JAARVERSLAG Stichting Protestants Christelijk Onderwijs Alblasserdam - Zwijndrecht
3 voorwoord In dit jaarverslag legt het bestuur van de Stichting PCOAZ verantwoording af over het gevoerde beleid in het jaar 2009. Het wil daarover in gesprek komen met partners.
Werkwijze beleid en voortgang De Stichting ontwikkelt zich gestaag en bij ontwikkeling hoort beleid dat gepland is en cyclisch van aard. Planningen voor een jaar, maar passend binnen een meerjarenplanning. Planning geeft rust en duidelijkheid aan de medewerkers van de Stichting; het houdt de Stichting op koers. Het geeft ook aan waar de keuzes zijn gemaakt. Daarmee beschermt de planning, zonder star te willen zijn, voor allerlei ad hoc invloeden. Wij hanteren daarvoor een zelf ontworpen webbased beleidsontwikkelsysteem1. Onze planning en voortgangsbewaking zijn aan dit systeem gekoppeld en geeft daardoor inzicht aan ieder die verbonden is aan de Stichting en de inspectie van het onderwijs. Daarnaast heeft het systeem een openbaar deel waar de beleidsuitgangspunten en het meerjarenplanning inzichtelijk worden gepresenteerd. Financiën en het beleid Ne drie jaar lumpsumfinanciering2 is het zinvol om de gevolgen ervan te evalueren. Een analyse van de relatie tussen de financiën en het beleid levert opmerkelijke conclusies op.
Het jaarverslag, een verantwoording Dit jaarverslag is bestemd voor iedere belangstellende. Dat zijn veelal groepen of individuen waarmee de Stichting samenwerkt. Daarnaast voor de subsidieverlener, de overheid. Voor alle overige geïnteresseerden is een exemplaar beschikbaar via het beleidsdeel van onze website3. de vijf beleidsterreinen O&I
Onderwijs & Identiteit
P&O
Personeel & Organisatie
F&B
Financiën & Beheer
G&M
Gebouw & Materieel
C& K
Communicatie & Kwaliteit Bron Qprimair
Namens het bestuur, Dr. Iekje Berg (plv. voorzitter)
Ad Vos (secretaris)
Onderwijs uit overtuiging vertrouwen en optimisme
4 inhoud
geschiedenis van de stichting
voorwoord ................................................................... 3 geschiedenis van de Stichting .................................... 4 de Stichting / Het bestuur ........................................... 5
De Stichting PCOAZ is in haar structuur een relatief jonge organisatie. De huidige Stichting is ontstaan in 2003 uit een fusie van de Stichting voor PCO te Zwijndrecht en de Vereniging CNS te Alblasserdam. Beide organisaties hebben echter al een lange onderwijsgeschiedenis.
medezeggenschap ..................................................... 6 missie en visie ............................................................ 7 beleidsontwikkelingen ................................................. 8 identiteit onderwijs kengetallen ................................................................. 9 personeel ................................................................. 10 overige ontwikkelingen ............................................. 11 de jaarrekening ......................................................... 13 financiën en beleid ................................................... 14 balans ...................................................................... 16 staat van baten en lasten ......................................... 17 accountantsverklaring .............................................. 18 bestemming saldo baten en lasten .......................... 19
Alblasserdam Het voormalige CNS was al meer dan 125 jaar vertegenwoordigd in de gemeente Alblasserdam. De eerste school die deze Vereniging stichtte was de school met de Bijbel aan de Kerkstraat. (De Schalm). Zwijndrecht PCO is ontstaan in 1980 uit een fusie van de schoolverenigingen CVO, COCO en PCO, alle gevestigd in Zwijndrecht. De ontstaansgeschiedenis gaat terug tot 1885. Er was toen sprake van de stichting van een lagere school in de wijk Centrum (Kerkstraatschool) en een school in (Groote Lindt). In 1922 kwam er een nieuwe school bij aan de Juliana van Stolbergstraat (Julianaschool).
organisatiegegevens ............................................... 20
CNS: CVO: COCO:
verklarende woordenlijst ........................................... 21
PCO:
Jay - 8 jaar
Christelijk Nationaal Schoolonderwijs Vereniging voor Christelijk Volksonderwijs Vereniging voor Christelijk Onderwijs en Christelijke Opvoeding Protestants Christelijk Onderwijs
(1866 - 2003) (1860 - 1980) (1880 - 1980) (1980 - 2003)
5 de stichting protestants christelijk onderwijs alblasserdam-zwijndrecht de stichting
het bestuur
De Stichting beheert 11 scholen voor basisonderwijs. Zij doet dat op de manier van ‘zelfstandig als vanzelfsprekend, maar gezamenlijk waar het kan of slimmer is’. Zo verzorgen de scholen basisonderwijs voor kinderen van 4 tot en met 12 jaar binnen en aansluitend op de omgeving waarin de school staat. Zij doen dat vanuit de protestants christelijke levensovertuiging. In de school geven onze medewerkers vanuit die levensovertuiging invulling aan onze opdracht. Sfeer, omgang met elkaar, vieringen en professioneel handelen zijn daarbij uitingsvormen van de waarden en normen die wij hanteren.
Het bestuur bestuurt formeel de Stichting. In ieder geval eenmaal per jaar vervult zij statutair deze rol door het stichtingsbeleidsplan en het jaarverslag vast te stellen. Zeven leden nemen deel aan het bestuur. Het bestuur vergadert structureel vijfmaal per jaar. Dit doet zij gezamenlijk met de algemene directie, waarvan de algemeen directeur als secretaris aan het bestuur is toegevoegd. De bestuurleden zijn aangezocht op basis van competenties en specifieke vakkennis.
Ouders met jonge kinderen zijn op zoek naar een school voor hun kind. Naast levensbeschouwing wordt ook gekeken naar afstand, aanbod, activiteiten e.d. Op welke grond er ook door ouders gekozen wordt, wij vinden het gesprek tussen de ouder en de school van groot belang. Centraal hierbij staan: onze christelijke levensbeschouwing; passen we bij elkaar en biedt onze school de beste ontwikkelkansen voor het kind? Elk van onze scholen werkt hard aan de kwaliteit van het onderwijs en doet dat op eigen wijze. Vaak is er sprake van enige vorm van specialisatie zoals sport, cultuur, techniek. Eén ding staat daarbij voorop: Hoe het accent ook gelegd wordt, het kind staat centraal. Ouders kennen hun kind het beste. In het kader van educatief partnerschap4 hechten wij waarde aan een nauwe samenwerking. Die samenwerking stimuleert het kind om zich goed te voelen en nog beter te leren.
