plangebied, maar hebben, gelet op het schaalniveau van de beleidsstukken en de geringe omvang en impact van het plan, geen invloed op de ontwikkeling: Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, d.d. 13 maart 2012. Dit plan is daarom ook niet verder toegelicht in deze toelichting.
3.2 3.2.1
Provinciaal beleid Omgevingsvisie Overijssel 2009 De omgevingsvisie is op 1 juli 2009 vastgesteld. In de omgevingsvisie wordt het provinciaal belang en het beleid voor de fysieke leefomgeving van de provincie Overijssel uiteengezet. De Omgevingsvisie heeft de status van structuurvisie onder de nieuwe Wro, Regionaal Waterplan, Milieubeleidsplan, Provinciaal verkeer- en vervoersplan en Bodemvisie. De omgevingsvisie bevat de visie, beleidskeuzes en de uitvoeringsstrategie op het hele ruimtelijk-fysieke domein en is opgesteld met een doorkijk tot 2030. De hoofdambitie van de provincie is om een vitale samenleving tot ontplooiing te laten komen in een mooi en vitaal landschap (ruimtelijke kwaliteit). De centrale beleidsambitie hierbij is een toekomstvaste groei van welvaart en welzijn met een verantwoord beslag op de beschikbare natuurlijke voorraden (duurzaamheid). De provincie heeft deze ambities vertaald in generieke beleidskeuzes en ontwikkelingsperspectieven, om haar beleid- en kwaliteitsambities te realiseren. Deze generieke beleidskeuzes en ontwikkelingsperspectieven dienen bij te dragen aan duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit. Duurzaamheid wil de provincie realiseren door een transparante en evenwichtige afweging van ecologische, economische en sociaal-culturele beleidsambities. De provincie wil ruimtelijke kwaliteit realiseren door naast bescherming in te zetten op het verbinden van bestaande kwaliteiten en nieuwe ontwikkelingen. De provincie wil ruimte bieden aan nieuwe economische dragers van het buitengebied die ook een bijdrage leveren aan de leefbaarheid van hun omgeving en aan het verbreden van het spectrum aan werkmilieus. Dit betreft niet alleen recreatie en toerisme, maar bijvoorbeeld ook de gezondheidssector en de ontwikkeling van streekproducten. Gebiedskenmerken Natuurlijke laag Het plangebied ligt op grond van de gebiedskenmerkenkaart in het natuurlijke gebiedstype "stuwwallen". De opgestuwde aardlagen, ontstaan in de ijstijd, zijn in de tijd vrij ongeschonden gebleven. Het reliëf en het hoogteverschil met de omgeving zijn nog steeds goed zichtbaar en beleefbaar. De stuwwallen zijn rijk aan archeologische waarden. De stuwwallen met haar bos- en heidegebieden zijn belangrijke inzijggebieden van regenwater voor de lokale en regionale grondwaterstromen. De kwelzones aan de voet van de stuwwallen bieden potenties voor kwelafhankelijke
10
vastgesteld
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
vegetatie. Laag van het agrarisch cultuurlandschap Het plangebied ligt ten aanzien van het agrarisch cultuurlandschap in het 'essenlandschap'. Het essenlandschap betreft een samenhangend systeem van open essen, kleinschalige flanken met erven en esdorpen, kleinschalige natte laagtes met beken en - voormalige - grote open heidevelden. De ordening van het landschap volgt de natuurlijke ondergrond van hoog en laag en nat en droog en is als een spinnewebstructuur gegroeid vanuit de nederzettingen. De essen onderscheiden zich door de karakteristieke openheid, de bijzondere bodemkwaliteit met archeologische waarden en het huidige reliëf. Op de flanken ligt een kleinschalig landschappelijk raamwerk van landschapselementen zoals houtwallen, bosjes, zandpaden, karakteristieke erven en beeldbepalende open ruimte daartussen. Stedelijke laag Er zijn geen specifieke gebiedskenmerken in de omgeving van het plangebied op grond van de stedelijke laag. Lust- en leisure laag De aanwezigheid van de minicamping op het perceel is het enige gebiedskenmerk wanneer gekeken wordt naar de lust- en leisurelaag. Toetsing De voorgenomen ontwikkeling betreft de functieverandering van een bestaande karakteristieke schuur. Onderdeel van deze ontwikkeling betreft de uitvoering van een erfinrichtingsplan waarbij uitheemse begroeiing wordt verwijderd en vervangen door inheemse soorten. Daarnaast houdt de voorgenomen ontwikkeling rekening met het vergroten van het zicht op het aangrenzende open gebied en het beleefbaar maken van de hoogteverschillen in het landschap. Hiermee houdt het plan rekening met de specifieke gebiedskenmerken uit de Omgevingsvisie. Onwikkelingsperspectieven Voor het plangebied aan de Bovenbergweg 4 geldt het ontwikkelingsperspectief 'buitengebied accent veelzijdige gebruiksruimte'. Het wordt gezien als een mixlandschap met landbouw, natuur, water en wonen als goede buren. Dit betekent dat er ruimte is voor landbouw, landschapsontwikkeling, natuur, cultuurhistorie, vrije tijd, wonen en overige bedrijvigheid. In dit ontwikkelingsperspectief is sprake van verweving van functies. Aan de ene kant melkveehouderij en akkerbouw als belangrijke vorm van landgebruik. Aan de andere kant gebruik voor landschap, natuur, milieubescherming, cultuurhistorie, recreatie, wonen en andere bedrijvigheid. In dit perspectief wil de provincie de ontwikkelingsmogelijkheden van de landbouw, maar ook van andere sectoren zoals recreatie, nog nadrukkelijker verbinden met behoud en versterking van cultuurhistorische, natuurlijke en landschappelijke elementen. Toetsing Ter behoud van een karakteristieke schuur wordt een voormalig agrarisch gebouw omgebouwd tot een woning. Op deze wijze wordt de cultuurhistorie in het gebied behouden en versterkt. Plannen zijn volgens de Omgevingsvisie acceptabel als de duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit versterkt worden. In onderhavig plan is daarvan sprake. 3.2.2
Omgevingsverordening Overijssel 2009 De provincie Overijssel heeft tegelijkertijd met de Omgevingsvisie de omgevingsverordening vastgesteld, waarmee de doorwerking van de Omgevingsvisie juridisch mogelijk is gemaakt. De verordening beperkt zich tot die onderdelen van het beleid waarvoor de inzet van algemene regels noodzakelijk is om provinciale belangen veilig te stellen of om uitvoering te geven aan wettelijke verplichtingen. Toetsing
vastgesteld
11
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
In de omgevingsverordening staat geen specifieke regels waaraan onderhavige ontwikkeling getoetst moet worden. 3.2.3
Reconstructieplan inclusief partiële herziening reconstructieplan mei 2009 Het reconstructieplan Salland Twente is op 15 september 2005 door Provinciale Staten van Overijssel vastgesteld. In het reconstructieplan staan de doelen voor de plattelandsontwikkeling voor de periode 2005-2017 centraal. Eén van de speerpunten van het reconstructieplan is het versterken van de leefbaarheid. Om het platteland sociaal en economisch vitaal te houden, kunnen (naast versterking van de economische basis voor de intensieve veehouderij en de melkveehouderij) nieuwe economische dragers worden gestimuleerd. Het gaat daarbij om wonen, werken, recreatie en toerisme, cultuurhistorie en om nieuwe vormen van landbouw. De zoneringskaart laat zien waar landbouw, natuur, recreatie of wonen voorrang krijgen. Het reconstructiegebied is in verschillende zones verdeeld: landbouwontwikkelingsgebieden, verwevingsgebieden en extensiveringsgebieden. Het plangebied ligt op basis van het reconstructieplan in het verwevingsgebied. De hoofdlijnen in het verwevingsgebied zijn: het mogelijk maken en handhaven van veel functies naast elkaar en in combinatie met elkaar; ruimte bieden aan meerdere functies (wonen, recreatie, economie, natuur, landschap, etc.); de landbouw, waaronder de intensieve veehouderij, ruimte bieden; extra kansen bieden door de ontwikkeling van sterlocaties voor de intensieve veehouderij. Toetsing De voorgenomen ontwikkeling voorziet in de functieverandering van een karakteristieke voormalige agrarische schuur naar een woning. Het plan levert een bijdrage aan functiemenging binnen het verwevingsgebied en versterkt de leefbaarheid op het platteland. Het plan levert geen belemmering op voor agrarische bedrijven in de omgeving. Geconcludeerd kan worden dat het plan past binnen het beleid uit het reconstructieplan.
3.3 3.3.1
Gemeentelijk beleid Structuurvisie Landelijk gebied In de structuurvisie landelijk gebied Hof van Twente staat de ontwikkeling van het landelijk gebied voor de komende 10 jaar centraal. De structuurvisie vormt vooral een integratiekader voor het bestaande beleid van de gemeente ten aanzien van de verschillende functies en waarden in het gebied. Dit integratiekader schetst de bredere achtergrond van beleid dat voor specifieke thema's (bijvoorbeeld recreatie, rood voor rood en vrijkomende agrarische bebouwing) is uitgewerkt. Daarnaast beschrijft de visie de algemene strategie van de gemeente Hof van Twente ten aanzien van verschillende functies en waarden. De structuurvisie benoemt de volgende kernkwaliteiten van het landelijk gebied in Hof van Twente: een sterke agrarische structuur, bestaande uit bedrijven die door schaalvergroting actief anticiperen op een wereldwijde marktwerking, of hun risico's spreiden door diensten te verlenen op het gebied van natuur en landschap en recreatieve functies of andere bedrijvigheid aan het bedrijf toe te voegen; een grote mate van ondernemerschap, waardoor verspreid over het gehele landelijk
12
vastgesteld
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
gebied nieuwe bedrijvigheid wordt gestart; een breed scala aan landelijke woonmilieus, variërend van kernen en buurtschappen tot individuele erven, dat qua kwaliteit aansluit bij actuele behoefte van de woonconsument; een gevarieerd en aantrekkelijk landschap, met als bijzondere parels 23 archeologische monumenten, twee rijksbeschermde stads- en dorpsgezichten (Den Haller en Stokkum) en acht rijksbeschermde historische buitenplaatsen; een robuust ecologisch netwerk, dankzij een combinatie van grote natuurgebieden en talrijke verbindingen via beken en kleine natuurelementen; een sterk ontwikkelde recreatieve (infra)structuur; een goede regionale infrastructuur. Op basis van de structuurvisiekaart ligt het plangebied in een essenlandschap. In het oude essenlandschap met de bolle essen die op de flanken van de stuwwal bij Markelo en Delden voorkomen is vooral behoud van de openheid en het reliëf van belang. Wegen over de essen blijven onbeplant, de randen van de es met daar aanwezige bebouwing kunnen worden versterkt met houtwal, laan- en erfbeplanting. Toetsing Onderdeel van de voorgenomen ontwikkeling betreft de sloop van overtollige bebouwing, het creëren van zichtlijnen op het landschap, het beleefbaar maken van de hoogteverschillen in het landschap en het aanplanten van streekeigen beplanting. Hierbij zijn de uitgangspunten van het betreffende landschapstype als verwoord in de structuurvisie gebruikt. 3.3.2
Hergebruik vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen Het hoofddoel van het beleid voor hergebruik van vrijkomende agrarische bebouwing (VAB-beleid) is sociaal-economisch: het draagt bij aan het realiseren van nieuwe economische dragers voor het landelijk gebied ofwel het benutten van de resterende economische waarde van vrijkomende agrarische bebouwing voor andere functies. Startende bedrijven worden gestimuleerd. Het buitengebied functioneert als streekgebonden werkgebied. De terugloop in de landbouw maakt het voor de leefbaarheid en de economische vitaliteit van het landelijk gebied noodzakelijk dat er andere functies gevestigd kunnen worden. Een bijkomende doelstelling is het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit en een versterking van de gebiedskenmerken zoals de provincie deze heeft aangegeven in het provinciale beleid. Het beleid geldt uitsluitend voor hergebruik van gebouwen die als agrarisch gebouw zijn opgericht met een agrarische bestemming en ook aantoonbaar minimaal drie jaar agrarisch in gebruik zijn (geweest), ook als die inmiddels een andere functie hebben. Het beleid is dus niet van toepassing op vrijkomende of vrijgekomen niet-agrarische bedrijfsbebouwing die nooit (eerder) in agrarisch gebruik is geweest. In het beleid voor hergebruik wordt bovendien onderscheid gemaakt tussen deelgebieden binnen de gemeente, die aansluiten bij de reconstructiezonering. In de extensiveringsgebieden en verwevingsgebieden is het VAB-beleid van toepassing, met de bijbehorende voorwaarden zoals die hieronder worden vermeld. In landbouwontwikkelingsgebieden wordt geen hergebruik voor niet-agrarische bedrijvigheid toegestaan, gezien de te behouden ontwikkelingsmogelijkheden voor agrarische bedrijven. Indien initiatiefnemers gebruik wensen te maken van de VAB regeling dient aan de toetsingscriteria in de regels te worden voldaan. Nieuwe functies moeten qua aard en omvang passen binnen de bestaande voormalige agrarische bedrijfsgebouwen en mogen geen beperkingen opleveren voor omliggende waarden en belangen, waaronder de ontwikkelingsmogelijkheden voor omliggende agrarische bedrijven. Gezien de prioriteit in landbouwontwikkelingsgebieden voor behoud van ontwikkelingsruimte voor agrarische bedrijven is het VAB beleid niet van toepassing in landbouwontwikkelingsgebieden. Ook mag de nieuwe activiteit geen hogere
vastgesteld
13
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
milieubelasting met zich meebrengen en geen grote verkeersaantrekkende werking hebben. Het hergebruik dient plaats te vinden binnen bestaande bebouwing; gebouwen die niet (kunnen) worden hergebruikt dienen te worden gesloopt. Er bestaat geen recht op een extra (bedrijfs)woning, ook niet als de bedrijfswoning wordt vervreemd (verhuur/verkoop). De nieuwe functie moet leiden tot een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en mag geen ongewenste verstedelijking of aantasting van de landschappelijke waarden veroorzaken. Om de bijdrage aan de landschappelijke en omgevingskwaliteit te bepalen worden de planologische geschiktheid van de locatie en de schaal, maat en inpassing van de activiteiten beoordeeld. De vorm en omvang van (het ensemble van) gebouwen en de inpasbaarheid van het erf in de omgeving zijn maatgevend voor de gewenste investering in landschap, natuur en cultuurhistorie. Bijzondere aandacht gaat uit naar karakteristieke bebouwing, dit zijn gebouwen die zijn aangewezen als rijksmonument of gemeentelijk monument (of staan op de lijst van het gemeentelijke Monumenten Inventarisatie Programma), alsmede gebouwen met een typisch Twentse bouwstijl of schuren die deel uitmaken van een beeldbepalend ensemble. Eventuele parkeerplaatsen moeten worden ingepast in de omgeving. Toetsing De ervenconsulent van Het Oversticht heeft in november 2009 in opdracht van de gemeente onderzoek verricht naar de karakteristieke waarde van de schuur (zie bijlage 1). De ervenconsulent heeft in haar advies geconcludeerd dat het behoud van de schuur bijdraagt aan de cultuurhistorische waarden van het ervenensemble als geheel. In het advies staan voorstellen uitgewerkt welke maatregelen genomen kunnen worden om de cultuurhistorische waarde van het ervenensemble te vergroten. Dit advies is door de initiatiefnemers vervolgens vertaald in een erfinrichtingsplan (zie bijlage 2). Tevens is onderzoek verricht naar de bouwkundige staat van de schuur en met name de karakteristieke onderdelen van deze schuur. Dit onderzoek is als bijlage 3 opgenomen.
14
vastgesteld
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Hoofdstuk 4
Uitvoerbaarheidsaspecten/onderzoek
Dit hoofdstuk geeft de randvoorwaarden van de milieukundige aspecten en overige aspecten waarmee rekening gehouden moet worden bij het bouwen en bij de inrichting en het beheer van het plangebied. Deze aspecten kunnen beperkingen opleggen aan het gebruik van bepaalde locaties.
4.1
Bodem Bij een bestemmingsplan moet worden bepaald dat de bodem geschikt is voor de beoogde bestemming. Door MOS Grondmechanica BV. is een verkennend bodemonderzoek, d.d. 12 juni 2013, uitgevoerd conform NEN 5740. Uit het onderzoek zijn in de boven- en ondergrond geen verhoogde gehalten aangetroffen. Uit de analyse van het grondwater in de peilbuis blijkt dat er voor de parameter barium enkel een lichte overschrijding van de streefwaarde is aangetoond. Conclusie De bodem wordt op basis van het uitgevoerde onderzoek geschikt geacht voor het huidige en toekomstige gebruik (wonen). Het aspect 'bodem' vormt dan ook geen belemmering voor de uitvoering van onderhavig bestemmingsplan. Het gehele bodemonderzoek is als bijlage 4 bij de toelichting toegevoegd.
4.2
Akoestiek Kader De woning ondervindt een geluidbelasting ten gevolge van de Bovenbergweg en de Kemperweg. In de Wet geluidhinder (Wgh) worden eisen gesteld aan de toelaatbare geluidbelasting op de gevels voor woningen binnen een zone vanwege de weg. De voorkeursgrenswaarde (ondergrens) bedraagt 48 dB. Indien niet aan de voorkeursgrenswaarde kan worden voldaan, kunnen burgemeester en wethouders van de gemeente Hof van Twente op basis van het Besluit geluidhinder een hogere toelaatbare waarde vaststellen. De maximaal te verlenen ontheffingswaarde in buitenstedelijk gebied bedraagt 53 dB. Uitgangspunt voor het vaststellen van een hogere waarde is dat maatregelen, gericht op het terugbrengen van de te verwachten geluidbelasting van de gevel, ten gevolge van de weg, tot 48 dB onvoldoende doeltreffend zijn dan wel overwegende bezwaren ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard. Op grond van de verwachting dat de geluidproductie van motorvoertuigen in de toekomst zal afnemen, mogen de berekende geluidbelastingen op de gevels worden gereduceerd met 2 dB bij wegen met een toegestane rijsnelheid van 70 km/uur en hoger en met 5 dB bij wegen met een rijsnelheid van lager dan 70 km/uur. Voor de bepaling van de geluidwering van de gevels mogen voorgenoemde reducties niet worden toegepast. Aangezien de toekomstige woning in de geluidzone van wegen is gelegen, is door Aveco de Bondt akoestisch onderzoek verricht naar de toekomstige geluidbelasting op de gevels van de woning. Verkeersgegevens Voor het onderzoek zijn de verkeersgegevens gehanteerd die aangeleverd zijn door de gemeente Hof van Twente en gelden voor het peiljaar 2024. Ten behoeve van de bepaling van de geluidbelastingen is een geluidmodel opgesteld in Geomilieu V2.30. De berekeningen zijn uitgevoerd overeenkomstig Standaard Rekenmethode 2 van het
vastgesteld
15
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Reken- en Meetvoorschrift geluidhinder 2012. Toetsing Op basis van de berekeningen zijn de volgende resultaten bepaald: Ten gevolge van de Bovenbergweg bedraagt de hoogste geluidbelasting 56 dB (incl. aftrek 5 dB ex artikel 110g Wgh). De hoogste overschrijding bedraagt 8 dB. Derhalve dienen hogere grenswaarden aangevraagd te worden; Op de voorgevel wordt de maximaal toelaatbare geluidbelasting van 53 dB overschreden. Derhalve is het realiseren van de toekomstige woonbestemming niet mogelijk. Om dit knelpunt op te heffen dient gedacht te worden aan het toepassen van een dove- of blinde gevel. Tevens kan met de indeling van het gebouw winst behaald worden door ter plaatse van deze hoge geluidbelastingen géén geluidgevoelige ruimten te realiseren (bijv. berging, trappenhuis of een andere verkeersruimte); Ten gevolge van de Kemperweg bedraagt de hoogste geluidbelasting 28 dB (incl. aftrek 5 dB ex artikel 110g Wgh). Hiermee wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB; Op basis van het onderzoek kan geconcludeerd worden dat de gehele achtergevel en geveldelen van de linker- en rechtergevel geluidluw zijn. Een geluidluwe gevel is een gevel met een geluidbelasting die lager is dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. De aanwezigheid van geluidluwe gevels draagt bij aan een goed woon- en leefklimaat; De gecumuleerde geluidbelasting (Lcum) bedraagt ten hoogste 61 dB exclusief aftrek ex artikel 110g Wgh. Geluidwerende voorzieningen dienen derhalve bepaald te worden om aan het maximaal toelaatbare binnenniveau van 33 dB te kunnen voldoen. Conclusie Op basis van de resultaten van het akoestisch onderzoek wordt geconcludeerd dat op voorhand niet voor alle geveldelen voldaan wordt aan de bepalingen uit de Wet geluidhinder en het gemeentelijke geluidbeleid. Voor enkele geveldelen zullen hogere waarden verleend moeten worden. De naar de weg gekeerde gevel zal doof uitgevoerd moeten worden, of bij de indeling van de woning zal hiermee rekening gehouden moeten worden, waarbij geluidgevoelige ruimte aan deze zijde van de woning worden vermeden. Het akoestisch onderzoek is als bijlage 5 bij de toelichting toegevoegd.
4.3
Flora en fauna De Flora- en faunawet is per 1 april 2002 van kracht. In die wet is de zorgplicht, artikel 2, opgenomen. De zorgplicht houdt in dat een ieder voldoende zorg in acht neemt voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving. De zorg houdt in ieder geval in dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor flora of fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten voor zover zulks in redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. Naast de zorgplicht voor álle dieren en planten zijn in de Wijziging Regeling vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten Flora- en faunawet van 25 januari 2005 (Staatscourant, 2 februari 2005), drie tabellen opgenomen met een overzicht van beschermde inheemse dieren en planten. Ter voorkoming van verontrusting, verstoring, doden, vernieling van vaste rust- of verblijfplaatsen e.d. van beschermde soorten dient voorafgaand aan plan- en visievorming, uitvoering, verstrekken van vergunningen en
16
vastgesteld
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
aanleg- of reconstructiewerken een inventarisatie plaats te vinden van de beschermde flora- en faunasoorten, met daaraan gekoppeld een beschrijving van de effecten en eventuele mitigerende (maatregelen om het fysische effect van barrières te verminderen) en compenserende maatregelen om de eventuele negatieve effecten te beperken of te voorkomen. Op basis van de aangetroffen soorten dient er een afweging plaats vinden voor de instandhouding van de biodiversiteit en hun ecotoop. Bij het verlenen van een vergunning op grond van het bestemmingsplan, dienen de verbodsbepalingen artikel 8 t/m 12 van de Flora- en faunawet in acht te worden genomen. Dat houdt in dat, voorafgaand aan de verlening van een vergunning, onderzoek dient te worden uitgevoerd naar het voorkomen van dier- en plantsoorten die op grond van de Flora- en faunawet bescherming genieten. Met name binnen de stedelijke omgeving dient aandacht te worden geschonken aan de aanwezigheid van en de invloed op vleermuizen. Tevens dient te worden onderzocht in hoeverre de verstoring, vernieling of verontrusting van de beschermde soorten plaatsvindt. Indien inbreuk wordt gepleegd op de verbodsbepalingen die op grond van de bepalingen van de Flora- en faunawet zijn vastgesteld, kan een vrijstelling gelden of een verzoek tot ontheffing worden aangevraagd. Aangezien als onderdeel van de ontwikkeling de schuur zal worden verbouwd, is er door Faunaconsult op 1 oktober 2012 een quickscan uitgevoerd. Toetsing Uit het natuurlijkonderzoek zijn de volgende resultaten naar voren gekomen: Effecten op algemene beschermde soorten in het plangebied Doordat een deel van de verharding (het schuurtje) plaats maakt voor vegetatie, zal het foerageergebied van enkele algemeen voorkomende beschermde zoogdieren en amfibieën toenemen. Bij het verwijderen van de exotische bomen en struiken zullen holen en individuen van algemeen voorkomende zoogdieren en amfibieën mogelijk worden verstoord of verdwijnen. Doordat er inlandse boom- en struiksoorten worden aangeplant, zal de kwaliteit van het foerageergebied voor deze soorten toenemen. Effecten op algemene vogels Door de vegetatie buiten het broedseizoen (dus buiten de periode 15 maart - 15 juli) te verwijderen, wordt schade aan vogelnesten, eieren of jonge vogels voorkomen. Omdat er weer inlandse opgaande vegetatie wordt teruggeplant, zal er uiteindelijk evenveel nestgelegenheid over blijven. Effecten op de steenuil Op meer dan 60 meter afstand van de te verbouwen voormalige varkensstal bevindt zich een steenuilennest. Volgens drs. P.F.M. Beersma (de auteur van het boek Steenuilen) is verstoring van broedgevallen van de steenuil door nieuwbouw, op een afstand van meer dan 50 meter van het nest niet te verwachten (pers. med.). H. Thoonen (uilenexpert en uitvinder van de Thoonen-steenuilenkast) adviseert een afstand van minimaal 50 meter (pers. med.). De verbouwing van de voormalige stal zal naar alle redelijkheid niet dermate veel verstoring met zich meebrengen dat daardoor een broedgeval van de steenuil wordt verstoord. Effecten op de EHS, Natura 2000 gebied en Beschermd Natuurmonument De EHS, Natura 2000-gebieden Sallandse Heuvelrug en Borkeld en Beschermd Natuurmonument Weldam liggen op een te grote afstand om negatieve effecten te mogen verwachten. Conclusie Het aanvragen van een ontheffing op grond van artikel 75 Flora- en faunawet is niet noodzakelijk. De Flora- en faunawet staat niet aan de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan in de weg. Het gehele flora en fauna onderzoek is als bijlage 6 bij de toelichting bijgevoegd.
vastgesteld
17
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
4.4
Archeologie Met de ondertekening van het Verdrag van Valletta (Malta) in 1992 is in Nederland de beleidsmatige zorg voor het archeologisch bodemarchief aanzienlijk toegenomen. In het verdrag staat: Archeologische waarden dienen als onvervangbaar onderdeel van het culturele erfgoed te worden meegenomen en te worden ontzien bij de ontwikkeling en besluitvorming van ruimtelijke plannen. Met het in werking treden van de Wet op de archeologische monumentenzorg in september 2007 is het verdrag wettelijk verankerd en is de Monumentenwet 1988 herzien. Het belangrijkste doel van deze wet is het behoud van het archeologisch erfgoed ter plekke. Het is verplicht om in het proces van ruimtelijke ordening tijdig rekening te houden met de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden en een afweging te maken. Vroegtijdig onderzoek maakt ruimte voor de overweging om archeologievriendelijke alternatieven toe te passen. Wie dan ondanks de aanwezigheid van archeologische waarden toch de grond in wil, moet archeologisch (voor)onderzoek doen en de kosten daarvan op zich nemen. Ook als het onderzoek uiteindelijk tot een opgraving leidt. De gemeente Hof van Twente heeft het Rijksbeleid uitgewerkt in gemeentelijk archeologiebeleid. Toetsing De archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart geeft het plangebied een hoge archeologische verwachting in een zone om een historisch element. Conform het gemeentelijk beleid geldt voor gronden met een dergelijke verwachting een onderzoeksnoodzaak bij bodemingrepen dieper dan 40 cm en met een oppervlakte groter dan 2.500 m2. Aangezien de bodemingrepen bij onderhavig plan kleiner zijn dan 2.500 m2 geldt voor onderhavige ontwikkeling geen onderzoeksnoodzaak. Wel zal in onderhavig bestemmingsplan voor het plangebied de dubbelbestemming 'Waarde Archeologische verwachting 1" opgenomen worden.
18
vastgesteld
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Afbeelding 4.1: Uitsnede archeologische v erwachtingenkaart Hof v an Twente (het plangebied is rood omcirkeld)
Conclusie Op basis van de archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart kan worden geconcludeerd dat er in het plangebied geen te beschermen archeologische waarden voorkomen welke door de voorgenomen ontwikkeling geschaad kunnen worden. Wel dient te allen tijde rekening te worden gehouden met de wettelijke meldingsplicht (ex artikel 53 Monumentenwet 1988) in verband met de mogelijkheid tot toevalsvondsten.
4.5
Externe veiligheid Externe veiligheid betreft de beheersing van de risico's en richt zich op het gebruik, de opslag, de productie en het transport van gevaarlijke stoffen. De normen voor externe veiligheid worden uitgedrukt in plaatsgebonden risico (PR) en groepsrisico (GR). Om de risico's bij een mogelijke calamiteit te beperken dient er bij nieuwbouw een fysieke afstand te worden gehouden tussen (beperkt) kwetsbare objecten en risicobronnen. In de omgeving van het plangebied zijn geen risicobronnen aanwezig welke van invloed zijn op de nieuwe woning. Derhalve is het aspect externe veiligheid geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het plan.
vastgesteld
19
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
4.6
Geur Op 1 januari 2007 is de Wet geurhinder en veehouderij (verder: Wgv) in werking getreden. De Wgv gaat in op de toegestane geurbelasting van veehouderijen op geurgevoelige objecten. Geurgevoelige objecten zijn objecten welke juridisch/planologisch bestemd zijn voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of daarmee vergelijkbare wijze van gebruik worden gebruikt. De Wgv doet dit door voor geurgevoelige objecten een voorkeursgeurnorm voor te schrijven dan wel een bepaalde vaste afstand tot het geurgevoelig object. Op het adres Bovenbergweg 1 is een melkveehouderij aanwezig. De toekomstige woning is op circa 85 meter tot de grens van de inrichting van het agrarisch bedrijf gelegen. Op basis van de Wgv geldt dat een geurgevoelig object in het buitengebied op minimaal 50 meter afstand gesitueerd moet zijn van een dierenverblijf. Aangezien de afstand van de woning tot het agrarisch perceel groter is, levert de Wgv geen beperkingen op voor de uitvoerbaarheid van het plan.
4.7
Luchtkwaliteit De luchtkwaliteitseisen staan gegeven in de Wet luchtkwaliteit (Wet milieubeheer hoofdstuk 5, titel 5.2). Als kan worden aangetoond dat aan één of een combinatie van voorwaarden wordt voldaan, vormen luchtkwaliteitseisen in beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van de bevoegdheid. Deze voorwaarden zijn: a. er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van de grenswaarde; b. een project leidt – al dan niet per saldo – niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit; c. een project draagt 'niet in betekenende mate' bij aan de concentratie van fijn stof en stikstofdioxide; d. een project is genoemd of past binnen het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of een regionaal programma van maatregelen. Geconcludeerd kan worden dat de functieverandering van een schuur naar een woning in niet betekenende mate bijdraagt aan de concentratie van fijn stof en stikstofdioxide. Goed woon- en leefklimaat Op basis van landelijke achtergrondconcentratiekaarten (Bron: http://geodata.rivm.nl/gcn) kan worden geconcludeerd dat de aanwezige concentraties fijn stof en stikstofdioxide ruim lager zijn dan de wettelijke norm waardoor een goed woon- en leefklimaat voor dit aspect aanwezig is. Geconcludeerd kan worden dat het aspect luchtkwaliteit geen belemmering vormt voor de uitvoerbaarheid van het plan.
4.8
Milieuzonering Gekeken moet worden of in de omgeving geen bedrijven in hun bedrijfsvoering worden belemmerd als gevolg van het onderhavige bestemmingsplan. Eveneens moet duidelijk zijn of bestaande functies in de omgeving de ontwikkeling al dan niet belemmeren. In de omgeving van het plangebied zijn, behoudens het agrarisch bedrijf aan de Bovenbergweg 1 (zie hiervoor paragraaf 4.6), geen bedrijven aanwezig, waardoor de ontwikkeling geen belemmering oplevert voor de gebruiksmogelijkheden van bedrijven. De voorgenomen ontwikkeling heeft geen betrekking op een milieubelemmerende functie waardoor de ontwikkeling geen belemmering oplevert voor de in omgeving gesitueerde woningen.
20
vastgesteld
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
4.9
Water Van groot belang voor de ruimtelijke ordeningspraktijk is dat de ‘watertoets’ wettelijk verplicht is gesteld. De watertoets kan vooral worden gezien als een procesinstrument dat moet waarborgen dat gevolgen van ruimtelijke ontwikkelingen voor de waterhuishouding meer expliciet worden afgewogen. Belangrijk onderdeel van de watertoets is het vroegtijdig afstemmen van ontwikkelingen met de betrokken waterbeheerder. Het plangebied ligt in het beheersgebied van het Waterschap Vechtstromen. Watertoets Op 14 november 2013 heeft de gemeente Hof van Twente de digitale watertoets van het Waterschap Vechtstromen doorlopen. Uit deze toets kwam de volgende conclusie: geen waterschapsbelang. Het Waterschap heeft aangegeven dat onderstaande waterparagraaf opgenomen kan worden. Waterparagraaf Het plan betreft alleen een functieverandering van bestaande bebouwing en heeft geen invloed op de waterhuishouding. Met de voorgenomen ontwikkeling zijn geen waterbelangen gemoeid. De ontwikkeling heeft geen nieuwe lozingen op oppervlaktewater tot gevolg. In het gebied is geen sprake van (grond)wateroverlast. Het waterschap Vechtstromen heeft dan ook geen bezwaren tegen de voorgenomen ontwikkeling. Deze conclusie is getrokken naar aanleiding van een digitale watertoets. Het proces van de watertoets is goed doorlopen. Het resultaat van de watertoets is als bijlage 7 opgenomen.
vastgesteld
21
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Hoofdstuk 5
Planbeschrijving
De voorgenomen ontwikkeling heeft betrekking op het verbouwen van een karakteristieke (voormalig) agrarische schuur tot een woning. Bij de verbouw van de schuur zullen de meeste karakteristieke delen behouden blijven. Middels een bouwkundig onderzoek (zie bijlage 3) is de haalbaarheid hiervan onderzocht. Tevens maakt de sloop van alle overtollige bebouwing onderdeel uit van de ontwikkeling. Dit betreft de sloop van de aanbouw welke de karakteristieke schuur verbindt met de naastgelegen schuur. Tevens wordt de mestsilo gesloopt. Deze maatregelen hebben een positief effect op de cultuurhistorische waarden van het erfensemble. De bestaande bebouwing welke behouden blijft, zal worden opgewaardeerd. Naast de bouwkundige aanpassingen zullen er ook landschappelijke aanpassingen doorgevoerd worden. Hiervoor is een erfinrichtingsplan opgesteld (zie bijlage 2). In het erfinrichtingsplan wordt uitgegaan van het verwijderen van uitheemse plantensoorten en een schutting, en het aanplanten van inheemse planten- en boomsoorten. Op deze wijze draagt de functieverandering van de schuur bij aan de versterking van de landschappelijke kwaliteit van de omgeving. De bij de toekomstige woning behorende privé-gronden (parkeerplaatsen, tuin e.d.) zijn aan de west- en zuidzijde van de woning voorzien waardoor een duidelijke scheiding tussen de woning en de minicamping gecreëerd wordt.
