Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
Inhoudsopgave
Toelichting
3
Hoofdstuk1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Planologische regeling 1.3 Leeswijzer
3 3 4 4
Hoofdstuk2 De beschrijving van het plangebied 2.1 Huidige situatie 2.2 Het projectplan 2.3 Ruimtelijke inpasbaarheid 2.4 Verkeersaspecten
5 5 8 10 10
Hoofdstuk3 Inventarisatie van relevant beleid 3.1 Europees beleid 3.2 Nationaal beleid 3.3 Provinciaal beleid 3.4 Beleid Waterschap Regge en Dinkel
11 11 11 12 13
Hoofdstuk4 Uitvoerbaarheidsaspecten/onderzoek 4.1 Bodem 4.2 Geluid 4.3 Lucht 4.4 Bedrijven en milieuzonering 4.5 Externe veiligheid 4.6 Archeologie 4.7 Flora en Fauna
15 15 15 15 15 16 17 17
Hoofdstuk5 Juridische vormgeving 5.1 Inleiding 5.2 Algemene uitgangspunten 5.3 Groen 5.4 Water 5.5 Verkeer 5.6 Waarde - Archeologie
18 18 18 18 18 18 19
Hoofdstuk6
Economische uitvoerbaarheid
20
Hoofdstuk7
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
21
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3
Quickscan natuuronderzoek herinrichting Boven Regge Diepenheim Verkennend (water)bodemonderzoek Boven Regge Diepenheim Zienswijzennotitie
23 25 51 161
2 n Diepenheim" (vastgesteld)
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen va
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
Toelichting Hoofdstuk 1 1.1
Inleiding
Aanleiding
Waterschap Regge en Dinkel, Kunstvereniging Diepenheim en gemeente Hof van Twente werken samen om het project “Tuinen van Diepenheim” te realiseren. De Tuinen van Diepenheim is onderdeel van het project “Kunstwerk Diepenheim”. “Kunstwerk Diepenheim” is een project van de gemeente Hof van Twente, Kunstvereniging Diepenheim, Stichting Kunst op Straat en Stichting Cultureel Erfgoed Hof van Twente. In het deelplan “Tuinen van Diepenheim” wordt een retentiesysteem en een natuurlijke inrichting van de Boven Regge in en nabij de bebouwde kom van Diepenheim ontwikkeld. Daarnaast wordt een wandelroute opgezet waar kunst, erfgoed, cultuurhistorie en natuurbeleving samenkomen. De route moet gaan leiden langs de Boven Regge, het parkbos van Huis te Diepenheim, de volkstuinen, het Rosarium, het te ontwikkelen terrein bij de Broenshof (vlinder-, seringen- en wintertuinen), de hostatuin op het Gazebo-terrein en de bergingsvijver bij de Boinksweide. In afbeelding 1 is de huidige situatie van de Boven Regge in Diepenheim weergegeven. Hierop is tevens het totale gebied op aangegeven (rood omkaderd). Dit gebied is omvangrijker dan het gebied waarvoor het bestemmingsplan wordt herzien.
afbeelding 1
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim" (vastgesteld) 3
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
Met het project worden de volgende resultaten nagestreefd: 1. Een retentiesysteem inrichten die minimaal 5000 m3 tijdelijke berging van hemelwater in met name het zomerhalfjaar waarborgt. Dit vindt verspreid plaats in een klein retentiegebiedje langs de Boven Regge, de Boven Regge zelf en een bestaande bergingsvijver; 2. Het realiseren van een meer natuurvriendelijke en beleefbare Boven Regge; 3. Het gedeeltelijk verleggen van de Nijenhuisleiding en deze weer meer terugbrengen in het straatbeeld; 4. In het kader van het project 'Tuinen van Diepenheim' ter hoogte van het Broenshof een drietal tuinen realiseren, te weten een vlindertuin, seringentuin en wintertuin; 5. De nieuw te ontwikkelen tuinen verbinden met bestaande elementen (het parkbos van Huis te Diepenheim, het Rosarium, Hostatuin op Gazebo-terrein en de bergingsvijver).
1.2
Planologische regeling
Het plangebied is gelegen in het bestemmingsplan Buitengebied Diepenheim, vastgesteld op 25 oktober 1999 en goedgekeurd op 30 mei 2000 en het bestemmingsplan Diepenheim, vastgesteld op 16 juni 2009. Tegen dit besluit is beroep ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Afdeling heeft op 7 juli 2010 een uitspraak gedaan en heeft het beroep ongegrond verklaard. Met deze uitspraak is het bestemmingsplan "Diepenheim" onherroepelijk geworden. Het project is voor een deel in strijd met deze bestemmingsplannen omdat de te realiseren tuin is gelegen op agrarisch bestemde gronden en de waterloop die wordt verbreed en veranderd gedeeltelijk is gesitueerd buiten de als water bestemde gronden.
1.3
Leeswijzer
De toelichting is als volgt opgebouwd: In hoofdstuk 2 wordt een beschrijving gegeven van het plan. Hierbij wordt ingegaan op de ruimtelijke en functionele aspecten van het plan; Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 ingegaan op het relevante provinciaal en gemeentelijk beleid; In hoofdstuk 4 wordt op de diverse omgevingsaspecten ingegaan; Een juridische beschrijving van het plan wordt gegeven in hoofdstuk 5. In dit hoofdstuk wordt onder andere ingegaan op de diverse bestemmingen; In hoofdstuk 6 wordt de uitvoerbaarheid van het plan verantwoord. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid. Ook wordt hier ingegaan op de grondexploitatie.
4 n Diepenheim" (vastgesteld)
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen va
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
Hoofdstuk 2 2.1
De beschrijving van het plangebied
Huidige situatie
Afbeelding 1 in hoofdstuk 1 geeft de ligging van het gebied weer. Het gebied ligt aan de westelijke rand van Diepenheim in de gemeente Hof van Twente. Voor het tracé van de Boven Regge wordt de zuidkant globaal begrensd door de Grotestraat, de noordkant door de Oude Goorseweg. Huis te Diepenheim met het parkbos vormt de westelijke en de Raadhuisstraat de oostelijke begrenzing. Ten oosten van de Boven Regge ter hoogte van de Boinksweide ligt een bergingsvijver die onderdeel is van het gebied. Deze bergingsvijver loost op waterloop 20-1-0-16, welke ter hoogte van het Gazebo terrein uitmondt in de Boven Regge. Het gebied is ca. 1,7 ha groot en bestaat uit het gebruik van diverse functies. Op de rechteroever liggen diverse percelen grasland aan de Boven Regge, in bezit van particulieren. Nabij de Raadhuisstraat in oostelijke richting is een perceel in eigendom van de gemeente Hof van Twente. De zuidkant, het Rosarium en daaraan grenzend enkele volkstuintjes, is ook in eigendom van de gemeente Hof van Twente. Het Rosarium is openbaar terrein en de volkstuintjes worden gebruikt door enkele particulieren. De bergingsvijver is in eigendom van de gemeente Hof van Twente en is ook openbaar terrein. Rondom de vijver ligt een wandelpad, wat dit gebied tot een uitloopgebied maakt voor de aanliggende woonwijk. Het omliggende gebied tussen de Raadhuisstraat en het Gazebo terrein is bij particulieren in eigendom. Het Gazebo terrein is in eigendom van Waterschap Regge en Dinkel. Op dit terrein is een rioolgemaal voor de doorvoer van rioolwater naar de RWZI Goor gevestigd. Het Gazebo terrein is ingericht als Hostatuin, ontworpen en ontwikkeld door een Belgische kunstenaar en vrij toegankelijk. De Boven Regge loopt als een strakke, rechte waterloop van zuid naar noord langs de westelijke rand van het gebied (ca. 750 m lang). Er zijn tweezijdig onderhoudspaden aanwezig van elk 1,5 meter breed (zie afbeelding 2). De linkeroever grenst direct aan het bosgebied van Huis te Diepenheim; de rechteroever grenst aan graslandpercelen en enkele particuliere tuinen. Ter hoogte van het Rosarium komt de Nijenhuisleiding via een duiker uit in de Boven Regge (zie afbeelding 3). De Nijenhuisleiding loopt dwars door Diepenheim en begint bij de Diepenheimse Molenbeek op landgoed Nijenhuis.
afbeelding 2
2.1.1
afbeelding 3
Ontstaansgeschiedenis
Het gebied kent als gevolg van de voorlaatste ijstijd een rijke ontstaansgeschiedenis. De bodem is in die tijd op verschillende plaatsen opgestuwd en er hebben zich stuwwallen gevormd. Het destijds gevormde landschap is bepalend geweest voor de ligging en de loop van de beken en rivieren, zo ook voor de Regge.
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim" (vastgesteld) 5
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
De Boven Regge in Diepenheim is altijd een belangrijke 'blauwe levensader' geweest in de dorpskern en het omliggende gebied. Zo werden (en worden) de grachten van landgoederen voorzien van water uit de Regge. Dit gold ook voor de stadsgrachten in de dorpskern, die inmiddels nagenoeg geheel gedempt zijn. In de stadsbleek van Diepenheim deden vroeger de wasvrouwen de was met water afkomstig van de Nijenhuisleiding. Eerst wasten en spoelden ze de kleding en het linnengoed in de drie brede sloten, oftewel bleekgravens. Daarna legden ze de schone was op het gras om te drogen en te bleken. Aan de Raadhuisstraat lag vroeger een haventje met water uit de Regge. Vanuit dit haventje kon de Regge bevaren worden met kleine boten voor het vervoeren van o.a. handelswaar. Er was een verbinding vanaf het Westerflier (ten zuidwesten van Diepenheim) tot aan Zwolle. De Regge had vroeger dan ook een belangrijke economische functie.
2.1.2
Bodem
Afbeelding 4 is een fragment van de bodemkaart. Een groot deel van het gebied ligt in bebouwd gebied, waarvan geen bodemgegevens beschikbaar zijn. Echter, het bovenstroomse gebied van de Boven Regge is aangemerkt als beekeerdgrond, behorende tot de beekdalgronden. Er kan dan ook aangenomen worden dat deze bodemsoort zich doorzet in de omgeving van het Rosarium. Ten noorden van de Raadhuisstraat bestaat de bodemsoort uit hoge zwarte enkeerdgronden, behorende tot de esgronden. Dit zijn de gronden die in het verleden zijn opgehoogd ten behoeve van de landbouw. Deze gronden zijn momenteel nog in gebruik als grasland voor het beweiden van vee.
Afbeelding 4
6 n Diepenheim" (vastgesteld)
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen va
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
2.1.3
Geomorfologie
Ook voor de geomorfologie geldt dat er niet voor het gehele gebied gegevens beschikbaar zijn (zie afbeelding 5). Dit betreft hetzelfde gebied (bebouwing) als op de bodemkaart. Wat op de geomorfologische kaart duidelijk zichtbaar is, is dat de Boven Regge in een dalvormige laagte ligt. Het tracé ten zuiden van de Raadhuistraat ligt wat meer richting dekzandruggen, wat kan betekenen dat de Regge hier in het verleden wat verlegd is. In de weide omgeving van de Boven Regge is een beekoverstromingsvlakte weergegeven, wat aangeeft dat de Regge een duidelijke invloed had op de omliggende gronden.
afbeelding 5
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim" (vastgesteld) 7
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
2.1.4
Recente Historie
Afbeelding 6 geeft een historische weergave weer door middel van historisch kaartmateriaal uit 1900, 1930 en 1950. Op de kaart van 1900 is te zien dat de Boven Regge qua ligging niet veel anders lag dan tegenwoordig. Net benedenstrooms de Raadhuisstraat had de Boven Regge destijds een forse bocht op de rechteroever. Deze bocht is zelfs nog te zien op de kaart van 1950. In de huidige situatie is de bocht niet meer aanwezig en is tijdens de verbeteringsplannen in de jaren '60 en '70 van de vorige eeuw verdwenen. De langgerekte vijver in het parkbos van Huis te Diepenheim doet vermoeden dat het om een oude meander gaat. Het gaat hier echter om een gegraven vijver.
afbeelding 6
2.2
Het projectplan
Herinrichting Boven Regge en Nijenhuisleiding De huidige ligging van de Boven Regge blijft gehandhaafd. In het traject Grotestraat – Raadhuisstraat wordt het onderhoudspad en talud op de linkeroever langs het parkbos vergraven tot een meer natuurlijke en flauwe oever. Op de rechteroever wordt het onderhoudspad verbreed naar 4 meter en wordt het talud enigszins flauwer gemaakt naar 1:2. Hiermee wordt de aanwezige beschoeiing overbodig en verwijderd. De bodemhoogte blijft gehandhaafd en de bodembreedte wordt versmald van 2,5-3 meter naar 1,75 meter. Het traject Raadhuisstraat – Gazebo terrein krijgt in grote lijnen eenzelfde inrichting als hierboven beschreven. Ook hier ligt het onderhoudspad van 4 meter breed langs de rechteroever. In dit traject is wat meer ruimte, waardoor plaatselijk wat meer meandering aan de Boven Regge gegeven wordt. Hierbij wisselen flauwe en steilere oevers elkaar af. Daarnaast is ruimte voor een paar kleine amfibiepoelen. De Nijenhuisleiding wordt ter hoogte van het Rosarium gedeeltelijk gedempt en krijgt een nieuwe loop in noordelijke richting. De nieuwe loop zal een klein 'bakje' worden met een bodembreedte van 0,75 meter en taluds 1:1,5. De nieuwe loop komt meanderend door de aan te leggen vlindertuin te liggen.
Inrichting Tuinen van Diepenheim Aan de hand van een schetsontwerp van beeldend kunstenaar Herman de Vries (via Kunstvereniging Diepenheim) is een concreter ontwerp gemaakt . De 'Tuinen van Diepenheim' betreft in grote lijnen een 8 n Diepenheim" (vastgesteld)
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen va
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim drietal tuinen, te weten een vlinder-, seringen- en wintertuin. De ligging en keuze van beplanting (nader te bepalen) worden hierop afgestemd. De winter- en seringentuin zijn voornamelijk gesitueerd op het hoger gelegen oostelijke deel van het plangebied ter hoogte van Broenshof en de Raadhuisstraat. De vlindertuin betreft het af te graven lager gelegen terreindeel langs de Boven Regge, wat tevens als retentiegebied gaat fungeren. De afgraving vindt vrij gelijkmatig plaats. Hierdoor ontstaat een vlak en vochtig terreindeel, wat zorgt voor een goede vegetatie voor vlinders en rupsen. In het nieuw in te richten gebied wordt een wandelpad aangelegd. De wandelstructuur krijgt twee ingangen, bij de Broenshof/Raadhuisstraat en vanuit de noordkant van het Rosarium. Het wandelpad wordt uitgevoerd als schelpenpad en is rolstoelvriendelijk. Onderdeel van het wandelpad is een tweetal wandelbruggen. Deze worden gebouwd over de nieuw aan te leggen Nijenhuisleiding. Daarnaast worden nog een tweetal wandelbruggen aangelegd die niet direct onderdeel uitmaken van het wandelpad. De exacte ligging en uiterlijk van de wandelbruggen wordt nog nader uitgewerkt. Ter plaatse van de uitmonding van de Nijenhuisleiding in de Boven Regge komt in het onderhoudspad een voorde. De voorde dient toegankelijk te zijn voor onderhoudmaterieel en het water uit de Nijenhuisleiding moet voldoende afgevoerd kunnen worden. De uitmondingen van het rioleringssysteem (DWA en RWA) worden aangepast aan de nieuwe situatie. De huidige uitmondingen (inclusief uitstroomvoorziening) in de Boven Regge worden verwijderd. Er worden nieuwe leidingen richting de nieuw aan te leggen Nijenhuisleiding aangelegd, inclusief uitstroomvoorzieningen.
Automatische sturing van stuw en overstort en bouw vistrap De stuw ST/2001/17.32 ter hoogte van de 1e Zomerdijk wordt elektrisch bedienbaar gemaakt die bij voorkeur ondergebracht wordt in een te plaatsen standaard besturingskast voor stuwen. Ter hoogte van het Rosarium op de linkeroever van de Boven Regge staat een bedieningskast van het waterschap voor lokale pompbediening (gemaal t.b.v. gracht Huis te Diepenheim). Deze bedieningskast wordt gebruikt voor het onderbrengen van een meting van de overstort. Het meetsignaal wordt draadloos overgebracht naar de stuw.
Achter de stuw wordt een vistrap aangelegd. De eerste trap hanteert het nieuwe vaste stuwpeil van 10,40 m+NAP (= huidig winterpeil) en heeft een doorstroombreedte van 3 meter. De stuwklep wordt hiervoor geheel plat gelegd en heeft buiten het opstuwen tijdens overstortsituaties, geen functie meer.
Duiker Raadhuisstraat omvormen tot visuele brug De rechthoekige duiker in de Raadhuisstraat blijft qua ligging gehandhaafd, maar zal omgebouwd worden. De duiker gaat er visueel uitzien als een brug. Wanneer over de duiker wordt gereden ervaart men dit alsof over een brug wordt gereden. De duiker zal, parallel aan de Raadhuisstraat, voorzien worden van leuningen. Daarnaast wordt de duiker aan beide uiteinden opgemetseld met schoonmetselwerk. Hierdoor lijkt het geheel visueel een brug. De duiker krijgt ook een verkeersremmende functie door een verkeersdrempel aan te brengen. De verkeersdrempel enkele tientallen meters verderop kan hierdoor verdwijnen.
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim" (vastgesteld) 9
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
2.3
Ruimtelijke inpasbaarheid
De nieuwe inrichting van het plangebied, zoals beschreven projectplan zorgt voor een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. De beleefbaarheid van het gebied langs het gehele traject krijgt een positieve impuls. Er zullen derhalve geen nadelige gevolgen ontstaan voor de omgeving.
2.4
Verkeersaspecten
2.4.1
Verkeersbewegingen
Als gevolg van het realiseren van de wandelroute en de tuinen zal in beperkte mate het aantal verkeersbewegingen toenemen. Omdat het een toeristisch voorziening betreft zullen de extra verkeersbewegingen zich vooral voordoen in de weekenden en buiten normale werktijden, op tijden dat er sprake is van een lage verkeersintensiteit. Deze ontwikkeling past in het huidige verkeers- en woonklimaat.
2.4.2
Parkeren
Het deelproject "De tuinen van Diepenheim" maakt deel uit van het project "Kunstwerk Diepenheim". Op basis van de geldende parkeernormen blijkt dat voor het totale projectplan 25 extra parkeerplaatsen nodig zijn. Er is een bepaling opgenomen om te kunnen afwijken van de regels binnen de bestemming groen. Indien het wenselijk is om een (tijdelijke) parkeervoorziening aan te leggen aan de Raadhuisstraat kan middels het aanvragen van een omgevingsvergunning hierin worden voorzien.
10 n Diepenheim" (vastgesteld)
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen va
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
Hoofdstuk 3 3.1
Inventarisatie van relevant beleid
Europees beleid
Kaderrichtlijn Water Vanuit Europa is de Kaderrichtlijn Water van kracht geworden. De Kaderrichtlijn Water richt zich op de bescherming van water in alle wateren en stelt zich ten doel dat alle Europese wateren in het jaar 2015 een ‘goede toestand’ hebben bereikt en dat er binnen heel Europa duurzaam met water wordt omgegaan. De uitgangspunten en principes van de Kaderrichtlijn Water zijn: de vervuiler betaalt; de gebruiker betaalt; vanaf 2000 geen achteruitgang van chemische en ecologische toestand; resultaatsverplichting in 2015; stroomgebiedsbenadering met indeling in waterlichamen. De Kaderrichtlijn Water zet in op het verbeteren van de kwaliteit van het oppervlakte en grondwater in 2015. Dit heeft tot gevolg dat oppervlaktewater en grondwater aan normen voor chemische stoffen moeten voldoen. Oppervlaktewater moet bovendien een goede ecologische kwaliteit hebben. Deze doelstelling is verplicht, maar de weg ernaar toe wordt niet centraal gestuurd. Die mogen de lidstaten zelf invullen, mits zij er alles aan doen om de doelen te bereiken.
Plantoets Voorliggend plan is erop gericht de ecologische toestand van de Boven Regge te verbeteren door natuurlijke oevers aan te leggen. Het plan past daarom in de uitgangspunten van de Kaderrichtlijn Water.
3.2
Nationaal beleid
3.2.1
Nota Ruimte
De nota Ruimte bevat de visie van het Rijk op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en bevat de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. Het Rijk schept ruimte voor ontwikkeling, uitgaande van het motto ‘decentraal wat kan, centraal wat moet en verschuift het accent van het stellen van ruimtelijke beperkingen naar het stimuleren van gewenste ontwikkelingen. De centrale doelstellingen van de nota Ruimte zijn: versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, de borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale waarden en de borging van veiligheid. Het nationaal ruimtelijk beleid voor water en groene ruimte richt zich op borging en ontwikkeling van natuurwaarden, de ontwikkeling van landschappelijke kwaliteit, en van bijzondere, ook internationaal erkende, landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Tevens zijn borging van veiligheid tegen overstromingen, voorkoming van wateroverlast en water tekorten en verbetering van water- en bodemkwaliteit van groot belang.
Plantoets Met voorliggend plan wordt met de natuurlijke inrichting van het beekproviel van de Boven Regge een positieve bijdrage geleverd aan de natuurwaarden en de belevingswaarde van de waterloop. Het plan past binnen de uitgangspunten van de nota Ruimte.
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim" (vastgesteld) 11
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
3.2.2
Nationaal Waterplan 2009-2015
Het Rijksbeleid ten aanzien van water is neergelegd in het Nationaal Waterplan. Deze nota is eind 2009 vastgesteld en vervangt alle voorgaande nota's waterhuishouding. Dit plan geeft op hoofdlijnen aan welk beleid het Rijk in de periode 2009-2015 voert om te komen tot een duurzaam waterbeheer. Het Waterplan heeft de status van structuurvisie op basis van de Waterwet en de Wet ruimtelijke ordening. Het Nationaal Waterplan richt zich op bescherming tegen overstromingen, voldoende en schoon water en diverse vormen van gebruik van water. In het Waterplan wordt tevens gevolg gegeven aan de Kaderrichtlijn Water. Daarnaast bevat het Waterplan een uitvoeringsprogramma met maatregelen. Het hoofddoel van het Waterplan is van Nederland een veilige en leefbare delta te maken en daarmee het watersysteem op langere termijn klimaatbestendig te maken. De koers naar duurzaam waterbeheer zoals die in de 4e Nota Waterhuishouding is ingezet, wordt verder uitgewerkt door water weer ruimte te geven en natuurlijke processen te herstellen. Hierbij moeten maatregelen tegen overstromingen, wateroverlast en verlies aan waterkwaliteit worden gecombineerd met het verbeteren van de natuurwaarden. De visie op het stedelijk gebied bestaat uit een samenhangende aanpak waarbij de hoeveelheid groen en water per saldo toeneemt. Hierdoor wordt het stedelijk gebied aantrekkelijk en leefbaar, terwijl een bijdrage wordt geleverd aan een klimaatbestendige inrichting van Nederland. In het Waterplan wordt de combinatie van groen en water als kansrijk gezien om het stedelijk watersysteem robuuster en klimaatbestendiger te maken. Ook verbindingen tussen stedelijk watersysteem en het landelijk gebied dragen bij aan de kwaliteit van water en landschap. Het plangebied ligt in hoog Nederland. De belangrijkste wateropgaven voor hoog Nederland zijn watertekort, grondwater, wateroverlast en waterkwaliteit. Deze wateropgaven worden via een gebiedsgerichte aanpak gecombineerd uitgevoerd met andere ruimtelijke opgaven ten aanzien van landbouw, landschap, natuur en recreatie. Uitgangspunt hierbij is het zoveel mogelijk herstellen van het beekdalsysteem inclusief het overstromingsgebied in de laagste delen, het gebruikmaken van groene inrichtingsmaatregelen en het afstemmen van ruimtelijke functies op de draagkracht van het watersysteem. Om uitvoering te geven aan deze maatregelen dienen provincies en gemeenten ruimte te reserveren in structuurvisies en bestemmingsplannen.
Plantoets Voorliggend plan sluit aan op de uitgangspunten van het nationaal Waterplan, omdat dit erop is gericht het watersysteem meer veerkracht te geven en wateroverlast wordt tegengegaan. Door het plan krijgt de beek meer ruimte en neemt de hoeveelheid groen en water ter plaatse toe.
3.3
Provinciaal beleid
3.3.1
Omgevingsvisie 2009 Overijssel
In de Omgevingsvisie, welke per 1 juli 2009 is vastgesteld, wordt de visie op de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving van de provincie Overijssel uiteengezet. De Omgevingsvisie heeft de status van structuurvisie onder de Wet ruimtelijke ordening (Wro), Regionaal Waterplan, Milieubeleidsplan, Provinciaal verkeer- en vervoersplan en Bodemvisie. De visie is opgesteld met een doorkijk tot 2030. De centrale beleidsthema’s zijn duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit. Het kader van ruimtelijke ontwikkelingen wordt gevormd door generieke beleidskeuzes, ontwikkelingsperspectieven en gebiedskenmerken, uitgaande van de principes van duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit. De gemeenten krijgen handelingsvrijheid bij het doorvertalen van deze benadering naar de gemeentelijke structuurvisie en bestemmingsplannen. De gebiedskenmerken vormen het kader voor het realiseren van ruimtelijke kwaliteit, terwijl de ontwikkelingsperspectieven de mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen bepalen.
Plantoets Voorliggend plan past binnen de uitgangspunten van de Omgevingsvisie. In het plan worden geen 12 n Diepenheim" (vastgesteld)
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen va
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim ontwikkelingen mogelijk gemaakt die de functie van de beek kunnen belemmeren. Daarnaast werkt het plan aan een duurzame inrichting van de Boven Regge, omdat de beek voor de langere termijn klimaatbestendig wordt gemaakt. Tevens wordt door de natuurlijke inrichting van de oevers een bijdrage geleverd aan de ruimtelijke kwaliteit van de beek. Hiermee de belevingswaarde van de Bovenregge vanuit de omgeving verhoogd en de dorpsrand aantrekkelijker gemaakt.
3.4
Beleid Waterschap Regge en Dinkel
Het landelijk beleid op terrein van integraal waterbeheer is ingezet en verder uitgewerkt in respectievelijk de derde en vierde Nota Waterhuishouding. Dit beleid heeft nadien twee zeer belangrijke impulsen gekregen in de Commissie Waterbeheer 21e eeuw en in de Europese Kader Richtlijn Water.
3.4.1
Waterbeheer 21e eeuw (WB21) en Kader Richtlijn Water (KRW)
De belangrijkste doelstellingen van deze beide is duurzaam, schoon oppervlaktewater en bescherming van het drinkwater voor de toekomst. WB21 en KRW gaan voortaan samen in het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW). WB21 en KRW richten zich beide op het jaar 2015 voor het bereiken van de doelen voor het watersysteem. WB21 kent een sterke kwantitatieve motivering die oplossingen biedt voor de knelpunten toenemende neerslag als gevolg van de klimaatveranderingen, de bodemdaling in Nederland en de stijging van de zeespiegel. De oplossingen worden gezocht in de trits: eerst vasthouden, dan bergen en tenslotte afvoeren. Water wordt een sturend principe bij ruimtelijke opgaven en er wordt een veerkrachtig en dynamisch watersysteem nagestreefd. Voor de Boven Regge geldt een afgewogen herinrichting, waarbij gezocht wordt naar ruimte voor waterberging. De KRW is sinds december 2000 in werking getreden. Voor het waterbeheer is deze richtlijn kaderstellend, omdat deze boven het landelijk beleid en de waterwetgeving staat (Europees niveau). De belangrijkste KRW doelen zijn: Beschermen van aquatische ecosystemen; bereiken van een goede ecologische en chemische toestand van oppervlaktewateren; bereiken van een goede toestand van grondwater; terugdringen van (effecten van) lozingen; terugdringen van overlast door overstroming en watertekorten. Het zwaartepunt van de KRW ligt bij het waterkwaliteitsbeheer en de goede ecologische toestand. Vanwege de waarschijnlijkheid, dat de Boven Regge wordt aangewezen als waterlichaam wordt hier binnen dit document al op geanticipeerd. De Boven Regge wordt in het kader van de KRW getypeerd als R5 – Langzaam stromende middenloop/benedenloop op zand. Voor diverse waterlichamen zijn binnen de KRW amibitieniveau's bepaald die vervolgens de te nemen maatregelen voorschrijven. Er zijn drie ambitieniveau's: hoog, midden en laag. Voor de Boven Regge geldt het ambitieniveau midden, waarvoor de realisatie van ecologische doelen op het land en in het water centraal staan. Andere gebiedsfuncties worden zo goed mogelijk bediend, rekening houdend met de ecologische doelen. De ruimtelijke functie is een mix van meerdere functies. Ambitieniveau midden schrijft een natuurtechnische inrichting of natuurvriendelijke oevers en vispasseerbare stuwen voor. Concreet houdt ambitieniveau midden in, dat minimaal tweezijdig 5 meter brede natuurlijke oeverinrichtingen gewenst zijn en de stuwen vispasseerbaar worden gemaakt. Afhankelijk van de omgang en het streven naar een veerkrachtig watersysteem zal beoordeeld moeten worden welke breedte daadwerkelijk gewenst is. De doelen van de KRW moeten in 2015 bereikt zijn. Uitstel hiervan is mogelijk tot 2027. bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim" (vastgesteld) 13
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
3.4.2
Waterbeheerplan 2010-2015
In het Waterbeheerplan van Waterschap Regge en Dinkel worden de doelen en maatregelen voor de periode 2010 tot 2015 beschreven. De hoofdthema's van het waterbeheerplan zijn: het waarborgen van veiligheid, het watersysteembeheer en het ontwikkelen van de afvalwaterketen. Ook zijn de maatregelen opgenomen voor het uitvoeren van de KRW en WB21 (zie ook paragraaf 2.1). Zowel in stedelijk als in landelijk gebied geeft het waterschap het water steeds meer ruimte. Bij het beheer van het watersysteem wordt uitgegaan van de gestelde doelen voor functies die door de provincie aan de wateren zijn toegekend. Ook nevenfuncties, zoals recreatief medegebruik en cultuurhistorie worden daarbij zo goed mogelijk bediend. Het watersysteem kent twee hoofdopgaven: Het zo goed mogelijk ontwikkelen van de waterfunctie: een ecologisch en chemisch goed functionerend watersysteem. Het zo goed mogelijk bedienen van de functies in het betreffende gebied. Om aan deze doelen te kunnen voldoen, moet het watersysteem robuust en veerkrachtig worden gemaakt. Dit betekent vooral dat er voldoende ruimte beschikbaar moet zijn voor het oppervlaktewatersysteem. Daarnaast is er vanuit de waterfuncties gezien verbetering nodig op de volgende aspecten: inrichting/afmeting van waterlopen waterkwaliteit watervoering en stroming migratiemogelijkheden voor waterorganismen
14 n Diepenheim" (vastgesteld)
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen va
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
Hoofdstuk 4 4.1
Uitvoerbaarheidsaspecten/onderzoek
Bodem
Er is bodemonderzoek uitgevoerd waarbij gekeken is naar de waterbodem, bodem en grondwaterkwaliteit. Tevens is gekeken naar de aanwezigheid van asbest in de (water)bodem. Uit de rapportage van het uitgevoerde bodemonderzoek blijkt dat er geen belemmeringen zijn voor de voorgenomen bestemmingherziening. (onderzoek is bijgevoegd, zie bijlage 2)
4.2
Geluid
De mate waarin het geluid, veroorzaakt door het wegverkeer, het woonmilieu mag belasten is geregeld in de Wet geluidhinder (Wgh). De Wgh stelt dat de geluidsbelasting op woningen in principe niet hoger mag zijn dan 48 dB. Wanneer een bestemmingsplan nieuwe woningen of andere geluidsgevoelige bebouwing toestaat, stelt de Wgh de verplichting akoestisch onderzoek te verrichten naar de geluidsbelasting ten gevolge van alle wegen op een bepaalde afstand van die woningen. In voorliggend plan wordt geen geluidsgevoelige bebouwing mogelijk gemaakt. Een akoestisch onderzoek wordt niet noodzakelijk geacht.
4.3
Lucht
Op 15 november 2007 is de nieuwe Wet luchtkwaliteit in werking getreden. De Europese Unie heeft luchtkwaliteitsnormen vastgesteld die het beschermen van mens en milieu tegen de negatieve effecten van luchtverontreiniging tot doel hebben. Het doel van de Wet luchtkwaliteit is het verbeteren van de luchtkwaliteit zodat in 2015 aan de Europese eisen wordt voldaan en huidige belemmeringen voor gewenste ontwikkelingen zoveel mogelijk worden weggenomen. Gezien de aard van voorliggend plan wordt het niet noodzakelijk geacht om een onderzoek naar de luchtkwaliteit uit te voeren. Het aspect luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor de uitvoering van onderhavig plan.
4.4
Bedrijven en milieuzonering
Realisatie van het plan moet geen belemmering vormen voor het gebruik en de functies van omliggende gronden en (agrarische) bedrijven. Ook de functie die met dit plan mogelijk wordt gemaakt, moet geen hinder ondervinden van het gebruik en de functies van omliggende gronden en bedrijven.In voorliggend bestemmingsplan wordt geen hindergevoelige of hinderveroorzakende functie mogelijk gemaakt. Het aspect bedrijven en milieuzonering vormt geen belemmering voor voorliggend plan.
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim" (vastgesteld) 15
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
4.5
Externe veiligheid
Het aspect externe veiligheid betreft het risico op een ongeval waarbij een gevaarlijke stof aanwezig is. Deze gevaarlijke stoffen kennen twee verschillende bronnen. Dit zijn de stationaire bronnen (chemische fabriek, lpg-vulpunt) en de mobiele bronnen (route gevaarlijke stoffen). Er wordt onderscheid gemaakt tussen de kans op een ramp en het aantal mogelijke slachtoffers. Er wordt bij externe veiligheid onderscheid gemaakt in plaatsgebonden risico en groepsrisico. Het plaatsgebonden risico biedt burgers in hun woonomgeving een minimum beschermingsniveau tegen gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico heeft een oriënterende waarde en voor het plaatsgebonden risico geldt een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten. Het plaatsgebonden risico mag in principe nergens groter zijn dan 1 op 1 miljoen (ofwel 10-6). Dit is de kans dat een denkbeeldig persoon, die zich een jaar lang permanent op de betreffende plek bevindt (de plek waarvoor het risico is uitgerekend), dodelijk verongelukt door een ongeval. Deze kans mag niet groter zijn dan eens in de miljoen jaar. Elke ruimtelijke ontwikkeling wordt getoetst aan het plaatsgebonden risico van 10-6 als grenswaarde. Het groepsrisico geeft de kans aan dat in één keer een groep mensen die zich in de omgeving van een risicosituatie bevindt, dodelijk door een ongeval wordt getroffen. Groepsrisico legt een relatie tussen de kans op een ramp en het aantal mogelijke slachtoffers. Bij groepsrisico is het dan ook niet een contour die bepalend is, maar het aantal mensen dat zich gedurende een bepaalde periode binnen de effectafstand van een risicovolle activiteit ophoudt. Welke kans nog acceptabel geacht wordt, is afhankelijk van de omvang van de ramp.
Uitsnede Risicokaart Overijssel
Op grond van de risicokaart Overijssel ligt het plangebied niet in of nabij een risicocontour in het kader van externe veiligheid.
