JAARVERSLAG STICHTING CHRISTELIJK VOORTGEZET ONDERWIJS ZWIJNDRECHTSE WAARD 2014
INHOUDSOPGAVE JAARVERSLAG SCVOZW 2014 I. Inleiding .................................................................................................. 3
Jaarverslag 2014 .........................................................................................................................3
II. Uitgangspunten van ons onderwijs ......................................................... 4
2.1 Grondslag en doelstelling ....................................................................................................4 2.2 Missie en visie ....................................................................................................................4 2.3 Onderwijs en resultaten ......................................................................................................5 2.4.1 Samenstelling bestuur .........................................................................................................6 2.4.2 Onderwerpen bestuursvergaderingen ...................................................................................7 2.4.3 Verslag van het algemeen bestuur .......................................................................................7 2.5 Exploitatiesaldo 2014 ..........................................................................................................9 2.6 Leerlingenaantal ............................................................................................................... 10 2.7 Leerlingenaantal en huisvesting ......................................................................................... 11
III. Contacten met derden ........................................................................... 12 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10
Loket ............................................................................................................................... 12 Gemeenten Zwijndrecht, Hendrik-Ido-Ambacht en Drechtsteden ........................................... 12 Samenwerkingsverband 28.13 ........................................................................................... 12 Basisonderwijs (Obade) ..................................................................................................... 12 Rectorenoverleg ............................................................................................................... 13 Samenwerking met VAVO-instellingen ................................................................................ 13 Samenwerking met hogescholen in Rotterdam .................................................................... 13 Relevante maatschappelijk en politieke ontwikkelingen ........................................................ 13 Klachtenafhandeling .......................................................................................................... 14 Horizontale dialoog ........................................................................................................... 14
4.1 4.2 4.3 4.4
Omvang personele formatie ............................................................................................... 15 Ziekteverzuim en ziekmeldingsfrequentie ............................................................................ 15 Beleid inzake de beheersing van uitkeringen na ontslag ....................................................... 16 Overige personeelsaangelegenheden .................................................................................. 16
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9
Verdeling van de leerlingen over de vestigingen .................................................................. 17 Bekostiging 2014 t.o.v. 2013 ............................................................................................. 17 Treasury management ...................................................................................................... 19 Eigen Vermogen ............................................................................................................... 20 Voorzieningen .................................................................................................................. 20 Exploitatie ........................................................................................................................ 20 Toelichting verschillen van 2014 ten opzichte van 2013 en de begroting 2014........................ 21 Kengetallen ...................................................................................................................... 22 Toelichting op een aantal kengetallen ................................................................................. 23
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
Leerlingenaantallen en personeelsomvang .......................................................................... 25 Balans ............................................................................................................................. 26 Verlies- en winstrekening .................................................................................................. 26 Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem .. 27 Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden. .................................................. 27
IV. Personeelsbeleid ................................................................................... 15
V. Financiën ............................................................................................... 17
VI. Continuïteitsparagraaf .......................................................................... 25
Jaarverslag Stichting CVOZW 2014
2
I.
Inleiding
Jaarverslag 2014 Voor u ligt het jaarverslag van de Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Zwijndrechtse Waard over het jaar 2014. Deze Stichting bestuurt het DevelsteinCollege, een brede scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs (gymnasium, atheneum, havo, vmbo t, vmbo k, vmbo b en lwoo) met twee vestigingen in Zwijndrecht. De jaarrekening is, behoudens de goedkeurende accountantsverklaring, in de bestuursvergadering van woensdag 20 mei 2015 vastgesteld. Het schooljaar 2014-2015 staat in het teken van het vijftigjarig bestaan van het DevelsteinCollege. Op 1 september 1963 werd vanuit het Christelijk Lyceum te Dordrecht een vierklassige dependance geopend in Zwijndrecht. Deze dependance ging op 1 januari 1965 over in een zelfstandige Christelijke H.B.S. Op 1 augustus 1968 werd de naam van de school: DevelsteinCollege, christelijke scholengemeenschap atheneum en H.A.V.O.
In september 2014 werd een teambuildingsdag georganiseerd voor het personeel van de Develsingel. Plaats van handeling: het strand van Hoek van Holland. In januari 2015 is een nieuwjaarsbijeenkomst georganiseerd voor personeel en partners van beide locaties. In maart 2015 werd een zeer geslaagde reünie gehouden, opgezet door Buro Ruw, een organisatiebureau dat eigendom is van twee oud-leerlingen.
In mei 2015 wordt nog een actie voor het goede doel (Fonds Gehandicaptensport) gehouden, afgesloten met een leerlingenfeest. Naast deze vreugdevolle activiteiten was er verdriet in school in verband met het overlijden van het vijf maanden oude zoontje van een van onze medewerkers en om de ziekte van en het overlijden van een van onze docenten.
Jaarverslag Stichting CVOZW 2014
3
II.
Uitgangspunten van ons onderwijs
2.1
Grondslag en doelstelling
De stichting CVOZW heeft als grondslag de Bijbel, verstaan volgens het belijden van de Christelijke kerken, en laat zich in haar arbeid leiden door de verzoenende en vernieuwende kracht van het Evangelie, met respect en begrip voor levens- en maatschappijbeschouwing van anderen. Onderwijs en opvoeding in de van deze stichting uitgaande scholen worden in deze geest en vanuit deze inspiratie gegeven (artikel 3 statuten). De stichting heeft ten doel het oprichten en in stand houden van een of meer scholen voor voortgezet onderwijs. Zij tracht dit doel te bereiken door het bieden van kwalitatief hoogwaardig onderwijs, rekening houdend met de belangen van de verschillende betrokkenen, daarbij communicerend met de samenleving en actief inspelend op ontwikkelingen die voor de maatschappij van groot belang zijn (artikel 4 statuten).
2.2
Missie en visie
Het DevelsteinCollege biedt gedegen en aantrekkelijk onderwijs vanuit een pedagogisch optimistische gedachte en erkent en waardeert verschillen. Het DevelsteinCollege haalt zijn inspiratie uit het woord van God en wil een school zijn die zijn leerlingen in een veilige en gezonde omgeving goed onderwijs en passende ondersteuning biedt, helpt hun talenten zo veel mogelijk te ontwikkelen, ondersteunt om op te groeien tot volwassenen die de verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen handelen en hun plaats in de maatschappij, leert in toenemende mate verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leerproces en stimuleert een open houding t.o.v. andere culturen en denkwerelden te ontwikkelen. Daarnaast wil het DevelsteinCollege een betrouwbare school zijn met zichtbare en herkenbare waarden en normen, die gelooft in het aanleren van een bepaalde discipline, omdat die noodzakelijk is voor een verantwoorde en verantwoordelijke studie- en levenshouding.
Jaarverslag Stichting CVOZW 2014
4
2.3
Onderwijs en resultaten
Onderwijs voorop Ook in 2014 stond de ontwikkeling van ons onderwijs centraal. Voor het Loket waren de belangrijkste aandachtspunten: samenwerking met het primair onderwijs gericht op versterking van de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde, aandacht voor opbrengstgericht werken, gedifferentieerd werken door ander andere inzet van laptops en gerichte ondersteuningslessen, aandacht voor het toets- en cijferbeleid, professionalisering van docenten, werken aan een professionele cultuur en de daarbij behorende kwaliteiten van docenten en onderwijsondersteunend personeel, betrekken van het bedrijfsleven bij het opleiden van onze leerlingen door gastlessen, stages van zowel leerlingen als docenten en verkennende bedrijfsbezoeken door leerlingen die hun keuze voor een beroepsprofiel nog moeten maken, inzetten van coaches in plaats van mentoren, te beginnen in leerjaar 1 teneinde leerlingen directer te begeleiden bij hun leerproces en hernieuwde opzet van loopbaanoriëntatie en -begeleiding. Voor de Develsingel waren dit: versterking van het onderbouwrendement, ontwikkelen van het keuzevak Art & Performance, het ß-combinatievak Engineering, het verrijkingsprogramma Obelisk, het invoeren van de Cambridge Certificate-opleidingen in vmbo-t en havo en van de opleiding voor het Goethe Zertifikat in vwo, het volgen van de Rots- en Watertraining door brugklasmentoren, de start van het onderzoeksproject “Onderwijs in de 21e eeuw”, de start van het havo-project “Op weg naar een excellente havo”, het inzetten van een laptopkar waarvan het gebruik steeds verder toeneemt, het invoeren van een portfolio voor de leerlingen van de bovenbouw havo-vwo, het Robocup- en het Math-Art-project in de middenbouw van het vwo, de verdere profilering van de gymnasiumafdeling via bezoeken aan Brussel en Leuven, de deelname aan de LatijnOlympiade en aan de regionale “ken-je-klassieken-quiz” met als klapstuk de eerste gymnasiumdag voor leerlingen van de leerjaren 1 tot en met 6, voorlichting voor de leerlingen van havo-4 en hun ouders: “Help, ik blijf zitten”, de verdere terugdringing van het aantal onbevoegd gegeven lessen, meer inzetten op de mogelijkheden van leerlingen en intensiveren van de lesbezoeken. Het rendement van het onderwijs lag in 2013-2014 op de Develsingel in vrijwel alle gevallen hoger dan in 2012-2013 en in ieder geval belangrijk hoger dan in 2011-2012. Voor het Loket is sprake van een verbetering van het onderbouwrendement en een verslechtering van het bovenbouwrendement. Vergelijking van de Opbrengstenkaarten 2013, 2014 en 2015 geeft het volgende beeld:
Rendement Rendement Rendement Rendement Rendement Rendement Rendement
onderbouw DS onderbouw LV bovenbouw vmbo b bovenbouw vmbo k bovenbouw vmbo t bovenbouw havo bovenbouw vwo
Opbrengstenkaart 2015 (2013-2014) 91 100 82 85 89 71 67
Opbrengstenkaart 2014 (2012-2013) 87 92 98 89 84 63 69
Jaarverslag Stichting CVOZW 2014
Opbrengstenkaart 2013 (2011-2012) 92 107 91 86 68 45 39
5
In de Opbrengstenkaart 2014 (de drie schooljaren tot en met 2012-2103) kregen zowel de afdeling vmbo-t als de afdeling havo het oordeel zwak. Na het inspectiebezoek in oktober 2014 is het oordeel van de afdeling vmbo-t omgezet in een voldoende oordeel. In de Opbrengstenkaart 2015 (de drie schooljaren tot en met 2013-2014) was het oordeel voor alle afdelingen voldoende. De eerste resultaten van het schooljaar 2014-2015 wijzen voor de Develsingel op een verdere stijging van het onderbouwrendement en een stabilisatie van het bovenbouwrendement. Voor
het primaire proces staan drie doelstelling centraal: gedegen en aantrekkelijk onderwijs, rekening houden met verschillen, uitgaan van pedagogisch optimisme.
