gemeente Eindhoven
Notitie bestuurlijke verklaring kwaliteitscriteria Externe Veiligheid gemeente Eindhoven Voor het opstellen van de bestuurlijke verklaring Externe Veiligheid is gebruik gemaakt van de aangeleverde opzet van het programma Brabant Veiliger 2011-2014. Deze opzet is gebaseerd op de gemeentelijke beleidscyclus, waarbij per onderdeel de kwaliteitscriteria zijn aangegeven. Op basis van een interne doorlichting in 2012 met het project “Uitvoering Externe Veiligheid geborgd in Eindhoven, een veilig idee” is verantwoord hoe we als Eindhoven aan deze kwaliteitscriteria voldoen. 1.
Strategisch beleid
De gemeente heeft een strategisch beleidskader vastgesteld waarin de visie, ambities en acties op het gebied van externe veiligheid (EV) zijn opgenomen. Dit beleidskader is vertaald naar de structuurvisie ruimtelijke ordening van de gemeente. De gemeente Eindhoven heeft in de Milieuvisie Gemeente Eindhoven de milieuambities beschreven voor de situatie in de stad in 2030. Deze milieuvisie is in februari 2005 vastgesteld. In paragraaf 4.6 “Externe veiligheid: minder en beheerste risico’s” van de milieuvisie zijn de ambities op het thema externe veiligheid opgenomen. De milieuambities uit de milieuvisie worden per vier jaar vertaald in een beleidsaanpak op hoofdlijnen. Voor de komende vier jaar is dit gebeurd in het Milieuwerkprogramma 20112014. De financiën voor de uitvoering van het milieuwerkprogramma is opgenomen binnen het collegeproduct Milieu. Voor nader uitwerking zie paragraaf 3. De gemeente Eindhoven heeft met de “Visie Externe Veiligheid – Risico’s de maat genomen” in een ruimtelijk instrument gemaakt waarmee de risico’s in de stad beter kunnen worden beperkt en beheerst. De kern van de visie richt zich op zo veel mogelijk ruimtelijk scheiden van risicobronnen met wonen en aanvullende veiligheidsmaatregelen bij ruimtelijke ontwikkelingen nabij risicobronnen. Deze visie is in mei 2009 vastgesteld. In deze visie worden vier verschillende gebiedsgerichte risicoprofielen onderscheiden. Voor elk gebied in de stad is aangegeven welk van de vier gebiedsgerichte risicoprofielen geldt. Deze gebiedsgerichte risicoprofielen gelden als uitgangspunt bij de bestemmingsplantoedeling in nieuwe ruimtelijke plannen en als beleidskader bij de toetsing van omgevingsvergunningen. De visie Externe veiligheid is verwerkt in de Interim Structuurvisie WRO van december 2009. Het aspect Externe Veiligheid is opgenomen in het Beleidskader Actieplan Integrale Veiligheid 2010-2013 onder het hoofdstuk “overige thema’s”. De aandacht richt zich daarbij vooral op het aspect Fysieke Veiligheid zoals in het landelijke kernbeleid is uitgewerkt. Voor deze thema’s wordt het bestaande basisniveau gehandhaafd en in
Ons kenmerk LD12026748
bestaande actieplannen wordt de aanpak geconcretiseerd, waarbij dan in de verantwoording wordt stilgestaan bij de resultaten.
2.