Op grond van het beleidsplan en de managementsrapportages houdt het bestuur toezicht op de voortgang van de ontwikkelingen. Het bestuur bestuurt en houdt toezicht op het uit te voeren beleid en ondersteunt de algemeen directeur. De uitvoering van het beleid en de totale aansturing van de Stichting heeft het bestuur gemandateerd aan de algemeen directeur. Deze doet dit in nauwe samenwerking met de directeur onderwijs&personeel. Een managementstatuut tussen bestuur en algemeen directeur, maar ook tussen algemeen directeur en directeuren geeft duidelijkheid in communicatie, verwachtingen en taakverdeling. In 2009 heeft het bestuur de discussie over ‘besturen en toezicht’ voortgezet. De gesprekken hebben ertoe geleid dat een huishoudelijk reglement is vastgesteld. Hierin zijn zowel de code goed bestuur, het onderscheid tussen besturen en toezicht houden als de kwaliteit van besturen en toezicht houden opgenomen.
Aleya - 8 jaar
6 gemeenschappelijke medezeggenschapsraad In 2009 is de GMR vijf keer bijeen geweest. Vijf leden stonden hun plaats af aan een nieuw gekozen lid. Elke school heeft een vertegenwoordiger in de raad: een ouder of een personeelslid. Om nieuwe (G)MR‐leden toe te rusten voor hun taak werd een cursusavond belegd. Het voorzitterschap ligt tot medio 2010 in handen van Brigitte Jongejan. Het vicevoorzitterschap wordt vervuld door Tom Norendaal. Alle leden richten zich naast hun algemene taak op een meer specialistisch gebied om de kwaliteit te verhogen. Die gebieden zijn Personeel, Financiën, Communicatie en Identiteit. De ambtelijke ondersteuner5 gaat na een proefperiode van een jaar verder in zijn functie. Een activiteitenplan 2010 is opgesteld. Hierbij heeft de GMR zich professioneel laten ondersteunen. De activiteitenplannen beslaan voortaan geen cursusjaren meer, maar kalenderjaren. Hiermee sluit de GMR aan bij het bestuur dat zich ook op kalenderjaren richt. Er is dit jaar uitgebreid aandacht geweest voor de financiën van de stichting. Door de invoering van het lumpsumsysteem en de overgang naar een ander administratiekantoor is een sterk gewijzigde situatie ontstaan. Door kritisch vragen te stellen, wil de GMR bereiken dat transparantie op dit gebied wordt gewaarborgd. Een financieel beleidskader dat door het bestuur is opgesteld, geeft de nodige verheldering. Er is een positief advies gegeven over de begroting. Naar aanleiding van de resultaten uit het tevredenheidonderzoek volgt de GMR de ontwikkelingen m.b.t. de hygiëne in de scholen en de werkdruk onder het onderwijspersoneel. Hetzelfde geldt voor het onderwerp identiteit. Door vragen uit de praktijk kwamen veiligheid, internet en seksuele voorlichting op de agenda. Het gesprek hierover gaat nog verder. Er werd een positief advies gegeven over het bekwaamheidsoverzicht directeur met de bijpassende onderlegger. Dat geldt ook voor de intentieverklaring om te fuseren met de SBO‐school De Burcht in Ridderkerk6 en de aansluiting bij de verwijsindex7 om zo een netwerk van zorg rondom kinderen te creëren. Voor het komende jaar bieden zich voldoende onderwerpen aan. Naast de onderwerpen die structureel aan de orde komen, zijn er voldoende onderwerpen om de raad zinvol bezig te laten zijn ten nutte van de mensen die bij de Stichting PCOAZ zijn betrokken. De vormgeving van passend onderwijs, de manier van communiceren met de achtervan van de GMR en het fusieproces met De Burcht zijn er enkele van.
Melanie - 6 jaar
Denisé - 6 jaar
Sheyda - 6 jaar
Rohit - 6 jaar
7 missie
visie
‘Groeien in kwaliteit” vormt voor de komende beleidsperiode de missie voor de organisatie. Dit zal herkenbaar zijn in het beleid van hen die leiding geven binnen de organisatie, zowel op bestuurlijk als op managementniveau.
1. op onderwijs en zorg: De maatschappij is pluriform, open en gericht op het individu in relatie tot de omgeving. Hierbij ziet de Stichting, vanuit haar christelijke levensbeschouwing zoals verwoord in de statuten, als taak voor het onderwijs, onze kinderen voor te bereiden op die maatschappij. Kernbegrippen daarbij zijn autonomie, competentie en relatie, waarbij bijzondere aandacht is voor de enigheid van het kind, de zorg voor elkaar en samenwerking in een omgeving van samenhorigheid.
1. leerlingen: Door professionalisering van de organisatie, de ontwikkeling van het ‘menselijk kapitaal’, de variëteit in onderwijsaanbod, onderwijsconcepten en de zorg voor onze leerlingen, zal een verdere ontwikkeling van (de kwaliteit van) het onderwijs in de scholen tot stand komen, wat de aantrekkelijkheid van onze scholen vergroot. Hierdoor zal het leerlingenaantal het mogelijk maken dat minimaal aan de personele verplichtingen kan worden voldaan. 2. personeel: Groei in persoonlijke ontwikkeling: Door het ‘menselijk kapitaal’ van onze organisatie mogelijkheden te bieden en richting te geven om zich verder te ontwikkelen, komen de medewerkers beter tot hun recht en zal de kwaliteit van het onderwijs van onze scholen nog verder vergroten. 3. openheid en zorgzaamheid: Groeien in openheid en zorgzaamheid. Door de enigheid van de mens en de hang naar samenhorigheid is het een uitdaging om door open communicatie gezamenlijk vooruit te omen en doelen na te streven. 4. bestuur en management: Groei in het functioneren van de organisatie. Door te sturen op hoofdlijnen zal een sterk bestuur in samenspraak en samenwerking met een sterk management kunnen doorschakelen naar een professionele organisatie. Daarin vindt toetsing van beleid plaats, het verantwoording afleggen aan ouders/verzorgers, inspectie en subsidieverlener. Het biedt ruimte aan het management van de Stichting om inhoud te geven aan het geformuleerde beleid. 5. middelen: Groei in mogelijkheden: Door goed beheer en inzet van geld en middelen wordt het geven en krijgen van onderwijs een uitdaging. Toename van kwaliteit in organisatie, personeel en onderwijs, vergroot de aantrekkelijkheid van onze scholen en de mogelijkheden tot een bredere financiële basis voor nieuwe kansen en het opvangen van risico’s, waarbij automatisering (ICT) een steeds belangrijkere plaats inneemt.