Een enquête onder ouders die deel uitmaken van de ouderraad en/of de oudercontactgroepen leverde over de eerste en de tweede rapportperiode van het schooljaar 2014-2015 de volgende resultaten op (waardering op een schaal van 1 – 5):
gedegen en aantrekkelijk onderwijs rekening houden met verschillen uitgaan van pedagogisch optimisme
periode I 3,5 3,4 3,6
periode II 3,5 3,4 3,7
In de havoafdeling is inmiddels een groot onderzoek gestart over het pedagogisch-didactisch klimaat. Aan het onderzoek hebben ruim 400 leerlingen, ruim 300 ouders en bijna 70 docenten deelgenomen. Het onderzoek richt zich op zaken als: de motivatie van leerlingen, het verschil tussen onder- midden- en bovenbouw, de werkhouding van leerlingen, het onderwijskundig klimaat, de rol van docenten en die van de leerlingen en het didactisch handelen van docenten. Met het CPS zijn voorbereidingen getroffen over een train-de-trainer project waarbij twee of drie docenten worden geschoold in het trainen van medewerkers op het gebied van het hanteren van verschillende werkvormen en eveneens twee of drie docenten worden geschoold in het omgaan met verschillen.
2.4.1 Samenstelling bestuur De Stichting heeft het bestuur ingericht op basis van het one-tier-model: één bestuursorgaan bestaande uit dagelijks bestuurders en toezichthoudende bestuurders. De verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden tussen beide groepen bestuurders is statutair vastgelegd. De samenstelling van het bestuur per 31 december 2014 is als volgt: mw. drs. A.M. van den Berg, lid toezichthoudend bestuur mw. drs. M.A. de Bruin, lid toezichthoudend bestuur dhr. H.A. van Drimmelen, lid toezichthoudend bestuur, voorzitter dhr. G. Florusse, lid toezichthoudend bestuur dhr. A. Grandia, lid toezichthoudend bestuur dhr. P.H den Otter, rector, lid dagelijks bestuur dhr. M. L. van Riet, conrector, lid dagelijks bestuur dhr. R. L. Vlak, conrector, lid dagelijks bestuur
Jaarverslag Stichting CVOZW 2014
6
2.4.2 Onderwerpen bestuursvergaderingen Tijdens de bestuursvergaderingen zijn de volgende onderwerpen aan de orde geweest: Onderwijs: opbrengsten van het onderwijs, waaronder acties ter verbetering van het onderbouwrendement, realisatie van de onderwijsdoelstellingen van het schooljaar 2013-2014, onderwijsdoelstellingen voor het schooljaar 2014-2015, inspectiebezoek oktober 2014 Personeel: rechtspositionele zaken ten aanzien van medewerkers, het eigen risicodragerschap inzake de WGA Financieel: de exploitatie 2013 met managementletter en benchmarkgegevens van de instellingsaccountant, formatieplan 2014-2015, de kwartaalrapportages inzake de exploitatie, begroting 2015, de geactualiseerde risicoanalyse, de meerjarenbegroting Bestuurlijk: de evaluatie van het vergaderjaar 2013-2014, lessen uit het monitorverslag Code Goed Bestuur, de procedure voor het benoemen van een nieuwe bestuurder in verband met het aanstaand aftreden van een van de bestuursleden (medio 2015) en de mogelijke samenwerking met PCOAZ en Trhiade (de stichtingen voor protestants-christelijk onderwijs in de Zwijndrechtse Waard.
2.4.3 Verslag van het algemeen bestuur Het algemeen bestuur heeft zijn toezichthoudende rol vormgegeven door: het voortdurend bevragen van de dagelijks bestuurders op de volgende onderwerpen: belangrijke interne en externe ontwikkelingen, belangrijke wijzigingen op het terrein van wet- en regelgeving, ernstige problemen of conflicten binnen de stichting en de door haar in stand gehouden school, calamiteiten die gemeld zijn bij de gerechtelijke autoriteiten, onderwerpen waarover naar verwachting (negatieve) publiciteit in de media te verwachten is, het bevragen van het dagelijks bestuur op de realisatie van de doelstellingen over het schooljaar 2013-2014 en de monitoring van de tussenevaluaties van de voortgang in het bereiken van de doelstellingen gedurende de schooljaren 2013-2014 en 2014-2015; het algemeen bestuur heeft deze evaluaties goedgekeurd, het bevragen van het dagelijks bestuur op de financiële managementrapportages en de jaarprognoses per 1 april, 1 juni, 1 oktober en 31 december; ook hieraan heeft het algemeen bestuur goedkeuring verleend en het bevragen van de dagelijks bestuurders op de realisatie van de kaders van het schoolbeleidsplan 2011-2015 op de gebieden opbrengsten van het onderwijs, financiën, personeel, onderwijstijd, tevredenheid ouders/leerlingen, marktaandelen, β-deelname en veiligheid; ook op dit onderdeel is sprake geweest van goedkeuring. In het Schoolbeleidsplan 2011-2015 is op verzoek van het algemeen bestuur een gegevensset opgenomen met kengetallen en streefwaarden van die kengetallen. Tweemaal per jaar legt het dagelijks bestuur verantwoording af over de stand van zaken met betrekking tot die kengetallen. Niet ingevulde cellen hebben betrekking op het nog niet afgesloten schooljaar 2014-2015, dan wel op nog niet of niet meer beschikbare gegevens in Scholen op de Kaart.
