p
o v in c i e Limburg Directie RUJmtC
Dienst Milieuvergunningen
De deputatie van de provincie Limburg
Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en zijn latere wijzigingen; Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Executieve, houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning en zijn latere wijzigingen (hierna afgekort als Vlarem l); Gelet op het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse regering, houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II) en zijn latere wijzigingen; Gelet op de op 2013-12-13 ingediende aanvraag - laatst vervolledigd op 2014-03-28 - van de NV KONINGS, Beringersteenweg 98, te 3520 ZONHOVEN (ondernemingsnr. 0434 680 160) voor het verkrijgen van een milieuvergunning voor het veranderen van een vergunde drankenproducerende inrichting (site K2), waarvoor de
volgende rubrieken van toepassing zijn: (rubriek 12.1.1.a): elektriciteitsproductie, niet in rubrieken 20.1.5., 20.1.6. en 43.2. bedoelde Inrichting voor
elektriciteitsproductie, uitgezonderd de aspecten die betrekking hebben op de kernbrandstofcyclus, wanneer de inrichting behoort bij een noodgreep en volledig gelegen is in een industriegebied uitbreiding, nieuwe rubriek: een noodgroep op diesel met een elektrisch vermogen van 100 kVA (klasse 1); (rubriek 17.3.3.3.): opslagplaatsen voor oxiderende, schadelijke, corrosieve en irriterende stoffen reeds vergund: de opslag van in totaal max. 21.000 kg corrosieve en oxiderende producten
na uitbreiding: de opslag van max. 65.600 kg corrosieve en oxiderende stoffen (klasse 1); (rubriek 17.3.7.1.): opslagplaatsen voor vloeistoffen met een ontvlammingspunt hoger dan 100°C reeds vergund: de opslag van 20.000 liter melkzuur in 1 bovengrondse tank na uitbreiding: de opslag van 20.000 liter melkzuur in een bovengrondse tank en de opslag van 2.000 liter propyleenglycol in vaten van 200 liter - totale opslag van 22.000 liter (klasse 3); (rubriek 31.1.1.a.): vast opgestelde motoren, volledig gelegen in een industriegebied reeds vergund: vast opgestelde dieselmotor ifv de noodgroep met een vermogen van 40 kW na verandering: vast opgestelde dieselmotor met een nominaal thermisch ingangsvermogen van 230 RW. Aangezien de motor < 500 bedrijfsuren per jaar heeft moet hiervan slechts 50 % In rekening gebracht worden.
(klasse 3); (rubriek 53.8.3°): boren van grondwaterwinningsputten en grondwaterwinning, andere dan deze bedoeld in rubriek 53.1. tot en met 53.7.
reeds vergund: een maximaal op te pompen totaal debiet van 1.200 m3/dag en 237.000 m3/jaar uit -1 boorput met een diepte van 312 m-mv in het Krijt voor het oppompen van max. 212.000 m3/\ - 2 boorputten van 125 m-mv in de Formatie van Bilzen voor het oppompen van max. 25.000 m3/jaar
verandering: de nv Konings wenst een gezamenlijk maximaal debiet te laten vergunnen voor de grondwaterwinningen van Kien K2 samen van 332.000 m3/j. Het maximale jaardebiet op de formatie van
Bilzen blijft ongewijzigd (25.000 m3/j) na verandering: een grondwaterwinning bestaande uit 1 put van 300 m-mv met een maximaal opgepompt debiet waarvan de som met het opgepompt debiet in het Krijt van K1 maximaal 332.000 m3/j bedraagt en twee putten van 125 m-mv op de Formatie van Bilzen met een maximaal debiet van 25.000 m3/j (klasse 1), en waarbij de schrapping wordt gevraagd van opgelegde bijzondere voorwaarden ivm de aanleg van een calamiteitenbuffer (zoals opgelegd in art. 4 §1.2 in het besluit d.d. 2012-10-24)
Kenmerk 023.03.10/V2014N030553 Dossier
750.71/A/2013.358
Bijlagen
1/11
op de kadastrale percelen van Afdeling 3, Sectie F, perceelnummers 416X en 416V van en te 3520 ZONHOVEN, ter plaatse Alkenhoofseweg 10; Gelet op de volgende vergunningen en beslissingen die met betrekking tot de exploitatie van de bovenvermelde inrichting reeds werden getroffen en op datum van indiening van de bovenvermelde milieuvergunningsaanvraag van toepassing zijn: besluit van de deputatie d.d. 2012-10-24, voor de verdere exploitatie en verandering van een inrichting voor
de productie van dranken (tot 2029-11-19 = eindtermijn vergunning K1); Gelet óp het schrijven d.d. 2014-04-25, waarbij de aanvrager in kennis werd gesteld dat zijn aanvraag volledig en ontvankelijk werd verklaard; Gelet op de brief d.d. 2014-04-25, waarbij aan de burgemeester van de gemeente ZONHOVEN werd gevraagd over te gaan tot het organiseren van een openbaar onderzoek i.v.m. de Ingediende milieuvergunningsaanvraag; Gelet op de brieven d.d. 2014-04-25, waarbij conform artikel 35, 3° van Vlarem l, door de gemachtigde ambtenaar advies werd gevraagd aan:
a) de Provinciale Milieuvergunningscommissie; b) het college van burgemeester en schepenen van en te ZONHOVEN; Gelet op de brieven d.d. 2014-04-25, waarbij door de secretaris van de Provinciale Milieuvergunningscommissie
advies werd gevraagd aan de belanghebbende adviserende besturen; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van Vlarem l; Gelet op het P.V. d.d. 2014-06-16, van sluiting van het openbaar onderzoek, waaruit blijkt dat geen bezwaren
werden ingediend; dat evenwel een schrijven, d.d. 2014-05-21, van Infrax cvba werd ingediend waarbij de aandacht werd gevestigd op de eventuele aanwezigheid van middenspannings-, laagspannings-, gas- en teledistributieleidingen eigendom
van Infrax cvba langs de geplande werken; Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen van Zonhoven geen advies heeft uitgebracht; dat in dit geval, in artikel 35, 3°, b) laatste zin van Vlarem l bepaald is dat de zaak kan doorgaan; Gelet op het schrijven d.d. 2014-06-25 inhoudende het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar: • een aanvraag tot keuring van de installatie door de Brandweer Hasselt moet gebeuren binnen 6 maanden na
het afleveren van de Vlarem-vergunning zoals hier behandeld en er dient een gunstig attest verkregen te worden; • voor de aanleg van een buffer ten aanzien van de noord/noord-oostelijke percelen met een breedte van 5,00 meter, bestaande uit half-hoogstammen en een kruid- en struiklaag, dient een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd te worden binnen 6 maanden na het verkrijgen van de Vlarem-vergunning; Gelet op het gunstig advies, d.d. 2014-06-27, van de Afdeling Milieuvergunningen - Dienst Limburg, omwille van volgende overwegingen:
Ligging De inrichting is volgens het gewestplan Hasselt-Genk gelegen in een industriegebied (paars ingekleurd) en grenst: -ten westen aan een gebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaat; -ten zuidoosten en noorden aan een woongebied (rood ingekleurd); -ten zuiden aan een recreatiegebied voor dagrecreatie; -ten noordoosten aan een bufferzone
Binnen een straal van 100 meter rondom het bedrijf zijn 61 woningen gelegen. De exploitatie is gelegen tegen het EG-vogelrichtlijngebied 'Het Vijvercomplex van Midden Limburg' en tegen het Habitatrichtlijngebied 'Valleien van de Laambeek, Zonderikbeek, Slangebeek en Roosterbeek met vijvergebieden en heiden'.
