B E Z O E K A D R E S
P O S T A D R E S
W E B S I T E / E - M A I L
↑
↑
↑
T E L E F O O N / F A X
↑
Raadhuisstraat 1
Postbus 109
www.gemeentenoordenveld.nl
T (050) 502 72 22
9301 AA Roden
9300 AC Roden
[email protected]
Raad van de gemeente Noordenveld Postbus 109 9300 AC RODEN
U W B R I E F V A N
O N D E R W E R P
Noordenveldwerker
U W K E N M E R K
O N S K E N M E R K
R O D E N
U11.14853
8 december 2011
Geachte heer/mevrouw, In de commissievergadering van 9 november jl. en vervolgens in de raadsvergadering van 23 november is gesproken over het voorstel om het beleidsplan Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) te verlengen met een jaar. Met de verlenging van het Wmo-beleidsplan heeft de Raad ingestemd. In het voorstel werd ook de samenhang met andere Wmo-ontwikkelingen uitgelegd: De Noordenveldwerker, de barometer leefbaarheid, Welzijn Nieuwe Stijl en het mantelzorgbeleid “zorgen voor de ander is zorgen voor elkaar”. Dit deel van het voorstel zorgde voor discussie. Het college is van mening dat het model Noordenveldwerker uitvoering is, een aantal fracties vraagt zich echter af of de Raad wel kaders gesteld heeft waar de Noordenveldwerker binnen past. De wethouder heeft aan de Raad toegezegd hierover inzicht te verschaffen. Met deze brief, hierover bent u op 7 december geïnformeerd, wordt aan die toezegging tegemoet gekomen. 1. Kaders Wmo 1.1 Wettelijke kader “Het doel van de Wmo is meedoen voor iedereen, jong en oud, ongeacht zijn maatschappelijke of economische positie, ongeacht of iemand beperkingen ondervindt of niet. Soms lukt dat meedoen niet op eigen kracht. Dat kan zijn omdat burgers de weg niet weten, de regie kwijt zijn, problemen hebben met opgroeien of met het opvoeden van hun kinderen. Soms gaat het om mensen die zelf de hulpverlening niet weten te vinden: ouderen in een isolement, mensen die zich schamen zorg te vragen of mensen die geen zorg willen vragen, terwijl ze dat eigenlijk wel nodig hebben. Anderen hebben enige mate van ondersteuning nodig, omdat ze sommige dingen vanwege een beperking niet zelf kunnen.” 1 De Wmo is onderverdeeld in prestatievelden. Prestatieveld 3 gaat over het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning. 2 Op dit moment geven de drie organisaties die meedoen in het model Noordenveldwerker (Noordermaat, Welzijn in Noordenveld en de gemeente) op hun eigen terrein informatie en advies. Daarnaast geven de drie organisaties een vorm van cliëntondersteuning. De memorie van toelichting bij de Wmo is echter duidelijk over wat er verwacht wordt van de gemeente: elke gemeente is in zijn gemeente verantwoordelijk voor informatie en advies over het volledige scala van maatschappelijke ondersteuning en het versterken van de cliënt in zijn regierol.
