gemeente Eindhoven
Inboeknummer Veralagnummer Z Bladnummer t Aanutezig gr leden 8 juli 2009
Verslag voor de raad van de gemeente Eindhoven Betreft openbare vergadering van 11 juni 2009, locatie Raadzaal, Stadhuisplein 1, aanvang 14:00 uur, schorsing 19:00 uur, vervolg 20:00 uur, einde 23:00 uur. Uitnodiging aan
R. van Gijzel E.M. Abbou E.F. Azeuini Th. Beenen mw. dr. mr. G.J.M. van den
voorzitter Eindh. Nu SP LE
Aan’. Uitnodiging aan X drs. J. Verheugt X mw P.J.F.van Kessel-Jansen K.T. Kocak
mr. P.P.H.A. Leenders
Aanw.
griffier PvdA CDA CDA
PvdA
X PJ.van Liempd
PvdA
mw. drs. J.G.C.L. Breuers
GL
mw L.H. Lioe-Anjie X mw drs. M.C.T.M. List-de Roos
VVD
W.J. Burema
PvdA
M.J.A.M. van Bussel
LE
Biggelaar
PvdA
X J.L. van der Meer X P.A. Mulder X R.G.J. Reker
OAE
PvdA
E.J.H. Cols
PvdA
mw. C.B.T. v. d. Crommert
SP
X A.J.A. Rennenberg
OAE
F J.A.G. Depla
PvdA
X mw. drs. R.J.A. Richters
GL
BJ.M. Gerard mw. N.G.E.C. Habets mw. J.W.H.M. Heesterbeek-
SP
X ir. J. Rozendaal X mw. drs. M. Schreurs X J.C. Schut N.H. Stoevelaar X mr. M.C.J. Swart
VVD
LE
SP
Senders J.B. Helms
VVD
mw. H.J.M.C. van Herk
CDA
M.J. Houben
CDA
E. Isik
PvdA
mw. H.M.E. Jacobs-van
VVD
Nisselrooij J.Jansen
LPF
D66
X
VVD
X
CDA
X
PvdA
X
X Y. Torunoglu
PvdA
X
X mw W.C.F.M. Verhees X J.J.H.M. Sloots X mw M.T.W.G. Vissers dr. ir. J. Vleeshouwers
PvdA
X
CDA
X
PvdA
X
Stadspartij
X
CDA
X
mw. B.G.M.W. van Kaathoven
ChristenUnie X C.H.B. Weijs SP X mw drs. A.A. Zwierstra
VVD
X
mw M.T. Kamphorst
SP
GL
X
X J.F.A. van Zijl
verslagnummer z
Wethouders: drs. H-M. Don
mw. drs. M.C.T. Fiers
mw. drs. G.M. Mittendorff
drs. H.J.A. van Merrienboer drs. A.E.J. Brunninkhuis
gem.secr.
Afwezig met kennisgeving: de heren E.F. Azeuini, Th. Beenen, K.T. Kocak en J. Rozendaal.
verslagnummer z
Overzicht van het behandelde Opening en mededelingen 1. A. Onderzoek geloofsbrieven van mevrouw L.H. Lioe-Anjie. B. Installatie van mevrouw L.H. Lioe-Anjie als raadslid.
Akkoord. Mevrouw L.H. Lioe-
Anjie is geinstalleerd. 2. Beediging de heer T.J. van Heesch plaatsvervangend voorzitter / extern De heer T.J. van
lid Rekenkamercommissie. Heesch is beedigd.
II Jaarrekening 1. Vaststellen van het Jaarverslag en de Jaarrekening van de gemeente Eindhoven over 2008.
Voor: 41
Akkoord. De raad
heeft gesplitst gestemd over de 8 afzonderlijke beslispunten.
Beslis nnt i:
Stemming: 41 Unaniem
Beslis nnt 2:
(Zie onder voorstel). Moties JM01, JM02, JM03 en JM04 zijn
Stemming: 41
Voor: 36
PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks,
Tegen:
’leefbaar eindhoven’, D66 en ChristenUnie OuderenAppel, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn en Eindhoven Nu
ingetrokken. De accountantscommissie zal
gevraagd worden uitvoering te geven aan de moties in afstemming met het college.
Toezeggingen door
Beslis nnt 3:
wethouder drs. H-M.
Stemming: 41
Voor: 40 Tegen:
PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks,
Don (zie bijlagen).
’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, De Stadspartij, ChristenUnie en Eindhoven Nu
Toezeggingen door
Lijst Pim Fortuyn
wethouder mw. drs. M.C.T. Fiers (zie
bijlagen). Beslis ent 4:
Stemming: 41
Voor: 40
PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks,
’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66,
verslagnummer 7
De Stadspartij, ChristenUnie en Eindhoven Nu
Tegen:
1 Lijst Pim Fortuyn
Beslis unt6:
Stemming: 41
Voor: 34
PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks, D66 en
ChristenUnie Tegen:
’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn en Eindhoven Nu
Beslis unt6:
Stemming: 41
Voor: 41
Unaniem
Beslis unt 7:
Stemming: 41
Voor: 34
PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks, D66 en
ChristenUnie Tegen:
’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn en Eindhoven Nu
Beslis unt 8:
Stemming: 41
Voor: 40
PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks,
’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn, ChristenUnie en Eindhoven Nu Tegen:
Dhr. P.J. van Liempd (PvdA)
III Vaststellen van de volgorde van de agenda.
VI.12 is van de
agenda afgevoerd, ten behoeve van behandeling in commissieverband in combinatie met ACM1.
IV Benoemingen en ontheffingen van het lidmaatschap van leden in raadscommissies en voorzitters van raadscommissies. 1. Voorstel wijziging raadsleden van de fractie PvdA in de raadscommissie Akkoord (unaniem).
MZFPO. De heer F.J.A.G. Depla (Voorstel 09.R1602.037). is ontheven en
Verslagnummer 7
mevrouw L.H. Lioe-
Anjie is benoemd. Akkoord.
2. Voorstel bemensing Wmo-raad.
(Zie onder voorstel).
Voorstel:
Dhr. J.J.M. Kuster
Stemming: 41
MsM is benoemd als voorzitter. Mw. drs. E.P.M. van Bree-
Voor: 39
PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks,
Tegen:
’leefbaar eindhoven’, D66, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn, ChristenUnie en Eindhoven Nu Dommels is benoemd als vice-voorzitter. OuderenAppel Dhr. mr. M.H.J.
Kaarsgaren, dhr. ir. J.
Kuipers en mw. drs. F.P. Koning-v.d. Berg
van Saparoea zijn benoemd als lid.
V Vragenhalfuur ex artikel 44 van het Reglement van orde van de raad. partij
Onderwerp
Beantwoord door:
D66
Philipspaviljoen op Strijp S
Wethouder mw. drs. M.C.T.
VVD
Het Philipspaviljoen van Le Corbusier op Strijp- S
Wethouder mw. drs. M.C.T.
Fiers
Fiers
Vl Onderwerpen waarover geen of nauwelijks discussie wordt verwacht om tot besluitvorming te komen. 1. Voorstel tot het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Strijp binnen de Ring 2007. (Voorstel 09.R2999.001).
Voorstel:
Stemming: 41
Voor: 40
PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks,
’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, De Stadspartij, ChristenUnie en Eindhoven Nu Tegen:
Lijst Pim Fortuyn
2. Voorstel nieuwe inzamelorganisatie Eindhoven, Geldrop-Mierlo en Valkenswaard.
Akkoord. (Zie onder voorstel).
Verslagnummer 7
(Voorstel 09.R3008.001).
Akkoord (unaniem).
3. Voorstel tot het wijzigen van de Subsidieverordening gemeente
Akkoord.
Eindhoven 2008.
(Zie onder voorstel).
(Voorstel 09.R3060.001).
Voorstel:
Stemming: 41
Voor: 40
PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks,
’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, De Stadspartij, ChristenUnie en Eindhoven Nu Tegen:
Lijst Pim Fortuyn
4. Voorstel met nadere toelichting tot het instellen van een parkeerfonds Akkoord (unaniem). (reserve en voorziening parkeren). (Voorstel 09.R3064.001).
5. Voorstel tot het wijzigen van de Bouwverordening gemeente Eindhoven. Akkoord (unaniem). (Voorstel 09.R3065.001).
6. Voorstel inzake de begroting 2010 van het Samenwerkingsverband Regio Akkoord (unaniem). Eindhoven (SRE). (Voorstel 09.R3066.001).
7. Voorstel tot het vaststellen van het wijzigingsvoorstel convenant regionale samenwerking stedelijk gebied Eindhoven.
Akkoord (unaniem).
(Voorstel 09.R3068.001).
8. Voorstel met nadere toelichting tot het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Kerkdorp Acht 2007.
Akkoord. (Zie onder voorstel).
(Voorstel 09.R3069.001).
Voorstel:
Stemming: 41
Voor: 40
PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks,
’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, De Stadspartij, ChristenUnie en Eindhoven Nu Tegen:
Lijst Pim Fortuyn
9. Voorstel tot het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Goederendistributiecentrum Acht 2007. (Voorstel 09.R3070.001).
Akkoord (unaniem).
verslagnummer 7
10.Voorstel tot het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Kapelbeemd-Acht 2007.
Akkoord (unaniem).
(Voorstel 09.R3071.001).
11.Voorstel met nadere toelichting inzake nieuwe beheersystematiek cultureel gemeentelijk vastgoed.
Akkoord (unaniem).
(Voorstel 09.R3073.001).
12.Voorstel betreft ontwikkelingen Kunst en cultuur 2009, Stichting De
Negende. (Voorstel 09.R3081.001).
13.Voorstel met nadere toelichting betreft Nota Jongerenwerk. (Voorstel 09.R3084.001).
Afgevoerd van de agenda. (Zie agendapunt III). Akkoord. Amendement A2 is
aangenomen. Voorstel:
(Zie onder voorstel).
Stemming: 41
Voor: 40
PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks,
’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, De Stadspartij, ChristenUnie en Eindhoven Nu Tegen:
Lijst Pim Fortuyn
Amendement A2:
Stemming: 41
Voor: 34 Tegen:
PvdA, SP, VVD, GroenLinks, ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, De Stadspartij, ChristenUnie en Eindhoven Nu CDA en Lijst Pim Fortuyn
Vil Onderwerpen waarover discussie wordt verwacht alvorens tot besluitvorming te komen. 1. Voorstel met nadere toelichting Plaza Futura naar Strijp S. (Voorstel 09.R3093.001).
Stemming: 41
Voor: 29 Tegen:
Akkoord. Amendement A1 is
aangenomen en amendement A3 is
Voorstel:
verworpen. PvdA, CDA, VVD, GroenLinks, ChristenUnie en Eindhoven Nu
12 SP, ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, De Stadspartij en Lijst Pim Fortuyn
Amendement A1:
(Zie onder voorstel).
verslagnummer z
Stemming: 41
Voor: 40
PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks,
’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, De Stadspartij, Lijst Pim Fortuyn, ChristenUnie en Eindhoven Nu
Tegen:
1 D66
Amendement A3:
Stemming: 41
Voor: 12 Tegen: 29
SP, ’leefbaar eindhoven’, OuderenAppel, D66, De Stadspartij en Eindhoven Nu PvdA, CDA, VVD, GroenLinks, Lijst Pim Fortuyn en
ChristenUnie
Vlll Actuele moties. AcM1. PvdA, GroenLinks, VVD Kunstlicht in de Kunst
Ingetrokken (zie agendapunt III).
IX Burgerinitiatief. 1. Vestiging van levensloopbestendige woonruimte in "De Laak" voor senioren uit Tongelre binnen de Ring, waarbij ’De Ronde" de gewenste sociaal, culturele voorzieningen verzorgt.
X Raadsinformatiebrieven ter kennisname.
Wordt behandeld in de cie MMVP.
Akkoord.
XI Ingekomen stukken. Voorgesteld wordt de stukken onder A voor kennisgeving aan te nemen. A1.Brief van Sector Openbare Ruimte Verkeer en Milieu aan mevrouw S.M.J. Akkoord. Pietersen-Zwijnenberg te Eindhoven, brief d.d. 19 maart 2009. Inzake luchtkwaliteit Scholenboulevard Sterrenlaan te Eindhoven. A2.De heer F. Hoedemakers te Eindhoven, brief d.d. 8 april 2009. Inzake: Rekkelijk. (09ink10042).
Akkoord.
A3. Bezorgde inwoner te Deurne, brief d.d. 20 april 2009. Inzake verzoek Eindhoven te verklaren tot ggo-vrije gemeente (ggo =
Akkoord.
genetisch gemanipuleerd organisme).
verslagnummer z
A4.Dhr. W. van Rijen, voorzitter proNL, brief d.d. 2 mei 2009. Akkoord. Inzake proNL wil de waakhond zijn voor het politieke beleid in Nederland en Europa.
(09ink12555).’ A5.Vereniging van Nederlandse Gemeenten te den Haag, brief d.d. 7 mei 2009.
Akkoord.
Inzake vacatures bestuurlijke organisatie VNG. (09ink13108). Akkoord. A6.Centrum Kunstlicht in de Kunst te Eindhoven, brief d.d. 25 mei 2009. Betreft oproep financiele steun voor het museum Centrum Kunstlicht in de Kunst om het museum te kunnen laten voortbestaan.
XII Sluiting.
Verslagnummer y
verslagnummer z
Verslag uan het gesprokene
Opening en mededelingen Voorzitter: Ik verzoek de leden hun plaatsen in te nemen. Ik heet eenieder welkom en open de vergadering. Dat kan ik doen, omdat we 23 leden op dit ongebruikelijke moment aanwezig hebben. Dat is ruimschoots. Ik zou u willen verzoeken om even een moment stilte te betrachten om het werk
dat wij met elkaar gaan verrichten te overdenken. (Stilte] Ik dank u wel.
Gasten van de raad, waaronder ook de leden van de Vereniging van Coffeeshophouders, andere aanwezigen en natuurlijk de kijkers thuis, van harte welkom.
Ik begin met berichten van verhindering die zijn binnengekomen van mijnheer Rozendaal in verband met werkomstandigheden. De volgende personen hebben te kennen gegeven dat zij later aanwezig zullen zijn. Dat zijn mijnheer Weijs, mevrouw Breuers, mevrouw Van Kaathoven, mevrouw Van den Crommert, mijnheer Gerard en mijnheer Kocak. Voorzitter: Mevrouw Heesterbeek.
Mevrouw Heesterbeek: Mijnheer de voorzitter, volgens mij komt mevrouw Van den Crommert helemaal niet en mijnheer Azeuini zal er ook niet zijn. Voorzitter: Geen van beiden komen? Mevrouw Heesterbeek: Nee.
De heer Van Bussel: Mijnheer Beenen is bezig om het horecabeleid in Spanje te testen. Hij is met een speciale opdracht bezig. (Ge/ach] Voorzitter: Mevrouw Van den Biggelaar.
Verslagnummer y
Mevrouw Van den Bj elaar: Ik heb net bericht gekregen dat mevrouw Vissers en mijnheer Swart onderweg zijn en mijnheer lsik en mijnheer Torunoglu zullen later komen. Voorzitter: Oke. Mijnheer Leenders.
De heer Leenders: Mijnheer Sloots zal een uurtje later zijn, voorzitter.
Voorzjtter: Hier is allemaal kennis van genomen. Mevrouw Breuers : Moet ik zeggen dat ik er al ben?
Voorzitter: Ook goed. Mevrouw Breuers heeft niets gemist. Behalve dat mijnheer Beenen nu een speciale opdracht heeft. We zien wel graag een verslag van hem
tegemoet. 1.1.A Onderzoek geloofsbrieven van mevrouw L.H. Lioe-Anjie Voorzjtter: We starten met de installatie van een nieuw raadslid voor de PvdA-
fractie, mevrouw Lioe-Anjie. Daarna installeren we mijnheer Van Heesch als vicevoorzitter van de Rekenkamercommjssje. Zoals u weet hebben wij hem de vorige keer al benoemd, maar toen was hij zelf niet aanwezig. Vandaar dat wij vandaag de installatie doen en ik zou graag het woord aan mevrouw Habets geven, maar ik kan ook het woord aan mevrouw Breuers geven, nu u er bent. Ik weet niet hoe u de rolverdeling had gedacht. Mevrouw Habets voor de geloofsbrieven. Mevrouw Habets: Dank u wel voorzitter.
Onze commissie, belast met het onderzoek van de geloofsbrief van het op 11 mei 2009 benoemde raadslid mevrouw Lioe-Anjie, heeft de geloofsbrief onderzocht en in orde bevonden. Ze adviseert de benoemd verklaarde toe te laten als lid van de gemeenteraad. Was getekend: mevrouw Breuers, mijnheer Depla en
ondergetekende. Voorzjtter: Oke, dank u wel.
1.1.8 Installatie van mevrouw L. H. Lioe-Anjie als raadslid. Voorzitter: Dan gaan we nu over tot de installatie. Ik zou graag mevrouw Lioe uit willen nodigen naar voren te komen. (De voorzitter neemt plaats voor het katheder en de raadsleden gaan staan.J
verslagnummer z
"Ikverklaaren beloofdatik,om totlidvandegemeenteraadbenoemd teworden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven ofbeloofd. Ik verklaar en beloof dati I; om ietsi n di t ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk, enig geschenk of enige belofte heb aangenomen ofzal aannemen. Ik verklaar en beloofdatikgetrouw zal zij n aan de grondwet, datik de wetten zal nakomen en datikmijn plichten als lid van de gemeenteraad naar eer en geweten zal vervullen". Mevrouw Lioe: Dat verklaar en beloof ik.
Voorzitter: Ik feliciteer u van harte als nieuw lid van de gemeenteraad van Eindhoven. (Applaus J
Voorzitter: Het is gebruikelijk dat uw nieuwe collega’s u feliciteren, maar omdat wij nog een beediging hebben, verzoek ik u om nog even plaats te nemen. Voorzitter: Mijnheer Van Heesch.
1.2 Beediging van de heer T.J. van Heesch plaatsvervangend voorzitter/extern lid Rekenkamercommissie (/Vlij nheer Van Heesch komt naar voren en de voorzitter leest de tekst van de eed voor.j "Ik verklaar en beloof da ti k, om tot li d van de Rekenkamer benoemd te worden,
rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven ofbeloofd. Ik verklaar en beloof do tik, om ietsi n di t ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk, enig geschenk of enige belofte heb aangenomen
ofzal aannemen. Ik verklaar en beloofdatikgetrouw zal zij n aan de grondwet, datik de wetten zal nakomen en datik mijn plichten als lid van de Rekenkamer naar eer en geweten zal vervullen". De heer Van Heesch: Dat verklaar ik.
Voorzitter: Daarmee bent u officieel geinstalleerd als lid van de Rekenkamer. Gefeliciteerd. (Applaus J
Om beiden even te kunnen feliciteren, schors ik de vergadering voor een vijftal minuten. (Schorsing en felicitaties voor mevrouw Li oe en mijnheer Van Heesch J
Voorzitter: Ik heropen de vergadering en verzoek de leden hun plaatsen in te nemen. Ik neem even met u, als het college dat ook kan, de vergaderorde door. De
Verslagnummer 7
vergadering van vandaag bestaat uit twee delen. Het eerste deel gaat over de jaarrekening en alle stukken die daarbij horen. Het tweede deel is de reguliere agenda, zoals u die heeft toegezonden gekregen. Misschien is het verstandig om even te zeggen: we hebben als presidium net vergaderd en nadere afspraken gemaakt met betrekking tot de behandeling van het aanvalsplan inzake de kredietcrisis. Het voorstel van mevrouw Breuers van GroenLinks was om dat te behandelen in samenhang met de kadernota. Het presidium stelt u het volgende voor: de overweging van mevrouw Breuers te honoreren en te besluiten om op 22 en 23 juni het Aanvalsplan Kredietcrisis te betrekken bij de commissiebehandeling BEZ, alsmede het stuk te behandelen in de raadsvergadering over de Kadernota van 30 juni a.s. Kunt u zich daarin vinden? Dan is dit besluit nu definitief.
We gaan de jaarrekening behandelen en daarna, zoals ik gezegd heb, rond 17.00 uur de rest van de agenda. De jaarrekening. Zoals u weet is door het waarderingsvraagstuk van het netwerk van de NRE enige vertraging opgetreden en daardoor zijn we verschoven in de periode zoals we die oorspronkelijk hadden gepland. Daarvoor natuurlijk excuus, maar dat is ook een beetje overmacht.
Het conceptverslag en de conceptjaarrekening heeft u reeds besproken in de commissie van 25 en 26 mei jl. Dat heeft geleid tot een aanvullend stuk op afgelopen maandag. Er zijn op verschillende onderwerpen schriftelijke reacties gegeven. Er is dus ÃćâĆňâĂİ en dat begrijpen we ook ÃćâĆňâĂİ onder grote tijdsdruk gewerkt, zowel
vanuit de zijde van het college als van de raad. U heeft zich op korte termijn moeten voorbereiden. Afgelopen dinsdag heeft men zich in de commissie Algemene Zaken gebogen over het raadsvoorstel met betrekking tot de jaarrekening en het definitieve verslag van de accountant. Dit in aanwezigheid van de accountant en de adviseurs van Boer R Croon. U zult begrijpen dat dit ook door omstandigheden een eenmalige gebeurtenis is en we zullen hopen dat we die niet vaak opnieuw zullen tegenkomen. Vanmiddag gaan de beraadslagingen over de volgende stukken:
Het raadsvoorstel zoals u dat ontvangen heeft, inclusief de daarbij behorende toelichting Het concernverslag inclusief de daarbij behorende bijlagen De concernrekening Verslag van de bevindingen van de accountant en de Eindhovense Stadsmonitor In overleg met het presidium zijn de spreektijden als volgt bepaald. Ze zijn eerst door het presidium en daarna door loting vastgesteld. Dat betekent dat de VVD-
verslagnummer 7
fractie 7 minuten heeft, LPF 4,5; ChristenUnie 4,5; SP 7 leefbaar eindhoven’ 5,5; OuderenAppel 5; De Stadspartij 4,5; Eindhoven Nu 4,5; PvdA 10,5; GroenLinks 5,5; D66 4,5 en CDA 7,5. Het college krijgt de helft van de spreektijd.
De volgorde van de behandeling is als volgt. Allereerst is de raad in de eerste termijn aan de beurt. Daarna volgt een korte pauze, waarna het college de beantwoording doet. Dit wordt weer gevolgd door een korte pauze; dan volgt de raad voor de tweede termijn met al dan niet een besluitvorming van het college daarop en als afronding de besluitvorming.
II Jaarrekening Voorzitter: Tot zover alle mededelingen. Ik stel voor dat we met de behandeling gaan beginnen. Graag wil ik het woord geven aan mevrouw Zwierstra namens de VVD-fractie.
Mevrouw Zwierstra: Voorzitter, dank u wel. Voorzitter, de laatste jaarrekening die wij met dit college bespreken kent een nadelig resultaat van ruim 70 miljoen. Ongekend. Het is in Eindhoven sinds 1991 niet voorgekomen dat de jaarrekening een negatief resultaat had. Wij raden het college aan eens te praten met onze gemeentelijke medewerkers die zo druk bezig zijn met aanbieden van trajecten voor schuldhulpverlening. Met name het onderdeel budgetbeheer lijkt ons een aanrader.
Eerlijk is eerlijk; voor een deel van het enorme bedrag van 70 miljoen kan het college niet verantwoordelijk gehouden worden. De afwaardering op NRE en Obragas was niet te voorzien. Als gemeenteraad hadden we destijds gedacht 260 miljoen te verdienen aan NRE waarvan we 100 miljoen hebben vastgezet. Deze 100 miljoen verdampt nu gedeeltelijk. Dat betekent dat we gelukkig nog steeds verdiend hebben aan de verkoop van NRE, maar helaas minder dan we hoopten en ook minder dan waarvoor de bedrijven in de boeken stonden. Dat is jammer. Wat meer dan jammer is, is dat de structurele gevolgen van het hele NRE-verhaal naar verwachting wellicht 10 miljoen slechter zullen uitvallen dan we tot voor kort aannamen. Hier zullen we bij de kadernota uitgebreid op terug komen.
Terug naar het budgetbeheer dat, zoals uit deze jaarrekening blijkt, bij het college niet op orde is en nodig bijscholing behoeft. De VVD concludeert het volgende: er wordt slecht begroot; de raad heeft te weinig controle en er wordt te weinig uitgevoerd. We constateren met Ernst R Young dat er wederom grote verschillen zijn tussen de oorspronkelijke en definitieve begroting en tussen begroting en realisatie.
verslagnummer z
Het college voert forse begrotingswijzigingen door, zonder dat het voor de raad duidelijk is wat het totale effect hiervan is. Om haar controlerende taak goed uit te voeren, moet de raad vier keer per jaar een actueel overzicht krijgen met alle door het college goedgekeurde begrotingswijzigingen, de relatie met het door de raad goedgekeurde beleid en de overall effecten voor de lopende begroting. Hiervoor zal de VVD een motie indienen. Ook is het voor het kunnen uitvoeren van onze controlerende taak belangrijk dat we eerder kennis kunnen nemen van collegebesluiten. Waarom kunnen wij deze niet drie werkdagen na de collegevergadering, bijvoorbeeld per e-mail, ontvangen? Nu ontvangen we ze vaak pas een maand later als mosterd na de maaltijd. Ook hiertoe dienen wij een motie in. Daarnaast blijkt er een enorm gat te zitten tussen ambitie, beleid en uitvoering. Als we de jaarrekening en de Stadsmonitor bekijken, valt het de VVD op dat er op heel veel terreinen weinig of geen voortgang is geboekt. Wij noemen bijvoorbeeld het
evenementenbeleid, het horecabeleid, het parkeerbeleid, citymarketing, cultuurbeleid, uitvoering woningbouwafspraken en uitvoering krachtwijken. Ik heb mijn oude bijdragen er nog eens op nageslagen en ik zou dit jaar een eind gekomen zijn met die van vorig jaar. Bovendien blijkt dat veel zaken die wel in gang zijn gezet of uitgevoerd en waar u zichzelf een ’groen’ voor geeft, niet zozeer door uw inspanningen komen, maar door externe factoren. Stijging van arbeidsparticipatie en een daling van de jeugdwerkloosheid lijken ons vooral een gevolg van lokaal regeren in een hoogconjunctuur. U geeft een ’geel’ terwijl in 2008 werkelijk nog geen resultaten bereikt zijn, zoals bij maatschappelijke zorg en verslavingszorg. Die ’geel’ staat er, omdat u verwacht in 2009 resultaten te gaan boeken. Voor ons is dat dan gewoon een ’rood’. Ik ben het met u eens dat resultaat telt, maar het zou u sieren als u deze nuance in uw toelichting had aangebracht. Zoals we in diverse commissies al hebben aangegeven: dank voor het ’groen’ die u ons als raad geeft, maar over het ’groen’ dat u uzelf als college geeft, denken wij heel anders.
Van de zaken die wel uitgevoerd zijn, blijkt uit de Stadsmonitor dat de effectiviteit niet altijd even groot is. Zo blijkt uit de cijfers op pagina 25 dat het gebruik van het openbaar vervoer niet is toegenomen. Wij besteden dus ter stimulering veel geld aan gratis openbaar vervoer voor verschillende doelgroepen, terwijl dat niet het gewenste effect heeft. Zo jammer. Ook de controle op de cijfers laat te wensen over, zoals bij de hulp in de huishouding en het collectief vraagafhankelijk vervoer. Nergens wordt inzichtelijk gemaakt hoeveel iets gekost heeft en wat het ons opgeleverd heeft. Wat ons betreft
verslagnummer z
is dit een omissie in de stukken, die overigens op zichzelf wel steeds beter leesbaar en begrijpbaar worden. Onze complimenten daarvoor.
Vervolgens de personeelskosten, uit de jaarrekening blijkt dat ze wederom sky high zijn. In het bijzonder de kosten voor inhuur. Wat de VVD betreft moet het maken van extra kosten hand in hand gaan met extra resultaten. Meer uitgeven en dan nog niet realiseren watje wil, kan gewoon niet. Bij de Algemene Beschouwingen komen wij hier verder op terug. In de commissiebehandeling hebben we heel vaak gehoord dat iets komt, dat de zaken in gang zijn gezet, subsidie is binnengehaald et cetera. Waar de ene wethouder de Stadsmonitor noemt als toets voor de uitvoering en het resultaat van beleid, raakt de ander geagiteerd als hij/zij wordt aangesproken over gebrek aan resultaat in de Stadsmonitor. Overigens zijn wij blij dat onze motie om die Stadsmonitor als onderdeel van de planning & control cyclus jaarlijks uit te brengen, daadwerkelijk is uitgevoerd. Ik moet er niet aan denken dat we deze gegevens pas volgend jaar gekregen hadden.
Wij zien dat de uitgaven 55 miljoen achterblijven op de uiteindelijke begroting, wat betekent dat u geld dat is begroot voor de uitvoering van beleid, niet uitgegeven krijgt. U maakt uw belofte dus niet waar. Binnen uw mandatering schuift u jaarlijks vele miljoenen aan nog niet uitgegeven gelden door naar volgend jaar. Dit jaar gaat het om ruim 20 miljoen. Hoewel u handelt binnen het mandaat dat u heeft gekregen, is de VVD niet gelukkig met het schuiven van zulke grote bedragen. In een motie vragen wij daarom met een voorstel te komen tot aanpassing van deze mandaatregeling. De VVD is van mening dat u, die zichzelf keer op keer bestempeld heeft als uitvoeringscollege, veel minder uitvoert dan u beloofd heeft. Met veel mooie woorden wordt de raad met een kluitje in het riet gestuurd.’Heus we zijn bezig; het komt echt; wacht nou nog even af’. Wie weet blijkt volgend jaar dat het college in haar laatste jaar alle achterstanden heeft ingehaald. Hoewel resultaten uit het verleden geen garantie voor de toekomst geven, is de VVD bang dat dit helaas niet het geval zal zijn en we dus nu al het eerste bespreekpunt voor de behandeling van de volgende jaarrekening met een volgend college hebben.
Dat het college letterlijk te weinig uitvoert is een, maar dat de controle op die uitvoering binnen de huidige systematiek niet meer dan minimaal kan zijn, is minstens net zo zorgelijk - om met de regels voor budgetbeheer te spreken: een aandachtspunt. Het is essentieel te weten wat je uit zou geven, wat je uitgegeven hebt en waar de verschillen zitten. Vandaar dat de VVD middels een laatste motie
oproept om in de jaarrekening voortaan inzichtelijk te maken welk deel van de afwijkingen van de begroting het gevolg is van het achterblijven van uitvoering en welk deel het gevolg is van besparingen, gewijzigd beleid en invloeden van buitenaf. De stad heeft hier recht op om bij de verkiezingen een goed oordeel te
verslagnummer z
kunnen geven over het beleid dat zowel de coalitie als de oppositie de afgelopen jaren gevoerd hebben. Overigens worden al onze moties medeondertekend door D66.
Zoals u weet zijn wij van het ’praktische’. Wat ons betreft kunnen motie 1 en motie 4 ook gecombineerd worden in de bestaande tussenrapportages, aangevuld met een extra balansmoment halverwege het jaar. Omdat dit uitvoering betreft, gaan wij hier als raad strikt genomen niet over en moeten wij dit dus aan u, als college, overlaten. Ik begrijp de ironie van deze laatste opmerking en ik hoop u ook. Dank u wel. Voorzitter: Het woord is nu aan mijnheer Reker van Lijst Pim Fortuyn.
De heer Reker: Voorzitter, dank u wel. Ik sta voor een onmogelijke opgave om in 4,5 minuut de zienswijze van mijn fractie weer te geven betreffende de jaarrekening over 2008. Al met al een stapel papier van meer dan 900 pagina’ s. De heer Van Bussel: Voorzitter?
Voorzitter: Mijnheer Van Bussel.
De heer Van Bussel: Mijnheer Reker, ik heb in vier commissies uw collega’s horen zeggen: ’Wij zeggen er nu niets over. We zijn voor een behandeling en mijnheer Reker zal het hele verhaal naar voren brengen in de raad.’ Per commissie zaten er twee personen aan tafel die geen lid van de raad zijn. Dat het ons% 1.000,ÃćâĆňâĂİ kost is
nog tot daaraan toe. Zij zeggen dan niets en nu klaagt u over tijd die u tekort komt. Ik vind dat toch wel een aantijging. Benut dan uw tijd. Voorzitter: Mijnheer Reker.
De heer Reker: Voorzitter, het is waar dat ik er die commissievergadering niet was. Ik had die vergadering wel voorbereid. Ik ben natuurlijk maar alleen. Ik had dringende privezaken waardoor ik niet bij de commissievergadering aanwezig kon zijn. Ik heb de afweging gemaakt om daar verstek te laten gaan en vandaag mijn verhaal te houden. Voorzitter: Mevrouw Van den Biggelaar.
Mevrouw Van den Bi elaar: Mijnheer Reker, ik heb die bewuste commissieleden, waar mijnheer Van Bussel het over heeft, toch duidelijk horen zeggen dat zij er op dat moment geen behoefte aan hadden om een inhoudelijk oordeel over deze jaarrekening te geven. U werd dus niet verontschuldigd. Nu vertelt u een heel ander verhaal dan die twee commissieleden destijds.
Verslagnummer 7
Voorzitter: Ik denk niet dat we hier een uitvoerige discussie over moeten houden. Mijnheer Reker geeft nu een toelichting op zijn perceptie van wat de oorzaak was. Ik denk dat hij daarmee voldoende antwoord heeft gegeven. U kunt uw betoog vervolgen. De heer Reker: Voorzitter, ik vind het in ieder geval knap dat zij na anderhalve regel al zoveel commentaar kunnen geven. Maar goed, ik ga even door. Al met al een stapel papier van meer dan 900 pagina’ s. U begrijpt dat ik een keuze heb moeten maken. "Het jaar 2008 was een goed jaar voor Eindhoven". Zo luidde het persbericht dat eind april tegelijkertijd met de jaarcijfers werd vrijgegeven. Was het wel zo’n goed jaar voor onze stad? Een beetje voorbarig was dit bericht wel, omdat er toen nog geen duidelijkheid was omtrent de financiele situatie betreffende NRE. Bange vermoedens dat het niet goed zat, waren er in het voorjaar van 2008 al, maar volgens het persbericht was het dus een positief jaar voor Eindhoven. De zelfgenoegzaamheid straalt van dit college af. U zult zeggen: mooi toch? De realiteit is totaal anders.
Laat ik eens beginnen bij ’inhuur derden’. Het bedrag voor ’inhuur derden’ van 2005 en respectievelijk 2006 werd in 2007 in een klap verdubbeld naar 22 miljoen euro per jaar. In de optiek van Lijst Pim Fortuyn en gezien de geschiedenis van deze balanspost vond mijn fractie dat veel te veel. Op 24 juni 2008 heb ik met steun van de lokale partijen nog een motie ingediend om dit bedrag terug te brengen naar 6 miljoen euro per jaar. Deze motie heeft het niet gehaald. Dat moge duidelijk zijn. Voor 2008 werd er voor deze post ’inhuur derden’ 15 miljoen euro begroot. De jaarcijfers laten echter weer een verdubbeling zien van bijna 30 miljoen euro. Voorzitter, waar ligt die grens? Of doen wij in dit college, in navolging van het kabinet in Den Haag, ook niet aan grensbewaking. Een ander punt van onze zorg is de financiering van NRE en ObN-NetH. Er moet door de fatale handelingen van splitsing en verkoop van het eens zo gezonde energiebedrijf voorlopig 63,6 miljoen euro terugvloeien naar deze bedrijven. Of dat genoeg zal zijn, is nog maar zeer de vraag. Het totale boekhoudkundige verlies van dit avontuur door herwaardering van het netwerk bedraagt 142 miljoen euro. De fatale handelingen die eraan vooraf gingen, kan ik dit college niet kwalijk nemen. Wel kan ik dit college verwijten dat zij uiterst royaal en onzorgvuldig met de verkregen miljoenen van de NRE zijn omgesprongen. Dit terwijl zij al vroegtijdig op de hoogte waren van het feit dat het niet goed ging met de omstreden NREtransacties. Het wensenmandje werd overvol geladen. Daar heeft niet alleen het college, maar ook de meerderheid van deze gemeenteraad, mee ingestemd. Zoals het er nu uitziet zullen wij de komende jaren interen op het eigen vermogen, tenzij wij de lasten voor de Eindhovense burgers drastisch gaan verhogen.
verslagnummer z
Voorzitter: Mevrouw Van den Biggelaar.
Mevrouw Van den Bi elaar: Mijnheer Reker, moet ik uit uw woorden opmaken dat u vindt dat bijvoorbeeld de investeringen in het groenonderhoud, aanleg van fietspaden en een regeling voor chronisch zieken en gehandicapten, geld over de balk smijten is? Ik vind dat verantwoord maatschappelijk investeren in onze stad en daar hebben onze bewoners ook echt de voordelen van gehad. Voorzitter: Mijnheer Reker.
De heer Reker: Voorzitter, mevrouw Van den Biggelaar noemt allerlei belangrijke zaken op. Ik weet dat zij, zodra ik het woordje ’wensenmandje’ noem, geirriteerd is, maar daar kan ik ook niets aan doen. Belangrijke zaken voor Eindhoven moeten bekostigd kunnen worden uit de normale begroting van de gemeente Eindhoven en niet alleen door die NRE-gelden, want die zijn op.
Mevrouw Van den Bi elaar: Voorzitter? Voorzitter: Mevrouw Van den Biggelaar.
Mevrouw Van den Bi elaar: Ik wens te constateren, mijnheer Reker, dat u geen alternatieve begroting heeft aangedragen. Ik constateer dat u het onverantwoord vindt. Daarmee zegt u dat u het onverantwoord vindt dat die maatschappelijke investeringen gedaan zijn. Dat is duidelijk. Voorzitter: Mijnheer Reker.
De heer Reker: Het lijkt onze fractie niet de juiste weg om de belasting voor de Eindhovense burgers te verhogen.
Voor wat betreft het eigen vermogen kunnen wij zien dat de gemeente Eindhoven, alleen al in het jaar 2008, 112 miljoen euro heeft ingeteerd. Dat absurd hoge bedrag van 21 /o van ons eigen vermogen is niet in zijn totaliteit toe te schrijven aan het NRE-avontuur. Mijn fractie vind dit zeer verontrustend, temeer omdat wij allen in een wereldwijde economische depressie zitten. Met andere woorden: dit mogen wij nooit meer laten gebeuren. Wellicht mag ik aan het einde van mijn betoog nog een wens uitspreken. Een wens die niet gericht is aan het college, maar aan de raadsfracties. Laten wij allen na de volgende gemeenteraadsverkiezingen niet bezuinigen op het aantal wethouders, want u ziet dat dit averechts werkt. Door de werkdruk van het college in de vijfde stad van Nederland is het aantal van slechts vier wethouders vragen om problemen. Dank u wel.
verslagnummer z
Voorzitter: Dank u wel. Dan is nu het woord aan mijnheer Jansen van de ChristenUnie. De heer Jansen: Voorzitter, dank u wel. Ik was een beetje verrast, omdat ik als vierde spreker opgevoerd zou worden, maar een plaatsje stijgen wil iedereen.
