ontwerpbestemmingsplan
| SAB•ARNHEM
|
gemeente Hof van Twente
1 ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Zienswijzennotitie Buitengebied Hof van Twente
18 december 2012 projectnummer 71100.01
SAB•ARNHEM
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
INHOUD
2
1 PROCEDURE
3
2 ZIENSWIJZEN
4
3 AMBTSHALVE AANP ASSINGEN
166
PROCEDURE
Het voorliggende ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente voorziet in de actualisatie van het huidige ruimtelijke beleid en voldoet aan het gestelde in de Wet ruimtelijke ordening. Daarnaast is de structuurvisie waar mogelijk doorvertaald in het ontwerpbestemmingsplan. Het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente heeft met bijbehorende stukken met ingang van 26 januari 2012 (na rectificatie) gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage gelegen overeenkomstig artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening. Gedurende deze periode bestond de mogelijkheid om zowel mondeling als schriftelijk zienswijzen in te dienen. In het volgende hoofdstuk zijn de ingekomen zienswijzen samengevat en voorzien van een beantwoording. Op basis van de beantwoording van de zienswijzen worden de voor3 gestelde aanpassingen aangegeven in het laatste hoofdstuk waar eveneens de ambtshal3 ve wijzigingen worden weergegeven. Op basis van het ontwerpbestemmingsplan en de aanpassingen volgend uit de zienswijzennotitie kan het bestemmingsplan uiteindelijk worden vastgesteld. Wanneer het vastgestelde bestemmingsplan wederom ter inzage wordt gelegd bestaat de mogelijkheid beroep tegen het vaststellingsbesluit in te stellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
|
Het plangebied van het ontwerpbestemmingsplan bevat de gehele gemeente Hof van Twente, met uitzondering van het stedelijk gebied (inclusief de bedrijventerreinen) van de kernen Goor, Delden, Markelo, Diepenheim, Hengevelde en Bentelo.
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
3
SAB•ARNHEM
1
2
ZIENSWIJZEN
Ten aanzien van het ontwerpbestemmingsplan zijn binnen de daarvoor gestelde termijn de volgende zienswijzen naar voren gebracht:
1 2 3 4 5
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
4
6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
H.J. Boswinkel, Colmarstraat 54, 6515 BG Nijmegen (gedateerd 5 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012); GGD Twente/ GGD IJsselland, team milieu en gezondheid, postbus 1453, 8001 BL Zwolle (gedateerd 7 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012 per mail); B. Kettenis en W. Akkersdijk, Hogedijk, 7475 PR Markelo (gedateerd 7 maart, ingekomen 7 maart 2012); H. Nales en J.L. Muller, Het Elferink 2 en Het Elferink 4, 7478 CD Diepenheim (gedateerd 6 maart 2012, ingekomen 6 maart 2012); BAWA rechtspraktijk c.s. Geukerdijk 33, 7481 BX Haaksbergen (gedateerd 6 maart 2012, ingekomen 6 maart 2012), namens: a de heer T. Jeukens en mevrouw A. Jeukens3Stappenbeld, Teemkersweg 1, 7495 SM Ambt Delden; b de heer W. Overbeek, Zomerweg 4, 7495 SP Ambt Delden; c de heer M.J.A.J. Vehof en mevrouw W. Vehof3Sonder, Zomerweg 5, 7495 SM Ambt Delden; d de heer M. Mintjes en mevrouw M.E. Mintjes, Zomerweg 6, 7495 SP Ambt Delden; e de heer H.G.J. Meutstege en mevrouw E. Meutstege, Dieckertsweg 6, 7495 SL Ambt Delden; f de heer J.B.H.M. Schreijer en mevrouw A. Schreijer, Dieckertsweg 1a, 7495 SL Ambt Delden; g de heer H. Visschedijk en mevrouw Vischedijk, Dieckertsweg 2, 7495 SL Ambt Delden; h de heer G. Veehof en mevrouw E. Veehof, Zomerweg 9, 7495 SN Ambt Delden; i de heer E.J.M. Hulshof en mevrouw C. Aaltink, Dieckertsweg 3, 7495 SL Ambt Delden; j de heer H. Heerde en mevrouw R. Heerde Zomerweg 6a, 7495 SP Ambt Delden; Stichting “De Groene Hof“, 1e Zomerdijk 5, 7478 SH Diepenheim (gedateerd 28 februari 2012, ingekomen 6 maart 2012); W. Bijker, Van Heeckerenweg 58, 7471 SH Goor (gedateerd 4 maart 2012, inge3 komen 5 maart 2012); Landgoed Nijenhuis & Westerflier b.v., Nijenhuizerlaan 19, 7478 PA Diepenheim (gedateerd 5 maart 2012, ingekomen 2012); Rent Ambt Weldam, Diepenheimseweg 114, 7475 MN Markelo (gedateerd 28 februari 2012, ingekomen 29 februari 2012); Stichting Twickel, Twickelerlaan 6, Delden, postbus 2, 7490 AA Delden (geda3 teerd 27 februari 2012, ingekomen 28 februari 2012); Overijssels Particulier Grondbezit, Haereweg 4, 8121 PJ Olst (gedateerd 6 maart, ingekomen 8 maart 2012); LTO Noord, Zwartewaterallee 14, 8031 DX Zwolle, postbus 240, 8000 AE Zwolle (gedateerd 2 maart 2012, ingekomen 5 maart 2012 in tweevoud ingediend); Tennet TSO BV, Utrechtseweg 310, postbus 718, 6800 AS Arnhem (gedateerd 1 maart 2012, ingekomen 2 maart 2012); Recron, Hoofdstraat 82, postbus 102, 3970 AC Driebergen (gedateerd 29 febru3 ari 2012, ingekomen 1 maart 2012); Stichting Perspectief Elsenerbroek, p/a Enterweg 1, 7475 TK Markelo (gedateerd 28 februari 2012, ingekomen 1 maart 2012); Boogaard advocaten, Buitenruststraat 14, 4337 EH Middelburg, postbus 616, 4330 AP Middelburg, namens VOF landgoed Hof van Twente, Herikerberg Vast3
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
19
5
|
18
SAB•ARNHEM
17
goed B.V. en De Hilgenhorst Participaties B.V. (gedateerd 28 februari 2012, in3 gekomen 28 februari 2012 (fax en mail) 29 februari 2012 per post); Vereniging verontruste burgers van de Hof van Twente, Tichelweg 3, 7475 MZ Markelo (gedateerd 27 februari 2012, ingekomen 28 februari 2012); Rechtspraktijk BAWA, Geukerdijk 33, 7481 BX Haaksbergen, namens Vereniging Verontruste Burgers en de heer Ir. H.A. Stork, Twikkelerweg 13, 7475 ND Mar3 kelo (gedateerd, 24 februari 2012, ingekomen 24 februari 2012 (in 23voud), aangevuld met schrijven van 28 februari 2012, ingekomen 29 februari 2012 ( in 23voud), en aangevuld met schrijven van 29 februari 2012, ingekomen 1 maart 2012 (in 33voud), en aangevuld met schrijven van 2 maart 2012, ingekomen 5 maart 2012 (in 23voud), en aangevuld met schrijven van 6 maart 2012, ingeko3 men 6 maart 2012 (in enkelvoud)); Waterschap Rijn en IJssel, Liemersweg 2, postbus 148, 7000 AC Doetinchem (gedateerd 21 februari 2012, ingekomen 23 februari 2012); Middelkamp Milieu en advies, postbus 277, 7600 AG Almelo, namens Stichting Gehandicapten Vakantiepark Markveldsche Esch te Bentelo (gedateerd 7 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012 per fax); Middelkamp Milieu en advies, postbus 277, 7600 AG Almelo, namens Vereniging Stedelijk Leefmilieu, Groen3 en Milieubeheer te Nijmegen (gedateerd 7 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012 per fax); Vereniging Varkenscluster Markelo Nee, p/a secretariaat VVMN, Hogedijk 4, 7475 PR Markelo (gedateerd 7 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012); Familie Heiligersig, Enkelaarsweg 24, 7475 PL Markelo (gedateerd 7 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012); Waterschap Regge en Dinkel, postbus 5006, 7600 GA Almelo (gedateerd 6 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012); G. Borghuis, Burg. Nilantlaan 32, 7475 EA Markelo (gedateerd op 16 februari 2012, ingekomen 17 februari 2012); Sligman rentmeester & makelaardij, Voordesdijk 3, 7475 NW Markelo (gedateerd op 13 februari 2012, ingekomen 13 februari 2012); Mr. R.A.E. Beens, Zwaluwstraat 17, 7491 CV Delden (gedateerd 16 februari 2012, ingekomen 17 februari 2012); Maatschap Michorius, de heer M. Michorius, Bentelerhaarweg 4, 7497 NP Bente3 lo (gedateerd 7 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012 per mail); ForFarmers afdeling BOMAP, Kwinkweerd 12, postbus 91, 7240 AB Lochem, namens Maatschap Hagreis, Beldsweg 11, 7495 PH Ambt Delden (gedateerd 6 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012); J.P.M. Heijmer, Bentelosestraat 31, 7496 PE Hengevelde (gedateerd 24 februari 2012, ingekomen 24 februari 2012); Venhoeven dier en tuin, Bentelosestraat 46 c, 7497 MR Bentelo (gedateerd 7 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012); Lubberink b.v. Bouwkundig teken adviesbureau, Kieftenweg 2, 7495 PG Ambt Delden, namens de heer Distel, Bentelosestraat 67369, 7497 MP Bentelo (geda3 teerd 6 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012); Familie Olthof, Blokstegenweg 1e, 7495 TK Azelo (gedateerd 5 maart 2012, in3 gekomen 6 maart 2012); Twentevis Visverkoop b.v., Blokstegenweg 3a, 7495 TK Azelo (gedateerd 15 fe3 bruari 2012, ingekomen 7 maart 2012); Averal, de heer A.B. Hondebrink, Mooie Vrouwenweg 28, 7603 PB Almelo, (ge3 dateerd 25 februari 2012, ingekomen 28 februari 2012); ForFarmers afdeling BOMAP, A.H.T. Hoogh Antink, Kwinkweerd 12, postbus 91, 7240 AB Lochem, namens Maatschap Vehof, Bollenweg 7, 7495 RV Ambt Del3 den (gedateerd 29 februari 2012, ingekomen 2 maart 2012); Middelkamp Milieu en advies, postbus 277, 7600 AG Almelo, namens de heer B. Vehof, Bollenweg 2a, 7495 RV Ambt Delden (gedateerd 28 februari 2012, inge3 komen 28 februari 2012 (per fax); Brusse & Maasselink B.V., J.C. van Nie, postbus 150, 7600 AD Almelo, namens Van de Riet B.V. Bollenweg 16, 7495 RV Ambt Delden (gedateerd 20 februari 2012, ingekomen 21 februari 2012);
39 Marb consultancy B.V., de heer M. Verbeek, postbus 210, 7470 AE Goor, na3 40 41
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
6
42 43
44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62
mens de familie Sipma, Borculoseweg 46, 7478 RNDiepenheim (gedateerd 7 maart 2012, ingekomen 8 maart 2012); Manege Snorrewind, Borkeldweg 1, 7475 RV Markelo (gedateerd 2 maart 2012, ingekomen 5 maart 2012); J. Geerlings, Van Effenstraat 4, 7471 ZE Goor (gedateerd 13 februari 2012, in3 gekomen 13 februari 2012); J.J. Geerlings3Tempelman, Van Effenstraat 4, 7471 ZE Goor (gedateerd 20 fe3 bruari 2012, ingekomen 20 februari 2012); Middelkamp Milieu en advies, postbus 277, 7600 AG Almelo, namens: a G.J. Morsink, Boswinkelsweg 10, 7475 MB Markelo; b M.C. Vaarhorst3Gering, Boswinkelsweg 2a, 7475 MB Markelo; c A.J.J. Bosveld, Boswinkelsweg 6, 7475 MB Markelo; d P. van de Berg, Haaksbergerweg 13, 7475 MD Markelo; (gedateerd 28 februari 2012, ingekomen 28 februari 2012 per fax); G.H.Ottink, Boswinkelsweg 14, 7475 MB Markelo (gedateerd 7 maart 2012, in3 gekomen 8 maart 2012); Wevers Pluimvee, de heer E. Wevers, Bovenbergweg 5, 7475 ST Markelo (geda3 teerd 5 maart 2012, ingekomen 5 maar 2012 per mail); De Bovenberg, A.G. Scholten, Bovenbergweg 14, 7475 ST Markelo (gedateerd 5 maart 2012, ingekomen 6 maart 2012); G.A.J. Boswinkel, Breddendijk 1, 7475 PP Markelo (gedateerd 2 maart 2012, in3 gekomen 2 maart 2012); R.J.H. Groothaar, Brummelaarsweg 11, 7475 RJ Markelo (gedateerd 2 maart 2012, ingekomen 2 maart 2012); Cumela advies, postbus 1156, 3860 BD Nijkerk, namens Loonbedrijf Markvoort en Zoon, Brummelaarsweg 22, 7475 RJ Markelo (gedateerd 20 februari 2012, ingekomen 20 februari 2012 (per mail) en 21 februari 2012); G.A.M. Klaassen en P. Sanchez Hernandez, Ter Haarstraat 21 d, 1053 LH Am3 sterdam (gedateerd 13 februari 2012, ingekomen 15 februari 2012(fax) en 20 februari 2012); Countus accountants en adviseurs b.v., postbus 1, 7475 ZG Markelo, namens de familie Rotman, Deventerdijk 14, 7478 RR Diepenheim (gedateerd 5 maart 2012, ingekomen 6 maart 2012); H. Nagenborg, Lammerinkweg 102, 7546 PV Enschede (gedateerd 16 februari 2012, ingekomen 17 februari 2012); Rombou, postbus 240, 8000 AE Zwolle, namens G. Drekkers, Bentelosestraat 51, 7497 Bentelo (gedateerd 6 maart 2012, ingekomen 6 maart 2012 (fax) en 9 maart 2012); J.B.H.M. Schreijer, Dieckertsweg 1, 7495 SL Ambt Delden (gedateerd 24 februa3 ri 2012, ingekomen 24 februari 2012); E. Nagenborg, Dorreweg 2a, 7495 RK Ambt Delden (gedateerd 15 februari 2012, ingekomen 17 februari 2012); Countus accountants en adviseurs, postbus 1, 7475 ZG Markelo, namens Maat3 schap Lubberdink, Tankinksweg 5a, 7495 RL Ambt Delden (gedateerd 7 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012); R. Rouweler, Dorreweg 14, 7497 NM Bentelo (gedateerd 6 maart 2012, ingeko3 men 6 maart 2012); Lubberink B.V. Bouwkundig teken adviesbureau, Kieftenweg 2, 7495 PG Ambt Delden, namens de heer F. Bauhuis, Drekkersweg 131b, 7495 RA Ambt Delden (gedateerd 6 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012); Den Hollander advocaten, postbus 50, 3240 AB Middelharnis, namens Eijsink Constructiebedrijf B.V., Drekkersweg 2, 7497 NR Bentelo (gedateerd 7 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012 (fax) en 7 maart 2012); H.J.A. Kappert, Eerste Zomerdijk 1, 7478 SH Diepenheim (gedateerd 3 februari 2012, ingekomen 6 februari 2012); Countus, accountants en adviseurs, postbus 1, 7475 ZG Markelo, namens de heer Vinkers, Enterbroekweg 14, 7475 SZ Markelo (gedateerd 5 maart 2012, in3 gekomen 7 maart 2012) H.J. Boswinkel, Enterweg 7, 7475 TK Markelo (gedateerd 28 februari 2012, in3 gekomen 2 maart 2012);
63 H.G.M. Broekkamp, Eschweg 1, 7497 NJ Bentelo (gedateerd 7 maart 2012, in3 gekomen 7 maart 2012 per mail);
64 ForFarmers, afdeling BOMAP, postbus 91, 7240 AB Lochem, namens B. Wissink,
68 69 70 71 72 73 74 75 76 77
78 79 80 81 82 83 84 85
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
67
|
66
7
SAB•ARNHEM
65
Esweg 2a, 7475 ME Markelo (gedateerd 7 maart 2012, ingekomen 8 maart 2012); H.A.J. Meier, Noordwal 78, 7491 BK Delden (gedateerd 11 februari 2012, inge3 komen 14 februari 2012); H.G. Hondeveld, Gelselaarseweg 5, 7475 PD Markelo (gedateerd 6 maart 2012, ingekomen 6 maart 2012); Buro voor Architektuur BNA BV, P. Oosterhout, Dorpssingel 12, 6641 BE Beunin3 gen, namens J.G.P. Baan, Goorseweg 50, 7475 BE Markelo (gedateerd 6 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012); Morsink bouwadvies & makelaardij, postbus 136, 7470 AC Goor, namens de heer J. Overmeen, Goorseweg 49, 7475 BC Markelo (gedateerd 24 februari 2012, ingekomen 24 februari 2012); H. Horsting, Goorseweg 54, 7475 BE Markelo (gedateerd 7 februari 2012, inge3 komen 10 februari 2012); Dr. J. van Soest, Goorseweg 71, 7478 BC Diepenheim (gedateerd 25 januari in3 gekomen 31 januari 2012); Maatschap Tettero, Gorsveldweg 18 b, 7497 NN Bentelo (gedateerd 15 februari 2012, ingekomen 15 februari 2012); Den Hollander advocaten, postbus 50, 3240 AB Middelharnis, namens de heer A. Westendorp, Gorsveldweg 34, 7497 NN Bentelo (gedateerd 7 maart 2012, in3 gekomen 7 maart 2012 (per fax) en 8 maart 2012); Daan en Marieke Lohuis, Groenlandsdijk 2, 7475 RH Markelo (gedateerd 29 fe3 bruari 2012, ingekomen 29 februari 2012); Henk en Joke Aanstoot, Groenlandsdijk 5, 7475 RH Markelo (gedateerd 29 fe3 bruari 2012, ingekomen 29 februari 2012 (per mail) en 1 maart 2012); J. Borre, Grondhuttenweg 7, 7497 NE Bentelo en G.A.M. Borre, Grondhuttenweg 6, 7497 NE Bentelo (gedateerd 14 februari 2012, ingekomen 17 februari 2012); Bentelo Vastgoed b.v., A.J.S. Fluttert directeur, Grondhuttenweg 14, 7497 NE Bentelo (gedateerd 6 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012); Middelkamp Milieu en advies, postbus 277, 7600 AG Almelo, namens: a R.J. van Wely, Oude Rijssenseweg 21, 7475 SM Markelo; b J.W. Jansen, Oude Rijssenseweg 27, 7475 SM Markelo; c G.J. Rohaan, Oude Rijssenseweg 25, 7475 SM Markelo; d J.H. Rohaan3 Knopers, Oude Rijssenseweg 25, 7475 SM Markelo; e J.E. Boswinkel, Groningerveldweg 1, 7475 SP Markelo; f H.M. Jebbink, Oude Rijssenseweg 18, 7475 SN Markelo; g J. Rohaan, Oude Rijssenseweg 23, 7475 SM Markelo; (gedateerd 28 februari 2012, ingekomen 28 februari 2012 per fax); De tuinderij, mevrouw J. Veenhof3Tas, Haaksbergerstraat19, 7475 MD Markelo (gedateerd 16 februari 2012, ingekomen 17 februari 2012); Mevrouw Y.B.G. Haverkate3Nijland, O.L. Vrouwestraat 11, 7497 MA Bentelo (gedateerd 3 maart 2012, ingekomen 5 maart 2012); A.G.M. Wegdam, Heggelerveldsweg 1 en 1a, 7596 PH Hengevelde (gedateerd 23 februari 2012, ingekomen 23 februari 2012); Morsink bouwadvies & makelaardij, postbus 136, 7470 AC Goor, namens E.W.M. Fluttert, Herikerweg 4, 7475 TT Markelo (gedateerd 27 februari 2012, ingeko3 men 29 februari 2012); G.J. Beuink, Herikerweg 5, 7475 TS Markelo (gedateerd 5 maart 2012, ingeko3 men 6 maart 2012); JvdV Juridisch advies & Incasso, Achterkampweg 18, 8153 RK Lemelerveld, na3 mens de heer en mevrouw Cattier, Hoffmeijerweg 18, 7495 RZ Ambt Delden (gedateerd 27 februari 2012, ingekomen 28 februari 2012); Jan Immink agrarisch bouw3 en milieuadvies, Broekweg 36, 7688 RJ Daarle, namens W. Greve, Hogedijk 6, 7475 PR Markelo (gedateerd 7 maart 2012, inge3 komen 7 maart 2012 ( per mail); Middelkamp Milieu en advies, postbus 277, 7600 AG Almelo, namens:
Vereniging tot behoud van Elsen3Elsenerbroek, p.a. Plasijk14, 7475 TD Markelo; b G.W. Hegeman, Plasdijk 14, 7475 TD Markelo; (gedateerd 28 februari 2012, ingekomen 28 februari 2012 (per fax); 86 H. van Putten, Holtdijk 6a, 7475 TC Markelo (gedateerd 5 maart 2012, ingeko3 men 5 maart 2012); 87 Recreatiepark De Poppe, Holterweg 23, 7475 AT Markelo (gedateerd 5 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012); 88 Van der Reest advies, Anklaarseweg 15, 7316 MA Apeldoorn, namens O. Wig3 gers, Holterweg 28c, 7475 AW Markelo (gedateerd 27 februari 2012, ingekomen 28 februari 2012); 89 De Mul Zegger, postbus 1267, 7301 BM Apeldoorn, namens de heer G.J. Tuller en mevrouw G.M.M. Schrijer, Kagelinkbosweg 10, 7478 PR Diepenheim (geda3 teerd 21 februari 2012, ingekomen 21 februari 2012( per fax) en 22 februari 2012); 90 Maatschap Altena, Kappelaarsdijk 3, 7475 PN Markelo en ForFarmers afd. BOM3 AP, H. Radstaak, postbus 91, 7240 AB Lochem (gedateerd 14 februari 2012, in3 gekomen 17 februari 2012); 91 Countus, accountants en adviseurs, postbus 1, 7475 AG Markelo, namens mevr. Keuper3Slaghekke, Kappelhofsweg 2, 7495 RN Ambt Delden (gedateerd 5 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012); 92 De Border, J.H. Holterman, Katiersweg 3, 7497 NG Bentelo (gedateerd 22 fe3 bruari 2012, ingekomen 23 februari 2012); 93 Middelkamp Milieu en advies, Postbus 277, 7600 AG Almelo, namens: a P. Brummelhuis, Goorsestraat 30, 7496 AE Hengevelde; b M.J.H. Bastiaansen, Bentelosestraat 4, 7496 PB Hengevelde; c D.P. Elhorst, Weth. Goselinkstraat 2b, 7496 PB Hengevelde; d J.T.A. Legtenberg, Het Wegdam 24, 7496 CA Hengevelde; e H.J.Hofmeijer, v.d. Brinkstraat 1, 7496 BG Hengevelde; f B.Wielens, Het Wegdam 23, 7596 CB Hengevelde; g R. Goselink, Weth. Goselinkstraat 4, 7496 PB Hengevelde; h B. van Eeuwijk, Het Wegdam 11a, 7496 CB Hengevelde; i H.J.J. Ottenschot, Weth. Goselinkstraat 2a, 7496 PB Hengevelde; j Hotel Restaurant Hof van Twente/ Pierik, Goorsestraat 25, 7596 AB Henge3 velde; (gedateerd 28 februari 2012, ingekomen 28 februari 2012 per fax); 94 Lubberink b.v. bouwkundig teken advies bureau, Kieftenweg 2, 7495 PG Ambt3 Delden (gedateerd 6 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012); 95 Lubberink b.v. bouwkundig teken advies bureau, Kieftenweg 2, 7495 PG Ambt3 Delden (gedateerd 6 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012); 96 G.J. Voorthuis, Kieftenweg 4, 7497 NH Bentelo (gedateerd 5 maart 2012, inge3 komen 7 maart 2012); 97 De heer J.H. Boswinkel en mevrouw L. Boswinkel3Balkema, Kolhoopsdijk 1, 7475 TL Markelo (gedateerd 22 februari 2012, ingekomen 28 februari 2012); 98 A.F.D. Kolhoop en C.A.H. Kolhoop, Kolhoopsdijk 8, 7475 TL Markelo (gedateerd 6 februari 2012, ingekomen 8 februari 2012); 99 G.J.H. Brunnekreeeft, Kolhoopsdijk 10, 7475 TL Markelo (gedateerd 5 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012); 100 J.H. Hesselink, Kooidijk 5, 7475 PH Markelo (gedateerd 27 februari 2012, inge3 komen 1 maart 2012); 101 G.J.M. Veelers, Vondersweg 2, 7496 PM Hengevelde (ongedateerd, ingekomen 5 maart 2012); 102 G.A.G. Schopman, Kuipersweg 6, 7495 TV Ambt Delden (gedateerd 7 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012); 103 Familie J. Olthof, Kuipersweg 9a, 7495 TV Ambt Delden (gedateerd 5 maart 2012, ingekomen 6 maart 2012); 104 Poelmann van den Broek, postbus 1126, 6501 BC Nijmegen, namens B.M. vast3 goed B.V., Mets Holding B.V., Desmepol B.V., Sapouni B.V. en B. Mets (geda3 teerd 7 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012 per fax en 8 maart 2012); 105 Sapouni b.v. Langenhorsterweg 6, 7495 RD Ambt Delden (gedateerd 10 februari 29012, ingekomen 13 februari 2012); a
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
8
106 Middelkamp Milieu en advies, postbus 277, 7600 AG Almelo, namens:
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
9
SAB•ARNHEM
a R.J. Eijsink, Zuivelstraat 3, 7495 TE Ambt Delden; b B.A.M. Geerdink, Zuivelstraat 5, 7495 TE Ambt Delden; c J.G.M. Oude Meijers, Schoolstraat 12, 7495 TC Ambt Delden; d H.G. Rikkert, Zuivelstraat 1, 7495 TE Ambt Delden; e B. Wassink, Schoolstraat 14, 7495 TC Ambt Delden; (gedateerd 28 februari 2012, ingekomen 28 februari 2012 per fax); 107 Familie Breukers en familie Ten Dam, p/a Langenhorsterweg 18 b, 7495 RD Ambt Delden (gedateerd 17 februari 2012, ingekomen 21 februari 2012); 108 J.H.G. Blanke, Langehorsterweg 20, 7495 RD Ambt Delden (gedateerd 7 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012); 109 Exlan Consultants B.V. postbus 1033, 7940 KA Meppel, namens maatschap Krijgsman, Larenseweg 34334a, 7475 PW Markelo (gedateerd 23 januari 2012, ingekomen 24 januari 2012); 110 Countus Accountants en adviseurs, postbus 1 7475 ZG Markelo, namens de heer en mevrouw Bussink, Larenseweg 38, 7475 PW Markelo (gedateerd 5 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012); 111 BMD Advies, Ebweg 18, 2991 LT Barendrecht, namens NOVEC B.V. Larenseweg 58, 7475 PX Markelo (gedateerd 7 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012 per fax en 9 maart 2012); 112 ForFarmers, afdeling BOMAP, Sluisstraat 24, 7491 GA Delden, namens Maat3 schap Elkink, Leusmanweg 7, 7475 RZ Markelo (gedateerd 5 maart 2012, inge3 komen 6 maart 2012); 113 Maatschap Zendman3Averesch, Lichtmissenweg 1, 7475 RN Markelo (gedateerd 10 februari 2012, ingekomen 14 februari 2012); 114 Horia Investment B.V., de heer M.J. Holterman, Industrieweg 8, 7475 NH Mar3 kelo, (gedateerd 23 februari 2012, ingekomen 23 februari 2012); 115 Kolkman Advocaten voor ondernemers b.v., postbus 888, 7640 AW Wierden, namens Horia Investment b.v. Industrieweg 8, 7475 NH Markelo (gedateerd 6 maart 2012, ingekomen 6 maart 2012 per fax en 9 maart 2012); 116 W. Krijgsman, Luttekeveldweg 6, 7475 RX Markelo (gedateerd 23 februari 2012, ingekomen 24 februari 2012); 117 Mevrouw J. Tempelman, Luttekeveldweg 13, 7475 RX Markelo (gedateerd 6 maart 2012, ingekomen 6 maart 2012 per mail); 118 Graszoden3 en wormenkwekerij J. Berendsen, Luttekeveldweg 15, 7475 RX Mar3 kelo (ongedateerd, ingekomen 6 maart 2012); 119 J.H. Klein Nagelvoort, Bernhardstraat 16, 7491 EB Delden (gedateerd 6 maart 2012, ingekomen 6 maart 2012) 120 Maatschap Voortman, Oude Deldensestraat 6, 7478 PL Diepenheim, (gedateerd 9 februari 2012, ingekomen 13 februari 2012); 121 H.H. Klifman, Middendorperweg 4, 7478 PK Diepenheim (gedateerd 5 maart 2012, ingekomen 5 maart 2012); 122 Rombou, ing. B.B. Kolkman, postbus 240, 8000 AE Zwolle, namens maatschap Hobbelink, Needsestraat 10, 7496 PR Hengevelde (gedateerd 2 maart 2012, in3 gekomen 5 maart 2012); 123 L. Wijland, Esweg 10, 7478 RH Diepenheim (gedateerd 28 februari 2012, inge3 komen 5 maart 2012); 124 B.J.J. Morsink, Nijhofweg 1, 7478 PX Diepenheim, (gedateerd 29 februari 2012, ingekomen 29 februari 2012); 125 Familie Mol, Nijhofweg 4, 7478 PX Diepenheim, (gedateerd 23 februari 2012, ingekomen 28 februari 2012 zienswijze I, 23 februari 2012 zienswijze II en 23 februari 2012 zienswijze III); 126 Morsink bouwadvies & makelaardij, postbus 136, 7470 AC Goor, namens D. Boonk, Nijhofweg 5, 7478 PX Diepenheim (gedateerd 5 maart 2012, ingekomen 5 maart 2012); 127 Hendrix UTD, H. Bruggink, postbus 1, 5830 MA Boxmeer, namens Maatschap Reef, Oomsdijk 537, 7475 TH Markelo ( gedateerd 28 februari 2012, ingekomen 4 maart 2012); 128 Countus accountants en adviseurs, E.J.M. Zandbelt, postbus 1, 7475 ZG Marke3 lo, namens Pluimveebedrijf Temmink, Oude Goorseweg 8,7478 SC Diepenheim (gedateerd 23 februari 2012, ingekomen 27 februari 2012);
129 I.T. Winkel, Oude Haaksbergerweg 2 a, 7478 PJ Diepenheim (gedateerd 27 fe3 bruari 2012, ingekomen 29 februari 2012);
130 Heupink Et Verbeek, G.H.B. Heupink, postbus 9, 7475 ZG Markelo, (gedateerd 1
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
10
maart 2012, ingekomen 2 maart 2012); 131 Morsink bouwadvies & makelaardij, R.L.F. Morsink, postbus 136, 7470 AC Goor, namens J. Pieffers, Oude Rijssenseweg 11, 7475 SM Markelo (gedateerd 24 fe3 bruari 2012, ingekomen 27 februari 2012); 132 De Keite, H.J. ten Tije, Oude Rijssenseweg 19319a, 7475 SM Markelo (gedateerd 2 maart 2012, ingekomen 6 maart 2012); 133 De zwemkolk, familie G.J.Hartgerink, Oude Rijssenseweg 20, 7475 SN (geda3 teerd 28 februari 2012, ingekomen 1 maart 2012); 134 J.J. Ensing3Keuper, Ovinksweg 4, 7475 SB Markelo (gedateerd 14 februari 2012, ingekomen 15 februari 2012); 135 A. Bouwmeester, Ovinksweg 6, 7475 SB Markelo (gedateerd 10 februari 2012, ingekomen 14 februari 2012); 136 Familie Van de Velde, Peppelendijk 3, 7495 PV Ambt Delden en mevrouw E. de Boer, Peppelendijk 1, 7495 PV Ambt Delden (gedateerd 7 maart 2012, ingeko3 men 7 maart 2012 per mail); 137 De heer W.J. Hofmeijer en mevrouw H.G. Hofmeijer3van Ommen, Plasdijk 6 a, 7475 TD Markelo (gedateerd 14 februari 2012, ingekomen 23 februari 2012); 138 N.V. Nederlandse Gasunie, O. Borisov, postbus 19, 9700 MA Groningen (geda3 teerd 27 februari 2012, ingekomen 29 februari 2012); 139 J.N. Verdoorn, Jan van Arkelstraat 44, 8101 EP Raalte (gedateerd 5 maart 2012, ingekomen 6 maart 2012 per mail); 140 Buitencentrum Hessenheem, R.J. Kortenoever, Potdijk 8, 7475 SL Markelo (ge3 dateerd 5 maart 2012, ingekomen 6 maart 2012); 141 H.J. Boode, Potdijk 9, 7475 SL Markelo (gedateerd 6 februari 2012, ingekomen 6 februari 2012); 142 H.H. Veltkamp, Prinsendijk 1, 7478 PB Diepenheim, namens Veehouderijbedrijf Nieuwe Haghuis (gedateerd 4 maart 2012, ingekomen 5 maart 2012); 143 Maatschap Semmekrot, Proodsweg 3, 7495 SR Ambt Delden (gedateerd 6 maart 2012, ingekomen 6 maart 2012); 144 Lammertink Melkgeitenbedrijf, Rijssenseweg 12, 7495 RP Ambt Delden, (geda3 teerd 27 februari 2012, ingekomen 27 februari 2012); 145 Wessels, Rijssenseweg 56, 7475 VC Markelo (gedateerd 14 februari 2012, inge3 komen 14 februari 2012); 146 Morsink bouwadvies & makelaardij, R.L.F. Morsink, postbus 136, 7470 AC Goor, namens B.J. Oplaat, Roosdomsweg 25, 7475 AJ Markelo (gedateerd 1 maart 2012, ingekomen 6 maart 2012); 147 Morsink bouwadvies & makelaardij, R.L.F. Morsink, postbus 136, 7470 AC Goor, namens J.W.G. Roelofs, Gelselaarseweg 11, 7475 PD Markelo (gedateerd 24 fe3 bruari 2012, ingekomen 6 maart 2012); 148 H.J. van der Strate, Roudaalterweg 18, 7475 RM Markelo (gedateerd 14 februari 2012, ingekomen 15 februari 2012); 149 H.J. ten Brummelaar, Roudaalterweg 27, 7475 RL Markelo (gedateerd 5 maart 2012, ingekomen 6 maart 2012); 150 Maatschap Klein Leetink, de heer G.J. Klein Leetink en mevrouw H.G. Klein Leetink3Rohaan, Scholendijk 5 a, 7475 TB Markelo (gedateerd 22 februari 2012, ingekomen 24 februari 2012); 151 W. Meulenkamp, Schoneveldsweg 7, 7495 PE Ambt Delden (gedateerd 7 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012); 152 ForFarmers, afd. BOMAP, M.G. Doeschot, postbus 91, 7240 AB Lochem, namens maatschap Sueters, Schoneveldsweg 8, 7495 PE Ambt Delden (gedateerd 27 fe3 bruari 2012, ingekomen 2 maart 2012); 153 G.B. Versteeg, Schoneveldsweg 27, 7495 PE Ambt Delden (ingekomen 7 maart 2012); 154 Stichting Gemeenschapsbelangen (groot) Azelo, Beerninksweg 123, 7621 XG Borne (gedateerd 6 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012); 155 Stichting Gemeenschapsbelangen (groot) Azelo, Beerninksweg 123, 7621 XG Borne (gedateerd 6 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012);
156 Countus accountants en adviseurs, A.J. Albers, postbus 1, 7475 AG Markelo,
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
11
SAB•ARNHEM
namens maatschap A.J. Wolthuis3Zendman en de heer H.J. Kloots, Seinenweg 4, 7475 TA Markelo (gedateerd 5 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012); 157 Ten Dam, Slaghekkenweg 2, 7497 NB Bentelo (gedateerd 28 februari 2012, in3 gekomen 29 februari 2012); 158 J.G.M. Pierik, Slaghekkenweg 8 a, 7497 NB Bentelo (gedateerd 28 februari 2012, ingekomen 1 maart 2012); 159 Cumela advies, V.Tijms, postbus 1156, 3860 BD Nijkerk, namens Maas Markelo b.v. W.J. Maas, Sligsweg 1, 7475 NP Markelo (gedateerd 20 februari 2012, inge3 komen 21 februari 2012); 160 B.J.M. Katier, Sloezenweg 2, 7495 PC Ambt Delden (gedateerd 23 januari 2012, ingekomen 23 januari 2012); 161 Cumela advies, V.Tijms, postbus 1156, 3860 BD Nijkerk, namens Loon3 Grond3 verzet3 en transportbedrijf Geurs b.v., J.T.M. Vogt, Slotsweg 6 Hengevelde (ge3 dateerd 15 februari 2012, ingekomen 16 februari 2012); 162 ForFarmers, afdeling BOMAP, H. Radstaak, postbus 91, 7240 AB Lochem, na3 mens Maatschap Ter Huurne, Slotsweg 13, 7495 PW Hengevelde (gedateerd 13 februari 2012, ingekomen 16 februari 2012); 163 Lubberink b.v. Bouwkundig teken adviesbureau, namens J.A.H. ten Thije, Slotsweg 14, 7496 PW Hengevelde (gedateerd 6 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012); 164 Forfamers, afdeling BOMAP, H. Radstaak, postbus 91, 7240 AB Lochem, namens Maatschap Ter Huurne, Slotsweg 15, 7495 PW Hengevelde (gedateerd 13 janu3 ari 2012, ingekomen 17 januari 2012); 165 Eelerwoude, P. de Groot, postbus 53, 7470 AB Goor, namens Landhuis Diepen3 heim (gedateerd 24 februari 2012, ingekomen 27 februari 2012); 166 Maatschap Bronninkreef, Stoevelaarsweg 10, 7475 TP Markelo (gedateerd 7 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012); 167 R. ten Dam, Bomhof 5, 7496 BC Hengevelde (ingekomen 15 februari 2012); 168 Familie Veelers, Suetersweg 17, 7497 MZ Bentelo (gedateerd 1 februari 2012, ingekomen 17 februari 2012); 169 Morsink bouwadvies & makelaardij, R.L.F. Morsink, postbus 136, 7470 AC Goor, namens E. Vennebekken, Stationsweg 33, 7475 NM Markelo (gedateerd 6 maart 2012, ingekomen 6 maart 2012); 170 G.J. Hofmeijer, Stokkumerweg 52 a, 7475 MV Markelo (gedateerd 21 februari 2012, ingekomen 22 februari 2012); 171 A.J.M. Pierik, Tankinksweg 8, 7495 RL Ambt Delden (gedateerd 22 februari 2012, ingekomen 23 februari 2012); 172 J.H.F. Beunk3Nijland, Kievitstraat 8, 7491 CN Delden (gedateerd 22 februari 2012, ingekomen 23 februari 2012); 173 De heer B.J.M. Hondebrink en mevrouw G.T. Hondebrink, Torendijk 13, 7495 PX Ambt Delden (gedateerd 24 februari 2012, ingekomen 28 februari 2012); 174 Familie J.A. Welmer, Traasweg 2, 7475 PS Markelo (gedateerd 14 februari 2012, ingekomen 15 februari 2012); 175 Rombou, B.B. Kolkman, postbus 240, 8000 AE Zwolle, namens de heer J. Vehof, Twickelerweg 11, 7495 SE Ambt Delden (gedateerd 6 maart 2012, ingekomen 6 maart 2021 per fax en 7 maart 2012); 176 Camping Bergzicht , M.H. Jansen, Twikkelerweg 17, 7475 ND Markelo (geda3 teerd 29 februari 2012, ingekomen 5 maart 2012); 177 Scouting van Rossum Elisabethgroep, p/a J. Aarsen, Ranninkstraat 22, 7491 XP Delden (gedateerd 6 februari 2012, ingekomen 6 februari 2012); 178 H. Gersen, Veldweg 4, 7475 NS Markelo (gedateerd 25 januari 2012, ingekomen 26 januari 2012); 179 E.F. van Olst, Vijverweg 4, 7478 PT Diepenheim (gedateerd 8 maart 2012, inge3 komen 8 maart 2012); 180 De heer en mevrouw Wijts, Wachtpostdijk 5, 7471 LP Goor (gedateerd 10 fe3 bruari 2012, ingekomen 14 februari 20120); 181 H. Bakker en C.G. Bakker3Hänisch ten Cate, Warmtinklaan 4, 7495 TD Ambt Delden (gedateerd 5 maart 2012, ingekomen 6 maart 2012);
182 G.J.J. Leunk, Wegdammerweg 6, 7475 MH Markelo (gedateerd 5 maart 2012, ingekomen 6 maart 2012);
183 T. Zwienenberg, Welmersweg 5, 7475 NZ Markelo (gedateerd 27 februari 2012,
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
12
ingekomen 28 februari 2012); 184 Lubberink b.v. bouwkundig teken adviesbureau, namens de heer J. ten Hegge3 ler, Wethouder Goselinkstraat 7, 7496 PB Hengevelde (gedateerd 6 maart 2012, ingekomen 7 maart 2012); 185 ForFarmers, afdeling BOMAP, J.W. Maassen van den Brink, postbus 91, 7240 AB Lochem, namens de heer Zweer, Wethouder Goselinkstraat 8 te Hengevelde (gedateerd 21 februari 2012, ingekomen 22 februari 2012); 186 Maatschap Slaghekke3 Vasters, Wethouder Goselinkstraat 14, 7496 PB Henge3 velde (gedateerd 13 februari 2012, ingekomen 24 februari 2012); 187 Maatschap Doeschot3 Assink, Wethouder Goselinkstraat 20, 7495 NZ Ambt Del3 den (ingekomen 6 februari 2012); 188 Hendrix UTD, H. Bruggink, Veerstrat 38, Postbus 1, 5830 MA Boxmeer, namens maatschap Doeschot3Assink, Wethouder Goselinkstraat 20, 7495 NZ Ambt Del3 den (gedateerd 24 februari 2012, ingekomen 27 februari 2012); 189 Familie J.W.M. Nijhuis, Bentelosestraat 49, 7497 MP Bentelo (gedateerd 26 fe3 bruari 2012, ingekomen 28 februari 2012); 190 Maatschap A.W. en G.H. Oplaat, Winterkamperweg 26 en 24a, 7475 SJ Markelo (gedateerd 6 maart 2012, ingekomen 6 maart 2012); 191 Camping de Borkeld, D.C. Stukker, Winterkamperweg 30, 7475 SJ Markelo (ge3 dateerd 6 maart 2012, ingekomen 6 maart 2012). De zienswijze van G. Nijenhuis3 Daggert, Voordesdijk8, 7475 NW Markelo is ingekomen op 13 maart 2012. Dit is ver buiten de termijn waardoor deze zienswijze niet ontvankelijk is en daarom buiten behandeling wordt gelaten. Hieronder treft u een weergave van de inhoudelijke opmerkingen aan evenals de ge3 meentelijke reactie daarop.
H.J. Boswinkel, Colmarstraat 54, 6515 BG Nijmegen Weergave zienswijze
Gemeentelijke reactie De bedoelde locatie aan de Kolhoopsdijk, betreft een bosperceel van ca 19000 m2 Dit is groter dan 10 are en daarom bestemd als Bos. De gbkn is als ondergrond voor de verbeelding gebruikt. Deze heeft geen juridische status. Op de verbeelding is individuele bebouwing niet altijd bestemd, tenzij daaraan een specifieke gebruiks3 of bouwbepaling is gekoppeld middels een aanduiding. De aanwezige bebouwing betreft ons inziens een veldschuur welke gebruikt mag worden zoals deze nu gebruikt wordt (overgangsrecht). Een bestemming wonen of recreatie achten wij niet passend omdat het geen bestaande woonruimte of bestaande recreatievoorziening betreft. De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
2.
GGD Twente/ GGD IJsselland, team milieu en gezondheid Weergave zienswijze De indiener geeft aan dat onvoldoende gehoor is gegeven aan de opmerkingen over de gezondheidsaspecten zoals deze door haar is ingediend. Daarbij wordt zij in paragraaf 6.3. van toelichting genoemd als overlegpartner, maar de inspraakreactie niet benoemd als zijnde afkomstig van een overleg partner. Inhet MER wordt uitgebreid aandacht besteed aan gezondheidseffecten in de omgeving van intensieve veehouderijen. In deze zienswijze worden ze opgesomd. In paragraaf 5.1.4. van de toelichting van het bestemmingsplan wordt erop gewezen maar er worden geen consequenties aan verbonden. Om die reden wordt gevraagd aanpassingen in het bestemmingsplan door te voeren. Een bepaling op te nemen waardoor varkens en pluimvee niet op één intensief bedrijf kunnen voorkomen. Dit dient infectieziekten die van dieren op mensen kunnen overgaan (zoönosen) te voorkomen, bijvoorbeeld Q3koorts en influenza. Voor bestaande situaties zou een overgangsmaatregel moeten worden opgenomen eventueel aangevuld met een stimuleringsregeling. Er wordt gevraagd om nevenfuncties zoals kinderopvang of andere (dag)opvang op of in de omgeving van intensieve veehouderijen niet toe te staan. De indiener verzoekt normen op te nemen voor de afstand tussen de intensieve veehouderijen onderling en de afstand van een intensief bedrijf ten opzichte van een burgerwoning en andere gevoelige bestemmingen. Het risico kan voor omwonenden worden verminderd bij een afstand van 250 m. Deze afstand zou moeten gelden voor nieuwe situaties. Er wordt verwezen naar het ‘Informatieblad Intensieve veehouderij en gezondheid, Update oktober 2011’. In de toelichting van het bestemmingsplan gaat de gemeente uit van 14 odeurunits per m3 lucht. De indiener is van mening dat de GES3methode moet worden gehanteerd om geen ongewenste gezondheidsbelasting te laten ontstaan. Bij deze systematiek hoort de norm van 6 odeurunits per m3 lucht per individueel bedrijf. De in de toelichting genoemde minimale wettelijke vaste afstanden van 25 en 50 meter tot geurgevoelige objecten wijken af van de afstand zoals opgenomen in de VNG3brochure Bedrijven en
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
De op het perceel aanwezige bebouwing is niet op de verbeelding aangemerkt. Deze bebouwing wordt gebruikt voor opslag en als schuilgelegenheid ten behoeve van de gronden die als (volks)tuin worden gebruikt. De indiener vraagt de bebouwing alsnog op de verbeelding weer te geven. Hij wordt nu beperkt in zijn rechten.
13
|
In de zienswijze wordt de bestemming van het perceel Markelo sectie M, nummer 1052 benoemd. In het ontwerpbestemmingsplan heeft het perceel de bestemmingen “agrari3 sche waarden” en “Bos” gekregen. De indiener is van mening dat de bestemming recreatie of wonen zou moeten zijn overeenkomstig de toelichting van het bestem3 mingsplan. In de toelichting staat dat wanneer er sprake is van minder dan 10nge de woonbestemming wordt toegekend. De bestemming “Bos” is opgenomen voor een are3 aal dat kleiner is dan 10 are. De bestemmingen zijn onterecht toegekend.
SAB•ARNHEM
1.
milieuzonering van 200 meter. Er wordt voor gepleit de afstand van 200 meter te hanteren. Er wordt voorgesteld in te gaan op het gemeentelijk geurbeleid. De indiener adviseert om naast de zakelijk rechtstrook rond hoogspanningsleidingen, ook het advies van de rijksoverheid over bouwen rondom hoogspanningsleidingen te verwerken. Dit advies houdt in dat moet worden voorkomen dat er nieuwe situaties ontstaan waarbij kinderen langdurig verblijven in het gebied rond bovengrondse hoogspanningsleidingen waarbinnen het jaargemiddelde magneetveld hoger is dan 0,4 microtesla.
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
14
Gemeentelijke reactie In het kader van het MER zijn ook de gezondheidseffecten in relatie tot het ruimtelijk beleid onderzocht. Uit het MER blijkt dat het ingestoken ruimtelijk beleid vanuit de mili3 euaspecten haalbaar is. Bij de daadwerkelijke bedrijfsvoering op individuele locaties speelt ook de milieuwetgeving een grote rol. Binnen de intensieve veehouderijtak wordt geen onderscheid gemaakt in diersoorten. Overeenkomstig het begrip uit het reconstructieplan bestaat een intensieve veehouderij uit het houden van vee, pluimvee of nertsen op een bedrijfsvloeroppervlak van minimaal 250 m2. De in de toelichting aangegeven normen voor geurgevoelige objecten komen voort uit de Wet geurhinder en veehouderij. Deze wetgeving gaat voor de VNG brochure waarin richtafstanden staan genoemd. De VNG brochure wordt gebruikt bij het inpassen van gevoelige functies in de omgeving van bedrijven als geen wettelijke norm is bepaald. Bouwen rondom hoogspanningsleidingen is pas mogelijk als advies wordt gevraagd aan de leidingbeheerder. Het bestemmingsplan laat bij recht geen nieuwe gevoelige functies toe. Alleen met een afwijkings3 of wijzigingsbevoegdheid kunnen gevoelige functies worden toegevoegd. Dan wordt externe veiligheid getoetst evenals het nastreven van een goed woon3 en leefklimaat.
SAB•ARNHEM
|
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
3.
B. Kettenis en W. Akkersdijk Weergave zienswijze De indiener geeft aan dat de zienswijze bestaat uit de tekst van de zienswijzen van de Vereniging Varkenscluster Markelo Nee (VVMN) d.d. 7 maart 2012. Daarbij geven zij aan dat de plannen voor de landbouw zoals die door de gemeente zouden zijn opgesteld niet passen bij Markelo en de bewoners van het landbouwontwikkelingsge3 bied Markelosebroek. Gemeentelijke reactie Verwezen wordt naar het antwoord onder nummer 23.
4.
H. Nales en J.L. Muller Weergave zienswijze In het ontwerpbestemmingsplan is een regeling opgenomen voor evenementen. Er zijn maximaal 3 evenementen per jaar met een duur van ten hoogste 15 dagen per evenement toegestaan. De indieners stellen dat deze regeling ook voor het terrein van de Schutterij van Diepenheim gelegen aan de Borculoseweg van toepassing is. Zij benoemen de uitspraak van de Raad van State waarbij goedkeuring is onthouden aan de bestemming evenemententerrein en de uitspraak van 8 oktober 2008 van de Raad van State (200800767/1). De door de gemeente verleende vrijstelling is in stand gebleven. Volgens de indieners een voor alle partijen werkbare regeling waar beter niet van af kan worden geweken. De regeling zoals opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan wijkt daarvan af. Indieners stellen voor om een regeling overeenkomstig het vrijstellingsbesluit op te nemen, die door de rechter is gesanctioneerd. Drie evenementen per jaar is te veel. Er wordt gevraagd om van de voortgang van de ambtelijke advisering op de hoogte te worden gesteld.
Gemeentelijke reactie
15
Rechtspraktijk BAWA Weergave zienswijze De zienswijzen richten zich op alle onderwerpen en planonderdelen van het ontwerpbestemmingsplan. Er is onvoldoende aandacht geschonken aan de zekerheden om overgangsrechten zoals gelden op grond van de verschillende bestemmingsplannen voor het buitengebied. Er wordt opgemerkt dat door het achterwege laten van een inspraakreactie geen recht is verspeeld en een zienswijze kan worden ingediend. Er wordt gesteld dat te veel vrijstellingsbevoegdheden bij het college worden gelegd, waardoor de gemeenteraad geen zeggenschap heeft. Er wordt te weinig aandacht aan de natuur geschonken. Welvaart zonder welzijn moet niet worden nagestreefd. Daarnaast wordt een aantal onderwerpen genoemd. De indiener is van mening dat een agrarisch bouwblok van 3 ha te groot is in het LOG. Door deze omvang kunnen zeer grote schuren en stallen worden gebouwd. Het is niet duidelijk wie bepaalt welke omvang noodzakelijk is voor een doelmatige bedrijfsvoering en wat daarbij het toetsingskader is. Er blijft onvoldoende ruimte over om het verlies aan ecologisch en landschappelijk kapitaal voldoende te compenseren. De belangen van de eigenaren en gebruikers van omliggende gronden wordt onevenredig aangetast. De regels voor een goede landschappelijke inpassing en erfinrichting ontbreken, waardoor niet aan het reconstructiebeleid wordt voldaan. Om de belasting van de bedrijven voor de omgeving te bepalen moet niet van het individuele bedrijf worden uitgegaan, maar van cumulatieve cijfers. Door het stapelings3 effect van 3 aanwezige bedrijven en een nieuw bedrijf komt de gezondheid van de inwoners van het LOG in het gedrang. Er wordt gesteld dat dierziektes steeds vaker voorkomen en dat daar onvoldoende rekening mee wordt gehouden. Het is bijvoorbeeld niet duidelijk hoe invulling wordt gegeven aan bijlage 1, pagina 18 van de partiële herziening van het Reconstructieplan Salland Twente, waarin staat dat volksgezondheid moet worden betrokken bij ontwikkeling van de intensieve veehouderij. Als ziekte bij inwoners optreedt door het beleid, zoals wordt vastgelegd in dit onderhavige plan, dan zal de gemeente daarvoor verantwoordelijk en aansprakelijk worden gesteld. In de zienswijze wordt gesteld dat niet wordt voldaan aan de wettelijke vereisten, omdat het onderliggende beleid tot grotere schadelijke effecten kan leiden dan inhet MER is gesteld. De analyse met inbreng van het wegvallen van het varkenscluster en de nieuwste inzichten van de rijksoverheid en provincie ontbreken. De effecten van de dierhouderij op fijnstof en zoönosen in relatie tot gezondheidsbelangen zijn niet doorvertaald in het ontwerpbestemmingsplan. Ook conflicteert het ontwerpplan met de gezondsheidsnota van de gemeente. Er wordt uitgegaan dat schaalvergroting zal optreden. Over dit aspect wordt geen uitspraak gedaan, daarom staan de opmerkingen over geur en ammoniak op zich zelf. De bevoegdheid om wegen buitenproportioneel te verbreden moet worden verwijderd uit het plan. Ook andere infrastructurele aanpassing die samenhangen met mestverwerkingssystemen moeten niet in dit plan worden opgenomen. In de zienswijze wordt gesteld dat de gemeente de laatste berichtgeving inzake Q3 koorts van het RIVM moet meenemen, door een afwijkingsbevoegdheid of nader eis op te nemen in de regel, zodat dit aspect bij de vergunningtoets in overweging kan worden
|
5.
SAB•ARNHEM
De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan ten aanzien van het opnemen van de aanduiding voor het evenemententerrein binnen de agrarische be3 stemming en in de regels aan te geven dat dit terrein voor 1 evenement per jaar, gedu3 rende 3 dagen in de periode 10 september – 5 oktober mag worden gebruikt voor het schuttersfeest en verder in de periode 10 september – 5 oktober gebruikt mag worden voor parkeren, opbouwen, inrichten, afbreken en opruimen van voorzieningen.
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
Het betreft het terrein van de Schutterij. Voorgesteld wordt in deze specifieke situatie een aanduiding op te nemen en de verleende vrijstelling daarin te verwerken. Het betreft het houden van het schuttersfeest gedurende 3 dagen per jaar in de periode 10 september – 5 oktober inclusief parkeerruimte en daarnaast het opbouwen, inrichten, afbreken en opruimen van voorzieningen in de periode 10 september – 5 oktober.
meegenomen.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
16
Gemeentelijke reactie Het ontwerpbestemmingsplan geeft de wettelijke mogelijkheden weer ten aanzien van overgangsrecht. Overgangsrecht is opgenomen en in de begrippen is uitgelegd wat onder ‘bestaand’ wordt gebruikt ten aanzien van gebruik en bouwen. Ons inziens is het overgangsrecht voldoende gewaarborgd en is voldoende duidelijk wat daaronder wordt verstaan. De gemeenteraad stelt bestemmingsplannen vast. In het bestemmingsplan worden ook de opgenomen afwijkings3 en wijzigingsbevoegdheden begrensd en bepaald. Op dat moment is duidelijk tot waar de bevoegdheid van het bevoegd gezag (vaak het college maar het kan ook de provincie zijn) gaat. Natuur heeft zeker een plek gekregen in het voorliggende ontwerpbestemmingsplan. De bestaande natuur is als zodanig bestemd en voor de realisatie van nieuwe natuur is het EHS beleid van de provincie leidend geweest. De bestemming Waarde – EHS is bedoeld voor de ontwikkeling van nieuwe natuur en is bedoeld voor de bescherming van (potentiële) waarden bij ontwikkelingen in de andere onderliggende bestemmingen. In het ontwerpbestemmingsplan is het reconstructiebeleid opgenomen. Dit is reeds eerder gedeeltelijk in een thematische bestemmingsplanherziening gedaan ten aanzien van de zonering. In voorliggend plan is ook de inhoud geregeld. In artikel 3.5.2 is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het vergroten van bouwvlakken voor intensieve veehouderijen. De maximale grootte in het landbouwontwikkelingsgebied bedraagt 3 ha. Daarbij wordt als voorwaarde gesteld dat het geheel landschappelijk moet worden ingepast en dat omliggende functies, waarden en belangen van andere functies en gebruikers niet onevenredig mogen worden aangetast en geschaad. Daarmee is de belangenafweging voldoende verzekerd. Met het opstellen van het ontwerpbestemmingsplan is ook een MER (milieueffectrappor3 tage) opgesteld. Daarin zijn alle van belang zijnde milieuaspecten, waaronder gezondheid, onderzocht en beoordeeld in relatie tot het voorgenomen beleid in het bestemmingsplan. Het MER is dan ook mede bedoeld ter onderbouwing van het uitgezette beleid in het bestemmingsplan. Het varkenscluster is in het MER als variant opgenomen maar nu niet meer actueel. Dit heeft geen consequenties voor de inhoud van het bestemmingsplan. Schaalvergroting in de landbouw gaat ook gepaard met het beëindigen van veehouderijen elders. In die zin neemt op diverse plaatsen de uitstoot van ammoniak af en zo ook de geurhinder. Op andere plaatsen zal door de schaalvergroting meer dieren worden gehouden en dat er daar sprake is van een grotere uitstoot van ammoniak en geur. Bij een ontwikkeling wordt ook vanuit het milieuspoor bekeken wat de milieuruimte is en of bedrijven op de gewenste locatie kunnen groeien. Er vindt altijd een afweging plaats en toets aan geldende wet3 en regelgeving (milieuwetgeving, wetgeving omtrent natuur, wetgeving omtrent ruimtelijke ordening, e.d.). In het MER is de verwachte ontwikkeling in de landbouwontwikkelingsgebieden weergegeven en is de maximale binnenplanse groei doorgerekend. De opgenomen maatvoering in artikel 47.1 onder b is per abuis verkeerd opgenomen. Bedoeld wordt 2,5 m. Dit wordt aangepast in de regels om de mogelijkheid te hebben om wegen te kunnen aanpassen als dit noodzakelijk is. Mestverwerking is een duurzame vorm van het ver3 en bewerken van meststoffen. Het is daarom belangrijk om in het bestemmingsplan mogelijkheden op te nemen om aan deze duurzame vorm medewerking te kunnen verlenen (bedrijfsniveau). Ook is aangegeven dat grote mestverwerkingsinstallaties in principe niet thuis horen in het buitengebied. Wij zijn dan ook van mening dat dit bijdraagt aan de ontwikkelingen die momenteel in de landbouwsector gaande zijn. Bij elk initiatief vindt een eigen afweging plaats. In het kader van het MER zijn ook de gezondheidseffecten in relatie tot het ruimtelijk beleid onderzocht. Uit het MER blijkt dat het ingestoken ruimtelijk beleid vanuit de mili3 euaspecten haalbaar is. Bij de daadwerkelijke bedrijfsvoering op individuele locaties speelt ook de milieuwetgeving een grote rol.
De zienswijze wordt deels overgenomen ten aanzien van het aanpassen van de maat van 25 m in 2,5 m in artikel 47.1 onder b.
Het streven naar een vitaal platteland wordt ook door indiener gesteund. Er moet dan sprake zijn van een harmonische combinatie van landbouw en natuur. Niet statisch maar dynamisch met kleinschalige activiteiten. Grootschalige projecten blijven achterwege. De daarvoor ontwikkelde kaders kunnen op steun van de indiener rekenen. De indiener vraagt de gemeente in het kader van de herijking van de EHS en het schrappen van de robuuste verbindingen haar invloed aan te wenden en te pleiten voor een ruime handhaving van de EHS3begrenzing. Een goede ecologische verbinding tussen het Diepenheimse landgoederen gebied en de Sallandse Heuvelrug (Herikerberg) is en blijft van groot belang. De indiener vindt het merkwaardig dat het streven naar een grootschalige recreatieve dagvoorziening niet in het generieke beleid van het bestemmingsplan tot uiting komt. Het is onduidelijk hoe dit streven zich verhoudt tot de terughoudendheid die wordt betracht bij niet3agrarische bedrijvigheid en het streven naar investeren in landschap en ruimtelijke kwaliteit. De indiener is van mening dat in het bestemmingsplan geen regeling moet worden opgenomen om een dergelijke voorziening te kunnen realiseren. De indiener geeft de gemeente mee om in overleg te treden met de recreatieve ondernemers, om de mogelijkheden te verkennen om te investeren in bestaande voorzieningen zodat de kwaliteitsslag gemaakt kan worden. Door het opwaarderen van bestaande voorzieningen wordt natuur en landschap minder aangetast. Ook de ondernemers in de recreatieve sector onderkennen dat belang. Hoewel de indiener het doel van de gemeente deelt, is hij van mening dat een andere oplossingsrichting moet worden gekozen. De indiener constateert dat de bevoegdheden om af te wijken zijn verwoord, maar hij vraagt zich af of de voorwaarden waaronder het college deze bevoegdheden kan gebruiken begrensd zijn. Deze voorwaarden zouden in de toelichting van het bestemmingsplan moeten worden opgenomen. Er is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor mestbe3 en verwerkingsinstallaties. De bevoegdheid moet alleen gelden binnen het bouwvlak en als zodanig in de regels worden opgenomen. Voor een economisch verantwoorde installatie is een zekere hoeveelheid mest vereist. Intensieve bedrijven mogen niet groeien, waardoor de omvang van een bedrijf beperkt is. Daardoor kan waarschijnlijk het bedrijf niet in voldoende mest voorzien. Daardoor is aan3 en afvoer noodzakelijk. De indiener is van mening dat de gemeente een grens moet stellen aan het aantal toe te laten installaties of deze alleen op bedrijventerreinen moet toestaan. Er wordt gesteld dat het MER de ambities van de gemeente ondersteunt zonder er kritisch naar te kijken. Omdat de gevolgen van het bestemmingsplan in het MER per thema in beeld zijn gebracht is het moeilijk lees3 en controleerbaar. De tekst bij de tabel op blz. 59 van de toelichting op het bestemmingsplan is onjuist en bagatelliseert significante effecten. De indiener vraagt dit aan te passen. De indiener is van mening dat de stikstofdepositie effect heeft op Natura20003gebieden en dat niet gestreefd moet worden naar maximale groei. Ook bij de conclusie dat het effect van de geurbelasting licht negatief is, is sprake van verhullend taalgebruik. Het is onduidelijk waarom het MER aanneemt dat de toename van geur in de bebouwde kommen ‘weinig waarneembaar’ zal zijn. De indiener is van mening dat de toename van geurbelasting in de kernen waarneembaar is en de leefkwaliteit afneemt.
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
De indiener is van mening dat de natuur onder druk staat, daarnaast wordt benoemd dat er gestreefd wordt naar duurzame ontwikkeling. Daarmee bestaat in het ontwerpbestemmingsplan spanning tussen de gewenste kwaliteit en kwantiteit van natuur en landschap en de gemeentelijke ambities.
|
In de zienswijze wordt het voornemen om de bestemmingsplannen te actualiseren ondersteund. Er is een aantal opmerkingen, bezwaren en vragen.
SAB•ARNHEM
Stichting “De groene hof” Weergave zienswijze
|
17 6.
De indiener is van mening dat elke groeimogelijkheid voor veehouderijen zal worden gebruikt. Ook de eerder bereikte milieuwinst. De indiener ziet het behoud van milieuwinst en het investeren in kwaliteit ook als groei. Het is jammer dat dit standpunt niet wordt gedeeld. De spoorlijnzone van de lijn Zutphen3Oldenzaal bedraagt 100 m. De indiener heeft een aantal vragen hierover.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
18
Een groot deel heeft betrekking op het inzetten van de lijn in het Programma Hoogfrequente Spoorvervoer en de daarbij te verwachten effecten in het kader van de externe veiligheid en de mogelijkheden tot aanpassingen. De barrièrewerking van de spoorlijn in relatie tot de EHS zal groot zijn. Bij de discussie rond de Twentekanaallijn moet ook natuur en landschap maximale aandacht krijgen. De gemeente zou zich moeten verzetten tegen de lijn en als spreekbuis voor de verontruste burgers moeten optreden. De indiener pleit voor het opwaarderen van het Twentekanaal als alternatief voor en oplossing voor het goederen vervoer. Als desondanks de Twentekanaal lijn aan de orde komt, moeten de effecten voor natuur en landschap worden beperkt door maatregelen.
Gemeentelijke reactie Het EHS3beleid en de ontwikkelingen daaromheen worden gevolgd. De EHS3begrenzing is voor zover nu vastligt opgenomen en vertaald in het ontwerpbestemmingsplan door bestaande natuur te bestemmen als natuur en potentiele nieuwe natuur onder te brengen in de dubbelbestemming Waarde3EHS. In het voorliggende ontwerpbestemmingsplan staan de ambities die voortvloeien uit de Structuurvisie genoemd. Niet alle ambities hebben een plek gekregen vanwege de ruimtelijke impact. In het bestemmingsplan worden geen grootschalige ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Daar is een goede afweging en motivering voor nodig die ons inziens niet thuis hoort in een generiek bestemmingsplan met beleid voor het hele buitengebied. Bij elke afwijkings3 of wijzigingsbevoegdheid is een grens aangegeven ten aanzien van gebruiks3 en/of bouwmogelijkheden. Bij elke afwijkings3 of wijzigingsbevoegdheid zijn voorwaarden opgenomen. Deze zijn dusdanig duidelijk voor het bevoegd gezag dat geen interpretatieverschillen ontstaan. Ook de toelichting geeft uitleg over hoe afwijkings3 en wijzigingsbevoegdheden zijn bedoeld en waaraan getoetst wordt. Het is de bedoeling kleinschalige mestver3 en bewerkingsinstallaties mogelijk te maken op agrarische bouwvlakken. Dat is nu niet voldoende duidelijk in de regels en wordt aangepast. Het aantal te realiseren mestver3/ bewerkingsinstallaties wordt niet begrensd. Zo bestaat overal de mogelijkheid en is het aan de agrarische ondernemers zelf om een bedrijfsverantwoorde en marktafhankelijke keus te maken. Het bijbehorende MER is opgesteld om alle van belang zijnde milieuaspecten te beoordelen bij de ingestelde beleidsrichting in het bestemmingsplan. De toelichting van het bestemmingsplan geeft een verkorte weergave van de beoordeling weer. Het MER is onderdeel van de toelichting en kan daarom ook in zijn geheel gelezen worden. De tabel in de toelichting is niet onjuist. Wel zal een legenda worden opgenomen waarin de symbolen van de scores worden uitgelegd. Het bestemmingsplan is een beheersgericht bestemmingsplan dat onder bepaalde voorwaarden een zekere ontwikkeling in het buitengebied toestaat. Het is onduidelijk welke ruimtelijke ontwikkelingen dat precies zijn en waar deze zullen plaatsvinden. Het detailniveau van het MER is hierop afgestemd. De milieueffecten zijn op groter schaalniveau voor het buitengebied beoordeeld. Bij dat detailniveau past een wijze van beoordeling waarbij tot de conclusie wordt gekomen dat er sprake is van een licht negatief effect of dat effecten weinig waarneembaar zijn. Dat doet niet af aan de doelstelling van de m.e.r. om het milieu als volwaardig belang mee te laten wegen in de besluitvorming.
Het voorliggende bestemmingsplan voorziet in ontwikkelingen in het buitengebied waarbij altijd een bijdrage moet worden geleverd aan de ruimtelijke kwaliteit (en dus ook de milieukwaliteit). Het standpunt van inspreker is dan ook veiliggesteld in voorliggend plan.
W. Bijker Weergave zienswijze In de zienswijze wordt aangegeven dat de mogelijkheden voor het houden van evenementen te ruim is in artikel 3.1 onder s, omdat alle agrarische gronden eveneens evenemententerrein worden, er geen beperkingen aan de omvang van het evenement wordt gesteld en 45 dagen in een jaar te lang is. Dit stemt niet overeen met het gemeentelijke evenementenbeleid. In de zienswijze wordt een voorstel gedaan om onderscheid te maken in type en grootte van de evenementen, bijvoorbeeld wijs voor niet3agrarische dorpsfeesten specifieke locaties aan, zoals bij ijsbanen. Sommige evenementen niet toestaan. Op die manier kan de gemeente evenementen reguleren.
Gemeentelijke reactie De opgenomen regeling is conform de regeling in het Besluit omgevingsrecht (Bor). Er vindt dan ook geen verruiming plaats van de regeling. Het bestemmingsplan voorziet op deze manier in de mogelijkheid om evenementen toe te staan. Daarnaast geldt het toetsingskader van het aangescherpte evenementenbeleid in relatie tot de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV). Naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State van 13 april 2005 betreffende het Diepenheimse Schuttersfeest is gebleken dat voor grote evenementen een planologische regeling getroffen dient te worden. Een dergelijke regeling kan bestaan uit het bestemmen van gebieden, locaties of bouwwerken als evenementenlocatie ofwel door afwijking op de regels in het bestemmingsplan te verlenen. Tot de eerste mogelijkheid kan worden besloten bij een herziening van een bestemmingsplan. In het onderhavige ontwerpbestemmingsplan is ervoor gekozen om het gehele buitengebied aan te wijzen als potentiële evenementenlocatie, met uitzondering van het schutterijterrein in Diepenheim. Vanuit dereguleringsperspectief is ervoor gekozen om niet steeds elk jaar een ontheffing aan te laten vragen op grond van het Besluit omgevingsrecht. Aan de gebruiksbepalingen voor evenementen zijn voorwaarden gesteld welke in overeenstemming zijn met de mogelijkheden die artikel 4 lid 8 in bijlage 2 in hoofdstuk 4 Bor biedt. Deze voorwaarden bevatten de beperking dat per locatie of bouwwerk maximaal drie evenementen per jaar voor maximaal 15 dagen per evenement worden toegestaan. Daarnaast zal bij een concrete aanvraag om een evenement te organiseren worden getoetst aan de bepalingen in de APV Hof van Twente en het beleid omtrent evenementenvergunningen. Dat er planologisch gezien evenementen kunnen worden toegestaan in het buitengebied wil overigens niet zeggen dat zij ook kunnen plaatsvinden op grond van de APV Hof van Twente. Op grond van artikel 2:25 APV Hof van Twente dient voor een evenement namelijk een vergunning te worden aangevraagd. Dit staat los van de planologische mogelijkheden. Deze aanvraag om evenementenvergunning wordt getoetst aan de belangen openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en de bescherming van het milieu en het daarop gestoelde beleid ten aanzien van
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
7.
|
De zienswijze wordt gedeeltelijk overgenomen in die zin dat in artikel 3.4.3 wordt toe3 gevoegd dat mestbe3 en verwerkingsinstallaties alleen op het agrarisch bouwvlak zijn toegestaan en het aanvullen van de toelichting met een legenda bij de tabel in para3 graaf 5.1.1.
19
SAB•ARNHEM
Het bestemmingsplan geeft aan dat de spoorlijn aanwezig is. Het gebruik is daarmee veiliggesteld. Het bestemmingsplan is niet kader stellend voor de frequentie op het spoor. De aangehaalde vraagpunten en aandachtspunten hebben geen relatie met voorliggend bestemmingsplan en worden dan ook buiten beschouwing gelaten.
evenementenvergunningen. Zo is in het beleid evenementenvergunningen, paragraaf 2.3, opgenomen dat voor de zogenaamde B (en C) evenementen (o.a. grote tentfeesten) geldt dat de bestaande evenementen behouden dienen te worden, maar dat in beginsel geen verdere uitbreiding wordt nagestreefd. Binnen onze gemeente vinden al veel B evenementen plaats, die door hun aard en omvang een behoorlijke druk op de omgeving veroorzaken. Dit houdt in dat, hoewel het bestemmingsplan evenementen planologisch gezien mogelijk maakt, er regulering plaatsvindt via de evenementenvergunningverlening op grond van de APV Hof van Twente.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
20
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
8.
Landgoed Nijenhuis/Westerflier Weergave zienswijze Een groot aantal van de opmerkingen naar aanleiding van het voorontwerp zijn naar tevredenheid verwerkt. Een aantal zaken blijft nog de aandacht vragen. De bestemmingen ‘bos’ en ‘natuur’. Het is een goede zaak dat in de bestemming ‘bos’ bosbouw mogelijk is. Binnen de bestemming ‘natuur’ is het omgevingsvergunningenstelsel gewijzigd, maar artikel 16.3.1.c en d zijn identiek dit kan niet de bedoeling zijn. De indiener ziet een alternatief door bij 16.3.1.c de tekst van 17.3.1.c. op te nemen. De bestemmingsplankaart geeft nog geen duidelijke criteria weer voor het onderscheid tussen bestemming ‘bos’ en ‘natuur’. De indiener stelt voor om multifunctionele bossen als ‘bos’ te bestemmen en enkele andere terreinen als natuur b.v. de heide. Vooroverleg over deze aanpassing zou indiener een goede zaak vinden. De bestemming ‘Buitenplaats’ lijkt een goede optie voor het evenwicht tussen bescherming en flexibiliteit. De begrenzing voor Nijenhuis en Westerflier doet geen recht aan de monumentale status. De officiële begrenzing van Historische buitenplaats van de RCE is ruimer. Er wordt gevraagd de officiële begrenzing over te nemen. De moestuin is sinds 1 januari buiten gebruik. Het ligt in de bedoeling de Oranjerie als woning in gebruik te nemen. Daarbij worden verschillende landschapontsierende niet monumentale gebouwen gesloopt. De indiener vraagt om een passende bestemming. De indiener vraagt de herijking van de EHS in dit bestemmingsplan te verwerken. Nieuwe nog niet gerealiseerde natuur komt dan buiten de EHS te liggen. Een en ander zal door de provincie in de Omgevingsverordening worden vastgelegd. De indiener verzoekt om voor de begrenzing van de EHS te verwijzen naar de vigerende Omgevingsvisie. Het landgoed ontwikkelt een concept voor een natuurbegraafplaats c.q. urnengedenkpark. Deze ontwikkeling wordt gezien als financiële drager voor de instandhouding van het landgoed. De indiener verzoekt in het bestemmingsplan een regeling op te nemen, waardoor deze ontwikkeling mogelijk is op de voorgestelde locatie. Over de bestemmingsplankaart heeft indiener een paar vragen: • • • • •
Bestemmingen bos en natuur onlogisch weergegeven. De herijking van de EHS verwerken De oude loop van de Regge is nog opgenomen; De bestemming op het perceel Deventerdijk 12 in relatie tot de brief van 13 september 2011; De kaart voor het perceel Morsdijk 4 c en d vraagt om uitleg.
Gemeentelijke reactie In artikel 16.3.1 onder c en d staat inderdaad dezelfde bepaling. Dat is niet de bedoe3 ling en er zal één sublid worden verwijderd.
Onder multifunctionele bosbouw wordt verstaan: ”Het geheel van bedrijfsmatig hande3 len en activiteiten gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van be3 staande en nieuwe bossen ten behoeve van natuur, houtproductie, landschap milieu of recreatie”. Het duurzame gebruik van de gronden als bos is daarbij een belangrijke eigenschap van multifunctionele bosbouw. Het perceelsgewijs kappen door bedrijven geregistreerd bij het bosschap is toegestaan maar mag geen blijvende schade toebrengen aan de omgevingskwaliteit (veelal kleinschaligheid van het landschap). Ten aanzien van het natuurbeheer geldt dat voor werken geen gebouw zijnde (gerela3 teerd aan de bestemming) of werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen geen omgevingsvergunning vereist is. Werkzaamheden die het nor3 male onderhoud, gebruik en beheer van bos en natuur betreffen zijn bij recht toege3 staan aangezien deze maatregelen bijdragen aan de instandhouding van het bestemde gebruik. De aanwezige houtopstanden worden verder beschermd vanuit de bomenver3 ordening. Deze verwijst voor de landschappelijke afweging onder meer terug naar het behoud van het kleinschalig landschap. Bestemmingsplan en bomenverordening die3 nen dan ook in samenhang te worden gebruikt. Algemeen geldt dat de productie van coniferen of andere siergewassen als boomkwe3 kerij geldt, en niet tot bosbouw gerekend wordt. Het is de bedoeling van de toekenning van de bestemming voor de buitenplaatsen om de verschillende functies bij de concentratie van gebouwen te regelen. Zo wordt dit gebruik geconcentreerd en gekoppeld aan het hoofdgebruik op de locaties. Uitgangspunt daarbij is het kerngebied van het landgoed waar de dynamische functies plaatsvinden. Het omzetten van de oranjerie in een woning en het afstoten van de moestuin heeft invloed op het aanzicht en gebruik van de buitenplaats. Ten aanzien van de wens de oranjerie een nieuwe functie te geven wordt voorgesteld om bij omgevingsvergunning af te kunnen wijken voor het herbouwen van één of meer bijgebouwen binnen de aanduiding ‘specifieke vorm van groen – moestuin’, mits: − de oppervlakte van de nieuwe bijgebouwen maximaal 300 m2 bedraagt; − binnen de bestemming het drievoudige van de nieuw te bouwen oppervlakte wordt gesloopt; − de op het erf bestaande karakteristieke bebouwing behouden blijft; − de nieuw te bouwen bijgebouwen aansluiten bij de (karakteristiek van de) te hand3 haven bebouwing; − uit een inrichtingsplan blijkt dat slooplocatie en bouwlocatie landschappelijk wordt versterkt;
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
De bestaande natuurgebieden (Natura 20003gebieden, EHS3bestaande natuur en EHS3 nieuw gerealiseerde natuur) en enkele natuurgebieden op basis van de vigerende be3 stemmingsplannen én de luchtfoto’s, zijn bestemd als Natuur. Deze gronden zijn daar3 naast bestemd voor multifunctionele bosbouw, het behoud, het herstel en/of de ont3 wikkeling van algemene natuur3 en landschapswaarden, voor water en voorzieningen voor de waterhuishouding en voor recreatief medegebruik. Bescherming van de wette3 lijk vastgelegde natuurwaarden verloopt via de Natuurbeschermingswet en Flora3 en faunawet.
|
Buiten de EHS en Natura 2000 gebieden zijn bosgronden bestemd als Bos. Deze gron3 den zijn bedoeld voor bos en houtopstanden en zijn tevens bestemd voor multifunctio3 nele bosbouw, het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van algemene natuur3 en landschapswaarden, voor water en voorzieningen voor de waterhuishouding en voor recreatief medegebruik.
21
SAB•ARNHEM
De bestaande bosgebieden worden op basis van de vigerende bestemmingsplannen én het feitelijk gebruik (op basis van luchtfoto’s) aangegeven op de verbeelding. Waar begrenzingen niet met elkaar corresponderen is het feitelijk gebruik leidend voor de toe te kennen bestemming. Daarbij is het mogelijk dat binnen de grotere bosgebieden sporadisch open plekken voorkomen welke onderdeel uitmaken van het bos als geheel. Indien houtopstanden kleiner zijn dan 10 are worden ze als landschapselement gezien en geregeld binnen de bestemming (bijvoorbeeld Agrarisch met Waarden) waarin ze zijn gelegen.
− uit een inrichtingsplan blijkt dat de structuur van de buitenplaats wordt gehandhaafd dan wel verbeterd, zowel ten aanzien van beplanting als bebouwing; − geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden; − de uitvoerbaarheid van het bouwplan waarvoor afwijking wordt toegepast , in ver3 band waarmee in elk geval aangetoond moet worden: − de milieuhygiënische situatie van de bodem de ontwikkeling waarvoor afwijking wordt toegepast niet belemmerd; − dat geen onevenredige aantasting van aan de grond eigen zijnde archeologische waarden zal plaatsvinden.
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
22
Natuur heeft zeker een plek gekregen in het voorliggende ontwerpbestemmingsplan. De bestaande natuur is als zodanig bestemd en voor de realisatie van nieuwe natuur is het EHS beleid van de provincie leidend geweest. De bestemming Waarde – EHS is bedoeld voor de ontwikkeling van nieuwe natuur en is bedoeld voor de bescherming van (potentiële) waarden bij ontwikkelingen in de andere onderliggende bestemmingen. De ontwikkelingen rondom herijking van de EHS worden gevolgd. Besluitvorming door GS is nog niet zo ver gevorderd dat het bestemmingsplan hierop aangepast kan worden. Ten aanzien van begraven en urnenbegraafplaatsen is beleid opgesteld door het colle3 ge. Natuurbegraafplaatsen worden alleen toegestaan in de verwevings3 en extensive3 ringsgebieden, de omvang van een natuurbegraafplaats is kleinschalig en de uitstraling beperkt. Daarnaast moet er een landschapsplan worden opgesteld. Uw verzoek om een urnenbewaarplaats (urnen liggend op het maaiveld) op te mogen richten past niet bin3 nen het vastgestelde beleid. De bestemming rondom de Regge wordt kloppend gemaakt aan de huidige situatie. De bestemming op de locatie Deventerdijk 12 is opgenomen conform het bestaande gebruik in relatie tot het nu geldende bestemmingsplan. Eventuele ontwikkelingen in het kader van de rood voor roodregeling doorlopen een zelfstandige procedure als aan de voorwaarden kan worden voldaan.