1 2
Memorie van Toelichting bij de Wet maatschappelijke ondersteuning. Zie de bijlage voor de tekst van het wetsartikel en de Memorie van Toelichting. U11.14853
Bijlagen: 8
*U11.14853*
1.2 Kadernota Wmo De gemeenteraad van Noordenveld heeft op 20 juli 2006 ingestemd met de kadernota Wmo. In de kadernota Wmo 3 zijn strategische uitgangspunten en basiskeuzes vastgelegd. 4 Voor de breedte van het Wmo-loket betekende dat: aansluiten bij het Wvg-loket 5 en in een tweede fase uitbouw naar andere onderwerpen en doelgroepen bezien, voor de omvang van de cliëntondersteuning werd afgesproken dat de loketmedewerker een vorm van (lichte) cliëntondersteuning uitvoert. Met het instemmen met de kadernota is gekozen voor het uitvoeren van de wettelijke verplichtingen per 1 januari 2007 op basis van bestaande werkwijzen en uitgangspunten, als overgangsmaatregel naar een beleidsverbetering van de binnen de door het rijk aangegeven kwaliteitseisen. De Raad geeft het college de opdracht de wettelijke verplichtingen (verder) uit te werken. 1.3 Wmo-beleidsplan 2008-2011 Op 20 december 2007 is het Wmo-beleidsplan 2008-2011 vastgesteld door de Raad van de gemeente Noordenveld. In het beleidsplan zijn de visie van de gemeente op de Wmo en de beleidsuitgangspunten verwoord. 6 Daarnaast wordt een aantal knelpunten en kansen beschreven. De versnippering van informatie en advies op het gebeid van maatschappelijke ondersteuning wordt als knelpunt benoemd. Volgens het beleidsplan is het daarom “van groot belang dat deze organisaties (die informatie en advies geven, MH) nauw gaan samen werken (een keten gaan vormen) zodat het voor inwoners van de gemeente duidelijk is waar men voor welke informatie terecht kan. In dit verband zal ook moeten worden gekeken of het een optie/wenselijk is dat de ouderenadviseurs hierin een rol vervullen.” 1.4 De Kanteling De VNG ondersteunt gemeenten in het project De Kanteling om de overgang van de Wvg naar de Wmo goed te laten verlopen en stimuleert gemeenten om de compensatieplicht (in tegenstelling tot de zorgplicht van de Wvg) op een nieuwe wijze vorm te geven, zodat mensen met een beperking betere kansen hebben om volwaardig mee te doen aan de samenleving. Het belangrijkste doel van de Kanteling is de huidige uitvoering van de Wmo zo te veranderen dat participatie centraal staat. De Kanteling vraagt om een nieuwe manier van denken en doen: vanuit de hele persoon, vanuit gewenste resultaten en niet slechts vanuit de bestaande voorzieningen (de Wvggedachte).
3
Kadernota Wet maatschappelijke ondersteuning, Bestuur & Management Consultants, drs R. Bergshoeff
(U06.06886 en RV06.0272). 4 Zie de bijlage voor een samenvatting van alle strategische uitgangspunten en basiskeuzes. 5 6
Wvg staat voor Wet voorzieningen gehandicapten De visie en de beleidsuitgangspunten zijn in een bijlage opgenomen.
U11.14853
2 van 18
Het project De Kanteling sluit aan bij de piramide van getrapte verantwoordelijkheid. 7 Het huidige systeem maakt het voor mensen vaak ingewikkeld om zelf in actie te komen. De veelheid aan zorgaanbieders, vervagende grenzen tussen deze zorgaanbieders, informatiestromen, declaratiesystemen en soms tegenstrijdige regels remmen het nemen van initiatief. De piramide van getrapte verantwoordelijkheid gaat daarentegen uit van het ‘sociaal kapitaal’ dat in alle mensen verborgen zit. Er is vaak veel inzet, motivatie, goede wil en energie om zélf datgene te doen wat nodig is om oplossingen voor zorgvragen te organiseren. Dit systeem wil mensen in hun eigen kracht zetten.
2. De Noordenveldwerker 2.1 Kaders De uitvoering van de Wmo is sinds januari 2007 de verantwoordelijkheid van gemeenten. De gemeente Noordenveld heeft via de kadernota Wmo gekozen voor een gefaseerde invoering van de Wmo. Dat betekent dat in de eerste fase is ingezet op het inrichten van een loket voor informatie, advies, een lichte vorm van cliëntondersteuning en het verstrekken van voorzieningen. Zoals uit de Memorie van Toelichting blijkt is de Wmo meer dan dat. Bij het schrijven van de kadernota en het beleidsplan Wmo was men zich daar ook van bewust. In de kadernota wordt niet voor niks gesproken van “in een tweede fase uitbouwen naar andere onderwerpen en doelgroepen”. Het beleidsplan expliceert die tweede fase. Het belang van nauwe samenwerking met ketenpartners en een nadere invulling van de regierol van de gemeente worden gezien als de volgende stappen die gezet moeten worden.