Afbeelding 5.1: Ov erzicht maatregelen erf inrichtingsplan
22
vastgesteld
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Hoofdstuk 6 6.1
Juridische vormgeving
Algemeen Het bestemmingsplan voldoet aan alle vereisten die zijn opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Inherent hieraan is de toepassing van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) 2012. De SVBP maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op dezelfde manier worden verbeeld. De SVBP 2012 is toegespitst op de regels die voorschrijven hoe bestemmingsplannen conform de Wro en het Bro moeten worden gemaakt. De SVBP geeft bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan, zowel digitaal als analoog. De regels van dit bestemmingsplan zijn opgesteld conform deze standaarden. Het plan voldoet ook aan de eisen van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) die op 1 oktober 2010 in werking is getreden. Daarnaast is aangesloten bij het "Handboek Standaard digitale bestemmingsplannen" van de gemeente Hof van Twente. In het handboek is per bestemming een standaard regeling opgenomen. In alle nieuwe bestemmingsplannen wordt die standaardregeling gebruikt en waar nodig toegesneden op de ruimtelijke situatie ter plaatse. Het bestemmingsplan regelt de gebruiks- en bebouwingsbepalingen van de gronden in het plangebied. De juridische regeling is vervat in een verbeelding en bijbehorende regels. Op de verbeelding zijn de verschillende bestemmingen vastgelegd, in de regels (per bestemming) de bouw- en gebruiksmogelijkheden. Het Bro bepaalt dat een bestemmingsplan vergezeld gaat van een toelichting. Deze toelichting heeft echter geen juridische status, maar is wel belangrijk als het gaat om de onderbouwing van hetgeen in het bestemmingsplan is geregeld en om de uitleg daarvan.
6.2 6.2.1
Toelichting op de Regels Algemeen De regels bestaan uit de volgende onderdelen: hoofdstuk 1: Inleidende regels; hoofdstuk 2: Bestemmingsregels; hoofdstuk 3: Algemene regels; hoofdstuk 4: Overgangs- en slotregels.
6.2.2
Inleidende regels De inleidende regels omvatten de in de planregels gebruikte begripsomschrijvingen en afkortingen (artikel 1) en de wijze van meten (artikel 2).
6.2.3
Bestemmingsregels Verkeer De weg binnen het plangebied is bestemd als verkeer. Ook de wegbermen en naastgelegen waterlopen (geen A-watergangen zijnde) zijn hierin opgenomen. Wonen Voor de regeling voor burgerwoningen in het buitengebied is in principe uitgegaan van één bestemming Wonen waarbinnen alle bestaande burgerwoningen vallen. De bestaande woningen staan met een bestemmingsvlak op de verbeelding aangegeven.
vastgesteld
23
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Hierdoor is duidelijk welke gronden voor de woning met tuin en erf bedoeld zijn. Daarbinnen mogen de woning en bijbehorende bijgebouwen gerealiseerd worden. Aangezien het perceel waarop de minicamping (kleinschalig kamperen) is gesitueerd, behoort bij de bestaande woning, zijn beide percelen midden een 'relatieteken' aan elkaar gekoppeld. Dit zorgt ervoor dat op beide percelen in totaal maar één woning met bijbehorende bouwwerken is toegestaan. De bestaande woningen in het buitengebied zijn verschillend van grootte. Als uitgangspunt wordt gehanteerd 900 m3 bij recht. Vrijstaande of aangebouwde bijgebouwen bij de woning mogen worden opgericht achter het verlengde van de voorgevel van de woning. Aangebouwde bijgebouwen dienen een ondergeschikt tussenlid te hebben. De gezamenlijke oppervlakte mag maximaal 150 m2 bedragen. De goothoogte mag maximaal 3 m en de bouwhoogte mag maximaal 6 m bedragen. In de algemene bepalingen van het bestemmingsplan is geregeld dat de bestaande grotere inhoud, hoogte en goothoogte gerespecteerd blijven. Voor de karakteristieke schuur is de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - vab' opgenomen. Hiervoor geldt in afwijking van de standaard bouwregels dat uitsluitend de bestaande gebouwen zijn toegestaan en dat herbouw en/of nieuwbouw van gebouwen niet is toegestaan. Waarde - Archeologische verwachting 1 Aangezien aan de gronden in het plangebied een hoge verwachtingswaarde voor archeologische vondsten is toegekend, is hiervoor de dubbelbestemming 'Waarde Archeologische verwachting 1' opgenomen. Deze gebieden worden beschermd door middel van een verplichting tot het overleggen van een archeologisch onderzoek bij bouwaanvragen en omgevingsvergunningenstelsel voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden. Bij ingrepen dieper dan 40 cm of met een oppervlakte groter dan of gelijk aan 2.500 m2 is archeologisch onderzoek noodzakelijk. Er is alleen Archeologisch onderzoek nodig als aan beide voorwaarden worden overschreden. Binnen de archeologische bestemming is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarbij deze bestemming kan worden toegevoegd of verwijderd. Dit kan blijken uit archeologisch onderzoek ter plaatse op basis waarvan inzichten gewijzigd kunnen zijn en een aanpassing van deze bestemming noodzakelijk kan zijn. 6.2.4
Algemene regels De algemene of aanvullende regels tenslotte vormen een set algemene regels die op alle onderdelen van het plan van toepassing zijn. De algemene regels bestaan onder meer uit gebruiks- en afwijkingsbepalingen.
6.2.5
Overige regels In de loop van de tijd kan het gebruik van gronden of bouwwerken gaan afwijken van datgene wat mogelijk is op basis van het bestemmingsplan. In de overgangsregels wordt geregeld in hoeverre deze afwijkingen positief bestemd worden. Daar waar maten van bestaande legale bouwwerken op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp meer bedragen dan is voorgeschreven in het nieuwe bestemmingsplan, gelden deze maten ingevolge het in het bestemmingsplan neergelegde overgangsrecht als maximum. De naam van het plan wordt in de slotregel aangehaald.
24
vastgesteld
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Hoofdstuk 7
Economische uitvoerbaarheid
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 lid f van het Besluit ruimtelijke ordening onderzoek plaats te vinden naar de economische uitvoerbaarheid van het plan. De gemeente Hof van Twente heeft ten aanzien van de voorgenomen ontwikkeling een anterieure overeenkomst met de initiatiefnemers gesloten, waarbij overeengekomen is dat alle gemeentelijke kosten voor rekening komen van de initiatiefnemer. Derhalve kan gesteld worden dat voor de gemeente de uitvoering van dit bestemmingsplan economisch haalbaar is. Het vaststellen van een exploitatieplan is dan ook niet noodzakelijk.
vastgesteld
25
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Hoofdstuk 8 8.1
M aatschappelijke uitvoerbaarheid
Algemeen Dit bestemmingsplan doorloopt de procedure als bedoeld in afdeling 3.2 van de Wet ruimtelijke ordening. Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing. Ook zal ten aanzien van het plan op grond van artikel 3.1.1. Besluit ruimtelijke ordening overlegd worden met de besturen van waterschap, provincie en Rijk. In dit hoofdstuk zullen de resultaten van deze procedure en overleggen worden behandeld. De resultaten van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan zullen worden toegevoegd aan dit hoofdstuk.
8.2
Zienswijzen
Het ontwerpbestemmingsplan heeft vanaf 26 februari 2014 gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Gedurende deze periode zijn geen zienswijzen ontvangen. Bijlagen bij de Toelichting
26
vastgesteld
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Bijlage 1 Advies Ervenconsulent Het Oversticht
vastgesteld
27
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Bijlage 2 Erfinrichtingsplan
32
vastgesteld
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Bijlage 3 Bouwkundige opname schuur
34
vastgesteld
Opname en opmeting bestaande schuur t.b.v. functiewijziging TacoBouwadvies
Bovenbergweg 4 te Markelo Bevindingen en opmerkingen bij inmeting
werknr.201205
Behorende bij tekeningen : 1205BT-01 ,02 en 03 dd 02-04-2013 Opname door dhr T. Langeberg d.d. 02-04-2013 -1-
inhoudsopgave
1 Noordgevel
3
1.1
gevel
3
1.2
dak
4
2 Oostgevel
5
2.1
gevel
5
2.2
dak
7
3 Zuidgevel
9
3.1
gevel
9
3.2
dak
11
4 Westgevel
13
4.1
gevel
13
4.2
dak
16
5 Constructie
17
5.1
fundering
17
5.2
begane grondvloer
18
5.3
de gebinten
19
5.4
Kap en zoldervloer
22
6 Bepaling karakteristieken van het pand
27
7 Werkzaamheden voor behoudt exterieur
31
-2-
1
Noordgevel
1.1 gevel Opname: 1. steens tot ok luik daarboven ½ steens Metselwerk verband is ½ steens, met 2 verschillende lagenmaten. Het verschil begint boven de deuren 2. Gebintplaat zichtbaar en steunt op gemetselde penaten aan de binnen zijde 3. Scheur in metselwerk tpv luik is ook binnen aanwezig. 4. Houten windveer goed en dekplank slecht 5. Kleine schade metselwerk tpv deur sluiting 6. Sparingen boven en onder voorzien van een rollaag . 7. Stalen ramen met lichte roestvorming 8. houten opgeklampte deuren met rotte delen aan onderzijde en een luik allen uitgevoerd met duimen en gehengen. 9. Ramen tpv beganegrond voorzien van gemetselde raamdorpels
-3-
1.2
Dak
Opname: rieten wolfskap riet is vernieuwd . In de beëindiging van de rieten kap is tpv het luik verschillend tov van de rest van de kap Dit is waarschijnlijk niet origineel maar een correctie van een uitvoering fout.
Oplegging gebintplaat in buitenblad
-4-
2
Oostgevel
2.1
gevel
opname 1. steens metselwerk Metselwerk verband is ½ steens Vanaf straat nivo tot ca 700 +vervuiling van metselwerk en is het voegwerk slecht of niet aanwezig waarschijnlijke oorzaak opspattend water. Oude deursparing tussen as G en aanwezige deur is dicht gemetseld . de duimen zijn nog aanwezig 2. Raam sparingen voorzien van rollaag 3. 1 stalen raam met schade aan stopverf met gemetselde raamdorpels de overige ramen zijn van beton. 4. Inrit met hoge deuren onder rieten kap tussen as D en E deuren zijn goed Te plaatse zou de bestrating zou iets lager mogen. 5. Wang afwerking golfplaat en underlayment 6. Lage dubbele deuren onder iets verhoogde kap tussen as C en D erg slecht 7. aftimmering en deur tussen as A en B niet origineel 8. as B is originele eindgevel ,houtengevel afwerking en borstwering is aanwezig
scha de aan voegwerk
-5-
A angepaste gevel zeer slecht
Oorspronkelijke baanderdeuren in goede staat -6-
2.2 Dak opname VH pannen op zijbeuk zijn redelijk en liggen slecht tussen as A en G Riet t.p.v. hoofdbeuk dat tussen as G en I is geheel vernieuwd. Overig riet heeft in meer of minder mate vervuiling door mos groei
mos vervuiling op riet -7-
Schade aan riet t.p.v. dakrand Links de te slopen schuur
-8-
3
Zuidgevel
3.1
gevel is als laatste aangebouwd oorspronkelijke achtergevel was op as B
opname 1. 2x ½ steens tot gevel beschieting binnenblad is van kalkzandsteen Metselwerk verband is ½ steens slechte staat 2. Vuilwerk lateien t.p.v. deursparingen 3. Gevel beschieting van naald houten schaaldelen 4. Knelplank/windveer naaldhout 5. Houten windveer en dekplank slecht 6. Schade aan rieten t.p.v. rechter dakvlak 7. Betonnen ramen deels zonder glas 8. 2 van de 3 houten deuren opgeklampt met rotte delen en uitgevoerd met duimen en gehengen 9. Gevel ventilator
-9-
Overig: betonnen put aanwezig
Binnenblad zuidgevel is van kalkzandsteen
- 10 -
3.2
dak
Is als laatste aangebouwd Opname 1. 2. 3. 4.
Topgevel met verticale schaaldelen En een knelplank Wind schade aan riet rechterzijde Voor beide zijde geldt windveer en dekplank slecht
Verlengde gebintplaat met afwijkende afmeting en verbinding
- 11 -
Verlengde gebintplaat met afwijkende afmeting en verbinding
- 12 -
4
Westgevel
4.1
gevel
opname 1. Metselwerk ½ steens met penanten aan de binnenzijde tpv de deursparingen. 2. Metselwerk verband is ½ steens verband Vanaf straat nivo tot ca 700 +vervuiling van metselwerk en is het voegwerk slecht of niet aanwezig waarschijnlijke oorzaak opspattend water. 3. Verschil in baksteen- en lagenmaat tussen as A en E zeer slecht 4. Enkele sparingen voorzien van een rollaag 5. Stalen ramen in redelijke staat deels zonder glas 6. Betonnen stal ramen vanaf as A t/m D in goede staat 7. Houten opgeklampte deuren met rotte delen aan onderzijde en deur met kozijn stijlen. Alle deuren uitgevoerd met duimen en gehengen 8. Stalen ramen deels voorzien van gemetselde raamdorpels
Overig: betonnen put aanwezig
schade aan voegwerk - 13 -
Metselwerk van af as A t/m E is erg slecht uitgevoerd.
Rechts vanaf de loodvoeg is later toegevoegd
- 14 -
- 15 -
4.2
Dak
OVH pannen t.p.v. zijbeuk pannen zijn goed en liggen nog redelijk. Riet t.p.v. hoofdbeuk dat tussen as E en I ligt, is geheel en tussen as A en E alleen t.p.v. de nok vernieuwd. Vervuiling van riet wat ouder is.
- 16 -
5
Constructie
5.1
fundering
Niet echt na te gaan wat de fundering uitvoering en diepte is. Het metselwerk vertoond op een enkele scheur tpv de Noordgevel na geen gebreken . de fundering van de gebintstijlen zal waarschijnlijk geheel op gemetselde poeren zijn geweest. (aanwezig bij toegang deuren ) zie ook punt 5.3 de gebinten.
Fundering deurstijl
- 17 -
5.2
begane grondvloer
Betonvloer waarschijnlijk op zand gestort Met ter plaatse van de zijbeuken een grup T.p.v. Oostgevel deel aanwezig en t.p.v. Westgevel geheel aanwezig
De grup
- 18 -
5.3 de gebinten 7 gebintstellen en 8 traveeën Type ankerbalk constructie 40% van de gebintstijlen zijn nog geheel aanwezig . De overige gebintstijlen zijn ingekort waarvan 50 % tot ca. 1100+ vloerpeil staande op metselwerk poeren En 50% tot de steekband zijn ingekort. Deze zijn tevens in de gemetselde muren opgenomen. maar een wordt ondersteund door een stalen”kolom” bestaande uit een spoorstaaf en een klos onder de moerbalk ( as F) -As A achtergevel aan toegevoegd met verlenging van bovenplaat -As B is de oorspronkelijke achtergevel zonder moerbalk en steekbanden Daar in plaats rondhout bovenplaat t.b.v. zolder vloer. de gevelbeschieting en metselwerk borstwering ca.60% aanwezig Gevelbeschieting verticale delen ca.250 mm breed. Vanaf ca 800+vl tot bovenkant bovenplaat. -As C een gebintstijl ingekort tot 1100+vl -As D een spreidband is niet aanwezig uitgevoerd met extra gebintstijl onder moerbalk in het midden. -As E beide gebintstijlen ingekort tot ok steekband en 1 steekband niet aanwezig. -As F beide gebint stijlen ingekort een tot 1100+vl en een tot ok spreidband Een maal ondersteuning door spoorstaaf Een spreidband niet aanwezig Aanwezigheid van een houten “ventilatie” koker niet in gebruik De uitvoering van de bovenplaat is slecht er is aan beide zijde een versteviging toegevoegd aan onderzijde bovenplaat . en op as F dient deze om de bovenplaat te ondersteunen. De gebinten op as E en F zijn verschoven waarschijnlijk door de aanpassing (inkorten)van de gebintstijlen. Hier zou vervanging / herstel noodzakelijk zijn. -as G een gebintstijl ingekort tot ok steekband -as H beide gebintstijlen ingekort tot c.1100+vl. nog maar 1 spreidband aanwezig. -as I kop gevel met oplegging van bovenplaat
- 19 -
Foto’s herstelde bovenplaat (gebintplaat)
Op as 2 tussen as E en F extra gebintplaat onder de oorspronkelijke met stalen band
- 20 -
Op as 3 tussen as E en F extra gebintplaat onder de oorspronkelijke
- 21 -
5.4 Kap en zoldervloer kap -Kap midden beuk Sporenkap rond hout 100 a 120 en rechthoekige delen h.o.h. ca.700 Voorzien van hanenbalk. Geen windschoren aanwezig alleen twee windverband tussen twee sporen op as B
-kap zijbeuken Sporenkap oplangers rond hout ca 90 en rechthoekig 25% ligt op de sporen van de middenbeuk zonder dakbeschot uitgevoerd.
Zoldervloer -Vloeren middenbeuk -halve “slieten” t.p.v. as B t/m D -brede planken ca 200 en 300 mm tussen as E en I met een nivo verschil op as G.
Vloeren zijbeuken -afdakszolderbalken t.p.v. as 3 en 4 en tussen as A en E en bevloerd. De balklaag heeft oplegging in de binnenwand. Bij zijbeuk tussen as 1 en 3 en tussen as E en G idem. Alleen met oplegging in spoorstaaf Vanaf as E t/m I houten vloer op nivo van vloer middenbeuk En tussen as G en I voorzien van een balklaag.
Opm. Gebintstel op as F mogelijk vervangen en hoogte afstemmen op overige gebint stellen. i.v.m. de hoogte van het luik aan de voorgevel dient de nieuwe(verdiepings) vloer hierop aangepast te worden. Vloer nivo ligt onder moerbalk.
- 22 -
Foto vloer middenbeuk
halve “slieten” t.p.v. as B t/m D met aanzicht kopse kanten van de afdakszolderbalken
- 23 -
Foto zijbeuk tussen as 3 en 4
-afdakszolderbalken t.p.v. as 3 en 4 en tussen as A en E en bevloerd
- 24 -
Een houten onderslag aan de gebintstijlen en bevloerd met brede planken
- 25 -
Een houten onderslag aan de gebintstijlen en bevloerd met brede planken
- 26 -
6
Bepaling van karakteristieken van het pand
Het gebouw heeft diverse wijzigingen ondergaan in loop van de tijd Zowel in interieur als exterieur. Het exterieur: Aangeven in een rood kader zijn de elementen van exterieur die nu beeld bepalend zijn. In vorm en materiaal gebruik. de nieuwe functie van het pand zal ook het meest zichtbaar zijn aan de achterzijde.
.
- 27 -
- 28 -
- 29 -
- 30 -
7
Werkzaamheden voor behoudt exterieur. Metselwerk : Kleine schade handhaven maar scheur in Noordgevel t.p.v. luik stabiliseren zonder vervanging van bakstenen Voegwerk herstellen tpv raamdorpels en maaiveld. Windveren en dekplanken : Noordgevel alleen dek plank en vervangen t.p.v. Zuidgevel geheel vervangen. Mogelijk geheel vervangen i.v.m. toepassing van dakbeschot stalen ramen : Glas verwijderen roest behandelen en nieuw glas plaatsen. Betonnen ramen : Nieuw glas plaatsen Houten deuren : Houten deuren handhaven en aangetaste delen vervangen d.m.v. aanscherven. Rieten kap : Rieten kap behouden en t.p.v. schade herstellen. Isoleren en brandwerend aftimmeren vlgs voorschriften Herstel t.p.v. nieuw te maken toegangen Pannen dak : Mogelijk bestaande sporen handhaven. Toepassen van dakbeschot met behoudt van bestaande glooiing van dak vlak Isoleren en brandwerend aftimmeren vlgs voorschriften Herstel t.p.v. nieuw te maken toegangen Maaiveld : Om vervuiling van gevel door opspattend regen water tegen te gaan. Een grind koffer van voldoende breedte aanbrengen met drain.
- 31 -
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Bijlage 4 Bodemonderzoek
66
vastgesteld
Hof van \ #Twente M e m o
Datum:
26 juni 2013
Aan
A.B.H. Roebert-ter Horst
Kopie aan Van
M.G.H. Coster
Onden/verp:
Bodemonderzoek Bovenbergweg 4 te IVlarkelo
Voor de planologische wijziging en de voorgenomen ombouw van schuur naar woning op het perceel Bovenbergweg 4 te Markelo is er door Mos Grondmechanica B.V. een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (kenmerk: R1300731-RY_1). Het perceel is kadastraal bekend als gemeente Markelo, sectie N, nummer 1360. Bodem
Uit de rapportage is gebleken dat er in de mengmonsters van de boven- en ondergrond geen verhogingen zijn aangetroffen. Grondwater
Uit de analyse van het grondwater in de peilbuis blijkt dat er voor de parameter barium een lichte overschrijding van de streefwaarde is aangetoond. Asbest
Tijdens het onderzoek is er visueel geen asbest aangetroffen. Conclusie: Op basis van de resultaten van het bodemonderzoek is er geen bezwaar voor de planologische wijziging en de voorgenomen ombouw van schuur naar woning op deze locatie.
Opdracht Plaats Project
1300731 Markelo Bodemonderzoek aan de Bovenbergweg 4
• •
i ï
UI
• i
2
• O K
Bodemonderzoek aan de Bovenbergweg 4
Betreft
MARKELO
Dhr. R. Nijenhuis
Opdrachtgever
Bovenbergweg 4 7475 ST MARKELO NL
Behandeld door
C. van der Meeren
Kenmerk
R1300731-RV 1
Datum
12 juni 2013
MOS GRONDMECHANICA B.V. Kleidijk 35
Postbus
801
O -
te
3160 AA Rhoon
tel. 010-5030200
« S
Opdracht :1300731 Plaats : Markelo Project : Bodemonderzoek aan de Bovenbergweg 4
•
< U
m i SAMENVATTING
lU
In opdracht van de heer R. Nijenhuis heeft Mos Grondmechanica B.V. een milieutechnisch verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op een onderzoekslocatie aan de Bovenbergweg tegen over nr 4 te Markelo (gemeente Markelo, sectie N, nummer 1360). De aanleiding van het onderzoek is de aanvraag van een omgevingsvergunning door de opdrachtgever, ten behoeve van de geplande (nieuw)bouw van een woning op de locatie. Het doel van het onderzoek is het vaststellen van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem op de onderzoekslocatie. Het verkennend bodemonderzoek is uitgevoerd conform de NEN 5740. Op basis van het vooronderzoek is de onderzoekshypothese "onverdachte locatie" gesteld met als strategie "ONV", gebaseerd op een oppervlakte van circa < 2000 m^. Het veldwerk is uitgevoerd conform BRL SIKB 2000 op 15 mei 2013. Het grondwater is conform de NEN 5740 minimaal een week later bemonsterd, op 22 mei 2013. De analyseresultaten zijn getoetst aan de Circulaire Bodemsanering 2009, en zijn indicatief getoetst aan het Besluit bodemkwaliteit (Bbk). Uit de toetsing blijkt, dat in de grond geen verhoogde gehaltes aangetoond zijn aan de geanalyseerde parameters. In het grondwater is het gehalte Barium licht verhoogd aangetroffen. De grondmonsters zijn indicatief getoetst aan het Besluit
bodemkwaliteit
waarbij
het
resultaat
voor
de
boven-
en
ondergrond
AW
(achtergrondwaarde) is. De onderzoekshypothese "onverdachte locatie" dient vanwege het licht verhoogde Barium gehalte in het grondwater formeel verworpen te worden. De aangetoonde concentraties in het grondwater overschrijden echter niet het criterium voor nader bodemonderzoek {S-i-l/2} uit de Circulaire Bodemsanering 2009. Ook de aangetoonde concentraties in de grond overschrijden niet het criterium voor nader bodemonderzoek {AW-i-l/2} uit de Circulaire Bodemsanering 2009. Vanuit milieuhygiënisch oogpunt en op basis van de resultaten van onderhavige onderzoeken, zijn er geen bezwaren tegen de geplande werkzaamheden op de onderzoekslocatie.
MOS GRONDMECHANICA B.V.
Postbus 153, 7460 AD
Rijssen - Telefoon: 0548 - 51 23 63 - URL: www.mosgeo.com
•I •
i 6 ff
Opdracht : 1300731 Plaats : Markelo Project : Bodemonderzoek aan de Bovenbergweg 4
_3_ "
< )i
•
y Ui
Inhoudsopgave
" q Pagina
SAMENVATTING
m O ^
2
Q s
1.
2.
3.
4.
INLEIDING
4
^
1.1
Aanleiding en doel
4
1.2
Relevante normen
4
1.3
Betrouwbaarheid onderzoek
5
a
VOORONDERZOEK
6
•
2.1
Algemene locatiegegevens
6
^
2.2
Locatie-inspectie
6
2.3
Historische gegevens
7
2.3.1
Historische gegevens gemeente Hof van Twente
7
2.3.2
Bodemloket (www.bodemloket.nl)
7
2.4
Conclusie vooronderzoek
8
B
VERKENNEND BODEMONDERZOEK
9
3.1
Onderzoekshypothese en-strategie
9
"
3.2
Uitvoering veldwerk
9
m
3.3
Bodemopbouw en grondwaterstand
10
3.4
Analysestrategie
11
RESULTATEN VERKENNEND ONDERZOEK
12
4.1
Toetsing aan de Circulaire Bodemsanering 2009
12
4.2
Toetsing aan het Besluit bodemkwaliteit (indicatief)
13
•
4.3
Analyseresultaten
14
^
5.
INTERPRETATIE
15
.
6.
CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN
16
•
Bijlage A
Resultaten vooronderzoek
Bijlage B
Veldwerkgegevens
Bijlage C
Analysecertificaten
Bijlage D
Toetsingsresultaten
Bijlage E
Situatietekening
MOS MOS GRONDMECHANICA B.V.
Postbus 153, 7460 AD
Rijssen - Telefoon: 0548 - 51 23 63 - URL: www.mosgeo.com
m
Opdracht Plaats Project
1.
1300731 Markelo Bodemonderzoek aan de Bovenbergweg 4
-4-
INLEIDING
1.1
Aanleiding en doel
in opdracht van de heer R. Nijenhuis heeft Mos Grondmechanica B.V. een milieutechnisch verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op een onderzoekslocatie aan de Bovenbergweg tegen over nr 4 te Markelo (gemeente Markelo, sectie N, nummer 1360). Eén en ander volgens onze aanbieding met kenmerk A1300936 d.d. 7 maart 2013. De aanleiding van het onderzoek is de aanvraag van een omgevingsvergunning door de opdrachtgever, ten behoeve van de geplande (nieuw)bouw van een woning op de locatie. Het doel van het onderzoek is het vaststellen van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem op de onderzoekslocatie.
1.2
Relevante normen
De onderzoeksstrategie voor het verkennend bodemonderzoek is volgens de NEN 5740, oktober 1999. Het veldwerk is uitgevoerd conform de BRL SIKB 2000, door de heren E. V\/ouwenberg (protocol 2001/2002) en R. Dierink (protocol 2002). Daarbij zijn de volgende VKB-protocollen van toepassing: Protocol 2001: "Plaatsen van handboringen
en peilbuizen, maken van
boorbeschrijvingen,
nemen van grondmonsters en waterpassen"; Protocol 2002: "Het nemen van
grondw/atermonsters";
Door KIWA N.V. te Rijswijk is aan Mos Grondmechanica B.V. een proces-certificaat veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek uitgereikt (Certificaatnummer K25557). Mos
Grondmechanica
B.V.
heeft
getoetst
of
er
sprake
is
van
enige
vorm
van
belangenverstrengeling in het kader van de functiescheiding zoals bedoeld in § 3.1.7 van de BRL SIKB 2000. Hierbij verklaart Mos Grondmechanica B.V. dat de hierboven genoemde relatie tussen de opdrachtgever en Mos Grondmechanica B.V. niet bestaat. Het chemisch-analytisch onderzoek heeft plaatsgevonden conform de daarvoor geldende normen. Deze normen zijn vermeld op de betreffende analysecertificaten.
MOS GRONDMECHANICA B.V.
Postbus 153, 7460 AD
Rijssen - Telefoon: 0548 - 5 1 23 63 - URL: www.mosgeo.com
Opdracht Plaats Project
1.3
1300731 Markelo Bodemonderzoek aan de Bovenbergweg 4
-5-
Betrouwbaarheid onderzoek
Het onderhavige onderzoek is op zorgvuldige wijze verricht volgens algemeen gebruikelijke inzichten en methoden. De advisering is overeenkomstig onze algemene voorwaarden. Mos
Grondmechanica
B.V,
streeft
bij
elk
(water)bodemonderzoek
naar
een
optimale
representativiteit. Echter, een dergelijk onderzoek is gebaseerd op het verrichten van een beperkt aantal boringen en het nemen van een beperkt aantal monsters. Hierdoor blijft het mogelijk dat plaatselijke afwijkingen in de samenstelling van grond en/of het grondwater aanwezig zijn, welke tijdens het onderzoek niet naar voren zijn gekomen. Concentraties in het grondwater en eventuele drijflaag diktes in peilbuizen kunnen aan fluctuaties onderhevig zijn tengevolge van seizoensinvloeden. Tijdens herbemonstering kunnen lagere of hogere gehaltes of drijflaag diktes worden vastgesteld. Voor het verzamelen van feitelijke historische informatie is gebruik gemaakt van plannen en vergunningen zoals deze door de archiefdiensten verbonden aan gemeentes en/of milieudiensten ter beschikking zijn gesteld. Hiermee kan niet uitgesloten worden dat bepaalde relevante informatie niet ter inzage is gelegd. Tevens kan niet worden uitgesloten dat de verstrekte plannen niet gerealiseerd zijn en de ligging van bepaalde bronlocaties niet in overeenstemming zijn met de werkelijke situatie. Mos Grondmechanica B.V. is niet aansprakelijk voor uit onderzoek voortvloeiende schade of gevolgen van welke aard ook. In de bij dit onderzoek behorende aanbieding staan de betreffende voorwaarden aangegeven. Hierbij wordt onder andere vermeld dat ervan uit wordt gegaan dat het terrein vrij is van kabels en leidingen. Tevens wordt erop gewezen dat het uitgevoerde bodemonderzoek een momentopname is. Beïnvloeding van grond- en grondwaterkwaliteit zal ook plaats kunnen vinden na uitvoering van dit onderzoek, bijvoorbeeld door bouwrijp maken of aanvoer van grond van elders. Naarmate er een
langere
tijd
is
verlopen
na
uitvoering
van
het
onderzoek
dient
meer
voorzichtigheid/voorbehoud te worden betracht bij het gebruik van de onderzoeksresultaten. Voor de meeste bodemonderzoeken geldt vanuit het bevoegd gezag een geldigheidsduur van maximaal 5 jaar.
MOS GRONDMECHANICA B.V.
Postbus 153, 7460 AD
Rijssen - Telefoon: 0548 - 51 23 63 - URL: www.mosgeo.com
Opdracht : 1300731 Plaats : Markelo Project : Bodemonderzoek aan de Bovenbergweg 4
2.
-6-
VOORONDERZOEK
Voor het vaststellen van de onderzoekshypothese (in hoofdstuk 3) is vooronderzoek vereist. Ten behoeve van het vooronderzoek zijn de volgende handelingen verricht: Het verzamelen van algemene gegevens over de locatie; Het uitvoeren van een locatie-inspectie; Het raadplegen van www.bodemloket.nl; Het
raadplegen
van
de
bodematlas
van
provincie
Overijssel
op
www.overijssel.nl/thema's/bodem/bodematlas; Het opvragen van (historische) gegevens bij de gemeente Hof van Twente; Het opvragen van (historische) gegevens bij de opdrachtgever doormiddel van een vragenlijst. In bijlage A is een selectie van de relevante gegevens weergegeven.
2.1
Algemene locatiegegevens
Adres
: Bovenbergweg tegenover nr 4 te Markelo
Kadastrale registratie
: Gemeente Markelo, sectie N, nummer 1360
Coördinaten RD-steisel
: X = 232603
Perceelsoppervlak
: ± 575 m^
Y = 475412
Oppervlak onderzoekslocatie : ± 575 m^
De onderzoekslocatie ligt buiten de bebouwde kom ten noorden van Markelo. in bijlage A zijn de kadastrale situatie en de regionale ligging van de onderzoekslocatie weergegeven. Tevens is een selectie van foto's bijgesloten.
2.2
Locatie-inspectie
De locatie behoord toe aan de Bovenbergweg 4 en ligt aan de zuidkant van weg. Op de onderzoekslocatie is een oude schuur aanwezig, welke in het verleden mogelijk de oorspronkelijke boerderij was, maar nu alleen als opslagruimte wordt gebruikt. Het is de bedoeling dat deze schuur wordt omgebouwd naar een woning. Bij de door ons uitgevoerde locatie-inspectie werd de volgende situatie aangetroffen: De onderzoekslocatie is in de schuur verhard met beton en rondom de schuur deels verhard met klinkers; De olietank die was aangegeven door de gemeente is niet meer aanwezig op de locatie.
MOS GRONDMECHANICA B.V.