Jaarverslag Stichting CVOZW 2014
7
Opbrengsten rendement onderbouw ≥ 3 rendement vwo bovenbouw ≥ 3 rendement havo bovenbouw ≥ 3 rendement vmbo t bovenbouw ≥ 3 verschil vwo se-ce ≤ 0,5 verschil havo se-ce ≤ 0,5 verschil vmbo t se-ce ≤ 0,5
2011
2012
2013
2014
11/12
12/13
13/14
14/15
1 3 3 3 -0,16 -0,18 0,08 ak, gs, la
2 3 3 3 -0,10 -0,10 -0,07 fa, la, sk
ne, gs, mo, sk wi, ak ec
en, du, ec, fa, gs, mo wi, ak, ec
2 1 1 1 0,24 -0,04 0,30 ak, bi, gs, na, sk bi, ec, fa, gs, sk wi, ak, ec, gs, nask1, nask2
percentielscore alle vakken vwo ce ≥ 50 percentielscore alle vakken havo ce ≥ 50
percentielscore alle vakken vmbo t ce ≥ 50 Financiën rendement tussen -0,5 en + 0,5 (res/baten) - 4,07 kapitalisatiefactor ≤ 0,35 0,24 verhouding lessen/leerlingen DS ≤ 1,26 1,28 current ratio per 31-12 ≥ 0,5 0,53 reserve personele kosten ≥ 14% personele bekostiging 12% Personeel functiemix oplopend naar 22%/52%/26% aandeel on- en onderbevoegd gegeven lessen ≤ 15% 22% aandeel eerstegraads gegeven lessen in tweede fase ≥80% 75% aandeel directie in personele kosten ≤ 10% 8% aandeel oop in personele kosten ≤ 13% 11% aandeel op in personele kosten ≥ 71% 71% ziekteverzuimpercentage ≤ 5,5% 4,3 ziekmeldingsfrequentie ≤ 1,5 1,7 100% formele gesprekken binnen gesprekkencyclus in 2015 Bekwaamheidsdossiers voor alle collega’s in 2015 100% ≥10 stageplaatsen in ≥ 6 secties 80% beginnende docenten tevreden over begeleiding In 2015: 50% v. d. leraren geregistreerd in het lerarenregister Onderwijstijd geen enkel leerjaar per afdeling onder norm onderwijstijd DG5, DA4, DA5, DH3
geen enkele klas lesuitval ≥ 7%
DG4, DA3, DA4, DH3, DH5, DT3, DT4
Tevredenheidsonderzoeken oudertevredenheid ≥ 7,0 leerlingtevredenheid ≥ 7,0 Medewerkerstevredenheid op/oop ≥ landelijk gemiddelde
7,1 6,9
Jaarverslag Stichting CVOZW 2014
1,08 0,24 1,27 0,81 12%
4,58 0,29 1,29 1,65 15%
1,86 0,31 1,28 1,89 15%
19% 74% 8% 11% 72% 2,9 1,6
20% 75% 8% 11% 72% 2,7 1,36
15% 79%
DA3, DA4, DA5, DH4, DT3 DV3, DH3. DH4, DT3, DT4
7,1 7,0 7,5/7,9
2,6 1,28
A3, A4, A5*, H3 en H4* Hele afdeling wel in orde T3, H4 en H5
7,1 6,9
8
Marktaandeel marktaandeel DS in Zwijndrecht ≥ 35% marktaandeel DS in Hendrik-Ido-Ambacht ≥ 35% marktaandeel LV in Zwijndrecht ≥ 10% marktaandeel LV in Hendrik-Ido-Ambacht ≥ 7% Onderwijs aantal leerlingen gymnasium > 120 slagingspercentage per afdeling ≥ 90%
aandeel β-profielen in vwo ≥ 50% aandeel β-profielen in havo ≥ 35% aandeel nask in vakkenpakket vmbo ≥ 35% resultaten opbrengstgericht werken meetbaar in TO/T1/T2 minimaal 50% toetsing in klas 2 volgens RTTI Veiligheid aantal BHV-ers ≥ 40 aantal EHBO-ers ≥ 7 aantal incidenten in praktijklokalen en β-lab ≤ 1
2.5
37,6% 34,3% 9,7% 5,4%
38,9% 34,0% 8,5% 6,1%
103 103 vmbo-t vmbo t 89% 78%, havo 84%, vwo 88% 47% 47% 34% 36% 20% 27%
43 10 0
43 10 0
37,8% 31,6% 9,6% 7,0%
onbekend
94 havo 86%
90
48% 34% 28%
49% 31% 36%
44+6 10 0
44+6 10
Exploitatiesaldo 2014
Ook 2014 vertoonde een positief exploitatieresultaat. Werd in de begroting uitgegaan van een positief saldo van ruim € 50.000, het uiteindelijke resultaat bedroeg € 241.599. Belangrijkste oorzaken voor dit verschil zijn: lager dan begrote personele lasten (o.a. veroorzaakt door de daling van het leerlingenaantal over het schooljaar 2014-2015; het betreft een bedrag van ruim € 200.000), een niet begrote afrekening Brede School vanuit de gemeente Zwijndrecht over de jaren 2013 en 2014 ad € 75.000, een niet begroot aandeel in het positieve exploitatiesaldo van Loket over 2014 ad € 101.000 en hogere instellingslasten (ca. € 140.000), o.a. veroorzaakt door meer uitgaven aan leermiddelen en eenmalige onderwijskundige projecten.
Jaarverslag Stichting CVOZW 2014
9
2.6
Leerlingenaantal
Het aantal leerlingen per 1 oktober is in 2014 fors gedaald t.o.v. 2013: 1.918 t.o.v. 2.029 Op de Develsingel is sprake van een daling van 1.616 naar 1.536. Op de Laurensvliet van een daling van 413 naar 382. Een belangrijk deel van de daling kan worden verklaard door een tegenvallende brugklasaanmelding voor de Develsingel: 268 voor het schooljaar 2014-2015 ten opzichte van 323 in het schooljaar daarvoor die maar zeer ten dele werd gecompenseerd door een iets hogere aanmelding aan de Laurensvliet: 84 voor 2014-2015 ten opzichte van 77 voor 2013-2014. Voor de gehele school geldt dat de aanmelding van 352 (268+84) leerlingen met 41 achterbleef bij de prognose van 393 leerlingen (324+69). jaar 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
aantal lln 1.861 1.932 1.980 1.937 1.960 2.051 2.029 1.918
aantal lwoo 102 115 125 128 122 124 138 129
aantal vavo 4 5 5 13 8 10 11 6
Leerlingenaantallen 2.500
Aantal leerlingen
2.000 aantal lln
1.500
aantal lwoo
1.000 500 0 2006
2008
2010
2012
2014
2016
Jaar
De onderstaande tabel geeft een gedetailleerder inzicht in de verdeling van het aantal leerlingen over de verschillende onderwijsteams:
Vestiging
Team
Teamleider
Laurensvliet
vmbo bk onderbouw vmbo bk bovenbouw
Develsingel
DG1, DA1, HA1 en TH1 DT1 en DT2 DV2 en DV3 DH2 en DH3 DV 4, 5 en 6 DH4 en DH5 DT3 en DT4
Aantal lln 01-10-2014
Aantal lln 01-10-2013
Peter Amperse Peter Bolkenbaas
166 216 382
190 223 413
Albert Kroezemann Veronique de Visser Corry Meijers Arjan Bijleveld/ Christiaan Blijleven Anneke van Santen Gert Vonk Sidney Franken
192 196 169 229
254 231 144 244
184 284 282 1.536
205 264 274 1.616
1.918
2.029
Totaal
Jaarverslag Stichting CVOZW 2014
10
Opmerkelijk is dat de verdeling van het aantal leerlingen over de verschillende afdelingen een ontwikkeling laat zien waarbij de atheneumafdeling steeds kleiner en vmbo-t steeds groter wordt.
gymnasium atheneum havo vmbo-t vmbo-bk
2010-2011 05% 25% 31% 19% 20%
2011-2102 05% 24% 31% 21% 19%
2012-2103 05% 18% 31% 28% 18%
2013-2014 05% 17% 30% 28% 20%
2014-2015 05% 18% 30% 27% 20%
Landelijk zijn gegevens bekend over de procentuele verdeling van het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs vanaf het derde leerjaar (CBS StatLine: Voortgezet onderwijs, deelname leerlingen naar onderwijssoort). Vergelijking van deze gegevens (over 2013-2014) met die van het DevelsteinCollege over hetzelfde schooljaar geven het volgende, opmerkelijke beeld, waarbij moet worden opgemerkt dat in de landelijke gegevens ook de categorale gymnasia zijn opgenomen:
vwo havo vmbo-gt vmbo-bk
landelijk aantal 161.469 156.773 111.602 102.137
landelijk procentueel 31% 29% 21% 19%
Develstein aantal 261 391 274 223
Develstein procentueel 23% 34% 24% 19%
Duidelijk is sprake van een relatief kleine vwo-bovenbouw en een relatief iets grotere havo- en vmbo-tbovenbouw. Overigens geeft het zogenaamde hinkelpad van de Onderwijsinspectie over de afgelopen schooljaren aan dat er sprake is van een overgang van leerjaar 2 naar leerjaar 3 die aanmerkelijk dichter bij de landelijke gegevens ligt dan een aantal jaren geleden (tussen haken staan de landelijke percentages). In dit hinkelpad worden de gegevens van het DevelsteinCollege vergeleken met die van andere scholen voor voortgezet onderwijs waar eveneens sprake is van een onderwijsaanbod van vmbo-b/k tot en met vwo.
uit tweede leerjaar naar: vmbo-bk vmbo-t havo vwo
2.7
2011-2012
2012-2013
2013-2014
28% 28% 22% 18%
27% 30% 27% 13%
28% 30% 24% 17%
(29%) (25%) (22%) (19%)
(29%) (26%) (22%) (18%)
(29%) (27%) (22%) (18%)
Leerlingenaantal en huisvesting
De leerlingenaantallen zijn nu en in de toekomst zodanig dat sprake is van adequate huisvesting. Voor de Laurensvliet is door SPON krediet aangevraagd voor de huisvesting van het praktijkonderwijs in de vorm van een nevenvestiging van De Sprong. Het betreft een opbouw op de vierde verdieping aan beide zijden van het glazen dak van het atrium en een herbestemming van een aantal ruimten in met name de “plint” op de begane grond aan de zijde van de Burgemeester Jansenlaan. In verband met de ontwikkelingen van het beroepsonderwijs die vragen om een ander ruimtegebruik en met het oog op de plannen voor het vestigen van maritiem beroepsonderwijs in de Zwijndrechtse Waard zal door de Stichting Beheer LOCgebouw Zwijndrechtse Waard een aanvullende aanvraag voor huisvestingsgelden bij de gemeente Zwijndrecht worden ingediend.
