Evaluatie
Fietsknooppuntennetwerk Utrecht
Fietsknooppuntennetwerk Utrecht Evaluatie
Eindrapport
Opdrachtgever Provincie Utrecht
Grontmij Nederland B.V. Assen, 21 september 2012
Inhoud
1.
Fietsknooppuntennetwerk Utrecht
7
1.1
Aanleiding
7
1.2
Doelstelling
7
1.3
Aanpak
8
1.4
Huidige organisatie
8
2.
Interviews
9
2.1
Inleiding
9
2.2
Aanbesteding in 2008
9
2.3
Ontwerp
9
2.4
Digitaal bestek
11
2.5
Beheer en onderhoud
11
2.6
Meldsysteem
13
2.7
Eigendom van het netwerk
14
2.8
Wensen voor aanpassingen aan het netwerk
14
2.9
Wensen voor nieuwe ontwikkelingen
15
3.
Criteria optimaal fietsknooppuntennetwerk
17
3.1
Waarom criteria voor een optimaal netwerk?
17
3.2
De criteria
17
4.
Aanpak van het veldwerk
21
4.1
Constateringen
21
4.2
GIS-data
21
5.
Analyse en advies knelpunten
23
5.1
Inleiding
23
5.2
Ontwerp
23
5.3
Knelpunten in het veld
23
5.4
Beheer en onderhoud
29
5.5
Organisatorische verbeterpunten
30
6.
Optimalisatie kansen
33
6.1
Inleiding
33
6.2
Wensen gemeenten
33
6.3
Toeristisch aanbod vs. fietsknooppuntennetwerk
34
6.4
Overige kansen
34
6.5
Monitoring
35
6.6
Resumé
35
Bijlage 1
GIS-data
Bijlage 2
Interviewlijst
-6-
1.
Fietsknooppuntennetwerk Utrecht
1.1
Aanleiding
Het fietsknooppuntensysteem van Utrecht bestaat nu vier jaar. In 2008 is het als onderdeel van Agenda 2010 project ‘Op de Fiets’ aangelegd. Het fietsknooppuntensysteem geniet als landelijk systeem grote bekendheid. Menig fietser maakt gebruik van het systeem, natuurlijk ook in Utrecht. Het fietsknooppuntennetwerk is een mooie aanvulling gebleken op het toeristisch-recreatieve product van Utrecht. Zowel van overheden, ondernemers als gebruikers komen positieve verhalen over het systeem. Overheden zijn blij met de provinciale samenhang van het product. Ondernemers zien het fietsknooppuntennetwerk als stimulans voor het verkennen van Utrecht op de fiets, met de daarbij horende bestedingen bij de horeca als pleisterplaats. Gebruikers stellen de duidelijke structuur en flexibiliteit van het netwerk op prijs. Waar heeft de fietsvakantie plaatsgevonden en de waardering daarvoor naar provincie 2011 (rapportcijfer) Provincie
Totaal aantal fietsvakanties(x 1000)
Totaal aantal fietsvakanties (%)
Aantrekkelijkheid Kwaliteit omgeving fietspaden en wegen
Kwaliteit bewegwijzering
Kwaliteit routeverloop
Drukte op fietspaden
Aanwezigheid Aanwezigheid Totaal bezienswaardigheden horeca oordeel
Groningen
13
1%
8,4
8,2
7,2
7,2
7,5
5,8
7,4
7,9
Friesland
115
12%
8,5
8,2
8,0
7,9
7,8
7,4
7,5
8,3
Drenthe
140
14%
8,6
8,4
8,3
8
7,7
7,6
7,5
8,3
Overijssel
121
12%
8,5
8,3
8,4
8,1
7,9
7,3
7,3
8,5
Flevoland Gelderland
2
0%
9,0
8,0
8
8,0
9
7
1,0
8,0
219
22%
8,5
8,2
8,2
8,2
7,4
7,4
7,2
8,3
Utrecht
42
4%
8,3
7,8
7
7,6
7,7
7,2
6,5
8,2
Noord-Holland
79
8%
8,5
8,2
8,2
8,2
7,9
7,4
8,0
8,4
Zuid-Holland
25
3%
8,2
7,9
8,1
7,9
7,1
7,7
7,6
8,4
Zeeland
66
7%
8,1
7,9
7,7
7,8
7,6
7,6
7,6
7,9
Noord-Brabant
74
7%
8,5
8,1
8,3
7,9
7,9
7,3
7,6
8,3
Limburg
92
9%
8,3
8,1
8,1
8,0
7,7
7,5
7,7
8,1
Totaal
987
100%
8,4
8,2
8,1
8,0
7,7
7,4
7,4
8,3
Bron: NBTC -NIPO Research, C ontinuVakantieOnderzoek 2010/2011 o.b.v. vragen Fietsplatform
Tabel 1-1 Rapportcijfers fietsen per provincie 2011
Ook de rapportcijfers die het Landelijk Fietsplatform publiceert (bron: NBTC-NIPO research) liegen er niet om! Hoge waarderingcijfers en tevreden klanten (8,2!). Ook de kwaliteit van de bewegwijzering scoort met een 7,0 een voldoende. In vergelijking met andere provincies is die 7,0 echter wat minder hoog. Alle andere provincies in Nederland scoren beter (ook provincies waar in 2011 nog geen knooppuntensysteem was).
Een fietsknooppuntensysteem bestaat uit bewegwijzerde routes, van genummerd knooppunt
Vanuit ‘het veld’ komen ook signalen voor verbetering van het netwerk. Het is de vraag welke signalen juist zijn. Daarom heeft de provincie het initiatief genomen tot deze evaluatie. In deze rapportage gaan we vooral in op verbeterpunten. Dat neemt echter niet weg dat er vele mensen genieten van dit mooie toeristische product!
naar genummerd knooppunt. Op een knooppunt staat een informatiepaneel met daarop het knooppuntnummer. Tevens staan op dit knooppunt knooppuntborden. Dit zijn de borden die vanaf dit knooppunt de vervolgroutes aangeven. Op de tussenliggende tracés (van knooppunt naar knooppunt) staan verwijsborden. De knooppuntborden en de verwijsborden kunnen
1.2
Doelstelling
Het doel van deze studie is het inventariseren van de huidige staat van het fietsknooppuntennetwerk, uitmondend in concrete adviezen voor verbetering, inclusief aanpak en kostenindicatie(s).
zowel van aluminium (veelal binnen bebouwde kom) als van kunststof (op bermplanken en bermpalen) zijn. Als laatste zijn er dan nog vooraankondigingen, dit zijn borden met daarop de tekst ‘u nadert een knooppunt’.
-7-
1.3
Aanpak
Informatieverzameling De inventarisatie bestaat enerzijds uit het interviewen van gebiedspartijen die betrokken zijn bij het fietsknooppuntennetwerk. Anderzijds is tijdens een veldinventarisatie het netwerk bekeken. Interviews Er is gesproken met medewerkers van de volgende organisaties (zie bijlage 2 voor een uitgebreide lijst): • projectleider realisatie fietsknooppuntensysteem 2008; • landelijk Fietsplatform; • recreatie Midden-Nederland (RMN); • 6 groepsgesprekken met gemeenten en gebiedscommissies in de provincie Utrecht; • telefonische gesprekken met aangrenzende provincies (Zuid-Holland, Noord-Holland, Gelderland en Flevoland). Tijdens de gesprekken zijn de (uitbreidings)wensen ten aanzien van het fietsknooppuntensysteem besproken. Tevens is gesproken over de totstandkoming van het netwerk en het beheer en onderhoud. Veldinventarisatie Tijdens de veldinventarisatie is het fietsknooppuntennetwerk gecontroleerd. Hierbij zijn de wensen vanuit de interviews in het veld bekeken en zijn knelpunten in het huidige netwerk gesignaleerd. In een GIS-bestand zijn vervolgens de bevindingen verwerkt. Deze GIS-data hoort als bijlage bij dit evaluatierapport.
Advisering In dit rapport is de verzamelde kennis geanalyseerd en gebundeld. We dragen oplossingen aan voor knelpunten en kijken naar een optimalisatie van het fietsknooppuntennetwerk (ofwel nieuwe kansen voor het fietsknooppuntennetwerk).
1.4
Huidige organisatie
Fietsroutenetwerk Utrecht
1220 km, 325 knooppunten
Eigenaar:
Provincie Utrecht
Beheerder/directievoering:
Recreatie Midden-Nederland (RMN)
Onderhoudsaannemer :
BAM
Schademeldingen:
www.fietsenindeprovincieutrecht.nl (provincie)
www.recreatiemiddennederland.nl (RMN)
www.nederlandfietsland.nl (Landelijk Fietsplatform)
-8-
1.3
2.
Aanpak
Informatieverzameling DeInterviews inventarisatie bestaat enerzijds uit het interviewen van gebiedspartijen die betrokken zijn bij het fietsknooppuntennetwerk. Anderzijds is tijdens een veldinventarisatie het netwerk bekeken.
Een fietsknooppuntensysteem bestaat uit bewegwijzerde routes, van genummerd knooppunt naar genummerd knooppunt. Op een knooppunt staat een informatiepaneel met daarop het knooppuntnummer. Tevens staan op dit knooppunt knooppunt-
borden. Dit zijn de borden die vanaf dit Interviews knooppunt de vervolgroutes aangeven. Op Er is gesproken met medewerkers van de volgende 2.1 Inleiding de tussenliggende tracés (van knooppunt organisaties (zie bijlage 1 voor een uitgebreide lijst): In dit hoofdstuk behandelen we de resultaten van de interviews. Hierbij gaan we knooppunt) eerst in op staan de aanleg van het De naar verwijsborden. x Projectleider realisatie fietsknooppuntensysteem knooppuntborden en geïnterviewden de verwijsborden netwerk in 20082008; en het proces dat destijds is doorlopen. Vervolgens komen de wensen van de kunnen zowel (veelal binten aanzienxvanLandelijk het huidige netwerk aan de orde. Tenslotte kijken we naar de mening vanvan dealuminium geïnterviewden wat Fietsplatform; nen bebouwde kom) als van kunststof (op betreft beheer en onderhoud, nu en in de toekomst. x Recreatie Midden-Nederland (RMN) bermplanken en bermpalen) zijn. Als laatx 6 groepsgesprekken met gemeenten en geste zijn er dan nog vooraankondigingen, dit biedscommissies in de provincie Utrecht zijn borden met daarop de tekst ‘u nadert x Aanbesteding Telefonische gesprekken met aangrenzende pro2.2 in 2008 een knooppunt’. vincies (Zuid Holland, Noord Holland, Gelderland Feiten: voor de planvorming en realisatie van het fietsknooppuntennetwerk is een aanbestedingsprocedure en Flevoland).
gevolgd. Advies- en Ingenieursbureau Oranjewoud heeft de aanbestedingsprocedure begeleid. De aanbiedingen
zijn beoordeeld op kwaliteit en prijs. Aannemer Diractive heeft de opdracht gegund gekregen. Voor de vormgeving Tijdens de gesprekken zijn de (uitbreidings)wensen ten aanzien van het fietsknooppuntensysvan de kaarten is besproken. een onderaannemer geweest bij de hettotstandkoming project. De onderdelen vannetwerk de aanbesteding teem Tevensbetrokken is gesproken over van het en het beheer waren:
en onderhoud.
• schetsontwerp uitwerken tot bestek; • aanleg van het netwerk (conform de uitgangspunten die zijn vastgelegd in de landelijke standaard: Regionaal
Veldinventarisatie Tijdens de veldinventarisatie is het fietsknooppuntennetwerk gecontroleerd. Hierbij zijn de wen• onderhoud het netwerk voor 10in jaar. senvan vanuit de interviews het veld bekeken en zijn knelpunten in het huidige netwerk gesignaleerd. In een GIS-bestand zijn vervolgens de bevindingen verwerkt. Deze GIS-data hoort als bijlage bij dit evaluatierapport. fietsknooppuntennetwerk, advies voor uitvoering, Landelijk Fietsplatform, 2006);
2.3
Ontwerp
Schetsontwerp routenetwerk
Advisering In dit rapport is de verzamelde kennis geanalyseerd en gebundeld. We dragen oplossingen aan provincie Utrecht zijn betrokken geweest bij het ontwerpen van het fietsknooppuntennetwerk. Het schetsontwerp voor knelpunten en kijken naar een optimalisatie van het fietsknooppuntennetwerk (ofwel nieuvan Oranjewoud, op basis vanhet bestaande routes, hotspots en dergelijke is voorgelegd aan de gemeenten. Deze we kansen voor fietsknooppuntennetwerk). Feiten: Oranjewoud heeft het schetsontwerp van het fietsknooppuntensysteem gemaakt. De gemeenten in de
kregen vervolgens een periode om hierop te reageren en eventuele aanvullingen door te geven. De keuze hoe
Huidige organisatie om te gaan1.4 met routes door het centrum van kernen lag bij de gemeenten. RMN heeft meegedacht over de
routes, waarbij zij vooral de blik richtten op het gehele provinciale netwerk, terwijl de gemeenten meer op lokaal Fietsroutenetwerk Utrecht
1220 km, 325 knooppunten
Eigenaar:
Provincie Utrecht
Beheerder/directievoering:
Recreatie Midden-Nederland (RMN)
niveau de situaties hebben beoordeeld. De Fietsersbond heeft meegedacht over het waarderen van bestaande routes en ook het Fietsplatform is in deze fase geconsulteerd. De ANWB zat in het begin in de begeleidingsgroep, maar is hier later uitgestapt. Het bestaande: routesysteem ‘Heel de Heuvelrug’1 (en enkele andere thematische Onderhoudsaannemer BAM
routes) is destijds nietSchademeldingen: geïntegreerd in het fietsknooppuntennetwerk. www.fietsenindeprovincieutrecht.nl (provincie) www.recreatiemiddennederland.nl (RMN)
(Landelijk Fietsplatform) www.nederlandfietsland.nl Interviews: de provinciale projectleider voor de aanleg van het fietsknooppuntensysteem in 2008 is van mening
dat de gemeenten in de ontwerpfase genoeg tijd hebben gehad om hun eigen inbreng te leveren in het routenetwerk. Dit wordt tijdens de interviews door diverse gemeenten beaamd. En-
1.5
Leeswijzer
kele gemeenten gaven aan te weinig tijd te hebben gehad om na te denken en daardoorH2 te weinig inspraak hebben gehad in het netwerk. Interviews
H3 fietsknooppuntennetwerk Nadat het netwerk inCriteria gebruik optimaal was genomen gaven gebruikers het signaal H4 aan Aanpak vanwaren het veldwerk dat er aspecten het netwerk die verbeterd konden worden.