16 n Diepenheim" (vastgesteld)
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen va
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
4.6
Archeologie
Uit het uitgevoerde archeologisch onderzoek blijkt dat archeologische indicatoren in de boringen en bij de oppervlaktekartering ontbreken. Het oppervlak is reeds verstoord, de beekafzettingen zijn relatief recent. De resultaten geven geen aanleiding voor vervolgonderzoek. Tijdens het onderzoek zijn geen archeologische resten aangetroffen waarbij tijdens de planvorming of uitvoering van de werkzaamheden rekening zou moeten worden gehouden. (onderzoek is bijgevoegd, zie bijlage 2)
4.7
Flora en Fauna
Om aan de zorgplicht te kunnen voldoen, die gesteld wordt in de Flora en fauna wet, is in opdracht van Waterschap Regge en Dinkel aan Ecochore natuurtechniek opdracht gegeven voor de uitvoering van een quickscan natuurtoets om zo de mogelijk negatieve effeccten op flora en fauna in kaart te brengen. Middels een quickscan wordt een indruk verkregen van de mogelijke waarden van een gebied voor flora en fauna en kan worden beoordeeld of voldoende verspreidingsgegevens van mogelijke beschermde diene en planten voorhanden is of dat nader onderzoek noodzakelijk wordt geacht. Het rapport (zie bijlage 1) beschrijft de bevindingen en consequenties.
Uit het rapport blijkt dat de ruimtelijke ingreep die wordt gepleegd geen nader onderzoek behoeft. Wel is een aantal aanbevelingen omschreven en dient er tijdens de werkzaamheden rekening te worden gehouden met de aanwezige beschermen dieren en planten. Indien bomen zullen worden gekapt kan aanvullend onderzoek nodig zijn. Het plan voorziet ondermeer in het aanleggen van een meer natuurvriendelijke bovenregge. Dit zal een positief effect hebben op zowel flora als fauna.
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim" (vastgesteld) 17
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
Hoofdstuk 5 5.1
Juridische vormgeving
Inleiding
Als uitgangspunt voor dit bestemmingsplan is gekozen voor een relatief gedetailleerd plan, maar wel een plan waarin de mate van detail afhangt van de lokale situatie. Voorkomen moet worden dat te gedetailleerd wordt bestemd waar dat niet nodig is. Een zekere mate van globaliteit voorkomt ontheffingsprocedures, maar mag niet leiden tot een zodanig vaag plan dat interpretatieverschillen ontstaan. In feite betekent dit een keuze voor een bestemmingsplan volgens het mengkraanmodel.
Indien mogelijk wil de gemeente een bestemmingsregeling ontwerpen die zoveel mogelijk ruimte biedt voor verandering en aanpassing aan veranderende wensen. Het plan dient flexibel en doelmatig te zijn en dient rechtszekerheid te bieden omtrent de ruimte voor verandering. Daar staat tegenover dat het plan de nodige bescherming moet bieden tegen ontwikkelingen die schadelijk zijn voor anderen. Bescherming tegen een zodanige ontwikkeling wordt samengevat in de term rechtsbescherming.
5.2
Algemene uitgangspunten
Er is sprake van globale bestemmingen. Binnen deze bestemmingen is in de doeleindenomschrijving alleen aangegeven welk gebruik binnen de desbetreffende bestemming is toegestaan. Om de globaliteit van de bestemmingen niet ten koste te laten gaan van de ruimtelijke kwaliteit en de rechtszekerheid is gebruikgemaakt van gedetailleerde regels waarin de bouwmogelijkheden zijn vastgelegd.
5.3
Groen
De meestal openbare groenelementen die structuurbepalend zijn, zijn bestemd als Groen. De bestemming is ruim van opzet, zodat hierin ook waterlopen en -partijen, speelvoorzieningen, tuinen, bruggen en voet- en fietspaden kunnen worden opgenomen. Daarnaast is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen voor parkeren.
5.4
Water
De primaire watergangen en -partijen zijn bestemd als Water. Alle gebiedsbestemmingen (waarin verschillende functies zijn ondergebracht) hebben ook de functie water, waarbij tevens is aangegeven dat opvangbekkens en bijvoorbeeld duikers en dergelijke ook zijn toegestaan op deze plaatsen.
5.5
Verkeer
Ter plaatse van de kruising van de Raadhuisstraat met de waterloop geldt de bestemming verkeer, met de aanduiding brug.
18 n Diepenheim" (vastgesteld)
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen va
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
5.6
Waarde - Archeologie
In de nabijheid van het centrum is een gebied als Archeologisch waardevol bestemd. Dit is een dubbelbestemming die over andere bestemmingen ligt en daar een extra beschermende regeling op legt. In dit gebied dient een aanlegvergunning te worden aangevraagd voordat in de grond kan worden gegraven, mits deze oppervlakte groter is dan 25 m² en dieper dan 40 cm wordt gegraven. Dit om eventuele archeologische waarden niet te verstoren of te behouden (eventueel door middel van opgravingen).
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim" (vastgesteld) 19
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
Hoofdstuk 6
Economische uitvoerbaarheid
De kosten voor het opstellen van dit plan komen voor rekening van het project "Kunstwerk Diepenheim". Kunstwerk Diepenheim is een project van de gemeente Hof van Twente, Kunstvereniging Diepenheim, Stichting Kunst op Straat en Stichting Cultureel Erfgoed Hof van Twente. Voor het plan is budget beschikbaar gesteld door de gemeenteraad. De plannen worden binnen het budget uitgevoerd. Het Waterschap en Provincie Overijssel dragen ook financiëel bij aan het project. De economische uitvoerbaarheid wordt hiermee geacht te zijn aangetoond.
20 n Diepenheim" (vastgesteld)
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen va
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
Hoofdstuk 7
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Er hebben verschillende presentaties in Diepenheim plaatsgevonden over het project. Buurtbewoners en andere belangstellenden hebben de mogelijkheid gehad vragen te stellen en mee te denken over de invulling van de plannen. Het terinzage leggen van een voorontwerp is daardoor niet meer noodzakelijk. De plannen zijn Het bestemmingsplan doorloopt de in de Wro vastgelegde bestemmingsplanprocedure. Tijdens de terinzage legging van het plan kan een ieder zijn zienswijze kenbaar maken.
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim" (vastgesteld) 21
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
22 n Diepenheim" (vastgesteld)
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen va
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
Bijlagen
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim" (vastgesteld) 23
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
24 n Diepenheim" (vastgesteld)
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen va
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
Bijlage 1 Quickscan natuuronderzoek herinrichting Boven Regge Diepenheim
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim" (vastgesteld) 25
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
26 n Diepenheim" (vastgesteld)
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen va
Quickscan natuuronderzoek Herinrichting Boven Regge Diepenheim
Dit rapport is gedrukt op 100% FSC-papier
november 2010 rapportnr: 10273 Inventarisatie, advisering en ontwikkeling
Quickscan natuuronderzoek herinrichting Boven Regge Diepenheim
Quickscan natuuronderzoek Herinrichting Boven Regge Beknopt overzicht van de inventarisatiegegevens
In opdracht van: Waterschap Regge en Dinkel Kooikersweg 1 7609 PZ Almelo Contactpersoon: Mevr. Th. Croese Uitgevoerd door: Ecochore Natuurtechniek Ruiterweg 8 7152 DE EIBERGEN T 0544-350297 M 06-15904121 E
[email protected] I www.ecochore.nl Auteur: R.J.H. Schröder en B. Voerman Veldwerk: R.J.H. Schröder Datum:
november 2010
Dit rapport is gedrukt op 100% FSC-papier Foto voorzijde: Boven Regge ter hoogte van de Grotestraat in Diepenheim
Ecochore Natuurtechniek is aangesloten bij het Samenwerkingsverband Ecologie
2
Quickscan natuuronderzoek herinrichting Boven Regge Diepenheim
INHOUD INHOUD ......................................................................................................................................3 1. AANLEIDING EN DOEL ...............................................................................................................4 2. INVENTARISATIEOPZET EN GEBIEDSBESCHRIJVING .........................................................................5 2.1 Onderzoeksmethodiek....................................................................................................5 2.2 Gebiedsbeschrijving .......................................................................................................5 2.3 Natuurbeschermingswet 1998, Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn .....................................6 2.4 Geplande werkzaamheden.............................................................................................6 3.1 Flora................................................................................................................................8 3.2 (Broed)vogels .................................................................................................................9 3.3 Herpetofauna en vissen..................................................................................................9 3.4 Zoogdieren....................................................................................................................10 3.5 Ongewervelden.............................................................................................................12 4. TOETSING FLORA- EN FAUNAWET ............................................................................................13 4.1 Algemeen......................................................................................................................13 4.2 Flora..............................................................................................................................13 4.3 (Broed)vogels ...............................................................................................................13 4.4 Herpetofauna en vissen................................................................................................14 4.5 Zoogdieren....................................................................................................................15 4.6 Ongewervelden.............................................................................................................15 4.7 Consequenties tijdens de bouwactiviteiten en de zorgplicht ........................................16 5. CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN ...............................................................................................17 Aanbevelingen ....................................................................................................................17 LITERATUUR ..............................................................................................................................19 BIJLAGE 1: GEBIEDSIMPRESSIE .....................................................................................................20 BIJLAGE 2: TOELICHTING FLORA- EN FAUNAWET ...........................................................................21
3
Quickscan natuuronderzoek herinrichting Boven Regge Diepenheim
1. AANLEIDING EN DOEL Tot 1848 was de Regge een vrij kronkelende rivier. Het water stroomde breed uitwaaierend, tussen de Schipbeek ten zuiden van Diepenheim en de Overijsselse Vecht ten westen van Ommen. In de 19e eeuw zijn echter de eerste bochten afgesneden en is de Regge gekanaliseerd. Waterschap Regge en Dinkel zet zich nu, samen met de provincie Overijssel, betreffende gemeenten, grondeigenaren en diverse belangenorganisaties, in om 50 kilometer Regge stapsgewijs om te vormen tot een natuurlijk ingerichte rivier. Ruimte voor water speelt daarbij een centrale rol (bron: www.wrd.nl). In en om de gemeente Diepenheim liggen een aantal prachtige landgoederen en kastelen in een mooie bosrijke omgeving. Echter, landgoederen hebben vaak last van knelpunten in de waterhuishouding. Grachten vallen droog, bossen en natuurterreinen verdrogen en landbouwgronden vernatten of verdrogen. Enkele jaren geleden heeft het waterschap Regge en Dinkel de knelpunten op en nabij landgoederen geïnventariseerd. Naar aanleiding van die inventarisatie worden momenteel diverse projecten per landgoed voorbereid en uitgevoerd. Eén van deze projecten is het project ‘Landgoederen Diepenheim’ (bron: www.wrd.nl). Met de uitvoering van het project moeten de knelpunten op en nabij kasteel Weldam, kasteel Nijenhuis, huis Westerflier, kasteel Warmelo en huis Diepenheim worden opgelost. Dit betekent dat de watervoering en het peilbeheer van de beken en grachten verbeterd wordt. De daarbij betrokken beken (Diepenheimse Molenbeek, Boven Regge en Leidebeek) worden bovendien meer natuurlijk ingericht. Migratie van in het water levende dieren (o.a. vissen en rivierkreeften) krijgt bij deze inrichting extra aandacht en daar waar er kansen zijn om de beleving van het water te vergroten worden deze benut (bron: www.wrd.nl). In fase 2b wordt de Boven Regge nabij Huize Diepenheim natuurvriendelijk ingericht (meandering, flauwe oevers en meer ruimte voor plantensoorten) en komt ruimte voor waterberging, om wateroverlast in de bebouwde kom van Diepenheim tegen te gaan. Migratie van in het water levende dieren krijgt hierbij extra aandacht. Dit rapport heeft betrekking op dit deel van de Boven Regge (bron: www.wrd.nl). Sinds 1 april 2002 is de Flora- en faunawet (Ff-wet) van kracht. Middels deze wet wordt een groot aantal plant- en diersoorten beschermd. Als er plannen zijn om bepaalde handelingen uit te voeren of wijzigingen aan te brengen in het bestemmingsplan, zal er onderzocht moeten worden of deze plannen, of onderdelen hiervan, nadelige effecten kunnen hebben op aanwezige, of mogelijk aanwezige, beschermde flora en fauna. Middels een natuurtoets kan worden bepaald of dier- en plantsoorten negatieve gevolgen kunnen ondervinden van de werkzaamheden dan wel dat er gezocht moet worden naar mitigerende en/of compenserende maatregelen. Hiervoor zullen eventueel ontheffingen moeten worden aangevraagd bij Dienst Regeling van het ministerie van LNV. Om aan de zorgplicht te kunnen voldoen, die gesteld wordt in de Ff-wet, is aan Ecochore Natuurtechniek opdracht gegeven voor de uitvoering van een quickscan natuurtoets om zo de mogelijk negatieve effecten op flora en fauna in kaart te brengen. Middels een quickscan wordt een indruk verkregen van de mogelijke waarden van een gebied voor flora en fauna en kan worden beoordeeld of voldoende verspreidingsgegevens van mogelijk aanwezige beschermde dieren en planten voorhanden is of dat nader onderzoek noodzakelijk wordt geacht. Dit rapport beschrijft de bevindingen en consequenties.
Ecochore Natuurtechniek
4
Quickscan natuuronderzoek herinrichting Boven Regge Diepenheim
2. INVENTARISATIEOPZET EN GEBIEDSBESCHRIJVING Voor de quickscan is de locatie gedurende één dag bezocht op 1 oktober 2010 door een medewerker van Ecochore Natuurtechniek om zo een verwachting uit te kunnen spreken van het voorkomen van, dan wel het gebruik maken door, beschermde dier- en plantensoorten in het gebied, zoals vermeld in de Ff-wet, Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn en Rode Lijsten.
2.1 Onderzoeksmethodiek Iedere dier- en plantengroep behoeft zijn eigen inventarisatiemethode, om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de betekenis van het gebied voor de betreffende soorten. Het plangebied bestond uit de Boven Regge, inclusief oevers en onderhoudspaden. Daarnaast zijn voor sommige soortgroepen de mogelijkheden ten aanzien van aanwezige soort(-groep)en direct buiten de Boven Regge onderzocht. Dit is gedaan omdat daar mogelijk ook inrichtingswerkzaamheden uitgevoerd gaan worden. Dit onderzoek is uitgevoerd in de vorm van een quickscan. Er is zowel globaal gekeken naar de daadwerkelijk aanwezige flora en fauna, als naar de mogelijke waarden die het gebied herbergt in andere tijden van het jaar die tijdens een eenmalig bezoek niet kunnen worden vastgesteld.
bezoekdata
starttijd
weersgesteldheid
onderzoeker
01-10-2010
13:30
droog, windkracht 2, 15-17 ºC
R.J.H. Schröder
Tabel 1: bezoekdata en weersgesteldheid
Tijdens het onderzoek zijn de aanwezige ecotopen intensief geïnspecteerd op aanwijzingen van beschermde of Rode lijstgenoteerde flora en fauna. In aanwezige open waterpartijen zijn met behulp van een schepnet enkele steekmonsters genomen van de aanwezige vissen en amfibieën. Als aanvulling op het veldbezoek zijn verspreidingstabellen, verspreidingsatlassen en rapporten met waarnemingen geraadpleegd. Aan de hand van de resultaten van de quickscan, kan worden aangegeven of nadere inventarisaties gewenst zijn of dat redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de effecten op aanwezige (beschermde) flora en fauna geen bedreiging opleveren en of ontheffingen in het kader van de Flora- en faunawet noodzakelijk zijn.
2.2 Gebiedsbeschrijving De Regge is de belangrijkste rivier in het westelijk deel van Twente. Het is de hoofdader waarop een groot aantal beken en zijlopen afwatert. Een van die beken is de Boven Regge. De projectlocatie grenst aan het dorp Diepenheim aan de oostzijde en het landgoed Huize Diepenheim aan de westzijde. De Boven Regge stroomt hier deels door een relatief kleinschalig cultuurlandschap met kleine bossen. Aan de westzijde, grenzend aan Huize Diepenheim, ligt een groot bosgebied, terwijl aan de noordoostzijde van Diepenheim het landgoed van Weldam is gelegen. Tussen beide bosgebieden in stroomt de Boven Regge in noordelijke richting. Ten noorden van de planlocatie ligt de provinciale weg N346 (Lochem-Hengelo (Ov.)) parallel aan het Twentekanaal. Zuidelijk van het plangebied stroomt de Schipbeek in noordwestelijke richting De grens van het plangebied wordt gevormd door de dorpsrand van Diepenheim aan de zuidzijde en de Oude Goorseweg aan de noordzijde. Het zuidelijke deel van de Boven Regge stroomt door Diepenheim. De oevers zijn hier kunstmatig verhard en weelderig Ecochore Natuurtechniek
5
Quickscan natuuronderzoek herinrichting Boven Regge Diepenheim
begroeid met in hoofdzaak klimop. Direct ten noorden van de Grotestraat bevindt zich op de rechteroever een klein park. Daarna stroomt de Boven Regge langs een parkbos van Huize Diepenheim. Dit bos bevindt zich op de linkeroever en wordt gedomineerd door zomereik. Andere boom- en struiksoorten zijn hazelaar, gewone vlier, beuk en linde. Op de rechteroever liggen een drietal weilandpercelen en een tweetal erven. De weilandjes worden extensief gebruikt. Er grazen koeien, pony’s en paarden. De twee noordelijke weilandjes, worden doorsneden door een rij schietwilgen. Op het erf van het meest zuidelijke erf, grenzend aan het onderhoudspad van de Boven Regge, bevindt zich een houtsingel. De vegetatie bestaat hoofdzakelijk uit linde, klimop, veldesdoorn, hazelaar en gewone es. Ten noorden van de Raadhuisstraat stroomt de Boven Regge door een relatief open gebied. Op de rechteroever ligt een maïsakker en een dahliaveldje, terwijl op de westoever een extensief weiland ligt waarop paarden en pony’s grazen. In het extensieve weiland ligt een klein sparrenbosje. Delen van de oevers van de Boven Regge zijn beschoeid. In bijlage 1 is een gebiedsimpressie weergegeven. Zie voor gebiedsligging figuur 1 en 2.
2.3 Natuurbeschermingswet 1998, Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is een netwerk van grote en kleine natuurgebieden (waaronder de Natura2000 gebieden) waarin de natuur (plant en dier) voorrang heeft en wordt beschermd. Hiermee wordt voorkomen dat natuurgebieden geïsoleerd komen te liggen, dieren en planten uitsterven en dat de natuurgebieden zo hun waarde verliezen. De EHS kan worden gezien als de ruggengraat van de Nederlandse natuur. Zowel het bosgebied ten westen van het plangebied (Huize Diepenheim), als ook het bosgebied ten noordoosten van Diepenheim (Weldam) maken deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur. Weldam is bovendien een ‘Beschermd natuurmonument’. Het is 31 hectare groot en bestaat uit oud vochtig loofbos, hakhout, lanen, grachten, waterpartijen en een voormalige beekloop. Natura2000 is een netwerk van beschermde natuurgebieden, dat binnen de Europese Unie wordt opgezet. Het Natura2000 netwerk dient ter bescherming van zowel de gebieden (natuurlijke habitats) als de wilde flora en fauna op het Europese grondgebied van de lidstaten. Deze Natura2000-gebieden vormen de kerngebieden van de EHS zoals deze in Nederland wordt vormgegeven. Er liggen geen Natura2000 gebieden in de nabijheid of binnen de invloedssfeer van het plangebied Boven Regge. Verdere toetsing aan de EHS en Natura2000 wordt in deze rapportage niet uitgewerkt.
2.4 Geplande werkzaamheden De geplande werkzaamheden aan het plangebied bestaan uit het natuurvriendelijk inrichten van de Boven Regge. Dit betekent dat er meanders en flauwe oevers worden aangelegd. Ook komt er ruimte voor waterberging en krijgt de migratie van waterdieren extra aandacht. De werkzaamheden kunnen worden aangemerkt als ruimtelijke ingrepen.
Ecochore Natuurtechniek
6
Quickscan natuuronderzoek herinrichting Boven Regge Diepenheim
Figuur 1. Ligging onderzoeksgebied. Het tracé tussen de zwarte lijnen betreft het onderzochte traject.
Figuur 2: Luchtfoto onderzoeksgebied
Ecochore Natuurtechniek
7
Quickscan natuuronderzoek herinrichting Boven Regge Diepenheim
3. ONDERZOEKSRESULTATEN In dit hoofdstuk worden kort de bevindingen van het veldbezoek weergegeven. In het volgende hoofdstuk worden de wettelijke consequenties en aanbevelingen gegeven. In figuur 3 zijn alle vindplaatsen van de beschermde en Rode Lijstsoorten (incl. aangetroffen mogelijke broedvogels) opgenomen. De waarnemingen concentreren zich met name nabij de Grotestraat en de Oude Goorseweg.
Figuur 3. Verspreiding beschermde en Rode Lijstsoorten Boven Regge Diepenheim
3.1 Flora In het plangebied zijn geen beschermde soorten aangetroffen. Wel is één soort van de Rode Lijst waargenomen tijdens het veldbezoek. Het betreft brede waterpest (status: gevoelig). De soort is op deze groeiplaats talrijk (FLORON-code E: 51-500 exx.). Daarnaast zijn een drietal indicatieve soorten vastgesteld. Dit zijn soorten die kenmerkend zijn voor bepaalde milieuomstandigheden (bijv. kwel) of vegetatietypen (bijv. oud loofbos) of soorten die zeldzaam zijn. Deze soorten geven een goed beeld van de natuurwaarde. Het betreft bosbies, mannetjesvaren en ijle zegge. Bosbies is karakteristiek voor kwel en komt van nature voor in het Carici elongatae-Alnetum (Elzenzegge-Elzenbroek). De beide andere soorten zijn typisch voor het Pruno-Fraxinetum (Vogelkers-Essenbos). De oevers van de Boven Regge zijn vrij ruig, en worden gekarakteriseerd door soorten als bosbies, grote brandnetel, moerasspirea, riet, liesgras en gele lis. De onderhoudspaden zijn veel meer verruigd en worden gedomineerd door grote brandnetel en fluitenkruid.
Ecochore Natuurtechniek
8
Quickscan natuuronderzoek herinrichting Boven Regge Diepenheim
Tussen de Grotestraat en de Raadhuisstraat, aan het eind van de Ruimersdijk, ligt een riooloverstort. Op de bodem bevindt zich veel slib en langs de oevers treedt kwelwater uit. De vegetatie bestaat hier uit grote lisdodde, klein kroos, sterrenkroos, pitrus, gedoornd hoornblad en kikkerbeet. Naast de aangetroffen soorten, kunnen (gezien de biotopen) in potentie meer beschermde of Rode lijstgenoteerde soorten in of langs de Boven Regge voorkomen. Van Tabel 1 van de Ff-wet zijn dat: brede wespenorchis, gewone vogelmelk en slanke sleutelbloem. Zwaarder beschermde soorten worden niet verwacht. Tijdens een kartering in 2005 in opdracht van het waterschap zijn geen beschermde soorten aangetroffen.
3.2 (Broed)vogels Er heeft één veldbezoek plaatsgevonden buiten de broedperiode van de meeste vogelsoorten. Er zijn uitsluitend waterhoen en ijsvogel waargenomen. Van het waterhoen wordt verwacht dat deze ook daadwerkelijk binnen de begrenzing van het plangebied broedt. Voor de ijsvogel zijn geen geschikte broedlocaties (steile oevers) aangetroffen. Deze broedt dus met zekerheid niet langs de Boven Regge binnen het plangebied maar gebruikt het tracé wel als foerageergebied. In potentie zouden nog enkele broedvogels het plangebied kunnen bevolken: wilde eend, bosrietzanger en meerkoet zijn daar voorbeelden van. Daarnaast zouden meerdere vogels met jaarrond beschermde nesten (categorie 1 t/m 4 Ff-wet) voor kunnen komen direct grenzend aan het plangebied: buizerd (parkbos), grote gele kwikstaart (Boven Regge), ransuil (parkbos en sparrenbosje), roek (parkbos) en sperwer (parkbos en sparrenbosje). Eveneens zijn er soorten, waarvan de nesten niet jaarrond beschermd zijn, maar waarvan een aanvullende inventarisatie wel gewenst is: blauwe reiger, bonte vliegenvanger, boomklever, boomkruiper, bosuil, ekster (sparrenbosje), gekraagde roodstaart, glanskop, grauwe vliegenvanger, groene specht, grote bonte specht, kleine bonte specht, koolmees, pimpelmees, spreeuw, torenvalk (sparrenbosje) en zwarte kraai. Zij zijn, mits anders vermeld, uitsluitend in het parkbos te verwachten.
3.3 Herpetofauna en vissen In het plangebied zijn geen amfibieën of reptielen aangetroffen. Gewone pad en bastaardkikker zijn soorten die mogelijk in de Boven Regge aanwezig zijn. De sloot waar de riooloverstort in uitkomt, is mogelijk geschikt voor kleine watersalamander, gewone pad, bruine kikker en bastaardkikker. De omgeving van Huize Diepenheim (vijver en gracht op landgoed) lijkt geschikt voor ringslangen. Uit het uurhok waarin het plangebied zich bevindt (34-23), zijn geen waarnemingen van ringslang bekend uit de periode 1971-2007. Uit het uurhok ten westen daarvan (34-22), zijn uit de periode 1996-2007 echter wel ringslangen bekend geworden (Wijer et al., 2009). Het gaat hierbij om landgoed Ampsen ten noorden van Lochem. Van dit gebied, zijn uit de periode 1995-2005 meerdere waarnemingen van de soort verricht (Spitzen - van der Sluis et al., 2007). Het lijkt dus onwaarschijnlijk dat er momenteel een populatie ringslangen binnen de begrenzing van het plangebied voorkomt. De omgeving van Huize Diepenheim lijkt zeer geschikt voor hazelwormen. Het gaat om het parkbos grenzend aan de Boven Regge (incl. het onderhoudspad tussen dit parkbos en de Boven Regge). Uit uurhok 34-23 zijn uit de periode 1996-2007 geen waarnemingen van dit reptiel bekend geworden (Wijer et al., 2009). De hazelworm kwam in deze periode wel in vier aangrenzende uurhokken voor (34-22, 34-24, 34-32 en 34-33). Het is daarom niet uit te sluiten dat er hazelwormen in het plangebied voorkomen. Ecochore Natuurtechniek
9
Quickscan natuuronderzoek herinrichting Boven Regge Diepenheim
In de Boven Regge zijn meerdere vissoorten gevangen. Het betreft bermpje, kleine modderkruiper, riviergrondel, snoek, tiendoornige stekelbaars en zeelt. De kleine modderkruiper staat vermeld in Tabel 2 van de Flora- en faunawet. De overige soorten zijn niet beschermd en ook niet opgenomen in de Rode Lijst van bedreigde vissoorten. In figuur 3 is de verspreiding van de kleine modderkruiper opgenomen. Hieruit blijkt dat deze soort op twee locaties is aangetroffen. Omdat deze locaties ver uit elkaar liggen, is het aannemelijk dat de soort overal (in de Boven Regge) in het plangebied voorkomt. Ter hoogte van de Raadhuisstraat is een groep van ongeveer 30 grotere vissen waargenomen in de Boven Regge. Deze hadden een lengte van 20-30 centimeter. Gezien het uiterlijk en gedrag betrof het waarschijnlijk serpelingen (RL kwetsbaar). Serpeling uit de periode 1980-2002 van twee beken in de directe omgeving van de Boven Regge bekend geworden: Schipbeek en Diepenheimsche Molenbeek (Crombaghs et al., 2002). De Boven Regge en de Diepenheimsche Molenbeek komen ter hoogte van het Twentekanaal samen, zodat vispopulaties van beide beken mogelijk uitwisseling met elkaar hebben. In de sloot bij de riooloverstort is eveneens nog zeelt gevangen. Het water is hier troebel en er ligt veel slib. Andere soorten worden hier niet verwacht. Andere beschermde soorten en soorten van de Rode Lijst worden niet verwacht in het plangebied.
3.4 Zoogdieren In het plangebied zijn geen (sporen van) zoogdieren aangetroffen. Door de aanwezigheid van struwelen, ruigte en opgaande loofbos zijn in het plangebied diverse zoogdiersoorten aan te treffen. Hierbij kan gedacht worden aan algemene soorten als: ware muizen, spitsmuizen, egel, eekhoorn en algemene marterachtigen. Het plangebied biedt uitsluitend mogelijkheden voor de volgende soorten van Tabel 2 van de Ff-wet: eekhoorn en steenmarter. Hoewel vaste verblijfplaatsen (nesten) van het eekhoorn niet zijn gevonden, zijn hiertoe meerdere mogelijkheden in het gebied aanwezig (parkbos, houtsingel, erven en sparrenbosje). Vaste verblijfplaatsen van steenmarter zijn niet aangetroffen maar kunnen in takkenhopen aanwezig zijn. Ook kan het gebied als foerageergebied in gebruik zijn. Het parkbos biedt wellicht mogelijkheden voor de das en de boommarter (Tabel 3 van de Ff-wet). Het parkbos en aangrenzende bosgebieden (De Viersprong) zijn potentieel geschikt voor de das. Uit de Nationale Databank Flora en Fauna, blijkt dat de boommarter in de directe omgeving niet aanwezig is. De dichtstbijzijnde waarnemingen liggen op ruim vijf kilometer afstand van het plangebied (zie figuur 5).
Ecochore Natuurtechniek
10
Quickscan natuuronderzoek herinrichting Boven Regge Diepenheim
Figuur 5: Verspreiding das op basis van kilometerhokken in de periode 2000-2010 (bron: NDFF). Het plangebied is met de pijl ( ) aangegeven.
Het parkbos is door het voorkomen van oude bomen mogelijk geschikt voor boommarters. Uit de Nationale Databank Flora en Fauna, blijkt dat de boommarter in de ruime omgeving mogelijk aanwezig is. Op landgoed Weldam is namelijk een nog niet gevalideerde waarneming van boommarter bekend geworden (zie figuur 6).
Figuur 6: Verspreiding boommarter op basis van kilometerhokken in de periode 2000-2010 (bron: NDFF). Het plangebied is met de pijl ( ) aangegeven.
Ecochore Natuurtechniek
11
Quickscan natuuronderzoek herinrichting Boven Regge Diepenheim
Vleermuizen (Tabel 3 van de Ff-wet) kunnen verspreid over het gebied voorkomen, met een zwaartepunt nabij het parkbos. Vaste verblijfplaatsen worden uitsluitend verwacht in bebouwing (erven) en het parkbos. In de nabije omgeving is in 2010 een bijzondere vleermuis aangetroffen. Eind juni is een bosvleermuis (Nyctalus leisleri) gevangen op het landgoed Weldam bij Goor (Mellema, 2010). Deze soort is vorig jaar ook gevangen op een landgoed bij Enschede. Dit is de tweede plek in Overijssel waarvan het nu zeker is dat de bosvleermuis voorkomt Dit landgoed ligt op ongeveer drie kilometer afstand van het plangebied. Mogelijk komt deze zeldzame soort ook voor op het landgoed van Huize Diepenheim. Er is geen gericht onderzoek uitgevoerd naar deze diergroep.
3.5 Ongewervelden In het plangebied zijn geen beschermde ongewervelden of ongewervelden van de Rode Lijst waargenomen. Vanwege de aanwezigheid van het vochtige parkbos, is de aanwezigheid van de kleine ijsvogelvlinder (RL status: bedreigd) niet uit te sluiten. In het uurhok ten noorden en westen van het plangebied (34-13 en 34-22), zijn in de periode 1995-2003 namelijk waarnemingen van de kleine ijsvogelvlinder bekend geworden (Bos et al., 2006). Andere beschermde soorten of soorten van de Rode Lijst zijn niet te verwachten.
Ecochore Natuurtechniek
12
Quickscan natuuronderzoek herinrichting Boven Regge Diepenheim
4. TOETSING FLORA- EN FAUNAWET 4.1 Algemeen Sinds het inwerking treden van de AMvB artikel 75, 26 feb. 2005, is de beschermde status van dieren en planten opgedeeld in 3 tabellen. Soorten die vermeld staan op Tabel 1 zijn vrijgesteld van ontheffing indien de werkzaamheden aan te merken zijn als Ruimtelijke Ontwikkelingen. Tabel 2 en 3 soorten zijn zwaarder beschermd en hiervoor is nader onderzoek of toetsing noodzakelijk. Voor vogels geldt dat alle inheemse soorten beschermd zijn. Verstoring of verontrusting van broedende vogels is niet toegestaan. Daarnaast zijn er enkele soorten die jaarrond gebruik maken van dezelfde broedlocaties of die afhankelijk zijn van specifieke locaties; deze locaties zijn jaarrond beschermd. De groep vogels wordt niet specifiek aangegeven in de tabelverdeling. Voor deze groep is slechts ontheffing mogelijk voor belangen die betrekking hebben op bescherming van flora en fauna, veiligheid voor het vliegverkeer of volksgezondheid. Zie voor een uitgebreide toelichting van de Ff-wet bijlage 2. Tabelindeling Ff-wet Tabel 1: Algemene soorten: algemene vrijstelling of ontheffing/lichte toets Tabel 2: Overige soorten: vrijstelling met gedragscode of ontheffing/lichte toets Tabel 3: Soorten, genoemd in bijlage IV van de Habitatrichtlijn en in bijlage 1 van de AMvB: vrijstelling met gedragscode of ontheffing/uitgebreide toets
4.2 Flora Tijdens het veldbezoek zijn geen beschermde soorten aangetroffen. Wel is één soort van de Rode Lijst waargenomen tijdens het veldbezoek. Het betreft brede waterpest (status: gevoelig). Naast de aangetroffen soorten, kunnen (gezien de biotopen) in potentie meer beschermde of Rode lijstgenoteerde soorten in of langs de Boven Regge voorkomen. Van Tabel 1 van de Ff-wet zijn dat: brede wespenorchis, gewone vogelmelk en slanke sleutelbloem. Zwaarder beschermde soorten worden niet verwacht. Voor de inrichtingmaatregelen hoeft voor de flora geen ontheffing te worden aangevraagd.
4.3 (Broed)vogels Alle waargenomen en te verwachten vogelsoorten zijn beschermd krachtens de Ff-wet en de Vogelrichtlijn. Ontheffing voor deze diergroep is in de meeste gevallen niet mogelijk. Dit betekent dat het verstoren, verontrusten, doden en anderszins van vogels en nesten niet is toegestaan. Deze overtredingen zijn mogelijk door het uitvoeren van de geplande werkzaamheden. Voor vogels geldt dat deze tijdens de broedperiode het meest gevoelig zijn voor verstoring. De rest van het jaar zijn zij flexibeler en is de kans op nadelige effecten door de werkzaamheden voor de individuen aanzienlijk minder. Hierdoor is het sterk aan te bevelen buiten het broedseizoen te starten met de werkzaamheden waardoor bij aanvang van het broedseizoen het verstoringeffect op vogels minimaal is.
Ecochore Natuurtechniek
13
Quickscan natuuronderzoek herinrichting Boven Regge Diepenheim
Globaal kan worden gezegd dat de broedperiode, voor de mogelijk aanwezige soorten, ligt tussen 15 maart en 15 juli. Hierbij dient wel te worden op gemerkt dat indien broedende vogels in een andere periode van het jaar worden aangetroffen, hierbij zorgvuldig dient te worden omgegaan zodat verstoring van de broedende vogels wordt voorkomen. Als niet buiten het broedseizoen gewerkt kan worden, dan dienen schadebeperkende maatregelen getroffen te worden (bijv. het tijdelijk ongeschikt maken van het werkgebied door bijv. kort te maaien). Niet alle vogels maken jaarlijks een nieuw nest om te broeden. Een deel van de soorten gebruikt jaarlijks hetzelfde nest of dezelfde locatie om hun jongen groot te brengen. Ook zijn er soorten die jaarrond gebruik maken van vaste verblijfplaatsen. Voor deze soorten geldt dat de nest- of verblijflocaties jaarrond beschermd zijn en dat inzichtelijk gemaakt moet worden welke gevolgen de werkzaamheden voor deze soorten hebben. Er zijn meer soorten vogels met jaarrond beschermde nesten (categorie 1 t/m 4 Ff-wet) die voor kunnen komen direct grenzend aan het plangebied: buizerd (parkbos), grote gele kwikstaart (Boven Regge), ransuil (parkbos en sparrenbosje), roek (parkbos) en sperwer (parkbos en sparrenbosje). Voor de meeste potentieel aanwezige soorten van de categorie 1 t/m 4 van de Ff-wet geldt, dat zij hoofdzakelijk in bomen broeden. Indien het inrichtingsplan aanleiding geeft tot het kappen van potentiële nestbomen, dan dient onderzoek plaats te vinden naar de exacte nestbomen. Daarna kan worden bezien of het inrichtingsplan dusdanig aangepast kan worden, dat deze bomen (en hun directe omgeving) gespaard blijven van kap. De grote gele kwikstaart broedt hoofdzakelijk in of op kunstwerken, muren e.d. Indien deze aangepast, dan wel gesloopt gaan worden, dient aanvullend onderzoek plaats te vinden naar de broedplaats(-en). Indien de broedplaatsen van broedvogels van categorie 5 (nesten niet jaarrond beschermd, maar inventarisatie wel gewenst) in het geding komen door het inrichtingplan, zal aanvullend onderzoek naar het voorkomen van soorten uit deze categorie moeten plaatsvinden. Als hieruit blijkt dat de maatregelen een significant negatief effect op de lokale populatie kunnen hebben zal moeten worden nagegaan of dat in harmonie met de maatregelen is te brengen. Als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden het rechtvaardigen, dan zijn de nesten van deze soorten namelijk ook jaarrond beschermd. De mogelijk aanwezige categorie 5 soorten zijn: blauwe reiger, bonte vliegenvanger, boomklever, boomkruiper, bosuil, ekster (sparrenbosje), gekraagde roodstaart, glanskop, grauwe vliegenvanger, groene specht, grote bonte specht, ijsvogel (vijver parkbos), kleine bonte specht, koolmees, pimpelmees, spreeuw, torenvalk (sparrenbosje) en zwarte kraai. Zij zijn, mits anders vermeld, uitsluitend in het parkbos te verwachten. Vooralsnog zijn geen plannen voor het uitvoeren van werkzaamheden in het parkbos.
