gemeente Eindhoven
Raadsnummer O8. R2 524. OOI Inboeknummer o8bstooyr6 Dossiernummer 8rS.por 8 april zoo8
Raads Inforn1atiebrief Betreft rekenkameronderzoek, stand van zaken verbetering uitvoering. 1 Inleiding Medio 2006 heeft de Eindhovense rekenkamer onderzoek gedaan naar het gemeentelijk armoedebeleid. De uitkomsten zijn eind 2006 gepresenteerd in het rapport "Van reddingsboei naar zwemles". In hoofdstuk 5 zijn 8 aanbevelingen gedaan welke onderverdeeld zijn in punten met betrekking tot de vernieuwing van het armoedebeleid en punten met betrekking tot verbetering van de uitvoering. In het eerste geval is een Taskforce vernieuwing armoedebeleid aan de slag gegaan. De uitkomsten hiervan worden in de loop van het tweede kwartaal 2008 verwacht. Met betrekking tot verbetering van de uitvoering is de dienst Werk, Zorg en Inkomen aan de slag gegaan. In deze notitie geven wij de stand van zaken weer.
2 Actuele ontwikkelingen De hoofdaanbevelingen van de rekenkamercommissie ten aanzien van de uitvoering zijn: 1 verbeter en verdiep het inzicht in de doelgroep/subgroepen voor wat betreft kenmerken, specifieke oorzaken, houding en gedrag; 2 houdt financiele instrumenten waarvan de uitvoeringskosten meer dan 30o/o bedragen kritisch tegen het licht; 3 ontwikkel een doelgroepgerichte communicatiestrategie om de bekendheid met beschikbare financiele regelingen te vergroten; 4 kijk kritisch naar de bestaande regels en zorg waar mogelijk voor een vereenvoudiging van de regels. In deze notitie geven wij de stand van zaken met betrekking tot de punten 2 t/m 4. Het eerste punt is onderdeel van de Taskforce Armoedebeleid.
2.1 Stand van zaken Het onderzoek van de rekenkamer vond medio 2006 plaats. Wij geven een overzicht van de ontwikkelingen vanaf 1 januari 2007 tot heden. Een aantal ingezette ontwikkelingen dragen goed bij aan de aanbevelingen door de
Raadsnummer O8.RZgeg.ooX
rekenkamer. In zijn algemeenheid is de lijn: de klant centraal (= gemeentebreed ingezet), proactieve houding/benadering klant, brede uitvraag gegevens om de klant op zoveel mogelijk regelingen te bedienen, gebruik automatiseringsmogelijkheden vergroten, de z.g. uitvraagtool en zoveel mogelijk gebruik maken van bestandskoppelingen.
In de loop van 2007 zijn tal van nieuwe beleidsmaatregelen ingevoerd, zoals een regeling voor chronisch zieken en gehandicapten, een noodvoorziening, uitbreiding technologievergoeding en collectieve ziektekostenverzekering, uitbreiding doelgroep minimabeleid en harmonisatie inkomensgrenzen voor alle regelingen. De principes, zoals hierboven in de 1’ alinea staan beschreven, zijn daarbij zover mogelijk doorgevoerd om de dienstverlening voor de client zo optimaal mogelijk te maken en de uitvoeringskosten beperkt te houden. Een voorbeeld in dit verband is het laten vervallen van het inkomenscriterium bij duurzame uitstroom (ingaande 1 januari 2008). Hierdoor hoeft geen onderzoek meer plaats te vinden naar het inkomen en kan het recht van de client op de subsidie vrij eenvoudig geeffectueerd worden.