Jaarverslag Stichting CVOZW 2014
11
III.
Contacten met derden
3.1
Loket
Binnen het Loket wordt nauw samengewerkt met het Walburg College, het Da Vinci College en de nieuwe gebruiker van het gebouw, praktijkschool De Sprong. Steeds meer zaken worden op elkaar afgestemd, waardoor de school zich steeds meer met één gezicht naar buiten presenteert. Het DevelsteinCollege levert een bijdrage aan de dekking van de kosten van de Stichting Beheer LOCgebouw Zwijndrechtse Waard die vrijwel gelijk is aan de materiële bekostiging van de leerlingen van het DevelsteinCollege in het Loket. Onderling brengen de drie moederinstellingen elkaar de kosten van het gemeenschappelijk ondersteunend personeel in rekening op basis van overeenkomsten van kosten voor gemene rekening.
3.2
Gemeenten Zwijndrecht, Hendrik-Ido-Ambacht en Drechtsteden
Er is met de gemeente Zwijndrecht intensief contact op de volgende terreinen: het ontwikkelen van een huisvestingsvisie voor vooral het primair onderwijs, het integraal huisvestingsplan, besturenoverleg en OOGO, de huisvesting van de nevenvestiging van De Sprong in de Zwijndrechtse Waard en de relatie tussen de ontwikkelingen op het gebied van de invoering van het passend onderwijs en de invoering van de Wet op de Jeugdzorg (tot uiting komend in de ambtelijke notitie van het Drechtstedenbestuur ‘Passend Verbinden’. Met de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht is contact geweest over: de nevenvestiging van een school voor praktijkonderwijs in de Zwijndrechtse Waard en het bovengenoemde passend verbinden van onderwijs en jeugdzorg. Op het niveau van de Drechtsteden is bovendien contact geweest over: het voortijdig schoolverlaten en het passend verbinden van onderwijs en jeugdzorg in regionaal verband.
3.3
Samenwerkingsverband 28.13
Ten behoeve van de versterking van de zorg voor met name de vmbo-leerlingen wordt actief deelgenomen aan de activiteiten van het Samenwerkingsverband 28.13 (Noordelijke Drechtsteden). Belangrijkste agendapunt van de vergaderingen van het dagelijks en het algemeen bestuur van dit samenwerkingsverband is de implementatie van het passend onderwijs. Door de invoering van de Wet Passend Onderwijs ontstaan vanaf 1 augustus 2014 nieuwe geldstromen vanuit het Samenwerkingsverband naar SCVOZW. Het gaat dan met name om lopende rugzakgelden en om arrangementsgelden, naast de al bestaande vergoedingen voor deskundigheidsbevordering en schoolmaatschappelijk werk. In de toekomst zullen ook de lwoo-gelden via het Samenwerkingsverband gaan lopen.
3.4
Basisonderwijs (Obade)
Het Overleg Basisonderwijs DevelsteinCollege voorziet in contacten tussen het christelijk basisonderwijs van Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht en het DevelsteinCollege. In 2014 zijn er opnieuw vier bijeenkomsten geweest om de samenwerking te bespreken en twee ontmoetingen met de directeuren en de leerkrachten van groep 8. Tevens is er regelmatig overleg tussen de dagelijks bestuurders van SCVOZW, PCOAZ (protestantschristelijk basisonderwijs in Zwijndrecht en Alblasserdam), Trhiade (protestants-christelijk basisonderwijs in Hendrik-Ido-Ambacht) en SKOBA (katholiek onderwijs in Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht). In de Zwijndrechtse Waard tekent zich een fusie af tussen PCOAZ en Trhiade en het is de vraag op welke wijze SCVOZW onderwijsinhoudelijk of institutioneel met deze beide partijen kan samenwerken.
Jaarverslag Stichting CVOZW 2014
12
3.5
Rectorenoverleg
Vijf maal per jaar vindt er collegiale consultatie plaats tussen de rectoren/bestuurders van CVO Alblasserwaard-Vijfherenlanden (csg De Hoven), Altenacollege, CSG Willem van Oranje, CSG De Lage Waard, H3O (Insulacollege) en het DevelsteinCollege.
3.6
Samenwerking met VAVO-instellingen
Met het Rijnmond College (Rotterdam), het Da Vinci College (Dordrecht) en het Albeda College (Rotterdam) zijn samenwerkingsovereenkomsten VO-VAVO gesloten. Via deze overeenkomsten worden VO-leerlingen ‘uitbesteed’ aan een instelling voor volwassenenonderwijs met het doel te voorkomen dat deze leerlingen (meestal gezakte eindexamenkandidaten) als voortijdig schoolverlater het DevelsteinCollege verlaten. In het schooljaar 2013-2014 waren er elf VAVO-leerlingen ingeschreven bij de diverse ROC’s, in 20142015 zes. De VAVO-scholen innen de rijksbekostiging (personeel, materieel en boekengeld) voor 50% of 100% bij het DevelsteinCollege.
3.7
Samenwerking met hogescholen in Rotterdam
Tijdens de zesde Studiebeurs Rotterdam op woensdag 15 oktober 2014, ondertekenden 52 scholen uit het voortgezet onderwijs samen met Codarts, Hogeschool Inholland, Hogeschool Rotterdam en Thomas More Hogeschool de intentieverklaring ‘Samen werken aan een betere aansluiting’. De onderwijsinstellingen gaan de komende jaren gezamenlijk werken aan de verbetering van de overgang van leerlingen naar het hbo met als doel het studiesucces te verhogen en de uitval te minderen. Er wordt gezamenlijk gewerkt aan het ontwikkelen van concrete instrumenten op terrein van loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB), vakinhoudelijke aansluiting en hbo-vaardigheden. Voorbeelden hiervan zijn een doorstroomportfolio en een verbeterde inzet van het profielwerkstuk. Vakinhoudelijke uitwisseling tussen docenten van vo en hbo moet ervoor zorgen dat voortgezet onderwijs en hoger beroepsonderwijs beter op elkaar aansluiten. De inzet moet in de zomer van 2015 resulteren in de zogenaamde ‘doorstroom gereedschapskist’ met daarin verschillende instrumenten waarmee leerlingen nog beter kunnen worden voorbereid op studeren in het hoger onderwijs.
3.8
Relevante maatschappelijk en politieke ontwikkelingen
Op basis van het sectorakkoord staan voor de komende jaren de volgende aandachtsgebieden centraal in de beleidsvorming: gedegen en aantrekkelijk onderwijs, doorstroom verbeteren, dus minder zittenblijvers en afstromende leerlingen, meer maatwerk, dus meer gepersonaliseerd onderwijs, versterken van de digitalisering van het onderwijs, plusdocument voor alle leerlingen, versterken kwaliteit personeel, de school voert actief beleid om de deskundigheid van het personeel te onderhouden en te vergroten, uitwisselingsprogramma met bedrijfsleven, systematisch werken aan bekwaamheid schoolleiders, jaarlijks tevredenheidsonderzoek personeel, enquête onder oud-leerlingen, belang basisvaardigheden rekenen/taal, stimuleren ß- en tn-profielen, loopbaanoriëntatie en -begeleiding en versterking horizontale verantwoording.
Jaarverslag Stichting CVOZW 2014
13
3.9
Klachtenafhandeling
Het DevelsteinCollege kent een klachtenregeling. De klachtenregeling stelt leerlingen, ouder(s)/verzorger(s) en personeel in staat om klachten over de gang van zaken en gebeurtenissen in een school aan de orde te stellen. Klachten kunnen betrekking hebben op gedragingen en beslissingen van het bevoegd gezag van het DevelsteinCollege en personeel of het nalaten daarvan en ook op gedragingen van anderen die deel uitmaken van de schoolgemeenschap. Om een paar terreinen te noemen: het begeleiden van leerlingen, het toepassen van strafmaatregelen, het beoordelen van leerlingen, de inrichting van de schoolorganisatie, seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten. Vanzelfsprekend doet het DevelsteinCollege er alles aan om klachten te voorkomen of, indien er toch een klacht is, deze zo adequaat en snel mogelijk op te lossen in onderling overleg tussen ouder(s)/ verzorger(s), leerlingen, personeel en schoolleiding. Wordt een klacht door de school niet naar tevredenheid opgelost of bestaat er geen andere mogelijkheid om de klacht te behandelen, dan kan iedereen die bij het DevelsteinCollege betrokken is, gebruik maken van deze regeling. Klachten waarvoor een aparte regeling bestaat en/of een proceduremogelijkheid bij een commissie, worden volgens die procedure afgehandeld. Voorbeelden hiervan: de beroepsmogelijkheid inzake de examenregeling of een klacht over medezeggenschap die bij een geschillencommissie kan worden ingediend. In 2014 zijn alle door ouder(s)/verzorger(s) aangedragen zaken door de school naar tevredenheid afgehandeld en hoefde geen beroep gedaan te worden op de klachtenregeling.