4.4 Herpetofauna en vissen In het plangebied zijn geen amfibieën of reptielen aangetroffen. Gewone pad en bastaardkikker zijn soorten die mogelijk in de Boven Regge aanwezig zijn. De sloot waar de riooloverstort in uitkomt, is mogelijk geschikt voor kleine watersalamander, gewone pad, bruine kikker en bastaardkikker. Deze soorten zijn allen opgenomen in Tabel 1 van de Ff-wet. Bij ruimtelijke ontwikkelingen behoeft voor deze soorten geen ontheffing te worden aangevraagd. De omgeving van Huize Diepenheim (o.a. parkbos) lijkt zeer geschikt voor hazelwormen (Tabel 3 Ff-wet). Van deze soort zijn ook verspreidingsgegevens vanuit de directe omgeving bekend. Binnen de grenzen van het plangebied gaat het om het parkbos grenzend aan de Boven Regge (incl. het onderhoudspad tussen dit parkbos en de Boven Regge). Indien dit onderhoudspad of het parkbos vergraven gaan worden, dan dient aanvullend onderzoek naar dit reptiel uitgevoerd te worden. De hazelworm kan met Ecochore Natuurtechniek
14
Quickscan natuuronderzoek herinrichting Boven Regge Diepenheim
behulp van de plaatjesmethode onderzocht worden. Daartoe dienen op meerdere locaties kleine plaatjes (bijv. bitumen golfplaten van 50x50 cm) te worden uitgelegd op daartoe geschikte locaties. Hiermee worden goede resultaten behaald. In de Boven Regge is één beschermde vissoort aangetroffen: kleine modderkruiper (Tabel 2 Ff-wet). Indien Waterschap Regge en Dinkel met de gedragscode voor waterschappen werkt, dan behoeft voor deze soort geen ontheffing te worden aangevraagd. Wel dienen dan mitigerende maatregelen getroffen te worden. Op de locaties waar (graaf)werkzaamheden in de Boven Regge (en de oevers) plaats gaan vinden, dienen de kleine modderkruipers (tijdelijk) weggevangen te worden. De dieren kunnen elders in de Boven Regge uitgezet worden. De voorkeur gaat uit naar uitzetting in hetzelfde stuwpand opdat de dieren de nieuw ingerichte Boven Regge kunnen koloniseren. Het eventueel afdammen, dempen of leegpompen van de Boven Regge dient in beginsel uitgevoerd te worden in de periode tussen 15 juli en 1 november, dat wil zeggen na de voortplantingsperiode en vóór de winterrust van vissen, amfibieën en reptielen. Omdat andere juridisch zwaar beschermde vissoorten worden niet verwacht, behoeft hiertoe geen aanvullend onderzoek te worden uitgevoerd.
4.5 Zoogdieren Het plangebied biedt in principe mogelijkheden voor twee soorten van Tabel 2 van de Ffwet: eekhoorn en steenmarter. Indien het leefgebied en/of vaste verblijfplaatsen (nestbomen in relatie tot eekhoorn) wordt aangetast of verdwijnt, dient aanvullend onderzoek naar deze soorten uitgevoerd te worden. Ook biedt het plangebied mogelijkheden voor een aantal soorten van Tabel 3 van de Ffwet: das, boommarter en vleermuizen. Indien het leefgebied en/of vaste verblijfplaatsen van das (m.n. burchten) of boommarter (oude holle bomen) wordt aangetast of verdwijnt, dient aanvullend onderzoek naar deze soorten uitgevoerd te worden. Voor de vleermuizen geldt als foerageergebied, vliegroutes (bijv. bosranden, erfbeplanting en houtsingels) en/of vaste verblijfplaatsen (bijv. holle bomen) worden aangetast, er onderzoek naar deze groep moet worden uitgevoerd. Dan kan concreet worden bekeken of de maatregelen negatieve effecten op de afzonderlijke soorten kunnen hebben. In dat geval zal moeten worden beschreven welke de consequenties dit in het kader van de Ff-wet zal hebben voor de geplande maatregelen en of er hiervoor een ontheffing noodzakelijk is. Indien er geen bomen gekapt gaan worden, is geen nader onderzoek naar deze soortgroep noodzakelijk.
4.6 Ongewervelden In het plangebied zijn geen beschermde ongewervelden of ongewervelden van de Rode Lijst waargenomen. Vanwege de aanwezigheid van het vochtige parkbos, is de aanwezigheid van de kleine ijsvogelvlinder (RL status: bedreigd) niet uit te sluiten. Andere beschermde soorten of soorten van de Rode Lijst zijn niet te verwachten.
Ecochore Natuurtechniek
15
Quickscan natuuronderzoek herinrichting Boven Regge Diepenheim
4.7 Consequenties tijdens de bouwactiviteiten en de zorgplicht Indien het terrein langere tijd braak ligt en tijdens de bouwwerkzaamheden is het mogelijk dat er nieuwe situaties worden gecreëerd voor dieren en planten om zich vestigen. Het verdient aanbeveling om bouwmateriaal en eventuele zandhopen slechts korte tijd op te slaan. Hierdoor wordt voorkomen dat dieren en planten zich tijdens de werkzaamheden kunnen vestigen. Voor alle dier- en plantsoorten, wel of niet beschermd, geldt de algehele zorgplicht, zie kader.
Naast de aandacht voor beschermde soorten geldt voor alle in het wild levende dieren en planten artikel 2 van de Ff-wet. Artikel 2 1. Een ieder neemt voldoende zorg in acht voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving. 2. De zorg, bedoeld in het eerste lid, houdt in ieder geval in dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor flora of fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten voorzover zulks in redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkomen of, voorzover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken.
Ecochore Natuurtechniek
16
Quickscan natuuronderzoek herinrichting Boven Regge Diepenheim
5. CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN Door de inventarisatie uit te voeren in de vorm van een quickscan, is het waarschijnlijk dat dier- en plantsoorten zijn gemist. Er zijn tijdens het veldbezoek meerdere waarnemingen gedaan van beschermde dieren en planten die vermeld staan in Tabel 2 van de Ff-wet. Het betreft kleine modderkruiper en vogels. In het gebied zijn gezien het verspreidingsbeeld en de aangetroffen biotopen een aantal zwaar beschermde soorten mogelijk aanwezig. Dit zijn: hazelworm, eekhoorn, steenmarter, das en boommarter. Ook het voorkomen van vleermuizen is waarschijnlijk. Als vaste verblijfplaatsen, foerageergebieden en/of vliegroutes aangetast worden, dient onderzoek naar deze soortgroep te worden uitgevoerd. Dit is met name aan de orde indien bomen of struwelen worden gekapt. In het plangebied worden meerdere broedvogels verwacht, waarvan het nest jaarrond beschermd is. Voor de potentieel aanwezige soorten van de categorie 1 t/m 4 van de Ffwet geldt, dat zij hoofdzakelijk (behalve de grote gele kwikstaart) in bomen broeden. Indien het inrichtingsplan aanleiding geeft tot het kappen van potentiële nestbomen, dan dient onderzoek plaats te vinden naar de exacte nestbomen. Aan de hand van die verkregen gegevens kan worden afgewogen of het inrichtingsplan dusdanig aangepast kan worden, dat deze bomen (en hun directe omgeving) gespaard blijven van kap. De grote gele kwikstaart broedt hoofdzakelijk in of op kunstwerken, muren e.d. Indien deze aangepast, dan wel gesloopt gaan worden, dient aanvullend onderzoek plaats te vinden naar de broedplaats(-en). Daarnaast komen soorten voor waarvan de nesten niet jaarrond beschermd zijn, maar waarvan een inventarisatie wel gewenst is. Indien de broedplaatsen van deze broedvogels van categorie 5 in het geding komen door het inrichtingplan, zal aanvullend onderzoek naar het voorkomen van soorten uit deze categorie moeten plaatsvinden. Als hieruit blijkt dat de maatregelen een significant negatief effect op de lokale populatie hebben zal moeten worden nagegaan of dat in harmonie met de maatregelen is te brengen. Als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden het rechtvaardigen, dan zijn de nesten van deze soorten namelijk ook jaarrond beschermd. Indien bomen gekapt dienen te worden, kan aanvullend onderzoek noodzakelijk zijn. Dit geldt voor vleermuizen, zoogdieren (eekhoorn en boommarter) en broedvogels (categorie 1 t/m 5). Dit aanvullende onderzoek dient te worden uitgevoerd in de periode maart-juli.
Aanbevelingen Herinrichting van de Boven Regge zou (mede) afgestemd kunnen worden op typische beekvissen zoals bermpje en mogelijk ook serpeling. Aanvullend visonderzoek met boot en aggregaat (elektrisch vissen) en/of zegen, kan eventuele aanwezigheid van serpeling in het plangebied aantonen. Wat bij het behoud en ontwikkeling van populaties beekvissen cruciaal is, is de aanwezigheid van een zekere stroming. Daarom dient bij de aanleg van natuurvriendelijke oevers de breedte van het natte profiel niet groter te zijn dan in de huidige situatie. Liever nog zou deze iets kleiner mogen zijn, zodat er voldoende stroming is, ook na de herinrichting. Groot voordeel van dergelijke stromingen, is dat eventueel verscholen grind- en zandbanken schoongespoeld worden. Deze vormen belangrijk paaihabitat voor vele beekvissen. Om ook voor ijsvogels nestgelegenheid te kunnen bieden
Ecochore Natuurtechniek
17
Quickscan natuuronderzoek herinrichting Boven Regge Diepenheim
zouden ook steile oevers aanwezig moeten zijn. Dit kan door de Boven Regge te laten meanderen (oeverafkalving) en/of meanders aan te leggen. Het dwarsprofiel kan het beste een accolade- of U-vormig profiel hebben in plaats van uitsluitend vlakke en glooiende oevers. In dit laatste geval wordt weliswaar een weelderige (moeras-)vegetatie verkregen, maar mist de Boven Regge (grotendeels) haar specifieke natuurlijke elementen en bijbehorende grote natuurwaarde van voor beken typische flora- en fauna. Om een zo groot mogelijke stroming te kunnen garanderen, zou bekeken kunnen worden in hoeverre bestaande stuwen vervangen kunnen worden door meanders. Meanders stuwen immers ook op. Als de meandering niet tot het gewenste waterpeil leidt, kan ook worden overwogen om in plaats van één vaste stuw, meerdere drempels (van bijv. stortsteen, leem en/of beton) in het betreffende stuwpand aan te leggen. Dan wordt een meer natuurlijke afwatering verkregen met bijbehorende natuurwinst. Eventueel kan een regelbare stuw ook meer gevierd worden, zodat de stroming gegarandeerd blijft. Verdroging van de beek speelt bij minder stuwing een minder grote rol indien meanders aangelegd worden. In deze meanders liggen namelijk altijd dieper uitgesleten buitenbochten, waar ook in droge tijden voldoende water blijft staan voor de beekfauna. Hoewel de kleine ijsvogelvlinder niet beschermd is, is de aanwezigheid in het plangebied goed mogelijk. Daarom is het aan te bevelen om de (grond-)waterstand in de vochtige bosdelen (gefaseerd) op te zetten opdat het leefgebied in kwaliteit toe kan nemen. Daarnaast dienen bomen en struiken met een weelderige begroeiing van kamperfoelie gespaard te worden van kapwerkzaamheden. Wilde kamperfoelie vormt namelijk de waardplant voor de rupsen. Vooral planten die groeien op vochtige gronden genieten bij de rupsen de voorkeur (Bos et al., 2006).
Ecochore Natuurtechniek
18
Quickscan natuuronderzoek herinrichting Boven Regge Diepenheim
LITERATUUR Bos, F., M. Bosveld, D. Groenendijk, C. van Swaay, I. Wynhoff, De Vlinderstichting, 2006. De dagvlinders van Nederland, verspreiding en bescherming (Lepidoptera: Hesperioidea, Papilionoidea. – Nederlandse Fauna 7. Leiden. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij en European Invertebrate Survey – Nederland. Crombaghs, B.H.J.M., Berg, N. van den en Goutbeek, A.B., 2002. Vissen in Overijssel verspreidingsatlas van zoetwatervissen in stromende en stilstaande wateren in Overijssel. Spitzen - van der Sluis, A.M., G.W. Willink, R. Creemers, F.G.W.A. Ottburg, R.J. de Boer, P.M.L. Pfaff, W.W. de Wild, D.J. Stronks, R.J.H. Schröder, M.T. de Vos, D.M. Soes, P. Frigge en R.P.J.H. Struijk, 2007. Atlas reptielen en amfibieën in Gelderland. 1985-2005. Stichting RAVON, Nijmegen. Wijer, P. de, A. Zuiderwijk en J.C.W. van Delft, 2009. Ringslang Natrix natrix. In: Creemers, R.C.M. & J.J.C.W. van Delft (RAVON) (redactie) 2009. De amfibieën en reptielen van Nederland. – Nederlandse Fauna 9. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, European Invertebrate Survey – Nederland, Leiden. www.minlnv.nl www. natuurbericht.nl www.wrd.nl www.zoogdieratlas.nl
Ecochore Natuurtechniek
19
Quickscan natuuronderzoek herinrichting Boven Regge Diepenheim
BIJLAGE 1: GEBIEDSIMPRESSIE Brug over Boven Regge t.h.v. Grotestraat
Boven Regge stroomopwaarts van de Grotestraat
Riooloverstort tussen Grotestraat en Raadhuisstraat
Sparrenbosje ten zuiden van de Raadhuisstraat Boven Regge stroomopwaarts van de Raadhuisstraat
Vochtige heide met opslag grove den
Boven Regge t.h.v. Oude Goorseweg
Ecochore Natuurtechniek
20
Quickscan natuuronderzoek herinrichting Boven Regge Diepenheim
BIJLAGE 2: TOELICHTING FLORA- EN FAUNAWET Sinds 1 april 2002 is de Flora- en faunawet van kracht. Deze wet is de soortgerichte implementatie van de Europese Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn. Daarbij worden in deze wet de bepalingen samengevoegd die voorheen in verschillende wetten waren gebundeld: Vogelwet 1936, Jachtwet, Natuurbeschermingswet (hoofdstuk V: soortenbescherming), Nuttige Dierenwet 1914 en Wet Bedreigde uitheemse dier- en plantsoorten. De Flora- en faunawet is in beginsel gericht op de bescherming van flora en fauna op soortniveau. Activiteiten waarbij schade wordt gedaan aan beschermde dieren of planten zijn verboden, tenzij dit uitdrukkelijk is toegestaan (het “nee, tenzij”-principe). Het is dan ook altijd zaak om, waar mogelijk, activiteiten uit te voeren zonder schade aan beschermde dieren en planten aan te brengen. De wet erkent de intrinsieke waarde van in het wild levende dieren. In de wet is dan ook een zorgplicht opgenomen: iedereen moet voldoende zorg' in acht nemen voor alle in het wild voorkomende dieren en planten (niet alleen de beschermde) en hun leefomgeving, Artikel 2 Flora- en faunawet. Voor de in deze rapportage gemaakte toetsing zijn met name de verbodsbepalingen 8 t/m 12 van toepassing. Artikel 8 Het is verboden planten, behorende tot een beschermde inheemse plantensoort, te plukken, te verzamelen, af te snijden, uit te steken, te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op enigerlei andere wijze van hun groeiplaats te verwijderen. Artikel 9 Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen. Artikel 10 Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, opzettelijk te verontrusten. Artikel 11 Het is verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. Artikel 12 Het is verboden eieren van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te zoeken, te rapen, uit het nest te nemen, te beschadigen of te vernielen.
Ecochore Natuurtechniek
21
Quickscan natuuronderzoek herinrichting Boven Regge Diepenheim
Op 23 februari 2005 is de “AmvB art. 75” van de Flora- en faunawet in werking getreden. In dit besluit is een vrijstelling voor specifieke activiteiten en soorten geregeld. Tevens introduceert de AmvB de gedragscode. De AmvB verdeelt alle beschermde soorten (met uitzondering van vogels) in drie groepen - Tabellen. Voor vogelsoorten geldt een andere regeling. Beschermde soorten
Zonder gedragscode
Met gedragscode
Licht beschermde soorten – Tabel 1
Algemene vrijstelling
Algemene vrijstelling
Overige beschermde soorten - Tabel 2
‘Lichte’ toetsing
Vrijstelling
Streng beschermde soorten – Tabel 3
Uitgebreide toetsing
Uitgebreide toetsing
Tabel: toetsingscriteria voor ontheffing bij ruimtelijke ontwikkeling en inrichting.
Tabel 1 Voor soorten die zijn opgenomen in Tabel 1 geldt een algehele vrijstelling wanneer de werkzaamheden vallen onder: bestendig beheer en onderhoud, ook in landbouw en bosbouw; bestendig gebruik; ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. Voor deze soorten geldt de lichtste vorm van bescherming. Als deze soorten op de locatie voorkomen, en het werk valt onder de werkzaamheden zoals hierboven beschreven, dan geldt daarvoor een vrijstelling van de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet. Als geen sprake is van werkzaamheden zoals beschreven, dient een ontheffing te worden aangevraagd. De aanvraag wordt dan onderworpen aan de lichte toets. Toetsingscriteria daarbij zijn of de gunstige staat van instandhouding van de soort niet in het geding is, en of de activiteit een redelijk doel dient. Uiteraard geldt in alle gevallen de algemene zorgplicht; Artikel 2. Tabel 2 Deze soorten krijgen een zwaardere bescherming. Er geldt alleen een vrijstelling als sprake is van werkzaamheden zoals beschreven bij Tabel 1 én indien wordt gehandeld volgens een gedragscode die is goedgekeurd door de Minister van LNV. Valt het werk niet onder de werkzaamheden zoals beschreven bij Tabel 1, dan dient een ontheffing te worden aangevraagd. De aanvraag wordt beoordeeld volgens de lichte toets. Hierbij moet aangetoond worden dat de werkzaamheden er niet toe mogen leiden dat het voortbestaan van de soorten in gevaar wordt gebracht. Er mag geen afbreuk gedaan worden aan de gunstige staat van instandhouding van de soort. De populatie in het gebied mag geen gevaar lopen uit te sterven. Hiervoor moeten maatregelen getroffen worden, die opgenomen worden in een ecologisch werkprotocol. Ook hier geldt de algemene zorgplicht. Tabel 3 De soorten uit Tabel 3 zijn de zwaarst beschermde soorten. Ook wanneer werkzaamheden vallen onder een van de bij Tabel 1 genoemde categorieën, geldt niet zonder meer een vrijstelling. Enkel bij bestendig beheer en onderhoud is een vrijstelling mogelijk wanneer gewerkt wordt volgens een goedgekeurde gedragscode. Werkzaamheden die in een van de andere categorieën vallen en welke negatieve effecten op beschermde soorten (kunnen) hebben, zijn ontheffingsplichting. Voor het verstrekken van een ontheffing wordt deze onderworpen aan een zware toets wanneer:
Ecochore Natuurtechniek
22
Quickscan natuuronderzoek herinrichting Boven Regge Diepenheim
er geen andere bevredigende oplossing voor de geplande activiteit is; de geplande activiteit geen afbreuk doet aan de gunstige staat van instandhouding van de soort; er sprake is van een in of bij de wet genoemd belang. Bij soorten van Bijlage IV van de Habitatrichtlijn moet tevens sprake zijn van een door de Habitatrichtlijn erkend belang: dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en voor het milieu wezenlijk gunstige effecten; bescherming van flora en fauna; openbare veiligheid. Wanneer soorten uit tabel 3 voorkomen in een gebied dienen er maatregelen getroffen te worden om behoud van de lokale populatie, bescherming van individuen en de functionaliteit van de voortplantingsen/of vaste rust- en verblijfplaatsen te garanderen. Hiervoor dienen mitigerende en mogelijk compenserende maatregelen getroffen te worden. Om zeker te zijn of de maatregelen voldoende zijn, dienen ze vooraf beoordeeld te worden door Dienst Regelingen. Met dit besluit kan aangetoond worden dat de initiatiefnemer zich houdt aan de Flora- en faunawet. Het besluit heeft de initiatiefnemer bijvoorbeeld nodig als iemand bezwaar maakt tegen het project of vraagt om handhaving van de Flora- en faunawet. Indien vaste verblijfplaatsen worden beschadigd of weggehaald of behoud van de lokale populatie dan wel bescherming van de aanwezige individuen niet voldoende kan worden gegarandeerd, dienen compenserende maatregelen te worden uitgevoerd én dient een ontheffing te worden aangevraagd bij Dienst Regelingen. Voor deze soorten geldt echter dat alleen ontheffing wordt verleend op grond van een wettelijk belang genoemd in de Habitatrichtlijn of Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantsoorten. Vogels Met ingang van 26 augustus 2009 heeft het Ministerie van LNV een nieuw beleid ten aanzien van broedvogels ingezet. Verblijfplaatsen van broedvogels zijn door de Flora- en faunawet beschermd. Tijdens werkzaamheden dient rekening gehouden te worden met het broedseizoen van vogels. De Flora- en faunawet kent geen standaardperiode voor het broedseizoen. Het gaat erom of er een broedgeval is. De meeste vogels maken elk broedseizoen een nieuw nest of zijn in staat om een nieuw nest te maken. Deze vogelnesten voor eenmalig gebruik vallen alleen tijdens het broedseizoen onder de bescherming van artikel 11 van de Flora- en faunawet. Voor deze soorten is geen ontheffing nodig voor werkzaamheden buiten het broedseizoen. Verblijfplaatsen van vogels die hun verblijfplaats het hele jaar gebruiken, zijn jaarrond beschermd. Slechts een beperkt aantal soorten bewoont het nest permanent of keert elk jaar terug naar hetzelfde nest. Deze groep is opgedeeld in enkele categorieën waarop de verbodsbepalingen van artikel 11 van de Flora- en faunawet jaarrond van kracht zijn: 1. 2.
Nesten die, behalve gedurende het broedseizoen als nest, buiten het broedseizoen in gebruik zijn als vaste rust en verblijfplaats. Nesten van koloniebroeders die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing of biotoop. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar.
Ecochore Natuurtechniek
23
Quickscan natuuronderzoek herinrichting Boven Regge Diepenheim
3.
4.
Nesten van vogels, zijnde geen koloniebroeders, die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar. Vogels die jaar in jaar uit gebruik maken van hetzelfde nest en die zelf niet of nauwelijks in staat zijn een nest te bouwen.
Het betreft de vogelsoorten: Boomvalk Buizerd Gierzwaluw Grote gele kwikstaart Havik Huismus Kerkuil Oehoe Ooievaar Ransuil Roek Slechtvalk Sperwer Steenuil Wespendief Zwarte wouw
(Falco subbuteo) (Buteo buteo) (Apus apus) (Motacilla cinerea) (Accipiter gentilis) (Passer domesticus) (Tyto alba) (Bubo bubo) (Ciconia ciconia) (Asio otus) (Corvus frugilegus) (Falco peregrinus) (Accipiter nisus) (Athene noctua) (Pernis apivorus) (Milvus migrans).
Er zijn ook vogelnesten die worden aangegeven als categorie 5. Deze zijn buiten het broedseizoen niet strikt beschermd. 5.
Nesten van vogels die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het jaar daarvoor hebben gebroed of de directe omgeving daarvan, maar die wel over voldoende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen.
Categorie 5-soorten zijn wel jaarrond beschermd als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen. Wanneer een jaarrond beschermd nest wordt aangetroffen, dan dient altijd een omgevingscheck uitgevoerd te worden. Een deskundige dient te onderzoeken of er voor de soort in de omgeving voldoende plekken en materiaal aanwezig zijn om zelf een vervangende locatie te vinden en een vervangend nest te maken. Indien dit niet mogelijk is, dient een vervangende nestlocatie aangeboden te worden. Wanneer dit ook niet mogelijk blijkt, dient een ontheffing aangevraagd te worden. Ontheffing kan alleen verkregen worden op grond van een wettelijk belang uit de Vogelrichtlijn. Wettelijke belangen zijn: bescherming van flora en fauna; veiligheid van het luchtverkeer; volksgezondheid of openbare veiligheid. Gedragscode Werken volgens een gedragscode kan (soms) een vrijstelling voor soorten van Tabel 2 en Tabel 3 geven. Voorwaarde is wel dat gewerkt dient te worden volgens een door de minister vastgestelde gedragscode. Hierbij is het van belang dat de gedragscode op de juiste wijze is geïmplementeerd in de organisatie of in het totaalplan van de werkzaamheden. Voor meer informatie over de toepassing van de Flora- en faunawet in relatie tot gedragscodes: zie de brochure van het ministerie van LNV: “Buiten aan het werk”. Ecochore Natuurtechniek
24
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
Bijlage 2 Verkennend (water)bodemonderzoek Boven Regge Diepenheim
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim" (vastgesteld) 51
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
52 n Diepenheim" (vastgesteld)
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen va
Verkennend (water)bodemonderzoek Boven Regge in Diepenheim
Opdrachtgever:
Rapportnummer:
Gemeente Hof van Twente Postbus 54 7470 AB GOOR
201292-10/R01
Status rapport:
Definitief
Datum rapport:
23 juni 2011
Envita Almelo B.V. Einsteinstraat 12a 7601 PR ALMELO Tel: 0546 – 532074 Fax: 0546 – 531659 E-mail:
[email protected]
Ingenieursbureau voor ruimtelijke ontwikkeling, bodem, water & milieu
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
Inho oudsopgav ve 1 2
In nleiding ..................................................................................................................................................... 1 k kader van het onderzoek ........................................................................................................................ 3 2.1 Verantwoording ................................................................................................................................... 3 2.2 Uitvoering gskader .................................................................................................................................. 3 2.3 Reikwijdte e van het ond derzoek ............................................................................................................. 3 2.4 Toetsingsskaders .................................................................................................................................. 4 2 2.4.1 Toetssingskader lanndbodem .......................................................................................................... 4 2 2.4.2 Toetssingskader waaterbodem ........................................................................................................ 5 3 Vooronderzo V oek ......................................................................................................................................... 7 3.1 Algemeen n ............................................................................................................................................ 7 3.2 Algemene e gegevens ............................................................................................................................ 7 3.3 Bodemge ebruik ..................................................................................................................................... 8 3.4 Reeds uitgevoerd bode emonderzoekk ................................................................................................... 8 3.5 Bodemop pbouw en geo ohydrologie ....................................................................................................... 9 4 Hypothese H en n onderzoek ksstrategie ..................................................................................................... 10 0 4.1 Bodemonderzoek .............................................................................................................................. 10 0 4 4.1.1 Hypothese .................................................................................................................................... 100 4 4.1.2 Ondeerzoeksstrateggie................................................................................................................... 100 5 Veldwerkzaam V mheden .............................................................................................................................. 11 5.1 Opzet ................................................................................................................................................. 11 5.2 Resultaten ......................................................................................................................................... 12 2 5 5.2.1 Opboouw (water)boodem ............................................................................................................... 122 6 Laboratorium L monderzoek ..................... . 4 .................................................................................................. 14 6.1 Analyseprrogramma ........................................................................................................................... 14 4 6.2 Analysere esultaten .............................................................................................................................. 15 5 6 6.2.1 Grondd ........................................................................................................................................... 166 ................................................................................................... 17 6 6.2.2 Asbesstonderzoek ..................... . 7 6 6.2.3 Waterbodem ................................................................................................................................ 177 6 6.2.4 Gronddwater .................................................................................................................................. 188 6 6.2.5 Toetssing aan de gestelde g hypo othese .......................................................................................... 18 8 6 6.2.6 Toetssing aan de noodzaak tot nader n onderz zoek ........................................................................ 19 9 7 Samenvatting S g, conclusies s en aanbev velingen ..................................................................................... 20 0 7.1 Aanleiding g en doel ............................................................................................................................. 20 0 7.2 Wettelijk kader k ................................................................................................................................... 20 0 7.3 Strategie ............................................................................................................................................ 20 0 7.4 Resultaten ......................................................................................................................................... 20 0 7.5 Conclusie es ......................................................................................................................................... 21
Bijlag gen: 1) Re egionale ligg ging onderzoekslocatie 2) Te ekening met situering boringen en pe eilbuizen 3) Bo odemprofielb beschrijvinge en 4) An nalysecertificcaten 5) Ovverschrijding gstabellen 6) Hiistorische infformatie Verantwoording
rapporrtnummer: 2012 292-10/R01, 23 juni j 2011
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
1
INLEIDING G
In opdracht van de d gemeente e Hof van Tw wente is doorr Envita Almelo B.V. een n verkennend d bodem- en n waterrbodemonde erzoek uitgevvoerd op ee en locatie terr plaatse en n langs een gedeelte va an de Boven n Regge in Diepenheim. De loca atie betreft ee en deel van het project “Kunstwerk” iin Diepenheiim. Doel van n het project is hett meer ruimte e geven aan n de Regge en e het aanleggen van tuiinen in aansluiting op de e reedss bestaande tuinen. De start s van uitvo oering is gep pland in septe ember 2011. De to otale lengte van v het tracé é bedraagt cirrca 750 mete er. De breedte varieert en n is afhankelijk van de te e onderzoeken aan ngrenzende percelen. De D onderzoe ekslocatie is gelegen te en noordwes sten van de e bebouwde kom van v Diepenheim. Op de onderstaand de luchtfoto'ss is middels een rode lijn n globaal de e onderzoekslocatie e weergegevven. Middelss een blauw we lijn is binn nen de onde erzoekslocatiie de Boven n Regg ge weergegeven.
B A
B A
Figuurr 1: overzicht onderzoeksloc o atie (bron: opd drachtgever)
292-10, 23 juni 2011 2 rapporrtnummer: 2012
1/21
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
Aanle eiding Aanle eiding voor het h onderzoe ek is de doorr de opdrach htgever voorg genomen herinrichting va an de Boven n Regg ge en haar oe evers. Doel Het doel d van het verkennend v (water-)bode emonderzoek is om de actuele (water-)bodemkwa aliteit vast te e stelle en, zodat bij de d planvorm ming rekening g kan worden n gehouden met de even ntuele aanwe ezigheid van n een bodemveront b treiniging. Voorlliggend rapp port beschrijftt het kader van v het onde erzoek in hoo ofdstuk 2 en n geeft de resultaten van n het vooronderzoe v ek weer in hoofdstuk h 3. In hoofdstu uk 4 is de hypothese h en n de onderz zoekstrategie e besch hreven. De veldwerkzaam v mheden zijn in hoofdstuk k 5 en het laboratoriumonderzoek is in hoofdstukk 6 besschreven. Het H rapport wordt w beslote en met de aan a het ond derzoek te vverbinden co onclusies en n aanbevelingen die e in samenvatting zijn we eergegeven (hoofdstuk 7). 7
292-10, 23 juni 2011 2 rapporrtnummer: 2012
2/21
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
2 2.1
KADER VA AN HET ONDERZO O EK Verantwoo ording
men Norm
Bij he et bepalen van de ond derzoeksstrattegie en hett vaststellen n van het on nderzoeksprrogramma iss uitgeg gaan van de e volgende NEN-normen: Landbodem (oeve erzone): • “ “bodemland dbodem – sttrategie voor het uitvoerren van voorronderzoek b bij verkennend en naderr o onderzoek” (N Nederlandse e Norm 5725: januari 200 09); • “b bodem – la andbodem – strategie voor het uitvoeren u va an verkenne end bodemo onderzoek – o onderzoek na aar de milieuhygiënische e kwaliteit van bodem en e grond” (N Nederlandse norm 5740:: ja anuari 2009); • Wate erbodem (Bovven Regge): • “b bodem – wa aterbodem – strategie voo or het uitvoe eren van voo oronderzoek bij verkenne end en naderr o onderzoek” (N Nederlandse e norm 5717: november 2009); 2 • "b bodem – waterbodem w u va an verkenne end bodemo onderzoek – – strategie voor het uitvoeren o onderzoek na aar de milieu uhygiënische e kwaliteit va an waterbod dem en bagg gerspecie” (N Nederlandse e n norm 5720: ja anuari 2009). Waarr nodig, is he et onderzoekksprogramma a afgestemd op locatiesp pecifieke omsstandigheden n.
2.2
Uitvoering gskader
Het bodemonder b rzoek is uitg gevoerd confform de wetttelijke KWA ALIBO-regelin ng (Kwaliteittsborging bijj bodemintermedia airs). Dit bete ekent dat he et veldwerk is s uitgevoerd onder erken nning op basis van BRL L SIKB 2000 en de e daarbij behorende pro otocollen 200 01 (nemen van v grondmo onsters en plaatsen p van n peilbu uizen), 2018 8 (nemen va an asbestmo onsters), 2002 (nemen van grondw watermonsterrs) en 2003 3 (nemen van slib bmonsters). Waar tijden ns het onde erzoek is afgeweken a vvan de normen en de e proto ocollen, is dat d vermeld in dit rapport. Het la aboratoriumo onderzoek iss uitgevoerd d door een n laborratorium datt is geaccre editeerd op basis van de criteria a in NEN-E EN-ISO/IEC 17025:2000 0 (accreditatienumm mer L010) en op basis van v AS3000. Op de analysecertificate en is aangeg geven welke e laborratoriumverricchtingen ond der de genoe emde accreditaties zijn uiitgevoerd. ng van het uitgevoerde onderzoek opgenomen, waaronderr Na de laatste bijlage is de verantwoordi v verwiijzingen naarr informatiebronnen, litera atuur, wet- en e regelgevin ng en kwalite eitsborging.
2.3
Reikwijdte e van het on nderzoek
Het verkennend v bodemonderzoek is alle een bedoeld om inzicht te krijgen in n de actuele e chemische e kwaliteit van gro ond, waterbo odem en grrondwater op o de onderrzoekslocatie e ten behoe eve van hett beoogde doel. De uitvoering van de werrkzaamheden door Envita vindt op zorgvuldige wijze plaatss volge ens de algem meen gebruikkelijke inzich hten en meth hoden bij onderzoek naa ar bodemverrontreiniging.. Het verkennend v bodemonde erzoek beoogt een waarheidsgetrou uw beeld te geven van de bodem-kwaliteit van de onderzoekslo o ocatie op he et moment van de monsstername. Va anwege het steekproefs-gewijze karakter van het onderzoek waarrbij de monsttername op (deels) willekeurig bepaa alde locatiess plaatssvindt, kan niet n worden uitgesloten dat binnen de d onderzoe ekslocatie lokaal een verontreiniging g (punttbron) aanwe ezig is die niiet wordt aan ngetroffen in dit onderzo oek. Tevens w wordt erop gewezen g datt het uitgevoerde u onderzoek een e momen ntopname be etreft. De on nderzoeksressultaten worrden minderr repre esentatief voo or de actuele bodemkwa aliteit naarm mate meer acctiviteiten op p de locatie plaatsvinden p n en de e verstreken periode sind ds de uitvoering van het onderzoek o la anger wordt.