7
In hoofdstuk 3 van het plan Noordenveldwerker wordt uitgebreider ingegaan op De Kanteling en de piramide van getrapte verantwoordelijkheid. U11.14853
3 van 18
2.2 Ontwikkeling Als eerste stap om tot uitbreiding van het Wmo-loket te komen, heeft de gemeente Noordenveld – in het kader van de sociale alliantie - STAMM Drenthe gevraagd onderzoek te doen naar de wensen, ideeën en verwachtingen van de lokaal betrokken organisaties 8 ten aanzien van de uitbreiding van het loket. Dit onderzoek heeft geleid tot uitgangspunten voor het te ontwikkelen loket. De gefaseerde invoering van de Wmo, waar in de kadernota Wmo en het beleidsplan Wmo 2008-2011 voor is gekozen, gaat daarmee een volgende fase in. Het beoogd resultaat van fase twee is dat 1. alle burgers zo eenvoudig, laagdrempelig en dicht mogelijk bij huis geïnformeerd, geadviseerd, ondersteund en begeleid worden op het gebeid van wonen, welzijn en zorg en 2. dat burgers zo lang mogelijk mee blijven doen. 2.3 Het model Noordenveldwerker, een nieuwe vorm van cliëntondersteuning In het model Noordenveldwerker9 komen de uitgangspunten van de kadernota en het beleidsplan samen. De gemeente Noordenveld krijgt met het model een volwaardige vorm van cliëntondersteuning en bundelt tegelijkertijd de krachten van een aantal ketenpartners. Daarnaast krijgt de gedachte van De Kanteling vorm in het model en zijn de wensen en ideeën van ketenpartners verwerkt in dit model. 3 Maatschappelijk draagvlak 3.1 Wmo-platform Het model Noordenveldwerker is onder andere tot stand gekomen uit de wensen en ideeën van ketenpartners, hierdoor is het maatschappelijk draagvlak voor het model groot. Het Wmo-platform is betrokken in de hele totstandkoming van het model, maar ook al eerder bij de evaluatie van het Wmoloket in 2008/2009. In de reactie van het platform 10 op de evaluatie komen verschillende punten naar voren die vorm hebben gekregen in het model Noordenveldwerker (leg beter aan burgers uit wat ze kunnen en mogen verwachten en bouw de cliëntondersteunende rol uit), maar ook aan het verzoek van het platform om mee te mogen denken over ontwikkelingen is tegemoetgekomen. Het platform was onderdeel van de groep van ketenpartners die hun wensen en ideeën mochten geven over een nieuwe vorm van cliëntondersteuning in Noordenveld. Daarnaast vervult het platform de wettelijke adviesrol. Een eerste aanzet daartoe heeft het platform gegeven in een reactie op het plan Noordenveldwerker. 11 3.2 Ketenpartners Uit het onderzoek van STAMM onder ketenpartners naar hun wensen en ideeën ten aanzien van de ontwikkelingen van het Wmo-loket blijkt dat de ketenpartners vooral benadrukken dat vraagverheldering een vak is. Wat is nu precies de vraag waar de klant mee komt. Vraagt hij echt alleen een scootmobiel of komt dit verzoek vanuit de wens om de eenzaamheid te verdrijven? Het model Noordenveldwerker heeft onder andere tot doel de werkelijke participatievraag van de burger boven tafel te krijgen, 8
Stichting WiN, Woonborg, MEE Drenthe, Interzorg, Icare, stuurgroep Ja!-cultuur, Wmo-platform
Noordenveld, Noordermaat en de ISD Noorderkwartier. 9 Het plan Noordenveldwerker is bij de griffie in te zien. 10 11
In de bijlage is de reactie van het Wmo-platform op de evaluatie van het Wmo-loket integraal opgenomen. In de bijlage is de reactie van het Wmo-platform op het plan Noordenveldwerker integraal opgenomen.