Operationeel beleid
De gemeente heeft operationeel beleidskader voor de uitvoering van de EV-taken en EV verankerd in ander operationeel beleid. Algemeen Het beleid op het beheer van de risico-informatie is dat deze actueel is volgens de provinciale afspraken Het Risico Register Gevaarlijke stoffen (RRGS) wordt door de gemeente zelf bijgehouden en wordt gezien als de basis waarop de gehele uitvoering van de EV-taken is gebaseerd. Dit beleid is vastgelegd in een service level agreement (SLA) tussen de uitvoerende afdelingen en sectoren: afdeling Milieu, afdeling GEO informatie en de sector VTH. Als Eindhoven passen we een ruimere definitie van risicovolle activiteiten toe dan de wettelijke definities. Hierdoor beschouwen wij meer activiteiten als risicovol, waardoor in meer gevallen een expliciete EV-toets zal plaatsvinden. Het doel is ruimtelijke “weeffouten” te voorkomen. Recentelijk is deze definitie op basis van voorschrijdend inzicht aangepast en meer in lijn met de wettelijke besluiten gebracht. Dit beleid is vastgelegd in de visie externe veiligheid De gemeente Eindhoven heeft beleid op het verantwoorden van het groepsrisico en heeft dit vastgelegd in het bij de visie horende Verantwoordingskader Groepsrisico (bijlage 6 van de Visie). Verder heeft de gemeente uitvoeringsbeleid op de handhaving en het toezicht op risicovolle activiteiten en heeft dit vastgelegd in een handhavingsprotocol (conform Brabantse handhavingsstrategie). De gemeente Eindhoven heeft het beleid om latente saneringssituaties op te lossen bij de actualisatie van bestemmingsplannen. Dit beleid is vastgelegd in de besluitvorming over de visie externe veiligheid, waarbij de opgestelde gebiedsprofielen als centrale basis worden gebruikt. Er is de afgelopen jaren werkende wijs uitgetest welke communicatie werkt (op basis van het door Brabant Veiliger aangereikte draaiboek). We hebben geconstateerd dat Risicocommunicatie vooral werkt op het moment dat de gemeente een product (vergunning, bestemmingsplan e.d.) moet vaststellen. Dan komt het voor burgers dichtbij. Voor algemene communicatie over externe veiligheid bestaat geen belangstelling. De gemeente heeft informatie over externe veiligheid ontsloten op de gemeentelijke website (http://www.eindhoven.nl/artikelen/Externe-veiligheid-1.htm). Op de milieu- en duurzaamheidsite van onze gemeente is een aparte pagina over Externe Veiligheid opgenomen. Daarbij is een koppeling gelegd met de Brabantse risicokaart en de aanpak van het Rijk (actie “Denk Vooruit”).
2
Ons kenmerk LD12026748
In het jaarlijks werk- en uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid wordt een programma opgesteld voor actieve communicatie over Externe Veiligheidsrisico’s. In relatie tot andere beleidsvelden: Het aspect externe veiligheid is geborgd in het milieubeleid door opname in het milieuwerkprogramma 2011-2014. Door het opstellen van de gebiedsgerichte risicoprofielen is externe veiligheid opgenomen in het ruimtelijke ordeningsbeleid. Externe veiligheid is ook afgestemd in het evenementenbeleid van de gemeente. In Eindhoven wordt gewerkt met een centrale Activiteitenkalender waarop de geplande evenementen staan vermeld. Op basis van de Visie Externe Veiligheid zijn afspraken rondom de beoordeling van evenementen in de nabijheid van risicobronnen. Hierbij speelt het opstellen van specifiek locatiebeleid een belangrijk rol omdat dit als kader gebruikt kan worden voor de verantwoording van de aanwezige (veiligheids)risico’s. Dit locatiebeleid wordt opgesteld in kader van het gemeentelijk evenementenbeleid. Daarbij zijn bindende afspraken zijn gemaakt, wat de EV-relevante zaken zijn en hoe de borging en uitvoering zal plaatsvinden. De visie externe veiligheid is gebaseerd op een integrale ruimtelijk-economische-milieu afweging; welke ontwikkelingen willen we waar in de stad mogelijk maken om de Brainport te kunnen ontwikkelen. Eindhoven heeft het aspect Externe Veiligheid dan ook niet specifiek opgenomen in economisch beleid. De gemeente heeft ook niet in een ander document specifiek beleid vastgelegd voor bedrijventerreinen ten aanzien van de mogelijkheid tot vestiging van risicovolle bedrijven. De Externe Veiligheidsrisico’s van lokaal transport worden 4-jaarlijks gemonitoord. Uit de onderzoeken van 2006 en 2010 blijkt dat de risico’s beperkt zijn en zelf in de afgelopen periode te zijn afgenomen. De wettelijke risicocontouren (PR 10-6 contouren) liggen op het wegvak; de hoogte van het groepsrisico ligt beduidend onder de oriënterende waarde. Het vervoer van gevaarlijke stoffen vindt al plaats over de gewenste wegen (tangenten, de ring), waardoor geen routering nodig is. In het verkeers/mobiliteitsbeleid is EV dan ook niet expliciet opgenomen. Openbare orde en veiligheid: de adviseurs rampenbestrijding nemen deel aan het gemeentebrede overleg Platform externe veiligheid. De sectoren en afdelingen leveren input voor het actueel houden van het integrale risicoprofiel van de stad. Dit integraal risicoprofiel maakt onderdeel uit van het beleid openbare orde en veiligheid en meegenomen bij de Beleidsvisie Integrale Veiligheid.