292-10, 23 juni 2011 2 rapporrtnummer: 2012
3/21
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
Indien grond van de locatie vrijkomt, v moet er rekenin ng mee word den gehoude en dat deze niet zonderr meerr elders toepasbaar is. Op O hergebruikk van grond is het Besluiit bodemkwa aliteit van toe epassing. De e toepa assing van grond elders moet worden gemeld via a het “meldpunt bodemkw waliteit” van Agentschap p NL. In bepaalde gemeenten kan daarnaa ast op grond d van overga angsbeleid nog grond wo orden toege-past op basis van v de Ministeriële vrijstellingsrege eling grondvverzet. Deze e toepassing gen moeten n rechtstreeks aan de betreffende gemeente e worden ge emeld. Het onderzoek o iss, mits anderrs aangegevven, niet van toepassing op puin- of andere lage en waarin de e fractie e aan bodem mvreemd ma ateriaal grote er is dan 50% %. Deze lage en betreffen formeel gee en bodem en n hierop is de Wet bodembesch b herming niet van toepass sing. Indien in het gron ndwater ten opzichte o van n de betreffende streefwa aarden verho oogde conce entraties aan n veron ntreinigende stoffen worrden aangettoond, dient er rekening g mee te worden gehou uden dat err beperkingen kunn nen bestaat ten aanzien van het ontttrekken en/o of lozen van grondwater op en in de e omge eving van de onderzoeksslocatie.
2.4 2.4.1
Toetsingskaders Toetsingsskader landbo odem
Om de mate waarin w sprakke is van bodemveron ntreiniging te e kunnen b beoordelen, worden de e analyyseresultaten n van het ch hemisch onderzoek van de grond- en e grondwate ermonsters getoetst g aan n het to oetsingskade er dat landellijk is vastge esteld. Daarn naast kunnen n per gemee ente plaatselijk geldende e (verhoogde) achte ergrondwaarrden gelden. Land delijk toetsin ngskader Voor de beoorde eling van de analyseresu ultaten van de d grond- en n grondwaterrmonsters wordt w gebruikk gema aakt van de achtergrond dwaarden grond zoals opgenomen o in de Rege eling bodemkwaliteit, de e streefwaarden grrondwater en e interventiewaarden grond g en grrondwater zoals opgeno omen in de e Circu ulaire bodemssanering 200 09. Bij co oncentraties aan verontre einigende sto offen tussen het niveau van v de stree ef- of achterg grondwaarde e en de e interventie ewaarde, ge eldt in het algemeen a da at een nader onderzoekk noodzakeliijk is als de e geme eten concen ntraties de halve som van streef-- of achterg grondwaarde e en interv ventiewaarde e oversschrijden ((S+I)/2). Deze waarde word dt ook wel aa angeduid alss tussenwaarrde. In on nderstaande tabel word den deze re eferentiewaa arden en de e daarbij ge ehanteerde terminologie e toege elicht. Tabel 1: Toelichting op referentiew waarden Referrentiewaarde Afkorting Betekenis grond d generieke wa aarde voor schone grond (AW2000achte ergrondwaarde A-waarde waarde) toetsingswaarde voor nader onderzoek tussenwaarde T-waarde ((A-waarde + I-waarde) / 2) intervventiewaarde
I-waarde
waarde voor sanering(sonde s erzoek)
streeffwaarde
S-waarde
landelijke waa arde voor een schoon s grondwa ater
tussenwaarde
T-waarde
toetsingswaarde voor nader onderzoek ((S-waarde + I-waarde) / 2)
intervventiewaarde
I-waarde
waarde voor sanering(sonde s erzoek)
Termin nologie bij overrschrijding > A-waarde: licht verhoogd / verontreinigd > T-waa arde: matig vverhoogd / veron ntreinigd > I-waa arde: sterk ve erhoogd / veron ntreinigd
grond dwater
292-10, 23 juni 2011 2 rapporrtnummer: 2012
> S-waarde: licht verhoogd / verontreinigd > T-waa arde: matig vverhoogd / veron ntreinigd > I-waa arde: sterk ve erhoogd / veron ntreinigd
4/21
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
De re eferentiewaa arden voor verontreinige v ende stoffen in grond zijjn mede afh hankelijk ges steld van de e perce entages aan lutum (fracttie <2 μm) en e organische stof. Dit betekent dat bij elk bodemonderzoekk locatiiespecifieke referentiewa aarden worde en berekend. Sindss de inwerkin ngtreding van de Regelin ng bodemkw waliteit en Cirrculaire bode emsanering 2009 zijn op p basiss van voortsschrijdend in nzicht voor specifieke stoffen aanvvullende toe etsnormen opgesteld o off toetsrregels vastgesteld. Voor zover bij de e uitvoering van v voorligge end bodemon nderzoek hie ervan sprake e is zal bij de interp pretatie hier nader n op worrden ingegaa an. Gebiedspecifiek k toetsingska ader Geme eenten hebb ben op basiss van het Be esluit bodemkwaliteit de keuze tussen het gebruiiken van hett generieke kader of het vasttstellen van gebiedsspecifiek beleid d voor hun g grondgebied d. Daarnaastt kunne en gemeentten op gron nd van het overgangsrrecht nog gebruik g makken van de Ministeriële e vrijste ellingsregelin ng grondverzzet. In dat kader k hebben veel geme eenten een bodemkwalitteitskaart en n een bodembehee b erplan vastge esteld. Op basis b van deze d door gemeenten g v vastgestelde e beleidsdoccumenten ku unnen lokale maximale e waard den zijn vasstgesteld die e hoger liggen dan de generieke achtergrondw a waarden. De eze waarden n gelde en voor hom mogene deelg gebieden die e zijn ingede eeld naar ontstaansgeschiedenis en gebruik. De e lokale e maximale waarden w kun nnen, mits dit is vastgelegd in het gemeentelijk be eleid, worden gebruikt in n plaatss van de gen nerieke achtergrondwaarrden bij de to oetsing of sp prake is van bodemveron ntreiniging in n de zin n van de We et bodembesccherming. De ge emeente "Ho of van Twentte" heeft loka ale maximale e waarden (9 95-percentielw waarden) va astgesteld op p basiss van de Ministeriële vrrijstellingsreg geling grond dverzet. Ond derhavige on nderzoeksloc catie valt in n deelg gebied "buite engebied zan nd”. In de e volgende ta abel zijn de lokale maxim male waarden n voor dit de eelgebied we eergegeven. In het gevall dat in de grond d verontreiniigende stofffen worden aangetoond d in gehalte en boven de e generieke e achte ergrondwaard de, vindt er tevens t toetsing plaats aa an de lokale maximale m wa aarden. Tabel 2: Plaatselijke achtergrondw waarden (LM--w waarden) bodem mkwaliteit Param meter
Bovengrond (0 - 0,5 m –mv)
ondergron nd (0,5-2,0 m –m mv)
0,14 17 7,7 4,2 26 62,85 0,5 64,75 31 1,8 8,3 16 0,4 8,0 07
0,14 7,63 0,72 35,11 0,23 32,7 13,95 7 20 0,35 10
Kwik Koper PAK Minerrale olie EOX Zink Lood Arsee en Chroo om Cadm mium Nikke el
2.4.2
Toetsingsskader waterb bodem Bij he et vrijkomende waterbodem, oftewel ba aggerspecie, wordt onderscheid gema aakt tussen het toepassen n en het verspreiden in opperrvlaktewater of op de la andbodem. Bij B het hergebruik zijn verschillende v e m zie de e volgende ta abel. toetsingskaders mogelijk, Tabel 3: overzicht va an verschillend de toetsingskaders voor gron nd en baggersp pecie Toep passen grond en e baggerspec cie: op de e landbodem* in oppervlaktewater** in gro ootschalige toep passing** * = generiek of o gebiedsspeciifiek beleid mog gelijk ** = alleen gen neriek beleid mo ogelijk
292-10, 23 juni 2011 2 rapporrtnummer: 2012
Ve erspreiden bag ggerspecie: in oppervlaktewatter* ov ver aangrenzend d perceel**
5/21
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
Zowe el bij het toepassen op de landbodem (bevoegd ( gez zag gemeentten) als in oppervlaktewater of de voorr dat water w bestem mde ruimte (bevoegd gezzag waterkw waliteitsbeheerder) kan ge ebiedspecifiek beleid zijn n vastgesteld. Voor voorliggende e locatie is gee en gebiedspe ecifiek beleid opgesteld. v hergebru uik van bagge erspecie in oppervlaktewa ater of op lan ndbodem en voor v het ver-Voor de toetsing van den van bag ggerspecie worden w de analyseresulta a aten van che emisch onde erzoek van baggerspecie b e spreid getoe etst aan: • de d interventie ewaarden wa aterbodem zo oals opgenom men in de circulaire sane ering waterbo odems 2008,, (S Staatscouran nt nr. 245 d.d. 18 decembe er 2007); • de d normen uitt de toetsingsskaders ‘toepassen (en ve erspreiden) in n zoet oppervlaktewater’, toepassen op p la andbodem’ en e ‘verspreid ding op aangrenzen perrceel’ conform m het Beslu uit bodemkw waliteit, zoalss o opgenomen in n de Regeling g bodemkwaliiteit; (Staatscourant nr. 5673, d.d. 15 ap pril 2009). ultaten gebeu urt met behu ulp van het programma Towabo verrsie 4.0.202,, Toetssing van de analyseresu onderrdeel van iBe ever. Bij de uitgevoerde toetsing is verspreiding van v baggersp pecie in oppe ervlaktewaterr opgen nomen en is beoordee eld wat de mogelijkhed den zijn tot verspreiden n van baggerspecie op p aangrrenzende perrcelen en het (elders) toep passen op de landbodem. Voor het verspreiden van bag ggerspecie op p aangrenzende percelen n wordt een risicotoetsing g uitgevoerd.. Deze risico’s word den uitgedrukkt in msPAF (meer stoffen n Potentieel Aangetaste F Fractie). De msPAF m geeftt een indicatie overr het deel va an de aanwe ezige organis smen dat nadelige gevolg gen kan ond dervinden alss gevolg van de kw waliteit van de e baggerspeccie. Voor het verspreiden op een aang grenzend perrceel bestaatt géén mogelijkheid voor een gebiedsspecifie ek kader. Voor het toepasse en van baggerspecie op he et land (landb bodem) zijn zowel z de kwaliteit van de toe te passen n erspecie als de d kwaliteit en functie van n de ontvange ende bodem van v belang. D De toetsingsw waarden voorr bagge het to oepassen van n baggerspecie op de landbodem, zoals s genoemd in n de Regeling g bodemkwaliteit, zijn: • achtergrondwa a aarde; • maximale m waa arde klasse wonen; w • maximale m waa arde klasse industrie, i dezze ligt voor een e aantal sttoffen lager d dan de interv ventiewaarde e (llandbodem). Voorw waarde voor het toepa assen van baggerspeciie op landbodem is d dat de gem meente een n bodem mfunctiekaartt moet hebbe en vastgesteld d. Indien dit niet n het geval is dan geldt d de achtergron ndwaarde.
292-10, 23 juni 2011 2 rapporrtnummer: 2012
6/21
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
3
V VOOROND DERZOEK K
Met de opdrachttgever is ovvereengekom men dat in het h kader van v het voorronderzoek kan worden n volsta aan met ee en historiscch onderzoe ek. Overige informatie is bij opdrrachtverlenin ng door de e opdra achtgever ree eds verstrekkt. De historissche topogra afische kaarte en zijn weerg gegeven in bijlage b 6.
Algemeen
3.1
In onderstaande tabel t zijn de in het kader van het voo oronderzoek geraadpleeg g gde bronnen opgesomd. Tabel 4: Geraadpleegde bronnen Bron
Verwijzing g
1
topografische kaart, k schaal 1:2 25.000
bijlage 1
2
internetbronnen: a
historische e topografische kaarten
www.watw waswaar.nl
b
TNO-NITG G (gegevens bo odemopbouw en n grondwater)
www.dinoloket.nl
3
locatiebezoek
uitgevoerd d d.d. 5 mei 2011 (gecombin neerd met uitvoe ering veldwerk)
4
bodemkwaliteittskaart gemeente Hof van Twente
Bodembeh heerplan gemee ente Hof van Tw wente, 35229.01
5
informatie van opdrachtgever omtrent onderzoekslocatie en odemkwaliteitsg gegevens beschikbare bo
-
3.2
Algemene e gegevens
De on nderzoeksloccatie is geleg gen ten noorrdwesten van n de bebouw wde kom van n Diepenheim m en bestaatt uit ee en watergang g: de Boven Regge; de oevers o aan zo owel de oostt- en westzijd de van de Bo oven Regge;; en de e aangrenzen nde grondstrroken en perrcelen aan de e oostzijde van de Boven n Regge. De grenzen van de onderzo oekslocatie zijn z weergegeven op de tekening in bijlage 2. De D regionale e liggin ng van de loccatie is grafissch weergegeven in bijlag ge 1. Gegevvens van de llocatie zijn weergegeven w n in de volgende tabel. Tabel 5: Locatiegege evens
liggin ng
Deellocatie A: A Oever oostzijjde
De eellocatie B: Oe ever westzijde
Oostzijde Bovven Regge tussen Diepen nheim en Oude Goorsew weg, doorkruist doo or de Raadhuisstraa at
estzijde Boven Regge We tusssen Diepenheim en Ou ude Goorseweg g, do oorkruist door de e Ra aadhuisstraat
Deello ocatie C: Grond dstroken en perce elen ostelijke deel va an zuidoo onderzzoekslocatie, tussen n de Boven Reg gge en ten n westen van de e dorpskkern van Diepenheim.
gebru uik
natuur/oever
na atuur/oever
voorn namelijk graslan nd, vijver en tuinen
kadas strale aanduiding, eente geme Diepe enheim
B2750, B2706 6, B2825, B 2512, B1513, B2514, B2531
2750, B2706, B1 100, B2 B2 2707
B2532, B2533, B326 63
oppervlakte/ lengtte sloot
breedte circa 3 meter, 2 oppervlakte 2.400 m
bre eedte circa 3 meter, 2 op ppervlakte 2.400 0m
4m 17.874
292-10, 23 juni 2011 2 rapporrtnummer: 2012
2
Deellocattie D: Boven Re egge Boven Re egge ten noorden van v Grote straat tot aan a Oude Goorsewe eg beek, ang in A-waterga eigendom m van Waterscha ap Regge en Dinkel B2750, B2 2706
785 m
1
7/21
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
3.3
Bodemge ebruik
In onderstaande tabel t zijn de beschikbare e gegevens over o het histtorisch, huidiig en toekom mstig gebruikk van de d onderzoekkslocatie en de directe om mgeving wee ergegeven. Tabel 6: Gegevens bodemgebruik b huidig bodemgebru uik locatie huidig g gebruik
weide en waterrgang voor zover bekend bij de op pdrachtgever zijn er in het verleden geen g die van v invloed zijjn op de kwa aliteit van de puntlozingen geweest waterbodem in de watergange en. ng bevinden zicch twee kunstw werken: Op het zuidelijk deel In de watergan aan de westelijke oever bevindt zich een g gemaal; Ter ho oogte van de Raadhuisstraatt bevindt zich een duiker. He et is onbekend wanneer de watergang voor het laatst geba aggerd is.
poten ntieel bodembed dreigende activiteiten en situatties
ekend zijn de locaties sinds circa 1830 altiijd in gebruik Voor zover be geweest als watergang w dan wel landbouw w, zie ook bijlage 6, er zijn derhalve geen bodembedreige ende activiteiten n bekend. historisch bodemge ebruik locatie grotendeels we eiland (sinds 18 832) Het gedeelte va an de Boven Re egge ten noorde en van de Raad dhuisstraat is tussen 1966 en n 1977 in noordw westelijke richting verlegd naarr de huidige locatie.
historrisch gebruik voorm malige potentiee el bodembedreig gende activitteiten en situatie es toeko omstig bodemg gebruik locatie e
voor zover bekend geen Boven Regge blijft b als watersyysteem in gebruik. De huidige duiker d wordt omgebouwd tot brug. e en volkstuinen n worden ingeric cht. De landbodem zal als publieke
toeko omstig gebruik poten ntieel bodembed dreigende activiteiten en situatties omge eving historrisch gebruik huidig g gebruik poten ntieel bodembed dreigende activiteiten en situatties
3.4
voor zover bekend geen weilanden, weg gen en dorp Die epenheim, huis Diepenheim sin nds ca 1177. weilanden, akk kers, wegen en woonhuizen Ten noorden va an het gebied, haaks h op de Ou ude Goorseweg,, is de Hazendammerw weg gesitueerd. Deze weg is g geregistreerd als s asbestweg.
Reeds uiitgevoerd bo odemonderzzoek
Uit de d door de e opdrachtg gever aangeleverde in nformatie is gebleken dat van vier v locatiess bodemkwaliteitsgegevens vo oorhanden zijn. z Het gaat om de volgende v locaties en de d volgende e concllusies: e
Tabel 7: overzicht be eschikbare rap pportages (1 screening s geme eentelijk archie ef) Kadastraal Loca atie Grond G Grondwater nummer Grote estraat 3 B2707 zware meta alen licht verhoo ogd lo ood licht verhoog gd niikkel en zink lich ht Raad dhuisstraat 21 B2512 PAK licht ve erhoogd ve erhoogd riooltrace, e hroom licht verschillende ch minerale olie Raad dhuisstraat e licht verhoogd d kadastrale ve erhoogd percelen EOX, PAK, minerale m olie lic cht ziink, arseen, chrroom, Ruim mersdijk B2625 verhoogd BTEX licht verho oogd
Asbes st niet on nderzocht niet on nderzocht
asbestt 0-50 mg/kg
nderzocht niet on
Op bovenstaande b e locaties zijjn in de bovven- en onde ergrond bijm mengingen m met puin, koo oltjes, as en n potsccherven waargenomen. De opdrachtgeve o er heeft aan ngegeven dat er gaten in de scho ouwpaden langs de Bo oven Regge e aanw wezig waren, die in het ve erleden met asbestverdac a cht materiaal zijn opgevu uld. 292-10, 23 juni 2011 2 rapporrtnummer: 2012
8/21
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
3.5
Bodemopb bouw en geo ohydrologie
Uit de e Grondwaterrkaart van Ne ederland (TN NO, Inventaris satierapport kaartbladen k 3 34 Oost) kan de regionale e geohyydrologische bodemopbou uw worden affgeleid. Deze opbouw is weergegeven w iin onderstaan nde tabel 8. Tabell 8: Schematisch overzicht re egionale bodem mopbouw en geohydrologie g Geohydrolog gische Dieptte (m+/-NAP) G Geologische Fo ormatie Litho ologie eenheid e + 28 - + 18 1 watervoere end pakket T Twente fijne zanden z keilee em, leemhouden nde zanden, en n fijnzandige e + 18 - + 16 1 scheidende e laag D Drente afzetttingen e + 16- + 1 2 watervoere end pakket D Drente, Ensched de matig g grove zand < +1 ondoorlatende e basis B Breda (Pleistoce een) klei
De lo ocatie ligt vo oor zover bekend niet in het intrekge ebied van ee en grondwatterwinning off een grond-waterrbeschermingsgebied. Voor zover be ekend wordt er op en in de directe o omgeving va an de locatie e geen grondwater door bedrijvven en particu ulieren onttro okken.
292-10, 23 juni 2011 2 rapporrtnummer: 2012
9/21
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
4 4.1 4.1.1
HYPOTHE ESE EN ON NDERZOE EKSSTRAT TEGIE Bodemond derzoek Hypothese
Land dbodem Op ba asis van de resultaten r va an het vooron nderzoek is de d locatie alss “verdacht” aangemerktt ten aanzien n van grondg en/of grondwatervverontreiniging aangezie en er op en nabij de ond derzoeksloca atie licht ver-hoogde gehalten n aan zwarre metalen, PAK en minerale m olie in grond en/of gron ndwater zijn n aangetoond. Wate erbodem De watergang w is niet n verdacht voor (waterr)bodemvero ontreiniging. Er is voor zo over bekend geen sprake e en er zijn daarnaast, van een e diffuse verontreinigi v ng van de waterbodem w d vo oor zover be ekend, geen n puntlo ozingen aanwezig (gewe eest) waardoor lokaal de kwaliteit van n de waterbodem is beïnv vloed. est Asbe Op basis van de resultaten van v het vooro onderzoek wordt w de loca atie als “verd dacht” gekwa alificeerd ten n aanzien van asbe est omdat err in de omge eving van de locatie asbe est in de bod dem is aange etoond en err volge ens de opdra achtgever asb bestverdachtt materiaal op o de onderzo oekslocatie iis verwerkt. 4.1.2
Onderzoe eksstrategie
Land dbodem De on nderzoeksloccatie is geba aseerd op he et voormalig en huidig ge ebruik verdee eld in drie de eellocaties A t/m C, C zie tabel 5. 5 Ondanks de d gestelde hypothese zijn z de locaties onderzoccht conform de strategie e voor een “niet ve erdachte loca atie” (ONV). Deze strateg gie is sober en doelmatig g en geeft qua q opzet en n intenssiteit een re epresentatief inzicht in de d bodemkw waliteit omdatt op basis vvan de huidiige bekende e gegevens slechtts lichte verontreiniging gen worden verwacht die d geen a aanleiding vormen voorr vervo olgonderzoekk of sanerend de maatrege elen erbodem Wate Op basis b van de momentee el beschikba are informattie zal de strategie: s "O Overig waterr, lintvormig,, normale onderzo oeksinspanning" (OLN) worden w geha anteerd. Om m een goed beeld te krijjgen van de e o de monste ername confform het voorgeschreven n ruimtelijke verdeliing van de sllibdikte, zijn in afwijking op ruimtelijk patroon (paragraaf 5.5) 5 transectten geplaatst. De transeccten zijn eve enredig verde eeld over de e waterrgang, met in n Ieder transsect drie boriingen. Het onderzoek is alleen gerich ht op controlleren van de e aanw wezigheid en kwaliteit van n het slib in de d watergang g. est Asbe Analo oog aan de NEN N 5707 iss in overleg met m de opdra achtgever ee en locatiespe ecifieke onde erzoeksopzett opgesteld. De waterbodemm w monsters wo orden per va ak aanvullend geanalyse eerd op asbe est. Ter plaa atse van de e oeverr en de lan ndbodem wo orden de boringen uitg gevoerd in combinatie c met een prroefgat/sleuf.. Aanvvullend hierop p worden gro ondmengmonsters geana alyseerd op asbest, a waarrbij voor de bepaling b van n het aantal analyse es op asbestt wordt aang gesloten bij het aantal bovvengrondmo onsters uit de e NEN5740.
292-10, 23 juni 2011 2 rapporrtnummer: 2012
10/21
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
5 5.1
V VELDWER RKZAAMH HEDEN Opzet
Algem meen In on nderstaande tabel zijn de e uitvoeringssdata en de e verantwoorrdelijke monssternemers aangegeven n voor de verschille ende uitvoeriingsfasen va an het veldon nderzoek. De e boorlocatie es en de locaties van de e asbesstgaten en -ssleuven zijn weergegeve w n op de teke ening in bijlag ge 2. Tabel 9: Uitvoerings sdatum en vera antwoordelijk monsternemer m Datu um
Werkzaamheden
VKB-proto ocol
Verantwoord delijk monsternem mer
5 en 9 mei 2011
inspectie maaiveld, uitvo oeren a en grondboringen, graven asbestgaten uizen en nemen sleuven, plaatsen peilbu aterbodem van monssters van de wa
VKB 2001, 2003 en 2018
G. M. Vissche edijk
16 mei m 2011
grondwattermonstername e uit peilbuizen
VKB 2002
R.F.A. Riesc chke
De sleuven zijn gegraven g me et behulp va an een hydra aulische graafmachine e en hebben een e afmeting g van 1 bij 3 metter. Daar wa aar te weiniig werkruimtte aanwezig g was voor de kraan zijn z gaten in n handkracht gegra aven met ee en afmeting van v 0,3 bij 0,3 0 meter. De boringen e en asbestgaten/-sleuven n zijn zo z veel moge elijk gecombineerd uitgevvoerd. In he et veld is de vrijgekomen n grond en slib s beoorde eeld op de te exturele sam menstelling. Daarnaast D iss gelet op het voorkkomen van puin, p slakken n, kolengruis en dergelijke en op kleu urafwijkingen, die kunnen n duide en op de aa anwezigheid van bodemvverontreinigin ng. De opge eboorde grond is, indien n nodig, mett behulp van de olie-water-rea actie beoorde eeld op de aanwezigheid van olie-a achtige stofffen. Ook hett maaivveld is visue eel geïnspectteerd op indiicaties die ku unnen duiden op een bo odemverontre einiging. Ten n slotte e is visueel specifiek s aan ndacht besteed aan het voorkomen v v asbest o van op het maaiv veld en in de e bodem. Tijdens de uitvoering van de veldwerkzaa v mheden is geen g aanvulle ende informa atie naar voren gekomen n die to ot een aanpa assing van he et veldwerkprogramma heeft geleid. In de volgende ta abel is een ovverzicht van het uitgevoe erde veldwerkkprogramma a weergegeve en. Tabel 10: Overzicht boorprogramm b ma Onde erdeel
Aantal
Diep pte (m -mv)
Nummerrs
9
0,5
01, 02, 03, 04 4, 05, 06, 07, 08, 09
2
2,0
10, 12
1
2,00 - 3,00
11
9
0,5
13, 14, 15, 16 6, 17, 18, 19, 20, 21
2
2,0
23, 24
1
2,00 - 3,00
22
Opmerkingen
A Oev ver oost boring gen/asbestgaten peilbu uis B Oev ver west boring gen/asbestgaten peilbu uis C Perrcelen landbod dem boring gen/asbestgaten
17
2,0
38, 39, 40, 41 1, 42, 43, 44, 45, 46 6, 47, 48, 49, 50, 52 2, 53, 54, 55
sleuve en
10
0,5 0 à 1,0
S25, S26, S27 7, S28, S29, S30, S31 1, S32, S33, S34 4
1
1,90 - 2,90
35
1
1,80 - 2,80
36
peilbu uis/asbestgat
292-10, 23 juni 2011 2 rapporrtnummer: 2012
11/21
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
Onde erdeel
Aantal
Diep pte (m -mv)
Nummerrs
1
2,00 - 3,00
37
0 -0,20
56, 57, 58, 59 9, 60, 61, 62, 63, 64 4, 65, 66, 67, 68, 69 9, 70, 71, 72, 73, 74 4, 75
Opmerkingen
D Wa aterbodem
boring gen
20
Afwijjkingen ten opzichte va an BRL SIKB B 2000 De ve eldwerkzaamh heden zijn co onform BRL SIKB S 2000 uittgevoerd.
5.2
Resultaten n
In bijllage 3 zijn de e uitgetekend de bodempro ofielen weerg gegeven. 5.2.1 Opbouw (w water)bodem
In on nderstaande tabellen is weergegeven w n hoe de (wa ater-)bodemo opbouw op d de onderzoe ekslocatie tott de maximaal onderzochte die epte gemidde eld is opgebo ouwd. Tabel 11: Gemiddeld de bodemopbo ouw Diepte (m- mv)
Hoofdbestanddeel
0 – 1,0
zand
1,0 - 3,0
zand
B Bijmengingen
Bijzonderhe eden
m matig fijn, zwak tot sterk siltig,
binnen deelllocatie C zijn ro oestvlekken,
m matig humeus
puindeeltjess en ongeroerde e veenlagen
m matig fijn, zwak tot sterk siltig,
aangetroffen n.
In on nderstaande tabel is glob baal de bode emopbouw ter t plaatse van v de watergang weerg gegeven. De e maxim male waterdiepte bedraa agt circa 1,0 meter m (midde en beek). Tabel 12: Gemiddeld de opbouw watterbodem Gem middelde diepte e (m-
Hoofdbestanddeell
Bijmengingen
0 - 0,,15 à 0,2
slib
matig grof, zwak siltig g
g geen bijzonderh heden
0,15 à 0,2 - 0,25
zand d
matig fijn zwak siltig
g geen bijzonderh heden
wate erbodem)
Bijzonderheden
eel waargen nomen bijzo onderheden Visue Op het maaiveld van de deellocaties en/o of aan de uittkomende grrond zijn de vvolgende wa aarnemingen n gedaan: D A A: in de bovengrond van één borring (boring 5): 5 sporen pu uin; • Deellocatie • Deellocatie D B B: in de bovengrond van twee bo oringen (boring 17 en 18)): sporen puin;; • Deellocatie D C C: in de bovengrond d van het oos stelijk en zuidelijk deel (boringen 25, 27, 32, 33,, 34, 46 6, 54): spore en puin; D D D: geen bijzonderhed den waargen nomen. • Deellocatie ndwater Gron Tijdens de bemon nstering van het grondwa ater zijn visueel waarnem mingen geda aan en meting gen verricht.. De resultaten daarvan zijjn weergeg geven in onderstaand o e tabel. D De zuurgraa ad en hett geleid dingsvermog gen zijn als normaal n te be eschouwen voor v de onde erzochte loca atie. Tabel 13: Grondwate erstanden, zuu urgraad en gele eidingsvermogen Peilbuis
Filterste elling (m -mv)
Visuele waarneming gen
Grrondwaterstand d (m -mv)
Zuurgra aad (pH)
Geleidingsvermogen n (µS/cm)
A Oev ver oost 11 1
2 - 3,0 2,0
geen bijzonde erheden
0,74
6,58
471
2 - 3,0 2,0
geen bijzonde erheden
1,13
7,09
861
B Oev ver west 22 2
292-10, 23 juni 2011 2 rapporrtnummer: 2012
12/21
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
Peilbuis
Filterste elling (m -mv)
Visuele waarneming gen
Grrondwaterstand d (m -mv)
Zuurgra aad (pH)
Geleidingsvermogen n (µS/cm)
C Perrcelen landbod dem 35 5
1 - 2,9 1,9
geen bijzonde erheden
1,54
6,93
350
36 6
1 - 2,8 1,8
geen bijzonde erheden
1,04
7,04
1.135
37 7
2 - 3,0 2,0
geen bijzonde erheden
1,08
6,98
529
292-10, 23 juni 2011 2 rapporrtnummer: 2012
13/21
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
6
LABORAT TORIUMONDERZOE EK
6.1
Analysepro ogramma
Op ba asis van de visuele waarrnemingen (ttextuur, kleur, bodemvree emd materia aal e.d.) en de d ruimtelijke e verde eling van de e boringen, zijn z ten beho oeve van he et asbest en n waterbodemonderzoek k in het veld d meng gmonsters en voor de la andbodem op o aanwijzing g van Envita a in het labo oratorium me engmonsterss same engesteld. In de volgende e tabel is een overzicht van v de same enstelling van n de (meng)monsters en n amma weerg het uitgevoerde analyseprogr a gegeven. Tabel 14: Samenstellling (meng)mo onsters en analyseprogramm ma Mons stercode
Samenstelling S m monsters
Traject (m -mv)
Visuele waa arnemingen / omschrijvin ng
Analyse epakket
Opm merkingen
mm12 2
01-1; 02-1; 03-1; 0 0 04-1; 05-1
0,0 - 0,5
sporen puin
Standaardpakket 1 A) bodem (A
1-1
1 1-1
0,0 - 0,5
geen bijzond derheden
PCB
uitsplitsing mm12
2-1
2 2-1
0,0 - 0,5
geen bijzond derheden
PCB
uitsplitsing mm12
3-1
3 3-1
0,0 - 0,5
geen bijzond derheden
PCB
uitsplitsing mm12
4-1
4 4-1
0,0 - 0,5
geen bijzond derheden
PCB
uitsplitsing mm12
5-1
5 5-1
0,0 - 0,5
sporen puin
PCB
uitsplitsing mm12
mm13 3
09-1; 08-1; 07-1; 0 0 06-1
0,0 - 0,5
zwak wortels s
Standaardpakket A) bodem (A
mm05 5 (asbest)
01-1; 02-1; 03-1; 0 0 04-1; 05-1
0,0 - 0,5
sporen puin
Asbest N NEN5707 (10 kg)
mm06 6 (asbest)
09-1; 08-1; 07-1; 0 0 06-1
0,0 - 0,5
zwak wortels s
Asbest N NEN5707 (10 kg)
12-2; 12-3; 10-2 1 2; 1 10-3; 11-2; 11-3 3
0,5 - 1,5
resten hout
Standaardpakket A) bodem (A
1 11-1-1
1,0 - 3,0
geen bijzond derheden
Basispakkket NEN 2 5740 gro ondwater
mm15 5
16-1; 15-1; 14-1; 1 1 13-1
0,0 - 0,5
geen bijzond derheden
Standaardpakket A) bodem (A
mm16 6
21-1; 20-1; 19-1; 2 1 18-1; 17-1
0,0 - 0,5
sporen puin
Standaardpakket A) bodem (A
mm07 7 (asbest)
16-1; 15-1; 14-1; 1 1 13-1
0,0 - 0,5
geen bijzond derheden
Asbest N NEN5707 (10 kg)
mm08 8 (asbest)
21-1; 20-1; 19-1; 2 1 18-1; 17-1
0,0 - 0,5
sporen puin
Asbest N NEN5707 (10 kg)
23-2; 23-3; 22-2 2 2; 2 22-3; 24-2; 24-3 3
0,5 - 1,5
geen bijzond derheden
Standaardpakket A) bodem (A
2 22-1-1
2,0 - 3,0
geen bijzond derheden
Basispakkket NEN 5740 gro ondwater
A Oev ver oost Bove engrond
Onde ergrond mm14 4 Grondwater 11-1-1 B Oev ver west Bove engrond
Onde ergrond mm17 7 Grondwater 22-1-1
C Perrcelen landbod dem Bove engrond mm1((asbest)
3 t/m 41 37
0,0 - 0,5
geen bijzond derheden
Asbest N NEN5707 (10 kg)
mm2 (asbest)
26, 28, 29, 42 t/m 2 4 50 45,
0,0 - 0,5
geen bijzond derheden
Asbest N NEN5707 (10 kg)
292-10, 23 juni 2011 2 rapporrtnummer: 2012
14/21
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
Mons stercode
Samenstelling S m monsters
Traject (m -mv)
Visuele waa arnemingen / omschrijvin ng
Analyse epakket
mm3 (asbest)
32 t/m 35, 46 t/m 3 m 4 48
0,0 - 0,5
geen bijzond derheden
Asbest N NEN5707 (10 kg)
mm4 (asbest)
25, 27, 36, 51 t/m 2 5 54
0,0 - 0,5
geen bijzond derheden
Asbest N NEN5707 (10 kg)
mm5
40-1; 41-1; S31-4 1 S30-1; 39-1; 1; 3 37-1; 38-1
0,0 - 0,5
zwak wortels s, matig wortelss
Standaardpakket A) bodem (A
mm6
42-1; 43-1; 44-1; 4 5 50-1; 45-1; S29-1 S28-1; S26-1 1;
0,0 - 0,5
zwak wortels s
Standaardpakket A) bodem (A
mm7
36-1; 35-1; 47-1; 3 4 48-1; 46-1; S32-1 s33-1; S34-1 1;
0,0 - 0,5
sporen puin,, zwak wortels
Standaardpakket A) bodem (A
mm8
52-1; 54-1; 53-1; 5 S S25-1; S27-1
0,0 - 0,5
sporen puin,, zwak wortels, sterk wortels s
Standaardpakket A) bodem (A
mm9
42-2; 42-3; 37-2 4 2; 3 37-3; 38-2; 38-3 3
0,5 - 1,5
matig wortels
Standaardpakket A) bodem (A
mm10 0
35-2; 35-3; 47-2 3 2; 4 48-2; 48-3; 46-2 2; 4 46-3
0,5 - 1,5
geen bijzond derheden
Standaardpakket A) bodem (A
mm11 1
52-2; 52-3; 54-2 5 2; 5 54-3; 53-2; 53-3 3; 3 36-2; 36-3
0,5 - 1,5
geen bijzond derheden
Standaardpakket A) bodem (A
35-1-1
3 35-1-1
1,9 - 2,9
geen bijzond derheden
Basispakkket NEN 5740 gro ondwater
36-1-1
3 36-1-1
1,8 - 2,8
geen bijzond derheden
Basispakkket NEN 5740 gro ondwater
37-1-1
3 37-1-1
2,0 - 3,0
geen bijzond derheden
Basispakkket NEN 5740 gro ondwater
mm11 1s
5 t/m 65 56
0,0 - 0,2
geen bijzond derheden
Standaardpakket 3 dem (A) waterbod
mm12 2s
6 t/m 75 66
0,0 - 0,2
geen bijzond derheden
Standaardpakket dem (A) waterbod
mm09 9s (asbest)
5 t/m 65 56
0,0 - 0,2
geen bijzond derheden
Asbest N NEN5707 (10 kg)
mm10 0s (asbest)
6 t/m 75 66
0,0 - 0,2
geen bijzond derheden
Asbest N NEN5707 (10 kg)
Opm merkingen
Onde ergrond
Grondwater
D Bov ven Regge slibm monsters
1
grond d
metalen (Ba, Cd, Co, Cu, C Hg, Pb, Mo, Ni, N Zn), PCB, PAK,, minerale olie, lutum, organische sttof en droge stofgehalte
2
grond dwater
metalen (Ba, Cd, Co, Cu, C Hg, Pb, Mo, Ni, N Zn), vluchtige aromatische koolw waterstoffen (BTEX XN en styreen), vlu uchtige waterstofen en min nerale olie (GC) gehalogeneerde koolw
3
wate erbodem
metalen (Ba, Cd, Co, Cu, C Hg, Mo, Ni, Pb b en Zn), PCB, PA AK, minerale olie, lutum, l organische e stof en droge sto ofgehalte
In mm12 is een n overschrijd ding van de interventiew waarde voor PCB aang getoond. De e individuele e monssters (1-1 t/m m 5-1) waaruiit dit mengmonster is opg gebouwd zijn n separaat ge eanalyseerd. 6.2
Analyseres sultaten
De analysecertificcaten van de e chemische e analyses ziijn opgenomen in bijlage e 4. De toets singstabellen n zijn opgenomen o in bijlage 5. De referentiewaarden (ttoetsingswaa arden) zijn vvastgesteld op o basis van n de an nalytisch vasstgestelde pe ercentages aan lutum en organische stof. s
292-10, 23 juni 2011 2 rapporrtnummer: 2012
15/21
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
6.2.1 Grond De to oetsingsresultaten van de d grondanalyses zijn in n onderstaan nde tabel samengevat weergegeven w n waarb bij overschrijdingen van n de (plaatsselijke) achte ergrondwaarrden, tussen nwaarden off interventie-waard den zijn wee ergegeven evvenals de eventuele bode emvreemde bijmengingen in het mon nster. a ten grond(men ng)monsters Tabel 15: Toetsing analyseresultat Overschrrijding van de Mons stercode
Visuele Waarnemingen
Analysepakket
Achtergrrondwaarde
Loka ale maximale waarrde (LMW)
Tussenwaarde
Interventiewaarde
A Oev ver oost Bove engrond mm12 2
sporen puin p
Standaardpakkket bodem (A)
-
-
-
PCB (som 7)
1-1*
geen bijzzonderheden
PCB
PCB (som m 7)
-
-
-
2-1*
geen bijzzonderheden
PCB
-
-
-
-
3-1*
geen bijzzonderheden
PCB
-
-
-
-
4-1*
geen bijzzonderheden
PCB
-
-
-
-
5-1*
sporen puin p
PCB
-
-
-
-
mm13 3
zwak wo ortels
Standaardpakkket bodem (A)
PCB (som m 7)
-
-
-
Standaardpakkket bodem (A)
-
-
-
-
Onde ergrond mm14 4
geen bijzzonderheden
B Oev ver west Bove engrond mm15 5
geen bijzzonderheden
Standaardpakkket bodem (A)
-
-
-
-
mm16 6
sporen puin p
Standaardpakkket bodem (A)
-
-
-
-
Organische sto of + lutum, Standaardpakkket bodem (A)
-
-
-
-
Onde ergrond mm17 7
geen bijzzonderheden
C Perrcelen landbod dem Bove engrond mm5
matig wo ortels
Standaardpakkket bodem (A)
-
-
-
-
mm6
geen bijzzonderheden
Standaardpakkket bodem (A)
-
-
-
-
mm7
geen bijzzonderheden
Standaardpakkket bodem (A)
PCB (som m 7)
-
-
-
mm8
geen bijzzonderheden
Standaardpakkket bodem (A)
m [Cd], Cadmium Lood [Pb]], PCB (som m 7)
mium [Cd], Cadm Lood d [Pb]
-
-
Onde ergrond mm9
matig wo ortels
Standaardpakkket bodem (A)
PCB (som m 7)
-
-
-
mm10 0
geen bijzzonderheden
Standaardpakkket bodem (A)
-
-
-
-
mm11 1
geen bijzzonderheden
Standaardpakkket bodem (A)
-
-
-
-
1
grond:
3
wate erbodem
-*
metalen (Ba, Cd, Co, C Cu, Hg, Mo o, Ni, Pb en Zn n), PCB, PAK, minerale m olie, lu utum, organische e stof en droge e stofg gehalte metalen (Ba, Cd, Co o, Cu, Hg, Mo, Ni, Pb en Zn), PCB B, PAK, minerale e olie, lutum, organische stof en droge d stofg gehalte geen verhoogde geh halten uitsp plitsing mengmonster mm12
292-10, 23 juni 2011 2 rapporrtnummer: 2012
16/21
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
Het sterk s verhoog gde gehalte aan PCB da at is aangeto oond in een mengmonste m er (mm12) sa amengesteld d van de d bovengrond van deellocatie A, is in de aanvu ullend op PC CB geanalyse eerde deelm monsters niett teruggevonden. Er E is geen oo orzaak voor het licht tot sterk s verhoo ogde gehalte aan PCB. Aangezien A err in de individuele monsters ge een sterk verrhoogd geha alte is aangettoond is een n ernstige verontreiniging g met PCB P niet te verwachten. v De liicht verhoog gde gehalten n aan cadm mium en loo od zijn aang getoond in e een gehalten boven de e lande elijke achterg grondwaarde e en boven de lokale maximale m wa aarde, in ee en mengmon nster (mm8)) same engesteld va an de bovengrond op he et zuidelijk gedeelte g van n deellocatie e C. De oorz zaak van de e verho oogde gehaltten is onbeke end. 6.2.2
Asbestond derzoek
De re esultaten va an de asbesstanalyses zijn weergegeven de analysecertifica aten in bijlage 4. In de e onderstaande tab bel zijn de ge ehalten aan asbest a in de grond weerg gegeven. Tabel 16: Overzicht analyseresulta a aten asbestmen ngmonsters Gehalte as sbest (mg/kg d.s.) d Visuele Grondm onster Materiaalmon sters Mons ster w waarnemingen Serpentijn Amfibool Se erpentijn Am mfibool Deellocatie A: oeve er oost een ge mm05 5 n.a. biijzonderheden een ge mm06 6 n.a. biijzonderheden Deellocatie B: oeve er west een ge mm07 7 n.a. biijzonderheden een ge mm08 8 n.a. biijzonderheden Deellocatie C: perce elen landbodem m ge een mm1 n.a. biijzonderheden ge een mm2 n.a. biijzonderheden ge een mm3 n.a. biijzonderheden ge een mm4 n.a. biijzonderheden Deellocatie D: waterbodem ge een mm09 9s n.a. biijzonderheden een ge mm10 0s n.a. biijzonderheden
Gewo ogen asbe est geha alte
Type as sbest
n.a.
