Nota parkeernormen en parkeervoorzieningen 2014 gemeente Alphen aan den Rijn
1
Inhoud Nut en noodzaak- .................................................................................................................................................... 3 1. Inleiding. .......................................................................................................................................................... 3 2. Uitgangspunten................................................................................................................................................ 3 3. Aanleiding ........................................................................................................................................................ 4 A. Parkeervoorzieningen auto ................................................................................................................................... 5 1. Parkeernormen auto algemeen ......................................................................................................................... 5 2. Parkeernormen auto voormalige 3 gemeenten ................................................................................................. 6 a. Voormalige gemeente Alphen aan den Rijn (tot 2014) ...................................................................................................... 6 b. Voormalige gemeente Boskoop (tot 2014) ............................................................................................................................ 6 c. Voormalige gemeente Rijnwoude (tot 2014)......................................................................................................................... 6 3. Parkeernormen auto 2014 ............................................................................................................................... 6 a. Bepalen parkeernormen .............................................................................................................................................................. 6 b. Stedelijke dichtheid en ligging. ................................................................................................................................................ 7 c. Motivatie keuze parkeernorm auto 2014: coalitieakkoord 2014-2018 ........................................................................ 7 d. Effect op de ruimte en kosten................................................................................................................................................... 8 e. Tabellen met parkeernormen auto 2014 ............................................................................................................................... 9 4. Toepassing parkeernormen auto: parkeereis auto ............................................................................................ 9 5. Parkeerbalans................................................................................................................................................. 10 6. Parkeerfonds .................................................................................................................................................. 10 7. Realisatie parkeervoorzieningen auto’s .......................................................................................................... 10 B. Parkeervoorzieningen fiets ................................................................................................................................ 11 1. parkeernormen fiets algemeen ....................................................................................................................... 11 2. Parkeernormen fiets voormalige 3 gemeenten ................................................................................................ 11 3. Parkeernormen fiets 2014 ............................................................................................................................. 11 a. Bepalen parkeernormen ............................................................................................................................................................ 11 d. Effect op de ruimte en kosten................................................................................................................................................. 11 4. Toepassing parkeernormen fiets: parkeereis fiets .......................................................................................... 12 5. Parkeerbalans................................................................................................................................................. 12 6. Realisatie parkeervoorzieningen fietsen ........................................................................................................ 12 c. Afwijken van de nota parkeernormen .................................................................................................................. 12 Hardheidsclausule .............................................................................................................................................. 12 Bijlagen: ................................................................................................................................................................. 13 parkeernormen en parkeervoorzieningen 2014 .................................................................................................. 13
2
Nut en noodzaak1. Inleiding. Een belangrijk onderdeel van deze nota zijn de parkeernormen voor auto en fiets. De parkeernorm geeft het aantal vereiste parkeerplaatsen voor een gebouw of voorziening per bijbehorende eenheid (aantal parkeerplaatsen per woning, per 100m2 bvo, per hectare sportveld, per behandelkamer, etc). De parkeereis is het totaal aantal (minimaal) vereiste parkeerplaatsen voor auto’s en fietsen. Met de parkeernorm(en) wordt de parkeereis bepaald voor nieuwe gebouwen en voorzieningen waar een parkeervraag kan ontstaan. Een parkeereis is ook van toepassing als de bestemming van een gebouw wijzigt (bijvoorbeeld van winkel naar woning). Daarnaast zijn er in deze nota uitgangspunten opgenomen die o.a. betrekking hebben op het gebruik en/of de inrichting van parkeervoorzieningen in de openbare ruimte en op eigen terrein. 2. Uitgangspunten. Zorgdragen voor voldoende en goede parkeervoorzieningen voor zowel auto als fiets waarbij de volgende uitgangspunten van belang zijn. - Voor het aantal parkeerplaatsen voor woningen is met name het auto- en fietsbezit een belangrijk criterium. Voor overige voorzieningen is het auto- en fietsgebruik van belang. - De parkeervoorzieningen moeten bijdragen aan een leefbare, veilige en bereikbare stad; dit sluit aan bij 2 van de 10 ambities van het coalitieakkoord 2014 – 2018.