Onze afdeling heeft op 27 mei 2014 advies gevraagd aan het Agentschap voor Natuur en Bos. Kenmerk 023.03.10/V2014N030553 Dossier
750.71/A/2013.358
Bijlagen
2/11
De eindconclusie van het advies van ANB luidt: "Het Agentschap voor Natuur en Bos geeft een gunstig advies voor de exploitatie op de percelen Zonhoven, 3de Afd, Sie F, nr(s) 416X en 416V. Door de exploitatie worden significante negatieve effecten op de natuurlijke kenmerken van de betrokken Speciale beschermingszones vermeden mits opnemen van de volgende voorwaarden
in de vergunning: Geen rechtstreekse afvoer van potentieel vervuild hemelwater van de bedrijfspercelen naar het oppervlaktewatersysteem. Indien effectief geloosd wordt op grachten of waterlopen dienen de parkings en werkvloeren aangesloten te worden op één of meerdere KWS-afscheiders;
Strikte toepassing van Deel 4. Algemene Milieuvoorwaarden voor ingedeelde Inrichtingen Hoofdstuk 4.6: Beheersing van hinder door licht - Art. 4.6.0.1 e.v. van Vlarem II.
De geluidsnormen voldoen aan de waarden voor ruimtelijk kwetsbaar gebied volgens Bijlage 2.2.1. Milieukwaliteitsnormen voor geluid in open lucht Vlarem II." Verslag onderzoek
Op de site K2, onderwerp van onderhavige vergunningsaanvraag, worden volgende afdelingen uitgebaat: -Persafdeling: persen van appels en peren i.fv. productie van appelsap en perensap en concentraat ervan; -Gistingsafdeling: 1° productie van ciderbasis en 2° vergisten van wort;
-Logistieke opslag In de huidige aanvraag worden de volgende wijzigingen en uitbreidingen aangevraagd: -Opname diesel noodgroep; -Een bijkomende opslag van natriumhydroxide NaOH 30% in een dubbelwandige opslaghouder met een waterinhoudsvermogen van 20 m3 en in IBC's van 1 m3 (5 stuks) en een bijkomende opslag van natriumhypochloriet (5 x 1 m3) en purexol (5 x 1 m3); -Uitbreiding met een opslag propyleenglycol in 10 vaten van 200 l; Naast voormelde veranderingen wenst de nv Konings één gezamenlijk maximaal debiet te vergunnen voor de grondwaterwinningen in het Krijt van K1 en K2 samen van maximaal 2.300 m3/dag en 332.000 m3/jaar. Er wordt geen toename van de vergunde debieten aangevraagd. Op die manier zou Konings beschikken over de nodige flexibiliteit om het opgepompte grondwater in te zetten waar nodig, al naargelang de omstandigheden. Deze vraag maakt ook het voorwerp uit van een aanvraag tot verandering van de vergunning van op de site K1
(advies AMV-VI-14.107). Beoordeling van de verenidbaarheid van de inrichting met het leefmilieu. Aspect lucht en geur De aanvraag heeft geen betrekking op een bijkomende emissiebron of een toename van het risico inzake het ontstaan van luchtemissies. De geleide luchtemissies van het bedrijf zijn afkomstig van de rookgassen van een 30-tal kleine stookinstallaties en 2 stoomketels, allen gevoed op aardgas. Op site K2 is enkel de fermentatie van de wort tijdens de bereiding van het basisproduct een potentiële bron van geurimpact. Volgens de aanvraag worden de productiehoeveelheden niet verhoogd zodat er ook geen bijkomende geurimpact te verwachten is. Aspect water - afvalwater
In de geplande situatie zal het geloosde debiet niet toenemen. Het bedrijfsafvalwater van K2 wordt behandeld in de waterzuiveringsinstallatie in de Katschitstraat waarbij het effluent wordt geloosd in de Oude Roosterbeek. Ook het huishoudelijk afvalwater wordt geloosd in de eigen waterzuiveringsinstallatie. Aspect geluid en transport Gezien in de geplande situatie geen bijkomende externe productle-installaties zijn voorzien en ook het aantal transporten niet zal toenemen, wordt er geen bijkomende impact op de omliggende omgeving verwacht. De dieselnoodgroep staat opgesteld in een gesloten gebouw. Aspect bodem De opslag van gevaarlijke stoffen in vaten en bussen (voornamelijk reinigingsproducten) gebeurt op een vloeistofdichte betonvloer. Alle opslagruimten zijn voorzien van Inkuipingen. De opslagtank voor natronloog (NaOH 30%) met een waterinhoudsvermogen van 20 m3 is dubbelwandig uitgevoerd en voorzien van een overvulbeveiliging. Deze tank wordt binnen opgesteld op een verharde vloer. Aspect grondwater
Momenteel is Konings site 1 vergund voor een grondwaterwinning bestaande uit 1 put van 312 m diepte in de Formatie van Maastricht met een opgepompt debiet van maximum 1.100 m3/dag en 120.000 m3/jaar.