--
--
<2
n.v.t.
n.a.
--
--
<2
n.v.t.
n.a.
--
--
<2
n.v.t.
n.a.
--
--
<2
n.v.t.
n.a.
--
--
<2
n.v.t.
n.a.
--
--
<2
n.v.t.
n.a.
--
--
<2
n.v.t.
n.a.
--
--
<2
n.v.t.
n.a.
--
--
<2
n.v.t.
n.a.
--
--
<2
n.v.t.
n.a. = niet n aangetoond -- = niett aangetroffen
In geen van de ge eanalyseerde e monsters is asbest aan ngetoond. 6.2.3
Waterbod dem
De to oetsing van de d analyseresultaten van de waterbod demmonsterrs aan het be eleid voor verrspreiden en n toepa assen (op lan nd of onder oppervlaktew water) is in tabel t 17 en 18 1 samengevat weergeg geven. Bij de e beoordeling van de d kwaliteitskklasse zijn te evens de klas sse bepalend de paramete ers weergege even. verkla aring kleurgebrruik tabel 17 op p volgende pag gina: Legenda Bettekenis NT
bod dem is sterk vero ontreinigd:
niet toepa asbaar
B
bod dem is matig verrontreinigd:
kwaliteits sklasse B
A
bod dem is licht vero ontreinigd:
kwaliteits sklasse A
VT
bod dem is niet veron ntreinigd:
vrij toepa asbaar
292-10, 23 juni 2011 2 rapporrtnummer: 2012
17/21
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
ng toetsing analyseresultaten n waterbodem Tabel 17: samenvattting beoordelin HoofdbeKlasse Gebaseerrd op versp preiden in Meng gmonster standdeel indeling paramete ers oppe ervlaktewater
verspreiding g aangrenzend d perceel
Deellocatie D: Wate erbodem MM11s
slib
VT
--
versp preidbaar
verspreidbaa ar
MM12s
slib
VT
--
versp preidbaar
verspreidbaa ar
nalyseresultate en toepassen op o land(bodem m) Tabel 18: samenvattting toetsing an Meng gmonster
Hoofdbesttanddeel
Ge eneriek beleid
Deellocatie D: wate erbodem MM11s
slib
acchtergrondwaard de
MM12s
slib
acchtergrondwaard de
e sliblaag zijn n geen veron ntreinigingen aangetoond en de wate erbodem is in n te delen biij klasse `vrijj In de toepa asbaar´. De vrijkomende sliblaag is verspreidbaa ar in oppervvlaktewater e en op het aa angrenzende e perce eel. De ba aggerspecie is binnen het generriek beleid toepasbaar op land als klasse e `achte ergrondwaard de`.
6.2.4 Grondwa ater De to oetsing van de d grondwate eranalyses iss in ondersta aande tabel samengevat s w weergegeven. Tabell 19: Toetsing analyseresulttaten grondwa atermonsters Mons stercode
Visuele Waarne emingen
Analysepakket
Overschrijding van de e Streefw waarde
T Tussenwaarde
Interventtiewaarde
Basispakket NEN water 5740 grondw
-
-
-
Basispakket NEN 5740 grondw water
-
-
-
A oev ver oost 11-1-1
geen bijzzonderheden
B oev ver west 22-1-1
geen bijzzonderheden
C perrcelen landbod dem 35-1-1
geen bijzzonderheden
Basispakket NEN water 5740 grondw
Cu], Koper [C Naftalee en (BTEXN), Xylenen n (som)
-
36-1-1
geen bijzzonderheden
Basispakket NEN water 5740 grondw
-
-
-
37-1-1
geen bijzzonderheden
Basispakket NEN water 5740 grondw
-
-
-
-
ge een verhoogde concentratie
Op basis van de huidige gegevens is er geen oorzaa ak bekend vo oor de licht vverhoogde concentraties c s aan koper, k naftale een en xylen nen in het gro ondwater. 6.2.5 Toetsing aan de geste elde hypothe ese Asbe est De hypothese h ‘vverdachte loccatie’ met betrekking tot asbest blijjkt geen corrrecte hypothese te zijn n gewe eest omdat er geen asbesst is aangeto oond. De hyp pothese word dt verworpen n. Overi rige bodemve erontreinigen nde stoffen In on nderstaande tabel is weergegeven w n voor welk ke paramete ers de hypo othese is aa angenomen.. Daarnaast is we eergegeven of er param meters zijn aangetoond a boven de tussenwaard de en of err daard door nader onderzoek o no oodzakelijk iss.
292-10, 23 juni 2011 2 rapporrtnummer: 2012
18/21
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
Tabel 20: samenvattting toetsing aa an hypothese en e noodzaak nader onderzoe ek Oppervlaktte Hypothes se Deellocatie (m²)/ Hypothes se Strategie aangenomen/ lengte (m) verworpe en 2 A Oever oost 2.400 m verdacht ONV aangenom men 2 B Oever west 2.400 m verdacht ONV verworpen Percelen 2 C 17.874 m verdacht ONV aangenom men landbodem 1 D waterbodem 785 m verdacht OLN verworpen
para ameters aang getoond bove en T ja nee
na ader onderzoek no oodzakelijk ne ee ne ee
nee
ne ee
nee
ne ee
6.2.6 Toetsing aan de nood dzaak tot nad der onderzoe ek Ter plaatse p van deellocatie A wordt voor de param meter PCB de d interventiewaarde ov verschreden,, echte er is in aanvullend on nderzoek in de individu uele monste ers geen gehalte aan PCB meerr aangetoond, waa ardoor verderr nader onde erzoek niet no oodzakelijk wordt w geachtt. Op de e overige de eellocaties zijjn voor de ge eanalyseerde e parameterss geen conce entraties aan ngetoond die e de tussenwaarde e overschrijde en, waardoor er geen aa anleiding besstaat tot het u uitvoeren va an een naderr bodemonderzoekk.
292-10, 23 juni 2011 2 rapporrtnummer: 2012
19/21
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
7
S SAMENVA ATTING, CONCLUS C IES EN AA ANBEVEL LINGEN
In opdracht van de d gemeente e Hof van Tw wente is doorr Envita Almelo B.V. een n verkennend d bodem- en n waterrbodemonde erzoek uitgevvoerd op een locatie ge elegen ten noorden van Diepenheim m ter plaatse e van en e langs de Boven B Regge e. 7.1
Aanleiding g en doel
Aanle eiding voor het h onderzoe ek is de doorr de opdrach htgever voorg genomen herinrichting va an de Boven n Regg ge en haar oevers. Het doel van het h verkenne end (water-)bodemonderrzoek is om m de actuele e (wate er-)bodemkw waliteit vast te e stellen, zo odat bij de planvorming rekening r kan n worden ge ehouden mett de evventuele aanwezigheid va an een bode emverontreiniging. Wettelijk ka ader 7.2 o is uitgevoerd conform c de vigerende v we ettelijke norm men en protoccollen en volldoet aan de e Het onderzoek Kwalibo-wetgeving g.
7.3
Strategie
Land dbodem Onda anks de geste elde hypothesse: "verdacht" is de gehele e onderzoeksslocatie locatie onderzoch ht conform de e strate egie voor een n “niet verdacchte locatie” (ONV). Deze strategie is sober s en doelmatig en gee eft qua opzett en intensiteit een representatief inzicht in de bodemk kwaliteit omda at op basis van de huid dige bekende e erontreiniginge en worden verwacht die d geen a aanleiding vormen v voorr gegevvens slechtss lichte ve vervo olgonderzoek of sanerende e maatregelen
Wate erbodem De sttrategie: "Overig water, lintvormig, no ormale onderrzoeksinspan nning" (OLN)) is gehantee erd. Asbe est Analo oog aan de NEN N 5707 iss in overleg met m de opdra achtgever ee en locatiespe ecifieke onde erzoeksopzett opgesteld. w monsters wo orden per va ak aanvullend geanalyse eerd op asbe est. Ter plaa atse van de e De waterbodemm oeverr en de lan ndbodem wo orden de boringen uitg gevoerd in combinatie c met een prroefgat/sleuf.. Aanvvullend hierop p worden gro ondmengmonsters geana alyseerd op asbest, a waarrbij voor de bepaling b van n het aantal analyse es op asbestt wordt aang gesloten bij het aantal bovvengrondmo onsters uit de e NEN5740. Resultaten n 7.4 In ond derstaande ta abel zijn de re esultaten van het bodemonderzoek sam mengevat we eergegeven. Tabe el 21: Samenvatting resultaten n bodemonderrzoek O Overschrijding van de Visue ele waarnemingen
Achtergrondwa A aarde / streefwaarde
Plaattselijke achtergrondwaarde e
Tussen-waarde
Inte erventiewaa arde
PCB (individuee P el m monster)
-
-
PCB B (me engmonster)
-
-
-
-
-
n.v.t.
-
-
-
-
-
-
A: Oe ever oost bove engrond (0 - 0,5 5 m -mv) spore en puin/geen bijzon nderheden onde ergrond (0,5 - 2,0 2 m -mv) geen bijzonderheden n grond dwater ( 2,0 - 3,0 3 m -mv) geen bijzonderheden n B: Oe ever west bove engrond (0 - 0,5 5 m -mv) spore en puin/geen bijzon nderheden
292-10, 23 juni 2011 2 rapporrtnummer: 2012
20/21
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
Tabe el 21: Samenvatting resultaten n bodemonderrzoek O Overschrijding van de Visue ele waarnemingen
Achtergrondwa A aarde / streefwaarde
Plaattselijke achtergrondwaarde e
Tussen-waarde
Inte erventiewaa arde
-
-
-
-
-
n.v.t.
-
-
onde ergrond (0,5 - 2,0 2 m -mv) geen bijzonderheden n grond dwater ( 2,0 - 3,0 3 m -mv) geen bijzonderheden n C: pe ercelen landbodem bove engrond (0 - 0,5 5 m -mv) 1 van n 4 mengmonste ers
c cadmium, lood, PCB
cadm mium, lood
-
-
1 van n 4 mengmonste ers
P PCB
-
-
-
2 van n 4 mengmonste ers
-
-
-
-
P PCB
-
-
-
1 van n 3 peilbuizen
kkoper, naftaleen, x xylenen
n.v.t.
-
-
2 van n 3 peilbuizen
-
n.v.t.
-
-
onde ergrond (0,5 - 2,0 2 m -mv) geen bijzonderheden n grond dwater ( 1,8 - 3,0 3 m -mv)
- = geen parameters in gehalten boven de d betreffende toettsingswaarden aa angetoond
7.5
Conclusies s
asis van het uitgevoerde u o onderzoek blijjkt dat: Op ba • de d bovengron nd van deellocatie A (oever oostzijd de) en deellocatie C (pe ercelen landbodem) lichtt is met PCB; v verontreinigd • de d bovengrond van deelloccatie C tevenss licht verontrreinigd is mett cadmium en n lood; • de d ondergrond d ven deelloccatie C licht ve erontreinigd is s met PCB; • de d boven- en e ondergron nd van de overige deellocaties gee en verontrein nigende para ameters zijn n a aangetoond; • het h grondwate er van deello ocatie C licht verontreinigd d is met kop per, naftaleen n en xylenen (1 van de 3 p peilbuizen); • in n het grondwa ater van de overige o deello ocaties geen verontreinigen v nde paramete ers zijn aange etoond; • de d aanwezige e sliblaag in de Boven Regge kan worden inge edeeld bij kla asse A (toep passen in/op p o oppervlaktewa ater/waterbod dem) en achttergrondwaarrde (toepasse en op land) e en is verspre eidbaar in de e w watergang en op het aangrrenzend percceel; • er e visueel en analytisch a geen asbest is aangetoond. a ehalte aan PC CB in één mengmonster, die in de ind dividuele mon nsters niet is aangetoond,, Behoudens het ge zijn er geen stoffen in gehalten n en/of concentraties boven de tussenw waarde aange etoond. Dit ho oudt in dat err confo orm de Wet bodembescherming geen n aanleiding is voor het uitvoeren u van n nader onderzoek en/off sanerrende maatre egelen. b eit, zoals aangetoond op p basis van het uitgevo oerde bodem monderzoek, levert geen n De bodemkwalite belem mmeringen op p voor de gep plande herinrichting.
292-10, 23 juni 2011 2 rapporrtnummer: 2012
21/21
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
BIJ JLAGE 1 Regionale lig gging on nderzoek kslocatie e
292-10/R01 rapporrtnummer: 2012
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
BIJ JLAGE 2 Tekening met situering g boringen en pe eilbuizen n
292-10/R01 rapporrtnummer: 2012
g we
rse
oo eG
d Ou
13 1
75
10
14
eg
Oude Goorsew
2 72
73
74
24
D 15 3
6970 71
isstr dhu Raa
4
aat
16
66 67
11
68 17
23
5
65 6
18
A
62 63 64
B
7
19
38
60
at
59
Raadhuisstra
D
61
37
39
Legenda 31 41 8
boring
40
boring waterbodem
42
20
30
sleuf peilbuis
29
44
43
26
onderzoekslocatie 46
28 12
C
34
35
32
22
Broensho
f
27
54 9
33
49
36
47
48
25
57 58
21
50
51 52
56
deellocatie
A 45
53
17.5
52.5
87.5 meters
0 Projectnaam:
70
Project:
Bijlage:
Formaat:
2
A3
201292-10.AA
Mid
at
den
Gro tes tra
stra
at
Titel:
35
Gecontroleerd : Getekend :
NPA
Opdrachtgever : O:\doc\opdracht\201292-10\Tekeningen\201292-10.dwg
X:
234465
Y:
469109
Schaal:
1:1750
Datum:
ingenieursbureau voor bodem water en milieu Envita Almelo B.V. Einsteinstraat 12a, 7601 PR Almelo
Gemeente Hof van Twente
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
BIJ JLAGE 3 Bodemprofie elbeschrrijvingen n
292-10/R01 rapporrtnummer: 2012
Boring:
01
Boring:
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0 1
gras Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin
-50
-50
Boring:
03
1
Boring:
gras Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin
-50
04
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0 1
gras Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin
-50
-50
0
0 1
05
Boring:
gras Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin
-50
-50
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
06
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0 1 -50
0
0
-50
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
Boring:
02
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
gras Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen puin, donkerbruin
-50
0
0 1
-50
-50
Opdrachtgever: Gemeente Hof van Twente
Projectcode: 201292-10
Projectlocatie:
Bijlage: 3
kunstwerk diepenheim
gras Zand, matig fijn, sterk siltig, zwak wortelhoudend, bruinzwart
Pagina: 1 / 13
Boring:
07
Boring:
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0 1
gras Zand, matig fijn, sterk siltig, zwak wortelhoudend, bruinzwart
-50
-50
Boring:
08
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0 1
-50
-50
09
Boring:
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
gras Zand, matig fijn, sterk siltig, zwak wortelhoudend, bruinzwart
10
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0 1
gras Zand, matig fijn, sterk siltig, zwak wortelhoudend, bruinzwart
-50
-50
0
0 1
gras Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin
-50
-50
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin
2 -100
-100
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs 3
-150 4 -200
-200
Boring:
11
Boring:
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
12
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0 1
gras Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin
2 -100
-100
1
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs
-50
Zand, matig fijn, matig siltig, beigegeel 2 -100
-100
3
Zand, matig fijn, matig siltig, resten hout, grijsgeel
3 -150
-150
gras Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, bruinzwart
-45
-50
-50
0
0
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs
-150
-150
4 -200
-250
-300
-300
Opdrachtgever: Gemeente Hof van Twente
Projectcode: 201292-10
Projectlocatie:
Bijlage: 3
kunstwerk diepenheim
Pagina: 2 / 13
Boring:
13
Boring:
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0 1
gras Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin
-50
-50
Boring:
15
1
Boring:
gras Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin
-50
16
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0 1
gras Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin
-50
-50
0
0 1
17
Boring:
gras Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin
-50
-50
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
18
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0 1 -50
0
0
-50
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
Boring:
14
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
gras Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen puin, donkerbruin
-50
0
0 1
-50
-50
Opdrachtgever: Gemeente Hof van Twente
Projectcode: 201292-10
Projectlocatie:
Bijlage: 3
kunstwerk diepenheim
gras Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen puin, donkerbruin
Pagina: 3 / 13
Boring:
19
Boring:
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0 1
gras Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin
-50
-50
Boring:
20
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0 1
-50
-50
21
Boring:
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
gras Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin
22
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0 1
gras Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin
-50
-50
0
0 1
gras Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin
-50
-50
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin
2 -100 3 -150
-150
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs 4
-200
-250
-300
-300
Boring:
23
Boring:
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
24
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0 1
gras Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin
-50
-50
Zand, matig fijn, matig siltig, sterk humeus, zwart
2 -100
0
0 1
-50
-50
Zand, matig fijn, zwak siltig, donkerbruin
2 -100
3 -150
3 -150
-160
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs
4
4 -200
gras Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin
-200
-200
-200
Opdrachtgever: Gemeente Hof van Twente
Projectcode: 201292-10
Projectlocatie:
Bijlage: 3
kunstwerk diepenheim
Pagina: 4 / 13
Boring:
35
Boring:
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
36
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0 1
weiland Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin
-50
-50
Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, donkerbruin
2 -100
0
0 1
-50
-50
Zand, matig fijn, zwak siltig, bruin 2 -100
-100
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs
3
3 -150
-150
weiland Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin
Zand, matig fijn, matig siltig, grijs
-150
4
4
-200
-200
-250
-250
-200
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs
-280 -290
Boring:
37
Boring:
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
38
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0 1
gras Zand, matig fijn, matig siltig, zwak humeus, matig wortelhoudend, bruingeel
-50
0
0 1
-50
-50 2
Zand, matig fijn, sterk siltig, matig humeus, bruinzwart
2 -100
-100
Zand, matig fijn, matig siltig, beigegeel
3
gras Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, bruinzwart
-100
-100
Zand, matig fijn, matig siltig, beigegeel
3
-140
Zand, matig grof, matig siltig, lichtgrijs
-150 4
-150
-150
-200
-250
-300
-300
Opdrachtgever: Gemeente Hof van Twente
Projectcode: 201292-10
Projectlocatie:
Bijlage: 3
kunstwerk diepenheim
Pagina: 5 / 13
Boring:
39
Boring:
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
40
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0 1
gras Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, bruinzwart
-50
-50 2
-80
Zand, matig fijn, sterk siltig, matig humeus, bruinzwart
0
0 1
weiland Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin
-50
-50
Zand, matig fijn, zwak siltig, bruin 2
Zand, matig fijn, matig siltig -100
-100
3
3 -150
-150
4
4
-180
-200
-200
Boring:
41
Boring:
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
42
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0 1
weiland Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin
-50
-50
Zand, matig fijn, zwak siltig, bruin
0
0 1
-50
-50
Zand, matig fijn, zwak siltig, bruin
2
2
-100
-100 3
3
-150
-150 4
4 -200
-200
Boring:
-200
-200
43
Boring:
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
44
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0 1 -50
weiland Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin
0
0 1
Zand, matig fijn, zwak siltig, bruin -100
weiland Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin
-50
-50
-60
Zand, zeer fijn, matig siltig, sterk humeus, donkerbruin
2
2 -100 3
3
-150
-150
-150
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs
4 -200
weiland Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin
4 -200
-200
-200
Opdrachtgever: Gemeente Hof van Twente
Projectcode: 201292-10
Projectlocatie:
Bijlage: 3
kunstwerk diepenheim
Pagina: 6 / 13
Boring:
45
Boring:
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
46
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0 1
weiland Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin
-50
-50
Zand, matig fijn, zwak siltig, bruin
0
0 1
weiland Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, sporen puin, donkerbruin
-50
-50
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin
2
2
-90 -100
-100
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs
Zand, matig fijn, zwak siltig, bruin
-100
3
3
-150
-150 4
Boring:
4 -200
-200
-200
-200
47
Boring:
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
48
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0 1
weiland Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin
-50
-50
Zand, matig fijn, matig siltig, zwak humeus, donkerbruin
2
0
0 1
weiland Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin
-50
-50
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin
2 -90
-100
Zand, matig fijn, zwak siltig, bruin
-100 3
3 -150
-150
Zand, matig fijn, zwak siltig, bruin
-150
4 -200
Boring:
4 -200
-200
-200
49
Boring:
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
50
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0 1
weiland Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin
-50
-50
Zand, matig fijn, zwak siltig, bruin
0
0 1
-50
-50
Zand, matig fijn, zwak siltig, bruin
2
2
-100
-100
-100
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs
3
3 -150
-150
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs
-150
4 -200
weiland Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin
4 -200
-200
-200
Opdrachtgever: Gemeente Hof van Twente
Projectcode: 201292-10
Projectlocatie:
Bijlage: 3
kunstwerk diepenheim
Pagina: 7 / 13
Boring:
52
Boring:
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
53
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0 1
gras Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin
-50
-50
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs
0
0 1
-50
-50
Zand, matig fijn, zwak siltig, bruin
2
2
-100
-100
-100
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs
3
3
-150
-150 4
4 -200
-200
Boring:
-200
-200
54
Boring:
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
55
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0 1
gras Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, sporen puin, donkerbruin
-50
-50
Zand, matig fijn, zwak siltig, bruin
0
0 1
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs
-100
3
3
-150
-150
-150
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs
4
4 -200
-200
-50
-200
-200
56
Boring:
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, donkerbruin
2 -100
-100
gras Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus
-50
-50
2
Boring:
gras Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, sporen puin, donkerbruin
57
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
waterspiegel
-50 -65 -70
Slib, zwart
0
0
waterspiegel
-50
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs -100
-100
-120 -125
Slib, zwart Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs
Opdrachtgever: Gemeente Hof van Twente
Projectcode: 201292-10
Projectlocatie:
Bijlage: 3
kunstwerk diepenheim
Pagina: 8 / 13
Boring:
58
Boring:
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0
waterspiegel
-50
-50
59
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
-65 -70
Slib, zwart
0
0
-50
-50
-65 -70
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs
Boring:
60
61
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0
Slib, zwart Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs
Boring:
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
waterspiegel
waterspiegel
-50
0
0
waterspiegel
-50
-50
-65 -70
Slib, zwart Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs
-100
-100
-120 -125
Slib, zwart Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs
Boring:
62
Boring:
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
-50
63
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
waterspiegel
-50 -65 -70
Slib, zwart
0
0
waterspiegel
-50
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs -100
-100
-120 -125
Slib, zwart Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs
Opdrachtgever: Gemeente Hof van Twente
Projectcode: 201292-10
Projectlocatie:
Bijlage: 3
kunstwerk diepenheim
Pagina: 9 / 13
Boring:
64
Boring:
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0
waterspiegel
-50
-50
65
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
-65 -70
Slib, zwart
0
0
waterspiegel
-50
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs -100
-100
-120 -125
Slib, zwart Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs
Boring:
66
Boring:
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0
waterspiegel
-50
-50
67
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
-65 -70
Slib, zwart
0
0
waterspiegel
-50
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs -100
-100
-120 -125
Slib, zwart Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs
Boring:
68
Boring:
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
-50
69
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
waterspiegel
-50 -65 -70
Slib, zwart
0
0
-50
-50
-65 -70
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs
Slib, zwart Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs
Opdrachtgever: Gemeente Hof van Twente
Projectcode: 201292-10
Projectlocatie:
Bijlage: 3
kunstwerk diepenheim
waterspiegel
Pagina: 10 / 13
Boring:
70
Boring:
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0
71
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld waterspiegel
-50
0
0
waterspiegel
-50
-50
-65 -70
Slib, zwart Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs
-100
-100
-120 -125
Slib, zwart Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs
Boring:
72
Boring:
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0
waterspiegel
-50
-50
73
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
-65 -70
Slib, zwart
0
0
waterspiegel
-50
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs -100
-100
-120 -125
Slib, zwart Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs
Boring:
74
Boring:
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
-50
75
Datum meting: 9-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
waterspiegel
-50 -65 -70
Slib, zwart
0
0
waterspiegel
-50
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs -100
-100
-120 -125
Slib, zwart Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs
Opdrachtgever: Gemeente Hof van Twente
Projectcode: 201292-10
Projectlocatie:
Bijlage: 3
kunstwerk diepenheim
Pagina: 11 / 13
Boring:
S25
Boring:
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0 1 -50
gras Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, zwak wortelhoudend, sporen puin, bruinzwart
S27
gras Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, zwak wortelhoudend, bruinzwart
-50 -70
Boring:
Zand, matig fijn, sterk siltig, sterk humeus, resten hout, bruinzwart, soort veen laag,(ongeroerd)
S28
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0 1
gras Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, sterk wortelhoudend, sporen puin, bruinzwart
-50
-50
-80
Zand, matig fijn, matig siltig, sporen roest, bruingeel
S29
0
0 1
gras Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, zwak wortelhoudend, bruinzwart
-50
-50
-70
Boring:
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
Zand, matig fijn, sterk siltig, sterk humeus, resten hout, bruinzwart, soort veen laag,(ongeroerd)
S30
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0 1 -50
1
Zand, matig fijn, matig siltig, sporen roest, bruingeel
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
Boring:
0
0
-50
-60
-90
Boring:
S26
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
gras Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, zwak wortelhoudend, bruinzwart
-50 -70
Zand, matig fijn, sterk siltig, sporen roest, bruingeel
0
0 1
-50
-50
Zand, matig fijn, sterk siltig, sterk humeus, resten hout, bruinzwart, soort veen laag,(ongeroerd)
2 -100
-100
Opdrachtgever: Gemeente Hof van Twente
Projectcode: 201292-10
Projectlocatie:
Bijlage: 3
kunstwerk diepenheim
gras Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, zwak wortelhoudend, bruinzwart
Pagina: 12 / 13
Boring:
S31
Boring:
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
S32
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0 1
gras Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, zwak wortelhoudend, bruinzwart
-50
-50
-70
Zand, matig fijn, matig siltig, bruingeel
0
0 1 -50
-65
-90
Boring:
s33
Boring:
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld
gras Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, zwak wortelhoudend, sporen puin, bruinzwart
Zand, matig fijn, matig siltig, sporen roest, bruingeel
S34
Datum meting: 5-5-2011 Peilen in cm t.o.v. maaiveld 0
0 1
gras Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, zwak wortelhoudend, sporen puin, bruinzwart
-50
0
0 1
-50
-50
Zand, matig fijn, matig siltig, bruingeel
-65
-90
Zand, matig fijn, matig siltig, sporen roest, bruingeel
-90
Opdrachtgever: Gemeente Hof van Twente
Projectcode: 201292-10
Projectlocatie:
Bijlage: 3
kunstwerk diepenheim
gras Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, zwak wortelhoudend, sporen puin, bruinzwart
Pagina: 13 / 13
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
292-10/R01 rapporrtnummer: 2012
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
BIJ JLAGE 4 Ana alysecerrtificaten n
292-10/R01 rapporrtnummer: 2012
Onderzoeksrapport Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
: : : :
Envita Almelo Dhr. G.J. Bremmer Einsteinstraat 12A 7601 PR Almelo
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
: : : :
201292-10 P110500199 (v1) kunstwerk diepenheim Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
: : : :
1105018EVA 06-05-2011 06-05-2011 12-05-2011
: : : :
Monsteromschrijving mm10 mm11 mm5 mm6
Monstersoort Grond Grond Grond Grond
: : : :
Datum bemonstering 05-05-2011 05-05-2011 05-05-2011 05-05-2011
Pagina: 1 van 6
Monstergegevens: Nr. Labnr. 1 M110500707 2 M110500708 3 M110500712 4 M110500713 Resultaten: Parameter
Intern ref.nr.