Geachte raad, geacht college, voorzitter. Niet op alle terreinen zijn de doelen bereikt en niet alles is binnen het budget gebleven, maar de positieve toon overheerst. Daarvoor onze complimenten. Terugkijkend op 2008 verdient het college, wat de ChristenUnie betreft, een compliment voor de realisatie. In al het financieel ’gesomber’ moeten we wel vaststellen dat velen van ons overvloed ervaren. Het zij hier maar gezegd: wij zijn God dankbaar voor mogelijkheden en kansen en dankbaar voor een stabiel en competent bestuur in deze uitdagende stad in het voorbije jaar 2008. Dit houdt niet in dat we het met alles eens zijn, maar we hebben onze inbreng op democratische wijze kunnen leveren. Inmiddels weten we dat 2009 een heel ander beeld laat zien. De tering moet naar de nering gezet worden. We komen daar zeker over te spreken in de Algemene Beschouwingen en bij de kadernota. In de commissiebesprekingen van het concernverslag hebben we onze complimenten en onze pijnpunten benoemd en alvast vooruitlopend op de nieuwe werkwijze, waar wij als kleine fractie veel van verwachten, ga ik daar natuurlijk niet opnieuw op in. Kortom, het huishoudboekje 2008 is in grote lijnen in orde. De toezegging dat aanbevelingen zullen worden aangepakt, zullen we zeker volgen. De reorganisatie lijkt goed op pad, maar daar moeten we wel een stevig beleid voeren. Cultuurverandering gebeurt niet van het ene op het andere moment. We verwachten daar een consistent vasthoudend beleid. Mogelijk moet dat ook in de Algemene Beschouwingen aan de orde komen, maar ik lanceer nu alvast de volgende vraag. Hoe gaat u dat borgen om het over de aanstaande verkiezingen heen consistent te houden? Voorzitter, over de NRE wil ik u niets zeggen. We kunnen allemaal achteraf ’kaarten en kwartetten’. Uiteindelijk was er geld voor gereserveerd. Dat is op zich goed. Tot zover mijn bijdrage in deze termijn. Dank u. Voorzitter: Ik dank u wel. Dan is nu het woord aan mevrouw Heesterbeek van de SPfractie.
Mevrouw Heesterbeek: Voorzitter, dank u wel. Vandaag gaan we eindelijk de jaarrekening en het jaarverslag bespreken, vaststellen en zaken afronden. Het
verslagnummer z
waren voor ons allemaal hectische weken. Wij zijn ÃćâĆňâĂİ en ik dus ook - dinsdag in de
commissie Algemene Zaken uitgebreid bijgepraat over allei ns en outs rond de netwerkproblematiek. Het was bijzonder leerzaam. De financiele nadelen die wij ondervinden zijn voor een groot deel veroorzaakt door zaken die buiten ons om gaan. Ze waren voor een deel wel te voorzien. Het was te begrijpen dat het nadeel voor de consument door deze regulering rechtgetrokken moest worden. Kort samengevat: het is allemaal gebeurd. Onze weersta ndscapaciteit is hierdoor gedaald en dat vind ik zuur. Mijn fractie vindt dat echter geen reden tot paniek. Voorzitter, het zij zo. We doen het ermee.
Ik wil de verantwoordelijke wethouder en zijn ambtenaren complimenteren. Het was dit jaar niet makkelijk. Het was een pittige klus. Naar aanleiding van het jaarverslag heb ik wat opmerkingen. Het grond- en vastgoedbeleid wordt uitgebreid verantwoord. Degelijk, maar klassiek en zakelijk. De maatschappelijke doelen die wij willen bereiken met dit beleid, vind ik niet terug in dit verhaal. Dat is jammer, want voor die doelen doen we het toch allemaal.
Het onderwerp duurzaamheid wordt uitgebreid, maar nogal klassiek verwoord. Dat kan duidelijker. In de commissie heeft mijn collega Bernard Gerard de industriele lozingen genoemd en daar wordt in het geheel niet over gesproken. Er is in dezen niets over ambities te lezen. Dat spijt ons en dat zien wij graag anders. Voorzitter, als er over cultuur gesproken wordt, lees ik steeds dat Cultuur Totaal de oplossing zal gaan bieden. Ik doe mijn best om dat te geloven, maar ik word wel erg ongeduldig. Wanneer, vragen wij ons af, komt er eens wat ’echts’ van de grond? Cultuur in Eindhoven ÃćâĆňâĂİ het zijn zware woorden, maar toch zeg ik het ÃćâĆňâĂİ is in onze
beleving een groot zwart gat, waar nu en dan met wat meer of minder onderbouwing, geld in gestort wordt. Ik denk bijvoorbeeld aan Design. In de Design-visie is duidelijk uitgesproken wat wij willen met Design. Dat is wat anders dan wat er nu in de praktijk gebeurt. Dit moet anders. Het wordt hoog tijd voor een visie. De huidige trage gang van zaken is volgens mijn fractie slecht voor deze stad.
In het tweede deel van deze vergadering komen enkele voorbeelden, die ik vast nog mag toelichten, voorbij. Wij betreuren dit zeer. Dit moet anders. De lokale educatieve agenda voor het basisonderwijs komt wat traag op gang. Mijn fractie is erg benieuwd naar de voortgang. Hieruit kunnen wij lering trekken voor de educatieve agenda voor het voortgezet onderwijs.
Vervolgens wil ik een opmerking maken over de inhuur van derden. We hebben een overzicht ontvangen. Er is veel meer uitgegeven dan de bedoeling was. We
verslagnummer z
begrijpen nog steeds niet waarom dat zo is. Het zijn cijfers die na te tellen zijn, maar die ons verder niets zeggen. Dat spijt ons.
Tenslotte heb ik een vraag over de kwestie van de ESP-gelden rond de integratietrajecten. Wij willen dit graag een keer doorspreken in de commissie. Dit onderwerp heeft onze grote belangstelling. Een bespreking zal ons de gewenste duidelijk geven. Voorzitter, ik sluit af. Het is goed om terug te kijken. Daar zijn we hier vandaag voor, maar ik verheug mij echter bijzonder op volgende week. We kijken dan vooruit. Dat is misschien ook niet makkelijk, maar het is wel de toekomst. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. Dan is nu het woord aan mijnheer Van Bussel van ’leefbaar
eindhoven’. De heer Van Bussel: Voorzitter, mijn verhaal heeft naast een negatieve insteek ook een positief slot. Dit voor degenen die mij zwaar willen aanvallen. (Ge/ach].
De verantwoordelijkheid nemen voor bestuur. We zien in Noord-Holland hoe dat af en toe kan plaatsvinden. Vorig jaar tijdens de Algemene Beschouwingen en afgelopen april zei mijnheer Don: ’Wat zijn we rijk; wat zijn we enorm’. De euforie straalde daarvan af. We waren als gemeente bijna onverslaanbaar. Ik herinner me heel goed dat er toen een aantal fracties waren die wezen op bepaalde risico’s en vroegen of bepaalde zaken wel goed ingeschat waren. De bomen groeiden toen nog redelijk tot de hemel. Hij heeft later ook gezegd dat we te kwistig zijn geweest. We hebben dus teveel uitgegeven. De vicevoorzitter van de PvdA-fractie heeft in een commissie gezegd dat we misschien wel moeten terugkomen op raadsbesluiten en dat heroverweging aan de orde is. Dat is dapper en het betekent wel dat er misschien foute besluiten genomen zijn. Natuurlijk gaat niet alles altijd goed. Je moet dan gewoon kunnen toegeven dat die besluiten niet goed waren. Ik wil ontzettend graag aan de slag met mijnheer Depla om die foute besluiten, waar wij toen ongetwijfeld tegen hebben gestemd, nog eens de revue te laten passeren. Voorzitter: Mijnheer Depla.
De heer De la: lk heb het niet over foute besluiten gehad. Dat zijn woorden die ik helemaal niet heb gebruikt. Ik heb het alleen over een specifiek voorstel gehad. Wij hebben gevraagd hier even mee te wachten tot wij allemaal bij elkaar waren om het totale plaatje te kunnen bekijken. Ik heb het niet gehad over foute besluiten die genomen zouden zijn. Ik vind het vreemd dat u mij die woorden in de mond legt.
Verslagnummer 7
De heer Van Bussel: Ik heb begrepen dat u een totale heroverweging wilde en nog eens goed wilde kijken naar het verleden. Als dit niet waar is, heb ik u niet aan mijn zijde. Gelukkig zijn er nog andere raadsleden. Ik hoop in elk geval 23. Met name heb ik het dan ook over die greep voor de scholenbouw van 57 miljoen. In ieder geval merk ik toch een zekere erkenning voor het feit dat er fouten gemaakt zijn. Er mogen best fouten worden gemaakt.
Daarnaast houdt verantwoordelijkheid nemen in dat er, naast te zeggen dat er iets verkeerd ging, ook nader op de zaken wordt ingegaan op de plaats waar het thuis hoort, namelijk deze raad. Ik ben dus benieuwd en ga vandaag vooral veel luisteren. Het resultaat van 2008 betreft twee componenten. Het voorstel heeft dat ook uit elkaar gerukt. Het reguliere, bedrijfsmatige resultaat, zoals de VVD al heeft gezegd: is een unicum. Er is voor het eerst een verlies van 7 miljoen. Eerder viel dit in de begroting tussen de 12 en 15 miljoen mee. Als u die voorziening Parktheater vorig jaar voor 5 miljoen gepakt had, was het maar 2 miljoen geweest. Ook op dat punt hebben wij u gewaarschuwd.
Het bijzondere resultaat van het eenmalige verlies van 70 miljoen kwam als een donderslag bij heldere hemel. Dit werd gezegd, maar is niet helemaal waar. Toen nog geen jaar geleden (MEIF) Macquarie uitstapte hebben wij gezegd dat die mensen wel heel riant mochten uitstappen. De waarde van dat verhaal toen is dusdanig neergezet met rendement discounting cashflow en andere methodes. Jullie geven een geweldige deal van het bedrijf toch weer weg. We hebben ze daar vorstelijk voor betaald en dat is heel kort geleden. Wij vonden die prijs te hoog en wij hebben voorgesteld tegen te stemmen. Nog geen jaar geleden is de overeenkomst met (MEIF) Macquarie ontbonden. Wij vonden het bedrag dat hiermee gepaard ging wel heel riant en te hoog en hebben tegen gestemd. We hebben nu een afboeking en met een klein beetje kunst en vliegwerk hoopt het college dat te beperken tot 19 miljoen nadat we een mooie fusie gaan maken. In ieder geval is mijn fractie daar niet ongelukkig onder.
Voor wat betreft het inhoudelijke deel van de jaarrekening is er al even gesproken over al die geldbedragen en klinkende resultaten. Ondanks dat er teveel geld is uitgegeven, kunnen we niet zeggen dat er veel goeds gebeurd is. Ook dat valt tegen. Met het jongerenwerk is het droevig gesteld. De voorzitter van het CNV, Rene Paas, was geschrokken en zei dat hij niets van die regeling begreep. Hij vond het een warboel en niet goed georganiseerd.
verslagnummer 7
De veiligheid in 2008 was slecht. Ik ben blij met een hernieuwde aanpak, want de burger die ik dagelijks spreek, is het helemaal zat en kiest misschien de kant van een rechtse partij. De Woningbouw is uiterst somber. De economie staat er bedroevend voor. De doelstelling van Brainport om ons minder afhankelijk te maken is ook niet gehaald. Het evenementenbeleid vinden wij ook teleurstellend. Met de burgerparticipatie en het Stedelijk Kompas is het allemaal niet goed verlopen. De kredietcrisis wordt gebruikt als excuus voor het miniem presteren op veel beleidsterreinen.
De budgetoverschrijding en de mandaten staan ook in dit voortstel. Ik adviseer het college om dit voorstel toch iets uit elkaar te trekken. We kunnen dan over de vaststelling van de jaarrekening spreken en daarnaast over andere beslispunten. Ik sluit een heel eind aan bij wat de VVD daarover zegt.
Het is positief wanneer het college een reserveringsmandaat krijgt, zodat er snel met de uitvoering kan worden begonnen. Aan de andere kant houdt dit wel in dat u informatief moet zijn en ons terzijde staat. Wanneer ik over bepaalde zaken geinformeerd wil worden wordt er gezegd dat dit opgelost wordt. Ik heb geen inzicht in de cijfers en de hoogte van het budget. Ik zou dit graag anders zien. Ik heb gezegd dat ik positief zou afsluiten. Ik ben, denk ik, bijna door de tijd heen. Vijf minuten is niet veel, maar gelukkig krijgen wij in maart 2010 meer tijd. /Ge/acht’
Op een balans komen stille reserves voor. Wij hebben een keer in het verleden een voorstel gedaan om deze reserves eens zichtbaar te maken. Misschien kunnen we partners voor een ’49
Voorzitter: Het woord is aan mijnheer Rennenberg namens OuderenAppel Eindhoven.
De heer Rennenber : Voorzitter, we zouden de jaarrekening van onze gemeente eens moeten zien door de bril van een vennootschap onder firma. In plaats van 45 raadsleden,45 vennoten. Ik heb dan aan de vennoten geen prettige mededeling te doen, omdat in 2008 per vennoot 1,56 miljoen verlies is geleden; een schuld is opgebouwd van 3,9 miljoen en 2,4 miljoen op zijn vermogen is ingeteerd. Daar word je als vennoot niet vrolijk van, denk ik. Vanmiddag bekijken we de jaarrekening van de gemeente Eindhoven, die in feite dezelfde onprettige mededeling weergeeft, omdat we 70,5 miljoen euro verlies hebben geleden, 176
Verslagnummer 7
miljoen euro hebben geleend en bijna 112 miljoen op ons vermogen hebben ingeteerd. Voorzitter, ik wil hiermee aangeven dat er in feite geen verschil zit in de getallen en ook niet in de verantwoording van de vennoten tussen die van de raadsleden voor hun gemeente. Ware het niet dat het bij een vennootschap onder firma om je eigen geld gaat en dat het bij de gemeente het geld van de belastingbetaler betreft, het geld van de burger, het geld van een ander waarmee je dubbel voorzichtig om moet gaan. Voor het gevoel van verantwoording mag dit absoluut niets uitmaken.
Voorzitter, het is al gezegd. Nog geen drie jaar geleden gaf uw voorganger, mijnheer Sakkers, ons te kennen dat Eindhoven een rijke gemeente zou zijn en dat had hij niet tegen dovemansoren gezegd. De coalitie, die het geld liever niet in het grote spaarvarken van de gemeente wilde stoppen, als een soort appeltje voor de dorst, kwam met voorstellen die met elkaar miljoenen euro’s bedroegen. Het OuderenAppel en ook andere lokale partijen hebben daar niet mee ingestemd. Op papier hebben we meer dan 435 miljoen euro in de boeken staan en dan ben je in feite schatrijk. Daarin had mijnheer Sakkers gelijk. Na de verwezenlijking van de ideeen die nu nog in het bekende ’mandje’ liggen (ik zeg het nogmaals, zonder dat mevrouw Van den Biggelaar daar kwaad over hoeft te worden) en daarbij de andere verplichtingen die wij zijn aangegaan, zal ons vermogen doen slinken tot een zielig hoopje losse euro’s. Haal die dan ook maar uit de spaarpot zou ik zeggen. In feite hebben we het zover gebracht, en dat lijkt wel een beetje zwartgallig, dat er geen schop meer in de grond kan en geen lantaarnpaal meer kan worden geverfd. Laat staan dat we over de grenzen heenkijkend naar de toekomst nog geld kunnen vrijmaken voor de zware maanden die voor ons liggen zonder tot ingrijpende maatregelen over te gaan.
Voorzitter, onze verplichtingen ten aanzien van de NRE brengen ons wel heel erg ver af van de gemeente, van een stad die zich rijk mag noemen. We kunnen dan wel weer de weg op gaan van geld lenen bij bankinstellingen, maar eens zullen we die miljoenen moeten terugbetalen en anders zijn de mensen die na ons komen daarmee behoorlijk de dupe. Het OuderenAppel doet daar niet aan mee en adviseert met klem alle middelen die ons nu nog ter beschikking staan, voor zover dit natuurlijk mogelijk is, in te zetten voor zaken die ons in de nabije toekomst weer op de rit moeten zetten. Tijdens de kadernota willen wij daartoe met voorstellen komen, waarbij wij zeker de crisisaanpak van groot belang vinden.
Tijdens de commissievergadering van 26 mei moesten wij het doen met concepten. Dat is tekenend geweest voor het zicht op de financiele situatie waarin onze gemeente nu verkeert. Toen door ons werd opgemerkt dat de jaarrekening 2007, zoals deze in het concernverslag van 2007 stond vermeld, niet in overeenstemming
verslagnummer 7
was met de jaarrekening van 2007, zoals deze in de concernnota van 2008 stond vermeld, was er niemand die er reageerde. Weet de raad van de gemeente Eindhoven dan wel waar het over gaat? Dat vraag ik mij nu zo langzamerhand af.
Vorig jaar hebben het OuderenAppel en andere lokale partijen met regelmaat aangegeven dat de zaken niet goed liepen. Wij hebben zelfs in een zwartboek het college proberen te overtuigen dat men een onvoorzichtige weg aan het bewandelen was. Het heeft niet geholpen en het resultaat is dat we, zonder de kredietcrisis de schuld te geven, al lang daarvoor geen verstandige beslissingen hebben genomen. Grote afwijkingen in de begroting zijn er de oorzaak van dat men vaak de weg kwijt is en daardoor niet binnen de geplande doelstelling heeft kunnen blijven. Het college had daarvoor moeten waken. Voor het inhuren van derden is een bedrag gemoeid van 29,5 miljoen euro. Als men uitgaat van het jaarlijks aantal werkbare uren, dan huurt men hier in Eindhoven ieder uur voor een bedrag van E 16.000,- aan kennis. Dat vinden wij ontoelaatbaar en onverklaarbaar; temeer daar wij als gemeente over meer universitair geschoold personeel beschikken dan wie dan ook. Als ik dan hoor dat het soms aan kennis en mankracht ontbreekt, dan lijkt er iets mis te zijn met onze organisatie. Door eerder ingrijpen, zoals men dat nu wil doen (want de wethouder heeft aangegeven dat hij daarop wil bezuinigen) hadden wij in het verleden tientallen miljoenen euro’s kunnen toevoegen aan ons vermogen. Voorzitter, als ik de jaarrekening doorloop, word ik daar niet vrolijk van. Op verschillende posten dienen wij nu flink bij te schokken. Als klap op de vuurpijl dient voor de achterstand van de woningbouw 8 miljoen euro vrijgemaakt te worden. Voor hetzelfde geld zal het straks misschien zo’n 30 miljoen kunnen zijn om de boetepot te vullen. Het is net als bij de spaarkas van een bruin cafe: hoe meer boete er bij jou in de boetepot komt, hoe meer je straks vanuit je eigen boete kunt
meeprofiteren. Ik rond af, anders loop ik de kans weer een beetje de zwartgallige te worden genoemd, zoals in oktober toen het OuderenAppel waarschuwde dat als de machines stoppen en ze worden ingeolied en afgedekt met plastic, ’Jan de arbeider’ zwaar de pineut zal zijn. Net als in 1993. Rennenberg, de zwartgallige, werd toen door de wijzen uit het college verteld dat het allemaal niet zo erg zou worden als in 1993. Dat we intussen in de jongensjaren van mijn opa zitten, heeft natuurlijk niet iedereen direct in de smiezen gehad. Het is daarom goed dat de jaarrekening 2008 ons leert dat de toekomst voorlopig voor ons geen vetpot zal zijn. Er zal meer geteld en gemeten moeten worden om in de komende jaren niet alle lasten neer te leggen bij onze eventuele opvolgers in 2010. Voorzitter: Ik dank u wel. U zei dat u zou afronden maar het ging maar door en u bent al twee minuten over uw tijd heen.
verslagnummer z
De heer Rennenber : Ik heb het wel twintig keer nagelezen en ik kwam net op 4,5 minuut. (Ge/ach J.
Ik heb nog een klein spreekwoordje: bij vier jaar rood beleid, voorzitter, zijn we alles kwijt.
Voorzitter: Oke. Dan is nu het woord aan mijnheer Vleeshouwers namens De Stadspartij. Heeft u ook thuis geoefend? U weet hoeveel minuten u heeft he? 4,5 minuut.
De heer Vleeshouwers: Voorzitter, ik heb volgens mij ook een gewoonte om die tijd niet te gebruiken. Voorzitter: Dat klopt.
De heer Vleeshouwers: Ik vind het handig om na zoveel sprekers te komen. Ik hoef dan niet alles wat ik zeg meteen uit te leggen. Ik kan op veel voorgaande sprekers inhaken. Ik wil er wel altijd even op wijzen (dat ben ik ook gewend als het om jaarrekeningen gaat) dat we terugkijken en niet voorruit. Dat doen we straks. Het gaat om verantwoording van het college over wat er in een jaar gebeurd is en of dat volgens plan was. In de beschouwingen heb ik er niet veel afwijkingen over gehoord. Als ik het jaarverslag lees, het boek en de bijlagen, dan kom ik vaak verhalen tegen over wat er voor 2008 gebeurd is en wat er in 2009 verder moet gebeuren. De rode draad van wat er in 2008 gebeurd is, is dat dit college heel veel wil en er toch vaak niet in slaagt om datgene te bereiken wat ze zich voorneemt.
Ik wil even het financiele en inhoudelijke aspect belichten. Over het financiele aspect gaan we het in de toekomst nog vaak hebben, want er vallen grote gaten. Mijnheer Rennenberg heeft het net al over het weerstandsvermogen gehad. Als ik de overzichten van het weerstandsvermogen van deze gemeente nu zie, bedraagt dit iets meer dan 100 miljoen. Een groot deel daarvan bestaat echter uit aandelen. U weet allemaal net zo goed als ik dat aandelen nog niet echt de weerstand waarborgen. Er valt veel te zeggen over het weerstandsvermogen. Ik denk dat dit geen 100 miljoen meer is. Misschien is dit nog maar 10 miljoen. Het is in ieder geval een behoorlijke post van onzekerheid. Als wij hierover vandaag niet een soort consensus kunnen bereiken, dan speelt ons dat in discussies de komende maanden parten. Ik wil graag dat het college daarbij stilstaat. Hoe stevig staan wij nu nog in onze schoenen? Dit is niet duidelijk. Daaraan gekoppeld zijn er onzekerheden over de borgboete, zoals ik die maar noem. Wat moeten wij betalen omdat wij onze woningbouw niet halen? Voor wat betreft de
verslagnummer z
NRE blijkt dit voorlopig een boekhoudkundige schermutseling te zijn geweest. Ook daar komt een heleboel op ons af. Het schept allemaal financiele onzekerheden. Even terug naar de inhoud. Veel ambities worden toch niet gehaald. Er blijft daarom ook veel geld liggen. Ik denk dat wij nog eens goed zouden moeten kijken of wij, al lessentrekkend uit dit verhaal van 2008, niet teveel hooi op ons vork nemen. In de commissievergadering was de redenering rondom inhuur van derden dat wij een heleboel taken op ons bordje krijgen die we moeten doen. We hebben niet de expertise, dus moeten we inhuren. Het alternatief is dat je het gewoon niet doet, simpeler of misschien extra risico’s neemt. Er is altijd een andere weg, ook voor inhuur van derden. Ik denk dat wij vaker die kant op moeten.
Afsluitend, mijnheer de voorzitter, 2008 is geen jaar waarop ik terugkijk met het idee dat de gemeente heel goed heeft gepresteerd. Ik denk dat het vooral een jaar moet zijn waaruit wij deugdelijke conclusies trekken en die conclusies komen de komende weken en maanden. Voorzitter: Dank u wel. Dan is nu het woord aan mijnheer Abbou namens Eindhoven Nu.
De heer Abbou: Dank u wel, voorzitter. Dames en heren, in mijn betoog zal ik mij beperken tot twee punten: de personeelslasten en diversiteit aan participatie. Voor de rest sluit ik mij aan bij de bijdrage van bondgenoten lokale partijen.
Voorzitter, op pagina 215, hoofdstuk 5, citeer ik: "Op de personeelslastenis gemeentebreed een nadeel van 39 miljoen". Als we verder gaan kijken dan constateren we dat vooral de inhuur van extern personeel het grootste probleem is. De gemeente Eindhoven geeft hiermee per jaar 5,3 miljoen uit voor inhuur van externe adviseurs, managers en specialisten. U heeft ons onlangs een overzicht gegeven over de inhuur. Daarvoor onze dank. Weliswaar te laat, maar toch. We zijn hier niet mee geholpen. We weten nog niet wat voor soort ambtenaren dat zijn. Welke functies bekleden ze in de organisatie? Welke periode zijn ze geweest? De belangrijkste vraag is: wat gaat ons dat nog kosten?
Voorzitter, Eindhoven Nu overweegt hierover een motie in te dienen. De strekking daarvan is dat we, vooral nu, in de crisistijd, geen adviseurs, managers, deskundigen in huis moeten halen die meer verdienen dan de burgemeester van Eindhoven. De zogenaamde Van Gijzelnorm’. Iedereen die voor de gemeente Eindhoven wil werken is van harte welkom, maar een ding moeten zij wel weten en dat is dat zij nooit mogen denken dat zij meer gaan verdienen dan de burgemeester van de stad. We willen een regiemodel waar alle belangrijke cruciale functies binnen de gemeente in handen moeten zijn van vaste mensen binnen de organisatie en niet van externe krachten.
verslagnummer z
Mijn tweede punt betreft diversiteit participatie aan actief burgerschap. Ook hier constateren we dat de afweging en de realisatie veroorzaakt is door inhuur van extra personeel. Eindhoven Nu wil graag van u weten waarom eigenlijk. We zien allerlei duur drukwerk over het programma Meedoen. U heeft deze (mijnheer Abbou toont een fo(der( allemaal gehad. Ik gebruik hem als notitieboekje en ik vraag me af hoe deze brochure in de stad gebruikt wordt. Voorzitter, volgens Eindhoven Nu ligt het probleem ergens anders. Namelijk dat de gemeente allerlei projecten uitvoert die niet tot haar kerntaken behoort. Daar tegenover staat dat als de instellingen een beroep doen op de gemeente om subsidies te krijgen om soortgelijke activiteiten te organiseren, ze te horen krijgen dat het niet in het huidige beleid past. Voor een kleine organisatie moet men zelfs nog 25’/o van de eigen organisatiekosten ophoesten. Een heel vreemde zaak.
Eindhoven Nu wil graag een overzicht van alle uitvoerende activiteiten van het programma Meedoen ontvangen, zodat we kunnen beoordelen of deze binnen de opdrachten van het college passen. Eindhoven Nu heeft tot slot een aantal vragen. Wat hebben wij bereikt met de steun voor School 23? Wat hebben we ervan geleerd? Wat heeft Jongerenloket tot nu toe opgeleverd? Wanneer gaat u iets doen aan de toenemende segregatie in de wijken? In hoeverre is Eindhoven nog een culturele stad? Tot slot bent u met veiligheid op de goede weg, maar een ding moeten we absoluut niet vergeten. Het onzichtbare asociale gedrag moet uit de wijken verdreven worden. Tot zover. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. Dan is nu het woord aan mevrouw Van den Biggelaar namens de PvdA-fractie.
Mevrouw Van den Bi elaar: Voorzitter, ik zal beginnen met wat opmerkingen over het NRE-dossier. Daarna wil ik op twee inhoudelijke onderwerpen uit de jaarrekening terugkomen en zal ik afsluiten met wat opmerkingen over de financiele systematiek.
Na de commissievergadering van afgelopen dinsdag kunnen we met de wijsheid achteraf vaststellen dat de overnameacties minder opgebracht hebben dan waar we destijds vanuit waren gegaan. Achteraf, vindt de PvdA, moetje altijd proberen terug te kijken en kijken of je iets kunt leren. De PvdA heeft in de commissievergadering ook al laten blijken dat wij, als het enigszins kan, geinformeerd willen worden over risico’s en doemscenario’s. Wij geven tegelijkertijd meteen toe dat je daarmee niet kunt voorspellen dat je alle ontwikkelingen kunt voorkomen. De aannames waar we destijds vanuit gingen ÃćâĆňâĂİ ik hecht eraan om dat hier nog eens te noemen ÃćâĆňâĂİ waren niet echt idioot. Ik weerspreek
ten zeerste degene die zegt dat er onverantwoord over dingen nagedacht is en er
verslagnummer z
zomaar besluiten zijn genomen. Ik constateer dat er onvoorziene omstandigheden waren die voornamelijk lagen in het onverwacht veranderd overheidsbeleid. Ik hecht er nogmaals aan hier te benadrukken dat het geld dat het destijds opgebracht heeft niet over de balk is gegooid. Er zijn en worden veel nuttige maatschappelijke investeringen mee gedaan die tot concrete en goede resultaten leiden voor de inwoners van onze stad. De heer Van Bussel: Voorzitter?
Voorzitter: Mijnheer Van Bussel.
De heer Van Bussel: Ik begreep uit de kritiek vooral dat het eigenlijk extra geld was. Niemand zal u tegenspreken als er op een gegeven moment goede zaken gedaan worden met het reguliere geld. Als je die extra greep uit de kas doet, moet je dat eigenlijk pas doen als je zeker weet dat die zaken in de pocket zijn of er extra uitgaan. Je moet daarmee geen regulier beleid voeren. Wij komen continue structureel geld tekort. Dat loopt al jaren op.
Mevrouw Van den Bi elaar: Mijnheer Van Bussel, ik vind het toch echt vreemd dat deze opmerking van 1eefbaar eindhoven’ komt. Ik wil er nog maar eens aan herinneren dat ’leefbaar eindhoven’ de partij was die de hele opbrengst met 6 500,ÃćâĆňâĂİ
per gezin aan de Eindhovenaren wilde geven. Op die manier waren we dat bedrag dus echt helemaal kwijt geweest. Ik vind het goed dat we daar met zijn allen een stokje voor hebben gestoken en dat we het geinvesteerd hebben in maatschappelijk nuttige bestedingen. De heer Van Bussel: Als ik aan een huishouden ga vragen: wilt u E 500,ÃćâĆňâĂİ euro hebben
of wilt u een verbeterde cursus van 6,2 miljoen voor ambtenaren, dan zal ik u meenemen langs al die deuren, mevrouw Van den Biggelaar. Mevrouw Van den Bi elaar: Mijnheer Van Bussel. Als ik vraag: zullen we het geld geven aan de rijke gezinnen van Eindhoven voor wie C 500,- helemaal niets voorstelt of zullen wij het inzetten voor ondersteuning voor chronisch zieken en gehandicapten? Mijnheer Van Bussel, mijn fractie kiest dan voor het laatste. De heer Van Bussel: Daar hebben we het niet voor ingezet.
Mevrouw Van den Bi elaar: Zeker weten, mijnheer Van Bussel. Ik wil u herinneren aan een raadsbesluit van 2006. U hebt daar als fractie bijgezeten en we hebben met zijn allen besloten dat het aan het armoedebeleid besteed zou worden. Uiteindelijk is het bestemd voor de regeling voor chronisch zieken en gehandicapten.
verslagnummer z
De heer Van Bussel: Namens alle behoeftigen die naar de sociale dienst gaan, naar de bijstand, wil ik u hartelijk dank zeggen voor het feit dat de benedenverdieping na de nieuwbouw in puin is gegooid. De arme mensen die daar komen en hun handje ophouden, zullen er blij mee zijn dat deze ruimte voor 1,4 miljoen opnieuw is ingericht.
Mevrouw Van den Bi elaar: Voorzitter, ik constateer dat mijnheer Van Bussel steeds verder van zijn eigen vraagstelling afkomt. Het gaat mij om de inzet van de opbrengst die we destijds gehad hebben. Wij hadden er andere ideeen over dan u en daar blijf ik bij.
Voorzitter, ik sluit dit onderdeel af met de complimenten voor de wethouder voor de wijze waarop hij, vinden wij, als een bekwaam bestuurder de raad tijdig heeft betrokken bij en geinformeerd heeft over het ingewikkelde dossier. Ook complimenteren wij hem voor de voorzichtigheid die hij heeft betracht met betrekking tot de verwerking van deze jaarrekening. Voorzitter, uit de commissieronde van de jaarrekening blijven er voor de PvdA nog twee zaken onduidelijk. Die bleven onduidelijk. Wij hebben het met u gehad over het nieuwe arbeidsmarktbeleid en tot welke concrete resultaten dat geleid heeft. Een uitgangspunt voor de PvdA was altijd dat het geld niet alleen maar ten goede moest komen aan de minst kwetsbare, maar juist ook aan de meest kwetsbare werklozen die we wilden laten uitstromen naar werk. In de laatste antwoorden die
we gehad hebben deze week, zien we feitelijk terug dat uw inspanningen ook geleid hebben tot uitstroom van moeilijk plaatsbaren uit de bijstand. Dat laatste zeg ik er met name bij. We zien dat arbeidsgehandicapten, Wajongers, ouderen en dergelijke uitgestroomd zijn. Het wordt lastig als we moeten bekijken of de uitstroom vanuit de UWV en CWI ook dat resultaat heeft opgeleverd. Dat is geen verwijt aan u. Wij weten dat u er bestuurlijk heel hard aan trekt. Het is wel aanleiding voor ons om eens te kijken naar de centrale rol die het Werkplein heeft. Gelden onze ambities van uitstroom van moeilijk plaatsbaren, kwetsbare werklozen, ook voor het CWI en de UWV? In hoeverre leidt de samenwerking op de werkvloer tot uitstroom van die kwetsbare werklozen? We kunnen er later in
commissieverband misschien nog over spreken. Het tweede punt waar wij nog op terug willen komen, voorzitter, is de inhuur derden. Wij hebben de toelichting met belangstelling bekeken. Ons valt op dat de overschrijding te concentreren is op een drietal posten. Ik zie een overschrijding van 6 900.000,-, dacht ik, als het gaat om de directie MO, 1,5 miljoen waar het gaat over realisatie van de DSOB en ongeveer 2 miljoen bij planontwikkeling. Het valt ons op dat die begroot waren op nul. Daar zit naar mijn idee de grote overschrijding in en ik kan nog niet zo goed die overschrijding onderbouwen. Voor alle duidelijkheid: als inhuur derden nodig is om beleid uit te voeren dat we hier
verslagnummer z
met zijn alle vastgesteld hebben, dan is er op zich niets op tegen. Het gaat ons met name om de onderbouwing van de overschrijding daarvan. Wij zijn benieuwd of dat nog te achterhalen valt.
Dan kom ik bij mijn opmerking over de financiele systematiek. De accountant heeft een aantal aanbevelingen gedaan. Ook wij zien dat een deel van de begrote bedragen niet wordt besteed en automatisch doorschuift naar de reserve. Ook wij vinden dat dit beter en eerder inzichtelijk zou moeten zijn. Welk geld wordt binnen de reserveringen niet besteed en waarom? Wij vinden ook dat het geen automatisme mag zijn dat het jaarlijks wordt opgeschoven en opgepot. Op die manier wordt het voor ons als raad onmogelijk om bij te sturen en te controleren als pas ver na afloop van het boekjaar afwijkingen van de oorspronkelijke begroting zichtbaar worden. Wij vinden het met name van belang dat er, juist in een tijd dat er mogelijk sprake is van bezuinigingen, zo reeel mogelijk begroot moet worden en indien noodzakelijk tijdig bijgestuurd. Het kan niet zo zijn dat wij aan de ene kant bezuinigingen gaan inboeken en na afloop van het boekjaar moeten constateren dat er op andere gebieden geld overgebleven is. Dat is jammer. Als we het reeel doen, zou er misschien minder bezuinigd hoeven worden. Met de accountant en met de VVD en D66 zijn wij van mening dat de systematiek anders ingericht zou moeten worden. Wij begrijpen ook dat dit niet iets is dat het laatste jaar aan de orde is, maar wij constateren al jaren dat de begrotingssystematiek veranderd zou moeten worden. Wij zouden aan de VVD willen vragen of de vier moties niet in een motie gevormd zouden kunnen worden, waarbij we de accountantswerkgroep die de raad heeft, zouden opdragen om eens te praten over voorstellen voor de tussenrapportages, de mandaatverlening en de verschillen in de uitvoering, dus dat alle vier de dingen aan de accountantscommissie opgedragen worden en te proberen om zo snel mogelijk met voorstellen naar de raad te komen.
Voorzitter, ik sluit af met de opmerking dat uit deze jaarrekening en ook uit de Stadsmonitor op te maken is dat de uitvoering van een groot aantal zaken op koers ligt. U begrijpt dat ik als coalitiepartij daar heel anders tegenaan kijk dan sommige oppositiepartijen. Later wil ik daar zelf bij de Algemene Beschouwingen op terugkomen. Uit mijn hoofd noem ik de volgende zaken waarop ik mij baseer: het armoedebeleid, Meedoen, de participatie aan sport, cultuur, vrijwilligerswerk, burgerparticipaties, sociale woningbouw, de terug loop van de voortijdig schoolverlaters en het verbeterde onderhoud in de openbare ruimten. Ik hecht eraan om te zeggen dat uit de Stadsmonitor duidelijk blijkt dat de overlast door Marokkaanse jongeren, zoals die plaatsvond in een aantal wijken in 2008, flink is teruggelopen. Wij zien dat ook in de Stadsmonitor terug. We zijn erg blij dat er adequaat en consequent maatregelen genomen zijn om snel aan deze overlast een einde te maken. Ik dank u.
verslagnummer z
De heer Rennenber : Voorzitter, nog een vraag.
De heer Rennenber : U somt een heleboel dingen op. Heel goed natuurlijk, maar heeft u en uw partij nu wel goed zicht op de financien waarop wij op dit moment kunnen beschikken? U weet toch dat jaren geleden toen dat grote geld van de N RE......
Voorzitter: Uw vraagt of ze een beeld heeft en die vraag is duidelijk. De heer Rennenber : Ik wilde even zeggen dat er nog 6 100.000,ÃćâĆňâĂİ gereserveerd
staat om de winst op te vangen die wij eerst bij de Ergon hadden. In principe houden wij dan geen 6 106.000,ÃćâĆňâĂİ over, maar nog 6 miljoen. Dat is wel heel erg karig
voor een stad als Eindhoven.
Mevrouw Van den Bi elaar: Voorzitter, ik kijk heel anders tegen de cijfers aan dan mijnheer Rennenberg. Hij geeft mij wel de gelegenheid om even te reageren op wat hij in zijn eerste termijn zei. Hij vergeleek onze gemeente met een bedrijf. Ik zou toch willen benadrukken dat de gemeente absoluut niet als doel heeft om zoveel mogelijk winst te maken en zoveel mogelijk geld over te houden. Belangrijk is om verantwoord met het geld bezig zijn. Wij moeten verantwoorde investeringen doen. Ik constateer, wanneer ik naar deze jaarrekening kijk, voorzitter, dat er per saldo 40 miljoen onttrokken is aan de reserves. Ik leid daaruit af dat er met de inzet van die reserves hele goede dingen voor onze stad gedaan zijn. Zo kun je het ook benaderen. Ik constateer verder dat wij als gemeente een heel prominent rijk weerstandsvermogen hadden. Het weerstandsvermogen is nu, denken wij, van ’uitzonderlijk goed’ naar ’redelijk tot goed gegaan’. Hoewel wij ook een teruggang zien, denken wij wat dat betreft niet zo negatief als mijnheer Rennenberg. Voorzitter: Mijnheer Rennenberg. De heer Rennenber : U heeft het dan toch niet begrepen. Als ik de gemeente vergelijk met een zaak... Voorzitter: Mijnheer Rennenberg, u kunt nog een aanvullende vraag stellen. Ik vind ook dat mevrouw Van den Biggelaar als in een soort tweede termijn antwoord geeft. De heer Rennenber : Mevrouw Van den Big gelaar vind dat ik te grote verschillen aangeef tussen een onderneming en de gemeente. Daar ging het mij niet om. Zij heeft mij verkeerd begrepen. Het ging mij om de verantwoording die we moeten nemen. Dat heb ik duidelijk aangegeven. Voorzitter: Mijnheer Van Bussel.
verslagnummer z
De heer Van Bussel: Mevrouw Van den Biggelaar noemde als een van de zegeningen van deze coalitie de sociale woningbouw. Is dat diezelfde sociale woningbouw als waarvoor uw wethouder en het college 30 miljoen strafkorting boven het hoofd hangt? Hiervan hebben we nu 8 miljoen ingeboekt. In uw vorige betoog zegt u dat u geen accountant en boekhouder bent en van die financien niet zoveel verstand heeft. U wilt alles 2 cijfers achter de komma hebben. Voorzitter: Mevrouw Van den Biggelaar.