2. op personeelszorg: Een leerkracht relateert zijn handelen aan de ontwikkeling en mogelijkheden van kinderen.Kinderen leren leren is de primaire taak van de school. Personeelsleden hebben mogelijkheden nodig om zich te ontwikkelen in doelgericht en adequaat handelen en kennis. Omdat niet iedereen op eenzelfde ontwikkelingsniveau zit. Zij werken m.b.v. een stappenplan aan vooraf gestelde competenties. 3. op bestuur en management: Oprichten en in standhouden van scholen is een recht van ouders/ verzorgers. Daarom nemen ouders/verzorgers ook een belangrijke positie in alle lagen van onze organisatie. Die rol komt tot uiting binnen de schoolorganisatie door het verrichten van ondersteunende activiteiten en participatie in ouderraad en MR. Op bestuurlijk niveau door meebesturen op hoofdlijnen en toetsing van beleid.
8 beleidsontwikkelingen Het bestuur heeft in 2007 er voor gekozen om beleid op drie onderdelen consequent en vasthoudend in te zetten. Het bestuur heeft daarmee doelen voor ogen en is vastbesloten deze doelen te bereiken. Deze drie beleidsonderdelen zijn: 1. Identiteit 2. Onderwijs: passend onderwijs 3. Personeel: personeelsontwikkeling Deze drie onderdelen worden hieronder beschreven.
IDENTITEIT In 2008 heeft het bestuur een eerste identiteitskader vastgesteld. Vanuit dit eerste kader is binnen de organisatie de discussie rond onze identiteit gestart. Het is belangrijk eenzelfde ‘taal’ te spreken zodat we van elkaar weten waar we het over hebben. Daarnaast is bezien hoe het personeel en de MR-en aankijken tegen de eerste kaders. In 2009 hebben onze scholen m.m.v. de besturenraad8 studiedagen georganiseerd. Belangrijke onderwerpen van gesprek waren de afstemming van ‘de taal’: Begrijpen we elkaar en hoe kijken we dan aan tegen de eerste kaders. De uitkomsten van de dagen zijn verwerkt in een identiteitsdocument dat in januari 2010 door het bestuur zal worden besproken. Het resultaat daarvan zal een tweede identiteitskader zijn. Dit zal vooral gericht zijn op hoe we de uitgangpunten en doelen vorm gaan geven. In 2010 zal de werkwijze voor de komende jaren, de gedragscode personeel en de communicatie rond identiteit worden vastgesteld.
ONDERWIJS: PASSEND ONDERWIJS 1-zorg-route De scholen bereiden zich voor in het kader van Passend Onderwijs om een goed onderwijsaanbod te kunnen geven op de (hulp)vragen die kinderen en hun ouders stellen. Dit wordt gestalte gegeven vanuit de visie handelingsgericht werken en denken (HGW). Deze visie gaat uit van talenten bij kinderen en wil aansluiten bij minder
sterke ontwikkelingsgebieden van kinderen. De 1zorgroute is een structuur die in scholen wordt ingevoerd om vraag en aanbod goed op elkaar af te stemmen en te waarborgen. In 2009 hebben drie scholen in Alblasserdam de invoering van de 1-zorgroute afgerond. Deze scholen zijn bezig de afspraken uit het invoeringstraject om te zetten in de dagelijkse praktijk. Zes scholen in Zwijndrecht hebben de invoering van de 1-zorgroute voortgezet. Tenslotte zijn de laatste scholen in 2009 gestart met het invoeringtraject van de 1-zorgroute. Gefaseerd worden de structuren van de 1-zorgroute ingevoerd op deze scholen. De leerkrachten maken zich het systeemdenken eigen om adequaat kinderen te kunnen begeleiden. Hierdoor is de uitstroom naar het speciaal basisonderwijs zowel in Alblasserdam als in Zwijndrecht afgenomen. De scholen zijn in het kader van deze voorbereidingen gestart met het schrijven van hun schoolprofiel: ‘wat kunnen we, wat kunnen we niet en wat willen we leren’. VVE (voor– en vroegschoolse educatie) In de gemeenten Alblasserdam en Zwijndrecht werken de scholen samen met de peuterspeelzalen en de kinderopvang (voorschool). Het huidige beleid in de voorschool is m.n. gericht op het preventief bestrijden van categorieën achterstandskinderen (sociale en culturele achtergrond). In 2009 zijn door inzet van de Stichting in beide gemeenten door de gemeenteraden beleidnota’s vastgesteld op dit gebied. Het betreffende beleid is gericht op individuele kinderen en niet langer alleen op doelgroepen. In 2010 zal dit beleid in beide gemeenten worden geoperationaliseerd. Rekenenverbetertraject In 2009 hebben zes scholen de handen ineen geslagen om het leergebied rekenen met inzet van extra middelen verder te verbeteren. Hiervoor is subsidie aangevraagd bij de PO-raad9 en deze is verkregen.