3.10
Horizontale dialoog
De horizontale dialoog vindt vooral plaats in de contacten met medezeggenschapsraad, ouderraad en oudercontactgroepen en leerlingenparlementen (ieder onderwijsteam kent een oudercontactgroep en een leerlingenparlement). Verder zijn het ouderportaal, het leerlingenportaal en de contactbulletins belangrijke bronnen van informatie en verantwoording. Er wordt gewerkt aan een Strategisch Communicatieplan waarin alle aspecten van het communicatiebeleid van het DevelsteinCollege worden vastgelegd.
Jaarverslag Stichting CVOZW 2014
14
IV. Personeelsbeleid 4.1
Omvang personele formatie
De noodzaak om een solide financieel beleid te voeren, dwingt met name om zorgvuldig om te gaan met de personele formatie. Door de ondersteuning en rapportage van Pro Management is een goed inzicht in de sociale lasten mogelijk (de werkgeverslasten bedroegen over 2014 bijna 52% van de brutolonen. Door de niet begrote daling van het leerlingenaantal is vanaf augustus 2014 een kleinere personele formatie ingezet. De begrote loonkosten bedroegen € 12.700.000. De gerealiseerde kosten waren een krappe € 12.500.000. Voor de komende jaren wordt gerekend met een verdere daling van de personele lasten, enerzijds vanwege de daling van het leerlingenaantal, anderzijds door het in drie stappen terugbrengen van de verhouding lessen/leerlingen aan de Develsingel van 1,29 naar 1,25. In het schooljaar 2014-2015 is daartoe de eerste stap gezet (van 1,29 naar 1,28). De omvang van de personele formatie ontwikkelde zich in 2014 als volgt: personen 214 212
personeel per 01-01-2014 personeel per 31-12-2014
4.2
f.t.e.’s 176,11 173,52
Ziekteverzuim en ziekmeldingsfrequentie
Uit het overzicht blijkt dat zowel het ziekteverzuim als de ziekmeldingsfrequentie in 2014 nog verder zijn gedaald. De landelijke cijfers van 2014 zijn nog niet bekend, die van 2011 en 2012 zijn herzien op basis van de door VOION gehanteerde nieuwe berekeningssystematiek. Kalenderjaar 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
school 5,0 6,0 4,8 4,3 4,3 2,9 2,7 2,6
Ziekteverzuim (%) landelijk o.p. directie+o.o.p. 5,0 5,8 5,1 5,8 5,1 5,8 4,9 5,4 5,0 5,2 5,2 5,5 5,0 5,4
Ziekteverzuim 7,0
Percentage
6,0 5,0
school
4,0
o.p. landelijk directie+o.o.p. landelijk
3,0 2,0 1,0 2006
2008
2010
2012
2014
2016
Jaarverslag Stichting CVOZW 2014
15
ziekmeldingsfrequentie kalenderjaar
landelijk school
o.p
directie+o.o.p.
2007
1,68
1,7
1,4
2008
1,66
1,7
1,4
2009
1,63
1,7
1,4
2010
1,52
1,5
1,3
2011
1,75
1,7
1,3
2012
1,59
1,7
1,3
2013
1,36
1,7
1,4
2014
1,28
Ziekmeldingsfrequentie 1,80 1,70 school 1,60 o.p. landelijk 1,50 directie+o.o.p. landelijk
1,40 1,30 1,20 1,10 2006
2008
2010
2012
2014
2016
Jaar
4.3
Beleid inzake de beheersing van uitkeringen na ontslag
Per 31 december 2014 kregen vijf oud-medewerkers een ww-uitkering. Over heel 2014 bedroeg het eigen aandeel in die uitkeringen ca. € 35.000 (en was dus sprake van een totale uitkeringslast van bijna € 135.000). Met de oud-medewerkers is iedere acht weken contact vanuit HRM en wordt ondersteuning geboden in het vinden van een nieuwe betrekking.
4.4
Overige personeelsaangelegenheden
In het verslagjaar is via vaststellingsovereenkomsten afscheid genomen van twee medewerkers.
Jaarverslag Stichting CVOZW 2014
16
V.
Financiën
5.1
Verdeling van de leerlingen over de vestigingen
Over de afgelopen jaren zag de verdeling van de leerlingen (exclusief VAVO-leerlingen) over de diverse vestigingen er als volgt uit: Kalenderjaar
Develsingel
Laurensvliet
Totaal
2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015
1.481 1.522 1.566 1.551 1.591 1.682 1.616 1.536
380 410 414 386 369 369 413 382
1.861 1.932 1.980 1.937 1.960 2.051 2.029 1.918
Index totaal 2007-2008 = 100 100 104 106 104 105 110 109 103
Aantal leerlingen per vestiging 2500
Aantal leerlingen
2000
Develsingel
1500
Laurensvliet Totaal
1000
500
0
5.2
Bekostiging 2014 t.o.v. 2013
De rijksbekostiging was in 2014 circa € 425.000 lager dan in 2013. Voornaamste oorzaken waren: Enerzijds: de twee eenmalige bekostigingen die in 2013 zijn toegekend (effect voor 2014 t.o.v. 2013 € 600.000 negatief) en de lagere bekostiging voor “gratis schoolboeken” (€ 70.000 negatief). Anderzijds: de stijging van het leerlingenaantal per 1 oktober 2013 t.o.v. 1 oktober 2012 (effect € 50.000 positief) de doorbetaling van de rijksbijdrage door het samenwerkingsverband (effect circa 60.000 positief) en de hogere materiele bekostiging per leerling (effect circa € 140.000 positief).
Jaarverslag Stichting CVOZW 2014
17
Soort subsidie Personele bekostiging Verrekening uitkeringskosten Bekostiging nieuwkomers Bekostiging functiemix Rijnmond Leerlinggebonden financiering Bijzondere bekosting jonge leerkrachten Prestatiebox/bestuursakkoord Studieverlof in kader van lerarenbeurs Subtotaal vnl personele bekostiging Bekostiging exploitatiekosten Lesmateriaal (gratis schoolboeken) Subtotaal vnl materiële bekostiging
2014 2013 Verschil € 11.803.000 € 11.750.000 € 53.000 -€ 124.000 -€ 170.000 € 46.000 €0 €0 €0 € 314.000 € 317.000 -€ 3.000 €0 € 102.000 -€ 102.000 €0 € 143.000 -€ 143.000 € 318.000 € 321.000 -€ 3.000 € 46.000 € 23.000 € 23.000 € 12.357.000 € 12.486.000 -€ 129.000 € 1.749.000 € 1.608.000 € 609.000 € 678.000 € 2.358.000 € 2.286.000
Prestatiesubsidie VSV Aanvullende bekostiging Subtotaal algemene bekostiging
€ 42.000 €0 € 42.000
Totaal
€ 141.000 -€ 69.000 € 72.000
€ 20.000 € 22.000 € 460.000 -€ 460.000 € 480.000 -€ 438.000
€ 14.757.000 € 15.252.000 -€ 495.000
De gelden Prestatiebox VO zijn als volgt besteed: klokuren lessen per eenheid Extra lessen Engels DS Extra lessen rekenen DS Cambridge DS Delf DS
totaal aantal klokuren
kosten per uur
totale kosten
8
48
384
€ 45
€ 17.280
13
48
624
€ 45
€ 28.080
8
48
384+100
€ 45
€ 21.780
4,5
48
216+30
€ 45
€ 11.070
Goethe Zertifikat
1
48
48
€ 45
€ 2.160
Elementair Boekhouden DS
4
48
192
€ 45
€ 8.640
1105
€ 45
€ 49.725
Cito VAS DS en LV
€ 20.000
DOC DS en LV LOC-niveau LV
16
43
688
€ 45
€ 30.960
LOC rekenen/begrijpend lezen
16
43
688
€ 45
€ 30.960
Nascholing ped-did vaardigheden
€ 30.000
Studiekostenvergoedingen pers.