Mevrouw Van den Bi elaar: Volgens mij heb ik het helemaal niet over twee cijfers achter de komma gehad. Ik heb het eigenlijk alleen nog maar over miljoenen gehad. Voorzitter: U kreeg een vraag over sociale woningbouw.
Mevrouw Van den Bi elaar: Daar heb ik al ’nee’ op geantwoord. De heer Vleeshouwers: Ik zou graag nog twee vragen willen stellen. De eerste vraag betreft de burgerparticipatie die u noemde als een van de dingen die goed gaan. In de commissie hebben wij daar een uitgebreide discussie over gehad en toen was de PvdA niet tevreden over de burgerparticipatie. Wat is er in die twee weken veranderd?
Mevrouw Van den Bi elaar: Wij zien, mijnheer Vleeshouwers, dat er ten aanzien van burgerparticipatie een aantal zaken goed op de rit gezet zijn. Wij zien dat er een behoorlijk goede ’verordening samenspraak’ gekomen is en wij zien een uitvoeringsprogramma burgerparticipatie. Tegelijkertijd constateren wij dat er een aantal zaken van dat uitvoeringsprogramma goed op de rit gezet zijn. Door de bewoners van onze stad wordt dit als zeer positief ervaren. Ik zal uit mijn hoofd drie dingen noemen: het sluiten van een aantal buurtcontracten; de steunpunten zijn een vooruitgang en de manier waarop de bewonersorganisaties de subsidiesystematiek... Voorzitter: U gaat nu een heel betoog houden, maar de vraag was hoe het komt dat u veertien dagen geleden een ander oordeel ÃćâĆňâĂİ althans op een aantal aspectenÃćâĆňâĂİ
had dan nu.
Mevrouw Van den Bi elaar: Voorzitter, ik constateer dat er op dit punt het afgelopen jaar flink vooruitgang is geboekt. Voorzitter: Oke, dank u wel. Dan is nu het woord ..
Verslagnummer Z
De heer Vleeshouwers: Ik had twee vragen, mijnheer de voorzitter. De andere vraag betreft de inhuur van derden. Vind u het handig als in de raadsvoorstellen en de besluiten die wij de komende tijd specifiek op het punt inhuur derden nemen ÃćâĆňâĂİ en dat hadden we misschien ook de afgelopen tijd moeten doen ÃćâĆňâĂİ door het college
een voorspelling wordt gemaakt? Mevrouw Van den Bi elaar: Ik begrijp uw vraag niet zo goed, maar ik constateer dat wij in de begroting vorig jaar zelf een bedrag vastgesteld hebben voor inhuur derden. Dat is geen voorspelling. De heer Vleeshouwers: Dat is een algemene post, maar zou u het goed vinden als wij een specifieke post ’voorziene inhuur derden’ zouden hebben voor elk individueel besluit waarmee geld gemoeid is? Mevrouw Van den Bi elaar: Als u mij dat nu op de man af vraagt vind ik dat veel te ver gaan. Ik wil wel achteraf kunnen zien waarvoor het bedrag is ingezet. Wanneer wij bij elk besluit dat wij nemen ons af moeten vragen hoeveel personeel, al dan niet extern, er nodig is, gaat mij dat te ver. Het is, volgens mij, ook niet altijd vooraf te zeggen. Ik wil verantwoord zien hoe en waarvoor het bedrag ingezet is geweest. De heer Vleeshouwers: Achteraf en dus niet vooraf?
Mevrouw Van den Bi elaar: Vooraf lijkt me praktisch gezien niet haalbaar. Voorzitter: Het woord is nu aan mijnheer Van Zijl namens GroenLinks.
D h V Z" I: Voorzitter, ik dank u wel. Ik begin met de positieve kant. Op hoofdlijnen zouden we kunnen instemmen met de wijze waarop het college de financiele afwikkeling 2008 aan ons voorstelt, de gegeven omstandigheden in aanmerking genomen, zoals ze zijn en nog gepresenteerd worden. Het is wel met een heel diepe zucht en wel ’ZUGT’ met een ’g’. Dit is een afkorting van: Zorgelijke financien, Uitvoeringsachterstand, Gemiste kansen en Transparantie. franspiratie’ kan ook als je de stukken doorgenomen hebt. Het gaat hier om transparantie die niet altijd goed uit de verf komt.
Er valt wel wat op te merken. Enerzijds op de jaarrekening zelf en anderzijds over de bestedingen. Ik ben het met de PvdA eens. Financien zijn een middel om doelstellingen te bereiken. De vraag is wel of die middelen altijd zo effectief zijn ingezet en als dat dan zo zou zijn waar we dat in terug kunnen lezen. Ik zou bijna willen beginnen met: ’zie je wel’. Ik pak dan de draad op van een jaar geleden. Enige bescheidenheid is misschien wel passend. We hebben er de vorige periode, en nu ook weer, allemaal bijgezeten. Niemand is voor die rijdende trein
verslagnummer z
gesprongen. Niet bij de NRE-afwikkeling en niet bij de BOR-afspraken. Over de haalbaarheid van die BOR-afspraken was het wellicht wel netjes geweest om tussentijds een keer te relativeren.
Over de onderuitputtingen heb ik vorig jaar ook een opmerking gemaakt, evenals over de jaarrekening 2008. Het lijkt wel een opeenstapeling van reserveringen en voorzieningen. Het zou eigenlijk niet meer als een verrassing mogen komen. Zorgelijke financien als ik op de hoofdlijnen van de jaarrekening terecht kom. Terwijl de neveneffecten van de kredietcrisis in 2008 nog niet merkbaar zouden kunnen zijn in onze uitvoering, wordt daar wel vaak naar gerefereerd. Voor het eerst in tijden is er ÃćâĆňâĂİ de VVD haalde het ook al aan ÃćâĆňâĂİ een negatief jaarresultaat. De
vermogenspositie van de gemeente holt achteruit. De belangrijkste oorzaken zijn de NRE en de voorziening woningbouw.
Uitvoeringskracht in relatie tot het begrotingsbeleid en de begrotingssystematiek. Daar ligt toch wel een heel groot gat. Het lijkt wel collectief ’naijlen’ van bedrijfsuitvoering. Er wordt eerst heel laag begroot en vervolgens wordt de begroting flink opgeschroefd en voorzien van allerlei wijzigingen. Daarna gaan we weer minder uitgeven dan begroot. Minder onttrekkingen en forse stortingen in de reserves en de inzet van de NRE-middelen blijft achter, evenals de uitvoering van Brainport. Ook daar zien we weer een gat. iedereen ÃćâĆňâĂİ en dus ook wij ÃćâĆňâĂİ heeft het over de uitbesteding en inhuur. We begrijpen
best dat je er niet aan ontkomt. Dat begrijpt de burgemeester ook. Zeker als de raad en de burgemeester onderzoek van deskundigen vraagt en het personeelsbestand niet mag groeien. Wij nemen liever mensen in dienst en zijn voorstander van toename van het eigen personeelsbestand in plaats van uit de hand lopende inhuurbudgetten. Het opbouwen en vasthouden van kennis komt ook de uitvoering ten goede. De heer De la: Voorzitter. liever mensen vastnemen? : Nee, niet vastnemen, want dan neem je ze in hechtenis. Dat is wat
anders. De heer De la: Daar heeft u gelijk in, maar wanneer je heel duidelijk achteraf kunt verantwoorden waarom je dat doet, dan zie ik niet in waarom je de voorkeur zou geven aan vast personeel. Je kunt juist ook flexibel zijn en ervoor zorgen dat je er ook weer vanaf komt, waardoor je in een later stadium geen extra personeelskosten hebt. Ik vind dat verantwoorde bedrijfsvoering en wat u voorstelt vind ik een beetje g eva a r lijk.
verslagnummer z
D h V Z" I: Laat ik het dan zo zeggen. Achteraf blijkt dat wij erg veel mensen inhuren. Ik ben het met u eens dat die verantwoording er achteraf moet komen. Je kunt ook vooraf het uit te voeren beleid bepalen. We hebben zoveel nieuwe wensen en willen verschillende zaken in gang zetten. Je kunt het aantal mensen dat hiervoor nodig is in de begroting opnemen in plaats van er in de loop van het jaar achter komen dat je dure mensen moet inhuren. Oke. Ik wil het nu even hebben over de gemiste kansen. We vinden dat dat eigenlijk de behandeling is van de thema’s dit jaar van de jaarrekening. De SP haalde dit ook aan en deze hebben geen toegevoegde waarde aan de verantwoording van beleid en de uitkomst daarvan. De SP noemde de specifieke onderwerpen al.
De transparantie. Het geheel is wel leesbaar, maar is minder helder en afrekenbaar geworden. Dit komt deels door geschuif met reserveringen en deels ook door het gelopen proces met deze jaarrekening en de late aanlevering van de benodigde informatie en de regen van raadsinformatiebrieven die de laatste weken over ons heen gespoeld is. In de tekst staan heel veel opsommingen, maar geen antwoorden. Hoe kunnen we die documenten nou goed controleren? Wat is het beleid, wat zijn de ambities en wat heeft het gekost? Aan de hand van die punten zou je willen vaststellen in hoeverre er is gerealiseerd van wat er is voorgenomen. Het is soms ook spoorzoeken om beleidseffecten te traceren. De Stadsmonitor geeft heel veel mooie tekst, maar is slecht te koppelen aan wat er aan beleid is vastgesteld en hoe het in de jaarrekening is weergegeven en hoe het is uitgevoerd. Het valt soms niet mee om van die ’achterbank’ af te komen. Onduidelijk is ook de betekenis van de kleurtjes. Het komt regelmatig voor dat doelstellingen niet gehaald worden en dan is het toch groen of geel. Het is ook subjectief, omdat dit door het college is bepaald. Waaruit blijken nu die objectieve resultaten?
We hebben ook zorgen over de voortgang van de opvangvoorzieningen. De Wmofinancien. De stijging van de kosten baart ons zorgen. Waarom houden we zoveel geld over op projecten? Er was namelijk al afgestaffeld. Hoe verhoudt zich dat tot onze ambities. Wat is de verwachting voor de toekomst? Er komt heel wat op ons af. Behoorlijk wat kwetsbare groepen komen onder druk te staan. Het grootste pluspunt van dit college, wat we wel tien keer hebben gelezen, is dat we de sociaalste stad van Nederland zijn en dat zullen we toch zeker niet gaan verliezen. Burgerparticipatie. We hebben het al eerder gezegd. Er valt altijd nog wel een verschil te merken tussen wat er op papier staat en wat de burger er daadwerkelijk van vindt of van gaat merken. Dat zal nog moeten blijken, dus ook daar hebben wij zorgen over.
Uitvoeringsachterstanden. Na drie jaar lezen we nog steeds te vaak dat er voorwaardenscheppende activiteiten in gang gezet zijn, maar dat de uitvoering
verslagnummer z
achter blijft. ICT, duurzaam veilig, duurzaam verkeersmanagement, actieplan fiets, ruimtelijke kwaliteit: uitblijvende visie of uitblijvende realisatie.
Ten aanzien van de gemiste kansen op het gebied van cultuurbeleid wil ik het volgende graag kwijt. Na drie jaar beleid en discussie in de vorige periode hebben we tot dusver voornamelijk kennis kunnen maken met knelpunten, ad hoc-beleid, ad hoc-oplossingen en implementatie van beleid. Daarmee is rustiger vaarwater op financieel gebied achtergebleven. Er is in 2008 bij het jongerenwerk flink ingezet op de realisatie van de combifuncties. Met de wens van de raad om jongerenwerk uit te breiden is niets gedaan. De educatieve agenda heeft onnodig vertraging opgelopen, vooral ook door gebrekkige communicatie met de raad. Ik heb nog twee citaten die eigenlijk thuishoren bij de behandeling van de aanpak van de kredietcrisis, maar toch aansluiting hebben bij het voorgaande. "Voor miljarden aan plannen naar voren halen om de economie een handje te helpen". "Als overheden nou eens gewoon doen watze beloven, dan hebj e al eeninvesteringsstij ging van 30%". Binnenlands Bestuur,
vorige week. Extra investeren terwijl je achterloopt is alleen op papier stoere taal voor de buhne. Overigens zijn wij van mening dat er nog steeds buitensporig veel geld gereserveerd wordt voor de vmbo’s en de Internationale School. Hopelijk kan de PvdA daar ook nog eens een nadere afweging over maken. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. Ik schrik ervan zeg. U bent wel mijnheer Rennenberg voorbij in overschrijding van de tijd.
Mevrouw Van den Bi elaar: Mijnheer de voorzitter, mag ik mijnheer Van Zijl een vraag stellen? Voorzitter: Mevrouw Van den Biggelaar.
Mevrouw Van den Bi elaar: Het verbaast me dat ik uit de mond van de
woordvoerder van GroenLinks moet horen dat de ambities met betrekking tot het vmbo hem te ver gaan. Daar zou ik graag een reactie op willen horen.
D h V Z" I: Wij hebben onze gereserveerdheid ten aanzien van deze reserveringen kenbaar gemaakt toen die beslissingen genomen werden, zowel ten aanzien van het vmbo als van de Internationale School. Het zijn nog steeds forse bedragen. We zouden ons nu moeten afvragen of ze haalbaar en realiseerbaar zijn en of ze niet erg groot zijn in verhouding tot andere dingen die zouden moeten gebeuren. Voorzitter: Mevrouw Van den Biggelaar.
verslagnummer z
Mevrouw Van den Bi elaar: Ten aanzien van de Internationale School ken ik uw redenering, maar ten aanzien van het vmbo, mijnheer Van Zijl, verbaast me dat. Volgens mij is het uw voorganger fractievoorzitter geweest diejuist de ambitie daar neerlegde.
D h V Z" I: De ambities wel, maar de bijbehorende bedragen zijn een ander ve rh a a I g e weest.
Voorzitter: Oke, dan is nu het woord aan mevrouw Schreurs namens de fractie van D66.
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, de jaarrekening is feitelijk de beoordeling van de uitvoering door het college en dat hoeft niet altijd leuk te zijn. Opvallend is ten eerste het financiele tekort. Redelijk uniek tot nu toe. Dat is het probleem niet. Het probleem is dat het structureel lijkt te worden. Wat je ziet is dat niet alleen door de NRE in 2009 een extra effect komt, maar ook doordat er volstrekt niet ÃćâĆňâĂİ en ik
herhaal eventjes ÃćâĆňâĂİ volstrekt niet voorgesorteerd is op allerlei voorzienbare
ontwikkelingen vanaf 2010. Onze taxatie is dat wij structurele tekorten hebben over de volgende jaren en die zijn nu zo’n beetje ingezet. Maar zijn er dan tenminste met het geld dat uitgegeven is in 2008 goede dingen gedaan? Ja, dat is een beetje zoeken. Wat de verbonden partijen betreft, wordt door het college aangegeven dat subsidiegeld is overgemaakt. Dat valt alweer niet tegen. Verder wordt verwezen naar de jaarverslagen van de verbonden partijen zelf. Dat schiet lekker op. Kijk, wij hebben als borger van zowel het publieke belang als de toewijzer van de publieke middelen een onafhankelijk inzicht nodig en dat moet gewoon aangeleverd worden door het college, want alleen zo kunnen we vaststellen of het beleid effectief is. Blijft over: het geld dat we zelf aan het uitgeven zijn. Gaat dat dan g o ed?
Opvallend is - ook al gesignaleerd door een aantal collega’s en zelfs door de coalitiepartijen ÃćâĆňâĂİ de weinig kritische opsomming van de eigen prestaties en die zijn
ook wel erg intern gericht. Zelfs op de eigen speerpunten zoals participatie. Dat is nog altijd beter dan dat er helemaal niets gedaan wordt. Wij treffen dat met name aan bij ruimtelijke kwaliteit en ook bij cultuurhistorische panden. Op zich is dat wel een aardige indicator voor het volgende verschijnsel. Deze stad staat nu drie jaar lang ruimtelijk volstrekt stil. Dat is heel erg, want ruimtelijk gezien moet je altijd heel lang van te voren voorsorteren. U zag het nog even in de krant staan. In 2005 is de verbouwing van de stationshal in gang gezet.
Een volgende kanttekening betreft het gebrek aan bestuurlijk handelen rond zowel de woningbouw als de cultuur in 2009. De VVD heeft al heel lang aangekondigd dat er problemen waren en wij zien niet dat er heel erg actief is opgetreden. Bestuurlijk gezien is het een volstrekte misser dat men het niet heeft zien aankomen. U werkt
Verslagnummer y
zich op dit moment drie slagen in de rondte, omdat u het bestuurlijk fout geregeld heeft. U heeft twee moties van D66 gehad om het goed te regelen. U moet nu maar zelf op de blaren zitten. Vanavond gaan we er weer een hele avond aan besteden. Dat schiet ook lekker op nu we, gezien de kredietcrisis, maatregelen moeten nemen. Nu begrijp ik middels een recent onderhoud met mevrouw Van den Biggelaar dat je het college niet kwalijk mag nemen dat ze, als er geen regels zijn, niet weet hoe te handelen. Dat neem ik dan maar voor kennisgeving aan. De positie van D66 in dezen is een andere. Wij dachten altijd datje bestuurders vooral had om te handelen als er geen regels waren, want voor de rest kan het apparaat het wel. Wij zien ook dat niet alle regels worden nagekomen. Ik wil er eentje voor u uitlichten, omdat het wel belangrijk is hoe je er precies mee omgaat. Het betreft het Klokgebouw op Strijp S. Wat je ziet is dat wij dat uiteindelijk zelf als gemeente verkocht hebben aan Trudo. Waar zit het probleem nou? Het probleem zit in twee dingen. Op hetzelfde moment hebben wij afstand gedaan van onze ontwikkelcapaciteit. Daarvan vraag je je af of dat niet even aan de raad gemeld had moeten worden. Dat heeft nog wel te maken met het idee wat je financieel gezien kunt realiseren op dat gebied. Voorzitter: Als u nog een voorbeeld heeft mag dat nog, maar dan zou ik u wel willen verzoeken om af te ronden. Mevrouw Schreurs: Dit is mijn laatste voorbeeld. Het tweede is dat op hetzelfde moment dat het verkocht werd niet meegeregeld is dat wij daarin een investering hebben gedaan van meer dan 4 miljoen voor PopEi. Op het moment van verkoop investeren we erin en dat regelen we niet. De vraag aan het college is: hoe moeten we dit nu taxeren? Valt dit nu gewoon onder de categorie ’een beetje dom’ of moeten we dit taxeren als bestuurlijk verwijtbaar?
Voorzitter: In beide gevallen is het trouwens niet positief. Het woord is aan mijnheer Stoevelaar van de CDA-fractie.
De heer Stoevelaar: Voorzitter, collegae, college, maar ook belangstellenden op de tribune en de tv-kijkers. Als we vandaag gewoon op een dinsdag hadden vergaderd dan zou onze financieel fractiespecialist het woord voeren. Er zijn verschillende raadsleden die normaal een andere baan vervullen. Ik zal de CDA-bijdrage als niet financieel deskundige dan ook gewoon voorlezen. Voor het eerst in de recente geschiedenis van de stad is er een jaarrekening aan de raad gepresenteerd met een groot tekort. Het gaat geen van de betrokkenen gemakkelijk af en dat is begrijpelijk, want het gaat hier wel om gemeenschapsgeld.
verslagnummer z
Ook wij onderkennen dat er nog onzekerheid is over de waarde van de samengevoegde nutsbedrijven NRE en de ObN-NetH. Om vanwege nog onduidelijke waardevermindering een reservering op te nemen in plaats van direct af te schrijven, ondersteunen wij. Dat is maandag allemaal heel duidelijk door de wethouder toegelicht.
In de commissievergadering is uitvoerig stilgestaan bij de oorzaken van dit tekort. Dat hoeft hier niet overgedaan te worden. Wel willen we dit moment gebruiken om de wethouder Financien en de betrokken ambtenaren te bedanken voor de
openheid van zaken die wij gekregen hebben gedurende dit moeizame proces rondom deze netwerken. Het heeft onze instemming dat het verlies op de waarde van de netwerkbedrijven via voorziening in mindering wordt gebracht op het eigen vermogen. Dat kan gelukkig een stootje hebben, maar we staan nu wel een klein beetje op ’oranje’.
In vergelijking met enige jaren geleden is de jaarrekening overzichtelijker geworden. Vooral wat betreft de resultaten die worden geboekt. De Stadsmonitor geeft op onderdelen ook nog eens een nuttige verdieping, maar we zijn er nog niet. In het hoofdstuk over de maatschappelijke omvang staan bijvoorbeeld alle resultaten op ’geel’ alsof er bijvoorbeeld geen honderden overnachtingen zijn geweest. Nog te vaak wordt er een geslaagd overleg opgevoerd als een resultaat, zonder dat duidelijk is wat dit overleg voor gewenste maatschappelijke gevolgen had. Wij verwachten dat er aan verdere doordrukking van dit belangrijke onderdeel van de jaarrekening blijvend aandacht zal worden geschonken. Dit is ook de laatste jaarrekening in de vorm zoals wij die nu kennen, gebaseerd op de programmabegroting. De programma’s corresponderen min of meer met de diensten en die bestaan immers niet meer. Wij willen de wethouder eraan herinneren dat het onze begroting is en dat wij nadrukkelijk betrokken willen worden bij de nieuwe opzet. Wij zien een uitnodiging voor dit overleg hierover graag op korte termijn tegemoet.
In de commissie is veel discussie geweest over een aantal onderdelen van het personeelsbeleid, zowel wat betreft de inhuur derden als de boventalligen. Vooral de antwoorden op onze vragen over de overschrijding van het budget voor inhuur bleven onbevredigend. Ook de laatste toelichting laat nog ruimte voor aarzeling. Het personeelsbeleid is de afgelopen jaren steeds een punt van discussie en zorg geweest en geeft ons aanleiding om bij de kadernota een mogelijke motie in te dienen om tot een proactief personeels- en inhuurbeleid te komen, daar waar dit nu vaak reactief overkomt. Een van de belangrijkste aanbevelingen van de account gaan over de begrotingsdiscipline. Er zijn opnieuw veel tussentijdse bijstellingen geweest en
verslagnummer z
desondanks is er een groot verschil te constateren tussen de begroting en de uiteindelijke realisatie. Wij willen onze ogen niet sluiten voor de voortgang die is geboekt. Vorig jaar was het immers nog een graadje erger, maar we constateren toch dat er nog het nodige verbeterd kan en moet worden.
De aantallen begrotingswijzigingen die door het college zijn doorgevoerd zijn aanleiding om de mandaatregeling te evalueren. Ik zeg duidelijk: evalueren. Wat ons betreft gaat het daarbij om transparantie en niet om het onder curatele stellen van het college. Kunnen we een voorstel verwachten voor die evaluatie? Wij vinden het voorgestelde raadsbesluit op het punt van de aanbevelingen die de accountant heeft gedaan veel te vrijblijvend. Er staat ons bij dat sommige van de aanbevelingen niet voor het eerst door de accountant zijn gedaan en dat geeft erg te denken. Naar aanleiding van de discussie in de commissie hadden we een korte toelichting van het college verwacht op elk van deze aanbevelingen. En jammer genoeg is die er niet. Wij willen graag een reactie van het college waarom deze zaak niet verder is uitgewerkt, omdat wij daarop geen toelichting hebben gekregen. Waarom zijn de aanbevelingen wel of niet overgenomen?
Met interesse hebben we kennis genomen van de aanvullende informatie over de uitstroom van bijstandsgerechtigden na betaald werk in de afgelopen twee jaar. Het blijkt uit de cijfers helaas niet hoeveel van hen in aanmerking kwamen voor de langdurigheidstoeslag. Wellicht dat dit in het vervolg als een aparte indicator kan worden meegenomen. Een groot punt van zorg is de sterk achterblijvende woningbouw. Naar uw eigen berekening zou ons dat als Eindhoven wel eens 7,8 miljoen kunnen gaan kosten. Dit geld gaat weliswaar in een financieringsfonds waar we meer uithalen dan instoppen, maar daardoor krijgen we niet meer woningen en die moeten er toch komen. Kan het college aangeven welke acties er nu ondernomen zijn om deze achterstand in te halen, zodat we aan het eind van dit jaar weer op het niveau van gemaakte afspraken zitten?
In het concept raadsbesluit wordt het voorstel gedaan om de gelimiteerde reserveringen voor onderwijs, huisvesting, de educatieve agenda, de SDK-projecten en de onderhoudsprojecten van SOB ÃćâĆňâĂİ trouwens SOB bestaat volgens mij niet meer
ÃćâĆňâĂİ substantieel te verhogen. De reden is dat er teveel geld in deze reserveringen is
gestopt. Hoe kan dat zomaar en waarom is er voor gekozen de limiet van deze reserveringen te verhogen en niet om het teveel gestorte geld gewoon bij te boeken bij de algemene middelen, zodat ons totale tekort minder zou zijn?
In onze tweede termijn zullen wij reageren op de moties en mogelijke amendementen.
verslagnummer z
Dank u wel.
Voorzitter: Dank u wel. Daarmee is een einde gekomen aan de eerste termijn van de zijde van de raad. Het is nu 15.50 uur. Ik stel voor dat we twintig minuten schorsen tot 16.10 uur. Ik schort de vergadering tot die tijd op.
Voorzitter: Ik heropen de vergadering en ik verzoek de leden hun plaatsen in te nemen. Aan de orde is de eerste termijn van de zijde van het college met betrekking tot de beantwoording van de jaarrekening. Het woord is aan de wethouder, mijnheer Don.
De heer Don: Geachte raadsleden, mensen thuis en mensen op de publieke tribune. 2008 was natuurlijk wel een heel bijzonder jaar. Halverwege het jaar deed zich een wereldwijde financiele crisis voor. Ik kan me nog herinneren dat ik bijna wekelijks samen met de ambtenaren heb gekeken naar onze beleggingsportefeuille om te controleren of het met onze beleggingen nog wel goed ging. Moeten we iets afstoten of moet er iets bij? Er is niet veel bijgekomen, maar wel afgestoten. We hadden te maken met de NRE en die problematiek kent u allen. In dat proces heb ik u, naar mijn idee, goed meegenomen. Ik heb daarvoor van u ook wat complimenten gekregen. Dank u. Het heeft ons vorig jaar structureel 10 miljoen aan inkomsten gekost. De NRE leverde ook nog eens een hoop bestuurlijke problemen op waar ik me actief mee heb moeten bemoeien. Je werkt met een begroting van vorig jaar en vervolgens zie je de wereld om je heen veranderen. Dat betekent dat er hier en daar bijgestuurd en bijgeschaafd moet worden. Dat alles maakt het tot een financieel boeiend, maar ook lastig jaar. Vervolgens kwam de situatie van de borg er nog bij. De voorziening die we hebben getroffen. Een voorziening die nog gewoon bij ons ÃćâĆňâĂİ en dan pak ik mijn eigen
binnenzak maar even ÃćâĆňâĂİ in de gemeentelijke binnenzak zit, maar wel een
voorziening die we moeten treffen en die we mogelijkerwijs dadelijk moeten gaan betalen bij het financieringsschap. Mevrouw Fiers zal er straks nog wel iets over zeggen. Het financieringsschap levert ons altijd meer geld op dan dat het ons kost. We hebben geschakeld direct tegen de ontwikkelingen aan. Wij zijn een conjunctuurgevoelige stad. Als het mis gaat, gaat het ’t eerste mis in onze stad. We merken dat ook aan het snel stijgen van onze werkloosheidscijfers en bijstandscijfers. Vervolgens kon ik met een zeker genoegen wel constateren dat we vorig jaar een dieptepunt hebben bereikt voor wat betreft de werkloosheid en het aantal bijstandsgerechtigden. Dat betekent dat we nu een crisis induiken en dat het zal gaan groeien. We moeten daar goed rekening mee houden, maar de situatie van 1993, waar mijnheer Rennenberg nog even aan refereerde, is toch een heel andere situatie. Het moge duidelijk zijn dat ik zorgelijk ben over de toekomst. We zijn op dit moment bezig om goed in kaart te brengen hoe we er budgettair in
verslagnummer z
2009 voorstaan en wat dit betekent voor 2010. Wanneer ik hoor zeggen dat dit onverantwoord financieel beleid is, speel ik de bal graag terug.
Het moge duidelijk zijn dat we een aantal zorgen hebben. Het moge ook duidelijk zijn dat we niet weten wat de toekomst ons zal brengen. Mijnheer Vleeshouwers merkte op dat onze beleggingsportefeuille misschien geen 100 miljoen meer waard is. Dat kan zijn. Ik ga ervan uit dat de waarde is zoals hij daar nu staat, maar de verhouding tussen de euro en de dollar kan morgen weer anders zijn. Morgen kan het zo zijn dat de dollar in elkaar zakt en de euro meer waard wordt of omgekeerd. Ik vind het wel heel moeilijk om uit te gaan van iets dat op papier een zekere waarde vertegenwoordigt die we regelmatig laten checken, maar waarbij men echter geneigd is te zeggen dat het eigenlijk toch anders is. Maar goed, we kunnen de Mondriaan van mijnheer Van Bussel verkopen. Heb ik het verkeerd begrepen? De heer Van Bussel: Totaal verkeerd. Ik ga geen uitverkoop houden. We moeten zelf eigenaar blijven. Een PP5 leidt hier wel vaker tot succes, maar u kunt beginnen met het om te zetten in een NV of BV. Op die manier kunt u proberen wat geld op te halen.
De heer Don: Ik had even de indruk dat we iets gingen verkopen, maar dan heb ik me vergist, mijnheer Van Bussel. Maar goed, ten opzichte van mij laat u zich ook af en toe wat ’strak’ uit, zoals dat ik euforisch zou zijn. Ik ben volgens mij nog nooit euforisch geweest, zeker niet rondom de financien. Ik ben altijd vrij realistisch geweest. U noemde mij net euforisch over de financiele verhouding hier in het bedrijf. Ik ben blij dat u mij euforisch heeft gezien. Ik kan het me niet meer herinneren. Maar goed, we zijn weer in balans, mijnheer Van Bussel.
We hebben wel een aantal problemen. We weten niet wat de toekomst ons brengt. Wij moeten daarop schakelen. Daar gaat ook het debat van volgende week en de weken daarna over. We zullen het zeker hebben over de kadernota. Wanneer u het
accountverslag doorneemt, ziet u daarin een aantal punten naar voren komen waar ik zelf ook mijn zorgen over heb. Er zitten daar nog een paar stevige leerpunten. U spreekt over het begrotingsbeheer, de fluctuaties tussen wat er begroot is en uiteindelijk is uitgegeven. Over inhuur derden is ook gesproken. De inhuur van derden vind ik in beginsel niet ’vies’. Ik wil u een voorbeeld geven. We hebben het probleem van de NRE. U heeft deze week de accountant zien zitten. Ik heb hem ingeschakeld buiten het contract om. Dit om u een beeld te kunnen geven hoe wij een aantal zaken in onze boeken moeten verwerken en om ons als college te adviseren. Ik schat dat dit geintje ons 6 20.000,ÃćâĆňâĂİ kost. Ik heb het niet begroot, maar
het valt wel onder inhuur derden. Aan mij mag u vragen waar de post inhuur derden aan uitgegeven is. We komen dan op een kwetsbaar punt uit. Ik kan u dat op
verslagnummer z
dit moment niet helemaal duidelijk aangeven, maar daarmee wil ik de categorie inhuur derden niet bombarderen tot iets zeer negatiefs. Inhuur derden betekent ook uitvoeringscapaciteiten inhuren. Mag ik daar een voorbeeld van geven? Het aantal werklozen groeit. Ik heb een gebrek aan casemanagers. Daarom hebben we intercedente ingehuurd van uitzendbureaus. Uitzendbureaus hebben minder werk, maar het zijn wel de juiste mensen die op dat moment ook bij WZI taken kunnen verrichten om mensen te bemiddelen. Dat valt wel onder de categorie inhuur derden en is netjes betaald vanuit het participatiebudget. Het is goed gefinancierd. Je moet wel kritisch blijven bij inhuur derden. Het klopt dat we vorig jaar een reorganisatie hebben meegemaakt, waardoor ook het zicht op een aantal zaken door de verschuivingen een beetje verloren is gegaan. Mijn mening is dat voor wat betreft een aantal punten de touwtjes moeten worden aangetrokken. We moeten goed in kaart brengen wat op dit moment ons personeelsbestand is. Ik heb u in de commissie al aangegeven dat er diensten zijn verdwenen, er sectoren zijn bijgekomen en nieuwe formatieplannen zijn gemaakt. Er is nu sinds jaren pas duidelijk geworden dat we een aantal medewerkers hebben die altijd bovenformatief zaten, waar geen budgetten aan ten grondslag lagen en die gewoon in dienst zijn. Ik wil hier zorgvuldig mee omgaan. Deze mensen zijn waardevol en doen hun werk. Vervolgens dien je kritischer om te gaan met het inhuren van mensen. Hoe wil je deze mensen inhuren in relatie tot de mensen die al in dienst zijn en die mogelijk ook daarvoor ingezet kunnen worden. Die analyse is grotendeels klaar. De sectorenplannen liggen er.
Ik ben bereid om voor de zomervakantie via een informatienota zicht te geven op de stand van zaken van ons personeelsbudget. De heer Rennenber : Voorzitter, ik heb ergens gelezen dat de wethouder in de toekomst strakker gaat opletten. Dit las ik in Groot Eindhoven. U zou erop toezien dat het niet meer tot van die hoge bedragen zou oplopen. In de commissie hebben wij aangegeven dat er in de jaren negentig 7 miljoen gulden werd uitgegeven en nu 59,5 miljoen euro. Dat is toch wel een groot verschil. Ik las van de week in Groot Eindhoven dat u er extra strak de hand aan gaat houden om het niet meer zo te laten oplopen. Ik hoop niet dat we in 2009 weer circa 60 miljoen gaan uitgeven. De heer Don: U heeft het nu over inhuur derden? Oke. Een ander punt is het
begrotingsbeheer waar we mee te maken hebben. Voorzitter: De heer Rennenberg stelde een vraag. De heer Don: Ik heb dat niet begrepen als vraag.
verslagnummer z
Voorzitter: De vraag is wat u er volgend jaar mee gaat doen.
De heer Don: Ik hoop dat we u volgend jaar goed inzichtelijk kunnen maken, hoe het inhuurbudget besteed is en wat de redenen zijn geweest om mensen in te huren. Voorzitter: Mevrouw Van den Biggelaar.
Mevrouw Van den Bi elaar: Voorzitter, in mijn eerste termijn heb ik al aangegeven dat ik het eens ben met de opmerking van de wethouder dat de inhuur van derden niet per se ’vies’ is, maar ik heb ook drie posten aangegeven waar duidelijk sprake is van een overschrijding. De wethouder zegt nu dat hij dit nu niet helemaal kan onderbouwen. Kunt u dat op een later tijdstip wel? De heer Don: Ja. Voor de zomervakantie zal ik u informatie geven over in ieder geval de huidige stand van zaken. Ik zal eraan toe moeten voegen, voor zover ik dat goed kan reconstrueren, waar de overschrijdingen het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden.
De heer Vleeshouwers: Mag ik nog een vraag stellen over inhuur derden? Een van de dingen die mij opvalt naar aanleiding van de gedetailleerde informatie die we een paar dagen geleden kregen, is dat er veel zit bij realisatie en planning van DSOB. Wij weten van oudsher dat zij moeite hebben om het geld dat zij beschikbaar hebben voor projecten, uitgegeven te krijgen. Bestaat er geen structureel probleem dat u dit nu al weet en waar u dus eigenlijk geen nader onderzoek voor nodig heeft? Voorzitter: De wethouder.
De heer Don: Voor een gedeelte moet ik die vraag ook een beetje doorschuiven naar mevrouw Fiers en mijnheer Van Merrienboer. Het heeft namelijk ook te maken met hoe zaken worden gepland en geprognosticeerd rondom de projecten die plaatsvinden. Ik neem uw vraag even mee en kom dan ook uit bij begrotingsbeheer, want inhuur derden heeft ook daarmee te maken. Ik gaf al aan dat je soms te maken hebt met onverwachte situaties. Ik gaf net het voorbeeld van de accountant. Er moet dan geld uitgegeven worden en mogelijk is er dan aan het eind van het jaar een overschrijding van het begrote budget. Wij moeten als organisatie ook beter leren te prognosticeren. Dit heb ik al eerder aangekaart. Je moet beter met de planning aan de slag. Je stelt het doel vast bij projecten, koppelt daar een tijdschema aan en de middelen die nodig zijn om het doel te bereiken, zoals materialen, kennis en kunde. Ik merk dat wij dat als organisatie moeilijk vinden. Dit is niet alleen te wijten aan onze organisatie, maar dit ligt soms ook aan de omstandigheden waaronder er gewerkt wordt. Het onderwerp ’heipalen’ is
verslagnummer z
misschien niet helemaal een goed voorbeeld. Je geeft een bepaalde lijn aan en uiteindelijk blijken er overschrijdingen te zijn. Het is wel iets wat zich levendig in de raad heeft afgespeeld. De gemeente kan daar slagen maken. Een van de doelen van de reorganisatie was om de portefeuillehouders dichter bij de uitvoering te brengen. Een directe relatie tot stand te brengen tussen sectoren en de portefeuillehouder. Je haalt er dan als het ware een managementlaag tussenuit. Zorg ervoor dat de aansturing op de uitvoering beter door de portefeuillehouder kan plaatsvinden.
Wanneer je niet voldoende genoeg prognosticeert en vervolgens tot de conclusie komt dat je uitloop hebt, dus een jaarschijf overtreedt, moet je dat terugstorten in geld of gaan doorreserveren. Dat is uiteindelijk met dat grote reserveringsdossier gebeurd. De VVD heeft daarover een motie ingediend met het verzoek de raad eerder te informeren. Daar ben ik het dus mee eens. Daar liggen de aandachtspunten. Een van de maatregelen die ik heb genomen is te komen tot een tussentijdse afsluiting. Dat betekent dat we onder de tweede tussenrapportage even een streep zetten. Dit zal in de organisatie niet zo diep inwerken als een complete jaarafsluiting, maar er komt wel een tussentijdse afsluiting. Wat mij betreft gaan we door met het aantal stappen die we gezet hebben op dit gebied. We zullen de financiele ontwikkelingen kritisch volgen. We volgen de NRE kritisch. Aangaande de NRE kan ik niet vaak genoeg zeggen dat als er besluitvorming moet plaatsvinden deze in de raadszaal of in de commissie zal zijn. U zult daar goed over worden geinformeerd. Ik kan niet goed voorspellen hoe het er in de toekomst uit zal zien.