3
Ons kenmerk LD12026748
3.
Planning en control
De gemeente heeft alle noodzakelijk capaciteit en financiële middelen geborgd om de EVtaken te kunnen uitvoeren en de gestelde ambities te kunnen bereiken door het uitvoeren van de opgenomen acties.
In de gemeentelijke begroting zijn de financiële middelen als volgt geborgd: 1) in het programma Milieu (CP 8506) is een structureel budget beschikbaar ad € 80.000 dat ingezet kan worden voor specialistische adviezen, communicatie op EV vlak.. 2) in het project externe veiligheid zijn tot 2014 middelen voorzien welke specifiek verband houden met op orde brengen van de uitvoering van de externe veiligheidstaken . Daarnaast heeft elke vakdiscipline voor de uitvoering van haar EV-taken binnen haar eigen werkprocessen de werkbudgetten in de begroting voorzien. Binnen de beschikbare middelen wordt het jaarlijkse milieuprogramma geprogrammeerd. Hierin is voor alle milieuthema’s ( ook EV) aangegeven wat de gemeente wil bereiken in dat jaar en welke acties voor dat betreffende jaar nodig zijn. Het college vraagt via de begroting vervolgens instemming aan de Raad. Naast externe veiligheid zijn in het programma ook de risico’s van zendmasten en hoogspanningslijnen opgenomen, omdat dit een vergelijkbare aanpak vergt als de externe veiligheidsrisico’s. De voortgang van het uitvoeringsprogramma wordt besproken in het gemeentebrede platform Externe Veiligheid. Hierin zijn alle EV relevante sectoren, de veiligheidsregio en het SRE vertegenwoordigd. Het platform komt drie maal per jaar samen. Het uitvoeringsprogramma wordt jaarlijks gemonitoord en geëvalueerd in het platform EV. Jaarlijks worden de resultaten intern opgenomen in de planning & controlcyclus en daarnaast worden ze separaat verantwoord naar de provincie middels een verantwoordingsverslag. Via het bestaande 2-wekenlijkse beleidsoverleg vindt afstemming met de portefeuillehouder Mobiliteit, Milieu, Sport en Evenement plaats. In dit overleg worden operationele en beleidsontwikkelingen besproken en afspraken gemaakt over eventuele aanpassingen van het EV-werkprogramma. Afstemming met andere sectoren of afdelingen en gebeurt meestal op basis van lopende ruimtelijke en infrastructurele projecten of initiatieven. Op basis van intern overleggen worden beoordelingen rondom veiligheidsrisico’s uitgevoerd. Binnen het borgingsproject “Uitvoering van Externe Veiligheid geborgd in Eindhoven” is in overleg met betrokken sectorhoofden geïnventariseerd wat de relevante EV-taken zijn en hoe de borging kan plaatsvinden. Op basis van passende beheersmiddelen zoals SLA,
4
Ons kenmerk LD12026748
werkprocessen of instructies e.d is het beheer verder uitgewerkt en in de organisatie geïmplementeerd. De implementatie zal in 2013 nog verder worden uitgevoerd incl. het werken en verbeteren van het te ontwikkelen verbetercyclus. De expertise op het vlak van EV bij de gemeente voldoet aan de kwaliteitscriteria EV zoals opgenomen in de maatlat externe veiligheid en de eindrapportage ontwikkeling kwaliteitscriteria transitieprogramma (KPMG). De gemeente Eindhoven heeft beoordeeld of zij aan de kwaliteitscriteria transitieprogramma (KPMG) voldoet. Deze criteria hebben betrekking op een 5 –tal aspecten gericht op aanwezig kennis en kwaliteit. Wij kunnen op vrijwel alle aspecten als organisatie zelf voldoen. Een uitzondering is het BRZO-toezicht en het opstellen van kwalitatieve Risicoanalyse (QRA’s). Dit laat de gemeente uitvoeren door een BRZO- en/of EV-maatlatorganisatie op basis van opgestelde werkafspraken of specifieke dienstverleningsovereenkomsten. Door structurele samenwerking met deze organisaties kan de gemeente voldoen aan de genoemde kwaliteitscriteria.