Postbus 153, 7460 AD
Rijssen - Telefoon: 0548 - 51 23 63 - URL: www.mosgeo.com
Opdracht Plaats Project
1300731 Markelo Bodemonderzoek aan de Bovenbergweg 4
-7-
Er zijn op de onderzoekslocatie geen activiteiten aangetroffen die tot een mogelijke bodembelasting kunnen leiden; Er zijn op de onderzoekslocatie geen asbestverdachte materialen op het maaiveld en/of in de bodem aangetroffen.
2.3
Historische gegevens
2.3.1 Historische gegevens gemeente Hof van Twente Bij de gemeente Hof van Twente is historische informatie betreffende de onderzoekslocatie opgevraagd. Het één en ander is onderstaand toegelicht. Boven- en/of ondergrondse tanks De gemeente geeft aan dat er een olietank op de locatie aanwezig is c.q. aanwezig is geweest. Uitgevoerde bodemonderzoeken op of nabii (< 50 m) de onderzoekslocatie Bij de gemeente zijn er, voor zover b e k e n d , geen b o d e m v e r o n t r e i n i g i n g e n op het perceel aanwezig. En zijn er geen bodemonderzoeken op het perceel u i t g e v o e r d . Ook in de directe
omgeving
(straal
50
m)
van
de onderzoekslocatie
zijn
geen
onderzoek
uitgevoerd. Volgens de asbestkansenkaart van de gemeente Hof van Twente is er grote kans op aanwezigheid van asbest.
2.3.2 Bodemloket (www.bodemloket.nl) Op de algemene website bodemloket.nl is van de locatie en de omgeving geen informatie opgenomen. Ook op de bodematlas van de provincie Overijssel is geen informatie voorhanden. Wel is op de asbestsignaleringskaart aangegeven dat op de locatie een grote kans is op de aanwezigheid van asbest. Indien bij het bodemonderzoek geen puin of andere asbestverdachte bestanddelen in de bodem of op het maaiveld worden waargenomen, wordt de te onderzoeken deellocatie als niet verdacht voor asbest beschouwd. In bijlage A is een rapportage met de bodeminformatie in een straal van 100 m opgenomen en de kaarten van de bodematlas.
MOS GRONDMECHANICA B.V.
Postbus 153, 7460 AD
Rijssen - Telefoon: 0548 - 5 1 23 63 - URL: www.mosgeo.com
Opdracht : 1300731 Plaats : Markelo Project : Bodemonderzoek aan de Bovenbergweg 4
2.4
-8-
Conclusie vooronderzoek
Op basis van de resultaten van het vooronderzoek kan de locatie als onverdachte locatie worden beschouwd. Naar aanleiding daarvan is de onderzoeksstrategie bepaald. Wel is i.v.m. de voormalige olietank rekening gehouden in het boorplan met het plaatsen van de peilbuis. De toegepaste onderzoeksstrategie is beschreven in hoofdstuk 3.
MOS GRONDMECHANICA B.V.
Postbus 153, 7460 AD
Rijssen - Telefoon: 0548 - 51 23 63 - URL: www.mosgeo.com
Opdracht : 1300731 Plaats : Markelo Project : Bodemonderzoek aan de Bovenbergweg 4
3.
-9-
VERKENNEND BODEMONDERZOEK
3.1
Onderzoekshypothese en -strategie
Op basis van de algemene en historische gegevens worden geen verontreinigingen verwacht in concentraties
boven de toetsingswaarden
zoals deze zijn geformuleerd
in de
Circulaire
Bodemsanering 2009. Daarom is de onderzoekshypothese "onverdachte locatie" gesteld. Wel is er rekening gehouden met het plaatsen van de peilbuis dat er in het verleden een olietank aanwezig is geweest op de locatie. Uitgaande van de hypothese "onverdachte locatie" en gezien de aanleiding van het milieukundig bodemonderzoek, is de onderzoeksstrategie "ONV" uit de NEN 5740 uitgewerkt, voor een onderzoekslocatie met een oppervlak van < 2000 m^. Tabel 3.1: Onderzoeksstrategie aantal boringen
aantal te analyseren (meng)monsters
boringen tot
boringen tot aan
boringen met
0,5 m-mv
het grondwater^
peilbuis
8
2
1
grond
grondwater
bovengrond
ondergrond
2
1
1
Wanneer de grondwaterstand ondieper is dan 1,0 m-mv, geldt een boordiepte van 1,0 m. De maximale boordiepte bij een diepere grondwaterstand is 2,0 m. Wanneer de grondwaterstand zich dieper dan 5,0 m beneden het maaiveld bevindt, kan het plaatsen van peilbuizen achterwege blijven. Wel wordt geboord tot een diepte van 5,0 m. Als de diepte van de grondwaterstand onbekend is geldt een boordiepte van 5,0 m.
De boringen zijn gelijkmatig over de onderzoekslocatie verspreid. Er is i.v.m. de bodemopbouw van boring 01 een extra ondergrond monster ingezet van de leemlaag.
3.2
Uitvoering veldwerk
De aangetroffen situatie ten tijde van de uitvoering van de veldwerkzaamheden gaf geen aanleiding tot het aanpassen van de onderzoeksstrategie. Het veldwerk is uitgevoerd op 15 mei 2013 en omvatte de volgende werkzaamheden: •
Het in het terrein uitzetten van de boorlocaties en de punten op tekening vastleggen;
•
Het verrichten van de boringen 01 t / m 11 waarbij:
•
•
Boring 01 is uitgevoerd tot 5,80 m-mv en is afgewerkt met een peilbuis;
•
Boringen 03 en 10 zijn uitgevoerd tot 2,0 m-mv;
•
Boringen 02, 04 t / m 09 en 11 zijn uitgevoerd tot 0,5 m-mv.
Het zintuiglijk beoordelen van de opgehoorde grondslag;
MOS GRONDMECHANICA B.V.
Postbus 153, 7460 AD
Rijssen - Telefoon: 0548 - 5 1 23 63 - URL: www.mosgeo.com
Opdracht Plaats Project
•
1300731 Markelo Bodemonderzoek aan de Bovenbergweg 4
-10-
Het bemonsteren van de opgehoorde grondslag per 0,5 m laagdikte (of gerelateerd aan de bodemsamenstelling) en de monsters verzamelen in afsluitbare glazen potten;
• •
Het schoonpompen van peilbuis 01 direct na plaatsing, en meten van de geleidbaarheid (EC); Het schoonpompen, meten van de troebelheid, zuurgraad (pH) en geleidbaarheid (EC) en het bemonsteren van peilbuis 01 minimaal één week na plaatsing, namelijk op d.d. 22 mei 2013.
De beschrijvingen van de boorprofielen en de peilbuis gegevens zijn onder bijlage B bijgevoegd. De situatietekening met de locaties van de boringen is onder bijlage E opgenomen.
3.3
Bodemopbouw en grondwaterstand
De bodem van de onderzoekslocatie bestaat tot de boordiepte van 2,00 m-mv uit matig fijn, zwak siltig zand. De bovengrond is hierbij matig humeus. Alleen bij boring 01 is de bodemopbouw anders. Hier bestaat de laag 0,70 m-mv tot de boordiepte 3,85 m-mv uit matig tot sterk zandig leem. Vervolgens tot de maximale boordiepte van 5,80 bestaat de bodem uit matig fijn tot matig grof zand. Bij het beoordelen van de opgehoorde grondslag zijn op zintuiglijke wijze geen afwijkingen waargenomen. Op het
maaiveld
en
in de opgehoorde
grond
zijn voorts visueel
geen
asbestverdachte materialen waargenomen. De grondwaterstand bevond zich op het moment van het plaatsen van de peilbuis op 4,19 en op moment van monstername op 4,10 m-mv. Bij plaatsing van de peilbuis is de geleidbaarheid (EC) gemeten. Bij bemonstering van de peilbuis zijn de zuurgraad (pH), de EC en de grondwaterstand gemeten. De betreffende waarden zijn opgenomen in de onderstaande tabel. Het betreft hier uiteraard een momentopname.
Peilbuis nr.
Zuurgraad (pH) EC [nS/cmJ
EC [nS/cm]
bij plaatsing bij bemonstering 01
6.57
MOS GRONDMECHANICA B.V.
660
Postbus 153, 7460 AD
701
Troebelheid
Grondwaterstand [m-mv]
(NTU) 9
4.10
Rijssen - Telefoon: 0548 - 5 1 23 63 - URL: www.mosgeo.com
Opdracht Plaats Project
3.4
1300731 Markelo Bodemonderzoek aan de Bovenbergweg 4
-11-
Analysestrategie
Van de in het veld genomen grondmonsters zijn op basis van de geografische plaatsing, de bodemopbouw en de zintuiglijke waarnemingen de onderstaande mengmonsters samengesteld.
Monster
Boring
Diepte (m-mv)
Grondslag
MMOl:
01, 02, 04
0,1-0,5
Zand
MM02:
02, 03, 05 t/m 11
0,0 - 0,5
Zand
MM03:
03, 10
0,5 - 2,0
Zand
Boring
01
0,7 - 2,0
Leem
Analysep3l
^ Voor de samenstelling van het analysepakket zie analysecertificaat onder bijlage C.
Het grondwatermonster uit peilbuis 01 is geanalyseerd op het standaardpakket voor grondwater, inclusief voorbehandeling conform AS3000. Voor de samenstelling van het analysepakket wordt verwezen naar analysecertificaat onder bijlage C. De analyses en het mengen van de monsters zijn uitgevoerd door ALcontrol Laboratories te Hoogvliet, ingeschreven in het NEN-EN-ISO 17025 register voor laboratoria onder no. L 028.
IVIOS GRONDIVIECHANICA B.V.
Postbus 153, 7460 AD
Rijssen - Telefoon: 0548 - 5 1 23 63 - URL: www.mosgeo.com
Opdracht : 1300731 Plaats : Markelo Project : Bodemonderzoek aan de Bovenbergweg 4
4.
-12-
RESULTATEN VERKENNEND ONDERZOEK
4.1
Toetsing aan de Circulaire Bodemsanering 2009
Om te beoordelen of er sprake is van een ernstig gevaar voor de volksgezondheid e n / of het milieu, zijn de analyseresultaten getoetst aan de eisen zoals deze zijn neergelegd in de Circulaire Bodemsanering 2009. Hierbij worden per element de volgende waarden onderscheiden: achtergrondwaarde (AW) voor grond : het niveau waarbij sprake is van een duurzame kwaliteit van de grond; streefwaarde (S) voor grondwater : het niveau waarbij sprake is van een duurzame kwaliteit van het grondwater; interventiewaarde bodem (I) : het niveau waarbij de functionele eigenschappen van de bodem voor mens, plant of dier ernstig verminderd zijn of ernstig bedreigd worden; naast de AW- of S-waarde, en de I-waarde is ook de tussenwaarde van belang, deze is {T = (AW + 0 / 2 } voor grond en {T = (S + I) / 2} voor grondwater; dit gemiddelde wordt als een toets ten behoeve van eventueel nader onderzoek beschouwd. Bij
grondmonsters
zijn
voor
een
aantal
parameters
de
achtergrond-,
tussen-
en
interventiewaarden afhankelijk van het gehalte aan organische stof (humusdeeltjes) en/of lutum (gronddeeltjes <2 pm). Conform het betreffende voorschrift wordt in geval van zeer kleine gehalten aan lutum e n / of organische stof uitgegaan van een minimum waarde van 2% (deze waarde wordt in dat geval ook in de toetsingstabellen genoemd). Omgekeerd wordt een maximum waarde van 30% gehanteerd. Bij grondwatermonsters worden de toetsingswaarden niet gecorrigeerd voor fysische parameters, ook niet voor de gemeten zuurgraad (pH) of geleidbaarheid (EC). In bijlage D zijn de analyseresultaten van de grond- en grondwatermonsters getoetst aan de aldus bepaalde streef- en interventiewaarden. Als toetsingsresultaat wordt aangehouden:
concentratie kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde c.q. de detectiegrens;
<S
concentratie kleiner dan of gelijk aan de streefwaarde c.q. de detectiegrens;
*
concentratie boven de achtergrondwaarde (AW), maar beneden de tussenwaarde (T); zeer licht tot licht verontreinigd;
**
concentratie boven de tussenwaarde (T), maar beneden de interventiewaarde (I); matig verontreinigd;
***
concentratie boven de interventiewaarde (I); sterk verontreinigd.
MOS GRONDMECHANICA B.V.
Postbus 153, 7460 AD
Rijssen - Telefoon: 0548 - 51 23 63 - URL: www.mosgeo.com
Opdracht :1300731 Plaats : Markelo Project : Bodemonderzoek aan de Bovenbergweg 4
4.2
Toetsing aan het Besluit bodemkwaliteit (indicatief)
•
^ ü « 1 g U U » |
2 Indien grond van de locatie wordt afgevoerd en op een ander werk wordt toegepast, is het Besluit
"
bodemkwaliteit (Bbk) van toepassing. De bij dit onderzoek verkregen analyseresultaten zijn getoetst
^ ü
aan de waarden zoals in het Besluit weergegeven. De toetsing is indicatief, daar geen monstername
^
conform de BRL 1000 heeft plaatsgevonden.
a §
Bij de toetsing wordt per element onderscheid gemaakt tussen de achtergrondwaarde en
•
functiewaarden. Evenals bij de toetsing aan de Circulaire Bodemsanering 2009, geldt ook bij het Besluit bodemkwaliteit dat de achtergrondwaarden en grenswaarden voor zware metalen in grond
"
afhankelijk zijn van het lutum- en organisch stofgehalte. Voor organische verbindingen zijn de
^
toetsingswaarden alleen afhankelijk van het organisch stofgehalte. Het Besluit bodemkwaliteit kent geen toetsing van grondwater. Derhalve wordt hier geen indicatieve toetsing van grondwater gepresenteerd.
«
In de toetsingstabellen in bijlage D zijn de resultaten van de indicatieve toetsing aan het Besluit bodemkwaliteit weergegeven. Aan de hand van de toetsingsresultaten wordt de grond in categorieën ingedeeld die de toepassingmogelijkheden van de grond aangegeven. Hierbij worden
•
de volgende categorieën onderscheiden: AW-grond^;
grond is onbeperkt toepasbaar;
Categorie wonen:
grond is toepasbaar in gebieden waar de ontvangende grond in de
^
categorie wonen valt; Categorie industrie:
grond is toepasbaar in gebieden waar de ontvangende grond in de categorie industrie valt;
Niet toepasbaar:
•
grond moet als afvalstof worden afgevoerd.
Hierbij wordt rekening gehouden met kwaliteit van de toe te passen grond, en de functie van de ontvangende bodem. Daarbij worden de strengst mogelijk eisen voor kwaliteit, dan wel functie
"
toegepast. Volledigheidshalve dient te worden opgemerkt dat gemeenten conform het Besluit bodemkwaliteit gebiedsspecifiek beleid kunnen voeren. In dat geval gelden de Lokale Maximale Waarden (LMW),
"
zoals deze zijn vastgesteld op een bodemkwaliteitskaart (Bkk).
a
^ AW = achtergrondwaarde
MOS MOS GRONDMECHANICA B.V.
Postbus 153, 7460 AD
Rijssen - Telefoon: 0548 - 51 23 63 - URL: www.mosgeo.com
Opdracht Plaats Project
4.3
1300731 Markelo Bodemonderzoek aan de Bovenbergweg 4
-14-
Analyseresultaten
De verkregen analyseresultaten zijn getoetst aan de Circulaire Bodemsanering 2009 en indicatief aan het Besluit bodemkwaliteit (Bbk). In tabel 4.1 en 4.2 zijn de toetsingsresultaten samengevat. Voor de volledige toetsingsresultaten wordt verwezen naar bijlage D. Tabel 4.1: Toetsingsresultaten
Grond Toetsing Wbb
Monster
Boring
Diepte (m - mv)
licht
matig
sterk
Toetsing Bbk (indicatief)
MMOl:
01, 02, 04
0,1-0,5
-
-
-
achtergrondwaarde
MM02:
02, 03, 05 t/m 11
0,0 - 0,5
-
-
-
achtergrondwaarde
MM03:
03,10
0,5 - 2,0
-
-
-
achtergrondwaarde
Boring
01
0,7 - 2,0
-
-
-
achtergrondwaarde
Tabel 4.2: Toetsingsresultaten
Grondwater Toetsing Wbb
Monster
Peilbuis
Filter (m - mv)
licht
matig
sterk
01-01-1
01
4,8 - 5,8
Barium
-
~
MOS GRONDMECHANICA B.V.
Postbus 153, 7460 AD
Rijssen - Telefoon: 0548 - 51 23 63 - URL: www.mosgeo.com
Opdracht : 1300731 Plaats : Markelo Project : Bodemonderzoek aan de Bovenbergweg 4
5.
-15-
INTERPRETATIE
Doei van het onderzoek is het vaststellen van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem op de onderzoekslocatie. De bodem van de onderzoekslocatie bestaat tot de boordiepte van 2,00 m-mv uit matig fijn, zwak siltig zand. De bovengrond is hierbij matig humeus. Alleen bij boring 01 is de bodemopbouw anders. Hier bestaat de laag 0,70 m-mv tot de boordiepte 3,85 m-mv uit matig tot sterk zandig leem. Vervolgens tot de maximale boordiepte van 5,80 bestaat de bodem uit matig fijn tot matig grof zand. Bij het beoordelen van de opgehoorde grondslag zijn op zintuiglijke wijze geen afwijkingen waargenomen. Op het
maaiveld
en in de opgehoorde
grond
zijn voorts visueel
geen
asbestverdachte materialen waargenomen. De grondwaterstand bevond zich op het moment van het plaatsen van de peilbuis op 4,19 en op moment van monstername op 4,10 m-mv. De
analyseresultaten
zijn
getoetst
aan
de
analyseresultaten van de grond(meng)monsters
Circulaire
Bodemsanering
2009.
Uit
de
bleek dat er geen verontreinigingen
zijn
aangetroffen. In het grondwater is het gehalte Barium licht verhoogd aangetroffen. De grondmonsters zijn indicatief getoetst aan het Besluit bodemkwaliteit waarbij het resultaat voor de boven- en ondergrond AW (achtergrondwaarde) is.
MOS GRONDMECHANICA B.V.
Postbus 153, 7460 AD Rijssen - Telefoon: 0548 - 51 23 63 - URL: www.mosgeo.com
Opdracht : 1300731 Plaats : Markelo Project : Bodemonderzoek aan de Bovenbergweg 4
6.
-16-
CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN
De onderzoekshypothese "onverdachte locatie" dient vanwege het licht verhoogde gehalte Barium in het grondwater formeel worden verworpen. De aangetoonde concentraties in het grondwater overschrijden echter niet het criterium voor nader onderzoek {(S+l)/2} uit de Wet Bodembescherming. Ook de aangetoonde concentraties in de grond overschrijden niet het criterium voor nader onderzoek {(AW+l)/2} uit de Circulaire Bodemsanering 2009. Op
basis
van
het
vooronderzoek,
de
zintuiglijke
beoordeling
van
de
grond-
en
grondwatermonsters en de resultaten van het chemisch-analytisch onderzoek zijn er met de huidige milieuhygiënische kwaliteit van de bodem geen belemmeringen te verwachten bij de geplande nieuwbouw op de locatie. Indien bij werkzaamheden op de locatie grond vrijkomt, mag deze binnen de locatie vrij worden toegepast. Van de grond die afgevoerd wordt van de locatie kan worden gesteld dat binnen het gemeentelijk beleid is toegestaan de grond toe te passen in gebieden waar de ontvangende grond binnen alle categorieën valt (zie paragraaf 3.5.2). Indien grond van de locatie wordt afgevoerd kan de grond overeenkomstig de bodemfunctie van de indicatieve Bbk-toetsing aan een erkende grondbank worden aangeboden. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat grondacceptant of gemeente aanvullende eisen kunnen stellen met betrekking t o t de fysieke kwaliteit van de grond of een keuring op een hoger niveau (AP04keuring). Mos Grondmechanica B.V. is gecertificeerd voor BRL 1000 en kan deze keuring uitvoeren.
Rijssen, 12 juni 2013 Mos Grondmechanica B.V.
Contr.: CvdM
MOS GRONDMECHANICA B.V.
Postbus 153, 7460 AD
Rijssen - Telefoon: 0548 - 51 23 63 - URL: www.mosgeo.com
Opdracht : 1300731 Plaats : Markelo Project : Bodemonderzoek aan de Bovenbergweg 4
^ 5 a 2 - 5 UI
• i 2 • O B . « O
Bijlage A Resultaten vooronderzoek K a d a s t r a l e R e g i o n a l e H i s t o r i s c h e
situatie situatie g e g e v e n s
F o t o ' s
mms MOS GRONDMECHANICA B.V.
Postbus 153, 7460 AD
Rijssen - Telefoon: 0548 - 51 23 63 - URL: www.mosgeo.com
^ | | ^
Uittreksel Kadastrale Kaart
1360
12345 25
Deze kaart is noordgericht Perceelnummer Huisnummer Vastgestelde kadastrale grens
—•—~ ™
Voorlopige kadastrale grens Administratieve kadastrale grens
Schaal 1:500 Kadastrale gemeente Sectie Perceel
MARKELO N 1360
Bebouwing Overige topografie Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoom, 11 juni 2013 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers
A a n dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.
Omgevingskaart
Deze kaart is noordgericht.
Schaal 1:12500
J ' ] Hier bevindt zich Kadastraal object MARKELO N 1360 Bovenbergweg , MARKELO © De auteursrechten en databankenrechten zijn voorbehouden aan de Topografische Dienst Kadaster.
bmlm •l<>>»
-
d!SriUm«t4.et «witortoren f wurtarwi
bk
' hoofdwsg
1 ragjoraltwaginalgMchMknrïbanm ravarabwae U a l » «mg i m t g s K M d e n i f w w i t loliitoiiMg w v g i m t loMS of ifechto w r h w i i n g
^
|wd,«M^ ^ 5 «nginiantag
S S SS
« b Oy d «MhibiUB evcnkr ^)( I • r t 3C > eSte
•
Bbrm
•
bug
d
diniMnnM.
• booifikwwiwfi
v n g t i cntanrp
bmgoppjn
b fane dl
b I I
b bouwlind nwt ^vppals
lll|)l(>lind^ <Mii
I + +
I. i f i. Y • anwntahui* b p o a & a n l o a r • rblordl epoCMwrawi d w a g w i n r AR i Bfeo bovBnynindi b tmtoBMnn• IbToIdr evimpfa d .: dan 3 m wMsfloop: SA rn b p n d e w M m e l M i ^ a dwindlurtikw wteiteo|Efcf6ifarchn6fn
BI i
f WBIJB flWtpopuBwcn fl fcxrfbo» n nsdidbos I QMWiQd boe
J 1 I and
mdraaniM
. • A b X
c«
a h u M b m b imnunMtt cpokhigmtl
> t b. O. d© bbaem o pail dapd«»k *A
b©
cm
b^vtnanploi
1 geh^dtwvring
pagina 1 van 1
Kadastraal bericht object
Kadastraal bericht
object
Dienst voor het l o d a s t e r en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale o b j e c t e n , m e t uitzondering van de gegevens inzake h y p o t h e k e n en beslagen Betreft:
MARKELO N 1360
^ot's
Bovenbergweg MARKELO Toestandsdatum: 11-6-2013
Kadastraal object Kadastrale aanduiding: Grootte: Coördinaten: Omschrijving kadastraal object: Locatie:
KodoStBr
10:47:03
MARKELO N 1360 5 a 75 ca 232603-475412 BERGING-STALLING (GARAGE-SCHUUR)
Koopsom: Herinrichtingsrente: Ontstaan o p :
Bovenbergweg MARKELO € 22.500 € 0,76 14-12-2010
Ontstaan uit:
MARKELO N 824
Jaar: 2 0 1 0 Eindjaar: 2 0 1 7
Publiekrechtelijke beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de gemeentelijke beperkingenregistratie en de kadastrale registratie.
Gerechtigde EIGENDOM De heer R o n a l d J a n W i l l e m N i j e n h u i s Elisabeth Baxstraat 16 7 2 0 7 HD ZUTPHEN Geboren o p : 01-09-1979 Geboren t e : HENGELO (O) (Persoonsgegevens zijn c o n f o r m GBA) Recht ontleend a a n : Eerst genoemde object in b r o n d o c u m e n t :
HYP4 5 9 2 6 7 / 1 4 MARKELO N 1360
Aantekening recht BURGERLIJKE STAAT ONGEHUWD Ontleend a a n : HYP4 5 9 2 6 7 / 1 4
d.d. 17-12-2010
d.d. 17-12-2010
Einde overzicht De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien v a n de kadastrale gegevens zich het recht v o o r als bedoeld in artikel 2 lid 1 j u n c t o artikel 6 lid 3 v a n de Databankenwet.
12-6-2013
Bodemloket rapport geprint op 11 Jun 2013 12:06
Er zijn geen bodemonderzoekgegevens gevonden op de locatie.
BPU869-1
• • / ,
V./.
^//////////////////^,
Locatie
Beschil
Voortgang onderzoek m
Gesaneerd Onderzoek uitgevoerd, geen noodzaak tot verder onderzoek of sanering Onderzoek uitgevoerd, verder onderzoek kan noodzakelijk zijn Historische activiteit bekend
IVIijnsteengebieden
Mijnsteengebieden Limburg Besluit Bodemkwaliteit
Disclaimer;
De gegevens op het Bodemloket zijn met de grootste zorg samengesteld. Toch kan het voorkomen dat de informatie op deze website verouderd Is, onvolledig is of onjuistheden bevat. De organisatie achter Bodemloket.nl noch de data-eigenaren (gemeenten en provincies) zijn aansprakelijk voor enigerlei schade die het directe of indirecte gevolg is van of in verband staat met het gebruik van de op deze w/ebslte beschikbare informatie, ü helpt de overheid door eventuele geconstateerde fouten of gebreken te melden. De provincies en gemeenten die op de kaart van Nederland groen gekleurd zijn, leveren informatie aan voor hef Bodemloket. Ook andere instanties - zoals kleinere gemeenten - hebben soms bodeminformatie, maar deze vindt u voorlopig nog niet op deze website. Wilt u een compleet beeld? Neem dan zeker óók contact op met uw gemeente. Staat een locatie (nog) niet vermeld op de kaart? Dan hebben we daar geen informatie over. Op bodemloket.nl vindt u per plaats een overzicht van de bevoegde instanties. De contactgegevens vindt u op de website van de desbetreffende gemeente of provincie.
CS96Ï-SS6I '»poM»'0'l^»*«'^"S"!»»'*»*«<^l»»*«*SïV
y
(C96l-Et6I :»pou»crHH«HBe(i«nsidB66cj|»«js»i)5tf
^
Rapport bodem informatie
provincie
^ygyjj55gj
Rapport bodeminformatie Rapport bodeminformatie
O
15
Percelen
A/
Geselecteerd gebied
Perceelnummers
pan
Locatiegegevens
Locatienaam Coördinaten volgens RDM (Rijksdriehoeksmeting) middelpunt;/232615 y 475426.5 zoekstraal: 50 meter Datum rapportage: 11-06-2013
Rapportage Squit Boclem-gegevens Provincie Overijssel - Pagina 1 van 7 - 11-06-2013
30
45
60
75 m
Rapport bodeminformatie
provincie
^yg|.ij55g|
Inhoud Inhoud
2
Inleiding
3
Informatie over het geselecteerde gebied
4
Locatiegegevens
4
Disclaimer
5
Toelichting
6
Samenstelling van bodeminformatie In het bodeminformatiesysteem (BIS)
6
Het WBB-traject / WBB vervolg
6
Toelichting op de gerapporteerde informatie
7
Rapportage Squit Bodem-gegevens Provincie Overijssel - Pagina 2 van 7 - 11-06-2013
Rapport bodeminformatie
provincie-^ygl-ySSgl
Inleiding Indien er stoffen in de bodem voorkomen die van nature niet in de bodem zitten is sprake van bodemverontreiniging. De provincie Overijssel speelt een rol bij het saneren of beheersen van een bodemverontreiniging. De provincie Overijssel en vijf grote gemeenten in Overijssel (Almelo, Deventer, Enschede, Hengelo en Zwolle) zijn in het kader van de Wet bodembescherming (Wbb) aangewezen als de instanties die toezien op het saneren van verontreinigde bodem en het voorkomen van nieuwe bodemverontreiniging (bevoegd gezag Wetbodembescherming). Zij sturen de bodemsaneringsoperatie en voeren zelf bodemsaneringen uit en beoordelen plannen en saneringen die door anderen (bedrijven, particulieren en gemeenten) worden uitgevoerd. Hierbij kan de provincie juridische en financiële instrumenten inzetten. In dit kader worden bodemgegevens verzameld in het bodeminformatiesysteem (BIS) van de provincie. In deze rapportage treft u gegevens aan die afkomstig zijn uit het BIS van de provincie Overijssel. Hiermee krijgt u een indruk van de aan- of afwezigheid van gegevens over mogelijke bodemverontreiniging in het geselecteerde gebied. De vijf grote gemeenten hebben hun eigen BIS. Gegevens van die gemeenten worden niet In deze rapportage weergegeven. De provincie is bevoegd gezag met betrekking tot ernstige bodemverontreiniging. Dit betekent dat gegevens over niet ernstige verontreinigingen vaak in het BIS van de provincie aanwezig is als de gemeente waarin het geselecteerde gebied zich bevindt gegevens uitwisselt met de provincie Overijssel. Welke gemeenten dat zijn kunt u vinden op: http://www.Overijssel.nl/thema's/bodems/herstellen/bodemkwaliteit/informatiebeheer/data-uitwisseling/ Het ontbreken van gegevens in het BIS of deze rapportage wil niet zeggen dat er geen bodemverontreiniging op een perceel of in een gebied aanwezig is. De provincie zal aansturen op sanering van alle locaties die tot de werkvoorraad van de provincie behoren. In het rapport wordt per locatie aangegeven (Vervolg WBB-traject) of een locatie nog tot de werkvoorraad behoort en welke vervolg in dat kader wordt verwacht. Dit rapport bestaat uit vier delen: 1. Voorblad Deze pagina bevat een tekening van het geselecteerde gebied en de naam van het adres dat zich op dit perceel bevindt. 2. Informatie over het geselecteerde gebied De in het bodeminformatiesysteem van de provincie Overijssel aangetroffen informatie over locaties die zich binnen het geselecteerde gebied bevinden. 3. Disclaimer 4. Toelichting op de rapportage Hier vindt u de uitleg van de gegevens die in dit rapport zijn vermeld.
Als u vragen heeft over de in dit rapport vermelde gegevens dan kunt u contact opnemen met de provincie Overijssel via email [email protected] of telefonisch 038-499 79 00.