Een sterke economie door betere bereikbaarheid, meer werkgelegenheid en een bloeiende Greenport.
Goede voorzieningen in wijken en kernen door slimme samenwerking met partners. Bij parkeren kan gedacht worden aan slimme combinaties met parkeergelegenheden voor diverse functies, ook als het gaat om privé parkeervoorzieningen. Dit leidt tot het beter benutten van de beschikbare parkeerruimte.
-
In het coalitieakkoord 2014 – 2018 in hoofdstuk 3 (Mobiliteit) staat:
“Alphen aan den Rijn biedt grote kansen voor fietsverkeer. Wij willen dat bevorderen, onder andere met de e-bike”. Dit uitgangspunt is van invloed op het auto- en fietsgebruik en dus op de parkeernormen voor het auto- en fietsgebruik.
“De bestuursovereenkomst HOV-net wordt uitgevoerd. Dit geldt ook voor de afspraken over de treinhalte bij Hazerswoude-Rijndijk”. Dit uitgangspunt is van invloed op het auto- en openbaar vervoergebruik en dus op de parkeernormen voor het autogebruik.
met par
3
3. Aanleiding
nieuwe gemeente en nieuwe parkeerkencijfers Vanaf 1 januari 2014 vormen de gemeenten Alphen aan den Rijn, Boskoop en Rijnwoude gezamenlijk een nieuwe gemeente. De drie gemeenten hadden verschillende parkeernormen vastgesteld met verschillende uitgangspunten. Daarnaast zijn er in oktober 2012 nieuwe parkeerkencijfers van het CROW1 verschenen. De gehanteerde parkeernormen voor auto’s in de 3 voormalige gemeenten zijn grotendeels gebaseerd op de oude parkeerkencijfers van het CROW uit 2003. Alle reden om voor de nieuwe gemeente nieuwe parkeernota met nieuwe uitgangspunten en parkeernormen vast te stellen. Voor fietsparkeren waren in Alphen aan den Rijn parkeernormen opgenomen in het Fietsplan. In Boskoop en Rijnwoude waren er geen parkeernormen voor fietsen. Parkeerkencijfers zijn op onderzoek en praktijk gebaseerde cijfers over het aantal benodigde parkeerplaatsen voor auto en fiets bij een gebouw of voorziening (zie tabel 1). De parkeerkencijfers (en de parkeernormen) worden aangegeven in aantal parkeerplaatsen per woning, per 100m2 bvo, per hectare sportveld, per behandelkamer, etc.
Tabel 1: parkeerkencijfers auto (uit CROW publicatie 317) De kencijfers zijn geen vast getal maar hebben een bepaalde bandbreedte omdat het aantal parkeerplaatsen afhangt van een aantal factoren, o.a. ligging, bereikbaarheid per vervoerwijze en gemeentelijke parkeerbeleid. Ook de mate van stedelijkheid is van belang. In een stedelijk gebied zijn woningen en voorzieningen dichter op elkaar en is er meer kans voor openbaar vervoer en fiets. Om de bandbreedte voor parkeerkencijfers voor auto’s niet te groot te laten worden zijn er parkeerkencijfers voor 5 typen stedelijkheidsgraden.
herziening Besluit ruimtelijke ordening (Bro) Er komt een herziening van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Hiermee krijgen gemeenten de mogelijkheid om voorwaardelijke verplichtingen in het bestemmingsplan op te menen. Dit zijn verplichtingen om bij een bestemming bepaalde voorzieningen te treffen, bijvoorbeeld parkeereisen voor fiets en auto.