Bij de gemeente is een EV- of milieuadviseur aanwezig die als verbindende schakel fungeert tussen de taakvelden en EV-specialisten. Binnen de gemeente zijn diverse milieuadviseurs aanwezig die als verbindende schakel fungeren tussen de taakvelden en de (interne/externe) EV-specialisten. Deze adviseurs zijn werkzaam binnen de sector ORVM en VTH en verzorgen EV-advies- en signaalfuncties. Binnen ORVM zijn de beleidsfuncties ondergebracht, wat zorgt voor integraliteit en een verbeterde interne samenwerking en lopen ook de contacten met de Veiligheidsregio. De EV-adviseur wordt op deze wijze actief betrokken bij de lopende initiatieven vanuit RO, VTH en mobiliteit en kunnen snel reageren op de EV-belangen. Ook de contacten met de veiligheidsregio over de formele en informele advisering rondom de externe Veiligheidsrisico (waaronder de verantwoording Groepsrisico of het brandweeradvies) lopen via de adviseur van de afdeling ORVM en zijn vastgelegd in werkafspraken.
Bij de gemeente is de (basis)kennis aanwezig om de relevantie van EV in een dossier te kunnen bepalen en de implicaties van een EV-advies volwaardig mee te kunnen nemen in de afweging. Binnen de gemeente is de kennis en ruimschoots ervaring aanwezig, in de vorm van EVen/of milieuadviseurs, diverse bestemmingsplanadviseurs en VTH specialisten. Zij kunnen direct de relevantie van EV in een dossier te bepalen en de implicaties van een EV-advies volwaardig meenemen in de afweging.
5
Ons kenmerk LD12026748
Op basis van een EV-coachingstraject, het geven van inhoudelijke werkpresentaties en het gemeentebrede platformoverleg wordt jaarlijks beoordeeld of de basiskennis van EV aanwezig is. Binnen het ontwikkelde gemeentelijke kennisnetwerk tussen de afdelingen ORVM, VTH en GO (gebiedsontwikkeling) is door de aanwezigheid van de kennis en ervaring snel bekend of er sprake is van EV-belangen. Door het gebruik van Geogids als signalerings- en de Visie Externe Veiligheid (incl, wetgeving) als toetsingskader kan direct een goede afweging voor een advies worden gemaakt. De kennis binnen de sector VTH is aanwezig door de aanwezigheid van ervaring EVspecialisten, de lopende contacten en afspraken met de EV-maatlatorganisatie en de korte afstemmingslijnen binnen de gemeente Eindhoven. Ook is de wethouder Wonen, Wijken, Ruimte en Burgerparticipatie al diverse jaren actief deelnemer van de bestuurlijke klankbordgroep Externe Veiligheid. Zij wordt gezien als een van de “kartrekker”van het programma Brabant Veiliger. Via ambtelijke vertegenwoordiger aan het provinciaal kernteam Externe Veiligheid is de gemeente ook snel op de hoogte van nieuwe wet- en beleidsontwikkeling. Deze worden via het platform Externe Veiligheid door deze vertegenwoordigers ook actief teruggekoppeld binnen de eigen gemeentelijke organisatie.