Hier stop ik even, want uiteindelijk komt volgende week de kadernota aan de orde en zullen we hier verder over praten. Ik wil wel even een lijstje opsommen waarvan ik denk ÃćâĆňâĂİ ik kom dan wat meer op de inhoudelijke kant van mijn portefeuille uit ÃćâĆňâĂİ dat het goed gegaan is:
hoger bereik van mensen in het kader van de armoedebestrijding; de schuldhulpverlening heeft een groter bereik gekregen. De landelijk norm is dat mensen binnen 4 weken worden geholpen. Wanneer mensen zich bij ons melden, worden zij direct geholpen; de inburgering verloopt goed; er is een vrijwilligerspunt opgestart. Mijnheer Rennenberg, uw seniorendag was een groot succes. We hebben nog een vrijwilligersavond gehad; we hebben inhoudelijk een verbeterslag gemaakt ten aanzien van de BCFcontracten met onze partners;
verslagnummer z
de uitvoering van de Wmo is op orde. Het Wmo-huis van de VVD is
gerealiseerd; op het gebied van de re-integratie met mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt is veel vooruitgang geboekt. Mevrouw Van den Biggelaar heeft daar ook iets over gezegd. Het is dus niet zo dat het college niets doet. Ik ga nu in op een aantal vragen, die ik gekregen heb. Voor wat betreft de VVD heb ik daar, denk ik, al een paar antwoorden op gegeven. U heeft vier moties ingediend en ik kan mij daar grotendeels in vinden.
Mevrouw Zwierstra: U omarmt ze, zogezegd? De heer Don: Ik omarm ze, maar ik heb ook de opmerking van mevrouw Van den Biggelaar en dat vond ik een heel functionele: kijk of je de moties bij elkaar kunt voegen en bij de betreffende raadswerkgroep kunt neerleggen. Tevens kunt u bepalen of u mij daarbij aanwezig wilt hebben.
Mevrouw Zwierstra: Dat betreft de uitvoering en dan kom ik sowieso weer bij u terecht. De heer Don: Daarom. Ik wil even stilstaan bij het feit dat mijnheer Reker het elke keer over belastingverhogingen heeft. Wij hebben het daar niet over.
Mijnheer Jansen wil ik bedanken voor de complimenten. Ten aanzien van de ESF-gelden, mevrouw Heesterbeek, zal ik zorgen dat dit wordt geagendeerd, voorzien van een kleine memo, voor de commissievergadering. Mijnheer Van Bussel, u had nog een opmerking over het uitkopen van MEIF. Daar hebben we in de commissie goed over gesproken. Ik heb ook toestemming gekregen om dat zo te doen. Ik kan me herinneren dat u in die tijd kritisch was. Ik was ook kritisch. U heeft zich ook eens in die boekwerken verdiept die eraan ten grondslag lagen. U bent ook een boeteclausule van 30 miljoen tegengekomen. Volgens mij hebben wij rond dat hele proces redelijk scherp onderhandeld. Dit heb ik u indertijd ook uitgelegd. Volgens mij is dat proces in tegenstelling tot wat u nu aangeeft een redelijk zorgvuldig proces geweest. Ik was niet blij met MEIF en met die onderhandelingen. Toch heb ik zelf afscheid moeten nemen, ondanks dat dit allemaal voor mijn periode was geregeld.
De heer Van Bussel: Voorzitter, het ging mij ook meer om de waardering op dat moment. Zij wilden eruit stappen en afscheid nemen. Wij wilden ze wel kwijt onder bepaalde voorwaarden. Toen was die waardering toch nog stevig aan de prijs. Dat is nog niet zolang geleden. Ten aanzien van het boetebeding bestaat er op dit
verslagnummer y
moment ook een boetebeding op overtreding van de gas- en elektriciteitwet van 10’lo van de omzet. Dat is ook 7 miljoen, maar daarover staat er in de jaarrekening: "Wij achten geen voorziening nodig". Dat moeten we nog maar zien.
De heer Don: Er gaat nog een stap aan vooraf. We moeten eerst een waarschuwing krijgen in de vorm van een rapport en die hebben wij nog niet van de DTE gekregen. De strategie die we nu inzetten is te voorkomen dat we zo’n rapport uberhaupt gaan krijgen. Op het moment dat je een boetebeding opgelegd gaat krijgen, moet er wel sprake zijn van een boete en wij hebben nog geen boete opgelegd gekregen. Zover is het nog niet, mijnheer Van Bussel. Ik denk dat dit ook de reden is waar u inhoudelijk gelijk heeft als er een boete zou worden opgelegd, maar waarvoor op dit moment nog geen voorziening getroffen is.
Mijnheer Rennenberg. We blijven wat verschil van mening houden over onze financiele situatie. Mevrouw Van den Biggelaar zei het daarnet heel wijs en dat volg ik ook grotendeels. Wij hebben in deze gemeente geld nodig voor de publieke zaak: deze stad, de burgers. Daar moet je een fatsoenlijk huishoudboekje voor voeren. We zijn nu wat zorgelijker rondom de situatie. Ik wijs u er ook op dat wij als gemeente Eindhoven nog met kop en schouders boven een goot aantal andere gemeentes uitsteken in Nederland. De zorgen die wij hebben worden met name veroorzaakt door de NRE. De effecten van de zorgelijke situatie in deze regio op ons financiele huishoudboekje blijft op dit moment beperkt. We moeten kritisch blijven. U moet me maar kritisch blijven volgen en uw vragen blijven stellen. Ik zal ze zo goed mogelijk proberen te beantwoorden, maar ik ga nog steeds uit van een weerstandsvermogen van 107 miljoen. De heer Rennenber : Daar zit dan eigenlijk ons probleem. In het weerstandsvermogen van 107 miljoen zit 100 miljoen waar we een afspraak over hebben gemaakt. Daar mogen we niet aankomen. We hebben nu een verlies van 70 miljoen. Dat moet dan wel uit dat bedrag komen om te compenseren of uit de reserves die we besteed hebben. We hebben namelijk 328 miljoen vastgelegd. We hebben in feite niets meer over. Als ik dan ga tellen ÃćâĆňâĂİ en dat zegt de accountant ook
- dan houd ik nog maar ruim 6 a 7 miljoen. Die 100 miljoen tel ik dan niet mee, omdat ik die in de toekomst wil blijven behouden, anders komen degenen die na ons komen in vier jaar tijd 20 miljoen tekort. Voorzitter: Oke. De wethouder.
De heer Don: Ik wil hier even kort op reageren. U trekt gemakshalve van die 107 miljoen, de voorziening (reserve) die we nu getroffen hebben,63,6 miljoen af. Dat is niet correct. Die voorziening hebben wij getroffen in het kader van een mogelijke waardevermindering van de ObN-NetH. U weet dat als die organisaties gaan fuseren dat die voorziening een stuk lager moet worden. Dan zal als het ware de
verslagnummer z
waardevermindering moeten plaatsvinden en een waardevermindering betekent dus dat de waarde, die voor de netwerkbedrijven in de boeken staat, lager wordt. De heer Rennenber : Op pagina 29 van de kadernota.. Voorzitter: Een ogenblikje. Mijnheer Don is nog even aan het uitleggen. Maakt u het even af.
De heer Rennenber : Ik heb hem volkomen begrepen, maar in de kadernota op pagina 29 staat het verhaal dat ik hier vertel. Ik denk dat de financiele mensen het met me eens zijn dat we nog maar 6 miljoen over hebben als we aan die 100 miljoen komen. Kadernota pagina 29. De heer Don: Ik geloof niet dat we tot elkaar komen, mijnheer Rennenberg.
Voorzitter: Mijnheer Van Bussel gaat nog een poging ondernemen. De heer Van Bussel: We hebben, vandaag dacht ik, via de mail een overzicht gekregen van de reserve die we echt hebben. Gekeken naar juni 2009 begreep ik dat we op 50,3 of 50,6 miljoen zitten, waarbij de grens van het risico 50 miljoen is. We hebben de bodem bereikt. Dat is mijn conclusie.
Voorzitter: De wethouder. De heer Don: Ons eigen vermogen is op dit moment 50,3 miljoen, maar dat is inclusief de getroffen voorzieningen en die mag ik nog wel bij mijn weerstandsvermogen optellen. Maar goed dat zijn voor een gedeelte regels en spelregels.
U had een mooie spreuk die me even is ontschoten, maar volgens mij bent u ook ’ zo rood als een kroot’. De heer Rennenber : Daar zit natuurlijk wel iets in, maar ik laat dat niet zo merken. De heer Don: Maar u heeft ook zo’n groot sociaal hart.
Mijnheer Vleeshouwer, uw vraag heb ik, denk ik, wel beantwoord. Ik ga nu iets sneller. Mijnheer Abbou. Dat boekje dat u liet zien is inderdaad een notitieboekje. U gebruikt het waarvoor het bedoeld is. Het is niet voor de stad, het is voor het bedrijf. Ik ben blij dat u het gebruikt. Misschien moeten er vingers omhoog gestoken worden van degenen die het niet gebruiken. U heeft indertijd een
verslagnummer z
uitvoeringsprogramma van Meedoen ontvangen. Er wordt op dit moment aan een update gewerkt en u krijgt binnenkort een raadsinformatiebrief of een informatienota waar de uitvoering van Meedoen wordt beschreven. U had een opmerking over dat mensen naast de subsidie van 25 !o aan eigen inkomsten moeten genereren, met name stichtingen. Dat heet gewoon ondernemerschap. Ik denk dat als je iets gaat organiseren voor een ander het altijd goed is om te kijken of die ander er ook zelf iets aan zou kunnen bijdragen. De heer Abbou: Voorzitter?
Voorzitter: Mijnheer Abbou.
De heer Abbou: Het gaat me om de kleine organisaties die minder subsidie krijgen. Als zij iemand willen ontvangen moeten zij vanuit hun eigen zak desnoods koffie betalen. Dat kan toch nooit de bedoeling zijn? De heer Don: Wij betalen als gemeente sowieso niet voor de koffie. De heer Abbou: Nee, maar als je hier komt dan krijg je wel een kop koffie.
De heer Don: Wij betalen, kort door de bocht, als gemeente niet voor de koffie van instellingen. Wij betalen voor een bepaalde functie. Wanneer een instelling als functie heeft mensen te ontvangen, en wij subsidieren dat, dan betalen wij voor die functie. Misschien moet degene die ontvangen wordt ÃćâĆňâĂİ en als dat een regelmatige
ontvanger is - ook een kleine bijdrage leveren en een paar centen voor zijn kopje koffie betalen. Als ik naar mijn clubhuis ga, naar mijn fietsclubje, dan betaal ik ook voor een gedeelte een eigen bijdrage aan het sociale gebeuren. In dat opzicht vind ik het niet vreemd dat je ook aan instellingen die iets willen organiseren, vraagt om een andere financieringsbron te regelen, want anders teren zij wel helemaal op de gemeente. Ik vind dat als je op de gemeente gaat teren je daarmee risico loopt het contact met je achterban kwijt te raken. Als een ander er iets voor betaalt, want niets is gratis in deze wereld, dan heeft hij ook vaak het recht om er iets over te zeggen. De heer Abbou: Het gaat mij puur om het participatieproces. Wanneer wij participatie in de stad willen bevorderen, dan moeten er wel middelen voor worden ingezet. De heer Don: Dat doen we dus ook, maar niet altijd 100 /o voor alles. Wij zetten daar
middelen voor in en we vragen ook graag een eigen bijdrage. Mevrouw Van den Biggelaar. Ik zal met het UWV- werkbedrijf ook aan de slag gaan, naast de activiteiten die wij vervullen rondom werkloosheid, de WW-aanvragen en
verslagnummer 7
dadelijk ook de jeugdwerklozen. Ik zal kijken of we die gegevens boven water krijgen en onze verbindingen maken. Het is genoteerd en ik kom er later bij u op terug. Vervolgens had u nog vragen over het doorschuiven van de dossiers, maar daar heb ik al een antwoord op gegeven. Mijnheer Van Zijl, volgens mij heb ik uw punten ook besproken. Mevrouw Schreurs,
uw vragen ook. Uw punten heb ik net in algemene zin beantwoord. Mijnheer Stoevelaar... Mevrouw Schreurs: Voorzitter? Als ik u hoor dan geeft u aan dat u werkelijk geen idee heeft wat er op ons afkomt. U heeft het min of meer drie keer herhaald. Nu heeft D66... De heer Don: U wel?
Mevrouw Schreurs: Een aantal zaken kun je inderdaad op je af zien komen, maar niet op het moment datje het uberhaupt niet regelt. U heeft in 2007 twee keer een motie van ons omarmd en dezelfde motie nog eens een keer in 2008, omdat hij niet uitgevoerd was. In die motie werd gevraagd om financieel aan te geven wat er op ons af staat te komen. Ik zie nu dat in ieder geval voor alle voorzienbare dingen er geen enkele voorziening is getroffen voor de toekomst. De heer Don: Waar heeft u het concreet over?
Mevrouw Schreurs: Bijvoorbeeld de feitelijke situatie met het aflopen van Brainport. Het hele verschijnsel dat je het Designverhaal, zoals de SP al memoreert, helemaal niet aan het voorsorteren bent. Het feit dat je bij iets als wijkvernieuwing opeens per jaar de zaak aan het regelen bent. Het feit dat je trouwens in 2010 zelf wel zegt dat je het gaat regelen, maar de dekking helemaal niet weet aan te geven. Eerlijk gezegd denk ik dat je dan kunt zeggen dat het geen kwestie is van ’niet voorzien’, maar dat het gewoon een kwestie is van ’niet doen’. De heer Don: Ik stel voor dat u die vragen even bij de collega’ s, die daar inhoudelijk ook verantwoordelijk voor zijn, neerlegt. Mevrouw Schreurs: De vragen horen in zoverre bij de kadernota thuis. U kunt niet zeggen dat er uberhaupt niets te voorzien is.
Voorzitter: Ik geloof dat mevrouw Schreurs zelf het antwoord heeft gegeven. Dit gaat over de voorzieningen die wij moeten treffen in het kader van de toekomst. Mijnheer Van Bussel.
Verslagnummer y
De heer Van Bussel: Voorzitter, misschien is het ook belangrijk dat de wethouder nu expliciet ziet dat, als we nu op een weerstandsvermogen zitten van 5,3 of 5,6 miljoen, we ons geen enkele tegenslag meer kunnen permitteren. We lopen echt op het randje van het ravijn.
De heer Don: Ik had het over een eigen vermogen en u ziet dat die voorziening rondom de NRE daarvan afgetrokken is, maar die mag ik op dit moment gewoon nog bij mijn weerstandsvermogen optellen. De heer Van Bussel: Ik bedoel dat als u twee keer 60 miljoen moet terugbetalen aan die club en u heeft er 100 miljoen voor gereserveerd, dan moet u toch ergens die 20 vandaan halen of niet? Of zegt u: ik haal alles bij de bank? De heer Don: U gaat nu voorruit lopen op een discussie die we deze week al kort in de commissie hebben gehad. Het gaat over de financiering van een kapitaalinjectie van de netwerkbedrijven. We gaan ook kijken hoe we dat willen realiseren. Ik heb ook wel eens met u onder vier ogen besproken, in uw hoedanigheid als voorzitter van de raadswerkgroep, dat er meerdere wegen naar Rome leiden.
Voorzitter: Ook in dit geval vind ik dat we het hebben over het jaarverslag en de jaarrekening en niet over datgene wat nog op ons af staat te komen. Ik stel voor dat de wethouder zijn beantwoording nu afrondt. Mevrouw Schreurs: Voorzitter, ik heb nog een vraag om het even helder te stellen. Voelt de wethouder zich nu senang bij de huidige financiele toestand van de gemeente Eindhoven?
De heer Don: Ik voel zeker druk op mijn schouders door de huidige financiele toestand. Ik heb met een aantal zaken te maken. Er zijn onzekerheden van het rijk te verwachten op de lange termijn en een onzekerheid van de NRE op de korte termijn. Als u dan vraagt: wat doet u daaraan? Voor wat betreft de NRE moge duidelijk zijn wat ik daaraan doe. Als je kijkt naar de financiele onzekerheid van het rijk die op ons afkomt, dan zie je dat we op dit moment aan het omschakelen zijn met bezuinigingsoperaties om daarop te anticiperen. Voorzitter: Ook dit hoort tot de beraadslaging met betrekking tot de kadernota. Ik verzoek de wethouder om niet alle raadsleden op te noemen, want dan roept u ze weer op tot een tegenreactie.
De heer Don: Ik respecteer graag de raadsleden, maar ik ga nu naar mijnheer Stoevelaar en daarmee is gelijk de discussie afgelopen.
verslagnummer z
Over de aanbevelingen van de accountant heb ik zeer zeker iets gezegd. Als u in het raadsvoorstel kijkt van de jaarrekening staat onze reactie op de aanbevelingen van de accountant. In de commissievergadering heb ik daar zeker op gereageerd. Dat is in de commissievergadering van, ik meen, 26 mei geweest. Daarnaast had u nog een vraag over de langdurigheidtoeslag. Die vraag heb ik niet goed begrepen, maar als u mij een mailtje stuurt, zal ik zorgen dat dit wordt opgepakt. Voorzitter: Dank u wel, dan is nu het woord De heer Abbou: Voorzitter?
Voorzitter: Mijnheer Abbou.
De heer Abbou: Voorzitter, ik zou graag de mening van de wethouder willen horen over de ’Rob van Gijzel-norm’ . De heer Don: Wij kennen een Balkenende-norm hier in Nederland en dat is denk ik een norm die algemeen geaccepteerd is. Als we het nu nog een keer over de ’Rob van Gijzel-norm’ moeten hebben? Voorzitter: Waarom is het trouwens niet de ’Jan Peter Balkenende-norm’? De heer Abbou: Een beetje te hoog.
De heer Don: De boodschap die u daarmee geeft moge duidelijk zijn. Mevrouw Zwierstra: Voorzitter, Ik heb nog een vraag aan de wethouder. Geldt die warme ’omarming’ ook voor motie twee? Krijgen we de B & W- verslagen sneller?
De heer Don: Wij hebben daarover in het college gesproken en wij zullen proberen daar goed op te anticiperen. Maar gun ons ook dan even de mogelijkheid om te kijken hoe we dat administratief goed kunnen waarmaken. Voorzitter: Ja, dan kijk ik wie als volgende wethouder het woord gaat voeren. Mevrouw Mittendorff. Mevrouw Mittendorff: Voorzitter, dank u wel. Ik heb niet zo heel erg veel vragen die ik kan beantwoorden. Ik wil graag beginnen met het beantwoorden van de opmerking van de heer Van Zijl, die aangeeft dat hij heel veel ongeduld heeft ten aanzien van het cultuurbeleid. Uw ongeduld, mijnheer Van Zijl, is ook het mijne. Ik denk dat het ten eerste heel helder is geweest dat de raad de afgelopen periode gepleit heeft voor het oplossen van knelpunten en dat er ondertussen ook heel hard is gewerkt aan het hele cultuurbeleid, Cultuur Totaal. Wat die knelpunten
verslagnummer z
betreft bent u, denk ik, goed bediend, al heb ik begrepen dat er nog een klein puntje is waar u nog niet helemaal tevreden over bent. Wat betreft Cultuur Totaal hopen wij natuurlijk aan het eind van deze maand ÃćâĆňâĂİ 26 juni uit mijn hoofd ÃćâĆňâĂİ de
presentatie mee te maken. We liggen dus helemaal op schema. Dat is ook zo aangegeven. Ik zie ernaar uit om met u en met anderen in debat te gaan, en nog veel meer om dat ook te doen met de mensen in deze stad. Het is ook zo dat ÃćâĆňâĂİ ik
weet niet of u dat weet ÃćâĆňâĂİ sinds wij in september het besluit genomen hebben over
Cultuur Totaal, wordt er ook in het land reikhalzend uitgekeken naar datgene wat hier allemaal gedaan wordt en naar onze volgende stap. Overigens hadden ook de VVD, ’leefbaar eindhoven’ en de SP hier een opmerking over. Mevrouw Schreurs, wat betreft de gelden, inderdaad maakte mijn hart een luchtsprongetje toen u zei ’1 miljoen’ en ’dat gaan wij doen’, maar u weet dat wij altijd weinig geld met meerderen moeten verdelen. Ik ben uitermate gelukkig dat we in ieder geval met veel puzzelen toch nog in staat zijn geweest om zover te komen ÃćâĆňâĂİ het was weliswaar veel meer als uw motie was aangenomen. Ik heb het zelf
wel als ondersteuning ervaren, maar soms gaat het niet zoals het makkelijk zou zijn. Er is gesproken over de Educatieve Agenda. De heer Van Zijl en mevrouw Heesterbeek hadden het daarover. Gisteravond hebben wij met de raadswerkgroep daarover gesproken, zowel over de Educatieve Agenda PO als VO. Het voorstel wordt waarschijnlijk om beide gelijktijdig te behandelen en de PvdA heeft daar een vraag bij gesteld waarom dat in een reservering is opgenomen. De afgelopen periode zijn we er niet zo heel hard mee opgeschoten, zoals wij allemaal wel weten. Dat betekent dat wij het geld dat wij hebben, graag nog willen gebruiken ÃćâĆňâĂİ althans op dit moment ÃćâĆňâĂİ om te kijken hoe het met de Educatieve Agenda gaat. Vandaar dat
het nu even in de reservering is opgenomen. GroenLinks had nog een opmerking over het Jongerenwerk. Dat doen wij vanavond, dus daar is ook uw punt mee voorbij. Over het evenementenbeleid hebben de VVD en ’leefbaar eindhoven’ een opmerking gemaakt. Het evenementenbeleid komt aanstaande dinsdag of de dinsdag daarna in het college. [In antwoord op een reactie ui tdezaal ] Het maakt nou niet meer uit, nee. Het is er dus voor de zomer en ik ben het met u eens, mevrouw Zwierstra, dat het hard nodig is. Af en toe zie je bij grote evenementen dat wij heel erg veel behoefte hebben aan een goed evenementenbeleid. Het is dus heel mooi dat wij dat dan geregeld hebben. Eindhoven Nu vraagt naar het Jongerenloket Z. U weet dat wij dat eigenlijk nog steeds niet officieel geopend hebben maar het is al heel lang in gebruik. Een van de partners mailde mij dat wij, als we kijken haar het Jongerenloket, "het dak hebben gerepareerd toen de zon scheen" en nu zie je maar hoe hard het nodig is om iets te doen voor jongeren en hun werkloosheid en stageplekken et cetera. We denken dus
verslagnummer z
al aan verhuizing omdat het een beetje krap aan het worden is, maar het werkt in ieder geval fantastisch en ik zal u de evaluatie doen toekomen op de momenten dat het is toegezegd. U vroeg ook naar School 23. Misschien is het wel leuk om even te melden dat in de reactie op het WRR-rapport (u noemt het misschien het Winsemius-rapport) in de brieven aan de Tweede Kamer School 23 staat genoemd. Overigens wordt Eindhoven nog een keertje genoemd in de reactie op het WRR-rapport maar in ieder geval School 23. We hebben daar verschillende mensen mogen rondleiden en die zijn erg geinteresseerd in het concept. Nu het in de brief aan de Tweede Kamer staat, ga ik er ook vanuit dat uit dezelfde pot die daar genoemd is ook extra financien kunnen komen. Wat dat betreft ziet het er eigenlijk heel goed uit. Voorzitter: Mevrouw Van den Biggelaar.
Mevrouw Van den Bi elaar: Misschien loop ik vooruit op de kadernota, maar betekent dit dat dit bedrag bovenop het bedrag komt wat wij als gemeente doen of komt het ter vervanging? Mevrouw Mittendorff: Ik denk dat we even de tijd moeten nemen om uit te vinden wat het nu precies is anders maken we ons misschien blij met een dode mus, maar ik kan me voorstellen dat er ook extra gelden naartoe gaan. Dat zou natuurlijk ook gewoon heel goed zijn, maar we moeten even afwegen hoe dat in zijn gang is gezet. De brief aan de Tweede Kamer is nog niet zo precies dat je al kunt weten wat de exacte financiele gevolgen zijn. Mevrouw Van den Biggelaar, we waren al even in gesprek, ik wil u bedanken voor het compliment over de aanpak van de Marokkaanse jeugd. Het is zeker zo dat we er nog lang niet zijn en daar nog heel erg veel aan moeten doen. Binnenkort komt natuurlijk het stuk over de Marokkaanse jeugd naar u toe, maar ik ben blij dat in ieder geval de eerste signalen dat het een betere kant op gaat door u zijn opgemerkt en daar ben ik gewoon heel erg blij mee.
Voorzitter, volgens mij heb ik nu gewoon alle vragen gehad. Voorzitter: De heer Abbou.
De heer Abbou: Voorzitter, ik heb een klein vraagje. Het is stil rondom het hockeystadion. Hoever is het?
Voorzitter: Dat snap ik, maar dat gaan we nu echt niet bij de jaarrekening en het jaarverslag doen. Want als ik dat toelaat, weet ik dat er nog heel veel creatieve collega’s van u zijn die ook allemaal een nieuwsgierigheidvraagje hebben.
verslagnummer z
Mevrouw Zwierstra: Bovendien, anders hadden wij hem wel gesteld als hij vandaag aan de orde was. Voorzitter: Ik kan u wel vertellen dat wij hier van Oranje Zwart gaan vertrekken. U bent klaar, dan komt mevrouw Fiers.
Mevrouw Fiers: Dank u wel. Ik ga proberen in een viertal thema’s een aantal vragen die mij gesteld zijn, te beantwoorden. Allereerst: krachtwijken en integrale wijkvernieuwing. Het was een opmerking in de zijlijn van de VVD dat de uitvoering van de krachtwijken niet op orde is. Ik denk ’nou, daar ga ik toch even wat over zeggen...’ Allereerst - dat is misschien toch noemenswaardig ÃćâĆňâĂİ dat gisteren op een
landelijk congres over burgerparticipatie en de krachtwijken de Eindhovense buurtonderneming Woensel West als een van de vernieuwende ideeen binnen de krachtwijken is gepresenteerd als een succesvolle aanpak, juist in de uitvoering. Dus u ziet het dan misschien niet, maar op andere plekken wordt het wel gezien. Wat ik u wel kan vertellen is dat er binnenkort een populaire versie komt van de resultaten van de investering in de krachtwijken van de afgelopen twee jaar. Samen met het Rijk zijn wij bezig om te kijken naar een monitor, die ook voor de Tweede Kamer geldt, want die heeft natuurlijk ook een aantal vragen op dat gebied. Dat betekent dat er in de loop van dit jaar een wat uitvoeriger monitor komt over de resultaten in de krachtwijken. Die geldt dan zowel voor de gemeenteraden als voor de Tweede Ka m er.
Voorzitter: Mevrouw Zwierstra.
Mevrouw Zwierstra: Een kleine aanvulling. Het is niet zo dat ik gezegd heb dat er niets gebeurd is. Dat zou ik niet durven want iedereen rent zich daar het vuur uit de sloffen. Dat weet ik als geen ander. Desalniettemin blijft het wel achter bij de plannen zoals we ze hadden, en dat was mijn punt. Overigens gold dat niet alleen voor deze maar voor de hele riedel die ik opnoemde.
Mevrouw Fiers: Ik stel voor dat we die discussie dan op een ander moment voeren, want dat ben ik niet met u eens, maar goed, u krijgt daar nog uitgebreid informatie over, ook in de loop van het jaar.
Er is een opmerking gemaakt over de financieringsystematiek voor de wijkvernieuwing. Daarover hebben wij met elkaar in het afgelopen jaar afgesproken dat we op basis van concrete plannen per jaar gaan kijken wat er nu feitelijk in de fase van de uitvoering zit. Daar maken we jaarlijks geld voor vrij. We hebben met elkaar gezegd dat dit een systematiek is die veel beter aansluit bij de feitelijke kosten, want je hebt een plan en weet ook feitelijk in de onderhandeling met de corporaties hoe je dat gaat betalen.
verslagnummer z
Mevrouw Schreurs: Voorzitter? Maar dat betekent ook dat de dekking nooit aan de voorkant voorhanden is. Dus dat betekent dat als je geen geld hebt ÃćâĆňâĂİ en zeker een negatief structureel resultaat ÃćâĆňâĂİ dat het altijd extra kosten zijn, dus dat de
uitvoering 100% zeker onder druk staat. Mevrouw Fiers: Dat betekent dat je altijd een weging moet maken van wat je wel en niet doet. Dat doen wij natuurlijk ook, maar daar hebben wij het volgende week over in de kadernota die nu voorligt. Daarin geven wij aan voor welke projecten in de wijkvernieuwing wij in 2010 geld vrij maken.
Mevrouw Schreurs: Nee, maar feitelijk heeft u niet voorgesorteerd om te zorgen dit in de toekomst mogelijk is. Dat is een beetje raar als je jezelf de sociaalste stad noemt en zegt dat onze prioriteit met name ligt bij de wijkvernieuwing en bij de krachtwijken. Mevrouw Fiers: Wij prioriteren daar wel degelijk voor en dat zullen wij ook volgende week in de jaarrekening zien. Mevrouw Schreurs: Nee, want als u ervoor geprioriteerd had dan had u er geld voor gereserveerd. U heeft zelf in de begroting kunnen zien waar allemaal geld voor gereserveerd is en ik heb altijd een immense bewondering voor wethouder Van Merrienboer dat hem dat naadloos lukt, maar op dit gebied is het niet gebeurd. Mevrouw Fiers: Nou, wij reserveren in de kadernota voor 2010 aanvullende middelen voor de wijkvernieuwing. Voorzitter: Oke.
Mevrouw Fiers: Er zijn een aantal vragen gesteld over de woningbouw en de BORboete. Ik proef in deze raad een ondersteuning van onze insteek dat wij die boete destijds hebben bepaald naar aanleiding van de afspraken in de regio. Willen wij onszelf serieus nemen dan moeten we nu echt voor die boete reserveren. Ik ben blij met die ondersteuning vanuit de raad. Met betrekking tot de woningbouw voor de komende periode ÃćâĆňâĂİ daar hebben wij het in de commissie ook even over gehad ÃćâĆňâĂİ kom ik na de zomervakantie met het
programma woningbouwproductie voor de periode 2010-2015. Dan kunnen wij ook kijken naar die periode en de consequenties daarvan. Voorzitter: De heer Van Zijl.
D h V Z" I: Dat klopt en ik denk dat uw aanpak en de financiele afwikkeling niet slecht is, maar er is al vaak gevraagd of het nu wel reeel is wat wij hier proberen
verslagnummer z
te bereiken. Blijft u nog steeds achter uw uitspraak "bouwen, bouwen, bouwen en datgaan wezeker halen" staan?
Mevrouw Fiers: U zult zien in het programma waar we mee naar de raad komen en wat uiteindelijk door de Regioraad wordt vastgesteld (want het gaat om het regionale woningbouwprogramma) dat de aantallen en prognoses die wij daarin neerzetten zijn gebaseerd op bevolkingsprognoses vanuit de provincie. Dat betekent nog steeds dat wij substantieel woningen moeten toevoegen in deze regio. Dat zal blijven en daar sta ik dus ook nog steeds achter.
Dan zijn er opmerkingen gemaakt door D66 over de ruimtelijke kwaliteit. U maakte de opmerking dat deze volledig stilstaat. U kunt veel dingen zeggen maar dat het volledig stilstaat, daar ben ik het absoluut niet mee eens. Volgens mij is het volop in beweging. We hebben in 2008... Mevrouw Schreurs: Voorzitter, een correctie, voordat ik een antwoord krijg op iets dat ik niet gezegd heb. Ik heb niet gezegd dat de ruimtelijke kwaliteit helemaal stilstaat, maar ik heb gezegd dat de ruimtelijke ontwikkeling van Eindhoven helemaal stilstaat. Mevrouw Fiers: [Lachend] Nou, ook daar ben ik het niet mee eens.
Mevrouw Schreurs: Het gaat om het stuk over ruimtelijke kwaliteit. De visie daarop is teruggenomen maar die is nooit meer teruggekeerd naar de raad.
Mevrouw Fiers: Volgens mij hebben wij met elkaar afspraken gemaakt over dat u een stadsvisie wilt en dat die als bouwsteen moet klaarliggen voor de volgende raad. Dat is de discussie waar ook de ruimtelijke kwaliteit voor de toekomst in geborgd is. Als het gaat om de discussie over ruimtelijke kwaliteit en hoe wij dat hier met elkaar hebben georganiseerd, hebben wejuist in 2008 de discussie gevoerd over de supervisoren, over de stadsarchitect, over de commissie ruimtelijke kwaliteit. Dus juist op dat gebied hebben we in 2008 veel keuzes gemaakt. Mevrouw Schreurs: Herinnert u zich niet dat u het gewoon hebt moeten terugnemen omdat het zo’n beetje door de hele commissie afgeschoten is? Voorzitter: Uw vraag is duidelijk. Herinnert u zich dat? Mevrouw Fiers: Nee, dat herinner ik me niet.
Voorzitter: Oke, dan hebben jullie toch iets verschillends meegemaakt.
verslagnummer 7
Mevrouw Fiers: Wat ik me wel herinner vertel ik net. [i!7!evrouw Schreurs en Fiers lachen beiden.]
Voorzitter, tot slot, er zijn nog vragen gesteld over de verkoop van het Klokgebouw. Wij hebben destijds bij de hele ontwikkeling van Strijp-S afgesproken dat het belangrijk was dat de gemeente een vinger in de pap zou hebben. Feitelijk ging dat om twee gebouwen. Dat was enerzijds het NatLab en als tweede het Klokgebouw. Uiteindelijk is er besloten om het Klokgebouw te verkopen, maar met een heel duidelijke afspraak voor de komende vijftien jaar over de invulling van het gebruik van het Klokgebouw, namelijk de cultuurkwartiermakersfunctie. Wij hebben dat niet geinterpreteerd als ’het Klokgebouw als doel an sich’ maar vooral een middel om iets te bereiken. Dat is dus ook goed geborgd met de afspraken die daarover eind 2007 zijn gemaakt. Dat waren volgens mij de vragen, voorzitter.
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, ik heb geen antwoord gekregen op de expliciete vraag waarom aan de raad niet is gemeld dat daarmee de invulling van onze bouwontwikkeling beeindigd was. De andere vraag was: waarom is feitelijk niet op hetzelfde moment de investering in PopEi geregeld, want we zitten er nu nog gigantisch tegenaan te hikken. Mevrouw Fiers: Mijn collega Van Merrienboer komt zo op PopEi terug. Dat hebben we net even afgesproken.
Voorzitter: Nee, wacht even, u heeft twee vragen gesteld. Wat was de tweede vraag?
Mevrouw Fiers: In antwoord op de volgende vraag: naar mijn idee hebben wij dat destijds bij de verkoop van het Klokgebouw gemeld. Dat kan ik zo in de stukken niet terugvinden dus daar kom ik met u op terug. Volgens mij is dat gemeld, maar dat moet ik even nazoeken. Voorzitter: Oke.
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, gewoon even technisch gezien. Ik vind het een erg moeilijke discussie want deze discussie was begonnen bij de heer Van Merrienboer in zijn commissie. Die verwees me naadloos naar collega Fiers en nu heb ik ze netjes bij collega Fiers neergelegd en nu wordt er weer naadloos verwezen naar collega Van Merrienboer. Voorzitter: Het grote voordeel is dat ze er nu allebei zijn en dus niet kunnen ontsnappen. Mijnheer Abbou. Mevrouw Schreurs: Maar voorzitter!
verslagnummer z
Voorzitter: Nee, u kunt dadelijk als u niet tevreden bent met het antwoord van de heer Van Merrienboer, er alsnog het college over ondervragen. Mevrouw Schreurs: Nee, het gaat om verantwoordelijkheid! In de commissie heb ik gevraagd wie is verantwoordelijk en het antwoord was integraal voor alle ontwikkelingen in Strijp-S is dat wethouder Fiers, inclusief ... Voorzitter: Dat wordt niet ontkend maar het gaat over de positie van PopEI en daarvan heeft mevrouw Fiers gezegd dat u dat even moet afwachten tot de heer Van Merrienboer daar antwoord op heeft gegeven. Daarna kunt u er altijd nog op terugkomen. Mijnheer Abbou. De heer Abbou: Dank u wel, voorzitter. Ik heb ook geen antwoord op mijn vraag gehad. Wanneer gaat u iets doen en wat gaat u doen aan de segregatie in de wijken?
Mevrouw Fiers: Wat gaan we daaraan doen en wanneer gaan we daar iets aan doen? Ik weet niet precies waar u op doelt, maar als het gaat om wijken met deels een goedkope en deels een duurdere woningvoorraad, waardoor er een meer gemeleerde samenstelling van de wijk ontstaat, daar zijn we op verschillende plekken in de stad al volop mee bezig. Het hangt wel af van de fase waarin de wijkvernieuwing zich bevindt, dus dat loopt. Volgens mij is dat in de verschillende evaluaties die we aangeleverd hebben, ook duidelijk terug te lezen. Als u bedoelt dat we verplicht gaan verhuizen, om het maar even zo te zeggen, dan ben ik daar geen voorstander van. Daar ga ik dus ook niets aan doen. De heer Abbou: Dat bedoel ik niet. Je kunt de mensen niet dwingen om te verhuizen, maar je kunt er wel rekening mee houden, bijvoorbeeld door per wijk een cordon vast te stellen.
Mevrouw Fiers: Dat lijkt mij geen wenselijke ontwikkeling, mijnheer Abbou.
Voorzitter: Oke, u hebt een helder antwoord gekregen. De heer Vleeshouwers: Graag nog even naar aanleiding van de discussie die we net met wethouder Don hadden over de inhuur van derden en de onderbesteding bij DSOB. Nu twijfel ik altijd of ik bij u of bij mijnheer Van Merrienboer moet zijn. Wij constateren dat er bij de planning en realisatie bij DSOB veel geld op de plank blijft liggen, maar ook veel overschrijding is door de inhuur van derden. Hoe moet ik dat voor 2008 nu interpreteren? Is het een kwestie van slecht begroten of een kwestie van te veel hooi op de vork nemen?
verslagnummer y
Mevrouw Fiers: We hebben net afgesproken dat mijnheer Van Merrienboer daarop zou antwoorden. Ik wil het best doen, maar dan heeft hij dadelijk helemaal niets meer te doen! Voorzitter: Uw vraag is duidelijk. Mijnheer Van Merrienboer.
De heer Van Merrienboer: Een aantal opmerkingen over het tempo van uitvoeren op onderdelen van mijn portefeuille. Volgens mij hebben we daar in de commissie ook een uitvoerige discussie over gevoerd. Het ging over horecabeleid, parkeren, openbaar vervoer... Op al die punten kan ik nu nog eens afzonderlijk ingaan, maar volgens mij gaan we elkaar dan herhalen. Ik wil wel een opmerking maken over het openbaar vervoer. In de Stadsmonitor zie je nog geen groenscore voor het ovaandeel. Aan de andere kant realiseren we voor de deelname van het ov jaarlijks groeipercentages tussen de 3 en 5 /o. Rond de ov-agenda hebben we volgens mij nu duidelijke doelen gesteld voor de omkering van de modal split, maar daar is meer voor nodig dan een experiment met gratis ov, mevrouw Zwierstra. Daar zullen we nog stevige maatregelen voor moeten nemen. Ik zie andere regio’s daar niet in slagen. Het is nu gewoon al heel hard werken om het aanbod ten minste op niveau te houden. Onze ambitie ligt beduidend hoger, dat weet u, en daar zijn we volop mee aan de slag.