€ 30.000
Extra investeringen smartborden
€ 40.000
Extra investering in laptop-onderwijs
€ 21.000
Totaal
€ 341.655
Jaarverslag Stichting CVOZW 2014
18
Aan de prestatiesubsidie VSV (vaste deel) ad € 35.000 kunnen de volgende kosten worden toegerekend: klokuren kosten per uur totale kosten Lidmaatmaatschap rector bestuur RMC-regio 12 € 72 € 864 Inzet teamleiders in terugdringen VSV 9*50 € 50 € 22.500 Inzet decanaat vmbo bij warme overdracxht naar mbo 2*100 € 45 € 9.000 Inzet dienstkamer/opvanglokaal ter voorkoming uitval 2*200 € 25 €10.000 Inzet relatiebeheerder DUO inzake VSV 25 € 25 € 625 Totaal € 42.989
5.3
Treasury management
Naar aanleiding van een gesprek met de Rabobank is het Treasurystatuut op onderdelen opnieuw aangepast. De belangrijkste elementen van het statuut: - het bestuur laat zich in treasuryaangelegenheden adviseren door de treasurycommissie die bestaat uit twee toezichthoudende bestuursleden en een lid van het dagelijks bestuur van de stichting, - de doelstellingen van de treasuryfunctie hebben betrekking op het voorzien in de liquiditeit op korte en lange termijn, op de hoogte van de financieringskosten, op het beleggen in liquideerbare en risicomijdende beleggingen, op kosteneffectief resultaatbeheer en op de adequate inzet van rente-instrumenten, - ten aanzien van de benodigde liquiditeit beschikt SCVOZW enerzijds over tijdelijk overtollige kasmiddelen (rentedragend uitgezet) en anderzijds over een rekening-courantfaciliteit van maximaal € 250.000 (jaarlijks van 1 december tot en met 31 januari van het daaropvolgende jaar i.v.m. het ontvangsten- en betalingsritme van de personele bekostiging), - jaarlijks wordt een treasuryplan opgesteld dat onderdeel uitmaakt van de begrotingsstukken, - beleggingen voldoen aan de criteria van de regeling ‘beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010’ en worden in eerste instantie gedaan op basis van een openbare kredietwaardigheidsbeoordeling door twee ratingbureaus waarbij, bij beleggingen met een looptijd van langer dan drie maanden niet lager dan in AA worden belegd en bij een looptijd van maximaal drie maanden niet lager dan in A worden belegd, - tevens zal worden gestreefd naar een evenwichtige duration binnen de beleggingen, - de naleving van het treasuryplan wordt gecontroleerd door de accountant. Tijdens hun vergadering hebben de leden van de treasurycommissie vastgesteld dat de beleggingsportefeuille voldoet aan de bovenstaande criteria en bovendien een evenwichtige spreiding kent over de categorieën overheid en financiële instellingen. Eind november 2012 is een deel van de beleggingen geliquideerd en omgezet in spaargeld. Aanleiding voor deze wijziging betroffen het dichterbij komen van de expiratiedatum waardoor koersverlies geleden zou worden en de aanwending van een grote som aan liquide middelen in verband met een mogelijke capaciteitsuitbreiding van de Develsingel, die uiteindelijk niet heeft plaatsgevonden. In 2015 zullen stukken opnieuw op korte termijn aflopende stukken uit de portefeuille worden verkocht en ook dan zal geen herbelegging plaatsvinden. De aanwezige liquide middelen zijn verdeeld over twee rekeningen: - een aan de beleggingen gekoppelde beleggersrekening met een saldo van circa € 800.000, - een doelspaarrekening voor de tijdelijk overtollige liquide middelen. De interestopbrengst van de beleggingen bedroeg € 9.750 te verminderen met circa € 3.000 kosten . Bovendien is een positief koersresultaat behaald van € 3.545.
Jaarverslag Stichting CVOZW 2014
19
5.4
Eigen Vermogen
Het eigen vermogen van de Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Zwijndrechtse Waard bedroeg per 31 december 2014 € 2.772.015 (31-12-2013: € 2.530.416) en is voor € 2.608.451 ( € 2.363.491) verkregen uit publieke middelen en voor € 163.564 (€ 166.925) uit private middelen (reserve materiaalen ouderfonds). Aan de debetzijde van de balans is dit deel van het eigen vermogen terug te vinden onder de liquide middelen. De omvang van de personele reserve bedraagt € 1.648.000 (€ 1.551.580). Inclusief de voorziening voor ambtsjubilea (€ 96.250) is er sprake van een personele reserve ter grootte van 15% (15%) van de personele rijksbijdrage. Tegenover de reserves staan voldoende financiële vaste activa in de vorm van effecten, vorderingen op korte termijn en liquide middelen.
5.5
Voorzieningen
De voorzieningen betreffen: - De voorziening spaarverlof waaraan wordt gedoteerd door personeelsleden die voor een periode van maximaal twaalf jaar sparen om daarna dit verlof op te nemen. De verwachting is dat er de komende jaren meer zal worden onttrokken aan de voorziening dan gedoteerd. Voor 2015 wordt een onttrekking van € 38.151 voorzien. - De voorziening ambtsjubilea die op 31 december 2014 175 * € 550 = € 96.250 bedraagt. - De voorziening nog op te nemen verlof door het O.O.P. is in 2011 opgenomen. Gedurende 2014 is deze voorziening afgenomen van € 87.831 naar € 66.530. In 2015 zal deze voorziening verder afnemen. - Verder is op basis van de voorschriften voor de jaarrekening een voorziening opgenomen voor gespaard persoonlijk budget. De voorziening is opgebouwd gedurende de laatste vijf maanden van het kalenderjaar 2014 en bedraagt per 31 december 2014 € 23.614. Deze voorziening zal ultimo 2015 ruim € 50.000 groter zijn. - Er is er een voorziening opgenomen om de uitgaven voor de WW op te vangen van € 48.577. - De voorziening voor groot onderhoud, gebaseerd op het meerjarenonderhoudsplan 2014-2023. De voorziening groeide in 2014 van € 524.248 naar € 603.409 door een dotatie van € 180.000 en een iets kleinere onttrekking van € 100.838.
5.6
Exploitatie
Het exploitatieresultaat over 2014 is € 241.599 positief. Dit was over 2013 € 736.921 (waarvan een groot deel werd veroorzaakt door de twee eenmalige subsidies, die samen € 600.000 groot waren). De resultaatbestemming maakt onderdeel uit van de jaarrekening.
Jaarverslag Stichting CVOZW 2014
20
5.7
Toelichting verschillen van 2014 ten opzichte van 2013 en de begroting 2014
De verschillen ten opzichte van 2013 zijn: Lagere rijksbijdragen OC en W Hogere gemeentelijke bijdragen Hogere overige baten Hogere personele lasten Hogere afschrijvingslasten Hogere huisvestingslasten Hogere overige instellingslasten Hoger saldo financiële baten en lasten
€ € € € € € € €
423.325 13.078 51.698 59.943 35.893 14.664 43.721 17.447
+ + +
Rijksbijdragen OC en W De lagere rijksbijdragen worden veroorzaakt door het dalen van het aantal leerlingen van 2.029 naar 1.918. Overige baten De hogere overige baten worden veroorzaakt door de ontvangsten van de studiereis naar Canada. Personele lasten Lichte stijging met name door de vorming van 2 nieuwe voorzieningen. Huisvestingslasten Met de name de uitgaven aan onderhoud zijn wat hoger. Overige instellingslasten De hogere overige instellingslasten worden veroorzaakt door uitgaven aan de studiereis naar Canada en de verschuiving van de kosten voor gemene rekening van LOC@ Fin. baten en lasten De waardering van de effecten is in 2014 aangepast. De verschillen ten opzichte van de begroting 2014 zijn: Hogere rijksbijdragen OC en W Hogere gemeentelijke bijdragen Hogere overige baten Hogere personele lasten Lagere afschrijvingslasten Hogere huisvestingslasten Hogere overige instellingslasten Hoger saldo financiële baten en lasten
€ € € € € € € €
68.880 63.375 89.140 6.441 6.943 10.127 42.817 18.010
+ + + + +
De overige baten, personele lasten, huisvestingslasten en het saldo van de financiële baten en lasten laten hetzelfde beeld zien als bij de vergelijking met 2013. De afschrijvingen lopen in de pas met de begroting 2014. Rijksbijdragen Vallen iets hoger uit door de doorbetalingen van het Samenwerkingsverband. Gemeentelijke bijdragen Zijn hoger door de afrekening Brede School 2013 en 2014 Overige instellingslasten De hogere uitgaven voor de overige instellingslasten worden met name veroorzaakt door meer uitgaven voor leermiddelen en de studiereis naar Canada.
