Financieel Jaarverslag 2014 Financieel Jaarverslag 2014 Stichting Christelijk Voortgezet Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs in Apeldoorn en Onderwijs in Apeldoorn en omgeving omgeving 15 06 2015 15 06 2015
INHOUD
Inhoud ..................................................................................................................0 Voorwoord van het college van bestuur .....................................................................1 Kerncijfers .............................................................................................................2 Algemeen verslag ...................................................................................................4 De organisatie ........................................................................................................4 Identiteit ...............................................................................................................5 Directie .................................................................................................................5 Medezeggenschap ...................................................................................................5 Verslag van gevoerd beleid ......................................................................................5 In- en externe ontwikkelingen ..................................................................................5 Risicobeheersings- en controlesysteem .................................................................... 10 Beleggen en Belenen ............................................................................................. 11 Vergoeding college van bestuur .............................................................................. 12 Continuiteitsparagraaf 2015 ................................................................................... 12 Ontwikkeling van het resultaat ............................................................................... 17 Ondertekening college van bestuur ......................................................................... 22 Verslag van raad van toezicht................................................................................. 22 Ondertekening raad van toezicht ............................................................................ 22 Balans per 31 december 2014 ................................................................................ 24 Staat van baten en lasten ...................................................................................... 25 Kasstroomoverzicht over 2014 ............................................................................... 26 Toelichting behorende tot de jaarrekening ............................................................... 27 Overige gegevens ................................................................................................. 44 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant ................................................ 45 Verklaring betreffende de jaarrekening .................................................................... 45
VOORWOORD VAN HET COLLEGE VAN BESTUUR Voor u ligt het financiële jaarverslag 2014 van de Stichting CVO. U vindt in het jaarverslag de hoofdlijnen van beleid op het gebied van onderwijs, personeelsbeleid, huisvesting, kwaliteitszorg, medezeggenschap en toezicht. In het financiële deel leggen we verantwoording af over de besteding van de ons toegekende middelen. De accountant heeft de rechtmatigheid hiervan gecontroleerd. De stichting sluit 2014 af met een negatief resultaat van € 707.000 (begroot € 33.000). Dit resultaat is tot stand gekomen door een aantal in dit verslag toegelichte incidentele uitgaven en een verhoging van de sociale lasten. De verhoging van de sociale lasten was niet te voorzien in de begroting. De financiële druk vanuit de overheid op onze organisaties neemt de laatste jaren met name door de stijging van de premiedruk aanzienlijk toe. Voor de financiële gezondheid van de stichting is een stabilisering van de leerlingaantallen van belang. 2014 laat een stijging in de aanmeldingen zien. Deze stijging zet door in 2015. De marktpositie van onze scholen is daarmee op dit moment een goede. Dit is van belang wanneer de krimp van de leerlingaantallen in het voortgezet onderwijs in Apeldoorn en omgeving duidelijker vorm krijgt. De scholen zijn in 2014 gestart met de invoering van een vernieuwde organisatiestructuur. Daarbij wordt meer verantwoordelijkheid lager in de organisatie belegd en wordt de span of control van een leidinggevende verkleind. Tevens zijn er stevige stappen gezet op het niveau van de Veluwse Onderwijsgroep om kwaliteitsbeleid nog beter vorm te geven. In het kader van proflering is Sprengeloo gestart met het aanbieden van de Mavo Xtra waarmee een groep leerlingen aangesproken wordt, die cognitief redelijk sterk is, maar zich vooral uitgedaagd voelt door dingen te doen. Per 1 augustus is Passend Onderwijs ingevoerd. Naar het zich nu laat aanzien zonder al te grote problemen. De scholen hebben, afhankelijk van hun leerling populatie, verschillende maatregelen getroffen hiervoor. De financiële gevolgen van de invoering hangen af van de mogelijkheden die de scholen in het samenwerkingsverband VO hebben om veranderende leerlingstromen te ondersteunen en goed onderwijs te bieden. Dit wordt de komende jaren duidelijk. Directies en medewerkers hebben ook in 2014 laten zien bereid te zijn tot een grote mate van inzet en betrokkenheid bij de scholen. Zij verdienen daarvoor alle lof.
Apeldoorn, 15 juni 2015
Drs W.D. Hoetmer, Voorzitter college van bestuur
1 Financieel jaarverslag 2014 CVO
KERNCIJFERS
Bedragen x € 1.000 B2014
R2014
Realisatie Δ'14-'13
R2013
R2012
R2011
R2010
Resultaat Boekhoudkundig
33
707-
649
Genormaliseerd
33
391-
229-
1.356-
412
162-
412
3
449-
327-
986-
Baten Rijksbekostiging waarvan personele lumpsum 1) Overige overheidsbijdragen Overige baten
22.577
22.342
22.926
-2,5%
22.737
22.497
22.308
17.904
17.874
18.396
-2,8%
18.181
18.035
18.252
26
26
25
4,0%
44
23
21
515
638
494
29,1%
532
401
483
18.042
Lasten Personele lasten
17.770
18.521
17.582
5,3%
17.788
17.775
Afschrijvingen
1.028
1.004
935
7,4%
967
915
758
Huisvestingslasten
1.089
1.052
1.091
-3,6%
998
1.088
1.125
Overige instellingslasten
3.243
3.199
3.249
-1,5%
3.220
3.203
3.389
45
63
61
3,3%
72
63
52
4.328
4.287
4.994
-14,2%
4.345
3.933
3.930
Financiële baten en lasten Eigen vermogen Personele kengetallen Fte 2)
246,3
262,0
255,3
2,6%
261,4
272,1
279,9
Personele lasten/personele lumspsum
99,3%
103,6%
95,6%
8,4%
97,8%
98,6%
98,8%
Personele lasten/totale baten
76,7%
80,3%
74,8%
7,3%
76,1%
77,3%
78,9%
66,7
1,8%
66,1
63,7
63,0
2,8%
1,8%
0,0%
-2,0%
1,4
1,3
1,1
Salarislasten/fte 3)
70,6
68,0
Financiële ratio's Rentabiliteit
0,1%
Current ratio
1,0
-3,1% 1,1
1,2
Weerstandsvermogen
18,7%
18,6%
21,2%
18,6%
17,1%
17,2%
Kapitalisatiefactor 4)
29,9%
24,4%
30,3%
27,8%
27,8%
30,5%
Solvabiliteit
46,3%
52,4%
55,8%
52,7%
48,7%
47,0%
Gegevens zijn opgesteld volgens indeling RJ 660 1) Ex vavo, ex. subsidie Nieuwkomers en ex. Oscar per 1 oktober van het betreffende kalenderjaar 2) Op basis van de gemiddelde bezetting. 3) Salarislasten exclusief externe inhuur, inclusief uitkeringen. Kengetal geharmoniseerd tussen de stichtingen. Bij iedere stichting zijn de uitkeringskosten in mindering gebracht. De salarislasten per fte zijn hoger begroot dan gerealiseerd omdat in de begroting de flexibele schil niet in fte's wordt uitgedrukt maar in een bedrag. 4) Deze factor is continu in ontwikkeling
2 Financieel jaarverslag 2014 CVO
VERSLAG
3 Financieel jaarverslag 2014 CVO
ALGEMEEN VERSLAG
DE ORGANISATIE
Per 1 januari 2009 hebben de Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Apeldoorn en omgeving (SKVOAO, hierna Veluws College), de Stichting Katholiek Primair Onderwijs Oost-Veluwe (SKPOOV) en de Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs (CVO) een samenwerkingsstichting opgericht. De stichtingen werken samen onder de vlag van de Veluwse Onderwijsgroep en vormen een samenwerkingsverband van zelfstandige stichtingen met een eigen beleid en identiteit die gezamenlijk gebruik maken van een backoffice en beleid afstemmen waar dit nodig en mogelijk is. In 2014 heeft het college van bestuur een strategisch beleidsplan geschreven waarin de kaders voor het beleid van de drie onderwijsstichtingen zijn beschreven en waarop de ondersteunende activiteiten worden afgestemd.
Raad van toezicht
Raad van toezicht
Raad van toezicht
College van bestuur
College van bestuur
College van bestuur
Algemeen directeur primair onderwijs
SKPOOV Anne Frank St Bernardus C. van Leeuwen Eloy Gerardus Majella Hertog van Gelre Krugerstee De Poort St. Pancratius De Schakel Seb@stiaan St. Victor SBO de Vorm De Zevensprong De Zonnewende
Algemeen directeur voortgezet onderwijs
Algemeen directeur voortgezet onderwijs
SKVOAO
CVO
VC Walterbosch VC Cortenbosch VC Mheenpark VC Twello
Chr. Lyceum Sprengeloo De Heemgaard
Raad van toezicht
College van bestuur
Academie
Directeur servicebureau en controller
Servicebureau P&O Facilitair beheer ICT PR&communicatie Financiën & control
4 Financieel jaarverslag 2014 CVO
IDENTITEIT De stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs in Apeldoorn en omgeving aanvaardt als grondslag en richtsnoer voor al haar werk en voor het onderwijs dat in haar scholen wordt gegeven de opdracht van het Evangelie voor mens en samenleving, zoals geopenbaard in de Bijbel. De stichting kent in deze een eigen beleid en identiteit. De stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs in Apeldoorn en omgeving heeft een christelijke signatuur. In alle gevallen staan de scholen vanuit christelijke waarden open voor ontwikkelingen in de omgeving. Via ons onderwijs willen wij de samenleving dienen, geïnspireerd door onze levensbeschouwelijke identiteit. Normering en moraliteit zijn daarbij onontbeerlijk in de begeleiding van kinderen op weg naar volwassenheid. DIRECTIE Het college van bestuur werd in 2014 door de heer W. Hoetmer gevormd. In eerste instantie waarnemend, per 1 juli 2014 definitief. MEDEZEGGENSCHAP Elke school heeft zijn eigen deelraad. Deze deelraad overlegt met de directeur van de school volgens het vigerende reglement. De stichting kent ook een (Gemeenschappelijke) Medezeggenschapsraad (GMR). De GMR overlegt met de algemeen directeur voortgezet onderwijs volgens een vast vergaderschema. De GMR wordt in de gelegenheid gesteld minimaal tweemaal per jaar met het college van bestuur te overleggen. De GMR kent ook een eigen reglement. In het sociaal jaarverslag wordt verslag gedaan van de samenstelling en de besproken onderwerpen.
VERSLAG VAN GEVOERD BELEID IN- EN EXTERNE ONTWIKKELINGEN Strategisch beleidsplan In 2014 is het strategisch beleidsplan Waarde geef je door van de Veluwse Onderwijsgroep gepresenteerd. De directeuren/rectoren van het VO hebben tijdens een aantal verkennende sessies gesproken over de vertaling van de strategisch doelen voor het meerjaren VO-plan. Het plan zal in de zomer van 2015 voltooid worden. Professionalisering en de Academie De Academie biedt sinds 1 januari 2012 trainingen en masterclasses aan medewerkers met als doel het ontwikkelen van kwaliteiten en talenten. De trainingen worden verzorgd door externe opleiders of medewerkers van de Veluwse Onderwijsgroep. Het cursusaanbod van de academie wordt ingedeeld in vijf categorieën: didactiek, pedagogiek, ICT, zorg en persoonlijke ontwikkeling. MD-traject In 2014 heeft de Academie in samenwerking met P&O een Management Developmenttraject (MDtraject) opgezet voor de nieuwe leidinggevende functionarissen op de scholen. In een vijftal bijeenkomsten hebben de docentteamleiders gewerkt aan de bouwstenen van het onderwijs, gesprektechnieken, kennis van de cao en het verzuimbeleid. Dit MD-traject krijgt een vervolg in 2015. Masterclass In 2014 is er één masterclass georganiseerd. Op 5 maart nam Jeroen van Rossen de aanwezigen mee in een boeiend verhaal over recente en toekomstige ontwikkelingen en wat deze betekenen voor het onderwijs.