De aanwezige EV-deskundigen die bestuurlijk of ambtelijk adviseren bij de gemeente, beschikken over de juiste competenties, waaronder inlevingsvermogen, integraal denken en werken, en oplossingsgerichtheid. De EV-adviseurs en/of milieuadviseurs beschikken over competenties als inlevingsvermogen, integraal denken en werken en oplossingsgerichtheid. De vereiste competenties (Kennis, Vaardigheden, Speelruimte) zijn opgenomen in de functieprofielen van beleidsadviseur en vakspecialist. In persoonlijke prestatieplannen en beoordelingsgesprekken worden zo nodig afspraken gemaakt over training, bijscholing e.d. Door deelname aan relevante regionale en provinciale EV-symposia, kennisbijeenkomsten zoals Relevant en het leveren van inzet in de gezamenlijke EV-agenda worden de genoemde competenties van de adviseurs en specialisten continue aangevuld. Op deze wijze blijven deze EV-sleutelfiguren goed en actief op de hoogte van nieuwe EVontwikkelingen.
6
Ons kenmerk LD12026748
4.
Voorbereiden
De gemeente heeft het aspect EV geborgd in de werkprocessen. Dit betekent dat de borging van de uitvoering van de EV-taken en de samenwerking tussen alle benodigde interne vakdisciplines betrokken bij het aspect EV. De gemeente Eindhoven heeft het beleidskader voor de uitvoering van EV-taken zoveel als nodig verankerd in interne processen voor o.a. vergunningen, toezicht en handhaving, bestemmingsplannen en ruimtelijke projecten. In 2012 heeft de organisatie op de meest relevante EV-taken specifiek doorgelicht. Hiervoor is het project “uitvoering van Externe Veiligheid geborgd in Eindhoven (een veilig idee)” uitgevoerd. In dit project is beoordeeld wat de meest kritische en relevante taken op gebied van Externe Veiligheid zijn en zijn passende beheersmiddelen gebruikt om te zorgen voor een adequate uitvoering. In 2013 zal op basis van intern audits deze processen getoetst worden en indien nodig zal bijsturing plaatsvinden. In overleg met de sector Control zal invulling worden gegeven aan het uitvoeren van deze audits. Deze actie past goed in het voornemen van het programma Brabant Veiliger om 2013 te gebruiken om te proefdraaien. De activiteit zal onderdeel uitmaken van het gemeentebrede uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid 2013 -2014, waarbij de sector Openbare Ruimte, Verkeer en Milieu (ORVM) zal optreden als coördinerende afdeling.
Binnen de gemeente is een heldere rolverdeling in verantwoordelijkheden en taken van proceseigenaren en EV-deskundigen. De sector Openbare Ruimte, Verkeer en Milieu (OVRM) is verantwoordelijk voor de ruimtelijke ontwikkeling van de stad en de EV programmering. Daarnaast zijn de volgende afdelingen verantwoordelijk voor de uitvoering van EV-taken: • ORVM: het geven van kaders voor ruimtelijke plannen, het opstellen van bestemmingsplannen, routering, visie/beleid en procesbeschrijvingen, het uitvoeren van onderzoek, monitoring, saneringen, en het jaarlijkse actualisatie van de lokale risicoatlas. • VTH: het uitvoeren van vergunningverlening, toezicht en handhaving. • Projectmanagement: het uitwerken van kaders voor ruimtelijke plannen tot concrete ruimtelijke plannen. • Integrale Veiligheid: het uitvoeren van de taken rampenbestrijding en het periodiek actualiseren van het integraal risicoprofiel van de stad. • Communicatie: het ontsluiten van risico-informatie, de situatie voor de burger, het handelingsperspectief en de gemeentelijke aanpak.