Rapportage Squit Boclem-gegevens Provincie Overijssel - Pagina 3 van / - 11-06-2013
Rapport bodeminformatie
provincie
*^yg|-jj55g|
informatie over liet geselecteerde gebied Locatiegegevens Geen gegevens beschikbaar
Rapportage Squit Bodem-gegevens Provincie Overijssel - Pagina 4 van 7 - 11-06-2013
Rapport bodeminformatie
provincie
verijssel
Disclaimer De bodeminformatie die u in deze rapportage aantreft is met zorg door gemeenten of de provincie in het bodeminformatiesysteem ingevoerd. Toch kan het voorkomen dat informatie is verouderd, onvolledig is of onjuistheden bevat. De provincie Overijssel is niet aansprakelijk voor enigerlei schade die het directe of indirecte gevolg is van of in verband staat met het gebruik van deze informatie. Het ontbreken van gegevens in het BIS of deze rapportage wil niet zeggen dat er geen bodemverontreiniging op een perceel of in een gebied aanwezig is. Deze rapportage bevat geen gegevens van de vijfgrote gemeenten in de provincie Overijssel die zelf bevoegd gezag Wet bodembescherming zijn (Almelo, Deventer, Enschede, Hengelo en Zwolle). Indien u fouten of onvolkomenheden in de rapportage aantreft kunt u ons helpen door deze te mailen naar [email protected]
Rapportage Squit Bodem-gegevens Provincie Overijssel - Pagina 5 van l - 11-06-2013
Rapport bodeminformatie
provincie
verijssel
Toelichting Samenstelling van bodeminfonnatie in het bodeminformatiesysteem (BIS) Verontreinigende activiteiten (HBB) Dat verontreinigende stoffen toch in de bodem terecht komen is vaak het gevolg van bedrijfsactiviteiten. Maar er kan ook sprake zijn van bodemverontreiniging door bijvoorbeeld het ophogen van terreinen voor het bouwrijpmaken, het lekken van een brandstoftank of een ongeval. Op basis van (archief)onderzoek zijn potentiële verontreinigingen op basis van (voormalige)bedrijfsactiviteiten (UBI's) en de bekende bodemverontreinigingen in beeld gebracht, het zgn. landsdekkend beeld (LDB, 2004). De potentiële verontreinigingen vormen het zgn. HistorischBodemBestand (HBB). Deze gegevens vormen de basis voor de werkvoorraad van de provincie. Afhankelijk van de score van de UB! behoort een locatie tot de werkvoorraad (potentiële)bodemverontreiniging die voor 2030 gesaneerd danwel beheerst moet zijn of de spoedeisende werkvoorraad die voor 2015 gesaneerd danwel beheerst moet zijn. Ook voor het bewaken van de voortgang van de bodemsaneringsoperatie van de locaties waar de provincie bevoegd gezag is en de eigen werkprocessen maakt de provincie gebruikt van het BIS. Het WBB-traject / WBB ven/olg (potentiële)bodemverontreinigingslocaties doorlopen een zgn. Wbb traject van onderzoek en sanering totdat de locatie niet meer tot de werkvoorraad van de provincie behoort. De locatie is dan voldoende onderzocht of gesaneerd, indien op de locatie na sanering nog een restverontreiniging achterblijft (bijv. indien een verontreiniging wordt afgedekt met een verharding of leeflaag) dan is sprake van nazorg. Nazorgmaatregelen worden vastgelegd en gecontroleerd. In dit rapport wordt per locatie aangegeven in welke fase van het Wbb-traject een locatie zich bevindt (Vervolg WBB-traject): WBB traject starten De locatie behoort op basis van vooronderzoek of vanuit het HBB tot de werkvoorraad van de provincie maar er is nog geen (historisch)onderzoek uitgevoerd. Op enig moment zal onderzoek plaats moeten vinden. Bodemonderzoek uitvoeren Vooronderzoek of historisch onderzoek geeft aanleiding om bodemonderzoek te doen. Daarbij kan sprake zijn van verkennend of nader onderzoek. Saneringsonderzoek uitvoeren Op basis van nader onderzoek is bepaald dat gesaneerd moet worden. Het saneringsonderzoek is gericht op de inventarisatie van de mogelijke wijzen van sanering en zal uitmondend in een keuze van de wijze van sanering. Saneringsplan opstellen Als op is vastgesteld dan sanering moet worden uitgevoerd dient een saneringsplan opgesteld te worden. Het saneringsplan wordt door het bevoegd gezag beschikt. In de beschikking op het saneringsplan kan het bevoegd gezag nadere eisen stellen aan de sanering. De saneerder voert de sanering uit overeenkomstig het door het bevoegd gezag goedgekeurde saneringsplan en de voorschriften die zij aan de instemming hebben verbonden. Sanering en/of evaluatie uitvoeren Als het bevoegd gezag heeft ingestemd met het saneringsplan kan de sanering worden uitgevoerd. Na afronding van de sanering stelt de saneerder een evaluatierapport op. Op basis van het evaluatierapport zal het bevoegd gezag beoordelen of een sanering voldoende is uitgevoerd. Voldoende gesaneerde locatie behoren daarmee niet meer tot de werkvoorraad van de provincie. Zorgmaatregelen uitvoeren Na sanering kan sprake zijn van restverontreiniging (bijv. indien sprake is van een afdeklaag als saneringsmaatregel). Deze maatregelen kunnen bestaan uit beperkingen in het gebruik van de locatie of het voorkomen blootstelling aan of verspreiding van de restverontreiniging. Gesaneerd Indien een sanering is uitgevoerd wordt door het bevoegd gezag het evaluatierapport beoordeeld. Indien met een beschikking wordt ingestemd met de uitgevoerde sanering (aan de saneringsdoelstelling is voldaan) behoort de locatie niet
Rapportage Squit Bodenvgegevens Provincie Overijssel - Pagina 6 van 7 - 11-06-2013
Rapport bodeminformatie
provincie
^ygl^jjgggj
meer tot de werkvoorraad van de provincie. Wel kan nog sprake zijn van nazorg zoals bijvoorbeeld het in stand houden van een afdeklaag of het verplicht melden van gewijzigd gebruik. Geen werkvoorraad (meer) De locatie behoort op basis van de UB! score niet tot de werkvoorraad of is voldoende onderzocht of gesaneerd. Toelichting op de gerapporteerde informatie Locatiegegevens Algemene gegevens waaronder de locatie in het BIS bekend is. Daarnaast wordt aangegeven of de betrekking heeft op een verontreiniging die na 1 januari 1987 is ontstaan (een zng. zorgplicht geval dat onmiddellijk ongedaan gemaakt moet worden/zijn). Locatiestatus In de wet bodembescherming wordt onderscheid gemaakt tussen ernstige en niet ernstige verontreinigingen. Op basis daarvan wordt bepaald of een locatie door het bevoegd gezag wordt opgepakt. Voordat het bevoegd gezag hierover in een beschikking een uitspraak doet wordt de beoordeling op basis van historisch- en/of verkennend onderzoek vastgelegd (beoordeling). Indien er een uitspraak is van het bevoegd gezag dan wordt dat vermeld bij het veld 'Beschikking'. (mogelijk) verontreinigende activiteiten Dit is een overzicht van potentieel verontreinigende (bedrijfs)activiteiten die op de locatie (mogelijk) zijn uitgevoerd, worden vermoed (HBB) en/of zijn onderzocht. Met 'vervallen' wordt aangegeven of een activiteit werkelijk op de locatie heeft plaatsgevonden. Met 'Benoemd' wordt aangegeven of deze activiteit ook in de bodemonderzoeken zijn benoemd. Vervolgens wordt aangegeven of er een verontreiniging veroorzaakt door deze activiteit aanwezig is. Verontreinigingen Indien verontreinigingen in de grond of het grondwater zijn aangetroffen wordt in deze tabel aangegeven in welke mate overschrijding van de normen heeft plaatsgevonden. Tevens wordt vermeld welke omvang de verontreiniging heeft en op welke diepte deze zit. Rapporten Een lijst van rapporten die betrekking hebben op de locatie. Deze rapporten worden in het geval van ernstige verontreiniging beoordeeld door het bevoegd gezag Wbb (provincie). Door uitwisseling van gegevens met gemeenten worden ook rapporten vermeld die in het bezit zijn van de betreffende gemeente maar die niet bij de provincie aanwezig zijn. Besluiten Op basis van de aangeleverde rapporten doet het bevoegd gezag uitspraak over de mate van verontreiniging (ernst), de spoedeisendheid van saneren (spoed), te nemen maatregelen voor, na en tijdens sanering, saneringsplannen en de uitvoering van de sanering (evaluatie). In dit overzicht worden de door de provincie genomen besluiten vermeld. Sanering In een saneringsplan wordt aangegeven hoe de sanering wordt uitgevoerd. Dit kan in fasen gebeuren of in delen van de verontreiniging. Indien het bevoegd gezag een termijn heeft afgegeven voor het starten van de sanering dan wordt dat hier vermeld. Door het beoordelen van een evaluatierapport van de sanering wordt tevens de einddatum van de sanering bepaald. Saneringscontouren Indien sprake is van sanering in delen of fasen dan worden meerdere contouren vermeld. Per fase of deel wordt aangegeven welke saneringsvariant voor de boven- of ondergrond uiteindelijk is uitgevoerd. Zorgmaatregelen Indien na sanering nog verontreiniging is achtergebleven zullen maatregelen worden genomen om blootstelling aan of verspreiding van de restverontreiniging te voorkomen. Deze maatregelen worden in het BIS geregistreerd. Het bevoegd gezag houdt toezicht op het in stand houden van deze maatregelen.
Rapportage Squit Bodem-gegevens Provincie Overijssel - Pagina 7 van 7 - 11-06-2013
Hof van # Twente Goor, 17-04-2013
Aan : Mos Grondmechanica B.V.
Betreft aanvraag bodeminformatie van het perceel Bovenbergweg 4 Markelo. Ons kenmerk: 2 0 1 3 / 0 1 8
Geachte mevrouw Visser, Hierbij stuur ik u de bodeminformatie van het perceel Bovenbergweg 4 te Markelon.a.v uw mail van 2 8 - 0 3 - 2 0 1 3 . T a n k r e g i s t e r : voor zover bekend zijn er een bovengrondse tank aanwezig cq aanwezig geweest op het perceel; zie print B o d e m i n f o r m a t i e : voor zover bekend zijn er geen bodemverontreinigingen op het perceel aanwezig; B o d e m o n d e r z o e k e n : voor zover bekend zijn er geen bodemonderzoeken op het perceel uitgevoerd; zie print O v e r i g e i n f o r m a t i e : voor zover bekend zijn er in de directe omgeving (straal 50m') van het perceel geen onderzoeken uitgevoerd. Volgens de asbestkansenkaart van de gemeente Hof van Twente is er grote kans op aanwezigheid van asbest. U kunt deze kaart zelf ook inzien via onze website www.hofvantwente.nl Voor deze informatieverstrekking bent u normaliter leges verschuldigd. Aangezien de termijn is verstreken voor ons om de informatie aan te leveren komen deze kosten te vervallen.
Met vriendelijke groet, T. Sligman, Medewerker Publiekszaken.
ïl(7Topogra(i9 g r BasisRegistratI» g r Kanaster gPBISWI g r Test groeidertana g r Reconslnirte zonertna 3 r Bmwveraumiina g r Bodemondsizoek g r AsnestKansenkaartfase 1 ü r •tastiestbermen gi^Oasleldlng r •laasleldinB r .-SïguHdngiiindsr som buffer I g r Top 10 Veetor ^RUictmito's (r|SLue(tfolo-s3013 r^Lucftfdtfszott _ r a_ii|c{«*'s 20()s_ straal:'s'o meter Rappdrtagö | Projecten (BOS_PROJECT_GEOM)
~3 Filter
Bestand Extr* Het> Mgemeen |Meira| |rar4i Invenvondt etiKelwanltg (vtoaiHoil
Vokm Inhoud Slatus HalaiMl • Sflrtstfdsf- • •
Catfcaten
i J " J J
ICK^caattyp»
Uggnft |Tanfcbovengrondiertelwand .r| [
I I G«anMRldd riijiroar'
!flïflafl*'an
llhonis
|oalumvc»nde
Standaard vragenlijst historische informatie opdrachtgever
Projectnummer:
ln het kader van een milieutechnisch bodemonderzoek bestaat de verplichting om een historisch onderzoek uit te voeren conform de NEN 5725. Op basis van de resultaten wordt de onderzoekshypothese vastgesteld voor de onderzoekslocatie (eventueel opgedeeld in deellocaties). Bronnen die onder andere geraadpleegd dienen te worden zijn de huidige en eventuele vorige eigenaars (en/of bewoners) en gemeentelijke archieven. Wij verzoeken u dan ook onderstaande vragenlijst volledig en naar waarheid in te (laten) vullen. Deze vragenlijst wordt als bijlage aan de uiteindelijke rapportage toegevoegd.
l. Algemene gegevens onderzoekslocatie Naam bedrijf: f / j f r j /^^IfiiéfffJ Adres:
staat f^^cesNfiCrffb
Kadastrale registratie: Eigenaar terrein:
i^t'G gemeente
pbats
(f
Hc-f yr^,^'
sectie
M^feii^-
Lo
^
nummer(s)
^ %
w/ Hij(£Mi-i.ui[
Oppervlakte perce(e)l(en):
't
fbi)
Oppervlakte onderzoeksIocatie{s): A
m"
cqo
2. Vroeger gebruik terrein Vroegere bedrijven:
Vroegere bedrijfsactiviteiten:
l . v«im'm.^*^tia(-mj 2. 3.
van (jaarjT'|.f< o .vandaar) ' van (jaar)
"
totO'aar) 2.
1.
2. 3. Vroegere bodembedreigende activiteiten Ondergrondse tanks:
ja l^^l
onbekend
stuks
inhoud (m')
diesel / petroleum / HBO / anders, namelijk: aanwezig/gereinigd/verwijderd
van (jaar)
totO'aar)
wand: enkel / dubbel / kathodische bescherming vloer: tegels / asfalt / beton / anders, namelijk: vulpunten (aantal/ locatie): Bovengrondse tanks:
ja 1^^^ onbekend stuks
inhoud (m')
diesel / petroleum / HBO / anders, namelijk: aanwezig / gereinigd / venvijderd
van (jaar)
wand: enkel / dubbel / kathodische bescherming vloer: tegels / a.sfalt / beton / anders, namelijk: vulpunten (aantal' locatie): OFie-vet / olie-water afscheider(s):
j a / ( ^ ^ onbekend
Wasplaats:
ja /
onbekend
vloer: tegels / asfalt / beton / anders, namelijk; oplosmiddelen: iri / per / zeep / petroleum / anders, natnelijk:
tot (jaar)
Vroegere bodembedreigende activiteiten (vervolg) ja /^^/onbekend Opslag chemicaliën in vaten : olie / oplosmiddelen / ontvetter / anders, namelijk: aantal liters: vloer tegels / asfalt / beton / anders, namelijk: ja/{(c^/onbekend
Werkplaats:
vloer: tegels / asfalt / beton / anders, nanielijk: ja / ^e^/ onbekend
Smidsvuur:
vloer: tegels / asfalt / beton / anders, namelijk: ja/i^e^/onbekend
Metaalbewerking / houtbewerking:
vloer: tegels / asfalt / beton / anders, namelijk: ja / Ijee,/ onbekend
Verfspuitinrichting:
vloer: tegels / asfalt / beton / anders, namelijk: Overige bodembedreigende activiteiten :
3. Huldig gebruik terrein Jaar vestiging huidig bedrijf: Huidige bedrijfsactiviteiten:
f^eCmmf-f,-;
/
j^'/ejuÉ
Verbouwingen / uitbreidingen; Verhuur (deel) terrein :
ja / ^e^
activitëitén:
Huidige bodembedreigende activiteiten Ondergrondse tanks:
ja / ^ è / onbekend stuks
inhoud (m^)
diesel / petroleum / HBO / anders, namelijk: aanwezig / gereinigd / verwijderd
van (jaar)
tot (jaar)
wand: enkel / dubbel / kathodische bescherming vloer: tegels / asfalt / beton / anders, namelijk: vulpunten (aantaV locatie): Bovengrondse tanks:
ja ' ^ ^ i ' onbekend stuks
inhoud (m^)
diesel / petroleum.' HBO / anders, namelijk: aanwezig / gereinigd / verwijderd
van (jaar)
wand: enkel / dubbel / kathodische bescherming vloen tegels / asfalt / beton / anders, namelijk: vulpunten (aantal/locatie): Olie-vet / olie-water afscheidcr(s) :
ja /^>ee// onbekend
Wasplaats:
ja / ^ ^ / onbekend vloen tegels / asfalt / beton / anders, namelijk: oplosmiddelen: tri / per / zeep / petroleum / anders, namelijk:
tot (jaar)
Huidige bodembedreigende activiteiten (vervolg) ja ^rie^/ onbekend
Opslag chemicaliën in vaten:
olie / oplosmiddelen / ontvetter / andets, namelijk: aantal liters: vloffl". tegels / asfalt / beton / anders, namelijk; ja/^^/onlsekend
Werkplaats:
vtoer: tegels / asfalt / beton / anders, namelijk: ja ( n ^ ' ' onbekend
Smidsvuur:
vkjen tegels / asfalt / beton / andets, namelijk: ja l^a)
Metaalbewerking / houtbewerking:
onbekend
vloer, tegels / aslalt / beton / anders, namelijk: ja^^/onbekend
Verfspuitinrichting:
vloer: tegels / asfalt / beton / anders, namelijk: Overige bodembedreigende activiteiten:
4. Terrelnverharding en -ophogingen Waaruit bestaat de terreinverharding? (bijv. tegels, klinkers, asfalt, beton) Inpandig:
^£:j-mf
KLj^fi^cmj
Uitpandig:
Wat is de geschatte dikte van de verharding?
Inpandig:"^
i f - t O
t/-|
Uitpandig:
Is het terrein opgehoogd? Zo j a , waarmee? Zijn er (grond)depots aanwezig?
li
f
(f
C/-? ^
Bk'
//tï-
5. Grondstoffen Graag zouden wij een opsomming zien van de in gebruik zijnde grondstoffen, materialen, reststoffen, hulpstoffen en afvalstoffen. Op de situatietekening kunt u aangeven waar deze zijn opgeslagen / worden toegepast.
6. Grondwerkzaamheden Is de samenstelling van de bodem veranderd?
ja
vermoedelijk / onbekend
zo ja, wanneer en waan
Zijn er gedempte sloten aanwezig?
j £ ? n ^ / vermoedelijk / onbekend
Is drainage aanwezig?
ja
Zijn er (particuliere) kabels en leidingen aanwezig?
ja / nee / vermoedelijk C°nbekcnd_,)
vennoedelijk / onbekend
drinkwater / gas / elektriciteit / telefoon / T V / overige: materiaal: PVC / PE / koper / onbekend
7. Bodemonderzoeken en mogelijke bodemverontreinigingen Is eerder bodemonderzoek uitgevoerd?
ja I^Sj
onbekend
terreingedeelte: datum: onderzoeksbmwiu: Zijn daarbij verontreinigingen aangetroffen?
ja,^né^ stolïfen): hoeveelheid: terreingedeelte:
Is een bodemsanering uitgevoerd?
ja^ne^/ onbekend terreingedeelte: datum: onderzoeksbureau:
Zijn er terreindelen waar de bodem (vermoedelijk) verontreinigd is?
j a / nee^jonb^en^' stof(fen): hoeveelheid: ooi^ak: plaats/ tijd: genomen maatregelen:
8. Calamiteiten Hebben zich calamiteiten voorgedaan waarbij de bodem (mogelijk) verontreinigd is?
ja /(néèf onbekend lekkende leidingen / lekkende tanks / morsingen / brand / ingravingen / omgevallen vaten aard van de verontreiniging: olie / oplosmiddelen / overige: ooizaak: plaats/ tijd: genomen maatregelen:
Hebben zich op naastgelegen percelen calamiteiten voorgedaan?
ja ^^^y onbekend toelichting:
9. Vergunningen Lozingsvergunning:
datum:
Hinderwet / Wet milieubeheer vergunning :
datum:
Lopende / geplande vergunningaanvragen : Bent u verplicht tot uitvoering van bodemonderzoek?
^nee
10. Grondwater en afvalwater Hebben grondwateronttrekkingen (in de omgeving) plaatsgevonden'?
j^/nee/onbekend
van (
tot //£/-S/-/ •
diepte en hoeveelheid: '7 ^ m
hu'
Wat is de verwachte diepte van het grondwater? huishoudelijk / bedrijfs- / proceswater / koelwater / overige:
Afvalwater:
lozing; riolering/ oppcrvlakteivater/ bezinkput
f i l / f
gescheiden / gecombineerd / bezinkput / eigen zuivering / overige:
Riolering:
mateiiaal: PVC / beton / asbeslcement/ overige: inspectieriolering(datum):
5. Toekomstig gebruik terrein Wij verzoeken u de onderstaande gegevens indien mogelijk op de situatietekening aan te geven nee
Vindt (nieuw)bouw plaats? Wordt het terrein verkocht / verhuurd?
ja(
Vindt er sloop plaats? 'nee |
Worden wijzigingen in de milieuvergunning gedaan? Vindt bij de geplande werkzaamheden op de locatie grondverzet plaats?
'nee
Wordt de vrijkomende grond op locatie hergebruikt? Toekomstige activiteiten:
<. ,
,
„
j
nee
'
6
Overige opmerkingen
Bronvermelding Voor de beantwoording van de vragen zijn de volgende bronnen geraadpleegd: 1^
Interviews met:
1.,^
•
Archief van de gemeente
m
Overige, namelijk:
'v'
' V ^ t W a / f
fiittMijtuJ
Aldus naar waarheid ingevuld.
Plaats, datum, naam en handtdccning
Toe te voegen gegevens !.
Kadastrale tekening
2.
Plattegrond van het terrein, bij voorkeur schaal I : 500, met noordpijl en eventuele (bodembedreigende) activiteiten erop aangegeven, en indien bekend de aanwezige kabels en leidingen en riolering
3.
Bodemonderzoekstapporten, tankcertificaten, en overige beschikbare gegevens
Opdracht : 1300731 Plaats : Markelo Project : Bodemonderzoek aan de Bovenbergweg 4
m
u mm • 1
<
X u m • i B
•
g 0 K
m m
e 1
m
•
• •
• m
Bijlage B Veldwerkgegevens B o r i n g e n
m m B m m
P e i l b u i s g e g e v e n s M m m m m m m m m
B •
Mes MOS GRONDMECHANICA B.V.
Postbus 153, 7460 AD
Rijssen - Telefoon: 0548 - 51 23 63 - URL: www.mosgeo.com
Opdracht : 1300731 Plaats : Markelo Project : Bodemonderzoek Bovenbergweg 4
Boring:
01
Boring:
02
Boormeester;
E. Wouwenberg
Boormeester:
E. Wouwenberg
Datum:
15-5-2013
Datum:
15-5-2013
GWS
419
GWS
0,00' Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak sittig, geel, Edelmanboor
Zand, matig lijn, matig humeus, zwak siltig, donkerbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, geel, Edelmanboor
Leem, matig zandig, ficht grijsbruin, Edelmanboor
Leem, sterk zandig, bruin, Edelmanboor
3.50-
-3,50 _
Zand, matig grof, zwak siltig, bruin, Zuigerboor Leem. zwak zandig, grijsbruin, Zuigerboor
iiltergrind -3.85
Zand, matig fijn, zwak grindig, zwak siltig, bruin, Zuigerboor
Zand, matig grof, sterk grindig, zwak siltig, bruin. Zuigerboor
MOS GRONDMECHANICA B.V.
Postbus 8 0 1 , 3160 AA Rhoon
Telefoon 010 - 50 30 200 - Telefax 010 - 50 13 656
Getekend volgens NEN 5104
Opdracht : 1300731 Piaats : Markelo Project : Bodemonderzoek Bovenbergweg 4
Boring:
03
Boormeester:
E. Wouwenberg
Datum:
15-5-2013
Boring:
04
Boormeester:
E. Wouwenberg
Datum:
15-5-2013
GWS
GWS beton
M!^
Edelmanboor Zand, matig fijn, matig humeus, zwak siltig, donkerbruin, Edelmanboor
Edelmanboor Zand. matig fijn, zwak siltig, geei, Edelmanboor
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, bruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, bruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, sterk grindig, zwak klefïg, zwak siltig, bruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs, Edelmanboor
Boring:
05
Boormeester:
E. Wouwenberg
Datum:
15-5-2013
0,00-
£ ^
Edelmanboor
.0 50
Zand, matig lijn, zwak siltig, matig humeus, doni^erbruin, Edelmanboor
07
Boormeester:
E. Wouwenberg
Datum:
15-5-2013
06
Boormeester:
E. Wouwenberg
Datum:
15-5-2013
GWS
GWS
Boring:
Boring:
Boring:
08
Boormeester:
E. Wouwenberg
Datum:
15-5-2013
aaa^
Edelmanboor
.060
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig tiumeus, donkerbruin, Edelmanboor
GWS
GWS
1
sas
MOS GRONDMECHANICA B.V.
gras Zand, matig fijn, matig humeus, zwak siltig, donkerbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, bruin, Edelmanboor
Postbus 8 0 1 , 3160 AA Rhoon
_flras_ Zand, matig fijn, matig tiumeus, zwak sütig, donkerbruin, Edelmanboor
0,00-
-
T e l e f o o n 010 - 50 30 200 - Telefax 010 - 50 13 656
Getekend volgens NEN 5104
Opdracht : 1300731 Plaats : Markelo Project : Bodemonderzoek Bovenbergweg 4
Boring:
09
Boring:
10
Boormeester:
E. Wouwenberg
Boormeester:
E. Wouwenberg
Datum:
15-5-2013
Datum:
15-5-2013
GWS
\
Zand, matig fijn, matig fiumeus, 2wak siltig, donkerbruin, Edelmanboor
Zand, matig fijn, zwak siltig, bruin, Edelmanboor
—
Zand, matig fijn, matig Weiïg, zwak siltig, grijsbruin, Edelmanboor
ï
1
i\
Boring:
11
Boormeester:
E. Wouwenberg
Datum:
15-5-2013
GWS gras Zand, matig fijn, matig humeus, zwak siltig, donkerbruin, Edelmanboor
MOS GRONDMECHANICA B.V.
Postbus 8 0 1 , 3160 AA Rhoon
Telefoon 010 - 50 30 200 - Telefax 010 - 50 13 656
Getekend volgens NEN 5104
Legenda (conform NEN 5104) geur
klei
grind ^ O Grind, sütig OOOO OOOOOO " ^^^
D o o o o o o ;
Grind, zwal< zandig
lOOOOOO .
n n O O Q O g-i ooóoó
O
geen geur
•O
zwakke geur
^
matige geur
•
sterke geur
-#
uiterste geur
Grind, matig zandig
[o O O O O O OOOOO "o'o"o"o"o'
Olie
Grind, sterk zandig
OOOOOO ; [o O O O O dt;.\ OOOOO
D
geen olie-water reactie
€}
zwakke olie-water reactie
-B
matige olie-water reactie
C
sterke olie-water reactie
•
uiterste olie-water reactie
p.i.d.-waarde zand p
9 9
Zand, matig siltig
Leem, zwak zandig
>i >io >100 9 >1000 • >10000
Zand, sterk siltig
Leem, sterk zandig
monsters
Zand, l
leem
1
geroerd monster
Zand, uiterst siltig
overige toevoegingen zwak humeus
veen Veen, mineraalarm
Veen, zwak klefig
Veen, sterk kleiig
matig humeus
sterk humeus
ongeroerd monster 0
volumering
overig A
bijzonder bestanddeel
1
Gemiddeld hoogste grondwaterstand
?
grondwaterstand
•
Gemiddeld laagste grondwaterstand
zwak grindig slib
71 Veen, zwak zandig
matig grindig
Veen, sterk zandig
sterk grindig
peilbuis blinde buis
casing
hoogste grondwaterstand gemiddelde grondwaterstand laagste grondwaterstand
^
bentoniet afdichting
filter
lül
Peilbuizen, watermonsters en flessen Projectcode:
Meetpunt
01
Peilbuis
F. Van
01
480
Waterm. 01-01-1
1300731
Datum
F.Tot
T.o.v.
580 MA GWS Vr.P. Typ.P
22-5-2013
410
5
BOPB -0,1 Opbr.
Dfp
Maaivld
T.o.v
Kleur
MA PID
Geur
Lengte
WWV 3
Helde rh \Min Ec
Ec
Diameter 32 Eh pH
701
G Troebelheid: 6,1 NTU Opmerking
6,57
Fles
Barcode
Type
Gefiltreerd
1
B1219255
FL
J
2
G8418822
FL
3
G8418823
FL
Materiaal Spoeisn./TiJd
Temp
1
15,5
Conservering
Opdracht : 1300731 Plaats : Markelo Project : Bodemonderzoek aan de Bovenbergweg 4
Bijlage C Analysecertificaten
MOS GRONDMECHANICA B.V.
Postbus 153, 7460 AD
Rijssen - Telefoon; 0548 - 5 1
ALcontrol Laboratories
ALcontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 • 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 (0)10 231 47 00 • Fax: +31 (0)10 416 30 34 www.alcontrol.nl
Analyserapport
Mos Rijssen A. Visser Postbus 153 7460 AD RIJSSEN
Uw projectnaam Uw projectnummer ALcontrol rapportnummer
^^^^ ^
: Bodemonderzoek Bovenbergweg 4 : 1300731 : 11892109, versienummer: 1
Rotterdam, 23-05-2013
Geachte heer/mevrouw. Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project 1300731. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 7 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,
^^^^ n
AJC . OwmOL 8 V IS GEACCfE l DT iESRO VOG .l £NS DE DOOR OE RAAD VOOR ACCREDrTATE I GESltLDE CRT lEHA i VOOR TESTLAaORATORA I CONFORM S I OJE I C 17t)2S;Z005 OMOER MR. L 028
• 1 nia
nVA i
ua
HA^DELSR£G^SrER K W ROTTERDAM Z42^^
^^^^kk ^iehï**
ALcontrol Laboratories Blad 2 van 7
Mos Rijssen
Analyserapport
A. Visser
Projectnaam
Bodemonderzoek Bovenbergweg 4
Orderdatum
15-05-2013
Projectnummer
1300731
Startdatum
15-05-2013
Rapportnummer
11892109
Rapportagedatum
23-05-2013
Nummer
- 1
Monstersoort
IMonsterspecificatie
001
Grond (AS3000)
MMOl: 01 (8-50) 02 (18-50) 04 (8-50)
002
Grond (AS3000)
MM02: 02 (7-18) 03 (7-20) 03 (20-50) 05 (8-50) 06 (8-50) 07 (0-40) 08 (0-50) 09 (0-50) 10 (0-50) 11 (0-50)
003
Grond (AS3000)
MM03: 03 (50-100) 03 (100-140) 03 (140-200) 10 (50-100) 10 (100-150) 10 (150-200)
Analyse
Eenheid
Q
droge stof
gew.-%
gewicht artefacten aard van de artefacten
g g
s s s
organische stof (gloeiverlies)
% vd DS
001
002
003
95.4
90.0
<1
<1
<1
geen
geen
geen
s
<0.5
2.6
<0.5
% vd DS
s
6.3
3.3
8.5
barium
mg/kgds
cadmium
mg/kgds
kobalt
mg/kgds
koper
mg/kgds
kwik
mg/kgds
lood
mg/kgds
molybdeen
mg/kgds
nikkel
mg/kgds
zink
mg/kgds
s s s s s s s s s
KORREL
91.2
GROOTTEVERDELING
lutum (bodem) METALEN
POLYCYCLISCHE
AROMATISCHE
<20
<20
<0.2
<0.2
<1.5
<1.5
2.5
<5
<5
<5
<0.05
<0.05
<0.05
<10
11
<10
<0.5
<0.5
<0.5
<3
<3
6.2
<20
<20
<20
<0.01
<0.01
<0.01
<0.01
0.07
<0.01
<0.01
0.02
<0.01
<0.01
0.15
<0.01
<0.01
0.08
<0.01
KOOLWATERSTOFFEN
naftaleen
mg/kgds
fenantreen
mg/kgds
antraceen
mg/kgds
fluoranteen
mg/kgds
benzo(a)antraceen
mg/kgds
chryseen
mg/kgds
benzo{k)fluoranteen
mg/kgds
benzo(a)pyreen
mg/kgds
benzo(ghi)peryleen
mg/kgds
indeno(1,2,3-cd)pyreen
mg/kgds
pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor)
mg/kgds
POLYCHLOORBIFENYLEN
<20 <0.2
s s s s s s s s s s s
<0.01
0.08
<0.01
<0.01
0.05
<0.01
<0.01
0.08
<0.01
<0.01
0.05
<0.01
<0.01
0.05
<0.01
0.07 "
0.65 "
0.07 "
(PCB)
PCB 28
pg/kgds
8
<1
<1
<1
PCB 52
pg/kgds
<1
<1
<1
PCB 101
pg/kgds
<1
<1
<1
PCB 118
pg/kgds
<1
<1
<1
PCB 138
pg/kgds
<1
<1
<1
PCB 153
pg/kgds
<1
<1
<1
PCB 180
pg/kgds
<1
<1
som PCB (7) (0.7 factor)
pg/kgds
s s s s s s s
4.9 "
4.9 "
<1 4.9 "
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000-erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Paraaf: ALCC»JTROL B.tf. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDiTATIE GESIEUJe CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORia KO^KC 17025:2005 O^KJ£R WERKZ-\.WHEDeN WORDEN LMrOEVOÉRD OlfDER D£ ALGEMENE VOOR\VMF5DË\ GEDEFC^EERD GtJ DE
ï f K nVA
l UB
(iffii. L62a
'J ' t>G KAf^ER KOOPtmNDEL EN FABRIEKEfi TE RQTTHÏDAy th.SCMRU«
ALcontrol Laboratories Mos Rijssen
Blad 3 van 7
Analyserapport
A. Visser Projectnaam
Bodemonderzoek Bovenbergvireg 4
Orderdatum
15-05-2013
Projectnummer
1300731
Startdatum
15-05-2013
Rapportnummer
11892109
Rapportagedatum
23-05-2013
Nummer
Monstersoort
" 1 Monsterspecificatie
001
Grond (AS3000)
MMOl: 01 (8-50) 02 (18-50) 04 (8-50)
002 003
Grond (AS3000) Grond (AS3000)
MM02: 02 (7-18) 03 (7-20) 03 (20-50) 05 (8-50) 06 (8-50) 07 (0-40) 08 (0-50) 09 (0-50) 10 (0-50) 11 (0-50) MM03: 03 (50-100) 03 (100-140) 03 (140-200) 10 (50-100) 10 (100-150) 10 (150-200)
Analyse
MINERALE
Eenheid
Q
001
002
003
OLIE
fractie CIO - C12
mg/kgds
<5
<5
<5
fractie 0 1 2 - 0 2 2
mg/kgds
<5
<5
<5
fractie C22 - C30
mg/kgds
<5
13
<5
fractie C30 - C40
mg/kgds
<5
7
<5
totaal olie C I O - C 4 0
mg/kgds
<20
20
<20
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000-erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Paraaf: Al-COJrmc-L B-V, JS GEACCHEDiTEEHD VOiGEMS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDtrAÏTE GESTELDE CRITERiA VOOR TESTLABORATCSÏIA CONFORM iSOfSC 1!D35:2005 OMDES fm. L 023
fF^IFB O . ï n»>
RvA l m
W£«:-:Z-V1WH£D£>i V V O S D E N i.1TG£VG=RD CfiDER D E A L G E M E N E VOORViAARÜES ^lAfiDaSREGlSTHR KVK ROTTSSD^^ 242e=^
^
GEDEPONEERD
3U DE K.y^cR VAN J < O Q P H A S D S L E \
FAORJEKB-J
TE ROTTERD>\M i?ï3CH.=ïl,W!NG
ALcontrol Laboratories Blad 4 van 7
Mos Rijssen
Analyserapport
A. Visser Projectnaam
Bodemonderzoek Bovenbergweg 4
Orderdatum
Projectnummer
1300731
Startdatum
15-05-2013
Rapportnummer
11892109
Rapportagedatum
23-05-2013
• 1
15-05-2013
Monster beschrijvingen
001
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
002
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
003
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
Voetnoten De sommatie na verrekening van de 0.7 factor conform AS3000
Paraaf: ALCONTROt B.V. IS GEACCREDtTEERD VOLGENS OE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDtTATiE GESTELEJE CRITERIA VOOR TESTUW3ORAT0R1A C0KF08M ISOJS^C t?a2S:2Q05 ONOER RR. LOïS
RïAU
ALcontrol Laboratories Mos Rijssen
Blad 5 van 7
Analyserapport
A. Visser
Projectnaam
Bodemonderzoek Bovenbergweg 4
Orderdatum
15-05-2013
Projectnummer
1300731
Startdatum
15-05-2013
Rapportnummer
11892109
Rapportagedatum
23-05-2013
Analyse
" 1
Monstersoort
Relatie tot norm
droge stof
Grond (AS3000)
Grond: gelijkwaardig aan NEN-ISO 11465, Grond (AS3000): conform AS3010-2
gewicht artefacten
Grond (AS3000)
Conform AS3000, NEN 5709
aard van de artefacten
Grond (AS3000)
Idem
organische stof (gloeiverlies)
Grond (AS3000)
Grond/Puin: gelijkwaardig aan NEN 5754. Grond (AS3000): conform AS3010
lutum (bodem)
Grond {AS3000)
Conform AS3010-4
barium
Grond (AS3000)
Conform AS3010-5, conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6 9 6 1 , meting conform NEN 6966) eigen methode (ontsluiting conform NEN 6961, meting
cadmium
Grond (AS3000)
Idem
kobalt
Grond (AS3000)
Idem
koper
Grond (AS3000)
Idem
kwik
Grond (AS3000)
Conform AS 3010-5 en conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6 9 6 1 , meting conform NEN-ISO 16772)
lood
Grond (AS3000)
Conform AS3010-5, conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6 9 6 1 , meting conform NEN 6966) eigen methode (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform ISO 22036).