9 verdeling vrouwen en mannen
aantallen per functie
directie
2006
2007
9,9
10
2008 2009 10
10
vrouw/man
2006 2007 2008 2009 trend
vrouwen
85% 85% 85% 85%
80%
82%
personeel incl. OOP
230
227
225
228
landelijk
Deeltijd <0,8fte
113
118
107
118
mannen
15% 15% 15% 15%
landelijk
20%
18%
t/m 30 jaar
25% 26% 24% 20%
landelijk
20%
21%
31-40jaar
16% 15% 17% 18%
landelijk
19%
21%
instroom/uitstroom personeel 2006 fomatie OP (in fte) groei
19%
82%
18%
leeftijden 2007 2008 2009
146,7 148,8 142,5 138,5 -2%
81%
1%
-4%
-3%
Waarvan:
21%
19%
21%
20%
instroom in PO
2%
4%
11%
4%
41-50 jaar
33% 29% 29% 26%
iinstroom via andere school
1%
0%
0%
0%
landelijk
29%
23%
uitstroom uit PO
3%
2%
12%
5%
51-60 jaar
25% 28% 29% 32%
uitstroom naar andere school
2%
2%
1%
0%
landelijk
30%
31%
31%
31%
vanaf 61 jaar
0%
2%
2%
3%
landelijk
2%
3%
4%
5%
24%
ziekteverzuim personeel
eindopbrengsten 542 540 538 536 534 532 530 528 526 524
27%
10,00 8,00 6,00 schoolscore
4,00
landelijk
2,00 0,00 jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec PCOAZ 2007
De eindopbrengsten geven weliswaar een beeld van onze prestaties, maar zijn niet representatief. Op de ene school doen potentiële LWOO-kinderen10 wel mee met de eindtoets en op de andere school niet. Dit geeft een vertekend beeld.
PCOAZ 2008
Kosten per leerling 4800 4600 4400 4200 4000 3800 3600 3400 2005
2006
2007
2008
2009
10 PERSONEEL: PERSONEELSONTWIKKELING levensfasenbewust personeelsbeleid Sinds 2006 is de Stichting actief in het ontwikkelen van personeelsbeleid waarbij rekening wordt gehouden met de levensfasen van personeelsleden. In de afgelopen jaren is gericht beleid gerealiseerd voor de oudere werknemer. In 2009 is meer nadruk komen te liggen op de overige fasen. Er is een beschrijving gemaakt van de levensfasen met daaraan gekoppeld de activiteiten die in de afgelopen jaren zijn uitgevoerd en die in de komende jaren staan gepland. Op basis van deze beschrijving is gestart met het samenstellen van kenniskringen. Deze zijn erop gericht om kennis te delen vanuit de levensfasen. Er heeft een thema-avond plaats gevonden voor personeelsleden in de spitsuurfase (30-45 jaar). Inmiddels heeft hierna één vervolgbijeenkomst plaats gevonden. In 2010 vinden meer van deze gesprekken plaats. Voor de jonge werknemers zullen bijeenkomsten plaatsvinden die hen ondersteunen om op professionele wijze oudergesprekken te voeren. functiemix11 Om het loopbaanperspectief en de beroepskwaliteit van leraren te verbeteren is in de CAO 2009 de functiemix voor leraren vastgelegd. De Stichting heeft in 2006 al een aanzet gegeven om het carrièreperspectief voor leraren gestructureerd vorm te geven. In de jaren 2007 en 2008 zijn bekwaamheidsprofielen ontwikkeld en is er mee geëxperimenteerd op de scholen in de gesprekken tussen leerkracht en directeur. In 2009 kon de volgende stap worden gezet in het kader van de wettelijke functiemix. De beleidsnotitie m.b.t. de invoering van de functiemix is vastgesteld. Er hebben personeelsavonden plaatsgevonden, waarin met elkaar van gedachten is gewisseld over de criteria en het invoeringstraject. In 2010 zal vanuit een meerjarenplanning verder invulling worden gegeven aan de invoering van de functiemix. beheersing van uitkeringen na ontslag Zoals in elke organisatie is er binnen de Stichting een bepaalde mate van verloop. Dit verloop kan ontstaan door het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, een carrièrestap of de eigen ontwikkeling. Door landelijk beleid, mogelijkheden tot het bevorderen van de beroepsgroepkwaliteit, kunnen er leerkrachten zijn die er niet toe komen die slag voor zichzelf te maken. Het beleid van de Stichting is erop gericht deze leerkrachten verder te helpen door scholing en ondersteuning. Wanneer dit niet leidt tot effecten, wordt de leerkracht in goed onderling overleg geholpen in het vinden van ander werk.
Danique - 5 jaar
Nalinie - 6 jaar
Gianito - 5 jaar
11 OVERIGE ONTWIKKELINGEN Binnen de drie grote beleidsgebieden vinden intensieve inhoudelijke trajecten plaats die in alle lagen van de Stichting worden ervaren. Hierdoor ontstaat een sterk gevoel van samenhang en integrale ontwikkeling. Dit bevordert de samenwerking, het kwaliteitsdenken en het scherpt iedereen in de opdracht van de Stichting, nl. het verzorgen en realiseren van kwalitatief onderwijs dat aansluit bij de behoefte van kinderen.
Anouar - 6 jaar
Romy - 6 jaar
Aarissa - 4 jaar
Stacey - 5 jaar
Naast deze drie grote beleidstrajecten hebben zich allerlei andere ontwikkelingen voorgedaan die deze en andere beleidsterreinen raken. Deze waren en zijn gericht op het professionaliseren en profileren van de Stichting. personeels- en salarisadministratie Sinds 2008 wordt de financiële administratie in gezamenlijkheid met het DevelsteinCollege uitgevoerd. De personele administratie is ondergebracht bij Promanagement Onderwijssupport te Delft. In 2009 is de verzuimadministratie binnen RAET12 geautomatiseerd. Hierdoor is de verzuimbegeleiding effectiever. In 2010 zal de verzuimadministratie gekoppeld worden aan het personeelsregistratiesysteem. Ook zal de personeelsontwikkelingsmodule operationeel worden. Hierin kunnen leraren zelf hun bekwaamheidsdossier13 inrichten en actueel houden. ri&e en samenwerking Op basis van collegiale consultatie vindt sinds 2008 samenwerking plaats met de Stichting Kind en Onderwijs in Rotterdam14. Over en weer vinden op de scholen risicoinventarisaties en – evaluaties15 plaats. Naast het voldoen aan een wettelijke plicht, is de deskundigheidsbevordering het kader van het veiligheidsbeleid binnen de Stichting een groot winstpunt. In 2009 is nadrukkelijker ingezet op het bewustwordingproces binnen de school die de veiligheid in en om de school versterkt. In 2010 zal dit beleid worden gecontinueerd met voortgangsgesprekken op alle scholen. digitale facturenstroom Een betrouwbare en efficiënte financiële administratie kan gevoerd worden als de logistiek van de facturen tussen alle scholen en de financiële administratie optimaal verloopt. Dit kan d.m.v. een webbased georganiseerde facturenstroom waarbij de facturen centraal binnenkomen en worden verwerkt. In 2009 is een begin gemaakt met de implementatie van het systeem bij de samenwerkingspartner in het VO. In 2010 zal het systeem verder operationeel worden gemaakt voor de scholen van onze Stichting.
