rp
gemeente Eindhoven
Dienst Werk, Zorg en Inkomen
Raadsnummer Oy.RZOX6.OOr Inboeknummer o4uooa4BS Beslisdatum B&W g november 2004
Dossiernummer 446.6ss
Raadsvoorstel inzake noodzakelijke investering voor effectieve uitvoering Wet Werk en Bijstand 1 Inleiding Per 1 januari 2004 is de Wet Werk en Bijstand (WBB) van kracht. De invoering van de
WWB heeft een grote impact op de gemeentelijke financien. Gemeenten worden met de inwerkingtreding van de WWB volledig financieel verantwoordelijk voor de uitgaven op het terrein van de bijstandsverlening. Het Rijk verstrekt daartoe jaarlijks een budget per gemeente dat wordt vastgesteld op basis van het landelijke macrobudget en een verdeelmodel. Dit budget dient te worden gebruikt voor de verstrekking van uitkeringen (het budget lnkomensdeel). Eventuele overschotten op dit budget zijn voor gemeenten in principe vrij aanwendbaar, tekorten moeten binnen de eigen begroting worden opgevangen. Slecht bij een tekort van meer dan 10%o van het budget is het onder strikte voorwaarden mogelijk een aanvullend budget te verkrijgen. Tot 1 januari 2004 golden de spelregels van het Fonds Werk en Inkomen (FWI). De verstrekte uitkeringen waren voor 75ro declarabel bij de Rijksoverheid. Voor de overige 259o was de gemeente risicodragend.
Onder het FWI heeft de gemeente Eindhoven overschotten gekend op de budgetten voor de verstrekking van uitkeringen. Deze overschotten zijn gestort in de Reserve FWI Inkomensdeel. Per ultimo 2003 heeft deze reserve een saldo van E 8.589.650,ÃćâĆňâĂİ
(inclusief resultaatbestemming van het resultaat 2003). De financiele risico’s onder de WWB zijn zeer groot. Zoals aangegeven is de gemeente voor 1009o risicodrager op het budget voor het lnkomensdeel, gemaximeerd op 10’ro van het budget lnkomensdeel (voor de gemeente Eindhoven dus circa E 8,5 miljoen). Het belang van een adequate beheersing van dit risico is groot.
Het college wil deze beheersing verder verbeteren door nu te investeren in een doelmatige uitvoering van de WWB door de dienst Werk, Zorg en Inkomen. Voor een effectieve uitvoering van de WWB en het beheersen van het volume bijstandsgerechtigden is randvoorwaardelijk dat er een sterke uitvoeringsorganisatie staat die maatwerk levert aan de klant en daarvoor ook de juiste instrumenten inkoopt. Met de invulling van deze randvoorwaarde heeft de dienst Werk, Zorg en Inkomen in 2002 al een start gemaakt met de invulling van casemanagement. Casemanagement is het
maai
Raadsnummer Og.RZOZ6.OOZ
concept van dienstverlening aan de klant. Binnen de dienst Werk, Zorg en Inkomen is daarbij gekozen voor een model waarbij de casemanager voor de klant de dienstverlening organiseert zowel op het terrein van de inkomensvoorziening als de reintegratie. Door de invoering van de WWB zal hier echter een doorontwikkeling op moeten plaatsvinden. Door de functie van de casemanager verder te verstevigen, met name gericht op het belang van reintegratie en participatie wil het college een uitvoeringsorganisatie neerzetten die de uitdagingen van de WWB het hoofd kan bieden. Investeren in de dienst Werk, Zorg en Inkomen is juist nu noodzakelijk om de financiele risico’s van de WWB te kunnen beheersen. Voor het plegen van de hiermee samenhangende investeringen kan een beroep doen op de huidige Reserve FWI
Inkomensdeel.
2 Probleemstelling Gelet op de noodzaak nu te investeren in een effectieve uitvoering van de WWB en het beheersen van het volume bijstandsgerechtigden is het noodzakelijk dat de raad zich uitspreekt over de noodzakelijke investering in de dienst Werk, Zorg en Inkomen.