5 Financieel jaarverslag 2014 CVO
Samenvatting Aantal cursussen
2012-2013 39
2013-2014 42
Cursisten
128
149
Bezoekers masterclass
330
162
7
7
Medewerkers die een training verzorgen
Passend onderwijs Op 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs in werking getreden. Al onze VO-scholen maken deel uit van het Samenwerkingsverband 25-05-VO. In augustus zijn alle schoolondersteuningingsprofielen (SOP) gepubliceerd op de websites van de VO-scholen. Opbrengstgericht werken In 2014 stond het thema opbrengstgericht werken op de agenda van de directie. Er is besloten om hier op alle organisatieniveaus gestructureerd aandacht aan te besteden. Dit betekent dat er in 2014 proactief gestuurd is op het thema. Gegevens uit de verschillende management informatie systemen zijn geanalyseerd en naar aanleiding hiervan zijn vervolgstappen ondernomen op vestigings- en leerlingenniveau. Nieuwe managementstructuur In 2013 is gestart met de invoering van de nieuwe managementstructuur. Deze is vooral ingevoerd om de sturing op de onderwijskundige processen in de scholen te verbeteren, de span of control van onze leidinggevenden te verkleinen, loopbaanmogelijkheden te vergroten en om kleinere teams te realiseren. Daarnaast werken alle VO-scholen nu met dezelfde managementstructuur als basis en is de waardering van de functies gelijkgetrokken. De VO-scholen hebben de nieuwe managementstructuur ingevoerd met de ingang van schooljaar 2014-2015. Maatschappelijke stage De maatschappelijke stage was tot 1 augustus 2014 een verplicht onderdeel van het curriculum op alle VO-scholen. De VO-scholen in Apeldoorn hebben besloten de maatschappelijke stage ook in 2014-2015 uit te voeren. Tijdens hun schoolloopbaan doen leerlingen minimaal 30 uur vrijwilligerswerk in de non-profit sector, meestal bij een vereniging, instelling of maatschappelijke organisatie. Van het Christelijk Lyceum hebben 188 leerlingen van het derde leerjaar mavo en vierde leerjaar havo/vwo een maatschappelijke stage gelopen. 280 leerlingen van Sprengeloo uit leerjaar 2 en 3 hebben zich ingezet voor de maatschappij. Op De Heemgaard ten slotte hebben 251 leerlingen uit het derde leerjaar deelgenomen aan de stage. Samen Opleiden Samen Opleiden is een samenwerking tussen Windesheim en de VO-scholen van de Veluwse Onderwijsgroep. De samenwerking is erop gericht de opleiding van docenten te optimaliseren. In 2014 is een kwaliteitsdocument opgesteld. In juni is er onderzoek gedaan naar de stage-ervaringen onder eerstejaars studenten. In 2014 is er voor het eerst een gezamenlijke opstart voor eerstejaars studenten gehouden in het partnerschap. Tijdens deze bijeenkomst is met studenten besproken wat ze van wie mogen verwachten tijdens hun stages in ons partnerschap en daarnaast ook wat wij van de studenten verwachten. De feedback op deze bijeenkomst was goed. Sinds 2014 verzorgen de eigen schoolopleiders intervisie bijeenkomsten voor studenten. Voortijdig schoolverlaten Alle VO-scholen binnen de Veluwse Onderwijsgroep doen mee aan een regionaal project om voortijdig schoolverlaten te voorkomen. Een gezamenlijk verzuimprotocol, betere aansluiting en voorbereiding op het mbo en meer aandacht voor leerlingen die dreigen af te haken, hebben ertoe geleid dat het percentage schoolverlaters volgens de voorlopige cijfers van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in schooljaar 2014-2015 voor al onze VO-scholen lager is dan 1%. ICT
6 Financieel jaarverslag 2014 CVO
In 2014 is het cloudprinten binnen de gehele Veluwse Onderwijsgroep uitgerold. Cloudprinten houdt in dat je vanaf elk apparaat (computer, tablet, smartphone) een printopdracht kunt sturen naar alle gekoppelde printers of multifunctionals binnen de Veluwse Onderwijsgroep, de zogeheten Follow Me printers. Voor het VO houdt het in dat de leerlingen vanaf nu betaald kunnen printen en kopiëren middels hun schoolpas. Daarnaast is de schoolpas op enkele scholen het betaalmiddel in de kantine of de frisdrankautomaat. De scholen hebben in 2014 een volgende stap gezet in de digitalisering van het onderwijs. Er wordt meer gewerkt met digitale leermiddelen. Belangrijk daarbij was de aanleg van een draadloos netwerk in de scholen om dit te faciliteren. Personeelsbeleid In 2014 is aan een aantal bestaande ontwikkelingen verder vormgegeven en zijn er ook nieuwe ontwikkelingen geweest op het gebied van integraal personeelsbeleid. Hieronder volgen de belangrijkste ontwikkelingen die van toepassing zijn op de gehele Veluwse Onderwijsgroep. Wetgeving Er is een aantal wetten in voorbereiding die veel impact gaan krijgen op onze cao en de wijze waarop mensen bij ons werkzaam zijn, maar ook worden de regels bij uitdiensttreding flink aangepast. Deze wetten zijn: de wet Werk en Zekerheid, de wet Zorg en Inkomen en de Arbeidsparticipatiewet. Dit betekent dat wij in 2014 bezig zijn geweest met de voorbereidingen hiervan (aanpassingen op het gebied van contractduur, nieuwe regels bij uitdiensttreding en ontslag, wijzigingen (en verruimingen) in verlofwetgeving, maar ook op welke wijze de organisatie omgaat met mensen die met een arbeidshandicap of afstand op de arbeidsmarkt die deel willen (moeten) nemen aan het arbeidsproces.) CAO VO In 2014 is er een nieuwe CAO VO afgesloten die eveneens de duur van één jaar kent. Ook hier geldt dat er ingrijpende wijzigingen zijn geweest op het gebied van levensfasebewust Personeelsbeleid en afschaffing van de BAPO. Voorts heeft elke medewerker binnen de cao de beschikking over een persoonlijk budget van 50 uur op jaarbasis om onder meer de werkdruk te verminderen. Er wordt dus meer en meer ingestoken op persoonlijke ontwikkeling en professionalisering. Instroom In 2014 is er een aanzet gegeven om een nieuw meerjarenformatieplan te ontwikkelen. In 2015 moet dit gerealiseerd zijn. Doorstroom en ontwikkeling Nieuwe managementstructuur Door de invoering van de nieuwe managementstructuur zijn er een aantal nieuwe functies ontwikkeld en is de werving en selectie voor deze nieuwe functionarissen van start gegaan. Veel collega’s kunnen hierin een nieuwe carrièrestap maken. Lerarenregister Met ingang van 2017 wordt het lerarenregister verplicht. Dit betekent dat een leraar minimaal 160 uur in 4 jaar aan deskundigheidsbevordering moet gaan doen. Meer informatie treft u aan op de website www.lerarenregister.nl. 360˚ feedback voor directeuren In november 2014 is er een pilot gestart, waarbij alle directieleden, cmt-leden en stafhoofden een 360˚ instrument gaan gebruiken. Doelstelling is om van meerdere kanten het functioneren te belichten en voor deze functiegroepen de ontwikkelpunten helder te krijgen. ESS/MSS Sinds december 2013 wordt er – naast de digitale salarisstrook – verder gedigitaliseerd op het gebied van personeelsprocessen. Declaraties zoals die van de cafetariaregeling, verloven en dergelijke kunnen digitaal geaccordeerd en verwerkt worden. De volgende stap het digitaliseren van het personeelsdossier.
7 Financieel jaarverslag 2014 CVO
Gesprekscyclus De gesprekscyclus is geëvalueerd en er is een beleidsstuk opgesteld en vastgesteld voor de gehele organisatie. Vervolgstap wordt om de bijbehorende formulieren aan te passen, zodat de uitvoering van de gesprekscyclus voor zowel medewerker als leidinggevende een stukje duidelijker en plezieriger wordt, waarbij er vooral meer ruimte moet komen voor de persoonlijke ontwikkeling van de medewerkers. Gezondheidsbeleid In 2014 is aandacht besteed aan het gezondheidsbeleid. Per stichting wordt er regelmatig geanalyseerd en worden doelstellingen omgezet in acties om het verzuim terug te dringen. Veiligheidsplan Er is een concept Veiligheidsplan opgesteld. In dit project hebben diverse medewerkers uit alle geledingen samengewerkt om tot dit concept te komen. In 2015 zal dit plan verder worden uitgerold. WW Uitkeringen Toegekende WW uitkeringen worden intern getoetst. De bekende verplichtingen op de balansdatum zijn opgenomen onder kortlopende schulden. De verplichtingen die na balansdatum zijn ontstaan zijn opgenomen onder de post niet uit de balans blijkende verplichtingen. Uitkeringen na ontslag Het gevoerde beleid van de stichting is er op gericht om uitkeringen na ontslag zoveel als mogelijk is te vermijden. Indien mogelijk begeleiden wij werknemers van werk naar werk en faciliteren wij hun daarin.
ONDERWIJSPRESTATIES EN ONDERWIJSKUNDIGE EN ONDERWIJSPROGRAMM ATISCHE ZAKEN, KWALITEITSZORG Hieronder worden de belangrijkste speerpunten voor de scholen in 2014 weergegeven. Christelijk Lyceum Optimaliseren vwo-afdeling Thema ‘jongens, … aan de slag’ Belang van huiswerk De Heemgaard Onderwijsleerproces: focus op verbetering didactische kwaliteiten Professionele ruimte Verdere uitbreiding en ontwikkeling onderwijsaanbod Sprengeloo Mavo X-tra Vernieuwing vmbo Scholingstraject ‘kijken naar Management Informatie November 2014 is het management informatie systeem (MIS) operationeel geworden voor de onderdelen financiën, personeel en onderwijsopbrengsten voor het voortgezet onderwijs. De presentatie van de gegevens vindt plaatst in een cockpit. In de cockpit wordt relevante sturingsinformatie uit diverse bronsystemen gepresenteerd. Sturingsinformatie voor de onderdelen tevredenheid, bedrijfsvoering en wet- en regelgeving worden aanvullend ontwikkeld.
8 Financieel jaarverslag 2014 CVO
Inspectiebezoeken In september is Christelijk Lyceum bezocht door de Inspectie van het Onderwijs. De kwaliteit van het onderwijs en de opbrengsten waren op alle onderzochte indicatoren in orde. Het basisarrangement blijft daarom gehandhaafd. De inspectie beoordeelde Christelijk Lyceum als een prettige school waar leerlingen en docenten op een goede manier met elkaar omgaan.
ONTWIKKELINGEN BIJ OF IN DE RELATIE MET VERBONDEN PARTIJEN
Binnen de Veluwse Onderwijsgroep biedt de Academie vraaggestuurde opleidingen.
Op het gebied van ondersteuning en begeleiding (zorg) van leerlingen wordt door scholen in Apeldoorn en omgeving samengewerkt met drie samenwerkingsverbanden binnen het PO en één samenwerkingsverband in het VO.