Kenmerk 023.03.10A/2014N030553 Dossier 750.71/A/2013.358
Bijlagen
3/11
Konings site 2 is vergund voor een grondwaterwinning bestaande uit 1 put van 300 m diepte in het Krijt en 2 putten met een diepte van 125 m in de Formatie van Bilzen met een opgepompt debiet van maximum 1.200 m3/dag en 212.000 m3/j'aar.
Konings vraagt in de huidige aanvraag geen verhoging van de vergunde debielen maar wenst één gezamenlijk debiet te laten vergunnen voor beide grondwaterwinningen samen van maximaal 2.300 m3/dag en 332.000 m3/jaar. Op die manier zou Konings beschikken over de nodige flexibiliteit om het opgepompte grondwater in te zetten waar nodig, al naargelang de omstandigheden. Onze afdeling kan hiermee akkoord gaan. De exploitant vraagt in bijlage F5 van de aanvraag, in overeenstemming met artikel 5.53.2.2 van Vlarem II,
vrijstelling voor de aanleg van een aparte Krijt peilput voor de Krijt productieput op K2. Zoals vermeld in het besluit van de deputatie van 24 oktober 2012 voor de hernieuwing van de site K2 (advies VMM d.d. 19-09-2012) en zoals uiteengezet in ons advies van 27 juni 2014 met kenmerk VL 14107, kan door de ingebruikname van de Krijt put op K2 deze niet meer functioneren als peilput voor de evaluatie van de Krijt winning op K1. Dit houdt in dat de exploitant zich in regel dient te stellen overeenkomstig art. 5.53.4.1 van Vlarem, titel II (aanleg peilputten). Hieruit volgt dat de exploitant geen vrijstelling dient aan te vragen overeenkomstig artikel 5.53.2.2 (de nv Konings vraagt geen vrijstelling voor de aanleg van een peilbuis maar wenst een vrijstelling voor de aanleg van een aparte Krijt peilput voor de Krijt productieput op K2 wat niet valt onder de bepalingen van artikel 5.53.2.2 van Vtarem, titel II) maar dat hij een afwijking bij de minister moet vragen om af te wijken van art. 5.53.4.1 van Vlarem, titel II (aanleg peilputten). De gevraagde afwijking is bijgevolg zonder voorwerp. Aspect bijzondere voorwaarde De nv Konings vraagt de schrapping van de volgende bijzondere voorwaarde, opgelegd in art. 4 §1.2 van het besluit van 24 oktober 2012: "Binnen een termijn van 2 jaar moet een calamiteiten buffer voorde opvang van eventuele calamiteiten voorzien worden met een nuttig volume van minstens 200 m3"
Motivering exploitant Konings wenst dit bekken te voorzien op de site WZI en niet op het terrein van K2. Het slibopvangbekken van de WZI is inmiddels uit gebruik genomen. Het slib wordt rechtstreeks ontwaterd vanuit de nabezinktank en gestockeerd in een container in afwachting van afvoer. Het voormalig slibopslagbekken zal voortaan gebruikt worden als calamiteitenbekken, waardoor geen extra bekken op de site K2 noodzakelijk is. Het voormalige slibopslagbekken heeft een nuttige inhoud van 600 m3, waardoor ruimschoots voldaan wordt aan de bijzonder voorwaarde opgelegd in het milieuvergunning. Onze afdeling kan hiermee akkoord gaan, mits het herformuleren van de bijzondere voorwaarde. Advies^ Overwegende dat de nv Konings met de huidige aanvraag op de site K2 zijn milieuvergunning in overeenstemming wenst te brengen met de bestaande toestand (actualisatie); Overwegende dat de nv Konings zowel op K1 als K2 één gezamenlijk maximaal debiet wenst vergund te krijgen voor de grondwaterwinningen in het Krijt van K1 en K2 samen; dat, aangezien er geen toename van de reeds vergunde debielen aangevraagd wordt, enkel een sommatie tot één maximaal dag- en jaardebiet, aan deze vraag een gunstig advies wordt verleend; Overwegende dat na de omschakeling naar de minder diepe Formatie van Bilzen de bestaande Krijtput op K2 werd gebruikt als peilput voor de evaluatie van de Krijtwinning op K1; dat echter door de heringebruikname van de Krijtwinning op K2 (vanaf 2012) dit niet meer mogelijk is in de huidige configuratie; dat voor de gevraagde vrijstelling voor de aanleg van een aparte Krijt peilput voor de Krijt productieput op K2, de exploitant geen vrijstelling dient aan te vragen overeenkomstig artikel 5.53.2.2 van Vlarem, titel II, maar bij de minister een afwijkingsaanvraag moet indienen op art. 5.53.4.1 van Vlarem, titel II (aanleg peilputten); dat de gevraagde afwijking overeenkomstig artikel 5.53.2.2 zonder voorwerp is; Overwegende dat door de aard van de exploitatie en de ligging het Agentschap voor Natuur en Bos geen aanzienlijke mllieueffecten verwacht op de natuurlijke kenmerken van de betrokken Speciale beschermingszones; dat de opgelegde voorwaarden in het gunstig advies van ANB zonder meer van toepassing zijn en niet extra dienen opgelegd te worden; Overwegende dat uit de uit de gegevens in het aanvraagdossier kan worden geconcludeerd dat er inzake de hinderaspecten qua lucht, geluid, stof, bodem- en grondwaterverontreiniging, afval, (afval)water of externe
veiligheid, geen negatieve effecten voor de omgeving, de natuur of het leefmilieu te verwachten zijn; dat mits naleving van de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem) de hinder veroorzaakt door de gevraagde exploitatie tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt; Overwegende dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de gevraagde vergunning mits het opleggen van de noodzakelijk geachte vergunningsvoorwaarden toe te staan voor een vergunningstermijn tot 19 november 2029;
Kenmerk 023.03.10/V2014N030553 Dossier
750.71/A/2013.358
Bijlagen
4/11
Voorstel:
De gevraagde vergunning te verlenen voor een vergunningstermijn tot 19 november 2029; De gevraagde afwijking overeenkomstig artikel 5.53.2.2 van Vlarem, titel II, zonder voorwerp te verklaren; Het verzoek van de nv Konings tot schrapping van de opgelegde bijzondere voorwaarden i.v.m. de aanleg
van een calamiteitenbuffer (opgelegd in art. 4 §1.2 in het besluit d.d. 2012-10-24), gunstig te adviseren en de voorwaarde te herformuleren. Bijzondere voorwaarde:
De exploitant dient vanaf 24/10/2014 het slibopvangbekken van de WZI te gebruiken als catamiteitenbuffer van de site K2 waarbij steeds een minimaal nuttig volume van 200 m3 in het bekken beschikbaar is; Gelet op het gunstig advies, d.d. 2014-07-04, van de VMM, Afdeling Operationeel Waterbeheer, Buitendienst Hasselt, omwille van volgende overwegingen: De aanvraag betreft het veranderen door uitbreiden van een vergunning voor een bestaande inrichting.