SAB•ARNHEM
|
Op de locatie Morsdijk 4 c en d is de aanduiding op de analoge verbeelding weggevallen. Dit zal worden aangepast. Het uiteindelijke bestemmingsplan wordt digitaal vastgesteld en dat is dan de geldende versie. Analoge exemplaren zijn dan alleen nog werkexemplaren en hebben geen bindende status. De zienswijze wordt deels overgenomen ten aanzien van het verwijderen van lid c of d uit artikel 16.3.1, moestuin bij Nijenhuis eigen aanduiding geven en aanvullen van arti3 kel 9 ten aanzien van de sloopregeling binnen de aanduiding voor de moestuin, het aanpassen van de Reggeloop op de verbeelding en het oplossen van verschillen in de analoge en digitale versie. Ook wordt de verbeelding aangepast ten aanzien van het omzetten van enkele bestemmingen op het landgoed in Bos, Natuur of Agrarisch(met waarden) en het aanvullen van de toelichting en de regels hierop. 9.
Rentambt Weldam Weergave zienswijze De opmerkingen van het Weldam op het voorontwerp zijn grotendeels naar tevredenheid verwerkt. De regels voor ‘Bos’ en ‘Natuur’ zijn correct, maar op de kaarten zijn de wijzigingen niet doorgevoerd. Er wordt van uitgegaan dat alleen opgaande bosgebieden de bosbestemming zullen krijgen. De indiener vraagt de bestemming Buitenplaats te verruimen met de woningen Ripperda. Hierbij wordt beter aangesloten met de Historische buitenplaats zoals bepaald op grond van de monumentenwet. De aanpassing van het bouwvlak aan de Rijksweg 4 in Wiene is ongepast. Het is beter om de uitbreiding aan de westzijde van de boerderij te leggen. Daarmee wordt het aanzicht van de boerderij niet geschaad. Op de kaarten is landbouwgrond als natuur of bos aangemerkt. Op de bijlagen wordt aangegeven welke locaties het betreft. Er wordt gevraagd dit aan te passen.
Onder multifunctionele bosbouw wordt verstaan: ”Het geheel van bedrijfsmatig hande3 len en activiteiten gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van be3 staande en nieuwe bossen ten behoeve van natuur, houtproductie, landschap milieu of recreatie”. Het duurzame gebruik van de gronden als bos is daarbij een belangrijke eigenschap van multifunctionele bosbouw. Het perceelsgewijs kappen door bedrijven geregistreerd bij het bosschap is toegestaan maar mag geen blijvende schade toebrengen aan de omgevingskwaliteit (veelal kleinschaligheid van het landschap). Ten aanzien van het natuurbeheer geldt dat voor werken geen gebouw zijnde (gerela3 teerd aan de bestemming) of werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen geen omgevingsvergunning vereist is. Werkzaamheden die het nor3 male onderhoud, gebruik en beheer van bos en natuur betreffen zijn bij recht toege3 staan aangezien deze maatregelen bijdragen aan de instandhouding van het bestemde gebruik. De aanwezige houtopstanden worden verder beschermd vanuit de bomenver3 ordening. Deze verwijst voor de landschappelijke afweging onder meer terug naar het behoud van het kleinschalig landschap. Bestemmingsplan en bomenverordening die3 nen dan ook in samenhang te worden gebruikt. Algemeen geldt dat de productie van coniferen of andere siergewassen als boomkwe3 kerij geldt, en niet tot bosbouw gerekend wordt. Het is de bedoeling van de toekenning van de bestemming voor de buitenplaatsen om de verschillende functies bij de concentratie van gebouwen te regelen. Zo wordt dit gebruik geconcentreerd en gekoppeld aan het hoofdgebruik op de locaties. Uitgangspunt daarbij is het kerngebied van het landgoed waar de dynamische functies plaatsvinden. Woning Ripperda is een reguliere (pacht)boerderij van het landgoed. De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (ge3 bruiksruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. De gekozen vorm en ligging is ruimtelijk aanvaardbaar. De bijlage bij de brief ten aanzien van het bestemmen van gronden voor bos, natuur of agrarische gronden wordt overgenomen om recht te doen aan de feitelijke situatie. De zienswijze wordt deels overgenomen ten aanzien van het omzetten van enkele be3 stemmingen op het landgoed in Bos, Natuur of Agrarisch(met waarden) en het aanvul3 len van de toelichting en de regels hierop.
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
De bestaande natuurgebieden (Natura 20003gebieden, EHS3bestaande natuur en EHS3 nieuw gerealiseerde natuur) en enkele natuurgebieden op basis van de vigerende be3 stemmingsplannen én de luchtfoto’s, zijn bestemd als Natuur. Deze gronden zijn daar3 naast bestemd voor multifunctionele bosbouw, het behoud, het herstel en/of de ont3 wikkeling van algemene natuur3 en landschapswaarden, voor water en voorzieningen voor de waterhuishouding en voor recreatief medegebruik. Bescherming van de wette3 lijk vastgelegde natuurwaarden verloopt via de Natuurbeschermingswet en Flora3 en faunawet.
|
Buiten de EHS en Natura 2000 gebieden zijn bosgronden bestemd als Bos. Deze gron3 den zijn bedoeld voor bos en houtopstanden en zijn tevens bestemd voor multifunctio3 nele bosbouw, het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van algemene natuur3 en landschapswaarden, voor water en voorzieningen voor de waterhuishouding en voor recreatief medegebruik.
23
SAB•ARNHEM
Gemeentelijke reactie De bestaande bosgebieden worden op basis van de vigerende bestemmingsplannen én het feitelijk gebruik (op basis van luchtfoto’s) aangegeven op de verbeelding. Waar begrenzingen niet met elkaar corresponderen is het feitelijk gebruik leidend voor de toe te kennen bestemming. Daarbij is het mogelijk dat binnen de grotere bosgebieden sporadisch open plekken voorkomen welke onderdeel uitmaken van het bos als geheel. Indien houtopstanden kleiner zijn dan 10 are worden ze als landschapselement gezien en geregeld binnen de bestemming (bijvoorbeeld Agrarisch met Waarden) waarin ze zijn gelegen.
10. Stichting Twickel Weergave zienswijze
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
24
In de zienswijze wordt ingegaan op de bestemming Buitenplaats, zoals opgenomen in artikel 9. Het is de indiener onduidelijk wat met ondergeschikt wordt bedoeld en waaraan dit wordt gerelateerd. De landgoedwinkel en theeschenkerij zijn zelfstandige activiteiten, buiten de aanduiding ‘specifieke vorm van groen3 moestuin’. Herbouw van gebouwen is verboden, maar de herbouw van historische en monumentale gebouwen moet mogelijk zijn. De bestemming ‘Natuur’ ligt op bosgebieden. Er wordt gevraagd om de bestemming ‘Bos’ toe te kennen of ook binnen de bestemming “Natuur” bosbouwkundige werkzaamheden mogelijk te maken. De natuurterreinen vallen onder NB3wet, waarvoor vergunning is vereist. Andere vergunningen zouden achterwege moeten blijven om administratief werk te voorkomen. Op de verbeelding staan Braamhaarsveld, Schijvenveld, Bornseveld en Boddenbroek en twee andere gebieden als natuur bestemd. Er wordt verzocht om dit in bos te veranderen. Bij de Schievenweg is een perceel cultuurgrond onterecht als bos bestemd. Langs de Azelerbeek is een strook grond als agrarisch bestemd. Volgens de zienswijze hoort dit bos te zijn. De functies bij de Veldweg zijn niet consistent verbeeld. Het scoutingterrein is te groot en verbonden met het terrein van de hondenclub. De bestemming voor de hondenclub 1 is als bos en maatschappelijk aangegeven. Voor de hondenclub 2 is de ongewenste recreatieve bestemming opgenomen. De indiener vraagt te bestemmen overeenkomstig de hondenclub in het Genseler. Het wegennet rond de Noordmolen is grof weergegeven en het schaftlokaal bij de Noordmolen is niet aangegeven. Er wordt verzocht dit aan te passen. De jachthut aan het Bornsevoetpad is niet aangegeven. Er wordt verzocht dit object te bestemmen, als bijgebouw bij de woning, zoals in de bijlage is weergegeven. De boswal langs de spoorlijn bij Odinksveld is onterecht als cultuurgrond bestemd. Voor de landbouwbedrijven aan de Eschweg zijn de kuilvoerplaten soms wel en soms niet in het bouwvlak opgenomen. Indiener ziet de platen bij voorkeur in het bouwvlak. De aanduidingen rond het kruispunt N346 en Europalaan zijn niet eenduidig weergegeven.
Gemeentelijke reactie De ondergeschiktheid van een activiteit blijkt uit de grootte van de activiteit passend bij de bestemming en daarmee het gebruik van grondoppervlak en gebouwen binnen de hoofdbestemming. Gebruik en ruimtebeslag geven daar een goede indicatie van. Herbouw van gebouwen is mogelijk maar niet zondermeer. Een afwijkingsbevoegdheid is hiervoor opgenomen. Daarbij geldt ook dat als er sprake is van een monument de Monumentenwet of de gemeentelijke monumentenverordening geldt. Het bestemmingsplan geeft de gebruiks3 en bouwmogelijkheden weer. Daarin is ook beleid ten aanzien van de bescherming van waarden en belangen opgenomen. Een vergunningenstelsel is dan ook op zijn plaats om waarden te beschermen waar ruimtelijk relevante werkzaamheden binnen plaatsvinden. In dat kader is een omgevingsvergunningenstelsel opgenomen voor de bescherming van aanwezige en po3 tentiële natuur3 en landschapswaarden. De bijlage bij de brief ten aanzien van het bestemmen van gronden voor bos, natuur of agrarische gronden wordt overgenomen om recht te doen aan de feitelijke situatie. Ten aanzien van de hondenclub en het scouting terrein worden de oppervlakten aangepast en aangeduid.
De aanwezige jachthut wordt beschouwd als veldschuur. Deze worden in het bestemmingsplan niet bestemd, maar zijn op grond van het overgangsrecht te gebruiken.
Op de verbeelding zijn de gronden bestemd voor Verkeer. Daarbinnen vallen bermen, waterlopen e.d. die direct langs de wegen zijn gelegen. In dit geval is een groter deel aangegeven voor Verkeer omdat hier op3 en afritten aanwezig zijn. Het toekennen van een eigen bestemming aan de gronden die tussen de wegen liggen is ons inziens niet nodig omdat de gebruiksmogelijkheden binnen de bestemming Verkeer het huidige ge3 bruik respecteren. De zienswijze wordt deels overgenomen ten aanzien van het aanpassen van de ver3 beelding bij de hondenclub en het scoutingterrein aan het Zonnig Spoor. Ook de bijlage 4a in de regels wordt hierop aangepast. Ook worden enkele bestemmingen op het landgoed omgezet in Bos, Natuur of Agrarisch(met waarden) en wordt de toelichting hierop aangevuld.
11. Overijssels Particulier Grondbezit Weergave zienswijze Er wordt als belangenvereniging van landgoedeigenaren een zienswijze ingediend. De landgoederen leveren een belangrijke bijdrage aan de het beheer van het buitengebied, zowel voor bebouwd als onbebouwd gebied.
De indiener vraagt de herijking van de ecologische hoofdstructuur in het bestemmingsplan te vertalen. Nieuwe nog te realiseren Natuur komt buiten de EHS te vallen. Van de aanduiding EHS gaat een beperkende werking uit, omdat van afwijkings3 en wijzigingsbevoegdheden alleen gebruik kan worden gemaakt, als er geen sprake is van significante aantasting. Er wordt verzocht om voor de begrenzing van de EHS te verwijzen naar de geldende Omgevingsvisie en de daarbij behorende begrenzing van de EHS. Na herijking wordt de nieuwe begrenzing in de Omgevingsverordening opgenomen. Door de aanduiding waarde archeologie of archeologische verwachting worden beperkingen gesteld aan het bouwen en het uitvoeren van werken en werkzaamheden. Het benodigde onderzoek werkt kosten verhogend voor eigenaren en grondgebruikers. Er wordt gepleit voor een soepeler regeling, als het gaat om het aanbrengen van beplanting en het scheuren van grasland. Deze werkzaamheden zijn al eeuwenlang op diverse plaatsen uitgevoerd. Het is de vraag of daardoor archeologische kwaliteiten verloren zijn gegaan dan wel nog aanwezig zijn. Voor grondeigenaren is het belangrijk niet geconfronteerd te worden met regels, vergunning en onderzoeken.
Gemeentelijke reactie De bestaande bosgebieden worden op basis van de vigerende bestemmingsplannen én het feitelijk gebruik (op basis van luchtfoto’s) aangegeven op de verbeelding. Waar be3 grenzingen niet met elkaar corresponderen is het feitelijk gebruik leidend voor de toe te kennen bestemming. Daarbij is het mogelijk dat binnen de grotere bosgebieden spora3 disch open plekken voorkomen welke onderdeel uitmaken van het bos als geheel. In3 dien houtopstanden kleiner zijn dan 10 are worden ze als landschapselement gezien en geregeld binnen de bestemming (bijvoorbeeld Agrarisch met Waarden) waarin ze zijn gelegen.
| SAB•ARNHEM
|
Er wordt aangegeven dat Bos en bosbouw een essentieel onderdeel is van de bedrijfsvoering van een landgoed. De mogelijkheden binnen de bosbestemming worden gewaardeerd. Het is niet duidelijk waarom bepaalde bosgebieden als natuur zijn bestemd en niet als bos. Het overleg daarover, waarin is aangegeven dat bestaande opgaande bossen, zouden worden bestemd als bos, is niet als zodanig in het ontwerp3 bestemmingsplan opgenomen.
25 ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Het uitgangspunt is alle bebouwing behorend bij een agrarisch bedrijf binnen het bouwvlak te situeren. Kuilvoerplaten mogen op grond van de regeling ook aansluitend aan het bouwvlak worden opgericht.
Buiten de EHS en Natura 2000 gebieden zijn bosgronden bestemd als Bos. Deze gron3 den zijn bedoeld voor bos en houtopstanden en zijn tevens bestemd voor multifunctio3 nele bosbouw, het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van algemene natuur3 en landschapswaarden, voor water en voorzieningen voor de waterhuishouding en voor recreatief medegebruik.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
26
De bestaande natuurgebieden (Natura 20003gebieden, EHS3bestaande natuur en EHS3 nieuw gerealiseerde natuur) en enkele natuurgebieden op basis van de vigerende be3 stemmingsplannen én de luchtfoto’s, zijn bestemd als Natuur. Deze gronden zijn daar3 naast bestemd voor multifunctionele bosbouw, het behoud, het herstel en/of de ontwik3 keling van algemene natuur3 en landschapswaarden, voor water en voorzieningen voor de waterhuishouding en voor recreatief medegebruik. Bescherming van de wettelijk vastgelegde natuurwaarden verloopt via de Natuurbeschermingswet en Flora3 en fau3 nawet. Onder multifunctionele bosbouw wordt verstaan: ”Het geheel van bedrijfsmatig hande3 len en activiteiten gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van be3 staande en nieuwe bossen ten behoeve van natuur, houtproductie, landschap milieu of recreatie”. Het duurzame gebruik van de gronden als bos is daarbij een belangrijke eigenschap van multifunctionele bosbouw. Het perceelsgewijs kappen door bedrijven geregistreerd bij het bosschap is toegestaan maar mag geen blijvende schade toebrengen aan de omge3 vingskwaliteit (veelal kleinschaligheid van het landschap). Ten aanzien van het natuurbeheer geldt dat voor werken geen gebouw zijnde (gerela3 teerd aan de bestemming) of werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen geen omgevingsvergunning vereist is. Werkzaamheden die het norma3 le onderhoud, gebruik en beheer van bos en natuur betreffen zijn bij recht toegestaan aangezien deze maatregelen bijdragen aan de instandhouding van het bestemde ge3 bruik. De aanwezige houtopstanden worden verder beschermd vanuit de bomenveror3 dening. Deze verwijst voor de landschappelijke afweging onder meer terug naar het behoud van het kleinschalig landschap. Bestemmingsplan en bomenverordening dienen dan ook in samenhang te worden gebruikt. Algemeen geldt dat de productie van coniferen of andere siergewassen als boomkweke3 rij geldt, en niet tot bosbouw gerekend wordt. De Ecologische Hoofdstructuur heeft in het ontwerpbestemmingsplan een plaats gekregen. Het is duidelijk dat de provincie momenteel de EHS beziet, wat daar uit voortvloeit is nu nog niet duidelijk. Daarvoor zal GS eerst een besluit moeten nemen. Door nu de EHS als dubbelbestemming op te nemen wordt het natuurbelang bij ontwikkelingen goed afgewogen en beschermd. Een verwijzing naar de Omgevingsverordening van de provincie geeft niet een volledig beeld van de te beschermen gronden weer. Door de EHS in het bestemmingsplan op te nemen is voor een ieder duidelijk dat dit belang onderdeel is van de belangenafweging. Het archeologiebeleid van de gemeente is opgesteld op grond van de verplichting in de Wet op de archeologische monumentenzorg. Daarin zijn alle bekende waarden expliciet toegekend en zijn verwachtingen geduid waarop het beleid is bepaald. Uit de wet vloeit ook de verplichting voort om het gemeentelijk archeologiebeleid in het bestemmingsplan op te nemen. Van deze verplichting mag niet worden afgeweken. Het is belangrijk om ruimtelijk relevante en wettelijk verplichte zaken wel in het bestemmingsplan op te nemen om op die manier allerlei belangen goed te kunnen meewegen bij ruimtelijke ontwikkelingen. De zienswijze wordt deels overgenomen ten aanzien van het omzetten van enkele be3 stemmingen op het landgoed in Bos, Natuur of Agrarisch(met waarden) en het aanvul3 len van de toelichting en de regels hierop.
12. LTO Noord Weergave zienswijze Het bestuur dient namens de leden een zienswijze in. In de ogen van de indiener moet bij het opstellen van het bestemmingsplan de landbouw ruimte worden geboden om ook in de komende decennia een belangrijke positie in het buitengebied te houden. De
systematiek van de gemeente, niet meer regelen dan nodig is, is in de ogen van de indiener een juiste. Er wordt gevraagd in het bestemmingsplan ruimte te bieden voor energieopwekking op locatie, waarbij het uitgangspunt zou moeten zijn dat binnen het bouwvlak ruimte is voor mestopslag en installaties. Daardoor kan het vergunningentraject soepel worden doorlopen.
Er wordt gevraagd om de gronden binnen het agrarische bouwvlak als geroerd aan te merken en buiten de archeologische verwachtingswaarde te houden. Ook de aanleg van drainage zou vergunningsvrij moeten kunnen worden gerealiseerd. Er is geen mogelijkheid tot nieuwvestiging in de landbouwontwikkelingsgebieden opgenomen. Dit wordt gemist. De indiener vraagt om voorwaarden op te nemen om nieuwvestiging mogelijk te maken, zodat het reconstructiebeleid wordt uitgevoerd. Het is voor indiener belangrijk dat daarbij specifieke lokale knelpunten moeten worden opgelost. Gemeentelijke reactie In het voorliggende bestemmingsplan is de mogelijkheid om een mestver3/ bewerkingsinstallatie op bedrijfsniveau op te richten met een afwijkingsbevoegdheid met voorwaarden opgenomen. In de regels van het bestemmingsplan is niet voldoende duidelijk dat deze installatie binnen het bouwvlak moet worden opgericht. Dit wordt in de regels aangepast. Hierdoor ontstaat een eenvoudige manier waardoor een mestver3 /bewerkingsinstallatie met een lichte procedure kan worden gerealiseerd, als aan de voorwaarden wordt voldaan.
Het archeologiebeleid van de gemeente is opgesteld op grond van de verplichting in de Wet op de archeologische monumentenzorg. In het beleid zijn alle bekende waarden expliciet toegekend en zijn verwachtingen geduid waarop het beleid is bepaald, dat ook geldt binnen de agrarische bouwvlakken. Uit de wet vloeit ook de verplichting voort om het gemeentelijk archeologiebeleid in het bestemmingsplan op te nemen. Van deze verplichting mag niet worden afgeweken. Het is belangrijk om ruimtelijk relevante en wettelijk verplichte zaken wel in het bestemmingsplan op te nemen om op die manier allerlei belangen goed te kunnen meewegen bij ruimtelijke ontwikkelingen. Nieuwvestiging in het LOG betreft een individuele afweging en dus een maatwerkoplossing. De mogelijkheid voor nieuwvestiging in een LOG is complex en dient goed afgewogen en onderzocht te worden. Zodra zich een ontwikkeling voordoet wordt deze afgewogen en kan deze als het mogelijk is met een eigen planologische procedure worden gerealiseerd.
De zienswijze wordt gedeeltelijk overgenomen ten aanzien van het aanvullen van artikel 3.4.3 waardoor mestbewerkings3 en mestvergistingsinstallaties alleen op het agrarisch bouwvlak zijn toegestaan.
13. Tennet Weergave zienswijze In artikel 32.2.3. onder lid a wordt de maximale bouwhoogte van 40 meter opgenomen. In de verbinding Doetinchem3Hengelo bevinden zich masten met een hoogte van 65 meter. Er wordt verzocht om deze maximale bouwhoogte op te nemen.
| SAB•ARNHEM
|
Het bestemmingsplan maakt nevenactiviteiten en/of omschakeling mogelijk waardoor verbreding van de landbouw en nieuwe economische functies mogelijk zijn. Voorwaarde daarbij is onder andere dat bestaande functies in de omgeving niet mogen worden gehinderd in de bedrijfsuitvoering en bedrijfsontwikkeling. Dit belang is voldoende opgenomen in het bestemmingsplan.
27 ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Het bestemmingsplan moet ruimte bieden aan verbreding van de landbouw, waardoor nieuwe economische functies mogelijk worden. Bestaande bedrijven mogen hierdoor niet belemmerd worden. De gemeente kan daarbij faciliteren door in een goede bereikbaarheid te voorzien.
Gemeentelijke reactie De hoogspanningsverbinding welke loopt van Doetinchem naar Hengelo zal worden aangeduid op de verbeelding waardoor de maximale bouwhoogte voor deze lijn eenvoudiger is op te nemen en er onderscheid in de verschillende leidingen duidelijk is.
De zienswijze wordt overgenomen in die zin dat de hoogspanningsverbinding van Doe3 tinchem naar Hengelo op de verbeelding een eigen specifieke bouwaanduiding of hoog3 tebepaling krijgt waardoor in de regels de aangepaste hoogte kan gelden.
14. Recron Weergave zienswijze In de zienswijze wordt aangegeven dat de indiener is ingenomen met de norm van 70 m2 voor vergunningvrije recreatieobjecten. Daardoor kan maximaal gebruik worden gemaakt van veranderende wensen. Om hiervoor meer ruimte te creëren wordt gevraagd binnen de norm van 70 m2 voor vergunningvrije bouwwerken, deze objecten vrij te mogen indelen en geen eisen te stellen aan de schakeling. De norm van bijgebouwen van 6 m2 vrij te laten of te verhogen naar 10 m2. Daarnaast moet de ondernemer vrij worden gelaten in de plaats waar de bebouwing wordt opgericht. Er wordt experimenteerruimte gevraagd, zodat innovatie niet wordt beperkt door het bestemmingsplan. De ruimte is nodig om te kunnen voldoen aan de vraag naar beleving van de consument. In enkele andere gemeentes is deze ruimte al opgenomen. Zo wordt ontwikkelingsgericht bestemd. De minimale oppervlakte zou 10% en de maximale oppervlakte zou 25% moeten bedragen. Na 10 jaar bij de volgende integrale herziening zou aansluiting met de WABO moeten worden gezocht. Daarnaast ziet indiener dat de gemeente meer van hetzelfde toestaat, zonder behoefte onderzoek. Zo wordt bij wonen een kleinschalig kampeerterrein mogelijk gemaakt. Indiener stelt dat er een overaanbod van kampeerplaatsen op minicampings bestaat. Ook biedt de gemeente ruime mogelijkheden voor het omzetten van agrarische bedrijven naar andere bedrijvigheid.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
28
Gemeentelijke reactie De 70 m2 voor stacaravans vloeit voort uit de maximale maat zoals aangegeven in het Besluit omgevingsrecht en het gemeentelijke beleid. Het vrij laten van de indeling van de onderdelen van de stacaravan is ongewenst om op deze manier een niet te grote bouwmassa van aan elkaar gebouwde stacaravans te krijgen. De oppervlakte voor bijgebouwen, overkappingen en luifels wordt op verzoek vergroot tot maximaal 10 m2. Dit heeft geen grote ruimtelijke impact waardoor dit kan worden toegestaan. Het bestemmingsplan biedt veel ruimte voor het gebruik en vrije indeling van het ter3 rein. Er zijn buiten het aantal recreatiewoningen geen aantallen verblijfsmiddelen ge3 noemd en de inhoud en hoogte van onderkomens is geregeld. Daarbinnen bestaan vol3 doende mogelijkheden om de ruimte die er is te benutten en kan geëxperimenteerd worden. Ten aanzien van de mogelijkheid voor de realisatie van kleinschalige kampeerterreinen geldt dat het aantal staplaatsen is beperkt tot maximaal 10% van het aanbod binnen de gemeente. Dit is gebaseerd op het toeristisch beleid van de gemeente. Daarnaast zal de marktwerking ook bepalen welke plekken wel en welke niet interessant zijn en is goed ondernemerschap van de initiatiefnemer van belang voor het laten slagen van een dergelijke voorziening.
De zienswijze wordt deels overgenomen ten aanzien van het toevoegen van luifels in artikel 18.2.5 onder a en de maximale maat wijzigen van 6 m2 in 10 m2.
15. Stichting Perspectief Elsenerbroek Weergave zienswijze
Gemeentelijke reactie In het voorliggende bestemmingsplan is het beleid voor Reconstructie overgenomen. Dat was voor een deel al eerder vertaald in een thematische herziening op het bestemmingsplan, ten aanzien van de zonering, welke nu één op één is overgenomen. Het bijbehorende beleid is nu toegevoegd. Het LOG is bedoeld voor de ontwikkeling van de landbouwsector en individuele bedrijven. De bestaande agrarische bouwvlakken zijn overgenomen. Daar waar het gebruik anders is dan de bestemming kan in het LOG niet zondermeer een woonbestemming worden toegekend. Op die manier worden agrarische bedrijven in hun bedrijfsvoering en –ontwikkeling beperkt en verdwijnt het doel van het LOG (agrarische sector de ruimte geven). Daarom is ervoor gekozen de bestaande agrarische bouwvlakken te bestemmen en deze niet om te zetten in woonbestemmingen. Het wetsvoorstel plattelandswoningen is opgenomen waardoor gewoond mag worden binnen agrarische bouwvlakken zonder de agrarische bedrijfsvoering te hinderen. Het verschil tussen de analoge en digitale versie zal worden opgelost. Het uiteindelijke bestemmingsplan wordt digitaal vastgesteld en dat is dan de geldende versie. Analoge exemplaren zijn dan alleen nog werkexemplaren welke geen bindende status hebben.
De zienswijze wordt deels overgenomen ten aanzien van het oplossen van de verschil3 len tussen de analoge en digitale versie.
16. Boogaard advocaten Weergave zienswijze De inhoud van de inspraakreactie wordt herhaald en de inhoud van de bijlagen wordt herhaald en ingelast. In de zienswijzen wordt verzocht de percelen ten zuiden van de Twickelerweg en ten noorden van spoorlijn (locatie Herikerberg) zodanig te bestemmen dat de realisatie van een vakantiepark mogelijk wordt. Volgens indiener heeft de ruimtelijke ordening als doel zo gunstig mogelijke voorwaarden te creëren voor het gebruik en de ontwikkeling van een bepaald gebied. De ontwikkeling draagt bij aan het realiseren van bungalowovernachtingen aansluitend bij de recreatieve vraag van de consument. In Overijssel is sprake van een sterke daling in tegenstelling tot de landelijke trend. Als geen maatregelen worden genomen om de trend te breken, dan leidt de verdwijning van de toeristische capaciteit tot minder bestedingen, minder werkgelegenheid en een afkalvend draagvlak voor voorzieningen in de regio.
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Er is een verschil tussen de digitale en de analoge versie geconstateerd. Bij het oude stuk Enterweg en een stuk Breddendijk. Volgens de digitale gegevens is er nog sprake van verkeer. Dit is niet gewenst.
|
Het verbaast de indiener dat binnen het LOG agrarische bouwpercelen, waar al jaren alleen een woonfunctie wordt uitgeoefend, geen woonbestemming hebben gekregen. In de reactie op de inspraak is het gemeentelijk standpunt niet onderbouwd. Er wordt gevraagd de ontwikkelingen en de uitkomsten van de onderzoeken in het kader van het reconstructieplan te verwerken. Op die manier kunnen de mogelijkheden tot herbestemming duidelijk worden beschreven. Als de nieuwe ontwikkelingen niet worden meegenomen ontstaat er rechtsongelijkheid, waarbij mogelijk financiële schade optreedt en ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt. Uit jurisprudentie blijken de verschillen.
29
SAB•ARNHEM
De inhoud van de inspraakreactie wordt onverkort in de zienswijze opgenomen. In de zienswijze wordt aangegeven dat door de gemeente is bevestigd dat binnen het LOG3 Elsenerbroek maximaal 1 nieuwvestiging mogelijk is. Agrarische bestemmingen zijn bin3 nen verwevingsgebied omgezet in woonbestemmingen. Agrarisch gebied met waarden komt in LOG en verwevingsgebied voor. Elsenerbroek heeft voor het grootste deel de bestemming agrarisch met waarden gekregen.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
30
De indiener wil de neerwaartse spiraal doorbreken. De schaal en marketingkracht is voldoende om Overijssel als bungalowdestinatie op de kaart te zetten. Door differentiatie in voorzieningen, typen recreatiewoningen ontstaat marktontwikkeling en tevens productontwikkeling. De locatie is bij uitstek geschikt, gelet op de omvang, aantrekkelijke natuur3 en landschappelijke omgeving, de aanwezigheid van recreatiemogelijkheden en de nabijheid van een stad of dorp. De realisatie van het vakantiepark heeft een positieve economische betekenis voor de hele gemeente. De indiener ziet geen belemmeringen voor de realisatie van het vakantiepark. Het plan voldoet aan het stap vooruitprincipe (grondwater), waterhuishouding is gewaarborgd, het draagt bij tot realisatie van de ecologische verbindingszone, er wordt voldaan aan de compensatieverplichtingen. De toename van verkeer levert geen problemen op voor de doorstroming. De verkeersafwikkeling is reeds verbeterd, waardoor een potentieel knelpunt is weggenomen. Ook archeologie of milieuaspecten leveren geen belemmeringen op. Het plan voldoet aan de provinciale eisen. De grondeigenaren zijn bereid tot verkoop, omdat de percelen niet rendabel te exploiteren zijn, vanwege de bijzondere eigenschappen. In 2005 heeft de gemeenteraad van Hof van Twente ingestemd met de komst van het park. Vervolgens is een samenwerkingsovereenkomst gesloten, waarin de gemeente een inspanningverplichting op zich heeft genomen tot realisatie van het vakantiepark. Op 24 november 2009 heeft de gemeenteraad van Hof van Twente de voorwaarde gesteld, dat het verbod tot uitponding in de realisatieovereenkomst zou moeten worden opgenomen. Het bestemmingsplan is niet vastgesteld, omdat de verzoeker niet meteen instemde met de onverwacht geformuleerde eis. De eis is volgens indiener een toerekenbare tekortkoming uit hoofde van de samenwerkingsovereenkomst van de gemeente jegens de indiener. De voorwaarde is volgens indiener onrechtmatig omdat dit in strijd is met artikel 1 van het eerste protocol bij het EVRM, in strijd met artikel 3.1 Wro en in strijd met artikel 3:14 BW. In deze zijn procedures aanhangig gemaakt bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en het Gerechtshof in Arnhem. Daarnaast staat het verbod van uitponding los van een goede ruimtelijke ordening. Zonder het verbod zou de overeenkomst zijn ondertekend en het bestemmingsplan vastgesteld. Alle argumenten voor de komst van het vakantiepark gelden onverkort. Uit dit bestemmingsplan blijkt niet anders. Indiener geeft aan dat in het belang van ontwikkeling voorwaarden moeten worden gecreëerd om de ontwikkeling van een vakantiepark mogelijk te maken. Om die reden is het toekennen van de recreatieve bestemming aan agrarische gronden noodzakelijk. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het toekennen van een bestemming voor het realiseren van het vakantiepark aan de orde. Door de realisatie sluit het recreatieve product aan bij de vraag en kan een economische impuls worden gecreëerd met een positief effect op werkgelegenheid, detailhandel, voorzieningenniveau etc.
Gemeentelijke reactie Het voorliggend plan voorziet niet in nieuwe grootschalige ontwikkelingen. Op 24 november 2009 hebben wij besloten het bestemmingsplan Landgoed Hof van Twente niet vast te stellen. Er is vanwege de reactie geen sprake van voortschrijdend inzicht. De ontwikkeling wordt dan ook niet overgenomen in voorliggend bestemmingsplan.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
17. Vereniging verontruste Burgers van de Hof van Twente Weergave van de zienswijze
18. Rechtspraktijk BAWA Weergave zienswijze De zienswijzen richten zich op alle onderwerpen en planonderdelen van het ontwerpbestemmingsplan. Er is onvoldoende aandacht geschonken aan overgangsrechten zoals gelden op grond van de verschillende bestemmingsplannen voor het buitengebied. Er wordt opgemerkt dat door het achterwege laten van een inspraakreactie geen recht is verspeeld en een zienswijze kan worden ingediend. De ambitie tot het realiseren van een grootschalige dagrecreatieve voorziening is weergegeven in vage omschrijvingen en passages. Er wordt op voorhand een grote claim op het plangebied gelegd die volgens indiener kan worden omschreven als ‘verkapt optiebeding’, dat riekt naar staatssteun en/of conflicterend met mededingingsbepalingen enz. Hiermee geeft de gemeenteraad op voorhand groen licht voor niet geduide ontwikkelingen. Een zelf respecterend raadslid zou niet tot vaststelling van het plan moeten overgaan is de mening zoals verwoord in de zienswijze. Aanvulling 1. De indiener is van mening dat ambities niet thuis horen in een met zekerheden en waarborgen omkleed bestemmingsplan. De indiener vraagt zich af of er kruisverbanden met een private partij zijn gelegd en er sprake is van een heimelijke intentieovereenkomst. Op onderdelen lijkt het ontwerpbestemmingsplan in strijd te zijn met de bedoeling van de wetgever. De inhoud van het gespreksverslag van het rondetafelgesprek ten tijde van het opstellen van de structuurvisie wordt hierbij als ingelast beschouwd. De indiener stelt dat er sprake is van schijndemocratie. Belangenverenigingen als VVB en VVMN, die beide veel leden hebben, algemeen bekend zijn en betrokken bij onderwerpen van maatschappelijke aard in de gemeente Hof van Twente zijn niet betrokken bij het opstellen van de structuurvisie. De statuten van de verenigingen sluiten aan bij de onderwerpen zoals opgenomen in de structuurvisie. De indruk wordt, volgens indiener, gewekt dat een afwijkende mening met opzet niet gehoord is. De afstand tussen politiek en burgers wordt vergroot. De gemeenteraad zou dit punt ter discussie moeten stellen en het ontwerpbestemmingsplan niet moeten vaststellen. Hoewel veel zinnen ingaan op landschappelijke/ruimtelijke en omgevingskwaliteiten is dit geen garantie voor de verbetering van die kwaliteiten. Er wordt niet duidelijk gemaakt wat onder die kwaliteiten moet worden verstaan. Landschappelijke inpassing wordt gevraagd als er sprake is van aantasting van het landschap. Het landschapfonds draagt bij aan het legitimeren van landschappelijke inpassing. Door een storting wordt natuur en landschap opgeofferd. Mede gelet op de onduidelijke begripsdefinitie geeft de indiener de raad mee dit bestemmingsplan af te wijzen.
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
|
Gemeentelijke reactie De gemeentelijke ambitie is in de toelichting overgenomen uit de Structuurvisie landelijk gebied. De Structuurvisie is aan de gemeenteraad voorgelegd. Het voorliggende bestemmingsplan voorziet niet in de realisatie van een plan. Als een plan wordt ingediend, is realisatie alleen mogelijke na een herziening van het bestemmingsplan en is het aan de gemeenteraad om al dan niet tot vaststelling over te gaan.
31
SAB•ARNHEM
De indiener benoemt de ambitie tot het realiseren van een grootschalige dagrecreatieve (slechtweer) voorziening. Door dit in het bestemmingsplan op te nemen verklaart de gemeenteraad zich een voorstander van deze grootschalige ontwikkeling en zet zich buitenspel om te oordelen over een dergelijk project. De indiener stelt voor om deze ambitie niet op te nemen in het bestemmingsplan en niet verder te gaan dan medewerking uit te spreken tot beoordelen van een initiatief.
De indiener geeft aan dat de indruk ontstaat dat door de introductie van het landschapsfonds, via een projectbesluit een grootschalige dagrecreatieve voorziening zal worden gerealiseerd. Integere raadsleden lenen zich hier niet voor en zullen daarom niet tot Vaststelling van het bestemmingsplan overgaan.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
32
Aanvulling 2. In aanvulling op het eerder gestelde wordt aangegeven dat een grootschalige dagrecreatieve voorziening of een grootbungalowpark niet in de structuurvisie past. Een dergelijke ontwikkeling is niet inhoudelijk aan de orde gesteld bij de ontwikkeling van beleidsdocumenten, zoals bijvoorbeeld Landschapontwikkelingsplan (LOP) of de nota recreatie en toerisme, de structuurvisie. Daardoor onttrekt zich een dergelijke ontwikkeling aan enige toets op beleidsmatig gebied. Volgens indiener wordt het realiseren van een bungalowpark alsnog mogelijk gemaakt. Dit is in strijd met de wil van de omwonenden. De impact van een dergelijke ontwikkeling met een enorme verstedelijking van het rustige en landschappelijk fraaie gebied is niet in beleidsstukken aan de orde gesteld. Dit gebied wordt in de structuurvisie als kerngebied van natuur en cultuurhistorisch landschap genoemd. In de zienswijze wordt aangegeven dat door de tekst van de structuurvisie de suggestie wordt gewekt dat door het voorkomen van permanente bewoning er behoefte bestaat aan een nieuw bungalowpark. De indiener vindt dit een drogredenering, want als permanente bewoning wordt tegen gegaan, komen er op termijn meer recreatiewoningen beschikbaar en verergert het probleem van het overschot aan recreatiewoningen. In de structuurvisie staat dat gezien de dichtheid van campings, alleen in de ZO3hoek een kleinschalige camping kan worden toegestaan. Een bungalowpark van 350 woningen of grootschalige dagvoorziening is dan onbegrijpelijk. De indiener vraagt naar een omschrijving van de ‘slechtweervoorziening’ en de locatie is ook niet geduid. Wel is gesteld dat door een storting in het landschapsfonds de inbreuk op het landschap kan worden gecompenseerd, als de omgeving niet geschikt is voor compensatie in de vorm van natuur. De indiener veronderstelt dat de voorziening al is bedacht. De indiener wenst van de gelegenheid gebruik te maken tot het indienen van een mondelinge zienswijze. Daarin zal worden ingegaan op het verval van erven. De indiener is het opgevallen dat kleine ontwikkelingen met zorgvuldigheid worden beschreven, terwijl grootschalige ontwikkelingen gemakkelijk worden benoemd. Ingrijpende ontwikkeling die niet in samenhang worden beschouwd, waardoor de onderlinge samenhang buiten beschouwing blijft. Om die reden zal volgens indiener de Raad van State het besluit vernietigen. De in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen wijzigingsbevoegdheid tot het omzetten van agrarische bestemming in recreatieve bestemmingen is door de gemeenteraad niet bediscussieerd, volgens de indiener. Het afschaffen van de raadscommissievergadering is de besluitvorming van de gemeente niet ten goede gekomen. De inspraakreactie wordt als ingelast beschouwd. Het natuurbehoud krijgt slechts in algemene bewoordingen de aandacht. Nergens wordt dit belang gekoppeld aan andere af te wegen belangen. Doordat een koppeling ontbreekt voorziet het plan niet in een sturingselement. Definities en begripsbepalingen zijn te algemeen en/of subjectief en daardoor rechtsonzeker van aard. Deze moeten niet worden vastgesteld. De krimp in de agrarische industrie heeft onvoldoende aandacht gekregen. Een visie ontbreekt en een politiek debat is aangewezen. Aanvulling 3. De indiener geeft aan dat de belanghebbendheid per besluitonderdeel moet worden vastgesteld. Daarnaast is hij van mening dat de onderbouwing van het bestemmingsplan niet past bij het karakter van het bestemmingsplan als algemeen verbindend voorschrift. Gedurende de termijn van terinzagelegging ontbraken de kaarten waarde EHS in het gebied van de Herikerberg. De ecologische verbindingszone tussen Landgoederen
Diepenheim met de Herikerberg is niet aangegeven. Op de kaarten moet de Waarde EHS3 de dubbelstemming zijn aangegeven. De exacte begrenzing ontbreekt. Artikel 41.1.1. onder a is onbegrijpelijk en derhalve rechtsonzeker.
Aanvulling 4. In dit onderdeel gaat indiener in op de ambities van de gemeente zoals verwoord onder 2.3 en 2.3.3 van de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan. Deze ambitie komt niet tot uitdrukking in het generieke beleid van de gemeente. Aanduiding van locatie of aard ontbreekt. De indiener stelt dat er sprake is van veel verkeer en bezoekers, een groot oppervlakte en een grote parkeervoorziening. Deze laatste is gezichtsbepalend voor de omgeving. De natuur en landschappelijke waarden zullen worden aangetast. Dit betekent een aantasting van woon3 en leefomgeving. De bescherming van natuur op de Herikerberg en woon3 en loofklimaat zijn doelen van de VVB. De onafhankelijkheid van de gemeenteraad staat onderdruk als de ontwikkeling door haar wordt geambieerd. De rechtszekerheid voor de inwoners staat onder druk nu de grootschalige ontwikkeling een feit lijkt. Ook het financiële belang van de gemeente is in het geding. De bescherming van de waarden zoals in 1.4. van de toelichting is benoemd staat onder druk. Onder de haalbaarheid wordt aangegeven dat geen grote ruimtelijke veranderingen worden beoogd te realiseren. Dit is in strijd met de ambitie tot het realiseren van een grootschalige (dagrecreatieve) voorziening. Vergelijk ook de ambitie ‘windenergie’. Streefbeeld 11 benoemt de Domelaar als attractie van bovenregionaal belang, na beëindiging van de zandwinning. In de nota recreatie en toerisme worden één of enkele middelgrote attractiepunten genoemd. In het LOP wordt geen steun voor grootschalige voorzieningen gevonden. Dit geldt ook voor het milieubeleidsplan en gemeentelijk mobiliteitsplan. De zienswijze die VVB heeft ingediend tegen de structuurvisie landelijk gebied wordt als ingelast beschouwd als zienswijze inzake het ontwerpbestemmingsplan. Evenals haar inspraakreactie van 17 juli 2011. De mogelijke uitbreidingen van de varkensbedrijven met het verbreden van de wegen maakt de gemeente onleefbaar. De in artikel 47 lid 1 onder b benoemde wijzigingsbevoegdheid is buiten proporties. Het college kan elke weg aan twee kanten met 25 meter verbreden. Een verbreding van 2,5 meter is voor de meeste wegen al een verdubbeling ten opzichte van het bestaande. De plannen van de gemeente met het voorgenomen goederenvervoer over de lijn Zutphen Oldenzaal maakt de Hof van Twente de afvoerput van Twente. Er wordt herhaald dat het bestemmingsplan niet moet worden vastgesteld.
Gemeentelijke reactie Het ontwerpbestemmingsplan geeft de wettelijke mogelijkheden weer ten aanzien van overgangsrecht. Overgangsrecht is opgenomen en in de begrippen is uitgelegd wat on3 der ‘bestaand’ wordt gebruikt ten aanzien van gebruik en bouwen. Ons inziens is vol3 doende tegemoet gekomen aan het overgangsrecht en is voldoende duidelijk wat daar3 onder wordt verstaan.
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Vage omschrijvingen en de onbegrensde, derhalve onverbindende, vrijstellingsbevoegdheden maken de MER3opmerkingen in het ontwerpbestemmingsplan fundamentloos. Er kan niet tot cumulatieberekening worden gekomen. De waarde van het indienen van zienswijzen wordt uitgehold. Het plan is niet in het belang van de inwoners van de gemeente Hof van Twente.
|
Er mag niet getornd worden aan de ecologische verbinding tussen Diepenheim en de Sallandse Heuvelrug (Herikerberg). Daarom hoort een grootschalige dagrecreatieve bestemming niet in dit bestemmingsplan thuis.
33
SAB•ARNHEM
Planonderdelen staan haaks op elkaar. Er is namelijk geen consensus tussen gewenste kwaliteit en kwantiteit en de ambities., zoals verwoord in de structuurvisie “Zicht op 2030”. Die structuurvisie wordt bij deze zienswijze ingevoegd.
De gemeentelijke ambitie is in de toelichting overgenomen uit de Structuurvisie landelijk gebied. De structuurvisie is aan de gemeenteraad voorgelegd. Het voorliggende be3 stemmingsplan voorziet niet in de realisatie van een plan. Als een plan wordt ingediend, is realisatie alleen mogelijke na een herziening van het bestemmingsplan en is het aan de gemeenteraad om al dan niet tot vaststelling over te gaan.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
34
Momenteel is de behandeling van het ontwerpbestemmingsplan naar het vast te stellen bestemmingsplan aan de orde en niet de Structuurvisie. De Structuurvisie is reeds vast3 gesteld waarin de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid zijn vastgelegd. De procedure en informatievoorziening omtrent dat beleidsdocument is nu niet meer aan de orde. Daar waar de Structuurvisie vertaald kan worden naar het bestemmingsplan is dat gebeurd. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan zal de gemeenteraad de inhoud van het bestemmingsplan vastleggen en daarmee de kaders waarbinnen ruimtelijke ontwikke3 lingen mogelijk worden. Daarbij is ook rekening gehouden met het beleid uit het recon3 structieplan. De verbetering van de ruimtelijke kwaliteit is één van de doelen van het voorliggende bestemmingsplan. Naast ontwikkelingsruimte voor agrarische bedrijven, overige bedrij3 ven en de ontwikkeling van nevenactiviteiten en andere voorzieningen is het van belang om bij het toestaan van ontwikkelingen een bijdrage te eisen voor de ruimtelijke kwali3 teit. Het betreft daarbij maatwerkoplossingen die op elke locatie anders zullen uitpakken en daardoor niet concreet in het bestemmingsplan kunnen worden verwoord. In het bestemmingsplan zijn geen nieuwe grootschalige ontwikkelingen mogelijk ge3 maakt, ondanks dat dat wellicht een ambitie is uit de Structuurvisie. Grootschalige nieuwe ontwikkelingen worden dan ook niet opgenomen in voorliggend bestemmings3 plan. Een afweging wordt gemaakt bij concrete initiatieven. Een slechtweervoorziening biedt een ondernemer recreanten te ontvangen als het slecht weer is. De mogelijkheden die geboden worden binnen de recreatieterreinen zo3 als aangegeven in de bestemmingsomschrijving biedt mogelijkheden voor detailhandel en horecamogelijkheden passend bij het recreatiebedrijf. Natuurbehoud krijgt concreet invulling door de toegekende bestemmingen Natuur en Bos en Waarde –EHS. In deze bestemmingen is een beschermende regeling opgenomen en een toetsingsmogelijkheid bij nieuwe ontwikkelingen. Als er gronden zijn gelegen waar ook de dubbelbestemming Waarde3EHS geldt mogen ontwikkelingen geen signifi3 cante effecten op natuurwaarden met zich meebrengen. Ons inziens is het natuurbelang voldoende meegenomen in voorliggend bestemmingsplan. De opgenomen begrippen en definities in het bestemmingsplan zijn ons inziens duidelijk genoeg om het beleid mee tot uitvoer te brengen. Daar waar toelichting nodig is is dat in de toelichting van het bestemmingsplan gebeurd. De bestaande bosgebieden worden op basis van de vigerende bestemmingsplannen én het feitelijk gebruik (op basis van luchtfoto’s) aangegeven op de verbeelding. Waar be3 grenzingen niet met elkaar corresponderen is het feitelijk gebruik leidend voor de toe te kennen bestemming. Daarbij is het mogelijk dat binnen de grotere bosgebieden spora3 disch open plekken voorkomen welke onderdeel uitmaken van het bos als geheel. In3 dien houtopstanden kleiner zijn dan 10 are worden ze als landschapselement gezien en geregeld binnen de bestemming (bijvoorbeeld Agrarisch met Waarden) waarin ze zijn gelegen. Buiten de EHS en Natura 2000 gebieden zijn bosgronden bestemd als Bos. Deze gron3 den zijn bedoeld voor bos en houtopstanden en zijn tevens bestemd voor multifunctio3 nele bosbouw, het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van algemene natuur3 en landschapswaarden, voor water en voorzieningen voor de waterhuishouding en voor recreatief medegebruik. De bestaande natuurgebieden (Natura 20003gebieden, EHS3bestaande natuur en EHS3 nieuw gerealiseerde natuur) en enkele natuurgebieden op basis van de vigerende be3 stemmingsplannen én de luchtfoto’s, zijn bestemd als Natuur. Deze gronden zijn daar3 naast bestemd voor multifunctionele bosbouw, het behoud, het herstel en/of de ontwik3 keling van algemene natuur3 en landschapswaarden, voor water en voorzieningen voor de waterhuishouding en voor recreatief medegebruik. Bescherming van de wettelijk
vastgelegde natuurwaarden verloopt via de Natuurbeschermingswet en Flora3 en fau3 nawet.
De opgestelde en vastgestelde Structuurvisie en Nota van Uitgangspunten zijn de basis geweest voor het opstellen van voorliggend bestemmingsplan. De uitgangspunten voor het ruimtelijk beleid zijn daarmee bepaald. Daarbij geldt ook dat een aantal dingen op Structuurvisieniveau niet vertaald zijn in het bestemmingsplan. Dergelijke ambities komen dan ook niet terug waardoor er ook geen aanduidingen/ bestemmingen aan gekoppeld zijn (recreatieve en toeristische voorzieningen, windenergie). Het betreft zaken die een grote ruimtelijke impact met zich mee kunnen brengen en die bewust buiten dit bestemmingsplan zijn gelaten omdat daarvoor een heel gedegen afweging plaats moet vinden. Bij de bescherming van waarden wordt altijd een belangenafweging gedaan of ontwikkelingen op grond van het bestemmingsplan mogelijk zijn en onder welke condities. De opgenomen maatvoering in artikel 47.1 onder b is per abuis verkeerd opgenomen. Bedoeld wordt 2,5 m. Dit wordt aangepast in de regels om wel de mogelijkheid te hebben om wegen te kunnen aanpassen als dit noodzakelijk is. Het bestemmingsplan geeft aan dat de spoorlijn aanwezig is. Het gebruik is daarmee veiliggesteld. Het bestemmingsplan is niet kader stellend voor de frequentie op het spoor. De aangehaalde vraagpunten en aandachtspunten hebben geen relatie met voorliggend bestemmingsplan en worden dan ook buiten beschouwing gelaten. De zienswijze wordt deels overgenomen ten aanzien van het aanpassen van de redactie in artikel 41.1.1 onder a en de maatvoering in artikel 47.1 onder b wordt gewijzigd van 25 m in 2,5 m. De zienswijze wordt deels overgenomen ten aanzien van het omzetten van enkele bestemmingen op het landgoed in Bos, Natuur of Agrarisch(met waarden) en het aanvullen van de toelichting en de regels hierop.
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
De redactie van artikel 41.1.1 onder a wordt aangepast zodat duidelijk is dat bedoeld wordt dat bij de ontwikkeling van nieuwe natuur deze moet passen binnen het natuurgebiedsplan van de provincie en dat dat moet blijken uit een inrichtingsplan.
|
Ten aanzien van het natuurbeheer geldt dat voor werken geen gebouw zijnde (gerela3 teerd aan de bestemming) of werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen geen omgevingsvergunning vereist is. Werkzaamheden die het norma3 le onderhoud, gebruik en beheer van bos en natuur betreffen zijn bij recht toegestaan aangezien deze maatregelen bijdragen aan de instandhouding van het bestemde ge3 bruik. De aanwezige houtopstanden worden verder beschermd vanuit de bomenveror3 dening. Deze verwijst voor de landschappelijke afweging onder meer terug naar het behoud van het kleinschalig landschap. Bestemmingsplan en bomenverordening dienen dan ook in samenhang te worden gebruikt. Algemeen geldt dat de productie van coniferen of andere siergewassen als boomkweke3 rij geldt, en niet tot bosbouw gerekend wordt.
35
SAB•ARNHEM
Onder multifunctionele bosbouw wordt verstaan: ”Het geheel van bedrijfsmatig hande3 len en activiteiten gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van be3 staande en nieuwe bossen ten behoeve van natuur, houtproductie, landschap milieu of recreatie”. Het duurzame gebruik van de gronden als bos is daarbij een belangrijke eigenschap van multifunctionele bosbouw. Het perceelsgewijs kappen door bedrijven geregistreerd bij het bosschap is toegestaan maar mag geen blijvende schade toebrengen aan de omge3 vingskwaliteit (veelal kleinschaligheid van het landschap).
19. Waterschap en Rijn en IJssel Weergave zienswijze
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
36
Langs de Schipbeek wil de indiener overeenkomstig de afspraken met de provincie Overijssel een aantal percelen inrichten voor doeleinden van water en natuur. De inrichting start eind dit jaar. Het betreft de kadastrale percelen Diepenheim, nummers 2963, 2964 en 2039. Het overzicht is al in bezit van de gemeente.
Gemeentelijke reactie De bedoelde gronden krijgen de bestemming Water omdat de versterking van natuurlijke en ecologische waarden door de gemeente wordt voorgestaan.
De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het wijzigen van de bestemming op de verbeelding van de gronden in Water.
20. Middelkamp Milieu en advies Weergave zienswijze Er wordt gesteld dat het bestemmingsplan in strijd is met algemene beginselen van behoorlijk bestuur. De indiener ondervindt schade door het plan en er is geen sprake van een goede ruimtelijke ordening. Er wordt een termijn gevraagd, waarbinnen een nadere onderbouwing kan worden ingediend. In de zienswijze wordt opgemerkt dat in verschillende artikelen van een vergaande verruiming van het bestemmingsplan sprake is. Er zijn veel nieuwe functies mogelijk volgens artikel 3 en 4. Er kunnen omvangrijke evenementen ook in bossen worden toegestaan. In de openbare kennisgeving is dit niet tot uiting gebracht. Ook is dit niet op andere wijze met het grote publiek gecommuniceerd. De indiener vraagt zich af of de openbare kennisgeving van dit plan aan de wettelijke eisen voldoet. Het is onduidelijk waarom bij ‘Horeca’ evenementen niet worden toegestaan. De indiener is van mening dat evenementen thuis horen in de bestemming voor sportterrein en/of bedrijventerreinen. De effecten van de verruiming van het bestemmingsplan op het leefmilieu, bodem, lucht, stank, lawaai, ammoniak, infectieziekten zijn niet in kaart gebracht. Ten onrechte ontbreken de onderzoeken zoals bijvoorbeeld bodemonderzoek, flora3 en faunaonderzoek, onderzoek naar landschappelijke en natuurwaarden in het kader van de Natuurbeschermingswet, de luchtkwaliteit en het onderzoek naar verspreiding van dierziekten. De nadelige effecten van hetgeen het bestemmingsplan bij recht toestaat is onvoldoende onderzocht, denk ook aan verkeerhinder en –gevaar en horizonvervuiling. Het effect op de EHS is niet onderzocht. De natuurlijke waarde van de natuurwetenschappelijke landschapelementen is niet onderzocht. Beschermde planten en dieren kunnen onevenredige schade ondervinden. Het is onduidelijk of de Flora3 en faunawet de uitvoerbaarheid van het plan in de weg staat. De artikel 44 en 45 zijn voor meerderlei uitleg vatbaar. Begrippen als “aan het gebruik onttrokken machines” en “normale onderhoud en beheer betreffen”, “akkerbouw” zijn niet helder. De lijst met strijdige activiteiten en strijdige gevallen is te beperkt en moet worden uitgebreid. Artikel 45.2.5 onder b en 45.3.5 onder b moeten worden aangepast. Waterleidingbedrijf en waterschap moeten goedkeuring geven of een verklaring van geen bedenking afgeven, voordat de omgevingsvergunning wordt verleend. Artikelen 46 en 47 zijn voor meerderlei uitleg vatbaar. Begrippen als “een langdurig evenement”, “voldoende parkeerplaatsen”, “aan te brengen voorzieningen”, “onomkeerbare voorzieningen ”, “onomkeerbare ingrepen”, “nabijgelegen functies” en “aan te brengen voorzieningen” zijn onduidelijk. Volgens artikel 47 kunnen alle wegen 50 meter breder worden. Er zijn bestemmingen gelegd op gronden die veelal niet in eigendom van de gemeente zijn. Ook artikel 49 biedt te veel ruimte. De negatieve gevolgen voor leef3 en woonmilieu is niet nader onderzocht. Ook is onduidelijk wat een aanvaardbaar leefklimaat is. Het ontwerpbestemmingsplan is daarom in strijd met algemene beginselen van behoorlijk
bestuur. Het is de indiener niet duidelijk op welke artikelen de wijzigingsbevoegdheid van artikel 48 van toepassing is. In de begrippenlijst ontbreekt een aantal begrippen, waardoor artikelen voor meerderlei uitleg vatbaar zijn.
Er is geen sprake van goede ruimtelijke ordening het plan moet verder niet in procedure worden gebracht.
Gemeentelijke reactie Op 9 maart 2012 is gevraagd om voor 21 maart 2012 aanvullingen in te dienen. Van die mogelijkheid is gebruik gemaakt. De functies die in artikel 3 en 4 mogelijk worden gemaakt zijn functies die passen bij de agrarische functie en dienen als ondersteuning en verbreding van de agrarische bedrijfsvoering. Het beleid zoals verwoord in de structuurvisie landelijk gebied is vertaald in dit bestemmingsplan, inclusief het VAB3beleid. Van een verruiming is dan ook geen sprake alleen van een implementatie van beleidsuitgangspunten in het bestemmingsplan. De opgenomen regeling voor evenementen is conform de regeling in het Besluit omge3 vingsrecht (Bor). Er vindt dan ook geen verruiming plaats van de regeling. Het bestemmingsplan voorziet op deze manier in de mogelijkheid om evenementen toe te staan. Daarnaast geldt het toetsingskader van het aangescherpte evenementenbeleid in relatie tot de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV). In de bestemming Horeca is de afwijking voor het toestaan van evenementen niet opgenomen, omdat het om relatief kleine bestemmingsplanvlakken gaat. Daarbinnen is over het algemeen te weinig ruimte voor het realiseren van grotere evenementen. Omliggende gronden zullen dan nodig zijn waarbinnen de afwijkingsbevoegdheid wel is opgenomen. Effecten van het voorgenomen ruimtelijk beleid in het bestemmingsplan op het leefmilieu zijn uitgebreid onderzocht in het MER1 welke is voorgelegd aan de commissie voor de m.e.r. welke met het MER heeft ingestemd. In het bestemmingsplan zijn bij afwijkings3 en wijzigingsbevoegdheden voorwaarden opgenomen om aan te tonen dat voldaan kan worden aan de wettelijke verplichtingen. Op het moment dat zich een ontwikkeling voordoet wordt getoetst aan de op dat moment geldende wet3 en regelgeving. De opgenomen artikelen 44 tot en met 47 zijn ons inziens niet onduidelijk. Een algemeen gebruiksverbod is heel helder zodat een ieder weet wat strijdig gebruik inhoudt. Dat is ook een grondslag voor handhaving. Gronden gebruiken voor het stallen of opslaan van afgeschreven machines is daar een heel duidelijk voorbeeld van. Wat onder normaal gebruik en onderhoud wordt verstaan is door jurisprudentie duidelijk bepaald. Medewerkers die moeten werken met deze regels zijn hiervan duidelijk op de hoogte. Mochten burgers daar vragen over hebben dan kunnen die altijd gesteld worden. De adviesrol van het waterleidingbedrijf of de waterbeheerder heeft tot doel om een goede belangenafweging te maken. Het bevoegd gezag dat de omgevingsvergunning 1
Verklaring van de afkortingen: MER: het milieueffectrapport m.e.r.: de procedure van de milieueffectrapportage
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Natuurwetenschappelijke landschapelementen en bospercelen of delen daarvan zijn komen te vervallen en verkleind. Deze elementen zouden op de verbeelding terug moeten komen.
|
Aan de aanwezige asbest op het recreatieterrein aan de Kappelhofsweg is onvoldoende aandacht geschonken. Door de aanwezigheid van asbest, moet geen medewerking worden gegeven aan de voortzetting van de recreatieve functie. De volksgezondheid is in het geding.
37
SAB•ARNHEM
De negatieve effecten voor het leefmilieu (dierziekten en zoönosen) zijn niet voldoende onderzocht. Te veel activiteiten en gebruiken worden in het plan gelegaliseerd. Ten onrechte is geen MER opgesteld en het verdrag van Malta is onvoldoende tot uiting gekomen.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
38
verleend is verplicht het advies te vragen. Op grond van jurisprudentie mag niet gevraagd worden naar een positief advies omdat het bevoegd gezag de belangen afweegt en de vergunning verleend. Het vragen van een verklaring van geen bedenkingen is in deze zin hetzelfde als het vragen om een positief advies wat niet mag. De gestelde voorwaarden in artikel 46 en 47 geven het bevoegd gezag de mogelijkheid maatwerkoplossingen te bieden bij concrete verzoeken. Bij de toets van een initiatief wordt gekeken naar de grootte en impact van de ontwikkeling en wordt bepaald hoe de inpassing of voorwaarde ten aanzien van het aantal parkeerplaatsen zal zijn. Dit is per ontwikkeling erg verschillend. De opgenomen maatvoering in artikel 47.1 onder b is per abuis verkeerd opgenomen. Bedoeld wordt 2,5 m. Dit wordt aangepast in de regels om wel de mogelijkheid te hebben om wegen te kunnen aanpassen als dit noodzakelijk is. Het maakt daarbij niet uit wie de eigenaar is. Dat is niet ruimtelijk relevant. De mogelijkheden in artikel 49 (VAB) zijn overgenomen conform de thematische herziening. Het betreft dan ook de vertaling van bestaand ruimtelijk beleid. De enige verruiming die hier is opgenomen betreft de mogelijkheid van hergebruik van inpandige bedrijfsruimte. Dit heeft echter geen grote ruimtelijke impact waardoor deze mogelijkheid is opgenomen. Artikel 48 geeft de algemene procedureregels weer die worden toegepast bij alle in het bestemmingsplan aangegeven wijzigingsbevoegdheden. De werking is heel duidelijk in het artikel bepaald. Het opgestelde MER is als bijlage bij de toelichting van het bestemmingsplan opgenomen en maakt dan ook onderdeel uit van het bestemmingsplan. Het verdrag van Malta heeft geleid tot de Wet op de archeologische monumentenzorg. Gemeenten zijn verplicht om archeologiebeleid op te stellen en dit te vertalen in het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan kent een aantal dubbelbestemmingen die het archeologiebeleid regelen. Beide onderdelen zijn dan ook voldoende in het bestemmingsplan opgenomen. De opgenomen begrippen zijn ons inziens voldoende duidelijk om het ruimtelijk beleid te kunnen uitvoeren. Jurisprudentie geeft ook veel aanknopingspunten als er al onduidelijkheid mocht bestaan. Het recreatieterrein aan de Kappelhofsweg is bestemd naar de huidige functie. De bestemminggrens is niet gewijzigd en daarmee is het huidige gebruik bepaald en vastgelegd. De aanwezigheid van asbest wordt beperkend voor het gebruik van het terrein als er plannen zijn om de bestaande opstallen e.d. te vervangen. Dat is echter geen reden om het bestaande gebruik niet overeenkomstig te bestemmen. Voor het toekennen van de bestemming Bos is een aantal uitgangspunten gehanteerd. Het vigerende bestemmingsplan, de luchtfoto en de maat van 10 are op grond van de Boswet zijn leidend geweest voor het toekennen van de bestemming ‘Bos’. Kleinere bospercelen zijn geregeld binnen de agrarische bestemmingen. Algemene beginselen van behoorlijk bestuur behelzen een aantal beginselen die de gedragsregels van de overheid ten opzichte van de burger regelen. Deels zijn deze beginselen opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht, zoals het zorgvuldigheidsbeginsel en motiveringsbeginsel. Voor het overige hebben deze beginselen invulling gekregen in de jurisprudentie. Dit geldt bijvoorbeeld voor het vertrouwensbeginsel. Voorliggend plan is ons inziens zorgvuldig tot stand gekomen en voldoet aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het wijzigen van de maatvoering in artikel 47.1 onder b van 25 m in 2,5 m.
21. Middelkamp Milieu en advies Weergave zienswijze
39
Door de ruime opzet van artikel 3 en 4 zijn veel niet3agrarische activiteiten ineens toegestaan. Het lijkt alsof bij alle boerderijen paardensport is toegestaan. Verpaarding is daarmee een feit. Paardensport kan een ongewenst element worden. Bijvoorbeeld doordat ondernemers een gezamenlijk evenement organiseren met veel publiek, lawaai, en bijbehorend autoverkeer. De mix of cumulatie van activiteiten kan tot extra aantasting van het leefmilieu (stank, lawaai, aantasting flora3 en fauna, luchtvervuiling, verspreiding dierziekten en zoönosen) leiden. Begrippen in artikel 43 tot en met 46 zijn voor meerderlei uitleg vatbaar. Het motorcrossterreinartikel had moeten worden verwijderd. Er is geen noodzaak voor een motorcrossterrein in een natuurgebied en het is natuurwetenschappelijk ongewenst. De aard en omvang is niet beperkt. In het bestemmingsplan zijn biogasinstallaties toegestaan. Ook voor deze functie zijn de negatieve gevolgen op het leefmilieu, zoals onder andere verspreiding dierziekten en zoönosen, niet onderzocht. Het begrip ‘bestaand’ en ‘legaal’ in artikel 3 en 4 is niet duidelijk. Er wordt in artikel 1 alleen gesproken over “bestaand en legaal”. In artikel 3 worden verschillende begrippen (wijnboerderij, caravanstalling, loonbedrijf, erfinrichtingsplan, beplantingsplan en dierplaatsen gehanteerd die niet zijn gedefinieerd, waardoor onduidelijkheid ontstaat over de betekenis. Ook het gebruikte begrip (on)evenredige aantasting is niet helder. Het is de indiener niet duidelijk wat een legaal en bestaande nevenactiviteit, of paardenbak is. De indruk bestaat dat illegale paardenbakken ineens zijn toegestaan. Het “aan huis gebonden beroep” is voor meerderlei uitleg vatbaar en niet begrensd naar aard en omvang. Ook in artikel 4 worden verschillende begrippen niet uitgelegd “’stapmolen”, “openluchttheater”, “buitenopslag” en “onvoldoende tegemoet kan worden gekomen”. Indiener is van mening dat begrippen als “niet geschikt zijn”( art. 3.5.3) niet zijn uitgelegd, “bestaande kleinere afstand” ( art 3.2.4.) voor meerderlei uitleg vatbaar. In artikel 7 wordt “zandwinning” en “parkeervoorzieningen” niet omschreven. Er worden niet of te weinig begrippen gedefinieerd, daardoor zijn begrippen voor meerderlei uitleg vatbaar, zoals: bestemmingsplan (artikel 1.1. en 1.2), architectonisch ondergeschikt, niet3industriële bedrijven, industriële bedrijven, agrarisch bedrijf, gebruiksgerichte paardenhouderij, het leveren van dieren, deskundige, de leeftijd van een archeologisch relict, artikel 39 MW, bedrijfsmatig handelen, toeristisch, kortdurend verblijf, kennelijk, onevenredig, kennelijke alszodanig aangemerkt, zelfredzaamheid, infrastructurele waarde, bestaand en legaal(1.26), ondergeschikt (1.29), hoogopstaande houtopstanden, duurzame bosbouw, standplaats, artikel 1.34, 1.39, 1.42, 1.44, 1.45, 1.46, 1.37 1.38, 1.48, 1.51, 1.58, 1.62, 1.67,1.69, 1.71, 1.76, 1.77, 1.79, 1.80 (i.r.t. 1.78), 1.83, 1.84( 1.48), 1.91 en trekkershut, recreatieverblijf, beperkte omvang en niet permanente bewoning. Ook in artikel 2 worden niet gedefinieerde begrippen gebruikt. De artikel 44 en 45 zijn voor meerderlei uitleg vatbaar. Begrippen als “aan het gebruik onttrokken machines” en “normale onderhouden en beheer betreffen”, akkerbouw zijn niet helder. De lijst met strijdige activiteiten en strijdige gevallen is te beperkt en moet worden uitgebreid. Artikelen 46
|
Er kunnen omvangrijke evenementen ook in bossen worden toegestaan. In de openbare kennisgeving is dit niet tot uiting gebracht. Ook is dit niet op andere wijze met het grote publiek gecommuniceerd. De indiener vraagt zich af of de openbare kennisgeving van dit plan aan de wettelijke eisen voldoet. Het is onduidelijk waarom bij Horeca evenementen niet worden toegestaan. De indiener is van mening dat evenementen thuis horen in de bestemming sportterrein en bedrijventerreinen. Zo is op ieder stuk grond 3 evenementen gedurende 15 dagen toegestaan (of langer door een combinatie met artikel 46.3). Dit is niet onderzocht. Het ontbreken van onderzoek naar deze aspecten en economische waardevermindering geldt ook voor de forse detailhandel in ter plaatse geproduceerde goederen, die is toegestaan.
SAB•ARNHEM
In de regels worden veel nieuwe functies toegestaan, die het leefmilieu aantasten en als uiterst ongewenst worden ervaren.
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
Er wordt gesteld dat het bestemmingsplan in strijd is met algemene beginselen van behoorlijk bestuur. De indiener ondervindt schade door het plan en er is geen sprake van een goede ruimtelijke ordening. Er wordt een termijn gevraagd, waarbinnen een nadere onderbouwing kan worden ingediend.
en 47 zijn voor meerderlei uitleg vatbaar. Begrippen als “een langdurig evenement”, “voldoende parkeerplaatsen”, “aan te brengen voorzieningen”, “onomkeerbare voorzieningen ”, “onomkeerbare ingrepen”, “nabijgelegen functies” en “aan te brengen voorzieningen” zijn onduidelijk.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
40
Er mag zonder vergunning een geluidswal van 3,5 meter worden aangelegd. De verwijzing in 3.4.5 onder c (en 4.4.5 onder c) is onjuist. Er staat nergens vermeld op welke wijze een positieve bijdrage aan het toeristisch profiel kan worden geleverd. Het advies van de deskundige wordt in verschillende artikelen genoemd. Er wordt niet aangegeven wat met dit advies moet worden gedaan. Ook het begrip noodzaak is onduidelijk. In artikel 3.6.2. komt tweemaal wijzigen voor. Eenmaal volstaat. De mestbewerkingsinstallaties kunnen worden gekoppeld en elektriciteitsopwekking kan plaatsvinden, omdat dit niet is beperkt. Koppeling moet worden uitgesloten en voor de oprichten van een installatie is onderzoek naar leefmilieu en verkeer nodig. Het begrip waarop wordt getoetst “onevenredige aantasting” is onduidelijk. Omwonenden kunnen met ernstige aantasting van het leefmilieu te maken krijgen. Door kuilvoerplaten buiten het bouwvlak toe te staan is via een omweg een groter bouwvlak toegestaan. Er worden teveel bouwwerken buiten het bouwvlak toegestaan. Met artikel 3.3 en 3.4. wordt te veel bebouwing toegestaan en bouwvlakken worden vergroot tot 2 en 3 ha of verder. Er kunnen ongewenste ontwikkelingen plaatsvinden. Er is geen sprake van een goede ruimtelijke ordening. Het is onduidelijk welke bouwwerken en welk gebruik is toegestaan. Het effect van ondergrondse installaties voor het leefmilieu zijn niet in kaart gebracht. Ook hier is “onevenredige afbreuk”, “landschappelijke waarde”, “verleende vergunning” en “normaal onderhoud” niet gedefinieerd. Bedrijfswoningen zijn ineens burgerwoningen geworden (artikel 3.4.1. en 4.4.1). Dit kan leiden tot ongewenste verstening. De regeling rond paardenbakken is tegenstrijdig, want is de maximale oppervlakte nu 800 m2 of 1200 m2. De effecten van de verruiming van het bestemmingsplan op het leefmilieu, bodem, lucht, stank, lawaai, ammoniak infectieziekten zijn niet in kaart gebracht. Ten onrechte ontbreken de onderzoeken zoals bijvoorbeeld bodemonderzoek, flora3en faunaonderzoek, onderzoek naar landschappelijke en natuurwaarden in het kader van de Natuurbeschermingswet, de luchtkwaliteit en het onderzoek naar verspreiding van dierziekten. De nadelige effecten van hetgeen het bestemmingsplan bij recht toestaat is onvoldoende onderzocht, denk ook aan verkeerhinder en –gevaar en horizonvervuiling. Er is geen rekening gehouden met infectieziekten, verspreiding van dierziekten en de nadelige gevolgen voor mensen in de omgeving. Het plan is niet zorgvuldig tot stand gekomen, omdat geen nader onderzoek is uitgevoerd. Het effect op de EHS is niet onderzocht. De natuurlijke waarde van de natuurwetenschappelijke landschapelementen is niet onderzocht. Beschermde planten en dieren kunnen onevenredige schade ondervinden. Het is onduidelijk of de Flora3 en faunawet de uitvoerbaarheid van het plan in de weg staat. Artikel 45.2.5 onder b en 45 3.5 onder b moeten worden aangepast. Waterleidingbedrijf en waterschap moeten goedkeuring geven of een verklaring van geen bedenking afgeven, voordat de omgevingsvergunning wordt verleend. Volgens artikel 47 kunnen alle wegen 50 meter breder worden. Er zijn bestemmingen gelegd op gronden die veelal niet in eigendom van de gemeente zijn. Artikel 49 biedt te veel mogelijkheden voor nieuwe functies, zonder onderzoek naar de negatieve gevolgen. Het toepassingsbereik van artikel 48 is niet beschreven. In bijlage 3 de Staat van bedrijfsactiviteiten, worden begrippen gebruikt die voor meerderlei uitleg vatbaar zijn en te veel bedrijfsactiviteiten zijn als categorie 2 aangeduid. Er is geen aandacht geschonken aan activiteiten die in de openlucht plaatsvinden, waardoor de activiteit veelal in een hogere categorie moet worden ingedeeld. Bijvoorbeeld bij groothandel in ijzerwaren. Ook is geen aard en omvang aangeduid, zoals in Bijlage 4a. De negatieve gevolgen zijn niet inzichtelijk gemaakt.
Er zijn te veel bedrijfsbestemmingen toegestaan en de bouwvlakken zijn te groot. Gebruiksmogelijkheden en ontheffingsmogelijkheden zijn te ruim. De negatieve gevolgen voor het leefmilieu zijn niet voldoende onderzocht.
41
Natuurwetenschappelijke landschapelementen en bospercelen of delen daarvan zijn komen te vervallen en verkleind. Deze elementen zouden op de verbeelding terug moeten komen. Het plan is in strijd met algemene beginselen van behoorlijke bestuur tot stand gekomen en er is geen sprake van goede ruimtelijke ordening. Op de verbeelding staan lijnen en tekens die niet in de legenda zijn verklaard.
Gemeentelijke reactie Op 9 maart 2012 is gevraagd om voor 21 maart 2012 aanvullingen in te dienen. Hiervan is gebruik gemaakt. De functies die in artikel 3 en 4 mogelijk worden gemaakt zijn functies die passen bij de agrarische functie en dienen als ondersteuning en verbreding van de agrarische bedrijfsvoering. Het beleid zoals verwoord in de structuurvisie landelijk gebied is vertaald in dit bestemmingsplan. Ook het VAB3beleid is vertaald evenals het Rood voor Rood beleid. Van een verruiming is dan ook geen sprake alleen van een implementatie van beleidsuitgangspunten in het bestemmingsplan. De opgenomen regeling voor evenementen is conform de regeling in het Besluit omge3 vingsrecht (Bor). Er vindt dan ook geen verruiming plaats van de regeling. Het bestemmingsplan voorziet op deze manier in de mogelijkheid om evenementen toe te staan. Daarnaast geldt het toetsingskader van het aangescherpte evenementenbeleid in relatie tot de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV). In de bestemming Horeca is de afwijking voor het toestaan van evenementen niet opgenomen, omdat het om relatief kleine bestemmingsplanvlakken gaat. Daarbinnen is over het algemeen te weinig ruimte voor het realiseren van grotere evenementen. Omliggende gronden zullen dan nodig zijn waarbinnen de afwijkingsbevoegdheid wel is opgenomen. Het is een feit dat in het landelijk gebied meer paarden worden gehouden voor het hobbymatig gebruik dan een aantal jaren geleden. Om hieraan tegemoet te komen wordt hobbymatig gebruik van agrarische gronden toegestaan. Zo zijn de agrarische gronden niet alleen bedoeld voor de agrarische bedrijven maar ook voor particulieren die een stukje grond bezitten om daar bijvoorbeeld paarden of andere dieren te weiden. Nieuwe paardenbakken in de agrarische bestemming kunnen mogelijk worden gemaakt met een afwijkingsbevoegdheid. De oppervlakten zijn hierbij bepaald. Dit betreft een bevoegdheid waar het bevoegd gezag voorwaarden aan stelt en waardoor geen verplichting bestaat deze toe te staan. Het bestemmingsplan staat het oprichten van nieuwe gebruiksgerichte paardenhouderijen en/of maneges niet toe binnen de agrarische bestemming. Mocht zich een ontwikkeling voordoen die zich verhoudt met het beleid en kan voldoen aan de geldende wet3 en regelgeving dan kan met een afzonderlijke planologische procedure deze mogelijk worden gemaakt.
|
De grootte van het bouwvlak Torendijk13 en de daarbij toe te stane oppervlakte aan bebouwing van 5600 m2 wordt door de indiener niet gezien. De noodzaak is niet aanwezig. Stallen zijn in strijd met het vorige bestemmingsplan opgericht en er waren illegaal dieren gehuisvest. De stallen moeten worden gesloopt en een caravanstalling hoort niet in het extensiveringsgebied volgens de indiener. Het halen en brengen van caravans verstoort de flora3 en fauna.
SAB•ARNHEM
Aan de aanwezige asbest op het recreatieterrein aan de Kappelhofsweg is onvoldoende aandacht geschonken. Door de aanwezigheid van asbest, moet geen medewerking worden gegeven aan de voortzetting van de recreatieve functie. De volksgezondheid is in het geding.
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
Er worden te veel activiteiten en gebruiken gelegaliseerd, die in het voorafgaande bestemmingsplan niet waren toegestaan. Te onrechte is geen MER opgesteld en er is onvoldoende rekening gehouden met het verdrag van Malta.
Effecten van het voorgenomen ruimtelijk beleid in het bestemmingsplan op het leefmilieu zijn uitgebreid onderzocht in het MER2 welke is voorgelegd aan de commissie voor de m.e.r. welke heeft ingestemd met het MER. In het bestemmingsplan zijn bij afwijkings3 en wijzigingsbevoegdheden voorwaarden opgenomen waarbij moet worden aangetoond dat voldaan kan worden aan de wettelijke verplichtingen. Op het moment dat zich een ontwikkeling voordoet wordt getoetst aan de op dat moment geldende wet3 en regelgeving.
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
42
De effecten van een economische waardevermindering komen eventueel aan de orde bij een daadwerkelijk verzoek om een tegemoetkoming in planschade. De Wet ruimtelijke ordening voorziet in een regeling om tegemoetkoming in planschade als daadwerkelijk blijkt dat schade wordt geleden naar aanleiding van een veranderd planologisch regime. Ten aanzien van de detailhandel binnen de agrarische bestemming geldt dat het alleen detailhandel van goederen die ter plaatse geproduceerd zijn en waarvan de productie niet in strijd is met de agrarische bestemming. Er is dan ook geen sprake van een forse detailhandel die zich in het buitengebied kan ontwikkelen.
SAB•ARNHEM
|
De opgenomen artikelen 43 tot en met 47 zijn ons inziens niet onduidelijk. Een algemeen gebruiksverbod is heel helder zodat een ieder weet wat strijdig gebruik inhoudt. Dat is ook een grondslag voor handhaving. Gronden gebruiken voor het stallen of opslaan van afgeschreven machines is daar een heel duidelijk voorbeeld van. Wat onder normaal gebruik en onderhoud wordt verstaan is door jurisprudentie duidelijk bepaald. Medewerkers die moeten werken met deze regels zijn hiervan duidelijk op de hoogte. Mochten burgers daar vragen over hebben dan kunnen die altijd gesteld worden. De adviesrol van het waterleidingbedrijf of de waterbeheerder heeft tot doel om een goede belangenafweging te maken. Het bevoegd gezag dat de omgevingsvergunning verleend is verplicht het advies te vragen. Op grond van jurisprudentie mag niet gevraagd worden naar een positief advies, omdat het bevoegd gezag de belangen afweegt en de vergunning verleend. Het vragen van een verklaring van geen bedenkingen is in deze zin hetzelfde als het vragen om een positief advies wat niet mag. De gestelde voorwaarden in artikel 46 en 47 geven het bevoegd gezag de mogelijkheid maatwerkoplossingen te bieden bij concrete verzoeken. Bij de toets van een initiatief wordt gekeken naar de grootte en impact van de ontwikkeling en wordt bepaald hoe de inpassing of voorwaarde ten aanzien van het aantal parkeerplaatsen zal zijn. Dit is per ontwikkeling erg verschillend. Het opgenomen motorcrossterrein is bestemd zoals het vigerende bestemmingsplan Buitengebied 1997 Markelo deze functie toelaat. Het bestaande gebruik wordt dan ook toegelaten. Voor het overige geldt dat vanuit de bestaande milieuregelgeving zaken als geluid zijn geregeld. In het bestemmingsplan kunnen biogasinstallaties worden toegelaten met een afwijkingsbevoegdheid. In het MER wordt uitgebreid ingegaan op de mogelijke effecten van de ammoniakdepositie vanuit de veehouderij waarbij ook de mogelijke uitstoot van stikstofoxiden door warmtekrachtinstallaties bij biovergisters aan de orde komt. Ons inziens is dit voldoende onderzocht en daarmee de afwijkingsbevoegdheid onderbouwd. De opgenomen begrippen in het hele bestemmingsplan zijn voldoende duidelijk om het ruimtelijk beleid te kunnen uitvoeren. De bestaande wetgeving, bestaand ruimtelijk beleid van diverse overheidslagen en jurisprudentie geven voldoende aanknopingspunten als er al onduidelijkheid mocht bestaan. Ten aanzien van bestaand en legaal willen we aangeven dat dit niet betekent dat illegale bouwwerken legaal worden. Het oprichten van een geluidwal is alleen toegestaan op die locaties waar dit expliciet is aangeduid op de verbeelding. Het betreft dan ook locaties waar in een eerdere fase een besluit over is genomen. De verwijzing in artikel 3.4.5 onder d naar c is niet onjuist. In lid c wordt bedoeld dat eerst bestaande bebouwing moet worden aangewend. In d staat dat als dat niet kan nieuwe bebouwing op het bouwvlak mag worden opgericht voor de (sanitaire) voorzieningen. In de diverse artikelen over recreatieve nevenactiviteiten is juist de kop3 2
Verklaring van de afkortingen: MER: het milieueffectrapport m.e.r.: de procedure van de milieueffectrapportage
peling gemaakt met het toeristisch profiel. Koppeling vindt plaats door middel van een toets aan de op dat moment geldende recreatiebeleid. Er is voor gekozen deze functie van kleinschalig kamperen in het bestemmingsplan mogelijk te maken met een afwijkingsbevoegdheid. Dat neemt niet weg dat een verzoek kan worden beoordeeld in het kader van het recreatief3toeristisch beleid.