In de vmbo-beroepskolom (VO-MBO) participeert CVO in het ASB (Apeldoorns Samenwerkingsverband beroepskolom). Hier vindt structureel overleg plaats over de aansluiting vmbo-mbo.
De scholen van CVO nemen deel aan VSV Stedendriehoek. Het VSV programma omvat een aantal VSV-projecten waarmee VO en MBO-scholen het voortijdig schoolverlaten tegengaan.
Met de Hogeschool Windesheim en de scholen van de Veluwse Onderwijsgroep wordt samengewerkt in het kader van Samen Opleiden.
In alle gemeenten waarin onze scholen staan wordt met de betreffende gemeenten een zogeheten LEA-overleg gevoerd (LEA=Lokaal Educatieve Agenda). Krimp van de leerlingaantallen is in alle gemeenten een belangrijk onderwerp van overleg.
GOVERNANCE In 2011 zijn de statuten en het bestuursreglement aangepast aan de nieuwe vereisten van de Wet ‘Goed onderwijs, goed bestuur’ en aan een eenhoofdig College van bestuur vanaf 1 januari 2011. Voor de stichting hanteren wij de code goed bestuur VO en PO. Ook leidt de hiervoor genoemde wet tot nieuwe verantwoordelijkheden voor de raad van toezicht op het gebied van onderwijsinhoud en tot een recht van de medezeggenschap om een bindende voordracht te doen voor één lid van de raad van toezicht (zonder last of ruggespraak). Dit heeft geleid tot de afstemming met de (G)MR-en om te komen tot een BMR (Brede Medezeggenschapsraad) die als opdracht heeft gehad deze voordracht vorm te geven. Dit proces is niet in 2013 afgerond maar wel in huidige jaar 2014. Governance wordt binnen de stichting beschreven aan hand van vier componenten. Deze worden hieronder per stichting toegelicht. Toezicht houden De stichting kent een raad van toezicht, die periodiek overleg voert met het college van bestuur. Horizontaal en verticaal verantwoorden Verticaal wordt verantwoording afgelegd aan de Minister van OCW door het indienen van het (sociaal) jaarverslag en het financiële jaarverslag. Daarnaast legt de stichting horizontaal verantwoording af aan de omgeving waarbinnen het bestuur en de scholen opereren. In de medezeggenschapsraad wordt het (sociaal) jaarverslag gepresenteerd en besproken. Voor leerlingen en ouders is het sociaal jaarverslag te downloaden van de website van de school. Een bijdrage van leerlingen, ouders en personeel in het beleid van de scholen wordt gerealiseerd door gesprekken met de medezeggenschapsraad per school/organisatie-eenheid.
9 Financieel jaarverslag 2014 CVO
De scholen gaan een dialoog aan met de belanghebbenden in de omgeving. Dit zijn behalve leerlingen, ouders en medewerkers ook gemeenten, werkgevers, toeleverend onderwijs en vervolgonderwijs. Sturen Aan de organisatie wordt sturing gegeven door het college van bestuur. In 2014 is het strategisch beleidsplan voor de periode 2014-2018 vastgesteld. De vervolgstap is dat het VO, PO en servicebureau meerjarenbeleidsplannen opstellen waarin zij aangeven hoe zij de doelen uit het strategisch beleidsplan gaan realiseren. Beheersen/Planning & Control De interim controle die in 2014 is uitgevoerd heeft wederom tot minder verbeterpunten geleid dan het jaar daarvoor. Dit betekent dat de Veluwse Onderwijsgroep steeds beter in control is. Risico’s die nog moeten worden aangepakt betreffen de interne afstemming tussen afdelingen van het servicebureau, strategisch ICT-beleid en personeelsplanning en de inkooporganisatie. Dit zijn geen urgente onderwerpen en worden meegenomen in de reguliere P&C cyclus. In 2014 is een nieuwe begrotingstool geïntroduceerd. De MJIP/MJOP is geactualiseerd waarbij het uitvragen bij de schooldirecteuren meer nadrukkelijk is belegd. De uitkomst van de begroting zelf leidde tot het ontwikkelen van scenariomodel scenariomodellen voor de meerjarenbegroting vanaf 2015, zodat directeuren zich op een eenvoudige manier, door het maken van een aantal keuzes, een beeld kunnen vormen van de effecten van deze keuzes voor de komende jaren. De combinatie van de (prognose van) leerlingaantallen, gewenste investeringen, in te zetten formatie en te managen risico’s moeten, met het scenariomodel, leiden tot een verbeterd meerjareninzicht waardoor de beleidskeuzes vanuit strategisch perspectief eerder kunnen worden gemaakt. De ICT begroting voor 2015 en verder is in 2014 voor alle stichtingen centraal georganiseerd. Dit met als doel dat de afdeling ICT de gehele regie heeft over ICT faciliteiten. Investeringen die eerder niet of beperkt onder ICT vielen waren digiborden en telecommunicatie. Het risicomanagement is onderdeel van de jaarlijkse begrotingscyclus. Het financieel meerjarenperspectief is verbeterd door macro economische ontwikkelingen van de overheid mee te nemen. Klokkenluidersregeling: vertrouwenspersoon integriteit De vertrouwenspersoon integriteit van de Veluwse Onderwijsgroep heeft in 2014 geen meldingen ontvangen.
RISICOBEHEERSINGS- EN CONTROLESYSTEEM Onder de continuiteitsparagraaf 2015 worden een aantal nog te verbeteren beheersings- en controlemaatregelen genoemd en toegelicht. Als onderdeel van het begrotingsproces wordt de risico-inventarisatie, waarin de financiële impact van risico’s worden aangegeven, jaarlijks bijgewerkt. De optelsom van alle bedragen leidt tot een indicatief benodigd eigen vermogen ter afdekking van de risico’s van de organisatie. Binnen de stichting worden geen financiële instrumenten gebruikt ter afdekking van risico’s in de bedrijfsvoering. Indien de stichting risico’s loopt over voorgenomen transacties worden deze apart vermeld. De stichting kent wel krediet-, rente- en liquiditeitsrisico’s die hierna worden toegelicht. Kredietrisico Het kredietrisico op debiteuren wordt periodiek ingeschat. Voor mogelijk niet inbare debiteuren wordt een voorziening gevormd die in mindering wordt gebracht op de uitstaande debiteuren. Renterisico Het renterisico is beperkt omdat de stichting geen leningen heeft of kredietfaciliteiten bij de huisbankier. Over de aangehouden obligaties loopt de stichting een renterisico vanwege
10 Financieel jaarverslag 2014 CVO
veranderingen in de marktwaarde. Het effectief rendement van de obligaties wordt periodiek getoetst. In 2014 zijn de laatste twee obligaties verkocht. Liquiditeitsrisico Risico’s met betrekking tot de liquiditeit kunnen ontstaan door het projectmatige karakter van bepaalde activiteiten, waardoor het gebruik van operationele geldmiddelen kan variëren. De kaspositie van de stichting is in basis voldoende groot om schommelingen en incidentele tegenvallers op te kunnen vangen. De stichting beschikt niet over kredietfaciliteiten.
BELEGGEN EN BELENEN
BELEID EN UITVOERING TEN AANZIEN VAN BELE GGEN EN BELENEN
De stichting kent een treasurystatuut (laatste versie oktober 2010). Daarin is aangegeven dat de stichting zich zal houden aan de vigerende regeling beleggen en belenen zoals deze door de overheid is vastgesteld. In de begroting is inmiddels een meerjarenperspectief opgenomen met betrekking tot de kasstroomontwikkelingen. Hierin wordt duidelijk in welke mate de financiële middelen en reserves dienen te worden gespaard of aangesproken.
SOORTEN EN L OOPTIJDEN VAN BELEGGEN EN BELENINGEN
In het treasurystatuut zijn de randvoorwaarden vastgelegd betreffende de omgang met de liquide middelen. In 2014 zijn de laatste 2 obligaties, te weten 3,625% ABN-AMRO 2010/2020 en de 3% Flemisch Community 2012/2018, verkocht. Over het verslagjaar 2014 voldoet het CVO aan de regeling Beleggen en Belenen.
11 Financieel jaarverslag 2014 CVO
VERGOEDING COLLEGE VAN BESTUUR Sinds 1 januari 2009 wordt de beloningsleidraad voor bestuurders in het voortgezet onderwijs toegepast voor het college van bestuur. In de toelichting op de jaarrekening wordt de bezoldiging vermeld. CONTINUITEITSPARAGRAAF 2015 De afgelopen jaren heeft CVO een ombuiging gezien in de bedrijfsvoering. In 2014 is er een financieel tekort te zien. Dit betreft met name incidentele posten. De overschrijding wordt verklaard door de stelselwijziging passend onderwijs (terugloop LGF middelen), afscheid van personeel, premiestijgingen en voorfinanciering van groei op met name Sprengeloo. Deze laatste school laat na een jarenlange terugloop een toename zien van het aantal leerlingen. Tezamen met de stabilisatie op de andere scholen binnen CVO heeft dit tot rustiger financieel vaarwater geleid. De stelselwijziging passend onderwijs en premiestijgingen zijn verwerkt in de (meerjaren) begroting 2015. Dit biedt dan ook het perspectief om vanuit ambities vooruit te kunnen kijken. Zo kan er worden geïnvesteerd in gebouwonderhoud, dat de afgelopen jaren noodgedwongen was getemporiseerd. Voorzichtigheid blijft hierbij vanuit financieel oogpunt gewenst. Ook in onze regio hebben wij te maken met terugloop van het aantal leerlingen, waarop wij onder andere in personele zin zullen moeten anticiperen. Met de andere besturen in onze omgeving zullen wij de ontwikkeling van de leerlingaantallen in breed perspectief monitoren. Intern zullen we financiële scenariomodellen toepassen en ontwikkelen om in kaart te brengen wat de risico’s kunnen zijn. Dit om vervolgens te bepalen hoe we hiermee om gaan. Vooralsnog schatten wij de effecten van de voorziene krimp voor onze scholen betreffende de huisvestingsvraagstukken op het gebied van leegstand voor de komende jaren beperkt in. Er is op dit moment zelfs sprake van knelpunten in de huisvesting op het Christelijk Lyceum (te weinig ruimte). Volgend schooljaar (2015/2016) komt er, als gevolg van passend onderwijs, een einde aan Sprengeloo als kassierschool voor de leerlingen van SLAR/OSCAR, de school van het oude samenwerkingsverband. Op dat moment zijn alle leerlingen met een extra ondersteuningsvraag, als afgesproken, ingeschreven bij de reguliere VO scholen. Financiering van ondersteuning gebeurt vanuit het nieuwe samenwerkingsverband. Per 2016 worden aan het samenwerkingsverband de middelen voor LWOO/PrO toegewezen. Het samenwerkingsverband dient vervolgens te zorgen voor de inzet naar de scholen toe. Er is daarmee sprake van herallocatie van middelen. Het definitieve financiële effect hiervan wordt met het samenwerkingsverband afgestemd. Daarbij moet er wel rekening worden gehouden met het feit dat het (landelijke) budget is bevroren. Bij een landelijk groter aantal leerlingen is het budget per leerling lager.