Bij Konings nv worden verschillende soorten dranken geproduceerd op twee locaties in Zonhoven. Op de locatie aan de Alkenhoofseweg 10 (site K2) is de rubriek 53.8.3 vergund op 2012-10-24 door de deputatie van de provincie Limburg voor een grondwaterwinning bestaande uit enerzijds een put van 312 meter die grondwater onttrekt uit het Krijt Aquifersysteem (HCOV 1100), grondwaterlichaam BLKS_1100_GWL_2S met slechte kwantitatieve toestand, met een vergund debiet van 1 074 m3/dag en 212 000 m3/jaar en anderzijds twee putten van 125 meter die grondwater onttrekt uit het zand van Berg (HCOV 0431), grondwaterlichaam BLKS_0400_GWL_2S met slechte kwantitatieve toestand, met een vergund debiet van 126 m3/dag en 25.000 m3/jaar. De vergunning is geldig tot 2019-11-19. Op de locatie aan de Beringersteenweg 98 (site K1) is de rubriek 53.8.3 vergund op 2012-10-24 door de deputatie van de provincie Limburg voor een grondwaterwinning bestaande uit een put van 312 meter die grondwater onttrekt uit het Krijt Aquifersysteem (HCOV 1100), grondwaterlichaam BLKS_1100_GWL_2S met slechte kwantitatieve toestand, met een vergund debiet van 1 100 m3/dag en 120 000 m3/j'aar. De vergunning is geldig tot 2019-11-19. In huidige aanvraag wordt een gezamenlijk debiet voor de twee winningsputten in het Krijt op beide locaties aangevraagd van 2.300 m3/dag en 332.000 m3/jaar.
De voorbije jaren werd er op beide locaties samen de volgende debielen werkelijk opgepompt: jaar
m3/jaar
2005
184.449
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
179.567 187.519 176.426 194.431 215.475 296.458
287.098 De afstand tussen de twee winningsputten in het Krijt is ongeveer 400 meter. Tijdens de exploitatie zou er een wederzijdse invloed van deze winningen van ongeveer 40 cm zijn. Om een grotere flexibiliteit te hebben om, naargelang de productie op de site K1 of site K2, grondwater op te pompen waar extra productie is, wordt gevraagd om op elke locatie een debiet van 2.300 m3/dag en 332.000 m3/jaar te kunnen oppompen zonder dat het totale debiet voor beide locaties samen het debiet van 2.300 m3/dag en 332.000 m3/jaar overschrijdt. Gelet op de reeds vergunde toestand heeft de afdeling Operationeel Waterbeheer hiertegen geen bezwaar zolang de andere locatie (site K1) eveneens geëxploiteerd wordt door Konings NV. Er wordt in deze aanvraag eveneens een vrijstelling gevraagd tot het aanleggen van een aparte peilput voor de winning in het Krijt. Het artikel waarnaar verwezen wordt (artikel 5.53.2.2 van titel II van het VLAREM) handelt echter op de vrijstelling tot het aanleggen van een peilbuis in de winningsput. De aanleg van een aparte peilput is verplicht in toepassing van de artikels 5.53.4.1 en 5.53.4.2 van titel II van het VLAREM. Een afwijking op deze artikels is enkel te bekomen via de procedure zoals voorzien in afdeling 1.2.2 van titel II van het VLAREM en is dus niet te behandelen in deze aanvraag.
Overeenkomstig art. 5.53.4.1 van VLAREM II moet er een peilput aanwezig zijn met filters in de aangepompte watervoerende laag en in alle daarboven gelegen watervoerende lagen. De exploitant moet zich in regel stelten met deze sectorale voorwaarde (aanleg peilput + peilmetingen peilput). Kenmerk 023.03.10/V2014N030553 Dossier 750.71/A/2013.358
Bijlagen
5/11
Besluit Rekening houdend met voorgaande, adviseer ik GUNSTIG voor het verlenen van een vergunning voor een grondwaterwinning die op een diepte tot 312 meter onder maaiveld grondwater onttrekt uit het Krijt Aquifersysteem (HCOV 1100) in het grondwaterlichaam BLKS_1100_GWL_2S voor een termijn tot 19 november 2019, mits naleving van de algemene (V01) en sectorale voorwaarden inzake grondwaterwinningen (V93) van titel II van het VLAREM en de onderstaande bijzondere voorwaarde en met een debiet van 1 .074 m3/dag en 212.000 m3/jaar. Dit debiet mag verhoogt worden tot 2.300 m3/dag en 332.000 m3/j'aar op voorwaarde dat Konings NV op de site K1 over een vergunning beschikt om grondwater uit hetzelfde Krijt Aquifersysteem te onttrekken met een vergund debiet van 1.100 m3/dag en 120.000 m3/jaaren op voorwaarde dat het gezamenlijke debiet van de beide sites (K1 en K2) niet meer bedraagt dan 2.300 m3/dag en 332.000 m3/jaar. Bijzondere voorwaarde:
Overeenkomstig art. 5.53.4.1 van titel II van het VLAREM moet er een peilput aanwezig zijn met filters in de aangepompte watervoerende laag en in alle daarboven gelegen watervoerende lagen. De exploitant moet zich in
regel stellen met deze sectorale voorwaarde (aanleg peilput + peilmetingen); Gelet op de bespreking van dit dossier in de Provinciale Milieuvergunningscommissie d.d. 2014-07-07, waarbij het volgende werd gesteld: De aanvraag heeft betrekking op de verandering van een drankenproducerend bedrijf door uitbreiding van de hoeveelheid gevaarlijke stoffen, nieuwe noodgroep, schrapping van een opgelegde bijzondere voorwaarde inzake de aanleg van een calamiteitenbuffer en verandering van de grondwaterwinning. Konings wil voor één gezamenlijk maximaal debiet vergunnen voor de grondwaterwinningen in het Krijt vanK1 en K2 samen van maximaal 2.300 m3/dag en 332.000 m3/jaar. Er wordt geen toename van de vergunde debielen aangevraagd.