De ruimtelijke impact van de grootte van mestver3/ bewerkingsinstallaties wordt beperkt door het toestaan van een beperkte verwerkingscapaciteit per locatie. Daarbij moet worden getoetst of geen belangen, waarden en functies in de omgeving nadeel ondervinden van de oprichting van een dergelijke installatie. Een goede afweging vindt op het moment van een concreet verzoek plaats. Daarnaast moet voldaan worden aan de geldende wet3 en regelgeving en kunnen aanvullende beperkingen van toepassing zijn vanuit bijvoorbeeld de milieuwetgeving. In het bestemmingsplan is duidelijk aangegeven op grond waarvan agrarische bouwvlakken zijn toegekend en waarop de maatvoering is bepaald. Ten opzichte van de vigerende bestemmingsplannen is juist veel meer rekening gehouden met het concentreren van bouwwerken en gebouwen op en direct aansluitend aan het agrarisch bouwvlak en worden bouwmogelijkheden buiten het bouwvlak beperkt. Ten aanzien van ondergrondse installaties geldt in eerste instantie dat het gebruik moet passen binnen de toegekende bestemming. Voor zover dergelijke installaties betrekking hebben op (agrarische) bedrijven geldt het milieuspoor als toetsingskader. Overigens zijn bepaalde containers en installaties vergunningsvrij. In het ontwerpbestemmingsplan is het wetsvoorstel plattelandswoningen verwerkt. Dit houdt in dat op een agrarisch bouwvlak gewoond mag worden door een derde in een bestaande (bedrijfs)woning maar dat het agrarisch bedrijf zelf hier niet door wordt beperkt. Van een verstening is dan ook geen sprake aangezien het om bestaande woningen gaat.
Effecten op milieuaspecten zijn onderzocht in het MER. Het MER en de daarbij behorende onderzoeksrapporten en berekeningen geven voldoende duidelijkheid over de effecten van het ruimtelijk beleid op deze aspecten. De opgenomen maatvoering in artikel 47.1 onder b is per abuis verkeerd opgenomen. Bedoeld wordt 2,5 m. Dit wordt aangepast in de regels om wel de mogelijkheid te hebben om wegen te kunnen aanpassen als dit noodzakelijk is. Het maakt daarbij niet uit wie de eigenaar is. Dit is niet ruimtelijk relevant. De mogelijkheden in artikel 49 (VAB) zijn overgenomen conform de thematische herziening. Het betreft dan ook de vertaling van bestaand ruimtelijk beleid. De enige verruiming die hier is opgenomen betreft de mogelijkheid van hergebruik van inpandige bedrijfsruimte. Dit heeft echter geen grote ruimtelijke impact waardoor deze mogelijkheid is opgenomen. Artikel 48 geeft de algemene procedureregels weer die worden toegepast bij alle in het bestemmingsplan aangegeven wijzigingsbevoegdheden. De werking is heel duidelijk in het artikel bepaald. Bijlage 3 is één op één overgenomen uit de VNG brochure bedrijven en milieuzonering en geeft een indicatie van de milieucategorie en richtafstanden bij verschillende bedrijfsvormen. Het geeft dan ook een beeld van toe te stane bedrijfsactiviteiten mocht een wijziging aan de orde zijn. Op dat moment wordt concreet getoetst of een voorgenomen activiteit vanuit ruimtelijk en milieutechnisch oogpunt mogelijk is. De bouwmogelijkheden binnen de bedrijfsbestemmingen zijn beperkt tot een vast aantal m2 dat bij recht wordt toegestaan. Ander gebruik is alleen in een vergelijkbare of lagere milieucategorie toegestaan waardoor voorkomen wordt dat een verslechtering van het leefmilieu ontstaat. Bedrijven met een hogere milieucategorie horen zeker niet thuis in het buitengebied maar op een bedrijventerrein. Op deze manier wordt daarop gestuurd. In het bestemmingsplan zijn de bestaande functies bestemd voorzover dit mogelijk is op grond van de vigerende bestemmingsplannen en bestaande wet3 en regelgeving.
| SAB•ARNHEM
|
De paardenbakken bij agrarische bedrijven mogen maximaal 1200 m2 bedragen en bij alle overige functies 800 m2. Dat is in het bestemmingsplan heel duidelijk per bestemming aangegeven.
43 ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Artikel 3.6.2 is juist geformuleerd. Als het woord ‘wijzigen’ éénmaal wordt verwijderd is de redactie niet meer juist.
Daarbij is ook gekeken naar de vergunde rechten. Op deze manier ontstaat een actueel overzicht van de bestaande functies in relatie tot het te voeren ruimtelijk beleid. Niet overal kunnen bestaande functies worden bestemd naar het huidige gebruik omdat dat beleidsuitgangspunten in de weg kan staan. Te denken valt aan het bestemmen van voormalige agrarische bedrijfswoningen in het LOG tot burgerwoningen.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
44
Het opgestelde MER is als bijlage bij de toelichting van het bestemmingsplan opgenomen en maakt dan ook onderdeel uit van het bestemmingsplan. Het verdrag van Malta heeft geleid tot de Wet op de archeologische monumentenzorg. Gemeenten zijn verplicht om archeologiebeleid op te stellen en dit te vertalen in het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan kent een aantal dubbelbestemmingen die het archeologiebeleid regelen. Beide onderdelen zijn dan ook voldoende in het bestemmingsplan opgenomen. Het recreatieterrein aan de Kappelhofsweg is bestemd naar de huidige functie. De bestemminggrens is niet gewijzigd en daarmee is het huidige gebruik bepaald en vastgelegd. De aanwezigheid van asbest wordt beperkend voor het gebruik van het terrein als er plannen zijn om de bestaande opstallen e.d. te vervangen. Dat is echter geen reden om het bestaande gebruik niet overeenkomstig te bestemmen. De locatie Torendijk 13 is bestemd conform de doorlopen partiële herziening. Het betreft dan ook vergunde rechten die in dit plan zijn overgenomen. Voor het toekennen van de bestemming ‘Bos’ is een aantal uitgangspunten gehanteerd. Het vigerende bestemmingsplan, de luchtfoto en de maat van 10 are op grond van de Boswet zijn leidend geweest voor het toekennen van de bestemming Bos. Kleinere bospercelen zijn geregeld binnen de agrarische bestemmingen. Het verschil tussen de analoge en digitale versie zal worden opgelost. Het uiteindelijke bestemmingsplan wordt digitaal vastgesteld en dat is dan de geldende versie. Analoge exemplaren zijn dan alleen nog werkexemplaren. Algemene beginselen van behoorlijk bestuur behelzen een aantal beginselen die de gedragsregels van de overheid ten opzichte van de burger regelen. Deels zijn deze beginselen opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht, zoals het zorgvuldigheidsbeginsel en motiveringsbeginsel. Voor het overige hebben deze beginselen invulling gekregen in de jurisprudentie. Dit geldt bijvoorbeeld voor het vertrouwensbeginsel. Voorliggend plan is ons inziens zorgvuldig tot stand gekomen en voldoet aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het wijzigen van de maatvoering in artikel 47.1 onder b van 25 m in 2,5 m.
22. Vereniging Varkencluster Markelo Nee Weergave zienswijze De indiener is van mening dat niet wordt voldaan aan de wettelijke eisen. Het onderliggende beleid kan tot omvangrijke schadelijke effecten leiden dan in het MER is onderzocht. Er moeten reeds hernieuwde inzichten, (niet doorgaan varkenscluster en landelijk en provinciaal) worden verwerkt. Er is sprake van strijd met de beginselen van behoorlijk bestuur. De indiener is van mening dat de gemeenteraad het college moet opdragen om nieuw beleid voor besluitvorming te presenteren, zonder mogelijkheid tot het realiseren van een varkenscluster, of nieuwvestiging, bouwblokken van maximaal 2 ha en alleen mestverwerkingsinstallaties voor eigengebruik tot 3500 m3. Dit beleid moet in het vast te stellen bestemmingsplan en bijbehorende MER neer wor3 den gelegd om zo de belemmeringen van indiener weg te nemen. Het betreft de volgende belemmeringen. De opmerkingen in de zienswijzen van 10 november 2009 en de inspraakreactie van 18 juli 2011 gelden nog steeds, omdat deze niet tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan hebben geleid. In de Tweede Kamer en bij de provincie zijn aanpassingen voor de Reconstructiewet en het reconstructieplan in voorbereiding. De staatssecretaris heeft zijn visie op megastallen bekend gemaakt en de effecten van dierhouderijen op gezondheid worden in het derde kwartaal bekend. Het onderhavige plan wordt naar inschatting op zeer
korte termijn achterhaald. Het afnemende formaat van bouwpercelen, het verbod op nieuwvestiging, de verplichting tot hergebruik van bestaande agrarische bouwpercelen, het wegvallen van het verschil tussen Landbouwontwikkelingsgebieden en verwevingsgebieden en de maatregelen te voorkomen van schade aan gezondheid van mens en dier moeten worden verwerkt.
• •
Geen nieuwvestiging toe te staan, met inbegrip van het varkenscluster; Alleen hergebruik van bestaande leegstaande agrarische bouwblokken toe te staan; Alle bouwblokken op de standaardmaat van 1,5 ha bepalen, waardoor bedrijven van ca. 300 Nge kunnen worden gerealiseerd. Uitbreiden tot maximaal 2 ha onder voorwaarden voor elk agrarisch bedrijf, waarbij de voorwaarden zijn verwoord.
Als knelpunten optreden kunnen leegstaande opstallen worden gebruikt. De structuurvisie en Veehouderij op koers moeten worden aangepast en worden verwerkt in een aangepast ontwerpbestemmingsplan/MER. Volgens de toelichting wordt alleen het generieke beleid in het bestemmingsplan opgenomen. In het MER staat dat het generieke beleid schadelijk is voor woon3 en leefmilieu met mogelijk significante negatieve effecten op habitatgebieden. Met de bijzondere projecten ontwikkelingen daarbij kan volgens indiener het bestemmingsplan niet worden vastgesteld. In het bestemmingsplan wordt in de LOG3gebieden onderscheid in omvang van bouwvlakken voor intensieve en extensieve veehouderijen gemaakt. Het ontwerpbestemmingsplan volgt daarbij niet de Structuurvisie/Veehouderij op koers. De motivatie van de gemeente voor deze keuze is volgens indiener volstrekt onvoldoende. Artikel 3.2.4. geldt voor elke inrichting, waardoor rechtsongelijkheid blijft bestaan. Onder het huidige regiem bevinden de kuilvoerplaten en sleufsilo’s in het bouwvlak. Het is onduidelijk hoe wordt met de verandering in regelgeving wordt omgegaan. Volgens indiener is een vergroting van bouwvlakken gerechtvaardigd. Andere agrariërs kunnen worden geschaad en het is de indiener niet duidelijk welke regels gelden bij bedrijfsverandering/omzetting. De indiener is van mening dat voor alle agrarische ondernemers dezelfde rechten moeten gelden. In het MER zijn de volgende onderwerpen onvoldoende uitgewerkt. Bij de maximale ontwikkeling treden onmiskenbaar significant negatieve effecten op. Daarom zou de gemeenteraad nieuw beleid moeten opstellen, zodat deze scenario’s niet zullen optreden. In het MER zijn niet effecten van het basisalternatief nulgroei doorgerekend, daardoor kunnen de gevolgen niet worden beoordeeld. De uitwerkingen binnen de scenario’s zijn niet consequent toegepast. De mogelijkheid tot het realiseren van het varkenscluster wordt wel bij de passende beoordeling meegenomen, maar niet bij het ammoniakonderzoek en bij geuronderzoek onvolledig. Bij de passende beoordeling is geen rekening gehouden met de mogelijkheid tot omzetting van grondgebonden bedrijven in intensieve bedrijven. Dit is een essentieel onderdeel van het generieke beleid met een grote negatieve invloed. Ook de gegevens ten aanzien van verkeer zijn niet correct bij de passende beoordeling. Het uitgangspunt ‘gelijkblijvende dieraantallen’ is niet gerelateerd aan aantallen bedrijven en een eventuele schaalvergroting. De concentratie van grootschalige
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
• •
|
Om een tijdrovend en geldverslindend traject op korte termijn te voorkomen wordt voorgesteld om het plan met de volgende wijzigingen vast te stellen.
45
SAB•ARNHEM
De indiener stelt het volgende voor. Bij een geldigheidsduur van een bestemmingsplan van 10 jaar en de daarin opgenomen ruime wijzigingsbevoegdheden overstijgt de voorziene bedrijfsontwikkeling de behoefte binnen de gemeente. Dit is mede door de aanzuigende werking ongewenst. Er wordt gevraagd om de hernieuwde inzichten en de “losse raadsbesluiten” in het beleid te verwerken.
bedrijven en het effect met betrekking tot verkeer, geluid en verkeersveiligheid zijn naar idee van de indiener gebagatelliseerd en marginaal uitgewerkt. De combinatie van vracht en toeristisch verkeer is niet beschouwd in de MER. De gevolgen en de voorgestelde wegverbreding hebben een negatief effect. Inwoners van het buitengebied worden blootgesteld aan fijnstof, geur, zoönosen. Dit komt de leefbaarheid niet ten goede en er lijkt sprake van rechtsongelijkheid. Oplossingen bestaan vaak alleen op papier en het effect van cumulatie blijft buiten beschouwing.
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
46
Het nadelig effect van een mestvergistingsinstallatie tot 15.000 m3 is onvoldoende onderzocht. De effecten uit de concept PAS3regels zijn niet in het MER verwerkt, terwijl er instrumenten zijn om een en ander bij benadering uit te werken. De indiener is van mening dat veel aan de onderbouwing voor de beoordeling van de effecten ontbreekt. De toe te stane mestverwerkingsinstallaties zijn te groot en niet kleinschalig. De wijzigingsbevoegdheid in artikel 47,lid 1 onder b is buiten proporties. Gezien de te realiseren omvang van de weg.
Gemeentelijke reactie
SAB•ARNHEM
|
Het Reconstructiebeleid zoals reeds opgenomen was in de thematische herziening is in dit bestemmingsplan overgenomen ten aanzien van de zonering. Het bijbehorende be3 leid is nu toegevoegd. Het plan ten aanzien van de realisatie van het varkenscluster zou een eigen traject doorlopen, maar daar is geen sprake meer van. Het plan wordt in voorliggend bestemmingsplan niet mogelijk gemaakt. Ook andere grootschalige ontwik3 kelingen worden in het voorliggende bestemmingsplan niet meegenomen zoals aange3 geven in de toelichting op het plan. Dit geldt ook voor individuele nieuwvestiging. Voor het overige ruimtelijke beleid is ervoor gekozen dit zo op te nemen zoals in voorliggend ontwerpbestemmingsplan is gedaan. In het MER3 is beoordeeld of het te voeren ruimte3 lijk beleid mogelijk is. Uit de uitkomsten blijkt dat het mogelijk is. Wij zijn van mening dat er een zorgvuldige afweging heeft plaatsgevonden wat is bevestigd door de commissie voor de m.e.r.. Diverse uitbreidingsmogelijkheden zijn met een afwijkings3 of wijzigingsbevoegdheid mogelijk als voldaan wordt aan de voorwaarden en als is aange3 toond dat omliggende belangen, functies en waarden niet worden geschaad. Vooruitlopen op het in voorbereiding zijnde beleid is niet mogelijk. Er moet immers worden voldaan aan de nu geldende wet3 en regelgeving, ook het reconstructiebeleid. Het is verplicht het reconstructiebeleid van de provincie te vertalen in bestemmings3 plannen. Dat is reeds gedaan in de thematische herziening welke nu overgenomen is in het voorliggende bestemmingsplan. De mate waarin wijzigingsbevoegdheden gebruikt zullen worden, is afhankelijk van de agrarische ondernemers en hun ondernemerschap. Het bestemmingsplan biedt de ruim3 telijke kaders. Voor het overige is het afhankelijk van de milieuruimte en de markt waar welk bedrijf zich ontwikkelen kan. Ten aanzien van de voorstellen willen we het volgende opmerken:
3
•
Nieuwvestiging wordt niet toegestaan in het voorliggende plan, ook niet rond3 om het varkenscluster;
•
Op deze manier wordt bevorderd dat bestaande vrijkomende agrarische bouw3 vlakken kunnen worden gebruikt door een andere ondernemer;
•
Alle bouwvlakken hebben een bouwvlak op maat, welke is gebaseerd op de vi3 gerende rechten en de werkelijke situatie tot maximaal 1,5 ha. Dat is in lijn die inspreker aangeeft;
Verklaring van de afkortingen: MER: het milieueffectrapport m.e.r.: de procedure van de milieueffectrapportage
•
De maximale uitbreidingsmogelijkheden voor agrarische bedrijven zijn bepaald op grond van het reconstructiebeleid (voor intensieve veehouderijen). De uit3 breiding van grondgebonden agrarische bedrijven wordt toegestaan tot een bouwvlak van maximaal 2 ha. De voorwaarden waaronder uitbreiding plaats mag vinden zijn voldoende verwoord in de regels.
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
In het MER wordt aangegeven dat alle scenario’s met een maximale groei tot aanmer3 kelijke effecten op het milieu kunnen leiden. Het bestemmingsplan is gebaseerd op een combinatie van het Basisalternatief maximaal en het Basisalternatief nulgroei, waarbij wordt opgemerkt dat het maximale scenario niet uitgaat van een realistisch economisch perspectief. Het is niet te verwachten dat de gehele maximalisatie ook feitelijk zal wor3 den gerealiseerd. Om die reden worden de agrarische ontwikkelingen gemonitoord en geëvalueerd op de meest kritische milieueffecten. Op die manier is tijdige bijsturing nog mogelijk op het moment dat blijkt dat dit noodzakelijk is. De effecten van het scenario Basisalternatief nulgroei is wel doorgerekend voor wat betreft de gevolgen hiervan voor de ammoniakdepositie, het meest kritische milieuef3 fect. Voor het overige waren de effecten te herleiden vanuit de andere berekende sce3 nario’s. Ook de Commissie voor de m.e.r. was van oordeel dat met deze kwalitatieve beschrijving de milieueffecten van dit scenario voldoende inzichtelijk zijn gemaakt om milieu als volwaardig belang mee te kunnen laten wegen. Het uitvoeren van meerdere berekeningen zou niet tot andere uitkomsten hebben geleid. Het varkenscluster maakt onderdeel uit van het Basisalternatief maximaal en is als on3 derdeel daarvan meegenomen in de kwantitatieve (berekeningen) en kwalitatieve be3 oordeling. Er zit ook in de ammoniakberekeningen die zijn uitgevoerd geen verschil tus3 sen de berekeningen voor de passende beoordeling en het MER. Voor de geurbereke3 ningen is van dezelfde modellering uitgegaan, dus ook daarin is het varkenscluster meegenomen. In het ontwerpbestemmingsplan is niet zonder meer overal omschakeling van grondge3 bonden agrarische bedrijvigheid naar intensieve veehouderij toegestaan. Het uitgangs3 punt is juist dat grondgebonden agrarische bedrijven overal zijn toegestaan en voor niet3grondgebonden agrarische bedrijven is een specifieke regeling opgenomen. De regeling voor niet3grondgebonden agrarische bedrijven in de vorm van intensieve vee3 houderij is gebaseerd op het Reconstructieplan. Alleen binnen de landbouwontwikke3 lingsgebieden zijn op de bestaande bouwvlakken intensieve veehouderijen toegestaan. Daarbuiten zijn alleen de bestaande intensieve veehouderijen toegestaan, waarbij de maximale bebouwde oppervlakte van het bedrijf afhankelijk is van de ligging in het verwevingsgebied dan wel het extensiveringsgebied. De bebouwde oppervlakte van intensieve veehouderijen is gemaximaliseerd. Voor wat betreft de omschakeling van niet3grondgebonden agrarische bedrijven naar intensieve veehouderijen is in het scena3 rio Basisalternatief maximaal het volgende opgenomen. In de scenariostudie is hier, vanwege het modelmatige karakter van de studie, geen rekening mee gehouden. Het is niet goed te voorspellen waar en of dit zou gebeuren en het zou ten koste gaan van de maximale veebezetting die in het scenario voor de grondgebonden veehouderijen is aangehouden. Daarmee is juist recht gedaan aan het generieke beleid. Ook melkvee3 houderijen hebben voor bepaalde milieuaspecten een negatieve invloed die zelfs groter kan zijn dan die van intensieve veehouderijen.
|
Ten aanzien van bedrijfsverandering en/of omzetting gelden de bepalingen zoals opge3 nomen in de artikelen 3.1 onder a en b, artikel 3.5.3, artikel 4.1 onder a en b, artikel 4.6.3 en artikel 49.4. In deze artikelen wordt duidelijk aangegeven welke functies op de agrarische bouwvlakken is toegestaan en wat de mogelijkheden zijn ten aanzien van het wijzigen van de bestemming.
SAB•ARNHEM
In artikel 3.4.2 worden sleufsilo’s en kuilvoerplaten toegestaan op of direct aansluitend aan het agrarisch bouwvlak. Ook is een afstandsmaat tot woningen bepaald en zijn hoogtematen aangegeven. Het is duidelijk wat bedoeld wordt waardoor geen rechtson3 zekerheid bestaat. Door deze bepaling op te nemen bestaat er duidelijkheid waar de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan en vindt een con3 centratie plaats.
|
47 Zoals eerder aangegeven maakt het bestemmingsplan geen grootschalige nieuwe ont3 wikkelingen mogelijk die op grond van de Structuurvisie wellicht wel wenselijk en pas3 send zijn. Dergelijke grootschalige ontwikkelingen zullen apart moeten worden afgewo3 gen en kunnen eventueel een eigen planologisch traject volgen,
In de passende beoordeling is tot de conclusie gekomen dat verkeer niet tot significante effecten leidt op Natura 20003gebieden. Daarbij zijn alle aspecten die betrekking heb3 ben op verkeer meegenomen, namelijk de toename als gevolg van de mogelijkheden die het ontwerpbestemmingsplan biedt, zoals bijvoorbeeld de regeling voor nevenactivi3 teiten. Ook is de in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen wijzigingsbevoegdheid tot verbreding van de wegen met maximaal 25 meter. Gelet echter op de autonome ont3 wikkeling dat auto’s steeds schoner worden. Bovendien zijn als gevolg van een toename van verkeersbewegingen op wegen op meer dan 500 meter afstand van Natura 20003 gebieden geen significante negatieve effecten te verwachten (Schaffer, 2010, Effecten3 afstand van stikstof uit verkeersemissies op de vegetatie – een inventarisatie van de literatuur). Het gelijkblijvend aantal dieren is wel gerelateerd aan aantal bedrijven en schaalvergro3 ting. Omdat niet bekend is welke bedrijven gedurende de planperiode zullen stoppen en welke bedrijven doorgroeien (schaalvergroting) is per gebied bekeken of er sprake is van een afname van, gelijkblijvend of toename van aantal dieren. Deze keuze is ge3 maakt in het kader van het Basisalternatief nulgroei. De knelpunten die kunnen ont3 staan als gevolg van een concentratie van grootschalige bedrijven is onderzocht in het Basisalternatief maximaal en daarmee voldoende inzichtelijk gemaakt. Ook deze uit3 komsten worden meegewogen in het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan. De normen die gelden voor de diverse milieuaspecten worden met dit plan niet over3 schreden, anders zou het niet vastgesteld kunnen worden. In dat opzicht wordt het wettelijk beschermde woon3 en leefklimaat in het buitengebied niet aangetast. De vraag of er een gelijke verdeling plaatsvindt van blootstelling aan hinder is geen onderdeel van de m.e.r. procedure. Er zijn mestvergistingsinstallaties toegestaan middels een afwijkingsbevoegdheid. Het betreffen echter kleinschalige mestvergistingsinstallaties, waardoor de milieueffecten op nihil worden geschat. Ze zijn echter wel meegewogen in het MER. Het PAS is nog niet vastgesteld. Ook is de precieze inhoud nog niet bekend en derhalve kan hier nog niet op worden geanticipeerd. Het MER4 is tezamen met een aanvulling voorgelegd aan de Commissie voor de m.e.r. voor advies voorgelegd. De Commissie voor de m.e.r. is een bij wet ingestelde onafhan3 kelijke adviseur bij m.e.r.3procedures. Zij adviseert de overheid over de inhoud en kwa3 liteit van milieueffectrapporten. De Commissie is van oordeel dat in het MER en de aan3 vulling daarop alle essentiële informatie aanwezig is om het milieubelang volledig te kunnen meewegen in de besluitvorming.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
48
De toegestane grootte van een mestver3/3bewerkingsinstallatie is gebaseerd op de in3 houdsmaat zoals aangeven in de Wet milieubeheer. Installaties tot 15.000 m3 zijn niet MER(beoordelings)plichtig. De opgenomen maatvoering in artikel 47.1 onder b is per abuis verkeerd opgenomen. Bedoeld wordt 2,5 m. Dit wordt aangepast in de regels om wel de mogelijkheid te heb3 ben om wegen te kunnen aanpassen als dit noodzakelijk is. De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het wijzigen van de maatvoering in artikel 47.1 onder b waarbij 25 m wordt veranderd in 2,5 m.
23. Heilersig Weergave zienswijze De familie sluit zich aan bij de inhoud van de zienswijze van VVMN welke onder nummer 22 is weergegeven. De indiener geeft aan dat de structuurvisie Veehouderij op Koers niet is aangepast op het besluit van de gemeenteraad om af te zien van de realisatie van het varkenscluster. Deze ontwikkeling is in het bestemmingsplan niet uitgesloten. Er wordt gevraagd de laatste ontwikkelingen rond de Reconstructiewet in het bestemmingsplan mee te nemen en de maatvoering uit de reconstructie niet over te nemen. Daarmee worden buiten pro3portionele ontwikkelingen onmogelijk gemaakt. Voor ontwikkelingen in de toekomst kan een aparte procedure worden doorlopen.
4
Verklaring van de afkortingen: MER: het milieueffectrapport m.e.r.: de procedure van de milieueffectrapportage
Gemeentelijke reactie Voor zover de zienswijze VVMN volgt wordt daar opgenomen gemeentelijke reactie hier als ingevoegd beschouwd. Verwezen wordt naar de reactie onder nr 22.
24. Waterschap Regge en Dinkel Weergave zienswijze In hoofdlijnen wordt ingestemd met het plan. In de toelichting is het onderdeel water goed verwoord, maar in de bestemmingsregels zijn verbeteringen gewenst. In de toelichting staat dat alle leggerwatergangen zijn bestemd als water. Indiener stelt voor om alleen de 1e en 2e soort watergangen te bestemmen. De andere watergangen kunnen onder de andere bestemmingen vallen, mits beheer en (groot) onderhoud van de watergang inclusief kleine aanpassingen aan de inrichting en recreatief medegebruik mogelijk is. Er wordt verzocht dit als zodanig in de regels op te nemen. Op de plankaart ontbreekt delen van watergangen. Dit geldt niet voor de watergangen van de 1e en 2e soort. Watergangen zijn anders bestemd en rioolgemalen niet. Op kaart 5 bij de Bovenregge langs de N347 is de bestemming “Natuur” opgenomen. Er wordt verzocht om de bestemming “water” en “Agrarisch met waarden” op te nemen. Op kaart 9 is aan de Diepenheimsedijk te Stokkum het rioolgemaal niet opgenomen. Er wordt verzocht de bestemming “Leiding3Riool” of “Bedrijf3rioolgemaal” op te nemen. Op kaart 14 is in het Westerflier bij de Deventerdijk de winkelhaak niet aanwezig. De bestemming “water” kan worden veranderd in “Agrarisch met waarden”. De aan de Schipbeek parallellopende watergang is deels bestemd als ‘Water’ maar de aansluiting op de Bovenregge bij de Deventerdijk ontbreekt. De Bovenregge bij de Morsdijk 43 4a tot halverwege de Wilgemansweg is als ‘water’ bestemd. Er wordt verzocht de bestemming te wijzigen in “Agrarisch met waarden” en “Natuur”. Het rioolgemaal aan de Oude Goorseweg te Diepenheim is niet bestemd. Er wordt een bestemming gevraagd overeenkomstig kaart 9. De herinrichting van de Bovenregge vanaf de Oude Goorseweg naar het Twentekanaal voorziet in een breedte van 25 meter, met een overstromingsvlakte van ca. 1 ha ten oosten van de stuw. Er wordt verzocht de betreffende gronden te bestemmen als “water”. Bij de plannen is het inrichten van een stapsteen (EHS) met een omvang 8 á 9 ha voorzien. Deze gronden zouden de bestemming ‘agrarisch met waarden’ moeten krijgen, omdat de realisatie mede afhankelijk is van door de provincie te bepalen EHS3 status. Op kaart 16 is het rioolgemaal bij de Koude Dijk te Hengevelde niet bestemd. Op kaart 16 is de watergang bij de ijsbaan aan de Gorsveldweg in de bestemming ‘Bos’ niet als ‘Water’ doorgezet. Er wordt verzocht om dit aan te passen. Er wordt van uitgegaan dat over de voorgestelde aanpassingen nadere afstemming plaatsvindt.
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
|
Het reconstructiebeleid zoals reeds deels vertaald in de thematische herziening is in voorliggend bestemmingsplan ook opgenomen en aangevuld met het beleid uit het re3 constructieplan. Dat is een wettelijke verplichting.
49
SAB•ARNHEM
Het Varkenscluster is niet opgenomen in dit bestemmingsplan. De ontwikkeling wordt niet mogelijk gemaakt. De enige vermelding betreft een in het MER onderzochte variant, welke is afgevallen.
Gemeentelijke reactie Alle hoofdwatergangen zijn bestemd, in de praktijk betekent dit de 1e en 2e soort wa3 tergangen zoals aangegeven door het Waterschap Regge en Dinkel.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
50
Ten aanzien van de bestemming Natuur langs de watergangen wordt aangegeven dat deze de bestemming Water krijgen. Daarbij wordt opgemerkt dat binnen de bestem3 ming water reeds het behoud en de versterking van natuurlijke en/of ecologische waar3 den is toegestaan. De aangrenzende bestemmingen als agrarisch, natuur of bos bieden de mogelijkheid om de naastgelegen gronden te gebruiken wat past bij het gebruik van de watergang. Bijvoorbeeld extensief agrarisch beheer binnen de agrarische bestem3 ming is mogelijk wat gunstig is voor de kwaliteit van en in de watergang. Het rioolgemaal aan de Diepenheimsedijk is op te richten als een vergunningvrije nuts3 voorziening en wordt daarom niet apart bestemd. De overige voorgestelde wijzigingen op de verbeelding ten aanzien van de waterlopen worden overgenomen. De herinrichting van de Bovenregge is in gang gezet en het waterschap heeft alle gron3 den in eigendom. De stapsteen op grond van de EHS zal een dubbelbestemming Waarde 3 EHS krijgen. De bestemming van het rioolgemaal aan de Koude Dijk wordt niet aangepast. Er heeft een grondruil plaatsgevonden waardoor een nieuw rioolgemaal opgericht kan worden, buiten het plangebied, bij de toegangsweg naar het oude zuiveringsterrein. De route van de rioolpersleiding is komen te vervallen. Deze wordt doorgetrokken langs de Bentelosestraat en via de Koude Dijk aangesloten op het rioolgemaal aan de Koude Dijk. De zienswijze wordt deels overgenomen ten aanzien van het opnemen van de bestem3 mingen Water en Waarde– EHS bij de gronden rondom de Bovenregge.
25. G. Borghuis Weergave zienswijze De kadastrale percelen Markelo, O, 154 en 160 en P, 28 zijn aangeduid met de bestemming “Natuur”. Ter plaatse is naaldhout en bos aanwezig zonder natuur waarden, volgens de zienswijze. Om die reden is de bestemming “Bos” gewenst Gemeentelijke reactie De aangegeven bospercelen zijn door de provincie Overijssel aangemerkt als EHS en zullen daarom bestemd blijven als ‘Natuur’. De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van de aangegeven percelen welke de bestemming Bos krijgen. 26. D.J. Sligman Weergave zienswijze Artikel 3.4.1. en 4.4.1. regelt de mogelijkheid om binnen het agrarisch bouwperceel te wonen. Dit artikel biedt mogelijk geen titel om een omgevingsvergunning te verlenen voor het onderdeel bouw. Bij verkoop of verhuur ontstaat er mogelijk strijd met het bestemmingsplan, omdat niet wordt voldaan aan de voorwaarde a. Gemeentelijke reactie De afwijkingsbevoegdheid is niet bedoeld om (her)bouw van een burgerwoning moge3 lijk te maken. Het artikel ziet uitsluitend op een wijziging van het gebruik ten aanzien van de bedrijfswoning.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
27. Mr. R.A.E. Beens Weergave zienswijze
Het toekennen van nieuwe woonbestemmingen wordt niet zonder meer mogelijk ge3 maakt in voorliggend bestemmingsplan. Dit betreft een stedelijke ontwikkeling die zal worden afgewogen in het kader van de nog op te stellen structuurvisie Bentelo. Mocht daarna blijken dat de woningbouw mogelijk is dan volgt een eigen planologische proce3 dure om deze mogelijk te maken. De opgenomen regeling is conform de partiële herziening voor de Bentelosestraat 38 waarin ook de maximale bouwhoogte van 10 m is toegestaan en een maximale opper3 vlakte voor de bedrijfsgebouwen van 480 m2. In bijlage 4 staat echter Bentelosestraat 21 opgenomen; dit moet zijn Kieftenweg 21. De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. De wijziging van het adres Bentelosestraat 21 in Kieftenweg 21 is een ambtshalve wijziging.
28. Maatschap Michorius Weergave zienswijze De indiener stelt dat de bestaande kippenschuur en mestplaat op het perceel Bentelerhaarweg 4 niet goed zijn ingetekend. Er kan niet worden ingestemd met de dubbelbestemming “Archeologische verwachting I”, omdat hoog gelegen gronden niet zijn ingetekend en laag gelegen grond wel. Dit is niet terecht. Archeologisch gezien leefde men vroeger op hoog gelegen gronden.
Gemeentelijke reactie Bij het bestemmingsplan gaat het om de toegekende bestemmingen en niet om de on3 dergrond. De ondergrond is immers niet juridisch bindend, maar is handig om de loca3 ties te kunnen duiden. De bestemmingen ten aanzien van de archeologische verwachtingen zijn gebaseerd op het archeologiebeleid van de gemeente. Op grond van de Wet op de archeologische monumentenzorg zijn gemeenten verplicht archeologiebeleid te hebben en dit recht3 streeks te vertalen en op te nemen in het bestemmingsplan.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
29. ForFarmers Weergave zienswijze Het bouwblok aan de Beldsweg 11 voorziet niet in de nieuwbouw van een ligboxenstal aan de noordoostzijde. Er is op deze locatie een stal van 35 bij 50 gewenst. Het bouwvlak heeft om de bedrijfswoningen veel ruimte gekregen. Er wordt met een schets om aanpassing van het bouwvlak gevraagd tot een oppervlakte van 1,5 ha.. De archeologische waarde I is volgens indiener op het bestaande bouwvlak onzin, omdat veel graafwerkzaamheden zijn verricht en de aanduiding extra kosten met zich
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Gemeentelijke reactie
|
Het toekennen van de bestemming timmerbedrijf moet achterwege blijven, omdat nieuwbouw mogelijk is met een hoogte van 10 meter en het aannemersbedrijf niet past in het buitengebied.
51
SAB•ARNHEM
De zienswijze richt zich op een perceel grond kadastraal bekend Ambt Delden, D, 3222 nabij de Bentelosestraat 38 en het bouwbedrijf nabij Bentelosestraat 38. In de zienswijze wordt ingegaan op de planologische situatie van 2000 en de aankoop van grond door de gemeente in 2005 ten behoeve van woningbouw en de in de aankoop gehanteerde voorwaarden. De zienswijze benoemt het achterwege blijven van de woonbestemming op de door de gemeente verworven gronden, waardoor betaalbare woningen voor de Benteloër niet kunnen worden gerealiseerd. Het heeft de voorkeur dat de bestemming Wonen op de in 2005 gekochte grond toegekend wordt.
meebrengt. De aanduiding moet binnen het bouwvlak en ter hoogte van de kuilvoerplaten achterwege blijven.
Gemeentelijke reactie
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
52
De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. De vorm en ligging van het bouwvlak is aangepast, zonder verdere vergroting. Mochten de mogelijkheden binnen het bouwvlak niet voldoende zijn dan biedt het be3 stemmingsplan mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken middels afwijkings3 of wijzigingsbevoegdheden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbevoegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. Daarbij zijn voorwaarden gesteld waaronder een vergroting plaats mag vinden. Ons inziens biedt het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden voor vergroting van het agrarisch bouwvlak. De bestemmingen ten aanzien van de archeologische verwachtingen zijn gebaseerd op het archeologiebeleid van de gemeente. Op grond van de Wet op de archeologische monumentenzorg zijn gemeenten verplicht archeologiebeleid te hebben en dit recht3 streeks te vertalen en op te nemen in het bestemmingsplan. In het beleid wordt geen uitzondering gemaakt voor agrarische bouwvlakken. Het zijn toch veelal oude erven waarvan de archeologische verwachtingen zijn onderzocht en bepaald in het beleid.
De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
30. J.P.M. Heijmer Weergave zienswijze Tijdens de inspraak is door indiener aangegeven dat niet ingestemd kan worden met het samenvoegen van de Handelsonderneming Heijmer b.v. gevestigd aan de Bentelosestraat 31 a en in eigendom van B.G.H.M. Heijmer die woont aan de Bentelosestraat 29 a, met het agrarische bedrijf van mevr. G.W. Heijmer aan de Bentelosestraat 31 in één bestemming. Pas op 16 januari 2012 is de reactie ontvangen, waarin staat dat het bestemmingsplan niet gewijzigd wordt, terwijl bedoeld wordt dat het voorontwerp niet gewijzigd wordt. De indiener is het daarmee niet eens omdat de bedrijven niet binnen een bestemming mogen worden gebracht. Het pluimveebedrijf heeft sinds 1969 een eigen bestemming. Er is al lang geen sprake meer van eenzelfde eigenaar. Bedrijfsmatig bestaat er geen relatie of economische binding. De geproduceerde eieren gaan niet naar de handelsonderneming. Samenvoeging belemmert beide bedrijven en staat mogelijk de verkoop van het agrarisch pluimveebedrijf in de weg. De rechtsopvolger en de handelsonderneming zijn dan van elkaar afhankelijk. Dit is ook aan de orde bij bedrijfsbeëindiging met deelname aan regelingen als bijvoorbeeld rood3voor3rood of landhuis. Indiener vindt het absurd, dat hij een complete toelichting moet geven, terwijl de gemeente kan volstaan zonder enige toelichting met het opnemen van een bestemming. Dit roept vragen op over het democratische gehalte.
Gemeentelijke reactie Voor het toekennen van bestemmingen in een bestemmingsplan is het niet relevant wie eigenaar is van welke gronden en opstallen. Het gaat bij bestemmingsplannen om het toekennen van bestemmingen waarbij voldaan wordt aan de criteria uit de Wet ruimte3 lijke ordening dat sprake is van ‘een goede ruimtelijke ordening’. In dit geval is dat het toekennen van de juiste bestemming op grond van vigerende rechten en huidig gebruik. In voorliggend geval is ons inziens sprake van één bedrijf. Op basis van de verleende milieuvergunning d.d. 1 februari 2011 blijkt ook dat er sprake is van één inrichting (er is immers 1 milieuvergunning aangevraagd en verleend voor het gehele bedrijf). Het is dan ook logisch om deze locaties één bestemming te geven overeenkomstig de huidige situatie.
Ten aanzien van het toepassen van de Rood voor Roodregeling geldt dat altijd naar een maatwerkoplossing wordt gezocht. Mocht het beëindigen van de bedrijfsvoering aan de orde zijn dan is het altijd mogelijk om met elkaar een oplossing te vinden.
53
In 2011 zijn de bij het bedrijf behorende gronden van eigenaar gewisseld. De toegekende bedrijfsbestemming ligt grotendeels aan de zijde van de woning die in eigendom is van een derde. Mede gelet op gesprekken in 2006 wordt gevraagd tot vergroting van het bestemmingsvlak. De indiener is bereid een deel van de weide te beplanten en terug te geven aan de natuur.
Gemeentelijke reactie De huidige activiteiten in het ontwerpbestemmingsplan zijn bestemd binnen de bedrijfs3 bestemming. Verwezen wordt naar bijlage 4 van de regels. Een mengfunctie is dan ook opgenomen. Een bestemming Detailhandel is ongewenst en dekt ook niet alle activitei3 ten die op de locatie plaatsvinden. Een geringe vergroting van het bouwvlak heeft reeds plaatsgevonden. Verdere vergroting van bouwmogelijkheden ten behoeve van niet agrarische bedrijvigheid, met name van detailhandelsactiviteiten, is in het buitengebied niet gewenst. Voor een eventuele vergroting van het bedrijf zal een individuele afweging plaatsvinden waarbij een eigen procedure doorlopen kan worden als voldaan wordt aan geldende wet3 en regelgeving en worden eventuele afspraken in een overeenkomst vastgelegd.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
32. Lubberink b.v. Weergave zienswijze Tijdens de inspraak is voor het veevoederbedrijf aan de Bentelosestraat 67369 verzocht om een aangepast bouwblok. Een en ander is in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen. Gesteld wordt dat met de wethouder overeengekomen is een bedrijfsoppervlakte te mogen bebouwen van 1250 m2. Om deze plannen te kunnen realiseren is gedurende twee jaar overleg geweest en zijn veel kosten gemaakt. Er wordt gevraagd om vooruitlopend op het tot stand komen van het bestemmingsplan medewerking aan de bouwplannen te verlenen en af te zien van het in rekening brengen van kosten samenhangend met een afzonderlijke procedure. Gemeentelijke reactie De toegestane oppervlakte bedrijfsbebouwing wordt gezien het ingediende landschaps3 plan en bedrijfsplan vergroot tot 1.000 m2. Op het moment dat het bestemmingsplan rechtskracht krijgt kunnen vergunningen worden verleend.
|
31. Venhoeven Weergave zienswijze In de zienswijze wordt eerdere correspondentie omtrent de Bentelosestraat 46 c benoemd. De gemeente heeft toestemming verleend voor het in gebruik nemen van het pand onder voorwaarde dat de bedrijfsbestemming aan de Schuttenweg 5 zou vervallen en in 2005 is toestemming voor detailhandelsactiviteiten verleend. In het ontwerpbestemmingsplan zijn deze bedrijfsactiviteiten niet weergegeven. Er wordt gevraagd om de mengfuncties overeenkomstig de brief uit 2005 in het bestemmingsplan op te nemen.
SAB•ARNHEM
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
Het bestemmingsplan geeft een duidelijke toelichting hoe tot de gekozen bestemmingen is gekomen.
33. Familie Olthof Weergave zienswijze In deze zienswijze worden 5 onderwerpen benoemd, die betrekking hebben op de omgeving Blokstegenweg 1e te Azelo.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
54
Indiener verzoekt de bouwvlakken landhuis en nevengebouw (te realiseren rood3voor3 rood3woning) bij het landgoed aan te passen. De gebouwen zijn nu dicht bijeen geplaatst, waardoor weinig privacy is te creëren en het landhuis staat dicht op de achterste perceelsgrens. Hierdoor ontstaat meer allure voor het landhuis. Op een bijgevoegde schets is de gewenste verandering, met behoud van eenheid, weergegeven. De indiener is van mening dat het realiseren van het nevengebouw als woning bij recht kan worden toegekend, omdat bij de planontwikkeling bouwrechten voor de bouw van een manege en zoogkoeienstal zijn ingeleverd en de provincie als compensatie een zorgaccommodatie heeft toegezegd bij brief van 16 april 2007. Er is als tijdelijke noodoplossing ingestemd met de rood3voor3rood3compensatiewoning in verband met de tijdsdruk die samenhing met de besluitvorming Buitengebied Ambt Delden, herziening Azelo 2010. De voorwaarden om tot bouw van de compensatiewoning te komen is niet acceptabel, omdat de bouwvergunning voor het realiseren van 32.000 m3 is ingeleverd. Daarbij is door indiener een economische functie ingeleverd, waarbij de gemeente een afname van het bouwvolume van 96,9% realiseert. Er is geen sprake van compensatie voor indiener voor ingeleverde manege en zoogkoeienstal. De huidige planologische situatie heeft voor indiener zware financiële gevolgen. De afwijkingsbevoegdheid voor nevenactiviteit bij het landhuis is in het ontwerpbestemmingsplan niet uit het bestemmingsplan Buitengebied Ambt Delden, herziening Azelo 2010 overgenomen. Er wordt verzocht de geldende regeling over te nemen. Wijziging van natuurbestemming in woon3 of agrarische bestemming. Bij de woning Blokstegenweg 1e hoort 0,6 ha, daarvan heeft ca. 0,4 ha de woonbestemming gekregen. Het andere deel een natuurbestemming. De indiener gaat er van uit dat deze fout wordt hersteld. De indiener wil bij het landgoed de mogelijkheid krijgen om een familiegraf op te richten conform de regeling voor de historische buitenplaatsen.
Gemeentelijke reactie In het kader van het plan Azelo 2010 zijn heldere afspraken gemaakt over de planvor3 ming en zijn overeenkomsten hiervoor gesloten. Afspraken zijn gemaakt om de eenheid van het landgoedsensemble te bewaren. Met het voorgestelde nieuwe inrichtingsplan wordt hier afbreuk aan gedaan. Gedeeltelijk kan hieraan worden tegemoetgekomen door de bouwvlakken iets te vergroten. Het bouwvlak van het landhuis wordt 10 m in noordelijke richting vergroot, het bouwvlak van de woning 10 m naar links. Het plan is dan ook uitgewerkt overeenkomstig de gemaakte afspraken zoals vastgelegd in de gesloten overeenkomst. Voorliggend bestemmingsplan sluit hierop aan. De genoemde afwijkingsbevoegdheid zoals opgenomen in het bestemmingsplan Azelo 2010 onder artikel 7.5.2 wordt toegevoegd. De toegekende woonbestemming Blokstegenweg 1e is opgenomen conform de gesloten overeenkomst en conform het recent vastgestelde bestemmingsplan Azelo 2010. Op grond van de Wet op de lijkbezorging is de gemeenteraad bevoegd om de locatie van een bijzondere begraafplaats zoals een familiegraf vast te leggen. De gemeenteraad heeft dit besluit niet genomen ten aanzien van gronden behorende bij het landgoed. Er bestaat geen aanleiding gezien om een familiegraf, welke noodzakelijk is in verband met het gebruik van de gronden in het kader van een goede ruimtelijke ordening, op te nemen in het bestemmingsplan.
De zienswijze wordt deels overgenomen ten aanzien van het toevoegen van de vige3 rende afwijkingsbevoegdheid in artikel 7.5.2 zoals aangegeven in het bestemmingsplan
Azelo 2010 en ten aanzien van het vergroten van de bouwvlakken voor het landhuis 10 m in noordelijke richting en voor de woning 10 m naar links.
In het bestemmingsplan Buitengebied Ambt Delden, herziening Azelo 2010 zijn de uitkomsten van uitgebreide onderhandeling planologisch vastgelegd.
Gemeentelijk reactie De aangegeven bedrijfsactiviteiten en bebouwingsoppervlakte uit het bestemmingsplan Azelo 2010 worden overgenomen. De opgenomen maximale hoogte voor erf3 en terreinafscheidingen zoals die in het hele buitengebied gelden bedraagt 2,5 m. Het betreft dan ook een uniforme regeling voor alle niet3agrarische bedrijfslocaties in het hele buitengebied. Deze maximale hoogte3 maat is afdoende om erven en terreinen goed af te schermen.
De zienswijze wordt deels overgenomen ten aanzien van het correct formuleren van de bedrijfsactiviteiten en de bebouwingsoppervlakte bij recht in die zin dat onder vishandel het volgende wordt verstaan: kweek en opslag van vis, verstrekken van informatie en het geven van rondleidingen. De maximale bebouwde oppervlakte bedraagt 3100 m2.
35. Averal b.v. Weergave zienswijze De indiener is door derden geïnformeerd over de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan. Voor het perceel Blokstegenweg 333a is de huidige bestemming met een toegestaan bedrijfsoppervlak van 3100 m2 niet overgenomen. Volgens het ontwerpbestemmingsplan is slechts 1350 m2 toegestaan en een woning van 750 m3. Er wordt verzocht om het bestemmingsplan buitengebied Ambt Delden, herziening Azelo 2010 op het perceel Blokstegenweg 333a onverminderd over te nemen.
SAB•ARNHEM
|
Het heeft indiener verbaasd dat voor het onlangs vastgestelde bestemmingsplan opnieuw een bestemmingsplan in procedure is gebracht, zonder dat hij daarover rechtstreeks is geïnformeerd. In het ontwerpbestemmingsplan is het bestemmingsplan Buitengebied Ambt Delden, herziening Azelo 2010 niet één op één overgenomen. Er is in het ontwerp een aantal extra (dubbel)bestemmingen en functies3 en gebiedsaanduidingen opgenomen, welke voor de bedrijfsvoering belemmerend kunnen werken. In het ontwerpbestemmingsplan opgenomen bouw3 en gebruiksregels bieden minder mogelijkheden. De oppervlakte aanduidingen (totaal maximaal 3100 m2 exclusief bedrijfswoning) zijn in het ontwerpbestemmingsplan niet overgenomen. In bijlage 4a van het ontwerpbestemmingsplan is 1350 m2 opgenomen. Dit is aanzienlijk minder. De bouwhoogte voor erfafscheidingen is aanzienlijk lager namelijk 2,5 m in plaats van 4 m. De ondergeschikte detailhandel en horeca die bij de vishandel en kweek hoort, is niet in het ontwerpbestemmingsplan teruggevonden. De indiener gaat ervan uit dat voor het perceel Bolkstegenweg 3 a het bestemmingsplan Buitengebied Ambt Delden herziening Azelo 2010 geheel wordt overgenomen. Ook zou het perceel uit het vast te stellen bestemmingsplan kunnen worden gehaald, zodat het eerder vastgestelde plan blijft gelden. Daarmee is de rechtszekerheid gediend en de geldigheidsduur van het bestemmingsplan van 10 jaar kan worden nageleefd. Indiener is van mening dat het de huidige planologische situatie die sinds medio 2011 geldt nu niet grondig gewijzigd kan worden.
55 |
Indiener stelt dat het voor zijn bedrijf aan de Blokstegenweg 3 van groot belang is wat volgens het vast te stellen bestemmingsplan wel en niet mogelijk is, zodat het bedrijf niet belemmerd wordt.
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
34. Twentevis Weergave zienswijze
Gemeentelijke reactie Verwezen wordt naar het antwoord onder nr 34.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
56
De zienswijze wordt deels overgenomen ten aanzien van het correct formuleren van de bedrijfsactiviteiten en de bebouwingsoppervlakte bij recht.
36. ForFarmers Weergave zienswijze De indiener vraagt voor het melkveebedrijf aan de Bollenweg 7 het bouwvlak te wijzigen. De huidige vorm voldoet niet aan de toekomstige wensen. Deze wijziging heeft nagenoeg geen gevolgen voor de oppervlakte van het bouwvlak, maar is door de wijziging van het bouwvlak efficiënter te gebruiken. Het bedrijf kan uitbreiden zonder afzonderlijke procedure. Daarnaast wordt gevraagd de dubbelbestemming Archeologische verwachting 2 en 3 achterwege te laten. De gevolgen van de regeling zijn onduidelijk en er is sprake van geroerde grond. Het perceel is in de jaren zeventig gediepploegd en gedraineerd. De indiener kan zich daarom niet voorstellen dat er enige vorm van archeologische waarde op dit laaggelegen perceel aanwezig is.
Gemeentelijke reactie De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. De vorm en ligging van het bouwvlak is aangepast, zonder verdere vergroting. Mochten de mogelijkheden binnen het bouwvlak niet voldoende zijn dan biedt het be3 stemmingsplan mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken middels afwijkings3 of wijzigingsbevoegdheden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbevoegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. Daarbij zijn voorwaarden gesteld waaronder een vergroting plaats mag vinden. Ons inziens biedt het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden voor vergroting van het agrarisch bouwvlak. Het archeologiebeleid van de gemeente is opgesteld op grond van de verplichting in de Wet op de archeologische monumentenzorg. Daarin zijn alle bekende waarden expliciet toegekend en zijn verwachtingen geduid waarop het beleid is bepaald. Uit de wet vloeit ook de verplichting voort om het gemeentelijk archeologiebeleid in het bestemmingsplan op te nemen. Van deze verplichting mag niet worden afgeweken. Het is belangrijk om ruimtelijk relevante en wettelijk verplichte zaken wel in het bestemmingsplan op te nemen om op die manier allerlei belangen goed te kunnen meewegen bij ruimtelijke ontwikkelingen.
De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
37. Middelkamp Milieu en advies Weergave zienswijze
In deze zienswijze wordt ingaan op de aanwezigheid en voortzetting van het intensief bedrijf aan de Bollenweg 10 met biovergisting en energieopwekking. Dit bedrijf hoort niet op een gevoelige locatie met rondom burgerwoningen. Het veroorzaakt stank en verkeersoverlast. Bij de bestaande veehouderij kan een microvergister worden toegevoegd. Of deze verandering/uitbreiding kan worden vergund is niet bekend. De gevolgen voor het leefmilieu zijn onvoldoende bekend. De gevolgen van het niet hebben van een navergister is onvoldoende inzichtelijk gemaakt. Er wordt gevreesd voor lawaai, luchtvervuiling, stank, toename van risico’s uitzichtvermindering. Volgens een rapport van de GGD is de aanwezigheid van een intensieve veehouderij op minder dan 250 m schadelijk voor de gezondheid. Binnen 250 m zou het voorzorgsprincipe leidend moeten zijn. Nieuwbouw en planontwikkeling niet binnen 250 meter van een gevoelige bestemming. Binnen deze afstand zijn hogere concentraties fijnstof, endotoxinen en veespecifieke MRSA gemeten met mogelijk negatieve gezondheidseffecten. In de buurt van varkens3 en pluimveebedrijven komt meer longontsteking voor en bij risicogroepen bestaat een grotere kans op luchtwegaandoeningen. Dichtbij woningen van derden is sprake van een bedrijfsuitbreiding. Er treedt verslechtering van luchtkwaliteit op met toename aan blootstelling van gezondheidsrisico’s. Met deze aspecten is in het bestemmingsplan geen rekening gehouden. De indiener vraagt rekening te houden met het GGD3advies. Er had gezien brief PG/CI33.069.690 van de minister nader onderzoek naar schadelijke gezondheidseffecten moeten worden verricht. Ook de bijgevoegde brief naar gezondsheidseffecten van D.J.J. Heederk en C.J. IJzermans dd 7 juni 2011 is relevant. De indiener is van mening dat het advies van de gezondheidsraad moet worden afgewacht en het wetsvoorstel van Bleker inzake de maximale bedrijfsomvang voordat het ontwerpbestemmingsplan in procedure was gebracht. Er is nu ten onrechte geen rekening met de nieuwe ontwikkelingen te houden. Het ontwerpbestemmingsplan is in beginsel in strijd met het reconstructieplan. Binnen het verwevingsgebied verzet de ruimtelijke kwaliteit en de functies van het omliggende gebied zich tegen de komst van een agrarisch bouwvlak van 2 ha. De voorgenomen uitbreidingsmogelijkheden zijn in strijd met een goede ruimtelijke ordening. De grootschalige agrarische functie is in strijd met het gevoelige omliggende gebied (PEHS). Er is sprake van een intensieve pluimveehouderij, die niet past binnen het ontwikkelingsperspectief. Het draagt niet bij aan leefbaarheid. De aanduiding van nieuwe vormen van landbouw, de gevolgen voor de ruimtelijke ordening en de leefbaarheid zijn niet duidelijk. Door het ontbreken van een landschapsinpassingsplan
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Er kunnen omvangrijke evenementen ook in bossen worden toegestaan. In de openbare kennisgeving is dit niet tot uiting gebracht. Ook is dit niet op andere wijze met het grote publiek gecommuniceerd. De indiener vraagt zich af of de openbare kennisgeving van dit plan aan de wettelijke eisen voldoet. Het is onduidelijk waarom bij ‘Horeca’ evenementen niet worden toegestaan. De indiener is van mening dat evenementen thuis horen in de bestemming sportterrein en bedrijventerreinen.
|
In de zienswijze wordt opgemerkt dat in verschillende artikelen van een vergaande verruiming van het bestemmingsplan sprake is. Er zijn veel nieuwe functies mogelijke volgens artikel 3 en 4. Door de ruime opzet van artikel 3 en 4 zijn veel niet3agrarische activiteiten ineens toegestaan. Het lijkt alsof bij alle boerderijen paardensport is toegestaan. Verpaarding is daarmee een feit. Paardensport kan een ongewenst element worden. Bijvoorbeeld doordat ondernemers een gezamenlijk evenement organiseren met veel publiek, lawaai en bijbehorend autoverkeer. De mix of cumulatie van activiteiten kan tot extra aantasting van het leefmilieu (stank, lawaai, aantasting flora3 en fauna, luchtvervuiling, verspreiding dierziekten en zoönosen) leiden. Zo is op ieder stuk grond 3 evenementen gedurende 15 dagen toegestaan (of langer door een combinatie met artikel 46.3). Dit is niet onderzocht. Het ontbreken van onderzoek naar deze aspecten en economische waardevermindering geldt ook voor de forse detailhandel in ter plaatse geproduceerde productie, die is toegestaan. Begrippen in artikel 43 tot en met 46 zijn voor meerderlei uitleg vatbaar.
57
SAB•ARNHEM
In de zienswijze wordt gesteld dat het ontwerpbestemmingsplan ter plaatse van de Bollenweg 7 in strijd is met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de indiener schade ondervindt. De indiener houdt zich het recht voor om de zienswijze aan te vullen en uit te breiden. De nadere onderbouwing volgt en de gemeente wordt gevraagd daartoe een termijn te stellen.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
58
schiet de inpassing te kort. Volgens het Reconstructieplan moet er omgevingsruimte zijn. Deze ruimte ontbreekt door de aanwezigheid van burgerwoningen. De negatieve effecten zijn onvoldoende onderzocht. Het is volgens de zienswijze ongewenst dat het veebedrijf met artikel 3.5.2. kan uitbreiden. Er kan niet worden voldaan aan de geureisen en geluidnormen met betrekking ten aanzien van de burgerwoningen. Woon3 en leefomgeving (ruimtelijk aspect) van de bewoners worden onevenredig aangetast. Het verwevingsgebied is mede bedoeld om te wonen en te recreëren. Bij uitbreidingen van bouwvlakken moet een afweging van belangen plaatsvinden, richtlijn veehouderij en stankhinder 1985. Volgens die norm zou de door MFB gewenste uitbreiding niet kunnen worden gerealiseerd. In de wet Stank en Veehouderij zijn de normen ten nadele van de burgers verslechterd. Het kan niet zo zijn dat daar in ruimtelijke plannen geen rekening mee wordt gehouden. Het stankaspect mag niet onbesproken blijven. De normen uit de richtlijnen moet volgens indiener worden gehanteerd en is aan de orde bij onder ander de toepassing van artikel 3.5.2. Volgens de zienswijze kan overal in het gebied bedrijfsbebouwing worden opgericht, met een hoogte van 12 meter ( flatgebouw van 4 bouwlagen) en bedrijfsbebouwing met vrijstelling tot 15 meter en masten van 40 meter. Het is in strijd met een goede ruimtelijke ordening dat op deze gevoelige locatie gebouwen en bouwwerken met deze hoogte kunnen worden gerealiseerd. De gevolgen voor het leefmilieu zijn niet in kaart gebracht. Ten onrechte ontbreekt bodemonderzoek, flora3 en fauna onderzoek, onderzoek naar landschappelijke en natuurwaarden in het kader van de Natuurbeschermingswet, luchtkwaliteitsonderzoek. De nadelige effecten van hetgeen het bestemmingsplan bij recht toestaat is onvoldoende onderzocht, denk ook aan verkeerhinder en –gevaar en horizonvervuiling. Het bestemmingsplan is in strijd met omgevingsverordening en visie. Door de vergroting van de bouwvlakken en gebruiksmogelijkheden ontstaan mogelijkheden tot uitbreiding van de veestapel met toename van stank, lawaai en ammoniak. Ten onrechte zijn geen haalbaarheidsonderzoeken opgesteld of de effecten op beschermde dier3 en plantensoorten. Er is geen rekening gehouden met infectieziekten, verspreiding van dierziekten en de nadelige gevolgen voor mensen in de omgeving. Het plan is niet zorgvuldig tot stand gekomen, omdat geen nader onderzoek is uitgevoerd. Het effect op de EHS is niet onderzocht. De natuurlijke waarde van de natuurwetenschappelijke landschapelementen is niet onderzocht. Beschermde planten en dieren kunnen onevenredige schade ondervinden. Het is onduidelijk of de Flora3 en faunawet de uitvoerbaarheid van het plan in de weg staat. Het motorcrossterreinartikel had moeten worden verwijderd. Er is geen noodzaak voor een motorcrossterrein in een natuurgebied en het is natuurwetenschappelijk ongewenst. De aard en omvang is niet beperkt. In het bestemmingsplan zijn biogasinstallaties toegestaan. Ook voor deze functie zijn de negatieve gevolgen op het leefmilieu, zoals onder andere verspreiding dierziekten en zoönosen, niet onderzocht. Het begrip ‘bestaand’ en “legaal” in artikel 3 en 4 is niet duidelijk. Er wordt in artikel 1 alleen gesproken over “bestaand en legaal”. In artikel 3 worden verschillende begrippen (wijnboerderij, caravanstalling, loonbedrijf, erfinrichtingsplan, beplantingsplan en dierplaatsen) gehanteerd die niet zijn gedefinieerd, waardoor onduidelijkheid ontstaat over de betekenis. Ook het gebruikte begrip (on)evenredige aantasting is niet helder. Het is de indiener niet duidelijk wat een legaal en bestaande nevenactiviteit, of paardenbak is. De indruk bestaat dat illegale paardenbakken ineens zijn toegestaan. Het “aan huis gebonden beroep” is voor meerderlei uitleg vatbaar en niet begrensd naar aard en omvang. In artikel 7 word “zandwinning” en “parkeervoorzieningen” niet omschreven. De artikelen 44 en 45 zijn voor meerderlei uitleg vatbaar. Begrippen als “aan het gebruik onttrokken machines” en “normale onderhouden en beheer betreffen”, “akkerbouw” zijn niet helder. De lijst met strijdige activiteiten en strijdige gevallen is te beperkt en moet worden uitgebreid. Artikel 45.2.5 onder b en 45 3.5 onder b moeten worden aangepast. Artikelen 46 en 47 zijn voor meerderlei uitleg vatbaar. Begrippen als “een langdurig evenement”, “voldoende parkeerplaatsen”, “aan te brengen voorzieningen”, “onomkeerbare voorzieningen ”, “onomkeerbare ingrepen”, “nabijgelegen functies” en “aan te brengen voorzieningen” zijn onduidelijk. Er worden niet of te weinig begrippen gedefinieerd, daardoor zijn begrippen voor meerderlei uitleg vatbaar, zoals: bestemmingsplan (artikel 1.1 en 1.2), architectonisch ondergeschikt, niet3industriele bedrijven, industriële bedrijven, agrarisch bedrijf, gebruiksgerichte paardenhouderij, het leveren van dieren, deskundige, de leeftijd van een archeologisch
De mestbewerkingsinstallaties kunnen worden gekoppeld en electriciteitsopwekking kan plaatvinden, omdat dit niet is beperkt. Koppeling moet worden uitgesloten en voor de oprichten van een installatie is onderzoek naar leefmilieu en verkeer nodig. Het begrip waarop wordt getoetst “onevenredige aantasting” is onduidelijk. Omwonenden kunnen met ernstige aantasting van het leefmilieu te maken krijgen. Indiener is van mening dat begrippen als “niet geschikt zijn” (art. 3.5.3.) niet is uitgelegd, “bestaande kleinere afstand” (art 3.2.4.) voor meerderlei uitleg vatbaar. Door kuilvoerplaten buiten het bouwvlak toe te staan is via een omweg een groter bouwvlak toegestaan. Er worden teveel bouwwerken buiten het bouwvlak toegestaan. Met artikel 3.3 en 3.4 wordt te veel bebouwing toegestaan en bouwvlakken worden vergroot tot 2 en 3 ha. of verder. Er kunnen ongewenste ontwikkelingen plaatsvinden. Er is geen sprake van een goede ruimtelijke ordening. Het is onduidelijk welke bouwwerken en welk gebruik is toegestaan. Het effect van ondergrondse installaties voor het leefmilieu zijn niet in kaart gebracht. Ook hier zijn “onevenredige afbreuk”, “landschappelijke waarde”, “verleende vergunning” en “normaal onderhoud” niet gedefinieerd. Bedrijfswoningen zijn ineens burgerwoningen geworden (artikel 3.4.1. en 4.4.1). Dit kan leiden tot ongewenste verstening. Ook in artikel 4 worden verschillende begrippen niet uitgelegd “stapmolen”, “openluchttheater”, “buitenopslag” en “onvoldoende tegemoet kan worden gekomen”. De regeling rond paardenbakken is tegenstrijdig, want is de maximale oppervlakte nu 800 m2 of 1200 m2. Waterleidingbedrijf en waterschap moeten goedkeuring geven of een verklaring van geen bedenking afgeven, voordat de omgevingsvergunning wordt verleend. Volgens artikel 47 kunnen alle wegen 50 meter breder worden. Er zijn bestemmingen gelegd op gronden die veelal niet in eigendom van de gemeente zijn. Artikel 49 biedt te veel mogelijkheden voor nieuwe functies, zonder onderzoek naar de negatieve gevolgen. Het toepassingsbereik van artikel 48 is niet beschreven. In bijlage 3 de Staat van bedrijfsactiviteiten, worden begrippen gebruikt die voor meerderlei uitleg vatbaar zijn en te veel bedrijfsactiviteiten zijn als categorie 2 aangeduid. Er is geen aandacht geschonken aan activiteiten die in de open lucht plaatsvinden, waardoor de activiteit veelal in een hogere categorie moet worden ingedeeld. Bijvoorbeeld groothandel in ijzerwaren. Ook is geen aard en omvang aangeduid, zoals in bijlage 4a. De negatieve gevolgen zijn niet inzichtelijk gemaakt. Er zijn te veel bedrijfsbestemming toegestaan en de bouwvlakken zijn te groot. Gebruiksmogelijkheden en ontheffingsmogelijkheden zijn te ruim. De negatieve gevolgen voor het leefmilieu zijn niet voldoende onderzocht. Er worden te veel activiteiten en gebruiken gelegaliseerd, die in het voorafgaande bestemmingsplan niet waren toegestaan. Ten onrechte is geen MER opgesteld en er is onvoldoende rekening gehouden met het verdrag van Malta. Er worden in het bestemmingsplan te veel illegale bedrijven positief bestemd. Natuurwetenschappelijke landschapelementen en bospercelen of delen daarvan zijn komen te vervallen en verkleind. Deze elementen zouden op de verbeelding terug moeten komen. Het plan is in strijd met algemene beginselen van behoorlijke bestuur tot stand gekomen en er is geen sprake van goede ruimtelijke ordening.
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
De verwijzing in 3.4.5 onder c (en 4.4.5 onder c) is onjuist. Er staat nergens vermeld op welke wijze een positieve bijdrage aan het toeristisch profiel kan worden geleverd. Het advies van de deskundige wordt in verschillende artikelen genoemd. Er wordt niet aangegeven wat met dit advies moet worden gedaan. Ook het begrip noodzaak is onduidelijk. In artikel 3.6.2 komt tweemaal wijzigen voor. Eenmaal volstaat.
|
Er mag zonder vergunning een geluidswal van 3,5 meter worden aangelegd.
59
SAB•ARNHEM
relict, artikel 39 MW, bedrijfsmatig handelen, toeristisch, kortdurend verblijf, kennelijk, onevenredig, kennelijke als zodanig aangemerkt, zelfredzaamheid, infrastructurele waarde, bestaand en legaal (1.26), ondergeschikt (1.29), hoogopstaande houtopstanden, duurzame bosbouw, standplaats, artikel 1.34, 1.39, 1.42, 1.44, 1.45, 1.46, 1.37 1.38, 1.48, 1.51, 1.58, 1.62, 1.67,1.69, 1.71, 1.76, 1.77, 1.79, 1.80 (i.r.t. 1.78), 1.83, 1.84 (1.48), 1.91 en trekkershut, recreatieverblijf, beperkte omvang en niet permanente bewoning. Ook in artikel 2 worden niet gedefinieerde begrippen gebruikt.
Op de verbeelding staan lijnen en tekens die niet in de legenda zijn verklaard.
Gemeentelijke reactie Op 8 maart is de indiener in de gelegenheid de zienswijzen aan te vullen. Van die gelegenheid is gebruik gemaakt.
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
60
De functies die in artikel 3 en 4 mogelijk worden gemaakt zijn functies die passen bij de agrarische functie en dienen als ondersteuning en verbreding van de agrarische bedrijfsvoering. Het beleid zoals verwoord in de structuurvisie landelijk gebied is vertaald in dit bestemmingsplan, inclusief het VAB3beleid. Van een verruiming is dan ook geen sprake maar alleen van een implementatie van beleidsuitgangspunten in het bestemmingsplan. De effecten van een economische waardevermindering komen eventueel aan de orde bij een daadwerkelijk verzoek om een tegemoetkoming in planschade. De Wet ruimtelijke ordening voorziet in een regeling om tegemoetkoming in planschade als daadwerkelijk blijkt dat schade wordt geleden naar aanleiding van een veranderd planologisch regime. Ten aanzien van de detailhandel binnen de agrarische bestemming geldt dat het alleen detailhandel van goederen die ter plaatse geproduceerd zijn en waarvan de productie niet in strijd is met de agrarische bestemming. Er is dan ook geen sprake van een forse detailhandel die zich in het buitengebied kan ontwikkelen. De opgenomen regeling voor evenementen is conform de regeling in het Besluit omge3 vinsgrecht (Bor). Er vindt dan ook geen verruiming plaats van de regeling. Het bestemmingsplan voorziet op deze manier in de mogelijkheid om evenementen toe te staan. Daarnaast geldt het toetsingskader van het aangescherpte evenementenbeleid in relatie tot de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV). In de bestemming Horeca is de afwijking voor het toestaan van evenementen niet opgenomen, omdat het om relatief kleine bestemmingsplanvlakken gaat. Daarbinnen is over het algemeen te weinig ruimte voor het realiseren van grotere evenementen. Omliggende gronden zullen dan nodig zijn waarbinnen de afwijkingsbevoegdheid wel is opgenomen.
SAB•ARNHEM
|
De locatie Bollenweg 7 betreft een bestaand agrarisch bedrijf in het landbouwontwikkelingsgebied waar de landbouw het primaat heeft. Voor deze locatie zijn de vigerende planologische rechten gerespecteerd. De aanwezige milieuruimte be3 paald wat er daadwerkelijk op de locatie mogelijk is voor het voeren van het agrarisch bedrijf. In het MER5 zijn alle milieueffecten die voortvloeien uit het ruimtelijk beleid be3 oordeeld en afgewogen. Uit het MER blijkt dat bijstelling van het beleid op grond van milieueffecten niet nodig is. In het MER is het aspect gezondheid ook meegewogen. In het MER zijn alle relevante milieuaspecten, waaronder ook gezondheid, meegenomen en beoordeeld. Het MER is tezamen met een aanvulling voorgelegd aan de Commissie voor de m.e.r. voor advies voorgelegd. De Commissie voor de m.e.r. is een bij wet ingestelde onafhankelijke adviseur bij m.e.r.3procedures. Zij adviseert de overheid over de inhoud en kwaliteit van milieueffectrapporten. De Commissie is van oordeel dat in het MER en de aanvulling daarop alle essentiële informatie aanwezig is om het milieubelang volledig te kunnen meewegen in de besluitvorming. Voorsorteren op nieuwe ontwikkelingen aangaande beleid en/of wetgeving is niet mo3 gelijk. Het bestemmingsplan moet immers voldoen aan de bestaande wet3 en regelge3 ving. Het voorliggende bestemmingsplan is conform de beleidsuitgangspunten zoals verwoord in de Structuurvisie Landelijk Gebied en de provinciale omgevingsverordening opgesteld. De ontwikkelingen aangaande nieuwe wet3 en regelgeving worden altijd op de voet gevolgd en zo nodig en mogelijk wordt daarop ingesprongen. Dit geldt ook voor het wetsvoorstel van staatssecretaris Bleker ten aanzien van de omvang van agrarisch bedrijven in relatie tot gezondheid. Gelet hierop, in samenhang met de duur van het wetgevingstraject in het algemeen, kan in het kader van dit bestemmingsplan niet worden geanticipeerd op de mogelijke inwerkingtreding van die wet. Het Reconstructiebeleid op grond van de Reconstructiewet is reeds gedeeltelijk in de thematische herziening planologisch3juridisch verankerd ten aanzien van de zonering. De inhoudelijke regeling is uit het reconstructiebeleid is nu opgenomen in voorliggend 5
Verklaring van de afkortingen: MER: het milieueffectrapport m.e.r.: de procedure van de milieueffectrapportage
61
Het opgenomen motorcrossterrein is bestemd zoals het vigerende bestemmingsplan Buitengebied Markelo deze functie toelaat. Het bestaande gebruik wordt dan ook toegelaten. Voor het overige geldt dat vanuit de bestaande milieuregelgeving zaken als geluid zijn geregeld. In het bestemmingsplan kunnen biogasinstallaties worden toegelaten met een afwijkingsbevoegdheid. In het MER wordt uitgebreid ingegaan op de mogelijke effecten van de ammoniakdepositie vanuit de veehouderij waarbij ook de mogelijke uitstoot van stikstofoxiden door warmtekrachtinstallaties bij biovergisters aan de orde komt. Ons inziens is dit voldoende onderzocht en daarmee de afwijkingsbevoegdheid onderbouwd. Alle opgenomen begrippen in het hele bestemmingsplan zijn ons inziens voldoende duidelijk om het ruimtelijk beleid te kunnen uitvoeren. De bestaande wetgeving, bestaand ruimtelijk beleid van diverse overheidslagen en jurisprudentie geven voldoende aanknopingspunten als er al onduidelijkheid mocht bestaan. Ten aanzien van bestaand en legaal willen we aangeven dat dit niet betekent dat illegale bouwwerken legaal worden. Het oprichten van een geluidwal is alleen toegestaan op die locaties waar dit expliciet is aangeduid op de verbeelding. Het betreft dan ook locaties waar eerder een besluit over is genomen. De verwijzing in artikel 3.4.5 onder d naar c is niet onjuist. In lid c wordt bedoeld dat eerst bestaande bebouwing moet worden aangewend. In d staat dat als dat niet kan nieuwe bebouwing binnen het bouwvlak mag worden opgericht voor de (sanitaire) voorzieningen. Een koppeling aan het toeristisch profiel is juist voorzien en dan ook als voorwaarde opgenomen. De toets vindt plaats aan het op dat moment geldende beleid voor recreatie en toerisme. Er is voor gekozen deze functie van kleinschalig kamperen in het bestemmingsplan mogelijk te maken met een afwijkingsbevoegdheid. De ruimtelijke impact van de grootte van mestver3/ bewerkingsinstallaties wordt beperkt door het toestaan van een beperkte verwerkingscapaciteit per locatie. Daarbij moet worden getoetst of geen belangen, waarden en functies in de omgeving nadeel ondervinden van de oprichting van een dergelijke installatie. Een goede afweging vindt op het moment van een concreet verzoek plaats. Daarnaast moet voldaan worden aan de geldende wet3 en regelgeving en kunnen aanvullende beperkingen van toepassing zijn vanuit bijvoorbeeld de milieuwetgeving. In de bestemmingsomschrijving en bouwregels is voldoende duidelijk gemaakt wat de gebruiks3 en bouwmogelijkheden binnen de bestemmingen is. Ook is in het bestemmingsplan duidelijk aangegeven op grond waarvan agrarische bouwvlakken zijn toegekend en waarop de maatvoering is bepaald. Ten opzichte van de vigerende bestemmingsplannen is meer rekening gehouden met het concentreren van bouwwerken en gebouwen op en direct aansluitend aan het agrarisch bouwvlak en worden bouwmogelijkheden buiten het bouwvlak beperkt.
|
Effecten van het voorgenomen ruimtelijk beleid in het bestemmingsplan op het leefmilieu zijn uitgebreid onderzocht in het MER welke is voorgelegd aan de Commissie voor de m.e.r.. In het bestemmingsplan zijn bij afwijkings3 en wijzigingsbevoegdheden voorwaarden opgenomen waarbij moet worden aangetoond dat voldaan kan worden aan de wettelijke verplichtingen. Op het moment dat zich een ontwikkeling voordoet wordt getoetst aan de op dat moment geldende wet3 en regelgeving. Het opgestelde MER is als bijlage bij de toelichting opgenomen en maakt dan ook deel uit van de toe3 lichting.
SAB•ARNHEM
De maximale hoogte voor bedrijfsbebouwing is gekoppeld aan een maximale goot3 en maximale bouwhoogte. Op deze manier ontstaan er geen dozen of flats in het buiten3 gebied. De opgenomen maten vloeien voort uit bestaand beleid verwoord in vigerende bestemmingsplannen. In het bestemmingsplan wordt het niet toegestaan vee op meer3 dere bouwlagen te houden.
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
bestemmingsplan. Uit het beleid blijkt dat in het verwevingsgebied niet zomaar uitge3 breid mag worden. Enkel onder voorwaarden is dit ruimtelijk mogelijk. Daarnaast geldt ook de milieuwetgeving en andere wetgeving waaraan ontwikkelingen worden getoetst. Als blijkt dat een ontwikkeling ruimtelijk wel maar milieutechnisch niet mogelijk is, zal het college geen gebruik maken van de bevoegdheid tot het toekennen van een sterlo3 catie.