3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes Indien de randvoorwaarden worden ingevuld, beschikt de dienst Werk, Zorg en inkomen over de gewenste uitvoeringsorganisatie, waarmee invulling kan worden gegeven aan de doelstellingen van de WWB.
3a Milieutoets Niet van toepassing.
4 Wijze van aanpak/oplossingsrichting De investeringen liggen ieder in lijn met de geest van de WWB en de producten van de dienst en kunnen om die reden ten laste van de Reserve FWI Inkomensdeel gebracht worden. Het betreft:
a de doorontwikkeling casemanagement; b de ontwikkeling clientaantallen en normtijden; c het invoeringsbudget WWB. Ad a. Doorontwikkeling casemanagement. Door de invoering van de WWB is het effectief realiseren van uitstroom nog belangrijker geworden om de financiele risico’s voor de gemeente Eindhoven als geheel beheersbaar te laten zijn. Geconstateerd wordt dat op dit punt de WWB dwingt casemanagement binnen de dienst Werk, Zorg en Inkomen verder door te ontwikkelen. Hiervoor is het noodzakelijk dat medewerkers verder opgeleid worden, effectiever
Raadsnummer Og.RIOI6.OOI
gefaciliteerd worden met ondersteunende systemen en dat het inkoopproces voor trajecten wordt geprofessionaliseerd. De eenmalige kosten voor de doorontwikkeling van casemanagement worden geraamd op 61.400.000,ÃćâĆňâĂİ. De verwachte kosten hebben betrekking op de opleidingen
(capaciteitsbeslag casemanagers, kosten trainers) en het verbeteren van de kwaliteit van de registratie van de reintegratie-inspanningen per client (klantvolgsysteem). De versterking van casemanagement zal zich ook vertalen naar structureel hogere kosten als gevolg van de versterking van de inkoopfunctie en het verbeteren van de kwaliteit van het klantvolgsysteem. Deze structurele gevolgen van de doorontwikkeling van casemanagement worden meegenomen in de uitwerking en resultaten van de normtijdensystematiek.
Ad b. Ontwikkeling clientaantallen en normtijden De dienst Werk, Zorg en Inkomen kent sinds het jaar 2000 genormeerde processen; de activiteiten zijn tijdsgenormeerd en de formatie wordt intern bepaald op basis van deze tijdsnormen en de verwachte productie. In 2004 zijn deze tijdsnormen geactualiseerd gezien de wijzigingen in procesgang en wet- en regelgeving. De normtijden worden tot nu toe nog niet gebruikt om de formatie van de dienst als geheel te laten meebewegen met ontwikkelingen in clientenaantallen. Het college is voornemens met de dienst Werk, Zorg en Inkomen tot een transparante afrekensystematiek te gaan komen als het gaat om de formatie van de dienst. In het dossier Formatiemodel WZI, welke u separaat wordt aangeboden, is dit nader uitgewerkt. Het betreft een afrekensystematiek waarbij bij dalende klantenaantallen de formatie krimpt en bij stijgende aantal de formatie meegroeit. Op deze manier kan de dienst Werk, Zorg en Inkomen haar dienstverlening ook garanderen in tijden waarop het aantal klanten groeit en transparant krimpen en inleveren indien mogelijk. In de Voorjaarsnota 2005-2008 is dit voornemen vermeld. WWB.
De toename van de clientenaantallen en de invoering van de WWB maakt dat al in het jaar 2004 investeringen in de dienst noodzakelijk zijn. Het aantal clienten neemt toe en de verwachting is dat deze ontwikkeling zich voortzet. Een nieuwe systematiek om af te rekenen op basis van normtijden zal pas vanaf 2005 effect hebben. Om de dienstverlening aan klanten niet in gevaar te brengen, is het noodzakelijk om, ten laste van de Reserve FWI!nkomensdeel, additionele capaciteit in te huren. Op basis van de huidige inzichten worden de hiermee gepaard gaande uitgaven ingeschat op 6300.000,ÃćâĆňâĂİ, De uiteindelijke omvang is afhankelijk van de ontwikkeling van de c l ie n te naa nta I l en.