Op deze manier zou Konings over meer flexibiliteit beschikken om het opgepompte grondwater in te zetten op de vestiging waar nodig, al naargelang de omstandigheden. Deze wijziging van de grondwaterwinning werd ook ingediend voor de vestiging K1. (Konings heeft 2 productiesites in Zonhoven die elk over een aparte vergunning beschikken: K1 en K2) Tijdens het openbaar onderzoek werden er geen bezwaren ingediend; Het college van burgemeester en schepenen brengt geen advies uit. Het advies van de stedenbouwkundig ambtenaar was gunstig mits er binnen de 6 maanden een attest van de brandweer wordt verkregen i.v.m. de
keuring van de installaties en mits binnen de 6 maanden na het verlenen van de milieuvergunning een bouwvergunning wordt aangevraagd voor de groenbuffer Het advies van LNE Vergunningen was gunstig mits een bijzondere voorwaarde inzake het gebruik van het slibopvangbekken van de WZI als calamiteitenbuffer. De aangevraagde afwijking inzake de peilput is zonder voorwerp gezien deze afwijking bij de bevoegde minister moet worden aangevraagd. Het subadvies van het Agentschap Natuur en Bos was gunstig; Het advies van de afdeling Operationeel Waterbeheer was gunstig op voorwaarde dat Konings voor de vestiging K2 eveneens over een vergunning beschikt, l.v.m. de peilput stelt men dat de exploitant moet
voldoen aan de bepalingen van art 5.53.4.1. Een afwijking hierop moet worden aangevraagd bij de bevoegde minister De vertegenwoordiger van de afdeling Operationeel Waterbeheer stelt dat het advies een gunst is aan de exploitant maar dit inhoudt dat het voor hen van het grootste belang is dat beide vergunningen (K1 en K2) op naam staan van dezelfde exploitant en dit om handhaving makkelijker te maken. Indien dit niet voldoende kan verankerd worden in het besluit is hun advies ongunstig voor de aanvraag; De overige leden van de commissie begrijpen dit standpunt. Een mogelijke formulering van deze verankering zal verder worden uitgewerkt; Het studiebureau wordt gehoord en verklaart het volgende: o Men is tevreden met de uitgebrachte adviezen o Men vraagt wat uitleg bij het voorstel van de afdeling Operationeel Waterbeheer (ivm de verankering) en gaat hiermee akkoord o Wat betreft de peilputten begrijpt men dat de afwijking niet door de deputatie kan worden toegestaan. Men zal een dossier voorbereiden om deze afwijkingsaanvraag in te dienen bij de bevoegde minister; o Voor de vestiging K1 wenst men op te merken dat 1 van de gevraagde tanks wellicht niet zal geplaatst worden en dat de andere tank zal gebruikt worden voor een ander product. Concreet houdt dit in dat men wellicht de aanvraag voor deze tanks zal intrekken. Men zal hierover nog berichten (ten laatste de vrijdag vóór de volgende PMVC) Het dossier wordt met 14 dagen uitgesteld in afwachting van de intrekking van de aanvraag voor de opslagtanks (K1). In tussentijd zal een voorstel worden uitgewerkt voor de formulering van de rubriek van de grondwaterwinning; Kenmerk 023.03.1 OA/2014N030553 Dossier
750.71/A/2013.358 Bijlagen
6/11
Gelet op de tweede bespreking van dit dossier in de Provinciale Milieuvergunningscommissie, d.d. 2014-07-22, waaruit het volgende blijkt: Het betreft een uitgesteld dossier; Er werd een voorstel rondgestuurd voor de formulering van de rubriek 53.8, dat luidt als volgt: (rubriek 53.8.3°): boren van grondwaterwinningsputten en grondwaterwinning, andere dan deze bedoeld in rubriek 53.1. tot en met 53.7.
reeds vergund: een maximaal op te pompen totaal debiet van 1.200 m3/dag en 237.000 m3/jaar uit - / boorput met een diepte van 312 m-m v in het Krijt voor het oppompen van max. 212.000 m3/j - 2 boorputten van 125 m-mv in de Formatie van Bilzen voor het oppompen van max. 25.000 m3/jaar
verandering: de nv Konings wenst een gezamenlijk maximaal debiet te laten vergunnen voor de grondwaterwinningen van Kien K2 samen van 332.000 m3/j. Het maximale jaardebiet op de formatie van Bilzen blijft ongewijzigd (25. 000 m3/j) na verandering: - een grondwaterwinning bestaande uit 1 put van 312 m-mv in de Formatie van Maastricht met een
maximaal opgepompt debiet van 1.100m3/dagen 120.000 m3/jaar. Dit debiet mag verhoogd worden tot 2.300 m3/dag en 332.000 m3/jaar op voorwaarde dat de vergunninghouder van de site K1 op de site K2 (Alkenhoofsesteenweg) eveneens over een vergunning beschikt om grondwater uit de Formatie van Maastricht te onttrekken met een debiet van 1.074 m3/dag en 212.000 m3/jaar. Het gezamenlijk onttrokken debiet (site K1 + K2) mag niet meer bedragen dan 2.300 m3/dag en 332.000 m3/jaar. - twee puffen van 125 m-mv op de Formatie van Bilzen met een maximaal debiet van 25.000 m3/j
De leden van de commissie gaan akkoord met de formulering; Het advies van de PMVC is UNANIEM GUNSTIG voor de aanvraag voor een termijn verstrijkend op 2029-11 19 /77.ü. K de cirondwaterwinnina waarvoor de termijn verstrijkt op 2019-11-19, mits een bijzondere