Ten aanzien van ondergrondse installaties geldt in eerste instantie dat het gebruik moet passen binnen de toegekende bestemming. Voor zover dergelijke installaties betrekking hebben op (agrarische) bedrijven geldt het milieuspoor als toetsingskader. Overigens zijn bepaalde containers en installaties vergunningvrij. In die gevallen vindt geen toets aan het bestemmingsplan plaats.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
62
In het ontwerpbestemmingsplan is het wetsvoorstel plattelandswoningen verwerkt. Dit houdt in dat op een agrarisch bouwvlak gewoond mag worden door een derde in een bestaande (bedrijfs)woning maar dat het agrarisch bedrijf zelf hier niet door wordt beperkt. Van een verstening is dan ook geen sprake aangezien het om bestaande woningen gaat en geen bouwmogelijkheden worden toegevoegd. De adviesrol van het waterleidingbedrijf of de waterbeheerder heeft tot doel om een goede belangenafweging te maken. Het bevoegd gezag dat de omgevingsvergunning verleend is verplicht het advies te vragen. Op grond van jurisprudentie mag niet gevraagd worden naar een positief advies omdat het bevoegd gezag de belangen afweegt en de vergunning verleend. Het vragen van een verklaring van geen bedenkingen is in deze zin hetzelfde als het vragen om een positief advies. De opgenomen maatvoering in artikel 47.1 onder b is per abuis verkeerd opgenomen. Bedoeld wordt 2,5 m. Dit wordt aangepast in de regels om de mogelijkheid te hebben wegen aan te passen als dit noodzakelijk is. Het maakt daarbij niet uit wie de eigenaar is. Dit is niet ruimtelijk relevant. De mogelijkheden in artikel 49 (VAB) zijn overgenomen conform de thematische herziening. Het betreft dan ook de vertaling van bestaand ruimtelijk beleid. De enige verruiming die hier is opgenomen betreft de mogelijkheid van hergebruik van inpandige bedrijfsruimte. Dit heeft echter geen grote ruimtelijke impact, waardoor deze mogelijkheid is opgenomen. Bijlage 3 is één op één overgenomen uit de VNG brochure bedrijven en milieuzonering en geeft een indicatie van de milieucategorie en richtafstanden bij verschillende bedrijfsvormen. Het geeft dan ook een beeld van toe te stane bedrijfsactiviteiten mocht een wijziging aan de orde zijn. Op dat moment wordt concreet getoetst of een voorgenomen activiteit vanuit ruimtelijk en milieutechnisch oogpunt mogelijk is. De bouwmogelijkheden binnen de bedrijfsbestemmingen zijn beperkt tot een vast aantal m2 dat bij recht wordt toegestaan. Ander gebruik is alleen in een vergelijkbare of lagere milieucategorie toegestaan waardoor voorkomen wordt dat een verslechtering van het leefmilieu ontstaat. Bedrijven met een hogere milieucategorie horen zeker niet thuis in het buitengebied maar op een bedrijventerrein. Op deze manier wordt daarop gestuurd. In het bestemmingsplan zijn de bestaande functies bestemd voorzover dit mogelijk is op grond van de vigerende bestemmingsplannen en bestaande wet3 en regelgeving. Daarbij is ook gekeken naar de vergunde rechten. Op deze manier ontstaat een actueel overzicht van de bestaande functies in relatie tot het te voeren ruimtelijk beleid. Niet overal kunnen bestaande functies worden bestemd naar het huidige gebruik omdat dat beleidsuitgangspunten in de weg kan staan. Te denken valt aan het bestemmen van voormalige agrarische bedrijfswoningen in het LOG tot burgerwoningen. Het opgestelde MER is als bijlage bij de toelichting van het bestemmingsplan opgenomen en maakt dan ook onderdeel uit van het bestemmingsplan. Het verdrag van Malta heeft geleid tot de Wet op de archeologische monumentenzorg. Gemeenten zijn verplicht om archeologiebeleid op te stellen en dit te vertalen in het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan kent een aantal dubbelbestemmingen die het archeologiebeleid regelen. Beide onderdelen zijn naar onze mening voldoende in het bestemmingsplan opgenomen. Voor het toekennen van de bestemming Bos is een aantal uitgangspunten gehanteerd. Het vigerende bestemmingsplan, de luchtfoto en de maat van 10 are op grond van de Boswet zijn leidend geweest voor het toekennen van de bestemming Bos. Kleinere bospercelen zijn geregeld binnen de agrarische bestemmingen. Algemene beginselen van behoorlijk bestuur behelzen een aantal beginselen die de gedragsregels van de overheid ten opzichte van de burger regelen. Deels zijn deze beginselen opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht, zoals het zorgvuldigheidsbeginsel en motiveringsbeginsel. Voor het overige hebben deze beginselen invulling gekregen in de jurisprudentie. Dit geldt bijvoorbeeld voor het vertrouwensbeginsel. Voorliggend plan is ons inziens zorgvuldig tot stand gekomen en voldoet aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Het verschil tussen de analoge en digitale versie zal worden opgelost. Het uiteindelijke bestemmingsplan wordt digitaal vastgesteld en dat is dan de juiste versie. Analoge exemplaren zijn dan alleen nog werkexemplaren.
In bijlage 4a die hoort bij artikel 5 met de bestemmingsomschrijving is het bedrijf geduid als “Landbouwmechanisatiebedrijf, Detailhandel in agrarisch verwante artikelen, speeltoestellen en vuurwerk”. Ter plaatse worden de volgende activiteiten, werkzaamheden en diensten verricht: loonbedrijf, landbouwmechanisatiebedrijf, fabricage3/constructiewerkzaamheden, het verlenen van diensten en detailhandel (onder andere speeltoestellen en vuurwerk). In de brief van het college van 23 januari 2007 zijn de detailhandelsactiviteiten zonder beperking geïnventariseerd, met de toezegging dat de activiteiten zouden worden gelegaliseerd. Er wordt verzocht daartoe over te gaan.
Gemeentelijke reactie De aanwezige niet3agrarische bedrijven zijn geïnventariseerd op gebruik en bebouwing. Op grond daarvan is bepaald wat de aard van de activiteit mag zijn en is dat vertaald in het bestemmingsplan. Onderdeel van de gedoging in 2007 betrof een inventarisatie van de detailhandelsactiviteiten waarna alleen de aanwezige activiteiten zijn gedoogd. De opgenomen omschrijving ‘detailhandel in agrarisch verwante artikelen, speeltoestellen en vuurwerk’ dekt de lading zoals weergegeven in de inventarisatie van 2007. Overige activiteiten zijn dan ook in strijd met het bestemmingsplan. Alle niet3agrarische bedrijven hebben een passende oppervlaktemaat voor toegestane bebouwing gekregen. Deze is gebaseerd op wat er nu aanwezig is. Een verdere vergroting van bouwmogelijkheden ten behoeve van niet3agrarische bedrijvigheid in het buitengebied is niet wenselijk, zeker niet ten aanzien van detailhandelsactiviteiten. Als er zich een situatie voordoet ten aanzien van uitbreiding wordt hier een individuele af3 weging voor gemaakt. Als de uitbreiding past in beleid en voldoet aan gestelde wet3 en regelgeving kan met een afzonderlijke planologische procedure de uitbreiding worden gerealiseerd waarbij eventuele afspraken in overeenkomsten worden vastgelegd (voor zover niet in het bestemmingsplan kunnen worden geregeld). Het perceel aan de noordwest zijde van het bestemmingsplan wordt toegevoegd aan de bestemming “bedrijf”, zonder bouwmogelijkheden. Er vindt op dit deel al jarenlang op3 slag plaats ten behoeve van het aanwezige bedrijf.
De zienswijze wordt deels overgenomen ten aanzien van het vergroten van het be3 stemmingsvlak in noordwestelijke richting.
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Het verharde stuk grond met het kadastrale nummer Ambt Delden, sectie E, nummer 4375 wordt sinds jaar en dag (einde van de jaren ‘80) voor opslag en stalling gebruikt. Er is al eerder om een oplossing gevraagd zoals in de bijlage is weergegeven. Ook de komende 10 jaar zal het gebruik niet veranderen. Er wordt gevraagd de grond de bestemming ‘Bedrijf’ toe te kennen en de oppervlakte van (mogelijke) bebouwing te vergroten.
|
De indiener geeft aan dat het bestemmingsvlak niet overeenstemt met de feitelijke situatie aan de Bollenweg 16 en de bestemmingsomschrijving stemt niet overeen met de activiteiten, werkzaamheden en diensten.
SAB•ARNHEM
38. Brusse & Masselink Weergave zienswijze
|
63 De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van de maatvoering in artikel 47.1 onder b.
39. Marb consultancy Weergave zienswijze
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
64
Volgens de indiener zijn de wensen rond het bouwvlak aan de Borculoseweg 46 te Diepenheim niet goed geïnterpreteerd. In de zienswijze wordt het gewenste bouwvlak met uitbreiding aangeduid. De uitbreiding is gewenst voor verdere ontwikkeling van het bedrijf en de wens tot het realiseren van een tweede bedrijfswoning. De aanvraag voor de tweede bedrijfswoning is ingediend en volgt een afzonderlijke procedure.
Gemeentelijke reactie Bij de aanvraag voor de tweede bedrijfswoning welke een afzonderlijke procedure volgt wordt ook de aanpassing van het bouwvlak meegewogen.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
40. Manege Snorrewind Weergave zienswijze Er wordt geconstateerd dat het in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen bouwblok Borkeldweg 1 aanzienlijk kleiner is dan in het thans geldende bestemmingsplan. De bedrijfsontwikkelingen komen ernstig in gevaar. De bestemming recreatie die nu naast de bestemming Manege geldt is verdwenen, terwijl een groepsaccommodatie deel uitmaakt van het bedrijf. Als een extra bedrijfswoning niet is toegestaan, levert dat in de toekomst problemen op bij het garanderen van permanent toezicht bij de “73dagen3 in3de3week en 243uurs” bedrijf. In de zienswijze wordt de bedrijfsontwikkeling weergegeven. In 1970 is het bedrijf opgericht en kent een aantal bedrijfsonderdelen, zoals manege (paardensportschool), pensionstal, horecagelegenheid, organisatie van paardensportevenementen, logiesaccommodatie, handel en training van paarden en pony’s en verkoop van ruitersportartikelen. Landelijk is een voorbeeldpositie verkregen, mede dankzij de goede ontsluiting op de A1, de ligging in Twente en bij de Borkeld een ruim bedrijfsperceel en goed ondernemersplan. De laatste twee bepalen de bedrijfsmogelijkheden en ontwikkelingen. In het 10 jaar geleden opgestelde Masterplan is uitgegaan van de bestaande mogelijkheden, zoals na veel inspanning is vastgelegd in het bestemmingsplan. Daarbij bestond de indruk dat de gemeente achter de ontwikkeling stond. Het gaat om twee componenten waar de visie van de gemeente zich op richt: het ros en de recreatie. In de afgelopen 10 jaar is een ontwikkelingsroute doorlopen. Er wordt beschreven in welk stadium het bedrijf zich bevindt, dan wordt automatisch duidelijk dat het ontwerpbestemmingsplan verdere ontwikkelingen ernstig belemmeren. Er zijn in de afgelopen jaren drie hoofdkeuzes gemaakt. Opleiden van paardensporters. Het bedrijf heeft zich gericht op trainen en educatie. Wekelijks komen ca. 500 ruiters tussen 6 en 70 jaar naar het bedrijf. Er is een goede en complete sport3 en verblijfsaccommodatie aanwezig die aan alle moderne welzijns3, kwaliteits3 en comforteisen voldoet. Er zijn rijhallen gerealiseerd. Het complex kent 3 indoorrijhallen. De kantine is enige jaren geleden uitgebreid, maar er is nog een aantal stappen nodig in verband met veiligheid en overzicht. Er is een nieuwe inrit gewenst. Verschillende opstallen worden verwijderd en een nieuwe parkeerplaats wordt gerealiseerd. Om mens en dier te scheiden moet de bestaande logiesaccommodatie voor groepen tot 40 personen worden verplaatst. De nieuwe locatie van de inrit en groepsaccommodatie is op bijlagen weergegeven. De accommodatie krijgt een dubbele functie ten behoeve van de buitenevenementen. Het bedrijf wil de huidige viersterrenstatus voor de manege ontwikkelen naar een vijfsterrenstatus en de tweesterren groepsaccommodatie ontwikkelingen naar een driesterren accommodatie. Huisvesten en trainen van paarden. De accommodatie biedt onderdak aan 95 paarden en pony’s. Om te voldoen aan welzijnsnormen en veiligheid zijn vele investeringen gepleegd. Om te voldoen aan de door de branche ontwikkelde richtlijnen paardenwelzijn ten aanzien van toekomstige boxafmetingen is een verbouwing van alle paardenstallen noodzakelijk. Er moet voldoende buitenruimte aanwezig zijn, zoals
Gemeentelijke reactie Op grond van de landelijke standaard krijgen maneges een Sportbestemming. Daarbin3 nen is een aanduiding ‘manege’ opgenomen om zo duidelijk te maken dat het een ma3 nege betreft. Om het toegestane oppervlakte bebouwing te reguleren is een bouwvlak opgenomen dat per saldo meer bebouwing kan herbergen dan het vigerende bestem3 mingsplan aan mogelijkheden biedt. Ten aanzien van de aanwezige recreatiemogelijk3 heid wordt de aanduiding ‘verblijfsrecreatie’ toegevoegd voor de gehele locatie, waarbij maximaal 200 m2 aan bebouwing is toegestaan ten behoeve van de verblijfsrecreatie. In voorliggend plan wordt de realisatie van nieuwe/extra bedrijfswoningen niet mogelijk gemaakt. De noodzaak tot het oprichten van extra bedrijfswoningen wordt steeds klei3 ner. Ook is in de laatste jaren weinig tot geen gebruik gemaakt van afwijkingsmogelijk3 heden voor de realisatie ervan. De bestaande en legaal opgerichte bedrijfswoningen zijn in voorliggend plan gerespecteerd en mogen worden vernieuwd.
De zienswijze wordt deels overgenomen ten aanzien van het regelen van het gebruik voor recreatief verblijf door het opnemen van de aanduiding ‘verblijfsrecreatie’ op het hele bouwvlak met een bebouwingsmogelijkheid van 200 m2. 41. J. Geerlings Weergave zienswijze Bij de verandering van de recreatiebestemming is de locatie van de stacaravan niet meegenomen. Er wordt gevraagd dit te motiveren. De schuur aan de Borkeldweg 4a op het kadastrale perceel Markelo, sectie O, nummer 660 is in de recreatiebestemming opgenomen. Er wordt verzocht de schuur buiten de recreatiebestemming te laten. Gemeentelijke reactie In voorliggend bestemmingsplan worden geen nieuwe solitaire recreatieverblijven toe3 gevoegd. Het plan heeft een beheersgericht karakter. De bestaande functies zijn be3 stemd overeenkomstig het bestaand gebruik. De schuur maakt onderdeel uit van het kadastrale eigendom en is dan ook onderdeel van de recreatieve bestemming, zoals ook in het geldende bestemmingsplan Buitengebied voor Markelo is opgenomen. De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Indiener wenst het herstel van de oorspronkelijk grenzen van het bouwblok, zodat de toekomstige groepsaccommodatie, centraal op het evenemententerrein kan worden gerealiseerd. Er wordt gevraagd om de bestemming Recreatie naast de manegebestemming op te nemen. De recreatieve activiteiten zijn een dagtaak voor het bedrijf. En als laatste wordt verzocht om een extra beheerderswoning toe te staan, om toezicht te kunnen uitoefenen voor de duurzame ontwikkeling van het bedrijf.
|
De organisatie van hippische evenementen. Het bedrijf wil een belangrijke schakel zijn in de hippische infrastructuur van de regio. De activiteitenkalender omvat een gevarieerd aanbod van activiteiten voor een brede doelgroep, zowel gedurende het indoor als outdoor seizoen. De drie rijbanen zijn toereikend, maar de logistieke stromen vergen investeringen in de vorm van een nieuwe ingang en parkeerplaats. De juryruimte moet worden vernieuwd. De afstand van buitenevenemententerrein en aansluitend weiland tot kantine, catering en toiletvoorziening is te groot. Er is een nieuwe voorziening vereist. Het is de bedoeling om deze voorziening te koppelen aan de nieuwe groepsaccommodatie. De gewenste situering is in bijlagen weergegeven.
65
SAB•ARNHEM
bijvoorbeeld een buitentrainingbaan. Ook een overdekte longeercirkel is beoogd. Ruimte voor opslag van ruwvoer en stro wordt steeds belangrijker. Om die reden is een kapschuur noodzakelijk. Er zijn twee woningen aanwezig. De beide generaties hebben een eigen belangrijke taak, maar niet iedereen kan taken in toezicht en beheer uitvoeren. De wens wordt geuit om een extra bedrijfswoning ten behoeve van het beheer bij de entree van het bedrijf te realiseren. Er is een schuur met kraamboxen gewenst voor de fokkerij3activiteiten. De noodzakelijke (nachtelijke) controle bij drachtige merries is daardoor mogelijk. Tevens kan de schuur als werkplaats en voor opslag worden gebruikt. In de bijlagen zijn de locaties van de verschillende onderdelen weergegeven.
42. J. Geerlings@Tempelman Weergave zienswijze
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
66
In de zienswijze wordt aangegeven dat op 13 februari 2012 een zienswijze inzake het perceel Borkeldweg 4 a is ingediend en dat in het schrijven van 20 februari wordt ingegaan op de brief van de gemeente gedateerd 12 januari jl. Op 14 juli is in de inspraakreactie gevraagd om de recreatiebestemming op het perceel Markelo, sectie O, nummer 660 te positioneren en geen recreatiebestemming toe te wijzen aan het schapenhok maar aan de stacaravan. In de zienswijze wordt gesteld dat de gemeente in haar beantwoording van de inspraakreactie ten onrechte het herzien van de bestemming voor de recreatiewoning benoemt. Ook wordt gesteld dat de gemeente geen besluit heeft genomen over het vergroten van de recreatiebestemming, waardoor de stacaravan binnen de recreatieve bestemming valt. Er wordt in de zienswijze gesteld dat door het schapenhok binnen de woonbestemming te plaatsen er nadelige bouwactiviteiten kunnen plaatsvinden. Om die reden wenst de indiener de mogelijkheid te verkrijgen om de recreatiewoning te verplaatsen. De recreatiekavel krijgt een omvang gelijkwaardig aan de Winterkamperweg 9 e.v. zodat dit mogelijk moet zijn. De schuur op het kadastrale perceel Markelo, sectie O, nummer 660 zou de bestemming cultuur moeten behouden, omdat deze in het verleden geen deel uitmaakte van de recreatiewoning en de schuur werd en wordt gebruikt voor opslag ten behoeve van land3 en bosbewerking. Koppeling aan de recreatiewoning is ongewenst, omdat bij verkoop van de recreatiewoning de opslag behouden moet blijven.
Gemeentelijke reactie Verwezen wordt naar de reactie onder nummer 41.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
43. Middelkamp Milieu en advies Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gesteld dat het ontwerpbestemmingsplan ter plaatse van de Boswinkelsweg 234 is strijd is met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de indiener schade ondervindt. De indiener houdt zich het recht voor om de zienswijze aan te vullen en uit te breiden. De nadere onderbouwing volgt en de gemeente wordt gevraagd daartoe een termijn te stellen. In deze zienswijze wordt ingaan op de aanwezigheid en voortzetting van het intensief bedrijf aan de Boswinkelsweg 4. Dit bedrijf hoort niet op een gevoelige locatie met rondom burgerwoningen. Het veroorzaakt stank. De indiener is van mening dat het advies van de gezondheidsraad moet worden afgewacht en het wetsvoorstel van Bleker inzake de maximale bedrijfsomvang voordat het ontwerpbestemmingsplan in procedure was gebracht. Er is nu ten onrechte geen rekening met de nieuwe ontwikkelingen te houden. Het ontwerpbestemmingsplan is in beginsel in strijd met het reconstructieplan. Binnen het verwevingsgebied verzet de ruimtelijke kwaliteit en de functies van het omliggende gebied zich tegen de komst van een agrarisch bouwvlak van 2 ha. De voorgenomen uitbreiding mogelijkheden zijn in strijd met een goede ruimtelijke ordening. De grootschalige agrarische functie is in strijd met het gevoelige omliggende gebied (PEHS). Er is sprake van een intensieve pluimveehouderij, die niet past binnen het ontwikkelingsperspectief. Het draagt niet bij aan leefbaarheid. De aanduiding van nieuwe vormen van landbouw, de gevolgen voor de ruimtelijke ordening en de leefbaarheid is niet duidelijk. Door het ontbreken van een landschapsinpassingsplan schiet de inpassing te kort. Volgens het reconstructieplan moet er omgevingsruimte zijn. Deze ruimte ontbreekt door de aanwezigheid van burgerwoningen. De negatieve effecten zijn onvoldoende onderzocht. Het is volgens de zienswijze ongewenst dat het
In de zienswijze wordt opgemerkt dat in verschillende artikelen van een vergaande verruiming van het bestemmingsplan sprake is. Er zijn veel nieuwe functies mogelijke volgens artikel 3 en 4. Door de ruime opzet van artikel 3 en 4 zijn veel niet3agrarische activiteiten ineens toegestaan. Het lijkt alsof bij alle boerderijen paardensport is toegestaan. Verpaarding is daarmee een feit. Paardensport kan een ongewenst element worden. Bijvoorbeeld doordat ondernemers een gezamenlijk evenement organiseren met veel publiek, lawaai en bijbehorend autoverkeer. De mix of cumulatie van activiteiten kan tot extra aantasting van het leefmilieu (stank, lawaai, aantasting flora3 en fauna, luchtvervuiling, verspreiding dierziekten en zoönosen) leiden. Zo is op ieder stuk grond 3 evenementen gedurende 15 dagen toegestaan (of langer door een combinatie met artikel 46.3). Dit is niet onderzocht. Het ontbreken van onderzoek naar deze aspecten en economische waardevermindering geldt ook voor de forse detailhandel in ter plaatse geproduceerde productie, die is toegestaan. Begrippen in artikel 43 tot en met 46 zijn voor meerderlei uitleg vatbaar. Er kunnen omvangrijke evenementen ook in bossen worden toegestaan. In de openbare kennisgeving is dit niet tot uiting gebracht. Ook is dit niet op andere wijze met het grote publiek gecommuniceerd. De indiener vraagt zich af of de openbare kennisgeving van dit plan aan de wettelijke eisen voldoet. Het is onduidelijk waarom bij Horeca evenementen niet worden toegestaan. De indiener is van mening dat evenementen thuis horen in de bestemming sportterrein en bedrijventerreinen. Het motorcrossterrein (artikel 16) had moeten worden verwijderd. Er is geen noodzaak voor een motorcrossterrein in een natuurgebied en het is natuurwetenschappelijk ongewenst. De aard en omvang is niet beperkt.
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
De gevolgen voor het leefmilieu zijn niet in kaart gebracht. Ten onrechte ontbreekt bodemonderzoek, flora3 en fauna onderzoek, onderzoek naar landschappelijke en natuurwaarden in het kader van de Natuurbeschermingswet, luchtkwaliteitsonderzoek. De nadelige effecten van hetgeen het bestemmingsplan bij recht toestaat is onvoldoende onderzocht, denk ook aan verkeerhinder en 3gevaar en horizonvervuiling. Het bestemmingsplan is in strijd met omgevingsverordening en 3visie. Door de vergroting van de bouwvlakken en gebruiksmogelijkheden ontstaan mogelijkheden tot uitbreiding van de veestapel met toename van stank, lawaai en ammoniak. Ten onrechte zijn geen haalbaarheidsonderzoeken opgesteld of de effecten op beschermde dier3 en plantensoorten. De effecten van de verruiming van het bestemmingsplan op het leefmilieu, bodem, lucht, stank, lawaai, ammoniak en infectieziekten zijn niet in kaart gebracht. Ten onrechte ontbreken de onderzoeken zoals bijvoorbeeld bodemonderzoek, flora3 en faunaonderzoek, onderzoek naar landschappelijke en natuurwaarden in het kader van de Natuurbeschermingswet, luchtkwaliteitsonderzoek en onderzoek naar verspreiding van dierziekten. Er is geen rekening gehouden met infectieziekten, verspreiding van dierziekten en de nadelige gevolgen voor mensen in de omgeving. Het plan is niet zorgvuldig tot stand gekomen, omdat geen nader onderzoek is uitgevoerd. Het effect op de EHS is niet onderzocht. De natuurlijke waarde van de natuurwetenschappelijke landschapelementen is niet onderzocht. Beschermde planten en dieren kunnen onevenredige schade ondervinden. Het is onduidelijk of de Flora3 en faunawet de uitvoerbaarheid van het plan in de weg staat.
67
SAB•ARNHEM
veebedrijf met artikel 3.5.2. kan uitbreiden. Er kan niet worden voldaan aan de geureisen en geluidnormen ten aanzien van de burgerwoningen. Woon3 en leefomgeving (ruimtelijk aspect) van de bewoners worden onevenredig aangetast. Volgens de zienswijze kan overal in het gebied bedrijfsbebouwing worden opgericht, met een hoogte van 12 meter (flatgebouw van 4 bouwlagen) en bedrijfsbebouwing met vrijstelling tot 15 meter en masten van 40 meter. Dit is in strijd met een goede ruimtelijke ordening dat op deze gevoelige locatie gebouwen en bouwwerken met deze hoogte kunnen worden gerealiseerd. Het verwevingsgebied is mede bedoeld om te wonen en te recreëren. Bij uitbreidingen van bouwvlakken moet een afweging van belangen plaatsvinden, richtlijn veehouderij en stankhinder 1985. Volgens die norm zou de door MFB gewenste uitbreiding niet kunnen worden gerealiseerd. In de wet Stank en Veehouderij zijn de normen ten nadele van de burgers verslechterd. Het kan niet zo zijn dat daar in ruimtelijke plannen geen rekening mee wordt gehouden. Het stankaspect mag niet onbesproken blijven. De normen uit de richtlijnen moet volgens indiener worden gehanteerd en is aan de orde bij onder andere de toepassing van artikel 3.5.2.
In het bestemmingsplan zijn biogasinstallaties toegestaan. Ook voor deze functie zijn de negatieve gevolgen op het leefmilieu, zoals onder andere verspreiding dierziekten en zoönosen, niet onderzocht
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
68
Het begrip ‘bestaand’ en “legaal” in artikel 3 en 4 is niet duidelijk. Er wordt in artikel 1 alleen gesproken over “bestaand en legaal”. In artikel 3 worden verschillende begrippen (wijnboerderij, caravanstalling, loonbedrijf, erfinrichtingsplan, beplantingsplan en dierplaatsen) gehanteerd die niet zijn gedefinieerd, waardoor onduidelijkheid ontstaat over de betekenis. Ook het gebruikte begrip (on)evenredige aantasting is niet helder. Het is de indiener niet duidelijk wat een legaal en bestaande nevenactiviteit, of paardenbak is. De indruk bestaat dat illegale paardenbakken ineens zijn toegestaan. Het “aan huis gebonden beroep” is voor meerderlei uitleg vatbaar en niet begrensd naar aard en omvang. In artikel 7 wordt “zandwinning”en “parkeervoorzieningen” niet omschreven. Er mag zonder vergunning een geluidswal van 3,5 meter worden aangelegd. De verwijzing in 3.4.5 onder c (en 4.4.5 onder c) is onjuist. Er staat nergens vermeld op welke wijze een positieve bijdrage aan het toeristisch profiel kan worden geleverd. Het advies van de deskundige wordt in verschillende artikelen genoemd. Er wordt niet aangegeven wat met dit advies moet worden gedaan. Ook het begrip noodzaak is onduidelijk. In artikel 3.6.2. komt tweemaal wijzigen voor. Eenmaal volstaat. De mestbewerkingsinstallaties kunnen worden gekoppeld en electriciteitsopwekking kan plaatvinden, omdat dit niet is beperkt. Koppeling moet worden uitgesloten en voor het oprichten van een installatie is onderzoek naar leefmilieu en verkeer nodig. Het begrip waarop wordt getoetst “onevenredige aantasting” is onduidelijk. Omwonenden kunnen met ernstige aantasting van het leefmilieu te maken krijgen. Indiener is van mening dat begrippen als “niet geschikt zijn” (art. 3.5.3.) niet is uitgelegd, “bestaande kleinere afstand” (art 3.2.4.) voor meerderlei uitleg vatbaar. Door kuilvoerplaten buiten het bouwvlak toe te staan is via een omweg een groter bouwvlak toegestaan. Er worden teveel bouwwerken buiten het bouwvlak toegestaan. Met artikel 3.3 en 3.4 wordt te veel bebouwing toegestaan en bouwvlakken worden vergroot tot 2 en 3 ha. of verder. Er kunnen ongewenste ontwikkelingen plaatsvinden. Er is geen sprake van een goede ruimtelijke ordening. Ook in artikel 4 worden verschillende begrippen niet uitgelegd “stapmolen”, “openluchttheater”, “buitenopslag” en “onvoldoende tegemoet kan worden gekomen”. De artikel 44 en 45 zijn voor meerderlei uitleg vatbaar. Begrippen als “aan het gebruik onttrokken machines” en “normale onderhouden en beheer betreffen”, “akkerbouw” zijn niet helder. De lijst met strijdige activiteiten en strijdige gevallen is te beperkt en moet worden uitgebreid. Artikel 45.2.5 onder b en 45. 3.5 onder b moeten worden aangepast. Artikelen 46 en 47 zijn voor meerderlei uitleg vatbaar. Begrippen als “een langdurig evenement”, “voldoende parkeerplaatsen”, “aan te brengen voorzieningen”, “onomkeerbare voorzieningen ”, “onomkeerbare ingrepen”, “nabijgelegen functies” en “aan te brengen voorzieningen” zijn onduidelijk. Er worden niet of te weinig begrippen gedefinieerd, daardoor zijn begrippen voor meerderlei uitleg vatbaar, zoals: bestemmingsplan (artikel 1.1. en 1.2), architectonisch ondergeschikt, niet3industriële bedrijven, industriële bedrijven, agrarisch bedrijf, gebruiksgerichte paardenhouderij, het leveren van dieren, deskundige, de leeftijd van een archeologisch relict, artikel 39 MW, bedrijfsmatig handelen, toeristisch, kortdurend verblijf, kennelijk, onevenredig, kennelijke als zodanig aangemerkt, zelfredzaamheid, infrastructurele waarde, bestaand en legaal(1.26), ondergeschikt (1.29), hoogopstaande houtopstanden, duurzame bosbouw, standplaats, artikel 1.34, 1.39, 1.42, 1.44, 1.45, 1.46, 1.37 1.38, 1.48, 1.51, 1.58, 1.62, 1.67,1.69, 1.71, 1.76, 1.77, 1.79, 1.80 (i.r.t. 1.78), 1.83, 1.84( 1.48), 1.91 en chalets, trekkershut, recreatieverblijf, beperkte omvang en niet permanente bewoning. Ook in artikel 2 worden niet gedefinieerde begrippen gebruikt. Het is onduidelijk welke bouwwerken en welk gebruik is toegestaan. Het effect van ondergrondse installaties voor het leefmilieu zijn niet in kaart gebracht. Ook hier is “onevenredige afbreuk”, “landschappelijke waarde”, “verleende vergunning” en “normaal onderhoud” niet gedefinieerd. Bedrijfswoningen zijn ineens burgerwoningen geworden ( artikel 3.4.1. en 4.4.1). Dit kan leiden tot ongewenste verstening. De regeling rond paarden bakken is tegenstrijdig, want is de maximale oppervlakte nu 800 m2 of 1200 m2.
Waterleidingbedrijf en waterschap moeten goedkeuring geven of een verklaring van geen bedenking afgeven, voordat de omgevingsvergunning wordt verleend.
69
Ten onrechte is geen MER opgesteld en er is onvoldoende rekening gehouden met het verdrag van Malta. Natuurwetenschappelijke landschapelementen en bospercelen of delen daarvan zijn komen te vervallen en verkleind. Deze elementen zouden op de verbeelding terug moeten komen. Het plan is in strijd met algemene beginselen van behoorlijke bestuur tot stand gekomen en er is geen sprake van goede ruimtelijke ordening. Op de verbeelding staan lijnen en tekens die niet in de legenda zijn verklaard.
Gemeentelijke reactie Op 8 maart is de indiener in de gelegenheid de zienswijzen aan te vullen. Van die gelegenheid is gebruik gemaakt. Het agrarisch bedrijf op de locatie Boswinkelsweg 234 is een bestaand agrarisch bedrijf dat opgenomen is conform het vigerende bestemmingsplan en conform de uitgangs3 punten voor het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied. Er is een bouwvlak toegekend met een grootte van 1,5 ha waarbij alle vergunde opstallen binnen het bouwvlak gerealiseerd moeten worden. Uitbreiding van de intensieve veehouderijtak is binnen het bestemmingsplan niet meer mogelijk aangezien reeds de maximale oppervlakte van 1,5 ha bereikt is. Afspraken over de landschappelijke inpassing zijn privaatrechtelijk vastgelegd. Voorsorteren op nieuwe ontwikkelingen aangaande beleid en/of wetgeving is niet mo3 gelijk. Het bestemmingsplan moet immers voldoen aan de bestaande wet3 en regelge3 ving. Het voorliggende bestemmingsplan is conform de beleidsuitgangspunten zoals verwoord in de Structuurvisie Landelijk Gebied en de provinciale omgevingsverordening opgesteld. De ontwikkelingen aangaande nieuwe wet3 en regelgeving worden altijd op de voet gevolgd en zo nodig en mogelijk wordt daarop ingesprongen. Het Reconstructiebeleid op grond van de Reconstructiewet is reeds gedeeltelijk in de thematische herziening planologisch3juridisch verankerd ten aanzien van de zonering. De inhoudelijke regeling is toegevoegd op grond van het reconstructiebeleid. Uit het beleid blijkt dat in het verwevingsgebied niet zomaar uitgebreid mag worden. Enkel on3 der voorwaarden is dit ruimtelijk mogelijk. Daarnaast geldt ook de milieuwetgeving en andere wetgeving waaraan ontwikkelingen worden getoetst. Effecten van het voorgenomen ruimtelijk beleid in het bestemmingsplan op het leefmilieu zijn uitgebreid onderzocht in het MER6 welke is voorgelegd aan de commissie voor de m.e.r.. In het bestemmingsplan zijn bij afwijkings3 en wijzigingsbevoegdheden voorwaarden opgenomen waarbij moet worden aangetoond dat voldaan kan worden 6
Verklaring van de afkortingen: MER: het milieueffectrapport m.e.r.: de procedure van de milieueffectrapportage
|
Er zijn te veel bedrijfsbestemming toegestaan en de bouwvlakken zijn te groot. Gebruiksmogelijkheden en ontheffingsmogelijkheden zijn te ruim. De negatieve gevolgen voor het leefmilieu zijn niet voldoende onderzocht. Er worden te veel activiteiten en gebruiken gelegaliseerd, die in het voorafgaande bestemmingsplan niet waren toegestaan.
SAB•ARNHEM
In bijlage 3 de Staat van bedrijfsactiviteiten, worden begrippen gebruikt die voor meerderlei uitleg vatbaar zijn en te veel bedrijfsactiviteiten zijn als categorie 2 aangeduid. Er is geen aandacht geschonken aan activiteiten in de open lucht plaatsvinden, waardoor de activiteit veelal in een hogere categorie moet worden ingedeeld. Bijvoorbeeld groothandel in ijzerwaren. Ook is geen aard en omvang aangeduid, zoals in bijlage 4a. De negatieve gevolgen zijn niet inzichtelijk gemaakt.
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
Volgens artikel 47 kunnen alle wegen 50 meter breder worden. Er zijn bestemmingen gelegd op gronden die veelal niet in eigendom van de gemeente zijn. Artikel 49 beidt te veel mogelijkheden voor nieuwe functies, zonder onderzoek naar de negatieve gevolgen. Het toepassingsbereik van artikel 48 is niet beschreven.
aan de wettelijke verplichtingen. Op het moment dat zich een ontwikkeling voordoet wordt getoetst aan de op dat moment geldende wet3 en regelgeving. Het opgestelde MER is als bijlage bij de toelichting opgenomen en maakt dan ook deel uit van de toe3 lichting.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
70
De functies die in artikel 3 en 4 mogelijk worden gemaakt zijn functies die passen bij de agrarische functie en dienen als ondersteuning en verbreding van de agrarische bedrijfsvoering. Het beleid zoals verwoord in de structuurvisie landelijk gebied is vertaald in dit bestemmingsplan, inclusief het VAB3beleid. Van een verruiming is dan ook geen sprake alleen van een implementatie van beleidsuitgangspunten in het bestemmingsplan. De effecten van een economische waardevermindering komen eventueel aan de orde bij een daadwerkelijk verzoek om een tegemoetkoming in planschade. De Wet ruimtelijke ordening voorziet in een regeling om tegemoetkoming in planschade als daadwerkelijk blijkt dat schade wordt geleden naar aanleiding van een veranderd planologisch regime. Ten aanzien van de detailhandel binnen de agrarische bestemming geldt dat het alleen detailhandel betreft van goederen die ter plaatse geproduceerd zijn en waarvan de productie niet in strijd is met de agrarische bestemming. Er is dan ook geen sprake van een forse detailhandel die zich in het buitengebied kan ontwikkelen. De opgenomen regeling voor evenementen is conform de regeling in het Besluit omge3 vinsrecht (Bor). Er vindt dan ook geen verruiming plaats van de regeling. Het bestemmingsplan voorziet op deze manier in de mogelijkheid om evenementen toe te staan. Daarnaast geldt het toetsingskader van het aangescherpte evenementenbeleid in relatie tot de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV). In de bestemming Horeca is de afwijking voor het toestaan van evenementen niet opgenomen, omdat het om relatief kleine bestemmingsplanvlakken gaat. Daarbinnen is over het algemeen te weinig ruimte voor het realiseren van grotere evenementen. Omliggende gronden zullen dan nodig zijn waarbinnen de afwijkingsbevoegdheid wel is opgenomen. Het opgenomen motorcrossterrein is bestemd zoals het vigerende bestemmingsplan Buitengebied Markelo deze functie toelaat. Het bestaande gebruik wordt dan ook toegelaten. Voor het overige geldt dat vanuit de bestaande milieuregelgeving zaken als geluid zijn geregeld. In het bestemmingsplan kunnen biogasinstallaties worden toegelaten met een afwijkingsbevoegdheid. In het MER wordt uitgebreid ingegaan op de mogelijke effecten van de ammoniakdepositie vanuit de veehouderij waarbij ook de mogelijke uitstoot van stikstofoxiden door warmtekrachtinstallaties bij biovergisters aan de orde komt. Ons inziens is dit voldoende onderzocht en daarmee de afwijkingsbevoegdheid onderbouwd. Alle opgenomen begrippen in het hele bestemmingsplan zijn ons inziens voldoende duidelijk om het ruimtelijk beleid te kunnen uitvoeren. De bestaande wetgeving, bestaand ruimtelijk beleid van diverse overheidslagen en jurisprudentie geven voldoende aanknopingspunten als er al onduidelijkheid mocht bestaan. Ten aanzien van bestaand en legaal willen we aangeven dat dit niet betekent dat illegale bouwwerken legaal worden. Het oprichten van een geluidwal is alleen toegestaan op die locaties waar dit expliciet is aangeduid op de verbeelding. Het betreft dan ook locaties waar een eerder besluit over is genomen. De verwijzing in artikel 3.4.5 onder d naar c is niet onjuist. In lid c wordt bedoeld dat eerst bestaande bebouwing moet worden aangewend. In d staat dat als dat niet kan nieuwe bebouwing op het bouwvlak mag worden opgericht voor de (sanitaire) voorzieningen. Een koppeling aan het toeristisch profiel is ons inziens niet direct noodzakelijk in het bestemmingsplan. Er is voor gekozen deze functie van kleinschalig kamperen in het bestemmingsplan mogelijk te maken met een afwijkingsbevoegdheid. Dat neemt niet weg dat een verzoek kan worden beoordeeld in het kader van het recreatief3toeristisch beleid. De ruimtelijke impact van de grootte van mestver3/ bewerkingsinstallaties wordt beperkt door het toestaan van een beperkte verwerkingscapaciteit per locatie. Daarbij moet worden getoetst of geen belangen, waarden en functies in de omgeving nadeel ondervinden van de oprichting van een dergelijke installatie. Bij een concreet verzoek moet voldaan worden aan de geldende wet3 en regelgeving en kunnen aanvullende beperkingen van toepassing zijn vanuit bijvoorbeeld de milieuwetgeving.
De adviesrol van het waterleidingbedrijf of de waterbeheerder heeft tot doel om een goede belangenafweging te maken. Het bevoegd gezag dat de omgevingsvergunning verleend is verplicht het advies te vragen. Op grond van jurisprudentie mag niet gevraagd worden naar een positief advies, omdat het bevoegd gezag de belangen afweegt en de vergunning verleend. Het vragen van een verklaring van geen bedenkingen is in deze zin hetzelfde als het vragen om een positief advies. De opgenomen maatvoering in artikel 47.1 onder b is per abuis verkeerd opgenomen. Bedoeld wordt 2,5 m. Dit wordt aangepast in de regels om wel de mogelijkheid te hebben om wegen te kunnen aanpassen als dit noodzakelijk is. Het maakt daarbij niet uit wie de eigenaar is. Dit is niet ruimtelijk relevant. De mogelijkheden in artikel 49 (VAB) zijn overgenomen conform de thematische herziening. Het betreft dan ook de vertaling van bestaand ruimtelijk beleid. De enige verruiming die hier is opgenomen betreft de mogelijkheid van hergebruik van inpandige bedrijfsruimte. Dit heeft echter geen grote ruimtelijke impact waardoor deze mogelijkheid is opgenomen. Bijlage 3 is één op één overgenomen uit de VNG brochure bedrijven en milieuzonering en geeft een indicatie van de milieucategorie en richtafstanden bij verschillende bedrijfsvormen. Het geeft dan ook een beeld van toe te stane bedrijfsactiviteiten mocht een wijziging aan de orde zijn. Op dat moment wordt concreet getoetst of een voorgenomen activiteit vanuit ruimtelijk en milieutechnisch oogpunt mogelijk is. De bouwmogelijkheden binnen de bedrijfsbestemmingen zijn beperkt tot een vast aantal m2 dat bij recht wordt toegestaan. Ander gebruik is alleen in een vergelijkbare of lagere milieucategorie toegestaan waardoor voorkomen wordt dat een verslechtering van het leefmilieu ontstaat. Bedrijven met een hogere milieucategorie horen zeker niet thuis in het buitengebied maar op een bedrijventerrein. Op deze manier wordt daarop gestuurd. In het bestemmingsplan zijn de bestaande functies bestemd voorzover dit mogelijk is op grond van de vigerende bestemmingsplannen en bestaande wet3 en regelgeving. Daarbij is ook gekeken naar de vergunde rechten. Op deze manier ontstaat een actueel overzicht van de bestaande functies in relatie tot het te voeren ruimtelijk beleid. Niet overal kunnen bestaande functies worden bestemd naar het huidige gebruik omdat dat beleidsuitgangspunten in de weg kan staan. Te denken valt aan het bestemmen van voormalige agrarische bedrijfswoningen in het LOG tot burgerwoningen. Het opgestelde MER is als bijlage bij de toelichting van het bestemmingsplan opgenomen en maakt dan ook onderdeel uit van het bestemmingsplan. Het verdrag van Malta heeft geleid tot de Wet op de archeologische monumentenzorg. Gemeenten zijn verplicht om archeologiebeleid op te stellen en dit te vertalen in het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan kent een aantal dubbelbestemmingen die het archeologiebeleid regelen. Beide onderdelen zijn dan ook voldoende in het bestemmingsplan opgenomen. Voor het toekennen van de bestemming Bos is een aantal uitgangspunten gehanteerd. Het vigerende bestemmingsplan, de luchtfoto en de maat van 10 are op grond van de Boswet zijn leidend geweest voor het toekennen van de bestemming Bos. Kleinere bospercelen zijn geregeld binnen de agrarische bestemmingen. Algemene beginselen van behoorlijk bestuur behelzen een aantal beginselen die de gedragsregels van de overheid ten opzichte van de burger regelen. Deels zijn deze
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
De paardenbakken bij agrarische bedrijven mogen maximaal 1200 m2 bedragen en bij alle overige functies 800 m2. Dat is in het bestemmingsplan heel duidelijk per bestem3 ming aangegeven.
|
In het ontwerpbestemmingsplan is het wetsvoorstel plattelandswoningen verwerkt. Dit houdt in dat op een agrarisch bouwvlak gewoond mag worden door een derde in een bestaande (bedrijfs)woning maar dat het agrarisch bedrijf zelf hier niet door wordt be3 perkt. Van een verstening is dan ook geen sprake aangezien het om bestaande wonin3 gen gaat.
71
SAB•ARNHEM
In de bestemmingsomschrijving en bouwregels is voldoende duidelijk gemaakt wat de gebruiks3 en bouwmogelijkheden binnen de bestemmingen is. Ook is in het bestemmingsplan duidelijk aangegeven op grond waarvan agrarische bouwvlakken zijn toegekend en waarop de maatvoering is bepaald. Ten opzichte van de vigerende bestemmingsplannen is meer rekening gehouden met het concentreren van bouwwerken en gebouwen op en direct aansluitend aan het agrarisch bouwvlak en worden bouwmogelijkheden buiten het bouwvlak beperkt.
beginselen opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht, zoals het zorgvuldigheidsbeginsel en motiveringsbeginsel. Voor het overige hebben deze beginselen invulling gekregen in de jurisprudentie. Dit geldt bijvoorbeeld voor het vertrouwensbeginsel. Voorliggend plan is ons inziens zorgvuldig tot stand gekomen en voldoet aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Het verschil tussen de analoge en digitale versie zal worden opgelost. Het uiteindelijke bestemmingsplan wordt digitaal vastgesteld en dat is dan de juiste versie. Analoge exemplaren zijn dan alleen nog werkexemplaren. De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het wijzigen van de maatvoering in artikel 47.1 onder b waarbij 25 m wordt veranderd in 2,5 m.
44. Ottink Weergave zienswijze In het kader van de uitvoering van de rood voor roodregeling is afgesproken een klein agrarisch bouwvlak te handhaven voor het houden van 20 Fellponys aan de Boswinkelsweg 14. Er wordt gevraagd naar het aantal dieren (rund3schaap) dat bij een plattelandswoning is toegestaan.
Gemeentelijke reactie In de gesloten overeenkomst is overeengekomen dat het agrarisch bedrijf wordt beëindigd. Conform de systematiek van dit plan is een woonbestemming opgenomen omdat minder dan 10 NGE aanwezig is. Daarbij is de benoeming als plattelandswoning ook opgenomen. Het hobbymatig houden van pony’s is niet in strijd met de toegekende woonbestemming en kan dan ook worden voortgezet.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
72
45. Wevers pluimvee Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gevraagd om voor het bedrijf Bovenbergweg 5 de notatie “IV” op te nemen voor het aanwezige bedrijf en overeenkomstig de huidige situatie.
Gemeentelijke reactie In voorliggend bestemmingsplan zijn in extensiveringsgebieden geen IV3aanduidingen opgenomen. Het agrarisch bedrijf is opgenomen in de regels in bijlage 1 Intensieve veehouderij in het extensiveringsgebied. Op deze manier is de huidige situatie op de locatie geregeld en veiliggesteld.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
46. De Bovenberg Weergave zienswijze De verzoeken die in het kader van de inspraak zijn ingediend zijn allemaal afgewezen voor het bedrijf aan de Bovenbergweg 14. Er wordt gevraagd om veranderingen in het ontwerpbestemmingsplan aan te brengen. Door het omlijnde bouwblok bestaat geen mogelijkheid tot afwijking. Er is een flexibel bouwblok gewenst, zodat gebouw H/G kan worden herbouwd, zoals in de bijlage is weergegeven. Er wordt 10% experimenteer ruimte gevraagd voor vernieuwende initiatieven. De toegestane 200 m2 is ontoereikend. Voor een trekkershut is een grotere oppervlakte van 50 m2 gewenst in verband met de eisen van de gasten en het gewenste comfort.
De oppervlakte voor trekkershutten is in de regels bepaald. Een grotere maat leidt tot nieuwe recreatiewoningen. Dat is niet de bedoeling. In de bestemmingsplan worden geen nieuwe locatiegebonden ontwikkelingen opgenomen zonder bijdrage ruimtelijke kwaliteit. Voor eventueel nieuwe ontwikkelingen dient een individuele afweging plaats te vinden waarbij getoetst wordt aan beleid en wet3 en regelgeving. Eventuele afspraken, bijvoorbeeld ten aanzien van vereiste bijdragen in de ruimtelijke kwaliteit, worden in een overeenkomst vastgelegd. De gevraagde aanpassing van het bouwblok op het recreatieterrein kan worden door3 gevoerd. Verder wordt aangegeven dat de oppervlakte bebouwing buiten het bouwblok verruimd wordt naar 350 m2.
De zienswijze wordt deels overgenomen ten aanzien van het aanpassen van het bouw3 vlak. Daarnaast wordt de maat in artikel 18.2.2 onder a gewijzigd van 200 m2 in 350 m2.
47. G.A.J. Boswinkel Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gevraagd het bouwblok aan de Breddendijk 1 anders te situeren. Er is een situatieschets bijgevoegd. Binnen het bouwblok zijn oude beeldbepalende eiken aanwezig. De indiener wil die behouden. Het bouwblok in het ontwerpbestemmingsplan biedt dan geen ruimte tot de bouw van een melkveestal met een breedte van ca. 40 meter. Daarom wordt verzocht het bouwblok in oostelijke richting te verschuiven.
Gemeentelijke reactie De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. De vorm en ligging van het bouwvlak is aangepast, zonder verdere vergroting. Mochten de mogelijkheden binnen het bouwvlak niet voldoende zijn dan biedt het be3 stemmingsplan mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken middels afwijkings3 of wijzigingsbevoegdheden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbevoegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. Daarbij zijn voorwaarden gesteld waaronder een vergroting plaats mag vinden. Ons inziens biedt het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden voor vergroting van het agrarisch bouwvlak. De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Het bestemmingsplan biedt veel ruimte voor het gebruik. Er zijn geen aantallen ver3 blijfsmiddelen genoemd en de oppervlakte en hoogte van onderkomens is geregeld. Daarbinnen bestaan voldoende mogelijkheden om de ruimte die er is te benutten en kan geëxperimenteerd worden.
|
Gemeentelijke reactie
73
SAB•ARNHEM
Er wordt gevraagd de oppervlakte van alle soorten stacaravans op 70 m2 te stellen excl. een berging van 9 m2. Daarnaast bestaat de wens om op termijn een bed & breakfast3 voorziening in de vorm van houthakkershutten te realiseren met een oppervlakte van 50 m2. Er wordt gevraagd deze ontwikkelingen in het bestemmingsplan op te nemen, zodat op de markt kan worden ingespeeld. Andere gemeenten bieden deze ruimte, waardoor de concurrentie een voorsprong heeft. Als niet alle zienswijzen worden overgenomen, zal worden overwogen om bezwaar aan te tekenen.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
74
48. R.H.J. Groothaar Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gevraagd het bouwvlak voor het perceel Brummelaarsweg 11 te wijzigen. Aan de westzijde ligt de grens van het bouwvlak ver over de perceelsgrens. Andere delen liggen niet binnen het bouwvlak. Dit is ongewenst en lastig voor een goede erfinrichting. Het verzoek is om het deel aan de westzijde te verwijderen en aan de noord en zuidzijde toe te voegen zoals in de omschrijving en op de bijlage is weergegeven. De oppervlakte van het bouwvlak wordt hierdoor substantieel gereduceerd. Een goede functionele erfindeling wordt hiermee haalbaar. Uitbreiding van de bedrijfsbebouwing wordt na grondverwerving mogelijk.
Gemeentelijke reactie De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. De vorm en ligging van het bouwvlak is aangepast, zonder verdere vergroting. Mochten de mogelijkheden binnen het bouwvlak niet voldoende zijn dan biedt het be3 stemmingsplan mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken middels afwijkings3 of wijzigingsbevoegdheden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbevoegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. Daarbij zijn voorwaarden gesteld waaronder een vergroting plaats mag vinden. Ons inziens biedt het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden voor vergroting van het agrarisch bouwvlak. De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
49. Cumela Weergave zienswijze De indiener geeft aan belanghebbende te zijn, omdat hij in het plangebied is gevestigd en woont. In de bijlage 4a van de regels van het ontwerpbestemmingsplan is de bebouwingsoppervlakte voor de Brummelaarsweg 22 te Markelo weergegeven. Deze is gezien de huidige situatie en rekening houdend met de autonome groei gedurende de planperiode absoluut niet toereikend. Er wordt gevraagd een oppervlakte aan bedrijfsbebouwing van 2700 m2 op te nemen. De inspraakreactie is niet gehonoreerd, om die reden wordt de noodzaak nader toegelicht. Er is sprake van een loon3en grondverzetbedrijf. Een dergelijk bedrijf heeft om verschillende reden eenvoudig meer ruimte nodig dan andere niet3agrarische bedrijven. Agrariërs laten tegenwoordig vrijwel alle werkzaamheden machinaal uitvoeren. Voor de veehouder is het qua kostenbeheersing en efficiency, maar ook vanwege kwaliteit ‘effectiever’ om deze werkzaamheden uit te besteden. De ‘loonwerker’ is vanuit concurrentieoogpunt genoodzaakt om moderne en professionele apparatuur en deskundig personeel in te zetten. De verscheidenheid in soortgelijk werk afhankelijk van de wens van de opdrachtgever vergt een scala van machines en werktuigen. Als voorbeeld wordt de methodiek van mestaanwending genoemd. De werkzaamheden worden in een korte periode uitgeoefend met een daarbij horende capaciteit. Adequaat materieel is dan vereist. Ook bij de energieproductie heeft indiener een taak. Kortom een groot aantal machines en materieel voor diverse activiteiten moet binnen de inrichting een functionele toegankelijk plaats hebben. Er is sprake van intensieve schaalvergroting in de landbouw/GWW, die zich ook in de komende jaren zal voortzetten. Inherent aan de schaalvergroting is een toename aan externe capaciteit ofwel inzet van loon3 en grondverzetbedrijf. De capaciteit per machine is vergroot. De machines hebben grotere werkbreedtes en meer vermogen. De afmetingen zijn toegenomen. Voor de stalling is voldoende overdekte stallingsruimte noodzakelijk. Noodgedwongen worden veel machines buiten gestald. Dit geeft een onoverzichtelijke situatie en leidt tot extra slijtage. De levensduur wordt bekort, met bijbehorende nadelige gevolgen en de kosten stijgen. Door de elektronica en andere technische hulpmiddelen in de machines is het materieel extra kwetsbaar geworden
In het ontwerpbestemmingsplan is buitenopslag alleen op het achtererfterrein mogelijk. Bij het bedrijf is dit fysiek onmogelijk. Uit de verbeelding van het ontwerpbestemmings3 plan blijkt dat ter plaatse alleen opslag op het zijerf kan plaatsvinden. Er wordt gevraagd dit mogelijk te maken.
Gemeentelijke reactie Het vergroten van de bebouwingsoppervlakte ten behoeve van niet3agrarische bedrijven is binnenplans niet gewenst. Het gaat om forse bebouwing en activiteiten die mogelijk tot verrommeling leiden. Het goed in de hand hebben van ontwikkelingen vinden we dan ook belangrijk. Mochten eventuele uitbreidingswensen passen binnen beleid, wet3 en regelgeving dan is het mogelijk een uitbreiding met een eigen planologische proce3 dure mogelijk te maken. Eventuele andere afspraken, onder andere ten aanzien van vereiste investeringen in de ruimtelijke kwaliteit, worden dan in een overeenkomst vastgelegd. Het achtererfgebied wordt gedefinieerd als ‘erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant van het hoofdgebouw’. Een ‘zijerf’ dat op meer dan 1 m van de voorkant van het hoofdge3 bouw en niet naar de openbare weg ligt voldoet hier ook aan.
50. G. Klaassen Weergave zienswijze In het geldende bestemmingsplan Buitengebied Diepenheim ligt de recreatiewoning van meneer en mevrouw aan de Dennenlaan 5 te Diepenheim geheel binnen de recreatieve bestemming. Op de weergave van het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente, ligt de recreatiewoning gedeeltelijk in de bestemming “Bos”. De indieners verzoeken om de recreatiewoning geheel binnen de recreatie bestemming te brengen.
Gemeentelijke reactie De gebruikte ondergrond en de verbeelding zijn met elkaar vergeleken. Er heeft abusie3 velijk een verschuiving plaatsgevonden. De situatie wordt met elkaar in overeenstemming gebracht.
De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het aanpassen van de verbeelding overeenkomstig de bestaande situatie op de ondergrond.
51. Countus Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gevraagd om de verbeelding in overeenstemming te brengen met het bestemmingsplan “Buitengebied Diepenheim 1995” voor het perceel Deventerdijk 14. Aan de Deventerdijk 14 is sinds lange tijd een agrarisch bedrijf gevestigd. Het bouwvlak is gekoppeld aan een perceel grond op de hoek Deventerdijk 3 Oude Borculoseweg. Op die locatie zijn kuilvoerplaten aanwezig. Bij de inspraak is verzocht om dit bedrijfsdeel binnen het bouwvlak op te nemen. Aan het verzoek is geen gehoor gegeven, omdat de aanwezige kuilvoerplaten gehandhaafd kunnen worden.
| SAB•ARNHEM
|
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
75 ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
voor storing. De stalling van machines op het buitenterrein geeft naar de omgeving een ongewenst aanzien (‘verrommeling’). Het komt de professionaliteit binnen de inrichting niet ten goede. Door inpandige stalling en een doelmatige inrichting van het buitenterrein voor op3/overslag is een ‘professionele’ bedrijfsvoering in relatie tot een landschappelijke inpassing te realiseren. Op grond van het Besluit Landbouw en het Activiteitenbesluit is opslag van stoffen die vrijkomen bij eigen werken toegestaan. Daarnaast is opslag van hooi en stro en parkeerruimte nodig. Daarbij blijft ruimte nodig voor een efficiënte en effectieve bedrijfsvoering. Door een adequaat terrein is een optimale logistiek te realiseren.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
76
De indiener onderbouwt het verzoek. In het ontwerpbestemmingsplan staat in artikel 3.2.4 lid a dat sleufsilo’s aansluitend aan het bouwvlak kunnen worden gebouwd. Bij de indiener liggen de kuilvoerplaten niet aansluitend aan het bouwvlak. Verdere afwijkingsregelingen ontbreken. Om onduidelijkheid in de toekomst te voorkomen is een koppeling met het bouwvlak gewenst. Door de koppeling te schrappen wordt indiener beperkt in het gebruik van het perceel. De bouw van een werktuigenberging is niet meer mogelijk. Het stuk is landbouwkundig incourant, want het is slechts 74 are en heeft een driehoekige vorm. De landschappelijke inpassing van het perceel is gewaarborgd door de bestaande beplanting. Als het plan ongewijzigd wordt vastgesteld, houdt indiener zich het recht voor tot het indienen van een verzoek om planschade.
Gemeentelijke reactie Destijds is de koppeling gelegd om de kuilvoerplaten te legaliseren. Het gebruik van de bestaande kuilvoerplaten kan op grond van de overgangsbepalingen in dit bestemmingsplan worden voortgezet. Ten aanzien van het oprichten van nieuwe kuil3 voerplaten gelden de bepalingen in artikel 3.2.4 onder a. Op deze manier wordt een concentratie van gebouwen en bouwwerken bewerkstelligd. Het is binnen het ruimtelijk beleid niet wenselijk om op de locatie waar nu kuilvoerpla3 ten zijn gelegen buiten en niet aan het bouwvlak gekoppeld nieuwe gebouwen in de vorm van een werktuigenberging of ander bedrijfsgebouw op te richten. Door dit beleid te volgen wordt verstening en verrommeling voorkomen.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
52. H. Nagenborg Weergave zienswijze De indiener vraagt het perceel grond aan de Dorreweg zoals aangeduid op de bijgaande situatieschets een agrarische bestemming toe te kennen in plaats van de Bos bestemming. Het perceel wordt gebruikt voor de teelt van kerstbomen.
Gemeentelijke reactie De bestemming van de genoemde percelen zullen worden gewijzigd in de bestemming Agrarisch.
De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het wijzigen van de bestemming Bos in de bestemming Agrarisch.
53. Rombou Weergave zienswijze De gemeente heeft het bouwvlak aan de Dorreweg 1 te Bentelo aangepast. De aanpassing is niet doelmatig gezien de toekomstige bedrijfsontwikkelingen en de mogelijkheden binnen het bouwvlak. Het is de bedoeling om het bedrijf uit te breiden met een nieuwe varkensstal. De voorbereidingen zijn in volle gang. Het bouwvlak kent de dubbelbestemming ‘Leiding 3 Hoogspanningsverbinding’. De 380 kV3hoogspannings3 verbinding heeft een belemmerende strook van 36 meter aan beide zijden van de hartlijn. Binnen de strook mag alleen worden gebouwd als er aan een aantal voorwaarden is voldaan. De indiener wenst niet onder de leiding te bouwen. De effecten over een weer van de aanwezigheid van varkenstallen bij hoogspanningsleidingen zijn niet duidelijk. De indiener is van mening dat de risico’s door aanvullende maatregelen niet kunnen worden weggenomen. Het realiseren van varkensstallen onder de hoogspanningsleiding is niet realistisch.
Er wordt verzocht om het bouwvlak aan te passen en te vergroten tot een maximum van 3 ha. Zoals in de schets is weergegeven. In deze situatie betekent dit een effectief bouwblok van 2 ha. De indiener is bereid het verzoek nader toe te lichten.
De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
54. Schreijer Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gevraagd om het bouwvlak op het perceel Dieckertsweg 1 aan te passen, zodat een rijhal kan worden gerealiseerd. Op de bijgevoegde schets is het gewenste bouwvlak weergegeven. Gemeentelijke reactie Op de locatie is sprake van een woonbestemming met een bestemmingsvlak waarbin3 nen ruime mogelijkheden liggen voor het oprichten van bijgebouwen ten behoeve van de woonfunctie. Van het oprichten van een rijhal is daarbij geen sprake en daarvoor wordt het bestemmingsvlak niet vergroot.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
55. E. Nagenborg Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gesteld dat de woning aan de Dorreweg 2 a gedurende 50 jaar permanent bewoond wordt. Dit kan worden onderbouwd met een lijst van bewoners. Bij de beantwoording van de zienswijze in het ontwerpbestemmingsplan van 30 januari 1998 is door SAB adviseurs voorgesteld de bestemming woning op te nemen. Dit is in tegenstelling tot de daaruit voortvloeiende verwachting niet gebeurd. Er wordt gevraagd alsnog de bestemming “wonen” toe te kennen in plaats van de aanduiding “recreatie”. Dit is in lijn met de het beleid zoals door de gemeente is verwoord op 26 april 2005. Hierdoor is een toekomst binnen de gemeenschap Bentelo mogelijk. De gemeente heeft bij de Suetersweg 3 deze wijziging al eerder doorgevoerd.
Gemeentelijke reactie Beleidsuitgangspunt in dit bestemmingsplan is dat solitair gelegen recreatiewoningen de bestemming recreatiewoning houden. Een bestemmingsverandering van recreatiewoning naar wonen betekent een grotere verstening van het buitengebied vanwege het grotere toegestane bouwvolume. De vergelijking met de herziening van de locatie Suetersweg 3 gaat niet op omdat bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor de Suetersweg 3 de gemeenteraad heeft gesteld dat er binnen de gemeente Hof van Twente geen vergelijkbare situaties zijn die aan de aan het criterium van de provinciale Omgevingsverordening, dat ze gelegen moeten zijn bij een kern, voldoen. In
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Mochten de mogelijkheden binnen het bouwvlak niet voldoende zijn dan biedt het be3 stemmingsplan mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken middels afwijkings3 of wijzigingsbevoegdheden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbevoegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. Daarbij zijn voorwaarden gesteld waaronder een vergroting plaats mag vinden. Ons inziens biedt het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden voor vergroting van het agrarisch bouwvlak. In dit geval moet daarbij ook rekening worden gehouden met de belangen die spelen bij de hoogspanningsverbinding.
77
|
De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. De vorm en ligging van het bouwvlak is aangepast, zonder verdere vergroting.
SAB•ARNHEM
Gemeentelijke reactie
de structuurvisie landelijk gebied is bovendien uitgesproken dat recreatiewoningen uitsluitend voor recreatie mogen worden gebruikt en niet voor permanente bewoning. Voorliggende situatie is niet vergelijkbaar met de locatie Suetersweg 3 aangezien er geen sprake is van ligging tussen bebouwing in de nabijheid van een kern.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
78
In situaties waarbij reeds langdurig sprake is van permanente bewoning kan aan de huidige bewoners een persoonsgebonden gedoogbeschikking worden toegekend. Daarmee kan de huidige permanente bewoning van het betreffende object worden voortgezet maar niet worden overgedragen op eventuele nieuwe bewoners.
Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
56. Countus Weergave zienswijze In het geldende bestemmingsplan is de locatie Dorreweg 3 te Ambt Delden gekoppeld aan de Tankinksweg 5. Aan de Dorreweg 3 is een klein bouwvlak ingetekend. In deze zienswijze die ook als bedrijfsontwikkelingsplan moet worden gezien, wordt gevraagd om op de locatie een agrarisch bouwvlak toe te kennen. De aanduiding voor de mestsilo is naar aanleiding van de inspraakreactie aangepast, maar het bouwvlak is niet opgenomen. De gemeente stelt in haar reactie dat dat in strijd is met het beleid. In eerdere correspondentie heeft de gemeente aangegeven onder voorwaarden mee te willen werken aan het vergroten van het bouwvlak. De indiener is van mening dat de schuur aan de Dorreweg niet als veldschuur kan worden aangemerkt. De schuur biedt ruimte voor 9 stuks melkvee, 8 stuks jongvee en 2 paarden. Volgens de indiener bedoelt de gemeente bij veldschuren gebouwen die aan een zijde volledig open zijn en worden gebruikt als machineberging, schuilgelegenheid e.d., zonder milieuvergunning, mestopslag en huisnummer. De indiener is van mening dat de schuur aan de Dorreweg 3 niet onder de definitie veldschuur valt. In de huidige situatie is een bouwvlak aanwezig en als de gemeente geen gekoppelde bouwvlakken toekent, dan moet het perceel Dorreweg een gewoon agrarisch bouwvlak toegekend worden. Gezien de ligging in het Landbouwontwikkelingsgebied en de omvang van de bedrijfsactiviteiten ter plaatse is het niet gewenst de activiteiten onder het overgangsrecht te laten vallen, want dat kan het einde betekenen van dit bedrijf, waardoor enorme bedrijfsschade ontstaat. Er wordt door de gemeente onterecht gesproken over ongenummerd. Daarmee kan volgens de indiener de indruk worden gewekt dat het niets voorstelt en het verwijderen van het bouwvlak weinig invloed heeft. Op gemeentelijke aanslagen wordt het huisnummer wel gehanteerd. Er wordt gevraagd om het adres Dorreweg 3 te gebruiken. De afgelopen tijd heeft indiener getwijfeld over de bedrijfsontwikkeling. Uiteindelijk is de keuze gemaakt beide locaties uit te breiden. Er is nagedacht over de omvang van de wenselijke uitbreiding, diersoorten, aantallen, stalsystemen, afmetingen, bedrijfsindelingen etc. Aan de hand van de keuzes is het financiële plaatje opgemaakt. De bank heeft aangegeven dat er in principe geen bezwaren zijn om aan de Dorreweg 3 twee stallen voor 2 x 550 rosékalveren te bouwen. De opfok tot 4 maanden vindt plaats aan de Tankinksweg en de afmestfase kan aan de Dorreweg 3 plaatsvinden. Het bedrijf blijft levensvatbaar voor de toekomst. Aan de onzekerheid tot het verkrijgen van de NB3 vergunning is een eind gekomen. Door de aankoop van ammoniak kan voor de twee gewenste stallen aan de Dorreweg 3 een NB3vergunning worden verkregen. De indiener vindt het vreemd dat ondanks eerdere brieven van de gemeente, de gemeente nu stelt dat de uitbreiding niet meer kan omdat er te laat gegevens zijn ingediend. Door het ruimtelijk akkoord van 2009 kan indiener zich dat niet voorstellen. Binnen het landbouwontwikkelingsgebied zijn bouwvlakken tot 3 ha mogelijk. De indiener wenst een bouwvlak van 1 tot 1,5 ha. zoals is getekend en vraagt om een dergelijke bouwvlak toe te kennen.
Gemeentelijke reactie
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
57. R. Rouweler Weergave zienswijze In april 2011 is een plan ingediend voor de bouw van een nieuwe bedrijfshal aan de Dorreweg 14. Er wordt gevraagd de bouw in het bestemmingsplan mogelijk te maken. De indiener heeft schetsen bijgevoegd en geeft aan na realisatie een singel bij de waterloop aan te leggen als ook de wateroverloop wordt gerealiseerd.
Gemeentelijk reactie Het vergroten van de bebouwingsoppervlakte ten behoeve van niet3agrarische bedrijven is binnenplans niet gewenst. Het gaat om forse bebouwing en activiteiten die mogelijk tot verrommeling leiden. Het goed in de hand hebben van ontwikkelingen vinden we dan ook belangrijk. Voor de locatie zijn afspraken vastgelegd in een aparte overeen3 komst, en wordt een uitbreiding van de bebouwing mogelijk gemaakt.
58. Lubberink Weergave zienswijze In het geldende bestemmingsplan heeft het perceel Drekkersweg 131b een agrarische bestemming met een niet3agrarische nevenactiviteit. Er is een aanvraag tot deelname aan de rood voor roodregeling ingediend. Alleen de intensieve veetak zal worden beëindigd. De indiener wenst de agrarische bestemming te behouden in verband met het onderhoud van 10 ha grond en de niet3agrarische bestemming, omdat een ZZP3er in de bouw in huis woont.
Gemeentelijke reactie Voor het ingediende verzoek voor rood voor rood vindt een individuele afweging plaats. Voldaan moet worden aan diverse voorwaarden en er zullen afspraken moeten worden vastgelegd in een overeenkomst. Zolang hierover nog geen duidelijke besluitvorming heeft plaatsgevonden wordt dit niet vertaald in voorliggend bestemmingsplan. Een agrarische bestemming is niet noodzakelijk voor deelname aan de rood voor rood rege3 ling.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
59. Den Hollander advocaten Weergave zienswijze Aan de Drekkersweg 2 is een constructiebedrijf gevestigd. Het betreft innovatieve ontwerpen ter verbetering van machines en productieprocessen. Ook zelfstandige al dan niet industriële toepassingen zijn mogelijk. Het bedrijf is deels in de gemeente
| SAB•ARNHEM
|
De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan in die zin dat het bestem3 mingsvlak en het toegestane oppervlakte bedrijfsbebouwing wordt vergroot.
79 ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Uitgangspunt voor dit plan is dat individuele veldschuren buiten agrarische bedrijven geen positieve bestemming krijgen. De aanwezige schuur wordt door ons als zodanig beschouwd. Het gaat daarbij niet om het uiterlijk van het gebouw. Daarnaast is het uitgangspunt om in principe géén losse bouwvlakken door middel van een koppelteken te verbinden. De mestsilo als functie is aangeduid binnen de agrarische bestemming. Het toekennen van een nieuw agrarisch bouwvlak gaat tegen de uitgangspunten in. Het voorheen gekoppelde deel van het agrarisch bouwvlak opnemen als een bouwvlak houdt namelijk nieuwvestiging van een agrarisch bedrijf in in het landbouwontwikke3 lingsgebied buiten het door de raad aangegeven zoekgebied.
Gemeentelijke reactie Het vergroten van de bebouwingsoppervlakte ten behoeve van niet3agrarische bedrijven is binnenplans niet gewenst. Het gaat om forse bebouwing en activiteiten die mogelijk tot verrommeling leiden. Het goed in de hand hebben van ontwikkelingen vinden we dan ook belangrijk. Mochten eventuele uitbreidingswensen passen binnen beleid, wet3 en regelgeving dan is het mogelijk een uitbreiding met een eigen planologische proce3 dure mogelijk te maken. Eventuele andere afspraken, onder andere ten aanzien van vereiste investeringen in de ruimtelijke kwaliteit,worden dan in een overeenkomst vast3 gelegd.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
60. H.J.A. Kappert Weergave zienswijze Verzoek toekennen woonbestemming ter plaatse van het woonhuis Eerste Zomerdijk 1 te Diepenheim. Daarbij wordt verwezen naar de correspondentie van 26 juni 2008 en 26 maart 2009.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
80
Haaksbergen gesitueerd. Het bouwvlak moet echter toereikend zijn voor de volledige bedrijfsvoering. Zowel de montage afdeling (280 m2) als de daarboven aanwezige verdieping (245 m2) liggen gedeeltelijk binnen het bouwvlak. In dit gebouw is ook kantoor3 en ontvangstruimte aanwezig. De indiener wenst werk3 en magazijnruimte te vergroten en heeft dringend behoefte aan een goede kantoor3 en ontvangstruimte. De huidige markt stelt andere eisen. Het bouwvlak in het ontwerpbestemmingsplan biedt geen ruimte. De indiener wenst een groter bouwvlak overeenkomstig de bijlage, waardoor de bestaande bedrijfsbebouwing kan worden vergroot met behoud van logistieke lijnen. Ook bijlage 4 met de oppervlakte toegelaten bebouwing moet overeenkomstig worden verruimd.
Gemeentelijke reactie In de correspondentie is uitgegaan van de herbestemming van het recreatieterrein. De woning is afgesplitst. De plannen voor het recreatieterrein zijn niet afgerond. Feitelijk maakt de woning geen deel meer uit van het recreatieterrein en kan de ontwikkeling separaat plaatsvinden. Om die reden kan de woning als afzonderlijk object worden bestemd, mits geen nieuwe bedrijfswoning bij het recreatieterrein wordt toegestaan wat het geval is. De woning Eerste Zomerdijk 1 zal dan ook een bestemming Wonen krijgen.
De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het toekennen van de bestemming Wonen op de locatie Eerste Zomerdijk 1 te Diepenheim.
61. Countus Weergave zienswijze De indiener geeft aan dat het de bedoeling is het bedrijf aan de Enterbroekweg 14 uit te breiden waardoor het bedrijf levensvatbaar blijft. Het bouwvlak moet daarin voorzien. De vraag is naar aanleiding van de inspraakreactie gedeeltelijk gehonoreerd. De indiener kan zich niet vinden in het bouwvlak zoals weergegeven in het ontwerpbestemmingsplan. Het bouwvlak biedt namelijk niet de mogelijkheid om de vergunde ligboxenstal te realiseren. Ook vraagt de indiener de vergunde veldschuur in het bouwvlak op te nemen. Er is een mestsilo gepland. Ook deze moet binnen het bouwvlak vallen. Er wordt verzocht het bouwvlak overeenkomstig de bijgevoegde tekening aan te passen. De indiener vraagt overleg als het verzoek niet wordt gehonoreerd.
Gemeentelijke reactie
62. H.J. Boswinkel Weergave zienswijze De indiener geeft aan dat naar aanleiding van de inspraakreactie het bouwvlak van de buurman is aangepast en de wegbestemming is verwijderd. Het verzoek om aan de Enterweg 7 de woonbestemming toe te kennen is niet gehonoreerd. Het argument van de gemeente verbaast de indiener. De bestemmingsomschrijving maakt geen onderscheid en ook de archeologische verwachting niet. De aanduiding bepaalt de mogelijkheid tot het nieuw vestigen van agrarische bedrijven met een intensieve veehouderij. Volgens schrijven van 16 januari 2012 van Stichting Perspectief Elsenerbroek en de voorlichtingsbijeenkomst op 7 december 2011 is nieuwvestiging niet meer aan de orde. Tijdens de inloopbijeenkomst is aan indiener meegedeeld dat voor het agrarisch gebied met waarden geen verschil meer bestaat in beide reconstructiezones. Het bedrijf aan de Enterweg 7 is al meer dan 20 jaar geleden gestaakt. Sinds die tijd wordt er alleen gewoond. Herstart van een bedrijf ligt niet voor de hand, omdat de locatie bij het viaduct over de N347 ligt en de woonboerderij aan de andere zijde ligt op 6 meter afstand. Om die reden is het handhaven van de agrarische bestemming onlogisch en niet wenselijk. De agrarische bestemming met alleen functie wonen, kan leiden tot ongewenste ontwikkelingen en waardedaling van het object. Kapitaalvernietiging zonder doel. De buurman verkeert in dezelfde omstandigheden. Het dichtstbijzijnde bedrijf (rundvee) ligt op tenminste 300 meter. Het deel van het landbouwontwikkelingsgebied in Elsenerbroek dat in het ontwerpbestemmingsplan de bestemming “agrarisch met waarden” heeft gekregen kan volgens indiener geen bijdrage meer leveren aan de intensieve veehouderij. Er zijn 6 rundvee en/of schapenhouderijen en 18 gezinnen zonder een agrarische bedrijf. De stelling dat het toekennen van de woonbestemming in strijd is met het beleid, vervalt als dit wordt belicht vanuit de gemeentelijke beleidsvisie “Voldoende ruimte en flexibiliteit is voor ontwikkeling in beleid van belang voor een vitaal en leefbaar buitengebied.” Er wordt een vervolgonderzoek kwalitatieve evaluatie reconstructiebeleid uitgevoerd in de provincie Overijssel. De aanbeveling duidt op integreren landbouwontwikkelingsgebied in verwevingsgebieden, schrappen en verkleinen van landbouwontwikkelingsgebieden. De argumenten daarvoor zijn verminderen van de behoefte aan nieuwvestigingslocaties en vergroten van het maatschappelijk draagvlak. Als niet wordt ingespeeld op deze ontwikkeling betekent dit rechtsongelijkheid, beperking van ontwikkelingsmogelijkheden en hogere kosten voor betrokkenen in het gebied. Het toekennen van een woonbestemming bij een nieuw bestemmingsplan is minder aan regels gebonden als bij wijziging in een later stadium.
Gemeentelijke reactie Het Reconstructiebeleid op grond van de Reconstructiewet is reeds gedeeltelijk in de thematische herziening planologisch3juridisch verankerd ten aanzien van de zonering. De inhoudelijke regeling voor het landbouwontwikkelingsgebied is nu opgenomen in voorliggend bestemmingsplan. Uit het beleid blijkt dat in het landbouwontwikkelingsge3 bied geen agrarische bestemming worden omgezet om zo het primaat en de ontwikke3 lingsruimte bij de landbouw te laten.
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan, in de zin dat de grens van het bouwvlak wordt aangepast.
81
|
In voorliggend plan worden solitair gelegen veldschuren niet positief bestemd om op die manier verdere verstening van het buitengebied te voorkomen. Het gebruik van de veldschuur valt onder overgangsbepalingen van het bestemmingsplan.
SAB•ARNHEM
Vanwege de verleende omgevingsvergunning (voorheen milieuvergunning) wordt het bouwvlak aangepast zodat de nieuwe stal binnen het bouwvlak valt. Dan is er voor de te realiseren mestsilo ook voldoende ruimte aanwezig, bovendien kan verder gebruik worden gemaakt van de binnenplanse afwijkingsbevoegdheden.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
82
De toegekende gebiedsbestemming Agrarisch met waarden beschermt de aanwezige landschappelijke waarden middels een omgevingsvergunningenstelsel. Dit sluit eventue3 le uitbreiding van intensieve veehouderijen niet uit als een omgevingsvergunning voor bepaalde werkzaamheden kan worden verleend om zo landschappelijke waarden te beschermen. De aanwezige milieuruimte bepaalt in hoeverre daadwerkelijk intensieve veehouderijen in dit gebied kunnen ontwikkelen. Het bestemmingsplan staat verdere ontwikkelen toe waarbij altijd getoetst wordt aan het bepaalde in het bestemmingsplan en ander beleid en andere wet3 en regelgeving. De ontwikkelingen rondom het reconstructiebeleid worden gevolgd. Dit neemt niet weg dat de Reconstructiewet verplicht dat Reconstructiebeleid wordt vertaald in bestem3 mingsplannen.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
63. H.G.M. Broekkamp Weergave zienswijze De indiener verzoekt de vorm van het bouwvlak aan de Eschweg 1 te Bentelo aan te passen zoals op de bijlage is weergegeven. Daarnaast wordt geconstateerd dat op ruimtelijke plannen de Eschweg als Lage Eschweg staat vermeld en de Katiersweg is doorgetrokken tot aan de Eschweg. Dit is sinds 2001 niet meer actueel, na ruilverkaveling en aanleg van het fietspad.
Gemeentelijke reactie De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. De vorm en ligging van het bouwvlak is ruimtelijk aanvaardbaar en geeft reeds mogelijkhe3 den tot uitbreiding. Mochten de mogelijkheden binnen het bouwvlak niet voldoende zijn dan biedt het be3 stemmingsplan mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken middels afwijkings3 of wijzigingsbevoegdheden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbevoegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. Daarbij zijn voorwaarden gesteld waaronder een vergroting plaats mag vinden. Ons inziens biedt het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden voor vergroting van het agrarisch bouwvlak. De toegekende verkeersbestemming bij de Lage Eschweg wordt verwijderd en overeen3 komstig de bestaande situatie aangepast.
De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het aanpassen van de verkeersbe3 stemming. De Katiersweg/ Voorthuisweg wordt bestemd als Agrarisch en de Eschweg wordt bestemd als Verkeer.
64. ForFarmers Weergave zienswijze Op de locatie Esweg 2 en 2a is sprake van twee bouwblokken. De bedrijven 232a en 3 zijn in het verleden als één inrichting door twee broers in een maatschap geëxploiteerd. Woning 2a is als tweede bedrijfswoning bij de bedrijfslocatie 2 vergund en 3 is later verworven. De samenwerking is door onenigheid beëindigd. Het bedrijf is gesplitst. In het geldende bestemmingsplan is sprake van een bouwblok. De bedrijven Esweg 2 en 2a ondervinden geen hinder van de woning op Esweg 2. In het ontwerpbestemmingsplan zijn de bouwblokken voor 2 en 2a gescheiden. Voor de bedrijfsbebouwing is dit juist, maar niet voor de bedrijfswoning op 2. De woning maakt deel uit van een onverdeelde boedel en is in eigendom van de erven. Eigenaren Esweg 2a en 3 hebben beiden evenveel recht op de woning.
83
Gemeentelijke reactie De opgenomen grenzen zijn de grenzen van de inrichting op grond van de vigerende milieuvergunningen. Eigendomsgrenzen zijn niet van belang bij een goede ruimtelijke ordening.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemming.
65. H.A.J. Meier Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gevraagd naar de mogelijkheid tot het realiseren van een woning bij de Fute 6a te Delden. In dat kader zou de rood voor roodregeling mogelijkheden bieden, omdat een schuur met houtwal aanwezig is.
Gemeentelijke reactie
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
66. H.G. Hondeveld Weergave zienswijze De bebouwing op het perceel Markelo, sectie S, nummer 436 is niet binnen een bouwvlak opgenomen. Indiener stemt daar niet mee in, omdat voor de bebouwing vergunning is verleend (voor 1953) en het bouwvlak van de Gelselaarseweg 8 van toepassing is. De gemeente heeft de verleende vergunningen niet in haar bezit. Indiener maakt bezwaar tegen de gang van zaken en is van mening dat voor de Gelselaarseweg 8 een bouwvlak moet worden opgenomen met daarin opgenomen de bebouwing op het genoemde perceel.
Gemeentelijke reactie Uitgangspunt voor dit plan is dat individuele veldschuren buiten agrarische bedrijven geen positieve bestemming krijgen. De aanwezige schuur wordt door ons als zodanig beschouwd. Het toekennen van een bouwvlak voor de veldschuur houdt nieuwvestiging van een agrarisch bedrijf in wat in strijd is met de uitgangspunten in de Structuurvisie landelijk gebied.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
SAB•ARNHEM
|
In de integrale herziening wordt op voorhand geen nieuwbouw van woningen toege3 staan. Voor deelname aan rood voor rood dient een concreet verzoek te zijn overlegd. Ten aanzien van een verzoek om deelname aan rood voor rood vindt een individuele afweging plaats. Voldaan moet worden aan diverse voorwaarden en er zullen afspraken moeten worden vastgelegd in een overeenkomst. Zolang hierover nog geen duidelijke besluitvorming heeft plaatsgevonden wordt dit niet vertaald in voorliggend bestem3 mingsplan.