Iemand had het over sturen op de achterbank. Als wethouder van mobiliteit en milieu heb ik een associatie met de fiets en als ik mijn commissie hoor, voel ik het meer als sturen op de tandem. U jaagt mij namelijk flink op, en dat is ook niet meer dan terecht. Zeker waar het gaat om horecabeleid, parkeren enzovoort, zijn er nu ook bij u zaken in behandeling. Ik ben blij dat we nu eens over de kredietcrisis kunnen praten en dat we dat niet een maand opschuiven, maar er aanstaande maandag aandacht aan kunnen besteden. Ik kom bij het punt ’inhuur derden’. Mijnheer Vleeshouwers zei het al: bij planontwikkeling en realisatie is de inhuur op 6 0,ÃćâĆňâĂİ geraamd, terwijl wij
bijvoorbeeld 100 miljoen euro extra voor NRE hebben weggezet. Inmiddels wordt het wat vager, maar ik herinner mij dat ik hier 400 miljoen euro voor de programmamanager voor het grotestedenbeleid moest wegzetten, met een fte. Dat is een keuze. We kunnen aan de voorkant ook alle personele consequenties ramen en opnemen. Dat hebben wij toen en ook nu heel bewust niet gedaan, omdat een belangrijk deel van de projecten ook echt als prioriteit wordt gezien. Bij het onderwerp kredietcrisis komen we daar, denk ik, ook nog over te spreken. Op basis van een hogere investeringsambitie kunnen wij natuurlijk ramen dat wij extra personeel in het kader van inhuur derden nodig hebben, maar daar zit ook een risico aan. Het risico is namelijk dat je daarin plafonneert en toewerkt naar een situatie waarin er, als er iets gebeurt, altijd extra handjes nodig zijn. Dat is een groot dilemma. Dit is iets dat ik zie als een logische consequentie van de hogere
verslagnummer z
investeringsambitie, en daar hebben we gewoon handjes voor nodig. Het binnen negen maanden van a tot z realiseren van een Tilburgseweg doe je niet zo gemakkelijk vanuit een bestaande organisatie, ook niet als er al veel onder handen genomen is. Dan kun je ervoor kiezen om voor zowel planontwikkeling als voor realisatie ramingen te gaan opnemen, maar ik voel me wel plezierig bij het idee dat je elke keer moet stoeien met prioriteiten en met de vraag hoe de schaarse middelen worden ingezet. De heer Vleeshouwers: Mijnheer de voorzitter, ik voel me toch een beetje ongemakkelijk bij het idee dat wij hier vrijwel alles proberen te begroten, alleen dit soort voorspelbare posten voor werk dat wij graag uitgevoerd zien, niet. De heer Van Merrienboer: Nee, maar het gaat niet alleen maar om de voorspelbaarheid. Het gaat er ook om dat je dingen met elkaar zo efficient mogelijk organiseert. Ik hoop dat u daar ook met de werkgroep mee aan de slag gaat en naar de moties van de VVD, die wellicht een motie zullen worden, gaat kijken. Het is een keuze om aan de voorkant bij alle dossiers personele consequenties te ramen, maar dan geef ik u op een briefje dat we meer geld kwijt zijn. De huidige keuze heeft ook een nadeel. We weten dat we de organisatie daarmee ook voor een probleem stellen. De ambitie wordt namelijk hoog gesteld, maar eigenlijk komen de poppetjes aan de voorkant niet allemaal mee. Het is echt een keuze, niet tussen twee kwaden, maar wel de keuze voor een bepaalde systematiek. Je loopt dan inderdaad het risico dat je gaandeweg het traject meer moet inhuren om de begroting te realiseren. Mijnheer Don heeft daar ook op gewezen. Meer ten opzichte van een raming van 6 0,- ja, dat is natuurlijk al snel meer. Goed, ik denk dat het een punt van discussie is. Gezien de manier waarop wij hier met elkaar werken, denk ik dat het een verstandige keuze was en nog steeds is om niet bij elk afzonderlijk project de personeelscapaciteit te ramen.
De heer Vleeshouwers: Nog een opmerking, mijnheer de voorzitter. Als ik het goed begrijp kiest u expliciet voor begrotingsoverschrijding. Ik vind dat u daarmee op het terrein van de raad zit. Dat zijn dingen waar wij over gaan, en niet u! De heer Van Merrienboer: Daarom agendeer ik het ook als thema voor die werkgroep. Ik geef alleen maar aan hoe de systematiek werkt. De heer Vleeshouwers: Dat is de toekomst. We kijken nu terug.
De heer Van Merrienboer: Ik geef alleen aan hoe de systematiek werkt. We hadden ook van tevoren kunnen ramen, alleen was mijn inschatting dat er dan een nog groter bedrag had gestaan dan dat wat we nu als nadeel moeten accepteren. Dat heeft te maken met hoe het proces het beste kan worden aangestuurd.
verslagnummer z
Voorzitter: De heer Van Bussel.
De heer Van Bussel: Misschien begrijp ik het niet goed, maar uw inzet van 100 miljoen euro voor de intensivering van extra woningbouw, heeft u die kosten dan niet ergens in het project geplaatst, of komen die er extra bij?
De heer Van Merrienboer: Ik wil niet verzanden in de techniek, maar het heeft met prikkels of, met een duur woord, met incentives te maken. Dit betekent datje, als je projectmatig gaat werken, zo veel mogelijk van de kosten probeert weg te schrijven op de financiering die je binnenhaalt. Je kunt er ook voor kiezen om alle benodigde projectcapaciteit aan de voorkant te ramen en deze vanuit de begroting te financieren. Ik herhaal mezelf, maar dan staan de prikkels niet op efficiency. Die discussie agendeer ik ook voor u in de raadswerkgroep, want het is een kwestie van kiezen tussen twee alternatieven. Voorzitter: Mevrouw Schreurs.
Mevrouw Schreurs: Als je kijkt naar hoe we het nu allemaal gedaan hebben, is de logische consequentie dan dat we veel meer opbrengsten hadden gehad als we er direct prioriteiten aan gehangen zouden hebben? De heer Van Merrienboer: Ja, maar daar moet u dan toch ook ambities bij hebben? Ik geloof niet dat wij nu tekortschieten in ons opbrengstgenererend vermogen. Wij weten behoorlijk wat cofinanciering voor projecten binnen te halen.
Mevrouw Schreurs: Nee, ik doel niet op geldelijke opbrengsten. U zegt zelf dat wij eigenlijk de verkeerde dingen doen en dat onze werkkracht verkeerd ingezet wordt. De heer Van Merrienboer: Nee, dat zeg ik niet. Ik zeg dat wij op deze manier de organisatie uitdagen om zo efficient mogelijk te werken, maar daar zit een risico aan.
Voorzitter: De wethouder heeft gezegd dat het risico en de methodiek nog in de raadswerkgroep besproken zullen worden en dat lijkt me heel verstandig. De heer Van Merrienboer: Ik wil nog graag een klein element toevoegen, als het mag. Wij hebben een historie waarin veel van dit soort kosten op het grondbedrijf geschreven werden. Die systematiek is ook veranderd. Dat betekent dat het probleem waar we met elkaar voor staan, nu transparant is. Voorzitter: Ja. Ik stel voor dat we nu stoppen en dit later in de raadswerkgroep terug laten komen. Ja? U bent bijna door uw tijd heen.
Verslagnummer 7
De heer Van Merrienboer: Mevrouw Schreurs stelde een vraag over risico’s ten aanzien van toekomstige taakuitvoering. Er ligt nu een voorstel bij u om de uitvoering van de Brainportstrategie tot 2012 te garanderen. Met mevrouw Fiers heb ik afgesproken dat ik het punt van PopEi zou doen. Bij de verkoop van het Klokgebouw hebben wij indertijd ingezet op een overeenkomst met Trudo om de investering in PopEi voor ons te doen. Uiteindelijk is daar niet voor gekozen. Wij vonden dat er tempo in moest komen. Mede daarom hebben wij de ontwikkeling van PopEi daar zelf ingevuld. Zolang ik nog bezig ben om de contractuele consequenties met Trudo af te dichten, en die gesprekken lopen, vind ik het in elk geval opvoedkundig niet zo verantwoord dat u nu al kwalificaties als ’verwijtbaar’ of ’dom’ lanceert. Straks mag u mij afrekenen op de kwaliteit van de contractvorming met Trudo, die zowel het functioneren van PopEi moet borgen als onze begroting niet te zeer moet belasten. Volgens mij waren dat mijn antwoorden.
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, voor mijn helderheid: ik vroeg waarom het op het moment van verkoop niet geregeld was. Het is voor mij nu niet duidelijk waarom het op dat moment niet geregeld is. Voorzitter: Uw vraag is duidelijk. De wethouder.
De heer Van Merrienboer: Op het moment van verkoop is afgesproken dat Trudo de investering voor PopEi zou gaan doen en de klus zou oppakken. Gaandeweg zijn we allebei tot de conclusie gekomen dat een constructie waarin wij dat als gemeente zelf doen, op dat moment beter was en ook resultaat heeft opgeleverd. De contractuele consequenties daarvan zijn we nu nog aan het verwerken, dus u komt voor mij te vroeg met een oordeel. In het najaar van 2006 werd een contract opgesteld, waarin deze zaken met elkaar verbonden werden. Op basis van voortschrijdend inzicht kun je op een gegeven moment natuurlijk zeggen dat je het anders wilt doen. De keuze om het anders te willen doen, moet nu dus worden vertaald in een contract. Het gesprek over dat contract is op dit moment nog gaande. Mevrouw Schreurs: Dat is echt raar, want in december 2007 is het pas geleverd. iedereen had de ontwikkelingen op dat moment in de gaten; volgens mij waren de werkzaamheden al zo’n beetje gestart.
De heer Van Merrienboer: Ik redeneer nu vanuit het verkoopcontract, zoals dit in het najaar van 2006 geformuleerd is. Daarin werden beide elementen genoemd, dus zowel de levering van het Klokgebouw als de intentie dat Trudo de ontwikkeling van PopEi in dat Klokgebouw zou trekken. Gaandeweg zijn deze
verslagnummer z
zaken uit elkaar gehaald, en volgens mij kan dat. Mevrouw Fiers heeft net antwoord gegeven op de vragen over het Klokgebouw. We zijn op dit moment in gesprek over de consequenties van de splitsing voor de contractvorming, ook in relatie met Trudo en PopE!. De kwalificaties vind ik nu dan ook echt te voorbarig. Voorzitter: Dit is nu drie keer uitgewisseld, ik geloof dat het wel helder is. Mijnheer Van Bussel.
De heer Van Bussel: Hier sluit ik me wel bij aan, want als je gaat onderhandelen terwijl je met de rug tegen de muur staat, of als je moet zeggen dat je al geinvesteerd hebt ... Maar goed, de tactiek is niet helemaal de mijne. Mijn fractie wordt gevraagd om de jaarrekening vast te stellen. In de commissie heb ik al gezegd dat we de risico’s eigenlijk moeten kennen. Als voorbeeld heb ik een budgetoverschrijding bij het TDKBC-feest genoemd. Ik denk dat daar verlies op zit. De wethouder heeft aangegeven dat hij dat in een aantal jaren kostenneutraal zal oplossen en dat het ons niets gaat kosten. Ik vraag me af hoe de situatie per 31 december is? Is het een min-situatie? Is het risico, dat er dus weer niet in zit, groot, klein, enzovoort? Je krijgt er de vinger niet achter.
Voorzitter: Uw vraag is duidelijk. De wethouder. De heer Van Merrienboer: Die vraag heeft de heer Van Bussel in de commissie ook gesteld en toen heb ik hem daar ook op geantwoord. Ik zal deze vraag op dezelfde manier beantwoorden. De uiteindelijke rekensommetjes worden bepaald door de keuzes die u en ik samen maken, op basis van de functionaliteit van het gebouw ten opzichte van bijvoorbeeld de huisvestingsvisie op onze ambtelijke organisatie. Wij kunnen pas gaan rekenen als de herbestemming van het pand duidelijk voor ons is. Ik kan met allerlei bespiegelingen komen. U mag in de min zitten, ik mag in de plus zitten, maar laten we dat doen als het aan de orde is. Dit jaar zal dat aan de orde zijn, mijnheer Van Bussel, maar niet bij de jaarrekening van 2008. De heer Van Bussel: Ik probeer het nog een keer.
Voorzitter: Nee, u hebt er in de commissie ook al over gesproken. De heer Van Bussel: Ik krijg geen antwoord! Ik kan dit niet goedkeuren, want ik word als raadslid niet op mijn wenken bediend. Ik kan mijn werk hier dus niet doen, dat vind ik heel ernstig!
Voorzitter: U kunt hier in uw tweede termijn op terugkomen, als u wilt. We hebben hier een ordentelijk debat. Ik stel nu voor dat we de beantwoording van het college in de eerste termijn afronden en dat we, conform de voorstellen, een kwartier
verslagnummer z
pauzeren, zodat u de zaken op een rijtje kunt zetten. Mevrouw Van den Biggelaar, iets over de orde?
Mevrouw Van den Bi elaar: Ik heb een voorstel gedaan over de samenvoeging van de moties van de VVD. De wethouder heeft dat min of meer gevolgd. Kan de VVD al aangeven wat men hiermee van plan is? Dat zou ons helpen bij onze
beraadslagingen. Voorzitter: Ja, dat snap ik, want dan kunt u dat bij de schorsing gebruiken. Mevrouw Zwierstra. Mevrouw Zwierstra: Ik kijk met een schuin oog naar mevrouw Schreurs. De wethouder heeft de moties omarmd. Het maakt volgens mij dan niet uit of het er een is of dat het er drie zijn. Het gaat er meer om dat we hier in die accountantswerkgroep, die misschien opgewaardeerd moet worden tot een raadswerkgroep - als we elkaar serieus nemen ÃćâĆňâĂİ in aanwezigheid van de wethouder
of andere financiele specialisten uit de fracties mee aan de gang gaan. Volgens mij moeten we daar heel pragmatisch mee omgaan. Voorzitter: Oke. Het is nu tien voor half zes en ik stel voor om te schorsen tot vijf over half zes en daarna met de tweede termijn te beginnen. Ik schors de
vergadering. [Schorsing]
Voorzitter: Ik heropen de vergadering en verzoek de leden hun plaats in te nemen. Er is even geschorst om u in de gelegenheid te stellen u op een eventuele tweede termijn voor te bereiden. Ik weet niet of daar behoefte aan is en in welke mate. Ik loop even de fracties langs om te kijken of er behoefte is aan een tweede termijn. De fractie van de VVD? Mevrouw Zwierstra.
Mevrouw Zwierstra: Zal ik’m ook maar gelijk doen dan? Voorzitter: Ja, doet u maar.
Mevrouw Zwierstra: Oke. Uiteraard is de VVD fractie blij met de warme omarming door de wethouder van onze moties. We hebben het net al gezegd: we brengen ze naar de accountantswerkgroep, waarvan we dan ook maar even moeten bespreken of die wellicht een raadscommissie moet worden als we met dit soort dingen bezig gaan. Daar willen we dan graag in aanwezigheid van de wethouder over deze zaken spreken. Ten tweede zijn wij verheugd dat het beeld voor wat betreft de formatie langzamerhand duidelijk begint te worden. Toch moeten we constateren dat het wel triest is dat dit beeld er nog niet was.
verslagnummer z
Het Wmo-huis: u hebt gelijk, maar we hebben daar met elkaar al zo vaak over gesproken! Wij zijn blij dat het er is en de stad volgens ons ook. Laten we hierin dus
gezamenlijk onze zegeningen tellen. Tot slot de BOR-boete. Wethouder Fiers en wethouder Don hadden het erover. Ja, vanuit de raad lijkt er een redelijke ondersteuning te zijn om die boete te betalen, hoe gek dat ook klinkt. Ook hier is het echter genant dat het moet en dat we onze bouwafspraken niet hebben kunnen nakomen. Niet alleen wij niet, maar ook de randgemeenten niet. Met deze BOR-afspraken was een hoger doel gediend, en dat doel was er niet voor niets. Als we nu moeten constateren dat we dit niet gehaald hebben, dan zouden wij daar graag het debat over willen voeren lk weet dat deze dag daar niet voor is, maar reken maar dat het nog komt! Wethouder Don zei letterlijk onaangenaam verrast te zijn; de voorziening moest getroffen worden. Ja, mee eens, maar een verrassing kan het toch niet zijn, want bij mijn weten hebben we dit al ettelijke malen voor deze vergadering gezegd en hebben we u daarvoor gewaarschuwd. Tot zover onze tweede termijn. Voorzitter: Dank u wel. De fractie van de LPF, mijnheer Reker.
De heer Reker: Ik heb even geen commentaar, voorzitter. Voorzitter: Goed. De fractie van de Christen!Jnie.
De heer Jansen: Heel kort, voorzitter. Reorganisatie heb ik genoemd, en eigenlijk heb ik die, zonder dit zo te noemen, gekoppeld aan de overschrijding van het budget voor extern personeel. Indirect heb ik het antwoord wel gehoord. Ongetwijfeld zal de wethouder volgende week of de week daarop het antwoord op de vraag hoe hij dit over de verkiezingen heen gaat borgen, wel op zijn lijstje hebben staan. Voorzitter: Dank u wel. De SP.
Mevrouw Heesterbeek: Dank u wel, voorzitter. Ik ben tevreden met de antwoorden van het college. Is het de bedoeling dat ik nu ook iets zeg over de motie of de moties van de VVD?
Voorzitter: Dat kan, maar dat kunt u ook bij de stemverklaringen doen. Mevrouw Zwierstra wil er iets over zeggen. Mevrouw Zwierstra. Mevrouw Zwierstra: Volgens mij is de motie omarmd en komt hij dus niet meer in stemming, maar ik ben altijd benieuwd naar de mening van anderen.
verslagnummer z
Voorzitter: Nee, dit is een misverstand. De motie kan wel omarmd worden door het college, maar de fracties kunnen dan nog altijd tegenstemmen. Mevrouw Heesterbeek. Mevrouw Heesterbeek: Goed, dan maak ik daar een paar opmerkingen bij. Eerst even in het algemeen. Wij gaan ervan uit dat het feit dat de commissie of de raadswerkgroep en andere mensen zich met de uitvoering van deze voorstellen gaan bezighouden, niet tot een fte-uitbreiding zal leiden. Dan zijn we naar onze mening namelijk niet helemaal goed bezig, en dat wil ik echt benadrukken.
Wat de tweede motie over het sneller doorgeven van de besluiten van burgemeester en wethouders betreft, zou ik willen vragen of dit haalbaar is. Het is misschien een idee om ze zo snel mogelijk online te zetten, zodat we dat dan alvast hebben. Bij motie 3 over vierjaarlijkse kwartaaloverzichten hebben wij een beetje onze twijfels over de toegevoegde waarde. Maar goed, ik vertrouw er helemaal op dat de mensen die zich hierover gaan buigen, dit goed voor ons zullen uitzoeken. Ik wilde het in elk geval meegeven. Dank u wel.
Voorzitter:1eefbaar eindhoven’, mijnheer Van Bussel. De heer Van Bussel: De virtuele motie van wantrouwen over slecht informeren is
daarnet in de wandelgangen van tafel gehaald, dus die trekken we in. Ten aanzien van de punten zoals het Van Abbemuseum hoop ik dat, ondanks het geintje, goed begrepen wordt dat we proberen om de waarden zichtbaar te krijgen op de balans. Dat kan door ze in een andere entiteit te zetten. Ik hecht er zeer aan dat wij er zelf eigenaar van blijven of in elk geval voor 51
De heer Rennenber : Voorzitter, ik heb eigenlijk niet zoveel te zeggen. Mijn eerste termijn heb ik gebruikt om waarschuwingen af te geven en op grond van jarenlange ervaring aan te geven wat er volgens ons zou moeten veranderen. Vanuit ons moet je dat zien als een goede bedoeling. In voorgesprekken met de heer Verbakel en de wethouder heb ik de zaken nageplozen en ik ben ervan uitgegaan dat ook zij, net als wij, zorgen over de toekomst hebben. We vinden eigenlijk dat de kwaliteit van de jaarrekening zo moet zijn dat elk raadslid daar onbeperkt zijn oordeel over moet kunnen vormen. De financiele verslaglegging moet duidelijk zijn, misschien een beetje duidelijker. Dan bedoel ik ook de NREgelden. Daarbij hebben we de vastlegging afgesproken. Komen we daar aan, dan zijn er structurele tekorten. Daar moeten we nog eens goed over praten, denk ik,
verslagnummer z
om e kijken of ik het nu mis heb of dat u het mis hebt. Mezelf kennende hebt u het mis. Toch ben ik tevreden met het antwoord dat ik heb gekregen. Voorzitter: De Stadspartij.
De heer Vleeshouwers: Ik weet niet meer zeker of ik iets moet zeggen over de moties van de VVD, maar als ze op tafel komen, krijgen ze mijn steun. Het ontwerp raadsbesluit is een moeilijker punt. Ik zou daar graag genuanceerd over stemmen, dus ik vraag om een puntsgewijze stemming. Voorzitter: Goed, als u dat wilt, doen we dat straks even bij de orde. De heer Vleeshouwers: Goed, dat is dus een punt van orde. Mocht dit straks niet gebeuren, dan valt het oordeel waarschijnlijk negatief uit. Voorzitter: Goed. Het woord is aan Eindhoven Nu.
De heer Abbou: Eindhoven Nu is tevreden met de antwoorden van het college. We zullen alle moties van de VVD steunen. Voorzitter: De fractie van de Partij van de Arbeid.
Mevrouw Van den Bi elaar: Voorzitter, aan mijn eerste termijn heb ik weinig toe te voegen. Ik vraag de VVD alleen wel even formeel of de motie wordt herschreven, worden ze als vier moties ingediend? Dat is voor mij nog onduidelijk. Ik steun het idee. Voorzitter: Dat komt straks nog, bij de orde.
Mevrouw Van den Bi elaar: Oke. Voorzitter: GroenLinks.
D h V Z" I: Mochten de moties van de VVD in stemming komen, dan zullen wij ze zeker steunen. Mevrouw Mittendorff, u bent verheugd dat het jongerenwerk en de Lokale Educatieve Agenda binnenkort behandeld kunnen gaan worden. We spreken nu echter in juni 2009, maar ons commentaar ging over 2008. Wij denken dat daar onnodige vertraging is ontstaan; dat was de opmerking. Ook over het vmbo wil ik nog een opmerking maken, om te voorkomen dat we straks ergens teruglezen dat we tegen vmbo-scholen zijn. Dat is zeker niet het geval. Wel zijn we het vanaf het begin niet eens geweest met de mate van reserveren van die gelden die daarvoor vastgelegd zijn, vanwege alle onzekerheden, ook voor de toekomst. Dat was het.
verslagnummer z
Voorzitter: De fractie van D66.
Mevrouw Schreurs: Met alle respect voor de werkinzet van het college, want daar ontbreekt het niet aan, constateert D66 dat het college financieel wel heel vaak door allerlei omstandigheden verrast wordt. Anders geformuleerd: een blind paard ziet het aankomen, maar er wordt niet geschakeld. Als er dan al sprake is van een tekort, krijgen wij echt een onbehagelijk gevoel. De toelichting van de wethouder klopt natuurlijk voor een groot deel. Er wordt gekeken naar de Meicirculaire en naar de ontwikkelingen van de NRE, dat ligt buiten ons. Voor een groot gedeelte ligt het echter ook binnen ons. De kredietcrisis zal ik even noemen. De heer De la: Ik heb hier snel moeite mee. Net alsof een blind paard de kredietcrisis of het NRE-verhaal kan zien aankomen! Het zijn nogal grote woorden die u gebruikt om zaken in de schoenen van het college te schuiven.
Mevrouw Schreurs: Ik zal het aan de hand van een onderwerp illustreren. Al voordat er sprake was van de kredietcrisis, was er al sprake van dat er te weinig woningen gebouwd zouden worden. Dat had helemaal niets met de kredietcrisis te maken. Er moet op een gegeven moment gewoon gehandeld worden. De echte discussie moet bij de kadernota plaatsvinden, maar wij constateren dat er in 2008 niet gehandeld is met de scherpte die we hadden mogen verwachten. Het verhaal rond PopEi en het Klokgebouw is verschrikkelijk vaag. Het is nu niet het moment om daar verder op in te gaan, maar het is een bizar verhaal en daarover hoort u meer! Voorzitter: De heer Stoevelaar van de CDA-fractie. De heer Stoevelaar: Wij hadden nog even naar motie 2 van de VVD gekeken. Wij
dachten dat deze praktisch misschien niet uitvoerbaar zou zijn, maar de wethouder heeft alle moties overgenomen. Wij steunen ze dan ook. Aan de reacties op de jaarrekening hebben wij voldoende om een eindoordeel te vellen. Voorzitter: Dank u wel. Ik kijk naar de wethouder.
De heer Don: Ik heb voor de rest geen toevoegingen en aanvullingen. Voorzitter: Oke. Dan gaan we nu over tot stemming. Deze neem ik eerst even met u door. De VVD heeft vier moties ingediend. Kunt u een helder oordeel geven over de status van deze vier moties?
Mevrouw Zwierstra: Ja, zeker. Voor de schorsing heb ik, naar aanleiding van een vraag van mevrouw Van den Biggelaar, kunnen constateren dat de raad het ermee eens is om de moties in de accountantswerkgroep te bespreken. De wethouder
verslagnummer z
heeft ze ook omarmd, dus ik denk dat we het samen pragmatisch moeten aanpakken. De moties hoeven dus niet in stemming gebracht te worden. Voorzitter: Geen van vieren? Mevrouw Zwierstra: Nee.
Voorzitter: Daarmee maken de moteis geen deel meer uit van de beraadslagingen. Dan blijft het voorstel zoals het door het college is neergelegd, over. Mijnheer Vleeshouwers heeft daarbij een ordevoorstel. De heer Vleeshouwers: Volgens mij heb ik daarnet al min of meer duidelijk gezegd dat ik graag een puntsgewijze stemming wil, over de afzonderlijke acht punten. Voorzitter: Dat betekent dat u de punten 1 tot en met 8 afzonderlijk in stemming wilt brengen? De heer Vleeshouwers: Precies.
Voorzitter: Is daar bezwaar tegen? Het kan, je mag tegen een afzonderlijk onderdeel zijn, dus dat is geen probleem. Mevrouw Zwierstra: Als u zegt dat het kan, wie ben ik dan om daaraan te twijfelen? Volgens mijn fractie is het dan een goede gewoonte om met amendementen te komen om dingen weg te laten of toe te voegen.
Voorzitter: Nee, dat mag zelfs niet eens, want als je een amendement indient om iets te schrappen, moet je gewoon tegenstemmen. Mevrouw Zwierstra: Weer wat geleerd! Voorzitter: Ja, het is echt zo. In het reglement van orde, dat ik hier heb liggen, staat het volgende: ... "Ook kan hij besluiten een of meer onderdelen van een geagendeerd voorstel te spii tsen, vvaarover afzonderiij ke beslui tvormi ng zal plaatsvinden". Dat is wat hier aan de orde is. Het voorstel van mijnheer Vleeshouwers kan dus gewoon. We gaan dus over de afzonderlijke punten stemmen. Bent u er allemaal bij? Wenst er iemand stemming over punt 1? Ja, mijnheer Van Bussel. Dan gaan we daarover stemmen. De heer Van Bussel: Als stemverklaring heb ik het volgende.
Voorzitter: Dan gaan we het anders doen. We doen alle acht punten in een stemverklaring. Mijnheer Van Bussel.
Verslagnummer 7
De heer Van Bussel: Ten aanzien van de vaststelling van het jaarverslag zoals onder punt 1 is opgenomen, hebben wij een aantal bedenkingen. Een aantal risico’s is niet voorzien, evenmin als de continuiteitsparagraaf bij de deelnemingen en de energiebedrijven en de boete. Ten aanzien van punt 2 kunnen wij de overschrijding alsnog goedkeuren, mits toegezegd zou zijn dat dit voortaan op een andere manier van tevoren aan de orde komt. Bij de jaarrekening gaat het dus puur om het vaststellen van de jaarrekening, en de overschrijdingen moeten eerder naar ons toe komen. Met punt 4 en punt 8 gaan we akkoord. Ten aanzien van de maxima ÃćâĆňâĂİ de
eenmalige overschrijding van begrotingen ÃćâĆňâĂİ onder punt 7A en 7B: daar gaan we
niet mee akkoord. Voorzitter: Wie nog meer? Mevrouw Zwierstra.
Mevrouw Zwierstra: Van ons hoeft er niet gesplitst gestemd te worden, maar goed, als we het toch doen ... We zijn het met het voorstel eens, maar voor punt 2 krijgen we uiteraard onze handen niet op elkaar. Daarom hebben we daarnet ook de moties ingediend, om ervoor te zorgen dat dit er in het vervolg beter uitziet. Mevrouw Schreurs: Bent u nu tegen of voor? Mevrouw Zwierstra: Ik ben voor.
Voorzitter: Ze zei het heel zachtjes en ook niet vrolijk, maar ze zei het wel. Dan gaan we nu over tot stemming. Bent u daar allemaal klaar voor? Ja? Wie is voor dit punt? [Stemmen bij handopsteken] Dan is dit aangenomen. Wie is voor punt 2? [Stemmen bij handopsteken] Wie is tegen? [Stemmen bij handopsteken] De LPF, Eindhoven Nu, het OuderenAppel en de Stadspartij zijn tegen. Dan is dit aangenomen. Wie is voor punt 3? [Stemmen bij handopsteken] Wie is tegen? [Stemmen bij handopsteken] alleen de LPF. Dan is dat aangenomen. Wie is voor punt 4? [Stemmen bij handopsteken] Wie is ertegen? (Stemmen bij handopsteken] De LPF; daarmee is het aangenomen.
Wie is voor punt 5? [Stemmen bij handopsteken] De Stadspartij, Eindhoven Nu, het
OuderenAppel en leefbaar eindhoven’. Daarmee is het aangenomen. Wie is voor punt 6? [Stemmen bij handopsteken] Wie is tegen? [Stemmen bij
handopsteken] Dit punt is unaniem aangenomen.
verslagnummer 7
Wie is voor punt 7? [5 temmen bij handopsteken] Wie is tegen? [5 temmen bij
handopsteken] Het OuderenAppel, de Stadspartij, ’leefbaar eindhoven’, de LPF en Eindhoven Nu. Daarmee is dit punt aangenomen. Wie is voor punt 8? [Stemmen bij handopsteken] Wie is daartegen? [Stemmen bij handopsteken] Mijnheer Van Liempd. We gaan het rijtje nog een keer af, maar dan
nu met de andere arm. Goed, daarmee zijn alle onderdelen met wisselende stemverhoudingen aangenomen en is het integrale voorstel door de raad overgenomen. Mevrouw Breuers. Mevrouw Breuers: Misschien is het slim dat het presidium nog eens terugkijkt naar deze stemming. Als je instemt met een jaarverslag en een jaarrekening over 2008, wat betekent het dan als je vervolgens op onderdelen gaat afwijken? Ik vind dat we daar eens goed naar moeten kijken. Voorzitter: Dat betekent dat het besluit zoals het was voorgelegd, met beslispunt 1 al afdoende zou zijn geweest. Uw suggestie om daar eens naar te kijken lijkt mij geen slechte. Er hadden dus twee besluiten moeten liggen: een om in de stemmen met het geheel en een tweede voor alle andere punten, maar dan in omgekeerde volgorde. Mijnheer Don. De heer Don: Nu blijkt dat de jaarrekening goedgekeurd is, wil ik mijnheer Verbakel en zijn staf, mede gezien alle uren die in het NRE-verhaal gestoken zijn, een kleina applausje geven. [Applaus]
Voorzitter: Mijnheer Verbakel kan hier weer nieuwe energie uit putten. De volgende keer wordt het een staand ovatie.
III Vaststellen van de volgorde van de vergadering Voorzitter: We gaan verder met agendapunt III. Zoals u weet zal het burgerinitiatief om 20.00 uur plaatsvinden, onmiddellijk na de avondpauze. Is er iemand die een opmerking wil maken over de agenda-indeling? Mevrouw Breuers. Mevrouw Breuers: Voorzitter en collega’s in de raad, wij zouden de raad willen voorstellen middels een ordevoorstel om het agendapunt over De Negende van de agenda te halen. Dit omdat wij een commissievergadering hebben gehad. Bij de commissievergadering lagen er andere projecten voor en was er een ander verhaal over De Negende. Inmiddels hebben wij na de commissievergadering een overzicht gekregen in een raadsinformatiebrief over de resterende knelpunten in de cultuursector. Dat werpt toch een ander licht op het voorstel over De Negende. Ons voorstel is om De Negende samen met het oplossen van de knelpunten van cultuur in de volgende commissievergadering te bespreken, zodat we een zorgvuldige
verslagnummer z
afweging kunnen maken. We willen De Negende er nu niet uithalen en een ander in de kou laten staan, maar wij willen een totaalafweging kunnen maken. Voorzitter: Dit voorstel is ook in het presidium besproken. Het presidium geeft u geen advies op dit punt. Mevrouw Zwierstra. Mevrouw Zwierstra: Ik heb een aanvullende vraag aan mevrouw Breuers: wat betekent dat voor de actuele motie die voorligt? Mevrouw Breuers: Sorry, dat heb ik hier op een briefje staan. Als wij De Negende nu
niet behandelen, dan is de motie uiteraard ook van tafel, want wij kiezen voor integraal behandelen. Voorzitter: Dan is de motie over Kunstlicht in de Kunst dus niet meer aan de orde. Mevrouw Breuers: Die is dan van tafel.
Voorzitter: Nou, niet aan de orde vanavond, ja. Oke, dat is de consequentie. Is er iemand anders die het woord over dit ordevoorstel wil voeren? De heer Leenders.
De heer Leenders: Ik zou wel even van het college willen horen hoe urgent het is om het nu te behandelen. Wat ons betreft zou het gewoon kunnen. Voorzitter: Ik kijk even rond of er nog anderen het woord willen voeren. De heer Burema: U gaf mij het woord, voorzitter, dank u wel. Wij hebben in principe geen probleem met dit ordevoorstel. Zoals u weet heeft de Partij van de Arbeid een amendement voorbereid op het voorstel van De Negende. Als u dat amendement tussen de regels door goed gelezen hebt, dan hebt u begrepen dat het ook duidde op een relatie met Kunstlicht in de Kunst. Wat dat betreft lijkt ons een integrale behandeling van zowel De Negende als Kunstlicht in de Kunst een goed idee, want de gedachte achter ons amendement zouden wij bij die gelegenheid beter kunnen toelichten en wellicht ook beter kunnen formuleren. Voorzitter: Oke. Dat betekent dat de heer Burema nu ook zegt dat hij voor het
ordevoorstel is... De heer Burema: In principe voor, maar ik heb net de VVD ÃćâĆňâĂİ sorry het CDA - horen
vragen om een reactie van het college. Ik ben ook zeer benieuwd naar die reactie, want ik ben toch wel erg nieuwsgierig wat de tijdsconsequenties voor een of beide instellingen zijn. Voorzitter: Wat betekent ’in principe’ dan?
verslagnummer z
De heer Burema: Een positieve grondhouding. Voorzitter: Oke. Mevrouw List.
Mevrouw List: Voorzitter, wij kunnen ons aansluiten bij het voorstel van mevrouw Breuers en de toelichting van de heer Burema. Ik wil wel namens onze fractie benadrukken dat het onderwerp van de actuele motie ons zodanig aan het hart gaat, dat wij in een integrale benadering een heel goede mogelijkheid zien om dit te behandelen in de eerstvolgende commissie. Voorzitter: Oke. Zijn er nog anderen voordat ik het college het woord geef? De
wethouder. Mevrouw Mittendorff: Ja, voorzitter, ik ben een beetje verbijsterd. Ik zou het eigenlijk heel onacceptabel vinden als De Negende op dit moment op nog weer een startpunt voor de uitvoering in 2009 moet wachten. Dat vind ik wat dat betreft heel erg ongelukkig. Als we een hele cyclus opnieuw moeten doen, dan zijn we twee maanden verder. Dan zou het zelfs eventueel september kunnen worden of eind juli. Dat is wel heel erg laat voor een organisatie om met plannen en een programma voor 2009 te beginnen. Als het nu vandaag gewoon geaccordeerd was, zoals wij dachten dan was dat geen punt, maar ik zit nu dus even met een tijdsprobleem. Mevrouw List: Mag ik hier een vraag over stellen? Ik heb niet het gevoel dat het waar is wat de wethouder op dit moment zegt. Er ligt nog steeds een subsidie van < 153.000,ÃćâĆňâĂİ voor De Negende, dus ik zie op dit moment geen situatie waarin er geen
enkel budget is en De Negende niets te doen heeft voor 2009. Voorzitter: De heer Burema.
De heer Burema: Ik sluit me daarbij aan. Het is inderdaad even de vraag hoeveel tijd wij nodig hebben. Ik meen te weten dat wij op 24 juni een commissievergadering hebben. Nogmaals wijs ik erop dat wij eigenlijk zoeken naar een creatieve oplossing om ook Kunstlicht in de Kunst te helpen en we zien mogelijkheden om dat te doen in combinatie met De Negende. Die creatieve oplossing is de inzet van de Partij van de Arbeid en als we daar op 24 juni uit kunnen komen... Misschien is het goed om daaraan toe te voegen dat ik met beide instellingen contact heb gehad en bij beide instellingen heb kunnen peilen dat er in ieder geval een bereidheid is om te gaan samenwerken (de oplossingsrichting waarvan wij denken dat het daadwerkelijk een goede oplossingsrichting is). Daar kunnen wij op 24 juni wat uitgebreider over doorpraten. Ik denk dat dit tijdsprobleem niet zo groot is.
verslagnummer z
Voorzitter: Ik denk dat u alleen bij die commissie van 24 juni bent, want die is er namelijk niet, is mij verteld. Er is er wel eentje op 6 juli. Het maakt overigens voor de procedure verder niet heel veel uit, maar dat betekent 6 juli en daarna de raad.
Mevrouw Breuers: Dat betekent dat het inderdaad voor de zomervakantie
behandeld kan worden en dat iedereen duidelijkheid heeft. Mevrouw Zwierstra: Voorzitter, volgens mij wordt gerefereerd aan de Kadernotacommissie, die wel op 24 juni is. Voorzitter: 22, 23 juni, ja. Mevrouw Mittendorff.
Mevrouw Mittendorff: Ik heb begrepen dat de meerderheid hiervoor is, dus wat kan ik nog zeggen.. De woorden ’integrale afweging’ vind ik in dit kader overigens wel iets waar we het dan nog even over moeten hebben, want dat heb ik nog niet zo heel erg goed gesnapt. Maar goed, als het dan toch in de commissie komt, dan kunnen we het daar ook over hebben. Voorzitter: Oke. Daarmee constateer ik dat dit voorstel om het nu van de agenda af te voeren, de steun heeft van zowel de raad als het college; dat de behandeling eerst nog plaats gaat vinden in samenhang met de actuele motie over Kunstlicht in de Kunst, die nu ook van de agenda af gaat, tijdens de eerstvolgende commissievergadering; dat het nog meegenomen kan worden voor besluitvorming in de raad, in de laatste raadsvergadering voor het zomerreces. Is dat correct?
