Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen MLAV1/0500000012/MV-ES.
BESLUIT VAN DE BESTENDIGE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIERAAD
OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE NV LANXESS MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF (MTE LA14 –ENERGIECENTRALE MIDDEN) GELEGEN TE 2040 ANTWERPEN, HAVEN 507 SCHELDELAAN 420, EN OVER DE MELDING VAN INRICHTINGEN VAN DE DERDE KLASSE. De bestendige deputatie van de provincieraad van Antwerpen Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem), zoals gewijzigd bij latere besluiten; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), zoals gewijzigd bij latere besluiten; Gelet op de milieuvergunningsaanvraag, op 14 januari 2005 ingediend door de nv Lanxess, gevestigd Scheldelaan 420 te 2040 Antwerpen 4, strekkende tot het verkrijgen van een milieuvergunning om een chemisch bedrijf (MTE LA14 – Energiecentrale Midden), gelegen te 2040 Antwerpen, Haven 507 - Scheldelaan 420, kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer) 16-F-241r deel, 16F-241z, 16-F-241f2, 16-F-241e2, gedeeltelijk verder te exploiteren en te veranderen door uitbreiding, omvattend: ‒ een stroomgenerator met een vermogen van 30.000 kW (12.1.2); ‒ vast opgestelde batterijen met een gezamenlijk vermogen van 220.000 VAh (12.3.1); ‒ batterijladers met een gezamenlijk vermogen van 131 kW (12.3.2); ‒ 2 ontspanningsstations voor aardgas elk met een maximaal debiet van 40.000 Nm³/h – totaal 80.000 Nm³/h (16.5); ‒ een opslagplaats voor de opslag van maximaal 800 liter propaan in verplaatsbare recipiënten (16.7.1); ‒ 2 houders van elk 50.000 liter voor de opslag van maximaal 80.000 kg extra zware stookolie (17.3.3.3 – 17.3.7.2); ‒ diverse locaties voor het stockeren van verplaatsbare recipiënten voor de opslag van smeerolie met een gezamenlijke capaciteit van 5.500 liter (17.3.7.2); ‒ een ontvettingsbad met een inhoudsvermogen van 1.000 liter (29.5.7.b.2); ‒ een stoomketel met een inhoudsvermogen van 100.000 liter en een totaal thermisch vermogen van de branders van 171.000 kW (39.1.3 – 43.2.2 – 43.3); ‒ diverse stoomvaten met een gezamenlijk inhoudsvermogen van 439.224 liter (39.2.2); ‒ een stoomturbine met een vermogen van 23,7 MW (39.5.1); Gelet op het feit dat de aanvraag tevens de melding van klasse 3-inrichtingen betreft; dat volgende klasse 3-inrichtingen worden gemeld: ‒ airco’s met een gezamenlijk vermogen van 37,8 kW (16.3.1.1); ‒ een labo ter controle van het ketelvoedingswater (24.4); ‒ een werkplaats voor metaalbewerking met een geïnstalleerd vermogen van 10 kW (29.5.4.1);
Koningin Elisabethlei 22 | 2018 Antwerpen 1 T 03 240 50 11 | F 03 240 57 79
MLAV1/0500000012 NV Lanxess Vlarem-rubricering volgens aanvrager :12.1.2 – 12.3.1 – 12.3.2 – 16.3.1.1 – 16.5 – 16.7.1 – 17.3.3.3 – 17.3.7.2 – 24.4 – 29.5.4.1 – 29.5.7.b.2 – 39.1.3 – 39.2.2 – 39.5.1 – 43.2.2 – 43.3; Gelet op het feit dat de MTE LA14 – Energiecentrale Midden verder nog is toegerust met (reeds vergund): ‒ de opslag van 900 kg (900 liter) corrosie-inhibitoren in verplaatsbare recipiënten (17.3.3.3 – 17.3.7.2); ‒ de opslag van 510.000 liter lichte stookolie in een bovengrondse houder (17.3.6.3); ‒ 2 stoomketels met elk een inhoudsvermogen van 45.000 liter (39.1.3); ‒ 2 verbrandingsinstallaties met een totaal warmtevermogen van 70 MW (43.1.3 – 43.3); Gelet op de volgende vergunningstoestand met betrekking tot de exploitatie van de inrichting op de datum van de indiening van de voormelde milieuvergunningsaanvraag: – besluit nr. 5.942 d.d. 13 juni 1972 van de Gouverneur houdende aktename, geldend als machtiging voor het plaatsen van stralingsketels; – besluit nr. 45.449 d.d. 9 maart 1976 van de bestendige deputatie houdende vergunning voor de exploitatie van een tegendrukcentrale voor een termijn verstrijkend op 9 maart 2006; – besluit nr. 5.942 d.d. 2 juli 1987 van de bestendige deputatie houdende wijziging van de uitbatingsvoorwaarden, opgelegd bij besluit nr. 5.942 d.d. 13 juni 1972 van de Gouverneur; – besluit nr. MLAKT/92-91 d.d. 9 juli 1992 van de bestendige deputatie houdende houdende aktename, geldend als vergunning, voor de exploitatie van vergunningsplichtig geworden inrichtingen; – ontvangstmelding nr. MLOV/00-91 d.d. 13 november door de bestendige deputatie van de melding van de gedeeltelijke overname van inrichtingen, vergund op naam van de NV Electrabel door NV Bayer Antwerpen; – ontvangstmelding nr. MLOV/03-120 d.d. 13 november 2003 door de bestendige deputatie van de melding van gedeeltelijke overname van inrichtingen, vergund op naam van de NV Electrabel, door de NV Bayer; – besluit nr. MLAV1/99-64 d.d. 17 juni 1999 van de bestendige deputatie houdende vergunning voor het exploiteren van een nieuwe technische eenheid (eenheid XIV), voor een termijn verstrijkend op 2 augustus 2016; – besluit nr. MLAV1/00-180 d.d. 7 november 2000 houdende vergunning voor het veranderen van eenheid XIV door uitbreiding voor een termijn verstrijkend op 2 augustus 2016; – ontvangstmelding door de bestendige deputatie (kenmerk MLOV/04-101) van gedeeltelijke overname van inrichtingen vergund op naam van de NV Bayer Antwerpen door de NV Lanxess; – besluit nr. MLVER/04-125 d.d. 10 maart 2005 houdende aktename m.b.t. de opsplitsing van de vergunningen voor een chemisch bedrijf in vergunningen respectievelijk op naam van de NV Bayer Antwerpen en de NV Lanxess; Gelet op het feit dat deze aanvraag voor de eerste maal werd ingediend op 14 januari 2005; op het feit dat op datum van 28 januari 2005 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht; Gelet op het feit dat de aanvrager bijkomende gegevens heeft toegestuurd met brief van 28 januari 2005; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van het Vlarem; Gelet op het proces-verbaal betreffende het openbaar onderzoek dd. 14 maart 2005 waaruit blijkt dat er noch schriftelijke, noch mondelinge bezwaren en/of opmerkingen werden ingediend;
2 / 10
MLAV1/0500000012 NV Lanxess
Gelet op het gunstig advies dd. 11 maart 2005 van het college van burgemeester en schepenen van Antwerpen (kenmerk AN2005/41/FP); Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van de Afdeling Milieuvergunningen (AMV) van de Administratie voor Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer; op volgende uit elementen het laattijdig gunstig advies dd. 25 april 2005 van de AMV (kenmerk AMV/A/05/216): 1. Voorliggende aanvraag betreft in hoofdzaak de hervergunning van een gedeelte van de energiecentrale midden van Lanxess NV (aangeduid als MTE LA XIV). De aanvraag omvat tevens een zeer klein gedeelte regularisatie. Om dit onderscheid duidelijk te maken werd de omschrijving in het voorstel licht aangepast. Extra zware stookolie dient enkel in rubriek 17.3.7. ingedeeld te worden. 