Schulddienstverlening I IO-loket. Ook is in de Voorjaarsnota aangegeven dat de vraag naar Schulddienstverleningsproducten sterk toeneemt. In de Evaluatie Schuldhulpverlening, welke reeds aan u werd aangeboden, is dit nader uitgewerkt. Ook voor deze kosten geldt dat ook in
ri
Raadsnummer 04..RIOI6. OOI
2004 additionele capaciteit benodigd is voor de verwerking van het toegenomen aantal aanvragen en de implementatie van het IO-loket. Deze uitgaven worden geraamd op 6 400.000,ÃćâĆňâĂİ. Ook hier is de uiteindelijke omvang van de additionele inhuur
afhankelijk van de ontwikkeling van de clientenaantallen. Ad c. Invoering WWB. De invoering van de WWB leidt tot aanzienlijke aanpassingen in het gemeentelijke beleid en de bedrijfsvoering. De investeringen in opleidingen en automatisering zullen aanzienlijk zijn. Het door het Rijk beschikbaar gestelde budget voor invoeringskosten is zeer waarschijnlijk ontoereikend. De huidige verwachting is dat de invoeringskosten het door het Rijk ter beschikking gestelde budget (6335.000,-) met, naar verwachting, circa 650.000,ÃćâĆňâĂİ zullen overschrijden. Het is noodzakelijk een deel
van deze kosten om die reden eveneens te dekken uit de Reserve FWI Inkomensdeel.
Recapitulerend is het voorstel om de volgende bedragen ten laste van de Reserve FWI Inkomensdeel te brengen:
doorontwikkeling Casemanagement 6 1.400.000,ÃćâĆňâĂİ ontwikkeling clientenaantallen en normtijden 6 700.000,ÃćâĆňâĂİ
invoering WWB 6 50.000,ÃćâĆňâĂİ
Sa Bestuurlijke kaders Het voorstel spoort met Samen Stad 2002-2006, Stadsvisie 2010 en SOP 1999-2004.
Sb Fiscale gevolgen Het voorstel heeft geen fiscale gevolgen.
6 Overige gevolgen van de aanpak Niet van toepassing.
7 Resultaten van overleg / inspraak Niet van toepassing.
8 Communicatie Over de inhoud van het dossier wordt niet nader extern gecommuniceerd.
9 Ter inzage gelegde stukken Geen.
rW
Raadsnnmmer 04. RIOI6. OOI
10 Referendabiliteit Het voorstel is niet referendabel in het kader van de Tijdelijke Referendumwet.
Een ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
C. Langerwerf, secretaris.
Raadsnummer 04. RIOI6. OOI
Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 november 2004 en 7 december 2004; besluit:
1 het college van burgemeester en wethouders op te dragen de directeur van de dienst Werk, Zorg en Inkomen toestemming te geven de volgende bedragen ten laste van de Reserve FWI Inkomensdeel te brengen:
doorontwikkeling casemanagement 6 1.400.000,ÃćâĆňâĂİ ontwikkelingclientenaantallenennormtijden 6 700.000,ÃćâĆňâĂİ
invoering WWB 50.000,ÃćâĆňâĂİ
2 in te stemmen met de voorgestelde begrotingswijzigingen 2004 en 2005. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 20 december 2004.
A. Sakkers, voorzitter.
J. Verheugt, griffier.
KD04008469
gemeente Eindhoven
Griffie gemeenteraad Commissiesecretariaat
Retouradres Postbus goxso, s6oo RB Eindhoven
Aan de leden van de raad
van de gemeente Eindhoven.
