Erkenningsnummer: P708556
www.aquariumzaaknormal.be
[email protected]
Openingsuren: woensdag , donderdag en vrijdag van 9.30 tot 12.00 en 13.30 tot 18.30 zaterdag van 9.30 tot 12.30 en 13.30 tot 17.30 maandag, dinsdag en zondag gesloten
WAGTAIL CONTACT Maandblad van de Koninklijke aquarium– en Terrariumvereniging Wagtail Aalst 37ste jaargang
februarie 2015
Voorzitter Patrick Loosveldt Groenselstraat 102 9250 Waasmunster Tel: 09/329 35 64 E-mail:
[email protected] Secretaris - Verslaggever Jan Vindevoghel Stropersweg 3 - 9420 BURST tel: 053/41.52.28 E-mail:
[email protected] Schatbewaarder Marc Vermaut Molenstraat 105 - 1790 ESSENE Tel: 053/67 21 76 Rek. IBAN BE30 3930 4806 5411 E-mail:
[email protected] Materiaalbeheerder + Verantw. tentoonstellingen Tony Dooremont Verenigde Natiesstraat 19 - 9420 Erpe-Mere Tel: 053/83 60 79 E-mail:
[email protected] Marc Vlasschaert Leedsesteenweg 12 - 9420 Erpe Tel & Fax: 053/78.54.35 E-mail:
[email protected] Redactie Pierre Hellebaut Korte Zoutstraat 45 - 9300AALST Tel: 053/21 36 29 E-mail:
[email protected] Webadres: http://users.telenet.be/wagtail
Inhoud Verslag
18
Volgende vergadering
21
Aquariumagenda
22
Nationale huiskeuring
24
Grote zeediepte en zware inspanningen gaan moeilijk samen
26
Sewellia lineolata
27
Maximale pracht, de Glyceria maxima
29
De voortplanting van goudvissen en koi’s
31
Vergadering iedere derde vrijdag van de maand om 20 uur uitgenomen in juli Lokaal: ‘t Capucientje, 99 Capucienelaan 9300 Aalst
Verslag. Tijdens onze ledenvergadering van vrijdag 16 januari 2015 kregen we Walter Van der Jeught als spreker. Iedereen kent Walter reeds als redacteur en medewerker van Aquariumwereld. Walter gaf ons een voordracht over “Schelpenbewonende cichliden, een (ongeveer) totaaloverzicht”. Wat onderscheidt cichliden van andere zoetwatervissen? Cichliden zijn in feite “secundaire” zoetwatervissen. Ze zouden vroeger in zout water geleefd hebben, maar door het afsluiten van de meren van de zee, is het water langzaam zoet geworden. Ze bezitten links en rechts slechts één neusopening zoals de zeevissen, terwijl de andere zoetwatervissen aan beide kanten twee neusopeningen hebben. De eieren van muilbroedende cichliden hebben geen hechtorgaan, net zoals bij de zeevissen. Cichliden zijn baarsachtigen, hoewel niet van elke soort kan gezegd worden dat ze op een baars lijken. Bij nagenoeg alle cichliden bestaat de rug- en aarsvin uit een stekelstralig en een weekstralig deel. Cichliden hebben een gesloten zwemblaas. Bij jonge cichliden vult de zwemblaas zich via een speciale klier, de drukregeling in de zwemblaas gebeurt dan via gasuitwisseling in het bloed. Cichliden hebben ook een tweede paar kaken vlak voor de keelopening, dat als extra kauworgaan dient. Vele cichliden hebben gevaarlijke tanden. De meeste schelpenbewonende cichliden leven in het Tanganyikameer. De meesten van ons weten dat dit meer het grootste en diepste meer van Afrika is. Het is 700 km lang en grenst aan meerdere Afrikaanse landen. Het is tot 1500 m diep, alhoewel de vissen naargelang de soort, doorgaans slechts tot 40 m diepte te vinden zijn. Men vindt er allerlei biotopen, gaande van rotsgebieden, zandbodems, tot plantenzones, maar dat is niet het gebied waar de schelpbewoners leven. Het aquarium. Het aquarium voor de schelpenbewonende cichliden is geen plantenbak. Men bouwt hem op met rotsen, bij voorkeur grote stenen, geen opeenstapeling van kleine rotsjes en de bodem bestaat uit zand, geen kiezel. Daarnaast voorziet men schelpen. De plaats waar de schelpen liggen, speelt geen rol want de vissen slepen ze toch naar de plaats die hen het beste uitkomt en waar ze die ingraven. Soms graven ze de schelp zover in, dat enkel de opening nog bloot blijft liggen. Omwille van dat ingraven, moet het zand fijn zijn. Als schelpen kan men slakkenhuizen gebruiken, zoals van wijngaardslakken. In de natuur zijn de schelpen van de Neothauma-slak. Dat is een endemische slak van het Tanganyikameer. Op de zandbodems liggen er kerkhoven van 18
