gemeente Eindhoven Raadsnummer 15R6172 Inboeknummer 15bst00015 Beslisdatum B&W 27 januari 2015 Dossiernummer 15.05.651
Raadsvoorstel Treasurystatuut gemeente Eindhoven 2015
Inleiding Het treasurystatuut bevat het beleidskader voor de uitvoering van de treasuryfunctie. Onder treasury wordt verstaan: “Het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s”. In het treasurystatuut worden de uitgangspunten, doelstellingen, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden vastgelegd. Daarnaast beschrijft het de financiële kaders voor financieringen, uitzettingen, derivaten gebruik, en het verstrekken van leningen en garanties aan derden. In 2003 is door de Gemeenteraad het Treasurystatuut 2003 vastgesteld naar aanleiding van de invoering van de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido). Deze wet bevordert een gezonde financiering van openbare lichamen en bevat normen voor risicobeheersing bij het aantrekken, uitzetten en garanderen van middelen. In 2009 is, mede naar aanleiding van wijzigingen in de Wet Fido, het treasurystatuut aangepast. Vanwege de invoering van “verplicht schatkistbankieren” en nieuwe regelgeving rondom derivaten zijn en worden de Wet Fido, en de uitvoeringsregeling “regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) aangepast. De wijzigingen in de wetgeving leiden tot versobering van de mogelijkheden tot beleggen en het gebruik van derivaten. Daarnaast is de gemeentelijke organisatie veranderd, wat vraagt om herijking van verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de treasurytaken. Deze wijzigingen maken aanpassing van het Treasurystatuut noodzakelijk.
Wettelijke taak Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Onvermijdelijk
Doelstelling Met dit voorstel worden de gemeentelijke treasurykaders in lijn gebracht met de gewijzigde wet- en regelgeving; daarnaast zijn de verantwoordelijkheden en bevoegdheden aangepast aan de nieuwe organisatiestructuur van de gemeente Eindhoven.
Raadsnummer 15R6172
Voorstel De raad voor te stellen: Het Treasurystatuut 2015 vaststellen onder gelijktijdige intrekking van het Treasurystatuut 2009. Argumenten 1.1 De wijzigingen in de wet Fido rondom verplicht schatkistbankieren zijn per 15 december 2013 van kracht geworden; Sinds de invoering van verplicht schatkistbankieren handelt de gemeente Eindhoven volgens deze nieuwe wetgeving. De uitwerking is wettelijk vastgelegd in de “Regeling schatkistbankieren decentrale overheden”. De wet verplicht alle decentrale overheden om hun (tijdelijk) overtollige liquide middelen aan te houden in de schatkist. Decentrale overheden kunnen ook hun overtollige middelen uitzetten bij medeoverheden. Voor dergelijke onderlinge kredietverlening geldt wel de voorwaarde dat er geen (verticale) toezichtrelatie mag bestaan tussen de betrokken decentrale overheden. Een decentrale overheid houdt uiteraard de mogelijkheid om leningen te verstrekken en uitzettingen te verrichten als dat gebeurt uit hoofde van de publieke taak. Deze wijzigingen zijn verwerkt in het nu voorliggende statuut. De gemeente Eindhoven heeft geen structureel overtollige liquide middelen. Beleggingen die vrijvallen worden ingezet ter aflossing van de schuldenpositie. Hoewel de gemeente Eindhoven geen structurele tegoeden heeft, kan het voorkomen dat er tijdelijk een kasoverschot is. Indien dit kasoverschot gemiddeld over een kwartaal boven het drempelbedrag (ca € 4,5 miljoen voor Eindhoven) komt, moet het meerdere bij de Staat worden afgestort tegen minimale rentevergoeding. Door middel van een zo accuraat mogelijk liquiditeitenplanning op dagbasis, wordt gestuurd op een liquiditeitensaldo dat gemiddeld onder de norm ligt. Rapportage over de benutting van het drempelbedrag vindt plaats via de toelichting op de balans in de jaarrekening, conform eis in het BBV. 1.2 Per 1 januari 2015 wordt strengere regelgeving rondom derivaten van kracht; In september 2013 is door het Rijk het “Beleidskader derivaten” gepubliceerd. De hierin opgenomen uitgangspunten zijn per 30/12/2014 van kracht via wijzigingen in de “Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo)” en het “Besluit Begroten en verantwoorden (BBV)”. In de aanpassingen worden de mogelijkheden van het gebruik van derivaten verkleind. Zo mogen gemeenten ondermeer slechts derivaten afsluiten om opwaartse renterisico’s af te dekken. De risico’s worden door de wijzigingen verkleind. Deze beperkingen zijn verwerkt in het nu voorliggend statuut. Daarnaast is in februari 2014 Europese regelgeving met betrekking tot “European Market Infrastructure Regulation (EMIR)” van kracht geworden. Als gevolg van deze wetgeving dient de gemeente informatie met betrekking tot lopende derivaten te rapporteren aan een erkend Europees transactieregister (Trade Repository). Via deze registers hebben de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en andere (financiële) toezichthouders in de EU toegang tot gedetailleerde informatie over de derivatenposities van de voor die toezichthouder relevante rapporterende partijen. Deze rapportageverplichting is opgenomen bij de verantwoordelijkheden van de treasurer.