voorwaarde inzake de calamiteitenbuffer. De gevraagde afwijking op de peilput is zonder voorwerp (de deputatie is hiervoor niet bevoegd); Gelet op de ligging van de inrichting in een industriegebied van het gewestplan Hasselt-Genk; Gelet op de beslissing d.d. 2014-07-31 van de deputatie, waarbij de uitspraaktermijn i.v.m. bovenvermelde milieuvergunningsaanvraag werd verlengd met twee maanden; dat de uiterste datum voor het treffen van een
beslissing hierdoor werd verdaagd tot 2014-10-25; Overwegende dat, vanuit oogpunt van de stedenbouwkundige en ruimtelijke aspecten, gesteld kan worden dat de activiteiten, voorwerp van de milieuvergunningsaanvraag verenigbaar zijn met de van toepassing zijnde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften; Overwegende dat de aanvraag betrekking heeft op de verandering van de milieuvergunning voor de vestiging K2 waar alcoholische en niet-alcoholische dranken worden geproduceerd (met een persafdeling, gistingsafdeling en logistieke opslag); dat de nv Konings in Zonhoven op 3 locaties gevestigd is; dat deze sites elk afzonderlijk vergund zijn: K1 aan de Beringersteenweg 98, K2 (onderhavige aanvraag) aan de Alkenhoofseweg 10 en de waterzuiveringsinstallatie in de Katschitstraat zn; dat deze inrichtingen door de onderlinge operationele samenhang beschouwd worden als één milieutechnische eenheid; Overwegende dat de nv Konings één gezamenlijk debiet wil laten vergunnen voor de som van de waterwinningen van K1 en K2 in het Krijt; dat daarom gelijktijdig met onderhavige aanvraag ook een aanvraag werd ingediend voor de wijziging van de milieuvergunning van K1; dat daarnaast op de site K1 ook een aantal actualisaties worden aangevraagd;
Overwegende dat door de aard en de ligging van de exploitatie het Agentschap voor Natuur en Bos geen aanzienlijke milieueffecten verwacht door de geplande veranderingen op de natuurlijke kenmerken van de betrokken Speciale Beschermingszones; dat echter de door ANB voorgestelde voorwaarden zonder meer van toepassing zijn en bijgevolg niet bijkomend als bijzondere voorwaarden moeten opgelegd worden;
Kenmerk 023.03.10/V2014N030553 Dossier
750.71/A/2013.358
Bijlagen
7/11
Overwegende dat K1 momenteel vergund is voor een grondwaterwinning bestaande uit 1 put van 312 m diepte in het Krijt met een debiet van max. 1.100 m3/dag en 120.000 m3/jaar; dat K2 momenteel vergund is voor een grondwaterwinning bestaande uit 1 put met een diepte van 300 m in het Krijt en een debiet 212.000 m3/j en 2 putten met een diepte van 125 m in de Formatie van Bilzen en een maximaal op te pompen debiet van 25.000 m3/jaar; Overwegende dat de nv KONINGS met onderhavig dossier één gezamenlijk debiet wil laten vergunnen voor de som van beide grondwaterwinningen van maximaal 2.300 m3/d en 332.000 m3/jaar uit het Krijt; dat op deze manier Konings over meer flexibiliteit beschikt om het opgepompte grondwater in te zetten waar nodig, al naargelang de omstandigheden (specificiteit van de drank, batchgroottes,...); dat de aanvraag dus geen verhoging inhoudt van de vergunde op te pompen grondwaterdebieten, louter een sommatie tot één maximaal dag- en jaardebiet voor K1 en K2 samen; dat het totaal opgepompte debiet voor de beide Krijtwinningen samen maximaal 332.000 m3/jaar bedraagt; dat uit het onderzoek blijkt dat er geen bezwaren zijn tegen de voorgestelde wijziging mits dit zowel in de milieuvergunning van K2 als in deze van K1 wordt opgenomen én zolang beide locaties door dezelfde exploitant worden geëxploiteerd; dat het dan ook aangewezen wordt geacht dat dit wordt opgenomen in rubriek 53.8.3 van artikel 1 van onderhavig besluit, zoals besproken in de PMVC; Overwegende dat de exploitant een vrijstelling wenst te verkrijgen tot het aanleggen van een aparte peilput voor de winning in het Krijt; dat in het dossier echter een afwijking wordt aangevraagd van de bepalingen van art. 5.53.2.2. van Vlarem II maar dat dit artikel echter handelt over het aanleggen van een
peilbuis in de winningsput; dat de aanleg van een aparte peilput verplicht is in toepassing van de art. 5.53.4.1. en 5.53.4.2. van Vlarem II, maar waarvoor de deputatie niet de bevoegdheid heeft om
afwijkingen toe te staan; dat bijgevolg de gewenste afwijking enkel verleend kan worden door de minister op basis van een individuele afwijkingsaanvraag, zoals bepaald in afdeling 1.2.2. van Vlarem II; dat bijgevolg de gevraagde afwijking zonder voorwerp wordt verklaard; Overwegende dat in het vergunningsbesluit d.d. 2012-10-24 volgende bijzondere voorwaarde werd
opgelegd in artikel 4§2.2: "Binnen een termijn van 2 jaar moet een calamiteitenbuffer voor de opvang van eventuele calamiteiten voorzien worden met een nuttig volume van minstens 200 m3."