12 Financieel jaarverslag 2014 CVO
KENGETALLEN
R2014
KENGETAL
B2015
B2016
B2017
Personele bezetting in FTE - Management / Directie 1)
11,55
11,50
11,50
11,50
200,47
202,28
204,29
203,99
- Overige medewerkers
49,97
46,99
47,88
47,88
Leerlingaantallen 1 oktober
3.205
3.259
3.278
3.245
- Onderwijzend Personeel 2)
1) Afdelingsleiders zijn bij Stichting CVO als Management meegerekend. 2) In realisatie inclusief vervanging en bij begrotingen exclusief vervanging. In de meerjarenbegroting blijft het leerlingaantal stabiel. Inmiddels laat Sprengeloo een sterkere groei zien dan begroot in het aantal aanmeldingen voor het schooljaar 2015/2016. In principe heeft Sprengeloo financiële- en huisvestingsruimte om de groei op te kunnen vangen. Voor de formatie is het uitgangspunt dat iedere school kan voorzien in zijn eigen exploitatie. Foleta is hierbij de logistieke planningstool die hiervoor wordt ingezet. Door VO breed gebruik is het mogelijk de scholen onderling te gaan vergelijken.
MEERJARENBEGROTING BALANS
Meerjarenbegroting Balans (x EUR 1.000) Ultimo R2014
Ultimo B2015
Ultimo B2016
Ultimo B2017
Vaste activa: Materiële vaste activa
4.537
6.150
6.491
6.406
Totaal vaste activa:
4.537
6.150
6.491
6.406
Vlottende activa:
3.652
2.773
2.469
2.984
Totaal activa
8.189
8.923
8.960
9.390
Algemene reserve
3.285
3.537
3.576
4.005
Bestemmingsreserve publiek
1.002
1.002
1.002
1.002
Bestemmingsreserve privaat
-
-
-
-
4.287
4.539
4.578
5.007
593
538
536
537
Kortlopende Schulden:
3.309
3.846
3.846
3.846
Totaal passiva
8.189
8.923
8.960
9.390
Eigen Vermogen:
Voorzieningen:
13 Financieel jaarverslag 2014 CVO
CVO voorziet geen grote wijzigingen in de financieringsstructuur. In de vorige begroting is vastgesteld dat er voldoende middelen beschikbaar zijn om de voorziene risico’s op te kunnen vangen. Wel zal in de volgende begroting de risicoanalyse worden geactualiseerd. Dit kan vervolgens effect hebben op de hoogte van het benodigde eigen vermogen. De bestemmingsreserve publiek bevat de nog niet ingezette middelen vanuit het herfstakkoord. Deze middelen mogen, op basis van voorstellen van de scholen, worden ingezet op basis van de lopende planperiode van het strategisch plan. Elke school kent daarbij wel een plafond dat bepaald is door de totale ontvangsten. In het jaarlijkse begrotingsproces worden aanvragen van de directies beoordeeld via het indienen van business cases. Ook tussentijds hebben de scholen de mogelijkheid op deze wijze een voorstel te doen voor de inzet van de middelen. Omdat dit incidentele middelen zijn mag de inzet alleen incidentele uitgaven betreffen.
MEERJARENBEGROTING STAAT VAN BATEN EN LASTEN De door het college van bestuur vastgestelde en door de raad van toezicht goedgekeurde begroting voor het komende jaar is als volgt:
Meerjarenbegroting Staat van Baten en Lasten (kalenderjaar) (x EUR 1.000) Realisatie 2014 Baten Rijksbijdrage
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
22.342
24.385
24.747
25.264
26
328
190
190
638
389
376
368
Totaal baten
23.006
25.102
25.313
25.822
Lasten Personeelslasten
18.521
19.276
19.445
19.470
Afschrijvingen
1.004
1.119
1.263
1.327
Huisvestingslasten
1.052
1.178
1.150
1.143
Overige materiële lasten
3.199
3.403
3.437
3.471
23.776
24.976
25.295
25.411
126
18
411
63
36
21
18
-
-
-
-
162
39
429
Overige overheidsbijdragen en subsidies Overige baten
Totaal lasten Saldo baten en lasten Saldo financiële bedrijfsvoering Saldo buitengewone baten en lasten Totaal Resultaat
770-
707-
Op basis van de huidige uitgangspunten laat CVO een stijging zien van het resultaat over een aantal jaren. Dit is onder andere het gevolg van een toename van de middelen van de functiemix in combinatie met de hoge GPL (Gemiddelde Personele Last): CVO kent een relatief oud personeelsbestand met hoge salarislasten als gevolg. Deze lasten zullen bij pensionering en aanname van nieuw personeel afnemen waar de middelen (bekostiging functiemix) toe zullen nemen.
14 Financieel jaarverslag 2014 CVO
P&C CYCLUS De P&C cyclus bestaat uit het strategisch plan, stichtingsbeleidsplannen, jaarplannen, formatieproces, begroting, maandelijkse financiële rapportages, een risicoanalyse, verzuimbewaking. In 2013 is daarbij een model ontwikkeld voor de ontwikkeling van de leerlingaantallen. Een management informatiesysteem wordt ontwikkeld om kpi’s georganiseerd en gecombineerd te presenteren. Doel is en blijft om de begroting te baseren op een gezond meerjarenperspectief en recht te doen aan integrale verantwoordelijkheid.
INTERNE RISICOBEHEERSINGS- EN CONTROLESYSTEEM Jaarlijks besteedt de accountant in haar interim controle aandacht aan administratieve organisatie en de daarin opgenomen maatregelen van interne beheersing. Voor 2015 en verder heeft de organisatie de volgende punten opgenomen:
Verbetering transparantie tussen afdelingen binnen het servicebureau Strategisch ICT beleid Strategische personeelsplanning Inkooporganisatie
Voor de verbetering van transparantie is de positie van directeur servicebureau/business controller eind 2014 definitief ingevuld. Deze directeur heeft de taak om binnen het servicebureau verbindingen te leggen tussen processen en afdelingen, en te kijken naar de gewenste dienstverlening vanuit en afstemming binnen het servicebureau. Voor het ICT beleid is ervoor gekozen om te gaan werken met een Producten en Diensten Catalogus (PDC). Daarbij zal de ICT functie zich naar verwachting meer gaan richten op de regie functie om vraag en aanbod bij elkaar te brengen c.q. te organiseren. Het strategisch personeelsbeleid moet worden bezien in relatie tot de ontwikkeling van het aantal leerlingen, het meerjareninvesteringsplan en de meerjarenformatieontwikkeling. Tezamen met de geüpdate analyse van de (voorziene) risico’s zal dit leiden wat er aan personele capaciteit benodigd is aan ontwikkeling en invulling van het personeel, inclusief flexibele laag. Betreffende de inkooporganisatie is er een inkoopanalyse uitgevoerd. Het doel hiervan is om kwantitatief en kwalitatief inzicht te geven in de inkoopactiviteiten. Geconcludeerd is dat er verbetermogelijkheden zijn, qua inkoopresultaten en op het gebied van het inkoopproces. Dit zal in 2015 samen met de scholen verder worden uitgewerkt. BELANGRIJKSTE RISICO’S EN ONZEKERHEDEN In de onderstaande tabel worden grote risico’s en onzekerheden aangegeven en ook hoe hier mee wordt omgegaan.
Risico -
-
Beheersmaatregel Risico ten aanzien van wet- en regelgeving en politieke besluitvorming.
Korting van huisvestingsmiddelen door de gemeente als gevolg van financiële problemen van de gemeente (ook omkatting middelen gemeentefonds)
-
Het anticiperen op externe ontwikkelingen door participatie in overleggen van belangengroeperingen, gemeenten, etc.
-
Vasthouden aan landelijke regelgeving, in overleg blijven met gemeente (voor VO alleen relevant voor nieuwbouw)
15 Financieel jaarverslag 2014 CVO
-
Risico dat personeelsopbouw te weinig flexibel is en salariskosten te hoog zijn.
-
-
Veranderingen in de ziektewet, wet werk en zekerheid leiden tot extra verantwoordelijkheden en lasten
-
-
Financiering nieuw samenwerkingsverband niet voldoende Besloten is om de subsidie van LWOO onder te brengen bij het nieuwe samenwerkingsverband
-
-
-
Het opbouwen van een flexibele personele schil, waarbij uitgangspunt is dat 95% van de personele lumpsum wordt besteed aan de reguliere formatie Het aannemen van een deel van de formatie via payroll services (of gelijkwaardig). Het opstellen van mobiliteitsbeleid binnen (en buiten) onze stichting, aanpassen van administratieve processen op HRM-gebied en het aanscherpen van het benoemingsbeleid Sturen op instroom en ambities voor ondersteuning Afspraken maken met het nieuwe samenwerkingsverband
ONTWIKKELING VAN HET AANTAL LEERLINGEN De leerlingenaantallen van CVO hebben zich over de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld:
CVO scholen
Leerlingen op teldatum 1 oktober 2014 2013
Christelijk Lyceum
+/-
1.184
1.110
74
686
568
118
De Heemgaard
1.335
1.309
26
Totaal
3.205
2.987
218
Sprengeloo
De leerlingaantallen 2014 en 2013 zijn de definitieve aantallen. Deze aantallen zijn exclusief leerlingen van de SLAR en VAVO.
16 Financieel jaarverslag 2014 CVO
ONTWIKKELING VAN HET RESULTAAT
Exploitatierekening (x EUR 1.000) R2014
%
R2013
%
Baten Rijksbijdrage OCW
22.342
97
22.926
98
26
0
25
0
638
3
494
2
23.006
100
23.445
100
18.521
78
17.582
77
Afschrijvingen
1.004
4
935
4
Huisvestingslasten
1.052
4
1.091
5
Overige instellingslasten
3.199
13
3.249
14
23.776
100
22.857
100
Overige overheidsbijdragen Overige baten
Lasten Personele lasten
Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Exploitatiesaldo
770-
588
63
61
707-
649
TOELICHTING Rijksbijdrage OCW De rijksbijdragen zijn ten opzichte van 2013 met € 584.000 afgenomen. Dit heeft betrekking op personele, materiële en overige subsidies. De personele subsidies zijn met € 522.000 afgenomen, de daling heeft te maken met de aanvullende subsidies € 867.000 die in eind 2013 ontvangen zijn. De stijging van het aantal leerlingen en stijging van het aantal LWOO leerlingen geeft een toename van € 220.000. en een hogere GPL geeft een toename van € 125.000. De stijging van de materiële subsidies met € 203.000 heeft voor € 175.000 te maken met hogere vergoedingen per leerling en een stijging van € 28.000 door toename van het aantal leerlingen. De overige subsidies zijn afgenomen met € 266.000, dit wordt met name veroorzaakt door het wegvallen van LGF bekostiging per 1 augustus 2014 (€ 169.000), de gewijzigde berekening van de subsidie prestatie convenant VSV vanaf 2014 (€ 84.000), minder lerarenbeurzen (€ 9.000), minder leerlingen i.v.m. 1e opvang vreemdelingen (€23.000) en een lager bedrag per leerling i.v.m. de gratis lesmiddelen (€ 91.000). Een voordelig effect hebben de toename van het aantal leerlingen op de nieuwkomerssubsidie (€ 73.000), gratis lesmiddelen (€ 12.000), Maatschappelijke
17 Financieel jaarverslag 2014 CVO
Stage en de Prestatiebox (€ 2.000). Een zijinstroom subsidie (€ 19.000) en de door afname van het aantal Vavo leerlingen is de doorbetaling aan het ROC afgenomen (€4.000). Overige baten De overige baten zijn met € 144.000 toegenomen naar € 638.000. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een toename van de overige projecten en subsidies (€ 124.000), de verhuur van ruimtes(€ 16.000), de ouderbijdragen (€ 14.000) en de kantine opbrengsten (€ 11.000). De baten voor detachering zijn gedaald (€ 3.000) net als de baten boekenfonds en boetes en overige baten zijn gedaald (€ 17.000). Personele lasten De personele lasten zijn ten opzichte van 2013 toe genomen met € 939.000 naar € 18.521.000 in 2014. Het gemiddelde aantal fte’s (op basis van gerealiseerde bezetting) is gestegen van 255,3 naar 262,0. De totale salarislasten zijn ten opzichte van 2013 met € 709.000 toegenomen. De oorzaak valt te verklaren door de stijging van het aantal personeelsleden. De gemiddelde salarislasten per fte zijn gestegen naar € 67.960 voor 2014 (2013 € 66.622). De pensioenpremies lagen in 2014 0,81% (in procenten van de bruto lonen) lager dan over 2013. De sociale lasten zijn in 2014 10,36% gestegen ten opzichte van 2013. De uitkeringen bedroegen € 3.000. De overige personele lasten zijn € 174.000 toegenomen ten opzichte van 2013. De dotaties/onttrekkingen van de voorziening spaarverlof en jubilea zijn gestegen met € 1.000, de dotatie aan de voorziening duurzame inzetbaarheid (€ 77.000) is een gevolg van de nieuwe CAO. De inhuur van personeel niet in loondienst is toegenomen met € 9.000. Er is een stijging van scholingskosten (€ 22.000), werving en selectie (€19.000), personele kosten geoormerkte subsidies (€ 19.000) en overige personele lasten (€20.000) De vergoedingen van het UWV zijn met € 66.000 afgenomen. Afschrijvingen Door de investeringen in het boekjaar 2014 van € 1.507.000 zijn de afschrijvingen naar rato toegenomen. Huisvestingslasten De huisvestingslasten zijn afgenomen met € 40.000 vergeleken met het jaar 2013. De voornaamste reden hiervoor is de afname van de energiekosten. De huren, onderhoudskosten en de schoonmaakkosten zijn echter gestegen. Overige lasten De overige lasten zijn met € 3.199.000 iets gedaald ten opzichte van 2013. Met als voornaamste oorzaak de daling van de kopieer- en reprokosten. Financiële baten en lasten De financiële baten en lasten zijn met € 63.000 nagenoeg gelijk gebleven aan die van 2013.
