Nota Parkeernormen gemeente Eindhoven
Afdeling Verkeer en openbare ruimte Maart 2012
Inhoudsopgave
1.
Inleiding
2
1.1
Aanleiding voor nieuwe parkeernormen
2
1.2
Wat is een parkeernorm?
2
1.3
Juridische basis voor parkeernormen
2
2.
Parkeernorm
3
2.1
Gebiedsindeling
3
2.2
Tabel Parkeernormen
4
2.3
Acceptabele loopafstanden
8
2.4
Reductiefactoren parkeervoorzieningen op eigen terrein
9
2.5
Aanwezigheidspercentages bij dubbelgebruik
10
3.
Uitvoeringsregels parkeernormen
11
1
1.
Inleiding
1.1
Aanleiding voor nieuwe parkeernormen
De vigerende parkeernormen zijn in 2008 vastgesteld. De huidige economische situatie vraagt echter om meer flexibiliteit. Deze nota parkeernormen en de beleidsregels toepassing parkeernormen gemeente Eindhoven geven invulling aan de wens om meer ontwikkelingen mogelijk te maken. Daarnaast is er invulling gegeven aan de vraag de regelgeving te vereenvoudigen. 1.2
Wat is een parkeernorm?
Iedere ruimtelijke functie (wonen, werken, winkelen) trekt een bepaalde hoeveelheid autoverkeer en genereert daarmee ook een bepaalde parkeerbehoefte. Een parkeernorm is een getal dat aangeeft hoeveel parkeerplaatsen voor een dergelijke functie nodig zijn per eenheid of oppervlakte. De parkeernormen die in deze nota worden voorgesteld bieden houvast bij het bepalen van de benodigde parkeerruimte (de parkeereis) bij woningen, kantoren, winkels, etc. Het aantal aan te leggen plaatsen is afhankelijk van de grootte van de voorziening en de parkeernorm die bij die ontwikkeling hoort. Parkeernormen zijn aan de orde bij nieuw- en verbouw van vastgoed. Wanneer een omgevingsvergunning wordt aangevraagd toetst de gemeente of aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan. Die voorwaarden behelzen onder andere dat in voldoende mate voorzien wordt in parkeercapaciteit ten behoeve van het bouwplan. Het gebruik van juiste parkeernormen draagt bij aan een gunstig leef- en woonklimaat: met voldoende parkeerplaatsen wordt parkeeroverlast voorkomen, en met een lager aanbod van plaatsen voor bepaalde functies kunnen mensen gestimuleerd worden tot een bewuster mobiliteitsgedrag en een andere vervoerwijze. Sturing in het aanbod van parkeerplaatsen via parkeernormen kan daarbij een middel zijn. 2.3
Juridische basis voor parkeernormen
De parkeernormen in deze nota hebben betrekking op nieuw- en verbouwplannen waarvoor een omgevingsvergunning verplicht is. Om te beoordelen of een vergunning verleend kan worden, toetst de gemeente de aanvraag voor een omgevingsvergunning op dit moment aan de bouwverordening en het bestemmingsplan. Met de komst van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) behoort het onderwerp parkeren te worden geregeld in de (nieuwe) bestemmingsplannen. Als uitwerking hiervan is in artikel 8.17 van de Invoeringswet Wro bepaald dat artikel 8, vijfde lid van de Woningwet vervalt. In verband met wetstechnische problemen is besloten dit deel van de Invoeringswet Wro vooralsnog niet in werking te doen treden. Een nieuwe datum van inwerkingtreding is niet bepaald. Dit betekent dat onder meer het ‘parkeerartikel’ uit de bouwverordening blijft bestaan, ook indien op grond van de nieuwe Wro een bestemmingsplan wordt vastgesteld, waarin niet is voorzien in een regeling over het parkeren. Omdat deze regeling eindig is adviseert de VNG een nota parkeernormen op te stellen om goed voorbereid te zijn op een nieuwe aanpak. Het college kan ontheffing verlenen van de parkeernormen/parkeereis. Hiervoor zijn beleidsregels opgesteld. In deze beleidsregels wordt aangegeven in welke gevallen ontheffing kan worden verleend van de parkeereis. Deze beleidsregels staan niet open voor inspraak of bezwaar en beroep.
2
2.