conform ISO 22036).
molybdeen
Grond (AS3000)
Idem
nikkel
Grond (AS3000)
Idem
zink
Grond (AS3000)
Idem
naftaleen
Grond (AS3000)
Conform AS3010-6
fenantreen
Grond {AS3000)
Idem
antraceen
Grond (AS3000)
Idem
fluoranteen
Grond (AS3000)
Idem
benzo{a)antraceen
Grond (AS3000)
idem
chryseen
Grond {AS3000)
Idem
benzo(k)fiuoranteen
Grond (AS3000)
Idem
benzo(a)pyreen
Grond (AS3000)
Idem
benzo(ghi)peryleen
Grond {AS3000)
Idem
indeno(1,2,3-cd)pyreen
Grond (AS3000)
Idem
pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor)
Grond (AS3000)
Idem
PCB 28
Grond (AS3000)
Conform AS3010-8
PCB 52
Grond (AS3000)
Idem
PCB 101
Grond (AS3000)
Idem
PCB 118
Grond (AS3000)
Idem
PCB 138
Grond (AS3000)
Idem
PCB 153
Grond {AS3000)
Idem
PCB 180
Grond (AS3000)
Idem
som PCB (7) (0.7 factor)
Grond (AS3000)
Idem
totaal olie C I O - C 4 0
Grond (AS3000)
Conform prestatieblad 3010-7 Gelijkwaardig aan NEN-EN-ISO 16703
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
001
Y4260469
16-05-2013
15-05-2013
ALC201
001
Y4260472
16-05-2013
15-05-2013
ALC201 ALC201
001
Y4260475
16-05-2013
15-05-2013
002
Y3966809
16-05-2013
15-05-2013
ALC201
002
Y3967398
16-05-2013
15-05-2013
ALC201
002
Y4260460
16-05-2013
16-05-2013
ALC201
002
Y4260461
16-05-2013
15-05-2013
ALC201
002
Y4260468
16-05-2013
15-05-2013
ALC201
Theoretische monsternamedatum
Paraaf: ALCOHTROL B y. IS GEACCREDITEERD Vm.GEMS OEOOOH OE RAAD VOOR ACCREDrTATIE G E S I t L O E CRJTtRlA VOORTESnjlBOBATCSÏlA CC»iFORM B0.1EC 17t>2S:20C5Ora)ER NR 1.023
(5«
mm
ALcontrol Laboratories Mos Rijssen
Blad 6 van 7
Analyserapport
A. Visser Projectnaam
Bodemonderzoek Bovenbergweg 4
Orderdatum
15-05-2013
Projectnummer
1300731
Startdatum
15-05-2013
Rapportnummer
11892109
Rapportagedatum
23-05-2013
- 1
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
002
Y4260470
16-05-2013
15-05-2013
ALC201
002
Y4260473
16-05-2013
15-05-2013
ALC201
002
Y4260474
16-05-2013
15-05-2013
ALC201
002
Y4260476
16-05-2013
15-05-2013
ALC201
002
Y4260477
16-05-2013
15-05-2013
ALC201
003
Y3967400
16-05-2013
15-05-2013
ALC201
003
Y4260128
16-05-2013
15-05-2013
ALC201
003
Y4260156
16-05-2013
15-05-2013
ALC201
003
Y4260463
16-05-2013
15-05-2013
ALC201
003
Y4260466
16-05-2013
15-05-2013
ALC201
003
Y4260467
16-05-2013
15-05-2013
ALC201
Paraaf: ALCOCmKlt B.V. IS GEACCRÉDtTHOiO VOLGENS DE DOOR DC RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CHtTEfaA. VOOR TESTlJlBORATcailA COKFORSt tSOmC 17525:2(^5 QTOER NS. LSZa
~ UKllU
BïiU 821
^
i^'ERKZ'^lHEDEN WOSXÏÖi tffTGEVCEKO 0^•lOER D E .->iGEME\E VOORWAARDEN; GEDS'Cf-iEe^D QpJ D E XMJER VAK KOfiFHANDEL E \ F A E R ^ E K E ? ^ T E ROTTHR&Vy -NSCffRin-'iKG HAKCELSRSGtSTER: K'^K ROTTERDAM 242*-52aS
I,
ALcontrol Laboratories
Mos Rijssen
Analyserapport
A. Visser
Blad 7 van 7
Projectnaam
Bodemonderzoel< Bovenbergweg 4
Orderdatum
Projectnummer
1300731
Startdatum
15-05-2013
Rapportnummer
11892109
Rapportagedatum
23-05-2013
- 1
15-05-2013
Monsternummer:
002
Monster beschrijvingen
MM02:02 (7-18) 03 (7-20) 03 (20-50) 05 (8-50) 06 (8-50) 07 (0-40) 08 (0-50) 09 (0-50) 10 (0-50) 11 (0-50)
Karakterisering naar alkaantraject benzine
C9-C14
kerosine en petroleum
C10-C16
diesel en gasolie
C10-C28
motorolie
C20-C36
stookolie
C10-C36
De CIO en C40 pieken zijn toegevoegd door het laboratorium en worden gebruikt als interne standaard.
0.12
0.09
0.06
0.03
0.4 C l O = 0.4 min. C l 2 =0.6 min.
C22= 1 min. C40 = 1.5min. C30: 1.2 min.
Paraaf: ALCONTROL S.V- !S GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATDRIA CONFORM ÏSO/IEC 17325^005 OfJOER MR L CZ."!
R«ALO
m
ALcontrol Laboratories
ALcontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 • 3194 AG Rotterdam Te!.: +31 (0)10 231 47 00 • Fax: +31 (0)10 416 30 34 www.alcontrol.nl
Analyserapport
Mos Rijssen A. Visser Postbus 153 7460 AD RIJSSEN
Uw projectnaam Uw projectnummer ALcontrol rapportnummer
Blad 1 van 5
: Bodemonderzoek Bovenbergweg 4 : 1300731 : 11894135, versienummer: 1
Rotterdam, 29-05-2013
Geachte heer/mevrouw. Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project 1300731. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 5 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,
s/TSïi iiêEEjj «^i? KiB
RvAi{!7S
ALCONTROL B.V rS ceACCSEEHTEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDfTAnE GESTELDE CRJTERIA VOOR TESTLA80HATCC1A CCW[=ORM K O a e c 17025:2005 ONDER NR. L 023 ALOfiZE 'iVERKZAAf-.ÏHEDEN WORDEN UITGEVOERD OPJDEH DE AL.QEMENEyOORft'AARD£^ GEDEFWiÉERD Bü DE KAJ^ER V.m KO<]PHA^DEL EN RASREES^R^J T E ROTTHRDAy INSCflRUIVlNG HAf^DELSREGSSTHR K W R O T T E R D A M 24265286
^JÊk^X \
^
ALcontrol Laboratories c Mos Rijssen
Blad 2 van 5
Analyserapport
A. Visser
Projectnaam
Bodemonderzoel< Bovenbergweg 4
Orderdatum
22-05-2013
Projectnummer
1300731
Startdatum
22-05-2013
Rapportnummer
11894135
Rapportagedatum
29-05-2013
Nummer
Monstersoort
001
- 1
Monsterspecificatie
Grondwater
01-01-1 .
(AS3000)
Analyse
Eenheid
Q
ug/i ug/i ug/i pg/i
s s s s s s s s s
001
METALEN barium cadmium kobalt koper kwik
Mg/1
lood
Mg/i ug/i pg/i ug/i
molybdeen nikkel zink VLUCHTIGE
<5 <15 <0.05 <15 <3.6 <15 <60
AROMATEN
p- en m-xyleen
Mg/I Mg/I MQ/I ug/i Mg/I
xylenen (0.7 factor)
Mg/1
styreen
Mg/i Mg/I
benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen
naftaleen
s s s s s s s s
GEHALOGENEERDE
KOOL WA TERSTOFFEN
1,1-dichloorethaan
Mg/1
1,2-dichloorethaan
Mg/I Mg/i Mg/i Mg/I
1,1-dichlooretheen cis-1,2-{iichlooretheen trans-1,2-dichlooretheen som (cis.trans) 1,2dichloorethenen (0.7 factor)
MQ/l
dichloormethaan
Mg/1
1,1-dichloorpropaan
Mg/1
1,2-dichloorpropaan
MQ/l
1,3-dichloorpropaan
Mg/i Mg'i
som dichloorpropanen (0.7 factor) tetrachlooretheen
Mg/1
tetrachloormethaan 1,1,2-trichloorethaan
Mg/i Mg/i Mg/i
trichlooretheen
Mg/1
chloroform
Mg/1
vinylchloride
Mg/I
tribroommethaan
Mg/1
1,1,1-trichloorethaan
MINERALE
80 <0.8
s s s s s
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 <0.2 <0.05
<0.6 <0.6 <0.1 <0.1 <0.1 0.14
s s s s s s s s s s s s s
<0.2 <0.25 <0.25 <0.25 0.53 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.6 <0.6 <0.1 <0.2
OLIE
fractie C 1 0 - C 1 2
MQ/i
<25
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000-erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Paraaf: ALCONTROL B V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CHITERfA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:3005 ONDER NR. L 028
RvA 10
p y
ALcontrol Laboratories
Blad 3 van 5
Mos Rijssen
Analyserapport
A. Visser Projectnaam
Bodemondenzoel< Bovenbergvi^eg 4
Orderdatum
22-05-2013
Projectnummer
1300731
Startdatum
22-05-2013
Rapportnummer
11894135
Rapportagedatum
29-05-2013
Nummer 001
IVIonstersoort
" 1 iVlonsterspecificatie
Grondwater (AS3000)
01-01-1
Analyse
Eenheid
fractie C l 2 - C 2 2
pg/l pg/i Mg/1 Mg/I
fractie C22 - G30 fractie C30 - C40 totaal olie C I O - C 4 0
Q
001 <25 <25 <25 <100
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000-erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Paraaf: ALCONTROL B V IS GEACCREKTEÖID VOLGONS DE DOOR DE RAAD VOC»ï ACCRHKfAïE GESTHJJE aöTERlft VOOR TESTLABORATCfiiA CCWFORM ÏSOfEC 17025:2005 0^iDER Wi. L 02S
Mim
ALcontrol Laboratories Mos Rijssen
Blad 4 van 5
Analyserapport
A. Visser Projectnaam
Bodemonderzoek Bovenbergweg 4
Orderdatum
22-05-2013
Projectnummer
1300731
Startdatum
22-05-2013
Rapportnummer
11894135
Rapportagedatum
29-05-2013
" 1
IVIonster beschrijvingen
001
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
Paraaf: ALCONTROL 8.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTUVB ORATOR IA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 023
RvA 10
Iv
ALcontrol Laboratories
Mos Rijssen
Blad 5 v a n 5
Analyserapport
A. Visser
Projectnaam
Bodemonderzoek Bovenbergweg 4
Orderdatum
22-05-2013
Projectnummer
1300731
Startdatum
22-05-2013
Rapportnummer
11894135
Rapportagedatum
29-05-2013
- 1
Analyse
Monstersoort
Relatie tot norm
barium
Grondwater (AS3000)
Conform AS3110-3 en Conform NEN 6966 (meting conform NEN-EN-ISO 11885)
cadmium
Grondwater (AS3000)
Idem
l(0balt
Grondwater {AS3000)
Idem
l
Grondwater (AS3000)
Idem
kviik
Grondwater (AS3000)
Conform AS3110-3 en conform NEN-EN-ISO 17852
lood
Grondwater (AS3000)
Conform AS3110-3 en Conform NEN 6966 (meting conform NEN-EN-ISO 11885)
molybdeen
Grondwater (AS3000)
Idem
nikkel
Grondwater (AS3000)
Idem
zink
Grondwater (AS3000)
Idem
benzeen
Grondwater (AS3000)
Conform AS3130-1
tolueen
Grondwater (AS3000)
Idem
ethylbenzeen
Grondwater (AS3000)
Idem
o-xyleen
Grondwater (AS3000)
Idem
p- en m-xyleen
Grondwater (AS3000)
Idem
xylenen (0.7 factor)
Grondwater (AS3000)
Conform AS3130-1
styreen
Grondwater (AS3000)
Conform AS3130-1
naftaleen
Grondwater (AS3000)
Idem
1,1-dichloorethaan
Grondwater (AS3000)
Idem
1,2-dichloorethaan
Grondwater (AS3000)
Idem
1,1-djchlooretheen
Grondwater (AS3000)
Idem
cis-1,2-dichlooretheen
Grondwater (AS3000)
Idem
trans-1,2-dichlooretheen
Grondwater (AS3000)
Idem
som {cis,trans) 1,2dichloorethenen (0.7 factor
Grondwater (AS3000)
Idem
dichloormethaan
Grondwater (AS3000)
Idem
1,1-dichloorpropaan
Grondwater (AS3000)
Idem
1,2-dichloorpropaan
Grondwater (AS3000)
Idem
1,3-dichloorpropaan
Grondwater (AS3000)
Idem
som dichloorpropanen (0.7 factor)
Grondwater (AS3000)
Idem
tetrachlooretheen
Grondwater {AS3000)
Idem
tetrachloormethaan
Grondwater (AS3000)
Idem
1,1,1-trichloorethaan
Grondwater (AS3000)
Idem
1,1,2-trichloorethaan
Grondwater (AS3000)
Idem
trichlooretheen
Grondwater (AS3000)
Idem
chloroform
Grondwater (AS3000)
Idem
vinylchloride
Grondwater (AS3000)
Idem
tribroommethaan
Grondwater (AS3000)
Idem
totaal olie CIO - C40
Grondwater (AS3000)
Conform AS3110-5
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
001
B1219255
23-05-2013
22-05-2013
ALC204
001
G8418822
23-05-2013
22-05-2013
ALC236
001
G8418823
23-05-2013
22-05-2013
ALC236
Paraaf ALCC»nT£OL B.V- IS GEACCREDfTEERO VOL.GEt*S D E DOOR
RAAD VOOR AGCREDrTAIJE GESTO-DE CRITSÏIA VOOR TESTLABORArORlA COTFCtflM ISOMC 17025:2005 ONDER KR. L 028
AL OKZE WEPXZ-VJ^fKEDEN" WORDEN" UfTGevUËRD Of.4jER DE A L C - E ^ E N E >,«ORWAAFa;£\' GEDB^KEERC BiJ D E K.WER VAH KOOPHANDEL B< FABRIEKEN TE ROTieïDAM HfiKDELSReG^STER:KVKROrTERDAS,l 2i2^S2èS
INSCHRIJVING
Opdracht : 1300731 Plaats : Markelo Project
^
: Bodemonderzoek aan de Bovenbergweg 4
^
<
^ g
UI
• i 8
• O O
^ S
Bijlage D Toetsingsresultaten
MOS MOS GRONDMECHANICA B.V.
Postbus 153, 7460 AD
Rijssen - Telefoon: 0548 - 5 1 23 63 - URL: www.mosgeo.com
Projectnaam Projectcode Tabel: Analyseresultaten
Bodemonderzoek Bovenbergweg 4 1300731 grond (as3000) monsters (gehalten in mg/kgds, tenzij anders
Monstercode Bodemtype
droge stof {gew.-%) gewicht artefacten (g) aard van de artefacten (g)
organische stof (gloeiverlies) (% vd DS)
MMOl: 1
AW
1/2(AW+I)
I
AS3000 eis
0,37 6,3 22 0,11 34 1,5 16 72
4,2 43 64 13 199 96 31 221
365 8,1 79 105 27 364 190 47 370
75 0,37 6,3 22 0,11 34 1,5 16 72
1,5
21
40
1,0
4,0
102
200
9,8
38
519
1000
38
95,4 <1 Geen
<0,5
KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) (% vd DS) 6,3 METALEN barium* cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
aangegeven)
-
<20 <0,2 <1,5 <5 <0,05 <10 <0,5 <3 <20
P O L Y C Y C L I S C H E AROMATISCHE K O O L W A T E R S T O F F E N naftaleen <0,01 fenantreen <0,01 antraceen <0,01 fluoranteen <0,01 ~ benzo(a)antraceen <0,01 chryseen <0,01 benzo(k)fluoranteen <0,01 benzo(a)pyreen <0,01 benzo(ghi)peryleen <0,01 indeno(1,2,3-cd)pyr6en <0,01 pak-totaal (10 van VROM) 0,07 (0.7 factor)
-
P O L Y C H L O O R B I F E N Y L E N (PCB) PCB 28 (pg/kgds) <1 PCB 52 (pg/kgds) <1 PCB 101 (pg/kgds) <1 PCB 118 (pg/kgds) <1 PCB 138 (pg/kgds) <1 PCB 153 (pg/kgds) <1 PCB 180 (pg/kgds) <1 som PCB (7) (0.7 factor) 4,9 (pg/kgds) MINERALE O L I E fractie C I O - C 1 2 fractie C 1 2 - 0 2 2 fractie 022 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C 1 0 - C 4 0
<5 <5 <5 <5 <20
-~ -a -
Monstercode en monstertraject ' 11892109-001 MM01: 01 (8-50) 02 (18-50) 04 (8-50) De resultaten zijn voor de interventiewaarde getoetst aan de toetsingswaarden zoals vermeld in de Circulaire Bodemsanering 2009, zoals gewijzigd op 3 april 2012 en voor de achtergrondwaarden aan het Besluit Bodemkwaliteit, Staatscourant 20 december 2007, Nr. 247. Tevens zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd: De gewijzigde grenswaarden van een aantal OCB (per 30-07-2008) (www.Senternovem.nl) en de wijziging in de Staatscourant 67 van 7 april 2009.
D e gehalten die de betreffende toetsingswaarden overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: * het gehalte is groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde ** het gehalte is groter dan het gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde *** het gehalte is groter dan de interventiewaarde geen toetsingswaarde voor opgesteld niet geanalyseerd # verhoogde rapportagegrens, voor meer informatie zie analysecertificaat AS3000 laboratoriumanalyses voorgrond-, waterbodem- en grondwateronderzoek; grondprotocoilen 3010 t/m 3090 versie 4,25 juni 2008. " gecorrigeerd gehalte is groter dan of gelijk aan de achtergrondwaarde (of geen achtergrondwaarde voor opgesteld), maar wel kleiner dan de AS3000 rapportagegrens-eis, dus mag verondersteld worden kleiner dan de achtergrondwaarde te zijn. " gecorrigeerd gehalte is groter dan de achtergrondwaarde (of geen achtergrondwaarde voor opgesteld), en groter dan de AS3000 rapportagegrens-eis. De interventiewaarde voor barium geldt alleen voor die situaties waarbij duidelijk sprake is van antropogene verontreiniging en geen sprake is van thermisch gereinigde grond en baggerspecie. De achtergrond- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. Voorde toetsing is gebruik gemaakt van de volgende samenstelling: lutum 6.3%; humus 0.5%. (Als humus/lutum niet is gemeten geldt een default waarde van lutum = 25% en organische stof = 10%.)
Projectnaam Projectcode Tabel: Analyseresultaten
Bodemonderzoek Bovenbergweg 4 1300731 grond (as3000) monsters (gehalten in mg/kgds, tenzij anders aangegeven)
Monstercode Bodemtype
droge stof (gew.-%) gewicht artefacten (g) aard van de artefacten (g)
organische stof (gloeiverlies) (% vd DS)
MM02: 1
90,0 <1 Geen
1/2(AW+1)
I
AS3000 eis
0,37 4,9 21 0,11 33 1,5 13 64
4,1 33 59 13 191 96 26 196
276 7,9 62 98 26 349 190 38 328
57 0,37 4,9 21 0,11 33 1,5 13 64
5,2
133
260
13
49
675
1300
49
--
2,6
KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) (% vd DS) 3,3 METALEN barium* cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
AW
-
<20 <0,2 <1,5 <5 <0,05 11 <0,5 <3 <20
P O L Y C Y C L I S C H E AROMATISCHE K O O L W A T E R S T O F F E N naftaleen <0,01 fenantreen 0,07 antraceen 0,02 fluoranteen 0,15 benzo(a)antraceen 0,08 chryseen 0,08 benzo(k)fluoranteen 0,05 benzo(a)pyreen 0,08 benzo(ghi)peryl6en 0,05 indeno(1,2,3-cd)pyreen 0,05 pak-totaal (10 van VROM) 0,65 (0.7 factor) P O L Y C H L O O R B I F E N Y L E N (PCB) PCB 28 (pg/kgds) <1 PCB 52 (pg/kgds) <1 PCB 101 (pg/kgds) <1 PCB 118 (pg/kgds) <1 PCB 138 (pg/kgds) <1 PCB 153 (pg/kgds) <1 PCB 180 (pg/kgds) <1 som PCB (7) (0.7 factor) 4,9 (pg/kgds) MINERALE OLIE fractie C I O - C 1 2 fractie C 1 2 - C 2 2 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C 1 0 - C 4 0
<5 <5 13 7 20
-
Monstercode en monstertraject ' 11892109-002 MM02: 02 (7-18) 03 (7-20) 03 (20-50) 05 (8-50) 06 (8-50) 07 (0-40) 08 (0-50) 09 (0-50) 10 (0-50) 11 (0-50) De resultaten zijn voor de interventiewaarde getoetst aan de toetsingswaarden zoals vermeld in de Circulaire Bodemsanering 2009, zoals gewijzigd op 3 april 2012 en voor de actitergrondwaarden aan tiet Besluit Bodemkwaliteit, Staatscourant 20 december 2007, Nr 247. Tevens zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd: De gewijzigde grenswaarden van een aantal OCB (per 30-07-2008) (www.Senternovem.nl) en de wijziging in de Staatscourant 67 van 7 april 2009.
De gehalten die de betreffende toetsingswaarden overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: * het gehalte is groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van de achtergrond- en inten/entiewaarde ** het gehalte is groter dan het gemiddelde van de achtergrond- en inten/entiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde *** het gehalte is groter dan de inten/entiewaarde geen toetsingswaarde voor opgesteld niet geanalyseerd # verhoogde rapportagegrens, voor meer informatie zie analysecertificaat AS3000 laboratoriumanalyses voorgrond-, waterbodem- en grondwateronderzoek; grondprotocoilen 3010 t/m 3090 versie 4,25 juni 2008. ° gecorrigeerd gehalte is groter dan of gelijk aan de achtergrondwaarde (of geen achtergrondwaarde voor opgesteld), maar wei kleiner dan de AS3000 rapportagegrens-eis, dus mag verondersteld worden kleiner dan de achtergrondwaarde te zijn. " gecorrigeerd gehalte is groter dan de achtergrondwaarde (of geen achtergrondwaarde voor opgesteld), en groter dan de AS3000 rapportagegrens-eis. De inten/entiewaarde voor barium geldt alleen voor die situaties waarbij duidelijk sprake is van antropogene verontreiniging en geen sprake is van thermisch gereinigde grond en baggerspecie. De achtergrond- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. Voor de toetsing is gebruik gemaakt van de volgende samenstelling: lutum 3.3%; humus 2.6%. (Als humus/lutum niet is gemeten geldt een default waarde van lutum = 25% en organische stof = lOVo.)
Projectnaam Projectcode Tabel: Analyseresultaten
Bodemonderzoek Bovenbergweg 4 1300731 grond (as3000) monsters (gehalten in mg/kgds, tenzij anders aangegeven)
Monstercode Bodemtype
droge stof (gew.-%) gewicht artefacten (g) aard van de artefacten (g)
MM03: 1
91,2 <1 Geen
--
<0,5
--
KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) (% vd DS) 8,5
-
organische stof (gloeiverlies) (% vd DS)
METALEN barium* cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
AW
1/2(AW+I)
I
AS3000 eis
0,38 7,3 24 0,12 36 1,5 18 78
4,3 50 68 14 206 96 36 241
430 8,3 92 112 28 377 190 53 404
89 0,38 7,3 24 0,12 36 1,5 18 78
4,0
102
200
9,8
38
519
1000
38
-
<20 <0,2 2,5 <5 <0,05 <10 <0,5 6,2 <20
P O L Y C Y C L I S C H E AROMATISCHE K O O L W A T E R S T O F F E N naftaleen <0,01 fenantreen <0,01 antraceen <0,01 fluoranteen <0,01 benzo(a)antraceen <0,01 chryseen <0,01 benzo(k)fluoranteen <0,01 ~ benzo(a)pyreen <0,01 benzo(ghi)peryleen <0,01 indeno(1,2,3-cd)pyreen <0,01 0,07 pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) P O L Y C H L O O R B I F E N Y L E N (PCB) PCB 28 (pg/kgds) <1 PCB 52 (pg/kgds) <1 PCB 101 (pg/kgds) <1 PCB 118 (pg/kgds) <1 PCB 138 (pg/kgds) <1 PCB 153 (pg/kgds) <1 PCB 180 (pg/kgds) <1 som PCB (7) (0.7 factor) 4,9 (pg/kgds) MINERALE OLIE fractie C I O - C 1 2 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal o l i e C 1 0 - C 4 0
<5 <5 <5 <5 <20
^
Monstercode en monstertraject ' 11892109-003 MM03: 03 (50-100) 03 (100-140) 03 (140-200) 10 (50-100) 10 (100-150) 10 (150-200) De resultaten zijn voor de interventiewaarde getoetst aan de toetsingswaarden zoals vermeld in de Circulaire Bodemsanering 2009, zoals gewijzigd op 3 april 2012 en voor de achtergrondwaarden aan het Besluit Bodemkwaliteit, Staatscourant 20 december 2007, Nr 247. Tevens zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd: De gewijzigde grenswaarden van een aantal OCB (per 30-07-2008) (www.Senternovem.nl) en de wijziging in de Staatscourant 67 van 7 april 2009.
D e gehalten die de betreffende toetsingswaarden overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: * het gehalte is groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde " het gehalte is groter dan het gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de inten/entiewaarde *** het gehalte is groter dan de inten/entiewaarde geen toetsingswaarde voor opgesteld niet geanalyseerd U verhoogde rapportagegrens, voor meer informatie zie analysecertificaat AS3000 laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek; grondprotocoilen 3010 t/m 3090 versie 4,25 juni 2008. ' gecorrigeerd gehalte is groter dan of gelijk aan de achtergrondwaarde (of geen achtergrondwaarde voor opgesteld), maar wel kleiner dan de AS3000 rapportagegrens-eis, dus mag verondersteld worden kleiner dan de achtergrondwaarde te zijn. " gecorrigeerd gehalte is groter dan de achtergrondwaarde (of geen achtergrondwaarde voor opgesteld), en groter dan de AS3000 rapportagegrens-eis. De interventiewaarde voor barium geldt alleen voor die situaties waarbij duidelijk sprake is van antropogene verontreiniging en geen sprake is van thermisch gereinigde grond en baggerspecie. De achtergrond- en inten/entiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. Voorde toetsing is gebruikgemaakt van de volgende samenstelling: tutum 8.5%; humus 0.5%. (Als humus/lutum niet is gemeten geldt een default waarde van lutum = 25% en organische stof = 10%.)
Overzicht gemeten verontreinigingen
in grond
Grond (AS3000) Humus:0.5, Lutum:6.3
Achtergrondwaarde overschrijding
Tussenwaarde overschrijding
Interventiewaarde overschrijding
Achtergrondwaarde overschrijding
Tussenwaarde overschrijding
Interventiewaarde overschrijding
Achtergrondwaarde overschrijding
Tussenwaarde overschrijding
Interventiewaarde overschrijding
MM01: 01 (8-50) 02 (18-50) 04 (8-50) Grond (AS3000) Humus:2.6, Lutum:3.3 MM02: 02 (7-18) 03 (7-20) 03 (20-50) 05 (8-50) 06 (8-50) 07 (0-40) 08 (0-50) 09 (0-50) 10 (0-50) 11 (0-50) Grond (AS3000) Humus:0.5, Lutum:8.5 MM03: 03 (50-100) 03 (100-140) 03 (140-200) 10 (50-100) 10 (100-150) 10 (150-200)
Projectnaam Projectcode Tabel: Analyseresultaten Monstercode Bodemtype
Bodemonderzoek Bovenbergweg 4 1300731 grondwater (as3000) monsters (gehalten in /jg/l. tenzij anders 01-01-1 1
METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
ms <0,8 <5 <15 <0,05 <15 <3,6 <15 <60
VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 factor) styreen naftaleen
1/2(S+I)
= '
GEHALOGENEERDE KOOLWATERSTOFFEN 1.1- dichloorethaan
<25 <25 <25 <25 <100
aangegeven)
°
1
AS3000 eis
50 0,40 20 15 0,050 15 5,0 15 65
338 3,2 60 45 0,18 45 152 45 432
625 6,0 100 75 0,30 75 300 75 800
50 0,80 20 15 0,050 15 5,0 15 65
0,20 7,0 4,0
15 504 77
30 1000 150
0,20 7,0 4,0
0,20 6,0 0,01
35 153 35
70 300 70
0,21 6,0 0,050
7,0 7,0 0,01
454 204 5,0
900 400 10
7,0 7,0 0,10
0,01
10
20
0,20
0,01
500
1000
0,20
0,80
40
80
0,52
0,01 0,01 0,01 0,01 24 6,0 0,01
20 5,0 150 65 262 203 2,5
40 10 300 130 500 400 5,0 630
0,10 0,10 0,10 0,10 24 6,0 0,20 2,0
50
325
600
100
Monstercode en monstertraject ' 11894135-001 01-01-1. IDe resultaten zijn getoetst aan de toetsingswaarden
zoals vermeld Circulaire Bodemsanering
2009. zoals gewijzigd op 3 april
De gehalten die de betreffende toetsingswaarden overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: * het gehalte is groter dan de streefwaarde en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van de streef- en interventiewaarde " het gehalte is groter dan het gemiddelde van de streef- en inten/entiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde *** het gehalte Is groter dan de interventiewaarde geen toetsingswaarde voor opgesteld niet geanalyseerd # verhoogde rapportagegrens, voor meer informatie zie analysecertificaat AS3000 laboratoriumanalyses voorgrond-, waterbodem- en grondwateronderzoek; grondwaterprotocollen 3110 t/m 3190 versie 3,25 Juni 2008. " gecorrigeerd gehalte is groter dan of gelijk aan de streefwaarde (of geen streefwaarde voor opgesteld), maar wel kleiner dan de AS3000 rapportagegrens-eis, dus mag verondersteld worden kleiner dan de streefwaarde te zijn. " gecorrigeerd gehalte is groter dan de streefwaarde (of geen streefwaarde voor opgesteld), en groter dan de AS3000 rapportagegrens-eis.
Overzicht gemeten verontreinigingen
in grondvi/ater
Grondwater (AS3000)Streefwaarde overschrijdingTussenwaarde overschrijdinginterventiewaarde overschrijding 01-01-1 .
barium(80)
Toatslng ^Tialyseresuitaten grond- en wptertacxiemponsters Iw.o.v. partllKeuringenl s. Voor loeiichling op gehanleerde grenswaarden, ziehel Normen blad). E AlconlrolïOIZlOQI
Gatinjikleftodemkonmeilienvoor Mrsing. -oiq.slotgehalle <0.5 % Ê • lulurngeh^re B3 ij
Watertodem Toapassan onder wat. ontvangsnd
ToepMsfltioplfl RBK.t»l>al1 AS3000
mgflia da
•ngfkadB B™)[V)fluoranmwn MBTKH 1,2.3-0 .dlpyrean
ToepaMen op land
InterventiewaBrde I Tu.Mnw*«rd> i )
RBK.tabel2
mg/ka d»
P>k-toaal |ia van VR0M)|a.71
Mlnerals al* Itonsq C o n c l u s i e voor het hele monster: ToaflBSIaan f IooB«
;hridHgen AW asklcn «wr 3( 3J Toepaasno "NS
ia BMBfinlBenJ in NEN 5740. - eeiat» >AW (olgeen AW vertgesWH). ma» wel < ASMOO tBpfitmaaohTeden) Barium: Inlarventlwaarde getdl aleen voO' vUjaties oiartit dutdgliik ipiaka » van annopsai VoordeiH toelslna geWen aaalgem*ne voorwaaidwi van ALoowrol LaBorstonej. MeldlloalsingsBroaiamma a a*"" üOpraali aadaanow do incgeiikBeöen vsn «rspreid^ns oo aangreniaoa fwrcael(iuiMlïoel ilaioul op(iervlaWewaTer)o(gro(ilschalöBloepaiBioa van tiet maeriaaL
1 Grond
Watart>odem
JoaBltw an^hf»Brasmi^tBn grond- en watert)odeptmonstère, in},u.v. partt(kfturinqep| M «ir^na Slaalscoranl 68, 8-4-2009 (Allo jarTullaï n :ng-Vg m Voor loeit ntfig op gefiamoer*! grenswaarden, z» hal Normen 1 ALconlraJ rapport nr
e ALconlrol20'310'
- wg siofgenaliB • lutumgenalta
Waterbodem
Interventlawaarde / TuMenwa.rde 4)
Ontvttipand RBK.lab..li
RBK.t»>»M
RBK.tal>ali
RBK. tabal I Grond
rrgfligdi
MolïMMO [Mo] Zr* [Zr,]
SsiWJjalPVBaii aeaio(li Jluorantneen
«9^3 at n-gikgas rr^Vaai mfl/igd. TOftaai m^ligai ms-iiBai n.