Eenheid
1
2
3
4
+ 82,6
+ 83,9
+ 86,3
+ 88,2
S Mvb. SIKB AS3000 S Droge stof
MVB-VBH-AS3000-G01 DIV-DS-G01
% (m/m)
S S S S S S S S S
ICP-BEP-01
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
ds ds ds ds ds ds ds ds ds
39 <0,30 <3,0 9,0 <0,10 11 <1,5 <5,0 18
21 <0,30 <3,0 <5,0 <0,10 <10 <1,5 5,8 12
39 <0,30 <3,0 8,3 <0,10 22 <1,5 <5,0 32
40 <0,30 <3,0 12 0,1 25 <1,5 <5,0 30
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
ds ds ds ds ds
<38 <20 <20 <20 <20 -
<38 <20 <20 <20 <20 -
<38 <20 <20 <20 <20 -
<38 <20 <20 <20 <20 -
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
ds ds ds ds ds ds ds ds
<0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 0,0049
<0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 0,0049
<0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 0,0049
<0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 0,0049
Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (VROM) HPLC-PAK-02 S Naftaleen mg/kg ds
<0,05
<0,05
<0,05
<0,05
Barium Cadmium Kobalt Koper Kwik Lood Molybdeen Nikkel Zink
Minerale olie S Minerale olie C10 Minerale olie C10 Minerale olie C12 Minerale olie C22 Minerale olie C30 Chromatogram
S S S S S S S S
ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 Met-Hg-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01
-
C40 C12 C22 C30 C40
Polychloorbifenylen PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 PCB (som 7)
GC3-OLIE-01 GC3-OLIE-01 GC3-OLIE-01 GC3-OLIE-01 GC3-OLIE-01
LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01
Zie volgende pagina
1 van 34
Onderzoeksrapport Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
: : : :
Envita Almelo Dhr. G.J. Bremmer Einsteinstraat 12A 7601 PR Almelo
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
: : : :
201292-10 P110500199 (v1) kunstwerk diepenheim Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
: : : :
1105018EVA 06-05-2011 06-05-2011 12-05-2011
: : : :
Monsteromschrijving mm10 mm11 mm5 mm6
Monstersoort Grond Grond Grond Grond
: : : :
Datum bemonstering 05-05-2011 05-05-2011 05-05-2011 05-05-2011
Pagina: 2 van 6
Monstergegevens: Nr. Labnr. 1 M110500707 2 M110500708 3 M110500712 4 M110500713 Resultaten: Parameter
S S S S S S S S S S
Intern ref.nr.
Eenheid
Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (VROM) HPLC-PAK-02 Fenanthreen mg/kg HPLC-PAK-02 Anthraceen mg/kg HPLC-PAK-02 Fluorantheen mg/kg HPLC-PAK-02 Benzo(a)anthraceen mg/kg HPLC-PAK-02 Chryseen mg/kg HPLC-PAK-02 Benzo(k)fluorantheen mg/kg HPLC-PAK-02 Benzo(a)pyreen mg/kg HPLC-PAK-02 Benzo(g,h,i)peryleen mg/kg HPLC-PAK-02 Indeno(1,2,3-c,d)pyreen mg/kg HPLC-PAK-02 Totaal PAK 10 VROM mg/kg
ds ds ds ds ds ds ds ds ds ds
1
2
3
4
<0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 0,35
<0,05 <0,05 0,06 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 0,38
<0,05 <0,05 0,09 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 0,42
<0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 0,35
S = door RvA geaccrediteerd conform SIKB AS3000. Opmerkingen:
Verpakkingen bij monster: M110500707 ( mm10 ) 35-2 50 100 AM680367 35-3 100 150 AM680372 46-2 50 90 AM680358 46-3 100 150 AM680371 47-2 50 100 AM680377 48-2 50 90 AM680356 48-3 100 150 AM680376 Verpakkingen bij monster: M110500708 ( mm11 ) 36-2 50 100 AM680384 36-3 100 150 AM680391 52-2 50 100 AM679721 52-3 100 150 AM680366 53-2 50 100 AM680390 53-3 100 150 AM680389 54-2 50 100 AM680355 54-3 100 150 AM680364 Verpakkingen bij monster: M110500712 ( mm5 ) 37-1 0 50 AM680052A 38-1 0 50 AM680055D
2 van 34
Onderzoeksrapport Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
: : : :
Envita Almelo Dhr. G.J. Bremmer Einsteinstraat 12A 7601 PR Almelo
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
: : : :
201292-10 P110500199 (v1) kunstwerk diepenheim Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
: : : :
1105018EVA 06-05-2011 06-05-2011 12-05-2011
: : : :
Monsteromschrijving mm10 mm11 mm5 mm6
Monstersoort Grond Grond Grond Grond
: : : :
Datum bemonstering 05-05-2011 05-05-2011 05-05-2011 05-05-2011
Pagina: 3 van 6
Monstergegevens: Nr. 1 2 3 4
Labnr. M110500707 M110500708 M110500712 M110500713
Verpakkingen bij monster: M110500712 ( mm5 ) 39-1 0 50 AM680043A 40-1 0 50 AM679731 41-1 0 50 AM679751 S30-1 0 50 AM6800216 S31-1 0 50 AM680036C Verpakkingen bij monster: M110500713 ( mm6 ) 42-1 0 50 AM679748 43-1 0 50 AM679727 44-1 0 50 AM679713 45-1 0 50 AM679712 50-1 0 50 AM679726 S26-1 0 50 AM680025A S28-1 0 50 AM6800328 S29-1 0 50 AM680035B Hoofd lab. ing. B.J. Gerritsen Handtekening:
Dit rapport mag niet anders dan in z'n geheel worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van het laboratorium. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking werden gesteld. Nadere informatie over de toegepaste methodes en prestatiekenmerken is beschikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. Tevens is de informatiegids te raadplegen op de website www.acmaa.nl.
3 van 34
Onderzoeksrapport Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
: : : :
Envita Almelo Dhr. G.J. Bremmer Einsteinstraat 12A 7601 PR Almelo
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
: : : :
201292-10 P110500199 (v1) kunstwerk diepenheim Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
: : : :
1105018EVA 06-05-2011 06-05-2011 12-05-2011
: : :
Monsteromschrijving mm7 mm8 mm9
Monstersoort Grond Grond Grond
: : :
Datum bemonstering 05-05-2011 05-05-2011 05-05-2011
Pagina: 4 van 6
Monstergegevens: Nr. 5 6 7
Labnr. M110500714 M110500715 M110500716
Resultaten: Parameter
Intern ref.nr.
S Mvb. SIKB AS3000 S Droge stof
S S S S S S S S S
S S S S S S S S
MVB-VBH-AS3000-G01
Metalen Barium Cadmium Kobalt Koper Kwik Lood Molybdeen Nikkel Zink
Minerale olie S Minerale olie C10 Minerale olie C10 Minerale olie C12 Minerale olie C22 Minerale olie C30 Chromatogram
7
+ 87,6
+ 83,8
+ 83,4
ICP-BEP-01
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
ds ds ds ds ds ds ds ds ds
38 <0,30 <3,0 12 <0,10 21 <1,5 <5,0 28
53 0,4 <3,0 12 0,1 34 <1,5 5,8 42
26 <0,30 <3,0 <5,0 <0,10 <10 <1,5 <5,0 <10
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
ds ds ds ds ds
<38 <20 <20 <20 <20 -
<38 <20 <20 <20 <20 -
<38 <20 <20 <20 <20 -
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
ds ds ds ds ds ds ds ds
ICP-BEP-01 Met-Hg-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01
Polychloorbifenylen PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 PCB (som 7)
6
% (m/m)
ICP-BEP-01
C40 C12 C22 C30 C40
5
DIV-DS-G01
ICP-BEP-01
-
Eenheid
GC3-OLIE-01 GC3-OLIE-01 GC3-OLIE-01 GC3-OLIE-01 GC3-OLIE-01
LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01
Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (VROM) HPLC-PAK-02 S Naftaleen mg/kg ds
<0,0010 <0,0010 <0,0010 0,0011 0,0013 <0,0010 <0,0010 0,0059(1)
<0,0010 0,0012 0,0020 0,0021 0,0022 0,0016 <0,0010 0,011(1)
<0,0010 0,0039 0,0082 0,0099 0,0087 0,0061 0,0015 0,039(1)
<0,05
<0,05
<0,05
Zie volgende pagina
4 van 34
Onderzoeksrapport Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
: : : :
Envita Almelo Dhr. G.J. Bremmer Einsteinstraat 12A 7601 PR Almelo
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
: : : :
201292-10 P110500199 (v1) kunstwerk diepenheim Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
: : : :
1105018EVA 06-05-2011 06-05-2011 12-05-2011
: : :
Monsteromschrijving mm7 mm8 mm9
Monstersoort Grond Grond Grond
: : :
Datum bemonstering 05-05-2011 05-05-2011 05-05-2011
Pagina: 5 van 6
Monstergegevens: Nr. 5 6 7
Labnr. M110500714 M110500715 M110500716
Resultaten: Parameter
S S S S S S S S S S
Intern ref.nr.
Eenheid
Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (VROM) HPLC-PAK-02 Fenanthreen mg/kg HPLC-PAK-02 Anthraceen mg/kg HPLC-PAK-02 Fluorantheen mg/kg HPLC-PAK-02 Benzo(a)anthraceen mg/kg HPLC-PAK-02 Chryseen mg/kg HPLC-PAK-02 Benzo(k)fluorantheen mg/kg HPLC-PAK-02 Benzo(a)pyreen mg/kg HPLC-PAK-02 Benzo(g,h,i)peryleen mg/kg HPLC-PAK-02 Indeno(1,2,3-c,d)pyreen mg/kg HPLC-PAK-02 Totaal PAK 10 VROM mg/kg
ds ds ds ds ds ds ds ds ds ds
5
6
7
<0,05 <0,05 0,07 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 0,38
<0,05 <0,05 0,06 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 0,37
<0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 0,35
S = door RvA geaccrediteerd conform SIKB AS3000. Opmerkingen: 1 = Bij deze analyse wordt GC-MS toegepast. Met de toegepaste combinatie van kolom en detector kan, indien aanwezig, PCB-28 co-elueren met PCB-31, PCB-52 met PCB-69, PCB-138 met PCB-163 en PCB-153 met PCB-168. Verpakkingen bij monster: M110500714 ( mm7 ) 35-1 0 50 AM680362 36-1 0 50 AM680386 46-1 0 50 AM680375 47-1 0 50 AM680394 48-1 0 50 AM680365 S32-1 0 50 AM6800407 S34-1 0 50 AM6800429 s33-1 0 50 AM6800249 Verpakkingen bij monster: M110500715 ( mm8 ) 52-1 0 50 AM679715 53-1 0 50 AM680392 54-1 0 50 AM680387 S25-1 0 50 AM680049G S27-1 0 50 AM680045C Verpakkingen bij monster: M110500716 ( mm9 ) 37-2 50 100 AM680054C 37-3 100 140 AM6800227 38-2 50 100 AM680017B
5 van 34
Onderzoeksrapport Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
: : : :
Envita Almelo Dhr. G.J. Bremmer Einsteinstraat 12A 7601 PR Almelo
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
: : : :
201292-10 P110500199 (v1) kunstwerk diepenheim Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
: : : :
1105018EVA 06-05-2011 06-05-2011 12-05-2011
: : :
Monsteromschrijving mm7 mm8 mm9
Monstersoort Grond Grond Grond
: : :
Datum bemonstering 05-05-2011 05-05-2011 05-05-2011
Pagina: 6 van 6
Monstergegevens: Nr. 5 6 7
Labnr. M110500714 M110500715 M110500716
Verpakkingen bij monster: M110500716 ( mm9 ) 38-3 100 150 AM680037D 42-2 50 100 AM679742 42-3 100 150 AM679743 Hoofd lab. ing. B.J. Gerritsen Handtekening:
Dit rapport mag niet anders dan in z'n geheel worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van het laboratorium. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking werden gesteld. Nadere informatie over de toegepaste methodes en prestatiekenmerken is beschikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. Tevens is de informatiegids te raadplegen op de website www.acmaa.nl.
6 van 34
Onderzoeksrapport Dit rapport vervangt het vorige rapport Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
: : : :
Envita Almelo Dhr. G.J. Bremmer Einsteinstraat 12A 7601 PR Almelo
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
: : : :
201292-10 P110500301 (v2) kunstwerk diepenheim Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
: : : :
1105029EVA 10-05-2011 10-05-2011 31-05-2011
: : : :
Monsteromschrijving mm12 mm13 mm14 mm15
Monstersoort Grond Grond Grond Grond
: : : :
Datum bemonstering 09-05-2011 05-05-2011 05-05-2011 09-05-2011
Pagina: 1 van 10
Monstergegevens: Nr. Labnr. 1 M110501056 2 M110501057 3 M110501058 4 M110501059 Resultaten: Parameter
Intern ref.nr.
Eenheid
1
2
3
4
+ 86,0
+ 80,0
+ 82,7
+ 81,4
S Mvb. SIKB AS3000 S Droge stof
MVB-VBH-AS3000-G01 DIV-DS-G01
% (m/m)
S S S S S S S S S
ICP-BEP-01
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
ds ds ds ds ds ds ds ds ds
32 <0,30 <3,0 5,8 <0,10 10 <1,5 <5,0 25
44 <0,30 <3,0 9,0 0,1 22 <1,5 5,7 39
17 <0,30 <3,0 <5,0 <0,10 <10 <1,5 <5,0 <10
25 <0,30 <3,0 6,4 <0,10 <10 <1,5 <5,0 24
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
ds ds ds ds ds
<38 <20 <20 <20 <20 -
<38 <20 <20 <20 <20 -
<38 <20 <20 <20 <20 -
<38 <20 <20 <20 <20 -
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
ds ds ds ds ds ds ds ds
0,0020 0,045 0,070 0,057 0,046 0,031 0,0050 0,26(1)
<0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 0,0049
<0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 0,0049
<0,05
<0,05
Barium Cadmium Kobalt Koper Kwik Lood Molybdeen Nikkel Zink
Minerale olie S Minerale olie C10 Minerale olie C10 Minerale olie C12 Minerale olie C22 Minerale olie C30 Chromatogram
S S S S S S S S
ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 Met-Hg-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01
-
C40 C12 C22 C30 C40
Polychloorbifenylen PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 PCB (som 7)
GC3-OLIE-01 GC3-OLIE-01 GC3-OLIE-01 GC3-OLIE-01 GC3-OLIE-01
LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01
Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (VROM) HPLC-PAK-02 S Naftaleen mg/kg ds
<0,05
<0,0010 <0,0010 0,0017 0,0012 0,0012 0,0011 <0,0010 0,0074(1)
<0,05
Zie volgende pagina
7 van 34
Onderzoeksrapport Dit rapport vervangt het vorige rapport Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
: : : :
Envita Almelo Dhr. G.J. Bremmer Einsteinstraat 12A 7601 PR Almelo
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
: : : :
201292-10 P110500301 (v2) kunstwerk diepenheim Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
: : : :
1105029EVA 10-05-2011 10-05-2011 31-05-2011
: : : :
Monsteromschrijving mm12 mm13 mm14 mm15
Monstersoort Grond Grond Grond Grond
: : : :
Datum bemonstering 09-05-2011 05-05-2011 05-05-2011 09-05-2011
Pagina: 2 van 10
Monstergegevens: Nr. Labnr. 1 M110501056 2 M110501057 3 M110501058 4 M110501059 Resultaten: Parameter
S S S S S S S S S S
Intern ref.nr.
Eenheid
Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (VROM) HPLC-PAK-02 Fenanthreen mg/kg HPLC-PAK-02 Anthraceen mg/kg HPLC-PAK-02 Fluorantheen mg/kg HPLC-PAK-02 Benzo(a)anthraceen mg/kg HPLC-PAK-02 Chryseen mg/kg HPLC-PAK-02 Benzo(k)fluorantheen mg/kg HPLC-PAK-02 Benzo(a)pyreen mg/kg HPLC-PAK-02 Benzo(g,h,i)peryleen mg/kg HPLC-PAK-02 Indeno(1,2,3-c,d)pyreen mg/kg HPLC-PAK-02 Totaal PAK 10 VROM mg/kg
ds ds ds ds ds ds ds ds ds ds
1
2
3
4
<0,05 <0,05 0,06 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 0,38
<0,05 <0,05 0,12 <0,05 0,07 <0,05 <0,05 0,06 0,06 0,51
<0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 0,35
<0,05 <0,05 0,07 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 0,38
S = door RvA geaccrediteerd conform SIKB AS3000. Opmerkingen: 1 = Bij deze analyse wordt GC-MS toegepast. Met de toegepaste combinatie van kolom en detector kan, indien aanwezig, PCB-28 co-elueren met PCB-31, PCB-52 met PCB-69, PCB-138 met PCB-163 en PCB-153 met PCB-168. Verpakkingen bij monster: M110501056 ( mm12 ) 01-1 0 50 AM656095 02-1 0 50 AM679808 03-1 0 50 AM656096 04-1 0 50 AM656086 05-1 0 50 AM679806 Verpakkingen bij monster: M110501057 ( mm13 ) 06-1 0 50 AM656121A 07-1 0 50 AM656124D 08-1 0 50 AM656139J 09-1 0 50 AM680034A Verpakkingen bij monster: M110501058 ( mm14 ) 10-2 50 100 AM656101 10-3 100 150 AM679804 11-2 50 100 AM656094 11-3 100 150 AM656092 12-2 50 100 AM6800148 12-3 100 150 AM6800418 Verpakkingen bij monster: M110501059 ( mm15 )
8 van 34
Onderzoeksrapport Dit rapport vervangt het vorige rapport Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
: : : :
Envita Almelo Dhr. G.J. Bremmer Einsteinstraat 12A 7601 PR Almelo
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
: : : :
201292-10 P110500301 (v2) kunstwerk diepenheim Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
: : : :
1105029EVA 10-05-2011 10-05-2011 31-05-2011
: : : :
Monsteromschrijving mm12 mm13 mm14 mm15
Monstersoort Grond Grond Grond Grond
: : : :
Datum bemonstering 09-05-2011 05-05-2011 05-05-2011 09-05-2011
Pagina: 3 van 10
Monstergegevens: Nr. 1 2 3 4
Labnr. M110501056 M110501057 M110501058 M110501059
Verpakkingen bij monster: M110501059 ( mm15 ) 13-1 0 50 AM656099 14-1 0 50 AM656080 15-1 0 50 AM656091 16-1 0 50 AM680385 Hoofd lab. ing. B.J. Gerritsen Handtekening:
Dit rapport mag niet anders dan in z'n geheel worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van het laboratorium. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking werden gesteld. Nadere informatie over de toegepaste methodes en prestatiekenmerken is beschikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. Tevens is de informatiegids te raadplegen op de website www.acmaa.nl.
9 van 34
Onderzoeksrapport Dit rapport vervangt het vorige rapport Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
: : : :
Envita Almelo Dhr. G.J. Bremmer Einsteinstraat 12A 7601 PR Almelo
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
: : : :
201292-10 P110500301 (v2) kunstwerk diepenheim Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
: : : :
1105029EVA 10-05-2011 10-05-2011 31-05-2011
: :
Monsteromschrijving mm16 mm17
Monstersoort Grond Grond
: :
Datum bemonstering 09-05-2011 09-05-2011
Pagina: 4 van 10
Monstergegevens: Nr. 5 6
Labnr. M110501060 M110501061
Resultaten: Parameter
Intern ref.nr.
S Mvb. SIKB AS3000 S Droge stof S Organische stof
MVB-VBH-AS3000-G01
Metalen Barium Cadmium Kobalt Koper Kwik Lood Molybdeen Nikkel Zink
Minerale olie S Minerale olie C10 Minerale olie C10 Minerale olie C12 Minerale olie C22 Minerale olie C30 Chromatogram
S S S S S S S
% van ds
ICP-BEP-01
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
ds ds ds ds ds ds ds ds ds
33 <0,30 <3,0 8,2 <0,10 20 <1,5 5,6 43
34 <0,30 <3,0 6,9 <0,10 16 <1,5 <5,0 30
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
ds ds ds ds ds
<38 <20 <20 <20 <20 -
<38 <20 <20 <20 <20 -
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
ds ds ds ds ds ds ds
<0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010
<0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010
ICP-BEP-01 Met-Hg-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01
Polychloorbifenylen PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180
+ 80,1 2,2(1)
DIV-LUT-G01
ICP-BEP-01
C40 C12 C22 C30 C40
+ 87,9
6
DIV-ORG-G01
ICP-BEP-01
-
5
% (m/m) % van ds
DIV-DS-G01
Korrelgrootteverdeling S Lutum (korrelfractie < 2 µm)
S S S S S S S S S
Eenheid
GC3-OLIE-01 GC3-OLIE-01 GC3-OLIE-01 GC3-OLIE-01 GC3-OLIE-01
LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01
4,5
Zie volgende pagina
10 van 34
Onderzoeksrapport Dit rapport vervangt het vorige rapport Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
: : : :
Envita Almelo Dhr. G.J. Bremmer Einsteinstraat 12A 7601 PR Almelo
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
: : : :
201292-10 P110500301 (v2) kunstwerk diepenheim Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
: : : :
1105029EVA 10-05-2011 10-05-2011 31-05-2011
: :
Monsteromschrijving mm16 mm17
Monstersoort Grond Grond
: :
Datum bemonstering 09-05-2011 09-05-2011
Pagina: 5 van 10
Monstergegevens: Nr. 5 6
Labnr. M110501060 M110501061
Resultaten: Parameter Polychloorbifenylen S PCB (som 7)
S S S S S S S S S S S
Intern ref.nr.
LV-GCMS-01
Eenheid
mg/kg ds
Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (VROM) HPLC-PAK-02 Naftaleen mg/kg HPLC-PAK-02 Fenanthreen mg/kg HPLC-PAK-02 Anthraceen mg/kg HPLC-PAK-02 Fluorantheen mg/kg HPLC-PAK-02 Benzo(a)anthraceen mg/kg HPLC-PAK-02 Chryseen mg/kg HPLC-PAK-02 Benzo(k)fluorantheen mg/kg HPLC-PAK-02 Benzo(a)pyreen mg/kg HPLC-PAK-02 Benzo(g,h,i)peryleen mg/kg HPLC-PAK-02 Indeno(1,2,3-c,d)pyreen mg/kg HPLC-PAK-02 Totaal PAK 10 VROM mg/kg
ds ds ds ds ds ds ds ds ds ds ds
5
6
0,0049
0,0049
<0,05 0,17 0,06 0,31 0,15 0,14 0,07 0,15 0,15 0,13 1,3
<0,05 <0,05 <0,05 0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 0,37
S = door RvA geaccrediteerd conform SIKB AS3000. Opmerkingen: 1 = Organische stof is als gloeiverlies bepaald en gecorrigeerd voor het gemeten gehalte aan lutum. Verpakkingen bij monster: M110501060 ( mm16 ) 17-1 0 50 AM656072 18-1 0 50 AM656115 19-1 0 50 AM656087 20-1 0 50 AM656100 21-1 0 50 AM656103 Verpakkingen bij monster: M110501061 ( mm17 ) 22-2 50 100 AM656090 22-3 100 150 AM656108 23-2 50 100 AM656088 23-3 100 150 AM656074 24-2 50 100 AM679809 24-3 100 150 AM680382
11 van 34
Onderzoeksrapport Dit rapport vervangt het vorige rapport Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
: : : :
Envita Almelo Dhr. G.J. Bremmer Einsteinstraat 12A 7601 PR Almelo
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
: : : :
201292-10 P110500301 (v2) kunstwerk diepenheim Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
: : : :
1105029EVA 10-05-2011 10-05-2011 31-05-2011
: :
Monsteromschrijving mm16 mm17
Monstersoort Grond Grond
: :
Datum bemonstering 09-05-2011 09-05-2011
Pagina: 6 van 10
Monstergegevens: Nr. 5 6
Labnr. M110501060 M110501061
Hoofd lab. ing. B.J. Gerritsen Handtekening:
Dit rapport mag niet anders dan in z'n geheel worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van het laboratorium. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking werden gesteld. Nadere informatie over de toegepaste methodes en prestatiekenmerken is beschikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. Tevens is de informatiegids te raadplegen op de website www.acmaa.nl.
12 van 34
Onderzoeksrapport Dit rapport vervangt het vorige rapport Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
: : : :
Envita Almelo Dhr. G.J. Bremmer Einsteinstraat 12A 7601 PR Almelo
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
: : : :
201292-10 P110500301 (v2) kunstwerk diepenheim Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
: : : :
1105029EVA 10-05-2011 10-05-2011 31-05-2011
: :
Monsteromschrijving mm11s mm12s
Monstersoort Waterbodem/slib Waterbodem/slib
: :
Datum bemonstering 09-05-2011 09-05-2011
Pagina: 7 van 10
Monstergegevens: Nr. 7 8
Labnr. M110501051 M110501052
Resultaten: Parameter
S Mvb. SIKB AS3000 S Droge stof S Organische stof
S S S S S S S
8
DIV-ORG-G01
% (m/m) % van ds
+ 49,0 6,4(1)
+ 47,0 4,8(1)
DIV-LUT-G01
% van ds
7,3
7,3
ICP-BEP-01
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
ds ds ds ds ds ds ds ds ds
49 0,5 2,2 11 0,09 17 <1,5 7,0 80
42 0,4 2,1 9,7 0,09 14 <1,5 6,3 72
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
ds ds ds ds ds
47 <20 <20 24 <20 +
47 <20 <20 23 <20 +
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
ds ds ds ds ds ds ds
<0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010
<0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010
DIV-DS-G01
Metalen Barium Cadmium Kobalt Koper Kwik Lood Molybdeen Nikkel Zink
Minerale olie S Minerale olie C10 Minerale olie C10 Minerale olie C12 Minerale olie C22 Minerale olie C30 Chromatogram
7
MVB-VBH-AS3000-G01
Korrelgrootteverdeling S Lutum (korrelfractie < 2 µm)
S S S S S S S S S
Eenheid
Intern ref.nr.
ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 Met-Hg-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01
-
C40 C12 C22 C30 C40
Polychloorbifenylen PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180
GC3-OLIE-01 GC3-OLIE-01 GC3-OLIE-01 GC3-OLIE-01 GC3-OLIE-01
LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01
Zie volgende pagina
13 van 34
Onderzoeksrapport Dit rapport vervangt het vorige rapport Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
: : : :
Envita Almelo Dhr. G.J. Bremmer Einsteinstraat 12A 7601 PR Almelo
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
: : : :
201292-10 P110500301 (v2) kunstwerk diepenheim Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
: : : :
1105029EVA 10-05-2011 10-05-2011 31-05-2011
: :
Monsteromschrijving mm11s mm12s
Monstersoort Waterbodem/slib Waterbodem/slib
: :
Datum bemonstering 09-05-2011 09-05-2011
Pagina: 8 van 10
Monstergegevens: Nr. 7 8
Labnr. M110501051 M110501052
Resultaten: Parameter Polychloorbifenylen S PCB (som 7)
S S S S S S S S S S S
Intern ref.nr.
LV-GCMS-01
Eenheid
mg/kg ds
Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (VROM) HPLC-PAK-02 Naftaleen mg/kg HPLC-PAK-02 Fenanthreen mg/kg HPLC-PAK-02 Anthraceen mg/kg HPLC-PAK-02 Fluorantheen mg/kg HPLC-PAK-02 Benzo(a)anthraceen mg/kg HPLC-PAK-02 Chryseen mg/kg HPLC-PAK-02 Benzo(k)fluorantheen mg/kg HPLC-PAK-02 Benzo(a)pyreen mg/kg HPLC-PAK-02 Benzo(g,h,i)peryleen mg/kg HPLC-PAK-02 Indeno(1,2,3-c,d)pyreen mg/kg HPLC-PAK-02 Totaal PAK 10 VROM mg/kg
ds ds ds ds ds ds ds ds ds ds ds
7
8
0,0049
0,0049
<0,05 0,07 <0,05 0,10 <0,05 <0,05 0,06 <0,05 0,05 <0,05 0,49
<0,05 0,08 <0,05 0,09 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 0,45
S = door RvA geaccrediteerd conform SIKB AS3000. Opmerkingen: 1 = Organische stof is als gloeiverlies bepaald en gecorrigeerd voor het gemeten gehalte aan lutum. Verpakkingen bij monster: M110501051 ( mm11s ) mm-11-1 70 120 AC905919 Verpakkingen bij monster: M110501052 ( mm12s ) mm-12-1 70 120 AC911071 Hoofd lab. ing. B.J. Gerritsen Handtekening:
Dit rapport mag niet anders dan in z'n geheel worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van het laboratorium. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking werden gesteld. Nadere informatie over de toegepaste methodes en prestatiekenmerken is beschikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. Tevens is de informatiegids te raadplegen op de website www.acmaa.nl.
14 van 34
Bijlage Chromatogram
Pagina: 9 van 10 Gegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Monsternaam Monstersoort Verdunning
: : : : : :
201292-10 P110500301 (v2) kunstwerk diepenheim mm11s Waterbodem/slib 1
C8-C10 = 1.115 - 1.973 min. C10-C12 = 1.973 - 3.034 min. C12-C22 = 3.034 - 5.693 min. C22-C30 = 5.693 - 7.464 min. C30-C40 = 7.464 - 9.503 min.
Labcomcode Monstercode Opdrachtgever Aanvrager Bestandsnaam Datum
: : : : : :
1105029EVA M110501051 Envita Almelo Dhr. G.J. Bremmer C11E038.TX0 12-05-2011
Karakterisering olie naar alkaantraject: C9 -C14 C10-C16 C10-C28 C20-C36 C10-C36
benzine kerosine en petroleum diesel en gasolie motorolie stookolie
15 van 34
Bijlage Chromatogram
Pagina: 10 van 10 Gegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Monsternaam Monstersoort Verdunning
: : : : : :
201292-10 P110500301 (v2) kunstwerk diepenheim mm12s Waterbodem/slib 1
C8-C10 = 1.115 - 1.973 min. C10-C12 = 1.973 - 3.034 min. C12-C22 = 3.034 - 5.693 min. C22-C30 = 5.693 - 7.464 min. C30-C40 = 7.464 - 9.503 min.
Labcomcode Monstercode Opdrachtgever Aanvrager Bestandsnaam Datum
: : : : : :
1105029EVA M110501052 Envita Almelo Dhr. G.J. Bremmer C11E039.TX0 12-05-2011
Karakterisering olie naar alkaantraject: C9 -C14 C10-C16 C10-C28 C20-C36 C10-C36
benzine kerosine en petroleum diesel en gasolie motorolie stookolie
16 van 34
Onderzoeksrapport Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
: : : :
Envita Almelo Dhr. G.J. Bremmer Einsteinstraat 12A 7601 PR Almelo
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
: : : :
201292-10 P110501114 (v1) kunstwerk diepenheim Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
: : : :
1105095EVA 31-05-2011 31-05-2011 09-06-2011
: : : :
Monsteromschrijving 01-1 02-1 03-1 04-1
Monstersoort Grond Grond Grond Grond
: : : :
Datum bemonstering 09-05-2011 09-05-2011 09-05-2011 09-05-2011
Pagina: 1 van 3
Monstergegevens: Nr. Labnr. 1 M110503703 2 M110503704 3 M110503705 4 M110503706 Resultaten: Parameter
Intern ref.nr.
Eenheid
1
2
3
4
+ 83,1(1) 2,2(2)
+ 92,4(1) 1,7(2)
+ 87,8(1) 3,2(2)
+ 79,8(1) 4,2(2)
1,8
2,2
3,0
3,6
<0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 0,0049
<0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 0,0049
<0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 0,0049
S Mvb. SIKB AS3000 S Droge stof S Organische stof
MVB-VBH-AS3000-G01
DIV-ORG-G01
% (m/m) % van ds
S Lutum (korrelfractie < 2 µm)
DIV-LUT-G01
% van ds
LV-GCMS-01
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
S S S S S S S S
Polychloorbifenylen PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 PCB (som 7)
DIV-DS-G01
LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01
ds ds ds ds ds ds ds ds
<0,0010 <0,0010 0,0013 <0,0010 0,0040 0,0049 0,0041 0,016(3)
S = door RvA geaccrediteerd conform SIKB AS3000. Opmerkingen: 1 = De monsters zijn opnieuw in behandeling genomen voor aanvullende en/of heranalyse. De conserveringstermijn is overschreden. De betrouwbaarheid van het resultaat kan zijn beïnvloed. 2 = Organische stof is als gloeiverlies bepaald en gecorrigeerd voor het gemeten gehalte aan lutum. 3 = Bij deze analyse wordt GC-MS toegepast. Met de toegepaste combinatie van kolom en detector kan, indien aanwezig, PCB-28 co-elueren met PCB-31, PCB-52 met PCB-69, PCB-138 met PCB-163 en PCB-153 met PCB-168. Verpakkingen bij monster: M110503703 ( 01-1 ) 01-1 0 50 AM656095 Verpakkingen bij monster: M110503704 ( 02-1 ) 02-1 0 50 AM679808 Verpakkingen bij monster: M110503705 ( 03-1 ) 03-1 0 50 AM656096 Verpakkingen bij monster: M110503706 ( 04-1 ) 04-1 0 50 AM656086
17 van 34
Onderzoeksrapport Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
: : : :
Envita Almelo Dhr. G.J. Bremmer Einsteinstraat 12A 7601 PR Almelo
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
: : : :
201292-10 P110501114 (v1) kunstwerk diepenheim Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
: : : :
1105095EVA 31-05-2011 31-05-2011 09-06-2011
: : : :
Monsteromschrijving 01-1 02-1 03-1 04-1
Monstersoort Grond Grond Grond Grond
: : : :
Datum bemonstering 09-05-2011 09-05-2011 09-05-2011 09-05-2011
Pagina: 2 van 3
Monstergegevens: Nr. 1 2 3 4
Labnr. M110503703 M110503704 M110503705 M110503706
Hoofd lab. ing. B.J. Gerritsen Handtekening:
Dit rapport mag niet anders dan in z'n geheel worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van het laboratorium. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking werden gesteld. Nadere informatie over de toegepaste methodes en prestatiekenmerken is beschikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. Tevens is de informatiegids te raadplegen op de website www.acmaa.nl.
18 van 34
Onderzoeksrapport Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
: : : :
Envita Almelo Dhr. G.J. Bremmer Einsteinstraat 12A 7601 PR Almelo
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
: : : :
201292-10 P110501114 (v1) kunstwerk diepenheim Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
: : : :
1105095EVA 31-05-2011 31-05-2011 09-06-2011
:
Monsteromschrijving 05-1
Monstersoort Grond
:
Datum bemonstering 09-05-2011
Pagina: 3 van 3
Monstergegevens: Nr. 5
Labnr. M110503707
Resultaten: Parameter
S Mvb. SIKB AS3000 S Droge stof S Organische stof Korrelgrootteverdeling S Lutum (korrelfractie < 2 µm)
S S S S S S S S
Polychloorbifenylen PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 PCB (som 7)
Eenheid
5
DIV-ORG-G01
% (m/m) % van ds
+ 90,6(1) 3,1(2)
DIV-LUT-G01
% van ds
3,4
LV-GCMS-01
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
Intern ref.nr.
MVB-VBH-AS3000-G01 DIV-DS-G01
LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01 LV-GCMS-01
ds ds ds ds ds ds ds ds
<0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 0,0049
S = door RvA geaccrediteerd conform SIKB AS3000. Opmerkingen: 1 = De monsters zijn opnieuw in behandeling genomen voor aanvullende en/of heranalyse. De conserveringstermijn is overschreden. De betrouwbaarheid van het resultaat kan zijn beïnvloed. 2 = Organische stof is als gloeiverlies bepaald en gecorrigeerd voor het gemeten gehalte aan lutum. Verpakkingen bij monster: M110503707 ( 05-1 ) 05-1 0 50 AM679806 Hoofd lab. ing. B.J. Gerritsen Handtekening:
Dit rapport mag niet anders dan in z'n geheel worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van het laboratorium. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking werden gesteld. Nadere informatie over de toegepaste methodes en prestatiekenmerken is beschikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. Tevens is de informatiegids te raadplegen op de website www.acmaa.nl.
19 van 34
Onderzoeksrapport Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
: : : :
Envita Almelo Dhr. G.J. Bremmer Einsteinstraat 12A 7601 PR Almelo
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
: : : :
201292-10 P110500538 (v1) kunstwerk diepenheim Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
: : : :
1105054EVA 16-05-2011 16-05-2011 19-05-2011
: : : :
Monsteromschrijving 11-1-1 22-1-1 35-1-1 36-1-1
Monstersoort Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater
: : : :
Datum bemonstering 16-05-2011 16-05-2011 16-05-2011 16-05-2011
Pagina: 1 van 5
Monstergegevens: Nr. Labnr. 1 M110502013 2 M110502014 3 M110502015 4 M110502016 Resultaten: Parameter
Intern ref.nr.