Raadsnummer O4.RXOZ6.OOZ Behandeld door F. Biemans Telefoon (o4o) 238 24 Bg
Ons kenmerk griffie Verzenddatum 8 december zoo4
Comrnissieadvies Betreft cie. SEp: Raadsvoorstel inzake noodzakelijke investering voor effectieve uitvoering Wet Werk en Bijstand. De commissie Sociaal-Economische pijler heeft in haar vergadering van 25 november 2004 beraadslaagd over bovengenoemd onderwerp. De commissie heeft als volgt geadviseerd: ’leefbaar eindhoven’: stemvoorbehoud; zie ook hieronder bij toezegging van de wethouder; met een positieve grondhouding; CDA: akkoord; zie ook hieronder bij toezegging van de wethouder; PvdA: stemvoorbehoud; zie ook hieronder bij toezegging van de wethouder; de PvdA wenst zichzelf nog van nadere informatie te voorzien inzake het ondersteuningsloket; VVD: sternvoorbehoud; als bij ’leefbaar eindhoven’. SP:
stemvoorbehoud; zie ook bij toezegging van de wethouder; stemvoorbehoud; zie ook bij toezegging van de wethouder; akkoord; (vooraf schriftelijk doorgegeven) sternvoorbehoud; zie ook bij toezegging van de wethouder; akkoord; (vooraf mondeling doorgegeven) stemvoorbehoud; zie ook bij toezegging van de wethouder.
GroenLinks: D66:
Ouderen Appel. De Stadspartij: Liberaal Eindhoven
T onze in van de wethouder, dhr.W. Claassen. De wethouder zal alsnog een en ander onderbouwen met name de ’l,4 miljoen en het
ondersteuningsloket. Aantekenio van de voorzitter van de commissie, dhr. N. Stoevetaar.
Vanwege de toezegging van de wethouder dient dit stuk vooralsnog -per definitiein de raadsvergadering te worden geagendeerd onder de rubriek onderwerpen waarover discussie wordt verwacht alvorens tot besluitvorming te komen. De secretaris van de commissie, F. Biemans.
Bijlage(n): 0.
F BI.
Bezoekadres Stadhuisplein xo Eindhoven
openingstijden ma trm vr g.oo-x6.oo uur
Bereikbaar per openbaar vervoer met bus 2
Postadres Postbus goxso s6oo RB Eindhoven
Telefonisch bereikbaar 9.OO-I2.30 en 23.3O-I6.00 uur Fax (o4o) 243 35 8S
gemeente Eindhoven
Dienst Werk, Zorg en Inkomen
Raadsnummer oy.RZ0X6.003 Inboeknummer Beslisdatum Baw Z december 2004 Dossiernummer 4So.tor
Nadere toelichting bij raadsvoorstel Betreft voorstel inzake noodzakelijke investering voor effectieve uitvoering Wet Werk en Bijstand.
Zoals toegezegd in de commissievergadering van 25 november 2004 ontvangt u hierbij een nadere toelichting op het raadsvoorstel inzake de noodzakelijke investering voor effectieve uitvoering Wet Werk en Bijstand. Naar aanleiding van uw vragen gaan wij in op de onderbouwing van de genoemde bedragen ten aanzien van doorontwikkeling casemanagement ad 6 1.400.000,ÃćâĆňâĂİ, de ontwikkeling van clientenaantallen in
de Schulddienstverlening/Inkomensondersteuningsloket ad ( 400.000,ÃćâĆňâĂİ en de Invoering Wet Werk en Bijstand ad f 50.000,ÃćâĆňâĂİ.
Doorontwikkeling casemanagement. De eenmalige investering in de doorontwikkeling van casemanagement wordt geraamd op 6 1.400.000,ÃćâĆňâĂİ.
Dit bedrag is als volgt tot opgebouwd.
< 460.000,ÃćâĆňâĂİ
f 779.000,ÃćâĆňâĂİ f. 70.000,ÃćâĆňâĂİ
6 75.000,ÃćâĆňâĂİ
Ad 1 Inhuur derden ten gevolge van scholing. Qm de Wet Werk en Bijstand effectief te kunnen uitvoeren en de financiele risico’s die aan de Wet Werk en Bijstand zijn verbonden, zoveel als mogelijk te beperken, is het noodzakelijk de casemanagers (en daaraan gerelateerd de toetsers) van de dienst Werk, Zorg en Inkomen een zeer intensief scholingsprogramma te laten doorlopen. Casemanagement als concept is reeds enkele jaren binnen de dienst Werk, Zorg en Inkomen ingevoerd. Destijds is daar geen intensief scholingsprogramma aan vooraf gegaan. De daarbijbehorende scholing om de idee "werk boven inkomen" in gedrag, kennis en vaardigheden bij de casemanagers te realiseren, is nu dringend noodzake-
Raadanummer 04.RIOI6.003
lijk. Door de invoering van de Wet Werk en 8ijstand en het zeer grote financiele risico dat daarbij gelopen wordt (jaarlijks maximaal circa 6 9.000.000,-), is het echter essentieel nu te investeren in casemanagement en de casemanagers, zodat deze in staat is effectiever clienten te laten uitstromen en nieuwe instroom te voorkomen.