Parkeernorm
In dit hoofdstuk zijn de tabellen opgenomen waarin wordt aangegeven welke parkeernorm voor welke functie van toepassing is. Er wordt gewerkt met een minimum en een maximum norm. De minimale norm moet gerealiseerd worden en er mag niet meer gerealiseerd worden dan de maximale norm. De parkeernormen zijn gebaseerd op de parkeerkencijfers van het CROW (Het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte). Op basis van deze tabellen wordt per ruimtelijke ontwikkeling de parkeereis bepaald. De parkeereis is het totaal aan parkeerplaatsen dat de aanvrager moet aanleggen. Deze parkeerplaatsen moeten in principe op eigen terrein worden gerealiseerd. In de beleidsregels toepassing parkeernormen gemeente Eindhoven is aangegeven wanneer hiervan kan worden afgeweken. 2.1
Gebiedsindeling
De parkeernormen gaat uit van een gebiedsindeling centrum, schil en rest. Dit onderscheid is gebaseerd op het uitgangspunt dat het autobezit in het centrum lager is en dat voorzieningen beter bereikbaar zijn middels andere vervoerswijzen, zoals (H)OV en trein. In Eindhoven worden de volgende drie gebieden onderscheiden:
Centrum
De buurten: Binnenstad, Fellenoord, Witte Dame en De Bergen. Oftewel, het gebied begrensd door: Fellenoord, Boschdijk, Pastoor Petersstraat, Veldmaarschalk Montgomerylaan, Vincent van de Heuvellaan, John F. Kennedylaan, Prof. Dr. Dorgelolaan, Dommel, Vestdijk, Hertogstraat, P Czn Hooftlaan, Wal, Dommel, Edenstraat, Mauritsstraat, Vonderweg, Fellenoord.
Schilwijk
de overige gebieden binnen de Ring
Rest
Ring en alles daarbuiten
Opmerking: de scheidslijn tussen gebieden loopt in principe over de as van de genoemde straten en wegen (ook in geval van de Ring).
Tabel: gebiedsindeling
3
2.2 Tabel Parkeernormen aandeel hoofdfunctie
Functie
eenheid
centrum Min
2
WONEN woning groot (>120 m bvo) woning midden (80 tot120 m2 bvo) 2
woning klein (< 80 m bvo)
schilwijken
max
min
max
rest min
bezoekers Opmerkingen max
woning
1,3
1,5
1,5
1,8
1,7
2,3
0,3 BVO NEN 2580
woning
1,2
1,4
1,4
1,7
1,6
2,1
0,3 BVO NEN 2580
woning
1,1
1,3
1,3
1,6
1,5
1,9
0,3 BVO NEN 2580 zelfstandige woning met beperkte zorgvoorzieningen (veel gereserveerde gehandicaptenplaatsen, dus minder gecombineerd gebruik
Serviceflat / aanleunwoning
woning
0,4
0,6
0,5
0,7
0,6
0,8
0,2 mogelijk)
kamer verhuur
kamer
0,3
0,6
0,4
0,7
0,5
0,8
0,2 niet de beschikking over eigen
verpleeg- / verzorgingstehuis
wooneenheid
0,4
0,6
0,5
0,7
0,6
0,8
100 m2 bvo
3,0
4,0
nvt
nvt
nvt
nvt
85% 1 arbeidsplaats = 40 m2 bvo
100 m2 bvo
nvt
nvt
nvt
nvt
3,0
4,0
85% 1 arbeidsplaats = 40 m2 bvo
100 m2 bvo
nvt
nvt
2,5
3,5
3,0
4,0
85% 1 arbeidsplaats = 40 m2 bvo
kleinschalige winkel
100 m2 bvo
nvt
nvt
2,0
2,5
2,5
3,0
85% 1 arbeidsplaats = 40 m2 bvo
Supermarkt
100 m2 bvo
2,0
3,0
3,0
4,0
4,0
5,0
85% 1 arbeidsplaats = 40 m2 bvo
WINKELEN binnenstad / hoofdwinkelgebied
0,2 vervoer, maar incl. personeel
stadsdeelwinkelcentrum (winkelcentrum Woensel) wijkwinkelcentrum (Haagdijk, Trudoplein, Woenselse markt, Kastelenplein)
excl. supermarkt
Buurtwinkelcentrum / solitaire
excl. supermarkt
1 arbeidsplaats = 40 m2 bvo Bedoeld is hier een grote publiekstrekker met regionale grootschalige detailhandel
100 m2 bvo
nvt
nvt
4,5
6,5
5,5
8,0
85% functie.
bouwmarkt / tuincentrum
100 m2 bvo
nvt
nvt
3,0
4,0
4,0
5,0
85% 1 arbeidsplaats = 40 m2 bvo
kringloopwinkel
100 m2 bvo
2,2
2,7
2,2
2,7
2,2
2,7
showroom (auto's, boten etc.)