Jaarverslag Stichting CVOZW 2014
21
5.8
Kengetallen
In onderstaande tabel zijn instellingsgegevens en instellingskengetallen weergegeven over een periode van vijf kalenderjaren. Doordat met ingang van 2012 niet meer geconsolideerd is, is een aantal kengetallen vanaf 2012 niet goed vergelijkbaar met die van eerdere jaren. 2010 leerlingenaantal op 1 okt. t-1
2012
2013
2014
1980 (+5 VAVO) 1937 (+13 VAVO)1960(+8 VAVO) 2051(+11 VAVO) 1918 (+6 vavo)
Rijksbijdrage OC&W Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten
2011
€ 14.163.481
€ 13.894.330
€ 14.261.396
€ 15.409.101
€ 14.985.776
€ 61.839
€ 39.250
€ 173.091
€ 140.297
€ 153.375
€ 155.585
€ 299.674
€ 293.707
€ 532.884
€ 584.582
€ 14.380.905 € 14.233.254 € 14.728.195
Personele lasten Afschrijvingen
€ 16.082.282 € 15.723.733
€ 11.836.197
€ 12.315.501
€ 12.234.659
€ 12.229.563
€ 12.289.506
€ 411.289
€ 494.239
€ 514.418
€ 514.677
€ 550.569
Huisvestingslasten
€ 1.400.684
€ 751.716
€ 673.178
€ 812.162
€ 826.827
Overige instellingslasten
€ 1.343.144
€ 1.346.897
€ 1.201.280
€ 1.819.521
€ 1.863.242
Totaal lasten
€ 14.991.314 € 14.908.353 € 14.623.535
Saldo baten en lasten Saldo fin. baten en lasten Buitengewoon resultaat Exploitatieresultaat Rentabiliteit (res/totale baten)
-€ 610.409 € 107.066 €0 -€ 503.343 -3,49%
-€ 675.099 € 94.917
€ 104.660 € 54.807
€0 -€ 580.182 -4,07%
€0 € 159.467 1,08%
€ 15.375.923 € 15.530.144 € 706.359 € 30.562
€ 193.589 € 48.010
€0
€0
€ 736.921
€ 241.599
4,58%
1,54%
Solvabiliteit (ev/tv per 31-12)
0,73
0,71
0,65
0,70
0,72
Current ratio (vl act/vl pass)
0,69
0,53
0,81
1,65
1,89
26,77%
23,72%
14,97%
13,44%
16,86%
Gem EV/totale baten Voorzieningen (gem)/baten
2,95%
3,74%
3,81%
6,01%
6,40%
78,95%
82,61%
83,66%
79,54%
79,13%
Investering huisvesting/totale bat
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
1,70%
Investering inv+app/totale baten
1,95%
1,93%
1,89%
1,11%
1,54%
42,82%
50,11%
11,93%
10,77%
10,24%
Personele lasten/totale lasten
Beleggingen/EV (per 31/12) Kapitalisatiefactor excl geb
0,26
0,24
0,24
0,29
0,30
83,57%
88,64%
85,79%
79,37%
82,01%
Afschrijvingslasten/totale lasten
2,74%
3,32%
3,52%
3,35%
3,55%
Huisvestingslasten/totale lasten
9,34%
5,04%
4,60%
5,28%
5,32%
Overige instellingslasten/totale las
8,96%
9,03%
8,21%
11,83%
12,00%
Totale lasten per leerling
€ 7.571
€ 7.697
€ 7.461
€ 7.497
€ 8.097
Personele lasten per leerling
€ 5.978
€ 6.358
€ 6.242
€ 5.963
€ 6.407
€ 707
€ 388
€ 343
€ 396
€ 431
-€ 473.355
€0
€0
€ 65.619
€ 266.572
€ 150.322
€ 295.301
€ 278.154
€ 178.836
€ 241.732
€ 2.401
€0
€0
€0
€0
€ 187.489
€ 222.901
€ 136.934
€ 127.967
Personele lasten/rijksbijdragen
Huisvestingslasten per leerling Investeringen Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur Overige materiele vaste activa Boeken Totaal
-€ 320.632
€ 482.790
€ 501.055
Jaarverslag Stichting CVOZW 2014
€ 381.389
€ 636.271
22
5.9
Toelichting op een aantal kengetallen
Deze toelichting beperkt zich tot de in het rapport van de Commissie Vermogensbeheer (commissie Don) genoemde kengetallen op het gebied van vermogensbeheer en budgetbeheer. Kengetallen die afwijken van de hierboven gepresenteerde kengetallen op basis van historische CFI-gegevens. Voor de onderstaande gegevens is voor 2009 gebruik gemaakt van de kengetallen voor stelselwijziging, omdat de door de stelselwijziging in 2009 aan de reserve personele verplichtingen toegevoegde gelden via de resultaatbestemming 2010 weer aan deze reserve zijn onttrokken. Ten aanzien van het vermogensbeheer werkt de commissie Don met de begrippen kapitalisatiefactor en solvabiliteit. De kapitalisatiefactor wordt berekend door het balanstotaal exclusief gebouwen en terreinen per ultimo van een bepaald jaar te delen door de totale baten (incl. rentebaten) van dat jaar. Voor grote besturen (besturen met een subsidiestroom die groter is dan € 12.000.000) bedraagt de gewenste maximale hoogte van deze kapitalisatiefactor 0,35 en wordt gesproken van een excessieve hoogte van deze factor als deze groter is dan 0,525. Voor de afgelopen jaren bedroeg de reeks kapitalisatiefactoren (excl. gebouwen) voor het DevelsteinCollege: Balanstotaal Totale baten Kap. factor
2010 € 3.697.000 € 14.465.000 0,26
2011 € 3.452.000 €14.277.000 0,24
2012 € 3.547.000 € 14.728.000 0,24
2013 2014 € 4.653.000 € 4.795.000 € 16.082.000 € 15.724.000 0,29 0,30
De waarde van de kapitalisatiefactor bevindt zich dus ruimschoots onder de door de commissie Don gestelde maximumgrens. Door het opnieuw positieve exploitatiesaldo is de kapitalisatiefactor (ondanks de fors hogere baten) gestegen. De kapitalisatiefactor van 0,30 kan worden opgesplitst in: transactiefunctie 0,094 (norm: maximaal 0,115) financieringsfunctie 0,106 (norm: maximaal 0,175) financiële buffer 0,105 (norm: maximaal 0,050) De solvabiliteit wordt berekend door het eigen vermogen, vermeerderd met de voorzieningen te delen door het totale vermogen. De commissie Don beveelt een ondergrens van 20% (0,20) aan en geeft geen bovengrens aan. De onderwijsinspectie hanteert een signaleringswaarde van 30%. Deze reeks vertoont over de afgelopen jaren het volgende beeld: 2010 Eigen Vermogen € 3.666.000 Voorzieningen € 427.000 € 4.093.000 Totaal Vermogen € 5.574.000 Solvabiliteit 0,73
2011 € 3.086.000 € 636.000 € 3.722.000 € 5.237.000 0,71
2012 € 2.285.000 € 484.000 € 2.777.000 € 4.247.000 0,65
2013 € 2.530.000 € 957.000 € 3.507.000 € 4.999.000 0,70
€ € € €
2014 2.772.000 1.055.000 3.827.000 5.302.000 0,72
Ten aanzien van het budgetbeheer stelt de commissie Don dat ontvangsten in een bepaald jaar grotendeels (lees: bijna geheel) zouden moeten leiden tot uitgaven in datzelfde jaar (structureel evenwicht) en dat slechts een beperkte transactie- en risicoliquiditeit dient te worden aangehouden. In het budgetbeheer spelen twee kengetallen een rol: rentabiliteit (exploitatiesaldo als percentage van de totale baten) en current ratio (vlottende activa t.o.v. de vlottende passiva).
Jaarverslag Stichting CVOZW 2014
23
De commissie Don beveelt voor de rentabiliteit een ondergrens aan van 0% en een bovengrens van 5%. De rentabiliteit ontwikkelde zich gedurende de afgelopen jaren als volgt: 2010 2011 2012 2013 Exploitatiesaldo € -503.000 € - 580.000 € 159.000 € 737.000 Totale baten € 14.381.000 € 14.233.000 € 14.728.000 € 16.082.000 Rentabiliteit -3,49% - 4,07% 1,08% 4,58%
2014 € 242.000 € 15.724.000 1,54%
Voor de current ratio beveelt de commissie Don een ondergrens van 0,5 en een bovengrens van 1,5 aan. De current ratio laat de volgende ontwikkeling zien: 2010 Vlottende activa € 1.019.000 Vlottende passiva € 1.481.000 Current ratio 0,78
2011 € 809.000 € 1.515.000 0,69
2012 € 1.195.000 € 1.475.000 0,53
2013 2014 € 2.490.000 € 2.788.000 € 1.511.000 € 1.475.000 1,65 1,89
Door een opnieuw positief exploitatieresultaat komt het in de risicoanalyse gestelde doel (een weerstandsvermogen van 22% met een daarbij behorend eigen vermogen van € 3.100.000) een flinke stap dichterbij. Ten opzichte van 31 december 2013 is het weerstandsvermogen per 31 december 2014 gestegen van bijna 16% naar iets minder dan 18%. Desondanks zal het ingezette bezuinigingsbeleid onverminderd moeten worden voortgezet. Samenvattend: de kapitalisatiefactor bevindt zich inmiddels ruimschoots binnen de door de commissie Don gestelde grenzen en herstelt zich t.o.v. de daling van de afgelopen jaren,, de solvabiliteit bevindt zich op een geruststellend hoog niveau, de rentabiliteit is opnieuw positief, de current ratio is te hoog, mede door het besluit om, gezien de te verwachten renteontwikkeling, geen liquide middelen om te zetten in effecten,] het weerstandsvermogen ontwikkelt zich in positieve zin richting het gestelde doel.