crow: onafhankelijke en algemeen erkende kennisorganisatie m.b.t. infrastructuur, openbare ruimte en verkeer en vervoer in Nederland 1
4
In het bestemmingsplan kan echter ook de mogelijkheid tot wijzigingen en ontheffing op voorwaardelijke verplichtingen worden opgenomen. Door deze mogelijkheid kan de parkeereis via het bestemmingsplan net zo flexibel worden geregeld als het nu ook nog kan via de bouwverordening voor wat betreft de parkeereis voor auto’s (parkeereis met wijzigings- en ontheffingsmogelijkheden). Voor fietsen geeft de bouwverordening geen parkeereis. Een parkeereis voor auto’s via de bouwverordening regelen vervalt, na een overgangsperiode van vijf jaar vanaf het moment dat het regelen van parkeervoorschriften via bestemmingsplan is vastgelegd in de Wet op de ruimtelijke ordening. Hoewel het regelen van de parkeereis voor auto’s via de bouwverordening nog geruime tijd mogelijk is, is het nu tijd rekening te houden met de nieuwe situatie en de parkeereis voor auto’s te regelen via het bestemmingsplan. De plicht dat elke nieuwe woning een fietsenberging heeft staat in het Bouwbesluit van 2012. De voorschriften voor stallingsruimte voor fietsen bij andere gebouwen en voorzieningen staat echter niet meer in het Bouwbesluit 2012. Eisen aan het fietsparkeren kunnen met het nieuwe Besluit op de ruimtelijke ordening echter worden vastgelegd in bestemmingsplannen. Parkeereisen voor fiets en auto worden in de regels van nieuwe en herziene bestemmingsplannen van de gemeente Alphen aan den Rijn opgenomen als voorwaardelijke verplichting. De parkeernormen waarmee de parkeereisen worden bepaald, worden vastgelegd in deze nota parkeernormen. In het bestemmingsplan kan hiernaar verwezen worden. De mogelijkheden voor wijziging en ontheffing van de parkeereis is alleen voor bijzondere situaties en moet worden opgenomen in het bestemmingsplan zelf.
A. Parkeervoorzieningen auto 1. Parkeernormen auto algemeen Parkeernormen geven met een vaste waarde aan hoeveel parkeerplaatsen er (minimaal) op het drukste moment vereist zijn voor nieuwe gebouwen en voorzieningen met een bepaalde functie. Dit drukste moment kan per functie verschillen (bijv. voor functies wonen en werk). Combinaties van functies met gezamenlijke parkeervoorzieningen kan dan ook leiden tot het beter benutten van de parkeerruimte en dus tot besparing van kosten en ruimte. Met de parkeernormen voor auto’s wordt de parkeereis voor het aantal benodigde autoparkeerplaatsen bij gebouwen en voorzieningen bepaald Er kan ook voor worden gekozen om bij elk plan waarbij parkeren een rol speelt, elke keer een bepaalde parkeernorm te kiezen binnen de bandbreedte van de parkeerkencijfers. Een plan moet dan goed onderbouwd zijn voor wat betreft de vervoerwijzen die gebruikt worden. Dit is echter lastig te koppelen aan een bestemming.
5
2. Parkeernormen auto voormalige 3 gemeenten a. Voormalige gemeente Alphen aan den Rijn (tot 2014) De parkeernormen in de gemeente Alphen aan den Rijn voor de herindeling, zijn vastgesteld door het college in 2007. Deze zijn deels (parkeernormen woningen) gebaseerd op eigen onderzoek en deels (parkeernormen overige gebouwen en voorzieningen) op de parkeerkencijfers van het CROW uit 2003. Alphen aan den Rijn is voor wat betreft de stedelijkheidsgraad een sterk stedelijk gebied. Er zijn dan lagere parkeerkencijfers van toepassing dan voor een weinig stedelijk gebied (Boskoop en Rijnwoude) Voor woningen zijn er parkeernormen met vaste waarden vastgesteld, terwijl voor de overige gebouwen en voorzieningen de parkeerkencijfers van het CROW uit 2003 worden toegepast. In het algemeen werden daarbij de hoogste waarden binnen de bandbreedte gehanteerd. Daarnaast zijn voor het winkelgebied van het stadshart Lage Zijde en de stationsomgeving aparte parkeernormen vastgesteld. b. Voormalige gemeente Boskoop (tot 2014) In Boskoop zijn