100 m2 bvo
0,4
0,6
0,6
1,0
1,0
2,0
35% 1 arbeidsplaats = 30- 50 m2 bvo
4
aandeel hoofdfunctie
Functie
eenheid
centrum Min
schilwijken
max
min
max
rest min
bezoekers Opmerkingen max 1 m' marktkraam = 6 m2 bvo (indien geen parkeren achter kraam dan + 1,0 pp per
(week)markt
1 m' marktkraam
0,1
0,3
0,2
0,3
0,3
0,5
85% standhouder extra)
Kantoren
100 m2 bvo
1,0
1,4
1,2
1,8
1,8
3,0
15% 1 arbeidsplaats = 25-35 m2 bvo
100 m2 bvo
0,2
0,3
0,3
0,6
0,6
1,0
5% 1 arbeidsplaats = 30-50 m2 bvo
100 m2 bvo
0,7
1,2
1,2
2,0
2,0
2,5
5% 1 arbeidsplaats = 30-50 m2 bvo
WERKEN arbeidsextensieve / bezoekersextensieve bedrijven (loods, opslag, transportbedrijf, etc.) arbeidsintensieve / bezoekersextensieve bedrijven (industrie, laboratorium, werkplaats, etc.) Arbeidsextensieve/bezoekersintensiev e bedrijven/ Showroom (auto’s, keukens meubels, caravans)
100 m2 bvo
0,4
0,6
0,8
1,7
1,0
1,2
35% 1 arbeidsplaats = 30-50 m2 bvo
bedrijfsverzamelgebouw
100 m2 bvo
0,8
1,5
1,0
1,7
1,2
1,9
10% 1 arbeidsplaats = 30-40 m2 bvo
100 m2 bvo
3,0
5,0
4,0
7,0
5,0
10,0
90%
evenementenhal / beursgebouw / congresgebouw VRIJE TIJD café / bar / discotheek / cafetaria
100 m2 bvo
3,0
5,0
4,0
6,0
5,0
7,0
90%
restaurant
100 m2 bvo
4,0
8,0
8,0
12,0
10,0
14,0
80%
hotel
kamer
0,5
1,0
0,7
1,3
0,9
1,5
-
museum
100 m2 bvo
0,3
0,5
0,5
0,8
0,8
1,0
95%
bibliotheek
100 m2 bvo
0,3
0,5
0,5
0,8
0,8
1,0
95%
bioscoop / theater / schouwburg
zitplaats
0,1
0,2
0,2
0,3
0,3
0,5
-
100 m2 bvo
2,0
5,0
3,0
6,0
4,0
7,0
90%
sociaal cultureel centrum / wijkgebouw
5
aandeel hoofdfunctie
Functie
eenheid
centrum Min
schilwijken
max
min
max
rest min
bezoekers Opmerkingen max Indien geen avondfunctie, dan
Gymlokaal
100 m2 bvo
1,0
1,5
1,5
2,0
2,0
2,5
95% parkeervraag = 0
sporthal (binnen)
100 m2 bvo
1,0
1,5
1,5
2,0
2,0
2,5
95% + 0,1-0,2 pp. per bezoekersplaats
bij sporthal met wedstrijdfunctie: Alleen opp. sportterreinen tellen 95% mee.
sportveld (buiten)
ha. netto terrein
nvt
nvt
13,0
27,0
13,0
27,0
dansstudio / sportschool
100 m2 bvo
1,0
2,0
2,0
3,0
3,0
4,0
90%
squashbanen
baan
0,5
1,0
1,0
1,5
1,0
2,0
90%
tennisbanen
baan
0,5
1,0
1,0
2,0
2,0
3,0
95%
golfbaan
hole
nvt
nvt
nvt
nvt
6,0
8,0
95%
bowlingbaan / biljartzaal
baan/tafel
stadion
zitplaats
1,0
1,5
1,5
2,0
1,5
2,5
95%
0,04
0,2
0,05
0,3
0,06
0,4
99%
7,0
9,0
8,0
10,0
9,0
11,0
98%
100 m² opp. zwembad
bassin
themapark / pretpark
ha. netto terrein
2,0
8,0
3,0
10,0
4,0
12,0
90%
overdekte speeltuin/hal
100 m2 bvo
2,0
8,0
3,0
10,0
4,0
12,0
90%
manege
box
nvt
nvt
nvt
nvt
0,3
0,8
-
100 m2 bvo
3,0
4,0
4,0
5,0
5,0
6,0
-
bed
1,0
1,3
1,3
1,7
1,5
2,0
bij vaste bezoektijden
GEZONDHEIDSZORG ziekenhuis
65% bovengrens hanteren
arts / maatschap / therapeut /
met minimum van 3
consultatiebureau
Behandelkamer
1,0
1,5
1,5
2,0
1,5
2,5
65% parkeerplaatsen per praktijk
apotheek
100 m2 bvo
1,7
2,1
2,0
2,4
2,3
2,7
90%
collegezaal
10,0
15,0
15,0
20,0
20,0
25,0
ONDERWIJS beroepsonderwijs dag (MBO, ROC, WO, HBO)
totale parkeervraag = - collegezalen + leslokalen
6
aandeel hoofdfunctie
Functie
eenheid
centrum Min
schilwijken
max
min
max
rest min
bezoekers Opmerkingen max