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
De woning Esweg 2 wordt ten opzichte van het bedrijf 2a een geurgevoelig object. Er zijn geen plannen om het bedrijf te vergroten, maar in de voorgestelde situatie wordt bedrijfsontwikkeling onmogelijk/moeilijk. De indiener geeft drie mogelijkheden tot een oplossing. De woning aanpijlen naar 2 en 2a, bouwblok niet splitsen en bedrijfsgebouwen aanpijlen naar Esweg 3 en/ of de woonmogelijkheid op nummer 2 wegbestemmen.
67. P. Oosterhout Weergave zienswijze
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
84
Het landhuis Goorseweg 50 is niet in de bijlage ´landhuizen’ opgenomen. Er wordt gevraagd deze alsnog op te nemen. De werkschuur aan de Tichelweg achter Goorseweg 48 is in de bestemming Maatschappelijk, zorgboerderij opgenomen. Dit is niet juist, omdat de eigendommen zijn gescheiden. Er is een vrijstelling gevolgd om de zorgfunctie te realiseren, maar de werkschuur en het gebied rond de paardenbak zijn agrarisch gebleven. Er wordt verzocht deze bestemming te handhaven. Er worden actief paarden gehouden. De grootte voldoet niet aan de opgenomen ontheffingsmogelijkheid. Ook is een kleine mestvaalt en hooiruif gewenst. Voor het perceel Goorseweg 48 is de bestemming maatschappelijk met aanduiding zorgboerderij. Een zorgboerderij is niet gedefinieerd. Het is niet duidelijk welke activiteiten zijn toegestaan. Alleen de oppervlakte is in bijlage 4 opgenomen. Waarbij onduidelijk is of de werkschuur en de paardenbak daar onderdeel van uitmaken. Er wordt gevraagd om het begrip zorgboerderij te definiëren, anders is het algemeen spraakgebruik leidend. Een boerderij met als neventak een zorgfunctie.
Gemeentelijke reactie In bijlage 7 staan de landhuizen genoemd die op grond van de landhuizenregeling zijn gerealiseerd. Daarin staat Goorseweg te Markelo genoemd waar bedoeld wordt Goorseweg 50 te Markelo. Dit zal worden aangepast ter verduidelijking in bijlage 7. Het verschil in eigendom betekent niet dat eigen bestemmingen op zijn plaats zijn. Het gaat om de functie van het geheel welke als zorgboerderij is aangeduid. De genoemde activiteiten rondom de werkschuur en paardenbak passen binnen deze bestemming. Binnen de aangegeven toegestane oppervlakte bebouwing valt alle bebouwing binnen deze bestemming. Een paardenbak betreft over het algemeen een bouwwerk, geen gebouw zijnde. Een definitie voor een zorgboerderij zal worden toegevoegd aan begrippenlijst.
De zienswijze wordt deel overgenomen ten aanzien van het begrip zorgboerderij in arti3 kel 1 in de regels. In bijlage 7 wordt nummer 50 bij Goorseweg toegevoegd.
68. Morsink Weergave zienswijze In de zienswijze wordt aangegeven dat het bouwblok voor de camping aan de Goorseweg 49 te Markelo te klein is. De infrastructuur gebruikt een groot deel van het bouwblok. Het plan bestaat om een werktuigenloods van 15 bij 15 meter te realiseren. In de bijlage wordt de gewenste vergroting van het bouwblok aangegeven. Hierdoor valt de bestaande pompschuur, het toiletgebouw en de te realiseren werktuigenloods binnen het bouwblok.
Gemeentelijke reactie De gevraagde aanpassing van het bouwblok op het recreatieterrein kan worden door3 gevoerd. Verder wordt aangegeven dat de oppervlakte bebouwing buiten het bouwblok verruimd wordt naar 350 m2.
De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het aanpassen van het bouwblok en de oppervlaktemaat in artikel 18.2.2 onder a van 200 in 350.
69. Horsting Weergave zienswijze In de zienswijze wordt aangegeven dat het bestemmingsvlak “wonen” ter hoogte van de Goorsweg 52, 54 en 56 de kadastrale grenzen volgt, maar dat de woningen de kadastrale grenzen overschrijden. Er wordt gevraagd de grenzen van het bestemmings3
vlak aan te passen, waardoor de woningen 52 en 54 geheel binnen het bestemmingsvlak wonen vallen.
Gemeentelijke reactie
Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gevraagd om een gemotiveerd antwoord op de beleidswijziging zoals bij de inspraak is gevraagd. In de inspraakreactie is gevraagd om op het perceel Goorseweg 71373 te Diepenheim de mogelijkheid te creëren om bejaardenwoning dan wel mantelzorgwoningen of dubbele bewoning toe te staan. In de inspraakreactie die nu deel uitmaakt van de zienswijze wordt voorgesteld dat de gemeente percelen inventariseert of een voorwaardelijke voorziening opneemt en daarbij rekening houdt met dubbele bewoning (in bijgebouwen). Daarmee wordt een omslachtige procedure voor bestemmingsplan wijziging of herziening voorkomen.
Gemeentelijk reactie Het verzoek heeft een individuele afweging nodig waar terughoudend mee wordt omge3 gaan. Het wonen in bijgebouwen is onvoldoende te omvatten in een binnenplanse bevoegdheid, zeker nu er voortdurende discussies zijn met de provincie Overijssel ten aanzien van het woningbouwprogramma. Inwoning is te realiseren binnen de bestaande bebouwing maar mag niet binnen bijgebouwen. Op deze manier wordt voorkomen dat nieuwe woningen in het buitengebied ontstaan.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
71. Maatschap Tettero Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gevraagd om het bouwvlak overeenkomstig de bijgevoegde schets aan te passen.
Gemeentelijke reactie De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. De vorm en ligging van het bouwvlak is aangepast, zonder verdere vergroting. Mochten de mogelijkheden binnen het bouwvlak niet voldoende zijn dan biedt het be3 stemmingsplan mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken middels afwijkings3 of wijzigingsbevoegdheden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbevoegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. Daarbij zijn voorwaarden gesteld waaronder een vergroting plaats mag vinden. Ons inziens biedt het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden voor vergroting van het agrarisch bouwvlak. De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
70. J. van Soest
|
De zienswijze wordt overgenomen waardoor de woningen binnen het bestemmingsvlak vallen.
85
SAB•ARNHEM
Het is de bedoeling dat bestaande bebouwing binnen het bestemmingsvlak valt. Dit zal worden aangepast.
72. Den Hollander Weergave zienswijze
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
86
Aan de Gorsveldweg 34 te Bentelo is in het ontwerpbestemmingsplan de bestemming “wonen” en “waarde3archeologische verwachting I” toegekend. Ter plaatse is een opslag3 en verkoopruimte voor steenachtige materialen zoals natuursteen gevestigd. In het geldende bestemmingsplan is er sprake van een agrarische bestemming. In januari 2010 heeft indiener verzocht het gebruik positief te bestemmen. Er is sprake van een zinvolle invulling van vrijgekomen voormalige agrarische bedrijfsbebouwing en buitenruimte. Indiener is van mening dat er sprake is van passend gebruik. De zeer geringe verkeersaantrekkende werking is niet waarneembaar in de omgeving. Er zijn legio mogelijkheden om gebouwen en buitenopslag landschappelijk in te passen. Er wordt gevraagd een bouwvlak met de juiste bestemming en omvang op te nemen. In bijlage 4 type bedrijvigheid moet alsnog worden opgenomen. Op 14 februari 2012 heeft de gemeente aangegeven onder voorwaarden in principe medewerking te willen verlenen.
Gemeentelijke reactie Voor deelname aan de VAB3regeling dient een verzoek te zijn overlegd of dient overleg plaatsgevonden te hebben. Ten aanzien van een verzoek om deelname vindt een indivi3 duele afweging plaats. Voor de locatie zijn afspraken vastgelegd in een aparte overeen3 komst, en wordt een uitbreiding van de bebouwing mogelijk gemaakt. De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan in die zin dat de bestem3 ming bedrijf3VAB wordt opgenomen.
73. Lohuis Weergave zienswijze Bij de inspraak heeft indiener verzocht om aan de vierrroedige hooiberg aan de Groenlandsdijk 2 een recreatieve bestemming toe te kennen. Deze vraag wordt herhaald ook al omdat de eerdere afwijzing niet is toegelicht. Het toekennen van een recreatieve bestemming geeft een toegevoegde waarde. Het aantal recreanten neemt toe. De voorgestelde voorziening creëert waarde voor recreanten, landschap de gemeente en voor de indieners. De gemeente profileert zich steeds meer op het gebied van recreatie in het gebied rondom de Domelaar en zou een verbinding kunnen maken met indieners. Het verzoek is om bij de woonbestemming een nieuwe karakteristieke vierroedige (historische) hooiberg te realiseren ten behoeve van een bed & breakfastvoorziening, overeenkomstig “het Exoo” te Wierden. Als de zandwinning bij de Domelaar is beëindigd en daar een passieve recreatieve functie in de vorm van wandelpaden, ruiterpad en visstoepen wordt gerealiseerd, wordt die functie met een bed & breakfast versterkt. Herstel van historische bebouwing is een toevoeging aan de ruimtelijke inrichting en het gezinsinkomen wordt aangevuld. De bezoekersdoelgroep bestaat uit vogelspotters, vissers, wandelaars en fietsers, die zijn gericht op een kort verblijf. Bij een positief beoordeling zal de indiener een plan laten opstellen.
Gemeentelijke reactie Het toevoegen van nieuwe recreatieve voorzieningen is mogelijk in de vorm van neven3 activiteiten binnen (voormalige) agrarische gebouwen. Andere nieuwe voorzieningen worden in het generieke beleid voor het buitengebied niet mogelijk gemaakt. De voorwaarden die worden gesteld bij het toestaan van nevenactiviteiten staan ge3 noemd in artikel 49.2 in de regels. Mocht dit niet voldoende mogelijkheden bieden dan kan een concreet verzoek worden ingediend. Dat wordt getoetst aan het beleid, wet3 en regelgeving en kan eventueel met een eigen planologische procedure worden gereali3 seerd. Andere afspraken worden op dat moment vastgelegd in een overeenkomst.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
74. Aanstoot Weergave zienswijze
Het toevoegen van nieuwe recreatieve voorzieningen is mogelijk in de vorm van neven3 activiteiten binnen (voormalige) agrarische gebouwen. Andere nieuwe voorzieningen worden in het generieke beleid voor het buitengebied niet mogelijk gemaakt. De voorwaarden die worden gesteld bij het toestaan van nevenactiviteiten staan ge3 noemd in artikel 49.2 in de regels. Mocht dit niet voldoende mogelijkheden bieden dan kan een concreet verzoek worden ingediend. Dat wordt getoetst aan het beleid, wet3 en regelgeving en kan eventueel met een eigen planologische procedure worden gereali3 seerd. Andere afspraken worden op dat moment vastgelegd in een overeenkomst.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
75. J. Borre en G.A.M. Borre Weergave zienswijze In de zienswijze wordt de teleurstelling geuit over het feit dat de gemeente de afspraken zoals verwoord in de overeenkomsten tussen gemeenteraad en de indiener niet nakomt. Bij de herziening van het bestemmingsplan buitengebied Ambt Delden is door indieners verzocht om een nevenfunctie “niet agrarische bedrijvigheid” toe te kennen naast de agrarische hoofdfunctie. Het indertijd door indieners ingediende beroep is door de Raad van State gegrond verklaard, maar de gemeente heeft het bestemmingsplan nog niet gerectificeerd. In de zienswijze wordt gevraagd de indertijd gevraagde bestemming alsnog toe te kennen. De indieners stellen dat het niet juist is dat het bedrijf ter plekke zou worden beëindigd, maar dat een passende bestemming zou worden toegekend en dat zij dan het agrarisch bedrijf zouden staken. Tot op heden is geen passende bestemming toegekend. Gezien de bevolkingsontwikkeling is uitbreiding van Bentelo niet te verwachten en het voortzetten van het rundveebedrijf ligt het meest voor de hand. Er wordt gevraagd tot het toekennen van bestemmingen aan de diverse opstallen. Er zijn volgens indieners twee woningen aanwezig en bedrijfsruimte, opslagruimten en rundveestalling.
Gemeentelijke reactie De toegekende woonbestemming wordt passend geacht en is in lijn met de gesloten overeenkomst met als doel het beëindigen van het agrarisch bedrijf ter plekke. Zolang er
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Gemeentelijke reactie
|
Het verzoek is om bij de woonbestemming een nieuwe karakteristieke vierroedige (historische) hooiberg te realiseren ten behoeve van een bed & breakfastvoorziening, overeenkomstig “het Exoo” te Wierden. Als de zandwinning bij de Domelaar is beëindigd en daar een passieve recreatieve functie in de vorm van wandelpaden, ruiterpad en visstoepen wordt gerealiseerd, wordt die functie met een bed & breakfast versterkt. Herstel van historische bebouwing is een toevoeging aan de ruimtelijke inrichting en het gezinsinkomen wordt aangevuld. De bezoekersdoelgroep bestaat uit vogelspotters, vissers, wandelaars en fietsers, die zijn gericht op een kort verblijf. Bij een positief beoordeling zal de indiener een plan laten opstellen.
87
SAB•ARNHEM
Bij de inspraak heeft indiener verzocht om aan de vierrroedige hooiberg aan de Groenlandsdijk 5 een recreatieve bestemming toe te kennen. Deze vraag wordt herhaald ook al omdat de eerdere afwijzing niet is toegelicht. Het toekennen van een recreatieve bestemming geeft een toegevoegde waarde. Het aantal recreanten neemt toe. De voorgestelde voorziening creëert waarde voor recreanten, landschap de gemeente en voor de indieners. De gemeente profileert zich steeds meer op het gebied van recreatie in het gebied rondom de Domelaar en zou een verbinding kunnen maken met indieners.
geen andere concrete plannen zijn voor het hergebruik van opstallen ter plekke over3 eenkomstig het VAB3beleid, is de woonbestemming passend.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
88 76. Bentelo Vastgoed b.v. Weergave zienswijze Aan de Grondhuttenweg 14 is in het ontwerpbestemmingsplan de maximale oppervlakte aan bebouwing van 4414 m2 opgenomen. Deze oppervlakte staat niet in verhouding tot de aanwezige bebouwing (4828 m2). Er wordt gevraagd de oppervlakte aan te passen.
Gemeentelijke reactie De opgenomen oppervlakte is conform het onherroepelijke bestemmingsplan ‘thematische herziening BP buitengebied’ en is gebaseerd op de huidige milieuvergunninggegevens. Het betreft het toegestane bebouwde oppervlakte voor de intensieve veehouderij gelegen in het extensiveringsgebied. Het aanpassen van de op3 pervlakte is dan ook niet aan de orde.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
77. Middelkamp Milieu en advies Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gesteld dat het ontwerpbestemmingsplan ter plaatse van de Groningerveldweg 2a is strijd is met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de indiener schade ondervindt. De indiener houdt zich het recht voor om de zienswijze aan te vullen en uit te breiden. De nadere onderbouwing volgt en de gemeente wordt gevraagd daartoe een termijn te stellen. In deze zienswijze wordt ingaan op de aanwezigheid en voortzetting van het intensief mega3veebedrijf aan de Groningerveldweg 2a. Dit bedrijf hoort niet op een gevoelige locatie nabij een natuurgebied De Borkeld op korte afstand van burgerwoningen en camping. De verhouding is zoek. Het bedrijf heeft meer dieren dan het bedrijf aan de Holtdijk ongenummerd in het LOG. Ook als het perceel buiten de PEHS ligt is de voorgenomen uitbreiding van het bedrijf ongewenst, vanwege de ruimtelijke uitstraling. Ook ligt het perceel binnen de provinciale verbindingszone. De indiener is van mening dat het advies van de gezondheidsraad moet worden afgewacht en het wetsvoorstel van Bleker inzake de maximale bedrijfsomvang van 300 NGE voordat het ontwerpbestemmingsplan in procedure was gebracht. Het bedrijf is groter dan 800 NGE. Er is nu ten onrechte geen rekening met de nieuwe ontwikkelingen te houden. Het plangebied ligt volgens indiener binnen de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur. Uitbreiding van het bedrijf is volgens de indiener in strijd met het Streekplan. Ook zijn natuurwetenschappelijk waardevolle bossen ten zuiden (125 m) en westen (110 meter) aanwezig. Het ontwerp bestemmingsplan is in beginsel in strijd met het reconstructieplan. Binnen het verwevingsgebied verzet de ruimtelijke kwaliteit en de functies van het omliggende gebied zich tegen de komst van een agrarisch bouwvlak van 2 ha. De voorgenomen uitbreiding mogelijkheden zijn in strijd met een goede ruimtelijke ordening. Er is sprake van een intensief bedrijf. Er wordt niet voldaan aan de voorwaarden voor een sterlocaties omdat er geen actueel ontwikkelingsplan ter inzage lag/aanwezig was. De voorgestelde uitbreiding is niet binnen de termijn zoals in het bedrijfsplan is aangegeven gerealiseerd. De ontwikkeling van de nabijgelegen camping wordt belemmerd. Er is onvoldoende omgevingsruimte. Het plan is in strijd met de omgevingsverordening. Het draagt niet bij aan verbetering van leefkwaliteit. Emissie wordt niet gereduceerd. Er is sprake van grondwateronttrekking. De bodem is vervuild en er is sprake van te hoge ammoniakbelasting, terwijl van vermindering geen sprake is. Door het ontbreken van een landschapsinpassingsplan schiet de inpassing te kort. De beplantingsstrook is
Volgens indiener is er sprake van een categorie 4 bedrijf ( VNGbrochure). Er moet een correctie op basis van omgevingstype E plaatsvinden. De afstand uit de brochure wordt niet gehaald. De dichtstbijzijnde woning ligt op 37 meter. Er wordt niet voldaan aan een goede woon3 en leefomgeving. Volgens de zienswijze kan overal in het gebied bedrijfsbebouwing worden opgericht, met een hoogte van 12 meter (flatgebouw van 4 verbouwlagen) en bedrijfsbebouwing met vrijstelling tot 15 meter en masten van 40 meter. Dit is in strijd met een goede ruimtelijke ordening dat op deze gevoelige locatie gebouwen en bouwwerken met de hoogte kunnen worden gerealiseerd. Het verwevingsgebied is mede bedoeld om te wonen en te recreëren. Bij uitbreidingen van bouwvlakken moet een afweging van belangen plaatsvinden, richtlijn veehouderij en stankhinder 1985. Volgens die norm zou de door MFB gewenste uitbreiding niet kunnen worden gerealiseerd. In de wet Stank en Veehouderij zijn de normen ten nadele van de burgers verslechtert. Het kan niet zo zijn dat daarin ruimtelijke plannen geen rekening mee wordt gehouden. Het stankaspect mag niet onbesproken blijven. Er kan niet worden meegewerkt aan vergroting/wijziging van het bouwvlak. Er is niet objectief aangetoond dat de uitbreiding van het bedrijf nodig is. De aanname wordt niet door berekeningen gestaafd. De bekendmaking heeft niet juist plaatsgevonden (afdeling 3.4. Awb). Het goede woon3 en leefklimaat moet veel gewicht worden toegekend. Er is geen rekening gehouden met infectieziekten en verspreiding van dierziekten en het effect op mensen. Het plan is niet zorgvuldig tot stand gekomen. Er is geen vergunning ingevolge de natuurbeschermingswet. Het is niet duidelijk of de vergunning kan worden verleend en uitbreiding kan plaatsvinden. Er kan geen medewerking worden verleend aan een wijziging van het bestemmingsplan. Onderzoeksgegevens omtrent lawaai, stank, ammoniak, grondwater, dierziekten ontbreken. Verschillende hinderbronnen moeten worden beperkt. De gevolgen voor het leefmilieu zijn niet in kaart gebracht. Ten onrechte ontbreekt bodemonderzoek, flora3 en fauna onderzoek, onderzoek naar landschappelijke en natuurwaarden in het kader van de Natuurbeschermingswet, Het kwetsbare gebied ligt op minder dan 250 meter. Er kan niet worden gesteld dat geen significante effecten optreden. Er is geen rekening gehouden met de (IAV). Het bestemmingsplan is in strijd met omgevingsverordening en visie. Door de vergroting van het bouwvlak en gebruiksmogelijkheden ontstaan mogelijkheden tot uitbreiding van de veestapel met toename van stank., lawaai en ammoniak. Ten onrechte zijn geen haalbaarheidsonderzoeken opgesteld of de effecten op beschermde dier3 en plantensoorten inzichtelijk gemaakt.
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Er kan niet worden voldaan de aan geureisen en geluidnormen met betrekking ten aanzien van de burgerwoningen. Woon3 en leefomgeving (ruimtelijk aspect) van de bewoners worden onevenredig aangetast. Er treedt waarde vermindering van de woningen op.
|
De aanleg van de aardenwal is in het bestemmingsplan niet gegarandeerd. Dit betekent dat geen goede woon3 en leefomgeving is gegarandeerd. Dat is in strijd met de goede ruimtelijke ordening. De gevolgen voor bodem, water, lucht, verkeer is niet inzichtelijk gemaakt. Het akoestisch rapport is te rooskleurig. Er is geen worst3case beoordeling gemaakt voor de verschillende milieuaspecten.
89
SAB•ARNHEM
onvoldoende en het essenlandschap wordt aangetast. Volgens het Reconstructieplan moet er omgevingsruimte zijn. Deze ruimte ontbreekt door de aanwezigheid van burgerwoningen (75 meter) en camping. De negatieve effecten zijn onvoldoende onderzocht. Er wordt niet voldaan aan de milieutechnisch vereiste afstand tot de camping (354 meter). De camping ligt op 335 meter en wordt in het voortbestaan bedreigd. De milieutechnisch verkregen (rekenkundige ruimte) is gebruikt om meer dieren te huisvesten. Dit is slechte ruimtelijke ordening en in strijd met het realiseren van een duurzame samenleving. In casu is onterecht een sterlocatie toegekend. Er zijn geen verdere uitbreidingsmogelijkheden. De om het bedrijf liggende grond is in eigendom van derden. Er is dus geen vrije omgevingsruimte of ruimte voor calamiteiten beheersing. Het is een moment om het bedrijf te verplaatsen of een andere economische oplossing. Volgens het Reconstructieplan is de aanwijzing van een sterlocatie niet mogelijk. Er is sprake van ondergraving van de visie van het Reconstructieplan. Er wordt niet op de inhoud van het MER ingegaan. Dit is onzorgvuldig.
Met de recente ontwikkeling met betrekking tot de gevolgen voor de volksgezondheid is onvoldoende rekening gehouden. Ook wordt geen rekening gehouden met de publieke opinie en politieke ontwikkeling. Er is geen rekening gehouden en onvoldoende onderzoek gedaan naar tal van (milieu)aspecten en/of Reconstructiewet.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
90
In de zienswijze wordt opgemerkt dat in verschillende artikelen van een vergaande verruiming van het bestemmingsplan sprake is. Er zijn veel nieuwe functies mogelijke volgens artikel 3 en 4. Door de ruime opzet van artikel 3 en 4 zijn veel niet3agrarische activiteiten ineens toegestaan. Het lijkt alsof bij alle boerderijen paardensport is toegestaan. Verpaarding is daarmee een feit. Paardensport kan een ongewenst element worden. Bijvoorbeeld doordat ondernemers een gezamenlijk evenement organiseren met veel publiek, lawaai, en bijbehorend autoverkeer. De mix of cumulatie van activiteiten kan tot extra aantasting van het leefmilieu (stank, lawaai, aantasting flora3 en fauna, luchtvervuiling, verspreiding dierziekten en zoönosen) leiden. Zo is op ieder stuk grond 3 evenementen gedurende 15 dagen toegestaan ( of langer door een combinatie met artikel 46.3). Dit is niet onderzocht. Het ontbreken van onderzoek naar deze aspecten en economische waardevermindering geldt ook voor de forse detailhandel in ter plaatse geproduceerde productie, die is toegestaan. Er kunnen omvangrijke evenementen ook in bossen worden toegestaan. In de openbare kennisgeving is de niet tot uiting gebracht. Ook is dit niet op andere wijze met het grote publiek gecommuniceerd. De indiener vraagt zich af of de openbare kennisgeving van dit plan aan de wettelijke eisen voldoet. Het is onduidelijk waarom bij Horeca evenementen niet worden toegestaan. De indiener is van mening dat evenementen thuis horen in de bestemming sportterrein en bedrijventerreinen. Begrippen in artikel 43 tot en met 46 zijn voor meerderlei uitleg vatbaar. Het begrip ‘bestaand’ en “legaal” in artikel 3 en 4 is niet duidelijk. Er wordt in artikel 1 alleen gesproken over “bestaand en legaal”. In artikel 3 worden verschillende begrippen (wijnboerderij, caravanstalling, loonbedrijf, erfinrichtingsplan, beplantingsplan en dierplaatsen) gehanteerd dit niet zijn gedefinieerd, waardoor onduidelijkheid ontstaat over de betekenis. Ook het gebruikte begrip (on)evenredige aantasting is niet helder. Het is de indiener niet duidelijk wat een legaal en bestaande nevenactiviteit, of paardenbak is. De indruk bestaat dat illegale paardenbakken ineens zijn toegestaan Het “aan huis gebonden beroep” is voor meerderlei uitleg vatbaar en niet begrensd naar aard en omvang. In artikel 7 wordt “zandwinning”en “parkeervoorzieningen” niet omschreven. De artikel 44 en 45 zijn voor meerderlei uitleg vatbaar. Begrippen als “aan het gebruik onttrokken machines” en “normale onderhouden en beheer betreffen”, akkerbouw zijn niet helder. De lijst met strijdige activiteiten en strijdige gevallen is te beperkt en moet worden uitgebreid. Artikel 45.2.5.b en 45 3.5.oner b moeten worden aangepast. Artikelen 46 en 47 zijn voor meerderlei uitleg vatbaar. Begrippen als “een langdurig evenement”, “voldoende parkeerplaatsen”, “aan te brengen voorzieningen”, “onomkeerbare voorzieningen ”, “onomkeerbare ingrepen”, “nabijgelegen functies” en “aan te brengen voorzieningen” zijn onduidelijk. Er worden niet of te weinig begrippen gedefinieerd, daardoor zijn begrippen voor meerderlei uitleg vatbaar, zoals: bestemmingsplan (artikel 1.1. en 1.2), architectonisch ondergeschikt, niet3industriele bedrijven, industriele bedrijven, agrarisch bedrijf, gebruiksgerichte paardenhuderij, het leveren van dieren, deskundige, de leeftijd van een archeologisch relict, artikel 39 MW, bedrijfsmatig handelen, toeristisch, kortdurend verblijf, kennelijk, onevenredig, kennelijke alszodanig aangemerkt, zelfredzaamheid, infrastructurele waarde, bestaand en legaal(1.26), ondergeschikt (1.29), hoogopstaande houtopstanden, duurzame bosbouw, standplaats, artikel 1.34, 1.39, 1.42, 1.44, 1.45, 1.46, 1.37 1.38, 1.48, 1.51, 1.58, 1.62, 1.67, 1.69, 1.71, 1.76, 1.77, 1.79, 1.80 (i.r.t. 1.78), 1.83, 1.84 (1.48), 1.91 en chalets, trekkershut, recreatieverblijf, beperkte omvang en niet permanente bewoning. Ook in artikel 2 worden niet gedefinieerde begrippen gebruikt. Ook in artikel 4 worden verschillende begrippen niet uitgelegd “’stapmolen”, “openluchttheater”, “buitenopslag” en “onvoldoende tegemoet kan worden gekomen”. Ook is “onevenredige afbreuk”, “landschappelijke waarde”, “verleende vergunning” en “normaal onderhoud” niet gedefinieerd. Het motorcrossterrein in artikel 16 had moeten worden verwijderd. Er is geen noodzaak voor een motorcrossterrein in een natuurgebied en het is natuurwetenschappelijk ongewenst. De aard en omvang is niet beperkt. In het bestemmingsplan zijn biogasinstallaties toegestaan. Ook voor deze functie zijn de negatieve gevolgen op het leefmilieu, zoals onder andere verspreiding dierziekten en zoönosen, niet onderzocht. De mestbewerkingsinstallaties kunnen worden gekoppeld en
Door kuilvoerplaten buiten het bouwvlak toe te staan is via een omweg een groter bouwvlak toegestaan. Er worden teveel bouwwerken buiten het bouwvlak toegestaan. Met artikel 3.3 en 3.4 wordt te veel bebouwing toegestaan en bouwvlakken worden vergroot tot 2 en 3 ha of verder. Er kunnen ongewenste ontwikkelingen plaatsvinden. Er is geen sprake van een goede ruimtelijke ordening. Het is onduidelijk welke bouwwerken en welk gebruik is toegestaan. Het effect van ondergrondse installaties voor het leefmilieu zijn niet in kaart gebracht. Bedrijfswoningen zijn ineens burgerwoningen geworden ( artikel 3.4.1. en 4.4.1). Dit kan leiden tot ongewenste verstening. De regeling rond paarden bakken is tegenstrijdig, want is de maximale oppervlakte nu 800 m2 of 1200 m2. De effecten van de verruiming van het bestemmingsplan op het leefmilieu, bodem, lucht, stank, lawaai, ammoniak infectieziekten zijn niet in kaart gebracht. Ten onrechte ontbreken de onderzoeken zoals bijvoorbeeld bodemonderzoek, flora3 en faunaonderzoek, onderzoek naar landschappelijke en natuurwaarden in het kader van de Natuurbeschermingswet, het luchtkwaliteitsonderzoek en het onderzoek naar verspreiding van dierziekten. De nadelige effecten van hetgeen het bestemmingsplan bij recht toestaat is onvoldoende onderzocht, denkt ook aan verkeerhinder en –gevaar en horizonvervuiling. Er is geen rekening gehouden met infectieziekten, verspreiding van dierziekten en de nadelige gevolgen voor mensen in de omgeving. Het plan is niet zorgvuldig tot stand gekomen, omdat geen nader onderzoek is uitgevoerd. Het effect op de EHS is niet onderzocht. De natuurlijke waarde van de natuurwetenschappelijke landschapelementen is niet onderzocht. Beschermde planten en dieren kunnen onevenredige schade ondervinden. Het is onduidelijk of de Flora3 en faunawet de uitvoerbaarheid van het plan in de weg staat. Waterleidingbedrijf en waterschap moeten goedkeuring geven of een verklaring van geen bedenking afgeven, voordat de omgevingsvergunning wordt verleend. Volgens artikel 47 kunnen alle wegen 50 meter breder worden. Er zijn bestemmingen gelegd op gronden die veelal niet in eigendom van de gemeente zijn. Artikel 49 biedt te veel mogelijkheden voor nieuwe functies, zonder onderzoek naar de negatieve gevolgen. Het toepassingsbereik van artikel 48 is niet beschreven. In bijlage 3 de Staat van bedrijfsactiviteiten, worden begrippen gebruikt die voor meerderlei uitleg vatbaar zijn en te veel bedrijfsactiviteiten zijn als categorie 2 aangeduid. Er is geen aandacht geschonken aan activiteiten in de open lucht plaatsvinden, waardoor de activiteit veelal in een hogere categorie moet worden ingedeeld. Bijvoorbeeld groothandel in ijzerwaren. Ook is geen aard en omvang aangeduid, zoals in bijlage 4a. De negatieve gevolgen zijn niet inzichtelijk gemaakt. Er zijn te veel bedrijfsbestemming toegestaan en de bouwvlakken zijn te groot. Gebruiksmogelijkheden en ontheffingsmogelijkheden zijn te ruim. De negatieve gevolgen voor het leefmilieu zijn niet voldoende onderzocht. Er worden te veel activiteiten en gebruiken gelegaliseerd, die in het voorafgaande bestemmingsplan niet waren toegestaan. Ten onrechte is geen MER opgesteld (ontbreekt in de zienswijze) en er is onvoldoende rekening gehouden met het verdrag van Malta.
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
De verwijzing in 3.4.5 onder c (en 4.4.5 onder c) is onjuist. Er staat nergens vermeld op welke wijze een positieve bijdrage aan het toeristisch profiel kan worden geleverd. Het advies van de deskundige wordt in verschillende artikelen genoemd. Er wordt niet aangegeven wat met dit advies moet worden gedaan. Ook het begrip noodzaak is onduidelijk. In artikel 3.6.2 komt tweemaal wijzigen voor. Eenmaal volstaat.
91
|
Er mag zonder vergunning een geluidswal van 3,5 meter worden aangelegd.
SAB•ARNHEM
electriciteitsopwekking kan plaatvinden, omdat dit niet is beperkt. Koppeling moet worden uitgesloten en voor de oprichten van een installatie is onderzoek naar leefmilieu en verkeer nodig. Het begrip waarop wordt getoetst “onevenredige aantasting” is onduidelijk. Omwonenden kunnen met ernstige aantasting van het leefmilieu te maken krijgen. Indiener is van mening dat begrippen als “niet geschikt zijn” (art. 3.5.3.) niet is uitgelegd, “bestaande kleinere afstand” ( art 3.2.4.) voor meerderlei uitleg vatbaar.
Natuurwetenschappelijke landschapselementen en bospercelen of delen daarvan zijn komen te vervallen en verkleind. Deze elementen zouden op de verbeelding terug moeten komen. Het plan is in strijd met algemene beginselen van behoorlijke bestuur tot stand gekomen en er is geen sprake van goede ruimtelijke ordening.
92 ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
Op de verbeelding staan lijnen en tekens die niet in de legenda zijn verklaard.
Gemeentelijke reactie Op 8 maart 2012 is de indiener in de gelegenheid de zienswijzen aan te vullen. Van die gelegenheid is gebruik gemaakt. Het bestemmingsplan ten aanzien van de Groningerveldweg 2a is opgenomen conform de partiële herziening van de locatie Groningerveldweg 2a. Wij zijn ons ervan bewust dat daartegen beroep is ingesteld en volgen deze ontwikkeling op de voet. Mocht blijken dat op grond van het beroep een aanpassing nodig is, dan zal dit zijn doorwerking hebben in voorliggend bestemmingsplan. Dit neemt niet weg dat het beleid voor deze locatie gron3 dig is getoetst en onderzocht. Er is dan ook geen sprake van onzorgvuldigheid. Voorsorteren op nieuwe ontwikkelingen aangaande beleid en/of wetgeving is niet moge3 lijk. Het bestemmingsplan moet immers voldoen aan de bestaande wet3 en regelgeving. Het voorliggende bestemmingsplan is conform de beleidsuitgangspunten zoals verwoord in de Structuurvisie Landelijk Gebied en de provinciale omgevingsverordening opgesteld. De ontwikkelingen aangaande nieuwe wet3 en regelgeving worden altijd op de voet gevolgd en zo nodig en mogelijk wordt daarop ingesprongen. Het Reconstructiebeleid op grond van de Reconstructiewet is reeds gedeeltelijk in de thematische herziening planologisch3juridisch verankerd ten aanzien van de zonering. De inhoudelijke regeling is toegevoegd op grond van het reconstructiebeleid. Uit het beleid blijkt dat in het verwevingsgebied niet zomaar uitgebreid mag worden. Enkel onder voorwaarden is dit ruimtelijk mogelijk. Daarnaast geldt ook de milieuwetgeving en ande3 re wetgeving waaraan ontwikkelingen worden getoetst.
SAB•ARNHEM
|
Effecten van het voorgenomen ruimtelijk beleid in het bestemmingsplan op het leefmilieu zijn uitgebreid onderzocht in het MER7 welke is voorgelegd aan de commissie voor de m.e.r.. In het bestemmingsplan zijn bij afwijkings3 en wijzigingsbevoegdheden voorwaarden opgenomen waarbij moet worden aangetoond dat voldaan kan worden aan de wettelijke verplichtingen. Op het moment dat zich een ontwikkeling voordoet wordt getoetst aan de op dat moment geldende wet3 en regelgeving. Het opgestelde MER is als bijlage bij de toelichting opgenomen en maakt dan ook deel uit van de toelichting. De functies die in artikel 3 en 4 mogelijk worden gemaakt zijn functies die passen bij de agrarische functie en dienen als ondersteuning en verbreding van de agrarische bedrijfsvoering. Het beleid zoals verwoord in de structuurvisie landelijk gebied is vertaald in dit bestemmingsplan, inclusief het VAB3beleid. Van een verruiming is dan ook geen sprake alleen van een implementatie van beleidsuitgangspunten in het bestemmingsplan. De effecten van een economische waardevermindering komen eventueel aan de orde bij een daadwerkelijk verzoek om een tegemoetkoming in planschade. De Wet ruimtelijke ordening voorziet in een regeling om tegemoetkoming in planschade als daadwerkelijk blijkt dat schade wordt geleden naar aanleiding van een veranderd planologisch regime. Ten aanzien van de detailhandel binnen de agrarische bestemming geldt dat het alleen detailhandel betreft van goederen die ter plaatse geproduceerd zijn en waarvan de productie niet in strijd is met de agrarische bestemming. Er is dan ook geen sprake van een forse detailhandel die zich in het buitengebied kan ontwikkelen. De opgenomen regeling voor evenementen is conform de regeling in het Besluit omge3 vinsrecht (Bor). Er vindt dan ook geen verruiming plaats van de regeling. Het bestemmingsplan voorziet op deze manier in de mogelijkheid om evenementen toe te staan. Daarnaast geldt het toetsingskader van het aangescherpte evenementenbeleid in relatie tot de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV). In de bestemming Horeca is de 7
Verklaring van de afkortingen: MER: het milieueffectrapport m.e.r.: de procedure van de milieueffectrapportage
afwijking voor het toestaan van evenementen niet opgenomen, omdat het om relatief kleine bestemmingsplanvlakken gaat. Daarbinnen is over het algemeen te weinig ruimte voor het realiseren van grotere evenementen. Omliggende gronden zullen dan nodig zijn waarbinnen de afwijkingsbevoegdheid wel is opgenomen.
Het oprichten van een geluidwal is alleen toegestaan op die locaties waar dit expliciet is aangeduid op de verbeelding. Het betreft dan ook locaties waar een eerder besluit over is genomen. De verwijzing in artikel 3.4.5 onder d naar c is niet onjuist. In lid c wordt bedoeld dat eerst bestaande bebouwing moet worden aangewend. In d staat dat als dat niet kan nieuwe bebouwing op het bouwvlak mag worden opgericht voor de (sanitaire) voorzieningen. Een koppeling aan het toeristisch profiel vindt plaats in de regels waarbij getoetst wordt aan het recreatief beleid. Er is voor gekozen deze functie van kleinschalig kamperen in het bestemmingsplan mogelijk te maken met een afwijkingsbevoegdheid. Dat neemt niet weg dat een verzoek kan worden beoordeeld in het kader van het recreatief3toeristisch beleid. De ruimtelijke impact van de grootte van mestver3/ bewerkingsinstallaties wordt beperkt door het toestaan van een beperkte verwerkingscapaciteit per locatie. Daarbij moet worden getoetst of geen belangen, waarden en functies in de omgeving nadeel ondervinden van de oprichting van een dergelijke installatie. Bij een concreet verzoek moet voldaan worden aan de geldende wet3 en regelgeving en kunnen aanvullende beperkingen van toepassing zijn vanuit bijvoorbeeld de milieuwetgeving. Ten aanzien van ondergrondse installaties geldt in eerste instantie dat het gebruik moet passen binnen de toegekende bestemming. Voor zover dergelijke installaties betrekking hebben op (agrarische) bedrijven geldt het milieuspoor als toetsingskader. Overigens zijn bepaalde containers en installaties vergunningsvrij. In de bestemmingsomschrijving en bouwregels is voldoende duidelijk gemaakt wat de gebruiks3 en bouwmogelijkheden binnen de bestemmingen is. Ook is in het bestemmingsplan duidelijk aangegeven op grond waarvan agrarische bouwvlakken zijn toegekend en waarop de maatvoering is bepaald. Ten opzichte van de vigerende bestemmingsplannen is meer rekening gehouden met het concentreren van bouwwerken en gebouwen op en direct aansluitend aan het agrarisch bouwvlak en worden bouwmogelijkheden buiten het bouwvlak beperkt. In het ontwerpbestemmingsplan is het wetsvoorstel plattelandswoningen verwerkt. Dit houdt in dat op een agrarisch bouwvlak gewoond mag worden door een derde in een bestaande (bedrijfs)woning maar dat het agrarisch bedrijf zelf hier niet door wordt be3 perkt. Van een verstening is dan ook geen sprake aangezien het om bestaande wonin3 gen gaat. De paardenbakken bij agrarische bedrijven mogen maximaal 1200 m2 bedragen en bij alle overige functies 800 m2. Dat is in het bestemmingsplan heel duidelijk per bestem3 ming aangegeven. De adviesrol van het waterleidingbedrijf of de waterbeheerder heeft tot doel om een goede belangenafweging te maken. Het bevoegd gezag dat de omgevingsvergunning verleend is verplicht het advies te vragen. Op grond van jurisprudentie mag niet
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
In het bestemmingsplan kunnen biogasinstallaties worden toegelaten met een afwijkingsbevoegdheid. In het MER wordt uitgebreid ingegaan op de mogelijke effecten van de ammoniakdepositie vanuit de veehouderij waarbij ook de mogelijke uitstoot van stikstofoxiden door warmtekrachtinstallaties bij biovergisters aan de orde komt. Ons inziens is dit voldoende onderzocht en daarmee de afwijkingsbevoegdheid onderbouwd.
|
Het opgenomen motorcrossterrein is bestemd zoals het vigerende bestemmingsplan Buitengebied Markelo deze functie toelaat. Het bestaande gebruik wordt dan ook toegelaten. Voor het overige geldt dat vanuit de bestaande milieuregelgeving zaken als geluid zijn geregeld.
93
SAB•ARNHEM
Alle opgenomen begrippen in het hele bestemmingsplan zijn ons inziens voldoende duidelijk om het ruimtelijk beleid te kunnen uitvoeren. De bestaande wetgeving, bestaand ruimtelijk beleid van diverse overheidslagen en jurisprudentie geven voldoende aanknopingspunten als er al onduidelijkheid mocht bestaan. Ten aanzien van bestaand en legaal willen we aangeven dat dit niet betekent dat illegale bouwwerken legaal worden.
gevraagd worden naar een positief advies, omdat het bevoegd gezag de belangen afweegt en de vergunning verleend. Het vragen van een verklaring van geen bedenkingen is in deze zin hetzelfde als het vragen om een positief advies.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
94
De opgenomen maatvoering in artikel 47.1 onder b is per abuis verkeerd opgenomen. Bedoeld wordt 2,5 m. Dit wordt aangepast in de regels om wel de mogelijkheid te hebben om wegen te kunnen aanpassen als dit noodzakelijk is. Het maakt daarbij niet uit wie de eigenaar is. Dit is niet ruimtelijk relevant. De mogelijkheden in artikel 49 (VAB) zijn overgenomen conform de thematische herziening. Het betreft dan ook de vertaling van bestaand ruimtelijk beleid. De enige verruiming die hier is opgenomen betreft de mogelijkheid van hergebruik van inpandige bedrijfsruimte. Dit heeft echter geen grote ruimtelijke impact waardoor deze mogelijkheid is opgenomen. Artikel 48 geeft de algemene procedureregels weer die worden toegepast bij alle in het bestemmingsplan aangegeven wijzigingsbevoegdheden. De werking is heel duidelijk in het artikel bepaald. Bijlage 3 is één op één overgenomen uit de VNG brochure bedrijven en milieuzonering en geeft een indicatie van de milieucategorie en richtafstanden bij verschillende bedrijfsvormen. Het geeft dan ook een beeld van toe te stane bedrijfsactiviteiten mocht een wijziging aan de orde zijn. Op dat moment wordt concreet getoetst of een voorgenomen activiteit vanuit ruimtelijk en milieutechnisch oogpunt mogelijk is. De bouwmogelijkheden binnen de bedrijfsbestemmingen zijn beperkt tot een vast aantal m2 dat bij recht wordt toegestaan. Ander gebruik is alleen in een vergelijkbare of lagere milieucategorie toegestaan waardoor voorkomen wordt dat een verslechtering van het leefmilieu ontstaat. Bedrijven met een hogere milieucategorie horen zeker niet thuis in het buitengebied maar op een bedrijventerrein. Op deze manier wordt daarop gestuurd. In het bestemmingsplan zijn de bestaande functies bestemd voorzover dit mogelijk is op grond van de vigerende bestemmingsplannen en bestaande wet3 en regelgeving. Daarbij is ook gekeken naar de vergunde rechten. Op deze manier ontstaat een actueel overzicht van de bestaande functies in relatie tot het te voeren ruimtelijk beleid. Niet overal kunnen bestaande functies worden bestemd naar het huidige gebruik omdat dat beleidsuitgangspunten in de weg kan staan. Te denken valt aan het bestemmen van voormalige agrarische bedrijfswoningen in het LOG tot burgerwoningen. Het opgestelde MER is als bijlage bij de toelichting van het bestemmingsplan opgenomen en maakt dan ook onderdeel uit van het bestemmingsplan. Het verdrag van Malta heeft geleid tot de Wet op de archeologische monumentenzorg. Gemeenten zijn verplicht om archeologiebeleid op te stellen en dit te vertalen in het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan kent een aantal dubbelbestemmingen die het archeologiebeleid regelen. Beide onderdelen zijn dan ook voldoende in het bestemmingsplan opgenomen. Voor het toekennen van de bestemming Bos is een aantal uitgangspunten gehanteerd. Het vigerende bestemmingsplan, de luchtfoto en de maat van 10 are op grond van de Boswet zijn leidend geweest voor het toekennen van de bestemming Bos. Kleinere bospercelen zijn geregeld binnen de agrarische bestemmingen. Algemene beginselen van behoorlijk bestuur behelzen een aantal beginselen die de gedragsregels van de overheid ten opzichte van de burger regelen. Deels zijn deze beginselen opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht, zoals het zorgvuldigheidsbeginsel en motiveringsbeginsel. Voor het overige hebben deze beginselen invulling gekregen in de jurisprudentie. Dit geldt bijvoorbeeld voor het vertrouwensbeginsel. Voorliggend plan is ons inziens zorgvuldig tot stand gekomen en voldoet aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Het verschil tussen de analoge en digitale versie zal worden opgelost. Het uiteindelijke bestemmingsplan wordt digitaal vastgesteld en dat is dan de juiste versie. Analoge exemplaren zijn dan alleen nog werkexemplaren. De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het wijzigen van de maatvoering in artikel 47.1 onder b waarbij 25 m wordt veranderd in 2,5 m.
78. De tuinderij Weergave zienswijze
Gemeentelijke reactie Ten aanzien van de locatie Haaksbergerweg 19 te Markelo wordt het vigerende be3 stemmingsplan (herziening) overgenomen.
De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het correct overnemen van de vige3 rende bestemming.
79. Haverkate@Nijland Weergave zienswijze
Gemeentelijke reactie Op grond van de diverse verzoeken die ingediend zijn is sprake van een beëindiging van het agrarisch bedrijf ter plekke. De ligging binnen het verwevingsgebied, de functies, waarden en belangen in de directe omgeving zijn van belang om te kunnen bepalen of de bestemming kan worden omgezet. Uit onderzoek blijkt dat het mogelijk is deze wo3 ningen een woonbestemming te geven.
De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het aanpassen van de verbeelding waardoor een woonbestemming wordt opgenomen in plaats van een agrarische be3 stemming en het aanvullen van bijlage 9 in de regels waarin beide adressen worden opgenomen in de tabel waarbij op elk adres 1 woning is toegestaan.
| SAB•ARNHEM
|
In het ontwerpbestemmingsplan heeft de woning Hagmolenweg 17 samen met het perceel Hagmolenweg 19 een agrarische bestemming. Nummer 19 is in eigendom van de heer J.G. Nijland. Nadat de woning met huisnummer 17 ten gevolge van een overlijden is verkregen, is het de kinderen duidelijk geworden dat er sprake is van een agrarische bedrijfsbestemming. Men was er van overtuigd dat er sprake was van een burgerwoning. Er worden een aantal feiten rond de status van de woning genoemd. Het perceel is in 1965 door de familie gekocht en er is indertijd een woning gerealiseerd. Er is al jarenlang geen agrarisch bedrijf gevestigd. Het bedrijf is gevestigd aan de Hagmolenweg 19. De woning Hagmolenweg 17 is jarenlang als burgerwoning getaxeerd voor de WOZ. Daardoor lag de waarde hoger dan de waarde van de woning op nummer 19. Er wordt verzocht de woning nummer 17 als “woning” te bestemmen.
95 ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
In het ontwerpbestemmingsplan is het geldende bestemmingsplan zoals op 28 september 2010 is vastgesteld niet overgenomen voor de Haaksbergerweg 19 te Marke3 lo. Zo is onder andere de specifieke vorm van horeca in de vorm van theeschenkerij niet opgenomen. In de zienswijze wordt gevraagd het geldende bestemmingsplan op te nemen, zodat de bedrijfsvoering niet in het geding komt.
80. A.G.M. Wegdam Weergave zienswijze
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
96
In de zienswijze wordt aangegeven dat in 1993 voor het perceel Heggelerveldsweg 1 en 1 a een vergunning is afgegeven voor een dubbele woning. Indertijd werden ter plaatse vleesvarkens gemest. Op basis van die als bijlage bijgevoegde vergunning wordt verzocht om de woningen als afzonderlijke woningen en de daarbij behorende inhoud en bijgebouwen te bestemmen. Als dit niet wordt gehonoreerd wordt met name de oppervlakte van woningen bij nummer 1 a beperkt. De bestaande oppervlakte aan bijgebouwen valt voornamelijk aan de woning met huisnummer 1 toe te rekenen. Huisnummer 1 a houdt de mogelijkheid om ca. 114 m2 bij te bouwen zoals verwoord in de zienswijze.
Gemeentelijke reactie Het klopt dat in het verleden vergunning voor twee woningen is verleend. Op grond daarvan wordt op het perceel een aanduiding opgenomen ‘maximum aantal wooneen3 heden’ met het nummer 2. Zo wordt duidelijk dat het gaat om 2 woningen op deze loca3 tie. Ten aanzien van de oppervlakte bijgebouwen gelden de regels zoals aangegeven in de bestemming Wonen (maximaal 150 m2 aan bijgebouwen toegestaan) en de mogelijk3 heden in artikel 46.2 (afwijking herbouw bijgebouwen tot 450 m2).
De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het toevoegen van de aanduiding ‘maximum aantal wooneenheden’ met het nummer 2 op de verbeelding.
81. Morsink bouwadvies & makelaardij Weergave zienswijze De indiener is verbaasd dat de Herikerweg 4 te Markelo geen aanduiding ‘Landhuis’ heeft gekregen. Het landgoed valt onder de Natuurschoonwet. De beschikking is bijgevoegd. De woning heeft een inhoud van 1360 m3, terwijl de maximale inhoud voor woningen 750 m3 bedraagt. De woning zou daarmee in strijd met het bestemmingsplan zijn. Ook is het bouwblok te klein. Bestaande bebouwing staat buiten het bouwblok. Er wordt verzocht om de bestemming ‘landhuis’ met een inhoud van 1500 m3 en een vergroting van het bouwblok zoals in de bijlage is weergegeven en daarvoor het geëigende instrumentarium te gebruiken.
Gemeentelijke reactie De bestaande inhoudsmaat van woningen wordt in voorliggend plan gerespecteerd. Zodra sprake is van woningen die kleiner zijn dan 750 m3 en willen uitbreiden moeten voldoen aan de maximale maat van 750 m3. Ditzelfde geldt voor sloop en nieuwbouw van woningen. Op grond van het ruimtelijk beleid is geen sprake van landhuis omdat deze niet is opgericht op grond van de landhuizenregeling. In de regels is bepaald dat woningen binnen het bouwvlak moeten worden gesitueerd. Bijgebouwen hoeven niet binnen het bouwvlak te staan. Maar moeten binnen een af3 stand van 25 m van het hoofdgebouw staan.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
82. G.J. Beuink Weergave zienswijze Rond de percelen Herikerweg 5 zijn percelen met bomen ingepoot, zodat rangschikking onder de Natuurschoonwet 1928 mogelijk werd. De gemeente heeft een aanlegvergunning verleend. Er wordt gevraagd de gronden niet als ‘agrarisch’, maar als ‘bos’ te bestemmen. Het beplantingsplan is bijgevoegd.
Gemeentelijke reactie
97
Weergave zienswijze In 1980 hebben de heer en mevrouw Cattier het kippenopfokbedrijf aan de Hoffmeijerweg 18 gekocht. Rond 2000 is het kippenopfokbedrijf beëindigd. Er kwam 3700 m2 aan bebouwing leeg te staan. Om verpaupering te voorkomen en in een bron van inkomsten te voorzien is in de bebouwing een motorhandel, caravan3 en meubelopslag gevestigd. In 2001 is besloten om vrijstelling voor caravan en meubelopslag te verlenen. Op dat moment kon niet worden beoordeeld of het nieuwe beleid legalisatie van de motorhandel mogelijk maakt. Er door de gemeente niet tegen het gebruik opgetreden wel is aangegeven dat rekening moest worden gehouden met de omstandigheid dat het gebruik als motorhandel in de toekomst niet getolereerd zou kunnen worden. Ondertussen vindt de activiteit 12 jaar plaats en wordt aan onder andere de milieuwetgeving voldaan. Nu het bestemmingsplan wordt geactualiseerd, is bestemmen overeenkomstig het gebruik aan de orde op de locatie Hoffmeijerweg 18 en zou dat caravanstalling, meubelopslag en motorhandel moeten zijn volgens de zienswijze. In het ontwerp bestemmingsplan is alleen de woonbestemming toegekend, ondanks 3700 m2 vrijgekomen agrarische bedrijfsbebouwing. Op Hoffmeijerweg 16 is een vab3bestemming toegewezen, terwijl nimmer een agrarisch bedrijf aanwezig is geweest. Tijdens de inloopbijeenkomst is aangegeven dat er een fout zou zijn gemaakt. In gesprekken zijn mogelijkheden benoemd, maar een antwoord is uitgebleven. Gezien de jarenlange gedoogsituatie is het toekennen van een enkele woonbestemming bij deze actualisering te kort door de bocht. In de huidige situatie verkeert de indiener in een onzekere rechtspositie, terwijl in het verleden toezeggingen zijn gedaan, waaruit de ruimte tot legaliseren blijkt volgens de zienswijze. Er wordt gevraagd tot heroverweging over te gaan en een eind te maken aan de gedoogsituatie. Ook omdat in ca. 12 jaar een goed lopend bedrijf is ontstaan, dat in de moeilijke economische tijd zich staande weet te houden. Door toedoen van de gemeente zouden indieners in grote problemen kunnen komen door het wegvallen van de inkomsten.
Gemeentelijke reactie Op grond van het vigerend bestemmingsplan is een strijdig gebruik ontstaan ten aan3 zien van detailhandel in het buitengebied. Dit is een niet wenselijke ontwikkeling in het buitengebied en in strijd met het ruimtelijk beleid. De detailhandelsfunctie wordt dan ook niet bestemd.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
84. Immink Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gevraagd het bouwvlak aan de Hogedijk 6 aan te passen, zodat ruimte ontstaat voor de activiteiten met sportpaarden. Op tekening is het gewenste bouwvlak weergegeven.
|
83. J.v.d.V. Juridisch advies & incasso
SAB•ARNHEM
De zienswijze wordt deels overgenomen ten aanzien van het toekennen van de bosbe3 stemming voor het perceel aangeduid met nummer 7.
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
De maatvoering van het perceel aangeduid met nummer 7 is groter dan 10 are wat een bosbestemming rechtvaardigd. De maatvoering van het perceel aangeduid met nummer 8 is kleiner dan 10 are. De bescherming van dit bosje vindt plaats binnen de reeds toe3 gekende agrarische bestemming.
Gemeentelijke reactie
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
98
De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vigerende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiksruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. Het bestemmingsplan biedt mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken onder voorwaarden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbe3 voegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. De voorwaarden zien op de maximale grootte van het bouwvlak, de noodzaak van de uitbreiding voor het doelmatig uitoefenen van het bedrijf, landschappelijke inpassing en het kunnen voldoen aan ande3 re wet3 en regelgeving. Door onderzoek moet worden aangetoond dat omliggende waarden, belangen en functies niet onevenredig worden geschaad en dat een uitbrei3 ding kan worden toegestaan. Het bouwblok is aangepast, zonder verdere vergroting. De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
85. Middelkamp Milieu en advies Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gesteld dat het ontwerpbestemmingsplan ter plaatse van de Holtdijk ongenummerd is strijd is met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de indiener schade ondervindt. De indiener houdt zich het recht voor om de zienswijze aan te vullen en uit te breiden. De nadere onderbouwing volgt en de gemeente wordt gevraagd daartoe een termijn te stellen.
Gemeentelijke reactie Op 8 maart 2012 is de indiener in de gelegenheid gesteld de zienswijzen aan te vullen. Van die gelegenheid is géén gebruik gemaakt. Daarnaast is sprake van het opnemen van het bestemmingsplan dat op 15 december 2009 is vastgesteld.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
86. H. van Putten Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gevraagd om het bouwvlak aan de Holtdijk 6a te verleggen. Door de aanpassing zoals op de tekening is weergegeven, ontstaat de mogelijkheid tot het realiseren van een vergunningvrij bijgebouw en een (agrarische) bedrijfsruimte.
Gemeentelijke reactie Opgenomen is het bestemmingsplanvlak conform de partiële herziening en de daarbij gemaakte afspraken in het kader van de rood voor roodregeling. Het oppervlakte aan bijgebouwen is hierin reeds gemaximaliseerd. Vergunningsvrije bouwwerken kunnen daarnaast worden opgericht binnen het bestemmingsvlak. De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
87. De Poppe Weergave zienswijze Aan de Holterweg 23 zijn het recreatiepark De Poppe en het restaurant3zalencentrum De Poppe gevestigd. Beide zijn in eigendom van de familie Aanstoot. Er is de afgelopen jaren toegewerkt naar een bedrijfsovername. Er is daarbij uitgegaan van de
Gemeentelijke reactie In voorliggend plan wordt de realisatie van extra bedrijfswoningen niet mogelijk ge3 maakt. De noodzaak tot het oprichten van een extra bedrijfswoning wordt steeds klei3 ner. Ook is in de laatste jaren weinig tot geen gebruik gemaakt van afwijkingsmogelijk3 heden voor de realisatie ervan. Wel is het zo dat het bestaande aantal bedrijfswoningen is gerespecteerd en kan worden vernieuwd. De bedrijfsoppervlakte wordt bepaald door het bestemmingsvlak op de verbeelding en komt overeen met de werkelijke situatie. Een uitbreiding daarvan is ongewenst zolang er geen concrete plannen tot uitbreiding zijn die zijn getoetst aan beleid en geldende wet3 en regelgeving. De ruimte die binnen het bestemmingsvlak bebouwd mag worden is bepaald in de regels. Bedrijfsgebouwen moeten worden opgericht binnen het bouw3 vlak. Deze is gelegd om de huidige bedrijfsgebouwen. Daarnaast mogen buiten het bouwvlak gebouwen ten behoeve van onderhoud en sanitair worden opgericht tot maximaal 350 m2.
De zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het bestemmingsplan. Wel wordt in arti3 kel 18.2.2 onder a de maatvoering gewijzigd in 350 m2.
88. Van der Reest Advies Weergave zienswijze Aan de Holterweg 28 c zijn in het ontwerpbestemmingsplan in de bestemming bos vier recreatiewoningen opgenomen. De locaties van de woningen zijn bepaald. Eén van de woningen is niet in eigendom van indiener. Om die reden wordt verzocht de functieaanduidingen achterwege te laten en de locatie voor de recreatiewoningen vrij te laten. Daardoor kan het perceel op de meest doelmatige wijze worden ingericht. De functie aanduiding op het perceel van de derde moet worden verplaatst naar het perceel in eigendom van de indiener. Er wordt opgemerkt dat er oorspronkelijk sprake was van 6 percelen, waarvan drie werden ontsloten vanaf de ventweg en drie van af de Luttekeveldweg. De situatie is in de bijlage weergegeven.
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Daarnaast wordt verzocht om de bedrijfsoppervlakte uit te breiden. Er wordt een grotere waarde aan veiligheid van en zorg voor de gasten gehecht, vandaar het belang voor de extra bedrijfswoning.
|
Door de aandacht in de openluchtrecreatie voor kwaliteit en duurzaamheid worden hoge eisen gesteld aan voorzieningen maar ook aan personele begeleiding, dienstverlening en toezicht. Het behoud van de extra bedrijfswoning is nodig om schade in de bedrijfsvoering te voorkomen. Als nadere onderbouwing noodzakelijk is, wil indiener Recron inschakelen en/of zelf een nadere toelichting verzorgen.
99
SAB•ARNHEM
mogelijkheid tot het realiseren van een tweede bedrijfswoning bij het recreatiepark, zoals opgenomen in het geldende bestemmingsplan. Het bedrijf is 14 ha groot en er kunnen 1200 tot 1500 gasten aanwezig zijn in het hoogseizoen. Foto’s zijn bijgevoegd. Bij een calamiteit is 100% aandacht van een eigenaar nodig en ook bij de overige activiteiten is de aanwezigheid van een leidinggevende vereist. U kunt bij drukte komen kijken om te zien dat een extra bedrijfswoning nodig is. Op 1 januari 2012 is het bedrijf door de kinderen overgenomen. De oudere generatie is nog zeer betrokken bij het bedrijf. De jongeren nemen de bedrijfsvoering en bedrijfsontwikkeling over. Voor de juiste bedrijfsvoering is de extra bedrijfswoning noodzakelijk. Er moet 24 uur per dag iemand van de familie aanwezig zijn. Dit is voor één gezin niet mogelijk. De indiener wenst een florerend familiebedrijf te handhaven, waar gasten zich thuis en veilig voelen, door aanwezigheid van de familie. Er worden hoge eisen gesteld aan fysiek voorzieningen, personele begeleiding, dienstverlening, toezicht, veiligheid en openbare orde. De indiener staat hiervoor garant, voor de continuering is de extra bedrijfswoning van groot belang. Tot op heden was de mogelijkheid aanwezig. Er is de voorkeur gegeven om alle financiële middelen in het bedrijf te investeren, waardoor het bedrijf kwalitatief is gegroeid.
Gemeentelijke reactie
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
100
De opgenomen locaties voor de solitaire recreatiewoningen zijn bestemd conform de ligging in het vigerende bestemmingsplan Buitengebied Markelo. De nu opgenomen functie aanduiding is conform de landelijke standaard die aangehouden moet worden bij het maken van bestemmingsplannen. Het beleid is erop gericht de bestaande solitaire locaties voor recreatiewoningen buiten de reguliere recreatieterreinen in het bestem3 mingsplan strikt te bestemmen zodat deze locaties beschikbaar blijven voor recreatief verblijf. Het kadastraal eigendom is niet van belang.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
89. De Mul Zegger Weergave zienswijze In de zienswijze wordt de procedure weergegeven. De inhoud van de inspraakreactie inzake het perceel Kagelinkbosweg 10 wordt ingevoegd. Hierin wordt opgemerkt, dat indiener sinds 1993 eigenaar is van de woning en dat daar legaal wordt gewoond. Er zijn termen aanwezig om de bestemming ( een recreatieve bestemming gekoppeld aan een gedoogsituatie) om te zetten in een woonbestemming met bijbehorende bijgebouwen. Er zijn ruimtelijk geen negatieve effecten. De huidige situatie duurt voort en er vindt geen wijziging plaats van het feitelijk gebruik. Verruiming van bouwmogelijkheden levert geen strijd op met een juiste ruimtelijke ordening. Als permanent wordt gewoond, moeten daarvoor mogelijkheden zijn wordt tijdens de inspraak gesteld. Volgens het rijksbeleid kan een lagere overheid recreatieve woningen omzetten naar woningen. Aldus is er geen sprake van strijd met het nationaal beleid. In de zienswijze wordt opgemerkt dat de gemeente geen beleid kent dat gerelateerd kan worden aan de onderhavige casus. De geldigheidstermijn van het bestemmingsplan bedraagt 10 jaar. De beschreven situatie zou tweemaal onder het overgangsrecht moeten zijn of worden gebracht. Deze benadering is in strijd met de bedoelingen van de Wet en in strijd met de rechtspraak. Gedogen heeft als gevolg, nu er geen zicht is op het beëindigen van de situatie dat er sprake is van legaliseren van de situatie. Op dit argument is niet inhoudelijk gereageerd. Volgens de zienswijze wordt door de gemeente niet bestreden, dat er geen nadelen zijn, geen effecten voor derden in negatieve zin en dat op zichzelf ook aan het object geen aspecten kleven die legaliseren in definitieve zin in de weg staan.
Gemeentelijke reactie Het uitgangspunt van het ruimtelijk beleid is dat solitaire gelegen recreatiewoningen niet worden omgezet in burgerwoningen. Dit is in strijd met de Structuurvisie en het provinciaal beleid in de omgevingsvisie. Op deze manier wordt een verdere verstening van het buitengebied voorkomen.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
90. Maatschap Altena Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gevraagd om het bouwvlak op het perceel Kappelaarsdijk 3 aan te passen, zodat de geplande ligboxenstal daarin is opgenomen. Een situatieschets is bijgevoegd.
Gemeentelijke reactie De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht.
91. Countus Weergave zienswijze Er wordt verzocht om het bouwvlak op het perceel Kappelhofsweg 2 te Ambt Delden voor het agrarisch bedrijf aan te passen. Er is in 2008 een overeenkomst gesloten voor het uitvoeren van een landschapsplan. Het in het ontwerpbestemmingsplan voorgestelde bouwvlak sluit daarbij niet aan. Er worden twee stallen gesloopt en er wordt een nieuwe stal aan de noordoostelijke zijde van het bouwvlak gebouwd. Er is een aanvraag om omgevingsvergunning aangevraagd. In een schets wordt het gewenste bouwvlak weergegeven. Een deel van het bouwvlak kan komen te vervallen, maar elders is een toevoeging gewenst. Op dat deel is een tuinhuis/carport gewenst op een wijze dat er zonlicht binnenkomt en de zichtlijnen uit het woonhuis behouden blijft. Er blijft een kippenhokje staan bij de te realiseren hoogstamboomgaard. Er wordt verzocht dit in het bouwvlak op te nemen en het bouwvlak naar mening van de indiener regelmatig af te ronden.
Gemeentelijke reactie De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. Het bestemmingsplan biedt mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken onder voorwaarden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbe3 voegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. De voorwaarden zien op de maximale grootte van het bouwvlak, de noodzaak van de uitbreiding voor het doelmatig uitoefenen van het bedrijf, landschappelijke inpassing en het kunnen voldoen aan ande3 re wet3 en regelgeving. Door onderzoek moet worden aangetoond dat omliggende waarden, belangen en functies niet onevenredig worden geschaad en dat een uitbrei3 ding kan worden toegestaan. De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
92. De Border Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gevraagd om voor het perceel Katiersweg 133 te Bentelo de huidige bestemming te handhaven in plaats van de bestemming ‘wonen’ toe te kennen. Indien de Kamer van Koophandel was geraadpleegd had kunnen worden geconcludeerd dat ter plaatse een aannemersbedrijf is gevestigd. Als de huidige bestemming wordt gehandhaafd, worden de toekomstige mogelijkheden van ”de Border” (kwekerij, hoveniers3 en bouwbedrijf) niet beperkt.
Gemeentelijke reactie De border VOF is bij de Kamer van Koophandel bekend als een bedrijf voor landschaps3 verzorging, ontwikkelen en produceren van maatwerksoftware en teelt van sierplanten
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
|
De vorm van het bouwblok is aangepast, zonder verdere vergroting
101
SAB•ARNHEM
Het bestemmingsplan biedt mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken onder voorwaarden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbe3 voegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. De voorwaarden zien op de maximale grootte van het bouwvlak, de noodzaak van de uitbreiding voor het doelmatig uitoefenen van het bedrijf, landschappelijke inpassing en het kunnen voldoen aan ande3 re wet3 en regelgeving. Door onderzoek moet worden aangetoond dat omliggende waarden, belangen en functies niet onevenredig worden geschaad en dat een uitbrei3 ding kan worden toegestaan.
(geen bomen en struiken). Van een bouwbedrijf is geen sprake. De activiteiten die be3 kend zijn bij de Kamer van Koophandel kunnen ondergeschikt aan de woonfunctie als kantoorfunctie plaatsvinden binnen de bestemming wonen. De teelt van sierplanten is mogelijk binnen het erf. De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
93. Middelkamp Milieu en advies Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gesteld dat het ontwerpbestemmingsplan ter plaatse van de Kerkstraat 1 te Hengevelde is strijd is met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de indiener schade ondervindt. De indiener houdt zich het recht voor om de zienswijze aan te vullen en uit te breiden. De nadere onderbouwing volgt en de gemeente wordt gevraagd daartoe een termijn te stellen. In deze zienswijze wordt ingaan op de aanwezigheid en voortzetting van het intensief bedrijf aan de Kerkstraat 1. Dit bedrijf hoort niet op een gevoelige locatie nabij een dorp met rondom burgerwoningen. Het veroorzaakt stank. De indiener is van mening dat het advies van de gezondheidsraad moet worden afgewacht en het wetsvoorstel van Bleker inzake de maximale bedrijfsomvang voordat het ontwerpbestemmingsplan in procedure was gebracht. Er is nu ten onrechte geen rekening met de nieuwe ontwikkelingen te houden. Het ontwerp bestemmingsplan is in beginsel in strijd met het reconstructieplan. Binnen het verwevingsgebied verzet de ruimtelijke kwaliteit en de functies van het omliggende gebied zich tegen de komst van een agrarisch bouwvlak van 2 ha. De voorgenomen uitbreiding mogelijkheden zijn in strijd met een goede ruimtelijke ordening. De grootschalige agrarische functie is in strijd met het gevoelige omliggende gebied (PEHS). Er is sprake van een intensieve pluimveehouderij, die niet past binnen het ontwikkelingsperspectief. Het draagt niet bij aan leefbaarheid. De aanduiding van nieuwe vormen van landbouw, de gevolgen voor de ruimtelijke ordening en de leefbaarheid is niet duidelijk
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
102
Door het ontbreken van een landschapsinpassingsplan schiet de inpassing te kort. Volgens het Reconstructieplan moet er omgevingsruimte zijn. Deze ruimte ontbreekt door de aanwezigheid van burgerwoningen. De negatieve effecten zijn onvoldoende onderzocht. Het is volgens de zienswijze ongewenst dat het veebedrijf met artikel 3.5.2. kan uitbreiden. Er kan niet worden voldaan de aan geureisen en geluidnormen met betrekking ten aanzien van de burgerwoningen. Woon3 en leefomgeving (ruimtelijk aspect) van de bewoners worden onevenredig aangetast. Volgens de zienswijze kan overal in het gebied bedrijfsbebouwing worden opgericht, met een hoogte van 12 meter (flatgebouw van 4 verbouwlagen) en bedrijfsbebouwing met vrijstelling tot 15 meter en masten van 40 meter. Dit is in strijd met een goede ruimtelijke ordening dat op deze gevoelige locatie gebouwen en bouwwerken met de hoogte kunnen worden gerealiseerd. Het verwevingsgebied is mede bedoeld om te wonen en te recreëren. Bij uitbreidingen van bouwvlakken moet een afweging van belangen plaatsvinden, richtlijn veehouderij en stankhinder 1985. Volgens die norm zou de door MFB gewenste uitbreiding niet kunnen worden gerealiseerd. In de wet Stank en Veehouderij zijn de normen ten nadele van de burgers verslechtert. Het kan niet zo zijn dat daarin ruimtelijke plannen geen rekening mee wordt gehouden. Het stank aspect mag niet onbesproken blijven. De normen uit de richtlijnen moeten volgens indiener worden gehanteerd en is aan de orde bij onder ander de toepassing van artikel 3.5.2. De gevolgen voor het leefmilieu zijn niet in kaart gebracht. Ten onrechte ontbreekt bodemonderzoek, flora3 en fauna onderzoek, onderzoek naar landschappelijke en natuurwaarden in het kader van de Natuurbeschermingswet, luchtkwaliteitsonderzoek. De nadelige effecten van hetgeen het bestemmingsplan bij recht toestaat is onvoldoende onderzocht, denkt ook aan verkeerhinder en –gevaar en horizonvervuiling. Het bestemmingsplan is in strijd met omgevingsverordening en visie. Door de vergroting van de bouwvlakken en gebruiksmogelijkheden ontstaan mogelijkheden tot uitbreiding van de veestapel met toename van stank, lawaai en ammoniak. Ten onrechte zijn geen haalbaarheidsonderzoeken opgesteld of de effecten op beschermde dier3 en plantensoorten.
In het bestemmingsplan zijn biogasinstallaties toegestaan. Ook voor deze functie zijn de negatieve gevolgen op het leefmilieu, zoals onder andere verspreiding dierziekten en zoönosen, niet onderzocht Het begrip ‘bestaand’ en “legaal” in artikel 3 en 4 is niet duidelijk. Er wordt in artikel 1 alleen gesproken over “bestaand en legaal”. In artikel 3 worden verschillende begrippen (wijnboerderij, caravanstalling, loonbedrijf, erfinrichtingsplan, beplantingsplan en dierplaatsen) gehanteerd dit niet zijn gedefinieerd, waardoor onduidelijkheid ontstaat over de betekenis. Ook het gebruikte begrip (on)evenredige aantasting is niet helder. Het is de indiener niet duidelijk wat een legaal en bestaande nevenactiviteit, of paardenbak is. De indruk bestaat dat illegale paardenbakken ineens zijn toegestaan Het “aan huis gebonden beroep” is voor meerderlei uitleg vatbaar en niet begrensd naar aard en omvang. Het effect van ondergrondse installaties voor het leefmilieu zijn niet in kaart gebracht. Ook hier is “onevenredige afbreuk”, “landschappelijke waarde”, “verleende vergunning” en “normaal onderhoud” niet gedefinieerd. Er mag zonder vergunning een geluidswal van 3,5 meter worden aangelegd. De verwijzing in 3.4.5.onder c ( en 4.4.5.onder c) is onjuist. Er staat nergens vermeld op welke wijze een positieve bijdrage aan het toeristisch profiel kan worden geleverd. Het advies van de deskundige wordt in verschillende artikelen genoemd. Er wordt niet aangegeven wat met dit advies moet worden gedaan. Ook het begrip noodzaak is onduidelijk. In artikel 3.6.2. komt tweemaal wijzigen voor. Eenmaal volstaat. De mestbewerkingsinstallaties kunnen worden gekoppeld en electriciteitsopwekking kan plaatvinden, omdat dit niet is beperkt. Koppeling moet worden uitgesloten en voor de oprichten van een installatie is onderzoek naar leefmilieu en verkeer nodig. Het begrip waarop wordt getoetst “onevenredige aantasting” is onduidelijk. Omwonenden kunnen met ernstige aantasting van het leefmilieu te maken krijgen. Indiener is van mening dat begrippen als “niet geschikt zijn” (art. 3.5.3.) niet is uitgelegd, “bestaande kleinere afstand” (art 3.2.4.) voor meerderlei uitleg vatbaar. Door kuilvoerplaten buiten het bouwvlak toe te staan is via een omweg een groter bouwvlak toegestaan. Er worden teveel bouwwerken buiten het bouwvlak toegestaan. Met artikel 3.3 en 3.4 wordt te veel bebouwing toegestaan en bouwvlakken worden vergroot tot 2 en 3 ha. of verder. Er kunnen ongewenste ontwikkelingen plaatsvinden. Er is geen sprake van een goede ruimtelijke ordening. Ook in artikel 4 worden verschillende begrippen niet uitgelegd “’stapmolen”, “openluchttheater”, “buitenopslag” en “onvoldoende tegemoet kan worden gekomen”. In artikel 7 wordt “zandwinning”en “parkeervoorzieningen” niet omschreven. De artikel 44 en 45 zijn voor meerderlei uitleg vatbaar. Begrippen als “aan het gebruik onttrokken machines” en “normale onderhouden en beheer betreffen”, “akkerbouw” zijn niet helder. De lijst met strijdige activiteiten en strijdige gevallen is te beperkt en moet worden uitgebreid. Artikel 45.2.5 onder b en 45 3.5 onder b moeten worden aangepast.
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Het motorcrosterrein artikel 16 had moeten worden verwijderd. Er is geen noodzaak voor een motorcrossterrein in een natuurgebied en het is natuurwetenschappelijk ongewenst. De aard en omvang is niet beperkt.
|
Door de ruime opzet van artikel 3 en 4 zijn veel niet3agrarische activiteiten ineens toegestaan. Het lijkt alsof bij alle boerderijen paardensport is toegestaan. Verpaarding is daarmee een feit. Paardensport kan een ongewenst element worden. Bijvoorbeeld doordat ondernemers een gezamenlijk evenement organiseren met veel publiek, lawaai, en bijbehorend autoverkeer. De mix of cumulatie van activiteiten kan tot extra aantasting van het leefmilieu (stank, lawaai, aantasting flora3 en fauna, luchtvervuiling, verspreiding dierziekten en zoönosen) leiden. Zo is op ieder stuk grond 3 evenementen gedurende 15 dagen toegestaan (of langer door een combinatie met artikel 46.3). Dit is niet onderzocht. Het ontbreken van onderzoek naar deze aspecten en economische waardevermindering geldt ook voor de forse detailhandel in ter plaatse geproduceerde productie, die is toegestaan. Begrippen in artikel 43 tot en met 46 zijn voor meerderlei uitleg vatbaar.
103
SAB•ARNHEM
In de zienswijze wordt opgemerkt dat in verschillende artikelen van een vergaande verruiming van het bestemmingsplan sprake is. Er zijn veel nieuwe functies mogelijk volgens artikel 3 en 4. Er kunnen omvangrijke evenementen ook in bossen worden toegestaan. In de openbare kennisgeving is de niet tot uiting gebracht. Ook is dit niet op andere wijze met het grote publiek gecommuniceerd. De indiener vraagt zich af of de openbare kennisgeving van dit plan aan de wettelijke eisen voldoet. Het is onduidelijk waarom bij Horeca evenementen niet worden toegestaan. De indiener is van mening dat evenementen thuis horen in de bestemming sportterrein en bedrijventerreinen.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
104
Waterleidingbedrijf en waterschap moeten goedkeuring geven of een verklaring van geen bedenking afgeven, voordat de omgevingsvergunning wordt verleend. Artikelen 46 en 47 zijn voor meerderlei uitleg vatbaar. Begrippen als “een langdurig evenement”, “voldoende parkeerplaatsen”, “aan te brengen voorzieningen”, “onomkeerbare voorzieningen ”, “onomkeerbare ingrepen”, “nabijgelegen functies” en “aan te brengen voorzieningen” zijn onduidelijk. Er worden niet of te weinig begrippen gedefinieerd, daardoor zijn begrippen voor meerderlei uitleg vatbaar, zoals: bestemmingsplan (artikel 1.1. en 1.2), architectonisch ondergeschikt, niet3industriele bedrijven, industriele bedrijven, agrarisch bedrijf, gebruiksgerichte paardenhouderij, het leveren van dieren, deskundige, de leeftijd van een archeologisch relict, artikel 39 MW, bedrijfsmatig handelen, toeristisch, kortdurend verblijf, kennelijk, onevenredig, kennelijke alszodanig aangemerkt, zelfredzaamheid, infrastructurele waarde, bestaand en legaal (1.26), ondergeschikt (1.29), hoogopstaande houtopstanden, duurzame bosbouw, standplaats, artikel 1.34, 1.39, 1.42, 1.44, 1.45, 1.46, 1.37 1.38, 1.48, 1.51, 1.58, 1.62, 1.67,1.69, 1.71, 1.76, 1.77, 1.79, 1.80 (i.r.t. 1.78), 1.83, 1.84 (1.48), 1.91en chalets,trekkershut, recreatieverblijf, beperkte omvang en niet permanente bewoning. Ook in artikel 2 worden niet gedefinieerde begrippen gebruikt. Het is onduidelijk welke bouwwerken en welk gebruik is toegestaan. Bedrijfswoningen zijn ineens burgerwoningen geworden (artikel 3.4.1. en 4.4.1). Dit kan leiden tot ongewenste verstening. De regeling rond paarden bakken is tegenstrijdig, want is de maximale oppervlakte nu 800 m2 of 1200 m2. De effecten (van de verruiming) van het bestemmingsplan op het leefmilieu, bodem, lucht, stank, lawaai, ammoniak infectieziekten zijn niet in kaart gebracht. Ten onrechte ontbreken de onderzoeken zoals bijvoorbeeld bodemonderzoek, flora3en faunaonderzoek, onderzoek naar landschappelijke en natuurwaarden in het kader van de Natuurbeschermingswet, het luchtkwaliteitsonderzoek en het onderzoek naar verspreiding van dierziekten. De nadelige effecten van hetgeen het bestemmingsplan bij recht toestaat is onvoldoende onderzocht, denkt ook aan verkeerhinder en –gevaar en horizonvervuiling. Er is geen rekening gehouden met infectieziekten, verspreiding van dierziekten en de nadelige gevolgen voor mensen in de omgeving. Het plan is niet zorgvuldig tot stand gekomen, omdat geen nader onderzoek is uitgevoerd. Het effect op de EHS is niet onderzocht. De natuurlijke waarde van de natuurwetenschappelijke landschapelementen is niet onderzocht. Beschermde planten en dieren kunnen onevenredige schade ondervinden. Het is onduidelijk of de Flora3 en faunawet de uitvoerbaarheid van het plan in de weg staat. Volgens artikel 47 kunnen alle wegen 50 meter breder worden. Er zijn bestemmingen gelegd op gronden die veelal niet in eigendom van de gemeente zijn. Artikel 49 beidt te veel mogelijkheden voor nieuwe functies, zonder onderzoek naar de negatieve gevolgen. Het toepassingsbereik van artikel 48 is niet beschreven. In bijlage 3 de Staat van bedrijfsactiviteiten, worden begrippen gebruikt die voor meerderlei uitleg vatbaar zijn en te veel bedrijfsactiviteiten zijn als categorie 2 aangeduid. Er is geen aandacht geschonken aan activiteiten in de open lucht plaatsvinden, waardoor de activiteit veelal in een hogere categorie moet worden ingedeeld. Bijvoorbeeld groothandel in ijzerwaren. Ook is geen aard en omvang aangeduid, zoals in bijlage 4a. De negatieve gevolgen zijn niet inzichtelijk gemaakt. Er zijn te veel bedrijfsbestemming toegestaan en de bouwvlakken zijn te groot. Gebruiksmogelijkheden en ontheffingsmogelijkheden zijn te ruim. De negatieve gevolgen voor het leefmilieu zijn niet voldoende onderzocht. Er worden te veel activiteiten en gebruiken gelegaliseerd, die in het voorafgaande bestemmingsplan niet waren toegestaan. Te onrechte is geen MER opgesteld en er is onvoldoende rekening gehouden met het verdrag van Malta. Natuurwetenschappelijke landschapelementen en bospercelen of delen daarvan zijn komen te vervallen en verkleind. Deze elementen zouden op de verbeelding terug moeten komen. Het plan is in strijd met algemene beginselen van behoorlijke bestuur tot stand gekomen en er is geen sprake van goede ruimtelijke ordening. Op de verbeelding staan lijnen en tekens die niet in de legenda zijn verklaard.
