rp
gemeente Eindhoven
Dienst Maatschappelijke en Culturele Zaken Raadsbijlage nummer 286 Inboeknummer 99V007536 Beslisdatum B%W 30 november 1999 Dossiernummer 94S.206
Raadsbij lage Voorstel tot het treffen van een structurele voorziening voor archeologisch onderzoek 1 Inleiding Reeds meer dan 10 jaar wordt in Eindhoven weliswaar op projectbasis maar toch op voortvarende wijze archeologisch onderzoek uitgevoerd. Het uitgebreide vondstmateriaal en een indrukwekkende lijst van publicaties hebben een nieuw licht doen schijnen op de ontstaansgeschiedenis en op het cultureel erfgoed van onze stad. Archeologisch onderzoek heeft zichtbaar aangetoond, dat het nieuwe Eindhoven middeleeuws van harte is. Juist door het verbinden van verleden met heden en toekomst ontstaat voor de eigen burgers - op zoek naar hun roots - een leefklimaat waarin zich een gevoel van trots op het verleden van onze stad rijkelijk kan ontwikkelen.
In Eindhoven is in het jonge verleden door de intensieve bouwactiviteiten een aanzienlijk deel van het bodemarchief verstoord en verloren gegaan. Dat betekent, dat we in een toenemend spanningsveld uiterst zorgvuldig moeten omgaan met het spaarzame, dat nog aan historische waarden bewaard is gebleven in de bodem. Het cultuurhistorische veld is volop in beweging en gaat steeds meer relaties aan met de ruimtelijke inrichting. Het cultuurhistorisch beleid zal mede hiertoe op gemeentelijke schaal de komende jaren steeds meer aandacht vragen. Archeologisch onderzoek is daarbinnen een belangrijke factor,
2 Probleemstelling Tot nu toe geschiedde archeologisch onderzoek op projectbasis en was de stadsarcheoloog vanaf 1999 formationeel ondergebracht bij de dienst Maatschappelijke en Culturele Zaken, een en ander in afwachting van een beslissing over een regionale voorziening voor archeologisch onderzoek bij het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE), waarmee u op 6 februari 1995 in principe hebt ingestemd. Bestuurlijke ontwikkelingen bij het SRE en de standpunten van de aangesloten gemeenten hebben ertoe geleid dat de bedoelde regionale voorziening niet meer aan de orde is. Hierdoor en vanwege de zorgplicht van de gemeente ten aanzien van het behoud van
Raadabijlage nummer 286
het cultureel erfgoed moet nu een oplossing op gemeentelijke schaal worden getroffen. In dit kader is het van primair belang, dat de gemeente zelf beschikt over een opgra-
vingbevoegdheid, waardoor de afhankelijke positie die nu bestaat in relatie tot de Rijksdienst van Oudheidkundig Bodemonderzoek wordt omgezet in een zelfstandige voorziening. Aan het verkrijgen van een opgravingbevoegdheid worden in de Monumentenwet eisen gesteld. Bij het tot stand brengen van een structurele voorziening kan rekening worden gehouden met de wens van de gemeente Helmond om op archeologisch gebied met Eindhoven nauwer samen te werken. Op internationaal en rijksniveau wordt thans ter bescherming van het cultureel erfgoed dat opgeslagen is in de bodem een wettelijke kader geschapen: de rijkswet betreffende de goedkeuring van het Europees Verdrag inzake bescherming archeologisch erfgoed: de Maltawet. Het verdrag van Malta rekent tot het archeologisch erfgoed bouwwerken, gebouwen, complexen, aangelegde terreinen, roerende zaken, monumenten van andere aard, alsmede hun context, ongeacht of zij op het land of onder water zijn gelegen. Het verdrag verplicht de staten onder meer (samenvattend) te streven naar afstemming en overeenstemming tussen de onderscheiden behoeften van de archeologie en de ruimtelijke ordening en te waarborgen dat archeologen, stedenbouwkundigen en planologen stelselmatig met elkaar overleggen teneinde het archeologisch erfgoed bedreigende ontwikkelingsplannen aan te passen en voldoende tijd en middelen toe te wijzen voor het verrichten van passend wetenschappelijk onderzoek. Voorts bestaat de verplichting te zorgen voor financiele steun voor archeologisch onderzoek van nationale, regionale en plaatselijke overheden overeenkomstig hun onderscheiden bevoegdheden en verder om de materiele middelen voor archeologisch onderzoek te doen toenemen: a door passende maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat bij grote particuliere of openbare ontwikkelingsprojecten de totale kosten van eventuele noodzakelijke daarmee verband houdende archeologische verrichtingen worden gedekt door gelden afkomstig uit de overheids- of de prive-sector al naar gelang; b door in de begroting voor deze projecten een post op te nemen ÃćâĆňâĂİ op dezelfde
wijze als voor onderzoeken naar de effecten, noodzakelijk uit zorg voor het milieu en de ruimtelijke ordening - voor voorafgaande archeologische studie en onderzoeken, voor beknopte wetenschappelijke verslagen, alsmede voor volledige publicatie en registratie van de bevindingen. Het verdrag is weliswaar in 1998 door de Tweede en Eerste Kamer aangenomen, maar moet nog worden geÃŕmplementeerd via nadere regelgeving. Er is nog geen zicht op, op welke wijze en wanneer dit gaat gebeuren.