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, ik probeerde er net even tussen te komen. Voorzitter: Ja, zegt u het maar hoor.
Mevrouw Schreurs: Ik vind het principieel onjuist dat de raad zich op dit niveau met de discussies bezighoudt. We hebben eerder aangegeven dat het feitelijk een zaak van het college was om in de cultuursector de zaken goed te regelen en dat het college daarvoor een budget diende te hebben (dat heeft het zelf uit overschotten gegenereerd, dus dat is in ieder geval mooi). Het college heeft de toezegging gedaan dat er geen organisaties omvallen. Wij verwachten, eerlijk gezegd, van het college dat het voor die commissie allang gepresenteerd heeft hoe dat geheel opgelost gaat worden en niet dat wij nog eens een keertje in de commissie ’college’tje’ aan het spelen zijn.
Voorzitter: het college constateert gewoon dat het college een voorstel heeft gedaan en dat u daar een ordevoorstel overheen heeft gedaan waarbij collega’ s van u hier tot een ander oordeel komen. Mevrouw Heesterbeek.
verslagnummer z
Mevrouw Heesterbeek: Ja, voorzitter, enerzijds vind ik het wel prima als het voor de instellingen qua tijdpad kan, aangezien we in de commissie toch rustiger praten dan hier. Ik hoor wel een paar dingen. Ik sluit mij voor een groot deel aan bij wat mevrouw Schreurs zegt. Als ik mijnheer Burema hoor zeggen dat hij contact heeft gehad met beide instellingen dan is dat heel erg fijn, maar als hij al weet dat die instellingen wel willen samenwerken, dan gaat dat voor mij wat te snel. Ik hoop in ieder geval op meer informatie over hoe we dat dan op 6 juli gaan aanpakken, want nu lopen er voor mijn gevoel dingen door elkaar, die ik in ieder geval niet wil. Voorzitter: Maar dat kunnen wij nu niet in extenso bespreken. Ik kijk naar mevrouw Breuers, degene die het voorstel ingediend heeft. Mag ik het voorstel zo opnieuw samenvatten dat u voorstelt om zowel agendapunt VI.12 over De Negende als de actuele motie van de heer Burema met betrekking tot Kunstlicht in de Kunst nu niet te behandelen, maar die in samenhang te bespreken in de commissie en alsdan daarna in de laatste raadsvergadering voor het zomerreces daarover besluitvorming te treffen. Wie is voor dat voorstel? [Stemmen bij handopsteken] Wie is daartegen? [Stemmen bij handopsteken] Met de stemmen van de CDA-fractie en D66 is het voorstel aangenomen. Daarmee is agendapunt VI.12 van de agenda afgevoerd, alsmede de actuele motie over Kunstlicht in de Kunst.
Dan komen we nu tot het volgende punt. Het presidium is vanmiddag nog bijeen geweest, zoals u heeft gehoord, en die heeft wel een oordeel kunnen vellen over de twee vragen die ingediend zijn over het Philipspaviljoen van Le Corbusier. Beide vragen zijn door het presidium toegelaten. De actuele motie was ook toegelaten, maar die is maakt nu geen deel meer uit van de beraadslaging. Misschien moet ik u er nog even op wijzen dat er twee herziene ontwerpraadsbesluiten zijn voorgelegd, een met betrekking tot de SRE en een met betrekking tot de Wmo-raad. U heeft van beide kennis genomen? Dan neem ik even de woordvoeringen met u door. Dat is de VVD voor agendapunt VI.12 en 13. Agendapunt 12 valt dus af, dus blijft 13 over. Dit geldt ook voor de PvdA. Er blijft alleen 13 over in de vorm van een stemverklaring. Voor de SP valt agendapunt 12 ook af, evenals voor het CDA. Daar blijft alleen punt 13 over. Mevrouw Heesterbeek?
Mevrouw Heesterbeek: Ja, voorzitter, behalve voor agendapunt 12- dat had ik al eerder deze week gedaan ÃćâĆňâĂİ hebben wij ons ook aangemeld voor de agendapunten
4,7 en 13.
Verslagnummer 7
Voorzitter: 4, 7 en 13; hetgeen betekent dat er woordmeldingen zijn van de SP voor 4 en 7 en woordmeldingen van de VVD, PvdA, SP en CDA voor agendapunt 13. De heer Helms? De heer Helms: Wij hadden ons oorspronkelijk ook voor punt 4 aangemeld, maar aangezien niemand anders dat had gedaan, vond ik het niet nodig. Als de SP er echter iets over gaat zeggen, zal ik daar ongetwijfeld ook iets over willen zeggen. Voorzitter: Dit vind ik precies waar het eigenlijk niet over zou moeten gaan, maar ik meld u erbij. Kijk, het is niet de bedoeling dat u denkt ’omdat een ander wat gaat roepen moet ik ook wat roepen’. De heer Helms: Zo was het niet. Wij hadden ons van tevoren aangemeld.
Voorzitter: Oke. Daar gaan we. We hebben de agenda vastgesteld en de woordmeldingen. Dan komen we nu bij de benoemingen en de ontheffingen in agendapunt IV. IV
Benoemingen en ontheffingen van het lidmaatschap van leden in raadscommissies en voorzitters van raadscommissies Voorstel wijziging raadsleden van de fractie PvdA in de raadscommissie MZFPO (Voorstel 09.R1 602.037)
Voorzitter: Aan de orde is IV.1. Is er iemand die daar stemming over wenst? Dat is niet het geval. Daarmee is dit voorstel gehonoreerd.
IV.2 Voorstel bemensing Wmo-raad Voorzitter: Dan komen we bij het voorstel voor de bemensing van de Wmo-raad. U heeft daarvoor een voorstel gekregen met vijf kandidaten op naam erbij. Misschien moet ik daar nog een mededeling over doen. Er was grote belangstelling voor de kandidaatstelling. Er hebben zich 68 mensen gemeld om zitting te nemen in de Wmo-raad. Er is een uitvoerige consultatie en een sollicitatieprocedure aan vooraf gegaan. Daar hebben mevrouw Breuers en de heer Weijs heel veel tijd in gestoken, dus namens de raad wil ik hen hartelijk danken voor de energie die daarin gestoken is. Zij hebben een voordracht gedaan met de namen die u nu kent.
Er zijn stembriefjes aanwezig, want dat betekent dat we gesloten moeten stemmen. Als u dat zou willen, dan kan dat. Zo niet, dan stemmen we bij acclamatie en stel ik voor alle leden die voorgedragen worden bij acclamatie in een keer te benoemen. De heer Mulder.
verslagnummer z
De heer Mulder: Ik wilde een stemverklaring doen. Kan dat?
Voorzitter: Een publiekelijke stemverklaring over personen. 0, over het proces? Over het proces mag wel. De heer Mulder: Ja? Kort en bondig. Wij hebben in de vorige raadsvergadering tegen de Wmo-raad gestemd. Dat houdt in dat wij dus ook tegen de benoemingen zijn, maar van onze kant willen we toch nog de grootste complimenten geven aan het werk wat de Adviescommissie Seniorenbeleid in de afgelopen jaren sinds oktober 2003 heeft gedaan. Het was een uitstekende commissie onder een eminente inleiding van de voorzitter. Voorzitter: Ik zal daar zo meteen nog wat over zeggen. Dank u wel. Is er iemand die stemming wenst over de voordracht? Dat is niet het geval. Met die kanttekening dat het OuderenAppel Eindhoven geacht wordt tegengestemd te hebben. Zeg ik het zo goed? Ja.
Dan feliciteer ik in ieder geval de heer Kusters, mevrouw Van Bree, de heer Kaarsgaren, de heer Kuipers en mevrouw Koning met de benoeming in de Wmoraad, en daar wil ik nu wat over gaan zeggen.
Geachte leden van de raad, ik wens de voorzitter, de vicevoorzitter en de leden van de Wmo-raad, zoals ik ze net heb opgenoemd, veel succes in hun nieuwe functie. Namens de raadsleden spreek ik de hoop uit dat de Wmo-raad de gemeenteraad op een waardevolle manier zal ondersteunen bij de controlerende functie op het gebied van de Wmo. Dit bleek in de afgelopen jaren een buitengewoon complex proces, maar dat proces is in deze gemeente wel adequaat vormgegeven. Hierover zijn ook veel complimenten gemaakt. Ik wil mij richten tot de Adviescommissie Seniorenbeleid. De voorzitter, mijnheer Grootveld, is hier vanmiddag aanwezig. Hij zit een beetje verstopt aan de zijkant, maar u bent er wel! Misschien kunt u even gaan staan, zodat iedereen u kan zien. Dit is de mijnheer die de afgelopen jaren heel veel energie in de commissie gestoken heeft. Met de benoeming van de leden van de Wmo-raad is ook een einde gekomen aan het bestaan van de Adviescommissie. Deze commissie heeft zich in de afgelopen dagen middels een soort afscheidsbrief tot u gericht. Bijna zes jaar heeft de Adviescommissie Seniorenbeleid de gemeenteraad gevraagd en ongevraagd van advies gediend over het gemeentelijk beleid gezien vanuit het seniorenperspectief. De leden van de commissie, en in het bijzonder voorzitter Grootveld, hebben zich op een buitengewoon intensieve manier ingespannen om de gemeentelijke ontwikkelingen op dit terrein te volgen. Er is heel veel tijd in gestoken en er is zeer
verslagnummer z
veel werk verzet! Daarvoor past onze dank aan de commissie. Ik zeg er meteen bij, en dat bleek daarnet ook wel weer, dat de gemeenteraad niet altijd eenduidig is in het oordeel over hoe dit georganiseerd zou moeten worden. Daarom heeft deze commissie ook wel een beetje onder een bepaald politiek gesternte gestaan en dit heeft er een klein stempeltje op gedrukt. Toch kan gesteld worden dat de diverse uitgebrachte adviezen de gemeenteraad en de fracties geholpen hebben bij het voorbereiden van hun standpuntbepaling. Ik noem de volgende adviezen, en het is slechts een greep uit de vele adviezen die uitgebracht zijn. Het gaat om adviezen over de woonservicezones, over het programma S8, (dat is het seniorenbeleid), over de toegankelijkheid van de openbare ruimte, de totstandkoming van de Wmo en de koppeling van bestanden. Het waren allemaal heel goed onderbouwde adviezen. Verder mag niet onvermeld blijven dat de commissie een grote bijdrage heeft geleverd aan het uitbrengen van de seniorengids en aan iets waar ik als burgemeester en u als raad heel trots op zijn, namelijk de seniorendag, die wij in Eindhoven altijd op sublieme wijze gestalte geven. Ik denk dat daar op veel plekken in Nederland met jaloezie naar gekeken wordt.
Dames en heren, u ontvangt van de Adviescommissie nog een uitnodiging voor een afscheidsbijeenkomst. Dat is een mooie gelegenheid om van alle leden persoonlijk afscheid te nemen en hen persoonlijk te bedanken voor hun inzet. Namens de raad zal hun een geschenk worden aangeboden. Dat krijgt u dan ook. Vanaf deze plaats breng ik nogmaals mijn dank aan alle leden van de commissie over, voor al het werk dat u gedaan hebt! [App/aus]
Vragenhalfuur ex artikel 44 van het Reglement van orde van de raad Voorzitter: Dan komen we nu bij het vragenhalfuur. U weet dat deze procedure snel moet lopen, dus met kortere speektijden. Er zijn twee vragen ingediend die allebei gaan over het Paviljoen van Le Corbusier. Er is een vraag van de VVD-fractie en een vraag van de D66-fractie. Ik wil beide fracties de gelegenheid geven. Hebt u het samen gedaan? Mevrouw Schreurs: Nee, mevrouw List begint. Voorzitter: Oke. Mevrouw List.
Mevrouw List: Voorzitter, in de krant lazen wij gisteren dat de mogelijke herbouw van het Philipspaviljoen van Le Corbusier op Strijp-S, na besluitvorming van het college, van de baan is, en mogelijk zelfs in Den Haag wordt gebouwd. De raadsinformatiebrief van 19 mei jl. (Kunst en cultuur op Strijp-S), zegt dat er nog sprake is van een Philipspaviljoen op Strijp-S, maar dat de inhoudelijke planontwikkeling is bevroren, in afwachting van een realistisch beeld van mogelijke
verslagnummer z
financieringsbronnen. Naar aanleiding hiervan hebben wij twee vragen. Heeft het college na 19 mei meer inzicht gekregen in mogelijke financieringsbronnen en welke initiatieven voor financieringsmogelijkheden zijn er genomen? Verder zou het Philipspaviljoen een van de toonaangevende gebouwen op Strijp-S worden. Wat is de visie van het college op het niet doorgaan van een dergelijk plan in Eindhoven en op de mogelijkheid dat het in Den Haag wel gerealiseerd wordt? Voorzitter: Mevrouw Schreurs. Mevrouw Schreurs: Ik vul het nog aan met twee vragen. De eerste: welke waarde, en dat moet u vooral zien als culturele waarde, kent het college toe aan het realiseren van het Paviljoen in Eindhoven? De tweede vraag: welke toezeggingen zijn er in het verleden aan initiatiefnemers gedaan? Voorzitter: Ik kijk naar de wethouder. Mevrouw Fiers.
Mevrouw Fiers: Dank u wel. Wij hebben u na herhaalde verzoeken, ook vanuit uw raad, twee weken geleden inderdaad geinformeerd over de stand van zaken van een aantal projecten die wij in het kader van kunst, cultuur en design op Strijp-S hebben ingezet. Een van die projecten is het Paviljoen. In de afgelopen periode hebben wij daar een haalbaarheidsonderzoek naar gedaan. Zoals u weet is in het masterplan destijds ook gezegd dat het fantastisch zou zijn. Als mevrouw Schreurs daarnaar vraagt: dat is nog steeds de mening. Het zou fantastisch zijn als het lukt om het te realiseren, maar net als u hechten wij er ook aan om dat dan wel op basis van een haalbaarheidsstudie te doen. Dit om te kunnen bekijken wat het aan investeringen en eventueel ook aan exploitatie vergt. Op basis van die gegevens komen wij tot het oordeel dat het op dit moment niet realistisch is om de verdere inhoudelijke planontwikkeling door te zetten, voordat er meer zicht is op eventuele financiele middelen. Dat is geen prettige, maar volgens mij wel heel realistische boodschap.
Als u mij vraagt welke inzichten ik na 19 mei heb gekregen, dan kan ik u daar nu nog niets over zeggen. Dat heb ik even niet paraat, maar ik ben natuurlijk bereid om daar, naar aanleiding van de berichten, nadere informatie over te verstrekken. Op dit moment heb ik het echter even niet paraat. Dat is dus de actuele stand van za ken.
Mevrouw Schreurs, u vraagt mij naar toezeggingen. Ik heb ze zo niet op een rijtje. Voor zover ik weet, maar dan doe ik het even zoals ik het op mijn netvlies heb en zonder uitvoerige dossierstudie, is er afgesproken dat er gekeken zou worden naar de mogelijkheden om het haalbaar te maken. Dat hebben we volgens mij ook gedaan. Volgens mij is dat de toezegging die er ligt, maar als u op iets anders doelt, ben ik altijd bereid om daar nog even nader naar te kijken.
verslagnummer z
Voorzitter: Mevrouw List.
Mevrouw List: Ik heb eigenlijk twee vragen. Ten eerste: u zegt dat er bij het haalbaarheidsonderzoek twijfels waren ten aanzien van de investeringen en de exploitatie. Is dat beide of is dat een van de twee? Mevrouw Fiers: Beide.
Mevrouw List: Dan zie ik het Philipspaviljoen bijvoorbeeld niet terug in een van de projecten die u in het kader van het aanvalsplan genoemd hebt. Die opmerking zult u wel verwacht hebben. Dat leidt tot de tweede vraag, waarop ik geen duidelijk antwoord gehad heb. Wat is uw visie op het niet doorgaan van het plan? Daar hebt u zich namelijk niet over uitgesproken. U hebt alleen over het haalbaarheidsonderzoek en de financiele situatie gesproken, maar wat is uw visie? Dat is denk ik een combinatie van mijn vraag en van de vraag van mevrouw Schreurs over de culturele waarde. Mevrouw Fiers: Zoals ik net al heb gezegd: die hebt u ook in het masterplan voor Strijp-S aangegeven. U hebt ook aangegeven er waarde aan te hechten. Dat geldt ook voor het college. Het staat ook ingetekend in het masterplan en in het bestemmingsplan staat het ingetekend als een eventueel te realiseren optie. De afgelopen periode hebben wij ons echter geconcentreerd op het feitelijke haalbaarheidsonderzoek. Daaruit blijkt nu dat de inschatting is dat het op dit moment niet haalbaar is. Dat is feitelijk wat wij nu hebben geconstateerd. Voorzitter: En het aanvalsplan? Dat was een vraag.
Mevrouw Fiers: Over het aanvalsplan komen wij natuurlijk nog met elkaar te spreken. Wij hebben daarbij een inschatting gemaakt. Wat zijn op dit moment de projecten die enerzijds voor een deel in uitvoering zijn, maar mogelijk dreigen om te vallen en waar je dus iets moet doen in het kader van de kredietcrisis. Aan de andere kant zijn er plannen waarvan een deel van de dekking nog niet rond is, maar waarbij wij een reele inschatting maken dat we die dekking met het aanvalsplan rond kunnen krijgen. Daar zit het Paviljoen dus niet bij, en dat heeft te maken met de inschatting van de realiteitswaarde.
Voorzitter: Goed, daar komen we volgende week nog over te spreken. Mevrouw Fiers: Ja, volgende week komen wij over het aanvalsplan te spreken. Misschien is dat het moment om, als u er anders over denkt, het erover te hebben. Voorzitter: De vraag van mevrouw List over wat het betekent als het niet tot stand gebracht wordt? Welke consequenties heeft dat?
verslagnummer 7
Mevrouw Fiers: Als je kijkt naar de waarde: het zou prachtig zijn als we het wel zouden kunnen realiseren. U moet dus ook absoluut niet denken dat het miskend
wordt. Dat is niet aan de orde. Wat we gedaan hebben is een haalbaarheidsstudie, en zo hebben we er meer gedaan. Als het gaat om de functionaliteiten op Strijp, heeft het volgens mij een meerwaarde als het er komt. Toch is het niet zo dat allerlei andere functies op Strijp niet gerealiseerd worden. Voor de totaalontwikkeling denk ik dus niet dat het zo ernstig is. Voorzitter: Mevrouw Schreurs.
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, ik constateer dat de unieke waarde van het Paviljoen of in elk geval van dat wat erin plaatsvond, niet in acties is omgezet. U gaat ons nog uitgebreid informeren. Bij mijn eten hebt u hele concrete toezeggingen gedaan tijdens het symposium dat toen georganiseerd is en waarop het gebouw, de onderzoekingen en dat wat erin plaatsvond gepresenteerd zijn. U hebt zelfs een datum genoemd, namelijk de verjaardag van het Paviljoen. Als je dit soort haalbaarheidsonderzoeken doet, en uw collega kan het ook aangeven, is het een soort principebesluit dat je neemt. Ik had graag gezien dat het college uitgebreid zou reflecteren op het handelen in dezen.
Mevrouw Fiers: Reflecteren op handelen is altijd verstandig, dus daar ben ik graag toe bereid. We gaan samen ook op werkbezoek op Strijp-S. Als u het hebt over een haalbaarheidsonderzoek en daarmee over een principebesluit, dan denk ik: daar zullen wij straks bij de discussie over Plaza ook over spreken. Voorzitter: Zijn er nog andere leden die hier het woord over willen voeren? Dat is niet het geval. Dit punt komt mogelijkerwijs terug bij het aanvalsplan, dat voor 22 en 23 juni op de agenda’s van de commissie staat, en op 30 juni in de raad. Daarmee is een einde gekomen aan het vragenhalfuur.
Vl Onderwerpen waarover geen of nauwelijks discussie wordt verwacht om tot besluitvorming te komen Dan komen we nu bij de onderwerpen waarover geen of nauwelijks discussie verwacht wordt. Ik loop ze met u door en de woordmeldingen zal ik meteen aangeven.
VI.1 Voorstel tot het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Strijp binnen de ring 2007 (09.R2999.001)
Voorzitter: Bij VI.1 zijn geen woordmeldingen. Is er iemand die hier stemming over wenst? Mijnheer Reker.
verslagnummer z
De heer Reker: Een stemverklaring, voorzitter. Mijn fractie toont begrip voor het feit dat bestemmingsplannen geactualiseerd dienen te worden, maar tijdens de behandeling in de commissie Wonen en Ruimte van 12 mei si duidelijk gebleken dat de informatievoorziening omtrent het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Strijp binnen de ring ver beneden de maat is gebleven. U hebt dit bestemmingsplan in de vakantieperiode van 2008 ter inzage gelegd. Bij de belanghebbenden is daar, zeer begrijpelijk, onvrede over. Met name is er onvrede over de bouwplannen in het Genderpark en de bouwplannen op het Vogelzangterrein, waardoor zalencentrum De Ambassadeur de toegezegde parkeerplaatsen kwijtraakt. De wethouder erkende in deze vergadering ook dat de werkwijze geen schoonheidsprijs verdient.
Voorzitter: Dit is geen stemverklaring meer. Dit is echt een politieke statement over de inhoud, en dat gaan we nu echt niet doen. U kunt nu kort toelichten of u voor of tegenstemt, maar nu houdt u een heel lang verhaal. Op afstand zie ik zelfs dat u het op een pagina hebt uitgeschreven. Ja, ik zie het wel! De heer Reker: Daar staan vier vragen op.
Voorzitter: U wilde toch een stemverklaring afleggen? Dus geen vragen. Dan had u een woordmelding moeten doen. Ik heb net nog gevraagd of u het eens was met de orde, en u hebt dat niet gemeld, dus u moet nu zeggen of u voor of tegen bent, en waarom.
De heer Reker: Mijn fractie vindt dat het besluit over deze herziening uitgesteld moet worden, zodat rekening gehouden kan worden met de bezwaren van de belanghebbenden. Wij zullen dan ook tegen het voorstel stemmen. Voorzitter: Oke. U bent tegen het voorstel. Zijn er anderen die hierover een stemverklaring willen afleggen? Dat is niet het geval. Er komt stemming over, want u wilt tegen kunnen stemmen. Wie is voor dit voorstel? [Stemmen bij handopsteken] Wie is daartegen? [Stemmen bij handopsteken] Met een tegenstem van de LPf is dit voorstel aangenomen.
VI.2 Voorstel nieuwe inzamelorganisatie Eindhoven, Geldrop-Mierlo en Valkenswaard (09.R3008.001) Voorzitter: Dan komen we bij voorstel VI.2. Hiervoor zijn geen woordmeldingen. Wil iemand een stemverklaring afleggen? Mijnheer Van Bussel.
De heer Van Bussel: In de commissie hadden we een stemvoorbehoud. In principe vinden wij het jammer, omdat het nu eigenlijk zo goed loopt. We zijn tevreden over
verslagnummer z
hoe het nu draait, maar ik begrijp dat we niet anders kunnen. Wij moeten wel, met het mes op de keel, maar wij willen wel zeggen: wij stemmen voor, maar we willen wel dat er weinig verandert en de kwaliteit hetzelfde blijft.
Voorzitter: Goed. Met deze kanttekening: wie wenst hier stemming over? Niemand? Daarmee is dit voorstel aangenomen.
VI.3 Voorstel tot het wijzigen van de Subsidieverordening gemeente Eindhoven 2008 (09.R3060.001)
Voorzitter: Dan gaan we over naar VI.3. Wil iemand een stemverklaring afleggen? Mijnheer Reker. De heer Reker: Heel kort, voorzitter. Wij gaan niet akkoord met het voorstel, omdat het te breed en te vaag geformuleerd is. Voorzitter: Dat is helder. Dan gaan we over tot stemming. Wie is voor dit voorstel? (Stemmen bij handopsteken] Wie is tegen? (Stemmen bij
handopsteken] Met een tegenstem van de LPF is het voorstel aangenomen.
VI.4 Voorstel tot het instellen van een parkeerfonds (reserve en voorziening parkeren) (09.R3060.001)
Voorzitter: Dan komen we bij voorstel VI.4. Twee woordmeldingen, een van de SP en een van de VVD-fractie. Eerst maar de SP.
De heer Gerard: Bij het commissieadvies van de SP staat dat wij een amendement of een motie overwegen. Wij hebben daaraan gedacht, omdat de algemene formulering van doel en functie van de reserve veel ruimer is dan de beperkt geformuleerde criteria voor onttrekkingen uit de reserve. De SP is voor een ruime opvatting, zoals bij doel en functie staat, en vindt de criteria die daarop volgen, te beperkt. Wij zouden daarover een motie ingediend hebben, ware het niet dat de wethouder toegezegd heeft deze zaak in het najaar mee te nemen in een voorstel, in combinatie met de voeding van het fonds. We kunnen daarop wachten, en in die zin is het idee dat hier ligt, van tafel. Omdat er een herzien raadsbesluit ligt, is er bij ons een nieuwe vraag opgekomen, en die is een beetje principieel. Is het wel mogelijk dat de raad zich met voorzieningen bemoeit, omdat een voorziening concreet geld van concrete mensen voor een concrete parkeeroplossing is? Er is hier een directe koppeling tussen het bijeengebrachte geld en de oplossing. Wij denken dat de raad niet boven E 500.000,ÃćâĆňâĂİ aan voorzieningen mag zitten, en als
het wel mag, vinden wij dat in dit geval niet wenselijk. Overigens zijn we voor het voorstel.
verslagnummer z
Voorzitter: Mijnheer Helms. De heer Helms: De VVD was al voor het voorstel, aangezien het een uitvloeisel was van eerder aangenomen beleid. Zoals mijnheer Gerard al zegt, er staat een algemene omschrijving van doel en functie van de reserve in, maar het algemene vinden wij redelijk specifiek. Er staat namelijk: het financieren van maatregelen die direct bijdragen aan het verminderen van parkeerdruk, etc. Niet indirect dus, maar direct. Dat is wat ons betreft een keurige toepassing van het profijtbeginsel. Dat profijtbeginsel hebben we in de stukken van de kadernota over parkeerinkomsten inmiddels ook al gezien, maar daar wordt het naar onze mening juist veel te breed opgepakt. In dit geval gaat geld van parkeeropbrengsten direct naar parkeeroplossingen, en daarom zijn wij voor het voorstel.
Voorzitter: De wethouder. De heer Van Merrienboer: Even voor mijnheer Gerard: we praten over de storting en de voorziening vanuit de samenleving, waarbij wij ons volgens de geldende regelgeving verplichten om met die middelen binnen tien jaar iets concreets te doen. lets dat concreet herleidbaar is tot de herkomst van de middelen waarom het gaat.
De heer Gerard: Spreekt u over de reserve of over de voorziening? De heer Van Merrienboer: Over de voorziening. Aan de andere kant denk ik dat de normering er vooral voor u in staat, om mij te kunnen aanspreken. Dat kan dus ook ten aanzien van de voortgang die het college in de uitvoering van de verplichtingen jegens burgers maakt. Ten principale vind ik dus dat u dat de normstelling u een extra handvat biedt om ons te controleren op het tempo waarin wij dat wat ons is opgedragen, ook uitvoeren. Ik zou het dus juist wel doen.
Voorzitter: Mijnheer Gerard. De heer Gerard: het kan ook zijn dat dit de andere kant op werkt en dat de raad concreet geld van concrete mensen voor een concreet probleem wil pakken om iets heel anders mee te doen. Die mogelijkheid wordt nu gecreeerd, en dat kan volgens mij niet.
De heer Van Merrienboer: Maar dan loopt u gewoon tegen hogere regelgeving aan, die u daarin zal belemmeren. Voorzitter: U hoeft hem niet in de gaten te houden, maar het mag wel. Dat is de strekking hiervan. Is er iemand die een stemverklaring wil afleggen? Mijnheer Stoevelaar.
verslagnummer 7
De heer Stoevelaar: Voorzitter, wij hadden een stemvoorbehoud. We kunnen ons goed vinden in de toelichting die we hebben gekregen. Wel blijven wij nog steeds problemen houden met het subsidieren van, laat ik zeggen, commerciele projecten, maar desalniettemin zullen wij het voorstel steunen. Voorzitter: Anderen nog? Mijnheer Van Bussel.
De heer Van Bussel: In de commissie hadden wij een stemvoorbehoud. Wij wilden geen vrijbrief voor het college om te pas en te onpas gelden op te nemen. In het herziene raadsvoorstel staat een toelichting en is dat in elk geval gemaximeerd. Wij denken dat de discussie is: praktisch werken versus mandaatgeving. Met een beetje scepsis willen wij de goedkeuring niet onthouden, maar we zijn wel een beetje beduusd en niet enthousiast. Voorzitter: Wenst iemand hier stemming over? Dat is niet het geval. Daarmee is het
voorstel unaniem aangenomen.
VI.5 Voorstel tot het wijzigen van de Bouwverordening gemeente Eindhoven (09.R3065.001)
Voorzitter: Dan komen we bij VI.5. Is er iemand die daar stemming over wenst? Dat is niet het geval. Dan is dit voorstel aangenomen.
VI.6 Voorstel inzake de begroting 2010 van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) (09.R3065.001)
Voorzitter: Dan gaan we over naar VI.6. U hebt daar een nader voorstel voor gezien. Is er iemand die een stemverklaring wil afleggen? Is er iemand die stemming wenst? Dat is niet het geval. Daarmee is het voorstel aangenomen.
VI.7 Voorstel tot het vaststellen van het wijzigingsvoorstel convenant regionale samenwerking stedelijk gebied Eindhoven (09.R3068.001) Voorzitter: Dan komen we bij VI.7. De SP-fractie wil daar graag het woord over voeren.
De heer Gerard: Wij steunen het voorstel zelf, maar naar aanleiding van het voorstel heeft de SP een discussie gestart. Dat is dezelfde discussie die daarnet ook aan de orde kwam. Het is de vraag of het wijs is om de bepalingen van het BOR-akkoord onverkort van kracht te laten zijn. De SP heeft het concrete idee gelanceerd om de evaluatie een jaar uit te stellen. Dat geeft ons en andere gemeentes meer tijd om de bouwplannen te realiseren die, gedeeltelijk door eigen schuld en gedeeltelijk door de economische crisis, niet uitgevoerd konden worden. Het zou ons in een
verslagnummer z
klap van het tekort op de jaarrekening hebben afgeholpen. Zoals in de commissie en ook in de discussie die we net voerden is gebleken, is daar geen meerderheid voor. Om die reden zullen wij de motie niet indienen. Wij blijven echter wel met dit idee in ons hoofd lopen, want wij vertrouwen het niet helemaal. Wij zien het boetesysteem in de BOR als een middel dat helpt om een doel te realiseren, namelijk woningen. Volgens de argumentatie van het college begint het erop te lijken dat het boetesysteem een doel op zich geworden is om geld van de randgemeentes naar de centrale stad over te hevelen. Volgens mij is dat een accentverschuiving die risico’s met zich meebrengt. Wij vrezen dat het college zo gefixeerd is op het onderste uit de kan, dat het deksel op de neus onvoldoende in de gaten gehouden wordt. Wij hebben geen idee hoe de BOR-partners zullen reageren op de vele miljoenen die ze zullen moeten betalen, ten dele door eigen schuld, ten dele buiten hun schuld. Ook daarom dienen wij deze motie niet in, omdat we geen duidelijk inzicht hebben in de gevolgen als we het wel zouden doen. Wij vrezen hier voor problemen. Wij roepen het college dan ook op om wijs met deze situatie om te gaan en het BOR-akkoord te beperken tot waar het voor is. In eerste instantie is het bedoeld om woningen te bouwen en in tweede instantie om bedrijventerreinen te realiseren. Het financiele verhaal is een middel en geen doel. Voorzitter: Mevrouw Schreurs.
Mevrouw Schreurs: Ik vind dit wel een redelijk unieke situatie hoor. Feitelijk wordt door de SP gesuggereerd dat dingen door het college oneigenlijk gebruikt worden, en daarna roept de SP het college op om wijs te handelen. Ik denk dat dit geen logische consequentie is, daar zult u gevoel voor hebben. Als de SP bang is voor het oneigenlijk gebruik, waar ik best in mee kan gaan, dat de fractie een actuele motie moet indienen die daarop slaat.
Voorzitter: Daar heeft mijnheer Gerard geen mededelingen over gedaan. De heer Gerard: Ik heb twee redenen genoemd om het niet te doen. Voorzitter: De wethouder. Mevrouw Fiers: In de commissie hebben we het er ook al over gehad. Daarin heb ik ook aangegeven dat, naast de doelstellingen op het gebied van woningen en bedrijventerreinen ook de verevening van middelen wel degelijk ook een van de doelen van het convenant. Ik ben het met u eens dat we het niet alleen over het
financiele argument moeten hebben, maar in de kadernota hebben wij ons natuurlijk vooral geconcentreerd op de financiele kant. Ik kan mij uw gevoelens voorstellen, maar aan de instelling van het BOR-convenant waren destijds zeker ook financiele aspecten verbonden.
Verslagnummer 7
Voorzitter: Mijnheer Gerard.
De heer Gerard: Ik heb twee argumenten genoemd die ik voor mevrouw Schreurs wil herhalen, en er is een derde. Ten eerste kunnen wij, bij gebrek aan kennis van de situatie in de randgemeentes, de gevolgen van ons handelen op dit moment niet overzien. Ten tweede heb ik dit in de commissie in de week gelegd, maar is er geen enkele reactie op gekomen, dus dit ding haalt het gewoon niet! Een situatie waarin de motie of het amendement niet gehaald wordt en er vervolgens problemen komen, die ons dan weer in de schoenen geschoven kunnen worden, dat is een ander verhaal. Ten derde is het een gemengd probleem. Het is niet zo dat de randgemeentes schuldeloos zijn; een aantal heeft duidelijke wanprestaties geleverd. Het is ook niet zo dat ze alle schuld hebben, want de economische crisis treft ons allemaal, ook de gemeente Eindhoven. In die zin vind ik de situatie gecompliceerd en het kan zijn dat ik hierop terug kom. Nu volsta ik met de oproep aan het college om niet per se te streven naar het onderste uit de kan. Voorzitter: Goed, uw punt is duidelijk. Is er iemand die hier stemming over wenst? Dat is niet het geval. Daarmee is het voorstel aangenomen.
VI.8 Voorstel tot het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Kerkdorp Acht 2007 (09.R3069.001)
Voorzitter: Dan komen we bij VI.8. Is er iemand die een stemverklaring wil afleggen? Mijnheer Reker.
De heer Reker: Ook met de wijziging van het bestemmingsplan voor kerkdorp Acht kunnen we niet akkoord gaan, om dezelfde reden als waarom we tegen het bestemmingsplan van Strijp binnen de ring zijn. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Mulder.
De heer Mulder: Ook wij hadden een stemvoorbehoud, maar gezien de nadere toelichting bij dit raadsvoorstel omtrent punt 1 tot en met 3 kunnen wij instemmen. Wij gaan dan ook akkoord met dit voorstel. Voorzitter: Zijn er anderen die een stemverklaring willen afleggen? Dat is niet het geval. Dan gaan we over tot stemming. Wie is voor dit voorstel? [Stemmen bij handopsteken] Wie is tegen? [Stemmen bij handopsteken] Met een tegenstem van de LPF is dit voorstel aangenomen.
verslagnummer 7
VI.9 Voorstel tot het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Goederendistributiecentrum Acht 2007 (09.R3069.001) Voorzitter: Dan gaan we over tot VI.9. Wil daar iemand een stemverklaring over afleggen? Mijnheer Van Liempd.
De heer Van Liem d: voorzitter, ik verlaat de zaal even, want mijn werkgever is hier indirect bij betrokken. Voorzitter: Dan moet u snel zijn, want ik ga er snel doorheen! Is er iemand die een stemverklaring wil afleggen? Dat is niet het geval. Dan gaan we nu over tot stemming. Wenst iemand hier stemming over? Dat is niet het geval. Dan is het voorstel aangenomen en mag mijnheer Van Liempd weer binnenkomen. Hij hoort het buiten ook allemaal, maar het is wel netjes.
VI.10 Voorstel tot het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Kapelbeemd-Acht 2007 (09.R3069.001) Voorzitter: Dan gaan we over naar VI.10. Bent u daar niet bij betrokken, mijnheer Van Liempd? Is er iemand die een stemverklaring wil afleggen? Niet? Wenst iemand hier stemming over? Dat is niet het geval. Dan is dit voorstel aangenomen.
VI.11 Voorstel inzake nieuwe beheersystematiek cultureel gemeentelijk vastgoed (09.R3069.001)
Voorzitter: Dan gaan we over naar VI.11. Wil iemand een stemverklaring afleggen? Mijnheer Stoevelaar.
De heer Stoevelaar: Wij hadden een stemvoorbehoud. Inmiddels is er een toelichting van het college gekomen en die is dusdanig dat wij met het voorstel zullen instemmen. Voorzitter: Oke. Wenst iemand hier stemming over? Dat is niet het geval. Dan is het
voorstel aangenomen. VI.13 Voorstel betreft de Nota Jongerenwerk (09.R3084.001) Voorzitter: VI.12, het voorstel met betrekking tot De Negende, is van de agenda afgevoerd. Dan komen we bij VI.13. Vooraf zijn drie woordmeldingen en een stemverklaring gemeld. De VVD.
Mevrouw Jacobs: Na de discussie in de commissie kunnen wij ons niet helemaal terugvinden in het herziene raadsbesluit. In de commissie hebben wij gesteld dat
verslagnummer z
de vraag wat voor een jongerencentrum er in Woensel-Noord zou moeten komen, veel opener zou moeten zijn, zonder dat er al direct een richting aangegeven wordt. Wij hadden daarvoor een voorstel en de wethouder zei dat ze dat zou overnemen. Nu zien we in het raadsvoorstel echter toch weer terugkomen dat het inwisselen van kleinere centra tegen een groot centrum een mogelijkheid zou zijn. Natuurlijk kan het zo zijn dat er zowel kleinere centra als een XL-centrum zal moeten komen. Dit willen wij bij de jongeren in Woensel-Noord zelf graag laten onderzoeken. Verder staat er in punt 3 dat het bereik van jongeren in het onderzoek wordt meegenomen. Mijn fractie vroeg zich meteen af: is dit fietsbereik, is dit loopbereik? Het ging er juist om dat we wilden onderzoeken of we de jongeren die we willen bereiken, wel bereiken. Vandaar ons amendement op punt 3. Wat betreft punt 5: wij waren erg blij dat er een extern onderzoek door het Nederlands Jeugdinstituut gedaan zou worden. Zo staat het vermeld in het raadsvoorstel. Wij wilden dit graag opgenomen zien in het raadsbesluit, en nu vinden we daarin terug: "... in te stemmen met een tvveej aarlij ks onderzoek", zonder dat er nog sprake is van een extern onderzoek. Wat dat betreft willen we dat ook opnieuw geformuleerd hebben. Ons amendement wordt mede ondertekend door ’leefbaar eindhoven’. Ik wil nog een kleine aanvulling geven. Eerder deze week hebben we de uitslag van het Digipanel-onderzoek gekregen. Naar mijn idee kruist dat dit voorstel, waarin al sprake is van een onderzoek, waarbij we juist de jeugd van Woensel-Noord willen betrekken. Ook in de raadswerkgroep Actieve Jeugd hebben we deze week besproken dat we een onderzoek willen doen, zowel naar het inhoudelijke als naar het fysieke deel van het jongerenwerk.