lege slakkenschelpen tot wel 10 m dik. Het huisje van de Neothauma-slak lijkt meer op dat van wulken dan op dat van wijngaardslakken, die voor het aquarium echter evengoed geschikt zijn. Men moet ze goed uitkoken en dan uitkuisen, dat er geen vuil blijft in zitten. Men boort dan een klein gaatje in de punt zodat de lucht kan ontsnappen onder water. Als er lucht in de schelp blijft zitten en de vis duikt er in, leidt dit zeker tot zijn dood. Men zorgt voor een pH van ca. 8 en heel zuurstofrijk water. Gebruik daarvoor geen luchtsteentjes, want die brengen geen zuurstof in het water. Schelpenbewonende cichliden uit een aquarium scheppen, gaat helemaal niet, want de vissen duiken onmiddellijk in hun schelp. Men kan dan wel gemakkelijk de schelp opnemen en transporteren, maar men moet er steeds voor zorgen dat er geen lucht in de schelp komt. Het is ook nodig te zorgen voor water van dezelfde kwaliteit en warmte bij het vervoer. Voor een aantal soorten volstaat een bakje van 80 x 40 x 40 cm. Voor andere is dan weer een groter aquarium nodig en sommige zijn zelfs niet in een gewoon huiskameraquarium te houden. Het voedsel. Walter voedert enkel met allerlei soorten diepvriesvoer; Artemia, Mysis, watervlooien enz… Als men echter jongen wil grootbrengen, moet men zorgen voor levende Artemia. En voldoende voederen, zodat de jongen in het voedsel zwemmen. De Artemia moet zich rond de schelpopening bevinden. Als de jongen immers te veel energie moeten verbruiken om bijv. aan de andere kant van het aquarium aan voedsel te komen (en dat is zeker het geval met vlokkenvoer dat blijft drijven), verbruiken ze meer energie dan ze binnenkrijgen met het voedsel. Na elke voederbeurt spurten ze immers terug naar hun schelp om veilig te zijn. Zo lopen de jongen een groeiachterstand op, die ze nooit meer inhalen. De jongen worden door de ouders tegen alles en iedereen verdedigd. De vissen. Het genus (Neo)lamprologus bevat talrijke soorten. Een aantal behoorde vroeger tot het genus Lamprologus, maar ze zijn nu ingedeeld bij Neolamprologus. Man en vrouw zijn vaak moeilijk uit elkaar te houden Wie echter aandachtig zijn vissen gadeslaat, zal na een tijdje de geslachten uit elkaar kunnen houden, zeker als de vissen volwassen worden, want meestal is de man een beetje groter dan de vrouw. Bij veel soorten zal de man ook niet in de schelp wonen, maar er enkel ingaan om sperma af te zetten als de vrouw eieren afzet. Neolamprologus boulengeri leeft in het noordelijk deel van het Tanganyikameer. Dit is één van de grotere soorten schelpbewoners. De man wordt 7 cm en de vrouw 5 cm. Ze leven als paar en het vrouwtje gebruikt een schelp om haar eieren af te zetten, terwijl de man de omgeving bewaakt. Bij N. brevis is er wel een geslachtsonderscheid. Het is één van de kleinst bekende cichliden. De man, die 5 cm wordt, heeft een lange puntige rugvin, terwijl de vrouw 19
die slechts 3 cm wordt, een afgeronde rugvin heeft en een beetje molliger is. Ze leven in groepjes (men moet er dus minstens een tiental samenhouden) en ze zullen dan zelf koppels vormen. Ze bakenen een territorium af rond hun schelp en men kan best ruimtes creëren met rotsen, zodat ze elkaar niet permanent zien. De ouders verblijven niet permanent in hun schelp, maar wel de jongen. Het duurt een paar dagen voor men de jongen aan de uitgang van de schelp kan zien. De vissen worden een jaar of vier. Er zijn meerdere soorten N. brevis, waarvan de meeste dan een beetje duurder zijn de gewone. De namen hebben vaak te maken met de vindplaats in het meer, waar de instroom van een rivier al een barrière kan vormen waardoor vissen niet meer bij elkaar kunnen komen en na verloop van eeuwen een ander uitzicht krijgen, waardoor ze een andere naam wordt toegewezen. Zo zijn er o.m. Neolamprologus brevis Kavallo, Narambo, Ikola, Burundi, Congo, Zaïre, Chimba, Zambia etc… Verder zijn er Neolamprologus calliurus: man 8 cm; vrouw 4,5 cm; N. calipterus: man 12 cm; vrouw 5 cm; is zeer agressief tegenover soortgenoten. Men moet meerdere vrouwtjes per man houden. N. caudopunctatus: man 6 cm; vrouw 5 cm; is zeer gevoelig voor de waterwaarden. Ook van deze