2. Voor een goed begrip wordt de historiek kort weergegeven. Tot 2000 werden ketels 1 en 2 door Electrabel geëxploiteerd (tegendrukcentrale Lillo). In 2000 werd deze vergunning overgenomen door Bayer Antwerpen NV, en werden back-up ketels 6 en 7 bijgebouwd. Voor deze ketels, evenals voor de eerder vergunde opslag van 510.000 l stookolie, werd de vergunningstermijn gekoppeld aan de lopende vergunningen van Bayer Antwerpen NV, m.n. 02.08.2016. Deze installaties maken geen deel uit van voorliggende aanvraag. In 2001 werd ketel 2 (na opstart van een WKK-installatie van Electrabel) uit dienst genomen. 3. De installaties van Bayer Antwerpen NV die tot deze eenheid behoren, werden integraal overgenomen door Lanxess NV. 4. Gevraagd wordt om de vergunning te verlenen tot 02.08.2016, die reeds geldig is voor bepaalde onderdelen van deze eenheid. 5. Het thermische vermogen van ketel 1 bedraagt 171 MWth; dat van ketel 6 en 7 telkens 35 MWth. Het geheel van de energiecentrale midden van Lanxess vertegenwoordigt bijgevolg een thermisch vermogen van 241 MWth (Mer-plicht vanaf 300 MWth). 6. Er werd een evaluatie van de milieu-impact van de energie-productie van Lanxess NV – Lillo uitgevoerd door erkende deskundigen. Eerder werd een conform verklaard Mer opgesteld (MER/ CAH/00/404) door Bayer Antwerpen NV en Electrabel NV voor de energieproductie door beiden op dezelfde terreinen. 7. De installaties staan opgesteld op een met beton of asfalt verharde ondergrond. Gevaarlijke producten worden in een inkuiping opgeslagen. M.b.t. bodem en grondwater kan bijgevolg gesteld worden dat er voldoende maatregelen getroffen worden. 8. Voor het effect op het oppervlaktewater zijn 3 deelstromen van belang, m.n. spuiwater (ca. 10 m3/dag), sanitair afvalwater (ca. 0,7 m3/dag) en koelwater (ca. 200 m3/u). De spui en het sanitair afvalwater worden via de interne riolering ‘AW3’ naar de biologische waterzuivering van Bayer Antwerpen NV gestuurd, dewelke afzonderlijk vergund is. De debieten zijn zeer klein in vergelijking met het totale afvalwaterdebiet van Bayer Antwerpen NV/Lanxess NV (gem. ca. 470 m3/u). Gelet op de beperkte vuilvracht van het spuiwater enerzijds en de goede biologische afbreekbaarheid van het sanitair afvalwater anderzijds, kan gesteld worden dat de impact van deze eenheid op de totale geloosde vuilvracht van Bayer Antwerpen NV/Lanxess NV miniem is, zodat ook de impact op de Schelde niet significant is. Ook de lozing van koelwater in het Kanaaldok is afzonderlijk vergund, en maakt geen voorwerp uit van deze aanvraag. (Effecten zijn beschreven in MER/CAH/01/423.) 9. De energieproductie bij Lanxess is met een bijdrage van resp. 11,5%, 10,4%, 46,3% en 75,8% een relevante bron van luchtemissies voor de parameters NOX, SO2, CO en stof binnen de totale emissies op de site van Bayer Antwerpen NV/Lanxess NV. Voor al deze componenten is de immissiebijdrage ter hoogte van het punt met maximale immissiebijdrage kleiner dan 1% van zowel de actuele luchtkwaliteit als de kwaliteitsdoelstellingen. Ter hoogte van de woonzones en natuurgebieden in de omgeving is deze bijdrage nog een factor 2 à 10 kleiner. De impact van de luchtimmissies in de omgeving wordt bijgevolg als niet-significant beschouwd.