2
Raadsnummer 15R6172
De gemeente Eindhoven heeft slechts één (risico beperkend) derivaat in haar portefeuille. In het verleden is een lening opgenomen met een variabele rente voor de herontwikkeling van Strijp S. In 2004 is besloten om de rente te fixeren door de aankoop van een renteswap. De rente is daarmee voor de hele looptijd van de lening gefixeerd op 4,095%, en daarmee is elk renterisico uitgesloten. De lening en de swap lopen beiden tot maart 2017 en hebben dezelfde restanthoofdsom (EUR 21 miljoen per 31 december 2014). 1.3 De gemeentelijke organisatie is de afgelopen jaren gewijzigd, wat vraagt om herijking van de taken en verantwoordelijkheden op treasurygebied; De verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn aangepast aan de nieuwe organisatiestructuur van de gemeente Eindhoven, waarbij een splitsing is aangebracht in de taken van de Directeur bedrijfsvoering, de Concerncontroller en het sectorhoofd Control. Tevens is aansluiting gezocht bij de (nieuwe) mandaatregeling van de gemeente Eindhoven. Kanttekeningen 1.1 Het valt niet te garanderen dat het Treasurystatuut in alle situaties uitsluitsel biedt; Ondanks het feit dat het treasurystatuut zorgvuldig is opgesteld, is het moeilijk te garanderen dat dit kader limitatief is. Dit betekent dat in die gevallen waarin (interne) wet- en regelgeving, zoals die is opgenomen in het statuut niet voorziet dan wel (interpretatie)ruimte laat, het College van B&W gemandateerd is om beslissingen te nemen. Besluiten van het College van B&W in deze worden ter kennis van de Raad gebracht. Kosten Aan dit voorstel zijn geen kosten verbonden. Communicatie Rapportage over de treasuryactiviteiten vindt plaats via de reguliere planning- en controlcyclus. Via de paragraaf financiering in de begroting en jaarrekening wordt de raad geïnformeerd over het actuele treasurybeleid, de uitvoering hiervan en het risicobeheer van de financieringsportefeuille. Bijlage(n) Als bijlage(n) bij dit voorstel behoren: b Treasurystatuut 2015 b De wet Financiering Decentrale Overheden (wet fido) b Beleidskader derivaten b Ministeriele regeling wijziging Ruddo ivm prudent gebruik van derivaten (scrt 29-122014) b Ministeriele regeling schatkistbankieren decentrale overheden (stcrt 13-12-2013) b Nadere uitwerking van het Treasurystatuut voor het verstrekken van leningen en garanties aan derden, vastgesteld door B&W d.d. 2 februari 2010.
3
Raadsnummer 15R6172
De bijlage Treasurystatuut 2015 wordt meegestuurd De overige bijlagen liggen ter inzage in de leeskamer
Een ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
, secretaris.
4
Raadsnummer 15R6172
Raadsbesluit
De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 januari 2015; besluit: 1
Het Treasurystatuut 2015 vaststellen onder gelijktijdige intrekking van het Treasurystatuut 2009.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 17 maart 2015,
Ir. J. Rozendaal, waarnemend voorzitter.
J. Verheugt, griffier.
5