Mvb. SIKB AS3000
MVB-VBH-AS3000-W01
S S S S S S S S
Arseen Cadmium Chroom Koper Kwik Lood Nikkel Zink
ICP-BEP-01
S S S S S S S S
Vluchtige aromatische koolwaterstoffen GC-VLUCHTIG-01 Benzeen GC-VLUCHTIG-01 Tolueen GC-VLUCHTIG-01 Ethylbenzeen GC-VLUCHTIG-01 Xyleen (som meta + para) GC-VLUCHTIG-01 2-Xyleen (ortho-Xyleen) GC-VLUCHTIG-01 Xylenen (som) GC-VLUCHTIG-01 Aromaten (som) GC-VLUCHTIG-01 Naftaleen
Minerale olie S Minerale olie C10 Minerale olie C10 Minerale olie C12 Minerale olie C22 Minerale olie C30 Chromatogram
ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 Met-Hg-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01
-
C40 C12 C22 C30 C40
GC3-OLIE-01 GC3-OLIE-01 GC3-OLIE-01 GC3-OLIE-01 GC3-OLIE-01
Vluchtige organische halogeen verbindingen GC-VLUCHTIG-01 S 1,2-Dichloorethaan GC-VLUCHTIG-01 S Cis-1,2-Dichlooretheen GC-VLUCHTIG-01 S 1,2-Dichloorpropaan
Eenheid
1
2
3
4
+
+
+
+
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
<5,0 <0,3 <1,0 <5,0 <0,05 <5,0 <5,0 13
<5,0 <0,3 <1,0 <5,0 <0,05 <5,0 <5,0 <10
<5,0 <0,3 <1,0 19 <0,05 <5,0 7,3 31
9,4 <0,3 <1,0 <5,0 <0,05 <5,0 <5,0 14
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
<0,20 <0,20 <0,20 <0,10 <0,10 0,14(1) 0,56 <0,05
<0,20 <0,20 <0,20 <0,10 <0,10 0,14(1) 0,56 <0,05
<0,20 <0,20 <0,20 0,21 <0,10 0,28(1) 0,70 0,09
<0,20 <0,20 <0,20 <0,10 <0,10 0,14(1) 0,56 <0,05
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
<50 <50 <50 <50 <50 -
<50 <50 <50 <50 <50 -
<50 <50 <50 <50 <50 -
<50 <50 <50 <50 <50 -
µg/l µg/l µg/l
<0,10 <0,10 <0,10
<0,10 <0,10 <0,10
<0,10 <0,10 <0,10
<0,10 <0,10 <0,10
Zie volgende pagina
20 van 34
Onderzoeksrapport Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
: : : :
Envita Almelo Dhr. G.J. Bremmer Einsteinstraat 12A 7601 PR Almelo
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
: : : :
201292-10 P110500538 (v1) kunstwerk diepenheim Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
: : : :
1105054EVA 16-05-2011 16-05-2011 19-05-2011
: : : :
Monsteromschrijving 11-1-1 22-1-1 35-1-1 36-1-1
Monstersoort Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater
: : : :
Datum bemonstering 16-05-2011 16-05-2011 16-05-2011 16-05-2011
Pagina: 2 van 5
Monstergegevens: Nr. Labnr. 1 M110502013 2 M110502014 3 M110502015 4 M110502016 Resultaten: Parameter
S S S S S S S S S S S
Intern ref.nr.
Vluchtige organische halogeen verbindingen GC-VLUCHTIG-01 Trichloormethaan (Chloroform) GC-VLUCHTIG-01 Tetrachloormethaan (Tetra) GC-VLUCHTIG-01 1,1,1-Trichloorethaan GC-VLUCHTIG-01 1,1,2-Trichloorethaan GC-VLUCHTIG-01 Trichlooretheen (Tri) GC-VLUCHTIG-01 Tetrachlooretheen (Per) GC-VLUCHTIG-01 Monochloorbenzeen GC-VLUCHTIG-01 1,2-Dichloorbenzeen GC-VLUCHTIG-01 1,3-Dichloorbenzeen GC-VLUCHTIG-01 1,4-Dichloorbenzeen GC-VLUCHTIG-01 Dichloorbenzenen (som)
Eenheid
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
1
<0,10 <0,10 <0,10 <0,10 <0,10 <0,10 <0,50 <0,50 <0,50 <0,50 1,0(1)
2
<0,10 <0,10 <0,10 <0,10 <0,10 <0,10 <0,50 <0,50 <0,50 <0,50 1,0(1)
3
<0,10 <0,10 <0,10 <0,10 <0,10 <0,10 <0,50 <0,50 <0,50 <0,50 1,0(1)
S = door RvA geaccrediteerd conform SIKB AS3000. Opmerkingen: 1 = Methode vluchtige aromatische en gehalogeneerde koolwaterstoffen : GC-MS Verpakkingen bij monster: M110502013 ( 11-1-1 ) 11-1 100 300 AC3299068 11-2 100 300 AC468939I Verpakkingen bij monster: M110502014 ( 22-1-1 ) 22-1 200 300 AC3299013 22-2 200 300 AC468923B Verpakkingen bij monster: M110502015 ( 35-1-1 ) 35-1 190 290 AC339179B 35-2 190 290 AC4672031 Verpakkingen bij monster: M110502016 ( 36-1-1 ) 36-1 180 280 AC3299079 36-2 180 280 AC468948I
21 van 34
4
<0,10 <0,10 <0,10 <0,10 <0,10 <0,10 <0,50 <0,50 <0,50 <0,50 1,0(1)
Onderzoeksrapport Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
: : : :
Envita Almelo Dhr. G.J. Bremmer Einsteinstraat 12A 7601 PR Almelo
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
: : : :
201292-10 P110500538 (v1) kunstwerk diepenheim Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
: : : :
1105054EVA 16-05-2011 16-05-2011 19-05-2011
: : : :
Monsteromschrijving 11-1-1 22-1-1 35-1-1 36-1-1
Monstersoort Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater
: : : :
Datum bemonstering 16-05-2011 16-05-2011 16-05-2011 16-05-2011
Pagina: 3 van 5
Monstergegevens: Nr. 1 2 3 4
Labnr. M110502013 M110502014 M110502015 M110502016
Hoofd lab. ing. B.J. Gerritsen Handtekening:
Dit rapport mag niet anders dan in z'n geheel worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van het laboratorium. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking werden gesteld. Nadere informatie over de toegepaste methodes en prestatiekenmerken is beschikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. Tevens is de informatiegids te raadplegen op de website www.acmaa.nl.
22 van 34
Onderzoeksrapport Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
: : : :
Envita Almelo Dhr. G.J. Bremmer Einsteinstraat 12A 7601 PR Almelo
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
: : : :
201292-10 P110500538 (v1) kunstwerk diepenheim Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
: : : :
1105054EVA 16-05-2011 16-05-2011 19-05-2011
:
Monsteromschrijving 37-1-1
Monstersoort Grondwater
:
Datum bemonstering 16-05-2011
Pagina: 4 van 5
Monstergegevens: Nr. 5
Labnr. M110502017
Resultaten: Parameter
Intern ref.nr.
Mvb. SIKB AS3000 Metalen Arseen Cadmium Chroom Koper Kwik Lood Nikkel Zink
S S S S S S S S
Vluchtige aromatische koolwaterstoffen GC-VLUCHTIG-01 Benzeen GC-VLUCHTIG-01 Tolueen GC-VLUCHTIG-01 Ethylbenzeen GC-VLUCHTIG-01 Xyleen (som meta + para) GC-VLUCHTIG-01 2-Xyleen (ortho-Xyleen) GC-VLUCHTIG-01 Xylenen (som) GC-VLUCHTIG-01 Aromaten (som) GC-VLUCHTIG-01 Naftaleen
ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 Met-Hg-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01 ICP-BEP-01
-
C40 C12 C22 C30 C40
GC3-OLIE-01 GC3-OLIE-01 GC3-OLIE-01 GC3-OLIE-01 GC3-OLIE-01
Vluchtige organische halogeen verbindingen GC-VLUCHTIG-01 S 1,2-Dichloorethaan GC-VLUCHTIG-01 S Cis-1,2-Dichlooretheen GC-VLUCHTIG-01 S 1,2-Dichloorpropaan
5
+
MVB-VBH-AS3000-W01
S S S S S S S S
Minerale olie S Minerale olie C10 Minerale olie C10 Minerale olie C12 Minerale olie C22 Minerale olie C30 Chromatogram
Eenheid
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
<5,0 <0,3 <1,0 <5,0 <0,05 <5,0 <5,0 10
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
<0,20 <0,20 <0,20 <0,10 <0,10 0,14(1) 0,56 <0,05
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
<50 <50 <50 <50 <50 -
µg/l µg/l µg/l
<0,10 <0,10 <0,10
Zie volgende pagina
23 van 34
Onderzoeksrapport Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
: : : :
Envita Almelo Dhr. G.J. Bremmer Einsteinstraat 12A 7601 PR Almelo
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
: : : :
201292-10 P110500538 (v1) kunstwerk diepenheim Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
: : : :
1105054EVA 16-05-2011 16-05-2011 19-05-2011
:
Monsteromschrijving 37-1-1
Monstersoort Grondwater
:
Datum bemonstering 16-05-2011
Pagina: 5 van 5
Monstergegevens: Nr. 5
Labnr. M110502017
Resultaten: Parameter
S S S S S S S S S S S
Intern ref.nr.
Vluchtige organische halogeen verbindingen GC-VLUCHTIG-01 Trichloormethaan (Chloroform) GC-VLUCHTIG-01 Tetrachloormethaan (Tetra) GC-VLUCHTIG-01 1,1,1-Trichloorethaan GC-VLUCHTIG-01 1,1,2-Trichloorethaan GC-VLUCHTIG-01 Trichlooretheen (Tri) GC-VLUCHTIG-01 Tetrachlooretheen (Per) GC-VLUCHTIG-01 Monochloorbenzeen GC-VLUCHTIG-01 1,2-Dichloorbenzeen GC-VLUCHTIG-01 1,3-Dichloorbenzeen GC-VLUCHTIG-01 1,4-Dichloorbenzeen GC-VLUCHTIG-01 Dichloorbenzenen (som)
Eenheid
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
5
<0,10 <0,10 <0,10 <0,10 <0,10 <0,10 <0,50 <0,50 <0,50 <0,50 1,0(1)
S = door RvA geaccrediteerd conform SIKB AS3000. Opmerkingen: 1 = Methode vluchtige aromatische en gehalogeneerde koolwaterstoffen : GC-MS Verpakkingen bij monster: M110502017 ( 37-1-1 ) 37-1 200 300 AC3299024 37-2 200 300 AC468925D Hoofd lab. ing. B.J. Gerritsen Handtekening:
Dit rapport mag niet anders dan in z'n geheel worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van het laboratorium. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking werden gesteld. Nadere informatie over de toegepaste methodes en prestatiekenmerken is beschikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. Tevens is de informatiegids te raadplegen op de website www.acmaa.nl.
24 van 34
25 van 34
26 van 34
27 van 34
28 van 34
29 van 34
30 van 34
31 van 34
32 van 34
33 van 34
34 van 34
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
BIJ JLAGE 5 Oversch hrijdings stabellen n
292-10/R01 rapporrtnummer: 2012
Projectnaam Projectcode
kunstwerk diepenheim 201292-10
Tabel 1: Aangetroffen gehaltes (mg/kg d.s.) in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming Monsternummer Boring Bodemtype Zintuiglijk Van (cm-mv) Tot (cm-mv) Humus (% op ds) Lutum (% op ds)
01-1 01 ZS1H1
02-1 02 ZS1H1
03-1 03 ZS1H1
04-1 04 ZS1H1
0 50 2.2 1.8
0 50 1.7 2.2
0 50 3.2 3
0 50 4.2 3.6
Barium [Ba] Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn] Anthraceen Benzo(a)anthraceen Benzo(a)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen Benzo(k)fluorantheen Chryseen Fenanthreen Fluorantheen Indeno-(1,2,3c,d)pyreen Naftaleen PAK 10 VROM PCB (som 7) PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 PCB 28 PCB 52
0,016 0,0013 < 0,001 0,004 0,0049 0,0041 < 0,001 < 0,001
* --------
< 0,0049 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001
< 0,0049 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001
< 0,0049 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001
83,1
--
92,4
--
87,8
--
79,8
--
Minerale olie C12 - C22 Minerale olie C22 - C30 Minerale olie C30 - C40 Minerale olie C10 - C40 Minerale olie C10 - C12 Asbest in grond (NEN 5707) bovengre Asbest in grond (NEN 5707) ondergre Asbest totaal Concentratie amosiet (bovengrens) Concentratie amosiet (ondergrens) Concentratie chrysotiel (bovengrens Concentratie chrysotiel (ondergrens Concentratie crocidoliet (bovengren Concentratie crocidoliet (ondergren Droge stof Gemeten concentratie amosiet Gemeten concentratie chrysotiel Gemeten concentratie
1 van 22
Monsternummer crocidoliet
01-1
02-1
03-1
04-1
Tabel 2: Aangetroffen gehaltes (mg/kg d.s.) in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming Monsternummer Boring Bodemtype Zintuiglijk Van (cm-mv) Tot (cm-mv) Humus (% op ds) Lutum (% op ds)
05-1 05 ZS1H1 PU6 0 50 3.1 3.4
mm1 mm1
mm2
mm3
0 50 2 2
0 50 2 2
0 50 2 2
Barium [Ba] Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn] Anthraceen Benzo(a)anthraceen Benzo(a)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen Benzo(k)fluorantheen Chryseen Fenanthreen Fluorantheen Indeno-(1,2,3c,d)pyreen Naftaleen PAK 10 VROM PCB (som 7) PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 PCB 28 PCB 52
< 0,0049 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001
Minerale olie C12 - C22 Minerale olie C22 - C30 Minerale olie C30 - C40 Minerale olie C10 - C40 Minerale olie C10 - C12 Asbest in grond (NEN 5707) bovengre Asbest in grond (NEN 5707) ondergre Asbest totaal Concentratie amosiet (bovengrens) Concentratie amosiet (ondergrens) Concentratie chrysotiel (bovengrens Concentratie chrysotiel (ondergrens Concentratie crocidoliet (bovengren Concentratie crocidoliet (ondergren Droge stof Gemeten concentratie amosiet Gemeten concentratie chrysotiel Gemeten concentratie crocidoliet
7,0
--
6,8
-< 2,0
---
90,6
--
88,2
--
6,7
-< 2,0
-7,0
--
---
-< 2,0
-6,8
--
--
----
6,7
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
---
91,5
---
90,5
---
--
--
--
--
--
--
2 van 22
Tabel 3: Aangetroffen gehaltes (mg/kg d.s.) in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming Monsternummer Boring Bodemtype Zintuiglijk Van (cm-mv) Tot (cm-mv) Humus (% op ds) Lutum (% op ds)
mm4
mm5 37,38,39,40,41,S30 ,S31 ZS2H1 WO2 0 50 2 2
0 50 2 2
0 50 2 2
0 50 2 2
39 < 0,3 < 3,0 8,3 < 0,1 22 < 1,5 < 5,0 32
Anthraceen Benzo(a)anthraceen Benzo(a)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen Benzo(k)fluorantheen Chryseen Fenanthreen Fluorantheen Indeno-(1,2,3c,d)pyreen Naftaleen PAK 10 VROM
< 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 0,09 < 0,05 < 0,05 0,42
< 0,05 < 0,35
< 0,05 0,38
PCB (som 7) PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 PCB 28 PCB 52
< 0,0049 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001
< 0,0049 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001
0,0059 < 0,001 0,0011 0,0013 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001
* --------
Minerale olie C12 - C22 Minerale olie C22 - C30 Minerale olie C30 - C40 Minerale olie C10 - C40 Minerale olie C10 - C12
< 20 < 20 < 20 < 38 < 20
---
< 20 < 20 < 20 < 38 < 20
---
< 20 < 20 < 20 < 38 < 20
---
86,3
--
88,2
--
87,6
--
7,0
--
40 < 0,3 < 3,0 12 0,1 25 < 1,5 < 5,0 30
mm7 35,36,46,47,48,S32 ,s33,S34 ZS1H2
Barium [Ba] Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn]
Asbest in grond (NEN 5707) bovengre Asbest in grond (NEN 5707) ondergre Asbest totaal Concentratie amosiet (bovengrens) Concentratie amosiet (ondergrens) Concentratie chrysotiel (bovengrens Concentratie chrysotiel (ondergrens Concentratie crocidoliet (bovengren Concentratie crocidoliet (ondergren Droge stof Gemeten concentratie amosiet Gemeten concentratie chrysotiel Gemeten concentratie crocidoliet
-
mm6 42,43,44,45,50,S26 ,S28,S29 ZS1H2
-
< 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05
38 < 0,3 < 3,0 12 < 0,1 21 < 1,5 < 5,0 28
-
< 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 0,07 < 0,05
--
---
< 2,0
----
7,0
-----
86
-----
3 van 22
Tabel 4: Aangetroffen gehaltes (mg/kg d.s.) in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming Monsternummer Boring Bodemtype Zintuiglijk Van (cm-mv) Tot (cm-mv) Humus (% op ds) Lutum (% op ds)
0 50 2 2
Barium [Ba] Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn]
53 0,4 < 3,0 12 0,1 34 < 1,5 5,8 42
Anthraceen Benzo(a)anthraceen Benzo(a)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen Benzo(k)fluorantheen Chryseen Fenanthreen Fluorantheen Indeno-(1,2,3c,d)pyreen Naftaleen PAK 10 VROM
< 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 0,06 < 0,05 < 0,05 0,37
< 0,05 < 0,35
< 0,05 < 0,35
< 0,05 0,38
PCB (som 7) PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 PCB 28 PCB 52
0,011 0,002 0,0021 0,0022 0,0016 < 0,001 < 0,001 0,0012
* --------
0,039 0,0082 0,0099 0,0087 0,0061 0,0015 < 0,001 0,0039
* --------
< 0,0049 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001
< 0,0049 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001
Minerale olie C12 - C22 Minerale olie C22 - C30 Minerale olie C30 - C40 Minerale olie C10 - C40 Minerale olie C10 - C12
< 20 < 20 < 20 < 38 < 20
---
< 20 < 20 < 20 < 38 < 20
---
< 20 < 20 < 20 < 38 < 20
---
< 20 < 20 < 20 < 38 < 20
---
83,8
--
83,4
--
82,6
--
83,9
--
Asbest in grond (NEN 5707) bovengre Asbest in grond (NEN 5707) ondergre Asbest totaal Concentratie amosiet (bovengrens) Concentratie amosiet (ondergrens) Concentratie chrysotiel (bovengrens Concentratie chrysotiel (ondergrens Concentratie crocidoliet (bovengren Concentratie crocidoliet (ondergren Droge stof Gemeten concentratie amosiet Gemeten concentratie chrysotiel Gemeten concentratie crocidoliet
mm8 52,53,54,S25,S27 ZS1H2
-*
--
mm9 37,38,42 ZS2H1 WO2 50 150 2 2 26 < 0,3 < 3,0 < 5,0 < 0,1 < 10,0 < 1,5 < 5,0 < 10,0
-
< 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05
mm10 35,46,47,48 ZS2H2
mm11 36,52,53,54 ZS1
50 150 2 2
50 150 2 2
39 < 0,3 < 3,0 9,0 < 0,1 11 < 1,5 < 5,0 18
-
< 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05
21 < 0,3 < 3,0 < 5,0 < 0,1 < 10,0 < 1,5 5,8 12
-
< 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 0,06 < 0,05
--
4 van 22
Tabel 5: Aangetroffen gehaltes (mg/kg d.s.) in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming Monsternummer Boring Bodemtype Zintuiglijk Van (cm-mv) Tot (cm-mv) Humus (% op ds) Lutum (% op ds)
0 50 2 2
Barium [Ba] Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn]
32 < 0,3 < 3,0 5,8 < 0,1 10,0 < 1,5 < 5,0 25
Anthraceen Benzo(a)anthraceen Benzo(a)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen Benzo(k)fluorantheen Chryseen Fenanthreen Fluorantheen Indeno-(1,2,3c,d)pyreen Naftaleen PAK 10 VROM
< 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 0,06 < 0,05 < 0,05 0,38
PCB (som 7) PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 PCB 28 PCB 52 Minerale olie C12 - C22 Minerale olie C22 - C30 Minerale olie C30 - C40 Minerale olie C10 - C40 Minerale olie C10 - C12 Asbest in grond (NEN 5707) bovengre Asbest in grond (NEN 5707) ondergre Asbest totaal Concentratie amosiet (bovengrens) Concentratie amosiet (ondergrens) Concentratie chrysotiel (bovengrens Concentratie chrysotiel (ondergrens Concentratie crocidoliet (bovengren Concentratie crocidoliet (ondergren Droge stof Gemeten concentratie amosiet Gemeten concentratie chrysotiel Gemeten concentratie crocidoliet
mm12 01,02,03,04,05 ZS1H1
-
mm13 06,07,08,09 ZS3 WO1 0 50 2 2 44 < 0,3 < 3,0 9,0 0,1 22 < 1,5 5,7 39
-
mm14 10,11,12 ZS1H1
mm15 13,14,15,16 ZS1H1
50 150 2 2
0 50 2 2
17 < 0,3 < 3,0 < 5,0 < 0,1 < 10,0 < 1,5 < 5,0 < 10,0
-
25 < 0,3 < 3,0 6,4 < 0,1 < 10,0 < 1,5 < 5,0 24
-
< 0,05 < 0,05 < 0,05 0,06 < 0,05 0,07 < 0,05 0,12 0,06
---
< 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05
< 0,05 0,51
< 0,05 < 0,35
< 0,05 0,38
0,26 0,07 0,057 0,046 0,031 0,005 0,002 0,045
*** --------
0,0074 0,0017 0,0012 0,0012 0,0011 < 0,001 < 0,001 < 0,001
* --------
< 0,0049 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001
< 0,0049 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001
< 20 < 20 < 20 < 38 < 20
---
< 20 < 20 < 20 < 38 < 20
---
< 20 < 20 < 20 < 38 < 20
---
< 20 < 20 < 20 < 38 < 20
---
86
--
80
--
82,7
--
81,4
--
--
---
< 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 0,07 < 0,05
--
5 van 22
Tabel 6: Aangetroffen gehaltes (mg/kg d.s.) in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming Monsternummer Boring Bodemtype Zintuiglijk Van (cm-mv) Tot (cm-mv) Humus (% op ds) Lutum (% op ds)
mm16 17,18,19,20,21 ZS1H1 PU6 0 50 2 2
mm17 22,23,24 ZS1H1
mm05
mm06
50 150 2.2 4.5
0 50 2 2
0 50 2 2
Barium [Ba] Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn]
33 < 0,3 < 3,0 8,2 < 0,1 20 < 1,5 5,6 43
-
34 < 0,3 < 3,0 6,9 < 0,1 16 < 1,5 < 5,0 30
Anthraceen Benzo(a)anthraceen Benzo(a)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen Benzo(k)fluorantheen Chryseen Fenanthreen Fluorantheen Indeno-(1,2,3c,d)pyreen Naftaleen PAK 10 VROM
0,06 0,15 0,15 0,15 0,07 0,14 0,17 0,31 0,13
----------
< 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 0,05 < 0,05
< 0,05 1,3
< 0,05 0,37
PCB (som 7) PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 PCB 28 PCB 52
< 0,0049 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001
< 0,0049 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001
Minerale olie C12 - C22 Minerale olie C22 - C30 Minerale olie C30 - C40 Minerale olie C10 - C40 Minerale olie C10 - C12
< 20 < 20 < 20 < 38 < 20
---
< 20 < 20 < 20 < 38 < 20
---
Asbest in grond (NEN 5707) bovengre Asbest in grond (NEN 5707) ondergre Asbest totaal Concentratie amosiet (bovengrens) Concentratie amosiet (ondergrens) Concentratie chrysotiel (bovengrens Concentratie chrysotiel (ondergrens Concentratie crocidoliet (bovengren Concentratie crocidoliet (ondergren Droge stof Gemeten concentratie amosiet Gemeten concentratie chrysotiel Gemeten concentratie crocidoliet
-
--
7,6
--
7,3
-< 2,0
---
-< 2,0
-7,6
87,9
--
80,1
--
81,1
--
--
----
7,3
--
--
--
--
--
--
--
---
90
---
--
--
--
--
6 van 22
Tabel 7: Aangetroffen gehaltes (mg/kg d.s.) in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming Monsternummer Boring Bodemtype Zintuiglijk Van (cm-mv) Tot (cm-mv) Humus (% op ds) Lutum (% op ds)
mm07
mm08
0 50 2 2
0 50 2 2
Barium [Ba] Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn] Anthraceen Benzo(a)anthraceen Benzo(a)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen Benzo(k)fluorantheen Chryseen Fenanthreen Fluorantheen Indeno-(1,2,3c,d)pyreen Naftaleen PAK 10 VROM PCB (som 7) PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 PCB 28 PCB 52 Minerale olie C12 - C22 Minerale olie C22 - C30 Minerale olie C30 - C40 Minerale olie C10 - C40 Minerale olie C10 - C12 Asbest in grond (NEN 5707) bovengre Asbest in grond (NEN 5707) ondergre Asbest totaal Concentratie amosiet (bovengrens) Concentratie amosiet (ondergrens) Concentratie chrysotiel (bovengrens Concentratie chrysotiel (ondergrens Concentratie crocidoliet (bovengren Concentratie crocidoliet (ondergren Droge stof Gemeten concentratie amosiet Gemeten concentratie chrysotiel Gemeten concentratie crocidoliet
7,0
--
7,1
-< 2,0
---
-< 2,0
-7,0
87
--
--
----
7,1
--
--
--
--
--
--
--
---
88,1
---
--
--
--
--
Toelichting bij de tabel:
7 van 22
Toetsing: ? < -GM ** *** AW
= kleiner dan de detectielimiet = Geen toetsnorm aanwezig = Geen meetwaarde aanwezig = groter dan T en kleiner of gelijk aan de interventiewaarde (I) = groter dan I = detectielimiet groter dan T en kleiner of gelijk aan I = detectielimiet groter dan I = kleiner of gelijk aan achtergrondwaarde = groter dan AW en kleiner of gelijk aan de tussenwaarde (T) = Kleiner of gelijk aan interventiewaarde, er is geen streefwaarde = groter dan de achtergrondwaarde er is geen interventiewaarde (trigger) = detectielimiet kleiner dan of gelijk aan AW = detectielimiet groter dan AW en kleiner dan of gelijk aan T = detectielimiet kleiner of gelijk aan I, er is geen AW = detectielimiet groter dan AW, er is geen I
Zintuiglijke waarnemingen: PU= puin, BA= baksteen, GR= grind, GS= glas, HO= hout, RO= roest, Si= sintels, SL= slakken, VE= veen, WO= wortels Gradatie: 1=zwak, 2=matig, 3=sterk, 4=uiterst, 5=volledig, 6=sporen, 7=resten, 8=brokken, 9=laagjes
8 van 22
Tabel 8: Voor humus en lutum gecorrigeerde normen voor grond van de Wet Bodembescherming (mg/kg d.s.) humus (% op ds) lutum (% op ds)
2 2 AW
T
I
Barium [Ba] Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn]
49 0,35 4,3 19 0,10 32 1,5 12 59
143 4,0 29 56 13 184 96 23 181
PAK 10 VROM
1,5
21
PCB (som 7)
1.7 2.2 AW
T
0,0040 0,10
I
0,20
Minerale olie C10 - C40
2.2 4.5 AW
T
I
237 7,5 54 92 25 337 190 34 303
64 0,37 5,4 21 0,11 33 1,5 15 67
188 4,1 37 61 13 193 96 28 205
312 7,9 69 100 26 354 190 41 344
40
1,5
21
40
0,0040 0,10
0,20
38
1000
519
2.2 1.8 AW
T
0,0044 0,11
I
0,22
0,0044 0,11
0,22
42
1100
571
Tabel 9: Voor humus en lutum gecorrigeerde normen voor grond van de Wet Bodembescherming (mg/kg d.s.) humus (% op ds) lutum (% op ds)
3.1 3.4 AW
T
I
3.2 3 AW
0,31
0,0064 0,16
T
I
4.2 3.6 AW
0,32
0,0084 0,21
T
I
Barium [Ba] Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn] PAK 10 VROM PCB (som 7)
0,0062 0,16
0,42
Minerale olie C10 - C40 Toelichting bij de tabel: Toetsing: ? < = kleiner dan de detectielimiet -= Geen toetsnorm aanwezig GM = Geen meetwaarde aanwezig <S = kleiner of gelijk aan de streefwaarde (S) * = groter dan S en kleiner of gelijk aan de tussenwaarde (T) ** = groter dan T en kleiner of gelijk aan de interventiewaarde (I) *** = groter dan I #@# = Kleiner of gelijk aan interventiewaarde, er is geen streefwaarde GSG = groter dan de streefwaarde er is geen interventiewaarde (trigger) <S = detectielimiet kleiner dan of gelijk aan S S = detectielimiet groter dan streefwaarde, er is geen interventiewaarde
9 van 22
Tabel 10: Aangetroffen gehaltes (µg/l) in grondwater met beoordeling conform de Wet Bodembescherming Monsternummer Datum pH Ec (µS/cm) Filternummer Van (cm-mv) Tot (cm-mv)
11-1-1 16-5-2011 6,58 471 1 200 300
22-1-1 16-5-2011 7,09 861 1 200 300
35-1-1 16-5-2011 6,93 350 1 190 290
36-1-1 16-5-2011 7,04 1135 1 180 280
Arseen [As] Cadmium [Cd] Chroom [Cr] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Nikkel [Ni] Zink [Zn]
< 5,0 < 0,3 < 1,0 < 5,0 < 0,05 < 5,0 < 5,0 13
<S <S <S <S <S <S <S <S
< 5,0 < 0,3 < 1,0 < 5,0 < 0,05 < 5,0 < 5,0 < 10,0
<S <S <S <S <S <S <S <S
< 5,0 < 0,3 < 1,0 19 < 0,05 < 5,0 7,3 31
<S <S <S * <S <S <S <S
9,4 < 0,3 < 1,0 < 5,0 < 0,05 < 5,0 < 5,0 14
<S <S <S <S <S <S <S <S
BTEX (som) Benzeen Ethylbenzeen Naftaleen (BTEXN) Tolueen Xylenen (som) meta-/para-Xyleen (som) ortho-Xyleen
< 0,56 < 0,2 < 0,2 < 0,05 < 0,2 < 0,14 < 0,1
-<S <S
< 0,56 < 0,2 < 0,2 < 0,05 < 0,2 < 0,14 < 0,1
-<S <S
0,7 < 0,2 < 0,2 0,09 < 0,2 0,28 0,21
-<S <S * <S * --
< 0,56 < 0,2 < 0,2 < 0,05 < 0,2 < 0,14 < 0,1
-<S <S
< 0,1
--
< 0,1
--
< 0,1
--
< 0,1
--
1,1,1-Trichloorethaan 1,1,2-Trichloorethaan 1,2-Dichloorbenzeen 1,2-Dichloorethaan 1,2-Dichloorpropaan 1,3-Dichloorbenzeen 1,4-Dichloorbenzeen Dichloorbenzenen (som) Monochloorbenzeen Tetrachlooretheen (Per) Tetrachloormethaan (Tetra) Trichlooretheen (Tri) Trichloormethaan (Chloroform) cis-1,2-Dichlooretheen
< 0,1 < 0,1 < 0,5 < 0,1 < 0,1 < 0,5 < 0,5 1,0 < 0,5 < 0,1 < 0,1
< 0,1 < 0,1 < 0,5 < 0,1 < 0,1 < 0,5 < 0,5 1,0 < 0,5 < 0,1 < 0,1
< 0,1 < 0,1 < 0,5 < 0,1 < 0,1 < 0,5 < 0,5 1,0 < 0,5 < 0,1 < 0,1
< 0,1 < 0,1 < 0,5 < 0,1 < 0,1 < 0,5 < 0,5 1,0 < 0,5 < 0,1 < 0,1
< 0,1 < 0,1
<S <S
< 0,1 < 0,1
<S <S
< 0,1 < 0,1
<S <S
< 0,1 < 0,1
<S <S
< 0,1
--
< 0,1
--
< 0,1
--
< 0,1
--
Minerale olie C12 - C22 Minerale olie C22 - C30 Minerale olie C30 - C40 Minerale olie C10 - C40 Minerale olie C10 - C12
< 50 < 50 < 50 < 50 < 50
---<S --
< 50 < 50 < 50 < 50 < 50
---<S --
< 50 < 50 < 50 < 50 < 50
---<S --
< 50 < 50 < 50 < 50 < 50
---<S --
Tabel 11: Aangetroffen gehaltes (µg/l) in grondwater met beoordeling conform de Wet Bodembescherming Monsternummer Datum pH Ec (µS/cm) Filternummer Van (cm-mv) Tot (cm-mv)
37-1-1 16-5-2011 6,98 529 1 200 300
Arseen [As] Cadmium [Cd] Chroom [Cr] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Nikkel [Ni] Zink [Zn]
< 5,0 < 0,3 < 1,0 < 5,0 < 0,05 < 5,0 < 5,0 10,0
<S <S <S <S <S <S <S <S
BTEX (som) Benzeen Ethylbenzeen Naftaleen (BTEXN)
< 0,56 < 0,2 < 0,2 < 0,05
-<S <S
10 van 22
Monsternummer Tolueen Xylenen (som) meta-/para-Xyleen (som) ortho-Xyleen
37-1-1 < 0,2 < 0,14 < 0,1
<S <S --
< 0,1
--
1,1,1-Trichloorethaan 1,1,2-Trichloorethaan 1,2-Dichloorbenzeen 1,2-Dichloorethaan 1,2-Dichloorpropaan 1,3-Dichloorbenzeen 1,4-Dichloorbenzeen Dichloorbenzenen (som) Monochloorbenzeen Tetrachlooretheen (Per) Tetrachloormethaan (Tetra) Trichlooretheen (Tri) Trichloormethaan (Chloroform) cis-1,2-Dichlooretheen
< 0,1 < 0,1 < 0,5 < 0,1 < 0,1 < 0,5 < 0,5 1,0 < 0,5 < 0,1 < 0,1
< 0,1 < 0,1
<S <S
< 0,1
--
Minerale olie C12 - C22 Minerale olie C22 - C30 Minerale olie C30 - C40 Minerale olie C10 - C40 Minerale olie C10 - C12
< 50 < 50 < 50 < 50 < 50
---<S --
Toelichting bij de tabel: De toetsingsnormen zoals vermeld in de Wet Bodembescherming worden gecorrigeerd voor de geldende lutum- en humuswaarden. In bovenstaande tabel worden de normen gegeven bij de voorkomende lutum- en humuswaarden in dit onderzoek. AW T I
= Achtergrondwaarde zoals vermeld in het Besluit Bodemkwaliteit = Tussenwaarde zoals vermeld in de Wet Bodembescherming = Interventiewaarde zoals vermeld in de Wet Bodembescherming
11 van 22
Tabel 12: Grondwaternormen van de Wet Bodembescherming (µg/l) S
T
I
Arseen [As] Cadmium [Cd] Chroom [Cr] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Nikkel [Ni] Zink [Zn]
10,0 0,40 1,0 15 0,050 15 15 65
35 3,2 16 45 0,18 45 45 433
60 6,0 30 75 0,30 75 75 800
Benzeen Ethylbenzeen Naftaleen (BTEXN) Tolueen Xylenen (som)
0,20 4,0 0,010 7,0 0,20
15 77 35 504 35
30 150 70 1000 70
1,1,1-Trichloorethaan 1,1,2-Trichloorethaan 1,2-Dichloorethaan Dichloorbenzenen (som) Monochloorbenzeen Tetrachlooretheen (Per) Tetrachloormethaan (Tetra) Trichlooretheen (Tri) Trichloormethaan (Chloroform)
0,010 0,010 7,0 3,0 7,0 0,010 0,010 24 6,0
150 65 204 27 94 20 5,0 262 203
300 130 400 50 180 40 10,0 500 400
Minerale olie C10 - C40
50
325
600
Toelichting bij de tabel: S T I
= Streefwaarde zoals vermeld in de Wet Bodembescherming = Tussenwaarde zoals vermeld in de Wet Bodembescherming = Interventiewaarde zoals vermeld in de Wet Bodembescherming
12 van 22
Toetsing volgens: Toepassen in oppervlaktewater (Bbk) Towabo 4.0.202 Datum toetsing: 31-05-2011 Meetpunt: M110501051 mm11s Datum monstername: 10-05-2011 Tijd monstername: 0:00:00 Beheerder: ONBEKEND X-coordinaat: 0 Y-coordinaat: 0 Maaiveld t.o.v. NAP (m): 0 Compartiment: Bodem/Sediment Laag boven (cm): 0 Laag onder (cm): 0 Gebruikte standaardisatiemethode: Bbk Gebruikte grootheid voor standaardisatie: -als org.stofgehalte : 6,40 % -als lutumgehalte : 7,30 % Parameter
hoe.