12 leerlingadministratie-harmonisatie In 2008 is Parnassys16 ingevoerd met het doel om door eenduidigheid de deskundigheid te vergroten m.b.t. gebruik en continuïteit. Ook het eenduidig bijhouden van vorderingen van leerlingen maakt benchmark tussen scholen mogelijk en dus de mogelijkheid om van elkaar te leren. In 2009 is overleg gevoerd over een bovenschoolse module. Omdat de module niet de gewenste inhoud leverde is er niet overgegaan tot invoering. In 2010 zal de implementatie van het administratiepakket verder worden doorgezet. Hierdoor wordt benchmarking van de scholen eenvoudiger en de digitale overdracht naar het voortgezet onderwijs efficiënter. uitbreiding Impuls De basisschool Impuls heeft in verband met het leerlingenaantal recht op permanente uitbreiding met één lokaal. Tevens konden intern enkele ruimtes worden aangepast om het werken in de school te verbeteren. De werkzaamheden zijn in 2008 begonnen. In 2009 zijn het lokaal en de interne verbouwing opgeleverd. julianaschool Sinds 2000 is het bestuur in gesprek met de gemeente over de verbouw/nieuwbouw van de Julianaschool. Uiteindelijk is in 2008 het college akkoord gegaan met het beschikbaar stellen van Middelen op grond van opgebouwde rechten. Hierdoor werd het mogelijk de noodzakelijke verbouw/nieuwbouw van de Julianaschool uit te voeren. In 2009 is het ontwerp voor de nieuwbouw en de renovatie gereed gekomen. De vergunning is verleend en het aanbestedingsproces is gestart. Verwacht wordt dat de school eind 2010 kan worden opgeleverd. het accoord De bouwactiviteiten van het aangrenzende woon-/ zorgcomplex Nebo hebben geleid tot noodzakelijke aandacht van de gemeente voor de parkeervoorziening van het zorgcomplex. Daarnaast diende de erfscheiding tussen Het Accoord en het zorgcomplex volgens afspraak te worden hersteld. In 2009 heeft op nadrukkelijk verzoek van de gemeente het bestuur medewerking verleend aan het oplossen van het parkeerprobleem van Nebo. De daarvoor beschikbaar gestelde grond is in goed overleg tussen de partijen gecompenseerd door het plaatsen van hek rond de school. Hiermee kon het hardnekkige vandalisme rond de school een halt worden toegeroepen.
digitale schoolborden Een onderzoek in 2008 naar het gebruik van digitale schoolborden (één op elke school) heeft geleid tot positieve effecten op het les krijgen en het lesgeven. Winst dus voor leerlingen en leerkrachten. In 2009 zijn op elke school vier groepen voorzien van digitale schoolborden. Tegelijkertijd zijn trainingen gestart voor personeelsleden in het gebruik van de borden. ouderenquête en personeelsenquête In 2008 is besloten tot het uitvoeren van een ouder- en personeelsenquête17 op alle scholen van de Stichting. De uitkomsten daarvan zijn in het beging van dit jaar bekend geworden. In 2009 waardeerden de ouders onze scholen met een gemiddelde score van 7,6. De personeelsleden beoordeelden hun werk met een gemiddelde van 7,7 Samenwerking kinderopvang – basisonderwijs Als gevolg van de motie Van Aartsen-Bos (2005) heeft het bestuur ervoor gekozen de organisatie van dagarrangementen te organiseren via het model ‘makelaarschap’. Het bestuur heeft zich ingespannen hierover gezamenlijk met collega-schoolbesturen en kinderopvangorganisaties integrale afspraken te maken. Binnen het bestuur en management is uitvoerig gesproken over de toekomst van deze samenwerking. Hierbij is uitgegaan van het gegeven dat de keuze voor kinderopvang uitsluitend bij de ouders ligt. In 2009 heeft het bestuur, de voorkeur uitgesproken om naast de samenwerking met de andere kinderopvangorganisaties, intensiever te willen samenwerken met specifiek één van de kinderopvangorganisaties. Besloten is om met de Stichting Kinderopvang Zwijndrecht te werken aan een duurzame relatie. klachten Daar waar intensief wordt samengewerkt tussen leerkrachten, kinderen en ouders voert communicatie de boventoon. Er wordt van alles gedaan om deze communicatie zo goed mogelijk te laten verlopen. Toch kan het weleens voorkomen dat dit om redenen niet lukt. Daarvoor heeft de Stichting als vangnet, een klachtenprocedure. De Stichting hecht er aan, in samenwerking met de vertrouwenspersonen, om klachten zo goed mogelijk op te lossen. Hierbij is ‘praten met elkaar’ om te komen tot elkaar goed begrijpen een voorwaarde. In 2009 zijn twee klachten afgehandeld, te weten één op de Julianaschool en één op De Schalm. In beide gevallen is gekomen tot een bevredigende oplossing.