18 Financieel jaarverslag 2014 CVO
WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
Balans (x EUR 1.000) Ultimo 2014
%
Utimo 2013
%
Vaste activa: Materiële vaste activa
4.537
55
4.107
46
4.537
55
4.107
46
45
1
29
0
Debiteuren
109
1
125
1
Overige vorderingen en overlopende activa
422
484
5
-
5 -
200
2
3.076
38
4.010
45
3.652
45
4.848
54
8.189
100
8.955
100
4.994
61
4.345
49
649
7
Vlottende activa: Voorraden
Effecten Liquide middelen Balans debet Eigen Vermogen: Reserves Resultaat boekjaar
707-
9-
4.287
52
4.994
56
593
7
539
6
593
7
539
6
Crediteuren
320
4
361
4
Ministerie OCW
253
3
259
3
Belastingen en sociale verzekeringen
842
10
797
9
Pensioenen
244
3
271
3
1.650
20
1.734
19
3.309
40
3.422
38
8.189
100
8.955
100
Voorzieningen: Personeel
Kortlopende Schulden:
Overige kortlopende schulden
Balans credit
19 Financieel jaarverslag 2014 CVO
VERMOGENS- EN LIQUIDITEITSPOSITIE
Eigen vermogen en financiering (x EUR 1.000) Ultimo R2014
%
Ultimo R2013
%
Op lange termijn beschikbaar vermogen Algemene reserves
3.285
67
3.808
69
Bestemmingsreserves
1.002
21
1.186
21
Subtotaal
4.287
88
4.994
90
593
12
539
10
4.880
100
5.533
100
Materiële vaste activa
4.537
100
4.107
100
Totaal vaste activa
4.537
100
4.107
100
Voorzieningen Totaal lang vermogen
Vastgelegd in:
Werkkapitaal
343
1.426
Werkkapitaal (x EUR 1.000) Ultimo R2014 Vorderingen Liquide middelen
Kortlopende schulden Werkkapitaal Liquiditeitsratio
%
Ultimo R2013
%
576
16
838
17
3.076
84
4.010
83
3.652
100
4.848
100
3.309
3.422
343
1.426
1,10
1,42
20 Financieel jaarverslag 2014 CVO
Vermogenspositie (x EUR 1.000) Ultimo R2014 Eigen vermogen
%
Ultimo R2013
%
4.287
52
4.994
56
593
7
539
6
Kortlopende schulden
3.309
40
3.422
38
Totaal vermogen
8.189
100
8.955
100
Voorzieningen
TOELICHTING Materiële vaste activa Over het jaar 2014 is er ten bedrage van € 1.507.000 (2013: € 1.027.000) geïnvesteerd. De afschrijvingen over het jaar 2014 waren € 1.004.000. De materiële vaste activa zijn vooral gestegen door de aanschaf van boeken, hard- en software en investeringen in de gebouwen. Vlottende activa De vlottende activa bedroegen ultimo 2013 € 838.000 en zijn met € 262.000 gedaald naar € 576.000 ultimo 2014. De daling wordt verklaard door de verkoop van de obligaties die nog in de portefeuille waren, de daling van de nog te ontvangen bedragen, de afname van de rekeningcourant, de afname van de debiteuren en de afname van de nog te ontvangen subsidies OCenW. Een lening u/g die aan de samenwerkingsstichting is verstrekt geeft een toename. Liquide middelen Voor een toelichting op de liquide middelen wordt verwezen naar het kasstroomoverzicht. Eigen vermogen Het eigen vermogen is in het jaar 2014 afgenomen met € 707.000 tot € 4.287.000 ultimo 2014. De afname komt door de toevoeging van het negatieve resultaat van 2014. De algemene reserve is afgenomen met € 523.000. De bestemmingsreserve personeel is afgenomen met € 184.000 door de salarislasten van boventallig personeel die daar ten laste van zijn gebracht. Voorzieningen De voorzieningen personeel zijn toegenomen met € 54.000 tot € 593.000 ultimo 2014. Als gevolg van de nieuwe CAO is de voorziening duurzame inzetbaarheid (€ 77.000) gevormd. Voor de overige voorzieningen is € 64.000 gedoteerd en € 82.000 onttrokken. Kortlopende schulden De kortlopende schulden zijn in het jaar 2014 afgenomen met € 113.000 tot € 3.309.000 ultimo 2014. Deze afname wordt onder andere veroorzaakt door:
afname van de crediteuren met € 40.000 afname van de schulden terzake van pensioenen € 27.000 afname van de vooruit ontvangen ouderbijdragen met € 60.000 afname van de vooruit ontvangen subsidies OCW € 6.000 afname van de overige schulden met € 132.000 afname van de vooruit ontvangen bedragen € 47.000 toename van de rekening couranten € 76.000 toename van de schuld belastingen en premies sociale verzekeringen € 45.000 toename van nog te betalen vakantiegeld/vakantiedagen met € 77.000
Bovenstaande mutaties resulteren in een daling van het werkkapitaal van € 1.083.000 en een verslechtering van de liquiditeitsratio van 1,42 naar 1,10. Deze afname wordt grotendeels veroorzaakt door de afname van de liquide middelen welke verklaard zie hiervoor het kasstroomoverzicht.
21 Financieel jaarverslag 2014 CVO
ONDERTEKENING COLLEGE VAN BESTUUR Apeldoorn, 15 juni 2015 Het college van bestuur:
W.D. Hoetmer Voorzitter college van bestuur VERSLAG VAN RAAD VAN TOEZICHT In 2014 waren de navolgende mensen lid van de raad van toezicht:
De heer J.J.W. (Hans) Esmeijer, (voorzitter) De heer ir. J. (Jack) Pieterson mba (vicevoorzitter) Mevrouw drs. A.J.M. (Anna) Bakker (vanaf 1 januari 2014) De heer drs. P.C.M. (Peter) van Dongen (vanaf 1 juli 2014) De heer drs. A.F. (Bram) Kemmeren (tot 1 juli 2014) De heer J.P. (Jan) Kreeft (tot 1 juli 2014) De heer mr. M.J. (Mario) van Lee
De raad van toezicht heeft in 2014 zeven keer vergaderd. Belangrijke onderwerpen die in 2014 aan de orde zijn geweest:
Opvolging college van bestuur Accountantsverslag Financiële kadernota 2015 Jaarrekening 2013 per stichting Management Letter 2013 Voortgangsrapportages Begroting 2014 per stichting Voortgang passend onderwijs Profiel, procedures en vacatures lid raad van toezicht Inspectiekaders & onderwijskwaliteit Strategisch plan 2014-2018
Vergoedingen raad van toezicht De leden van de raad van toezicht ontvingen in 2014 gezamenlijk een vergoeding van € 24.343. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar het WNT model in de paragraaf personeelslasten.
ONDERTEKENING RAAD VAN TOEZICHT Apeldoorn, 15 juni 2015 De raad van toezicht:
J.J.W. Esmeijer Voorzitter raad van toezicht
22 Financieel jaarverslag 2014 CVO
JAARREKENING
23 Financieel jaarverslag 2014 CVO
BALANS PER 31 DECEMBER 2014 (na resultaatbestemming) 2014 EUR 1.2
Vaste activa Materiële vaste activa
2013 EUR
4.537.224
EUR 4.106.675
4.537.224
1.4
Vlottende activa Voorraden
1.5
Vorderingen
1.6
Effecten
1.7
2.1
Eigen Vermogen
2.3
Voorzieningen
2.4
Kortlopende schulden
4.106.675
44.757
28.530
531.142
609.255
-
Liquide middelen
EUR
200.559 575.899
838.344
3.075.590
4.009.742
8.188.713
8.954.761
4.286.996
4.993.796
592.574
538.658
3.309.143
3.422.307
8.188.713
8.954.761
24 Financieel jaarverslag 2014 CVO
STAAT VAN BATEN EN L ASTEN
2014 EUR
EUR
Begroting 2014 EUR EUR
2013 EUR
EUR
Baten 3.1
Rijksbijdragen
3.2
Overige overheidsbijdragen en subsidies
3.5
Overige baten
22.341.811
22.577.039
22.925.943
26.118
26.400
24.818
638.391
514.613
494.256
Totaal baten
23.006.320
23.118.052
23.445.017
Lasten 4.1
Personeelslasten
18.520.995
17.769.990
17.581.368
4.2
Afschrijvingslasten
1.004.447
1.027.545
935.031
4.3
Huisvestingslasten
1.051.615
1.089.094
1.091.176
4.4
Overige lasten
3.198.817
3.243.611
3.249.214
Totaal lasten
23.775.874
Saldo baten en lasten 5 Financiële baten en lasten
23.130.240
769.55462.754
Resultaat
22.856.789
12.18845.000
588.228 60.836
62.754
45.000
60.836
706.800-
32.812
649.064
25 Financieel jaarverslag 2014 CVO
KASSTROOMOVERZICHT O VER 2014
2014 EUR
2013 EUR
EUR
EUR
Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten Gecorrigeerd voor: Afschrijvingen
769.554-
1.004.447
Mutaties voorzieningen
588.228
935.031
53.916
24.5991.058.363
Veranderingen in vlottende middelen Voorraden Vorderingen
16.227-
910.432 5.828-
76.999
91.221
Effecten
200.559
197.796
Schulden
113.164-
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest
89.596 148.167
372.785
436.976
1.871.445
63.868
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
63.768 63.868
63.768
500.844
1.935.213
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
1.434.996-
1.027.3191.434.996-
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen
1.027.319-
934.152-
907.894
Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode.