H5 Analyse en advies en knelpunten Genoemd werden ‘weinig verwijsborden’ ‘onvoldoende dichtheid van H6
Optimalisatie kansen
het netwerk’. De provincie heeft, in overleg met gebiedspartijen, daarom besloten om in 2009 een verbeterslag uit te voeren. Er zijn toen extra 1
et routenetwerk ‘Heel de Heuvelrug’ is een initiatief van de provinciale natuur- en milieuorganisaties en het Goois Natuurreservaat. De route is samengesteld in het H kader van het samenwerkingsproject ‘Heel de Heuvelrug’.
, revisie Pagina 5 van 31
-9-
verwijsborden en extra knooppunten toegevoegd aan het netwerk en er zijn enkele aanvullende routes opgenomen in het netwerk. Overigens is bij deze verbeterslag de synchronisatie met de LF route niet langer meegenomen. Bij de realisatie van het fietsknooppuntennetwerk in 2008 is aandacht geweest voor de aansluiting op andere regio’s. Echter, door onbekende oorzaken is de aansluiting op omliggende provincies en netwerken niet goed gerealiseerd. De meeste geïnterviewde partijen gaven aan erg blij te zijn met de realisatie van het fietsknooppuntennetwerk. De meerwaarde voor het toeristischrecreatieve product wordt onderkend. Sommige partijen gaven aan het netwerk nu nog te beperkt te vinden. Er zijn delen van de provincie waar het netwerk nog te grofmazig is en waar zich witte vlekken bevinden (Utrechtse Heuvelrug). Materiaalkeuze Feiten: voor de verwijsborden is gekozen voor een combinatie van de materialen, conform de landelijke uitgangspunten (Landelijk Fietsplatform, 2006). Het gaat daarbij om aluminium borden binnen de bebouwde kom en kunststof borden op bermpalen/-planken buiten de bebouwde kom (uitzonderingen daargelaten, zie daarvoor ook het rapport van het Landelijk Fietsplatform). De keuze van de materialen is bepaald door de provincie en vastgelegd in de aanbesteding. Ook de technische beschrijving van de informatiepanelen was opgenomen in de aanbestedingdocumenten. Het ontwerp van de panelen werd aangeleverd door de provincie. Voor de kaart op deze panelen is ervoor gekozen (ontwerpbureau, in opdracht van de provincie) om de locatie van het knooppunt centraal op de kaart te zetten en om voor ieder paneel een uniek ontwerp te maken. Interviews: tijdens de interviews is aangegeven dat de keuze om de panelen op deze manier te ontwerpen niet optimaal is. Dit geldt vooral bij routewijzigingen, die dan in ieder individueel ontwerp/paneel in de omgeving moet worden aangepast. Per gebied is een aparte kleur gebruikt voor de infopanelen en is naamgeving van het gebied op het paneel opgenomen. Tijdens de interviews is een discussie ontstaan over het gebruik van deze naamgevingen. Bebording Feiten: het uitgangspunt bij de aanleg van het knooppuntnetwerk was om een netwerk te creëren waarbij zo min mogelijk verwijsborden worden gebruikt. De reden voor dit streven was om een woud aan bebording in het buitengebied te voorkomen. Bestaande fietsroutes zouden ook opgenomen/geïntegreerd worden in het fietsknooppuntennetwerk. Interviews: een veel gehoorde klacht - na de realisatie in 2008 – is dat er te weinig verwijsborden geplaatst waren, waardoor sommige delen van de routes slecht te volgen waren. In 2009 zijn tijdens een verbeterslag extra borden opgenomen. De ANWB routes zijn nooit opgenomen of opgegaan in het fietsknooppuntennetwerk. De eerste jaren na realisatie hebben deze routes zelfstandig bestaan. Uiteindelijk hebben de recreatieschappen initiatief genomen om de ANWB routes te verwijderen (2011). Synchronisatie met LF-routes Feiten: in de aanbestedingsdocumenten staat dat de bewegwijzering van LF-routes en knooppuntroutes, wanneer de tracés samenvallen, gecombineerd moeten worden op één drager. In de praktijk is dat niet direct opgepakt. Interviews: synchronisatie tussen de tracés van het fietsknooppuntennetwerk en de LF-routes is dus niet direct bij realisatie opgepakt. De synchronisatie is na het gereedkomen van het netwerk uitgevoerd, als nieuwe opdracht - 10 -
Intervieuws
voor dezelfde aannemer. Deze opdracht kwam van het Fietsplatform (het Fietsplatform was namelijk niet op de hoogte van deze verplichting in het aanbestedingsdocument). Dit bleek lastig uitvoerbaar te zijn en heeft ertoe geleid dat een aantal tracés van het LF-netwerk aangepast moest worden en soms zelfs een minder interessant tracé is gekozen. Na de synchronisatie is het van belang dat aanpassingen aan het fietsknooppuntennetwerk ook worden doorgevoerd in het LF-netwerk. Dit blijkt in de praktijk nog niet altijd te gebeuren (blijkt uit de interviews).
2.4
Digitaal bestek
Feiten: het aanleveren van een digitaal bestek was onderdeel van de opdracht bij het aanleggen van het netwerk door de aannemer. Dit is inderdaad opgeleverd (hierin zijn de bordlocaties echter niet opgenomen). Bij de opdracht van de aannemer hoort ook het opzetten en bijhouden van een digitaal bestand van routelijnen, knooppuntlocaties en verwijsborden. Het bronbestand hiervan ligt bij de aannemer. Zij horen regelmatig een update van dit bestand te sturen aan de provincie. Het bronbestand is vervolgens vrij beschikbaar voor derden om te gebruiken, bijvoorbeeld voor het produceren van routekaarten of een routeplanner. Interviews: het versturen van updates aan de provincie gebeurt in de praktijk niet. Tevens ontbreken in de data waar de provincie over beschikt de locaties van de verwijsborden. Voor de provincie en de landelijke routedatabank zijn up-to-date gegevens van de tracés en de knooppunten voldoende. Voor RMN zijn de locaties van de verwijsborden echter ook van belang. Hiermee kan de directievoering over het onderhoud beter en efficiënter worden uitgevoerd. Wat betreft de brongegevens geeft één van de geïnterviewden aan dat de mogelijkheid om de brongegevens te verkopen in plaats van gratis te verstrekken moet worden onderzocht. De verdiensten kunnen dan ten goede komen aan het onderhoud van het netwerk2.
2.5
Beheer en onderhoud
Feiten: bij de aanbesteding is ook gelijk voor 10 jaar het beheer en onderhoud weggezet bij de aannemer Diractive (later overgenomen door VTN en nog later door BAM). Uitgangspunt voor het onderhoud zijn de aanbestedingsdocumenten uit 2007: Engineering, Construct & Maintain Overeenkomst Fietsknooppuntensysteem Provincie Utrecht, oktober 2007, en de bijbehorende nota van inlichtingen. In hoofdstuk 8 m.b.t. ‘maintain’ staan daar de volgende verplichtingen in:
(a) De borden, palen, bermplanken en bermpalen dienen te allen tijde rechtop te staan;
(b) De borden dienen te allen tijde goed zichtbaar en leesbaar te zijn;
(c) De borden dienen te allen tijd op de juiste hoogte ten opzichte van het maaiveld te staan;
(d) Indien na melding en/of constatering blijkt dat er niet wordt voldaan aan lid a, b of c, dan dient dit binnen
(e) Bij beschadigingen, waarbij het bord niet meer kan voldoen aan de eisen zoals gesteld onder a en/of b en/
vijf (5) werkdagen te worden hersteld; of c, dient het bord en/of de paal en/of het bevestigingsmiddel binnen vijf (5) werkdagen te worden vervangen;
(f) Indien beplanting, hieronder wordt in deze al het groen verstaan, ervoor zorgt dat er niet wordt voldaan aan lid b, dan dienen er kleine snoeiwerkzaamheden te worden uitgevoerd;
(g) De beplanting rondom (30cm rondom het object) de palen/bermplanken/bermpalen mag niet hoger zijn dan 30cm ten opzichte van het maaiveld. Beheersing hiervan mag alleen plaatsvinden door middel van snoei- of maaiwerkzaamheden.
2
et verstrekken van kwalitatief goede informatie aan (potentiële) gebruikers heeft wat ons betreft prioriteit. Wij adviseren dan ook om deze informatie gratis te H verstrekken.
- 11 -
Daarnaast gelden de volgende uitgangspunten waar het gaat om het onderhoudsdossier:
(a) De Opdrachtnemer houdt gedurende het Meerjarig Onderhoud een digitaal Onderhoudsdossier bij waarin alle aan het Werk verrichte werkzaamheden worden bijgehouden. In ieder geval dient te worden vermeld op welke datum, aan welk object, met welke reden welke onderhoudswerkzaamheden zijn uitgevoerd. Een kopie van dit dossier dient halfjaarlijks aan de Opdrachtgever ter toetsing te worden aangeboden, conform Annex IV.3.
(b) Het Onderhoudsdossier dient op ieder moment up-to-date te zijn, waarbij een minimale nauwkeurigheid van één week dient te worden aangehouden;
(c) Het Onderhoudsdossier dient gedurende het Meerjarig Onderhoud via internet toegankelijk te zijn voor Recreatie Midden-Nederland en de Provincie Utrecht, zodat dezen zich op ieder moment op de hoogte kunnen stellen van de actuele stand van zaken;
(d) Aan het einde van het Meerjarig Onderhoud dient het complete originele onderhoudsdossier aan de Opdrachtgever te worden overgedragen.
Na verlening van de opdracht is er toch een discussie ontstaan over wat er wel en wat er niet bij het onderhoud hoort en wie wat doet. Deze onduidelijkheid heeft enkele jaren bestaan voordat er mondelinge afspraken zijn gemaakt tussen RMN (beheerder van het netwerk) en de (onderhouds)aannemer (Diractive/VTN/BAM). Deze afspraken zijn echter niet op schrift vastgelegd. De rolverdeling is dat meldingen over het netwerk veelal rechtstreeks naar de aannemer gaan. Bij het onderhoud heeft RMN met de aannemer afgesproken dat meldingen over het netwerk (ontbrekende bebording, foutieve bebording e.d.) binnen 4 weken zijn opgelost. Conform het aanbestedingscontract moeten beschadigingen echter binnen 5 werkdagen worden verholpen. Buiten het oppakken van meldingen voert de aannemer ook twee keer per jaar een onderhoudsronde uit. Deze inspectierondes zijn destijds niet meegenomen in de aanbesteding. Het bijhouden van een up-to-date onderhoudsdossier was destijds wel onderdeel van de aanbesteding. Interviews: volgens RMN worden de meldingen sinds de overname door de BAM, niet tijdig afgehandeld. Daarnaast worden afgehandelde meldingen ook niet doorgegeven aan de melder (bijvoorbeeld verwerkt in het landelijk meldsysteem bewegwijzering routenetwerken). Mede hierdoor ontstaat het idee dat meldingen helemaal niet worden opgepakt. In tegenstelling tot de verplichting uit de aanbesteding wordt dit dus niet bijgehouden in een (toegankelijk) onderhoudsdossier. Via RMN hebben wij vernomen dat de aannemer de volgende concrete knelpunten aangeeft die het goed uitvoeren van onderhoud bemoeilijken: • Bij reconstructies worden borden verwijderd door aannemers, maar vaak niet terug geplaatst. • Gemeenten verwijderen soms ongevraagd bebording, omdat ze beleid hebben voor een maximaal aantal borden per drager. Gevolg is het ontbreken van bebording. • Aanpassingen aan wegontwerpen worden niet gecommuniceerd, waardoor routes niet meer kloppen. • Mogelijkheden voor het inzetten van innovatieve (duurzamere, sterkere) materialen is lastig, door de voorschriften in het contract voor het onderhoud. • Bij de opmaak van de informatiepanelen is gekozen voor individuele grafische ontwerpen. Bij eventuele routewijzigingen moeten deze dan ook alle individueel worden aangepast (ontwerp), met bijbehorende kostenpost. O.a. om die reden worden de informatiepanelen nu niet meer vervangen (keuze van RMN). • Geen duidelijke afspraken met omliggende regio’s over onderhoud bij aansluiting.