de parkeernormen voor woningen vastgesteld in 2004 in de notitie “Financierbaarheid aanvullende parkeervoorzieningen”. Daarbij waren er aparte parkeernormen voor het centrum. Voor winkelbezoek werd uitgegaan van 3 – 3,5 pp per 100m2 bv0. Voor de overige gebouwen en voorzieningen werden de parkeerkencijfers van het CROW uit 2003 gehanteerd waarbij werd uitgegaan van de middelste waarde binnen de bandbreedte. Boskoop is voor wat betreft de stedelijkheidsgraad een weinig stedelijk gebied. Daardoor waren de te hanteren parkeerkencijfers hoger dan de parkeerkencijfers voor Alphen aan den Rijn (sterk stedelijk gebied). c. Voormalige gemeente Rijnwoude (tot 2014) De Parkeernota 2009 van Rijnwoude met daarin de parkeernormen is vastgesteld door de gemeenteraad in 2009. Voor woningen en voor een groot aantal overige gebouwen en voorzieningen zijn er parkeernormen met vaste waarden vastgesteld op basis van de parkeerkencijfers van de CROW uit 2003. Daarbij is uitgegaan van de middelste waarde binnen de bandbreedte. Rijnwoude is voor wat betreft de stedelijkheidsgraad een weinig stedelijk gebied. Daardoor waren de te hanteren parkeerkencijfers voor het bepalen van de parkeernormen hoger dan de parkeerkencijfers voor Alphen aan den Rijn (sterk stedelijk gebied). 3. Parkeernormen auto 2014 a. Bepalen parkeernormen De parkeernormen in de bijlage zijn bepaald aan de hand van de parkeerkencijfers van het CROW uit 2012, de bereikbaarheidskenmerken van een gebied waarin gebouwen en voorzieningen liggen en het beleid van de gemeente. Voor de parkeernormen voor woningen is ook eigen parkeeronderzoek gebruikt.
6
Het aantal functies waarvoor parkeerkencijfers zijn opgenomen zijn flink uitgebreid. Zo zijn er nu parkeerkencijfers voor diverse typen supermarkten (buurtsuper, discounter, fullservice supermarkt met laag en hoog prijsniveau, grote supermarkt). Dit heeft dus een uitbreiding van het aantal parkeernormen tot gevolg. Niet alle voorkomende kencijfers zijn opgenomen in de tabellen. De parkeerkencijfers voor voorzieningen die niet of weinig voor zullen komen in de gemeente (bijv. wellnesscentrum, dierenpark, ski en snowboardhal, jachthaven, bungalowpark), zijn niet vertaald in gemeentelijke parkeernormen. Wordt een voorziening
waarvoor geen parkeernorm is opgenomen toch gerealiseerd, dan zal een parkeernorm worden bepaald aan de hand van parkeerkencijfers op vergelijkbare wijze die is gehanteerd voor de parkeernormen voor 2014. b. Stedelijke dichtheid en ligging. Bij het bepalen van de parkeernormen voor 2014 is het verschil in stedelijke dichtheid tussen de stad Alphen aan den Rijn (sterk stedelijk) en de overige plaatsen en buitengebieden (weinig stedelijk) aangehouden. Dit betekent ook dat de parkeernormen voor Aarlanderveen en Zwammerdam gelijk worden aan parkeernormen voor de overige plaatsen. Tot 2014 werden de parkeernormen voor Alphen aan den Rijn aangehouden. Daarnaast is er voor het bepalen van de parkeernormen binnen de stad Alphen aan den Rijn een onderscheid in centrum, schil centrum en rest bebouwde kom. In Boskoop is een onderscheid gemaakt tussen centrum en rest bebouwde kom. Voor de overige plaatsen en het buitengebied is alleen onderscheid gemaakt in binnen de bebouwde kom en buiten de bebouwde kom. De gebieden zijn opgenomen in de bijlage. Aanvullend zijn in de stad Alphen aan den Rijn nog gebieden aangegeven waarin een bepaalde verlaging van de parkeernorm van toepassing is: - gebied waarbij de afstand per fiets tot alle bestemmingen binnen Alphen aan den Rijn niet meer dan maximaal circa 3,5 à 5 kilometer bedraagt. - gebied met belangrijke openbaar vervoersvoorzieningen (NS station
en drukke