Raadsbijlage nummer 286
Duidelijk is in ieder geval, dat daarbij de financiering en mogelijke verplichtingen van particulieren alsmede de verdeling van de lasten over de onderscheiden overheden (b.v. compensatie voor zwaardere bestuurslasten via het Gemeentefonds) een belangrijk punt van discussie zullen zijn. Indien toekomstige wetgeving verhaal op derden/particulieren mogelijk maakt, zal hiervan uiteraard gebruik worden gemaakt. Nu Eindhoven op het punt staat projecten te realiseren of medewerking te verlenen aan projecten, waardoor belangrijk historisch materiaal verloren kan gaan, achten wij het niet verantwoord in afwachting van deze discussie afzijdig te blijven. Het is daarom gewenst nu terzake van archeologisch onderzoek en archeologisch mogelijk belangrijke vindplaatsen een structureel beleid te ontwikkelen en in de financiering daarvan te voorzien.
Nederland kent inmiddels ruim 30 gemeenten met een volwaardige archeologische voorziening. Archeologie heeft een nauwe band met de ruimtelijke inrichting in die zin, dat door bestemmingsplannen, sloop- en bouwplannen belangrijke archeologische waarden verloren kunnen gaan; deze waarden dienen daarom tevoren te worden veilig gesteld.
Daarnaast worden cultuurhistorische waarden ook steeds meer als inspiratiebron gezien voor de ruimtelijke inrichting en kunnen deze een waardevolle bijdrage leveren aan versterking van het cultuurhistorisch besef en aan de identiteit van de stad. In relatie hiermee is het voor Eindhoven van belang om een beleid op het gebied van de cultuurplanologie te ontwikkelen. Naast het treffen van een structurele voorziening moet nog een besluit genomen worden over dekking van tot nu toe gemaakte kosten. Enerzijds betreft dit de loonkosten van de stadsarcheoloog in de afgelopen jaren, anderzijds de financiering van de grote opgravingprojecten die nu lopen, zoals Smalle Haven.
3.Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes Met archeologisch onderzoek wordt voorkomen, dat het schaars geworden cultureel erfgoed verloren gaat. Met het treffen van een structurele voorziening voor archeologisch onderzoek wordt een bijdrage geleverd aan het verder ontwikkelen van een cultuurhistorisch besef en inzicht bij de burgers van Eindhoven en aan een versterking van de identiteit van onze stad. 4 Wijze van aanpak I oplossingsrichting Behandeling van dit onderwerp geschiedt aan de hand van het Archeologisch beleidsplan gemeente Eindhoven (oktober 1999), dat is opgesteld door de stadsarcheoloog.