Gemeentelijke reactie Op 8 maart 2012 is de indiener in de gelegenheid de zienswijzen aan te vullen. Van die gelegenheid is gebruik gemaakt.
Effecten van het voorgenomen ruimtelijk beleid in het bestemmingsplan op het leefmilieu zijn uitgebreid onderzocht in het MER8 welke is voorgelegd aan de commissie voor de m.e.r.. In het bestemmingsplan zijn bij afwijkings3 en wijzigingsbevoegdheden voorwaarden opgenomen waarbij moet worden aangetoond dat voldaan kan worden aan de wettelijke verplichtingen. Op het moment dat zich een ontwikkeling voordoet wordt getoetst aan de op dat moment geldende wet3 en regelgeving. Het opgestelde MER is als bijlage bij de toelichting opgenomen en maakt dan ook deel uit van de toelichting. De functies die in artikel 3 en 4 mogelijk worden gemaakt zijn functies die passen bij de agrarische functie en dienen als ondersteuning en verbreding van de agrarische bedrijfsvoering. Het beleid zoals verwoord in de structuurvisie landelijk gebied is vertaald in dit bestemmingsplan, inclusief het VAB3beleid. Van een verruiming is dan ook geen sprake alleen van een implementatie van beleidsuitgangspunten in het bestemmingsplan. De effecten van een economische waardevermindering komen eventueel aan de orde bij een daadwerkelijk verzoek om een tegemoetkoming in planschade. De Wet ruimtelijke ordening voorziet in een regeling om tegemoetkoming in planschade als daadwerkelijk blijkt dat schade wordt geleden naar aanleiding van een veranderd planologisch regime. Ten aanzien van de detailhandel binnen de agrarische bestemming geldt dat het alleen detailhandel betreft van goederen die ter plaatse geproduceerd zijn en waarvan de productie niet in strijd is met de agrarische bestemming. Er is dan ook geen sprake van een forse detailhandel die zich in het buitengebied kan ontwikkelen. Alle opgenomen begrippen in het hele bestemmingsplan zijn ons inziens voldoende duidelijk om het ruimtelijk beleid te kunnen uitvoeren. De bestaande wetgeving, bestaand ruimtelijk beleid van diverse overheidslagen en jurisprudentie geven voldoende aanknopingspunten als er al onduidelijkheid mocht bestaan. Ten aanzien van bestaand en legaal willen we aangeven dat dit niet betekent dat illegale bouwwerken legaal worden. Het opgenomen motorcrossterrein is bestemd zoals het vigerende bestemmingsplan Buitengebied Markelo deze functie toelaat. Het bestaande gebruik wordt dan ook toegelaten. Voor het overige geldt dat vanuit de bestaande milieuregelgeving zaken als geluid zijn geregeld. In het bestemmingsplan kunnen biogasinstallaties worden toegelaten met een afwijkingsbevoegdheid. In het MER wordt uitgebreid ingegaan op de mogelijke effecten van de ammoniakdepositie vanuit de veehouderij waarbij ook de mogelijke uitstoot van stikstofoxiden door warmtekrachtinstallaties bij biovergisters aan de orde komt. Ons inziens is dit voldoende onderzocht en daarmee de afwijkingsbevoegdheid onderbouwd. 8
Verklaring van de afkortingen: MER: het milieueffectrapport m.e.r.: de procedure van de milieueffectrapportage
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Het Reconstructiebeleid op grond van de Reconstructiewet is reeds gedeeltelijk in de thematische herziening planologisch3juridisch verankerd ten aanzien van de zonering. De inhoudelijke regeling is toegevoegd op grond van het reconstructiebeleid. Uit het beleid blijkt dat in het verwevingsgebied niet zomaar uitgebreid mag worden. Enkel onder voorwaarden is dit ruimtelijk mogelijk. Daarnaast geldt ook de milieuwetgeving en ande3 re wetgeving waaraan ontwikkelingen worden getoetst.
|
Voorsorteren op nieuwe ontwikkelingen aangaande beleid en/of wetgeving is niet moge3 lijk. Het bestemmingsplan moet immers voldoen aan de bestaande wet3 en regelgeving. Het voorliggende bestemmingsplan is conform de beleidsuitgangspunten zoals verwoord in de Structuurvisie Landelijk Gebied en de provinciale omgevingsverordening opgesteld. De ontwikkelingen aangaande nieuwe wet3 en regelgeving worden altijd op de voet gevolgd en zo nodig en mogelijk wordt daarop ingesprongen.
105
SAB•ARNHEM
Voor de locatie Kerkstraat 1 is een bouwvlak opgenomen met een omvang gelijk aan de omvang in het vigerende bestemmingsplan. Uitbreiding van de iv3tak is binnenplans niet meer mogelijk aangezien de oppervlakte van 1,5 ha bereikt is.
Het oprichten van een geluidwal is alleen toegestaan op die locaties waar dit expliciet is aangeduid op de verbeelding. Het betreft dan ook locaties waar een eerder besluit over is genomen.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
106
De verwijzing in artikel 3.4.5 onder d naar c is niet onjuist. In lid c wordt bedoeld dat eerst bestaande bebouwing moet worden aangewend. In d staat dat als dat niet kan nieuwe bebouwing op het bouwvlak mag worden opgericht voor de (sanitaire) voorzieningen. Een koppeling aan het toeristisch profiel vindt plaats in de regels waarbij getoetst wordt aan het recreatief beleid. Er is voor gekozen deze functie van kleinschalig kamperen in het bestemmingsplan mogelijk te maken met een afwijkingsbevoegdheid. Dat neemt niet weg dat een verzoek kan worden beoordeeld in het kader van het recreatief3toeristisch beleid. De ruimtelijke impact van de grootte van mestver3/ bewerkingsinstallaties wordt beperkt door het toestaan van een beperkte verwerkingscapaciteit per locatie. Daarbij moet worden getoetst of geen belangen, waarden en functies in de omgeving nadeel ondervinden van de oprichting van een dergelijke installatie. Bij een concreet verzoek moet voldaan worden aan de geldende wet3 en regelgeving en kunnen aanvullende beperkingen van toepassing zijn vanuit bijvoorbeeld de milieuwetgeving. In de bestemmingsomschrijving en bouwregels is voldoende duidelijk gemaakt wat de gebruiks3 en bouwmogelijkheden binnen de bestemmingen is. Ook is in het bestemmingsplan duidelijk aangegeven op grond waarvan agrarische bouwvlakken zijn toegekend en waarop de maatvoering is bepaald. Ten opzichte van de vigerende bestemmingsplannen is meer rekening gehouden met het concentreren van bouwwerken en gebouwen op en direct aansluitend aan het agrarisch bouwvlak en worden bouwmogelijkheden buiten het bouwvlak beperkt. Ten aanzien van ondergrondse installaties geldt in eerste instantie dat het gebruik moet passen binnen de toegekende bestemming. Voor zover dergelijke installaties betrekking hebben op (agrarische) bedrijven geldt het milieuspoor als toetsingskader. Overigens zijn bepaalde containers en installaties vergunningsvrij. In het ontwerpbestemmingsplan is het wetsvoorstel plattelandswoningen verwerkt. Dit houdt in dat op een agrarisch bouwvlak gewoond mag worden door een derde in een bestaande (bedrijfs)woning maar dat het agrarisch bedrijf zelf hier niet door wordt be3 perkt. Van een verstening is dan ook geen sprake aangezien het om bestaande wonin3 gen gaat. De paardenbakken bij agrarische bedrijven mogen maximaal 1200 m2 bedragen en bij alle overige functies 800 m2. Dat is in het bestemmingsplan heel duidelijk per bestem3 ming aangegeven. De adviesrol van het waterleidingbedrijf of de waterbeheerder heeft tot doel om een goede belangenafweging te maken. Het bevoegd gezag dat de omgevingsvergunning verleend is verplicht het advies te vragen. Op grond van jurisprudentie mag niet gevraagd worden naar een positief advies, omdat het bevoegd gezag de belangen afweegt en de vergunning verleend. Het vragen van een verklaring van geen bedenkingen is in deze zin hetzelfde als het vragen om een positief advies. De opgenomen maatvoering in artikel 47.1 onder b is per abuis verkeerd opgenomen. Bedoeld wordt 2,5 m. Dit wordt aangepast in de regels om wel de mogelijkheid te hebben om wegen te kunnen aanpassen als dit noodzakelijk is. Het maakt daarbij niet uit wie de eigenaar is. Dit is niet ruimtelijk relevant. De mogelijkheden in artikel 49 (VAB) zijn overgenomen conform de thematische herziening. Het betreft dan ook de vertaling van bestaand ruimtelijk beleid. De enige verruiming die hier is opgenomen betreft de mogelijkheid van hergebruik van inpandige bedrijfsruimte. Dit heeft echter geen grote ruimtelijke impact waardoor deze mogelijkheid is opgenomen. Artikel 48 geeft de algemene procedureregels weer die worden toegepast bij alle in het bestemmingsplan aangegeven wijzigingsbevoegdheden. De werking is heel duidelijk in het artikel bepaald. Bijlage 3 is één op één overgenomen uit de VNG brochure bedrijven en milieuzonering en geeft een indicatie van de milieucategorie en richtafstanden bij verschillende bedrijfsvormen. Het geeft dan ook een beeld van toe te stane bedrijfsactiviteiten mocht een wijziging aan de orde zijn. Op dat moment wordt concreet getoetst of een voorgenomen activiteit vanuit ruimtelijk en milieutechnisch oogpunt mogelijk is.
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur behelzen een aantal beginselen die de gedragsregels van de overheid ten opzichte van de burger regelen. Deels zijn deze beginselen opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht, zoals het zorgvuldigheidsbeginsel en motiveringsbeginsel. Voor het overige hebben deze beginselen invulling gekregen in de jurisprudentie. Dit geldt bijvoorbeeld voor het vertrouwensbeginsel. Voorliggend plan is ons inziens zorgvuldig tot stand gekomen en voldoet aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Het verschil tussen de analoge en digitale versie zal worden opgelost. Het uiteindelijke bestemmingsplan wordt digitaal vastgesteld en dat is dan de juiste versie. Analoge exemplaren zijn dan alleen nog werkexemplaren. De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het wijzigen van de maatvoering in artikel 47.1 onder b waarbij 25 m wordt veranderd in 2,5 m.
94. Lubberink b.v Weergave zienswijze In de zienswijze wordt verzocht om een bouwblok op te nemen voor de schuur tussen de adressen Kieftenweg 2 en 2 b. Voor deze schuur is in 1991 vergunning verleend. In de bijlage is het gewenste bouwblok weergegeven. Tevens is informatie van de VNG over het overgangsrecht van illegale bouwwerken en jurisprudentie over het overgangsrecht bijgevoegd, waarin wordt aangegeven dat bestaand gebruik positief moet worden bestemd, tenzij het gebruik gewraakt is.
Gemeentelijke reactie In voorliggend plan worden solitair gelegen veldschuren niet positief bestemd om op die manier verdere verstening van het buitengebied te voorkomen. Het gebruik van de veld3 schuur valt onder overgangsbepalingen van het bestemmingsplan.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Voor het toekennen van de bestemming Bos is een aantal uitgangspunten gehanteerd. Het vigerende bestemmingsplan, de luchtfoto en de maat van 10 are op grond van de Boswet zijn leidend geweest voor het toekennen van de bestemming Bos. Kleinere bospercelen zijn geregeld binnen de agrarische bestemmingen.
|
Het opgestelde MER is als bijlage bij de toelichting van het bestemmingsplan opgenomen en maakt dan ook onderdeel uit van het bestemmingsplan. Het verdrag van Malta heeft geleid tot de Wet op de archeologische monumentenzorg. Gemeenten zijn verplicht om archeologiebeleid op te stellen en dit te vertalen in het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan kent een aantal dubbelbestemmingen die het archeologiebeleid regelen. Beide onderdelen zijn dan ook voldoende in het bestemmingsplan opgenomen.
107
SAB•ARNHEM
De bouwmogelijkheden binnen de bedrijfsbestemmingen zijn beperkt tot een vast aantal m2 dat bij recht wordt toegestaan. Ander gebruik is alleen in een vergelijkbare of lagere milieucategorie toegestaan waardoor voorkomen wordt dat een verslechtering van het leefmilieu ontstaat. Bedrijven met een hogere milieucategorie horen zeker niet thuis in het buitengebied maar op een bedrijventerrein. Op deze manier wordt daarop gestuurd. In het bestemmingsplan zijn de bestaande functies bestemd voorzover dit mogelijk is op grond van de vigerende bestemmingsplannen en bestaande wet3 en regelgeving. Daarbij is ook gekeken naar de vergunde rechten. Op deze manier ontstaat een actueel overzicht van de bestaande functies in relatie tot het te voeren ruimtelijk beleid. Niet overal kunnen bestaande functies worden bestemd naar het huidige gebruik omdat dat beleidsuitgangspunten in de weg kan staan. Te denken valt aan het bestemmen van voormalige agrarische bedrijfswoningen in het LOG tot burgerwoningen.
95. Lubberink b.v. Weergave zienswijze
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
108
Aan de Kieftenweg 2 is een agrarisch tuinbouwbedrijf gevestigd in het Landbouwontwikkelingsgebied. Er is behoefte om een werktuigenberging en een bedrijfsruimte voor het verwerken van de asperges te bouwen. Deze activiteiten vergen steeds meer ruimte. Ook zijn er plannen om een rundveestal te bouwen. Er wordt gevraagd het bouwvlak overeenkomstig de bijgevoegde schets aan te passen om mogelijkheden te behouden voor genoemde en toekomstig uitbreidingen.
Gemeentelijke reactie De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. De vorm en ligging van het bouwvlak is ruimtelijk aanvaardbaar en geeft reeds mogelijkhe3 den tot uitbreiding. Mochten de mogelijkheden binnen het bouwvlak niet voldoende zijn dan biedt het be3 stemmingsplan mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken middels afwijkings3 of wijzigingsbevoegdheden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbevoegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. Daarbij zijn voorwaarden gesteld waaronder een vergroting plaats mag vinden. Ons inziens biedt het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden voor vergroting van het agrarisch bouwvlak. De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
96. G.J.Voorthuis Weergave zienswijze In de zienswijze wordt aangegeven dat het bouwvlak voor het perceel Kieftenweg 23 onjuist is gesitueerd. Het bouwvlak is aan de oostzijde, voor de oude boerderij getekend. Volgens de zienswijze zijn aan de noordwestzijde bouwmogelijkheden. Er kan dan een beslotener erf worden gecreëerd, waardoor het storende dorpsgezicht verhuld wordt. Er wordt gevraagd dit aan te passen overeenkomst de bijlage. Kieftenweg 23 moet niet worden getypeerd als plattelandswoning, want deze hoort bij het agrarisch bedrijf. Nummer 23 a zou de typering plattelandswoning verdienen. Gedeelten tussen de Katiersweg133 en Eschweg 1 zijn nog ingetekend, terwijl de weg 12 jaar geleden vervallen bij de ruilverkaveling. Er wordt verzocht deze dwaling recht te zetten. De grens functieaanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch met waarden3 openheid’ karakteriserend voor de Benteler esch vervalt. Volgens de zienswijze moet het gebied worden vergroot tot aan de beplantingen aan de westzijde en het bouwvlak Kieftenweg 4, zoals in de bijlage is aangegeven. Zo wordt de Benteler esch een es met ruimtelijke werking en natuurlijke grenzen.
Gemeentelijke reactie De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. De vorm en ligging van het bouwvlak is aangepast, zonder verdere vergroting. Mochten de mogelijkheden binnen het bouwvlak niet voldoende zijn dan biedt het be3 stemmingsplan mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken middels afwijkings3 of wijzigingsbevoegdheden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbevoegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. Daarbij zijn voorwaarden gesteld waaronder een vergroting plaats mag vinden. Ons inziens biedt het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden voor vergroting van het agrarisch bouwvlak.
Aangezien de woning Kieftenweg 23 bij het agrarisch bedrijf hoort (er is sprake van inwoning en niet van twee woningen) wordt deze uit bijlage 9 (lijst met plattelandswoningen) verwijderd.
97. Boswinkel Weergave zienswijze De locatie Kolhoopsdijk 1 te Markelo heeft in het ontwerpbestemmingsplan de bestemming Wonen3Vab toegekend gekregen met een oppervlakte van 200 m2 voor de verblijfsrecreatie. De groepsaccommodatie c.q. bed & breakfastvoorziening heeft deze oppervlakte. De overige bebouwing is bij de aanvraag voor vab3subsidie en de gevolgde planologische procedure opgenomen, zoals bijvoorbeeld het theehuis en de fietsenstalling. Er wordt gevraagd om 700 m2 aan bebouwing op te nemen en 1000 m2 voor overige voorzieningen (parkeerplaats en mestput). Ook de aanduiding is niet toereikend, vanwege aanwezige vergaderruimte en lichte horecafaciliteiten. De bedrijfsgebouwen zijn in gebruik voor het onderhoud van het landgoed (NSW3status met groen blauwe diensten) om een toeristisch aantrekkelijke omgeving te creëren. Als de bebouwde oppervlakte moet worden verkleind dan wordt de exploitatie van de vakantieboerderij en het onderhoud van het landgoed belemmerd. De vakantieboerderij is een volledige renderend bedrijf waar een gezin van kan bestaan. Er wordt verzocht in overleg het bouwvlak aan te passen niet in het bos voor/naast de woning.
Gemeentelijke reactie In het kader van de VAB3regeling is de bestaande bebouwing aangeduid. Uitbreiding daarvan is bij recht niet mogelijk omdat het om hergebruik van opstallen gaat. Een uit3 breiding is daarbij niet zondermeer aan de orde. Als er concrete plannen zijn moeten deze worden getoetst aan het VAB3beleid en overige wet3 en regelgeving. De vergunde activiteiten worden toegevoegd in bijlage 6. De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van de aanvulling in de bijlage van de regels om de theeschenkerij en vergaderfaciliteiten op de locatie mogelijk te maken.
98.Kolhoop Weergave zienswijze De indieners hebben kennisgenomen van de omzetting van de agrarische bestemming naar de woonbestemming en zijn daar erkentelijk voor. Zij zijn van mening dat op de locatie Kolhoopsdijk 10 de stacaravans worden gebruikt voor permanente bewoning en de Recreatie3Verblijfsrecreatie bestemming moet worden heroverwogen.
Gemeentelijke reactie De locatie Kolhoopsdijk 10 betreft een regulier recreatieterrein waarbinnen de recreatie3 woningen niet permanent mogen worden gebruikt. Het omzetten van de bestemming is dan ook niet aan de orde. De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het aanpassen van de verkeersbe3 stemming en de vorm van het bouwblok. De Katiersweg/ Voorthuisweg wordt bestemd als Agrarisch en het fietspad tussen Katiersweg en Eschweg wordt bestemd als Verkeer. De woning Kieftenweg 23 wordt uit bijlage 9 verwijderd.
109
|
De aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch met waarden – openheid’ wordt vergroot tot aan de bestaande beplanting aan de rand van de es.
SAB•ARNHEM
De toegekende verkeersbestemming bij de Lage Eschweg wordt verwijderd en overeen3 komstig de bestaande situatie aangepast.
99. Brunnekreeft Weergave zienswijze
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
110
De geldende recreatieve bestemming is voor het perceel Kolhoopsdijk 10 onvolledig en onjuist op de verbeelding van het ontwerpbestemmingsplan opgenomen. Er wordt gevraagd dit aan te vullen en de bebouwingsoppervlakte te verhogen van 500 m 2 naar 1000 m2 excl. de oppervlakte van 14 recreatiewoningen. De indiener vraagt het agrarisch bouwvlak van 0,6 ha te behouden op de verbeelding voor eventueel komende veranderingen. De camping en het agrarisch bedrijf zijn al 50 jaar geheel gescheiden. De indiener wil dit zo houden. Het agrarisch bedrijf heeft een bedrijfswoning, gebouwen en stallen en ca. 14315 ha weide, akkerbouw en mestplaatsing. Om de toegankelijkheid van het erf te waarborgen is sloop en bouw noodzakelijk. De indiener verzoekt een groter oppervlakte voor het recreatiebedrijf, zodat 11 recreatieverblijven kunnen worden toegevoegd. Indien dit niet mogelijk is, ontstaat voor indiener een moeilijke situatie door de zeer hoge erfbelasting op de warme gronden die naast de camping liggen en niet kunnen worden gebruikt. De financiële crisis werkt zwaar tegen de indiener in verband met de aankomende overdracht van het recreatieterrein. De asbestsanering heeft 3na acht jaar3 nog niet plaatsgevonden, waardoor het terrein niet kan worden gebruikt. Indiener verzoekt het perceel kadastraal bekend Goor, sectie A, nummer 2389 met de oppervlakte van 1635 m2 niet als bos, maar als agrarische grond te bestemmen met de aanduiding caravan. Een situatieschets is bijgevoegd. Er wordt geïnformeerd naar de klachten van de Kolhoopsdijk 8.
Gemeentelijke reactie De verblijfsrecreatieve terreinen binnen de gemeente hebben allen een maatbestemming gekregen waarbij de grenzen worden bepaald door de feitelijke grenzen. De bestaande aantallen verblijfsrecreatieve (kampeer)middelen zijn vastgelegd. Een vergroting van terreinen zonder investering in de ruimtelijke kwaliteit is in strijd met het gemeentelijke en provinciale beleid. Het is dan ook niet op zijn plaats om nu een vergroting van het terrein toe te kennen. Bij de gemeente zijn geen agrarische activiteiten bekend die een agrarisch bouwperceel rechtvaardigen. Dit is gebaseerd op bestaande rechten (ruimtelijk en milieutechnisch). Er wordt dan ook niet overgegaan tot het toekennen van een agrarisch bouwvlak. De bestemming van de bosjes is conform de feitelijke situatie bestemd. Voor de ‘klachten’ van Kolhoopsdijk 8 wordt verwezen naar zienswijze 98. De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
100. Hesselink Weergave zienswijze Er wordt gevraagd om het bouwvlak op het perceel Kooidijk 5 te vergroten, waardoor buiten de zakelijk recht zone een woning kan worden herbouwd. De locatie ligt grotendeels onder de hoogspanningsleiding en de door Tennet beheerde zakelijk recht zone. Gezien de plannen die door Tennet aan de Tweede Kamer zijn voorgelegd, kan indiener worden uitgekocht, zodat indiener op een andere locatie kan gaan wonen. Als dit niet aan de orde is, wil indiener op de locatie blijven wonen, maar de woning buiten de zakelijk recht zone herbouwen.
Gemeentelijk reactie Een vergroting van het bestemmingsvlak betekent dat er op die locatie zonder onder3 zoek en zonder toets aan beleid, wet3 en regelgeving een nieuwe woning kan worden opgericht als de oude is gesloopt. Dat is niet de bedoeling van voorliggend consoliderend bestemmingsplan. De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
101. Veelers Weergave zienswijze
De natuurbestemming rondom de Bolscherbeek wordt op verzoek van het waterschap omgezet in de bestemming Water. Ook hierbinnen is het ontwikkelen van ecologische waarden mogelijk. Het werkelijke gebruik van de gronden/ wateren wordt daarmee be3 stemd. Het niet opnemen van een natuurbestemming en het wel opnemen van een wa3 terbestemming voorkomt echter niet dat insecten worden aangetrokken. De feitelijke situatie veranderd daar niet door. Nieuwe infectieziektes worden met het toekennen van bestemmingen in een bestemmingsplan niet voorkomen. Stilstaand zeer ondiep water vormt de belangrijkste bron waar muggen zich voortplanten en waar overlast kan ontstaan. Daarnaast is de afstand waarover muggen migreren erg beperkt. In de praktijk betekent dit dat plasjes water in bijvoorbeeld een dakgoot een belangrijke voortplantingsplek vormen voor de muggen die zich in de huiselijke omge3 ving bevinden. Aanwezige overstromingszones (ondiep water) zullen tijdelijk onder water staan. Door de tijdelijkheid van waterberging zullen muggen zich niet voortplanten, aan3 gezien de reproductietijd langer is dan de overstromingsperiode. Eventuele gelegde eitjes zullen òf weer wegspoelen òf vanwege droogval en zonwerking afsterven. Het permanente watersysteem zal leiden tot een natuurlijk/biologisch systeem gaat waarbij vissen en andere predatoren (kevers/libellen) die eventuele muggen(larven) zullen op3 eten. Verder komen in het gebied reeds sloten en open water voor waardoor er van nature altijd al muggen zullen voorkomen. Muggen kunnen daardoor niet geheel worden uitgesloten maar van een plaag ten gevolge van de aanleg van herinrichting zal geen sprake zijn. De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. Wel verandert de be3 stemming natuur in water op verzoek van het waterschap.
102. Schopman Weergave zienswijze Er wordt in de zienswijze gevraagd om voor de woning Kuipersweg 6 de mogelijkheid tot splitsing op te nemen overeenkomstig bouwvergunning 2010/0104. Daarbij wordt ook een extra huisnummer gevraagd. Het ontwerpbestemmingsplan voorziet niet in de zandhandelopslag zoals in de overeenkomst erfinrichtingsplan Kuipersweg 6 Azelo is opgenomen. De indiener heeft de verplichting tot uitvoering over te gaan en vraagt de zandhandel3zandopslag van 2000 m3 in het bestemmingsplan op te nemen. Zoals in de bijlage is weergegeven. Tevens wordt verzocht de opslag te verplaatsen naar de noordzijde van het perceel in verband met de bereikbaarheid. De gemeente heeft aangegeven hieraan geen medewerking te verlenen. Er wordt om een duurzame oplossing gevraagd. De Borgsweg dient onder alle omstandigheden goed begaanbaar te zijn voor zwaar landbouwverkeer. Binnen het bouwvlak zijn verschillende waarden van toepassing, daardoor zijn onevenredige beperkingen opgelegd. Het verzoek is om geen waarden op te nemen in het bouwvlak.
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Gemeentelijke reactie
|
De natte natuur trekt muggen, knutten, teken en ander ongedierte aan en vormt een reële bedreiging voor mens en dier. Er kan worden gedacht aan de Ziekte van Lyme, Schmallenbergvirus en blauwtong. De melkgeitenhouderij die gevestigd is ca. 500 m van dit terrein is al eens geruimd in verband met Q3koorts. De indiener is angstig voor nieuwe infectieziektes.
111
SAB•ARNHEM
In de zienswijze wordt aangegeven problemen te hebben met het opnemen van een natuurbestemming bij de Bolscherbeek ter hoogte van de Koude dijk. De aanwezigheid van natuurgebied vormt in de toekomst een bedreiging voor agrarische bedrijven.
Er wordt gevraagd het bouwvlak voor bijgebouwen op te nemen overeenkomstig de originele schets van Oversticht en het bouwvlak aan de zuidzijde aan de achterkant van de boerderij te verplaatsen.
Gemeentelijke reactie De opgenomen bestemming is conform het recent vastgestelde bestemmingsplan voor Azelo. Daar is de locatie en toegestane oppervlakte voor bijgebouwen in aangegeven. De zandhandel betreft een hobbymatige opslag en bijbehorende activiteiten welke met een privaatrechtelijke overeenkomst zijn geborgd. Het nu positief bestemmen van een niet3agrarische activiteit in het buitengebied past niet binnen het beleid en niet binnen de ruimtelijke structuur die is ontstaan in Azelo na het toepassen van rood voor rood en dat wat is vastgelegd in het bestemmingsplan voor Azelo.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
103. J.Olthof Weergave zienswijze In het bestemmingsplan Buitengebied Ambt Delden, herziening Azelo 2010 is voor de woning Kuipersweg 7 een woonbestemming opgenomen en kan daarbij een logiesgebouw worden gerealiseerd. Bij de uitwerking worden praktische problemen ervaren. Het bouwvlak voor de woning is te klein om een woning van 750 m3 overeenkomstig de beeldkwaliteitseisen te kunnen realiseren. Er is een levensloopbestendige woning met slaapkamer en badkamer op de begane grond beoogd. Een schets van de woning is bijgevoegd. Het Oversticht is van mening dat de schets voldoet aan de beeldkwaliteitseisen. Er wordt gevraagd om het bouwvlak aan te passen overeenkomstig de bijgevoegde situatietekening.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
112
Ter plaatse van de Kuipersweg 4 is het bestemmingsvlak over de perceelsgrens gesitueerd. Bij de hoek Borgsweg3Kuipersweg. Er wordt gevraagd de het bouwvlak in overeenstemming met de perceelsgrens te brengen.
De plannen voor het logiesgebouw zijn niet concreet. Er is een gebouw met kelder en hellingbaan in voorbereiding. Voor het realiseren van het logiesgebouw zouden twee beeldbepalende bomen (een beuk en zomereik) moeten worden gerooid met een omvang van 200 cm. Er wordt daarom gevraagd het bouwvlak van het logiesgebouw in noordelijke richting te verschuiven, zoals weergegeven in de situatieschets. Dit heeft geen effect op de uitgangspunten, kwaliteit en volumes zoals opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied herziening Azelo 2010. Het betreft alleen de situering van de bebouwing, waarover een positief advies van het Oversticht is verkregen. Het voorliggende plan is beter volgens de indiener.
Gemeentelijke reactie De gevraagde vergroting van de bouwvlakken is ons inziens geen lichte vergroting. In het kader van het traject om te komen tot het vastgestelde bestemmingsplan voor Azelo zijn alle aspecten (ook oppervlaktes, situering van gebouwen, erf3 en beeldkwaliteit) afgewogen. Afwijken van de uitgangspunten en vastgelegde situatie in dat bestem3 mingsplan is dan ook niet aan de orde om de beoogde erfkwaliteit te kunnen realiseren. In het kader van het bestemmingsplan voor Azelo zijn afspraken gemaakt en vastgelegd. Het kan niet zo zijn daar nu al van af te willen wijken.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
104. Desmepol Weergave zienswijze
De uitwerking van de opgenomen wijzigingsbevoegdheid artikel 5.4.1.sub d en e is niet duidelijk. Voorzover er niet3planologische belangen in overweging worden genomen bij belangenafweging horen die niet in het bestemmingsplan thuis. Als er wel een planologisch belang is dan heeft de afweging plaatsgevonden ingevolge de staat van bedrijfsactiviteiten. Artikel 5.4.1. sub e is onduidelijk. De beperkingen die zijn opgenomen voor het vestigen van bedrijven aan de Langenhorsterweg 6 zijn in strijd met artikel 49 VWEU, die ziet op vrije vestiging van bedrijven. Daarnaast is er sprake van strijd met de Dienstenrichtlijn( inhet bijzonder art. 14,lid 5, artikel 3.1.Wro en 1.1.2 Bro, Het bestemmingsplan mag alleen regels bevatten die in het belang zijn van een goede ruimtelijke ordening. Verdere beperking is niet toegestaan. De Dienstenrichtlijn ziet er op toe dat geen economische ordening wordt bedreven. Dit is met artikel 1.1.2 Bro gecodificeerd voor de bestemmingsplan praktijk. Een bestemmingsplanbepaling mag niet treden en het recht van vrije vestiging. Dwingende redenen van algemeen belang kan dit recht beperken, maar dat geeft geen vrijbrief voor de in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen beperking. Ook andere deelproducten dan zeep3 was3 en reinigingsmiddelen kunnen worden geproduceerd. De invloed op de omgeving bepaald de mogelijkheden. Het is moeilijk denkbaar dat de toepassing van het product ( halffabricaat of eindproduct) ruimtelijke uitstraling heeft. Onderscheid is ruimtelijk niet relevant en mag niet worden gemaakt. Nu het bestemmingsplan op een discriminatoire wijze (onevenredig in relatie tot de dwingende reden van algemeen belang) wordt ingezet, is er strijd met artikel 49 VWEU en Dienstenrichtlijn volgens indiener. Er is strijd met goede ruimtelijke ordening omdat er meer beperkingen worden opgelegd, dan noodzakelijk is uit ruimtelijk oogpunt vanwege het onderscheid in zeep3was3en reinigingsmiddelen enerzijds en hulpstoffen voor de bouw etc. anderzijds die ruimtelijk niet relevant is. Als een milieuvergunning is verleend mag het bestemmingsplan geen beperking opleggen, tenzij ruimtelijk relevante motieven aanwezig zijn die nog niet in de milieuvergunning zijn opgenomen. Dit moet in het bestemmingsplan worden gemotiveerd. De huidige categorie 4.2 inrichting (VNG3 brochure bedrijven en milieuzonering moet zonder beperkingen kunnen omschakelen naar een ander bedrijf categorie 4.2.zolang de impact op de omgeving niet anders is gelet op geur, stof, geluid, gevaar, verkeer, visueel, bodem en lucht. Er wordt verwezen naar de inspraakreactie. Het wordt betreurd dat op het betreffende onderdeel niet is gereageerd.
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Door strakke begrenzing van het bouwvlak en de omschrijving is geen enkele uitbreiding mogelijk. Herschikking van de bedrijfsbouwing is slechts mogelijk na zeer aanzienlijke sloop van de bestaande bebouwing. Opslag ten behoeve van het bedrijf is uitgesloten. De planopzet is in strijd met de bestendige jurisprudentie van de Raad van State, waarin legale bedrijven niet alleen moeten worden bestemd, maar ook redelijke uitbreidingsmogelijkheden. In de plantoelichting wordt dit niet gemotiveerd. In de zienswijze wordt aangegeven dat de plantoelichting een specifieke afweging belooft, die kennelijk niet heeft plaatsgevonden. Het genoemde criterium kan een redelijke uitbreidingsmogelijkheid voor het bedrijf niet in de weg staan. De werkgelegenheid is gebaat bij een flexibele bestemming. Flexibiliteitsbepalingen zijn geschrapt, de ambitie wordt niet waargemaakt en aan jurisprudentie wordt voorbij gegaan. Alles zonder motivering.
|
Het ontwerpbestemmingsplan ontbeert flexibiliteit. Er wordt gesteld dat dit in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Dit levert planschade op, die kennelijk niet in ogenschouw is genomen bij de beoordeling van de economische uitvoerbaarheid. Dit is ook in strijd met de rechtszekerheid. De bestaande functie hebben zo weinig flexibiliteit dat in feite sprake is van een uitsterfconstructie. Dit wordt als volgt toegelicht.
113
SAB•ARNHEM
Er wordt geconstateerd dat het ontwerpbestemmingsplan tot en met 7 maart ter inzage ligt en de zienswijze tijdig is ingediend. De in juli ingediende inspraakreactie wordt als ingevoegd beschouwd. In het bestemmingsplan Buitengebied Ambt Delden zijn niet3 agrarische bedrijven in beginsel positief bestemd. De bestaande oppervlakte is aangegeven met een uitbreiding van 15%. Er is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen tot maximaal 25% met eventueel een aanpassing van de bouwgrens. Voor de Langenhorsterweg 6 is opgenomen een bedrijf dat zeep3, was3 en reinigingsproducten fabriceert, met een milieucategorie 3B en een bebouwde oppervlakte van 3088 m2.De bevoegdheden zoals verwoord in artikel 29 lid 1 sub i en j worden verwoord.
Grond van BM vastgoed is bestemd als “Verkeer”. De gemeente heeft deze grond niet rechtmatig in gebruik, er is geen zicht op grondruil, er is niet aangegeven dat de gemeente tot onteigening overgaat. De indiener is van mening dat de grond voor bedrijfsdoeleinden moet worden bestemd.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
114
Er wordt verzocht het bestemmingsplan gewijzigd vast te stellen. Indiener houdt zich het recht voor om de zienswijze nader aan te vullen en vraagt de inventarisatiegegevens beschikbaar te stellen.
Gemeentelijke reactie De Wet ruimtelijke ordening voorziet in een planschaderegeling. Op het moment dat een verzoek om planschade wordt ingediend, wordt daadwerkelijk bekeken waaruit eventuele schade bestaat en wat de eventuele planschadetegemoetkoming zal zijn. In het bestemmingsplan zijn reeds redelijke uitbreidingsmogelijkheden opgenomen wel3 ke bij recht worden toegestaan. Een verdere uitbreiding is binnenplans niet gewenst omdat het om niet3agrarische bedrijvigheid in het buitengebied gaat. Het zijn feitelijk gebiedsvreemde functies die niet thuishoren in het buitengebied. Een eventueel verzoek om uitbreiding zal getoetst worden aan het beleid, wet3 en regelgeving. Op basis daar3 van kan beoordeeld worden of een verdere uitbreiding op die plek gerechtvaardigd is en mogelijk kan worden gemaakt met een eigen planologische procedure. Artikel 5.4.1 onder d gaat over de belangenafweging. De gemeente is verplicht alle be3 langen die in een gebied spelen af te wegen tegen de concrete verandering van de be3 drijvigheid op die plek. Het gaat om natuur3 en landschapswaarden, archeologische en cultuurhistorische waarden, omliggende (agrarische) bedrijven en woonfuncties mogen door de verandering niet worden gehinderd waarbij o.a. gekeken wordt naar afstands3 normen vanuit milieuregelgeving en overige zaken die een belang vertegenwoordigen. Deze moeten alleen worden afgewogen voordat medewerking kan worden verleend aan een verandering van de bedrijfsactiviteiten. Artikel 5.4.1 onder e gaat over de landschappelijke inpassing. Zodra een ander bedrijf wordt toegestaan op de locatie wordt een landschappelijke inpassing vereist. Hiervoor is het nodig een landschapsdeskundige te raadplegen omdat het erf goed ingepast moet worden in een bestaand landschap. Bestemmingsplan geeft de ruimtelijke kaders waar welk soort niet3agrarisch bedrijf is toegestaan. De soort bedrijvigheid kan met een wijzigingsbevoegdheid worden veran3 derd als voldaan wordt aan de voorwaarden. Het gaat immers om niet aan het buiten3 gebied gebonden bedrijvigheid. Daarvoor is het noodzakelijk dat goed gestuurd kan worden op welke bedrijvigheid wel of niet passend wordt geacht en of het mogelijk is bedrijvigheid op een bedrijventerrein te kunnen vestigen. Op grond van de Wet ruimte3 lijke ordening is branchering toegestaan. Er is op grond van het te voeren ruimtelijk beleid in dit bestemmingsplan niet geheel recht op vrije vestiging. Het ruimtelijk beleid is er immers voor om de juiste functie op de juiste plek te kunnen ontwikkelen, als er sprake is van nieuwvestiging of wijziging. Daarbij wordt ook gekeken naar de milieuca3 tegorie van bedrijven. Het is ons inziens acceptabel om bij het wijzigen van de aard van de bedrijvigheid een milieucategorie 1 of 2 bedrijf toe te staan. Een hogere milieucate3 gorie heeft een behoorlijke milieubelasting. Voor dergelijke bedrijven zijn bedrijventer3 reinen ingericht. Bedrijfsactiviteit in het buitengebied heeft wel degelijk een ruimtelijke impact die tot uiting komt in de zwaarte van de milieucategorie in relatie tot functies, waarden en be3 langen in de omgeving. Daarbij valt ook te denken aan de verkeersaantrekkende wer3 king van bedrijvigheid. Dit zijn allen relevante zaken die in het bestemmingsplan terug komen bij het toekennen van de bestemming en de specificatie van de bedrijfsactivitei3 ten. Het stuk grond van BM vastgoed heeft een verkeersbestemming gekregen. Conform de gemaakte afspraken in de brief van 9 december 2008 zal de punt te zijner tijd worden uitgeruild met de gemeente. Herbestemming is dan ook niet aan de orde.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
105. Sapouni BV Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gevraagd naar kopieën van de meetgegevens van de bebouwing die hebben gediend om het bouwvlak in het ontwerp bestemmingsplan te bepalen.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
106. Middelkamp Milieu en advies Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gesteld dat het ontwerpbestemmingsplan ter plaatse van de Langenhorsterweg 6 is strijd is met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de indiener schade ondervindt. De indiener houdt zich het recht voor om de zienswijze aan te vullen en uit te breiden. De nadere onderbouwing volgt en de gemeente wordt gevraagd daartoe een termijn te stellen. Er wordt gevraagd de bedrijfsbestemming voor het perceel Langehorsterweg 6 niet voort te zetten. Bijlage 4a spoort niet met moderne inzichten voor industriële activiteiten bij burgerwoningen. De afstand van het bedrijf ten opzichte van woningen getuigt niet van een goede ruimtelijke ordening. De bestemming is niet in aard en omvang begrensd. Er kan zeer grote zeepindustrie ontstaan, met niet onderzochte negatieve gevolgen voor woon3 en leefmilieu voor de aspecten stank, lawaai, flora en faun, lucht, licht en economische waarde vermindering. Het begrippen “ bedrijfswoning”, “buitenopslag” en “onevenredig” zijn niet duidelijk en voor meerderlei uitleg vatbaar. Artikel 5.4.1. is een te vergaande verslechtering van ruimtelijke kwaliteit ten opzichte van het huidige bestemmingsplan. Er zijn allerlei andere functies mogelijk. Het is niet duidelijk waarom . Aard en omvang van nieuwe toe te voegen is niet begrensd in een overbelaste situatie. In de zienswijze wordt opgemerkt dat in verschillende artikelen van een vergaande verruiming van het bestemmingsplan sprake is. Er zijn veel nieuwe functies mogelijke volgens artikel 3 en 4. Er kunnen omvangrijke evenementen ook in bossen worden toegestaan. In de openbare kennisgeving is de niet tot uiting gebracht. Ook is dit niet op andere wijze met het grote publiek gecommuniceerd. De indiener vraagt zich af of de openbare kennisgeving van dit plan aan de wettelijke eisen voldoet. Het is onduidelijk waarom bij Horeca evenementen niet worden toegestaan. De indiener is van mening dat evenementen thuis horen in de bestemming sportterrein en bedrijventerreinen. Door de ruime opzet van artikel 3 en 4 zijn veel niet3agrarische activiteiten ineens toegestaan. Het lijkt alsof bij alle boerderijen paardensport is toegestaan. Verpaarding is daarmee een feit. Paardensport kan een ongewenst element worden. Bijvoorbeeld doordat ondernemers een gezamenlijk evenement organiseren met veel publiek, lawaai, en bijbehorend autoverkeer. De mix of cumulatie van activiteiten kan tot extra aantasting van het leefmilieu (stank, lawaai, aantasting flora3 en fauna, luchtvervuiling, verspreiding dierziekten en zoönosen) leiden. Zo is op ieder stuk grond 3 evenementen gedurende 15 dagen toegestaan ( of langer door een combinatie met artikel 46.3). Dit is niet onderzocht. Het ontbreken van onderzoek naar deze aspecten en economische waardevermindering geldt ook voor de forse detailhandel in ter plaatse geproduceerde productie, die is toegestaan. Begrippen in artikel 43 tot en met 46 zijn voor meerderlei uitleg vatbaar. Het motorcrosterrein in artikel 16 had moeten worden verwijderd. Er is geen noodzaak voor een motorcrossterrein in een natuurgebied en het is natuurwetenschappelijk ongewenst. De aard en omvang is niet beperkt. In het bestemmingsplan zijn biogasinstallaties toegestaan. Ook voor deze functie zijn de negatieve gevolgen op het leefmilieu, zoals onder andere verspreiding dierziekten en zoönosen, niet onderzocht
|
Het ingetekende bouwvlak is bepaald aan de hand van het vigerende bestemmingsplan. De gebruikte ondergrond dient slechts ter oriëntatie en heeft geen juridische status.
SAB•ARNHEM
Gemeentelijke reactie
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
115
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
116
Het begrip ‘bestaand’ en “legaal” in artikel 3 en 4 is niet duidelijk. Er wordt in artikel 1 alleen gesproken over “bestaand en legaal”. In artikel 3 worden verschillende begrippen (wijnboerderij, caravanstalling, loonbedrijf, erfinrichtingsplan, beplantingsplan en dierplaatsen) gehanteerd dit niet zijn gedefinieerd, waardoor onduidelijkheid ontstaat over de betekenis. Artikel 5.5.3. is te vaag en niet handhaafbaar. Ook het gebruikte begrip (on)evenredige aantasting is niet helder. Het is de indiener niet duidelijk wat een legaal en bestaande nevenactiviteit, of paardenbak is. De indruk bestaat dat illegale paardenbakken ineens zijn toegestaan Het “aan huis gebonden beroep” is voor meerderlei uitleg vatbaar en niet begrensd naar aard en omvang. Ook is “onevenredige afbreuk”, “landschappelijke waarde”, “verleende vergunning” en “normaal onderhoud” niet gedefinieerd. In artikel 7 wordt “zandwinning”en “parkeervoorzieningen” niet omschreven. De artikel 44 en 45 zijn voor meerderlei uitleg vatbaar. Begrippen als “aan het gebruik onttrokken machines” en “normale onderhouden en beheer betreffen”, akkerbouw zijn niet helder. De lijst met strijdige activiteiten en strijdige gevallen is te beperkt en moet worden uitgebreid. Artikel 45.2.5 onder b en 45 3.5 onder b moeten worden aangepast. Ook in artikel 4 worden verschillende begrippen niet uitgelegd “’stapmolen”, “openluchttheater”, “buitenopslag” en “onvoldoende tegemoet kan worden gekomen”. Artikelen 46 en 47 zijn voor meerderlei uitleg vatbaar. Begrippen als “een langdurig evenement”, “voldoende parkeerplaatsen”, “aan te brengen voorzieningen”, “onomkeerbare voorzieningen ”, “onomkeerbare ingrepen”, “nabijgelegen functies” en “aan te brengen voorzieningen” zijn onduidelijk. Er worden niet of te weinig begrippen gedefinieerd, daardoor zijn begrippen voor meerderlei uitleg vatbaar, zoals: bestemmingsplan (artikel 1.1. en 1.2), architectonisch ondergeschikt, niet3industriële bedrijven, industriële bedrijven, agrarisch bedrijf, gebruiksgerichte paardenhouderij, het leveren van dieren, deskundige, de leeftijd van een archeologisch relict, artikel 39 MW, bedrijfsmatig handelen, toeristisch, kortdurend verblijf, kennelijk, onevenredig, kennelijke als zodanig aangemerkt, zelfredzaamheid, infrastructurele waarde, bestaand en legaal(1.26), ondergeschikt (1.29), hoogopstaande houtopstanden, duurzame bosbouw, standplaats, artikel 1.34, 1.39, 1.42, 1.44, 1.45, 1.46, 1.37, 1.38, 1.48, 1.51, 1.58, 1.62, 1.67, 1.69, 1.71, 1.76, 1.77, 1.79, 1.80 (i.r.t. 1.78), 1.83, 1.84 (1.48), 1.91en chalets, trekkershut, recreatieverblijf, beperkte omvang en niet permanente bewoning. Ook in artikel 2 worden niet gedefinieerde begrippen gebruikt. Er mag zonder vergunning een geluidswal van 3,5 meter worden aangelegd. De verwijzing in 3.4.5 onder c (en 4.4.5 onder c) is onjuist. Er staat nergens vermeld op welke wijze een positieve bijdrage aan het toeristisch profiel kan worden geleverd. Het advies van de deskundige wordt in verschillende artikelen genoemd. Er wordt niet aangegeven wat met dit advies moet worden gedaan. Ook het begrip noodzaak is onduidelijk. In artikel 3.6.2. komt tweemaal wijzigen voor. Eenmaal volstaat. De mestbewerkingsinstallaties kunnen worden gekoppeld en electriciteitsopwekking kan plaatvinden, omdat dit niet is beperkt. Koppeling moet worden uitgesloten en voor de oprichten van een installatie is onderzoek naar leefmilieu en verkeer nodig. Het begrip waarop wordt getoetst “onevenredige aantasting” is onduidelijk. Omwonenden kunnen met ernstige aantasting van het leefmilieu te maken krijgen. Indiener is van mening dat begrippen als “niet geschikt zijn” (art. 3.5.3) niet is uitgelegd, “bestaande kleinere afstand” (art 3.2.4) voor meerderlei uitleg vatbaar. Door kuilvoerplaten buiten het bouwvlak toe te staan is via een omweg een groter bouwvlak toegestaan. Er worden teveel bouwwerken buiten het bouwvlak toegestaan. Met artikel 3.3 en 3.4 wordt te veel bebouwing toegestaan en bouwvlakken worden vergroot tot 2 en 3 ha of verder. Er kunnen ongewenste ontwikkelingen plaatsvinden. Er is geen sprake van een goede ruimtelijke ordening. Het is onduidelijk welke bouwwerken en welk gebruik is toegestaan. Het effect van ondergrondse installaties voor het leefmilieu zijn niet in kaart gebracht. Bedrijfswoningen zijn ineens burgerwoningen geworden ( artikel 3.4.1 en 4.4.1). Dit kan leiden tot ongewenste verstening. De regeling rond paarden bakken is tegenstrijdig, want is de maximale oppervlakte nu 800 m2 of 1200 m2. De effecten van de verruiming van het bestemmingsplan op het leefmilieu, bodem, lucht, stank, lawaai, ammoniak infectieziekten zijn niet in kaart gebracht. Ten onrechte ontbreken de onderzoeken zoals bijvoorbeeld bodemonderzoek, flora3en faunaonderzoek, onderzoek naar landschappelijke en natuurwaarden in het kader van de
In bijlage 3 de Staat van bedrijfsactiviteiten, worden begrippen gebruikt die voor meerderlei uitleg vatbaar zijn en te veel bedrijfsactiviteiten zijn als categorie 2 aangeduid. Er is geen aandacht geschonken aan activiteiten in de open lucht plaatsvinden, waardoor de activiteit veelal in een hogere categorie moet worden ingedeeld. Bijvoorbeeld groothandel in ijzerwaren. Ook is geen aard en omvang aangeduid, zoals in bijlage 4a. De negatieve gevolgen zijn niet inzichtelijk gemaakt. Er zijn te veel bedrijfsbestemming toegestaan en de bouwvlakken zijn te groot. Gebruiksmogelijkheden en ontheffingsmogelijkheden zijn te ruim. De negatieve gevolgen voor het leefmilieu zijn niet voldoende onderzocht. Er worden te veel activiteiten en gebruiken gelegaliseerd, die in het voorafgaande bestemmingsplan niet waren toegestaan. Ten onrechte is geen MER opgesteld( ontbreekt in de zienswijze) en er is onvoldoende rekening gehouden met het verdrag van Malta. Natuurwetenschappelijke landschapelementen en bospercelen of delen daarvan zijn komen te vervallen en verkleind. Deze elementen zouden op de verbeelding terug moeten komen. Het plan is in strijd met algemene beginselen van behoorlijke bestuur tot stand gekomen en er is geen sprake van goede ruimtelijke ordening. Op de verbeelding staan lijnen en tekens die niet in de legenda zijn verklaard.
Gemeentelijke reactie Op 8 maart is de indiener in de gelegenheid de zienswijzen aan te vullen. Van die gelegenheid is gebruik gemaakt. De bestemming voor de locatie Langenhorsterweg 6 is opgenomen conform het vigeren3 de bestemmingsplan voor het buitengebied van Ambt Delden. De toegestane aard van de bedrijvigheid en de te bebouwen oppervlakte is beperkt in bijlage 4a. De functies die in artikel 3 en 4 mogelijk worden gemaakt zijn functies die passen bij de agrarische functie en dienen als ondersteuning en verbreding van de agrarische bedrijfsvoering. Het beleid zoals verwoord in de structuurvisie landelijk gebied is vertaald in dit bestemmingsplan. Ook het VAB3beleid is vertaald evenals het Rood voor Rood beleid. Van een verruiming is dan ook geen sprake alleen van een implementatie van beleidsuitgangspunten in het bestemmingsplan. De effecten van een economische waardevermindering komen eventueel aan de orde bij een daadwerkelijk verzoek om een tegemoetkoming in planschade. De Wet ruimtelijke ordening voorziet in een regeling om tegemoetkoming in planschade als daadwerkelijk blijkt dat schade wordt geleden naar aanleiding van een veranderd planologisch regime. Ten aanzien van de detailhandel binnen de agrarische bestemming geldt dat het alleen detailhandel betreft van goederen die ter plaatse geproduceerd zijn en waarvan de productie niet in strijd is met de agrarische bestemming. Er is dan ook geen sprake van een forse detailhandel die zich in het buitengebied kan ontwikkelen. Het opgenomen motorcrossterrein is bestemd zoals het vigerende bestemmingsplan Buitengebied Markelo deze functie toelaat. Het bestaande gebruik wordt dan ook
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Volgens artikel 47 kunnen alle wegen 50 meter breder worden. Er zijn bestemmingen gelegd op gronden die veelal niet in eigendom van de gemeente zijn. Artikel 49 biedt te veel mogelijkheden voor nieuwe functies, zonder onderzoek naar de negatieve gevolgen. Het toepassingsbereik van artikel 48 is niet beschreven.
|
Waterleidingbedrijf en waterschap moeten goedkeuring geven of een verklaring van geen bedenking afgeven, voordat de omgevingsvergunning wordt verleend.
117
SAB•ARNHEM
Natuurbeschermingswet, het luchtkwaliteitsonderzoek en het onderzoek naar verspreiding van dierziekten. De nadelige effecten van hetgeen het bestemmingsplan bij recht toestaat is onvoldoende onderzocht, denkt ook aan verkeerhinder en –gevaar en horizonvervuiling. Er is geen rekening gehouden met infectieziekten, verspreiding van dierziekten en de nadelige gevolgen voor mensen in de omgeving. Het plan is niet zorgvuldig tot stand gekomen, omdat geen nader onderzoek is uitgevoerd. Het effect op de EHS is niet onderzocht. De natuurlijke waarde van de natuurwetenschappelijke landschapelementen is niet onderzocht. Beschermde planten en dieren kunnen onevenredige schade ondervinden. Het is onduidelijk of de Flora3 en faunawet de uitvoerbaarheid van het plan in de weg staat.
toegelaten. Voor het overige geldt dat vanuit de bestaande milieuregelgeving zaken als geluid zijn geregeld. In het bestemmingsplan kunnen biogasinstallaties worden toegelaten met een afwijkingsbevoegdheid. In het MER wordt uitgebreid ingegaan op de mogelijke effecten van de ammoniakdepositie vanuit de veehouderij waarbij ook de mogelijke uitstoot van stikstofoxiden door warmtekrachtinstallaties bij biovergisters aan de orde komt. Ons inziens is dit voldoende onderzocht en daarmee de afwijkingsbevoegdheid onderbouwd. De ruimtelijke impact van de grootte van mestver3/ bewerkingsinstallaties wordt beperkt door het toestaan van een beperkte verwerkingscapaciteit per locatie. Daarbij moet worden getoetst of geen belangen, waarden en functies in de omgeving nadeel ondervinden van de oprichting van een dergelijke installatie. Bij een concreet verzoek moet voldaan worden aan de geldende wet3 en regelgeving en kunnen aanvullende beperkingen van toepassing zijn vanuit bijvoorbeeld de milieuwetgeving.
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
118
Alle opgenomen begrippen in het hele bestemmingsplan zijn ons inziens voldoende duidelijk om het ruimtelijk beleid te kunnen uitvoeren. De bestaande wetgeving, bestaand ruimtelijk beleid van diverse overheidslagen en jurisprudentie geven voldoende aanknopingspunten als er al onduidelijkheid mocht bestaan. Ten aanzien van bestaand en legaal willen we aangeven dat dit niet betekent dat illegale bouwwerken legaal worden. Het oprichten van een geluidwal is alleen toegestaan op die locaties waar dit expliciet is aangeduid op de verbeelding. Het betreft dan ook locaties waar een eerder besluit over is genomen. De verwijzing in artikel 3.4.5 onder d naar c is niet onjuist. In lid c wordt bedoeld dat eerst bestaande bebouwing moet worden aangewend. In d staat dat als dat niet kan nieuwe bebouwing op het bouwvlak mag worden opgericht voor de (sanitaire) voorzieningen. Een koppeling aan het toeristisch profiel vindt plaats in de regels waarbij getoetst wordt aan het recreatief beleid. Er is voor gekozen deze functie van kleinschalig kamperen in het bestemmingsplan mogelijk te maken met een afwijkingsbevoegdheid. Dat neemt niet weg dat een verzoek kan worden beoordeeld in het kader van het recreatief3toeristisch beleid.
SAB•ARNHEM
|
In de bestemmingsomschrijving en bouwregels is voldoende duidelijk gemaakt wat de gebruiks3 en bouwmogelijkheden binnen de bestemmingen is. Ook is in het bestemmingsplan duidelijk aangegeven op grond waarvan agrarische bouwvlakken zijn toegekend en waarop de maatvoering is bepaald. Ten opzichte van de vigerende bestemmingsplannen is meer rekening gehouden met het concentreren van bouwwerken en gebouwen op en direct aansluitend aan het agrarisch bouwvlak en worden bouwmogelijkheden buiten het bouwvlak beperkt. Ten aanzien van ondergrondse installaties geldt in eerste instantie dat het gebruik moet passen binnen de toegekende bestemming. Voor zover dergelijke installaties betrekking hebben op (agrarische) bedrijven geldt het milieuspoor als toetsingskader. Overigens zijn bepaalde containers en installaties vergunningsvrij. In het ontwerpbestemmingsplan is het wetsvoorstel plattelandswoningen verwerkt. Dit houdt in dat op een agrarisch bouwvlak gewoond mag worden door een derde in een bestaande (bedrijfs)woning maar dat het agrarisch bedrijf zelf hier niet door wordt be3 perkt. Van een verstening is dan ook geen sprake aangezien het om bestaande wonin3 gen gaat. De paardenbakken bij agrarische bedrijven mogen maximaal 1200 m2 bedragen en bij alle overige functies 800 m2. Dat is in het bestemmingsplan heel duidelijk per bestem3 ming aangegeven. Effecten van het voorgenomen ruimtelijk beleid in het bestemmingsplan op het leefmilieu zijn uitgebreid onderzocht in het MER9 welke is voorgelegd aan de commissie voor de m.e.r.. In het bestemmingsplan zijn bij afwijkings3 en wijzigingsbevoegdheden voorwaarden opgenomen waarbij moet worden aangetoond dat voldaan kan worden aan de wettelijke verplichtingen. Op het moment dat zich een ontwikkeling voordoet wordt getoetst aan de op dat moment geldende wet3 en regelgeving. Het opgestelde MER is als bijlage bij de toelichting opgenomen en maakt dan ook deel uit van de toelichting. 9
Verklaring van de afkortingen: MER: het milieueffectrapport m.e.r.: de procedure van de milieueffectrapportage
Bijlage 3 is één op één overgenomen uit de VNG brochure bedrijven en milieuzonering en geeft een indicatie van de milieucategorie en richtafstanden bij verschillende bedrijfsvormen. Het geeft dan ook een beeld van toe te stane bedrijfsactiviteiten mocht een wijziging aan de orde zijn. Op dat moment wordt concreet getoetst of een voorgenomen activiteit vanuit ruimtelijk en milieutechnisch oogpunt mogelijk is. De bouwmogelijkheden binnen de bedrijfsbestemmingen zijn beperkt tot een vast aantal m2 dat bij recht wordt toegestaan. Ander gebruik is alleen in een vergelijkbare of lagere milieucategorie toegestaan waardoor voorkomen wordt dat een verslechtering van het leefmilieu ontstaat. Bedrijven met een hogere milieucategorie horen zeker niet thuis in het buitengebied maar op een bedrijventerrein. Op deze manier wordt daarop gestuurd. In het bestemmingsplan zijn de bestaande functies bestemd voorzover dit mogelijk is op grond van de vigerende bestemmingsplannen en bestaande wet3 en regelgeving. Daarbij is ook gekeken naar de vergunde rechten. Op deze manier ontstaat een actueel overzicht van de bestaande functies in relatie tot het te voeren ruimtelijk beleid. Niet overal kunnen bestaande functies worden bestemd naar het huidige gebruik omdat dat beleidsuitgangspunten in de weg kan staan. Te denken valt aan het bestemmen van voormalige agrarische bedrijfswoningen in het LOG tot burgerwoningen. Het opgestelde MER is als bijlage bij de toelichting van het bestemmingsplan opgenomen en maakt dan ook onderdeel uit van het bestemmingsplan. Het verdrag van Malta heeft geleid tot de Wet op de archeologische monumentenzorg. Gemeenten zijn verplicht om archeologiebeleid op te stellen en dit te vertalen in het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan kent een aantal dubbelbestemmingen die het archeologiebeleid regelen. Beide onderdelen zijn dan ook voldoende in het bestemmingsplan opgenomen. Voor het toekennen van de bestemming Bos is een aantal uitgangspunten gehanteerd. Het vigerende bestemmingsplan, de luchtfoto en de maat van 10 are op grond van de Boswet zijn leidend geweest voor het toekennen van de bestemming Bos. Kleinere bospercelen zijn geregeld binnen de agrarische bestemmingen. Algemene beginselen van behoorlijk bestuur behelzen een aantal beginselen die de gedragsregels van de overheid ten opzichte van de burger regelen. Deels zijn deze beginselen opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht, zoals het zorgvuldigheidsbeginsel en motiveringsbeginsel. Voor het overige hebben deze beginselen invulling gekregen in de jurisprudentie. Dit geldt bijvoorbeeld voor het vertrouwensbeginsel. Voorliggend plan is ons inziens zorgvuldig tot stand gekomen en voldoet aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Het verschil tussen de analoge en digitale versie zal worden opgelost. Het uiteindelijke bestemmingsplan wordt digitaal vastgesteld en dat is dan de juiste versie. Analoge exemplaren zijn dan alleen nog werkexemplaren. De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het wijzigen van de maatvoering in artikel 47.1 onder b waarbij 25 m wordt veranderd in 2,5 m.
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Artikel 48 geeft de algemene procedureregels weer die worden toegepast bij alle in het bestemmingsplan aangegeven wijzigingsbevoegdheden. De werking is heel duidelijk in het artikel bepaald.
119
|
De opgenomen maatvoering in artikel 47.1 onder b is per abuis verkeerd opgenomen. Bedoeld wordt 2,5 m. Dit wordt aangepast in de regels om wel de mogelijkheid te hebben om wegen te kunnen aanpassen als dit noodzakelijk is. Het maakt daarbij niet uit wie de eigenaar is. Dit is niet ruimtelijk relevant. De mogelijkheden in artikel 49 (VAB) zijn overgenomen conform de thematische herziening. Het betreft dan ook de vertaling van bestaand ruimtelijk beleid. De enige verruiming die hier is opgenomen betreft de mogelijkheid van hergebruik van inpandige bedrijfsruimte. Dit heeft echter geen grote ruimtelijke impact waardoor deze mogelijkheid is opgenomen.
SAB•ARNHEM
De adviesrol van het waterleidingbedrijf of de waterbeheerder heeft tot doel om een goede belangenafweging te maken. Het bevoegd gezag dat de omgevingsvergunning verleend is verplicht het advies te vragen. Op grond van jurisprudentie mag niet gevraagd worden naar een positief advies, omdat het bevoegd gezag de belangen afweegt en de vergunning verleend. Het vragen van een verklaring van geen bedenkingen is in deze zin hetzelfde als het vragen om een positief advies.
107. Familie Breukers en familie Ten Dam Weergave zienswijze De zienswijze richt zich op de bestemming van de percelen Langenhorsterweg 16316a en 20.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
120
Langenhorsterweg 16316a een voormalig loonbedrijf met winkel3/magazijnruimte binnen de bestemming bedrijfsbebouwing krijgt de bestemming handel in bouwmaterialen, auto’s en de stalling van caravans met een oppervlakte van 2668 m2 en een bouwhoogte van 10 meter. De autohandel betekent een verslechtering van de woonomgeving door grote toename van het aantal verkeersbewegingen vooral op zaterdagen. De geluidsbelasting op de gevels en in tuinen neemt toe. De indiener is van mening dat autohandel op het industrieterrein c.q. autoboulevard thuishoort en zeker niet in het overwegend agrarische buitengebied. De autohandel (zeker als het tweedehands handel betreft) heeft meestal een armoedige uitstraling, waardoor het karakter van het buitengebied onaanvaardbaar wordt aangetast. Er wordt gevraagd de huidige bestemming niet te wijzigen. In het ontwerpbestemmingsplan is de bestemming van het perceel Langenhorsterweg 20 van agrarisch gewijzigd naar maatschappelijk. Op het perceel is een hondenkennel gevestigd, die is ontwikkeld in een hondenpension. In 2003 is een milieuvergunning verleend voor een hondenkennel met 50 fokhonden, 20 pensionhonden en 10 asielhonden. Het aantal pensionhonden is toegenomen, terwijl de fokhonden zijn gedaald tot bijna nihil. Het pension is niet meer ondergeschikt aan de kennel. De naam is veranderd in Dierenhotel, een passende omschrijving, die niet binnen de agrarische bestemming past. Met het toekennen van een maatschappelijke bestemming wil de gemeente kennelijk meewerken volgens de zienswijze. De belangen van de bewoners van de naast gelegen woningen op enkele tientallen meters van de bron van het lawaai, uitlaatrennen worden ondergeschikt gemaakt aan het economisch en financieel belang van het dierenpension. Het dierenpension heeft een akoestisch onderzoek laten uitvoeren voor een dierenpension met 140 honden en verdubbeling van het nu toegestane aantal honden. Indieners hebben geen bezwaar tegen een hondenkennel met max. 50 fokhonden, max. 20 pensionhonden en max. 10 asielhonden, mits wordt voldaan aan de maximale geluidsbelasting zoals omschreven in de verleende milieuvergunning. De bestemming agrarisch kan worden gehandhaafd. Op dit moment ervaart indiener een bijzondere aantasting van het woonmilieu door overschrijding van de geluidsnormen. Met de bestemming hondenpension is de ramp in de vorm van veel te hoge geluidsbelasting compleet. Pensionhonden geven een veel hogere geluidsbelasting dan fokhonden. Binnen de gemeente is geen enkel hondenpension, zo dicht bij woningen gesitueerd als in deze feitelijk illegale situatie. Op dit moment worden de woningen in zekere zin nog beschermd voor overlast, omdat de gemeente handhavend kan optreden op grond van het bestemmingsplan en de milieuvergunning. De gemeente is daar lichtvaardig mee omgegaan volgens indiener. De indiener vraagt de huidige bestemming te handhaven omdat daarmee de overlast voor indieners makkelijker kan worden gedragen dan bij het geluid van meer dan 100 blaffende honden.
Gemeentelijke reactie Het feitelijk gebruik op de locatie Langenhorsterweg 16316a is bestemd. De bestem3 mingsgrens zal wel worden aangepast conform kadastrale grens. De maatschappelijke bestemming voor de locatie Langenhorsterweg 20 is gekozen conform de landelijke standaard voor het toekennen van bestemmingen. Hondenpensi3 ons zijn een maatschappelijke functie. Dit is in lijn met de de verleende milieuvergunning. Via het milieuspoor zal de inrichting moeten voldoen aan de gestelde normen ten aanzien van bijvoorbeeld geluid. Het gemeentelijk belang is een goede ruim3 telijke ordening en gezien de korte afstand tussen de percelen is hierbij ook het onder3 scheid tussen fokdieren en pensiondieren van belang. Hierom wordt het reëel geacht om het dierenhotel geen aanvullende planologische ruimte te bieden. De bestemming zal worden aangepast overeenkomstig de vergunde situatie. Een en ander betekent dat de
nu aanwezige buitenrennen moeten worden verkleind en voor een deel verplaatst en dat de benutbare oppervlakte bebouwing voor het houden van fokhonden wordt beperkt tot de vigerende milieuvergunning (360 m2), waarbij de oppervlakte ten behoeve van pen3 siondieren apart wordt aangegeven (46,5 m2).
Weergave zienswijze Zoals ook in de inspraakreactie is aangegeven is op het perceel Langenhorsterweg 20 664 m2 aan bebouwing aanwezig en geen 556 m2. Er wordt verzocht om de oppervlakte aan te passen. Daarnaast wordt verzocht om het bouwvlak aan te passen. In de reactie op de inspraak is aangegeven dat het vlak is aangepast. Dit blijkt niet uit de verbeelding. De strook aan de zijkant zou eventueel kunnen worden verplaatst naar de achterzijde, waar de speelweides van de honden zich bevinden. Er wordt gevraagd om het bouwvlak te vergroten, zodat een toekomst bestendig modern honden3 en kattenhotel kan worden verwezenlijkt.
Gemeentelijke reactie Naar aanleiding van zienswijze nr. 107 wordt de bestemming aangepast overeenkomstig de vergunde situatie, hierdoor worden de mogelijkheden voor het dierenhotel beperkt.
109. Exlan Weergave zienswijze Het intensieve agrarische bedrijf aan de Larenseweg 34/34a wordt in de komende jaren in 3 fasen uitgebreid. De laatste 2 fasen kunnen op grond van het geldende bestemmingsplan en het ontwerpbestemmingsplan niet worden gerealiseerd. De beoogde uitbreiding van de bestaande kraamzeugenstal past binnen het bestemmingsplan, de uitbreiding van de gespeende biggenstal en de bouw van een nieuwe vleesvarkenstal niet. De uitbreidingen hebben als doel het verbeteren van het financieel economisch resultaat, waar door de continuïteit van het bedrijf op langere termijn gewaarborgd blijft en een gunstige concurrentie positie ontstaat. Met de uitbreidingen zal het bedrijf blijven voldoen aan de regelgeving. Er wordt verzocht om het bouwvlak volgens bijgevoegde schets aan te passen, waardoor het bouwvlak een oppervlakte krijgt van ca. 1,5 ha, waardoor geen MERprocedure nodig is. Gemeentelijke reactie De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. De vorm en ligging van het bouwvlak is aangepast zonder verdere vergroting. Mochten de mogelijkheden binnen het bouwvlak niet voldoende zijn dan biedt het be3 stemmingsplan mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken middels afwijkings3 of wijzigingsbevoegdheden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbevoegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. Daarbij zijn voorwaarden gesteld waaronder een vergroting plaats mag vinden. Ons inziens biedt het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden voor vergroting van het agrarisch bouwvlak. De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
SAB•ARNHEM
|
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
108. J.H.G. Blanke
|
121 De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De toegestane oppervlak3 tes benutbare bebouwing voor het dierenhotel worden aangepast. Ook wordt de be3 grenzing tussen de bestemmingen op Langenhorsterweg 16/16a aangepast overeen3 komstig de kadastrale grenzen.
110. Countus Weergave zienswijze
Gemeentelijke reactie De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. De vorm en ligging van het bouwvlak is ruimtelijk aanvaardbaar en geeft reeds mogelijkhe3 den tot uitbreiding. Mochten de mogelijkheden binnen het bouwvlak niet voldoende zijn dan biedt het be3 stemmingsplan mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken middels afwijkings3 of wijzigingsbevoegdheden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbevoegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. Daarbij zijn voorwaarden gesteld waaronder een vergroting plaats mag vinden. Ons inziens biedt het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden voor vergroting van het agrarisch bouwvlak. De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
111. BMD advies Weergave zienswijze
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
122
In het ontwerpbestemmingsplan heeft het bouwvlak aan de Larenseweg 38 een oppervlakte gekregen van ca. 1,3 ha. Er wordt verzocht deze oppervlakte te vergroten naar 2 ha. zoals op de schets is aangegeven. Er zal schaalvergroting moeten plaatsvinden om het bedrijf in de toekomst levensvatbaar te houden. Dit is alleen mogelijk als bouw van nieuwe gebouwen of uitbreiding van bestaande bebouwing wordt toegestaan. Er is geconstateerd door de indiener dat het bouwvlak niet overeenkomstig hun inspraakreactie is aangepast. Zo is bijvoorbeeld de woning niet geheel binnen het bouwvlak geplaatst. De indiener is van mening dat dit ruimtelijk geen enkel probleem is.
In de zienswijze wordt opgemerkt dat de zend3ontvangstinstallatie aan de Larenseweg 58 te Markelo 153 meter hoog is en geen 100 meter zoals is opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan. In verband met mogelijke veranderingen aan de zend3 ontvangstinstallatie wordt gevraagd om een maximale hoogte van 160 meter op te nemen.
Gemeentelijke reactie In het vigerende bestemmingsplan Buitengebied Markelo staat een maximale hoogte3 maat van 180 m. De opgenomen 100 m en de vigerende 180 m komen niet overeen met de feitelijke hoogte. De maximale maat wordt vergroot tot 160 m zodat de huidige mast voldoet aan de regels van het bestemmingsplan.
De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het aanpassen van de hoogtemaat voor zend3 en ontvangststations tot 160 m in artikel 5.2.3 onder b.
112. ForFarmers Weergave zienswijze De gewenste en gerealiseerde bebouwing aan de Leusmanweg 7 te Markelo valt niet binnen het bouwvlak zoals opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan. De gerealiseerde mestsilo ligt gedeeltelijk buiten het bouwvlak. Ook is een nieuwe stal oostelijk van de bestaande ligboxenstal gewenst. In de bijgevoegde schets is het gewenste bouwvlak weergegeven, waarin mestsilo en gewenste nieuwbouw in het bouwvlak zijn opgenomen. Het betreft geen vergroting van het bouwvlak van 1,45 ha maar een verandering in vorm.
Gemeentelijke reactie
113. Maatschap Zendman Weergave zienswijze In de zienswijze wordt verzocht om aan de Lichtmissenweg op een bedrijfstechnisch gezien gunstige plek meerdere sleufsilo’s te realiseren bij een reeds bestaande. Door centralisatie van silo’s op een centrale plaats kunnen voersoorten worden gemengd. De goedkoopste manier van voeren kan worden gerealiseerd. Ook voor omwonenden heeft deze situering voordelen. Er wordt verspreiding van silo’s voorkomen. De indiener heeft begrepen dat de gemeenteraad heeft besloten tot het invoeren van regelgeving tot de plaatsing van silo’s.
Gemeentelijke reactie In het plan is het ruimtelijke principe van concentratie van bedrijfsactiviteiten en gebou3 wen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde vertaald. Dat houdt in dat kuilvoerplaten in principe binnen het bouwvlak zijn opgenomen. Daar waar het aan de orde is nieuwe kuilvoerplaten te realiseren dan dienen deze op of aansluitend aan het opgenomen bouwvlak gerealiseerd te worden. Zo wordt concentratie bewerkstelligd. Als er ter plaat3 se geen mogelijkheden bestaan om aan deze voorwaarde te kunnen voldoen, kan geke3 ken worden naar de situatie ter plekke. Zo mogelijk kan altijd maatwerk worden gele3 verd die met een eigen planologische procedure mogelijk wordt gemaakt.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
114. Horia Investment Weergave zienswijze In de zienswijze wordt opgemerkt dat de bestemming Horeca voor het perceel Lochemseweg 2 in het ontwerpbestemmingsplan minder mogelijkheden heeft dan in het geldende plan. Er is nu Horeca in de vorm van hotels/restaurants toegestaan met een oppervlakte van maximaal 700 m2 bouw3 en goothoogte van respectievelijk 10 en 6 meter. Ondanks de consoliderende aard is de begripsomschrijving veranderd in “horacabedrijf: een gebouw dat blijkens zijn aard en indeling dienstbaar is aan het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en spijzen voor het gebruik ter plaatse, al dan niet in samenhang met het bedrijfsmatig verschaffen van logies”, het bouwvlak verkleind en de bouw3 en goothoogte verminderd naar 7 en 4,5 meter. Er wordt gevraagd om de oude bestemming met daarbij behorende bouwbeperkingen te handhaven.
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
123
|
Mochten de mogelijkheden binnen het bouwvlak niet voldoende zijn dan biedt het be3 stemmingsplan mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken middels afwijkings3 of wijzigingsbevoegdheden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbevoegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. Daarbij zijn voorwaarden gesteld waaronder een vergroting plaats mag vinden. Ons inziens biedt het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden voor vergroting van het agrarisch bouwvlak.
SAB•ARNHEM
De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. De vorm en ligging van het bouwvlak is aangepast, zonder verdere vergroting.
Gemeentelijke reactie In de regels is opgenomen dat op de locatie Lochemseweg 2 een hotel/restaurant ge3 vestigd mag zijn. Dit is overeenkomstig de feitelijke situatie. Het opgenomen begrip voor horecabedrijf geeft daar een nadere omschrijving bij.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
124
De vigerende bouwhoogten conform het bestemmingsplan Buitengebied van Markelo worden overgenomen. Daartoe wordt een specifieke bouwaanduiding op de verbeelding opgenomen en wordt in de regels een maximale goothoogte van 6 m en een maximale bouwhoogte van 10 m geregeld. Het vigerende bestemmingsplan wordt overgenomen tot aan het kadastrale eigendom.
De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het overnemen van het vigerende bestemmingsvlak tot aan het kadastrale eigendom en het opnemen van een aanduiding die de specifieke bouwhoogten in de regels regelt.
115. Kolkman Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gesteld dat tot 8 maart 2012 zienswijzen kunnen worden ingediend en dat de zienswijze tijdig is ingediend. In de zienswijze wordt ingegaan op de weigering tot het verlenen van vrijstelling door het college en de daar op volgende beroepsprocedure. De Rechtbank Almelo, sector bestuursrechtspraak heeft geconcludeerd dat het college een begrip horecabedrijf onjuist hanteert. De uitspraak is als bijlage opgenomen. De huisvesting van buitenlandse werknemers kan onder bepaalde voorwaarden onder het begrip vallen. De rechtbank is van mening dat het initiatief om voor goede huisvesting van de werknemers is te prijzen. De gemeente heeft haar stelling dat de grote ruimtelijke impact kan leiden tot maatschappelijke onrust onvoldoende gemotiveerd. Vervolgens zijn werkafspraken gemaakt om het bouwplan te kunnen realiseren. De gemeente geeft de minimale oppervlakte voor het restaurant en eventueel keuken, bouwvoorschriften voor een dienstwoning. Aan de hand daarvan zou indiener een schetsplan opstellen, waarop het vergunningtraject zou in gang zou kunnen worden gezet. Door het ontwerpbestemmingsplan wordt indiener ernstig belemmerd in het realiseren van de bouwplannen. De goothoogte is van 6 naar 4,5 meter en de hoogte van 10 naar 7 meter. Daardoor wordt indiener aanzienlijk beperkt in de bebouwingsmogelijkheden. Tevens bestaat de indruk dan de 10% vrijstelling niet is gehandhaafd. Indiener heeft er groot belang bij dat rekening wordt gehouden met het bouwplan zoals is opgesteld. Er wordt gevraagd om de inhoud van het bestemmingsplan te heroverwegen.
Gemeentelijke reactie In de regels is opgenomen dat op de locatie Lochemseweg 2 een hotel/ restaurant ge3 vestigd mag zijn. Dit is overeenkomstig de feitelijke situatie. Het opgenomen begrip voor horecabedrijf geeft daar een nadere omschrijving bij. De algemene afwijkingsmogelijkheid van 10% is in voorliggend plan niet meer van toepassing. Het beleid over oppervlaktematen, inhoudsmaten en hoogtematen is con3 creet bepaald voor het hele buitengebied. Het is wenselijk deze maten aan te houden. Daar waar afwijkingsmogelijkheden of wijzigingsbevoegdheden zijn opgenomen kan hiervan afgeweken worden onder de aangegeven voorwaarden. Zo is het te voeren ruimtelijk beleid helder. Het ingediende bouwplan kan qua oppervlakte worden gerealiseerd binnen de bepalingen zoals verwoord in voorliggend bestemmingsplan. De vigerende bouwhoogten zoals opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied van Markelo worden overgenomen. Daartoe wordt een specifieke bouwaanduiding op de verbeelding opgenomen en wordt in de regels een maximale goothoogte van 6 m en een maximale bouwhoogte van 10 m geregeld. Het vigerende bestemmingsplan wordt overgenomen tot aan het kadastrale eigendom.
De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het overnemen van het vigerende bestemmingsvlak tot aan het kadastrale eigendom en het opnemen van een aanduiding die de specifieke bouwhoogten in de regels regelt.
Gemeentelijke reactie De gevraagde verkleining van het ene bestemmingsvlak voor wonen en de vergroting van het andere bestemmingsvlak voor wonen heeft geen ruimtelijke consequenties. De ruimtelijke en milieukwaliteit wordt hier niet door verslechterd, waardoor aan de ziens3 wijze tegemoet kan worden gekomen.
De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het aanpassen van de bestemmings3 vlakken Wonen op de verbeelding.
117. Mevrouw Tempelman Weergave zienswijze Er is een pro forma zienswijze ingediend waarin wordt aangegeven dat de juiste stukken zullen worden ingediend.