-rB/Vgdi rT-Hg.(l
ma/kam
Conclusie voor het hele m o n s t e r
Ajimai
KlonaoorM
0 a
Grond. Ioep4ung op Lghabottafii WAartedeirt. omvdnae'id^HpaMrTa onaar «atar WilaDoaam, tospaung op Undbi^ani
Is
0
Ooraefll
r«a«uian
>AW
iEr
2 0 0
3 2
1) ToesjMB™ DwrKliriatiaen AW gsUan voor aU «uaim, owraehrïdnge 11 uegastsan uoor de onivangoTa» bo 21 Beinn ha aanulsa^nwien«Tappwi m» oan AchistarontJ-aaioa 3j Toapassina '^'^^ Cele*em- nist loepasbaar. «i -luuanwwiW- loaS anJfftieBrt in NEN S740. • BeliBi» >A1« (af ge*! AW vaahjeBBBl, maar wel ' AS3000 rsopodagea™' # «mcoeda mwJortJaeg'eni, aeen condlusw mogHjk •aaae wöoei aar W o(fleAS3000 rapDonaae grens. twlan 9t«l eon oefïu» waarfl» van UBirr = 25% en wganHcliB tio( = ,0 nödeoodaldezBooli ï-Mrwo-rooetiin. Een qverKhrilding vo or PCB gelden mor DegestafW AW nBI* a-aarde geldt a"een «jor lilüise» «aartjj duds^k jaliUiailan vin uarvwiing op aangiar
AW
;Bw(jiilen n da Mkjrtt nW
Witatb
.eodonuB UK B s\Bies iStan-P loiBB-*
-ow«njD|lftV»P''Ba»0pl0AMUEH«'t0l[(960UI8(sni=UtOU08n-k"»'
^ ^
jieyaeiunmi -
Opdracht Plaats Project > i
<
X U
UI
S
O 2 O K U
M
O
S
Bijlage E Situatietekening
H;\prcijecten\2013\1300731 - Markelo - Bodemonderzoek aan de Bovenbergweg 4\S-1300731,dwg, 12-06-13 13:13:43, cs, A3.1:1
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Bijlage 5 Akoestisch onderzoek
vastgesteld
145
INHOUDSOPGAVE 1 2
3
INLEIDING WETTELIJK KADER
3 4
2.1
Gemeentelijk geluidbeleid
4
2.2
Wegverkeerslawaai
5
UITGANGSPUNTEN EN RESULTATEN
6
3.1
4
5
Deelconclusie geluidbelastingen en geluidklassen
8
VERZOEK TOT VASTSTELLING HOGERE GRENSWAARDEN
9
4.1
Bronmaatregelen
9
4.2
Overdrachtsmaatregelen
9
4.3
Verzoek hogere waarden
10
CONCLUSIES
11
Bijlagen Bijlage 1: Situering plangebied Bijlage 2: Invoergegevens rekenmodel Bijlage 3: Resultaten Bijlage 4: Hogere waarden
datum
10 januari 2014
referentie
KLG/009/13.1625
pagina
2 van 15
1
INLEIDING In opdracht van de gemeente Hof van Twente heeft Aveco de Bondt bv een onderzoek uitgevoerd naar het wegverkeerslawaai voor de toekomstige woonfunctie gelegen aan de Bovenbergweg 4 te Markelo. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van een planologische procedure. De huidige schuur zal een transformatie (bestemmingswijziging) ondergaan tot woning. Op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) dient een akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd naar de te verwachten geluidbelastingen ten gevolge van het wegverkeerslawaai op de gevels van de toekomstige woning. In bijlage 1 is de situering weergegeven. De toekomstige woning is gesitueerd binnen de geluidzone van de Bovenbergweg en de Kemperweg (beide 60 km/uur). Derhalve dienen de geluidbelastingen getoetst te worden aan de Wet geluidhinder. Daarnaast dient er getoetst te worden aan het gemeentelijk geluidbeleid van de gemeente Hof van Twente.
datum
10 januari 2014
referentie
KLG/009/13.1625
pagina
3 van 15
2
WETTELIJK KADER
2.1
GEMEENTELIJK GELUIDBELEID De gemeente Hof van Twente heeft een gemeentelijk geluidbeleid opgesteld waarin verschillende uitgangspunten en criteria zijn opgenomen waaraan voldaan dient te worden bij de realisatie van nieuwe geluidgevoelige bestemmingen. In de Nota gemeentelijk geluidbeleid Hof van Twente 2013-2020 zijn voor 7 verschillende gebiedstypen de wettelijke voorkeurswaarde en de gemeentelijke ambitiewaarde opgenomen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende geluidklassen en gebiedstypen. De gebiedstyperingen zijn onderverdeeld in de hoofdgroepen “Natuur- en extensiveringsgebieden”, “Verweving- en landbouwontwikkelingsgebieden”, “Buurten”, “Centra”, “Linten”, “Woonwijken” en “Bedrijven en gezoneerde industrieterreinen”. Voor het onderhavig onderzoek is, conform de reconstructiezonering, de gebiedstypering “Verweving- en landbouwontwikkelingsgebieden” van toepassing. De gemeentelijke ambitiewaarde en de wettelijke voorkeurswaarde die hierbij worden gekwalificeerd zijn respectievelijk “rustig” en “redelijk rustig”. De geluidklassen variëren van “zeer rustig” tot “zeer lawaaiig”. Per geluidklasse is een range met geluidbelastingen gekoppeld, bijv. van 44 t/m 48 dB wordt als “redelijk rustig” gekwalificeerd met betrekking tot het optredende wegverkeerslawaai (zie tabel 2.1). Tabel 2.1: Geluidsklassen en ambitiewaarden.
Geluidklasse +2
Zeer rustig
Ambitiewaarde [dB] ≤ 38
+1
Rustig
39 t/m 43
+/-
Redelijk rustig
44 t/m 48
-1
Onrustig
49 t/m 53
-2
Zeer onrustig
54 t/m 58
-3
Lawaaiig
59 t/m 63
-4
Zeer lawaaiig
≥ 64
Betreft de gemeentelijke ambitie. Betreft de wettelijke voorkeurswaarde.
Indien de ambitiewaarde wordt overschreden, dient onderzoek te worden gedaan naar bron- en overdrachtsmaatregelen en/of maatregelen bij de ontvanger (gevelisolatie). Op basis van een goede onderbouwing en motivatie kunnen Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hof van Twente een afweging maken om hogere waarden te verlenen. De maximaal toelaatbare geluidbelasting voor een te herbestemmen schuur tot woning buiten de bebouwde kom bedraagt conform de Beleidsregel Hogere Grenswaarde 53 dB (inclusief aftrek ex artikel 110g Wgh).
datum
10 januari 2014
referentie
KLG/009/13.1625
pagina
4 van 15
2.2
WEGVERKEERSLAWAAI In de Wet geluidhinder wordt beschreven dat alle wegen een zone hebben, uitgezonderd een aantal situaties waaronder wegen met een maximum snelheid van 30 km/uur. De zone is een gebied waarbinnen een nader akoestisch onderzoek verplicht is. De breedte van de zone, aan weerszijde van de weg, is afhankelijk van het aantal rijstroken en de aard van de omgeving (binnenstedelijk of buitenstedelijk). In tabel 2.1 worden de zonebreedten weergegeven. Tabel 2.1: Zonebreedten. zonebreedten [m¹] Aantal rijstroken
binnenstedelijk
buitenstedelijk
1 of 2
200
250
3 of 4
350
400
5 of meer
350
600
De Bovenbergweg en de Kemperweg hebben beide 1 rijstrook en zijn buitenstedelijk gelegen. De zone bedraagt derhalve 250 meter. De toekomstige woning dient getoetst te worden aan de maximale ontheffingswaarde voor buitenstedelijk gebied. In de Wet geluidhinder (Wgh) worden eisen gesteld aan de toelaatbare geluidbelasting op de gevels van nog niet geprojecteerde woningen langs een bestaande weg binnen en buiten de bebouwde kom. Overeenkomstig artikel 82, lid 1 van de Wgh is de voor woningen binnen een zone ten hoogste toelaatbare geluidbelasting van de gevel, vanwege de weg, 48 dB, de zogenaamde “voorkeursgrenswaarde”. Indien niet aan de voorkeursgrenswaarde kan worden voldaan, kunnen Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hof van Twente op basis van het Besluit geluidhinder een hogere toelaatbare waarde vaststellen. De maximaal te verlenen ontheffingswaarde voor een nieuw te bouwen woning in buitenstedelijk gebied bedraagt 53 dB. Uitgangspunt voor het vaststellen van een hogere waarde is dat maatregelen, gericht op het terugbrengen van de te verwachten geluidbelasting van de gevel, ten gevolge van de weg, tot 48 dB onvoldoende doeltreffend zijn dan wel overwegende bezwaren ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard. Op grond van de verwachting dat de geluidproductie van motorvoertuigen in de toekomst zal afnemen, mogen de berekende geluidbelastingen op de gevels worden gereduceerd met 2 dB bij wegen met een toegestane rijsnelheid van 70 km/h en hoger en met 5 dB bij wegen met een rijsnelheid van lager dan 70 km/h. Voor de bepaling van de geluidwering van de gevels mogen voorgenoemde reducties niet worden toegepast.
datum
10 januari 2014
referentie
KLG/009/13.1625
pagina
5 van 15
3
UITGANGSPUNTEN EN RESULTATEN De overdrachtsberekeningen voor de verschillende wegen zijn uitgevoerd overeenkomstig Standaard Rekenmethode 2 van het Reken- en Meetvoorschrift geluidhinder 2012. De berekeningen zijn verricht met het softwareprogramma GeoMilieu V2.30. De gehanteerde verkeersgegevens voor de berekening van de geluidbelastingen zijn op basis van schatting door de gemeente Hof van Twente aangeleverd. De dag,- avond- en nachtuurpercentages zijn onbekend. Derhalve is hiervoor een aanname gedaan. De verkeersgegevens van de relevante wegen zijn geprognosticeerd voor het peiljaar 2024 met een autonome groei van 1% per jaar. In tabel 3.1 zijn de gehanteerde verkeersgegevens gegeven. Tabel 3.1: Gehanteerde verkeersgegevens peiljaar 2023. Wegen
Etmaal
Periode
Uurintensiteit
Lichte
Middelzware
Zware
[%]
mvt [%]
mvt [%]
mvt [%]
intensiteit
Bovenbergweg
Kemperweg
505
505
dag
7,10
88,00
8,00
4,00
avond
1,90
88,00
8,00
4,00
nacht
0,90
88,00
8,00
4,00
dag
7,10
88,00
8,00
4,00
avond
1,90
88,00
8,00
4,00
nacht
0,90
88,00
8,00
4,00
In tabel 3.2 wordt per weg aangegeven waar de wegdekverharding uit bestaat en wat de maximale snelheid bedraagt. Tabel 3.2: Gehanteerde verkeergegevens Wegen
Type wegdekverharding
Maximaal toegestane rijsnelheid
Bovenbergweg
dab 0/16 (referentiewegdek)
60 km/h
Kemperweg
dab 0/16 (referentiewegdek)
60 km/h
De geluidbelastingen zijn berekend op de gevels van de toekomstige woning op 1,5 en 4,5 meter hoogte boven maaiveld. De bodemfactor bedraagt, buiten de ingevoerde bodemgebieden, 1,0 [-] (akoestisch zacht bodemgebied).
datum
10 januari 2014
referentie
KLG/009/13.1625
pagina
6 van 15
In onderstaande tabellen zijn de geluidbelastingen gegeven afkomstig van de Bovenbergweg en de Kemperweg (beide 60 km/uur). De uitgebreide rekenresultaten ten gevolge van deze wegen worden in bijlage 3 gegeven. De invoergegevens en objecten van het rekenmodel worden in bijlage 2 weergegeven. Tabel 3.3: Geluidbelastingen t.g.v. de Bovenbergweg (incl. aftrek 5 dB ex art. 110g Wgh).
Beoordelingspunten
Geluidbelasting Lden [dB] Beoordelingshoogte = 1,5 m
Beoordelingshoogte = 4,5 m
01
Voorgevel
56
55
02
Voorgevel
56
54
03
Linkergevel
49
49
04
Linkergevel
45
46
05
Linkergevel
42
43
06
Achtergevel
< 10
< 10
07
Achtergevel
< 10
< 10
08
Rechtergevel
43
43
09
Rechtergevel
45
46
10
Rechtergevel
49
49
Overschrijding van de voorkeursgrenswaarde van 48 dB.
Uit tabel 3.3 blijkt dat ten gevolge van de Bovenbergweg de voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt overschreden. De hoogste overschrijding bedraagt 8 dB. Derhalve dienen hogere grenswaarden aangevraagd te worden. Daarnaast wordt op de voorgevel de maximaal toelaatbare geluidbelasting van 53 dB overschreden. Tabel 3.4: Geluidbelastingen t.g.v. de Kemperweg (incl. aftrek 5 dB ex art. 110g Wgh).
Beoordelingspunten
Geluidbelasting Lden [dB] Beoordelingshoogte = 1,5 m
Beoordelingshoogte = 4,5 m
01
Voorgevel
24
25
02
Voorgevel
26
27
03
Linkergevel
26
28
04
Linkergevel
24
27
05
Linkergevel
23
27
06
Achtergevel
< 10
15
07
Achtergevel
< 10
16
08
Rechtergevel
< 10
< 10
09
Rechtergevel
< 10
< 10
10
Rechtergevel
< 10
< 10
Uit tabel 3.4 blijkt dat ten gevolge van de Kemperweg de hoogste geluidbelasting 28 dB bedraagt. Hiermee wordt op alle beoordelingspunten voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB.
datum
10 januari 2014
referentie
KLG/009/13.1625
pagina
7 van 15
Voor het bepalen van de geluidwerende voorzieningen dient uitgegaan te worden van de gecumuleerde geluidbelastingen exclusief aftrek ex artikel 110g Wgh. Het Bouwbesluit gaat ervan uit dat een ‘normale’ gevel een geluidwering heeft van tenminste 20 dB(A). Met als uitgangspunt genomen dat het maximaal toelaatbare binnenniveau 33 dB bedraagt en een ‘normale’ gevel 20 dB geluid weert, is daarmee de ondergrens bepaald van 20+33 = 53 dB. In tabel 3.5 is de gecumuleerde geluidbelasting gegeven ten gevolge van het wegverkeerslawaai van beide wegen. Tabel 3.5: Gecumuleerde geluidbelasting (excl. aftrek ex artikel 110g Wgh).
Beoordelingspunten
Geluidbelasting Lden [dB] Beoordelingshoogte = 1,5 m
Beoordelingshoogte = 4,5 m
01
Voorgevel
61
60
02
Voorgevel
61
60
03
Linkergevel
54
54
04
Linkergevel
50
51
05
Linkergevel
47
48
06
Achtergevel
11
20
07
Achtergevel
12
21
08
Rechtergevel
48
48
09
Rechtergevel
50
51
10
Rechtergevel
54
54
Geluidbelasting hoger dan de ondergrens van 53 dB.
Uit tabel 3.5 blijkt dat de hoogste gecumuleerde geluidbelasting 61 dB bedraagt ter plaatse van de voorgevel van de toekomstige woonbestemming. Er dient derhalve een onderzoek te worden uitgevoerd naar de geluidwerende voorzieningen. De uitgebreide resultaten van de gecumuleerde geluidbelastingen zijn weergegeven in bijlage 3.
3.1
DEELCONCLUSIE GELUIDBELASTINGEN EN GELUIDKLASSEN
Ten gevolge van de Bovenbergweg wordt de voorkeursgrenswaarde en de maximaal toelaatbare geluidbelasting overschreden. Derhalve is het realiseren van de toekomstige woonbestemming niet mogelijk. Om dit knelpunt op te heffen dient gedacht te worden aan het toepassen van een dove- of blinde gevel. Tevens kan met de indeling van het gebouw winst behaald worden door ter plaatse van deze hoge geluidbelastingen géén geluidgevoelige ruimten te realiseren (bijv. berging, trappenhuis of een andere verkeersruimte). Geluidklassen Met betrekking tot de geluidklassen conform het gemeentelijk geluidbeleid kan gesteld worden dat voor de Bovenbergweg geluidklasse “-2 zeer onrustig” van toepassing is. Voor de Kemperweg is geluidklasse “+2 zeer rustig” van toepassing. Aangezien de beleidsregel hogere waarden ten tijde van het onderzoek nog niet volledig is, conform opgave van de gemeente, kan een nadere kwalificatie van de geluidklassen niet worden gegeven.
datum
10 januari 2014
referentie
KLG/009/13.1625
pagina
8 van 15
4
VERZOEK TOT VASTSTELLING HOGERE GRENSWAARDEN In situaties waar een nieuw te bouwen woning een geluidbelasting ondervindt boven de voorkeursgrenswaarde, dient allereerst onderzocht te worden of deze geluidbelasting gereduceerd kan worden door het treffen van maatregelen aan de bron of in het overdrachtsgebied.
4.1
BRONMAATREGELEN
Voor de onderhavige situatie wordt ten gevolge van de Bovenbergweg op de linker-, voor- en rechtergevel van de woning de ambitiewaarde en de wettelijke voorkeursgrenswaarde overschreden, waardoor gekeken dient te worden naar mogelijkheden met betrekking tot bronen overdrachtsmaatregelen. Geluidreducerend wegdek Door het toepassen van geluidreducerend wegdek kan een lagere geluidbelasting op de gevels van de woningen bereikt worden. Bij het toepassen van een geluidreducerend wegdek, type dunne deklagen B, wordt een geluidreductie gehaald van 3 dB op het meest maatgevende beoordelingspunt. Het gewenste effect, om de geluidbelasting te reduceren naar 48 dB, wordt hiermee niet behaald. Daarnaast wegen de kosten van het toepassen van een dergelijk wegdek niet op tegen de realisatie van slechts 1 woning. Op basis van bovenstaande kan worden geconcludeerd dat het treffen van een bronmaatregel niet doeltreffend is en tevens zal stuiten op bezwaren van financiële aard.
4.2
OVERDRACHTSMAATREGELEN
Maatregelen in de overdracht betreffen het vergroten van de afstand tussen bron en ontvanger of het plaatsen van een geluidscherm of –wal. Afstand vergroten tussen bron en ontvanger De afstand tussen de te transformeren schuur en de Bovenbergweg bedraagt 3 meter. Aangezien het in deze situatie gaat om het transformeren van een bestaande schuur, kan deze afstand niet vergroot worden om aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB te voldoen. Geluidscherm of geluidwal De geluidreductie ten gevolge van een geluidscherm of –wal is het meest effectief wanneer deze dicht bij de bron geplaatst wordt. De ruimtelijke inpasbaarheid kan hierbij een probleem zijn en de ruimtelijke kwaliteit kan hierdoor worden aangetast. Een dergelijk scherm langs de Bovenbergweg zal uit stedenbouwkundig en landschappelijk oogpunt derhalve niet wenselijk en realiseerbaar zijn.
datum
10 januari 2014
referentie
KLG/009/13.1625
pagina
9 van 15
Op basis van voorgaande kan worden geconcludeerd dat het nemen van maatregelen in de overdracht in dit geval zal stuiten op stedenbouwkundige, landschappelijke en financiële bezwaren. Er dient derhalve een onderzoek te worden uitgevoerd naar het treffen van maatregelen bij de ontvanger.
4.3
VERZOEK HOGERE WAARDEN Op basis van bovenstaande aspecten worden Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hof van Twente verzocht een hogere grenswaarde vast te stellen ten gevolge van de optredende geluidbelastingen vanwege de Bovenbergweg. In bijlage 4 is weergegeven waar de geluidbelasting hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en waarvoor derhalve een verzoek tot verlenen van een hogere grenswaarde ingediend dient te worden.
datum
10 januari 2014
referentie
KLG/009/13.1625
pagina
10 van 15
5
CONCLUSIES Aveco de Bondt bv heeft een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar het wegverkeerslawaai voor de realisatie van de toekomstige woonbestemming aan de Bovenbergweg 4 te Markelo. Op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) is een akoestisch onderzoek verricht naar de te verwachten geluidbelastingen ten gevolge van het wegverkeerslawaai op de gevel van de toekomstige woonbestemming. Op basis van onderhavig onderzoek kunnen de volgende conclusies worden gegeven:
Ten gevolge van de Bovenbergweg bedraagt de hoogste geluidbelasting 56 dB (incl. aftrek 5 dB ex artikel 110g Wgh). De hoogste overschrijding bedraagt 8 dB. Derhalve dienen hogere grenswaarden aangevraagd te worden. Op de voorgevel wordt de maximaal toelaatbare geluidbelasting van 53 dB overschreden. Derhalve is het realiseren van de toekomstige woonbestemming niet mogelijk. Om dit knelpunt op te heffen dient gedacht te worden aan het toepassen van een dove- of blinde gevel. Tevens kan met de indeling van het gebouw winst behaald worden door ter plaatse van deze hoge geluidbelastingen géén geluidgevoelige ruimten te realiseren (bijv. berging, trappenhuis of een andere verkeersruimte);
Ten gevolge van de Kemperweg bedraagt de hoogste geluidbelasting 28 dB (incl. aftrek 5 dB ex artikel 110g Wgh). Hiermee wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB;
Op basis van onderhavig onderzoek kan geconcludeerd worden dat de gehele achtergevel en geveldelen van de linker- en rechtergevel geluidluw zijn. Een geluidluwe gevel is een gevel met een geluidbelasting die lager is dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. De aanwezigheid van geluidluwe gevels draagt bij aan een goed woon- en leefklimaat;
De gecumuleerde geluidbelasting (Lcum) bedraagt ten hoogste 61 dB exclusief aftrek ex artikel 110g Wgh. Geluidwerende voorzieningen dienen derhalve bepaald te worden om aan het maximaal toelaatbare binnenniveau van 33 dB te kunnen voldoen.
datum
10 januari 2014
referentie
KLG/009/13.1625
pagina
11 van 15
Bijlage 1:
datum
10 januari 2014
Situering plangebied
referentie
KLG/009/13.1625
pagina
12 van 15
Te transformeren schuur
Bijlage 2:
datum
10 januari 2014
Invoergegevens rekenmodel
referentie
KLG/009/13.1625
pagina
13 van 15
02
Bovenbergweg 4 te Markelo Invoergegevens bodemgebieden Model: Groep:
Eerste model - Wegverkeerslawaai (hoofdgroep) Lijst van Bodemgebieden, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012
Naam Omschr. 01 02 03 04 05
13.1625 Bijlage 2
Bf
Bovenbergweg 0,00 Kemperweg 0,00 Plangebied Bovenbergweg 4 0,00 Bovenbergweg 2 0,00 Bovenbergweg 4 0,00
Geomilieu V2.30
9-1-2014 9:44:36
Bovenbergweg 4 te Markelo Invoergegevens gebouwen Model: Groep:
13.1625 Bijlage 2
Eerste model - Wegverkeerslawaai (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012
Naam Omschr.
Hoogte Maaiveld Hdef.
Cp Zwevend Refl. 63 Refl. 125 Refl. 250 Refl. 500 Refl. 1k Refl. 2k Refl. 4k Refl. 8k
01 02 03 04 05
Toekomstige woning Schuur Bovenbergweg Schuur Bovenbergweg Schuur Bovenbergweg Schuur Bovenbergweg
4 4 4 4
9,00 5,00 6,00 4,00 4,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
06 07 08 09 10
Schuur Bovenbergweg 4 Bovenbergweg 4 Bovenbergweg 6 Bovenbergweg 6 Bovenbergweg 2
5,00 9,00 9,00 10,00 9,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
11 12 13
Schuur Bovenbergweg 2 Schuur Bovenbergweg 2 Schuur Bovenbergweg 2
5,00 5,00 5,00
0,00 Relatief 0 dB 0,00 Relatief 0 dB 0,00 Relatief 0 dB
False False False
0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80
Geomilieu V2.30
9-1-2014 9:47:30
Bovenbergweg 4 te Markelo Invoergegevens wegen Model: Groep:
Eerste model - Wegverkeerslawaai (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012
Naam Omschr. 01 02
13.1625 Bijlage 2
Hdef.
Bovenbergweg Relatief Kemperweg Relatief
Geomilieu V2.30
Hbron Wegdek V(LV(D)) V(LV(A)) V(LV(N)) V(MV(D)) V(MV(A)) V(MV(N)) V(ZV(D)) V(ZV(A)) V(ZV(N)) Totaal aantal %Int(D) 0,75 W0 0,75 W0
60 60
60 60
60 60
60 60
60 60
60 60
60 60
60 60
60 60
505,00 505,00
7,10 7,10
9-1-2014 9:51:32
Bovenbergweg 4 te Markelo Invoergegevens wegen Model: Groep:
13.1625 Bijlage 2
Eerste model - Wegverkeerslawaai (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012
Naam %Int(A) %Int(N) %LV(D) %LV(A) %LV(N) %MV(D) %MV(A) %MV(N) %ZV(D) %ZV(A) %ZV(N) 01 02
1,90 1,90
Geomilieu V2.30
0,90 0,90
88,00 88,00
88,00 88,00
88,00 88,00
8,00 8,00
8,00 8,00
8,00 8,00
4,00 4,00
4,00 4,00
4,00 4,00
9-1-2014 9:51:32
Bovenbergweg 4 te Markelo Invoergegevens beoordelingspunten Model: Groep:
13.1625 Bijlage 2
Eerste model - Wegverkeerslawaai (hoofdgroep) Lijst van Rekenpunten, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012
Naam Omschr.
Maaiveld Hdef.
Hoogte A Hoogte B Hoogte C Hoogte D Hoogte E Hoogte F Gevel
01 02 03 04 05
Voorgevel Voorgevel Linkergevel Linkergevel Linkergevel
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
1,50 1,50 1,50 1,50 1,50
4,50 4,50 4,50 4,50 4,50
------
------
------
------
Ja Ja Ja Ja Ja
06 07 08 09 10
Achtergevel Achtergevel Rechtergevel Rechtergevel Rechtergevel
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
1,50 1,50 1,50 1,50 1,50
4,50 4,50 4,50 4,50 4,50
------
------
------
------
Ja Ja Ja Ja Ja
Geomilieu V2.30
9-1-2014 9:52:15
Bijlage 3:
datum
10 januari 2014
Resultaten
referentie
KLG/009/13.1625
pagina
14 van 15
Bovenbergweg 4 te Markelo Resultaten Bovenbergweg (incl. aftrek 5 dB ex artikel 110g Wgh) Rapport: Model: Groep: Groepsreductie:
13.1625 Bijlage 3
Resultatentabel Eerste model - Wegverkeerslawaai LAeq totaalresultaten voor toetspunten Bovenbergweg Ja
Naam Toetspunt Omschrijving Hoogte Lden 01_A 01_B 02_A 02_B 03_A
Voorgevel Voorgevel Voorgevel Voorgevel Linkergevel
1,50 4,50 1,50 4,50 1,50
56,4 54,6 55,9 54,4 48,9
03_B 04_A 04_B 05_A 05_B
Linkergevel Linkergevel Linkergevel Linkergevel Linkergevel
4,50 1,50 4,50 1,50 4,50
48,7 45,3 45,6 42,0 42,6
06_A 06_B 07_A 07_B 08_A
Achtergevel Achtergevel Achtergevel Achtergevel Rechtergevel
1,50 4,50 1,50 4,50 1,50
----42,7
08_B 09_A 09_B 10_A 10_B
Rechtergevel Rechtergevel Rechtergevel Rechtergevel Rechtergevel
4,50 1,50 4,50 1,50 4,50
43,4 45,4 45,7 49,4 49,0
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V2.30
9-1-2014 10:05:05
Bovenbergweg 4 te Markelo Resultaten Kemperweg (incl. aftrek 5 dB ex artikel 110g Wgh) Rapport: Model: Groep: Groepsreductie:
13.1625 Bijlage 3
Resultatentabel Eerste model - Wegverkeerslawaai LAeq totaalresultaten voor toetspunten Kemperweg Ja
Naam Toetspunt Omschrijving Hoogte Lden 01_A 01_B 02_A 02_B 03_A
Voorgevel Voorgevel Voorgevel Voorgevel Linkergevel
1,50 4,50 1,50 4,50 1,50
24,0 25,1 25,5 27,0 26,4
03_B 04_A 04_B 05_A 05_B
Linkergevel Linkergevel Linkergevel Linkergevel Linkergevel
4,50 1,50 4,50 1,50 4,50
28,5 24,1 26,9 23,3 26,8
06_A 06_B 07_A 07_B 08_A
Achtergevel Achtergevel Achtergevel Achtergevel Rechtergevel
1,50 4,50 1,50 4,50 1,50
6,0 15,1 7,0 15,6 2,1
08_B 09_A 09_B 10_A 10_B
Rechtergevel Rechtergevel Rechtergevel Rechtergevel Rechtergevel
4,50 1,50 4,50 1,50 4,50
5,1 2,6 5,7 4,5 7,5
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V2.30
9-1-2014 10:06:33
Bovenbergweg 4 te Markelo Resultaten gecumuleerde geluidbelasting (excl. aftrek ex artikel 110g Wgh) Rapport: Model: Groep: Groepsreductie:
13.1625 Bijlage 3
Resultatentabel Eerste model - Wegverkeerslawaai LAeq totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep) Nee
Naam Toetspunt Omschrijving Hoogte Lden 01_A 01_B 02_A 02_B 03_A
Voorgevel Voorgevel Voorgevel Voorgevel Linkergevel
1,50 4,50 1,50 4,50 1,50
61,4 59,6 60,9 59,4 53,9
03_B 04_A 04_B 05_A 05_B
Linkergevel Linkergevel Linkergevel Linkergevel Linkergevel
4,50 1,50 4,50 1,50 4,50
53,8 50,3 50,6 47,0 47,7
06_A 06_B 07_A 07_B 08_A
Achtergevel Achtergevel Achtergevel Achtergevel Rechtergevel
1,50 4,50 1,50 4,50 1,50
11,0 20,1 12,0 20,6 47,7
08_B 09_A 09_B 10_A 10_B
Rechtergevel Rechtergevel Rechtergevel Rechtergevel Rechtergevel
4,50 1,50 4,50 1,50 4,50
48,4 50,4 50,7 54,4 54,0
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V2.30
9-1-2014 10:07:09
Bijlage 4:
datum
10 januari 2014
Hogere waarden
referentie
KLG/009/13.1625
pagina
15 van 15
Projectnummer 13.1625 Bijlage 4
Bovenbergweg 4 te Markelo
Hogere waarden wegverkeerslawaai Bovenbergweg
Naam
Omschrijving
Hoogte (m)
Lden
01_A 01_B 02_A 02_B 03_A 03_B 04_A 04_B 05_A 05_B 06_A 06_B 07_A 07_B 08_A 08_B 09_A 09_B 10_A 10_B
Voorgevel Voorgevel Voorgevel Voorgevel Linkergevel Linkergevel Linkergevel Linkergevel Linkergevel Linkergevel Achtergevel Achtergevel Achtergevel Achtergevel Rechtergevel Rechtergevel Rechtergevel Rechtergevel Rechtergevel Rechtergevel
1,5 4,5 1,5 4,5 1,5 4,5 1,5 4,5 1,5 4,5 1,5 4,5 1,5 4,5 1,5 4,5 1,5 4,5 1,5 4,5
56,4 54,6 55,9 54,4 48,9 48,7 45,3 45,6 42,0 42,6 < 10 < 10 < 10 < 10 42,7 43,4 45,4 45,7 49,4 49,0
> 48,5
Aveco de Bondt
Overschrijding maximaal toelaatbare geluidbelasting Hogere waarde
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Bijlage 6 Flora en fauna onderzoek
vastgesteld
175
Flora- en faunaquickscan aan de Bovenbergweg 4 te Markelo
In opdracht van: R.J.W. Nijenhuis
1 oktober 2012 J.P.M. Hovens en G. Lenstra
Munaconsult Tegelseweg 3 5951 GKBelfeld Tel: 077-4642999 www.faunaconsult.nl
Inhoud 1 Inleiding 2 Beleidskader 2.1 Mleiding 2.2 Flora- en faunawet 2.3 Natuurbeschermingswet 1998 3 Werkwijze 3.1 Beschrijving van het plangebied 3.2 Veldinventarisatie 4 Resultaten inventarisatie 4.1 Resultaten beleidsinventarisatie 4.2 Resultaten veldinventarisatie 5 Effecten van de voorgenomen ingreep 5.1 De ingreep 5.2 Effecten op algemene beschermde soorten in het plangebied 5.3 Effecten op algemene vogels 5.4 Effecten op de steenuil 5.5 Effecten op de EHS, Natura 2000 gebied en Beschermd Natuurmonument 6 Consequenties vanuit de wet- en regelgeving 6.1 Flora- en faunawet 6.2 Overige regelgeving Literatuur
2 3 3 3 4 6 6 6 8 8 11 14 14 14 14 14 14 15 15 15 16
1
1
Inleiding
Onderzoeksvragen R.J.W. Nijenhuis heeft via KHma Wonen aan Faunaconsult opdracht gegeven een flora- en faunaonderzoek uit te voeren aan de Bovenbergweg 4 te Markelo. Op deze locatie staat een karakteristieke schuur die in gebruik zal worden genomen als woonruimte. Daarnaast zijn er een schuurtje en een mestsilo die worden gesloopt en zullen enkele exotische bomen en struiken worden vervangen voor inlandse soorten. Faunaconsult is gevraagd het volgende aan te geven: - welke beschermde dieren en planten komen voor in het plangebied welke effecten heeft de voorgenomen ingreep kunnen negatieve effecten zoveel mogelijk worden gemitigeerd (verzacht) - welke eventuele gevolgen zijn er met betrekking tot de Vogel- en Habitatrichtlijn, de Natuurbeschermingswet en de EHS en op welke wijze kxmnen die worden gecompenseerd. Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt een beschrijving gegeven van het huidige beleidskader en van de Flora- en faunawet. Hoofdstuk 3 beschrijft het plangebied en de werkwijze van de inventarisaties van de natuurwaarden. In hoofdstuk 4 worden de resultaten van de beleids- en veldinventarisaties weergegeven en in hoofdstuk 5 de effecten van de voorgenomen ingreep op de aanwezige natuurwaarden. Hoofdstuk 6 behandelt de consequenties van wet- en regelgeving.