Raadsbijlage nummer 286
Daarin worden de verschillende aspecten van het archeologisch onderzoek tot nu toe beschreven en worden beleidsuitgangspunten voor het voor de komende jaren te voeren beleid aangegeven. Daarnaast is door de stadsarcheoloog de Archeologische verwachtingskaart van de gemeente Eindhoven 1999 opgesteld. Het betreft een actualisering van de enige jaren geleden opgestelde archeologische attentiekaart. Nu de wetgever zich nog niet heeft uitgesproken over de wijze van financieren, zouden wij vooralsnog voor de dekking van de kosten van archeologisch onderzoek aansluiting willen zoeken bij de kosten van ruimtelijke ordening. Deze kosten komen voor een belangrijk deel tot uitdrukking in het Grondbedrijf. Vandaar dat wij voorstellen de kosten van archeologisch onderzoek vooralsnog ten laste van het Grondbedrijf te brengen. Hierbij onderkennen wij dat er niet steeds sprake is van ontwikkelingen, die door het Grondbedrijf in exploitatie worden genomen, dan wel waarvan de kosten van archeologisch onderzoek op basis van de Exploitatieverordening gemeente Endhoven 1996 via exploitatie-overeenkomsten kunnen worden doorberekend. In afwachting van mogelijke wetgeving op dit punt hechten wij er thans meer aan om tot een goede structurele aanpak van archeologisch onderzoek te komen.
Puntsgewijze brengen wij het volgende onder uw aandacht.
a Structurele voorziening. Gelet op het wettelijk kader dat nu ontstaat (de Maltawet) en het gegeven, dat een regionale voorziening voor archeologisch onderzoek via het SRE niet meer aan de orde is moet een oplossing op gemeentelijk niveau worden gevonden. Daarbij kan wel een verdere samenwerking met de gemeente Helmond worden aangegaan. Tot nu toe was de stadsarcheoloog voor 0,75 formatieplaats in dienst van de gemeente Eindhoven en voor 0,25 formatieplaats van Helmond. Het treffen van een gezamenlijke voorziening voor Eindhoven en Helmond biedt zowel inhoudelijke als organisatorische en financiele voordelen. Bovendien wordt hiermee een basis gelegd om te komen tot verdere regionale samenwerking. Uit overleg met de gemeente Helrnond is gebleken, dat men voor 2596 wil participeren op contractbasis met de gemeente Eindhoven. Definitieve besluitvorming moet nog plaatsvinden. In de opzet van de structurele voorziening is met vorenstaande rekening gehouden.
Om zelfstandig te kunnen opereren is een opgravingbevoegdheid, zoals geregeld in de Monumentenwet vereist. Hiervoor worden eisen gesteld met name ten aanzien van de personeelsformatie, huisvesting, depotruimte en opgravingbudget. Met de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek heeft hierover overleg plaatsgevonden. Op basis van de hierna volgende opzet kan een opgravingbevoegdheid voor Eindhoven worden verkregen en waarmee ook Helmond kan worden bediend.
Raadsbij lage nummer 2S6
De begroting voor een structurele voorziening komt uit op f 450.000,ÃćâĆňâĂİ, waarvan 2596
ten laste komt van Helmond. Een gespecificeerde begroting is opgenomen in het archeologisch beleidsplan. De voorziening bevat de volgende componenten: personele formatie (f 249.500,-): 1 formatieplaats archeoloog (is reeds goedgekeurd in Beleidsplan 1999-2002; de kosten worden bij derden gedeclareerd, derden is nu Grondbedrijf); 1 formatieplaats veldtechnicus (uitbreiding); 0,75 formatieplaats assistent archeoloog (uitbreiding); assistent/medewerkers archeoloog in het kader van Regeling in- en doorstroombanen (ID-banen). Betreffende medewerkers zijn thans aangesteld in het kader van de WlW regeling. Bij een structurele voorziening kan nu de omzetting in een ID-baan worden gerealiseerd. De kosten worden geheel gedekt door subsidies in het kader van desbetreffende regeling; huisvesting (f 85.400,ÃćâĆňâĂİ ):
kantoor, werkplaats en depot. Thans is de archeologische afdeling tijdelijk gehuisvest in het pand Keizersgracht 2, welk pand binnenkort zal moeten worden ontruimd. Gewerkt wordt nu aan een onderkomen van deze functie in een bestaand pand in het gebied Eindhoven-Zuid. Vanwege verwante werkvormen (werkplaatsfunctie) en inhoudelijke relaties kan zo verdere samenwerking met het Milieu Educatie Centrum en het Prehistorisch Openlucht Museum totstandkomen, waardoor voor dit gebied een specifiek cultuurhistorisch beleid kan worden ontwikkeld. Wat betreft de depotfunctie kan bezien worden of voor de museale objecten Museum Kempenland een taak kan vervullen, Gelet op het ruimtegebrek van dit museum liggen hier op dit moment echter nog geen mogelijkheden. De geraamde kosten van huisvesting dragen op dit moment nog een indicatief karakter. Vooruitlopend op het voorstel tot herhuisvesting archeologie, waartoe de directeur van de dienst Maatschappelijke en Culturele Zaken opdracht is verstrekt is in dit voorstel reeds rekening gehouden met indicatieve huisvestingslasten ad f 85.400,ÃćâĆňâĂİ.