Gemeentelijke reactie Op 8 maart 2012 is de indiener in de gelegenheid de zienswijzen aan te vullen. Van die gelegenheid is géén gebruik gemaakt.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
118. J. Berendsen Weergave zienswijze In de zienswijze wordt verzocht om in het bestemmingsplan de verplaatsing van de woning aan de Luttekeveldweg 15 mogelijk te maken. De woning ondervindt in de huidige situatie hinder van trillingen, geluid en stof. De provincie heeft een akoestisch rapport, waaruit blijkt dat de lagen tonen (die trillingen veroorzaken) continu te hoog zijn. Op de gewenste locatie wordt de woning achter het bos gerealiseerd. Het bos houdt trillingen, stof en geluid tegen. De woning komt lager te liggen waardoor er veel overheen gaat. De grondstofwinning bij de Domelaar zou tijdelijk zijn, maar het ziet er naar uit dat deze voor altijd is. Er wordt herhaald dat het niet gaat om een tweede bedrijfswoning.
Gemeentelijke reactie In het ruimtelijk beleid dat is vertaald in het bestemmingsplan wordt gestreefd naar een concentratie van gebouwen en bouwwerken zoals nu aanwezig. Het afsplitsen van een woning van een bedrijf is niet logisch en past dan ook niet binnen de uitgangspunten voor het ruimtelijk beleid. De ondervonden hinder van de Domelaar wordt veroorzaakt door de inrichting (de bedrijfsactiviteiten) van de Domelaar zelf. Daarvoor is een milieu3 vergunning verleend waaraan het bedrijf zich moet houden. De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
In de zienswijze wordt gevraagd de bestemmingvlak voor het perceel Luttekeveldweg 6 bij Markelo te vergroten in verband met de verkoop van de woning en aangrenzende gronden.
125
|
Weergave zienswijze
SAB•ARNHEM
116. W. Krijgsman
119. J.H. Klein Nagelvoort Weergave zienswijze
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
126
Er wordt verzocht om het bouwvlak van de woning aan de Markeloseweg 111 te Goor te vergroten. Er heeft een grondruil met het Weldam plaatsgevonden en de notariële akte is gepasseerd.
Gemeentelijk reactie De gevraagde vergroting van het bestemmingsvlak voor wonen heeft geen ruimtelijke consequenties. De ruimtelijke en milieukwaliteit wordt hier niet door verslechterd, waar3 door aan de zienswijze tegemoet kan worden gekomen.
De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het aanpassen van de bestemmings3 vlakken Wonen op de verbeelding.
120. Maatschap Voortman Weergave zienswijze De indiener is het niet eens met het de gewijzigde bestemming voor de Middendorperweg 2 zoals opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan. Volgens het schrijven van de gemeente oktober 2007 valt het bedrijf onder het besluit landbouwmilieu beheer. Daarna is er feitelijk niets veranderd in de bedrijfsvoering. Er worden nog steeds dieren gehouden, zoals op de stallijst van mei 2010 is weergegeven, 26 runderen (26 NGE), maar soms ook minder. Ook bedrijven met 0 NGE kunnen een agrarische bestemming nodig hebben, zoals bijvoorbeeld akkerbouw3 of loonbedrijven. Er is een mestbassin in gebruik, dit verenigt zich niet met de bestemming wonen. De indiener heeft 30 ha grond in eigendom en er wordt jaarlijks 50 ha gepacht. De wens bestaat om voor machines een werktuigenberging te kunnen bouwen. Het veehandelsbedrijf werkt vanuit de locatie en transportmiddelen staan op de locatie gestald. Er bestaat de wens om de bouw van een wagenloods of verzamelplaats voor dieren mogelijk te houden. Het is onduidelijk waarom andere percelen met minder agrarische activiteiten, wel als agrarische zijn bestemd, zoals Deldensestraat 15 en Steenmorsweg 22. Door de voorgestelde verandering wordt indiener ernstig in exploitatie en expansie van activiteiten beperkt. Er wordt verzocht de bestemming te heroverwegen en de indiener is bereid het gestelde nader toe te lichten. Als dit niet wordt gehonoreerd, houdt hij zich het recht voor om kosten op de gemeente te verhalen en een planschade procedure in werking te stellen.
Gemeentelijke reactie Met het aantal runderen (volgens melding 25 stuks rundvee) is de bedrijfsomvang 6,55 NGE. Conform de systematiek van dit bestemmingsplan betreft dit het hobbymatig houden van vee. Op grond van dat uitgangspunt is een woonbestemming toegekend. De locatie Deldensestraat heeft volgens de milieugegevens meer dan 19 NGE wat een agrarisch bouwvlak rechtvaardigt. De locatie Steenmorsweg 22 is gekoppeld aan het naastgelegen agrarisch bedrijf.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
121. H.H.Klifman Weergave zienswijze
Gemeentelijke reactie De gevraagde geringe vergroting van het andere bestemmingsvlak voor wonen heeft geen ruimtelijke consequenties. De ruimtelijke en milieukwaliteit wordt hier niet door verslechterd, waardoor aan de zienswijze tegemoet kan worden gekomen.
De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het aanpassen van de bestemmings3 vlakken Wonen op de verbeelding.
122. Rombou Weergave zienswijze Het voorgestelde bouwvlak voor het perceel Needsestraat 10 biedt geen mogelijkheid tot groei van het bedrijf, terwijl er plannen tot uitbreiding zijn. De varkenstak is beëindigd, maar de rundveetak wil indiener ontwikkelen door een ligboxenstal ten oosten van de bestaande stal te realiseren. Er wordt gevraagd het bouwvlak overeenkomstig de schets aan te passen. Het bouwvlak zal geen 2ha maar ca. 1,5 ha groot worden en past binnen het beleid. Er is geen sprake van onevenredige aantasting van de in de omgeving aanwezige functies en waarden en/of belangen van eigenaren/gebruikers van omliggende gronden.
De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. De vorm en ligging van het bouwvlak is aangepast, zonder verdere vergroting. Mochten de mogelijkheden binnen het bouwvlak niet voldoende zijn dan biedt het be3 stemmingsplan mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken middels afwijkings3 of wijzigingsbevoegdheden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbevoegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. Daarbij zijn voorwaarden gesteld waaronder een vergroting plaats mag vinden. Ons inziens biedt het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden voor vergroting van het agrarisch bouwvlak. De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
123. L. Wijland Weergave zienswijze In de zienswijze wordt ingegaan op de verandering van de bestemming van een perceel grond aan de Nieuwe Sluisweg. In het geldende bestemmingsplan is er sprake van de bestemming Opslagterrein, in het ontwerp is de aanduiding Bedrijf met de aanduiding grondopslag. Door de verandering treedt een aanzienlijke uitbreiding van bedrijfsmatige mogelijkheden voor het terrein op. Het afgelopen jaar hebben er aanzienlijke veranderingen aan het terrein plaatsgevonden, vooruitlopend aan de nieuwe bestemming. De activiteiten die momenteel plaatsvinden duiden op grootschalige verwerking van grond en afval uit de wijde omgeving. Door de bestemming bedrijf kunnen bouwwerken geen gebouw zijnde met een hoogte van 15 meter worden geplaatst, zoals lopende banden en silo’s. Deze zullen een behoorlijke negatieve aantasting van de leefomgeving vormen. Er is momenteel sprake
| SAB•ARNHEM
|
Gemeentelijke reactie
127 ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
In de zienswijze wordt gevraagd het bouwvlak van de woning aan de Middendorperweg 4 te Diepenheim aan te passen, zodat het realiseren van een één3roedige kapberg met behoud van grote bomen mogelijk wordt. Op de tekening is de beoogde locatie weergegeven. Aan de straatzijde mag het bouwvlak worden verkleind.
van een grote toename van verkeersdruk rond het terrein. De aanliggende bestemmingen (wonen, natuur en camping) ondervinden bovenmatige overlast. Het beeld van de omgeving van de Schipbeek (zandvang met natuurlijke waterplas) wordt in grote mate aangetast. De indiener is van mening dat de activiteiten op een bestaand industrieterrein thuishoren. Dit stukje Overijssel verdient beter.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
128 Gemeentelijke reactie De toegekende bestemming Bedrijf met de aanduiding grondopslag legt de feitelijk aan3 wezige situatie vast. Er is dan ook geen sprake van een uitbreiding van bedrijfsmogelijk3 heden op de locatie en geen bouwmogelijkheden. De maximale hoogte voor bouwwer3 ken, geen gebouwen zijnde bedraagt 6 m en geen 15 m.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
124.B.J.J. Morsink Weergave zienswijze Voor het perceel Nijhofweg 1 is de bestemming landbouwmuseum opgenomen. Er wordt verzocht om een woonbestemming toe te kennen. Er is geen opvolger voor het museum en de indiener wil het museum verkopen gezien de verminderde bewegingsvrijheid en gezondheid. Er wordt verwacht dat een woonbestemming kan bijdragen in het genoemde.
Gemeentelijke reactie Op grond van het bovenstaande is onderzoek ingesteld of de wijziging ruimtelijk en mili3 eutechnisch mogelijk is. Uit het onderzoek blijkt dat dit kan.
De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het wijzigen van de bestemming Cultuur en ontspanning in de bestemming Wonen. Op de verbeelding wordt dit doorge3 voerd evenals in bijlage 4a van de regels.
125. Fam. Mol Weergave zienswijze Bij de inspraak, zoals in de bijlage is verwoord, is gevraagd om de paardenbak aan de Nijhofweg 4 positief te bestemmen. De gemeente heeft schriftelijk bij schrijven van 16 januari 2012 aangegeven dat bestaande paardenbakken binnen 30 meter van de wegas zijn gelegaliseerd en dat een positieve bestemming overbodig is, omdat een binnenplanse regeling is opgenomen. Ondanks gesprekken met medewerkers van de gemeente waarin indiener is meegedeeld dat de paardenbak is gelegaliseerd, houdt de indiener daarover twijfels. In artikel 50 is het overgangsrecht van het bestemmingsplan opgenomen. Artikel 50.2.1. geeft aan dat gebruik in strijd met het bestemmingsplan mag worden voortgezet en artikel 50.2.4. geeft aan dat dit niet geldt voor gebruik dat in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan. Als de paardenbak legaal is op grond van het geldende bestemmingsplan, zoals in de inspraakreactie is verwoord, is volgens de indiener de paardenbak gelegaliseerd. De indiener is van mening dat wanneer dat volgens de uitgangspunten van het ontwerpplan niet aan de orde is, dat dit alsnog zou moeten worden gerealiseerd, gezien de jurisprudentie ( AF 4240 uit 2003 gemeente Hof van Twente) en het gewekte vertrouwen bij de aanleg. Een positieve functieaanduiding zou daartoe kunnen bijdragen. De paardenbak ligt geen 30 meter uit de as van de weg. De kortste afstand is 22 meter.
Gemeentelijke reactie Een groot deel van de zienswijze is ingetrokken. Wat resteert is bovenstaand weergege3 ven. De paardenbak wordt aangeduid op de huidige locatie.
126. Morsink Weergave zienswijze Aan de Nijhofweg 5 zijn op het recreatieterrein 3 recreatiewoningen aanwezig en is voor 3 een vergunning verleend. Het bouwvlak is te klein want de bestaande, aanwezige bebouwing ligt deels buiten het bouwvlak. De gezamenlijke oppervlakte aan bedrijfsgebouwen van 200 m2 is onvoldoende. Er is al 276 m2 aan bebouwing buiten het bouwvlak aanwezig. Er ontstaat strijd met het vast te stellen bestemmingsplan. De indiener wil voor de te realiseren uitbreiding van de camping een toiletgebouw realiseren en een schuur van 20 bij 15 meter voor de opslag van machines ten behoeve van het onderhoud van het terrein en vraagt om een grotere oppervlakte toe te staan. Daarnaast wordt er verzocht om vergroting van het bouwvlak en zes recreatiewoningen in het bestemmingsplan op te nemen, zoals in de bijlage is weergegeven.
Gemeentelijk reactie Voor het recreatieterrein is inderdaad vergunning verleend voor 6 recreatiewoningen. Dit aantal wordt in bijlage 8 van de regels opgenomen zodat de vergunde situatie ook wer3 kelijk bestemd is.
De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het aanpassen van het aantal toege3 stane recreatiewoningen tot maximaal 6, de vergroting van het bouwvlak en aanpassing van de maximale maat bebouwing buiten het bouwvlak tot 350 m2. Ook wordt de twee3 de bedrijfswoning als bedrijfswoning aangeduid.
127. Hendrix UTD Weergave zienswijze Er wordt gevraagd om de vorm van het agrarisch bouwvlak aan de Oomsdijk 5 en 7 overeenkomstig de bijlage aan te passen. De aanpassing is bedrijfstechnisch noodzakelijk en sluit beter aan bij het huidige inzicht van toekomstige ontwikkelingen. Er treedt op geen enkele wijze verslechtering op.
Gemeentelijke reactie De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. De vorm en ligging van het bouwvlak is aangepast, zonder verdere vergroting. Mochten de mogelijkheden binnen het bouwvlak niet voldoende zijn dan biedt het be3 stemmingsplan mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken middels afwijkings3 of wijzigingsbevoegdheden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbevoegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. Daarbij zijn voorwaarden gesteld waaronder een vergroting plaats mag vinden. Ons inziens biedt het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden voor vergroting van het agrarisch bouwvlak. De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
| SAB•ARNHEM
|
In zijn algemeenheid wordt gesteld dat het oppervlakte bebouwing buiten het bouwvlak op de recreatieterreinen van 200 m2 wordt vergroot tot 350 m2. Het gaat dan om de gezamenlijke oppervlakte gebouwen ten behoeve van onderhoud en sanitair.
129 ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
De zienswijze wordt overgenomen in die zin dat de paardenbak op de verbeelding wordt aangeduid en de regels in artikel 4.1 onder j worden aangevuld waardoor ook de aange3 duide paardenbak mogelijk is.
128. Countus Weergave zienswijze
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
130
Om de biologische pluimveehouderij aan de Oude Goorseweg 8 in de toekomst levensvatbaar te houden wil de indiener het bedrijf uitbreiden. Het bestemmingsplan moet ruimte bieden aan de bouw van een nieuwe stal. In de huidige bedrijfssituatie kan dat alleen aan de overzijde van de weg. Als de gemeente daar niet aan mee werkt is het bedrijf niet meer levensvatbaar. Door aanscherping van de wetgeving voor biologische pluimveehouderijen zal waarschijnlijk maximaal 150 meter voor uitloop kunnen worden toegestaan. Voor de uitloop van 7500 kippen is 3 ha grond in gebruik. Mogelijkheden om de huiskavel substantieel te vergroten zijn onderzocht maar op niets uitgelopen. Aan de overzijde van de weg is door vrijwillige kavelruil 3 ha grond verkregen. Deze grond wenst indiener te gebruiken voor het houden van 7500 kippen om een levensvatbaar bedrijf te houden. In de schets is de huidige bebouwing en uitloopgebied weergegeven met als uitgangspunt de afstand van 150 meter. Daardoor zal in de toekomst waarschijnlijk niet de volledige huiskavel kunnen worden benut, waardoor minder kippen kunnen worden gehouden. Om die reden is een bouwvlak aan de overzijde van de weg gewenst, in het midden van de verkregen grond met een oppervlakte van 3ha, terwijl een deel bij de huiskavel kan vervallen. Op de schets is dit weergegeven. De gewenste afmetingen van de stal is 61 x 26 meter. De oppervlakte van benodigde bouwvlak wordt verkleind. De indiener geeft aan waarom de gewenste verandering ruimtelijk aanvaardbaar is. Europese regelgeving zal eisen dat de uitloop voor minimaal 50% begroeid moet zijn met houtige gewassen. Dit heeft als direct gevolg dat de stal is ingepast in het landschap. Door de inplant van 1,5 ha vindt een kwaliteitsslag plaats. Door het beeld van kippen in de wei wordt bijgedragen aan de diversiteit van het landschap en daarin aanwezige bedrijvigheid. Binnen de gemeente Hof van Twente zijn het aantal biologische kippenhouderijen op één hand te tellen. De gemeente zou trots moeten zijn op het bedrijf en er alles aan moeten doen dit bedrijf in stand te houden. Het bevorderen van de biologische landbouw is een beleidsdoel van de provincie vanwege de voortrekkersrol voor verduurzaming van de landbouw. Landschapswaarden worden versterkt en functionele verweving van landbouw, natuur en landschap treedt op. Door de ligging in het verwevingsgebied past uitbreiding binnen de daarbij behorende voorwaarden. Het plan past binnen de ambities van de gemeente, want de gemeente wil agrarische bedrijven de mogelijkheid geven zich te ontwikkelen. In deze situatie kan dat door een wijziging van het bouwvlak. Op grond van geurwetgeving, ammoniakwetgeving en Natuurbeschermingsweg is realisatie van de stal aan de overzijde van de weg mogelijk. Eventueel kan de nieuwe stal ook recht tegenover de bestaande stal worden gerealiseerd. Als de gemeente dit landschappelijk een betere keuze acht. Er wordt verzocht om toekenning van een gekoppeld bouwvlak aan de overzijde van de weg vanwege de bijzondere situatie. Er is aangetoond dat een tweede stal nodig is voor de levensvatbaarheid van het bedrijf en dat deze alleen aan de overzijde van de weg kan worden gerealiseerd. De stal is nagenoeg geheel aan het zicht vanaf de weg onttrokken en is landschappelijk goed inpasbaar. Het bouwvlak neemt in oppervlakte af. Het plan sluit aan bij het beleid van de gemeente om grondgebonden landbouw, biologische bedrijven te stimuleren. Maatschappelijk zijn kippen in de wei een geweldig gezicht en maatschappelijke gezien wenselijke ontwikkeling.
Gemeentelijke reactie Het realiseren van een bouwperceel aan de overzijde van de weg is ruimtelijk niet aanvaardbaar. Daarnaast geldt dat niet zondermeer een bouwvlak aan de overzijde van de weg wordt toegekend zonder toets aan beleid, wet3 en regelgeving. De noodzaak en de gevolgen voor de omgeving moeten eerst onderzocht worden.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
129. I.T. Winkel Weergave zienswijze
Gemeentelijke reactie Het genoemde gebruik valt onder de regels zoals bedoeld voor een inwoonsituatie. Er is dan ook geen strijd met de bepalingen van het bestemmingsplan.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
130. Heupink Weergave zienswijze Aan het perceel Oude Rijssenseweg 4 is in het ontwerpbestemmingsplan de bestemming ‘agrarisch bouwvlak’ toegekend. Ondertussen maakt het perceel deel uit van een erfenis en wordt door de executeur gevraagd de woonbestemming toe te kennen.
Gemeentelijke reactie
De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het wijzigen van de bestemming Agrarisch in de bestemming Wonen.
131. Morsink Weergave zienswijze Volgens het geldende bestemmingsplan zijn op het perceel Oude Rijssenseweg 11 twee dienstwoningen toegestaan. In het ontwerpbestemmingsplan ontbreekt deze aanduiding. Deze woning is bestemd voor de op het bedrijf meewerkende zoon. Voor de bestaande woning op het perceel Oude Rijssenweg 8 is geen woonbestemming opgenomen en de aanduiding werkplaats ontbreekt op de bestaande werkplaats. In de bijlagen is een en ander weergeven. Er wordt verzocht de woningen en de aanduiding als nog in het bestemmingsplan op te nemen.
Gemeentelijke reactie In het bestemmingsplan staat aangegeven dat de bestaande en gerealiseerde bedrijfs3 woningen zijn gerespecteerd. In voorliggend plan wordt de realisatie van tweede be3 drijfswoningen niet mogelijk gemaakt. De noodzaak tot het oprichten van een tweede bedrijfswoning wordt steeds kleiner. Ook is in de laatste jaren weinig tot geen gebruik gemaakt van afwijkingsmogelijkheden voor de realisatie ervan. Wel is het zo dat het bestaande aantal bedrijfswoningen kan worden vernieuwd. Reeds eerder is aangegeven dat de bestaande werkplaats binnen de toegekende be3 stemming kan worden gehandhaafd. De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
| SAB•ARNHEM
|
Op grond van het bovenstaande is onderzoek ingesteld of de wijziging ruimtelijk en mili3 eutechnisch mogelijk is. Uit het onderzoek blijkt dat dit kan.
131 ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
In de zienswijze wordt aangegeven dat aan de Oude Haaksbergerweg 2a geen sprake is van een woning met inwoning. De indiener woont twaalf jaar in de woning en voor de andere woning is een huurcontract opgesteld en geldt de huurbescherming. Beide woningen hebben eigen voorzieningen en er is sprake van twee percelen. Daaraan voorafgaand is een van de woningen ook verhuurd. Vanwege de duur van het apart bewonen van de beide woningen wordt gevraagd twee aparte woonbestemmingen op te nemen.
132. De Keite Weergave zienswijze Er wordt een aanpassing van het bouwvlak gevraagd voor het perceel Oude Rijssenseweg 19 omdat de bebouwingsmogelijkheden en flexibiliteit is afgenomen. Er bestaat de wens om de noordwestelijk gelegen schuur 5 meter uit te breiden, het cultuurhistorische karakter van het erf te behouden/ te versterken door een één3roedige hooiberg te handhaven/ bouwen en de bouw van een plantenkas cq overdekt terras annex orangerie of tuinschuur. In de bijlage is de gewenste vergroting weergegeven. De tuinkas/ orangerie is bedoeld voor de recreatieve teelt van groenten. Er wordt verzocht om het aantal bedrijfswoningen expliciet aan te geven en bijgebouwen ten behoeve van het gebruik van die bedrijfswoningen toe te staan. Het bestaande stacaravanbeleid wordt als knellend ervaren. Het realiseren van een afdakje is niet mogelijke als er schuurtje van 6 m2 aanwezig is. Volgens indiener is dit het moment om dit aan te passen. Er wordt gevraagd om de mogelijkheid tot het realiseren van een overdekt opstapje op te nemen. De totale oppervlakte van bij3 en/of aanbouwen bij een stacaravan zou dan 9 of 10 m2 mogen bedragen. Dit betekent een aanpassing van artikel 19.2.4 van de regels. Een voorbeeld is bijgevoegd. Dit heeft planologisch en ruimtelijk geen nadelige consequenties en is een kwestie van willen. De indiener stelt dat er geen garanties zijn dat geen megastallen ontstaan. Het is niet duidelijk wat onder één bouwlaag wordt verstaan. Ook de grootte van het bouwvlak is bepalend. Er wordt verzocht om maximale bouwvlak grootte van 1,5 ha. In het ontwerpbestemmingsplan is richting Oude Rijssenseweg 19 een vergroting van het bouwvlak en een sterlocatie aan de Groningerveldweg 2a toegekend. Dit is niet in overeenstemming met de feitelijke situatie, strijdig met het beleid, wet3 en regelgeving en schaadt de belangen van het recreatief bedrijf. De uitgevoerde MER is niet toereikend en er is geen goede belangenafweging gemaakt. Er is geen sprake van goede ruimtelijke ordening volgens indiener. Mede gelet op eerder ingebrachte zienswijze wordt gevraagd de bestemming uit het bestemmingsplan Buitengebied 1997 op te nemen.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
132
Gemeentelijke reactie De gevraagde aanpassing van het bouwblok op het recreatieterrein kan worden doorge3 voerd. Verder wordt aangegeven dat de oppervlakte bebouwing ten behoeve van sani3 tair en onderhoud buiten het bouwblok verruimd wordt naar 350 m2. Bestaande en gerealiseerde bedrijfswoningen zijn gerespecteerd. In voorliggend plan wordt de realisatie van extra bedrijfswoningen niet mogelijk gemaakt. De noodzaak tot het oprichten van een extra bedrijfswoning wordt steeds kleiner. Ook is in de laatste jaren weinig tot geen gebruik gemaakt van afwijkingsmogelijkheden voor de realisatie ervan. Wel is het zo dat het bestaande aantal bedrijfswoningen kan worden vernieuwd. De toegestane bijgebouwen binnen de bouwvlakken mogen ook gebruikt worden ten behoeve van de bedrijfswoningen. De gezamenlijke oppervlakte voor bijgebouwen, overkappingen en luifels wordt op ver3 zoek vergroot tot maximaal 10 m2. Dit heeft geen grote ruimtelijke impact waardoor dit kan worden toegestaan. Het bestemmingsplan buitengebied voor de locatie Groningerveldweg 2a is conform het vastgestelde bestemmingsplan (part. Herziening) voor deze locatie. Voor het begrip bouwlaag wordt een definitie opgenomen in artikel 1 begripsomschrijving. De zienswijze wordt deels overgenomen in dit zin dat luifels worden toegevoegd in arti3 kel 18.2.5 onder a en dat de oppervlakte wordt gewijzigd in maximaal 10 m2. Ook het bouwvlak wordt aangepast.
133. De Zwemkolk Weergave zienswijze
In het bestemmingsplan zijn de gerealiseerde aantallen en daarmee de vergunde en bestaande rechten opgenomen.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
134. J.J. Ensing@ Keuper Weergave zienswijze Het ligt in de bedoeling om het agrarisch bedrijf aan de Ovinksweg 4 voort te zetten. De huidige activiteiten zijn verbouw van 4,2 ha snijmais en 10,9 ha grasland. Er is sprake van het inscharen van 30 stuks jongvee. De activiteiten omvatten 15,1 NGE. Ook worden in de winter 4 à 5 caravans gestald. Het is noodzakelijk om de huidige bebouwing in tact te houden. De voorbije jaren zijn de dwarsritschuren gerenoveerd en asbestgevels vervangen door damwand. De komende jaren is verdere renovatie en aanpassing noodzakelijk onder andere om werktuigen te kunnen stallen. Er wordt verzocht om de agrarische bestemming te continueren, zodat de bouwplannen in de toekomst kunnen worden uitgevoerd. In de bijlagen is de bedrijfsomvang onderbouwd.
Gemeentelijke reactie Uit de gegevens blijkt dat er minder dan 10 NGE aan dieren wordt gehouden, zoals in de uitgangspunten voor dit bestemmingsplan is bepaald. Er is dan ook sprake van het hobbymatig houden van dieren wat mogelijk is binnen de woonbestemming.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
135. A. Bouwmeester Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gevraagd om vergroting van het bouwvlak van de woning aan de Ovinksweg 6, zodat de woning kan worden verplaatst. De afstand van de weg en het agrarisch bedrijf van de buurman kan worden vergroot. Een situatieschets is bijgevoegd.
Gemeentelijke reactie Op dit moment zijn er binnen het huidige bouwvlak mogelijkheden om de woning te verplaatsen. Dit is mogelijk onder voorwaarden. Het realiseren van de woning achter de
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Gemeentelijke reactie
|
De bestaande rechten moeten goed worden vastgelegd, mede gelet op de gezondheid. Door multipele sclerose is indiener genoodzaakt tot het onderzoeken van opties voor het toekomstperspectief. De volgende mogelijkheden worden onderzocht: het toepassen van de rood3voor3roodregeling, uitbreiding van huidige activiteiten en verkoop van het bedrijf. Voor de opties 2 en 3 is het vastleggen van bestaande rechten essentieel belang.
133
SAB•ARNHEM
Er wordt geconstateerd dat het ontwerpbestemmingsplan voor het perceel Oude Rijssenseweg 20 op twee punten is veranderd overeenkomstig de feitelijke situatie. De museumboerderij en drie recreatiewoningen zijn opgenomen. Echter voor twee van deze recreatiewoningen zouden volgens de terminologie als ‘plattelandsappartement’ moeten worden aangemerkt. In 1993 is aanvullend voor drie recreatiewoningen/ plattelandsappartementen vergunning verleend. De indiener vraagt de vergunde situatie op te nemen. Overigens moet eerst een asbestsanering plaatsvinden overeenkomstig de sloopvergunning van 2007.
bijgebouwen buiten het bouwvlak is niet gewenst vanwege het aanwezige karakteristieke erfensemble.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
134 136. Familie Van de Velde Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gesteld dat het ontwerpbestemmingsplan ter plaatse van de Peppelendijk is strijd is met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de indiener schade ondervindt. De indiener houdt zich het recht voor om de zienswijze aan te vullen en uit te breiden. De nadere onderbouwing volgt en de gemeente wordt gevraagd daartoe een termijn te stellen. In de aanvulling wordt aangegeven dat de buurman op een perceel een boomkwekerij met veldschuur begint. Artikel 4 biedt te weinig bescherming tegen deze en andere dreigende en ongewenste ontwikkelingen. Gehanteerde begrippen zijn niet helder en niet duidelijk is wat de maximale mogelijkheden zijn. De woning van de indiener wordt onvoldoende beschermd evenals het naast gelegen bosgebied. Er is een kwekerij beoogd binnen 250 van het extensiveringsgebied. Er wordt lichthinder, lawaai, waardevermindering, luchtvervuiling en aantasting van beschermde planten3 en dierensoorten verwacht. De negatieve effecten zijn niet onderzocht en niet bekend. De algemene afwijkingsregels zijn te ruim. Het plan geeft geen blijk van goede ruimtelijke ordening. Het plan is in strijd met algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Er wordt verzocht het plan niet vast te stellen en niet verder in procedure te brengen.
Gemeentelijke reactie Op 8 maart is de indiener in de gelegenheid de zienswijzen aan te vullen. Van die gelegenheid is gebruik gemaakt. De regels in het bestemmingsplan zijn ons inziens duidelijk. De gebruiksmogelijkheden en bouwmogelijkheden staan duidelijk aangegeven. Bij afwijkings3 en wijzigingsbe3 voegdheden worden voorwaarden gesteld. Ook de toelichting geeft een verduidelijking op wat in de regels staat beschreven. Het beleid wordt uitgelegd. Dreigende en onge3 wenste ontwikkelen worden niet zondermeer toegestaan. Er vindt altijd een belangenaf3 weging plaats en een toets aan wet3 en regelgeving. Daarnaast biedt het milieuspoor de kaders voor de daadwerkelijke bedrijfsactiviteiten. Voorliggend bestemmingsplan voorziet niet in verdere bouwmogelijkheden buiten bouwvlakken.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
137. Heer en mevrouw Hofmeijer Weergave zienswijze Er wordt gevraagd de woning Plasdijk 6 a onder de noemer woondoeleinden te brengen in plaats van onder bedrijfsdoeleinden. De door indiener gekochte woning is in de jaren ’90 afgesplitst van de molen en wordt bijna 16 jaar door indieners bewoond. Er is geen relatie met de molen of sprake van bedrijfsactiviteiten. Indieners willen de uitbreidingsmogelijkheden die bij de aanduiding wonen hoort. De molen mag onder de bedrijfsbestemming blijven vallen. Er is een kadastrale tekening bijgevoegd.
Gemeentelijke reactie Op grond van het bovenstaande is onderzoek ingesteld of de wijziging ruimtelijk en mili3 eutechnisch mogelijk is. Uit het onderzoek blijkt dat dit kan.
De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het wijzigen van de bestemming Bedrijf in de bestemming Wonen en het aanpassen van bijlage 4a zodat voor de locatie Plasdijk 636a alleen Plasdijk 6 blijft staan.
Artikel 31 Leiding –gas is onvoldoende om een veilig en bedrijfszeker gastransport te waarborgen en gevaar voor personen en goederen in de omgeving te beperken. Het Besluit externe veiligheid buisleidingen is van toepassing. Er wordt gevraagd om in artikel 31.5.1 de volgende werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden toe te voegen: − −
het indrijven van voorwerpen in de bodem, zoals lichtmasten, wegwijzers en ander3 straat meubilair het permanent opslaan van goederen.
Er wordt gevraagd om de toelichting niet te spreken over een ‘zakelijkrechtstrook’ maar over een ‘belemmeringenstrook’.
Gemeentelijke reactie De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het opnemen van de bestemming Bedrijf met de aanduiding nutsvoorziening op de locatie Potdijk te Markelo (in regels en op de verbeelding) waarbij de maximale oppervlakte bebouwing op 65 m2 wordt be3 paald, het aanvullen van het omgevingsvergunningenstelsel zoals bovenstaand opgeno3 men en het aanpassen van de term zakelijk rechtstrook in belemmeringenstrook in de toelichting.
139.Verdoorn Weergave zienswijze De indiener stelt dat er sprake moet zijn van een recreatiewoning op de percelen Markelo, sectie N, nummers 1004 en 1005 (Potdijk 8). Door de grootte en de voorziening in het gebouw en de bouwkundige kwaliteit (er wordt voldaan aan het Bouwbesluit) wordt deze gezien als recreatiewoning. In 2008 is het gebouw getaxeerd en bestempeld als volwaardige recreatiewoning. Indien de gemeente het gebouw als recreatiewoning aanmerkt, kan de zienswijze als niet geschreven worden beschouwd.
Gemeentelijke reactie Het bovengenoemde gebouw betreft een individueel recreatieverblijf op Hessenheem. Het aantal recreatiewoningen op Hessenheem is als totaal vastgelegd (91 stuks). De regels bepalen de maximale oppervlaktematen en hoogtematen. Mocht dit afwijken van de huidige situatie dan vallen de bestaande maten onder het overgangsrecht. Mocht er in de toekomst sprake zijn van sloop en nieuwbouw dan gelden de maten in artikel 18.2.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Er wordt aangegeven dat het gasontvangststation aan de Potdijk niet in het ontwerpbestemmingsplan is opgenomen. Er wordt gevraagd dit Gasontvangsstation als bedrijf met de aanduiding gasontvangststation op de verbeelding op te nemen. Een en ander in verband met de veiligheidsaspecten. De locatie is op de bijlage weergegeven. Er wordt tevens gevraagd om een aanpassing van de regels overeenkomstig het voorstel.
135
|
Weergave zienswijze
SAB•ARNHEM
138. Gasunie
140. Hessenheem Weergave zienswijze
In het plan is onvoldoende rekening gehouden met huidige en toekomstige ontwikkelingen om het bedrijf in de toekomst operationeel en economisch gezond te houden. Bestaande voorziening in de omgeving van het zwembad zijn niet in het plan opgenomen, spelvoorziening, pomphuis en kiosk. Er wordt gevraagd een bouwvlak van 2200 m2 op te nemen, zodat de voorzieningen daarin zijn opgenomen en het zwembad en bij behorende voorzieningen overkapt kan worden. Een oppervlakte van 200 m2 voor onderhoud en sanitaire voorziening voldoet niet aan de huidige ontwikkeling van individuele voorzieningen bij de standplaats. Een en ander is op de schets weergegeven. Ook een centrale voorziening blijft gewenst. Er wordt gevraagd de oppervlakte te vergroten naar 350 m2. De indiener wenst een bed & breakfast te stimuleren. Er worden units geplaatst (in plaats van trekkershutten) voor kort verblijf en er is een verzamelgebouw voor het ontbijt ca 50 m2 gerelateerd aan een woning gewenst. Er wordt verzocht om de trekkershutten te laten vervallen en een specifieke regeling voor units ten behoeve van bed & breakfast op te nemen. Het gebouw heeft een oppervlakte van maximaal 50 m2 inclusief berging en een goothoogte van 3 en een bouwhoogte van 5 meter. Het bestemmingsplan regelt het verbod om stacaravans met de lange zijde aan elkaar te koppelen, waardoor alleen L3vorm is toegestaan. Hierdoor zijn binnen de bebouwing relatief lange looplijnen aanwezig. Hetgeen het gebruik geweld aandoet. Er wordt gevraagd om de stacaravan vormvrij te mogen realiseren, waardoor compactere bebouwing zal ontstaan. Er wordt gevraagd om een bijgebouw met een oppervlakte van 9 m2 toe te staan naast het recreatieverblijf van 300 m3. Daardoor kan bijvoorbeeld een stoombad of sauna worden gerealiseerd en wordt een bijdrage geleverd aan de wens tot het realiseren van luxe verblijven. Ook bij de stacaravans zou deze oppervlakte aan bijgebouwen moeten worden toegestaan.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
136
In de zienswijze wordt gevraagd het ontwerpbestemmingsplan op een aantal punten gewijzigd vast te stellen. Er wordt gevraagd het bouwvlak voor de Potdijk 8 aan te passen, zodat gerealiseerde bebouwing daarin is opgenomen.
Gemeentelijke reactie De gevraagde aanpassing van het bouwvlak op het recreatieterrein kan worden doorge3 voerd. Verder wordt aangegeven dat de oppervlakte bebouwing buiten het bouwblok verruimd wordt naar 350 m2. De oppervlakte voor bijgebouwen, overkappingen en luifels bij stacaravans wordt op verzoek vergroot tot maximaal 10 m2. Dit heeft geen grote ruimtelijke impact waardoor dit kan worden toegestaan. De oppervlaktematen van recreatieve verblijfsvoorzieningen wordt niet aangepast omdat dat in strijd is met het provinciaal en gemeentelijk beleid. De meerwaarde van de bepaling in artikel 18.2.5 onder d is dat je niet een te grote bouwmassa van aan elkaar gebouwde stacaravans krijgt. Dit is wel een belangrijk uit3 gangspunt om de maat en massa van stacaravans te bewaken en zo te voorkomen dat overal recreatiewoningen ontstaan.
De zienswijze wordt deels overgenomen in dit zin dat luifels worden toegevoegd in arti3 kel 8.2.5 onder a en dat de oppervlakte wordt gewijzigd in maximaal 10 m2 en het bouwvlak wordt vergroot. Ook wordt de oppervlakte van 200 m2 gewijzigd in 350 m2 in artikel 18.2.2 onder a.
141. H.J. Boode Weergave zienswijze Er wordt gevraagd om de hoek Pothoek/ Herikerweg een recreatieve bestemming te laten behouden en geen agrarische bestemming toe te kennen. Op het perceel vinden nu en in de toekomst regelmatig dagactiviteiten plaats, zoals bijvoorbeeld
pijlboogschieten, schilderen, roofvogelshows etc. Het is de bedoeling om vaker dan eens per week een evenement te organiseren.
Gemeentelijke reactie
De zienswijze leidt tot aanpassing op de verbeelding in die zin dat de bestemming wordt gewijzigd van Agrarisch in Recreatie met een aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – dagrecreatieve activiteiten’ ten behoeve van de dagrecreatieve activiteiten welke ook wordt toegevoegd in de regels.
142. H.H. Veltkamp Weergave zienswijze
Gemeentelijke reactie De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. De vorm en ligging van het bouwvlak is aangepast, zonder verdere vergroting. Een verdere vergroting van het bouwvlak zou kunnen inhouden dat het om een sterloca3 tie gaat. Voorliggend plan maakt de toekenning van sterlocaties niet mogelijk. Indien een uitbreiding gewenst is en onderbouwd kan worden middels plannen en onderzoek is voor deze vergroting van het bouwvlak een sterlocatieprocedure noodzakelijk.
Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbevoegdheid of een wijzi3 gingsbevoegdheid worden toegepast. Daarbij zijn voorwaarden gesteld waaronder een vergroting plaats mag vinden. Ons inziens biedt het bestemmingsplan voldoende moge3 lijkheden voor vergroting van het agrarisch bouwvlak. In voorliggend plan wordt de realisatie van extra bedrijfswoningen niet mogelijk ge3 maakt. De noodzaak tot het oprichten van een extra bedrijfswoning wordt steeds klei3 ner. Ook is in de laatste jaren weinig tot geen gebruik gemaakt van afwijkingsmogelijk3 heden voor de realisatie ervan. De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan (de vorm van het bouw3 blok).
| SAB•ARNHEM
|
Er wordt gevraagd het bouwvlak (1,5 ha) aan de Prinsendijk 1 te vergroten naar 2 ha, waarvan 1,5 ha voor de intensieve veehouderij, zodat het bedrijf de komende jaren kan blijven ontwikkelen. In de schets is het gewenste bouwvlak aangegeven. Een groter bouwvlak is nodig om te kunnen voldoen aan de huisvestingsnormen, waardoor groter moet worden gebouwd. Een bestaande vleesvarkensstal wordt vervangen door een nieuwe. Ook voor de rundveetak is het bouwvlak aangepast, omdat kuilvoerplaten buiten het bouwvlak mogen liggen. Er is ruimte gecreëerd voor een ligboxenstal en een tweede bedrijfswoning. Er wordt gevraagd om de mogelijkheid tot het realiseren van tweede bedrijfswoning mogelijk te maken, omdat er sprake is van twee volwaardige bedrijfstakken die 24 uur per dag toezicht nodig hebben.
137 ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
In het kader van het huidig gebruik wordt het perceel bestemd zoals in het bestem3 mingsplan Buitengebied van Markelo is gedaan, namelijk een recreatieve bestemming. Op deze manier zijn de activiteiten toegestaan. Ten aanzien van evenementen gelden de bepalingen zoals aangegeven in het bestemmingsplan waarbij aansluiting is gezocht bij de bepalingen in het Besluit ruimtelijke ordening en het gemeentelijk evenementenbe3 leid.
143. Maatschap Semmekrot Weergave zienswijze
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
138
Er wordt gevraagd om de bestemming van het perceel Proodsweg 739 niet van agrarische naar wonen om te zetten, omdat daarmee het bedrijf aan de Proodsweg 3 in de toekomstige bedrijfsontwikkeling wordt belemmerd.
Gemeentelijke reactie De locatie is bestemd conform het feitelijk gebruik. Er is geen sprake van een belemmering aangezien de woning is aangeduid als plattelandswoning.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
144. Lammertink Weergave zienswijze Er wordt gevraagd om een aanpassing van het bouwvlak tot 1,5 ha voor de Rijssenseweg 12 zoals in de bijlage is weergegeven.
Gemeentelijke reactie De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. De vorm en ligging van het bouwvlak is aangepast, zonder verdere vergroting. Mochten de mogelijkheden binnen het bouwvlak niet voldoende zijn dan biedt het be3 stemmingsplan mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken middels afwijkings3 of wijzigingsbevoegdheden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbevoegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. Daarbij zijn voorwaarden gesteld waaronder een vergroting plaats mag vinden. Ons inziens biedt het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden voor vergroting van het agrarisch bouwvlak. De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. 145.Wessels Weergave zienswijze Er wordt gevraagd om ter plaatse van het schuurtje en de kuilvoerplaat een bouwvlak op te nemen bij de Rijssenseweg 56. Van het ingetekende bouwvlak kan aan de noordzijde van de sloot er een deel van af. Bouwen aan de oostzijde is duur vanwege de lage ligging. De bebouwing aan de overzijde sluit aan bij de overige bebouwing in de omgeving. De sloot is beschikbaar gesteld aan het Waterschap voor de afvoer van water. Door het bouwvlak zoals gevraagd aan te passen, worden alle gedoogsituaties opgeheven.
Gemeentelijke reactie Het is ruimtelijk niet aanvaardbaar een bouwvlak te situeren aan de overzijde van de parallelweg van de Rijssenseweg. Het is juist de bedoeling om bebouwing en overige bouwwerken bij elkaar te concentreren om op die manier zo min mogelijk verstening van het buitengebied te bewerkstelligen. Het bestaande schuurtje en de kuilvoerplaat kun3 nen gebruikt blijven worden zoals dat nu het geval is op grond van de overgangsbepa3 lingen in het bestemmingsplan. In gesprek is aangegeven dat ook een verschuiving van het bouwperceel gewenst is. Het bouwblok is aangepast zonder verdere vergroting. De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
146. Morsink Weergave zienswijze
Gemeentelijke reactie De bestemming is niet gewijzigd ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan bui3 tengebied van Markelo. Het oprichten van nieuwe bebouwing buiten bouwvlakken is niet gewenst. Het is juist de bedoeling om bebouwing en overige bouwwerken bij elkaar te concentreren om op die manier zo min mogelijk verstening van het buitengebied te be3 werkstelligen. De bestaande opstallen kunnen gebruikt blijven worden zoals dat nu het geval is op grond van de overgangsbepalingen in het bestemmingsplan
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
147. Morsink Weergave zienswijze
|
Gemeentelijke reactie
|
Dergelijke bouwwerken worden in dit bestemmingsplan aangemerkt als veldschuur. Deze schuren worden niet bestemd maar kunnen op grond van de overgangsbepalingen gebruikt blijven worden. Van een recreatiewoning is geen sprake.
SAB•ARNHEM
In 1963 is bouwvergunning verleend voor een rusthuisje aan de Roosdomsweg 27a. De indiener is verbaasd dat dit gebouw geen positieve bestemming heeft gekregen in het ontwerpbestemmingsplan, maar is aangemerkt als veldschuur. Er wordt gevraagd dit gebouw de bestemming zomerhuis toe te kennen. Uit de bijlagen moet blijken dat er sprake is van een rusthuisje dat als zodanig is gebouwd, vergund en in gebruik is.
139 ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
In de zienswijze wordt gevraagd een bouwvlak op te nemen voor het perceel Markelo, sectie P, nummer 579 tegenover Roosdomsweg 25. Tot verbazing van de indiener is voor de kippenschuur van 9 x 60 m en een voormalige kippenschuur van 8 x 12 m geen bouwvlak opgenomen. In de bijlage is een en ander weergegeven.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
148. H.J. van der Strate Weergave zienswijze In de zienswijze wordt het bouwvlak van de Roudaalterweg 20 ter discussie gesteld. Het bouwvlak loopt door tot het bouwvlak van de woning Roudaalterweg 18, waardoor bouw op kleine afstand van de woning mogelijk wordt. De tweede bedrijfswoning is ook zeer dicht op de woning van indiener geprojecteerd. Er is bezwaar ingediend. Het uitzicht en de privacy van de bewoners van de Roudaalterweg 18 wordt onevenredig negatief beïnvloed. Er bestaat geen enkele noodzaak tot het doortrekken van het bouwvlak van de Roudaalterweg 20 tot aan de woning van de indiener. Situering aan de zuidwest zijde is beter, waar de nieuwe toegangsweg en de nieuwe varkensstal zijn geprojecteerd. Een en ander is in een situatieschets weergeven (ontbreekt). Er is sprake van een aanzienlijke uitbreiding van het bouwvlak. Het bedrijf voldoet net aan de geurnorm bij toepassing van de BBT. Er bestaat ernstige twijfel omtrent de motivatie en de justificatie voor de vergroting van het bouwvlak, zeker omdat nog geen NBvergunning is afgegeven. In de milieuvergunning 2010 is uitgegaan van de ontsluiting via de zuidwestzijde via een nieuw aan te leggen toegangsweg. Het is zaak deze weg op het bestemmingsplan worden in te tekenen.
Gemeentelijke reactie De afstand tussen de woonbestemming en de agrarische bestemming is vergroot ten opzichte van de vigerende regeling in het bestemmingsplan buitengebied van Markelo.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
140
Concrete plannen voor een tweede bedrijfswoning zijn ons niet bekend en worden in voorliggend plan ook niet mogelijk gemaakt. De Wet ruimtelijke ordening voorziet in een planschaderegeling. Op het moment dat een verzoek om planschade wordt ingediend, wordt daadwerkelijk bekeken waaruit eventuele schade bestaat en wat de eventuele planschadetegemoetkoming zal zijn. De toe te laten activiteiten worden bepaald door het bestemmingsplan en op grond van de aanwezige milieuruimte en de milieuwetgeving.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
149.H.J. ten Brummelaar Weergave zienswijze Het heeft de indiener verbaasd dat de vergroting van het bouwvlak Roudaalterweg 27 is verwijderd. Als reden is aangegeven dat de NBwetvergunning ontbrak. Deze vergunning is aangevraagd. Ook in andere situaties is het bouwvlak vergroot, terwijl geen NB3 vergunning aanwezig is. Er wordt gevraagd om het bouwvlak in zuidoostelijke richting te vergroten, overeenkomstig het voorontwerpbestemmingsplan, zodat bedrijfsontwikkeling mogelijk is.
Gemeentelijke reactie Gezien de nog lopende procedure voor de uitbreiding van het bedrijf in zuid oostelijke richting is vooralsnog de uitbreiding van het bouwperceel in die richting verwijderd. Hiervoor wordt een aparte procedure gevolgd. Milieukundig dienen uitbreidingen ook in het LOG wel haalbaar te zijn, een NB3wetvergunning is noodzakelijk. Procedures die nog niet zijn afgerond worden niet in het bestemmingsplan meegenomen.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
150. Maatschap Klein Leetink Weergave zienswijze Bij de inspraak is verzocht tot een kleine vergroting van het huisperceel Scholendijk 5a en verzocht om het bouwvlak Scholendijk ongenummerd op te nemen. Scholendijk 5a is naar wens aangepast. De zienswijze heeft betrekking op het weg bestemmen van het bouwvlak Scholendijk ongenummerd. De indiener is verbaasd over de motivatie voor het wegbestemmen van het bouwvlak. Die is naar zijn mening niet voldoende zorgvuldig gemotiveerd. Door de uitbreiding van de huiskavel zou de noodzaak tot nieuwvestiging niet langer zijn aangetoond. Dat is vreemd, omdat zonder uitbreiding van de huiskavel het bouwvlak ook was wegbestemd. Er is sprake van een recent wijzigingsplan dat op 13 februari 2007 door uw raad is vastgesteld. Eind juni 2007 was het plan onherroepelijk. De indiener heeft kosten gemaakt in verband met deze procedure. De gemeente heeft de wenselijkheid, haalbaarheid en uitvoerbaarheid afgewogen. Er dient zicht te zijn op realisatie binnen de planperiode van 10 jaar. De gemeente heeft de intentie om amper na vier jaar het bouwvlak te laten vervallen. Het is indiener bekend dat aan een geldend bestemmingsplan geen blijvende rechten kunnen worden ontleend, maar volgens jurisprudentie kan de raad pas na afweging van alle betrokken belangen andere bestemmingen en voorschriften/ regels voor gronden vaststellen. Het kan niet het uitgangspunt zijn van een agrarische gemeente om een agrarische ondernemer een recent toegevoegd bestemmingsvlak te ontnemen en daarmee ontwikkeling en
bedrijfsvoortzetting. Ook is er geen contact met de ondernemer opgenomen. Er is geen sprake van behoorlijk bestuur en deugdelijke belangenafweging in de zin van artikel 3:4 Awb en is er sprake van schending van het zorgvuldigheidsbeginsel art. 3:2 Awb.
De indiener wil de uitbreiding van het bedrijf aan de Scholendijk ongenummerd binnen de planperiode realiseren. Er is sprake van een gewijzigde bedrijfsopzet, welke in de milieuvergunning uitgebreid is toegelicht. Het gescheiden houden van jonge en oude dieren komt de diergezondheid ten goede. De indiener werkt aan de financiering van het bouwplan. Er is verharding aangebracht op het perceel. Er is gewacht met de uitbreiding vanwege de slechte tijd in de varkenssector, die op dit moment weer aantrekt. Maatschappelijke onrust zou hebben meegewogen bij het weglaten van het bestemmingsvlak. Dit is geen ruimtelijke relevant aspect. De onrust heeft te maken met de vestiging van een agrariër van buiten de gemeente en de situatie van de indiener kan hier niet mee worden vergeleken, want indiener is een autochtone bewoner van dit gebied. Er is sprake van een landbouwontwikkelingsgebied, met een onherroepelijke milieuvergunning en wijzigingsplan. Indiener heeft begrepen dat de gemeente het bouwvlak in stand wil laten als deze op korte termijn door een verplaatsingskandidaat gebruik van wordt gemaakt. Dit riekt naar willekeur en is in strijd met het fair3play3 beginsel artikel 2:4 Awb. Er is sprake van strijd met de toelichting van het bestemmingsplan, want daarin is opgenomen dat wijzigingsplannen worden verwerkt in de actualisatie. Het wijzigingsplan Scholendijk ongenummerd is niet integraal verwerkt. Het wegbestemmen van een bouwvlak past niet bij het doel in het bestemmingsplan om eigenaren, gebruikers en belanghebbende rechtszekerheid te verschaffen. Indiener vraagt het bouwvlak in stand te houden vanwege de ingrijpende consequenties voor de bedrijfsvoering. Het ontwerpbestemmingsplan is in strijd met het recht en zorgvuldigheids3, motiverings3, fair3play3 en rechtszekerheidbeginsel.
De klacht is afzonderlijk behandeld. Op grond van het vigerende wijzigingsplan wordt het vigerende bouwvlak opgenomen vanwege een bestaand recht.
De zienswijze wordt overgenomen door het opnemen van het agrarisch bouwvlak op de locatie Scholendijk ongenummerd.
151. W. Meulenkamp Weergave zienswijze Er wordt een agrarisch bouwvlak gevraagd voor het perceel Schoneveldsweg 7 voor het houden van varkens (oprichten van voersilo’s en werktuigenopslag) volgens het “Buitengewone Varkens”3concept van PECUS. Er moet worden voldaan aan wetten en regelgeving en er moeten gebouwen/ bouwwerken kunnen worden opgericht. Het is de bedoeling om in 2014, 100 zeugen en 1200 vleesvarkens buiten te laten lopen vanaf de centrale locatie Schoneveldsweg 7.
Gemeentelijke reactie Er is ons inziens geen sprake van een inrichting (milieukundig gezien). Er is sprake van het houden van dieren buiten behuizing waarvoor geen bouwvlak nodig is.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
| SAB•ARNHEM
|
Gemeentelijke reactie
141 ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Omtrent de informatievoorziening bij de inloopbijeenkomst is een klacht ingediend. Diverse concrete vragen naar aanleiding van de beantwoording van de inspraakreactie konden niet worden beantwoord en werden standaard afgedaan. Bij de vraag naar een inhoudelijk geïnformeerde collega werd nul op het rekest gegeven. Dit kan niet de bedoeling van een inloopbijeenkomst zijn.
152. ForFarmers Weergave zienswijze
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
142
In de zienswijze wordt gevraagd het bouwvlak van de Schoneveldsweg 8 aan te passen en de veldschuur daarin op te nemen door een koppeling aan te brengen. De indiener wil de veldschuur als afleverstal voor dieren gebruiken, zodat de veehandelaar niet op het bedrijf hoeft te komen. In verband met bedrijfsontwikkeling is een vergunning aanwezig voor het verbreden van de bestaande ligboxenstal. In de bijlage is het gewenste bouwvlak weergegeven. Er is nauwelijks sprake van verandering van de oppervlakte, maar van een efficienter bouwvlak. In verband met het huisvesten van rosekalveren wordt de aanduiding intensief gevraagd.
Gemeentelijke reactie De solitair gelegen veldschuren zijn niet bestemd. Het gebruik van deze schuren mag worden voortgezet op grond van de overgangsbepalingen in het bestemmingsplan. De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. De vorm en ligging van het bouwvlak is ruimtelijk aanvaardbaar en geeft reeds mogelijkhe3 den tot uitbreiding. Mochten de mogelijkheden binnen het bouwvlak niet voldoende zijn dan biedt het be3 stemmingsplan mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken middels afwijkings3 of wijzigingsbevoegdheden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbevoegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. Daarbij zijn voorwaarden gesteld waaronder een vergroting plaats mag vinden. Ons inziens biedt het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden voor vergroting van het agrarisch bouwvlak. De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
153. G.B. Versteeg Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gevraagd het bouwvlak op de locatie Schoneveldsweg 35 aan te passen en de beperking van de oppervlakte bebouwing voor het loonbedrijf te schrappen. Er is sprake van een gemengd agrarisch bedrijf met agrarische hulpbedrijf. Voor een toekomstbestendige ontwikkeling moet het bestemmingsplan meer ruimte bieden. Hoewel het bouwvlak naar aanleiding van de inspraakreactie is aangepast is onvoldoende rekening gehouden met de wensen van het bedrijf. Voor de uitbreiding van de melkveetak tot 200 koeien is een nieuwe ligboxenstal aan de noordwestelijke zijde gewenst. Een balenschuur aan de noordoostelijke zijde wil de indiener realiseren, in verband met brandveiligheid, en kwaliteit van het voer. Op tekening is het gewenste bouwvlak weergegeven. Sinds de jaren ’50 is een loonbedrijf aanwezig. Voor dit bedrijf is 1840 m2 aan bebouwing toegestaan. Dit komt overeen met de oppervlakte van de bestaande wagenloods. Er is vergunning verleend voor een uitbouw aan deze loods. Die uitbreiding is niet opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan. Deze bepaling maakt het onmogelijk de bedrijfsontwikkeling ten gunste van het loonbedrijf te realiseren. Er wordt gevraagd geen beperkende factor in het te bebouwen oppervlakte op te nemen. Door de aanwezigheid van twee bedrijfstakken is er al sprake van een beperkende factor.
Gemeentelijke reactie
143
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
154. St. Gemeenschapsbelangen Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gesteld dat voor het perceel Secr. Engelbertinkstraat 26 geen aanduiding is opgenomen. De indiener heeft zich vanaf 1997 ingespannen om het realiseren van enkele woningen in de buurtschap Azelo mogelijk te maken. Er is door de gemeenteraad planologische medewerking aan verleend. Er zijn drie woningen gerealiseerd. Een geweldige impuls voor de buurtschap. Daarmee is voldaan aan de vraag, want door de beperkingen van het provinciale buurtschappenbeleid was de doelgroep uiterst beperkt. Het plan Vitaal Azelo een plan met woningen met een prijs van rond de € 800.000,33 is voor veel mensen niet weggelegd en zeker niet voor starters. Volgens de indiener zijn de dure kavels funest voor de gemeenschap. Er is kans dat de mensen die er komen wonen in sociaal opzicht niet passen in de buurtschap. Voor de kavels aan de Secr. Engelbertinkstraat is het buurtschappenbeleid niet meer van toepassing. De indiener heeft gepeild of er belangstelling bestaat om op deze locatie te bouwen na overleg met de gemeente. Er zijn drie serieuze gegadigden. Voor de locatie “26” is twee jaar geleden een bouwvergunning afgegeven. Indiener stelt dat er sprake is van een woonbestemming. De vergunninghouder heeft voor hem moverende reden om de vergunning niet uit te oefenen. Er is een andere gegadigde voor het perceel 3gezin met jonge kinderen3 met een ander bouwplan. De kinderen gaan naar het kinderdagverblijf in Azelo en een van de ouders heeft de jeugd in Azelo doorgebracht. Dit gezin past binnen de buurtschap. Er wordt gevraagd de bouw van de woning in het bestemmingsplan op te nemen. Ook voor de gemeente is het opnemen van de woonbestemming voordelig omdat de daarbij behorende infrastructuur al door de gemeente is gerealiseerd. Deze investering kan nu terug worden verdiend. De eigenaar van de grond steunt de visie.
Gemeentelijke reactie Op 14 maart is de indiener in de gelegenheid de zienswijzen aan te vullen. Van die gelegenheid is gebruik gemaakt. Het verzoek betreft het opnemen van een vergunde woning. Uit onze gegevens blijkt dit eveneens.
De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het opnemen van de woonbestem3 ming op de aangegeven locatie.
|
Verdere vergroting van bouwmogelijkheden ten behoeve van niet3agrarische bedrijvig3 heid, is binnenplans niet gewenst. Voor een eventuele herziening zal een individuele afweging plaatsvinden waarbij eventuele afspraken in een overeenkomst zijn vastgelegd.
SAB•ARNHEM
Mochten de mogelijkheden binnen het bouwvlak niet voldoende zijn dan biedt het be3 stemmingsplan mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken middels afwijkings3 of wijzigingsbevoegdheden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbevoegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. Daarbij zijn voorwaarden gesteld waaronder een vergroting plaats mag vinden. Ons inziens biedt het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden voor vergroting van het agrarisch bouwvlak.
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. De vorm en ligging van het bouwvlak is ruimtelijk aanvaardbaar en geeft reeds mogelijkhe3 den tot uitbreiding.
155. St. Gemeenschapsbelangen Weergave zienswijze
Voor de kavels aan de Secr. Engelbertinkstraat is het buurtschappenbeleid niet meer van toepassing. De indiener heeft gepeild of er belangstelling bestaat om op deze locatie te bouwen na overleg met de gemeente. Er zijn drie serieuze gegadigden. Voor de locatie “26” is twee jaar geleden een bouwvergunning afgegeven. Indiener stelt dat er sprake is van een woonbestemming. Daarnaast ligt een perceel “28”. De bekende gegadigden zullen niet elders binnen de gemeente Hof van Twente gaan bouwen. Het afronden van dit project met de 5e woning komt de beeldkwaliteit zeker ten goede. Ook voor de gemeente is het opnemen van de woonbestemming voordelig, omdat de daarbij behorende infrastructuur al door de gemeente is gerealiseerd. Deze investering kan nu terug worden verdiend. De eigenaar van de grond steunt de visie.
Gemeentelijke reactie Op 14 maart is de indiener in de gelegenheid de zienswijzen aan te vullen. Van die gelegenheid is gebruik gemaakt. Gezien de in het verleden gemaakte afspraken wordt een woonbestemming opgenomen.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
144
In de zienswijze wordt gesteld dat voor het perceel Secr. Engelbertinkstraat 28 geen aanduiding is opgenomen. De indiener heeft zich vanaf 1997 ingespannen om het realiseren van enkele woningen in de buurtschap Azelo mogelijk te maken. Er is door de gemeenteraad planologische medewerking aan verleend. Er zijn drie woningen gerealiseerd. Een geweldige impuls voor de buurtschap. Daarmee is voldaan aan de vraag, want door de beperkingen van het provinciale buurtschappenbeleid was de doelgroep uiterst beperkt. Het plan Vitaal Azelo een plan met woningen met een prijs van rond de € 800.000,33 is voor veel mensen niet weggelegd en zeker niet voor starters. Volgens de indiener zijn de dure kavels funest voor de gemeenschap. Er is kans dat de mensen die er komen wonen in sociaal opzicht niet passen in de buurtschap.
156. Countus Weergave zienswijze Er wordt gevraagd om het perceel Seinenweg 4 niet de woonbestemming maar de agrarische bestemming toe te kennen, omdat dit recht doet aan de werkelijkheid. Er wordt verzocht om niet alleen naar de veebezetting maar ook het aantal bedrijfsmatig in gebruik zijnde hectares mee te nemen. Er is sprake van 7,5 ha snijmais, 5,5 ha blijvend grasland en 3 pony’s daarbij hoort een bedrijfsomvang van 11,9 NGE. In de bijlagen is de landbouwtelling 2011 opgenomen. Daarnaast heeft indiener een aantal machines om het land te bewerken.
Gemeentelijke reactie In de uitgangspunten voor het toekennen van agrarische bouwvlakken in het bestem3 mingsplan wordt een minimum van 10 NGE aangehouden waarbij is aangegeven dat het gaat om het houden van dieren. Daar is geen sprake van. Het hobbymatig houden van dieren past binnen de regels van dit bestemmingsplan.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
157. Ten Dam Weergave zienswijze Er wordt gevraagd om het bouwvlak van de Slaghekkenweg 2 aan te passen overeenkomst bijgevoegde schets en het bouwvlak aan de Platenkampsweg 5b 50 meter naar voren te plaatsen in verband met ongedierte.
Gemeentelijke reactie
Het bestemmingsplan biedt mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken onder voorwaarden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbe3 voegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. De voorwaarden zien op de maximale grootte van het bouwvlak, de noodzaak van de uitbreiding voor het doelmatig uitoefenen van het bedrijf, landschappelijke inpassing en het kunnen voldoen aan ande3 re wet3 en regelgeving. Door onderzoek moet worden aangetoond dat omliggende waarden, belangen en functies niet onevenredig worden geschaad en dat een uitbrei3 ding kan worden toegestaan. De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
158. J.G.M. Pierik Weergave zienswijze Er wordt verzocht om het bouwvlak aan de Slaghekkenweg 8a te vergroten aan de oostzijde, zoals aangegeven op de schets. Hierdoor wordt verdere groei van het bedrijf in het LOG mogelijk.
Gemeentelijke reactie
Het bestemmingsplan biedt mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken onder voorwaarden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbe3 voegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. De voorwaarden zien op de maximale grootte van het bouwvlak, de noodzaak van de uitbreiding voor het doelmatig uitoefenen van het bedrijf, landschappelijke inpassing en het kunnen voldoen aan ande3 re wet3 en regelgeving. Door onderzoek moet worden aangetoond dat omliggende waarden, belangen en functies niet onevenredig worden geschaad en dat een uitbrei3 ding kan worden toegestaan. De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
159. Cumela Weergave zienswijze Er wordt verzocht de bebouwingsoppervlakte van het perceel Sligsweg 1 te Markelo te veranderen van 4700 m2 naar 5750 m2 overeenkomstig het geldende bestemmingsplan, zoals door Gedeputeerde Staten op 27 juli 2005 is goedgekeurd en is door de gemeente is verwoord in haar brief van 16 januari 2012.
Gemeentelijke reactie Het klopt dat in het vigerende bestemmingsplan de maximale te bebouwen oppervlakte is bepaald op 5750 m2. De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het aanpassen van de maximale oppervlakte in bijlage 4a van de regels.
| SAB•ARNHEM
|
De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht.
145 ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. Het bouwblok is aangepast, zonder verdere vergroting.
160.B.J.M. Katier Weergave zienswijze
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
146
In de zienswijze wordt gevraagd om op het perceel Sloezenweg 2 te Ambt Delden de agrarische bestemming te behouden. Er is een milieuvergunning voor 125 vleesvarkens aanwezig. Er is een uitbreiding tot 250 vleesvarkens gewenst. Dit komt overeen met 10 NGE.
Gemeentelijke reactie In de uitgangspunten voor het toekennen van agrarische bouwvlakken in het bestem3 mingsplan wordt een minimum van 10 NGE aangehouden waarbij is aangegeven dat het gaat om het houden van dieren. Daar is geen sprake van. Het hobbymatig houden van dieren past binnen de regels van dit bestemmingsplan.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
161. Cumela Weergave zienswijze Er wordt opgemerkt dat de ontvangstbevestiging aan de heren Slijkhuis en Vogt zijn gericht, terwijl de heer Slijkhuis geen werknemer is van het loon3grondverzet3 en transportbedrijf Geurs b.v. gevestigd aan de Slotsweg 6. De heer Slijkhuis is eigenaar van Geurs Beton gevestigd aan de Slotsdwarsweg 6b. Er wordt verzocht dit te corrigeren. De gemeente geeft in haar reactie op de inspraak aan dat het adres in bijlage 4a zal worden gewijzigd van Slotsweg 6a naar Slotsweg 6. Dit is niet gebeurd. Er is gevraagd om de aard van de bedrijvigheid van Loonwerker te veranderen naar Loon3Grondverzet3 en transportbedrijf. Daarop is door de gemeente niet gereageerd. Er wordt gevraagd om een correcte omschrijving van de activiteiten, zoals bij anderen gelijkwaardige bedrijven. Volgens indiener maakt de gemeente onderscheid tussen gelijkwaardige binnen de gemeente gelegen bedrijven. Er wordt gevraagd om het juiste adres te vermelden en de juiste aard van de activiteiten. Daarnaast wordt het verzoek om uitbreiding van de activiteiten herhaald en gemotiveerd. De in bijlage 4a genoemde oppervlakte is absoluut niet toereikend. Uitgaande van autonome groei met een redelijke uitbreiding in de planperiode moet 4000 m2 aan bebouwing worden opgenomen. Ook het bouwvlak moet worden vergroot. Een loonbedrijf heeft meer ruimtebeslag dan andere “niet3agrarische bedrijven” door het aantal machines/materieel en de diversiteit in activiteiten. Agrariërs besteden machinale werkzaamheden steeds vaker uit, vanwege kostenbeheersing, efficiency en kwaliteit. Hierdoor dienen loonwerkbedrijven, grondverzet modern en met professionele apparatuur en deskundig personeel in te zetten. Door de verscheidenheid van werkzaamheden (oogsten en mestaanwending), welke door de veranderde eisen niet meer door de agrariër worden uitgevoerd, is een scala aan machines en werktuigen benodigd. Daardoor is het bedrijf genoodzaakt vanwege de capaciteitsbehoefte in een kort tijdsbestek adequate machines/materieel beschikbaar te hebben. Ook bij energieproductie levert het bedrijf haar aandeel, door aanleveren van groenmaterieel en versnippering daarvan. Deze machines moeten binnen de inrichting een functionele en toegankelijke plaats hebben. Door de intensieve schaalvergroting wordt de capaciteit van de machines aanzienlijk vergroot met de daarbij behorende werkbreedte e.d. Daarvoor is voldoende stallingsruimte noodzakelijk. Door de beperkte ruimte wordt nu buiten gestald. Daardoor ontstaat een onoverzichtelijke situatie en extra slijtage aan de machines en de daarin aanwezige kwetsbare elektronica en technische hulpmiddelen. De levensduur wordt bekort met alle nadelige gevolgen en stijgen de kosten.
De noodzaak voor een groter bouwvlak en meer bebouwing is hiermee onderbouwd. De laatste tijd is aan omliggende niet3agrarische bedrijven de mogelijkheid geboden om uit te breiden, deze vorm van ongelijkheid is voor indiener niet acceptabel.
Gemeentelijke reactie Op grond van het bovenstaande klopt het dat in bijlage 4a de Slotsweg 6a veranderd moet worden in Slotsweg 6. Daarbij geldt ook dat sprake is van een loonbedrijf wat een agrarisch hulpbedrijf betreft, namelijk een loonwerker. De toevoeging van transportbedrijf is ongewenst in het buitengebied.
Een verdere vergroting van bouwmogelijkheden ten behoeve van niet3agrarische bedrijvigheid is binnenplans niet gewenst. Voor een eventuele herziening zal een individuele afweging plaatsvinden waarbij eventuele afspraken in een overeenkomst zijn vastgelegd.
162. ForFarmers Weergave zienswijze Er wordt gevraagd om het bouwvlak voor de Slotsweg 13 te Hengevelde aan te passen, zodat de geplande uitbreiding, welke bij de gemeente bekend is, binnen het bouwvlak wordt gesitueerd. In de bijlage is een en ander weergegeven. Daarnaast wenst de indiener mogelijkheden te houden voor mestbewerking en aanpassingen ten behoeve voor het dierenwelzijn.
Gemeentelijke reactie Een verdere vergroting van het bouwvlak houdt in dat het om een sterlocatie gaat. Voor3 liggend plan maakt de toekenning van sterlocaties niet mogelijk. Indien een uitbreiding gewenst is en onderbouwd kan worden middels plannen en onderzoek is voor deze vergroting van het bouwvlak een sterlocatieprocedure noodzakelijk. De aanpassingen van stallen voor dierwelzijn kunnen plaatsvinden binnen het aangegeven bouwvlak. De mogelijkheden voor mestbe3 en verwerkingsinstallaties zijn verwoord in artikel 3.4.3 en 4.4.3.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
SAB•ARNHEM
|
De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het aanpassen van het adres Slotsweg 6a in Slotsweg 6, het aanpassen van de aanduiding op de verbeelding van ‘overige bedrijven’ in ‘agrarisch hulpbedrijf’. Dit wordt ook aangepast in de tabel in bijla3 ge 4a van de regels.
147 |
Ruimte is noodzakelijk voor een efficiënte en effectieve bedrijfsvoering en ontstaat naar de omgeving een rustig beeld.
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Stalling buiten geeft naar de omgeving een ongewenst aanzien (verrommeling) en draagt niet bij aan de professionaliteit van het bedrijf. De professionele bedrijfsvoering vergt afdoende stalling en een functionele en doelmatige inrichting van het buitenterrein. De op het terrein benodigde manoeuvreerruimte is met de omvang van de machines ook toegenomen. Ook de opslag van grond, bouwstoffen, groenmateriaal en hooi/ stro en parkeergelegenheid vergt ruimte.
163. Lubberink Weergave zienswijze
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
148
Voor het perceel Slotsweg 14 is in het ontwerpbestemmingsplan de agrarische bestemming omgezet naar een woonbestemming. De indiener wenst de agrarische bestemming te behouden. Er is een milieuvergunning verleend voor de realisatie van een rundveestal en een tweede rundveestal is gewenst. De varkenstak is beëindigd. In de daardoor vrijgekomen varkensschuur wenst de indiener een nevenactiviteit uit te voeren in de vorm van klein timmerwerk. Op de bijgevoegde situatieschets is het gewenste bouwvlak weergegeven.
Gemeentelijke reactie Gelet op de melding in het kader van het Besluit landbouw is door inspreker aangegeven dat er 24 zoogkoeien en 25 kippen aanwezig zijn. Dit is minder dan 10 NGE waardoor de toegekende woonbestemming gerechtvaardigd is.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
164. ForFarmers Weergave zienswijze De indiener heeft onlangs het agrarisch bouwvlak aan de Slotsweg 15 te Hengevelde verworven om een rundveebedrijf te exploiteren. Er wordt gevraagd het bouwvlak van de Slotsweg 15 en de Slotsweg 13 overeenkomstig bijgevoegde situatieschets aan te passen.
Gemeentelijke reactie De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. De vorm en ligging van het bouwvlak is aangepast, zonder verdere vergroting. Mochten de mogelijkheden binnen het bouwvlak niet voldoende zijn dan biedt het bestemmingsplan mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken middels afwijkings3 of wijzigingsbevoegdheden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbevoegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. Daarbij zijn voorwaarden gesteld waaronder een vergroting plaats mag vinden. Ons inziens biedt het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden voor vergroting van het agrarisch bouwvlak.
De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
165. Eelerwoude Weergave zienswijze
Door tegemoet te komen aan de zienswijze kan de ingezette lijn van een ontwikkelingsgericht bestemmingsplan worden gevolgd.
Gemeentelijke reactie Binnen de bestemde buitenplaatsen komen diverse functies voor. De hoofdfunctie is aangegeven en daarbij mogen als ondergeschikte functies andere zaken plaatsvinden als dit maar niet ten koste gaat van de hoofdfunctie. Op deze manier wordt een duidelijke lijn getrokken waarbij het bestaande karakter van de buitenplaats behouden blijft. Het gebruik wat daarbinnen mogelijk is draagt daar ook aan bij. De bestaande bosgebieden worden op basis van de vigerende bestemmingsplannen én het feitelijk gebruik (op basis van luchtfoto’s) aangegeven op de verbeelding. Waar be3 grenzingen niet met elkaar corresponderen is het feitelijk gebruik leidend voor de toe te kennen bestemming. Daarbij is het mogelijk dat binnen de grotere bosgebieden spora3 disch open plekken voorkomen welke onderdeel uitmaken van het bos als geheel. Indien houtopstanden kleiner zijn dan 10 are worden ze als landschapselement gezien en gere3 geld binnen de bestemming (bijvoorbeeld Agrarisch met Waarden) waarin ze zijn gele3 gen. Buiten de EHS en Natura 2000 gebieden zijn bosgronden bestemd als Bos. Deze gron3 den zijn bedoeld voor bos en houtopstanden en zijn tevens bestemd voor multifunctio3 nele bosbouw, het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van algemene natuur3 en landschapswaarden, voor water en voorzieningen voor de waterhuishouding en voor recreatief medegebruik. De bestaande natuurgebieden (Natura 20003gebieden, EHS3bestaande natuur en EHS3 nieuw gerealiseerde natuur) en enkele natuurgebieden op basis van de vigerende be3 stemmingsplannen én de luchtfoto’s, zijn bestemd als Natuur. Deze gronden zijn daar3 naast bestemd voor multifunctionele bosbouw, het behoud, het herstel en/of de ontwik3 keling van algemene natuur3 en landschapswaarden, voor water en voorzieningen voor de waterhuishouding en voor recreatief medegebruik. Bescherming van de wettelijk vastgelegde natuurwaarden verloopt via de Natuurbeschermingswet en Flora3 en fauna3 wet. Onder multifunctionele bosbouw wordt verstaan: ”Het geheel van bedrijfsmatig handelen en activiteiten gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van bestaande en nieuwe bossen ten behoeve van natuur, houtproductie, landschap milieu of recrea3 tie”. Het duurzame gebruik van de gronden als bos is daarbij een belangrijke eigenschap van multifunctionele bosbouw. Het perceelsgewijs kappen door bedrijven geregistreerd bij het bosschap is toegestaan maar mag geen blijvende schade toebrengen aan de omge3 vingskwaliteit (veelal kleinschaligheid van het landschap).
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Door de dubbelbestemming Archeologische waarden hebben gronden beperkingen opgelegd gekregen voor het grondwerkzaamheden dieper dan 0,40 meter. Deze beperkingen zijn in het geldende bestemmingsplan niet opgenomen. Door deze regeling is een kostbaar onderzoek nodig, terwijl veel van de gronden in het verleden ook al zijn geroerd. In de zienswijze wordt gevraagd om een soepelere regeling met name als kan worden aangetoond dat de grond is geroerd.
|
Op verschillende plaatsen binnen het landgoed is de bestemming ‘Bos’ in het ontwerpbestemmingsplan veranderd in de bestemming ‘Natuur’. In de zienswijze wordt gevraagd om de van oudsher geldende bestemming ‘bos’ te handhaven, zodat verschillende werkzaamheden en houtproductie mogelijk blijven.
149
SAB•ARNHEM
In de zienswijze wordt gevraagd om bij de bestemming ‘Buitenplaats’ zoals is opgenomen voor het Stedeke 1 verschillende functies toe te staan, zonder de aanduiding ‘ondergeschikt’, zolang de functies de cultuurhistorische en landschappelijke waarde van het landgoed niet aantasten. Daardoor kan in de toekomst goed worden ingespeeld op eventueel veranderende omstandigheden. Dit is noodzakelijk om het continue proces van instandhouding en herstel van het historische karakter van het landgoed voort te kunnen zetten.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
150
Ten aanzien van het natuurbeheer geldt dat voor werken geen gebouw zijnde (gerela3 teerd aan de bestemming) of werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen geen omgevingsvergunning vereist is. Werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer van bos en natuur betreffen zijn bij recht toegestaan aangezien deze maatregelen bijdragen aan de instandhouding van het bestemde ge3 bruik. De aanwezige houtopstanden worden verder beschermd vanuit de bomenveror3 dening. Deze verwijst voor de landschappelijke afweging onder meer terug naar het behoud van het kleinschalig landschap. Bestemmingsplan en bomenverordening dienen dan ook in samenhang te worden gebruikt. Algemeen geldt dat de productie van coniferen of andere siergewassen als boomkweke3 rij geldt, en niet tot bosbouw gerekend wordt. Het archeologiebeleid van de gemeente is opgesteld op grond van de verplichting in de Wet op de archeologische monumentenzorg. Daarin zijn alle bekende waarden expliciet toegekend en zijn verwachtingen geduid waarop het beleid is bepaald. Uit de wet vloeit ook de verplichting voort om het gemeentelijk archeologiebeleid in het bestemmingsplan op te nemen. Van deze verplichting mag niet worden afgeweken. Het is belangrijk om ruimtelijk relevante en wettelijk verplichte zaken wel in het bestemmingsplan op te nemen om op die manier allerlei belangen goed te kunnen meewegen bij ruimtelijke ontwikkelingen.
De zienswijze wordt deels overgenomen ten aanzien van het omzetten van enkele be3 stemmingen op het landgoed in Bos, Natuur of Agrarisch(met waarden) en het aanvullen van de toelichting en de regels hierop.
166. Maatschap Bronninkreef Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gevraagd om het bouwvlak voor het perceel Stoevelaarsweg 10 aan te passen. Het bouwvlak hoeft niet te worden vergroot, maar door de verandering kan een tweede bedrijfswoning voor de bedrijfsopvolger worden gerealiseerd. Op de bijgevoegde schets is de verandering van het bouwvlak weergegeven.
Gemeentelijke reactie De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. De vorm en ligging van het bouwvlak is aangepast, zonder verdere vergroting. Mochten de mogelijkheden binnen het bouwvlak niet voldoende zijn dan biedt het bestemmingsplan mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken middels afwijkings3 of wijzigingsbevoegdheden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbevoegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. Daarbij zijn voorwaarden gesteld waaronder een vergroting plaats mag vinden. Ons inziens biedt het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden voor vergroting van het agrarisch bouwvlak. In voorliggend plan wordt de realisatie van extra bedrijfswoningen niet mogelijk ge3 maakt. De noodzaak tot het oprichten van een extra bedrijfswoning wordt steeds klei3 ner. Ook is in de laatste jaren weinig tot geen gebruik gemaakt van afwijkingsmogelijk3 heden voor de realisatie ervan. De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
167. R. ten Dam Weergave zienswijze
Daarnaast is inmiddels gebleken dat het afwijzen van de zienswijze is ‘achterhaald’. Er is volgens indiener in een gesprek aangegeven dat de beperkende voorwaarden allemaal niet nodig zijn. In de ogen van indiener lijkt het verloop van het gesprek op koehandel. In een mailbericht van 3 februari 2012 is dit bevestigd.
Gemeentelijke reactie De opgenomen bestemming is conform de partiële herziening welke is opgesteld voor de locatie. Er is dan ook geen sprake van een wijziging of verandering in het planologisch3 juridisch regime.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
168. Fam.Veelers Weergave zienswijze In de inspraak is gevraagd om een groter bouwvlak te verkrijgen voor het perceel Suetersweg 17, zodat de recreatieve nevenactiviteit kan worden uitgebreid. Hieraan is geen medewerking verleend. Dit is voor de toekomst van het bedrijf van essentieel belang. Nu is indiener gedwongen tot het maken van keuzes, door de onzekerheid van de recreatiesector en geen mogelijkheden om deze verder uit te breiden, moet de indiener verder gaan met de landbouw. Om de continuïteit van het bedrijf veilig te stellen is een agrarisch bouwvlak overeenkomstig het huidige bestemde noodzakelijk. De indiener vraagt het huidige bouwperceel te respecteren. Aanvullend gevraagd om verhoging van de maximale bouwhoogte van speeltoestellen.
Gemeentelijke reactie Het opgenomen agrarisch bouwvlak is conform het vigerende bestemmingsplan buiten3 gebied van Ambt Delden Het bestemmingsplan biedt mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken onder voorwaarden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbevoegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. De voorwaarden zien op de maximale grootte van het bouwvlak, de noodzaak van de uit3 breiding voor het doelmatig uitoefenen van het bedrijf, landschappelijke inpassing en het kunnen voldoen aan andere wet3 en regelgeving. Door onderzoek moet worden aange3 toond dat omliggende waarden, belangen en functies niet onevenredig worden geschaad en dat een uitbreiding kan worden toegestaan. De hoogte van speeltoestellen ter plaatse van aanduiding ‘speeltuin’ mag maximaal 6 m bedragen. Dit zal worden aangepast in de regels.
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
De indiener voegt twee argumenten toe. Indiener is het nooit eens geweest met de partiële herziening van het bestemmingsplan en is van mening dat het college geen respect heeft voor de gemeenteraad en geen respect heeft voor gemaakte afspraken met de burger. Er is sprake van ‘misleiding’, waardoor geen bezwaar is gemaakt. Anders had indiener zeker bezwaar gemaakt.
|
De indiener is het niet eens met de bestemming voor het perceel Suetersweg 3. De zienswijze zijn exact dezelfde als ingediend op 18 maart 2010 zijn van toepassing.