zijn meerdere soorten bekend: Chaitika; Chituta; Kasanga; Kapampa enz… N. hecqui: man 7 cm; vrouw 4,5 cm; N. kungweensis: man 5 cm; vrouw 3,5 cm; is een vrij dure vis. Is in de natuur geen slakkenhuisbewoner, maar woont in een gangetje in de modder. Omdat dit in een aquarium moeilijk te bereiken is, want het zand zakt in, gebruiken ze slakkenhuizen om te kweken. N. meeli; N. meleagris heeft een parelmoerkleur. N. multifasciatus: man 3,5 cm; vrouw 3 cm. Dit is de kleinste cichlide van het Tanganyikameer. Ze hebben bruine strepen op een bleke achtergrond. Ze leven in roedels maar je hebt dan wel veel schelpen nodig. De jongen van de volgende generaties worden opgenomen in de groep, maar moeten wel voor hun eigen schelp zorgen. N. similis, lijkt op de vorige N. multifasciatus en heeft ook dezelfde gedragseigenschappen, maar deze heeft witte strepen op een bruine achtergrond. De man wordt ook een beetje groter tot 5 cm; vrouw 3,5 cm. N. ocellatus, alhoewel klein (man 5 cm; vrouw 4 cm) is dit een agressieve soort die het zelfs niet schuwt om de hand van de liefhebber aan te vallen. De man vormt een territorium waarin hij meerdere vrouwen met elk hun eigen schelp bij elkaar houdt. Van deze soort zijn ook verschillende vormen op de markt, o.a. N.o. yellow, N.o. Pearl, N.o. Isanga, N.o. Wampembe… N. ornatipinnis: man 6 cm; vrouw 4 cm; N. signatus: man 5,5 cm; vrouw 5 cm; deze vis krijgt een regenboogkleur onder de juiste belichting. N. wauthioni: man 5 cm; vrouw 3,5 cm; leeft langs de kusten van Zaïre in het Tan-
20
ganyikameer. Verder wordt ook het genus Altolamprologus in het aquarium als schelpenbewoner gehouden, alhoewel die in de natuur tussen de rotsen leeft. Deze vissen zijn echte roofvissen. Men heeft een groot aquarium nodig met rotsen en spleten en met grote schelpen. De vissen worden 12 tot 13 cm groot. Het genus bevat slechts twee soorten, A. compressiceps en A. calvus. Het zijn vissen met een hoog smal lichaam en een wijde muil. Altolamprologus compressiceps heeft in de natuur een territorium van 1 m³. In het aquarium is dat moeilijk te bereiken. Als men dan toch zo’n grote ruimte beschikbaar heeft, moet men slechts 1 man en 1 vrouw houden. Hij is agressief tegen soortgenoten, maar andere vissen van gelijke grootte vormen geen probleem. Alle kleinere vissen, dus ook jongen, worden beschouwd als voedsel. Zijn schubben voelen aan als schuurpapier. Als hij met andere schelpbewoners wordt gehouden, komt hij rustig naar het nest gezwommen, zonder zich te bekommeren om de aanvallen van de ouders die hem niet deren. Ondertussen eet hij rustig het nest leeg. Als men deze vis houdt, moet men dus zorgen voor voldoende kleinere vissen die men als voedsel in het aquarium kan zetten. Ook van de Altolamprologus compressiceps zijn er meerdere soorten bekend. A.c. firefin, gold, golden head, kapata (heeft een zwarte kleur), mbity (is zwart-wit getekend), maar al deze variëteiten zijn uiteraard duurder. Altolamprologus calvus heeft een parelmoerkleur. Het zijn springers en er moeten dus zeker dekruiten op het aquarium. Ze hebben levend of diepvriesvoeder nodig. Slechts als ze zeer grote honger hebben zullen ze droogvoer eten. Ze woelen niet in de bodem. Een variëteit is A. calvus chaïtika white. Ook uit het Malawimeer zijn enkele vissen bekend die in schelpen leven. Zo o.m. Maylandia lanisticola is een kleinere soort van een 5 cm. Maylandia livingstonii daarentegen wordt tot 15 cm. Heeft ook een zanderige bodem en grote schelpen nodig. Bedankt Walter voor dit uitgebreide overzicht met mooie foto’s, waarvan vele uit eigen ervaringen en van die van jouw clubleden. Omwille van de nieuwjaarsvergadering werden tijdens de pauze door het bestuur belegde broodjes en enkele dranken aangeboden.
Volgende vergadering. Voor onze ledenvergadering van vrijdag 20 februari 2015 voorzien we geen spreker. De leden zullen de kans hebben om tijdens een gezellige babbel hun problemen en vragen voor te leggen aan de aanwezigen. Hopelijk maakt u hier talrijk gebruik van en kan tussen pot en pint één en ander verduidelijkt worden.