openbaar vervoeras). De mate van verlaging wordt bij de tabellen met de parkeernormen in bijlage 1 aangegeven. c. Motivatie keuze parkeernorm auto 2014: coalitieakkoord 2014-2018 Voor een keuze binnen de bandbreedte van de parkeerkencijfers is o.a. het gemeentelijk verkeers- en vervoerbeleid van belang. De laagste waarde binnen de bandbreedte kan als norm worden toegepast als het autobezit en -gebruik beperkt moet worden en daarbij de fiets en/of openbaar vervoer een goed alternatief zijn voor de auto. De hoogste waarde binnen de bandbreedte kan worden toegepast als het gebruik van openbaar vervoer en fiets minder voor de hand ligt. Een hoge waarde voor een parkeernorm kan het autobezit en –gebruik stimuleren. Dat is nadelig voor de verkeersafwikkeling op wegen die toch al druk zijn en heeft een negatief
7
effect op het milieu. Een lage waarde van de parkeernorm kan leiden tot parkeeroverlast in bepaalde gebieden als er geen aanvullende autobeperkende maatregelen zijn genomen. In het coalitieakkoord 2014-2018 van de partijen vertegenwoordigd in het college, wordt voor de mobiliteit zowel gekozen voor verbetering van het openbaar vervoer en het fietsnetwerk als voor de betere bereikbaarheid voor het autoverkeer. Er zijn verder geen maatregelen opgenomen die het autobezit of autogebruik (significant) beperken. Dit is ook geen uitgangspunt voor de integrale verkeerstructuurvisie voor de nieuwe gemeente. Er is dus geen grote verandering in het verkeers- en vervoerbeleid inclusief het parkeerbeleid te verwachten ten opzichte van de afgelopen periodes. Dit is van belang voor de keuze van de parkeernormen. Een te lage waarde bij het huidige beleid zal leiden tot parkeeroverlast en een te hoge waarde zal leiden tot een overschot aan parkeerplaatsen op elk moment. Voor de parkeernorm van een gebouw of voorziening wordt de middelste waarde binnen de bandbreedte van het van toepassing zijnde kencijfer gehanteerd. Daarbij wordt naar beneden afgerond tot 1 decimaal achter de komma. Voor woningen wordt dit uitgangspunt gehanteerd omdat dit aansluit bij de resultaten van de parkeeronderzoeken die zijn gedaan. Bij overige gebouwen en voorzieningen is dit het uitgangspunt omdat de fiets in het algemeen een goed alternatief vervoermiddel is van en naar de meeste bestemmingen, maar de auto hiervoor ook nog steeds een belangrijk vervoermiddel is. Maar soms wordt ook een hogere waarde dan het gemiddelde aangehouden, bijvoorbeeld bij bedrijven buiten het centrum op een bedrijventerrein (meer auto, minder fiets). En soms wordt ook een lagere waarde dan het gemiddelde aangehouden, bijvoorbeeld voor een supermarkt in een woongebied (meer fiets, minder auto) of voor winkels in het centrum en de schil waar betaald parkeren geldt. Toenemende internetverkoop en andere motieven om naar centrumwinkelgebieden te gaan (recreatieve component, bijv. funshopping met name in grotere steden) zullen invloed hebben op de hoogte van de parkeernormen in het centrum van Alphen aan den Rijn. Het aanhouden van lage waarden in het centrum sluit daar bij aan. Daarnaast worden de verschillende waarden van de parkeernorm van een gebouw of voorziening in de diverse deelgebieden (centrum, schil centrum, etc.) zoveel mogelijk logisch op elkaar afgestemd zodat geen al te grote verschillen ontstaan. Zo kan bijvoorbeeld een te groot verschil tussen een parkeernorm die geldt in het centrum en die geldt in de schil van het centrum, worden voorkomen. In de stad Alphen aan den Rijn is dit verschil niet zo groot. d. Effect op de ruimte en kosten. De parkeerkencijfers van 2012 zijn in het algemeen hoger dan de parkeerkencijfers van 2003. Binnen de stad Alphen aan den Rijn hebben de nieuwe parkeernormen echter een gunstig effect op het aantal parkeerplaatsen in het centrum en de schil om het centrum (minder parkeerplaatsen nodig). Het onderscheid tussen centrum, schil en rest bebouwde kom werd in de in 2007 vastgestelde parkeernormen namelijk niet gemaakt, met
8