7
Ons kenmerk LD12026748
•
Evenementen: het mogelijk maken van grote evenementen, zo veel mogelijk op afstand van grote risicobronnen (conform de Visie externe veiligheid). Bestuurlijk gezien zijn meerdere wethouders verantwoordelijk voor EV-onderdelen: • Burgemeester: integrale veiligheid, handhaving en rampenbestrijding. • Wethouder milieu, verkeer, evenementen en luchtvaart. • Wethouder stedelijke ontwikkeling, wonen, stationsgebied en Strijp S. De laatst genoemde wethouders is coördinerend wethouder voor externe veiligheid. Ambtelijk gezien is de rolverdeling als volgt: • Afdeling Milieu & Duurzaamheid is: o verantwoordelijk voor gemeentebrede coördinatie van planning en uitvoering van externe veiligheidstaken en de inhaalslag Brabant Veiliger; o voorzitter van het ambtelijk Platform externe veiligheid o verantwoordelijk voor advisering van de coördinerend wethouder externe veiligheid, inzake bestuurlijke klankbordgroep Brabant Veiliger • Afdelingen (Verkeer, Stedenbouw) en sectoren (VTH, Evenementen, Openbare orde en veiligheid) zijn verantwoordelijk voor integrale producten waarin externe veiligheid conform de Visie externe veiligheid is uitgewerkt. Hieronder is deze rolverdeling schematische weergegeven:
gemeenteraad
college
gemeentesecretaris en directieraad
Overige sectoren GO en Afd. o.a. communicatie
sector PM
sector ORVM
sector VB
EV-taak) EV-taak)
EV-taak)
sector VTH
EV-taak)
EV-taak)
Milieu & Duurzaamheid (Coördinatie EV)
8
Ons kenmerk LD12026748
Figuur 1. schema uitvoering EV De gemeente heeft geborgd dat er voldoende expertise beschikbaar is in de diverse werkprocessen. De gemeente Eindhoven heeft aan de hand van het transitieprogramma (KPMG) beoordeeld of zij voldoende expertise beschikbaar heeft. Dit is het geval met uitzondering van enkele EV-taken, waaronder Besluit Risico Zware Ongevallen (BRZO) en beoordeling van kwantitatieve risicoanalyse (QRA). Hiervoor heeft de gemeente een samenwerking met verschillende EV-maatlatorganisatie waaronder de SRE en de BRZO-maatlatorganisatie. Indien één van de EV- of milieuadviseurs wegvalt is voldoende achtervang aanwezig en kan tijdig worden ingehuurd bij o.a de SRE milieudienst of andere marktpartijen. In het borgingsproject zijn per afdeling de meest relevante bedrijfsprocessen benoemd. De beleidsafdeling ORVM stelt jaarlijks een uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid op waarin de uit te voeren EV-activiteiten en projecten zijn benoemd. Dit programma wordt in het Platform Extern Veiligheid besproken en opgenomen in het uit te voeren milieuprogramma. Bij dit programma wordt gebruik gemaakt van de format van het programma Brabant Veiliger, zodat ook op een juiste wijze een verantwoording kan plaatsvinden. Onderdeel van dit format is ook om de beschikbare expertise aan te geven. Op basis van een accountantsverklaring heeft in 2011 een beoordeling van het EV-programma plaatsgevonden. Ook in 2012 zal deze verklaring wederom worden gevraagd.
De EV-specialisten kunnen onafhankelijk toetsen, ofwel een “zuiver” risicobeeld schetsen. Dat wil zeggen niet bij voorbaat al ingeperkt of ingekleurd door politieke preferenties of financiële afwegingen. Alle primaire EV-relevante processen voor het realiseren van de Visie externe veiligheid zijn beschreven in het aangeven project “Uitvoering van Externe Veiligheid geborgd in Eindhoven, een veilige idee”. In onderstaand schema is een weergave van deze processen weergegeven.
9
Ons kenmerk LD12026748
Figuur 2. geselecteerde werkprocessen EV binnen borgingsproject
10
Ons kenmerk LD12026748
Daarbij wordt ingegaan op de situatie als bijvoorbeeld in kader van het bestemmingsplan niet (geheel) aan de visie wordt voldaan. In het uitgebrachte advies aan het het college is het resultaat van de toets aan de visie, transparant en inzichtelijk gemaakt en concreet uitgeschreven. Het gemeentebrede Platform externe veiligheid wordt gebruik als klankbord voor de uitvoering van complexe EV taken. Zo kan het Platform “over de schouders van afdelingen en sectoren” meekijken en gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan de coördinerend wethouder c.q. het college over voor te leggen voorstellen en adviezen. In geval van een politiek gevoelig of complex EV-vraagstuk kan ook nog teruggevallen worden, op een EV-maatlatorganisatie zoals het SRE. Op deze wijze kan altijd op een professionele en zuivere manier een EV-beoordeling plaatsvinden. Ook heeft de gemeente Eindhoven een integriteitbeleid vastgesteld en hebben medewerkers daartoe ook een verklaring ondertekend. Op deze wijze mag verwacht worden dat de professionaliteit van de medewerkers is gewaarborgd. Daarnaast zijn voor alle functieprofielen competenties vastgesteld. Verwacht mag worden dat de betrokken EV-medewerkers met een open houding vraagstukken en problemen zullen benaderen.