Een en ander met als argument dat op deze wijze een zo volledig mogelijk beeld van archeologisch onderzoek wordt gegeven, gezien de directe relatie met de planexploitatie dienst Stadsontwikkeling en participatie door de gemeente Helmond; bureau en taakuitvoering (f 89.500,-): naast de gebruikelijke bureaukosten is rekening gehouden met de kosten van de technische uitrusting voor archeologisch onderzoek. In de structurele voorziening wordt rekening gehouden met een basisbudget voor kleinschalig en proefonderzoek (f 55.000,-). De kosten van de grote onderzoeksprojecten, zoals Smalle Haven laten zich structureel niet vertalen. Voor de grote projecten wordt dan ook gekozen voor budgetten die worden bepaald en verantwoord per plan; educatie (f 25.000,ÃćâĆňâĂİ ):
het gaat hier om een basisbedrag voor publicaties, informatieverstrekking e.d.;
Raadsbijlage nummer 286
organisatie: tot nu toe is archeologisch onderzoek ondergebracht bij de dienst Maatschappelijke en Culturele Zaken, sector Kunst en Cultuur. Omdat archeologie een wezenlijk onderdeel vormt van het cultuurhistorisch beleid wordt voorgesteld om binnen de sector Kunst en Cultuur een afdeling Archeologie in te stellen. Gelet op de sterke relatie in het uitvoerende vlak (planning) en vanwege de financiering (zie hierna) zal met de dienst Stadsontwikkeling naast de bestaande frequente bilaterale contacten een afstemmingsoverleg worden ingevoerd.
b Archeologische projecten. De volgende grote opgraving projecten zijn thans in uitvoering of worden binnenkort in uitvoering genomen: Smalle Haven, De Admirant en Meerhoven. Deze grootschalige projecten vallen buiten de structurele voorziening en moeten afzonderlijk gefinancierd worden.
c Archeologische verwachtingskaart. Aan de hand van de hiervoor vermelde Archeologische verwachtingskaart van de gemeente Eindhoven 1999 kan worden getoetst of in een bepaald gebied waar bodemverstorende activiteiten plaatsvinden met archeologisch onderzoek rekening moet worden gehouden. Het is derhalve van belang om deze kaart vast te stellen als toetsingskader voor archeologisch onderzoek in de gemeente, met name bij bestemmingsplannen, bouwplannen en sloopplannen.
d Archeologische monumentenkaart. Op dit moment kent Eindhoven nog geen beschermde archeologische monumenten. Het archeologisch beleidsplan noemt enkele gebieden die hiervoor in aanmerking zouden kunnen komen. Wij zullen de Monumentencommissie verzoeken samen met de stadsarcheoloog voorstellen te ontwikkelen inzake de bescherming van daarvoor in aanmerking komende archeologische gebieden.
e Cultuurhistorie en ruimtelijke ordening. Cultuurhistorie in algemene zin ondervindt steeds meer belangstelling en aandacht. Daarbij wordt ook nadrukkelijk de relatie gelegd met de ruimtelijke inrichting. Eerstdaags verschijnt de nota Belvedere die op landelijk niveau cultuurhistorische kwaliteit aan de orde stelt als leidraad voor de ruimtelijke inrichting. Gelet op deze ontwikkelingen is het van belang om een cultuurhistorische waardenkaart op te stellen, die mede uitgangspunt kan vormen voor een verder cultuurhistorisch beleid. De cultuurhistorische kaart gaat verder dan de archeologische kaart en bevat alle historisch-geografisch waardevolle sporen van de mens.