- 12 -
Intervieuws
Niet alle geïnterviewden zien de door de aannemer genoemde punten als reden voor de – door hen gepercipieerde – slechte staat van het onderhoud. RMN is van mening dat met de overname van Diractive door eerst VTN en daarna BAM de overdracht niet goed heeft plaatsgevonden. Dit staat een goede samenwerking in de weg. Dit gecombineerd met een onduidelijke overdracht van het project vanuit de provincie naar RMN na realisatie, zorgt voor onduidelijke standpunten rondom het onderhoud. Voor de periode na het aflopen van het contract (2018) met de huidige aannemer is nog niets bekend over het uitvoeren van het onderhoud. De provincie ziet hier behalve voor zichzelf ook zeker een rol voor gemeenten om financieel bij te dragen. De meeste gemeenten willen het gesprek hierover wel aangaan, maar kunnen op dit moment geen toezeggingen doen. RMN wil het beheer van het netwerk eventueel adopteren wanneer de 10 jaar voorbij zijn, zolang de financiële bijdragen voor het onderhoud maar gewaarborgd zijn. Een deel van de geïnterviewden geeft inderdaad aan dat RMN de aangewezen partij hiervoor is. Een regio wil het onderhoud wellicht regionaal oppakken, indien nodig en indien hier budget voor is. Alle gesproken partijen zijn het er echter over eens dat het onderhoud niet teveel opgesplitst uitgevoerd moet worden. Het is niet wenselijk dat gemeenten het onderhoud zelf gaan uitvoeren, of dat de kwaliteit van het onderhoud verschilt binnen het netwerk. Daarnaast is het gewenst om het onderhoud van knooppuntnetwerk en de LF-routes uiteindelijk aan elkaar te koppelen, zodat dit efficiënt kan worden uitgevoerd.
2.6
Meldsysteem
Feiten: gebruikers kunnen knelpunten, zoals het ontbreken van bebording of foutieve bebording, doorgeven aan de aannemer door gebruik te maken van het landelijk meldsysteem op de site van Nederland Fietsland of via een applicatie voor smartphones. Deze mogelijkheid wordt geboden sinds eind 2010. Vanaf 2008 kunnen gebruikers hun meldingen ook doorgeven via fietsenindeprovincieutrecht.nl. Deze meldingen komen bij de provincie en vervolgens RMN binnen. Interviews: het provinciale meldsysteem op fietsenindeprovincieutrecht.nl is niet goed bekend bij de gebruiker, maar ook RMN heeft dit meldsysteem onvoldoende geïntegreerd in haar werkzaamheden. Het landelijk meldsysteem van nederlandfietsland.nl is ook nog onvoldoende bekend. Veel gemeenten geven aan nooit van dit systeem gehoord te hebben en kunnen daarom fietsers er niet op wijzen. Het is voor een deel van de gebruikers en gemeenteambtenaren onbekend bij wie ze moeten aankloppen met meldingen over het routenetwerk. Dit geldt ook voor meldingen van reconstructies / wegwerkzaamheden of aansluiting op andere regio’s. Overigens geven de meeste gemeenten aan dat er nooit meldingen over het fietsknooppuntennetwerk binnenkomen en gaan ze er vanuit dat eventuele meldingen hun weg hebben gevonden naar de onderhoudsinstantie. Volgens de aannemer zijn meldingen die via het landelijk meldsysteem binnen komen vaak te vaag om concreet op te pakken. In het meldsysteem moet de melder gevraagd worden het nummer van het bord bij de melding te noemen. In andere regio’s worden de meldingen die via nederlandfietsland.nl binnenkomen echter beter afgehandeld dan in Utrecht. Het is dus een aandachtspunt in het vervolg.
- 13 -
2.7
Eigendom van het netwerk
Feiten: provincie Utrecht heeft het fietsknooppuntennetwerk na oplevering willen overdragen aan RMN. Dit is in een brief aan RMN gevraagd. RMN heeft geantwoord dat zij hiertoe in principe bereid is als zij hiervoor de gewenste financiering krijgen (september 2007). Een vervolgbrief is er niet gekomen en er zijn ook geen definitieve afspraken bij beide partijen bekend. RMN heeft uiteindelijk wel de taak van beheerder op zich genomen en blijft dit tot 2018 doen. De provincie is dan ook nog steeds eigenaar van het bewegwijzeringsysteem. Interviews: de provincie Utrecht geeft aan dat ze in de toekomst het eigendom, beheer en onderhoud als gezamenlijke taak zien voor provincie en gemeenten. Bij een groot deel van de regio’s en gemeenten bestaat bereidheid om mee te denken over deze verantwoordelijkheid, maar in het huidige economische klimaat kunnen daar nu geen bindende uitspraken over worden gedaan. Financiering Feiten: de realisatie van het fietsknooppuntennetwerk is bekostigd met middelen van de provincie, gemeenten, samenwerkingsverbanden en subsidies. Het onderhoud en beheer van het netwerk is gelijk afgekocht tot 2018. Interviews: de gemeenten begrijpen dat de provincie na 2018 bij de gemeenten zal aankloppen voor middelen om het onderhoud te financieren. De gemeenten staan open voor een discussie over de financiering. Tevens geven de meeste gemeenten echter aan daar nu geen mogelijkheden voor te zien op de gemeentelijke begrotingen. De wens is om de discussie hierover tijdig te starten.
2.8
Wensen voor aanpassingen aan het netwerk
De volgende algemene wensen zijn tijdens de interviews genoemd: • Alle missende infopanelen terugbrengen. • Betere koppeling tussen het fietsknooppuntennetwerk en de kernen in het gebied, ter ondersteuning van ondernemers. • Betere koppeling tussen routenetwerk en recreatieterreinen. • Gebiedsaanduiding op de informatiepanelen aanpassen; de benaming is vaak foutief. • Mogelijkheid bieden om eens per twee jaar aanpassingen aan het netwerk door te voeren. • Onderhoud fietsknooppuntennetwerk koppelen aan onderhoud van andere bebording, om kosten te besparen. • Integratie overige routesystemen (o.a. heel de heuvelrug). • Zoek naar synergie utilitair en recreatieve routes. • In stand houden van de synchronisatie van de LF-bewegwijzering en de knooppuntbewegwijzering. Dit om te voorkomen dat nogmaals borden van het knooppuntensysteem worden bijgeplaatst, zonder LF-bewegwijzering bij te plaatsen. Tevens hebben de gemeenten specifieke routewensen doorgegeven. Deze zijn in de veldinventarisatie geïnspecteerd. Als bijlage bij dit rapport hoort GIS-data, waarin ook deze gemeentelijke wensen zijn opgenomen, inclusief advies.
- 14 -
Intervieuws
2.9
Wensen voor nieuwe ontwikkelingen
Door de geïnterviewde partijen zijn de volgende wensen voor nieuwe ontwikkelingen genoemd: • Realiseren oplaadpunten E-bikes (gekoppeld aan ‘Fietsers Welkom’). • Koppelen Fietsers Welkom aan netwerk. • Vervangen informatiepanelen met digitale toepassing (bv QR-code). • Koppelen ondernemers aan routenetwerk, bijvoorbeeld door verwijzingsborden vanuit een knooppunt (ontwerp Fietsers Welkom kan hiervoor worden gebruikt). • Andere gebruikersgroepen op het netwerk toestaan / faciliteren (b.v. skeeleren). • Monitoren van het gebruik van het netwerk, ter ondersteuning van beleidskeuzes (landelijke afstemming, landelijk fietsplatform). • Ontwikkelen van promotiemateriaal waar fietsen wordt gecombineerd met andere vormen van recreatie, zodat verschillende gebruikersgroepen in aanraking komen met andere mogelijkheden binnen het gebied. • Overnemen FietsStops uit Rivierengebied. • Laat ondernemers een deel van de route ‘adopteren’. Zo kunnen de kosten verdeeld worden over veel partijen. De gebiedscoördinatoren kunnen hier een rol spelen om afspraken te maken met de ondernemers.
- 15 -
- 16 -
erk? ep en de gemeenten een lijst met criteetwerk Utrecht zou moeten voldoen. k Fietsplatform. Deze is aangevuld met ntwikkelingen en wijzigingen van het Criteria ebruikt als leidraad. 3. Omdat het een elen is het echter altijd mogelijk dat er
t de uze-
3.1
vraag. n met netwerk f ± 10 nt gent. en voor
optimaal fietsknooppuntennetwerk
Waarom criteria voor een optimaal netwerk?
Als onderdeel van dit proces is samen met de projectgroep en de gemeenten een lijst met criteria opgesteld, waaraan een optimaal fietsknooppuntennetwerk Utrecht zou moeten voldoen. Uitgangspunt is de lijst die is opgesteld door het Landelijk Fietsplatform. Deze is aangevuld met enkele specifiekere Utrechtse wensen. Bij toekomstige ontwikkelingen en wijzigingen van het fietsknooppuntennetwerk kunnen deze criteria worden gebruikt als leidraad. Omdat het een product/project is dat bestaat uit een veelheid aan variabelen is het echter altijd mogelijk dat er locatiespecifieke uitzonderingen zijn op
e groter
deze criteria.
incipe ueerd. 3.2 De criteria l mogelijk gebruik gemaakt van rusti1. Om het systeem goed te laten functioneren moet de maaswijdte zodanig zijn dat deze voldoende keuzemowegen. gelijk heden biedt. tsroutes (LF-net) is gesynchroniseerd
a. Het aanbod moet afgestemd zijn op de vraag.
alve natuur en landschap dienen ook b Rondom grotere plaatsen en in gebieden met veel dag- en verblijfsrecreatie dient het netwerk het meest grotere steden is het voldoende om uit verdicht te zijn. Rondjes vanaf ± 10 km moeten hier mogelijk zijn. Dit betekent gemiddeld om de 2,5 á 3 /of het station (en vervolgens uitwaaiekm een knooppunt.
torische) bezienswaardigheden enook uit- rondom poorten en TOP’s en voor populaire natuur-/en recreatie gebieden. c. Dit geldt e puntlocaties bepalen in belangrijke d. Buiten deze gebieden kan de maaswijdte groter zijn. Bij een groot aanbod wordt gekozen uit 2. niet Knooppunten ek zijn – meestal is het mogelijk zijn of omwille van de veiligheid in principe op rustige en overzichtelijke kruisingen gesitueerd. p te nemen (wel opnemen opdederoutes over-tussen de knooppunten is zo veel mogelijk gebruik gemaakt van rustige, veilige en aantrek3. Voor kelijk gelegen paden en wegen.
swaardigheden ook gekeken naar de 4. Het bewegwijzerde netwerk van Landelijke Fietsroutes (LF-net) is gesynchroniseerd met het fietsknooppunom zowel de vraagzijde te bedienen tennetwerk. en) als de aanbodzijde (bijdrage toeris5. Het netwerk biedt voldoende afwisseling. Behalve natuur en landschap dienen ook aantrekkelijke kernen te e economie). n. worden aangedaan. Bij grotere steden is het voldoende om uit te gaan van één knooppunt nabij het centrum in routenetwerk te hebben (NSen/of het station (en vervolgens uitwaaieren naar de wijken/buitengebied). ook overstap punten (zie TOP’s – toe6. Markante toeristische punten zoals (cultuurhistorische) bezienswaardigheden en uitzichtpunten zijn
opgenomen in de tracering. Deze puntlocaties bepalen in belangrijke mate de belevingswaarde van het routenetwerk. Bij een groot aanbod wordt gekozen uit punten die voor de streek het meest karakteristiek zijn – meestal is het niet mogelijk of wenselijk om alle punten direct in het routenet op te nemen (wel opnemen op de overzichtskaart, , revisie zie verderop). Pagina 12 vanwordt 31 7. In de tracering naast de kernen en bezienswaardigheden ook gekeken naar de aansluiting op het
toeristisch-recreatief product om zowel de vraagzijde te bedienen (voldoende mogelijkheden om iets te consumeren) als de aanbodzijde (bijdrage toeristisch-recreatieve uitgaven aan de lokale/regionale economie). 8. Voldoende aantrekkelijke stad-land verbindingen. 9. Het is zaak om voldoende op- en afstappunten in routenetwerk te hebben (NS-stations, parkeerplaatsen, horeca) en eventueel ook overstap punten (zie TOP’s – toeristische overstap punten – in de Achterhoek). 10. Aansluiting op de omliggende netwerken is zodanig goed geregeld, dat de gebruiker niet of nauwelijks merkt dat hij/zij overgaat naar een ander fietsknooppuntennetwerk.
- 17 -
Meer uitvoeringstechnisch hanteren we de volgende criteria: 11. Bewegwijzerd wordt in twee richtingen. 12. Gebruik wordt gemaakt van rechthoekige borden met een witte achtergrond en een groene opdruk (gebruikelijke kleur voor recreatief fietsen). 13. Er worden twee formaten routeborden toegepast: een kleiner en een groter bord. Het kleinere bord wordt gebruikt voor overzichtelijke situaties in het buitengebied (landelijke omgeving) en wordt bevestigd op bermplanken of bermpalen. Het grotere formaat bord wordt binnen de bebouwde kom toegepast en in onoverzichtelijke situaties buiten de bebouwde kom. Bij deze borden wordt zo veel mogelijk het bestaande wegmeubilair benut (bijv. lantaarnpalen). Waar dat niet kan worden metalen ‘flespalen’ geplaatst waaraan de borden worden bevestigd. 14. Er zijn verschillende soorten borden, elk soort heeft een vaste lay-out. 15. Het groot model bord bestaat in twee afmetingen te weten 300x380mm voor knooppuntborden met één en twee richtingen en 300x550mm met drie richtingen. De afmetingen van het klein model bord bedragen respectievelijk 150x190mm en 150x275mm. Voor het onderbord bedragen de afmetingen respectievelijk 300x150mm en 150x60mm. Vooraankondigingsborden en verwijsborden hebben dezelfde afmetingen als de knooppuntborden met één en twee richtingen. 16. In principe wordt alleen bij richtingverandering een bord geplaatst en anders alleen bij situaties die mogelijk tot twijfel leidt bij de fietser (grote afstand tussen twee afslagen, onduidelijke kruising); 17. De borden worden bij voorkeur aan de rechterkant geplaatst. Bij heel overzichtelijke situaties in het buitengebied kan hiervan afgeweken worden; de borden voor beide richtingen kunnen dan op één drager (mast, flespaal, bermplank) worden bevestigd. 18. De borden worden zodanig geplaatst dat ze het zicht niet ontnemen op andere belangrijke aanduidingen 19. LF-bewegwijzering en knooppuntbewegwijzering wordt, wanneer de tracés samenvallen, gecombineerd door de borden onder elkaar op één drager te bevestigen. 20. Een goed voorbereid en uitgewerkt bestek is essentieel. Het bestek is digitaal (GIS) en maakt gebruik van geo-coördinaten (GPS) (x- en y-coördinaten kunnen worden ingelezen). 21. Uitgegaan wordt van een tweecijferig nummersysteem van de knooppunten. Een nummer kan meerdere keren voorkomen in verschillende regio’s. De nummers worden over een gebied verdeeld met behulp van de topografische kaart, opgedeeld in kwadranten. Door per kwadrant knooppuntnummers te reserveren (01-25, 26-50, 51-75 en 76-99) wordt voorkomen dat twee zelfde nummers op korte afstand van elkaar gebruikt worden 22. Het kaartbeeld op de infopanelen wordt geprint met een minimale kwaliteit van 720 dpi. Op de informatiepanelen dienen ook de knooppuntnetwerken van de aangrenzende regio’s weergegeven te worden. Het kaartbeeld houdt niet op bij de grens van Utrecht.