Ten aanzien van het zoveel mogelijk gebruik maken van bestandskoppelingen heeft uw raad in zijn vergadering van 12 februari 2008 een motie aangenomen om gegevensbestanden uit te wisselen tussen de Belastingdienst en de dienst Werk, Zorg en Inkomen. Daarbij is ook uitgesproken om die gegevens te gebruiken om de minima actief te gaan benaderen. Onderstaand gaan wij in op de huidige stand van zaken, de mogelijkheden en de (landelijke) ontwikkelingen. Bij de kwijtschelding gemeentelijke belastingen wisselt de afdeling Belastingen de bestanden uit met de dienst Werk, Zorg en Inkomen. Voorts wordt met de Rijksbelastingdienst jaarlijks een koppeling gemaakt met betrekking tot de 65+ers die alleen AOW ontvangen. Meer (wettelijke) mogelijkheden om te koppelen in het kader van de z.g. positieve bestandskoppeling (opsporen minima) zijn er momenteel niet. Er zijn in dit verband wel twee andere relevante ontwikkelingen. Er is in 2007 een pilot gestart waar vier gemeenten aan meedoen om te komen tot automatische kwijtschelding lokale heffingen. Als de proef een succes is dan zal de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het kabinet voorstellen om de automatische kwijtschelding voor alle gemeenten mogelijk te maken. Verder heeft het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid subsidie verleend aan een project dat onder meer onderzoekt of besta ndsvergelijking met de Belastingdienst mogelijk is om op die manier minima die moeilijk bereikbaar zijn (niet WWB-ers, werkenden) op te sporen en zo het niet-gebruik tegen te gaan. Wij volgen deze ontwikkelingen met belangstelling en willen, wanneer dat mogelijk wordt, optimaal gebruik maken van de nieuwe mogelijkheden van bestandskoppeling.
2.1 Uitvoeringskosten
Raadsnummer O8.RZgeg.ooX
De rekenkamer constateert dat in relatie tot de programmakosten bij een aantal financiele instrumenten de uitvoeringskosten hoog liggen. Ze vraagt zich af of dit niet anders kan.
Het beperken van uitvoeringskosten kent haar beperkingen in de regelgeving. In de bijzondere bijstand moeten we een individuele beoordeling (maatwerk) maken en speelt de rechtmatigheid ten aanzien van inkomen en vermogen, zoals die is voorgeschreven in de WWB, een grote rol. Tevens constateren wij dat de druk op de individuele bijzondere bijstand toeneemt zowel in volume als in problematiek. Om de uitvoeringskosten zoveel mogelijk te beperken maken wij zoveel mogelijk gebruik van bekende gegevens, combineren wij aanvragen van verschillende regelingen middels de z.g. uitvraagtool en hebben clienten de mogelijkheid om (kleine) kosten op te sparen tot een grotere aanvraag. Vanuit een proactieve houding en gebruik makend van bekende gegevens hebben wij in 2007 bij verschillende regelingen rechthebbenden benaderd die op een eenvoudige (lage uitvoeringskosten) wijze hun recht konden effectueren. Dit betreft de regeling Chronisch Zieken en Gehandicapten, de Reductieregeling, de Schoolkosten en de Langdurigheidstoeslag. Ook zijn regelingen uitbesteed, zoals de Noodvoorziening (door SMH), de aanvullende WWB op onvolledige AOW (door SVB) en bijzondere bijstand voor ziektekosten (door zorgverzekeraar). Momenteel zijn wij bezig om te bezien of het vergoeden van eigen bijdrage bij regelingen door bijzondere bijstand niet op andere wijze kan plaatsvinden door aan de bron geen bijdrage op te leggen indien er sprake is van een inkomen onder een bepaalde grens. Een voorbeeld hiervan is de eigen bijdrage peuterspeelzalen. Verder wordt in het kader van Programmateam Dienstverlening gewerkt aan de ontwikkeling van meer kant en klaar producten. Daar waar extra aandacht voor de klant zijn situatie nodig (individualisering/maatwerk) is, willen wij meer ter plekke (huisbezoek) de situatie beoordelen. Vanuit het PIT-project doen wij hier goede ervaringen mee op. Ook gaan wij werken met z.g. klantprofielen waardoor wij beter kunnen inspelen op (mogelijke) specifieke behoeften.
Verdere verlaging van de uitvoeringskosten langs de weg van aanvraagprocedures, formulieren en gegevensreductie zal beperkt zijn. Wel zien wij nog mogelijkheden als clienten langs digitale weg hun aanvraag kunnen indienen. Dit traject is in ontwikkeling. Wij gaan hiervoor meedraaien in een landelijke pilot, te weten "Bereken uw Recht".
Het relateren van de uitvoeringskosten aan de programmakosten zegt op zich niets over de efficiency. Immers hoe hoger de individuele vergoeding hoe relatief lager de uitvoeringskosten zijn. Wij hebben daarom de uitvoeringskosten gerelateerd aan het aantal aanvragen. Onderstaand hebben wij voor de drie meest aangevraagde regelingen over de periode 2005 t/m 2007 de resultaten weergegeven.