Voorzitter: Het presidium heeft wel zelf tot het Digipanel-onderzoek besloten. Daar was uw fractie ook bij betrokken. Mevrouw Jacobs: Ja, maar het ging eigenlijk om een ander onderwerp. Omdat dit van de agenda afging, werd het jongerenwerk naar voren gehaald. Het kruist nu eigenlijk het onderwerp dat hier aan de orde is. Voorzitter: Dat zou u in uw eigen fractie eigenlijk even moeten kortsluiten. De SP. Mevrouw Van Kaathoven: Voor mijn gevoel kan dit ook in een stemverklaring. Wij willen aangeven dat we blij zijn met de antwoorden van de wethouder en dat een en ander is meegenomen in het raadsbesluit. Wel willen wij zeggen dat we het onderzoek heel kritisch zullen volgen. Met moge bekend zijn dat wij pleiten voor kleinschaligheid en voor een kleinschalige aanpak in de wijk, dus wij zullen het kritisch gaan volgen. Ik zal meteen op het amendement van de VVD reageren.
verslagnummer z
Volgens onze fractie is het overbodig, maar ik ben benieuwd naar de reactie van de wethouder. Voorzitter: De CDA-fractie.
De heer Wei’s: Wij hebben nog wat vragen bij de verhouding tussen de onderzoeken in Eindhoven-Noord en de doorontwikkeling van het stedelijke jongerenwerk in Dynamo. Er wordt op dit moment veel geld geinvesteerd. Er is nog nauwelijks te zeggen wat dat voor uitwerking gaat hebben. We hopen dat de uitwerking goed is, maar als je nu gaat meten, kun je dat nog niet zien en kun je ook moeilijk de consequenties voor Dynamo in kaart brengen. Wij vragen ons dus af of dat op de een of andere manier bij de uitvoering meegenomen kan worden.
Verder schrikken wij een beetje van de manier waarop het amendement van de VVD is verwoord, op grond van de effectiviteit van het jongerenwerk. Wij hebben de rekenkamer nu juist de opdracht gegeven om de effectiviteit van de grootste aanbieder van het jongerenwerk in de stad te onderzoeken. Daarom lijkt ons dat je dat eerst moet afwachten, voordat je vervolgstappen zet voor een nieuw onderzoek naar de effectiviteit van het jongerenwerk ’sec’. Ook daar zouden we graag de wethouder over willen horen. Voorzitter: De wethouder. Mevrouw Mittendorff: Voorzitter, dank u wel. Het is volstrekt helder dat de kleinschaligheid voor de SP erg belangrijk is. In het bijgestelde raadsvoorstel hoopten we dat ook te verwoorden. U hebt dat volstrekt duidelijk gemaakt en ik bevestig dat hier nog een keer. Het is natuurlijk wel van belang om de mogelijkheden die er liggen, goed te onderzoeken. Wat dat betreft heeft mijnheer Weijs natuurlijk gelijk door te zeggen dat er op dit moment een nieuw programma voor Dynamo gaande is, waarvan je nog niet precies weet hoe het uitwerkt. Je probeert er natuurlijk een goed contract onder te leggen, waarvan de uitkomsten overeenstemmen met de doelen, maar in het begin is het altijd afwachten hoe zoiets loopt. Toch denk ik dat we op dit moment in het onderzoek zo veel mogelijk moeten kijken naar hoe het met de ruimte voor jongeren in Noord-Eindhoven gaat.
Wat betreft het amendement van de VVD: je zou het overbodig kunnen vinden, maar ik begrijp dat u een hele goede tekstexegese hebt gedaan om te kijken of dit helemaal precies is wat u wilt. U hebt dat nog een keer opgeschreven. Ik kan daar onmogelijk bezwaar tegen hebben, omdat onze bedoeling in feite heel helder is. Voor wat betreft de locatie willen we kijken wat nu het beste is. U hebt ook gezegd dat u over enige tijd een onderzoek wilt. U hebt aangegeven in 2011; dat is dus over twee jaar. Het onderzoek moet door het Nederlands Jeugdinstituut worden uitgevoerd. Ook daar kan ik geen bezwaar tegen hebben, want in de commissie
verslagnummer z
hebben we daar ook op die manier over gesproken. Het had misschien dus niet gehoeven, maar als u er prijs op stelt, ik ben er niet tegen, om het zo te zeggen. Voorzitter: Mijnheer Weijs. De heer ktfei a: Ik wil del/VD fractie toch nog om een andere toelichting vragen over de verhouding tussen het voorgestelde onderzoek en het rekenkameronderzoek. Als je jezelf serieus neemt, moet je toch minimaal kunnen verantwoorden waarom je dat daarnaast toch nodig vindt. Voorzitter: Mevrouw Jacobs.
Mevrouw Jacobs: Ja, mijnheer Weijs, als u het raadsvoorstel leest, ziet u dat dit onderzoek bij de evaluatie in 2001, wanneer de uitbreiding van het jongerenwerk goed geimplementeerd is en de resultaten merkbaar zijn, zou moeten plaatsvinden. Ik stel zeker veel belang in het rekenkameronderzoek, maar dat gaat over de huidige situatie. Dit gaat over de uitbreiding. Voorzitter: Goed, dat is helder. We gaan nu stemmen. Er zijn twee stukken in stemming: het amendement dat hier ligt en het oorspronkelijke voorstel. Is er iemand die vooraf een stemverklaring wil afleggen? Eerst mijnheer Torunoglu, die
had vooraf een stemverklaring gemeld. De heer Toruno lu: Met die kanttekening dat het een uitgebreide stemverklaring zou worden; dat had mijn fractievoorzitter ook aangegeven. Het jongerenwerk is belangrijk voor de PvdA. De afgelopen twee jaar hebben wij ons daar flink voor ingezet. Daarom zijn we blij met dat wat nu voor ons ligt. Met de structurele financiering wordt het jongerenwerk ook structureel goed geregeld. Met de uitbreiding van het jongerenwerk en de vriendelijke openingstijden voor jongeren, hopen we dat we in de stad een kwaliteitslag maken. Wij zullen de kwaliteitslag van de jongerenwerkers en het onderzoek wel kritisch blijven volgen. Voorzitter: Kijk, een stemverklaring is echt een stemverklaring. U had gemakkelijk gewoon in het debat kunnen meedoen, als u zo’n statement wilt maken! De heer Toruno lu: Het zijn mijn laatste vier woorden. Voorzitter: Nee, maar ik wil echt duidelijk zijn. Aan de ene kant vraagt u van mij als voorzitter om regels te handhaven, en aan de andere kant overtreedt u ze zelf met het grootste gemak.
verslagnummer z
Mevrouw Van den Bi elaar: Hier ben ik dus echt op tegen. Meedoen met het debat wil zeggen dat je nog over het voorstel gaat discussieren. Ik heb een uitgebreide stemverklaring aangekondigd. Voorzitter: Ja, maar een stemverklaring staat omschreven als een nadere toelichting op het handelen bij de stemming, op een korte en bondige manier. De heer Toruno lu: Sorry, ik was nog niet klaar. Met de kritische kanttekening dat wij de kwaliteit van de jongerenwerkers en het onderzoek naar het jongerenwerk in de gaten zullen houden, zullen wij instemmen met het voorstel en ook voor het amendement van de VVD stemmen. Dank u wel. Voorzitter: Mevrouw Richters.
Mevrouw Richters: Wij zijn blij dat het de wethouder is gelukt om structurele financiering voor het jongerenwerk binnen het programma Actieve Jeugd te vinden. Wij vragen ons alleen wel af of we nu een ander probleem binnen het programma Actieve Jeugd hebben. Wij vragen de wethouder ons daar nader over te informeren. Het amendement van de VVD zullen wij steunen. Misschien is het overbodig, maar wij vinden het belangrijk om de afspraken toch in het raadsvoorstel te vertalen. Voorzitter: De heer Abbou.
De heer Abbou: Dank u, voorzitter. Tijdens de commissievergadering was ik heel kritisch en ik blijf kritisch. Ik had tegen de punten 1 en 2 gestemd. Met de rest van de punten was ik het eens. Nadien ben ik op zoek gegaan. De jongerenwerkers en de jongeren hebben mij verteld hoe belangrijk de uitbreiding is. Ik trek mijn punten dan ook in en stem ik in met het voorstel. Ook steun ik het amendement van de VVD.
Voorzitter: Mijnheer Reker.
De heer Reker: Wij steunen het amendement niet. Als het een motie zou zijn geweest, zouden we dat wel gedaan hebben. Wij zijn tegen het voorstel, omdat er op jaarbasis 6 300.000,- voor 96 uur per week aan jongerenwerk wordt vrijgemaakt. Dat vinden wij te veel. Daarom stemmen wij tegen het voorstel en tegen het amendement. Voorzitter: Mijnheer Weijs.
verslagnummer z
ge heer aaei’s: Wij zijn tegen het amendement van de VVD, maar onderstrepen wel duidelijk de intentie om met jongeren in overleg te gaan, zoals dit in uw voorstel vel’wool’cl Is.
Voorzitter: Goed. De stemming gaat nu beginnen. We beginnen met het amendement van de VVD. Wie is voor dit amendement? [Stemmen bij handopsteken] Wie is tegen? [Stemmen bij handopsteken] Met de tegenstemmen van het CDA en de LPF is het amendement aangenomen.
Wie is voor het gewijzigde voorstel, dus inclusief het amendement? [Stemmen bij handopsteken] Wie is tegen? [Stemmen bij handopsteken] De fractie van de LPF stemt tegen; daarmee is het voorstel aangenomen.
Daarmee zijn we gekomen aan het einde van de afhandeling van onderwerpen waarover geen of nauwelijks discussie plaatsvindt. Over de aard van deze categorie kunnen we nog een hele discussie voeren. Het is nu 19.07 uur. Zoals u schriftelijk is gemeld, worden wij met zijn allen gefotografeerd op de trappen van het stadhuis. Met zijn allen, dat wil zeggen: alleen de raadsleden ÃćâĆňâĂİ want anders sticht ik verwarring op de publieke tribune,
want u wilt ook wel, maar dat is niet de bedoeling. Ik nodig ze uit omdat nu te doen, zodat we daarna aan het diner kunnen beginnen. Ik heropen de vergadering om 20.00 uur en schors tot die tijd de vergadering. [Schorsing]
IX Burgerinitiatief
IX.1 Vestiging van levensloopbestendige woonruimte in ’De Laak’ voor senioren uit Tongelre binnen de ring, waarbij ’De Ronde’ de gewenste sociale, culturele voorzieningen verzorgt Voorzitter: Ik heropen de vergadering en verzoek de leden hun plaats in te nemen. Aan de orde is het burgerinitiatief. Wie mag ik daarvoor het woord geven? Mijnheer Stokkermans, u staat er al! Welkom! Aan u het verzoek om het burgerinitiatief even kort toe te lichten. De heer Stokkermans: Geacht college, geachte leden van de raad. Om te beginnen wil ik de voorzitter bedanken voor de gelegenheid die hij ons geboden heeft om hier als gast van de raad aanwezig te zijn en het burgerinitiatief kort toe te lichten. Het burgerinitiatief is het resultaat van twee zaken. Bottum-u p heeft het OVO in de stad een intensief onderzoek naar de huisvesting van senioren ingesteld. Deze
verslagnummer z
bleek in het algemeen erg goed te zijn. Alleen was er in Tongelre binnen de ring, waar voor senioren geen faciliteiten aanwezig waren, een blinde vlek. In de commissie MMVP hebben we al eerder een voorstel gedaan om het bestemmingsplan zodanig te formuleren, dat het mogelijk zou zijn om in basisschool ’De Laak’ seniorenhuisvesting te creeren. Wethouder Van Merrienboer moedigde ons aan om dit voorstel maar eens uit te werken. Dat deden we natuurlijk niet alleen; we gingen een alliantie aan, iets dat door de raad vaak ook wordt aanbevolen. Een alliantie met het OVO, dat doen net van start was gegaan en een brede orientatieronde heeft gedaan om te kijken op welke mogelijkheden we een beroep zouden kunnen doen. Ten eerste was daar uiteraard de planontwikkeling van de gemeente. Verder was er een aantal stichtingen, zoals de Thomas van Villanova Stichting en Stichting De Archipel. Daarnaast waren er de woningcorporaties en uiteraard werd ook het stadsdeelkantoor Tongelre van een en ander op de hoogte gesteld. Na deze orientatie deed het OVO een aanbeveling voor dit project. Natuurlijk moesten we hierbij rekening houden met het bestaande bestemmingsplan, dat voorzag in een andere oplossing. Daarom zijn we zo vrij een beroep op de raad te doen om het bestemmingsplan alsnog zo te formuleren, dat we in de toekomst seniorenhuisvesting in Tongelre binnen de ring kunnen creeren.
In de toelichting op het ontwerpvoorstel dat voor u ligt, staat een zevental punten vermeld. Het belangrijkste is dat er met De Ronde voor wat betreft het sociaalculturele stuk samengewerkt moet worden en dat het geheel samen met zorginstellingen en eventueel ook met de woningcorporaties verder moet worden uitgewerkt. Wij hebben in de orientatiefase gezien dat het mogelijk moet zijn een beroep te doen op een bestaande zorginstelling, die in ’De Laak’ een kleinschalige sociale voorziening wil treffen, in de vorm van een dependance. De senioren kunnen dan in hun stadsdeel blijven wonen en kunnen blijven deelnemen aan het sociale leven. Leefbaarheid is ook een punt van uw raad en ik denk dat dit hiermee goed aan bod komt. Top-down werd er vanuit de wijk ook een aantal zaken gemeld, en wel door iemand die lid is van het bestuur van de seniorenvoorziening in Brussel. Hier en daar lees ik weliswaar dat Brussel wat minder invloed moet hebben, maar wanneer het deze zaak inderdaad wil steunen, hebben we daar geen bezwaar tegen. In het zogenaamde Dublin-onderzoek is geconstateerd dat senioren langer actief moeten blijven en een bijdrage moeten blijven leveren. Dat komt de gezondheid ten goede. Met andere woorden, de kosten voor de zorg worden wat lager. Senioren kunnen in de samenleving ook nog nuttige dingen doen. In het verenigingsleven en op andere gebieden kunnen zij zich verdienstelijk maken. Ik denk dat de cohesie in de
verslagnummer z
wijk daar ook mee gediend is. Dat is een kreet die je in dit verband toch ook vaak hoort.
Dames en heren, ik denk dat ik hier een korte inleiding heb gehouden. Toch wil ik nog even verwijzen naar een groep die hier effectief bezig geweest is. Vanzelfsprekend moesten we ook de wijk sonderen. Het Eindhovens Dagblad heeft dat al gedaan; vanmorgen stond er een publicatie in, dus de pers is zeer actief. Wij hadden zelf een goede werkgroep, namelijk een bestuurslid van de KBO, iemand van de VTA, iemand namens de Turkse groepering, en iemand van Mi Bosie. Dan was er nog iemand van de Stichting Wijk- en Huurdersbelangen Lakerlopen en iemand van wijkvereniging Villapark. Daarnaast was er een behartiger van seniorenbelangen in de wijk en iemand die vanuit Brussel in de stuurgroep heeft plaatsgenomen. Voorzitter, ik denk dat ik het hierbij kan laten. Ik dank u nogmaals hartelijk en zou nu aan Rob de Nijs willen vragen om het stuk aan de voorzitter te overhandigen. [Overhandiging van het document aan de voorzi tter] Voorzitter: Mijnheer Stokkermans en mijnheer De Nijs, hartelijk dank voor het overhandigen van het burgerinitiatiefvoorstel. Ik stel voor dat we dit voorstel behandelen in de commissie MMVP, waarbij wethouder Fiers aanwezig is. Even gecombineerd, omdat het ook met bestemmingsplannen en andere elementen te maken heeft. Kunt u daarmee instemmen? Ja? Dan gaan we over naar het volgende
agendapunt. VII.1 Voorstel Plaza Futura naar Strijp-S Voorzitter: Ik verzoek commissievoorzitter de heer Houben om in een korte
inleiding aan te geven wat hierover in de commissie gezegd is. De heer Houben: Dank u wel, voorzitter. Ik vertel u eerst kort waar dit raadsvoorstel over gaat, dan vertel ik wat er al in de commissie besproken is en dan blijft dat wat wij in deze raad mogelijk nog kunnen bediscussieren over. In het raadsvoorstel dat er nu ligt, wordt de raad gevraagd om een principebesluit om Plaza Futura naar Strijp-S te verhuizen, dus om in te stemmen met de keuze. Een toelichting daarop. In de gecombineerde commissie van 14 mei hebben wij over de nieuwe huisvesting van Plaza gesproken. Niet voor de eerste keer, want dit onderwerp staat al geruime tijd op diverse agenda’ s. De commissieleden waren nogal kritisch, twijfelden en uitten hun bezorgdheid. Het ging met name over het ontbreken van het bedrijfsplan en over de haalbaarheid van de resultaten uit het onderzoek naar de exploitatie. Hierbij ging het dus om bezoekersaantallen, kosten en opbrengsten. Na een urenlange discussie heeft de meerderheid van de commissie met het college afgesproken dat men zou kunnen instemmen met het principebesluit om Plaza op Strijp-S te huisvesten. De wethouder heeft toegezegd een aangepast raadsvoorstel met dit beslispunt op te stellen. Ook zegde zij toe een bedrijfsplan en een second
Verslagnummer 7
opinion te verzorgen. Deze toezeggingen zijn onder andere verwoord in een aangepast raadsvoorstel dat voor u ligt, en in een andere toelichting. Waarover is vanavond dan nog wel discussie mogelijk? Eigenlijk alleen over de vraag of het raadsvoorstel van het college recht doet aan de toezeggingen en aan de afspraken die in de commissie gemaakt zijn. De rest ÃćâĆňâĂİ alle details van het voorstel die niet over
de daadwerkelijke verhuizing gaan ÃćâĆňâĂİ komt in september terug in de commissie en,
zoals het er nu naar uitziet, in oktober in de raad.
Voorzitter: Ik dank u wel. Er zijn twee amendementen aangekondigd, maar deze maken formeel nog geen deel uit van de beraadslagingen. Wie wensen hierover het woord te voeren? Mevrouw List, mevrouw Heesterbeek, mevrouw Richters, de heer Weijs, mevrouw Verhees, de heer Vleeshouwers, mevrouw Schreurs en de heer Van Bussel. Het woord is nu eerst aan mevrouw List. Mevrouw List: Voorzitter, ik zal onze bijdrage in de commissie niet herhalen, maar ik wil wel graag even aangeven wat de VVD de komende tijd belangrijk vindt bij de verdere besluitvorming over Plaza Futura en wat gedeeltelijk anders is dan dat wat in het ontwerpraadsbesluit staat dat voor ons ligt.
Ten eerste blijft het film- theater- en horecaconcept voor ons het uitgangspunt. Het eigen karakter en de eigen sfeer moeten niet veranderen. Dat betekent dan ook dat wij niet zullen instemmen met het amendement van de SP. Ten tweede willen wij ons in principe uitspreken voor de locatie Machinekamer Strijp-S. Ten derde willen wij, naast de exploitatietoets van Barendse Concultancy, een secondopinion, omdat wij op dit moment nog te veel twijfels hebben over een aantal kostenposten en risicoposten. Daarbij wil ik de opmerking maken dat het versoberde programma van eisen voor ons op dit moment dan ook geen harde eis is. Daar moet ik bij zeggen dat wij daarnaast nog een dekkingsvoorstel van de kostenposten en de risicoposten willen zien. Ten vierde is er de escape, zoals wij dat in de commissie noemden. Dat betekent dat we voor de contractvorming met Trudo een alternatieve constructie willen zien, betreffende de investeringsverhoudingen, de eigendomsverhoudingen en de huurconstructie. Dit alles hebben wij verwoord in een amendement.
Toen we het amendement rondstuurden, leek het misschien heel complex, maar het komt er eigenlijk op neer dat de beslispunten 2, 7 en 8 van het ontwerpraadsbesluit vervallen. De punten 1,4 en 6 blijven staan en de beslispunten 3 en 5 worden aangepast, zoals beschreven in het amendement. ChristenUnie, de Partij van de Arbeid GroenLinks en het CDA hebben het amendement mede ondertekend en steunen het. Dat betekent dat de VVD in oktober op deze wijze graag een verantwoord besluit wil nemen over een nieuw Plaza Futura. Ik dank u wel.
verslagnummer z
Voorzitter: Dank u wel. Dan is nu het woord aan mevrouw Heesterbeek. Mevrouw Heesterbeek: Dank u wel, voorzitter. Plaza Futura op Strijp-S brengt volgens mijn fractie op financieel vlak grote risico’s met zich mee. Wij hebben grote twijfels of de bezoekersaantallen die verwacht worden en waarop wordt gehoopt, gehaald zullen worden. Van die grote risico’s zullen wij straks de rekening krijgen. Er komt een moment, misschien al snel, dat Plaza Futura bij ons terugkomt en zegt: ’Wij komen niet uit met het geld dat u jaarlijks voor ons hebt.’ Ik wil even refereren aan de situatie met PopEi van dit moment. Dat is niet om flauw te doen, maar deze gevaren ziet mijn fractie echt ernstig tegemoet. Plaza Futura op Strijp-S, dat is niet het beste voor Plaza Futura. Het komt te vroeg, het is te leeg en de oppervlakte die Plaza zal krijgen is te groot. Dit zijn grote gevaren. Als het te groot is, dan zijn er weinig bezoekers en is het ongezellig. Als het te vroeg is, zijn er weinig mensen en is het ook ongezellig. Als het te leeg is, dan is het ongezellig. Ongezelligheid is niet goed voor een culturele instelling. Voor een gevarieerd cultuuraanbod in onze stad zijn Plaza en Strijp-S met elkaar niet het beste af. Voorzitter: Mevrouw Richters.
Mevrouw Richters: Ik heb een vraag aan mevrouw Heesterbeek. Hoe weet u dat? Waar baseert u die aannames op?
Mevrouw Heesterbeek: Nou ja, die haal ik voor een heel groot deel uit de exploitatietoets. Bij de commissiebehandeling heb ik al gezegd dat je die kunt lezen met verschillende brillen op. Ik begin weer over brillen, dat heb ik eerder gedaan. Wij willen niet negatief zijn, maar wij hebben wel kritisch de regels, en niet eens tussen de regels door, gelezen. Daar haal ik het voor een deel uit. Harde bewijzen heb ik niet voor u, mevrouw Richters, maar omgekeerd hebt u of heeft een ander ook geen harde bewijzen dat het wel goed kan gaan. Ik grijp deze kans aan om u allen op de risico’s te wijzen. Zo zult u het moeten zien. Voorzitter: Ik wil u er wel op wijzen, met steun van de commissievoorzitter, dat exact deze gedachtewisseling ook in de commissie heeft plaatsgevonden en dat het niet de bedoeling is die helemaal te herhalen. Er zit nu iemand naast mij die dit ernstig in de gaten houdt, en u bent dus gewaarschuwd. Ik zou u dus willen verzoeken om alleen de nieuwe punten in ogenschouw te nemen die nu echt relevant zijn. Mevrouw List. Mevrouw List: Dat wat u zegt herken ik wel, voorzitter, maar in de commissie hebben we de discussie gevoerd en geconcludeerd dat we, door middel van een second opinion, onderbouwd willen zien of dat wat u nu zegt, wel of niet zo is.
verslagnummer z
Mevrouw Heesterbeek: Mevrouw List, als u vindt dat ik de regels nu een beetje overtreed, wil ik u best geloven, en toch ga ik een poging doen om die regels dan maar een klein beetje te overtreden. Ik wil gewoon een ultieme poging doen om u te vertellen waar onze zorgen liggen en om u duidelijk te maken dat die zorgen heel realistisch zijn, al kan ik niet bewijzen dat ze uit zullen komen. Ik hoop dat u mij dat vergeeft en mij daar een paar minuten voor geeft.
Mevrouw List: Uw zorgen willen wij nu net wel of niet bevestigd zien in datgene wat ik nu net verteld heb. Is het dan niet veel beter dat we ze bevestigd zien en dat u daarna uw conclusie trekt? Mevrouw Heesterbeek: Ja. Het probleem is alleen dat wij dan al doorgaan op de ingeslagen weg. Alles wat er nu nog via een secondopinion onderzocht, bekeken of wat dan ook zal worden, is allemaal gericht op de vraag (en ik geef toe dat die anders uit kan pakken): ’kan dit allemaal op Strijp-S’? Stel dat dit niet zo zou zijn, dan zijn we terug bij af. Mijn verhaal en mijn amendement zijn pogingen om het allebei te doen. Ik ga niet zeggen dat er geen second opinion moet komen. Ik vraag alleen om tegelijkertijd een ruimer onderzoek en ik heb het gevoel dat dit misschien tijd kan besparen. Zo moet u dat zien, als u dat wilt. Voorzitter, nog een paar punten rond Strijp-S. Strijp-5 en Plaza, dat betekent 10 miljoen euro aan Trudo. Trudo is vervolgens verantwoordelijk. De visie van mijn fractie op de hoofdtaken van een woningbouwvereniging zal ik niet herhalen, want u hebt helemaal gelijk als u zegt dat het allemaal al besproken is, maar ook dat is voor ons een punt van aandacht. Plaza op Strijp-S, dat betekent ook dat de ruimte voor cultuur voor een deel van de horecaopbrengsten zal afhangen. Zo is het gewoon. Tot 6 400.000,ÃćâĆňâĂİ horecaopbrengst: voor Plaza. Minder dan 8 400.000,ÃćâĆňâĂİ
opbrengst voor cultuur. Wij vragen ons af of dat een zuivere constructie is. Als mevrouw Richters nu wil vragen, wat ze misschien niet mag, hoe ik dit zo zeker weet ... Ik sterk mijn verhaal wat aan. Voorzitter, onze vaste overtuiging is dat meer locatie voor Plaza Futura de oplossing voor een deel van de cultuurzorgen in deze stad zouden kunnen zijn. Als je op meer locaties zit, bevorder je namelijk de levendigheid in de stad. Je bereikt meer doelgroepen. Ik ben ook heel benieuwd wat er straks uit de second opinion gaat komen, al weet ik al veel door de exploitatietoets. Toch heeft mijn fractie een sterk vermoeden dat het met de doelgroepen nog wel eens tegen zou kunnen vallen en dat wij mensen uit Stratum gaan missen, omdat zij geen zin hebben om helemaal naar Strijp-S te gaan. Misschien blijven wij wel hangen in de doelgroep die er nu is. Dat is een prima doelgroep, alleen zou deze verbreed moeten worden. Ik noem maar iets, en ik geef toe dat al eerder gedaan heb. Als er meer samengewerkt zou kunnen worden met De Zwarte Doos op het TU-terrein, dan zou Plaza misschien veel meer studenten aantrekken.
verslagnummer z
Voorzitter: Mevrouw Verhees.
Mevrouw Verhees: Is mevrouw Heesterbeek zich ervan bewust dat Plaza momenteel al in De Zwarte Doos programmeert? Mevrouw Heesterbeek: Ja, daar ben ik mij goed van bewust. Op drie avonden in de week, op drie doordeweekse avonden. Ik kijk wel eens op de site van De Zwarte Doos, en als ik het goed begrepen heb, is daar het zomerseizoen al aangebroken en is er op het moment niets meer. Ik hoop dat ik me vergis en dat dit tijdelijk is. Ik weet wel dat ze daar films vertonen, maar zoek dat uit en probeer daar wat meer van te maken. Ik weet ook wel dat het van de TU is en dat ze daar lezingen en andere zaken verzorgen, maar haal daar meer uit! Het is een prachtlocatie, midden tussen de jonge mensen, dus het lijkt mij heel handig om dit uit te zoeken. Meer locaties in de stad betekent volgens mij ook meer economische activiteit. Voorzitter: Mevrouw Verhees. Mevrouw Verhees: Maar is mevrouw Heesterbeek zich er ook van bewust dat het in
de zwarte doos op het TU-terrein niet werkt met de bezoekersaantallen? Vervolgens wil ik u vragen of u vergeten bent dat we in de vorige commissie hebben gediscussieerd over wel of geen splitsing? Een meerderheid van de commissie heeft zich toen uitgesproken tegen deze splitsing. Op basis daarvan is het college doorgegaan met het ontwikkelen van plannen. Mevrouw Heesterbeek: Ja, dat weet ik allemaal wel. Ik heb u al eerder gezegd dat u mij mag verwijten dat ik u wil oproepen tot dingen waartoe ik in dit stadium helemaal geen recht heb, maar zolang de voorzitter mij het woord niet ontneemt, probeer ik toch om u onze vaste overtuiging duidelijk te maken. Misschien ... Nee, dat ga ik niet zeggen, dat moet u maar bepalen.
Mevrouw Breuers waarnemend voorzitter : Mevrouw Heesterbeek, houdt u er rekening mee dat u nog een minuut hebt? Mevrouw Heesterbeek: Dan ga ik heel vlug praten, mevrouw Breuers. Meer locaties betekent meer economische activiteiten op meer plekken en meer levendigheid in de stad, en ook levendigheid bij De Zwarte Doos. Het is een juweeltje, dat moet u toegeven, met het terras en de kunstwerken in het water. Dat kan veel levendiger. Ik ben net begonnen met de grote financiele risico’ s; het kan goedkoper. Wij denken dat meer samenwerking tussen de kunstinstellingen ÃćâĆňâĂİ het is daarnet al
even voorzichtig gezegd bij een onderwerp dat we doorgeschoven hebben ÃćâĆňâĂİ goed
is voor de stad. Het is goed voor de cultuur, goed voor de mensen en wellicht ook goed voor de centen. Ik denk dat wij de bestaande voorzieningen beter zouden kunnen benutten. Mijn fractie begrijpt dat de locatie aan de Leenderweg zoals
verslagnummer z
deze nu is, onvoldoende en te krap is. Het lijkt ons zeker het onderzoeken waard om de locatie aan de Leenderweg erbij te houden. Zoek eens uit wat de mogelijkheden zoal zijn, wat wij in onze stad al hebben. Denk tot slot ook eens na over wat er allemaal in de regio gebeurt. Ik heb begrepen dat De Schalm in Veldhoven aan een verbouwing toe is en nadenkt over een combinatie van een theater en een filmhuis. Heel erg fijn, maar als Veldhoven een filmhuis heeft, dan zou dat wel eens bezoekers kunnen schelen. Eindhoven is meer dan onze stedelijke bezoekers, voor een deel gaat het ook om de regio.
Mevrouw Breuers als waarnemend voorzitter : Mevrouw Verhees. Mevrouw Verhees: Dit begrijp ik niet helemaal. U zegt net dat mensen uit Stratum niet naar Strijp-S gaan, maar gaan mensen uit Eindhoven dan wel naar Veldhoven?
Mevrouw Heesterbeek: Oke, mevrouw Verhees, u had ook kunnen zeggen dat ik ongelijk heb en dat mensen uit Stratum daar vast wel naar toe gaan. Ik weet niets honderd procent zeker. Mevrouw Verhees: Ik wil alleen maar aantonen over wat voor een
onderbuikgevoelens u het hebt. Mevrouw Heesterbeek: Dat bedoel ik niet onaardig, maar ik sluit aan bij de vraag van mevrouw Richters: waar baseert u het op?
Mevrouw Breuers als waarnemend voorzitter : Mevrouw Verhees en mevrouw Heesterbeek, volgens mij zijn we de commissie aan het overdoen. Daar zat ik toevallig bij. Ik wil u toch vragen om uw tijd te benutten, omdat uw tijd bijna op is. Mevrouw Heesterbeek: Goed zo, dank u wel. Ik zou graag willen dat het voorstel uit ons amendement bij u een luisterend oor vindt. Onderzoeken van een alternatief, van een andere mogelijkheid; een beetje breder denken dan alleen: dit hebben we nu eenmaal afgesproken. Als mevrouw Verhees het wil hebben over onderbuikgevoelens, dan zeg ik tegen u allemaal dat u moet uitkijken voor valse emoties en voor gevoelens van plichtsbesef. Die heb ik ook wel, heel veel zelfs, maar in dit geval denk ik dat we ons niet moeten laten leiden door het idee dat Plaza onderhand recht heeft op een andere locatie en op een oplossing. Natuurlijk is dat zo, maar wij moeten ons dan niet laten verleiden tot de gedachte: we moeten maar eens tempo gaan maken; nu ligt dit voor en daarom gaan wij dit doen! Ik wil het dus naast de second opinion hebben, zodat we over een paar maanden echt weten wat het beste is. Dat gaat net een stap verder dan het amendement van de VVD en andere fracties.
verslagnummer z
Voorzitter: Dit is een historisch moment. Ik heb begrepen dat uw tijd ruimschoots om is, maar het rode lampje doet het niet meer, en dat is in uw geval wel heel bijzonder. [Ge/ach]
Mevrouw Heesterbeek: Het amendement is mede ondertekend door Eindhoven Nu en D66.
Voorzitter: Oke, dank u wel. Dan is nu het woord aan mevrouw Richters. Mevrouw Richters: Dank u wel, voorzitter. Nu heb ik net mijn tekst in gekort, zodat ik absoluut niet over de vier minuten heen zou gaan. Als ik dat geweten had! GroenLinks kiest voor Plaza Futura. Voor een Plaza Futura waar mensen kunnen
genieten van theater, film en lekker eten, maar ook voor een Plaza Futura met een gezonde basis. Voor ons betekent dit een gebouw waarin het concept van Plaza levensvatbaar kan functioneren, waar een balans is gevonden tussen de ambities en de haalbaarheid daarvan in relatie tot de exploitatie. Acht jaar wordt er inmiddels over de nieuwbouw van Plaza gesproken. Verschillende plannen sneuvelden. Nu doet zich de kans voor om op Strijp-S, samen met woningstichting Trudo, een nieuw gebouw voor Plaza te realiseren. Natuurlijk zijn we erg enthousiast over de gedachte dat er voor Plaza echt iets van de grond zal komen. Plaza is volgens ons namelijk niet voor niets benoemd tot instelling die behoort tot de culturele basisinfrastructuur van Eindhoven. Door de vestiging op Strijp-S zien wij de ambitie om Strijp-5 tot het culturele bolwerk van Eindhoven te maken, een stapje dichterbij komen. Toch zeggen wij niet zonder meer ja. Het eerste voorstel vonden wij volstrekt onvoldoende onderbouwd. We hebben daarom gevraagd om inzicht in de gekozen constructie, in de risico’s en in de afspraken om de risico’s te beperken. Sindsdien is er een flinke stap gemaakt. De door ons gewenste exploitatietoets is door een deskundig bureau uitgevoerd. Voor ons geeft deze exploitatietoets voldoende basis om groen licht te geven aan de plannen. Wij realiseren ons daarbij dat er altijd risico’s zullen zijn, omdat je nooit kunt afdwingen dat bepaalde resultaten behaald worden. Het gaat er dan ook om hoe we met die risico’s omgaan en welke afspraken we maken over de verantwoordelijkheden als iets anders loopt dan verwacht. Het rapport van Barendse doet daar duidelijke uitspraken over en de wethouder heeft toegezegd deze over te nemen. De wethouder heeft ook toegezegd dat er een secondopinion komt. Er komt meer informatie over de eigendoms- of huurconstructie en er wordt onderzocht of de theatersalon behouden kan worden. Hierop komen wij na de zomer nog terug. Voor nu gaan wij in elk geval akkoord met het principebesluit om te kiezen voor Strijp-5 als locatie voor de nieuwbouw van Plaza Futura.
verslagnummer z
Wat betreft de amendementen: de VVD vertaalt de toezeggingen van wethouder Van Merrienboer in het raadsbesluit. Wij constateren dat de afspraken door het amendement duidelijker vastgelegd zijn dan in het huidige besluit, dus daarom onderteken wij mee. Het amendement van de SP vinden wij eerlijk gezegd een beetje bedroevend. Waar was de SP de afgelopen jaren, toen er gediscussieerd worden over de beste oplossing voor Plaza? Wij hebben er geen behoefte aan om de discussie nog eens over te doen, terwijl Plaza aan de Leenderweg dieper wegzakt in exploitatietekorten. Wij stemmen dan ook tegen dat amendement. Voorzitter: Mevrouw Heesterbeek.
Mevrouw Heesterbeek: Ik weet niet op welke tijd mevrouw Richters precies doelt, maar mijn fractie heeft zich, in mijn beleving, steeds intensief met deze discussie bemoeid. Maar goed ... Mevrouw Richters: Het is jammer dat u deze discussie dan nu weer opnieuw wilt voeren. Dat gevoel geeft u ons namelijk met dit amendement, waar wij dus tegen zullen stemmen. Voorzitter: Oke, dank u wel. Als u nog vijftien seconden doorgesproken had, dan had ik voor u een groen lichtje kunnen laten opgaan. Mijnheer Weijs. De heer kgei s: Dank o saai, voorzitter. kgij herkennen de zorgen van de SP best. Ik
denk dat deze ook tijdens de commissiebespreking ruimschoots voor het voetlicht gebracht zijn. We hebben vertrouwen in de toezeggingen en ook in de vertaling naar een second opinion. Wij verwachten een bedrijfsplan. Misschien kan ik bovendien aan de wethouder meegeven dat we graag iets als een garantie zouden willen zien voor de 1,5 miljoen euro, die boven de markt hangt. Een garantie dat die 1,5 miljoen euro niet bij ons terecht komen, omdat er uiteindelijk toch niet voldoende sponsors gevonden zijn. Dat hebben we namelijk eerder gezien. Het zou dan ook fijn zijn als u daarover op de een of andere manier iets als een solide afspraak zou kunnen presenteren. Daarnaast is er natuurlijk de brief van de rekenkamercommissie. De voorzitter van de rekenkamer zet de dingen helder op een rijtje. Hij blijft met de vraag zitten of de principe-uitspraak nu gevolgen heeft voor de beslissingsruimte bij definitieve besluitvorming (’go’or’no go’) in oktober. Wij zouden de wethouder daar graag over willen horen. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. Dan is nu het woord aan mevrouw Verhees namens de Partij van de Arbeid.
verslagnummer 7
Mevrouw Verhees: Ja, voorzitter. Weer, liever gezegd nog steeds, hebben wij het over Plaza Futura. Al zo’n acht jaar wordt er in deze zaal gesproken over een nieuw huis voor een instelling, die door succes allang uit zijn jasje gegroeid is. Nog even en het hoeft niet meer; dan hebben we een florerende instelling, die als voorbeeld diende voor vele volgelingen in de rest van het land, naar een faillissement geholpen. Al die tijd houden de medewerkers van Plaza er de moed maar in. Ze stellen een programma van eisen op, verheugen zich op een plekje in de Lichttoren en verwerken de teleurstelling als de plannen wijzigen en ze naar het Victoriakwartier worden verwezen. Ze passen het programma van eisen maar weer aan het niet-geindexeerde budget aan en houden de moed er steeds maar in. Wat ons nog het meest tegen de borst stuit, is de wijze waarop er in deze stad met de culturele ambities gemarchandeerd wordt. Op het moment dat Plaza aan de noodrem trekt en er voor de eerste keer een exploitatietekort dreigt, komt er beweging in de vastgelopen ontwikkelingen van het Victoriakwartier. Conclusie: de beoogde nieuwbouw daar kan voor het vastgestelde budget niet meer gerealiseerd worden. In plaats van een zoektocht naar mogelijke financiers te beginnen, wordt voor het gemak maar weer voorgesteld om het programma van eisen aan te passen, namelijk door het scheiden van de film- en de theaterfunctie. Alsof een programma van eisen een met de natte vinger samengesteld boodschappenlijstje is, waarop je te pas en te onpas zaken wegstreept als je je portemonnee verloren bent.