- 18 -
Criteria optimaal fietsknooppuntennetwerk
Daarnaast gelden voor een succesvol fietsknooppuntennetwerk nog de volgende criteria: 23. Een goede organisatie van het onderhoud is een must. Afspraken (financiering, verantwoordelijkheden) dienen te worden vastgelegd voor een periode van minimaal 10 jaar. Eén en ander kan door de beheerder zelf worden georganiseerd (via onderhoudsdienst of evt. via vrijwilligers) of worden uitbesteed aan een uitvoeringsorganisatie (marktpartij). De daadwerkelijke opdracht voor uitvoering kan voor een kortere periode worden verstrekt. 24. Om uitval van borden te beperken en hoge onderhoudskosten te vermijden wordt het gebruik van kwalitatief hoogwaardige, onderhoudsarme en vandalismebestendige materialen, zowel voor de borden als voor de bevestigingsmaterialen, aanbevolen. 25. Duidelijkheid over de eigendomssituatie is tevens een belangrijke voorwaarde voor succesvolle instandhouding. Immers, hiermee wordt duidelijk wie (eind)verantwoordelijk is voor het systeem. 26. Het regionale netwerk dient van een zodanige fijnmazigheid te zijn dat sprake is van een goede balans tussen kwaliteit plus gebruiksvriendelijkheid en betaalbare onderhoud- en beheerskosten.
- 19 -
Aanpak van het veldwerk
4.2 GIS-data Als bijlage bij dit rapport hoort de GIS-data van de veldinventarisatie. In deze GIS-data is het fietsknooppuntennetwerk te zien. Op locaties waar een knelpunt is gesignaleerd is een stip geplaatst. Wanneer op deze stip wordt geklikt, komt er een pop-up met informatie over dit knelpunt. Hieronder volgt een voorbeeld: Voorbeeld van GIS-data met pop-up van knelpunt
- 20 -
4.
Aanpak van het veldwerk
4.1
Constateringen
Tijdens het veldwerk zijn verschillende knelpunten gesignaleerd. Het resultaat daarvan is weergegeven in een GIS-bestand, dat als bijlage bij dit rapport hoort. In de GIS-data hebben we locaties van knelpunten vastgelegd. Daaraan gekoppeld maken we middels pop-ups het knelpunt inzichtelijk en geven we een advies over de oplossing ervan. Overigens is het niet zo dat hiermee alle knelpunten in het provinciaal netwerk inzichtelijk zijn geworden. Verschillende knelpunten vormen slechts een voorbeeld van situaties die zich op meerdere plekken voordoen. Wanneer we de gesignaleerde knelpunten samenvatten in een overzicht gaat het om de volgende onderwerpen: • De aansluitingen met de omliggende netwerken (overige provincies) zijn niet op orde. • Veel verwijsborden hangen te laag binnen de bebouwde kom (niet conform landelijke standaard CROW). • De kwaliteit van onderhoud is niet optimaal. Een aanzienlijk deel van de verwijsborden is toe aan onderhoud: »» borden zijn vies, door o.a. graffiti en groene aanslag; »» borden zijn beschadigd (aanrijschade, vuurwerkschade, etc.); »» borden zijn verkleurd (kleuren van stickers wijken af van bies); »» borden kloppen niet altijd meer of zijn ‘verdraaid’. • Informatiepanelen: »» op verschillende plekken ontbreken informatiepanelen op de knooppunten; »» op de knooppuntborden staan geen knooppuntnummers vermeld. Als dan het informatiepaneel op een knooppunt ontbreekt, is niet duidelijk op welk knooppunt de gebruiker is; »» weergave van de routes op informatiepanelen klopt soms niet met werkelijkheid; »» omliggende netwerken (andere provincies) staan niet op de Utrechtse informatiepanelen; • Diverse vooraankondigingen (u nadert knooppunt) zijn niet logisch geplaatst. • Op knooppunten worden soms verschillende bordsoorten en bordmaten door elkaar gebruikt (aluminium en kunststof, niet conform voorschriften Landelijk Fietsplatform). • Routesysteem ‘‘Heel de Heuvelrug’’ (en enkele andere thematische routes) is niet geïntegreerd in het fietsknooppuntennetwerk. • Het netwerk rondom Utrecht CS is door werkzaamheden in het veld niet te volgen. In de GIS-data worden ook nog andere knelpunten behandeld. De GIS-data vormen een integraal geheel met dit evaluatierapport. In het volgende hoofdstuk gaan we nader in op de knel- en verbeterpunten en wat daaraan gedaan kan worden.
4.2
GIS-data
Als bijlage bij dit rapport hoort de GIS-data van de veldinventarisatie. In deze GIS-data is het fietsknooppuntennetwerk te zien. Op locaties waar een knelpunt is gesignaleerd is een stip geplaatst. Wanneer op deze stip wordt geklikt, komt er een pop-up met informatie over dit knelpunt. Hiernaast een voorbeeld:
Voorbeeld van GIS-data met pop-up van een knelpunt
- 21 -
- 22 -
5.
Analyse en advies knelpunten
5.1
Inleiding
De inventarisatie (interviews + veldwerk) geeft aan waar de aandacht voor het fietsknooppuntennetwerk zich op kan gaan richten. Daarbij maken we onderscheid tussen aspecten die verbeterd moeten worden (oplossen knelpunten) en aspecten die verbeterd kunnen worden (optimaliseren netwerk). In dit hoofdstuk passeren de knelpunten de revue die opgelost moeten worden om een fietsknooppuntennetwerk van goede kwaliteit aan te kunnen bieden aan gebruikers. In het volgende hoofdstuk gaan we in op de optimalisatiekansen, ofwel hoe maken we het fietsknooppuntennetwerk nog mooier. De knelpunten behandelen we op basis van de volgende indeling: • Ontwerp
Oplossing: • Knelpunten in het veld • Beheer en onderhoud Het is wenselijk om in de grensgebieden een deelproject op te starten, waarbij beide provincies • Organisatorische verbeterpunten als initiatiefnemer/opdrachtgever fungeren. Naast het op orde brengen van de bewegwijzering moeten daarbij Utrechtse informatiepanelen worden vervangen. Dit geldt ook voor 5.2 ook de Ontwerp sommige informatiepanelen in defietsknooppuntennetwerk aangrenzende provincies, hoeweldrie hetgestelde Utrechtse netwerk op Het ontwerp van het huidige is langs de in hoofdstuk criteria voor een de meeste aangrenzende infopanelen is weergegeven Rivierenland, Zuid-Holland). optimaal netwerk gelegd. Daaruit kunnen we concluderen dat(Veluwe, het ontwerp er qua maaswijdte goed uitziet. Desondanks zijn er wel mogelijkheden om trajecten aan het netwerk toe te voegen, zeker op de Utrechtse Heuvelrug
(zie ook routewensen in hoofdstuk 6). De en knooppunten zijn over het algemeen genomen veilig en overHet is belangrijk om deze aansluitingen inroutes gezamenlijkheid (verantwoordelijken beide netwerzichtelijk.Voor Het netwerk biedt voldoende afwisseling en geldt heeft markante punten, en aansluiting afstappunten tusken) op te lossen. de provincie Zuid Holland dat detoeristische problemen opop-de opgenomen in het netwerk of ze zijn nabijgelegen. Enkele stad-land verbindingen zijn voor verbetering vatbaar sen Utrecht en Zuid Holland al in kaart zijn gebracht. (zie ook hoofdstuk 6). Over het ontwerp van het fietsknooppuntennetwerk valt altijd te twisten (iedere partij heeft
namelijk zijn eigen wensen en voorkeuren), maar in zijn totaliteit is het routeontwerp van het fietsknooppuntennetwerk Utrecht in orde. Aan enkele andere criteria uit hoofdstuk 3 voldoet het fietsknooppuntennetwerk Utrecht echter niet. Te denken valt aan de synchronisatie van LF-routes, de aansluitingen op omliggende netwerken en een goede organisatie van het onderhoud. Deze, en andere knelpunten behandelen we in de volgende paragrafen.
5.3
Knelpunten in het veld
In het veld hebben we verschillende knelpunten gesignaleerd. Niet alle knelpunten zijn locatiespecifiek vastgelegd. Per type knelpunt geven we aan in welke mate het is gesignaleerd en in welke mate het voorkomt (naar schatting). Aansluitingen met de omliggende netwerken (overige provincies) niet op orde
, revisie Pagina 17 van 31
De aansluiting van het fietsknooppuntennetwerk Utrecht op de omliggende netwerken is nergens goed op orde. Vanuit Rivierenland en de Veluwe is bij de realisatie getracht de aansluiting op Utrecht wel te verzorgen. Dit is overigens niet overal (meer) optimaal. Vanaf de Utrechtse knooppunten die grenzen aan andere regio’s wordt niet verwezen naar de aangrenzende fietsknooppunten in andere provincies. Ook andersom wordt vaak niet correct verwezen naar het ‘eerste’ Utrechtse knooppunt. Daarnaast geldt dat op de Utrechtse informatiepanelen geen informatie wordt verstrekt over het
- 23 -
Analyse en advies knelpunten
tussenliggende trace’s (van Utrechts knooppunt naar aangrenzend netwerk en andersom) zijn veelal niet, eenzijdig of fout bewegwijzerd. Ook komt het voor dat twee informatiepanelen van aangrenzende fietsknooppuntennetwerk. De tussenliggende trace’s (van Utrechts knooppunt naar aangrenzend twee verschillende provincies naast elkaar zijn geplaatst op één knooppunt. Ook verwijsborden Analyse en a netwerk en andersom) zijn veelal niet, eenzijdig of fout bewegwijzerd. Ook komt het voor dat twee informatiepazijn op deze grenzen soms gewoon dubbel opgehangen (zie beide voorbeelden). nelen van twee verschillende provincies naast elkaar zijn geplaatst op één knooppunt. Ook verwijsborden zijn op
deze grenzen soms gewoon dubbel opgehangen (zie beide voorbeelden). Voorbeelden van foutieve aansluitingen
tussenliggende trace’s (van Utrechts knooppunt naar aangrenzend netwerk en and veelal niet, eenzijdig of fout bewegwijzerd. Ook komt het voor dat twee informatiepa twee verschillende provincies naast elkaar zijn geplaatst op één knooppunt. Ook ve zijn op deze grenzen soms gewoon dubbel opgehangen (zie beide voorbeelden). Voorbeelden van foutieve aansluitingen
Voorbeelden van foutieve aansluitingen
Oplossing: Het is wenselijk om in de grensgebieden een deelproject op te starten, waarbij beide provincies als initiatiefnemer/opdrachtgever fungeren. Naast het op orde brengen van de bewegwijzering moeten daarbij ook de Utrechtse informatiepanelen worden vervangen. Dit geldt ook voor sommige informatiepanelen in de aangrenzende provincies, hoewel het Utrechtse netwerk op de meeste aangrenzende infopanelen is weergegeven (Veluwe, Rivierenland, Zuid-Holland). Het is belangrijk om deze aansluitingen in gezamenlijkheid (verantwoordelijken beide netwerken) op te lossen. Voor de provincie Zuid-Holland geldt dat de problemen op de aansluiting tussen Utrecht en Zuid-Holland al in kaart zijn gebracht. Aansluitingen Oplossing: Het is wenselijk in de grensgebieden schil deelproject 57 panelen, 2deop te starten, waarbij beide provincies Omvang probleemom in Utrecht 101 panelen (1ste een 1 als initiatiefnemer/opdrachtgever het op orde brengen van de bewegwijzering ) + 25 tracésNaast + 100 verwijsborschil 44fungeren. moeten daarbij ook de Utrechtse informatiepanelen worden vervangen. Dit geldt ook voor den + intekenen aansluitende netwerken sommige informatiepanelen in de aangrenzende provincies, hoewel het Utrechtse netwerk op Provincie/RMN omliggende provincies deActoren meeste aangrenzende infopanelen is+weergegeven (Veluwe, Rivierenland, Zuid-Holland). Prioriteit
Hoog
Kostenraming € 45.000,- (dit betreft de oplossing in (verantwoordelijken beide netwerHet is belangrijk om deze aansluitingen in gezamenlijkheid ken) op te lossen. Voor de provincie Holland geldt dat de problemen op de aansluiting tusUtrecht, nietZuid in aangrenzende provincies) sen Utrecht en Zuid Holland al in kaart zijn gebracht. 1
ste schil zijn panelen/knooppunten die direct grenzen aan andere fietsroutenetwerken. 2de schil zijn 1 knooppunten/panelen die daar weer ‘achter’ liggen.