Raadsnummer O8.RZgeg.OOX
Gemiddelde ui tvoeri ngskosten per aanvraag
2005 2006 2007 Verschil 2005-2007 in /o
Bijzondere bijstand 6 276,ÃćâĆňâĂİ 6 272,ÃćâĆňâĂİ 6 204,ÃćâĆňâĂİ 72,ÃćâĆňâĂİ 26’/o
Reductieregeling
29,ÃćâĆňâĂİ
25,ÃćâĆňâĂİ
6 23,ÃćâĆňâĂİ
Langdurigheidstoeslag 6 103,ÃćâĆňâĂİ C 76,ÃćâĆňâĂİ C 128,ÃćâĆňâĂİ
C6,ÃćâĆňâĂİ
25,ÃćâĆňâĂİ
Bij de Langdurigheidstoeslag zien we een daling van de uitvoeringskosten in 2006. Dit omdat wij gebruik kunnen maken van bekende gegevens. In 2007 stijgen de uitvoeringskosten doordat wij steeds meer mensen moeten beoordelen die niet bekend zijn, dit vergt meer onderzoek. Een en ander hangt samen met de extra aandacht die gegeven is aan voorlichting.
2.2 Doelgerichte communicatiestrategie In 2007 zijn tal van nieuwe (beleids)maatregelen ingevoerd (zie onder 3, stand van zaken). Communicatie over deze nieuwe of gewijzigde producten heeft op de gebruikelijke wijze plaatsgevonden zoals, huis-aan-huisbladen, dagblad, intenetsite, Clientenkrant etc. Daarnaast is er vanuit het PIT-project gerichte communicatiestrategie ontwikkeld voor het bezoek van de doelgroep in de wijken. Onderdelen hiervan zijn: direct mailing, flyeren, vooraankondiging, aanbellen bij de mensen. De ervaringen hiermee zijn positief. De effecten zijn inmiddels duidelijk zichtbaar, bij vrijwel alle minimaregelingen en bijzondere bijstand zien wij een flinke stijging van het aantal aanvragen. Deze staan vermeld in de Jaarrekening 2007.
Naar aanleiding van al deze nieuwe maatregelen en ontwikkelingen gaan wij in 2008 extra aandacht aan het onderdeel communicatie geven. Dit betreft een communicatieoffensief dat in de tweede helft van 2008 ontwikkeld wordt. Tevens
gaan wij hierbij nieuwe communicatiestrategieen ontwikkelen en inbedden in het reguliere communicatieproces.
2.3 Kritisch naar bestaande regels kijken De afgelopen jaren is veel regelgeving al vereenvoudigd, zoals de reductieregeling, de bijzondere bijstand voor schoolkosten, de Langdurigheidstoeslag. In lijn hiermee zijn in 2007 ook nieuwe beleidsmaatregelen ingericht, zoals de regeling voor Chronisch Zieken en Gehandicapten, de Technologievergoeding, de uitbreiding van de AV-gemeente, de Uitstroomsubsidie (al eerder beschreven onder 3.1). In alle gevallen is het door aanpassing van de regeling eenvoudiger geworden om het recht te effectueren en zijn de uitvoeringskosten beperkt. Hierboven onder
20’/o -24o/o
Raadsnummer O8.RZgeg.OOX
3.1 is al aangegeven dat wij bezig zijn met de beperking eigen bijdrage peuterspeelzalen, zodat geen compensatie meer hoeft plaats te vinden middels bijzondere bijstand. In het verleden vond bij alle regelingen verificatie van de kosten plaats. In 2006 is de lijn ingezet om daar waar (wettelijk en praktisch) mogelijk deze verificatie te schrappen. Voorbeelden zijn de reductieregeling en de schoolkosten. Het instrument van de steekproef wordt ingezet om de rechtmatig heidsaspecten van deze regelingen te kunnen beoordelen.
Ten aanzien van onze minima-instrumenten zien wij dat de grenzen met betrekking tot verdere vereenvoudiging van de regelgeving bereikt zijn. Wel bezien wij langs de lijn van het Programma Dienstverlening of we de client efficient en effectief kunnen helpen. Denk hierbij aan het (her)gebruik maken van bekende gegevens, bestanduitwisseling (Suwi-inkijk, digitaal klantendossier) en digitale aanvraagmogelijkheden.
3 Besluit van college van burgemeester en wethouders Wij hebben besloten akkoord te gaan met de lijn om optimaal gebruik te maken van gegevensuitwisseling met de belastingdienst.
4 Ter inzage gelegde stukken Bijlage: aanbevelingen rekenkameronderzoek. Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
A. Brunninkhuis, secretaris
Raadsnummer O8.RZgeg.OOX
KB08001728