13
Wesley - 8 jaar
Liza - 8 jaar
Salima - 8 jaar
Srishti - 8 jaar Melanie - 8 jaar
Matthijs - 8 jaar
Ralf - 8 jaar
14 jaarrekening en beleid beleggingen en liquiditeit In 2009 is door het bestuur conform het financieel statuut gehandeld. Dit statuut regelt de liquiditeits- en beleggingsmogelijkheden van de Stichting. De dagelijkse uitvoering is in handen van de algemeen directeur. Er zijn geen wijzigingen opgetreden in de beleggingen op de lange termijn. De beleggingen bestaan uit risicovrije deposito’s. De effecten van de kredietcrisis heeft het bestuur ertoe doen besluiten liquide middelen te spreiden over meerdere financiële instellingen. financiën en analyse In vergelijking met de jaarrekening van 2008 kan worden opgemerkt dat baten en lasten gelijkmatig zijn ontwikkeld. Ten opzicht van de begroting 2009 is een verschil zichtbaar van minder dan 10%. Dit heeft te maken met een te krappe inschatting van de overige baten en de daarbij behorende lasten. De opvallende afwijking ten opzichte van de begroting zijn de: overige overheidsbijdragen door een toename van rugzak-leerlingen overige baten door het verkrijgen van de subsidie voor het rekenverbetertraject en uitleen van personeel aan de samenwerkingsverbanden en het voor het eerst opnemen van de ouderbijdragen en financiële baten door de drastisch dalende rentevergoedingen. financiële positie De financiële positie van de Stichting is gezond te noemen. De financiële kengetallen laten resultaten zien die ruim boven de geldende normen liggen. financiën en beleid De Stichting kiest ervoor het ingezette beleid betreffende identiteit, passend onderwijs, ontwikkeling van het personeel consequent en consistent voor te zetten. Op deze drie beleidsterreinen zijn dan ook activiteiten ontplooid die leiden tot het uiteindelijk behalen van de voorgenomen resultaten. Dit brengt investeringen (en hogere afschrijvingen) en inzet op deskundigheidsbevordering (scholing) met zich mee. constateringen Geconstateerd wordt dat de personele lasten relatief hoog zijn. Voor het geven van goed onderwijs in relatie tot alle formele en informele verplichtingen die de school kent, maar ook de toenemende diversiteit aan leerlingen, zijn kleinere groepen gewenst. De formele en informele verplichtingen komen voornamelijk voort uit de
steeds toenemende maatschappelijke taak die de school uit te voeren krijgt. Daarbij kan gedacht worden aan passend onderwijs, ontwikkelingen van de brede school, voor– en vroegschoolse educatie in relatie tot de kinderopvang, samenwerkingsverbanden en de relaties met zorg– en adviesteams, centra voor jeugd en gezin en de toenemende netwerken om voorliggende zaken af te stemmen en te ontwikkelen. Daarnaast wordt geconstateerd dat het werk van de leerkrachten en directeuren complexer en intenser wordt. Enerzijds is dit een gevolg van de verscherping van de regelgeving betreffende rugzakleerlingen. Anderzijds neemt de complexiteit van op te vangen kinderen in de groep toe. Deze ontwikkelingen gaan gepaard met een toename van de arbeidsintensiviteit en contacten cq. met ouders en deskundigen in het kader van voortgang en ondersteuningen. gevolgen Ondanks deze grote invloeden op het onderwijs zijn in 2009 activiteiten ingezet om de personele lasten in overeenstemming te brengen met de baten. Het investeringsbeleid dat effect heeft op de hoogte van de afschrijvingen is ongewijzigd gebleven. Scholing is een voorwaarde voor onderwijskwaliteit. Het is een landelijk speerpunt en wordt beleidsmatig voortgezet in de vorm van de lerarenbeurs en functiemix. De personele maatregelen zijn voornamelijk geëffectueerd door natuurlijk verloop. Daar waar, ondanks scholing en ondersteuning, sprake is van verloop door toeleiding naar ander werk of ontslag is beleid gevoerd om uitkeringen na eventueel ontslag te voorkomen of te beheersen. oorzaak Er is een spanningsveld tussen enerzijds wat goed en noodzakelijk is voor de leerling (de persoonlijke en cognitieve ontwikkeling tot volwaardig burger van deze samenleving), maar ook wat de maatschappij van de school verwacht, en anderzijds de minimale vergoeding die door de overheid daartoe ter beschikking wordt gestelt. Dat pregnante spanningsveld heeft ertoe geleid dat het bestuur een analyse heeft gestart van de drie jaren overheidsfinanciering door middel van het lumpsumstelsel. Vooralsnog wordt geconstateerd dat de het lumpsumstelsel heeft geleid en nog steeds leidt tot bezuinigingen op het onderwijs ten gunste van de overheid. Hiertoe worden gerekend het stelselmatig niet of onvoldoende compenseren van CAO-maatregelen, de ontoereikende vergoeding voor de materiële instandhouding van scho-
15 len, een toenemend beroep op de BAPO-mogelijkheid waardoor meer gereserveerd moet worden de gesaneerde subsidie "bestuur en management", de aangekondigde bezuiniging op de leerlinggebonden financiering, het technisch aanpassen van de definitie van gewichtsleerling. Daarnaast werken ook gemeentelijke bezuinigingen door op onderwijsbegeleiding, bestrijding van onder-
Solvabiliteit
wijsachterstand, gesubsidieerde arbeid. Op grond van de voorlopige conclusies zijn maatregelen genomen voor de begroting van 2010 en de meerjarenbegroting om binnen de beschikbare vergoedingen het hoge kwaliteitsniveau op de scholen in stand te houden. Nu al is duidelijk dat het eerder genoemde spanningsveld de komende jaren, bij een verslechterend overheidsbeleid, krachtiger zal gaan worden.
Liquiditeit
Rentabiliteit
Weerstandsvermogen
1,5
-
10-40%
2009 1: 47,83% 2: 65,05%
1,83
-1,1%
16,9%
2008 1: 60,52% 2: 70,99%
2,32
-0,5%
19,7%
Toelichting:
Toelichting:
Toelichting:
Toelichting:
Algemeen De solvabiliteit geeft aan in welke mate een organisatie op langere termijn in staat moet worden geacht haar verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen.
De liquiditeit van een organisatie wordt uitgedrukt in een verhoudingscijfer, waarbij de vlottende activa worden gedeeld door de kortlopende schulden. Dit cijfer geeft aan in welke mate op korte termijn aan de financiële verplichtingen kan worden voldaan zonder dat de continuïteit van de organisatie in gevaar wordt gebracht.