Dat in onderhavig dossier de exploitant heeft aangegeven dat men deze bijzondere voorwaarde wenst te schrappen; dat immers de nv Konings dit calamiteitenbekken wenst te voorzien op de stle van de WZI en niet op het terrein van K2; dat immers het slibopslagbekken van de WZI inmiddels uit gebruik werd genomen; dat het slib rechtstreeks ontwaterd wordt vanuit de nabezinktank en gestockeerd in een container in afwachting van afvoer; dat het voormalige slibopslagbekken voortaan gebruikt zal worden als calamiteitenbekken, waardoor er geen extra calamiteitenbekken op de site van K2 noodzakelijk is; dat bovendien het voormalige slibopslagbekken een nuttige inhoud heeft van 600 m3, waardoor ruimschots voldaan kan worden aan de bijzondere voorwaarde zoals opgelegd in het besluit van 2012-10-24; Dat uit het onderzoek blijkt dat de in artikel 4§2.2. van het besluit van 2012-10-24 opgelegde bijzondere voorwaarde geschrapt kan worden mits deze vervangen wordt door volgende bijzondere voorwaarde:
"De exploitant moet vanaf 2014-10-24 het slibopvangbekken van de WZI gebruiken als calamiteitenbuffer van de site K2 waarbij steeds een minimaal nuttig volume van 200 m3 in het bekken beschikbaar is"; Overwegende dat de aanvraag betrekking heeft op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij het besluit van de Vlaamse regering d.d. 1 maart 2013 (B.S. 29 april 2013) inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening;
Overwegende dat de aanvraag werd getoetst aan de criteria van bijlage II van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid (DABM); dat in het licht van de concrete kenmerken van het project, de concrete plaatselijke omstandigheden en de concrete kenmerken van de potentiële milieueffecten geen aanzienlijke milieueffecten moeten verwacht worden; dat, gelet op hetgeen voorafgaat alsook hetgeen werd besproken m.b.t. de milieuhygiënische aspecten, kan gesteld worden dat geen MER moet worden
opgemaakt; Overwegende dat, vanuit oogpunt van milieuaspecten, gesteld kan worden dat de risico's voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens,
buiten de inrichting veroorzaakt door de aangevraagde activiteiten, mits naleving van de in dit besluit opgelegde milieuvergunningsvoorwaarden, tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt;
Kenmerk 023.03.10/V2014N030553 Dossier
750.71/A/2013.358
Bijlagen
8/11
Overwegende dat er op grond van de bovenvermelde beschouwingen aanleiding bestaat het unaniem gunstig standpunt van de PMVC bij te treden;
Gehoord het verslag van Ludwig Vandenhove, lid van het college;
BESLUIT Artikel 1 §1. Aan de NV KONINGS, Beringersteenweg 98, te 3520 ZONHOVEN, wordt, onder de voorwaarden bepaald in dit besluit, de aangevraagde vergunning VERLEEND voor het veranderen van een vergunde drankenproducerende inrichting (Site K2), waarvoor de volgende rubrieken van toepassing zijn: (rubriek 12.1.1.a): elektriciteitsproductie, niet in rubrieken 20.1.5., 20.1.6. en 43.2. bedoelde inrichting voor
elektriciteitsproductie, uitgezonderd de aspecten die betrekking hebben op de kernbrandstofcyclus, wanneer de inrichting behoort bij een noodgroep en volledig gelegen is in een industriegebied uitbreiding, nieuwe rubriek: een noodgroep op diesel met een elektrisch vermogen van 100 kVA (klasse 1); (rubriek 17.3.3.3.): opslagplaatsen voor oxiderende, schadelijke, corrosleve en irriterende stoffen reeds vergund: de opslag van in totaal max. 21.000 kg corrosieve en oxiderende producten
na uitbreiding: de opslag van max. 65.600 kg corrosieve en oxiderende stoffen (klasse 1); (rubriek 17.3.7.1.): opslagplaatsen voor vloeistoffen met een ontvlammingspunt hoger dan 100°C reeds vergund: de opslag van 20.000 liter melkzuur in 1 bovengrondse tank na uitbreiding: de opslag van 20.000 liter melkzuur in een bovengrondse tank en de opslag van 2.000 liter propyleenglycol In vaten van 200 liter - totale opslag van 22.000 liter (klasse 3); (rubriek 31.1.1 .a.): vast opgestelde motoren, volledig gelegen in een industriegebied reeds vergund: vast opgestelde dieselmotor ifv de noodgroep met een vermogen van 40 kW na verandering: vast opgestelde dieselmotor met een nominaal thermisch ingangsvermogen van 230 kW. Aangezien de motor < 500 bedrijfsuren per jaar heeft moet hiervan slechts 50 % in rekening gebracht worden,
ttz115kW(klasse3); (rubriek 53.8.3°): boren van grondwaterwinningsputten en grondwaterwinning, andere dan deze bedoeld in rubriek 53.1. tot en met 53.7.
reeds vergund: een maximaal op te pompen totaal debiet van 1 .200 m3/dag en 237.000 m3/jaar uit -1 boorput met een diepte van 312 m-mv in het Krijt voor het oppompen van max. 212.000 m3/j - 2 boorputten van 125 m-mv in de Formatie van Bilzen voor het oppompen van max. 25.000 m3/jaar
verandering: de nv Konings wenst een gezamenlijk maximaal debiet te laten vergunnen voor de grondwaterwinningen van Kien K2 samen van 332.000 m3/j. Het maximale jaardebiet op de formatie van
Bilzen blijft ongewijzigd (25.000 m3/j)
na verandering: - een grondwaterwinning bestaande uit 1 put van 312 m-mv in de Formatie van Maastricht met een maximaal
opgepompt debiet van 212.000 m3/jaar. Dit debiet mag verhoogd worden tot 2.300 m3/dag en 332.000 m3/jaar op voorwaarde dat de vergunninghouder van de site K2 op de site K1 (Beringersteenweg 98) eveneens over een vergunning beschikt om grondwater uit de Formatie van Maastricht te onttrekken met een
debiet van 1.100 m3/dag en 120.000 m3/jaar. Het gezamenlijk onttrokken debiet (site K1 + K2) mag niet meer bedragen dan 2.300 m3/dag en 332.000 m3/jaar. - twee putten van 125 m-mv op de Formatie van Bilzen met een maximaal debiet van 25.000 m3/j
op de kadastrale percelen van Afdeling 3, Sectie F, perceelnummers 416X en 416V van en te 3520 ZONHOVEN, ter plaatse Alkenhoofseweg 10. Artikel 2 §1. De in artikel 1 bedoelde vergunde inrichting moet in gebruik worden genomen binnen een termijn van drie jaar, te rekenen vanaf de datum van dit besluit. De in deze beslissing vermelde exploitatievoorwaarden zijn onmiddellijk van toepassing vanaf het ogenblik dat een inrichting wordt geëxploiteerd (dus in gebruik is genomen) tenzij in de voorwaarden zelf anders wordt bepaald.