26 Financieel jaarverslag 2014 CVO
TOELICHTING BEHOREND E TOT DE JAARREKENING Algemeen Juridische vorm en voornaamste activiteiten Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs in Apeldoorn en Omgeving is gevestigd in Apeldoorn. De organisatie is een onderwijsstichting; de voornaamste activiteiten van de stichting bestaan uit het verzorgen van onderwijs van vmbo t/m vwo. De stichting heeft ten doel de oprichting en instandhouding van een of meer christelijke scholen voor voortgezet onderwijs. Zij tracht dit doel te verwerkelijken door het zoeken van samenwerking in alles wat tot de plaatselijke en algemene belangen van het christelijk onderwijs behoort, door hierover vergaderingen te beleggen en voorts door alle andere wettige middelen, welke tot het gestelde doel dienstig zijn. Zij beoogt niet het maken van winst. Verslaggevingsperiode Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van een verslaggevingsperiode van een kalenderjaar. Toegepaste standaarden De jaarrekening is opgesteld volgens de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. In deze regeling is bepaald dat de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ 660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn en met inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten.
Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling De cijfers over 2014 zijn geherrubriceerd teneinde vergelijkbaarheid met 2013 mogelijk te maken. Voor zover niet anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen ervan naar de onderneming zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. De verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar worden meegenomen indien zij bekend zijn bij het opstellen van de jaarrekening De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, de functionele valuta van de onderneming, afronding vind plaats op gehele getallen.
27 Financieel jaarverslag 2014 CVO
Voor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi)publieke sector (WNT) heeft de instelling zich gehouden aan de Beleidsregel toepassing WNT en deze als normenkader bij het opmaken van deze jaarrekening gehanteerd.
Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten bij CVO overige vorderingen, geldmiddelen, handelsschulden en overige te betalen posten. In de jaarrekening zijn de volgende categorieën financiële instrumenten opgenomen : overige vorderingen en geldmiddelen, overige financiële verplichtingen. Financiële instrumenten worden bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd. CVO maakt geen gebruik van afgeleide instrumenten (derivaten) en houdt ook geen handelsportefeuille aan. Gekochte obligaties Gekochte obligaties die de onderneming in portefeuille neemt worden gewaardeerd tegen historische aanschafprijs of lagere marktwaarde. Overige vorderingen Overige vorderingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen Kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen hun kostprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs bestaat uit de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en overige kosten om de activa op hun plaats en in de staat te krijgen noodzakelijk voor het beoogde gebruik. De kostprijs van de activa die door de onderneming in eigen beheer zijn vervaardigd, bestaat uit de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten die rechtstreeks kunnen worden toegerekend aan de vervaardiging. Verder omvat de vervaardigingsprijs een redelijk deel van de indirecte kosten en de rente op schulden over het tijdvak dat kan worden toegerekend aan de vervaardiging van de activa. Onderhoudsuitgaven worden slechts geactiveerd indien zij de gebruiksduur van het object verlengen. Buiten gebruik gestelde activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengstwaarde. Overheidssubsidies worden in mindering gebracht op de kostprijs van de activa waarop de subsidies betrekking hebben. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op bedrijfsterreinen en op materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. De volgende afschrijvingspercentages worden hierbij gehanteerd:
28 Financieel jaarverslag 2014 CVO
Groep Componentenmethoden
Onderdeel Casco Renovatie Afwerkingen Installaties Inrichting & terrein Overige investeringsgroepen Gereedschappen Schoolmeubilair kantoorinventaris Leermethoden Audiovisueel Hard- en Software Transport Boeken
jaren 40 20 7 15 15 15 15 10 9 5 4 5 4
afschr % 2,5% 5,0% 14,3% 6,7% 6,7% 6,7% 6,7% 10,0% 11,1% 20,0% 25,0% 20,0% 25,0%
Onderhoudsuitgaven worden slechts geactiveerd indien zij de gebruiksduur van het object verlengen. Buiten gebruik gestelde activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengstwaarde.
Bijzondere waardeverminderingen Voor materiële vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. Als het niet mogelijk is de realiseerbare waarde te schatten voor een individueel actief, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Wanneer de boekwaarde van een actief of een kasstroomgenererende eenheid hoger is dan de realiseerbare waarde, wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Verder wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er enige indicatie is dat een in eerdere jaren verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies is verminderd. Als een dergelijke indicatie aanwezig is, wordt de realiseerbare waarde van het betreffende actief. Terugneming van een eerder verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies vindt alleen plaats als sprake is van een wijziging van de gehanteerde schattingen bij het bepalen van de realiseerbare waarde sinds de verantwoording van het laatste bijzonder waardeverminderingsverlies. In dat geval wordt de boekwaarde van het actief opgehoogd tot de geschatte realiseerbare waarde, maar niet hoger dan de boekwaarde die bepaald zou zijn (na afschrijvingen) als in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief zou zijn verantwoord. Voorraden Gebruiksgoederen worden gewaardeerd tegen verkrijgingprijs. De verkrijgingprijs omvat de inkoopprijs en bijkomende kosten, zoals invoerrechten, transportkosten en andere kosten die direct kunnen worden toegerekend aan de verwerving van voorraden. Bij de waardering van de voorraden wordt rekening gehouden met de eventueel op balansdatum opgetreden waardeverminderingen. Vorderingen en effecten Voor onderwijsinstellingen vallende onder de WVO is het op basis van artikel 5 van de (Gewijzigde) Regeling “Onvoorziene gevallen bij invoering vereenvoudiging bekostiging voortgezet onderwijs” (kenmerk: WJZ-2005/54063802 en kenmerk VO/F-2006/1769) toegestaan een vordering op te nemen op de Ministerie van OCW. Hiervan is geen gebruik gemaakt. Volstaan wordt met vermelding onder de ‘’niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen.’’
29 Financieel jaarverslag 2014 CVO
Eigen vermogen Onder het eigen vermogen worden de algemene reserves, de bestemmingsreserves en de bestemmingsfondsen gepresenteerd. De algemene reserve bestaat uit de reserves die ter vrije beschikking staan van het bestuur. Indien een beperktere bestedingsmogelijkheid door de stichting is aangebracht dan is het aldus afgezonderde deel van het eigen vermogen aangeduid als bestemmingsreserve. Indien de beperktere bestedingsmogelijkheid door derden is aangebracht dan wordt dit deel aangemerkt als bestemmingsfonds. Voorts wordt er indien van toepassing binnen het eigen vermogen een onderscheid gemaakt naar publieke en private middelen. Voorzieningen Onder de voorzieningen worden de personele voorzieningen gepresenteerd. Tenzij anders aangegeven worden de voorzieningen opgenomen tegen de nominale waarde. De grondslag voor de personele voorziening voor jubileumuitkeringen is de contante waarde. Toevoegingen aan voorzieningen vinden plaats ten laste van de staat van baten en lasten. Uitgaven vinden rechtstreeks plaats ten laste van de voorzieningen. Een voorziening in verband met verplichtingen als bedoeld in artikel 2:374 lid 1, eerste volzin BW, wordt uitsluitend opgenomen indien op de balansdatum aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
de rechtspersoon heeft een verplichting (in rechte afdwingbaar of feitelijk); het is waarschijnlijk dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen noodzakelijk is; en er kan een betrouwbare schatting worden gemaakt van de omvang van de verplichting.
Spaarverlof De voorziening spaarverlof is gevormd voor personeelsleden die gedurende 4 of meer schooljaren 60 klokuren hebben gespaard en dit in een aaneengesloten periode gaan opnemen. De voorziening is gewaardeerd tegen nominale waarde. Ambtsjubilea Op basis van richtlijn 271 van de Raad voor de Jaarverslaglegging is een voorziening opgenomen voor verplichtingen uit hoofde van toekomstige uitkeringen bij ambtsjubilea van personeelsleden. Met ingang van 2013 is een schattingswijziging in de voorziening jubilea doorgevoerd die inhoudt dat de voorziening wordt bepaald op basis van de uitgaven over de afgelopen 7 kalenderjaren. Duurzame inzetbaarheid De nieuw afgesloten cao VO kent aan iedere werknemer een basisbudget toe van 50 klokuren per fulltime dienstverband. Deze klokuren kunnen voor verschillende aanwendingsmogelijkheden worden ingezet afhankelijk van de levensfase en de persoonlijke keuze van de werknemer. Bij bepaling van de voorziening wordt uitgegaan van het uurloon inclusief een opslag voor sociale lasten, een opnamekans van 80% en een disconteringsvoet van 2,5%. Kortlopende schulden Schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar worden aangeduid als kortlopend. Schulden worden niet gesaldeerd met activa. De waardering van kortlopende schulden is toegelicht onder het hoofd Financiële instrumenten. Overlopende passiva betreffen vooruit ontvangen bedragen (waaronder geoormerkte bijdragen) en nog te betalen bedragen ter zake van lasten die aan een verstreken periode zijn toegekend. Van bedragen die voor meerdere jaren beschikbaar zijn gesteld, wordt het nog niet bestede gedeelte op deze post aangehouden. Vrijval ten gunste van de staat van baten en lasten geschiedt naar rato van de besteding. Kredietrisico Het kredietrisico op debiteuren wordt periodiek ingeschat. Voor mogelijk niet inbare debiteuren wordt een voorziening gevormd die in mindering wordt gebracht op de uitstaande debiteuren.
30 Financieel jaarverslag 2014 CVO
Renterisico Het renterisico is beperkt omdat de stichting geen leningen heeft of kredietfaciliteiten bij de huisbankier. Over de aangehouden obligaties loopt de stichting een renterisico vanwege veranderingen in de marktwaarde. Het effectief rendement van de obligaties wordt periodiek getoetst. Liquiditeitsrisico Risico’s met betrekking tot de liquiditeit kunnen ontstaan door het projectmatige karakter van bepaalde activiteiten, waardoor het gebruik van operationele geldmiddelen kan variëren. De kaspositie van de stichting is in basis voldoende groot om schommelingen en incidentele tegenvallers op te kunnen vangen. De stichting beschikt echter niet over kredietfaciliteiten. Personeelsbeloningen/pensioenen Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Verder wordt op balansdatum een voorziening opgenomen voor bestaande additionele verplichtingen ten opzichte van het fonds en de werknemers, indien het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichtingen een uitstroom van middelen zal plaatsvinden en de omvang van de verplichtingen betrouwbaar kan worden geschat. Het al dan niet bestaan van additionele verplichtingen wordt beoordeeld aan de hand van de uitvoeringsovereenkomst met het fonds, de pensioenovereenkomst met de werknemers en andere (expliciete of impliciete) toezeggingen aan de werknemers. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de contante waarde van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen op balansdatum af te wikkelen. Voor een op balansdatum bestaand overschot bij het pensioenfonds wordt een vordering opgenomen als de onderneming de beschikkingsmacht heeft over dit overschot, het waarschijnlijk is dat het overschot naar de onderneming zal toevloeien en de vordering betrouwbaar kan worden vastgesteld.