De rentabiliteit geeft de verhouding aan tussen het resultaat en de baten van de stichting.
Het weerstandsvermogen geeft de verhouding aan tussen het eigen vermogen en de opgetelde totale en financiële baten. Die optimale verhouding ligt tussen de 10 en 40%. De interne norm die gehanteerd wordt is 15%.
norm 1: 33,33%
2: 50%
Solvabiliteit 1 Indien het eigen vermogen wordt uitgedrukt in een verhouding tot het totale vermogen geldt dat de norm 33 1/3% (of meer) is. Solvabiliteit 2 Indien het EV inclusief voorzieningen wordt gesteld tegenover het totale vermogen vermogen, geldt dat de norm 50% (of hoger) is.
In het algemeen wordt een norm van 1,5 voldoende geacht. Er zijn echter overige factoren waarmede rekening dient te worden gehouden. Voorbeelden zijn de winstgevendheid, de aard van de bedrijfsactiviteiten, de kwaliteit van de vlottende activa en de looptijd ten opzichte van de looptijd van de kortlopende schulden en de seizoensinvloeden.
16 1 1.2 1.2.2 1.2.3
1.5 1.5.2 1.5.5 1.5.6
1.7
Activa Vaste activa Materiële vaste activa Inventaris en apparatuur Leermiddelen Totaal vaste activa Vlottende activa Vorderingen Kortlopende vorderingen op OCW Overige vorderingen Overlopende activa
2009
2008
1.150.222 278.109
1.030.143 252.604 1.428.331
534.726 370.255 19.414
1.282.747
524.147 354.749 8.404 924.395
887.300
Liquide middelen
1.598.298
1.750.640
Totaal vlottende activa
2.522.693
2.637.940
Totaal activa
3.951.024
3.920.687
2
Passiva
2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.6
Eigen vermogen Algemene reserve stichting Bestemmingsreserves stichting (publiek) Bestemmingsreserves stichting (privaat) Herwaarderingsreserve activa totaal vermogen
2009
2.3 2.3.1 2.3.3
Voorzieningen Personeel Onderhoud
2.5 2.5.3 2.5.7 2.5.8 2.5.9 2.5.10
Kortlopende schulden Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden en pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva
2008
272.910 751.539 577.681 307.781
322.614 751.539 557.681 380.342 1.889.911
231.868 448.234
2.012.176
175.272 595.771 680.102
Totaal passiva
272.976 419.011 120.253 0 568.771
771.043 196.823 361.875 108.433 20.269 450.068
1.381.011
1.137.468
3.951.024
3.920.686
17 3
Baten 2009
3
2008
begroting 2009
Baten 10.473.754
10.384.584
10.483.590
3.2 Overige overheidsbijdragen
187.900
83.148
78.760
3.5 Overige baten
462.504
275.671
296.840
3.1 Rijksbijdragen
Totaal baten
4
Lasten
4
Lasten
11.124.158
10.743.403
10.859.190
9.545.374
9.160.133
9.322.456
4.2 Afschrijvingen
305.442
358.977
345.054
4.3 Huisvestingslasten
816.188
730.838
742.400
4.4 Overige instellingslasten
277.798
295.932
346.230
4.5 Leermiddelen (PO)
358.786
326.660
290.600
4.1 Personele lasten
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5
11.303.589
10.872.540
11.046.740
-179.430
-129.137
-187.550
Financiële baten en lasten
5.1 Financiële baten
Saldo financiële baten en lasten
Saldo baten en lasten
57.165
72.733
97.600
57.165
72.733
97.600
-122.265
-56.404
-89.960
18
Accountantsverklaring Voor de volledige jaarrekening, inclusief het bestuursverslag, die door het bestuur van de Stichting Protestants Christelijk Onderwijs Alblasserdam - Zwijndrecht over 2009 is opgesteld, heeft de accountant een goedkeurende accountantsverklaring afgegeven. De instellingsaccount is: MAZARS PAARDEKOOPER HOFFMAN N.V. te Breda
19 Stichting Protestants Christelijk Onderwijs Alblasserdam – Zwijndrecht Bestuursnummer: 80433 Hoedersekade 4 Postbus 325 3330 AH ZWIJNDRECHT T: 078 6124178 F: 078 6259455 E:
[email protected] I: www.pcoaz.nl I: www.transparantbeleid.nl
Het Accoord
15VH-01
Arie Klink
De Boeg
08UU
Martijn Beekhof
De Bron
15SZ-00
Ton Jille
De Brug
15NZ-00
Anneke Goedegebuur
Impuls
15EC
Alice van der Hoek
Julianaschool
15VH-00
Anneke van de Pol
De Kim
15SZ-01
Conny Valk
De Loopplank
07IR
Ruthli Groot
Margrietschool
15NZ-01
Martin Wervenbos
De Notenbalk
22LK
Heidi van Loon
De Schalm
04KC
Marleen de Gruijter
organisatie
bestuur Voorzitter: Drs. Arjan Zwaan
(2003-2009)
Vice-voorzitter: Dr. Ir. Iekje Berg
(2006-2011)
Penningmeester: Gé Berghout
(2001-2011)
Leden: Jan Vlieg Drs. Frank van der Noll Anne-Mieke Reedijk Johan Reijenga
(2005-2010) (2006-2011) (2007-2012) (2007-2011)
algemene directie Algemeen directeur Ad Vos Directeur onderwijs&personeel (plv alg. dir.) Max van de Pol gemeenschappelijke medezeggenschapsraad voorzitter: Brigitte Jongejan vice-voorzitter: Tom Norendaal ambtelijk ondersteuner: Jan Visser
scholen
20 VERKLARENDE WOORDENLIJST 1.
2.
3. 4.
5. 6.
7.
8.
9.
10. 11. 12. 13.
14.
15. 15. 16. 16. 17. 17. 18.