§2. In de mate dat voor de inrichting die het voorwerp uitmaakt van de in artikel 1 bedoelde vergunning, krachtens artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening een vergunning nodig is, wordt deze Kenmerk 023.03.10/V2014N030553 Dossier 750.71/A/2013.358
Bijlagen
9/11
milieuvergunning geschorst zolang deze stedenbouwkundige vergunning niet definitief is verleend, in de zin van artikel 4.5.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. In afwijking van het bepaalde in §1 gaat de termijn van ingebruikname van de milieuvergunning slechts in op de dag dat de vergunning voor handelingen, bedoeld in artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening definitief is verleend. §3. Wordt de vergunning voor handelingen, bedoeld in artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening evenwel definitief geweigerd, in de zin van artikel 4.5.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, dan vervalt de in artikel 1 bedoelde milieuvergunning van rechtswege. Artikel 3 De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor een termijn die eindigt op 2029-11-19 m.u.v. de grondwaterwinning (rubriek 53.8.3.) waarvoor de termijn verstrijkt op 2019-11-19 (samenvallend met de einddatum van de vergunningstermijn van de vergunning verleend op 2009-11-19 voor de vestiging van K1). Artikel 4 De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van: §1. de algemene en sectoriële voorwaarden van Vlarem II. §2. de hierna vermelde bijzondere voorwaarden: 1. De bijzondere voorwaarde, opgelegd in artikel 4§2.2. van het besluit van 2012-10-24, ivm de aanleg van een
calamiteitenbuffer wordt geschrapt en vervangen door volgende bijzondere voorwaarde: "De exploitant moet vanaf 2014-10-24 het slibopvangbekken van de WZI gebruiken als calamiteitenbuffer van de site K2 waarbij steeds een minimaal nuttig volume van 200 m3 in het bekken beschikbaar is." Artikel 5 Deze vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden. Artikel 6 §1. Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van artikel 5, §2 en van hoofdstuk III bis van Vlarem l. Een nieuwe vergunning is nodig voor de inrichting of gedeelte van de inrichting die niet binnen de bij dit besluit vastgestelde termijn (zie art. 2) in gebruik is genomen, of die ten minste gedurende twee opeenvolgende jaren niet werd geëxploiteerd, of die vernield werd door brand of ontploffing veroorzaakt door de exploitatie van de inrichting. §2. Elke overname van de vergunde inrichting door een andere exploitant moet vóór de datum van inwerkingtreding van de overname, worden gemeld aan de vergunningverlenende overheid, overeenkomstig de
bepalingen van artikel 42 van Vlarem l. §3. Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd tussen de 18'"' en 12"' maand voor het
verstrijken van de vergunnlngstermijn. Artikel 7 Een afschrift van dit besluit zal AANGETEKEND worden gezonden aan: 1. voor BEKENDMAKING (aanplakking) aan de burgemeester van en te 3520 ZONHOVEN. De burgemeester is belast met de bekendmaking (aanplakking) van de beslissing overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk IX van Vlarem l. 2. voor KENNISNEMING aan: a) de aanvrager, met name nv KONINGS, Beringersteenweg 98 te 3520 ZONHOVEN, samen met een exemplaar van de aangehechte plannen b) de Afdeling Milieu-lnspectie - Limburg, Koningin Astridlaan 50/5 te 3500 HASSELT, samen met een exemplaar van de aangehechte plannen c) het college van burgemeester en schepenen van en te 3520 ZONHOVEN d) de Provinciale Mitleuvergunningscommissie e) de Afdeling Milieuvergunningen - Dienst Limburg, Koningin Astridlaan 50/5 te 3500 HASSELT f) Ruimte Vlaanderen, Koningin Astridlaan 50/1 te 3500 HASSELT g) de OVAM, Stationsstraat 110 te 2800 MECHELEN h) de VMM, A. Van de Maelestraat 96 te 9320 EREMBODEGEM
i) de NV AQUAFIN, Dljkstraat 8 te 2630 AARTSELAAR j) de VMM, Afdeling Operationeel Waterbeheer, Buitendienst Hasselt, De Schiervellaan 7 te 3500 HASSELT k) de FOD WASO, Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk - Directie Limburg, Koning
Albertstraat 16B te 3290 DIEST
l) de Directie van de Directe Belastingen, Voorstraat 41 te 3500 HASSELT m) het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk van nv KONINGS, Beringersteenweg 98 te 3520
ZONHOVEN
Kenmerk 023.03.10/V2014N030553 Dossier
750.71/A/2013.358
Bijlagen
10/11
n) de Directie Financiën - Dienst Belastingen - van het provinciebestuur
o) cvba SERTIUS, Remy-Toren, Vaartdijk 3 bus 202 te 301 8 WUGMAAL Artikel 8 Tegen deze beslissing kan, overeenkomstig artikel 51 van Vlarem l, een beroep worden ingediend bij de Vlaamse regering, gericht aan de Vlaamse minister van Leefmilieu, p.a. Afdeling Milieuvergunningen, Koning
Albert 11-laan, 20 bus 8 te 1000 BRUSSEL. Het beroep moet worden ingediend met een aangetekend schrijven binnen een termijn van dertig kalenderdagen na de dag van verzending (betekening) van een voor eensluidend verklaard afschrift van de beslissing aan de aanvrager en aan de belanghebbende overheidsorganen en diensten, bedoeld in artikel 49, §1, 1°, 2° en 3° van
Vlarem l, of na de dag van aanplakking (openbare bekendmaking) van de beslissing als het beroep uitgaat vanwege andere personen of instellingen.
Het beroepschrift moet, op straffe van niet-ontvankelijkheid, vergezeld zijn van een kopie van het attest van bekendmaking (betekening of aanplakking) van de omstreden beslissing, alsook van een bewijs van storting van het voorgeschreven bedrag aan onderzoekskosten voor het beroepsdossier.
Aanwezig: Marc Vandeput, voorzitter wd.; Ludwig Vandenhove, Igor Philtjens, Frank Smeets, Jean-Paul Peuskens, Inge Moors; leden; Renata Camps, provinciegriffier Hasselt d.d. 2014-10-02 \ /
/ Deyerslaggjéver,
\(3)
/ Ludwig\Vandenhove De i
.
,
provinciegriffier,
\
de
''
\
voQ/iritter
\
.f^~~^
RenataCamps
\
/''
Nota: Minuut:
3
y
wd. voor?tter wd.
-
''••
,,__,._..»
"-
Marc Vandegut- y
1 ~-
-
r^-
"-~<
- besluit: 2 -
plannen:
1
^
;•
Zendbrieven: 16 minuten +16 expedities ~ . *• Attest: 1 " Expedities - van besluit: 20
te
maken:
--—
- van plannen20 2x1 - van attest: 1
Bijlagen bij brieven: JA (zie brieven)
Kenmerk 023.03.10/V2014N030553 Dossier 750.71/A/2013.358
Bijlagen
11/11
n » u
" ^^ :, ?«s •-f .^•'••'.'..'^•'c
s . .---.:^.
/'•-,• '•'••'• :*\
"' ;'';'€.
\!>. •--.••
'^'ï
f(. ^••-_''^ji"tt* L»*J'"^'J!?*-.
w ^ '»