OPBRENGSTVERANTWOORD ING Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies De ontvangen (normatieve) rijksbijdrage en de niet-geoormerkte OCW-subsidies (vrij besteedbare doelsubsidies zonder verrekeningsclausule) worden in het jaar waarop de toekenningen betrekking hebben volledig verwerkt als bate in de staat van baten en lasten. Geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteedbaar overschot (doelsubsidies waarbij het overschot geen verrekeningsclausule heeft) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord naar rato van de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten. Het deel van de subsidies waar nog geen activiteiten voor zijn verricht per balansdatum worden verantwoord onder de overlopende passiva. Geoormerkte OCW-subsidies (doelsubsidies met verrekeningsclausule) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord in het jaar ten laste waarvan de gesubsidieerde lasten komen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de overlopende passiva zolang de bestedingstermijn nog niet is verlopen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn is verlopen op balansdatum. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode.
31 Financieel jaarverslag 2014 CVO
1 MATERIËLE VASTE ACTIVA Het verloop van de materiële vaste activa is als volgt weer te geven:
1.2.1 Gebouwen en terreinen
1.2.2 Inventaris en apperatuur
1.2.3 Andere vaste bedrijfsmiddelen
EUR
EUR
EUR
1.2.4 Nog niet in gebruik genomen activa EUR
Totaal
EUR
Stand per 1 januari 2014: Aanschafprijs
3.684.226
4.517.362
1.641.922
72.411
Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen
1.840.585-
2.836.608-
1.132.053-
Boekwaarde
1.843.641
1.680.754
509.869
72.411
4.106.675
404.158
718.857
372.631
11.761
1.507.407
Desinvesteringen aanschafwaarde
-
-
-
Desinvesteringen afschrijvingen
-
-
-
-
9.915.921
5.809.246-
Mutaties in de boekwaarde: Investeringen
Afschrijvingen
276.997-
433.239-
294.211-
Saldo mutaties
127.161
285.618
78.420
Aanschafprijs
4.088.384
5.236.219
2.014.553
Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen
2.117.582-
3.269.847-
1.426.264-
Boekwaarde
1.970.802
1.966.372
588.289
72.411-
72.411-
-
1.004.447-
60.650-
430.549
Stand per 31 december 2014: 11.761
11.761
11.350.917
6.813.6934.537.224
De totale WOZ-waarde van de gebouwen en terreinen is EUR 27.617.000 (peildatum 01-01-2014). Het economisch eigendom inzake de gebouwen ligt bij de Gemeente.
2 VOORRADEN 2014 EUR Verkrijgingsprijs Gebruiksgoederen
1.4.1 Gebruiksgoederen
2013 EUR
44.757
EUR
EUR
28.530
44.757
28.530
32 Financieel jaarverslag 2014 CVO
3 VORDERINGEN 2014 EUR
2013 EUR
1.5.1 Debiteuren
EUR
EUR
108.644
124.686
-
94.795
1.5.2 OCW
1.5.7 Overige vorderingen: Rekening-courant SST
-
46.096
Vooruitbetaalde kosten
150.491
169.935
Lening o/g
224.330
-
Overige
47.677
173.743 422.498
389.774
531.142
609.255
1.5.8 Overlopende activa 1.5.9 Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid
Debiteuren De debiteuren hebben allen een looptijd korter dan 1 jaar. Overige vorderingen De overige vorderingen hebben allen een looptijd korter dan 1 jaar.
4 EFFECTEN
Stand per 1 januari 2014
Obligaties
1.6 Totaal Effecten
EUR
EUR
200.559
200.559
-
-
Mutaties: Investeringen Desinvesteringen
200.559-
Stand 31 december 2014
200.559-
-
-
33 Financieel jaarverslag 2014 CVO
5 LIQUIDE MIDDELEN 2014 EUR 1.7.1 Kasmiddelen 1.7.2 Tegoeden op bank- en girorekeningen 1.7.3 Deposito's en spaarrekeningen
2013 EUR
10.312
7.784
339.652
383.508
2.726.163
2.502.697
1.7.4 Overige
537-
1.115.753
3.075.590
4.009.742
De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de stichting.
6 EIGEN VERMOGEN Stand per 1 januari 2014 EUR
EUR
Resultaat 2014
Overige mutaties
EUR
EUR
Stand per 31 december 2014 EUR
EUR
2.1.1 Algemene reserve: Algemene reserve
3.807.939
523.059-
3.284.880
3.807.939 2.1.4 Bestemmingsreserve (Publiek) Bestemmingsreserve personeel Bestemmingsreserve Onderwijskwaliteit
523.912 661.945
3.284.880
183.741-
-
340.171 661.945
1.185.857 4.993.796
1.002.116 706.800-
-
4.286.996
Aanwending algemene reserve, risicoanalyse en –management De algemene reserve dient ter dekking van risico’s. Jaarlijks vind actualisatie van de risico’s plaats zodat de beheersing van risico’s een integraal onderdeel wordt van de beleid & control cyclus. De algemene reserve is voldoende voor de dekking van de aanwezige risico’s. Bestemmingsreserve (publiek) Reserve Personeel De bestemmingsreserve personeel dient ter dekking van toekomstige personele risico’s. In 2014 zijn de loonkosten van boventallig personeel in mindering gebracht op de reserve. Reserve Onderwijskwaliteit Deze reserve is gevormd door de extra middelen uit het Herfstakkoord van 2013 en zullen projectmatig ingezet worden voor de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs.
34 Financieel jaarverslag 2014 CVO
7 VOORZIENINGEN
Het verloop van de voorzieningen kan als volgt worden weergegeven: 2.3.1 Personeels-voorziening: Jubileum-uitkering
2.3.1 Personeels-voorziening: Spaarverlof
2.3.1 Personeeel-voorziening: Duurzame Inzetbaarheid
EUR
EUR
EUR
Stand per 1 januari 2014
235.444
303.214
-
Dotaties
62.456
1.225
76.995
Onttrekkingen
64.863-
17.522-
-
4.375-
-
Vrijval
-
Stand 31 december 2014
233.037
282.542
76.995
Kortlopend deel < 1jaar
33.291
7.797
-
Langlopend deel > 1jaar
199.746
274.745
76.995
Personeelsvoorzieningen Jubileumuitkeringen Deze voorziening is gevormd voor de toekomstige verplichtingen aan het personeel aangaande jubileumuitkeringen. Spaarverlof Deze voorziening is gevormd om te zijner tijd aan de verplichtingen inzake vervanging van personeel dat spaarverlof opneemt te kunnen voldoen. Duurzame inzetbaarheid Deze voorziening is gevormd om aan de verplichtingen te kunnen voldoen in verband met het toegekende basisbudget (50 uur op jaarbasis) welk uit de CAO is voortgevloeid die op 1 augustus 2014 is ingegaan.
35 Financieel jaarverslag 2014 CVO
8 KORTLOPENDE SCHULDEN 2014 EUR 2.4.1
Crediteuren
2.4.3
Belastingen en premies sociale verzekeringen:
EUR
EUR
320.569
Loonheffing, sociale verzekeringen Omzetbelasting
2.4.4
Schulden terzake van pensioenen
2.4.6
Overige kortlopende schulden: Rekening-courant SST
836.269
361.192
796.220
5.459
899 841.728
797.119
243.831
270.606
80.977
-
Rekening-courant SKVOAO
3.151
8.179
Rekening-courant SKPOOV
968
442
171.707
219.004
Vooruitontvangen ouderbijdragen
25.114
84.733
Vooruitontvangen subsidies OCW geoormerkt
22.424
25.098
Vooruitontvangen subsidies OCW niet geoormerkt
230.683
233.532
Vakantiegeld en -dagen
706.452
629.059
Vooruitontvangen bedragen
Accountants- en administratiekosten Overige
2.4.6
2013 EUR
12.286
24.400
647.662
767.095
Overlopende passiva
1.901.424
1.991.542
1.591
1.848
3.309.143
3.422.307
De kortlopende schulden hebben een looptijd koter dan 1 jaar.
36 Financieel jaarverslag 2014 CVO
9 OVERZICHT GEOORMERKTE DOELSUBS IDIES
G1.Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule Omschrijving
Toewijzing Kenmerk Datum
Bedrag van toewijzing €
Ontvangen t/m 2014 €
de prestatie is ultimo verslagjaar conform de subsidiebeschikking geheel uitgevoerd en afgerond nog niet geheel afgerond
Lerarenbeurs/Verlofsubsidie
643537-1
2014-2015
81.419
81.419
Lerarenbeurs/Verlofsubsidie
535580-1
2013-2014
88.134
88.134
169.553
169.553
G2a.Aflopend ultimo 2014 Omschrijving
Toewijzing Kenmerk datum
X X
Bedrag van toewijzing €
Ontvangen t/m 2014 €
Te verrekenen ultimo 2014 €
Totale lasten €
Zij-instroom
Bek-2011/9661M 10-2-2011
19.000
19.000
19.000
-
Zij-instroom
393616-1
19.000
19.000
19.000
-
38.000
38.000
38.000
-
G2b.Doorlopend tot in een volgend boekjaar Omschrijving Toewijzing Kenmerk datum
Zij-instroom
501609-1
26-11-2012
Zij-instroom
646510-1
22-9-2014
21-11-2011
Bedrag van toewijzing
Saldo 1-1-2014
Ontvangen in 2014
Lasten in 2014
Totale lasten 31-12-2014
Nog te besteden ultimo 2014
19.00020.000-
13.563
-
11.139
11.139
2.424
-
20.000
-
-
20.000
39.000
13.563
20.000
11.139
11.139
22.424
10 NIET IN DE BALANS OP GENOMEN ACTIVA EN VE RPLICHTINGEN OCW De vordering op het Ministerie van OCW uit hoofde van de tot en met december 2006 opgebouwde vakantieaanspraken en sociale lasten over de maand december ad € 1.477.000 is in 2006 voorzien. De vordering kan alleen worden geëffectueerd indien de school op een ander moment dan 1 augustus van enig kalenderjaar wordt opgeheven zonder dat er sprake is van een samenvoeging. De op het moment van opheffing daadwerkelijk bestaande schuld aan het personeel bepaalt de hoogte van de verrekening, maar bedraagt ten hoogste 7,5% van de personele bekostiging. De vordering is voorzien en als last in mindering gebracht op de normvergoeding personeel in 2006. Meerjarige financiële verplichtingen Er zijn langlopende onvoorwaardelijke verplichtingen aangegaan ter zake van huur, energie, schoonmaak en kopieerapparatuur. De stichting heeft een drietal contracten voor onbepaalde tijd met de firma Accres te Apeldoorn voor de huur van 3 sporthallen voor een bedrag van € 136.000. Voor de huur van kopieer- en printapparatuur is in 2012 een nieuw contract afgesloten met Ricoh Nederland B.V. tot 30 november 2017 de kosten voor 2014 zijn € 96.000. Tevens zijn in 2013 nieuwe schoonmaakcontracten afgesloten met ICS voor een bedrag van € 216.000, op basis van de kosten van 2014, looptijd tot 31-3-2015. De jaarlijkse verplichting voor energie bedraagt € 337.000 (kosten 2014). Dit betreft zowel voor levering, transport als meting voor gas en elektra. Het contract loopt tot en met 2014. De prognose voor de uitkeringskosten WW van het UWV is voor 2015 € 85.000 en van KPMG voor 2015 € 59.000. Hiervan valt 75% onder de collectieve bijdrage van de sector en 25% wordt
37 Financieel jaarverslag 2014 CVO
rechtstreeks bij de stichting in rekening gebracht. De prognose voor 2016 is € 56.000 voor UWV en € 52.000 voor KPMG en voor 2017 € 35.000 voor UWV en € 48.000 voor KPMG hiervoor gelden ook de 75% collectieve bijdrage en 25% eigen bijdrage. De verplichting ten aanzien van de instandhouding van de samenwerkingsstichting bedraagt in 2014 € 1.278.000.