21
In de vrede van de Heer is van ons heengegaan MEVROUW
Yvonne BRULIN Weduwe van de heer Paul Persoons Moeder van ons lid Herman Persoons Geboren te Aalst op 7 september 1924 en godsvruchtig overleden in het WZC Aqua Vitae te Gijzegem op 29 januari 2015, gesterkt door het sacrament van de ziekenzalving. De uitvaartliturgie, gevolgd door de bijzetting in de familiegrafkelder zal plaatshebben in de parochiale kerk van Sint-Antonius, Capucienelaan te Aalst Op zaterdag 7 februari 2015 om 11 uur. Begroeting in de kerk vanaf 10.30 uur
Aquariumagenda. Op zondag 1 maart 2015 richt Aquariumclub Le Botia Club de Saint-Ghislain haar eerste aquariumbeurs in, samen met de “Cercle Pisciculteurs ASBL”. Dit gaat door in de polyvalente zaal van het park van Baudour rue du Parc in 7331 Baudour. Open voor het publiek van 10:00 tot 16:00 u. Toegangsprijs 2,00 euro (consumptie inbegrepen, maar geen speciale dranken). Info: http://lebotia-club.weebly.com/ Op zondag 1 maart 2015 organiseert de Club aquariophile de Libramont een Opendeurdag met beurs voor vissen, planten en materialen. Dit gaat door van 9 u 30 tot 17 u in de rue du Village 17, 6800 Libramont. Info: http://www.aqualibramontois.be/ index.php Op 25 april 2015 viert Betta Buggenhout haar Opendeurdag van 14 tot 19 uur in haar clublokaal te Malderen, Handelsstraat 75 met massa’s vissen en planten voor vijver en aquarium. Van 14 tot 17 uur gratis pannenkoeken met koffie voor alle bezoekers. Van 14 tot en met 17 mei 2015 richt A.V. Maroni Maaseik ter gelegenheid van hun 50 -jarig jubileum in het Cultureel Centrum, Scholtisplein 2, 3680 Neeroeteren haar Aquarium- en Terrariumshow in. Open van 10 tot 22 uur. BBAT-leden 0,50 euro korting.
22
Op zondag 5 juli 2015 gaat de Limbeurs door in Instituut Don Bosco, Don Boscostraat 6, 3530 Houthalen-Helchteren. Open van 10 tot 16 u. Ruilen – kopen – verkopen van vissen, planten, terrariumdieren en materialen voor aquarium, terrarium en tuinvijver. Met medewerking van fabrikanten, handelaars, kwekers en liefhebbers. info: www.limbeurs.be Op zondag 16 augustus 2015 richt Pet-Events de allereerste AQUA TERRA FAIR In. Deze gaat door in ’t Bau-Huis te Sint-Niklaas (Slachthuisstraat 60, 9100 SintNiklaas). Dit is een ruime evenementenhal waar wij minimaal 1000m² en maximaal 3000m² kunnen volzetten met onze hobby. De beurs is voor bezoek geopend van 11 u tot 16 u. Toegangsprijs 3 euro. Kinderen beneden 6 jaar gratis. Voor meer info: https://www.facebook.com/aquaterrafair Op zondag 23 augustus 2015 richt Oostende Platy vzw haar Aquarium-, terrarium- en vijverbeurs van de kust in van 10 tot 16 u; gratis toegang. Ook bonsai en orchideeënbeurs. Dit gaat door in Dienstencentrum De Schelpe, Elisabethlaan 22, 8400 Oostende. Op zaterdag 26 september 2015 gaat de Bondsdag van BBAT door, ingericht door Siervis Leuven. Nadere informatie volgt nog. Van 26 september 2015 tot en met 4 oktober 2015 wordt een Nationale tentoonstelling ingericht in de Plantentuin te Leuven. Siervis Leuven is de drijvende kracht achter deze organisatie, maar alle clubs worden uitgenodigd hier aan mee te werken. Meer details volgen nog.
23
Op vrijdag 20 november 2015 gaat de jaarlijkse Nacht van de Aquariaan door, een organisatie van BBAT om de aquariumliefhebbers samen te brengen en een aantal onder hen te lauweren. Dit gaat door in de feestzaal Klein Willebroek, Schoolstraat 24, 2830 Klein Willebroek. Deuren open vanaf 19 u. In 2015 richt BBAT opnieuw een Nationale Huiskeuring is. Voor verdere informatie verwijzen we naar de tekst die in ons februarinummer is verschenen. Wie wil weten hoe het er aan toegaat, kan steeds contact nemen met één onzer bestuursleden.