Bij de gemeente is EV-deskundigheid op de locatie beschikbaar om basiskennis en ervaringsopbouw te ontwikkelen. Binnen de gemeente is de afgelopen jaren brede kennis en ervaring opgebouwd bij EV adviseurs, en VTH en RO specialisten. Die kennis en ervaring is eigen gemaakt door ca. 12 tot 15 medewerkers verspreid over de verschillende afdelingen. Het Platform externe veiligheid inventariseert periodiek, met name bij het opstellen van het werkprogramma de behoefte aan bijscholing en kennisdelen. In kader van de regionale samenwerking in Zuidoost Brabant wordt ook actief gedaan aan delen van EV-kennis. Naast de regio nemen ook de gemeenten Helmond, Veldhoven, Gelrop-Mierlo en de Veiligheidsregio deel aan dit regionale kernteamoverleg.. Dit overleg vindt periodiek plaats, waarbij zowel nieuwe ontwikkelingen als concrete resultaten van uitgevoerde activiteiten aan de orde komen. Ook de actieve deelname aan kennisplatformen waaronder het programma Brabant Veiliger en het landelijke kennisplatform “Relevant” zorgen dat directe basiskennis en toepassingsmogelijkheden binnen Eindhoven aanwezig is. De EV-coördinator binnen ORVM vult hierbij ook een actieve rol van kennismakelaar en gebruikt hiervoor de interne communicatiemiddelen als Intranet (Pino), nieuwsbrieven e.d.
11
Ons kenmerk LD12026748
5.
Uitvoering
De gemeente geeft uitvoering aan de EV-taken: De gemeente Eindhoven beheert de risico-informatie van stationaire risicobronnen, transportroutes en vliegbewegingen, waarvoor conform wet- en regelgeving een registratieverplichting geldt, zodanig dat deze actueel, juist en volledig is vastgelegd in het Register Risico Gevaarlijke stoffen (RRGS). Dit is opgenomen in het SLA over risicobronnen tussen GEO informatie, afdeling Milieu en sector VTH, en het werkproces borgen risicoinformatie. De gemeente Eindhoven heeft een verwijzing vanaf de gemeentelijke website naar de risicokaart voor haar eigen grondgebied. In omgevingsvergunningen verleend door de gemeente Eindhoven is het aspect externe veiligheid meegenomen. De omgevingsvergunningen worden gehandhaafd op het aspect externe veiligheid. Dit is opgenomen in de werkprocessen sector VTH. De gemeente Eindhoven neemt, indien nodig, het aspect externe veiligheid mee bij verkeersbesluiten. Uit de tot nu toe verrichte risicostudies (2006 en 2010) is gebleken dat daartoe geen aanleiding was. De gemeente zorgt voor een actueel inzicht in de risico’s over gemeentelijke wegen. Eindhoven inventariseert hiertoe vierjaarlijks de EV-risico’s op de gemeentelijke wegen. In ruimtelijke plannen opgesteld door de gemeente Eindhoven is het aspect externe veiligheid meegenomen. De ruimtelijke plannen worden of zijn geactualiseerd ten aanzien van externe veiligheid binnen de wettelijke termijnen. Dit is opgenomen in de werkprocessen ORVM zoals opgenomen in het borgingsproject. De gemeente Eindhoven verantwoordt het groepsrisico in alle ruimtelijke plannen en omgevingsvergunningen waar dit conform wet- en regelgeving is vereist. Hierbij worden de stappen uit “Verantwoorde brandweer advisering externe veiligheid” doorlopen. Bij elke verantwoording van het groepsrisico vindt een bewuste bestuurlijke afweging en besluitvorming plaats van risico’s in de relatie tot de omvang van rampen. Dit is opgenomen in de werkprocessen ORVM en VTH De gemeente heeft alle saneringssituaties bij de Bevi-inrichtingen opgelost en actualiseert de bestemmingsplannen binnen de gestelde termijnen zodanig dat de latente saneringssituaties worden opgelost. De gemeente geeft uitvoering aan het communicatiebeleid via de eigen website. Dit geldt ook voor de communicatie die door de veiligheidregio inzake risico’s rondom externe veiligheid.