- 24 -
Oplossing: Het is wenselijk om in de grensgebieden een deelproject op te starten, waarbij beid als initiatiefnemer/opdrachtgever fungeren. Naast het op orde brengen van de bew
Analyse en advies veldwerk
Informatiepanelen Ontbrekende panelen Op verschillende plekken in het Utrechts netwerk ontbreken op de knooppunten informatiepanelen. Het is niet (altijd) duidelijk of deze panelen er nooit geweest zijn of dat ze er niet meer staan. In tegenstelling tot veel andere regio’s in het land staat het knooppuntnummer van die specifieke locatie niet op de knooppuntborden. Daardoor is het zonder informatiepaneel niet duidelijk op welk knooppunt de gebruiker staat. We schatten in dat er zo’n 22 knooppunten zijn in het netwerk, waar momenteel geen informatiepaneel staat en waar dat wel gewenst is. Daarnaast zijn er nog 10 knooppunten waar geen paneel staat en waar dit ook niet nodig of mogelijk is (verkeerstechnisch of vanuit systematiek omdat er een ander knooppunt nabij is). Daar zal de knooppuntbebording echter wel moeten worden voorzien van een biestekst met het betreffende knooppuntnummer, zodat gebruikers zich beter kunnen oriënteren. Fouten op de panelen Uit het veldwerk is naar voren gekomen dat op verschillende panelen onjuiste informatie wordt verstrekt over de routes. Het kaartbeeld klopt soms niet met de werkelijkheid. Hieronder geven we daar een voorbeeld van. Ten Analyse en advies knelpunten noorden van Scherpenzeel lopen de routes in het veld (zie routelijnen links) anders dan ze op het informatiepaneel staan (routes rechts):
Voorbeeld onjuiste informatie op panelen Voorbeeld onjuiste informatie op panelen
- 25 -
Wij hebben tijdens de veldinventarisatie 12 fouten gevonden in de weergave van de routes en knooppunten. Op hoeveel informatiepanelen deze 12 fouten staan weergegeven, is ons niet bekend. Wanneer deze fouten op alle informatiepanelen waar het op staat aangepast moeten
nten. Op hoeveel informatiepanelen deze 12 fouten staan weergegeven, is ons niet Wanneer deze fouten op alle informatiepanelen waar het op staat aangepast moeten kunnen bijna alle panelen in Utrecht worden vervangen. Wanneer we de oplossingen leen uitvoeren op de knooppunten rondom deze fouten (daar waar de gebruiker er echt heeft), schatten het gaat12om informatieWij hebben we tijdensin dedat veldinventarisatie fouten72 gevonden in de weergave van de routes en knooppunten. Op hoeveel informatiepanelen deze 12 fouten staan weergegeven, is ons niet bekend. Wanneer deze fouten op alle informatiepanelen waar het op staat aangepast moeten worden, kun-
matiepanelen zijn voorzien van regionamen. Uitwede nen bijna alle panelen in Utrecht worden vervangen. Wanneer de oplossingen echter uitvoeren op de knooppunten rondom deze fouten s is gebleken dat alleen deze naamgeving soms meer vra(daar waar de gebruiker er echt last van heeft), schatten we in dat het gaat ept dan antwoorden geeft. om 72 informatiepanelen.
gen: De informatiepanelen zijn voorzien van regionamen. Uit de interviews is gebleken dat deze meer vragen wij oproept danop antwoorverkeersveiligheid hetnaamgeving toelaatsoms adviseren om den geeft. ooppunt een informatiepaneel te plaatsen (m.u.v. zo’n es). Daarmee kan de gebruiker zich beter oriënteren en weet op welk knooppunt hij/zij Oplossingen: ndt. DaarMits waar het gaat om informatiepanelen onjuiste route informatie de verkeersveiligheid het toelaat adviseren wij om op iedermet knooppunt een informatiepaneel te plaatsen adviseren (m.u.v.te zo’n 10 locaties). Daarmee kanpanelen de gebruiker zich beter oriënteren en weetinformatie op welk knooppunt hij/zijde zich routes. eze panelen vervangen, door met aangepaste over Daar waar het gaat om informatiepanelen met onjuiste route-informatie adviseren wij om deze panelen te seren om bevindt. op nieuwe informatiepanelen de regiobenamingen weg te laten. Hiermee vervangen, door panelen met aangepaste informatie over de routes. Wij adviseren om op nieuwe informatiepanenieuwe discussies omtrent de naamgeving voorkomen en wordt de uitstraling van één len de regiobenamingen weg te laten. Hiermee worden nieuwe discussies omtrent de naamgeving voorkomen en aal netwerk versterkt. Voor de informatiepanelen regiobenaming kan kan dan wordt de uitstraling van één provinciaal netwerk versterkt. Voor demet informatiepanelen met regiobenaming danhet prinhet principe worden ‘uitsterfconstructie’ worden gehanteerd. terf constructie’ gehanteerd. De panelen die moeten worden vervangen in het kader van de aansluitingen op andere regio’s laten we hier buiten beschouwing. Wij schatten in dat er 22 nieuwe panelen inclusief frame moeten worden geproduceerd en geplaatst en 72 nieuwe panelen (zonder frame) in het Utrechts fietsknooppuntennetwerk. Aandachtspunt hierbij is naast vervanging het aanpassen van de ontwerpen en de routewijzigingen in het moederbestand (zie ook paragraaf 5.3).
, revisie
Informatiepanelen Omvang
22 panelen ontbreken
Pagina 19 van 31
72 panelen met foutieve informatie (eigenlijk geldt het voor meer panelen, maar bij deze 72 is het hinderlijk) Actoren
Provincie/RMN
Prioriteit
Hoog
Kostenraming
€ 43.000,-2
Bebording Op de tracés tussen de knooppunten zijn diverse knelpunten gesignaleerd. Ook op de knooppunten is de bewegwijzering niet altijd optimaal. De omvang waarin gesignaleerde knelpunten zich voordoen is niet bekend, maar de hier benoemde knelpunten zijn wel meerdere keren gesignaleerd. Tijdens een bordspecifieke veldinspectie kan de mate waarin deze knelpunten zich voordoen nader worden vastgelegd: Verwijsborden ontbreken Op meerdere plekken in het netwerk ontbreken borden. Of deze er nooit hebben gestaan/gehangen, of dat ze niet zijn teruggeplaatst na verdwijning, is onbekend. Het ontbreken van een bord zorgt er veelal voor dat gebruikers direct de route kwijt zijn. Tijdens een bordspecifieke veldinspectie kunnen al deze gevallen worden opgespoord. Op basis van onze veldinventarisatie schatten wij in dat zo’n 5% van het totaal aantal verwijsborden ontbreekt. 2
Kosten exclusief ontwerpkosten/opmaakkosten van nieuwe panelen (schatting € 5.000,-)
- 26 -
andere provincies aanzienlijk hoger ligt (schatting 30% van alle bore foutieve verwijzingen is noodzakelijk omdat het gebruikers daadwerop stuurt.
Analyse en advies veldwerk
Voorbeeld foutieve verwijzing
Analyse en advies kn
Foutieve verwijzingen
Meerdereborden borden geven foutieve informatie. Dit komt voor op de grenzen Laaghangende met andere fietsknooppuntennetwerken, maar binnen het Utrechtse Veel verwijsborden binnen de bebouwde kom, dusook aluminium borden, hangen erg laag. D borden zijn niet opgehangen conform de daarvoor normen netwerk. Een bordspecifieke veldinspectie moetgeldende duidelijk maken hoe(uitvoeringsvoorschr vaak BABW, minimaal 2,20m, zie ookechter het toenmalige aanbestedingsdocument). dit voorkomt. Wij schatten in dat binnen het netwerk 5% van de bor-Consequentie van is een verminderde veiligheid, een hogere kans op beschadiging en vandalisme. Wij den verkeerde informatie geeft (richting of nummer), terwijl dit percentage ten in dat ongeveer 30%-40% van alle aluminium borden te laag hangt. Analyse en advies knelpunten op de aansluitingen met andere provincies aanzienlijk hoger ligt (schatting
30% van alle borden). Oplossing van deze foutieve verwijzingen is noodzaVoorbeelden laaghangende borden bebouwde kom kelijk omdat het gebruikers daadwerkelijk de verkeerde kant op stuurt.
Laaghangende borden Voorbeeld foutieve verwijzing Veel verwijsborden binnen de bebouwde kom, dus aluminium borden, hangen erg laag. Deze borden zijn niet opgehangen conform de daarvoor geldende normen (uitvoeringsvoorschriften Laaghangende borden BABW, minimaal 2,20m, ziede ook het toenmalige aanbestedingsdocument). Consequentie Veel verwijsborden binnen bebouwde kom, dus aluminium borden, hangen erg laag. Deze borden zijn niet daarvan is een verminderde een hogere op beschadiging enminimaal vandalisme. Wij opgehangen conform veiligheid, de daarvoor geldende normen kans (uitvoeringsvoorschriften BABW, 2,20m, zie ookschatten in dat ongeveer 30%-40% van alle aluminium borden te laag hangt. toenmalige Consequentie daarvan is een verminderde veiligheid, een hogere kans en/opmaakkosten van het nieuwe panelen aanbestedingsdocument). (schatting € 5.000,-) op beschadiging en vandalisme. Wij schatten in dat ongeveer 30%-40% van alle aluminium borden te laag hangt.
Voorbeelden laaghangende borden bebouwde kom , revisie Pagina 20 van 31
Vooraankondigingen Nadat het netwerk is gerealiseerd in 2008 zijn in een ‘aanvulronde’ later vooraankondigin bijgeplaatst. In sommige gevallen (schatting 5% van alle vooraankondigingen) zijn deze v aankondigingen (u nadert knooppunt) niet logisch geplaatst. De borden geven dan geen ve informatie, maar staan bijvoorbeeld zo dicht op het knooppunt dat ze eigenlijk geen fun meer hebben. Het aanpakken hiervan heeft echter minder prioriteit dan enkele andere ge leerde knelpunten.
Verschillende bordsoorten op een knooppunt Op knooppunten worden soms verschillende bordsoorten door elkaar gebruikt. Daarbij ga dan om een combinatie van kunststof borden (op bermplank) en aluminiumborden (aan s meubilair). Dit is niet conform de landelijke standaard en geeft een onoverzichtelijk beeld. gebruiker raakt hierdoor in verwarring. Het advies is om deze situaties aan te pakken con de landelijk gestelde richtlijnen (aluminium uitvoering binnen bebouwde kom, bermpalen kunststof borden buiten bebouwde kom).
Vooraankondigingen Vooraankondigingen Nadat het netwerk is gerealiseerd inin 2008 zijn in eenin ‘aanvulronde’ later vooraankondigingen bijgeplaatst. In somNadat het netwerk is gerealiseerd 2008 zijn een Bordsoorten ‘aanvulronde’ door later elkaarvooraankondigingen op 1 knooppunt mige gevallen (schatting 5% van alle vooraankondigingen) zijn deze vooraankondigingen (u nadert bijgeplaatst. In sommige gevallen (schatting 5% van alle vooraankondigingen) zijnknooppunt) deze voorniet logisch geplaatst. De borden geven dan geen foutieve informatie, maar staan bijvoorbeeld zo dicht op het aankondigingen (u nadert knooppunt) niet logisch geplaatst. De borden geven dan geen foutieknooppunt dat ze eigenlijk geen functie meer hebben. Het aanpakken hiervan heeft echter minder prioriteit dan ve informatie, maar staan bijvoorbeeld zo dicht op het knooppunt dat ze eigenlijk geen functie enkele andere gesignaleerde knelpunten. meer hebben. Het aanpakken hiervan heeft echter minder prioriteit dan enkele andere gesignaleerde knelpunten. Verschillende bordsoorten op een knooppunt
Op knooppunten worden soms verschillende bordsoorten door
Verschillende bordsoorten op een knooppunt elkaar gebruikt. Daarbij gaat het dan om een combinatie van Op knooppunten worden soms verschillende bordsoorten door elkaar gebruikt. Daarbij gaat het kunststof borden (op bermplank) en aluminiumborden (aan dan om straatmeubilair). een combinatie van kunststof borden (op bermplank) en aluminiumborden (aan straatDit is niet conform de landelijke standaard en meubilair). Dit is niet conform de landelijke standaard en geeft een onoverzichtelijk beeld. De geeft een onoverzichtelijk beeld. De gebruiker raakt hierdoor gebruiker raakt hierdoor in isverwarring. Hetaan advies is om deze situaties aan te pakken conform in verwarring. Het advies om deze situaties te pakken de landelijk gestelde richtlijnen (aluminium uitvoering conform de landelijk gestelde richtlijnen (aluminium uitvoeringbinnen bebouwde kom, bermpalen en kunststofbinnen borden buiten bebouwde bebouwde kom, bermpalen enkom). kunststof borden buiten bebouwde kom).