3 / 10
MLAV1/0500000012 NV Lanxess 10. Het specifieke geluid van de energiecentrale voldoet ruim aan de voorwaarden van Vlarem II (marge van minstens 5 dB(A)). Het effect op het oorspronkelijk omgevingsgeluid blijft beperkt tot max. 1 dB(A) in de meest kritische evaluatiepunten. Deze bijdrage is juist waarneembaar. 11. Ook voor de disciplines mens en fauna en flora worden geen negatieve effecten verwacht. 12. Ketel 1 dient te worden beschouwd als een grote, bestaande stookinstallatie, die zowel met gasvormige als met vloeibare brandstof gestookt kan worden. Uit de opgevraagde meetgegevens over het 2de semester van 2004 blijkt dat ketel 1 ruimschoots voldoet aan de momenteel van toepassing zijnde emissiegrenswaarden; Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van de Cel Ruimtelijke Ordening van de Afdeling ROHM van de Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen (AROHM); op volgende elementen uit het laattijdig gunstig advies dd. 25 april 2005 van de AROHM (kenmerk N/110.373): 1. Het goed ligt in het gewestplan Antwerpen, vastgesteld bij Koninklijk besluit van 3 oktober 1979, en volgens dit van kracht zijnde gewestplan in industriegebied. 2. De aanvraag is principieel in overeenstemming met het geldende plan. 3. De aanvraag heeft betrekking op de hermachtiging en de uitbreiding van een energiecentrale; en zij heeft geen bijkomende stedenbouwkundige impact. De aanvraag is stedenbouwkundig aanvaardbaar; Gelet op het gunstig advies dd. 14 maart 2005 van de Afdeling Preventieve en Sociale Gezondheidszorg (APSG) (kenmerk 17/0855-1); op volgende elementen uit dit advies: 1. Door deze aanvraag wil de energiecentrale Lillo (Midden) een regularisatie verkrijgen van haar milieuvergunning voor een aantal activiteitswijzigingen. De activiteiten waarvoor advies verleend wordt vallen onder de rubriek 17.3.3.3: 2 ketels voor extra zware stookolie van elk 50.000 liter. 2. De APSG verleent een gunstig advies voor de gevraagde activiteiten omdat deze milieuhygiënisch verenigbaar zijn met de omgeving; Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van de Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie (ANRE); Gelet op het gunstig advies dd. 23 maart 2005 van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) (kenmerk BH/AK-M/IH/05/IH/25580/3985); op volgende elementen uit dit advies: 1. De hervergunningsaanvraag betreft de tegendrukcentrale bestaande uit Ketel 1 met een vermogen van 171 MW. Deze stoomketel was oorspronkelijk eigendom van Electrabel, werd vervolgens overgedragen aan Bayer en behoort nu tot Lanxess. De twee back-up installaties Ketel 6 en Ketel 7 met een vermogen van 35 MW elk zijn nog vergund tot 2016. 2. De branders van Ketel 1 kunnen zowel met gasvormige als met vloeibare brandstoffen gestookt worden, maar in hoofdzaak wordt aardgas aangewend. De rookgassen worden geëmitteerd via een 100 meter hoge schoorsteen zodat een vrij goede dispersie mag worden verwacht. De back-up Ketels 6 en 7 gebruiken lichte stookolie. 3. In de bijgevoegde evaluatienota werd de jaarlijkse uitstoot van Ketel 1 en van de back-up Ketels 6 en 7 berekend : voor het jaar 2003 werd de NOX-, SO2- en stofuitstoot begroot op 96 ton respectievelijk 66 ton en 12 ton. Het aandeel van de back-up Ketels 6 en 7 bedraagt hooguit 1 à 2%. Op basis van deze emissiegegevens werd via dispersieberekeningen de impact op de actuele luchtkwaliteit en de bijdrage ten opzichte van de luchtkwaliteitdoelstellingen ingeschat. 4. Uit de immissiegegevens afkomstig van meetposten in de omgeving van het bedrijf kon worden afgeleid dat de actuele luchtkwaliteit voldoet aan de toepasselijke luchtkwaliteitdoelstellingen. De immisieberekeningen tonen aan dat het aandeel van de energiecentrale – Ketels 1, 6 en 7 – in de actuele luchtkwaliteit ten opzichte van de luchtkwaliteitdoelstellingen telkens minder dan 1% bedraagt en dit zowel in het punt van maximale immissie als in de meest nabijgelegen woongebieden en natuurgebieden. Ook de bijdrage in de zure depositie in de omgeving ligt
4 / 10
MLAV1/0500000012 NV Lanxess
5.