2
2
Beleidskader
2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op het natuurbeleid van de diverse overheden, dat van belang is bij de voorgenomen herinrichting van het plangebied. Het natuur- en soortenbeleid is in Nederland geregeld in de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Hiermee wordt onder andere invulling gegeven aan de Europese wet- en regelgeving, zoals de Vogel- en Habitatrichtlijn. 2.2 Flora- en faunawet De Flora- en faunawet (Stb. 1998, 402) is op 1 april 2002 in werking is getreden. Deze wet bimdelt onder meer de bepalingen over soortenbescherming die voorheen in verschillende wetten waren opgenomen, namelijk de Vogelwet 1936, de Jachtwet, (de oude) Natuurbeschermingswet, de Nuttige Dierenwet 1914 en de Wet bedreigde uitheemse dier- en plantensoorten. De Flora- en faunawet richt zich op de bescherming van circa 500 plant- en diersoorten. Het gaat hierbij om alle inheemse zoogdieren (uitgezonderd bruine rat, zwarte rat en huismuis), alle inheemse vogelsoorten, alle amfibieën en reptielen, een aantal vissen en enkele bij AMvB (Stb. 523, 2000) speciaal aangewezen plant- en diersoorten. Uitgangspunt van de wet is het 'nee, tenzij'- beginsel. Slechts voor een beperkt aantal handelingen kan op basis van artikel 75 van de Flora- en faunawet ontheffing worden verleend van de verboden uit artikel 8 t/m 11 van de wet (voor zover hiervoor niet reeds op basis van een ander artikel vrijstelling of ontheffing kan worden verleend). Voorwaarde daarbij is dat met de voorgenomen activiteit geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort. Kort gezegd worden de onder de Flora- en faunawet beschermde plant- en diersoorten in drie categorieën opgedeeld, met elk een ander regime wat betreft ontheffingen: • algemene soorten (FF 1); • overige soorten (FF2); • streng beschermde soorten (FF3). De categorie 'algemene soorten' -zoals mol en konijn - is voor de meeste activiteiten vrijgesteld voor een ontheffingsaanvraag. De categorie 'overige soorten' is eveneens voor de meeste activiteiten vrijgesteld voor een ontheffingsaanvraag, mits die activiteiten worden uitgevoerd op basis van een door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) goedgekeurde gedragscode. In zo'n code geeft een sector zelf aan welke gedragslijnen men volgt om het schaden van beschermde soorten zo veel mogelijk te voorkomen, bijvoorbeeld: altijd eerst inventariseren waar de soorten precies voorkomen en daar met de werkzaamheden rekening mee houden, bijvoorbeeld door een hol af te schermen of de standplaats van planten aan te geven. Voor ingrepen waarvoor geen goedgekeiurde gedragscode bestaat, moet ten aanzien van verblijplaatsen van beschermde soorten uit de categorie 'overige soorten', een ontheffing worden aangevraagd. Daarbij kan worden volstaan met een zogenaamde lichte toetsing. Dat houdt in dat de voorgenomen maatregelen 'geen aftjreuk doen aan gunstige staat van instandhouding van de soort'. De categorie 'streng beschermde soorten' omvat de soorten die worden genoemd in bijlage 4 van de Habitatrichtlijn of bijlage 1 van A M v B artikel 75 van de Flora- en faunawet. Voor de categorie 'streng beschermde soorten' wordt slechts in een beperkt aantal situaties een vrijstelling verieend. Voor bijlage l soorten wordt getoetst aan de volgende drie criteria (Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, 2010): 1) er wordt geen afljreuk gedaan aan de gimstige staat van instandhouding van de soort 2) er is geen goed alternatief 3) de activiteit past binnen een van de hierna genoemde belangen: • Onderzoek en onderwijs; • Repopulatie en herintroductie;
3
• • • • • • • • •
Bescherming van flora en fauna; VeiUgheid van het luchtverkeer; Volksgezondheid of openbare veiligheid; Dwingende redenen van openbaar belang; Voorkomen van ernstige schade aan vormen van eigendom Belangrijke overlast veroorzaakt door dieren; Uitvoering van werkzaamheden in het kader van bestendig beheer en onderhoud in de landbouw en bosbouw; Bestendig gebruik; Uitvoering in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling.
Deze drie criteria vormen de zg. uitgebreide toets en aan alle drie moet worden voldaan. Als het gaat om een ontheffingsaanvraag in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling en het gaat om streng beschermde soorten en/of vogels, dan wordt extra getoetst op een vierde criterium: 4) de werkzaamheden moeten zodanig uitgevoerd worden dat er sprake is van 'zorgvuldig handelen' Voor ruimtelijke maatregelen kan men ten aanzien van streng beschermde soorten uit Bijlage I V van de Habitatrichtlijn ontheffing krijgen op grond van belangen die zijn opgenomen in de Habitatrichtlijn. Dat zijn: • Bescherming van flora en fauna • Volksgezondheid of openbare veiligheid • Dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard, en voor het milieu wezenlijke gimstige effecten. Voor ruimtelijke maatregelen kan men ten aanzien van vogels ontheffing krijgen op grond van belangen die zijn opgenomen in de Vogelrichtlijn. Dat zijn: • Bescherming van flora en fauna • Veihgheid van het luchtverkeer • Volksgezondheid of openbare veiligheid 2.3 Natuurbeschermingswet 1998 Natuurbeschermingswet 1998 beschermt verschillende soorten gebieden De eerste Natuurbeschermingswet in Nederland dateert van 1967, deze wet maakte het mogelijk om natuurgebieden en soorten te beschermen, onder andere door het aanwijzen van beschermde natuurmonumenten. Deze oorspronkelijke natuurbeschermingswet is in 1998 vervangen en sindsdien richt de wet zich nog uitsluitend op de bescherming van gebieden. De bepalingen van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn (tezamen genoemd "Natura 2000") zijn geïmplementeerd in de Natuurbeschermingswet. Zodoende is het Europese beleid ten aanzien van natuurbescherming in de Nederlandse wet verankerd. De Natuurbeschermingswet regelt de aanwijzing en bescherming van de volgende soorten gebieden: • Vogel- en Habitatrichtlijngebieden (samen zijn dit de Natiu-a 2000-gebieden); • Beschermde natuiumonumenten; • Wetlands (RAMSAR Conventie). De Vogelrichtlijn De Vogelrichtlijn (Richtlijn 79/409/EEG) richt zich op de bescherming van alle natuurlijk in het wild levende vogelsoorten en in het bijzonder op de leefgebieden van bedreigde en kwetsbare vogelsoorten. In de richtlijn worden nadere regels gesteld aan de bescherming, het beheer en de regulering van vogelsoorten. Een aantal gebieden is hierbij aangewezen als speciale beschermingszone. Deze gebieden maken onderdeel uit van Natura 2000, het ecologische netwerk van natuingebieden in Europa. Voor beschermde vogelsoorten kan geen ontheffing worden aangevraagd voor uitvoering van werkzaamheden.
4
De Habitatrichtlijn De Habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG) richt zich op de instandhouding van natuurlijke habitats, habitats van soorten en de bescherming van plant- en diersoorten, met uitzondering van vogels. In bijlage I van deze richtlijn worden speciale beschermingszones aangewezen voor kwetsbare, bedreigde of zeldzame habitattypen. Bijlage I I vermeldt de kwetsbare, bedreigde of zeldzame dier- en plantensoorten die beschermd moeten worden door speciale beschermingszones aan te wijzen. Bijlage IV vermeldt in het wild voorkomende kwetsbare, bedreigde of zeldzame dier- en plantensoorten die strikt beschermd moeten worden. Natura 2000 De Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn vormen samen Natura 2000. Alle hdstaten van de Europese Unie wijzen beschermde natuurgebieden aan die waardevol zijn voor het behoud van biodiversiteit in Europa. Nederland zal aan de hand van een vergunningenstelsel de zorgvuldige afweging maken rond projecten die gevolgen kunnen hebben voor Natura 2000-gebieden. Deze vergunningen worden verleend door de provincies of door de minister van LNV. Daarnaast zal Nederland in de komende jaren voor alle gebieden die samen Natura 2000 vormen, beheersplannen opstellen. Deze beheersplannen maken duidelijk welke activiteiten wel en niet mogelijk zijn in en om die gebieden. Beschermde natuurmonumenten Met de aanwijzing van Natura 2000-gebieden zullen Beschermde Natuurmonumenten die overlappen met zo'n aanwijzing komen te vervallen. De buiten de Natura 2000 gebieden gelegen Beschermde Natuurmonumenten blijven bestaan. Beschermde Natuxirmonumenten zijn als zodanig aangewezen vanwege de aanwezigheid van grote ecologische waarden. Wetlands (RAMSAR Conventie) De Ramsar-conventie is een internationale overeenkomst inzake watergebieden (draslanden) die van internationale betekenis zijn, in het bijzonder als woongebied voor watervogels. Een groot deel van deze beschermde wetlands is in Nederland ook al als Natura 2000 gebied aangewezen.
5
3
Werkwijze
3.1 Beschrijving van het plangebied Het plangebied is weergegeven in figuur 1.
Figuur 1. Het plangebied aan de Bovenbergweg 4 in Markelo (rood omcirkeld). De gele stip geeft de locatie van de steenuilennestkast weer. Het plangebied aan de Bovenbergweg 4 bestaat uit een voormalige varkensstal, een schuurtje, een metalen mestsilo (afgedekt met plastic) en enkele exotische beplantingen (fluweelbomen, een opstand jonge zilversparren en een r i j laurierkers) op een boerencamping. De aanwezige caravanstalling, kapschuiu: en andere bebouwingen blijven behouden en vallen daarom buiten het plangebied. 3.2 Veldinventarisatie Op 26 september 2012 heeft Faimaconsult het plangebied en directe omgeving bezocht voor een floraen faunaonderzoek; hierbij werden de aanwezige biotopen beoordeeld op hun geschiktheid als habitat voor beschermde diersoorten. Tevens werd er gezocht naar (tekenen van aanwezigheid van) beschermde zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Met betrekking tot zoogdieren werd speciaal gelet op pootafdrukken, krabsporen, wissels, uitwerpselen, haren, graafsporen, holen, eekhoorrmesten en andere potentieel geschikte verblij plaatsen. Alle beschermde planten werden in kaart gebracht.
6
Aan de hand van relevante (verspreidings)literatuur (Bijlsma et al., 2001; Bos et al., 2006; Broekhuizen et al., 1992; Dijkstra et al. 2002; Limpens et al.," 1997; RAVON, 2001, 2003, 2004, 2006, 2007, 2010 en 2011; Van Roomen et al., 2000 en SOVON Vogelonderzoek Nederland, 2002) is vervolgens ingeschat welke beschermde soorten mogelijk in het plangebied voorkomen. Omdat het voorkomen van vleermuizen niet volledig kon worden uitgesloten is het plangebied in de nacht van 26 op 27 september 2012 onderzocht op het voorkomen van vleermuizen. Hierbij werd in blokken van drie uur geobserveerd (vanaf een uur voor zonsondergang en vanaf twee uur voor zonsopgang). Vleermuizen werden opgespoord met behulp van een heterodyne detector. Van lastig te determineren soorten zijn met behulp van een time-expansion detector/recorder geluidsopnamen gemaakt, waarvan vervolgens het sonogram op de computer is geanalyseerd. De belangrijkste vliegroutes en foerageergebieden werden op deze manier in kaart gebracht. Eventuele vaste rust- en verblij plaatsen werden in kaart gebracht door te zoeken naar zwermende vleermuizen.
7
4
Resultaten inventarisatie
4.1 Resultaten beleidsinventarisatie De dichtstbijzijnde EHS (Ecologische HoofdStmctuur) bevind zich op circa 550 meter afstand van het plangebied (zie figuiu- 2).
.. ..
bestaands natuur
• •
water nieukve natuurgerealisserd nieu.ve natuur neg te realiseren beheersgebied
Figuur 2. Ligging van het plangebied (rode stip) ten opzichte van de EHS
8
Natura 2000-gebied 'Borkeld' is het dichtst bij het plangebied gelegen Natura 2000 gebied. Borkeld ligt op circa 770 meter afstand van het plangebied. Zie figuur 3.
Figuur 3. Ligging van het plangebied (rode cirkel) ten opzichte van Natura 2000-gebied 'Borkeld' (geel weergegeven) Natura 2000-gebied 'Sallandse Heuvelrug' (dat deel uitmaakt van National Park Sallandse Heuvelrug) ligt op circa 8 kilometer afstand ten noordwesten van het plangebied. Zie figuur 4. Het plangebied maakt geen deel uit van Nationaal Park Sallandse Heuvelrug.
9
Figuur 4. Ligging van het plangebied (rode stip) ten opzichte van Natura 2000-gebied 'Sallandse Heuvelrug' (geel weergegeven) Het dichtst bij het plangebied gelegen Beschermd Natuurmonument is 'Weldam'. Beschermd natuurmonument Weldam ligt op circa 5,9 kilometer ten zuidoosten van het plangebied (zie figuur 5).
10
Elseneróroei!
Pothnek
Gocr
Tr- •, li-i Beu5b«rgen
•i. i'.
N?54
5=
Figuur 5. Ligging van het plangebied (rode stip) ten opzichte van Beschermd Natuurmonument 'Weldam' (bruin weergegeven)
4.2 Resultaten veldinventarisatie Resultaten vleermuizenonderzoek De tot woonhuis om te bouwen voonnalige varkensschuur heeft spouwen, maar deze zijn niet door vleermuizen in gebruik als verblijplaats: alle stootvoegen zijn volledig met spinnenrag gevuld en bovenop de spouw bevindt zich een balk die de spouw van bovenaf volledig afsluit. Het dak op dit gebouw is deels belegd met riet en deels met pannen. Slechts onder enkele pannen bevindt zich een betimmering, maar deze is overal gevuld met spinnenrag. De zolder van het gebouw is volledig geïnspecteerd en hier waren geen vleermuizen of uitwerpselen, prooiresten etc. aanwezig. Alleen aan de achterkant van het gebouw is een betimmering die deels geschikt is als verblijfplaats voor kleine vleermuissoorten zoals de gewone dwergvleermuis. De te slopen schuur heeft een pannendak zonder betimmering. Dit dak is voor holtebewonende soorten als de gewone dwergvleermuis ongeschikt, maar mogelijk wel geschikt voor vrijhangers als de gewone grootoorvleermuis en de laatvlieger. De mestsilo is enkelwandig en afgedekt met plastic.
11
zodat hier geen vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen voorkomen. De te verwijderen vegetatie bevat geen holten en is te laag om als vaste vliegroute te kunnen dienen. Omdat het voorkomen van vaste rust- en verblij^laatsen van vleermuizen niet volledig viel uit te sluiten, is aansluitend op de quickscan een nacht vleermuizenonderzoek uitgevoerd. Daarbij was de minimumtemperatuur 10 graden Celsius en viel er gedurende een deel van de nacht regen. Tijdens de avond en ochtend (de zwermmomenten) was het echter droog, 's Avonds en 's ochtends vlogen 5 tot 8 gewone dwergvleermuizen op verschillende plaatsen door het plangebied. Zwermende gewone dwergvleermuizen werden echter niet waargenomen in het plangebied. Omdat alleen de betimmering achter de te verbouwen schuur deels geschikt oogt voor de gewone dwergvleermuis, is het zeer onaannemelijk dat er vaste rust- en verblijfplaatsen van deze soort in het plangebied aanwezig zijn. 's Avonds zwermden op circa 100 meter buiten het plangebied een drietal rosse vleermuizen (de exacte locatie werd niet vastgesteld omdat de focus op het plangebied lag). Omdat deze soort jaarrond in holle bomen leeft, is het voorkomen van vaste rust- en verblij^laatsen van de rosse vleermuis in de te slopen of te verbouwen gebouwen in het plangebied uitgesloten. Overige zoogdieren Sporen, wissels, uitwerpselen etc. van overige zoogdieren, die behoren tot de categorieën 'streng beschermde soorten' o f 'overige soorten' zijn tijdens het veldbezoek niet aangetroffen. Tabel 1 geeft de zoogdiersoorten weer die (mogelijk) een vaste rust- en verblijfjplaats in het plangebied hebben. Tabel 1. Beschermde zoogdiersoorten die (mogelijk) een vaste rust- en verblijplaats in het plangebied hebben. De status van de soorten in de Flora- en faunawet is eveneens weergegeven. Nederlandse naam en wetenschappelijke naam F F l F F l FF3 Bosmuis (Apodemus sylvaticus) Veldmuis {Microtus arvalis) Aardmuis {Microtis agrestis) Huisspitsmuis {Crocidura russuld) FFI = algemene soorten FF2 = overige soorten FF3 = streng beschermde soorten
X X X X
Vogels Ten noorden en ten oosten van het plangebied werd tijdens het vleermuizenonderzoek een roepende steenuil waargenomen. Volgens de heer Nijenhuis broedt deze jaarlijks in een steenuilenkast in een boom in zijn achtertuin (gele stip in figuur l ) . Onder de pannen van de te verbouwen varkensstal bevinden zich geen mussennesten (geïnspecteerd met een zaklamp). Voor gierzwaluwnesten zijn de daken in het plangebied te laag. Jaarrond beschermde vogelnesten zijn dus afwezig in het plangebied. Nesten van vogelsoorten waarvan Dienst regelingen (2009b) een omgevingsscan wenst, broeden evenmin in het plangebied. Het is wel mogelijk dat er in het broedseizoen algemene vogelsoorten als merel en winterkoning in de laurierkershaag, in de zilversparren of fluweelbomen broeden. Overige beschermde soorten Beschermde planten zijn afwezig. Voor reptielen is de biotoop niet geschikt. In het plangebied zijn geen overige beschermde soorten waargenomen. Doordat er geen wateren aanwezig zijn, is het voorkomen van vissen of voortplantingswateren van amfibieën uitgesloten. Delen van het plangebied dienen mogelijk wel als landhabitat van algemene amfibieënsoorten (zie tabel 2).
12
Tabel 2. (Potentieel) in het gebied voorkomende beschermde amfibiesoorten. De status van de soorten in de Flora- en faunawet is eveneens weergegeven. Nederlandse naam en wetenschappelijke naam F F l FF2 FF3 Gewone pad {Bufo biifo) Bmine kikker (Rana temporarid) FFl = algemene soorten FF2 = overige soorten FF3 = streng beschermde soorten
X X
13
5
Effecten van de voorgenomen ingreep
5.1 De ingreep De voormalige varkensschuur wordt verbouwd tot woonhuis. Het schuurtje wordt gesloopt. De lainierkershaag, de zilversparren en de fluweelbomen worden vervangen voor inlandse boom- en struiksoorten. 5.2 Effecten op algemene beschermde soorten in het plangebied Doordat een deel van de verharding (het schuurtje) plaats maakt voor vegetatie, zal het foerageergebied van enkele algemeen voorkomende beschermde zoogdieren en amfibieën toenemen. Bij het verwijderen van de exotische bomen en struiken zullen holen en individuen van algemeen voorkomende zoogdieren en amfibieën mogelijk worden verstoord of verdwijnen. Doordat er inlandse boom- en struiksoorten worden aangeplant, zal de kwaliteit van het foerageergebied voor deze soorten toenemen. 5.3 Effecten op algemene vogels Door de vegetatie buiten het broedseizoen (dus buiten de periode 15 maart - 15 juh) te verwijderen, wordt schade aan vogelnesten, eieren of jonge vogels voorkomen. Omdat er weer inlandse opgaande vegetatie wordt teruggeplant, zal er uiteindelijk evenveel nestgelegenheid over blijven. 5.4 Effecten op de steenuil Op meer dan 60 meter afstand van de te verbouwen voormalige varkensstal bevindt zich een steenuilennest. Volgens drs. P.F.M. Beersma (Ie auteur van het boek Steenuilen) is verstoring van broedgevallen van de steenuil door nieuwbouw, op een afstand van meer dan 50 meter van het nest niet te verwachten (pers. med.). H. Thoonen (uilenexpert en uitvinder van de Thoonen-steenuilenkast) adviseert een afstand van minimaal 50 meter (pers. med.). De verbouwing van de voormalige stal zal naar alle redelijkheid niet dermate veel verstoring met zich meebrengen dat daardoor een broedgeval van de steenuil wordt verstoord. 5.5 Effecten op de E H S , Natura 2000 gebied en Beschermd Natuurmonument De EHS, Natura 2000-gebieden Sallandse Heuvehug en Borkeld en Beschermd Natummonument Weldam liggen op een te grote afstand om negatieve effecten te mogen verwachten.
14
6
Consequenties vanuit de wet- en regelgeving
6.1 Flora- en faunawet Beschermde dieren uit de categorie 'algemene soorten': vrijstelling Voor het vernietigen van holen etc. en verstoren van beschermde zoogdieren van de categorie 'algemene soorten' voor ruimtelijke ingrepen, bestaat een vrijstelling op grond van ' A M v B artikel 75' van de Flora- en faunawet (Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, 2010). Er hoeft daarom geen ontheffing te worden aangevraagd. Voorkomen doden of verwonden dieren De in de Flora- en faunawet genoemde 'algemene zorgplicht' is ook op beschermde soorten uit de categorie 'algemene soorten' van toepassing. Beschermde diersoorten (ook die van de categorie 'algemene soorten') die tijdens het verwijderen van vegetatie en het vergraven van grond worden aangetroffen, moeten direct worden gevangen en in het aangrenzende gebied worden vrijgelaten. Algemene vogels: geen directe schade Indien de vegetatie buiten het broedseizoen (dus buiten de periode 15 maart - 15 juli) wordt verwijderd, wordt schade aan vogelnesten, eieren of jonge vogels voorkomen. Er hoeft voor vogels daarom geen ontheffing te worden aangevraagd. 6.2 Overige regelgeving Omdat er geen negatieve effecten op de EHS zijn te verwachten, zijn er op dit punt geen bezwaren vanuit het provinciale natuurbeleid. Omdat er geen negatieve effecten op Natura 2000-gebieden en beschermde natuurmonumenten zijn te verwachten, is er geen vergunning nodig op grond van de Natuurbeschermingswet (ex artikel 19d lid 1).
15
Literatuur • • •
• • •
• • • •
• •
•
• • • • • • • •
•
•
Beersma, P., W. Beersma en A. van den Burg. 2007. Steenuilen. Vogelbescherming Nederland en Vogelbescherming België. Bijlsma, R.G., F. Hustings en K.C.J. Camphuysen. 2001. Algemene en schaarse vogels van Nederland (Avifauna van Nederland 2). GMB Uitgeverij/KNNV Uitgeverij, Haarlem/Utrecht. Bos, F., M . Bosveld, D. Groenendijk, C. van Swaay, I . Wynhoff 2006. De dagvlinders van Nederland, verspreiding en bescherming. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, Leiden; Exnopean hivertebrate Survey, Leiden. Broekhuizen, S., B. Hoekstra, V. van Laar, C. Smeenk en J.B.M. Ibissen (red.). 1992. Atlas van de Nederlandse zoogdieren. KNNV, Utrecht. Dienst Regelingen. 2009a. Wijziging beoordeling ontheffing Flora- en faunawet bij ruimtelijke ingrepen. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit. Dienst Regelingen. 2009b. Bijlage aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten. Ontheffing Flora- en faunawet ruimtelijke ingreep. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit. Dienst Regelingen. 2009c. Uitleg Aangepaste beoordeling ontheffing ruimtelijke ingrepen Flora- en faunawet. Dienst Regelingen. 201 la. Soortenstandaard Gierzwaluw. Ministerie van E L & I , Den Haag. Dienst Regelingen. 201 Ib. Soortenstandaard Gewone dwergvleermuis. Ministerie van E L & I , Den Haag. Dijkstra, K.B., V.J. Kalkman, R. Ketelaar en M.J.T. van der Weide (red.). 2002. De Nederlandse libellen (Odonata). Nederlandse fauna 4. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, K N N V Uitgeverij en European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden. Limpens, H.G.J.A., K. Mosterd en W. Bongers. 1997. Atlas van de Nederlandse vleermuizen. Onderzoek naar verspreiding en ecologie. KNNV Uitgeverij, Utrecht. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, 2010. Buiten aan het werk? Houd tijdig rekening met beschermde dieren en planten! Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Den Haag. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, 2005. Algemene Handreiking Natuurbeschermingswet 1998. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Den Haag. RAVON. 2001. Waamemingsoverzichten. RAVON 4: 61-76. RAVON, 2003. Waamemingenoverzicht 2001. RAVON, 5: 47-64. RAVON, 2004. Waamemingenoverzicht 2002. RAVON, 6: 33-48. RAVON, 2006. Waamemingenoverzicht 2005. RAVON, 24: 46-64. RAVON, 2007. Waamemingenoverzicht 2006. RAVON, 27: 46-64. RAVON, 2010. Waarnemingenoverzicht 2007 en 2008. RAVON, 34: 61-80. RAVON, 2011. Waamemingenoverzicht 2010. RAVON, 42: 105-119. Roomen, van, M.W.J., A. Boele, M.J.T van der Weide, E.A.J. van Winden en D. Zoetebier. 2000. Belangrijke vogelgebieden in Nederland, 1993-97. Actueel overzicht van Europese vogelwaarden in aangewezen en aan te wijzen speciale beschermingszones en andere belangrijke gebieden. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen. SOVON Vogelonderzoek Nederland. 2002. Atlas van de Nederlandse broedvogels 19982000.Nederlandse fauna 5. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturahs, K N N V Uitgeverij en European Invertebrate Survey Nederland, Leiden. Vleermuisvakberaad Netwerk Groene Bureaus, Zoogdiervereniging en Gegevensautoriteit Natuur. 2012. Vleermuisprotocol 2012. Gegevensautoriteit Natuur, Netwerk Groene Bureaus en Zoogdiervereniging.
16
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Bijlage 7 Watertoets
194
vastgesteld
datum 14-11-2013 dossiercode 20131114-5-7927
Geachte heer/mevrouw A. Roebert, U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl. Op basis van deze toets wordt in uw plan geen waterschapsbelangen geraakt. U volgt de procedure geen waterschapsbelang. Dit houdt in dat u direct door kunt gaan met de planvorming van uw plan en onderstaande tekst kunt opnemen in het plan. waterparagraaf Geen Waterschapsbelang Deze standaard waterparagraaf heeft betrekking op het plan "Herziening bestemmingsplan Bovenbergweg 4". Het plan betreft alleen een functieverandering van bestaande bebouwing en heeft geen invloed op de waterhuishouding. Met de voorgenomen ontwikkeling zijn geen waterbelangen gemoeid. De ontwikkeling heeft geen nieuwe lozingen op oppervlaktewater tot gevolg. In het gebied is geen sprake van (grond)wateroverlast. Het waterschap Regge en Dinkel heeft dan ook geen bezwaren tegen de voorgenomen ontwikkeling. Deze conclusie is getrokken naar aanleiding van een digitale watertoets. Het proces van de watertoets is goed doorlopen. _____________________________________________________________________________________ Verklaring Dit document is een automatisch gegeneerd bestand op basis van de door u ingevulde gegevens. U bent akkoord gegaan met de door u ingevulde gegevens en u heeft verklaard alles naar waarheid te hebben ingevuld. Copyright Digitale Watertoets - www.dewatertoets.nl Dit document is gegenereerd via de website www.dewatertoets.nl. Het document mag alleen worden gebruikt ten behoeve van het plan, dat in dit document is omschreven. De informatie in dit document is houdbaar tot maximaal 1 jaar, gerekend vanaf de genoemde datum in dit document.
De WaterToets 2012
datum 14-11-2013 dossiercode 20131114-5-7927 Samenvatting van de watertoets De toets is uitgevoerd op een ruimtelijke ontwikkeling in het beheergebied van waterschap Regge en Dinkel. Voor algemene informatie over de watertoets van waterschap Regge en Dinkel kunt u terecht op onze website http://www.wrd.nl . Mocht u specifieke vragen hebben naar aanleiding van deze toets dan kunt u ons bereiken via telefoonnummer 0546-832525. U kunt ook een email sturen naar [email protected]. Uit deze toets komt de procedure geen waterschapsbelang. Hieronder vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens.
Uw gegevens: Naam van het project "Herziening bestemmingsplan Bovenbergweg 4" Naam aanvrager: A. Roebert Organisatie aanvrager: gemeente Hof van Twente e-mailadres aanvrager: [email protected] Adres aanvrager: Postbus 54 7470 AB Goor Gegevens gemeente: Plan ligt in gemeente: Hof van Twente Contactpersoon bij gemeente: A. Roebert Telefoonnummer contactpersoon: 0547-858585 e-mailadres contactpersoon: [email protected]
Samenvatting resultaat Kaartlagen: Heeft u een beperkingsgebied geraakt? nee Welke gemeente omvat het grootste deel van het door u getekende plangebied? Hof van Twente Vragen: Gaat het om een ruimtelijk plan dat uitsluitend een functiewijziging van bestaande bebouwing inhoudt? ja
Worden in het plan meer dan 10 wooneenheden gerealiseerd? nee Is er in of rondom het plangebied sprake van wateroverlast of grondwateroverlast? nee Opmerkingen bij het plan het betreft de functie wijziging van een schuur. Er wordt een woonfunctie toegestaan
Verklaring Dit document is een automatisch gegeneerd bestand op basis van de door u ingevulde gegevens. U bent akkoord gegaan met de door u ingevulde gegevens en u heeft verklaard alles naar waarheid te hebben ingevuld.
Copyright Digitale Watertoets - www.dewatertoets.nl Dit document is gegenereerd via de website www.dewatertoets.nl. Het document mag alleen worden gebruikt ten behoeve van het plan, dat in dit document is omschreven. De informatie in dit document is houdbaar tot maximaal 1 jaar, gerekend vanaf de genoemde datum in dit document.
De WaterToets 2012
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
198
vastgesteld
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Regels
vastgesteld
199
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Hoofdstuk 1 Artikel 1
Inleidende regels
Begrippen In deze regels wordt verstaan onder:
1.1
plan: het bestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo met identificatienummer NL.IMRO.1735.BGxBovenbergw4-VS10 van de gemeente Hof van Twente;
1.2
bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en de daarbij behorende bijlagen);
1.3
aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4
aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5
aan- en uitbouwen: een gebouw dat is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.6
aan huis verbonden beroep: een (para)medisch, juridisch, administratief, therapeutisch, ontwerptechnisch, adviesgevend of daarmee gelijk te stellen dienstverlenend beroep, alsmede nevenactiviteiten in de vorm van kappers, autorijscholen, assurantiekantoren, verzekeringskantoren, schoonheidsspecialistes, hondentrimsalons, kindercrèches, pedicures en naar de aard daarmee qua uitstraling op het woonmilieu vergelijkbare activiteiten en met uitzondering van detailhandel en webwinkels, maar inclusief internetverkoop, dat in (bijgebouwen bij) de eigen woning wordt uitgeoefend, waarbij ten hoogste 25% van de oppervlakte van de woning inclusief (bij)gebouwen wordt gebruikt met een maximum van 50 m² en de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.7
achtererfgebied: erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant van het hoofdgebouw;
1.8
agrarisch bedrijf: een bedrijf dat is gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden, fokken en/of africhten van dieren, met dien verstande dat gebruiksgerichte paardenhouderijen niet zijn toegestaan;
200
vastgesteld
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
1.9
archeologisch deskundige: de regionaal (beleids)archeoloog of een andere door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg;
1.10
archeologische relicten: zaken welke zijn overgebleven uit een vroeger tijd en getuigen van een toestand die toenmaals was, en daarmee cultuurhistorisch waardevol zijn;
1.11
archeologische verwachting: een toegekende hoge, middelhoge of lage archeologische verwachting in verband met de kennis en wetenschap van de in dat gebied te verwachten overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
1.12
archeologische waarde: een toegekende archeologische waarde in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
1.13
archeologisch onderzoek: onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en/of geofysisch onderzoek en/of graven en/of begeleiden) verricht door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het College van de Archeologische Kwaliteit (CvAK/SIKB), beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 39 MW en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie;
1.14
bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.15
bed and breakfast: een kleinschalige overnachtingaccommodatie bestaande uit maximaal vier bedden, gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en kortdurend verblijf in de bestaande en legale woning in combinatie met het serveren van ontbijt, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte ten behoeve van bed & breakfast maximaal 50 m2 mag bedragen;
1.16
bedrijfsvloeroppervlakte: de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
1.17
bedrijf: een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
vastgesteld
201
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
1.18
bestaand en legaal: bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald; bij gebruik: het gebruik dat op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaat en in overeenstemming is met het voorheen geldende planologische regime, met dien verstande dat voor zover het gebruik betrekking heeft op nevenactiviteiten, deze nevenactiviteiten mogen worden uitgeoefend in de vorm en omvang zoals toegestaan op grond van het voorheen geldend planologisch regime;
1.19
bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak;
1.20
bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.21
bijbehorend bouwwerk: uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
1.22
bijgebouw: een vrijstaand gebouw, dat door zijn vorm, functie, situering en/of afmetingen ondergeschikt is aan dat op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
1.23
bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
1.24
bouwgrens: de grens van een bouwvlak;
1.25
bouwlaag: het geheel van op gelijke of nagenoeg gelijke vloerhoogte gelegen ruimten in een gebouw, uitgezonderd kelders;
1.26
bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.27
bouwperceelgrens: de grens van een bouwperceel;
1.28
bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
202
vastgesteld
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
1.29
bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.30
dagrecreatief medegebruik: een dagrecreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit dagrecreatief gebruik is toegestaan;
1.31
erf: de door kadastrale grenzen dan wel door herkenbare andere perceelsbegrenzing afgebakende gronden, die direct zijn gelegen bij een gebouw met een zelfde bestemming, ten tijde van de inwerkingtreding van het plan.