NATIONALE HUISKEURING. In de loop van het jaar 2015 organiseert BBAT opnieuw een Nationale Huiskeuring voor aquaria en terraria. Hierna vinden jullie het officiële reglement voor deze huiskeuring. Wie wenst deel te nemen dient dringend zijn kandidatuur mee te delen aan onze voorzitter, zodat tijdig de inschrijving kan gebeuren. REGELGEVING NATIONALE HUISKEURING 2015 De nationale keuring van huiskamervivaria is gedelegeerd aan de commissie keurmeesters. De deelname aan de nationale keuring staat open voor ieder BBAT-lid. Zowel voor diegenen, aangesloten via een vereniging, als voor zij die als vrij lid zijn ingeschreven. Er is een keuring voorzien in de volgende disciplines:
24
a) zoetwater gezelschapsaquaria b) zoetwater speciaalaquaria c) zeewater d) terraria en palludaria e) nano aquaria Inschrijvingen gebeuren via de verenigingen en hun respectievelijke federaties. Deelnemers schrijven in bij de vereniging waar zij als BBAT-lid aangesloten zijn. Verenigingen die bij verschillende federaties aangesloten zijn, kunnen vrij kiezen via welke federatie ingeschreven wordt, MET DIEN VERSTANDE DAT AL HUN DEELNEMERS DAN VIA DIEZELFDE, ENE, FEDERATIE MOETEN INGESCHREVEN WORDEN. Vrije leden, welke niet bij een vereniging aangesloten zijn, kunnen inschrijven via een federatie naar keuze. Per federatie kunnen het hieronder vermelde aantal kandidaten per discipline aan de nationale keuring deelnemen: 5 zoetwater gezelschapsaquaria. 3 zoetwater speciaalaquaria. 3 zeewater aquaria. 3 terraria en paludaria. 3 nano aquaria. 7 kandidaten vrij te verdelen over de verschillende disciplines het max. aantal deelnemers per federatie is dus beperkt tot 24. Selectie : ria welke in aanmerking komen voor de federatiekeuring. Deze selectie moet vòòr 15 maart 2015 aan de respectievelijke federaties bekend gemaakt worden. Gelieve een kopie van deze bekendmaking ter informatie aan het Secretariaat Nationale Huiskeuring 2015 te bezorgen. doorstoten naar de eindronde. Indien nodig kan aan de federatiekeuringen één keurmeester toegevoegd worden. Deze zal enkel een adviserende taak hebben en kan aangevraagd worden via het Secretariaat BBATkeurmeesters. De uiteindelijke beslissing zal bij de federatie berusten. De gekeurde vivaria dienen van dusdanig niveau te zijn dat ze minimum een Certificaat van Bekwaamheid kunnen behalen. De federaties moeten hun selectie uiterlijk voor 31 maart 2015 aan het Secretariaat Nationale Huiskeuring bekend maken. tussen 20 augustus en 10 oktober 2015. De deelnemers worden door de federatie verwittigd van hun keuringsdatum. Een beroep op onbekendheid met de keuringsdatum zal niet worden aanvaard. Het bestuur van elke federatie zal zorgen voor de begeleiding van de keurmeesters bij de door hen aangeduide kandidaten. De deelnemers dienen er voor te zorgen dat de keurmeesters rustig en ongestoord de keuring kunnen verrichten. De uitslag van de Nationale Huiskeuring is bindend. Ten overstaan van derden zullen de keurmeesters vóór de officiële uitslag geen me25
dedelingen doen of vergelijkingen maken betreffende de keuringsresultaten. De proclamatie is gepland voor 20 november 2015. Secretariaat Nationale Huiskeuring: Marc Thelissen? Waterloze weg 16, 3680 Neeroeteren E-mail:
[email protected] In De Standaard van 19 januari 2015 lazen we volgend bericht.
GROTE ZEEDIEPTE EN ZWARE INSPANNINGEN GAAN MOEILIJK SAMEN Zeezoogdieren kampen met hartproblemen Pieter Van Dooren
Hoe goed dolfijnen, walvissen en zeehonden hun adem ook kunnen inhouden, hun hart draagt er de gevolgen van.
Een walvis is nog altijd geen vis Zeezoogdieren kunnen hun adem veel beter inhouden dan andere zoogdieren, maar dat wil nog niet zeggen dat ze het eindeloos kunnen. Water is nog altijd niet hun natuurlijk element. Dat blijkt nog maar eens uit nieuw onderzoek. Een reeks onderzoekers, van de Universiteit van Californië tot de Walt Disney World Resorts, stelden bij Weddellzeehonden en tuimelaars (een dolfijnensoort) tijdens hun diepe duiken ‘verrassend vaak’ hartritmestoornissen vast. Beide dieren zijn zoogdieren. Ze hebben geen kieuwen zoals vissen en moeten lucht ademen. Tijdens de miljoenen jaren dat ze al in het water leven, heeft de natuurlijke selectie er wel voor gezorgd dat ze zeer zuinig met zuurstof om kunnen gaan. Bijvoorbeeld door hun hartslag extreem te vertragen. Er wordt nog volop onderzoek gedaan naar hoe hun lichaam precies doet wat het doet, zeker op grote diepte, waar waarnemen moeilijk tot onmogelijk is. Een van de onopgeloste vragen is hoe zoogdieren de energie produceren die nodig is om daarbeneden achter prooien aan te gaan. Normaal doet een inspanning je hartslag immers omhoog gaan. Conflict Hoe regelt een hart het conflict tussen het dieptesignaal dat vraagt om te vertragen en het inspanningssignaal dat vraagt om te versnellen? Slecht, zo blijkt nu. In meer dan zeventig procent van de diepe duiken bleken de dieren hartritmestoornissen te vertonen. Voor hun onderzoek ontwierpen de wetenschappers een toestelletje dat hartslag, diepte en zwemslagfrequentie meet. Dat gaven ze mee aan getrainde dolfijnen en aan wilde zeehonden. Wanneer de zeehonden onder het zuidpoolijs gingen jagen, wisselden ze periodes van rustig glijden af met korte explosies van jacht. Dat hielp hen om hartconflicten zoveel mogelijk te vermijden, zo stelden de onderzoekers vast. ‘We zagen geen direct dodelijke aritmieën’, zei onderzoeksleidster Terrie Williams in het vakblad Nature Communications, ‘maar hun hart is op dat moment wel onstabiel 26