uitzondering van het te ontwikkelen Stadshart Lage Zijde. De voorgestelde parkeernormen voor het centrum zijn niet hoger dan deze parkeernormen. Ook zijn er aparte parkeernormen voor de Stationsomgeving, die voor sommige functies veel lager zijn. Voor de geplande ontwikkelingen in de Stationsomgeving kunnen deze eventueel van toepassing blijven, maar voor nieuwe ontwikkelingen kunnen de voorgestelde parkeernormen worden gehanteerd. In de rest van de bebouwde kom van de stad Alphen aan den Rijn kan het afhankelijk van de functie minder of meer parkeerplaatsen opleveren. In het algemeen zal dit niet vaak meer zijn omdat bij het bepalen van de parkeernormen werd uitgegaan van de hoogste waarde binnen de bandbreedte van de parkeerkencijfers. Voor de nieuwe parkeernormen is in de meeste gevallen niet van de hoogste waarde uitgegaan maar van de middelste waarde. Voor de overige plaatsen en het buitengebied zijn de parkeernormen in het algemeen iets hoger omdat zowel eerder als nu bij het bepalen van de parkeernormen werd en wordt uitgegaan van de middelste waarde. Een hogere parkeernorm leidt tot meer ruimte en kosten voor het parkeren. In het algemeen moet een projectontwikkelaar de parkeerplaatsen realiseren. Voor voorzieningen als zwembaden, sportvoorzieningen en scholen zal de gemeente vaak de parkeerplaatsen moeten realiseren. Een groter aantal parkeerplaatsen heeft een nadelig effect op de grondexploitatie omdat er minder uitgeefbare ruimte is. Met uitzondering van het gebied met betaald parkeren (centrum en schil centrum) staan er geen inkomsten tegenover de uitgaven voor parkeervoorzieningen. e. Tabellen met parkeernormen auto 2014 De tabellen met parkeernormen staan in de bijlage. In de tabellen zijn de te hanteren parkeernormen per hoofdgroep opgenomen. 4. Toepassing parkeernormen auto: parkeereis auto De parkeernormen zijn van toepassing voor nieuwe gebouwen en voorzieningen waar een parkeervraag kan ontstaan. Uitzondering hierop vormen de locaties waarvoor in het bestemmingsplan aparte parkeernormen opgenomen zijn. Bij (meerdere) gebouwen en/of voorzieningen met verschillende functies en gezamenlijk gebruik van parkeervoorzieningen, is de parkeerbalans van toepassing (zie paragraaf 5). Een parkeereis is ook van toepassing als de bestemming van een gebouw wijzigt (bijvoorbeeld van winkel naar woning). Hiervoor is de parkeerbalans maatgevend, ook als de parkeereis van een nieuwe bestemming niet verschilt van de parkeereis van de oude bestemming. Als de parkeerbalans met de nieuwe bestemming meer parkeerplaatsen vereist dan met de oude bestemming, dan is het noodzakelijk extra parkeerplaatsen aan te leggen als de feitelijke situatie of verwachte toekomstige situatie dit noodzakelijk maakt (hoge parkeerdruk). Hiervan kan worden afgeweken als het gaat om een nieuwe bestemming met
9
beperkte omvang en dus beperkt effect op het parkeren, als de realisatie gemotiveerd noodzakelijk wordt geacht. Valt de parkeerbalans gunstiger uit dan kan het aantal parkeerplaatsen alleen worden verminderd als de feitelijke en verwachte toekomstige situatie dit mogelijk maakt Bij een flexibele bestemming (meerdere functies mogelijk) in een bestemmingsplan moet de parkeereis worden afgestemd op de functie welke de meeste parkeerplaatsen vraagt. Deze parkeereis moet aantoonbaar realiseerbaar zijn zolang deze maatgevende functie in het bestemmingsplan is opgenomen. Het aantal aan te leggen parkeerplaatsen mag zijn afgestemd op de functie die op een bepaald moment wordt gerealiseerd. Voor bestaande voorzieningen is vaak een lagere, eerder vastgestelde parkeernorm van toepassing. Bij herinrichting van een straat of gebied kan de actuele parkeernorm als uitgangspunt gebruikt worden voor het aanpassen van het aantal parkeerplaatsen. Veelal zal het aantal benodigde parkeerplaatsen volgens de actuele parkeernorm bij herinrichting niet kunnen worden gerealiseerd vanwege de beperkte beschikbare ruimte en het gebruik ervan (niet alleen parkeren, maar ook groen, spelplekken e.d.). Goed overleg met bewoners over parkeren is noodzakelijk. 