11 RIJKSBIJDRAGEN 2014 EUR 3.1.1 Rijksbijdrage OCW
EUR
Begroting 2014 EUR EUR
21.087.391
Geoormerkte OCW-subsidies Niet geoormerkte OCW-subsidies Bekostiging lesmateriaal
2013 EUR
EUR
21.108.549
21.721.115
99.044
219.348
249.455
1.505.349
1.973.902
2.157.182
896.874
888.515
975.930
3.1.2 Overige subsidies Rijksbijdragen naar: Stichting Leerlingzorg Apeldoorn Derden ivm VAVO-leerlingen
2.501.267
3.081.765
3.382.567
1.166.979-
1.530.002-
2.069.639-
79.868-
83.273-
108.100-
22.341.811
22.577.039
22.925.943
12 OVERIGE OVERHEIDSBIJ DRAGEN EN SUBSIDIES
2014 EUR 3.2.1 Gemeente bijdragen en subsidies
Begroting 2014 EUR
2013 EUR
26.118
26.400
24.818
26.118
26.400
24.818
38 Financieel jaarverslag 2014 CVO
13 OVERIGE BATEN
2014 EUR
EUR
Begroting 2014 EUR EUR
2013 EUR
EUR
3.5.1 Verhuur
72.697
71.899
57.056
3.5.2 Baten Detachering
25.765
29.325
29.011
139.895
143.000
125.919
3.5.5 Ouderbijdragen 3.5.6 Overige: Dekking loonkosten boekenfonds Drank- en snoepautomaten Boeken, boetegelden en huurkluisjes Overige
58.030
-
-
74.500
47.114
25.164
19.600
31.590
316.840
176.289
203.566
400.034
270.389
282.270
638.391
514.613
494.256
14 PERSONELE LASTEN 2014 EUR Bruto lonen en salarissen
EUR
Begroting 2014 EUR EUR
2013 EUR
EUR
13.826.170
13.285.235
Sociale lasten
1.915.506
1.735.691
Pensioenpremies
2.066.446
4.1.1 Lonen en salarissen Dotatie personele voorzieningen
2.087.899 17.808.122
17.393.855
53.916
7.115
Personeel niet in loondienst
195.543
-
Overige
465.978
4.1.2 Overige personele lasten 4.1.3 AF: uitkeringen
24.599186.476
374.020 715.437 2.56418.520.995
17.108.825
379.719 381.135
541.596
5.000-
69.0533
17.769.990
17.581.368
Gemiddeld aantal werknemers Gedurende het boekjaar 2014 bedroeg het gemiddeld aantal werknemers bij de organisatie 262,0 fte, in 2013 was dit 255,3 fte
39 Financieel jaarverslag 2014 CVO
In het kader van de Wet Normering Topinkomens geven wij hieronder de beloningen weer over 2014 inzake onze topfunctionarissen. WNT-Model Voorzittersclausule Naam van toepassing
Functie
Ingangsdatum dienstverband
Einddatum dienstverband
Omvang dienstverband
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
Beloning
Voorzieningen Uitkeringen wegens beloning beëindiging van het betaalbaar op dienstverband termijn
Motivatie overschrijding van de norm
4.1 Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen Voorzitter College van Bestuur
J
W.D. Hoetmer
1-12-2013
Voorzitter Raad van Toezicht
J
J.J.W.Esmeijer
1-1-2009
Lid Raad van Toezicht
N
J.M.H. Draijer
1-1-2009
Lid Raad van Toezicht
N
M.J. van Lee
1-1-2009
3.500
Lid Raad van Toezicht
N
A.J.M Bakker
1-1-2014
2.893
Lid Raad van Toezicht
N
P.C.A. van Dongen
1-6-2014
N
A.F. Kemmeren
1-1-2009
31-7-2014
2.300
N
J.P. Kreeft
1-1-2009
31-7-2014
1.750
N
J. Pieterson
1-1-2009
Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht
1 fte
127.570
345
21.124
7.000 31-1-2014
-
2.300
4.600
4.2 Vermelding gegevens van eenieder van wie de bezoldiging de WNT-norm te boven gaat.
Van de bezoldiging van het college van bestuur en de raad van toezicht komt in 2014 26% voor rekening van SKPOOV (2013:27%), 42% voor rekening van SKVOAO (2013:41%) en 32% voor rekening van CVO (2013:32%).
15 AFSCHRIJVINGEN OP MA TERIËLE VASTE ACTIVA
2014 EUR
Begroting 2014 EUR
2013 EUR
Gebouwen en terreinen
276.997
299.125
239.122
Inventaris en apperatuur
433.239
442.983
368.088
Andere vaste bedrijfsmiddelen
294.211
285.437
327.821
1.004.447
1.027.545
935.031
4.2.2 Materiële vaste activa
40 Financieel jaarverslag 2014 CVO
16 HUISVESTINGSLASTEN Begroting 2014 EUR
2014 EUR 4.3.1 Huur
2013 EUR
183.327
184.955
167.589
-
300
-
4.3.3 Onderhoud
200.489
221.489
191.604
4.3.4 Energie en water
336.995
381.000
413.638
4.3.5 Schoonmaakkosten
300.463
273.600
292.610
30.217
27.750
25.507
124
-
228
1.051.615
1.089.094
1.091.176
4.3.2 Verzekeringen huisvesting
4.3.6 Heffingen 4.3.7 Overige
17 OVERIGE LASTEN 2014
Begroting 2014 EUR EUR
EUR
131.914
162.000
100.027
29.882
35.500
33.771
Contributie en abonnementen
108.155
97.060
101.255
Kleine aanschaffingen hard- en software
224.853
251.900
225.111
21.109
8.500
19.745
PR, communicatie en representatie
182.320
176.050
157.771
Reprokosten
101.457
100.500
229.731
EUR 4.4.1 Administratie- en beheerskosten: Administratie en advies Telefoon- en faxkosten
Drukwerk
Overig
EUR
1.301.380
1.145.528 2.101.070
4.4.2 Inventaris, apperatuur en leermiddelen: Inventaris en apperatuur Leermiddelen
1.996.488
46.760
41.050
47.806
267.960
213.723
232.910 254.773
280.716
447.042
552.000
435.710
251.269
277.450
297.577
Kosten drank- en snoepautomaten
53.599
74.000
65.980
Kosten subsidies vmbo,lwoo en lgf
31.117
108.350
172.743
Overige kosten leerlingen
EUR
1.129.077 1.977.038
314.720 4.4.4 Overige: Kosten boekenfonds
2013
783.027
1.011.800
972.010
3.198.817
3.243.611
3.249.214
41 Financieel jaarverslag 2014 CVO
18 FINANCIËLE BATEN EN LASTEN Begroting 2014 EUR
2014 EUR
2013 EUR
5.1
Rentebaten
48.551
45.000
43.611
5.3
Overige opbrengsten financiële vaste activa en effecten
14.203
-
17.225
-
-
45.000
60.836
5.4
Rentelasten 62.754
19 VERBONDEN PARTIJEN Model E: Verbonden partijen
Naam
Juridische vorm
Statutaire Zetel
Code activiteiten
Eigen vermogen
Resultaat Art 2:403 BW
31-12-2014 EUR Samenwerkingsstichting
Stichting
Apeldoorn
4
Deelname
Consolidatie
jaar 2014 EUR
-
Ja/Nee - nvt
% nvt
% nvt
Code activiteiten: 1. contractonderwijs, 2. contractonderzoek, 3. onroerende zaken, 4. overige
42 Financieel jaarverslag 2014 CVO
20 HONORARIA ACCOUNTANT De volgende honoraria van accountants zijn ten laste gebracht van de organisatie, een en ander zoals bedoeld in artikel 2:382a BW. KPMG Accountants N.V.
Andere KPMGfirma's en accountantskantoren
2014 EUR
2014 EUR
Onderzoek van de jaarrekening
-
22.339
-
-
-
22.339
-
22.339
KPMG Accountants N.V.
Andere KPMGfirma's en accountantskantoren
2013 EUR
2013 EUR
Andere niet-controle diensten
2014 EUR
22.339
Andere niet-controle diensten
Onderzoek van de jaarrekening
Totaal
Totaal
2013 EUR
21.635
-
21.635
9.650
-
9.650
31.285
-
31.285
43 Financieel jaarverslag 2014 CVO
OVERIGE GEGEVENS STATUTAIRE BEPALINGEN INZAKE RESULTAATBE STEMMING Als gevolg van de wet op het voortgezet onderwijs wordt het resultaat van het verslagjaar verrekend met de reserve van de instelling. Het negatieve resultaat van het verslagjaar 2014 ad - € 706.800 wordt ten laste gebracht van het eigen vermogen. Hiervan is - € 523.059 ten laste gebracht van de algemene reserve en - € 183.741 ten laste gebracht van de bestemmingsreserve personeel. Gebeurtenissen na balansdatum Na balansdatum hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan met een significante invloed op het resultaat en het vermogen van de organisatie. Samenwerkingsverbanden VO-BVE en overige instellingen Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs in Apeldoorn en Omgeving heeft samenwerkingsverbanden met andere onderwijsinstellingen in de regio. In overeenstemming met het Besluit samenwerking VO-BVE wordt hierover gerapporteerd. Per peildatum volgen de volgende aantallen leerlingen per brinnummer elders onderwijs:
Brinnr. Schoolnaam 08SG Stichting Christelijk VO Apeldoorn en omgeving
1-10-2014 Aantal leerlingen
1-10-2013 Aantal leerlingen
13
22
13
22
Volgt onderwijs bij ROC Aventus, Apeldoorn
GOEDKEURING EN VASTSTELLING Deze jaarrekening is goedgekeurd door de raad van toezicht en vastgesteld door het college van bestuur.
Apeldoorn, 15 juni 2015
44 Financieel jaarverslag 2014 CVO
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het college van bestuur en de raad van toezicht van Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs in Apeldoorn en omgeving VERKLARING BETREFFENDE DE JAARREKENING Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2014 van Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs in Apeldoorn en Omgeving te Apeldoorn gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en de staat van baten en lasten over 2014 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. VERANTWOORDELIJKHEID VAN HET COLLEGE VAN BESTUUR Het College van Bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. het College van Bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. het College van Bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE ACCOUNTANT Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 18, lid 3 van het Bekostigingsbesluit W.V.O. en artikel 103, lid 4 van de Wet op het voortgezet onderwijs. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het College van Bestuur van de Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs in Apeldoorn en Omgeving gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
45 Financieel jaarverslag 2014 CVO
OORDEEL BETREFFENDE DE JAARREKENING Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs in Apeldoorn en Omgeving per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2014 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014. VERKLARING BETREFFENDE OVERIGE BIJ OF KRACHTENS DE WET GESTELDE EISEN Ingevolge artikel 2:393, lid 5 onder e en f van het BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en paragraaf 2.2.3 Jaarverslag van het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014 is opgesteld, en of de in artikel 2:392, lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391, lid 4 van het BW. Arnhem, 15 juni 2015
KPMG Accountants N.V.
J. van Rossen RA
46 Financieel jaarverslag 2014 CVO