en gevoeliger voor bijkomende problemen. Vaak is dat wanneer ze beginnen op te stijgen.’ Diepte en inspanning strijden om voorrang, waardoor de hartslag soms snel wisselt tussen eventjes heel traag en eventjes heel snel. Williams: ‘Vijftig miljoen jaar evolutie is duidelijk nog niet lang genoeg geweest om daar een oplossing voor te vinden.’ Die is dan ook niet evident, omdat de diepte en de inspanning via twee verschillende zenuwcircuits werken. Inspanning loopt via het sympathisch zenuwstelsel, de duikrespons wordt geregeld via het parasympathisch zenuwstelsel. Om dat soort dingen aan te passen, moet je al heel diep in het basisontwerp van dieren ingrijpen. Het is bijna net zo ingrijpend als ze van kieuwen te voorzien. Kwetsbaar De vorsers zijn niet bang dat de dieren sterven aan hun diepe duiken – anders waren ze door de evolutie al lang uit de geschiedenis gewied – maar wel dat ze op zo’n moment zeer kwetsbaar zijn voor verstoring. Als walvissen blootgesteld worden aan de geluiden van schepen en sonars, slaan ze op de vlucht. Dat komt neer op een combinatie van intense inspanning, diep duiken of snel opstijgen, precies de omstandigheden die aritmieën uitlokken. Dat zou wel eens de verklaring kunnen zijn voor de strandingen van walvissen, maar ook voor het feit dat sterfgevallen tijdens triatlons negen keer op de tien van het zwemmen komen. Mensen vertonen ook een soort duikreflex: zodra ons gezicht in contact komt met koud water, vertraagt onze hartslag. ‘Tel dat op bij de extreme inspanning en het zou best kunnen dat het hart van die atleten met hetzelfde conflict te maken krijgt als dat van de dolfijnen’, zegt Williams. Ze onderzoekt op dit moment samen met triatleten wat ervan aan is.
Sewellia Lineolata Door: Roger Veltens, Bewerking: R. Hoofs, Bron: Het blad van A.V. de Minor, Maastricht
Dit grappige algenetertje is oorspronkelijk afkomstig uit Vietnam. Hier leven ze in snelstromende rivieren met kleine watervalletjes, waardoor het heldere water een hoog zuurstofgehalte bevat. Niettegenstaande zijn er al enkele succesvolle spontane en gerichte kweekjes met dit visje gemeld worden, zijn we toch hoofdzakelijk aangewezen op wildvang-
27
exemplaren voor ons aquarium. De Sewellia lineolata is een vreedzaam visje dat niet agressief is tegenover zijn medebewoners, met uitzondering dan van de eigen soortgenoten. Ze zullen tegenover deze laatste wel territoriumgedrag vertonen, zonder dat er echter gewonden zullen vallen. Je kan ze overal in je bak terugvinden. Het grootste deel van de dag kruipen ze over de bodem, zitten ze op de planten of zijn ze tegen het glas gekleefd, op zoek naar algen of ander voedsel. Echt zwemmen, doen ze niet, het heeft meer weg van zweven: met kleine schokjes gaan ze vooruit. In een aquarium met weinig stroming gaan de visjes niet dood, maar echt naar hun zin hebben ze het er niet. We moeten dus zorgen voor waterbeweging: de visjes houden er immers van in sterk stromend water te zitten. Een ander voordeel van veel stroming is, dat hierdoor het water met zuurstof verrijkt wordt, waardoor hun natuurlijk milieu best benaderd wordt. Door de bak op een plaats met veel licht te zetten zal de kans op algengroei toene en waardoor de diertjes hun basisvoedsel zo van de planten en de decoratie kunnen opnemen. Uiteraard moet er bijgevoederd worden: gemalen groenvoer, vlokkenvoer, voedertabletten en klein diepvriesvoer zoals Daphnia en Cyclops zullen ze gretig opeten. Je moet er wel opletten dat ze genoeg te eten krijgen, omdat de andere vissen zeker zullen proberen het eten voor hun ogen weg te kapen. Een wekelijkse waterverversing van 1/3 van het water stellen ze zeker op prijs en bij een goede verzorging en goede leefomstandigheden kan zeker paringsgedrag waargenomen worden. Het mannetje, dat normaal territoriaal gedrag vertoont, wordt plots een stuk verdraagzamer en begint het vrouwtje zacht in de zij te porren. Als het vrouwtje paringsbereid is nemen ze elkaar bij de borstvinnen en zweven naar de oppervlakte, waarbij een of meerdere eitjes worden rondgestrooid. Wanneer je de visjes nu in een kweekbakje hebt zitten zorg je er voor dat er een stukje kunstgras op de bodem ligt. Hierin zullen de neerdwarrelende eitjes belanden. Dit stukje gras kan je dan uitspoelen in een ander kweekbakje. Op die manier kan je dagelijks tussen de 5 a 10 eitjes verzamelen. Eitjes en pas uitgekomen jongen zijn erg klein. Het voedsel moet dan ook microscopisch klein zijn: infusie, maar ook superfijn gemixt voer dat je aan de ouders geeft
28
voldoet hier. Na 1 week zijn de jongen ongeveer 3 mm groot en na 1 maand zijn ze al 1 cm. Het dagelijks afzetten van een paar eitjes is een goede aanpassing aan het natuurlijk milieu van deze visjes. Bij te dikke vrouwtjes wordt de stroomlijn zodanig verstoord dat ze zich niet zouden kunnen handhaven in het snel stromende water. Je kan deze visjes in je gezelschapsbak houden, maar wat zou je er van denken ze onder te brengen in een nanoaquarium met een pompje met voldoende kracht. Je zal er zeker geen spijt van krijgen!