beneden 1%. De impact van de energiecentrale op de luchtkwaliteit in de omgeving kan aldus als weinig significant beoordeeld worden. Overwegende dat de energiecentrale – Ketel 1 en back-up Ketels 6 en 7 – conform de BBTaanbevelingen terzake hoofdzakelijk met aardgas en laagzwavelige brandstoffen gestookt worden, overwegende de goede dispersie van de rookgassen van Ketel 1 via de 100 meter hoge schoorsteen, overwegende de niet significante immissiebijdrage van de energiecentrale tot de actuele luchtkwaliteit in de omgeving en ten opzichte van de luchtkwaliteitdoelstellingen en overwegende dat uit immissiemetingen in de omgeving blijkt dat toepasselijke luchtkwaliteitdoelstellingen worden gerespecteerd, kan voor de hervergunningsaanvraag van tegendrukcentrale Ketel 1 binnen het bedrijf Lanxess te Antwerpen een gunstig advies verleend worden;
Gelet op het gunstig advies dd. 26 april 2005 van de Provinciale Milieuvergunningscommissie (PMVC); op volgende elementen uit dit advies: 1. Omschrijving en rubrieken ‒ De omschrijving en rubrieken van de AMV worden overgenomen omdat deze de aanvraag vollediger weergeven: • De aanvraag betreft immers voor een klein gedeelte - naast de hervergunning en verandering door uitbreiding - ook een regularisatie. Om dit onderscheid duidelijk de te maken, werd de omschrijving in die zin dan ook aangepast. • De opslag van extra zware stookolie dient enkel onder rubriek 17.3.7 ingedeeld te worden. 2. Stedenbouwkundige verenigbaarheid ‒ De inrichting is principieel stedenbouwkundig verenigbaar. 3. Openbaar onderzoek – bezwaren ‒ Er werden geen bezwaren, noch opmerkingen ingediend. 4. Milieutechnische evaluatie ‒ De PMVC volgt de gunstige adviezen. 5. Termijn ‒ De vergunning kan verleend worden voor een termijn tot 2 augustus 2016, met een termijn voorafgaand aan ingebruikname van 3 jaar. ‒ Er kan akte genomen worden van de gemelde klasse 3-inrichtingen. ‒ De nog lopende vergunningen m.b.t. de stoomketels worden opgeheven. 6. Voorwaarden a. Algemene voorwaarden (zoals voorgesteld door de AMV) V01 algemene milieuvoorwaarden - algemeen V02 algemene milieuvoorwaarden - geluid V05 algemene milieuvoorwaarden - lucht b. Sectorale voorwaarden (zoals voorgesteld door de AMV) V35 elektriciteit V38 gassen - algemeen V40 gassen - koelinrichtingen - compressoren V44 gassen - opslagplaatsen in verplaatsbare recipiënten V46 Opslag van gevaarlijke stoffen – ondergrondse en bovengrondse houders V61 Thermische centrales, stookinstallaties en verbrandingsovens V67 metalen V81 stoomtoestellen c. Bijzondere voorwaarden De brandweervoorwaarden, zoals voorgesteld door het schepencollege, worden niet weerhouden als een bijzondere voorwaarde maar moeten tot stand komen in overleg tussen de exploitant en de brandweer;
5 / 10
MLAV1/0500000012 NV Lanxess Gelet op de ligging van de inrichting in een industriegebied van het gewestplan Antwerpen, in de onmiddellijke nabijheid van een natuurgebied, nl. Scheldeoevers; Gelet op het feit dat in het kader van eventuele grensoverschrijdende hinder aan de provincie Noord-Brabant (Nederland) en aan de provincie Zeeland (Nederland) een aanvraagdossier werd overgemaakt; dat de provincie Noord-Brabant met schrijven van 17 maart 2005 (kenmerk 1084406) meedeelt dat de aanvraag geen aanleiding heeft gegeven tot het maken van opmerkingen; dat vanwege de provincie Zeeland geen reactie werd ontvangen; Overwegende dat gesteld kan worden dat de exploitatie van de inrichting, die het voorwerp van de voormelde milieuvergunningsaanvraag uitmaakt, verenigbaar is met voormelde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften;