1.32
erker: een ondergeschikte uitbouw aan een gebouw met een beperkte omvang (breedte, hoogte, diepte), waardoor het stedenbouwkundig aanzicht niet wezenlijk wordt beïnvloed;
1.33
gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.34
gebruik: het gebruiken, doen gebruiken en/of laten gebruiken;
1.35
hoofdgebouw: een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
1.36
kampeermiddelen: tenten, tentwagens, kampeerauto's of toercaravans dan wel andere onderkomens of andere voertuigen of gedeelten daarvan, voor zover niet als bouwwerk aan te merken, die geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of ingericht dan wel worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf, niet zijnde een stacaravan, chalets of trekkershutten;
1.37
kampeerterrein: een terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens de inrichting bestemd, om daarop een gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;
1.38
karakteristieke bebouwing: gebouwen die zijn aangewezen als Rijksmonument of gemeentelijk monument, alsmede gebouwen met een typisch Twentse bouwstijl of bebouwing die deel uitmaakt van een beeldbepalend ensemble, dan wel bebouwing die door de welstandscommissie of de ervenconsulent van het Oversticht als zodanig kan worden aangemerkt;
vastgesteld
203
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
1.39
landschappelijke waarden: de aan een gebied uit het oogpunt van landschapsschoon toegeschreven waarden;
1.40
overig bouwwerk: een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.41
overkapping: een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en niet of slechts gedeeltelijk met wanden is omgeven (hieronder mede begrepen carports). Een overkapping is geen overig bouwwerk;
1.42
peil: a. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: 35 cm boven de kruin van die weg ter plaatse van die hoofdtoegang; b. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde bouwhoogte van het aansluitend terrein;
1.43
seksinrichting: een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, een sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.44
voorgevel: de gevel van een gebouw die in architectonisch opzicht, dan wel gelet op de bestemming, als voorkant van dat gebouw kan worden aangemerkt;
1.45
voorgevelrooilijn: de denkbeeldige lijn die de voorgevels van gebouwen en indien (nog) geen gebouwen aanwezig zijn, de voorgevelbouwgrenzen verbindt;
1.46
woning: een complex van ruimten, als een zelfstandig gedeelte van een gebouw, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroep of bedrijf;
1.47
woonoppervlak: zowel de oppervlakte van de woning zelf als de bij de woning begrepen (bij)gebouwen;
1.48
zijerf: het deel of de delen van de bouwstrook dat is of die zijn gelegen tussen de bouwgrens en de zijdelingse bouwperceelgrens.
204
vastgesteld
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Artikel 2
Wijze van meten Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1
de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.2
de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.3
de inhoud van een bouwwerk: tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken van dakkapellen;
2.4
de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.5
de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens: vanaf de zijdelingse grens van een bouwperceel tot enig punt van een gebouw;
2.6
relatietekens: Daar waar twee of meer bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken door middel van de aanduiding 'relatie' met elkaar zijn verbonden, gelden die bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken bij de toepassing van deze regels als één bestemmingsvlak respectievelijk één bouwvlak.
vastgesteld
205
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Hoofdstuk 2 Artikel 3 3.1
Bestemmingsregels
Verkeer Bestemmingsomschrijving De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wegen en straten, wandel- en fietspaden met een functie voornamelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer; b. parkeer-, groen- en speelvoorzieningen; c. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen; d. het behoud van de landschappelijke waarde van onverharde wegen en paden; e. het gebruik van gronden of bouwwerken ten behoeve van evenementen met een maximum van drie per jaar en een duur van ten hoogste vijftien dagen per evenement, het opbouwen en afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement hieronder begrepen; met bijbehorende gebouwen, waaronder de bestaande nutsvoorzieningen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen.
3.2
Bouwregels
3.2.1 Gebouwen mogen niet worden gebouwd. 3.2.2 Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan voor de wegaanduiding, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, maximaal 10 m. 3.2.3 Bij het toepassen van de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel worden tevens de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 7 in acht genomen.
206
vastgesteld
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Artikel 4 4.1
Wonen Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. maximaal één woning per bestemmingsvlak, waarbij inwoning is toegestaan. In aanvulling hierop is tevens één woning toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - vab'; b. aan huis verbonden beroepen; c. caravanstalling, met dien verstande dat: 1. caravanstalling uitsluitend mag plaatsvinden in op het moment van inwerkingtreding van het plan aanwezige bebouwing; d. bed & breakfast; e. de bestaande en legale paardenbakken; met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, groenvoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, tuinen en erven.
4.2
Bouwregels Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Wonen' is aan een aantal regels gebonden.
4.2.1
Woningen Woningen voldoen aan de volgende kenmerken: a. goothoogte is maximaal 4 m; b. bouwhoogte is maximaal 10 m; c. inhoud is maximaal 900 m3.
4.2.2
Bijgebouwen Bijgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken: a. afstand tot het hoofdgebouw maximaal 25 m; b. oppervlakte per gesplitste woning maximaal 75 m2; c. oppervlakte per woning, niet zijnde een gesplitste woning, maximaal 150 m2; d. goothoogte maximaal 3 m; e. bouwhoogte maximaal 6 m.
4.2.3
Afwijking ter plaatse aanduiding 'specifieke vorm van wonen - vab' In afwijking van het bepaalde in artikel 4.2.1 geldt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - vab' dat: a. uitsluitend de bestaande gebouwen zijn toegestaan; b. herbouw en/of nieuwbouw van gebouwen niet is toegestaan.
4.2.4
Bijgebouwen, geen gebouwen zijnde Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal: a. erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 1 m; b. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 2 m; c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m; d. met dien verstande dat lichtmasten niet zijn toegestaan bij paardenbakken.
4.2.5
Toepassing bouwregels Bij het toepassen van de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel worden tevens de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 7 in acht genomen.
vastgesteld
207
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
4.3 4.3.1
4.4 4.4.1
Specifieke gebruiksregels Voorwaardelijke verplichting a. Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken overeenkomstig de in lid 4.1 opgenomen bestemmingsomschrijving zonder de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen conform het in Bijlage 1 opgenomen erfinrichtingsplan, teneinde te komen tot een goede landschappelijke inpassing; b. in afwijking van het bepaalde onder a mogen gronden en bouwwerken overeenkomstig de in lid 4.1 opgenomen bestemmingsomschrijving worden gebruikt onder de voorwaarde dat binnen een jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan uitvoering wordt gegeven aan de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen conform het in Bijlage 1 opgenomen erfinrichtingsplan, teneinde te komen tot een goede landschappelijke inpassing. Afwijken van de gebruiksregels Kleinschalig kampeerterrein Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1 voor het toestaan van een kleinschalig kampeerterrein, mits: a. het kampeerterrein wordt gerealiseerd bij een karakteristieke of monumentale woning; b. de afstand tot de bouwperceelgrens van het dichtstbijzijnde (kleinschalige) kampeerterrein minimaal 100 m bedraagt; c. de afstand tot de bouwperceelgrens van gronden met een (bedrijfs)woning van derden minimaal 100 m bedraagt; d. de (sanitaire) voorzieningen binnen de op het moment van het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande bebouwing worden opgericht met een maximale oppervlakte van 75 m2; e. er wordt voorzien in een goede landschappelijke inpassing en erfinrichting door middel van een erfinrichtings- en/of beplantingsplan waartoe een landschapsdeskundige wordt geraadpleegd; f. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein; g. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden; h. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden; i. een positieve bijdrage wordt geleverd aan het toeristisch profiel van de gemeente.
4.4.2
Paardenbakken Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1 onder e voor het toestaan van paardenbakken, mits: a. de afstand van de paardenbak minimaal: 1. 30 m uit de as van de weg bedraagt; 2. 30 m vanaf woningen van derden bedraagt; b. de oppervlakte maximaal 800 m2 bedraagt; c. er wordt voorzien in een goede landschappelijke inpassing en erfinrichting door middel van een erfinrichtings- en/of beplantingsplan waartoe een landschapsdeskundige wordt geraadpleegd.
208
vastgesteld
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Artikel 5 5.1
Waarde - Archeologische verwachting 1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Waarde - Archeologische verwachting 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
5.2
Bouwregels In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen mogen geen nieuwe gebouwen worden gebouwd en bestaande en legale gebouwen niet worden vergroot.
5.3
Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2 ten behoeve van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemmingen, mits is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. 5.3.2 Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.3.1 is niet vereist, indien: a. op basis van aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen behoudenswaardige archeologische relicten aanwezig zijn; b. het bouwplan betrekking heeft op wijziging of vervanging van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en de bestaande en legale fundering wordt benut; c. de, voor het bouwen benodigde, grondbewerkingen niet dieper zijn dan 0,40 m vanaf maaiveld of het nieuw te bebouwen oppervlak kleiner is dan 2.500 m2. 5.3.3 Alvorens het bevoegd gezag beslist over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.3.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden. 5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 5.4.1 Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 5.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren: a. het ophogen, egaliseren en ontginnen van gronden; b. het bodem verlagen of afgraven van gronden; c. het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 0,40 m vanaf maaiveld; d. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen en het aanbrengen van drainage; e. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen;
vastgesteld
209
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
f.
het aanleggen of verharden van wegen, rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; g. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport- energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies. 5.4.2 Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.4.1 wordt slechts verleend, indien door de werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden, dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad. 5.4.3 Het in artikel 5.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing, indien: a. het gaat om onderhouds- en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplantingen en werkzaamheden binnen bestaande tracés van kabels en leidingen; b. er sprake is van bodemingrepen kleiner dan 2.500 m2 of van bodemingrepen niet dieper dan 0,40 m vanaf maaiveld; c. op basis van bureauonderzoek, inventariserend of aanvullend archeologisch vooronderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen behoudenswaardige archeologische relicten aanwezig zijn; d. de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden: 1. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; 2. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.4.1 of een ontgrondingvergunning; e. de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden op aanvullend of definitief archeologisch onderzoek zijn gericht. 5.4.4 Alvorens het bevoegd gezag beslist over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.4.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en eventueel te stellen voorwaarden.
210
vastgesteld
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Hoofdstuk 3 Artikel 6
Algemene regels
Anti-dubbeltelbepaling Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
vastgesteld
211
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Artikel 7 7.1 7.1.1
Algemene bouwregels Bestaande maatvoering Bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud van bouwwerken In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen meer bedraagt dan in de regels van dit plan is toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
7.1.2
Bestaande afstand bouwwerken In die gevallen dat de bestaande afstand van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen minder bedraagt dan in de regels van dit plan is voorgeschreven, geldt die afstand in afwijking daarvan als minimaal toegestaan.
7.1.3
Bestaande dakhelling In die gevallen dat de bestaande dakhelling van gebouwen, die in overeenstemming met het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen minder bedraagt dan in de regels van dit plan is voorgeschreven, geldt die dakhelling in afwijking daarvan als minimaal toegestaan.
7.1.4
Bestaande oppervlaktes Het bepaalde in artikel 7.1.1 met betrekking tot de bestaande oppervlakte is niet van toepassing in geval van sloop en herbouw van bestaande bijgebouwen.
7.1.5
Bestaande inhoud Het bepaalde in artikel 7.1.1 met betrekking tot de bestaande inhoud is niet van toepassing in geval van sloop en herbouw van bestaande woningen.
7.2 7.2.1
Dakhelling gebouwen Dakhelling gebouwen De dakhelling van gebouwen bedraagt minimaal 18º met uitzondering van boog- en serrestallen en ondergeschikte aan en uitbouwen tenzij anders bepaald in hoofdstuk 2.
7.2.2
Afwijken dakhelling Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7.2.1 voor het toestaan van een lagere dakhelling in het geval van bijzondere bouwvormen die door de welstandscommissie als zodanig zijn aangemerkt.
7.3 7.3.1
Situering woningen Afstand tot de weg De afstand van een (bedrijfs)woning tot de openbare weg bedraagt minimaal de bestaande afstand.
7.3.2
Afwijking afstand tot de weg Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7.3.1 voor het toestaan van een kleinere afstand van een (bedrijfs)woning tot de openbare weg, mits een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd.
212
vastgesteld
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
7.3.3
Afstand woning tot agrarisch bedrijf De afstand van een (bedrijfs)woning tot een bouwvlak van een agrarisch bedrijf bedraagt minimaal 50 m, dan wel de bestaande kleinere afstand.
7.4
Situering bijgebouwen en paardenbakken Voor het bouwen van bijgebouwen en paardenbakken geldt dat deze uitsluitend mogen worden gebouwd op een afstand van minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de, op het betrokken bouwperceel gelegen (bedrijfs)woning.
7.4.1
Afwijking Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7.4 voor het toestaan van het bouwen van bijgebouwen en paardenbakken voor de voorgevel van de, op het betrokken bouwperceel gelegen (bedrijfs)woning, mits er achter de voorgevel geen ruimte is vanwege bijvoorbeeld de ligging aan de openbare weg.
vastgesteld
213
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Artikel 8 8.1
Algemene gebruiksregels Strijdig gebruik Onder gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in ieder geval verstaan: a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud; b. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud; c. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie; d. een gebruik van gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatie, anders dan de regels van de bestemmingen toestaan; e. een gebruik van recreatiewoningen, stacaravans, plattelandsappartementen, boerderijkamers en trekkershutten ten behoeve van permanente bewoning en/of zorgvoorzieningen; f. het (zelfstandig) bewonen van vrijstaande gebouwen, niet zijnde woningen.
214
vastgesteld
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Artikel 9 9.1 9.1.1
Algemene aanduidingsregels Vrijwaringszone - radar Aanduidingomschrijving De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een radarverstoringsgebied.
9.1.2
Bouwregels In afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemmingen mag niet hoger worden gebouwd dan 45 m.
9.1.3
Afwijken van de bouwregels Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 9.1.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is gevraagd aan de beheerder van het radarverstoringsgebied.
vastgesteld
215
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Artikel 10 10.1
Algemene afwijkingsregels Afwijking herbouw karakteristieke woningen Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de maximaal toegestane inhoudsmaat van een woning met inachtneming van de volgende voorwaarden: a. de inhoud bedraagt maximaal de inhoud van de bestaande en legale woningen met de aangebouwde bedrijfsruimte; b. de afwijking is alleen van toepassing op woningen: 1. met een voor de streek kenmerkende bouwstijl; 2. die zijn gesitueerd binnen een traditioneel erfensemble; 3. waarvan de karakteristieke gevelindeling verloren is gegaan en niet kan worden hersteld; 4. waarvan de oorspronkelijke bouwkundige karakteristiek niet in redelijkheid is te herstellen; c. het bepaalde onder b is aangetoond door middel van een bouwhistorisch onderzoek; d. het traditionele erfensemble blijft behouden; e. de bouwhoogte bedraagt maximaal de bestaande bouwhoogte; f. de goothoogte bedraagt maximaal de bestaande goothoogte; g. er wordt voorzien in een goede landschappelijke inpassing en erfinrichting door middel van een erfinrichtings- en/of beplantingsplan waartoe een landschapsdeskundige wordt geraadpleegd.
10.2
Afwijking vergroten bestaande en bestemde woningen Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de maximale toegestane inhoudsmaat van een woning: a. tot een inhoud van 1.500 m3, mits minimaal 1.000 m2 aan (voormalige) (agrarische) bedrijfsbebouwing wordt gesloopt, waarbij minimaal 5 punten in ruimtelijke kwaliteit wordt geïnvesteerd, zoals verwoord in Bijlage 2 van de regels of; b. tot een inhoud van 2.000 m3,mits minimaal aan 1.500 m2 (voormalige) (agrarische) bedrijfsbebouwing wordt gesloopt, waarbij minimaal 10 punten in ruimtelijke kwaliteit wordt geïnvesteerd, zoals verwoord in Bijlage 2 van de regels; Om gebruik te maken van de afwijkingsbevoegdheid 10.2 a of 10.2 b zijn de volgende voorwaarden van toepassing: 1. de bestaande en bestemde woning die wordt vergroot of vervangen wordt binnen het aanwezige bestemmingsvlak/ bouwvlak gerealiseerd; 2. de oppervlakte te slopen bebouwing kan niet terug worden gebouwd; 3. de oppervlakte te slopen bebouwing is afkomstig uit de gemeente Hof van Twente; 4. op de slooplocaties blijft maximaal 150 m2 aan bijgebouwen gehandhaafd, bij een grotere oppervlakte is artikel 10.3 van dit bestemmingsplan van toepassing; 5. eerdere verplichtingen kunnen niet in de regeling worden ingebracht; 6. er wordt voorzien in een goede landschappelijke inpassing en erfinrichting door middel van een erfinrichtings- en/of beplantingsplan, bij het opstellen wordt een landschapsdeskundige wordt geraadpleegd; 7. de minimale investering in ruimtelijke kwaliteit is vastgelegd in een schetsplan van de bebouwing en erfinrichtings- en/of beplantingsplan met een instandhoudingstermijn van 10 jaar. Het erfinrichtings- en/of beplantingsplan met in standhoudingstermijn zijn onderdeel van de te verlenen omgevingsvergunning; 8. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van de belangen van eigenaren en/of gebruikers van omliggende gronden; 9. de uitvoerbaarheid van het bouwplan waarvoor de wijziging wordt toegepast, in
216
vastgesteld
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden: a. de milieuhygiënische situatie van de bodem de ontwikkeling waarvoor de wijziging wordt toegepast niet belemmerd; b. dat geen onevenredige aantasting van aan de grond eigen zijnde archeologische waarden zal plaatsvinden. 10.3
Afwijking herbouw bijgebouwen tot 450 m2 Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken voor het herbouwen van één of meer bijgebouwen binnen een woonbestemming tot een gezamenlijke oppervlakte van meer dan 150 m2, mits: a. de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen niet meer bedraagt dan 450 m2; b. de oppervlakte van de nieuwe bijgebouwen maximaal 300 m2 bedraagt; c. binnen de gemeente Hof van Twente het drievoudige van de nieuw te bouwen oppervlakte wordt gesloopt; d. de op het erf bestaande karakteristieke bebouwing behouden blijft; e. de nieuw te bouwen bijgebouwen aansluiten bij de (karakteristiek van de) te handhaven bebouwing; f. uit een inrichtingsplan blijkt dat slooplocatie en bouwlocatie landschappelijk wordt versterkt; g. uit een inrichtingsplan blijkt dat de erfstructuur wordt gehandhaafd dan wel verbeterd, zowel ten aanzien van beplanting als bebouwing; h. op de slooplocatie(s) na sloop maximaal 450 m2 aan bijgebouwen blijft staan; i. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden; j. de uitvoerbaarheid van het bouwplan waarvoor afwijking wordt toegepast, in verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden: 1. de milieuhygiënische situatie van de bodem de ontwikkeling waarvoor afwijking wordt toegepast niet belemmerd; 2. dat geen onevenredige aantasting van aan de grond eigen zijnde archeologische waarden zal plaatsvinden.
10.4
Afwijking langdurige evenementen Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan voor het tijdelijk gebruik van gronden voor langdurige evenementen, mits: a. er voldoende parkeerplaatsen al dan niet op eigen terrein aanwezig zijn; b. de aan te brengen voorzieningen tijdelijk zijn wat inhoudt dat het houden van een evenement niet mag leiden tot onomkeerbare voorzieningen en/of ingrepen; c. in de nabijheid gelegen functies en waarden niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt; d. de belangen van eigenaars en/of gebruikers van betrokken of nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad.
10.5
Algemene afwijkingsregels Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: a. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 m; b. van de regels en de bouw toestaan van niet voor bewoning bestemde gebouwen met een inhoud van ten hoogste 75 m3 en een bouwhoogte van ten hoogste 3,5 m ten dienste van het openbaar nut, zoals schakelhuisjes, wachthuisjes, transformatorhuisjes, telefooncellen, vleermuizenkelders, alsmede andere bouwwerken, zoals muurtjes, standbeelden, kleine religieuze bouwwerken en lichtmasten; gasdrukmeetstations en verkooppunten voor motorbrandstoffen uitgezonderd.
vastgesteld
217
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
10.6
Voorwaarden algemene afwijkingsregels Afwijking als bedoeld in artikel 10.5 kan slechts worden toegepast, mits: a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad; b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.
218
vastgesteld
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Artikel 11
Algemene wijzigingsregels Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor: a. het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden: 1. bestemmingsgrenzen mogen met niet meer dan 5 m worden verschoven; 2. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad; 3. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad; b. de reconstructie van de binnen het plangebied gelegen wegen, met dien verstande dat de op de kaart gegeven bestemming 'Verkeer' ter weerszijden van de weg met ten hoogste 2,5 m mag worden verbreed.
vastgesteld
219
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Artikel 12
Algemene procedureregels Ten aanzien van de in dit plan opgenomen wijzigingsbevoegdheden zal de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan moeten zijn gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden dat: a. bodemsanering niet noodzakelijk is dan wel vóór uitvoering van het wijzigingsplan zal plaatsvinden; b. met betrekking tot (spoor)wegverkeersgeluid een aanvaardbaar woonklimaat wordt gerealiseerd; c. met betrekking tot de luchtkwaliteit een aanvaardbaar leefklimaat wordt gerealiseerd, dan wel dat geen onevenredige verslechtering plaatsvindt; d. met betrekking tot geurhinder een aanvaardbaar leefklimaat wordt gerealiseerd; e. beschermde planten- en diersoorten en biotopen niet onevenredig worden geschaad; f. het wijzigingsplan financieel uitvoerbaar is.
220
vastgesteld
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Artikel 13 Artikel 49 Regels in verband met vrijkomende agrarische bebouwing 13.1
Plattelandsappartementen Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan voor het gebruik van bestaande en legale bedrijfsgebouwen binnen een agrarisch bouwvlak dan wel voor het gebruik van bestaande en legale voormalige agrarische bedrijfsgebouwen binnen een andere bestemming ten behoeve van verblijfsrecreatie in de vorm van plattelandsappartementen, met inachtneming van de volgende voorwaarden: a. deze bevoegdheid mag niet worden uitgeoefend ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied' met uitzondering van locaties die niet geschikt zijn om te worden hergebruikt ten behoeve van de intensieve veehouderij; b. de oppervlakte van één plattelandsappartement is niet groter dan 50 m2; de totale oppervlakte van de kamers is niet groter dan 300 m2. Het aantal slaapplaatsen is niet meer dan 24; c. er wordt voorzien in een goede landschappelijke inpassing en erfinrichting door middel van een erfinrichtings- en/of beplantingsplan waartoe een landschapsdeskundige wordt geraadpleegd; d. omliggende agrarische bedrijven mogen niet onevenredig in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden belemmerd; e. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein; f. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van in de omgeving aanwezige functies en waarden, waaronder in ieder geval wordt gerekend het (leef)milieu en het landschap; g. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden; h. een positieve bijdrage wordt geleverd aan het toeristisch profiel van de gemeente.
13.2
Nevenactiviteiten Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan voor het gebruik van bestaande en legale bedrijfsgebouwen binnen een agrarisch bouwvlak dan wel voor het gebruik van bestaande en legale voormalige agrarische bedrijfsgebouwen binnen een andere bestemming ten behoeve van: sociale, culturele, kunstzinnige, medische, therapeutische, algemeen maatschappelijke en educatieve (buitengebied)functies, waaronder begrepen expositieruimten; verblijfsrecreatie in de vorm van kampeerboerderijen en daarmee gelijk te stellen activiteiten; lichte horeca; stalling en opslag; kantoren; kunstnijverheidsbedrijven; agrarische hulpbedrijven en agrarisch verwante bedrijven zoals veehandelsbedrijven en bijenhouderijen; overige bedrijvigheid in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, dan wel daaraan gelijk te stellen activiteiten; met inachtneming van de volgende voorwaarden: a. deze bevoegdheid mag niet worden uitgeoefend ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied' met uitzondering van locaties die niet geschikt zijn om te worden hergebruikt ten behoeve van de
vastgesteld
221
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
intensieve veehouderij; b. uitsluitend 25% van de oppervlakte aan de bestaande gebouwen, die gedurende minimaal drie jaren in agrarisch gebruik zijn geweest, mogen worden gebruikt voor de niet-agrarische activiteiten; c. indien aangetoond wordt dat de nieuwe activiteiten ondergeschikt blijven aan de hoofdfunctie kan van het percentage in lid b worden afgeweken; d. detailhandel, anders dan verkoop van ter plaatse geproduceerde goederen, is niet toegestaan; e. de karakteristiek van het gebouw (blijkens de bouwhoogte, goothoogte en dakvorm) en het ensemble van het (voormalige) boerenerf, alsmede de landschappelijke kenmerken mogen niet worden aangetast; f. omliggende agrarische bedrijven mogen niet onevenredig in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden belemmerd; g. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van in de omgeving aanwezige functies en waarden, waaronder in ieder geval wordt gerekend het (leef)milieu en het landschap; h. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden; i. de verkeersaantrekkende werking mag geen onevenredige afbreuk doen aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen; j. er wordt voorzien in een goede landschappelijke inpassing en erfinrichting door middel van een erfinrichtings- en/of beplantingsplan waartoe een landschapsdeskundige wordt geraadpleegd; k. in het geval dat het een toeristische ontwikkeling betreft een positieve bijdrage wordt geleverd aan het toeristisch profiel van de gemeente. 13.3
Wijziging functie in verband met vrijkomende agrarische bebouwing Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het omzetten van een agrarisch bouwvlak, danwel de bestemming 'Wonen' ten behoeve van niet-agrarische bedrijvigheid in de vorm van: sociale, culturele, kunstzinnige, medische, therapeutische, algemeen maatschappelijke en educatieve (buitengebied)functies, waaronder begrepen expositieruimten; verblijfsrecreatie in de vorm van plattelandsappartementen, kampeerboerderijen en daarmee gelijk te stellen activiteiten; lichte horeca; stalling en opslag; kantoren; kunstnijverheidsbedrijven; agrarisch hulpbedrijven en agrarisch verwante bedrijven in de vorm van loonbedrijven, veehandelsbedrijven, bijenhouderijen; overige bedrijvigheid in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, dan wel daaraan gelijk te stellen activiteiten; met inachtneming van de volgende voorwaarden: a. deze bevoegdheid mag niet worden uitgeoefend ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied' met uitzondering van locaties die niet geschikt zijn om te worden hergebruikt ten behoeve van de intensieve veehouderij; b. uitsluitend de bestaande gebouwen, die gedurende minimaal drie jaren in agrarisch gebruik zijn geweest, mogen worden gebruikt voor de niet-agrarische activiteiten, nieuwbouw en uitbreiding van bebouwing is niet toegestaan; c. detailhandel, anders dan verkoop van ter plaatse geproduceerde goederen, is niet toegestaan; d. uitsluitend de bewoning van de (voormalige) bedrijfswoning(en) mag worden
222
vastgesteld
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
e.
f. g.
h. i.
j. k. l.
m.
13.4
voortgezet, nieuwe bedrijfswoningen, met uitzondering van vervangende nieuwbouw van bestaande (voormalige) bedrijfswoning(en), mogen niet worden gerealiseerd; de karakteristiek van het gebouw (blijkens de bouwhoogte, goothoogte en dakvorm) en het ensemble van het (voormalige) boerenerf, alsmede de landschappelijke kenmerken mogen niet worden aangetast; alle gebouwen die niet worden hergebruikt en niet als monumentaal of karakteristiek kunnen worden aangemerkt dienen te worden gesloopt; sloop en vervangende nieuwbouw is uitsluitend mogelijk mits: 1. dit leidt tot een versterking van de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse; 2. een substantiële reductie van het bouwvolume plaatsvindt; 3. de inhoud van de nieuwbouw bedraagt maximaal 900 m3 en mag niet groter zijn dan de gesloopte inhoud; omliggende agrarische bedrijven mogen niet onevenredig in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden belemmerd; geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van in de omgeving aanwezige functies en waarden, waaronder in ieder geval wordt gerekend het (leef)milieu en het landschap; geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden; geen onevenredige verkeersaantrekkende werking; er wordt voorzien in een goede landschappelijke inpassing en erfinrichting door middel van een erfinrichtings- en/of beplantingsplan waartoe een landschapsdeskundige wordt geraadpleegd; in het geval dat het een toeristische ontwikkeling betreft een positieve bijdrage wordt geleverd aan het toeristisch profiel van de gemeente.
Wijziging in verband met Rood voor Rood Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het omzetten van een agrarisch bouwvlak, danwel de bestemming Wonen ten behoeve het toevoegen van een extra woning bij sloop van (voormalige) (agrarische) bebouwing. a. de bouw van één extra woning met een inhoud van 750 m3 en 150 m2 aan bijgebouwen als minimaal 1.000 m2 aan (voormalige)(agrarische) bedrijfsbebouwing wordt gesloopt of; b. de bouw van één extra woning met een inhoud van 1.000 m3 met inpandig bijgebouw als minimaal 1.000 m2 aan (voormalige)(agrarische) bedrijfsbebouwing wordt gesloopt of; c. de bouw van één extra woning met een inhoud van 1.000 m3 en 150 m2 aan bijgebouwen als minimaal 1.500 m2 aan (voormalige)(agrarische) bedrijfsbebouwing wordt gesloopt of; d. de bouw van één extra woning met een inhoud van 1.500 m3 en 150 m2 aan bijgebouwen als minimaal 2.000 m2 aan (voormalige)(agrarische) bedrijfsbebouwing wordt gesloopt; Om gebruik te maken van de wijzigingsbevoegdheid van 13.4 a, 13.4 b, 13.4 c of 13.4 d zijn de volgende voorwaarden van toepassing: a. de (agrarische) bedrijfsvoering op de deelnemende locaties zijn/worden beëindigd en waarbij de milieuvergunning wordt ingetrokken; b. de deelnemende (voormalige) agrarische bedrijven en de nieuwe woning ligt in het verwevings- of extensiveringsgebied; c. op de slooplocaties blijft maximaal 150 m2 aan bijgebouwen gehandhaafd, bij een grotere oppervlakte is artikel 46.3 van dit bestemmingsplan van toepassing; d. de sloop is afkomstig uit de gemeente Hof van Twente; e. het gehele complex met (voormalige)(agrarische) gebouwen (inclusief silo's, kelders en erfver-harding en dergelijke) wordt gesloopt met uitzondering van de (bedrijfs)woning, karakteristieke bebouwing en/of bebouwing van cultuurhistorische
vastgesteld
223
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
waarden; de nieuwe woning wordt op de slooplocatie of bij bestaande bebouwing gerealiseerd, zodat een cluster van bebouwing in een samenhangend ensemble ontstaat; g. eerdere verplichtingen tot sloop of investeringen in ruimtelijke kwaliteit kunnen niet in de regeling worden ingebracht; h. er wordt voorzien in een goede evenredige landschappelijke inpassing en erfinrichting door middel van een erfinrichtings- en/of beplantingsplan, bij het opstellen wordt een landschapsdeskundige geraadepleegd; i. er wordt een schetsplan van de nieuwe woning overlegd; j. de minimale investering in ruimtelijke kwaliteit wordt vastgelegd aan de hand van een schetsplan van de bebouwing en erfinrichtings- en of beplantingsplan met een instandhoudingstermijn van 10 jaar; k. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van de belangen van eigenaren en/of gebruikers van omliggende gronden; l. de uitvoerbaarheid van het bouwplan waarvoor de wijziging wordt toegepast, in verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden: 1. de milieuhygiënische situatie van de bodem de ontwikkeling waarvoor de wijziging wordt toegepast niet belemmerd; 2. dat geen onevenredige aantasting van aan de grond eigen zijnde archeologische waarden zal plaatsvinden. f.
224
vastgesteld
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Hoofdstuk 4 Artikel 14 14.1
Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht Overgangsrecht bouwwerken
14.1.1 Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. 14.1.2 Artikel 14.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. 14.2
Overgangsrecht gebruik
14.2.1 Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 14.2.2 Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 14.2.1 te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. 14.2.3 Indien het gebruik, bedoeld in artikel 14.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 14.2.4 Artikel 14.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
vastgesteld
225
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Artikel 15
Slotregel Deze regels worden aangehaald als 'Regels van het bestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo'. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering d.d. .................. De griffier,
mr. A. Venema, Bijlagen bij de Regels
226
De voorzitter,
drs. H.A.M. Nauta-van Moorsel MPM
vastgesteld
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Bijlage 1 Erfinrichtingsplan
vastgesteld
227
Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Bijlage 2 Puntensysteem Rood voor Rood Element
eenheid
punten
Haag
per 10 m.
0,1 2
Erf bos (bos / gerief bosje)
per 2.500 m
1
Solitaire boom handelsmaat 10-12 tot 16-18
per boom
0,2
Solitaire boom handelsmaat vanaf 16-18
per boom
0,4
Hoogstam fruitboom
per boom
0,1
Natuurlijk grasland
per 0,5 ha.
1
Bomenrij eenzijdig plantafstand 4 m. en vanaf handelsmaat 10-12
per 25 m.
0,2
Laan tweezijdig plantafstand 4 m. vanaf handelsmaat 10-12
per 25 m.
0,5
2
0,2
Houtwal / singel / bosplantsoen
per 25 m
Moestuin
100 m.
0,2
Openbaar wandelpad
per 0,25 ha.
1
Retentie voorziening
per poel
1
(Kikker)poel
100 m.
0,5
Inrichting natuurlijke oevers en watergangen
100 m.
1
Afrastering
1
0,1
Landhek
0,2
Energie neutrale woning (EPC 0)
1
Levensloopbestendige woning
1
Aanpasbare woning
0,5
Woonruimte voor een starter
0,5
Grotere oppervlakte sloop dan vereist voor plan
per 100 m2
1
Volledige renovatie van karakteristiek bouwwerk
per bouwwerk
1
Minimaal 50% van de aanwezige bebouwing is voorzien van asbest dakbedekking en wordt volledig gesaneerd
1
Wanneer minimaal 50% van de te slopen bebouwing jonger is dan 30 jaar
1
vastgesteld
229
Plangebied Bestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente, herziening Bovenbergweg 4, Markelo
Bestemmingen Verkeer
Wonen
V
W
(dubbelbestemming) WR-AV1 W
Waarde - Archeologische verwachting 1
Aanduidingen (gebiedsaanduiding)
V
vrijwaringszone - radar
(functieaanduiding) (sw-vab)
(sw-vab)
specifieke vorm van wonen - vab
W
(figuur) relatie
WR-AV1
Verklaring (ondergrond) grootschalige basis- en kadastrale kaart
project
onderdeel
Bestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente
Aveco de Bondt ingenieursbedrijf
Herziening Bovenbergweg 4, Markelo Verbeelding
opdracht
0m
10m
20m
30m
40m
50m
Reggesingel 2 Postbus 202 7460 AE Rijssen T +31 (0)548 51 52 00 F +31 (0)548 51 85 65 E [email protected]
Aveco de Bondt getekend
gecontroleerd
gezien
project nr.
140238
versie
naam/par
M.v.B.
...
...
schaal
1:1000
status/uitgave
datum
01-07-2014
...
...
formaat
A3
...
vastgesteld
blad
1 van 1
tek.nr. NL.IMRO.1735.BGxBovenbergw4-VS10