12
Ons kenmerk LD12026748
De gemeente communiceert actief met de bronhouder en de Veiligheidsregio over risicobronnen naar de burgers in naastgelegen wijken/gebieden in het geval er verzocht wordt om wijziging van de risicobron. Er is goede ervaring opgedaan met het organiseren van open dagen bij een aantal risicovolle (Bevi)bedrijven.
6.
Monitoring
De gemeente monitoort jaarlijks de kwaliteitscriteria zoals genoemd in het Programma Brabant Veiliger 2011-2014. De gemeente Eindhoven gaat jaarlijks monitoren of zij nog aan de kwaliteitscriteria voldoet door in het platform EV, de kwaliteitscriteria door te lopen. Het programma is ook opgenomen in het milieu(uitvoerings)programma en wordt jaarlijks geëvalueerd door middel van een verantwoordingsverslag en teruggekoppeld via de planning & controlcyclus aan het bestuur. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van de hulpmiddelen van Brabant Veiliger. Als uit de verantwoording blijkt dat niet (meer) aan alle kwaliteitscriteria wordt voldaan, worden actiepunten opgenomen in het nieuw jaarlijks uitvoeringsprogramma.
7.
Rapportage, evaluatie en bijsturing
De gemeente evalueert jaarlijks aan de hand van de monitoring in hoeverre binnen de eigen organisatie voldaan wordt aan de kwaliteitscriteria en in hoeverre bijsturen binnen de organisatie noodzakelijk is. De gemeente Eindhoven gaat jaarlijks in het Platform EV evalueren of zij nog aan de kwaliteitscriteria voldoet aan de hand van de monitoring uit punt 6. Indien blijkt dat niet (meer) aan alle kwaliteitscriteria wordt voldaan, worden actiepunten opgenomen in het jaarlijkse uitvoeringsprogramma.
De gemeente rapporteert jaarlijks de voortgang op de kwaliteitscriteria zoals genoemd in het Programma Brabant Veiliger 2011-2014. De resultaten van de monitoring en evaluatie zoals hiervoor opgenomen, worden jaarlijks gerapporteerd aan de provincie en het college via de planning & controlcyclus. Ook in het milieujaarverslag wordt het bestuur geïnformeerd over de uitvoering van taken en ontwikkelingen op EV-gebied. De verantwoordingsverplichting binnen het programma Brabant Veiliger is hier onderdeel van.
13
Ons kenmerk LD12026748
De gemeente implementeert nieuwe of gewijzigde wet- en regelgeving op EV en borgt deze in eigen beleid en uitvoering. Binnen de gemeente Eindhoven wordt in het Platform EV gesproken over nieuwe of gewijzigde wetgeving en de gevolgen voor beleid en uitvoering. Actiepunten voor implementatie en borging in eigen beleid en uitvoering worden opgenomen in het jaarlijkse uitvoeringsprogramma EV.
De gemeente stelt haar strategisch beleid bij indien uit de monitoring blijkt dat dit noodzakelijk is of wanneer actualisatie wettelijk gezien noodzakelijk is. Indien uit monitoring/evaluatie door het Platform EV blijkt dat het strategisch beleid van de gemeente Eindhoven moet worden bijgesteld, dan wordt dit als actiepunt opgenomen in het jaarlijkse uitvoeringsprogramma.
14