U11.14853
4 van 18
letterlijk en figuurlijk. Letterlijk, omdat de Noordenveldwerker naar de burger toegaat en met hem aan de keukentafel, zoals in het project De Kanteling beschreven wordt, de participatievraag en de oplossingen daarvoor bespreekt. Overigens is het afleggen van huisbezoeken niet iets nieuws. De Wmo-consulenten, maatschappelijk werkers en ouderenadviseurs doen dat nu ook al, het wordt nu echter nog nadrukkelijker onderdeel van het proces. 3.3 WiN, Noordermaat en gemeente In het model Noordenveldwerker wordt de cliëntondersteuning van drie organisaties, Welzijn in Noordenveld, Noordermaat en de gemeente, gebundeld. Hiermee wordt onder andere beoogd het knelpunt van versnipperde informatievoorziening op het gebeid van maatschappelijke ondersteuning, waar het beleidsplan Wmo 2008-2011 over spreekt, op te heffen. Een ander doel dat hiermee bereikt wordt is de verwezenlijking van de één-loketgedachte, zoals staat omschreven in de Memorie van toelichting (een burger dient zich in principe niet vaker dan eenmaal tot de gemeente behoeven te wenden om over het gehele scala van voorzieningen de nodige informatie te verkrijgen). Het is nadrukkelijk een éénloketgedachte, dat is iets anders dan het inrichten van een fysiek loket. 4 Informatie Raad 4.1 Programmabegroting In de programmabegrotingen van 2010 tot en met 2012 is in verschillende stadia van het proces gesproken over de ontwikkeling van het Wmo-loket. In de programmabegroting van 2010 staat dat de gemeente een verbeterde dienstverlening van het Wmo-loket wil bereiken door uitvoering te geven aan de besluiten naar aanleiding van het (medio 2009 gestarte) onderzoek. Dit is het onderzoek van STAMM waar in dit voorstel aan gerefereerd wordt. In de programmabegroting van 2011 geeft de gemeente aan een verbrede dienstverlening van het Wmo-loket te willen bereiken door uitvoering te geven aan het plan van aanpak over de uitbreiding van het Wmo-loket om vervolgens in 2012 aan te geven dat een verbrede dienstverlening van het Wmo-loket bereikt gaat worden door het invoeren van het model Noordenveldwerker. 4.2 Fractiespecialisten Op 11 januari en 4 juli 2011 zijn de fractiespecialisten bijgepraat over de ontwikkeling van Wvg naar Wmo, het onderzoek van STAMM, het project De Kanteling, het onderzoek van Frieslab naar verschillende vormen van cliëntondersteuning, Mienskipssoarch 12, financiën in de Wmo en het model Noordenveldwerker. 5 Dekking kosten Uitgangspunt van het model Noordenveldwerker is dat het budget neutraal ingevoerd zal worden. Dat betekent dat als het model ‘staat’ dat de verbeterde cliëntondersteuning met hetzelfde budget uitgevoerd kan worden als de drie organisaties dat nu doen.
12
Een model van cliëntondersteuning in Friesland. www.miensikpssoarch.nl
U11.14853
5 van 18
Volgens prognoses van het ministerie en de ervaringen met het model Miensskipssoarch kan er zelfs verdiend worden met een verbeterde cliëntondersteuning, maar zoals bij alles gaan de kosten voor de baat uit. De implementatie van het model zal kosten met zich mee brengen. Deze kosten worden gedekt uit het budget ‘subsidies en overige uitgaven maatschappelijke ondersteuning’. In dit budget is een aantal incidentele middelen samengevoegd ten behoeve van verschillende ontwikkelingen in de Wmo. Daarnaast worden kostengedekt uit de reguliere Wmo-begroting. 6 Tijdpad Op dit moment werkt de projectgroep hard aan een implementatieplan om op basis daarvan een pilot te starten. Het plan zal besproken worden met de klankbordgroep van ketenpartners en het Wmo-platform. Indien u nog vragen heeft, kunt u contact opnemen met mevrouw M.E.T.J. Hoekman van de vakgroep Welzijn, Onderwijs en Sport via telefoonnummer (050) 502 72 22. Met vriendelijke groet, Burgemeester en Wethouders van de gemeente Noordenveld, J.H. van der Laan, burgemeester A.H. Doornbos, secretaris
U11.14853
6 van 18