151
SAB•ARNHEM
Er is in eerste instantie een pro forma zienswijze ingediend, vooruitlopend op het gesprek met de burgemeester. Zo wordt voorkomen dat de termijn voor het indienen verstrijkt. De einddatum is de indiener niet duidelijk. Tegen het beperkte mogelijkheden van gebruik informatiedagen is bezwaar gemaakt. En het dossier is door indiener niet meer te overzien.
De zienswijze wordt deels overgenomen ten aanzien van het opnemen van de maximale bouwhoogte van 6 m voor speeltoestellen binnen de aanduiding ‘speeltuin’ in de agrari3 sche bestemming.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
152
169. Morsink Weergave zienswijze In het ontwerpbestemmingsplan buitengebied Hof van Twente zijn voor het perceel Stationsweg 33 te Markelo, noch het APK station, noch de bestemming Horeca voor de bestaande functies opgenomen. Ter plaatse wordt 40 jaar een café/restaurant uitgeoefend en 25 jaar een APK3station. Voor het café/restaurant zou de bestemming Horeca moeten worden opgenomen en voor het APK3station de bedrijfsbestemming. Op de bijgevoegde schets is dit weergegeven.
Gemeentelijke reactie Op de locatie is de besetmming Bedrijf – VAB toegekend om op deze manier de karakte3 ristieke bebouwing te kunnen bewaren. De voorkomende functie café is met een aanduiding ‘café’ opgenomen, waarbinnen de horeca activiteiten kunnen plaatsvinden. De voorkomende functie APK3station wordt op de verbeelding toegevoegd en in de re3 gels in bijlage 4b toegevoegd en gemaximaliseerd op 200 m2.
De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het aanduiden van het APK3station op de verbeelding en in de regels en het maximaliseren van de oppervlakte tot 200 m2.
170. G.J. Hofmeijer Weergave zienswijze In het huidige bestemmingsplan bestaat binnen de ‘Tuin’ bestemming op het perceel Stokkumerweg 52a te Markelo de mogelijkheid om een kleinschalig kampeerterrein te hebben. Deze mogelijkheid wil de indiener ook in het vast te stellen bestemmingsplan behouden.
Gemeentelijke reactie Het bestemmingsplan zal worden aangepast door het kleinschalig kamperen in de be3 stemming Tuin bij dit perceel mogelijk te maken.
De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het opnemen van een afwijkingsbe3 voegdheid in de regels om kleinschalig kamperen in de bestemming Tuin bij dit perceel (specifiek aanduiden op de verbeelding) mogelijk te maken.
171. A.J.M. Pierik Weergave zienswijze In de zienswijze wordt ingegaan op de maximale inhoud van de (bedrijfs3)woningen van 750 m3 en de bestemming wonen voor de percelen Tankinksweg 8 en 8a. Er wordt voorgesteld om geen maximale inhoud te stellen aan de inhoud van (bedrijfs3) woningen. Door de mogelijkheid tot vergunningsvrij bouwen wordt deze inhoud overschreden, waarbij de landschappelijke uitstraling en kwaliteit sterk wordt aangetast. Door de ligging in het buitengebied is dit al van verre zichtbaar. Door eisen te stellen in de beeldkwaliteit kunnen potsierlijke landhuizen worden voorkomen. Door de beperking van de inhoud kan bij inwoning niet levensloopbestendig worden gebouwd. De door de regering gestimuleerde zelfredzaamheid en mantelzorg zijn er niet mee gebaat. Het gemeentebestuur mag trots zijn op haar buurtschappen met inwoning en mantelzorg. Ouderen hoeven geen beroep te doen op beperkte ouderenhuisvesting
of zorginstelling. De doelgroep wil zelf zorgen voor adequate huisvesting en geen beroep doen op WMO voor woningaanpassingen. Zij willen investeren in de juiste huisvesting.
De ingestelde maximale maat voor bedrijfswoningen wordt wel degelijk een maximum gesteld dat passend is bij het karakter van het landelijk gebied. Hiermee wordt de kwali3 teit die er nu is bewaard. Het vergunningvrij bouwen is een mogelijkheid die de wet biedt waarbij ook voorwaarden gelden. Dat neemt niet weg dat er wel een maximale maat gesteld wordt, zoals ook in de vigerende bestemmingsplannen is gedaan. De geko3 zen inhoudsmaat is dusdanig dat er ruimte is voor inwoning/ mantelzorg waarvoor ook bepalingen zijn opgenomen. De bescherming voor het leefmilieu van burgers ten opzichte van bedrijven is geregeld via de milieuwetgeving.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
172. Mevrouw Beunk Weergave zienswijze Bij de Torendijk 1 is de houtwal/singel niet juist weergegeven. Het perceel is aan drie zijden op dezelfde wijze met houtwallen omgeven. Dit is niet eensluidend weergegeven. Aan de noordzijde is de houtwal opgenomen in het noordelijk gelegen ‘bos’. Aan de Flierveldweg zijn gronden met grond/zandopslag aangemerkt als grasland. Er is een schets bijgevoegd. De schuur die al 100 jaar aanwezig is aan de Torendijk 1 is niet ingetekend.
Gemeentelijke reactie De bedoelde schuur is veldschuur welke niet bestemd is. Het gebruik mag worden voortgezet op grond van de overgangsbepalingen in het bestemmingsplan. De ondergrond is niet leidend voor het toekennen van de bestemmingen maar dient ter oriëntatie. De tijdelijk grondopslag was en wordt niet bestemd. De tijdelijkheid mag immers niet een permanente functie worden. Het gebruik valt onder de overgangsbepalingen in het bestemmingsplan. Kleine houtwalelementen zijn passend binnen de agrarische bestem3 ming en in die zin geregeld en beschermd.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
173. Heer en mevrouw Hondebrink Weergave zienswijze Voor het perceel Torendijk 13 is de maximaal bebouwde oppervlakte van 5676 m2 opgenomen. Deze oppervlakte is het geldende bestemmingsplan ook opgenomen. Bij het vaststellen van het geldende bestemmingsplan is gesteld dat een uitbreiding van 15% en 10 % mogelijk is. Ook is bij de afweging van de inspraak reactie aangegeven dat een aanpassing zou plaatsvinden, wat in werkelijkheid niet is gebeurd.
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Gemeentelijke reactie
153
|
De toekenning van de woonbestemming levert beperkingen op voor de buren. Indiener is van mening dat burgerwoningen ondergeschikt aan de agrarische bedrijfsfunctie moeten zijn en dat de bescherming van de woning gelijk moet zijn gesteld aan de agrarische bedrijfsfunctie. Met de term plattelandswoning wordt daaraan tegemoet gekomen als een en ander ook in regelgeving is vastgelegd.
SAB•ARNHEM
Voor de leefbaarheid in de buurtschappen is het belangrijk dat er jonge gezinnen wonen. Voor onderwijs, sport en winkelvoorzieningen is dit belangrijk. Leegloop wordt voorkomen.
Om die reden wordt nogmaals een reactie ingediend, zodat gemaakte afspraken kunnen worden nagekomen en een levensvatbaar bedrijf kan worden gerealiseerd. In de aanvulling geeft indiener aan dat de minimale benodigde oppervlakte 6600 m2 bedraagt. In oktober 2010 is een schetsplan met een medewerker van de gemeente besproken en meegegeven, zodat de benodigde bebouwingsoppervlakte zou kunnen worden bepaald.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
154
Mondeling is meegegeven dat het bedrijf in opbouw is en dat de opbouw tijd vergt. De bedrijfsexploitatie vergt een minimale oppervlakte. Daarbij kan een werkplaats worden gerealiseerd, waardoor minder verkeersbewegingen ontstaan.
Gemeentelijke reactie Een verdere vergroting van bouwmogelijkheden ten behoeve van niet3agrarische bedrijvigheid, is binnenplans niet gewenst. Voor een eventuele herziening zal een individuele afweging plaatsvinden waarbij eventuele afspraken in een overeenkomst zijn vastgelegd.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
174. Fam. Welmer Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gevraagd het agrarische bouwvlak op het perceel Traasweg 2 te handhaven. De indiener heeft ca. 10 ha agrarische grond in zijn bezit en benoemt de percelen. Er is sprake van een bedrijfsomvang van 11,5 NGE. ( excl. inweiders).
Gemeentelijke reactie In de uitgangspunten voor het toekennen van agrarische bouwvlakken in het bestem3 mingsplan wordt een minimum van 10 NGE aangehouden waarbij is aangegeven dat het gaat om het houden van dieren. Daar is geen sprake van. Het hobbymatig houden van dieren past binnen de regels van dit bestemmingsplan.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
175. Rombou Weergave zienswijze In het ontwerpbestemmingsplan is voor het perceel Twickelerweg 11 een agrarische bouwvlak met beperkingen opgenomen. Binnen het bouwvlak geldt de dubbelbestemming ‘Leiding3water’ en ‘Leiding3hoogspanningsverbinding. Er is door indiener navraag gedaan naar de mogelijkheden tot het realiseren van bebouwing binnen deze dubbelbestemmingen. Binnen de loop van de waterleiding is geen bebouwing toegestaan. De hoogspanningsverbinding kent een belemmerende strook van 25 meter ten weerszijde van de hartlijn, terwijl op de plankaart een strook van 18 meter is weergegeven. Gebouwen zijn toegestaan tot een hoogte van maximaal 4 meter. Er moeten aanvullende voorzieningen worden getroffen. Het realiseren van gebouwen binnen deze dubbelbestemmingen is niet doelmatig en realistisch. Om die reden is een vergroting van het bouwvlak tot 3 ha gewenst en het bouwvlak in twee delen te splitsen en aan elkaar te koppelen door een koppelteken. Het gewenste bouwvlak is weergegeven. De waterleiding kan worden verlegd, binnen de zone van de hoogspanningsleiding om nieuwbouw mogelijk te maken en geen aanvullende beperkingen te veroorzaken. Met de gewenste oppervlakte is er voldoende ruimte om een goede landschappelijke inpassing te waarborgen.
Gemeentelijke reactie De gewenste uitbreiding aan de andere zijde van de hoogspanningsleiding is ruimtelijk niet aanvaardbaar. Daarbij geldt ook dat het bestemmingsplan mogelijkheden biedt voor
Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gevraagd om het bouwvlak voor het de Twikkelerweg 17 te vergroten. Daardoor wordt het mogelijk om het aanwezige zwembad met technische ruimte te overkappen, zonder dat het maximale toegestane oppervlakte van 200 m2 aan bedrijfsbebouwing wordt overschreden. Het realiseren van een winter3accommodatie wordt daardoor mogelijk. Dit draagt bij aan ook de door gemeente gewenste kwaliteitsimpuls. Artikel 18.2.5 onder d is onjuist verwoord. Er is geen sprake van de koppeling van twee stacaravans, maar van twee delen van één stacaravan. Indiener geeft aan dat de gemeente naast de regeling van de WABO ook stacaravanbeleid heeft geformuleerd. Het gemeentelijk beleid is een specificatie van het geen zich op een kampeerterrein mag afspelen als het gaat om afmetingen van stacaravans. In een groot deel van Nederland en ook binnen de WABO is het koppelen van de langste zijde toegestaan. Het is concurrentievervalsing als de gemeente de bepaling blijft voeren. Daarnaast ontstaat er een bredere markt als de bepaling achterwege wordt gelaten. Er wordt verzocht om het stacaravanbeleid te laten vervallen.
Gemeentelijke reactie De gevraagde aanpassing van het bouwblok op het recreatieterrein kan worden doorge3 voerd. Verder wordt aangegeven dat de oppervlakte bebouwing buiten het bouwblok verruimd wordt naar 350 m2. De meerwaarde van de bepaling in artikel 18.2.5 onder d is dat je niet een te grote bouwmassa van aan elkaar gebouwde stacaravans krijgt. Dit is wel een belangrijk uit3 gangspunt om de maat en massa van stacaravans te bewaken en zo te voorkomen dat overal recreatiewoningen ontstaan. Om dit extra kracht bij te zetten wordt artikel 18.2.5 onder d als volgt aangepast: ‘een stacaravan mag niet aan andere gebouwen worden gebouwd, met dien verstande dat een stacaravan wel aan de korte zijde mag worden gebouwd aan een andere stacaravan of een deel van een andere stacaravan waarbij de totale aaneengesloten oppervlakte niet meer bedraagt dan 70 m2. De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan in die zin dat het bouwvlak wordt aangepast op de verbeelding, in de regels de maat van 200 m2 voor gebouwen buiten het bouwvlak wordt vergroot tot 350 m2 en artikel 18.2.5 onder d als volgt aan te passen: een stacaravan mag niet aan andere gebouwen worden gebouwd, met dien verstande dat een stacaravan wel aan de korte zijde mag worden gebouwd aan een andere stacaravan of een deel van een andere stacaravan waarbij de totale aaneengesloten oppervlakte niet meer bedraagt dan 70 m2.
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
176. Camping Bergzicht
|
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
155
SAB•ARNHEM
vergroting van agrarische bouwvlakken onder voorwaarden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbevoegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. De voorwaarden zien op de maximale grootte van het bouwvlak, de nood3 zaak van de uitbreiding voor het doelmatig uitoefenen van het bedrijf, landschappelijke inpassing en het kunnen voldoen aan andere wet3 en regelgeving. Door onderzoek moet worden aangetoond dat omliggende waarden, belangen en functies niet onevenredig worden geschaad en dat een uitbreiding kan worden toegestaan. Het oprichten van bebouwing is wel mogelijk als advies in gekregen van de leidingbeheerder.
177. Scouting Weergave zienswijze
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
156
Er wordt opgemerkt dat in het ontwerpbestemmingsplan de bebouwingsoppervlakte voor de scouting aan de Veelersweg/Suetersweg is verkleind. Er wordt gevraagd de huidige bestemde oppervlakte te handhaven zodat de beoogde nieuwe blokhut met een oppervlakte van 90 m2 kan worden gerealiseerd.
Gemeentelijke reactie De maximale bebouwingsoppervlakte van 75 m2 wordt gewijzigd in 200 m2. Dit is conform het geldende bestemmingsplan buitengebied van Ambt Delden.
De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het aanpassen van de maximale oppervlakte naar 200 m2.
178. H. Gersen Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gevraagd om het perceel Veldweg 2 en 4 overeenkomstig de huidige situatie te bestemmen. Er is in totaal 1165 m2 aan voormalige agrarische bedrijfsbebouwing aanwezig. Daarvan is 400 m2 in gebruik als kantoorruimte. Daarnaast is 765 m2 in gebruik als opslag.
Gemeentelijke reactie Verdere vergroting van bouwmogelijkheden ten behoeve van niet3agrarische bedrijvigheid wordt niet bij recht toegestaan. Voor het eventueel aanwenden van aanvullende gebouwen ten behoeve van VAB3functies zal een individuele afweging plaatsvinden waarbij getoetst wordt aan het beleid en geldende wet3 en regelgeving. Omschakeling is namelijk niet bij voorbaat toegestaan vanwege de ruimtelijke impact en de verplichte kwaliteitsbijdrage. Zodra duidelijkheid bestaat kan een planologische pro3 cedure worden gestart en worden eventuele afspraken (ten aanzien van vereiste bijdragen in de ruimtelijke kwaliteit) in een overeenkomst vastgelegd.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
179. E.F. van Olst Weergave zienswijze In de zienswijze wordt ingegaan op de bestemming recreatiewoningen zoals in het ontwerpbestemmingsplan is opgenomen. Het Kagelinksbos heeft de bestemming recreatiegebied gekregen. Het terrein heeft geen kenmerken van traditionele recreatieparken. Er is geen toegangspoort, receptie, zwembad, gebiedsbeheerder gemeenschappelijke voorzieningen etc. Het gebied is niet toegankelijk voor recreanten. Een aantal gezinnen woont permanent op het terrein. Zij signaleren bij omgevallen bomen een dreigend onraad. Onlangs is een recreatiewoning verkocht aan een recreant, andere bewoners geven signalen dat ze het gebied op termijn willen verlaten. De indiener maakt zich zorgen over de leefbaarheid op termijn voor het Kagelinksbos. Zonder permanente bewoners ontbreekt toezicht buiten de vakantieperiode. Er wordt gevraagd rekening te houden met de leefbaarheid in recreatieparken in verband met de veiligheid. Een verschil in behandeling voor dit terrein is gerechtvaardigd, wegens de verschillen met de traditionele parken.
Gemeentelijke reactie
Weergave zienswijze In de zienswijze wordt ingegaan op de bestemming voor het perceel Wachtpostdijk 3. Dit perceel is de bestemming Agrarisch bouwvlak toegekend op basis van de milieuvergunning. Er is vergunning verleend voor het houden van 10 paarden, waarbij de vergunninghouder aan strenge eisen moet voldoen. Indiener is van mening dat 10 paarden op het kleine perceel erg veel is. In casu is er sprake van een dubbelwoonhuis met twee verschillende bestemmingen. Dat vindt indiener onbegrijpelijk. Indiener is van mening dat voor beide woningen de woonbestemming zou moeten gelden.
Gemeentelijke reactie Op grond van de uitgangspunten van dit plan is een agrarische bestemming toegekend met een agrarisch bouwvlak op maat aangezien er duidelijk sprake is van een bedrijfsomvang groter dan 10 NGE maar kleiner dan 40 NGE. Het toekennen van een agrarisch bouwvlak is dan ook gerechtvaardigd op grond van de uitgangspunten voor het bestemmingsplan. Agrarisch medegebruik was op grond van het vigerende bestem3 mingsplan al toegestaan.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
181. Bakker Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gevraagd het bouwvlak voor de Warmtinklaan 4 te vergroten in verband met voorgenomen wijziging in de bedrijfsvoering. Het is de bedoeling om het vleesveebedrijf om te vormen in een melkveehouderij. De huidige veestal zal worden gebruikt voor huisvesting van jongvee en droge koeien. Een nieuwe stal zal lacterende koeien huisvesten. Op deze locatie is nu ruwvoeropslag aanwezig. De ruwvoeropslag moet worden verplaatst in westelijke richting. Er wordt buiten een mestopslag gerealiseerd, incl. mestsilo en sleufsilo’s. Op de bijgevoegde schets is de nieuwe erfindeling weergegeven. De indeling en gewenste ontwikkeling zijn binnen het voorgestelde bouwvlak niet realiseerbaar. De indiener vraagt daarom het bouwvlak aan te passen. Er is geconstateerd, dat de bedrijfswoning net niet in het bouwvlak past. Er wordt verzocht ook aan deze zijde de grens van het bouwvlak aan te passen.
Gemeentelijke reactie De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. De vorm en ligging van het bouwvlak is ruimtelijk aanvaardbaar en geeft reeds mogelijkhe3 den tot uitbreiding. Een beperkte aanpassing wordt doorgevoerd, zonder verdere vergro3 ting.
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
180. Wijts
|
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
157
SAB•ARNHEM
Omdat permanente bewoning van de recreatiewoningen alleen mogelijk is met een persoonsgebonden beschikking zal op termijn geen sprake meer zijn van permanente bewoning. In het toezicht buiten de vakantieperiode zal dan op een ander wijze moeten worden voorzien. Het beleid is bedoeld voor de bedrijfsmatige exploitatie van recreatie3 woningen ten behoeve van alleen de recreatieve functie. Zoals het terrein nu bestemd is wordt een uitsterfconstructie voor de permanente bewoning bewerkstelligd waardoor het terrein in de toekomst kan worden gebruikt waarvoor het bedoeld is, namelijk recreatie. Toezicht dient te worden bewerkstelligd vanuit de bedrijfsmatige exploitatie van het park.
De bedrijfswoning is geheel binnen de grens van het bouwvlak gelegen.
De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
182. G.J.J. Leunk Weergave zienswijze Er wordt opgemerkt dat tijdens de inspraak is verzocht om de vorm van het bouwvlak bij de Wegdammerweg 6 te veranderen. Een deel met de garage van de buurman mag worden geschrapt en aan het landgoed Wegdammerweg 4 worden toegevoegd. Dit deel van het bouwvlak kan aan de zuidzijde aan bouwvlak Wegdammerweg 6 worden toegevoegd zodat de rundveestal kan worden vergroot. Ook de kuilplaten moeten binnen het bouwvlak worden opgenomen.
Gemeentelijke reactie Het bouwvlak is reeds aangepast voor zover ruimtelijk aanvaardbaar. Daarnaast is het op grond van de regeling in het bestemmingsplan mogelijk om kuilvoerplaten aansluitend aan het bouwvlak te realiseren.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
158
Mochten de mogelijkheden binnen het bouwvlak niet voldoende zijn dan biedt het be3 stemmingsplan mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken middels afwijkings3 of wijzigingsbevoegdheden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbevoegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. Daarbij zijn voorwaarden gesteld waaronder een vergroting plaats mag vinden. Ons inziens biedt het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden voor vergroting van het agrarisch bouwvlak. Op grond van artikel 3.2.4 onder a is het mogelijk sleufsilo’s en kuilvoerplaten op of aansluitend aan het agrarisch bouwvlak op te richten op een afstand van minimaal 50 m tot woningen van derden.
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
183. T. Zwienenberg Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gevraagd om het bouwvlak van het perceel Welmersweg 5 aan te passen, zodat in de toekomst een schuur kan worden gebouwd/ verplaatst. In de bijlage wordt weergeven waar het bouwvlak moet worden verruimd en waar het kan worden verkleind.
Gemeentelijke reactie De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. De vorm en ligging van het bouwvlak is ruimtelijk aanvaardbaar en geeft reeds mogelijkhe3 den tot uitbreiding. Mochten de mogelijkheden binnen het bouwvlak niet voldoende zijn dan biedt het bestemmingsplan mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken middels afwijkings3 of wijzigingsbevoegdheden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbevoegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. Daarbij zijn voorwaarden gesteld waaronder een vergroting plaats mag vinden. Ons inziens biedt het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden voor vergroting van het agrarisch bouwvlak. De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
184. Lubberink
Gemeentelijke reactie De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. De vorm en ligging van het bouwvlak is ruimtelijk aanvaardbaar en geeft reeds mogelijkhe3 den tot uitbreiding. Mochten de mogelijkheden binnen het bouwvlak niet voldoende zijn dan biedt het bestemmingsplan mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken middels afwijkings3 of wijzigingsbevoegdheden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbevoegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. Daarbij zijn voorwaarden gesteld waaronder een vergroting plaats mag vinden. Ons inziens biedt het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden voor vergroting van het agrarisch bouwvlak.
185. ForFarmers Weergave zienswijze Er wordt verzocht het bouwvlak voor het perceel Wethouder Goselinkstraat 8 overeenkomstig bijgevoegde situatieschets aan te passen. Daardoor kunnen toekomstige uitbreidingsplannen worden gerealiseerd.
Gemeentelijke reactie De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. De vorm en ligging van het bouwvlak is aangepast zonder verdere vergroting. Mochten de mogelijkheden binnen het bouwvlak niet voldoende zijn dan biedt het bestemmingsplan mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken middels afwijkings3 of wijzigingsbevoegdheden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbevoegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. Daarbij zijn voorwaarden gesteld waaronder een vergroting plaats mag vinden. Ons inziens biedt het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden voor vergroting van het agrarisch bouwvlak.
De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
SAB•ARNHEM
|
De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
159 |
In de zienswijze wordt gevraagd het bouwvlak voor het perceel Wethouder Goselinkstraat 7 te vergroten. Het is de bedoeling het rundveebedrijf verder uit te breiden. Daarom zal de rundveestal worden uitgebreid. Door de ligging aan de beek, kan in de directe omgeving van de beek niet worden gebouwd. Er is behoefte aan een werktuigenberging. Gezien de logistiek op het erf moet deze werktuigenberging gedeeltelijk binnen het ‘bos’ worden gerealiseerd en zullen bomen moeten worden gekapt. De indiener is bereid om aan de herplantplicht te voldoen. Er wordt verzocht om het bouwvlak overeenkomstig de bijgevoegde situatieschets aan te passen.
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Weergave zienswijze
186. Maatschap Slaghekke Weergave zienswijze
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
160
In de zienswijze wordt verzocht om het bouwvlak voor het perceel Wethouder Goselinkstraat 14 te veranderen, zodat op termijn een werktuigenberging kan worden verlengd.
Gemeentelijke reactie De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. De vorm en ligging van het bouwvlak is aangepast, zonder verdere vergroting. Mochten de mogelijkheden binnen het bouwvlak niet voldoende zijn dan biedt het bestemmingsplan mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken middels afwijkings3 of wijzigingsbevoegdheden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbevoegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. Daarbij zijn voorwaarden gesteld waaronder een vergroting plaats mag vinden. Ons inziens biedt het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden voor vergroting van het agrarisch bouwvlak.
De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
187. Maatschap Doeschot Weergave zienswijze In de zienswijze wordt verzocht om de aanduiding IV aan het agrarische bouwvlak Wethouder Goselinkstraat 20 toe te kennen, zoals als gereageerd op de voorontwerpreactie.
Gemeentelijke reactie Dit is correct. De aanduiding is abusievelijk niet opgenomen. Dit zal worden hersteld.
De zienswijze wordt overgenomen ten aanzien van het opnemen van de aanduiding ‘intensieve veehouderij’ op het bouwvlak op de locatie Weth. Goselinkstraat 20.
188. Hendrix Weergave zienswijze In de zienswijze wordt verzocht om de aanduiding IV aan het agrarische bouwvlak Wethouder Goselinkstraat 20 toe te kennen, ondanks de reactie op de inspraak. Gezien de ligging in het verwevingsgebied en de aanwezige bedrijfsvoering is de aanduiding een vereiste. Er wordt verzocht de aanduiding IV alsnog op te nemen.
Gemeentelijke reactie Dit is correct. De aanduiding is abusievelijk niet opgenomen. Dit zal worden hersteld. De zienswijze wordt overgenomen zoals aangegeven onder nummer 187.
189. Familie Nijhuis Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gevraagd om toestemming voor de aanleg van een natuurbegraafplaats aan de Wiener3Benteler3Scheidingsweg. Indiener is van mening dat
het plan een meerwaarde heeft voor de landschappelijke ontwikkeling en de economische instandhouding van het buitengebied van de gemeente Hof van Twente.
Gemeentelijke reactie Ten aanzien van natuurbegraafplaatsen is beleid opgesteld door het college. Natuurbe3 graafplaatsen worden alleen toegestaan in de verwevings3 en extensiveringsgebieden, de omvang van een natuurbegraafplaats is kleinschalig en de uitstraling beperkt. Daar3 naast moet er een landschapsplan worden opgesteld. Uw verzoek om een natuurbe3 graafplaats op te mogen richten past niet binnen het vastgestelde beleid vanwege de omvang (11 ha), de gedeeltelijke ligging in het Landbouwontwikkelingsgebied en het oprichten van ene bedrijfswoning en bijgebouwen. De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
190. Maatschap Oplaat Weergave zienswijze In de zienswijze wordt gevraagd om het bouwvlak aan de Winterkamperweg 26 en 24 a te vergroten door het met 50 meter te verdiepen. Het bedrijf wil in de toekomst doorgroeien. Er is nu een bedrijfsopvolger voor het gemengde bedrijf.
Gemeentelijke reactie De grootte en vorm van de agrarische bouwvlakken is bepaald aan de hand van vige3 rende rechten, de luchtfoto met daarop de werkelijke grootte van het bedrijf (gebruiks3 ruimte) en het uitgangspunt van een maximale oppervlakte van 1,5 ha bij recht. De vorm en ligging van het bouwvlak is aangepast, zonder verdere vergroting. Mochten de mogelijkheden binnen het bouwvlak niet voldoende zijn dan biedt het bestemmingsplan mogelijkheden voor vergroting van agrarische bouwvlakken middels afwijkings3 of wijzigingsbevoegdheden. Afhankelijk van de grootte van de ingreep kan een afwijkingsbevoegdheid of een wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. Daarbij zijn voorwaarden gesteld waaronder een vergroting plaats mag vinden. Ons inziens biedt het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden voor vergroting van het agrarisch bouwvlak. De gevraagde vergroting van het bouwvlak leid tot een bouwvlak dat groter is dan 1,5 ha. Er is dan sprake van een sterlocatie, waarvoor een afzonderlijke procedure moet worden gevolgd.
De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
191.Camping de Borkeld Weergave zienswijze In de zienswijze wordt een viertal aspecten benoemd voor het terrein aan de Winterkampwerweg 30. De indiener wenst een groter bouwvlak te verkrijgen. Het
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Als stoppende agrariër en vooruitstrevende uitvaartondernemer wordt gezocht naar een bestemming voor gronden en gebouwen. Met een natuurbegraafplaats meent in de indiener een goede invulling te hebben gevonden, die bijdraagt aan leefbaarheid, werkgelegenheid en instandhouding van het platteland.
|
Ook is het niet belemmerend voor andere begraafplaatsen, omdat er sprake is van een andere doelgroep. De behoefte zal om demografische redenen toenemen. Nabestaanden hoeven het graf niet te onderhouden.
161
SAB•ARNHEM
De ontwikkeling is aan te merken als nieuwe natuur en heeft daarom geen negatieve gevolgen voor de omliggende landbouwbedrijven. Het plan heeft een versterkende werking op bedrijven zoals horeca en toerisme en draagt bij aan de bekendheid naam Hof van Twente. Het terrein is voor iedereen toegankelijk, het is waardevol stuk natuur om in te wandelen, niet bedoeld voor allerlei herdenkingsmonumenten.
huidige bouwvlak is strak en kent geen flexibiliteit. Het bouwvlak kan worden vergroot, door de voorste grens gelijk te leggen met de bedrijfswoning 28 b en achterste grens 3 meter achter het zwembad of door de woning 28 b met entree en receptie in het bouwvlak op te nemen.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
162
In het voorontwerp worden twee recreatiewoningen genoemd. De indiener verzoekt om dit aantal op 25 te stellen. Binnen de gemeente is geen ruimte voor grootschalige bungalowparken, dit biedt mogelijkheid aan kleinschalig een grotere variëteit aan te bieden. Door het realiseren van recreatiewoningen kan seizoenverlenging worden toegepast, omdat april, september en oktober niet geschikt zijn voor kamperen in Nederland. Buiten het bouwvlak is 200 m2 aan bebouwing ten behoeve van voorzieningen toegestaan. Dit is te beperkt gezien de oppervlakte van het terrein. Om te voorzien in luxe kampeerplaatsen is privé3sanitair gewenst en is een vermeerdering van de oppervlakte nodig. Ook vraagt de indiener om 10% experimenteerruimte, zodat snel op marktontwikkelingen kan worden ingesprongen. Ook vraagt de indiener om de vorm van de stacaravan vrij te laten.
Gemeentelijke reactie De gevraagde aanpassing van het bouwblok op het recreatieterrein kan worden doorge3 voerd voor zover ruimtelijk aanvaardbaar. Verder wordt aangegeven dat de oppervlakte bebouwing buiten het bouwblok verruimd wordt naar 350 m2. De uitbreiding van het aantal recreatiewoning op het terrein kan niet zonder meer wor3 den doorgevoerd. Eerst moet een concreet verzoek worden getoetst aan het beleid en geldende wet3 en regelgeving. Dit verdient een afzonderlijke beoordeling waarbij even3 tuele andere afspraken worden vastgelegd in een overeenkomst. Het bestemmingsplan biedt veel ruimte voor het gebruik. Er zijn geen aantallen ver3 blijfsmiddelen genoemd en de oppervlakte en hoogte van onderkomens is geregeld. Daarbinnen bestaan voldoende mogelijkheden om de ruimte die er is te benutten en kan geëxperimenteerd worden. De vorm van een stacaravan is bepaald om op deze manier niet een te grote bouwmassa van aan elkaar gebouwde stacaravans te krijgen. Dat is niet wenselijk.
De zienswijze wordt deels overgenomen in die zin dat het bouwblok wordt aangepast en de oppervlaktemaat van 200 m2 wordt gewijzigd in 350 m2.
Samenvatting10 Planonderdeel
Aanpassingen
Verbeelding
Aanpassen (zonder verdere vergroting) van de begrenzing van de agrarische bouwpercelen op de volgende locaties:
Beldsweg 11, Ambt Delden
36
Bollenweg 7, Ambt Delden
47
Breddendijk 1, Markelo
48
Brummelaarsweg 11, Markelo
53
Dorreweg 1, Ambt Delden
61
Enterbroekweg 14, Markelo
71
Gorsveldweg 24, Bentelo
84
Hogedijk 6, Markelo
90
Kappelaarsdijk 3, Markelo
96
Kieftenweg 4, Ambt Delden
109
Larenseweg 34, Markelo
112
Leusmanweg 7, Markelo
122
Needsestraat 10, Hengevelde
127
Oomsdijk 5, Markelo
142
Prinsendijk 1, Diepenheim
144
Rijssenseweg 12, Ambt Delden
145
Rijssenseweg 56, Markelo
157
Slaghekkenweg 2, Bentelo
164
Slotsweg 13/15, Hengevelde
166
Stoevelaarsweg 10, Markelo
181
Warmtinklaan 4, Ambt Delden
185
Wethouder Goselinkstraat 8, Hengevelde
186
Wethouder Goselinkstraat 14, Hengevelde
190
Winterkamperweg 26, Markelo
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
29
Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding
10
Aanduiding voor het evenemententerrein Schutterij opnemen Hoogspanningsverbinding Doetinchem – Hengelo eigen aanduiding geven Aanpassen Reggeloop Aanduiding moestuin Nijenhuis3Westerflier eigen aanduiding geven Begrenzing EHS en onderscheid cat 3 (nieuw te realiseren natuur) laatste gegevens provincie gebruiken Zonnig Spoor ten aanzien van de scouting en hondenverenigingen Bestemming Water opnemen op percelen Diepenheim, nr 2963, 2964 en 2039 (zie kaartje) Bestemming Water opnemen bij Bovenregge en Waarde – EHS op stapsteen (zie kaartje) Landhuis Azelo aanpassen bouwvlak 10 m in noordelijke richting Woning bij landhuis Azelo aanpassen bouwvlak 10 m naar links Bollenweg 16 vergroten bouwvlak naar het noordwesten Borkeldweg 1 opnemen aanduiding ‘verblijfsrecreatie’ op het hele bouwvlak Bovenbergweg 14 aanpassen bouwvlak Percelen nabij Dorreweg wijzigen van Bos in Agrarisch Eerste Zomerdijk 1 wijzigen van Recreatie in Wonen Bestemming Verkeer op Eschweg, bestemming Agrarisch op voormalige Katiersweg/ Voorthuisweg Goorseweg 52, 54, 56 bestemmingsvlakken Wonen aanpassen
Bij de verwijzing in deze samenvatting naar nummers van artikelen uit de regels, wordt de nummering uit het ontwerpbestemmingsplan aangehouden..
SAB•ARNHEM
|
adres locatie
|
163 Nr.
Verbeelding Verbeelding
Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
164
Verbeelding Verbeelding Verbeelding
Goorseweg 49, aanpassen bouwvlak Gorsveldweg 34: Bestemming Bedrijf3VAB, achterterrein aangeduid als buiten opslag, singels bestemd als bos Haaksbergerweg 19 vigerend bestemmingsplan overnemen Hagmolenweg 17 en 19 wijzigen van Agrarisch in Wonen Heggelerveldsweg 1 aanduiding ‘maximum aantal wooneenheden’ met nummer 2 opnemen Percelen nabij Herikerweg 5 wijzigen in Bos Percelen rond Bolscherbeek wijzigen van Natuur in Water Lochemseweg 2 aanpassen bestemmingsvlak en opnemen specifieke bouw3 aanduiding Luttekeveldweg 6 bestemmingsvlakken Wonen aanpassen Markeloseweg 11 bestemmingsvlakken Wonen aanpassen Middendorperweg 4 bestemmingsvlakken Wonen aanpassen Nijhofweg 1 wijzigen van Cultuur en ontspanning in Wonen Aanpassen bouwvlakken op de recreatieterreinen Nijhofweg 5 aanduiding ‘bedrijfswoning’ opnemen Oude Rijssenseweg 4 wijzigen van Agrarisch in Wonen Plasdijk 6a wijzigen van Bedrijf in Wonen Potdijk ongenummerd bestemming Bedrijf met de aanduiding ‘nutsvoorziening’ opnemen Pothoek/ Herikerweg wijzigen van Agrarisch in Recreatie met aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – dagrecreatieve activiteiten’ Scholendijk ongenummerd opnemen agrarisch bouwvlak Secr. Engelbertinkstraat 26 opnemen bestemming Wonen Secr. Engelbertinkstraat 28 opnemen bestemming Wonen Slotsweg 6 aanduiding ‘overige bedrijven’ wijzigen in ‘agrarisch hulpbedrijf’ Stationsweg 33 aanduiding ten behoeve van het apk3station opnemen Stokkumerweg 52a aanduiding ‘kleinschalig kamperen’ opnemen in de bestemming Tuin Weth. Goselinkstraat 20 aanduiding ‘intensieve veehouderij’ opnemen Dorreweg 14 bestemmingsgrens aanpassen, bouwvlak niet aanpassen Nijhofweg 4 aanduiding voor de bestaande paardenbak opnemen Verschillen in digitale en analoge versie oplossen Natuur, Bos, Agrarisch, Agrarisch met waarden, Waarde – EHS aanpassen Zonnig Spoor hondenclub, scoutingterrein aanpassen
Regels Regels
Artikel 1 Artikel 3 Artikel 3.4.3 Artikel 4.1 onder j Artikel 5.2.3 onder b Artikel 4 Artikel Artikel Artikel Artikel
12 6 26.3 9
Artikel 9.1 onder d Artikel 12
Artikel 16.3.1 Artikel 17
Artikel 18.2.2 onder a Artikel 18.2.5 onder a
Haaksbergerweg 19 vigerend bestemmingsplan overnemen Aanduiding voor het evenemententerrein Schutterij opnemen: 1 evenement per jaar in de periode 10 sept – 5 okt, 3 dagen gebruik voor schuttersfeest, daarnaast in de periode 10 sept – 5 okt te gebruiken voor parkeren, opbou3 wen, inrichten terrein, afbreken en opruimen van voorzieningen Opnemen begrip ‘zorgboerderij’ Bouwhoogte speeltoestellen ter plaatse van de aanduiding ‘speeltuin’ toevoe3 gen tot maximaal 6 m Toevoegen dat mestverwerkingsinstallaties dit alleen mogelijk zijn op het bouwvlak Toevoegen dat ook de ter plaatse van de aangeduide paardenbak een paardenbak mogelijk is 100 wijzigen in 160 Aanduiding specifieke vorm horeca – theeschenkerij toevoegen (Haaksberger3 weg 19) Specifieke bouwaanduiding toevoegen t.b.v. locatie Lochemseweg 2 Aanduiding buitenopslag 1.000 m2 toevoegen (Gorsveldweg 34) Afwijkingsbevoegdheid toevoegen conform vigerend plan Azelo Sloopregeling opnemen ter plaatse van de aanduiding moestuin Nijenhuis3 Westerflier Toevoegen landgoedwinkel Specifieke bouwaanduiding opnemen waarbij de goothoogte max 6 m en de bouwhoogte max 10 m bedraagt Verwijderen lid c (zelfde als d) Aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – dagrecreatieve activiteiten’ opnemen waarbij dagrecreatieve activiteiten zoals pijlboogschieten, schilderen en roofvogelshows mogelijk worden gemaakt 200 m2 wijzigen in 350 m2 Luifels toevoegen en 6m2 wijzigen in 10m2
Artikel 41.1.1 onder a Artikel 47.1 onder b Regels Regels Regels Regels
bijlage bijlage bijlage bijlage
4a 4a 4a 4a
Regels bijlage 4a Regels bijlage 4a Regels bijlage 4a
Regels bijlage 4a Regels bijlage 4a
Regels bijlage 4a Regels bijlage 4b Regels bijlage 4b Regels Regels Regels Regels Regels
bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage
6 7 8 9 9
Toelichting
Toelichting 4.4.28 Toelichting
Bentelosestraat 69: 794 wijzigen in 1000 Sligsweg 1 4700 wijzigen in 5750 Suetersweg ongenummerd, scoutingterrein 75 wijzigen in 200 Slotsweg 6a wijzigen in Slotsweg 6 en verplaatsen van ‘overige bedrijven’ naar ‘agrarisch hulpbedrijf’ Potdijk ongenummerd Markelo, Bedrijf nutsvoorziening, gasontvangstation, 65 m2 opnemen Plasdijk 636a wijzigen in Plasdijk 6 Langenhorsterweg 20, de oppervlakte voor de omschrijving dierenpension wijzigt van 556 in 46,5. Een omschrijving hondenfokkerij wordt toegevoegd met een oppervlakte van 313,5 m2. Verwijderen Nijhofweg 1 Blokstegenweg 3 aanpassen bedrijfsactiviteiten in vishandel, kweek en opslag van vis, verstrekken van informatie en het geven van rondleidingen. De oppervlakte wijzigt van 1350 in 3100 Maatschappelijk, Veldkampsweg 2 Ambt Delden, hondenvereniging 30 m2 toevoegen Stationsweg 33 apk3station 200 m2 opnemen Gorsveldweg 34: 1.907 m2 ten behoeve van de groothandel in natuursteen producten Kolhoopsdijk 1: Theeschenkerij en vergaderen toevoegen Nummer 50 opnemen achter Goorseweg Nijhofweg 5 nummer 0 wijzigen in 6 Kieftenweg 23 verwijderen Hagmolenweg 17 en 19 opnemen met beide 1 woning
Natuur, Bos, Agrarisch, Agrarisch met waarden, Waarde – EHS aanpassen Aanpassen bos en natuur in relatie tot multifunctionele bosbouw en de Ecologische hoofdstructuur Aanpassen zakelijk rechtstrook in belemmeringenstrook Tabel 5.1.1 voorzien van een legenda met uitleg ++, +, 0, 3, 33
|
165 ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Artikel 26.3 Artikel 31.5.1 Artikel 32
|
Artikel 20
Lid toevoegen: voor zover de aanduiding ‘verblijfsrecreatie' is opgenomen, bedraagt de oppervlakte van gebouwen ter plaatse van die aanduiding maximaal 200 m2; Opnemen afwijkingsbevoegdheid om ter plaatsen van de aanduiding ‘klein3 schalig kamperen’ een kleinschalig kampeerterrein op te richten vergelijkbaar met bijvoorbeeld artikel 4.4.5 Toevoegen artikel 7.5.2 uit het bestemmingsplan Azelo 2010 Aanvullen omgevingsvergunningenstelsel Hoogspanningsverbinding Doetinchem – Hengelo met eigen aanduiding maximale hoogte 60 m Redactie van de zin aanpassen: toevoegen woord ‘waarin’ tussen ‘beheersvisie’ en ‘de’ 25 wijzigen in 2,5
SAB•ARNHEM
Artikel 18.2.2
3
A M B T S H A LV E A A N P A S S I N G E N 11
Planonderdeel
Aanpassingen
Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding
Aanpassingen Agrarisch met waarden, Natuur, Bos, Waarde3EHS Groningerveldweg 2a aanduiding ‘iv – MFB’opnemen Diepenheimseweg (grens gemeente Berkelland) aanduiding ‘kampeerterrein’ verwijderen Bentelosestraat 54, aanduiding golfbaan opnemen en een bouwvlak rondom de bestaande afslagplaats Deldensestraat 11 Opnemen aanduidingen uit vigerend bestemmingsplan (110253) Aanduiding ‘horeca’ toevoegen op bouwvlakken van de locaties Nijhofweg 5, Potdijk 8, Twikkelerweg 17, Hogedijk 8, Goorseweg 49 Aanduiding ‘verblijfsrecreatie’ verwijderen bij de volgende adressen: Oude Rijssenseweg 20 (heeft aanduiding kampeerboerderij) Enterbroekweg 10 (heeft aanduiding kampeerboerderij) Driebelterweg 2 (huisjespark) Deldensestraat 11 (aanduiding congrescentrum, groepsaccommodatie en aanduiding tbv 20 lodges) Borculoseweg 50 (huisjespark) Het Nieuwe Schelver (huisjespark) Kagelinksbos 6 (huisjespark) Koppelteken toevoegen en grens aanpassen op de locatie Haarweg 1 Gorsveldweg 6c – agrarisch bouwperceel opnemen Aanduiding ‘bedrijfswoning’ opnemen bij de volgende adressen: Nijhofweg 5 Winterkampweg 30 Potdijk 8 Driebelterweg 2 Oude Haaksbergerweg 4a Diepenheim vergroten bestemmingsvlak Drekkersweg 2, aanduiding sb3ob op het bestemmingsvlak opnemen Geluidszone – industrie nabij haven Goor opnemen Gorsveldweg 13 functieaanduiding (sba3ib) opnemen en aanduiding ‘2 wooneenheden’ verwijderen Imminksweg 1 Agrarisch wijzigen in Wonen Rijssenseweg ongenummerd wijzigingsplan bestemming Wonen (zie plannen, door te voeren aanpassingen, vastgestelde plannen) Bouwvlakken opnemen: Platenkampsweg 3b Slaghekkenweg 26 Hoek Industrieweg/ Stationsweg bestemming Wonen opnemen Mossendamsweg bestemming Wonen opnemen Traasweg 5 opnemen aanduiding ‘bedrijfswoning’ Kolhoopsdijk 10 bouwvlak opnemen Potdijk 10 en 12 aanduiding ‘bedrijfswoning’ opnemen Hoek Janninksweg/ Needsestraat uit de plancontour verwijderen Potdijk ongenummerd zwembad vastgesteld plan opnemen Nieuwe Sluisweg 10 Wonen – VAB opnemen Dorreweg 14 vergroten bouwvlak Kappelhofsweg 8a aanpassen bestemmingsvlak Bovenbergweg 5 toevoegen aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – rallysport’ Schuttenweg 3 te Ambt Delden – bestemming wordt wonen en aanpassen bestemmingsvlak Rijksweg 11a te Ambt Delden – bestemmingsvlak aanpassen, 2 woonbestemmingen opnemen Slagdijk 19 te Goor – bestemmingsvlak aanpassen en aanduiding drinkwaterwinning opnemen Lochemseweg 15 te Markelo – het toekennen van een woonbestemming (als onderdeel van het plan rood voor rood Weldam) Aanpassen begrenzing van gebieden met de aanduiding openheid
Verbeelding
Verbeelding Verbeelding Verbeelding
Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
166
Verbeelding
Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Verbeelding Regels Artikel 1
Bos, natuur en multifunctionele bosbouw goed verwerken Begrip speelvoorzieningen opnemen: vormen van dagrecreatie die beperkt beslag leggen op de ruimte, zoals kleine speeltuinen, midgetgolfbanen, kruisboogschietterreinen e.d Begrip verblijfsrecreatie wijzigen in ‘recreatie in ruimten welke zijn bestemd of opgericht voor recreatief nachtverblijf in de vorm van kampeermiddellen, stacaravans of trekkershutten door personen die hun hoofdwoonverblijf elders hebben;’
11
Bij de verwijzing naar nummers van artikelen uit de regels, wordt de nummering uit het ontwerpbestemmingsplan aangehouden.
Begrip agrarisch verwant bedrijf verwijderen Begrip bedrijfsmatige exploitatie woorden ‘in de’ verwijderen Begrip bestaand en legaal: de woorden ‘voor het bouwen’ verwijderen
167
Begrip peil subleden b en c verwijderen en vervangen door een nieuw sublid b: voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde bouwhoogte van het aansluitend terrein Begrip permanente bewoning wijzigen in ‘het gebruiken/bewonen als hoofdverblijf gedurende een aaneengesloten periode van meer dan vier weken, dan wel voor recreatieve verhuur aan één en dezelfde persoon gedurende meer dan 35 dagen per jaar’ Begrip plattelandswoning wijzigen in ‘een voormalige agrarische bedrijfswoning of rood voor rood compensatiewoning die een woonbestemming heeft gekregen ná 19 maart 2000. Begrip woning: toevoegen na huisvesting ‘van personen’ Begrip toevoegen: 3 erfensemble 3 Bevi 3 biologisch houden van vee 3 gastenverblijf Begrippen toevoegen in het kader van de rood voor rood wijzigingsbevoegdheid: Complex Onder complex wordt verstaan erfverharding, (mest)kelders, (mest)silo’s etc. deze moeten worden verwijderd. Haag Een haag bestaat uit streekeigen beplanting (bijvoorbeeld: veldesdoorn, meidoorn, beuk of liguster) en heeft een lengte van minimaal 10 meter. Bos is een vegetatie die voornamelijk uit bomen bestaat met de daarbij behorende ondergroei van planten en struiken. Een bos bestaat uit streekeigen beplanting en heeft een oppervlakte van minimaal 1.000 m2. Geriefbos Een vegetatie die voornamelijk uit hakhout soorten bestaat met de daarbij behorende ondergroei van planten en struiken. Een Gerief bos bestaat uit streekeigen beplanting en heeft een oppervlakte van minimaal 500 m2. Bij beheermatig snoeien kan het hout gebruikt worden als biomassa. Solitaire boom Een solitaire boom heeft bij de plant een diameter van minimaal 10 cm. In het eindbeeld heeft de boom een minimale hoogte van 4 meter. Er dient gebruik gemaakt te worden van streekeigen soorten. Hoogstam fruitboom Een hoogstam fruitboom heeft een 180 tot 200 cm lange stam. Hierboven begint de vertakking met gesteltakken. Er dient gebruik gemaakt te worden van streekeigen soorten. Natuurlijk grasland Natuurlijk grasland wordt jaarlijks minimaal 90% van het gewas afgevoerd via maaien of beweiden. Maximaal 10% van de oppervlakte van het grasland hoeft het gras niet jaarlijks gemaaid of beweid te worden ten behoeve van leef3 of foerageergebied voor bijvoorbeeld insecten, zoogdieren of vogels. Maaisel dient binnen één maand na maaien te worden afgevoerd. Alleen bemesting met kalk of ruige mest is toegestaan wanneer dit noodzakelijk is voor de instandhouding van het natuurlijk grasland. De oppervlakte is minimaal 1.000 m2 Laan Een laan is een weg die aan beide zijden geflankeerd wordt door streekeigen bomen. De laan is minimaal 50 meter lang. Bomen die geplant worden hebben een diameter van minimaal 10 cm.
|
Begrip nevenactiviteiten woord ‘omvang’ wijzigen in ‘oppervlakte’
SAB•ARNHEM
Begrip maatschappelijke voorzieningen woord ‘alsook’ verwijderen en na begraafplaats ‘dierenpensi3 ons’ toevoegen
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
Begrip intensieve veehouderij na pluimvee woord ‘of’ verwijderen, na nertsen woorden ‘konijnen, vissen en wormen’ toevoegen, na houden woorden ‘van vee’ verwijderen
Bomen rij Een rij streekeigen bomen (bijvoorbeeld langs een weg of sloot) waarbij de rij een minimale lengte heeft van 50 meter. Bomen die geplant worden hebben een diameter van minimaal 10 cm. Moestuin een tuin waar groenten worden gekweekt voor eigen gebruik. Eventueel omheind doormiddel van een streekeigen haag.
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
168
Openbaar wandelpad Een vrij toegankelijk wandelpad over de gronden in eigendom van de initiatiefnemer. De lengte van het wandelpad is minimaal 50 meter. Retentie voorziening Een natuurlijke voorziening waar het water bij hevige regenval tijdelijk geborgen kan worden, met het doel stroomafwaarts gelegen gebieden te vrijwaren van overstromingen. Kikkerpoel een kleine waterplas van minimaal één meter diep en een flauw aflopende oever, waar de omstandig3 heden zodanig zijn dat ze kan dienen als voortplantingsgebied voor de kikkers, padden en salaman3 ders. Een poel mag niet in open verbinding staan met wateren waar vis in leeft, de larven (kikkervis3 jes) zouden dan opgegeten worden door de vissen. Bomen en struiken zijn direct rond een poel niet gewenst. Een gevarieerde kruidlaag rond het water met nectarplanten daarentegen is belangrijk omdat ze insecten aantrekt die als voedsel kunnen dienen voor de amfibieën. Enige begroeiing met soorten als bies, gele lis en watermunt past goed bij een poel. Afrastering De afrastering bestaat uit gekloofde eiken of kastanje houten palen met 2 puntdraden. Landhek Een hek van Europees eiken3 of kastanjehout. Energie neutrale woning Een energie neutrale woning heeft een EPC (Energie Prestatie Coëfficiënt) waarde 0.1 De energieprestatie van een energiezuinige woning gaat alleen over het gebouw gebonden energie3 gebruik. Dat is de energie die nodig is voor het verwarmen of koelen van het binnenklimaat, het warm tapwater en de verlichting. Het energieverbruik daalt naarmate de EPCwaarde omlaag gaat.
SAB•ARNHEM
|
Levensloopbestendige woning Een woning die volledig rolstoeltoegankelijk is. Aanpasbare woning Een woning die op de begane grond volledig rolstoeltoegankelijk is te maken, zonder uit3 of aanbou3 wen te realiseren. Starter Een starter is een jongere uit de gemeente Hof van Twente in de leeftijd tot 35 jaar die voor het eerst een koopwoning wil bemachtigen. De groep starters in de Hof van Twente is zeer divers. In het kader van de woonvisie bedoelen we bij de term “starter” de jonge koopstarter met een beperkt inkomen. Dit betreft een bruto (verzamel) inkomen van circa € 35.000,3 per jaar (prijspeil 2007). Naast de koopstarter kennen we ook de woonstarter. Dit is de starter die nog geen zelfstandige woonruimte heeft, ook wel thuiswonende starter genoemd. Starterswoning (grondgebonden) Een grondgebonden starterswoning is een woning die voldoet aan de volgende technische voorwaar3 den; 3 kaveloppervlakte minimaal 150m2 3 175m2. 3 naast een woonkamer minimaal 2 (slaapkamers). 3 technische levensduur (constructieve veiligheid) van minimaal 50 jaar. 3 voldoende aanpassings3 en/of uitbouw mogelijkheden. In deze visie wordt onder een grondgebonden betaalbare starterswoning een woning verstaan met een verkoopprijs van maximaal € 150.000, 3 VON (prijspeil 2007). Dit bedrag wordt jaarlijks geïn3 dexeerd met 4%. Binnen de verordening VROM startersregeling gemeente Hof van Twente ligt deze grens sinds april 2008 op € 185.000, 3 (excl. verwervingskosten). Deze verwervingskostengrens wordt niet jaarlijks geïndexeerd maar kan afhankelijk van de behoefte aangepast worden. Artikel 2.1 Artikel 2.2 Artikel 3.1 onder a, 4.1 onder a sub 3 Artikel 3.1.m.1 Artikel 3.1.m.2
Toevoegen na bouwwerk ‘, exclusief kelders’ Toevoegen na bestemmingsvlakken ‘of ten aanzien van het bepalen van oppervlaktes’ Toevoegen dat uitsluitend één bouwlaag mag worden gebruikt voor het houden van dieren
Verwijderen (geen oppervlaktebeperking voor caravanstallingen) Tekst ‘bestaande bebouwing’ vervangen door ‘op het moment van inwerkingtreding van het
Artikel 3.4.1 Nieuw lid 3.4.6
Artikel 3.5.3, 4.6.3, 5.6.1 onder a Artikel 3.5.3 onder c, 4.6.3 en 5.6.1 Artikel 4.1 Artikel 4.1.j.1 Artikel 4.1.j.2 Artikel 4.4.1
Artikel 4.4.1 Artikel 4 Artikel 4.2.5 (na vernummering 4.2.6) Nieuw lid 4.4.6
Artikel 4.5.1 onder c Artikel 4.5.1
c. de bouwhoogte bedraagt maximaal 4 m. In de verwijzing a en c verwijderen Omschrijving aanpassen als volgt: Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 voor het gebruik van een bestaande agrarische bedrijfswoning als woning niet zijnde een bedrijfswoning, met inachtneming van de volgende voorwaarden Onder a verwijderen Nieuw lid 3.4.6 – tweede bedrijfswoning Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 onder g voor het toestaan van tweede bedrijfswoning, mits • Er is sprake van een blijvend, duurzaam bedrijf met een toekomstperspectief van ten minste 10 jaar; • Er is op basis van de dierbezetting sprake van minimaal 2 arbeidskrachten die fulltime op het bedrijf werkzaam zijn (dieren moeten ter plaatse aanwezig zijn); • De afstand van de bedrijfswoning tot één van de bedrijfsgebouwen mag niet groter zijn dan 25 meter; • Door de bedrijfswoning mag voor de naastgelegen bedrijven milieutechnisch geen belemmering voor hun ontwikkeling ontstaan; • Er is slechts één bestaande en legale bedrijfswoning aanwezig; • Er is nog geen 2e bedrijfswoning bij het bedrijf gebouwd, die vervolgens is afgezonderd; • Er wordt voorzien in een goede landschappelijke inpassing en erfinrichting door middel van een beplantingsplan waartoe een landschapsdeskundige wordt geraadpleegd De woorden ‘met een maximum van twee woningen’ verwijderen
Nieuwbouw van bijgebouwen toevoegen zoals in de bestemming Wonen (max 150 of herbouw regeling tot max 450 bij sloop van het drie3voudige) Toevoegen dat ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – rallysport’ een bedrijf voor onderhoud en herstel van rallysportauto’s is toegestaan Verwijderen (geen oppervlaktebeperking voor caravanstallingen) Tekst ‘bestaande bebouwing’ vervangen door ‘op het moment van inwerkingtreding van het plan aanwezige bebouwing’ Omschrijving aanpassen als volgt: Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1 voor het gebruik van een bestaande agrarische bedrijfswoning als woning niet zijnde een bedrijfswoning, met inachtneming van de volgende voorwaarden Onder a verwijderen Verwerken vigerend plan Haaksbergerweg 19 Toevoegen aan lid c onder 3 dat lichtmasten zijn alleen toegestaan ter plaatse van de aanduidingen 'ijsbaan' en ‘cultuur en ontspanning’ Nieuw lid 4.4.6 – tweede bedrijfswoning Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1 onder d voor het toestaan van tweede bedrijfswoning, mits • Er is sprake van een blijvend, duurzaam bedrijf met een toekomstperspectief van ten minste 10 jaar; • Er is op basis van de dierbezetting sprake van minimaal 2 arbeidskrachten die fulltime op het bedrijf werkzaam zijn (dieren moeten ter plaatse aanwezig zijn); • De afstand van de bedrijfswoning tot één van de bedrijfsgebouwen mag niet groter zijn dan 25 meter; • Door de bedrijfswoning mag voor de naastgelegen bedrijven milieutechnisch geen belemmering voor hun ontwikkeling ontstaan; • Er is slechts één bestaande en legale bedrijfswoning aanwezig; • Er is nog geen 2e bedrijfswoning bij het bedrijf gebouwd, die vervolgens is afgezonderd; • Er wordt voorzien in een goede landschappelijke inpassing en erfinrichting door middel van een beplantingsplan waartoe een landschapsdeskundige wordt geraadpleegd Verwijderen de woorden ‘of verwijderen’ en aanvullen met de woorden ‘ter plaatse van de aanduiding openheid 0,3 wijzigen in 0,4
| ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Artikel 3.3.2 en 4.3.2 Artikel 3.4.1
169
|
Artikel 3.2.5
plan aanwezige bebouwing’ Wijzigen in: sleufsilo's en kuilvoerplaten worden in, of direct aansluitend aan het bouwvlak gereali3 seerd, waarbij de bouwgrens per zijde met maximaal 50 m wordt overschreden, op een afstand van minimaal 50 m tot een bestemming waar (bedrijfs)woningen zijn toegestaan, dan wel op de bestaan3 de, kleinere afstand; Nieuw 3.2.5 invoegen en bestaand 3.2.5 vernummeren tot 3.2.6 Gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'cultuur en ontspanning' voldoen aan de volgende kenmer3 ken: a. gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen bedraagt maximaal 500 m2; b. de goothoogte bedraagt maximaal 3 m;
SAB•ARNHEM
Artikel 3.2.4 onder a, Artikel 4.2.6 onder a
onder d en 5.5.1 onder a Artikel 5.2.1.d Artikel 5.2.1 Artikel 5.2.1.e Artikel 5.3.1 onder a en 6.3.1 onder a Artikel 8.2.1 onder b Artikel 5, 10, 11, 12, 13 Artikel 3.1 onder l, 4.1 onder h, 8.1 onder e, 16.1 onder d Artikel 8.2.1. onder a en artikel 16.2.1 onder a Artikel 9.2 onder b Artikel 9.3 aanhef Artikel 13.2.1 onder b en c Artikel 15.2.1 onder b Artikel 18
Verwijziging naar i wijzigen in g, sublid 3 toevoegen: 3. Gebouwd binnen het bouwvlak; Bedrijven ter plaatse van de aanduidingen koppelen aan het ter plaatse gevestigde bedrijf als bedoeld in bijlage 4a Een recreatiewoning wijzigen in één recreatiewoning
Toevoegen: uitsluiting ter plaatse van de aanduiding recreatiewoning
Herbouw en/of verbouw en/of nieuwbouw Herbouw en/of verbouw en/of nieuwbouw van bestaande Woord bedrijfsgebouwen wijzigen in ‘gebouwen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen’ Opnemen nieuw sublid b: bouwhoogte bedrijfgebouwen ten behoeve van een tankautolaadplaats maximaal 7 m; Sublid b vernummeren naar sublid c Opnemen aanduidingen en regels uit vigerend bestemmingsplan Deldensestraat 11 (110253) 18.1 onder c verwijzing naar aanduiding ‘kampeerterrein’ verwijderen 18.1 onder d de bedrijfsmatige exploitatie van een recreatieterrein toevoegen ‘ten behoeve van verblijfsrecreatie’ ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie', de woorden ‘met dien verstande dat’ verwijderen
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
170
Verwijderen Toevoegen ‘ter plaatse van de aanduiding drinkwaterwinning is een bouwhoogte van 13 meter toegestaan’ Toevoegen ‘voor landhuizen als genoemd in bijlage 7 maximaal de inhoud zoals opgenomen in die bijlage’ Na het woord achtererfgebied de woorden ‘met uitzondering ter plaatse van de aanduiding ‘opslag’;’
18.1 onder d sublid 1 verwijderen Toevoegen: g. een groepsaccommodatie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van Recreatie – groepsaccommodatie'; h. 20 lodges ter plaatsen van de specifieke aanduiding voor de locatie Deldensestraat 11); i. podiumactiviteiten ter plaatse van de aanduiding 'congrescentrum'; j. recreatiewoningen, met dien verstande dat het aantal recreatiewoningen niet meer mag bedragen dan is aangegeven in bijlage 8 kolom "aantal recreatiewoningen"; k. bestaande en legale zelfstandige horecavoorzieningen ter plaatse van de aanduiding ‘horeca’.
Artikel 18.2.1 onder a Artikel 18.2.5 onder d
Artikel 18.2.7 onder b Artikel 20 Artikel 23.1 Artikel 19.2.2.d Artikel 25 Artikel 25.1.c.1 Artikel 25.1.c.2 Artikel 25.4.2 Artikel 28.2.2 Artikel 29.1
Bed & breakfast en aan huis verbonden beroepen worden door de toevoeging vernummerd. Toevoegen of ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’ aanpassen: een stacaravan mag niet aan andere gebouwen worden gebouwd, met dien verstande dat een stacaravan wel aan de korte zijde mag worden gebouwd aan een andere stacaravan of een deel van een andere stacaravan waarbij de totale aaneengesloten oppervlakte niet meer bedraagt dan 70 m2 Aanpassen: overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 2 m Regeling voor kleinschalig kamperen toevoegen Na het woord duikers de woorden ‘en wegen en paden’ toevoegen Aanduiding golfbaan Opnemen verwijzing naar aanduiding recreatiewoningen (zie 4.2.3) en opnemen bouwregels voor recreatiewoningen (zoals in 3.2.2) Verwijderen (geen oppervlaktebeperking voor caravanstallingen) Tekst ‘bestaande bebouwing’ vervangen door ‘op het moment van inwerkingtreding van het plan aanwezige bebouwing’ Verwijzing naar 25.2.1 onder d verwijderen Verwijderen ‘geldt ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van waarde – monument’ Nieuw lid b toevoegen: het bestaande en legale aantal woningen voor zover de woningen zijn
Artikel 43.2
Artikel 45.9.2 Artikel 45 Artikel 46.1.g Ná artikel 46.1
Artikel 46.2 Artikel 46.4 onder a Artikel 46.4 onder b
Artikel 49.2 Artikel 49.4 Artikel 49.5
Inleiding toevoegen dat het artikel van toepassing is op alle eerdere bestemmingen (vanwege SVBP aan het eind van dit hoofdstuk toegevoegd als art. 52) Achter 18º toevoegen ‘met uitzondering van boog3 en serrestallen en ondergeschikte aan en uitbouwen tenzij anders bepaald in hoofdstuk 2’ Afwijkingsbevoegdheid opnemen om van de maat af te kunnen wijken in het geval van bijzondere bouwvormen die door de welstandscommissie als zodanig zijn aangemerkt. Verwijzing naar aanduiding verwijderen en de hoogte van 45 m opnemen Geluidszone 3 industrie nabij Haven Goor opnemen Verwijderen Toevoegen nieuw artikel 46.2 3 Afwijkingsbevoegdheid Het vergroten van bestaande en bestemde woningen. Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de maximale toegestane inhoudsmaat van een woning: a. tot een inhoud van 1000 m3, mits minimaal 500 m2 aan (voormalige) (agrarische) bedrijfsbe3 bouwing wordt gesloopt, waarbij minimaal veertien punten in ruimtelijke kwaliteit wordt geïn3 vesteerd, zoals verwoord in bijlage 10 van de regels of; b. tot een inhoud van 1500 m3, mits minimaal 1000 m2 aan (voormalige) (agrarische) bedrijfsbe3 bouwing wordt gesloopt, waarbij minimaal 20 punten in ruimtelijke kwaliteit wordt geïnvesteerd, zoals verwoord in bijlage 10 van de regels of; c. tot een inhoud van 2000 m3,mits minimaal aan 1500 m2 (voormalige) (agrarische) bedrijfsbe3 bouwing wordt gesloopt, waarbij minimaal 25 punten in ruimtelijke kwaliteit wordt geïnvesteerd, zoals verwoord in bijlage 10 van de regels; Om gebruik te maken van de afwijkingsbevoegdheid a, b, of c zijn de volgende voorwaarden van toepassing: $ De bestaande en bestemde woning die wordt vergroot of vervangen wordt binnen het aanwezige bestemmingsvlak/ bouwvlak gerealiseerd; $ De oppervlakte te slopen bebouwing kan niet terug worden gebouwd; $ De oppervlakte te slopen bebouwing is afkomstig uit de gemeente Hof van Twente; $ Op de slooplocaties blijft maximaal 150 m2 aan bijgebouwen gehandhaafd; Bij een grotere oppervlakte is artikel 46.3 van dit bestemmingsplan van toepassing; $ Eerdere verplichtingen kunnen niet in de regeling worden ingebracht; $ Er wordt voorzien in een goede landschappelijke inpassing en erfinrichting door middel van een erfinrichtings3 en/of beplantingsplan; Bij het opstellen wordt een landschapsdeskundige wordt geraadpleegd; $ De minimale investering in ruimtelijke kwaliteit is vastgelegd in een schetsplan van de bebouwing en erfinrichtings3 en/of beplantingsplan met een instandhoudingstermijn van 10 jaar; Het erfin3 richtings3 en/of beplantingsplan met in standhoudingstermijn zijn onderdeel van de te verlenen omgevingsvergunning; $ Geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van de belangen van eigenaren en/of gebrui3 kers van omliggende gronden; $ De uitvoerbaarheid van het bouwplan waarvoor de wijziging wordt toegepast, in verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden: De milieuhygiënische situatie van de bodem de ontwikkeling waarvoor de wijziging wordt toegepast niet belemmerd; Dat geen onevenredige aantasting van aan de grond eigen zijnde archeologische waarden zal plaatsvinden. Bij een woning wijzigen in binnen een woonbestemming Verwijderen ‘van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 m en ten behoeve’ van de regels en de bouw toestaan van niet voor bewoning bestemde gebouwen met een inhoud van ten hoogste 75 m3 en een bouwhoogte van ten hoogste 3,5 m ten dienste van het openbaar nut, zoals schakelhuisjes, wachthuisjes, transformatorhuisjes, telefooncellen, vleermuizenkelders, alsmede andere bouwwerken, zoals muurtjes, standbeelden, kleine religieuze bouwwerken en lichtmasten; gasdrukmeetstations en verkooppunten voor motorbrandstoffen uitgezonderd. Na bedrijven toevoegen ‘zoals’ en dierenpensions verwijderen Dierenpensions verwijderen Nieuw artikel ‘49.5 Wijziging in verband met rood voor rood’ Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het omzetten van een agrarisch bouwvlak, danwel de bestemmingen Wonen, Agrarisch 3 VAB, Bedrijf 3 VAB en Wonen 3 VAB ten behoeve het toevoegen van een extra woning bij sloop van (voormalige) (agrarische) bebouwing. a. de bouw van één extra woning met een inhoud van 750 m3 en 150 m2 aan bijgebouwen als
|
171 ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
Artikel 36.3.2, 37.3.2, 38.3.2, 39,3,2 Artikel 43
|
Artikel 35.1
SAB•ARNHEM
Artikel 29.1.d.1 Artikel 29.1.d.2
opgenomen in bijlage 5, 'adressen gesplitste woningen'; Subleden b tot en met f worden vernummerd Verwijderen (geen oppervlaktebeperking voor caravanstallingen) Tekst ‘bestaande bebouwing’ vervangen door ‘op het moment van inwerkingtreding van het plan aanwezige bebouwing’ Toevoegen dat hier niet gebouwd mag worden en/of het bekende monument niet aangetast mag worden Subleden c en d samenvoegen en het woord ‘óf’ tussenvoegen
minimaal 1000m2 aan (voormalige)(agrarische) bedrijfsbebouwing wordt gesloopt, waarbij mi3 nimaal 10 punten in ruimtelijke kwaliteit wordt geïnvesteerd, zoals verwoord in bijlage 10 van de regels of b. de bouw van één extra woning met een inhoud van 1000 m3 met inpandig bijgebouw als minimaal 1000 m2 aan (voormalige)(agrarische) bedrijfsbebouwing wordt gesloopt, waarbij mi3 nimaal 10 punten in ruimtelijke kwaliteit wordt geïnvesteerd, zoals verwoord in bijlage 10 van de regels of; c. de bouw van één extra woning met een inhoud van 1000 m3 en 150 m2 aan bijgebouwen als minimaal 1500 m2 aan (voormalige)(agrarische) bedrijfsbebouwing wordt gesloopt, waarbij mi3 nimaal 14 punten in ruimtelijke kwaliteit wordt geïnvesteerd, zoals verwoord in bijlage 10 van de regels of; d. de bouw van één extra woning met een inhoud van 1500 m3 en 150 m2 aan bijgebouwen als minimaal 2000 m2 aan (voormalige)(agrarische) bedrijfsbebouwing wordt gesloopt, waarbij mi3 nimaal 20 punten in ruimtelijke kwaliteit wordt geïnvesteerd, zoals verwoord in bijlage 10 van de regels; Om gebruik te maken van de wijzigingsbevoegdheid van a, b, c of d zijn de volgende voorwaarden van toepassing: $ De (agrarische) bedrijfsvoering op de deelnemende locaties zijn/worden beëindigd en waarbij de milieuvergunning wordt ingetrokken; $ De deelnemende (voormalige) agrarische bedrijven en de nieuwe woning ligt in het verwevings3 of extensiveringsgebied; $ Op de slooplocaties blijft maximaal 150 m2 aan bijgebouwen gehandhaafd; Bij een grotere oppervlakte is artikel 46.2 van dit bestemmingsplan van toepassing; $ De sloop is afkomstig uit de gemeente Hof van Twente; $ Het gehele complex met (voormalige)(agrarische) gebouwen (inclusief silo’s, kelders en erfver3 harding en dergelijke) wordt gesloopt met uitzondering van de (bedrijfs)woning, karakteristieke bebouwing en/of bebouwing van cultuurhistorische waarden; $ De nieuwe woning wordt op de slooplocatie of bij bestaande bebouwing gerealiseerd, zodat een cluster van bebouwing in een samenhangend ensemble ontstaat; $ Eerdere verplichtingen tot sloop of investeringen in ruimtelijke kwaliteit kunnen niet in de regeling worden ingebracht. $ Er wordt voorzien in een goede landschappelijke inpassing en erfinrichting door middel van een erfinrichtings3 en/of beplantingsplan; Bij het opstellen wordt een landschapsdeskundige geraad3 pleegd; $ De minimale investering in ruimtelijke kwaliteit wordt vastgelegd aan de hand van een schetsplan van de bebouwing en erfinrichtings3 en of beplantingsplan met een instandhoudingstermijn van 10 jaar; $ Geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van de belangen van eigenaren en/of gebruikers van omliggende gronden; $ De uitvoerbaarheid van het bouwplan waarvoor de wijziging wordt toegepast, in verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden: De milieuhygiënische situatie van de bodem de ontwikkeling waarvoor de wijziging wordt toegepast niet belemmerd; Dat geen onevenredige aantasting van aan de grond eigen zijnde archeologische waarden zal plaatsvinden.
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
172
Alle artikelen
bijlage
Bij bouwregels opnemen: gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in artikel 43 (Algemene bouwregels); In de bestemming Sport zwembad Potdijk opnemen Daar waar naar een bijlage wordt verwezen in alle artikelen koppelen aan ‘het ter plaatse gevestigde …’ Adres Bentelosestraat 21 wijzigen in Kieftenweg 21
bijlage
Toevoegen Bovenbergweg 5, onderhoud en herstel rallysportauto’s: 740 m2
bijlage
Rijssenseweg 17 1600 wijzigen in 1700
bijlage
Almelosestraat 9311 1819 wijzigen in 3380
bijlage
Holterweg 19 verwijderen aannemersbedrijf
bijlage
Diepenheimsestraat 56 804 wijzigen in 1524
bijlage
Rijksweg 2, Ambt Delden Tankstation
bijlage
Markeloseweg 79 vervangen door Slagdijk 19 Tekst pompgemaal/pomphuis vervangen door drinkwaterwinnen en drinkwaterproductie Oppervlakte vervangen door 4.200 m2 Leusmansweg 4: ‘constructiebedrijf 2500’ wordt vervangen door: ‘constructiebedrijf 200, opslag ten behoeve van een constructiebedrijf 1000, caravanstalling 1300’ Nieuwe Sluisweg 10 kantoor 90 m2 opnemen Grote Looweg 4 vergaderen toevoegen
Regels Regels Regels 4a Regels 4a Regels 4a Regels 4a Regels 4a Regels 4a Regels 4a Regels 4a
Regels bijlage 4b Regels bijlage 6 Regels bijlage 6
Bentelosestraat 67369 toevoegen, 1.000 m3 Adres ’t Schoman wijzigen in Borculoseweg 50 Diepenheim Nieuwe bijlage 10 – puntensysteem rood voor rood
Toelichting Toelichting Toelichting
Toelichting
Toelichting
Bos
per ha.
2
Gerief bosje
per 0,5 ha
1
Solitaire boom handelsmaat 10312 tot 16318
per boom
0,2
Solitaire boom handelsmaat vanaf 16318
per boom
0,4
Hoogstam fruitboom
per boom
0,1
Natuurlijk grasland
per ha.
Bomen rij eenzijdig plantafstand 4 m en vanaf handelsmaat 10312
per 25 m
0,2
Laan tweezijdig plantafstand 4m vanaf handelsmaat 10312
per 25 m
0,5
Houtwal/singel/bosplantsoen
per 25 m2
0,2
Moestuin
per 25 m2
0,2
Openbaar wandelpad
100m
1
Retentie voorziening
per 0,5 ha
1
Kikkerpoel
per 0,5 ha
1
Inrichting natuurlijke oevers van watergangen
100 m
1
Afrastering
100 m
0,1
Landhek
1
0,2
1
Energie neutrale woning (EPC 0)
1
Levensloopbestendige woning
1
Aanpasbare woning
0,5
Woonruimte voor een starter
0,5 per 100m2
1
Ten aanzien van permanente bewoning recreatieverblijven wordt de volgende tekst opgenomen: Als peildatum voor het gedogen van de permanente bewoning van solitaire recreatieverblijven wordt de datum van de publicatie van het voorontwerp gehanteerd. Naar verwachting komen circa 15320 solitaire recreatie woningen in aanmerking voor een zelf aan te vragen persoonsgebonden gedoogbe3 schikking. In andere gevallen wordt handhavend opgetreden tegen permanente bewoning. Verwijzingen naar woningsplitsing eruit (pagina 8, 4.3.3, 4.4.1.9 en 4.4.22.2) Melding maken dat ook voor alle dubbelbestemmingen de algemene afwijkings3, bouwregels e.d. van toepassing zijn Toevoegen ten aanzien van plattelandswoningen: Op 22 maart 2011 heeft de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu van de Tweede Kamer gesproken over de voorbereiding van een wetsvoorstel inzake 'plattelandswoningen'. Het gaat hierbij om de bewoning van (voormalige) agrarische bedrijfswoningen door derden, die geen binding (meer) hebben met het agrarische bedrijf, zonder dat dit (extra) beperkingen stelt aan het exploiteren van het agrarische bedrijf zelf. Hoewel de strekking van het wetsvoorstel dat eind 2011 naar de Tweede Kamer is gestuurd helder is, kan nog niet op de precieze inhoud van een mogelijke wetswijziging vooruit worden gelopen. Wel is in dit bestemmingsplan de mogelijkheid ingebouwd om te zijner tijd alsnog op de wetswijziging in te kunnen haken. Hiertoe zijn in dit bestemmingsplan de woningen die na 19 maart 2000 zijn gewijzigd van een agrarisch bedrijf naar de functie wonen (dit hoeft niet per definitie binnen de bestemming wonen te zijn, maar kan ook wonen binnen een andere bestemming betreffen), danwel woningen opgericht als rood voor rood woning, in de regels aangemerkt als ‘plattelandswoning’ (zie bijlage 9). In veel artikelen wordt gesproken over ‘met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ontsluitingsvoorzieningen, parkeervoorzieningen binnen het bouwvlak, groenvoorzieningen, tuinen en erven.’ In de toelichting wordt aangegeven dat ‘bijbehorende’ slaat op de gehele bijzin en niet alleen op het eerstvolgende woord. Tevens wordt in de toelichting opgenomen dat de term ‘bijbehorende ontsluitingsvoorzieningen’ uitgelegd mag worden ten behoeve van een erfontsluitings3 weg van bijvoorbeeld een woonbestemming gelegen in het agrarisch gebied. Toevoegen beschrijving gewijzigd rood voor rood beleid op basis van een puntensysteem
173 |
0,1
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
per 10 m.
Grotere oppervlakte sloop dan vereist voor plan Toelichting 4.4.15.1
punten
Haag
|
Element
SAB•ARNHEM
Regels bijlage 7 Regels bijlage 8 Regels bijlage
Toelichting
SAB•ARNHEM
|
ONTWE RPBE STEMMINGS PLA N ZIE NS WIJZE NNOTITIE B UITE NGEB IE D HOF VA N TWE NTE
|
174
Tekst t.a.v. 2e bedrijfswoningen wijzigen: Nieuwe tekst: Voorgesteld wordt de volgende criteria te hanteren voor het oprichten van een 2e bedrijfswoning: • Er is sprake van een blijvend, duurzaam bedrijf met een toekomstperspectief van ten minste 10 jaar; • Er is op basis van de dierbezetting sprake van minimaal 2 arbeidskrachten die fulltime op het bedrijf werkzaam zijn (dieren moeten ter plaatse aanwezig zijn); • De afstand van de bedrijfswoning tot één van de bedrijfsgebouwen mag niet groter zijn dan 25 meter; • Door de bedrijfswoning mag voor de naastgelegen bedrijven milieutechnisch geen belemme3 ring voor hun ontwikkeling ontstaan; • Er is slechts één bestaande en legale bedrijfswoning aanwezig; • Er is nog geen 2e bedrijfswoning bij het bedrijf gebouwd, die vervolgens is afgezonderd; • Er wordt voorzien in een goede landschappelijke inpassing en erfinrichting door middel van een beplantingsplan waartoe een landschapsdeskundige wordt geraadpleegd De bedrijfsomvang/arbeidsbehoefte werd tot nu toe altijd uitgedrukt in NGE (Nederlandse grootte eenheden). Al enkele jaren hanteert het LEI voor de bedrijfsomvang de eenheid standaard3 opbrengst (SO) per mensjaar. Bij een onderzoek naar melkveebedrijven door het LEI is gebleken dat er tussen het aantal mensjaren en het daadwerkelijk aantal aanwezige ondernemers op het bedrijf sprake is van een bepaalde factor. Voor bedrijven met een standaardopbrengst groter dan € 250.000,33 is die factor gemiddeld 1,6. Er bestaat geen aanleiding om te veronderstellen dat die factor bij andere bedrijfstypen anders zal zijn. Daarom wordt voorgesteld bij het bepalen van de bedrijfsomvang in Volwaardige Arbeidskrachten (VAK 3 arbeidskrachten die fulltime op het bedrijf werkzaam zijn) gebruik te maken van de rekenmodule van het LEI en daarbij een gemiddelde standaardnorm te hanteren van bedrijven met een standaard opbrengst groter dan € 250.000,33 en deze uitkomst te delen door een factor 1,6. Deze standaardopbrengsten en normen worden jaarlijks door het LEI aangepast. Ter illustratie enkele voorbeelden: Rundveebedrijf: • 170 melkkoeien • 100 stuks jongvee SO is € 479.400,33/gemiddelde standaardnorm € 148.500,33/1,6 = 2,01 VAK Mestvarkensbedrijf: •
5500 vleesvarkens SO is € 1.210.000,33/gemiddelde standaardnorm € 300.000,33/1,6 = 2,5 VAK
Gesloten varkensbedrijf: 3 2 dekberen 3 220 zeugen 3 700 gespeende biggen 3 3500 vleesvarkens. SO is € 1.009.760,33/gemiddelde standaardnorm € 300.000,33/1,6 = 2,1 VAK