beroepsonderwijs dag (MBO, ROC, WO, HBO)
collegezaal = circa 150 zitplaatsen leslokaal
4,0
5,0
5,0
7,0
5,0
10,0
-
Havo, Vmbo)
leslokaal
0,5
0,8
0,5
1,0
0,5
2,0
- leslokaal = circa 30 zitplaatsen
avondonderwijs
student
0,4
0,6
0,5
0,7
0,6
0,8
-
basisonderwijs
leslokaal
0,5
0,7
0,6
1,0
0,8
2,0
- exclusief Kiss & Ride
kinderdagverblijf
arbeidsplaats
0,4
0,8
0,5
0,9
0,6
1,0
- exclusief Kiss & Ride
Kiss & Ride
100 leerlingen
4,0
6,0
5,0
7,0
6,0
8,0
-
perceel
nvt
nvt
nvt
nvt
0,3
0,5
zitplaats
0,1
0,2
0,1
0,2
0,1
0,3
-
10,0
20,0
15,0
30,0
15,0
30,0
-
voorbereidend dagonderwijs (Vwo,
crèche / peuterspeelzaal /
OVERIGEN volkstuin Religiegebouw (kerk, moskee, et cetera)
gelijktijdige begrafenis / Begraafplaats / crematorium
crematie
7
2.3
Acceptabele loopafstanden
Indien de parkeervraag niet (volledig) op eigen terrein kan worden opgelost kan gekeken worden naar vervangende parkeergelegenheid In onderstaande tabel is aangegeven wat een acceptabele loopafstand tot deze alternatieve parkeergelegenheid is. Hoofdfunctie Wonen centrum Wonen schilwijk Wonen rest Winkelen Werken Ontspanning Gezondheidszorg Onderwijs Tabel: acceptabele loopafstand
Acceptabele loopafstanden (in meter) 400 200 100 200-600 200-800 100 100 100
2.4 Reductiefactoren parkeervoorzieningen op eigen terrein In een woonwijk met veel garages en (dubbele) opritten zijn in theorie mogelijk voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein aanwezig. In de praktijk zal blijken dat een groot gedeelte van het theoretische aanbod niet wordt gebruikt, doordat auto’s toch regelmatig op de openbare weg parkeren. Dit gedrag zal veel minder gebeuren in een gebied waarin het parkeren gereguleerd is (betaald parkeren of een gebied voor parkeervergunninghouders). Daarom zal deze tabel alleen worden toegepast in gebieden waar geen sprake is van een parkeerregulering. Parkeervoorziening Theoretisch aantal Enkele oprit zonder garage 1 Lange oprit zonder garage of carport 2 Dubbele oprit zonder garage 2 Garage zonder oprit (bij woning) 1 Garagebox (niet bij woning) 1 Garage met enkele oprit 2 Garage met lange oprit 3 Garage met dubbele oprit 3 Tabel: reductiefactoren parkeervoorzieningen op eigen terrein
Berekend aantal 0,8 1,0 1,7 0,6 0,7 1,2 1,5 2,0
Opmerking oprit minimaal 5,0 meter diep oprit minimaal 4,5 meter breed
oprit minimaal 5,0 meter diep oprit minimaal 4,5 meter breed
8
2.5 Aanwezigheidspercentages bij dubbelgebruik De parkeernormen zijn onderverdeeld in functies. In sommige gevallen, met name bij grotere ontwikkelingen, vindt een combinatie van functies plaats. In dat geval dient gekeken te worden naar de momenten in de week waarop per functie de parkeervraag zich voordoet. Op deze wijze is namelijk dubbelgebruik te realiseren, hetgeen uit oogpunt van kostenbesparing en optimaal gebruik van schaarse ruimte wenselijk is. In de CROW-richtlijnen is een tabel opgenomen waarin op basis van ervaringen per functie over de specifieke delen van de week het aanwezigheidspercentage wordt weergegeven. Deze tabel wordt ook in Eindhoven toegepast.