De medewerkers zullen hiertoe een programma van acht dagen gaan volgen welke een eenmalige aanvulling op de reguliere scholingsactiviteiten betreft. Hierin zullen de volgende hoofdonderwerpen aan bod komen: diagnose voor en inhoud opstellen van trajectplannen; kennis en toepassing van de nieuwe reintegratie-instrumenten; zelfstandig kunnen inkopen op dit instrumentarium;
houding, gedrag, fraude-alertheid en cultuuromslag naar doelmatigheid; regievoering op en coordinatie van reintegratiepartners; werkprocessen, systemen en procedures door wijzigingen in verband met de invoering van de Wet Werken Bijstand. Uitgangspunt bij de opzet van het programma is mede geweest dat de dienstverlening aan de clienten van de dienst Werk, Zorg en Inkomen ongestoord doorgang moet vinden. Ook de Clientenraad heeft reeds meerdere malen gewezen op de noodzaak te voorzien in continuiteit van de dienstverlening. Om die reden Is het noodzakelijk derden in te huren om het gemis aan capaciteit vanwege deze opleidingen op te vangen. De inhuur van derden is relatief erg kostbaar (circa een factor 1,7 van de reguliere kosten). Uitgangspunten bij de berekening: 90 formatieplaatsen, 8 dagen van 8 uur, loonkosten 6 50.000,ÃćâĆňâĂİ, 1.023 direct productieve uren, factor 1,7 (90 x 8 x 8 / 1.064 x E 50.000,- = 6 460.000,ÃćâĆňâĂİ ).
Ad 2 en 4 Optima(/satie (registratie) van het klantvolgsysteem.
Voor een adequate sturing van de casemanager op de klant en zijn of haar reintegratieactiviteiten is het hebben van inzicht in de historie van de klant (op dit vlak) een randvoorwaarde. Het systeem dat de dienst Werk, Zorg en Inkomen momenteel toepast voor de registratie van de reintegratieactiviteiten van haar klanten voldoet niet in deze behoefte. Het is om die reden dat de dienst Werk, Zorg en Inkomen moet in-
vesteren in een toereikend klantvolgsysteem (t’ 75.000,-). Het huidige klantvolgsysteem voldoet niet aangezien in dit systeem geen historische gegevens kunnen worden vastgelegd. Het is daarom niet mogelijk de ’refntegratiehistorie’ van uitkeringsgerechtigden adequaat te volgen en casemanagers te ondersteunen om het meest toegesneden reYntegratietraject in te zetten. Ook bemoeilijkt dit het genereren van informatie voor het evalueren en bijstellen van het beleid. Deze informatie is tevens
nodig om de contractueel overeengekomen dienstverlening door reintegratiepartners te beoordelen. Het is bovendien noodzakelijk de huidige registraties eenmalig op niveau brengen. In de berekening van de kosten is rekening gehouden met een inzet van 1,5 uur per
Raadsnummer 04.RIOI6.00$
client en een verwacht aantal klanten (per ultimo 2004) van 6.500. Om dezelfde reden als onder ad 1 is vermeld, is ook hier uitgegaan van het tarief voor inhuur derden. De 1,5 uur is noodzakelijk voor het opzoeken en doornemen van historisch dossier-
materiaal en de verwerking van gegevens in het klantvolgsysteem. Uitgangspunten bij de berekening: 6.500 cliÃńnten, 1,5 per client, loonkosten < 50.000,ÃćâĆňâĂİ, 1.064 direct
productieve uren, factor 1,7 (6500 x1,5 x/1.064x< 50000,ÃćâĆňâĂİ =< 779000,-).