5. Parkeerbalans Als een inrichtingsplan wordt gemaakt waarbij gebouwen en/of voorzieningen worden aangelegd met verschillende functies (bijv. wonen, werken en winkelen), dan kan bij gezamenlijk gebruik van dezelfde parkeervoorzieningen een parkeerbalans worden opgesteld omdat niet elke functie op hetzelfde moment de maximale parkeervraag heeft. Voor een gezamenlijk gebruik zijn maximale loopafstanden tot een voorziening van toepassing. De parkeerbalans en de maximale loopafstanden zijn opgenomen in de bijlage. 6. Parkeerfonds In een deel van het centrum geldt de parkeerbijdrageregeling “Parkeervoorzieningen centrum 1978”. Hiermee kan bij een bouwplan in het centrum een bepaald bedrag aan de gemeente betaald voor het aanleggen van parkeervoorzieningen worden betaald als deze niet in of bij het bouwplan kunnen worden gerealiseerd. De gemeente moet deze parkeerplaatsen dan op een bepaald moment realiseren, bijvoorbeeld bij nieuwe ontwikkelingen in of bij het centrum De parkeerbijdrageregeling moet worden geactualiseerd waarbij aandacht moet zijn voor de bijdrage in de kosten en het realiseren van parkeerplaatsen waarvoor een bijdrage is gedaan. Dit zal apart van deze nota worden gedaan. 7. Realisatie parkeervoorzieningen auto’s In de bijlage zijn uitgangspunten opgenomen voor de te realiseren parkeervoorzieningen
10
B. Parkeervoorzieningen fiets 1. parkeernormen fiets algemeen Met de parkeernormen voor fietsen wordt de parkeereis voor het aantal benodigde fietsparkeerplaatsen bij gebouwen en voorzieningen bepaald. 2. Parkeernormen fiets voormalige 3 gemeenten In de voormalige gemeente Alphen aan den Rijn waren er wel parkeernormen voor fietsparkeren, maar er is in het Bouwbesluit 2012 geen basis om deze toe te passen. In de voormalige gemeenten Boskoop en Rijnwoude waren geen parkeernormen voor fietsparkeren. 3. Parkeernormen fiets 2014 a. Bepalen parkeernormen Voor fietsen zijn de parkeernormen bepaald op basis van parkeerkencijfers voor fietsparkeren van het CROW uit 2012, de bereikbaarheidskenmerken van een gebied waarin gebouwen en voorzieningen liggen en het beleid van de gemeente. Ook de kencijfers voor fietsparkeren zijn geen vast getal maar hebben een bepaalde bandbreedte. b. Stedelijke dichtheid en ligging Voor de parkeerkencijfers voor fietsen is geen onderscheid gemaakt in de stedelijkheidsgraad. De laagste waarde binnen de bandbreedte hoort bij een gemeente met een laag fietsgebruik en de hoogste waarde hoort bij een gemeente met een hoog fietsgebruik. Voor het bepalen van de parkeernormen in de stad Alphen aan den Rijn en Boskoop is wel een onderscheid in centrum, schil centrum en rest bebouwde kom gemaakt. In Boskoop is een onderscheid gemaakt tussen centrum en rest bebouwde kom. De gebieden zijn opgenomen in de bijlage. c. Motivatie keuze parkeernorm auto 2014: coalitieakkoord 2014-2018 In het coalitieakkoord 2014-2018 van de partijen vertegenwoordigd in het college, wordt voor de mobiliteit zowel gekozen voor verbetering van het openbaar vervoer en het fietsnetwerk als voor de betere bereikbaarheid voor het autoverkeer. Voldoende en goede fietsparkeervoorzieningen bij bestemmingen zijn van belang voor het stimuleren van het fietsgebruik. Voor de parkeernorm van een gebouw of voorziening wordt binnen de bandbreedte van het van toepassing zijnde kencijfer een waarde gekozen die hoort bij een gemeente met een hoog fietsgebruik. Dit betekent een waarde tussen de middelste en hoogste waarde binnen de bandbreedte van de parkeerkencijfers. d. Effect op de ruimte en kosten. In het algemeen moet een projectontwikkelaar de parkeerplaatsen realiseren. Voor voorzieningen als zwembaden, sportvoorzieningen en scholen zal de gemeente vaak de parkeerplaatsen moeten realiseren.