Maximale pracht, de Glyceria Maxima Door: Jeffrey Faber Maroni Maaseik
Om met de deur in huis te vallen. Dit is met recht de mooiste plant voor het aquarium. Een A1 aquarium met een Glyceria maxima, of de Nederlandse benaming: liesgras, geplaatst op de gulden snede samen met een contrasterende solitair is de spreekwoordelijke kers op de taart. Mooier zal het niet worden. Eigenlijk kan ik dit artikel nu al afsluiten met een foto uit mijn oude bak. De foto spreekt voor zich! Maar ik zal trachten het uit te leggen wat de 29
Glyceria nu precies de mooiste aquariumplant maakt. Dat is simpel, namelijk zijn of haar (al het mooie is vrouwelijk) sierlijke uitstraling. Kijkt u eens naar de foto en ik weet zeker dat u dit zal beamen. De plant groeit recht omhoog waar zijn dunne frisgroene bladeren net onder het wateroppervlak zullen gaan drijven met de stroming mee. Door zijn dunne bladeren die van onder zeer compact op elkaar staan en pas na enkele decimeters los van elkaar komen, heeft u te maken met een plant die door zijn gestalte niet dominant overkomt maar wel eentje waar u zeker niet omheen kan. De plant trekt meteen de aandacht en zelfs een grote bos van deze plant komt niet storend over. De volgende omschrijving is van de Triglochin procerum, die volgens Kasselman erg veel op een Glyceria lijkt. De omschrijving klopt ook, plus is er twijfel over de juiste benaming van de in de hobby zijnde planten. De Glyceria maxima staat bekend om zijn tot wel 2 meter lange bladeren van slechts 6-8 millimeter breed. De bladeren staan in een rozet met een lange schede. De plant vormt een dun rizoom (Kassellman, 2011). Toch zijn er enkele nadelen verbonden aan de plant. Allereerst is dat de lengte. De plant kan bij optimale groei een lengte bereiken van ruim anderhalve meter. Voor het gemiddelde A1 aquarium betekent dat al gauw dat bladeren langs het gehele oppervlakte gaan en in andere plantenafdakjes belanden wat erg rommelig overkomt. Doordat de plant erg slappe dunne bladeren heeft is deze ook geheel afhankelijk van de stroming. Heeft u een sterke stroming langs het oppervlak dan zullen de bladeren overal heen geblazen worden en een rommelig aanblik geven. Het beste is om wan-
neer de bak niet groot is, de bladeren in een ruime cirkel boven de plant te leggen. Succes gegarandeerd. Als laatste en wellicht het grootste minpunt van deze plant. Het is een Europese plant en dat betekent dat deze minder goed bestand is tegen de hoge temperaturen in onze aquariums. De plant zal dan ook regelmatig vernieuwd moeten worden, omdat de oudere planten op een gegeven moment op zijn. Gelukkig vormt de plant zeer veel uitlopers aan haar wortelstok.
30
Nog een advies: plaats de Glyceria maxima niet in een zorgvuldig geplant veldje, ze vormt een zeer groot wortelgestel, zeker de oudere planten. Plant deze op een plaats waar u er makkelijk bij kan, bij voorkeur naast planten die regelmatig uit de grond zullen moeten om ingekort te worden. Gemiddeld zal iedere maand wel vernieuwing plaats moeten vinden, omdat oude bladeren bruin worden en versnotteren. Het beste snijdt u drie planten los van de wortelstok en plaats deze dicht bij elkaar. Dan heeft u iedere week minimaal drie uitlopers en is de kans op uitval kleiner. Nog beter is het om een moederplant te plaatsen in, mocht u het hebben, een onverwarmd bakje. Zo kunt u deze nooit meer kwijtraken. En geloof mij, dat wil u niet. Ik ben de mijne verloren doordat mijn aquarium was ingestort en ben ze helaas nooit meer tegengekomen. In het verleden heb ik regelmatig stekken verspreid onder onze leden, dus maak ik meteen gebruik van een oproep. Wie heeft deze plant nog in zijn bezit en kan een stekje voor mij missen?