Beleidsontwikkelsysteem (BOS®) In 2008 heeft de Stichting een webbased Beleidsontwikkelsysteem ontwikkeld. Dit systeem vervangt het wettelijk vereiste schoolplan op de school. Het systeem is te benaderen via de website www.pcoaz.nl of rechtstreeks via www.transparantbeleid.nl Lumpsumfinanciering In augustus 2006 is het declaratiestelsel gewijzigd in het lumpsumstelsel. Zoals verwacht heeft het stelselwijziging herverdelingseffecten tot gevolg. Hiertoe is een overgangsmaatregel (gewenning) in werking getreden. De bedoeling was dat elementen uit het declaratiestelsel verwerkt zouden worden of zijn in het lumpsumstelsel. Door de complexiteit van berekeningen is de verwerking van deze elementen niet altijd inzichtelijk terug te vinden in de nieuwe financieringsvorm. Website www.pcoaz.nl Educatief partnerschap is een model waarmee je als school samen met de ouders je onderlinge relatie kunt vormgeven en versterken. Het model gaat er vanuit dat school en ouders gelijkwaardige partners zijn in de educatie, de opvoeding en het onderwijs, zij het dat de eindverantwoordelijkheden van ouders en professionals verschillen. Het gaat om partners die inzien dat ze een gezamenlijk belang hebben, namelijk optimale voorwaarden creëren voor de ontwikkeling en het leren van kinderen, thuis en op school. Samen kunnen ze meer bereiken dan ieder voor zich afzonderlijk. (uit: educatief partnerschap: wat houdt dat in? (20-04-2007: Suzanne Beek, Arie van Rooijen & Cees de Wit) Ambtelijk ondersteuner Om de GMR professioneel te ondersteunen in haar taak is ten behoeve daarvan een ambtelijk ondersteuner (80 uur per jaar) aangesteld. Belangrijkste taken zijn: agendavoorbereiding, informatieverzameling en procesbewaking. SBO-school De Burcht Het bestuur van De Burcht is op zoek gegaan naar een fusiepartner. De keuze is daarbij gevallen op de Stichting PCOAZ. Hiertoe is een intentieverklaring opgesteld. De verklaring voorziet erin dat onderzocht en toegewerkt wordt naar een fusie per 1 januari 2011. Verwijsindex Het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd is bedoeld om problemen bij kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 – 23 jaar in een vroegtijdig stadium te signaleren en vervolgens de coördinatie van zorg te organiseren. Op deze manier moeten risico’s met kinderen en jongeren worden voorkomen. Dit systeem is aangesloten op de landelijke door de overheid geïnitieerde verwijsindex. Besturenraad verenigt christelijke onderwijsinstellingen en geeft samen met hen stem aan het christelijk onderwijs in onze samenleving. Bij de Besturenraad zijn 546 besturen aangesloten, met meer dan 2200 scholen en bijna 800.000 leerlingen, deelnemers en studenten in alle onderwijssectoren. De besturenraad is gevestigd te Voorburg. PO-raad is de brancheorganisatie voor het primair onderwijs. De vereniging behartigt de gemeenschappelijke belangen van de besturen in het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs. De PO-Raad richt zich op de drie grote domeinen: bekostiging, werkgeverschap en de hoofdlijnen van het onderwijsbeleid. LWOO Leerwegondersteunend Onderwijs Functiemix www.functiemix.minocw.nl RAET Via het bureau dat de personeels– en salarisadministratie verzorgt (Promanagement Onderwijssupport te Delft) gebruikt de Stichting voor deze administratie het webbased pakket van RAET. [www.raet.nl en www.onderwijssupprt.nl] Bekwaamheidsdossier Vanaf 1 augustus 2006 is de Wet op de beroepen in het onderwijs (kortweg de Wet BIO) van kracht. Tegelijkertijd geldt ook het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel. Scholen houden vanaf dat moment een bekwaamheidsdossier bij van iedere leraar. Op termijn gaat dat ook gelden voor iedere schoolleider in het basisonderwijs. In zo'n bekwaamheidsdossier worden de afspraken bijgehouden die de werkgever met de leraar en schoolleider maakt over het ontwikkelen en onderhouden van diens bekwaamheid. Als leidraad hiervoor gelden de landelijk vastgestelde bekwaamheidseisen voor leraren en (wat later) voor schoolleiders in het basisonderwijs. [www.lerarenweb.nl] Vervangingsfonds Een gezonde, prettige en veilige werkomgeving. Dat is wat ieder schoolbestuur of docent voor ogen staat. Een ideale situatie. Hoewel we daar naar streven is uitval van onderwijspersoneel (door ziekte of anders) in de praktijk niet altijd te voorkomen. Bovendien is het voor een schoolbestuur lastig om in te schatten hoeveel vervangers op school nodig zijn. En vervanging brengt kosten met zich mee. Het Vervangingsfonds betaalt de kosten voor vervangers die scholen moeten inzetten bij ziekte of afwezigheid van personeel. Zo blijft de continuïteit op school gewaarborgd. Daarnaast levert het Vervangingsfonds een belangrijke bijdrage aan het terugdringen van het ziekteverzuim en de arbeidsongeschiktheid van onderwijspersoneel. [www.vfpf.nl] Parnassys Stichtingwww.parnassys.nl Kind en Onderwijs Rotterdam Kind en Onderwijs Rotterdam (stichting voor christelijk primair onderwijs) is per 1 januari Stichting en fusie Onderwijs Rotterdam Kind Onderwijs Rotterdam (stichting voor christelijk primair onderwijs) is per 1 januari 2008 ontstaanKind door een van de Stichting VPCS en de en Stichting PCPO (Rotterdam-Alexander).[www.kindenonderwijsrotterdam.nl] 2008 ontstaanwww.parnassys.nl door een fusie van de Stichting VPCS en de Stichting PCPO (Rotterdam-Alexander).[www.kindenonderwijsrotterdam.nl] Parnassys DD-informatica [www.ddinformatica.nl] Tevredenheidenquêtes Gebruik is gemaakt van de enquêtes van ‘Scholen met Succes.’ www.scholenmetsucces.nl
BRIN-nummer BRIN staat voor Basisregistratie instellingen. Het Ministerie heeft aan alle onderwijsinstellingen BRIN-nummers toegekend. Het BRIN-nummer is een viercijferig nummer dat de instelling onderscheidt van andere, aangevuld met een tweecijferige locatiecode (waarbij '00' meestal staat voor de hoofdlocatie).
21