Bijlage 1 Samenvatting van alle strategische uitgangspunten en basiskeuzes Kadernota Wmo Deze paragraaf geeft de in het voorgaande genoemde basiskeuzes weer en bevat daarmee een samenvatting van deze nota. 1. Gefaseerde overgang Wmo in 2006 gevolgd door vernieuwende aanpak in beleidsplan Wmo in het voorjaar 2007 2. Verzorgende overheid èn eigen verantwoordelijkheid. 3. Het jaar 2007 aanmerken als een overgangsjaar met als uitgangspunt het behoud van de huidige voorzieningen. Op basis van verkregen inzichten in de loop van dat jaar beoordelen of herziening van het voorzieningenniveau in relatie tot de beschikbare financiële middelen mogelijk en noodzakelijk is. 4. Zelf doen èn uitbesteden. 5. Bij de uitvoering van de Wmo eerst de organisatie van de wettelijke verplichtingen goed uitvoeren en pas daarna kijken naar doorontwikkeling van activiteiten zoals de loketfunctie. 6. Regionaal samenwerken èn lokaal beleid onder het motto 'lokaal wat kan, regionaal wat beter kan en provinciaal wat nodig is.' 7. Basiskeuzes loket in Noordenveld: Breedte loket Alleen voldoen aan wettelijke verplichtingen. In tweede fase uitbouw naar andere onderwerpen en doelgroepen bezien. Diepte loket Aansluiten bij werkwijze huidig centraal Wvg-loket. Toegang geven tot wettelijke Wmo-voorzieningen (Wvg en huishoudelijke hulp). Taken: geven van informatie en advies. Direct zelf afhandelen van eenvoudige aanspraken Wmo en AWBZ. Complexe aanvragen uitbesteden. Omvang cliëntondersteuning Een vorm van (lichte) cliëntondersteuning door loketmedewerker. Ondersteund door automatisering. Minimaal mogelijkheid tot doorverwijzing beschikbaar. Toegankelijkheid In ieder geval 1 centraal loket in gemeentehuis. Operationeel uiterlijk 1 januari 2007. Openingstijd aansluitend bij openingstijden gemeentelijke loketten. Telefonisch bereikbaar tijdens kantooruren. Digitaal 24 uur per dag bereikbaar. Onafhankelijk en objectief Beheer loket door gemeente Noordenveld.
U11.14853
7 van 18
Klantvriendelijk en efficiënt Aansluiting bij huidige werkwijze Wvg-loket. Automatisering zo klantvriendelijk en laagdrempelig mogelijk. Waar mogelijk verbeteringen aanbrengen in automatisering. Opdracht aan college De gemeenteraad gaat akkoord om het loket uit te werken volgens bovenstaande uitgangspunten en geeft opdracht aan het college om het loket in fysieke, personele, organisatorische, juridische en financiële zin uit te werken. 8. De wettelijke verplichtingen per 1 januari 2007 uitvoeren op basis van bestaande werkwijzen en uitgangspunten, als overgangsmaatregel naar een beleidsverbetering van de binnen de door het rijk aangegeven kwaliteitseisen. Het college opdracht geven de wettelijke verplichtingen uit te werken. 9. Bij het aanbieden van individuele voorzieningen wordt de indicatiestelling zo eenvoudig mogelijk, onafhankelijk en integraal uitgevoerd. Eenvoudige hulpvragen voor zowel Wmo als AWBZ worden in het Wmo-loket geïndiceerd. Voor de indicatiestelling van complexe hulpvragen wordt gekozen voor een externe organisatie. Het college opdracht geven om binnen de gestelde randvoorwaarden de indicatiestelling te organiseren. 10. Bij de inkoop en aanbesteding van huishoudelijke hulp zoveel mogelijk in Drents verband samenwerken om een zo scherp mogelijk adequaat contract te realiseren zodat op 1 januari 20078 een keuze voor cliënten beschikbaar is. Het college opdracht geven de inkoop en aanbesteding huishoudelijke hulp uit te werken met de mogelijkheid van lokale inkleuring. 11. Op korte termijn de lopende projecten in het kader van de vier subsidieregelingen in beeld brengen. Financiële risico's uitsluiten en de beleidsontwikkeling van deze regelingen meenemen in d ebrede aanpak Wmo en opnemen in het meerjarig beleidsplan Wmo. Het collegeopdracht geven tot nadere uitwerking binnen het beschikbare budget en de regelingen. 12. De te verwachten uitgaven voortvloeiend uit de uitvoering van de Wmo opnemen in de gemeentelijke begrotingscyclus en de financiële risico's opnemen in de risicoparagraaf van de gemeentebegroting. De huidige Wvg-reserve aanmerken als egalisatiefonds voor het opvangen van eventuele tekorten. 13. Het college opdragen inhoud te geven aan de communicatie en participatie met belanghebbende burgers, conform de uitgangspunten van de Wmo.