6 / 10
MLAV1/0500000012 NV Lanxess Overwegende dat de gunstige adviezen in aanmerking worden genomen; Overwegende dat gesteld kan worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie mits naleving van de in onderhavig besluit opgelegde milieuvergunningsvoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt; Overwegende dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de gevraagde vergunning volledig toe te staan voor een termijn verstrijkend op 2 augustus 2016;
BESLUIT: ARTIKEL 1 - Voorwerp §1 Aan de nv Lanxess, gevestigd Scheldelaan 420 te 2040 Antwerpen 4, wordt onder de voorwaarden bepaald in onderhavig besluit vergunning verleend om een energiecentrale bij een chemisch bedrijf (MTE LA14 – Energiecentrale Midden), gelegen te 2040 Antwerpen, Haven 507 Scheldelaan 420, kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer) 16-F-241r deel, 16-F-241z, 16-F-241f2, 16-F-241e2 gedeeltelijk verder te exploiteren en te veranderen door uitbreiding, omvattende: ‒ een stroomgenerator met een vermogen van 30.000 kW (12.1.2, reeds vergund); ‒ vast opgestelde batterijen met een gezamenlijk vermogen van 220.000 VAh (12.3.1, reeds vergund); ‒ batterijladers met een gezamenlijk vermogen van 131 kW (12.3.2, reeds vergund); ‒ 2 ontspanningsstations voor aardgas elk met een maximaal debiet van 40.000 Nm³/h – totaal 80.000 Nm³/h (16.5, reeds vergund); ‒ 2 houders van elk 50.000 liter voor de opslag extra zware stookolie (7.3.7.2,reeds vergund); ‒ diverse locaties voor het stockeren van verplaatsbare recipiënten voor de opslag van smeerolie met een gezamenlijke capaciteit van 5.500 l (17.3.7.2, uitbreiding met 2.500 l); ‒ een ontvettingsbad met een inhoudsvermogen van 1.000 liter (29.5.7.b.2, uitbreiding); ‒ een stoomketel met een inhoudsvermogen van 100.000 liter en een totaal thermisch vermogen van de branders van 171.000 kW (39.1.3 – 43.2.2 – 43.3, reeds vergund); ‒ diverse stoomvaten met een gezamenlijk inhoudsvermogen van 439.224 liter (39.2.2, reeds vergund); ‒ een stoomturbine met een vermogen van 23,7 MW (39.5.1, reeds vergund). Akte wordt genomen van de volgende klasse 3-inrichtingen: ‒ airco’s met een gezamenlijk vermogen van 37,8 kW (16.3.1.1, reeds vergund); ‒ een opslagplaats voor de opslag van maximaal 800 liter propaan in verplaatsbare recipiënten (16.7.1, uitbreiding); ‒ een labo ter controle van het ketelvoedingswater (24.4, reeds vergund); ‒ een werkplaats voor metaalbewerking met een geïnstalleerd vermogen van 10 kW (29.5.4.1, reeds vergund). Vlaremrubricering : 12.1.2 – 12.3.1 – 12.3.2 – 16.3.1.1 – 16.5 – 16.7.1 – 17.3.3.3 – 17.3.7.2 – 24.4 – 29.5.4.1 – 29.5.7.b.2 – 39.1.3 – 39.2.2 – 39.5.1 – 43.2.2 – 43.3.
7 / 10
MLAV1/0500000012 NV Lanxess De MTE LA14 – Energiecentrale Midden is verder nog toegerust met (reeds vergund en geen voorwerp van deze aanvraag): ‒ de opslag van 900 kg (900 liter) corrosie-inhibitoren in verplaatsbare recipiënten (17.3.3.3 – 17.3.7.2); ‒ de opslag van 510.000 liter lichte stookolie in een bovengrondse houder (17.3.6.3); ‒ 2 stoomketels met elk een inhoudsvermogen van 45.000 liter (39.1.3); ‒ 2 verbrandingsinstallaties (ketel 6 en 7) met een totaal warmtevermogen van 70 MW (43.1.3 – 43.3). §2 De nog lopende vergunningen m.b.t. de stoomketels 1 en 2 worden opgeheven.