11
Doordat de fiets in verhouding tot andere vervoerswijzen weinig ruimte inneemt en ‘schoon’ is, draagt het fietsgebruik in hoge mate bij aan een aantrekkelijke gemeente. Fietsen beperkt de drukte op de weg en op parkeervoorzieningen. Voor het parkeren van de fiets is er echter ook ruimte nodig. Als er niet voldoende fietsparkeerplaatsen zijn leidt dit tot overlast door te veel willekeurig geparkeerde fietsen. De kosten voor fietsparkeren zijn veel lager dan autoparkeren. In het centrum en de schil van het centrum staan er echter geen inkomsten tegenover zoals bij het betaald parkeren voor auto’s. Fietsers laten we zo veel mogelijk vrij in hun keuzes om hun fiets ergens te parkeren. Dit levert ook weinig problemen zolang er voldoende plaatsen zijn om de fiets te stallen dicht bij de bestemmingen. Wel moet op sommige locaties worden gestuurd op gedrag om excessen tegen te gaan, zoals in de stationsomgeving. e. Tabellen met parkeernormen 2014 De tabellen met parkeernormen voor de fiets staan in de bijlage. 4. Toepassing parkeernormen fiets: parkeereis fiets De parkeernormen zijn van toepassing voor voorzieningen in plannen en projecten waarbij een parkeervraag kan ontstaan. Uitzondering hierop vormen de locaties waarvoor in het bestemmingsplan aparte parkeernormen opgenomen zijn. Aan de hand van de functie en de omvang van de voorziening(en) en de parkeernorm(en) die horen bij de functie(s), wordt het aantal benodigde parkeerplaatsen bepaald: de parkeereis. Bij een flexibele bestemming (meerdere functies mogelijk) in een bestemmingsplan moet de parkeereis worden afgestemd op de functie die de meeste fietsparkeerplaatsen vraagt. Deze parkeereis moet aantoonbaar realiseerbaar zijn zolang deze maatgevende functie in het bestemmingsplan is opgenomen. Het aantal aan te leggen fietsparkeerplaatsen mag zijn afgestemd op de functie die op een bepaald moment wordt gerealiseerd. 5. Parkeerbalans Bij (meerdere) gebouwen en/of voorzieningen met verschillende functies en gezamenlijk gebruik van parkeervoorzieningen, kan de parkeerbalans van toepassing zijn (zie hoofdstuk A, paragraaf 5) 6. Realisatie parkeervoorzieningen fietsen In de bijlage “Parkeernormen en parkeervoorzieningen” zijn uitgangspunten opgenomen voor de te realiseren parkeervoorzieningen voor de fiets
c. Afwijken van de nota parkeernormen Hardheidsclausule Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de Nota parkeernormen indien strikte toepassing van de nota leidt tot een bijzondere hardheid die niet door dringende
12
redenen/noodzaak wordt gerechtvaardigd. De dringende redenen/noodzaak om van deze hardheidsclausule gebruik te kunnen maken dient te zijn aangetoond.
BOR, 8 september 2014, versie 5 Jeroen Verkade
Bijlagen: parkeernormen en parkeervoorzieningen 2014
13