De voortplanting van goudvissen en Koi's door Edwig Boeykens Aquarianen Gent
Vele mensen horen het in Keulen donderen als er gepraat wordt over kuitschieten. Bij sommigen gaat deze periode zelfs voorbij zonder dat ze de kleine signalen begrijpen, die een belangrijk moment aankondigen in onze waterbiotoop. Water is een slechte geleider, zo zal het enkele dagen duren voor de watermassa reageert op de warme buitenlucht. Het omgekeerde effect is, dat bij plotse koude de vijver maar langzaam zijn warmte prijsgeeft. Blijft de zon van de partij en ligt de vijver onder zijn invloedsfeer, dan gaat de temperatuur vooral in de ondiepe gedeelten, oplopen en snel boven de 20 °C uitstijgen. Bij zulke gelegenheden in het voorjaar is het de ideale tijd voor de vrouwtjesvissen om kuit te schieten. Het eerste signaal wordt gegeven door de rusteloosheid van de vissen. Sommige mensen schrikken en denken dat de vissen in een gevecht verwikkelt zijn geraakt. Door hun onwetendheid zetten ze de dieren apart hetgeen soms resulteert in de dood van het vrouwtjesdier. De natuur belastte het mannetje om het vrouwtje te helpen bij het afstoten van de duizenden eieren. Twee of meer mannetjes jagen achter het bewuste vrouwtje en drukken met hun kop tegen de zijlijn van de vis om de lozing van de eieren te bevorderen. Het hele spektakel duurt soms een hele dag of langer. Deze tijd eten de dieren weinig of niet en het is dus overbodig om te voederen. Om de aanhechting van de eieren te bevorderen, in bijvoorbeeld een plantloze vijver, is er materiaal te koop in de handel. Zelf is het een klein kunstje om met wat net en enkele stenen en worstvorm te creëren die we met een koordje aan de zijwand van de vijver bevestigen. Een net waarmee het ondiepe gedeelte is afgespannen bevordert de kuitafscheiding van de vis en doet tevens dienst als opvang voor de drukken-
31
de lijven. Tevens dient het net als beschermplaats voor het latere jongbroed. Vissen zijn de eerste maanden kannibaal en verorberen hun eigen jongen. De eieren worden met de staart door het net uitgewaaierd en zetten zich vast op de voorziene vangwand, in de planten of op de algen. Het is onvoorstelbaar wat een massa eitjes zich verankeren in het net en de omgeving. Op sommige plaatsen krijgen de draagvlakken een densiteit van witte eitjes die het water verkleuren. Op natuurlijke wijze worden meer dan de helft van het gebroed slachtoffer als voeding voor de andere vijverbewoners. Na de transformatie tot visje wordt nog een deel uitgedund door ziekte en door rovers. Uiteindelijk overleven de sterksten om in de levenskringloop voor een later nageslacht te zorgen. Bij professionele kwekers wordt het geslachtsrijpe vrouwtje samen met enkele mannetjes in een apart bassin geplaatst. Na het kuitschieten worden de vissen verwijdert en het levenswater warm gehouden. In een later stadium wordt door kenners een selectie doorgevoerd in het jonge visbestand. Dit gebroed gaat in grote ontsmette verzameltanks en doorlopen een reeks van criteria om uiteindelijk op de markt te worden verkocht. In onze waterplas laten we het best de natuur zijn gang gaan en is het de hoofdzaak om het kuitschieten op te merken en niet met een net de algen te gaan verwijderen. Na enkele weken krioelt het van schichtig rondzwemmende larfjes. Ze voeden zich de eerste maanden uitsluitend met alg; wat ook de dikkopjes, larven van kikkers, als voeding gebruiken. Daarom zijn algen niet alleen nuttig in deze tijd maar ze gunnen het jongbroed ook de zo noodzakelijke schuilplaatsen in dit prille stadium. Het selectief kweken van een soort laat men best over aan professionele vaklui, maar men hoeft zich niet de voldoening te ontzeggen veen een eerste eigen kweek. Tenslotte krijgen uw eerste jongen een plaatsje apart in uw hart, en worden ze later groter, en komen er weer nakomelingen; dan is een bevriend vijverliefhebber erg blij met die gift als blijk van vriendschap.
32
Eurotuin Deinze: Gaversesteenweg 222 - 9800 Deinze Eurotuin Merelbeke: Fraterstraat 111 - 9820 Merelbeke Eurotuin Ophasselt: Brambroek 27a - 9500 Geraardsbergen Eurotuin Roeselare: Brugsesteenweg 387b - 8800 Roeselare Open maandag t.e.m. zondag van 9 tot 18.30 uur Dinsdag gesloten l www.eurotuin.be volg ons op