eenheid
gemeten gehalte
gestand. gehalte
oordeel
melding
% oversch.
dg dg dg dg dg dg dg dg
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg <
0,500 0,090 11,000 7,000 17,000 80,000 2,200 1,500
0,670 0,115 17,054 14,162 22,684 137,423 4,896 1,050
A <=AW <=AW <=AW <=AW <=AW <=AW <=AW
dg
mg/kg
0,490
0,490
<=AW
-
dg
mg/kg
47,000
73,438
<=AW
-
dg dg dg dg dg dg dg dg
ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg
1,000 1,000 1,000 1,000 1,000 1,000 1,000 7,000
1,094 1,094 1,094 1,094 1,094 1,094 1,094 7,656
<=AW <=AW <=AW <=AW <=AW <=AW <=AW <=AW
METALEN cadmium anorganisch kwik koper nikkel lood zink cobalt molybdeen
*
11,73 -
PAK som PAK 10 (VROM)
OVERIGE STOFFEN minerale olie GC
PCB PCB-28 PCB-52 PCB-101 PCB-118 PCB-138 PCB-153 PCB-180 som PCB 7
< < < < < < < <
* * * * * * * *
-
Aantal getoetste parameters: 18 Eindoordeel:
Vrij toepasbaar
Meldingen: * Indicatief toetsresultaat
Pagina 1 van 10
13 van 22
Toetsing volgens: Toepassen in oppervlaktewater (Bbk) Towabo 4.0.202 Datum toetsing: 31-05-2011 Meetpunt: M110501052 mm12s Datum monstername: 10-05-2011 Tijd monstername: 0:00:00 Beheerder: ONBEKEND X-coordinaat: 0 Y-coordinaat: 0 Maaiveld t.o.v. NAP (m): 0 Compartiment: Bodem/Sediment Laag boven (cm): 0 Laag onder (cm): 0 Gebruikte standaardisatiemethode: Bbk Gebruikte grootheid voor standaardisatie: -als org.stofgehalte : 4,80 % -als lutumgehalte : 7,30 % Parameter
hoe.
eenheid
gemeten gehalte
gestand. gehalte
oordeel
melding
% oversch.
dg dg dg dg dg dg dg dg
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg <
0,400 0,090 9,700 6,300 14,000 72,000 2,100 1,500
0,569 0,117 15,687 12,746 19,163 127,434 4,674 1,050
<=AW <=AW <=AW <=AW <=AW <=AW <=AW <=AW
dg
mg/kg
0,450
0,450
<=AW
-
dg
mg/kg
47,000
97,917
<=AW
-
dg dg dg dg dg dg dg dg
ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg
1,000 1,000 1,000 1,000 1,000 1,000 1,000 7,000
1,458 1,458 1,458 1,458 1,458 1,458 1,458 10,208
<=AW <=AW <=AW <=AW <=AW <=AW <=AW <=AW
METALEN cadmium anorganisch kwik koper nikkel lood zink cobalt molybdeen
*
-
PAK som PAK 10 (VROM)
OVERIGE STOFFEN minerale olie GC
PCB PCB-28 PCB-52 PCB-101 PCB-118 PCB-138 PCB-153 PCB-180 som PCB 7
< < < < < < < <
* * * * * * * *
-
Aantal getoetste parameters: 18 Eindoordeel:
Vrij toepasbaar
Meldingen: * Indicatief toetsresultaat
Einde uitvoerverslag
Pagina 2 van 10
14 van 22
Toetsing volgens: Verspreiden in zoet oppervlaktewater (Bbk) Towabo 4.0.202 Datum toetsing: 31-05-2011 Meetpunt: M110501051 mm11s Datum monstername: 10-05-2011 Tijd monstername: 0:00:00 Beheerder: ONBEKEND X-coordinaat: 0 Y-coordinaat: 0 Maaiveld t.o.v. NAP (m): 0 Compartiment: Bodem/Sediment Laag boven (cm): 0 Laag onder (cm): 0 Gebruikte standaardisatiemethode: Bbk Gebruikte grootheid voor standaardisatie: -als org.stofgehalte : 6,40 % -als lutumgehalte : 7,30 % Parameter
hoe.
eenheid
gemeten gehalte
gestand. gehalte
oordeel
melding
% oversch.
dg dg dg dg dg dg dg dg
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg <
0,500 0,090 11,000 7,000 17,000 80,000 2,200 1,500
0,670 0,115 17,054 14,162 22,684 137,423 4,896 1,050
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
dg
mg/kg
0,490
0,490
Ja
-
dg
mg/kg
47,000
73,438
Ja
-
dg dg dg dg dg dg dg dg
ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg
1,000 1,000 1,000 1,000 1,000 1,000 1,000 7,000
1,094 1,094 1,094 1,094 1,094 1,094 1,094 7,656
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
METALEN cadmium anorganisch kwik koper nikkel lood zink cobalt molybdeen
*
11,73 -
PAK som PAK 10 (VROM)
OVERIGE STOFFEN minerale olie GC
PCB PCB-28 PCB-52 PCB-101 PCB-118 PCB-138 PCB-153 PCB-180 som PCB 7
< < < < < < < <
* * * * * * * *
-
Aantal getoetste parameters: 18 Eindoordeel:
Verspreidbaar
Meldingen: * Indicatief toetsresultaat
Pagina 3 van 10
15 van 22
Toetsing volgens: Verspreiden in zoet oppervlaktewater (Bbk) Towabo 4.0.202 Datum toetsing: 31-05-2011 Meetpunt: M110501052 mm12s Datum monstername: 10-05-2011 Tijd monstername: 0:00:00 Beheerder: ONBEKEND X-coordinaat: 0 Y-coordinaat: 0 Maaiveld t.o.v. NAP (m): 0 Compartiment: Bodem/Sediment Laag boven (cm): 0 Laag onder (cm): 0 Gebruikte standaardisatiemethode: Bbk Gebruikte grootheid voor standaardisatie: -als org.stofgehalte : 4,80 % -als lutumgehalte : 7,30 % Parameter
hoe.
eenheid
gemeten gehalte
gestand. gehalte
oordeel
melding
% oversch.
dg dg dg dg dg dg dg dg
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg <
0,400 0,090 9,700 6,300 14,000 72,000 2,100 1,500
0,569 0,117 15,687 12,746 19,163 127,434 4,674 1,050
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
dg
mg/kg
0,450
0,450
Ja
-
dg
mg/kg
47,000
97,917
Ja
-
dg dg dg dg dg dg dg dg
ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg
1,000 1,000 1,000 1,000 1,000 1,000 1,000 7,000
1,458 1,458 1,458 1,458 1,458 1,458 1,458 10,208
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
METALEN cadmium anorganisch kwik koper nikkel lood zink cobalt molybdeen
*
-
PAK som PAK 10 (VROM)
OVERIGE STOFFEN minerale olie GC
PCB PCB-28 PCB-52 PCB-101 PCB-118 PCB-138 PCB-153 PCB-180 som PCB 7
< < < < < < < <
* * * * * * * *
-
Aantal getoetste parameters: 18 Eindoordeel:
Verspreidbaar
Meldingen: * Indicatief toetsresultaat
Einde uitvoerverslag
Pagina 4 van 10
16 van 22
Toetsing volgens: Verspreiden op aangrenzend perceel (Bbk) Towabo 4.0.202 Datum toetsing: 31-05-2011 Meetpunt: M110501051 mm11s Datum monstername: 10-05-2011 Tijd monstername: 0:00:00 Beheerder: ONBEKEND X-coordinaat: 0 Y-coordinaat: 0 Maaiveld t.o.v. NAP (m): 0 Compartiment: Bodem/Sediment Laag boven (cm): 0 Laag onder (cm): 0 Gebruikte standaardisatiemethode: PAF Gebruikte grootheid voor standaardisatie: -als org.stofgehalte : 6,40 % -als lutumgehalte : 7,30 % Parameter
hoe.
eenheid
gemeten gehalte
gestand. gehalte
oordeel
melding
% oversch.
dg PAF PAF PAF PAF PAF PAF dg dg
mg/kg % % % % % % mg/kg mg/kg <
0,500 0,500 0,090 11,000 7,000 17,000 80,000 2,200 1,500
0,670 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 4,896 1,050
Ja . . . . . . Ja Ja
PAF PAF PAF PAF PAF PAF PAF PAF PAF PAF
% % % % % % % % % %
0,050 0,050 0,070 0,100 0,050 0,050 0,060 0,050 0,050 0,050
0,005 0,002 0,018 0,004 0,000 0,000 0,000 0,000 0,001 0,001
. . . . . . . . . .
-
dg
mg/kg
47,000
73,438
Ja
-
PAF PAF PAF PAF PAF PAF PAF
% % % % % % %
0,001 0,001 0,001 0,001 0,001 0,001 0,001
0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000
. . . . . . .
-
0,000 0,765
Ja Ja
-
METALEN cadmium cadmium anorganisch kwik koper nikkel lood zink cobalt molybdeen
*
-
PAK naftaleen anthraceen fenantreen fluorantheen benz(a)anthraceen chryseen benzo(k)fluorantheen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen indenopyreen
< <
< < < <
OVERIGE STOFFEN minerale olie GC
PCB PCB-28 PCB-52 PCB-101 PCB-118 PCB-138 PCB-153 PCB-180
< < < < < < <
MEERSOORTEN POTENTIEEL AANGETASTE FRACTIE (msPAF) msPAF metalen msPAF org.verbindingen
PAF PAF
% %
-
Aantal parameters: 26 Eindoordeel:
Verspreidbaar
Meldingen: * Indicatief toetsresultaat Er ontbreken enkele parameters in de somparameter msPAFmet Er ontbreken enkele parameters in de somparameter msPAForg Het gemeten gehalte voor de berekening van PAF-waarden wordt weergegeven in de eenheid mg/kg en hoedanigheid dg
Pagina 5 van 10
17 van 22
Toetsing volgens: Verspreiden op aangrenzend perceel (Bbk) Towabo 4.0.202 Datum toetsing: 31-05-2011 Meetpunt: M110501052 mm12s Datum monstername: 10-05-2011 Tijd monstername: 0:00:00 Beheerder: ONBEKEND X-coordinaat: 0 Y-coordinaat: 0 Maaiveld t.o.v. NAP (m): 0 Compartiment: Bodem/Sediment Laag boven (cm): 0 Laag onder (cm): 0 Gebruikte standaardisatiemethode: PAF Gebruikte grootheid voor standaardisatie: -als org.stofgehalte : 4,80 % -als lutumgehalte : 7,30 % Parameter
hoe.
eenheid
gemeten gehalte
gestand. gehalte
oordeel
melding
% oversch.
dg PAF PAF PAF PAF PAF PAF dg dg
mg/kg % % % % % % mg/kg mg/kg <
0,400 0,400 0,090 9,700 6,300 14,000 72,000 2,100 1,500
0,569 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 4,674 1,050
Ja . . . . . . Ja Ja
PAF PAF PAF PAF PAF PAF PAF PAF PAF PAF
% % % % % % % % % %
0,050 0,050 0,080 0,090 0,050 0,050 0,050 0,050 0,050 0,050
0,011 0,005 0,047 0,006 0,000 0,000 0,000 0,001 0,001 0,002
. . . . . . . . . .
-
dg
mg/kg
47,000
97,917
Ja
-
PAF PAF PAF PAF PAF PAF PAF
% % % % % % %
0,001 0,001 0,001 0,001 0,001 0,001 0,001
0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000
. . . . . . .
-
0,000 1,133
Ja Ja
-
METALEN cadmium cadmium anorganisch kwik koper nikkel lood zink cobalt molybdeen
*
-
PAK naftaleen anthraceen fenantreen fluorantheen benz(a)anthraceen chryseen benzo(k)fluorantheen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen indenopyreen
< <
< < < < < <
OVERIGE STOFFEN minerale olie GC
PCB PCB-28 PCB-52 PCB-101 PCB-118 PCB-138 PCB-153 PCB-180
< < < < < < <
MEERSOORTEN POTENTIEEL AANGETASTE FRACTIE (msPAF) msPAF metalen msPAF org.verbindingen
PAF PAF
% %
-
Aantal parameters: 26 Eindoordeel: Meldingen:
Verspreidbaar
* Indicatief toetsresultaat Er ontbreken enkele parameters in de somparameter msPAFmet Er ontbreken enkele parameters in de somparameter msPAForg Het gemeten gehalte voor de berekening van PAF-waarden wordt weergegeven in de eenheid mg/kg en hoedanigheid dg
Einde uitvoerverslag
Pagina 6 van 10
18 van 22
Pagina 7 van 10
19 van 22
Projectcode: Projectnaam:
201292-10 kunstwerk diepenheim
Tabel 1: Samenstellingwaarden en toetsing voor grond conform Besluit Bodemkwaliteit Toetsmonster: mm11s Humus Lutum Thermisch gereinigd Datum van toetsen Datum van normen Monster getoetst als Bodemklasse monster Samenstelling monster
6,4 7,3 nee 14-6-2011 28-2-2011 partij achtergrondwaarde
Toets
Meetw
AW
WO
IND
METALEN Barium [Ba] Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn]
<=AW <=WO <=AW <=AW <=AW <=AW D<=AW <=AW <=AW
49 0,5 2,2 11 0,09 17 <1,5 7,0 80
82 0,45 6,7 26 0,12 37 1,5 17 82
236 0,90 16 35 0,65 157 88 19 116
395 3,2 85 123 3,7 397 190 49 419
PAK Anthraceen Benzo(a)anthraceen Benzo(a)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen Benzo(k)fluorantheen Chryseen Fenanthreen Fluorantheen Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen Naftaleen PAK 10 VROM
----------<=AW
<0,05 <0,05 <0,05 0,05 0,06 <0,05 0,07 0,1 <0,05 <0,05 0,49
1,5
6,8
40
GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN PCB (som 7) PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 PCB 28 PCB 52
D<=AW --------
<0,0049 0,013 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001
0,013
0,32
OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C12 - C22 Minerale olie C22 - C30 Minerale olie C30 - C40 Minerale olie C10 - C40 Minerale olie C10 - C12
---<=AW --
<20 24 <20 47 <20
122
320
OVERIG Droge stof (% m/m)
--
49
122
Pagina 8 van 10
20 van 22
Tabel 2: Samenstellingwaarden en toetsing voor grond conform Besluit Bodemkwaliteit Toetsmonster: mm12s Humus Lutum Thermisch gereinigd Datum van toetsen Datum van normen Monster getoetst als Bodemklasse monster Samenstelling monster
4,8 7,3 nee 14-6-2011 28-2-2011 partij achtergrondwaarde
Toets
Meetw
AW
WO
IND
METALEN Barium [Ba] Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn]
<=AW <=AW <=AW <=AW <=AW <=AW D<=AW <=AW <=AW
42 0,4 2,1 9,7 0,09 14 <1,5 6,3 72
82 0,42 6,7 25 0,12 37 1,5 17 79
236 0,84 16 33 0,64 153 88 19 113
395 3,0 85 117 3,7 387 190 49 407
PAK Anthraceen Benzo(a)anthraceen Benzo(a)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen Benzo(k)fluorantheen Chryseen Fenanthreen Fluorantheen Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen Naftaleen PAK 10 VROM
----------<=AW
<0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 0,08 0,09 <0,05 <0,05 0,45
1,5
6,8
40
GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN PCB (som 7) PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 PCB 28 PCB 52
D<=AW --------
<0,0049 0,0096 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001
0,0096
0,24
OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C12 - C22 Minerale olie C22 - C30 Minerale olie C30 - C40 Minerale olie C10 - C40 Minerale olie C10 - C12
---<=AW --
<20 23 <20 47 <20
91
240
OVERIG Droge stof (% m/m)
--
47
91
Toelichting bij de tabel ? < = kleiner dan de detectielimiet
Pagina 9 van 10
21 van 22
-GM <=AW <=WO <=IND >IND >AW >WO D<=AW D<=WO D<=IND D>IND D>AW D>WO
= Geen toetsnorm aanwezig = Geen meetwaarde aanwezig = kleiner of gelijk aan achtergrondwaarde = kleiner of gelijk aan wonen = kleiner of gelijk aan industrie = groter dan industrie = groter dan achtergrondwaarde er is geen wonen en industrie = groter dan wonen er is geen industrie = detectielimiet kleiner of gelijk aan achtergrondwaarde = detectielimiet kleiner of gelijk aan wonen = detectielimiet kleiner of gelijk aan industrie = detectielimiet groter dan industrie = detectielimiet groter dan achtergrondwaarde = detectielimiet groter dan wonen
Meetw: AW: WO: IND:
de gemiddelde meetwaarde van de mengmonsters (gecorrigeerde) norm voor Achtergrondwaarde (gecorrigeerde) norm voor Wonen (gecorrigeerde) norm voor Industrie
Pagina 10 van 10
22 van 22
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
BIJ JLAGE 6 Historrische infformatie e
292-10/R01 rapporrtnummer: 2012
Topografie 1995
Topografie 1989
Topografie 1977
Topografie 1966
Topografie 1955
Topografie 1937
Topografie 1927
Topografie 1910
Topografie 1898
Topografie 1830 ‐ 1850
Verken nnend (water)bo odemonderzoekk Boven Regge in Diepenheim
VERA ANTWOO ORDING G
292-10/R01 rapporrtnummer: 2012
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
Bijlage 3 Zienswijzennotitie
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim" (vastgesteld) 161
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
162 n Diepenheim" (vastgesteld)
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen va
Zienswijzennotitie bestemmingsplan “Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim”.
Gemeente Hof van Twente.
4 oktober 2011.
Zienswijzennotitie bestemmingsplan “Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim”.
Deze notitie kent de volgende opbouw. A. Zienswijzen. B. Ambtshalve aanpassingen.
A. Zienswijzen. Het ontwerpbestemmingsplan “Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim”, heeft met ingang van 7 juli 2011 gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage gelegen, overeenkomstig artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening. Ten aanzien van het ontwerpbestemmingsplan zijn binnen de daarvoor gestelde termijn de volgende zienswijzen naar voren gebracht. Hieronder treft u een weergave aan van de inhoudelijke opmerkingen, evenals de gemeentelijke reactie hierop.
1. De heer A. Wormgoor, Raadhuisstraat 22, 7478 AG Diepenheim. (gedateerd op 15 augustus 2011, ingekomen op 16 augustus 2011). Hieronder treft u een weergave aan van de inhoudelijke opmerkingen, evenals de gemeentelijke reactie hierop. Weergave zienswijze. Er wordt veel waarde gehecht aan het uitzicht op de Boven Regge. Door de aanleg van tuinen op het huidige weiland is hier niet langer sprake van. Het uitzicht is qua ligging en de verbinding met het landgoed waardevol. Het uitzicht over het weiland is het laatste stukje historie. Door het verbreden van de waterloop en het inrichten van flauwe oevers nabij Huize Diepenheim over een lengte van 500 meter gaat de landschappelijke waarde verloren. Het laatste stukje erfgoed tussen de Raadhuisstraat en het kasteel verdwijnt. Verder zijn er bezwaren tegen kunstwerken in de bestemmingen “groen” en “water”, alsmede de hoogte van de kunst(werken). Er is geen inzicht om welke kunst het gaat en de hoeveelheid kunst (intensiteit), alsmede over de beleving van kunst. Ook wordt het parkeren en de extra verkeersdrukte door de aanleg van extra wandelpaden een probleem. De tuinen en de kunstwerken zijn publiekstrekkers.
Gemeentelijke reactie. De Tuinen van Diepenheim zijn een ontwerp van landschapsarchitect en beeldend kunstenaar Herman de Vries. Vanuit zijn specifieke deskundigheid is gekeken naar een landschappelijke invulling die recht doet aan het gebied in relatie tot zijn omgeving en het historisch perspectief. Juist n de context van het historisch perspectief zijn de diverse tuinen ontworpen. Het ontwerp leidt juist tot een versterking van de landschappelijk waarden. Verder is ons niet gebleken dat het weiland, waardoor sprake is van een vrij uitzicht, onderdeel uitmaakt van het historisch perspectief. Bovendien wordt geen afbreuk gedaan aan de verbinding met Huize Diepenheim. Door de landschappelijke invulling wordt dit juist versterkt. Met betrekking tot de kunstwerken merken wij het volgende op. De kunstwerken in relatie tot de bestemming “water” hebben betrekking op infrastructurele voorzieningen, zoals bruggen, en niet op beeldende kunst. Er mogen alleen bouwwerken worden opgericht ten behoeve van de bestemming “water”, tot een hoogte van 4 meter. Binnen de bestemming “groen” mogen wel bouwwerken ten behoeve van beeldende kunst worden opgericht, doch tot een hoogte van 3 meter. In bijzondere gevallen en na een afweging van de belangen, mag beeldende kunst worden opgericht tot een hoogte van 6 meter. In beide gevallen is een Omgevingsvergunning vereist. Aangezien het binnen de bestemming “groen” om de tuinen gaat, zal beeldende kunst hieraan ondergeschikt moeten zijn. Het deelplan “De Tuinen van Diepenheim” maakt onderdeel uit van het project KunstWerk Diepenheim. Door de realisatie van het project KunstWerk Diepenheim is een toename van het verkeer te verwachten, waardoor eveneens de parkeerbehoefte zal toenemen. Voor het onderdeel Tuinen van Diepenheim, als afzonderlijk onderdeel van het project, wordt geen extra parkeerdruk verwacht. Binnen het plangebied wordt overigens voorzien in extra parkeerplaatsen langs de Raadhuisstraat, op de locatie van de aan te leggen tuinen. Op basis van een onderzoek naar de parkeerbehoefte (parkeerbalans) voor het project KunstWerk Diepenheim, waar deelplan V onderdeel van uitmaakt, is berekend dat aan de bestaande parkeercapaciteit 25 parkeerplaatsen moeten worden toegevoegd. In overleg met de bewoners zal nog worden bepaald waar en hoe in deze extra parkeerplaatsen zal worden voorzien. De zienswijze wordt niet overgenomen.
2. De heer J.H.G. Lusink, Raadhuisstraat 34, 7478 AG Diepenheim. (gedateerd op 16 augustus 2011, ingekomen op 17 augustus 2011) De heer Lusink heeft een pro forma zienswijze ingediend. Wij hebben wij een termijn gesteld voor een gedetailleerde motivatie. De nadere motivering is binnen de gestelde termijn ontvangen. Weergave zienswijze. Pro forma zienswijze. De bezwaren richten zich op de te verwachten belemmeringen, hinder en overlast voor het agrarisch bedrijf en de bedrijfsvoering. Nadere motivering. 1. Het bezwaar betreft met name het aan te leggen wandelpad langs het achtererf aan de andere zijde van De Regge. Dit levert belemmeringen op bij de vergunningverlening in verband met bedrijfsuitbreiding en/of wijzigingen in de bedrijfsvoering.
2. De aanleg van het wandelpad veroorzaakt hinder en overlast voor het agrarisch bedrijf. Het bedrijf wordt helemaal ingesloten. Bovendien zal het wandelpad intensief gebruikt gaan worden als honden uitlaatplaats. 3. Aan de overzijde van de Raadhuisstraat wordt geen pad langs de erven en achtertuinen aangelegd in verband met privacy en waardedaling. Blijkbaar geldt dit niet voor het agrarisch bedrijf. Bovendien zijn er alternatieven voor een pad. 4. Er is sprake van zeer slechte ervaringen met de kunstvereniging. Gemeentelijke reactie. 1. Door appellant is niet aangetoond op welke wijze het wandelpad belemmeringen oplevert voor de agrarische bedrijfsvoering. Hierbij zou kunnen worden gedacht aan ziektes voor het aanwezige vee. Momenteel loopt het pad langs de Boven Regge aan de zijde van het agrarisch bedrijf van appellant aan de Raadhuisstraat. Het pad is eigendom van het Waterschap Regge en Dinkel. In de voorliggende plannen wordt het wandelpad verplaatst naar de andere zijde van de Boven Regge, waardoor wandelaars niet langer de gronden en het bedrijf van appellant fysiek kunnen bereiken. Overigens moeten wij vaststellen dat in de huidige situatie nimmer is gebleken van problemen met de bedrijfsvoering door de aanwezigheid van een wandelpad. Door het wandelpad te verleggen zal er voor appellant juist een betere situatie ontstaan. De aanwezigheid en gebruik van een wandelpad is overigens geen toetsingscriterium voor het verlenen van een vergunning aan het agrarisch bedrijf. 2. Zie de reactie bij punt 1. Voor zover het wandelpad wordt gebruikt als honden uitlaatplaats zien wij niet in dat hierdoor belemmeringen voor de agrarische bedrijfsvoering ontstaat. Hetzelfde geldt voor de stellingname dat het bedrijf wordt ingesloten door een wandelpad aan de andere zijde van de Boven Regge. Overigens maakt het wandelpad langs de Boven Regge onderdeel uit van meerdere wandelpaden in dit deel van Diepenheim, die tot doel hebben de diverse thema’s met elkaar te verbinden. Dat hierdoor de bedrijfsvoering wordt belemmerd, wordt ook niet door appellant aangetoond. 3. Het wandelpad langs de Boven Regge maakt onderdeel uit van de “Tuinen van Diepenheim”. De verschillende thema’s (seringen-, vlinder- en wintertuin, maar ook de volkstuinen, het Rosarium en het Gazebo-terrein) zijn via wandelpaden met elkaar verbonden. Deze maken onderdeel uit van de wandelstructuur, zoals die is opgenomen in de “Tuinen van Diepenheim”. Aangezien achter de woningen aan de Raadhuisstraat de retentie wordt gerealiseerd, is hier geen ruimte voor een wandelpad. 4. Dit bezwaar van appellant richt zich niet op het bestemmingsplan en/of de bestemmingsplanprocedure en blijft om die reden buiten beschouwing. De zienswijze wordt niet overgenomen.
3. De fam. F. Fikkert, Raadhuisstraat 28, 7478 AG Diepenheim. (gedateerd op 10 augustus 2011, ingekomen op 17 augustus 2011). Weergave zienswijze. Bezwaar wordt gemaakt tegen het verhogen van het grondwaterpeil in verband met de aanleg van het retentiegebied. Tevens kunnen eventueel bouwwerken tot 4 meter hoog worden gebouwd. Dergelijke hoge kunstwerken vervuilen het straatbeeld. Gemeentelijke reactie. Het grondwaterpeil wordt niet verhoogd. Ten opzichte van het maaiveldniveau zal er 0,7 m buffer zijn. Dit is voldoende hoogteverschil om wateroverlast te voorkomen. Bovendien is het perceel van appellant gelegen aan de overzijde van de Raadhuisstraat. Als het
retentiegebied wordt benut voor waterberging, zal dit gemiddeld 1-2 dagen per jaar voorkomen, tot maximaal 0,7 m onder maaiveld. Daarna wordt het water vertraagd afgevoerd via de Nijenhuisleiding. Met betrekking tot de bouwwerken/kunstwerken merken wij het volgende op. De kunstwerken in relatie tot de bestemming “water” hebben betrekking op infrastructurele voorzieningen, zoals bruggen, en niet op beeldende kunst. Er mogen alleen bouwwerken worden opgericht ten behoeve van de bestemming “water”, met een hoogte van 4 meter. Binnen de bestemming “groen” mogen wel bouwwerken ten behoeve van beeldende kunst worden opgericht, tot een hoogte van 3 meter. In bijzondere gevallen en na een afweging van de belangen mag beeldende kunst worden opgericht tot een hoogte van 6 meter. In beide gevallen is een omgevingsvergunning vereist. Aangezien het binnen de bestemming “groen” om de tuinen gaat, zal beeldende kunst hieraan ondergeschikt moeten zijn. De zienswijze wordt niet overgenomen.
4. De fam. B. Wevers, Raadhuisstraat 13, 7478 AG Diepenheim. (gedateerd op 10 augustus 2011, ingekomen op 17 augustus 2011). De zienswijze is per mail van 12 september 2011 ingetrokken.
B. Ambtshalve aanpassingen Er worden geen ambtshalve aanpassingen doorgevoerd.
Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
Inhoudsopgave
Regels
3
Hoofdstuk1 Artikel 1 Artikel 2
Inleidende regels Begrippen Wijze van meten
Hoofdstuk2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6
Bestemmingsregels Groen Verkeer Water Waarde - Archeologie
7 7 8 9 10
Hoofdstuk3 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9
Algemene regels Anti-dubbeltelbepaling Algemene gebruiksregels Algemene afwijkingsregels
11 11 12 13
Hoofdstuk4 Artikel 10 Artikel 11
Overgangs- en slotregels Overgangsrecht Slotregel
14 14 15
2 n Diepenheim" (vastgesteld)
4 4 6
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen va
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
Regels
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim" (vastgesteld) 3
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
Hoofdstuk 1 Artikel 1
Inleidende regels
Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder: 1.1
plan:
het bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim van de gemeente Hof van Twente; 1.2
bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1735.DPxDeTuinenx-0001 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen*); 1.3
aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.4
aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.5
bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 1.6
bestaand:
1. het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning; 2. het onder 1 bedoelde geldt niet voorzover sprake was van strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, de voorheen geldende beheersverordening, daaronder mede begrepen het overgangsrecht van het bestemmingsplan of de beheersverordening, of een ander planologische toestemming; 1.7
bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak; 1.8
bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.9
bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; 1.10
bouwgrens:
de grens van een bouwvlak; 1.11
bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
4 n Diepenheim" (vastgesteld)
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen va
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
1.12
gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.13
gebruik:
het gebruiken, doen gebruiken en/of laten gebruiken; 1.14
openbare ruimte
rijwegen, voet- en fietspaden, groenvoorzieningen;
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim" (vastgesteld) 5
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
Artikel 2
Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1
de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2.2
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
6 n Diepenheim" (vastgesteld)
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen va
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
Hoofdstuk 2 Artikel 3 3.1
Bestemmingsregels
Groen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f. g.
groenvoorzieningen; voet- en fietspaden, alsmede toegangspaden en inritten naar omliggende bestemmingen; speelvoorzieningen; water in de vorm van waterlopen en -partijen; openbare nutsvoorzieningen; tuinen; bruggen;
Onder water worden de doeleinden voor afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater begrepen.
3.2
Bouwregels
a. Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m. 3.3
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; het bebouwingsbeeld; de verkeersveiligheid; bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: -
lid 3.2, sub b: ten behoeve van een bouwhoogte van 6 m.
3.4
Afwijken van de bestemmingsomschrijving
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; de verkeersveiligheid; bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: -
lid 3.1 ten behoeve van de aanleg van een parkeervoorziening.
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim" (vastgesteld) 7
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
Artikel 4 4.1
Verkeer
Bestemmingsomschrijving
De voor "verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wegen met een functie voor zowel het verkeer met een doorgaand karakter als de ontsluiting van aanliggende gronden; b. groenvoorziening en water; c. nutsvoorzieningen; d. bruggen; met dien verstande dat: in de bestemming die bij het wegverkeer gebruikte voorzieningen, zoals bermbeplanting, voorzieningen voor voetgangers en fietsers, en dergelijke zijn begrepen; de bestemming, afgezien van een plaatselijke verbreding of versmalling of aanleg verkeers(veiligheidsvoorzieningen) zoals een rotonde, niet voorziet in een wijziging in het aantal rijbanen of het profiel; onder water doeleinden voor afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater worden begrepen.
4.2
Bouwregels
a. Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte van andere bouwwerken, anders dan ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, ten hoogste 4 m bedraagt.
8 n Diepenheim" (vastgesteld)
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen va
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
Artikel 5 5.1
Water
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f.
5.2
waterhuishouding; verkeer in en over het water; waterlopen en -partijen; bruggen; groenvoorzieningen; voet- en fietspaden.
Bouwregels
a. Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 4 m bedraagt, met uitzondering van de hoogte van bruggen die niet meer dan 2,5 m mag bedragen. De hoogte wordt gemeten ten opzichte van de hoogte van het aangrenzende maaiveld.
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim" (vastgesteld) 9
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
Artikel 6 6.1
Waarde - Archeologie
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het herstel en behoud van archeologische waarden.
6.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte groter dan 50 m2 en dieper dan 40 cm: 1. het graven (inclusief het leggen van funderingen), ontgronden, afgraven, egaliseren, mengen, diepploegen, ontginnen en ophogen;het graven of dempen van waterpartijen en watergangen; 2. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en drainage en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; 3. het verlagen van het waterpeil in gebieden; 4. het aanbrengen of rooien van bomen en/of houtgewas, waarbij stobben worden verwijderd. b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 6.2, sub a wordt slechts verleend indien de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden niet onevenredig worden geschaad. Alvorens het bevoegd gezag de omgevingsvergunning verleend, winnen zij advies in bij een daarvoor deskundige en onafhankelijke instantie. c. De onder 6.2, sub a bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die: 1. plaatsvinden in of op gronden waarvan op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat zich ter plekke geen archeologische waarden bevinden; 2. reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan; 3. het normale onderhoud betreffen; 4. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning; 5. op archeologisch onderzoek zijn gericht; 6. plaatsvinden in of op een begraafplaats ten behoeve van het delven van graven. 6.3
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat aan de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie, deze bestemming wordt ontnomen indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
10 n Diepenheim" (vastgesteld)
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen va
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
Hoofdstuk 3 Artikel 7
Algemene regels
Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim" (vastgesteld) 11
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
Artikel 8
Algemene gebruiksregels
Onder strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijvingen, waaronder in elk geval wordt begrepen het (zelfstandig) bewonen van vrijstaande gebouwen, niet zijnde woningen.
12 n Diepenheim" (vastgesteld)
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen va
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
Artikel 9
Algemene afwijkingsregels
a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van: 1. het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven; 2. het bepaalde in het plan en toestaan dat bestemmings of bouwgrenzen worden overschreden indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft. b. De onder sub a bedoelde omgevingsvergunning mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van: de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; het bebouwingsbeeld; de brandveiligheid; de verkeersveiligheid. Bij de toepassing van deze bevoegdheid dienen onder andere effecten op het woongenot van aangrenzende percelen, de milieuhinder, de mate van verkeersaantrekking, bij de beoordeling te worden betrokken.
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim" (vastgesteld) 13
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
Hoofdstuk 4 Artikel 10 10.1
Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%. c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 10.2
Overgangsrecht gebruik
a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
14 n Diepenheim" (vastgesteld)
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen va
bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim
Artikel 11
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als 'Regels van het bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim van de gemeente Hof van Twente.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 22 november 2011.
De voorzitter,
De griffier,
.....................
.....................
bestemmingsplan "Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim" (vastgesteld) 15
Legenda
PLANGEBIED Plangebied
Bestemming(en) WA
G
Groen
V
Verkeer
WA
Water
Dubbelbestemming(en) V (br)
Waarde - archeologie
WR-A
Functieaanduiding(en) (br)
brug
VERKLARING
WA
2
°
GBKN
0
50
100 m
G
Bestemmingsplan Diepenheim, herziening Tuinen van Diepenheim WR-A Status vastgesteld
Gemeente Hof van Twente IDN.IMRO Postbus 54 NL.IMRO.1735.DPxDeTuinenx-VS10 7470 AB Goor
Datum 22 november
Schaal 1:2.500
© Gemeente Hof van Twente alle rechten voorbehouden
Formaat A3
Bladnr 1
Tel: 0547-858 585 Fax: 0547- 858 586 www.hofvantwente.nl