U11.14853
8 van 18
Bijlage 2 Visie gemeente Noordenveld, Beleidsplan Wet maatschappelijke ondersteuning 2008-2011 De gemeente Noordenveld acht het van groot belang dat iedereen binnen de gemeente volwaardig kan meedoen in de samenleving en zo lang mogelijk zelfstandig kan functioneren. Het gaat daarbij niet alleen om jonge mensen maar ook om bijvoorbeeld ouderen en mensen met een beperking. De inwoners worden daarom in staat gesteld en gestimuleerd om actief deel te nemen aan het maatschappelijke verkeer. Het bevorderen van sociale samenhang in dorpen en wijken staat voorop. Uitgangspunt daarbij is dat de gemeente ervan uit gaat dat de burger in eerst instantie zoveel mogelijk eigen verantwoordelijkheid neemt voor zichzelf en zijn naaste omgeving. In die gevallen waarbij niet kan worden teruggevallen op de eigen omgeving kan een beroep worden gedaan op maatschappelijke ondersteuning. Dit alles om ervoor te zorgen dat alle inwoners van de gemeente mee kunnen doen, ook als ze met beperkingen moeten leven. De gemeente wil er voor zorgen dat ook in de toekomst mensen kunnen blijven rekenen op een verantwoord aanbod van wonen, welzijn en zorg. Daarbij wordt gestuurd op een integraal en samenhangend aanbod wat is afgestemd op de vraag binnen onze gemeente. De Wmo wordt als kans gezien om het beleid rond wonen, zorg en welzijn te herzien en optimaal af te stemmen op de belangen van de burgers. Met als doel om beter dan tot nu toe vraag en aanbod op elkaar af te stemmen.
U11.14853
9 van 18
Bijlage 3 Beleidsuitgangspunten, Beleidsplan Wet maatschappelijke ondersteuning 2008-2011 Uitgangspunten die de basis vormen bij de verdere ontwikkeling van het Wmo-beleid zijn: “Verzorgende overheid” en eigen verantwoordelijkheid Het uitgangspunt bij de Wmo is het dragen van eigen verantwoordelijkheid waar dit mogelijk is. De inwoners van Noordenveld moeten er echter ook op kunnen vertrouwen dat daar, waar dit nodig is, maatschappelijke ondersteuning wordt geboden. “Lokaal wat kan, regionaal wat beter kan en provinciaal wat nodig is” De gemeente Noordenveld neemt sinds 2005 in VDG-verband (Vereniging van Drentse gemeenten) actief deel aan een gezamenlijke voorbereiding van de implementatie van de Wmo onder het motto “lokaal wat kan, regionaal wat beter kan en provinciaal wat nodig is”. Budgettair neutrale uitvoering Voor een budgettair neutrale uitvoering is sturing op de uitgaven van groot belang, met name omdat er bij de uitvoering van de Wmo wat betreft de verstrekking van individuele voorzieningen sprake is van een open-einde financiering. In hoofdstuk 16 wordt uitgebreid ingegaan op het financiële kader. Zelf doen en uitbesteden Om de budgettair neutrale uitvoering van de wettelijke verplichtingen van de Wmo maximaal mogelijk te maken, is het nodig kritisch te kijken welke activiteiten de gemeente Noordenveld in eigen beheer kan uitvoeren en welke activiteiten moeten worden uitbesteed aan een externe organisatie. Het is van belang de nodige expertise in huis te hebben zodat een goed afweging gemaakt kan worden voor een optimale prijs-kwaliteit-verhouding. Cliëntparticipatie Een van de procesverplichtingen in de Wmo is het betrekken van ingezetenen bij de totstandkoming van het Wmo-beleid. Het Wmo-platform Noordenveld is het overlegorgaan voor het college van