ARTIKEL 2 – Koppeling aan de bouwvergunning §1 Deze milieuvergunning is geschorst indien voor de verandering die er het voorwerp van uitmaakt ook een bouwvergunning vereist is krachtens de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedenbouw, en deze bouwvergunning niet definitief is verleend. Deze schorsing duurt tot de bouwvergunning definitief is verleend of is geweigerd in laatste aanleg. De vergunninghouder dient het definitief verkrijgen van de bouwvergunning te melden aan de bestendige deputatie bij ter post aangetekende zending. §2 De geschorste milieuvergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de bouwvergunning in laatste aanleg definitief zou worden geweigerd. §3 De bouwvergunning die verkregen is voor de verandering die het voorwerp is van de voormelde milieuvergunningsaanvraag wordt geschorst zolang de milieuvergunning niet definitief is verleend. §4 Deze geschorste bouwvergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de milieuvergunning in laatste aanleg definitief zou worden geweigerd.
ARTIKEL 3 – Voorwaarden De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden (als bijlage): §1. Algemene: V01: algemeen; V02: geluid; V05: lucht; §2. Sectorale: V35: elektriciteit; V38: gassen – algemeen; V40: gassen - koelinrichtingen - compressoren; V44: gassen - opslagplaatsen in verplaatsbare recipiënten; V46: opslag van gevaarlijke stoffen – ondergrondse en bovengrondse houders; V61: thermische centrales, stookinstallaties en verbrandingsovens;
8 / 10
MLAV1/0500000012 NV Lanxess V67: metalen; V81: stoomtoestellen; ARTIKEL 4 - Termijn voorafgaand aan ingebruikname De in artikel 1 vergunde verandering dient in gebruik genomen te worden binnen 3 jaar vanaf de datum van deze vergunning, zoniet vervalt deze vergunning van rechtswege.
ARTIKEL 5 - Vergunningstermijn De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor een termijn:
1. die aanvangt op de datum van dit besluit, behoudens wanneer: a) Deze milieuvergunning is geschorst omdat de bouwvergunning voor de verandering op datum van deze milieuvergunning niet definitief is verleend; in dat geval vangt de vergunningstermijn aan op de datum waarop de bouwvergunning definitief is verleend; de exploitant dient deze datum bij aangetekende brief te melden aan de bestendige deputatie; b) Onderhavige milieuvergunning overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, §2 van rechtswege vervalt; in dat geval is geen enkele vergunningstermijn toegestaan.
2. die eindigt op 2 augustus 2016.
ARTIKEL 6 - Onderhavige vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden.
ARTIKEL 7 -
§1. Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van hoofdstuk III-bis van titel I van het Vlarem.
§2. Elke overname van de inrichting door een andere exploitant dient vóór de datum van inwerkingtreding van de overname gemeld aan de vergunningsverlenende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlarem.
§3. Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd overeenkomstig de bepalingen van het Vlarem uiterlijk tussen de 18de en de 12de maand vóór het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning.
9 / 10
MLAV1/0500000012 NV Lanxess
ARTIKEL 8 Tegen de beslissing m.b.t. de vergunningsaanvraag kan beroep worden aangetekend bij de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, Graaf de Ferraris-gebouw, Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 Brussel, overeenkomstig artikel 51 van het Vlarem. Tot staving van de ontvankelijkheid van het eventuele beroep dient bij het beroepschrift het hierbij gevoegde attest van betekening evenals het bewijs van betaling van de voorgeschreven dossiertaks gevoegd te worden.
Antwerpen, in zitting van 12 mei 2005. Aanwezig: de heer C. Paulus, Gouverneur-Voorzitter, de heren L. Helsen, J. Geuens en F. Geudens, mevrouw M. De Graef, de heren M. Wellens en C. Masson, leden en de heer D. Toelen, Provinciegriffier. Verslaggever: Jos Geuens
In opdracht: De Provinciegriffier,
De Voorzitter,
D. Toelen
C. Paulus
10 / 10