Gelijktijdige aanwezigheid Woningen
Werkdag ochtend
Werkdag middag
Werkdag avond
Koopavond
Zaterdagmiddag
Zaterdagavond
Zondagmiddag
50%
60%
100%
90%
60%
60%
70%
Detailhandel
30%
70%
20%
100%
100%
0%
0%
Kantoor
100%
100%
5%
10%
5%
0%
0%
Bedrijven
100%
100%
5%
10%
5%
0%
0%
Sociaal cultureel
10%
40%
100%
100%
60%
90%
25%
Sociaal medisch
100%
100%
30%
15%
15%
5%
5%
Ziekenhuis
85%
100%
40%
50%
25%
40%
40%
Dagonderwijs
100%
100%
0%
0%
0%
0%
0%
Avondonderwijs
0%
0%
100%
100%
0%
0%
0%
Bibliotheek
30%
70%
100%
70%
75%
0%
0%
Museum
20%
45%
0%
0%
100%
0%
90%
Restaurant
30%
40%
90%
95%
70%
100%
40%
Café
30%
40%
90%
85%
75%
100%
45%
Bioscoop, theater
15%
30%
90%
90%
60%
100%
60%
Sport 30% 50% Tabel: Gelijktijdige aanwezigheid (bron: CROW, ASVV 2004)
100%
90%
100%
90%
85%
9
3. Uitvoeringsregels parkeernormen Op basis van de tabellen in hoofdstuk 2 kan per ontwikkeling of bouwplan de parkeereis worden berekend. De parkeereis is het totaal aan parkeerplaatsen dat de aanvrager moet aanleggen, waarbij rekening is gehouden met de parkeernormen, meervoudig gebruik van parkeerplaatsen, de reductiefactoren voor parkeergelegenheid op eigen terrein en al aanwezige parkeerplaatsen die aan de ‘oude functie’ kon worden toegeschreven.
De volgende uitvoeringsregels zijn van toepassing: 1.
De ontheffingsmogelijkheden voor de aanleg van minder parkeerplaatsen dan de minimale norm en de aanleg van meer parkeerplaatsen dan de maximale norm worden behandeld volgens de door het college vastgestelde beleidsregels.
2.
De parkeernorm is inclusief het bezoekers parkeren. De parkeerplaatsen voor bezoekers moeten openbaar toegankelijk zijn. Het aantal bezoekersplaatsen kan bepaald worden met de waarden in de kolom ‘aandeel bezoekers’.
3.
De (som van de) berekende parkeervraag (= parkeereis) wordt in gehele getallen naar boven afgerond.
4.
Studentenkamers/studio’s/woningen komen uitsluitend in aanmerking voor de parkeernorm “kamerverhuur” indien er sprake is van een “campuscontract”, zie ook de beleidsregels.
5.
Salderen: bij functiewijziging (waarbij het pand blijft staan) kan worden afgeweken van de parkeernorm op eigen terrein, als de parkeervraag die bij de nieuwe functie hoort, lager of gelijk is aan de parkeervraag (op basis van de parkeernorm die gold bij de bouwaanvraag) van de oude functie. In dat geval hoeven er geen extra parkeerplaatsen te worden gerealiseerd. Als de norm voor de nieuwe functie hoger is, moet het verschil aan parkeerplaatsen tussen de nieuwe parkeereis en de bestaande (aan de oude functie toe te wijzen plaatsen) extra worden aangelegd. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de aanwezigheidspercentages van de nieuwe en de oude functie.
6.
Wanneer niet vooraf bekend is welke functies zich in een gebouw gaan vestigen, wordt per aanvraag bekeken welke parkeereis gesteld moet worden, daarbij rekening houdend met de volgens het bestemmingsplan toegestane functies.
7.
Als bij een functie ten gevolge van de parkeereis parkeercapaciteit wordt gerealiseerd, dan is deze capaciteit ook primair bedoeld voor de gebruikers en bezoekers van de betreffende functie. Het is de eigenaar van de parkeerplaatsen niet toegestaan de aan de functie gekoppelde capaciteit, geheel of gedeeltelijk, structureel anders in te zetten, tenzij de eigenaar op basis van ervaringscijfers en een actuele parkeerbalans kan aantonen dat het gebruik van de parkeerplaatsen door een andere dan de beoogde doelgroep(en) geen nadelige gevolgen heeft voor de directe omgeving.
8.
Het halen en brengen van kinderen genereert vraag naar parkeerruimte bij basisscholen en kinderdagverblijven. Voor de berekening van het aantal parkeervoorzieningen bij deze voorzieningen wordt verwezen naar de publicatie “parkeerkencijfers – basis voor parkeernormering”van het CROW.
10