burgemeester en wethouders in het kader van cliëntenparticipatie. Het platform bestaat uit diverse reeds bestaande belangenorganisaties binnen de gemeente die een bijdrage willen leveren aan de totstandkoming en instandhouding van een samenhangend en voldoende ontwikkeld aanbod van voorzieningen voor alle belanghebbenden van de Wmo. In hoofdstuk 15 wordt uitgebreider ingegaan op het Wmo-platform. Regierol Gemeente Noordenveld De gemeente voert de regie om te komen tot een integraal en samenhangend aanbod van wonen, welzijn en zorg om zodoende te bewerkstelligen dat alle inwoners van de gemeente Noordenveld (actief) deel kunnen nemen aan het maatschappelijke verkeer. Daarbij wordt samengewerkt met de burgers en maatschappelijke partners. Kenmerken voor een regisserende gemeente is dat zij zich op een andere manier met de samenleving bemoeit en minder zelf uitvoert. Het regisseren vraagt om aanpassing in het sturingsconcept: er moet ruimte worden gegeven aan de verschillende spelers (aanbieders, maatschappelijke organisaties etc.) om hun rol te kunnen vervullen.
U11.14853
10 van 18
Die ruimte wordt gegeven door vooraf grenzen (kaders) te bepalen en heldere afspraken te maken over verwachte prestaties, de planning en het budget en de toedeling van verantwoordelijkheid. De regierol richt zich op: • Het realiseren van de samenhang binnen het Wmo-beleid en met de aanpalende beleidsgebieden. • Het realiseren van optimale betrokkenheid van inwoners. • Het ondersteunen van netwerken van organisaties die betrokken zijn bij wonen, welzijn en zorg. • Het organiseren en versterken van ketensamenwerking tussen uitvoering die elk op hun manier betrokken zijn bij dienstverlening aan de Wmo-cliënten. Hoe de gemeente invulling geeft aan haar regierol is te lezen in de uitwerking van de verschillende prestatievelden, de invulling van de regierol verschilt namelijk per prestatieveld. Bij een aantal prestatievelden ligt de regierol niet bij de gemeente Noordenveld zelf maar bij de centrumgemeenten Assen en Emmen. Bestaand beleid continueren, alleen aanpassen bestaand beleid indien meerwaarde
De negen prestatievelden vanuit de Wmo zijn niet nieuw voor de gemeente. De Wmo omvat veel bestaande taken en tevens een aantal nieuwe taken. Op basis van de analyse van de huidige stand van zaken zal bepaald moeten worden of het huidige niveau van bestaand beleid kan worden gecontinueerd of dat bijstelling noodzakelijk cq gewenst is. Uitgangspunt is continueren van bestaand beleid daar waar bestaand beleid reeds aansluit bij de filosofie van de Wmo, waarbij expliciet aandacht is voor onderlinge samenhang binnen de verschillende beleidsterreinen. Nadruk bij de beleidsontwikkeling zal liggen op de kansen die de Wmo biedt om meer samenhang te krijgen in het beleid op het gebied wonen, zorg en welzijn. Algemene voorzieningen voor individuele voorzieningen Met individuele voorzieningen worden die vormen van hulp en hulpmiddelen bedoeld waar burgers op basis van een indicatie voor in aanmerking komen. Het voorzieningenpakket waarvan alle burgers (of een bepaalde groep) gebruik van kunnen maken wordt aangeduid met algemene voorzieningen. Door het organiseren van een evenwichtig stelsel van algemene collectieve voorzieningen moet een sterke groei naar individuele voorzieningen worden voorkomen.