Raadsbijlage nummer 286
Een dergelijke kaart wordt nu opgesteld voor/door de provincie Noord-Brabant, Deze kan als basis dienen voor een meer gedetailleerde gemeentelijke kaart. Wij zullen de stadsarcheoloog opdracht geven dienaangaande voorstellen te ontwikkelen. Verder zullen we de diensten Maatschappelijke en Culturele Zaken en Stadsontwikkeling verzoeken samen gedachten uit te werken voor een cultuurplanologisch beleid, waarbij cultuurhistorische aspecten nader beschouwd worden in relatie met de ruimtelijke planning.
f Kosten archeologisch onderzoek tot nu toe. In afwachting van een beslissing over een regionale voorziening in SRE-verband is een tijdelijke voorziening getroffen voor continuering van het dienstverband van de stadsarcheoloog. In de dekking is echter nog niet voorzien. De kosten zijn voorlopig door de dienst Maatschappelijke en Culturele Zaken betaald en geactiveerd op de balans. Het betreft de periode 1995-1999 en gaat om een bedrag van in totaal circa f 400.000,ÃćâĆňâĂİ.
Vanuit de in dit voorstel ontwikkelde visie stellen wij u voor om dit bedrag alsnog ten laste te brengen van het Grondbedrijf. Wij onderkennen, dat de opbrengsten van het grondbedrijf van de voorgaande jaren - na aftrek van de gemaakte kosten - reeds zijn gestort in het Fonds specifieke infrastructurele werken, zodat het uit een oogpunt van systematiek juister zou zijn deze alsnog toe te rekenen kosten dan ook direct ten laste van het fonds te brengen. Uiteindelijk is het resultaat echter hetzelfde.
5 Financiele gevolgen en risico’ s De financiele consequenties van vorenstaande kunnen als volgt worden samengevat.
a Structurele voorziening. Conform de begroting, opgenomen in het archeologisch beleidsplan, exclusief kosten gemeente Helmond, prijspeil 1999, per jaar: f 336.000,ÃćâĆňâĂİ.
In de huidige totale financiele opzet is uitgegaan van participatie door de gemeente Helmond. Indien de gemeente Helmond echter onverhoopt besluit niet te participeren, impliceert dit dat de vaste kosten (ca. f 35.000,-), welke thans worden doorberekend aan de gemeente Helmond, additioneel ten laste van de gemeente Eindhoven, in casu planexploitatie dienst Stadsontwikkeling, komen.
b Archeologische projecten. Ten laste van het Grondbedrijf (planexploitatie Smalle Haven):
- onderzoek Smalle Haventerrein f 326.070,ÃćâĆňâĂİ ; - onderzoek Smalle Haven/Ten Hagestraat f 292.570,ÃćâĆňâĂİ ;
- onderzoek Catharinaplein f 210.570,ÃćâĆňâĂİ. Ten laste van het Grondbedrijf (omdat de kosten niet in de exploitatie-overeenkomst Admirant/Vijksteeg aan het project kunnen worden toegerekend):
- onderzoek Admirant en omgeving f 213.370,ÃćâĆňâĂİ.
Raadsbij lage nummer 286
Ten laste van planexploitatie Meerhoven: ÃćâĆňâĂİ proefonderzoek
ÃćâĆňâĂİ eventueel vervolgonderzoek
c Kosten archeologisch onderzoek tot nu toe. Ten laste van het Grondbedrijf: - loonkosten stadsarcheoloog 1995-1998 - loonkosten stadsarcheoloog 1999 circa
f 98.500,ÃćâĆňâĂİ ;
p.m.
f 316.162,ÃćâĆňâĂİ ;
f 82.000,ÃćâĆňâĂİ.
Het ten laste brengen van deze kosten van het Grondbedrijf c.q. de planexploitatie Meerhoven zal ertoe leiden, dat de toekomstige stortingen door het Grondbedrijf in het Fonds specifieke infrastructurele werken met eenzelfde bedrag zullen achterblijven c.q. het risico van Meerhoven daarmee wordt vergroot.