Vanaf het begin van deze discussie is ons uitgangspunt geweest dat we niet bij voorbaat tornen aan het programma van eisen en dat we geen uitstel meer dulden. Met dit plan wordt recht gedaan aan deze uitgangspunten. Daarnaast biedt het plan nog veel andere voordelen. We lopen bij de nieuwbouw namelijk geen risico op budgetoverschrijdingen. Bovendien stellen we voor de komende 25 jaar een maximaal gemeentelijk subsidiebedrag vast. Verder realiseren we een gewenste ontwikkeling op Strijp-S, iets dat, niet onbelangrijk, door Plaza Futura zelf toegejuicht wordt. Ten slotte kunnen we uitzien naar realisatie binnen afzienbare tijd.
Natuurlijk zijn er aan een nieuwe onderneming risico’s verbonden en natuurlijk moeten we deze goed in kaart brengen. Daarom laten we door een deskundige een exploitatietoets maken. Wat gebeurt er? We vegen deze deskundigheid van tafel, want we weten het allemaal toch weer beter. We beginnen de discussie weer gewoon opnieuw, alsof er niet al tien jaren aan voorafgegaan zijn. We gaan zelfs weer op zoek naar een nieuwe locatie, of beter, we houden Plaza op de Leenderweg. Of gaan we de film- en theaterfunctie toch uit elkaar halen? En Plaza houdt de moed er maar in! De tegenstanders zien in de toets een reden om dit plan af te schieten. Wij zien in deze toets de conclusie dat er aan dit plan risico’ s verbonden zijn, maar dat deze risico’s beheersbaar zijn. Vanuit die kansen willen wij dit plan verder uitwerken.
verslagnummer z
Nog even wat betreft de amendementen: het eerste amendement van de VVD hebben wij mede ondertekend. Het spreekt volgens mij vanzelf dat we niet kunnen instemmen met het amendement van de SP. Voorzitter: Mevrouw Heesterbeek.
Mevrouw Heesterbeek: Voorzitter, op de valreep wil ik nog even aan mevrouw Verhees vragen waarom zij nog aan de second opinion hecht, als zij zo tevreden is met de exploitatietoets. Mevrouw Verhees: Ik zal u eerlijk zeggen dat de second opinion voor ons niet per se had gehoeven, ware het niet dat wij vanaf het begin gepleit hebben voor een extra goinogo-moment, na het uitwerken van de afspraken en het contract. Dat hebben we in deze second opinion vastgelegd. Tegelijk hebben wij ook gesteld dat wij niet bij voorbaat van de Theatersalon willen afzien. Met de second opinion is de kans dat deze kan blijven bestaan misschien ook groter dan zonder second opinion. Voorzitter: Dank u wel. Dan is het woord nu aan mijnheer Vleeshouwers.
De heer Vleeshouwers: Mijnheer de voorzitter, wij zijn met Plaza Futura al lang op weg. Mijn voorgangers hebben dat al gememoreerd. Wij zijn vooral bang dat we nog een hele lange weg te gaan hebben. Plaza Futura op Strijp-S mag in oorsprong dan een aardig idee zijn, maar het idee zoals het nu met Trudo is uitgewerkt, bevalt ons voor geen meter. Als wij stenen stapelen voor cultuur, dan moeten deze gewoon in ons eigen bezit zijn. Daar moeten wij niet aan tornen; wij moeten geen andere constructies willen. Dat is voor ons dus een moeilijk punt in het nieuwe plan voor Plaza Futura. Voorzitter: De heer Weijs. De heer tlttei s: mijnheer Vt cash nu snars, u realiseert zich natuurlijk ook dat je dan
kapitaallasten neemt, die tot in lengte van jaren, bijvoorbeeld op zo’n nieuwe zaal van het Parktheater, dus tot in lengte van jaren, op de exploitatie rusten. De heer Vleeshouwers: Ja, dat klopt.
Een ander probleem. De rekenkamer zegt dat wij geen onomkeerbare besluiten moeten nemen. De vraag is: wat doen wij hier vanavond? Als wij zeggen dat Plaza in principe naar Strijp-S gaat, is dit dan onomkeerbaar? Voorzitter: Mevrouw Verhees.
verslagnummer z
Mevrouw Verhees: Diezelfde rekenkamer adviseert ons u dat we dit groene licht kunnen geven, met de toezegging van de second opinion. De heer Vleeshouwers: Ja, maar behalve dat we de rekenkamer graag willen volgen, moeten wij ook zelf kunnen blijven nadenken. Mevrouw Verhees: Dat was al mijn punt tijdens de eerste discussie over de rekenkamercommissie. De heer Vleeshouwers: ja, we hebben al heel veel nagedacht, maar als wij nu besluiten om Plaza in principe op Strijp-S te huisvesten, dan moeten wij in oktober niet op zo’n besluit terug willen komen, want wat zijn onze principes dan waard? Nemen wij dit besluit niet, wat besluiten wij vanavond dan nog wel? Voorzitter: Mevrouw Verhees. Mevrouw Verhees: Dan wil ik u oprecht iets vragen. Als wij het groene licht nu niet geven, kunnen de afspraken die in het contract vast komen te liggen, ook niet verder uitgewerkt worden. Ik vraag me werkelijk af wat de raad vooraf nog meer aan zekerheden wil inbouwen, om wel tot zo’n besluit te kunnen komen?
De heer Vleeshouwers: Op zich hoef ik niet meer zekerheden te hebben. Ik schat in dat de second opinion niet meer zekerheid biedt dan de zekerheden die we nu al hebben. Ik zei al dat mijn grootste problemen in de constructie met Trudo liggen. Als wij daar niet vanaf zien, vind ik dit geen heilzame weg. Mevrouw Verhees: Nog een vraag, voorzitter. Wat is dan uw alternatief, als we het niet met Trudo gaan verwezenlijken?
De heer Vleeshouwers: Ik ben bang dat dit nog een hele tijd gaat duren. Daarom zou ik het liefste zien dat Plaza Futura een soort noodvoorziening op de Leenderweg krijgt. Dat is absoluut niet in overeenstemming met dat wat hier vandaag op tafel ligt. Het was een gigantische klus om daar een amendement voor te schrijven. Het ligt een beetje in de lijn van dat wat de SP in het amendement aangeeft, maar de SP gaat niet zo ver dat er een noodvoorziening op de Leenderweg moet komen. Wij zouden graag zien dat Plaza Futura de komende drie jaar in redelijke rust een exploitatie kan draaien, zonder al te grote verliezen. Dit is puur en alleen omdat wij denken dat het traject richting Strijp-S nog lang geen gelopen race is.
Voorzitter: Mevrouw Verhees, u hebt deze discussie ook al in de commissie gevoerd, maar toen was het met mijnheer Ten Hagen. Nu staat er een ander slachtoffer van dezelfde partij, maar we gaan de discussie niet overdoen. Mevrouw Heesterbeek.
verslagnummer z
Mevrouw Heesterbeek: Mijnheer Vleeshouwers, er is al eerder gepraat over een noodvoorziening. Ik weet niet of u dezelfde bedoelt, namelijk met die twee filmzalen, die voorziening die 2 miljoen euro kost? De heer Vleeshouwers: Ja.
Mevrouw Heesterbeek: En dat accepteert u dan?
De heer Vleeshouwers: Dat accepteren wij. Wij proberen een afweging te maken: Plaza Futura nog langer aan het lijntje houden of iets dat dan misschien niet zo goed is, maar wel werkt. Over de amendementen: het zal duidelijk zijn dat ik het amendement van de VVD niet steun. Het amendement van de SP steun ik wel, met in het achterhoofd dat er wel boter bij de vis moet. Als we die richting inslaan, moet er een noodvoorziening komen. Voorzitter: Dank u wel, dan is nu het woord aan mevrouw Schreurs.
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, we hebben het al eerder gezegd. Eigenlijk vinden wij dat cultureel vastgoed gewoon in het bezit van de overheid moet zijn. Dan maakt het niet uit wie de gebruiker is, maar het kan dan altijd weer publiek ingezet worden. In dat opzicht voldeed het oorspronkelijke voorstel voor Strijp-5 absoluut niet en er leek ook een slot op te zitten. Wij vinden een oplossing waarbij Plaza gemeentelijk bezit wordt, de beste. In dat opzicht kan het, wat ons betreft. Het is ook volstrekt logisch. U vraagt zich natuurlijk af waar het resterende geld dan vandaan moet komen. Plaza wordt in het gebied neergezet en zorgt voor aantrekkelijkheid van dit gebied, dus wat is er dan logischer dan dat alle projectontwikkelaars, inclusief Trudo, daarvoor geld op tafel leggen. Het is toch een beetje vreemd dat wij nu water naar de zee aan het dragen zijn? In principe ligt deze mogelijkheid in het onderzoek, dus in zoverre zouden wij daarmee kunnen leven.
We vinden het echter moeilijk dat de huidige situatie in het veld in een eerdere analyse niet goed meegenomen is. Het gaat dan bijvoorbeeld om De Zwarte doos en om het feit dat de bioscoopscene zich in een bepaalde richting aan het ontwikkelen is. Daarom is het heel zinvol om het amendement van de SP te omarmen. Dit geeft in elk geval de ruimte ÃćâĆňâĂİ die wij als raad altijd graag willen
hebben ÃćâĆňâĂİ om een keuze te maken. Eigenlijk vind iedereen Plaza natuurlijk een
heerlijke plek. De meesten van ons behoren ook absoluut tot de doelgroep van Plaza, maar natuurlijk wil je niet het verkeerde neerzetten. In essentie dient deze discussie dus open te zijn.
verslagnummer z
Voor ons was het een gemakkelijke beslissing. Zolang Trudo het zou gaan doen, dachten we: dan niet! Dan moet de zaak op de Leenderweg volgens ons gewoon uitgebreid worden en is er eindelijk geld over voor de inhoud van cultuur. Linksom of rechtsom, met deze inzet ben je namelijk weer stenen aan het stapelen en maak je geen geld vrij aan cultuur. In de vorige discussie hebben we kunnen zien dat het erg moeilijk is om geld vrij te maken. Voorzitter: Mijnheer Weijs.
ge heer trttei’u Kunt u het programma van eisen dan op de teenderrueg realiseren en ook nog geld overhouden? Mevrouw Schreurs: Ja. Mijn ideale plaatje op de Leenderweg zou er als volgt uitzien. In navolging van wat mevrouw Heesterbeek zegt, moeten er in elk geval zalen gerealiseerd worden. We hebben immers de toezegging van de wethouder dat er op die plek dingen voor de stad blijven bestaan, ook als Plaza daar zou vertrekken, dus dat is een goede publieke investering. Het gebied daarachter kun je op termijn verder ontwikkelen. Het is een logische locatie om dingen te realiseren, maar dan moet je wel de tijd nemen. Ik heb het gevoel dat er in deze raad geen ruimte is voor deze oplossing. Voorzitter: Mevrouw Richters.
Mevrouw Richters: Een verduidelijkende vraag. Bent u in principe wel voor de verhuizing naar Strijp-S, maar vindt u dat dit meer tijd nodig heeft, waarbij u in de tussentijd een noodoplossing op de Leenderweg wilt, zodat Plaza niet omvalt? Is dat wat u zegt?
Mevrouw Schreurs: Ik heb geen enkele moeite met de vestiging op Strijp-S van welke culturele instelling dan ook. Ik wil alleen wel graag dat zo’n instelling functioneert, en dat is hierin niet terug te vinden. Een van de dingen die je je dan afvraagt is hoe het met de vrijwilligers staat als er zo’n enorme groei wordt doorgemaakt. Allemaal van dat soort dingen. Nogmaals, je moet zorgen dat het zo goed mogelijk gaat. Als de wethouder zou toezeggen dat hij ook dit traject, dat allerlei mogelijkheden biedt, nog eens onderzoekt, natuurlijk onder voorwaarde dat Plaza niet omvalt, want dat wil niemand in deze raad, zou dit een groot goed zijn.
Snelle besluitvorming is soms noodzakelijk, maar je moet wel het idee hebben dat de beslissing fundamenteel juist is. In dit geval is dit niet duidelijk. Voorzitter: Dank u wel. Dan is nu het woord aan mijnheer Van Bussel.
verslagnummer z
De heer Van Bussel: ’leefbaar eindhoven’ draagt Plaza Futura een heel warm had toe. Ze zitten zeker in de top 3 van de grote instellingen, en dat is al vanaf 2002 het geval. Ik ben het met mevrouw Verhees eens: dat er zo gesukkeld wordt is bedroevend. In de 7,5 jaar dat ik hier sta, heb ik niet zo’n absurd raadsvoorstel gezien. Een raadsvoorstel dat bovendien geen recht doet aan afspraken die wij ooit hebben gemaakt. Men negeert alles totaal. Het is nu een uitgekleed voorstel geworden ÃćâĆňâĂİ de
wethouder noemt het een principebesluit ÃćâĆňâĂİ maar als een vis beginnen we de fuik in
te zwemmen en we komen hier niet meer uit. Van ’leefbaar eindhoven’ mag Plaza Futura naar Strijp-S. Van ’leefbaar eindhoven’ mag Plaza Futura op de Leenderweg blijven. Van 1eefbaar eindhoven’ mag Plaza Futura naar welke locatie dan ook, dat interesseert ons niet. Als Plaza zegt dat het ergens de kost kan verdienen, is dat uitstekend, want wij volgen dat geluid. Zij kiezen nu voor Strijp-S. Er zijn echter een paar beperkingen. We hebben een begrenzing van 10 miljoen euro bepaald. Dat was een compleet ander voorstel en had hier niets mee te maken. Het verhaal over de 10 miljoen euro is heilig verklaard en het is een eigen leven gaan leiden. Voor 3,5 miljoen euro (25 /o medefinanciering) gaan wij het eigendomsrecht aan Trudo weggeven, en we moeten maar zien. Daarover moet van alles afgesproken worden, want anders is het onmogelijk. In die zin volgen wij het raadsvoorstel. De rekenkamer heeft zich uitgesproken tegen vermenging van zaken; Trudo als verhuurder, Trudo als projectontwikkelaar, Trudo als financier van 25 /o en Trudo als belanghebbende bij de exploitatie ... Als we hier niet vragen om moeilijkheden en niet 25 jaar in de ellende komen met toestanden en onderzoeken over en weer, dan doen we het heel goed. Dit is echt een heel slecht voorstel en ik vind het een schande dat men dit ooit heeft durven voorleggen. Kies je rol, speel die rol en houd je aan afspraken. Wat doet de SP als haar amendement niet wordt aangenomen? Dat zou ik graag willen weten. Wat doet de VVD als haar amendement niet wordt aangenomen? Dat vind ik interessante vragen en ik zou de amendementen in mindere of meerdere mate willen ondersteunen. Wij geven er de voorkeur aan dat het voorstel wordt ingetrokken. Kom met een rijp voorstel dat deugt en klip en klaar is, een voorstel waar we dan ook echt achter kunnen staan. Als we daar veel tijd voor nodig hebben, een, twee of drie jaar, geef Plaza dan de ruimte op de huidige locatie, en stop er dan inderdaad maar een paar miljoen euro in. Voorzitter: Mevrouw List.
Mevrouw List: Mijnheer Van Bussel, denkt u niet dat ons amendement, waarin wij aangeven een alternatieve constructie met T rudo te willen zien, uw zorgen goed verwoorcl?
verslagnummer z
De heer Van Bussel: Het is een grof schandaal dat u dit voorstel moet schrijven, terwijl de wethouder heeft gezegd met een principebesluit te komen. Ik roep u niet als wethouder op. Dit voorstel had gewoon helder moeten zijn. U wilt het nu repareren, zodat het overeenkomst met dat wat er is afgesproken. Ik vind dat wel netjes, maar het is eigenlijk niet uw rol, dat vind ik fout. Mevrouw List: Dat ben ik niet met u eens. En als u aan mij vraagt wat wij gaan doen als het amendement niet wordt aangenomen: dat is heel gemakkelijk. De meerderheid van deze raad heeft het amendement ondertekend, mijnheer Van Bussel.
Voorzitter: Daar had u dan zelf het antwoord toch ook wel op kunnen geven? De heer Van Bussel: Ik denk dat er hier altijd nog redenen zijn om naar elkaar te luisteren. Dan komt men misschien tot heldere ideeen. Ik sta hier toch niet voor
niets te praten?
Voorzitter: Nee nee, helemaal mee eens, maar u was er wel stil van, moet ik zeggen. De heer Van Bussel: Ik probeer ook altijd naar de tegenpartij te luisteren. Het terugnemen van het voorstel heeft dus absoluut de voorkeur van mijn fractie. Het VVD-amendement als nummer 2, de second best. Het SP-voorstel, waarin om uitstel wordt gevraagd om alles nog eens goed te bekijken, is wel een heel brede kijk. Over de formule ben ik het met de SP niet eens. Die formule staat, die heeft zich bewezen. Horeca, film en theater hebben elkaar nodig en moeten elkaar bijeen houden. Dat is hetzelfde met een voetbalclub. Als je die geen kantine geeft, is het afgelopen met de voetbalclub.
De rekenkamer heeft ons erop gewezen dat we in oktober volledig vrij moeten zijn. Mijnheer Vleeshouwers van de Stadspartij heeft het goed geformuleerd: in oktober moeten wij onze handen volledig vrij hebben en kunnen doen wat wij willen. Zelfs met de goede aanbevelingen van de VVD doet dit voorstel hieraan geen recht. Als ik dit goedkeur, dan kan ik in oktober niet meer zeggen dat we toch nog maar eens drie jaar op de Leenderweg gaan zitten, enzovoort. Mijn verhaal is dus heel duidelijk. Ik vind dit het slechtste voorstel dat ik in mijn bestaan ooit gezien heb. Het gebrek aan zakelijkheid straalt ervan af. Ik heb geprobeerd te spreken met degene die het geformuleerd heeft. Dat is iemand die nog nooit de ellende heeft meegemaakt die ontstaat als je dingen zo met elkaar afspreekt. Het is een schande dat zo’n voorstel hier in dit bedrijf tot stand komt. Ik vind het echt bar en boos. Voorzitter: Mevrouw Verhees.
verslagnummer z
Mevrouw Verhees: Ik heb nog een extra vraag. Mijnheer Van Bussel zegt dat we het eigendomsrecht moeten behouden en dat er desnoods een aantal miljoenen euro’s bij moet. Waarom heb ik dat niet in het najaar gehoord, toen wij de raadsinformatiebrief kregen, waarin stond dat realisatie in het Victoria vanwege geldtekort niet meer mogelijk was? Waarom heeft u toen niet gezegd dat we er geld bij konden doen? Dan hadden we daar verder kunnen discussieren. Voorzitter: Uw punt is duidelijk. De heer Van Bussel: Er waren twee discussies. Ten eerste ging het over de vraag of de locatie wel volstond, of het ruimtelijk wel kon en of de kwaliteit wel voldoende was. Wethouder Fiers heeft toen benadrukt dat het niet meer paste. Mijnheer Treffers, de directeur van TAC, heeft daar ook een mening over en ik heb mij goed laten voorlichten. U hebt mijnheer Treffers toch dikwijls aangehaald, dus ik dacht dat u daar ook goede input van kreeg. Wij hebben over die 3,5 miljoen euro gezegd dat het niet uitmaakt of een nieuw voorstel 16 miljoen, 8 miljoen of 12 miljoen euro kost. Kom met een panklaar voorstel en zeg wat het kost. Vervolgens kijken wij daar heel zakelijk naar. Ik zeg u dat u aan het einde van de rit, als uw kinderen AOW krijgen, problemen hebt. 0, ik verwar u nu met een ander raadslid, met mijnheer Rennenberg. Excuses. Ik geloof dat mijn tijd om is.
Voorzitter: Ik geloof het ook. Ik geloof dat we aan het einde zijn gekomen van de eerste termijn van de zijde van de raad. Ik kijk naar het college. Wethouder Mittendorff als eerste, neem ik aan? De wethouder. Mevrouw Mittendorff: Dank u wel, voorzitter. Ik dacht nog wel dat mijnheer Van Bussel, na al zoveel jaren over Plaza meegedacht en gesproken te hebben, wel heel erg enthousiast zou zijn. Eindelijk komt er wat meer duidelijkheid in een richting die iedereen goed doet, op een plek die, als het goed is, door bewoners en culturele en designinstellingen samen tot een geweldige plek in Eindhoven gemaakt moet worden. U zegt dat het een schande is, en ik vind het jammer dat u de kansen niet ziet. De heer Van Bussel: Voorzitter, ik heb net 3,5 miljoen euro aangeboden, dat lijkt mij een behoorlijke geste. Het gaat mij puur om de zakelijkheid van dit voorstel. Mevrouw Mittendorff: Is dat extra, mijnheer Van Bussel? De heer Van Bussel: Als dit plan zoveel kost ... Als wij huurder zijn, gaan wij vijf jaar huren, maar doe het zakelijk, alstublieft!
Mevrouw Verhees: Mag ik nog iets aan mijnheer Van Bussel vragen?
verslagnummer z
Voorzitter: Nee, dat mag u niet, want dan gaan we onderling discussieren. De wethouder is aan het woord, u kunt de wethouder nadere vragen stellen. De
wethouder. Mevrouw Mittendorff: Er is maar een hele concrete vraag die ik beantwoord. Zoals u weet zal mijnheer Van Merrienboer het vastgoedgedeelte beantwoorden. Het CDA heeft een vraag gesteld over het risico van de 1,5 miljoen euro voor de inrichtingskosten. U stelt de vraag of dat niet een heel groot risico is. Dat is een risico, want zoals u weet hebben we het ook opgenomen als risico. In de tekst staat ook dat Plaza het niet uit de eigen exploitatie zal kunnen halen, dus dat het vooraf geregeld zal moeten worden. Wij gaan er ook van uit dat het inderdaad de verantwoordelijkheid van Plaza is om het zelf te regelen. Als je een bedrijf of een onderneming zoals Plaza hebt, denken wij dat je heel ondernemingsgericht met zaken bezig moet zijn. In je bedrijfsplan moet je je dan goed orienteren op je omgeving, op de mogelijkheden en op de risico’ s. Dat is de ondernemersattitude die je moet hebben, om ervoor te zorgen dat je je ook op andere manieren in de markt kunt positioneren en je weet wat je uit de markt kunt halen. Als je de omgeving hebt gedefinieerd, moet je ook weten wat de kansen en risico’s zijn. Als wij kiezen voor Strijp-S, en in het principebesluit doen we dat, dan zie je duidelijk dat Plaza ook aan de slag kan gaan. Op dit moment is alles onzeker en heb je geen enkele aanwijzing of het wel of niet gaat lukken. Als duidelijk is welke kant het op gaat en waar de huisvesting zal zijn, kan Plaza daarmee aan de slag. Dat betekent dat Plaza daar dan ook met Trudo, de andere belanghebbende, over in gesprek zal gaan. Omstreeks september zal duidelijker zijn dan nu wat het risico precies inhoudt en zal het risico ook terug moeten komen in de risicoparagraaf. De vraag is nu dus lastig te beantwoorden. Misschien in september ook nog wel, maar dan verwijs ik maar even naar mevrouw Richters. Terecht zegt zij dat er weliswaar exploitatietoetsen zijn, maar dat het bij ieder risico toch een beetje een kwestie van kijken is hoe het precies uitpakt. Dat zal voor dit risico ook gelden. Misschien is dit antwoord niet helemaal helder in de zin van: het is nul, een of twee, maar dit is in elk geval de richting waarin wij denken. Voorzitter: Wethouder Van Merrienboer. De heer Van Merrienboer: Dank u wel, voorzitter. Na een jarenlange intensieve discussie - en ook de commissievergadering was intensief - ligt er nu een verhaal waarover ik mijnheer Van Bussel termen hoor gebruiken waarvan ik graag expliciet afstand wil nemen. Volgens mij stelt u kaders. Dat zie ik ook aan de voorgestelde amenderingen. Wij zijn op weg naar misschien wel het zakelijkste dossier ooit, mijnheer Van Bussel. Er komt namelijk een extra exploitatietoets en er komen alternatieven voor contractvorming, er komt een risicoparagraaf en er komt een bedrijfsplan. Hier stelt u kaders.
verslagnummer z
Ik heb de brief van de voorzitter van de rekenkamer gelezen. Daarin vraagt hij u er alert op te zijn dat u uw afwegingsruimte vasthoudt. Dat is natuurlijk altijd een afweging, want kaders stellen betekent ook beperkingen aangaan en richting geven. Niet alleen het college is van u afhankelijk, maar ook de partijen die hun nek uitsteken voor de zaak, in de eerste plaats Plaza zelf. Ik zal positief zijn over het amendement van de VVD. Er ligt hier een heel zorgvuldig en evenwichtig besluit. Aan de ene kant worden er kaders gesteld en wordt een politieke wil uitgesproken. Ook bij de critici hoor ik veel draagvlak voor een toekomst voor Plaza op Strijp-S. Aan de andere kant wordt het huiswerk voor het college en voor de partijen met wie het college in gesprek is, scherp gedefinieerd. Volgens mij is dat precies waar u voor bent. Daarom verdient dit besluit volgens mij niet de kwalificaties die u eraan geeft, mijnheer Van Bussel. Het amendement dat door de VVD en andere partijen is voorgelegd, zie ik als winst voor de bondigheid van het besluit. Naar een puntje heeft het college even moeten kijken, en mevrouw Verhees wees er ook al op. In het amendement wordt onze formulering in de richting van Plaza, om aan te sturen op een versobering van het programma van eisen, uit het voorstel gehaald. Ik denk dat zeker de financiele kaders die u ons meegeeft, voldoende houvast bieden om in september met een uitgewerkt voorstel te komen, dat binnen deze kaders past.
Door een aantal partijen is veel gezegd over zelf bouwen en eigendom. In het licht van de gesprekken over Cultuur Totaal begrijp ik dat ook best. Ik wil nogmaals onderstrepen dat dit een instrumentele keuze is, gericht op het zo goed mogelijk waarborgen van de culturele functies die u als raad in onze stad wenst. Dit hoeft niet per se via eigendom. Het kan ook via een goed contract, waarbij het gaat om de zeggenschap; zeggenschap over de afloop van de contractperiode, en bij de contractpartner zie ik de bereidheid om daar afspraken over te maken. De gemeente moet de regie houden als het gaat om de toekomst. Het gaat ook om afspraken over risico’s op aanloopverliezen en om afspraken over meeropbrengsten, die op deze prachtige locatie op Strijp-S best gehaald zouden kunnen worden. Er is ook een vraag gesteld over de relatie tussen de exploitatie en de horeca. Volgens mij is dat helemaal niet uniek in dit concept en ook in de horecavisie is dat een geaccepteerd uitgangspunt, mits je binnen de grenzen van de eerlijke mededinging blijft. Wat betreft het bedrijfsplan denk ik dat u bij Plaza echter wel mag aangeven dat het er niet alleen om gaat de exploitatie rond te krijgen, maar dat een orientatie op de omgeving ook belangrijk is. De Zwarte Doos is al genoemd, ontwikkelingen in de commerciele wereld ... Ik denk dat Plaza, als het van u het vertrouwen krijgt dat er een nieuwe toekomst opgebouwd kan worden, zich in het bedrijfsplan zeker rekenschap zal geven van dat soort ontwikkelingen, want die zijn natuurlijk wel van invloed. Voorzitter: Mijnheer Van Bussel.
verslagnummer 7
De heer Van Bussel: U weet dat deze raad het rekenkamerrapport Droom, wens en werkelijkheid omarmd heeft en dat unaniem heeft gevolgd? Daarin staat dat je je rol zuiver moet houden en absoluut niet moet proberen een tweeledige rol te spelen? De rol van financier en huurder wordt nu bij de gemeente neergelegd. Waarom splitst u deze zaken niet en gaat u geen 10 miljoen euro tegen een rente lenen, waarmee u het gebouw voor vijf jaar met verlenging gaat huren? Waarom maakt u daar zo’n gehaktbal van zodat we het absoluut niet meer kunnen volgen? Het is toch niet meer te snappen!
De heer Van Merrienboer: Mijnheer Van Bussel, u bent met pure suggestie bezig. Volgens mij ging het rekenkamerrapport met name over de verwarring van rollen bij de overheid zelf, als wij eigenaar en subsidient zijn. Het ging erom dat wij de rollen die wij op basis van het eigendom van vastgoed hebben, moeten scheiden. De heer Van Bussel: Voorzitter, ik zat zelf in die rekenkamer. We hebben het over de rol van de overheid! De overheid is hier financier, bankier voor 75>/o van de stenen en huurder.
De heer Van Merrienboer: Een overheid kan in tal van situaties verschillende
verantwoordelijkheden moeten combineren. Dan is het inderdaad dat je die verantwoordelijkheden zo goed mogelijk onderscheidt. Straks in september mag u mij daarop aanspreken, maar om nu de suggestie te wekken dat de constructie waarnaar wij onderweg zijn, een gehaktbal is (die overigens best kan smaken), ja, daar neem ik afstand van. Ik denk namelijk dat wij juist nu in staat zijn om, misschien met een beperkte verantwoordelijkheidsverdeling, een culturele functie in stand te houden. Voorzitter: Deze discussie hebt u in de commissie al uitgebreid gevoerd. De heer Van Bussel: Ja, maar die gehaktbal smaakt nu wel, maar over 25 jaar niet meer, en daar wil ik voor waarschuwen.
De heer Van Merrienboer: Mijnheer Van Bussel, ik heb net aangegeven wat hier ligt. Hier ligt een kaderstelling. U zegt dat u in de fuik zwemt, en voor een deel bent u daar ook voor. U moet namelijk richting geven aan het college en zeggen waar de energie naartoe moet en waar het wel en niet op gericht moet zijn. Voorzitter: Ik stel voor dat u uw betoog vervolgt. De heer Van Merrienboer: Nee, maar mijnheer Van Bussel voert een discussie die wij in september, op basis van het raadsvoorstel, gaan voeren. Hier vraag ik van hem om de ambitie te delen om met Plaza Futura een toekomst op Strijp-S te zoeken. Volgens mij hebben wij daarvoor een afgewogen voorstel gedaan. Dat maakt ook
verslagnummer z
dat het college niet positief is over het amendement van de SP. Dat zal u niet verbazen. Dit amendement baant vooral een weg achteruit. Op basis van alles wat voorafgaand al gezegd is, denk ik dat er nu een kans ligt om invulling te geven aan een levensvatbare toekomst voor Plaza op Strijp-S. Een toekomst, en dat wil ik nog eens onderstrepen, waarvan ook Plaza Futura zelf zegt er graag heen te willen. Het college gaat de uitdaging aan om in september met een raadsvoorstel te komen om het binnen uw kaders mogelijk te maken. Voorzitter: Dank u wel. Ik kijk of er nog behoefte is aan een tweede termijn voor de raad. Mevrouw Heesterbeek? Niet. Mevrouw Richters? Niet. Mijnheer Weijs? Nee. Mevrouw Verhees? Nee. De heer Vleeshouwers? Nee. Mevrouw List, mevrouw Schreurs en mijnheer Van Bussel. Mevrouw List, een zin.
Mevrouw List: voorzitter, ik heb weinig vragen en opmerkingen meer. Ik ben blij met de complimenten van de wethouder, waarin hij zegt dat een groot deel van deze raad de kaderstellende rol professioneel probeert in te vullen. Voorzitter: Dat was inderdaad een zin, wel met komma’ s, maar ja. Mevrouw Schreurs.
Mevrouw Schreurs: Een politiek meningsverschil mag ook gewoon een politiek meningsverschil zijn, hoor. Ik had eigenlijk een vraag. Ik kan ook tellen, dus dit was vanaf het begin een gelopen race. De reden waarom het allemaal zo snel moest en we niet wat meer tijd mochten nemen was dat Plaza de status zou verliezen. Bij mijn weten heeft Plaza altijd gezegd dat de tijdelijke zalen er moeten komen. De toezegging van het college was indertijd dat bij realisatie van de extra zalen daar het gewoon aan de stad zou zijn, zelfs als Plaza daar weg zou gaan. Hebben we nu te maken met een Plaza dat tussendoor even omvalt als de besluitvorming in oktober toch iets moeilijker is dan was voorzien? Voorzitter: Mijnheer Van Bussel.
De heer Van Bussel: De wethouder zei dat het college het binnen de door de raad gestelde kaders zou proberen te doen. Ik hoop dat het hem duidelijk geworden is dat de kaders indertijd voor een heel ander plan gesteld zijn. Wat ’leefbaar eindhoven’ betreft, moet hij met een ordentelijk plan komen en zullen wij hem wel of geen financiele ruimte geven. Dan willen we daarover oordelen. Verder heeft mevrouw Heesterbeek nog niet gezegd wat zij doet als haar amendement niet wordt aangenomen. Mevrouw Heesterbeek: Ik heb u niet verstaan, mijnheer Van Bussel.
verslagnummer z
De heer Van Bussel: Wat doet u met het voorstel als uw amendement niet wordt
aangenomen? Mevrouw Heesterbeek: Ik neem aan dat ons amendement voor het amendement van de VVD gaat, want het is verstrekkender. Dan zijn wij wat het amendement van de VVD en andere fracties betreft, realistisch, en bij de stemming over het raadsvoorstel zijn wij principieel. Voorzitter: Dat moet u toch aanspreken? Dat dacht ik wel. Mevrouw Verhees.
Mevrouw Verhees: Mag ik mevrouw Heesterbeek een extra vraag stellen? U past het voorstel aan met een amendement, maar toch bent u tegen het voorstel. Begrijp ik dat goed? Mevrouw Heesterbeek: Dat begrijpt u goed, mevrouw Verhees. Door te kiezen voor iets waar wij niet 100’/o achter staan, maar dat beter is dan het voorliggende voorstel, zorgen wij er mede voor ÃćâĆňâĂİ en dat is het realisme ÃćâĆňâĂİ dat andere fracties een
betere keuze maken dan ze anders zouden doen. Formuleer ik het goed? Mevrouw Verhees: Dus u maakt het voorstel een beetje beter, maar niet goed genoeg? Oke, dan snap ik het. Voorzitter: Mijnheer Van Merrienboer.
De heer Van Merrienboer: Mevrouw Schreurs refereerde aan een eerdere discussie, waarin we inderdaad over de tijdelijke huisvesting hebben gesproken. Wij zullen in augustus/september ook de balans opmaken over de vraag wat we met de tijdelijke initiatieven doen. Van een bedrijfsplan van Plaza verwacht ik dat dit niet begint bij een herstart op Strijp-S, maar bij het levensvatbaar houden van de functie vanaf vandaag. In het voorstel dat we in het najaar met u bespreken, zal ook de gemaakte keuze ten aanzien van de tijdelijke situatie helder worden. Mijnheer Van Bussel, u geeft aan dat uw kaders golden voor een ander plan. Wij hebben de kaders geinterpreteerd als kaderstellend ten behoeve van het realiseren van die functie. Dat kan via het ene of via het andere plan. Wij zien echter geen aanleiding om de kaderstelling te wijzigen als de uitvoering verandert. U kunt het daarmee eens zijn of niet. Mevrouw Schreurs zinspeelde er ook al op. Ik vind het echter buitengewoon consistent om de eerder gestelde kaders te handhaven.
De heer Van Bussel: Nog een opmerking. Die kaders waren bedoeld voor de stenen van een gebouw, waar dus duurzaamheid in zit, maar niet om huur te gaan betalen.
verslagnummer z
Voorzitter: Goed, ik geloof dat we nu voldoende hebben uitgewisseld in de commissie- en de raadsbehandeling en ik stel voor om over te gaan tot stemming. Aan de orde is voorstel VI.1: Plaza Futura naar Strijp-S. Hier zijn twee
amendementen op uitgebracht. Er is een amendement (A3) dat is ingediend door de SP en ondersteund wordt door Eindhoven Nu en D66; dit komt als eerste in stemming. Verder is er een amendement (A1), ingediend door de VVD-fractie (mevrouw List en mijnheer Helms), dat ondersteund wordt door mijnheer Jansen, mevrouw Verhees, mevrouw Richters en mijnheer Leenders. Daar gaan we nu over stemmen. Hebt u nog behoefte aan een stemverklaring vooraf? Mijnheer Van Bussel.
De heer Van Bussel: Ja, over het SP-voorstel: alles is beter dan dit raadsvoorstel, zelfs een breder onderzoek, enzovoort, al zijn we het niet eens over de splitsing van zaken. Toch zullen wij het amendement steunen. Zo vaak gebeurt het niet dat de SP en ’leefbaar eindhoven’ het met elkaar eens zijn. We zijn ook voor het VVDvoorstel, omdat het een stuk uit het raadsvoorstel haalt wat er nooit in had moeten staan.
Voorzitter: Goed, dan gaan we nu over tot stemming. Eerst is amendement A3 aan de orde. Ik neem aan dat daarover gestemd zal worden. We stemmen met handopsteken. Wie is voor het amendement? [Stemmen bij handopsteken] Dat zijn de fracties van de Stadspartij, D66, het OuderenAppel, de SP en ’leefbaar eindhoven’. Daarmee is dit amendement verworpen. Dan komen we bij A1. Wie is voor dit amendement? [Stemmen bij handopsteken] Wie is ertegen? [Stemmen bij handopsteken] Ik weet niet wat u deed, mevrouw Schreurs.
Mevrouw Schreurs: Ik ben tegen.
Voorzitter: U bent als enige tegen. Dan is dat amendement met een tegenstem van D66 aangenomen. Dan het gewijzigde voorstel zoals het er ligt. Dat is het voorstel van het college met het amendement zoals dat verwerkt is in A1.
Mevrouw Schreurs: Mag ik een stemverklaring afleggen? Voorzitter: Nee, dat heb ik net gevraagd. Tussen amendementen en het voorstel kan geen stemverklaring afgelegd worden. Als we eenmaal aan het stemmen zijn, is dat niet meer mogelijk.
Verslagnummer 7
Wie is voor het gewijzigde voorstel? (Stemmen bij handopsteken] Wie is tegen? (Stemmen bij handopsteken] Met de tegenstemmen van de LPF, ’leefbaar eindhoven’, de SP, het OuderenAppel, D66 en De Stadspartij is het voorstel
aangenomen. X Ra adsinformatiebrieven Voorzitter: De raadsinformatiebrieven liggen er ter kennisname. Kunt u daarmee instemmen? Dat is het geval.
XI Ingekomen stukken Voorzitter: Dan komen we nu bij de ingekomen stukken. Voorgesteld wordt om deze voor kennisgeving aan te nemen. Kunt u daarmee instemmen? Dat is het geval. XII Sluiting
Voorzitter: Ik dank u voor uw aanwezigheid en voor uw inbreng. Ik wens u nog een hele prettige avond en zie u spoedig weer!
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 juli 2009.
R. van Gijzel, voorzitter.
J. Verheugt, griffier
gwo/HA09027761