Bordsoorten door elkaar op 1 knooppunt - 27 -
Pagina 2
Synchronisatie LF De LF routes zijn niet overal goed gesynchroniseerd met het knooppuntensysteem. Verwijsborden hangen soms nog aan verschillende dragers, en zijn soms dubbel uitgevoerd. Dit levert vaak geen foute informatie op (pijlrichting klopt), maar het wijkt wel af van wat de gebruikers in den lande gewendLFzijn. Tevens levert het soms een wat rommelig beeld op. Op sommige plaatSynchronisatie sen lopen trajecten ook goed nietgesynchroniseerd synchroon. Het landelijk fietsplatform heeft hier ondertussen al De LFde routes zijn niet overal met het knooppuntensysteem. Verwijsborden hangen soms actie op ondernomen en via RMN is inmiddels een opdracht uitgezet bij een aannemer om de nog aan verschillende dragers, en zijn soms dubbel uitgevoerd. Dit levert vaak geen foute informatie op (pijlrichLF-routes te onderhouden. Tijdens degebruikers eersteincontroleronde worden ting klopt), maar het wijkt wel af van wat de den lande gewend zijn. Tevens alle levertfouten het soms in eende watsynchronisatie opgelost. rommelig beeld op. Op sommige plaatsen lopen de trajecten ook niet synchroon. Het landelijk fietsplatform heeft hier ondertussen al actie op ondernomen en via RMN is inmiddels een opdracht uitgezet bij een aannemer om de
Voorbeelden synchronisatie LF
LF-routes te onderhouden. Tijdens de eerste controleronde worden alle fouten in de synchronisatie opgelost.
Voorbeelden synchronisatie LF
Oplossingen knelpunten verwijsborden verwijsborden Om deOplossingen omvang knelpunten van deze knelpunten volledig in beeld te krijgen adviseren we een bordspecifieOm de omvang van deze knelpunten beeld te krijgen adviseren we eengecontroleerd bordspecifieke veldinspectie uit ke veldinspectie uit te voeren. Ditvolledig houdtin in dat alle bordlocaties en eventuele gete voeren. Dit houdt in dat alle bordlocaties gecontroleerd en eventuele gebreken vastgelegd worden. De ANWB breken vastgelegd worden. De ANWB heeft aangeboden hier een rol in te willen spelen met heeft aangeboden hier een rol in te willen spelen met haar vrijwilligers. Onder professionele begeleiding/aanstuhaar vrijwilligers. Onder professionele begeleiding/aansturing kan dit leiden tot een compleet ring kan dit leiden tot een compleet overzicht van de op te lossen knelpunten. Tevens kan die veldinspectie overzicht van de op te lossen knelpunten. Tevens kan die veldinspectie leiden totleiden een verbetertot een verbeterde (digitale) dataverzameling van het Utrechtse fietsknooppuntennetwerk. de (digitale) dataverzameling van het Utrechtse fietsknooppuntennetwerk. Daarnaast zal een verscherpte uitvoering van het onderhoud en de directie daarop al bijdragen aan het oplossen
van verschillende bovengenoemde knelpunten. Zeker waar hetonderhoud ontbrekende bebording Ook daarop verscherpte Daarnaast zal een verscherpte uitvoering van het en de betreft. directie al bijdragen (met name gemeenten) voor het terugplaatsen vanknelpunten. borden en panelen na infrastructurele aan hetaandacht oplossen vanvanuit verschillende bovengenoemde Zeker waar hetwerkontbrekende zaamheden zorgtOok voor minder ontbrekende borden. bebording betreft. verscherpte aandacht (met name vanuit gemeenten) voor het terugplaatsen van borden en panelen na infrastructurele werkzaamheden zorgt voor minder ontbrekende borden. Verwijsborden Omvang
Verwijsborden Omvang
Omvang van deze problemen is pas bekend na een bordspecifieke veldinspectie .. ontbrekende borden
Omvang .. foutieve borden van deze problemen is pas bekend na een bordspecifieke veldinspectie
.. te laag hangende borden .. vooraankondigingen
.. ontbrekende borden .. foutieve borden .. knelpunten in synchronisatie LF .. te laag hangende borden Provincie/RMN/LF .. vooraankondigingen Ontbrekende borden: hoog .. knooppunten met verschillende bordsoorten Foutieve borden: hoog LF .. knelpunten in synchronisatie Laag hangende borden: laag Provincie/RMN/LF Vooraankondigingen: laag Ontbrekende borden: hoog Knp met verschillende bordsoorten: laag Foutieve borden: hoog Laagsynchronisatie hangendeLF: borden: al opgepakt laag Knelpunten Vooraankondigingen: laag Onbekend Knp met verschillende bordsoorten: laag Knelpunten synchronisatie LF: al opgepakt Onbekend .. knooppunten met verschillende bordsoorten
Actoren Prioriteit
Actoren Prioriteit
Kostenraming
Kostenraming - 28 -
Analyse en advies veldwerk
5.4
Beheer en onderhoud
De kwaliteit van een product is in sterke mate afhankelijk van de kwaliteit van beheer en onderhoud. Dit geldt ook voor het fietsknooppuntensysteem Utrecht. Tijdens het veldwerk zijn we voorbeelden tegengekomen waaruit blijkt dat het huidig onderhoud niet leidt tot een goed resultaat. De kwaliteit van de verwijsborden en het totale fietsknooppuntennetwerk is daarmee niet op orde en blijft achter bij andere regio’s in het land. Opvallende aspecten zijn: • Veel borden zijn vies (groene uitslag, relatief veel graffiti). Wij schatten in dat dit zo’n 20% tot 30% van alle borden betreft. • Beschadigingen, naar schatting is ruim 10% van de borden beschadigd (bijvoorbeeld vuurwerkschade, of aanrijschade). • Door bijvoorbeeld infrastructurele- of routewijzigingen klopt de informatie op borden niet meer. Ook ‘verdraaide’ borden komen voor. Tijdens de diverse gesprekken is ook gebleken dat de taken, de taakverdeling en de communicatie rondom beheer en onderhoud (o.a. klachtenmeldingen) bij alle betrokkenen duidelijk zijn. Afspraken onderhoud en directievoering De provincie Utrecht heeft middels een aanbesteding het onderhoud uitbesteed aan een aannemer. Coördinatie en directievoering van het onderhoud ligt als taak bij RMN, die dit namens de provincie doet. geldende onderAnalyse enDe advies knelpunten houdsafspraken zijn opgenomen in de aanbesteding (zie hoofdstuk 2), daarnaast zijn mondeling enkele aanvullende afspraken gemaakt (inspectierondes, informatiepanelen).
Analyse en advies knelpunten
5.4 Beheer en onderhoud Uit de huidige staat van het fietsknooppuntennetwerk blijkt dat niet alle in de aanbesteding opgenomen onderDe kwaliteit van een product is in sterke mate afhankelijk van de kwaliteit van beheer en onderworden nagekomen (beschadigingen, vies/leesbaarheid, rechtop, juiste hoogte). Daarnaast geldt 5.4 houd. Dithoudsafspraken Beheer onderhoud geldt ooken voor het fietsknooppuntensysteem Utrecht. Tijdens het veldwerk zijn we dat er aan de informatiepanelen geen onderhoud wordt gepleegd en/of worden ze niet vervangen/teruggeplaatst De voorbeelden kwaliteit van tegengekomen een product is waaruit in sterkeblijkt mate datafhankelijk het huidig van de kwaliteit van beheer en onderbij schade of verlies (deze afspraak is gemaakt door RMN en de aannemer. Na deze evaluatie worden hier nahoud. Dit geldt ook voor het fietsknooppuntensysteem Utrecht. Tijdens het veldwerk zijn we onderhoud niet leidt tot een goed resultaat. De kwaliteit dere afspraken over gemaakt). voorbeelden tegengekomen waaruit dat het huidig van de verwijsborden en het totaleblijkt fietsknooppuntenonderhoud niet leidt tot een goed resultaat. De kwaliteit netwerk is daarmee niet op orde en blijft achter bij anOns advies is dan ook om te komen tot vernieuwde en verbetervandere de verwijsborden en het totale fietsknooppuntenregio’s in het land. Opvallende aspecten zijn: de afspraken over de uitvoering van het onderhoud. Daarbij gaat netwerk is daarmee nietvies op (groene orde en uitslag, blijft achter bij veel anx Veel borden zijn relatief het voornamelijk om verbeterde uitvoering van reeds bestaande dere regio’s in Wij het schatten land. Opvallende aspecten zijn: graffiti). in dat dit zo’n 20% tot 30% van afspraken (zie aanbestedingsdocumenten en het getekende borden betreft; x Veelalle borden zijn vies (groene uitslag, relatief veel contract, inclusief boeteclausule) als het maken van aanvulx Beschadigingen, schatting ruimtot 10% van de graffiti). Wij schattennaar in dat dit zo’nis20% 30% van lende afspraken (inspectierondes, onderhoud informatiepanelen, beschadigd (bijvoorbeeld vuurwerkschade, alleborden borden betreft; eventuele verlengen van huidige hersteltermijn). of aanrijschade); x Beschadigingen, naar schatting is ruim 10% van de x Doorbeschadigd bijvoorbeeld(bijvoorbeeld infrastructureleof routewijziginborden vuurwerkschade, Ook de directievoering heeft de afgelopen jaren niet geleid tot gen klopt de informatie op borden niet meer. Ook ‘verdraaide’ borden komen voor. of aanrijschade); het gewenste kwaliteitsniveau van de bebording en het onderx Door bijvoorbeeld of routewijziginhoud. Advies infrastructureleis om deze taak nadrukkelijker uit te voeren. Een Tijdens de diverse gesprekken is ook gebleken dat dede gen klopt de informatie borden niet Ook ‘verdraaide’ borden komen voor. verscherpte controleop op het onderhoud ismeer. gewenst, zodat taken, dekwaliteit taakverdeling en de communicatie rondom van het fietsknooppuntennetwerk verbetert. beheer onderhoud (o.a. klachtenmeldingen) bijde alle Tijdens de en diverse gesprekken is ook gebleken dat betrokkenen duidelijk zijn. taken, de taakverdeling envan de onderhoud communicatie rondom Het goed uitvoeren is van groot belang voor een structureel(o.a. kwalitatief hoogwaardig product. bij Hetalle oplossen beheer en onderhoud klachtenmeldingen) eerder beschreven knelpunten heeft dan ook alleen nut betrokkenenvan duidelijk zijn. Afspraken onderhoud en directievoering (eenmalige actie), als ook het onderhoud goed wordt uitgevoerd De provincie Utrecht heeft middels een aanbesteding (structurele actie, duidelijke afspraken). het onderhoud uitbesteed aan een aannemer. CoördiAfspraken envan directievoering natie en onderhoud directievoering het onderhoud ligt als taak De bij provincie Utrecht heeft middels een aanbesteding RMN, die dit namens de provincie doet. De geldenhet de onderhoud uitbesteed aan een aannemer. onderhoudsafspraken zijn opgenomen in Coördide aanbenatie en directievoering van hetzijn onderhoud als taak steding (zie H2), daarnaast mondelingligt enkele aanvullende afspraken gemaakt (inspectie- 29 bij RMN, die dit namens de provincie doet. De geldenrondes, informatiepanelen). de onderhoudsafspraken zijn opgenomen in de aanbesteding (zie H2), daarnaast zijnfietsknooppuntennetwerk mondeling enkele aanvullende (inspectieUit de huidige staat van het blijkt datafspraken niet alle ingemaakt de aanbesteding op-
roduct. Het oplossen van eerder beschreven knelpunten heeft dan ook alleen nut product. oplossen van eerdergoed beschreven knelpunten(structurele heeft dan ook alleen nut e actie), Het als ook het onderhoud wordt uitgevoerd actie, duidelijke ige actie), als ook het onderhoud goed wordt uitgevoerd (structurele actie, duidelijke ). en). Oplossingen
en De kwaliteit van het netwerk zal sterk verbeteren wanneer het onderhoud ngen wordt uitgevoerd en georganiseerd: eit van hetbeter netwerk zal sterk verbeteren wanneer het teit van het netwerk zal sterk verbeteren wanneer het • betere uitvoering van de onderhoudsafspraken; dudbeter wordt uitgevoerd en georganiseerd: beter wordt georganiseerd: • makenuitgevoerd van aanvullendeen afspraken over: uitvoering van de onderhoudsafspraken Inspectierondes (voorkeur 2x per jaar); re uitvoering»»van de onderhoudsafspraken » » Onderhoud en vervanging informatiepanelen; nenvan afspraken over: vanaanvullende aanvullende afspraken over: • scherpere directievoering. pectierondes spectierondes(voorkeur (voorkeur2x 2xper per jaar) jaar) derhoud en vervanging informatiepanelen nderhoud en vervanging informatiepanelen 5.5 Organisatorische verbeterpunten pere rperedirectievoering directievoering Tijdens de gevoerde gesprekken zijn diverse items besproken. De vol-
gende (organisatorische) aspecten zijn wat ons betreft belangrijk bij het bereiken van een hoger kwaliteitsniveau voor het fietsknooppuntennetwerk
Organisatorische verbeterpunten Utrecht: Organisatorische verbeterpunten • eigendom van het netwerk en vastleggen verantwoordelijkheden; edegevoerde items besproken. gevoerdegesprekken gesprekkenzijn zijndiverse diverse items • betrokkenheid; nde aspecten ende(organisatorische) (organisatorische) aspecten zijn zijn wat wat ons betreft • gebruik meldsysteem; van kbijbijhet hetbereiken bereiken vaneen eenhoger hoger kwaliteitsniveau kwaliteitsniveau voor • kwaliteit digitale bestanden. nooppuntennetwerk knooppuntennetwerkUtrecht: Utrecht: ndomvan vanhet hetnetwerk netwerken envastleggen vastleggen verantwoordelijkverantwoordelijkdom Eigendom van het netwerk en vastleggen verantwoordelijkheden n Initiatiefnemer van de realisatie van het fietsknooppuntensysteem was de okkenheid kenheid provincie Utrecht. Daarmee is de provincie ook eigenaar van het bewegwijzeringsysteem. De verantwoordelijkheid voor het beheer heeft RMN op zich genomen. uikmeldsysteem meldsysteem ik iteitdigitale digitale bestanden eit Wijbestanden adviseren om de hierover gemaakte afspraken tussen de provincie en RMN, voor zover dat nog niet gedaan is, vast te leggen in een overeenkomst.