U11.14853
11 van 18
Bijlage 4 Artikel 1 eerste lid, onderdeel g onder 3 o Wmo, de prestatievelden -1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: g. maatschappelijke ondersteuning: 1º. het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten; 2º. op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden; 3º. het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning; 4º. het ondersteunen van mantelzorgers, daar onder begrepen steun bij het vinden van adequate oplossingen indien zij hun taken tijdelijk niet kunnen waarnemen, alsmede het ondersteunen van vrijwilligers; 5º. het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem; 6º. het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behouden en het bevorderen van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijke verkeer; 7º. het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang en het voeren van beleid ter bestrijding van geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd; 8º. het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen; 9º. het bevorderen van verslavingsbeleid;
U11.14853
12 van 18
Bijlage 5 Memorie van toelichting Wmo Artikel 1, eerste lid, onderdeel g, onder 3º Dit beleidsterrein, het geven van informatie en advies en cliëntondersteuning, kan zowel een algemene als een individuele component hebben. Met "geven van informatie en advies" wordt gedoeld op activiteiten die de burger de weg wijzen in het veld van maatschappelijke ondersteuning. Het kan hierbij zowel gaan om algemene voorzieningen zoals (voldoende) informatiepunten, als om meer specifieke voorzieningen, zoals een individueel advies, of hulp bij de verheldering van een ondersteuningsvraag. Het is wenselijk dat de gemeente zich daarbij laat leiden door de "één-loketgedachte": een burger dient zich in principe niet vaker dan eenmaal tot de gemeente behoeven te wenden om over het gehele scala van voorzieningen de nodige informatie te verkrijgen. Daarbij dient de gemeente zich niet te beperken tot die voorzieningen waar zij zelf "over gaat", maar ook informatie te geven over relevante aanpalende terreinen, zoals zorg en wonen. Onder "cliëntondersteuning" wordt verstaan de ondersteuning van een cliënt bij het maken van een keuze of het oplossen van een probleem. Cliëntondersteuning heeft de regieversterking van de cliënt (en zijn omgeving) tot doel teneinde de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie te bevorderen. Dit kan informatie en advies, maar vooral ook uitgebreide vraagverheldering en kortdurende en kortcyclische ondersteuning bij keuzes op diverse levensterreinen omvatten. Cliëntondersteuning gaat een stap verder dan informatie en advies en richt zich op mensen die voor een vraag of een situatie staan die zodanig complex is dat de persoon het niet zelf of met zijn omgeving op kan lossen. Maatschappelijke organisaties hebben in hun reactie op een ontwerp van dit wetsvoorstel gewezen op het belang om juist de positie van de zwakkere cliënt te versterken in de uitvoering van dit wetsvoorstel. Dit is voor de regering aanleiding geweest cliëntondersteuning in dit beleidsterrein te expliciteren.
U11.14853
13 van 18
Bijlage 6 Reactie Wmo-platform op het plan Noordenveldwerker
“DE NOORDENVELDWERKER” Naar een Wmo-loket op maat in Noordenveld.
De uitgangspunten van beleid zijn goed gesteld en hebben potentie tot: Voor de NOORDENVELDWERKER:
VERTROUWEN bij de bevolking
EEN BEKEND GEZICHT OVERZICHT Kans op een RECHTVAARDIGE VERDELING Voor de KANTELING:
DREMPEL VERLAGEND
CLIËNT CENTRAAL OPLOSSINGGERICHT AANBEVELINGEN:
Voorwaarden stellen om beleid snel en goed in te voeren
Maak gebruik van ervaringen zoals de Mienskipssoarch met nadruk op de kleine kernen Cultuuromslag voldoende communiceren Geen dubbel werk tussen Noordenveldwerker en de consulent Speciale aandacht voor kennis, HOUDING, vaardigheden van de Noordenveldwerker Onafhankelijk en objectief advies Werkbare autonome oplossingen Mandaat voor kleine voorzieningen bij Noordenveldwerker Starten in zorgvuldig gekozen en kansrijke omgeving
Opgesteld ter voorbereiding op de bijeenkomst van het Wmo-platform d.d. 15 maart 2011
U11.14853
14 van 18
Bijlage 7 Reactie Wmo-platform op de evaluatie van het Wmo-loket
U11.14853
15 van 18
U11.14853
16 van 18
U11.14853
17 van 18
U11.14853
18 van 18