Jaarverslag Stichting CVOZW 2014
24
VI. Continuïteitsparagraaf 6.1
Leerlingenaantallen en personeelsomvang
Kengetal (stand per 31/12)
2014 1.918
Prognose 2015 1.901
Prognose 2016 1.872
Prognose 2017 1.866
Leerlingenaantal (ex VAVO) Formatie onderwijzend personeel Formatie ondersteunend personeel Formatie directie
140,6 30 4,5
135 29 4,5
133 29 4,5
131 29 4,5
Na een forse daling door een tegenvallende brugklasaanmelding wordt een zekere stabilisatie verwacht, maar veel zal afhangen van de brugklasaanmeldingen voor de komende jaren. Voor 2015-2016 wordt een relatief geringe daling van het leerlingenaantal verwacht en zal het aantal klassen desondanks met drie worden teruggebracht teneinde de ratio lessen-leerlingen verder in de richting van het doel (1,26) te brengen. Voor 2015-2016 wordt uitgegaan van een brugklasaanmelding van 398 leerlingen (ruim 40 meer dan voor 2014-2015) en dus weer in overeenstemming met de aantallen van de meeste van de voorafgaande jaren. Voor 2015-2016 is uitgegaan van een daling van het aantal klassen met drie. Als de brugklasaanmeldingen opnieuw tegen zouden vallen is een verdere reductie van het aantal klassen noodzakelijk. Onderzocht is welke tijdelijke contracten dan per 31 juli 2015 zouden kunnen worden opgezegd en welke tijdelijke uitbreidingen per die datum ongedaan gemaakt zouden kunnen worden. Dit onderzoek leidt tot de volgende uitkomst:
reductie met nog twee brugklassen reductie met nog drie brugklassen
vermindering aantal lessen 60
waarvan oplosbaar
90
Jaarverslag Stichting CVOZW 2014
resterend probleem
46
14 (ca. € 50.000)
58
32 (ca. € 100.000)
25
6.2
Balans ACTIVA Materiële vaste activa Financiële vaste activa
2014 € 1.676.000 € 839.000
Prognose 2015 € 1.418.000 € 747.000
Prognose 2016 € 1.246.000 € 655.000
Prognose 2017 € 1.170.000 € 562.000
Totaal vaste activa
€ 2.515.000
€ 2.165.000
€ 1.901.000
€ 1.732.000
Vlottende activa Liquide middelen
€ 528.000 € 2.269.000
€ 528.000 € 2.463.000
€ 528.000 € 2.872.000
€ 5.301.000
€ 528.000 € 3.007.000
€ 5.267.000
PASSIVA Eigen Vermogen Voorzieningen Kortlopende schulden
€ 2.821.000 € 1.007.000 € 1.483000
€ 2.688.000 € 986.000 € 1.482.000
€ 2.733.000 € 1.086.000 € 1.482.000
€ 2.703.000 € 1.083.000 € 1.481.000
Totaal activa
Totaal passiva
€ 5.311.000
€ 5.311.000
€ 5.156.000
€ 5.156.000
€ 5.301.000
€ 5.267.000
De materiële vaste activa nemen af door afschrijvingen, die lager zijn dan de geplande investeringen. De financiële vaste activa nemen af door het expireren van obligaties, waarbij vooralsnog is aangenomen dat die niet worden omgezet in nieuwe beleggingen en door aflossing van de schulden van de Stichting Beheer LOCgebouw Zwijndrechtse Waard (inzake inventarisinbreng en vooruitbetaalde huur). Ten gevolge van het niet herbeleggen van fondsen en de positieve kasstroom door het achterwege blijven van (grote) investeringen zullen de liquide middelen toenemen. Het eigen vermogen stijgt niet tot de gewenste omvang van € 3.100.000. Het weerstandsvermogen stabiliseert op een waarde van 18%.
6.3
Verlies- en winstrekening
BATEN Rijksbijdrage Overige overheidsbijdragen en subsidies Overige baten
2014 € 14.986.000 € 153.000 € 584.000
Begroting 2015 € 14.177.000 € 153.000 € 535.000
Prognose 2016 € 13.987.000 € 160.000 € 565.000
Prognose 2017 € 13.900.000 € 160.000 € 567.000
Totaal baten
€ 15.723.000
€ 14.865.000
€ 14.712.000
€ 14.627.000
LASTEN Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
€ 12.289.000 € 551.000 € 827.000 € 1.863.000
€ 12.298.000 € 588.000 € 838.000 € 1.305.000
€ 12.006.000 € 527.000 € 843.000 € 1.322.000
€ 12.088.000 € 431.000 € 843.000 € 1.325.000
€ 194.000
-€ 164.0000
€ 14.000
-€ 60.000
€ 48.000
€ 30.000
€ 30.000
Totaal lasten
Saldo baten en lasten Saldo financiële baten en lasten
Totaal resultaat
€ 15.530.000
€ 242.000
€ 15.029.000
-€ 134.000
Jaarverslag Stichting CVOZW 2014
€ 14.698.000
€ 44.000
€ 14.687.000
€ 30.000
-€ 30.000
26
Voor de berekening van de Rijksbijdrage is rekening gehouden met het dalende leerlingenaantal en met de door de VO-raad verstrekte verwachtingen met betrekking tot de financiering van het onderwijs voor de komende jaren. Verder vindt bij de inkomsten een verschuiving plaats ten gevolge van de invoering van het Passend Onderwijs, waardoor een deel van de inkomsten niet meer via de rijksbijdragen loopt, maar via de overige subsidies. De personeelslasten zijn berekend op basis van de teruglopende formatie, maar in deze lasten zijn wel de kosten van de periodieken verwerkt.
6.4
Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem
In hoofdstuk 2 onder paragraaf 4 is reeds melding gemaakt van de onderwerpen die in de vergaderingen van het algemeen bestuur aan de orde zijn gekomen en van de wijze waarop het dagelijks bestuur verantwoording aflegt aan het toezichthoudend deel van het bestuur. Naast de daar genoemde zaken is met name de risicoanalyse van belang. Deze analyse was integraal opgenomen in het jaarverslag over 2013. De analyse wordt jaarlijks geactualiseerd. In dit jaarverslag wordt volstaan met het opnemen van het laatste deel van de geactualiseerde analyse: In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met een terugloop van 90 lessen in verband met de daling van het leerlingenaantal. In fte’s gaat het om ruim 3 fte, dus om een bezuiniging van circa € 200.000, waar uiteraard ook lagere inkomsten tegenover staan. Door positieve exploitatiesaldi in zowel 2013 als in 2014 is het eigen vermogen gestegen tot een bedrag van bijna € 2.800.000,- . Daardoor is het weerstandsvermogen gestegen tot bijna 18%, hetgeen een forse toename betekent ten opzichte van het dieptepunt in 2012 (12%). Op basis van de in de vorige paragrafen gepresenteerde balansen en v&w-rekeningen wordt in 2017 een kleine verdere stijging verwacht naar 19%. Deze stijging wordt meer veroorzaakt doordat het eigen vermogen relatief minder hard daalt dan de totale baten.
6.5
Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden.
Omdat, zoals hierboven vermeld, de risicoanalyse integraal in het jaarverslag 2013 was opgenomen, wordt hier volstaan met een korte opsomming van de gesignaleerde risico’s: a. fluctuatie in leerlingenaantallen b. financiële gevolgen van arbeidsconflicten c. instabiliteit van de bekostiging d. onvolledige indexatie van de bekostiging e. invoering van het nieuwe bekostigingsstelsel f. risico’s van ziekteverzuim g. kwaliteit van het onderwijs h. omvang van de schoolleiding i. grootte van het weerstandsvermogen ad a
In de meerjarenprognose is uitgegaan van een conservatieve inschatting van het aantal leerlingen en een daarbij behorende formatie personeel. Het worst-case scenario geeft aan dat een onverhoopt forse daling van het leerlingenaantal in het schooljaar 2015-2016 voor het grootste gedeelte kan worden opgevangen, maar duidelijk is dat een verdere daling in de jaren er na veel moeilijker op te vangen zal zijn. In 2016-2017 en 2017-2018 zullen drie collega’s met pensioen gaan, maar is er veel ander natuurlijk verloop nodig om eventuele verdere formatiereductie op te vangen.
Jaarverslag Stichting CVOZW 2014
27
ad b.
De reserve personele verplichtingen heeft inmiddels de gewenste omvang (15% van de personele bekostiging) bereikt en is daarmee afdoende om dit risico af te dekken.
ad c.
De prognoses van de VO-raad inzake de toekomstige bekostiging (gebaseerd op coalitieakkoord, herfstakkoord en nationaal onderwijsakkoord) zijn volledig verwerkt in de meerjarenbegroting.
ad d
Zie onder c.
ad e.
Ook met de mogelijke gevolgen van de invoering van het nieuwe bekostigingsstelsel is in de meerjarenbegroting rekening gehouden, al worden de geluiden dat dit nieuwe stelsel niet zal worden ingevoerd voortdurend sterker.
ad f.
Door intensief overleg van de afdeling HRM met de direct leidinggevenden en door de samenwerking met de bedrijfsarts is het ziekteverzuim inmiddels historisch laag. Verheugend is ook dat de ziekmeldfrequentie fors onder de 1,50 is gedaald.
ad g.
Door de grote aandacht voor het primaire proces worden stappen gezet in het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. Grootste uitdaging is de opbrengsten van deze inspanningen te borgen.
ad h.
Door de relatief kleine schoolleiding worden belangrijke besparingen op de personeelskosten bereikt, maar lopen we het risico op discontinuïteit bij het tijdelijk wegvallen van een van de leden van de schoolleiding.
ad i.
Er zullen meer maatregelen nodig zijn om het benodigde weerstandsvermogen per 31 december 2017 te bereiken.
Jaarverslag Stichting CVOZW 2014
28