Toekomstige routewijzigingen (dit is een continu proces) kunnen gecoördineerd worden door de beheerorganisaomvan vanhet het netwerk envastleggen vastleggen verantwoordelijkheden m netwerk en verantwoordelijkheden tie (nu RMN). Wensen tot routewijzigingen komen veelal uit het veld, van gemeenten en regio’s. De taak om dit nemervan vande derealisatie realisatievan van het fietsknooppuntensysteem fietsknooppuntensysteem was provincie Utrecht. emer wasDitde de provincie Utrecht. te coördineren en eventuele het wijzigingen aan te sturen ligt bij de beheerorganisatie. proces kan gefaciliteerd eisisde deprovincie provincie ook eigenaar van het bewegwijzeringsysteem. De verantwoordelijkheid en gestroomlijnd worden door hier vastehet momenten voor af te spreken (bijvoorbeeld eens in de 3 jaar wensen ook eigenaar van bewegwijzeringsysteem. De verantwoordelijkheid beheer heeft RMN op zich genomen. verzamelen centraal uitvoeren). De rol om nieuwe routeverzoeken te toetsen aan de criteria (hoofdstuk 3) ligt eheer heeft RMNen op zich genomen. dan ook bij de beheerorganisatie.
seren om de hierover gemaakte afspraken tussen de provincie en RMN, voor zover dat eren om de gemaakte afspraken dewijprovincie endeze RMN, voor zover dat Om hierover de rol van de gemeenten deze meer helder te tussen krijgen achten het ook verstandig te omschrijven gedaan is, vast te leggen in ineen overeenkomst. edaan is,envast leggen indocument. een overeenkomst. dit vastte te leggen in een Om ook een betere invulling te geven aan de rol van gemeenten is meer betrokkenheid bij het fietsknooppuntennetwerk gewenst.
stige routewijzigingen (dit is een continu proces) kunnen gecoördineerd worden door de ige routewijzigingen (dit is een continu proces) kunnen gecoördineerd worden door de rganisatieBetrokkenheid (nu RMN). Wensen tot routewijzigingen komen veelal uit het veld, van geganisatie (nu RMN). Wensen tot routewijzigingen komengeen veelal uit het veld, van geIn de interviewronde hebben de meeste gemeenten aangegeven nagenoeg bemoeienis te hebben bij het n en regio’s. De taak om dit te coördineren en eventuele wijzigingen aan te sturen ligt bij fietsknooppuntennetwerk. Voor de continuiteit van het fietsknooppuntennetwerk ook na de eerste tiente jaarsturen is het en regio’s. De taak om dit te coördineren en eventuele wijzigingen aan erorganisatie. Dit proces kan gefaciliteerd en gestroomlijnd worden door hier vaste ligt bij echter van belang dat buiten de provincie en RMN ook andere partijen meer verantwoordelijkheid nemen voor rorganisatie. Dit proces kan gefaciliteerd gestroomlijnd worden door hier vaste en voor afhettefietsknooppuntennetwerk. spreken (bijvoorbeeld eens inen 3 jaar centraal Om de betrokkenheid tede vergroten kan wensen de beheerderverzamelen het initiatief nemenen om de nn).voor af gemeenten te (bijvoorbeeld eens in de destand 3 aan jaar wensen verzamelen en centraal en provincie periodiek te informeren van zaken en de nieuwe mogelijkheden.3) ligt dan De rol omspreken nieuwe routeverzoeken te over toetsen de criteria (hoofdstuk rol om nieuwe routeverzoeken te toetsen aan de criteria (hoofdstuk 3) ligt dan e. De beheerorganisatie. beheerorganisatie.
ol van de gemeenten in deze meer helder te krijgen achten wij het ook verstandig deze van deengemeenten in dezeinmeer helder te krijgen achten wij hetinvulling ook verstandig hrijven dit vast te leggen een document. Om ook een betere te gevendeze aan ijven en dit- 30vast te leggen in een document. Om ook een betere invulling te geven aan - is meer an gemeenten betrokkenheid bij het fietsknooppuntennetwerk gewenst. gemeenten is meer betrokkenheid bij het fietsknooppuntennetwerk gewenst.
Analyse en advies veldwerk
Er kan bijvoorbeeld jaarlijks een bijeenkomst worden georganiseerd waarbij terugkoppeling wordt gegeven over: • het gebruik en de tevredenheid (op basis van monitor Landelijk Fietsplatform); • voortgang van het verbeterproces (aansluitingen, etc.); • nieuwe kansen; • promotie van het netwerk (incl. LF-routes); • inventariseren van wensen tot routewijzigingen; • rol van de gemeente als ‘oren en ogen in het veld’; • mogelijkheden voor financiering van het onderhoud. Het is gewenst om de gemeenten een nadrukkelijkere rol te geven in het doorgeven van en goed afhandelen van infrastructurele werken (opstellen provinciale richtlijn?). Daarnaast kunnen gemeenten (voornamelijk buitendienst) een belangrijkere rol spelen in het signaleren en melden van schades en fouten in het Utrechts fietsknooppuntennetwerk. Financiering Diverse gemeenten gaven in de interviews aan open te staan voor een discussie over de financiering van het onderhoud na 2018. Meer betrokkenheid bij het fietsknooppuntennetwerk zal ook leiden tot meer betrokkenheid bij het oplossen van dit financieringsvraagstuk voor na 2018. Wij adviseren dan ook hier gezamenlijk naar te kijken met als doel om de financiering gezamenlijk te dragen. In veel andere regio’s in Nederland worden de onderhoudskosten (deels) gedragen door gemeenten.
Meldsysteem Het landelijk meldsysteem van het Fietsplatform is een handig systeem voor gebruikers en overheden om problemen aan het fietsknooppuntennetwerk te melden. Uit de interviewronde is echter gebleken dat de bekendheid van het meldsysteem te wensen over laat, terwijl dit systeem al anderhalf jaar in gebruik is. Op de site van RMN staat ook een link naar dit meldsysteem. De provincie heeft daarentegen op de site www.fietsenindeprovincieutrecht.nl een eigen mogelijkheid voor meldingen. Meldingen die hier worden gedaan zijn niet automatisch gekoppeld aan het landelijk meldsysteem en meldingen gaan ook niet automatisch naar de onderhoudsaannemer. Ons advies is om deze mogelijkheid voor meldingen op de provinciale site te wijzigen en hier het landelijk meldsysteem te plaatsen, zodat alle meldingen via het landelijk meldsysteem binnenkomen. Ook op de gemeentelijke sites en eventuele toeristische sites zou deze link kunnen worden geplaatst. Wij raden verder aan om - als onderdeel van de nieuwe afspraken over het onderhoud - goede afspraken op te nemen over het gebruik van het meldsysteem door zowel de directievoerder als de aannemer. Conform de aanbestedingsdocumenten (Vraagspecificatie, hoofdstuk 8, Maintain) moet de aannemer de onderhoudswerkzaamheden bijhouden in een digitaal onderhoudsdossier. Dit gebeurt nu niet.
Inhoudelijke kwaliteit digitale bestanden De inhoudelijke kwaliteit van de beschikbare digitale bestanden in Utrecht is niet voldoende. Zoals is gebleken uit de veldinventarisatie wijken routes in het veld af van de situatie in de GIS-data. Daarnaast beschikt de provincie/RMN niet over GIS-data waarin de locaties van de geplaatste verwijsborden zijn opgenomen. Dit is wel als eis opgenomen in de aanbestedingsprocedure. Onbekend is of de aannemer wel beschikt over deze data. Deze bestanden zijn belangrijk voor het goed uitvoeren van het onderhoud. Daarnaast vormt het de basis voor een goed beheerssysteem. Het is daarom noodzakelijk dat de - 31 -
aannemer van deze digitale bestanden (GIS) jaarlijks een update maakt. Dit houdt in dat eventuele routewijzigingen en wijzigingen in het plaatsen van verwijsborden worden bijgehouden en verwerkt. Deze bestanden moeten vervolgens gedeeld worden met de provincie, RMN en het landelijk fietsplatform. We adviseren om de hierover bij de aanbesteding gemaakte afspraken na te komen. Ook voor wat betreft de promotionele uitingen (kaarten, websites, etc.) is het belangrijk om kwalitatief goede bestanden (wat betreft de routes en de knooppunten) te leveren aan derden. Voor toeristen en recreanten zijn goede kaarten en websites een must! Een goed beheerssysteem kan voor het fietsknooppuntennetwerk Utrecht zorgen voor een goede structuur voor het melden, afhandelen en monitoren van schades. Door zo’n systeem te gaan hanteren wordt voor alle betrokkenen (melders/gemeenten, uitvoerder/aannemer, directievoering/RMN) duidelijk hoe het onderhoud in zijn werk gaat en wat de stand van zaken is. RMN heeft een abonnement afgesloten op een beheerssysteem voor wandelen. Het verdient aanbeveling om te bekijken wat de ervaringen met dit systeem zijn en of dit systeem ook voor het fietsknooppuntennetwerk gebruikt kan worden. Eenzelfde systeem voor beide netwerken kan voordelen bieden (zeker voor RMN).
- 32 -
6.
Optimalisatie kansen
6.1
Inleiding
In dit hoofdstuk geven we inzicht in wensen en kansen om het netwerk te optimaliseren, ofwel hoe kunnen we het fietsknooppuntennetwerk nog mooier en leuker maken. Tijdens de gesprekken met gemeenten zijn wensen geuit ter verbetering van het fietsknooppuntennetwerk. Wensen om routes toe te voegen of te wijzigen zijn verwerkt in de bij dit evaluatierapport behorende GIS-data, inclusief ons advies daarover.
6.2
Wensen gemeenten
In hoofdstuk 2 is verwezen naar de wensen die de gemeenten tijdens dit proces hebben geuit. Voorbeelden hiervan zijn wensen tot wijziging van het netwerk in en rond Amersfoort, Veenendaal en het opnemen van (delen van) ‘Heel de Heuvelrug’. Deze routewensen zijn in het veld geïnventariseerd en als ‘aparte laag’ opgenomen in de GIS-database die hoort bij dit evaluatierapport. Gekoppeld aan deze GIS-data geven wij ons advies over deze wensen (database in GIS). Wij hebben de routewensen geconfronteerd met de in hoofdstuk 3 opgestelde criteria voor een optimaal netwerk. In ons commentaar geven we dan ook per routewens aan of een toevoeging of wijziging gewenst is, of juist niet. Daarnaast geven we een indicatieve raming van de investeringskosten die gepaard gaan met realisatie van de routewens. Uitvoering en financiering Provincie Utrecht heeft budget om knelpunten en punten ter verbetering van het fietsknooppuntensysteem door te voeren. Of dit voldoende is voor het oplossen van alle knelpunten en alle verbeteringspunten zal moeten blijken. Waarschijnlijk is het prioriteren van verbeterpunten noodzakelijk en zijn mede-investeringen van andere partijen (zoals andere provincies) nodig. Voor uitbreidingswensen heeft de provincie Utrecht niet direct budget beschikbaar. Gemeenten met een wens tot wijziging of uitbreiding van het netwerk zullen deze dan ook zelf moeten financieren. Daar komt bij dat het niet alleen gaat om de investeringen, maar ook om de extra onderhoudskosten die een uitbreiding met zich meebrengt (over een periode van minimaal 10 jaar). Daarbij kan rekening worden gehouden met een gemiddelde onderhoudsprijs van zo’n €40,- tot € 50,- per kilometer route per jaar. Coördinatie Wanneer de gewenste wijzigingen inderdaad doorgevoerd kunnen worden (o.a. i.v.m. financiering), is het belangrijk om dit goed en centraal te coördineren. Routewijzigingen hebben namelijk grote consequenties voor de omliggende informatiepanelen. En omdat in het kader van het creëren van goede aansluitingen met de omgeving toch al panelen moeten worden vervangen, kan dit mogelijk in 1 ronde. Het is aanbevelingswaardig om een moment te benoemen en te communiceren waarop eventuele (gemeentelijke) wensen tot routewijzigingen uitvoeringsgereed moeten zijn (financiering geregeld). Op die manier kan de aanpak van informatiepanelen efficiënt en in één keer goed worden uitgevoerd. Ter overweging Wanneer veel aangekondigde nieuwe routewensen worden uitgevoerd, moeten er ook weer veel informatiepanelen worden aangepast. De nieuwe route-ideeën rondom Amersfoort hebben bijvoorbeeld als consequentie dat ongeveer 30-40 informatiepanelen moeten worden aangepast en er enkele nieuwe panelen en borden bij komen. Bij veel nieuwe routewijzigingen (o.a. ‘Heel de Heuvelrug’) betekent dit nog eens extra panelen die moeten worden vervangen. Dit komt bovenop de panelen die toch al moeten worden vervangen vanwege de aansluitingen met omliggende provinciale netwerken (101) en de foutieve informatie (72). In dat geval valt te overwegen om alle informatiepanelen in het hele netwerk in één keer te vervangen.