6 Overige gevolgen van de aanpak Ter uitwerking van vorenstaande zal aan de gemeente Helmond een voorstel worden voorgelegd om voor 25%%uo te participeren in de structurele archeologische voorziening voor Eindhoven en Helmond. De samenwerking kan geschieden op contractbasis. Op basis van dit besluit zal bij de minister een opgravingbevoegdheid worden aangevraagd. Verder houdt onze visie in, dat toekomstgericht de kosten van de grootschalige opgravingprojecten in principe worden meegenomen in de planexploitatie, Organisatorisch houdt een en ander in, dat binnen de sector Kunst en Cultuur een afdeling Archeologie wordt ingesteld. Het vaststellen van de archeologische verwachtingskaart houdt in, dat deze een vast toetsingscriterium zal worden bij de beoordeling van ruimtelijke plannen, waar sprake kan zijn van bodemverstorende activiteiten.
7 Resultaten van overleg /inspraak Tussen de diensten Maatschappelijke en Culturele Zaken en 5tadsontwikkeling is ambtelijk overeenstemming over het voorstel. Met de Rijksdienst Oudheidkundig Bodemonderzoek is inzake de opgravingsbevoegdheid mondeling vooroverleg gevoerd. Hieruit mag worden afgeleid, dat de voorgestelde opzet voldoet aan de eisen voor het verkrijgen van een opgravingsbe-
voegdheid. De voorgestelde participatie door de gemeente Helmond met 25% is totstandgekomen mede op initiatief van en in nauw overleg met deze gemeente. Zo dit bij de gemeente Helmond niet tot de gewenste besluitvorming leidt zal alleen voor de gemeente Eindhoven een voorziening worden getroffen en zullen de kosten naar rato worden aangepast.
Raadsbijlage nummer 286
8 Communicatie Het besluit zal via de geijkte kanalen van de dienst Bestuursondersteuning, afdeling Communicatie in nauw overleg met de diensten Maatschappelijke en Culturele Zaken en Stadsontwikkeling kenbaar worden gemaakt en via de specifieke media op het gebied van archeologie.
9 Advisering raadscommissie(s) De commissie voor maatschappelijke ontwikkeling hebben wij over dit voorstel gehoord. Haar positief advies ligt voor u ter inzage. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
R. Welschen, burgemeester.
C. Tetteroo, secretaris.
Raadsbijlage nummer 286
Besluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 november 1999, nr. 286; gelet op het advies van de commissie voor maatschappelijke ontwikkeling; besluit:
1 ten behoeve van het tot stand brengen van een structurele voorziening voor archeologisch onderzoek: a in te stellen een afdeling Archeologie bij de dienst Maatschappelijke en Culturele Zaken, sector Kunst en Cultuur overeenkomstig opzet en begroting, zoals opgenomen in het Archeologisch beleidsplan 1999; b hiertoe de personeelsformatie structureel uit te breiden met maximaal 1,15 formatieplaats (afhankelijk van de participatie gemeente Helmond); c de jaarlijkse kosten ad a. in afwachting van structurele wetgeving ten laste te brengen van het Grondbedrijf; d in te stemmen met het aanstellen van twee medewerkers in het kader van IDbanen; e met de gemeente Helmond een contract aan te gaan gericht op participatie voor 25% in de structurele voorziening voor archeologisch onderzoek voor Eindhoven en Helmond; 2 ten behoeve van de financiering van grootschalige opgravingprojecten: a de kosten Smalle Haven/Ten Hagestraat/Catharinaplein ad f 829.210,ÃćâĆňâĂİ en Admirant e.o. ad f 213.370,ÃćâĆňâĂİ ten laste te brengen van het Grondbedrijf;
b de kosten proefonderzoek Meerhoven ad f 98.500,ÃćâĆňâĂİ ten laste te brengen van
de planexploitatie Meerhoven; c de kosten van toekomstige grootschalige archeologische projecten in principe ten laste te brengen van de desbetreffende planexploitatie; 3 de Archeologische verwachtingskaart gemeente Eindhoven 1999 vast te stellen als toetsingskader bij de beoordeling van ruimtelijke plannen; 4 de betaalde loonkosten van de archeoloog over de periode 1995-1999 ad circa f 400.000,ÃćâĆňâĂİ ten laste te brengen van het Grondbedrijf;
5 de begrotingswijziging 2000 dienovereenkomstig vast te stellen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 20 december 1999. N. van der Spek, voorzitter.
C. Tetteroo, secretaris.
kc99012014.def.doc