Ad 3 Oplei dingskosten.
Uiteraard zijn met het uitvoeren van een dergelijk scholingstraject kosten verbonden voor instructeurs, cursusmateriaal, accommodatie, etc.
5chulddienstverleningllnkomensondersteuningsloket. Zoals blijkt uit de nota Evaluatie en ontwikkelingen integrale schuldhulpverlening in Eindhoven (zie ook raadsinformatiebrief 04.R940.001), is het beroep op de schuldhulpverlening in twee jaar gestegen met 72%. De verwachting is dat deze trend zich voortzet. In de evaluatie is berekend dat op basis van de huidige inzichten hiervoor reeds in 2004 7,2 formatieplaatsen structurele extra formatie noodzakelijk is. Tijdens de begrotingsbehandeling is besloten de voorgenomen bezuiniging (zoals opgenomen in Verantwoord Vernieuwen) van deze extra formatie niet door te voeren. De structurele lasten vanaf 2005 zijn daarmee meegenomen in de begroting 2005. in het jaar 2004 leidt het toegenomen beroep op de schulddienstverlening al tot een grotere benodigde inzet van formatie. De kosten bedragen circa 6 100.000,ÃćâĆňâĂİ.
In het bedrag van 6 400.000;- is daarnaast een bedrag opgenomen voor de implernentatiekosten inkomensondersteuningsloket. Tot de vorming van het lnkomensondersteuningsloket is op 10 maart 2003 in uw raad besloten. Hierbij zijn enkele reguliere uitvoeringsbudgetten van de dienst Algemene en Publiekszaken budgettair neutraal overgedragen aan de dienst Werk Zorg en Inkomen. Bovendien is er voor de dienst Werk Zorg en Inkomen een taakstellende, structurele bezuinigingsopdracht van E 350.000,ÃćâĆňâĂİ ingeboekt. Deze is in 2004 gedeeltelijk en wordt in 2005 volledig ge-
realiseerd.
Bij de invoering van het inkomensondersteuningsloket is op voorhand geen rekening gehouden met projectkosten. Dit is niet terecht geweest. Vele medewerkers hebben inmiddels in projectvorm een bijdrage geleverd aan de totstandkoming van het Inkomensondersteuningsloket en dit zal ook in 2005 dienen te worden voortgezet. Ook is er door nieuwe werkwijzen en de reorganisatie, waarbij circa 70 formatieplaatsen opnieuw geplaatst is, een grote behoefte aan aanvullende scholing. Om ook bij het Inkomensondersteuningsloket de dienstverlening regulier doorgang te laten vinden, is in het kader van de implernentatie van het inkomensondersteuningsloket toch inhuur van derden noodzakelijk gebleken. Voor 2004 is hier een bedrag van 4 40.000,ÃćâĆňâĂİ mee gemoeid. Voor het jaar 2005 wordt de incidentele inzet door de
Raadsnummer 04.RIOI6.00$
vorming van het lnkomensondersteuningsloket gecalculeerd op E 250.000,ÃćâĆňâĂİ, om
zodoende geen gaten in de reguliere dienstverlening te laten vallen. Invoering WWB.
Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft voor de invoering van de Wet Werk en Bijstand een budget ter beschikking gesteld van circa E 336.000,ÃćâĆňâĂİ. Dit
bedrag is te laag om deze nieuwe wet te kunnen implementeren. Naar de huidige inzichten zullen de kosten rninirnaal E 400.000,ÃćâĆňâĂİ gaan bedragen. De hoge kosten wor-
den vooral veroorzaakt door de kosten voor aanschaf en installatie van noodzakelijke updates en nieuwe releases van het door de dienst Werk, Zorg en Inkomen gebruikte softwarepakket. Het maken van deze kosten is onontkoombaar aangezien de dienst Werk, Zorg en Inkomen zonder deze software niet in staat is de Wet Werk en Bijstand uit te voeren. Tot op heden zijn de met deze software samenhangende kosten geraamd op E 335.000,ÃćâĆňâĂİ en is de verwachting dat dit in 2005 nog verder stijgt.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
C. La n ge r werf, secreta ris
K 00401 7796