- 33 -
a kaartbeeld/overlag i.v.m. be-
De voordelen hiervan op een rij:
• aansluitende netwerken staan op alle informatiepanelen (waar zichtbaar); erk • alle fouten zijn uit de kaartbeelden verdwenen; d van de in fietsknooppunten• hethet netwerk ‘Heel de Heuvelrug’ is geïntegreerd (en evt. gesaneerd) op de informatiepanelen (zie paragraaf 6.3); komen twee aspecrecht. Hieruit • alle routewensen die worden uitgevoerd zijn op alle panelen te zien; kt dat sommige kernen • opnemen QR-codes op allebeter panelen (zie paragraaf 6.4); • regiobenamingen op panelen kunnen verwijderd of aangepast worden; it is ook door verschillende ge• opmaak van de panelen kan slimmer qua kaartbeeld/overlap i.v.m. besparing op het onderhoud en eventuele netwerk op de Utrechtse Heunaleveringen. omenteel niet in het netwerk zijn
6.3
Toeristisch aanbod vs. fietsknooppuntennetwerk
In de inventarisatiefase hebben we een confrontatie uitgevoerd van de in het fietsknooppuntennetwerk opgenoHet routesysteem ‘Heel de Heuvelrug’ men routes met het ‘toeristisch aanbod’ van Utrecht. Hieruit komen twee aspecten naar voren die voor verbete-
bestaat naast hetzijn. knooppuntensysteem. In beter kunnen worden ontsloten door het fietsknooppuntenring vatbaar Ten eerste blijkt dat sommige kernen netwerk. is Dit dit is ook door verschillende gesprekspartners onze beleving verwarrend richting de als verbeterpunt genoemd. Ten tweede kan het netwerk op de Utrechtse Heuvelrug worden verfijnd. Er zijn daar prachtige fietspaden die momenteel niet in het netwerk
gebruiker.zijnWij adviseren dan ook routesysteem om de ‘Heel de Heuopgenomen. Door het bestaande
velrug’ te integreren in het fietsknooppuntennetwerk tracés van ‘Heel de Heuvelrug’ op te ne- wordt voldaan
Het routesysteem ‘Heel de Heuvelrug’
men in het knooppuntensysteem, waar dat bij voorkeur wordt geïntegreerd met het fietsknooppuntennetwerk
teem. In onze beleving is dit verwar-
aan deze verfijning. Ook voor het Let de Stigterpad geldt dat deze
nog niet
(routes samen is. latenGoede lopen). Opoptie onderdelen moet deze mogelijkhet geval is ver-
heid echter nader worden onderzocht (begaanbaar/vindbaarheid,
volgens om het systeem ‘Heel de Heuveltoegankelijkheid o.a. na zonsondergang, is het wel overal wenselijk
in het kaderDit van zorgt de zonering op de heuvelrug, medewerking grondrug’ te saneren. voor minder ver-
bestaat naast het knooppuntensysrend richting de gebruiker. Wij adviseren dan ook om de tracés van ‘Heel de Heuvelrug’ op te nemen in het knooppuntensysteem, waar dat nog niet het
warring bij de gebruiker en levert een be-
geval is. Goede optie is vervolgens om
sparing op in het Tevens is eenonderhoud. kaart gemaakt, waarbij het huidige fietsknooppun-
neren. Dit zorgt voor minder verwarring
eigenaren).
tennetwerk en de nieuwe routewensen zijn ‘geconfronteerd’ met
bij de gebruiker en levert een bespa-
de (nieuwe) recreatieve zonering van de heuvelrug. Deze kaart is
ring op in het onderhoud.
velrug. Deze opgenomenkaart als bijlage.is opgeno-
an-
t een
p van et
het systeem ‘Heel de Heuvelrug’ te sa-
6.4
Overige kansen
QR codes Als informatiepanelen worden vervangen in het kader van de aansluitingen of routewijzigingen, is dat een mooi moment om een nieuwe toepassing toe te voegen aan het informatiepaneel. Met een QR-code kan een link worden gelegd tussen de fysieke wereld (infopaneel) en de digitale wereld (website). Zo kan met behulp van een smartphone bijvoorbeeld een link worden gelegd tussen het fietsen van de knooppunten en de toeristische informatie op www.fietsenindeprovincieutrecht.nl of de site met toeristische informatie www.utrechtyourway.nl. In Groningen is dit systeem onlangs ingevoerd, waarbij ieder informatiepaneel weer andere (locatiespecifieke) toeristische informatie geeft. Uiteraard is een QR code niet voor iedereen interessant, maar de groep recreanten die actief gebruik maakt van smartphones en dit soort toepassingen wordt steeds groter!
nformatie- 34 www.utrechtyourway.nl. formatiepaneel weer andere (lo-
In de provincie Utrecht zijn al 43 toeristische ondernemers aangesloten bij Fietsers Welkom. Op Flevoland naOptimalisatie is dit de kansen provincie met het laagst aantal participerende ondernemers. Het zou goed zijn om hier meer bekendheid voor te genereren Fietsers Welkom! Fietsers Welkom! en ervoor te zorgen dat meerdere ondernemers aansluiten bij In de provin In de provincie Utrecht zijn al 43 toeristische ondernemers aandit initiatief. Meer ondernemers die zich hier bij aansluiten beaangesloten gesloten bij Fietsers Welkom! Op Flevoland na is dit de provineen betere serviceverlening vanuit het toeristisch bedrijfsleven naar de fietsende bezoeprovincie m cie met het laagst aantal participerende ondernemers. Het zou Het zou goe ar het betekent ook automatisch meer goed zijn om hier meer bekendheid voorambassadeurs te genereren en ervoorvoor het Utrechts fietsknooppunen ervoor te zorgen dat ondernemers bij stimulans dit initiatief. werk! Hier kan tevanuit demeerdere overheden eenaansluiten (extra) aan worden gegeven.
dit initiatief. tekent een betere serviceverlening vanuit he betere serviceverlening vanuit het toeristisch bedrijfsleven naar ker. Maarvoor hethetbetekent ook automatisch mee de fietsende bezoeker. Maar het betekent ook automatisch meer ambassadeurs Utrechts fietsknooppunding doelgroepen tennetwerk! Hier kan vanuit de overheden ee tennetwerk! Hier kan vanuit de overheden een (extra) stimulans aan worden gegeven. Meer ondernemers die zich hier bij aansluiten betekent een
ocht kan worden in hoeverre het knooppuntensysteem van meerwaarde kan zijn voor en nieuwe doelgroepen. Zo zijn bijvoorbeeld de E-bikes enorm in opkomst (in 2011 Uitbreiding doelgroepen Uitbreiding doelgroepen 0 verkocht in Nederland). Voldoende oplaadpunten (o.a. Fietsers Welkom voorziet hierin) Onderzocht kan worden innieuwe hoeverre het knoo Onderzocht kan worden in hoeverre het knooppuntensysteem van meerwaarde kan zijn voor andere en gen voor extradoelgroepen. aantrekkingskracht op deze ‘nieuwe fietsers’. Ook kunnen voorkeursrouandere enverkocht nieuwe doelgroepen. Zo zijn bijvoorbeeld de E-bikes enorm in opkomst (in 2011 181.000 in Nederland). Vol- Zo zijn bijvo den gecommuniceerd die zijn afgestemd op het hierin) gebruik van deze E-bikes langere doende oplaadpunten (o.a. Fietsers Welkom voorziet kan zorgen voor extra aantrekkingskracht op deze Voldoende 181.000 verkocht in(iets Nederland). oplaadpunten‘nieuwe onderweg). Hiermee kan promotionele aandacht worden gegeven aan fietsers’. Ook kunnen voorkeursroutes worden gecommuniceerd zijn afgestemd op het gebruik van het kandiezorgen voor extra aantrekkingskracht op deze E-bikes (iets langere routes, oplaadpunten onderweg). Hiermee kan promotionele aandacht worden gegetes worden gecommuniceerd die zijn afgeste ooppuntennetwerk. ven aan het fietsknooppuntennetwerk.
het fietsknooppuntennetwerk ook dienst doen voor Zo kan het fietsknooppuntennetwerk ook dienst doen voor beeld skeeleraars. Metskeeleraars. een eenvoudige scanscan naar bijvoorbeeld Met een eenvoudige naar de de theid van de ondergrond per tracé per kan het geschiktheid van de ondergrond tracé kan fietshet fietsknooppuntennetwerk worden omgezet in een skeelerroutenetwerk. untennetwerk worden omgezet in een skeelerrouteDezelfde bewegwijzering kan daarmee een nieuwe doelgroep k. Dezelfde bewegwijzering kan daarmee een nieuwe aanspreken. ep aanspreken. 6.5
routes, oplaadpunten onderweg). Hiermee k fietsknooppuntennetwerk.
Zo kan het fietsknooppuntennetwerk ook die bijvoorbeeld skeeleraars. Met een eenvoudig geschiktheid van de ondergrond per tracé ka knooppuntennetwerk worden omgezet in een netwerk. Dezelfde bewegwijzering kan daarm doelgroep aanspreken.
Monitoring
Uiteindelijk zijn alle adviezen bedoeld om de kwaliteit van het fietsknooppuntennetwerk Utrecht te vergroten en Monitoring 6.5 Monitoring de tevredenheid bij gebruikers te verhogen. Dan is het ook goed om deze kwaliteit en tevredenheid te monitoren. elijk zijn alle adviezen bedoeld om de kwaliteit van het fietsknooppuntennetwerk Utrecht Uiteindelijk zijn alle adviezen bedoeld om de Daarmee wordt het resultaat van investeringen zichtbaar en tastbaar. De landelijke benchmark ‘kwaliteitsmonitor te vergroten en de tevredenheid bij gebruike oten en de tevredenheid bij gebruikers te verhogen. Dan is het ook goed om deze kwalifietsregio’s’ van het Landelijk Fietsplatform, maakt deze kwaliteiten en tevredenheid inzichtelijk, ten opzichte van teit investeringen en tevredenheidzichtbaar te monitoren. Daarmee evredenheid te monitoren. wordt hetomresultaat van andere regio’s in het Daarmee land. Wij adviseren dan ook actief te participeren in dit jaarlijks terugkerend onderzoek.en tastbaar. De landelijke benchmark ‘kwaliteits r. De landelijke benchmark ‘kwaliteitsmonitor fietsregio’s’ van het Landelijk Fietsplatform, maakt deze kwaliteiten en tevredenheid inzic deze kwaliteiten en tevredenheid inzichtelijk, ten opzichte van andere regio’s land. Wij adviseren dan ook in omhet actief te participer Resumé iseren dan ook6.6 om actief te participeren in dit jaarlijks terugkerend onderzoek. In dit evaluatierapport zijn de aanbevelingen ingedeeld in twee categorieën. Ten eerste adviseren we hoe de
knelpunten uit het systeem kunnen worden gehaald. Naast fysieke verbeterpunten in het veld gaat het daarbij ook
6.6 Resumé In dit evaluatierapport de aanbevelingen Resuméoplossen van knelpunten is één aspect, maar ervoor zorgen dat er niet opnieuw knelpunten ontstaanzijn is een ander ren we hoe de knelpunten uit het systeem ku valuatierapportaspect. zijn de aanbevelingen ingedeeld in twee categorieën. Ten eerste adviseten in het veld gaat het daarbij ook om organ hoe de knelpunten uit het systeem kunnen worden gehaald. Naast verbeterpunterslag ook fysieke een structureel karakter krijgt. Im Ten tweede zijn enkele nieuwe kansen gesignaleerd die kunnen zorgen voor een extra impuls voor het fietset veld gaat het daarbij ook om organisatorische verbeterpunten waarmee een verbemaar ervoor zorgen dat er niet opnieuw knel knooppuntennetwerk en het fietsen in Utrecht. Dit levert meer tevreden ‘klanten’, meer herhaalbezoek, hogere om organisatorische verbeterpunten waarmee een verbeterslag ook een structureel karakter krijgt. Immers, het
ook een structureel karakter krijgt. Immers, het oplossen van knelpunten is één aspect, bestedingen en uiteindelijk meer werkgelegenheid. Tenander tweedeaspect. zijn enkele nieuwe kansen gesig rvoor zorgen dat er niet opnieuw knelpunten ontstaan is een
voor het fietsknooppuntennetwerk en het fiet meer herhaalbezoek, hogere bestedingen en
eede zijn enkele nieuwe kansen gesignaleerd die kunnen zorgen voor een extra impuls t fietsknooppuntennetwerk en het fietsen in Utrecht. Dit levert meer tevreden ‘klanten’, erhaalbezoek, hogere bestedingen en uiteindelijk meer werkgelegenheid. - 35 -
Bijlage 1 GISDATA
Zie bijgeleverde GIS-bestanden.
plaats CD
Bijlage 2 Interviewlijst
• Projectleider realisatie fietsknooppuntensysteem 2008 • Landelijk Fietsplatform • RMN • 6 groepsgesprekken waarvoor alle gemeenten en gebiedscoördinatoren in Utrecht zijn uitgenodigd. De volgende partijen hebben geparticipeerd: »» Stad en Land Utrecht / Kromme Rijn ~~ Gemeente Utrecht ~~ Gemeente Vianen ~~ Gemeente Houten ~~ Gemeente Wijk bij Duurstede ~~ Gemeente Bunnik »» Utrechtse Waarden / Ronde Venen ~~ Gemeente De Ronde Venen ~~ Schriftelijke reactie van Gemeente Oudewater en Gemeente Woerden »» Gelderse Vallei ~~ SVGV ~~ Gemeente Amersfoort ~~ Gemeente Renswoude ~~ Gemeente Woudenberg ~~ Gemeente Veenendaal ~~ Schriftelijke reactie van Gemeente Bunschoten-Spakenburg, Gemeente Leusden, Gemeente Rhenen »» Utrechtse Heuvelrug ~~ Programmabureau ‘Heel de Heuvelrug’ • Contact met aangrenzende provincies: ~~ Zuid-Holland ~~ Noord-Holland ~~ Gelderland ~~ Flevoland
- 40 -
Verantwoording
Titel
: Fietsknooppuntennetwerk Utrecht
Subtitel
: Evaluatie
Projectnummer
: 315420
Datum
: 21 september 2012
Auteurs
: Sjoerd Zegers, Henno Folkersma, Jos Bosma
E-mail adres
:
[email protected]
Gecontroleerd door
: Hans Popken
Goedgekeurd door
: Hans Popken
Contact
: Grontmij Nederland B.V.
Stationsplein 12 9401 LB Assen T +31 594 33 88 99 www.grontmij.nl
- 41 -